Zitting van 26 april 2021
INTERPELLATIES
MOTIVERING
Interpellatie 1 : van Bart Verhoeven (Vlaams Belang) i.v.m. cyberveiligheid en virtuele bedreigingen
Audit Vlaanderen voerde in 2018 een eerste controle-audit uit op vlak van cyberveiligheid. Deze werd vervolgd in 2020 bij zes lokale besturen, namelijk Aalst, Boutersem, Denderleeuw, Geel, Wervik en Zutendaal. Hierdoor moet het eindverslag enigszins genuanceerd worden, maar de conclusies liggen in dezelfde lijn als bij de audit van 2018 en zijn daarom waardevol.
De belangrijkste conclusie is, net zoals in 2018, dat de lokale besturen nog steeds bijkomende inspanningen moeten leveren om de risico’s voor informatiebeveiliging voldoende te beheersen. Concreet blijven de meeste lokale besturen dus kwetsbaar voor hackers. Dit risico waarbij persoonsgevoelige gegevens kunnen bemachtigd worden, geldt bovendien ook voor de vaccinatiecentra. Daar worden immers lijsten met persoonlijke gegevens bijgehouden in tijdelijke structuren.
Omdat de cyberveiligheid van de lokale besturen belangrijk is, biedt Audit Vlaanderen de mogelijkheid om een basisaudit te laten uitvoeren die de belangrijkste potentiële kwetsbaarheden op vlak van cyberveiligheid detecteert. Een dergelijke audit wordt voor 2/3 gefinancierd door de Vlaamse overheid. De kostprijs voor het eigen bestuur valt dus zeer goed mee. Deze regeling geldt nog tot 31 december 2021.
Ik had hierover dan ook volgende vragen:
• Werd onze stad al slachtoffer van hacking?
• Indien ja, welke stappen werden ondernomen om de cyberveiligheid te verbeteren?
• Indien nee, is de huidige cyberveiligheid nog afdoende?
• Hoe wordt deze geactualiseerd?
• Heeft onze stad al een basisaudit cyberveiligheid laten uitvoeren ? Indien ja, welke conclusies kwamen hieruit naar voor ? Indien nee, zal onze stad gebruik maken van de cofinanciering door de Vlaamse overheid en alsnog zo’n audit laten uitvoeren?
• In het vaccinatiecentrum worden ook gevoelige gegevens opgeslagen. Is de cyberveiligheid daar voldoende gegarandeerd? Op welke wijze?
Antwoord Schepen Rik Pets:
Collega Verhoeven,
Afgelopen jaar heeft een personeelslid verkeerdelijk gereageerd op een phishing mail. Een vijftal jaar geleden is een pc besmet geweest met een cryptolocker. Beide incidenten zijn binnen enkele minuten opgepakt en ongedaan gemaakt. Zowel de beveiligingssoftware als de desbetreffende medewerker hebben adequaat gereageerd, waardoor er geen schade is aangericht en geen gegevensverlies is geweest.
Het verbeteren van de cyberbeveiliging is een continu proces. We worden daarin begeleid door een externe DPO en veiligheidsconsulent. Deze taak is uitbesteed aan een externe partij zodat er steeds onafhankelijk advies kan gegeven worden en de controle en uitvoering van het veiligheidsbeleid niet door dezelfde personen worden uitgevoerd.
Onder begeleiding van deze DPO (data professional) komt minimaal 1 keer per kwartaal de interne veiligheidscel samen. Op dit overleg worden alle veiligheidsincidenten van de afgelopen periode besproken, bekeken of de afhandeling hiervan correct is verlopen en hoe deze in de toekomst te voorkomen. Daarnaast stellen ze een veiligheidsplan op voor de komende drie jaar met daarin alle acties die moeten worden ondernomen. Een nieuwe versie van dit plan komt kortelings op het college van burgemeester en schepenen.
Binnen dit plan is zowel aandacht voor het zuiver technische aspect van cyberbeveiliging als het menselijke met voldoende aandacht voor sensibilisering. Het laten uitvoeren van een basisaudit cyberveiligheid zit vervat in dit plan.
Wat betreft het vaccinatiecentrum volgen we de richtlijnen van de Vlaamse overheid voor de informatica inrichting. Onze externe DPO heeft al enkele controles uitgevoerd en er wordt op gelet dat iedereen enkel de gegevens kan raadplegen die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het vaccinatiecentrum.
Mocht u als gemeenteraadslid weet hebben van mogelijke problemen, ook al is het maar een gerucht, aarzel dan niet om onmiddellijk onze interne IT-dienst of externe DPO te contacteren. Zij zullen dan onmiddellijk de nodige actie ondernemen.
