Zitting van 16 december 2024
INTERPELLATIES
MOTIVERING
Interpellatie 1 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. vuurwerk van oud op nieuw
Begin december stuurde het stadsbestuur een beknopte communicatie de deur uit met betrekking tot het afsteken van vuurwerk in de aankomende nieuwjaarsnacht. Beknopt, want er was in deze communicatie nauwelijks aandacht voor veiligheid en preventie of het welzijn van dieren die absoluut niet houden van nachtelijke geknal.
In de communicatie wordt aan de mensen die vuurwerk willen afsteken gevraagd dit te doen op een afstand van tien meter tot gebouwen en niet in bepaalde straten in het centrum van de stad. Er wordt gevraagd rekening te houden met kinderen en dieren en ook oog te hebben voor de eigen veiligheid en deze van omstaanders. Tot zover de communicatie.
Het is geen geheim dat onze fractie en bij uitbreiding die van de collega’s waarmee we binnenkort één fractie zullen vormen, geen voorstander zijn van deze toelating tot het afsteken van feestvuurwerk. Het is een keuze van het stadsbestuur dit wel toe te staan, maar deze brengt een verantwoordelijkheid met zich mee. Het persbericht zoals het nu is, is te beknopt, dit heeft te weinig om het lijf. Er moet meer aandacht geschonken worden aan preventieve maatregelen bij het afsteken van feestvuurwerk. De cijfers van de aantallen mensen die ten gevolge van het onkundig en onvoorzichtig afsteken van vuurwerk in het ziekenhuis belanden, spreken voor zich. Elk jaar lopen opgehokte dieren letsels op door hun reactie op feestvuurwerk.
We hopen dat het stadsbestuur alsnog zijn verantwoordelijkheid zal opnemen. We vragen dan ook uitdrukkelijk dat het stadsbestuur een bijkomende communicatie doet bv. via sociale media om te wijzen op onder andere bovenstaande gevaren en extra voorzorgsmaatregelen mee te geven.
Antwoord burgemeester Rik Verwaest:
Wij waarschuwen elk jaar voor het gevaar van onoordeelkundig vuurwerkgebruik. Zowel via sociale media als via een persbericht. Ook dit jaar zal dat gebeuren, maar de logica is natuurlijk dat je dit doet wanneer oudjaarsavond voor de deur staat. U zult het dus ongetwijfeld zijn verschijnen.
Ik wijs er overigens op dat sinds 7/9/2024 zowel de verkoop van vuurwerk aan minderjarigen als bezit door minderjarigen van een aantal springstoffen verboden werd. (‘Art. 265bis Springstoffenbesluit (KB 23/9/1985, aangepast 2024). Ik citeer even:
“Het is verboden voor personen jonger dan 18 jaar om kruit, lonten, elektrische ontvlammingsmiddelen, slaghoedjes of vuurwerk onder zich te houden, met uitzondering van klappertjes die speciaal zijn ontworpen voor speelgoed.”
Onze politie heeft hiervoor al gecommuniceerd met de lokale vuurwerkverkopers en zal in de aanloop naar oudjaar actief over sensibiliseren én verbaliseren. De avond zelf zullen we ook hier maximaal op toezien, met de gekende limieten van het haalbare uiteraard.
Interpellatie 2 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. bomenkap De Kozak
Op de gemeente- en OCMW-raad van maandag 25 november stelde ik via mondelinge vraag al enkele vragen aan het College van Burgemeester en Schepenen. Omdat ik te elfder ure deze vragen bijstuurde, kon er op een aantal zaken geen antwoord gegeven worden.
Op maandag 2 december 2024 stelde ik in het kader van mijn inzagerecht als raadslid, enkele bijkomende vragen over dit dossier. Tot op heden (woensdag 11 december 2024) mocht ik nog geen antwoord ontvangen op deze vragen, noch een uitnodiging om de stukken uit het dossier in te zien.
