Lier

Zitting van 29 maart 2021

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

MEDEDELING TOT NAAMSWIJZIGING VAN FRACTIE. AKTENAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de vaststelling van de fracties

 

Feiten en context

De stad ontving op 11 maart 2021 de vraag van sp.a. om de naam van de fractie in navolging van de nationale naamswijziging ook naar "Vooruit Lier" te wijzigen. Op 21 maart 2021 verandert de naam van de nationale partij sp.a naar Vooruit.

 

Op basis van een standpunt dat Geert Bourgeois, toenmalig minister van binnenlands bestuur, kan een naamswijziging van een fractie op voorwaarde dat alle gemeenteraadsleden die tot die fractie behoren, instemmen. De nieuwe naam mag worden aangenomen op het lokale niveau, als alle fractieleden instemmen.

 

De stad ontving op 17 maart 2021 een schriftelijk akkoord over de naamswijziging van fractielid, Freddy Callaerts.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt akte van de naamswijziging van "sp.a" naar "Vooruit Lier".

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Freddy Callaerts (Vooruit Lier) i.v.m. doorgaand verkeer

Ik wil nog graag eens terugkomen op de problematiek van het doorgaand verkeer in onze binnenstad en meer bepaald de as Sint Gummarusstraat,De Heyderstraat, Predikherenlaan,Blokstraat en Wijngaardstraat.

Een aantal maanden geleden is dit reeds ter sprake gebracht op de gemeenteraad en toen werd er me verzekerd dat er een informatiecampagne op komst was om het gebruik van de ring te promoten en het doorgaand verkeer door de binnenstad te ontraden.

Het resultaat van deze actie is verwaarloosbaar en de buurtbewoners hebben zelfs de indruk dat het auto- en vrachtwagenverkeer eerder is toegenomen.

Ik zou dan ook aan het cbs en meer bepaald aan de schepen van openbare ruimte en mobiliteit willen vragen om dit probleem nog eens grondig te willen herbekijken en dit reeds zeer lang aanslepende probleem eens te bespreken op de mobiliteitsraad.

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Er zijn in de betrokken wijk al heel wat tellingen gebeurd, zowel in deze legislatuur als in de vorige. Er is bijvoorbeeld voor de Sint-Gummarusstraat al uitgebreide informatie verzameld over de verkeersbewegingen en ook de politie heeft hier al op vlak van snelheidscontrole een aantal acties gedaan.

 

De problematiek van doorgaand verkeer is ook sterk gelinkt aan wat we juist bekijken als doorgaand verkeer. Strikt genomen is doorgaand verkeer louter dat verkeer dat van buiten de ring komen en geen bestemming heeft in de stad. We stellen vast dat heel wat van het verkeer wel degelijk een bestemming heeft in het centrum of zelfs in het centrum ontstaat. Zo merken we dat er door bijvoorbeeld de predikherenlaan ook behoorlijk wat verkeer rijdt dat afkomstig is van den oever en zo richting Lisp de stad uitrijdt of dat de bewoners van Huibrechtstraat en omgeving ’s avond terug naar hun woning rijden via deze straten. De intensiteiten waarover het gaat, lijken daar ook op te wijzen. Het gaat over ca. 180 wagens per uur in de spits in de sint-Gummarusstraat.

 

Wij bekijken momenteel of we die interne stromen binnen de stad ook verder in kaart kunnen brengen en op basis daarvan het gesprek kunnen aangaan.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. overlast Sionsbrug

In de afgelopen twee maanden werd de Sionsbrug reeds tweemaal beklad met graffiti. Daarnaast vangen we ook signalen op van andere overlast, zoals het verhandelen van drugs.

 

1.Is het college van plan om acties op te zetten om dergelijk vandalisme en overlast te voorkomen?

2.Zoja, welke?

 

Antwoord waarnemend burgemeester Rik Verwaest:

Wat betreft de graffiti: dat was zeer waarschijnlijk driemaal dezelfde auteur, gezien het gebruikte materiaal en de Corona-gerelateerde inhoud van de gespoten boodschappen. In dit geval gaat het om iemand die aandacht zoekt via zulk vandalisme, wat hem helaas ruimschoots is toegevallen op sociale media en nu ook in de gemeenteraad. Dat is uiteraard geen verwijt aan u, collega Van Campenhout. Maar hoe minder aandacht ze ermee krijgen, hoe minder het risico loont voor zulke vandalen. Ik ga me dus beperken tot de stelling dat de brug is voorzien van een speciale anti-graffiticoating, wat betekent dat we deze boodschappen telkens vliegensvlug en zonder grote kosten konden verwijderen. Als nu iedereen zich bij een volgende incident ervan weerhoudt om de boodschap van deze vandaal mee te verspreiden is ze allicht weg vooraleer ze echt opviel. Uiteraard houden wij onze ogen open voor een eventuele betrapping op heterdaad, maar in dat soort strijd is het resultaat nooit gegarandeerd.

 

Wat betreft eventuele drugshandel en algemene overlast: er zijn voorlopig maar twee feiten gekend op die locatie sinds januari 2020. Vanzelfsprekend roepen we iedereen op die daar verdachte zaken ziet gebeuren om dit meteen aan de politie te melden, zodat gerichte acties kunnen worden voorzien. In de nabije toekomst wordt deze locatie hoe dan ook opgenomen in het kijkveld van ons camerasysteem, de middelen hiervoor werden al voorzien in de begroting van dit jaar.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. vrachtverkeer Berlaarsesteenweg

In één van de vorige commissies openbare ruimte heb ik mijn bezorgdheid geuit over het doorgaand vrachtverkeer op de Berlaarsesteenweg tussen de ring en de Leuvense Poort.

Het gaat dan om vrachtwagens die via dit deel van de Berlaarsesteenweg en de Hoogveldweg de N108 naar Duffel willen bereiken terwijl de ring eigenlijk bedoeld is voor het doorgaand verkeer.

Een kleine 2 weken geleden was ik op de Berlaarsesteenweg ter hoogte van de Kroonstraat getuige van een schierongeval tussen een fietster en een vrachtwagen.  De vrachtwagen moest wegens een geparkeerde bestelwagen een uitwijkmaneuver maken en de tegemoetkomende fietster kon nog juist op tijd van haar fiets springen en uitwijken naar het voetpad. De vrachtwagen in kwestie reed verder via de Hoogveldweg naar de N108.

Als veelvuldige gebruiker van de Berlaarsesteenweg stel ik gewoon vast dat het er tijdens de daguren dikwijls druk is wegens:

        de aanwezigheid  van enkele zaken zoals een bakker, apotheek, frituur, broodjeszaak,

        dierenarts en kappers en een magazijn waar regelmatig goederen worden gelost.

        veel bewegingen van fietsers, voetgangers, auto’s en autobussen.

        bestemmingsverkeer van bestelwagens en vrachtwagens die op de rijbaan staan om te leveren.

Ik stel ook nog regelmatig vast dat vrachtwagens de hierboven beschreven route gebruiken om de N108 naar Duffel i.p.v. de ring te bereiken.

 

Daarom stel ik voor om doorgaand vrachtverkeer vanaf een bepaalde tonnage op dit deel van de Berlaarsesteenweg te weren en vraag het standpunt van het CBS hierover.

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Doorgaand vrachtverkeer is mijns inziens vrachtverkeer dat geen bestemming heeft in de

zone binnen de ring. Maar het is natuurlijk niet zo eenvoudig om dan te werken met een

tonnageverbod, want ook in die zone zijn heel wat bedrijven en werven die natuurlijk

worden beleverd aan de hand van vrachtwagens. Bovendien moet je uiteraard dan hetzelfde doen op alle invalswegen.

 

Het project rond de rechtstreekse aantakking van de N108 op de ring, zal in elk geval de

route via Berlaarsesteenweg naar N108 sterk ontmoedigen omwille van de gewijzigde

aantakking.

 

 

Mondelinge vraag 4 : van Bart Verhoeven (Vlaams Belang) i.v.m. brandbestrijding blusmiddel voor stadspersoneel

Verschillende gemeenten geven hun werknemers de mogelijkheid een opleiding te volgen hoe ze correct moeten reageren in geval van brand. Snel en efficiënt handelen bij een beginnende brand kan niet alleen het patrimonium vrijwaren van materiële schade, maar vooral levens redden.

Uit het antwoord van het CBS op mijn schriftelijke vraag hieromtrent blijkt dat de meerderheid van het stadspersoneel, met uitzondering van het volledige personeel van WZC Paradijs en enkele mensen van de Technische Uitvoerende dienst, geen opleiding Brandveiligheid kregen, waarbij ze o.a. leren hoe een brandblusser correct te gebruiken.

Er wordt enerzijds via de evacuatierichtlijnen, die algemeen beschikbaar zijn voor alle medewerkers, wel gevraagd een bluspoging te doen als de brandhaard klein is en dit veilig kan, maar anderzijds niet aangeleerd om dit veilig, efficiënt en correct te doen.

Nochtans nemen dergelijke opleidingen niet veel tijd in beslag (1 – 2 uur) en gebeurt dit vandaag met een digitale brandblusser en bijhorende monitor en software, zodat dit gemakkelijk ter plaatse, bv. in de stadsgebouwen, gegeven kan worden.

De Vlaams Belang fractie heeft hierover dan ook volgende vraag:

        Acht het CBS het niet nuttig om een opleiding brandbestrijding te voorzien voor alle medewerkers van de stad, teneinde iedereen de kennis mee te geven hoe snel, veilig en accuraat een blusmiddel in te zetten en hoe te reageren bij een beginnende brand?

 

Antwoord waarnemend burgemeester Rik Verwaest:

Binnen het huidig Globaal Preventieplan, dat om de 5 jaar wordt opgemaakt, en het Jaaractieplan worden telkens prioriteiten bepaald en keuzes gemaakt, waarvan een afweging gebeurt op basis van risico, budget en tijdsinvestering. Herziening van het beheersplan brand is  één van de acties die in het huidige GPP 2020-2024 en het JAP 2021 zijn ingepland.

 

Een opleiding brandblusapparaten zou een aspect kunnen zijn van bijkomende maatregelen. Maar de analyse is nog niet volledig gedaan en het is dus nog te vroeg voor om daar uitspraken over te doen. Een bevraging van de gebouwverantwoordelijken in het kader van brand- en toegangscontrole is net afgerond, dat is de eerste stap van de risicoanalyse. De antwoorden moeten nog geanalyseerd worden. Op basis van deze en een aantal andere gegevens zullen bijkomende acties bepaald worden. Hierbij zal de eerste focus liggen op het nog meer preventief verkleinen van het risico op brand en zal ook in de verdere volgorde de preventiehiërarchie gevolgd worden, waarbij collectieve maatregelen genomen worden voor individuele maatregelen.

 

Eventueel kunnen we bijkomend in de week van het welzijn, waar we de medewerkers telkens bewust aandacht geven aan  welzijn op het werk in de ruime zin  van het woord, een workshop ‘brand blussen’ houden.

 

 

Mondelinge vraag 5 : van Evi Van Camp (CD&V) i.v.m. vervoersregio Mechelen

We vernamen in de commissie dat er een mogelijkheid zou zijn voor Lier om ook als volwaardig lid te kunnen aansluiten bij de vervoersregioraad Mechelen , nu dat er meer duidelijkheid is over de regiovorming. Dit is alvast zeer positief nieuws! Hoe zal Lier die rol gaan opnemen in de vervoersregioraad Mechelen?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Ik heb ook vernomen dat Lier zowel in Mechelen als in Antwerpen als volwaardig lid van de vervoerregioraad zal kunnen aansluiten. Normaalgezien zal dat volgens de reguliere werking via vervoerregioraad en ambtelijke werkgroepen verlopen zoals we dat ook doen in Antwerpen. We hebben nog geen concreet zicht op de manier waarop en wanneer de beslissing van de Vlaamse regering op dit vlak wordt uitgevoerd.

 

 

Mondelinge vraag 6 : van Peter Caluwé (Groen-Lier&Ko) i.v.m. pleidooi ambitieus warmtebeleid

Op 24 maart 2021 ondertekenden een aantal lokale besturen een pleidooi voor een ambitieus Vlaams Warmtebeleid. Beersel, Brugge, Gent, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende en Turnhout engageren zich om de gebouwen op hun grondgebied tegen 2050 volledig te verwarmen zonder aardgas of stookolie, maar met hernieuwbare energie via onder meer warmtenetten en warmtepompen.

De steden maken zich zorgen dat deze transitie niet snel genoeg gaat en dat andere gemeenten onvoldoende expertise in huis hebben om die transitie waar te maken. Bijgevolg roepen ze de Vlaamse overheid op om meer ondersteuning te verlenen en een aantal initiatieven te nemen.

 

Onze fractie had graag het volgende vernomen:

        Werd de vraag tot ondertekening ook aan Stad Lier voorgelegd? Indien ja, waarom werd dit pleidooi niet door het CBS onderschreven, of zal het CBS het pleidooi alsnog onderschrijven?

        Om een beetje vooruit te lopen op de schriftelijke vraag die ik recent indiende: in welke mate is Stad Lier reeds op de kar gesprongen van deze omschakeling naar een warmtebeleid via hernieuwbare energie op haar grondgebied?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Wat betreft het initiatief van de 8 gemeenten, werd deze tekst niet voorgelegd aan de Stad Lier. Vanuit de Stad bekijken we vandaag wel waar kunnen inzetten op een gasloos verhaal. Zoals reeds in het verleden aangehaald hebben op dit vlak zelf ook al gepionierd met eigen infrastructuur. Zo werd de Sporthal stadspark reeds volledig gerealiseerd zonder aardgasaansluiting en is dat ook de weg die we op willen bij de realisatie van de hoge velden. Ook daar voorzien we dus geen aardgasaansluiting meer in de toekomst. Ook voor private projecten zijn daar stappen te zetten. Zoals u weet heeft de Vlaamse regering op dat vlak duidelijke ambities naar voren geschoven, zeker voor grotere projecten en voor energetische renovaties.

 

Inhoudelijk ben ik er wel niet van overtuigd dat de oproep van deze 8 gemeenten ook echt de weg voorwaarts is. Uiteindelijk bestaat het verhaal uit 3 luiken, waar 2 luiken te maken hebben met de financiering. Ik ben zeker akkoord dat het uitwerken van een strategie rond warmtenetten in Lier tot opportuniteiten kan leiden, aan de andere kant is de koppeling van de oproep aan de vraag om de prijs van aardgas en te verhogen toch wel wat eenzijdig.  Ook de vraag om middelen te geven om de omslag te kunnen maken moet toch in een ruimer Subsidies lijken me niet het antwoord te zijn op elk probleem en zeker niet op die schaal.

 

 

Mondelinge vraag 7 : van Geert Marrin (Groen-Lier&Ko) i.v.m. het aanleggen van tegeltuintjes

Veel inwoners van onze stad betonen interesse in het aanbrengen van een tegeltuintje om op die manier bij te dragen aan de vergroening van onze stad. We hebben er alle baat bij om hen daartoe aan te moedigen en hen daarin actief te ondersteunen. Tegeltuintjes dragen immers bij tot een gezonde leefomgeving, geven impulsen aan biodiversiteit en versterken de sociale cohesie in straten, buurten en wijken.

 

De aanvraagprocedure via dewelke onze inwoners toestemming van het stadsbestuur kunnen verkrijgen voor het aanleggen van een tegeltuintje, roept evenwel vragen op. Zeker indien het inwoners betreft van straten met smalle voetpaden die naam nauwelijks waardig.

 

Een stadsgenoot die woont in de Bril kreeg in 2020 toestemming van burgemeester Boogaerts tot het aanleggen van een tegeltuintje mits – en ik citeer uit artikel 4 van deze toestemming – ‘voor de gebruikers van de stoep steeds een vrije ruimte van 1,5 meter ter beschikking blijft, de boordstenen niet inbegrepen’.

 

Een stadsgenoot die woont in de Volmolenstraat kreeg in 2021 dan weer geen toestemming van waarnemend burgemeester Verwaest tot het aanleggen van een tegeltuintje aangezien – en ik citeer opnieuw – ‘het voetpad hier slechts 60cm is en er hierdoor geen vrije ruimte meer is voor de gebruikers van het voetpad’.

 

Inwoners van sommige straten met smalle voetpaden krijgen met andere woorden toestemming tot het aanleggen van een tegeltuintje, al krijgen zij daarbij een voorwaarde opgelegd die in deze straten onmogelijk kan gerespecteerd worden.

 

Inwoners van andere straten met smalle voetpaden krijgen dan weer geen toestemming tot het aanleggen van een tegeltuintje, hoewel de voetpaden daar ook zonder tegeltuintje even onbruikbaar zijn als in de straten waar wel toestemming werd verleend.

 

Ervan uitgaande dat burgemeester Boogaerts geen groenere gevoelens koestert dan waarnemend burgemeester Verwaest, zijn we op zoek naar een andere verklaring voor het verschil in beoordeling in beide voornoemde straten.

 

        Kan het zijn dat er te veel interpretatiemarge wordt gelaten waardoor beslissingen in behoorlijk vergelijkbare situaties soms positief en dan weer negatief uitvallen?

 

        Boven vernoemd artikel 4 – waarin verwezen wordt naar de nood aan 1,5 meter vrije ruimte – is wellicht gebaseerd op de normen omtrent ‘toegankelijkheid’. Maar deze normen omtrent toegankelijkheid bepalen ook dat zogenaamde ‘puntversmallingen’ (bv. een tegen de gevel gestalde fiets) mogelijk zijn tot 90 cm. Artikel 4 van het reglement voorziet die uitzondering van de puntversmalling echter niet. Nochtans zou ook dat veel extra mogelijkheden voor tegeltuintjes bieden.

 

Vanuit Groen-Lier&Ko zouden wij graag suggereren om tegeltuintjes consequent toe te staan in straatjes waarvan het voetpad nauwelijks één, twee tot drie tegels breed is waardoor het in de feiten de functie van voetpad niet vervult.

 

Kan de bevoegde schepen zich scharen achter deze logica en is hij bereid om de reglementen en ambtelijke richtlijnen ter zake in die richting aan te passen?

 

Antwoord waarnemend burgemeester Rik Verwaest:

Collega Marrin,

 

Wat de concrete dossiers waarnaar u verwijst betreft lijkt de zaak me relatief eenvoudig en niet meteen te draaien om latente groene gevoelens bij collega Boogaerts of mijzelf: u citeert zelf de zeer belangrijke ‘mits’ dat er 1,5 meter voetpad moet overblijven. In de Bril is dat niet mogelijk, dus de aanvrager kon zelf meteen vaststellen dat er niet aan die conditio sine qua non kon voldaan worden. En er dus alleen ‘non’ overbleef. Wat ook mijn antwoord was aan aanvrager in Volmomenstraat, alleen trokken we daar de interpretatie van de vrij te houden ruimte reeds zelf. De beslissing was dus in beide gevallen negatief en de gehanteerde interpretatie uniform, al wil ik gerust toegeven dat in geval van den Bril ook beter meteen was geweigerd dan een toelating met een voorwaarde die daar onmogelijk kon worden vervuld.

 

Uw voorstel om tegeltuinen op smalle voetpaden toch toe te staan omdat die door hun geringe breedte toch niet als volwaardig kunnen worden beschouwd lijkt me evenwel moeilijk te rijmen met de in deze raad regelmatig gevraagde aandacht voor toegankelijkheid. Dat onze stad om historische redenen een aantal straten kent met heel smalle voetpaden is een realiteit, maar de ambitie is wel om daar bij een eventuele heraanleg structurele oplossingen te voorzien, bijvoorbeeld door de straat als een woonerf in te richten zoals gebeurde in het Looks. In de Volmolenstraat is dit alvast de ambitie. De voetpaden ontoegankelijk maken zonder woonerf lijkt alvast niet wenselijk. In het kader van corona hebben we tijdelijk goedkeuring gekregen om dat nu al als woonerf aan te geven, maar mag dit niet permanent. We zijn alvast in overleg met het Vlaams gewest om toch een permanent woonerf te mogen inrichten voorafgaand aan de heraanleg. Als dat kan, zijn er mogelijkheden om die tegeltuintjes opnieuw te bekijken.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 1 MAART 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 1 maart 2021.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 1 maart 2021 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

MEDEDELING VAN DE BURGEMEESTER OVER DE CORONAMAATREGELEN. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In België was fase 2 van het noodplan van de corona-pandemie vanaf 13 maart 2020 middernacht gehandhaafd en zijn we overgegaan naar de federale fase en bijkomende maatregelen. We zitten momenteel in fase 3 van het noodplan.

 

Dit heeft ook een impact op de werking en het functioneren van de stad. Ondertussen werden er een aantal maatregelen genomen ter ondersteuning van de lokale economie, op sociaal vlak, naar personeel toe, ... De burgemeester geeft een update over de genomen maatregelen.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de maatregelen van de stad en OCMW.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING VOOR DE GEMOTIVEERDE UITBREIDING VAN DE VERGUNDE TERRASSEN I.F.V. DE 2DE EXIT-STRATEGIE HORECA I.K.V. COVID-19 MAATREGELEN.  BEKRACHTIGING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing burgemeester dd. 27-05-2020 i.k.v. tijdelijke politieverordening voor de gemotiveerde uitbreiding van vergunde terrassen i.f.v. de exitstrategie horeca.

Collegebesluit dd. 08-06-2020 betreffende de inname van parkeerplaatsen voor horecazaken voor uitbreiding terrassen.

