Lier

Zitting van 21 februari 2022

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. verkeersborden

Spijtig genoeg stel ik nog vast dat verkeersborden nog altijd niet geplaatst worden volgens het politiereglement. Het is dan ook nog gevaarlijk voor blinden.

Waarom vertikt de schepen het om dit te verplichten?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Zoals ik ook op vorige vragen heb vermeld is er geen concreet politiereglement dat de exacte plaatsingshoogte voorziet. De plaatsing wordt geregeld door het ministerieel besluit plaatsingsvoorwaarden, dat hierover geen regels heeft opgenomen. Het is wel de aanbeveling die we meegeven voor het plaatsen van borden omwille van de door u geschetste problematiek.

Daarnaast moet ook de afweging worden gemaakt of het louter verhogen van borden steeds wenselijk is. Doordat bepaalde palen soms meerdere borden bevatten is het louter verhogen van alle borden niet noodzakelijk een betere situatie voor de zichtbaarheid. Daarover krijgen we ook klachten omdat sommige bestuurders aangeven dat de borden niet op ooghoogte staan. Het spreiden van de borden over meerdere palen kan, maar moet ook mogelijk zijn, want de doorgang op de voetpaden is uiteraard ook van belang voor mindervaliden en extra palen helpen dan niet.

De meest aangewezen optie lijkt eerder te zijn om te kijken naar het beperken van borden, een permanente oefening die reeds lopende is. Momenteel worden alle borden op het terrein opnieuw in kaart gebracht om onze verkeersbordendatabank te actualiseren, waarbij ook voorstellen worden gedaan om het aantal borden verder te verminderen. In die oefening komt er dan wellicht ook ruimte om een aantal borden op een andere hoogte te voorzien op voorwaarde dat er een aantal borden ook kunnen worden verwijderd.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 31 JANUARI 2022. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 31 januari 2022.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 31 januari 2022 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

TOEKENNING TITEL ERESCHEPEN WALTER GROOTAERS. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag voor de toekenning van de titel ereschepen en eregemeenteraadslid kan, zoals bepaald in het reglement, ingediend worden door het afgetreden gemeenteraadslid of schepen, door de fractievoorzitter in de gemeenteraad van het betrokken gemeenteraadslid of schepen  of door het college van burgemeester en schepenen én met instemming van de betrokkene, of door de rechtsopvolgers van de mandataris, in geval van overlijden.

 

Op 6 oktober diende Christel Van den Plas, fractievoorzitter Open VLD Lier-Koningshooikt, per brief een aanvraag in tot het bekomen van de titel ereschepen voor Walter Grootaers. Hij komt in aanmerking voor de titel van ereschepen. Hij was 14 jaar schepen tijdens de legislaturen 2001-2006, 2013-2018 en 2019-2020.

 

Bij goedkeuring door de gemeenteraad volgt de uitreiking van de titel aan dhr. Walter Grootaers voorafgaand aan de daaropvolgende fysieke zitting van de gemeenteraad om 19.30 uur.

 

Juridische grond

Reglement toekenning eretitel ereschepen en eregemeenteraadslid, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 maart 2014. De eretitel is een onderscheiding van een langdurige en eervolle loopbaan.

 

Stemming

 

Na geheime stemming:

24 stemmen voor

4 stemmen tegen

5 stemmen blanco

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de titel van ereschepen aan dhr. Walter Grootaers toe te kennen.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

TOEKENNING TITEL ERESCHEPEN MARLEEN VANDERPOORTEN. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag voor de toekenning van de titel ereschepen en eregemeenteraadslid kan, zoals bepaald in het reglement, ingediend worden door het afgetreden gemeenteraadslid of schepen, door de fractievoorzitter in de gemeenteraad van het betrokken gemeenteraadslid of schepen  of door het college van burgemeester en schepenen én met instemming van de betrokkene, of door de rechtsopvolgers van de mandataris, in geval van overlijden.

 

Op 20 januari diende Christel Van den Plas, fractievoorzitter Open VLD Lier-Koningshooikt, per brief een aanvraag in tot het bekomen van de titel ereschepen voor Marleen Vanderpoorten. Zij komt in aanmerking voor de titel van ereschepen. Zij was 15 jaar schepen tijdens de legislaturen 1989-1994, 2013-2018 en 2019-202.

 

Bij goedkeuring door de gemeenteraad volgt de uitreiking van de titel aan mevr. Marleen Vanderpoorten voorafgaand aan de daaropvolgende fysieke zitting van de gemeenteraad om 19.30 uur.

 

Juridische grond

Reglement toekenning eretitel ereschepen en eregemeenteraadslid, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 maart 2014. De eretitel is een onderscheiding van een langdurige en eervolle loopbaan.

 

Stemming

 

Na geheime stemming:

24 stemmen voor

4 stemmen tegen

5 stemmen blanco

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de titel van ereschepen aan mevr. Marleen Vanderpoorten toe te kennen.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

TOEKENNING TITEL ERESCHEPEN LUCIEN HERIJGERS. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag voor de toekenning van de titel ereschepen en eregemeenteraadslid kan, zoals bepaald in het reglement, ingediend worden door het afgetreden gemeenteraadslid of schepen, door de fractievoorzitter in de gemeenteraad van het betrokken gemeenteraadslid of schepen  of door het college van burgemeester en schepenen én met instemming van de betrokkene, of door de rechtsopvolgers van de mandataris, in geval van overlijden.

 

Op 20 januari diende Toon Vaessen, fractievoorzitter NVA Lier-Koningshooikt, per mail een aanvraag in tot het bekomen van de titel ereschepen voor Lucien Herijgers. Hij komt in aanmerking voor de titel van ereschepen. Hij was 6 jaar schepen tijdens de legislatuur van 2013-2018.

 

Bij goedkeuring door de gemeenteraad volgt de uitreiking van de titel aan dhr. Lucien Herijgers voorafgaand aan de daaropvolgende fysieke zitting van de gemeenteraad om 19.30 uur.

 

Juridische grond

Reglement toekenning eretitel ereschepen en eregemeenteraadslid, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 maart 2014. De eretitel is een onderscheiding van een langdurige en eervolle loopbaan.

 

Stemming

 

Na geheime stemming:

24 stemmen voor

4 stemmen tegen

5 stemmen blanco

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de titel van ereschepen aan dhr. Lucien Herijgers toe te kennen.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

RUP OMVORMEN KLEINE INDUSTRIE - DEFINITIEVE VASTSTELLING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het college besliste op 1 oktober 2018 de opmaak van het RUP "herbestemming

bedrijfsgebieden" toe te wijzen aan Antea Group.

Op 3 december 2018 werd door het college het planteam samengesteld. Vervolgens heeft het college op 6 mei 2019 de startnota goedgekeurd. De participatieperiode verliep van 9 september 2019 tot en met 7 november 2019; met een participatiemoment op 8 oktober 2019 in cultuurcentrum De Mol.

De scopingnota werd goedgekeurd op 31 augustus 2020 en het voorontwerp RUP op 12 oktober 2020. Een infomoment over het (voor)ontwerp RUP vond digitaal plaats op 17 november 2020. Er werd beslist een schriftelijke adviesronde te organiseren tijdens de plenaire fase.

De gemeenteraad is op 28 juni 2021 overgegaan tot voorlopige vaststelling. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 20 juli 2021 tot en met 17 september 2021. Op 6 september 2021 werd een digitaal infomoment georganiseerd.

 

Feiten en context

Aanleiding

De stad Lier wenst een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken voor vijf voormalige bedrijfssites, verlaten of reeds ingevuld met woningbouw, die deel uitmaken van het dichte woonweefsel. Deze sites zijn volgens het gewestplan ingekleurd als milieubelastende industrie of ambachtelijke bedrijven en kmo’s. Het doel is om deze kleine industriegebieden om te vormen naar een hedendaagse bestemmingszone die zich laat integreren in de omgevingscontext.

 

Situering

 Gewestelijk niveau

De stad Lier is volgens het RSV geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. Bij de selectie wordt de categorie “goed uitgerust” als uitgangspunt gehanteerd. De afbakening van de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden gebeurt door de provincie in nauw overleg met het Vlaams Gewest en de betrokken gemeenten. Het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Lier behoort tot de Vlaamse Ruit.

 

In structuurondersteunende kleinstedelijk gebieden moet het beleid erop gericht zijn de stedelijke kern en het stedelijk functioneren te consolideren en te versterken door het creëren van ruimte voor een bijkomend aanbod aan woningbouw, aan stedelijke voorzieningen en aan economische activiteiten. De afbakening ervan is een taak voor de provincie.

 

Deelgebieden 1 t.e.m. 3 maken deel uit van het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied.

 

Deelgemeente Koningshooikt in het buitengebied. Koningshooikt is een deelgemeente van Lier en wordt beschouwd als een dorpskern binnen het buitengebied. In het buitengebied is het beleid gericht op het behoud, het herstel, de ontwikkeling en het verweven van de belangrijke structurerende elementen. Dit betekent niet dat het buitengebied wordt ‘bevroren’. De bestaande ruimtelijke structuur en het fysisch systeem bieden het raamwerk waarbinnen dynamische activiteiten en functies met steeds wijzigende omgevingsvereisten op flexibele manier moeten kunnen functioneren. Deze dynamiek moet natuurlijk op de schaal en op het tempo van het buitengebied worden gehouden. Voor de functies wonen en werken is dit dus niet dezelfde dynamiek als diegene die in de stedelijke gebieden aanwezig is en er gestimuleerd wordt. De specifieke eigenheid van het wonen en werken in het buitengebied moet erkend en gerespecteerd worden, en in relatie gebracht worden met het duurzaam functioneren van de agrarische en de natuurlijke structuur.

 

Voor het buitengebied worden volgende doelstellingen vooropgesteld:

         het vrijwaren van het buitengebied voor haar essentiële functies landbouw, natuur,                            bosbouw, wonen en werken op het niveau van het buitengebied;

         het tegengaan van versnippering van de open ruimte;

         het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied;

         het ontwikkelen van landbouw, natuur en bossen in goed gestructureerde gebieden;

         het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit;

         het afstemmen van het ruimtelijk beleid en van het milieubeleid op basis van het fysisch

systeem;

         het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.

 

Voor de nederzettingsstructuur gelden o.a. volgende ontwikkelingsperspectieven:

         wonen en werken concentreren in de kernen van het buitengebied;

         geen verdere groei van linten en verspreide bebouwing;

         in de provincie Antwerpen moeten 105.098 bijkomende woningen worden opgericht. Daarvan mogen er max. 40 % in de kernen van het buitengebied worden gerealiseerd;

         minimale woningdichtheid = 15 woningen/ha.

 

De deelgebieden 4 en 5 zijn gelegen binnen dit buitengebied.

 

De Vlaamse Regering keurde op 20 juli 2018 de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen goed. De strategische visie omvat een toekomstbeeld en een overzicht van voorname beleidsopties op lange termijn, met name de strategische doelstellingen.

 

Het uiteindelijke Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zal bestaan uit een strategische visie en een operationaliseringsprogramma in de vorm van een set beleidskaders. Het zal de strategische krachtlijnen schetsen voor de ruimtelijke ontwikkeling voor de komende decennia en de basis vormen voor operationele maatregelen zoals het opmaken en bijsturen van regelgeving, instrumentarium, beleidskaders of ontwikkelingsprogramma’s.

 

De Vlaamse Regering wil een ambitieus veranderingstraject op gang trekken om het bestaand ruimtebeslag beter en intensiever te gebruiken en zo de druk op de open ruimte te verminderen. Het doel is het gemiddeld bijkomend ruimtebeslag terug te dringen tegen 2025. De inname van nieuwe ruimte moet tegen 2040 volledig gestopt zijn. De ontwikkeling van nieuwe woningen, werkplekken en voorzieningen zal dus meer en meer moeten gebeuren op goed gelegen locaties in onze steden en dorpen. Op een aantal plaatsen kan dat betekenen dat er voor inbreiding gekozen wordt om een sterke verdichting te krijgen.

 

 Provinciaal niveau

Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen werd goedgekeurd op 10 juli 2001 en partieel herzien in 2011.

 

Het plangebied is gelegen in de deelruimte “Mechelen-Lier-Aarschot”. Het gebied Lier - Aarschot is geselecteerd als provinciaal stedelijk netwerk. Het is een gebied dat bij voorkeur op provinciaal niveau

de gewenste groei opvangt, meer bepaald in de kleinstedelijke gebieden en de structuurondersteunende hoofddorpen. Ten zuiden van het netwerk wenst de provincie de open ruimte van het Mechels rasterlandschap maximaal te beschermen tegen verdere verlinting en verstedelijking. Ten noorden wordt het Netegebied gevrijwaard van bijkomende druk vanwege de functies wonen en werken.

 

Koningshooikt is geselecteerd als hoofddorp type III. Buiten het “stedelijk gebied Lier” en de “dorpskern Koningshooikt” werden binnen de stad Lier geen woonkernen geselecteerd. De nederzettingen die niet als woonkern werden geselecteerd, kunnen zich slechts ontwikkelen binnen de huidige vastliggende bouwmogelijkheden langsheen uitgeruste straten en in niet-vervallen verkavelingen (=juridische voorraad). Er kunnen geen lokale bedrijventerreinen worden aangelegd.

 

 Gemeentelijk niveau

Op 9 december 2003 werd het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) voor de stad Lier goedgekeurd.

