Lier

Zitting van 23 mei 2022

Van 13:00 uur.

 

Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.2 Beoordeling vestigingsaanvraag Bollaarpark a.d.h.v. infofiche Futurn - Izy Tech.  GOEDKEURING.

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college beslist de voornoemde positief geadviseerde vestigingsaanvraag goed te keuren voor de opgegeven activiteit.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.3 Bevlagging Ommegang. KENNISNAME.

 

Het college neemt kennis van het gevolgde traject Bevlagging Ommegang en van de stappen die hiervoor de komende maanden zullen worden gezet.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.5 OV 2021/290: slopen van bijgebouw en bouwen meergezinswoning met 26 appartementen + aanleg nieuwe gemeenteweg, limietdatum 26/5/20                                                   22. ADVIES INZAKE OMGEVINGSVERGUNNING.

 

BESLUIT

De aanvraag werd per beveiligde zending verzonden op 15 juni 2021.

 

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 31 augustus 2021.

 

Het betreft een aanvraag tot het slopen van bijgebouw en bouwen meergezinswoning met 26 appartementen + aanleg nieuwe gemeenteweg.

 

De aanvraag omvat:

        stedenbouwkundige handelingen

        de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving

Het perceel is gelegen achterliggend aan de bebouwing met tuinen aan de Lispersteenweg, tot tegen het jaagpad van de Kleine Nete. De woningen aan de Lispersteenweg maken deel uit van een aaneengesloten bebouwing.

Aan de rechterzijde bevindt zich een vrijstaande ééngezinswoning (nr. 352) die achterin gebouwd werd op +/- 56m van de straat en bereikbaar is via een private weg. De daaropvolgende buren zijn allen ééngezinswoningen in gesloten verband en werden terug tegen de straatkant gebouwd. Ter hoogte van het achterliggende binnengebied van het perceel is het linker aanpalende perceel bebouwd met een handelspand (Aldi), opgericht in open verband.

Het perceel maakt deel van een groot gebied dat zich uitstrekt langheen de Kleine Nete, achter de tuinen van de woningen aan de Lispersteenweg. Het gebied is reeds deels bebouwd met grootschalige bouwprojecten, volgens het masterplan dat in 2007 werd opgesteld door ARCADIS.

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet het slopen van een tuinberging aan de zijde Lispersteenweg, het vellen van 22 bomen aan de zuidzijde en 5 aan de perceelsgrens van de woningen Lispersteenweg, het verwijderen van kasseien pad aan de zijde Lispersteenweg en het bouwen van een appartementsgebouw van 26 wooneenheden.

Het wordt ingeplant op 8.5m evenwijdig van de zuidelijke grens, en op minstens 16.05m van de noordwestelijke grens achter de tuinen Lispersteenweg, en 10m van de teen van de dijk.

Het gelijkvloers zelf heeft een bouwdiepte van 21.2m loodrecht op de nieuwe ontsluitingsweg. De verdiepingen een diepte van 16.5m. Op de luifel aan de zuidzijde komt een groendak. Het gelijkvloers is voorzien voor 34 parkeerplaatsen en 78 fietsplaatsen in 3 gemeenschappelijke fietsenbergingen en heeft een hoogte van 3.25m boven nulpas. (Nulpas is 6.17m referentiepas dorpel voordeur huisnr 350 is 7.36m)

Het heeft een lengte gelijkvloers van 74.4m en op de verdiepingen 56.7m.

Het aantal bouwlagen bouwt zich op van 3 (hoogte 9.45m) aan de zijde Lispersteenweg naar 6 bouwlagen (hoogte 18,35m) aan het jaagpad.

Het gelijkvloers heeft een steiger welke schuin loopt t.o.v het gebouw. Hierin wordt ook een zitsteiger langs de waterkant geïntegreerd als ontmoetings- en ontspanningsplaats voor de bewoners.

Op het gebouw zelf zijn twee grote daktuinen, waarvan de eerste aan de westzijde op de 3de verdieping. Deze doet dienst als gemeenschappelijke loungezone waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten. De tweede daktuin bevindt zich centraal op het gebouw, op de 4de verdieping en wordt ingericht als een veilige afgebakende speelzone voor kinderen. De daktuinen zijn bereikbaar via de verticale circulatieschachten.

De gevels zijn in gevelsteen: een lichtgrijze baksteen en een grijze betonnen gevelsteen, gecombineerd met horizontale banden in wit zichtbeton en donkergrijs aluminium buitenschrijnwerk.

 

 

Aan de kopgevel (zijde Lispersteenweg) wordt een groenheuvel aangelegd waarin 3 openbare parkeerplaatsen en private bergingen komen.

Langs de private inrit, tegen de teen van de dijk zijn nog 2 parkeerplaatsen

Langsheen de zuidelijke perceelsgrens voorziet men leilinden, op de grens aangeplant in combinatie met een draadafsluiting met groen.

 

Er wordt een nieuwe openbare wegenis voorzien vanaf de Lispersteenweg naar het project en naar een eventueel bijkomend project ten zuiden ervan. Er wordt een keerpunt voorzien voor de groenheuvel waarin de 3 openbare parkeerplaatsen zitten.Het openbaar domein loopt door tot aan een poort in de zijtuin naast het gebouw.

Deze inrit bestaat uit een betonnen verharding van Eurodal over een breedte van 5m, zodat verkeer in beide richtingen elkaar kan kruisen. Daarnaast wordt een strook van 3m in waterdoorlaatbare grasdallen aangelegd, zodat er een overrijdbare weg van 8m breed ontstaat die dienst doet als brandweg.

De betonnen eurodals bevinden zich boven een bestaande greppel die afwatert richting de gracht langs het Jaagpad. Deze greppel blijft behouden, zodat het water dat op deze verharding neervalt vlot afgevoerd kan worden. Ter hoogte van het openbaar domein wordt de greppel dichtgelegd. Water van het openbaar domein kan via een goot afwateren naar het systeem onder de Eurodallen.

 

De erfdienstbaarheid aan de zijde Lispersteenweg van het perceel kan vervallen.

 

De zone t.h.v. het ontworpen openbaar domein wordt gedeeltelijk opgehoogd omwille van het grote hoogteverschil. Hierdoor wordt de helling zachter en meer geleidelijk aan voor de veiligheid. Daarnaast stroomt het eventuele regenwater op die manier minder snel af. T.h.v. de aanpalende percelen wordt het hoogteverschil zo klein mogelijk gehouden en worden goten en/of verlaagde bermen voorzien zodat het water zeker op eigen terrein blijft. De nieuwe terreinhoogte zakt geleidelijk van 7.42 aan de Lispersteenweg naar 6.55 aan ongeveer de achterzijde van de achterste perceelsgrenzen van woningen Lispersteenweg waar een hoogte was van 6.16m. Naast woning nr 352 is de ophoging nog slechts 3 cm (6.26m naar 6.29m)

Er is een wegenis met keerpunt voorzien vanuit de Lispersteenweg Hiervoor werd een wegenisdossier ingevoerd in de aanvraag.

Aan de noordkant van de site heeft ze een rijbaan van 3.80m breed, met links en rechts groen, en een apart fietspad met een breedte van 1.80m

De nieuwe rooilijn wordt aangeduid voor de wegenis, volgens het rooilijnplan met titel ‘plan grondafstand / rooilijnplan’ dd 27 mei 2021 opgemaakt door studiebureau Verhaert  met plannr  06 ingegeven in het omgevingsloket als BA_infra_plan grondafstand_N_06_v3_RLL

Met een gratis grondafstand van 843m² aan het openbaar domein.

Een belofte van gratis grondafstand werd toegevoegd.

Het ontwerp van de wegenis werd afgestemd op de voorwaarden van IVAREM. Hierin werd een voldoende groot verzamelpunt opgenomen waar het huisvuil op de dag van ophaling verzameld kan worden.

 

Vaststelling van de rooilijn en wegenis- en rioleringsdossier werden vanuit het College van burgemeester en schepenen ongunstig geadviseerd naar de gemeenteraad van 23 mei 2022, omwille van de bouwpauze waarover beslist werd in februari 2022.

 

De gemeenteraad besliste op de gemeenteraad van 23 mei 2022 om

de rooilijn niet vast te stellen en het wegenisdossier niet goed te keuren.

 

 

 

Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (iioa) van de derde klasse.

 

De aanvraag heeft betrekking op de installatie van warmtepompen.

 

De aanvraag omvat voor de ingedeelde inrichting of activiteit de volgende nieuwe rubriek:

Rubriek

Omschrijving

Aard

Hoeveelheid

Eenheid

16.3.2°a)

Er worden 26 warmtepompen van telkens 4kW voorzien, waardoor er een totale hoeveelheid van 104kW voorzien wordt.

klasse 3

104

kW

 

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan zou omvatten :

Rubriek

Omschrijving

Aard

Hoeveelheid

Eenheid

16.3.2°a)

Er worden 26 warmtepompen van telkens 4kW voorzien, waardoor er een totale hoeveelheid van 104kW voorzien wordt.

klasse 3

104

kW

 

  1. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 765 H

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 765 F

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 777 C

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Stedenbouwkundige vergunning (89/42) d.d. 27 november 1989 voor handelsgebouw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (79/48) d.d. 14 augustus 1979 voor afbreken bestaande huizen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2006/12) d.d. 28 augustus 2006 voor verbouwing en uitbreiding winkel werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2015/325) d.d. 2 mei 2016 voor verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (AV/E13/2001/3) d.d. 26 maart 2001 voor exploitatie van een beenhouwerij aktename cbs dd. 26/03/2001 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (200327) d.d. 28 juli 2003 voor exploiteren van een beenhouwerij overname beenhouwerij aktename dd. 28-7-2003 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundig attest (2005/3) d.d. 28 januari 2005 voor bouwen van 2 garagevolumes omvattende 7 garages en dubbele carport in het eerste volume en 5 garages in het tweede volume + bouwen van een bergplaats : negatief attest werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

De functie (van het gebouw) wordt volgens het kadaster omschreven als hooiland, serre en grond.

 

  1. Handhaving

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 765 H

Er zijn geen bouwmisdrijven gekend voor het betrokken goed.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 765 F

Er zijn geen bouwmisdrijven gekend voor het betrokken goed.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 777 C

Er zijn geen bouwmisdrijven gekend voor het betrokken goed.

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Kleinstedelijk gebied Lier

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een woongebied.

Volgens artikel 5.1.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De voorgelegde aanvraag voorziet een woonfunctie

 

woonfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn geen bijkomende bepalingen van toepassing voor een woonfunctie.

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

1° wonen;

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

1° wonen

Met wonen wordt residentieel wonen bedoeld. Gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf (vakantiehuisjes) vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘verblijfsrecreatie’.

Ook landbouwbedrijfswoningen vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’. De conciërgewoning bij een industrieel bedrijf valt niet onder de categorie ‘wonen’ maar onder ‘industrie en bedrijvigheid’. Dezelfde redenering gaat op voor alle conciërgewoningen.

Wanneer woningen boven gebouwen met een andere functie zijn opgetrokken en functioneel niets te maken hebben met deze functie, dan hebben ze wel de functie 'wonen'. Het gebouw in kwestie heeft dan twee hoofdfuncties.

De aanvraag omvat ook een wegenis. Dit is een functie van openbaar nut / handeling van algemeen belang.

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

 

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

1° wonen;

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening  en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.

 

De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

Voorschriften die volgen uit stedenbouwkundige verordeningen

     Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

     Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009, gewijzigd op 4 december 2009 en 18 februari 2011, tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid.

 

Stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater

De voorgelegde aanvraag voorziet het bouwen  van overdekte constructies met een horizontale dakoppervlakte groter dan 40 m², nl. 820,6 m².

 

De aanvraag voorziet het aanleggen van verharde grondoppervlakken van een verharding met een oppervlakte groter dan 40m².

 

Een deel van de verharding behoort tot het openbaar wegdomein op het ogenblik van de aanvraag of de uitvoering van de handelingen. De verordening hemelwater is niet van toepassing op dit gedeelte.

 

Een omgevingsvergunning kan enkel worden afgegeven als aan de bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening is voldaan.

 

 

Op de bouwplannen werd een hemelwaterput van 10000 l voorzien met overloop naar een infiltratievoorziening met een capaciteit van 18000 l. De infiltratievoorziening loopt over naar de gracht/openbare riolering. Het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor de spoeling van de toiletten, wasmachine buitenkraantje eerste verdieping.

 

De voorgelegde aanvraag voorziet een afwijking op de hemelwaterverordening.

Beschrijving van de afwijking door de aanvrager:

 

Grotere putten dan opgelegd (40000l)

 

 

De afwijking wordt beoordeeld in het advies van de gemeentelijke cel Integraal Waterbeheer.

 

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009, gewijzigd op 4 december 2009 en 18 februari 2011,  tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid.

De aanvraag moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.  Deze kan worden nagelezen op www.toegankelijkgebouw.be.

 

Toetsing aan de stedenbouwkundige bepalingen

De voorgelegde aanvraag is niet in overeenstemming met alle stedenbouwkundige bepalingen.

 

De aanvraag tot omgevingsvergunning moet worden geweigerd in toepassing van artikel 4.3.1. §1 van de Vlaamse Codex indien het aangevraagde onverenigbaar is met stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken.

 

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan de vergunning toch afleveren, wanneer het van oordeel is dat de overeenstemming van het aangevraagde met het recht en de goede ruimtelijke ordening gewaarborgd kan worden door het opleggen van voorwaarden, met inbegrip van het opleggen van een beperkte aanpassing van de ter beoordeling voorgelegde plannen. Die voorwaarden kunnen niet dienen om de leemten van een onvolledige of vage aanvraag op te vangen. De voorwaarde dat de ter beoordeling voorgelegde plannen beperkt worden aangepast, kan enkel betrekking hebben op kennelijk bijkomstige zaken, en kan enkel in eerste administratieve aanleg worden opgelegd.

 

        De aanvraag moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. 

 

De voorwaarden worden opgelegd in het advies van de Cel Waterbeheer (zie verder).

 

Volgens artikel 4.3.2. van de Vlaamse Codex kan een vergunning worden geweigerd indien de aanvraag onverenigbaar is met een voorlopig vastgesteld ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan of van bijzonder plan van aanleg. Deze weigeringsgrond vervalt wanneer het plan geen bindende kracht heeft gekregen binnen de termijn waarbinnen het definitief kan worden vastgesteld.