Gemeenteraadsbeslissing dd. 29-06-2020 i.k.v. terrassenuitbreiding - compensatie horeca

Collegebesluit dd. 27-07-2020 betreffende terrasaanvraag i.k.v. exitstrategie horeca - inname parkeerplaats Berlaarsesteenweg 2.

Beslissing burgemeester dd. 10-09-2020 i.k.v. exitstrategie horeca - verlengen uitgebreid terras tot 25 oktober 2020.

Gemeenteraadsbeslissing dd. 28-09-2020 i.k.v. de bekrachtiging van de beslissing burgemeester van 10 september 2020.

Beslissing burgemeester dd. 25-02-2021 over de goedkeuring en verzending ter bekrachtiging aan de gemeenteraad van de tijdelijke politieverordening voor de gemotiveerde uitbreiding vergunde terrassen i.f.v. exit-strategie horeca i.k.v. COVID-19 maatregelen.

 

Feiten en context

De horeca - sector blijft zwaar geïmpacteerd door de COVID19-crisis en mag nog steeds geen consumptie ter plaatse inrichten. Ook de horeca-terrassen dienden opnieuw verwijderd of onbruikbaar gemaakt te worden sinds de start van de tweede lockdown.

 

In functie van de voorbereiding van de 2de exit-strategie voor de horeca vond donderdag 28 januari 2021 ll. een overleg plaats tussen stad Lier (team ondernemen) en een afvaardiging uit de Lierse Horeca - werkgroep van de Economische Raad. Onder meer de uitbreiding van de horecaterrassen (zoals in 2020 gefaciliteerd) werd daar besproken en volgend werkbaar kader werd op maat van Lier unaniem door de werkgroepleden bepleit om tegemoet te komen aan de capaciteitsvermindering in de horeca door de geldende, federale maatregelen:

 

- Alle bestaande in Lier gevestigde (fysiek toegankelijke) en vergunde horeca - uitbaters ontvangen een mail met volgende oproep en faciliteiten, waarop ze kunnen intekenen binnen een termijn van 2 weken. Zo krijgt iedereen de keuze om hier op in te gaan (via antwoord naar economie@lier.be & beperkte staving van de ruimtelijke inname via foto's met gemarkeerde zone incl. afmetingen):

 

        Horeca-uitbatingen met een vergund terras op het openbaar domein kunnen de mogelijkheid geboden krijgen dit terras tot max. 100% uit te breiden, vóór of naast hun zaak (waar dit de minimale doorgang van 4 m voor interventiediensten vrijwaart en/of waar er min. 1,50 m doorgang voor voetgangers vrij blijft tussen de rijbaan en het terras).

        Indien de uitbreiding naast hun vergund terras dient ingericht te worden, moet hier voorafgaandelijk wél een goedkeuring van de eigenaar van dit naastgelegen pand voor bekomen worden (deze getekende overeenkomst dient bij de aanvraag toegevoegd te worden).

        Horeca-uitbatingen gevestigd op de Grote Markt, die hun (max. 100%) uitbreiding niet vóór of naast hun vergund terras kunnen realiseren, mogen dit op het binnenplein van de Grote Markt inrichten óf -indien positief geadviseerd- op de brede terrassenzone (tussen de Florent van Cauwenberghstraat en de Antwerpsestraat).

        Horeca-uitbatingen die een uitbreiding kunnen realiseren (max. 100%) door de inname van een parkeerplaats, kunnen ook een aanvraag indienen.

        Voor de horecazaken die hun terras niet kunnen uitbreiden, wordt een oplossing gezocht door het eventueel inrichten van een tweede editie van de Stadshaven op de evenementenweide naast het Stadspark. De besprekingen hiervoor (i.f.v. een eventuele synergie met evenementen/aangepaste LCC-programmatie) zijn lopend.

        Deze uitbreiding van het terras wordt opnieuw niet belast én voor de reeds vergunde, 'reguliere' terraszone wordt een kwijtschelding voorgesteld van de terrasbelasting '21 voor de maanden dat de horeca gesloten is.

        Tot slot dienen de social distancing - en andere hygiënemaatregelen uiteraard op al deze locaties strikt nageleefd te worden op basis van de nog nader te bepalen uitvoeringsmodaliteiten in de volgende Ministeriële Besluiten. Ook de andere bepalingen in de volgende Ministeriële Besluiten zoals m.b.t. een sluitingsuur, geluidsnormen, capaciteitbeperking, crowdcontrol,... zullen nageleefd moeten worden en kunnen daarbij de bepalingen in het Algemeen Politiereglement overrulen.

 

Voor de zone Grote Markt, Eikelstraat en Zimmerplein wordt de terrasverdubbeling voorlopig gegarandeerd tot 31 augustus. Indien daarvoor is beslist dat openbare markten terug in normale omstandigheden kunnen ingericht worden, komt de zaterdagmarkt terug vanaf september 2021. Indien dit niet beslist/toegelaten wordt vóór 1 september, blijft de zaterdagmarkt tot 2022 op haar huidige verhuislocatie staan en kunnen de verdubbelde terrassen blijven staan tot het einde van het terrassenseizoen.

 

Voor de zones zoals omschreven in het APR – onderafdeling 5,6 & 7, worden - énkel voor wat betreft de terrasuitbreidingen- deze vrijgesteld van de vorm- & kleurbepalingen voor de extra parasols.

 

Fasering

O.v. van verdere uitvoeringsmodaliteiten in de volgende Ministeriële Besluiten aangaande de horeca-exit.

 

Adviezen

Team ondernemen herneemt hierbij haar advies t.t.v. de eerste exit dd. juni ’20 waarbij ze onderstaande, toenmalige formulering bijtrad van de horeca-experten (Horeca Denktank) die de Kolibrie-nota en verdere protocollen voor de exit-strategie van horeca vorm gaven (in advies aan de Veiligheidsraad) en hierbij het belang van de sector treffend formuleerden:

 

"Horeca in België heeft een brede maatschappelijke functie. Naast een financieel-economisch belang draagt horeca ook bij tot het sociale, fysieke en mentale welzijn van de bevolking.

Horeca gaat dus niet enkel over de 60.000 horeca-uitbatingen in ons land [of de ruim 170 Lierse horecazaken], maar vervult een veel fundamentelere rol in onze samenleving. Het gaat ook niet enkel over de broodwinning van alle betrokken uitbaters én met uitbreiding die van alle toeleverende sectoren, maar om een fundamentele hoeksteen van onze cultuur en identiteit. Tot slot neemt horeca ook een verbindende rol op binnen onze samenleving omdat de horeca in een directe relatie staat met toerisme, recreatie, events, manifestaties, enz.

Het uitrollen van een duidelijk perspectief inzake de heropening van de horeca moet dus in hoofdzaak als een cruciale katalysator beschouwd worden om de lockdown-passage zo snel maar veilig mogelijk achter ons te kunnen laten."

 

Voorliggende tegemoetkoming (afwijking terrassenreglement) voor de zwaar geïmpacteerde horeca is in dezen te legitimeren en zal de identiteit en uitstraling van Lierke Plezierke ook ten goede komen en de "staycation" (vakantie in eigen land/streek) - perspectieven ondersteunen, ten bate ook van Visit Lier en haar getroffen sectoren, evenals ter ondersteuning van de kleinhandel (aangezien winkelen en horeca hand in hand gaat, zoals ook de rapporten van onze passantentellingen duidelijk aangeven).

 

Naast de terrassenuitbreiding is ook de kwijtschelding van de terrasbelasting voor 2021 voor de maanden van sluiting een herstelmaatregel die een positief advies krijgt vanuit het team ondernemen en de lokale Horeca Werkgroep (binnen de Economische Raad).

 

Marktmeesters: er is een rondvraag gedaan bij de marktkramers over de terugkeer naar de Grote Markt, Eikelstraat & Zimmerplein. Als de situatie tegen september terug genormaliseerd zou zijn, wensen de marktkramers terug te keren naar hun oorspronkelijke standplaatsen op de Grote Markt, Eikelstraat & Zimmerplein. Als dit nog niet kan, en de terrassen blijven uitgebreid staan tot midden oktober, én de Novemberfoor en Kerstmarkt kunnen plaatsvinden, blijven de ambulante handelaars liever een aaneengesloten periode staan op de huidige verhuislocatie. Dan keren ze dus pas in januari 2022 terug naar de Grote Markt, Eikelstraat en het Zimmerplein.

Omdat ze aangeven dat er op die manier duidelijk kan gecommuniceerd worden, zowel naar de marktkramers alsook naar de marktbezoekers.

 

Juridische grond

Nieuwe gemeentewet, art. 134-135: de burgemeester is bevoegd.

 

Algemeen politiereglement, gewijzigd in de gemeenteraad dd. 25 november 2019:

Onderafdeling 5. Plaatsen van terrassen op de Grote Markt, het Felix Timmermansplein en de Koning Albertstraat (vanaf Grote Markt tot en met huisnr. 10 en huisnr. 3).

Artikel 247/21. De burgemeester is gemachtigd om gemotiveerde afwijkingen op het voorliggende reglement toe te staan.

 

Onderafdeling 6. Plaatsen van terrassen in de Eikelstraat.

Artikel 247/40 §1. De burgemeester is gemachtigd om gemotiveerde afwijkingen op het voorliggende reglement toe te staan.

 

Onderafdeling 7. Plaatsen van terrassen op het Zimmerplein.

Artikel 247/61. De burgemeester is gemachtigd om gemotiveerde afwijkingen op het voorliggende reglement toe te staan.

 

Op alle andere locaties geldt de minimale doorgang van 1,5m die gerespecteerd dient te worden.

 

Nieuwe Gemeentewet - HOOFDSTUK III Bevoegdheden van de burgemeester - Artikel 134.

§ 1. In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken.

In de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad dienen deze bekrachtigd te worden.

 

Belastingreglement op terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein, goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019.

 

Argumentatie

De burgemeester volgt de adviezen en overweegt deze politieverordening voor de terrassenuitbreiding ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad, o.m. op basis van de gemotiveerde afwijking op het Algemeen Politiereglement (terrassenreglementering) als op basis van de Nieuwe Gemeentewet (hdf.III art. 134).

 

Financiële weerslag

Belastingreglement op terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein, goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019.

 

Raming min-inkomsten bij kwijtschelding voornoemde belasting op openbare terrassen voor de maanden dat de horeca gesloten is ('verloren' maanden 2021).

 

Actienummer

Omschrijving actie

 

Inkomsten terrasbelasting

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de bekrachtiging van de beslissing burgemeester dd. 25 februari 2021 voor de uitvaardiging i.f.v. de ondersteuning van de 2de Lierse horeca-exit binnen de huidige COVID19-crisis een tijdelijke politieverordening voor de terrassenuitbreiding goed, o.m. op basis van de gemotiveerde afwijking op het Algemeen Politiereglement (terrassenreglementering - OA5-6-7) als op basis van de Nieuwe Gemeentewet (Hfd. III art. 134).

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt volgend aanbod voor deze uitbreiding horecaterrassen goed. (voorlopig tot 31 augustus voor de zone Grote Markt, Eikelstraat & Zimmerplein o.v. van de verdere federale maatregelen voor de openbare zaterdagmarkt):

 

Alle bestaande in Lier gevestigde (fysiek toegankelijke) én vergunde horeca - uitbaters ontvangen een mail met volgende oproep en faciliteiten, waarop ze kunnen intekenen binnen een termijn van twee weken. Zo krijgt iedereen de keuze om hier op in te gaan (via antwoord naar economie@lier.be, incl. beperkte staving van de ruimtelijke inname via foto's met gemarkeerde zone incl. afmetingen):

        Horeca-uitbatingen met een vergund terras op het openbaar domein kunnen de mogelijkheid geboden krijgen dit terras tot max. 100% uit te breiden, vóór of naast hun zaak (waar dit de minimale doorgang van 4 m voor interventiediensten vrijwaart en/of waar er min. 1,50 m doorgang voor voetgangers vrij blijft tussen de rijbaan en het terras).

        Indien de uitbreiding naast hun vergund terras dient ingericht te worden, moet hier voorafgaandelijk wél een goedkeuring van de eigenaar van dit naastgelegen pand voor bekomen worden (deze getekende overeenkomst dient bij de aanvraag toegevoegd te worden).

        Horeca-uitbatingen gevestigd op de Grote Markt, die hun (max. 100%) uitbreiding niet vóór of naast hun vergund terras kunnen realiseren, mogen dit op het binnenplein van de Grote Markt inrichten.

        Horeca-uitbatingen die een uitbreiding kunnen realiseren (max. 100%) door de inname van een parkeerplaats, kunnen ook een aanvraag indienen.

        Zaken die niet kunnen uitbreiden, kunnen mogelijks uitwijken naar een eventuele 2de editie van de Stadshaven (op de evenementenweide naast het Stadspark). De gesprekken hiervoor zijn nog lopend, in dialoog & synergie met evenementen en een aangepaste LCC - programmatie.

        Voor de zones zoals omschreven in het APR – Onderafdeling 5, 6 & 7, worden - énkel voor wat betreft de terrasuitbreidingen- deze vrijgesteld van de uniforme vorm- & kleurbepalingen voor de extra parasols.

        Tot slot dienen de social distancing - en andere hygiënemaatregelen uiteraard op al deze locaties strikt nageleefd te worden op basis van de nog nader te bepalen uitvoeringsmodaliteiten in de volgende Ministeriële Besluiten. Ook de andere bepalingen in de volgende Ministeriële Besluiten zoals m.b.t. een sluitingsuur, geluidsnormen, capaciteitbeperking, crowdcontrol,... zullen nageleefd moeten worden en kunnen daarbij de bepalingen in het Algemeen Politiereglement overrulen.

        De uitgebreide zone is volledig vrijgesteld van terrasbelasting

 

Art 3 :

De gemeenteraad keurt, voor de maanden dat de horeca gesloten is, de integrale kwijtschelding van de terrasbelasting voor 2021 goed.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

AANPASSING VAN DE TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING DD 19/11/2020 HOUDENDE DE UITGEBREIDE MONDMASKERPLICHT BINNEN DE STADSVESTEN. BEKRACHTIGING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

        23 maart 2020: Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

        1 oktober 2020: Politieverordening van de gouverneur betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 in de provincie Antwerpen

        20 oktober 2020: Beslissing Burgemeester betreffende het uitvaardigen van een tijdelijke politieverordening houdende de uitgebreide mondmaskerplicht in Lier

        28 oktober 2020: Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

        1 november 2020: Ministerieel besluit houdende wijzigingen van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

        9 november 2020: Politieverordening van de gouverneur betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 in de provincie Antwerpen

        19 november 2020: Beslissing Burgemeester betreffende het uitvaardigen van een tijdelijke politieverordening houdende de uitgebreide mondmaskerplicht in Lier

 

Feiten en context

Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID–19 te beperken;

 

Gelet op de politieverordening van de gouverneur van 1 oktober 2020 betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 in de provincie Antwerpen;

 

Gelet op de Beslissing Burgemeester van 20 oktober 2020 betreffende het uitvaardigen van een tijdelijke politieverordening houdende de uitgebreide mondmaskerplicht in Lier;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID–19 te beperken;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 1 november 2020 houdende wijzigingen van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

 

Gelet op de politieverordening van de gouverneur van 9 november 2020 betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 in de provincie Antwerpen;

 

Gelet op de Beslissing Burgemeester van 19 november 2020 betreffende het uitvaardigen van een tijdelijke politieverordening houdende de uitgebreide mondmaskerplicht in Lier;

 

Overwegend dat de verspreiding van het coronavirus Covid-19 nog steeds bijzonder sterk en continu is in de provincie Antwerpen;

 

Overwegende dat het coronavirus COVID–19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen treft;

 

Overwegende dat het coronavirus COVID–19 zich via de lucht lijkt over te dragen van mens op mens; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;

 

Overwegende dat het dragen van een mondmasker of van elk ander alternatief in stof nog steeds een belangrijke rol speelt in de strategie om de maatregelen geleidelijk aan af te bouwen; dat

het dragen van mondmaskers dan ook wordt aanbevolen aan de bevolking voor elke situatie waarin de regels van social distancing niet kunnen worden nageleefd, om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan; dat het verplicht is in bepaalde inrichtingen en bepaalde specifieke situaties; dat het louter gebruik van een masker echter niet volstaat en dat het steeds gepaard moet gaan met de andere preventiemaatregelen; dat de social distancing de belangrijkste en prioritaire preventiemaatregel blijft;

 

Overwegende dat het dragen van een mondmasker echter voor verminderde zichtbaarheid zorgt bij brildragers die zich in het wegverkeer bevinden op een rijwiel of een voortbewegingstoestel;

 

Overwegende dat het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en er niet direct sprake is van nauw contact bij mensen die zich in het wegverkeer bevinden op een rijwiel of een voortbewegingstoestel;

 

Juridische grond

- Artikel 134. § 1 Nieuwe Gemeentewet:

“In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.”
 

- Artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet:

“De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :

....

5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;”
 

- Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en eventueel latere wijzigingen
 

Regelgeving bevoegdheid

Overeenkomstig artikel 133, 2de alinea van de Nieuwe Gemeentewet en artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.
 

Overeenkomstig artikel 133, 2de alinea en artikel 135 §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet beschikt de burgemeester over uitvoerende politiebevoegdheden en kan de burgemeester politiebesluiten maken.

 

Argumentatie

Artikel 25 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020, houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, bepaalt dat eenieder verplicht is om vanaf de leeftijd van 12 jaar de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof in de winkelstraten, en elke private of publieke druk bezochte plaats, waarvan de concrete invulling dient te gebeuren door de bevoegde lokale overheid. De bevoegde lokale overheid dient deze plaatsen af te bakenen met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is;

 

Artikel 27. 1§. van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken bepaalt dat de bevoegde lokale overheden, in overleg met de bevoegde overheden van de gefedereerde entiteiten, aanvullende preventieve maatregelen kunnen nemen ten opzichte van deze voorzien in dit ministerieel besluit. De burgemeester overlegt hieromtrent met de gouverneur;

 

De burgemeester is derhalve bevoegd om uitvoering te geven aan artikel 25 en artikel 27 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Op 19 november 2020 besliste de burgemeester dan ook voor het uitvaardigen van een tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid om de mondmaskerplicht uit te breiden in de stad Lier om het aantal besmettingen en de overdracht van het virus zoveel mogelijk te beperken.

 

Met de uitvaardiging van de tijdelijke politieverordening dd. 19 november 2020 houdende de uitgebreide mondmaskerplicht op grondgebied van Lier werd er echter geen rekening gehouden met de verschillende weggebruikers en het gevolg dat het dragen van een mondmasker voor sommige van deze weggebruikers kan teweegbrengen. Zo heeft de praktijk ons geleerd dat het dragen van een mondmasker voor verminderde zichtbaarheid zorgt bij brildragers die zich in het verkeer bevinden op een rijwiel of een voortbewegingstoestel, een omstandigheid die beschouwd kan worden als een verkeersrisico.

Bijkomend kan ook de noodzakelijkheid voor het dragen van een mondmasker door weggebruikers op een rijwiel of een voortbewegingstoestel beraad worden daar het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en er niet direct sprake is van nauw contact bij mensen die zich in het wegverkeer bevinden op een rijwiel of een voortbewegingstoestel.

 

Het is dan ook zinvol om de bestaande maatregelen te evalueren en zodoende bij te sturen, zo kan de uitgebreide mondmaskerplicht op grondgebied van Lier deels bijgesteld worden in de zin dat de plicht voor wie met de fiets of een voortbewegingstoestel deelneemt aan het verkeer op de rijweg binnen de stadsvesten, kan opgeheven worden. Dergelijke uitzondering werd namelijk ook al in verschillende andere gemeenten voorzien zoals Ieper, Ronse, Genk en Oostende.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad bekrachtigt de belissing burgemeester van 11 maart 2021 dat de tijdelijke politieverordening dd. 19 november 2020 houdende een uitgebreide mondmaskerplicht op grondgebied van Lier, wordt aangepast als volgt:

"Artikel 1

De burgemeester beslist bij hoogdringendheid dat, ter vrijwaring van de openbare veiligheid en gezondheid in het licht van de COVID-19 pandemie, het dragen van een mondmasker of elk ander alternatief in stof door iedereen vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht is in alle straten binnen de stadsvesten (uitgezonderd de vesten zelf) en dit elke dag tussen 8 en 18 uur, behalve voor diegenen die met de fiets of een voortbewegingstoestel deelnemen aan het verkeer op de rijweg.

 

Artikel 2

De burgemeester beslist bij hoogdringendheid dat, ter vrijwaring van de openbare veiligheid en gezondheid in het licht van de COVID-19 pandemie, het dragen van een mondmasker of elk ander alternatief in stof door iedereen vanaf 12 jaar verplicht is zowel op als buiten de stadsvesten wanneer het druk is en de veiligheidsafstand van 1.5 meter niet mogelijk is. Deze verplichting geldt voor alle straten in Lier en Koningshooikt.

 

Artikel 3

De burgemeester beslist bij hoogdringendheid dat, ter vrijwaring van de openbare veiligheid en gezondheid in het licht van de COVID-19 pandemie, het dragen van een mondmasker of elk ander alternatief in stof door iedereen vanaf 12 jaar verplicht is binnen een straal van 200 meter van de in- en uitgangen van onderwijsinstellingen, en dit zowel voor kleuter-, lager-, secundair-, hoger-, als volwassenenonderwijs. Deze verplichting geldt tijdens de gebruikelijke in- en uitlooptijden van de onderwijsinstellingen."

