BESLUIT
Art 1 :
Het college neemt kennis van het voorstel tot aanvulling van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Art 2 :
Het college beslist het dossier aan de gemeenteraad voor goedkeuring voor te leggen.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist principieel het huishoudelijk reglement zoals hierna toegevoegd, goed te keuren.
Art 2 :
Het college beslist het reglement ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN
Artikel 1: begraafplaatsen
Onderhavig reglement heeft betrekking op de begraafplaatsen :
• Kloosterheide, gelegen te Kesselsesteenweg 97, 2500 Lier
• Mechelsesteenweg, gelegen te Mechelsesteenweg, 2500 Lier
• Beekstraat, gelegen te Beekstraat, 2500 Koningshooikt.
Artikel 2: inrichting van de begraafplaatsen
§ 1. Enkel de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat beschikken over een
columbarium, een strooiweide en een urnenveld.
§ 2. Op de begraafplaats Mechelsesteenweg is enkel nog begraving in een bestaande
concessie mogelijk. Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande
graftekens van beëindigde concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn
voor deze hergebruikte graftekens.
§ 3. Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie
voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.
• Op de begraafplaats Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk) de ‘vlindertuin’, afgesloten van de andere secties door middel van beplanting. In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven, een kinderurnenveld en een herdenkingsboom.
Op de plaats voor kindergraven en het kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.
• Op de begraafplaats Beekstraat is er in de kindersectie (sectie F) plaats voor kindergraven, het begraven van foetussen (in opmaak) en een herdenkingsboom.
Op de plaats voor kindergraven mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de plaats voor foetussen mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. Deze begraving is anoniem.
§ 4. In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen kleurrijke linten met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 lint per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. De linten zijn blanco waardoor de ouders er nog een persoonlijke toets (tekenen, schrijven, borduren,…) kunnen aan geven vooraleer het lintje op te hangen.
§ 5. Enkel op de begraafplaats Kloosterheide wordt een urnenbos voorzien. Vanaf
ingebruikname kunnen hier uitsluitend biologisch afbreekbare urnen begraven worden. Het
is niet mogelijk een concessie te nemen in het urnenbos. Er mogen geen tekens, symbolen,
afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard
worden. Behalve op het daartoe voorziene wandelpad is het verboden het urnenbos te
betreden met uitzondering van het personeel van de begraafplaats.
Artikel 3: definities
Voor de toepassing van huidig reglement wordt verstaan onder:
• begraven: elk stoffelijk overschot in een kist, lijkwade of asurne, dat wordt gelegd in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld. Het kan gaan om zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde grond.
• Concessie: overeenkomst tussen de stad en de concessiehouder waarbij de stad een grond of nis ter beschikking stelt voor begraving of bijzetting in het columbarium van een persoon, die als begunstigde wordt aangeduid door de concessiehouder of voor de duur van de thuisbewaring. Er is geen eigendomsoverdracht van de grond of nis. Het betreft slechts een gebruiksrecht, dat verleend wordt tegen betaling voor een welbepaalde termijn. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar
• Hernieuwing van een concessie: de verlenging van een concessie voor een begraving- of bijzettingtermijn of voor de duur van de thuisbewaring voor een welbepaalde periode na betaling van een welbepaald bedrag
• Geconcedeerde grond/nis: grond of nis in het columbarium, waarop voor een welbepaalde termijn tegen betaling van een bepaald bedrag een concessie wordt genomen door een concessiehouder voor de begraving of bijzetting van de begunstigde van de concessie.
• Niet-geconcedeerde grond/nis: gratis begraven zonder concessie in een grafkuil, een grafkelder, het urnenveld, het urnenbos of gratis bijzetting in een nis van het columbarium
• Verstrooien van as: het uitstrooien van de as na crematie op de strooiweide
• Bijzetten in een nis van het columbarium: de asurne plaatsen in een gesloten nis van het columbarium. Het gaat zowel om geconcedeerde als niet-geconcedeerde nissen.
Artikel 4: voorwerp
§ 1. De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurn en de bijzetting
van een asurn in een columbarium kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie.
§ 2. De concessieaanvraag, gericht aan het college van burgemeester en schepen, vermeldt
duidelijk de identiteit van de begunstigden waarvoor de concessie bestemd is. De concessie
is uitsluitend bestemd voor deze begunstigden.
§ 3. Een wijziging van het voorwerp van de concessie kan mits toelating van het college van
burgemeester en schepenen. Hiertoe richt de belanghebbende een schriftelijke aanvraag
aan het college van burgemeester en schepenen.
§4. In geval van thuisbewaring blijft de concessie nog gedurende 2 jaar behouden en kan een
lege nis, graf of urneveld het voorwerp uitmaken van een concessie.
Artikel 5: plaats
De concessies en niet-geconcedeerde graven en nissen worden enkel toegestaan op de
plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door het
stadsbestuur goedgekeurde plannen.
Artikel 6: termijn
De concessies worden verleend voor:
• ofwel 25 jaar;
• ofwel 50 jaar;
De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.
De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het
politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op
het ogenblik van de concessieaanvraag.
De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college
van burgemeester en schepenen.
Artikel 7: hernieuwing
§ 1. Hernieuwing vóór het verstrijken van de termijn zonder bijzetting
De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag vóór het verstrijken van de termijn
hernieuwd worden door een belanghebbende.
De duur van de hernieuwing bedraagt 10 jaar, welke aanvangt vanaf de vervaldag.
De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en
schepenen.
De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn
in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende
retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.
§ 2. Hernieuwing vóór het verstrijken van de termijn met bijzetting
De concessie kan voor een eenzelfde termijn worden hernieuwd door een belanghebbende
op uitdrukkelijke aanvraag en dit vóór het verstrijken van de termijn en naar aanleiding van
elke nieuwe bijzetting (bijbegraving), dus niet alleen de laatste.
De duur van de hernieuwing bedraagt respectievelijk 25 of 50 jaar, naargelang de
oorspronkelijke concessietermijn, en vangt aan vanaf elke nieuwe bijzetting in de concessie.
De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en
schepenen.
De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn
in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende
retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.
Als er geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de
concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf
bestaan gedurende een termijn van 10 jaar. Deze termijn van 10 jaar begint te lopen op
datum van het overlijden van de persoon, die als laatste werd bijgezet, indien dit overlijden
zich minder dan 10 jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.
§3. Hernieuwing in geval van thuisbewaring en vroegtijdige beëindiging van de concessie
De concessie kan voor een duur van 2 jaar hernieuwd worden te rekenen vanaf de
vroegtijdige beëindiging. De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college
van burgemeester en schepenen.
De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn
in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende
retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.
Artikel 8: begraafplaats Mechelsesteenweg
Op de begraafplaats Mechelsesteenweg worden door het college van burgemeester en
schepenen geen nieuwe concessies meer toegestaan. Er zijn enkel nog bijzettingen in en
hernieuwingen van bestaande concessies mogelijk.
Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde
concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte
graftekens.
Artikel 9: vroegtijdige thuisbewaring van de asurne
§1. De thuisbewaring van een asurne uit een geconcedeerd columbarium, urnenveld of graf
moet schriftelijk aangevraagd worden. De aanvraag tot vroegtijdige thuisbewaring wordt
ingediend door de overlevende echtgeno(o)t (e) of samenlevende partner en de
bloedverwanten eerste graad.
§2. De thuisbewaring van de asurne wordt bekendgemaakt aan de ingang van de
begraafplaatsen en aan de betrokken nis, perceel of graf gedurende een periode van 12
maanden vanaf de dag van thuisbewaring.
§3. Voor de opgraving worden met de bewaarder de nodige afspraken gemaakt. De
modaliteiten van de opgraving van het gemeentelijk politiereglement zijn van toepassing.
Wanneer naar aanleiding van de opgraving, wordt vastgesteld dat de asurne niet meer in
goede staat is, moet deze door de aanvrager van de bewaring vervangen worden.
Artikel 9 bis: vroegtijdige beëindiging van de concessie
§1.De gemeenteraad is bevoegd voor de vroegtijdige beëindiging van de concessie. Dit kan
mits schriftelijke aanvraag van de belanghebbende.
§2. De vroegtijdige beëindiging van de concessie heeft tot gevolg dat het graf blijft bestaan
gedurende een termijn van 10 jaar, te rekenen van de datum van het overlijden van de
persoon, die er als laatste werd begraven of bijgezet.
§3. Wanneer de belanghebbende de vroegtijdige beëindiging van de concessie vraagt om de
asurne thuis te bewaren, heeft dit tot gevolg dat de concessie alsnog gedurende 2 jaar
behouden blijft of zelfs verlengd dient te worden indien de oorspronkelijke vervaldatum van
de concessie valt gedurende deze termijn van 2 jaar. Het bijhorende grafteken wordt
eveneens gedurende 2 jaar behouden.
Artikel 10: concessie voor ereperken
Op de begraafplaatsen zijn ereperken voorzien, waar politieke gevangenen en oudstrijders
begraven liggen. Deze bestaande concessies krijgen als vervaldag 50 jaar na de datum van
overlijden.
Als eerbetoon voorziet de stad zelf ofwel in de hernieuwing van de concessies voor de duur
van 10 jaar, welke aanvangt vanaf de vervaldag ofwel in een vervangend eremonument of –
zuil op de begraafplaats.
De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en
schepenen.
De stad onderhoudt de ereperken. Er zijn geen bijbegravingen mogelijk.