 

  1. Goede ruimtelijke ordening

In toepassing van artikel 4.3.1 §2 van de Vlaamse Codex moet de overeenstemming van de goede ruimtelijke ordening worden beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

 het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

 het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen :

  1. beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
  2. de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
    1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
    2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

 indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.

 

Toetsing ruimtelijke ordening:

De site ligt in het masterplan dat in 2007 werd opgesteld door ARCADIS.

Inplanting van de gebouwen: De inplanting werd bepaald op basis van het masterplan dat in 2007 werd opgesteld door ARCADIS (zie figuur 1), en in samenspraak met de gemeentelijke stedenbouwkundige dienst. De algemene krachtlijnen hieruit worden gevolgd. De insteek die in dit masterplan voorzien wordt, is in het project echter op een andere plaats voorzien omwille van het feit dat de er reeds een bestaande ontsluiting aanwezig is. De insteek wordt nu voorzien in de plaats van het kleine bouwvolume dat langs de Lispersteenweg gesuggereerd werd.

De meergezinswoning wordt ingeplant evenwijdig aan de zuidelijke perceelsgrens en op 8,5m hiervan. De minimale afstand tot de noordwestelijke perceelsgrens achter de tuinen langs de Lispersteenweg bedraagt 16,05m. Ten opzichte van de noordelijke perceelsgrens houdt het gebouw een minimale afstand van 26,25m.

In ditzelfde masterplan werden de gebouwen van de Lierse Huisvestingsmaatschappij en van Boterton (bouwbedrijf Dillen) reeds uitgevoerd.

De bouwdichtheid van het project bedraagt 46,8 WO/ha, wat in lijn ligt met de bouwdichtheden van de andere projecten (Boterton en LMH). Het project werd ook twee maal voorgebracht op de GECORO, waarbij de opmerkingen die hieruit naar voor kwamen allen verwerkt werden en geleid hebben tot het uiteindelijke ontwerp.

 

 

Functionele inpasbaarheid:

Het voorgelegd ontwerp is principieel in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.  De functionele inpasbaarheid wordt beoordeeld aan de hand van de bijkomende bepalingen uit de omzendbrief van 8 juli 1997 en latere wijzigingen, betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen.

 

De voorziene functie (wonen) is inpasbaar in de omgeving.

 

 

Mobiliteitsimpact:

De verkeersbewegingen die gegenereerd worden kunnen op een normale manier opgenomen worden in de bestaande verkeersstromen.

 

Het gevraagde deeladvies mobiliteit was niet tijdig en wordt dan ook beschouwd als gunstig.

 

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid:

Inplanting en gabarit van het gebouw zijn aanvaardbaar, en conform aan het masterplan en hierop toegestane afwijkingen welke door GECORO werden aanvaard. De aanvraag voorziet in een normaal ruimtegebruik en een bouwdichtheid binnen de grenzen zoals bepaald voor de plaats.  Het ontwerp schaalt zich op een goede manier in de omgeving.

 

Woonkwaliteit:

Woonkwaliteit is in orde.

 

Bijdrage aan de verhoging van het ruimtelijk rendement:

Artikel 4.3.1§2, 2° stelt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan ook met de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement rekening kan houden.


Het aangevraagde levert een bijdrage tot de verhoging van het ruimtelijk rendement, door meer woongelegenheden te voorzien dan in de omgeving gebruikelijk.


Daarbij is de rendementsverhoging in de omgeving verantwoord.

Door de ligging van de site is het terrein ideaal om te gebruiken voor een woonproject.  Het is in de nabijheid van scholen, en de commerciële kern gelegen.  Vlakbij het jaagpad van de Nete en op stapafstand van de Stadsvest.  Bovendien is de site erg goed bereikbaar via het openbaar vervoer en per fiets.  Het ruimtelijk rendement mag op dergelijke plaatsen verhoogd worden.

 

Het verhogen van het ruimtelijk rendement betekent dat we meer gaan doen met het reeds ingenomen ruimtebeslag.  Het creëren van hoger ruimtelijk rendement gebeurt door meer activiteiten op eenzelfde oppervlakte te organiseren zonder afbreuk te doen aan de leefkwaliteit, en dit op de best gelegen plaatsen.  Dit gebeurt door te kiezen voor de meest geschikte, elkaar versterkende, combinatie van intesivering, verweving, hergebruik en tijdelijk ruimtegebruik.

 

Om een rendementsverhoging te kunnen motiveren dient dus bijkomend de impact van project op de woon- en leefomgeving beoordeeld te worden. De kwaliteit van de woon- en leefomgeving worden gerespecteerd.

 

Visueel vormelijke aspecten:

Het voorziene materiaalgebruik is aanvaardbaar in deze context.  De beoordeling van het eigenlijke esthetische aspect is zeer subjectief.  Hierover kan stedenbouwkundig geen appreciatie gegeven worden.

 

Bodemreliëf:

Het bodemreliëf wijzigt aan de nieuwe insteekweg. 

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen:

Beoordeling van deze aspecten vallen buiten de appreciatiemogelijkheden van stedenbouw omdat ze van privaatrechterlijke aard zijn.  Een omgevingsvergunning wordt steeds verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten.  Het verlenen van een vergunning houdt geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten.  Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.

Bij de aanvraag moet rekening gehouden worden met de verplichtingen inzake brandveiligheid zoals deze voorzien worden in de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen en diens bijlagen.

 

Conclusie :

De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

 

  1. Decretale beoordelingselementen

Uitrusting wegenis

Art. 4.3.5. §1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, “handel”, “horeca”, “kantoorfunctie”, “diensten”, “industrie”, “ambacht”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

 

§2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

 

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

 

§3. In het geval de bouwheer instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

 

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

 

Er wordt een nieuwe openbare wegenis voorzien vanaf de Lispersteenweg naar het project en naar een eventueel bijkomend project ten zuiden ervan. Er wordt een keerpunt voorzien voor de groenheuvel waarin de 3 openbare parkeerplaatsen zitten.Het openbaar domein loopt door tot aan een poort in de zijtuin naast het gebouw.

Deze inrit bestaat uit een betonnen verharding van Eurodal over een breedte van 5m, zodat verkeer in beide richtingen elkaar kan kruisen. Daarnaast wordt een strook van 3m in waterdoorlaatbare grasdallen aangelegd, zodat er een overrijdbare weg van 8m breed ontstaat die dienst doet als brandweg.

De betonnen eurodals bevinden zich boven een bestaande greppel die afwatert richting de gracht langs het Jaagpad. Deze greppel blijft behouden, zodat het water dat op deze verharding neervalt vlot afgevoerd kan worden. Ter hoogte van het openbaar domein wordt de greppel dichtgelegd. Water van het openbaar domein kan via een goot afwateren naar het systeem onder de Eurodallen.

 

De erfdienstbaarheid aan de zijde Lispersteenweg van het perceel kan vervallen.

 

De zone t.h.v. het ontworpen openbaar domein wordt gedeeltelijk opgehoogd omwille van het grote hoogteverschil. Hierdoor wordt de helling zachter en meer geleidelijk aan voor de veiligheid. Daarnaast stroomt het eventuele regenwater op die manier minder snel af. T.h.v. de aanpalende percelen wordt het hoogteverschil zo klein mogelijk gehouden en worden goten en/of verlaagde bermen voorzien zodat het water zeker op eigen terrein blijft. De nieuwe terreinhoogte zakt geleidelijk van 7.42 aan de Lispersteenweg naar 6.55 aan ongeveer de achterzijde van de achterste perceelsgrenzen van woningen Lispersteenweg waar een hoogte was van 6.16m. Naast woning nr 352 is de ophoging nog slechts 3 cm (6.26m naar 6.29m)

 

Beslissing gemeenteraad inzake gemeentewegen

Het artikel 31 van het decreet omgevingsvergunning voorziet dat als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad hierover moet beslissen.

 

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

 

De nieuwe rooilijn wordt aangeduid voor de wegenis, volgens het rooilijnplan met titel ‘plan grondafstand / rooilijnplan’ dd 27 mei 2021 opgemaakt door studiebureau Verhaert  met plannr  06 ingegeven in het omgevingsloket als BA_infra_plan grondafstand_N_06_v3_RLL

Met een gratis grondafstand van 843m² aan het openbaar domein.

Een belofte van gratis grondafstand werd toegevoegd.

Het ontwerp van de wegenis werd afgestemd op de voorwaarden van IVAREM. Hierin werd een voldoende groot verzamelpunt opgenomen waar het huisvuil op de dag van ophaling verzameld kan worden.

 

Vaststelling van de rooilijn en wegenis- en rioleringsdossier werden vanuit het College van burgemeester en schepenen ongunstig geadviseerd naar de gemeenteraad van 23 mei 2022, omwille van de bouwpauze waarover beslist werd in februari 2022.

 

De gemeenteraad besliste op de gemeenteraad van 23 mei 2022 om

de rooilijn niet vast te stellen en het wegenisdossier niet goed te keuren.

 

 

De recente wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bij decreet van 4 april 2014 heeft artikel 4.2.25 ingevoegd, dat als volgt luidt:

“Als de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

Als de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid had, maar geen beslissing heeft genomen over de zaak van de wegen, roept de provinciegouverneur op verzoek van de deputatie of de Vlaamse Regering, de gemeenteraad samen. De gemeenteraad neemt een beslissing over de zaak van de wegen en deelt die beslissing mee binnen een termijn van zestig dagen vanaf de samenroeping door de provinciegouverneur.”

 

De memorie van toelichting bij dit artikel stelt:

“1. De gemeenteraad is bevoegd om te beslissen over de zaak van de wegen op grond van artikel 2 en 42 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005. In het kader van verkavelingsaanvragen die wegeniswerken omvatten, stelt artikel 4.2.17, §2, VCRO, expliciet: “Indien de verkavelingsaanvraag wegeniswerken omvat waaromtrent de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de verkavelingsvergunning van zijnentwege kan worden verleend, dan neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de verkavelingsaanvraag. De gemeenteraad beslist uiterlijk op de tweede raadszitting waarop de zaak van de wegen geagendeerd is, zo niet wordt de beslissing over de wegenis geacht ongunstig te zijn.”.

 

2. Een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag kan echter evenzeer wegeniswerken omvatten. Zo kan men een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag indienen voor groepswoningbouw met aanleg van wegen of voor de aanleg van wegen alleen. Ook hier geldt dat de beslissingsbevoegdheid over de zaak van de wegen (de aanleg van nieuwe wegen, de tracéwijziging, de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke wegen) toekomt aan de gemeenteraad. Deze bevoegdheid vloeit rechtstreeks voort uit het Gemeentedecreet en is te onderscheiden van de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen in het kader van de ruimtelijke ordeningsregelgeving over de vergunningsaanvraag zelf (R.v.St., nr. 189.415, 12 januari 2009; DEFOORT, P.J., ‘De beslissing over de zaak van de wegen is geen voorbereidende rechtshandeling ten aanzien van een latere vergunningsbeslissing: de gevolgen hiervan voor de motiveringsplicht en de beroepsmogelijkheden’ (noot onder R.v.St, nr. 189.415, 12 januari 2009, Extensa), TROS, 2009, 254-258). (…)”

 

De gemeenteraad besliste negatief over de zaak der wegen.

De vergunning kan dan ook niet verleend worden.


Reservatiestrook

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

 

 

  1. Watertoets

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat. Het betrokken goed is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

 

Artikel 8 § 1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. 

 

Dit artikel bepaalt dat de overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, er zorg voor draagt, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd.

 

Volgens artikel 8 § 3 DIWB is de adviesaanvraag verplicht zolang er nog geen waterbeheersplannen goedgekeurd zijn en er twijfel bestaat over het al dan niet optreden van een schadelijk effect.

 

Het watertoetsinstrument werd doorlopen.  Hieruit blijkt dat de watertoets niet onmiddellijk leidt tot een positieve uitspraak.  Het instrument duidt volgende adviesinstantie(s) aan:

        VMM, Afdeling Water

        Cel Integraal Waterbeheer, Stad Lier

 

  1. Toepassingsgebied van de gewone en de vereenvoudigde procedure

Artikel 11. (01/08/2018- ...)

Conform artikel 17, § 2, van het decreet van 25 april 2014 en met behoud van de toepassing van artikel 17, § 3, van het decreet van 25 april 2014 is de vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing op een vergunningsaanvraag voor :

  1. in geval van een project dat uitsluitend betrekking heeft op de vergunningsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit :
  1. een beperkte verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit als vermeld in artikel 12 van dit besluit;
  2. een ingedeelde inrichting of activiteit die uitsluitend tijdelijke inrichtingen of activiteiten omvat als vermeld in artikel 5.1.1, 11°, van het DABM, of de veranderingen daaraan;
  3. een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst;
  4. een verandering door wijziging of uitbreiding van een vergunningsplichtige ingedeelde inrichting of activiteit waarbij de aangevraagde verandering uitsluitend een indelingsrubriek van de derde klasse omvat;
  5. een verandering door uitbreiding van een vergunningsplichtige ingedeelde inrichting of activiteit waarbij de aangevraagde verandering uitsluitend tijdelijke inrichtingen of activiteiten omvat als vermeld in artikel 5.1.1, 11°, van het DABM.
  6. in geval van een project dat uitsluitend betrekking heeft op vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen, het verkavelen van gronden of de bijstelling van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden : de projecten, vermeld in artikel 13 van dit besluit, of veranderingen daaraan;
  7. in geval van een project dat uitsluitend betrekking heeft op vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten met een netto handelsoppervlakte van maximaal 20.000 vierkante meter;
  8. in geval van een project dat uitsluitend betrekking heeft op vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie als vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;

in geval van een project dat betrekking heeft op minstens twee van de vergunningsplichten, vermeld in artikel 5, 1°, van het decreet van 25 april 2014 : de projecten, vermeld in artikel 14 van dit besluit, of veranderingen eraan.

 

Artikel 12. (23/02/2017- ...)

De verandering van een vergund project die betrekking heeft op de vergunningsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, wordt als een beperkte verandering beschouwd als de verandering geen betekenisvol bijkomend risico inhoudt voor de mens of het milieu en de hinder niet significant vergroot.