 

Art 2 :

Deze wijziging treedt in werking op 11 maart 2021 en blijft van kracht tot deze wordt opgeheven.

 

Art 3 :

Inbreuken op onderhavig besluit worden overeenkomstig art. 26 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, en eventuele latere wijzigingen van dit ministerieel besluit, beteugeld met de straffen bepaald door artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

 

Art 4 :

De lokale politie en de stadsdiensten (en eventueel de federale politie) zijn belast met het toezicht op de naleving van onderhavig besluit.

 

Art 5 :

Een afschrift van onderhavig besluit wordt overgemaakt aan de Deputatie van de Provincieraad van Antwerpen en aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en de Politierechtbank te Mechelen.

 

Art 6 :

Tegen deze beslissing kan beroep worden ingesteld door binnen de zestig (60) dagen na ontvangst, een verzoekschrift tot schorsing of vernietiging in te dienen bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het ondertekende verzoekschrift kan per aangetekende zending aan de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel worden gericht of elektronisch via http://eproadmin.raadvst-consetat.be.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

VERORDENING VERPLICHT CONFORMITEITSATTEST VOOR HUURWONINGEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

        23/09/2019: Goedkeuring door de gemeenteraad van de subsidieaanvraag van de interlokale vereniging 'IGS versterkt wonen in Mechelen, Lier en Willebroek' voor de periode 2020-2025. Hierbij zijn de aanvullende activiteiten AA 2_2 "Een verordening vaststellen en toepassen waarbij het conformiteitsattest verplicht wordt gesteld in bepaalde situaties" en AA 2_3 "Een verordening vaststellen en toepassen waarbij de geldigheidsduur van het conformiteitsattest beperkt wordt, en woningen met dergelijke conformiteitsattesten opvolgen" opgenomen als uit te voeren activiteiten.

        14/12/2020: Kennisname door burgemeester en schepenen van een eerste versie van de ontwerpverordening verplichte conformiteitsattesten voor huurwoningen.

 

Feiten en context

De gemeente is conform artikel 2.2, §1, van de Vlaamse Codex Wonen verantwoordelijk voor het uitwerken van haar woonbeleid op lokaal vlak waarbij aandacht uitgaat naar het stimuleren van sociale woonprojecten, het ondersteunen van woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden en het uitwerken van een bewaking van de kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving.

 

Vlaamse beleidsprioriteit 2 van het BVR Lokaal Woonbeleid van 2018 stelt dat de gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving. Gemeentelijke woningkwaliteitsreglementen, bv. m.b.t. conformiteitsattesten, vormen hiervoor een instrument.

Volgens artikel 3.2 van de Vlaamse Codex Wonen kan de gemeenteraad bij verordening het conformiteitsattest verplicht stellen.

Stad en OCMW Lier wil verplichte conformiteitsattesten voor alle huurwoningen invoeren om de woningkwaliteit te verbeteren. Het Bestuursakkoord 2019-2024 stelt: “We geven ruim aandacht aan de woonkwaliteit, specifiek ook op onze (ruime) huurmarkt. Bij elke verhuring wordt een conformiteitsattest vereist in de toekomst”.

 

Vlaamse beleidsprioriteit 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering Lokaal Woonbeleid van 2018 stelt dat de gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden.

Stad en OCMW Lier koppelt de inspanningen om de kwaliteit van het woningpatrimonium te verhogen aan het sociaal woonbeleid, met aandacht voor de betaalbaarheid van het woonaanbod en de positie van kwetsbare huurders.

Het Bestuursakkoord 2019-2024 stelt bv. concreet: “We sensibiliseren eigenaars om ook aan de meest kwetsbaren te verhuren, bij voorkeur via het SVK”.

 

Het Vlaams Renovatiepact stelt energetische doelstellingen voor alle woningen tegen 2050. Het Liers klimaatplan 2017-2030 (i.k.v. Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie) sluit hierbij aan en stelt dat stad en OCMW Lier het aantal energierenovaties van woningen wil opdrijven.

De verplichting van conformiteitsattesten voor huurwoningen biedt de opportuniteit om, voorbij de aanpassingen naar de minimale kwaliteitseisen (zoals vermeld in de Vlaamse Codex Wonen art. 3.1), eigenaars te stimuleren om een duurzame (energie)renovatie door te voeren.

 

Op basis van deze ambities werkte de cel Wonen een aanpak en ontwerpverordening uit, en legde deze voor op het Lokaal Woonoverleg van 09/12/2020, aan de burgemeester en schepenen (bijeenkomst van 14/12/2020) en de meerderheidsfracties (18/01/2021). De aanpak werd ook meermaals besproken op de werkgroep sociale huisvesting.

Op basis van de feedback werd de herwerkte verordening op 03/03/2021 op het Lokaal Woonoverleg voorgelegd, waar ze positief geadviseerd werd.

 

Motivatie voor insteek

Het invoeren van een verplicht conformiteitsattest voor huurwoningen is een maatregel om de woningkwaliteit te verbeteren. Dit is aangewezen, zeker in het onderste segment van de huurmarkt. Hieronder volgt, op basis van een studie van de kansen en uitdagingen, de motivatie voor de insteek waarop de voorgestelde verordening gebaseerd is en die richtinggevend is voor de praktische uitwerking.

 

Situering woningkwaliteitsproblemen

Onderzoek van het Steunpunt Wonen schat dat 57% van de Vlaamse woningvoorraad in 2013 niet voldeed aan de minimale kwaliteitseisen. Dit kan gaan om beperkte of structurele gebreken. Hoewel er sindsdien een verbetering in het patrimonium zichtbaar is, heeft met name de huurmarkt een groot aandeel woningen van ontoereikende kwaliteit. De ouderdom van woningen is hierbij de belangrijkste factor. Voor een stad met een historisch patrimonium zoals Lier vormt woningkwaliteit dus in het bijzonder een uitdaging.

Er zijn verschillende indicaties dat het onderste segment van de Lierse huurmarkt onder druk staat. De hoogste renovatiekosten situeren zich volgens bovenvermelde studie bij bewoners die zich in het eerste inkomensquintiel bevinden. Aangezien huurders zelf weinig mogelijkheden hebben om de woningkwaliteit te verbeteren, kan een verplicht conformiteitsattest voor hen een verschil betekenen. Deze huurders vinden bovendien niet gemakkelijk een betaalbaar alternatief. 28% van de weigeringen van de Vlaamse huursubsidie (in de afgelopen 5 jaar in Lier) gebeurde bv. omdat de nieuwe woning niet voldeed aan de minimale kwaliteitseisen. Om woonzekerheid te bevorderen, kan een positieve insteek naar eigenaars toe (zie verder) een verschil maken.

 

Risico op uitval vermijden

Het is belangrijk om te vermijden dat de huurmarkt krimpt door een plotse verplichting van conformiteitsattesten. Wanneer eigenaars van huurwoningen die niet voldoen aan de minimale kwaliteitseisen onvoldoende geïnformeerd en ondersteund worden, bestaat het risico dat ze hun woning verkopen. Om te vermijden dat betaalbare huurwoningen van de markt verdwijnen, moeten eigenaars de kans krijgen de gebreken weg te werken. Ook het scenario waarbij slechts minimale (niet-duurzame) aanpassingen gebeuren, moet vermeden worden.

 

Positieve insteek

Eigenaars worden gestimuleerd door een proactieve i.p.v. repressieve aanpak. Dankzij informatie en sensibilisering kunnen eigenaars zelf de woningkwaliteitseisen nagaan, zodat ze minder voor verrassingen komen te staan bij een woningcontrole. Veel eigenaars die te goeder trouw verhuren schatten immers de woningkwaliteit niet goed in. De fasering voor wie tijd nodig heeft (zie verder) maakt mogelijk dat eigenaars zelf de nodige werken kunnen plannen. Dit is een positievere manier om verbeteringen te realiseren dan via een formele procedure ongeschikt/onbewoonbaarheid. Deze aanpak komt ook kwetsbare huurders ten goede. Sensibilisering van eigenaars rond woningkwaliteit kan leiden tot minder ongeschikt/onbewoonbaarverklaringen waardoor minder huurders hun woning moeten verlaten.

 

Tijd om te renoveren

Om het mogelijk te maken om vooraf gebreken weg te werken, is een onderscheid op basis van de ouderdom van de woning aangewezen.

Onderzoek van het Steunpunt Wonen duidt op een stijgende renovatiekost naargelang de ouderdom van de woning. De gemiddelde renovatiekost om de gebreken (m.b.t. woningkwaliteit) weg te werken in een woning gebouwd vóór 1946 wordt geraamd op €36.000. Dergelijk renovatieproject neemt enige tijd in beslag (informeren, offertes, uitvoering, …). Eigenaars kunnen hierbij ondersteund worden. Sensibilisering is nodig opdat eigenaars deze kans ook grijpen.

Omdat bij jongere woningen minder (ingrijpende) aanpassingen verwacht worden (bv. check van rookmelders en eventuele herstellingen), kunnen zij gemakkelijk eerder aan bod komen. Deze woningen zorgen zo mee voor de sensibilisering rond woningkwaliteit (bv. bekendheid conformiteitsattest) en stappen in in een (proactief) systeem van 10-jaarlijkse controles, waarbij een goede relatie met de stadsdiensten kan opgebouwd worden.

 

Duurzame (energie)renovatie stimuleren

Het Vlaams Renovatiepact stelt energetische doelstellingen voor alle woningen tegen 2050. Deze doelstellingen zorgen voor een verbetering van de woningvoorraad: energiezuinige woningen zorgen voor lagere woonkosten en een hoger comfort. Wanneer aan een woning ingrepen moeten gebeuren om gebreken m.b.t. woningkwaliteit weg te werken, is dit een kans om voorbij de minimale eisen en voor een duurzame oplossing te gaan. De meerprijs en overlast zijn op dat moment het laagst. Ook dit pleit voor een soepelere timing voor oudere woningen, in combinatie met informatie en de mogelijkheid tot begeleiding.

 

Verordening

De voorgestelde verordening bevindt zich in bijlage. Hieronder worden de verschillende artikels toegelicht.

 

Toepassingsgebied

Een conformiteitsattest kan worden afgeleverd voor “een woning die verhuurd wordt of te huur of ter beschikking gesteld wordt als hoofdverblijfplaats of met het oog op de huisvesting van een of meer studenten”.

Hoewel het mogelijk is om hierbij te differentiëren, wordt de verplichting (in lijn met het Bestuursakkoord) toegepast op alle huurwoningen, om alle mogelijke probleemsituaties aan te pakken.

 

Ook woningen verhuurd via het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) en door stad en OCMW Lier moeten voldoen aan de voorwaarden die deze verordening stelt. Voor SVK-woningen werd een afsprakenkader opgesteld dat goedgekeurd werd op de gemeenteraad van 14/12/2020.

 

De kwaliteit van de woningen die verhuurd worden door een sociale huisvestingsmaatschappij wordt reeds opgevolgd door technische medewerkers van de sociale huisvestingsmaatschappij, volgens een vastgelegde methode en onder toezicht van de VMSW. Deze woningen worden daarom vrijgesteld van de verplichting. De betrokken sociale huisvestingsmaatschappij dient de renovatieplannen op het lokaal woonoverleg te bespreken. Bij een melding over woningkwaliteit wordt steeds een woningcontrole uitgevoerd, zoals bij alle woningen het geval is.

 

Gefaseerde invoer

Het is mogelijk om de verplichting gefaseerd in te voeren. Een tijdspanne van tien jaar, i.f.v. de werkbelasting voor de woningcontroleurs, is  in lijn met faseringen bij andere gemeentes en de standaard geldigheidsduur van conformiteitsattesten.

 

Om het oudere woningpatrimonium de kans te geven om degelijk te renoveren en de markt niet plots te destabiliseren (cf. gevolgen voor kwetsbare huurders), gebeurt de invoer gefaseerd op basis van bouwjaar, waarbij de jongste woningen eerst aan bod komen.

 

Het exacte aantal huurwoningen is niet gekend. Gezien ongeveer 30% van de huishoudens in Lier private huurder is, is de verplichting van toepassing op ongeveer 5.000 huurwoningen. Op basis van een schatting van het aantal huurwoongelegenheden naar ouderdom (o.b.v. bouwjaar zoals gekend in het kadaster), kan een evenredige spreiding opgemaakt worden.

Dit vertaalt zich als volgt:

        vanaf 1/1/2022: woningen met bouwjaar 2011 en later

        vanaf 1/1/2024: woningen met bouwjaar 1991 en later

        vanaf 1/1/2026: woningen met bouwjaar 1971 en later

        vanaf 1/1/2028: woningen met bouwjaar 1946 en later

        vanaf 1/1/2030: woningen met bouwjaar 1900 en later

        vanaf 1/1/2032: alle woningen

De fasering bepaalt de uiterlijke datum wanneer een bepaalde groep woningen over een conformiteitsattest moet beschikken. Eigenaars kunnen uiteraard ook eerder een aanvraag indienen.

 

In functie van de beheersbaarheid wordt het aantal aanvragen tussentijds gemonitord en indien nodig bijgestuurd via infocampagnes. Eventueel kan beroep gedaan worden op een tijdelijke versterking met woningkwaliteitscontroleurs vanuit het IGS.

 

Geldigheidsduur

De gemeente kan ook de geldigheidsduur van het conformiteitsattest – standaard tien jaar – beperken.

Om woningen met relatief veel gebreken beter te kunnen opvolgen, wordt de geldigheidsduur van het conformiteitsattest beperkt tot vijf jaar indien er vier tot zes gebreken in categorie I worden vastgesteld. Vanaf zeven gebreken wordt een woning ongeschikt verklaard.

Aangezien specifieke gebreken in de toekomst een andere impact kunnen hebben op een mogelijke ongeschiktheidsverklaring, wordt er niet gedifferentieerd op basis van gebreken.

In bepaalde situaties (bv. besluit ongeschikt/onbewoonbaarheid) kan een conformiteitsattest van rechtswege vervallen.

 

Kostprijs

De gemeente kan via een gemeentelijk retributiereglement een kostprijs bepalen voor het aanvragen van een conformiteitsattest. Het maximumbedrag wordt door Wonen Vlaanderen vastgelegd op €90 vanaf 2021. Deze kostprijs is niet bij elke procedure mogelijk (bv. niet bij de Waarschuwingsprocedure).

Gezien stad en OCMW Lier bij de huidige procedures gratis conformiteitsattesten aflevert, wordt dit ook bij de verplichting aangehouden. Dit sluit aan bij een positieve benadering.

 

Inwerkingtreding

De Vlaamse minister van Wonen moet de reglementen goedkeuren die het conformiteitsattest verplichten. De gemeentelijke verordening 'verplicht conformiteitsattest voor huurwoningen' wordt na goedkeuring op de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd aan de minister. De gemeentelijke verordening treedt pas in werking na de formele goedkeuring door de minister.

 

Sanctionering

Er wordt ten minste het eerste jaar sensibiliserend gewerkt en pas later een sanctie op het niet hebben van een conformiteitsattest ingevoerd. Op basis van de eerste ervaringen wordt een belastingreglement uitgewerkt en voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Flankerende maatregelen

Om dit momentum optimaal te benutten zijn bijkomende maatregelen nodig.

 

Aandachtspunten voor eigenaars zijn o.a.: informeren en sensibiliseren rond woningkwaliteit en de verplichte conformiteitsattesten, ondersteuning voor renovatie, in combinatie met promotie van het SVK (voor ontzorging). Voor de sensibilsering kan samengewerkt worden met de immosector (bv. bij nieuwe verhuringen). Voor de renovatieondersteuning kan samengewerkt worden met bv. het Energieloket, Kamp C en Samenlevingsopbouw provincie Antwerpen.

 

Aandachtspunten voor kwetsbare huurders zijn o.a.: uithuiszettingen proactief vermijden, in een aanbod crisiswoningen via het Sociaal Huis voorzien (cf. nota statuut OCMW woningen, zoals goedgekeurd op het Vast Bureau van 07/12/2020) en het aanbod van het SVK vergroten.

 

Parallel probleemsituaties aanpakken: De fasering ontslaat eigenaars niet van de verplichting om enkel conforme woningen te verhuren. Alle woningen moeten sowieso voldoen aan de minimale kwaliteitseisen, ongeacht of het conformiteitsattest al verplicht is volgens de gefaseerde invoer. Een klacht over woningkwaliteit zal steeds onderzocht worden. De procedure ongeschikt/onbewoonbaarheid kan ook opgestart worden op initiatief van de burgemeester.

Daarnaast is de beperkte geldigheidsduur van conformiteitsattesten voor woningen met 4 tot 6 gebreken (categorie I) van toepassing bij alle procedures waarbij conformiteitsattesten worden afgeleverd.

 

Juridische grond

        BVR van 16/11/2018 over het Lokaal Woonbeleid

        Vlaamse Codex Wonen van 2021, meer bepaald art. 2.2 en boek 3 ‘Woningkwaliteitsbewaking’

        BVR tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

 

Argumentatie

De voorgestelde aanpak van verplichte conformiteitsattesten vormt een opportuniteit om de woningkwaliteit op de huurmarkt te verbeteren, waarbij aandacht besteed wordt aan de positie van kwetsbare huurders, in lijn met het Bestuursakkoord 2019-2024.

 

De voorgestelde beperking van de geldigheidsduur van conformiteitsattesten maakt het mogelijk om woningen met gebreken beter op te volgen.

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de verordening ‘verplicht conformiteitsattest voor huurwoningen’, zoals in bijlage toegevoegd, goed te keuren en aan de minister voor te leggen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

ACTIEPLAN 2021 DECRETALE HANDHAVING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing college van burgemeester en schepenen dd 27 januari 2020 over de goedkeuring actieplan 2020.

Gemeenteraadsbeslissing dd 17 februari 2020 over de goedkeuring actieplan 2020.

 

Feiten en context

In samenwerking met andere gemeenten werd door IGEMO een intergemeentelijke cel opgericht voor handhaving (IGOHC) die als doelstelling heeft het omgevingshandhavingsbeleid van de deelnemende gemeenten te organiseren. Met deze georganiseerde samenwerking wil de vereniging de aanwezige ervaring en kennis bundelen, om zo te streven naar een efficiënter omgevingshandhavingsbeleid een rationalisering van de beheers- en exploitatiekosten.

 

Onderdeel van deze samenwerking is de jaarlijkse opstelling van een actieplan waarin ook de prioriteiten aangaande omgevingshandhaving van elke gemeente vervat zitten.

 

In bijlage kan u het actieplan 2021 van IGEMO terugvinden.

De prioriteiten stedenbouw blijven ongewijzigd tegenover het jaar 2020.

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord met het actieplan 2021 van IGHOC (intergemeentelijke omgevingshandhavingscel) voor decretale handhaving.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

HANDHAVINGSPROGAMMA MILIEU 2021-2025 - PRIORITEITENNOTA - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 16/03/2015 inzake het milieuhandhavingsprogramma 2015-2020.

 

Feiten en context

Dit handhavingsprogramma beschrijft de beleidsvisie en de wijze waarop milieutoezicht en handhaving op het grondgebied van Lier voor de komende vijf jaar zal uitgeoefend worden. Het is een dynamische en richtinggevende handleiding die de gemeentelijke toezichthouders bijstaat in het eenduidig uitoefenen van hun functie.

 

1.Visie

De focus van het beleid ligt sterk op preventie van nieuwe milieuovertredingen.

 

In de eerste plaats willen we sensibiliseren door goed te informeren, zodat regelgeving kan nageleefd worden en kansen gegeven worden om fouten te regulariseren of schade te herstellen.

 

Indien na het voeren van het preventieve luik blijkt dat alsnog overtredingen gebeuren, dan zal de piste van controle, aanmaning en sanctionering ingezet worden.

 

Volgende stappen zullen door de gemeentelijk toezichthouder doorlopen worden:

1)Beoordeling van een klacht (burgerrechtelijk, milieu, gemengde inbreuk)

2)Controle op het terrein, al dan niet samen met andere diensten

3)Opmaken van een aanmaning. Hierin wordt de overtreding, mogelijkheid tot regularisering en termijn voor uitvoering opgenomen.

4)Evalueren of het perceel als risicogrond opgenomen moet worden.

5)2e controle op het terrein na afloop van de termijn van actie.

6)Op dit moment zijn er drie acties mogelijk, afhankelijk van de situatie ter plaatse:

a.Sluiten van het dossier indien de overlast weg of geregulariseerd is.

b.Tweede aanmaning als er begin van regularisatie is, maar de hinder nog niet voldoende opgelost is.

c.Opmaken van proces verbaal indien er geen gehoor gegeven is aan de aanmaning. Hierbij kan bestuurlijke maatregel opgelegd worden indien de hinder groot is of elke vorm van regularisatie uit blijft.

 

De handelswijze van het stadsbestuur is gebaseerd op de overtuiging van de positieve ingesteldheid en bereidwilligheid van haar inwoners, ondernemers en bezoekers. Toezicht heeft tot doel om overtredingen te voorkomen. Opsporingen of doelbewust op zoek gaan naar overtredingen worden daarom niet aanzien als “toezicht”. Toezicht moet er op gericht zijn om een bewustzijn en mentaliteitswijziging te creëren, zodat dit op lange termijn resulteert in een positief effect op de kwaliteit van het leefmilieu.

