Lier

Zitting van 17 februari 2020

Van 20:00 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. Evaluatie therapiehond WZC Paradijs

In het najaar van 2018 pakte Woonzorgcentrum Paradijs uit met een unicum in onze provincie: de aanwezigheid van therapiehond Stans, ter bevordering van de levenskwaliteit van de bewoners.

 

Graag stel ik hierbij de volgende vragen:

1)   We zijn inmiddels ongeveer anderhalf jaar verder: hoe evalueren het woonzorgcentrum en het stadsbestuur de aanwezigheid van de therapiehond?

2)   Zijn er verdere toekomstplannen hieromtrent?

3)   Is de stad bereid om ook te bekijken of onder bepaalde voorwaarden huisdieren toegelaten kunnen worden in haar sociale woningen?

 

 

Antwoord schepen Annemie Goris:

1.De evaluatie van de inzet van de therapiehond is uiterst positief:

        Stans wordt quasi dagelijks ingezet in de ganse organisatie van het WZC; ze is aanwezig op de grootschalige, afdelingsoverschrijdende activiteiten én op activiteiten die plaatsvinden op de afdelingen;

        De ervaring leert dat m.n. ten aanzien van bewoners met dementie de therapiehond positieve effecten teweegbrengt. De aanwezigheid van Stans zorgt zichtbaar voor positieve stimuli bij dementerenden – een groep die 40% uitmaakt van de bewonerspopulatie van het WZC;

        Het valt ook op dat Stans voor bewoners met specifieke medische ziektebeelden een positief ‘therapeutisch effect’ heeft. Zo praat een bewoner met afasie (= een taalstoornis) actief met Stans; terwijl deze bewoner erg geremd is – omwille van de taalproblematiek – om in communicatie te treden met mensen;

        Dankzij het opleidingstraject van Stans, is zij alert voor bewoners die de aanwezigheid van de therapiehond niet op prijs stellen (vb. uit angst voor honden). Stans negeert deze bewoners, waardoor er zich geen problemen voordoen op dit vlak.

 

2.Zijn er verdere toekomstplannen hieromtrent?

Wat betreft de therapiehond zijn de specifieke toekomstplannen:

        De inzet van Stans op elke afdeling verhogen, onder supervisie van alle medewerkers van het team ‘wonen en leven’;

        Begin ’21 zal de therapiehond haar sociale vaardigheidstesten afleggen, zodat verzekerd wordt dat haar inzet in het WZC op een kwaliteitsvolle manier gebeurt.

 

De inzet van dieren in het WZC is voor het WZC een aandachtspunt sinds een aantal jaar:

        De Knuffelwei, die eind 2018 opgestart is, wordt in de toekomst nog actiever ingezet in de werking van het WZC;

        Op afdelingsniveau worden ook andere ‘knuffeldieren’ ingezet – vanuit de overtuiging en ervaring dat dieren voor bewoners positieve effecten teweegbrengen.  Zo worden er sinds kort ook cavia’s ingezet, die bewoners onder begeleiding kunnen strelen.

 

3.Is de stad bereid om ook te bekijken of onder bepaalde voorwaarden huisdieren toegelaten kunnen worden in haar sociale woningen?

 

De stad beschikt niet over sociale woningen. De Raad van Bestuur van de LMH is verantwoordelijk voor het beheer van de sociale woningen. De lijn op dit vlak is dat huisdieren zijn toegelaten, op voorwaarde dat deze niet zorgen voor overlast of schade.

 

BESLUIT

Art. 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art. 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

VERSLAG OCMW-RAAD 27 JANUARI 2020. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De OCMW-raad vergaderde op 27 januari 2020.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist het verslag van de zitting van de OCMW-raad van 27 januari 2020 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 28/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

OPZEG PACHT KANAALSTRAAT EN OMZETTEN NAAR EEN HUURCONTRACT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing van het Vast bureau van 4 november 2019 over de opzeg pacht Kanaalstraat en omzetten naar huur.

 

Feiten en context

OCMW Lier is eigenaar van een perceel grond dat kadastraal gekend is als Ranst 4e afdeling Emblem, sectie B, nr. 307 E en is gelegen te Kanaalstraat, 2520 Emblem. Dit perceel heeft een oppervlakte van 3152,12 m² en ligt in woongebied.

