BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau keurt de bijgevoegde afsprakennota tussen CBS, VaBu, BCSD en M-Team goed en stuurt dit door naar de OCMW-raad.
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau beslist principieel om de ontwerpakte betreffende de eenvormige verkoopsvoorwaarden goed te keuren, waarbij de instelprijs gehanteerd wordt die gelijk is aan de schattingsprijs van 162.000,00 euro. Het vast bureau beslist principieel dat het onroerend goed mag toegekend worden zodra het bod minstens gelijk is aan de schattingsprijs van 162.000,00 euro.
Art 2 :
Het vast bureau stuurt het dossier door ter goedkeuring naar de OCMW-raad.
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau neemt kennis van de vorderingsstaat Periode 07 van 1/02/2025 tot 28/02/2025 en de PV tot vaststelling van de vordering der werken nr 7, alsook van de
waarde van de werken, zijnde 986.124,64 euro.
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau beslist om de ontwerpakte in bijlage betreffende de verkoop van het perceel dat ten kadaster gekend is als Lier sectie F nr 735b goed te keuren.
Art 2 :
Het vast bureau beslist om dit dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de OCMW-raad.
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau beslist de lokale rechtspositieregeling als volgt te wijzigen:
Onderstaande artikels vervangen de huidige artikels 132 tot en met 148, en 155 tot 161.
Bijlage V wordt geschrapt.
Artikel 17 – Interne mobiliteit
§1. In dit artikel wordt verstaan onder interne personeelsmobiliteit: de heraanstelling van een personeelslid in een functie in een graad, die niet hoger is ingedeeld dan de graad van het personeelslid.
Het heraangestelde personeelslid ontvangt het salaris dat verbonden is aan die graad.
De aanstellende overheid maakt de functie die wordt ingevuld aan alle personeelsleden bekend.
Aan elke interne personeelsmobiliteit gaat een bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten vooraf.
De aanstellende overheid bepaalt het gepaste bekendmakingskanaal en de wijze van kandidaatstelling.
Elke kandidaat krijgt een ontvangstmelding van zijn kandidatuur.
De selectie en aanstelling gebeurt zoals bepaald in artikel 10.
§2. Voor de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn komen in aanmerking: de personeelsleden van de gemeente, de autonome gemeentebedrijven, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
§3. De kandidaten voldoen aan de volgende voorwaarden:
1° ze beantwoorden aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving voor de functie;
2° ze vervullen de eventuele diplomavereiste voor de functie;
3° hun laatste evaluatieresultaat was niet ongunstig;
§4. In beginsel wordt het dienstverband van het heraangestelde personeelslid (contractueel of statutair) bij interne mobiliteit behouden. De aanstellende overheid kan hier voorafgaandelijk aan de procedure gemotiveerd van afwijken.
Het dienstverband van de vrijgekomen functie omwille van interne mobiliteit wordt bij de nieuwe openverklaring bepaald.
Artikel 18 – Externe mobiliteit
§1 In dit artikel wordt verstaan onder externe personeelsmobiliteit: de procedure waarbij personeelsleden van andere lokale en provinciale overheden, die niet hetzelfde werkingsgebied hebben, en van de diensten van de Vlaamse overheid zich kandidaat stellen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit, vermeld in artikel 17, §1, of voor deelname aan een bevorderingsprocedure, vermeld in artikel 19, §1, voor een functie bij die overheden.
§2. Alleen de personeelsleden van de overheden, vermeld in paragraaf 1, die in hun bestuur zijn aangesteld na een selectieprocedure als vermeld in artikel 6, 2°, en die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 17, §3, kunnen zich kandidaat stellen voor een procedure van externe personeelsmobiliteit.
De algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur van de gemeente en de financieel beheerder van de provincie komen niet in aanmerking voor een procedure van externe personeelsmobiliteit.
§3. Aan elke externe personeelsmobiliteit gaat een bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten vooraf.
De aanstellende overheid bepaalt het gepaste bekendmakingskanaal en de wijze van kandidaatstelling.
Elke kandidaat krijgt een ontvangstmelding van zijn kandidatuur.
De aanstelling gebeurt zoals bepaald in artikel 10.
Artikel 9 is ook van toepassing als de aanstellende overheid een beroep doet op de procedure van externe personeelsmobiliteit.
§4. De aanstellende overheid bepaalt bij elke externe mobiliteit of het dienstverband van het heraangestelde personeelslid (contractueel of statutair) wordt behouden of niet in de nieuwe functie.