 

Tijdens het uitoefenen van toezicht willen we in de eerste plaats een vertrouwensrelatie opbouwen met de inwoners en de bedrijven, in overleg treden en ons kenbaar en aanspreekbaar maken.  Wij willen laagdrempelig zijn en aandacht hebben voor ieders noden, wensen en verzuchtingen, zodat in een open communicatie naar oplossingen kan gezocht worden.

 

 

Pas als onderhandelen en bemiddelen geen bereidheid teweegbrengt om de milieu- inbreuken of -misdrijven te stoppen of als de aard, frequentie en ernst van de overtreding van die aard zijn dat onderhandelen en bemiddelen niet zinvol is, is repressieve handhaving aan de orde.

 

Klachten, voorvallen of meldingen die omwille van hun aard of grootschaligheid een onmiddellijke of ernstige impact hebben, worden kordaat aangepakt met oog voor een optimale bescherming van de burger en het milieu.

 

2.Prioriteiten

Het grondgebied wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan industriële activiteiten en processen. Buiten het verstedelijkt gebied en in de deelgemeente Koningshooikt, heeft Lier een voornamelijk landelijk karakter.

 

Het verstedelijkt gebied wordt vooral geconfronteerd met geluidsbelasting van horeca-activiteiten en evenementen, terwijl het buitengebied, gelet op de ruimtelijke mogelijkheden, vooral belast wordt op gebied van lozingen, afvalverbrandingen en opslag van afval.

 

Uit de registratie van de aard van de meldingen komen volgende hinderaspecten significant naar voor:

 

-geluidsoverlast;

-illegale bedrijvigheid;

-opslag van afval;

-luchtverontreiniging.

 

Het is noodzakelijk de toezichtprioriteiten op deze thema’s toe te spitsen. Het zijn thema’s die dikwijls als hinderlijk worden ervaren en ook een grote impact hebben op de kwaliteit van het leefmilieu.

 

 

Prioriteiten en plan van aanpak

Het stadsbestuur wil in haar handhavingsprogramma volgende thema’s prioritair aan bod laten komen.

 

 

1)Geluidsoverlast

De klachten die geuit worden over geluidsoverlast kunnen grotendeels teruggebracht worden tot drie bronnen:

        evenementen;

        ingedeelde inrichtingen;

        particuliere airco’s en warmtepompen onder de indelingsdrempel.

 

Evenementen

Voor evenementen die muziek willen spelen is steeds een beslissing van het college van burgemeester en schepenen nodig, omdat dit een afwijking op Vlarem II is.

Hieraan worden door de dienst leefmilieu standaard volgende voorwaarden verbonden:

        het maximale geluidsdrukniveau is LAeq = 93 dB(A)

        de organisator moet verplicht geluidsmetingen uitvoeren en registreren. Deze geluidsmetingen moeten binnen de drie werkdagen na het evenement aan de dienst leefmilieu bezorgd worden.

        Sinds 2019 is in Vlarem II ook opgenomen dat de organisator verantwoordelijk gesteld kan worden als hij het geluidsdrukniveau niet terugschroeft bij het meten van een overschrijding.

Indien er de voorgaande edities voorwaarden niet nageleefd worden, kan de toezichthouder beslissen om, al dan niet met een expert, geluidsmetingen te doen op een evenement. Op basis van deze metingen zal een proces verbaal opgemaakt worden indien er significante overschrijdingen waargenomen worden.

 

Ingedeelde inrichtingen

Om de gegrondheid van overlast na te gaan, kunnen eerst indicatieve metingen uitgevoerd worden. Indicatieve metingen zijn onbemande geluidsmetingen die een beeld moeten vormen van de ernst en frequentie van de hinder. Deze metingen kunnen niet gebruikt worden in officiële vaststellingen (PV).

 

Op basis van deze metingen wordt geoordeeld of de klacht gegrond is, wordt het probleem in kaart gebracht en wordt de overtreder inzicht gegeven in de aard en omvang van de hinder.

 

Aan de overtreder worden eerst voorstellen geformuleerd om de hinder te reduceren en om aan de normen te kunnen voldoen; dit alles binnen realistische termijnen.

 

Bij aanhoudende klachten na overleg met de overtreder en na bijkomende vaststelling van normoverschrijdingen, wordt proces-verbaal opgesteld. In overleg met de burgemeester kunnen vervolgens bestuurlijke maatregelen worden getroffen.

 

Niet ingedeelde inrichtingen

Hierin kan de toezichthouder een ondersteunende functie hebben, hij kan:

        Een indicatieve meting doen;

        In dialoog gaan met de vermoedelijke overtreder;

        Beide partijen doorverwijzen naar de bemiddelingsdienst van de politie. Hierbij wordt ook alle informatie van het dossier aan de politie overgemaakt.

 

2)Niet VLAREM-vergunde activiteiten (illegale bedrijvigheid)

Exploiteren zonder een (geldige) milieuvergunning kan een grote impact hebben op het leefklimaat van een omgeving. Het tegengaan van illegale activiteiten voorkomt klachten en hinder. Kort op de bal spelen is noodzakelijk om toekomstige problemen te  voorkomen.

 

Als er een vergunning aangevraagd wordt, heeft de bevoegde overheid de kans om eventuele hinder veroorzaakt door de inrichting te beoordelen en gepaste maatregelen op te leggen. Bij illegale activiteiten valt deze beoordeling weg en komen de hinderlijke aspecten dikwijls pas aan de oppervlakte na klachten.

 

Het tijdig detecteren van niet-vergunde activiteiten is belangrijk om tijdig te kunnen ingrijpen wanneer de activiteiten onverenigbaar zijn of een zware impact op de omgeving hebben.

 

Wanneer niet-vergunde activiteiten worden vastgesteld, worden de exploitanten aangemaand zich binnen een welbepaalde periode in regel te stellen of, indien de activiteiten volgens de geldende normen verboden zijn, stop te zetten. Niet-vergunde activiteiten die een risico vormen voor de omgeving of het leefmilieu worden snel en  kordaat aangepakt.

 

Wanneer er aan een aanmaning geen gevolg wordt gegeven, dan wordt er een proces-verbaal opgesteld. I.f.v. de aard, grootte en hinderlijkheid van de activiteiten, worden bestuurlijke maatregelen uitgevaardigd.

 

De toezichthouder kan ook preventief nagaan welke vergunningen afgelopen zijn of weldra zullen aflopen en hiervoor herinneringsbrieven sturen.

 

3)Opslag van afval

Algemene aanpak

Opslag en verzamelen van afval kan ongedierte aantrekken en zorgen voor geurhinder. Afvalophoping kan een gezondheidsrisico vormen voor zowel de bewoners als voor derden.

 

Opslag vormt naast mogelijke bodemverontreiniging vaak visuele overlast. Een aanpak van dit fenomeen is dan ook noodzakelijk.

 

Overtreders worden gewezen op hun verplichtingen tot legale afvoer van de afvalstoffen en van de ordentelijke stockage van de nog bruikbare goederen.

 

Overtreders worden aangemaand om binnen realistische termijnen het afval te verwijderen. Indien er niet of onvoldoende gevolg geven wordt aan de aanmaning wordt een proces-verbaal opgesteld. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij wordt van de overtreding op de hoogte gebracht zodat zij de overtreder kunnen belasten op basis van verdoken afvalheffingen.

 

Indien de opslag aanleiding kan geven tot bodemverontreiniging, dan wordt het perceel opgenomen in de gemeentelijke inventaris van risicogronden. Bij acute risico’s op bodemverontreiniging of gezondheidsrisico’s wordt overgegaan tot ambtshalve verwijdering op kosten van de overtreder.

 

Asbest

Asbestafbraak en asbestopslag zijn hoog-prioritair. Omdat deze werken vaak ook maar van korte duur zijn (zeker indien de werken niet volgens de regels uitgevoerd worden), is het essentieel om te proberen binnen het uur aanwezig te zijn op de plaats van melding.

Indien er effectief asbest wordt afgebroken zonder de nodige maatregelen, zal de werf steeds met onmiddellijke ingang afgesloten worden. Er zal in dit geval ook steeds proces verbaal opgemaakt worden.

 

4)Luchtvervuiling

Er worden regelmatig klachten rond luchtvervuiling gemeld bij de dienst leefmilieu. Deze klachten hebben meestal betrekking tot rookontwikkeling of stof.

 

Rookontwikkeling

Indien het gaat om een verbranding in open lucht, wordt er ter plaatse gecontroleerd of er een inbreuk plaats vindt op artikel 6.11.1 van Vlarem II. In dit geval kan er PV opgemaakt worden.

 

Bij rookontwikkeling door verbranding bij een ingedeelde inrichting zal er verder onderzoek nodig zijn en wordt er gecontroleerd dat alle algemene, sectorale en bijzonder milieumaatregelen nageleefd worden.

 

Bij rookontwikkeling door particuliere stookinstallaties worden de melders doorverwezen naar de burgerrechtelijke weg. Dit kan enerzijds via het project verzoening dat loopt via de lokale politie of anderzijds rechtstreeks via het vredegerecht.

Deze klachten worden niet door de lokale toezichthouder opgenomen omdat zich hierbij verschillende struikelblokken voordoen. In eerste plaats mag de toezichthouder leefruimtes niet betreden zonder schriftelijke toelating van de inwoner of de politierechter. Daarnaast kan tijdens de werkuren meestal geen vaststelling gedaan worden omdat er voornamelijk ’s avonds bij verwarmd wordt op hout. Tot slot is het ook heel moeilijk vast te stellen of men niet-conforme brandstoffen gebruikt.

 

Stofontwikkeling

Bij stofontwikkeling gaat het vaak over stofhinder door ingedeelde inrichtingen. Hierbij zal gewezen worden op hoofdstuk 4.4.7 van Vlarem II. Er zal een aanmaning opgemaakt worden. Indien de hinder aanhoudt, zal PV opgemaakt worden.

 

Bij stofontwikkeling door werfwerkzaamheden zal er gewezen worden op hoofdstuk 12 van Vlarem II en zal er ter plaatse met de werfleider besproken worden welke realistische maatregelen getroffen kunnen worden. De gemaakte afspraken worden per aanmaning bevestigd. Er worden door de toezichthouder spontane controles gedaan op het naleven van de gemaakte afspraken. Indien de afspraken niet nageleefd worden, zal er PV opgemaakt worden.

 

3.Tijdsbesteding

Binnen de organisatie worden twee gemeentelijke toezichthouders belast met het uitoefenen van toezicht. Dit conform artikel 16 §1 van het milieuhandhavingsbesluit van 2008 dat stelt dat elke stad met meer dan 30.000 inwoners over twee toezichthouders moet beschikken.

 

Naast de toezichthouders van de stad kan er ook beroep gedaan worden op de toezichthouders van de intercommunale IGEMO. Zwaardere dossiers zullen aan deze toezichthouders overgemaakt worden voor opvolging.

 

In het vorige actieplan werd een tijdsbesteding voor toezicht vooropgesteld, waarbij 60% preventief en 40% klachtgericht gewerkt gehandeld zou worden. In praktijk is dit niet mogelijk en is de effectieve verhouding eerder 30% preventief en 70% reactief.

 

Het is echter moeilijk om een strikte tijdsbesteding weer te geven. De aard en hoeveelheid aan meldingen is immers niet te voorspellen. Enige flexibiliteit in de tijdsbesteding blijft dus noodzakelijk.

 

 

1)Proactieve controles

Elke beslissing over een aanvraag van een milieuvergunning klasse 2 of de verandering ervan, wordt vooraf gegaan door een aangekondigd plaatsbezoek. In dit stadium kan de aanvrager zijn geplande activiteiten verduidelijken en kan de toezichthouder tijdig op aanwezige of toekomstige problemen anticiperen. Een plaatsbezoek geeft een bron aan informatie voor de beoordeling van een vergunningsaanvraag, zodat met kennis van zake een deskundige beoordeling kan gebeuren.

 

Tijdens verplaatsingen kunnen ook overtredingen opgemerkt worden, hier kan ook reeds proactief op gereageerd worden.

 

Er kunnen handhavingsacties uitgevoerd worden, op basis van:

        Doorlichting van bepaalde straten, industriegebieden, sectoren, …

        Opvolging van aflopende vergunningen

 

2)Klachtenbehandeling (reactieve controles)

Klachten worden in eerste plaats via de website gemeld of telefonisch tijdens de openingsuren van de stadsdiensten.

 

Enkel klachten die duidelijk worden geformuleerd, kunnen nader onderzocht worden. Elke nieuw dossier krijgt een uniek dossiernummer. Na een administratief onderzoek, wordt de toestand ter plaatse beoordeeld.

 

Alle briefwisseling en documenten die naar aanleiding van de klacht worden opgesteld of ontvangen, worden digitaal bewaard. Eventuele analoge dossierstukken worden analoog en digitaal bewaard.

 

De aard en hoeveelheid van de ontvangen klachten vormt de basis voor het uitstippelen of corrigeren van een handhavingsprogramma.

 

Klachten m.b.t. sluikstorten op het openbaar domein worden voor verder gevolg aan de technische diensten overgemaakt. Handhaving m.b.t. de reinheid van de openbare ruimte wordt binnen de cel handhaving en burgerparticipatie opgenomen onder de vorm van handhavingsacties volgens het politiereglement betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 

Klachten m.b.t. dierenwelzijn, klasse 1- bedrijven, jacht en natuur worden aan de bevoegde diensten overgemaakt, aangezien hieraan geen gemeentelijke toezichtsbevoegdheden zijn toebedeeld.

 

4.Communicatie

Betrokken diensten, de burgemeester en betrokken schepenen worden op de hoogte gehouden van lopende dossiers. Indien er een proces verbaal opgesteld wordt, wordt dit conform het DABM ter kennisname op het college gebracht. De burgemeester tekent het PV ter kennisname, niet als vaststeller.

 

I.f.v. de noodzaak tot medewerking van de politie, milieu-inspectie of andere toezichtsdiensten, wordt eveneens overleg gepleegd met de korpschef of de gewestelijke toezichthouders.

 

De klager en/of het bedrijf worden tijdens het toezichttraject steeds van de stand van zaken van het dossier op de hoogte gebracht.

 

 

5.Samenwerking

Er wordt, indien nodig, samengewerkt met toezichthouders van de verschillende bevoegde toezicht instanties. Hierbij denken we aan milieu-inspectie, OVAM, VLM, … .

 

Door het invoeren van de omgevingsvergunning zijn handhaving stedenbouw en milieu nauw verbonden. Daarom worden toezichtcontroles vaak samen gedaan en wordt het verdere handhavingstraject in samenspraak verder gezet.

 

De samenwerking met de lokale politie is eveneens cruciaal voor het welslagen van de handhaving. Aangezien de politiediensten na de kantooruren operationeel zijn, vormen zij een bron van informatie waarop kan worden verder gebouwd. Er wordt verder werk gemaakt van een intense samenwerking tussen de cel leefmilieu en de dienst wijkwerking van de lokale politie, zodat informatie-uitwisseling wordt geoptimaliseerd.

 

In 2003 werd er een samenwerkingsprotocol afgesloten met het parket van Mechelen inzake de regularisatie van niet-vergunde activiteiten. Deze samenwerking wordt verder gezet, waarbij op het parket beroep kan gedaan worden om aanmaningen te sturen naar bedrijven die niet reageren op de vragen van de gemeentelijke toezichthouders. Eén maal per jaar wordt er met het parket een overleg georganiseerd.

 

Fasering

Dit handhavingsprogramma kadert in het grotere geheel van handhavingsprioriteiten van de stad Lier.

 

Deze prioriteitennota zal voor de periode 2021-2025 als leidraad gebruikt worden inzake milieuhandhaving.

 

Adviezen

De dienst leefmilieu adviseert om enerzijds de prioriteiten af te stemmen op de reële klachten die vandaag de dag bij de dienst leefmilieu binnenkomen. Anderzijds is het ook belangrijk om te beseffen dat handhaving vanuit de stad niet altijd de snelste en klantvriendelijkste methode is om tot een oplossing te komen en dat het daarom in sommige specifieke gevallen beter is om de burger door te verwijzen naar een burgerrechtelijke oplossing.

 

Er is door de dienst leefmilieu gekozen om duidelijk meetbare, zichtbare of administratief aantoonbare prioriteiten te kiezen die aansluiten bij de klachten die veelvoorkomend waren de voorbije jaren.

Klachten waarbij de hinder of de oorzaak onvoldoende aantoonbaar zijn, moeten doorverwezen worden naar burgerrechtelijke afhandeling omdat deze veel tijd en middelen kosten om vaak tot beperkte oplossingen te komen.

 

Juridische grond

Voor leefmilieu wordt er op twee manieren een onderscheid gemaakt in prioriteiten van handhavingsdossiers. In eerste plaats is er de sorteernota die de rechterlijke macht gebruikt om de behandeling van strafdossiers in te delen naar behandeling, bestuurlijke geldsom of seponering.

Anderzijds is er de prioriteitennota die handhavers op de werkvloer gebruiken om te bepalen of ze voor een inbreuk al dan niet een handhavingstraject opstarten of dit doorverwijzen naar  burgerrechtelijke afhandeling. Indien een toezichthouder een prioriteitennota opgesteld heeft, worden de prioriteiten in deze nota door de rechtelijke macht met hogere prioriteit behandeld.

 

Argumentatie

Het college ziet het belang van een prioriteitennota in. Het college overweegt om in te zetten op de vier pijlers:

        geluidsoverlast

        illegale bedrijvigheid

        opslag van afval

        luchtverontreiniging

 

Het college beseft dat ook andere klachten nog steeds behandeld zullen worden indien de hinder duidelijk aantoonbaar is en een gekende oorsprong heeft. Klachten waarbij dit onduidelijk is, zullen naar burgerrechtelijke handhaving doorverwezen worden.

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het handhavingsprogramma milieu 2021-2025 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN AZELHOF - DEFINITIEVE VASTSTELLING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

 

Door de gemeenteraad werd op 30 mei 2016 aan Azelhof Horse Events een gunstig planologisch attest met voorwaarden afgeleverd.

 

Het college besliste op 30 maart 2017 het RUP "Azelhof" op te starten. Studiebureau Antea werd aangesteld voor de opmaak ervan.  

 

Op 2 mei 2018 werd door het college het planteam samengesteld. Vervolgens heeft het college op 4 juni 2018 de startnota goedgekeurd. De participatieperiode verliep van 24 september 2018 tot en met 22 november 2018; met een participatiemoment op 8 oktober 2018.

 

De scopingnota werd goedgekeurd op 2 maart 2020 en het voorontwerp RUP op 6 april 2020. Er werd beslist een schriftelijke plenaire vergadering te organiseren.

 

De gemeenteraad is op 28 september 2020 overgegaan tot voorlopige vaststelling. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 5 oktober 2020 tot en met 3 december 2020. Op  19 oktober 2020 werd een infomoment georganiseerd.

 

 

Feiten en context

 

 

Aanleiding

 

De stad wenst een RUP op te maken om de uitbreiding van het hippisch centrum Azelhof mogelijk te maken vanuit het voorwaardelijk gunstig planologisch attest om de site te herbestemmen van agrarisch gebied naar recreatiegebied.  Het doel is om deze agrarische gronden te herbestemmen naar (hoogdynamisch) recreatiegebied i.f.v. hippische activiteiten.

 

Azelhof is een bedrijf dat zich specialiseerde in het fokken en houden van paarden. Het bedrijf werd opgericht in de jaren ’80. Sinds 1988 worden er paardentornooien georganiseerd. Aangezien de infrastructuur door de jaren heen onvoldoende werd onderhouden ging het succes bergaf. In 2013, nadat de site al zo’n 5 jaar leegstond, werd het Azelhof aangekocht door de huidige eigenaar.

 

Het is de ambitie van de eigenaar om van Azelhof een aantrekkelijke locatie voor hippische activiteiten met bovenlokale uitstraling te maken, waarbij de nadruk ligt op springsport voor paarden. Gezien de locatie een tijd heeft leeg gestaan en ze ook jaren verhuurd is, maar niet altijd goed onderhouden, was de huidige infrastructuur verouderd. De bestaande bebouwing is toe aan instandshoudings- en renovatiewerken. Het bedrijf wenst zijn infrastructuur te updaten naar de huidige behoefte van een bedrijf met hippische activiteiten.

 

Om de activiteiten en geplande ingrepen, in functie van het faciliteren van de springsport en een efficiënter gebruik van de huidige infrastructuur te bekomen en planologisch mogelijk te maken, is een planologisch attest ingediend. Het gunstige attest werd voorzien van goedgekeurde plan-m.e.r.-screening en werd op 30 mei 2016 onder een aantal voorwaarden afgeleverd.

 

De stad heeft overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) de verplichting om na afleveren van een gunstig planologisch attest, de procedure voor de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan op te starten.

 

Het RUP beoogt de ordening van een lokaal gebied op gemeentelijk niveau, het betreft een gebied met een oppervlakte van +/- 8 ha. Het RUP zal bestemmingen en stedenbouwkundige voorschriften vastleggen tot op perceelsniveau.

 

 

Situering

 

Het plangebied ligt in Koningshooikt, een deelgemeente van de stad Lier langs de Aarschotsesteenweg (N10). In het gewestplan Mechelen wordt het Azelhof aangegeven als agrarisch gebied.