 

Tot op heden wordt dit perceel verpacht. Als pachtvergoeding betalen zij een basishuurprijs van 12 euro, wat mits indexering neerkomt op een actuele pachtvergoeding van 85.20 euro.

 

De pachter wenst de pacht te beëindigen  (zie schrijven in bijlage). Volgens de pachtwetgeving dient de pachter een opzegtermijn van één jaar te respecteren. Niets staat echter in de weg dat het OCMW Lier akkoord gaat met een snellere beëindiging.

 

Bovendien heeft een buurtbewoner zijn interesse geuit om dit perceel te huren aan een huurprijs die gelijk is aan de huidige pachtvergoeding. Hij wenst het perceel te huren, aangezien het perceel tegenliggend is aan zijn eigendom. Hij wenst er eventueel dieren op te zetten.

 

Na het bekijken van gelijkaardige huurovereenkomsten is een jaarlijkse huurprijs van 85.20 een gerechtvaardigde vergoeding. De huurprijs zal ook jaarlijks geïndexeerd worden.

 

Als bijlage wordt een ontwerphuurovereenkomst toegevoegd die uitgaat van een huur van onbepaalde duur. Deze huurovereenkomst valt onder het gemene huurrecht, er is dus geen bijzonder huurregime van toepassing. Eigen aan een huurcontract van onbepaalde duur is het feit dat deze opgezegd kunnen worden, mits er een opzegtermijn wordt gerespecteerd van één maand. 

 

Adviezen

Het patrimoniumoverleg geeft positief advies voor de beëindiging van de pacht en de verhuring van het perceel aan de kandidaat-huurder. Er dient te worden voorzien in de huurovereenkomst dat de huur geen pacht inhoudt.

 

De dienst vastgoed geeft positief advies voor de pachtbeëindiging. Tevens verleent de dienst vastgoed een positief advies voor de verhuring van het perceel aan de kandidaat-huurdes. Bij de opmaak van de huurovereenkomst is het van belang dat er wordt opgenomen dat de huur in geen geval een pacht is.

 

Juridische grond

De pachtwet.

 

Argumentatie

De OCMW-raad overweegt om akkoord te gaan met de minnelijke beëindiging van de pacht. Er is immers  reeds een andere kandidaat-huurder voor het perceel.

 

De huurovereenkomst in bijlage is zo opgesteld dat de toepassing van de pachtwetgeving wordt uitgesloten. Daarnaast gaat het om een contract van onbepaalde duur dat kan opgezegd worden, mits er een opzegtermijn van één maand gerespecteerd wordt. Dit zorgt ervoor dat elke partij ruim voldoende de mogelijkheid heeft om, indien nodig, het huurcontract te beëindigen.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De OCMW-raad beslist om akkoord te gaan met de minnelijke pachtbeëindiging van het perceel dat kadastraal gekend is als Ranst 4e afdeling Emblem, sectie B, nr. 307 E en is gelegen te Kanaalstraat, 2520 Emblem. De OCMW-raad stelt notaris Guy Van den Brande aan om dit dossier te behandelen.

 

Art 2:

De OCMW-raad machtigt de voorzitter van het vast bureau dhr. Frank Boogaerts om in de plaats van de voorzitter van de OCMW-raad Lucien Herijgers de akte te ondertekenen. De OCMW-raad machtigt tevens algemeen directeur mevr. Katleen Janssens (of haar afgevaardigden mevr. Kyrina Van Goubergen) om de akte te ondertekenen.

 

Art 3 :

De OCMW-raad beslist om de huurovereenkomst van onbepaalde duur betreffende het perceel dat kadastraal gekend is als Ranst 4e afdeling Emblem, sectie B, nr. 307 E en is gelegen te Kanaalstraat, 2520 Emblem in bijlage goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 28/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

VERKOOP PERCEEL BOUWENSTRAAT LINT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

OCMW Lier is eigenaar van twee percelen gelegen aan de Bouwenstraat te Lint die ten kadaster gekend zijn als Lint eerste afdeling, sectie D, nr. 442/A en nr 442/02. Momenteel wordt het perceel nr 442/A deels verhuurd en deels verpacht. Het perceel nr 442/02 wordt niet verhuurd of verpacht.

 

Beide percelen zijn conform het gewestplan bestemd als agrarisch gebied.