 

De stad Lier wordt opgebouwd uit hoofd- en deelruimten. De deelgebieden 1 t.e.m. 3 zijn gelegen binnen de hoofdruimte “Valleigebieden”, deelgebieden 4 en 5 binnen de hoofdruimte “Landbouwgebied Koningshooikt”. De deelgebieden situeren zich binnen volgende deelruimten:

 

- deelgebieden 1 t.e.m. 3 zijn gelegen binnen deelruimte “stedelijke ruimte”;

- deelgebied 4 is gelegen binnen twee deelruimtes, met name het “zuidwestelijk grensoverschrijdend bosgebied” en de “vallei van Itterbeek”;

- deelgebied 5 is gelegen binnen de deelruimte “dorpskern Koningshooikt vs. Van Hool”.

 

Voor de vallei van Itterbeek waarbinnen deelgebied 4 – Beekstraat is gelegen, is volgende visie binnen het GRS opgenomen:

- de vallei krijgt een verbindingsfunctie tussen de vallei van de Beneden Nete, de openruimte corridor Koningshooikt, het sneeuwklokjesreservaat en het zuidwestelijk grensoverschrijdend bosrijk gebied; en moet als dusdanig worden ontwikkeld. D.w.z. schaalverkleining in een voldoende brede omgeving en het inbrengen van kleine landschapselementen. Binnen het vernieuwd landschap worden geen bouwactiviteiten toegelaten, moet de verspreide bebouwing worden afgeremd en waar mogelijk worden teruggedrongen. Zonevreemde bedrijven moeten geherlokaliseerd worden.

 

Een ruimtelijk concept binnen het GRS is de meerpotigheid van de economische structuur naar de toekomst toe minimaal te houden. Als mogelijke actie ter ondersteuning van het beleid is binnen het richtinggevend gedeelte opgenomen:

Lier kan uitvoeringsplannen opmaken om de in het stedelijk gebied verspreid voorkomende niet- woongebiedjes, waaronder KMO/industriegebied, om te vormen tot een meer hedendaagse bestemmingszone.

 

Voorontwerp RUP

Naar aanleiding van de schriftelijke adviesronde tijdens de plenaire fase, werden de stedenbouwkundige voorschriften aangepast en verduidelijkt, en dit om tegemoet te komen aan de ontvangen adviezen.

Het college heeft vervolgens in de zitting van 10 mei 2021 een aantal aanpassingen aan de voorschriften doorgevoerd met als doel de voorschriften te vereenvoudigen en overbodige bepalingen te schrappen. De aanpassingen doen geen afbreuk aan de algemene doelstellingen en principes van het RUP.

 

Aanpassingen aan het (voor)ontwerp RUP

Algemene aanpassingen:

- de algemene bepalingen 0.4 t.e.m. 0.8 werden geschrapt met als doel de voorschriften te vereenvoudigen;

- voor alle deelgebieden werd een maximale verhardingsgraad bepaald. De onverharde en onbebouwde ruimte dient ingericht te worden als groenruimte. Dit om tegemoet te komen aan de adviezen om binnen het RUP, de principes van kwalitatieve vergroening en het beperken van verharde oppervlakken toe te passen.

 

Specifieke aanpassingen per deelgebied:

1/ Deelgebied Sterrenstraat:

- kleinschalige ambachtelijke activiteiten zijn verplicht in te richten binnen de gebouwplint van de Sterrenstraat. Dit om tegemoet te komen aan de adviezen en om een verankering van kleinschalige bedrijfsactiviteiten op de site te voorzien;

- de netto-vloeroppervlakte per niet-woonfunctie bedraagt maximaal 400m² per activiteit;

- er moeten toegangsmogelijkheden worden verzekerd tot de achtertuinen van de aangrenzende percelen langsheen de Eeuwfeestlaan gelegen buiten het plangebied;

- de maximale bouwdiepte voor het volume langsheen de Sterrenstraat wordt bepaald op 17 m voor alle verdiepingen. Voor de volumes niet gelegen aan de straatzijde van de Sterrenstraat is de bouwdiepte vrij, mits ruimtelijk verantwoord;

 

2/ Deelgebied Mechelsesteenweg:

- de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m en op de hogere verdiepingen maximaal 9 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

- de hellingsgraad van het dak van het hoofdvolume en de bouwhoogte van de uitbouw achter het hoofdvolume wordt geschrapt;

- schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

 

3/ Deelgebied Elzenlaan:

- de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m en op de hogere verdiepingen maximaal 9 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

- de hellingsgraad van het dak van het hoofdvolume en de bouwhoogte van de uitbouw achter het hoofdvolume wordt geschrapt;

- schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

 

4/ Deelgebied Beekstraat:

- aanvulling voorschriften met: zone voor waterloop en oeverinrichting waar een bouwvrije afstand van min. 5 m ten opzichte van de kruin van de waterloop moet worden aangehouden;

- de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

- de hellingsgraad van het dak wordt geschrapt;

- schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

- de technische inrichtingsprincipes aan de waterloop worden opgenomen als toelichting i.p.v. als voorschriften.

 

5/ Deelgebied Bernard Van Hoolstraat:

- de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

- de hellingsgraad van het dak wordt geschrapt;

- schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

 

6/ Aanpassingen aan de grafische plannen van het voorontwerp RUP

Er werden geen aanpassingen aan de grafische plannen aangebracht.

 

Procedureverloop

Het voorontwerp RUP werd op 6 april 2020 goedgekeurd en onderworpen aan een schriftelijke plenaire vergadering. De Gecoro adviseerde het voorontwerp op 26 mei 2020. De geformuleerde opmerkingen en suggesties werden onderzocht en verwerkt in het ontwerp RUP dat op 28 september 2020 door de gemeenteraad voorlopig werd vastgesteld.

 

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 20 juli 2021 tot en met 17 september 2021. Op 6 september 2021 werd een infomoment georganiseerd.

De decretale verplichte aankondigingen van het openbaar onderzoek gebeurde door een bericht van aanplakking in de gemeente, publicatie in het Belgisch Staatsblad van 16 juli 2021, aankondiging op de gemeentelijke website en in het gemeentelijk infoblad.

Na sluiting van het openbaar onderzoek bundelt en coördineert de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad.

Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.

De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.

Overeenkomstig artikel 2.2.21 §6 van de Vlaamse Codex voor Ruimtelijke Ordening (VCRO) stelt de gemeenteraad een ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek. Bijgevolg moet het ruimtelijk uitvoeringplan uiterlijk op 16 maart 2022 definitief worden vastgesteld.

Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan moet de overeenkomstig art. 2.2.5. van de VCRO voorgeschreven stukken bevatten.

 

 

Adviezen en Openbaar onderzoek

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) heeft tijdens de periode van het openbaar onderzoek in totaal 17 bezwaarschriften ontvangen.

Volgende instantie heeft advies en/of en opmerkingen geformuleerd:

- Provincie Antwerpen, Dienst Ruimtelijke Planning dd. 26 augustus 2021

 

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening heeft op 15 november 2021 de ontvangen opmerkingen, adviezen en bezwaren beoordeeld en een advies geformuleerd. De beoordeling van de bezwaren en de adviezen worden bij dit besluit gevoegd.

 

RVR-toets en ontheffing plan-MER

Op basis van de uitgevoerde RVR-toets op 23 december 2019 blijkt dat voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid, het RUP niet verder voorgelegd dient te worden aan het Team Externe Veiligheid en er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

Op 8 februari 2021 werd in het kader van artikel 2.2.4 §3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, een ontheffing van de plan-MER-plicht aangevraagd.

Op 26 april 2021 werd door het Team Mer geoordeeld dat voor het voorliggende RUP geen plan-MER opgesteld moet worden.

Bijgevolg is voldaan aan de bepalingen van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), zoals aangepast door het decreet van 27 april 2007 (planMERdecreet) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s (Plan-m.e.r.-besluit).

 

Waterparagraaf

Deelgebied 1 - Sterrenstraat

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren.

Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden. Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Deelgebied 2 – Mechelsesteenweg

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren.

Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Deelgebied 3 – Elzenlaan

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren.

Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Deelgebied 4 – Beekstraat

Langsheen de oostelijke grens van het deelgebied 4 loopt de Itterbeek, een geklasseerde waterloop van 2e categorie. De waterloop is ingesnoerd en overwelfd door betonnen constructies. Bij het saneren van het deelgebied wordt de mogelijkheid geboden om de bedding van de waterloop aan te pakken en deze meer ruimte te geven.

Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. Een ontharding van het deelgebied staat voorop, mede doordat bijna de helft van het terrein een openruimtebestemming krijgt en daarbij wordt onthard en nieuwe verhardingen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding.

Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren. Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

Binnen het deelgebied is ter hoogte van de achterste perceelsgrens een beperkte effectief overstromingsgevoelige zone. Door de Itterbeek meer ruimte te geven, zal dit een positief effect hebben op de overstromingsgevoelige zones rond en ten zuiden van het deelgebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water, door het herbestemmen naar een open ruimtefunctie, alsook verhardingen in maximaal waterdoorlatende materialen te voorzien. Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering

 

Deelgebied 5 – Bernard Van Hoolstraat

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding.

Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren. Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Op te heffen verkavelingen

Binnen het plangebied worden geen niet-vervallen, goedgekeurde verkavelingen opgeheven.

 

Recht van voorkoop

Binnen het RUP zal er geen recht van voorkoop uitgeoefend worden.

 

Juridische grond

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.2.21, § 6 en artikel 2.2.5

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets;

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s;

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

 

Argumentatie

Behandeling van de bezwaren adviezen en opmerkingen, voortvloeiend uit het openbaar onderzoek De bezwaren, opmerkingen en adviezen werden door de Gecoro gebundeld. De Gecoro bracht een gunstig advies uit.

De gemeenteraad treedt het advies van de GECORO bij en maakt de motieven van het advies en de beoordeling van de bezwaren en opmerkingen tot haar eigen beoordeling. Volgende aanpassingen of aanvullingen worden aan de voorlopige vaststelling doorgevoerd:

 

Deelgebied 1 – Sterrenstraat

- Art. 1.2.2 Plaatsing van de gebouwen

o  Verwijzingen naar de muur in het toelichtend deel schrappen

- Art. 1.2.6 Behoud van industriële relicten

o  Verordenend deel aanvullen: Het behoud van bepaalde markante onderdelen van het verlaten industrieel complex staat voorop, mits sectorale regelgeving kan worden gerespecteerd

o  Verwijzingen naar de muur in het toelichtend deel schrappen

o  Aanvullen toelichtend deel met: Te respecteren sectorale regelgeving heeft o.a. betrekking op bodemsaneringswerken, archeologie, etc.

- Art. 1.2.9 Ontsluiting

o   Aanvullen met: Het recht van doorgang langs de achtertuinen van de Maanstraat blijft behouden. Doorgang voor gemotoriseerd verkeer moet mogelijk zijn, zonder de inrichting van een toegangsweg te krijgen.

- Art. 2 Indicatief tracé voor zacht verkeer

o  Aanvullen verordenend deel: Ter hoogte van het recht van doorgang heeft de fiets- en voetgangersverbinding een inrichting die ook plaatselijk gemotoriseerd verkeer toelaat. Overige tracés dienen voorzien te worden van de nodige inrichtingsmaatregelen zodat de weg niet door gemotoriseerd verkeer kan worden gebruikt.

o  Aanvullen toelichtend deel met: Er loopt een recht van doorgang (servitudeweg) langs de achtertuinen van de woonpercelen nrs. 34-56 aan de Maanstraat.

 

Deelgebied 4 – Beekstraat

- Art. 3.2 Inrichtingsvoorschriften, bij overdruk: Zone voor waterloop en oeverinrichting

o Verordenend deel aanvullen met: Deze verhardingen zijn waterdoorlatend en worden beperkt tot het strikt noodzakelijke in functie van onderhoud en/of verbinding voor traag verkeer. De keuze van materiaalgebruik is afgestemd op zwaar verkeer.

o Toelichtend deel aanvullen met: Onder waterdoorlatende verhardingen wordt verstaan: dolomieten, grasdallen, etc.

o Verordenend deel aanvullen met: Deze afsluiting dient wegneembaar te zijn, alsook alle andere constructies.

o Toelichtend deel aanvullen met: Onder andere constructies wordt verstaan: picknickbanken, vuilnisbakken, etc.

- Grafisch plan:

o Aanpassen van de 5m-zone. Deze erfdienstbaarheidszone moet gerekend worden vanaf de kruin van de waterloop en bedraagt 5m.  

 

Deelgebied 5 – Bernard Van Hoolstraat

- Art. 1.1 Bestemmingsvoorschriften

o Verordenend deel wordt aangepast in: De zone is bestemd voor gemengde functies. Volgende functies worden toegelaten: wonen; kantoren, diensten en vrije beroepen; gemeenschapsfuncties; kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid in de vorm van productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen.

De functies mogen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschrijden. Een maximale integratie binnen de omgevingscontext staat voorop.

Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: bedrijven die een abnormale hinder, bodem- en luchtvervuiling, geluids-, geur- en trillingshinder veroorzaken. Andere milieubelastende activiteiten die niet door maatregelen binnen de kavel gebufferd  kunnen worden.

Nevenfuncties bij het wonen worden toegestaan, met name: (…)

o Toelichtend deel aanvullen met: Voorbeelden van gemeenschapsfuncties: jeugdlokalen, academie, crèches, etc.

Voorbeelden van kleinschalige ambachten: werk- en opslagplaatsen, schrijnwerker, drukkerij, etc.