Interpellatie 2 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. hondenweide
Recent pakte de stad uit met de aankondiging dat we ons nog dit jaar mogen verwachten aan een hondenspeelweide aan de Ouderijstraat, die kadert in het project Pallieterland. Uiteraard is onze fractie, samen met talrijke viervoeters en hun baasjes, zeer blij met dit nieuws en met het feit dat er nog een participatietraject volgt om deze hondenspeelweide verder vorm te geven.
Het werk is hiermee echter nog niet af. De piste van de Ouderijstraat werd immers al lange tijd verkend en een aanbod van twee hondenspeelweides is nog steeds tamelijk beperkt voor de schaal van Lier en Koningshooikt.
De enquête die onze fractie enkele maanden geleden heeft uitgevoerd en op de raad heeft gebracht, wees daarenboven een nood uit aan kleinere perkjes in het centrum en ook veel ruimere stukken natuur, waar onze honden (en hun eigenaars) de pootjes kunnen strekken. Heel wat suggesties voor een locatie werden daartoe in de enquête ook gedaan.
Vandaar de volgende vragen:
1. Er was naar aanleiding van onze enquête afgesproken dat een terugkoppeling over het verdere onderzoek naar een of meerdere nieuwe locaties zou volgen, op de gemeenteraad van mei. Mogen we de communicatie van de stad beschouwen als terugkoppeling? Of komt er nog een ruimere terugkoppeling naar de gemeenteraad?
2. Welke andere locaties werden in jullie onderzoek nog meegenomen?
3. Mogen we ons nog aan extra locaties verwachten, voor een losloopzone, klein of groot?
Antwoord Schepen Rik Pets:
Om op uw eerste vraag te antwoorden: we zijn iets vroeger met de communicatie over de hondenspeelweide begonnen. Ik druk er nogmaals op dat door de uitvoering de weide zal functioneren als speel en uitloopweide, ik heb dit verleden week toegelicht op mijn commissie waar ik geen enkele opmerking van u heb gekregen.
Vraag 2 en 3 heb ik als antwoord als antwoord samengenomen.
Zoals jullie allemaal weten is het niet evident om als Stad een mooie speelweide te creëren voor de viervoeters, zo’n speelweide moet immers voldoen aan een aantal criteria. Zo moet deze eenvoudig te bereiken zijn voor de inwoners van onze stad, dient deze voldoende groot te zijn (lees kritiek op de honderspeelweide aan het Netekanaal te Kloosterheide), moeten we ook de impact op de buurt bekijken (spelende honden blaffen, parkeren, etc.) en willen we verbeteringen aanbrengen zodat de speelweide ook leuker is voor honden en baasjes. Niet alle open ruimte is daarom geschikt voor een speelweide. We hebben de voorstellen van jullie enquête bekeken maar niet alle ruimtes voldoen dus aan deze criteria.
Als stad hebben we een inspanning gedaan om de weide die als woonuitbreiding stond, ingedeeld om te zetten naar groen en recreatie. Dit project van Pallieterland omvat ook bv. volkstuintjes en bebossing.
Daarnaast vergt het een vergaande inspanning om gronden van zulke omvang hiervoor beschikbaar te maken. Veel weidelanden zijn verpacht voor een aanzienlijke tijd, meestal zijn de gronden of ruimte in privé eigendom waardoor iets op korte termijn realiseren niet evident of haalbaar is. Ook voor de weide tussen de Ouderijstraat en Elzenlaan hebben we geduld moeten uitoefenen om de nodige pacht te verwerven.
We hebben ook voor deze locatie gekozen omdat deze vlot bereikbaar is, de meeste bezoekers van de hondenlosloopweide op kloosterheide komen te voet. De nieuwe hondenspeelweide is via de Lierse polder vlot bereikbaar vanuit het centrum, ook in de nabije omtrek is er op 200 a 300m voldoende plek om met de wagen te komen.
Samen met Rivierenland wordt het uiteindelijke plan opgemaakt. Door participatie van onze inwoners toe te staan proberen we dan ook te voldoen aan de nodige eisen van de baasjes van onze viervoeters om zo een leuke speelweide voor honden te creëren.
Interpellatie 3 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. verharding voortuintjes
De afgelopen week konden we lezen in de pers dat de stad Lier een aantal bewoners heeft aangemaand om hun voortuin te ontharden. Voor alle duidelijkheid: vanuit 2 perspectieven is het niet onlogisch dat men aanstuurt op de ontharding:
1) indien er geen toelating was voor een ingreep die vergunningsplichtig is, dan is het legitiem dat er gehandhaafd wordt.
