Lier

Zitting van 27 juni 2022

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. zwemmen in open water

Op de gemeenteraad van april keurden we een bijzondere politieverordening goed die het voor een specifieke sportclub mogelijk maakt in open water trainingen te houden. De zomer staat voor de deur en als we het KMI mogen geloven, mogen we ons weer aan vele dagen aan hoge temperaturen verwachten. Op zulke dagen is het cruciaal dat je je voldoende verfrist. Bovendien is het niet voor iedereen mogelijk om regelmatig gebruik te maken van De Waterperels. Tijdens de raad van april werd dan ook de vraag gesteld of er bekeken wordt om het ook voor particuliere zwemmers mogelijk te maken om in de dode arm van het Netekanaal aan Anderstad of op een andere locatie in Lier en Koningshooikt in open water te kunnen zwemmen.

 

        Werd dit al verder bekeken?

        Zo ja, welke opties liggen er op tafel?

        Zo nee, welke bezwaren of struikelblokken zijn er om dit op korte termijn alsnog mogelijk te maken?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

Het openluchtzwemmen in de dode arm van het Netekanaal aan Anderstad is enkel mogelijk voor competitiezwemmers van de Kempense Triatlon Club en de zwemclub Lier.

Dit was een voorwaarde vanuit de Vlaamse Waterweg en werd zo ook opgenomen in de overeenkomst.

 

Voor het recreatief zwemmen bekijken we de optie van de Binnennete ter hoogte van de evenementenweide. Deze mogelijkheid om te zwemmen in de Binnennete zat mee als een quick-win in de subsidieoproep “groenblauwe dooradering in de bebouwde ruimte. De waterkwaliteit is getest en was er goed genoeg. De subsidie heeft de stad Lier niet binnengehaald. Maar we bekijken momenteel om het dossier opnieuw in te dienen bij de oproep Groenblauw 2.0  Het dossier dient ingediend te worden voor 8 augustus 2022.

 

Het voorstel kwam uit een werkgroep van de Gecoro: de plaats voor openluchtzwemmen aan de Binnennete ter hoogte van de evenementenweide is een verwijzing naar de historische context van zwemmen in de Netes en naar het voormalige stedelijk zwembad op die plek.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Bart Verhoeven (Vlaams Belang) i.v.m. parking Gasthuisvest

Op de parking Gasthuisvest, ter hoogte van de muziekacademie, geldt er een parkeerverbod van 7 juni t.e.m. 24 juni op een aanzienlijk stuk van deze parking.

De voorbije weken werd deze zone echter door niets opgevuld of in gebruik genomen.

 

Ik had dan ook graag volgende van het CBS vernomen:

  1. Is er voor deze inname van het openbaar domein een aanvraag ingediend op dezelfde wijze dat een particulier of een firma dat moet doen? En zijn aan de aanvrager dezelfde tarieven gerekend als aan een particulier of een bedrijf?
  2. Om welke reden is er een toelating gegeven voor de inname van een deel van de parking Gasthuisvest?
  3. Weet het CBS waarom die inname van het openbaar domein niet gebruikt is geworden?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

  1. Is er voor deze inname van het openbaar domein een aanvraag ingediend op dezelfde wijze dat een particulier of een firma dat moet doen? En zijn aan de aanvrager dezelfde tarieven gerekend als aan een particulier of een bedrijf?

 

Voor deze werken is een inname openbaar domein aangevraagd, zoals ook een firma of particulier zou doen.

 

  1. Om welke reden is er een toelating gegeven voor de inname van een deel van de parking Gasthuisvest?

 

Er is een inname openbaar domein aangevraagd en goedgekeurd in functie van afbraakwerken in de Podiumacademie.

 

  1. Weet het CBS waarom die inname van het openbaar domein niet gebruikt is geworden?

 

Ook al staat er fysiek geen container op de ingenomen parkeerplaatsen, toch dient deze ruimte vrij gehouden te worden om de containers ter plaatse te krijgen. Indien de zone niet wordt vrijgehouden, kan de vrachtwagen niet de juiste draaicirkel maken.
De inname wordt dus wel degelijk gebruikt waarvoor aangevraagd. Het zou echter wel de voorkeur genieten om een dergelijk parkeerverbod enkel te laten gelden op specifieke dagen en uren dat er inderdaad gewerkt wordt. Dit kan evenwel wel leiden tot mogelijk aanvullende takelingen.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 23 MEI 2022. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 23 mei 2022.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 23 mei 2022 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

POLITIEREGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN - WIJZIGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 oktober 2021 over de goedkeuring van het politiereglement op de begraafplaatsen.

 

Feiten en context

        Op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat werden herdenkingsbomen voorzien waarin kleurrijke linten, voorzien van een persoonlijke boodschap, ter nagedachtenis van overleden kinderen kunnen opgehangen worden.

 

Om het gebruik van de herdenkingsbomen bekend te maken en om overleden kinderen te herdenken, werden op Wereld Lichtjesdag 2021 enkele linten in de bomen gehangen. Enkele maanden later zijn de linten aangetast door de weersomstandigheden: ze zijn vuil geworden en door de wind zijn ze rond de takken van de bomen gedraaid en vast komen te zitten.

 

Momenteel werden er nog geen linten door nabestaanden opgehangen waardoor er nog kan overgestapt worden op een andere werkwijze met ander materiaal. Er wordt voorgesteld om houten vlinders te voorzien die d.m.v. een draadje kunnen opgehangen worden.

 

Artikel 2 §4 uit het huidig reglement:

In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen kleurrijke linten met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 lint per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. De linten zijn blanco waardoor de ouders er nog een persoonlijke toets (tekenen, schrijven, borduren,…) kunnen aan geven vooraleer het lintje op te hangen.

 

wordt vervangen door nieuw artikel 2 §4:

In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen een houten vlinder met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 vlinder per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum op de begraafplaats Kloosterheide. Na versiering van de vlinder kan deze op afspraak opgehangen worden in de herdenkingsboom.

 

 

        Er werd de laatste maanden opgemerkt dat er vaak bloemen op de strooiweide werden gelegd bij assen van personen die al enige tijd zijn overleden. Hierdoor kan er op die plaatsen niet meer worden gestrooid. Er wordt voorgesteld om bloemen op de strooiweide slechts toe te staan tot 2 weken na het uitstrooien. Nadien kunnen er steeds bloemen gelegd worden bij de muur met naamplaatjes.

 

Artikel 27 uit het huidig reglement:

De bloemen en planten, die op de graven of bij de nis zijn geplaatst of zich op de strooiweide bevinden, moeten in goede staat worden onderhouden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om verwelkte kransen, bloemen, planten en bloempotten, te verwijderen.

 

Kransen uit kunststof dienen 1 maand na begraving, bijzetting of uitstrooiing te worden verwijderd door de belanghebbenden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal het stadsbestuur overgaan tot de verwijdering ervan.

 

wordt vervangen door nieuw artikel 27, dat wordt opgesplitst in §1 en §2:

§ 1. Gedenkstenen en nissen

De bloemen en planten die op de graven of bij de nis zijn geplaatst, moeten in goede staat worden onderhouden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om verwelkte kransen, bloemen, planten en bloempotten, te verwijderen.

 

Kransen uit kunststof dienen 1 maand na begraving of bijzetting te worden verwijderd door de belanghebbenden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal het stadsbestuur overgaan tot de verwijdering ervan.

 

§ 2. Strooiweide

Bloemen kunnen te allen tijde gelegd worden bij de muur onder de naamplaatjes. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om deze te verwijderen.

 

Op de strooiweide mogen bloemen gelegd worden tot 2 weken na de asverspreiding. Als ze binnen deze periode reeds afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om ze te verwijderen.

 

Wanneer bloemen op de strooiweide gelegd worden na de periode van 2 weken na de asverspreiding, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om deze te verwijderen.

 

Het betreden van de strooiweide is niet toegelaten voor onbevoegden.

 

 

        De percelen voorzien voor asverspreiding alsook de werkwijze ivm naamplaatjes kunnen verduidelijkt worden.

 

Artikel 33 uit het huidig reglement:

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat uitgestrooid worden op de daartoe voorziene percelen door middel van een strooitoestel dat alleen door de stedelijke aangestelde mag bediend worden.

 

§ 2. Aan de strooiweide op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een gedenkteken voorzien waarop, na een uitstrooiing, een naamplaatje ter nagedachtenis van de overledene kan worden gemonteerd.

 

Dit naamplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden.

 

Dit naamplaatje moet besteld en betaald worden uiterlijk bij de aangifte van het overlijden bij het team dienstverlening van de stad door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

 

De montage van het naamplaatje gebeurt door de grafmaker. Elk naamplaatje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum, op het gedenkteken aanwezig. Na het verstrijken van de periode van de eerste tien jaar kan het naamplaatje verlengd worden door de belanghebbende en dit zal bevestigd worden op een apart gedenkteken. Het naamplaatje zal gedurende 10 jaar blijven hangen op dit gedenkteken.

Indien er geen verlenging gebeurt, zal na het verstrijken van de periode van minstens tien jaar het naamplaatje worden verwijderd door de grafmaker en worden bewaard door de stad.

 

Na afspraak kan een belanghebbende het naamplaatje in ontvangst nemen en bewaren.

 

wordt vervangen door nieuw artikel 33:

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat uitgestrooid worden op de daartoe voorziene percelen.

        Begraafplaats Kloosterheide:

        “de oude strooiweide” (de strooiweide bij het columbarium)

        “tuin calluna” (de strooiweide aan de achterzijde van het afscheidscentrum

        Begraafplaats Beekstraat:

        de strooiweide

 

De asverspreiding gebeurt door middel van een strooitoestel dat alleen door de stedelijke aangestelde mag bediend worden.

 

§ 2. Aan de strooiweide op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een gedenkteken voorzien waarop, na een uitstrooiing, een naamplaatje ter nagedachtenis van de overledene kan worden gemonteerd.

 

Dit naamplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden.

 

Dit naamplaatje moet besteld en betaald worden uiterlijk 2 weken na de asverspreiding bij het team dienstverlening van de stad door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

 

De montage van het naamplaatje gebeurt door de grafmaker. Elk naamplaatje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum, op het gedenkteken aanwezig. Na het verstrijken van de periode van de eerste tien jaar kan het naamplaatje verlengd worden door de belanghebbende en dit zal bevestigd worden op een apart gedenkteken. Het naamplaatje zal gedurende 10 jaar blijven hangen op dit gedenkteken.

 

Indien er geen verlenging gebeurt, zal na het verstrijken van de periode van minstens tien jaar het naamplaatje worden verwijderd door de grafmaker en worden bewaard door de stad.

 

Na afspraak kan een belanghebbende het naamplaatje in ontvangst nemen in het afscheidscentrum op de begraafplaats Kloosterheide en bewaren.

 

Argumentatie

        Aangezien de opgehangen linten na korte tijd niet meer toonbaar blijken te zijn, is het aangewezen om de regels en werkwijze rond het gebruik van de herdenkingsboom aan te passen en overweegt het college de aanpassing aan het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen voor goedkeuring aan de gemeenteraad te verzenden.

 

        Om de ruimte van de strooiweide optimaal te kunnen blijven benutten is het aangewezen om het leggen van bloemen op de weide te beperken tot twee weken na het uitstrooien. Het college overweegt de aanpassing van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen voor goedkeuring aan de gemeenteraad te verzenden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de wijziging van volgende artikels van het politiereglement op de begraafplaatsen, goed te keuren.

 

Artikel 2 §4 uit het huidig reglement:

In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen kleurrijke linten met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 lint per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. De linten zijn blanco waardoor de ouders er nog een persoonlijke toets (tekenen, schrijven, borduren,…) kunnen aan geven vooraleer het lintje op te hangen.

 

wordt vervangen door nieuw artikel 2 §4:

In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen een houten vlinder met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 vlinder per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum op de begraafplaats Kloosterheide. Na versiering van de vlinder kan deze op afspraak opgehangen worden in de herdenkingsboom.

 

Artikel 27 uit het huidig reglement:

De bloemen en planten, die op de graven of bij de nis zijn geplaatst of zich op de strooiweide bevinden, moeten in goede staat worden onderhouden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om verwelkte kransen, bloemen, planten en bloempotten, te verwijderen.

 

Kransen uit kunststof dienen 1 maand na begraving, bijzetting of uitstrooiing te worden verwijderd door de belanghebbenden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal het stadsbestuur overgaan tot de verwijdering ervan.

 

wordt vervangen door nieuw artikel 27, dat wordt opgesplitst in §1 en §2:§ 1.

Gedenkstenen en nissen

De bloemen en planten die op de graven of bij de nis zijn geplaatst, moeten in goede staat worden onderhouden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om verwelkte kransen, bloemen, planten en bloempotten, te verwijderen.

 

Kransen uit kunststof dienen 1 maand na begraving of bijzetting te worden verwijderd door de belanghebbenden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal het stadsbestuur overgaan tot de verwijdering ervan.

 

§ 2. Strooiweide

Bloemen kunnen te allen tijde gelegd worden bij de muur onder de naamplaatjes. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om deze te verwijderen.

 

Op de strooiweide mogen bloemen gelegd worden tot 2 weken na de asverspreiding. Als ze binnen deze periode reeds afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om ze te verwijderen.

 

Wanneer bloemen op de strooiweide gelegd worden na de periode van 2 weken na de asverspreiding, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om deze te verwijderen.

 

Het betreden van de strooiweide is niet toegelaten voor onbevoegden.

 

Artikel 33 uit het huidig reglement:

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat uitgestrooid worden op de daartoe voorziene percelen door middel van een strooitoestel dat alleen door de stedelijke aangestelde mag bediend worden.

 

§ 2. Aan de strooiweide op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een gedenkteken voorzien waarop, na een uitstrooiing, een naamplaatje ter nagedachtenis van de overledene kan worden gemonteerd.

 

Dit naamplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden.

 

Dit naamplaatje moet besteld en betaald worden uiterlijk bij de aangifte van het overlijden bij het team dienstverlening van de stad door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

 

De montage van het naamplaatje gebeurt door de grafmaker. Elk naamplaatje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum, op het gedenkteken aanwezig. Na het verstrijken van de periode van de eerste tien jaar kan het naamplaatje verlengd worden door de belanghebbende en dit zal bevestigd worden op een apart gedenkteken. Het naamplaatje zal gedurende 10 jaar blijven hangen op dit gedenkteken.

Indien er geen verlenging gebeurt, zal na het verstrijken van de periode van minstens tien jaar het naamplaatje worden verwijderd door de grafmaker en worden bewaard door de stad.

 

Na afspraak kan een belanghebbende het naamplaatje in ontvangst nemen en bewaren.

 

wordt vervangen door nieuw artikel 33:

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat uitgestrooid worden op de daartoe voorziene percelen.

        Begraafplaats Kloosterheide:

        “de oude strooiweide” (de strooiweide bij het columbarium)

        “tuin calluna” (de strooiweide aan de achterzijde van het afscheidscentrum

        Begraafplaats Beekstraat:

        de strooiweide

 

De asverspreiding gebeurt door middel van een strooitoestel dat alleen door de stedelijke aangestelde mag bediend worden.

 

§ 2. Aan de strooiweide op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een gedenkteken voorzien waarop, na een uitstrooiing, een naamplaatje ter nagedachtenis van de overledene kan worden gemonteerd.

 

Dit naamplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden.

 

Dit naamplaatje moet besteld en betaald worden uiterlijk 2 weken na de asverspreiding bij het team dienstverlening van de stad door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

 

De montage van het naamplaatje gebeurt door de grafmaker. Elk naamplaatje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum, op het gedenkteken aanwezig. Na het verstrijken van de periode van de eerste tien jaar kan het naamplaatje verlengd worden door de belanghebbende en dit zal bevestigd worden op een apart gedenkteken. Het naamplaatje zal gedurende 10 jaar blijven hangen op dit gedenkteken.

 

Indien er geen verlenging gebeurt, zal na het verstrijken van de periode van minstens tien jaar het naamplaatje worden verwijderd door de grafmaker en worden bewaard door de stad.

 

Na afspraak kan een belanghebbende het naamplaatje in ontvangst nemen in het afscheidscentrum op de begraafplaats Kloosterheide en bewaren.

 

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de gecoördineerde versie van het politiereglement op de begraafplaatsen, zoals als bijlage toegevoegd, goed te keuren.

 

 

Bijlage:

 

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

 

I. Algemene bepalingen

 

Artikel 1: begraafplaatsen

Onderhavig reglement heeft betrekking op de begraafplaatsen:

        Kloosterheide, gelegen te Kesselsesteenweg 97, 2500 Lier

        Mechelsesteenweg, gelegen te Mechelsesteenweg 105-107, 2500 Lier

        Beekstraat, gelegen te Beekstraat, 2500 Koningshooikt.

 

Artikel 2: inrichting van de begraafplaatsen

§ 1. Enkel de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat beschikken over een columbarium, een strooiweide en een urnenveld.

 

§ 2. Op de begraafplaats Mechelsesteenweg is enkel nog begraving in een bestaande concessie mogelijk.

 

Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte graftekens.

 

§ 3. Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.

 

        Op de begraafplaats Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk), de ‘vlindertuin’, afgesloten van de andere secties door middel van beplanting. In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven, een kinderurnenveld en een herdenkingsboom.

 

Op de plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

        Op de begraafplaats Beekstraat is er in de kindersectie (sectie F) plaats voor kindergraven, het begraven van foetussen (in opmaak) en een herdenkingsboom.

 

Op de plaats voor kindergraven mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de plaats voor foetussen mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. Deze begraving is anoniem.

 

§ 4. In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen een houten vlinder met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 vlinder per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum op de begraafplaats Kloosterheide. Na versiering van de vlinder kan deze op afspraak opgehangen worden in de herdenkingsboom.

 

 

§ 5. Enkel op de begraafplaats Kloosterheide is een urnenbos voorzien. Vanaf ingebruikname kunnen hier uitsluitend biologisch afbreekbare urnen begraven worden. Het is niet mogelijk een concessie te nemen in het urnenbos. Er mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden.

Behalve op het daartoe voorziene wandelpad is het verboden het urnenbos te betreden met uitzondering van het personeel van de begraafplaats

 

Artikel 3: definities

Voor de toepassing van huidig reglement wordt verstaan onder:

        Begraven: elk stoffelijk overschot in een kist, lijkwade of asurne, dat wordt gelegd in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld. Het kan gaan om zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde grond.

        Concessie: overeenkomst tussen de stad en de concessiehouder waarbij de stad een grond of nis ter beschikking stelt voor begraving of bijzetting in het columbarium van een persoon, die als begunstigde wordt aangeduid door de concessiehouder of voor de duur van de thuisbewaring. Er is geen eigendomsoverdracht van de grond of nis. Het betreft slechts een gebruiksrecht, dat verleend wordt tegen betaling voor een welbepaalde termijn. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar

        Hernieuwing van een concessie: de verlenging van een concessie voor een begraving- of bijzettingtermijn of voor de duur van de thuisbewaring voor een welbepaalde periode na betaling van een welbepaald bedrag

        Geconcedeerde grond/ nis: grond of nis in het columbarium, waarop voor een welbepaalde termijn tegen betaling van een bepaald bedrag een concessie wordt genomen door een concessiehouder voor de begraving of bijzetting van de begunstigde van de concessie.

        Niet-geconcedeerde grond/nis: gratis begraven zonder concessie in een grafkuil, grafkelder, het urnenveld, het urnenbos of gratis bijzetting in een nis van het columbarium

        Verstrooien van as: het uitstrooien van de as na crematie op de strooiweide

        Bijzetten in een nis van het columbarium: de asurne plaatsen in een gesloten nis van het columbarium. Het gaat zowel om geconcedeerde als niet-geconcedeerde nissen.

 

II. Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan

 

Artikel 4:

Elk overlijden in de gemeente wordt zonder verwijl aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

 

Artikel 5:

Diegenen, die voor de begraving instaan, regelen met het stadsbestuur de formaliteiten betreffende de begraving. Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.

 

Artikel 6:

Tot kisting mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand, op voorlegging van het daartoe nodige doktersattest. De burgemeester of zijn gemachtigde mogen de kisting bijwonen.

 

Artikel 7:

§ 1 De stoffelijke overschotten moeten ofwel in een doodskist ofwel in een lijkwade geplaatst worden.

In een doodskist mag slechts één stoffelijk overschot worden geplaatst.

In een lijkwade mag eveneens slechts één stoffelijk overschot worden bewaard.

 

§ 2 Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de doodskist na de kisting niet meer geopend worden.

 

Artikel 8:

Zo de overledene een implantaat draagt dat werkt op een batterij, moet deze batterij worden verwijderd voor de begraving of de crematie door of ten laste van de begrafenisondernemer.

 

III. Lijkenvervoer

 

Artikel 9:

Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang van het geval, onderworpen aan de formaliteiten, vermeld in:

        het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland;

        het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft;

        het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land dat niet bedoeld wordt in a) of b). Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid.

 

IV. Manieren van lijkbezorging

 

Artikel 10:

De hiernavermelde mogelijkheden van lijkbezorging zijn mogelijk:

        begraving van het stoffelijk overschot (kist of lijkwade) op de begraafplaats van de stad

        begraving van een asurn op de begraafplaats van de stad

        bijzetting van de asurn in het columbarium

        uitstrooiing van de as op een daartoe bestemd perceel op de begraafplaats

        uitstrooiing van de as op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee

        begraving van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats

        uitstrooiing van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats

        bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats

 

V. Begravingen – bijzettingen - uitstrooien

 

Artikel 11:

§1. Het eventueel verschuldigd zijn van een belasting voor de begraving, bijzetting of uitstrooiing wordt in een afzonderlijk reglement door de gemeenteraad vastgelegd.

 

Artikel 12: toelating ambtenaar burgerlijke stand

Geen begraving, bijzetting of uitstrooiing mag geschieden alvorens door een geneesheer een attest van overlijden en door de ambtenaar van de burgerlijke stand de toelating is afgeleverd.

 

Artikel 13: tijdstip van begraving, bijzetting of uitstrooiing

§ 1. Bij het bezorgen van de stoffelijke overschotten op de stedelijke begraafplaatsen moet de grafmaker ten minste 1 werkdag vooraf gewaarschuwd zijn door middel van het daartoe bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een bijzetting in het columbarium of een uitstrooiing en 3 werkdagen indien het gaat om een bijzetting in een grafkelder. Die verplichting rust bij de belanghebbende of diens gemachtigde.

 

§ 2. Op de weekdagen, maandag tot en met vrijdag, kan er begraven worden vanaf 9u tot ten laatste 14.30u

Begravingen of bijzettingen in het columbarium, urnenveld, urnenbos en uitstrooiingen kunnen gebeuren vanaf 9u tot ten laatste 16u.

 

§ 3. Op zaterdag kan er begraven, bijgezet of uitgestrooid worden vanaf 9u tot ten laatste 13u.

 

§ 4. Op de niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor Nieuwjaar, en op de dagen goedgekeurd door het schepencollege kan er slechts begraven, bijgezet of uitgestrooid worden tussen 9 en 13 uur.

 

§ 5. Er kunnen geen begravingen, bijzettingen of uitstrooiingen plaatsvinden op volgende tijdstippen:

        Zondagen

        Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november , 2 november, 11 november, 25 december, 26 december

        De dag(en) die jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen

 

Artikel 14: plan begraafplaatsen

De begravingen , bijzettingen en uitstrooiingen worden volgens plan, in regelmatige volgorde, uitgevoerd door de daartoe door het stadsbestuur aangestelde personen.

Dit plan wijst de percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelders, kindergraven, kinderurnenveld, vlinderheuvel, urnenveld, urnenbos, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium en de uitstrooiing op de strooiweide.

 

De begraving, bewaring in het columbarium of uitstrooiing van de as op de stedelijke begraafplaatsen met nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan, wordt opgetekend in een elektronisch register dat bijgehouden wordt door de stad op de begraafplaats Kloosterheide. Voor de uitstrooiing van de as beperkt de aanduiding van de plaats zich tot de vermelding van de strooiweide.

 

Artikel 15: grafkuilen

§ 1. De grafkuilen voor volwassen personen hebben naar wettelijke normen een minimum diepte van 1.50 m een lengte van 2.10 m en een breedte van 0.80 m.

 

§ 2. De grafkuilen voor kinderen beneden de 7 jaar hebben een minimum diepte van 1.50 m, een lengte van 1.30 m en een breedte van 0.50 m.

 

§ 3. In geval slechts 1 doodskist of lijkwade is toegestaan, dient een laag grond van ten minste 65 cm boven de kist of lijkwade te worden aangebracht.

 

§4. In het geval meerdere doodskisten of lijkwades zijn toegestaan, moet boven iedere doodskist of lijkwade een laag grond van ten minste 30 cm dikte worden aangebracht. Boven de bovenste doodskist of lijkwade bevindt zich een laag grond van ten minste 65 cm.

 

§ 5. De kuilen in het urnenveld hebben een diepte van minimaal 0,60 m.

 

§ 6. De afstand tussen de doodskisten of lijkwaden bedraagt minstens 60 cm.

 

§7. Aan een grafkuil mogen geen milieutoxische stoffen worden toegevoegd.

 

Artikel 16: begraving, bijzetting in een niet-geconcedeerde grond of nis

Begraving of bijzetting in het columbarium in een niet-geconcedeerde grond of nis is enkel toegelaten op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat, waarbij:

        ofwel een grafkuil of in het urnenveld slechts 1 kist of 1 lijkwade of 1 urne mag bevatten

        ofwel een nis in het columbarium slechts 1 urne mag bevatten

 

Artikel 17: begraving, bijzetting in een geconcedeerde grond of nis

§ 1.Begraving of bijzetting in het columbarium in een geconcedeerde grond of nis is toegelaten:

 

Ingeval van begraving mag de grafkuil het volgende bevatten:

        ofwel 3 kisten of lijkwaden + 1 urne;

        ofwel 2 kisten of lijkwaden + 2 urnen;

        ofwel 1 kist of lijkwade + 3 urnen;

        ofwel maximaal 4 urnen.

 

In geval van begraving in het urnenveld mag dit het volgende bevatten:

-op de begraafplaats Beekstraat:

        het urnenveld aangeduid met uv: maximaal 4 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn: maximaal 4 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn2: maximaal 2 urnen

-op de begraafplaats Kloosterheide:

        het urnenveld aangeduid met uv: maximaal 4 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn1: maximaal 2 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn2: maximaal 2 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn2bis: maximaal 4 urnen

 

Bij een concessie voor meerdere personen mogen deze naast elkaar worden begraven indien dit technisch mogelijk is. In dat geval mag het grafteken geplaatst worden over de twee of meerdere grafkuilen.

 

Ingeval van bijzetting in het columbarium mag een nis het volgende bevatten:

        op de begraafplaats Kloosterheide : maximaal 4 urnen

        op de begraafplaats Beekstraat : maximaal 2 urnen

 

VI. Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden

 

Artikel 18: graftekens

§ 1. Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn/haar verwanten zich ertegen verzetten, heeft iedereen het recht op het graf van zijn verwanten of vrienden een grafteken te laten plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder.

Onder een grafteken wordt verstaan: grafsteen, een grafmonument, afdekplaat, confessionele of niet-confessionele symbolen (kruisen,…).

In het urnenbos mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden

 

§ 2. Het is niet toegestaan graftekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren. De kleur van de graftekens dient neutraal en niet opzichtig te zijn.

 

§ 3. De graftekens mogen volgende afmetingen niet overschrijden.

Gewone graven:

        voor een graf van 2 m²: maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 1,70 m, maximale breedte: 0,70 m

        voor een graf van 4 m²: zelfde hoogte en lengte, maximale breedte: 1,70 m.

        voor de secties op het plan van de begraafplaats Kloosterheide: Aa, Bb, Hh, Gg, en op het plan van de begraafplaats Beekstraat: Aa en Bb, met uitzondering van de kindergraven, wordt de maximale lengte gebracht op 2 m en de breedte op 0,90 m. De hoogte blijft hetzelfde.

        voor de secties Cc, Dd, Ee en Ff op het plan van de begraafplaats Kloosterheide en de sectie Ee op het plan van de begraafplaats Beekstraat zijn er enkel nog staande rugstukken toegelaten met de volgende afmetingen: grondplaat 1,00 m X 0,50 m – sokkel en rug: maximale hoogte: 0,90 m en maximale breedte: 0,80 m

 

Kindergraven:

        voor een kindergraf (1 m²): maximale hoogte: 0,60 m, maximale lengte: 1 m, maximale breedte: 0,50 m.

 

Grafkelders:

        graftekens bovenop kelders : maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 2 m, maximale breedte: 0,90 m

 

Artikel 19: kennisgeving oprichten graftekens

Voor het oprichten van een grafteken dient een schriftelijke kennisgeving gedaan te worden aan de Burgemeester of zijn gemachtigde. Aan deze kennisgeving dient een getekende schets van het te plaatsen grafteken (in tweevoud) te worden bijgevoegd met vermelding van de afmetingen en opschriften. De aanvraag moet verder de volgende informatie bevatten:

        Naam en voornaam van de overledene

        Plaats en datum van geboorte en overlijden

        Naam van de begraafplaats

        Inlichtingen over de afmetingen van het grafteken en de aard van de gebruikte materialen

        Naam en volledig adres van de kennisgever

        Naam en volledig adres van de steenkapper, belast met het plaatsen van het grafteken.

 

Artikel 20: wijze van oprichting van de graftekens en andere werkzaamheden:

§ 1. Graftekens mogen enkel opgericht worden na afspraak met de grafmaker minstens 2 werkdagen op voorhand. Voor overige werken, ondermeer afbreken van graftekens, dient eveneens een afspraak te worden gemaakt met de grafmaker.

Na afspraak met de grafmaker, is het toegelaten werken op de begraafplaatsen uit te voeren op volgende tijdstippen:

        elke weekdag (maandag tot en met vrijdag) tussen 8u en 16u

        zaterdag tussen 8 u en 13u

 

§ 2. Het uitvoeren van werken is echter niet toegelaten op volgende tijdstippen:

        niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor Nieuwjaar.

        Zondagen

        Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari , paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 2 november, 11 november, 25 december, 26 december,

        Eén week voor Allerheiligen

        De dag(en) dat een teambuilding wordt gehouden, jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen

 

§ 3. Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.

 

De aanvoer mag niet groter zijn dan wat dagelijks kan verwerkt worden. De materialen worden bijeengebracht op de plaats door de grafmaker aangeduid.

 

§ 4. De graftekens moeten zodanig opgericht worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven.

Het rechtstaande gedeelte van de graftekens dient om veiligheidsredenen, loodrecht te worden opgericht en geplaatst op een stevige fundering.

 

In de secties Aa, Bb, Gg en Hh van de begraafplaats Kloosterheide en de secties Aa en Bb van de begraafplaats Beekstraat, met uitzondering van de kindergraven, dienen de graftekens te worden geplaatst op een betonnen kader van 1m op 2m, bevestigd op 4 palen.

 

§ 5. Ingeval van uitgravingen voor het verrichten van welk werk ook en zo deze uitgravingen gevaar voor het publiek kunnen opleveren, dient de plaats waar de werken uitgevoerd worden, visueel te worden afgeschermd voor het publiek.

 

§ 6. Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaatsen worden achtergelaten.

Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling, wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de achtergelaten materialen op risico en kosten van de overtreder.

 

§ 7. De uitvoerder van de werken dient de nodige maatregelen te treffen om alle ongevallen te voorkomen. Elke beschadiging dient dadelijk gemeld te worden aan de grafmaker. De uitvoerder van de werken zal instaan voor de eventuele herstelling en/of vergoeding, in samenspraak met de eigenaar van het beschadigde goed.

 

§ 8. Zware voertuigen moeten zoveel mogelijk op de verharde banen van de begraafplaatsen rijden. Wanneer zware steenblokken dienen vervoerd te worden over de zandwegen, dient dit te gebeuren zonder deze wegen te beschadigen. Schade veroorzaakt aan verharde of niet-verharde wegen moet vergoed worden aan de stad.

 

Artikel 21: bestemming graftekens van geconcedeerde of niet-geconcedeerde graven of nissen, welke niet worden hernieuwd

Tenzij de graftekens door de eigenaar of, bij overlijden van de eigenaar, door zijn erfgenamen zijn verwijderd vanaf de aanplakking tot de respectievelijke vervaldag, worden de graftekens eigendom van de stad in volgende gevallen:

        er wordt geen concessie aangevraagd na het verstrijken van de periode van 10 jaar van een niet-geconcedeerde begraving of bijzetting

        de concessie wordt niet hernieuwd na het verstrijken van de periode van een geconcedeerde begraving of bijzetting.

 

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens, welke eigendom zijn geworden van de stad.