Artikel 11: concessie voor andere oudstrijders
Alle andere oudstrijders, krijgsgevangenen, politieke gevangenen, arbeidsweigeraars,
oorlogsvrijwilligers, gedeporteerden, militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers met een
invaliditeit van meer dan 10%, krijgen een begraving in een niet-geconcedeerd graf of nis
voor een termijn van 20 jaar, wanneer bij de aangifte van het overlijden het bewijs wordt
geleverd dat zij voldeden aan één van bovenvermelde statuten.
Na de vervaldag kan het niet-geconcedeerd graf worden omgezet in een concessie volgens
de bepalingen van huidig reglement.
Artikel 12: omzetting van een niet-geconcedeerd graf/ nis naar een geconcedeerd graf/nis
Een niet-geconcedeerd graf of nis wordt behouden voor een duur van 10 jaar, met ingang
van de datum van overlijden.
Een niet-geconcedeerd graf of nis kan na de vervaldag omgezet worden in een
geconcedeerd graf of nis als volgt:
§ 1. niet-geconcedeerde graven of nissen van de personen overleden voor 01/03/ 2021:
De concessies voor 1 persoon worden verleend voor:
• ofwel 25 jaar;
• ofwel 50 jaar;
Er zijn geen bijzettingen of bijbegravingen mogelijk.
De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.
De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het
politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op
het ogenblik van de concessieaanvraag.
De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college
van burgemeester en schepenen.
Het oorspronkelijk perceel blijft behouden.
§ 2. niet-geconcedeerde graven of nissen van de personen overleden nà 01/03/2021
De concessies voor 1 persoon worden verleend voor:
• ofwel 25 jaar;
• ofwel 50 jaar;
De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.
De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het
politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op
het ogenblik van de concessieaanvraag.
De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college
van burgemeester en schepenen.
Het oorspronkelijk perceel blijft niet behouden. De concessie wordt enkel toegestaan op de
plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door het
stadsbestuur goedgekeurde plannen.
Voor de opgraving en verplaatsing van het stoffelijk overschot worden met de beheerder de
nodige afspraken gemaakt. De modaliteiten van de opgraving van het “gemeentelijk
politiereglement” en het belastingreglement op het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke
resten of asurne om te begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld, te verstrooien
op de strooiweide of te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats” zijn van
toepassing.
Artikel 13: terugname concessie wegens openbaar belang
In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis
wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op
het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte of van een nis van dezelfde grootte,
op dezelfde of op een andere begraafplaats in de stad.
De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of
eventueel van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de stad.
Artikel 14: wijziging bestemming begraafplaats
In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de
begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding.
Hij heeft het recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of van een nis van
dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats.
De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het
stadsbestuur.
De kosten voor de overbrenging van de graftekens, evenals de kosten van een vervangende
grafkelder zijn ten laste van de aanvrager.
Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 15: eeuwigdurende concessies
De bestaande eeuwigdurende concessies krijgen een vervaldag na 50 jaar en kunnen dan
door belanghebbenden kosteloos worden hernieuwd, telkens voor een termijn van 50 jaar.
Artikel 16: concessie voor oudstrijders overleden op het veld van eer
De bestaande concessies voor graven van de oudstrijders, die stierven op het veld van eer
en die zich niet in de ereperken bevinden, kunnen steeds kosteloos worden hernieuwd voor
een termijn van 10 jaar conform artikel 7 van huidig reglement.
Artikel 17: begravingen kloosterlingen
De kloosterlingen van de verschillende orden, welke begraven zijn vóór 17.9.2007 in nietgeconcedeerde graven, zullen in het jaar tweeduizend éénentwintig vervallen, telkens op de
vervaldag van de eerst overledene kloosterling.
Na de vervaldag kan het niet-geconcedeerd graf worden omgezet in een concessie volgens
de bepalingen van huidig reglement.
Artikel 18: concessies met andere termijnen
De concessies, welke in het verleden voor andere termijnen werden verleend, dan de
termijnen die bepaald worden in huidig reglement, blijven behouden en kunnen op hun
respectievelijke vervaldag worden hernieuwd volgens de bepalingen van huidig reglement.
Artikel 19
Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het college van
burgemeester en schepenen.
Artikel 20
Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op 01/12/2021 en vervangt het huishoudelijk reglement van 01/03/2021.
Artikel 21
Dit huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286,
inzonderheid §1,1° van het Decreet Lokaal bestuur.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist principieel het politiereglement zoals hierna toegevoegd, goed te keuren.
Art 2 :
Het college beslist het reglement ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.
POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN
I. Algemene bepalingen
Artikel 1: begraafplaatsen
Onderhavig reglement heeft betrekking op de begraafplaatsen:
• Kloosterheide, gelegen te Kesselsesteenweg 97, 2500 Lier
• Mechelsesteenweg, gelegen te Mechelsesteenweg 105-107, 2500 Lier
• Beekstraat, gelegen te Beekstraat, 2500 Koningshooikt.
Artikel 2: inrichting van de begraafplaatsen
§ 1. Enkel de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat beschikken over een
columbarium, een strooiweide en een urnenveld.
§ 2. Op de begraafplaats Mechelsesteenweg is enkel nog begraving in een bestaande
concessie mogelijk.
Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde
concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte
graftekens.
§ 3. Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie
voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.
• Op de begraafplaats Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk), de ‘vlindertuin’, afgesloten van de andere secties door middel van beplanting. In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven, een kinderurnenveld en een herdenkingsboom.
Op de plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.
• Op de begraafplaats Beekstraat is er in de kindersectie (sectie F) plaats voor kindergraven, het begraven van foetussen (in opmaak) en een herdenkingsboom.
Op de plaats voor kindergraven mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de plaats voor foetussen mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. Deze begraving is anoniem.
§ 4. In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen kleurrijke linten met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 lint per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. De linten zijn blanco waardoor de ouders er nog een persoonlijke toets (tekenen, schrijven, borduren,…) kunnen aan geven vooraleer het lintje op te hangen.
§ 5. Enkel op de begraafplaats Kloosterheide is een urnenbos voorzien. Vanaf ingebruikname
kunnen hier uitsluitend biologisch afbreekbare urnen begraven worden. Het is niet mogelijk
een concessie te nemen in het urnenbos. Er mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen,
versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden.
Behalve op het daartoe voorziene wandelpad is het verboden het urnenbos te betreden met
uitzondering van het personeel van de begraafplaats
Artikel 3: definities
Voor de toepassing van huidig reglement wordt verstaan onder:
• Begraven: elk stoffelijk overschot in een kist, lijkwade of asurne, dat wordt gelegd in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld. Het kan gaan om zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde grond.
• Concessie: overeenkomst tussen de stad en de concessiehouder waarbij de stad een grond of nis ter beschikking stelt voor begraving of bijzetting in het columbarium van een persoon, die als begunstigde wordt aangeduid door de concessiehouder of voor de duur van de thuisbewaring. Er is geen eigendomsoverdracht van de grond of nis. Het betreft slechts een gebruiksrecht, dat verleend wordt tegen betaling voor een welbepaalde termijn. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar
• Hernieuwing van een concessie: de verlenging van een concessie voor een begraving- of bijzettingtermijn of voor de duur van de thuisbewaring voor een welbepaalde periode na betaling van een welbepaald bedrag
• Geconcedeerde grond/ nis: grond of nis in het columbarium, waarop voor een welbepaalde termijn tegen betaling van een bepaald bedrag een concessie wordt genomen door een concessiehouder voor de begraving of bijzetting van de begunstigde van de concessie.
• Niet-geconcedeerde grond/nis: gratis begraven zonder concessie in een grafkuil, grafkelder, het urnenveld, het urnenbos of gratis bijzetting in een nis van het columbarium
• Verstrooien van as: het uitstrooien van de as na crematie op de strooiweide
• Bijzetten in een nis van het columbarium: de asurne plaatsen in een gesloten nis van het columbarium. Het gaat zowel om geconcedeerde als niet-geconcedeerde nissen.
II. Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan
Artikel 4:
Elk overlijden in de gemeente wordt zonder verwijl aangegeven aan de ambtenaar van de
burgerlijke stand.
Artikel 5:
Diegenen, die voor de begraving instaan, regelen met het stadsbestuur de formaliteiten
betreffende de begraving. Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur het
nodige gedaan.
Artikel 6:
Tot kisting mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door de
ambtenaar van de burgerlijke stand, op voorlegging van het daartoe nodige doktersattest.
De burgemeester of zijn gemachtigde mogen de kisting bijwonen.
Artikel 7:
§ 1 De stoffelijke overschotten moeten ofwel in een doodskist ofwel in een lijkwade
geplaatst worden.
In een doodskist mag slechts één stoffelijk overschot worden geplaatst.
In een lijkwade mag eveneens slechts één stoffelijk overschot worden bewaard.
§ 2 Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de doodskist na de kisting niet
meer geopend worden.
Artikel 8:
Zo de overledene een implantaat draagt dat werkt op een batterij, moet deze batterij
worden verwijderd voor de begraving of de crematie door of ten laste van de
begrafenisondernemer.
III. Lijkenvervoer
Artikel 9:
Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland
vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang van het geval, onderworpen aan de
formaliteiten, vermeld in:
• het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar
Luxemburg of Nederland;
• het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden
naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg
ondertekend heeft;
• het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land
dat niet bedoeld wordt in a) of b). Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid.
IV. Manieren van lijkbezorging
Artikel 10:
De hiernavermelde mogelijkheden van lijkbezorging zijn mogelijk:
• begraving van het stoffelijk overschot (kist of lijkwade) op de begraafplaats van de stad
• begraving van een asurn op de begraafplaats van de stad
• bijzetting van de asurn in het columbarium
• uitstrooiing van de as op een daartoe bestemd perceel op de begraafplaats
• uitstrooiing van de as op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee
• begraving van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats
• uitstrooiing van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats
• bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats
V. Begravingen – bijzettingen - uitstrooien
Artikel 11:
§1. Het eventueel verschuldigd zijn van een belasting voor de begraving, bijzetting of
uitstrooiing wordt in een afzonderlijk reglement door de gemeenteraad vastgelegd.