 

Een kandidaat-koper deed een bod van 11 euro per m² voor het perceel nr. 442/A en een deel van het perceel nr 442/02 onder de gebruikelijke opschortende voorwaarden van het bekomen van stedenbouwkundige inlichtingen waaruit blijkt dat er geen stedenbouwkundig misdrijf op het eigendom rust of andere belastende elementen blijken, dat er geen bodemproblematiek op het eigendom rust en er een blanco bodemattest wordt afgeleverd, en alle andere gebruikelijke voorwaarden, zoals deze tussen partijen in een compromis of belofte zullen worden vastgelegd. Conform het schattingsverslag van beëdigd landmeter Paul Verhaert hebben beide perceel een gecombineerde oppervlakte van 18.469 m². Hierdoor komt het bod van de kandidaat-koper neer op 203.159 euro.

 

Dit bod werd op het patrimoniumoverleg besproken. Het patrimoniumoverleg adviseerde om het perceel te verkopen in de huidige toestand; zijnde deels verpacht en deels verhuurd. Dit voorstel werd voorgelegd aan de kandidaat-koper. Per mail bevestigde zij dat ze bereid zijn om de percelen te kopen, wanneer deze nog belast zijn met de pacht en huur.

 

Beëdigd landmeter Paul Verhaert kende de percelen een waarde toe van 110.000 euro. Hij maakte tevens een opmetingsplan op en vroeg de prekadastratie aan voor het perceel nr 442/02, daar slechts een deel hiervan zal verkocht worden (namelijk het deel dat voor het perceel nr 442/A ligt). Deze documenten worden tevens als bijlage toegevoegd.

 

Daar het bod van de kandidaat-koper (203.159 euro) hoger is dan de geschatte waarde van 110.000 euro, is het gerechtvaardigd om de percelen te verkopen. Echter, daar de gemeente een openbaar bestuur is zij gehouden om een marktbevraging uit te voeren. Er kan dus geen onderhandse verkoop plaatsvinden tussen het OCMW en de kandidaat-koper, voordat de markt wordt geraadpleegd. Indien na de marktbevraging blijkt dat er geen geïnteresseerde kopers zijn die meer bieden dan 203.159 euro, kunnen de onroerende goederen verkocht worden aan de kandidaat-koper. Immers, het geboden bedrag overschrijdt ruimschoots de geschatte waarde van 110.000 euro.

 

Juridische grond

Bevoegdheid

De verkoop van onroerende goederen is een daad van beschikking en behoort in principe tot de bevoegdheid van de gemeente- en ocmw-raad (artikel 41, tweede lid, 11° Decreet lokaal bestuur).

 

Procedure

Voortaan biedt artikel 293 DLB een duidelijke rechtsgrond voor de vervreemding van onroerende goederen door openbare besturen.

Artikel 293 van het DLB bepaalt immers het volgende: "onroerende goederen van de gemeente en van de autonome gemeentebedrijven worden altijd vervreemd volgens de principes van mededinging en transparantie, behalve als er een motivering wordt gegeven voor een afwijking daarvan.

Het eerste lid is van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "de gemeente" wordt gelezen als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" en "de autonome gemeentebedrijven" wordt gelezen als "de verenigingen opgericht overeenkomstig deel 3, titel 4, hoofdstuk 2 en 3"."

 

Dit artikel bevestigt dat de verkoopprocedures moeten voldoen aan de beginselen van mededinging en transparantie. Daarnaast bevat het ook de mogelijkheid om af te wijken van deze algemene principes, mits deze afwijking uitdrukkelijk gemotiveerd wordt.

Het decreet legt dus geen specifieke procedure op. Het bepaalt enkel dat de procedure transparant moet zijn en dat de mededinging gegarandeerd moet worden.

Dit wordt ook bevestigt door de memorie van toelichting. Deze verduidelijkt dat het bestuur kiest welke procedure het meest voordelig is en leidt tot het verkrijgen van de beste prijs met de minste kosten, rekening houdend met de beginselen van transparantie en mededinging.