De volgende veranderingen van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit worden in elk geval geacht een betekenisvol bijkomend risico voor de mens of het milieu in te houden of de hinder significant te vergroten :

  1. de verandering door wijziging en uitbreiding, waarbij de aangevraagde verandering een nieuwe indelingsrubriek met een inrichting of activiteit van de eerste of de tweede klasse omvat;
  2. de verandering door toevoeging, vermeld in artikel 5.1.1, 12°, c), van het DABM;
  3. de verandering die een uitbreiding van een of meer vergunde inrichtingen of activiteiten met meer dan 50% inhoudt. De procentuele stijging van 50% wordt bepaald ten opzichte van de ingedeelde inrichting of activiteit die is vergund na het doorlopen van een procedure met een openbaar onderzoek;
  4. de verandering van een GPBV-installatie die significante negatieve effecten heeft voor de mens of het milieu en de verandering van een GPBV-installatie die op zich voldoet aan de drempelwaarden van een indelingsrubriek die is aangeduid met de letter X in de vierde kolom van de indelingslijst.

 

Voor de milieuaspecten wordt voldaan aan de voorwaarden voor de vereenvoudigde procedure zoals opgesomd in art. 11 en 12 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Artikel 13. (01/08/2018- ...)

De vereenvoudigde vergunningsprocedure is van toepassing op :

1° aanvragen voor projecten die stedenbouwkundige handelingen omvatten, de vergunningsaanvragen voor projecten of voor veranderingen daaraan, waarbij de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen voldoen aan een van de volgende voorwaarden :

  1. de handelingen worden uitgevoerd in een gebied waarvoor een gemeentelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan, een bijzonder plan van aanleg of een niet-vervallen verkaveling bestaat, en het aangevraagde is in overeenstemming met de bepalingen van het gemeentelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan, het bijzonder plan van aanleg of de niet-vervallen verkaveling;
  2. de handelingen hebben geen betrekking op :
  1. i)               het oprichten van gebouwen of constructies met een hoogte van meer dan twintig meter;

ii) het verbouwen van lagere gebouwen of constructies waardoor die een hoogte van meer dan twintig meter bereiken;

iii) het verhogen van gebouwen of constructies die hoger zijn dan twintig meter met meer dan vijf meter;

  1. het oprichten of wijzigen van infrastructuurwerken met een lengte van meer dan 500 meter;
  2. uitgevoerd buiten industriegebied in de ruime zin :
  3. het oprichten van gebouwen of constructies met een bruto grondoppervlakte van meer dan 500 vierkante meter;
  4. het verbouwen van kleinere gebouwen en constructies waardoor die dezelfde oppervlakte bereiken;
  5. het uitbreiden van gebouwen of constructies met meer dan 500 vierkante meter;
  6. uitgevoerd buiten een industriegebied in de ruime zin :
  1. het oprichten van gebouwen of constructies met een brutovolume van meer dan 3000 kubieke meter;
  1. het verbouwen van kleinere gebouwen of constructies waardoor die een brutovolume van meer dan 3000 kubieke meter bereiken;
  2. het uitbreiden van gebouwen of constructies met meer dan 3000 kubieke meter;
  3. uitgevoerd buiten een industriegebied in de ruime zin en telkens met een grondoppervlakte van meer dan 1000 vierkante meter :
  1. het ontbossen;
  2. het aanmerkelijk wijzigen van het reliëf van de bodem;
  3. het gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten van een grond;
  4. het aanleggen of wijzigen van recreatieve terreinen;
  1. het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed met het oog op een nieuwe functie, met een bruto grondoppervlakte van meer dan 500 vierkante meter;
  1. aanvragen die afwijken van verkavelingsvoorschriften;
  2. ...;
  3. aanvragen waarvoor de toepassing is vereist van één van volgende artikels van de VCRO;

artikel 4.4.1: beperkte afwijkingen

artikel 4.4.3 : afwerkingsregel

artikel 4.4.6 : beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten & landschappen

artikel 4.4.7 : handelingen van algemeen belang

artikel 4.4.16 tot en met 4.4.23 : bestaande zonevreemde constructies

artikel 4.4.26, § 2 : planologisch attest

2° aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor de bijstelling van een dergelijke omgevingsvergunning als aan al de volgende voorwaarden is voldaan :

  1. de kavels waarop de aanvraag betrekking heeft, liggen in een gebied waarvoor een goedgekeurd provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan of een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg geldt;
  2. de aanvraag is in overeenstemming met het voor de kavels geldende plan, vermeld in punt a);
  3. het voor de kavels geldende plan, vermeld in punt a), bevat zowel bestemmingsvoorschriften als voorschriften voor de inplanting, de grootte en het uiterlijk van de constructies;

3° aanvragen van de militaire overheid tot oprichting van militaire installaties en gebouwen in gebieden die op de plannen van aanleg of op de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn als militair domein als ze voorkomen op een lijst die gevoegd is bij een protocol, gesloten tussen de minister van Landsverdediging en de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, dat in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.


In afwijking op het eerste lid worden vergunningsaanvragen die wegenwerken omvatten waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, behandeld volgens de gewone vergunningsprocedure.

In het eerste lid wordt verstaan onder industriegebied in de ruime zin : elk gebied dat hoofdzakelijk bestemd is voor industrie en bedrijvigheid, zoals gebied voor vervuilende industrie, gebied voor milieubelastende industrie, gebied voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, regionaal bedrijventerrein of lokaal bedrijventerrein.

 

Voor het stedenbouwkundig luik wordt niet voldaan aan de voorwaarden van de vereenvoudigde procedure zoals opgesomd in art. 13 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Artikel 14. (01/08/2018- ...)

Voor vergunningsaanvragen voor projecten of voor veranderingen aan projecten die minstens twee van de vergunningsplichten, vermeld in artikel 5, 1°, van het decreet van 25 april 2014, omvatten, is de vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing als voldaan is aan al de volgende voorwaarden :

1° de vergunningsplichtige exploitatie valt onder de toepassing van artikel 11, 1°, a), b) en d);

2° de stedenbouwkundige handelingen vallen onder de toepassing van artikel 13;

3° de kleinhandelsactiviteiten vallen onder de toepassing van artikel 11, 3° ;

4° de vegetatiewijzigingen vallen onder de toepassing van artikel 11, 4°.

 

Bijgevolg dient het dossier afgehandeld volgens de gewone procedure.

 

 

  1. Adviezen

Volgende adviesinstanties zijn van toepassing:

Afdeling 2 De instanties die advies verlenen over stedenbouwkundige handelingen of het verkavelen van gronden, en de inhoud van de adviezen

Artikel 35 OVB

§ 1. Over vergunningsaanvragen of beroepen die betrekking hebben op het uitvoeren van vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen of op het verkavelen van gronden wordt advies verleend door de instanties en in de gevallen vermeld in dit artikel.

 

§ 4. Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent advies als het voorwerp van de vergunningsaanvraag :

  1. in een park of bos ligt, zoals gedefinieerd in het Bosdecreet van 13 juni 1990;
  2. de opmaak van een passende beoordeling vereist.

 

 

§ 8. De adviesinstanties, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, verlenen advies in de gevallen, vermeld in artikel 3 van het voormelde besluit.

        VMM, Afdeling Water

        Cel Integraal Waterbeheer, Stad Lier

        MOW, De Vlaamse Waterweg - Afdeling Zeeschelde

 

 

 

§ 17. De ASTRID-veiligheidscommissie, bedoeld in het koninklijk besluit van 25 juli 2008 tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan, wordt om advies verzocht en kan advies verlenen als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op :

  1. bouw- en infrastructuurwerken die al dan niet toegankelijk zijn voor het publiek waarvan de grondoppervlakte meer dan 2.500 m2 bedraagt.

 

Artikel 36. (23/02/2017- ...) 

De adviesinstantie, vermeld in artikel 35, § 2, geeft haar advies over de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen of het aangevraagde verkavelen van gronden conform titel IV, hoofdstuk III van de VCRO.

 

De adviesinstanties, vermeld in artikel 35, § 3 tot en met § 16, geven hun advies over de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen of het aangevraagde verkavelen van gronden conform artikel 4.3.3. en 4.3.4. van de VCRO.

 

Artikel 4.3.3. (01/09/2009- ...) van de VCRO

Indien uit de verplicht in te winnen adviezen blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening, of indien dergelijke strijdigheid manifest reeds uit het aanvraagdossier blijkt, wordt de vergunning geweigerd of worden in de aan de vergunning verbonden voorwaarden waarborgen opgenomen met betrekking tot de naleving van de sectorale regelgeving.


Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder « direct werkende normen » verstaan : supranationale, wetskrachtige, reglementaire of beschikkende bepalingen die op zichzelf volstaan om toepasbaar te zijn, zonder dat verdere reglementering met het oog op precisering of vervollediging noodzakelijk is.

 

Artikel 4.3.4. (01/09/2009- ...) van de VCRO

Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.


Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder « doelstellingen of zorgplichten » verstaan : internationaalrechtelijke, Europeesrechtelijke, wetskrachtige, reglementaire of beschikkende bepalingen die de overheid bij de uitvoering of de interpretatie van de regelgeving of het voeren van een beleid verplichten tot de inachtneming van een bepaalde doelstelling of van bepaalde voorzorgen, zonder dat deze op zichzelf beschouwd voldoende juridisch duidelijk zijn om onmiddellijk te kunnen worden uitgevoerd.

 

Overige adviezen

  1. De brandweerzone Rivierenland wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op :
  1. gebouwen / terreinen met publieke functie (specifieke exploitatievorm) :
  1. Gebouwen / terreinen (zonder publieke functie) :

     Groepswoningbouw (o.a. appartementsgebouwen, kamerwoningen, …)

  1. Elke adviesaanvraag waarbij mogelijks de bereikbaarheid van constructies wordt gecompromitteerd :

     Aanleg openbaar terrein of nieuwe verkavelingen (die invloed hebben op de doorgang van brandweer en bereikbaarheid van gebouwen)

     Aanleg van steigers, aanvragen aanmeerfaciliteiten (die een invloed kunnen hebben op de interventiemobiliteit)

 

  1. Fluvius wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op : meergezinswoningen met meer dan 3 bijkomende entiteiten.

 

  1. Volgende adviesinstanties worden om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een perceel gelegen in een reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied waar perken kunnen worden opgesteld aan de handelingen en werken teneinde de nodige ruimten te reserveren voor de uitvoering van werken van openbaar nut, of om deze werken te beschermen of in stand te houden.

 

  1. De interne Cel Technisch bureau wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op :

     Overwelvingen en/of inname van het openbaar domein

     Een groter project met toekomstige publieke ruimte

     Een eventuele heraanplant van een boom

     Een afwijking m.b.t. de rioleringsprincipes volgens het zoneringsplan van de VMM

     Woonprojecten vanaf 10 wooneenheden (i.v.m. bijdrage voor OCT's)

 

  1. De interne Cel Integraal Waterbeheer wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op :

     Een aangevraagde terreinophoging

     Een aangevraagde afwijking op de verordening hemelwater

 

  1. De interne Cel Mobiliteit wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op :

     Nieuwe toegangswegen

     Een toename van verkeersgenererende bewegingen

     Conflictsituaties die gecreëerd worden voor het op- en afrijden van percelen

 

  1. De interne cel publieke ruimte wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op : nieuw openbaar domein.

 

 

Afdeling 3 De instanties die advies verlenen over de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, en de inhoud van de adviezen

Artikel 37. (01/04/2017- ...)

§ 1. Over vergunningsaanvragen of beroepen die betrekking hebben op de exploitatie van een vergunningsplichtige ingedeelde inrichting of activiteit wordt advies verleend door de instanties en in de gevallen vermeld in dit artikel.

 

§ 2. De afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, verleent advies in de volgende gevallen :

  1. als de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is en het gaat om een aanvraag van een vergunning of een beroep tegen de beslissing over een aanvraag van een vergunning voor de exploitatie :
  1. van een ingedeelde inrichting of activiteit van de eerste klasse;
  2. van een of meer indelingsrubrieken die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter A zijn aangeduid en die aanvraag is ingediend uiterlijk op 31 december 2017;
  3. van een of meer van de volgende indelingsrubrieken die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter A zijn aangeduid en die aanvraag is ingediend uiterlijk op 31 december 2018 : rubriek 2.1.1, a), 1°, rubriek 2.1.2, b), 1°, rubriek 2.2.2, c), 3°, rubriek 2.2.3, e), 1°, rubriek 2.2.3, f), 1°, rubriek 2.2.5, a), 2°, rubriek 2.2.5, e), 2°, rubriek 2.3.2, a), 1°, rubriek 2.3.2, e), 1°, rubriek 2.3.3, a), 1°, rubriek 4.3, a), 3°, rubriek 4.3, b), 3), rubriek 4.3, c), 3), rubriek 6.5, rubriek 7, rubriek 13.2, rubriek 16.10, rubriek 19.3, rubriek 20, rubriek 22.1, rubriek 23.2, rubriek 27.1, rubriek 28.2, a), 3°, rubriek 28.3, rubriek 29, rubriek 30.10, rubriek 31.1, rubriek 32.7, 3°, rubriek 32.8.1, 1°, c), rubriek 36.3, rubriek 39.1, 3°, rubriek 40.1, rubriek 41.1, rubriek 41.2, rubriek 41.6, rubriek 42.4, rubriek 44.1, rubriek 45.4, b), rubriek 45.8, rubriek 59 en rubriek 61;
  4. als de deputatie de bevoegde overheid is en het gaat om :
  1. een aanvraag, vermeld in punt 1°;
  2. een beroep tegen de beslissing over een aanvraag van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de tweede klasse;
  3. als het college van burgemeester en schepenen de bevoegde overheid is en het gaat om een aanvraag, vermeld in punt 1°, b) en c).


De afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, kan subadviezen inwinnen van :

  1. de nv Aquafin;
  2. het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;
  3. iedere dienst, instelling of organisatie die activiteiten ontwikkelt op het vlak van energie, leefmilieu, waterbeleid, landinrichting, natuurbehoud, ruimtelijke ordening, veiligheid of mobiliteit.

 

Tenzij het anders is bepaald in de adviesvraag, verlenen de instanties, vermeld in het tweede lid, het subadvies binnen een vervaltermijn van twintig dagen.


De vervaltermijn, vermeld in het derde lid, gaat in op de dag na de dag van ontvangst van de subadviesvraag.

Het tweede tot het vierde lid zijn niet van toepassing als de instanties, vermeld in het tweede lid, in het kader van de vergunningsaanvraag of het beroep over een eigen adviesbevoegdheid op het vlak van milieu beschikken.


