Lier

Zitting van 20 oktober 2025

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

De voorzitter van de gemeenteraad, Thierry Suetens, is afwezig en draagt zijn bevoegdheid over aan Maurits De Smedt, gemeenteraadslid, aan als waarnemend voorzitter van de gemeenteraad.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, artikel 7, § 5, paragraaf 3, 1°

 

 

Besluit:

kennisgenomen

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Martine Van der Kuylen (N-VA) i.v.m. wisselwerking HyCap en ZSG bij Lokale politie

Als relatief kleine maar zeer performante zone is PZ Lier gebonden aan een aantal verplichtingen ten aanzien van het bovenlokale politiewerk.

 

Dat is in eerste orde de zgn. HyCap, oftewel ‘gehypothekeerde capaciteit’, waarbij Lierse agenten bijstand verlenen aan grote evenementen in andere gemeenten zoals voetbal, festivals of bewaking van internationale instellingen. Tegelijkertijd kan Lier ook voor zulke taken op haar grondgebied een beroep doen op HyCap-versterking uit andere zones. We hadden hierover in de commissie Veiligheid met de korpschef reeds een zeer interessante gedachtenwisseling.

 

Een andere taak die onze zone toevalt is het voorzien van permanentie in het provinciale ZSG, Zorgcentrum na Seksueel Geweld. Hier worden slachtoffers van dergelijke misdrijven door gespecialiseerde agenten begeleid en verhoord, wat uiteraard zeer belangrijk en noodzakelijk is. De zones van de provincie dienen hiervoor personeel te delegeren.

 

Mijn vragen zijn dan ook:

  1. Hoe verhoudt het aantal geleverde HyCap-uren zich tot het aantal in PZ Lier aangewende HyCap-uren? 
  2. Hoe verhoudt de bijdrage van PZ Lier aan het Zorgcentrum na Seksueel Geweld tot die van het aantal feiten dat er vanuit PZ Lier wordt aangemeld (of rechtstreeks door Lierse betrokkenen)?
  3. Hoe evalueert u de wisselwerking inzake HyCap, ZSG en eventuele andere bovenlokale verplichtingen die PZ Lier worden opgelegd? 

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

Onze lokale politiezone heeft inderdaad een vorm van solidaire federale taaklast, in casu het leveren van hycap-steun aan andere politiezones. Zo moet onze zone bijstand verlenen voor betogingen, festivals, voetbal, gevangenisstakingen… in heel het land. Ook onze zone vraagt soms bijstand, voornamelijk voor het voetbalgebeuren. Wanneer een zone bijstand vraagt, moet in eerste instantie de federale politie de nodige manschappen voorzien, vervolgens wordt er naar andere lokale politiezones gekeken. 

 

Het aantal uren dat Pz Lier moet leveren als hycap wordt bepaald in een omzendbrief. Onze zone moet op jaarbasis 2244 uren leveren oftwel bijna 2 voltijds equivalenten (VTE’s) op jaarbasis. Dit jaar hebben we al 2641 uren hycap moeten leveren: nu al 397 uren teveel dus. En die overschrijding zal allicht nog oplopen voor het jaareinde. In 2024 waren dat 2709 uren, ofwel 465 uren te veel. Daar staat tegenover dat PZ Lier relatief weinig Hycap-uren aanvraagt bij de federale politie, al kunnen die laatsten daar geen exact cijfer voor afleveren. Maar we zitten bij de beste leerlingen van de klas.

 

Dat we zoveel personaalscapaciteit aan hycap moeten besteden komt omdat de federale diensten voor ordehandhaving onderbemand zijn of voor andere zaken ingezet. De lokale politie moet bijgevolg inspringen voor die tekorten bij de federale politie. Dat is te betreuren, want die uren hadden naar de basispolitiezorg in Lier kunnen gaan: naar overlast-, inbraak-, drugs-of verkeersacties. 

 

Het ZSG is een gelijkaardige problematiek: onze politiezone heeft inspecteurs seksueel geweld opgeleid die mee in een provinciale wachtrol zitten en opgeroepen worden wanneer dergelijke feiten zich voordoen. Zij zorgen dan voor een gespecialiseerd verhoor van de slachtoffers in het UZA te Edegem.

 

Gemiddeld doen er op jaarbasis een 8-tal feiten van aantasting seksuele integriteit of verkrachting voor in Lier, grotendeels in de persoonlijke levenssfeer.  Voor de komst van het ZSG was de eerstelijnsafhandeling beperkt tot ongeveer 5 uur per feit. Op jaarbasis dus ongeveer 40 uur. Nu moeten we jaarlijks bijna 1200 uren besteden aan de wachtrol ZSG (bijna 1 FTE). Op jaarbasis moeten onze inspecteurs seksueel geweld gemiddeld een 20-tal interventies uitvoeren, voornamelijk voor feiten in andere politiezones. Samen met de verplaatsingstijd komt dit op 120 uur op jaarbasis, naast de uren besteed aan ‘van wacht zijn’.  Deze verhouding zit dus niet goed en gaat ten koste van andere politietaken. Een piste zou kunnen zijn deze opdracht van de gespecialiseerde verhoren aan de federale politie toe te bedelen (zij doen niet mee aan de wachtrol) en het verdere onderzoek aan de lokale politie te laten, zoals nu al het geval is.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Sander Roelandt (Vlaams Belang) i.v.m. bankautomaten in Lier

Eerder dit jaar weigerde het stadsbestuur de vergunning voor een Batopin-automatenshop met zes geldautomaten en lichtreclame in de Antwerpsestraat. Het stadsbestuur motiveerde die weigering als volgt: een onbemande cashruimte draagt niet bij tot een levendige handelskern en kan qua mobiliteit gevaarlijke situaties veroorzaken.

 

Toch heeft de provinciale deputatie op 11 september 2025 die beslissing geannuleerd en de vergunning toch goedgekeurd.

 

Zonder te peilen naar nog niet ingenomen standpunten of intenties van het college over lopende vergunningsdossiers, heb ik enkele algemene vragen:

  1. De Cel Ondernemen verwijst in haar advies naar de detailhandelsvisie, waarin bepaald wordt dat in deze zone vooral handel en horeca thuishoren. De provincie lijkt met de detailhandelsvisie geen rekening te houden. Hoe ziet het stadsbestuur de waarde en afdwingbaarheid van die visie in toekomstige dossiers?
  2. De Cel Ondernemen gaf aan dat alle banken hun automaten in het centrum zullen sluiten na de opening van deze grote Batopinshop. Dat zou grote gevolgen hebben voor alle Lierenaars, in het bijzonder handelaars, ouderen en horeca-uitbaters. Wilt u andere stappen ondernemen rond het behoud van cashautomaten in de binnenstad?
  3. Bent u het met ons eens dat het wenselijk zou zijn om ook geldautomaten te voorzien buiten het centrum, in de buurt van Lierse woonwijken of bij supermarkten zodat alle Lierenaars toegang houden tot veilige en bereikbare basisbankdiensten? Ziet u dit als een opdracht voor het stadsbestuur?

 

Antwoord schepen Ilse Lambrechts:

  1. De beleidsvisie detailhandel is een beleidsmatige gewenste ontwikkeling, die in essentie verfijnt wat de stad als ‘goede ruimtelijke ordening’ ziet voor de functie detailhandel en andere consumentgerichte commerciële functies. De huidige beleidsvisie dateert uit 2014 en kreeg in 2015 het statuut van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening, om ze meer juridische afdwingbaarheid te geven. Een uitspraak van de Raad van State eind 2017 vernietigde echter de verordening, waarna de keuze gemaakt is de beleidsvisie te behouden als een beleidsmatige gewenste ontwikkeling.

 

Dat heeft voor- en nadelen. Een verordening of zelfs een RUP Detailhandel heeft potentieel veel meer juridische afdwingbaarheid, maar is ook een logger instrument. Zeker bij een RUP, met doorlooptijden die vaak 3/4/5 jaar bedragen, loop je het risico dat de visie die erin geschreven staat voor dynamische functies zoals onder andere detailhandel al achterhaald is voor ze in voege gaat. Het instrument van de beleidsmatig gewenste ontwikkeling biedt daarin veel meer flexibiliteit, wat ons inziens nodig is voor deze sectoren.

De beleidsvisie werkt en ondersteunt de teams Ondernemen en Omgeving als sturend element voor het zoeken van vestigingsplaatsen voor ondernemers. 

 

Wat betreft de waarde van onze detailhandelsvisie. Doorheen de jaren zijn er aan de visie van 2014 een aantal optimalisaties doorgevoerd, we leggen op dit moment de laatste hand aan een grondige herziening die de beleidsvisie in lijn brengt met de huidige tendensen in de retail en met het huidige regelgevende kader. Sinds 2014 is er immers heel wat gewijzigd op beide vlakken. Internetverkoop stond toen nog in zijn kinderschoenen, om maar één treffend voorbeeld te geven. Het Decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid werd in 2016 ingevoerd op Vlaams Niveau. Op Provinciaal niveau werd een Interprovinciale Beleidsvisie Detailhandel goedgekeurd en een provinciaal Beleidsplan Ruimte. Op stedelijk niveau legt ons eigen Beleidsplan Ruimte een nieuwe basis voor wat de stad ziet als gewenste ontwikkeling qua ruimtelijke ordening ziet, ook met het oog op detailhandel.

 

De hernieuwde beleidsvisie Detailhandel zal zich beroepen op deze regelgeving en visie van hogere overheden en van de stad Lier om van daaruit te argumenteren waarom we bepaalde vormen van detailhandel wenselijk of onwenselijk achten op een specifieke locatie in Lier. Voor het Lierse kernwinkelgebied volgen we een visie van kernversterking en het creëren van een belevingscentrum, waarin handel, horeca, commerciële diensten, recreatie, cultuur, evenementen en andere publieksgerichte functies hand in hand gaan. De kadering van deze visie in huidige tendensen in de retail en hogere regelgeving, draagt ons inziens sterk bij aan de juridische afdwingbaarheid van deze visie.

 

Juridisch advies geeft aan dat eerdere rechtspraak duidelijk maakt dat er mag en kan rekening gehouden worden met een beleidsmatige gewenste ontwikkeling als element van goede ruimtelijke ordening en dat onze beleidsvisie detailhandel dus zeker geen ‘vodje papier’ zonder juridische waarde is.

 

Samenvattend blijft ons inziens de beleidsvisie detailhandel, goed gekaderd in het ruimere regelgevende kader rond ruimtelijke ordening en detailhandel, het instrument dat het best het midden houdt tussen juridische waarde enerzijds en flexibiliteit als werkinstrument anderzijds.

 

  1. Het spreekt voor zich dat het college en team Ondernemen voldoende cashautomaten in de binnenstad willen behouden, niet alleen voor de Lierenaars en bezoekers van de stad, maar ook voor de ondernemers, die hun cash geld op een veilige manier moeten kunnen storten in deze automaten. In het voorjaar van 2024, dus ruim 1,5 jaar geleden, heeft team Ondernemen de intenties vernomen van het consortium van 4 grootbanken Batopin, om alle bankautomaten die nu op de Grote Markt en het Zimmerplein gesitueerd zijn, te bundelen op 1 locatie in de binnenstad. Team Ondernemen heeft daarop meteen overleg met Batopin gevraagd en heeft het voorbije 1,5 jaar 4 fysieke overlegmomenten met vertegenwoordigers van de organisatie gehouden. Daarnaast zijn er talloze mails en telefoons uitgewisseld, waarbij de stad steeds heeft meegezocht naar de meest optimale locatie voor een bankautomatenshop.

 

Zowel de centrale ligging, het reeds bestaande aanbod in de buurt als de mobiliteitsafwikkeling waren daarbij – naast de kernversterkende principes van de beleidsvisie detailhandel - voor de stad belangrijke richtsnoeren. We wilden immers een situatie vermijden waarbij ondernemers met grote hoeveelheden geld te voet naar een veraf gelegen automaat moeten wandelen, of waarbij ze onreglementair moeten parkeren met de wagen om een storting te doen. Ook voor burgers moeten de automatenshop vanzelfsprekend vlot bereikbaar zijn.

 

Maar liefst 109 panden werden besproken met Batopin op aangeven van de stad. De voornaamste reden waarom Batopin deze panden niet geschikt achtte, waren in circa 60% van de gevallen technisch: qua afmeting niet geschikt, niet voldoende toegankelijk of om een andere reden technisch niet geschikt voor bankautomaten. In 30% van de gevallen was de ligging niet geschikt, in de resterende gevallen kreeg het pand al een andere invulling.

We kunnen dus in eer en geweten zeggen dat we er vanuit de stad alles aan gedaan hebben om met Batopin een geschikte locatie, zowel in Lier als Koningshooikt overigens, te vinden. Daarnaast wijzen we er graag op dat er nog andere banken zijn, die niet tot het Batopin-consortium behoren, die nog steeds bankautomaten in het centrum van Lier uitbaten.

 

  1. De basisdienstverlening moet voorzien blijven op de locaties waar de nood zich stelt en dat is vooral in het centrum van Lier en Koningshooikt. Ook in het verleden waren er niet her en der bankautomaten in woonwijken en we zien niet in hoe we van commerciële organisaties als banken kunnen afdwingen de bestaande dienstverlening terug uit te breiden, op een moment dat ze die net aan het rationaliseren zijn. Dus het behoud van voldoende toegankelijk aanbod voor zowel consumenten als ondernemers in het centrum van Lier en Koningshooikt is prioriteit). 

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Sylvie Bracqué (Missie2500) i.v.m. proefopstelling Mechelbaan

Sommige dossiers verdienen opvolging, omdat ze het dagelijkse leven van inwoners raken. Daarom kom ik terug op de proefopstelling aan de Mechelbaan – Fruithoflaan, die ik eerder aankaartte.

 

In juni kregen we op de gemeenteraad te horen dat:

        er een tussentijdse evaluatie werd gemaakt, samen met de mobiliteitsdienst en de mobiliteitsraad;

        dat die evaluatie op basis van meldingen van burgers én meetgegevens (rijgedrag, snelheid) gebeurde;

        dat de aanbeveling is om de verkeerslichten te behouden, zeker voor fietsers en voetgangers, bij voorkeur met drukknoppen;

        dat verkeerslichten die op rood springen bij overdreven snelheid een averechts effect kunnen hebben, met verhoogde kans op roodlichtnegatie;

        dat een flitspaal of andere als aanvullende maatregel om snelheid te beperken wordt onderzocht;

        én dat de knipperlichten uitgevallen zijn door een softwareprobleem, waarbij men onderzoekt of ze opnieuw in werking kunnen gesteld worden.

 

Ik volg dit dossier graag constructief verder op en heb dan ook deze vragen:

  1. Wat is op dit moment de stand van zaken rond de definitieve beslissing hoe jullie omgaan met het oversteken van fietsers en voetgangers met drukknop of andere?
  2. Welke timing mogen we noteren dat we effectief iets zien gebeuren aan dat kruispunt?
  3. Wanneer worden de borden “proefopstelling” verwijderd van de voetpaden, want die zijn ons inziens niet meer relevant?
  4. Wat is de uitkomst van het onderzoek naar een flitspaal of een andere vorm van snelheidscontrole? Wordt deze piste effectief meegenomen?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

Na intern overleg is besloten om de huidige verkeerslichten op het kruispunt te behouden, aangezien dit de meest geschikte optie blijkt.

Toch zal de bestaande situatie deels worden aangepast. Zo worden de snelheidsdetectoren verwijderd, onder andere vanwege de eerder aangehaalde paradoxale effecten op het rijgedrag. Daarnaast wordt aan de zijde het dichtst bij het centrum een zebrapad aangebracht. Momenteel zijn er op die locatie enkel fietsoversteken. Het bestaande zebrapad, in functie van de bushalte aan de Herenboslaan, ligt te ver verwijderd. Voorwaarde voor de aanleg van het nieuwe zebrapad is wel dat er een bijkomend voetgangerslicht in beide richtingen geplaatst wordt. Momenteel is er enkel een licht aanwezig ter hoogte van de eenrichtingsfietsoversteek.

De detailplannen voor deze aanpassingen worden opgemaakt. Er zal een offerte worden opgevraagd voor de aanpassing van de lichtenregeling, inclusief een indicatieve uitvoeringstermijn. De aanleg van het zebrapad gebeurt afzonderlijk, maar kan pas starten nadat de nieuwe lichtenregeling in werking is. Ook voor deze werken zijn we afhankelijk van de beschikbaarheid van externe aannemers.

Ondanks dat de huidige proefopstelling voorlopig behouden blijft tot de definitieve uitvoering van de aanpassingen, zullen de tijdelijke verkeersborden zo spoedig mogelijk verwijderd worden. De meeste inwoners en regelmatige passanten zijn intussen vertrouwd met de situatie, en de tijdelijke borden belemmeren bovendien het zicht.

Uit de verkeersdata verzameld door de Lokale Politie Lier blijkt dat er ter hoogte van het kruispunt over meerdere weken geen structureel overdreven snelheid werd gemeten. Op basis van deze objectieve gegevens is er voorlopig geen aanleiding om te investeren in een vaste flitspaal. Zo'n installatie brengt bovendien een aanzienlijke initiële kost met zich mee, wat momenteel niet verantwoord is.

Toch ontvingen we bezorgde meldingen van ouders die de voorkeur geven aan een oversteek via een lichtengeregelde overgang met drukknoppen, vooral voor de veiligheid van kinderen. Om die reden werd beslist om de lichtenregeling te behouden, mét de genoemde aanpassingen. Dit beperkt ook de noodzaak tot aanvullende snelheidscontroles met vaste apparatuur.

Uiteraard vragen wij aan Lokale Politie Lier om, in de mate van het mogelijke, wel gerichte snelheidsacties te blijven uitvoeren.

 

 

Mondelinge vraag 4 : van Björn Gielen (Missie2500) i.v.m. Novemberfoor

Tijdens de gemeenteraad van maart 2025 vroegen we bij de bespreking van het aangepaste reglement voor de novemberfoor extra aandacht voor enkele zaken uit het reglement.

 

Concreet ging dit over:

        Een consequentere handhaving van de geldende regels, vooral rond geluid, lichtbundels en verboden prijzen zoals bommetjes en bb-guns.

        Een betere bereikbare en beschikbare sanitaire voorziening.

        Een duurzamer afvalbeleid, met exrtra aandacht voor de verbindende straten.

        De mogelijkheid om de kermis vroeger te openen tijdens de herfstvakantie, zodat kinderen die thuis zijn optimaal kunnen genieten van de foor.

 

We merkten dat er de voorbije edities nog tekortkomingen waren, onder meer op het vlak van handhaving alsook de toegankelijkheid van het sanitair in de sporthal van Guco, dat door gesloten barelen moeilijk bereikbaar is voor mensen met kinderwagens of rolstoelgebruikers.

 

Daarnaast stellen we vast dat de kermis vooral op het Zimmerplein en de Grote Markt vaak al volledig opgebouwd is op maandag, maar dat de kermis pas op donderdagavond opent. Een kermis gaat niet altijd in harmonie met een historisch toeristisch centrum, maar een gesloten kermis in datzelfde centrum is nog veel minder aantrekkelijk, voor bewoners, handelaars en bezoekers.

 

Daarom enkele concrete vragen aan het college:

  1. Welke inspanningen zijn er geleverd om te zorgen voor toegankelijk en permanent open sanitair tijdens de foor?
  2. Zal er effectiever gehandhaafd worden op de bestaande regels, vooral wat betreft geluid, licht en verboden prijzen?
  3. Komen er extra afvalpunten of veegacties in de verbindende straten?
  4. En ten slotte, zijn er mogelijkheden bekeken om de kermis vroeger te openen zodra ze opgebouwd is, zeker op de Grote Markt en het Zimmerplein?

 

Antwoord schepen Ilse Lambrechts:

 

  1. Sanitair

Permanent en toegankelijk sanitair is al jaar en dag een gekend probleem tijdens de novemberfoor. Navraag in het verleden bij het facilitair beheer van de stad leerde ons dat het niet mogelijk was om de toiletten van het stadhuis permanent te openen tijdens de foor. De eigen medewerkers zijn reeds overbevraagd voor de gebouwen in eigen beheer.

 

Voor de omgeving Gasthuisvest kunnen de bezoekers terecht in de sporthal aan de Netelaan daar deze ruime openingsuren heeft. Dit toilet werd vorige editie kenbaar gemaakt met een pijl op het plein verwijzend naar toiletten. De sportdienst geeft aan dat het een publiek toegankelijk gebouw is waar iedereen terecht kan.

maandag - vrijdag: 8 - 24 uur
zaterdag: 9 - 22 uur
zondag: 9 - 20 uur

 

  1. Handhaving bestaande regels en verboden prijzen

 

De plaatsmeester doet dagelijks een ronde over de foor en is intussen goed gekend bij de foorkramers. Hij is gemakkelijk aanspreekbaar bij eventuele problemen of vragen.

Iedere foorkramer beschikt ook over zijn gsm nummer waarop hij bereikbaar is voor eventuele meldingen door te geven.

Per plein is er ook een foorkramer aangeduid die meldingen of klachten doorgeeft aan de plaatsmeester indien de foorkramers liever niet rechtstreeks contact opnemen met de stad.

 

Indien de meldingen gaan over hinderlijk geluid zoals bv. te luide muziek of een rookmachine die net iets te actief is waardoor het zicht onttrokken wordt bij andere collega’s, … zal de plaatsmeester vooreerst in dialoog gaan met de betrokken foorkramer. Een verzoek van de plaatsmeester om de muziek stiller te zetten of de rookmachine iets minder hard te laten blazen, lost het probleem altijd direct wel op.

 

Betreffende verboden prijzen houdt de plaatsmeester mee een oogje in het zeil. We zullen ook de gemeenschapswachten en politie die patrouilleren over de foor hiervoor ook bevragen om het dit jaar als prio te behandelen en de plaatsmeester gaat dit jaar ook extra toezien op het gebruik van lichtbundels.

