BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het ombouwen van magazijn naar storage en inrichten verharding achteraan voor 12 6 parkeerplaatsen, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het wijzigen van 5 studentenkamers naar 4 woonentiteiten en creëren van twee buitenruimten, voorwaardelijk te vergunnen.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het ontwikkelen en invullen van zone 1.2 met de bouw van een bedrijfverzamelgebouw met 3 units en omgevingsaanleg te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
o Buitenopslag mag niet zichtbaar zien vanaf de openbare wegenis.
o De hoogte van de afsluitingen bedraagt maximum 2,20 m.
o Maximaal 50% van de ‘centrale bedieningsas’ mag verhard worden.
o De inpandige fietsenstallingen dienen effectief voorzien worden volgens de geldende kwaliteitsnormen.
o Individuele kantoorruimtes zijn beperkt tot 35 % van de (gezamenlijke) vloeroppervlakte individuele bedrijfsgebouw, bedrijfsverzamelgebouw of een cluster van kleine bedrijfsunits.
o Complementaire en gemeenschappelijke functies zoals administratieve ruimten, vergaderzalen, demonstratieruimten en inpandige toonzalen, sociale lokalen (kleedkamers, sanitair, bedrijfsrestaurant, refter…), opslag, stockage en technische ruimten worden mogelijk gemaakt als nevenbestemming. De vloeroppervlakte van de complementaire en gemeenschappelijke functies blijft per individuele bedrijfsgebouw, bedrijfsverzamelgebouw of een cluster van kleine bedrijfsunits beperkt tot maximum 40 % van de hoofdbestemming.
o Verboden bestemming: Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten: autonome verkoops- en (klein)handelsfuncties, autonome kantoren, op- en overslag en voorraadbeheer zonder verwerking en seveso-inrichtingen.
o De infiltratievoorziening dient een open systeem te komen.
o Het afstromend hemelwater moet geïnfiltreerd worden met een buffervolume van minstens 330 m³/ha. Dit volume moet geledigd worden met een maximaal debiet van 10 l/(s.ha).
o Per unit moet een hemelwaterput van 5.000 l voorzien worden met hergebruik voor alle toiletten en de binnenkranen.
o Er moet een infiltratievoorziening geplaatst worden van minstens 16.748 l en met een infiltratieoppervlakte van minstens 20 m².
o Het infiltratiesysteem moet gerealiseerd worden als een wadi met een maximale diepte van 80 cm.
o De volledige opbouw van de verharding (fundering + toplaag) moet voldoen aan de regelgeving van waterdoorlatende verharding.
o Bij effectieve invullen/stopzetten van een activiteit in een unit dient dit aan de milieudienst gemeld te worden (leefmilieu@lier.be)
o Ten allen tijde heeft de verantwoordelijke van het bedrijventerrein een up-to-date overzicht met welke bedrijven waar exploiteren en wie per unit het verantwoordelijke aanspreekpunt is
o Elke unit moet een eigen toezichtsput afvalwater hebben.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad:
https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar niet bij en levert de vergunning voorwaardelijk af.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het plaatsen van een nieuwe terrasoverkapping te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
Er worden geen specifieke voorwaarden opgelegd.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
•De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
•Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
•Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
•De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
•Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
•Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
•Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
•De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
•Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
• Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
•De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
•De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1°het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2°de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
Het college beslist om de vlaggen op 17 februari halfstok te hangen ter nagedachtenis van de overledenen van de pandemie en de overleden leden van de koninklijke familie.
Art 1 :
Het college keurt de lijst bestelbons gewone en buitengewone dienst LPL goed voor een totaal bedrag van 5.193,77 euro ( van bestelbonnummer 59 tot en met bestelbonnummer 69 ).
BESLUIT
Art 1 :
Het college geeft toelating aan de nutsmaatschappij Fluvius om onderstaande werken uit te voeren aan de nutsleidingen op grondgebied van Lier :
Straat | Nutsmaatschappij | Omschrijving werken | Ref. | Opmerkingen |
Bernardijnenlaan | Fluvius | Netuitbreiding LD | 344124/20274063 | Geen opmerkingen |
Paradijsweg | Fluvius | Plaatsen openbare verlichting | 343668/20276384 | Geen opmerkingen |
Bosstraat | Fluvius | Netuitbreiding LS en OV | 337000/20275470 | Sleuf nutsleidingen niet in kabel 10 van het verkavelingsplan. Lot wordt verdeeld over de respectievelijke percelen en wordt privaat. Uitzetten sleuf dient te gebeuren in samenspraak met de landmeter van de verkaveling
|
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist dat het bestek met nr. 2021/637 en de raming voor de opdracht “Aanstellen van een architect voor de uitbreiding van het afscheidscentrum Kloosterheide op het grondgebied van Lier”, opgesteld door Algemene zaken - aankoop en overheidsopdrachten en dit in opdracht van het technisch bureau- gebouwen worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
De raming bedraagt € 11.466,94 excl. btw of € 13.875,00 incl. 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 17 maart 2021 om 09.30 uur.