Artikel 12: toelating ambtenaar burgerlijke stand
Geen begraving, bijzetting of uitstrooiing mag geschieden alvorens door een geneesheer
een attest van overlijden en door de ambtenaar van de burgerlijke stand de toelating is
afgeleverd.
Artikel 13: tijdstip van begraving, bijzetting of uitstrooiing
§ 1. Bij het bezorgen van de stoffelijke overschotten op de stedelijke begraafplaatsen moet
de grafmaker ten minste 1 werkdag vooraf gewaarschuwd zijn door middel van het daartoe
bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een bijzetting in het
columbarium of een uitstrooiing en 3 werkdagen indien het gaat om een bijzetting in een
grafkelder. Die verplichting rust bij de belanghebbende of diens gemachtigde.
§ 2. Op de weekdagen, maandag tot en met vrijdag, kan er begraven worden vanaf 9u tot
ten laatste 14.30u
Begravingen of bijzettingen in het columbarium, urnenveld, urnenbos en uitstrooiingen
kunnen gebeuren vanaf 9u tot ten laatste 16u.
§ 3. Op zaterdag kan er begraven, bijgezet of uitgestrooid worden vanaf 9u tot ten laatste
13u.
§ 4. Op de niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor
Nieuwjaar, en op de dagen goedgekeurd door het schepencollege kan er slechts begraven,
bijgezet of uitgestrooid worden tussen 9 en 13 uur.
§ 5. Er kunnen geen begravingen, bijzettingen of uitstrooiingen plaatsvinden op volgende
tijdstippen:
• Zondagen
• Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november , 2 november, 11 november, 25 december, 26 december
• De dag(en) die jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen
Artikel 14: plan begraafplaatsen
De begravingen , bijzettingen en uitstrooiingen worden volgens plan, in regelmatige
volgorde, uitgevoerd door de daartoe door het stadsbestuur aangestelde personen.
Dit plan wijst de percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelders, kindergraven,
kinderurnenveld, vlinderheuvel, urnenveld, urnenbos, alsook voor de bijzetting in de nissen
van het columbarium en de uitstrooiing op de strooiweide.
De begraving, bewaring in het columbarium of uitstrooiing van de as op de stedelijke
begraafplaatsen met nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan, wordt opgetekend in een
elektronisch register dat bijgehouden wordt door de stad op de begraafplaats Kloosterheide.
Voor de uitstrooiing van de as beperkt de aanduiding van de plaats zich tot de vermelding
van de strooiweide.
Artikel 15: grafkuilen
§ 1. De grafkuilen voor volwassen personen hebben naar wettelijke normen een minimum
diepte van 1.50 m een lengte van 2.10 m en een breedte van 0.80 m.
§ 2. De grafkuilen voor kinderen beneden de 7 jaar hebben een minimum diepte van 1.50 m,
een lengte van 1.30 m en een breedte van 0.50 m.
§ 3. In geval slechts 1 doodskist of lijkwade is toegestaan, dient een laag grond van ten
minste 65 cm boven de kist of lijkwade te worden aangebracht.
§4. In het geval meerdere doodskisten of lijkwades zijn toegestaan, moet boven iedere
doodskist of lijkwade een laag grond van ten minste 30 cm dikte worden aangebracht. Boven
de bovenste doodskist of lijkwade bevindt zich een laag grond van ten minste 65 cm.
§ 5. De kuilen in het urnenveld hebben een diepte van minimaal 0,60 m.
§ 6. De afstand tussen de doodskisten of lijkwaden bedraagt minstens 60 cm.
§7. Aan een grafkuil mogen geen milieutoxische stoffen worden toegevoegd.
Artikel 16: begraving, bijzetting in een niet-geconcedeerde grond of nis
Begraving of bijzetting in het columbarium in een niet-geconcedeerde grond of nis is enkel
toegelaten op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat, waarbij:
- ofwel een grafkuil of in het urnenveld slechts 1 kist of 1 lijkwade of 1 urne mag bevatten
- ofwel een nis in het columbarium slechts 1 urne mag bevatten
Artikel 17: begraving, bijzetting in een geconcedeerde grond of nis
§ 1.Begraving of bijzetting in het columbarium in een geconcedeerde grond of nis is
toegelaten:
Ingeval van begraving mag de grafkuil het volgende bevatten:
• ofwel 3 kisten of lijkwaden + 1 urne;
• ofwel 2 kisten of lijkwaden + 2 urnen;
• ofwel 1 kist of lijkwade + 3 urnen;
• ofwel maximaal 4 urnen.
In geval van begraving in het urnenveld mag dit het volgende bevatten:
-op de begraafplaats Beekstraat:
• het urnenveld aangeduid met uv: maximaal 4 urnen
• het urnenveld aangeduid met uvn: maximaal 4 urnen
• het urnenveld aangeduid met uvn2: maximaal 2 urnen
-op de begraafplaats Kloosterheide:
• het urnenveld aangeduid met uv: maximaal 4 urnen
• het urnenveld aangeduid met uvn1: maximaal 2 urnen
• het urnenveld aangeduid met uvn2: maximaal 2 urnen
• het urnenveld aangeduid met uvn2bis: maximaal 4 urnen
Bij een concessie voor meerdere personen mogen deze naast elkaar worden begraven
indien dit technisch mogelijk is. In dat geval mag het grafteken geplaatst worden over de
twee of meerdere grafkuilen.
Ingeval van bijzetting in het columbarium mag een nis het volgende bevatten:
• op de begraafplaats Kloosterheide : maximaal 4 urnen
• op de begraafplaats Beekstraat : maximaal 2 urnen
VI. Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden
Artikel 18: graftekens
§ 1. Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn/haar verwanten zich ertegen
verzetten, heeft iedereen het recht op het graf van zijn verwanten of vrienden een grafteken
te laten plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder.
Onder een grafteken wordt verstaan: grafsteen, een grafmonument, afdekplaat,
confessionele of niet-confessionele symbolen (kruisen,…).
In het urnenbos mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden
aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden
§ 2. Het is niet toegestaan graftekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun
opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op
de begraafplaats kunnen verstoren. De kleur van de graftekens dient neutraal en niet
opzichtig te zijn.
§ 3. De graftekens mogen volgende afmetingen niet overschrijden.
Gewone graven:
• voor een graf van 2 m²: maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 1,70 m, maximale breedte: 0,70 m
• voor een graf van 4 m²: zelfde hoogte en lengte, maximale breedte: 1,70 m.
• voor de secties op het plan van de begraafplaats Kloosterheide: Aa, Bb, Hh, Gg, en op het plan van de begraafplaats Beekstraat: Aa en Bb, met uitzondering van de kindergraven, wordt de maximale lengte gebracht op 2 m en de breedte op 0,90 m. De hoogte blijft hetzelfde.
• voor de secties Cc, Dd, Ee en Ff op het plan van de begraafplaats Kloosterheide en de sectie Ee op het plan van de begraafplaats Beekstraat zijn er enkel nog staande rugstukken toegelaten met de volgende afmetingen: grondplaat 1,00 m X 0,50 m – sokkel en rug: maximale hoogte: 0,90 m en maximale breedte: 0,80 m
Kindergraven:
• voor een kindergraf (1 m²): maximale hoogte: 0,60 m, maximale lengte: 1 m, maximale breedte: 0,50 m.
Grafkelders:
• graftekens bovenop kelders : maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 2 m, maximale breedte: 0,90 m
Artikel 19: kennisgeving oprichten graftekens
Voor het oprichten van een grafteken dient een schriftelijke kennisgeving gedaan te worden
aan de Burgemeester of zijn gemachtigde. Aan deze kennisgeving dient een getekende
schets van het te plaatsen grafteken (in tweevoud) te worden bijgevoegd met vermelding
van de afmetingen en opschriften. De aanvraag moet verder de volgende informatie
bevatten:
• Naam en voornaam van de overledene
• Plaats en datum van geboorte en overlijden
• Naam van de begraafplaats
• Inlichtingen over de afmetingen van het grafteken en de aard van de gebruikte
materialen
• Naam en volledig adres van de kennisgever
• Naam en volledig adres van de steenkapper, belast met het plaatsen van het grafteken.
Artikel 20: wijze van oprichting van de graftekens en andere werkzaamheden:
§ 1. Graftekens mogen enkel opgericht worden na afspraak met de grafmaker minstens 2
werkdagen op voorhand. Voor overige werken, ondermeer afbreken van graftekens, dient
eveneens een afspraak te worden gemaakt met de grafmaker.
Na afspraak met de grafmaker, is het toegelaten werken op de begraafplaatsen uit te voeren
op volgende tijdstippen:
• elke weekdag (maandag tot en met vrijdag) tussen 8u en 16u
• zaterdag tussen 8 u en 13u
§ 2. Het uitvoeren van werken is echter niet toegelaten op volgende tijdstippen:
• niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor Nieuwjaar.
• Zondagen
• Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari , paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 2 november, 11 november, 25 december, 26 december,
• Eén week voor Allerheiligen
• De dag(en) dat een teambuilding wordt gehouden, jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen
§ 3. Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken
bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst
te worden.
De aanvoer mag niet groter zijn dan wat dagelijks kan verwerkt worden. De materialen
worden bijeengebracht op de plaats door de grafmaker aangeduid.
§ 4. De graftekens moeten zodanig opgericht worden dat ze de veiligheid en doorgang niet
belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven.