 

Op regelmatige basis worden er controles uitgevoerd door externe partijen zoals de FOD Economie op de Lierse novemberfoor. Conform de wetgeving geeft de dienst ondernemen de deelnemerslijst door, maar er wordt door deze externe partijen achteraf niet gecommuniceerd over eventuele inbreuken die al dan niet zijn vastgesteld.

 

  1. Afval

 

        Publieke afvalbakken

        In 2023 is de capaciteit van de vaste publieke afvalbakken op Grote Markt en Zimmerplein sterk opgetrokken door de plaatsing van 200L Traflux vuilnisbakken (ipv de standaard 50L bakken die elders op openbaar domein worden gebruikt)

        Tijdens de Novemberfoor worden er 12 extra tijdelijke afvaleilanden van telkens 2x240L (restafval en PMD) geplaatst.

        De kramen die voeding verkopen zijn verplicht om zelf ook een vuilnisbak te voorzien

 

        Ledigingsfrequentie afvalpunten

        Dagelijkse controle (ook weekend en feestdagen)

        Inzet straatkeerders

        Dagelijkse het hele stadscentrum en doorgangsstraten

        Tijdens het weekend wordt er extra toegekeken op Volmolenstraat en Eikelstraat.

 

Afval van de foorkramers zelf:

Op de dag van de opening wordt er een extra ronde ingepland voor het ophalen van papier en karton van de foorkramers + op vaste tijdstippen wordt hun afval ook opgehaald door Proper Lier. Indien we merken dat er veel afval/restzakken achter de herashekken ligt na een drukke dag, nemen onze stadsmedewerkers dit afval in tussentijd gewoon mee.

De afvalophalingen worden telkens afgetoetst en worden ieder jaar genoteerd in de brief met praktische afspraken die naar iedere foorkramer wordt gemaild.

 

  1. Opbouw kermis en opening

Sinds 2018 start de opbouw van de novemberfoor op zondag en maandag op vraag van de foorkramers, voordien was dit op maandag (Grote Markt en Zimmerplein) en dinsdag. (Gasthuisvest)

Vervoersmaatschappij De Lijn was ook tevreden met deze aanpassing, daar er op zondag veel minder impact is op het aantal bussen dat omgeleid dient te worden tijdens het opstellen van de foor. 

 

Een oud foorreglement uit de tijd van plaatsmeester Bob Theeuws stelde dat de novemberfoor opende op vrijdag. Daar in het verleden de foor opende op vrijdag 1 november werd de opening met een dag vervroegd. Sindsdien is donderdag telkens aangehouden als openingsdag voor de novemberfoor waardoor de foor een dagje extra telt.

Indien de opening van de foor op 1 november valt en dit een donderdag betreft, wordt de openingsdag telkens besproken in overleg met het foorcomité. Het college beslist finaal op welke dag de foor dan opent.

 

We begrijpen de vraag om vroeger te openen op de pleinen zoals de Grote Markt en het Zimmerplein vanwege de herfstvakantie, maar zoals aangegeven in maart wordt de kermiskalender bepaald daar data en feestdagen doorheen het jaar en overlappen we met de oktoberfoor van Oostende en andere kermissen.

We hebben foorkramers die vroegtijdig stoppen in Oostende en verhuizen naar Lier om last-minute hier te kunnen openen. De opening van de foor blijft behouden zoals het nu is, voor de drie pleinen op dezelfde dag.

 

 

Mondelinge vraag 5 : van Philippe Iglesias (Vooruit Lier) i.v.m. parkeerbeheer

De samenwerking met onze parkeerbeheerpartner is reeds enige tijd in voegen en is cruciaal voor zowel bewoners als bezoekers. een goed functionerend parkeerbeheer draagt bij aan de leefbaarheid en toegankelijkheid van Lier.

Tot op heden liep dit altijd zonder noemenswaardige problemen.

 

Recent is echter gebleken dat er een naams- en entiteitsverandering heeft plaatsgevonden bij deze partner. Deze wijziging, die op het eerste gezicht administratief lijkt, heeft in de praktijk geleid tot heel wat verwarring en frustratie bij onze inwoners. Verschillende Lierenaars kregen tot hun grote verrassing onterecht boetes, vaak zonder duidelijke communicatie over de oorzaak, verlenging van hun contract, of het veranderde beheer.

 

Dit ondermijnt niet alleen het vertrouwen in het parkeerbeleid, maar zorgt ook voor onnodige administratieve lasten bij burgers én stadsdiensten.

Aangezien correcte en transparante communicatie over parkeerbeheer essentieel is voor een rechtvaardige behandeling van onze inwoners, lijkt het aangewezen dat het stadsbestuur hier duidelijkheid over verschaft.

 

Vragen:

        Sinds wanneer is deze naams- en entiteitsverandering bij de parkeerbeheerpartner gekend bij het stadsbestuur?

        Waarom werd deze wijziging niet gecommuniceerd naar de Lierenaar, bijvoorbeeld via de stedelijke kanalen, sociale media of Peperbus?

        Welke concrete acties lopen er momenteel om de foutieve boetes te rectificeren en de betrokken burgers correct te informeren?

        Wordt er bekeken of de stad zelf een rol kan opnemen in het toezicht op de communicatie en dienstverlening van de parkeerbeheerpartner, om herhaling in de toekomst te vermijden?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

De stad werd niet actief geïnformeerd door Parkeerbeheer over de naamswijziging, ondanks het feit dat er regelmatig structurele overlegmomenten plaatsvinden. Hierdoor werd vanuit de stad geen specifieke communicatie opgezet. Intussen werd de gewijzigde naam wel aangepast op de officiële website van de stad Lier. Op basis daarvan achten wij de communicatie naar burgers voldoende.

Voor het annuleren van retributies bestaat er een specifiek annulatieschema waarin zo veel mogelijk beoordelingsfactoren zijn opgenomen. De meeste dossiers worden rechtstreeks door Parkeerbeheer behandeld, aangezien dit tot hun bevoegdheid behoort. In uitzonderlijke gevallen — wanneer dossiers complex zijn of extra interpretatie vereisen — worden deze ook besproken met de stad. De stad onderzoekt deze meldingen mee en bepaalt samen met Parkeerbeheer het verdere verloop.

Zoals reeds aangehaald is er een structureel overleg tussen de stad en Parkeerbeheer, waar zowel beleidsmatige thema’s als specifieke dossiers aan bod komen. Recent ontving de stad enkele meldingen over de dienstverlening en klantvriendelijkheid van Parkeerbeheer. Naar aanleiding hiervan heeft de stad gevraagd om extra aandacht te besteden aan een correcte en klantvriendelijke communicatie, vooral bij het motiveren van uitgeschreven retributies.

De stad blijft in nauw contact met Parkeerbeheer, met daarnaast ook wekelijks overleg via mail of telefoon voor dringende dossiers. Wat betreft toezicht op communicatie en dienstverlening is er voor de stadsdiensten geen bijkomende ruimte voorzien: deze aspecten vallen volledig onder het takenpakket van Parkeerbeheer en vereisen een voltijdse inzet en opvolging.

De stad vraagt dan ook om in de toekomst belangrijke wijzigingen, zoals een naamsverandering, steeds vooraf aan te kondigen tijdens het structureel overleg.

 

 

Mondelinge vraag 6 : van Tom Claes (Missie2500) i.v.m. snelheidskaart

We krijgen als oppositie regelmatig de vraag naar het waarom van een bepaald snelheidsregime in een straat, of er wordt ons gevraagd een verandering van snelheidsregime mee te steunen. Want vandaag zit er inderdaad niet altijd een logica in de snelheid die wordt toegelaten op Lierse en Hooiktse wegen. Zoals u misschien nog weet keurde de gemeenteraad in 2021 al de principes van een snelheidskaart goed, die daar duidelijkheid in moest verschaffen. Zoals u ook wellicht wel weet, belandde de snelheidskaart daarna op de lange baan om tenslotte aan het begin van deze legislatuur door de nieuwe schepen van mobiliteit van tafel te worden geveegd. Er ging vanop een wit blad terug naar gekeken worden.

 

Daarom de volgende vragen:

        Zijn er ondertussen vorderingen gemaakt in dit dossier?

        Is het de bedoeling om tot een nieuwe versie van de snelheidskaart te komen?

        Binnen welke tijdsspanne denkt het college het resultaat van die denkoefening aan de raad te kunnen voorleggen?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

De dienst Mobiliteit bevindt zich momenteel in een erg drukke periode. Dringende dossiers moeten vaak met voorrang worden behandeld. Denk hierbij aan de coördinatie van talrijke wegenwerken, de opening van het sportpark en de ingebruikname van de nieuwe ontsluitingsweg.

Daarnaast start de dienst Mobiliteit ook met de herziening van de snelheidskaart. Zoals eerder aangekondigd, wordt deze oefening ‘vanop een wit blad’ aangevat. De eerder goedgekeurde uitgangsprincipes vormen hierbij een belangrijk vertrekpunt, maar het is duidelijk dat er bijkomende aspecten zijn waarmee rekening gehouden moet worden. De principes zijn namelijk niet altijd eenduidig en vragen soms om interpretatie.

 

Een aantal belangrijke aandachtspunten:

        Waar kunnen poorteffecten gerealiseerd worden via snelheidsaanpassingen?

        Hoe gaan we om met landelijke wegen, waar een weloverwogen snelheidsregime cruciaal is?

        Moet in bepaalde zones de invoering van extra fietszones overwogen worden?

 

De mobiliteitsdienst kiest voor een holistische benadering, waarbij onder meer volgende elementen worden meegenomen in de analyse:

        (Verkeers)veiligheid

        (Verkeers)leefbaarheid

        Bereikbaarheid

        Consistentie en duidelijkheid

        Vorm van de rijbaan

        Functie van de rijbaan

        Gebruik van de rijbaan

 

In de praktijk betekent dit dat op sommige locaties plaatsbezoeken noodzakelijk zullen zijn. Ter plaatse zal dan bekeken worden hoe knelpunten aangepakt kunnen worden en welke keuzes er moeten worden gemaakt.

Deze grondige aanpak vraagt uiteraard tijd. De dienst Mobiliteit heeft inmiddels een planning uitgewerkt, met als doel om tegen april 2026 de volledige oefening af te ronden. Op dat moment zal een voorstel worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Sander Roelandt (Vlaams Belang) i.v.m. eventuele belastingverhogingen in Lier

Vlaamse gemeentebesturen maken zich zorgen over hun financiën. Voor het einde van dit jaar moeten ze hun meerjarenbegroting voor 2026-2031 afronden, maar volgens de recente cijfers van het VVSG zullen de inkomsten uit de personenbelasting de komende jaren zo’n 120 miljoen euro lager liggen dan eerder geraamd.

 

Dat kan zware gevolgen hebben voor de lokale budgetten.

 

In dat kader heb ik volgende vragen:

  1. Kan u de concrete impact hiervan schetsen op de begroting van de stad Lier?
  2. Kan u uitsluiten dat er een verhoging komt van de aanvullende personenbelasting, de opcentiemen of andere lokale belastingen zoals beloofd bij de verkiezingen?
  3. Bent u van plan om te besparen op investeringen in infrastructuur of veiligheid

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Deze interpellatie is een vrij doorzichtige poging om al uitspraken te ontlokken in het kader van de opmaak van het lopende proces van de meerjarenplanning. Dat proces is nog niet voltooid, er zijn geen definitieve documenten en dus is het ook niet opportuun om er allerlei uitspraken over te doen.

 

Algemeen kan ik stellen dat de cijfers van de VVSG aantonen dat de inkomsten uit de aanvullende personenbelasting de komende jaren lager zullen uitvallen dan eerder geraamd. Dat is een bezorgdheid die we delen, en die ook in Lier aandacht krijgt.

Ik wil er echter op wijzen dat de ontvangsten uit de personenbelasting slechts één van de inkomstenbronnen van onze stad zijn. Naast deze belastinginkomsten beschikken we bijvoorbeeld ook over opbrengsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing, retributies, subsidies en dividenden. Het is dus belangrijk om het geheel in zijn context te bekijken.

 

Ondertussen werken wij verder aan de oefening voor het meerjarenplan met de nodige zorgvuldigheid, met als doel een financieel gezond meerjarenplan op te maken dat de dienstverlening aan onze inwoners garandeert.

 

 

Interpellatie 2 : van Ellen Lissens (Vlaams Belang) i.v.m. veiligheidsbeleid

De gemeenteraad van september ligt amper drie weken achter ons. Toen hebben we duidelijk gewezen op het dalende veiligheidsgevoel in Lier en Koningshooikt. Helaas werden onze waarschuwingen alweer snel bevestigd: op 14 oktober, amper vijftien dagen later, vond rond 8 uur ’s ochtends een ernstig en zinloos geweldsincident plaats in onze stad.

 

Volgens meerdere bronnen werden verschillende voorbijgangers aangevallen door een man die volledig door het lint ging. Al snel circuleerden berichten dat deze persoon eerder door de politie was opgepakt en opnieuw vrijgelaten, mogelijk onder invloed.

 

Dit incident toont pijnlijk aan dat onze bezorgdheid terecht was. Het is hoog tijd dat het bestuur niet langer minimaliseert, maar veel kordater optreedt om de veiligheid op Liers en Hooikts grondgebied te herstellen — preventief én repressief.

 

Ik heb hierover volgende vragen voor de burgemeester:

        Wat kan u vandaag bevestigen over de gepleegde feiten?

        Welke maatregelen kunnen er genomen worden om situaties als deze in de toekomst te voorkomen? En op welke termijn?

        Hoe zal er concreet worden optreden tegen de toename van gewelddadige incidenten op ons grondgebied

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

De burgemeester geeft een kort feitenverslag.

 

Het bestuur heeft de voorbije jaren fors geïnvesteerd in politie, zowel in manschappen als uitrusting. Ook werd het cameranetwerk uitgebreid. Camera’s die nu alweer hun nut bewezen hebben voor onze ploegen om hem te lokaliseren. Bovendien leveren ze zeer goede bewijselementen aan de rechter, die er hopelijk voor zullen zorgen dat er een stevige veroordeling volgt. In het bestuursakkoord staat de plaatsing van extra camera’s opgenomen. Ik wijs ook graag nog eens op de gevoelige uitbreiding die ons korps de afgelopen jaren heeft gekend, wat zulke snelle interventie mogelijk maakte.

 

U geeft in uw vraagstelling aan dat bestuur en politie kordater had moeten optreden om dit incident te voorkomen. U hebt nu een volledig feitenrelaas gekregen. Dan hoor ik het graag van U. Hoe had u als burgemeester of korpschef deze situatie kunnen voorkomen? Hoe had politie of stadsbestuur concreet kordater moeten optreden bij dit incident? En hoe gaat u een situatie voorkomen waarbij een volkomen onbekende man in de stad arriveert en onverwacht door het lint gaat? Want dat is wat u vraagt, en ik kan daar alleen maar op antwoorden dat wij een goed uitgerust korps hebben, een sterk cameranetwerk en aantoonbaar snel kunnen ingrijpen. Maar u schijnt te weten hoe je als lokaal bestuur zulk totaal onvoorzien incident kan voorkomen, dus ik geef u graag het woord en zie uw antwoord met veel interesse tegemoet.

 

 

Interpellatie 3 : van Philippe Iglesias (Vooruit Lier) i.v.m. station Lier

Het station van Lier is al jarenlang een dossier dat de gemoederen bezighoudt.

De site is niet alleen een belangrijk mobiliteitsknooppunt voor duizenden pendelaars, maar ook een toegangspoort tot onze stad. De geplande renovatie van het stationsgebouw door de NMBS biedt een unieke kans om van deze plek opnieuw een levendige, veilige en toegankelijke ruimte te maken.

 

In de communicatie van de Vlaamse overheid en de NMBS is sprake van structurele renovaties aan het gebouw zelf, maar minder duidelijk blijft wat er na deze werken met de functie van het pand zal gebeuren.

 

Aangezien het stationsgebouw historisch en strategisch belangrijk is voor onze stad, lijkt het wenselijk dat de gemeente een duidelijke visie heeft over de toekomstige invulling en de sociale meerwaarde die het gebouw kan bieden.

 

  1. Heeft het stadsbestuur momenteel zicht op de planning en scope van de huidige renovatiewerken aan het stationsgebouw van Lier?
  2. Is er reeds overleg geweest tussen de stad en de NMBS over de toekomstige bestemming van het stationsgebouw na de renovatie?
  3. Indien ja, welke mogelijke functies werden besproken?
  4. Zal de stad zelf een rol opnemen in het hergebruik of de herbestemming van (een deel van) het pand?
  5. Is er voorzien dat inwoners of lokale verenigingen inspraak krijgen bij de keuze van de nieuwe invulling van het gebouw?
  6. Hoe ziet het stadsbestuur de bredere herwaardering van de stationsomgeving in relatie tot mobiliteit, veiligheid en leefbaarheid?

 

Antwoord schepen Charlotte Schwagten & Bert Wollants:

De huidige werken aan het stationsgebouw kaderen in een handhavingstraject dat nav de slechte toestand van het gebouw werd opgestart. Daarbij werden aan de NMBS strikte deadlines opgelegd:

  1. 1/10/2023: nazicht gebouw en opmaak plan van aanpak
  2. 30/4/2024: herstel dak en regenwaterafvoeren
  3. 31/10/2024: Herstel buitenschrijnwerk en pleisterwerk exterieur
  4. 1/11/2025: herstel daken en reconstructie frontons
  5. 31/01/2026 (na herstel daken): herstel interieur

 

De meeste werken zijn ondertussen uitgevoerd. Het dakherstel (incl. reconstructie van de frontons die in de 20e eeuw werden weggehaald) en het interieurherstel hebben vertraging opgelopen doordat NMBS moeilijkheden had om een geschikte aannemer te vinden. Voor het bouwverlof 2025 werden de werken dan toch toegewezen. NMBS had op 4/3/2025 voor deze werken al een omgevingsvergunning ontvangen (OMV2024069776). In voorbereiding van deze vergunning werd het dossier meermaals besproken met Technisch bureau gebouwen en de erfgoedconsulent van het Agentschap Onroerend Erfgoed (vooral omwille van de beschermde status). De aannemer heeft een uitvoeringstermijn van 180 werkdagen, waardoor de werken op 2 mei 2026 zouden afgerond moeten worden.

 

Het meeste overleg met de stadsdiensten gebeurde in functie van de inbreuken op de erfgoedwetgeving en het handhavingstraject (overleg in aanwezigheid van de erfgoedconsulent van het Agentschap Onroerend Erfgoed). Op 16/6/2023, 18/10/2023 en 27/3/2024 was er wel politiek overleg met NMBS waarbij ook gesproken werd over de toekomst van het stationsgebouw. Tijdens dat overleg deelde NMBS mee dat het stationsgebouw in de toekomst niet meer voor die functie zou worden gebruikt. NMBS wenst het gebouw binnenkort af te stoten: hetzij met een erfpacht, een verkoop of een concessie. Het moet nog verder duidelijk worden binnen welk kader de NMBS die herbestemming wenst uit te voeren, welke partners zijn zullen betrekken . Uiteraard zal het masterplan van de stationsomgeving hier van belang zijn waarin ook buurt betrokken wordt.

 

Het stadsbestuur zet in op een herwaardering van de stationsomgeving. Het masterplan van de stationsomgeving krijgt een update. Een van de uitgangspunten is het verweven van functies die als ambities opgenomen zijn in het Beleidsplan Ruimte Lier. Bijkomend zal de relatie tussen stationsomgeving en nieuwe ontsluitingsweg een essentieel onderdeel zijn van de ontwerpoefening. Binnen deze oefening worden aspecten zoals mobiliteit en leefbaarheid onderzocht.

 

 

Interpellatie 4 : van Stijn Coenen (Missie2500) i.v.m. Beleidsplan Ruimte - opvolging visie landbouw

Het beleidsproces voor het nieuwe beleidsplan ruimte loopt, gaat richting een eindfase. Toch kom ik graag terug op een bezorgdheid die vanuit onze fractie al enkele malen geuit werd.

 

Door een te late en onvolwaardige integratie van de landbouwsector in de opmaak van het beleidsplan ruimte, blijft nog steeds de rol van landbouw in het toekomstig ruimtegebruik op ons grondgebied onduidelijk. De bevoegde schepen gaf aan snel werk te willen maken van de daarvoor nodige visie op landbouw, en zou als eerste stap alvast alle land- en tuinbouwers deze zomer een bezoek brengen.

 

Ik hoop dat deze zomerse bezoeken inspirerend waren, maar gezien de onzekerheid dring ik met deze interpellatie aan op verdere voortgang in dit proces.

 

Ik heb daarbij volgende concrete vragen:

        Wat is de verdere timing van de opmaak van de visie op landbouw: graag concreet de stappen en fasering die de komende periode ingepland zijn/worden.

        Welk beleid wordt op dit moment gehanteerd bij vergunningsvragen van onze landbouwondernemers?

        Welk beleid wordt gehanteerd bij de aanvragen om bedrijfswoningen van een landbouwbedrijf om te zetten naar residentieel wonen?

 

Antwoord schepen Niels De Bakker:

        Het Beleidsplan Ruimte Lier (BRL) werd op de gemeenteraad van 23 juni 2025 definitief vastgesteld. Er werd geen voorbehoud gemaakt door provincie of Vlaanderen en op 26 augustus werd de definitieve vaststelling gepubliceerd in het Staatsblad. Vanaf veertien dagen later, 9 september 2025 is het van kracht.

 

De diensten zijn met de actie uit het BRL “Opmaken van een visie op de professionele land- en tuinbouw” aan de slag gegaan en de schepen ging effectief op het terrein in gesprek.

 

De onderzoeksfase bestaat verder nog uit:

  1. Wensen en noden van Lierse landbouwers in kaart brengen.
  2. Ruimtelijke analyse landbouw in Lier.
  3. Afstemming met beleidsplannen en hogere overheden.
  4. Inventarisatie van mogelijke subsidielijnen.

Om vervolgens in januari 2026 de uitrol van de landbouwvisie te kunnen uitbesteden.

