BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist een afwijking op het Algemeen Politiereglement (APR) toe te staan waardoor de oppervlakte/zone van het reguliere vergunde zomerterras zoals omschreven in dat APR in gebruik mag blijven als winterterras.
Het college beslist deze maatregel voor de komende 3 winterseizoenen (‘22-‘23, ‘23-‘24 en ‘24-‘25) in te voeren.
Deze uitgebreide winterterrassen mogen staan na het einde van de Novemberfoor (de woensdag na de derde zondag na Allerheiligen) tot en met het eerste weekend van maart voor de zones Grote Markt, Felix Timmermansplein, Kon. Albertstraat (t/m nummers 3 en 10) en Zimmerplein. Voor de Eikelstraat gaat de maatregel in vanaf de vrijdag waarop de herfstvakantie start.
Het college beslist om onder voorwaarden overkappingen van deze winterterrassen toe te staan.
Art 2:
Het college beslist volgende voorwaarden, zowel algemene als per deelzone, op te leggen voor winterterrassen in eerder vermelde periodes:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden voor terrassen en meer bepaald winterterrassen in het APR blijven voor alle locaties behouden, behoudens volgende algemeen geldende afwijkingen:
● Bijkomende verankeringen in het openbaar domein voor deze winterterrassen zijn nergens toegestaan.
● De bijkomende richtlijnen van de brandweer (zie uitgebracht advies) moeten ten allen tijde gerespecteerd worden en worden gecontroleerd zo snel mogelijk na de plaatsing van een overkapte tent of constructie.
● Er mogen geen losliggende kabels of leidingen of kabelgoten over het voetpad gelegd worden.
● Bij werken in het openbaar domein in opdracht van nutsmaatschappijen, het technisch bureau en/of de eigen technische uitvoerende diensten dient steeds bekeken te worden wat de prioriteiten zijn. In uitzonderlijke gevallen dient de mogelijkheid voorzien te zijn om een winterterras ikv het algemeen belang, al dan niet tijdelijk, te laten verwijderen.
● De toegangsmogelijkheden van ondergrondse technische installaties in het beheer van de stad (fonteinen, marktkasten, watervoorzieningen, plantvakken, riooldeksels,…) dienen ten allen tijden vrij te zijn en zonder hinder, dus niet overdekt, bereikbaar te zijn.
● Uitbaters staan er zelf voor in het ingenomen terrein proper te houden en ook OCT’s, vuilbakken en andere technische installaties moeten ten allen tijden bereikbaar blijven.
● Het type van toegestane tijdelijke inrichting verschilt verder per locatie zoals verderop omschreven. In bijlage bij dit besluit zit een inspiratiegids waarin met foto’s duidelijk gemaakt wordt welke soorten tenten en constructies bedoeld worden en welke niet toegestaan zijn. De dienst ondernemen van de stad Lier zal deze inspiratiegids gebruiken om individuele aanvragen te beoordelen.
● Een overdekt winterterras dat niet verwijderd kan worden voor evenementen, markten, werkzaamheden van openbaar nut en dergelijke wordt reeds bij het verlenen van de vergunning hierop beoordeeld. Indien een verwijderbaar winterterras in conflict komt met één van deze factoren, beslist de burgemeester waarvoor het openbaar domein prioritair gebruikt mag worden.
Grote Markt, Felix Timmermansplein en Koning Albertstraat (vanaf Grote Markt tot en met huisnr. 10 en huisnr. 3).
De voorwaarden voor winterterrassen in het politiereglement blijven behouden, behoudens de algemeen geldende afwijkingen en volgende voor deze locatie specifiek toegestane afwijkingen:
● In afwijking van artikel 247/9 APR mag de terrasstrook in de periode vanaf de woensdag na de derde zondag na Allerheiligen (na de Novemberfoor) tot en met het eerste weekend van maart over maximaal de gehele vergunde oppervlakte van het reguliere zomerterras als winterterras gebruikt worden. Bij een conflict met de zaterdagmarkt moet het terras op eenvoudig verzoek van de stad ingekort worden.