2) En dat elke stukje grond dat niet verhard wordt (of onthard wordt) van belang is voor een gezonde leefomgeving, is evident.
Toch kwam het bericht uit de lucht gevallen. En vandaar ook onze opmerkingen/vragen:
1) Met betrekking tot de handhaving: tot op vandaag stellen we vast dat het handhavingsbeleid met betrekking tot ruimtelijke ordening gebaseerd is op klachten van burgers. Nu zien we ineens een proactieve houding van de stad. Vanwaar komt deze wijziging in het handhavingsbeleid? Wat zal u doen met overtredingen uit het verleden?
2) De onthardingsambities haalden zelfs nationale pers. Maar nergens lazen we in welk beleid met betrekking tot open ruimte deze actie past? Is men van plan om dit verder door te trekken? Waar heeft men nog onthardingsplannen? Heeft u zicht op het totale verharde m²’s? Welke ambities koestert de meerderheid, welke indicator(en) en beoogde resultaten schuift u hier naar voor?
Antwoord waarnemend burgemeester Rik Verwaest:
Deze interpellatie werd gebundeld met de mondelinge vraag van Freddy Callaerts, dewelke ook hier beantwoord zal worden.
• Vanwaar komt die plotse controle? door een klacht van een buur?
• Gaat het cbs nu over het ganse grondgebied van Lier deze maatregel nemen?
Ik kan onze raadsleden tegenspreken dat dit “plots” beleid is, dat zou breken met een gedoogbeleid. Dat is er namelijk nooit geweest. Integendeel: zowel in 2020 als dit jaar keurde de bijna voltallige gemeenteraad, inclusief de vraagsteller, de prioriteitenlijst goed voor de intergemeentelijke omgevingshandhavingscel. Daarin werd de controle op onvergunde verhardingen mee als prioriteit opgenomen. Als er dus verhoogde aandacht is voor deze problematiek is dat mede op vraag van u allen.
Tot op vandaag werken onze diensten vooral reactief, dat wil zeggen op basis van klachten. Worden wij ingelicht over een stedenbouwkundig misdrijf, of stellen onze vaststellers bij een actie ter plekke nog andere overtredingen vast, dan kunnen zij overgaan tot het opmaken van een aanmaning. Zo is het ook gebeurd bij de recente vaststellingen.
Over het ganse grondgebied alle overtredingen actief opsporen en vervolgen gaat onze mankracht ver te boven. Onze focus ligt daarom bij de recente of nog in uitvoering zijnde verhardingen zonder vergunning. De ambitie is dus niet om een heksenjacht te houden in de hele stad, maar het signaal mag duidelijk zijn: als u de voortuin wil verharden, vraag dat aan zoals het hoort. En volgt er een weigering, doe het dan niet alsnog omdat je denkt dat het toch niet wordt opgemerkt. Ik denk dat dat een heel redelijke boodschap is.
• Is er geen mogelijkheid om de deadline van de ontharding te verlengen?
Die mogelijkheid is er zeker, en wordt ook volop gebruikt. Als de overtreder een aanvraag indient om de situatie te regulariseren, bv. door een deel van de tuin te ontharden conform het geldende RUP, wordt de deadline opgeschort. Ook daarna kan er gemotiveerd worden afgeweken om bijvoorbeeld een externe firma één en ander te laten uitvoeren. Het is niet onze bedoeling om hier met boetes te zwaaien, wel om de situatie in regel te brengen met wat er vergund is. Onze dienst Omgeving is volop bezig om samen met de betrokken inwoners een correcte inregelstelling mogelijk te maken.
• In bepaalde steden zoals de stad Bilzen geeft men de burgers een subsidie om zich in regel te stellen heeft het cbs deze mogelijkheid al eens overwogen?
In Bilzen wordt geen subsidie gegeven aan wie zijn bouwvergunning heeft overtreden, wel aan burgers die spontaan beslissen om een regulier vergunde verharding toch te ontharden. Gemeenschapsgeld geven om overtreders te betoelagen lijkt ons geen wenselijke bestuurspraktijk.
• De onthardingsambities haalden zelfs nationale pers. Maar nergens lazen we in welk beleid met betrekking tot open ruimte deze actie past? Is men van plan om dit verder door te trekken? Waar heeft men nog onthardingsplannen? Heeft u zicht op het totale verharde m²’s? Welke ambities koestert de meerderheid, welke indicator(en) en beoogde resultaten schuift u hier naar voor?