 

        Vergunningsaanvragen voor landbouwers worden zoals alle andere aanvragen behandeld volgens de geldende wetgeving (Decreet Omgevingsvergunning, Omgevingsvergunningsbesluit, VCRO en VLAREM). Volgens de procedureregels moet er advies gevraagd worden aan verschillende instanties zoals bijvoorbeeld het Agentschap voor Natuur en Bos en het Agentschap voor Landbouw en Zeevisserij. Adviezen verleend door deze Vlaamse overheidsinstanties worden doorgaans gevolgd door de dienst Omgeving van stad Lier.

Om een bedrijfswoning in agrarisch gebied om te vormen naar een residentiële woning moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden. Ook hier wordt de aanvraag behandeld volgens de geldende wetgeving. Een vergunning voor een zonevreemde woning is mogelijk, maar onder strikte voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden zijn dat de woning hoofdzakelijk vergund is en niet verkrot, de goede ruimtelijke ordening niet in gevaar komt, en dat eventuele uitbreidingen het maximumvolume van 1000 m³ niet overschrijden. Voor aanvragen houdende zonevreemde woningen, moet er advies gevraagd worden aan het Agentschap voor Landbouw en Zeevisserij, hetgeen doorgaans negatief geadviseerd wordt aangezien bestaande bedrijfszetels maximaal herbenut moeten worden voor landbouw-gerelateerde functies.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Actuele vraag 1 : van Katrien Vanhove (Missie2500) i.v.m. veiligheidsmaatregelen wijk het Looks

Op de bijeenkomsten van de gemeenteraad van maart en september laatstleden, kaartte onze fractie de veiligheidssituatie in de wijk het Looks aan. Kort nadat onze vraag gesteld was en na de zitting van deze raad in september, stelden wij vast dat er actie werd ondernomen. We merkten dat de gemeenschapswachten in gang schoten en er werd een camera geïnstalleerd aan het speel- en sportterrein. Aan het einde van vorige week konden we echter met eigen ogen vaststellen dat de camera weggehaald werd. Niet veel later bereikten ons vanuit de wijk nieuwe signalen over overlast.

 

Daarom de volgende vragen:

        Waarom werd de camera na zo’n korte tijd alweer weggehaald?

        Welke andere acties werden sinds de raad van september ondernomen om iets aan de overlast te doen?

        Wat zal er nog verder ondernomen worden op korte, middellange en lange termijn?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

Naar aanleiding van meldingen over overlast, sluikstort en zwerfvuil op het speelterrein, heeft het team Handhaving en Preventie een tijdelijke camera geplaatst. De observatieperiode liep van 2 tot en met 14 oktober en had als doel inzicht te krijgen in de aard en frequentie van de gemelde klachten.

De camerabeelden werden dagelijks geanalyseerd. Tijdens deze periode werd echter geen overlast of sluikstort vastgesteld. Na afloop is de camera verwijderd en ingezet op andere locaties die gevoelig zijn voor sluikstort.

De gemeenschapswachten hebben overdag het toezicht op deze locatie verhoogd, maar ook zij konden geen onregelmatigheden vaststellen. Tijdens de avonduren is er geen inzet van gemeenschapswachten voorzien.

Indien dit noodzakelijk blijkt kan het cameratoezicht worden herhaald.

 

Met betrekking tot de problematiek van overlast, in het bijzonder gelinkt aan de nachtwinkel aan het Looks, zijn de volgende acties ondernomen:

 

  1. Gezamenlijke Controleactie: Op 7 februari 2025 vond een gecoördineerde controleactie plaats. Hierbij waren vertegenwoordigers van de Stad Lier (Dienst Handhaving & Preventie) en de Lokale Politie Lier aanwezig, alsook partners van de FOD Volksgezondheid en de RVA. Deze actie had tot doel een geïntegreerde handhaving op diverse inbreuken.
  2. Preventieve Voorlichting: De Dienst Handhaving & Preventie voerde in het voorjaar een preventieronde uit bij alle nachtwinkels, inclusief de vestiging aan het Looks. Het doel was de uitbaters te informeren over de regelgeving inzake de verkoop van alcohol en tabak aan minderjarigen. Hierbij werd een gepersonaliseerde overzichtsfiche verstrekt.
  3. Toekomstige Handhavingsinitiatieven:

        Er wordt een nieuwe gecoördineerde controleactie gepland in samenwerking met de betrokken diensten.

        Er zijn besprekingen gevoerd met de FOD Volksgezondheid over de mogelijkheid van een mystery shopping-actie ikv de verkoop van alcohol aan minderjarigen. Wij wachten hierover nog op een terugkoppeling van de FOD Volksgezondheid. Over de exacte invulling en timing van deze actie kan omwille van de effectiviteit van de handhaving op dit moment geen verdere communicatie worden verstrekt.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 29 SEPTEMBER 2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 29 september 2025.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 29 september 2025 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ OV 2022/126: REALISEREN BEDRIJFSSITE GRONDWERKEN HEYLEN. VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De voorliggende vergunningsaanvraag werd ingediend door Hans Heylen namens GRONDWERKEN PAUL HEYLEN BVBA, met maatschappelijke zetel te Mechelbaan 266, 2500 Lier en zoals ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer: 0441.684.451, op 17 maart 2022. Deze aanvraag is op het Omgevingsloket gekend onder de referte OMV_2022039310.

 

De vergunningsaanvraag voorziet in het realiseren van de bedrijfssite, grondwerken Heylen, en omvat de sloopwerken van alle bestaande steenslag- en betonverharding, een bouwvallige keermuur en een bestaand magazijn. Daarnaast wordt voorzien in de constructie van een hoogspanningscabine, een onderhoudsmagazijn en twee loodsen voor de opslag van grondstoffen/granulaat en het parkeren van trekker-opleggers.

 

Daarnaast worden er ook infrastructuurwerken voorzien, zoals het aanleggen van diverse verhardingen, het verbreden van de bestaande toegang en het voorzien van een (nieuwe) wegenis in de vorm van een fietspad naast de bedrijfssite. Daaraan aanvullend worden er ook diverse terreinwerkzaamheden uitgevoerd, waaronder de beperkte ophoging van de terreinen in functie van een vlotte bereikbaarheid en de aanleg van een wadi.

 

De aanvraag heeft betrekking op percelen die gelegen zijn tussen het Netekanaal, de Schollebeekstraat en de Aarschotsesteenweg, kadastraal gekend als zijnde afdeling 3 sectie D nrs. 90N, 90P en 90R.

 

Dit dossier kent reeds een voorgeschiedenis, gelet dit ‘eerste aanleg’ ingediend werd op 17 maart 2022, er een openbaar onderzoek georganiseerd werd van 7 april 2022 tot en met 6 mei 2022 en er een voorwaardelijk gunstige beslissing over de vergunningsaanvraag genomen werd door de deputatie van de provincie Antwerpen van 22 september 2022.

 

Binnen deze procedure ‘in eerste aanleg’ werd door de gemeenteraad van de stad Lier een positieve beslissing over de ‘zaak van de wegen’ genomen op 27 juni 2022 op grond van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet.

 

Tegen de voormelde twee beslissingen, te weten de voorwaardelijk verleende vergunning dd. 22 september 2022 en de positieve beslissing over de ‘zaak van de wegen’ dd. 27 juni 2022, werd een administratief beroep ingesteld op 10 november 2022. Het administratief beroep tegen de gemeenteraadsbeslissing werd gegrond op artikel 31/1 van het Omgevingsvergunningsdecreet.

 

Per ministerieel besluit van 29 maart 2023 werd beslist om de positieve beslissing over de ‘zaak van de wegen’ te vernietigen, doordat een bezwaar niet behandeld geweest zou zijn en een voorwaarde werd opgelegd tot wijziging van het rooilijnplan – wat niet toegelaten werd door de bevoegde minister.

 

Het vergunningsdossier werd na ontvangst van dit ministerieel besluit, hetgeen aan de vergunningverlenende overheid in graad van beroep pas overgemaakt werd op 3 april 2023, aangevat in ‘graad van beroep’. Door de gemeenteraad van de stad Lier werd op 26 juni 2023 een nieuwe beslissing genomen over de ‘zaak van de wegen’ dewelke opnieuw positief was.

 

Van 7 september 2023 tot en met 6 oktober 2023 werd een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd, dit naar aanleiding van diverse wijzigingen van de projectinhoud (versies 5, 6 en 7). Uiteindelijk werd per ministerieel besluit dd. 24 november 2023 door de Vlaamse regering beslist om de vergunning, ook in graad van beroep, voorwaardelijk te verlenen.

 

Hiertegen werd een procedure opgestart bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen per verzoekschrift dd. 18 januari 2025, waarbij de Raad voor Vergunningsbetwistingen per arrest van 9 januari 2025 de verleende vergunning vernietigde en de Vlaamse regering de opdracht gaf een nieuwe beslissing te nemen over de vergunningsaanvraag.

 

Gelet op de gewijzigde projectinhoud met o.a. aanpassing van het wegenisdossier werd een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd van 25 juli 2025 tot en met 23 augustus 2025, waarbij aan de gemeenteraad op 29 juli 2025 gevraagd werd om in toepassing van artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet een nieuwe beslissing over de ‘zaak van de wegen’ te nemen.

 

Op 22 augustus 2025 werd een gewijzigde projectinhoudversie overgemaakt (PIV 11), dewelke aanvaard werd op 2 september 2025.

 

Juridische gronden

        Artikel 41, 9° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad bevoegd is voor de uitdrukkelijk aan haar voorbehouden bevoegdheden.

        Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (omgevingsvergunningsdecreet), in het bijzonder artikel 65 dat voorziet dat de gemeenteraad beslist over de aanleg van een gemeenteweg en zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname ervan in het openbaar domein.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en latere wijzigingen tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, meer bepaald artikel 29, §1 en artikel 47 waarin wordt gesteld dat als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, de gemeenteraad kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek;

        Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (decreet gemeentewegen), in het bijzonder artikel 12, §2 dat voorziet dat de aanleg van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 en artikel 65 van het omgevingsvergunningsdecreet opgenomen kan worden in een vergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.

        De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 19 mei 2009 (VCRO), en latere aanpassingen.

 

ARGUMENTATIE

Beschrijving van de aanvraag en de omgeving

De volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

 

        Slopen of verwijderen: Het slopen van een bestaande keerwand.

        Slopen van vrijstaande gebouwen of constructies: Het verwijderen van een bestaand magazijn.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van verharding voor een betoncentrale.

        Slopen of verwijderen: Het verwijderen van bestaande verharding.

        Bouwen of herbouwen: Het bouwen van een magazijn.

        Bouwen of herbouwen: Het bouwen van een loods 1.

        Bouwen of herbouwen: Het bouwen van een loods 2.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het plaatsen van betonverharding.

        Verbouwen / Wijzigen Infrastructuur: Het verbreden van een bestaande toegang.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het plaatsen van vloeistofdichte verharding onder niet-VLAREBO grond..

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van betonverharding onder tank- en wasplaats.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van vloeistofdichte verharding onder containers ferro/non-ferro.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van betonverharding voor opslag van houtige materialen.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van betonverharding voor niet-teerhoudend asfalt.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van grasdalverharding.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van steenslagverharding.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het plaatsen van een weegbrug.

        Het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen: Het vormen van een groenbuffer.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het plaatsen van een hoogspanningscabine.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het plaatsen van een wielwas-installatie.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het plaatsen van keerwanden.

        Het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen: Het ophogen van het terrein.

        Een grond gebruiken, aanleggen of inrichten: Opslag van granulaten en grondstoffen.

        Een grond gebruiken, aanleggen of inrichten: Opslag van granulaten en grondstoffen.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van een fietspad.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van nieuwe asfaltverharding.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van steenslagverharding betoncentrale.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het plaatsen van een betoncentrale.

        Nieuwbouw of aanleggen: Het aanleggen van een rioleringssysteem.

        Verbouwen / Wijzigen Infrastructuur: Het verplaatsen van een slagboom.

        Verbouwen / Wijzigen Infrastructuur: Het inbuizen van een gracht.

        Het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen: Het aanleggen van een wadi voor natuurlijke waterinfiltratie.

 

Daarnaast worden volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten aangevraagd:

 

Rubriek

Omschrijving

Aard

Hoeveelheid

Eenheid

2.1.1.a)1°

opslag van uitgesorteerde materialen: 20 ton hout (2 containers 10 ton), restafval 30 ton (2 containers 15 ton) en 25 ton metalen (1 containers 24 ton ferro, 1 container 1 ton non ferro) 10 ton kunststoffen (2 containers 5 ton)

klasse 2

85

ton

2.1.3.1°

Tussentijdse opslagplaats van maximaal 10.000m³ uitgegraven gronden die niet voldoen aan de

toepassing als vermeld in het bodemdecreet en Vlarebo. Gronden kunnen steenslag bevatten (incl. opslaghoeveelheid afgezeefd steenslag van maximaal 3000 m³).

klasse 2

10000

2.2.2.a)2°

opslag van maximaal 10000m³ (18000 ton) ongebroken bouw- en mengpuin en

maximaal 10000m³ (18000 ton) gebroken bouw- en mengpuin en het mechanisch

behandelen door middel van een mobiele breekinstallatie van 300 kW  + aparte grondzeef van 168 kW

klasse 1

20000

2.2.2.f)2°

opslag, breken en zeven van niet-teerhoudend asfalt (1000 ton) +

opslag en shredderen van houtig materiaal 800 ton- stronken met een diameter > 40cm

takken met een diameter > 10cm

(1600 m³)

klasse 1

1800

ton

3.4.2°

het lozen van  16,87 m³/uur, 43,916 m³/dag en 1061 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van afspuitplaats (144 m³/jaar waswater) + verharding  tankplaats (123,76 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding opslagplaats niet-vlarebo- gronden  (408 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding houtig materiaal ( 343,4 m³/jaar) + opslag ferro/nonferro (42,5m³/jaar) via zandvang en KWS afscheider met coalescentiefilter  in oppervlaktewater.

klasse 2

16,87

m³/uur

6.4.1°

Opslag oliën voor onderhoud eigen vrachtwagens (motorolie,  smeerolie, hydraulicolie, transmissieolie, afvalolie). Afvalolie in bovengrondse houder van 4000l, 8 vaten + 2 bidons olie totaal 1784 l motorolie.

klasse 3

5784

liter

6.5.1°

Tankplaats met 2 verdeelslangen (2 x 15000 l diesel en gasolie)

klasse 3

2

verdeelslang

12.2.1°

¨Plaatsen hoogspanningscabine van 630 Kva (oliehoudend)

klasse 3

630

kVA

15.1.2°

Het stallen van voertuigen:

= > Aanwezig: 2 wielladers, 2 rupskranen, bezemwagen , heftruck

=> kunnen aanwezig zijn maar staan vnl. op werven: 5 bestelwagens, 5 vrachtwagens/oplegger, 2 vrachtwagens, 2 dieplader met trekker, 9 graafkranen, 1 tractor kipper, 3 bulldozers, 3 walsen

Totaal: 6 + 30

klasse 2

36

voertuigen

15.2.

werkplaats met 1 smeerput voor nazicht, herstellen en onderhouden van

eigen motorvoertuigen.

klasse 3

1

smeerput

15.4.1°

Eén wasplaats (manueel met hoge druk) voor het reinigen van voertuigen. Er worden maximaal 3 voertuigen/dag gewassen.

klasse 3

3

voertuigen

16.3.2°a)

Luchtcompressor (11 kW), warmtepompen (lucht-lucht incl. koeling  van 10 kW ). Totaal geïnstalleerde drijfkracht van 21 kW . Het koelcircuit van de WP bevat 3 kg R32 als koelvloeistof.

klasse 3

21

kW

17.3.2.1.1.2°

2 ondergrondse tanks van elk 15000 l, 1 dieseltank voor vrachtwagens, 1 gasolietank  voor intern rollend materieel

klasse 2

24,99

ton

17.3.2.1.2.1°

Opslag petroleum (0,332 ton) en ruitensproeiervloeistof (0,320 ton)

klasse 3

0,652

ton

17.3.4.2°a)

Mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de

mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + bulktank van 30 ton

klasse 2

38

ton

17.3.6.2°a)

Opslag kalk:

- mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + een bulktank van 30 ton

Opslag van koelvloeistof 0,441 ton

klasse 2

38,441

ton

17.3.7.1°a)

Opslag van koelvloeistof.

klasse 3

0,441

ton

17.4.

Opslag gevaarlijke produkten in kleine verpakkingen

klasse 3

260

liter

29.5.2.1°a)

metaalbewerkingsmachines in de garage (kolomboor, plooibank, pers,bandschuurmachine, zaagmachine...) voor herstellingen van eigen voertuigen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 10kW

klasse 3

10

kW

30.1.2°

Mobiele kalkinstallatie voor het stabiliseren van aangevoerde leemgronden voor bouwwerken.

klasse 2

168

kW

30.10.1°

inrichtingen voor de opslag van minerale producten op een oppervlakte van 2,46 ha (totaal perceel).

klasse 2

2,46

ha

61.2.2°

Tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig vlarebo

klasse 2

45000

 

Het project is gelegen langs de Zuut/Mijl te 2500 Lier. Het terrein is gelegen op de hoek van de Zuut met de Schollebeekstraat. Eveneens grenzend aan de terreinen van Steylaerts, waarbij het projectgebied eveneens omgeven wordt door het Netekanaal (noordelijk), de Schollebeek (zuidwestelijk) en de Aarschotsesteenweg (zuidelijk).

 

Het projectgebied is direct aangrenzend met de Schollebeekstraat, zijnde een gemeenteweg in de zin van artikel 2, 6de van het Decreet Gemeentewegen en omvat dan ook een openbaar statuut.

 

De Zuut, direct aangrenzend aan het noordelijk gedeelte van het projectgebied, betreft een jaagpad in eigendom van en beheerd door de Vlaamse Waterweg NV – waardoor hieraan niet het statuut als gemeenteweg toekomt, gelet het beheerscriterium in de zin van artikel 2, 6de van het Decreet Gemeentewegen niet vervuld is. De Zuut betreft een met slagboom afgesloten weg die via de Schollebeekstraat slechts alleen toegang geeft tot de percelen van Grondwerken Heylen.

 

De Zuut is met slagboom afgesloten onder de Aarschotsesteenweg. De slagboom gaat uitzonderlijk open voor zwaar vervoer. De bestaande slagboom wordt verplaatst tot achter het nieuw aan te leggen fietspad.

 

De Schollebeekstraat kenmerkt zich door een woonlint.

 

Planologisch is het projectgebied gelegen in volgende ruimtelijke plannen:

 

        Het origineel gewestplan Mechelen, zoals goedgekeurd middels Koninklijk Besluit van 5 augustus 1976, gelegen in gebied voor milieubelastende industrie.

 

Het projectgebied is voor het overige niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch een (algemeen of bijzonder) plan van aanleg.

 

Het projectgebied wordt niet doorkruist door een buurtweg in de zin van de Wet van 10 april 1841 betreffende de buurtwegen.

 

De voorliggende aanvraag voorziet in de aanleg van een fietspad, aansluitend op het Zuut en aldaar gelegen op eigendom van de Vlaamse Waterweg NV, lopend langs de zuidelijke perceelsgrens om vervolgens aansluiting te hebben op de Schollebeekstraat, zijnde een gemeenteweg.

 

Aan het aanvraagdossier wordt een rooilijnplan gevoegd, opgesteld door het landmeet- en vastgoedkantoor L. MARYNEN en dateert van 5 mei 2025. Tevens wordt een verklaring tot kosteloze grondafstand aan het dossier toegevoegd door de betrokken grondeigenaar waarop de toekomstige rooilijn gevestigd zal worden.

 

Aan het aanvraagdossier wordt tevens een verklaring toegevoegd, uitgaande van de Vlaamse Waterweg NV, dat ‘Zuut’ een jaagpad uitmaakt dewelke onder de bevoegdheid van de Vlaamse Waterweg NV behoort. Daarin wordt verklaard dat er geen enkele beheers- en/of onderhoudsbevoegdheid overeengekomen werd met de stad Lier waardoor het statuut als ‘gemeenteweg’ niet geldt voor deze wegenis.

 

Zaak der wegen

Gelet op het rooilijnplan “1967_rooilijnplan_05-05-2025” dd. 5 mei 2025 zoals opgemaakt door landmeet- en vastgoedkantoor L. MARYNEN;

Gelet op de verbintenis van de vergunningsaanvrager betreffende het kosteloos afstaan aan het gemeentebestuur van de gronden bestemd voor het aanleggen van de openbare wegenis, met de nodige medewerking bij het verlijden van de notariële akte tot vestiging van een openbare erfdienstbaarheid van doorgang;

Gelet op het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 25 juli 2025 tot en met 23 augustus 2025, waarbinnen er 35 bezwaarschriften ontvangen werden;

Gelet op het gevoegde inplantingsplan en de toepasselijke stedenbouwkundige voorschriften;

Gelet op het wegenisontwerp;

 

Inhoudelijke beoordeling van de zaak der wegen

Overwegende dat de gemeenteraad zich overeenkomstig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet moet uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, alsook de eventuele opname in het openbaar domein; dat daarbij de doelstellingen en principes uit artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen in rekening moeten worden gebracht;

 

Overwegende dat een vergunningsaanvraag werd ingediend waarin de aanleg van een nieuwe gemeenteweg wordt voorzien; dat dergelijke aanleg overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet kan opgenomen worden in een vergunningsaanvraag, op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten zoals vooropgesteld voor gemeentelijke rooilijnplannen;

 

Overwegende dat in voorliggend dossier een rooilijnplan gevoegd werd overeenkomstig artikel 12, §2, van het Decreet Gemeentewegen waardoor dit dient te voldoen aan de vereisten zoals opgenomen en vastgelegd in artikel 16, §2 van het Decreet Gemeentewegen;

 

De gemeenteraad merkt in dit verband op dat zij voorliggend uitspraak doet over het rooilijnplan zoals gevoegd bij de meest actuele versie van het project, zijnde PIV 11. Tijdens het openbaar onderzoek werd een licht aangepast rooilijnplan ter inzage gelegd, waarbij enkel volgende zaken verschilden ten aanzien van de meest recente versie:

 

        Het lettertype en kleur van de weergave van de onbevaarbare waterloop (Schollebeek) werd gewijzigd;

        Bij de aanduiding van de wegenis Zuut werd toegevoegd dat deze in beheer is van de Vlaamse Waterweg NV;

        Daarnaast werd de vermelding van de breedte van het fietspad (niet de rooilijn) weggelaten;

 

Deze verschillen nopen niet tot een wezenlijke aanpassing van het rooilijnplan, doordat dit loutere redactionele wijzigingen uitmaken zonder enige impact te hebben op het voorwerp van het rooilijnplan; de contouren van de rooilijnen blijven ongewijzigd, net als de getroffen oppervlakte en de ligging.