● In afwijking van artikel 247/12 APR gelden voor verwarmingstoestellen de richtlijnen van de brandweer zoals verderop in deze beslissing opgenomen.
● Op het uitgebreide winterterras mogen enkel winterparasols gebruikt worden. Ze moeten voldoen aan de vereisten uit artikel 247/13 APR en er mogen geen extra verankeringen of terrasschermen worden aangebracht.
● Voor de specifieke richtlijnen mbt de terrasinrichting (windschermen, tafels en stoelen, luifels, parasols, menuborden en groenelementen) wordt verwezen naar het beheersplan Grote Markt en omgeving.
Eikelstraat
De voorwaarden voor winterterrassen in het politiereglement blijven behouden, behoudens de algemeen geldende afwijkingen en volgende voor deze locatie specifiek toegestane afwijkingen:
● De terrasstrook mag in de periode vanaf de vrijdag waarop de herfstvakantie start over maximaal de gehele vergunde oppervlakte van het reguliere zomerterras (tot aan de goot) in zijn geheel of voor een gedeelte van een overkapping voorzien worden.
● In afwijking van artikel 247/30 van het APR moet er voor 11u geen obstakelvrije doorgang van minimaal 1,5 meter uit de goot worden vrijgehouden voor voetgangers.
● In afwijking op artikel 247/31 van het APR zijn in- of uitsprongen ten opzichte van de buurterrassen toegestaan, aangezien niet elke horecazaak verplicht een winterterras over de gehele vergunde oppervlakte moet plaatsen.
● In afwijking van artikel 247/38 APR gelden voor verwarmingstoestellen de richtlijnen van de brandweer zoals verderop in deze beslissing opgenomen.
● In afwijking van artikel 247/40 §2 moeten er tijdens de openbare zaterdagmarkt geen terrasconstructies ingekort worden, aangezien er niet langer standplaatsen worden ingenomen op plaatsen waar terrassen staan.
● Het plaatsen van vloeren of vloerbekleding is toegestaan, voor zover de ondergrondse technische installaties in het beheer van de stad, nutsmaatschappijen of brandweer (gasafsluiters, hydranten, watervoorzieningen, fonteinen, marktkasten, plantvakken, riooldeksels, ...) ten allen tijde vrij en zonder hinder bereikbaar zijn.
● Deze overkapping kan één van volgende vormen aannemen (zie voorbeelden in bijlage):
○ een kwalitatieve tent voor professioneel gebruik met plat dak, hellend dak, zadeldak of puntdak, uitgevoerd in een effen, sobere kleur van zwart-, bruin of donkergrijstinten.
○ een halfopen of gesloten stabiele kadertentconstructie met zoveel mogelijk glas voor transparantie, met stevige zijwanden in hout, een dak in hout of een dakzeil in een sobere, effen kleur.
○ parasols en bestaande windschermen, al dan niet geplaatst in combinatie met een bestaande zonnetent. De zonnetent voldoet qua uitvoering aan de vereisten zoals opgesomd in artikel 247/32 APR. De parasols voldoen qua uitvoering aan de vereisten zoals opgesomd in artikel 247/33 APR. De windschermen voldoen aan de vereisten zoals opgesomd in artikel 247/35 APR.
○ zijwanden (flappen) aan een bestaande zonnetent, uitgevoerd in dezelfde kleuren als de zonnetent. Deze zijwanden (flappen) mogen enkel aansluiten op de terrasschermen of op de grond (zonder verankering) indien de voorzijde van het terras, parallel aan de gevel, volledig open is.
○ Opzetstukken (verhogingen) aan bestaande windschermen, in dezelfde uitvoering als de windschermen. Als deze aansluiten bij een bestaande zonnetent enkel indien de voorzijde van het terras, parallel aan de gevel, volledig open is.