Het rechtstaande gedeelte van de graftekens dient om veiligheidsredenen, loodrecht te
worden opgericht en geplaatst op een stevige fundering.
In de secties Aa, Bb, Gg en Hh van de begraafplaats Kloosterheide en de secties Aa en Bb van
de begraafplaats Beekstraat, met uitzondering van de kindergraven, dienen de graftekens te
worden geplaatst op een betonnen kader van 1m op 2m, bevestigd op 4 palen.
§ 5. Ingeval van uitgravingen voor het verrichten van welk werk ook en zo deze uitgravingen
gevaar voor het publiek kunnen opleveren, dient de plaats waar de werken uitgevoerd
worden, visueel te worden afgeschermd voor het publiek.
§ 6. Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de
begraafplaatsen worden achtergelaten.
Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling, wordt er op bevel van de burgemeester
van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de achtergelaten materialen op risico en
kosten van de overtreder.
§ 7. De uitvoerder van de werken dient de nodige maatregelen te treffen om alle ongevallen
te voorkomen. Elke beschadiging dient dadelijk gemeld te worden aan de grafmaker. De
uitvoerder van de werken zal instaan voor de eventuele herstelling en/of vergoeding, in
samenspraak met de eigenaar van het beschadigde goed.
§ 8. Zware voertuigen moeten zoveel mogelijk op de verharde banen van de begraafplaatsen
rijden. Wanneer zware steenblokken dienen vervoerd te worden over de zandwegen, dient
dit te gebeuren zonder deze wegen te beschadigen. Schade veroorzaakt aan verharde of
niet-verharde wegen moet vergoed worden aan de stad.
Artikel 21: bestemming graftekens van geconcedeerde of niet-geconcedeerde graven of nissen, welke niet worden hernieuwd
Tenzij de graftekens door de eigenaar of, bij overlijden van de eigenaar, door zijn
erfgenamen zijn verwijderd vanaf de aanplakking tot de respectievelijke vervaldag, worden
de graftekens eigendom van de stad in volgende gevallen:
• er wordt geen concessie aangevraagd na het verstrijken van de periode van 10 jaar van een niet-geconcedeerde begraving of bijzetting
• de concessie wordt niet hernieuwd na het verstrijken van de periode van een geconcedeerde begraving of bijzetting.
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens,
welke eigendom zijn geworden van de stad.
Artikel 22: bestemming graftekens na vervroegde beëindiging van de concessie
§ 1. Indien de gemeenteraad een vervroegde beëindiging van de concessie toestaat conform
het geldende huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen, heeft de eigenaar van het
grafteken of, bij overlijden van de eigenaar, zijn erfgenamen een termijn van 6 maanden om
het grafteken te verwijderen. Deze termijn gaat in vanaf de kennisgeving van het besluit van
de gemeenteraad tot vervroegde beëindiging van de concessie.
§ 2. Indien het grafteken door de eigenaar of zijn erfgenamen niet is verwijderd binnen de
termijn vermeld onder artikel 22 § 1 , wordt het grafteken eigendom van de stad.
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens,
welke eigendom zijn geworden van de stad.
Artikel 23: verplaatsen of wegnemen van graftekens
Graftekens mogen enkel verplaatst of weggenomen worden mits toelating van:
• de burgemeester of haar gemachtigde
• of de persoon op wiens verzoek het grafteken werd geplaatst of, zo deze in de onmogelijkheid verkeert zijn toestemming te verlenen, mits toelating van zijn/haar erfgenamen Voor de wijze van uitvoering van deze werkzaamheden wordt verwezen naar artikel 20 van huidig reglement.
Artikel 24: wijze van beplanting en afwerking van het graf
§ 1. In samenspraak met de grafmaker mogen kleine plantjes met een maximale groeihoogte
van 50 cm en zonder diepgaand wortelgestel aangeplant worden. Dit dient te gebeuren
binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen, doch nooit naast of achter het grafteken. De
planten mogen zeker de naburige graven niet overgroeien.
§ 2. Hoogstammige bomen of coniferen zijn verboden.
§ 3. Losse steentjes mogen binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen gestrooid worden,
maar op een manier waarbij zij nooit op de naburige graven of op de weg terecht kunnen
komen.
§ 4. Boordstenen zijn toegelaten, wederom binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen.
§ 5. Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden.
§ 6. Het is verboden om het gras rondom de graven te verwijderen of te beschadigen door
onder meer kuilen te graven. Indien het gras verwijderd of beschadigd wordt, zal de Stad dit
op kosten van de overtreder herstellen.
Het is toegelaten om voor het graf een bloempot te zetten in een houder. Dit mag enkel de
periode rond Allerheiligen. Rekening houdend met de weersomstandigheden zullen de
bloemen verwijderd worden op 1 december. De bloempothouders die zich met Pasen nog
voor de grafzerk bevinden zullen verwijderd worden.
§ 7 Het is toegestaan aan de grafmakers om overtredingen op artikel 24 § 1 tot en met 6 te
regulariseren indien dit hun werkzaamheden verhindert.
VII. Onderhouden van de graven
Artikel 25: algemeen onderhoud
De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven.
Artikel 26: onderhoud van de graftekens
§ 1. De graftekens moeten onderhouden worden zodat de veiligheid en doorgang niet wordt
belemmerd en dat er geen schade wordt veroorzaakt aan de aangrenzende graftekens en
graven.
§ 2. De scheefstaande en omgevallen graftekens moeten door toedoen van de
belanghebbenden of nabestaanden opnieuw recht gezet of verwijderd worden.
§ 3. Het opkuisen van de graftekens mag niet meer gebeuren op Allerheiligen.
Artikel 27: onderhoud grafversieringen – beplantingen
De bloemen en planten, die op de graven of bij de nis zijn geplaatst of zich op de strooiweide
bevinden, moeten in goede staat worden onderhouden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze
verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht
voor om verwelkte kransen, bloemen, planten en bloempotten, te verwijderen.
Kransen uit kunststof dienen 1 maand na begraving, bijzetting of uitstrooiing te worden
verwijderd door de belanghebbenden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal het stadsbestuur
overgaan tot de verwijdering ervan.
Artikel 28: verwaarlozing
§ 1. Wanneer een geconcedeerd graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei
overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing opgesteld door
de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de
ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij nietherstelling
wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of
tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende nabestaanden.
Het college van burgemeester en schepenen regelt de bestemming van de graftekens.
§ 2. In het geval verwaarlozing wordt vastgesteld conform artikel 28 § 1 kan het college van
burgemeester en schepenen een einde stellen aan het recht op concessie.
Artikel 29: aansprakelijkheid bij schade
Zolang er geen einde is gekomen aan de concessie, blijft de eigenaar van de graftekens
aansprakelijk voor schade, die wordt berokkend aan derden.
VII. Crematie – urnenveld – columbarium – asverstrooiing – urnenbos
Artikel 30: algemeen
§ 1. De as van de gecremeerde lijken kan in urnen worden geplaatst, die op de
begraafplaatsen:
• worden begraven
• worden bijgezet in een columbarium in gesloten nissen
§ 2. De as van de gecremeerde lijken kan uitgestrooid worden:
• op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats door middel van een strooitoestel
• op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee volgens de geldende reglementering
§ 3. Indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of, bij gebrek aan schriftelijke
bepaling door de overledene, op gezamenlijk verzoek, vooraleer de crematie plaatsvindt,
van zowel de echtgenoot of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde
als van alle bloed- of aanverwanten van de eerste graad of, indien het om een minderjarige
gaat, op verzoek van de ouders of voogd, kan de as van gecremeerde lijken:
• worden uitgestrooid of begraven op een andere plaats dan de begraafplaats. Deze uitstrooiing of begraving kan evenwel niet gebeuren op openbaar domein, uitgezonderd de begraafplaats. Indien het een terrein betreft dat niet eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande, schriftelijke toestemming vereist van de eigenaar van het betrokken terrein. De asverstrooiing of de begraving van de as gebeurt aansluitend op de crematie.
• In een urne ter beschikking gesteld worden van de nabestaanden om te worden bewaard op een andere plaats dan de begraafplaats. Indien er een eind komt aan de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats, wordt de as door toedoen van de nabestaande , die er de zorg voor heeft of zijn erfgenamen in geval van diens overlijden, ofwel naar een begraafplaats gebracht om er begraven, in een columbarium bijgezet of uitgestrooid te worden ofwel uitgestrooid te worden op een aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee. De persoon, die de as in ontvangst neemt, is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen.
§ 4. Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 30 § 1 kan, op verzoek van de echtgenoot of
de feitelijk samenwonende partner en van de bloed- of aanverwanten in eerste graad, een
gedeelte van de as van het gecremeerde lijk aan hen worden meegegeven. Dit kan enkel als
hierover geen andersluidende schriftelijke wilsverklaring is van de overledene.
Artikel 31: urnenveld
§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen
Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen in het urnenveld.
Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uv op het plan van de begraafplaatsen
Kloosterheide en Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende
afmetingen: 0,70 m x 0,70 m en 5 cm dik. Rondom de plaat wordt een boordsteen in arduin
gelegd van 5 cm breed en 5 cm dik.
Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn1 en Uvn2 en Uvn2bis op het plan van de
begraafplaats Kloosterheide moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende
afmetingen: 0,60 m x 0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.
Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn op het plan van de begraafplaats
Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,60 m x
0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.
De afmetingen van de afdekplaat voor de urnenveld aangeduid met de letters Uvn1, Uvn2, Uvn2bis en Uvn worden toegepast wanneer het urnenveld aangeduid met de letters Uv volzet is.
Bij voorkeur wordt deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met
opschriften in witte of grijze letters. De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na begraving van de eerste overledene worden geplaatst door de nabestaanden. Losse steentjes rond de afdekplaten worden door de stad aangevuld.