- Art. 1.2.5 Bijgebouwen en carports

o Toelichtend deel aanvullen met: In de tuinen kunnen bijgebouwen horend bij de                             woonfunctie en/of in  functie van de nevenbestemming worden opgericht, (…)

- Art. 1.2.6 Inrichting van de niet-bebouwde ruimte

o Verordenend deel aanvullen met: De onverharde en onbebouwde ruimte dient maximaal ingericht te worden als groenruimte.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Christel Van den Plas, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

1 stem tegen: Marcel Taelman

9 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 1 stem tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De Gemeenteraad stelt het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan “omvormen kleine industrie gebieden” definitief vast.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

HOGE VELDEN: AKTES GERECHTELIJKE PROCEDURE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing dd 30/8/2021; De vrederechter velde een vonnis betreffende de vaststelling van de definitieve onteigeningsvergoedingen inzake de (4) onteigeningsdossiers van partijen (i) MARIEN, (ii) VAN MELCKEBEKE, (iii) ANTHONIS en (iv) PUTTENEERS.

In essentie kan vastgesteld worden dat de Vrederechter oordeelt dat:

- De planologische neutraliteit weldegelijk moet toegepast worden, zodat voor de waardebepaling van de onteigende percelen moet uitgegaan worden van de bestemming van het Gewestplan (nl. woonuitbreidingsgebied, bosgebied en/of industriegebied al naargelang het onteigende perceel);

- De verslaggeving van de gerechtsdeskundige quasi integraal moet/kan gevolgd worden, zodat een aanvullend deskundigenonderzoek niet aan de orde zou zijn én:

o er voor de waardering van het woonuitbreidingsgebied weldegelijk moet uitgegaan worden van een vermeende ontwikkelbaarheid op lange(re) termijn (met opwaartse waardering voor gevolg);

o er voor de onteigening van het perceel van partijen MARIEN weldegelijk rekening moet gehouden worden met de kosten voor een heraanleg van de rondweg (dewelke aldus mee in de onteigeningsvergoeding worden opgenomen);

- De verslaggeving van landmeter P. Verhaert niet in aanmerking zou kunnen genomen worden wegens (te) eenzijdig en onvoldoende actueel (i.e. hoewel er ook in de verslaggeving van de gerechtsdeskundige bepaalde vergelijkingspunten werden weerhouden vanuit eenzelfde periode);

Het college besliste om niet in beroep te gaan tegen de vonnissen van de vrederechter.

 

Feiten en context

Notaris Verreth maakte de ontwerpaktes op voor de onteigende percelen die voorheen eigendom waren van Mariën, Van Melckebeke, Anthonis en Putteneers. Deze aktes bevatten de identificatie van de onteigende percelen zoals dit wordt vereist door het registratiekatnoor voor hypothecaire overschrijving van de onteigeningsvonnissen. Deze aktes worden als bijlage toegevoegd.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de aktes houdende persoonsidentificatie en eigendomsoorsprong van de onteigende goederen in bijlage goed te keuren.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Tekin Tasdemir, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

11 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout en Jan Hermans

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 11 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de aktes houdende persoonsidentificatie en eigendomsoorsprong van de onteigende goederen in bijlage goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om burgemeester Rik Verwaest en algemeen directeur Katleen Janssens (en bij diens afwezigheid haar afgevaardigde(n)

Ilse Anné of Kyrina Van Goubergen) aan te stellen ter ondertekening van de akte en alle bijhorende documenten.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

SCHOLLEBEEKSTRAAT. WEGENISONTWERP. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In de Schollebeekstraat worden een rijweg (zwarte asfalt - 5,60m), een vrijliggend fietspad (roodbruine - 2,75m), een voetpad (grijze betonstraatstenen - min. 1,50m), alternerende parkeerstroken (waterpasserende betonstraatstenen - 2,00m) en groenzones met bomen (Acer Campestre, Prunus Avium 'Plena') aangelegd.

De zijstraten (ook Schollebeekstraat) worden heraangelegd in waterpasserende betonstraatstenen.

Ter hoogte van de inneming 8 (zijstraat Schollebeekstraat) wordt het wegdek hersteld volgens de bestaande toestand.

 

In de Fortweg wordt het eerste deel van de rijweg (5,50m) in asfalt aangelegd en de inritten in waterpasserende betonstraatstenen. Aan weerszijden van de weg bevinden zich groenzones met bomen (Pyrus Communis). Het tweede deel van de weg wordt aangelegd als karrenspoor: de asfaltweg wordt in het midden onderbroken door een kasseistrook. De asfaltstroken verhogen zo het fietscomfort.

 

De rijweg in de Mijl wordt heraanglegd in asfalt (3,00m).

 

Openbaar onderzoek

Er werd één bezwaar ingediend in het kader van het openbaar onderzoek.

Het bezwaar handelt samengevat over de volgende elementen betreffende mobiliteit en parkeren :

         Ter plaatse van de vergunde kinderopvang is er in de huidige toestand een strook waar kortstondig geparkeerd  wordt als kiss & ride in ochtend en avond. Deze strook is tussen voetpad en huis en heeft plaats voor 2 wagens. In het ontwerp kunnen de ouders niet meer vlakbij de kinderopvang parkeren, wat erg onveilig is;

         Ouders zullen andere opvang kiezen omdat ze niet meer vlakbij kunnen parkeren;

         Het is niet duidelijk voor de bezwaarindiener of aan de overzijde bij het tankstation kan geparkeerd worden. Daar staan nu dagelijks vrachtwagens;

         Als parkeren bij het tankstation de oplossing is, vraagt de bezwaarindiener een goed verlicht zebrapad;

         Ouders zullen parkeren op de rijbaan het voetpad of fietspad;

         Zwaar verkeer parkeert zich fout overal in de Schollebeekstraat. Stadbestuur en Maarten Colaes zijn hiervan op de hoogte. De heraanleg zou dit moeten oplossen;

         Wordt de snelheidsbeperking van 30km/u ook gehandhaafd? Suggestie van de bezwaarindiener is om vluchtheuvels te voorzien.

 

Het bezwaar is deels ontvankelijk maar ongegrond. Vanuit team mobiliteit wordt op elk punt als volgt gerepliceerd:

         Ter plaatse van de vergunde kinderopvang is er in de huidige toestand een strook waar kortstondig geparkeerd  wordt als kiss & ride in ochtend en avond. Deze strook is tussen voetpad en huis en heeft plaats voor 2 wagens. In het ontwerp kunnen de ouders niet meer vlakbij de kinderopvang parkeren, wat erg onveilig is:

 

Als de strook voor de kinderopvang op dit moment als Kiss & Ride gebruikt wordt, dan worden hiermee verkeersovertredingen begaan want het is qua breedte onmogelijk om hierbij het voetpad te vrijwaren. Het is niet de bedoeling om foutief gebruik van het openbaar domein te gaan officialiseren. De parkeernood van een privaat initiatief moet niet per definitie opgevangen worden op het openbaar domein. In principe moet dit georganiseerd worden op eigen terrein. Wanneer gebruikers het openbaar domein aanwenden, moet men zich steeds in regel stellen.

 

In de toekomstige situatie zijn er openbare parkeerplaatsen voorzien op een meer dan aanvaardbare wandelafstand (±55m).

Bezwaar is ongegrond.

 

         Ouders zullen andere opvang kiezen omdat ze niet meer vlakbij kunnen parkeren:

 

In de toekomstige situatie zijn er openbare parkeerplaatsen voorzien op een meer dan aanvaardbare wandelafstand. Als men bovenstaande vreest kan men ook nog altijd bekijken hoe men ouders op het eigen terrein kan laten parkeren.

Bezwaar is ongegrond.

 

         Het is niet duidelijk voor de bezwaarindiener of aan de overzijde bij het tankstation kan geparkeerd worden. Daar staan nu dagelijks vrachtwagens.

 

Dit is in het ontwerp voorzien als voetpad. Stilstaan of parkeren is verboden op een voetpad.

 

         Als parkeren bij het tankstation de oplossing is, vraagt de bezwaarindiener een goed verlicht zebrapad.

 

Geen parkeren dus niet ontvankelijk.

 

         Ouders zullen parkeren op de rijbaan het voetpad of fietspad.

 

Alle gebruikers van het openbaar domein moeten zich in regel stellen, dus niet ontvankelijk.

 

         Zwaar verkeer parkeert zich fout overal in de Schollebeekstraat. Stadbestuur en Maarten Colaes zijn hiervan op de hoogte. De heraanleg zou dit moeten oplossen.

 

Klopt. De rijbaan wordt in het ontwerp nog slechts 5m breed. Als een vrachtwagen zich op de rijbaan opstelt, blijft er niet de wettelijke 3 m over en staat deze in overtreding. De voorziene langsparkeerplaatsen zijn enkel geschikt voor personenwagens.

 

         Wordt de snelheidsbeperking van 30km/u ook gehandhaafd? Suggestie van de bezwaarindiener is om vluchtheuvels te voorzien.

 

Gezien de categorisering van de weg en ook het daadwerkelijk gebruik, zijn vluchtheuvels absoluut niet aangewezen. Qua snelheidsremmende maatregelen zijn asverspringingen voorzien.

Voorzien van vluchtheuvels dus ongegrond.

 

Betreffende de procedure wordt volgend bezwaar gemaakt :

         De aanvraag lijkt de perceelsgrens te overschrijden gezien landmetersplan in bezwaarschrift toegevoegd. Dit moet worden nagegaan en verduidelijkt.

 

Het ontwerp is opgemaakt op basis van de huidige toestand (visuele rooilijn) en kan zo aangevraagd worden. Ter hoogte van de bezwaarindiener zal het deel van de vergunning buiten de officiële rooilijn niet uitgevoerd worden.

Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond. De nieuwe aanleg wordt uitgevoerd tot aan de officiële rooilijn.

 

Juridische grond

Artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen dat voorziet dat de aanleg van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet kan opgenomen worden in een vergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.

 

Artikel 31, §1 van het Omgevingsvergunningsdecreet:

§1 Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

 

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

 

Artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit:

 

Als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 inzonderheid artikel 41, tweede lid, 9° dat voorziet dat de gemeenteraad bevoegd is voor de uitdrukkelijk aan haar voorbehouden beslissingen.

 

Argumentatie

Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen kan de aanleg van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Dit op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten zoals gesteld voor gemeentelijke rooilijnplannen.

 

Voor de zijtak van de Schollebeekstraat werd een rooilijnplan (en bijhorend innemingsplan) opgemaakt conform het decreet gemeentewegen dd. 1/09/2019. Het betreft de zijstraatjes die nog in privaat domein waren.

 

Het rooilijnplan, opgemaakt conform het decreet gemeentewegen dd. 1/9/2019, wordt als afzonderlijk document aan de omgevingsvergunningsaanvraag toegevoegd.

 

Het rooilijplan 'Schollebeekstraat zijtak' werd goed gekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 28 september 2020.

 

Op alle andere plaatsen in het projectgebied blijft de rooilijn ongewijzigd. In de Schollebeekstraat gaat het om de bestaande rooilijn van 27 janauri 1921 'Provinciale Baan Lier - Aerschot'. In de Fortweg gaat het om de bestaande rooilijn van 21 februari 1973 ihkv de verkaveling.

 

Zodoende voldoet het rooilijnplan aan de vereisten van het Decreet Gemeentewegen en is de voorwaarde om de geïntegreerde procedure te hanteren vervuld.

 

Vervolgens bepaalt artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet dat de gemeenteraad bevoegd is om te beslissen over de aanleg van een gemeenteweg. Hetgeen impliceert dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.

 

Wat dit laatste betreft wordt opgemerkt dat de stad Lier zelf de aanvrager van de omgevingsvergunning betreft, waarbij het voorwerp van de aanvraag op percelen in eigendom van de stad Lier zijn gesitueerd. Voor inneming 8 wordt een overeenkomst voor ondergrondse inneming opgemaakt (enkel aanleg riolering en herstel bestaande toestand). Zodoende zal de nieuwe gemeenteweg grotendeels opgenomen worden in het openbaar domein, hetgeen aangewezen is voor nieuwe gemeentewegen.

 

Verder dient de gemeenteraad rekening te houden met volgende principes, bij besluiten over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen:

 

“Art. 3

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”

 

“Art. 4

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”

 

Gezien de aard van het project, namelijk de aanleg van nieuwe riolering alsook de heraanleg van de bestaande wegenis, is het project functioneel inpasbaar in de ruimtelijke context. Het project sluit aan bij het huidige grondgebruik. Ook is er daardoor geen sprake van een wijziging in schaal.

 

De impact op mobiliteit en ruimtegebruik is beperkt. De bestaande verkeersinfrastructuur blijft behouden maar wordt vernieuwd, met bijkomende aandacht voor de veiligheid en het fietscomfort van fietsers en autoparkeerplaatsen.

 

De aangevraagde nieuwe gemeenteweg is zodoende in overeenstemming met de doelstellingen en principes uit het Decreet van 3 mei 2019 houdende de Gemeentewegen.

 

Stemming

 

32 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Christel Van den Plas, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Tekin Tasdemir, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten en Jan Hermans

1 onthouding: Marcel Taelman

Goedkeuring met 32 stemmen voor - 1 onthouding

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de zaak der wegen van wegenisontwerp voor de Schollebeekstraat goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

BELASTING OP ONGEADRESSEERD DRUKWERK, SAMPLING EN FLYERING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van de gemeenteraad van 27 januari 2020 werd voor een periode van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten en op sampling.