 

Artikel 22: bestemming graftekens na vervroegde beëindiging van de concessie

§ 1. Indien de gemeenteraad een vervroegde beëindiging van de concessie toestaat conform het geldende huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen, heeft de eigenaar van het grafteken of, bij overlijden van de eigenaar, zijn erfgenamen een termijn van 6 maanden om het grafteken te verwijderen. Deze termijn gaat in vanaf de kennisgeving van het besluit van de gemeenteraad tot vervroegde beëindiging van de concessie.

 

§ 2. Indien het grafteken door de eigenaar of zijn erfgenamen niet is verwijderd binnen de termijn vermeld onder artikel 22 § 1 , wordt het grafteken eigendom van de stad.

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens, welke eigendom zijn geworden van de stad.

 

Artikel 23: verplaatsen of wegnemen van graftekens

Graftekens mogen enkel verplaatst of weggenomen worden mits toelating van:

        de burgemeester of haar gemachtigde

        of de persoon op wiens verzoek het grafteken werd geplaatst of, zo deze in de onmogelijkheid verkeert zijn toestemming te verlenen, mits toelating van zijn/haar erfgenamen Voor de wijze van uitvoering van deze werkzaamheden wordt verwezen naar artikel 20 van huidig reglement.

 

Artikel 24: wijze van beplanting en afwerking van het graf

§ 1. In samenspraak met de grafmaker mogen kleine plantjes met een maximale groeihoogte van 50 cm en zonder diepgaand wortelgestel aangeplant worden. Dit dient te gebeuren binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen, doch nooit naast of achter het grafteken. De planten mogen zeker de naburige graven niet overgroeien.

 

§ 2. Hoogstammige bomen of coniferen zijn verboden.

 

§ 3. Losse steentjes mogen binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen gestrooid worden, maar op een manier waarbij zij nooit op de naburige graven of op de weg terecht kunnen komen.

 

§ 4. Boordstenen zijn toegelaten, wederom binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen.

 

§ 5. Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden.

 

§ 6. Het is verboden om het gras rondom de graven te verwijderen of te beschadigen door onder meer kuilen te graven. Indien het gras verwijderd of beschadigd wordt, zal de Stad dit op kosten van de overtreder herstellen.

 

Het is toegelaten om voor het graf een bloempot te zetten in een houder. Dit mag enkel de periode rond Allerheiligen. Rekening houdend met de weersomstandigheden zullen de bloemen verwijderd worden op 1 december. De bloempothouders die zich met Pasen nog voor de grafzerk bevinden zullen verwijderd worden.

 

§ 7 Het is toegestaan aan de grafmakers om overtredingen op artikel 24 § 1 tot en met 6 te regulariseren indien dit hun werkzaamheden verhindert.

 

VII. Onderhouden van de graven

 

Artikel 25: algemeen onderhoud

De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven.

 

Artikel 26: onderhoud van de graftekens

§ 1. De graftekens moeten onderhouden worden zodat de veiligheid en doorgang niet wordt belemmerd en dat er geen schade wordt veroorzaakt aan de aangrenzende graftekens en graven.

 

§ 2. De scheefstaande en omgevallen graftekens moeten door toedoen van de belanghebbenden of nabestaanden opnieuw recht gezet of verwijderd worden.

 

§ 3. Het opkuisen van de graftekens mag niet meer gebeuren op Allerheiligen.

 

Artikel 27: onderhoud grafversieringen – beplantingen

§ 1. Gedenkstenen en nissen

De bloemen en planten die op de graven of bij de nis zijn geplaatst, moeten in goede staat worden onderhouden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om verwelkte kransen, bloemen, planten en bloempotten, te verwijderen.

 

Kransen uit kunststof dienen 1 maand na begraving of bijzetting te worden verwijderd door de belanghebbenden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal het stadsbestuur overgaan tot de verwijdering ervan.

 

§ 2. Strooiweide

Bloemen kunnen te allen tijde gelegd worden bij de muur onder de naamplaatjes. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om deze te verwijderen.

 

Op de strooiweide mogen bloemen gelegd worden tot 2 weken na de asverspreiding. Als ze binnen deze periode reeds afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om ze te verwijderen.

 

Wanneer bloemen op de strooiweide gelegd worden na de periode van 2 weken na de asverspreiding, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om deze te verwijderen.

 

Het betreden van de strooiweide is niet toegelaten voor onbevoegden.

 

 

Artikel 28: verwaarlozing

§ 1. Wanneer een geconcedeerd graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing opgesteld door de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij nietherstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende nabestaanden.

Het college van burgemeester en schepenen regelt de bestemming van de graftekens.

 

§ 2. In het geval verwaarlozing wordt vastgesteld conform artikel 28 § 1 kan het college van burgemeester en schepenen een einde stellen aan het recht op concessie.

 

Artikel 29: aansprakelijkheid bij schade

Zolang er geen einde is gekomen aan de concessie, blijft de eigenaar van de graftekens aansprakelijk voor schade, die wordt berokkend aan derden.

 

VII. Crematie – urnenveld – columbarium – asverstrooiing – urnenbos

 

Artikel 30: algemeen

§ 1. De as van de gecremeerde lijken kan in urnen worden geplaatst, die op de begraafplaatsen:

        worden begraven

        worden bijgezet in een columbarium in gesloten nissen

 

§ 2. De as van de gecremeerde lijken kan uitgestrooid worden:

        op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats door middel van een strooitoestel

        op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee volgens de geldende reglementering

 

§ 3. Indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of, bij gebrek aan schriftelijke bepaling door de overledene, op gezamenlijk verzoek, vooraleer de crematie plaatsvindt, van zowel de echtgenoot of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde als van alle bloed- of aanverwanten van de eerste graad of, indien het om een minderjarige gaat, op verzoek van de ouders of voogd, kan de as van gecremeerde lijken:

        worden uitgestrooid of begraven op een andere plaats dan de begraafplaats. Deze uitstrooiing of begraving kan evenwel niet gebeuren op openbaar domein, uitgezonderd de begraafplaats. Indien het een terrein betreft dat niet eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande, schriftelijke toestemming vereist van de eigenaar van het betrokken terrein. De asverstrooiing of de begraving van de as gebeurt aansluitend op de crematie.

        In een urne ter beschikking gesteld worden van de nabestaanden om te worden bewaard op een andere plaats dan de begraafplaats. Indien er een eind komt aan de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats, wordt de as door toedoen van de nabestaande , die er de zorg voor heeft of zijn erfgenamen in geval van diens overlijden, ofwel naar een begraafplaats gebracht om er begraven, in een columbarium bijgezet of uitgestrooid te worden ofwel uitgestrooid te worden op een aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee. De persoon, die de as in ontvangst neemt, is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen.

 

§ 4. Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 30 § 1 kan, op verzoek van de echtgenoot of de feitelijk samenwonende partner en van de bloed- of aanverwanten in eerste graad, een gedeelte van de as van het gecremeerde lijk aan hen worden meegegeven. Dit kan enkel als hierover geen andersluidende schriftelijke wilsverklaring is van de overledene.

 

Artikel 31: urnenveld

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen in het urnenveld.

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uv op het plan van de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,70 m x 0,70 m en 5 cm dik. Rondom de plaat wordt een boordsteen in arduin gelegd van 5 cm breed en 5 cm dik.

 

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn1 en Uvn2 en Uvn2bis op het plan van de begraafplaats Kloosterheide moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,60 m x 0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.

 

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn op het plan van de begraafplaats Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,60 m x 0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.

 

De afmetingen van de afdekplaat voor de urnenveld aangeduid met de letters Uvn1, Uvn2, Uvn2bis en Uvn worden toegepast wanneer het urnenveld aangeduid met de letters Uv volzet is.

 

Bij voorkeur wordt deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met opschriften in witte of grijze letters. De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na begraving van de eerste overledene worden geplaatst door de nabestaanden. Losse steentjes rond de afdekplaten worden door de stad aangevuld.

 

§ 2. Grafversieringen moeten worden geplaatst binnen de afmetingen van de afdekplaat en niet rondom.

 

Artikel 32: columbarium

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen, die in een gesloten nis van het columbarium van de begraafplaats bijgezet worden.

Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente afgesloten.

 

De nis moet afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen:

        op de begraafplaats Kloosterheide: breedte 0,64 m x hoogte 0,53 m

        op de begraaplaats Beekstraat: breedte 0,30 m x hoogte 0,34 m

 

Deze afmetingen kunnen licht afwijken waardoor het aan te raden is eerst te meten alvorens de plaat te maken.

 

Bij voorkeur worden deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met opschriften in witte of grijze letters.

 

De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na bijzetting van de eerste overledene worden geplaatst door de nabestaanden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal de stad de plaat laten plaatsen op kosten van de nabestaanden.

 

§ 2. Kleine ornamenten, zoals bloemenvaasjes, moeten worden geplaatst binnen de afmetingen van de afdekplaat en niet rondom.

 

Artikel 33 : strooiweide – naamplaatje

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat uitgestrooid worden op de daartoe voorziene percelen.

        Begraafplaats Kloosterheide:

        “de oude strooiweide” (de strooiweide bij het columbarium)

        “tuin calluna” (de strooiweide aan de achterzijde van het afscheidscentrum

        Begraafplaats Beekstraat:

        de strooiweide

 

De asverspreiding gebeurt door middel van een strooitoestel dat alleen door de stedelijke aangestelde mag bediend worden.

 

§ 2. Aan de strooiweide op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een gedenkteken voorzien waarop, na een uitstrooiing, een naamplaatje ter nagedachtenis van de overledene kan worden gemonteerd.

 

Dit naamplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden.

 

Dit naamplaatje moet besteld en betaald worden uiterlijk 2 weken na de asverspreiding bij het team dienstverlening van de stad door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

 

De montage van het naamplaatje gebeurt door de grafmaker. Elk naamplaatje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum, op het gedenkteken aanwezig. Na het verstrijken van de periode van de eerste tien jaar kan het naamplaatje verlengd worden door de belanghebbende en dit zal bevestigd worden op een apart gedenkteken. Het naamplaatje zal gedurende 10 jaar blijven hangen op dit gedenkteken.

 

Indien er geen verlenging gebeurt, zal na het verstrijken van de periode van minstens tien jaar het naamplaatje worden verwijderd door de grafmaker en worden bewaard door de stad.

 

Na afspraak kan een belanghebbende het naamplaatje in ontvangst nemen in het afscheidscentrum op de begraafplaats Kloosterheide en bewaren.

 

 

Artikel 34: Urnenbos

Enkel op de begraafplaats Kloosterheide is een urnenbos voorzien.

Vanaf ingebruikname kunnen hier uitsluitend biologisch afbreekbare urnen begraven worden. Het is niet mogelijk een concessie te nemen in het urnenbos.

Er mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden. Behalve op het daartoe voorziene wandelpad is het verboden het urnenbos te betreden met uitzondering van het personeel van de begraafplaats

 

IX. Vlinderheuvel

Artikel 35: begraving

Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap.

De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

Artikel 36: tegeltje

Op de vlinderheuvel kan ter nagedachtenis een tegeltje worden geplaatst, waarop enkel een figuurtje en de geboortedatum worden vermeld. Elk tegeltje heeft volgende afmetingen:

150/150/10 mm. Voor het figuurtje is er keuze uit volgende vier afbeeldingen: beertje, bloemetje, vlindertje en zonnetje.

 

Dit tegeltje moet besteld en betaald worden bij het team dienstverlening van de stad door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

 

De plaatsing van het tegeltje gebeurt door de grafmaker. Elk tegeltje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de geboortedatum, aanwezig op de vlinderheuvel.

Na het verstrijken van de periode van minstens 10 jaar wordt het tegeltje verwijderd door de grafmaker en bewaard door de stad.

Na afspraak kan een belanghebbende het tegeltje in ontvangst nemen en bewaren.

 

Artikel 37: geen ornamenten

Op de vlinderheuvel mogen geen ornamenten of versieringen worden geplaatst.

 

X. Speciale begravingen

 

Artikel 38: ereperken

Op de begraafplaatsen zijn ereperken voorzien, waar politieke gevangenen en oudstrijders begraven liggen.

 

Het onderhoud van deze perken valt ten laste van de stad.

 

Artikel 39: veld van eer en andere graven

§ 1. Op de begraafplaatsen bevinden zich graven van de oudstrijders, die stierven op het veld van eer en die zich niet in de ereperken bevinden.

Het onderhoud van deze graven valt ten laste van de nabestaanden.

 

§ 2. De nabestaanden staan in voor het onderhoud van de graven van alle andere oudstrijders, krijgsgevangenen, politieke gevangenen, arbeidsweigeraars, oorlogsvrijwilligers, gedeporteerden, militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers met een invaliditeit van meer dan 10%.

 

XI. Opgravingen

 

Artikel 40: definitie

Onder opgraving wordt verstaan

        ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot of een asurne met de bedoeling te herbegraven of, in het geval van een stoffelijk overschot, te cremeren

        ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot in het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats en deze eventueel in een knekelput samen te brengen

        ofwel een asurne te verwijderen uit het columbarium, het urnenveld of een graf en er een bestemming aan te geven conform artikel 10 van huidig reglement

 

Artikel 41: toelating of weigering door de burgemeester

§ 1. Behoudens de opgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen of opgravingen in het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats, mag een opgraving van een stoffelijk overschot of een asurn enkel mits een voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde.

Het verlenen tot toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen of omwille van vroegtijdige bewaring van de asurne thuis.

Het recht verschuldigd bij de opgraving wordt vastgesteld in een belastingreglement. Alle kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

§ 2. Als het stoffelijk overschot of de asurne in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente, vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven.

 

§ 3. De aanvraag tot opgraving dient door de belanghebbende schriftelijk te worden gericht aan de burgemeester.

 

De burgemeester of zijn/haar afgevaardigde beoordeelt in een gemotiveerde beslissing of er ernstige redenen aanwezig zijn of indien het gaat om een vroegtijdige thuisbewaring en houdt daarbij rekening met volgende principes:

        enerzijds het eerbied voor de nagedachtenis van de overledenen

        anderzijds het handhaven van de openbare orde, die voorgaat op de particuliere belangen

 

§ 4. De opgraving van een stoffelijk overschot kan geweigerd worden om volgende redenen:

        het is technisch onmogelijk

        omwille van volksgezondheid en hygiëne

 

§ 5. Indien de opgraving van een kist betrekking heeft op het stoffelijk overschot van een persoon, die overleden is ten gevolge van een besmettelijke ziekte, kan de burgemeester bijzondere maatregelen opleggen of de toelating weigeren om redenen van volksgezondheid.

 

Artikel 42: modaliteiten voor de opgraving

§ 1. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd:

        Dag en uur waarop de opgraving zal geschieden worden in overleg met de grafmaker van de begraafplaatsen vastgesteld

        Het grafteken, de beplantingen en andere voorwerpen, die het openleggen van het graf bemoeilijken of beletten, moeten verwijderd worden door toedoen van de aanvrager vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan

        Tenminste één werkdag voor de opgraving van een kist dient de aanvrager een houten kist te bezorgen aan de grafmaker om het stoffelijk overschot te bergen en te vervoeren. Om hygiënische redenen wordt namelijk niet herbegraven in een lijkwade.

        Het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil geschieden door de zorgen van de grafmakers. Indien de grafmaker zulks nodig acht zullen de aanpalende grafzerken deskundig gestut of weggenomen worden door de grafmakers en binnen de 8 dagen na de opgraving in hun oorspronkelijke staat herplaatst worden. Alle kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.

        Het openen van de nis of het perceel, het uitnemen van de urne uit de nis of het perceel en het terug sluiten van de nis of het perceel wordt uitgevoerd door de grafmaker.

        Wanneer naar aanleiding van de opgraving, wordt vastgesteld dat de asurne niet meer in goede staat is, moet deze door de aanvrager van de bewaring vervangen worden.

 

§ 2. Het graf of de nis wordt enkel geopend in aanwezigheid van de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde, een lid of afgevaardigde van de belanghebbenden en de grafmaker.

Hiervan wordt een verslag opgemaakt. Tijdens de opgraving wordt de plaats ervan visueel voor het publiek afgeschermd.

 

§ 3. Indien het op te graven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats op het grondgebied van de stad of naar dit van een andere gemeente moet overgebracht worden, is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch gesloten omhulsel te plaatsen alvorens dit mag vervoerd worden. Het ophalen en wegvoeren van een ontgraven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats moet gebeuren tijdens de werkdagen tussen 8 u en 15 u.

 

XII. Politietoezicht

 

Artikel 43: toegankelijkheid voor het publiek

De begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk:

        gedurende de periode van 1 maart tot en met 30 september: van 8 uur tot 20 uur;

        gedurende de periode van 1 oktober tot en met 11 november: van 8 uur tot 18 uur;

        gedurende de periode van 12 november tot en met 29 februari: van 9 uur tot 16 uur.

 

Afwijkingen kunnen door de burgemeester of zijn/haar gemachtigde toegestaan worden.

 

Artikel 44: vrije doorgang

Het is verboden de toegang tot en de wegen van de kerkhoven te versperren. Er dient steeds vrije doorgang aan een begrafenisstoet verleend worden.

 

Artikel 45: verbodsbepalingen op de toegankelijkheid

De toegang tot de begraafplaatsen is verboden voor:

        voertuigen, uitgezonderd de lijkwagens en volgwagens ter gelegenheid van een begrafenis, de dienstvoertuigen van de stad en de voertuigen, die grafkelders en graftekens vervoeren. Om uitzonderlijke redenen kan de burgemeester of zijn/haar gemachtigde afwijkingen toestaan. De bestuurders dienen stapvoets te rijden.

        ruiters

        bromfietsers

        fietsen en elektrische fietsen

        personen, vergezeld van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden. In deze gevallen mogen de dieren niet loslopen.

 

Artikel 46: gezag, politie, toezicht

Alle gemeentelijke begraafplaatsen vallen onder het gezag, de politie en het toezicht van de stad. De stad zorgt ervoor dat er geen wanorde heerst en dat er geen handelingen in strijd met de eerbied voor de doden worden verricht.

 

Artikel 47: gevonden voorwerpen

De op de begraafplaats gevonden voorwerpen dienen aan de grafmaker te worden overhandigd en zo nodig op het politiebureel aangegeven.

 

Artikel 48: opgraving beenderen door particulieren

Wie tengevolge van een of ander werk, beenderen opgraaft dient onmiddellijk het personeel der begraafplaatsen van dit feit op de hoogte te stellen.

 

Artikel 49: algemene verbodsbepalingen

Het is aan eenieder verboden:

        over de muren, omheiningen en hagen van de begraafplaatsen of over de hekken en latwerken van de graven te klimmen

        de wegen, gedenktekens, graftekens en voorwerpen tot versiering van de graven te beschadigen; bloemen, planten en versieringen of takken van bomen te beschadigen; de gras- en bloemperken of de strooiweide te bevuilen; de graven, graspleinen en beplantingen te betreden;

        voorwerpen van de begraafplaatsen weg te nemen zonder toelating van de grafmaker;

        binnen de omheining van de begraafplaatsen vuilnis en afval neer te leggen, tenzij het gaat om afval afkomstig van de begraafplaatsen. Dit dient gedeponeerd te worden op de daartoe bestemde plaatsen;

        om zich op de begraafplaatsen te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden

        aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren; behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening

        goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden

 

Artikel 50:

Diegene die tekort komt aan de eerbied die men de doden verschuldigd is of een van de verbodsbepalingen van dit reglement overtreedt, kan door de politie van de begraafplaatsen verwijderd worden, onverminderd de gerechtelijke vervolgingen.

 

Artikel 51:

Al de niet in dit reglement voorziene gevallen zullen door de Burgemeester beslecht worden, behoudens de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de rechtbanken vallen.

 

XIII. Strafbepalingen

 

Artikel 52:

Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze verordening bestraft met politiestraffen.

 

XIV. Slotbepalingen

 

Artikel 53:

Deze verordening treedt in werking op 01/07/2022 en vervangt deze van 25/10/2021.

 

Artikel 54:

Deze politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Artikel 55:

Afschrift van deze verordening wordt gestuurd aan de Deputatie van de provincie Antwerpen en de griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en aan deze van de Politierechtbank.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN - WIJZIGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 oktober 2021 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen.

 

Feiten en context

Op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat werden herdenkingsbomen voorzien waarin kleurrijke linten, voorzien van een persoonlijke boodschap, ter nagedachtenis van overleden kinderen kunnen opgehangen worden.

 

Om het gebruik van de herdenkingsbomen bekend te maken en om overleden kinderen te herdenken, werden op Wereld Lichtjesdag 2021 enkele linten in de bomen gehangen. Enkele maanden later zijn de linten aangetast door de weersomstandigheden: ze zijn vuil geworden en door de wind zijn ze rond de takken van de bomen gedraaid en vast komen te zitten.

 

Momenteel werden er nog geen linten door nabestaanden opgehangen waardoor er nog kan overgestapt worden op een andere werkwijze met ander materiaal. Er wordt voorgesteld om houten vlinders te voorzien die d.m.v. een draadje kunnen opgehangen worden.

 

Artikel 2 §4 uit het huidig reglement:

In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen kleurrijke linten met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 lint per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. De linten zijn blanco waardoor de ouders er nog een persoonlijke toets (tekenen, schrijven, borduren,…) kunnen aan geven vooraleer het lintje op te hangen.

 

wordt vervangen door nieuw artikel 2 §4:

In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen een houten vlinder met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 vlinder per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. Na versiering van de vlinder kan de vlinder op afspraak opgehangen worden in de herdenkingsboom.

 

Argumentatie

Aangezien de opgehangen linten na korte tijd niet meer toonbaar blijken te zijn, is het aangewezen om de regels en werkwijze rond het gebruik van de herdenkingsboom aan te passen en overweegt het college de aanpassing aan het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen voor goedkeuring aan de gemeenteraad te verzenden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de wijziging van volgend artikel van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen, zoals hierna toegevoegd, goed te keuren.

 

Artikel 2 §4 uit het huidig reglement:

In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen kleurrijke linten met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 lint per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. De linten zijn blanco waardoor de ouders er nog een persoonlijke toets (tekenen, schrijven, borduren,…) kunnen aan geven vooraleer het lintje op te hangen.

 

wordt vervangen door nieuw artikel 2 §4:

In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen een houten vlinder met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 vlinder per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. Na versiering van de vlinder kan de vlinder op afspraak opgehangen worden in de herdenkingsboom.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen, zoals als bijlage toegevoegd, goed te keuren.

 

 

Bijlage:

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

 

Artikel 1: begraafplaatsen

Onderhavig reglement heeft betrekking op de begraafplaatsen :

        Kloosterheide, gelegen te Kesselsesteenweg 97, 2500 Lier

        Mechelsesteenweg, gelegen te Mechelsesteenweg, 2500 Lier

        Beekstraat, gelegen te Beekstraat, 2500 Koningshooikt.

 

Artikel 2: inrichting van de begraafplaatsen

§ 1. Enkel de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat beschikken over een

columbarium, een strooiweide en een urnenveld.

 

§ 2. Op de begraafplaats Mechelsesteenweg is enkel nog begraving in een bestaande concessie mogelijk. Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte graftekens.

 

§ 3. Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.

 

        Op de begraafplaats Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk) de ‘vlindertuin’, afgesloten van de andere secties door middel van beplanting. In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven, een kinderurnenveld en een herdenkingsboom.

 

Op de plaats voor kindergraven en het kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

        Op de begraafplaats Beekstraat is er in de kindersectie (sectie F) plaats voor kindergraven, het begraven van foetussen (in opmaak) en een herdenkingsboom.

 

Op de plaats voor kindergraven mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de plaats voor foetussen mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. Deze begraving is anoniem.

 

§ 4. In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen een houten vlinder met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 vlinder per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. Na versiering van de vlinder kan de vlinder op afspraak opgehangen worden in de herdenkingsboom

 

§ 5. Enkel op de begraafplaats Kloosterheide wordt een urnenbos voorzien. Vanaf ingebruikname kunnen hier uitsluitend biologisch afbreekbare urnen begraven worden. Het is niet mogelijk een concessie te nemen in het urnenbos. Er mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden. Behalve op het daartoe voorziene wandelpad is het verboden het urnenbos te betreden met uitzondering van het personeel van de begraafplaats.

 

Artikel 3: definities

Voor de toepassing van huidig reglement wordt verstaan onder:

        begraven: elk stoffelijk overschot in een kist, lijkwade of asurne, dat wordt gelegd in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld. Het kan gaan om zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde grond.

        Concessie: overeenkomst tussen de stad en de concessiehouder waarbij de stad een grond of nis ter beschikking stelt voor begraving of bijzetting in het columbarium van een persoon, die als begunstigde wordt aangeduid door de concessiehouder of voor de duur van de thuisbewaring. Er is geen eigendomsoverdracht van de grond of nis. Het betreft slechts een gebruiksrecht, dat verleend wordt tegen betaling voor een welbepaalde termijn. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar

        Hernieuwing van een concessie: de verlenging van een concessie voor een begraving- of bijzettingtermijn of voor de duur van de thuisbewaring voor een welbepaalde periode na betaling van een welbepaald bedrag

        Geconcedeerde grond/nis: grond of nis in het columbarium, waarop voor een welbepaalde termijn tegen betaling van een bepaald bedrag een concessie wordt genomen door een concessiehouder voor de begraving of bijzetting van de begunstigde van de concessie.

        Niet-geconcedeerde grond/nis: gratis begraven zonder concessie in een grafkuil, een grafkelder, het urnenveld, het urnenbos of gratis bijzetting in een nis van het columbarium

        Verstrooien van as: het uitstrooien van de as na crematie op de strooiweide

        Bijzetten in een nis van het columbarium: de asurne plaatsen in een gesloten nis van het columbarium. Het gaat zowel om geconcedeerde als niet-geconcedeerde nissen.

 

Artikel 4: voorwerp

§ 1. De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurn en de bijzetting van een asurn in een columbarium kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie.

 

§ 2. De concessieaanvraag, gericht aan het college van burgemeester en schepen, vermeldt duidelijk de identiteit van de begunstigden waarvoor de concessie bestemd is. De concessie is uitsluitend bestemd voor deze begunstigden.

 

§ 3. Een wijziging van het voorwerp van de concessie kan mits toelating van het college van burgemeester en schepenen. Hiertoe richt de belanghebbende een schriftelijke aanvraag aan het college van burgemeester en schepenen.

 

§4. In geval van thuisbewaring blijft de concessie nog gedurende 2 jaar behouden en kan een lege nis, graf of urneveld het voorwerp uitmaken van een concessie.

 

Artikel 5: plaats

De concessies en niet-geconcedeerde graven en nissen worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door het stadsbestuur goedgekeurde plannen.

 

Artikel 6: termijn

De concessies worden verleend voor:

        ofwel 25 jaar;

        ofwel 50 jaar;

De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.

 

De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 7: hernieuwing

§ 1. Hernieuwing vóór het verstrijken van de termijn zonder bijzetting

De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag vóór het verstrijken van de termijn hernieuwd worden door een belanghebbende.

De duur van de hernieuwing bedraagt 10 jaar, welke aanvangt vanaf de vervaldag.

De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

 

De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.

 

§ 2. Hernieuwing vóór het verstrijken van de termijn met bijzetting

De concessie kan voor een eenzelfde termijn worden hernieuwd door een belanghebbende op uitdrukkelijke aanvraag en dit vóór het verstrijken van de termijn en naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting (bijbegraving), dus niet alleen de laatste.

De duur van de hernieuwing bedraagt respectievelijk 25 of 50 jaar, naargelang de oorspronkelijke concessietermijn, en vangt aan vanaf elke nieuwe bijzetting in de concessie.

De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

 

De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.

Als er geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van 10 jaar. Deze termijn van 10 jaar begint te lopen op datum van het overlijden van de persoon, die als laatste werd bijgezet, indien dit overlijden zich minder dan 10 jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.

§3. Hernieuwing in geval van thuisbewaring en vroegtijdige beëindiging van de concessie De concessie kan voor een duur van 2 jaar hernieuwd worden te rekenen vanaf de vroegtijdige beëindiging. De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

 

De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.

 

Artikel 8: begraafplaats Mechelsesteenweg

Op de begraafplaats Mechelsesteenweg worden door het college van burgemeester en schepenen geen nieuwe concessies meer toegestaan. Er zijn enkel nog bijzettingen in en hernieuwingen van bestaande concessies mogelijk.

Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte graftekens.

 

Artikel 9: vroegtijdige thuisbewaring van de asurne

§1. De thuisbewaring van een asurne uit een geconcedeerd columbarium, urnenveld of graf moet schriftelijk aangevraagd worden. De aanvraag tot vroegtijdige thuisbewaring wordt ingediend door de overlevende echtgeno(o)t (e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.

 

§2. De thuisbewaring van de asurne wordt bekendgemaakt aan de ingang van de begraafplaatsen en aan de betrokken nis, perceel of graf gedurende een periode van 12 maanden vanaf de dag van thuisbewaring.

 

§3. Voor de opgraving worden met de bewaarder de nodige afspraken gemaakt. De modaliteiten van de opgraving van het gemeentelijk politiereglement zijn van toepassing.

Wanneer naar aanleiding van de opgraving, wordt vastgesteld dat de asurne niet meer in goede staat is, moet deze door de aanvrager van de bewaring vervangen worden.

 

Artikel 9 bis: vroegtijdige beëindiging van de concessie

§1.De gemeenteraad is bevoegd voor de vroegtijdige beëindiging van de concessie. Dit kan mits schriftelijke aanvraag van de belanghebbende.

 

§2. De vroegtijdige beëindiging van de concessie heeft tot gevolg dat het graf blijft bestaan gedurende een termijn van 10 jaar, te rekenen van de datum van het overlijden van de persoon, die er als laatste werd begraven of bijgezet.

 

§3. Wanneer de belanghebbende de vroegtijdige beëindiging van de concessie vraagt om de asurne thuis te bewaren, heeft dit tot gevolg dat de concessie alsnog gedurende 2 jaar behouden blijft of zelfs verlengd dient te worden indien de oorspronkelijke vervaldatum van de concessie valt gedurende deze termijn van 2 jaar. Het bijhorende grafteken wordt eveneens gedurende 2 jaar behouden.

 

Artikel 10: concessie voor ereperken

Op de begraafplaatsen zijn ereperken voorzien, waar politieke gevangenen en oudstrijders begraven liggen. Deze bestaande concessies krijgen als vervaldag 50 jaar na de datum van overlijden.

 

Als eerbetoon voorziet de stad zelf ofwel in de hernieuwing van de concessies voor de duur van 10 jaar, welke aanvangt vanaf de vervaldag ofwel in een vervangend eremonument of – zuil op de begraafplaats.

De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

 

De stad onderhoudt de ereperken. Er zijn geen bijbegravingen mogelijk.

 

Artikel 11: concessie voor andere oudstrijders

Alle andere oudstrijders, krijgsgevangenen, politieke gevangenen, arbeidsweigeraars, oorlogsvrijwilligers, gedeporteerden, militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers met een invaliditeit van meer dan 10%, krijgen een begraving in een niet-geconcedeerd graf of nis voor een termijn van 20 jaar, wanneer bij de aangifte van het overlijden het bewijs wordt geleverd dat zij voldeden aan één van bovenvermelde statuten.

 

Na de vervaldag kan het niet-geconcedeerd graf worden omgezet in een concessie volgens de bepalingen van huidig reglement.

 

Artikel 12: omzetting van een niet-geconcedeerd graf/ nis naar een geconcedeerd graf/nis

Een niet-geconcedeerd graf of nis wordt behouden voor een duur van 10 jaar, met ingang van de datum van overlijden.

 

Een niet-geconcedeerd graf of nis kan na de vervaldag omgezet worden in een geconcedeerd graf of nis als volgt:

§ 1. niet-geconcedeerde graven of nissen van de personen overleden voor 01/03/ 2021:

De concessies voor 1 persoon worden verleend voor:

        ofwel 25 jaar;

        ofwel 50 jaar;

Er zijn geen bijzettingen of bijbegravingen mogelijk.

 

De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.

 

De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

 

Het oorspronkelijk perceel blijft behouden.

 

§ 2. niet-geconcedeerde graven of nissen van de personen overleden nà 01/03/2021

De concessies voor 1 persoon worden verleend voor:

        ofwel 25 jaar;

        ofwel 50 jaar;

De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.

 

De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

 

Het oorspronkelijk perceel blijft niet behouden. De concessie wordt enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door het stadsbestuur goedgekeurde plannen.

 

Voor de opgraving en verplaatsing van het stoffelijk overschot worden met de beheerder de nodige afspraken gemaakt. De modaliteiten van de opgraving van het “gemeentelijk politiereglement” en het belastingreglement op het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten of asurne om te begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld, te verstrooien op de strooiweide of te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats” zijn van toepassing.

