BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het wijzigen van de functie van industrie naar groepspraktijk voor 3 psychologen, te weigeren.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het herbestemmen en renoveren van een gesloten bebouwing te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het verbouwing van een eengezinswoning met stal tot een kinepraktijk, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
1) De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
2) Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
3) Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
4) De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
5) Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
6) Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
7) Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
8) De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
9) Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
10) Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
11) De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
12) De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het graven van een amfibieënpoel met oppervlakte van 115m2, te weigeren.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag ingediend namens Natuurpunt VZW inzake het graven van een amfibieënpoel met oppervlakte van 180m2, gelegen Donderheide ZN en ZN, 2500 Lier te vergunnen met voorwaarden.
De aanvraag omvat zowel stedenbouwkundige handelingen als vegetatiewijzigingen.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
o Om schade aan de bodem te voorkomen wordt gebruik gemaakt van aangepast materiaal (kraan met lage bodemdruk en kantelbak) en worden de werken gepland in september/oktober.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het wijzigen van de functie van een woning met handelspand, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het verbouwen van twee ééngezinswoningen en het opsplitsen naar originele erfscheiding, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het verbouwen van een eengezinswoning te weigeren.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het bouwen van paardenstallen gedeeltelijk te vergunnen met voorwaarden.
De aanvraag omvat (eveneens) :
Rubriek | Omschrijving | Aard | Hoeveelheid | Eenheid |
28.2.c)1° | Opslag van dierlijke mest in agrarisch gebied | klasse 3 | 16,7 | M3 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Aard | Totale hoeveelheid | Eenheid |
28.2.c)1° | Opslag van dierlijke mest in agrarisch gebied | klasse 3 | 16,7 | M3 |
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 3:
De in art. 1 bedoelde vergunning wordt uitgereikt voor onbepaalde duur.
Art. 4:
De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:
§.1 - algemene voorwaarden:
• Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften;
• Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging;
• Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem en grondwaterverontreiniging;
• Hoofdstuk 4.4: Beheersing van luchtverontreiniging;
• Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder;
• Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht;
• Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest;
• Hoofdstuk 4.9: Energieplanning;
• Hoofdstuk 4.10: Emissies van broeikasgassen.
§.2 - sectorale voorwaarden:
• Afd. 5.28.2: Dierlijke mest.
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de Milieunavigator, via de link: https://nnavigator.emis.vito.be/
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
1. De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
2. Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
3. Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
4. De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
5. Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
6. Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
7. Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
8. De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
9. Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
10. Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
11. De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
12. De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 0 bezwaarschrift(en) werd(en) ingediend.
Art. 2:
Het college beslist de omgevingsvergunning inzake verandering van een laboratorium door uitbreiding en wijziging, voorwaardelijk gunstig te adviseren.
Art. 3:
Volgende bijzondere milieuvoorwaarden worden opgelegd:
de voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het bouwen van een eengezinswoning (halfopen bebouwing) te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
- De kroonlijsthoogte moet worden opgetrokken tot de kroonlijsthoogte van lot 3, zijnde 6,5 m ten opzichte van de as van de rijweg.
- Het plaatsen van een septische put is verplicht voor de opvang van zwart / faecaal water (minimale inhoud 2000 liter).
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
1) De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
2) Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
3) Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
4) De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
5) Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
6) Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
7) Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
8) De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
9) Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
10) Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
11) De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
12) De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het bouwen van een woning 2500 Lier te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag iinzake het verbouwen van een eengezinswoning en het plaatsen van een fietsenstalling in de voortuin te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 1 bezwaarschrift(en) werden ingediend.
De elementen uit de verschillende bezwaren zijn van die aard dat ze niet kunnen worden bijgetreden.
Art. 2:
Het college beslist de aanvraag inzake het vergunnen van vergunde parking en de bestaande toegang tot het bedrijf opnieuw en definitief, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 3:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het wijzigen van de gevel te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
1° het verval van de vergunning die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft, vermeld in artikel 99 van het decreet van 25 april 2014;
2° de vrijwillige gedeeltelijke of gehele definitieve stopzetting van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit.