§ 2. Grafversieringen moeten worden geplaatst binnen de afmetingen van de afdekplaat en
niet rondom.
Artikel 32: columbarium
§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen
Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen, die in een gesloten nis van het
columbarium van de begraafplaats bijgezet worden.
Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente
afgesloten.
De nis moet afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen:
• op de begraafplaats Kloosterheide: breedte 0,64 m x hoogte 0,53 m
• op de begraaplaats Beekstraat: breedte 0,30 m x hoogte 0,34 m
Deze afmetingen kunnen licht afwijken waardoor het aan te raden is eerst te meten alvorens
de plaat te maken.
Bij voorkeur worden deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met
opschriften in witte of grijze letters.
De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na bijzetting van de eerste overledene worden
geplaatst door de nabestaanden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal de stad de plaat laten
plaatsen op kosten van de nabestaanden.
§ 2. Kleine ornamenten, zoals bloemenvaasjes, moeten worden geplaatst binnen de
afmetingen van de afdekplaat en niet rondom.
Artikel 33 : strooiweide – naamplaatje
§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen
Kloosterheide en Beekstraat uitgestrooid worden op de daartoe voorziene percelen door
middel van een strooitoestel dat alleen door de stedelijke aangestelde mag bediend worden.
§ 2. Aan de strooiweide op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een
gedenkteken voorzien waarop, na een uitstrooiing, een naamplaatje ter nagedachtenis van
de overledene kan worden gemonteerd.
Dit naamplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboortedatum en de datum van
overlijden.
Dit naamplaatje moet besteld en betaald worden uiterlijk bij de aangifte van het overlijden
bij het team dienstverlening van de stad door de belanghebbenden conform het geldende
retributiereglement.
De montage van het naamplaatje gebeurt door de grafmaker. Elk naamplaatje blijft voor een
periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum, op het gedenkteken
aanwezig. Na het verstrijken van de periode van de eerste tien jaar kan het naamplaatje
verlengd worden door de belanghebbende en dit zal bevestigd worden op een apart
gedenkteken. Het naamplaatje zal gedurende 10 jaar blijven hangen op dit gedenkteken.
Indien er geen verlenging gebeurt, zal na het verstrijken van de periode van minstens tien
jaar het naamplaatje worden verwijderd door de grafmaker en worden bewaard door de
stad.
Na afspraak kan een belanghebbende het naamplaatje in ontvangst nemen en bewaren.
Artikel 34: Urnenbos
Enkel op de begraafplaats Kloosterheide is een urnenbos voorzien.
Vanaf ingebruikname kunnen hier uitsluitend biologisch afbreekbare urnen begraven
worden. Het is niet mogelijk een concessie te nemen in het urnenbos.
Er mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat
het natuurlijk karakter kan bewaard worden. Behalve op het daartoe voorziene wandelpad is
het verboden het urnenbos te betreden met uitzondering van het personeel van de
begraafplaats
IX. Vlinderheuvel
Artikel 35: begraving
Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap.
De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.
Artikel 36: tegeltje
Op de vlinderheuvel kan ter nagedachtenis een tegeltje worden geplaatst, waarop enkel een
figuurtje en de geboortedatum worden vermeld. Elk tegeltje heeft volgende afmetingen:
150/150/10 mm. Voor het figuurtje is er keuze uit volgende vier afbeeldingen: beertje,
bloemetje, vlindertje en zonnetje.
Dit tegeltje moet besteld en betaald worden bij het team dienstverlening van de stad door
de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.
De plaatsing van het tegeltje gebeurt door de grafmaker. Elk tegeltje blijft voor een periode
van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de geboortedatum, aanwezig op de vlinderheuvel.
Na het verstrijken van de periode van minstens 10 jaar wordt het tegeltje verwijderd door
de grafmaker en bewaard door de stad.
Na afspraak kan een belanghebbende het tegeltje in ontvangst nemen en bewaren.
Artikel 37: geen ornamenten
Op de vlinderheuvel mogen geen ornamenten of versieringen worden geplaatst.
X. Speciale begravingen
Artikel 38: ereperken
Op de begraafplaatsen zijn ereperken voorzien, waar politieke gevangenen en oudstrijders
begraven liggen.
Het onderhoud van deze perken valt ten laste van de stad.
Artikel 39: veld van eer en andere graven
§ 1. Op de begraafplaatsen bevinden zich graven van de oudstrijders, die stierven op het
veld van eer en die zich niet in de ereperken bevinden.
Het onderhoud van deze graven valt ten laste van de nabestaanden.
§ 2. De nabestaanden staan in voor het onderhoud van de graven van alle andere
oudstrijders, krijgsgevangenen, politieke gevangenen, arbeidsweigeraars,
oorlogsvrijwilligers, gedeporteerden, militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers met een
invaliditeit van meer dan 10%.
XI. Opgravingen
Artikel 40: definitie
Onder opgraving wordt verstaan
• ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot of een asurne met de bedoeling te herbegraven of, in het geval van een stoffelijk overschot, te cremeren
• ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot in het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats en deze eventueel in een knekelput samen te brengen
• ofwel een asurne te verwijderen uit het columbarium, het urnenveld of een graf en er een bestemming aan te geven conform artikel 10 van huidig reglement
Artikel 41: toelating of weigering door de burgemeester
§ 1. Behoudens de opgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen of opgravingen in
het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats, mag een opgraving van
een stoffelijk overschot of een asurn enkel mits een voorafgaande schriftelijke toelating van
de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde.
Het verlenen tot toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige
redenen of omwille van vroegtijdige bewaring van de asurne thuis.
Het recht verschuldigd bij de opgraving wordt vastgesteld in een belastingreglement. Alle
kosten zijn ten laste van de aanvrager.
§ 2. Als het stoffelijk overschot of de asurne in een andere gemeente wordt herbegraven,
moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving
in zijn gemeente, vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven.
§ 3. De aanvraag tot opgraving dient door de belanghebbende schriftelijk te worden gericht
aan de burgemeester.
De burgemeester of zijn/haar afgevaardigde beoordeelt in een gemotiveerde beslissing of er
ernstige redenen aanwezig zijn of indien het gaat om een vroegtijdige thuisbewaring en
houdt daarbij rekening met volgende principes:
• enerzijds het eerbied voor de nagedachtenis van de overledenen
• anderzijds het handhaven van de openbare orde, die voorgaat op de particuliere belangen
§ 4. De opgraving van een stoffelijk overschot kan geweigerd worden om volgende redenen:
• het is technisch onmogelijk
• omwille van volksgezondheid en hygiëne
§ 5. Indien de opgraving van een kist betrekking heeft op het stoffelijk overschot van een
persoon, die overleden is ten gevolge van een besmettelijke ziekte, kan de burgemeester
bijzondere maatregelen opleggen of de toelating weigeren om redenen van
volksgezondheid.
Artikel 42: modaliteiten voor de opgraving
§ 1. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere
voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd:
• Dag en uur waarop de opgraving zal geschieden worden in overleg met de grafmaker van de begraafplaatsen vastgesteld
• Het grafteken, de beplantingen en andere voorwerpen, die het openleggen van het graf bemoeilijken of beletten, moeten verwijderd worden door toedoen van de aanvrager vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan
• Tenminste één werkdag voor de opgraving van een kist dient de aanvrager een houten kist te bezorgen aan de grafmaker om het stoffelijk overschot te bergen en te vervoeren. Om hygiënische redenen wordt namelijk niet herbegraven in een lijkwade.
• Het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil geschieden door de zorgen van de grafmakers. Indien de grafmaker zulks nodig acht zullen de aanpalende grafzerken deskundig gestut of weggenomen worden door de grafmakers en binnen de 8 dagen na de opgraving in hun oorspronkelijke staat herplaatst worden. Alle kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.
• Het openen van de nis of het perceel, het uitnemen van de urne uit de nis of het perceel en het terug sluiten van de nis of het perceel wordt uitgevoerd door de grafmaker.
• Wanneer naar aanleiding van de opgraving, wordt vastgesteld dat de asurne niet meer in goede staat is, moet deze door de aanvrager van de bewaring vervangen worden.
§ 2. Het graf of de nis wordt enkel geopend in aanwezigheid van de burgemeester of
zijn/haar afgevaardigde, een lid of afgevaardigde van de belanghebbenden en de grafmaker.
Hiervan wordt een verslag opgemaakt. Tijdens de opgraving wordt de plaats ervan visueel
voor het publiek afgeschermd.
§ 3. Indien het op te graven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats op het
grondgebied van de stad of naar dit van een andere gemeente moet overgebracht worden,
is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch gesloten omhulsel te plaatsen alvorens
dit mag vervoerd worden. Het ophalen en wegvoeren van een ontgraven stoffelijk overschot
naar een andere begraafplaats moet gebeuren tijdens de werkdagen tussen 8 u en 15 u.
XII. Politietoezicht
Artikel 43: toegankelijkheid voor het publiek
De begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk:
• gedurende de periode van 1 maart tot en met 30 september: van 8 uur tot 20 uur;
• gedurende de periode van 1 oktober tot en met 11 november: van 8 uur tot 18 uur;
• gedurende de periode van 12 november tot en met 29 februari: van 9 uur tot 16 uur.
Afwijkingen kunnen door de burgemeester of zijn/haar gemachtigde toegestaan worden.
Artikel 44: vrije doorgang
Het is verboden de toegang tot en de wegen van de kerkhoven te versperren. Er dient steeds
vrije doorgang aan een begrafenisstoet verleend worden.