§ 3. De afdeling RO, bevoegd voor de omgevingsvergunning, verleent advies in volgende gevallen :

  1. als het gaat om een beroep waarop de gewone vergunningsprocedure van toepassing is;
  2. als de Vlaamse Regering de bevoegde overheid is in eerste administratieve aanleg voor een aanvraag waarop de gewone vergunningsprocedure van toepassing is.
  1.  

§ 4. De OVAM verleent advies als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een indelingsrubriek die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter O is aangeduid.


§ 5. De afdeling van de VMM, bevoegd voor grondwater, verleent advies als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een indelingsrubriek die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter W is aangeduid.


§ 6. De afdeling van de VMM, bevoegd voor het lozen van afvalwater en de emissie van afvalgassen in de atmosfeer, verleent advies als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een indelingsrubriek die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter M is aangeduid.


§ 7. De afdeling, bevoegd voor luchtverontreiniging, verleent advies als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de aanvraag of schrapping van een indelingsrubriek die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter Y is aangeduid.


§ 8. De afdeling, bevoegd voor natuurlijke rijkdommen, verleent advies als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een indelingsrubriek die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter N is aangeduid.


§ 9. De afdeling, bevoegd voor het toezicht Volksgezondheid, verleent advies als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een indelingsrubriek die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter G is aangeduid.


§ 10. Het Vlaams Energieagentschap verleent advies in de volgende gevallen :

  1. als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een indelingsrubriek die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter E is aangeduid;
  2. als een energiestudie of een energieplan bij de vergunningsaanvraag gevoegd moet worden.
     

§ 11. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken verleent advies als een mobiliteitsstudie of een project-MER, die een mobiliteitsstudie omvat, bij de vergunningsaanvraag gevoegd moet worden.


§ 12. Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent advies als het voorwerp van de vergunningsaanvraag :

  1. in een ruimtelijk kwetsbaar gebied ligt;
  2. in een speciale beschermingszone ligt die is aangewezen met toepassing van artikel 36bis van het Natuurdecreet of op minder dan 750 meter daarvandaan ligt;
  3. in een waterrijk gebied ligt dat is aangewezen krachtens de overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, in het bijzonder als woongebied voor watervogels, opgemaakt in Ramsar op 2 februari 1971, of op minder dan 750 meter daarvandaan ligt;
  4. in een park of bos ligt zoals gedefinieerd in het Bosdecreet van 13 juni 1990;
  5. de opmaak van een passende beoordeling vereist.


§ 13. De adviesinstanties, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, verlenen advies in de gevallen, vermeld in artikel 3 van het voormelde besluit.

 

ACHTERLIGGENDE WETGEVING TER INFO :

§ 2. De vergunningverlenende overheid moet in uitvoering van artikel 8, § 3, derde lid van het decreet advies vragen aan de adviesinstanties met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater indien het project waarvoor een vergunning wordt aangevraagd :

  1. geheel of gedeeltelijk gelegen is in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied volgens de kaart, opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd;
  2. en/of leidt tot een toename van het totaal van de horizontale dakoppervlakte van gebouwen en de verharde oppervlakte met meer dan 1 hectare indien het project afwatert naar een bevaarbare waterloop of een onbevaarbare waterloop van de eerste categorie, of 0,1 hectare bij afwatering naar andere waterlopen;
  3. en/of geheel of gedeeltelijk gelegen is :
  1. binnen de bedding van een bevaarbare of onbevaarbare waterloop;
  2. op minder dan 50 meter afstand van de kruin van de talud van bestaande of geplande bevaarbare waterlopen;
  3. op minder dan 50 meter afstand van haveninfrastructuur binnen de afgebakende zeehavengebieden;
  4. op minder dan 20 meter afstand van de kruin van de talud van onbevaarbare waterlopen van eerste categorie;
  5. op minder dan 10 meter afstand van de kruin van de talud van onbevaarbare waterlopen van tweede categorie;
  6. op minder dan 5 meter afstand van de kruin van de talud van onbevaarbare waterlopen van derde categorie of van een niet-geklasseerde onbevaarbare waterloop in beheer van een polder of een watering;
  7. binnen een afgebakende oeverzone;
  8. en/of een vegetatiewijziging betreft zoals bedoeld in artikel 13 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

 

De vergunningverlenende overheid moet in uitvoering van artikel 8, § 3, derde lid van het decreet advies vragen aan de adviesinstanties met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het grondwater indien het project waarvoor een vergunning wordt aangevraagd :

  1. een verkavelingsaanvraag met een globale oppervlakte groter dan 1 ha, waarbij in de aanleg van wegen wordt voorzien;
  2. en/of leidt tot een toename van het totaal van de horizontale dakoppervlakte van gebouwen en de verharde oppervlakte met meer dan 1 hectare;
  3. en/of ondergrondse constructies, met uitzondering van funderingspalen en leidingen met een diameter tot 1 meter, bevat die dieper gelegen zijn dan 5 meter onder het maaiveld en een ondergrondse horizontale lengte hebben van meer dan 100 meter.

 

§ 14. Het agentschap van het beleidsdomein Omgeving dat belast is met de uitvoering van het beleid inzake onroerend erfgoed verleent advies over vergunningsaanvragen die betrekking hebben op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een voorlopig of definitief beschermde archeologische site, een voorlopig of definitief beschermd monument, een voorlopig of definitief beschermd cultuurhistorisch landschap of een voorlopig of definitief beschermd stads- of dorpsgezicht, in voorkomend geval met inbegrip van de overgangszones, vermeld in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.


In afwijking van het eerste lid wordt het advies verleend door de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed als een beroep middelen opwerpt over het advies van het agentschap, vermeld in het eerste lid, of over de behandeling van dat advies door de overheid, bevoegd in eerste administratieve aanleg.


§ 15. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle wordt om advies verzocht en kan advies verlenen over de volgende inrichtingen :

  1. de inrichtingen van klasse I, vermeld in artikel 3.1, a), van het ARBIS;
  2. de inrichtingen, vermeld in artikel 3.1, b), 1, van het ARBIS;
  3. de inrichtingen van klasse II, vermeld in artikel 3.1, b), van het ARBIS, waar zich een of meer deeltjesversnellers bevinden die gebruikt worden voor onderzoek of voor de productie van radionucliden, met uitzondering van elektronische microscopen, alsook de inrichtingen waar die deeltjesversnellers worden vervaardigd of getest;
  4. de inrichtingen van klasse II, vermeld in artikel 3.1, b), van het ARBIS, waar zich bestralingsinstallaties bevinden met een bron waarvan de activiteit gelijk is aan of hoger ligt dan 100 TBq, met uitzondering van bestralingseenheden voor de behandeling van patiënten, met uitzondering van bronnen die in alle omstandigheden in hun afscherming blijven;
  5. de inrichtingen van klasse II, vermeld in artikel 3.1, b), van het ARBIS, waar radioactieve stoffen worden verpakt voor verkoop in industriële hoeveelheden.

 

§ 16. Het Departement Landbouw en Visserij verleent advies over de inrichtingen of activiteiten inzake aquacultuur, vermeld in rubriek 62 van de indelingslijst.

 

 

Uitgebrachte adviezen:

        Agentschap Natuur en Bos heeft op 23 december 2021 onder ref. 21-216270 volgend ongunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :


Rechtsgrond

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

Artikel 35. § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Artikel 37 § 12 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Artikel 38/3 Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25

april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Bespreking aanvraag

Het betreft een aanvraag tot bouw van een meergezinswoning t.h.v. de Kleine Nete. Op het perceel is een eutrofe plas aanwezig. Zoals door onze diensten op 1 september 2021 per e-mail aan de aanvrager werd meegedeeld betreft dit een verboden te wijzigen vegetatie (vegetatiebesluit, artikel 7).

De aanvrager stelt in de beschrijvende nota dat de bestaande eutrofe plas wordt behouden. De plannen zijn evenwel niet volledig duidelijk, zodat niet met zekerheid kan beoordeeld worden of de oppervlakte van de plas volledig wordt behouden. Daarenboven wordt over de zuidzijde van de eutrofe plas een terras aangebracht.

Het is hierbij niet volledig duidelijk welke oppervlakte wordt overdekt, volgens het funderingsplan (P_N_1_fundering) lijkt de overkapping ca. 1/3 van de breedte van de plas te bedragen.

Deze overkapping zorgt ervoor dat op deze plek het water geen zonlicht meer ontvangt wat uiteraard een negatieve impact heeft op plantensoorten die afhankelijk zijn van fotosynthese, zodat het aanbrengen van het terras de werking van het ecosysteem verstoort.

Volgens het funderingsplan wordt de overloop van de hemelwaterputten aangesloten op de plas die wordt aangewend als waterbuffer met een vertraagde afvoer naar de een bestaande gracht met een vertraagde afvoer van 40 l/ha/s. Volgens het inplantingsplan wordt de bestaande overloop van de eutrofe plas naar de binnendijkse gracht behouden, maar de overloop wordt aangepast i.f.v. een vertraagde afvoer naar 20 l/s/ha (ipv 40l/s/ha zoals vermeld op het funderingsplan). Het is onduidelijk waarom de debieten van de vertraagde afvoer verschillen op beide plannen.

Het gebruik van de plas als bufferbekken met een gewijzigde overloop (los van de vraag of dit debiet 20 l/s/ha of 40l/s/ha bedraagt) heeft uiteraard een impact op de waterhuishouding van de plas en bijgevolg van de vegetaties aanwezig in de plas.

Door de aanvraag vinden bijgevolg wijzigingen plaats aan een verboden te wijzigen vegetatie. De Kleine Nete vormt tevens een belangrijke migratieroute voor vogels en vleermuizen. Vooral deze laatsten zijn erg gevoelig voor lichtverstoring, en de bouw van een meergezinswoning kan, zeker bij het aanbrengen van buitenverlichting, een verstorende invloed hebben op het foerageergedrag van vleermuizen. Vleermuizen hebben zeer lichtgevoelige ogen maar zijn niet even gevoelig voor alle kleuren. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat vleermuizen met name gevoelig zijn voor blauw, ultraviolet licht en minder voor oranje en rode kleuren (amberkleur).

Ons agentschap adviseert daarom, indien de toegang tot de meergezinswoning verlicht dient te worden, te opteren voor dynamische neerwaarts gerichte verlichting die reageert op de aanwezigheid van (weg)gebruikers die de verlichting nodig hebben (sensoren), bij voorkeur uitgevoerd met een amber-kleurige, UV-vrije LED armatuur met een golflengte 592-594 Nm en kleurpunt x/y = 0,6004 / 0,3956.

Conclusie

Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met een of meer bepalingen.

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

Artikel 7 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998

De aanvraag omvat het wijzigen van vegetaties die onder toepassing vallen van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Dit gunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos geldt, mits naleving van de voorwaarden gesteld in het advies, als afwijking op de verboden van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, volgens artikel 10 van het vermelde besluit.

Een ongunstig advies betekent dat er geen afwijking wordt verleend door het Agentschap voor Natuur en Bos en dat het wijzigen van vegetaties onder toepassing van artikel 7 van hogervermeld besluit bijgevolg verboden zijn.
 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: ongunstig (23 december 2021).

Het niet bindend standpunt van Agentschap Natuur en Bos wordt niet bijgetreden om volgende redenen: de vijver is momenteel sterk gedegradeerd (dichtslibbing, beschaduwing door takken). Het project zal ecologische herstelmaatregelen (ontslibbing, hakhoutbeheer omliggende bomen met minder beschaduwing) inhouden, waardoor de extra beschaduwing door het project geen probleem meer zal vormen: grosso modo zal de vijver na het project in betere toestand zijn dan ervoor.

- Het feit dat de vijver als buffergehalte zou worden aangewend houdt slechts een waterpeilstijging van 1,8 cm  in, en dit betreft proper hemelwater vanuit de overloop. Echter mag de eutrofe plas die aanwezig is op het perceel niet aangewend worden als bufferbekken. De plas aanwenden als bufferbekken is immers een verboden vegetatiewijziging

Volgende voorwaarden worden opgelegd: strikte naleving van de voorwaarden gesteld in het advies van ANB dd 23 december 2021, als afwijking op de verboden van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, volgens artikel 10 van het vermelde besluit

 

 

Brandweer Lier HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND heeft op 5 september 2021 onder ref. P18098-003/01 voorwaardelijk gunstig advies  (5 september 2021) uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.

 

Het volledige brandweeradvies is terug te vinden op het omgevingsloket.

 

Het standpunt van Brandweer Lier wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

        De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Brandweerzone Rivierenland (ref. P18098-003/01) van 5 september 2021 strikt na te leven.

 

 

Brandweer Lier HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND heeft op 14 december 2021 onder ref. P18098-003/02 voorwaardelijk gunstig advies  (14 december 2021) uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.

 

Het volledige brandweeradvies is terug te vinden op het omgevingsloket.

 

Het standpunt van Brandweer Lier wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

        De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Brandweerzone Rivierenland (ref. P18098-003/02) van 14 december 2021 strikt na te leven.

 

De Vlaamse Waterweg nv heeft op 19 oktober 2021 onder ref. U20211019032 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :


In het kader van de aanvraag voor een omgevingsvergunning door Ceuppens - Retrabouw bvba voor een reliefwijziging, infrastructuurwerken en het bouwen van een woning gelegen te Lispersteenweg, Lier wordt De Vlaamse Waterweg nv (‘DVW’) om advies gevraagd.

 

Integraal Waterbeheer

Het project is volgens de watertoetskaarten niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

Het project omvat het aanleggen van infrastructuur (wegenis) volledig in waterdoorlatende verharding en een meergezinswoning met een totaal horizontale dakoppervlakte van 1.100m². Er zijn infiltratie- en buffervoorzieningen voorzien met een totaal volume van 28m³ (een vijver) en een oppervlakte van 1.000m². Het water uit verschillende hemelwaterputten met een volume van 40.000l wordt hergebruikt voor het spoelen van de WC’s, wasmachine en dienstkraantjes op de eerste verdieping.

Er wordt voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater aangezien er in het project voldoende maatregelen voorzien worden om het effect op de afstromingshoeveelheid van het watersysteem te voorkomen, te beperken of te compenseren. Er worden geen schadelijke effecten door een wijziging van de afstromingshoeveelheid verwacht.