Het dienstverband van de vrijgekomen functie omwille van externe mobiliteit wordt bij de nieuwe openverklaring bepaald.
Artikel 19 - Bevordering
§1. De aanstellende overheid maakt de functie die bij bevordering wordt ingevuld, aan alle personeelsleden bekend.
Een bevordering gebeurt op dezelfde manier als interne mobiliteit, vermeld in artikel 17, §1.
§2. Werkingsgebied
Bij de bevorderingsprocedure worden zowel leden van de gemeente of het OCMW, haar AGB('s), zijn welzijnsvereniging(en) en de autonome verzorgingsinstelling(en) met het OCMW als enig lid of met het eigen OCMW en de eigen gemeente als enig lid (alle of keuze maken) uitgenodigd om zich voor de vacante functie kandidaat te stellen.
§3. De kandidaten voldoen aan de minimale voorwaarden, vermeld in artikel 17, §3.
§4. In beginsel wordt het dienstverband van het heraangestelde personeelslid (contractueel of statutair) bij interne mobiliteit behouden. De aanstellende overheid kan hier voorafgaandelijk aan de procedure gemotiveerd van afwijken.
Het dienstverband van de vrijgekomen functie omwille van interne mobiliteit wordt bij de nieuwe openverklaring bepaald.
Artikel 20-22 - Mandaatstelsel
§1. De volgende functies worden uitdovend bij mandaat vervuld, indien hun datum van indiensttreding voor 1 januari 2023 ligt:
1° algemeen directeur;
2° financieel directeur;
3° de medewerkers met als functietitel departementshoofd
§2. Er worden geen nieuwe mandaten toegekend. De lopende mandaten zijn verlengbaar, zolang het personeelslid in dienst is en een functie uitoefent die in §1 opgenoemd staat. Een mandaat vervalt wanneer een personeelslid uit dienst gaat of een andere functie uitoefent.
§3. Bijlage X bij deze rechtspositieregeling bevat de regels die van toepassing zijn op de mandaten van de personeelsleden die uitdovend een functie met mandaatstelsel uitoefenen.
Artikel 23 – Herplaatsing
§1. Als een bevoegde medische instantie een statutair personeelslid niet langer geschikt acht om een functie uit te oefenen, maar wel geschikt acht om een andere functie uit te oefenen die verenigbaar is met de gezondheidstoestand van het personeelslid, kan het statutaire personeelslid op initiatief van de aanstellende overheid en in overleg met de preventieadviseur-arbeidsarts herplaatst worden in een passende functie van dezelfde of van een lagere graad.
Het betrokken personeelslid krijgt de salarisschaal op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan van de nieuwe graad. Het personeelslid dat wordt herplaatst naar een functie in een lagere graad behoudt het salaris dat het had verworven in zijn vorige functie op het moment van de herplaatsing, tot het moment dat hij in zijn nieuwe organieke graad een hoger salaris bereikt.
§2. Statutaire personeelsleden die na een bevordering een ongunstig evaluatieresultaat krijgen binnen de periode van één jaar, kunnen door de aanstellende overheid opnieuw worden aangesteld in hun vorige functie of in een andere functie van hun vorige graad als hun vorige functie ingevuld is.
Het betrokken personeelslid krijgt opnieuw de salarisschaal die het verworven had in de functie van zijn vorige graad. De eventuele schaalanciënniteit die opgebouwd werd in de functie van de hogere graad tijdens de proeftijd, wordt overgedragen naar de schaalanciënniteit in de functie van de lagere graad.
§3. Als een statutair personeelslid om functionele of persoonlijke redenen zelf verzoekt om herplaatsing in een functie van een lagere graad, kan het statutaire personeelslid herplaatst worden in een passende functie van een lagere graad.
Bij een herplaatsing in een lagere graad ontvangt het personeelslid het salaris dat verbonden is aan de nieuwe functie.
§4. Een statutair personeelslid dat een ongunstige evaluatie heeft gekregen, kan herplaatst worden in een passende functie van dezelfde graad.
Indien een passende functie van dezelfde graad niet voorhanden is, kan de aanstellende overheid een functie van een lagere graad voorstellen, op voorwaarde dat het statutaire personeelslid daarmee instemt.
Het personeelslid dat conform het eerste lid wordt herplaatst, krijgt de salarisschaal en de eventuele schaalanciënniteit die het verworven had in zijn vorige functie. Het personeelslid dat wordt herplaatst naar een functie in een lagere graad behoudt het salaris dat het had verworven in zijn vorige functie op het moment van de herplaatsing, tot het moment dat hij in zijn nieuwe organieke graad een hoger salaris bereikt.