Onder meer om deze redenen dien ik deze interpellatie in. Ondanks de antwoorden die reeds op deze raad gegeven werden, blijft er onduidelijkheid bestaan over enkele elementen in dit dossier. Hopende vandaag wel een antwoord te krijgen, stel ik deze vragen:
● Wanneer werd het terrein waarop de bewuste bomen staan overgedragen aan het stadsbestuur? En indien het nog niet werd overgedragen op het moment van het kappen was het toch nog geen openbaar domein? Vervalt hierdoor dan niet de aanvankelijke verantwoording dat er zonder vergunning kon gekapt worden?
● Er werden twee bomen binnen het projectgebied gekapt. Wanneer werd de beslissing genomen om over te gaan tot deze kap? Wie nam deze beslissing? Werd dit genoteerd in een werfverslag?
● Zouden deze twee bomen ook gekapt zijn indien er geen veiligheidsrisico was opgetreden bij de graafwerken?
● Er werd een derde boom, buiten het projectgebied gekapt op hetzelfde moment als de twee binnen het projectgebied. Hiervan werd aangegeven dat deze beschadigd was en om die reden moest gekapt worden.
○ Waardoor is de boom beschadigd geraakt?
○ Deze boom stond op een ander perceel dan deze van het projectgebied, was hier geen vergunning voor nodig?
Antwoord schepen Bert Wollants:
Op uw eerste vraag: De definitie openbaar domein die wordt gehanteerd volgens de vaststaande cassatierechtspraak is een goed openbaar domein indien het van rechtswege of door een uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van de bevoegde overheid bestemd is tot het gebruik door allen, zonder onderscheid van de persoon.
1. De grond was voor de werken steeds eigendom van het OCMW/Stad Lier. Het groen rond de OCMW woningen stond op openbaar domein, was vrij toegankelijk en werd onderhouden door de stad sinds de bouw in de jaren ‘70.
2. Op 25 april 2024 werd de grond met aanzienlijke vertraging, om subsidieredenen, tijdelijk eigendom van de Woonstroom via akte door notaris Van Cauwenbergh . Het betreft een CBO-procedure waarbij de gronden waarop het gebouw komt eigendom dient te zijn van de woningmaatschappij.
3. In de goedgekeurde omgevingsvergunningsaanvraag werd de ‘verklaring gratis grondafstand’ opgenomen (in bijlage). Hierin werd expliciet vermeld dat de gronden vanaf het ogenblik dat de CVBA Lierse Maatschappij voor de Huisvesting deze gronden definitief verwerft, voor vrij en onbelast af te staan aan het stadsbestuur van Lier. Dat gebeurde dus op 25/4/2024.
4. De af te stane gronden waarvan sprake betreffen de gronden cfr rooilijnplan waarbinnen de bomen dus stonden.
Zowel het technisch bureau als de dienst omgeving van de stad geven aan dat de bomen steeds op eigendom van stad Lier/openbaar domein gestaan hebben en stonden op het moment dat deze gekapt werden en dat het vrijstellingenbesluit dus van toepassing is.
Vragen 2 en 3:
1. Het feit dat de 2 bomen bijkomend geveld dienden te worden kwam pas aan het licht toen Cosimco melding maakte dat de bomen in de talud van de kelder zouden komen staan en dan instabiel zouden worden.
2. Na de controle van de vergunde plannen door technisch bureau werd de anomalie vastgesteld tussen het sloopplan en het plan nieuwe toestand. De trage wegverbinding loopt over de 2 bomen. Dat traject kon niet verplaatst worden als gevolg van de inrithelling van de kelder.
3. De melding van aannemer Cosimco bespoedigde de beslissing van het vellen van de bomen maar er was geen éénzijdig verband. De beslissing tot kappen had anders bij de aanleg van de weg genomen moeten worden.
Vraag 4:
De derde boom stond op het sloopplan mee ingetekend (maar niet als te rooien). De omtrek van de boom bedroeg daar 50 cm op 1 m hoogte. Deze was in geen enkele versie van de feiten kapvergunningsverplichtig omdat omtrek 1m criterium is.