 

DVW heeft nog de volgende aandachtspunten:

volgens het funderingsplan wordt de overloop van de hemelwaterputten aangesloten op de bestaande vijver met een vertraagde afvoer (40 l/ha/s ) naar een bestaande gracht. Volgens het inplantingsplan wordt de bestaande overloop van de vijver naar de binnendijkse gracht behouden, maar de overloop wordt aangepast i.f.v. een vertraagde afvoer naar 20 l/s/ha (i.p.v. 40l/s/ha zoals vermeld op het funderingsplan). Het is onduidelijk waarom de debieten van de vertraagde afvoer verschillen op de plannen. 20l/s/ha is de standaard maar het is niet duidelijk welk debiet er vandaag reeds verwezenlijkt is. De debieten dienen in functie te staan van overstromingsveiligheid maar er dient eveneens zeker gesteld te worden dat de vijver niet uitdroogt of te veel water wordt afgevoerd via een overloop.

 

Ruimtelijke Ordening en technische bepalingen

Het project ligt in de buurt van de waterkering.

Principieel en vanuit het voorzorgprincipe adviseert De Vlaamse Waterweg nv, afdeling Regio Centraal een bouwvrije zone van 10m t.o.v. de waterkering (volledig gabarit van dijken, keermuren, ...). Dit om waterkeringswerken (het aanleggen, verhogen, versterken en onderhouden van waterkeringen) en toezicht van de dijk mogelijk te maken. Op basis van de terreingegevens dient de grens van de waterkering hier gelijkgesteld te worden met de uiterste rand van het talud aan landzijde. Deze zone dient te allen tijde bouwvrij gehouden te worden en ook het vrijstellingenbesluit is in deze zone niet van toepassing (cfr. art. 1.3. van het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 17/7/2010).

Het project voldoet hieraan volgens de plannen.

Aangezien de werkzone in de buurt van de waterkering gelegen is, moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om de integriteit en de stabiliteit van de waterkering te vrijwaren. De verkrijger is aansprakelijk voor alle verzakkingen, incidenten en ongevallen die kunnen voortvloeien uit de aanleg, het bestaan, onderhoud, verandering of schorsing van de werken. Eventuele gebreken die optreden aan de waterkering na het beëindigen van de werken moeten onmiddellijk aan DVW gerapporteerd worden en in voorkomend geval direct hersteld worden tot de volledige voldoening van DVW, zo niet zullen deze herstellingswerken van ambtswege op kosten en risico’s van de verkrijger worden uitgevoerd.

 

Beslissing

Het advies is gunstig onder deze voorwaarden.
 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (19 oktober 2021).

 

 

 

 

De Vlaamse Waterweg nv heeft op 13 januari 2022 onder ref. U20220113060 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :


In het kader van de aanvraag voor een omgevingsvergunning door Ceuppens - Retrabouw bvba voor een reliefwijziging en infrastructuurwerken gelegen te Lispersteenweg, Lier wordt De Vlaamse Waterweg nv (‘DVW’) om advies gevraagd.

 

Integraal Waterbeheer

Het project is volgens de watertoetskaarten niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

Het project omvat het aanleggen van infrastructuur deels uitgevoerd als waterdoorlatende verharding met een totaal oppervlakte van 928m². Er zijn infiltratie- en buffervoorzieningen voorzien met een totaal volume van 28m³ (een vijver) en een oppervlakte van 1.000m².

Daarnaast kan een bestaande gracht langs de rechtse perceelgrens als infiltratiegracht dienen. Deze heeft een buffervolume van 53m³ en een

infiltratieoppervlakte van 119m². Een bijkomend hydrops buffersysteem onder de toegangsweg is 248m² groot en heeft een buffervolume van 82m³ en een infiltratieoppervlakte van 180m².

Er wordt voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater aangezien er in het project voldoende maatregelen voorzien worden om het effect op de afstromingshoeveelheid van het watersysteem te voorkomen te beperken of te compenseren. Er worden geen schadelijke effecten door een wijziging van de afstromingshoeveelheid verwacht.

 

Ruimtelijke Ordening en technische bepalingen

Het project ligt in de buurt van de waterkering.

Principieel en vanuit het voorzorgprincipe adviseert De Vlaamse Waterweg nv, afdeling Regio Centraal een bouwvrije zone van 10m t.o.v. de waterkering (volledig gabarit van dijken, keermuren, ...). Dit om waterkeringswerken (het aanleggen, verhogen, versterken en onderhouden van waterkeringen) en toezicht van de dijk mogelijk te maken. Op basis van de terreingegevens dient de grens van de waterkering hier gelijkgesteld te worden met de uiterste rand van het talud aan landzijde. Deze zone dient te allen tijde bouwvrij gehouden te worden en ook het vrijstellingenbesluit is in deze zone niet van toepassing (cfr. art. 1.3. van het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 17/7/2010).

Het project voldoet hieraan volgens de plannen.

Aangezien de werkzone in de buurt van de waterkering gelegen is, moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om de integriteit en de stabiliteit van de waterkering te vrijwaren. De verkrijger is aansprakelijk voor alle verzakkingen, incidenten en ongevallen die kunnen voortvloeien uit de aanleg, het bestaan, onderhoud, verandering of schorsing van de werken. Eventuele gebreken die optreden aan de waterkering na het beëindigen van de werken moeten onmiddellijk aan DVW gerapporteerd worden en in voorkomend geval direct hersteld worden tot de volledige voldoening van DVW, zo niet zullen deze herstellingswerken van ambtswege op kosten en risico’s van de verkrijger worden uitgevoerd.

 

Beslissing

Het advies is gunstig onder deze voorwaarden
 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (13 januari 2022).

 

 

Het standpunt van De Vlaamse Waterweg nv wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

Aangezien de werkzone in de buurt van de waterkering gelegen is, moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om de integriteit en de stabiliteit van de waterkering te vrijwaren. De verkrijger is aansprakelijk voor alle verzakkingen, incidenten en ongevallen die kunnen voortvloeien uit de aanleg, het bestaan, onderhoud, verandering of schorsing van de werken. Eventuele gebreken die optreden aan de waterkering na het beëindigen van de werken moeten onmiddellijk aan DVW gerapporteerd worden en in voorkomend geval direct hersteld worden tot de volledige voldoening van DVW, zo niet zullen deze herstellingswerken van ambtswege op kosten en risico’s van de verkrijger worden uitgevoerd.

 

 

Cel Integraal Waterbeheer heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :


Voor de toetsing van de aanvraag aan het besluit van de Vlaamse Regering van 20-07-2006, kan verwezen worden naar het advies van de Vlaamse Waterweg NV dd  13/01/2022. Hieruit blijkt voldoende dat de gevraagde activiteiten, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde voorwaarden, geen nadelige gevolgen hebben voor het watersysteem. Derhalve voldoet de aanvraag aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid dd. 18-07-2003.
 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (4 februari 2022).

 

Het standpunt van Cel Integraal Waterbeheer wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

De voorwaarden van de Vlaamse Waterweg worden hernomen.
 

 


Fluvius Mechelen heeft op 20 september 2021 onder ref. 47802586 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :


Wij hebben de plannen van uw project goed ontvangen en bestudeerd. Op basis van de gegevens waarover we vandaag beschikken, hebben wij de impact op onze netten ingeschat. Wij geven u alvast deze informatie mee:

Op basis van het standaardvermogen voor appartementen van 9,2 kVA, voor algemene delen en commerciële panden van 56kVA en per aparte aansluiting voor een woning van 17,3 kVA is uw project niet aansluitbaar op het bestaande elektriciteitsnet. U dient dus de nodige ruimte te voorzien voor een extra distributiecabine. Raadpleeg zeker onze voorschriften hieromtrent op https://www.fluvius.be/nl/distributiecabines-elektriciteit-plaatsen-leidraad-voor-de-bouwheer .

Op basis van het standaardvermogen voor appartementen van 9,2 kVA, voor algemene delen en commerciële panden van 56kVA en per aparte aansluiting voor een woning van 17,3 kVA is uw project niet aansluitbaar op het bestaande elektriciteitsnet. Een netuitbreiding is noodzakelijk.

Het lokaal voor de distributiecabine dient in de basisakte te worden opgenomen evenals de erfdienstbaarheden voor aanleg van eventuele nutsleidingen. Dat lokaal dient zich te bevinden op het gelijkvloers. Uw contactpersoon is Danny Selleslagh 09-2635376

Op onze website vindt u de gedetailleerde reglementen voor elektriciteit en aardgas in verkavelingen, appartementen en wooncomplexen. U dient hieraan te voldoen.

Om uw dossier verder te kunnen behandelen, hebben we nog enkele gegevens nodig. Gelieve ons tijdig het volgende te bezorgen: Een overzicht van het aantal tellers met de bijhorende vermogens voor elektriciteit en gas.

Moeten de tellers enkelvoudig of tweevoudig uurtariefmeters zijn? Een document van de gemeente met de officiële nummering.

Hou voor de timing van uw project rekening met het feit dat wij – na ontvangst van alle gegevens – 30 werkdagen nodig hebben om onze offerte op te maken. Bovendien loopt er nog een termijn van minimaal 90 werkdagen tussen de ontvangst van uw akkoord op onze offerte en de effectieve uitvoering van de werken – onder voorbehoud van de tijd nodig om eventuele vergunningen, wegenistoelatingen … te verkrijgen.

Bovenstaande informatie geven we mee onder voorbehoud van latere wijzigingen. Mocht later bijvoorbeeld blijken dat de definitieve vermogens toch buiten de standaardnormen vallen, dan kan ons advies nog wijzigen.

Wij raden u aan om ons zo spoedig mogelijk te contacteren. Vermeld daarbij altijd duidelijk het referentienummer van uw project: 47802586. Zo kunnen we uw dossier vlot opvolgen. Samen zullen we uw

project verder bespreken. We helpen u graag verder.

U kunt ons contacteren via :

• Telefoon : 078 35 35 34, alle werkdagen tussen 8 uur en 16 uur.

• E-mail : TBOMECHELEN@FLUVIUS.BE

• Post :

Fluvius – Dienst Aansluitingen

ELEKTRICITEITSTRAAT 68

2800 MECHELEN
 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (20 september 2021).

 

Het standpunt van Fluvius wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

Fluvius raadt aan om ons zo spoedig mogelijk te contacteren. Vermeld daarbij altijd duidelijk het referentienummer van uw project: 47802586. Zo kunnen we uw dossier vlot opvolgen. Samen zullen we uw

project verder bespreken.

 

 

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie heeft op 7 september 2021 onder ref. 2021090001 volgend gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

Noodzaak van een ASTID-indoorradiodekking: NEE.

Het advies is: GUNSTIG.

 

Motivering:
Gezien de beperkte bezetting en beperkte oppervlakte van het gebouw valt dit buiten de criteria en dient er dus geen indoordekking voorzien te worden.
De eindconclusie van het advies luidt als volgt: gunstig (7 september 2021).

Het gunstig standpunt van FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie wordt bijgetreden

 

 

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie heeft op 7 september 2021 onder ref.  volgend gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :


Dit dossier werd reeds op 07/09/21 behandeld door de VCA. Gezien er geen wijzigingen zijn binnen de criteria van de VCA, blijft het advies van 07/09/21 behouden.

 

De motivatie was en blijft: Gezien de beperkte bezetting en beperkte oppervlakte van het gebouw valt dit buiten de criteria en dient er dus geen indoordekking voorzien te worden.

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: gunstig (7 september 2021).

Het gunstig standpunt van FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie wordt bijgetreden.

 

Vlaamse Milieumaatschappij advies voor alle gewone watertoetsdossiers heeft op  onder ref.  volgend geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

De VMM-AOW is niet bevoegd om advies te verlenen cfr. het uitvoeringsbesluit watertoets.

 

Cel Integraal Waterbeheer heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:

Voor de toetsing van de aanvraag aan het besluit van de Vlaamse Regering van 20-07-2006, kan verwezen worden naar het advies van de Vlaamse Waterweg NV dd  13/01/2022. Hieruit blijkt voldoende dat de gevraagde activiteiten, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde voorwaarden, geen nadelige gevolgen hebben voor het watersysteem. Derhalve voldoet de aanvraag aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid dd. 18-07-2003.

Cel Mobiliteit heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

Cel Publieke Ruimte heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

Cel technisch bureau heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :


Projectinhoudversie 2

1. Een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. Voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie SB 250 v 4.1.

2. Een afgevaardigde van de technische dienst van stad Lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

2.1. De proeven worden steeds genomen en uitgevoerd in aanwezigheid van de stad voor zover deze van toepassing zijn op delen die tot het openbaar domein behoren.

2.2. Het mandaat van de afgevaardigde van de technische dienst van de stad Lier bestaat, voor zover het de aanleg van openbaar domein betreft, tevens uit:

2.2.1. de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering;

2.2.2. de keuring van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring;

2.2.3. het nazicht van de vorderingsstaten;

2.2.4. het opstellen van de processen-verbaal;

2.2.5. de organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken.

2.2.6. Het bestendig toezicht behoort niet tot zijn taken.

3. Rioolaansluitingen: Aansluitingen dienen op eigen terrein beveiligd te worden met een terugslagklep.

4. De verharding in het openbaar domein betreft waterdoorlatende betonstraatstenen, kleur grijs. Model en technische fiche voor te leggen ter goedkeuring.

5. Straatmeubilair: Eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad Lier.

6. Aanplant bomen openbaar domein:

6.1. De aanplant van bomen op openbaar domein dient conform het ‘handboek bomen’ van het Norminstituut Bomen te zijn;

6.2. Groeiplaatsen van bomen aan te vullen in de bovenste 50 cm met bomengrond cfr normenboek Bomen 2018, geen herbruikgrond/teelaarde;

6.3. De minimale maat van de hoogstambomen is 18/20

6.4. De inrichting (grootte, type) van de groeiplaats dient te worden bepaald aan de hand van de tool ‘boommonitor online’ van het Norminstituut Bomen.

6.5. Voor het watergeven moeten er gietranden volgens de leidraad van de stad Lier worden toegepast.

6.6. 125 liter per gietbeurt voor de bomen

7. De verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. Offerte op te vragen bij Fluvius door de aanvrager. De kosten voor aanleg zijn een last van de vergnning.
 

Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:


1. Een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. Voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie SB 250 v 4.1.