BESLUIT
Art 1 :
Het college hecht goedkeuring aan de aanwendingen voor het uitvoeren van onderhouds- en investeringsmaatregelen in het kader van het goedgekeurde rioolbeheersplan (asset managementplan)
Art 2 :
De deelopdrachten ikv het rioolbeheersplan dienen voorafgaandelijk ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het schepencollege.
BESLUIT
Art 1 :
Het college hecht goedkeuring aan het ontwerp en gefaseerde werkzaamheden (2021-2023) voor het realiseren van een herdenkingsbos aan de begraafplaats Kloosterheide.
Art 2 :
Het college hecht goedkeuring aan het verder uitwerken van een beplantingsplan.
Art 3 :
Het college hecht goedkeuring aan het aanvragen van een machtiging om te mogen begraven in het bos en publicatie in het Staatsblad.
Art 4 :
Het college beslist om subsidies aan te vragen bij het Agentschap Natuur en Bos.
BESLUIT
Art 1 :
Het college neemt kennis van het proces-verbaal van voorlopige oplevering betreffende de aanleg van de vijver aan verkaveling Withof, Triesthoeveweg.
BESLUIT
Art 1 :
Het college hecht goedkeuring aan het meerwerk voor uitvoering studie weg- en rioleringswerken Pastoriestraat nav het herhaaldelijk aanpassen van het voorontwerp.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist de opmaak van een archeologienota voor het dossier aanleg ontsluiting Hoge Velden ikv de samenwerkingsovereenkomst met Igemo toe te wijzen aan Monument Vandekerckhove voor een bedrag van 10.645,00 € exclusief BTW of in totaal 12.880,45 € inclusief BTW.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist de "Projectovereenkomst Oproep 507, Proeftuinen sociale netwerking en participatie voor inburgeraars - Projectnummer 10111" en de "Partnerovereenkomst" binnen het kader van de AMIF-subsidie oproep principieel goed.
Art 2 :
De financiële gevolgen zijn:
Actienummer | Omschrijving budgetsleutel | Bedrag | Saldo krediet |
01/11/KAP/05/19 | Uitvoering project 'Samen Inburgeren' | +41.000 euro | 7762,69 euro |
Budgetsleutel | |||
61300000 |
Art 3 :
Het college beslist het dossier ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist kennis te nemen van het aankoopvoorstel van het glasraam van Van Immerseel voor een totale som van 500 euro en dit ter goedkeuring door te sturen naar de gemeenteraad.
Art 1:
Het college neemt kennis van het ontslag van Mevr Sanya Ozdemir als lid van de raad van bestuur SOLag en stuurt dit door naar de gemeenteraad.
Art 2:
Het college neemt kennis van de kandidatuur van Rita Lodewijckx als lid van de raad van bestuur SOLag en stuurt dit door naar de gemeenteraad.
BESLUIT
Art 1 :
Het college neemt kennis van de beslissing van de deputatie.
Art 2 :
Het college beslist niet in beroep te gaan tegen de beslissing.
Art 1 :
Het college neemt kennis van de lijst bestelbonaanvragen Stad Lier voor een totaal bedrag van 49.361,85 euro, aangemaakt in week 6 van 2021, die de volledige goedkeuringsflow doorlopen hebben.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 0 bezwaarschrift(en) werden ingediend.
Art. 2:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het Uitbreiden veeartsenijkundige kliniek met verbouwen bijgebouw tot quarantainestallen met opslag en technische ruimte, overdekte piste met opslag en stallen voor paarden, regulariseren en uitbreiden verharding, regulariseren monsterpistes en regulariseren kadaverhuis.