 

Tot slot merkt de gemeenteraad op dat de aanduiding of weergave van de feitelijke breedte van de te realiseren fietsverbinding (niet de rooilijn) geen verplicht weer te geven elementen uitmaakt in de zin van artikel 16, §§2-3 van het Decreet Gemeentewegen en bovendien duidelijk blijkt uit de inhoud van het aanvraagdossier.

 

Gelet daarop kan de gemeenteraad het rooilijnplan, zoals gevoegd in PIV 11, beoordelen op zijn overeenstemming met de vereisten van artikel 16, §§2-3 van het Decreet Gemeentewegen; daaruit blijkt dat het rooilijnplan een duidelijke weergave omvat van de bestaande te behouden rooilijn (groene aanduiding), de bestaande op te heffen rooilijn (blauwe aanduiding) en de te vestigen toekomstige rooilijn (rode aanduiding); dat hiermee op een duidelijke en rechtszekere wijze de actuele en toekomstige rooilijnen weergegeven worden, zodanig dat de betrokkenen zich ten volle kunnen vergewissen van de impact hiervan op het bestaande, en toekomstige, wegennet;

 

Overwegende dat de gemeenteraad evenwel vaststelt dat het vergunningsdossier tevens voorziet in de aansluiting en realisatie van het fietspad ter hoogte van het Zuut, zonder dat deze in het rooilijnplan opgenomen wordt; zoals gesteld heeft de gemeenteraad enkel een beoordelingsbevoegdheid in zoverre een ‘gemeenteweg’ in de zin van artikel 2, 6de van het Decreet Gemeentewegen gewijzigd wordt; overwegende dat hiertoe twee cumulatieve voorwaarden dienen te bestaan, te weten enerzijds het bestaan van een openbaar gebruik en te weten anderzijds het bestaan van een rechtstreeks en onmiddellijk beheer door de stad Lier;

 

Overwegende, zoals ook blijkt uit de documenten gevoegd bij het aanvraagdossier, dat het Zuut een ‘jaagpad’ uitmaakt waaraan een bijzonder statuut toekomt; dat op basis van een specifieke wettelijke regeling zoals opgenomen in artikel 5, §2, tweede lid, 4de van het Decreet van 2 april 2004 betreffende de Vlaamse Waterweg NV waaruit blijkt dat de aanhorigheden van de waterwegen, waartoe de jaagpaden behoren, toekomen aan de bevoegdheid van de Vlaamse Waterweg NV;

 

Overwegende daarnaast dat de voorliggende inrichting een openbaar gebruik zal toekennen aan het fietspad, waaronder ook het gedeelte dat aansluiting vindt op het Zuut; overwegende echter dat het niet in het algemeen belang is om voor dit gedeelte het statuut als ‘gemeenteweg’ te vestigen gelet het beheer ervan toekomt aan de Vlaamse Waterweg NV en dit beheer noodzakelijk is om de werking van de bevaarbare waterlopen in stand te houden; als zodanig komt aan dit gedeelte niet het statuut als ‘gemeenteweg’ toe waartoe een opname in het rooilijnplan niet vereist is;

 

Overwegende dat het rooilijnplan daarnaast een duidelijke weergave bevat van de kadastrale informatie, zowel van de getroffen percelen als de omringende kadastrale percelen, en ook de ‘getroffen oppervlakte’ op een duidelijke wijze aangeeft; daarnaast bevat het rooilijnplan ook een weergave van de eigenaarsgegevens van de getroffen percelen;

 

Overwegen dat hierdoor blijkt dat het rooilijnplan voldoet aan de vereisten van artikel 16, §2 Decreet Gemeentewegen;

 

Overwegende dat het rooilijnplan overeenkomstig artikel 16, §3 Decreet Gemeentewegen in voorkomend geval een weergave bevat van de berekende minwaarde- of meerwaardevergoeding cf. artikel 28 van het Decreet Gemeentewegen alsook een weergave dient te bevatten van de nutsleidingen;

 

Overwegende dat er geen nutsleidingen weergegeven dienen te worden; overwegende dat de aanvrager een verbintenis aan het dossier gevoegd heeft tot het kosteloos afstaan van de betrokken grondstrook waardoor er geen waardevermindering ontstaat in de zin van artikel 28 van het Decreet Gemeentewegen; ten overvloede merkt de gemeenteraad op dat de aanvrager zelf aangeeft bereid te zijn de gronden kosteloos af te staan waarbij de aanvrager bovendien afstand doet van enig recht op vergoeding;

 

Overwegende dat het rooilijnplan zodoende voldoet aan de vereisten van het Decreet Gemeentewegen, zodat de voorwaarde om de geïntegreerde procedure te hanteren vervuld is;

 

Overwegende dat de gemeenteraad zich op grond van artikel 31, §1 van het Omgevingsvergunningsdecreet dient uit te spreken over de al dan niet opname in het openbaar domein; overwegende dat voorzien wordt in een kosteloze overdracht van gronden ter realisatie van het rooilijnplan, hetgeen in hoofde van de gemeenteraad de aangewezen realisatiewijze uitmaakt zodanig de gemeente het onderhoud en beheer op duurzame wijze kan uitoefenen;

 

Overwegende dat vervolgens de ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg moet worden beoordeeld, rekening houdend met de doelstellingen en principes uit artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen; dat deze luiden als volgt:

 

“Art. 3

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”

 

“Art. 4

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”

 

Overwegende dat de meest recente projectinhoudversie (zijnde PIV11) voorziet in een wijziging van de helling van het fietspad, waardoor afgewaterd wordt richting de waterloop, alsook in de (lichte) wijziging van het terreinprofiel zodanig aangesloten wordt op de Schollebeekstraat zonder een niveauverschil;

 

Overwegende dat de vergunningsaanvraag voorziet in de realisatie van een fietspad, aangelegd in een breedte van 3,50 meter in betonverharding waarbij er langs weerszijden een schrikstrook voorzien wordt van 1,00 meter zodanig deze een dubbele functie kan uitoefenen; zodanig kan de schrikstrook zijn effect als ‘schrikstrook’ uitoefenen, zijnde een uitwijkmogelijkheid in nood en om voldoende afstand met zowel de nabijgelegen waterloop als de bedrijfssite te realiseren, daarnaast zal de schrikstrook tevens instaan voor de infiltratie van hemelwater van het fietspad, zodanig dit ter plaatse kan afwateren en infiltreren;

 

Overwegende dat het fietspad gelegen is in een gebied met milieubelastende activiteiten, hetgeen noodzaakt dat de schrikstrook voldoende ruim ingetekend wordt zodanig de veiligheid van de weggebruikers te garanderen;

 

Overwegende dat het fietspad over de gehele lengte minimaal een wegenisprofiel heeft van 5,50 meter, met beperkte verbreding ter hoogte van de aansluiting op het Zuut; overwegende dat de aanwezige niet-geklasseerde gracht ingebuisd en overkapt zal worden zodanig trage weggebruikers op een veilige wijze kunnen bewegen van en naar het Zuut;

 

Overwegende dat de Schollebeekstraat gelegen is op een grens tussen enerzijds een industriële zone voor milieubelastende industrie en anderzijds een woongebied met landelijk karakter; dat hierdoor een verkeersveilige verbinding voor trage weggebruikers noodzakelijk en opportuun voorkomt;

 

Overwegende dat het Netekanaal, en het jaagpad daarnaast gelegen, een gebruik kennen als fietsroute waardoor een veilige en efficiënte aansluiting op de Schollebeekstraat aangeraden is, zodanig er geen verkeersconflicten ontstaan met de werking van de bedrijfssite en een alternatief geboden wordt voor de omweg via de Mijl/Schollebeekstraat in noordoostelijke richting;

 

Overwegende dat het fietsbeleidsplan van de stad Lier als een van zijn doelstellingen vooropstelt dat voor de gebieden gelegen buiten het centrum, veilige fietspaden en een fietsvriendelijke omgeving vormgegeven moeten worden; dat de fietspaden aansluiten op een netwerk dat naar woonwijken, scholen, industriegebieden en het handelsgebied leidt;

 

Het is momenteel voor gemotoriseerd verkeer onmogelijk om van Zuut naar Zuut te rijden, terwijl dit voor fietsers wel mogelijk is, in beide richtingen, wanneer er geen werkzaamheden van laden en lossen lopende zijn; in dat geval is er momenteel geen alternatief aanwezig en dienen fietsers ofwel langs de Schollebeekstraat volledig om te rijden, ofwel de kade toch te gebruiken, met potentiële conflictsituaties tot gevolg;

 

Overwegende dat met de aanleg van de nieuwe fietsweg een verkeersveilig alternatief geboden wordt voor deze conflictsituatie; dat fietsers gebruik kunnen maken van de voorziene fietsweg om zo niet in conflict te komen met de industriële bedrijven die werkzaam zijn op de kader; dat als dusdanig de verkeersveiligheid van de fietsers verbeterd wordt, gelet een alternatieve veilige omleidingsroute veiliger is dan de huidige inrichting;

 

Overwegende dat daarmee ook de doorwaadbaarheid en bereikbaarheid van het naastgelegen woongebied gegarandeerd wordt; dat zij ook gebruik kunnen maken van deze fietsweg, waardoor zij makkelijker en veiliger met de fiets zich in het verkeer kunnen begeven;

 

Overwegende dat de rooilijnbreedte van de wegenis bepaald is op 5,50 meter, bestaande uit twee schrikstroken van 1 meter en een werkelijke wegenisbreedte van 3,50 meter; Overwegende dat de nieuwe weg wordt aangelegd in een rode betonverharding, zodanig het ook voor de gebruikers van de Schollebeekstraat duidelijk is dat het een fietsweg betreft; dergelijke uitrusting leent zich tot een duurzaam gebruik en komt tegemoet aan de eisen van een degelijk uitgerust fietsinfrastructuurnetwerk;

 

Overwegende dat uit voorliggend rooilijnplan, en de geplande uitrusting, van het fietspad niet onmiddellijk blijkt dat er zich problemen zouden voordoen met betrekking tot de waterhuishouding; echter moet in dat verband wel opgemerkt worden dat de Schollebeek soms lichte problemen veroorzaakt inzake de waterhuishouding, wanneer de weersomstandigheden dermate slecht zijn; niettegenstaande blijkt dat de afwatering afdoende voorzien wordt, gelet op de helling richting de waterloop en de voorziene infiltratie en buffering;

 

Overwegende dat naast het fietspad twee schrikstroken voorzien worden met een breedte van 1,00 meter dewelke tevens zullen dienen als infiltratie voor het afstromend hemelwater van het fietspad;

 

Overwegende dat de verkeersveiligheid voorts in acht werd genomen; dat de fietsweg voldoende breed ontworpen werd, cfr. het vademecum fietsvoorzieningen, als dubbelrichtingsfietspad zodanig de gebruikers van dit fietspad dit op veilige wijze kunnen doen; overwegende dat de afstemming van het terreinprofiel op de Schollebeekstraat erop gericht is de toegankelijkheid en veiligheid van de aansluiting te waarborgen;

 

Overwegende dat dit fietspad, als afzonderlijk vrijliggend fietspad, tevens zorgt voor een verkeersveilig alternatief wanneer de kade in gebruik genomen is door de omringende industriële bedrijven; dat hierdoor de veiligheid van de fietsers gewaarborgd wordt;

 

Overwegende dat de aansluiting op het Zuut gegarandeerd wordt doordat uit de stukken van het dossier blijkt dat de Vlaamse Waterweg NV zich in positieve zin over het tracé uitgesproken heeft, met instemming met de materiaalkeuze; dat aan het nieuwe kruispunt van het fietspad met het Zuut een dubbele slagboom ingericht zal worden, dit om zowel gemotoriseerd verkeer als fietsverkeer te kunnen tegenhouden;

 

Overwegende dat deze slagboom aan de trage weggebruikers een voldoende garantie zal bieden dat er geen verkeersconflicten ontstaan ter hoogte van het Zuut, gelet de verkeersdoorstromingen hiermee gereguleerd zullen worden;

 

Overwegende dat de aansluiting van het dubbelrichtingsfietspad op de Schollebeekstraat voorziet in een voldoende ruime zichtbaarheid voor de betrokken weggebruikers, zodanig er geen conflicten kunnen ontstaan; overwegende dat er voldoende signalisatie aangebracht wordt zodanig de weggebruikers zich ervan bewust zijn dat er zich een fietspad bevindt;

 

Overwegende dat de aansluiting met de Schollebeekstraat voorlopig voorziet in een oversteekplaats met het fietspad aan de overkant van de wegenis, zonder dat hiertoe enige bijzondere inrichting voorzien wordt; evenwel zorgt de bajonet-aansluiting ervoor dat trage weggebruikers verplicht worden hun snelheid te minderen en het overzicht op de wegenis te nemen, waarbij er afdoende zichtbaarheid gegarandeerd wordt; bovendien wordt het fietspad in rode betonverharding voorzien in een zone 30 zodanig het gemotoriseerd verkeer duidelijk uit het wegbeeld kan aflezen dat trage weggebruikers aldaar een oversteekplaats hebben;

 

Overwegende dat gemotoriseerd verkeer geweerd wordt op het fietspad; dat het gemotoriseerd verkeer op de Schollebeekstraat voldoende kennis zal hebben van de aanwezigheid van een fietspad; gelet een rode betonverharding aangelegd wordt, met markeringen op de grond zodanig aan te geven dat het een oversteekplaats betreft voor fietsers;

 

Overwegende dat er aan het aanvraagdossier tevens een mobiliteitsonderzoek gevoegd wordt, zijnde het MOBER opgesteld door SUUNTA op 31 maart 2025, met onderzoek naar de oversteekbaarheid van de Schollebeekstraat, waaruit afgeleid kan worden dat de gemiddelde wachttijd 4 seconden betreft; dat zelfs na realisatie van het bedrijventerrein een gemiddelde wachttijd zal blijven behouden van 4 seconden, waardoor de oversteekbaarheid niet in het gedrang komt;

 

Overwegende dat uit het mobiliteitsonderzoek tevens blijkt dat de aansluiting op de Schollebeekstraat afdoende is, doordat het een recht tracé betreft waarbij het overstekend fietsverkeer ondergeschikt is aan het gemotoriseerd verkeer (geen voorrangsregeling); dit verplicht de trage weggebruiker om, net zoals de bajonet-aansluiting, snelheid te minderen en een overzicht te nemen van de wegenis waarbij de zichtbaarheid afdoende gegarandeerd wordt;

 

Overwegende dat tevens blijkt dat de verkeersleefbaarheid van de Schollebeekstraat, en het Zuut, niet in het gedrang komt en de bijkomende voertuigbewegingen de veiligheid en doorstroming van de betrokken wegen niet in het gedrang brengen; dat bovendien uit het MOBER blijkt dat de verkeersleefbaarheidsgrenswaarde voor de Schollebeekstraat beoordeeld werd in een worst-case scenario, gelet de Schollebeekstraat een lokale weg type II betreft (industriële verzamelweg, gecombineerd met de functies ‘wijkverzamelweg’ en ‘fietsroute’) en de verkeersleefbaarheidsgrenswaarde daarvan vele malen hoger (1.200 pae/uur) is dan deze die in het MOBER gehanteerd wordt (200 pae/uur); waarbij in dit laatste geval zelfs tot een afdoende verkeersleefbaarheid besloten wordt;

 

Overwegende dat Zuut een lokale weg type 3 vormt terwijl de Schollebeekstraat een lokale weg type 2 uitmaakt; dat zodoende de Schollebeekstraat dient als lokale gebiedsontsluiting en de Zuut een erftoegangsweg uitmaakt; dat de voorziene wegenis, zijnde een dubbelrichtingsfietspad, zal dienen ter ontsluiting van het gebied en het bieden van een verkeersveilig alternatief;

 

Overwegende dat de voorziene aanleg geen ontsluiting van aangrenzende percelen in het gedrang brengt; dat integendeel de omringende percelen nu beschikken over een nieuwe, aanvullende, wijze van ontsluiting;

 

Overwegende dat het nieuwe fietspad daarin voldoet aan de principes en doelstellingen van het Decreet Gemeentewegen;

 

Openbaar onderzoek

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 25 juli 2025 tot en met 23 augustus 2025, waarbinnen er 35 bezwaarschriften ontvangen werden;

 

Overwegende dat het overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit aan de gemeenteraad toekomt om kennis te nemen van de bezwaren zoals ingediend tijdens het openbaar onderzoek, waarbij de gemeenteraad diegene behandelt die betrekking hebben op de aspecten van de gemeentewegen; dat deze bevoegdheid onderscheiden moet worden van deze in hoofde van de vergunningverlenende overheid, in die zin dat de gemeenteraad zich niet kan uitspreken over de vergunningsaanvraag en -aspecten zelf;

 

Overwegende dat zodoende enkel de bezwaren die betrekking hebben op de aanleg van de gemeenteweg, gemotiveerd behandeld zullen worden; dat volgende bezwaren werden ingediend met betrekking tot de nieuwe gemeenteweg, de mobiliteit en ontsluiting:

 

        Een bezwaarindiener stelt dat het MOBER gebruik zou maken van verouderde gegevens, te weten van de periode 20 april 2021 tot en met 3 mei 2021, alsook dat er onterecht geen rekening gehouden werd met de omzetting van vrachtwagenbewegingen naar 2 pae/uur in het licht van de Telraamgegevens die verricht werden, alsook dat niet blijkt dat een omzetting naar 2 pae/uur zou volstaan gelet het MOBER zou aangeven dat de verkeerseffecten onderschat worden;

 

        Een bezwaarindiener stelt dat artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen niet gehanteerd kon worden doordat er wijzigingen aangebracht worden binnen het bestaande openbaar domein dewelke niet opgenomen worden binnen het rooilijnplan en zodoende gelegen zijn buiten de percelen van de aanvrager;

 

        Een bezwaarindiener stelt dat het rooilijnplan gebrekkig is doordat een rooilijnplan ingetekend wordt op de grens tussen twee percelen van zowel bestaand als toekomstig openbaar domein, waardoor er geen aanduiding meer kan zijn tussen ‘de grens van de openbare weg en de aangelande eigendommen’ in de zin van art. 2, 9de van het Decreet Gemeentewegen;

 

        Een bezwaarindiener merkt op dat een toelating van De Vlaamse Waterweg NV vereist is om het rooilijnplan, en een beslissing over de ‘zaak van de wegen’, wettig te laten verlopen;

 

        Een bezwaarindiener stelt dat er reeds een beslissing over de ‘zaak van de wegen’ moet voorliggen waarbij, gelet dit ontbreekt, de vergunning niet verleend kan worden;

 

        Een bezwaarindiener stelt dat er geen notariële akte van grondafstand aan het dossier gevoegd werd;

 

        Een bezwaarindiener werpt op dat er twee verschillende tracés van het fietspad worden voorzien over twee vergunningsaanvragen, te weten enerzijds de voorliggende vergunningsaanvraag en anderzijds de parallelle vergunningsaanvraag voor een klasse-2 IIOA, er tevens sprake is van een verschillend MOBER, waterhuishouding,

 

 

Behandeling van de bezwaren:

 

  1. Bezwaren inzake de volledigheid en correctheid van het MOBER

 

De gemeenteraad wenst in eerste instantie te benadrukken dat zij ingevolge artikel 8 van het Decreet Gemeentewegen, artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet en artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit enkel gehouden is zich uit te spreken over de ‘zaak van de wegen’ gelet dit tot haar exclusieve bevoegdheid behoort.

 

Onder deze bevoegdheid behoort, zoals ook uitdrukkelijk aangegeven in de voorbereidende werkzaamheden bij het Decreet Gemeentewegen, de beoordeling van de mobiliteitseffecten in zoverre zij betrekking hebben op de bevoegdheid van de gemeenteraad aangaande de ‘zaak van de wegen’.

 

Opgemerkt moet worden dat de gemeenteraad niet bevoegd is zich uit te spreken over de al dan niet volledigheid of al dan niet onwettigheid van het toegevoegde MOBER, gelet het aan de vergunningverlenende overheid toekomt zich daarover uit te spreken. (RvVb 29 augustus 2017, nr. A/1617/1201.)

 

Niettemin dient de gemeenteraad wel rekening te houden met de inhoud ervan en dient zij een eigen beoordeling te maken of de daarin vervatte gegevens een adequate beoordeling inhouden van de te verwachten verkeerseffecten.

 

De gemeenteraad wenst er op te wijzen dat het MOBER, zoals daarin ook expliciet aangegeven wordt, de Schollebeekstraat aanschouwt als een lokale weg type III en de verkeersleefbaarheidsgrens daarop ook op 200 pae/u stelt. Evenwel wordt tegelijkertijd aangegeven dat deze echter een lokale weg type II betreft, met een verkeersleefbaarheidsgrens van 600 pae/u per rijstrook (oftewel 1200 pae/u in totaal).

 

Als zodanig wordt de situatie in het MOBER aldus slechter voorgesteld dan dat werkelijk het geval is, net om vanuit een ‘worst-case’ scenario een beoordeling te kunnen maken. Dergelijke beoordeling komt de gemeenteraad evenwel niet als kennelijk onredelijk of onzorgvuldig voor.