 

Verder is er nog de omzendbrief KB/ABB 2019/3 aangaande transacties van onroerende goederen door lokale besturen en provinciale besturen en door besturen van erkende erediensten. De omzendbrief bevat richtlijnen over de procedures die  het bestuur moet volgen in het kader van het beschikking en beheer van haar patrimonium. Er moet een geldig en recent schattingsverslag voorhanden zijn, voorafgaand aan de vervreemding van het goed. Dit betekent dat het schattingsverslag maximaal 2 jaar oud mag zijn. Voor onroerende transacties moet ook de markt geraadpleegd worden. Elke mogelijk geïnteresseerde moet  de kans krijgen om mee te dingen. Een procedure met voldoende openbaarheid, transparantie en voldoende en gepaste publiciteit om de mogelijk geïnteresseerden te bereiken, is de beste garantie voor het verkrijgen van een goede prijs; het is volgens dezelfde omzendbrief de werkwijze die het best het algemeen belang dient, temeer omdat de individuele begunstiging bij een dergelijke procedure weinig kansen krijgt. Echter, onderhandse verkopen met voldoende publiciteit, transparantie en mededinging beantwoorden ook aan de voormelde criteria. Alleen om redenen van algemeen belang kan worden aanvaard dat de transactie zonder concurrentie verloopt; dit moet het bestuur door middel van een bijzondere motivering aantonen.

 

Conclusie

Het decreet Lokaal Bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 stellen als beginsel voorop dat bij elke onroerende vervreemding de openbare verkoop de algemene regel moet zijn en de onderhandse verkoop een uitzondering moet blijven. Als algemeen principe van goed bestuur geldt immers dat om de hoogste opbrengst te garanderen de verkoop openbaar moet zijn, tenzij mits uitdrukkelijke motivering en rekening houdend met het transparantie- en mededingingsbeginsel hiervan kan afgeweken worden.

 

Adviezen

De dienst vastgoed verleent positief advies voor de verkoop van de percelen.

 

Het patrimoniumoverleg adviseert om de percelen te verkopen zoals zij zich in de huidige toestand bevindt, namelijk deels verpacht en deels verhuurd.

 

Argumentatie

Procedure

Voortaan biedt artikel 293 DLB een duidelijke rechtsgrond voor de vervreemding van onroerende goederen door openbare besturen.

Artikel 293 van het DLB bepaalt immers het volgende: "onroerende goederen van de gemeente en van de autonome gemeentebedrijven worden altijd vervreemd volgens de principes van mededinging en transparantie, behalve als er een motivering wordt gegeven voor een afwijking daarvan.

Het eerste lid is van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "de gemeente" wordt gelezen als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" en "de autonome gemeentebedrijven" wordt gelezen als "de verenigingen opgericht overeenkomstig deel 3, titel 4, hoofdstuk 2 en 3"."

 

Dit artikel bevestigt dat de verkoopprocedures moeten voldoen aan de beginselen van mededinging en transparantie. Daarnaast bevat het ook de mogelijkheid om af te wijken van deze algemene principes, mits deze afwijking uitdrukkelijk gemotiveerd wordt.

Het decreet legt dus geen specifieke procedure op. Het bepaalt enkel dat de procedure transparant moet zijn en dat de mededinging gegarandeerd moet worden.

 

Dit wordt ook bevestigt door de memorie van toelichting. Deze verduidelijkt dat het bestuur kiest welke procedure het meest voordelig is en leidt tot het verkrijgen van de beste prijs met de minste kosten, rekening houdend met de beginselen van transparantie en mededinging.

 

Verder is er nog de omzendbrief KB/ABB 2019/3 aangaande transacties van onroerende goederen door lokale besturen en provinciale besturen en door besturen van erkende erediensten. De omzendbrief bevat richtlijnen over de procedures die het bestuur moet volgen in het kader van het beschikking en beheer van haar patrimonium. Er moet een geldig en recent schattingsverslag voorhanden zijn, voorafgaand aan de vervreemding van het goed. Dit betekent dat het schattingsverslag maximaal 2 jaar oud mag zijn. Voor onroerende transacties moet ook de markt geraadpleegd worden. Elke mogelijk geïnteresseerde moet de kans krijgen om mee te dingen. Een procedure met voldoende openbaarheid, transparantie en voldoende en gepaste publiciteit om de mogelijk geïnteresseerden te bereiken, is de beste garantie voor het verkrijgen van een goede prijs; het is volgens dezelfde omzendbrief de werkwijze die het best het algemeen belang dient, temeer omdat de individuele begunstiging bij een dergelijke procedure weinig kansen krijgt. Echter, onderhandse verkopen met voldoende publiciteit, transparantie en mededinging beantwoorden ook aan de voormelde criteria. Alleen om redenen van algemeen belang kan worden aanvaard dat de transactie zonder concurrentie verloopt; dit moet het bestuur door middel van een bijzondere motivering aantonen.