De aanvraag omvat (eveneens) volgende nieuwe rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Aard | Hoeveelheid | Eenheid |
3.4.1°a) | lozing van maximaal 1 m³/uur bedrijfsafvalwater afkomstig van de dierenartsenpraktijk, met een maximum van 300 m³ per jaar, lozing van bedrijfsafvalwater huishoudelijk afvalwater via gemeenschappelijk punt op riolering. | klasse 3 | 1 | m³/uur |
9.4.3.c)1° | stallen voor 45 paarden | klasse 2 | 45 | plaatsen |
15.1.1° | stalling van maximaal 5 voertuigen en/of aanhangwagens | klasse 3 | 5 | aantal voertuigen |
16.3.2°a) | warmtepomp met een vermogen van 16 kW en 4 airco's met een vermogen van 2 x 8 kW en 2 x 12 kW en een koelinstallatie voor de kadaveropslagplaats van 8 kW | klasse 3 | 64 | kW |
17.4. | opslag van maximaal 5.000 liter of kilogram aan gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen (geneesmiddelen, ontsmettings- en reinigingsmiddelen) | klasse 3 | 5000 | liter |
28.2.c)1° | opslag van 25 m³ vaste mest in container (met regelmatige ophaling) en 5 + 2 m³ sapopvang (5 m³ sapopvang bij de paardenstallen en 2 m³ bij de kadaveropslag en mestcontainer) | klasse 3 | 32 | m³ |
32.4. | binnenpiste, harde en zachte valte voor de training en africhting van paarden, in dit geval ikv diergeneeskundige handelingen | klasse 2 | 1 | inrichting voor ruitersport |
55.1.1° | 8 boringen ikv warmtepomp voor verwarming van de bedrijfsgebouwen | klasse 3 | 8 | boringen |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Aard | Hoeveelheid | Eenheid |
3.4.1°a) | lozing van maximaal 1 m³/uur bedrijfsafvalwater afkomstig van de dierenartsenpraktijk, met een maximum van 300 m³ per jaar, lozing van bedrijfsafvalwater huishoudelijk afvalwater via gemeenschappelijk punt op riolering. | klasse 3 | 1 | m³/uur |
9.4.3.c)1° | stallen voor 45 paarden | klasse 2 | 45 | plaatsen |
15.1.1° | stalling van maximaal 5 voertuigen en/of aanhangwagens | klasse 3 | 5 | aantal voertuigen |
16.3.2°a) | warmtepomp met een vermogen van 16 kW en 4 airco's met een vermogen van 2 x 8 kW en 2 x 12 kW en een koelinstallatie voor de kadaveropslagplaats van 8 kW | klasse 3 | 64 | kW |
17.4. | opslag van maximaal 5.000 liter of kilogram aan gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen (geneesmiddelen, ontsmettings- en reinigingsmiddelen) | klasse 3 | 5000 | liter |
28.2.c)1° | opslag van 25 m³ vaste mest in container (met regelmatige ophaling) en 5 + 2 m³ sapopvang (5 m³ sapopvang bij de paardenstallen en 2 m³ bij de kadaveropslag en mestcontainer) | klasse 3 | 32 | m³ |
32.4. | binnenpiste, harde en zachte valte voor de training en africhting van paarden, in dit geval ikv diergeneeskundige handelingen | klasse 2 | 1 | inrichting voor ruitersport |
55.1.1° | 8 boringen ikv warmtepomp voor verwarming van de bedrijfsgebouwen | klasse 3 | 8 | boringen |
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 3:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
o Enkel het volume boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand van 70cm onder het maaiveld mag in rekening gebracht worden voor het bepalen van het infiltratievolume en de infiltratieoppervlakte. Een ondieper ruimer infiltratiesysteem dient aangelegd te worden met minimaal eenzelfde infiltratievolume en –oppervlakte zoals bepaald in het formulier B25.
o Er moet een hemelwaterput van 60.000 l geplaatst worden met hergebruik als drinkwater voor de paarden en sproeiwater voor de binnenpiste.
o Ook de betonverharding en de verharding ter hoogte van de ingang langs de Lintsesteenweg moet aangesloten worden op de infiltratie.
o Er moet een infiltratievoorziening geplaatst worden met een inhoud van minstens 46.731 l en een infiltratieoppervlakte van minstens 75 m².
o De waterdoorlatende verharding moet aangelegd worden met brede voeg van minstens 25% van de oppervlakte van de verharding.
Volgende bijzondere milieuvoorwaarden worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 4:
De in art. 2 bedoelde vergunning wordt uitgereikt voor onbepaalde duur.
Art. 5:
De in artikel 2 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:
§.1 - algemene voorwaarden:
1. Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften;
2. Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging;
3. Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem en grondwaterverontreiniging;
4. Hoofdstuk 4.4: Beheersing van luchtverontreiniging;
5. Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder;
6. Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht;
7. Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest;
8. Hoofdstuk 4.9: Energieplanning;
9. Hoofdstuk 4.10: Emissies van broeikasgassen.
§.2 - sectorale voorwaarden:
10. Afd. 5.3.2: Bedrijfsafvalwaters;
11. Hfst. 5.9: Dieren;
12. Hfst. 5.15: Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen;
13. Afd. 5.16.3: Gassen: installaties voor het fysische behandelen van gassen;
14. Afd. 5.17.4: Gevaarlijke producten: beheersing van de uitstoot van VOS bij de opslag en verlading van benzine;
15. Afd. 5.28.2: Dierlijke mest;
16. Afd. 5.32.1: Ontspanningsinrichtingen en schietstanden: algemene bepalingen;
17. Hfst. 5.55: Boringen.
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de Milieunavigator, via de link: https://nnavigator.emis.vito.be/
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.