 

Daarbij stelt de bezwaarindiener dat de telgegevens een verkeerd beeld scheppen, doordat de bewegingen van grote voertuigen niet omgezet worden in een verkeersdrukte van 2 pae/u. Evenwel worden in het MOBER drie redenen aangebracht waarom dit niet het geval is:

 

        Als eerste wordt aangegeven dat de Telraam-data geen onderscheid maken tussen wagens en ‘zwaar verkeer’, terwijl bestelwagens en camionetten wel degelijk een pae/u waarde hebben van 1;

        Daarnaast is er een technisch verschil aanwezig tussen tellingen door de politie (waarop het MOBER gebaseerd is) of door het Telraam, waarbij de politionele inzameling van gegevens gebeurt op basis van een onderbreking van een radarsignaal, terwijl Telraam-data objecten detecteren ten opzichte van een constante achtergrond;

        Daarnaast kan er een verschil in plaatsing aanwezig zijn en registreert de Telraam-data geen voertuigbewegingen als het donker is;

 

Deze omstandigheden worden in het MOBER aangereikt als motivering waarom de Telraam-data, waarnaar de bezwaarindiener ook verwijst, niet gehanteerd werden omdat hierop verschillen aanwezig kunnen zijn met een politionele telling dewelke accurater is.

 

Niettegenstaande blijkt ook uit het MOBER dat de Telraam-data geen echte ‘spits’ tonen, terwijl dit in de feitelijke politionele tellingen wel het geval is.

 

De gemeenteraad stelt aldus vast dat het MOBER op zorgvuldige wijze toelicht waarom de Telraam-data niet omgezet wordt naar PAE-waarden, aangezien hier geen accuraat beeld uit gehaald kan worden gelet geen onderscheid gemaakt kan worden tussen ‘zwaar verkeer’ en o.a. bestelwagens.

 

Gelet daarop wordt er geen ‘onderschatting’ gemaakt van de verkeersdrukte maar wordt op redelijke en zorgvuldige wijze toegelicht waarom de gehanteerde empirische methode een accurater beeld geeft van de verkeersdrukte in de Schollebeekstraat.

 

Daarbovenop stelt de gemeenteraad vast dat het MOBER in de eigen empirische methode het ‘zwaar verkeer’ bij equivalent van 2 pae/u interpreteert én daarbij vertrekt van een verkeersleefbaarheidsgrens die zesmaal lager ligt dan de werkelijke verkeersleefbaarheidsgrens. Wanneer rekening houdend daarbij alsnog vastgesteld wordt dat de verkeersleefbaarheidsgrens voor de Schollebeekstraat niet overschreden wordt, doordat de maximale toename met 47 pae/u ingerekend wordt met een toebedeling van 48,06% (hetgeen opnieuw een overschatting uitmaakt van 18,19%), blijkt niet dat dit op onredelijke wijze tot stand gekomen zou zijn.

 

De aansluiting op het Zuut wordt voorzien met een verplaatsing van een slagboom om het verkeer op veilige wijze te laten verlopen, waarbij eveneens uit het MOBER blijkt dat er aldaar geen mobiliteitsproblemen verwacht worden.

 

Het bezwaar kan niet gevolgd worden.

 

  1. Bezwaren inzake de toepassing van artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen

 

Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen kan een vergunningsaanvrager een ‘wijziging, verplaatsing, opheffing of aanleg’ van een gemeenteweg mee opnemen in de vergunningsaanvraag, in zoverre een rooilijnplan toegevoegd wordt en dit past binnen de realisatie van de bestemming van de gronden.

 

De bezwaarindiener stelt dat uit rechtspraak zou blijken dat artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen enkel aangewend kan worden in zoverre de aanpassing van het gemeentelijk wegennet gelegen is op de ‘percelen van de vergunningsaanvrager’. De gemeenteraad merkt echter op dat dit een foutief uitgangspunt betreft van de bezwaarindiener, gelet uit recente rechtspraak duidelijk blijkt dat artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen toegepast kan worden voor zover de aanpassing aan het gemeentelijk wegennet gelegen is binnen het ‘terrein waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft’. (RvVb 9 januari 2025, nr. A-2425-0370.)

 

Daar waar de bezwaarindiener een zakenrechtelijk statuut wenst te betrekken binnen de beoordeling van het toepassingsgebied van artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen, wordt uitgegaan van een foutieve interpretatie.

 

Niettegenstaande wenst de gemeenteraad een en ander te verduidelijken, gelet het voor enkele bezwaarindieners onduidelijk is waarom het rooilijnplan zoals op heden voorligt.

 

De aansluiting van het fietspad op de Schollebeekstraat houdt een beperkte herinrichting in van het bestaande openbaar domein van de Schollebeekstraat, doch vereist dit geen opname noch wijziging van het voorliggend rooilijnplan. Hetgeen bovendien ook recent nog bevestigd werd door de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (RvVb 8 mei 2025, nr. A-2425-0781.)

 

Conform de parlementaire voorbereiding bij het Decreet Gemeentewegen zijn uitrustingswerken tussen de bestaande rooilijnen toegelaten zonder een nieuwe beslissing over de ‘zaak van de wegen’ te vereisen:

 

“Verfraaiings-, uitrus­tings- of herstelwerkzaamheden vallen niet onder de definitie van een ‘wijziging’. Er is bijgevolg ook geen (wijziging van een) rooilijnplan vereist voor de wijziging van de verharding of de verharde oppervlakte binnen de rooilijn, het voorzien van aanplantingen, waterafvoer of verlichting en dergelijke meer.” MvT, Parl.St. Vl. Parl., 1847/1

 

Voor wat de aansluiting aan het Zuut betreft, werd reeds in de motivering van dit gemeenteraadsbesluit aangegeven dat het ‘statuut’ als gemeenteweg, in de zin van artikel 2, 6de van het Decreet Gemeentewegen, twee cumulatieve voorwaarden betreft:

 

        Er dient sprake te zijn van een ‘openbare weg’;

        Deze dient onder het ‘rechtstreeks en onmiddellijk’ beheer van de stad Lier te staan;

 

Dat er aan het fietspad een ‘openbare functie’ en een ‘openbaar gebruik’ toekomt is duidelijk, gelet een verkeersveilige verbinding tussen de Schollebeekstraat en het Zuut voorzien wordt. Evenwel is ook duidelijk dat het gedeelte van het fietspad gelegen buiten de perceelsgrenzen van het perceel 90N vallen toebehoort aan het beheer (en eigendom) van de Vlaamse Waterweg NV.

 

Zoals uitdrukkelijk blijkt uit het aanvraagdossier werd een plan toegevoegd “Bijlage_plan concessie 13-02-2019” waarop de uiterste grens van het openbaar domein van de Vlaamse Waterweg, en dus ook de aan haar toekomende beheers- en onderhoudsbevoegdheid, afgebeeld wordt. Daarop is heel duidelijk te zien dat de Vlaamse Waterweg het beheer en onderhoud uitoefent van het openbaar domein tot aan de perceelsgrens van de vergunningsaanvrager.

 

De gemeenteraad stelt aldus vast dat het gedeelte van het fietspad gelegen op het ‘openbaar domein’ van de Vlaamse Waterweg NV geen ‘wijziging’ is van een gemeenteweg, aangezien het Zuut niet het statuut als ‘gemeenteweg’ kan hebben aangezien de cumulatieve voorwaarden van artikel 2, 6de van het Decreet Gemeentewegen niet vervuld zijn.

 

Daarnaast geeft de gemeenteraad ook aan, zoals ook vervat in het arrest van de Raad van State dd. 21 januari 2025 met nummer 262.048, dat het ook niet in het algemeen belang is om dit gedeelte van het fietspad (gelegen op het openbaar domein van de Vlaamse Waterweg NV) het statuut als ‘gemeenteweg’ toe te kennen, gelet de werking van de Vlaamse Waterweg NV daarmee in het gedrang komt. Zij dient te kunnen beschikken over het jaagpad in functie van haar werkzaamheden als beheerder van de bevaarbare waterlopen.

 

Gelet hierop werden deze zones terecht niet opgenomen op het rooilijnplan.

 

Het bezwaar kan niet gevolgd worden.

 

  1. Bezwaren inzake de gebrekkigheid van het rooilijnplan

 

Enkele bezwaarindieners werpen op dat het rooilijnplan niet aangenomen kan worden doordat een ‘rooilijn’ vastgesteld wordt die gelegen zal zijn op de grens tussen het openbaar domein van de Vlaamse Waterweg NV en de stad Lier (na overdracht van de gronden).

 

De gemeenteraad wenst op te merken dat artikel 2, 9de van het Decreet Gemeentewegen stelt dat een rooilijnplan de afbakening uitmaakt van de openbare weg ten aanzien van de aangelande eigendommen, zonder dat daarin expliciet gesteld wordt dat dit een afbakening van het openbaar domein inhoudt.

 

Dit is een logisch gevolg van de omstandigheid dat gemeentewegen (en dus rooilijnplannen) ook gevestigd kunnen worden op private gronden zonder overdracht van de eigendomsrechten (zie bv. artikel 26, §2 Decreet Gemeentewegen) en de talrijke (oude) buurtwegen gelegen op private gronden.

 

Een rooilijnplan heeft als doel om de grens van de openbare weg vast te stellen, zodanig het op verordenende wijze duidelijk is hoever de rechten en plichten van het Decreet Gemeentewegen zich uitstrekken. Dit omvat de beheerplichten, handhavingsplichten, onderhoudsplichten en bovendien ook de gevolgen van het ‘statuut’ als gemeenteweg gelet in essentie een (beperkt) bouwverbod ontstaat.

 

Deze afbakening is niet enkel relevant ten aanzien van aangelande privatieve gronden, maar ook ten aanzien van andere eigendommen behorende tot het openbaar domein aangezien de beheers- en onderhoudsplichten van de respectievelijke overheden slechts bestaan in zoverre zij daarop recht/een plicht hebben. In deze dient het rooilijnplan te bestaan en opgesteld te worden, ongeacht of hiermee op openbaar domein een gemeenteweg aangelegd wordt.

 

Het determinerende criterium blijft de afbakening van de ‘openbare weg’, niet het zakenrechtelijk statuut.

 

Het bezwaar kan niet gevolgd worden.

 

  1. De vereiste van toelating van De Vlaamse Waterweg NV;

 

De gemeenteraad merkt op dat in het vergunningsdossier communicatie gevoegd werd met de Vlaamse Waterweg NV waaruit blijkt dat de conceptie van de aanleg van het fietspad besproken werd, en hier dan ook toestemming voor verleend werd.

 

Bovendien wordt tevens een verklaring gevoegd aan de vergunningsaanvraag waarbij de Vlaamse Waterweg haar akkoord verleent met de toekomstige herinrichting.

 

Bovendien merkt de gemeenteraad op dat het niet is omdat toestemming vereist is van meerdere wegbeheerders (hier de Vlaamse Waterweg) daarom geen wettige goedkeuringsbeslissing over de zaak van de wegen genomen kan of mag worden. (RvS 29 november 2024, nr. 261.580.)

 

De aanleg van het fietspad werd reeds besproken met de Vlaamse Waterweg waarop positief gereageerd werd met tevens een positief advies dd. 17 juli 2025, waardoor de effectieve uitvoering van dit fietspad – mede gelet op de voorgaande vaststellingen – vaststaat.

 

Het bezwaar kan niet gevolgd worden.

 

  1. Er zou reeds een beslissing over de ‘zaak van de wegen’ moeten voorliggen;

 

Overeenkomstig artikel 66, §6 van het Omgevingsvergunningsdecreet wordt bepaalt dat een vergunning waarin tevens de ‘wijziging, verplaatsing, opheffing of aanleg’ van een gemeenteweg begrepen zit, pas verleend kan worden na goedkeuring hiervan door de gemeenteraad.

 

Echter bepaalt artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit duidelijk dat als er tijdens een openbaar onderzoek bezwaren geuit worden die betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’, deze door de gemeenteraad behandeld moeten worden.

 

Gelet op deze implicatie is het cf. de vergunningsprocedure zoals vastgelegd in het Omgevingsvergunningsdecreet zo geregeld dat een beslissing over de ‘zaak van de wegen’ pas genomen kan/mag worden nadat het openbaar onderzoek werd afgerond en voordat de vergunning verleend wordt.

 

Dat er aldus in het aanvraagdossier geen beslissing over de ‘zaak van de wegen’ terug te vinden is, is hier dan ook een logisch gevolg van.

 

Het bezwaar kan niet gevolgd worden.

 

  1. Er zou reeds een notariële akte van grondafstand aan het dossier gevoegd moeten worden;

 

De gemeenteraad merkt op dat het voldoende is dat aan het aanvraagdossier een belofte tot kosteloze grondafstand opgenomen wordt, waaruit blijkt dat de vergunningsaanvrager de verbintenis aangaat om over te gaan tot een kosteloze overdracht van de betrokken grondstrook.

 

Bovendien laat dit de mogelijkheid onverlet om cf. artikel 75 van het Omgevingsvergunningsdecreet bij wijze van stedenbouwkundige last de kosteloze grondafstand van de betrokken grondstrook op te leggen als stedenbouwkundige last, zonder dat er evenwel een belofte tot kosteloze afstand of een notariële akte voorligt.

 

De gemeenteraad is bevoegd dergelijke last op te leggen, dewelke ook verricht zal worden teneinde zekerheid te verkrijgen over de overdracht van de gronden, waarbij de latere uitvoering hiervan – te weten de notariële akte – plaatsvindt buiten de vergunningsprocedure en de procedure over de ‘zaak van de wegen’.

 

Het bezwaar kan niet gevolgd worden.

 

  1. Tot slot wordt opgeworpen dat er twee vergunningsaanvragen zijn met andere plannen

 

Zoals door de gemeenteraad reeds opgemerkt spreekt zij zich niet uit over de vergunningsverlening zelf, maar spreekt zij zich enkel uit over de ‘zaak van de wegen’. Daarop merkt de gemeenteraad wel op dat beide vergunningsaanvrager een identiek voorwerp omvatten, waardoor het eerder een ‘parallelle’ aanvraag betreft dan twee uitvoerbare vergunningen waarvan de effecten samen beoordeeld moeten worden.

 

Niettemin kan de gemeenteraad enkel kennisnemen van de aanpassingen van het gemeentelijk wegennet zoals op heden aan haar voorgelegd, gelet artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen slechts toegepast kan worden voor wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet binnen het voorwerp van de aanvraag.

 

Gelet daarop is de gemeenteraad nagegaan wat de mogelijke mobiliteitseffecten zijn en wat de rol van de nieuwe wegenis (fietspad) zal zijn in het gemeentelijk wegennet, waarbij deze – gelet op haar discretionaire bevoegdheid – als aanvaardbaar voorkomen.

 

De gemeenteraad verleent dan ook haar goedkeuring aan de aanpassingen van het gemeentelijk wegennet zoals inbegrepen in de voorliggende vergunningsaanvraag. De gemeenteraad ontbreekt enige bevoegdheid zich uit te spreken over parallelle of aanverwante vergunningsaanvragen.

 

Het bezwaar kan niet gevolgd worden.

 

Adviezen

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie dd. 27 oktober 2023;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de provinciale omgevingsvergunningscommissie dd. 30 augustus 2022;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van Pidpa dd. 30 juli 2025;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van OVAM dd. 29 juli 2025;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Waterweg NV dd. 12 augustus 2025;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de VMM dd. 24 mei 2023;

Gelet op voorwaardelijk gunstig advies van de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen dd. 22 mei 2023;

Gelet op het gunstig advies van de hulpverleningszone Rivierenland dd. 11 april 2022;

Gelet op het gunstig advies van de gewestelijk omgevingsambtenaar dd. 25 september 2023;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van de stad Lier dd. 1 september 2025;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van Water-link dd. 11 augustus 2023;

 

Het advies van de Cel Technisch Bureau n.a.v. de nieuwe projectinhoudversie 11 luidt als volgt:

 

  1. Aanleg van de rode betonverharding fietspad tot tegen de kantstrook van de (nieuwe) Schollebeekstraat is een last van de vergunning. De precieze afmetingen van deze aansluiting worden bepaald in overleg met de diensten mobiliteit en technisch bureau van de stad Lier.
  2. Uitvoeringsplannen ter plaatse gestorte kopmuren voor te leggen ter goedkeuring aan de stad Lier alvorens uit te voeren.
  3. Lozingspunt LP1 en LP2 voor DWA verplaatsen naar de reeds voorziene wachtaansluiting t.h.v. het fietspad naar de Schollebeekstraat. Een kruising van de huisaansluitingen onder de bodem van de gracht zou veel te diep zijn en zeer moeilijk te onderhouden.
  4. LP4 onder voorbehoud van positief advies Provincie. Uit te voeren met een minimale dekking onder het fietspad van 70 cm;
  5. Oppervlaktewater op het fietspad stroomt af naar de Schollebeek, op voorwaarde van akkoord van waterloopbeheerder (Povincie Antwerpen).
  6. Fundering van de keermuur mag niet voorbij de rooilijn komen.
  7. Betonverharding kan ook uitgevoerd worden als niet gewapende betonplaat met voldoende krimpvoegen cfr SB 250;
  8. Verlijden van de akte van grondafstand vóór de voorlopige oplevering van de aanleg van het fietspad;
  9. Leveren en plaatsen van openbare verlichting langs het fietspad is voor rekening van de aanvrager. Coördinatie met Fluvius gebeurt door de aanvrager.
  10. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het ontwerpbureau aangesteld door de aanvrager opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier met volgende limitatieve taken / bevoegdheden:

        de controle op de goede uitvoering van de werken tot de volledige afwerking en de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in

        het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

        nagaan of de werken worden uitgevoerd conform de toepasselijke wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

        aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

        instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van onderrichtingen, telkens wanneer de opdrachtdocumenten onvolledig of onduidelijk zouden zijn;

        het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

        het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein;

        het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

        het nazicht van de briefwisseling van de opdrachtnemer en adviseren van de opdrachtgever;

        het organiseren en bijwonen van de technische rondgang naar aanleiding van de voorlopige en definitieve oplevering, inclusief het opmaken van het proces-verbaal van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

        het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

        Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

        Het ondertekenen en voeren van alle nodige briefwisseling m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

        Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...

        termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

        Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

        Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        Het goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

 

De gemeenteraad neemt kennis van de verleende adviezen welke aangeven dat het aangevraagde onder voorwaarden gunstig geadviseerd kan worden, evenals wat betreft de wegenis binnen de ‘zaak van de wegen’.

 

De gemeenteraad kan zich over de verleende adviezen slechts uitspreken indien deze betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’, en kan de adviezen in voormelde zin dan ook enkel maar bijtreden in zoverre deze voldoen aan de principes en doelstellingen van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen.

 

De gemeenteraad neemt in het bijzonder kennis van het advies van de Cel Technisch Bureau van 18 september 2025, hetgeen identiek is aan het verleende advies n.a.v. de projectinhoudversie 10 behoudens wat het 5de punt betreft. De gemeenteraad neemt kennis van het huidige 5de punt van het advies van de Cel Technisch Bureau maar beslist deze niet op te leggen als voorwaarde. De gemeenteraad kan in deze geen voorwaarde opleggen die niet door de vergunningsaanvrager zelf gerealiseerd kan worden, gelet de realisatie ervan afhankelijk gesteld wordt door de goedkeuring van een 3de partij, zijnde de waterloopbeheerder.

 

De gemeenteraad neemt daarbij kennis van het gegeven dat gesteld wordt dat de rode betonverharding van het fietspad aangelegd moet worden tot tegen de kantstrook van de (nieuwe) Schollebeekstraat. Dit lijkt tegemoet te komen aan de veiligheid van de trage weggebruikers, alsook van de weggebruikers van de Schollebeekstraat, waardoor een duidelijker straatprofiel ontstaat. De gemeenteraad kan dit dan ook bijtreden.

 

De punten 3 tot 5 hebben betrekking op de waterhuishouding, waarbij de gemeenteraad deze gestelde voorwaarden kan bijtreden doordat het risico op het onnodig verzwaren van de waterhuishouding uiteraard vermeden moet worden. De waterhuishouding van de wegenis is afhankelijk van een goed en kwalitatief onderhoud en beheer, waarbij het tevens van belang is dat de betrokken waterloopbeheerder toestemming verleend voor de afwatering van de fietsverbinding. Ook dit kan bijgetreden worden.

 

De punten 2, 6, 7 en 9 van het advies hebben betrekking op de inrichting en uitrusting van de fietsverbinding, met in het bijzonder de vereiste om de funderingen niet buiten de rooilijn te laten lopen, de nodige openbare verlicht voor de veiligheid te installeren en een alternatieve uitvoering van de betonverharding ook mogelijk is – gelet dit geen impact heeft op de duurzaamheid van de uitrusting van de wegenis. De gemeenteraad meent dat deze voorwaarden strekken tot het garanderen van enerzijds de verkeersveiligheid van de gebruikers van de fietsverbinding, alsook een zekerheid dat de rooilijn de grens uitmaakt. Als zodanig kan dit dan ook bijgetreden worden door de gemeenteraad.

 

De resterende punten hebben betrekking op de kosteloze grondafstand, waarbij de gemeenteraad instemt de akte te verlijden voor de voorlopige oplevering, alsook de technische uitvoering en opvolging van de werken aan het openbaar domein. De gemeenteraad meent dat dergelijke vereisten garanderen dat het openbaar domein zijn functie kan blijven uitoefenen.

 

Als zodanig neemt de gemeenteraad kennis van dit advies en wordt aangesloten bij de daarin gemaakte opmerkingen, te meer deze erop gericht zijn de veiligheid van de weggebruikers te garanderen.

 

Algemene conclusie

Overwegende dat uit de voorgelegde aanvraag blijkt dat het rooilijnplan aanvaardbaar is, en de wegenis aanvaardbaar is;

 

Overwegende dat het rooilijnplan voldoet aan de vereisten van artikel 16 en 12, §2, van het Decreet Gemeentewegen;

 

Overwegende dat de wegenis voldoende tegemoetkomt aan de vereisten inzake verkeersveiligheid en leesbaar- en leefbaarheid;

 

Overwegende dat aldus aan de gemeenteraad voorgesteld wordt om de rooilijn vast te stellen zoals aangeduid op het rooilijnplan, waarin duidelijk aangegeven wordt welke gedeelten kosteloos overgedragen zullen worden aan de stad.