§5. Als de betrekking van een statutair personeelslid afgeschaft wordt wegens noodwendigheden voor de werking van het bestuur als vermeld in artikel 194/1 van het Decreet Lokaal Bestuur, kan de aanstellende overheid het statutaire personeelslid herplaatsen in een passende functie van dezelfde graad.
Indien een passende functie van dezelfde graad niet voorhanden is, kan de aanstellende overheid een functie van een lagere graad voorstellen.
Het personeelslid dat conform het eerste lid wordt herplaatst of ter beschikking gesteld, krijgt de salarisschaal en de eventuele schaalanciënniteit die het verworven had in zijn vorige functie. Het personeelslid dat wordt herplaatst naar een functie in een lagere graad behoudt het salaris dat het had verworven in zijn vorige functie op het moment van de herplaatsing, tot het moment dat hij in zijn nieuwe organieke graad een hoger salaris bereikt.
Als de herplaatsing of terbeschikkingstelling, vermeld in het eerste, niet mogelijk is, kan het statutaire personeelslid ontslagen worden wegens noodwendigheden voor de werking van het bestuur als vermeld in artikel 194/1 van het Decreet Lokaal Bestuur.
§6. Het contractuele personeelslid komt in aanmerking voor de herplaatsing zoals vermeld in paragraaf 1 tot en met 5, op voorwaarde dat het daarmee instemt.
Artikel 24 – Hoorrecht voorafgaand aan herplaatsing
De aanstellende overheid beslist over de ambtshalve herplaatsing. De herplaatsing is definitief. Als de herplaatsing wordt uitgevoerd om gezondheidsredenen als vermeld in artikel 23, §1, eerste lid, kan de herplaatsing ook tijdelijk zijn.
Ze voert hierover vooraf een gesprek met het vast aangestelde statutaire personeelslid. Het personeelslid wordt ten minste tien kalenderdagen vooraf schriftelijk uitgenodigd voor het gesprek, vermeld in het eerste lid, en geïnformeerd over de functie of functies die voorgesteld worden. Het personeelslid dat door de aanstellende overheid moet gehoord worden, mag, als het daarom verzoekt, in de plaats van te verschijnen, zijn persoonlijk standpunt naar aanleiding van de voorgestelde functie of functies schriftelijk meedelen. De aanstellende overheid neemt daarvan kennis en neemt een gemotiveerde beslissing in verband met de herplaatsing.
BIJLAGE X – MANDAAT (UITDOVEND)
Deze bijlage bevat in toepassing van art. 20 §3 van de lokale rechtspositieregeling de toepasselijke regels inzake het mandaatstelsel voor personeelsleden die uitdovend een functie met mandaat vervullen.
Deze medewerkers behouden dit mandaat in principe tot hun uitdiensttreding, behalve wanneer ze geen functie meer uitoefenen zoals opgesomd in art. 20 § 1. of het mandaat niet langer verlengd wordt (zie art. X van deze bijlage).
3.1. Het mandaatstelsel
3.1.1. Algemene bepalingen
Art. 1 (voormalig art. 139.) § 1. Het mandaatstelsel, vermeld in artikel 104, § 7 van het OCMW-decreet, houdt in dat een personeelslid voor een vooraf bepaalde periode belast wordt met de uitoefening van een bepaalde functie.
De raad bepaalt de functies die bij mandaat kunnen vervuld worden. Zij motiveert omstandig de redenen hiertoe.
Alleen een vacante functie kan bij mandaat vervuld worden.
§ 2. De volgende functies kunnen bij mandaat worden vervuld:
1° secretaris;
2° financieel beheerder.
Art. 2 (voormalig art. 140) De mandaatperiode duurt 7 jaar :
Het mandaat is onbeperkt verlengbaar met opeenvolgende mandaatperiodes van elk 7 jaar.