Na navraag bij de groendienst betrof het een els die reeds beschadigd was : hele kap uit de schors. Bovendien was ook de kroon uitgebroken waardoor de boom weinig overlevingskans had. Deze boom wordt bijkomend vervangen na het einde van de werken bovenop de 2 andere.
Interpellatie 3 : van Jan Hermans (Groen-Lier&Ko i.v.m. binnengebied
06/12/2024 het autonoom gemeentebedrijf SOLAG een overheidsopdracht voor de herontwikkeling van de het binnengebied tussen Antwerpsestraat en Florent Van Cauwenberghstraat publiceerde. Via een mededingingsprocedure met onderhandeling wordt gezocht naar een privaat consortium dat de vervangingsbouw, het publieke binnengebied en de museale uitbreiding realiseert.
Het uitschrijven van die opdracht was eerder op 19/11/2024 besproken op de raad van bestuur van Solag alwaar diende vastgesteld dat, minstens de leden van de oppositie, de bijhorende stukken, en meer specifiek het lijvige document van de overheidsopdracht, niet tijdig ontvingen: lees, het was beschikbaar om 15u30, enkele uren vooraf aan de RVB (indien het niet specifiek eerder was opgemerkt en aangekondigd).
Er is gevraagd daarvan melding te maken in het verslag (dat tot op heden nog niet beschikbaar is en nog niet goedgekeurd) alsook van het feit dat daardoor de procedure van goedkeuring van het uitschrijven van de overheidsopdracht gebrekkig tot stand gekomen is.
Bovendien werd opgemerkt dat voor een dergelijk dossier met een groot impact op het centrum van de binnenstad en gezien de gebrekkige besluitvorming in het traject van de overheidsopdracht het raadzaam zou zijn om de gemeenteraad tijdig door een specifieke commissie grondig voor te lichten. Thans blijkt dat de gemeenteraad wordt ingelicht op een commissie (11/12), nadat de overheidsopdracht is geplubliceerd.
Wat betreft participatie blijkt deze beperkt te zijn gebleven tot de aanpalenden terwijl een dergelijk centrumproject de ganse Lierse bevolking aangaat. Temeer daar een publieke ruimte wordt beoogd die ook de winkelas attractiever moet maken.
Los van het feit dat Groen-Lier&Ko en Missie2500 de werking van het autonoom gemeentebedrijf genegen zijn en nooit onder stoelen of banken hebben gestoken dat zij de aankoop en ontwikkeling van het binnengebied steunen, blijven er toch wat vragen die voorkomen hadden kunnen worden met meer transparantie.
Mijn vragen aan het CBS:
● Het CBS gaat middelen ter beschikking stellen voor de uitbreiding van het stadsmuseum. Meent het CBS dat de besluitvorming van het autonoom gemeentebedrijf in het kader van de toekomstige overheidsopdracht, waartoe die uitbreiding hoort, correct is verlopen?
● Er wordt niet gesproken over het “depot” voor het stedelijk museum hoewel de ruimtezoektocht daarvoor actueel is. Wat zijn de concrete ambities van het CBS desbetreffende?
● Kan het CBS instemmen met het feit dat een nieuwe stedelijke invulling met een dergelijk impact, ruimer dient bevraagd dan enkel bij de omwonenden (eigenaars) zodat de invulling een ruim(er) draagvlak heeft?
● Kan het CBS instemmen met het feit dat voor dergelijke stedenbouwkundige invullingen ook het voorafgaandelijke advies van de (voltallige) gemeenteraad aangewezen is?