In tegenstelling tot wat de pers liet uitschijnen, werden de aanmaningen (vooralsnog géén PV’s) opgemaakt tegen het onvergunde karakter van de verhardingen en van de parkeerfunctie, en doen ze geen uitspraak over de al dan niet vergunbaarheid. Ons beleid inzake ontharding en behoud van waterdoorlating reflecteert zich in ons vergunningbeleid: zowel wat betreft de RUP’s als verkavelingsvoorschriften. Hierbij wordt grote aandacht gelegd op enkel functionele verhardingen, waterhuishouding en –bewaring op het eigen terrein door bv. wadi’s en aanvoergeulen, gebruik van waterdoorlatende materialen… Ook zelf trachten we daarbij het goede voorbeeld te geven: ik verwijs naar de waterdoorlatende verhardingen die zijn gebruikt bij de uitbreiding van parking De Mol.
De nationale heisa in komkommertijd gaf de indruk dat wij opeens nieuw beleid zitten te verzinnen, maar er is geen groot masterplan “Ontharding” dat we nu via de voortuintjes proberen af te dwingen. Wij doen wat we altijd al doen: controleren of men zich aan de geldende bouwvoorschriften houdt. En overtredingen laten rechtzetten. Dat lijkt me redelijk en correct beleid dat je van elk stadsbestuur mag verwachten.
Interpellatie 4 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. opvolging sociale fraude
Naar aanleiding van de vragen die onze fractie zowel aan het stadsbestuur, als rechtstreeks aan het bestuur van de LMH stelde, vond er op 15 april een toelichting plaats bij de genomen beslissingen. Vooreerst wensen wij ook via deze weg onze dank uit te spreken voor de organisatie van deze toelichting.
Niettemin bleven wij na de toelichting nog met tal van vragen zitten. Aangezien er ten aanzien van LMH voor verkozen raadsleden ‘slechts’ een passieve openbaarheid van bestuur geldt, zullen wij de antwoorden op die vragen niet krijgen. We respecteren de keuze van het bestuur van de LMH om niet alles met ons te delen. Maar dat werpt nieuwe vragen op waarop we op deze raad graag in debat treden met het stadsbestuur en de collega-raadsleden. We zetten graag enkele kwesties uiteen.
• Naar ons aanvoelen had de toelichting die op 15 april georganiseerd werd, perfect in het kader van een gemeenteraadscommissie kunnen plaatsvinden. We zien niet in waarom dit enkel toegankelijk mocht zijn voor één lid per fractie. Het gesprek zou rijker geweest zijn mochten andere raadsleden hierbij kunnen aansluiten.
• Door de passieve openbaarheid van bestuur is er geen democratische controle mogelijk op de werkzaamheden van de LMH. Daar waar elke beslissing van het OCMW, Solag, intercommunales, … onderhavig is aan een controle via de gemeenteraad, ontsnapt de huisvestingsmaatschappij hieraan. Het bestuur bestaat uit mensen die niet verkozen zijn, wel zijn er enkelen aangeduid door de gemeenteraad. Wij vinden het ongezond voor het democratisch proces dat een organisatie met een formele link naar de gemeenteraad (i.e. de mandatering van enkele bestuurders) vervolgens op geen enkele manier gecontroleerd kan worden door de stad. In het geval van de sociale fraude vond er zelfs geen afstemming plaats met het OCMW, terwijl er daar natuurlijk gevolgen voor kunnen zijn. Dat ook onze eigen schepenen van huisvesting en sociaal beleid totaal niet op de hoogte waren van de besluitvorming van de LMH is onbegrijpelijk.
• Gezien het mankeren van controle op de werkzaamheden en de aanpak van de LMH, is er ook een meer deontologische kwestie. Zo zijn we van mening dat de handelswijze van de LMH in het nemen van zware beslissingen als 25 uithuiszettingen, deontologisch niet correct is. Zo was het uit de eerste brief die de huurders van een woning via de LMH kregen, niet duidelijk welke sanctie er precies boven het hoofd hing. Ook de minnelijke schikking waarvan sprake, werd zelfs na navraag door een jurist, niet beantwoord. Kortom, de huurders wisten op zijn minst onvoldoende welke consequenties er precies verbonden waren aan het al dan niet doorgeven van eigendom in het buitenland. Daarnaast zijn we van mening dat er in de weg naar een uithuiszetting, een tussenstap diende genomen te worden. Zo werd er voor de beslissing definitief genomen werd, niet in contact getreden met de betrokkenen om tot een oplossing te komen. Dit is een manier van werken die naar onze mening niet eigen is aan onze stad. Wij gaan er immers van uit dat bij gelijkaardige situaties bv. bij een verhuur via het OCMW of eender welke andere overtreding er én duidelijkheid is over de sanctie die kan volgen én er alles aan gedaan wordt om de ultieme sanctie te vermijden.