3.1.2. De toegang tot de mandaatfuncties en de selectie
Art. 3 (voormalig art. 141) Om toegang te hebben tot een vacante mandaatfunctie, moet de kandidaat:
1° als de vacature vervuld wordt bij aanwerving,voldoen aan:
a. de algemene toelatingsvoorwaarden, vermeld in artikel 5;
b. de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de mandaatfunctie gesitueerd is, en voor een mandaatfunctie in een hogere graad van niveau A en B, aan de vereiste inzake het minimale aantal jaren relevante beroepservaring;
c. de algemene en specifieke aanwervingsvoorwaarden die gelden voor die mandaatfunctie;
2° als de vacature vervuld wordt bij bevordering, voldoen aan:
a. de algemene toelatingsvoorwaarden, vermeld in artikel 5
b. de criteria om in aanmerking te komen voor deelname aan een bevorderingsprocedure die van toepassing zijn, respectievelijk op een betrekking die ook bestaat bij de gemeente en op een betrekking die niet bestaat bij de gemeente;
c. de algemene en specifieke bevorderingsvoorwaarden die gelden voor die mandaatfunctie;
d. zo nodig, de diplomavereiste;
3° als de vacature vervuld wordt bij interne personeelsmobiliteit:
a. de algemene toelatingsvoorwaarden
b. de criteria om in aanmerking te komen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit die van toepassing zijn, respectievelijk op een betrekking die ook bestaat bij de gemeente en op een betrekking die niet bestaat bij de gemeente
c. de voorwaarden inzake interne personeelsmobiliteit die gelden voor die mandaatfunctie;
d. zo nodig, de diplomavereiste.
De kandidaten moeten slagen voor de selectieproeven voor de mandaatfunctie, ongeacht de wijze waarop de vacature vervuld wordt.
Art. 4 (voormalig art. 142) De bepalingen over de selectieprocedure in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel zijn van overeenkomstige toepassing op de selectie voor een mandaatfunctie in een betrekking die ook bestaat bij de gemeente. De bepalingen over de selectieprocedure in de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel voor het personeel, vermeld in artikel 104 § 2 en artikel 104 § 6 van het OCMW-decreet, zijn van overeenkomstige toepassing op de selectie voor een mandaatfunctie in een betrekking die niet bestaat bij de gemeente.
3.1.3. Dienstverband, proeftijd, beloning en functionele loopbaan van de mandaathouder
Art. 5 (voormalig art. 143) § 1. De geselecteerde kandidaat wordt in statutair dienstverband aangesteld in de mandaatfunctie als hij een vast aangesteld statutair personeelslid van het OCMW is.
De geselecteerde kandidaat wordt in contractueel dienstverband aangesteld in de mandaatfunctie als hij een contractueel personeelslid van het OCMW is of als hij extern is aan het OCMW.
§ 2. De proeftijd voor de mandaatfuncties bij aanwerving is
1° voor mandaathouders die in statutair dienstverband aangesteld worden in een mandaatfunctie: 12 maanden;
2° voor mandaathouders die in contractueel dienstverband aangesteld worden in een mandaatfunctie: 12 maanden, voor zover dat verenigbaar is met de wet op de arbeidsovereenkomsten
De proeftijd voor de mandaatfuncties bij bevordering is
1° voor mandaathouders die in statutair dienstverband aangesteld worden in een mandaatfunctie: 6 maanden;
2° voor mandaathouders die in contractueel dienstverband aangesteld worden in een mandaatfunctie: 6 maanden, voor zover dat verenigbaar is met de wet op de arbeidsovereenkomsten
§3. De mandaathouder op proef wordt, voor de proefperiode afgelopen is, geëvalueerd volgens de bepalingen van artikel 43 voor de andere mandaathouders dan de decretale graden, met uitzondering van de mogelijkheid van verlenging van de proeftijd.
De mandaathouder die ongunstig geëvalueerd wordt bij de eindevaluatie van de proeftijd wordt van zijn mandaat ontheven.
§4. De mandaathouder op proef kan geen beroep indienen tegen zijn ongunstige evaluatie.
Art. 6 (voormalig art. 144)
De mandaathouder in een functie van niveau A of B krijgt de eerste salarisschaal van de functionele loopbaan die overeenstemt met de functie die hij bij mandaat uitoefent, tenzij hij, op grond van de bepalingen van deze rechtspositieregeling ingeschaald wordt in een de overeenstemmende schaal van de functionele loopbaan op basis van schaalanciënniteit,toegekend voor relevante beroepservaring. Hij heeft recht op de functionele loopbaan onder dezelfde voorwaarden als de personeelsleden die niet in een mandaatfunctie aangesteld zijn.
De mandaathouder krijgt tijdens de uitoefening van het mandaat de mandaattoelage, vermeld in artikel 246.
3.1.4. De periodieke evaluatie, eindevaluatie, de verlenging en de beëindiging van het mandaat
Art. 7 (voormalig art. 145)
§2. Vier maanden vóór de afloop van een mandaatperiode, krijgt de mandaathouder een eindevaluatie over de afgelopen mandaatperiode, waarbij rekening wordt gehouden met de evaluaties tijdens het mandaat.