○ Het plaatsen van tijdelijke windschermen, die conform het APR zijn, aan de voorzijde van het terras, parallel aan de gevel, op voorwaarde dat:
■ er minstens 1 meter vrije doorgang wordt gelaten. De minimale evacuatiedoorgang blijft steeds behouden;
■ er te allen tijde minstens 50 cm vrije ruimte is tussen de terrasschermen aan de voorzijde en de eventuele overkappingen of parasols;
■ de stabiliteit van de windschermen gegarandeerd kan worden.
Zimmerplein
De voorwaarden voor winterterrassen in het politiereglement blijven behouden, behoudens algemeen geldende afwijkingen en volgende voor deze locatie specifieke toegestane afwijkingen:
● In afwijking van artikel 247/51 APR mag de terrasstrook in de periode vanaf de woensdag na de derde zondag na Allerheiligen (na de Novemberfoor) over maximaal de gehele vergunde oppervlakte van het reguliere zomerterras (tot aan de goot) van een overkapping voorzien worden.
● In afwijking op artikel 247/52 APR zijn in- of uitsprongen ten opzichte van de buurterrassen toegestaan, aangezien niet elke horecazaak verplicht een (uitgebreid) winterterras over de gehele vergunde oppervlakte moet plaatsen.
● In afwijking van artikel 247/59 APR gelden voor verwarmingstoestellen de richtlijnen van de brandweer zoals verderop in deze beslissing opgenomen.
● Het plaatsen van vloeren of vloerbekleding is toegestaan, voor zover de ondergrondse technische installaties in het beheer van de stad, nutsmaatschappijen of brandweer (gasafsluiters, hydranten, watervoorzieningen, fonteinen, marktkasten, plantvakken, riooldeksels, ...) ten allen tijde vrij en zonder hinder bereikbaar zijn.
● Een overkapping kan één van volgende vormen aannemen:
○ een kwalitatieve tent voor professioneel gebruik met plat dak, hellend dak , zadeldak of puntdak, uitgevoerd in een effen, sobere kleur van zwart-, bruin of donkergrijstinten, in afwijking van de kleuren vermeld in artikel 247/53 APR.
○ een halfopen of gesloten stabiele kadertentconstructie met zoveel mogelijk glas voor transparantie, met stevige zijwanden in hout, een dak in hout of een dakzeil in een sobere, effen kleur.
○ parasols en windschermen, al dan niet geplaatst in combinatie met de zonnetent in de strook van 3 meter vanaf de gevel zoals besproken in artikel 247/51. De parasols dienen, indien in combinatie met een zonnetent in de strook tot 3 meter vanaf de gevel, uitgevoerd in dezelfde kleur als de zonnetent. Indien de volledige oppervlakte wordt ingenomen door parasols dienen deze in één en dezelfde kleur te zijn uitgevoerd. Alle parasols voldoen qua afmetingen en uitvoering verder aan de vereisten zoals opgesomd in artikel 247/55.
○ Zijwanden (flappen) aan een bestaande zonnetent. De zijwanden (flappen) van een bestaande zonnetent dienen in dezelfde kleuren als de zonnetent en parasols te worden uitgevoerd. Deze zijwanden (flappen) mogen enkel aansluiten op de terrasschermen of op de grond (zonder verankering) indien de voorzijde van het terras, parallel aan de gevel, volledig open is.
○ Opzetstukken (verhogingen) aan bestaande windschermen, in dezelfde uitvoering als de windschermen. Als deze aansluiten bij een bestaande zonnetent enkel indien de voorzijde van het terras, parallel aan de gevel, volledig open is.