 

Overwegende dat goedkeuring gehecht wordt aan de verklaring tot kosteloze grondafstand ten belope van een grondoppervlakte van 1.460 m², dewelke volledigheidshalve ook nog opgelegd zal worden als stedenbouwkundige last;

 

Overwegende dat het wegenisdossier goedgekeurd kan worden;

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

3 stemmen tegen: Ellen Lissens, Sander Roelandt en Katrien Van Praet

10 onthoudingen: Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Ipek Altun, Onur Alar en Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

De gemeenteraad besluit om het rooilijnplan en wegenisdossier goed te keuren.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de bezwaren en opmerkingen ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en besluit deze voor wat de zaak van de wegen betreft, ontvankelijk en ongegrond te verklaren.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad verleent haar goedkeuring aan het rooilijnplan, de weguitrusting en het technisch dossier van de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2022039310.

 

Dit mits naleving van de voorwaarden en lasten zoals opgenomen in artikel 3 en 4 van dit besluit.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad verleent haar goedkeuring aan de ‘zaak van de wegen’ onder volgende lasten:

        Conform het rooilijnplan, en de gevoegde verklaring, dient de vergunningsaanvrager de aangeduide grondstroken (gele aanduiding op het rooilijnplan) met betrekking tot een oppervlakte van 1.460 m²  en zoals aangeduid als ‘Lot A’ kosteloos over te dragen aan de stad Lier op eenvoudig verzoek hiertoe;

 

Artikel 4:

De gemeenteraad verleent haar goedkeuring aan de ‘zaak van de wegen’ onder volgende voorwaarden:

        Het advies van de Cel Technisch Bureau dient nageleefd te worden, behoudens punt 5;

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

BESLISSING ZAAK DER WEGEN BIJ V2025/1 - VASTSTELLEN ROOILIJN EN GOEDKEUREN WEGENIS  BIJ VERKAVELING - VOORWAARDELIJK GUNSTIG. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag ingediend door Michaëlle Cappaert namens ZOLAR BV, werd per beveiligde zending verzonden op 28 februari 2025.

 

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 2 juni 2025.

 

De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Posthoornstraat 1, 14 en 16, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 3 sectie D nrs. 85H, 86M3, 86N3, 86L3 en 87D.

 

Het betreft een aanvraag tot het verkavelen in 18 loten.

 

De aanvraag betreft een aanvraag voor een nieuwe verkaveling.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Argumentatie

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens bijzondere plannen van aanleg

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens ruimtelijke uitvoeringsplannen

Kleinstedelijk gebied Lier

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

RUP Hoogdynamische recreatie Hoge Velden - Posthoorn

De aanvraag is bovendien gelegen in het RUP Hoogdynamische recreatie Hoge Velden - Posthoorn, goedgekeurd bij  4 juli 2013.

De ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) zijn volgens artikel 7.4.5. van de Vlaamse Codex, gewestplan vervangend voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.  De bepalingen van het gewestplan zijn hier dus niet langer van toepassing.

 

  1. Historiek

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 85 H

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1987 werd afgerond.

 

De functie (van het gebouw) wordt volgens het kadaster omschreven als huis.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 86 M3

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

De functie (van het gebouw) wordt volgens het kadaster omschreven als opp.& g.d..

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 86 N3

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1900 en 1919.

 

De functie (van het gebouw) wordt volgens het kadaster omschreven als huis.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 86 L3

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1964 werd afgerond.

 

De functie (van het gebouw) wordt volgens het kadaster omschreven als landgebouw.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 87 D

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1965 werd afgerond.

 

De functie (van het gebouw) wordt volgens het kadaster omschreven als nijv/geb..

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffende locatie:

        Verkavelingsvergunning (064/033) d.d. 20 augustus 1963 voor nieuwe verkaveling werd bekomen door stedenbouw.

        Stedenbouwkundige vergunning (64/53) d.d. 12 juni 1964 voor bouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

        Stedenbouwkundige vergunning (66/35) d.d. 27 mei 1966 voor bouwen rijwiel-en bromfietsenfabriek werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

        Milieuvergunning Pre-VLAREM (19706) d.d. 26 januari 1971 voor fabriek voor rijwielen en bromfietsen.  vergunning bd dd. 26-01-1971 met einddatum 26-01-2001. werd bekomen door de deputatie.

        Stedenbouwkundige vergunning (84/173) d.d. 28 december 1984 voor bouwen woonhuis bij nijverheidsgebouw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

        Milieuvergunning (BV E11.93.28) d.d. 18 november 1993 voor exploiteren van een fietsenfabriek   vergunning dd. 18-11-1993 met einddatum 26-1-2001 werd bekomen door de deputatie.

        Stedenbouwkundige vergunning (98/240) d.d. 12 oktober 1998 voor het bouwen van een veranda werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

        Stedenbouwkundige vergunning (2006/254) d.d. 17 april 2007 voor aanleggen van een terras in hout op een bestaande garage +/- 50 m² (niet overdekt) werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

        Omgevingsvergunning (2019/415) d.d. 27 januari 2020 voor hervergunnen exploiteren van gedeeltelijke productie en distributie van fietsen werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

        Omgevingsvergunning (V 2022/3) d.d. 16 augustus 2022 voor afsplitsen van 1 lot voor open bebouwing werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

        Omgevingsvergunning (2022/373) d.d. 9 januari 2023 voor uitbreiden halfopen bebouwing werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

        Omgevingsvergunning (2023/358) d.d. 29 januari 2024 voor bouwen open eengezinswoning werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

        Melding (2024/290) d.d. 6 september 2024 voor melden bronbemaling werd ongegrond gevonden door het college van burgemeester en schepenen.

        Omgevingsvergunning (V 2024/5) d.d. 30 september 2024 voor verkavelen voor 2 appartementsgebouwen en 14 woningen met rooilijn en wegenis werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Volgende bouwmisdrijven zijn gekend voor de desbetreffende locatie:

        Bouwmisdrijf (276.558) d.d.  voor bouwen van een stenen constructie. Bouwmisdrijf (64/53) d.d.  voor in tegenstelling met  de voorschriften  van de verkaveling geen pv in ons bezit.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving

Beschrijving van de omgeving – ruimtelijke analyse

Het betreft een open gebied tussen de Posthoornstraat, (aan de buitenkant van de Ring) de Aarschotsesteenweg en het Netekanaal. De weinige huizen in de omgeving zijn eengezinswoningen, zowel vrijstaande als gekoppelde. 

 

Beschrijving van de aanvraag

Aangevraagde handelingen

        Slopen van vrijstaande gebouwen of constructies: Schapenstal

        Hoogstammige bomen vellen die geen deel uitmaken van een bos: bomen centraal op het perceel & in de straat

        Aanleg van nieuwe verkeersweg: Openbaar domein

        Ontbossen: bosje

        Het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen: Reliëfwijziging i.f.v. hemelwaterverordening

 

Beschrijving van de aanvraag

Het verkavelingsontwerp houdt volgende in:

        Het creëren van de beoogde projectzone uit het RUP Hoge Velden voor stedelijk wonen met mix van meergezinswoningen en eengezinswoningen.

        Er zijn 16 percelen voor eengezinswoningen waaronder halfopen en gesloten, met maximum 3 bouwlagen ze staan op de percelen 7m naar achter ingeplant. Ze  zijn minstens 7m breed en 12.5m diep.

        Lot 17 voorziet een woning tegen de voorste perceelsgrens

        Er is 1 perceel voor een meergezinswoning van 5 bouwlagen aan de noordwestkant. Hierin voorziet met 20 wooneenheden.

        De parking voor de meergezinswoning is in het gelijkvloers van dat gebouw en 8 errond. De parkings voor de eengezinswoningen zijn telkens in hun voortuin, met daarbij minstens 50% onverhard.

        Fietsplaatsen voor de eengezinswoningen komen in de voortuin; voor de meergezinswoning op het gelijkvloers.

 

Aangevraagde handelingen

        Slopen van vrijstaande gebouwen of constructies: Schapenstal

        Hoogstammige bomen vellen die geen deel uitmaken van een bos: bomen centraal op het perceel & in de straat

        Aanleg van nieuwe verkeersweg: Openbaar domein

        Ontbossen: bosje

        Het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen: Reliëfwijziging i.f.v. hemelwaterverordening

 

Omschrijving

 

        Voor de ontsluiting van de woningen wordt er centraal op het terrein een nieuwe weginfrastructuur aangelegd. In het openbaar domein worden 7 parkeerplaatsen aangelegd (in nota 8): 1 voor deelwagen, 3 moor mindervaliden en 3 voor bezoekers.

        Er wordt een rooilijn gevestigd en wegenis voorzien met openbaar domein.

        De rooilijn wordt ingetekend volgens plan 2023 11 1453 BDB met titel ‘rooilijnplan’ dd. 8/5/2025 opgemaakt door Ronny Van Eester met de bijhorende gratis grondafstand met een oppervlakte van 1560,9m2.

        Het wegenisontwerp is opgeladen in het omgevingsloket, onder Lavelier addendum B41

 

 

Functie

 

De voorgelegde aanvraag heeft volgende functie: wonen /gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen .

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

1° wonen;

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

1° wonen

Met wonen wordt residentieel wonen bedoeld. Gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf (vakantiehuisjes) vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘verblijfsrecreatie’.

Ook landbouwbedrijfswoningen vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’. De conciërgewoning bij een industrieel bedrijf valt niet onder de categorie ‘wonen’ maar onder ‘industrie en bedrijvigheid’. Dezelfde redenering gaat op voor alle conciërgewoningen.

Wanneer woningen boven gebouwen met een andere functie zijn opgetrokken en functioneel niets te maken hebben met deze functie, dan hebben ze wel de functie 'wonen'. Het gebouw in kwestie heeft dan twee hoofdfuncties.

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening  en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.

 

De aanvraag omvat ook een wegenis. Dit is een functie van openbaar nut / handeling van algemeen belang.

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

  1. Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.


§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 20 oktober 2025 voorgelegd en goedgekeurd:

1. Vaststelling van de rooilijn

2. Wegenis- en rioleringsdossier

 

  1. Adviezen

Volgende adviesinstanties zijn van toepassing:

Afdeling 2 De instanties die advies verlenen over stedenbouwkundige handelingen of het verkavelen van gronden, en de inhoud van de adviezen

Artikel 35 OVB

§ 1. Over vergunningsaanvragen of beroepen die betrekking hebben op het uitvoeren van vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen of op het verkavelen van gronden wordt advies verleend door de instanties en in de gevallen vermeld in dit artikel.

 

§ 4. Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent advies als het voorwerp van de vergunningsaanvraag:

1° in een ruimtelijk kwetsbaar gebied ligt;

2° in een Vogelrichtlijngebied ligt dat is aangewezen met toepassing van artikel 36bis van het Natuurdecreet, met uitzondering van de woongebieden in de ruime zin;

3° in een Habitatgebied ligt dat is aangewezen met toepassing van artikel 36bis van het Natuurdecreet;

4° in een waterrijk gebied ligt dat is aangewezen krachtens de overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, in het bijzonder als woongebied voor watervogels, opgemaakt in Ramsar op 2 februari 1971;

5° in een park of bos ligt, zoals gedefinieerd in het Bosdecreet van 13 juni 1990;

6° de opmaak van een passende beoordeling vereist.

 

§ 8. De adviesinstanties, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, verlenen advies in de gevallen, vermeld in artikel 3 van het voormelde besluit.

        Provincie Antwerpen dienst Waterbeleid

        Cel Integraal Waterbeheer, Stad Lier

        MOW, De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal

 

 

Artikel 36. (23/02/2017- ...) 

De adviesinstantie, vermeld in artikel 35, § 2, geeft haar advies over de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen of het aangevraagde verkavelen van gronden conform titel IV, hoofdstuk III van de VCRO.

 

De adviesinstanties, vermeld in artikel 35, § 3 tot en met § 16, geven hun advies over de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen of het aangevraagde verkavelen van gronden conform artikel 4.3.3. en 4.3.4. van de VCRO.

 

Artikel 4.3.3. (01/09/2009- ...) van de VCRO

Indien uit de verplicht in te winnen adviezen blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening, of indien dergelijke strijdigheid manifest reeds uit het aanvraagdossier blijkt, wordt de vergunning geweigerd of worden in de aan de vergunning verbonden voorwaarden waarborgen opgenomen met betrekking tot de naleving van de sectorale regelgeving.


Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder « direct werkende normen » verstaan : supranationale, wetskrachtige, reglementaire of beschikkende bepalingen die op zichzelf volstaan om toepasbaar te zijn, zonder dat verdere reglementering met het oog op precisering of vervollediging noodzakelijk is.

 

Artikel 4.3.4. (01/09/2009- ...) van de VCRO

Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.


Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder « doelstellingen of zorgplichten » verstaan : internationaalrechtelijke, Europeesrechtelijke, wetskrachtige, reglementaire of beschikkende bepalingen die de overheid bij de uitvoering of de interpretatie van de regelgeving of het voeren van een beleid verplichten tot de inachtneming van een bepaalde doelstelling of van bepaalde voorzorgen, zonder dat deze op zichzelf beschouwd voldoende juridisch duidelijk zijn om onmiddellijk te kunnen worden uitgevoerd.

 

Overige adviezen

De brandweerzone Rivierenland wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

        Gebouwen / terreinen met publieke functie (specifieke exploitatievorm):

        Publiek toegankelijke inrichtingen

        Gebouwen / terreinen (zonder publieke functie):

        Groepswoningbouw (o.a. appartementsgebouwen, kamerwoningen, …)

        Geschakelde woningen (ééngezinswoningen die gestapeld en/of geschrankt worden al dan niet met een eigen toegang tot elke woning), woningen rond binnenkoeren die niet toegankelijk zijn voor een brandweerwagen, …

        Gebouwen met risico’s zoals onder meer gascabines, hoogspanningscabines, tankstations, … (zelfs indien met slechts 1 of 2 bouwlagen en ≤ 100 m2)

        Bij de ontwikkeling van ééngezinswoningen met de voordeur uitkomend in een binnengebied dat niet publiek toegankelijk wordt gemaakt

        Elke adviesaanvraag waarbij mogelijks de bereikbaarheid van constructies wordt gecompromitteerd:

        Heraanleg/aanleg openbaar terrein of nieuwe verkavelingen (die invloed hebben op de doorgang van brandweer en bereikbaarheid van gebouwen)

 

Fluvius wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

        meergezinswoningen met meer dan 3 bijkomende entiteiten

        laadpalen

        elektriciteitscabine

 

 

Wyre wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

        Netuitbreiding nodig?

 

 

Pipda, Riolering wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op: riolering andere dan eengezinswoning

 

Pipda, distributie wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op: meergezinswoning 

 

 

De interne Cel Technisch bureau wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

        overwelvingen en/of inname van het openbaar domein (opritten)

        een groter project met toekomstige publieke ruimte

        een eventuele heraanplant van een boom

        rioleringsprincipes

        achteruitbouwstroken volgens een rooilijnplan

        woonprojecten vanaf 10 wooneenheden (i.v.m. bijdrage voor OCT's)  vermelding afval/proper Lier in adviesreden

 

De interne Cel Integraal Waterbeheer wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

        een aangevraagde terreinophoging

 

De interne Cel Mobiliteit wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

        nieuwe toegangswegen

        een toename van verkeersgenererende bewegingen

        conflictsituaties die gecreëerd worden voor het op- en afrijden van percelen

        afwijkingen van de parkeernota

        deelwagens

 

De interne Cel Publieke Ruimte wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

        aanvragen met een toekomstig publiek karakter

        gewenste doorwaadbaarheid

 

 

Uitgebrachte adviezen:

Agentschap voor Natuur en Bos heeft op 5 juni 2025 onder ref. 25-209388 volgend advies uitgebracht: voorwaardelijk gunstig

 

        Situering totale aanvraag Lier: 12393D0085/00K000, 12393D0086/00M003, 12393D0085/00H000, 12393D0088/00W000, 12393D0086/00L003, 12393D0087/00D000

 

Situering ontbossing Lier: 12393D0085/00H000

 

Ruimtelijke bestemming: woongebied

 

Beschermingsstatus: Niet in VEN, habitatrichtlijn- of vogelrichtlijngebied gelegen.

 

Biologische waarderingskaart: hx + bs,ua

 

Rechtsgrond: Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving: Artikel 35. § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Artikel 90 bis Bosdecreet van 13 juni 1990 (in het kader van ontbossing)

 

Bespreking aanvraag

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden van een onbebouwd terrein. Er is een zeer beperkte (297m²) oppervlakte uitheems bos (vnl. Amerikaanse eik) aanwezig. Er zijn verder geen belangrijke natuurwaarden aanwezig. De impact op de grotere bos- en natuurstructuur is beperkt. [Klik hier en vul in.]

 

Bespreking boscompensatievoorstel

Uit het dossier kan afgeleid worden dat de aanvrager een oppervlakte van 297 m² wenst te ontbossen. Volgens onze gegevens is het perceel bezet met uitheems bos . Volgens het Agentschap voor Natuur en Bos is er voor het uitvoeren van de geplande werken een ontbossing nodig van 297 m² . Het compensatievoorstel wordt goedgekeurd (na aanpassing bijdrage) en zit in bijlage bij deze brief. Dit compensatievoorstel moet integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning. Het dossier is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het kenmerk 25-209388 . Wanneer u als vergunningverlenende instantie het advies van Agentschap voor Natuur en Bos niet wenst te volgen en de ontbossing voor een andere oppervlakte wenst toe te staan dan vermeld in het goedgekeurde of aangepaste compensatievoorstel, dan moet u voorafgaand aan het verlenen van de vergunning het compensatievoorstel opnieuw aan ons agentschap voorleggen, met de vraag om het aan te passen naar de gewenste bosoppervlakte. Het is belangrijk dat de te compenseren bosoppervlakte overeenstemt met de vergunde te ontbossen oppervlakte. De vergunningverlenende instantie heeft zelf niet de bevoegdheid om het compensatievoorstel aan te passen. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

 

Conclusie

Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde: Het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) op het gebied van compenserende maatregelen dient integraal deel uit te maken van de omgevingsvergunning. De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden. Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing: Artikel 90bis Bosdecreet van 13.06.1990 Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16.02.2001

Volgende voorwaarden moeten letterlijk in de vergunningsvoorwaarden van de omgevingsvergunning worden opgenomen:

• De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 25- 209388.

• De te ontbossen oppervlakte bedraagt 297 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

• De bosbehoudsbijdrage van € 1663.20 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

 

Om een correcte inning van de bosbehoudsbijdrage en/of controle op de compenserende bebossingen mogelijk te maken, is het verplicht dat de vergunningverlenende instantie zo snel mogelijk een afschrift van haar beslissing bezorgt aan het Agentschap voor Natuur en Bos. De vergunningverlenende instantie dient ons ook op de hoogte te brengen van een eventuele (opschortende) beroepsprocedure tegen de genomen beslissing.

 

Algemene opmerking soortenbesluit:

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (5 juni 2025).

 

Het standpunt van Agentschap voor Natuur en Bos wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

• De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 25- 209388.

• De te ontbossen oppervlakte bedraagt 297 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

• De bosbehoudsbijdrage van € 1663.20 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

 

De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal heeft op 16 juli 2025 volgend advies uitgebracht: gedeeltelijk gunstig

 

        gedeeltelijk gunstig

 

Advies m.b.t. het beheer en exploitatie van de waterweg en het patrimonium van De Vlaamse

Waterweg nv

Inhoud:

Betreft het verkavelen van gronden van een op heden onbebouwd terrein gelegen in de Posthoornstraat 1 te Lier. De grond wordt verkaveld met het oog op het creëren van de beoogde projectzone uit het RUP Hoge Velden voor stedelijk wonen met mix van meer- en eengezinswoningen.

 

Voorts volgende stedenbouwkundige handelingen:

- Afbraak van de schapenstal.

- Aanleggen van nieuwe weginfrastructuur (ontsluiting woningen via Posthoornstraat).

- Vellen van bomen.

- Reliëfwijzigingen.

Besluit:

Gezien de aangevraagde verkaveling en bijhorende stedenbouwkundige handelingen volledig op privéterrein gebeuren, heeft dit geen invloed op de exploitatie en aanhorigheden van de waterweg noch op de openbare domeingrens.

 

Beschrijving van het project en de kenmerken van het watersysteem die door het project kunnen

beïnvloed worden

Het projectgebied is gelegen nabij het Netekanaal (beheerd door de Vlaamse Waterweg nv) en is opgenomen in de watertoetsadvieskaart. De Vlaamse Waterweg nv is dus bevoegd om advies te verlenen volgens artikel 3.§2, 1° van het uitvoeringsbesluit watertoets van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.

Het projectgebied ligt niet in pluviaal of vanuit zee overstromingsgevoelig gebied. Het zuidelijk deel van het projectgebied ligt in fluviaal (kleine kans op overstromingen en kleine kans op overstromingen onder klimaatverandering) overstromingsgevoelig gebied. Het projectgebied is niet recent overstroomd of gelegen in een risicozone voor overstromingen.

De volgende gegevens zijn relevant voor de watertoets:

De aanvraag betreft een verkavelingsaanvraag waarbij het projectgebied wordt opgesplitst in 17 loten voor de realisatie van een woonprogramma. Lot 18 wordt publiek domein. Samen met de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden, wordt de afbraak van de schapenstal, het aanleggen van nieuwe weginfrastructuur, het vellen van bomen en reliëfwijzigingen aangevraagd.

Onder lot 1 wordt een ondergrondse parking voorzien. Deze parking maakt geen deel uit van deze omgevingsvergunningsaanvraag. 10 bovengrondse parkeerplaatsen maken wel deel uit van de aanvraag.

 

Lot 1 is voorzien voor meergezinswoningen, loten 2 tot 17 voor ééngezinswoningen. Lot 18 wordt publiek domein.

De oppervlakte van het totale projectgebied bedraagt 7.106m².