De aanstelling van de mandaathouder die een zeer goed of goed of voldoende evaluatieresultaat kreeg voor de eindevaluatie van de afgelopen mandaatperiode, kan worden verlengd. Bij de verlenging zijn de procedures voor bekendmaking en selectie niet van toepassing.
De beslissing tot verlenging wordt genomen voor de afloop van de mandaatperiode. De verlenging gaat in op de dag volgend op de datum van afloop van de vorige mandaatperiode.
Art. 8 (voormalig art. 146) §1. Bij de beëindiging of de afloop van het mandaat keert het vast aangestelde statutaire personeelslid terug, naar zijn vorige functie.
§2. Het contractuele personeelslid dat van het mandaat wordt ontheven of waarvan de mandaatperiode afloopt, wordt uit de mandaatfunctie ontslagen in overeenstemming met de wettelijke bepalingen voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten. Hij krijgt een verbrekingsvergoeding in overeenstemming met de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten.
Art. 9 (voormalig art. 147) Als een mandaathouder met toepassing van artikel 8 §1, terugkeert naar zijn vorige functie, gelden de volgende principes:
1° de schaalanciënniteit die verworven werd in de opeenvolgende salarisschalen van de functionele loopbaan van de mandaatfunctie, wordt overgedragen naar de opeenvolgende salarisschalen van de functionele loopbaan die het personeelslid voor het begin van zijn mandaat had;
2° de evaluatie die het personeelslid kreeg voor de aanvang van het mandaat, blijft behouden.
Art. 10 (voormalig art. 148) Met behoud van de toepassing van de ontheffing van het mandaat na een ongunstige evaluatie, vermeld in van artikel 7 §4, wordt een mandaathouder in statutair verband in de volgende gevallen van het mandaat ontheven voor de afloop van de mandaatperiode:
1° op eigen verzoek;
2° wegens herplaatsing in een betrekking van een lagere graad als een bevoegde gezondheidsdienst het personeelslid niet langer geschikt acht om zijn mandaatfunctie uit te oefenen, maar wel geschikt acht voor de uitoefening van een functie van een lagere graad
3° wegens pensionering.
7.4.4. De mandaattoelage
Art. 11 (voormalig art. 246) De toelage voor het uitoefenen van een mandaat, vermeld in artikel 1 e.v., bedraagt 5% van het geïndexeerde brutosalaris van de mandaathouder. De toelage wordt maandelijks samen met het salaris betaald.
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau beslist bijlage 14 van het arbeidsreglement als volgt te wijzigen:
BIJLAGE 14 ARBEIDSREGLEMENT: GEBRUIK DIENSTVOERTUIGEN & VOERTUIGVOLGSYSTEEM (TRACK AND TRACE)
WAGENPARK STAD & OCMW LIER
1. Algemeen
Dit reglement geldt voor alle medewerkers van Stad & OCMW Lier, zowel als bestuurder als passagier, en bevat de afspraken wat betreft het gebruik van dienstvoertuigen. Het basisprincipe van dit reglement is dat dienstvoertuigen, eigendom van Stad of OCMW, uitsluitend gebruikt worden voor professionele doeleinden.
Definities
• Dienstvoertuig: een voertuig, eigendom van Stad & OCMW Lier.
• Rollend materieel: alle transportmiddelen die eigendom zijn van en dienen voor de exploitatie van de organisatie.
• Fleetlogger: een elektronisch boordlogboek.
• Alcoholslot: een blaasapparaat met startonderbreker.
De fleetlogger registreert gegevens met een hoge precisie. Het gebruik dient om:
• Beheer en administratie te vereenvoudigen.
• Veiligheid van medewerkers, voertuigen en derden te waarborgen.
• Statistieken en betwistingen efficiënt af te handelen.
• Misbruiken te voorkomen.
Wie en wat
De algemeen directeur beslist op advies van het Managementteam welk rollend materieel van Stad & OCMW wordt uitgerust met een alcoholslot of een fleetlogger.
De lijst met dienstvoertuigen, beheerd door het team Logistiek, worden regelmatig geëvalueerd en geactualiseerd.
2. Rechten en plichten van de medewerker
Individuele magneetsleutel
De medewerker die met een voertuig of ander rollend materieel rijdt, beschikt over een individuele magneetsleutel. Deze sleutel is strikt persoonlijk en wordt niet doorgegeven. De magneetsleutel wordt terug ingeleverd:
• bij het einde van de tewerkstelling
• bij voltijds onbetaald verlof van meer dan 3 maanden
• bij arbeidsongeschiktheid van meer dan 3 maanden, indien de leidinggevende dit verzoekt
• bij wijziging van functie waaraan de toekenning van een sleutel niet is gekoppeld.