 

Artikel 13: terugname concessie wegens openbaar belang

In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte of van een nis van dezelfde grootte, op dezelfde of op een andere begraafplaats in de stad.

 

De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of eventueel van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de stad.

 

Artikel 14: wijziging bestemming begraafplaats

In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding.

Hij heeft het recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of van een nis van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats.

De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het stadsbestuur.

 

De kosten voor de overbrenging van de graftekens, evenals de kosten van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de aanvrager.

 

Slot- en overgangsbepalingen

 

Artikel 15: eeuwigdurende concessies

De bestaande eeuwigdurende concessies krijgen een vervaldag na 50 jaar en kunnen dan door belanghebbenden kosteloos worden hernieuwd, telkens voor een termijn van 50 jaar.

 

Artikel 16: concessie voor oudstrijders overleden op het veld van eer

De bestaande concessies voor graven van de oudstrijders, die stierven op het veld van eer en die zich niet in de ereperken bevinden, kunnen steeds kosteloos worden hernieuwd voor een termijn van 10 jaar conform artikel 7 van huidig reglement.

 

Artikel 17: begravingen kloosterlingen

De kloosterlingen van de verschillende orden, welke begraven zijn vóór 17.9.2007 in nietgeconcedeerde graven, zullen in het jaar tweeduizend éénentwintig vervallen, telkens op de vervaldag van de eerst overledene kloosterling.

 

Na de vervaldag kan het niet-geconcedeerd graf worden omgezet in een concessie volgens de bepalingen van huidig reglement.

 

Artikel 18: concessies met andere termijnen

De concessies, welke in het verleden voor andere termijnen werden verleend, dan de termijnen die bepaald worden in huidig reglement, blijven behouden en kunnen op hun respectievelijke vervaldag worden hernieuwd volgens de bepalingen van huidig reglement.

 

Artikel 19

Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 20

Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op 01/07/2022 en vervangt het huishoudelijk reglement van 25/10/2021.

 

Artikel 21

Dit huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286, inzonderheid §1,1° van het Decreet Lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

REGLEMENT THUISZORGTOELAGE - WIJZIGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 27 september 2021 over de goedkeuring van het reglement van de thuiszorgtoelage na aanpassing van veranderde wetgeving.

 

Feiten en context

Op basis van de praktijkervaring en na overleg met specialisten, is het aangewezen een technische aanpassing te doen in Artikel 2. Deze aanpassing heeft geen inhoudelijke impact, en heeft louter tot doel om het reglement, binnen het 'technisch kader' van het toepassingsgebied, zo helder mogelijk op te maken.

 

Oorspronkelijk artikel 2:

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Ouderen: minstens 60 jaar oud zijn

Hulpbehoevend: Een attest van een erkende thuiszorgdienst of mutualiteit waaruit blijkt dat de zorgbehoevende:

*Score 12/30 voor de hele BelRAI Screener en geen 6/12 of meer op ADL/IADL

*Score 5/12 voor de modules ADL én IADL (opgeteld) en geen 13/30 of meer voor de hele BelRAI Screener

*Score 3 óf 4/6 op de module Cognitie én geen 13/30 of meer voor de hele BelRAI Screener én geen 6/12 of meer op ADL & IADL

 

Vernieuwd artikel 2:

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Ouderen: minstens 60 jaar oud zijn

Hulpbehoevend: Een attest van een erkende thuiszorgdienst of mutualiteit waaruit blijkt dat de zorgbehoevende een BelRai score heeft van ofwel :

        Totaalscore van 12/30 ofwel

        5/12 Voor de scores van ADL én IADL ofwel

        Score 3 óf 4/6 op de module Cognitie

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de wijziging van onderstaand artikel van het reglement thuiszorgtoelage, goed te keuren:

 

Oorspronkelijk artikel 2:

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Ouderen: minstens 60 jaar oud zijn

Hulpbehoevend: Een attest van een erkende thuiszorgdienst of mutualiteit waaruit blijkt dat de zorgbehoevende:

*Score 12/30 voor de hele BelRAI Screener en geen 6/12 of meer op ADL/IADL

*Score 5/12 voor de modules ADL én IADL (opgeteld) en geen 13/30 of meer voor de hele BelRAI Screener

*Score 3 óf 4/6 op de module Cognitie én geen 13/30 of meer voor de hele BelRAI Screener én geen 6/12 of meer op ADL & IADL

 

Vernieuwd artikel 2:

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Ouderen: minstens 60 jaar oud zijn

Hulpbehoevend: Een attest van een erkende thuiszorgdienst of mutualiteit waaruit blijkt dat de zorgbehoevende een BelRai score heeft van ofwel :

        Totaalscore van 12/30 ofwel

        5/12 Voor de scores van ADL én IADL ofwel

        Score 3 óf 4/6 op de module Cognitie

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de gecoördineerde versie van het reglement thuiszorgtoelage goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

ROOILIJN - WEGENIS BIJ OV 2021/290: SLOPEN VAN BIJGEBOUW EN BOUWEN MEERGEZINSWONING MET 26 APPARTEMENTEN + AANLEG NIEUWE GEMEENTEWEG – NIET VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN – NIET GOEDKEUREN WEGENIS.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag heeft betrekking op openbaar domein, gelegen 12392A0765/00H000

 

Het betreft een aanvraag tot het slopen van bijgebouw en bouwen meergezinswoning met 26 appartementen + aanleg nieuwe gemeenteweg.

 

De aanvraag omvat:

        stedenbouwkundige handelingen

        de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

De gemeenteraad besliste op 28 maart 2022 om tot eind 2024 alle aanvragen tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor de bouw van projecten met als hoofdfunctie meergezinswoning (dit betekent in concreto dat 50 % of meer van de netto vloeroppervlakte van het project betrekking heeft op of gekoppeld is aan de functie meergezinswoning) op een greenfield op het grondgebied van Lier te beoordelen, rekening houdend met de beleidsmatig gewenste ontwikkeling van de tijdelijke bouwpauze, als onderdeel van de toetsing van de overeenstemming van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening in de zin van art. 4.3.1 §2, 2°, a) VCRO.

 

Argumentatie

De gemeenteraad wordt samengeroepen in kader van het beroep, op vraag van de gouverneur dd 26/04/2022 en het advies dat nog moest komen vanuit technisch bureau.

Omdat er in eerste aanleg geen beslissing werd genomen, moet dit nu gebeuren.

Dit punt moet hoogdringend behandeld worden (cfr. huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, inz. art. 3 § 2 en art. 16 § 5, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 februari 2019 en gewijzigd op 27 januari 2020 en 25 april 2022), omdat de uiterste beslissingsdatum op 25 juni 2022 werd vastgesteld wat voor de datum valt waarop de gemeenteraad samenkomt op 27 juni 2022.

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Kleinstedelijk gebied Lier

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijk gebiedsbeleid gevoerd.

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een woongebied.

Volgens artikel 5.1.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De voorgelegde aanvraag voorziet een woonfunctie

 

Woonfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn geen bijkomende bepalingen van toepassing voor een woonfunctie.

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

1° wonen;

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

1° wonen

Met wonen wordt residentieel wonen bedoeld. Gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf (vakantiehuisjes) vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘verblijfsrecreatie’.

Ook landbouwbedrijfswoningen vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’. De conciërgewoning bij een industrieel bedrijf valt niet onder de categorie ‘wonen’ maar onder ‘industrie en bedrijvigheid’. Dezelfde redenering gaat op voor alle conciërgewoningen.

Wanneer woningen boven gebouwen met een andere functie zijn opgetrokken en functioneel niets te maken hebben met deze functie, dan hebben ze wel de functie 'wonen'. Het gebouw in kwestie heeft dan twee hoofdfuncties.

De aanvraag omvat ook een wegenis. Dit is een functie van openbaar nut / handeling van algemeen belang.

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

 

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

1° wonen;

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening  en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.

 

De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

  1. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 765 H

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 765 F

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 777 C

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Stedenbouwkundige vergunning (89/42) d.d. 27 november 1989 voor handelsgebouw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (79/48) d.d. 14 augustus 1979 voor afbreken bestaande huizen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2006/12) d.d. 28 augustus 2006 voor verbouwing en uitbreiding winkel werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2015/325) d.d. 2 mei 2016 voor verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

Milieuvergunning (AV/E13/2001/3) d.d. 26 maart 2001 voor exploitatie van een beenhouwerij

aktename cbs dd. 26/03/2001 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.


Milieuvergunning (200327) d.d. 28 juli 2003 voor exploiteren van een beenhouwerij

overname beenhouwerij

aktename dd. 28-7-2003 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.


Stedenbouwkundig attest (2005/3) d.d. 28 januari 2005 voor bouwen van 2 garagevolumes omvattende 7 garages en dubbele carport in het eerste volume en 5 garages in het tweede volume + bouwen van een bergplaats : negatief attest werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

 

 

De aanvraag omvat ook een wegenis. Dit is een functie van openbaar nut / handeling van algemeen belang.

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving

Het perceel is gelegen achterliggend aan de bebouwing met tuinen aan de Lispersteenweg, tot tegen het jaagpad van de Kleine Nete. De woningen aan de Lispersteenweg maken deel uit van een aaneengesloten bebouwing.

Aan de rechterzijde bevindt zich een vrijstaande ééngezinswoning (nr. 352) die achterin gebouwd werd op +/- 56m van de straat en bereikbaar is via een private weg. De daaropvolgende buren zijn allen ééngezinswoningen in gesloten verband en werden terug tegen de straatkant gebouwd. Ter hoogte van het achterliggende binnengebied van het perceel is het linker aanpalende perceel bebouwd met een handelspand (Aldi), opgericht in open verband.

Het perceel maakt deel van een groot gebied dat zich uitstrekt langheen de Kleine Nete, achter de tuinen van de woningen aan de Lispersteenweg. Het gebied is reeds deels bebouwd met grootschalige bouwprojecten, volgens het masterplan dat in 2007 werd opgesteld door ARCADIS.

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet het slopen van een tuinberging aan de zijde Lispersteenweg, het vellen van bomen, het verwijderen van kasseien pad aan de zijde Lispersteenweg en het bouwen van een appartementsgebouw van 26 wooneenheden.

Het wordt ingeplant op 8.5m evenwijdig van de zuidelijke grens, en op minstens 16.05m van de noordwestelijke grens achter de tuinen Lispersteenweg, en 10m van de teen van de dijk.

Het aantal bouwlagen bouwt zich op van 3 (hoogte 9.45m) aan de zijde Lispersteenweg naar 6 bouwlagen (hoogte 18,35m) aan het jaagpad.

 

Er wordt een nieuwe openbare wegenis voorzien vanaf de Lispersteenweg naar het project en naar een eventueel bijkomend project ten zuiden ervan. Er wordt een keerpunt voorzien voor de groenheuvel waarin de 3 openbare parkeerplaatsen zitten. Het openbaar domein loopt door tot aan een poort in de zijtuin naast het gebouw.

Deze inrit bestaat uit een betonnen verharding van Eurodal over een breedte van 5m, zodat verkeer in beide richtingen elkaar kan kruisen. Daarnaast wordt een strook van 3m in waterdoorlaatbare grasdallen aangelegd, zodat er een overrijdbare weg van 8m breed ontstaat die dienst doet als brandweg.

De betonnen eurodals bevinden zich boven een bestaande greppel die afwatert richting de gracht langs het Jaagpad. Deze greppel blijft behouden, zodat het water dat op deze verharding neervalt vlot afgevoerd kan worden. Ter hoogte van het openbaar domein wordt de greppel dichtgelegd. Water van het openbaar domein kan via een goot afwateren naar het systeem onder de Eurodallen. Het wegenisontwerp is opgemaakt voor het project door Studiebureau Verhaert .

 

De erfdienstbaarheid aan de zijde Lispersteenweg van het perceel kan vervallen.

 

De zone t.h.v. het ontworpen openbaar domein wordt gedeeltelijk opgehoogd omwille van het grote hoogteverschil. Hierdoor wordt de helling zachter en meer geleidelijk aan voor de veiligheid. Daarnaast stroomt het eventuele regenwater op die manier minder snel af.

T.h.v. de aanpalende percelen wordt het hoogteverschil zo klein mogelijk gehouden en worden goten en/of verlaagde bermen voorzien zodat het water zeker op eigen terrein blijft.

 

De nieuwe rooilijn wordt aangeduid voor de wegenis, volgens het rooilijnplan met titel ‘plan grondafstand / rooilijnplan’ dd 27 mei 2021 opgemaakt door studiebureau Verhaert  met plannr  06 ingegeven in het omgevingsloket als BA_infra_plan grondafstand_N_06_v3_RLL

Met een gratis grondafstand van 843m².

 

Een belofte van gratis grondafstand werd toegevoegd.

 

 

  1. Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.


§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

Artikel 47 van het omgevingsvergunningsbesluit:

Als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, neemt de gemeenteraad daarover een besluit.

De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 inzonderheid artikel 41, tweede lid, 9° dat voorziet dat de gemeenteraad bevoegd is voor de uitdrukkelijk aan haar voorbehouden beslissingen.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 27 juni 2022 voorgelegd:

1. De rooilijn

2. Wegenis- en rioleringsdossier

 

het volgende advies vanuit het technisch bureau openbaar domein wordt meegegeven:

1. een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie sb 250 v 4.1.

2. een afgevaardigde van de technische dienst van stad lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

2.1. de proeven worden steeds genomen en uitgevoerd in aanwezigheid van de stad voor zover deze van toepassing zijn op delen die tot het openbaar domein behoren.

2.2. het mandaat van de afgevaardigde van de technische dienst van de stad lier bestaat, voor zover het de aanleg van openbaar domein betreft, tevens uit:

2.2.1. de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering;

2.2.2. de keuring van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring;

2.2.3. het nazicht van de vorderingsstaten;

2.2.4. het opstellen van de processen-verbaal;

2.2.5. de organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken.

2.2.6. het bestendig toezicht behoort niet tot zijn taken.

3. rioolaansluitingen: aansluitingen dienen op eigen terrein beveiligd te worden met een terugslagklep.

4. de verharding in het openbaar domein betreft waterdoorlatende betonstraatstenen, kleur grijs. model en technische fiche voor te leggen ter goedkeuring.

5. straatmeubilair: eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad lier.

6. aanplant bomen openbaar domein:

6.1. de aanplant van bomen op openbaar domein dient conform het ‘handboek bomen’ van het norminstituut bomen te zijn;

6.2. groeiplaatsen van bomen aan te vullen in de bovenste 50 cm met bomengrond cfr normenboek bomen 2018, geen herbruikgrond/teelaarde;

6.3. de minimale maat van de hoogstambomen is 18/20

6.4. de inrichting (grootte, type) van de groeiplaats dient te worden bepaald aan de hand van de tool ‘boommonitor online’ van het norminstituut bomen.

6.5. voor het watergeven moeten er gietranden volgens de leidraad van de stad lier worden toegepast.

6.6. 125 liter per gietbeurt voor de bomen

7. de verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. offerte op te vragen bij fluvius door de aanvrager. de kosten voor aanleg zijn een last van de vergunning.

8. alle aanpassingen, zowel aan wegeninfrastructuur als aan nutsvoorzieningen, die nodig zijn voor aansluiting van het nieuw over te dragen openbaar domein aan de lispersteenweg zijn een last van de vergunning.

 

 

Openbaar onderzoek

Decretale bepalingen

Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, worden vergunningsaanvragen die wegenwerken omvatten waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, behandeld volgens de gewone vergunningsprocedure.

 

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats  van 10 september 2021 tot 9 oktober 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 3 bezwaarschriften ontvangen.

Het tweede openbaar onderzoek vond plaats naar aanleiding van een wijzigingslus van 12 december 2021 tot 10 januari 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

 

Proces-verbaal van sluiting

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 3 bezwaarschriften ontvangen.

Naar aanleiding van het tweede openbaar onderzoek werden er een petitielijst ontvangen.

Deze gaan niet over de zaak der wegen

 

Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten :

De voorwaarden en lasten, opgelegd in de beslissing van de gemeenteraad van 27/06/2022, dienen stipt nageleefd te worden.

 

De gronden welke binnen de rooilijn vallen vastgesteld door GR, op 27/06/20222, moeten gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan.

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen volgens het plan met titel ‘plan grondafstand / rooilijnplan’ dd 27 mei 2021 opgemaakt door studiebureau Verhaert  met plannr  06 ingegeven in het omgevingsloket als BA_infra_plan grondafstand_N_06_v3_RLL.

Met een gratis grondafstand van 843m².

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van (14/1/2022).

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier:

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Tekin Tasdemir, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

8 onthoudingen: Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Jan Hermans

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

De gemeenteraad treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar niet bij en maakt zelf volgende beoordeling:

omwille van de tijdelijke bouwpauze die beslist werd op 28 maart 2022 geeft het college ongunstig advies.

 

Art. 1 :

De gemeenteraad beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 3 bezwaarschrift(en) en een petitielijst werden ingediend.

 

De elementen uit de bezwaarschriften betreffen niet de rooilijn, noch de wegenis.

 

Art. 2 :

De gemeenteraad beslist de rooilijn niet vast te stellen en de wegenis niet goed te keuren bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door Tom Ceuppens namens CEUPPENS-RETRABOUW BVBA BV inzake slopen van bijgebouw en bouwen meergezinswoning met 26 appartementen + aanleg nieuwe gemeenteweg, gelegen Lispersteenweg 354-356, volgens het plan met titel ‘plan grondafstand / rooilijnplan’ dd 27 mei 2021 opgemaakt door studiebureau Verhaert  met plannr  06 ingegeven in het omgevingsloket als BA_infra_plan grondafstand_N_06_v3_RLL, met een gratis grondafstand van 843 m².

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

ALGEMEEN NOOD- EN INTERVENTIEPLAN LIER - UPDATE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 12 november 2013 over de goedkeuring van het Algemeen nood- en interventieplan van de stad Lier.

Besluit gouverneur van Antwerpen van 27 januari 2014 tot goedkeuring van het Algemeen nood- en interventieplan van de stad Lier.

 

Feiten en context

Het KB van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en –situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen vraagt de burgemeester een Algemeen Nood- en Interventieplan (ANIP) op te stellen en ter goedkeuring over te maken aan de gouverneur. Het ANIP werd door de noodplanningscoördinator afgewerkt en ter goedkeuring voorgelegd aan de veiligheidscel. Op 9 juni 2022 keurde de veiligheidscel, onder het voorzitterschap van de burgemeester, het ANIP in zijn huidige en uiteindelijke vorm goed. Vooraleer het ANIP ter goedkeuring kan worden voorgelegd aan de gouverneur, dient dit te worden goedgekeurd door de gemeenteraad.

 

Fasering

Draft ANIP bezorgd aan de leden van de veiligheidscel

01/06/2022

Feedback te bezorgen tegen

08/06/2022

ANIP ter goedkeuring op veiligheidscel

09/06/2022

 

Adviezen

Vanuit de verschillende disciplines kwam de volgende feedback:

- Discipline 1 (brandweer): geen opmerkingen

- Discipline 2 (FOD Volksgezondheid): geen opmerkingen

- Discipline 3 (politie): geen opmerkingen

- Discipline 4 (logistiek): geen opmerkingen

- Discipline 5 (communicatie): enkele schrijffouten verbeteren

- Dienst noodplanning van de gouverneur van Antwerpen:

        2.4.2. : Enkel “Federaal Veiligheidsportaal” te vermelden en nergens ICMS, want er wordt gewerkt aan een nieuw programma.

        3.4. : hoewel de lijst van risico’s indicatief is ontbrak in ons sjabloon een (voor gemeenten) belangrijk gelokaliseerd risico, met name evenementen. Het verdient aanbeveling om dit toch ook op te nemen in het lijstje (ook al zullen jullie er in de praktijk zeker en vast de nodige aandacht aan geven)

        4.5.: hoewel ik begrijp dat bij mediagevoeligheid de inzet van D5 noodzakelijk is, is dat eigenlijk wel het geval bij elke fasering. De toevoeging van die zin laat uitschijnen alsof dit in andere situaties niet zo zou zijn. Ofwel schrappen ofwel anders formuleren om te wijzen op het belang eerder dan de noodzaak

Infofiches:

        I.1: werd er nagedacht over een alternatieve locatie voor het GCC voor het geval het stadskantoor in het bron- of effectgebied zou liggen van een incident?

Procedurefiches

        Fiche 3.4: heel uitgebreid, ik zie dat je één van de ontwerpschema’s van het WPVB gebruikt hebt. Ondertussen werd het opgenomen in het Provinciale ANIP (Pfiche 3.5.) zonder dit schema. Als je het zelf wil behouden mag dit, maar ik geeft het maar mee.

        Fiche 7.1.: in de fiche wordt verwezen naar een T4 (vordering bij defensie). Het sjabloon van deze vordering ontbrak in de aanvankelijk overgemaakte documenten. Je kan dit sjabloon terugvinden bij het Provinciaal ANIP.

 

Juridische grond

Het gemeentedecreet en in het bijzonder art. 43 en art. 196;

De nieuwe gemeentewet en in het bijzonder art. 135 §2;

KB van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en –situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau

 

Argumentatie

Het ANIP werd door de noodplanningscoördinator afgewerkt en ter goedkeuring voorgelegd aan de veiligheidscel. Op 9 juni 2022 keurde de veiligheidscel, onder het voorzitterschap van de burgemeester, het ANIP in zijn huidige en uiteindelijke vorm goed. Het ANIP is een document dat dient ter vervanging van de huidige ANIP uit 2013. Het ANIP vormt het basisdocument voor de hedendaagse multidisciplinaire calamiteitenbestrijding.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de update van het Algemeen nood- en interventieplan van de stad Lier, goed.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

DE KLUIS - VERKOOPAKTE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 9 mei 2016 verleende het college goedkeuring aan het PPS bestek van de herontwikkeling van de PPS Normaalschool. Hierin is opgenomen dat de stad Lier de Kluis wenst te verkopen met een minimale verkoopprijs van 500.000EUR. In het kader van de aanbesteding van dit PPS bestek heeft SOLag een overeenkomst afgesloten met de ontwikkelaar, de THV Normaalschool, waarin werd opgenomen dat te allen tijde de THV Normaalschool een minimaal bod van 619.500EUR moest garanderen voor de invulling van De Kluis met een cohousing project en hiervoor een marktbevraging diende te organiseren.

 

Het college heeft in zitting van 26 juni 2017 kennisgenomen van de PPS overeenkomst. In de loop van 2019 werden via website (www.cohousingprojects.be) en publicatie aan de gevels een oproep gedaan voor kandidaat kopers/geïnteresseerde cohousers om een bod te doen op de appartementen die in het kader van het cohousing project De Kluis zullen worden gerealiseerd wat geleid heeft tot de in huidige akte opgenomen geïnteresseerde kopers.

 

Voor de volledigheid dient worden vermeld dat de kandidaat-kopers/cohousers bijkomende achterliggende tuingronden van de stad verwerft die gelegen zijn achter de naastgelegen woningen in de Kluizestraat en dit ter waarde van 43.878EUR; deze gronden werd eerst aangeboden aan de eigenaars van deze aanpalende woningen maar die bleken niet geïnteresseerd te zijn zodat de eigenaars van het enige aanpalende perceel, dat in eigendom komt van het cohousing project, geïnteresseerd waren en bereid zijn gevonden de achterliggende tuingronden aan te kopen

 

In het kader van de verkoop werd er reeds een koop - verkoopsovereenkomst goedgekeurd door de gemeenteraad op 29/03/2021.

 

Feiten en context

De termijn van de oorspronkelijke optieovereenkomst is echter reeds verlopen. Daarom maakte notaris Van Cauwenbergh een overeenkomst tot verlenging van de tijdelijke wederzijdse verkoop op, waarbij de termijn verlengd wordt tot 15/9/2022. Daarnaast is de groep 'Cohousing Projects' niet langer partij bij deze overeenkomst. Ze wordt vervangen door de naamloze vennootschap 'Dhulst', dewelke de optieovereenkomst overneemt van 'Cohousing Projects'. De overeenkomst wordt als bijlage toegevoegd.

 

Met de oog op de verkoop van het goed bezorgt notaris Van Cauwenbergh daarnaast de ontwerpakte tot verkoop.

 

Het volgende goed wordt verkocht:

STAD LIER – eerste afdeling

In het op te richten/te renoveren onroerend complex, genaamd “Cohousing De Kluis” op en met grond gelegen te 2500 Lier, nabij de Kluizestraat en De Heyderstraat, gekadastreerd volgens recent kadastraal uittreksel onder Lier, eerste afdeling, sectie H, voorheen gekend onder deel van nummers 100/N/P0000, 146/K/P0000, 146/M/P0000 en 150/F/P0000, blijkens recent kadastraal uittreksel gekend onder nummers 522/B/P0000, 522/C/P0000, 522/D/P0000, 522/E/P0000, 522/F/P0000, 522/G/P0000, 522/H/P0000, 522/K/P0000 en 522/L/P0000, met een oppervlakte blijkens meting vermeld in de basisakte van duizend achthonderd negenennegentig vierkante meter zes vierkante decimeter (1.899,06 m²), en met een oppervlakte blijkens recent kadastraal uittreksel van duizend negenhonderd vierkante meter (1.900,00 m²), bestaande uit een meergezinswoning met 12 units en gemeenschappelijke voorzieningen.

Volgende units worden gekocht door de koper sub B.1), hetzij de naamloze vennootschap “DHULST”:

- UNIT 1, gelegen op het gelijkvloers, de eerste en de tweede verdieping, uiterst rechts gezien vanop de De Heyderstraat, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

op het gelijkvloers: inkomhal, wc, trap;

op de eerste verdieping: traphal, keuken/eetruimte en zitruimte;

op de tweede verdieping: traphal, badkamer en 2 slaapkamers.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: zevenhonderd vierenzeventig/tienduizendsten (774/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

- UNIT 5, gelegen de tweede van rechts gezien vanop de De Heyderstraat op de eerste, de tweede en de zolderverdieping, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

op de eerste verdieping: berging, keuken/eetkamer, zitruimte, trap, het privatief en exclusief genot van het terras achteraan

op de tweede verdieping: traphal, wc, badkamer, 2 slaapkamers en werkruimte, trap.

op de zolderverdieping: berging.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: achthonderd negenenvijftig/tienduizendsten (859/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

- UNIT 6, gelegen in het midden tussen unit 3 en unit 7 op de eerste verdieping, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

zitruimte/eetkamer, berging, keuken, badkamer, wc, dressing, 1 slaapkamer en het privatief en exclusief genot van het terras achteraan.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: zeshonderd zestien/tienduizendsten (616/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

- UNIT 12, gelegen op de tweede verdieping, uiterst links en palend aan de Kluizestraat, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

inkomhal, wc, gang, badkamer, berging, zitruimte/eetruimte/keuken, 1 slaapkamer en inpandig terras achteraan.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: zeshonderd vierenzestig/tienduizendsten (664/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

Volgende unit wordt gekocht door de koper sub B.2),

UNIT 2, gelegen op het gelijkvloers, de tweede van rechts gezien vanop de De Heyderstraat, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

inkomhal, berging, zitruimte, eetkamer/keuken, wc, badkamer, 2 slaapkamers en het privatief en exclusief genot van het terras palend aan de achterzijde van de unit.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: achthonderd negenenzestig/tienduizendsten (869/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

Volgende unit wordt gekocht door de koper sub B.3),

UNIT 3, gelegen op het gelijkvloers en de eerste verdieping, de derde van rechts gezien vanop de De Heyderstraat, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

op het gelijkvloers: inkomhal, trap, wc, berging, keuken/eetkamer, zitruimte, wintertuin/serre, het privatief en exclusief genot van het terras palend aan de achterzijde van de unit.

op de eerste verdieping: traphal, 2 badkamers en 4 slaapkamers.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: duizend driehonderd zesenveertig/tienduizendsten (1.346/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

Volgende unit wordt gekocht door de koper sub B.4):

UNIT 4, gelegen op het gelijkvloers uiterst links en palend aan de Kluizestraat, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

inkomhal, bergruimte, wc, keuken/eetkamer, zitruimte, badkamer en 1 slaapkamer, het privatief en exclusief genot van het terras palend aan de achterzijde van de unit.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: zevenhonderd vijfentachtig/tienduizendsten (785/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

Volgende unit wordt gekocht door de koper sub B.5),

UNIT 7, gelegen in het midden, op de eerste verdieping, links ten opzichte van unit 6 gezien vanop de straat, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

inkomhal, wc, gang, badkamer, zitruimte/eetkamer, berging, keuken, 1 slaapkamer en het privatief en exclusief genot van het terras achteraan.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: zevenhonderd drieënnegentig/tienduizendsten (793/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

Volgende unit wordt gekocht door de koper sub B.6):

UNIT 8, gelegen op de eerste verdieping uiterst links en palend aan de Kluizestraat, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

inkomhal, wc, gang, badkamer, berging, zitruimte, eetruimte/keuken, 2 slaapkamers en het privatief en exclusief genot van het terras achteraan.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: achthonderd/tienduizendsten (800/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

Volgende unit wordt gekocht door de koper sub B.7):

UNIT 9, gelegen de derde van rechts gezien vanop de De Heyderstraat op de eerste, de tweede en de zolderverdieping, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

op de eerste verdieping: trap, berging, keuken/eetruimte, zitruimte, het privatief en exclusief genot van het terras palend aan de achterzijde van de unit.

op de tweede verdieping: traphal, badkamer, wc, 3 slaapkamers en trap.

op de zolderverdieping: berging en 1 slaapkamer

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: achthonderd vierenzes/tienduizendsten (864/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

Volgende unit wordt gekocht door de koper sub B.8):

UNIT 10, gelegen in het midden tussen unit 9 en unit 11 op de tweede verdieping, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

inkom, gang, wc, badkamer 1, berging, badkamer 2, 3 slaapkamers, zitruimte, keuken/eetruimte, inpandig terras palend aan de achterzijde van de unit.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: negenhonderd zevenenveertig/tienduizendsten (947/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

Volgende unit wordt gekocht door de koper sub B.9:

UNIT 11, gelegen links van unit 10 gezien vanop de straat op de tweede verdieping, omvattend:

a) in privatieve en uitsluitende eigendom:

inkom, wc, zitruimte/eetruimte, keuken, berging, slaapkamer, badkamer.

b) in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid: zeshonderd drieëntachtig/tienduizendsten (683/10.000sten) van de gemeenschappelijke delen, waaronder de grond.

 

De verkoop vindt plaats tegen de prijs van € 663.878,00, zijnde:

a) zeshonderd twintigduizend euro (€ 620.000,00) voor de gebouwen met bijhorende grond loten 5A, 5B, 5C en 5D;

b) drieënveertigduizend achthonderd achtenzeventig euro (€ 43.878,00) voor de tuingronden loten 5E, 5F, 5G, 5H en 5J.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de overeenkomst tot verlenging van de tijdelijke wederzijdse verkoop/aankoopbelofte en de ontwerpakte betreffende de verkoop van het Cohousingproject "De Kluis" goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de overeenkomst tot verlenging van de tijdelijke wederzijdse verkoop/aankoopbelofte en de ontwerpakte  betreffende de verkoop van het Cohousingproject De Kluis goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad machtigt burgemeester Rik Verwaest en algemeen directeur Katleen Janssens (en bij diens afwezigheid haar afgevaardigde(n) Ilse Anné en/of Kyrina Van Goubergen) voor de ondertekening van de overeenkomst, akte en alle bijhorende stukken.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

AANKOOP SPOORWEGBEDDING SAFIPAD LOT 1 GELEGEN TE MIMOSALAAN - ONTWERPAKTE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Reeds enkele jaren zijn er gesprekken lopende tussen NMBS en stad Lier betreffende een mogelijke aankoop van de oude spoorwegbedding dat aansluit op het tracé van het Safi-pad.

In 2010 zijn hierover al talrijke vergaderingen geweest met ruimtelijke planning, patrimonium, mobiliteit en de toenmalige verantwoordelijke schepenen.

 

Vanuit ruimtelijke planning en omgeving is er vanaf 2003 de visie geweest om via vergunningen en plannen de gronden te vrijwaren zodat er een fietsas kan voorzien worden vanaf het station tot aan de grens met Ranst op het voormalige tracé van het Safi-spoor.

Vanaf Ranst is dit immers een druk bereden fietspad. Dit principe ‘herinrichten van oude spoorwegbeddingen naar fietspaden’ vertrekt vanuit het ruimtelijke structuurplan Vlaanderen (1997). In het RUP Bollaar, het PRUP Lisperloop, het masterplan ‘Stationsomgeving’, het RUP Mallekot (in opmaak) en de verkaveling Frankenweg wordt het inrichten van het Safi fietspad voorzien.

Ook vanuit de diensten mobiliteit/verkeer en infrastructuur werd deze visie meermaals bevestigd.