2. Een afgevaardigde van de technische dienst van stad Lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

2.1. De proeven worden steeds genomen en uitgevoerd in aanwezigheid van de stad voor zover deze van toepassing zijn op delen die tot het openbaar domein behoren.

2.2. Het mandaat van de afgevaardigde van de technische dienst van de stad Lier bestaat, voor zover het de aanleg van openbaar domein betreft, tevens uit:

2.2.1. de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering;

2.2.2. de keuring van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring;

2.2.3. het nazicht van de vorderingsstaten;

2.2.4. het opstellen van de processen-verbaal;

2.2.5. de organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken.

2.2.6. Het bestendig toezicht behoort niet tot zijn taken.

3. Rioolaansluitingen: Aansluitingen dienen op eigen terrein beveiligd te worden met een terugslagklep.

4. De verharding in het openbaar domein betreft waterdoorlatende betonstraatstenen, kleur grijs. Model en technische fiche voor te leggen ter goedkeuring.

5. Straatmeubilair: Eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad Lier.

6. Aanplant bomen openbaar domein:

6.1. De aanplant van bomen op openbaar domein dient conform het ‘handboek bomen’ van het Norminstituut Bomen te zijn;

6.2. Groeiplaatsen van bomen aan te vullen in de bovenste 50 cm met bomengrond cfr normenboek Bomen 2018, geen herbruikgrond/teelaarde;

6.3. De minimale maat van de hoogstambomen is 18/20

6.4. De inrichting (grootte, type) van de groeiplaats dient te worden bepaald aan de hand van de tool ‘boommonitor online’ van het Norminstituut Bomen.

6.5. Voor het watergeven moeten er gietranden volgens de leidraad van de stad Lier worden toegepast.

6.6. 125 liter per gietbeurt voor de bomen

7. De verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. Offerte op te vragen bij Fluvius door de aanvrager. De kosten voor aanleg zijn een last van de vergnning.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (5 oktober 2021).

 

Het standpunt van Cel technisch bureau wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

1. Een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. Voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie SB 250 v 4.1.

2. Een afgevaardigde van de technische dienst van stad Lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

2.1. De proeven worden steeds genomen en uitgevoerd in aanwezigheid van de stad voor zover deze van toepassing zijn op delen die tot het openbaar domein behoren.

2.2. Het mandaat van de afgevaardigde van de technische dienst van de stad Lier bestaat, voor zover het de aanleg van openbaar domein betreft, tevens uit:

2.2.1. de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering;

2.2.2. de keuring van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring;

2.2.3. het nazicht van de vorderingsstaten;

2.2.4. het opstellen van de processen-verbaal;

2.2.5. de organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken.

2.2.6. Het bestendig toezicht behoort niet tot zijn taken.

3. Rioolaansluitingen: Aansluitingen dienen op eigen terrein beveiligd te worden met een terugslagklep.

4. De verharding in het openbaar domein betreft waterdoorlatende betonstraatstenen, kleur grijs. Model en technische fiche voor te leggen ter goedkeuring.

5. Straatmeubilair: Eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad Lier.

6. Aanplant bomen openbaar domein:

6.1. De aanplant van bomen op openbaar domein dient conform het ‘handboek bomen’ van het Norminstituut Bomen te zijn;

6.2. Groeiplaatsen van bomen aan te vullen in de bovenste 50 cm met bomengrond cfr normenboek Bomen 2018, geen herbruikgrond/teelaarde;

6.3. De minimale maat van de hoogstambomen is 18/20

6.4. De inrichting (grootte, type) van de groeiplaats dient te worden bepaald aan de hand van de tool ‘boommonitor online’ van het Norminstituut Bomen.

6.5. Voor het watergeven moeten er gietranden volgens de leidraad van de stad Lier worden toegepast.

6.6. 125 liter per gietbeurt voor de bomen

7. De verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. Offerte op te vragen bij Fluvius door de aanvrager. De kosten voor aanleg zijn een last van de vergunning.

 

Cel technisch bureau heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :


Projectinhoudversie 3

1. Een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. Voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie SB 250 v 4.1.

2. Een afgevaardigde van de technische dienst van stad Lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

2.1. De proeven worden steeds genomen en uitgevoerd in aanwezigheid van de stad voor zover deze van toepassing zijn op delen die tot het openbaar domein behoren.

2.2. Het mandaat van de afgevaardigde van de technische dienst van de stad Lier bestaat, voor zover het de aanleg van openbaar domein betreft, tevens uit:

2.2.1. de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering;

2.2.2. de keuring van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring;

2.2.3. het nazicht van de vorderingsstaten;

2.2.4. het opstellen van de processen-verbaal;

2.2.5. de organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken.

2.2.6. Het bestendig toezicht behoort niet tot zijn taken.

3. Rioolaansluitingen: Aansluitingen dienen op eigen terrein beveiligd te worden met een terugslagklep.

4. De verharding in het openbaar domein betreft waterdoorlatende betonstraatstenen, kleur grijs. Model en technische fiche voor te leggen ter goedkeuring.

5. Straatmeubilair: Eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad Lier.

6. Aanplant bomen openbaar domein:

6.1. De aanplant van bomen op openbaar domein dient conform het ‘handboek bomen’ van het Norminstituut Bomen te zijn;

6.2. Groeiplaatsen van bomen aan te vullen in de bovenste 50 cm met bomengrond cfr normenboek Bomen 2018, geen herbruikgrond/teelaarde;

6.3. De minimale maat van de hoogstambomen is 18/20

6.4. De inrichting (grootte, type) van de groeiplaats dient te worden bepaald aan de hand van de tool ‘boommonitor online’ van het Norminstituut Bomen.

6.5. Voor het watergeven moeten er gietranden volgens de leidraad van de stad Lier worden toegepast.

6.6. 125 liter per gietbeurt voor de bomen

7. De verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. Offerte op te vragen bij Fluvius door de aanvrager. De kosten voor aanleg zijn een last van de vergunning.

8. Alle aanpassingen, zowel aan wegeninfrastructuur als aan nutsvoorzieningen, die nodig zijn voor aansluiting van het nieuw over te dragen openbaar domein aan de Lispersteenweg zijn een last van de vergunning.
 

Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:


Projectinhoudversie 3

1. Een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. Voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie SB 250 v 4.1.

2. Een afgevaardigde van de technische dienst van stad Lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

2.1. De proeven worden steeds genomen en uitgevoerd in aanwezigheid van de stad voor zover deze van toepassing zijn op delen die tot het openbaar domein behoren.

2.2. Het mandaat van de afgevaardigde van de technische dienst van de stad Lier bestaat, voor zover het de aanleg van openbaar domein betreft, tevens uit:

2.2.1. de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering;

2.2.2. de keuring van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring;

2.2.3. het nazicht van de vorderingsstaten;

2.2.4. het opstellen van de processen-verbaal;

2.2.5. de organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken.

2.2.6. Het bestendig toezicht behoort niet tot zijn taken.

3. Rioolaansluitingen: Aansluitingen dienen op eigen terrein beveiligd te worden met een terugslagklep.

4. De verharding in het openbaar domein betreft waterdoorlatende betonstraatstenen, kleur grijs. Model en technische fiche voor te leggen ter goedkeuring.

5. Straatmeubilair: Eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad Lier.

6. Aanplant bomen openbaar domein:

6.1. De aanplant van bomen op openbaar domein dient conform het ‘handboek bomen’ van het Norminstituut Bomen te zijn;

6.2. Groeiplaatsen van bomen aan te vullen in de bovenste 50 cm met bomengrond cfr normenboek Bomen 2018, geen herbruikgrond/teelaarde;

6.3. De minimale maat van de hoogstambomen is 18/20

6.4. De inrichting (grootte, type) van de groeiplaats dient te worden bepaald aan de hand van de tool ‘boommonitor online’ van het Norminstituut Bomen.

6.5. Voor het watergeven moeten er gietranden volgens de leidraad van de stad Lier worden toegepast.

6.6. 125 liter per gietbeurt voor de bomen

7. De verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. Offerte op te vragen bij Fluvius door de aanvrager. De kosten voor aanleg zijn een last van de vergunning.

8. Alle aanpassingen, zowel aan wegeninfrastructuur als aan nutsvoorzieningen, die nodig zijn voor aansluiting van het nieuw over te dragen openbaar domein aan de Lispersteenweg zijn een last van de vergunning.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (17 december 2021).

 

Het standpunt van Cel technisch bureau wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

1. Een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. Voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie SB 250 v 4.1.

2. Een afgevaardigde van de technische dienst van stad Lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

2.1. De proeven worden steeds genomen en uitgevoerd in aanwezigheid van de stad voor zover deze van toepassing zijn op delen die tot het openbaar domein behoren.

2.2. Het mandaat van de afgevaardigde van de technische dienst van de stad Lier bestaat, voor zover het de aanleg van openbaar domein betreft, tevens uit:

2.2.1. de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering;

2.2.2. de keuring van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring;

2.2.3. het nazicht van de vorderingsstaten;

2.2.4. het opstellen van de processen-verbaal;

2.2.5. de organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken.

2.2.6. Het bestendig toezicht behoort niet tot zijn taken.

3. Rioolaansluitingen: Aansluitingen dienen op eigen terrein beveiligd te worden met een terugslagklep.

4. De verharding in het openbaar domein betreft waterdoorlatende betonstraatstenen, kleur grijs. Model en technische fiche voor te leggen ter goedkeuring.

5. Straatmeubilair: Eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad Lier.

6. Aanplant bomen openbaar domein:

6.1. De aanplant van bomen op openbaar domein dient conform het ‘handboek bomen’ van het Norminstituut Bomen te zijn;

6.2. Groeiplaatsen van bomen aan te vullen in de bovenste 50 cm met bomengrond cfr normenboek Bomen 2018, geen herbruikgrond/teelaarde;

6.3. De minimale maat van de hoogstambomen is 18/20

6.4. De inrichting (grootte, type) van de groeiplaats dient te worden bepaald aan de hand van de tool ‘boommonitor online’ van het Norminstituut Bomen.

6.5. Voor het watergeven moeten er gietranden volgens de leidraad van de stad Lier worden toegepast.

6.6. 125 liter per gietbeurt voor de bomen

7. De verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. Offerte op te vragen bij Fluvius door de aanvrager. De kosten voor aanleg zijn een last van de vergunning.

8. Alle aanpassingen, zowel aan wegeninfrastructuur als aan nutsvoorzieningen, die nodig zijn voor aansluiting van het nieuw over te dragen openbaar domein aan de Lispersteenweg zijn een last van de vergunning.


 

  1. Openbaar onderzoek / standpunt buren

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

Het openbaar onderzoek vond plaats van 10 september 2021 tot 9 oktober 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 3 bezwaarschriften ontvangen.

 

Het tweede openbaar onderzoek vond plaats van 12 december 2021 tot 10 januari 2022 naar aanleiding van een wijzigingslus. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Resultaten openbaar onderzoek:

De bezwaren handelen samengevat over de volgende elementen:

Gabarit en straatbeeld

     De appartementsgebouwen betekenen dan jarenoude bomen moeten verdwijnen, het moerasgebied gedraineerd en opgevuld wordt en enkel baksteen in de plaats komt.

     Deze gebieden hebben grote natuurwaarden. Vernieling ervan geeft onomkeerbare schade.

     Laatste stukje groen gaat verdwijnen. Waarom daar uitbreiding? Vorige uitbreidingen waren nog te begrijpen: daar lag al beton

     Er is veel leegstand in reeds bestaande woonbuurten. Het zou meer aanvaardbaar zij dit te verhelpen ipv aanbouwen waar nu natuur is.

     Het lijkt zelfs onaanvaardbaar dat deze gebieden als bouwgrond worden verhandeld.

     Eind 2018 moesten nog slechts 365 woongelegenheden gerealiseerd worden. men creëert een overaanbod

     Het project gaat over meergezinsappartementen, en is niet innovatief en geeft geen duurzame verdichting.

     Jonge gezinnen aantrekken gebeurt eerder met woonhuizen dan met appartementen.

     Gezien de 9% natuur met officiële status adviseert bouwmeesterscan om meer gebieden aan te wijzen voor overstromingsnatuur binnen het stroomgebied van de Nete.

     Het betonrapport van Natuurpunt bevestigt dat de verharding en betonsnelheid in Lier boven het vlaamse gemiddelde uitkomt.

     Er is geen homogeniteit tussen de verschillende bouwprojecten waarbij duidelijk geen rekening wordt gehouden met de integriteit van de omgeving.

     Het masterplan van 15 jaar geleden is volgens bezwaarindieners achterhaald.

     Projectontwikkelaars refereren nooit naar de bouwmeesterscan welke recent ontwikkeld is door kenners ruimtelijke ordening.

 

Mobiliteit en parkeren

        Niemand vraagt om zwaardere verkeerslast en dichtere bevolkingsgraad in buurt Lisp terwijl stadskern leegloopt.

        De enige toegangsweg kruist het fietspad en voetpad welk zeer druk is.

        Deze nieuwe weg zou ook gebruikt worden voor een ontsluiting van toekomstig project at nog meer passage veroorzaakt.

        Er is geen goede zichtbaarheid om uit de toegangsweg te komen

        Er werd geen mobiliteitsstudie opgemaakt. In de bouwmeesterscan wordt dit echter aangeraden.

        Het bestaande zebrapad dient als voornaamste oversteekplaats naar de school.

        Fietsers vanuit Frankenweg moeten hier oversteken.

        De lichte knik in de Lispersteenweg en de inplanting van de huizen op de plaats van de insteek vermindert de zichtbaarheid.

        Het verplicht behoud van de servitude-private weg verhindert een voldoende brede insteekweg. Deze is slecht 3.75m breed zodat wagens niet kunnen kruisen.

        Werd er een verkeerveiligheidsscan uitgevoerd, zo vlakbij de scho?

        Er is ook al problematiek en filevorming aan Aldi.

        Zowel ochtend- als avondspits vormen verkeersknelpunten.

        De recente realisaties geven ook al 114 extra appartementen.

        Er werd bij de aanvraag geen rekening gehouden met het bestaande gebrek aan parkeerplaatsen. Het project voorziet wel in het wettelijk vastgelegd aantal voor eigen bewoners.

        Kopen gezinnen met een 2de auto ook een 2de plaats?

        Momenteel wordt geparkeerd bij Aldi en Bristol. Hoe lang zal dit nog toegestaan worden?