 

Op groter schaalniveau ligt ten westen van het plangebied een grootschalige industrieel gebied, Deze zone is ingeklemd tussen het deel van de Liersebaan tot en met de Sander de Vosstraat en de N10; en is in gebruik door het bedrijf ´Van Hool´. Dit bedrijf produceert autocars, bussen en industriële voertuigen. Ten oosten van het plangebied bevindt zich een open agrarisch gebied.

 

Azelhof ligt tussen twee landelijke woonlinten in, de Misstraat en Hazendonk. Daarnaast loopt ten oosten van het plangebied een waterloop, de Berlaarse Laak.  Tot slot ligt er ten noordoosten van het plangebied een militair gebied (grens Berlaar).

 

 

• Gewestelijk niveau:

 

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) vormt het kader voor het ruimtelijk beleid in Vlaanderen. Voor de gemeenten en provincies is dit plan richtinggevend.

 

In het richtinggevend gedeelte van het RSV wordt Lier geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied.

 

Koningshooikt is een deelgemeente van Lier en wordt beschouwd als een dorpskern. Het plangebied is daarbij in het buitengebied gelegen. Als buitengebied worden beschouwd de gebieden die niet als stedelijk gebied worden afgebakend.

 

Het plangebied ligt in de agrarische structuur. De agrarische structuur is het samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren. Eén van de belangrijke gebieden voor de landbouw op Vlaams niveau, is het gebied tussen Mechelen, Heist-op-den-Berg en Lier.

 

In de afgebakende gebieden moet het beleid gericht worden op het weren van nieuwe niet-agrarische functies die het functioneren van de landbouw op termijn zouden kunnen belemmeren. Een gedeelte van de gebieden van de natuurlijke structuur overlapt met de gebieden van de agrarische structuur: natuurverwevingsgebieden en natuurverbindingsgebieden.

 

In de gebieden van de agrarische structuur kunnen bouwvrije zones worden afgebakend. De bouwvrije zones zullen zo worden geselecteerd en afgebakend dat er geen bestaande bedrijfszetels worden opgenomen. In principe kunnen bestaande agrarische bedrijven zich uitbreiden en nieuwe agrarische bedrijven zich inplanten in de gebieden van de agrarische structuur (behalve in bouwvrije zones en natuurverwevingsgebied), op agrarische bedrijvenzones en in stedelijke-landbouwgebieden.

 

 

•Provinciaal niveau:

 

Het plangebied is gelegen in de deelruimte “Mechelen-Lier-Aarschot”.

 

Het gebied Lier - Aarschot is geselecteerd als provinciaal stedelijk netwerk. Het is een gebied dat bij voorkeur op provinciaal niveau de gewenste groei opvangt, meer bepaald in de kleinstedelijke gebieden en de structuurondersteunende hoofddorpen. Ten zuiden van het netwerk wenst de provincie de open ruimte van het Mechels rasterlandschap maximaal te beschermen tegen verdere verlinting en verstedelijking. Ten noorden wordt het Netegebied gevrijwaard van bijkomende druk vanwege de functies wonen en werken.

 

Het gebied Mechelen- Lier-Aarschot is geselecteerd als gemengd tuinbouw en woonraster met

open kamers (lintvorming). Verdere groei van linten en een toename van de verspreide bebouwing kunnen niet worden aanvaard:

 

- Koningshooikt is geselecteerd als hoofddorp type III;

- buiten het “stedelijk gebied Lier” en de “dorpskern Koningshooikt” werden geen woonkernen

geselecteerd;

- de nederzettingen die niet als woonkern werden geselecteerd, kunnen zich slechts ontwikkelen binnen de huidige vastliggende bouwmogelijkheden langsheen uitgeruste straten en in niet vervallen verkavelingen (=juridische voorraad). Er kunnen geen lokale bedrijventerreinen worden aangelegd.

 

Afbakening kleinstedelijk gebied Lier:

 

Het plangebied valt buiten de afbakening van het kleinstedelijk gebied Lier. De N10 is geselecteerd als drager van het provinciaal netwerk.

 

 

• Gemeentelijk niveau:

 

Op 9 december 2003 werd het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) voor de stad Lier goedgekeurd. Het plangebied is gelegen in de hoofddeelruimte ‘landbouwgebied Koningshooikt’, maar valt buiten een deelruimte binnen deze hoofddeelruimte.

 

In de  bindende bepaling van het GRS werd opgenomen dat de stad een uitvoeringsplan opmaakt  m.b.t. het hippisch centrum “Azelhof” door het gewestplan te wijzigen van agrarisch gebied naar dagrecreatie uitsluitend voor het hippisch gebeuren.

 

 

Procedureverloop

 

Het voorontwerp RUP werd op 6 april 2020 goedgekeurd en onderworpen aan een schriftelijke plenaire vergadering. De Gecoro adviseerde het voorontwerp op 26 mei 2020. De geformuleerde opmerkingen en suggesties werden onderzocht en verwerkt in het ontwerp RUP dat op 28 september 2020 door de gemeenteraad voorlopig werd vastgesteld.

 

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 5 oktober 2020 tot en met 3 december 2020. Op 19 oktober 2020 werd een infomoment georganiseerd.

 

De decretale verplichte aankondigingen van het openbaar onderzoek gebeurde door een bericht van aanplakking in de gemeente, publicatie in het Belgisch Staatsblad van 30 september 2020, aankondiging op de gemeentelijke website en in het gemeentelijk infoblad.

 

Na sluiting van het openbaar onderzoek bundelt en coördineert de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad.

 

Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.

 

De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.

 

Overeenkomstig artikel 2.2.21 §6 van de Vlaamse Codex voor Ruimtelijke Ordening (VCRO) stelt de gemeenteraad een ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek. Bijgevolg moet het ruimtelijk uitvoeringplan uiterlijk op 1 juni 2021 definitief worden vastgesteld.

 

Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan moet de overeenkomstig art. 2.2.5. van de VCRO voorgeschreven stukken bevatten.

 

 

Adviezen en openbaar onderzoek

 

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) heeft tijdens de periode van het openbaar onderzoek in totaal 2 bezwaarschriften ontvangen.

 

Volgende instanties hebben adviezen en/of en opmerkingen geformuleerd:

 

• provincie Antwerpen, Dienst Ruimtelijke Planning dd. 16 november 2020 - kenmerk GemRUP-2014-0047

                    Agentschap Wegen en Verkeer dd. 30 november 2020 - geen kenmerk;

                    Sport Vlaanderen dd. 30 november 2020 - geen kenmerk;

                    Departement Landbouw & Visserij dd. 30 november 2020 - kenmerk 2020_005259_v1.

 

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening heeft op 18 januari 2021 de ontvangen opmerkingen, adviezen en bezwaren beoordeeld en een advies geformuleerd. De beoordeling van de bezwaren en de adviezen worden bij dit besluit gevoegd.

 

 

RVR-toets en ontheffing plan-MER

 

Op basis van de uitgevoerde RVR-toets op 1-3-2019 blijkt dat voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid het RUP niet verder voorgelegd dient te worden aan het Team Externe Veiligheid en er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

 

Op 18-8-2020 werd in het kader van artikel 2.2.4 §3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, een ontheffing van de plan-MER-plicht aangevraagd.

 

Op 31-8-2020 werd door het Team Mer geoordeeld dat voor het voorliggende RUP geen plan-MER opgesteld moet worden.

 

De voorgestelde aanpassingen en aanvulling zijn niet van die aard dat bijkomend of nieuw onderzoek in het kader van de milieueffectrapportage noodzakelijk zijn.

 

Bijgevolg  is voldaan aan de bepalingen van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), zoals aangepast door het decreet van 27 april 2007 (planMERdecreet) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s (Plan-m.e.r.-besluit).

 

 

Waterparagraaf

 

De Berlaarse Laak (2e categorie) stroomt gedeeltelijk doorheen het plangebied. In de voorschriften is rekening gehouden met de wettelijke richtlijnen inzake functie, beheer en onderhoud van de waterloop.

 

Het plangebied is grotendeels aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De aanleg van de parkings zal gebeuren in waterdoorlatende materialen. Daarnaast werd opgenomen dat de nodige buffering voorzien dient te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het terrein is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren. Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

 

Binnen het plangebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

 

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bijvoorbeeld parkings in doorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijzigingen). Deze leggen momenteel een buffervolume van 330m²/ha bebouwing/verharding op. In de voorschriften is opgenomen dat er geen afwenteling kan zijn van het overtollige oppervlaktewater op het omliggende agrarisch gebied.  Een flexibele invulling van de waterbuffering binnen het plangebied lijkt naar de toekomst toe evenwel aangewezen.

 

Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

 

Binnen het plangebied is op het zoneringsplan een zone ingetekend voor individueel te optimaliseren buitengebied.  Er is een zekere lozingsvracht op de site aanwezig.

Het plan voorziet echter in een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA). Deze zal voldoende gedimensioneerd zijn, waardoor er dan geen aanzienlijke effecten verwacht worden ten aanzien van afvalwater. De milieuvergunningsaanvraag werd hiervoor afgeleverd.

 

 

Op te heffen verkavelingen

 

Binnen het plangebied worden geen niet-vervallen, goedgekeurde verkavelingen opgeheven.

 

 

Recht van voorkoop

 

Binnen het RUP zal er geen recht van voorkoop uitgeoefend worden.

 

 

Juridische grond

 

-    De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.2.21, § 6 en artikel 2.2.5

-    Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor

de toepassing van de watertoets;

- Het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s;

-   Het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

 

 

Argumentatie

 

Behandeling van de bezwaren adviezen en opmerkingen, voortvloeiend uit het openbaar onderzoek

 

De bezwaren, opmerkingen en adviezen werden door de Gecoro gebundeld. De Gecoro bracht een gunstig advies uit.

 

De gemeenteraad treedt het advies van de GECORO bij en maakt de motieven van het advies en de beoordeling van de bezwaren en opmerkingen tot haar eigen beoordeling. Bijkomend voegt de gemeenteraad nog volgende  argumentatie toe:

 

Het advies van de provincie Antwerpen, Dienst Ruimtelijke Planning dd. 16 november 2020 - kenmerk GemRUP-2014-0047, stelt dat het ontwerp-RUP, aanzienlijk de lange termijnbehoeften van het planologisch attest overschrijdt.

 

Deze stelling wordt door de provincie Antwerpen onderbouwd door aan te gaven dat: 

 

- de verwachte verkeersgeneratie verdubbeld is ten opzichte van de voorspelde langetermijnbehoefte van 2016;

- het planologisch attest uitging van 240 paarden op internationale wedstrijden. In het planologisch attest werd op lange termijn een zone voor vaste wedstrijdboxen gevraagd bij de straat Hazendonk. Deze zou 1000m² groot zijn;

- er zijn maximaal 480 boxen mogelijk, een verdubbeling van het aantal dat werd vooropgesteld in het planologisch attest.

 

Doorheen het traject voor de opmaak van het RUP, werd vastgesteld dat de activiteiten op de site een snelle evolutie doormaakten. Bij de opmaak van het RUP werd dan ook rekening gehouden met de werkelijke situatie en behoeften, zonder de ruimtelijke draagkracht uit het oog te verliezen.

 

Deze evenwichtsoefening resulteerde in bijkomende randvoorwaarden, die in stedenbouwkundige voorschriften werden verankerd. Enerzijds bieden deze voorwaarden een langetermijnperspectief voor de site; maar anderzijds wordt een duidelijk kader gecreëerd waarbinnen de activiteiten kunnen gebeuren zonder de ruimtelijke draagkracht van de omgeving te overschrijden.   Enkele voorbeelden hiervan zijn de voorwaarden m.b.t. de aanpassingen aan het geluidsscherm i.f.v. uitbreidingen of wijzigingen, het voorzien van bouwvrije groenschermen en groenbuffers, enkel de mogelijkheid tot het oprichting van demonteerbare paardenboxen in deelzone D (gekoppeld aan een maximum van 480 paardenboxen), verplichte waterbuffering binnen de plancontour, nabestemming naar agrarisch gebied voor delen binnen de plancontour...

 

De gewijzigde toestand werd tevens doorvertaald het kader van de milieueffectbeoordeling. De mer-cel concludeerde dat de effecten voldoende werden onderzocht, en er geen plan-mer noodzakelijk is.

 

Op basis van het bijgetreden advies van de GECORO, worden volgend aanpassingen of aanvullingen aan de voorlopige vaststelling doorgevoerd:

 

 

Aanpassingen aan de stedenbouwkundige voorschriften

 

        art. 0.5Duurzaam (ver)bouwen 

 

- aanvulling in de verordenende kolom met: "er mag geen afwenteling zijn van het overtollige oppervlaktewater op het omliggende agrarisch gebied."

 

 

        art. 0.7 Randvoorwaarden

- aanvulling in de toelichtende kolom met: "afwenteling van tijdelijke constructies en stedenbouwkundige handelingen voor hippische activiteiten, op het aanpalende landbouwgebied zijn niet toegestaan."

 

 

        art. 1.3 Inrichting

 

- aanvulling in de toelichtende kolom met: "Op projectniveau moet worden voldaan aan de hemelwaterverordening en provinciale richtlijnen hemelwater. Deze leggen een buffervolume van 330 m²/ha bebouwing/verharding op. Er mag geen afwenteling  op het omliggende agrarisch gebied plaatsvinden.  Het effectief intekenen van een locatie op het grafisch plan (GP) kan problemen geven bij interne herschikking van activiteiten binnen de betrokken deelzones en wordt niet toegepast. Flexibele invulling naar de toekomst toe lijkt aangewezen.

 

Afsluitingen kunnen een barrière vormen voor kleine dieren. De mogelijkheid tot faunapassage

dient voorzien.

 

- aanvulling in de verordenende kolom met: "Binnen de zone dienen maatregelen te worden genomen om de noodzakelijke oppervlakte voor infiltratie van overtollig oppervlaktewater te bufferen conform de geldende richtlijnen. Er mag geen afwenteling zijn van het overtollige oppervlaktewater op het omliggende agrarisch gebied.   

 

Afsluitingen van de percelen kan worden gerealiseerd door middel van levende hagen,  eventueel verstevigd met palen en draad voor zover onderaan een faunapassage is voorzien.

 

- aanvulling in de toelichtende kolom met: "Het lijkt aangewezen dat de toegang voor vrachtwagens verankerd blijft aan de lokale weg – dit voorkomt eventuele problemen rond doorstroming van verkeer op de gewestweg op drukke momenten bij veel inkomend en uitgaand vrachtverkeer (grote trailers) – bovendien is de toegang tot het plangebied vanop de gewestweg in breedte beperkt."

 

- aanvulling in de verordenende kolom met "De vrachtwagenparking kan niet ontsluiten via de gewestweg."

 

- aanvulling in de toelichtende kolom met: "De realisatie van een geluidswand is verordend vastgelegd  op basis van de resultaten van een geluidstudie.  Bij het verlenen van een nieuwe omgevingsvergunning met betrekking tot verdere aanpassing aan gebouwen en activiteiten na het inwerking treden van het RUP, zal de  impact naar geluid en de oplossing hiervoor mee bekeken worden in de omgevingsvergunning. Dit kan tot gevolg hebben dat op basis van een akoestische studie, aanpassingen en uitbreidingen aan het geluidsscherm dienen doorgevoerd te worden."

 

- aanvullingen in de verordenende kolom met: "Er moet een geluidsscherm worden geplaatst op de noordoostelijke grens van het plangebied (grens met woonlint Hazendonk) met een hoogte van minstens 6 meter en een lengte van minstens 40m. Dit geluidsscherm heeft als doel de geluidsafscherming van de recreatieve activiteiten ten aanzien van de naastgelegen woning. Elke aanvraag voor omgevingsvergunning voor Art.1, moet de aanvraag voor de realisatie of uitbreiding/aanpassing van dit geluidscherm omvatten of aantonen dat het geluidsscherm of de noodzakelijke uitbreiding/aanpassing reeds voltooid zijn. Het geluidscherm moet worden gerealiseerd als een verticale constructie met geluidswerende isolatie. Het maaiveld mag niet worden opgehoogd. 

 

 

        art. 4.3

 

- aanvulling in de toelichtende kolom met: "Afsluitingen kunnen een barrière vormen voor kleine dieren. De mogelijkheid tot faunapassage dient voorzien."

 

- aanvulling in de verordenende kolom met: "Afsluitingen van de percelen kan worden gerealiseerd voor zover onderaan een faunapassage is voorzien."

 

 

        art. 6.2

 

- aanvulling in de toelichtende kolom met: "De vrachtwagenparking kan niet ontsluiten via de gewestweg."

 

- aanpassing in de verordenende kolom met: "Ontsluitingsweg voor personenwagens: een minimale breedte van 4 m en maximale breedte van 4,5m."

 

 

        art. 7.1.

 

- aanpassing in de toelichtende kolom door: "Als nabestemming wordt “agrarisch gebied” voorop gesteld cfr. het omliggende landbouwgebied.  Binnen deze zone zijn de type voorschriften voor agrarisch gebied, in overeenstemming met de geldende wetgeving, van toepassing."

 

 

        art. 7.2

 

- aanpassing in de toelichtende kolom door: "Er wordt verduidelijkt dat van het moment af, bepaalde delen of de volledige zone met een nabestemming (momenteel van toepassing op perceel 364) niet meer gebruikt wordt voor recreatieve activiteiten, de nabestemming zal in gaan.  De recreatieve activiteiten, betreffen hier die activiteiten die zijn toegelaten binnen de bestemming Art.1 zone voor dagrecreatie, waardoor deze  ondubbelzinnig zijn vastgelegd."

 

- aanpassing en aanvulling in de verordende kolom door: "De zone wordt bestemd als agrarisch gebied."

 

Bij het definitief stopzetten van de recreatieve activiteiten in bepaalde delen of de volledige zone met een nabestemming, gaat de nabestemming in voor die delen die zijn vrijgekomen.

 

 

        art. 7.3

 

-aanpassing in de verordenende kolom met: "Het gebied mag enkel ingericht worden in functie van de landbouwbedrijfsvoering."

 

 

 

Aanpassingen aan de toelichtende nota:

 

 

        p. 43 onder punt 5.4.2. aanvulling met:

 

Binnen het plangebied is een zone voor demonteerbare paardenboxen in kader van de hippische activiteiten aangeduid. De demonteerbare paardenstallen (boxen) worden geconcentreerd in deze zones nabij de pistes en zijn afgescheiden van de parkingzone. De oppervlakte voor paardenboxen bedraagt max. 30 are.  Deze oppervlakte omvat de ruimte voor maximum 480 paardenboxen met een maatvoering van 3mx2m.  Qua oppervlakte bedraagt de bezetting van het maximum aantal paardenboxen ongeveer een derde van het perceel. Op deze wijze is voldoende ruimte aanwezig voor circulatie en opvang van overtollig oppervlaktewater.  Op projectniveau moet voor deze constructies immers worden voldaan aan de hemelwaterverordening en provinciale richtlijnen hemelwater. Deze leggen momenteel een buffervolume voor de opvang van overtollig hemelwater op  van 330m²/ha bebouwing/verharding op.  In de voorschriften is voorzien dat er geen afwenteling mag zijn van het overtollige oppervlaktewater op het omliggende agrarisch gebied.

Op basis van een inschatting van de bijkomende ruimte inname voor de paardenboxen, dient het benodigde infiltratieoppervlak binnen de terrein te worden voorzien.

 

Op de hoek van de Aarschotsesteenweg en Hazendonk is de parking van de vrachtwagens voorzien. Die is aangelegd in semiverharding met waterdoorlatende materialen.  De parkeerplaatsen zelf worden aangelegd in waterdoorlatende materialen, enkel de circulatiezones kunnen worden aangelegd met niet waterdoorlatende verharding. De buffering van het overtollige hemelwater  zal binnen de zone zelf worden opgevangen.

 

 

        p. 54 onder punt 6 visie - aanvulling met:

 

- "Langs de Aarschotsesteenweg (N10) is de bouwlijn gelegen op 8m uit de rooilijn van de weginfrastructuur."

 

- "Qua oppervlakte bedraagt de bezetting van het maximum aantal paardenboxen ongeveer een derde van het perceel. Op deze wijze is voldoende ruimte aanwezig voor circulatie en opvang van overtollig oppervlaktewater.  Op projectniveau moet voor deze constructies immers worden voldaan aan de hemelwaterverordening en provinciale richtlijnen hemelwater. Deze leggen momenteel een buffervolume voor de opvang van overtollig hemelwater op  van 330m²/ha bebouwing/verharding op."

 

- "Tenslotte is een overdruk voorzien met bestemming agrarisch gebied voor de zone voor dagrecreatie deelzone D."

 

 

        p. 61 onder punt 6 waterparagraaf - aanvulling met:

 

- "In de voorschriften is rekening gehouden met de wettelijke richtlijnen inzake functie, beheer en onderhoud van de waterloop."

 

- "Deze leggen momenteel een buffervolume van 330m²/ha bebouwing/verharding op. In de voorschriften is opgenomen dat er geen afwenteling kan zijn van het overtollige oppervlakte-water op het omliggende agrarisch gebied.  Een flexibele invulling van de waterbuffering binnen het plangebied lijkt naar de toekomst toe evenwel aangewezen."

 

 

Aanpassingen aan het grafisch plan:

 

        in de legende wordt voor artikel 7 de nabestemming aangepast van "bouwvrij agrarisch gebied" naar "agrarisch gebied".