De vereiste infrastructuur om de nieuwe woningen te ontsluiten is opgevat als een zo groen mogelijke as met minimale verharding d.m.v. een karrespoor. Het water van de voorziene verharding zal ter plaatse infiltreren. Groenzones zullen licht verlaagd worden aangelegd.

 

Ook bij de toekomstige woonontwikkeling zal het hemelwater infiltreren op eigen terrein door middel van grote wadi’s (meergezinswoningen) en regentuinen in de voortuin (eengezinswoningen). Alle woningen moeten individueel voldoen aan de voorwaarden van de Hemelwaterverordening en een eigen hemelwaterput voorzien. De overstorten van de hemelwaterputten zullen worden afgeleid naar privatieve infiltratievoorzieningen.

Voor het publiek domein wordt gebruik gemaakt van waterdoorlatende verharding met een hellingsgraad van max. 2% en niet-waterdoorlatende verharding die afhelt naar de groenzone waar het hemelwater ter plaatse kan infiltreren.

Er wordt een wadi aangelegd. De wadi loopt over naar een overgedimensioneerde rioleringsbuis.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: gedeeltelijk gunstig (16 juli 2025).

 

Het standpunt van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal wordt bijgetreden, geen voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning.

 

Provincie Antwerpen - Dienst Waterbeleid heeft op 3 juni 2025 volgend advies uitgebracht: geen advies

 

        De locatie waar de werken zullen plaatsvinden, stroomt af naar een waterloop die beheerd wordt door een andere instantie.In navolging van het goedgekeurde uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006 op de watertoets, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011, dient u hen om advies te vragen (De Vlaamse Waterweg indien het om een bevaarbare waterloop gaat, VMM indien het een waterloop van eerste categorie betreft of de polder of watering indien het project gelegen is binnen hun gebied).

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: geen advies (3 juni 2025).

 

Het standpunt van Provincie Antwerpen - Dienst Waterbeleid wordt bijgetreden, geen voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning.

 

Fluvius heeft op 28 juli 2025 onder ref. 5000101938 volgend advies uitgebracht: voorwaardelijk gunstig

 

        Naar aanleiding van uw vraag hebben wij een studie opgemaakt voor de aanleg en/of aanpassingen van de nutsleidingen voor het bovenvermeld project en dit op basis van de gegevens waarover wij vandaag beschikken.

Voor uw project zijn volgende werken van toepassing en noodzakelijk:

- Aanleg van nieuwe nutsleidingen voor elektriciteit

- Openbare Verlichting

- Oprichting van een distributiecabine

Deze voorwaarden worden gelijktijdig overgemaakt aan u en aan het betrokken college van burgemeester en schepenen van de stad Lier, die de voorwaarden mee zal opnemen in de omgevingsvergunning.

Als het gemeentebestuur alsnog aanpassingen zou vragen, zullen wij u een aangepaste versie van die voorwaarden bezorgen.

Bij een eventuele wijziging, zeker indien het gaat om een wijziging van de gevraagde vermogens, of herverkaveling, moet u een nieuwe aanvraag indienen. Op basis van de gewijzigde gegevens zullen wij een studie uitvoeren om te bepalen of een netuitbreiding en/of het plaatsen van een nieuwe distributiecabine vereist is om het project te kunnen aansluiten. De bouwheer dient in dat geval een grond of lokaal op het gelijkvloers ter beschikking te stellen voor deze distributiecabine.

De aansluitingskosten van de individuele woningen, appartementen of panden zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de offerte voor aansluiting afgerekend. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.

Indien u deze werken wenst te laten uitvoeren, verzoeken wij u dit document voor akkoord te ondertekenen en terug te sturen via het digitaal omgevingsloket via ('Acties' > 'Versturen bericht') of via bovenstaand e-mailadres.

De volledige reglementering kunt u raadplegen op www.fluvius.be. U dient deze na te leven.

Het detail van de voorwaarden en de daaraan verbonden financiële tussenkomsten zijn opgenomen in onderstaande tabel en schematisch aangeduid op het voorontwerp als bijlage.

De voorwaarden blijven 6 maanden geldig. U vindt in bijlage eveneens een document m.b.t. de aanrekening van BTW - gelieve dit document (indien van toepassing) te ondertekenen en gezamenlijk met uw akkoord terug te sturen via het digitaal omgevingsloket (via 'Acties' > 'Versturen bericht') of via bovenstaand e-mailadres.

 

Openbare verlichting:

In het kader van dit project wordt nieuwe openbare verlichting geplaatst. De materiaaltypes voor openbare verlichting zoals vermeld in onderstaande tabel zijn onder voorbehoud van de beschikbaarheid van deze materialen op het moment van uitvoering van de werken. Indien deze materiaaltypes niet meer beschikbaar zijn, dan worden ze vervangen door evenwaardige materialen met gelijkwaardige technische specificaties.

 

Patrimonium en overdracht:

De oprichting van een distributiecabine voor elektriciteit is noodzakelijk. Voor meer informatie over grondafstand, zie bijlage: 'Gronden, lokalen en/of erfdienstbaarheden'.

De installaties voor openbare verlichting (palen en armaturen) blijven eigendom van de distributienetbeheerder. Ook alle leidingen en overige installaties blijven eigendom van de distributienetbeheerder. Opmerkingen betreffende de bestaande wegenis: Voor dit project is het u als initiatiefnemer niet toegestaan zelf in te staan voor het sleufwerk voor de aanleg van de nutsleidingen, omvat in deze aanbieding.

 

Verdere verloop van de procedure: Als u akkoord gaat met de voorwaarden van deze offerte, starten wij met de voorbereiding van het dossier, nemen wij de uitvoering ervan op in onze planning en versturen wij u de bijhorende facturen.

Na uw akkoord, moet u rekening houden met een termijn van minimum 120 werkdagen voor de start van de infrastructuurwerken.

U moet ook rekening houden met de levertermijn van materialen en eventuele vergunningen. Ten vroegste 8 weken nadat uw facturen zijn betaald, kunnen de werken worden aangevat.

Na ontvangst van uw akkoord wordt de factuur opgemaakt om deze binnen de 30 dagen te betalen.

De prijzen blijven nog 12 maanden geldig.

Er moet een nieuwe aanvraag worden ingediend bij wijziging of herverdeling. De overeenkomst vervalt als de omgevingsvergunning wordt geweigerd.

De gemeente wordt in kennis gesteld als u aan alle voorwaarden heeft voldaan. De gemeente zal dan volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een verkoopbaarheidsattest afleveren. De omgevingsvergunning die reeds is afgeleverd mag in uitvoering gebracht worden.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (28 juli 2025).

 

Het standpunt van Fluvius wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning : de voorwaarden van het advies van Fluvius dd 28/7/2025 moeten strikt worden dnageleefd.

 

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie heeft op 17 juni 2025 volgend advies uitgebracht: gunstig

 

        Beslissing/Advies Veiligheidscommissie ASTRID. Motivatie, zie bijlage. OPGELET: - De voorwaarde/motivatie dient expliciet te worden opgenomen in de voorwaarden NA besluit in de vergunning! Zo niet, zal de VCA een beroep indienen tegen de verleende vergunning zonder verdere berichtgeving! - Bovenstaande aanduidingen gaan nooit voor op de inhoud en gevolgen van de beslissing in bijlage.

 

Gunstig

Motivering:

Gezien dit soort werken NIET binnen de criteria van de Veiligheidscommissie vallen en deze bovendien een volledig “OUTDOOR” karakter hebben, kan er onmogelijk sprake zijn van een verplichting tot ASTRID “INDOORDEKKING”!

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: gunstig (17 juni 2025).

 

Het standpunt van FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie wordt bijgetreden, geen voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning.

 

Brandweer Lier heeft op 27 juni 2025 onder ref. P17073-005/01 volgend advies uitgebracht: geen bezwaar

 

Het volledige brandweeradvies is terug te vinden op het omgevingsloket.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: geen bezwaar (27 juni 2025).

 

Het standpunt van Brandweer Lier wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

        De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Brandweerzone Rivierenland (ref. P17073-005/01) van 27 juni 2025 strikt na te leven.).

 

 

Pidpa - Riolering heeft op 4 juni 2025 onder ref. L-27-242/ 206159 volgend advies uitgebracht: voorwaardelijk gunstig

 

 Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur aangaande de bovenvermelde adviesaanvraag kunnen wij u meedelen:

 

1. Beschrijvend gedeelte:

 

1.a. Van toepassing zijnde regelgeving:

- Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad (zie website www.pidpa.be).

- Het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM).

- De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater d.d. 2 oktober 2023 (De gewestelijke hemelwaterverordening 2023 | Departement Omgeving - Vlaamse overheid (vlaanderen.be).

- Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)

- De code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

- Het algemeen waterverkoopreglement (zie onze website bij Waterverkoopreglementen | Pidpa).

- Het bijzonder waterverkoopreglement (zie onze website bij Waterverkoopreglementen | Pidpa).

- De technische voorschriften private waterafvoer (zie website www.pidpa.be).

- Het hemelwater- en droogteplan van deze gemeente is beschikbaar. Deze zijn raadpleegbaar op onze website www.pidpa.be.

- Het watertoetsbesluit en de daarbij horende informatieplicht (www.waterinfo.be/Watertoets).

- Deze lijst is niet limitatief.

 

1.b. Omgevingsanalyse:

- De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied. Dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen). Dit dient te gebeuren door de ontwikkelaar.

- Deze ontwikkeling is niet gelegen in signaalgebied.

- Deze ontwikkeling is gelegen in pluviaal/fluviaal overstromingsgevoelig gebied (perceelscore: C). Zoals voorzien in het watertoetsbesluit dienen de nodige beschermingsmaatregelen genomen te worden om de (toekomstige) gebouwen te vrijwaren van een overstroming. De ligging in overstromingsgevoelig gebied heeft geen invloed op het resultaat van het advies en wordt louter ter informatie meegedeeld.

1.c. Weerhouden geval volgens het ontwikkelingsreglement:

- De ontwikkeling ligt in collectief te optimaliseren buitengebied en de ontwikkeling is aansluitbaar via een verbindings(pers)leiding naar openbaar saneringsnetwerk in centraal gebied of geoptimaliseerd buitengebied en dus zijn de bepalingen van A.1. hier eveneens van toepassing.

- De ontwikkeling is aansluitbaar via een verbindings(pers)leiding naar openbaar saneringsnetwerk in centraal gebied of geoptimaliseerd buitengebied. Dit wordt toegepast voor alle ontwikkelingen waarbij de lengte van de verbindings(pers)leiding kleiner is dan of gelijk is aan het aantal kavels x 50 m. Deze lengte wordt gemeten tussen het meest stroomafwaartse punt van de riolering in de ontwikkeling en het dichtstbijzijnde aansluitpunt op het openbaar saneringsnetwerk in centraal gebied of geoptimaliseerd gebied.

 

1.d. Weerhouden bepalingen volgens het ontwikkelingsreglement:

- De ontwikkelaar stelt verplicht en voor eigen rekening, na goedkeuring hierover door de betrokken gemeente en Pidpa, een ontwerper aan voor de riolerings- en wegeniswerken. De ontwikkelaar dient aan te tonen dat de voorgestelde ontwerper minstens 3 positief beoordeelde referentiedossiers, van ontwikkelingen van gelijkaardige omvang en inhoud, bij 3 verschillende openbare besturen kan voorleggen. Deze referentiedossiers mogen bij de aanstelling van de ontwerper maximum 5 jaar oud zijn.

- De werken worden verplicht uitgevoerd volgens de meest recente versie van het typebestek 250 en de aanvullende technische bepalingen van Pidpa. Deze bepalingen worden op eerste verzoek ter beschikking gesteld aan de ontwikkelaar. De ontwikkelaar mag slechts tot aanbesteding (of prijsvraag) overgaan nadat de volledige aanbestedingsbundel (plannen, raming, meetstaat) werd goedgekeurd door de gemeente en Pidpa.

- De ontwikkelaar stelt verplicht en voor eigen rekening een erkende aannemer aan voor de riolerings- en wegeniswerken. Deze aanstelling kan pas gebeuren na voorafgaande goedkeuring door Pidpa en de betrokken gemeente.

- Pidpa kan de ontwikkelaar verplichten, wanneer een combinatie met andere rioleringswerken noodzakelijk is, deze rioleringswerken voor rekening van Pidpa mee op te nemen in het aanbestedingsdossier. In voorkomend geval worden hieromtrent verdere afspraken gemaakt tussen Pidpa en de ontwikkelaar.

 

2. Voorwaarden: (onverminderd de bepalingen uit het ontwikkelingsreglement)

 

2.a. Algemene ontwerpvoorwaarden:

- De ontwikkelaar stelt verplicht en voor eigen rekening, na goedkeuring door de betrokken gemeente en Pidpa, een ontwerper aan voor de riolerings- en wegeniswerken.

- De ontwikkelaar betrekt Pidpa bij het concept, het voorontwerp, het ontwerp, de uitvoering en de voorlopige en definitieve aanvaarding van de ontwikkeling. Het ontbreken hiervan leidt tot een ongunstig advies.

 

- De plannen en het ontwerp, opgemaakt door de ontwikkelaar, dienen bijgevoegd te worden bij de vergunningsaanvraag. Het ontbreken hiervan leidt tot een ongunstig advies.

 

- Het ontwerp moet voldoen aan de 'algemene ontwerprichtlijnen Pidpa-Riolering', die op eenvoudig verzoek worden overgemaakt aan de ontwikkelaar.

- Het technisch ontwerp met de noodzakelijke verantwoordingen cf. 2.c. dient bijgevoegd te zijn bij de adviesaanvraag.

 

- Het volledige dossier wordt minimaal 3 maanden voor de uitvoering aan Pidpa bezorgd om de ontwikkeling op het gebied van rioleringsinfrastructuur ten gronde te kunnen beoordelen. Deze documenten dienen te worden opgeladen in het door Pidpa ter beschikking gestelde platform http://extern.Pidpa.be/

2.b. Specifieke voorwaarden:

- De DWA-afvoer dient aangesloten te worden op de gemengde riolering t.h.v. Posthoornstraat 3. Gravitaire aansluiting is niet mogelijk, er zullen twee pompstations geplaatst worden op het bestaande openbaar domein. Bestekteksten en technische voorschriften i.v.m. pompstations dienen te worden opgevraagd bij erwin.bertels@pidpa.be.

 

- De DWA-leidingen worden uitgevoerd in grès diameter 250 mm aan een hellingsgraad van minimaal 5 promille.

 

- De resultaten van infiltratieproeven en peilbuismetingen werden aan het dossier toegevoegd. Het grondwater bevindt zich +/- op 0,30 m onder het maaiveld (metingen op 19-3-2024 en 24-06-2024) Diepe infiltratieproeven konden door de hoge grondwaterstand niet uitgevoerd worden; de proefopstellingen werden uitgevoerd op een diepte van 20 cm onder het maaiveld. Er werd een gemiddelde infiltratiesnelheid van 5,5 mm/u vastgesteld. In dit project wordt gekozen om het regenwater te bufferen in het RWA-stelsel en af te wijken van de verplichte infiltratievoorziening op verkavelingsniveau.

 

De RWA wordt aangelegd in een diameter 400 in betonbuizen aan een helling van 0,15%.

Tussen Put RWA4 en RWA2 wordt de leiding uitgevoerd in een diameter 800 betonbuis die fungeert als regenwaterbuffer. In deze leiding dient een minimaal buffervolume van 58.480 liter gerealiseerd te worden. Er dient een debietbeperking gerealiseerd te worden tot 5l/s/ha, wat hier neerkomt op 0,68 l/s. Dit mag uitgevoerd worden aan een beperking tot 1 l/seconde.

Gezien de voorziene wadi niet is aangesloten op het RWA-stelsel en hier bijgevolg geen deel van uitmaakt zullen het beheer en onderhoud hiervan niet kunnen worden overgedragen aan Pidpa.

 

- Alle huisaansluitputjes RWA zullen rechtstreeks op het aan te leggen RWA-stelsel worden aangesloten waardoor de voorziene wadi geen toevloeiend hemelwater ontvangt.

 - De ontwikkelaar stelt verplicht en voor eigen rekening een erkende aannemer aan voor de riolerings- en wegeniswerken. Deze aanstelling kan pas gebeuren na voorafgaande goedkeuring door Pidpa en de betrokken gemeente. o Alle kosten voor de aanleg van de nodige rioleringsinfrastructuur (DWA, RWA, inclusief de huisaansluitputjes per lot) zijn volledig ten laste van de aanvrager.

 o De uitvoering van deze werken is een voorwaarde voor het verkrijgen van een verkoopbaarheidsattest.

 o Pidpa dient actief betrokken te worden bij het verdere ontwerp, de aanbesteding en de uitvoering van de riolering (coördinatievergaderingen, werfvergaderingen, …). Het volledige dossier moet opnieuw ter goedkeuring voorgelegd worden bij Pidpa vooraleer er overgegaan wordt tot uitvoering.

 o De ontwikkelaar draagt alle kosten inzake beproevingen op materialen en uitgevoerde werken, zoals voorzien in de bepalingen van het SB 250.

 

 

- Dossierkost

Er dient door de ontwikkelaar een éénmalige dossierkost betaald te worden van € 3.825,00 euro (excl. BTW), zoals vermeld in punt 2.b. en conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement (deze dossierkost dient betaald te worden nadat de vergunning wordt afgeleverd).

 

2.c. Verantwoordings- en berekeningsnota:

Volgende ontwerp-, verantwoordings- en/of berekeningsdocumenten dienen opgenomen te zijn in de adviesaanvraag.

 

2.c.1. Ontwerpdossier:

Het ontwerpdossier bestaat uit volgende bestanden:

- een grondplan riolering en wegenis overeenkomstig de opmetingen

- een lengteprofiel en de relevante dwarsprofielen

- een plan van de bestaande toestand met inbegrip van de aanduiding van alle nutsleidingen

- uittreksels: stratenatlas, stafkaart, gewestplan, kadaster

- de voorlopige berekeningsnota’s: een statische sterkteberekening van de leidingen, de pompinstallatie, de ter plaatse gestorte constructies (opdrijvingscontrole, zettingen, …)

- een globale raming der werken

- een algemene toelichtingsnota

- technische informatie/ fiches, waarbij het duidelijk is welk type voorzien wordt (o.a. deksels, …)

 

2.c.2. Hydraulische nota DWA:

Dit document is op te maken rekening houdend met de principes van de code van goede praktijk:

- steeds 2 DWA toepassen

- controle bij T5 rekening houdend met de afwaartse hydraulische peilen in het stelsel waarop wordt aangesloten

- indien pompstation: een berekeningsnota interventietijden toevoegen (24h is het minimum)

- geen overstorten toegelaten op 2 DWA systemen

- eventuele toekomstig geplande uitbreidingen zijn mee in rekening te brengen (debieten, peilen BOK’s)

 

2.c.3. Hydraulische nota RWA:

Dit document is op te maken rekening houdend met de principes van de code van goede praktijk en de ladder van Lansink, met verantwoording omtrent de uiteindelijke keuze per stap die niet weerhouden werd:

- een rapportage van controle van het ontwerp door middel van de CIW-toepassing Sirio

- ontwerp voor T5, controleberekening voor T20

- een controleberekening i.f.v. de afwaartse peilen (bv. gemiddelde hoogste waterstand van de waterloop waarop wordt aangesloten)

- een buffering van minstens 330 m³/ha, doorvoer 20 l/s/ha (deze eisen kunnen strenger worden i.f.v. afwaartse randvoorwaarden (bv. overstromingsgevoelig gebied of afvoersectie beperkt in diameter, …) of ingevolge eisen van andere besturen)

- grachten en buffers dienen vlot bereikbaar te zijn voor goed onderhoud (eventueel dienen erfdienstbaarheden voorzien te worden)

 

2.c.4. Verantwoordingsnota eigendomsstructuur:

Er dient een verklaring door de aanvrager te worden voorgelegd waarin opgenomen wordt dat alle saneringsinfrastructuur valt binnen de gronden die overgedragen worden naar het openbaar domein. Zo niet dienen per notariële akte en op kosten van de aanvrager de nodige erfdienstbaarheden te worden voorzien en/of ondergronds en/of bovengronds gratis te worden afgestaan aan Pidpa.

 

2.c.5. Verantwoordingsnota financieel (raming/ meetstaat):

Alle saneringsinfrastructuur binnen het project valt ten laste van de aanvrager en wordt gratis overgedragen aan Pidpa na de voorlopige aanvaarding. Na het goedkeuren van de overdracht neemt Pidpa het dagelijks beheer van de infrastructuur voor zijn rekening.

 

2.d. As-builtdossier:

Het aanleveren van een volledig en correct as-builtdossier is een voorwaarde voor het bekomen van het voorkoopbaarheidsattest.

Het as-builtdossier bestaat uit een overzicht van de proefresultaten en attesten van de gebruikte materialen.

- de ontwikkelaar dient een correct en door de ontwikkelaar geverifieerd as-builtdossier aan Pidpa af te leveren, uiterlijk 15 dagen na einde der werken.

- Het volledige as-builtdossier wordt digitaal (dwg, acces en pdf) overgemaakt aan Pidpa.

- Als na controle van de as-builtinformatie blijkt dat de overgemaakte gegevens niet overeenstemmen met de werkelijke toestand dient de ontwikkelaar deze onmiddellijk te corrigeren. Pidpa behoudt zich dan het recht het beheer en het onderhoud van de installatie niet over te nemen.