 

Feiten en context

Vanaf 2020 werden alle belastingreglementen vernieuwd voor de duur van de legislatuur en werd er een indexclausule opgenomen. In het reglement dat nu voorligt was dit niet voorzien.

Daarom wordt voorgesteld om het reglement naar analogie van de andere aan te passen en goed te keuren voor de rest van de legislatuur.

Voor de termijn ingaand op 01 april 2022 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht of ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Gelet op het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA)

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd.15 februari 2019

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Christel Van den Plas, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten en Jan Hermans

5 stemmen tegen: Marcel Taelman, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Nancy Dresen

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op het verspreiden van ongeadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten zoals als bijlage.

 

Bijlage:

 

BELASTING OP HET VERSPREIDEN VAN NIET-GEADRESSEERD DRUKWERK EN DAARMEE GELIJKGESTELDE PRODUCTEN EN SAMPLING/FLYERING

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Gelet op het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA)

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering

Voor haar algemene financiering heft de stad Lier een belasting op niet-geadresseerd drukwerk en daarmee gelijkgestelde producten en samplingdoeleinden. Deze belasting is verantwoord aangezien het ongevraagd en systematisch verspreiden van ongeadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten in alle brievenbussen of op de openbare weg  nadelig is voor het milieu en hierdoor het volume papierafval verhoogt en bijkomende kosten mee brengt voor afhaling en verwerking ervan.

 

Artikel 1  Belastbaar feit

Voor de termijn ingaand op 01 april 2022 en eindigend op 31 december 2025  wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht of ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid.

 

Artikel 2 :  Definities

         Verspreiding: de bedeling in brievenbussen en de uitdeling of afgifte van niet-geadresseerd drukwerk en van gelijkgestelde producten op de openbare weg

         Gelijkgestelde producten: onder meer alle stalen en reclamedragers inclusief flyers, door de adverteerders aangeboden, die willen aanzetten tot het gebruik of verbruik van diensten, producten of transacties. Deze opsomming is niet limitatief

         Niet-geadresseerd: het ontbreken van een individuele adressering, waarbij ook de collectieve adresaanduiding per straat, of gedeeltelijke adresvermelding, wordt  beschouwd als niet-geadresseerd

 

Artikel 3 : Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die de opdracht gaf om het gelijkgestelde product te vervaardigen.

Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig artikel 6 of niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.

De drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 4: Tarieven en berekening

De belasting op het verspreiden van niet-geadresseerd drukwerk en daarmee gelijkgestelde producten is verschuldigd telkens en een verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk en daarmee gelijkgestelde producten plaatsvindt.

 

De belasting wordt vastgesteld op :

         0,01 EUR per exemplaar met een minimum van 45,90 EUR per bedeling voor publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 2 bladzijden

         0,02 EUR per exemplaar met een minimum van 85,90 EUR per bedeling voor publicaties kleiner of gelijk aan A4  vanaf 3 tem 10 bladzijden

         0,04 EUR per exemplaar met een minimum van 110,00 EUR per bedeling voor publicaties kleiner of gelijk aan A4 van meer dan 10 bladzijden of voor publicaties groter dan een A4 formaat ongeacht het aantal bladzijden bij bedeling van maximum 2000 exemplaren en een minimum van 170,00 EUR per bedeling voor publicaties kleiner of gelijk aan A4 van meer dan 10 bladzijden of voor publicaties groter dan een A4 formaat ongeacht het aantal bladzijden bij bedeling van meer dan 2000 exemplaren

         € 276,70/dag voor gebruik van het openbaar domein voor sampling /flyering voor doeleinden van commerciële reclame, opsplitsen in dagdelen is niet mogelijk

De bedragen van de belasting worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

  R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 4

     i   I = index van de maand december van het voorgaande jaar

         i = index van de maand december 2021 (basis 2004)

 

Artikel 5 : Vrijstellingen

De belasting is niet verschuldigd voor:

a. Gratis bedeelde kranten met een redactionele inhoud van minimaal 40 %, verzorgd door journalistieke medewerkers, mits minimaal aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

         wekelijkse nieuwsberichten van de stad worden kosteloos opgenomen in een vast redactioneel gedeelte

         de krant verschijnt minimaal 48 keer per jaar

 

b. Publicaties van publiekrechtelijke personen en socio-culturele, jeugd -en sportverenigingen die niet aan bovenstaande periodieke verschijning voldoen op voorwaarde dat maximum 60 % is ingevuld met reclame van minimaal 2 adverteerders

c. Wanneer de opdracht tot drukken of produceren uitgaat van politieke partijen die een lijst indienen voor de Europese, federale, gewestelijke provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op deze lijsten voorkomen, en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten verspreid worden in de periode tussen de in de kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en de dag van de verkiezing

d. Drukwerken of gelijkgestelde producten die verspreid worden en die hoofdzakelijk verband houden met een gemeentelijke volksraadpleging, dit voor zover de drukwerken of producten verspreid worden in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art 310 en volgende  van het decreet lokaal bestuur en de beslissing van de gemeenteraad om op een dergelijk verzoek niet in te gaan, of in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art 310 en volgende van het decreet lokaal bestuur en de dag van de volksraadpleging of in de periode tussen de beslissing van de gemeenteraad op eigen initiatief en de dag van de volksraadpleging

e. Het samplen/flyeren in kader van doeleinden die geen handels- of nijverheidsdoel en geen winstoogmerk nastreven door onder meer (feitelijke) verenigingen zonder winstoogmerk.

f. Het samplen/flyeren ter gelegenheid van een evenement welke toegelaten is door het college van burgemeester en schepenen en uitsluitend voor de locatie die werd toegestaan voor dit evenement. Onder een evenement wordt verstaan: een publieke gebeurtenis of bijeenkomst op publiek domein, met meer dan 50 al dan niet betalende bezoekers en/of deelnemers. Een dergelijke gebeurtenis of bijeenkomst kan verschillende oogkenmerken hebben: vrije tijdsbeleving, beleving van kunst, cultuur, muziek, sport, beurzen, braderijen, markten, kermissen, feesten en vieringen.

g. Sampling /flyering door openbare besturen of openbare diensten en onderwijsinstellingen.

h. Sampling door verenigingen aangesloten bij een door de stad erkende adviesraad.

i. Het voeren van reclame op voertuigen, die enkel betrekking heeft op beroepsactiviteit van de eigenaar van het voertuig.

 

Artikel 6 : aangifte

De belastingplichtigen  zijn ertoe gehouden aangifte te doen van de belastbare elementen 3 dagen voor de datum waarop de verspreiding wordt aangevangen van het niet-geadresseerd drukwerk of daarmee gelijkgesteld product dat het voorwerp uitmaakt van de aanslag. Een exemplaar van het te verspreiden drukwerk of product dient bij de aangifte te worden gevoegd.

 

Het verdelingsprogramma van een  periode bv. kwartaal, maand kan vooraf worden aangegeven. In dit geval dient een specimen 2 dagen na de verspreiding aan het gemeentebestuur te worden overgemaakt.

 

Bij sampling / flyeren zijn de belastingplichtigen er toe gehouden aangifte te doen van de belastbare elementen 14 dagen voor de datum van de bedeling op het openbaar domein.

 

Artikel 7 : vaststelling

De belastbare elementen worden vastgesteld door het stadsbestuur.

De beëdigde aangestelden van de stad Lier zijn gemachtigd alle inbreuken op deze verordening vast te stellen.

 

Artikel 8: ambtshalve inkohiering

§ 1. Wanneer er geen, een onvolledige, onnauwkeurige of onjuiste aangifte wordt gedaan, gaat de gemeente over tot ambtshalve inkohiering volgens de gegevens waarover de gemeente beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep.

 

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per beveiligde zending, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen van de 2 de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken.

 

§ 2. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25 % , indien de belastingplichtige het samplen of flyeren op het openbaar domein niet spontaan aangeeft en de stad ambtshalve inkohiert, wordt deze belasting verhoogd met 25 %.

 

Het bedrag van de verhoging wordt mee ingekohierd.

 

Artikel 9 : Inning en invordering

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De kohierbelasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10 : Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk, gedateerd en ondertekend te gebeuren.

 

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

 

Uitgebreide info omtrent de bezwaarprocedure kan je terugvinden op de website van de Stad Lier:

www.Lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden, ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 11 : Inwerkingtreding

Het reglement treedt in voege op 1 april 2022 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN GEBRUIKERSOVEREENKOMST -  BUURTTUIN 'HOF VAN PALLIETER'. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 24 januari 2022 over de principiële goedkeuring van het reglement

 

Feiten en context

De stad is eigenaar van een stuk grond tussen de Ouderijstraat en de Elzenlaan, welke genaamd is 'Den hof van Pallieter' en zal gebruikt worden voor samentuinieren.

Zeventig moestuintjes van 50m2, vier moestuinen van 150m2 en honderden meters struiken vol sappige bessen. Dat alles omzoomt door een fleurige bloemenstrook en toegankelijk langs gemaaide graspaadjes met daarbij ook een gezellige ontmoetingsplaats, een fruitgaard en een houtkant waar je nootjes kan plukken. Deze buurtmoestuin is volop in aanbouw en de gebruikers kunnen mogelijks in het voorjaar aan de slag.

 

De invulling van deze buurtmoestuin verschilt van de gekende volkstuintjes 'Het Land van den Akker'. Er komen zowel individuele als gedeelde tuintjes. Naast het biologisch telen van groenten zal de nadruk liggen op ontmoeting en samenwerking met andere tuiniers. Om beginnende tuiniers op weg te helpen organiseert stad Lier dit voorjaar een lessenreeks over ecologisch tuinieren in samenwerking met Velt vzw.

 

Om beide "volkstuinen", "Den akker" en "Hof van Pallieter", beter op elkaar te kunnen afstemmen en een gelijkwaardige aanpak te verzekeren naar alle gebruikers toe werd een nieuw reglement opgemaakt en goedgekeurd voor 'Den akker' door de gemeenteraad d.d. 20 december 2021.

Dezelfde voorwaarden zullen tevens gelden voor de gebruikers 'Den Hof van Pallieter', met uitzondering dat er geen privé gebouwen/tuinhuisjes kunnen gebouwd worden.

 

Alle gebruikers ondertekenen een gebruiksovereenkomst en dienen zich te houden aan het huishoudelijk reglement, welke richtlijnen bevat over het onderhoud van de grond,  de soort bemesting, e.a.

 

De huurprijs bedraagt momenteel 0.75 EUR/m².

 

Momenteel staan er 72 kandidaten ingeschreven op de wachtlijst.

 

Adviezen

Dienst vastgoedbeheer adviseert positief voor de goedkeuring van dit reglement 'Den Hof van Pallieter' om alle burgers in het kader van het gebruik van een volkstuintje binnen stad Lier op een gelijke manier te behandelen.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om het reglement en de gebruiksovereenkomst goed te keuren omdat de werking bij beide volkstuinen, nl. 'Het land van den Akker' en nog verder te realiseren  'Den hof van Pallieter' een gelijke aanpak en benadering vergen.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/03/KAP/04/10

 

Patrimonium zonder maatschappelijk doel

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

6 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Geert Marrin en Jan Hermans

8 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Nancy Dresen

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 6 stemmen tegen - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om bijhorend huishoudelijk reglement en gebruiksovereenkomst voor 'Den hof van Pallieter' met ingang van 01 januari 2022 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

REGLEMENT SPORTKAMPIOENEN EN -PRIJZEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Al jaren worden de Lierse kampioenen en sportlaureaten tijdens de nacht van de sport gevierd.

Het reglement sportlaureaten van de stad Lier werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 21/2/2011.

 

Feiten en context

Bij de uitreiking van de sportprijzen merken we dat het reglement wat bijsturing nodig heeft :

 

- Al enkele jaren worden geen kandidaten voorgesteld in de categorie sportlaureaat recreatie, deze categorie zouden we niet meer behouden.

- Het vrijgekomen bedrag wordt herverdeeld onder de andere categorieën. dwz:

* sportfiguur van het jaar ontvangt 600 euro

* jongere van het jaar ontvangt 500 euro
* sportploeg van het jaar ontvangt 500 euro

- De benaming van team evenementen, sport en podiumkunsten is gewijzigd.

- Het is niet duidelijk omschreven welke atleten er gevierd worden.

- De stemming kan op een betere manier, waarbij ook het publiek betrokken wordt.

 

Een werkgroep binnen de schoot van de sportraad werkte een voorstel uit.

Het reglement kreeg een hele nieuwe indeling. De grootste aanpassingen worden hieronder opgesomd:

 

Artikel 1:
- "sportlaureaat recreatie" valt weg, team evenementen, sport en podiumkunsten wordt aangepast naar team sport.
- de zin "bij afwezigheid van de schepen van sport zal de voorzitter van de sportraad zijn rol overnemen." wordt toegevoegd.

 

Artikel 2:

- de categorie sportlaureaat recreatie valt weg.

- bij de omschrijving van de sportfiguur valt het woord "competitieve" weg. Zo kan een recreant die een uitzonderlijk prestatie leverde toch de prijs uitgereikt krijgen.

- bij de omschrijving van sportploeg wordt het woord "competitieve" toegevoegd.

- bij de omschrijving van jongere van het jaar wordt "maximum 17 jaar zijn in het jaar van de geleverde prestaties" aangepast naar: "maximum 17 jaar zijn op het moment van de geleverde prestaties"

- Bij de vrijwilligers komt "minstens 20 jaar" weg te vallen.