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad stelt het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Azelhof" definitief vast.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

DEFINITIEVE TOEKENNING STRAATNAMEN NORMAALSCHOOLSITE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad besliste in zitting van 25 mei 2020 tot principiële toekenning van de benaming "Barbara Vettersplein",."Willem I-plein", "Normaalschoolplein" en "Cor de Klutsplein" voor de 4 openbare pleinen op de site van de Normaalschool.

Het college besliste op 25 januari 2021 het openbaar onderzoek te openen.

 

Fasering

Principiële goedkeuring van de nieuwe straatnaam

Zitting gemeenteraad 25 mei 2020

Openbaar onderzoek

van 3 februari 2021 tot en met 5 maart 2021

Definitieve toekenning van de nieuwe straatnaam

Zitting gemeenteraad 29 maart 2021

 

Adviezen

De toponymische commissie heeft tijdens het openbaar onderzoek geen bijkomende opmerkingen of advies verleend.

 

Openbaar onderzoek

De beslissing van de gemeenteraad dd. 25/05/2020 houdende principiële toekenning van de Barbara Vettersplein",."Willem I-plein", "Normaalschoolplein" en "Cor de Klutsplein" voor de 4 openbare pleinen op de site van de Normaalschool werd voldoende kenbaar gemaakt door afkondiging en aanplakking op de voorgeschreven plaatsen.

Het openbaar onderzoek heeft gelopen van van 3 februari 2021 tot en met 5 maart 2021 en kan thans afgesloten worden.

Er werd geen enkel schriftelijk bezwaar ingediend.

 

Juridische grond

Het decreet van 28.01.1977 en latere wijzigingen tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.

 

Argumentatie

Het openbaar onderzoek kan worden afgesloten en hiervan kan een proces-verbaal worden opgesteld. Er wordt voorgesteld de nieuwe straatnamen Barbara Vettersplein",."Willem I-plein", "Normaalschoolplein" en "Cor de Klutsplein" voor de 4 openbare pleinen op de site van de Normaalschool definitief toe te kennen met volgende omschrijvingen:

1.Barbara Vettersplein:

Moeder-overste van Sint-Elisabethgasthuis. Zij werd in 1582 vermoord door deelnemers aan de Spaanse Furie (Spaanse of spaansgezinde of Schotse verraders o.l.v. kapitein Simple).

 

2.Willem I-plein:

De oprichter van de Normaalschool (koning Willem I). In 1817 richtte koning Willem I een Kweekschool op in Lier voor de opleiding van Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige onderwijzers. De oprichting van deze school paste in zijn strijd tegen het analfabetisme in het zuiden. De school kende een gestadige bloei. De uitbreiding werd echter onderbroken door de Belgische omwenteling.

 

3.Normaalschoolplein:

De normaalschool (toen nog Kweekschool genoemd) werd opgericht in 1817 door Willem I voor de opleiding van leerkrachten. De werken werden onderbroken door de Belgische omwenteling, maar hierna werd er door de jonge Belgische staat al snel een rijksnormaalschool opgericht. De gebouwen van de voormalige Kweekschool werden heringericht en in 1844 opende de school opnieuw haar deuren. Door de beschieting in 1914 werd bijna de volledige school vernield, waarna er een nieuw complex werd opgetrokken. De school sloot haar deuren in 2012.

 

4.Cor de Klutsplein:

“Cor de Kluts”, de bijnaam van Cornelia Van den Boom, was een gekende Lierse figuur (1884-1962). Deze forse vrouw woonde in het Looks en kwam aan de kost als leurster in vis en mosselen. Met paard- of hondenkar trok ze door de wijken. Het leverde haar een plek op in het 'pantheon' van bekende Lierse volksfiguren in het Interbellum.

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van sluiten van openbaar onderzoek omtrent de toekenning van de straatnamen "Barbara Vettersplein", "Willem I-plein", "Normaalschoolplein" en "Cor de Klutsplein" voor de 4 openbare pleinen op de site van de Normaalschool.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om de straatnamen "Barbara Vettersplein", "Willem I-plein", "Normaalschoolplein" en "Cor de Klutsplein" definitief toe te kennen aan de 4 openbare pleinen op de site van de Normaalschool.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

AANKOOP PERCEEL SECTIE F -NR 104/C  IN HET KADER REALISATIE PALLIETERLAND. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Landschapspark Pallieter maakt deel uit van het door de Vlaamse regering aangeduid strategisch project-vallei van de Kleine Nete binnen de realisatie van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Beneden-Nete.

 

In het kader van dit project Landschapspark Pallieterland, realiseert Stad Lier een groene long aan de rand van de stad, waarin plaats voor volkstuinen wordt voorzien.

Info via https://www.lier.be/Stad_in_ontwikkeling/Stadsontwikkeling/Projecten/Landschapspark_Pallieterland

 

Het College besliste in de zitting van 01/10/2018 in het kader van het landschapspark Pallieterland een subsidieaanvraag in te dienen overeenkomstig het besluit van 5 oktober 2007 inzake de verwervingssubsidies voor die aankoop van de percelen A en E, zoals aangeduid in bijlage.

 

Feiten en context

Op 26/04/2019 werd een taxatiesverslag opgemaakt door Koen Stevens, beëdigd schatter, voor het perceel gekend bij het kadaster Stad Lier 3de afdeling - sectie F -nr 104/C met een normale venale waarde van 49.000 euro en een gedwongen openbare verkoopwaarde van 42.000 euro.

 

Naar aanleiding van deze waardebepaling en de beslissing tot realisatie van het Pallieterpark vond op 11/02/2021 een eerste verkennend gesprek plaats tussen dienst vastgoedbeheer en de collega Ruimtelijke organisatie samen met de afgevaardigd bestuurder van het vastgoedbedrijf Woonplanners. Hij vertegenwoordigde de mensen van de VME - vereniging mede-eigenaars van het project gelegen aan de Elzenlaan te Lier en tevens de eigenaar van bovenvermelde perceel.

 

Uit het gesprek blijkt dat de gelden van deze eventuele verkoop ten goede zouden komen van de 15 eigenaars, met name de VME.

 

Na een voorstel vanuit dienst vastgoedbeheer van een aankoopprijs van 37.000 euro formuleerde de VME een tegenvoorstel per mail op 08/03/2021 onder volgende voorwaarden:

        Prijs: 45.000 euro

        Kosten van afpaling en plan en prekadastratie lastens de VME.

        In de basisakte is voorzien dat er links er rechts van de nieuwbouw een erfdienstbaarheid is van doorgang die evenwel ophoud te bestaan van zodra het perceel vervreemd word en de functie van openbaar park krijgt ( wat in deze het geval is. Maw het perceel dat verkocht word zal geen uitweg kunnen nemen naar de Elzenlaan.)

        In de akte dient een clausule voorzien te worden voor volgende niet ondenkbare denkpiste, in de veronderstelling dat er een akkoord kan zijn over prijs en voorwaarden; De prijs word nu bepaalt op basis van de huidige bestemming. Er dient in de notariële  akte voorzien te worden dat indien de bestemming na overdracht wijzigt naar woonzone of kmo zone dat de meerwaarde daarvan dan terug vloeit naar de verkopers. Hier word een periode van 30 jaar vooropgesteld.

 

TIMING

        Bovenstaande mag beschouwd worden als een formeel aanbod dat vervalt op maandag 10 mei 2021 te 12.00 u, datum waarbinnen akte en betaling dient te geschieden.

 

Adviezen

Dienst vastgoedbeheer adviseert gunstig omwille van de noodzaak aan het te verwerven perceel.

Dienst Ruimtelijk ordening adviseert gunstig omwille van de noodzaak aan het te verwerven perceel.

 

Argumentatie

Voor de verkoop van dit perceel wordt een subsidie bekomen van 19.000 euro.

De voorwaarden gesteld door de VME kunnen worden ingelost:

        de aankoopprijs ligt overeenkomstig het taxatierapport  middenin de venale en de gedwongen verkoopswaarde, nl. 45.000 euro

        Kosten van afpaling en plan en pre kadastratie lastens de VME.

        de stopzetting van de erfdienstbaarheid vormt geen obstakel aangezien reeds enkele meters verder in de Elzenlaan een doorsteek voorzien is.

        bestemmingswijziging gedurende een periode van 30 jaar welke uiterst onwaarschijnlijk lijkt om volgende reden:

Om het subsidiebedrag te kunnen verkrijgen, moet het aangekochte perceel publiek domein worden en blijven. Gezien deze voorwaarde zal de stad dan ook geen intenties kunnen hebben om een omvorming naar een andere bestemming te doen.

Dus vanuit speculatief oogpunt heeft de stad geen baat bij een latere omzetting, integendeel zelfs. Maar belangrijker is het feit dat het perceel door de Vlaamse regering aangeduid is als signaalgebied, waardoor een omvorming naar een woonbestemming nagenoeg onbestaand is.  Er is dus eigenlijk geen argument om aan te nemen dat er ooit een herbestemming kan zijn dewelke de prijs van het perceel in waarde zou doen toenemen.

De activatie van deze voorwaarde is nagenoeg onbestaan.

 

Daarom overweegt de gemeenteraad om akkoord te gaan met het hierboven vermelde aanbod van de VME.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/04/SAP/02/01

inrichten landschapspark Pallieterland

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist tot aankoop van het perceel gekend bij het kadaster Stad Lier 3de afdeling - sectie F -nr 104/C voor de prijs van van 45.000 euro aangezien landschapspark Pallieter deel uit maakt van het door de Vlaaamse regering aangeduid strategisch project-vallei van de Kleine Nete binnen de realisatie van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Beneden-Nete.

 

De gemeenteraad beslist om notaris Van Cauwenbergh aan te stellen voor de opmaak en het verlijden van de notariële akte. De gemeenteraad beslist om burgemeester Frank Boogaerts en algemeen directeur Katleen Janssens (en bij haar afwezigheid diens afgevaardigde(n) Ilse Anné en/of Kyrina Van Goubergen) aan te stellen voor de ondertekening van de akte.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

VERKOOP DE KLUIS ALS COHOUSING-PROJECT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

SOlag kreeg de opdracht om het gebouw "De Kluis" te vermarkten. De verkoop bestaat uit:

        Lot 5A (eigendom van SOlag)

        STAD LIER, 1ste afdeling

 

1) LOT 5 van de verkaveling 2017/13; Een gebouw (bestaande uit 2 delen verbonden door een overbouw op het toekomstig openbaar domein) bestemd voor gemengd gebruik: wonen, diensten, detailhandel (buurton-dersteunend) en horeca, op en met (medegaande) grond en alle verdere aanhorigheden te Lier, aan De Heyderstraat en Kluizestraat 37, Gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel en precadplan sectie H

- deel van nummer 0100 N P0000, voor een oppervlakte volgens meting van negenenzeventig vierkante meter zeven en negentig vierkante decimeter (79,97m²) met gereserveerde per-ceelsidentificatie H 522 B P0000 voor een oppervlakte van tachtig vier-kante meter (80 m²), afgebeeld als lot 5A in het paars ingekleurd op het precadplan “ruil”.

- deel van nummers 146 M P0000 en 150 F P0000 voor een oppervlakte volgens meting van negenhonderd eenenzestig vierkante meter een vierkante decimeter (961,01 m²), met gere-serveerde perceelsidentificatie H 522 C P0000 voor een oppervlakte van negenhonderd éénenzestig vierkante meter (961 m²), afgebeeld als lot 5B in het paars ingekleurd op het  precadplan “ruil”.

- deel van nummer 146 M P0000, voor een oppervlakte volgens meting van achtentwintig vierkante meter acht vierkante decimeter (28,08 m²), met gereserveerde perceelsidentifica-tie H 522 D P0000 voor een oppervlakte van achtentwintig vierkante meter (28 m²), afge-beeld als lot 5C in het paars ingekleurd op het precadplan “ruil”.

- deel van nummer 146 M P0000 en 150 F P0000, en nummer 146 K voor een oppervlakte vol-gens meting van zeshonderd en tien vierkante meter eenenzestig vierkante decimeter (610,61 m²), met gereserveerde perceelsidentificatie H 522 E P0000 voor een oppervlakte van zeshonderd en elf vierkante meter (611 m²), afgebeeld als lot 5D in het paars inge-kleurd op het het precadplan “ruil”.

Zijnde lot 5 van de verkaveling 2017/13, in paarse (de gebouwen in donkere) kleur afgebeeld op het goedgekeurd verkavelingsplan.

- Samen met:

2) percelen tuingrond buiten de verkaveling 2017/13

STAD LIER, 1ste afdeling

LOT 5E

Een perceel tuingrond te Lier, innewaarts de Kluizestraat, gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel sectie H deel van nummer 0150 F P0000, voor een oppervlakte volgens meting van vierenvijftig vierkante meter drieëndertig vierkante decimeter (54,33 m²).

Met gereserveerde perceelsidentificatie H 522 F P0000 voor een oppervlakte van vieren-vijftig vierkante meter (54 m²).

Afgebeeld als lot 5E in het roze ingekleurd op het precadplan “ruil”.

Naar aanleiding van de wijzigende omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden zal ook een wijzigende verkavelingsakte voor het project Normaalschool te Lier verleden worden.

In de wijzigende verkavelingsakte zal een ruil gerealiseerd tussen STAD LIER en SOLag van de loten 5A en 4B, zodat het LOT 5 van de oorspronkelijke verkaveling volledig toebehoort aan de Stad Lier.

 

Notaris Van Cauwenbergh stelde een  wederzijdse koop- en verkoopbelofte op. Deze overeenkomst kadert in de PPS overeenkomst van 5/07/2017 afgesloten tussen SOLag en de THV NORMAALSCHOOL LIER (CAAAP - Artes Projects) waarin werd voorzien dat het voormalige klooster De Kluis te Lier dient betrokken te worden bij de herbestemming van het project Normaalschool en dient herbestemd te worden tot een cohousing project van minstens 5 en maximaal 12 woonentiteiten. Hiertoe heeft de THV aan Cohousing Project CV een opdracht gegeven om dit proces te begeleiden en te komen tot een groep van cohousers die het cohousing project zullen realiseren.

 

Conform de overeenkomst verbindt de verkoper zich er toe om, gedurende een termijn, ingaand op heden en eindigend binnen de 12 maanden te rekenen vanaf het definitief worden van de te bekomen van de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen om het onroerend goed uitsluitend te verkopen aan de kandidaat-koper.

 

Daarnaast geldt er een aankoopbelofte voor de kandidaat-koper. Voor het geval de kandidaat-koper niet (tijdig) zou ingaan op de verkoopbelofte, verbindt de kandidaat-koper er zich jegens de kandidaat-verkoper toe, gedurende een periode van DERTIG DAGEN die een aanvang neemt op het ogenblik van het verstrijken van de in verkoopbelofte vermelde termijn, het eigendom AAN TE KOPEN tegen dezelfde voorwaarden, indien de kandidaat-verkoper aangeeft op deze aankoopbelofte te willen ingaan.  Tijdens deze periode heeft de kandidaat-verkoper dus het recht van de kandidaat-koper te eisen, dat hij het eigendom aankoopt tegen zelfde voorwaarden.  Licht de kandidaat-verkoper deze verkoopoptie, dan is de kandidaat-koper hem bovendien een intrest verschuldigd op de overeengekomen prijs, berekend aan zeven procent (7%) per jaar, gedurende de termijn waarvoor de verkoopoptie werd verleend doch uiterlijk tot aan de betaling van de koopprijs.

 

De kandidaat-koper moet als tegenprestatie voor het verkrijgen van de verkoopbelofte vanwege de kandidaat-verkoper, naast de door hem verleende aankoopbelofte, een bedrag betalen van drieëndertigduizend honderd drieënnegentig euro negentig cent (€ 33.193,90).

Deze waarborgsom moet binnen de 8 dagen te rekenen vanaf de datum van het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning (in plaats van vanaf het bekomen van de vergunning) voor stedenbouwkundige handelingen voor het cohousing project De Kluis te Lier, betaald worden op de derdenrekening van de notaris.

 

Indien de verkoop tot stand komt, zal deze plaatsvinden tegen de prijs van € 663.878,00, zijnde:

a)620.000,00 euro voor de gebouwen met bijhorende grond loten 5A, 5B, 5C en 5D;

b)43.878,00 euro voor de tuingronden loten 5E, 5F, 5G, 5H en 5J.

 

Argumentatie

Het college overweegt om het ontwerp van de wederzijdse koop- en verkoopbelofte  in bijlage goed te keuren; zo ook de bepaling dat de waarborgsom pas dient betaald te worden vanaf de datum van het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning (in plaats van vanaf het bekomen van de omgevingsvergunning).

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het ontwerp van de wederzijdse koop- en verkoopbelofte  in bijlage goed; zo ook de bepaling dat de waarborgsom pas dient betaald te worden vanaf de datum van het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning (in plaats van vanaf het bekomen van de omgevingsvergunning).

 

Art 2:

De gemeenteraad beslist om burgemeester Frank Boogaerts en algemeen directeur Katleen Janssens (en bij haar afwezigheid diens afgevaardigde(n) Ilse Anné en/of Kyrina Van Goubergen) aan te stellen voor de ondertekening van de wederzijdse koop- en verkoopbelofte.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

CONCESSIEOVEREENKOMST BETALEND PARKEREN OP DE OPENBARE WEG - ADDENDUM BEHEER PARKEERPLAATSEN SION. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

        De Stad en Parkeerbeheer Lier ondertekenden op 22 november 1999 een overeenkomst aangaande de concessie van het betalend parkeren op de openbare weg in de stad Lier.

        In het najaar van 2020 kocht de stad 58 parkeerplaatsen in de ondergrondse parkeergarage Sion (Koepoortstraat 14).

 

Feiten en context

De stad wil de verworven parkeerplaatsen in de ondergrondse parking Sion te huur aanbieden aan de buurtbewoners. In navolging van voorgaande besprekingen werd aan Parkeerbeheer gevraagd om een voorstel te maken voor het beheer van de parkeerplaatsen en de verhuur ervan. Dit voorstel kan als addendum toegevoegd worden aan de bestaande concessieovereenkomst van 22 november 1999.

 

Parkeerbeheer doet samengevat volgende voorstel:

        De stad bepaalt de maandelijkse huurprijs.

        Parkeerbeheer zal instaan voor de verkoop van huurabonnementen en zal de parkeerplaatsen beheren. Hier staat een vergoeding tegenover van 5% op de maandelijkse inkomsten uit de verhuur van de parkeerplaatsen.

        De vergoedingen worden per kwartaal afgerekend.

        Parkeerbeheer zal promotie voeren i.f.v. de abonnementsverkoop. De kosten voor promotie zullen doorgerekend worden vermeerderd met 5% vergoeding voor het voeren van de promotie.

 

De huurprijs van een parkeerplaats in de ondergrondse parking Sion wordt bij aanvang vastgesteld op 75eur/maand.

In geval van tijdelijke acties/promoties kunnen verminderde tarieven vastgelegd worden.

 

Het addendum is als bijlage aan dit punt toegevoegd.

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 4 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord met de bepalingen van het nieuwe addendum aan de bestaande concessieovereenkomst zodat de parkeerconcessionaris het beheer van de parkeerplaatsen in de ondergrondse parking Sion op zich kan nemen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met het addendum, zoals als bijlage toegevoegd.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

HEILIGE FAMILIEKERK – HERBESTEMMINGSSTUDIE. EINDRAPPORT EN BIJHOREND VERVOLGTRAJECT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 17 december 2018 keurde het college de inschrijving voor de zesde oproep voor de begeleiding bij her- of nevenbestemming van parochiekerken door het projectbureau herbestemmen goed.

 

Op 29 maart 2019 schreef de stad Lier en de kerkfabriek Heilige Familie in voor de zesde oproep begeleidingstraject haalbaarheidsonderzoek voor herbestemming van een parochiekerk.

 

In zitting van 29 juli 2019 nam het college kennis van de ontwerper van het haalbaarheidsonderzoek inzake transformatie Heilige Familiekerk voor nieuwe functies via raamcontract van de Vlaamse Gemeenschap, Dep. Kanselarij en bestuur, Team Vlaamse Bouwmeester.   Deze selectie gebeurde via een raamovereenkomst op Vlaams niveau.  Lokaal moest hiervoor geen procedure worden opgestart.

 

Op 8 juli 2019 werd de onderzoekspremie voor bestemmings- en herbestemmingsonderzoek aangevraagd bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Op 7 augustus 2019 werd de onderzoekspremie voor voorafgaand herbestemmingsonderzoek vastgelegd door het afdelingshoofd van het Agentschap Onroerend Erfgoed.  Op 6 december 2020 werd de aanvraag tot uitbetaling premie door de stad ingediend bij het Agentschap Onroerend Erfgoed.

 

Op 23 maart 2020 keurde het college scenario 2 box-in-box (één verdieping) goed als verder uit te werken scenario. 

 

Feiten en context

Er werd een stuurgroep samengesteld die het haalbaarheidsonderzoek heeft opgevolgd.  De groep bestond uit vertegenwoordigers van het technische bureau gebouwen, de stedelijke cel erfgoed, schepen voor onroerend erfgoed, de kerkfabriek, SAMWD, SASK, het Agentschap Onroerend Erfgoed, de school Heilige Familie, het Bisdom Antwerpen en de Pastorale eenheid Lier.  Vanuit het projectbureau herbestemmen was Niek De Roo aanwezig.