Artikel 45: verbodsbepalingen op de toegankelijkheid
De toegang tot de begraafplaatsen is verboden voor:
• voertuigen, uitgezonderd de lijkwagens en volgwagens ter gelegenheid van een begrafenis, de dienstvoertuigen van de stad en de voertuigen, die grafkelders en graftekens vervoeren. Om uitzonderlijke redenen kan de burgemeester of zijn/haar gemachtigde afwijkingen toestaan. De bestuurders dienen stapvoets te rijden.
• ruiters
• bromfietsers
• fietsen en elektrische fietsen
• personen, vergezeld van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden. In deze gevallen mogen de dieren niet loslopen.
Artikel 46: gezag, politie, toezicht
Alle gemeentelijke begraafplaatsen vallen onder het gezag, de politie en het toezicht van de
stad. De stad zorgt ervoor dat er geen wanorde heerst en dat er geen handelingen in strijd
met de eerbied voor de doden worden verricht.
Artikel 47: gevonden voorwerpen
De op de begraafplaats gevonden voorwerpen dienen aan de grafmaker te worden
overhandigd en zo nodig op het politiebureel aangegeven.
Artikel 48: opgraving beenderen door particulieren
Wie tengevolge van een of ander werk, beenderen opgraaft dient onmiddellijk het personeel
der begraafplaatsen van dit feit op de hoogte te stellen.
Artikel 49: algemene verbodsbepalingen
Het is aan eenieder verboden:
• over de muren, omheiningen en hagen van de begraafplaatsen of over de hekken en latwerken van de graven te klimmen
• de wegen, gedenktekens, graftekens en voorwerpen tot versiering van de graven te beschadigen; bloemen, planten en versieringen of takken van bomen te beschadigen; de gras- en bloemperken of de strooiweide te bevuilen; de graven, graspleinen en beplantingen te betreden;
• voorwerpen van de begraafplaatsen weg te nemen zonder toelating van de grafmaker;
• binnen de omheining van de begraafplaatsen vuilnis en afval neer te leggen, tenzij het gaat om afval afkomstig van de begraafplaatsen. Dit dient gedeponeerd te worden op de daartoe bestemde plaatsen;
• om zich op de begraafplaatsen te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden
• aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren; behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening
• goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden
Artikel 50:
Diegene die tekort komt aan de eerbied die men de doden verschuldigd is of een van de
verbodsbepalingen van dit reglement overtreedt, kan door de politie van de begraafplaatsen
verwijderd worden, onverminderd de gerechtelijke vervolgingen.
Artikel 51:
Al de niet in dit reglement voorziene gevallen zullen door de Burgemeester beslecht worden,
behoudens de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de rechtbanken vallen.
XIII. Strafbepalingen
Artikel 52:
Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of
verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en
526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze verordening
bestraft met politiestraffen.
XIV. Slotbepalingen
Artikel 53:
Deze verordening treedt in werking op 01/12/2021 en vervangt deze van 01/03/2021.
Artikel 54:
Deze politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286,
inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 55:
Afschrift van deze verordening wordt gestuurd aan de Deputatie van de provincie
Antwerpen en de griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en aan deze van de
Politierechtbank.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist de zaterdagmarkt voor najaar '21 n.a.v. de novemberfoor en de kerstmarkt op haar verhuislocatie (Veremansplein, Kruisbogenhofstraat, Rederijkerslei, Anton Bergmannlaan en Ernest Staaslei) in te laten richten zoals tijdens de corona-opstelling, m.n. de plaatsing van de marktkramen aan slechts één zijde van de straten.
Art 2 :
Kopieën:
Aantal | Bestemmeling |
1 1 | Marktmeesters Lierse Marktvereniging |
Art 1 :
Het college beslist om een abonnementsplaats open te verklaren voor de invulling van de plaats met een attractie type 'Booster'.
Geïnteresseerden kunnen hun kandidatuur indienen van 12 tot en met 17 oktober 2021 door middel van schrijven per mail of post naar team ondernemen - kermissen van de stad Lier.
De aanvraag dient voorzien te zijn van alle voornoemade bewijsstukken opgenomen in de uitgeschreven openverklaring.
Art 2 :
De bekendmaking van de openverklaring gebeurt via:
- een publicatie op de gemeentelijke website
- een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord
- een mail naar het foorcomité en deelnemende foorkramers van de Lierse novemberfoor
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist op advies van de Economische Raad de voorgestelde afwijkingen wekelijkse rustdag goed te keuren voor het volledige grondgebied:
- week 51, van 20 december 2021 tot en met 26 december 2021.
- week 52, van 27 december 2021 tot en met 2 januari 2022.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist principieel het Lokaal klimaat- en energiepact te ondertekenen.
Art 2 :
Het college beslist het dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Art 1 :
Het college beslist de inhoud van de scopingnota goed te keuren, onder de motivering en voorwaarden zoals bepaald in hogervermeld besluit. Vervolgens zal een aangepaste scopingnota worden voorgelegd aan het college waarin de inzichten uit de MOBER en de noodzakelijke aanpassingen aan het masterplan verwerkt zijn.
Parallel daarmee kan dan het voorontwerp RUP worden opgesteld zodat dit kan worden voorgelegd aan de plenaire vergadering.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 6 bezwaarschrift(en) werden ingediend.
De elementen uit de verschillende bezwaren zijn van die aard dat ze niet kunnen worden bijgetreden.
Art. 2:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het aanleggen van een nieuwbouwproject in groepswoningbouw te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 3:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
• De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Brandweerzone Rivierenland (ref. P17847-002/01) van 22 juni 2021 strikt na te leven.
• Stipt navolgen van de voorwaarden uit het advies van de cel technisch bureau.
• Een juridisch sluitende overeenkomst met de stad (patrimonium) moet worden gemaakt betreffende het afstand van het recht van natrekking (overdracht van publiek domein met ondergronds private kelder)
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het renoveren bestaand gebouw van 5 appartementen naar 3 appartementen, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 0 bezwaarschrift(en) werden ingediend.
Art. 2:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het ontwikkelen van zone 3 met de bouw van twee nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen; 3.1. met 3 units en een bedrijfswoning & 3.2. met 8 units en de omgevingsaanleg, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 3:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het bouwen van een loods voor het stallen van voertuigen gedeeltelijk te vergunnen met voorwaarden.
De aanvraag omvat (eveneens) :
Rubriek | Omschrijving | Aard | Hoeveelheid | Eenheid |
4.3.c)1°i) | spuitcabine met een totaal vermogen van 16,5 kW | klasse 3 |
|
|
15.1.1° | stallen van 25 voertuigen of aanhangwagens, andere dan personenwagens | klasse 3 |
|
|
15.2. | werkplaats met hefbrug | klasse 3 |
|
|
15.4.1° | wasplaats voor voertuigen | klasse 3 |
|
|
16.3.2°a) | compressor 5,5 kW | klasse 3 |
|
|
43.1.1°a) | stookinstallatie 417 kW | klasse 3 |
|
|
59.3. | spuitcabine | klasse 3 |
|
|
3.4.1°a) | vermindering van het jaardebiet | klasse 3 | 0 | m³/uur |
17.3.2.1.1.1°b) | vermindering met 800 l afvalolie of 0,68 ton | klasse 3 | -0,68 | ton |
17.4. | vermindering met 860 liter | klasse 3 | -850 | liter |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Aard | Hoeveelheid | Eenheid |
4.3.c)1°i) | spuitcabine met een totaal vermogen van 16,5 kW | klasse 3 | 16,5 | kW |
15.1.1° | stallen van 25 voertuigen of aanhangwagens, andere dan personenwagens | klasse 3 | 25 | aantal voertuigen |
15.2. | werkplaats met hefbrug | klasse 3 | 1 | werkplaats met 1 hefbrug |
15.4.1° | wasplaats voor voertuigen | klasse 3 | 1 | wasplaats |
16.3.2°a) | compressor 5,5 kW | klasse 3 | 5,5 | kW |
43.1.1°a) | stookinstallatie 417 kW | klasse 3 | 417 | kW |
59.3. | spuitcabine | klasse 3 | 0,3 | ton/jaar |
3.4.1°a) | vermindering van het jaardebiet | klasse 3 | 0,92 | m³/uur |
17.3.2.1.1.1°b) | vermindering met 800 l afvalolie of 0,68 ton | klasse 3 | 3,825 | ton |
17.4. | vermindering met 860 liter | klasse 3 | 50 | liter |
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 3:
De in art. 1 bedoelde vergunning wordt uitgereikt voor onbepaalde duur.
Art. 4:
De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:
§.1 - algemene voorwaarden:
- Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften;
- Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging;
- Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem en grondwaterverontreiniging;
- Hoofdstuk 4.4: Beheersing van luchtverontreiniging;
- Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder;
- Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht;
- Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest;
- Hoofdstuk 4.9: Energieplanning;
- Hoofdstuk 4.10: Emissies van broeikasgassen.