        Voldoet het project aan de verkeersnormen door de stad Lier opgesteld?

 

Wateroverlast

        De buurt loopt jaarlijks onder water bij hevige regenval. Iedere buurtbewoner is voorzien van zandzakken en waterpomp.

        graag betonstop en nieuwbouw blokkeren in solidariteit met de omwonenden die werden gevraagd hun voortuinen te ontharden.

        Kelders van bezwaarindieners zijn kurkdroog. Gaat dat blijven?

        Door de voorgestelde verhoging en reliëfwijziging van de bodem vrezen bezwaarindieners wateroverlast in de achtertuinen van de Lispersteenweg.

        De oppervlaktes van de groendaken zijn verschillend in de plannen tegenover de berekeningen.

        De buffercapaciteit en de infiltratie van de vijver verandert wel volgens bezwaarindiener door de funderingen in de vijver.

        Er is tegenspraak in het hemelwaterhergebruik. En in de meergezinswoningen tov op de eerste verdieping.

        Werd hemelwaterplan van Lier al opgemaakt? Voldoet dit project?

        De riolering zou uitkomen op de Lispersteenweg, maar een mogelijke aansluiting kon niet gecontroleerd worden want daar krijgt men het riooldeksel niet open. 

        Werd het rioolbeheersplan van Lier al opgemaakt? Voldoet dit project?

        Bij een hevige regenbui blijft het water ronde de gebouwen van LMVH staan.

 

Erfdienstbaarheden, Lichten en zichten, privacy

        Zicht en waarde van bestaande huizen is niet van tel, maar toch wil ik melden dat hoge gebouwen aan Lisp een groot verschil geeft in het straatbeeld.

        Inkijk in tuinen, wegnemen van daglicht, wegnemen van natuurlijke skyline vormen een klap in het gezicht van mensen die goed betaald hebben voor een woning aan de rand van het rijk natuurgebied.

        Bewaarindiener vraagt zich af van wie de populieren zijn achter Lispersteenweg 370. Ze zijn vrij hoog en vormen een gevaar op kantelen. Een snoeibeurt zou veel veranderen zonder inkijk te geven in onze tuinen.

        De gemeenschappelijke terrassen geven inkijk en geluidsoverlast naar de omwonenden.

        Privéterrassen voldoen niet aan beleidsplan Lier dat groene openbare ruimtes oplegt met speelruimte voor alle omwonenden.

        De nieuwe  gemeenteweg zal storen door koplampen in de woningen 350, en 371 tem 379.

        De sloop van het bijgebouw tegen gemeenschappelijke muur krijgt geen akkoord van de aanpalers.

 

Geluidsoverlast

        Elke verkeersbeweging met bijhorende geluidsoverlast moet vermeden worden.

 

Milieueffectenrapport

        Werd er ook een screening voor categorie 10e opgemaakt? Voor aanleg van wegen.

        Het gebied wordt als BWK gecatalogeerd. Daarvoor is milieueffectenrapport noodzakelijk.(eutroof water; waardering; juridische bescherming; jaagpad-dijk; biologische waarderingskaart 2-fauna; waterondoorlaatbaarheidskaart; bodembedekkingsgraad)

 

Procedure

        Er zijn nog geen gegevens beschikbaar om bronbemaling te bepalen. Er is volgens bezwaarindiener onvoldoende onderzoek gedan naar de staat van de bodem

        Bewoners van de Lispersteenweg wensen in overleg te gaan met de stad aangaande dit project en ontwikkeling van het beleid, zoals streefdoel in de bestuursovereenkomst 2019-2024

        We hebben opgemerkt in het Mer document een natuurgebied verkeerdelijk als recreatiegebied wordt aangeduid. Op 118m is habitatgebied

Andere

     De vijver wordt niet opgewaardeerd maar over de helft wordt een steiger geplaatst

        De vijver werd tot enkele jaren geleden goed onderhouden.

        Is er gekeken naar de impact van de steiger en de beschaduwing?

        De bomen staan op de noordkant van de vijver

        Er is geen opwaardering van de vijver.

        Is er onderzoek gedaan naar de bomen die blijven staan? Kunnen die de overlast van de gebouwen aan?

     Er is geen toegankelijk groen voorzien, noch openbare speelruimte.

     We vrezen dat eventuele brand snel naar de bomen zou overslaan.

 

Evaluatie:

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende gabarit en straatbeeld kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

Deze ontwikkeling volgt het masterplan waarin de projecten LMVH en Boterton al werden gerealiseerd, deze ontwikkeling maakt deel uit van de laatste fase.

 

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende mobiliteit en parkeren kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

Het advies van mobiliteit wordt beschouwd als gunstig.

 

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende wateroverlast kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

        Het project is volgens de watertoetskaarten niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

        Het project voldoet aan gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater aangezien er in het project voldoende maatregelen voorzien worden om het effect op de afstromingshoeveelheid van het watersysteem te voorkomen, te beperken of te compenseren:

        De infrastructuur wordt voor een deel  uitgevoerd met waterdoorlatende verharding met een totale oppervlakte van 928m.

        Er zijn infiltratie- en buffervoorzieningen voorzien met een totaal volume van 28m³ (een vijver) en een oppervlakte van 1.000m².

        De bestaande gracht langs de rechtse perceelgrens kan eveneens als infiltratiegracht dienen. Deze heeft een buffervolume van 53m³ en een infiltratieoppervlakte van 119m.

        Conclusie: door de realisatie van dit project worden er geen bijkomende schadelijke effecten door een wijziging van de afstromingshoeveelheid verwacht.

 

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende erfdienstbaarheden, lichten en zichten,  privacy zijn van privaatrechterlijke aard en niet van stedenbouwkundige aard.  Hierover kan dan ook geen stedenbouwkundige appreciatie gegeven worden.  Zaken van privaatrechterlijke aard worden geregeld in het Burgerlijk Wetboek. 

Een omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten.  Het verlenen van een vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.

 

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende geluidsoverlast kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

Geluid horende bij verkeer is een zeer normaal gevolg

 

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende de procedure kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

Een bronbemaling mag later aangevraagd worden, deze is niet verplicht mee aan te vragen in de omgevingsvergunning van de bouwwerken.

Overleg met bestuur is mogelijk maar er werd een masterplan goedgekeurd waarvan dit project begrepen zit in de laatste fase van uitvoering

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende andere kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

de steiger komt veel kleiner dan de helft van de vijver

Er is wel toegankelijk groen voorzien, en een petanque.

De aanvraag werd door de brandweer voorwaardelijk gunstig geadviseerd.

 

Alle elementen uit de verschillende bezwaren kunnen worden verworpen.

 

  1. Archeologienota

De aanvraag vereist een bodemingreep buiten de (gedeeltelijk) vastgestelde archeologische zone. De oppervlakte van het betrokken perceel/de betrokken percelen is ≥ 3.000 m2 en de bodemingreep is ≥ 1000 m².   Het perceel is bovendien geheel of gedeeltelijk gelegen in woon- of recreatiegebied.  Een archeologienota is zodoende vereist.

 

Een archeologienota waarvan akte is genomen is aan de vergunningsaanvraag toegevoegd.

 

De aangevraagde werken stemmen overeen met de werken in de archeologienota.

 

De archeologienota waarvan akte is genomen is aanwezig. Als voorwaarde wordt opgenomen dat de archeologienota waarvan akte is genomen en het Onroerenderfgoeddecreet moeten worden nageleefd.

De maatregelen in de archeologienota waarvan akte werd genomen op [14/4/2021] met referentienummer [18221] moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in diezelfde archeologienota, de voorwaarden bij de aktename, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan moet een nota gemeld worden voor aktename. De maatregelen in deze nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die nota, de voorwaarden bij de aktename, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

 

 

  1. Project-MER (in geval van toepassing) / MER screening en natuurtoets

 

De aanvraag heeft betrekking op een project als vermeld in bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten. Dit zijn de categorieën van projecten waarvoor een projectmilieueffectrapportage of een project-m.e.r.-screeningsnota moet worden opgesteld.

 

De aanvraag heeft meer bepaald betrekking op volgende rubriek :

10. Infrastructuurprojecten

  1. stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen (projecten die niet onder bijlage II vallen)

 

 

(*) Bij de aanvraag werden de MER-screeningsgegevens op het omgevingsloket ingevuld.

De m.e.r-screening wordt in het volgende punt besproken.

 

MER-screening

Een m.e.r.-screening houdt in dat nagegaan wordt of het project, in het licht van zijn concrete kenmerken, de concrete plaatselijke omstandigheden en de concrete kenmerken van zijn potentiële milieueffecten, aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Zo er aanzienlijke milieueffecten kunnen zijn, dan moet een milieueffectrapport worden opgemaakt.

 

Op basis van het aanvraagdossier kan aangenomen worden dat de opmaak van een project-MER geen meerwaarde zal zijn bij het beoordelen of het project aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.  Er wordt geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is.

 

Natuurtoets

De aanvraag werd getoetst aan artikel 26bis en artikel 36ter,§3 en §4 van het Natuurdecreet. De aanvraag is gelegen op voldoende afstand van een vogel- en/of habitatrichtlijngebied en VEN- en/of IVON-gebied. Er wordt geen betekenisvolle aantasting verwacht van de aanwezige natuurwaarden.

 

  1. Sloopopvolgingsplan

Niet van toepassing.

 

 

  1. Ligging volgens het zoneringsplan (VMM) 

Het al dan niet plaatsen van septische putten moet mee besproken worden in de besprekingen met het Technisch Bureau van de stad.

 

  1. Milieuaspecten

De aanvraag omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (iioa) van de derde klasse.

De aanvraag heeft betrekking op de installatie van warmtepompen.

De aanvraag omvat voor de ingedeelde inrichting of activiteit de volgende nieuwe rubriek:

Rubriek

Omschrijving

Aard

Hoeveelheid

Eenheid

16.3.2°a)

Er worden 26 warmtepompen van telkens 4kW voorzien, waardoor er een totale hoeveelheid van 104kW voorzien wordt.

klasse 3

104

kW

 

Dit betreft de exploitatie van een meldingsplichtige klasse 3 inrichting voorzien in rubriek 16.3.2°a) VLAREM II Bijlage 1 - Indelingslijst.

 

De inrichtingen en activiteiten die opgenomen zijn in de indelingslijst van bijlage 1 van VLAREM II, worden als hinderlijk ingedeeld in drie klassen. De inrichtingen of activiteiten van de derde klasse brengen de minste risico’s of hinder mee.  Mits de naleving van de algemene en sectorale voorwaarden kan er gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie tot een aanvaardbaar niveau beperkt kunnen worden.

 

De vergunning kan verleend worden voor onbepaalde duur.

 

 

  1. Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien in de voorgelegde aanvraag de gemeenteraad besliste negatief over de zaak der wegen, moeten een negatief advies gegeven worden.

 

 

Indien er over de zaak der wegen gunstig was beslist kon een voorwaardelijk  gunstig advies gegeven worden dat in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse Codex en het DABM.

en kon de omgevingsvergunning afgeleverd worden onder volgende voorwaarden :

        De aanvraag moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. 

        strikte naleving van de voorwaarden gesteld in het advies van ANB dd 23 december 2021, als afwijking op de verboden van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, volgens artikel 10 van het vermelde besluit…

        De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Brandweerzone Rivierenland (ref. P18098-003/02) van 14 december 2021 strikt na te leven.

        Aangezien de werkzone in de buurt van de waterkering gelegen is, moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om de integriteit en de stabiliteit van de waterkering te vrijwaren. De verkrijger is aansprakelijk voor alle verzakkingen, incidenten en ongevallen die kunnen voortvloeien uit de aanleg, het bestaan, onderhoud, verandering of schorsing van de werken. Eventuele gebreken die optreden aan de waterkering na het beëindigen van de werken moeten onmiddellijk aan DVW gerapporteerd worden en in voorkomend geval direct hersteld worden tot de volledige voldoening van DVW, zo niet zullen deze herstellingswerken van ambtswege op kosten en risico’s van de verkrijger worden uitgevoerd.

        Fluvius raadt aan om ons zo spoedig mogelijk te contacteren. Vermeld daarbij altijd duidelijk het referentienummer van uw project: 47802586. Zo kunnen we uw dossier vlot opvolgen. Samen zullen we uw project verder bespreken.

        1. Een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. Voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie SB 250 v 4.1.

        2. Een afgevaardigde van de technische dienst van stad Lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

        2.1. De proeven worden steeds genomen en uitgevoerd in aanwezigheid van de stad voor zover deze van toepassing zijn op delen die tot het openbaar domein behoren.

        2.2. Het mandaat van de afgevaardigde van de technische dienst van de stad Lier bestaat, voor zover het de aanleg van openbaar domein betreft, tevens uit:

        2.2.1. de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering;

        2.2.2. de keuring van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring;

        2.2.3. het nazicht van de vorderingsstaten;

        2.2.4. het opstellen van de processen-verbaal;

        2.2.5. de organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken.

        2.2.6. Het bestendig toezicht behoort niet tot zijn taken.

        3. Rioolaansluitingen: Aansluitingen dienen op eigen terrein beveiligd te worden met een terugslagklep.

        4. De verharding in het openbaar domein betreft waterdoorlatende betonstraatstenen, kleur grijs. Model en technische fiche voor te leggen ter goedkeuring.

        5. Straatmeubilair: Eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad Lier.

        6. Aanplant bomen openbaar domein:

        6.1. De aanplant van bomen op openbaar domein dient conform het ‘handboek bomen’ van het Norminstituut Bomen te zijn;

        6.2. Groeiplaatsen van bomen aan te vullen in de bovenste 50 cm met bomengrond cfr normenboek Bomen 2018, geen herbruikgrond/teelaarde;

        6.3. De minimale maat van de hoogstambomen is 18/20

        6.4. De inrichting (grootte, type) van de groeiplaats dient te worden bepaald aan de hand van de tool ‘boommonitor online’ van het Norminstituut Bomen.

        6.5. Voor het watergeven moeten er gietranden volgens de leidraad van de stad Lier worden toegepast.

        6.6. 125 liter per gietbeurt voor de bomen

        7. De verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. Offerte op te vragen bij Fluvius door de aanvrager. De kosten voor aanleg zijn een last van de vergunning.