 

Conclusie

Het decreet Lokaal Bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 stellen als beginsel voorop dat bij elke onroerende vervreemding de openbare verkoop de algemene regel moet zijn en de onderhandse verkoop een uitzondering moet blijven. Als algemeen principe van goed bestuur geldt immers dat om de hoogste opbrengst te garanderen de verkoop openbaar moet zijn, tenzij mits uitdrukkelijke motivering en rekening houdend met het transparantie- en mededingingsbeginsel hiervan kan afgeweken worden.

 

Toepassing op deze verkoop

Er wordt voorgesteld om de onroerend goederen te verkopen via Biddit.

 

Biddit is een online biedingsplatform georganiseerd door de kamer van notarissen. Het is vergelijkbaar met een klassieke openbare verkoop, alleen gebeurt het online. Het onroerend goed wordt gedurende vier weken tegen een instelprijs op het online platform gepubliceerd.

Gedurende deze publiciteitstermijn kan er nog niet geboden worden op de onroerende goederen. Kandidaat-kopers kunnen de onroerende goederen tijdens deze periode bezichtigen.

 

Nadat deze termijn afgelopen is, begint een nieuwe termijn te lopen, namelijk de biedingstermijn. Deze termijn is beperkt tot 8 kalenderdagen. Gedurende deze periode kan elke geïnteresseerde koper online een bod uitbrengen. Als er nog een bod wordt gedaan in de laatste 5 minuten van de biedingstermijn, wordt de termijn met 5 minuten verlengd. Dit proces blijft zich herhalen totdat er een definitief bod is.

 

Zodra er een definitief bod is dat hoger of gelijk is aan de instelprijs, heeft de verkoper 10 dagen de tijd om de onroerende goederen toe te wijzen aan de koper. Aangezien de toewijzingsperiode zeer kort is, is het niet mogelijk om het definitieve bod voor te leggen aan de OCMW-raad (tenzij de verkopen zo georganiseerd worden dat er een OCMW-raad valt in de biedingsperiode). Er werd advies gevraagd aan een notaris om te bepalen wat een correcte werkwijze zou zijn. Daarnaast werden er ook inlichtingen ingewonnen bij de stad Mechelen die ook plant om verkopen uit te voeren via Biddit. Beiden meldden dat er vooraf door de gemeente- of OCMW-raad een beslissing tot verkoop wordt genomen, waarin de instelprijs wordt vastgelegd. Vervolgens wordt het onroerend goed te koop aangeboden.

Zodra de instelprijs gehaald is, is de verkoop rond. Wanneer de instelprijs niet gehaald wordt, gaat de verkoop niet door.

Het definitieve bod wordt niet voorgelegd aan de gemeente- of OCMW-raad om er een beslissing over te nemen. Achteraf kan de verkoop wel ter kennisgeving worden voorgelegd aan de gemeente- of OCMW-raad.

 

Daarom wordt dit dossier doorverzonden naar de OCMW-raad om de instelprijs vast te leggen op het geboden bedrag. Daar de geboden koopprijs 203.159 euro bedraagt, moet de instelprijs hoger zijn. de OCMW-raad stelt voor om de instelprijs vast te leggen op 203.160 euro (één euro hoger dan het bod van de kandidaat-koper; dit om te vermijden dat er op het einde van de rit hetzelfde bedrag wordt geboden als de kandidaat-koper).

 

Een verkoop via het online biedingsplatform Biddit voldoet aan de vereisten van het Decreet Lokaal bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3. Immers, de verkoop wordt gedurende 4 weken gepubliceerd om zoveel mogelijk geïnteresseerde kopers te bereiken. Dit garandeert dat dat een zo hoog mogelijke opbrengst wordt bereikt. Bijgevolg is er voldaan aan het mededingingsbeginsel en het transparantiebeginsel.

 

Het organiseren van een verkoop via Biddit is dus een verkoopprocedure die voldoet aan de principes van het Decreet Lokaal bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3 en kan dus in dit geval toegepast worden.