 

Artikel 3:
- "Uit in Lier" wordt aangepast naar "team sport"
-  "sportlaureaat recreatie" valt weg

 

Artikel 4

- 4 prijzen wordt 3 prijzen
-  "sportlaureaat recreatie" valt weg

 

Artikel 6
- "sportlaureaat recreatie" valt weg
het vrijgekomen bedrag wordt verdeeld onder de andere categorieën. dwz:
* sportfiguur van het jaar ontvangt 600 euro

* jongeren van het jaar ontvangt 500 euro
* sportploeg van het jaar ontvangt 500 euro

-  prijzen worden aangepast:
De jongere van het jaar ontvangt 500 euro. De sportploeg van het jaar ontvangt 500 euro.

 

In het reglement wordt toegevoegd:
Op deze viering worden alle sportkampioenen van het voorbije jaar, die minstens een provinciale titel behaalden, gehuldigd.

 

Deze kampioenen dienen te voldoen aan de voorwaarden van artikel 3 van dit reglement. De titel moet bovendien behaald zijn in een competitie georganiseerd door een Vlaamse erkende sportfederatie of hogere instanties waarbij deze sportfederatie is aangesloten.

 

Mits argumentatie kan de vergadering van de raad van bestuur van de sportraad steeds zelf kandidaten toevoegen.

 

De verkiezing van de drie prijzen zal als volgt verlopen:

De winnaars worden verkozen via een procedure in 3 stappen:

 

- Een experten jury aangeduid door dagelijks bestuur van de sportraad verdeelt 50 % van de punten

- De leden van de raad van bestuur van de sportraad verdelen 30% van de punten

- Via een publieksbevraging verdelen we 20% van de punten. De kandidaat levert hiervoor zélf kant en klaar promomateriaal aan

 

Indien een jurylid tot de kandidaten behoort, kan deze persoon geen deel uitmaken van de experten jury. Is een lid van de raad van bestuur kandidaat dan mag hij/zij geen stem uitbrengen tijdens de verkiezing op de vergadering van de raad van bestuur van de sportraad.

 

Stemming door de experten jury:

Een jury van experten, aangeduid door de leden van het dagelijks bestuur van de sportraad, verdelen 50% van de stemmen. Zij beslissen unaniem en maken een rangschikking van alle kandidaten.

 

Verkiezing op de raad van bestuur:

Bij wijze van stemming  verdelen de leden van de raad van bestuur 30 % van de stemmen, deze stemming verloopt als volgt:

- De stemming wordt op de agenda van de vergadering geplaatst, de leden worden hiervan tijdig verwittigd.

- De leden krijgen tijdig alle kandidaturen zodat zij deze kunnen doornemen voor de vergadering. Enkel kandidaturen die aan de criteria voldoen worden in acht genomen.

- Vervolgens gaan de leden van de raad van bestuur over, bij geheime stemming, tot het rangschikken van de weerhouden kandidaturen. Dit gebeurt door een cijfer te plaatsen achter de naam van elke kandidaat, beginnende met het cijfer één voor de kandidaat waaraan het minst voorkeur wordt gegeven, het cijfer twee aan de  kandidaat die men op de voorlaatste plaats wil rangschikken, enz… De kandidaat die de voorkeur krijgt quoteert men met het hoogste cijfer. De cijfers moeten een ononderbroken geheel vormen en toegekend worden aan elke kandidatuur, anders wordt het stembiljet ongeldig verklaard.

- De stemmen worden geteld onder leiding van de voorzitter van de sportraad.

 

Publieksbevraging:

Via een publieksbevraging verdelen we 20% van de stemmen. Iedereen deelnemer aan deze bevraging kan maximaal 1 stem uitbrengen per categorie. Bij afsluiting van de stemming maakt de voorzitter een rangschikking van alle kandidaten.

 

Alle rangschikkingen worden samengeteld.

Bij een ex aequo is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

 

Adviezen

Op de vergadering van de raad van bestuur van sportraad van 22 september en 16 december 2021 werden de wijzigingen van het reglement uitgebreid besproken en door de voltallige sportraad goedgekeurd.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/08/KAP/03/04 -

Organisatie recreatieve sportactiviteiten

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het reglement sportlaureaten van de Stad Lier zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 februari 2011 op te heffen.

 

Art. 2:

De gemeenteraad beslist het reglement sportkampioenen en sportprijzen van de stad Lier zoals als bijlage toegevoegd, goed te keuren.

 

 

Bijlage:

 

Reglement sportkampioenen en sportprijzen van de stad Lier

 

1. Viering kampioenen

 

Artikel 1:

Jaarlijks worden door sportraad en stadsbestuur de Lierse sportkampioenen gehuldigd die het afgelopen jaar een titel behaalden in een competitie georganiseerd door een erkende Vlaamse sportfederatie of hogere instanties waarbij deze sportfederatie is aangesloten.

 

Artikel 2:

Alle sportkampioenen van het voorbije jaar, die minstens een provinciale titel behaalden, worden gehuldigd.

 

Artikel 3:

Kandidaten moeten in Lier gedomicilieerd zijn of lid zijn van een Lierse sportvereniging op het moment dat zij de prestaties leverden. In het laatste geval moeten zij hun sportieve prestaties geleverd hebben voor deze Lierse sportvereniging. Sporters kunnen voorgedragen worden door hun vereniging, door zichzelf of door een derde. Lierse sportverenigingen krijgen formulieren toegestuurd om kandidaturen in te dienen. Sporters of derden die zelf een kandidatuur willen indienen kunnen zich spontaan melden bij het team sport van de stad Lier. De deadline voor het indienen wordt jaarlijks bepaald aan de hand van de datum van de uitreiking. De deadline wordt meegedeeld aan de Lierse sportverenigingen en aan de lokale pers.

 

Mits argumentatie kan de vergadering van de raad van bestuur van de sportraad ook steeds zelf kandidaten toevoegen. 

 

2. Sportprijzen

 

Artikel 4:

Tijdens de kampioenenviering worden ook drie sportprijzen uitgereikt, nl.:

 

1. Sportfiguur van het jaar: een sporter die in het betreffende jaar een uitzonderlijke prestatie leverde.

2. Sportploeg van het jaar: een sportploeg die in het betreffende jaar een uitzonderlijke prestatie leverde. Een ploeg bestaat uit minimaal 2 personen.

3. Jongere van het jaar: een sporter die in het betreffende jaar een uitzonderlijke recreatieve of competitieve prestatie leverde. Deze sporter mag maximum 17 jaar oud zijn op het moment van de geleverde prestaties.

 

De laureaten van deze sportprijzen dienen ook te voldoen aan de voorwaarden van artikel 3 van dit reglement.

 

Artikel 5:

De kandidaturen voor sportfiguur, sportploeg en jongere van het jaar moeten volgende zaken bevatten:

1. Een beknopt curriculum vitae van de individuele kandidaat of een voorstelling van de sportploeg

2. Een gedetailleerde beschrijving van de prestaties die men bekroond wil zien

3. Een grondige motivatie van de kandidatuur

4. Een filmpje dat gebruikt kan worden op sociale media voor de publieksbevraging

 

Artikel 6:

De organisatie van de verkiezing wordt geleid door de raad van bestuur van de sportraad i.s.m. het team sport van de stad Lier.  De voorzitter van de verkiezing is de schepen van sport. Bij afwezigheid van de schepen zal de voorzitter van de sportraad zijn rol overnemen.

 

De winnaars worden verkozen via een procedure in 3 stappen:

 Een experten jury aangeduid door dagelijks bestuur van de sportraad verdeelt 50 % van de punten

- De leden van de raad van bestuur van de sportraad verdelen 30% van de punten

- Via een publieksbevraging  verdelen we 20% van de punten. De kandidaat levert hiervoor zélf kant en klaar promomateriaal aan

 

Artikel 7:

Indien een jurylid tot de kandidaten behoort, kan deze persoon geen deel uitmaken van de experten jury. Is een lid van de raad van bestuur kandidaat dan mag hij/zij geen stem uitbrengen tijdens de verkiezing op de vergadering van de raad van bestuur van de sportraad.

 

Artikel 8:

Stemming door de experten jury:

Een jury van experten, aangeduid door de leden van het dagelijks bestuur van de sportraad, verdelen 50% van de stemmen. Zij beslissen unaniem en maken een rangschikking van alle kandidaten.

 

Artikel 9:

Verkiezing op de raad van bestuur:

Bij wijze van stemming  verdelen de leden van de raad van bestuur 30 % van de stemmen, deze stemming verloopt als volgt:

- De stemming wordt op de agenda van de vergadering geplaatst, de leden worden hiervan tijdig verwittigd.

- De leden krijgen tijdig alle kandidaturen zodat zij deze kunnen doornemen voor de vergadering. Enkel kandidaturen die aan de criteria voldoen worden in acht genomen.

- Vervolgens gaan de leden van de raad van bestuur over, bij geheime stemming, tot het rangschikken van de weerhouden kandidaturen. Dit gebeurt door een cijfer te plaatsen achter de naam van elke kandidaat, beginnende met het cijfer één voor de kandidaat waaraan het minst voorkeur wordt gegeven, het cijfer twee aan de  kandidaat die men op de voorlaatste plaats wil rangschikken, enz… De kandidaat die de voorkeur krijgt quoteert men met het hoogste cijfer. De cijfers moeten een ononderbroken geheel vormen en toegekend worden aan elke kandidatuur, anders wordt het stembiljet ongeldig verklaard.

- De stemmen worden geteld onder leiding van de voorzitter van de sportraad.

 

Artikel 10:

Publieksbevraging:

Via een publieksbevraging verdelen we 20% van de stemmen. Iedereen deelnemer aan deze bevraging kan maximaal 1 stem uitbrengen per categorie. Bij afsluiting van de stemming maakt de voorzitter een rangschikking van alle kandidaten.

 

Artikel 11:

Alle rangschikkingen worden samengeteld.

Bij een ex aequo is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

 

Artikel 12:

De organisatie kan met goedkeuring van de raad van bestuur van de sportraad beslissen om in bepaalde categorieën geen prijs toe te kennen.

 

Artikel 13:

De sportprijzen worden overhandigd in de vorm van een trofee en een symbolische cheque. Kandidaten moeten ofwel zelf aanwezig zijn om hun prijs te ontvangen ofwel iemand afvaardigen. De geldprijzen worden uitbetaald via overschrijving op het door de winnaars opgegeven rekeningnummer. De sportfiguur van het jaar ontvangt  600 euro. De jongere van het jaar ontvangt 500 euro. De sportploeg van het jaar ontvangt 500 euro. Deze bedragen zijn voorzien in de meerjarenplanning.

 

3. Vrijwilligers en sportpersprijs

 

Artikel 14:

Bijkomend worden ook verdienstelijke vrijwilligers gehuldigd. Zij moeten een meerwaarde vormen voor de vereniging waarvan ze actief lid zijn. Een persoon kan deze prijs slechts één keer krijgen. Er staat geen beperking op het totaal aantal vrijwilligers dat tijdens één viering gehuldigd kan worden. De gehuldigde vrijwilligers krijgen een trofee.

 

Artikel 15:

Op eigen initiatief kan de Lierse persbond een sportpersprijs uitreiken aan een door hen voorgedragen kandidaat.

 

Art 4 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

01/08/KAP/03/04

 

Sportpromotie en -evenementen

1600

27328,46

 

Budgetsleutel

61300000

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

OVEREENKOMST SAMEN INBURGEREN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De afgelopen 8 jaar organiseerden we vanuit stad en OCMW Lier Samen Inburgeren in Lier, een project waarbij inburgeraars gekoppeld worden aan Lierenaars en zij als duo samen activiteiten doen. De inburgeraar oefent het spreken van het Nederlands, leert plaatselijke gewoonten kennen, breidt zijn/haar netwerk uit en de Lierenaar leert meer over diverse culturen en ontmoet mensen met verschillende achtergronden.

 

Het project is een enorm succes geweest waarbij niet enkel duo’s werden gevormd, maar ook groepjes: koppels die met andere koppels werden gematcht, of zelfs gezinnen met kinderen die met andere gezinnen op stap gingen. In 2020 en 2021 lag het project stil omwille van corona.

 

Feiten en context

Intussen wordt de draad opnieuw opgepikt en is er een beperkte reeks gepland in 2022. Om vanuit stad en OCMW Lier te kunnen inzetten op nieuwe uitdagingen, is het nodig dat sommige bestaande en afgelijnde projecten zoals Samen Inburgeren uitbesteed kunnen worden aan partners.

De uitbesteding houdt in dat de vzw Mondiale Werken, in overleg met stad en OCMW Lier, de dagelijkse coördinatie van Samen Inburgeren op zich zal nemen. Binnen stad en OCMW Lier wordt echter wel het projectmanagement behouden, d.w.z. dat de krijtlijnen uitgeschreven zijn in een draaiboek en dat de opvolging nog steeds gebeurt vanuit stad en OCMW Lier zodat het overzicht van de uitvoering blijft behouden en de garantie er is dat de uitvoering past binnen de vooropgezette doelen.

Met het oog op een transparante samenwerking en goede afspraken wordt een overeenkomst voorgelegd.

