Zitting van 25 maart 2021

B.1 OV 2021/54: realiseren van een bedrijfssite door bouwen van bedrijfsgebouwen, een betoncentrale, opslagboxen voor granulaten en bijhorende technische terreinwerken, Schollebeekstraat 91. ADVIES INZAKE OMGEVINGSVERGUNNING.

BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar deels bij behalve voor wat betreft:

De buitenopslag van de materialen.

Indien de buitenopslag van de materialen tot 6m wordt gebruikt, dan moet er een stofscherm, met een hoogte van 2m, bovenop de groenberm voorzien worden. Dit om stof/ zand te vermijden.

Art. 1:

Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 80 bezwaarschrift(en) werd(en) ingediend.

De elementen uit de verschillende bezwaren zijn van die aard dat ze deels kunnen worden bijgetreden en er voorwaarden worden opgelegd.

Art. 2:

Het college beslist de omgevingsvergunning ingediend inzake realiseren van een bedrijfssite door bouwen van bedrijfsgebouwen, een betoncentrale, opslagboxen voor granulaten en bijhorende technische terreinwerken, voorwaardelijk gunstig te adviseren.

Art. 3:

Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

• Indien de buitenopslag van de materialen tot 6m wordt gebruikt, dan moet er een stofscherm, met een hoogte van 2m, bovenop de groenberm voorzien worden.
• De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Brandweerzone Rivierenland (ref. P18010-001/01) van 1 maart 2021 strikt na te leven.
• Strikt naleven van het advies van Cel Integraal Waterbeheer met ref. IW 2021/54 ontvangen op 18 maart 2021 met in het bijzonder:

-        Er moet een buffervoorziening geplaatst worden met een inhoud van minstens 341 m².

-        Er wordt een deel van het terrein uitgevoerd in waterdoorlatende verharding. Dit houdt in dat zowel de fundering als de toplaag moet voldoen aan de regelgeving omtrent waterdoorlatende verharding.

Volgende aandachtspunten worden meegegeven:

-  Voor een eventuele compensatie van het verlies van waterbergend vermogen en/of een eventuele beperking van de terreinophoging, wordt verwezen naar het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen.

• Strikt naleven van het advies van cel technisch bureau ontvangen op 8 maart 2021 met in het bijzonder:

o        1. Momenteel bevindt het terrein zich in collectief te optimaliseren buitengebied. Op korte termijn (2022) is de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel gepland in de Schollebeekstraat. Dit heeft rechtstreekse gevolgen voor het ontwerp van het rioleringsstelsel binnen deze aanvraag. Het voorontwerp van de Schollebeekstraat werd ook reeds voorgelegd aan de aangrenzende bedrijven op een vergadering op 5 februari 2021. De firma Heylen was hierbij ook aanwezig.

o        2. Het afvalwater dient volledig gescheiden te worden en reeds voorzien te worden op een geoptimaliseerd buitengebied.

Dit houdt in:

a. DWA rechtstreeks aan te bieden aan de zijde van de Schollebeekstraat ter hoogte van de voorziene toegang 2 en zeker geen rechtstreekse lozing op de Schollebeek zelf zoals nu voorzien is.

b. De nieuwe inbuizing van de langsgracht van de Schollebeekstraat thv toegang 2 dient hiervoor gedwarst te worden. Dit kan niet boven deze inbuizing. Dus de aansluiting dient voldoende diep (volledig onder +4.30m TAW) op eigen terrein voorzien te worden. Indien tijdelijke maatregelen noodzakelijk zijn om hydraulisch te kunnen lozen op de Schollebeekstraat (pompput bv) is dit een last van de vergunning.

c. Correct gedimensioneerde septische put te voorzien voor zwart water. Het grijs water dient na de septische put samengebracht te worden en als 1 aansluiting, maximum diameter 200mm, aangeboden te worden aan de Schollebeekstraat (zie (b)) zodat gravitair kan aangesloten worden op de voorziene DWA riolering.

d. De lozing van het bedrijfsafvalwater dient te voldoen aan de sectorale  lozingsvoorwaarden voor deze inrichting. Correcte staalnamepunten dienen voorzien te zijn op eigen terrein. De aansluiting van de vloeistofdichte betonverhardingen dient aangeboden te worden samen met de aansluiting die voorzien is onder (b).