Antwoord Schepen Marleen Vanderpoorten / Annemie Goris:
Op uw eerste vraag kan ik enkel hetzelfde antwoord geven als bij de vorige gemeenteraad. Ik herhaal voor alle duidelijkheid.
De sociale huisvestingsmaatschappij is een autonome overheidsinstantie met eigen beslissingsorganen en eigen regelgeving. Als Schepencollege beschikken wij over geen enkel document i.v.m. de problematiek die u aanhaalt. Wij kunnen dan ook niet anders dan te verwijzen naar de LMH. Vermits de LMH valt onder het decreet openbaarheid van bestuur heeft elke burger de mogelijkheid om de notulen op te vragen van de raden van bestuur en van de algemene vergadering en van alle “bestuursdocumenten”.
U zal uw vraag dus moeten richten aan de LMH.
Het tweede en derde item uit uw interpellatie zijn eigenlijk geen vragen maar stellingen van uwentwege. We nemen daar nota van.
Interpellatie 5 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. reactie brief leerlingen
In het kader van een brievenschrijfactie van Amnesty International kregen zowel onze burgemeester als waarnemend burgemeester talrijke brieven in de bus van leerlingen uit het middelbaar. In deze brieven vroegen de leerlingen aandacht voor de problematiek van etnische profilering.
Met deze interpellatie willen we niet ingaan op deze problematiek op zich, maar willen we wel graag van gedachten wisselen over de wijze waarop de waarnemend burgemeester het nodig geacht heeft hierover te communiceren. Die communicatie vonden wij namelijk zeer ongelukkig.
In de eerste plaats deed de waarnemend burgemeester in zijn reactie alsof de leerlingen het Lierse politiekorps ervan beschuldigt aan etnische profilering te doen. Een goed lezer en verstaander, vindt zulks echter niet terug in de brief. Er wordt enkel gevraagd ervoor te zorgen dat het niet zou gebeuren. Tegelijk wordt de jongeren verweten dat ze geen respect zouden hebben voor de politie, ook van enige suggestie in die richting is geen spoor terug te vinden in de brief.
Een tweede reden waarom wij de reactie van de waarnemend burgemeester niet kunnen plaatsen is dat deze bijzonder weinig blijk geeft van een participatieve ingesteldheid. Nochtans staat participatie op één in het bestuursakkoord. Maar het is blijkbaar zo dat als er brieven verstuurd worden door jongeren, die kaderen in een breed project op school en de waarnemend burgemeester is het er niet mee eens, dan worden de brieven en de schrijvers ervan belachelijk en te schande gemaakt op sociale media. Dit is bijzonder ontgoochelend voor een waarnemend burgemeester en schepen met ‘jeugd’ in het bevoegdheidspakket.
Mogen wij dan ook vragen of er naast de communicatie op sociale media, enig ander gevolg gegeven worden aan de brieven? Zal er bv. een gesprek met de schrijvers plaatsvinden?
Antwoord waarnemend burgemeester Rik Verwaest:
Collega Vanhove,
Er werd op het stadskantoor een doos enveloppen afgegeven ter attentie van de burgemeester. Over de inhoud fronste ik de wenkbrauwen, want de brief ging korter door de bocht dan men op het circuit van Francorchamps zou riskeren. Zo werd er gesteld dat bij mensen met een migratieachtergrond “hun uiterlijk de reden is voor een controle, fouillering en arrestatie” door de politie. Over die eerste twee kan je discussiëren, liefst op een genuanceerde manier, maar de suggestie van dat laatste is ronduit stuitend.
Opgelet: dit was geen ongenuanceerde hartenkreet van individuele scholieren, dit was de exacte modelbrief van Amnesty International voor haar traditionele jaarlijkse briefschrijfactie. Die was zo netjes gekopieerd door alle leerlingen.
Vooreerst: dat ik de briefschrijvende leerlingen in kwestie zou verwijten geen respect te tonen voor de politie mag u altijd aantonen met een citaat uit mijn bericht. U zal dat er niet zo in vinden. U mag mij altijd verwijten een slechte verstaander te zijn, maar dan geeft u best zelf het goede voorbeeld.