 

Vanuit ruimtelijke planning werd er tevens gevraagd om de barrière die er is ontstaan door de aanleg van de R16 ter hoogte van de grens met Ranst te onderzoeken en om deze op te heffen. De diensten mobiliteit en infrastructuur hebben deze onderhandelingen met AWV gevoerd ivm ondertunneling en doortrekking fietspad oude spoorwegbedding en de opmaak van een samenwerkingsovereenkomst over de onderdoorgang R16 tot aansluiting op fietspad naar Oelegem.

 

Door de kerngroep ruimtelijke planning van 31 juli 2007 werd er geadviseerd om in te gaan op de vraag van de NMBS tot aankoop van het tracé.

In de zitting van 28/08/2007 beslist het CBS principieel interesse te hebben in de aankoop van deze bedding.

Uit het verslag van de kerngroep ruimtelijke organisatie van 15/06/2015 blijkt het volgende:

Op 8 mei 2015 ging er een overleg door met provincie, fietsberaad, stad en NMBS.

Hier werd geconcludeerd:

        NMBS gaat mogelijkheid van bezettingsvergoeding na en maakt eveneens schatting bij mogelijke aankoop.

        NMBS beschikt over dwg’s van tracé, echter enkel te bekomen tegen betaling. De prijs werd gevraagd, de stad ontving geen antwoord.

        Volgens administratieve procedure bij de NMBS krijgen huidige gebruikers 3 maanden om de bezette percelen vrij te maken. De NMBS zou dit opstarten na overeenkomst.

        Onderdoorgang Ring: samenwerkingsovereenkomst te onderhandelen met AWV, dit is cruciaal want het geeft directe link naar fietspad Ranst – Oelegem.

 

Uit het verslag van de kerngroep ruimtelijke organisatie van 17/11/2015 blijkt;

Oorspronkelijk was er overeengekomen dat de Stad de gronden kon gebruiken mits een bezettingsvergoeding per m². Uit het recentste overleg is gebleken dat de NMBS de gronden enkel wil verkopen, maar deze ook te koop aanbiedt aan de aanpalende eigenaars.

Indien dit gebeurt is het voor de Stad nog heel moeilijk om het fietspad te realiseren aangezien het tracé dan in handen komt van veel verschillende eigenaars. Momenteel is het volledige tracé nog eigendom van de NMBS.

Het voorstel aan de kerngroep is om het volledige tracé vast te leggen in een rooilijnplan waardoor affectatie naar het openbaar domein kan gebeuren. Eventuele kopers krijgen dan een correct signaal krijgen wat het doel is van dit tracé.

 

Collegebeslissing dd. 23/08/2021; Op 7 april 2021 contacteert dhr. Impens Stad Lier of de stad interesse heeft tot aankoop van de oude spoorwegbedding. De verkoop dient te gebeuren volgens de beginselen van behoorlijk bestuur, waarbij het perceel wordt toegewezen aan de hoogstbiedende.

Het college beslist om de onderhandelingen met NMBS te heropstarten met het oog op de verwerving van de oude spoorwegbedding.

Er zal aan de NMBS gemeld worden dat er principieel interesse is in de aankoop van de nog te koop zijnde delen van de oude spoorwegbedding.

Voor echter een definitieve beslissing over de aankoop kan voorgelegd worden aan de gemeenteraad, dient de NMBS meer gegevens te verstrekken, in het bijzonder over de precieze oppervlakte van de te koop aangeboden grond en de prijs.

 

Gemeenteraadsbeslissing dd. 20 december 2021:De gemeenteraad beslist om een bod uit te brengen van 185.000 euro voor lot 1 en dit bod over te brengen aan de NMBS. De gemeenteraad beslist ook om een brief te sturen naar de NMBS met de vermelding dat de stad Lier de gronden wil aankopen in het algemeen belang en handig zal overgaan tot onteigeningen.

 

Op 10/01/2022 werd per aangetekende brief het bod van 185.000 euro overgemaakt aan de NMBS.

 

Op 25/01/2022 informeerde de NMBS dat ze het bod aanvaardde.

 

Collegebeslissing dd. 7/02/2022: Kennisname van het college van de aanvaarding van het bod van 185.000 euro door de NMBS.

 

Collegebeslissing dd. 7/03/2022: Goedkeuring onderhandse verkoopsovereenkomst

 

Feiten en context

Met het oog op de verkoop van lot 1 maakt de FOD Financiën, algemene administratie van de Patrimoniumdocumentatie, Federaal aankoopcomité, de ontwerpakte over. Deze wordt als bijlage toegevoegd.

 

Argumentatie

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte betreffende de aankoop van lot 1 in bijlage goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte in bijlage betreffende de aankoop van het goed gelegen nabij de Mimosalaan met gereserveerd perceelnr. 777 A en een oppervlakte van 4.504 m², goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

TRAMWEGLEI - AANKOOP GARAGES. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college d.d. 13/11/2017 betreffende de verwervingen van Tramweglei voor de ontsluiting Stationsomgeving.

Beslissing van de gemeenteraad dd. 25/10/2021 betreffende de aankoop van 3 parkeergarages.

 

De stad besliste de stationsomgeving opnieuw in te richten en een ontsluiting te voorzien naar de Ring.

Voor de woningen die op dat stuk van de Tramweglei staan waar de ventweg komt te liggen (nrs 117, 119, 123 en 125) dienen er tevens afspraken gemaakt te worden aangaande de aankoop van tuin en garageboxen, ter compensatie van een onteigening van tuinzone van woningen in de Tramweglei (n.a.v. de heraanleg van de Tramweglei).

 

In een minnelijk akkoord met de eigenaars van de woningen 117, 119, 121 en 123 werd beslist: "Achter de achtertuinen van de woningen Tramweglei zullen door de ontwikkelaar van de site Charon garages gebouwd worden. De stad Lier koopt vier garages hiervan aan. De geschatte kostprijs per garage bedraagt 18.000 euro. De vier garages sluiten aan op de achtertuinen en de ontwikkelaar voorziet een deur die toegang verschaft tot de achtertuinen."

 

Oorspronkelijk werd een budget voor  aankoop van de vier garageboxen van 18.000 € per garage voorzien.  In totaliteit komt het neer op 72.000 €.

 

Na overleg met met de eigenaars en de ontwikkelaar blijkt nu dat het slechts om 3 boxen gaat, en de 4de box (G62) wordt onderling verkocht aan een privépersoon.

Het betreft G60, G61en G63.

De garagebox gelegen achter de tuin van huisnummer 117 wordt niet aangekocht.

 

De oorspronkelijke prijs per garagebox bedroeg 24.900 EUR excl. kosten.

Opsplitsing is als volgt:

        grondwaarde bedraagt 6.500 EUR

        constructiewaarde bedraagt 18.400 EUR.

Dit bedraagt dus in totaal 74.700 euro 

de ontwikkelaar is echter bereid om een korting van 2.000 euro per garagebox toe te staan zodat de prijs neerkomt op 22.900 EUR excl kosten per garagebox. Dit geeft een totaalbedrag van 68.700 euro (excl kosten).

 

Alle betrokken bewoners/huurders werden door dienst vastgoed gecontacteerd om hun toezegging tot het huren van een garage te bevestigen.

 

Feiten en context

In het kader van de aankoop van de 3 garages werd notaris Verreth aangesteld voor de opmaak van de ontwerpakte. Deze akte werd overgemaakt aan de dienst vastgoed en wordt als bijlage toegevoegd. De aankoop van de 3 garages gebeurt tegen een totaalprijs van 68.700 euro.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de ontwerpakte betreffende de aankoop van 3 garageboxen voor een totaalprijs van 68.700  euro goed te keuren, aangezien de aankoop kadert in het grotere geheel van de compromis met de eigenaars van de woningen nrs. 119, 121 en 123.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte betreffende de aankoop van 3 garageboxen voor een totaalprijs van 68.700  euro goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

GRONDINNAME HOGE VELDEN: NR. 12. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het project Hoge Velden heeft tot doel op de grond gelegen hoek Aarschotsesteenweg, RING te ontwikkelen tot hoog dynamische recreatie.

 

De gemeenteraad van Lier heeft op 24 april 2017 voorlopig en op 26 juni 2017 definitief beslist om, met het oog op de realisatie van het RUP" Hoogdynamisch recreatie Hoge Velden- Posthoorn" over te gaan tot de verwerving bij wijze van onteigening voor het algemeen nut van de onroerende goederen, gelegen te Lier, met een totale in te nemen oppervlakte en kadastraal bekend zoals aangeduid op het bijgevoegde onteigeningsplan met innemingstabel.

 

Op 3 mei 2017, 29 oktober 2018 en 12 december 2018 vroeg de stad Lier een onteigeningsmachtiging voor de op het onteigeningsplan aangeduide inneming. Op 22 januari 2019 heeft de Vlaamse minister van binnenlands bestuur, inburgering, wonen, gelijke kansen en armoedebestrijding de onteigeningsmachtiging goedgekeurd.

 

Op 4 februari 2019 besliste het college om alle betrokken eigenaars in kennis te stellen van het ministerieel besluit d.d. 22 januari 2019 en de betrokken eigenaars een laatste bod te doen.

 

De Belgische staat (btw) is eigenaar van het perceel, zijnde inname nr 12. Destijds ontving de stad een positief antwoord van de FAC betreffende de minnelijke verwerving van het hier boven vermelde perceel. Men gaat akkoord met het gedane voorstel van 330.000 euro als vergoeding. Bovenop dit bedrag wensen ze de gebruikelijke verschuldigde wederbeleggingsvergoeding te ontvangen. De wederbeleggingsvergoeding wordt berekend krachtens het tussen overheden geldende tarief van 3%, wat neerkomt op 9.900 euro. De FAC rondt de totaalsom af naar 340.000 euro.

 

Collegebeslissing dd. 30/09/2019: Het college beslist momenteel niet over te gaan tot verwerving van het perceel.

 

Gemeenteraadsbeslissing dd 25/10/2021: De gemeenteraad gaat akkoord met de aankoop van het perceel voor de prijs van 340.000 euro.

 

Inname 12 maakt deelt uit van de Posthoornsite.

 

Feiten en context

De dienst vastgoedtransacties werd aangesteld voor de opmaak en het verlijden van de akte. De dienst vastgoed ontving op 19/5/2022 de ontwerpakte. Deze wordt als bijlage toegevoegd.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de ontwerpakte betreffende de aankoop van inname 12 in het dossier Hoge Velden goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte betreffende de aankoop van inname 12 , onderdeel van het project 'Hoge velden - Posthoorn', voor de prijs van 340.000 euro, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

OVEREENKOMST GEGEVENSUITWISSELING KRUISPUNTBANK VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 2022-2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad ging in zitting van 29 november 2021 akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op afval vaste bijdrage. De geldigheidstermijn is vast gelegd van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025.

 

De gemeenteraad besliste in dezelfde zitting om een vermindering van 24 euro per gezin van deze belasting te voorzien voor gezinnen (referentiepersonen) waarvan minstens 1 of meerdere gezinsleden gerechtigde zijn op verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering, die voldoen aan de voorwaarden op 1 januari bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

De verminderingen worden rechtstreeks verrekend op het aanslagbiljet voor de vaste afval belasting op basis van de gegevens uit het rijksregister.

 

Feiten en context

Voor gezinnen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming zorgverzekering worden de verminderingen automatisch toegekend voor een volledig jaar op basis van de situatie op 1 januari. Gezinnen die een vermindering willen om medische redenen moeten die zelf aanvragen en een medisch attest voorleggen.

 

De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) bezorgt jaarlijks aan de gemeenten een lijst met de inwoners welke recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

 

Tussen de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de stad Lier dient hiervoor een overeenkomst te worden afgesloten waarin melding wordt gemaakt van de voorwaarden.

De nieuwe overeenkomst geldt voor het kalenderjaar 2022 tot en met 2025.

De duur van de overeenkomst is maximaal 5 jaar.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/13/KAP/3/2

Sociale correcties Diftar

 

De totale kostprijs voor de mededeling van de persoonsgegevens door de KSZ aan de stad komt overeen met de eenheidsprijs van een bericht in het jaar voorafgaand aan het jaar van het leveren van de dienst, vermenigvuldigd met het aantal dienstige inputberichten van de stad, met een minimumbedrag van 367,00 euro (jaarlijks geïndexeerd) en een maximumbedrag van 3.635,00 euro (jaarlijks geïndexeerd) (BTW niet van toepassing).

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de overeenkomst nr. 22/040 inzake de mededeling van persoonsgegevens door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan de stad Lier goed te keuren.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Kruispuntbank Sociale Zekerheid

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

OVEREENKOMST WIJKWERKEN - ADDENDUM. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 19/8/2018 heeft heeft de gemeenteraad de overeenkomst tot wijkwerken goedgekeurd.

 

Feiten en context

Op basis van regionaal overleg met alle partners, zijn een aantal voorstellen tot wijziging aangebracht in de overeenkomst. Deze voorstellen worden in een addendum geconcretiseerd, en hebben tot doel om het budget in nauwer overleg vast te leggen.

 

Het addendum wijzigt artikel 4.1, 4.2 en artikel 4.3 als volgt:

 

        Artikel 4.1

 

Artikel 4.1 wordt geschrapt

(Oorspronkelijk artikel: 1) niet door VDAB-gedragen kosten voor VDAB-personeel -  overhead voor VDAB-personeel (op 1/1/2018 bepaald op € 7575,32, dit bedrag is jaarlijks indexeerbaar))

 

        Artikel 4.2 wordt als volgt vervangen:

 

Oorspronkelijk artikel:

De loonkost en overhead (voor 1VTE regiocoördinator op B3-niveau. De loonkost wordt forfaitair bepaald op €90.000 en is jaarlijks indexeerbaar volgens looncategorie en -index. Deze kost wordt voor 50% gefinancierd via SV Versterkt Streekbeleid, dus deels met ESF-subsidie),  en dit tot 31/7/2019. De overhead is op 1/1/2018 bepaald op € 14 191,50, dit bedrag is jaarlijks indexeerbaar)

 

Nieuw artikel:

De totale kost voor de coördinatie van wijkwerken wordt berekend als de som van loonkosten, werkingskosten, bedrijfseconomische marge en overhead.

De personeelskosten en werkingskosten worden aan de hand van de actuele personeels- en werkingskosten per medewerker verrekend volgens de effectief gepresteerde uren voor wijkwerken.

Op de werkgroep in november wordt de begroting van deze kosten voor het komende jaar ter goedkeuring voorgelegd.

Personeels- en werkingskosten die boven de begroting vallen worden verrekend na goedkeuring van de werkgroep.

Op de werkgroep van mei wordt steeds de afrekening van het voorgaande jaar voorgelegd.

 

        Artikel 4.3

 

Artikel 4.3 wordt geschrapt. (oorspronkelijk artikel: 3) de loonkost voor administratieve en communicatiemedewerker. Deze wordt bepaald op €65 voor de administratieve medewerker en op € 75 voor de communicatiemedewerker, en aangerekend op basis van het aantal geregistreerde werkuren. In dit tarief is de overhead inbegrepen. Dit bedrag is jaarlijks indexeerbaar.)

 

Dit addendum wordt ondertekend te Mechelen op datum van Klik of tik om een datum in te voeren. in twee originelen. Iedere betrokken partij erkent door ondertekening van deze overeenkomst één exemplaar te hebben ontvangen.

 

Namens stad Lier

 

 

 

Rik Verwaest, burgemeester

Namens IGEMO

 

 

 

Ivan Blauwhoff, voorzitter

 

 

 

 

Katleen Janssens, algemeen directeur

 

 

 

 

Peter De Bruyne, algemeen directeur

 

Adviezen

Op de beleidsgroep wijkwerken is het addendum goedgekeurd.

 

Argumentatie

Het addendum brengt een aantal technische wijzigingen aan in de bestaande overeenkomst rond wijkwerken. Ze hebben m.n. tot doel om de afspraken rond de budgetopmaak te verduidelijken en te concretiseren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met het addendum bij de overeenkomst rond wijkwerken.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

OVEREENKOMST EN EENMALIGE VERHOGING BUDGET LIER CENTRAAL. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In 2022 gaat Lier Centraal opnieuw door op de Grote Markt in Lier en dit al voor de 9ste keer. In het college van 22/05/2012 werd de samenwerkingsovereenkomst met RELAX VOF goedgekeurd voor de organisatie van een reeks zomerconcerten op donderdagavond. Deze samenwerkingsovereenkomst werd toen afgesloten voor twee jaar (2012 en 2013); het college engageerde zich om de overeenkomst te hernieuwen indien beide edities positief geëvalueerd werden. Door een positieve evaluatie werd de samenwerking verder gezet. In het voorjaar van 2014 heeft RELAX VOF haar taken overgedragen aan de VZW VWALA. Het CBS heeft hiervan kennis genomen op 05/05/2014. De stad betaalt jaarlijks een toelage van en sluit, mits een positieve jaarlijkse evaluatie, een overeenkomst met de vzw af tot 2019 waardoor de vzw Vwala o.a. overeenkomsten kan afsluiten met sponsors op langere termijn. Na de editie van 2019 is er beslist geen nieuwe overeenkomst aan te gaan met de VZW VWALA.

 

In de meerjarenplanning van 2022 werd een nominatieve toelage van 46.000 euro voorzien voor de ondersteuning van Lier Centraal.

 

Feiten en context

Na evaluatie van de editie van Lier Centraal 2019 werd er beslist niet verder te gaan met de VZW VWALA voor de organisatie van Lier Centraal.

Met Muziek Centraal vzw werd een nieuwe partner gevonden voor de organisatie van Lier Centraal 2022. Hiertoe dient de stad een overeenkomst af te sluiten met deze vzw. Er werd gekozen om een overeenkomst af te sluiten voor één jaar en na evaluatie van deze editie een eventuele verdere samenwerking te bekijken.

 

Omdat Lier Centraal in het verleden een overweldigende succes  kende met de optredens van oa. De Kreuners, K3, Laura Tesoro, Stan van Samang, Sam Goris, Bart Kaëll

is er de voorkeur om ook dit jaar een dergelijke programmatie te voorzien met optredens van Gers Pardoel, K3, Van geel& Cleymans en Bart Peeters. Op die manier kan de Lierenaar laagdrempelig genieten van kwaliteitsvolle muziekoptredens. Tegelijkertijd vaart ook de lokale economie er wel bij omdat niet alleen Lierenaars maar ook bezoekers uit de regio van Lier hun weg vinden naar de binnenstad. Om deze programmatie waar te kunnen maken dient men de voorziene toelage te verhogen met 45 000 euro.

 

Adviezen

Team cultuur en evenementen geeft gunstig advies voor wat betreft de samenwerking met Muziek Centraal vzw.

 

Team Cultuur en evenementen geeft ook gunstig advies voor een éénmalige verhoging van de toelage voor de organisatie van de editie in 2022, want als het stadsbestuur wil inzetten op een post-corona editie met grote namen zijn er extra middelen nodig.

 

Argumentatie

Na een verkende gesprek bleek Muziek Centraal een goede partner voor de organisatie van Lier Centraal. Zij organiseerden eerder al 'Muziek aan het kasteel' en nemen ook de organisatie van 'Park Plezier' voor hun rekening.  Ze hebben dus de ervaring en kennis van organisatie van zulke grote concerten.

 

Na twee jaar geen Lier Centraal is het wenselijk om dit evenement opnieuw op te starten met een sterke programmatie die de grote markt kan vullen en een divers publiek aanspreekt.

Hoewel het om een grote investering gaat, komt dit het imago van de stad Lier zeker ten goede. Op een centrale plaats in de stad gaan er erg kwalitatieve optredens  door die bovendien gratis toegankelijk zijn voor iedereen. De Lokale economie vaart ook wel bij zulke publiekstrekkers.

 

Financiële weerslag

 

In het budget 2022 is er voor Lier Centraal een nominatieve subsidie opgenomen van 46.000 EUR. De kostprijs voor de programmatie van de editie van Lier Centraal 2022 zal echter 87.000 EUR bedragen.

De nominatieve toelage moet dus verhoogd worden met 41.000 EUR. Voorgesteld wordt om dit budgettekort te verschuiven van volgende acties :

        23.000 EUR van actie 01/02/SAP/02/02 Promotie Lier als attractieve stad voor shoppen, proeven en beleven

        18.000 EUR van actie 01/10/KAP/03/08 Organisatie kernversterkende evenementen ism Lokale economie 01.

Indien in de loop van het jaar het budget op deze acties ontoereikend zal blijken, dan dient dit via de aanpassing MJP in het najaar te worden bijgestuurd.

 

Actienummer

Omschrijving actie

01.10.03.06

Ondersteuning terugkerende evenementen door derden

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Geert Marrin, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten en Jan Hermans

7 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Nancy Dresen

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BBESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst met Muziek Centraal vzw.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

KLIMAATACTIEPLAN 2.0. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2016 over de goedkeuring van de ondertekening van de Burgemeestersconvenant. 2030.

Gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2021 over de goedkeuring van het actieplan voor klimaat en energie.

Op 4 juni 2021 keurde de Vlaamse Regering het Lokaal Energie- en Klimaatpact definitief goed. Het pact wil de Vlaamse steden en gemeenten ondersteunen in het behalen van concrete doelstellingen en bouwt voort op reeds ingeburgerde initiatieven zoals het Burgemeestersconvenant 2030. De focus ligt op vier werven: vergroening, energie, mobiliteit en regenwater.

Gemeenteraadsbeslissing van 25 oktober 2021 over de goedkeuring van het Lokaal Klimaat en Energiepact (LEKP).

Collegebesluit van 17 januari 2022 houdende de kennisname van het voorstel van IGEMO om zich te engageren om 12 uitdagingen aan te gaan in kader van een regionale klimaat- en energietransitie.

 

Feiten en context

Net Zero tegen 2050, dat is de doelstelling van Europa. Het eerste klimaatneutraal continent worden. Er is maar één plek waar die ambitie gerealiseerd kan worden en dat is lokaal. Enkel lokale besturen zijn in staat om deze grootse doelstelling te vertalen in concrete realisaties op het terrein. Zij zijn in staat om te mobiliseren, burgers te betrekken, zaken in beweging te krijgen en het abstracte concreet te maken. 

De stad Lier gaat samen met 292 andere steden en gemeenten deze uitdaging aan door de ondertekening van het Lokaal Energie en Klimaatpact (LEKP). Onder impuls van dit Pact heeft de stad Lier het ambitieuze plan om van Lier een veerkrachtige en duurzame omgeving te maken tegen 2030. Het verwezenlijken van deze ambitie wilt de stad Lier effectief realiseren aan de hand van het Klimaatactieplan 2.0 met de volgende 7 doelstellingen:

1) Energieneutraal gemeentelijk patrimonium

Tegen 2030 streeft de stad Lier voor het gemeentelijk patrimonium naar een jaarlijkse primaire energiebesparing van 2,09% en een vermindering van 40% CO2-uitstoot. Ook de verLEDding van de openbare straatverlichting en de relighting van de eigen gebouwen maken deel uit van deze doelstelling.

2) Het draagvlak voor hernieuwbare energie verhogen

Voor deze doelstelling is sensibilisering, participatie en een sterk communicatiebeleid van uitermate belang. In het kader hiervan werd de Werkgroep Energietransitie opgericht die de voorbereidingen zal treffen voor de opmaak van een lokaal warmtebeleidsplan en de realisatie van een participatief hernieuwbaar energieproject.

3) Meer plaats voor groen en water

De stad Lier is een groene gemeente en wil dit nog meer in de verf zetten. Daarom wilt de stad Lier meer bomen op privaat en openbaar domein met oog voor de kwaliteit. Via een duurzaam bosbeheer en plannen voor bosuitbreiding is het de uitdaging om meer bos te creëren. Ook wordt er bijzondere aandacht geschonken aan natuurbehoud en biodiversiteit: beheer van de stadsvesten, inzaaien van bloemenweides (bijenhotels), natuurvriendelijk maaibeheer etc.

Gelet op het belang van water (water, het nieuwe goud), wilt de stad Lier werken aan ontharding en wateropvang. Zo werd het Basishemelwaterplan inmiddels goedgekeurd en werden er deelplannen opgesteld. Verder wordt er de nodige aandacht gevestigd aan het beheer van onze waterinfrastructuur. Door het openleggen van publieke grachten ipv ze in te buizen, wordt er meer plaats voor waterinfiltratie voorzien.

De Werkgroep Klimaatadaptatie werd in het leven geroepen met als doel projecten zoals de groen-blauwe dooradering van de bebouwde ruimte en groen-blauwe parels te realiseren.

4) Klimaatrobuust wonen

Voor energetisch renoveren kan de Lierenaar beroep doen op het Energieloket in samenwerking met IGEMO (STEKR). Deze dienstverlening is gericht op totaalrenovatie: adviseren en begeleiden door een coach in 1 renovatietraject. We zetten hiermee verder inzetten in op ‘ontzorgen’ en centraliseren van informatie voor renovatie.

De stad Lier heeft ook oog voor energiearmoede. Via de SVK- premie wordt de woonkwaliteit van huurwoning verbeterd en de verhuur via het Sociaal Verhuur Kantoor gepromoot.

5) Duurzaam ondernemen & leven

Omdat deze actie zich richt tot een aparte doelgroep (tertiaire sector) die een specifieke aanpak vereist, wordt hiervoor een aparte doelstelling benoemd. De directe link met de andere doelstellingen van ons klimaatactieplan 2.0 is snel gelegd: energetisch renoveren, meer groen en ontharding, bereikbaarheid van KMO’s (deelmobiliteit) etc.

6) Duurzame mobiliteit voor iedereen

Deze doelstelling is gericht op drie clusters: elektrische (deel)mobiliteit/elektrische laadinfrastructuur, iedereen op de fiets en verduurzamen van het eigen wagenpark. Belangrijk hierbij is dat het lokale beleid aansluiting vindt op projecten die vanuit het Vlaamse niveau gestuurd worden. Aan de hand van lokale projecten die bottom up werken, vinden we op die manier synergie met het Vlaamse beleid.

7) Sensibiliserend & participerend klimaatbeleid

De stad Lier stimuleert burgers, bedrijven en verenigingen om samen met het lokaal bestuur de streefdoelen van het klimaatbeleid te verwezenlijken. Deze acties werken als een rode draad doorheen de doelstellingen.

Het Klimaatactieplan 2.0 werd voorgesteld op de Verenigde Adviesraad en een advies op de eerste fase van het Klimaatactieplan 2.0 werd geformuleerd door het ‘Atelier duurzaamheid’ (zie verder bij advies).

 

In de meerjarenplanning werd er voor de beleidsmatige vertaling van deze doelstellingen aanknoping gezocht met bestaande BBC-acties. Daarnaast zijn er ook projecten opgenomen, reeds bestaande (Landschapspark Pallieterland) of in wording (Werkgroep Energietransitie & Klimaatadaptatie). Op basis hiervan werd de projectstructuur van het Klimaatactieplan 2.0 in kaart gebracht. Deze ziet er momenteel als volgt:

 

Doelstelling 1: Energieneutraal patrimonium

BBC-acties

01/03/SAP/02/02 Relighting

01/03/SAP/02/03 WKK/Pompen/Stookplaatsanalyse

01/03/SAP/02/04 Zonnepanelen

01/04/KAP/03/02 Onderhoud openbare verlichting en nutsleidingen

01/03/SAP/01/03 Opmaak conditiemeting en meerjarenonderhoudsplanning

01/03/SAP/02/01 Opmaak en analyse van een efficiënte energieboekhouding

Doelstelling 2:

Draagvlak voor hernieuwbare energie verhogen

BBC-acties

Nog nader te bepalen.

Projecten

Werkgroep Energietransitie

Doelstelling 3: Meer plaats voor groen & water

BBC-acties

01/01/KAP/03/35 Versterking valleien Beneden-, Kleine- en Grote Nete en Babelsebeek

01/04/KAP/03/03 Onderhoud van en investering in openbaar groen

01/04/KAP/03/04 Onderhoud waterinfrastructuur

01/04/SAP/02/01 Inrichting landschapspark Pallieterland

01/04/SAP/02/02 Aanplanting nieuwe bomen en struiken

01/14/KAP/01/02 Uitwerken preventieve acties i.k.v. criminaliteitsfenomenen

Projecten

Werkgroep Klimaatadaptatie

Project Landschapspark Pallieterland.

Doelstelling 4: Klimaatrobuust wonen

BBC-acties

01/01/KAP/03/12 Verdere uitwerking en uitvoering klimaatplan

01/01/KAP/03/24 Aanwenden van de stedelijke woonpremie

Doelstelling 5: Duurzaam ondernemen & leven

BBC-acties

01/02 SAP 01/01 onderlinge samenwerking tussen bedrijven stimuleren

01/02/SAP/02/01 Promoten Lier als attractieve stad voor shoppen, proeven en beleven

Projecten

Nog nader te bepalen.

Doelstelling 6: Duurzame mobiliteit voor iedereen

BBC-acties

01/01/KAP/03/41 Uitrol Fietsbeleidsplan

01/20/KAP/01/03 Optimalisatie dienstverplaatsingen

01/01/KAP/03/46 Opmaken van een Trage Wegenplan

01/01/KAP/03/50 Gestuurde uitrol van Deelwagens

01/01/KAP/03/48 Investeringen fietsbeleidsplan

01/01/KAP/03/51 Inrichting Mobipunten

Doelstelling 7: sensibiliserend & participerend klimaatbeleid

BBC-acties

01/15/SAP/01/01 - Uitbouw inspraak, participatie en wijkwerking

01/15/KAP/02/02 - Communicatie in print

01/15/KAP/02/03 - Digitale communicatie 

 

Door de ondertekening van het LEKP heeft de stad Lier een aantal engagementen aangegaan waarvoor er indicatoren werden opgesteld. Deze indicatoren zijn raadpleegbaar via de website van de VVSG Netwerk Klimaat.

De vooropgestelde indicatoren werden aangepast rekening houdend met het aantal inwoners voor de stad Lier. Hierbij het overzicht van de indicatoren per doelstelling vooropgesteld door het LEKP tegen 2030:

 

Doelstellingen KAP 2.0 tegen 2030

Indicator(en) LEKP

Doelstelling 1: Energieneutraal patrimonium

2,09% jaarlijkse primaire energiebesparing.

40% CO2 reductie van het eigen patrimonium.

Doelstelling 2:

Draagvlak voor hernieuwbare energie verhogen

Coöperatieve/participatieve hernieuwbaar energieprojecten op het grondgebied met een totaal geïnstalleerd vermogen van 3 MW.

Opstarten van een energiegemeenschap.

Doelstelling 3: Meer plaats voor groen & water

Eén boom extra per inwoner = 37.300 bomen.

Een halve meter extra haag of geveltuinbeplanting per inwoner = 18.650 m haag/geveltuin.

Eén extra natuurgroenperk per 1.000 inwoners = 38 natuurperken.

1 m² ontharding per inwoner = 37.300 m² ontharding.

1 m³ per inwoner extra opvang van hemelwateropvang voor hergebruik, buffering en infiltratie = 37.300 m³.

Doelstelling 4: Klimaatrobuust wonen

910 collectief georganiseerde energiebesparende renovaties (50/1.000 woonheden, 18.192 woonheden op 01/01/2021).

Doelstelling 5: Duurzaam ondernemen & leven

Geen indicator LEKP. Nader te bepalen.

 

 

Doelstelling 6: Duurzame mobiliteit voor iedereen

Per 1.000 inwoners 1 “toegangspunt” voor een (koolstofvrij) deelsysteem = 38 toegangspunten.

Per 100 inwoners 1 laadpunt = 373 laadpunten.

1 m nieuw of structureel opgewaardeerd fietspad extra per inwoner = 37.300 m fietspad.

Doelstelling 7: sensibiliserend & participerend klimaatbeleid

Geen indicator LEKP. Nader te bepalen.

 

 

 

Deze indicatoren worden verder uitgewerkt en afgestemd met elke betrokken dienst. Het gaat om de volgende aspecten:

 

        Startwaarde uit het referentiejaar: volgens het LEKP is het referentiejaar voor doelstelling 1 = 2019, voor de andere doelstellingen = 2021.

        Wijze waarop dit wordt gemeten.

        Frequentie van update (nieuwe waarde) voor deze indicator.

        Verantwoordelijke medewerker die de nieuwe waarde zal ingeven.

        Bron van deze gegevens.

 

Opmerking: voor doelstelling 1 betekent de indicator volgens het LEKP een resultaatsverbintenis, voor de overige doelstellingen gaat het om inspanningsverbintenissen. Het LEKP biedt de steden en de gemeenten eveneens de ruimte om de (financiële) middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten en de eigen accenten te leggen op het lokale klimaatbeleid. De focus kan bijvoorbeeld gelegd worden op energietransitie en meer groen.