 

Argumentatie

Het inspelen op noden en maatschappelijke veranderingen (op het vlak van diversiteit) is enkel mogelijk wanneer projecten kunnen worden overgedragen aan partners. Als lokaal bestuur nemen we inzake diversiteit de regiefunctie op op ons grondgebied. De uitvoering van acties of projectwerk kan echter gebeuren door externe organisaties. Dit creëert ruimte om vanuit de regiefunctie enerzijds bestaande projecten op te volgen en anderzijds nieuwe ideeën uit te werken, het aanbod uit te breiden en te diversifiëren.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/11/KAP/05/19

Uitvoering project 'Samen Inburgeren'

 

Stemming

 

29 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten en Jan Hermans

4 stemmen tegen: Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Nancy Dresen

Goedkeuring met 29 stemmen voor - 4 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de overeenkomst Samen Inburgeren goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

PERIODIEKE AANVAARDING VAN HANDGIFTEN AAN HET ARCHIEF LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Jaarlijks krijgt het Archief Lier giften aangeboden. Deze zijn meestal afkomstig van particulieren, af en toe van verenigingen. Het gaat in het gros van de gevallen om items met een beperkte financiële waarde, maar een grote(re) emotionele en maatschappelijke waarde.

 

Aangezien het gaat om items zonder noemenswaardige financiële waarde volstaat de eenvoudigste vorm van gift, namelijk de gift van hand tot hand. Op regelmatige basis agendeert  Archief Lier de lijst met handgiften op het college (zie bijlage). In dit geval gaat het om de handgiften van 2020 en 2021, 32 handgiften in totaal. Na principiële aanvaarding door het college, kunnen deze vervolgens definitief door de Gemeenteraad worden aanvaard.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, art 40 en 41

Burgerlijk Wetboek, art. 894

 

Argumentatie

De giften die het Archief Lier op regelmatige basis ontvangt vormen een interessante aanvulling op de reeds bestaande collectie.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de lijst met handgiften bij het Archief Lier binnengebracht tussen 1 januari 2020 en 31 december 2021 te aanvaarden.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

WIJZIGING RECHTSPOSITIEREGELING (RPR).  OVERDRAGEN VERLOF T.G.V. OVERMACHT . GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Voor medewerkers die hun verlof niet kunnen opnemen tgv ziekte of bevallingsverlof, werd dit voor statutaire medewerkers bij het ziektekrediet gevoegd en werd dit voor contractuele medewerkers niet overgedragen of uitbetaald.

 

Feiten en context

Ziekte, of een gelijkaardige afwezigheid, is een overmachtsgrond wat betekent dat het verlof moet overgedragen worden. De medewerker moet gedurende een billijke termijn dit overgedragen verlof kunnen opnemen.

 

Er dient een structurele oplossing te worden uitgewerkt. Idealiter wordt er gezocht naar 1 datum om het verlof uiterlijk op te nemen.

 

Juridische grond

Volgens de Europese richtlijn (artikel 7 van de Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad van  4 november 2003  betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd, heeft iedereen recht op 4 weken jaarlijkse vakantie bij voltijdse prestaties.

 

“Artikel 7 Jaarlijkse vakantie

1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat aan alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken wordt toegekend, overeenkomstig de in de nationale wetten en/of gebruiken geldende voorwaarden voor het recht op en de toekenning van een dergelijke vakantie.”

In het arrest Gerhard Schultz-Hoff van 20 januari 2009 heeft het Europese Hof van Justitie o.a. het volgende geoordeeld (randnummer 52):

“Gelet op al hetgeen voorafgaat, moet op de eerste en de derde vraag in zaak C 350/06, voor zover deze laatste betrekking heeft op het recht op vakantie en niet op de financiële vergoeding van niet opgenomen jaarlijkse vakantie, worden geantwoord dat artikel 7, lid 1, van richtlijn 2003/88 aldus moet worden uitgelegd dat het in de weg staat aan nationale bepalingen of gebruiken volgens welke het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon vervalt aan het einde van de referentieperiode en/of van een naar nationaal recht vastgestelde overdrachtsperiode, ook wanneer de werknemer tijdens de gehele referentieperiode of een deel ervan met ziekteverlof is geweest en zijn arbeidsongeschiktheid heeft voortgeduurd tot het einde van zijn arbeidsverhouding, waardoor hij geen gebruik heeft kunnen maken van zijn recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon.”

Aanvankelijk gaf het Hof de indruk dat die overdracht van jaarlijkse vakantie onbeperkt in de tijd kon gebeuren. In een arrest van 22 november 2011 (in de zaak C-214/10, randnummer 44) verklaarde het Hof voor recht dat de Europese Richtlijn zo moet worden uitgelegd dat het niet ongeoorloofd is “de cumulatie van rechten op jaarlijkse vakantie met behoud van loon van een gedurende meerdere opeenvolgende referentieperioden arbeidsongeschikte werknemer” te beperken door middel van “een overdrachtsperiode van vijftien maanden bij het verstrijken waarvan het recht op dergelijke vakantie vervalt”.

 

Het personeelslid kan zich ten opzichte van alle dragers van openbaar gezag op de desbetreffende bepaling van de richtlijn beroepen.

 

De hogere Europese regelgeving maakt geen onderscheid tussen arbeidswet en arbeidstijdwet en ook niet tussen het publieke en het privé-vakantiestelsel.

 

De arbeidstijdwet bepaalt inzake vakantieverlof in artikel 9 dat de werknemers een recht op betaald jaarlijks vakantieverlof hebben waarvan de minimumduur 24 werkdagen voor volledige prestaties betreft. Deze minimumperiode mag niet worden vervangen door een vergoeding, behalve in geval van het einde van de arbeidsrelatie.

 

De arbeidswet bepaalt op zich geen bijzondere bepalingen over jaarlijks vakantieverlof.

 

Het publiek vakantiestelsel voorziet geen expliciete bepalingen inzake overdracht van vakantieverlof naar een volgende periode. In het privé-vakantiestelsel is een uitbetaling voorzien van niet opgenomen wettelijke vakantiedagen (in tegenstelling met het publiek vakantiestelsel waar dit niet voorzien is en in principe zelfs verboden is door het rechtspositiebesluit). De uitbetaling van niet opgenomen wettelijke vakantiedagen, zoals opgenomen in het privé-vakantiestelsel is problematisch in het licht van artikel 7 van de Europese richtlijn 2003/88/EG dat in principe enkel bij het einde van het dienstverband de mogelijk voorziet om niet-genoten vakantierechten te vervangen door een financiële tussenkomst.

 

Het enige relevante verschil in deze problematiek tussen het privé-stelsel en het publiek stelsel,   is een onderscheid in het privé-stelsel tussen wettelijk verlof en bovenwettelijk verlof, terwijl dit in het publieke stelsel eigenlijk niet bestaat.

 

Een pro-rata rekening in functie van de maanden afwezigheid  is op zich wel redelijk en logisch maar voldoet niet aan de besproken arresten van het Europees hof. Er zullen immers casussen zijn waarbij personeelsleden die langdurig ziek zijn door de pro-rata berekening een aantal dagen verlof zullen verliezen omdat ze deze dagen niet hebben kunnen opnemen buiten hun wil om. Het is net dat wat het Europees hof principieel niet aanvaardt (tenzij de overdrachtsperiode verstreken is). Het zou een  risico van mogelijke betwistingen kunnen inhouden.

 

Voor de statutairen voorziet artikel 187 §4 van het rechtspositiebesluit de mogelijkheid om te bepalen dat de vakantiedagen die het statutair personeelslid niet heeft kunnen opnemen als gevolg van langdurige ziekte (bevallingsverlof wordt hier inderdaad niet bij vermeld) worden toegevoegd aan het nog beschikbare ziektekrediet.

 

Deze regeling geldt dus enkel voor de vakantiedagen die het personeelslid “niet heeft kunnen opnemen”. Indien er een overdrachtsperiode voorzien wordt (van bijvoorbeeld 15 maanden) dan treedt deze regeling dus pas in werking na deze overdrachtsperiode. Er is dus in principe geen keuze voor het personeelslid. Eerst geldt de overdrachtsperiode en daarna pas geldt de toevoeging aan het ziektekrediet.

 

In het voorliggend voorstel van bepaling is voorzien dat de algemeen directeur de overdrachtsperiode vaststelt casus per casus. Indien betrokkene en het bestuur aldus in een bepaalde casus de voorkeur zou geven voor de toevoeging aan het ziektekrediet in plaats van het voorzien van een langere overdrachtsperiode dan kan dit zo pragmatisch wel worden opgelost.

 

Adviezen

Advies van het BOC.

 

Argumentatie

De overdrachtsperiode in tijd die aanvaardbaar wordt geacht, is 15 maanden.  In het Arrest Schulte wordt duidelijk geponeerd dat de overdrachtsperiode de duur van de referentieperiode waarvoor zij wordt toegekend, wezenlijk moet overschrijden. Een overdrachtsperiode van 6 maanden werd niet aanvaard in het arrest Schultz-Hoff omdat deze niet langer is dan de referentieperiode van 12 maanden.

Een personeelslid van een lokaal bestuur kan zich rechtstreeks beroepen op deze richtlijn (ongeacht het gegeven dat de huidige Belgische wetgeving nog niet is aangepast).

 

Een langere periode van overdracht  beschermt de werkgever tevens tegen het gevaar dat de overgedragen verlofdagen op een te korte periode moeten worden opgenomen en er zo een te grote cumulatie ontstaat van perioden van afwezigheid van het personeelslid en tegen de moeilijkheden die hieruit voortvloeien voor de arbeidsorganisatie.

 

Voorgesteld wordt dan ook om artikel 271 §4 in algemene bewoordingen aan te passen, wat ook enige flexibiliteit toelaat en waar de Algemeen Directeur kan toezien op de uniforme toepassing, rekening houdend met de goede werking van de dienst en de rechten van het personeelslid.  In het voorstel wordt eind maart vooropgesteld. Eind maart is immers ook de limietdatum indien er 15 maanden worden toegepast.

 

Voorstel van wijziging voor RPR stad en gemeenschappelijke graden:

Art. 271 §4. Het vakantieverlof kan overgedragen worden naar het volgend kalenderjaar voor maximum 5 werkdagen.

Dit overgedragen verlof dient opgenomen te worden uiterlijk 31 maart van het nieuwe kalenderjaar. 

 

De algemeen directeur, ikv dagelijks personeelsbeheer, kan in uitzonderlijke gevallen bij het onmogelijk opnemen van vakantiedagen (langdurige afwezigheid wegens ziekte, arbeidsongeval, werkverwijdering, bevallingsrust…)  afwijken van het maximaal aantal over te dragen dagen en/of de termijn waarbinnen de dagen dienen opgenomen te worden.

 

Voorstel van wijziging voor RPR WZC om art. 271§4 aan te vullen als volgt  :

Art. 271. §1. §4. Voor het personeel van het woonzorgcentrum en het dagverzorgingscentrum kan het vakantieverlof niet overgedragen worden naar het volgend kalenderjaar.

De andere personeelsleden kunnen maximum vijf werkdagen vakantieverlof overdragen naar het volgende kalenderjaar.

In uitzonderlijke gevallen kan de algemeen directeur hiervan gemotiveerd afwijken.

Dit overgedragen verlof dient opgenomen te worden uiterlijk 31 maart van het nieuwe kalenderjaar.

 

De algemeen directeur kan, ikv dagelijks personeelsbeheer, in uitzonderlijke gevallen bij het onmogelijk opnemen van vakantiedagen (langdurige afwezigheid wegens ziekte, arbeidsongeval, werkverwijdering, bevallingsrust…)  afwijken van het maximaal aantal over te dragen dagen en/of de termijn waarbinnen de dagen dienen opgenomen te worden. 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om RPR te wijzigen.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Deze vraag wordt samen beantwoord met Interpellatie 3 van Stijn Coenen ‘verkaveling Bosstraat’.

Interpellatie 1 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. Bosstraat

Er zijn problemen door verkavelingen is de Bosstraat waar iedereen een mail heeft van gekregen. Graag enkele vragen hierover:

1. Waarom worden er bouwvergunningen afgeleverd als er niet voldaan is aan de voorwaarden die gesteld zijn in het masterplan?

2. Waarom zijn er niet eerst infrastructuur werken uitgevoerd, een nieuwe rijweg, een riolering, de nutsvoorzieningen alvorens de bouwvergunning af te leveren?

3. Zelfs de elektriciteitskabels hangen bovengronds en voldoen de andere nutsleidingen?

4. Wat gaat er gebeuren met het afval water en de andere nutsvoorzieningen voor de toekomstige bewoners van de 9 eensgezinswoningen en de 6 of 7 appartementen?

5. Deze oude riolen, grachten en greppels zijn volledig dichtgeslibd en geven problemen met reukhinder met zich mee.

6. Wie gaat de grachten ruimen  om te voorkomen dat de huidige bewoners geen last zullen hebben met de riolering?

7. Wat gaat er gebeuren met de parkeerplaatsen en mobiliteit, is er een plan of studie over gemaakt?

8. Hoe kan het dat eigenaars een financiële bijdrage hebben gedaan voor de verbreding van de weg en dat deze niet is opgenomen in de meerjarenplanning van deze legislatuur. Wat gebeurd met dat geld en moeten de huidige bewoners dan nog jaren in de misérie zitten?

9. Waarom wordt het deel van de rijweg dat eigendom is van de bewoners niet aangekocht door de stad om zo de rooilijn in orde te krijgen?

10.  Waarom wordt er geen enkelrichting gemaakt van de Mechelsesteenweg volledig tot de Bosstraat om te voorkomen dat wagens door de enkel richting rijden?