U vraagt mij waarom ik dit niet zag als een oproep tot dialoog of participatie? Omdat Amnesty ons daartoe geen enkele kans heeft gegeven. Noch ikzelf, noch de politie konden participeren aan het educatief traject hierover. Ons korps was hierover terecht teleurgesteld, gezien de goede contacten die er zijn met de scholen. U mag het als een vrijblijvende gespreksopener zien om honderd leerlingen een brief te laten schrijven waarin de politie wordt verweten mensen te arresteren op basis van hun huidskleur, maar ik kan u verzekeren dat onze politiemensen dat heel anders ervaren.
U geeft aan dat ik de briefschrijvers in kwestie belachelijk maak? Ik heb noch de leerlingen, noch de school benoemd. Uit mijn bericht blijkt duidelijk dat mijn verwijt aan Amnesty en haar tekst is gericht, niet aan de leerlingen die dat in goed vertrouwen hebben overgeschreven. Maar op het moment dat ruim 100 Lierse jongeren zo’n tekst hebben overgeschreven is er al een publiek feit gebeurd. Dan beschouw ik het als mijn plicht als burgemeester en hoofd van de politie om ook publiek te reageren. Ik heb gereageerd door te stellen dat racisme verwerpelijk is, dat het goed is dat jongeren daarover worden bewust gemaakt, maar dat ik mijn grote bedenkingen had bij deze campagne. En ik heb gewezen op het toenemend klimaat van fysiek en mentaal geweld waar de politie mee te maken krijgt, ook in Lier. Mocht u denken dat dat loze praatjes zijn: daarover kon u een heel pakkende getuigenis lezen in de Humo van vorige week van één van onze Lierse agenten.
De korpschef heeft kort na de feiten een schrijven gericht naar de school in kwestie, met het verzoek om hierover een gesprek te kunnen hebben. Hij ontving een toelichting waarom de school deelnam aan dit project en de verzekering dat het geenszins de bedoeling was het Lierse korps specifiek te viseren.
Interpellatie 6 : van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. verruiming openingsuren bibliotheek
Uit tevredenheidsonderzoeken bleek dat de openingsuren van onze bib negatief scoren en dat de uren onduidelijk en moeilijk te onthouden zijn. Volgens de enquête van begin 2019 lag die ontevredenheid op 19% van de respondenten terwijl de ontevredenheid in Vlaanderen slechts 10% bedraagt. Dit betreft zowel de bib als het leescafé.
Zo waren er wensen voor:
• een laatavondopening,
• een doorlopende opening,
• een opening op zondag
• een vroege ochtendopening.
De beheersraad bib heeft dit aangegrepen om in 2020 uitgebreid na te denken over de openingsuren en een aantal voorstellen uit te werken met herziene openingsuren die begin dit jaar verder zouden besproken en voorgelegd worden aan het CBS.
Een belangrijke beperking van deze voorstellen is evenwel dat niet alle bovengenoemde wensen voor openingsuren haalbaar waren vanuit het oogpunt van personeelsbezetting en personeelskost.
Laat dit nu net het punt zijn waarvoor wel degelijk een oplossing bestaat, nl het Open+ systeem.
Dit is een geautomatiseerde bibliotheek zonder aanwezig personeel. Open+ vormt een aanvulling op de bemande bibliotheekuren waardoor de openingsuren worden verruimd en bibliotheek en leescafé een meer toegankelijke gemeenschapsruimte wordt.
Bree is er in Vlaanderen als eerste mee gestart, sedert vorig jaar o.a. ook Hamont-Achel, Maasmechelen en heel recent Heist-op-den-Berg.
Je krijgt toegang tot de bib met de ID-kaart of de bibpas en een PIN-code.
Er zijn natuurlijk enkele voorwaarden aan verbonden:
• er is een leeftijdsgrens, bvb 16 of 18 jaar.
• 3 maanden lid zijn van de bib
• een infosessie volgen, regels en voorschriften ondertekenen.
Je kan als bib zelf bepalen welke diensten mogelijk zijn tijdens de onbemande uren in functie van de verwachtingen van de gebruikers.
Er zijn natuurlijk ook uitdagingen en een investeringskost aan verbonden. De volledige infrastructuur, waaronder de complete bibliotheektechnologie, de verlichting en verwarming, de bezoekerspc’s, het beveiligingssysteem en de betaalautomaat moet aan het Open+ systeem worden gekoppeld, infosessies moeten worden georganiseerd, welke gedrags- en toegangsregels zijn vereist en welke veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen.
Voor Heist bvb. komt die investeringskost op zo’n 20.000 euro.
Uit de verslagen van de beheersraad bibliotheek kan ik niet afleiden of tijdens de hersengymnastiek over de openingsuren ook gedacht werd aan dit Open+ systeem.