        8. Alle aanpassingen, zowel aan wegeninfrastructuur als aan nutsvoorzieningen, die nodig zijn voor aansluiting van het nieuw over te dragen openbaar domein aan de Lispersteenweg zijn een last van de vergunning.

        De maatregelen in de archeologienota waarvan akte werd genomen op [14/4/2021] met referentienummer [18221] moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in diezelfde archeologienota, de voorwaarden bij de aktename, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Na de uitvoering ervan moet een nota gemeld worden voor aktename. De maatregelen in deze nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die nota, de voorwaarden bij de aktename, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

        Het al dan niet plaatsen van septische putten moet mee besproken worden in de besprekingen met het Technisch Bureau van de stad.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van (19/5/2022).

 

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier :

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.6 OV 2021/561: Parkwonen 82 app + 28 won komt van provincie, Bosstraat 94, David Tenierslaan 24, 32 en Kazernedreef 103. ADVIES INZAKE OMGEVINGSVERGUNNING. limietdatum 31/5/2022

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.7 Rooilijn - wegenis bij OV 2021/290: slopen van bijgebouw en bouwen meergezinswoning met 26 appartementen + aanleg nieuwe gemeenteweg – NIET VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN – NIET GOEDKEUREN WEGENIS EN BIJ HOOGDRINGENDHEID DOORSTUREN NAAR GEMEENTERAAD.

 

BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar niet bij en maakt zelf volgende beoordeling:

omwille van de bouwpauze welke beslist werd in februari 2022 geeft het college ongunstig advies.

 

Art. 1 :

Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 3 bezwaarschrift(en) en een petitielijst werden ingediend.

 

De elementen uit de bezwaarschriften betreffen niet de rooilijn, noch de wegenis.

 

Art. 2 :

Het college beslist het dossier door te sturen naar de Gemeenteraad om de rooilijn niet vast te stellen en de wegenis niet goed te keuren bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door Tom Ceuppens namens CEUPPENS-RETRABOUW BVBA BV inzake slopen van bijgebouw en bouwen meergezinswoning met 26 appartementen + aanleg nieuwe gemeenteweg, gelegen Lispersteenweg 354-356, volgens het plan met titel ‘plan grondafstand / rooilijnplan’ dd 27 mei 2021 opgemaakt door studiebureau Verhaert  met plannr  06 ingegeven in het omgevingsloket als BA_infra_plan grondafstand_N_06_v3_RLL

Met een gratis grondafstand van 843m², mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden :

        De voorwaarden en lasten, opgelegd in de beslissing van de gemeenteraad van 23/05/2022, dienen stipt nageleefd te worden.

        De gronden welke binnen de rooilijn vallen vastgesteld door gemeenteraad, op 23/05/2022, moeten gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.8 Opmaak Plan Mer -  Beleidsplan Ruimte. GOEDKEURING.

 

Het college beslist budget vrij te maken voor de opmaak van een Plan Mer.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.9 Factuur woonbeleidsstudie. GOEDKEURING.

 

Art 1 :

Het college beslist €20.000 van de investeringsreserve aan te wenden

in aanvulling op de beschikbare €10.000 van de actie 01/01/SAP/02/02 voor de uitbetaling van factuur 2021138514 van stad Mechelen in kader van de woonbeleidsstudie onder regie van het IGS Versterkt wonen in Mechelen, Lier en Willebroek.

 

Art 2:

 

De

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.10 Lijst bestelbons gewone en buitengewone dienst LPL. GOEDKEURING.

 

Art 1 :

Het college keurt de lijst bestelbons gewone en buitengewone dienst LPL goed voor een totaal bedrag van 1.386,44 euro (van bestelbonnummer 275 tot en met bestelbonnummer 283).

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.11 Aanpassing boete- en vervolgingsbeleid sluikstort. KENNISNAME.

 

Aanpassing boete- en vervolgingsbeleid voor sluikstort:

        verhoogde controle en verbalisering op sluikstort

        verhoging van de minimumboete voor sluikstort van 150€ naar 300€

        bijkomende communicatie rond gemeenschapsdienst als alternatief

        huidige belastingreglement voor het opruimen van afval en sluikstort blijft behouden

        bijkomende communicatie rond het bijplaatsen van zakken aan OCT's

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.12 Uitbetaling subsidie zwerfvuilactie door KSA Lier op 30/04/2022. GOEDKEURING.

 

Het college beslist een subsidie van €460 toe te kennen aan KSA Lier in het kader van het subisidiereglement zwerfvuil.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.13 Rioleringsproject Zoeteweide - Soeteweide. Keuze typedwarsprofiel en offerte opmaak projectnota. GOEDKEURING.

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college hecht goedkeuring aan het typedwarsprofiel van scenario 2 - optie 1, zijnde vrijliggend dubbelrichtingsfietspad met behoud gracht.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.14 Werken nutsmaatschappijen. TOELATINGEN.

 

BESLUIT

Art 1

Het college verleent toelating aan de nutsmaatschappij Telenet voor het uitvoeren van werken op grondgebied van Lier.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.15 Weg- en rioleringswerken Huibrechtstraat - K. Albertstraat - Kammenstraat - Wijngaardstraat. Geotechnisch onderzoek en infiltratieproeven. GOEDKEURING.

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college hecht goedkeuring aan de aanwending voor het uitvoeren van geotechnische onderzoeken en infiltratieproeven door Abo voor het project Huibrechtstraat - Koning Albertstraat - Kammenstraat en Wijngaardstraat.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.16 Begraafplaats Kloosterheide en Beekstraat. Stand van zaken goedgekeurde werken. GOEDKEURING.

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college neemt kennis van de stand van zaken over de eerder goedgekeurde werken op de begraafplaats Kloosterheide en begraafplaats Beekstraat.

 

Art 2 :

Het college beslist om gefaseerd in 2 of 3 jaar de 234 coniferen en 14 berken te rooien langs de hoofdpaden van begraafplaats Kloosterheide en te vervangen door Taxus baccata 'Fastigiata Aurea'.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.17 Restauratie Zwartzusterklooster - verrekening 5. GOEDKEURING.

 

Art 1 :

Het college beslist verrekeningsvoorstel 5 t.b.v. 59.968,80 euro excl. BTW ofwel 63.566,92 euro incl. 6% BTW goed te keuren. Om deze werken uit te voeren wordt er een termijnsverlenging van 10 werkdagen toegestaan.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.18 Heilige Familiekerk. Restauratie glasramen en gevel en herstellingswerken dak – aanbestedingsdossier. GOEDKEURING.

 

Het college keurt het aanbestedingsdossier  voor restauratie glasramen, dak en gevels van de Heilige Familiekerk goed en beslist om bij gunning van de werken de nodige bijkomende budgetten te voorzien vanuit een andere stadsbrede actie of via aanpassing bij budget besprekingen 2022-2023

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.19 Bijkomende vastlegging van krediet voor de aankoop van sanitaire toebehoren via raamcontract. TOEWIJZING.

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college beslist dat 10.000 euro bijkomend krediet wordt vastgelegd voor de aankoop van sanitaire toebehoren via het raamcontract met de firma Verpa NV uit Laakdal (0405.793.857).

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.20 Ontwerpen en realiseren van een inclusieve speeltuin op het Belfortplein. TOEWIJZING.

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college beslist dat goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 18 mei 2022, opgesteld door Algemene zaken - aankoop en overheidsopdrachten.

Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

Art 2 :

De opdracht “Ontwerpen en realiseren van een inclusieve speeltuin op grondgebied van Lier” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde BOER BELGIUM BVBA, KBO 421099269, Sneeuwbeslaan 4, Bus 13 te 2610 Wilrijk tegen het nagerekende offertebedrag van € 140.491,97 excl. btw of € 169.995,28 incl. 21% btw.

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2022/691.

 

Art 3 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

01/05/KAP/03/13

Bebouwde terreinen in uitvoering

169.995,28 euro

 

Budgetsleutel

075000-22200007

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.21 Aanpassing school en club tarieven zwembad de Waterperels. GOEDKEURING.

 

BESLUIT:

Het CBS is akkoord met de aanpassingen van de tarieven voor school en clubzwemmen.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.22 Sport en jeugdraad : gezamenlijk advies over de nota recreative voorzieningen. KENNISNAME.

 

adviesbrief sportraad en jeugdraad

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

B.23 19/06/2022 - Bar Jut - jaarmarkt Koningshooikt. GOEDKEURING.

 

Art 1 :

Het college beslist toelating te verlenen voor het organiseren van 'Bar Jut', in de tuin van Dorpsstraat nr. 2, tijdens de jaarmarkt in Koningshooikt op zondag 19 juni 2022 van 14u00 tot 23u00. De boxen moeten zodanig geplaatst worden dat ze op de uithoeken van de ruimte staan en naar binnen gericht zodat er zo weinig mogelijk hinder naar de buurt is. Na 22u00 dient het aantal db sterk te worden verminderd om zo naar het einde toe te werken zonder drastisch de muziek uit te schakelen.

 

Art 2 :

De opgelegde voorwaarden voor de geluidsafwijking dienen strikt te worden opgevolgd :

 

Op zondag 26/06/2022

• mag het geluidsniveau van de muziek tussen 16.00u tot 23.00u niet meer bedragen dan 93 db(A) Laeq,15 min;

• dienen de muziekactiviteiten stipt beëindigd te worden 23.00u;

• de organisator moet de omwonende binnen een straal van 200 m rond het evenement, uiterlijk één week voor het evenement informeren en de gegevens van de organisator of verantwoordelijke meedelen;

• de organisator voorziet een geluidsmeter met permanente registratie, die permanent de LAeq, 15 min-waarde meet.

Deze geluidsmeter dient opgesteld te worden tussen het publiek, aan de DJ- of PA-installatie.

 

De resultaten van de meting dienen voor 29/06/2022 in tabelvorm aan de stad Lier bezorgd te worden (leefmilieu@lier.be ).

 

De beslissing dient op eenvoudig verzoek aan de toezichthoudende diensten getoond kunnen worden.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

C.6 Novemberfoor - Attractiewissel - nostalgische paardenmolen. GOEDKEURING.

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

C.7 Beroep tegen OV 2021/308 - vergunning voor het bouwen van nieuwbouw bijgebouw voor het perceel Krokuslaan 11 te Lier, kadastraal gekend als afdeling 3, sectie F, nr.327 N3. GOEDKEURING.

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college neemt kennis van het ingestelde beroep en beslist het standpunt uit eerste aanleg te bekrachtigen.

 

Art 2 :

Het college beslist voor dit dossier geen raadsman aan te stellen.

.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

C.8 OV 2022/88: wijzigen functie rechts handelsruimte winkel naar restaurant en het plaatsen van een lichtreclamebord, Antwerpsestraat 99, 101, 103 en 105. Limietdatum: 01/06/2022. OMGEVINGSVERGUNNING.

 

 

BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

 

Art. 1:

Het college beslist de aanvraag inzake het wijzigen functie rechts handelsruimte winkel naar restaurant en het plaatsen van een lichtreclamebord, te vergunnen met voorwaarden.

 

 

De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

Art. 2:

Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

        Indien de ondergrondse mazouttank nog in gebruik is, dient hiervoor een nieuwe vergunningsaanvraag ingediend te worden.  Indien deze verwijderd of opgevuld werd, dient het attest overgemaakt te worden aan de dienst leefmilieu van de stad (leefmilieu@lier.be).

        De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Brandweerzone Rivierenland (ref. P18890-001/01) van 15 april 2022 strikt na te leven.

De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.

 

Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:

        De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.

        Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.

        Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.

        De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

        Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen

        Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken.  Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad

        Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.

        De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).

        Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.

        Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk  nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.

        De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.

        De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :

  1. het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
  2. de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

C.9 OV 2022/80: verbouwen van een hoekwoning, Molenstraat 28. Limietdatum: 28/05/2022. OMGEVINGSVERGUNNING.

 

 

 

BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

 

Art. 1:

Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het verbouwen van een hoekwoning,   vergunnen met voorwaarden.

 

 

De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

Art. 2:

Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

Er worden geenspecifieke stedenbouwkundige voorwaarden opgelegd.

De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.

 

Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:

        De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.

        Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.

        Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.

        De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

        Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen

        Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken.  Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad

        Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.

        De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).

        Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.

        Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk  nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.

        De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.

        De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :

  1. het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
  2. de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

C.10 OV 2022/97: uitbreiden open eengezinswoning, Posthoornstraat 3. Limietdatum: 07/06/2022. OMGEVINGSVERGUNNING.

 

BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

 

Art. 1:

Het college beslist de aanvraag inzake het uitbreiden van een open eengezinswoning te vergunnen met voorwaarden.

 

De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

Art. 2:

Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

        De reclame op de zijgevel wordt uitgesloten uit de vergunning

        Er moet rekening gehouden worden met de aandachtspunten uit het advies van de Afdeling Wegen en Verkeer van 29/04/2022 met als kenmerk AV/123/2022/00443

 

De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.

 

Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:

        De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.

        Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.

        Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.

        De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

        Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen

        Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken.  Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad

        Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.

        De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).

        Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.

        Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk  nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.

        De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.

        De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :

  1. het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
  2. de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

C.11 Tijdelijke politieverordening op het wegverkeer/ Aanleg mindervalidenparkeerplaats thv Het Bergsken 15. GOEDKEURING.

 

Art. 1:

Het college vaardigt volgende tijdelijke politieverordening op het wegverkeer uit vanaf 1 juni 2022:

Parkeren voorbehouden voor houders van een invalidenkaart: (E9a)

Op volgend wegvak is het parkeren voorbehouden aan personen die over een invalidenkaart beschikken:

Het Bergsken 15

 

Art 2:

De verkeersmaatregelen worden bekend gemaakt aan de weggebruiker met de passende verkeerstekens overeenkomstig artikel 12 van de verkeerswet (KB 16.03.68 en latere wijzigingen)

 

Art 3:

Inbreuken worden gestraft zoals voorzien in de wet van het wegverkeer (KB 16.03.68 en latere wijzigingen)

 

Art 4:

Afschrift van huidig besluit wordt overgemaakt aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en de Politierechtbank te Mechelen.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 23 mei 2022

 

C.12 Lijst bestelbonaanvragen Stad Lier. KENNISNAME.

 

Art 1 :

Het college neemt kennis van de lijst bestelbonaanvragen Stad Lier voor een totaal bedrag van 52.889,09 euro, aangemaakt in week 20 van 2022, die de volledige goedkeuringsflow doorlopen hebben.

 

 

Publicatiedatum: 02/06/2022