o        3. De bestaande inbuizing van de langsgracht van de kanaaldijk dient volledig geruimd en geïnspecteerd te worden alvorens bouwwerken zouden starten op kosten van de aanvrager. Het onderhoud en herstelling van deze inbuizing zijn ten allen tijde een last van de uitbater.

o        4. Op het gebruik van toegang 2 als reguliere uitrit wordt negatief geadviseerd. Frequent en intensief in- en uitdraaiend verkeer, al is het alleen bij overslagwerken op de kade, hoort niet thuis in het nieuwe ontwerp van de Schollebeekstraat. Een noodtoegang voor de brandweer of voor licht verkeer <3.5 ton kan wel positief geadviseerd worden. Een bypass voor de mobiele kraan langs het jaagpad voor intern verkeer dient op de eigen site georganiseerd te worden.

o        5. Langsheen de kanaaldijk worden door Pidpa grote leidingwerken gepland in het kader van het ‘GRUP leidingstraat Viersel-Walem’ dat momenteel in voorbereiding is. Het aanbrengen van de flankerende maatregelen op de kanaaldijk (markering, fietspad, bijkomende asfalt en aansluiting op de Schollebeekstraat) kan pas gebeuren wanneer voldoende duidelijkheid is over de uitvoering en timing van dit GRUP. Volgende maatregelen zouden evenwel als last van de vergunning opgelegd dienen te worden aangezien de impact van het voorziene werfverkeer op de rijbaan langs de kanaaldijk aanzienlijk is:

a. Aanleg van het fietspad in cementbetonverharding gebeurt conform SB 250 V4.1 in rode cementbeton;

b. In functie van de duurzaamheid en de voorziene belasting met wringende zware lasten op het wegdek en de opstelling en afstempeling van de overslagkraan is het wegdek volledig te vernieuwen in cementbetonverharding ter hoogte van de site vanaf de Schollebeekstraat tot het einde van de site.

c. Het ontwerp van de rijbaan (en de fietspaden thv de in- en uitritten) dient ontworpen te worden als een Bouwklasse B5.

d. Mogelijks kan de vernieuwing van de rijbaan in samenspraak met PIDPA tot stand komen.

• De fietsoversteken aan begin en einde moeten conform de wegcode en het fietsvademecum gemaakt worden.

• 2 reguliere toegangen moeten voorzien worden aan de kanaaldijk/Zuut
• Indien er een bijkomende toegang gemaakt moet worden aan de kanaaldijk/Zuut, dan moet hiervoor een bijkomende omgevingsvergunning worden aangevraagd. De vergunning moet dan bekomen worden voor de opstart van de bedrijvigheid op de site.
• Toegang 2 aan de zijde van de Schollebeekstraat mag niet gebruikt worden als reguliere toegang.
• Toegang 2 kan enkel gebruikt worden in uiterste nood, door hulpdiensten, brandweer of om onderhoud te doen aan de Schollebeek.
• Toegang 2, aan de Schollebeekstraat, mag niet worden gewijzigd, de bestaande toegang moet behouden blijven.
• De fietsenstalplaatsen moeten standplaatsen zijn met voorzieningen en uitgerust met bv. rekken, klemmen, een steunmuur.
• De verdeling van de autostaanplaatsen moet op de steenslagfundering aangebracht worden.

Volgende bijzondere milieuvoorwaarden worden opgelegd:

• De voorgestelde maatregelen (vernevelen, veegwagen, e.d.) inzake het beperken van stofhinder moet geëvalueerd worden tijdens de eerstvolgende droge periode. Indien deze ontoereikend zouden zijn bij het beperken van de stofhinder, moeten extra maatregelen getroffen worden.
• Conform de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen moet het gebruik en de intensiteit van lichtbronnen in open lucht beperkt zijn tot noodwendigheden inzake uitbating en veiligheid.
• Er moet een geluidstudie uitgevoerd worden om na te gaan welke de werkelijke impact van geluid op de omgeving is. Als blijkt dat de geluidsnormen overschreden worden, moeten bijkomende maatregelen genomen worden.
• Conform de sectorale voorwaarden mag er geen aan- of afvoer van materialen plaatsvinden voor 7u en na 19u.

Volgend aandachtspunt wordt meegegeven:

• De tijdspanne waarbinnen de werkzaamheden uitgevoerd worden, is niet eenduidig omschreven in de M.E.R.-screening.

De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.