○ Het plaatsen van tijdelijke windschermen, die conform het APR zijn, aan de voorzijde van het terras, parallel aan de gevel, op voorwaarde dat:
■ er minstens 1 meter vrije doorgang wordt gelaten. De minimale evacuatiedoorgang blijft steeds behouden;
■ er te allen tijde minstens 50 cm vrije ruimte is tussen de terrasschermen aan de voorzijde en de eventuele overkappingen of parasols;
■ de stabiliteit van de windschermen gegarandeerd kan worden.
De rookwetgeving dient in overdekte constructies nageleefd te worden, er mag binnen niet gerookt worden. De zaakvoerder dient dit aan te geven door het aanbrengen van pictogrammen.
Indien er coronamaatregelen van toepassing zijn tijdens de winters van 2023-2024-2025 dient de zaakvoerder deze na te leven (CO2 meter, afstand tafels, hygiënemaatregelen, ...).
Art. 3:
Het college beslist dat er een aanvraag moet gebeuren bij economie@lier.be bij gelijk welke aanpassing aan de opstelling van het reguliere vergunde zomerterras (bijv. andere inplanting, andere inrichting, extra verwarmingselementen, ...), en/of bij gelijk welke overkapping die geplaatst wordt en/of bij andere afwijkingen van het APR omtrent winterterrassen.
Deze aanvraag verloopt conform het Algemeen Politiereglement:
Artikel 247/24. Voor het oprichten van een nieuwe of het volledig vervangen van een bestaande constructie dient men minstens 2 maand voor men de uitbating effectief wenst te beginnen, de aanvraag te doen. […]
Artikel 247/25. de machtiging kan enkel worden verleend na een administratief onderzoek dat volgende componenten bevat:
● Een brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek of het terras voldoet aan de minimumnormen inzake brandpreventie (zie richtlijnen van de brandweer).
● Een financieel onderzoek: een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde stadsfacturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die betrekking hebben op de horeca-uitbating waarvoor het terras wordt aangevraagd. In het kader van dit onderzoek moet de aanvrager zelf het bewijs voorleggen van betaling van voorgaande terrasbelastingen.
● Een stedenbouwkundig onderzoek: een onderzoek naar de stedenbouwkundige conformiteit van het terras waarbij wordt onderzocht of het terras voldoet aan alle stedenbouwkundige voorschriften.
● Dit administratief onderzoek moet een positief resultaat hebben op alle deelonderzoeken om een machtiging te kunnen verkrijgen.
De dienst ondernemen van de stad Lier heeft als vergunningverlener een discretionaire bevoegdheid en heeft dus het recht om naar eigen inzicht te besluiten of een aanvraag voldoet aan de richtlijnen die opgenomen zijn in deze afwijking op het APR, bijvoorbeeld op basis van de voorbeelden van toegelaten overkappingen in bijlage.
De machtiging (inclusief de geldigheid van de controle door de brandweer) wordt verleend voor drie winterterrasseizoenen: telkens voor de periode vanaf de vrijdag waarop de herfstvakantie start voor de Eikelstraat of vanaf de woensdag na de derde zondag na Allerheiligen (voor Zimmerplein, Grote Markt, Kon. Albertstraat (tem nummers 3 en 10) en Felix Timmermansplein, tot en met het eerste weekend van maart van de jaren ’22-’23, ‘23’-24 en ’24-’25.
Als er wijziging van constructie, eigenaar, omvang, … van het winterterras gebeurt, moet er een nieuwe aanvraag ingediend worden bij de dienst ondernemen van de stad Lier, waarbij een nieuw administratief onderzoek wordt uitgevoerd.
Art. 4:
Het college beslist de richtlijnen wat betreft kleur in de eerste winter van '22-'23 soepeler toe te passen en witte tenten ook toe te laten in de zones Eikelstraat en Zimmerplein, om deze richtlijnen vervolgens vanaf 2023 strikt te handhaven.
Binnen het beschermd stadsgezicht geldt deze soepelere toepassing van de kleurrichtlijnen niet en kunnen enkel horecaterrassen ingericht worden zoals die in art. 2 van dit besluit, het APR en het Beheersplan grote Markt en Omgeving zijn opgenomen.