 

Het begeleidingstraject:

Op 17 oktober 2019 was er een startvergadering met het ontwerpbureau en de stuurgroep.  De aanpak en de visie van het projectbureau werd toegelicht.  Het ontwerpbureau heeft zich voorgesteld en de stad heeft een voorstelling van de kerk gegeven alsook suggesties voor de toekomst.  Aansluitend was er een bezoek aan de kerk. 

 

Op 23 januari 2020 was er een scenariovergadering met het ontwerpbureau en de stuurgroep.  Het ontwerpbureau stelde drie ontwerpscenario’s voor als antwoord op de opgave.  Ze duiden de verschilpunten op vlak van functionaliteit, exploitatie- en investeringskosten aan. Het scenario dat de opdrachtgevers het meeste interesseert zal verder worden uitgewerkt door het ontwerpbureau. 

 

Op 16 maart 2020 kwamen enkele afgevaardigden van de stuurgroep bij elkaar om de verschillende scenario’s te bespreken en een voorkeurscenario te weerhouden.  Op 23 maart 2020 keurde het college scenario 2 box-in-box (één verdieping) goed.

 

Op 11 juni 2020 was er een digitale slotvergadering met het ontwerpbureau en de stuurgroep. Scenario 2 box-in-box (één verdieping) werd verder uitgewerkt rekening houdende met de aanbevelingen van de betrokken actoren. De ontwerper gaf een toelichting adhv plan, snedes, schetsen en referentiebeelden aangevuld met een raming.

 

Op 7 juli en  18 september 2020 kwamen enkele afgevaardigden van de stuurgroep bij elkaar om het slotscenario te evalueren en een vervolgtraject te bespreken.  Het eindverslag is in bijlage 1 aan het besluit toegevoegd.  Op basis van deze overlegmomenten werd het eindrapport aangepast door de ontwerpers.  De herbestemmingsstudie is als bijlage 2 aan het besluit toegevoegd.

 

Het toekomstig gebruik moet via doelgroep communicatie (kerkgemeenschap, buurt, Lierenaars en mogelijke partners voor toekomstige sociale nevenbestemmingen)  bekend gemaakt worden.  Op 26 november 2020 en 1 februari 2021 was er hierover overleg met de kerkfabriek Heilige Familie, de Pastorale eenheid Lier en Team participatie en communicatie van de stad. Er wordt voorgesteld om voor de zomer een info moment te organiseren in de kerk met de mogelijkheid tot het inkijken van de studie,  de architecturale plannen en het toekomstig traject.  Er zullen hiervoor tentoonstellingspanelen worden opgemaakt die gedurende langere tijd in de kerk worden opgesteld.  Hierover zal gecommuniceerd worden tijdens de vieringen, in het parochieblad, het schoolblad, het Lierse stadsmagazine ‘Peperbus’, de website en op pancarten op het plein voor de kerk.  Via een participatietraject zullen de nieuwe functies/gebruikers in de toekomst worden gefaciliteerd.

 

Adviezen

Het bisdom geeft op 28 januari 2021 zijn akkoord over de nevenbestemming en de bijhorende inrichting op voorwaarde dat bij de gefaseerde aanpak de liturgische ruimte volledig voor de eredienst bestemd blijft.  De nieuwe functie moet verbonden zijn aan de werking van de kerkfabriek en de parochie of zorgen voor de verankering in het sociale weefsel van de buurt. Zie bijlage 3.

 

De kerkraad Heilige Familie adviseert de nevenbestemming en de bijhorende inrichting gunstig.

 

De stuurgroep adviseert om aan de herbestemmingsstudie een gefaseerde uitvoering te koppelen.  De voorliggende studie geeft een beeld van hoe de kerk, de pastorie, de pastorietuin, de school en de omliggende omgeving zich in de toekomst kunnen ontwikkelen.  Het is een langetermijnvisie waaronder alle partijen hun schouders moeten zetten.  De werken kunnen gefaseerd worden uitgevoerd afhankelijk van de noden en de financiële mogelijkheden.  Het moet een leidraad worden die door alle betrokken partijen wordt gerespecteerd.  Vooraleer er gestart kan worden met de uitwerking van de nevenbestemming moet de buitenschil van de kerk worden gerestaureerd, moet er onderzocht worden of er nog werken aan het interieur nodig zijn, moeten de nodige partners worden gezocht en een financieel en beheersplan worden opgesteld. 

 

Team communicatie en participatie adviseert om het toekomstig gebruik via doelgroep communicatie kenbaar te maken en een participatietraject te starten voor toekomstige gebruikers.

 

Het technische bureau gebouwen adviseert de voorgestelde herinrichtingswerken gunstig en zal onderzoeken welke subsidiemogelijkheden er zijn voor de herbestemming van de kerk.

 

Fasering

 

Fase

Omschrijving

Opdrachtgever

Raming

Timing

0

Doelgroep communicatie + zoektocht naar mogelijke partners/functies via participatie

Stad Lier

-

Mei/juni 2021 + 2021-2025

1

Restauratie glasramen en vochtproblematiek

Stad Lier

398.609,02 euro

2021-2022

2

Aanstellen ontwerper voor opmaak definitief ontwerp en onderzoek interieurrestauratie

Stad Lier

140.000 euro

2022-2023

3

Interieurrestauratie + bijkomende werken exterieur

Stad Lier

nog te ramen

2024

4

Nevenbestemming (fase 1): open kerk

Stad Lier ism kerkfabriek

280.000 euro

2024

5

Nevenbestemming (fase 2): box-in-box

Stad Lier ism kerkfabriek

1.400.000 euro

2025-2030

6

 

7

Herbestemming pastorie

Nevenbestemming (fase 3): open tuin

Stad Lier

 

Stad Lier ism kerkfabriek

nog te ramen

 

300.000 euro

2025-2030

 

2025-2030

 

 

 

Argumentatie

De herbestemmingsstudie en het bijhorende vervolgtraject dient ter goedkeuring aan het schepencollege en de gemeenteraad voorgelegd te worden.

 

Financiële weerslag

De kostprijs van het gefaseerde vervolgtraject (fase 0 tem 4) bedraagt deze legislatuur 818.609,02 euro.  De kostprijs voor fase 3 wordt in 2021 onderzocht.  Het grootste budget valt volgende legislatuur.

 

Voor fase 1 restauratie van glasramen en vochtproblematiek is 35.964,72 euro voor erelonen en 362.644,30 euro voor werken voorzien onder actie 01/03/01/KAP/25 Heilige Familiekerk: glasramen en vochtproblematiek.

Voor fase 2, 3 en 4 zijn nog geen middelen voorzien onder actie 01/03/01/KAP/26 Heilige Familiekerk: restauratiewerken volgend uit herbestemmingsonderzoek 2019.  Er is nog geen zicht op het mogelijke premiebedrag van de provinciale subsidies.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de herbestemmingsstudie en het bijhorende gefaseerde vervolgtraject goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad geeft goedkeuring om het dossier inhoudelijk (kostenraming + subsidies) voor te bereiden tegen de aanpassing van de meerjarenplanning.

 

Art 3:

De gemeenteraad laat de actie doelgroep communicatie en het participatietraject uitvoeren.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

DUNGELHOEFSITE - IN BEWAARGEVING ARCHEOLOGISCH ENSEMBLE AAN HET ONROEREND ERFGOEDDEPOT VAN DE STAD MECHELEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 29 november 2011 heeft het schepencollege de opdracht "archeologische opgravingen met ingreep in de bodem op de Dungelhoeffsite" aan de firma Monument - Vandekerckhove voor een bedrag van € 33.643,51 excl. btw of € 40.708,65 incl. 21% btw toegewezen.

 

Feiten en context

Vanuit Monument Vandekerckhove - afdeling archeologie, wordt gevraagd om de vondsten over te dragen naar de stad. Het gaat voornamelijk om grondstalen.

In het verleden had de stad Lier met de provincie Antwerpen een overdrachtsovereenkomst waardoor stad Lier de vondsten aan de provincie kon overdragen.

Sedert 1 januari 2019 behoort de stad Lier tot het depotgebied van Mechelen en niet meer tot Antwerpen.

 

De vondsten worden in bewaring gegeven bij het erkend onroerenderfgoeddepot van de stad Mechelen. Hiervoor dient een overdrachtsdocument te worden bekrachtigd door de gemeenteraad (zie bijlage).

 

Voor het in bewaring nemen van het archeologisch ensemble rekent het depot geen vergoedingen en/of kosten aan.

 

Argumentatie

De overdracht van stadseigendom dient door de gemeenteraad te worden goedgekeurd.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het overdrachtsdocument, voor bewaring van de archeologische vondsten "Dungelhoeffsite" in het depot van Mechelen, goed.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

SCHENKING GLASRAMEN ZWARTZUSTERS. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het Bisdom Antwerpen wil twee glasramen van de Lierse zwartzusters schenken aan de stad Lier.

 

Feiten en context

De stad aanvaardt de schenking van de twee glasramen van de Lierse zwartzusters, dit wordt vastgelegd in onderstaande schenkingsakte.

 

 

Adviezen

De adviesraad van het stadsmuseum verleent op de vergadering van 26 november 2020 positief advies aangaande het schenkingsvoorstel.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur: het definitief aanvaarden van schenkingen is de bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

        Gemiddelde herkomstwaarde (naar ontwerp van zuster Hildegarde die tot de Lierse gemeenschap behoorde, voor Lier gemaakt);

        Hoge informatieve waarde (weergave van hun geschiedenis/huizen laatste 100 jaar),

        Gemiddelde museale waarde

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/06/KAP/03/03

Verwerving en afstoot materieel en immaterieel erfgoed

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het schenkingsvoorstel van Bisdom Antwerpen aangaande twee glasramen van de Lierse zwartzusters goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad machtigt de waarnemend burgemeester de schenkingsakte te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

HANDGIFT ONTWERPTEKENINGEN GOMMAAR TIMMERMANS. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stadsmuseum Lier krijgt een reeks ontwerptekeningen aangeboden als handgift. De tekeningen zijn van de hand van Gommaar Timmermans en werden gemaakt voor een film van 'En waar de ster bleef stille staan'.

 

Adviezen

De adviesraad van het stadsmuseum geeft in de vergadering van 02/03/2021 positief advies om de ontwerptekeningen te aanvaarden.

 

Argumentatie

Aannamecriteria:

        Gemaakt door een Lierenaar

        Voorstelling van een Liers thema

 

Relevante waardecriteria:

        Artistieke waarde: hoog

        Zeldzaamheid: hoog

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de ontwerptekeningen als handgift te aanvaarden.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

AANKOOP SCHILDERIJ LAPORTA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stadsmuseum Lier krijgt een schilderij van Frans Laporta aangeboden voor de prijs van 200 euro. Het schilderij dateert uit het midden van de 20ste eeuw (beginjaren '40-'50) en stelt de Hellestraat op het Lierse begijnhof voor.

        Olieverf op doek

        Afmetingen 23,5cm x 37,5cm (zonder lijst) en 36cm x 50cm (met lijst)

Frans Laporta (1907-2002) is de zoon van dr. August Laporta die een belangrijke rol speelde in de studentenbeweging voor 1914.

 

Adviezen

Adviesraad stadsmuseum 02/03/2021: Positief advies voor de aankoop van het schilderij voor 200 euro. Dit object maakt nog geen onderdeel uit van de collectie.

 

Argumentatie

Aannamecriteria:

        Gemaakt door een Lierenaar.

        Lier als onderwerp.

 

Waardencriteria:

        Hoge toestandswaarde;

        Gemiddelde herkomstwaarde;

        Gemiddelde artistieke waarde

        Gemiddelde museale waarde

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

6.1.KAP 3.3

Verwerven en afstoten materieel en immaterieel erfgoed

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het aankoopvoorstel van het schilderij van Laporta voor een totale som van 200 euro goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

CONVENANT MIVAS - 'T HOFKE - STAD/OCMW LIER 2021-2024. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Met Mivas - afdeling Goed Gevoel is er de afgelopen jaren nauw samengewerkt om een Sociaal restaurant en Sociale kruidenier uit te bouwen. In 2020 resulteerde dit in een nieuwe locatie: het Kartuizershof.

 

De naam Goed Gevoel wordt vanaf nu Sociaal restaurant en Sociale kruidenier 't Hofke.

 

Feiten en context

In ruil voor een jaarlijkse toelage, worden met diverse organisaties convenanten afgesloten waarin de wederzijdse verwachtingen scherp gesteld worden.

 

Voor de komende periode 2021 -2024 is een voorstel van convenant opemaakt tussen stad en OCMW Lier enerzijds en vzw MIVAS anderzijds. De convenant vormt de basis voor samenwerking voor de volgende 3 jaar.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

1/11/KAP/05/12

Ondersteuning Sociaal Restaurant en Sociale kruidenier

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met het convenant 2021 - 2024 tussen Mivas - 't Hofke enerzijds en stad en OCMW Lier anderzijds, zoals als bijlage toegevoegd.

 

Art 2 :

De gemeenteraad machtigt de waarnemend burgemeester om de convenant te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

WIJZIGING RECHTSPOSITIEREGELING (RPR). VIA GELDEN. TANDVERZEKERING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Naar aanleiding van het sectoraal akkoord in 2000 is er een hospitalisatieverzekering voor de werknemers van de stad en het OCMW Lier.

 

Feiten en context

Ter gelegenheid van de heraanbesteding van het verzekeringspakket werd ook de polis hospitalisatie via DKV bekeken door AON.

Hierbij bleek dat deze polis nog zeer aantrekkelijk is voor onze organisatie. Bij een heraanbesteding onder dezelfde voorwaarden zou het resultaat zelfs minder gunstiger uitvallen.

Na contact met DKV bevestigden zij dat ze de polis verder willen blijven aanbieden. Tevens bezorgden zij een offerte 2021/01V226, waarin de mogelijkheid wordt voorgesteld de polis hospitalisatie aan te vullen met ambulante ziekenzorg, tandzorg of een combinatie van beide.

 

Na intern overleg wordt voorgesteld om de polis aan te vullen met tandzorg, Plan Z op basis van verplichte aansluiting.

In dergelijk is het aan te bevelen om te kiezen voor een jaarlijks kapitaal van 2500 euro.

De terugbetaling bedraagt dan 80% per prestatie na tussenkomst van de wettelijke ziekteverzekering. Denk hierbij aan raadplegingen, tandzorgen, orthodontische behandelingen, bruggen, kronen en tandprotheses.

 

De premie voor dit bijkomend plan bedraagt 9,69 euro/maand en per personeelslid.

 

Argumentatie

Een heraanbesteding die een minder gunstig resultaat oplevert is moeilijk verkoopbaar tov het personeel.

In de huidige trend is het zelfs aan te bevelen om de verzekering uit te breiden met tandzorg.

 

WAT

Een tandverzekering zorgt voor terugbetalingen waar de verplichte ziekteverzekering niet of onvoldoende tussenkomt. Iedereen dient normaal 1 à 2 keer per jaar naar de tandarts te gaan en de tandkosten kunnen verzekerd worden.

Tandbehandelingen zijn duur en bezoeken aan de tandarts worden ook vaak uitgesteld en/ of gebeuren gewoon niet. Omdat niet alle tandzorgen door de wettelijke ziekteverzekering worden terugbetaald, is een aanvullende tandverzekering interessant.

Individueel aansluiten via mutualiteit of via een verzekering is vaak niet betaalbaar. Aansluiten via een groepsverzekering is interessanter.

Tandverzekering is veelal een aanvulling op een hospitalisatieverzekering. Daarom werd bij Van Dessel, onze huidige verzekeringsmakelaar, verschillende offertes gevraagd. Zij bieden aan 60% en aan 80% terugbetaling en met verschillende mogelijkheden qua kapitaal. Dat kan gaan van terugbetaling van bezoeken en raadplegingen ifv een tandheelkundige behandeling, tandzorg, tot orthodontische behandelingen en tandprotheses.

Verzekeringskantoor Van Dessel neemt de communicatie en het administratief beheer van deze verzekering op zich en zal de contactpersoon zijn voor het personeel en de eventuele gezinsleden.

Medische behandelingen (waaronder orthodontie) worden niet als voordelen van alle aard aanzien, terwijl de terugbetaling van lenzen, brillen en steunzolen wel als voordeel alle aard wordt aanzien.

Voor 80% tussenkomst bij een kapitaal van 2.500 euro bedraagt de premie 9,69 euro/ maand  of voor een jaarpremie tandverzorging per personeelslid 116,28 euro (onderhevig aan jaarlijkse premie aanpassing).

 

WIE

De hospitalisatie- en tandverzekering is verplicht van toepassing op

        alle statutaire en contractuele medewerkers met een contract van onbepaalde duur

        de medewerkers met een contract van bepaalde duur of opdracht van zodra minstens één jaar ononderbroken in dienst

Medewerkers die in aanmerking komen voor aansluiting maar aantonen dat zij elders zijn aangesloten, worden niet aangesloten. Zij kunnen nadien alsnog onder voorwaarden worden aangesloten.

 

Mandatarissen van het college kunnen facultatief aansluiten bij de hospitalisatie- en tandverzekering gedurende de duur van hun mandaat.

 

Gezinsleden die reeds verzekerd zijn in hospitalisatieverzekering kunnen eveneens facultatief aansluiten mits betaling van de premie.

 

De hospitalisatie- en tand verzekering is niet van toepassing op

        Modellen

        art 60

 

PREMIE TEN LASTE

Het bestuur neemt de premie voor de hospitalisatie- en tandverzekering voor de personeelsleden die voltijds, halftijds of meer dan halftijds werken volledig ten laste.  De verzekeringspremie voor medewerkers die minder dan halftijds werken, wordt voor de helft ten laste genomen.

 

Mandatarissen van het college, gezinsleden en gepensioneerden van het bestuur kunnen aangesloten worden maar nemen de premie zelf ten laste.

 

EINDE

Wanneer een einde komt aan de tewerkstelling door pensionering of aan het mandaat door pensionering bezorgt de verzekeringsmaatschappij betrokkene een voorstel waarbij deze op zelfstandige basis verder kan aangesloten blijven bij de groepspolis van de verzekeringsmaatschappij.

 

Wanneer een einde komt aan de tewerkstelling of aan het mandaat bij stad en OCMW LIer en ze zijn op dat moment niet pensioengerechtigd, bezorgt de verzekeringsmaatschappij betrokkene een bewijs van aansluiting die kan gebruikt worden bij een verderzetting op individuele basis, buiten het bestuur.

 

INWERKINGTREDING

De inwerkingtreding van de wijziging gaat in per 1.1.2021.

 

COMMUNICATIE EN ADM BEHEER

Medewerkers waarvoor de aansluiting verplicht is, gaat de verzekering onmiddellijk in werking treden.

Voor personen waar het facultatief is, hebben tot 30.04.2021 de mogelijkheid om aan te sluiten.

De verzekeringsmakelaar verzorgt de communicatie, is eerste aanspreekpunt m.b.t. de tandverzekering en zorgt in die zin voor het administratief beheer.

 

VOORSTEL AANPASSING TEKST RPR

De hospitalisatie-en tandverzekering

 

Art. 256.§1. Het bestuur sluit een collectieve hospitalisatie- en tandverzekering  af voor:

de statutaire medewerkers;

de medewerkers met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.

de medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, bepaalde opdracht, vervangingsovereenkomst van zodra zij minstens één jaar ononderbroken in dienst zijn.

 

§ 2. 1° Het bestuur neemt de premie voor de hospitalisatie- en tandverzekering voor de medewerkers, vermeld in §1 die voltijds, halftijds of meer dan halftijds werken volledig ten laste 2° De verzekeringspremie voor medewerkers die minder dan halftijds werken, wordt voor de helft ten laste genomen.

3° Medewerkers die in aanmerking komen voor aansluiting maar aantonen dat zij elders zijn aangesloten, worden niet aangesloten.

 

Art. 257. §1. De gezinsleden van de medewerkers kunnen ook toetreden tot de collectieve hospitalisatie- en tandverzekering. De premie wordt niet ten laste genomen van het bestuur.

 

Art. 258.De medewerker ontvangt tijdig de nodige informatie in verband met toepassingsvoorwaarden van de hospitalisatie- en tandverzekering.

 

Juridische grond

BVR RPR van 7 december 2007

art 256 e.v. Rechtspositieregeling

Decreet Lokaal Bestuur

 

Adviezen

Advies van het team aankoop

Advies van de vakbonden dient te worden gevraagd

Advies van de VVSG: Een uitvoerend mandataris kan naast zijn/haar wedde (+ vakantiegeld en eindejaarspremie, e.v. uittredingsvergoeding) enkel een kostenvergoeding krijgen (art. 153 DLB), voor kosten gemaakt ikv de uitoefening van zijn/haar mandaat, in zoverre die kosten noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat. Een hospitalisatieverzekering zal de betrokkene dus op eigen kosten moeten afsluiten, al kan hij/zij wel intekenen op een eventueel voordeligere polis binnen het bestuur.

 

Financiële weerslag

Rekening houdend met het huidig aantal koppen personeel binnen stad en OCMW Lier komt deze tandverzekering voor 2021 neer op een geraamd bedrag van: 116,28 euro * 610 koppen = 70 931 euro.

Lier kreeg in 2020 ten behoeve van de verhoging van de koopkracht van het personeel VIA4 en 5 gelden voor een bedrag van 301.879,48 €.

 

Met de VIA 4 en 5 werden de koopkracht reeds verhoogd voor een totaal bedrag van 232.300 euro.

 

Tussen de VIA-ontvangsten en de reeds verhoogde koopkrachtmaatregelen is er nog een saldo over waarmee de aanvullende tandverzekering ten behoeve van het personeel gefinancierd kan worden.