11. Waarom krijgen de bewoners geen reactie van de schepen?

12. Weer gaan de laatste open ruimten eraan!!!!

 

Interpellatie 3 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. verkaveling Bosstraat

Enkele inwoners van de Bosstraat maakten ons attent op de moeizame situatie in de oude Bosstraat n.a.v. de bouwwerken voor de realisatie van een appartementsgebouw (Bosstraat 21).

 

U kent het dossier beter dan de oppositie, maar helaas mochten de bewoners geen antwoord van u ontvangen op hun bekommernissen en vragen van november 2021.

 

De vergunning werd verleend onder voorwaarde van onder meer de realisatie van verbeterde en aangepaste weginfrastructuur. Die infrastructuur is (nog?) niet in orde. Het gevolg is veel overlast. De huidige weg is immers niet geschikt voor zwaar werfverkeer.

 

Daarom volgende vragen:

1) Met betrekking tot de aangepaste weginfrastructuur: financiering was voorzien door de projectontwikkelaar, uitvoering door Stad Lier. Is het afgesproken bedrag door de aannemer reeds betaald en wanneer zullen de werken aan de Bosstraat gerealiseerd worden?

2) Is het afleveren van de omgevingsvergunning en de toelating om de werken te starten zonder aangepaste weginfrastructuur correct?

3) Welke initiatieven zal u nemen om tegemoet te komen aan de bekommernissen van de bewoners?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

1) Met betrekking tot de aangepaste weginfrastructuur: financiering was voorzien door de projectontwikkelaar, uitvoering door Stad Lier. Is het afgesproken bedrag door de aannemer reeds betaald en wanneer zullen de werken aan de Bosstraat gerealiseerd worden?

In de stedenbouwkundige vergunning 2019/509 (Bosstraat 21) dit dossier werd door de stad geweigerd en vervolgens door de provincie Antwerpen vergund.  Deze laatste heeft geen financiële last opgelegd. In de verkaveling V2019/5 aan de overzijde werd deze financiële last opgelegd van 120.356,25 € en voldaan. Ook de kost voor de aanleg van nieuwe nutsleidingen was een last voor de verkavelaar en werd voldaan.

Het CBS gunde de ontwerpopdracht voor de heraanleg van dit deel van de Bosstraat (vanaf de Fr. Boogaertslaan tot en met nummer 8) in januari 2022 aan studiebureau Alaers uit Berlaar.

Op basis van de opgelegde planning in het bestek van de studie-opdracht wordt:

         een voorontwerp verwacht op 15/4/22,

         het indienen van de omg vergunningsaanvraag is voorzien in juli 2022,

         aanbesteding is voorzien in het najaar 2022

         start van de werken is voorzien, ifv de planning van de aannemer in het voorjaar 2023

         bovenstaande planning is onder meer afhankelijk van het op te stellen rooilijnplan en bijhorend grensonderzoek. Indien grondverwervingen noodzakelijk blijken dient de planning bijgesteld.

 

Wat gaat er gebeuren met de parkeerplaatsen en mobiliteit, is er een plan of studie over gemaakt?

Momenteel is het ontwerp voor de bovenbouw in opmaak. Er wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn voor alle verkeersdeelnemers, in de beperkte ruimte die er beschikbaar is.

Daarnaast moet afwatering daar ook op de één of andere manier voldoende plaats krijgen.

Deze randvoorwaarden zullen het karakter van de weg bepalen. Wat alvast duidelijk is, dat is dat er geen plaats zal zijn om ook nog parkeerplaatsen in te richten. En dat zal ook niet nodig zijn. Er wordt nu ook niet geparkeerd in dit straatje. Het is te zeggen, dit is onmogelijk op een reglementaire wijze. Bovendien moeten alle nieuwe woningen en meergezinswoningen voldoen in hun eigen parkeerbehoefte (opritten, garages en ondergrondse parkings).

In het ontwerp wordt er rekening mee gehouden dat we hier in de toekomst een belangrijke fietsverbinding willen aanbieden als alternatief voor het fietsen pal naast de R16. Dit deel Bosstraat zal doodlopend worden, in dubbelrichting te gebruiken vanaf de Frans Boogaertslaan, met thv het terrein van de voormalige steenkapper een terugkeermogelijkheid voor gemotoriseerd verkeer. Van daar zal naast de Boomlaarloop ook een trage doorsteek gevraagd worden richting Frans Boogaertslaan.

 

Is het afleveren van de omgevingsvergunning en de toelating om de werken te starten zonder aangepaste weginfrastructuur correct?

Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw kan pas worden verleend als onder meer is voldaan aan alle decretale vereisten, waaronder ook artikel 4.3.5 VCRO.

Wanneer niet voldaan is aan de decretale vereisten, zal de vergunningverlenende overheid de aanvraag moeten weigeren wegens strijdigheid met de decretale beoordelingselementen.

Artikel 4.3.5 VCRO stelt: ‘een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie industrie of bedrijvigheid kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat. De weg moet bestaan op het moment van de aanvraag en deze weg moet bovendien voldoende uitgerust zijn.

Een voldoende uitgeruste weg wordt in de VCRO gedefinieerd als ‘ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet’.  Dit was het geval ten tijde van de aanvraag.

 

Waarom worden er bouwvergunningen afgeleverd als er niet voldaan is aan de voorwaarden die gesteld zijn in het masterplan?

Het masterplan stationsomgeving werd goedgekeurd door de gemeenteraad in 2009, de update ervan werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 23 april 2018.

Dit laatste goedgekeurde plan bestaat uit vijf verschillende deelzones, deelzone 4 is ‘ontwikkeling oude Bosstraat’.

In deze deelzone wordt de gewenste ontwikkeling omschreven als een ‘groen woonlandschap langs de ring’.

De bedoeling was een schaalvergroting te realiseren langs beide zijden van de oude Bosstraat door het voorzien van urban villa’s.

De ontwikkelingsmogelijkheden moesten een katalysator zijn voor de reconversie van de percelen en de aanleg van nieuw openbaar domein.

Omdat de nieuwe globale visie de medewerking vereiste van meerdere eigenaars van verschillende percelen, langs beide zijden van de oude Bosstraat, werd dit moeilijk haalbaar geacht.

Facilitering via stadsontwikkeling was geen optie, het schepencollege leverde dan ook een verkavelingsvergunning af die niet conform was aan het masterplan van 2018.

 

Hoe kan het dat eigenaars een financiële bijdrage hebben gedaan voor de verbreding van de weg en dat deze niet is opgenomen in de meerjarenplanning van deze legislatuur. Wat gebeurd met dat geld en moeten de huidige bewoners dan nog jaren in de misérie zitten?

In eerdere vragen is al aangegeven waarom een vergunning werd afgeleverd die afwijkt van het masterplan. Het meerjarenplan en het nodige studiewerk voor de heraanleg van de straat baseerde zich op dat masterplan, waardoor een heraanleg pas in een latere fase noodzakelijk zou zijn.

 

Zelfs de elektriciteitskabels hangen bovengronds en voldoen de andere nutsleidingen?

Het net aan de oneven zijde van de Bosstraat is bovengronds en kan mogelijks in de nieuwe toestand na heraanleg ondergronds worden gebracht. Dit wordt beslist na kostprijsraming en overleg met de nutsmaatschappijen.

Het net aan de even zijde (zijde nieuwe verkaveling) werd ondergronds nieuw aangelegd op kosten van de verkavelaar.

 

Het is natuurlijk zo dat op verschillende plaatsen in de stad de nutsvoorzieningen nog bovengronds aanwezig zijn. Bij heraanleg wordt telkens de afweging gemaakt of het ondergronds brengen van deze leidingen.

Wat gaat er gebeuren met het afval water en de andere nutsvoorzieningen voor de toekomstige bewoners van de 9 eensgezinswoningen en de 6 of 7 appartementen?

Het technisch bureau werkt een tijdelijke oplossing uit in afwachting van de aanleg van gescheiden riolering voor wat betreft de 9 woningen uit de verkaveling. Dit houdt in dat voorlopig de bestaande langsgracht aan de oneven zijde en de gracht voor nr 8 zal worden gebruikt voor lozing van gemengd afvalwater, net zoals het nu al gebeurd met de bestaande woningen en bedrijven.

Dit is geen ideale oplossing, vandaar tijdelijk, maar wel noodzakelijk. Er wordt voorlopig voorzien in een eenvoudige pompput per 2 woningen die het afvalwater ondergronds naar de gracht aan de overzijde verpompt.

Deze optie wordt voorgelegd aan de nieuwe bewoners in een te plannen overleg. De uitnodiging hiervoor vertrekt deze week via de dienst communicatie.

Het appartementsgebouw (nr 21) kan met een reguliere aansluiting op de ingebuisde langsgracht aansluiten.

Uiteraard is op termijn in het nieuwe ontwerp een volledig nieuw gescheiden rioleringsstelsel voorzien. Het regenwater loopt hierbij (zo traag mogelijk) af naar de nabijgelegen Boomlaarloop. Het vuilwater zal naar de riolering in de Bosstraat afgevoerd worden.

Deze oude riolen, grachten en greppels zijn volledig dichtgeslibd en geven problemen met reukhinder met zich mee.

De grachten aan de oneven zijde zullen geruimd worden alvorens de nieuwe aansluitingen vanuit de nieuwe verkaveling worden gemaakt. Het blijven inderdaad baangrachten met gemengd afvalwater. Dit is in tijd beperkt tot de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel medio 2023.

 

Waarom wordt er geen enkelrichting gemaakt van de Mechelsesteenweg volledig tot de Bosstraat om te voorkomen dat wagens door de enkel richting rijden?

Dit is nu deels al het geval. Vanaf de Mechelsesteenweg kan er slechts in één richting naar de Bosstraat gereden worden. Enkel vanuit de Bosstraat is er verkeer in beide richtingen mogelijk tot aan het Drankenarsenaal.

In het nieuwe ontwerp zal een rijbaan van ongeveer 4.5m breed worden voorzien voor tweerichtingsverkeer vanaf de Bosstraat. Deze zal voorlopig aansluiten t.h.v. de Boomlaarloop (huisnummer 8) op de bestaande toestand richting Mechelsesteenweg.

Op termijn, nadat er meer duidelijkheid is over de invulling van de oude site van de steenkapper, wordt voorzien in een keerpunt voor wagens daar en zal de verbinding naar de Mechelsesteenweg wellicht alleen voor fietsers en voetgangers kunnen gebruikt worden.

Indien in de huidige situatie enkelrichting zou worden opgelegd, zal al het verkeer voor de drankenhandel door het eerste deel van de bosstraat moeten verlopen. Dit stuk is enkel toegankelijk vanaf de rijrichting vanuit de binnenstad naar de ring toe. Hierdoor moet net meer verkeer door een relatief smalle straat.

 

Welke initiatieven zal u nemen om tegemoet te komen aan de bekommernissen van de bewoners?

De stad voorziet de aanleg van een tijdelijke verbreding van de asfalt met steenslagverharding op 7-8 en 9 maart ek. Hierdoor wordt 2.5 meter extra berijdbare (werf)weg voorzien. Hierdoor zullen bv leveranciers van bouwmaterialen, betonmixers ed. de verharde rijbaan niet meer innemen of kan er gepasseerd worden met een wagen indien laden en lossen vanop de rijbaan onvermijdelijk blijkt.

Bovendien wordt versneld werk gemaakt van de heraanleg van dit deel van de Bosstraat. Start van de uitvoering is voorzien in het voorjaar 2023, met eerder voorbehoud geschetst in antwoord op vraag 1.

 

Waarom krijgen de bewoners geen reactie van de schepen?

Het is niet duidelijk naar welke specifieke vragen exact wordt verwezen. De stad is op verschillende vlakken in overleg met de bewoners. Ook onze klachtenambtenaar werd ingeschakeld om hen de nodige informatie te bezorgen. Momenteel is de bewonersbrief in het kader van de werken van 7-9 maart in voorbereiding en die zal binnenkort ook in de bussen vallen.

 

 

Interpellatie 2 : van Tom Claes (groen-Lier&Ko) i.v.m. opbrengst flitspalen

Vorige maand keurde deze raad de aankoop goed van een bijkomende mobiele snelheidscamera. Ook onze fractie keurde deze aankoop mee goed, verkeersveiligheid is voor ons uiteraard een prioriteit.

 

Tegenover de aankoopkosten staan ook een hele hoop nieuwe inkomsten voor de stad, zeker sinds beperkte snelheidsovertredingen als gasboete door gemeenten geïnd mogen worden. Onze navraag leert dat de stad Lier rekent op een jaarlijkse netto meeropbrengst van maar liefst €730.000.

 

Een mooi bedrag, dat wat ons betreft best niet zomaar in de grote begrotingspot van de stad verdwijnt. Net zoals opbrengsten van verkopen van OCMW-eigendommen enkel aangewend worden om sociaal beleid te voeren, lijkt het ons niet verkeerd om opbrengsten in functie van de verkeersveiligheid ook effectief terug te investeren in verkeersveiligheid en de zachte weggebruikers. Want wat dat betreft is er in Lier nog behoorlijk wat werk aan de winkel, zo blijkt ook uit ons niet zo schitterende fietsrapport trouwens.

 

We denken onder andere aan volgende zaken:

         Het veiliger maken van de schoolomgevingen

         Bijkomende fietsstallingen en fietskluizen

         Bijkomend verlichten van drukke oversteken

         Een fietsbeloonsysteem voor schoolgaande jeugd

         Versneld vernieuwen van voet- en fietspaden in slechte staat

         Wegwerken van conflictsituaties tussen auto’s en zachte weggebruikers

 

De meeste van deze punten die zijn trouwens opgenomen in uw bestuursakkoord, maar de uitvoering ervan laat soms op zich laten wachten. Misschien kan het bijkomende budget een duwtje in de rug geven?