Verlies en beschadiging wordt onmiddellijk gemeld aan de eigen leidinggevende. De leidinggevende meldt dit verder aan de teamleider Logistiek en aan de aankoopdienst.
Wanneer medewerkers over een nieuwe identiteitskaart beschikken, dienen ze dit te melden aan de eigen leidinggevende, die de gegevens bezorgt aan de dienst Aankoop om de individuele magneetsleutel up-to-date te houden.
Gebruik
De medewerker identificeert zich persoonlijk met die unieke sleutel om het rollend materieel van Stad & OCMW te doen starten.
• Rollend materieel van Stad & OCMW wordt enkel gebruikt voor professionele doeleinden en tijdens de arbeidstijd. Rollend materieel van Stad & OCMW wordt dus nooit gebruikt om mee naar huis te rijden of om andere privéverplaatsingen mee uit te voeren.
• Medewerkers passen de vigerende wetgeving toe. Medewerkers die met rollend materieel een verkeersovertreding begaan, zijn hiervoor persoonlijk verantwoordelijk en betalen hiervoor zelf de boete.
• GAS-boetes veroorzaakt door medewerkers in uitvoering van hun functie worden door de dienst Aankoop op informele wijze aan de verantwoordelijke medewerker bezorgd, die rechtstreeks betaalt aan de inningsinstantie.
• Bij aanmaningen bezorgt de dienst Aankoop de GAS-boete en de naam van de verantwoordelijke medewerker aan de teamcoördinator Personeelsbeheer, die de gegevens van de medewerker invoert in het online systeem van de inningsinstantie, teneinde een rechtstreekse afhandeling tussen de medewerker en de inningsinstantie te bekomen.
• Andere boetes (bv. boetes van FOD Justitie) leiden tot een onmiddellijke identificatie van de betrokken medewerker in de desbetreffende online applicatie door de teamcoördinator Personeelsbeheer.
3. Voertuigverantwoordelijke
De stad en OCMW beschikt over heel wat dienstvoertuigen. Medewerkers kunnen ze gebruiken voor hun werkzaamheden.
Voertuigverantwoordelijke
Aan elk dienstvoertuig is een voertuigverantwoordelijke toegewezen.
De lijst van voertuigverantwoordelijken wordt regelmatig geactualiseerd door de teamcoördinatoren facilitair beheer en openbaar domein, wat betreft de wagens gebruikt door de Technisch Uitvoerende Diensten.
Andere teams die dienstvoertuigen in gebruik hebben, houden zelf een lijst van de voertuigen en voertuigverantwoordelijken bij.
De lijsten worden jaarlijks bezorgd aan de dienst Aankoop.
Taken voertuigverantwoordelijke
• Reinigen van het dienstvoertuig van zodra dit noodzakelijk is. In het magazijn is hiervoor materiaal beschikbaar. Personenwagens en kleine gesloten bestelwagens kunnen door de voertuigverantwoordelijke ook gereinigd worden in de carwash waarvan de gegevens beschikbaar zijn bij het team Logistiek.
• Aanbieden van de wagen bij de garage van Stad & OCMW op de aangegeven tijdstippen voor het onderhoud.
• Onmiddellijk melden van defecten of beschadigingen aan het dienstvoertuig aan de eigen leidinggevende en aan de teamleider Logistiek. In geval van een verzekeringsdossiers dient de consulent Aankoop ook op de hoogte worden gebracht.
• Controleren van de aanwezigheid van de boorddocumenten (inschrijvingsbewijs, geldig verzekeringsbewijs, gelijkvormigheidsattest), EHBO-koffer, blustoestel en, indien er op snelwegen wordt gereden, het fluohesje.
Afspraken over tanken
In elk voertuig zijn tankkaarten - met een maximale hoeveelheid per dag, per week en per maand - beschikbaar. In elk voertuig zijn tevens de kaartgegevens beschikbaar zodat gecontroleerd kan worden of de juiste kaart in het juiste voertuig ligt.
De leverancier van de brandstof levert rapporten aan waarmee het verbruik kan gecontroleerd worden.
In geval van misbruik of foutief gebruik kan de medewerker gesanctioneerd worden.