Daarnaast is ook de Vlaamse Overheid betrokken partij door de uitvoering van haar eigen klimaatactieplan en de financiële middelen die hieruit voortvloeien (Vlaams Regeerakkoord en het Vlaams Energie- en Klimaatplan, VEKP). In de praktijk betekent dit dat het Vlaamse beleid samensmelt met het lokale beleid, zoals bijvoorbeeld op het vlak van wonen (Noodkoopfonds) en mobiliteit (bv Plan Kopenhagen voor de aanleg van lokale fietspaden). Voor een volledig overzicht van de potentiële inbreng van de Vlaamse overheid, kan de brochure in bijlage van dit collegebesluit geraadpleegd worden 'Een lokaal energie- en klimaatpact tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse steden en gemeenten dd. 4 juni 2021.

 

De rol van de steden en gemeenten in kader van het klimaatbeleid betekent niet alleen het uitvoeren van concrete projecten, maar eveneens het vervullen van een rol tot regisseren, faciliteren, informeren en verbinden.

Voor de uitwerking van het Klimaatactieplan 2.0 werkt de stad Lier samen met de streekintercommunale IGEMO. Het gaat om de volgende projecten die reeds in de pijplijn zitten of waarvoor de samenwerking wordt onderzocht:

        Uitbreiding van het scholenproject 2Impresz (Collegebesluit in bijlage).

        SUPRA-project in uitbreiding op het STEKR-project.

        Energiemakelaar voor de tertiaire sector.

        Elektrische deelmobiliteit: project Gestroomd.be.

        Mobiliteitsmakers Rivierenland: verduurzamen van het woon-werkverkeer.

        Ondersteuning bij het indienen en opvolgen van subsidiedossiers, zoals bijvoorbeeld de subsidieoproep van Omgeving voor de groen-blauwe parels.

 

Ook verschillende andere partners/organisaties zijn reeds beleidsmatig betrokken en kunnen hun ondersteuning blijven bieden voor de uitvoering van het Klimaatactieplan 2.0, zoals daar bijvoorbeeld zijn: Fluvius, VEB, Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap Rivierenland, ANB, Bosgroep, Norminstituut Bomen, EVOLTA, AQUAFIN, Vlaamse Waterweg, Polder van Lier, Vervoerregio Antwerpen, Departement MOW, OCMW,...

 

Voor coöperatieve hernieuwbare energieprojecten en bredere dienstverlening omtrent het sensibiliseren/ondersteunen/informeren van de burger met betrekking tot de energietransitie, onderzoekt de stad Lier de samenwerking met een energiecoöperatie zoals bijvoorbeeld Zonnewind.

 

Adviezen

Voor het Klimaatactieplan 2.0 werd er vanuit de Verenigde Adviesraad voorgesteld om een horizontale werkgroep in het leven te roepen die de functie van adviesraad heeft voor het onderwerp duurzaamheid. Deze werkgroep werd benoemd als het 'Atelier Duurzaamheid'. Op 3 mei 2022 is het Atelier Duurzaamheid samengekomen om advies te verlenen omtrent de 4 zichtbare werven van het LEKP: wonen, mobiliteit, groen en water. Het volgende advies werd hierbij geformuleerd:

 

Advies Atelier Duurzaamheid Verrijk je Wijk (wonen)

1. Wijkniveauwerking met bvb een ‘renovatiecoach’ met aandacht voor kennisdeling en   centraliseren van informatie:

        Vergroenen op en rond de woning: breek uit projecten, vergroenen van gevels, klimaatrobuust maken van tuinen, groendaken, groenslingers…

        Aandacht voor wateropvang/hergebruik, infiltratie: regenwatertonnen, tegeltuinen, ontharden voortuinen.

        Renovatieprojecten bv met groepsaankoop zonnepanelen, isolatiemateriaal,…

        Energie besparen/energie- educatie (bv tool Energie ID of stimuleren van andere tools)

        Deeleconomie: naast autodelen, platform uitlenen en delen van materiaal

2. Duurzaam en ambitieus vergunningenbeleid: promoten, stimuleren en kenbaar maken van meer groen en ontharding op en rond de woning, samenwoonprojecten, verdichting stadskern, meer plaats voor de fiets, gemeenschappelijke tuinen, open ruimte (definitieve betonstop), sloopbeleidsplannen (afbreken van oude en energieopslorpende woningen, vervangen door nieuwe duurzame (co-housing)projecten…

3. Energie-educatie: begint op de scholen (uitbreidingseffect naar de thuisomgeving), maar gaat breder en gaat over gedragsverandering bv slimme tools Energie ID/Energiewedstrijd/Bespaar mee of een demohuis in de stad vgl  Ecohuis in Antwerpen met centralisatie van diensten en informatie voor de burger.

4. Energietransitie met burgerparticipatie + opslag met steun van de lokale overheid en lokale bedrijven: de druk moet verhoogd worden, niet wachten tot fase 2 van het Klimaatactieplan, moet nu gebeuren bv aanleg van warmtenetten.

5. Behouden en uitbreiden van open ruimte zowel in de binnenstad als daarbuiten: minder luchtvervuiling, lawaaihinder, minder auto’s & verkeer in de binnenstad, ontharden van publieke pleinen en parkings in de binnenstad, creëren van groene corridors.

6. Energiearmoede bestrijden ahv de voorgaande actiepunten: 1, 3 en 4.

Opmerking: wat betekent energiearmoede?: niet betaalbaarheid van hoge    energiekosten in combinatie met onvoldoende financiële middelen te bezitten om                             te kunnen investeren in renovatie, duurzame energiebronnen, ….

 

Belangrijkste quick wins voor het Klimaatactieplan 2.0:

        Voornaamste quick win is het 4de actiepunt: het faciliteren van de energietransitie

        Een renovatiecoach op wijkniveau

        En tot slot een duurzaam vergunningenbeleid

 

Advies Atelier Duurzaamheid: Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar (mobiliteit)

De stad zou meer moeten inzetten op:

1. De verbetering van de infrastructuur voor de zachte weggebruiker: meer fietsenstallingen, veiligheid/comfort/plaats voor de fiets, meer en bredere voetpaden en fietspaden  (ipv parkeerplaasten), betere en toegankelijke wegen en voetpaden (ouderen, kinderen, rolstoelgebruikers, buggy’s, fietsen…).

2. Duidelijke en sturende visie inzake laadinfrastructuur.

3. Een deelmobiliteitsconsultant, in de twee richtingen: stimuleren van het beleid en betrekken van de burger door ‘deelangst’ te doorbreken. Maar ook delen van werkmateriaal, bakfietsen, zonnepanelen,…

4. Proefprojecten: wijziging van circulatie, autovrije dagen (meer dan 1 dag per jaar), autovrije straten, leefstraten, speelstraten, schoolstraten (veilige schoolomgeving voor voetgangers en fietsers),…

5. Opwaardering omgeving van het station: meer groen (aangenamer stationsplein), meer deelmobiliteit, deelfietsen, P&R, ..

6. Herbekijken van busroutes: sommige routes in het centrum zijn te overbelast, terwijl andere er nauwelijks/niet zijn bv bereikbaarheid van grote supermarkten, voetbalstadion,...

De buurt moet meer betrokken worden door middel van social media zoals bv Hoplr: verder uitwerken, op zoek gaan naar sociale verbondenheid.

 

De belangrijkste quick wins voor het Klimaatactieplan 2.0:

        Verbeteren van de infrastructuur voor de zachte weggebruiker

        Het organiseren van proefprojecten zoals autovrije straten, leefstraten, speelstraten…

        Stimuleren van autodelen ahv een ‘deelconsulent’ bv via Hoplr

 

Advies Atelier Duurzaamheid: Laten we een boom opzetten en Water, het nieuwe goud (groen en water)

Algemeen benadrukken de deelnemers dat de stad meer ambitie mag hebben op vlak van duurzaamheid. Het bestuur zou meer daadkracht moeten hebben en ja-zeggen op waardevolle initiatieven. De politiek zou moeten handelen vanuit waarden en niet vanuit belangen. Duurzaam wordt gedefinieerd als goed voor mens en milieu (fauna en flora) en gedrag dat de toekomstige generaties niet hypothekeert.

 

Water

Water is bron van alle leven en dient ruimer gezien te worden dan een consumptiegoed of een bedreiging. Bovendien is er nood aan een evolutie in het denken rond water. Er dient voldoende ruimte  te zijn voor de opvang water, ook in steden is daar nood aan. Connectie met water brengt rust. Inzetten op ontharding is hierbij wenselijk. Aandacht dient te gaan naar water als recreatief en esthetisch element, door in te zetten op de toegankelijkheid.             

 

Voorstel tot enkele quick-wins:

        speelwaterpartijen met proper water

        vergunningsbeleid afstemmen op onthardingsfilosofie + handhaving

        elk plat dak is een groendak: op te nemen in bouwvoorschriften

        klimaatadaptatie: ruimte voor groen en water combineren met rol van de stad als inspirerend voorbeeld ter sensibilisering

        ontharding van bermen in woonwijken

        brede straten versmallen door aanbrengen van groenstroken

        infiltratiecapaciteit voor water uitbreiden 

        beken/waterlopen terug laten meanderen

 

Groen

Inzetten op kwalitatief vergroenen en ontharden, meer groen in de stad brengen door te kiezen voor waardevolle beplanting en de biodiversiteit te stimuleren.

 

Voorstel tot enkele quick-wins:  

        Vergroenen en ontharden van speelplaatsen. Het publiek maken van deze bijkomende speelplaatsen voor kinderen en jeugdbewegingen buiten de openingsuren van de school en in vakantieperiodes is een extra must.

        Uitbreiding natuurgebied Duwijck met 14 ha: aandacht voor eco-systeem, samenwerking met andere partners (VLM, RLRL, …)

        Pop-up groen op Grote Markt of parkeerstrook bv. parklets

        Maximaal inzetten op groene corridors en biodiversiteit: versnippering tegengaan

        Tuinen maken 10%-15% van de groene ruimte uit in de stad, ook hier kunnen burgers werk maken van groene corridors, door in te zetten op verbinding van tuinen.

        Keuze voor beplanting vanuit in steek biodiversiteit, niet vanuit onderhoudsgemak/Natuurpunt betrekken bij aanplanting.

        Aanplantingen vervangen door kruidenrijk grasland of inheemse planten

        Grote verwachtingen van bermbeheerplan, gefaseerd maaien

        Meer groen in het straatbeeld: met tegeltuin, promoten bij heraanleg straten of bv parkeerplaatsen vervangen door boomcirkels.

        Peterschap van groene plekjes in het straatbeeld

        Stad als goede voorbeeld: gevels van het patrimonium vergroenen

        Concrete locaties:

  - Dungelhoeff-site

  - waterval Sion

  - waterpartijen Grote Markt vergroenen

        Herhalen van bomen-plant-actie mits ruimer kader

 

De belangrijkste quick wins voor het Klimaatactieplan 2.0:

        Ontharden en vergroenen van speelplaatsen

        Uitbreiding van natuurgebied

        Meer groen in het straatbeeld (tegeltuintjes, gevelgroen,…)

        Ontharden en vergroenen van (te) brede straten en bermen

 

Algemene conclusie Atelier Duurzaamheid

Het Atelier stuurt aan op het verder inzetten op sensibiliseren rond klimaatuitdagingen. Hierbij is het van belang om uit te leggen waarom bepaalde acties gebeuren of waarom net niet (bv. minder maaien). Indien er acties georganiseerd worden, is het aan te raden deze acties in een breder kader aan te bieden. Bv de bomen-plant-actie: in de communicatie zou aan bod kunnen komen hoe en waar te planten, hoe groot de boom zal worden, welke voordelen er zijn voor insecten, klimaat en biodiversiteit.

Om meer burgers te bereiken dient de stad in te zetten op een klimaatpanel, wat de verderzetting kan zijn van dit atelier. Het zou een inspiratie-raad kunnen zijn met een eigen website en ondersteunt het initiatief van onderuit.

 

Voorstel tot verdere initiatieven:

        burgerplatform dat burgerinitiatieven oplijst

        registreren van burgerinitiatieven

        organiseren van een burgerbevraging rond initiatieven

        vrijwilligers die zoeken naar gronden om te bebossen

        kennisdeling via dit platform

        urgentie creëren door in te spelen op ervaring

 

Juridische grond

De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro van

1992;

Het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van

maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van

broeikasgassen;

Gelet op het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale

overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame

Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;

De ondertekening door de stad Lier van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de

duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;

De ondertekening door de stad Lier van het Lokaal Energie- en klimaatpact (LEKP);

Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030;

Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024;

Art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de

Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de

verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan

de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”

 

Argumentatie

De stad Lier heeft het LEKP ondertekend en heeft bijgevolg een financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid d.m.v. trekkingsrechten ontvangen tbv van 129.838,07 euro. De Vlaamse overheid vraagt om minstens het dubbele van de ter beschikking gestelde subsidies te investeren in lokale klimaatacties. Ook de komende jaren voorziet de Vlaamse overheid minstens 10 miljoen euro (totale jaarlijkse budget) aan ondersteuning. Per werf staan er bijkomende budgetlijnen opgesomd die binnen de begroting van de Vlaamse overheid en vanuit relancemiddelen ter beschikking worden gesteld door de bevoegde ministers.

Bijgevolg is het wenselijk dat de stad Lier een Klimaatactieplan 2.0 opstelt en op basis hiervan mogelijke acties uitvoert.

 

Financiële weerslag

Voor de financiële opvolging wordt gevraagd om in de jaarrekening de

uitgaven (zoals investerings-, uitvoerings- en personeelskosten) die gelieerd zijn aan het LEKP, een vaste code te geven (ABB-LEKP-2021).

Voor de verantwoording van de benutting van de ontvangen subsidies (cofinanciering 50%) werd deze LEKP-code gekoppeld aan de volgende BBC-acties:

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/01/KAP/03/12

 

Verdere uitwerking en uitvoering klimaatplan

 

01/03/SAP/02/02

 

Relighting

 

01/03/SAP/02/03

 

WKK/Pompen/Stookplaatsanalyse

 

01/03/SAP/02/04

 

Zonnepanelen

 

01/04/KAP/03/03

 

Onderhoud van en investering in openbaar groen

 

01/04/KAP/03/04

 

Onderhoud waterinfrastructuur

 

01/04/SAP/02/01

 

Inrichting landschapspark Pallieterland

 

01/04/SAP/02/02

 

Aanplanting nieuwe bomen en struiken

 

 

De financiële opvolging gebeurt op basis van de informatie in de jaarrekening (BBC-rapportering). Een eerste beoordeling op deze rapportageverplichting wordt verwacht tegen maart 2023. Voor deze beoordeling bestaat de mogelijkheid om bijkomende informatie te bezorgen inzake de voortgang van projecten tot het bereiken van de voorziene doelstellingen. Het lokaal bestuur bepaalt zelf hoe de middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

12 onthoudingen: Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om akkoord te gaan met het Klimaatactieplan 2.0.

 

Art 2 :

Voor de verantwoording van de benutting van de ontvangen subsidies tbv 129.838,07 euro (cofinanciering 50%) werd de LEKP-code (ABB-LEKP-2021) gekoppeld aan de volgende BBC-acties:

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/01/KAP/03/12

 

Verdere uitwerking en uitvoering klimaatplan

 

01/03/SAP/02/02

 

Relighting

 

01/03/SAP/02/03

 

WKK/Pompen/Stookplaatsanalyse

 

01/03/SAP/02/04

 

Zonnepanelen

 

01/04/KAP/03/03

 

Onderhoud van en investering in openbaar groen

 

01/04/KAP/03/04

 

Onderhoud waterinfrastructuur

 

01/04/SAP/02/01

 

Inrichting landschapspark Pallieterland

 

01/04/SAP/02/02

 

Aanplanting nieuwe bomen en struiken

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

CONCESSIE INZAKE VOORZIENING STRAATMEUBILAIR. TOEWIJZING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 29 november 2021 werd een eerste versie van een concessieleidraad inzake straatmeubilair goedgekeurd door het CBS en doorgestuurd naar de gemeenteraad.

In de ziiting van 20 december 2021 keurde de gemeenteraad het dossier goed.

In verdere voorbereiding op de publicatie werd het dossier grondig juridisch nagekeken door GD&A. Het dossier werd op een aantal juridische en administratieve punten nagekeken en aangepast. Hierna werd het finale dossier voorgelegd en goedgekeurd door het CBS dd. 7 maart 2022 en de gemeenteraad dd.28 maart 2022.

 

Feiten en context

De concessieleidraad werd via het e-Tendering platform op Europees niveau gepubliceerd.

Op 5 mei 2022 om 9.30u werden de biedingen geopend. Er werd daarbij slechts één bieding ingediend, nl door JCDecaux Street Furniture Belgium NV uit Brussel.

Verder liet enkel de firma Clear Channel weten dat ze niet wensten deel te nemen.

Het verslag van nazicht wordt in bijlage toegevoegd.

 

Op basis van de ingediende offerte werd op 17 mei 2022 een overleg met JCDecaux georganiseerd waarbij toelichting werd gevraagd bij de offerte. In bijlage vindt u het verslag van deze toelichting. Alsook nog enkele aanvullingen die op 13 en 14 juni 2022 werden bezorgd.

 

Adviezen

Het technisch bureau geeft positief advies voor de gunning van de opdracht aan de firma JCDecaux Street Furniture Belgium NV uit Brussel.

 

Juridische grond

De wet betreffende de concessieovereenkomsten van 17 juni 2016.

Het Koninklijk besluit betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten van 25 juni 2017.

De wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies van 17 juni 2013,

Wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, vastgesteld door het koninklijk besluit van 26 september 1991.

Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, en latere wijzigingen.

Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), Welzijnswet en Codex over het welzijn op het werk.

Wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.

Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)

De inschrijvers worden geacht alle wettelijke bepalingen te kennen die op hen van toepassing zijn en te handelen in overeenstemming met die regelgeving. De aanbestedende overheid legt in het bijzonder de nadruk op bovenstaande regelgeving (niet-limitatief):

De Concessie is niet onderworpen aan de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (en latere wijzigingen) en de uitvoeringsbesluiten uitgevaardigd krachtens deze wet, zoals het Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten van 14 januari 2013.

 

Argumentatie

De beoordeling en de rangschikking van de offertes voor toewijzing dient te gebeuren volgens de gunningscriteria van het bestek.

 

Financiële weerslag

Voor het basisvoorstel, zoals voorzien in het bestek, stelt JCDecaux een jaarlijkse vergoeding van 175.000 euro exclusief BTW voor, te betalen aan de stad Lier.

 

Deze ontvangst is niet voorzien in de meerjarenplanning. Er zal een nieuwe actie worden aangemaakt bij de aanpassing meerjarenplanning 2022.  De eerste betaling zal pas in 2023 vallen, zijnde op het einde van het eerste jaar van de overeenkomst.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist dat goedkeuring verleend wordt aan het verslag van nazicht van 31 mei 2022, opgesteld door Kristel Zomers, projectcoördinator infrastructuur.

Het verslag van nazicht maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

De gemeenteraad beslist dat de concessieopdracht voor straatmeubilair, zijnde schuilhuisjes en informatieborden, wordt gegund voor 15 jaar aan de enige regelmatige bieder, zijnde JCDecaux Street Furniture Belgium NV, Joseph Stevensstraat 7 te 1000 Brussel tegen een jaarlijkse vergoeding van 175.000 euro exclusief BTW

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Voor het basisvoorstel, zoals voorzien in het bestek, stelt JCDecaux een jaarlijkse vergoeding van 175.000 euro exclusief BTW voor, te betalen aan de stad Lier.

 

Deze ontvangst is niet voorzien in de meerjarenplanning. Er zal een nieuwe actie worden aangemaakt bij de aanpassing meerjarenplanning 2022.  De eerste betaling zal pas in 2023 vallen, zijnde op het einde van het eerste jaar van de overeenkomst.

 

Art 3:

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

1

1

dienst financiën

dienst infrastructuur

dienst mobiliteit

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

WOONMAATSCHAPPIJ - ADVIES OMTRENT DE TE VORMEN WOONMAATSCHAPPIJ IN HET WERKINGSGEBIED BONHEIDEN - DUFFEL - LIER - SINT-KATELIJNE-WAVER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbeslissing van 25 oktober 2021 over het voorstel van werkingsgebied van de woonmaatschappij.

 

Feiten en context

In het traject naar het vormen van een ééngemaakte woonmaatschappij voor het werkingsgebied tegen 1 januari 2023, kunnen sociale huisvestingsmaatschappijen, die er pas tegen 30 juni 2023 zullen in slagen om aan alle voorwaarden tot erkenning als woonmaatschappij te voldoen, ofwel door zich zelf om te vormen tot woonmaatschappij, ofwel door een herstructurering (fusie, splitsing…) door te voeren met een andere woonmaatschappij  of met een sociale huisvestingsmaatschappij, die kan aantonen dat die zich kan omvormen tot woonmaatschappij, een verlenging van de hun erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij tot 30 juni 2023 bekomen. Daartoe moet zij een aanvraag indienen bij het agentschap Wonen-Vlaanderen. Daarbij moet de aanvragende sociale huisvestingsmaatschappij aantonen dat ze zich uiterlijk op 30 juni 2023 zal kunnen omvormen tot woonmaatschappij, mede ondersteund door een stappenplan en een advies van de lokale besturen uit het werkingsgebied (art 223, §2, 2de lid van het BVR van 17/12/2022 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen).

 

De sociale huisvestingsmaatschappij 'Lierse Maatschappij voor de Huisvesting' vroeg op het Lokaal Woonoverleg van 12 mei 2022 om een advies uit te brengen over het traject dat zij willen doorlopen om tegen uiterlijk 30 juni 2023 deel uit te maken van de woonmaatschappij die in het werkingsgebied Bonheiden - Duffel - Lier - Sint-Katelijne-Waver zal worden gevormd.

 

Advies Lokaal Woonoverleg

De Lierse Maatschappij voor de Huisvesting (LMH) lichtte het traject om een woonmaatschappij te vormen toe op het Lokaal Woonoverleg van 12/05/2022. Dit traject bevindt zich in het aanvraagformulier in bijlage. De LMH kondigde aan dat er een stuurgroep met de betrokken lokale besturen opgestart zal worden. De leden van het Lokaal Woonoverleg schatten in dat de omvorming tijdig (voor 30/06/2023) kan gebeuren en dat de doelstellingen van de gemeente via de stuurgroep bewaakt kunnen worden. Daarom geeft het Lokaal Woonoverleg een positief advies voor de verlenging van de erkenning van de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting tot 30/06/2023.

 

Juridische grond

        Artikel 40 e.v. van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

        Het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen.

        De Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW)

        Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW)

 

Argumentatie

Via het voorgelegde traject (in bijlage) kunnen de woonactoren in het werkingsgebied Bonheiden - Duffel - Lier - Sint-Katelijne-Waver zich tijdig (voor 30/06/2023) omvormen tot een woonmaatschappij. Via de stuurgroep met de betrokken lokale besturen kunnen de doelstellingen van de gemeente bewaakt worden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag tot verlenging van de erkenning van de sociale huisvestingsmaatschappij 'Lierse Maatschappij voor de Huisvesting' tot en met 30 juni 2023.

 

Art 2 :

De gemeenteraad geeft als advies aan de Vlaamse Regering dat het bij voormelde aanvraag gevoegde stappenplan naar de woonmaatschappij voldoet aan de doelstellingen van de gemeente.

 

Art 3 :
Deze beslissing wordt aan de aanvrager bezorgd.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES ARRONDISSEMENT MECHELEN (GASAM) - NAAMSWIJZIGING NAAR GAS-RIVIERENLAND. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2008 over de oprichting van de interlokale vereniging Gemeentelijke Administratieve Sancties Arrondissement Mechelen (GASAM)

 

Feiten en context

Het doel van de formele intergemeentelijke samenwerking was de afhandeling van de dossiers GAS123 voor de toen nog 13 gemeenten van het toenmalige gerechtelijk arrondissement Mechelen.

De interlokale vereniging werd formeel opgericht door gezamenlijke ondertekening van de oprichtingsakte op de  conferentie van burgemeesters van 7 maart 2008.

 

In artikel 1 van de oprichtingsakte werd de naam bepaald van deze interlokale vereniging, meer bepaald: “GAS Arrondissement Mechelen” afgekort tot GASAM.

Het werkingsgebied van de interlokale vereniging valt thans perfect samen met de geografische afbakening van de nieuwe regio Rivierenland. Deze nieuwe naamgeving “Rivierenland” werd ook al realiteit in diverse – vooral bestuurlijke – samenwerkingsverbanden en entiteiten.

Omwille van deze nieuwe bestuurlijk-geografische evolutie en realiteit nam het beheerscomité van GASAM in haar vergadering van 3 december 2021 (en nogmaals bevestigd in vergadering 6 mei 2022) de principiële beslissing om de naam van de interlokale vereniging te wijzigen naar GAS-Rivierenland.

 

De interlokale vereniging valt onder de artikels 392 tot en met 395 van het Decreet Lokaal Bestuur die handelen over de samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid.

Met uitzondering van het bepaalde dat de term interlokale vereniging steeds dient te worden toegevoegd aan de naam, wordt er in het decreet niets expliciet bepaald omtrent de naamkeuze of bijzondere procedures dienaangaande.

 

Daaruit volgt dat een naamswijziging naar GAS-Rivierenland juridisch kan worden geconcretiseerd door het toevoegen van een annex aan de oorspronkelijke oprichtingsakte met vermelding van de nieuwe benaming.

Net zoals de oprichtingsakte dient deze annex ook formeel worden voorgelegd aan de gemeenteraad van elke deelnemende gemeente.

 

De stad wordt gevraagd om bijgevoegde annex aan de oprichtingsakte formeel ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad in de eerstvolgende zitting en een afschrift van deze goedkeuring te bezorgen.

 

Het is de bedoeling om deze annex (volledig ingevuld met data goedkeuring gemeenteraden) dan ter ondertekening voor te leggen aan alle burgemeesters en algemeen directeurs ten laatste eind juni 2022 zodat de nieuwe naam formeel kan gebruikt worden vanaf 1 juli 2022.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Het is aangewezen om akkoord te gaan met de naamswijziging, gezien de huidige evolutie op vlak van de regiovorming, waarbij de stad binnen de regio 'Rivierenland' valt.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de "Annex aan de Overeenkomst Interlokale Vereniging GAS Arrondissement Mechelen van 8 maart 2008" goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

GEMEENTELIJKE HOLDING NV (IN VEREFFENING) - ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN 29 JUNI 2022 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de aanduiding van de heer Frank Boogaerts, burgemeester, en de heer Bert Wollants, schepen, als resp. effectief en plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening en dit voor de duurtijd van zes jaar van de gemeentelijke legislatuur.

Gemeenteraadsbeslissing van 28 maart 2022 over de aanduiding van mevrouw Ilse Lambrechts, schepen, als effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening en dit voor de resterende duurtijd van zes jaar van de gemeentelijke legislatuur.

 

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

 

De stad ontving op 25 mei 2022 een uitnodiging voor de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders. Deze vindt plaats op woensdag 29 juni 2022 om 14.00 uur in het Bluepoint Brussels Business Centre, A. Reyerslaan 80 in 1030 Brussel. De agenda is als volgt vastgesteld:

 

1.

Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2021

2.

Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2021

3.

Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2021 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten

4.

Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2021

5.

Voorstel van de vereffenaars tot benoeming van een commissaris

6.

Stemming over de benoeming van de commissaris

7.

Vraagstelling

 

Overeenkomstig de wettelijke regels terzake worden alle punten van de agenda louter ter kennisname meegedeeld aan de algemene vergadering. Zij worden niet ter stemming voorgelegd.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Geert Marrin, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten en Jan Hermans

4 onthoudingen: Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Nancy Dresen

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de agenda van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening op 30 juni 2021, zoals hieronder vastgesteld, goed te keuren:

 

1.

Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2021

2.

Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2021

3.

Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2021 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten

4.

Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2021

5.

Voorstel van de vereffenaars tot benoeming van een commissaris

6.

Stemming over de benoeming van de commissaris

7.

Vraagstelling

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

KLEINE LANDEIGENDOM VAN MECHELEN EN OMSTREKEN CVBA-SO - BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 30 JUNI 2022 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over het aanduiden van een effectief afgevaardigde in de algemene vergadering van de Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken cvba, nl. Walter Grootaers als effectief vertegenwoordiger en Ivo Andries als plaatsvervangend vertegenwoordiger.

Gemeenteraadsbeslissing van 31 mei 2021 over het aanduiden van een effectief afgevaardigde in de algemene vergadering van de Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken cvba, nl. Sabine Leyzen als effectief vertegenwoordiger.

Gemeenteraadsbeslissing van 23 mei 2022 over de uittreding uit de vennootschap Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken

 

Feiten en context

De stad neemt deel aan de Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken cvba.

 

De stad Lier werd opgeroepen op 1 juni 2022 om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken cvba-so op 30 juni 2022 om 10.30 uur, op het kantoor van Berquin Notarissen te Lloyd Georgelaan 11, 1000 Brussel.

 

De agenda is als volgt samengesteld:

 

1.

Kennisname door de aandeelhouders van de hiernavolgende documenten waarvan zij kosteloos een afschrift kunnen verkrijgen:

        Het fusievoorstel opgesteld door de bestuursorganen van de te fuseren vennootschappen in toepassing van artikel 12:24 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;

        Het verslag opgesteld door het bestuursorgaan van de Vennootschap in toepassing van artikel 12:25 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;

        Het verslag over het fusievoorstel opgesteld door de commissaris van de Vennootschap in toepassing van artikel 12:26 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

2.

Mededeling betreffende belangrijke wijzigingen in de vermogenstoestand van de te fuseren vennootschappen tussen de datum van opstelling van het fusievoorstel en de datum van de fusie, overeenkomstig artikel 12:27 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen

3.

Besluit tot fusie, overeenkomstig het voornoemd fusievoorstel, waarbij de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met een sociaal oogmerk "WOONPUNT MECHELEN", met zetel te 2800 Mechelen, Lijsterstraat 6, ingeschreven in het rechtspersonenregister onder nummer 0403.607.397 (de "Overnemende Vennootschap"), de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met een sociaal oogmerk "KLEINE LANDEIGENDOM VAN MECHELEN EN OMSTREKEN", met zetel te 2800 Mechelen, Lijsterstraat 3, ingeschreven in het rechtspersonenregister onder nummer 0403.602.647 (de "Overgenomen Vennootschap") overneemt in het kader van een fusie door overneming, met de ontbinding zonder vereffening van de Overgenomen Vennootschap tot gevolg.

4.

Volmacht voor de formaliteiten

 

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

statuten van Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken cvba

 

 

Argumentatie

De gemeenteraad besliste reeds om uit te treden uit Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken cvba. Het is daarom aangewezen dat de stad akkoord gaat met de agenda van deze buitengewone algemene vergadering.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Geert Marrin, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten en Jan Hermans

4 onthoudingen: Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Nancy Dresen

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de agenda van de buitengewone algemene vergadering van de Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken cvba op 30 juni 2022, die bestaat uit volgende agendapunten, goed te keuren:

 

1.

Kennisname door de aandeelhouders van de hiernavolgende documenten waarvan zij kosteloos een afschrift kunnen verkrijgen:

        Het fusievoorstel opgesteld door de bestuursorganen van de te fuseren vennootschappen in toepassing van artikel 12:24 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;

        Het verslag opgesteld door het bestuursorgaan van de Vennootschap in toepassing van artikel 12:25 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;

        Het verslag over het fusievoorstel opgesteld door de commissaris van de Vennootschap in toepassing van artikel 12:26 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

2.

Mededeling betreffende belangrijke wijzigingen in de vermogenstoestand van de te fuseren vennootschappen tussen de datum van opstelling van het fusievoorstel en de datum van de fusie, overeenkomstig artikel 12:27 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen

3.

Besluit tot fusie, overeenkomstig het voornoemd fusievoorstel, waarbij de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met een sociaal oogmerk "WOONPUNT MECHELEN", met zetel te 2800 Mechelen, Lijsterstraat 6, ingeschreven in het rechtspersonenregister onder nummer 0403.607.397 (de "Overnemende Vennootschap"), de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met een sociaal oogmerk "KLEINE LANDEIGENDOM VAN MECHELEN EN OMSTREKEN", met zetel te 2800 Mechelen, Lijsterstraat 3, ingeschreven in het rechtspersonenregister onder nummer 0403.602.647 (de "Overgenomen Vennootschap") overneemt in het kader van een fusie door overneming, met de ontbinding zonder vereffening van de Overgenomen Vennootschap tot gevolg.

4.

Volmacht voor de formaliteiten

 

Art 2 :

De gemeenteraad draagt de vertegenwoordiger van de stad, die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van de Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken cvba van 30 juni 2022 op zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen.