 

Fases

1. Beslissing tot verkoop door OCMW-raad

2. Aanbieden aan de Vlaamse Grondenbank voor het recht van voorkeur, aangezien de percelen gelegen zijn in agrarisch gebied. Aangezien het perceel in deze categorie van gebied gesitueerd is, dient het te worden aangeboden aan de Vlaamse Grondenbank. Immers, de Vlaamse Grondenbank heeft een recht van voorkeur. Een recht van voorkeur houdt in dat de Vlaamse Grondenbank een goed met voorrang op andere personen kan kopen wanneer de eigenaar zijn voornemen tot verkopen kenbaar maakt. Bij het recht van voorkeur moet de eigenaar het goed aanbieden aan de houder van het recht, zodra hij beslist om het te verkopen. Pas daarna kan hij het goed op de vrije markt aanbieden. De Vlaamse Grondenbank heeft twee maanden de tijd om het recht van voorkeur uit te oefenen. Indien zij het aanbod niet aanvaardt binnen die termijn, kan het goed vrij verkocht worden aan een derde over een periode van één jaar vanaf de datum van de aangetekende zending. Na verloop van die eenjarige periode moet het goed opnieuw aangeboden worden aan de Vlaamse Grondenbank, alvorens men kan overgaan tot de verkoop ervan. 

3. Verkoop via Biddit:

        indien er geen hoger bedrag wordt geboden, wordt het goed verkocht aan de kandidaat-koper.

        indien er wel een hoger bedrag wordt geboden, wordt het goed verkocht aan de hoogste bieder.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

 

BESLUIT

Art 1 :

De OCMW-raad neemt kennis van het bod van 203.159 euro en beslist om het perceel dat ten kadaster gekend is als Lint eerste afdeling, sectie D, nr 442/A en een deel van het perceel nr 442/02 (conform het opmetingsplan in bijlage) te verkopen via biddit met als instelprijs 203.160 euro. De OCMW-raad beslist dat, wanneer de instelprijs van 203.160 euro niet gehaald wordt via de verkoop via biddit, de percelen verkocht worden aan de kandidaat-koper die het bod uitbracht van 203.159 euro.

 

Art 2:

De OCMW-raad beslist om notariskantoor Jan Verreth & Maxime Ruiters, geassocieerde notarissen te Lier, Mechelsesteenweg 92 te 2500 Lier aan te stellen om de percelen via biddit te verkopen en om de authentieke akte te verlijden.

 

Art 3 :

De OCMW-raad beslist om de voorzitter van het vast bureau dhr. Frank Boogaerts en algemeen directeur Katleen Janssens aan te stellen om alle documenten verbonden aan deze verkoopsbeslissing te ondertekenen. De financieel directeur, Bart Luyckx zal kwijting verlenen ter bevestiging van ontvangst van betaling op rekening van de Stad Lier.

 

Publicatiedatum: 28/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

NOMINATIEVE SUBSIDIES 2020. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Feiten en context

In de OCMW-raad van 16/12/2019 werd het Meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd.

Als bijlage bij het meerjarenplan werd ook een uitvoerige documentatie toegevoegd (zie bijlage). In dit rapport wordt een overzicht opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies. Dit overzicht is opgemaakt per beleidsdoelstelling en op actieniveau.

 

Omdat sommige acties vrij algemeen geformuleerd worden en onderliggende subsidies gebundeld worden in 1 actie, is dit overzicht onvoldoende inzichtelijk. Het is aangewezen dat de gemeenteraad een voldoende duidelijk zicht krijgt op de nominatieve subsidies.

 

Daarom hebben we in een aparte bijlage het overzicht van de toegestane subsidies verder verfijnd waarbij als volgt wordt te werk gegaan:

        Subsidies op basis van een reglement worden groen gemarkeerd.

        Nominatieve subsidies worden geel gemarkeerd. Acties waar meerdere subsidies worden gebundeld worden verder uitgesplitst per specifieke nominatieve subsidie.

 

Op deze wijze heeft de raad een voldoende duidelijk zicht op de voorziene nominatieve subsidies dewelke voor het jaar 2020 in het meerjarenplan zijn opgenomen.

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

3 stemmen tegen: Ella Cornelis, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

8 onthoudingen: Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De OCMW-raad keurt het overzicht met nominatieve subsidies goed.

 

Publicatiedatum: 28/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Er werden geen interpellaties ingediend.

 

BESLUIT

Art. 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2020