Antwoord schepen Bert Wollants:
Zoals dit reeds sinds 2019 het geval is wordt de dagorde van de raad van bestuur de laatste vrijdag vóór de zitting overgemaakt aan de leden van de raad van bestuur, ic op 15 november om 12.45u. Op maandag 18 november (15.37u) werd een melding ontvangen dat documenten van de zitting niet op het desbetreffende platform consulteerbaar waren. Gezien in het verleden de reden soms te zoeken was bij inloggen van het platform, werden de documenten onmiddellijk (15.58u) per e-mail overgemaakt. Op dinsdag 19 november werd voor de zitting raad van bestuur een e-mail ontvangen waarin gesteld werd dat de desbetreffende fractie op maandagavond reeds vragen had geformuleerd over de agenda raad van bestuur (deze vragen stemmen overeen met wat tijdens de zitting 19/11/2024 werd besproken over het bewuste agendapunt Binnengebied Rerum Novarum, alsook stemde dit grotendeels overeen met wat op de vermelde gemeentelijke commissie van 11/12/2024 werd gevraagd, alsook waarover in vraag 3 wordt geïnterpelleerd). Op basis hiervan kan gesteld worden dat de informatie transparant werd gecommuniceerd maar ongelukkig was inzake tijdsbestek gezien er nog een korte termijn overbleef om te kunnen reageren maar wat dan uiteindelijk ook wel gebeurd is. Het CBS is hiervan bewust en vraagt aan de raad van bestuur om erover te waken dat in de toekomst de agenda tijdig ter beschikking wordt gesteld (onafgezien van het feit dat er nog steeds foutmeldingen kunnen gebeuren waarmee rekening dient worden gehouden); hiervoor zullen in een eerstvolgende volgende raad van bestuur afspraken moeten worden gemaakt.
● Voor het “depot” werd een studie uitgevoerd waarin een aantal scenario’s werden onderzocht die wijzen op een investeringskomst tussen de 5 à 7 miljoen EUR + 21% BTW. Het is duidelijk dat dergelijke financiële inspanningen moeten bekeken worden in het licht van het nieuwe bestuursakkoord maar vooral in het licht van de nieuw op te stellen en door de gemeenteraad goed te keuren meerjarenplanning voor de periode 2025-2030. Hierbij wordt alsnog niet uitgesloten dat het “depot” gerealiseerd zal kunnen worden in het Binnengebied Rerum Novarum maar hiervoor dienen dan de nodige randvoorwaarden worden vastgelegd en overeenkomsten worden afgesloten met mogelijke aangelanden in het Binnengebied Rerum Novarum. Dit doet geen afbreuk aan het feit dat CBS overtuigd blijft van de noodzaak van een “depot”.
● Het creëren van het nodige draagvlak voor het stadsontwikkelingsproject “Binnengebied Rerum Novarum” is voor SOLag - van in het prille begin van de ontwikkeling een belangrijk speerpunt in de aanpak van het dossier.
Het verloop van het traject inzake participatie en overleg zoals gevoerd door SOLag kan als volgt worden beschreven:
- SOLag beschrijft haar ambitie in het document “Binnengebied Rerum Novarum – C&A – Stadsmuseum, aanpak stadsontwikkeling, Procesnota” als volgt:
6.4 De participatie en het overleg
Vanaf het begin van het project is het noodzakelijk dat een communicatietraject naar bewoners en omwonenden wordt uitgezet. Er dient bekeken te worden of hier stakeholders bij zijn die co-producenten kunnen zijn binnen het project.
Het is aangewezen één persoon aan te duiden die dit communicatietraject begeleidt vanaf opstart tot oplevering (communicatiedienst stad Lier).
Voornoemde procesnota werd goedgekeurd door het Directiecomité van SOLag op 30 juni 2023.
Op 11 september 2023 nam het college kennis van de procesnota “Binnengebied Rerum Novarum – C&A – Stadsmuseum” zoals goedgekeurd door het DIRCO op 30 juni 2023.
Op 26 september 2023 nam de raad van bestuur van SOLag – in aanwezigheid van de heer Jan Hermans - kennis van de procesnota zoals goedgekeurd door het DirCO op 30 juni 2023 en maakt zich de inhoud ervan eigen.
De heer Philip Deconinck, deskundige participatie binnen Stad en OCMW Lier, nam vanuit de stad de begeleiding van het communicatietraject op zich.