 

Art 3 :

Het college van burgemeester en schepen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de Kleine Landeigendom van Mechelen en Omstreken cvba.

 

Art 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

KLEMO

1

vertegenwoordigers

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Freddy Callaerts (Vooruit Lier) i.v.m. Netestadion

Twee maanden geleden heeft collega Taelman reeds een interpellatie gedaan i.v.m. het Netestadion, maar ik wil hier graag nog even op terugkomen.

AC Lierse en AC Lyra zijn de twee gebruikers van het Netestadion, het zijn twee bloeiende clubs de ene misschien wat competitiever en de andere iets recreatiever.

Sinds April is er wel al één belangrijke zaak gewijzigd, de twee clubs sloegen de handen in elkaar en hebben een akkoord bereikt om te fusioneren wat natuurlijk een zeer goede zaak is.

Beide clubs organiseren op regelmatige basis grote evenementen, zoals in het voorjaar het Belgische Ere-Divisie interclub voor mannen, waar AC Lyra de Belgische kampioenstitel binnenhaalde.

In het najaar staat de 2de Memorial Marieke Vervoort op het programma, gesponsord door verzekeringsmaatschappij Allianz eveneens sponsor van de memorial Ivo van Damme, kortom dit zijn twee zeer grote meetings die een positieve uitstraling hebben voor onze stad.

Ook de Internationale Flanders Cup en de jaarlijkse Natuurlopen goed voor jaarlijks zo’n 4000 Joggers uit alle hoeken van het land kaderen in dit opzicht.

Bij deze organisaties komen de belangrijke pijnpunten inzake gebrek aan degelijke accommodatie Aan het licht.

In de eerste fase willen de clubs zo snel mogelijk een nieuwe kantine, sanitair en kleedkamers want Daaraan is de nood het hoogst. Ik heb begrepen dat de stad daarvoor een budget heeft voorzien van 541.000 euro wat evenwel ontoereikend is om dit te realiseren. Ik zou er dan ook willen voor pleiten om dit budget op te trekken. Misschien kunnen we een gedeelte van het miljoen overschot van 2021. Daarvoor gebruiken. In de tweede en derde fase zou men dan een opwarmingszone willen voorzien.

Langs de kant van de Bloemmolens en in de derde fase een tribune op de plaats waar de huidige “Kantine “ staat.

Ik weet dat het natuurlijk over grote investeringen gaat maar tenslotte beoefenen er honderden Mensen hun sport, iedereen is er welkom, jong of oud, arm of rijk, getalenteerd of minder getalenteerd

Met of zonder beperking.

Ik zou dan ook met aandrang aan het cbs willen vragen om dit asap te bespreken zodat de plannen.  Nog dit jaar kunnen getekend worden en de uitvoering van de werken volgend jaar kan plaatsvinden.

 

Antwoord Schepen Ivo Andries:

Zie interpellatie 8 voor gebundeld antwoord

 

 

Interpellatie 2 : van Peter Caluwé (Groen-Lier&Ko) i.v.m. preventie wateroverlast korte termijn

Vorige zomer werd onze stad op 24 juli op enkele plaatsen (Lispersteenweg, Blokstraat, Zevenbergen) geconfronteerd met ernstige wateroverlast als gevolg van extreme lokale neerslag.

Inmiddels ging de Stad met het basishemelwaterplan aan de slag om structureel werk te maken van waterbuffering- en afvloei. Volgend op de wateroverlast werd door de schepen een aantal maatregelen aangekondigd, waaronder een uitdieping van de Arendbeek, inspecties van en werkzaamheden aan de riolen van de betrokken plaatsen.

 

Omdat er inmiddels weer zomermaanden voor de deur staan met opnieuw een reële kans op extreme lokale neerslag, hadden we graag een antwoord verkregen op volgende vragen:

        Welke inspanningen werden reeds geleverd om een gelijkaardig scenario op de verschillende plaatsen voor deze zomer te voorkomen en welke inspanningen dienen nog geleverd te worden in de nabije toekomst?

        Acht het CBS de tot op heden geleverde inspanningen afdoend om een herhaling van de wateroverlast op de opgesomde plaatsen te voorkomen? Waarom wel, niet?

        Welke lessen trok Brandweerpost Lier uit de wateroverlast van vorige zomer, welke (bijkomende) inspanningen kan de brandweer leveren om de schade bij dergelijke regenval te beperken?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

In het modern ontwerp van openbaar domein wordt steeds ontworpen vanuit een integraal waterbeleid. Het bergen van regenwater aan de bron is hierbij de eerste stap. We kunnen en mogen met de huidige klimaatmodellen niet langer verwachten dat al het regenwater onmiddellijk afstroomt naar het dichtstbijzijnde oppervlaktewater of rioleringscollector. In extreme gevallen is buffering binnen de straat en boordstenen hierbij geoorloofd, zonder uiteraard de intentie om schade aan private woningen toe te laten.

De verschillende puntlocaties waarvan sprake beschikken over een rioleringsstelsel dat niet gescheiden is en minstens 40 tot 60 jaar oud. Deze straten zijn dan ook duidelijk niet ontworpen o.b.v. de moderne uitgangspunten.

 

Inwoners die problemen ondervonden met hun sanitair, dienen ook hun privaat rioleringsstelsel te bekijken. Het plaatsen van een terugslagklep net voor de rioolaansluiting aan de straat kan veel leed voorkomen en is relatief goedkoop. Bovendien draagt opvang, hergebruik en eventueel infiltratie, waar mogelijk, van regenwater op privaat terrein tevens bij, hoe klein ook, tot het beperken van onmiddellijk lozen van regenwater op de riolering. Dit is een collectieve verantwoordelijkheid. De (regen)waterproblematiek i.k.v. klimaatverandering kan niet uitsluitend afgewikkeld worden op openbaar domein.

 

Op 24/07/2022 werd in Lier melding gemaakt van wateroverlast t.h.v.:

1.    Wijk Zevenbergen: R Delahayelaan en kruispunt Mercatorlaan

2.    Lispersteenweg thv kruispunt Voetbalstraat

3.    Blokstraat x Waterpoortstraat en lokaal in de Predikherenlaan

 

De exacte omvang van lokale regenbuien is achteraf zeer moeilijk te bepalen maar o.b.v. meetgegevens uit de ruime omgeving van Lier vielen er toen regenbuien die theoretisch tussen de 10 en 58 jaar (>T10 en <T58) kunnen voorkomen.

 

1.    Zevenbergen:

a.    Aan Aquafin werd gevraagd om kort te modelleren vanaf wanneer water op straat te verwachten is thv de R Delahayelaan en Mercatorlaan. Door het lokaal lagere maaiveldpeil thv het kruispunt is vanaf een T5 water boven de straat te verwachten (10-15 cm op de rijbaan). Bij een T20 wordt dit +/- 35 cm op de rijbaan.

b.    De rioolstrengen afwaarts van dit stelsel, en bij uitbreiding in heel Zevenbergen, werden geïnspecteerd dmv putcamerainspecties ikv het riool assetmanagementplan in 2020. Hieruit kwamen geen prioritaire herstellingswerken naar voren. Op verschillende locaties werd wel wortelingroei vastgesteld.

c.    Een aanleg van nieuwe rioleringen is momenteel niet voorzien op Zevenbergen. Momenteel is het detailhemelwaterplan wel in opmaak voor deze zone waarbij Zevenbergen werd opgenomen. Inzetten op maximale ontharding en eventueel buffering in de straten is hierbij een optie. Dit plan is nog in opmaak, de nodige budgetten hiervoor zijn nog niet voorzien. De breedte van de straten en de mate van verharding in deze wijk zijn ideaal om maximaal te kunnen ontharden.

 

2.    Lispersteenweg x Voetbalstraat:

a.    Gekende wateroverlast op de collector van Aquafin. Aquafin plant in 2023 werken aan hun overstort in de Van Boeckellaan, daaropvolgend in de Lispersteenweg thv de Bernardijnenlaan en pas daarna thv de Arendbeek. De stad blijft aandringen op een spoedige uitvoering. Op 23/6 werd ons door Aquafin bevestigd dat de omgevingsvergunning werd aangevraagd voor de werken in de Van Boeckellaan en de aanpassingswerken in augustus ek worden gepubliceerd om een aannemer aan te stellen. Uitvoering voorjaar 2023.

b.    Ruiming Arendbeek werd uitgevoerd in april 2022;

c.    Ook de melding van wateroverlast in de Mallekotstraat is rechtstreeks verbonden aan dit knelpunt. Deze bevindt zich opwaarts in het stelsel van de Voetbalstraat die aansluit op de Lispersteenweg. Zolang de bottleneck op de Lispersteenweg niet is opgelost zal bij bepaalde intensiteiten van neerslagen (>T10) ook hier overlast blijven bestaan. Voor de uitgevoerde aanpassingswerken was dit reeds bij een T2..

 

3.    Blokstraat x Wijngaardstraat:

a.    Na controleberekening van AQF na de wateroverlast blijkt ook hier vanaf een T5 water op straat te verwachten. Eventueel kan een aanpassing van een overstortdrempel afwaarts thv de Binnenete voor een minimale verbetering zorgen. Zo wordt er wel frequenter gemengd afvalwater op de Binnennete geloosd wat niet wenselijk is.

b.    In september 2021 werd, nav de meldingen van de wateroverlast in juli, een camera-inspectie en reiniging van de riolering Blokstraat uitgevoerd. Er bleken geen structurele gebreken vastgesteld. Wel werd er een aanzienlijke hoeveelheid slib verwijderd.

c.    Andere (meer duurzame) oplossingen zijn afwaarts en opwaarts afkoppelen zodat er minder water aan de overstortdrempel komt en er minder opstuwing is. Deze werken zijn niet concreet gepland.

 

4. Naar aanleiding van de wateroverlast van vorige vrijdag werd vastgesteld dat er naast Lisp ook problemen waren in de Zuid-Australiëlaan, Plaslaar/Antwerpsesteenweg en Sterrenstraat. Voor deze locaties waarvan een gedeelte niet eerder problemen vertoonden werd ondertussen aan Aquafin gevraagd om een aantal controleberekeningen uit te voeren. 

 

Wanneer hevige regenval wordt aangekondigd door het KMI wordt er binnen de brandweer reeds het nodige voorbereid. In het weekend van 24 juli 2021 werd de brandweerzone inderdaad geconfronteerd met een aantal meldingen van wateroverlast in twee gemeenten. Het aantal oproepen was weliswaar niet buitensporig. Hierdoor dienen er geen bijkomende maatregelen getroffen te worden door de brandweerzone.

Gezien interventies herhaaldelijk nodig zijn op gekende locaties blijven preventieve en structurele maatregelen aan de infrastructuur de beste aanpak op lange termijn.

 

 

Interpellatie 3 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. verkeersbord Gloria

Op de Grote Markt ter hoogte van de Gloria staan verkeersborden “ verboden te parkeren”.  Tot mijn grote verbazing staan er altijd wagens en wordt er niet opgetreden. Dit heb ik al meermaals op de gemeenteraad gebracht. Graag wil ik hier de reden voor weten waarom deze toestand niet wordt veranderd.

Als het parkeren daar toegelaten wordt, waarom worden deze verkeersborden dan niet weggehaald of staat er niet onder uitgezonderd….?

Waarom wordt er niet opgetreden als er verkeersborden staan die duidelijk zijn?

Hoeveel boeten zijn er al uitgeschreven aan firma’s en hoeveel aan particulieren?

Dit is op het ogenblik een privé parking en laden en lossen voor één bepaalde firma, worden er ook anderen oogluikend toegestaan??

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

Er is inderdaad een probleem op die plek met zeer frequente foutparkeerders. Maar ik kan u bevestigen dat er zeer zeker wordt opgetreden tegen de foutparkeerders en wij daar niets oogluikend toestaan.

Zowel de politie als onze dienst handhaving verbaliseert voortdurend wagens die daar staan en niet voldoen aan de uren of regels van laden en lossen.

Eén zaak die er frequent foutparkeert heeft tot nu toe al 84 boetes ontvangen voor stilstaan & parkeren, de andere 51.  Doet u dat maal €58 en u zult ook tot de conclusie komen dat men voor zulke bedragen makkelijk een parkeerplaats in de buurt zou kunnen huren.

Voor alle duidelijkheid: wij worden niet vrolijk van zoveel boetes te moeten uitschrijven. De zaken op de Grote Markt moeten kunnen laden & lossen en het is niet de bedoeling hen op elk foutje te pakken.

We werken nog aan instrumenten om iemand die te goeder trouw kortstondig aan laden en lossen is beter te beschermen. Maar wie het plein beschouwt als een private parking wordt geverbaliseerd, en dat gaan we blijven doen.

 

 

Interpellatie 4 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. verkeersborden 3,5 ton

Aan de invalswegen van onze stad, vlak aan de vesten staan verkeersborden “verboden voor 3,5 ton en uitgezonderd plaatselijk verkeer”. Graag hierover enkele vragen:

Autobussen valt dat ook onder lossen en laden? Was het niet beter op de borden ok lijnbussen op te zetten??

Deze borden staan volledig verkeerd en zouden beter veel vroeger aangekondigd moeten worden. Hoe kan een vrachtwagen terugdraaien als hij voor dat verkeersbord staat??

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Onder laden en lossen moet inderdaad ook het laten uitstappen van personen worden begrepen. Wat betreft uw voorstel om lijnbussen te vermelden moet ook wel rekening gehouden worden met het feit dat ook andere dan lijnbussen personen laten in – en uitstappen in de binnenstad. Denk aan schoolbussen of aan autocars die dienen voor schoolreizen en dergelijke.

 

Aan de locaties waar het verbod staat werd in de afgelopen decennia weinig gewijzigd. Op een aantal locaties zou in een ideale wereld het bord inderdaad best iets vroeger staan, al is het vaak wel een probleem om er de nodige plaats voor te vinden. Denk bijvoorbeeld aan het kruispunt Baron Opsomerlaan x Van Boeckellaan. Daar kan men nog wel een keuze maken voor groter vervoer, maar het is net ook een kruispunt waar al zeer veel borden staan. We bekijken wat er in dit kader mogelijk is.

 

 

Interpellatie 5 : van Freddy Callaerts (Vooruit Lier) i.v.m. u21 FC Antwerp

Vorige week donderdag heb ik een mail ontvangen van een verontruste burger Woonachtig op de Lispersteenweg.

Volgens betrokkene zou de u21 van FC Antwerp volgend seizoen in 1 ste amateur hun thuiswedstrijden spelen in het Herman van der Poortenstadion.

De buurtbewoners hebben hierbij hun terechte bemerkingen,ze vrezen voor allerlei soorten overlast en ik denk niet ten onrechte.

Mijn vragen aan het cbs zijn dan ook de volgende:

 

        Is het cbs hiervan op de hoogte en hoe staan zij hier tegenover?

        Is dit gegeven reeds afgetoetst met de politie?

        Indien dit doorgaat vraag ik mij af wie er gaat opdraaien voor de kosten?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

Ik kan u bevestigen dat het CBS hiervan uiteraard op de hoogte is en akkoord is en de politie uitgebreid betrokken werd bij het beslissingsproces.

 

De vrees die werd geuit in de mail, die alle fractieleiders ontvingen, vloeit mijn inziens voort uit een onvolledige context. Ik zal die dan ook even schetsen:

 

De belangrijkste factor is dat er een schriftelijk akkoord is gesloten tussen Lierse, Antwerp en het stadsbestuur dat de huur van het stadion onder zeer strikte voorwaarden gebeurt. Die voorwaarden vloeiden voort uit het negatieve advies van de politie, die vreest dat een ongelimiteerd gebruik van het stadion haar personeelsinzet hypothekeert. Daarom werd een compromis uitgewerkt dat hieraan maximaal tegemoetkomt.

 

       Elke risicomatch zal per definitie achter gesloten deuren plaatsvinden, d.w.z. dat er geen supporters in het stadion worden toegelaten. De afbakening 'risicomatch' gebeurt exclusief door politie Lier en mijzelf. 1A-ploegen met een historiek van supportersproblemen zullen dus automatisch worden aangemerkt als risicowedstrijd. Dat werd intussen reeds beslist voor de wedstrijden van La Louvière, Club Luik en Patro Eisden. Merken we een negatieve trend qua veiligheid kunnen zelfs alle wedstrijden achter gesloten deuren gebeuren. Een deel van de wedstrijden zal dus sowieso geen enkele impact hebben op de buurt.

 

       De U23 van Antwerp speelt doorgaans voor een zeer klein publiek. Het is te verwachten dat zij in een stadion op een half uur rijden van de Bosuil nog minder aantrekkingskracht zullen hebben. Hetzelfde geldt voor de andere beloftenploegen die in 1e amateur zullen aantreden. Wanneer we de ploegen met een risicoprofiel uit 1A uitsluiten blijft er een groep ploegen over met een erg beperkte supportersschare op verplaatsing: Knokke, Petegem, Dessel, Visé... Het merendeel legt amper één of zelfs geen supportsbus in.

 

       Gevolg van de twee bovenstaande is dat er dus zowel naar actieve politie-inzet als naar veiligheidsmaatregelen als naar overlast voor de buurt een veel beperktere impact mag worden verwacht dan het geval zou zijn in een normale situatie.

 

Er is eveneens afgesproken dat dit akkoord slechts voor een jaar is en daarna grondig zal worden geëvalueerd.

 

 

Interpellatie 6 : van Tom Claes (Groen-Lier&Ko) i.v.m. fietsbeleid

Dat onze fractie ijvert voor een mobiliteitsbeleid op maat van de zachte weggebruiker is geen geheim. Af en toe heeft het college daar ook wel oren naar, en we hebben de bevoegde schepen dan ook letterlijk in de bloemetjes gezet toen ons voorstel van de fietszone ook echt werkelijkheid werd. Maar er ligt nog meer werk op de plank, we haalden in het verleden op deze raad en in de commissie al verschillende actiepunten aan, waarvan trouwens vele in het bestuursakkoord staan maar waar we tot op vandaag maar bitter weinig van in de realiteit zien.

Vandaar dat we zo vrij zijn één en ander vandaag nog eens onder de aandacht te brengen.

 

        Wat de fietszone zelf betreft: sinds 8 november vorig jaar is die een feit en daar zijn we blij om. Maar er loopt nog wel wat mis. Over handhaving ging het hier recent nog in de raad, daar ga ik het nu niet over hebben, maar ook wat communicatie en signalisatie betreft is er zeker nog verbetering mogelijk. De wettelijke borden staan er uiteraard en sommige van de grondschilderingen liggen er nog, maar heel erg opvallend is dat allemaal niet. Als toevallige bezoeker met de auto moet je al héél erg oplettend zijn om te beseffen dat je een fietszone inrijdt, het concept is ook nog niet algemeen bekend. Waarom staat er niet aan elke invalsweg een groot bord waarop staat dat je een fietszone binnenrijdt en fietsers niet mag voorbijsteken? Ook binnen de zone mag dat gerust herhaald worden. Het zou de duidelijkheid zeker ten goede komen.

        Schoolstraten: er loopt intussen een eerste proefproject aan de Frankenweg, maar verder blijft het daarrond bijzonder stil. Terwijl de realiteit aantoont dat vele schoolomgevingen nog steeds overspoeld worden door auto’s, wat ouders terecht afschrikt om hun kind de fiets te laten nemen. Ook binnen de fietszone trouwens. Wanneer wordt hier eindelijk werk van gemaakt?

        Een fietsbeloonsysteem voor scholieren: heb ik al aangehaald toen we in 2019 de fietszone voorstelden, 2 jaar geleden nog eens naar gevraagd op de raad en is ook onderdeel van het bestuursakkoord. Voorbeelden uit andere steden en gemeenten tonen dat dit echt kan zorgen voor een grote ommezwaai richting fietsgebruik. Wat is hiervan de stand van zaken?

        Ook het vrij rechtsaf slaan voor fietsers aan verkeerslichten werd al meermaals op de commissie besproken en zou in onderzoek zijn. Wat in het centrum van Parijs kan, moet toch ook mogelijk zijn in ons Parijs aan de Nete?

        Het maximaal dubbelrichting maken van straten voor fietsers. Het per fiets efficiënt doorkruisen van onze stad van west naar oost op een wettelijke manier is vandaag helaas enkel weggelegd voor mensen met een masteropleiding kaartlezen en oriëntatietechnieken.

Zoals gezegd, nog wel wat werk op de plank om echt van een stad op maat van de zachte weggebruiker te kunnen spreken, ik kijk dan ook vol verwachting uit naar uw antwoorden.

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Op de verschillende elementen kan ik volgende stand van zaken geven:

 

  1. Voor de fietszone plannen we een aantal vooraankondigingsborden om de regels van de fietszone al aan te kondigen. Op de plaats waar de fietszone begint is het niet altijd mogelijk om grote borden aan te brengen op de plek waar de fietszone start, vandaar de keuze voor 5 aankondigingsborden voor de fietszone die ook reeds besteld zijn.
  2. Qua schoolstraten steunen we zeker het concept, maar het is niet op alle plaatsen even evident. We hebben het in het verleden bijvoorbeeld al gehad over de Mechelsestraat op dat vlak. De ervaringen en bevraging over de Frankenweg worden binnenkort ook op het schepencollege geagendeerd. Dat kan dan de basis vormen om een consequente lijn uit te tekenen op dat vlak.
  3. Het fietsbeloonsysteem staat ingepland om uit te rollen in 2023. Dit moet meegenomen worden in de budgetbesprekingen, want bij de vorige ronde kon daar nog geen bedrag op geplakt worden. Daarbij laten we ons ook inspireren door de praktijkvoorbeelden uit anderen gemeenten die het al operationeel hebben.
  4. Rechtsaf door rood werd aan het CBS voorgesteld bij de aanpassing van de lichtenregeling van de Antwerpsepoort, maar toen niet toegepast. Er wordt verder gekeken naar plekken waar dit wel kan en dan liefst stadsbreed bekeken.
  5. Wat betreft beperkt eenrichtingsverkeer is de oefening in de loop der jaren al een aantal keren uitgevoerd. Er wordt vaak gediscussieerd over de plekken waar het wel en niet kan in combinatie met bijvoorbeeld busverkeer en de beperkte ruimte die er is. Ik stel voor dat we hier op de commissie eens van gedachten wisselen zodat we het onderzoek kunnen toespitsen op specifieke straten. Dat geeft de mogelijkheid om na te gaan bij alle fracties, welke straten zij hierbij voor ogen hebben en welke problemen zich daarbij stellen.

 

 

Interpellatie 7 : van Bart Verhoeven (Vlaams Belang) i.v.m. dienstverlening Politie Lier

Een meisje die met haar fiets in de hand over het voetpad wandelt wordt omvergereden door een man op een elektrische fiets. Gelukkig raakt het meisje niet gewond, maar haar fiets heeft wel veel schade opgelopen. De man in kwestie pleegt vluchtmisdrijf.

 

De mama gaat samen met haar dochter meteen naar de politie waar ze terug naar huis gestuurd worden met de boodschap dat ze online een aangifte moeten doen.

 

Het is het verhaal dat de moeder postte op sociale media in een oproep naar getuigen.

We horen en lezen dergelijke getuigenissen met regelmaat van de klok.

 

Ik had hierover, niet specifiek over dit geval maar in het algemeen, volgende vragen:

 

        Bestaat er een protocol dat bepaalt welke slachtoffers wél ter plaatse dienen geholpen te worden en welke doorverwezen moeten worden naar een online aangifte of teruggestuurd moeten worden om online eerst een afspraak te maken?

        Zo ja, wie heeft dat protocol vastgelegd?

        Zo neen, op welke basis wordt er beslist om slachtoffers al dan niet ter plaatse in het politiekantoor te helpen?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

Voor dit type feit is geen online aangifte mogelijk (bijv. via police on web), maar we vermoeden dat u doelt op het (online) afsprakensysteem van de Lokale politie Lier.

 

Afsprakensysteem lokale politie Lier

Sinds 1 mei 2019 werkt de lokale politie van Lier, in navolging van andere politiezones, met een afsprakenagenda voor niet-dringende aangiftes.

Voor dringende aangiftes kan men steeds bij de politie, al dan niet op het onthaal, terecht.

We zijn destijds overgeschakeld naar dit afsprakensysteem voor een snellere en efficiëntere hulp- en dienstverlening. Daarnaast konden we meer privacy garanderen en waren er geen lange wachttijden meer (men komt immers meer gespreid over een dag). Burgers verliezen zo geen tijd en krijgen een hogere kwaliteit in de plaats. Werken op afspraak is, zeker door corona, ondertussen ingeburgerd in diverse sectoren in de maatschappij.

Niet elke aangifte is echter politioneel ‘dringend’ en vereist dan ook niet altijd een onmiddellijk gevolg. Bij de start van dit afsprakensysteem baseerden we ons op de afsprakenagenda die in andere, vaak grotere zones reeds werd gebruikt om het onderscheid voor de burger duidelijker te maken en handvaten aan te reiken waarvoor een afspraak gemaakt moet worden. Op de website van de politie kan men terugvinden voor welke feiten men een afspraak kan maken.

Wanneer men zou twijfelen kan men altijd bij de onthaalmedewerker terecht die de burger verder helpt of zou moeten begeleiden naar het afsprakensysteem.

Voor een verkeersongeval met gewonden kan men telefonisch altijd een interventieploeg ter plaatse vragen. Ook voor verkeersongevallen met vlucht kan men dit onmiddellijk telefonisch doorgeven aan de politie. Indien er een goede beschrijving van de dader wordt meegegeven en vluchtrichting, kunnen de politieploegen op de baan (al dan niet met behulp van de camera’s) de dader trachten te vatten.

Meestal opteren burgers om verkeersongevallen met vlucht (meestal met enkel stoffelijke schade) te komen aangeven op het commissariaat, wat natuurlijk ook kan. In dit geval waren er geen dringende onderzoeksdaden of verrichtingen meer mogelijk. Het gaat hier om een niet-dringende aangifte.

 

Bestaat er een protocol en zo ja, door wie werd dit vastgelegd?

Bij de start van het afsprakensysteem heeft de politie een interne dienstnota uitgevaardigd om aan de collega’s een duidelijk werkkader mee te geven waarbinnen men zou moeten handelen. Kortom, de procedure die gevolgd moet worden. Deze dienstnota is gebaseerd op dienstnota’s van andere politiezones die reeds langer op afspraak werkten en werd verder verfijnd.

In deze interne dienstnota wordt o.a. bepaald voor wat geen afspraak nodig is (bijv. betekeningen, teruggave rijbewijs na procedure alcohol in het verkeer,…), wat dringend is en onmiddellijk (zonder afspraak) moet behandeld worden (bijv. zware geweldmisdrijven, zedenfeiten,…) en wat niet-dringend is.

Voor niet-dringende zaken moet de burger normaliter zelf een afspraak maken. Biedt men zich echter voor een niet-dringende aangifte aan bij het onthaal zonder afspraak, dan zou de onthaalmedewerker het aanbod moeten doen om onmiddellijk, indien de burger dit wenst, voor hem/haar een afspraak in te boeken. Indien er ruimte is in de afsprakenagenda van de onthaalmedewerker, zou hij moeten trachten om zo snel mogelijk een vrij agendamoment aan te bieden aan de burger, vaak kan dit de dag zelf. Dit is natuurlijk afhankelijk van de drukte die dag. Meestal zal de burger wel even moeten wachten tot een eerste vrij moment of dus op een later tijdstip moeten terugkomen.

In geval van twijfel (dringend of niet-dringend?) moet de wachtofficier de afweging maken en beslissen.

 

Specifieke dossier

Dit specifiek dossier werd overgemaakt aan onze dienst intern toezicht om na te kijken of de bepalingen van de dienstnota werden gevolgd. Er werd ook contact gezocht met de meldster op facebook.

Indien uit klachten zou blijken dat bepaalde interne richtlijnen gewijzigd of intern verduidelijkt zouden moeten worden, wordt dit ook steeds gedaan.

 

Kwaliteitsverhoging aan het onthaal.

De politie is volop bezig om de kwaliteit aan het politie-onthaal te verbeteren. Zo werd er een extra calog-collega (burgerpersoneel) aangeworven om de burger beter verder te helpen en de nodige informatie aan te reiken. Ook worden er normaal gezien in 2023 kleine infrastructuurwerken gepland om onze dienstverlening op dit vlak te verbeteren.

 

 

Interpellatie 8 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. sportinfrastructuur - Netestadion

Tijdens de gemeenteraad van 25 april peilde Marcel Taelman naar de renovatieplannen van het Netestadion. De reactie van schepen Andries was geruststellend: gesprekken lopen en budget is voorzien in 2023. Ik citeer: “we hebben goeie afspraken, goeie gesprekken. Een goed dossier dat op de rails zit”.

Helaas zijn uw woorden nog niet koud, of elke Lierse politieke partij ontvangt een bezorgd schrijven vanuit het bestuur van AC Lyra op 22 mei. “De proactiviteit van de Lierse atletiekclubs staat evenwel andermaal in schil contrast met de houding en visie van het Lierse stadsbestuur. Alles wat tot op heden reeds gerealiseerd is, en de gigantische opportuniteiten die er nog zijn, vormen blijkbaar niet voldoende motivering om zelfs maar het strikte minimum budget uit te trekken.”

Wij vinden dat een bijzondere interpretatie van een goed dossier dat op de rails zit.

We hadden graag wat duiding gekregen van de schepen, wat het lijkt ons toch niet helemaal op de rails te zitten.

Daarnaast is dit dossier volgens ons ook gelinkt aan de toekomst van het CC De Mol. Graag hadden we ook zicht gekregen op de scenario’s en meer bepaald hoe de toekomst van het gebouw van CC De Mol zich verhoudt tot de geplande werken op het Netestadion.

 

Antwoord Schepen Ivo Andries:

Mag ik even duiden:

We weten allemaal dat het huidige gebouw sinds jaren te klein is en niet meer aangepast aan de huidige eisen en bijgevolg aan vervanging toe is.

 

Om een nieuwbouw te realiseren waren we van mening dat dit alleen maar kan slagen wanneer beide clubs zouden fusioneren. De sportfunctionaris en ikzelf zijn hiervoor dan ook in gesprek gegaan met beide atletiekclubs om hen te overtuigen van de vele voordelen van een fusie. Dit heb ik eerder laten weten in de gemeenteraad van 25 april laatstleden.

 

Ondertussen is deze fusie zo goed als een feit. Beide clubs hebben een stappenplan uitgewerkt met als doel om tegen het nieuwe atletiekseizoen met een nieuwe fusieclub te kunnen aantreden bij de VAL.

 

Deze stap is nu gezet. Op deze basis kunnen we de nieuwbouw samen realiseren met één sterke vereniging waarbij de club zelf ook een actieve rol kan opnemen bij de realisatie van het project. Ik verwijs hiervoor eveneens naar mijn antwoord in de gemeenteraad van 25/04.

Voor dit project heeft de stad in haar meerjarenplanning een bedrag van 541.420 euro voorzien voor de modernisering van het Netestadion.

Met deze investering willen we in 2023 een nieuwbouw realiseren met extra sanitair, kleedkamers en een ruime cafetaria.

 

Ondertussen hebben de atletiekclubs een architect aan het werk gezet die de nodige plannen maakten. Deze werden eerder voorgesteld in de sportraad. Een aangepast financieel plan hiervan zou nog worden voorgelegd.

 

Bij één van de overlegmomenten werd er ook aan de clubs gevraagd of er enige mogelijkheid van financiële of andere inbreng bestaat vanuit de clubs. Hierbij bedoelen wij niet alleen financieel, maar evengoed sponsoring, eigen werken, optimalisatie BTW enz… Deze manier van werken werd ook reeds eerder toegepast bij andere realisaties zoals o.a. tennis Het Spui, KV Hooikt en GUCO. Al deze clubs hebben op één of andere manier gezorgd voor één of andere eigen inbreng.

 

Op deze basis zouden we de gesprekken dan verder aanvatten.

 

We betreuren het nu dat er hieromtrent een polemiek is ontstaan door het bestuur van AC Lyra, terwijl de effectieve gesprekken in afwachting van het aangepaste financiële plan nog verder moeten worden gezet.

Van zodra het aangepaste financieel plan in ons bezit is, zullen we opnieuw aan tafel gaan zitten om hieromtrent een volledig financieel overzicht uit te werken. We zullen dan bekijken in welke mate het budget dient te worden opgetrokken. Dit budget zal bijgevolg afhangen van de verdere budgetbesprekingen binnen de stad.

 

Ondanks deze polemiek zullen we de gesprekken op een aangename en constructieve manier verderzetten.

Wat ik hier nog wil aan toevoegen is dat de nieuwbouw op het Netestadion op geen enkele manier wordt gelinkt aan de nieuwbouw of de renovatie van CC De Mol. Deze verbintenis is nooit eerder ter sprake gekomen.