4. Voertuigvolgsysteem
Onder voertuigvolgsysteem wordt verstaan: het elektronisch systeem dat toelaat om alle dienstvoertuigen te lokaliseren en alle trajecten van de dienstvoertuigen in kaart te brengen. Zo krijgt het bestuur zicht op de GPS-positie van elk voertuig, de afgelegde route, de kilometerstand, de snelheid en de richting van het voertuig. Deze gegevens worden automatisch geregistreerd. De gebruikers van de voertuigen moeten zich aanmelden door middel van een persoonlijke identificatie, met een individuele magneetsleutel.
Het voertuigvolgsysteem heeft als doel:
• Het beheer en gebruik van dienstvoertuigen te optimaliseren.
• Verbruikskosten en onderhoudskosten te reduceren.
• De verkeersveiligheid en naleving van de verkeersregels te bevorderen.
• Efficiëntieverbeteringen te boeken door reistijden en aanrijroutes te optimaliseren.
• Betwistingen en schadegevallen correct te kunnen afhandelen.
• Een kosten-batenanalyse te voeren m.b.t. het gebruik en de vervanging van voertuigen.
• Om na te gaan of er correct gebruik wordt gemaakt van rollend materieel en/of arbeidstijd.
o bij aanwijzingen van misbruik van arbeidstijd of middelen van de organisatie door een medewerker
o voor afgebakende periodes kan de Algemeen Directeur van Stad & OCMW Lier om steekproefgewijs controles te organiseren in een bepaalde dienst
5. Beheer en verwerking van gegevens
Registreren
Het gebruik van het rollend materieel wordt geregistreerd. Een fleetlogger registreert doorlopend volgende gegevens:
• rij- en stoptijden;
• afgelegde afstand;
• identificatie van de medewerker;
• positie van het rollend materieel, tevens verspreid over de tijd;
• snelheid;
• tevens voor de bermmaaier: wanneer er effectief gemaaid is;
• tevens voor de zoutstrooiers: wanneer er effectief gestrooid is;
• tevens voor de veegmachines: wanneer er effectief geveegd is.
Meten
De geregistreerde gegevens kunnen enkel worden gemeten en gerapporteerd teneinde het beoogde doel te realiseren.
De IT-dienst treedt op als administrator en zorgt voor een correct rollenbeheer. Bij in- en uitdiensttredingen, en wijzigingen van functies, van onderstaande functies, zorgen zij voor een correcte toegang en afsluiting daarvan.
Volgende personen hebben toegang tot de gegevens:
• algemeen directeur;
• departementshoofd infrastructuur;
• teamcoördinator technisch uitvoerende diensten gebouwen;
• teamcoördinator technisch uitvoerende diensten openbaar domein;
• consulent aankoop;
• teamcoördinator personeelsbeheer.
Bewaren
De gegevens i.v.m. de medewerker en het rollend materieel worden opgeslagen voor een maximale bewaartermijn van 18 maanden.
Consulteren
De medewerker heeft recht van toegang tot de hem betreffende persoonsgegevens.
6. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer m.b.t. voertuigvolgsysteem
§1. Dit reglement is opgesteld om het voertuigvolgsysteem in te voeren rekening houdend met de vereisten van:
• de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, naast
• de bepalingen van de Grondwet (artikel 22) en
• het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (in het bijzonder artikel 8 EVRM).
§2. Vertrekkend vanuit de behoeften van de goede werking van het stadsbestuur (OCMW-bestuur) worden, in dit reglement, de principes van finaliteit, proportionaliteit en transparantie beschouwd als waarborgen die essentieel geacht worden voor de bescherming van de verwerking van de persoonsgegevens en van de persoonlijke levenssfeer van de medewerkers.
• Het principe van finaliteit van het gebruik van een voertuigvolgsysteem is vastgelegd in pt. 4 over de doeleinden en deze zijn vooral ingegeven door economische en deontologische motieven.
• Door het principe van proportionaliteit garandeert dit reglement dat de werkgever, door zijn beheerders van het voertuigvolgsysteem, dit voertuigvolgsysteem niet zal aanwenden op een wijze die onverenigbaar is met de uitdrukkelijk omschreven doeleinden in pt. 4.
• Het principe van transparantie vindt zijn uitwerking in het voldoen aan de informatieverplichting: dit reglement geeft informatie over de nagestreefde doeleinden (pt. 4), over het functioneren van het voertuigvolgsysteem en over diegenen die toegang hebben tot het systeem (pt.6), de rechten van de medewerker om kennis te nemen van de gegevens en de informatie die door het voertuigvolgsysteem werden geregistreerd over het voertuig waar hij mee onderweg was, als chauffeur of als passagier, en de bewaartijd van deze gegevens.
In zoverre het voertuigvolgsysteem een inmenging in de persoonlijke levenssfeer van de medewerker tot gevolg heeft, moet deze tot een minimum beperkt blijven.