§.2 - sectorale voorwaarden:
- Hfst. 5.3: Het lozen van afvalwater en koelwater
- - Afd. 5.3.2: Bedrijfsafvalwaters;
- Hfst. 5.4:Bedekkingsmiddelen, kleurstoffen en pigmenten
- - Afd. 5.4.1: Bedekkingsmiddelen: algemene bepalingen;
- - Afd. 5.4.2: Bedekkingsmiddelen: productie van lak, verf, drukinkten, kleurstoffen en/of pigmenten;
- - Afd. 5.4.3: Aanbrengen van bedekkingsmiddelen;
- - Afd. 5.4.4: Thermisch behandelen van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen;
- Hfst. 5.15: Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen;
- Hfst. 5.16: Behandelen van gassen;
- - Afd. 5.16.1: Gassen: gemeenschappelijke bepalingen;
- - Afd. 5.16.2: Gassen: productie of omzetting van gassen;
- - Afd. 5.16.3: Gassen: installaties voor het fysische behandelen van gassen;
- - Afd. 5.16.4: Gassen: niet-huishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten en bevoorrading van motorvoertuigen met LPG;
- - Afd. 5.16.5: Gassen: opslagplaatsen in verplaatsbare recipiënten;
- - Afd. 5.16.6: Gassen: opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in vaste reservoirs;
- - Afd. 5.16.7: Gassen: aardgasaflevereenheden;
- - Afd. 5.16.8 Inrichtingen voor de bevoorradung van motorvoertuigen met samengeperst aardgas of tot aardgaskwaliteit opgewaardeerd samengeperst biogas, andere dan deze vermeld in 5.16.7
- - Afd. 5.16.9: Inrichtingen voor de bevoorrading van motorvoertuigen met waterstof
- hfds. 17: Opslag van gevaarlijke producten
- - Afd. 5.17.1: Gemeenschappelijke bepalingen
- - Afd. 5.17.2: Opslagplaatsen van aërosolen;
- - Afd. 5.17.3: Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen;
- - Afd. 5.17.4: gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen
- - Afd. 5.17.5: brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen;
- Hfst. 5.43: Stookinstallaties
- Hfst. 5.59: Activiteiten die gebruikmaken van organische oplosmiddelen;
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de Milieunavigator, via de link: https://nnavigator.emis.vito.be/
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist om het bezwaar B 20-48 tegen de belasting op taxi's en VVB's ( verhuur van voertuigen met bestuurder ) aanslagjaar 2020 - kohierartikel 000011 ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond te verklaren.
Het college gaat akkoord met de organisatie en het programma van Wapenstilstand op donderdag 11 november 2021.
Art 1 :
Het college keurt de lijst bestelbons gewone en buitengewone dienst LPL goed voor een totaal bedrag van 37.411,86 euro ( van bestelbonnummer 396 tot en met bestelbonnummer 414 ).
Art 1 :
Het college beslist het belastingkohier op " Stapelplaatsen voor buiten gebruik gestelde voertuigen en onderdelen ", dienstjaar 2021, vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren voor een totaal bedrag van 386,40 euro.
BESLUIT
Art. 1 :
Het college keurt onderstaand retributiereglement betreffende ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen principieel goed.
Art. 2 :
Het college beslist het dossier ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.
B 21-07 : Belastingbezwaar ingediend tegen de belasting op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden,aanslagjaar 2020,artikel 000091 : ontvankelijk en deels gegrond.
BESLUIT
Art 1 :
Het college neemt kennis van de data van de meerderheidsgroepen en commissies.
BESLUIT
Art 1 :
Het college neemt kennis van de agenda van de gemeenteraad van 25 oktober 2021.
BESLUIT
Art 1 :
Het college neemt kennis om mevrouw Marleen Vanderpoorten, lid van Open VLD, als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Ligo vzw, af te vaardigen.
Art 2 :
Deze beslissing wordt ter kennisgeving aan Ligo vzw overgemaakt.
Art 3 :
Het college beslist het dossier ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist om drie garageboxen aan te kopen van Immpact (ontwikkelaar site Charon) aan een prijs van 22.900 euro exclusief kosten per garagebox, aangezien dit kadert in de ontwikkeling van de stationsomgeving en de aangrenzende eigenaars van de Tramweglei toezegden om de garage te huren aan 50 euro per maand.
Art 2 :
Het college beslist om dit dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist om akkoord te gaan met de aankoop van het perceel dat ten kadaster gekend is als Lier 2e afd, sectie C, nr. 480/D2, onderdeel van het project 'Hoge velden - Posthoorn', voor de prijs van 340.000 euro.
Het college beslist om dit dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist om de volgende ondertekende overeenkomst tot gratis grondafstand goed te keuren:
• overeenkomst betreffende inname 23
Art 2:
Het college beslist om dit dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist om de volgende grondinnames conform het opmetingsplan goed te keuren voor de totale prijs van 43.140 EUR.
•Deel perceel A 669 L zijnde 84 m² aan een eenheidsprijs van 185 EUR / m²
•Deel perceel A 659 X zijnde 276 m² aan een eenheidsprijs van 185 EUR / m²
Art 2 :
Het college beslist om dit dossier ter goedkeuring door te sturen naar de gemeenteraad.
Wijziging RPR
BESLUIT
Art 1 :
Het college hecht goedkeuring aan de eindafrekening voor het aanbrengen van asfalt fietspad Lintsesteenweg voor een bedrag van 17.140,61 € exclusief BTW of in totaal 20.740,14 € inclusief BTW, uitgevoerd voor Willemen Infra BV.
BESLUIT
Art 1 :
Het college hecht goedkeuring aan de eindafrekening van de opdracht 'aanleg voetpad en drainage en vervangen van bomen aan Kazernedreef' voor een bedrag van 67.323,14 € exclusief BTW of in totaal 81.417,95 € inclusief BTW.
BESLUIT
Art 1 :
Het college verleent toelating voor het uitvoeren van werken aan de nutsleidingen op grondgbied van Lier.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist het studiebureau Sweco aan te stellen voor het uitvoeren van de studie voor de aanleg van een dubbelrichtingsfietspad in de Rijenweg, binnen de raamovereenkomst met de provincie voor het aanstellen op afroep van een ontwerper voor fietsostrade, fietsinfrastructuur en fietsrouteprojecten.
BESLUIT
Art 1 :
Het college hecht goedkeuring aan de meerwerken voor het aanbrengen van markeringen ten behoeve van de parkeerstroken in de Anton Bergmannlaan voor een bedrag van 2.224,00 euro exclusief BTW of in totaal 2.691,04 € inclusief BTW.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist om het beleids- en ontsluitingsplan en de bijhorende gefaseerde aanpak en uitvoering goed te keuren en stuurt dit door naar de gemeenteraad.
Art 2 :
Het college engageert zich en zal de nodige middelen vrijmaken om de in het ontsluitingsplan gestelde doelstellingen en acties te verwezenlijken en om hierover te rapporteren.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist de eindafrekening "HAL T - huisvesting reuzentrein" voor een totaalbedrag van 220.388,22euro excl. BTW ofwel 266.669,75euro incl. BTW goed te keuren
Art 2 :
Het college beslist de nodige budgetten vast te leggen ter afronding van het project
Hiervoor zal er 17.802,82euro van de investeringsbudget naar de actie "renovatie Hal T" verschoven worden.
Art 1 :
Het college beslist de opdracht "vernieuwen van de verwarmingsinstallatie in CC De Mol" aan de firma Cogama GMC nv uit Olen voor een bedrag van 146.698,00euro excl. BTW ofwel 177.504,58euro incl. BTW toe te wijzen. Het aanbestedingsverslag van studiebureau Sweco maakt integraal deel uit van het toewijzingsbesluit.
Art 2 :
Het college beslist de post van de verplicht op te geven optie, namelijk een onderhoudscontract voor onderhoud van het sanitair en de verwarming gedurende 5 jaar, eveneens te gunnen aan de firma Cogama GMC nv uit Olen.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist dat 5.000 euro bijkomend krediet dient vastgelegd te worden, voor het raamcontract inzake de levering van werk -en promotiekledij voor stad en OCMW Lier, bij de firma Inka bv, Joseph Van Instraat 28 te 2500 Lier (KBO 436.002.825)
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist dat 5.000 euro bijkomend krediet dient vastgelegd te worden voor het raamcontract inzake de levering van elektriciteitsmaterialen en elektrotoestellen via de firma Cebeo (via de maatschappelijke zetel), Eugène Bekaertlaan 63 te 8790 Waregem (KBO 405.318.953).
Art 2 :
De financiële gevolgen zijn:
Actienummer | Omschrijving budgetsleutel | Bedrag | Saldo krediet |
01/03/KAP/04/07 | Werkingsmiddelen voor onderhoud gebouwen | 5.000 euro | 13.316,21euro |
Budgetsleutel | |||
011902/61600000 |
Art 3 :
Kopieën:
Aantal | Bestemmeling |
1 | Dienst financiën |
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist dat 4.000 euro bijkomend krediet dient vastgelegd te worden voor het raamcontract inzake de levering van verven en schildermateriaal via de firma Tom Nollekens NV, Industriestraat 3 te 2500 Lier (KBO BE0817659520)
Art 2 :
De financiële gevolgen zijn:
Actienummer | Omschrijving budgetsleutel | Bedrag | Saldo krediet |
01/03/KAP/04/07 | Werkingsmiddelen voor onderhoud gebouwen | 4.000 euro | 14.316,21 euro |
Budgetsleutel | |||
011902/61600000 |
Art 3 :
Kopieën:
Aantal | Bestemmeling |
1 | Dienst financiën |
BESLUIT
Art 1 :
Het college keurt het ontwerp voor de aanleg van een avontuurlijk speelterrein in de Stierstraat goed.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist akkoord te gaan om de samenwerkingsovereenkomst met CAW BoomMechelenLier te verlengen met 3 jaar na positieve evaluatie en stuurt dit door naar de gemeenteraad.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist akkoord te gaan om op 17 oktober 2021 lakens te hangen aan het Stadhuis, Grote Markt en aan het stadsgebouw op de Dungelhoeffsite, Paradeplein.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist dat het bestek met nr. 2021/653 en de raming voor de opdracht “Raamcontract voor levering van tijdschriften en kranten voor de stedelijke bibliotheek van Lier”, opgesteld door Algemene zaken - aankoop en overheidsopdrachten en dit in opdracht van de bibliotheek worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
De raming op jaarbasis bedraagt € 17.395,99 excl. btw of € 17.869,26 incl. btw;
De totale raming bedraagt € 69.583,96 excl. btw of € 71.477,04 incl. btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 15 november 2021 om 09.30 uur.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het verbouwen van een ééngezinswoning, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 0 bezwaarschrift(en) werden ingediend.