301.879,48

alle VIA ontvangsten

232.300

alle VIA uitgaven

69.579,48

saldo VIA ontvangsten

 

Naast de recurrente VIA- gelden ontving Lier onverwacht een  éénmalige toelage eind 2020 voor een bedrag van 172.069,40 euro.

 

Het budget dient in die zin te worden aangepast.

 

Visum financieel directeur

In 2020 hebben we een niet-geplande VIA-ontvangst geboekt welke een positieve impact heeft op het resultaat 2020 en dus al een deel van dit resultaat oormerken voor bijkomende personeelsuitgaven, te verwerking bij volgende aanpassing.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord met de wijziging aan de Rechtspositieregeling (RPR) waarbij de hospitalisatieverzekering met een verplichte tandverzekering wordt uitgebreid ten behoeve van het personeel van stad en OCMW Lier. Dossier wordt voorgelegd aan de vakbonden en vervolgens aan de raden. Dit is niet van toepassing op art. 60 en de modellen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist dat de mandatarissen van het college gedurende de periode van hun mandaat facultatief kunnen aansluiten tot dezelfde hospitalisatie- en tandverzekering zoals zij reeds vroeger konden voor de hospitalisatieverzekering.

 

Art 3 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de uitbreiding van de huidige hospitalisatieverzekering bij DKV waarbij voor een tussenkomst van 80% en een maximum van 2.500 euro op jaarbasis de premie 9,69 euro/maand  bedraagt of voor een jaarpremie per personeelslid 116,28 euro (onderhevig aan jaarlijkse premie aanpassing) met ingang van 1.1.2021.

 

Art 4 :

De gemeenteraad gaat akkoord dat de huidige makelaar, Van Dessel, instaat voor de opstart van de communicatie, het administratief beheer en het eerste aanspreekpunt is.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

OPVOLGINGSCOMMISSIE KLEINE NETE - AANDUIDEN EFFECTIEF  VERTEGENWOORDIGER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2019 over het aanstellen van Walter Grootaers, schepen, als effectief vertegenwoordiger en Gino Verbiest, consulent stad Lier, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de opvolgingscommissie Kleine Nete en dit voor de hele duur van de legislatuur.

 

Feiten en context

De stad maakt deel uit van de opvolgingscommissie Kleine Nete.

 

De stad dient een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger aan te duiden voor de opvolgingscommissie Kleine Nete. Dit is de burgemeester en/of een schepen. Omwille van het beëindigen van het schepenmandaat van Walter Grootaers dient er een nieuwe effectief vertegenwoordiger te worden aangeduid.

 

De opvolgingscommissie Kleine Nete heeft als opdracht de voortgang en onderlinge afstemming van de verschillende plannen en processen in de vallei van de Kleine Nete te bewaken.

De opvolgingscommissie bestaat uit telkens één vertegenwoordiger van de lokale besturen (Geel, Grobbendonk, Herentals, Kasterlee, Lier, Lille, Nijlen, Olen, Ranst, Vorselaar en Zandhoven), het provinciebestuur en de betrokken Vlaamse overheden, 2 vertegenwoordigers van de landbouwsector (Boerenbond en ABS) en 2 vertegenwoordigers van Natuurpunt.

Via deze opvolgingscommissie krijgen alle actoren steeds een globaal overzicht van de stand van zaken en de samenhang tussen de verschillende projecten en kunnen ze knelpunten in de afstemming of uitvoering signaleren. Doelstelling is om samen met alle betrokkenen te streven naar gedragen oplossingen en realisaties op het terrein.

Het is niet de bedoeling dat de opvolgingscommissie in de plaats treedt van het overleg in de individuele projecten. De communicatie en participatie in het kader van de individuele projecten blijft verder lopen zoals voordien.

De opvolgingscommissie komt twee à drie maal per jaar samen onder het voorzitterschap van gouverneur Cathy Berx.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om Thierry Suetens, schepen, aan te stellen als effectief vertegenwoordiger voor de opvolgingscommissie Kleine Nete en dit voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

VERENIGING VAN MEDEËIGENAARS SION - AANDUIDEN EFFECTIEF EN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De stad maakt deel uit van de Vereniging van Medeëigenaars Sion.

 

De stad dient een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger aan te duiden voor deze vergadering.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om Thierry Suetens, schepen, aan te stellen als effectief vertegenwoordiger voor de Vereniging van Medeëigenaars Sion en dit voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om Bert Wollants, schepen, aan te stellen als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de Vereniging van Medeëigenaars Sion en dit voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Evi Van Camp (CD&V) i.v.m. plaatsing papiercontainers de Laag

We stelden vast dat er op de Laag papiercontainers geplaatst werden door Ivarem. Momenteel staan ze nog open maar we vernamen dat Ivarem de intentie heeft om deze via een ‘pas’ systeem in de toekomst te laten werken. Daarbij had ik volgende vragen:

        Hoe staat het CBS hier tegenover daar de meeste Hooiktenaren niet over dergelijke pas beschikken?

        Wat zou de kostprijs zijn van dergelijke pas?

        Zal de reguliere papierophaling in Koningshooikt verdwijnen?

        Heeft het CBS indicaties dat IVAREM zo’n passysteem voor het papier ook ruimer wilt uitrollen in Lier en Koningshooikt?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

De reden van deze aanpassing komt doordat de hoeveelheid aangeboden papier & karton in de OCT’s  de afgelopen twee jaar met 70 % is toegenomen. Ook de hoeveelheid glas kende een belangrijke toename. Hierdoor werd er zowel veel papier en karton als glas naast de oct’s gedeponeerd.

 

        Hoe staat het CBS hier tegenover daar de meeste Hooiktenaren niet over dergelijke pas beschikken ?

        De oct’s P&K en de oct’s glas zullen net als vandaag vrij kunnen gebruikt worden. De hooiktenaren zullen hiervoor geen pasje nodig hebben.

        De 2 nieuwe Papier Karton zuilen worden vervangen door gewone zuilen “zonder toegangscontrole”.

        Op de Laag zullen bijgevolg volgende oct’s in gebruik zijn:

        2 voor restafval – met kaartaanbieding

        2 voor glas. 1 voor wit glas en 1 voor bruin – zonder kaartaanbieding

        2 voor papier en karton – zonder kaartaanbieding

 

        Wat zou de kostprijs zijn van dergelijke pas?

        Een kaart kost 10,00 euro. Maar is hier bijgevolg niet van toepassing

 

        Zal de reguliere papierophaling in Koningshooikt verdwijnen?

        De reguliere papierophaling in Koningshooikt zal niet verdwijnen. Is trouwens ook niet ter sprake gekomen.

 

        Heeft het CBS indicaties dat IVAREM zo’n passysteem voor het papier ook ruimer wilt uitrollen in Lier en Koningshooikt?

        Er zijn hieromtrent eerder indicaties gegeven, maar hierin werd tot op heden nog geen beslissing genomen.

        De reden waarom dit in overweging werd genomen is omdat er wel eens firma’s zijn die grote hoeveelheden papier en karton (bedrijfsafval) aanbieden. Hierdoor is er veel minder ruimte beschikbaar voor het papier & karton van de burger. Maar dit probleem stelt zich vandaag niet in Koningshooikt.

 

 

Interpellatie 2 : van Peter Caluwé (Groen-Lier&Ko) i.v.m. glastuinbouw in Lier en Koningshooikt

Volgens de website van Provincie Antwerpen bekleedt onze provincie een toppositie in Vlaanderen wat betreft het areaal glastuinbouw. Zo’n 43% van het Vlaamse serreareaal bevindt zich in de provincie Antwerpen en ca. 60% van de groenteteelt in de provincie vindt plaats in serres.

Deze cijfers tonen aan dat glastuinbouw heel wat ondernemers en werknemers in de regio een inkomen biedt. Heel wat burgers tonen zich echter bezorgd over het toenemend aantal glastuinbouwbedrijven in ons dichtbebouwde landschap, zeker wanneer we de actuele problematiek van verharding en waterschaarste in beschouwing nemen.

Omdat we geregeld bezorgde vragen van burgers ontvangen over de stijging van het aantal serres en de oppervlakte die ze beslaan, hadden we graag van het CBS een antwoord op volgende vragen verkregen:

        Heeft het CBS een zicht op het aantal (commerciële) serres in Lier en Koningshooikt en de oppervlakte die ze beslaan? Kan het CBS eveneens een indicatie geven van de percentuele stijging in aantal en oppervlakte?

        Wie staat in voor het vergunnen van dergelijke projecten en welke criteria zijn bepalend voor goedkeuring of afkeuring?

        Ontvangt het CBS regelmatig klachten van burgers over de ontwikkeling van dergelijke projecten en welk standpunt neemt ze dan doorgaans in?

        Meent het CBS dat er kan gesproken worden van een wildgroei, waarom wel/niet?

        Worden er beleidsinitiatieven ondernomen om glastuinbouw te clusteren in bepaalde gebieden?

 

Antwoord schepen Thierry Suetens:

Als antwoord op uw eerste vraag moet ik u spijtig genoeg zeggen dat er voor ons grondgebied Lier/Koningshooikt momenteel geen pasklare gegevens hierover beschikbaar zijn. Ook door het korte tijdsbestek voor het beantwoorden van deze vraag kunnen deze niet geanalyseerd en opgevraagd worden. Van zodra de gegevens hierover beschikbaar zijn, beloof ik u deze zo snel mogelijk over te maken.

 

Wat uw tweede vraag betreft i.v.m. het vergunnen van dergelijke projecten. Hier kan ik u zeggen dat deze voornamelijk worden bepaald op basis van klasse-indeling van Vlarem. De nieuw op te richten Mega serres vallen omwille van hun capaciteit meestal onder Vlarem klasse 1 inrichtingen. En voor dergelijke aanvragen is enkel de Bestendige Deputatie bevoegd en hebben wij als college enkel een adviserende rol hierin. Bij de behandeling van aanvragen worden verschillende aspecten beoordeeld:

        ruimtelijke inpasbaarheid i.f.v. de draagkracht v/d omgeving

        hinderaspecten, mobiliteit, impact op de waterhuishouding

        overeenstemming met van toepassing zijnde ruimtelijke voorschriften en beleidskader

        gegrondheid van bezwaren tijdens een openbaar onderzoek

Het beoordelen van al deze aspecten vormen de basis voor het al dan niet toestaan van het project.

 

Wat de klachten en bezwaren van dergelijke projecten betreft, deze worden voornamelijk geuit door middel v/h openbaar onderzoek tijdens de procedure. In het kader van sommige aanvragen stellen wij vast dat de bevolking kritischer is geworden als het gaat om het aansnijden van open ruimte. Ook de vrees voor hinder en wateroverlast komen in zulke dossiers naar voor.  De behandeling van bezwaren en klachten worden steeds evenwichtig beoordeeld volgens de argumenten v/d bezwaarindiener en afgetoetst aan de beschikbare informatie uit de aanvraag. Dit alles resulteert dan in duidelijke gemotiveerde standpunten, die dan ook geval per geval kunnen verschillen i.f.v. de aard en voorwerp v/h bezwaar of de aanvraag.

 

Op de vraag wat de wildgroei betreft kan ik u zeggen dat het aantal aanvragen van nieuwe grootschalige serres of uitbreiding van bestaande serres tot op het heden eerder beperkt zijn gebleven. Doorheen de jaren zien we ook dat de kleine serres uitdoven en verdwijnen, waardoor de ruimtelijke inname door serres wordt teruggedrongen. Anderzijds zien we wel een tendens in de schaalvergroting voor nieuwe inplantingen.

 

Wat uw laatste vraag betreft, hier vormt de schaalvergroting een belangrijke factor in het vestigingsbeleid voor glastuinbouw. In hoeverre en op welke manier een clustering van glastuinbouw op ons grondgebied mogelijk is, zal in ons in opmaak zijnde Beleidsplan Ruimte Lier verder worden vormgegeven.  De principes v/h Beleidsplan Ruimte Vlaanderen op gebied van bundeling van functies, tegengaan van versnippering, energietransitie met andere sectoren, knooppuntwaarde van locaties…, zullen de uitgangspunten vormen voor het uitwerken van het vestigingsbeleid voor de glastuinbouw op ons grondgebied van Lier/Koningshooikt.

 

 

Interpellatie 3 : van Geert Marrin (Groen-Lier&Ko) i.v.m. verkoop van patrimonium door de Lierse Maatschappij voor Huisvesting en SOLag

Onder meer naar aanleiding van een aantal verkopen van patrimonium door Stad en/of OCMW Lier die door leden van de verenigde oppositie in het verleden procedureel kritisch in vraag werden gesteld, werden onder meer in de schoot van de commissie Patrimonium afspraken gemaakt omtrent een zo transparant mogelijke procedure ter zake. Een aanpak die op brede instemming kon rekenen en er wellicht toe leidde dat er sindsdien ogenschijnlijk minder betwistingen te noteren vallen.

 

Ook van de Lierse Maatschappij voor Huisvesting en het Stedelijk Ontwikkelingsbedrijf Lier – van wie de bestuurders tenslotte werden aangeduid door deze raad, al dan niet met vertegenwoordiging van de oppositiefracties – mogen transparante procedures omtrent de verkoop van patrimonium verwacht worden.

 

Daarom volgende vragen:

        Kan het College van Burgemeester en Schepenen toelichting geven bij de procedures die gelden bij verkoop van patrimonium door respectievelijk de Lierse Maatschappij voor Huisvesting en SOLag?

        Staan – zoals dat het geval is voor verkoop van patrimonium door Stad en/of OCMW Lier – ook in de procedures van de Lierse Maatschappij voor Huisvesting en SOLag de algemene principes centraal van transparantie, gelijkheid, mededinging en publiciteit waarbij aan een zo breed mogelijk groep van mogelijke kopers de kans wordt geboden om mee te dingen?

Wordt er door de politieke vertegenwoordigers in de betreffende bestuursorganen voldoende op toegekeken dat deze algemene principes ook effectief gerespecteerd en actief toegepast worden?

        In het geval het College van Burgemeester en Schepenen onvoldoende zicht zou hebben op de procedures en de praktijk bij verkoop van patrimonium door de Lierse Maatschappij voor Huisvesting en SOLag: is het College van Burgemeester en Schepenen in dat geval bereid om hieromtrent in dialoog te treden met de Lierse Maatschappij voor Huisvesting en SOLag zodat de door Stad en OCMW gehanteerde algemene principes ook door hen maximaal zouden worden toegepast?

 

Antwoord schepen Marleen Vanderpoorten:

De sociale huisvestingsmaatschappij is een autonome overheidsinstantie met eigen beslissingsorganen en eigen regelgeving. Als Schepencollege beschikken wij over geen enkel document i.v.m. de problematiek die u aanhaalt.  Wij kunnen dan ook niet anders dan te verwijzen naar de LMH. Vermits de LMH valt onder het decreet openbaarheid van bestuur heeft elke burger de mogelijkheid om de notulen op te vragen van de raden van bestuur en van de algemene vergadering en van alle “bestuursdocumenten.”

 

U zal uw vraag dus moeten richten aan de LMH.

 

 

Interpellatie 4 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. sociale fraude

Via de media vernamen we dat 25 Lierse gezinnen uit hun sociale huurwoning zullen gezet worden. De reden hiervoor is dat zij na een onderzoek bezitter bleken te zijn van een pand of grond in het buitenland. Deze beslissing werd met veel toeters en bellen bekend gemaakt.

 

Laat er geen twijfel over bestaan. Fraude, van welke aard ook, moet bestreden worden. En indien vastgesteld, moeten er sancties volgen. We zijn van mening dat bij eender welk misdrijf de sanctie in verhouding staat ten opzichte van de overtreding. Dit is één van de principes waarop onze rechtstaat gestoeld is.

 

Precies om die reden stellen we ons vragen. Want voorbeelden uit andere gemeenten waar dit soort onderzoek gebeurde, leert dat het soms om zeer bescheiden bezit gaat waar geen inkomsten aan verbonden zijn. Het benieuwt ons dan ook welk afwegingskader er ten grondslag ligt aan deze beslissing.

 

Op het moment van dit schrijven (woensdagavond 24 maart 2021) kregen wij nog geen antwoord van de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting op onze vragen. Geen enkele oppositiepartij maakt deel uit van het bestuur van de LMH. Het is buitengewoon teleurstellend dat wij tot op heden niet de minste reactie kregen op onze vragen. Om die reden stellen we ze ook via deze weg.

 

        Wat was de aanleiding voor het onderzoek naar buitenlands bezit?

        Wie voerde dit onderzoek uit en wat was de kostprijs hiervan?

        Op welke manier was er contact met de gedupeerden? Vond er een gesprek plaats? Kregen zij de kans hun situatie te regulariseren?

        Kan er een overzicht gegeven worden van de overtredingen en de sancties die daar tegenover geplaatst zijn?

 

Antwoord schepen Marleen Vanderpoorten / Annemie Goris:

De sociale huisvestingsmaatschappij is een autonome overheidsinstantie met eigen beslissingsorganen en eigen regelgeving. Als Schepencollege beschikken wij over geen enkel document i.v.m. de problematiek die u aanhaalt.  Wij kunnen dan ook niet anders dan te verwijzen naar de LMH. Vermits de LMH valt onder het decreet openbaarheid van bestuur heeft elke burger de mogelijkheid om de notulen op te vragen van de raden van bestuur en van de algemene vergadering en van alle “bestuursdocumenten.”

 

U zal uw vraag dus moeten richten aan de LMH.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 maart 2021

 

INVOERING VAN SLIMME RATTENVALLEN ZONDER GIF IN LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Toelichting

De stad Geel startte in september 2020 een testfase met vijf slimme rattenvallen zonder gif. De resultaten van deze testfase waren zeer positief. Als gevolg van die positieve resultaten besliste de stad Geel nu, zoals we afgelopen maand in de media konden vernemen, om over te stappen naar gifloze bestrijding. De stad kocht 15 bijkomende gifloze rattenvallen, SmarTraps genoemd. Hiermee beschikt de stad Geel momenteel over 20 van dergelijke vallen die zich op verschillende locaties bevinden, daar waar regelmatig ratten aanwezig zijn/waren.

Door het gebruik van dergelijke gifloze rattenvallen kan vermeden worden dat het gif in de voedselketen terechtkomt en andere dieren kan aantasten. Het helpt om de rattenplaag in te perken en een zicht te krijgen op de omvang en de locaties van rattenpopulaties.

Ook de ratten zelf blijven met deze vallen gespaard van een langzame en pijnlijke dood. Met gif worden de ratten na enkele uren ziek en duurt het wel een paar dagen voor ze sterven aan inwendige bloedingen.

Ook Lier heeft te maken met een grote aanwezigheid van rattenpopulaties die voor de nodige overlast zorgen.

 

Overwegend

        Dat er ook in Lier grote populaties zijn van ratten die voor de nodige overlast zorgen;

        Dat het gebruik van gif een negatieve impact heeft voor zowel de ratten zelf, alsook voor de andere dieren en onze voedselketen ;

        Dat met het gebruik van de gifloze vallen de hoeveelheid aan rattenpopulaties ingedijkt kan worden;

        Dat het kan helpen om inzichten te verwerven inzake de omvang en de locaties van ratenpopulaties;

        De succesvolle resultaten van de testfase met de slimme rattenvallen in de stad Geel;

 

Voorstel van raadsbesluit

1)   De stad Lier koopt enkele slimme, gifloze rattenvallen (SmarTraps) aan en start hiermee een testfase op.

2)   In geval van een positieve evaluatie van de testfase in Lier, schakelt de stad Lier volledig over op gifloze bestrijding van ratten.

 

Bespreking

Het is niet zo dat de stad nu uitsluitend gebruik maken van gif. Zo wordt in de meeste gevallen gebruik gemaakt van klassieke kooivallen waarbij ratten in de fuik worden gevangen en later verdelgd. Sporadisch wordt er nog gebruik gemaakt van gif indien de situatie dit vereist, maar dat kan alleen indien we absoluut zeker zijn dat andere dieren het gif niet kunnen opeten. Dat gebeurt bijvoorbeeld door de plaatsing van een pijp met gif vlakbij een vastgesteld rattennest.

De toegepaste methodes zijn sowieso zeer effectief. Het aantal verdelgde ratten bedroeg in januari 80, in februari 59 en in maart nu al 100. Maar we staan altijd open voor nieuwe methodes en technieken. Nu al beslissen tot aankoop lijkt me echter wat overhaast, want we hebben nog geen praktijkdemonstratie gekregen. Mochten we na deze demonstratie inderdaad overtuigd zijn dat dit een waardevolle aanpak is kunnen we een definitieve bestelling plaatsen.

 

Amendement

Er wordt door schepen Pets een voorstel gedaan om de beslissing van het punt te wijzigen door het laten wegvallen van het eerste deel en het tweede deel in volgende zin aanpassen: “De stad Lier test de bruikbaarheid van de slimme gifloze rattenval uit en neemt kennis van de resultaten hiervan in Geel. Na evaluatie kan eventueel beslist worden deze structureel in onze rattenbestrijding in te zetten.”

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De stad Lier test de bruikbaarheid van de slimme gifloze rattenval uit en neemt kennis van de resultaten hiervan in Geel. Na evaluatie kan eventueel beslist worden deze structureel in onze rattenbestrijding in te zetten.

 

Publicatiedatum: 28/04/2021