Art. 5:
Het college geeft opdracht aan de dienst Ondernemen en de Stedelijke Erfgoedcel om in overleg te gaan met het Agentschap Onroerend Erfgoed over welke extra mogelijkheden er zijn voor de horecaterrassen binnen het beschermde stadsgezicht de komende jaren, ruimer dan het huidige Beheersplan.
Het college geeft opdracht aan de dienst Ondernemen om contacten te leggen met tentenverhuurders om een groepsdeal af te sluiten waarbij het gewenste type tent of overkapping aangeboden kan worden aan de Lierse horeca-uitbaters, al dan niet met korting, weliswaar zonder een huur- of aankoopverplichting bij deze firma's.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 0 bezwaarschrift(en) werden ingediend.
Art. 2:
Het college beslist de aanvraag ingediend inzake het renoveren evenementencentrum met woning te vergunnen met voorwaarden.
De aanvraag omvat (eveneens) :
Rubriek | Omschrijving | Aard | Hoeveelheid | Eenheid |
32.2.2° | polyvalente zalen : seminariezalen, vergaderzalen, feestzalen voor evenementen | klasse 3 | 638 | m2 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Aard | Totale hoeveelheid | Eenheid |
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 3:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
● De aanvraag moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
● De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Brandweerzone Rivierenland (ref. P18572-002/01) van 7 mei 2022 strikt na te leven.
● de detailtekeningen van het nieuwe te plaatsen houten buitenschrijnwerk naar historisch model worden aangeleverd aan de betrokken erfgoedinstanties alvorens uitvoering;
● er smeedijzeren (zwart geschilderd) standpijpen worden geplaatst onder de zinken afvoerbuizen.
● een volledig sloopopvolgingsplan dient aan de dienst omgeving aangeleverd te worden vóór aanvang van de werken.”
● Een aansluiting op de riolering is verplicht van zodra er riolering ligt.
● Een septische put is verplicht in afwachting van een aansluiting op riolering.
Het is verplicht om een septische put alle afvalwater te plaatsen die zowel zwart als grijs afvalwater opvangt (minimale inhoud 3000 liter).
● Het private rioleringsstelsel dient aangepast te zijn om later eenvoudig het grijze afvalwater van de septische put af te koppelen en voorbij de septische put opnieuw aan te sluiten.
● Een IBA is toegelaten in afwachting van een aansluiting op de riool.
Volgende bijzondere milieuvoorwaarden worden opgelegd:
● Er worden geen specifieke milieuvoorwaarden opgelegd.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 4:
De in art. 2 bedoelde vergunning wordt uitgereikt voor onbepaalde duur.
De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de Milieunavigator, via de link: https://nnavigator.emis.vito.be/
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
● De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
● Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
● Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
● De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
● Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
● Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad.
● Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
● De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
● Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
● Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
● De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
● De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist dat
- De benedenverdieping van het Hof van Geertruyen ter beschikking blijft van de scholen in afwachting van de beëindiging van de werken in het Zwartzusterklooster.
- Na de beëindiging van de werken in het Zwartzusterklooster de benedenverdieping dient vrij te zijn van gebruik.
- De bovenverdieping gedurende het schooljaar 2022 - 2023 door de scholen kan gebruikt worden, op voorwaarde dat één lokaal wordt voorbehouden voor Kisp voor de inrichting van een zorglokaal.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist akkoord te gaan met de organisatie van de expo rond gezinsgeweld ism CAW Boom, Mechelen, Lier van 18/10/2022 tot en met 28/10/2022.
BESLUIT
Art 1 :
Het college beslist het kruisje van het Heilig Hart van Maria (concregatie Lier) als handgift te aanvaarden.