- SOLag beschrijft haar ambitie in het projectvoorstel voor de VLAIO-subsidie als volgt:
6.2.2. De begeleiding van een co-creatietraject met betrokken actoren
De realisatie van de investering kan pas aanvatten na afloop van een studie- en vergunningstraject. Een kritische succesfactor binnen dit proces betreft het creëren en in stand houden van voldoende draagvlak bij alle betrokken actoren. De Stad dient er ook over te waken dat het positief effect van de verwerving van de sleuteleigendommen door de Stad geen negatieve bijklank krijgt als gevolg van de noodzakelijke doorlooptijd. Vanuit dit perspectief is de Stad overtuigd dat het opzetten van een co-creatietraject met de buurt een noodzakelijke randvoorwaarde is voor het welslagen van het project en dit zowel in functie van een tijdelijke invulling van de site als de definitieve verschijningsvorm van de facilitaire laag.
De Stad wenst beroep te doen op onafhankelijke expertise om dit co-creatietraject te begeleiden.
Op 11 september 2023 besliste het College het projectvoorstel goed te keuren.
Op 26 september 2023 nam de raad van bestuur van SOLag – in aanwezigheid van de heer Jan Hermans - kennis van het projectvoorstel zoals door SOLag opgemaakt om door de Stad ingediend te worden.
- SOLag trekt externe expertise aan.
SOLag voerde een overheidsopdracht voor de begeleiding van het co-creatietraject waarop vier partijen inschreven. Op 17 februari 2024 ondertekende de algemeen directeur van SOLag het gunningsverslag waarbij de opdracht werd toegewezen aan Endeavour, Rubenslei 10 bus 5, 2018 Antwerpen, BE 0559 922 305 voor het bedrag van 17.410,50 euro.
Een wezenlijk onderdeel van de opdracht van Endeavour betreft de begeleiding van twee co-creatie ateliers met de eigenaars, bewoners en uitbaters van het bouwblok en één info-moment naar de brede bevolking. Op verzoek van SOLag werd de doelgroep voor het tweede co-creatiemoment verruimd naar alle handelaars van het kernwinkelgebied.
- SOLag organiseert co-creatieateliers
Op 27 februari 2024 informeerde SOLag de raad van bestuur over de stand van zaken van het project waarbij in de mondelinge presentatie expliciet werd vermeld dat het Co-creatieproces was opgestart en een eerste co-creatieatelier met bouwblok in 2e helft maart werd gepland.
Op 19 maart 2024 organiseerde SOLag het eerste co-creatie atelier waarbij alle stakeholders van het bouwblok (eigenaars, huurders, exploitanten) per brief werden uitgenodigd. Het centrale thema van dit eerste co-creatiemoment betroffen de ambities van de stakeholders.
Op 28 mei 2024 vond het tweede atelier plaats waarop ook de handelaars uit de Lierse binnenstad uitgenodigd werden voor een kennismakingsmoment met het project waarop ook zij hun ideeën of suggesties kenbaar konden maken Het centrale thema van dit eerste co-creatiemoment betrof de bespreking van de verschillende scenario’s zoals uitgewerkt door het ontwerpbureau.
- SOLag integreert de resultaten van de co-creatieateliers in de ontwikkelingsvisie
De output van de twee voornoemde co-creatieateliers werd geïntegreerd in (1) de ontwerprichtlijnen zoals deze door de kwaliteitskamer werden geformuleerd en (2) de ontwerpvisie zoals deze door het ontwerpteam werd uitgewerkt.
Op 27 mei 2024 nam het DirCo van SOLag kennis van de ontwerprichtlijnen zoals deze door de kwaliteitskamer werden geformuleerd en de ruimtelijke concepten zoals deze door het ontwerpteam werd uitgewerkt en maakt zich deze ontwerprichtlijnen en ruimtelijke concepten eigen.
Het DirCo besliste tot het voorleggen van de ontwerpvisie aan de raad van bestuur van SOLag van 25 juni 2024 na voorafgaandelijke kennisgeving aan (1) de stuurgroep en (2) het College.
Op 05 juni 2024 en 17 juni 2025 namen respectievelijk de Stuurgroep en het College kennis van de ontwerprichtlijnen zoals deze door de kwaliteitskamer werden geformuleerd en de ontwerpvisie zoals deze door het ontwerpteam werd uitgewerkt.