BESLUIT
Het college beslist het verslag van de omgevingsambtenaar bij te treden en akte te nemen onder volgende voorwaarden:
Art. 1
Naar aanleiding van de melding namens FAUNA EN FLORA BV van 2 juli 2020 met het oog op de gehele overdracht van een vergunning voor een iioa voor een serre , wordt het vergunningsbesluit geactualiseerd.
De serre is voortaan vergund op naam van FAUNA EN FLORA BV voor:
Rubriek | Omschrijving | Aard | Totale hoeveelheid | Eenheid |
15.1.1° | Al dan niet overdekte ruimte waarin de volgende voertuigen gestald worden: 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen zoals gedefinieerd in artikel 3, 73°, van de spoorcodex van 30 augustus 2013 zijn | klasse 3 | 4 | stuks |
43.1.1°c) | 300 kW tot en met 500 kW in de andere gevallen dan de gevallen, vermeld in a) en b) | klasse 3 | 475 | kW |
De vergunningstermijn loopt tot 10/08/2035.
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden :
Volgende bijzondere milieuvoorwaarden worden opgelegd:
Er worden geen specifieke milieuvoorwaarden opgelegd.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden :
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM :
o Afd. 5.43.1: Niet in rubriek 2 en 28 begrepen verbrandingsinrichtingen: algemene bepalingen;
o Subafd. 5.43.2.3: Niet in rubriek 2 en 28 begrepen verbrandingsinrichtingen: kleine stookinstallaties;
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link : https://navigator.emis.vito.be/
Art. 2
Volgende bepalingen zijn van toepassing:
1.De vergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze melding houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
2.De vergunning doet geen enkele afbreuk aan de verplichtingen inzake brandveiligheid zoals deze voorzien worden in de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen en diens bijlagen.
3.Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
4.Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
5.Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
6.De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
7.Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
8. Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
Indien er na de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning blijkt dat er geëxploiteerd zal worden met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dan dient er een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang exploitatie.
Art. 3
§1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 6 van het Omgevingsvergunningsdecreet.
§2. Elke overdracht die betrekking heeft op een vergunningsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit moet vooraf worden gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 97 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
§3.Een hernieuwing van een omgevingsvergunning die of van een gedeelte ervan dat voor bepaalde duur is verleend, moet worden aangevraagd overeenkomstig artikel 70 van het Omgevingsvergunningsdecreet uiterlijk tussen de 24 en 12 maanden vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1
Er wordt akte genomen van de melding inzake het aanleggen propaangastank.
De aanvraag omvat nieuwe rubriek:
Rubriek | Omschrijving | Aard | Hoeveelheid | Eenheid |
17.1.2.2.1° | enkelwandige groene bovengrondse propaangastank | klasse 3 | 3000 | liter |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Aard | Totale hoeveelheid | Eenheid |
17.1.2.2.1° | enkelwandige groene bovengrondse propaangastank | klasse 3 | 3000 | liter |
Art. 2
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
Art. 3
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden :
- Er worden geen specifieke milieuvoorwaarden opgelegd.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 4
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden :
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM :
o Afd. 5.17.1: Gevaarlijke producten: algemene bepalingen;
o Afd. 5.17.3: Gevaarlijke producten: opslag in bovengrondse houders.
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link : https://navigator.emis.vito.be/
Volgende bepalingen zijn van toepassing:
- De vergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze melding houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
- De vergunning doet geen enkele afbreuk aan de verplichtingen inzake brandveiligheid zoals deze voorzien worden in de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen en diens bijlagen.
- Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
- Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
- Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
- De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
- Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
- Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
Indien er na de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning blijkt dat er geëxploiteerd zal worden met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dan dient er een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang exploitatie.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.