Daarom wil ik er met deze interpellatie voor pleiten om dit Open+-systeem alsnog te betrekken bij de besluitvorming rond de herziening/verruiming van de openingsuren.
Het is voor Lier een kans om zich te profileren als stad met aandacht voor innovatief digitaal beleid en bibliotheekdiensten aan te bieden die beantwoorden aan de verwachtingen van de hedendaagse digitale samenleving.
Graag dus het standpunt van het Schepencollege.
Antwoord Schepen Ivo Andries:
Het Open+ concept biedt inderdaad interessante mogelijkheden om de dienstverlening van de bibliotheek verder uit te breiden. Het bibteam volgt deze ontwikkelingen op, en in de nabije toekomst staan alvast enkele afspraken gepland om dit verder te onderzoeken:
• Op 29 april neemt het bibteam deel aan een webinar van Bibliotheca, leverancier van het Open+ systeem. In deze webinar gaan we in gesprek met de openbare bibliotheek van Bree over hun ervaringen met Open+, en worden ook de nieuwe modules van het concept toegelicht.
• Op 10 mei heeft het bibteam een afspraak met Bibliotheca in de bibliotheek. Aanleiding voor dit plaatsbezoek is de voorbereiding van de geplande migratie naar het Eengemaakt bibliotheeksysteem. We willen van die gelegenheid gebruikmaken om ook de mogelijkheden van het Open+ systeem te bekijken voor onze specifieke locatie. Team IT zal hierbij aanwezig zijn om de compatibiliteit met onze toegangscontrole en de vereisten voor verdere beveiliging (bv. plaatsen van camera’s) te bespreken.
Na dit plaatsbezoek hopen we een duidelijkere kijk te hebben op de mogelijkheden en (financiële) implicaties voor onze bib.
Enkele bedenkingen:
• De aard van het gebouw, de verhuur van Colibrant en vergaderlokalen en de verwevenheid van de collectieruimtes met het Leescafé, maakt toegankelijkheid van de collectie wat minder evident. Een deel van de collectie (dvd’s, tijdschriften, kunstcollectie, poëzie) zal moeilijk te ontsluiten zijn voor het Open+ systeem. De uitsluiting van dit deel van de collectie uit het concept, dient mee te worden opgenomen in de kosten-baten analyse.
• De technische vereisten en implicaties, vooral op het vlak van toegangscontrole en beveiliging, worden verder onderzocht met team IT en team Infrastructuur, ook in het licht van de lopende studie voor de renovatie van de Colibrant. De investeringskost zou, omwille van de complexe aard van het gebouw, hoger kunnen uitvallen dan in Heist-op-den-Berg.
• Open+ biedt een interessante oplossing voor laatavondopening, uitgebreidere zaterdagopening en zondagopening. Voor een brede en optimale dienstverlening, willen we evenwel op weekdagen ook ruimte blijven creëren voor scholenwerking en doelgroepwerking. Tijdens deze dagdelen zal Open+ niet mogelijk zijn.
Terzijde, en in het verlengde van deze vraag:
Het is overigens interessant om uitgebreider terug te blikken op de tevredenheidsresultaten van 2018, en op andere aandachtspunten en wensen van onze respondenten die we ondertussen konden inlossen:
Zoals de heropening van het leescafé met doorlopende opening tijdens de middag (coronamaatregelen buiten beschouwing), het creëren van een stille ruimte, een digitale nieuwsbrief, mogelijkheid tot betaling met bancontact, aanbod van e-boeken en gamecollectie, gepersonaliseerde leestips voor volwassenen en kinderen met Leestipper en Bieblo.”
Belangrijk om weten is ook dat in afwachting van de evaluatie van het onderzoek rond het Open+ concept, de openingsuren van de bib zullen worden aangepast.
Na uiteenlopende denkpistes werden de openingsuren besproken op de adviesraad, in verdere overlegmomenten met Werkmmaat, met de collega’s van bibliotheken uit de Belfius-cluster en uit de regio en met de collega’s van dienst sociaal beleid.
Deze nieuwe openingsuren werden ondertussen reeds vorige maandag goedgekeurd in het college en zullen ter goedkeuring worden voorgelegd in de volgende gemeenteraad.
Interpellatie 7 : van Evi Van Camp (CD&V) i.v.m. gele container voor ophaling papier en karton
Vanaf juli zal Berlaar i.s.m. Ivarem aan elke inwoner een gele container kosteloos aanbieden om papier en karton in te verzamelen. Papier en karton verzamelen kan hierdoor makkelijker en netjes. Je moet niet langer op zoek gaan naar een geschikte doos en/of je moet het papier en karton niet meer samenbinden in pakketjes. Je container heeft wielen zodat je ook een volle container makkelijk naar de straat kunt rollen en bij regenweer blijft het karton droog zodat ook het werk van de afvalophalers minder zwaar wordt dan met het verzamelen van papier in kartonnen dozen. Echter is het ook niet verplicht om een container te nemen indien je deze niet nodig hebt.