 

 

Interpellatie 9 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. dienstverlening

De laatste weken worden de leden van onze fractie weer stevig bevraagd door burgers met betrekking tot de “krammikkige” dienstverlening.

Het evenementenseizoen komt eraan, en de aanvragen van verenigingen draaien op volle toeren. Goed, want dat toont de veerkracht van onze vrijwilligers, en zal zorgen voor beleving op vele plaatsen in de stad en daarbuiten. Helaas blijkt dat de doorlooptijd van de behandeling van een aanvraag oploopt tot enkele maanden. Mensen nemen zelfs niet de moeite hier een melding van te maken. Het leidt tot frustratie en blijkt bijna alleen opgelost te geraken wanneer je rechtstreeks met de betrokken ambtenaar contact opneemt.

Daarnaast zijn er ook opnieuw de (helaas traditionele) klachten over de timing en kwaliteit van de behandeling van de aanvragen of info met betrekking tot dossiers omgevingsvergunningen. Hoewel de schepen optimistisch was tot de performantie van de dienst: er zou verbetering komen vanaf januari, moeten we vaststellen dat vragen onbeantwoord blijven, laat beantwoord worden of dossiers zeer ambtelijk en weinig proactief behandeld worden (zo zijn dossiers formeel wel tijdig behandeld, maar de facto toch met uitstel). Met de stijgende grondstofprijzen, is de kost van verschillende projecten door deze manier van werken voor de burger al behoorlijk duurder geworden.

Daarom graag volgende elementen ter bespreking

        Hoe evalueert u de behandeling van (aan)vragen van burgers en verenigingen op deze diensten?

        Heeft u zicht op behandeltermijnen?

        Welke initiatieven zal u nemen op bij te sturen?

 

Antwoord Schepen Rik Pets:

       Hoe evalueert u de behandeling van (aan)vragen van burgers en verenigingen op deze diensten?

Op dit ogenblik zijn er geen vastgelegde tijdslimieten opgenomen tussen de aanvraag en de goedkeuring / afkeuring van een evenement.  

Om tot een snellere goedkeuring / afkeuring te komen en de organisator hierbij beter te informeren (o.m. zichtbaarheid status), wordt de interne procedure aangepast.

 

        Heeft u zicht op behandeltermijnen?

Vandaag worden via www.ikorganiseerinlier.be de aanvragen voor het organiseren van een evenement geregeld. Alle aanvragen worden steeds min. 3 maanden vooraf doorgestuurd.

Enkel voor volgende zaken geldt een uitzondering, en is 1 maand voldoende: ontlenen van materiaal, straatmuziek, aanvragen voor het openbaar domein die geen gevolgen hebben op vlak van verkeer, die geen inzet van stadsmedewerkers vragen en waarvoor geen andere toelatingen dan die van de stad nodig zijn, gebruik infoborden. Ook filmopnames, kleine last minute events zullen worden opgenomen in een verkorte procedure.

 

        Welke initiatieven zal u nemen op bij te sturen?

Een evaluatie voor aanvragen van externe evenementen vond reeds plaats in juni. Er wordt voorgesteld de bestaande interne procedure voor het behandelen van aanvragen aan te passen:

        Werken met vastgelegde tijdslimieten tussen de aanvraag en de goedkeuring / afkeuring (bv. max. 6 weken) vermijdt dat adviezen van interne partners (bv. Cel mobiliteit, Lokale politie Lier, Brandweer,…) op zich laten wachten;

        Een duidelijk kader met vaste termijnen schept duidelijkheid voor de organisator én administratie en vermindert de administratieve last met betrekking tot het beantwoorden van mails en telefoons.

 

Concreet betekent dit:

        Stap 1: Team Evenementen behandelt de aanvraag van het evenement en vraagt binnen de week advies indien nodig (dagelijks);

        Stap 2: Interne partners die advies geven krijgen max. 4 weken;

        Stap 3: Team Evenementen bundelt alle adviezen en legt de aanvraag ter goedkeuring voor aan het CBS (max. twee weken).

 

Op die manier wordt naar een afhandeltermijn van 6 weken na aanvraag van het evenement gestreefd. Complexe evenementen worden samen met de organisator op het evenementenoverleg besproken, alsook de termijn van afhandeling (deze kan afwijken van de 6 weken).

 

Dit voorstel wordt verder uitgewerkt en voorgelegd op het evenementenoverleg van september 2022.

 

De doorlooptijd van een omgevingsvergunning bedroeg in 2021 nog circa 104 dagen. In 2022 is deze gezakt naar circa 83 dagen. Hiermee zitten we onder het Vlaams gemiddelde.

 

 

Interpellatie 10 : van Peter Caluwé (Groen-Lier&Ko) i.v.m. impact vernietiging GRUP ‘Openruimtegebieden Beneden-Nete’ op landschapspark Pallieterland

Op de commissievergadering van 23 juni 2022 werd door de schepen meegedeeld dat verschillende projecten in Landschapspark Pallieterland geïmpacteerd zijn door de vernietiging van het GRUP ‘Openruimtegebieden Beneden-Nete’ met het arrest van de Raad van State op 18 mei 2021.

 

Onze fractie had in dat verband graag een antwoord op volgende vragen verkregen: 

        Welke werkzaamheden kunnen (voorlopig) niet doorgaan als gevolg van het arrest? 

        Heeft het CBS zicht op de tijdlijn voor de heropmaak van het GRUP? 

        Welke oplossingen zullen worden geboden voor de vertraging van een aantal ontwikkelingen of het uitblijven daarvan?"

 

Antwoord Schepen Thierry Suetens:

       welke werkzaamheden kunnen (voorlopig) niet doorgaan als gevolg van het arrest? 

De werken die zijn opgenomen in het GRUP. Momenteel gelden enkel de bestemmingen van het gewestplan (bosgebied, parkgebied, natuurgebied, woonuitbreidingsgebied,…) en kunnen enkel werken worden uitgevoerd conform de omzendbrief betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen (8 juli 1997).

 

        heeft het CBS zicht op de tijdlijn voor de heropmaak van het GRUP? 

Het gaat hier over het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete. De Vlaamse Regering staat in voor de opmaak en de timing. Momenteel is er nog niets geweten over een heropstart.

Zie ook RUP Openruimtegebieden Beneden-Nete Lier | Departement Omgeving - Vlaamse overheid (vlaanderen.be)

 

        welke oplossingen zullen worden geboden voor de vertraging van een aantal ontwikkelingen of het uitblijven daarvan?"

Aangezien het over een gewestelijk RUP gaat is de Vlaamse Regering bevoegd.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

VASTSTELLEN ROOILIJN EN GOEDKEUREN WEGENIS BIJ OV 2022/126: REALISEREN BEDRIJFSSITE; GRONDWERKEN HEYLEN. – VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN – GOEDKEUREN WEGENIS.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag ingediend door Hans Heylen namens GRONDWERKEN PAUL HEYLEN BVBA gevestigd te Mechelbaan 266 te 2500 Lier, heeft betrekking op een terrein, gelegen Schollebeekstraat 91, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 3 sectie D nrs. 90N, 90P en 90R.

 

Het betreft een aanvraag tot het realiseren bedrijfssite; grondwerken Heylen.

 

De aanvraag omvat:

        stedenbouwkundige handelingen

        de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Argumentatie

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Buitengebied

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een gemeentelijk, provinciaal of gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een gebied voor milieubelastende industrieën/industriegebied.

Volgens artikel 7.2.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerpgewestplannen zijn de industriegebieden bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Artikel 8.2.1.2. van hetzelfde K.B. geeft voor de gebieden voor milieubelastende industrieën volgende nadere aanwijzing.

Deze zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd.

 

De voorgelegde aanvraag voorziet een betoncentrale met kantoor/werkplaats en opslag en verwerking van materialen. Tevens wordt de aanleg van een fietspad voorzien dewelke openbaar domein wordt.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een betoncentrale met kantoor/werkplaats en opslag en verwerking van materialen.

 

1. De industriegebieden zijn bestemd voor industrieën en ambachtelijke bedrijven in het algemeen.

In het bijzonder moeten die industrieën en ambachtelijke bedrijven in het industriegebied worden ondergebracht, die moeten worden afgezonderd van de andere bestemmingen wegens hun aard of wegens economische en sociale redenen, of omdat deze bedrijven niet behoren tot de normale uitrusting van andere gebieden.

Wat onder het begrip  industriële bedrijven  dient te worden verstaan, wordt stedenbouwkundig niet nader bepaald, zodat het begrip in zijn spraakgebruikelijke betekenis dient te worden begrepen, met name bedrijven waar grondstoffen worden verwerkt, of nog, productief-technische bedrijven. Ook het begrip  ambachtelijk bedrijf  wordt niet nader gedefinieerd. De overheid die uitspraak moet doen over de vergunningsaanvraag dient derhalve te oordelen naar recht en redelijkheid of de betrokken inrichting al dan niet een ambachtelijk bedrijf is en zulks overeenkomstig de gebruikelijke betekenis van het woord, met name een bedrijf waarin het handwerk primeert, wat het gebruik van machines evenwel niet uitsluit.

De louter commerciële activiteiten, zoals winkels en handelszaken, horen niet thuis in industriegebied.

Er is niet verder bepaald op grond van welke criteria onderscheid moet worden gemaakt tussen de verschillende industrieën om ze te kunnen catalogeren als vervuilend, of milieubelastend, dan wel of ze van ambachtelijke aard zijn dan wel of het gaat om kleine of middelgrote ondernemingen.

Bij de beoordeling zal men van feitelijkheden dienen uit te gaan. Talrijke beoordelingscriteria spelen hierbij een rol zoals de hinderlijkheid, de grootte van de onderneming, de relatie tot de omgeving, de bestaande wegeninfrastructuur, de tewerkstelling, de aard van de productie of de bewerking, de weerslag op het leefmilieu en dergelijke.

In verband met de hinderlijkheid kan men steunen op de gegevens met betrekking tot de milieuvergunning. Nochtans zijn deze bij de beoordeling van de hinderlijkheid niet noodzakelijkerwijze de enige criteria. Zo dient de hinderlijkheid van het bedrijf ten opzichte van zijn omgeving uit stedenbouwkundig oogpunt nagegaan te worden. Deze hinderlijkheid kan van allerlei aard zijn en zowel betrekking hebben op de vormgeving als op het gebruik van de materialen, of de hinderlijkheid uit verkeerstechnisch oogpunt (verkeersverwekker).

 

2. De industriële gebieden omvatten een bufferzone.

a) De hier bedoelde bufferzone is onafhankelijk van de bufferzone die op het ontwerp-gewestplan is aangeduid in toepassing van artikel 14.4.5. In het huidig geval gaat het niet om een zelfstandig bestemmingsgebied maar betreft het een strook binnen het industriegebied met een hoofdzakelijk esthetische en stedenbouwkundige functie. Om die reden moet ze aangebracht worden op het industriegebied zelf.

b) De breedte en de aanleg van de bufferzone is afhankelijk van de oppervlakte en de vorm van het industriegebied zelf, van de aard van de industrieën, van de eigenlijke hinderlijkheid ervan en van de bestemming van de aanpalende gebieden.

De bufferzones dienen te worden bepaald in de bouwvergunning, verleend voor de randpercelen van het gebied, of in het indelingsplan dat opgesteld wordt naar aanleiding van een onteigeningsplan, of in een bijzonder plan van aanleg van het gebied. Bouwvergunningen voor de oprichting van een industrieel of ambachtelijk bedrijf zijn onwettig indien zij niet voorzien in de aanleg van een bufferzone, of indien de bufferzone waarin zij voorzien ontoereikend is.

Rondom de industriezones en ambachtelijke zones dient (op de aldus aangeduide zone) een bufferstrook aangelegd te worden waarvoor als breedte volgende cijfers als richtinggevend kunnen worden vooropgesteld :

15 m voor ambachtelijke bedrijven;

25 m voor milieubelastende bedrijven;

50 m voor vervuilende industrie.

Wanneer zij palen aan woongebieden moeten deze breedten vergroot en zelfs verdubbeld worden.

De breedte en de aanleg van de bufferstroken tussen de bedrijven zelf betreffen een technisch stedenbouwkundige aangelegenheid. Zij worden bepaald bij de vaststelling van een plan van aanleg van de industriezone, bij een indelingsplan naar aanleiding van een onteigeningsplan, of bij de goedkeuring van een bouwvergunning.

 

NADERE AANWIJZINGEN IN VERBAND MET INDUSTRIEGEBIEDEN

Voor de industriegebieden kunnen volgende nadere aanwijzingen worden gegeven :

  1. de gebieden voor vervuilende industrieën. Deze zijn bestemd voor de vestiging van bedrijven die ter bescherming van het leefmilieu moeten worden afgezonderd;
  2. de gebieden voor milieubelastende industrieën. Deze zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd;
  3. de gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard.

 

Er is niet verder bepaald op grond van welke criteria onderscheid moet worden gemaakt tussen de verschillende industrieën om ze te kunnen catalogeren als vervuilend, of milieubelastend, dan wel of ze van ambachtelijke aard zijn dan wel of het gaat om kleine of middelgrote ondernemingen.

 

Bij de beoordeling zal men van feitelijkheden dienen uit te gaan. Talrijke beoordelingscriteria spelen hierbij een rol zoals de hinderlijkheid, de grootte van de onderneming, de relatie tot 20 de omgeving, de bestaande wegeninfrastructuur, de tewerkstelling, de aard van de productie of de bewerking, de weerslag op het leefmilieu en dergelijke.

 

In verband met de hinderlijkheid kan men steunen op de gegevens met betrekking tot de milieuvergunning. Nochtans zijn deze bij de beoordeling van de hinderlijkheid niet noodzakelijkerwijze de enige criteria. Zo dient de hinderlijkheid van het bedrijf ten opzichte van zijn omgeving uit stedenbouwkundig oogpunt nagegaan te worden. Deze hinderlijkheid kan van allerlei aard zijn en zowel betrekking hebben op de vormgeving als op het gebruik van de materialen, of de hinderlijkheid uit verkeerstechnisch oogpunt (verkeersverwekker).

 

De voorgelegde aanvraag heeft een ambachtelijke en kleinbedrijfsfunctie.

Deze functie blijft ongewijzigd.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een ambachtelijke en kleinbedrijfsfunctie.

De wetgeving op de ruimtelijke ordening en de stedenbouw houdt geen nauwkeurige omschrijving in van de begrippen ambacht en kleinbedrijf. Er dient dan ook te worden uitgegaan van de gebruikelijke betekenis van de woorden.

Ambachtelijke bedrijven zijn deze bedrijven waar handwerk primeert, wat het gebruik van machines evenwel niet uitsluit. Te denken valt bijvoorbeeld aan kleine graanmaalderijen, pottenbakkersateliers en dergelijke meer. Warme bakkerijen en beenhouwerijen kunnen over het algemeen ook worden beschouwd als ambachtelijk bedrijf of als kleinbedrijf.

Met kleinbedrijf wordt bedoeld industrie op kleine schaal. Bij de beoordeling van de vraag of een inrichting al dan niet als kleinbedrijf kan worden beschouwd, kan dan ook rekening worden gehouden met de omvang van het bedrijf dit is zowel met de oppervlaktebehoefte als met de omzet en het aantal personeelsleden dat er tewerkgesteld wordt , almede met de (objectieve) aard van de ongemakken die de activiteit meebrengt voor de omgeving. Als kleinbedrijf kan bijvoorbeeld worden beschouwd een kleinschalige drukkerij.

De vraag naar de aard van de onderneming stelt zich niet enkel bij zijn eerste inplanting, maar kan zich ook stellen naar aanleiding van de beoordeling van de toelaatbaarheid van de uitbreiding ervan. Een uitbreiding van een kleinbedrijf kan er toe leiden dat deze niet langer als een kleinbedrijf kan worden beschouwd, zodat de uitbreiding binnen het woongebied niet toelaatbaar is.

Ambacht en kleinbedrijf kunnen worden toegelaten in het woongebied voor zover ze om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd en voorzover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (zie infra).

 

De aanvraag omvat ook de aanleg van een fietspad. Dit is een functie van openbaar nut/handeling van algemeen belang.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

 

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

1° wonen;

2° verblijfsrecreatie;

3° dagrecreatie, met inbegrip van sport;  

4° land- en tuinbouw in de ruime zin;

5° detailhandel

6° dancing, restaurant en café;

7° kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen;

8° industrie en bedrijvigheid;

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

10° militaire functie.

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

 

8° industrie en bedrijvigheid

In plaats van de termen 'industrie en ambacht' die duidelijk verouderd is, hanteren we de termen 'industrie en bedrijvigheid'. Dit heeft echter geen inhoudelijke gevolgen.

Ook de bedrijfswoning bij een industrieel gebouw valt onder deze functiecategorie.

 

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening  en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.

 

De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

 

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

  1. Historiek

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 90 N

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

De functie van het perceel wordt volgens het kadaster omschreven als bouwgrond.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 90 P

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1966 werd afgerond.

De functie van het perceel wordt volgens het kadaster omschreven als nijverheidsgebouw.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 90 R

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

De functie van het perceel wordt volgens het kadaster omschreven als grond.

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Omgevingsvergunning (M 2018/94) d.d. 2 mei 2018 voor tijdelijke opslag van grond werd geakteerd door het college van burgemeester en schepenen.

Omgevingsvergunning (2019/314) d.d. 9 december 2019 voor uitbreiding  van een tussentijdse opslagplaats voor bodem werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (91/228) d.d. 9 november 1992 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (96/27) d.d. 10 juni 1996 voor verbouwen van burelen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (73/18) d.d. 4 mei 1973 voor bouwen opslagplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (1974/113) d.d. 11 oktober 1974 voor uitbreiding opslagplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (86/144) d.d. 1 december 1986 voor verbouwen bedrijfsruimte werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (82/171) d.d. 15 februari 1983 voor bouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (67/22) d.d. 14 april 1967 voor bureelgebouwen,bedrijfsgebouwen en losinrichting werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (67/72) d.d. 16 juni 1967 voor bouwen cementopslagplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (65/434) d.d. 8 oktober 1965 voor rolbaan werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2013/202) d.d. 2 december 2013 voor slopen van 2 gebouwen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Verkavelingsvergunning (064/074) d.d. 20 april 1966 voor nieuwe verkaveling werd geweigerd door stedenbouw.
Milieuvergunning (19666) d.d. 19 november 1965 voor exploitatie van een kraan met 4 elektromotoren (2 van 15 kw, 1 van 11kw & 1 van 8 kw), vergunning dd. 19/11/1965 tem 15/01/1996 werd bekomen door de deputatie.
Milieuvergunning (197021) d.d. 26 mei 1970 voor inrichting voor het bereiden van stortklaar beton, vergunning cbs dd. 26-05-1970 met einddatum 26-05-2000. werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (197516) d.d. 16 september 1975 voor uitbreiding van een inrichting voor het bereiden van stortklaar beton, vergunning dd. 16-09-1975 met einddatum 26-05-2000. werd bekomen door de deputatie.
Milieuvergunning (BV E11.94/02) d.d. 21 april 1994 voor exploiteren van een bedrijf voor de recuperatie en recyclage van bouwafbraakmaterialen, vergunning dd. 21-4-1994 met einddatum 21-4-2014 werd gedeeltelijk gunstig door de deputatie.
Milieuvergunning (201261) d.d. 21 februari 2013 voor ontwikkeling, bouw en exploitatie van elektricteitscentrales op biomassa, weigering dd. 21-02-2013 werd geweigerd door de deputatie.
Milieuvergunning (201335) d.d. 19 augustus 2013 voor tijdelijke exploitatie van een breekinstallatie, weigering 19-08-2013 werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201529) d.d. 11 mei 2015 voor tijdelijke opslagplaats voor het stapelen van funderingsmateriaal en gronden werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201733) d.d. 24 juli 2017 voor tussentijdse opslag van uitgegraven bodem werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201735) d.d. 24 juli 2017 voor tussentijdse opslag van uitgegraven grond werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201736) d.d. 24 juli 2017 voor tussentijdse opslag van uitgegraven bodem werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201770) d.d. 25 oktober 2018 voor exploiteren van een inrichting voor een tussentijdse opslag van uitgegraven bodem en steenpuin, beroep d.d. 25/10/2018 ingewilligd werd ontvankelijk verklaard door de deputatie.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving

De percelen van de aanvraag zijn gelegen tussen het Netekanaal, Schollebeekstraat, en Aarschotsesteenweg, buiten de ring van Lier. De percelen zijn gelegen in een geïsoleerd stukje industriegebied, temidden tussen een woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.

 

Langsheen de Schollebeekstraat ligt er een woonlint. In dit woonlint bevinden zich hoofdzakelijk ééngezinswoningen bestaande uit 2 bouwlagen onder zadeldak. Het gebied wordt gekenmerkt door zowel half-open als gesloten bebouwing. Sommige bebouwing heeft een voortuinstrook.

Achter het woonlint is het gebied landelijk en zeer open.

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet het oprichten van de bedrijfssite Grondwerken Paul Heylen BVBA.

Volgende werken worden uitgevoerd:

- Het slopen van alle bestaande steenslag- en betonverhardingen. (BA)

- Het slopen van een bestaande bouwvallige keermuur. (BB)

- Het slopen van een bestaand magazijn. (BC)

 

- Het bouwen van een onderhoudsmagazijn met werkput, stukkenmagazijn, labo, technische ruimte, sanitaire voorzieningen en kantoorgedeelte met balie, kantoren en kitchenette, zijnde gebouw A. Het gebouw A heeft de afmetingen 31m bij 22m50 en is voorzien van een plat dak. Het gebouw heeft een kroonlijsthoogte van 10m50 t.o.v. vloerpas 0.00. De gevels bestaan uit een betonplint tot niveau +2m15 met erboven donkergrijze sandwichpanelen. Het buitenschrijnwerk en de sectionaalpoorten zijn aluminium in een donkergrijze kleur.  In het gebouw A bevinden zich 2 tussenverdiepingen over de volledige diepte van 22m50 met een breedte van 7m67. Op het 1ste tussen verdiep, gelegen op 3m40, bevinden zich de kantoren en op het 2de tussenverdiep, gelegen op 6m80, bevindt zich het archief. Gebouw A wordt ingeplant op minstens 6m50 van de keerwand, gelegen op 13m van de voorste perceelsgrens langsheen de Schollebeekstraat. Deze zone van 13m doet dienst als groenbuffer. (O) Tegen de linker zijgevel wordt een buitentrap geplaatst naar de 1ste verdieping. Tegen de voorgevel wordt een zone voor 10 fietsenstalplaatsen voorzien.

- Op 2m van de noordwestgevel van gebouw A, en er evenwijdig aan, worden 2 weegbruggen (N) geplaatst. De weegbruggen hebben beide een totale breedte van 3m60 en staan 1m uit mekaar. De lengte bedraagt 24m. De weegbrug bestaat uit een staalconstructie bodemplaat met aan de zijkanten zijbescherming tot niveau +0m85 t.o.v. 0.00.

 

- Langsheen de zuid-oostgevel wordt er een tankplaats/wasplaats (H) voorzien op een vloeistofdichte verharding met een oppervlakte van 182m².

 

- Het oprichten van loods B, ingeplant op 6m van de perceelsgrens aan de zijde van de waterloop ‘Schollebeek’. Het gebouw heeft de afmetingen 80m bij 30m en is voorzien van een licht hellend zadeldak. De kroonlijsthoogte bedraagt 12m70 en nokhoogte 13m t.o.v. vloerpas loods A. De gevels worden uitgevoerd met onderaan een keerwand in gewapend beton, in een grijze kleur, tot 6m t.o.v. vloerpas loods A met erboven sandwichplaten in een donkergrijze kleur en een dakrand in aluminium donkergrijs met een hoogte van 1m.  De noordgevel is open tot 11m70 t.o.v. 0.00. Bovenaan zit er een aluminium dakrand in een donkergrijze kleur. De vloerpas van deze loods is gelegen op -0m10 t.o.v. vloerpas loods A. In deze loods worden er Vlarebo gronden en niet Vlarebo gronden opgeslagen en zijn er ook 5 parkeerplaatsen voorzien voor trekker-opleggers. De max. stapelhoogte van de granulaten bedraagt 6m.

 

- Langsheen de westgevel wordt er een zone voorzien waar gebroken en ongebroken niet- teerhoudende asfalt wordt opgeslagen op een vloeistofdichte verharding van 20m op 10m. (200m²) (K)

 

- Het oprichten van loods C met een lengte van 20m en een breedte van 18m, aan de noordzijde afgeknot en voorzien van een licht hellend zadeldak. Het gebouw staat op 15m van loods B en staat er evenwijdig aan en op 18m60 van loods A. De rechter zijgevel zit in het verlengde van de rechter zijgevel van loods B. De kroonlijsthoogte bedraagt 12m70 en nokhoogte 13m t.o.v. vloerpas loods A. De gevels worden uitgevoerd met onderaan een keerwand in gewapend beton, in een grijze kleur, tot 6m t.o.v. vloerpas loods A met erboven sandwichpanelen in een donkergrijze kleur en een dakrand in aluminium donkergrijs met een hoogte van 1m. De zuidgevel is open tot 11m70. De vloerpas is gelegen op -0m15 t.o.v. vloerpas gebouw A. In de loods worden Vlarebo gronden + gebroken puin opgeslagen met een maximale stapelhoogte van granulaten gelijk aan 6m.

 

- Evenwijdig aan de oostgevel wordt er een wielwas-installatie (Q) geplaatst, deels in de grond bevestigd. De wielwasinstallatie staat op 1m50 van de gevel en heeft een breedte van 3m60. De hoogte bedraagt 0m85 t.o.v. 0.00.

 

- Ten noorden van loods C, wordt er een betoncentrale (Y) ingeplant, geplaatst op een betonverharding (F) met een oppervlakte van 355m². De betoncentrale heeft een totale hoogte van 18m65 t.o.v. terreinniveau.

Ten noorden van de betoncentrale wordt er een schuine oprijhelling (X) aangelegd, voor granulaten betoncentrale. Deze wordt uitgevoerd in steenslagverharding. De oprijhelling bedraagt 19°. De totale hoogte van de opvang voor granulaten bedraagt 8m t.o.v. terreinniveau. De granulaten worden met een loopband tot aan de verwerkingsmachine gevoerd.

 

- Tegen de keerwand aan de zijde van de Schollebeekstraat tot niveau 6m, wordt er een vloeistofdichte verharding (J) voorzien voor houtig materiaal met een oppervlakte van 505m². De keerwand, tot niveau 6m, start op 28m van gebouw A en loopt door tot na loods B. Nadien wordt de keerwand ingekort tot niveau 5m en dit tot aan de Mijl/Zuut.

 

- De bestaande toegang tot het perceel wordt verbreed tot 15m, er wordt een automatische openpoortconstructie geplaatst ter afsluiting met een hoogte van 2m. De toegang tot het perceel wordt met een helling van 7% uitgevoerd. (E)

 

- Het bouwen van een hoogspanningscabine (P) links van de inrit. Het gebouw heeft de afmetingen  3m60 bij 3m50 en is voorzien van een licht hellend zadeldak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2m25 t.o.v. terreinniveau. Nokhoogte 2m40 t.o.v. terreinniveau. De gevels worden uitgevoerd in prefabbeton in een grijze kleur.

 

- Links van de inrit wordt er een grasdalverharding (L) aangelegd voor het stallen van 24 autostaanplaatsen waarvan 1 mindervalidenparking met een oppervlakte van 504m². Een autostaanplaats heeft de afmetingen 2m50 bij 5m en de mindervalideparkeerplaats heeft de afmetingen 3m50 bij 5m.

 

- Na de grasdalverharding wordt er een keermuur tot niveau 0m50 voorzien, gelegen op 5m afstand van de perceelsgrens aan de zijde van de Schollebeekstraat, en gaande naar 13m afstand van de perceelsgrens en dit tot tegen de keerwand tot niveau 6m voor de opslag van houtig materiaal. 

 

- Er wordt een steenslagverharding (M) aangelegd met een oppervlakte van 7949m² voor de opslag van materialen tegen de perceelsgrenzen aan de zijde van het kanaal/ Steylaerts tot aan gebouw loods B.

 

- Ook wordt er een betonverharding (D) voorzien met een oppervlakte van 8274m², deze verharding wordt aangelegd rondom de betoncentrale/granulaten betoncentrale en maakt de verbinding tussen de op te richten gebouwen A, B en C. Ten zuiden van de parkeerplaatsen (L) worden er 3 parkeerplaatsen voor vrachtwagens voorzien, waarvan 2 voor diepladers met trekkers. Eveneens komen er 2 zones voor restafval en 1 zone waar een wiellader kan worden gestald.

 

- Langsheen het kanaal wordt een deel van de bestaande keerwand vervangen door een nieuwe keerwand tot niveau 3m dewelke doorloopt tot het einde van de steenslagverharding op het terrein, daar waar de kranen en tractor+kipper worden geplaatst.

 

- De aanleg van vloeistofdichte verhardingen voor niet-Vlarebo gronden met een oppervlakte van 600m². (G) Deze zone bevindt zich aan de rechterzijde van de inrit.

 

- De aanleg van vloeistofdichte verharding met een oppervlakte van 50m² voor de plaatsing van afvalcontainers ferro en non-ferro. (I)

 

- Tussen de keermuur, aan de zuidzijde van het perceel, en de Schollebeek wordt er een fietspad (V) in rode betonverharding voorzien met een breedte van 3m50. Langsheen het fietspad wordt er verlichting geplaatst. Er wordt een rooilijn vastgesteld, het fietspad met bijhorende verlichting wordt openbaar domein. 1420m² wordt overgedragen aan de stad Lier.

 

- Aan de zijde van de Schollebeekstraat wordt er een groenbuffer (O) aangelegd met een totale hoogte van 6m t.o.v. 000. De taluds worden aangeplant met streekeigen bodembedekkers met een hoogte van 0m50. Op de perceelsgrens wordt er een open paal- en draadafsluiting geplaatst tot aan de inkompoort.

 

- Naast het kanaal wordt er een uitbreiding in steenslag voorzien met een oppervlakte van 244m² en wordt de vangrail verplaatst richting het kanaal.(W)

 

- Tijdens het laden en lossen van de schepen, met een mobiele kraan, gaat de slagboom ten noordwesten van het perceel naar beneden en worden de fietsers verplicht om het fietspad tussen Steylaerts en Grondwerken Heylen te gebruiken. Aan het kruispunt tussen de kanaaldijk en de Schollebeekstraat wordt er dan signalisatie geplaatst zodat fietsers via de Schollebeekstraat worden omgeleid. Aan oversteekplaatsen of kruispunten met toegangen worden duidelijke verkeersborden ‘opgelet fietsers’ geplaatst met de nodige voorrangstekens.

De bestaande slagboom wordt verplaatst en komt te staan voor het nieuwe fietspad op de Mijl (wegenis langsheen het kanaal) komende van de Schollebeekstraat.

 

- Tijdens het laden en lossen van de schepen komt er een mobiele kraan te staan langsheen het kanaal, op de openbare weg, tussen het Netekanaal en de betonnen keermuur, zoals aangeduid op het inplantingsplan. Na het laden en lossen wordt deze op het eigen perceel geplaatst.

 

Nieuwe openbare wegenis:

- Er wordt een fietspad aangelegd met een breedte van 3m50 dewelke loopt langsheen de waterloop ‘Schollebeek’ en gaat van de Schollebeekstraat naar Mijl/Zuut. Tussen de keermuur en fietspad bevindt zich een schrikstrook met een breedte van 1m en tussen het fietspad en de gracht bevindt zich een groene zone (infiltratie) waar ook openbare verlichting wordt geplaatst. Ter hoogte van de aansluiting van het fietspad op Mijl/Zuut wordt de bestaande gracht ingebuisd met een betonbuis met binnendiameter 50cm en worden er 2 kopmuren aangelegd.

Het fietspad wordt uitgevoerd in rode betonverharding met een helling van 2% richting de schrikstrook.

Het wegenisontwerp werd opgemaakt door architektenbureau Mossoux.

In de aanvraag zit tevens een rooilijn voor het fietspad, volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnplan Lier Zuut/Schollebeekstraat’  d.d. 9/03/2022 opgemaakt door landmeet- en vastgoedkantoor L. Marynen met plannr BA_V_I_N_1_rooilijnplan met een gratis grondafstand van 1420m².

 

Een belofte van gratis grondafstand werd toegevoegd.

 

Beschrijving van de omgeving

De inrichting is in overeenstemming met de bestemming van het gebied.

 

Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen

Het betreft de aanleg van een bedrijfssite door het bouwen van bedrijfsgebouwen, een betoncentrale en opslagboxen voor granulaten.