Art. 2:
Het college beslist de aanvraag inzake het bouwen van een tuinhuis, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 3:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 0 bezwaarschrift(en) werden ingediend.
Art. 2:
Het college beslist de aanvraag inzake het plaatsen van een veranda, 2500 Lier te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 3:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het verwijderen en verbouwen van bijgebouwen, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
Er worden geen specifieke voorwaarden opgelegd.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
Art 1 :
Het college vaardigt volgende tijdelijke politieverordening op het wegverkeer uit: in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid zullen tijdelijke verkeersmaatregelen genomen worden voor de organisatie van voetbalwedstrijden van Lierse Kempenzonen op zaterdag 23 oktober tegen Deinze, op woensdag 27 oktober tegen OH Leuven en op zaterdag 20 november 2021 tegen Westerlo.
Parkeerverbod wordt ingevoerd vanaf 17u45 tot uiterlijk middernacht.
Voorbehouden parkeerplaatsen.
Afsluiten straat.
Art 2 :
Volgende tijdelijke verkeersmaatregelen zullen ingesteld worden:
Parkeerverbod: (E1)
Op navolgende wegen of wegvakken is het parkeren verboden op zaterdag 23 oktober, woensdag 27 oktober en zaterdag 20 november 2021, telkens vanaf 17u45 tot uiterlijk middernacht:
Pannenhuisstraat tegenover nr. 366 tot 353:+ "zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Pannenhuisstraat 317:+ ""zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Pannenhuisstraat tegenover woonerf "Het Bergsken":+ "zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Zonaal parkeerverbod: (F4a/ E1)
In navolgende zone wordt een zonaal parkeerverbod ingevoerd:
Pannenhuisstraat aan ingang woonerf "Het Bergsken":+ "zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Voorbehouden parkeerplaatsen (E9a)
Op navolgende wegen of wegvakken worden er parkeerplaatsen voorbehouden:
Pannenhuisstraat thv bocht stadion: +"enkel hulpdiensten- zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Pannenhuisstraat 341-337: + "enkel hulpdiensten- zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Pannenhuisstraat 333-329:+ "enkel hulpdiensten- zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Voetbalstraat (tussen Zeebruggestraaat en Pannenhuisstraat; onpare zijde):+ "pictrogram mindervaliden- zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Voetbalstraat (tussen Zeebruggestraaat en Pannenhuisstraat; pare zijde):+ "dienstvoertuigen politie- zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Voorbehouden parkeerplaatsen voor bussen: (E9d)
Op navolgende wegen of wegvakken worden parkeerplaatsen voorbehouden aan bussen:
Pannenhuisstraat in verhoogde bocht met dambordkleuren:+ "zaterdag vanaf 17u45"; + woensdag vanaf 17u45";+ "zondag vanaf 17u45"
Verboden doorgang: (C3)
Op navolgende wegen is de doorgang verboden van 17u45 tot uiterlijk middernacht:
Pannenhuisstraat x Mallekotstraat:+ M2
Pannenhuisstraat x Voetbalstraat
Pannenhuisstraat x Groeningelaan:+ M2
Pannenhuisstraat x Tweelingenstraat:+ M2
Voetbalstraat 12:+ "uitgezonderd parkeerplaatsen mindervaliden", F45
Art 3 :
De verkeersmaatregelen worden bekend gemaakt aan de weggebruiker met de passende verkeerstekens overeenkomstig artikel 12 van de verkeerswet (K.B. 16.03.68 en latere wijzigingen)
Art 4
Inbreuken worden gestraft zoals voorzien in de wet van het wegverkeer (K.B. 16.03.68 en latere wijzigingen)
Art 5
Afschrift van huidig besluit wordt overgemaakt aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en de Politierechtbank te Mechelen.
Art 1 :
Het college vaardigt volgende tijdelijke politieverordening op het wegverkeer uit: in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid zullen tijdelijke verkeersmaatregelen genomen worden voor de organisatie van de Novemberfoor van 4 tot en met 22 november 2021.
Parkeer- en verkeersmaatregelen.
Art 2 :
Volgende tijdelijke verkeersmaatregelen zullen ingesteld worden:
Parkeerverbod: (E1)
Op navolgende wegen of wegvakken is het parkeren verboden op zondag 31 oktober 2021:
Florent van Cauwenberghstraat 43:+ "zondag van 7u tot 13u"
Lisperstraat 26 (na mindervalidenplaats):+ "zondag van 7u tot 13u"
Lisperstraat 55-57:+ "zondag van 7u tot 13u"
Lisperstraat 73:+ "zondag van 7u tot 13u"
Op navolgende wegen of wegvakken is het parkeren verboden op maandag 22 november 2021:
Netelaan van nr. 1 tot 3:+ "maandag 22/11"
Parkeer- en stilstaanverbod: (E3)
Op navolgende wegen of wegvakken is het parkeren en stilstaan verboden op zondag 31 oktober 2021:
Lisperstraat 77-79:+ "zondag van 7u tot 13u"
Lisperstraat 87:+ "zondag van 7u tot 13u"
Lisperstraat 15:+ "zondag van 7u tot 13u" (richting Grote Markt)
Lisperstraat 55-57:+ "zondag van 7u tot 13u" (richting Grote Markt)
Op navolgende wegen of wegvakken is het parkeren en stilstaan verboden op maandag 1 november 2021:
Gasthuisvest (ganse parking, uitgezonderd kleine parking aan voormalig frituur):+ vanaf 1/11 om 6u"
Op navolgende wegen of wegvakken is het parkeren en stilstaan verboden van maandag 1 november tot dinsdag 23 november2021:
Gasthuisvest (van Volmolenstraat tot nr. 38; beide richtingen):+ "van 1/11 tot 23/11"
Gasthuisvest van nr. 22 tot Berlaarsestraat; beide zijden, komende van richting Berlaarsestraat):+ "van 1/11 tot 23/11"
Parking Gasthuisvest, zijde Volmolenstraat (de 6 parkeerplaatsen op gelijkgrondse berm):+ "van 1/11 tot 23/11"
Gasthuisvest van A. Vanderpoortenlaan naar Gasthuisvest (in beide richtingen)
Voorbehouden parkeerplaatsen: (E9a)
Op navolgende wegen of wegvakken is het parkeren voorbehouden aan kermisvoertuigen:
Ring tussen Aarschotsesteenweg en Berlaarsesteenweg (enkel buitenring):+ "kermisvoertuigen- 31 oktober van 00u tot 11u en 1 november van 00u tot 11u"
Verboden doorgang: (C3)
Op navolgende wegen is de doorgang verboden op zondag 31 oktober van 7u tot 13u:
Grote Markt x Florent Van Cauwenberghstraat
Grote Markt x Antwerpsestraat
Grote Markt x Lisperstraat
Grote Markt x Koning-Albertstraat
Grote Markt x Brouwerijstraat
Grote Markt x Eikelstraat
Grote Markt x Vismarkt x Felix Timmermansplein: + C31b op Vismarkt
Mechelsestraat x Kapucijnenvest x Florent Van Cauwenberghstraat x Kolveniersvest: +“uitgezonderd plaatselijk verkeer”, bord F45; F39 “parkeergarage bereikbaar”, A39+ afdekken tegenstrijdige signalisatie
Lisperstraat x Wijngaardstraat:+ “uitgezonderd plaatselijk verkeer, F45; A39
Op navolgende wegen is de doorgang verboden op maandag 1 november van 8u tot einde, normaal gezien omstreeks 13u:
Parking Vanderpoortenlaan thv vluchtheuvel aan voormalige Aldi: + F41 "omleiding" (rechts)
Arthur Vanderpoortenlaan x Leopold III-laan: + F41 "omleiding" (links)
Ronde punt Aarschotsesteenweg x Leuvensevest x Netelaan (afslag Netelaan):+ "uitgezonderd plaatselijk verkeer", F45
Op navolgende wegen is de doorgang verboden van 1/11 tot 23/11:
Parking Gasthuisvst (kant Volmolenstraat)
Op navolgende wegen is de doorgang verboden op zondagen 7, 14 en 21 november, van 14u tot 22u:
Grote Markt thv splitsing naar Antwerpsestraat/Lisperstraat:+ M2
Eénrichtingsverkeer: (C1/F19):
Op navolgende wegen wordt éénrichtingsverkeer ingesteld van 1 tot en met 21 november:
Arthur Vanderpoortenlaan x Leopold III-laan: F19+M4
Arthur Vanderpoortenlaan x Gasthuisvest (schuin tegenover uitrit parking Atheneum): C1+M2
Arthur Vanderpoortenlaan x Gasthuisvest (5 meter voorbij uitrit parking Atheneum): F19+M4
Arthur Vanderpoortenlaan x Koningin- Astridlaan: C1+ M2
Art 3 :
De verkeersmaatregelen worden bekend gemaakt aan de weggebruiker met de passende verkeerstekens overeenkomstig artikel 12 van de verkeerswet (K.B. 16.03.68 en latere wijzigingen)
Art 4
Inbreuken worden gestraft zoals voorzien in de wet van het wegverkeer (K.B. 16.03.68 en latere wijzigingen)
Art 5
Afschrift van huidig besluit wordt overgemaakt aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en de Politierechtbank te Mechelen.
Art 1 :
Het college neemt kennis van de lijst bestelbonaanvragen Stad Lier voor een totaal bedrag van 44.305,83 euro, aangemaakt in week 40 van 2021, die de volledige goedkeuringsflow doorlopen hebben.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.