Graag vernamen we hoe de meerderheid t.a.v. dit initiatief staat en of dit project eveneens uitgerold kan worden voor alle Lierenaars en Hooiktenaars.
Antwoord Schepen Ivo Andries:
Als schepen van afvalbeleid ben ik zeker ook voorstander van de gele Papier en kartoncontainers. Maar de uitrol hiervan is toch wel verschillend met deze van Berlaar.
Samen met de betrokken dienst ben ik reeds enige tijd bezig om deze operatie verdere te onderzoeken.
Ik licht even verder toe:
Papier en karton wordt gebundeld met natuurtouw of in een kartonnen verpakking / papieren zak en wordt maandelijks huis-aan-huis ingezameld in opdracht van IVAREM. De nieuwe erkenning van Fost Plus voorziet een tussenkomst van 44 % in de aankoop en het gebruik van containers voor de huis-aan-huis inzameling van papier en karton. (de chip, de distributie en het beheer is hierin niet begrepen).
De standaardcontainer heeft een volume van 240 liter. Een kleinere container zou voor de meeste gezinnen niet volstaan om gedurende 4 weken hun papier en karton op te slaan. Bovendien leidt een kleinere versie ertoe dat het karton in stukken wordt gescheurd waardoor het bij de automatische sortering bij het papier terechtkomt of dat het karton in de container wordt gepropt met als gevolg dat de container moeilijk kan geledigd worden.
Wie zeer weinig papier/karton heeft, kan kiezen voor een 40-litercontainer. In uitzonderlijke gevallen kunnen meerdere 40-litercontainers worden toegestaan.
Gezinnen in appartementsgebouwen zouden samen één of meerdere 770-liter containers kunnen gebruiken (770-liter omdat dat type container nog door een gewone deur geraakt voor het buiten en terug binnen zetten).
De bedoeling is om de container gratis ter beschikking te stellen van de gezinnen. De container is gekoppeld aan een adres en niet aan de bewoners. Bij een eventuele verhuis blijft de container ter plaatse.
Bedrijven kunnen het papier/karton (in vergelijkbare hoeveelheden) enkel nog in een container aanbieden. Zij kunnen daarvoor één 770-litercontainer huren bij IVAREM.
Het gebruik van een container is niet verplicht, maar wie geen container gebruikt, moet het papier en karton zelf naar het recyclagepark brengen of afspreken met een buur voor het gezamenlijk gebruik van een container. Het papier/karton mag voor de inzameling aan huis enkel in een container worden aangeboden.
Uit de ervaring bij meerdere intercommunales (IOK Afvalbeheer, ECOWERF, IGEAN) blijken volgende voordelen:
• Praktisch voor de tijdelijke opslag thuis (container kan ook buiten staan)
• Hogere stimulans om papier & karton apart te houden
• Gemakkelijk om papier & karton aan de straat aan te bieden (rolcontainer)
• Minder zwerfvuil, papier & karton worden niet nat.
• Minder belastend voor de laders
Anderzijds zijn er ook belangrijke nadelen:
• extra kosten voor de ophaling
• het gebruik van een 240 l-container of meerdere 40-litercontainers in de historische binnenstad geeft moeilijkheden van praktische aard (Belangrijk verschil tegenover Berlaar).
Een ophaalwagen waarmee zowel handmatig als via containers kan worden beladen wordt in de praktijk niet toegepast. Burgers welke geen gebruik willen maken van een papiercontainer worden verwezen naar het recyclagepark. Er wordt geen klassieke ophaling meer voorzien.
De kosten voor de gemeente bedragen ongeveer 5 EUR per gezin/jaar. In de meerjarenbegroting is hiervoor geen budget voorzien om de meerkosten te kunnen dragen. Het extra doorrekenen van de kosten aan de burger staat haaks op de visie van het college om de kosten voor afvalinzameling te verlagen.
Na overleg met IVAREM weten we ook dat de stad de mogelijkheid heeft om met papiercontainers te werken buiten de stadsvesten en de klassieke huis-aan-huis te behouden binnen de stadsvesten.
De stadsadministratie is momenteel het dossier verder aan het voorbereiden zodat het college hieromtrent op korte termijn een beslissing kan nemen.
BESLUIT
Art 1 :
Kennisgenomen.