 

De aanvraag omvat voor de ingedeelde inrichting of activiteit:

Rubriek

Omschrijving

Aard

Hoeveelheid

Eenheid

2.1.1.a)1°

opslag van  uitgesorteerde materialen: 20 ton hout (2 containers 10 ton), restafval 30 ton (2 containers 15 ton) en 25 ton metalen (1 containers 24 ton ferro, 1 container 1 ton non ferro) 10 ton kunststoffen (2 containers 5 ton) + 1 gesloten container voor opslag asbestcement. (1 ton)

klasse 2

86

ton

2.1.3.1°

Tussentijdse opslagplaats van maximaal 10000m³ uitgegraven gronden die niet voldoen aan de

toepassing als vermeld in het bodemdecreet en Vlarebo. Gronden die steenslag bevatten (ts de 5-40% steenslag). Opslaghoeveelheid afgezeefd steenslag bedraagt maximaal 3000 m³.

klasse 2

10000

2.2.2.a)2°

opslag van maximaal 10000m³ (18000 ton) ongebroken bouw- en mengpuin en

maximaal 10000m³ (18000 ton) gebroken bouw- en mengpuin en het mechanisch

behandelen door middel van een mobiele breekinstallatie van 300 kW  + aparte grondzeef van 168 kW

klasse 1

20000

2.2.2.f)2°

opslag, breken en zeven van niet-teerhoudend asfalt (1000 ton) +

opslag en shredderen van houtig materiaal 800 ton- stronken met een diameter > 40cm

takken met een diameter > 10cm

(1600 m³)

klasse 1

1800

ton

3.4.2°

het lozen van  16,87 m³/uur, 43,916 m³/dag en 1061 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van afspuitplaats (144 m³/jaar waswater) + verharding  tankplaats (123,76 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding opslagplaats niet-vlarebo- gronden  (408 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding houtig materiaal ( 343,4 m³/jaar) + opslag ferro/nonferro (42,5m³/jaar) via zandvang en KWS afscheider met coalescentiefilter  in oppervlaktewater.

klasse 2

16,87

m³/uur

6.4.1°

Opslag oliën voor onderhoud eigen vrachtwagens (motorolie,  smeerolie, hydraulicolie, transmissieolie, afvalolie). Afvalolie in bovengrondse houder van 4000l, 8 vaten + 2 bidons olie totaal 1784 l motorolie.

klasse 3

5784

liter

6.5.1°

Tankplaats met 2 verdeelslangen (2 x 15000 l diesel en gasolie)

klasse 3

2

verdeelslang

12.2.1°

¨Plaatsen hoogspanningscabine van 630 Kva (oliehoudend)

klasse 3

630

kVA

15.1.2°

Het stallen van voertuigen:

= > Aanwezig: 2 wielladers, 2 rupskranen, bezemwagen , heftruck

=> kunnen aanwezig zijn maar staan vnl. op werven: 5 bestelwagens, 5 vrachtwagens/oplegger, 2 vrachtwagens, 2 dieplader met trekker, 9 graafkranen, 1 tractor kipper, 3 bulldozers, 3 walsen

Totaal: 6 + 30

klasse 2

36

aantal voertuigen

15.2.

werkplaats met 1 smeerput voor nazicht, herstellen en onderhouden van

eigen motorvoertuigen.

klasse 3

1

smeerput

15.4.1°

Eén wasplaats (manueel met hoge druk) voor het reinigen van voertuigen. Er worden maximaal 3 voertuigen/dag gewassen.

klasse 3

3

voertuigen

16.3.2°a)

Luchtcompressor (11 kW), warmtepompen (lucht-lucht incl. koeling  van 10 kW ). Totaal geïnstalleerde drijfkracht van 21 kW . Het koelcircuit van de WP bevat 3 kg R32 als koelvloeistof.

klasse 3

21

kW

17.3.2.1.1.2°

2 ondergrondse tanks van elk 15000 l, 1 dieseltank voor vrachtwagens, 1 gasolietank  voor intern rollend materieel

klasse 2

24,99

ton

17.3.2.1.2.1°

Opslag petroleum (0,332 ton) en ruitensproeiervloeistof (0,320 ton)

klasse 3

0,652

ton

17.3.4.3°

Mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de

mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + bulktank van 30 ton + daarnaast zijn er nog 2 silo's van elk 80 m³ of in totaal 160 ton cement

Toeslagstoffen voor betoncentrale: opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (cement, reinigingsproducten, hulpstoffen beton, betonversnellers, vertragers...)

klasse 1

198

ton

17.3.6.3°

Opslag cement en kalk:

- mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + een bulktank van 30 ton

- Cement: 2 silo's van elk 80m³  of 160 ton

Opslag van koelvloeistof 0,441 ton

klasse 1

198,441

ton

17.3.7.1°a)

Opslag van koelvloeistof.

klasse 3

0,441

ton

17.4.

Opslag gevaarlijke produkten in kleine verpakkingen

klasse 3

260

liter

24.2.

1 kwaliteitslabo voor testen op betonfabricaten

klasse 3

1

labo

29.5.2.1°a)

metaalbewerkingsmachines in de garage (kolomboor, plooibank, pers,bandschuurmachine, zaagmachine...) voor herstellingen van voertuigen en betonmixers met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 10kW

klasse 3

10

kW

30.1.2°

Mobiele kalkinstallatie voor het stabiliseren van aangevoerde leemgronden voor bouwwerken.

klasse 2

168

kW

30.3.c)

1 betoncentrale met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 220 kW

klasse 1

220

kW

30.10.1°

inrichtingen voor de opslag van minerale producten op een oppervlakte van 2,446 ha (totaal perceel).

klasse 2

2,446

ha

61.2.2°

Tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig vlarebo

klasse 2

45000

 

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Aard

Hoeveelheid

Eenheid

2.1.1.a)1°

opslag van  uitgesorteerde materialen: 20 ton hout (2 containers 10 ton), restafval 30 ton (2 containers 15 ton) en 25 ton metalen (1 containers 24 ton ferro, 1 container 1 ton non ferro) 10 ton kunststoffen (2 containers 5 ton) + 1 gesloten container voor opslag asbestcement. (1 ton)

klasse 2

86

ton

2.1.3.1°

Tussentijdse opslagplaats van maximaal 10000m³ uitgegraven gronden die niet voldoen aan de

toepassing als vermeld in het bodemdecreet en Vlarebo. Gronden die steenslag bevatten (ts de 5-40% steenslag). Opslaghoeveelheid afgezeefd steenslag bedraagt maximaal 3000 m³.

klasse 2

10000

2.2.2.a)2°

opslag van maximaal 10000m³ (18000 ton) ongebroken bouw- en mengpuin en

maximaal 10000m³ (18000 ton) gebroken bouw- en mengpuin en het mechanisch

behandelen door middel van een mobiele breekinstallatie van 300 kW  + aparte grondzeef van 168 kW

klasse 1

20000

2.2.2.f)2°

opslag, breken en zeven van niet-teerhoudend asfalt (1000 ton) +

opslag en shredderen van houtig materiaal 800 ton- stronken met een diameter > 40cm

takken met een diameter > 10cm

(1600 m³)

klasse 1

1800

ton

3.4.2°

het lozen van  16,87 m³/uur, 43,916 m³/dag en 1061 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van afspuitplaats (144 m³/jaar waswater) + verharding  tankplaats (123,76 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding opslagplaats niet-vlarebo- gronden  (408 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding houtig materiaal ( 343,4 m³/jaar) + opslag ferro/nonferro (42,5m³/jaar) via zandvang en KWS afscheider met coalescentiefilter  in oppervlaktewater.

klasse 2

16,87

m³/uur

6.4.1°

Opslag oliën voor onderhoud eigen vrachtwagens (motorolie,  smeerolie, hydraulicolie, transmissieolie, afvalolie). Afvalolie in bovengrondse houder van 4000l, 8 vaten + 2 bidons olie totaal 1784 l motorolie.

klasse 3

5784

liter

6.5.1°

Tankplaats met 2 verdeelslangen (2 x 15000 l diesel en gasolie)

klasse 3

2

verdeelslang

12.2.1°

¨Plaatsen hoogspanningscabine van 630 Kva (oliehoudend)

klasse 3

630

kVA

15.1.2°

Het stallen van voertuigen:

= > Aanwezig: 2 wielladers, 2 rupskranen, bezemwagen , heftruck

=> kunnen aanwezig zijn maar staan vnl. op werven: 5 bestelwagens, 5 vrachtwagens/oplegger, 2 vrachtwagens, 2 dieplader met trekker, 9 graafkranen, 1 tractor kipper, 3 bulldozers, 3 walsen

Totaal: 6 + 30

klasse 2

36

aantal voertuigen

15.2.

werkplaats met 1 smeerput voor nazicht, herstellen en onderhouden van

eigen motorvoertuigen.

klasse 3

1

smeerput

15.4.1°

Eén wasplaats (manueel met hoge druk) voor het reinigen van voertuigen. Er worden maximaal 3 voertuigen/dag gewassen.

klasse 3

3

voertuigen

16.3.2°a)

Luchtcompressor (11 kW), warmtepompen (lucht-lucht incl. koeling  van 10 kW ). Totaal geïnstalleerde drijfkracht van 21 kW . Het koelcircuit van de WP bevat 3 kg R32 als koelvloeistof.

klasse 3

21

kW

17.3.2.1.1.2°

2 ondergrondse tanks van elk 15000 l, 1 dieseltank voor vrachtwagens, 1 gasolietank  voor intern rollend materieel

klasse 2

24,99

ton

17.3.2.1.2.1°

Opslag petroleum (0,332 ton) en ruitensproeiervloeistof (0,320 ton)

klasse 3

0,652

ton

17.3.4.3°

Mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de

mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + bulktank van 30 ton + daarnaast zijn er nog 2 silo's van elk 80 m³ of in totaal 160 ton cement

Toeslagstoffen voor betoncentrale: opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (cement, reinigingsproducten, hulpstoffen beton, betonversnellers, vertragers...)

klasse 1

198

ton

17.3.6.3°

Opslag cement en kalk:

- mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + een bulktank van 30 ton

- Cement: 2 silo's van elk 80m³  of 160 ton

Opslag van koelvloeistof 0,441 ton

klasse 1

198,441

ton

17.3.7.1°a)

Opslag van koelvloeistof.

klasse 3

0,441

ton

17.4.

Opslag gevaarlijke produkten in kleine verpakkingen

klasse 3

260

liter

24.2.

1 kwaliteitslabo voor testen op betonfabricaten

klasse 3

1

labo

29.5.2.1°a)

metaalbewerkingsmachines in de garage (kolomboor, plooibank, pers,bandschuurmachine, zaagmachine...) voor herstellingen van voertuigen en betonmixers met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 10kW

klasse 3

10

kW

30.1.2°

Mobiele kalkinstallatie voor het stabiliseren van aangevoerde leemgronden voor bouwwerken.

klasse 2

168

kW

30.3.c)

1 betoncentrale met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 220 kW

klasse 1

220

kW

30.10.1°

inrichtingen voor de opslag van minerale producten op een oppervlakte van 2,446 ha (totaal perceel).

klasse 2

2,446

ha

61.2.2°

Tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig vlarebo

klasse 2

50000

 

  1. Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.


§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 27 juni 2022 voorgelegd en goedgekeurd:

1. Vaststelling van de rooilijn en grondafstand

2. Wegenisdossier

 

Op 30/5/2022 werd een voorwaardelijk gunstig advies gegeven door het college van burgemeester en schepenen aan de deputatie m.b.t. de aanvraag:

Volgende voorwaarden en/of lasten werden opgelegd:

Bijzondere voorwaarden:

        Met betrekking tot stofhinder:

        Het opgevangen hemelwater moet maximaal hergebruikt worden als proceswater, sanitair, reinigen van voertuigen en verneveling om stofhinder te voorkomen.

        De voorgestelde maatregelen (vernevelen, veegwagen, e.d.) inzake het beperken van stofhinder moet geëvalueerd worden tijdens de eerstvolgende droge periode. Indien deze ontoereikend zouden zijn bij het beperken van de stofhinder, moeten extra maatregelen getroffen worden.

        Met betrekking tot lichthinder: conform de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen moet het gebruik en de intensiteit van lichtbronnen in open lucht beperkt zijn tot noodwendigheden inzake uitbating en veiligheid.

        Met betrekking tot geluidshinder:

        De geluidshinder moet beperkt worden door de hinderlijke activiteiten zo veel mogelijk te spreiden en niet tegelijkertijd te laten plaats vinden: mobiele kalkinstallatie, mobiele breek- en zeefinstallatie en verhakselen van groen.

        De zeefinstallatie, de mobiele breek- en hakselinstallatie dienen te worden opgesteld in een bedrijfshal om trillingen, geluidsemissies en fijn stof naar de omgeving te beperken.

        De betoncentrale en de laadeilanden dienen te worden voorzien van een geluidsreducerende omkasting.

        Daarnaast moet er een geluidstudie uitgevoerd worden om na te gaan welke de werkelijke impact van geluid op de omgeving is. Als blijkt dat de geluidsnormen overschreden worden, moeten bijkomende maatregelen genomen worden.

        Het groenscherm dient te worden aangeplant met streekeigen laag- en hoogstammig dichtgroeiend levend groen om stof- en geluidshinder naar de omgeving toe op te vangen.

        Conform de sectorale voorwaarden mag er geen aan- of afvoer van materialen plaatsvinden voor 7u en na 19u.

        Conform de sectorale voorwaarden moet asbesthoudend materiaal in een gesloten container opgeslagen worden (conform de wetgeving art. 5.2.2.4.3 Vlarem II). De opslag moet zo georganiseerd worden dat er geen stofemissies naar de omgeving kunnen gebeuren. Het asbest mag onder geen beding gebroken worden en asbest houdend materiaal moet binnen de week afgevoerd worden naar een erkende verwerker.

Volgend aandachtspunt wordt meegegeven:

        De tijdspanne waarbinnen de werkzaamheden uitgevoerd worden, is niet eenduidig omschreven in de M.E.R.-screening.

- Strikt naleven van het advies van Cel Mobiliteit ontvangen op 23 mei 2022 met in het bijzonder:

- De slagboom die voorzien zal worden moet gemotoriseerd verkeer tegenhouden maar fietsers doorgang geven. Wanneer er een boot geladen/gelost gaat worden, moeten de fietsers dus omgeleid worden door een bijkomende afsluiting.

- Strikt naleven van het advies van cel technisch bureau ontvangen op 19 mei 2022 met in het bijzonder:

  1. Gracht in de NO hoek van het perceel: Er lijken grondwerken aan de gracht op openbaar domein voorzien te zijn obv het inplantingsplan. Aan de zijde van de Schollebeekstraat wordt vanaf het najaar 2022 een nieuwe weg- en riolering, incl grachtenstelsel aangelegd. Het volume en de sectie van de nieuwe gracht tussen de Schollebeekstraat en de terreinen van Heylen worden gerealiseerd obv het ontwerpplan van de verleende vergunning OV_2021/360. Zeer beperkt wordt de rooilijn en mogelijks perceelsgrens van Heylen overschreden voor deze aanleg. De toelating voor de aanleg van de gracht volgens plan 285653_I_PL5.2_A uit dezelfde vergunning is een last van de vergunning.
  2. Aanleg van de rode betonverharding tot tegen de kantstrook van de (nieuwe) Schollebeekstraat is een last van de vergunning. De Stad lier voorziet de kantstrook en de aanpalende boordstenen tot tegen de rooilijn cfr plan 285653_I_PL5.2_A uit OV 2021/360;
  3. Uitvoeringsplannen ter plaatse gestorte kopmuren voor te leggen ter goedkeuring aan de stad Lier alvorens uit te voeren.
  4. Lozingspunt LP1 en LP2 voor DWA verplaatsen naar de aansluiting met het fietspad op de Schollebeekstraat. Een kruising van de huisaansluitingen onder de bodem van de gracht zou veel te diep zijn en zeer moeilijk te onderhouden.
  5. LP3 (RWA) onder voorbehoud van positief advies Provincie. Uit te voeren met een minimale dekking onder het fietspad van 70 cm;
  6. Schrikstrook tussen fietspad en keermuur uit te voeren als verlaagde kom in teelaarde tot een diepte van 20 cm-mv om het afstromend hemelwater  te laten infiltreren. Aanbrengen van 2 wadi kolken op gelijk niveau met de rand van het fietspad om stagnerend hemelwater op het fietspad te vermijden door het te laten afstromen naar de Schollebeekstraat in het geval het bufferend volume niet voldoende is.
  7. Fundering van de keermuur mag niet voorbij de rooilijn komen.
  8. Betonverharding kan ook uitgevoerd worden als niet gewapende betonplaat met voldoende krimpvoegen cfr SB 250;
  9. Belofte van gratis grondafstand voor gronden binnen de rooilijn bij te voegen. Verlijden van de akte van grondafstand vóór de voorlopige oplevering van de aanleg van het fietspad;
  10. Rooilijnplan aan te passen. De volledige breedte van het fietspad, incl schrikstroken dienen vervat te worden binnen de gemeentelijke rooilijn. Thv de aansluiting van het fietspad aan de kanaaldijk lijkt dit niet het geval.
  11. Leveren en plaatsen van openbare verlichting langs het fietspad is voor rekening van de aanvrager. Coördinatie met Fluvius gebeurt door de aanvrager.
  12. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het ontwerpbureau aangesteld door de aanvrager opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier met volgende limitatieve taken / bevoegdheden:

        de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in

        het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

        nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

        aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

        instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;

        het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

        het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein

        het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

        het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;

        het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

        het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

        Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

        Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

        Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...

        termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

        Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

        Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

In het advies van technisch bureau staat vermeld dat de aanleg van het fietspad en openbare verlichting een last zijn van de vergunning.

Met betrekking tot de wegenisaanleg en vaststelling van de rooilijn is het dan ook belangrijk om bovenstaande voorwaarden van het advies van cel technisch bureau integraal te hernemen en op te leggen.

Na de uitvoering van de werken wordt het fietspad met openbare verlichting overgedragen aan het openbaar domein.

Met betrekking tot de opmerking over de rooilijn, punt 10, moet er opgemerkt worden dat de aanvrager enkel een verklaring tot gratis grondafstand heeft toegevoegd van het fietspad gelegen op zijn perceel. Het laatste deel van de aansluiting, ter hoogte van de kanaaldijk, betreft openbaar domein er zijn geen kadastrale gegevens voorhanden.

In de aanvraag zit een kostenraming voor de aanleg van het fietspad met bijhorende openbare verlichting. Het materiaal voor de aanleg van het fietspad staat opgetekend op de plannen opgemaakt door architectenbureau Mossoux bvba.

In de aanvraag zit tevens een rooilijn voor het fietspad, volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnplan Lier Zuut/Schollebeekstraat’  d.d. 9/03/2022 opgemaakt door landmeet- en vastgoedkantoor L. Marynen met plannr BA_V_I_N_1_rooilijnplan met een gratis grondafstand van 1420m².

 

  1. Openbaar onderzoek

Decretale bepalingen

Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, worden vergunningsaanvragen die wegenwerken omvatten waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, behandeld volgens de gewone vergunningsprocedure.

 

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats van 7 april 2022 tot 6 mei 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 10 bezwaarschriften ontvangen.

 

Proces-verbaal van sluiting

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 10 bezwaarschriften ontvangen.

Betreffende de zaak der wegen werden er geen bezwaren geuit i.v.m. de publieke ruimte (rooilijn en wegenis).

 

  1. Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en DABM, en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten :

  1. Gracht in de NO hoek van het perceel: Er lijken grondwerken aan de gracht op openbaar domein voorzien te zijn obv het inplantingsplan. Aan de zijde van de Schollebeekstraat wordt vanaf het najaar 2022 een nieuwe weg- en riolering, incl grachtenstelsel aangelegd. Het volume en de sectie van de nieuwe gracht tussen de Schollebeekstraat en de terreinen van Heylen worden gerealiseerd obv het ontwerpplan van de verleende vergunning OV_2021/360. Zeer beperkt wordt de rooilijn en mogelijks perceelsgrens van Heylen overschreden voor deze aanleg. De toelating voor de aanleg van de gracht volgens plan 285653_I_PL5.2_A uit dezelfde vergunning is een last van de vergunning.
  2. Aanleg van de rode betonverharding tot tegen de kantstrook van de (nieuwe) Schollebeekstraat is een last van de vergunning. De Stad lier voorziet de kantstrook en de aanpalende boordstenen tot tegen de rooilijn cfr plan 285653_I_PL5.2_A uit OV 2021/360;
  3. Uitvoeringsplannen ter plaatse gestorte kopmuren voor te leggen ter goedkeuring aan de stad Lier alvorens uit te voeren.
  4. Lozingspunt LP1 en LP2 voor DWA verplaatsen naar de aansluiting met het fietspad op de Schollebeekstraat. Een kruising van de huisaansluitingen onder de bodem van de gracht zou veel te diep zijn en zeer moeilijk te onderhouden.
  5. LP3 (RWA) onder voorbehoud van positief advies Provincie. Uit te voeren met een minimale dekking onder het fietspad van 70 cm;
  6. Schrikstrook tussen fietspad en keermuur uit te voeren als verlaagde kom in teelaarde tot een diepte van 20 cm-mv om het afstromend hemelwater  te laten infiltreren. Aanbrengen van 2 wadi kolken op gelijk niveau met de rand van het fietspad om stagnerend hemelwater op het fietspad te vermijden door het te laten afstromen naar de Schollebeekstraat in het geval het bufferend volume niet voldoende is.
  7. Fundering van de keermuur mag niet voorbij de rooilijn komen.
  8. Betonverharding kan ook uitgevoerd worden als niet gewapende betonplaat met voldoende krimpvoegen cfr SB 250;
  9. Belofte van gratis grondafstand voor gronden binnen de rooilijn bij te voegen. Verlijden van de akte van grondafstand vóór de voorlopige oplevering van de aanleg van het fietspad;
  10. Rooilijnplan aan te passen. De volledige breedte van het fietspad, incl schrikstroken dienen vervat te worden binnen de gemeentelijke rooilijn. Thv de aansluiting van het fietspad aan de kanaaldijk lijkt dit niet het geval.
  11. Leveren en plaatsen van openbare verlichting langs het fietspad is voor rekening van de aanvrager. Coördinatie met Fluvius gebeurt door de aanvrager.
  12. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het ontwerpbureau aangesteld door de aanvrager opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier met volgende limitatieve taken / bevoegdheden:

        de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in

        het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

        nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

        aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

        instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;

        het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

        het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein

        het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

        het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;

        het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

        het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

        Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

        Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

        Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...

        termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

        Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

        Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

 

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld:

 

De rooilijn vast te stellen volgens het plan met titel 'rooilijnplan Lier Zuut/Schollebeekstraat' d.d. 9/3/2022 opgemaakt door landmeet- en vastgoedkantoor L. Marynen met plannr.: BA_V_I_N_1_rooilijnplan met een gratis grondafstand van 1420m² en het wegenisontwerp opgemaakt door architectenbureau Mossoux bvba goed te keuren.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 23 juni 2022.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier :

 

Stemming

 

Stemming over akkoord om het agendapunt te behandelen cfr. art. 23 van het decreet lokaal bestuur.

 

Stemming acceptatie hoogdringend punt

eenparig

 

17 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

14 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 14 onthoudingen

 

BESLUIT

De gemeenteraad treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

Art. 1:

De gemeenteraad beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 10 bezwaarschriften werden ingediend.

De elementen uit de bezwaarschriften betreffen niet de rooilijn, noch de wegenis.

 

Art. 2:

De gemeenteraad beslist de wegenis en het vaststellen van de rooilijn met gratis grondafstand ter goedkeuring voor op de gemeenteraad van 27 juni 2022 mits het opleggen van volgende voorwaarden en lasten:

  1. Gracht in de NO hoek van het perceel: Er lijken grondwerken aan de gracht op openbaar domein voorzien te zijn obv het inplantingsplan. Aan de zijde van de Schollebeekstraat wordt vanaf het najaar 2022 een nieuwe weg- en riolering, incl grachtenstelsel aangelegd. Het volume en de sectie van de nieuwe gracht tussen de Schollebeekstraat en de terreinen van Heylen worden gerealiseerd obv het ontwerpplan van de verleende vergunning OV_2021/360. Zeer beperkt wordt de rooilijn en mogelijks perceelsgrens van Heylen overschreden voor deze aanleg. De toelating voor de aanleg van de gracht volgens plan 285653_I_PL5.2_A uit dezelfde vergunning is een last van de vergunning.
  2. Aanleg van de rode betonverharding tot tegen de kantstrook van de (nieuwe) Schollebeekstraat is een last van de vergunning. De Stad lier voorziet de kantstrook en de aanpalende boordstenen tot tegen de rooilijn cfr plan 285653_I_PL5.2_A uit OV 2021/360;
  3. Uitvoeringsplannen ter plaatse gestorte kopmuren voor te leggen ter goedkeuring aan de stad Lier alvorens uit te voeren.
  4. Lozingspunt LP1 en LP2 voor DWA verplaatsen naar de aansluiting met het fietspad op de Schollebeekstraat. Een kruising van de huisaansluitingen onder de bodem van de gracht zou veel te diep zijn en zeer moeilijk te onderhouden.
  5. LP3 (RWA) onder voorbehoud van positief advies Provincie. Uit te voeren met een minimale dekking onder het fietspad van 70 cm;
  6. Schrikstrook tussen fietspad en keermuur uit te voeren als verlaagde kom in teelaarde tot een diepte van 20 cm-mv om het afstromend hemelwater  te laten infiltreren. Aanbrengen van 2 wadi kolken op gelijk niveau met de rand van het fietspad om stagnerend hemelwater op het fietspad te vermijden door het te laten afstromen naar de Schollebeekstraat in het geval het bufferend volume niet voldoende is.
  7. Fundering van de keermuur mag niet voorbij de rooilijn komen.
  8. Betonverharding kan ook uitgevoerd worden als niet gewapende betonplaat met voldoende krimpvoegen cfr SB 250;
  9. Belofte van gratis grondafstand voor gronden binnen de rooilijn bij te voegen. Verlijden van de akte van grondafstand vóór de voorlopige oplevering van de aanleg van het fietspad;
  10. Rooilijnplan aan te passen. De volledige breedte van het fietspad, incl schrikstroken dienen vervat te worden binnen de gemeentelijke rooilijn. Thv de aansluiting van het fietspad aan de kanaaldijk lijkt dit niet het geval.
  11. Leveren en plaatsen van openbare verlichting langs het fietspad is voor rekening van de aanvrager. Coördinatie met Fluvius gebeurt door de aanvrager.
  12. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het ontwerpbureau aangesteld door de aanvrager opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier met volgende limitatieve taken / bevoegdheden:

        de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in

        het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

        nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

        aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

        instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;

        het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

        het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein

        het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

        het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;

        het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

        het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

        Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

        Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

        Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...

        termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

        Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

        Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

Art. 3:

Het college beslist het dossier door te sturen naar de Gemeenteraad om het wegenisontwerp en de rooilijn vast te stellen bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door Hans Heylen namens GRONDWERKEN PAUL HEYLEN BVBA inzake realiseren bedrijfssite; grondwerken Heylen, gelegen Schollebeekstraat 91, 2500 Lier, volgens het plan met titel 'rooilijnplan Lier Zuut/Schollebeekstraat' d.d. 9/03/2022 opgemaakt door landmeet- en vastgoedkantoor L.Marynen met plannr.: BA_V_I_N_1_rooilijnplan met een gratis grondafstand van 1420m2 en wegenis volgens de plannen opgemaakt door architectenbureau Mossoux mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden :

  1. Gracht in de NO hoek van het perceel: Er lijken grondwerken aan de gracht op openbaar domein voorzien te zijn obv het inplantingsplan. Aan de zijde van de Schollebeekstraat wordt vanaf het najaar 2022 een nieuwe weg- en riolering, incl grachtenstelsel aangelegd. Het volume en de sectie van de nieuwe gracht tussen de Schollebeekstraat en de terreinen van Heylen worden gerealiseerd obv het ontwerpplan van de verleende vergunning OV_2021/360. Zeer beperkt wordt de rooilijn en mogelijks perceelsgrens van Heylen overschreden voor deze aanleg. De toelating voor de aanleg van de gracht volgens plan 285653_I_PL5.2_A uit dezelfde vergunning is een last van de vergunning.
  2. Aanleg van de rode betonverharding tot tegen de kantstrook van de (nieuwe) Schollebeekstraat is een last van de vergunning. De Stad lier voorziet de kantstrook en de aanpalende boordstenen tot tegen de rooilijn cfr plan 285653_I_PL5.2_A uit OV 2021/360;
  3. Uitvoeringsplannen ter plaatse gestorte kopmuren voor te leggen ter goedkeuring aan de stad Lier alvorens uit te voeren.
  4. Lozingspunt LP1 en LP2 voor DWA verplaatsen naar de aansluiting met het fietspad op de Schollebeekstraat. Een kruising van de huisaansluitingen onder de bodem van de gracht zou veel te diep zijn en zeer moeilijk te onderhouden.
  5. LP3 (RWA) onder voorbehoud van positief advies Provincie. Uit te voeren met een minimale dekking onder het fietspad van 70 cm;
  6. Schrikstrook tussen fietspad en keermuur uit te voeren als verlaagde kom in teelaarde tot een diepte van 20 cm-mv om het afstromend hemelwater  te laten infiltreren. Aanbrengen van 2 wadi kolken op gelijk niveau met de rand van het fietspad om stagnerend hemelwater op het fietspad te vermijden door het te laten afstromen naar de Schollebeekstraat in het geval het bufferend volume niet voldoende is.
  7. Fundering van de keermuur mag niet voorbij de rooilijn komen.
  8. Betonverharding kan ook uitgevoerd worden als niet gewapende betonplaat met voldoende krimpvoegen cfr SB 250;
  9. Belofte van gratis grondafstand voor gronden binnen de rooilijn bij te voegen. Verlijden van de akte van grondafstand vóór de voorlopige oplevering van de aanleg van het fietspad;
  10. Rooilijnplan aan te passen. De volledige breedte van het fietspad, incl schrikstroken dienen vervat te worden binnen de gemeentelijke rooilijn. Thv de aansluiting van het fietspad aan de kanaaldijk lijkt dit niet het geval.
  11. Leveren en plaatsen van openbare verlichting langs het fietspad is voor rekening van de aanvrager. Coördinatie met Fluvius gebeurt door de aanvrager.
  12. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het ontwerpbureau aangesteld door de aanvrager opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier met volgende limitatieve taken / bevoegdheden:

        de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in

        het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

        nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

        aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

        instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;

        het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

        het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein

        het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

        het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;

        het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

        het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

        Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

        Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

        Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...

        termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

        Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

        Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

 

Publicatiedatum: 05/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2022

 

LOKAAL KLIMAATBELEID

 

MOTIVERING

Met de verenigde adviesraad in maart, het duurzaamheidsatelier in mei en de stemming van het klimaatactieplan 2.0. op deze Raad, lijkt het traject tot de uitrol van een lokaal klimaatbeleid nu eindelijk ingezet.

Op het duurzaamheidsatelier is nogmaals gebleken dat talloze inwoners van onze stad maar wat graag hun schouders zetten onder de uitbouw van het Lierse klimaattraject. Het zou een gemiste kans zijn om die gedrevenheid en expertise niet structureel te durven aanwenden.

Trouwens, wat houdt ons tegen om de lat niet meteen hoger te leggen en een waar Liers Klimaatforum in het leven te roepen?

Op regelmatige basis diverse spelers die een lokale samenleving rijk is (overheid, adviesraden, burgers, ondernemers, landbouwers, organisaties, …) samenbrengen werkt niet alleen inspirerend, het draagt ook bij tot het broodnodige draagvlak voor klimaatmaatregelen.

Onze fractie hoopt alvast op de steun van de gemeenteraad voor volgende twee voorstellen:

 

Voorstel van beslissing:

Artikel 1.

De gemeenteraad van Lier besluit tot de oprichting van een Liers Klimaatforum die het lokale klimaatbeleid vorm zal geven en die de diversiteit aan lokale actoren zo goed als mogelijk weerspiegelt.

 

Artikel 2: De gemeenteraad van Lier besluit om minstens één keer per jaar een open gemeenteraad te organiseren om de voortgang van het lokale klimaatbeleid te bespreken.

 

Stemming

 

6 stemmen voor: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Geert Marrin en Jan Hermans

18 stemmen tegen: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

7 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Nancy Dresen

Verworpen met 6 stemmen voor - 18 stemmen tegen - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad besluit geen goedkeuring te geven tot de oprichting van een Liers Klimaatforum die het lokale klimaatbeleid vorm zal geven.

 

Publicatiedatum: 05/10/2022