Op 25 juni 2024 besliste de raad van bestuur van SOLag (1) de ontwerprichtlijnen en (2) de ontwerpvisie goed te keuren.
Zowel in de toelichtende nota die aan respectievelijk het College en de leden van de raad van bestuur werd overgemaakt als in de mondelinge presentatie door de projectleider, werd het volgende geduid:
Parallel werd een co-creatietraject opgestart waarbij een eerste atelier met de actoren uit het bouwblok werd georganiseerd op 19 maart 2024 en een tweede atelier plaats vond op 28 mei 2024. Op deze laatste datum worden ook de handelaars uit de Lierse binnenstad uitgenodigd voor een kennismakingsmoment met het project waarop ook zij hun ideeën of suggesties kenbaar konden maken.
De nota vermeldt tevens:
Parallel aan het ontwerptraject voerde SOLag besprekingen met betrokkenen uit het bouwblok (o.a. familie Cornelis (voormalig Theatercafé), familie Vienne (eigenaar Grote Markt 38/39 & Fl. Van Cauwenberghstraat 6), de zussen Goovaerts (eigenaars GM 40 / ’t Moment), Michaël Bossaerts (De Comeet),…).
- SOLag licht het co-creatietraject toe
Naar aanleiding van een mondelinge interventie van de heer Jan Hermans tijdens de bijeenkomst van de raad van bestuur van SOLag op 19 november 2024, licht de projectleider het procesverloop van het co-creatieproces, zoals hierboven geschetst, omstandig toe.
Naar aanleiding van een mondelinge interventie van één van de aanwezigen op de commissievergadering op 10 december 2024, licht de projectleider het procesverloop van het co-creatieproces, zoals hierboven geschetst, nogmaals omstandig toe.
De betrokkenheid van de handelaars van het centrum wordt hierbij uitdrukkelijk vermeld.
Gelet op bovenstaande is het College dan ook van oordeel dat SOLag de initieel geformuleerde aanpak inzake participatie en overleg integraal trouw is gebleven en herhaaldelijk over de aanpak en stand van zaken heeft gerapporteerd aan de beleidsorganen van SOLag en de Stad.
Het CBS kan evident instemmen met het feit dat een nieuwe stedelijke invulling met een dergelijk impact, ruimer dient bevraagd dan enkel bij de omwonenden (eigenaars) en stelt vast dat dit ook gebeurd is.
● De draagwijdte van deze vraag is onduidelijk gezien er geen omschrijving wordt gegeven van hoe een (voltallig) gemeenteraad voorafgaande advies zou moeten verschaffen voor dergelijke opdrachten stedenbouwkundige invulling.
Dergelijke opdrachten van stedenbouwkundige invullingen beantwoorden wel aan de beheersovereenkomst stad Lier/SOLag zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 januari 2020. Ten gevolge hiervan werden niet alleen binnen het autonoom gemeentebedrijf de nodige beslissingen voorbereid en genomen maar werd tevens de stad Lier in deze besluitvorming vanaf september 2023 actief betrokken zoals blijkt uit het antwoord op vraag 3 van onderhavige interpellatie. Het lijkt dan toch dat de bevoegde organen op de correcte manier zijn betrokken geweest in het trajectverloop van dit project zoals dit uit het wetgevend kader van het Decreet Lokaal Bestuur kan worden afgeleid.
In de periode sinds september 2023 werd intensief en transparant op veelvuldige wijze overleg gepleegd inzake deze invulling wat reeds geleid heeft tot diverse formele besluiten door CBS en raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf; evenwel is op geen enkel moment een vraag gekomen waaruit de noodzaak bleek om ook dit dossier aan de voltallige gemeenteraad ter advies voor te leggen. Het is trouwens de vraag wat dient worden verstaan onder “dergelijke stedenbouwkundige” invullingen. Dienen dan alle vergunningen terug naar de gemeenteraad worden gebracht voor advies?
BESLUIT
Art 1 :
Kennisgenomen.