 

Onze vraag is dus eenvoudig:

 

Is het college bereid een verkeersveiligheidsfonds op te richten dat gespijsd wordt met de opbrengsten van de snelheidscamera’s?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

Collega Claes,

 

Het klopt inderdaad dat wij een bepaalde opbrengst inschatten van de boetes voor beperkte snelheidsovertredingen. Ik benadruk graag dat wij deze snelheidscontroles zelf financieren, wat voorlopig dus alleen een serieuze financiële inspanning betekende voor de stand. Het Taas-model waarbij een privé-investeerder de kosten van de controle draagt en een percentage van de opbrengsten opstrijkt hebben wij steeds afgewezen. Voor ons zijn snelheidscontroles een zaak van publieke veiligheid en geen winstmodel.

In die optiek moet ook de plaatsing van onze nieuwe camera’s worden gezien: telkens op locaties waar zowel door de politie, onze verkeersdienst en vooral de omwonenden en weggebruikers aangaven dat overdreven snelheid er een structureel probleem was. Dat werd ook steevast bevestigd door onze mobiele flitscontroles in het verleden. Deze vaste camera’s zijn dus in de eerste plaats een handhavingsmiddel, bedoeld om de verkeersveiligheid te verhogen. Als hun opbrengst ooit €0 wordt, dan hebben ze hun werk perfect gedaan.

Maar tot het zover is zal er inderdaad een inkomst zijn, en wat met die inkomsten moet gebeuren is een legitieme vraag.

Ik heb ook een legitiem antwoord, met name dat we dit bedrag ruimschoots uitgeven aan investeringen in verkeersveiligheid en fietscomfort op jaarbasis. Ter illustratie: de gewone politiebegroting is zoals u weet t.o.v. 2021 gestegen met 534 248 euro en de buitengewone begroting met 64 531, 50 euro. Die middelen gaan vooral naar investeringen die rechtstreekse impact hebben op de verkeersveiligheid of -leefbaarheid:

         de uitbreiding van het fietsteam van de politie (nl. 4 extra inspecteurs + bijhorende uitrusting en materiaal).

         de aankoop van ‘Mcube‘, een nieuwe server die nodig is om de operationele werking van de huidige en toekomstige ANPR-camera’s (trajectcontroles, ANPR Grote Markt,… ) te waarborgen

         een nieuwe moto voor de verkeersdienst van de politie (intercepties bij controles alcohol en drugs in het verkeer, snelheidscontroles, preventieve patrouilles,…), BOB-campagnes, de bemande snelheidscontroles, de preventieve toezichten en patrouilles, de ANPR-palen, de controles op alcohol en drugs in het verkeer, de controles fietszone en hinderlijk fietsgedrag,…Allemaal in het belang van de zwakke weggebruiker. Hiervoor zijn zowel politieambtenaren als degelijk materiaal en middelen nodig, wat allemaal een kostprijs heeft.

 

Buiten het politionele kader zitten er een aantal enorme investeringen aan te komen in nieuwe straten en nieuwe fietspaden, allemaal minstens gedeeltelijk in het belang van de verkeersveiligheid en comfort van de fietser.

Mochten we dus een fonds maken waarin we de boeteinkomsten afwegen tegen investeringen in verkeersveiligheid gaat dat een heel eenvoudige oefening zijn, want we halen dat bedrag binnen elk jaar van deze MJP makkelijk.

Ik stel voor dat we in de commissie van collega Wollants nog eens alle geplande investeringen in die zin doornemen. Op basis van die bespreking wil ik deze discussie graag met u dan opnieuw oppikken.

 

 

Interpellatie 4 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. sporthal Stadspark

Een gezonde geest in een gezond lichaam, zegt het bekende motto. Ook het onderwijs en onze Lierse scholen spelen daar een belangrijke rol in.

 

Onder luid applaus werd aan het einde van de vorige legislatuur de sporthal Stadspark in gebruik genomen. Extra sportinfrastructuur voor de Lierenaar: geweldig! Maar… in de realiteit geldt dat enkel ná de schooluren.

 

We weten dat de overeenkomst die gesloten werd met het Gemeenschapsonderwijs de mogelijkheid biedt een voorafname te doen op de planning van de sporthal tijdens de schooluren. Andere Lierse scholen hebben bijna geen mogelijkheden om gebruik te maken van de sporthal Stadspark.

 

Graag hadden we inzicht gekregen in de evaluatie die het CBS maakt van deze overeenkomst en welke plannen het CBS heeft om ook andere scholen vergelijkbaar toegang te verlenen tot de sportinfrastructuur.

 

Antwoord Schepen Ivo Andries:

In de samenwerkingsovereenkomst met het gemeenschapsonderwijs (GO) is er een voorkeurrecht voor het gebruik door GO tijdens de schooluren opgenomen. Van het GO onderwijs maken zowel Campus Arthur Van der Poorten, Campus Anton Bergman als Campus Louis Zimmer gebruik van sporthal Stadspark. De GO scholen, allen met een richting sport en bewegen, benutten op dit moment 60 van de 72 beschikbare lesmomenten. Na het inplannen van de noodzakelijke poets blijven er 4 vrije lesmomenten over voor andere scholen. Het vrije aanbod is dus inderdaad beperkt. We vragen telkens aan het GO om het gebruik van de sporthal zo efficiënt mogelijk in te plannen met het oog op gebruik door andere scholen.

Hierbij het schema van het huidige uurrooster van sporthal Stadspark:

 

SPORTHAL STADSPARK SEM2

lesuur

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

 

SZ1

SZ2

SZ1

SZ2

SZ1

SZ2

SZ1

SZ2

SZ1

SZ2

1

8u20 - 9u10

            

          

Louis

Louis

Melissa

Melissa

Bart

Bart

Kristien

Kristien

2

9u10 - 10u

           

          

Louis

Louis

Melissa

Melissa

Bart

Bart

Anton

Anton

3

10u15 - 11u05

Arne

An

Bart

Melissa

Kristien

Kristien

Bart

Bart

Anton

Arne / An

4

11u05 - 11u55

Arne

An

Bart

Melissa

An

An

Bart

Bart

Arne

An

5

11u55 - 12u45

Middag-

sport

Middag-

sport

Middag-

sport

Middag-

sport

An

An

Middag-

sport

Middag-

sport

Middag-

sport

Middag-

sport

6

12u45 - 13u35

Melissa

Melissa

            

           

 

 

Bart

Bart

Louis

Louis

 

 

 

            

           

 

 

 

 

 

 

7

13u35 - 14u25

Bart

Melissa

Melissa

Melissa

 

 

            

            

Louis

Louis

8

14u35 - 15u25

Arne

Arne

Melissa

Melissa

 

 

Bart

Melissa

           

           

9

15u25 - 16u15

Arne

Arne

Melissa

Melissa

 

 

Bart

Bart

          

          

 

 

De groene blokken (maandagochtend & vrijdagla) zijn de uren die we nodig hebben om de zaal te poetsen na het drukke weekend of voor start weekendwedstrijden.

De rode blokken zijn de uren die mogelijks nog kunnen worden ingevuld door andere scholen.

Let erop: dit is het uurrooster voor dit semester, dit wijzigt de volgende…

Momenteel zijn er dus nog 2 x 50 minuten beschikbaar voor een andere school.

 

 

Interpellatie 5 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. stadspersoneel

Onze fractie maakt zich zorgen, zorgen om de medewerkers van de stad. Waarom? Daar zijn twee grote redenen voor.

 

1) de afgelopen jaren – ook vóór corona – werden wij meermaals gecontacteerd door medewerkers (ondertussen vaak ex-medewerkers) van de stad. Ze kaartten de moeizame samenwerking aan, het beperkte eigenaarschap over hun werk en de werkomstandigheden. Het ging om talentvolle medewerkers met een stevige track record binnen de administratie. Vaak verlieten ze uiteindelijk de organisatie. Anderen ontwikkelden een manier om met de situatie om te gaan, maar worden niet gelukkig van het werken bij #teamstadLier. En dat is jammer.

 

2) Vanzelfsprekend gaat het heel vaak om een gevoel: au sérieux te nemen, maar misschien ook individueel gekleurd. Dat is echter niet alles: ook de dienstverlening lijdt eronder. Ondanks het engagement van alle stadsmedewerkers, worden we (te) vaak aangesproken op grote en kleine fouten in de dienstverlening en de organisatie: termijnen die systematisch uitgeput worden (of overschreden), adviezen die geformuleerd worden met fouten (of met tegenspraak tussen het ambtelijke en het politieke niveau), onvoldoende interne ondersteuning van medewerkers, een groot verloop van leidinggevenden met nefaste invloed op de aansturing…

 

Hetgeen ik beschrijf is gebaseerd op heel wat input en niet op het relaas van enkele ontevreden medewerkers. Daarom kan onze fractie niet anders dan deze situatie aankaarten. Laat ons samen zoeken naar oplossingen. Een succesvol beleid hangt samen met het duurzame engagement van de stadsmedewerkers.

 

Mijn vragen en insteek voor de discussie zijn als volgt:

1) Erkent het CBS de problematiek met betrekking tot het welbevinden van de medewerkers en de gevolgen hiervan voor de dienstverlening en de organisatie?

2) Wat is de inschatting van het CBS over de oorzaak of oorzaken van deze situatie?

3) Welke initiatieven zal het CBS nemen om de situatie te verbeteren?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

Collega Coenen,

 

Uw vraag betreft zowel de bevoegdheden van collega Pets, de algemeen directeur en die van mij, dus ik zal gecoördineerd antwoorden.

Sta me toe eerst de algemene context te schetsen waar we qua personeel momenteel mee worstelen:

1) Momenteel kampen we met een oververhitte jobmarkt, waar voor bepaalde profielen zeer grote vraag bestaat. We hebben medewerkers die amper enkele maanden na hun aanwerving de organisatie alweer verlaten omdat ze kunnen kiezen tussen drie-vier andere vacatures die dichter bij huis zijn, meer betalen, beter aansluiten bij hun interesses… Een aantal consultancybedrijven specialiseert zich zelfs in het wegplukken van specifieke ambtenaren om daarna hun diensten aan te bieden als uitzendkracht. Zo wordt het moeilijk om continuïteit te verzekeren in het beleid.

 

2) Een tweede factor die u ook aanhaalt in uw vraag is de impact van Corona. Het vele thuiswerken en de vele chaos zorgde ervoor dat sommige nieuwe medewerkers letterlijk in het ijle terecht kwamen. Dat impacteerde de teamgeest, de groeikansen en leercurve van nieuwe medewerkers aanzienlijk en heeft wellicht ook een aantal snelle vertrekkers gestimuleerd.

Dat is wat het algemene betreft. Vergis u niet, ik open hiermee niet om onze eigen situatie te verbloemen. Maar het belang is niet te onderschatten. U hebt in een schriftelijke vraag al gepeild naar ons personeelsverloop, waaruit bleek dat we in Lier onder het Vlaams gemiddelde zitten. Lijkt me dat ik dan wel mag concluderen dat het Lierse probleem niet uniek is en kadert binnen een grotere malaise inzake overheidspersoneel, zoals ik zonet heb geschetst.

Maar wij zijn uiteraard niet blind voor een aantal specifieke problemen waar onze Lierse administratie mee kampt. Een deel onvrede en vertrekkers is wellicht te wijten aan onvoldoende begeleiding en opleiding vanwege de organisatie. Daar wordt nu volop aan gewerkt om dit te verbeteren. We merken ook dat enthousiaste mensen die vanuit de private sector instromen soms botsen met een keurslijf en bedrijfscultuur die nieuwe ideeën onvoldoende ruimte geven… Ook daar moet aan worden gewerkt.

Specifiek binnen het departement WLO was en is er inderdaad sprake van moeilijke intermenselijke relaties, dewelke ik uiteraard in een publieke zitting niet kan of mag bespreken. Ik neem aan dat u daar begrip voor hebt. Maar ik wil wel benadrukken dat de medewerkers van o.a. de dienst Omgeving, waar u neem ik aan naar verwijst inzake dossiers die buiten termijn worden verlengd, hard hebben gewerkt om alle dossiers rond te krijgen in niet evidente omstandigheden.  Zo hebben zij ervoor gezorgd dat alle vergunningen tijdig werden afgeleverd, al was het zeker af en toe tegen de deadline. Al moeten we toegeven dat er nog werk aan de winkel is.

Samenvattend: we hebben in Lier een probleem, maar het is ook een algemeen probleem. We beseffen dat we blijvend moeten investeren in een cultuur van openheid, ontvankelijkheid voor innovatie en wederzijds respect. Inzake verloning, diplomavereisten, secundaire arbeidsvoorwaarden, juridische ondersteuning doe we nu al een inspanning. Om de jobtevredenheid te verhogen zullen ook de resultaten van de psychosociale risicoanalyse, geanalyseerd worden en geconcretiseerd worden in een actieplan dit jaar.

 

In 2021 zijn we ook een projectgroep opgestart, #teamstadlierhelptjemetplezier, waarbij we vastgesteld hebben dat er nood is aan een hernieuwde focus op klantgerichtheid waarbij we ons richten op een inclusieve, warme dienstverlening en waarbij we samenwerken op een efficiënte en collegiale manier. Hierin worden concrete stappen ondernomen om onze dienstverlening te verbeteren.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/03/2022