7. Alcoholslot
Bij bepaalde voertuigen kan een alcoholslot worden geïnstalleerd ter bevordering van de verkeersveiligheid.
8. Klachtenprocedure
Medewerkers die menen benadeeld te zijn in hun rechten door het gebruik van het voertuigvolgsysteem kunnen een klacht indienen bij de hiërarchische lijn of de Gegevensbeschermingsautoriteit:
Gegevensbeschermingsautoriteit
Drukpersstraat 35
1000 Brussel
Tel: 02/274 48 00
Email: contact@apd-gba.be
9. Sancties
Bij misbruik of onregelmatigheden kan de medewerker ter verantwoording worden geroepen. Afhankelijk van de ernst en frequentie kunnen sancties worden toegepast zoals bepaald in het arbeidsreglement, de rechtspositieregeling en de deontologische code.
BESLUIT
Art 1 :
Het Vast Bureau beslist om deelopdracht 7, zijnde het isoleren van het hellend dak langs de buitenzijde, toe te wijzen aan firma Pioaru voor een bedrag van €28.950 exclusief 6% btw (€30.687 inclusief btw).
Art 2:
Het Vast Bureau beslist om deelopdracht 8, zijnde de isolatie en afwerking van de platte daken, toe te wijzen aan firma Pioaru voor een bedrag van €5.350,75 exclusief 6% btw (€5.671,79 inclusief btw).
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau beslist om de opdracht voor het plaatsen van een nieuwe ketel in de woning gelegen aan Beemdstraat 24 te gunnen aan firma DEX voor een bedrag van €7.820,00 exclusief btw oftewel €8.289,20 inclusief 6% btw.
Art 2 :
Het vast bureau beslist om de opdracht voor het bepleisteren van de oude muren in de woning gelegen aan Beemdstraat 24 te gunnen aan firma DEX voor een bedrag van €2.100,00 exclusief btw oftewel €2.226,00 inclusief 6% btw.
BESLUIT
Art 1 :
Het Vast Bureau beslist om het verrekeningsvoorstel 30 rev A van Renotec, ter waarde van € 9.724,92, goed te keuren. Dit bedrag wordt opgesplitst in € 5.961,89 aan te rekenen in de bisstaat (met herziening) en € 3.763,03 aan te rekenen in de trisstaat (zonder herziening). Er wordt een termijnverlenging van 3 kalenderdagen toegestaan.
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau beslist dat het bestek met nr. 2025/825 en de raming voor de opdracht “Onderhoud keukentoestellen van WZC Paradijs op grondgebied van Lier”, opgesteld door Algemene zaken - aankoop en overheidsopdrachten en dit in opdracht van het WZC worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- Jos Ten Berg, Ternesselei 324 te 2160 Wommelgem;
- METOS N.V., Gentsesteenweg 518/A te 9300 Aalst;
- D&L Concepts, Saffierstraat 5 unit 11 te 2200 Herentals.
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 13 mei 2025 om 09.05 uur.
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau beslist dat goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 1 april 2025 voor Perceel 1 Levering van verse groenten en fruit voor het WZC Paradijs en Perceel 2 Levering van fruit voor de werking van de jeugddienst, opgesteld door Algemene zaken - aankoop en overheidsopdrachten.
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Art 2 :
De opdracht “Levering van verse groenten en fruit voor het WZC Paradijs en fruit voor de jeugdwerking” wordt gegund aan de economisch meest voordelige (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding) bieders, zijnde:
Perceel 1 Levering van verse groenten en fruit voor het WZC Paradijs: Gebroeders Vercammen, KBO 0750819194, Koningsplein 40 bus 1 te 2500 Lier tegen de voorwaarden van het bestek en de daarop ingediende offerte voor afroep via de webshop.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2025/811.
Art 3 :
De vastlegging van de benodigde kredieten zal telkens gebeuren door middel van een bestelbon.
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau beslist het verslag van de vorige vergadering 31 maart 2025 goed te keuren .
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau neemt kennis van de lijst bestelbonaanvragen OCMW LIER, voor een totaal bedrag van 11.394,61 euro, aangemaakt in week 14 van 2025, die de volledige goedkeuringsflow doorlopen heeft.
BESLUIT
Art 1 :
Het vast bureau neemt kennis van de lijst betaalbaarstellingen, dienstjaar 2025, voor een totaal bedrag van 213.573,21 euro: mandaatlijsten 199, 205, 214, 219, 221, 224, 225 en 226.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.