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het toevoegen dakkapel achteraan te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
Er worden geenspecifieke stedenbouwkundige voorwaarden opgelegd.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
● De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
● Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
● Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
● De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
● Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
● Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
● Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
● De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
● Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
● Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
● De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
● De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 0 bezwaarschrift(en) werden ingediend.
Art. 2:
Het college beslist de aanvraag inzake het afbreken veranda en uitbreiden met aanbouw, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 3:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
● De aanwezige verharding in de achtertuin en de voortuin wordt uitgesloten uit de vergunning.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
● De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
● Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
● Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
● De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
● Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
● Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
● Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
● De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
● Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
● Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
● De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
● De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
Het college beslist de aanvraag inzake het verbouwen van 2 rijwoningen, te vergunnen met voorwaarden.
De aanvrager is ertoe verplicht het college van burgemeester en schepenen via het omgevingsloket op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Art. 2:
Volgende stedenbouwkundige voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
• De beleving naar de straat moet zoveel mogelijk blijven.
De verticale elementen die in de voorgevel zullen gebruikt worden dienen op voldoende afstand van mekaar geplaatst te worden zodat de relatie met de straat wordt behouden.
De voorwaarden gesteld in het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar worden stipt nageleefd tenzij anders bepaald in de beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende bepalingen zijn eveneens van toepassing:
● De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de betrokken burgerlijke rechten. Het verlenen van deze vergunning houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens artikel 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals erfdienstbaarheden, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.
● Het project moet volledig conform de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.
● Het decreet van 1 juni 2012 betreffende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dient te worden nageleefd.
● De groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;
● Voor aansluitingen op de openbare riolering, verlagen van boordstenen, aanleggen van opritten en overbrugging boordgracht dient u online een aanvraag in te dienen. U kan de online aanvraagformulieren terugvinden op de website van de stad: https://www.lier.be/Wonen_in_Lier/Bouwen_en_verbouwen/Aanvragen
● Er dient mogelijks een waarborg betaald te worden voor de wegenis, het voetpad, eventuele fietspaden, rioolkolken, grachten en/of groenstroken. Deze waarborg dient gestort te worden op rekening van de stad mét vermelding van factuurnummer. Voor de betaling van deze som zal een afzonderlijke factuur worden opgestuurd. De waarborg wordt terugbetaald nadat de bouwwerken voltooid zijn. Eventuele schade zal in mindering worden gebracht. De werken kunnen slechts aangevat worden na betaling van de waarborg. U dient ook een plaatsbeschrijving binnen te brengen, alsook een aanvang der bouwwerken. Deze documenten kan u ons bezorgen via de website van de stad: https://www.lier.be/IK_WIL/Ik_wil_een_aangifte_doen/Waarborg_voetpad
● Het uitzetten van de bouwlijn dient te gebeuren door de bouwheer of diens aangestelden, zijnde architect en/of aannemer. Het foutief uitzetten van de bouwlijn is een bouwmisdrijf. De gemeente behoudt zich het recht voor om gerichte controles uit te voeren.
● De bouwheer dient zich te houden aan de grondverzetregeling overeenkomstig het Vlaams Reglement Bodemsanering (VLAREBO).
● Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
● Indien er bij de uitvoeringsfase van een stedenbouwkundig project van een omgevingsvergunning een werk nodig blijkt met een aanzienlijke milieu-impact, zoals gerubriceerd in Vlarem II bijlage 1, dient een omgevingsvergunning met milieu-luik aangevraagd te worden, zodat de goedkeuring kan optreden voor de aanvang van de werken.
● De overdracht van een omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 79 van het decreet van 25 april 2014, wordt door de exploitant aan wie de omgevingsvergunning wordt overgedragen, voorafgaand aan de overdracht met een beveiligde zending gemeld aan de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het decreet van 25 april 2014.
● De exploitant van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt met een beveiligde zending binnen twee maanden nadat een van de volgende gebeurtenissen zich heeft voorgedaan, aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 :