De as-builtplannen bevatten minimaal volgende elementen:

- een volledige bovengrondse meting uitgevoerd door een landmeter-expert in x, y, z-coördinaten in het Lambert ’72-coördinatenstelsel met millimeternauwkeurigheid en t.o.v. het TWA-referentievlak waarbij het GRB-skelet van toepassing is

- de opmaak van een GRB-conform as-builtplan voor deze werken is verplicht

- per inspectieput, toezicht- en huisaansluitputje of speciale constructie: alle bodempeilen van de inkomende en uitgaande leidingen (BOK) in z-coördinaat

- indien het tracé van de leiding niet rechtlijnig verloopt (dit geldt zowel in het verticaal, als in het horizontaal vlak) tussen begin- en eindpunt van de leiding (bv. bij gestuurde boringen) dienen de nodige boogsegmenten en knikpunten in x, y, z-coördinaat te worden opgemeten, eveneens bij pers- en/of drukleidingen

- de verdoken en niet-verdoken huisaansluitputjes en de geplaatste wachtaansluitingen met duidelijk onderscheid tussen DWA en RWA

- het eindpunt van de wachtaansluitingen met afstanden t.o.v. het midden van de deksels van de inspectieputten

- de omheining rond pompstations en openbekkens

- de elektriciteitskasten en pompstations

- As-built opstellingstekening van pomp- en ontvangstput bij pompstations

- in voorkomend geval: het tracé van de ondergrondse elektriciteitskabels en/of signaalkabels met vermelding van de dekking op deze kabels aan de hand van foto’s

- de bestaande inspectieput waar het project op aansluit

- de bestaande, te behouden riolering binnen het tracé van de werken

- buiten gebruik gestelde rioleringen die niet opgebroken worden (bv. opgevulde of opgespoten leidingen) en dus fysiek aanwezig blijven in de ondergrond

- elke huisaansluiting en het aansluitpunt op de DWA- of RWA-riolering met de afstand t.o.v. het deksel van de stroomafwaartse inspectieput

- de verbinding tussen kolk en RWA-riolering (in een aparte layer)

Een GRB-conform as-builtplan dient te worden overgemaakt aan AIV voor update van het GRB. Meer info kan hierover worden opgevraagd via deze website: Actualisatie via As-builtplannen | Vlaanderen.be. Het positief rapport van het opladen dient te worden overgemaakt aan Pidpa via het projectportaal.

De hidrofiches zijn op te maken voor alle inspectieputten en kunstwerken volgens model op te vragen bij Pidpa.

De huisaansluitfiches voldoen aan onderstaande voorwaarden:

- op te maken voor alle huisaansluitingen volgens het model afgeleverd door Pidpa

- er dient per lot/ perceel een huisaansluitfiche opgemaakt te worden

- naast het betreffende pand met huis- of lotnummer moeten de grenspunten aangegeven staan

 - de maatvoering op de schetsen dient te voldoen aan volgende voorwaarden:

o de strengen en knikpunten dienen minstens met één dwars- en één lengtemaat aangegeven te worden

o per streng wordt de aard van de aangelegde leiding (DWA, RWA of GEM) aangeduid en de gebruikte materialen opgelijst

o vanaf de gevel of het hoekpunt van het betreffende pand moeten de putten in het terrein terug te vinden zijn

 

- digitale foto’s van de uitgevoerde huisaansluiting waarop vanuit eenzelfde opstelpunt het volgende is weergegeven:

o één volledige overzichtsfoto van de aangelegde buizen

o detailfoto's van de gebruikte hulpstukken

o detailfoto's van de aanwezige nutsleidingen bij kruising

 

- een overzichtstabel (digitaal in excel) met een overzicht van de huisaansluitingen en met vermelding van de basisgegevens die op de fiches vermeld staan

 

 

2.e. Algemene voorwaarden:

- De dossierkost, conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement, dient betaald te worden nadat Pidpa in kennis werd gesteld van het afleveren van de vergunning. Deze dossierkost wordt door Pidpa rechtstreeks aan de ontwikkelaar gefactureerd en staat volledig los van een eventuele offerte voor het uitvoeren van werken door Pidpa.

 - De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden na te leven om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen: o De in artikel 5 van het ontwikkelingsreglement bedoelde dossierkosten moeten volledig betaald zijn.

 o De in artikel 6 van het ontwikkelingsreglement opgesomde voorwaarden, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar nageleefd zijn.

 

 - Bij een bemaling is het verplicht een zandvang en een debietsmeter te plaatsen.

 - Bij calamiteiten (vervuiling/verstopping/wateroverlast/…) ten gevolge van de lozing van bemalingswater zullen alle kosten worden verhaald op de veroorzaker.

 

3. Beoordeling:

 

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Er dient voldaan te worden aan de bovenstaande te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.

De dekkingsgraad boven de rioleringsleidingen is foutief weergegeven op het lengteprofiel en de rioleringsplannen. Dit dient nagekeken en gecorrigeerd te worden.

De detailgegevens van de te realiseren debietbeperking dienen mee opgenomen te worden op het rioleringsplan.

Gezien de voorziene wadi niet is aangesloten op het RWA-stelsel en hier bijgevolg geen deel van uitmaakt zullen het beheer en onderhoud hiervan niet kunnen worden overgedragen aan Pidpa.

Gelieve na het afleveren van de beslissing ons hiervan afschrift te bezorgen.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (4 juni 2025).

 

Het standpunt van Pidpa Riolering wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

De voorwaarden van het advies van pidpa riolering dd 4/6/2025 moeten strikt worden nageleefd.

 

 

Pidpa - Distributie heeft op 4 juni 2025 onder ref. D-27-868/ 206159 volgend advies uitgebracht: voorwaardelijk gunstig

 

Betreffende uw adviesaanvraag voor het aansluitbaar maken van bovenvermeld dossier kunnen wij u meedelen:

 

De ontwikkeling is niet aansluitbaar op ons bestaande drinkwaternet. Er is een uitbreiding noodzakelijk.

Er werd een dossier opgestart met referentie D-27-868. Hierin zit enkel de uitbreiding van het drinkwaternet met een leiding diameter 90 mm vervat. Indien een grotere diameter noodzakelijk blijkt, zal dit een impact hebben op de offerteprijs. In voorkomend geval, vragen wij u deze te bezorgen aan infra@pidpa.be zodat de offerte kan worden aangepast en wij indien nodig een capaciteitsberekening kunnen uitvoeren. Gelieve in het onderwerp van uw e-mail het adres van de ontwikkeling, het archiefnummer en de OMV referentie te vermelden.

Om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te kunnen verkrijgen, dient de offerte volledig betaald te zijn. De uitvoering kan ten vroegste 6 maanden na de betaling aanvangen, na de nodige coördinatievergaderingen.

 

Beoordeling:

Het advies voor deze ontwikkeling is voorwaardelijk gunstig

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (4 juni 2025).

 

Het standpunt van Pidpa Distributie leidingen wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

De voorwaarden van het advies van pidpa distributie dd 4/6/2025 moeten strikt worden nageleefd.

 

Proximus heeft op 18 juni 2025 volgend advies uitgebracht: voorwaardelijk gunstig

 

Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning:

o    Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

o    Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

o    Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor winddicht dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier (zie onderstaande URL) ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com . https://www.proximus.be/dam/jcr:ffc363f8-2d58-4d85-9df7-fbda9694f859/cdn/sites/iportal/documents/pdfs/res/PXM-10916-PACK-Aanvraag-vooraanleg~2019-01-25-15-33-13~cache.pdf

o    De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

o    Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen.

PS: Dit advies vervangt alle voorgaande adviezen van Proximus.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (18 juni 2025).

 

Het standpunt van Proximus wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

o    Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

o    Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

o    Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor winddicht dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier (zie onderstaande URL) ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com . https://www.proximus.be/dam/jcr:ffc363f8-2d58-4d85-9df7-fbda9694f859/cdn/sites/iportal/documents/pdfs/res/PXM-10916-PACK-Aanvraag-vooraanleg~2019-01-25-15-33-13~cache.pdf

o    De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

o    Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

 

 

Wyre heeft op 3 juni 2025 onder ref. 25150185 volgend advies uitgebracht: voorwaardelijk gunstig

 

        Ref.: 25150185

Gemengde verkavelingen Netuitbreiding nodig:

Geacht college,

Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning: 

Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.

Er werd een offerte (zie bijlage) opgesteld. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.

De aansluiting van het appartementsgebouw/meergezinswoningen is uitgesloten van deze offerte. Hiervoor dient een aparte aanvraag te gebeuren via:

Wyre Coax Build Support  Liersesteenweg 4 2800 Mechelen

015/89.81.10 cbs@wyre.be

Hiervoor wordt een aparte offerte opgemaakt.

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.

Wij blijven steeds tot uw dienst voor verdere informatie.

https://www.wyre.be/nl/netaanleg

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (3 juni 2025).

 

Het standpunt van Omgevingsloket Wyre wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

De voorwaarden van het advies van Wyre dd 3/6/2025 moeten strikt worden nageleefd.

 

 

 

Cel Integraal Waterbeheer heeft geen advies uitgebracht. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

Cel Mobiliteit heeft volgend advies uitgebracht: voorwaardelijk gunstig

 

- Er zijn 2 deelwagens voorzien, conform de gemaakte afspraken.  Ook de overeenkomst is van 4 jaar met Cambio is toegevoegd in de aanvraag en in orde.

 

- Het aantal autoplaatsen is conform de gemaakte afspraken. Er wordt een ration van 1.3ppl per wooneenheid gehanteerd. In combinatie met de integratie van de deelwagens volstaat dit, zoals goedgekeurd in het schepencollege. Rekening houdend met het cascadesysteem en alsook het RUP, is de huidige setting voor de

parkeerplaatsen aanvaardbaar.

 

- De Mindervalideplaatsen en Cambio dienen aan de voorzijde langs de Posthoornstraat te

komen.

 

- De setting met de fietsstaanplaatsen is acceptabel.

Volgende voorwaarden werden door Cel Mobiliteit opgelegd:

- De Mindervalideplaatsen en Cambio dienen aan de voorzijde langs de Posthoornstraat te

komen.

 

- In een latere stadium mbt de omgevingsvergunning wordt ook nog de inrichting en maatgeving van de fiets- en autostaanplaatsen

 

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (30 juli 2025).

 

Het standpunt van Cel Mobiliteit wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

- De Mindervalideplaatsen en Cambio dienen aan de voorzijde langs de Posthoornstraat te komen.

- In een latere stadium mbt de omgevingsvergunning wordt ook nog de inrichting en maatgeving van de fiets- en autostaanplaatsen beoordeeld

 

Cel Publieke Ruimte heeft volgend advies uitgebracht: gunstig

 

Ruimtelijke Planning heeft volgend advies uitgebracht: gunstig

 

Cel technisch bureau heeft volgend advies uitgebracht: voorwaardelijk gunstig

 

Voorwaarden wegen & water:

 

  1. Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad (zie website www.Pidpa.be) is van toepassing.

 

        De meetstaat, bestek en ontwerpraming dient aangepast te worden aan de Pidpa voorwaarden en hun standaard bestek. Opgelegde eisen door Pidpa ivm over te dragen rioleringsinfrastructuur dienen nageleefd te worden. Het aangepaste bestek en meetstaat wordt voor aanbesteding ter goedkeuring voorgelegd aan Pidpa en de stad;

 

  1. De hydraulische nota werd aangepast nav de opmerkingen op PIV2. Technisch bureau sluit zich aan bij de specifieke en algemene voorwaarden van Pidpa(riolering) en voegt hier volgende aan toe:
    1. Het is onduidelijk wat het nut is van de ingetekende WADI achteraan de straat. Gezien de zeer hoge grondwaterstanden lijkt deze nutteloos. Deze dient herbekeken te worden.
    2. Huisaansluitingen van private loten dienen maximaal uit doorwortelbare volumes van bomen voorzien te worden.

 

  1. Een verkoopbaarheidsattest kan voor het technisch bureau openbaar domein pas afgeleverd worden als aan alle voorwaarden voor het openbaar domein voldaan is. 
    1. De woningen dienen aan een volledig uitgeruste weg gelegen te zijn, althans die delen van de weg die noodzakelijk zijn voor de ontsluiting er van.
    2. Het gebruik van een bankwaarborg ten bedrage van de raming is hiervoor een alternatief en geniet de voorkeur. Hierbij wordt een marge 10% geteld.
    1. Bij de aanleg van de wegenis dient gefaseerd gewerkt te worden. Aanleg van doorlatende verhardingen dient zo laat mogelijk in de uitvoering van het ganse project (inclusief particuliere woningen) te gebeuren. Een tijdelijke verharding in steenslag is dan aangewezen.

 

  1. De notariële overdracht van de gronden naar het openbaar domein kan ten vroegste bij voorlopige oplevering van de werken op het openbaar domein.

 

  1. Aanleg van het integrale openbaar domein is een last van de aanvrager en gebeurt door een aannemer aan te stellen door de aanvrager. Op het ontwerp nog volgende opmerkingen die voor aanbesteding van de werken nog dienen aangepast te worden:
    1. De grachtoverwelving wordt uitgevoerd als inbuizing met een maximale diameter en 2 kopmuren in prefab beton;
    2. Het type grasbetontegel is verder te kiezen door het openbaar bestuur. Het gebruik van de standaard tegel kan maar dient, gezien de omvang van de voorziene oppervlakte, afgewisseld te worden met andere types waterdoorlatende verharding.
    3.               In het bestek dient opgenomen te worden dat er dient diepgespit te worden in zones die voorafgaandelijk tijdelijk verhard of overreden werden door werfverkeer alvorens deze waterdoorlatend worden aangelegd. De initieel vastgestelde doorlaatbaarheid van de bodem uit de infiltratieproeven dient minstens benaderd te worden.
    4.               De speeltuigen dienen gecertificeerd te zijn en gekeurd voor gebruik in openbaar domein;
    5. Ontwerp en plaatsing openbare verlichting door Fluvius ten laste van de aanvrager;
    6.               Alle kosten voor noodzakelijke proeven en inspecties ikv de aanleg openbaar domein zijn een last van de aanvrager;
    7.             Bestaande perceelsgrachten langs de buitenzijde van de terreinen dienen bewaard te blijven. Verlegging of demping is enkel toegestaan indien deze in onderhavige aanvraag mee vergund werden of later aangevraagd en vergund worden.
    8.           RWA afvoer van private gebouwen en terreinen dient op privaat terrein gebufferd en geïnfiltreerd te worden.
    9.               Alle werken op (toekomstig) openbaar domein dienen uitgevoerd te worden volgens de bepalingen van het op dat moment meest recente Standaard Bestek 250 voor de wegenbouw, aangevuld met eventuele bijkomende vereisten vanuit de stadsdiensten en Pidpa, zelfs tijdens de uitvoering, en zijn ten laste van de aanvrager.
    10. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het studiebureau, aangesteld door de aanvrager, opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier en Pipda als rioolbeheerder en zijn bevoegd voor de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in:
      1. het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;
      2. nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;
      3. aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;
      4. instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;
      5. het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;
      6. het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein
      7. het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);
      8. het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;
      9. het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;
      10. het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;
      11. De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;
      12. Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;
      13. Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;
      14. Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ... termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;
      15. Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;
      16. Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;
      17. Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

 

Voorwaarden Proper Lier / Ivarem:

 

  1. Het advies van IVAREM maakt integraal deel uit van de voorwaarden van het technisch bureau.
  2. Locaties van publieke afvalbakken dienen afgestemd te worden met Proper Lier alvorens deze te plaatsen.
  3. De locatie van de T-keerbeweging dient volledig in betonverharding aangelegd te worden. Het gebruik van grasbetontegels is lokaal niet toegelaten.

Advies dienst groen:

 

        Bestaande bomen niet in verharding brengen.

        Groeiplaats inrichting conform handboek Bomen van het Norminstituut Bomen.

        het ‘programma van eisen groeninrichting’ en ‘het Handboek Bomen’ van het Norminstituut Bomen dienen bij de aanleg van het groen in openbaar domein correcte nageleefd te worden. Beide documenten bevatten eisen voor het ontwerp en de uitvoering.

 

  1. Het groenontwerp dient te worden uitgewerkt op een beplantingsplan. Hierop wordt vermeld wat de intensieve en extensieve onderhoudszones zijn, welk bloemrijke zones voorzien worden, welke boomsoorten en in welke vorm deze voorzien worden inclusief de plantmaat. De aanpassing aan het ontwerp dient in onderling overleg te gebeuren en uiteraard voor aanbesteding. Dienst groen dient zijn akkoord op het ontwerp te geven alvorens tot aanbesteding kan worden overgegaan.
  2. Er dient een Bomen Effect Analyse te worden uitgevoerd en een Werkplan bomen (WPB) te worden opgesteld indien er hoogstammige bomen niet gerooid worden op de site of binnen de invloedsstraal van eventuele bemalingen staan. Deze dienen te worden voorgelegd alvorens kan gestart worden met het bouwrijp maken en bemalen op de site.
  3. Voor dit ontwerp en het werken rond bestaande bomen is het Handboek Bomen 2022, de Bomenposter Werken rond bomen en de poster Bomenontwerp van het Norminstituut Bomen van toepassing (zie bijlage).
  4. In het ontwerp is het van groot belang dat het eindbeeld van de bomen in volwassen fase met een bovenaanzicht is opgenomen (zie voorbeeld onder).

 

Voorbeeld bovenaanzicht (Handboek Bomen 2022, pag. 29)

 

  1. De compensatie van te kappen bomen kan mogelijk op Liers grondgebied plaatsvinden. Dit moet worden overeengekomen tussen de aanvrager en het ANB.

 

Besluit:

 

Het advies van het technisch bureau openbaar domein is voorwaardelijk gunstig, rekening houdende met bovenstaande bemerkingen.

In het verder traject voor de start van de werken op publiek domein dient:

        Een aangepast groenontwerp opgemaakt te worden waarin rekening wordt gehouden met de desbetreffende opmerkingen, incl speelelementen.

        Een boom effecten analyse dient voorgelegd te worden vóór het bouwrijp maken van de percelen.

        Aan het aangeleverde bijzonder bestek en raming kunnen geen rechten ontleend worden door de aanvrager. Het bestek en raming dient aangepast te worden op basis van het verder af te stemmen ontwerp van de publieke ruimte.

Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:

Voorwaarden wegen & water:

 

  1. Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad (zie website www.Pidpa.be) is van toepassing.

 

        De meetstaat, bestek en ontwerpraming dient aangepast te worden aan de Pidpa voorwaarden en hun standaard bestek. Opgelegde eisen door Pidpa ivm over te dragen rioleringsinfrastructuur dienen nageleefd te worden. Het aangepaste bestek en meetstaat wordt voor aanbesteding ter goedkeuring voorgelegd aan Pidpa en de stad;

 

  1. De hydraulische nota werd aangepast nav de opmerkingen op PIV2. Technisch bureau sluit zich aan bij de specifieke en algemene voorwaarden van Pidpa(riolering) en voegt hier volgende aan toe:
    1. Het is onduidelijk wat het nut is van de ingetekende WADI achteraan de straat. Gezien de zeer hoge grondwaterstanden lijkt deze nutteloos. Deze dient herbekeken te worden.
    2. Huisaansluitingen van private loten dienen maximaal uit doorwortelbare volumes van bomen voorzien te worden.

 

  1. Een verkoopbaarheidsattest kan voor het technisch bureau openbaar domein pas afgeleverd worden als aan alle voorwaarden voor het openbaar domein voldaan is. 
    1. De woningen dienen aan een volledig uitgeruste weg gelegen te zijn, althans die delen van de weg die noodzakelijk zijn voor de ontsluiting er van.
    2. Het gebruik van een bankwaarborg ten bedrage van de raming is hiervoor een alternatief en geniet de voorkeur. Hierbij wordt een marge 10% geteld.
    1. Bij de aanleg van de wegenis dient gefaseerd gewerkt te worden. Aanleg van doorlatende verhardingen dient zo laat mogelijk in de uitvoering van het ganse project (inclusief particuliere woningen) te gebeuren. Een tijdelijke verharding in steenslag is dan aangewezen.

 

  1. De notariële overdracht van de gronden naar het openbaar domein kan ten vroegste bij voorlopige oplevering van de werken op het openbaar domein.

 

  1. Aanleg van het integrale openbaar domein is een last van de aanvrager en gebeurt door een aannemer aan te stellen door de aanvrager. Op het ontwerp nog volgende opmerkingen die voor aanbesteding van de werken nog dienen aangepast te worden:
    1. De grachtoverwelving wordt uitgevoerd als inbuizing met een maximale diameter en 2 kopmuren in prefab beton;
    2. Het type grasbetontegel is verder te kiezen door het openbaar bestuur. Het gebruik van de standaard tegel kan maar dient, gezien de omvang van de voorziene oppervlakte, afgewisseld te worden met andere types waterdoorlatende verharding.
    3.               In het bestek dient opgenomen te worden dat er dient diepgespit te worden in zones die voorafgaandelijk tijdelijk verhard of overreden werden door werfverkeer alvorens deze waterdoorlatend worden aangelegd. De initieel vastgestelde doorlaatbaarheid van de bodem uit de infiltratieproeven dient minstens benaderd te worden.
    4.               De speeltuigen dienen gecertificeerd te zijn en gekeurd voor gebruik in openbaar domein;
    5. Ontwerp en plaatsing openbare verlichting door Fluvius ten laste van de aanvrager;
    6.               Alle kosten voor noodzakelijke proeven en inspecties ikv de aanleg openbaar domein zijn een last van de aanvrager;
    7.             Bestaande perceelsgrachten langs de buitenzijde van de terreinen dienen bewaard te blijven. Verlegging of demping is enkel toegestaan indien deze in onderhavige aanvraag mee vergund werden of later aangevraagd en vergund worden.
    8.           RWA afvoer van private gebouwen en terreinen dient op privaat terrein gebufferd en geïnfiltreerd te worden.
    9.               Alle werken op (toekomstig) openbaar domein dienen uitgevoerd te worden volgens de bepalingen van het op dat moment meest recente Standaard Bestek 250 voor de wegenbouw, aangevuld met eventuele bijkomende vereisten vanuit de stadsdiensten en Pidpa, zelfs tijdens de uitvoering, en zijn ten laste van de aanvrager.
    10. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het studiebureau, aangesteld door de aanvrager, opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier en Pipda als rioolbeheerder en zijn bevoegd voor de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in:
      1. het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;
      2. nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;
      3. aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;
      4. instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;
      5. het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;
      6. het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein
      7. het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);
      8. het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;
      9. het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;
      10. het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;
      11. De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;
      12. Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;
      13. Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;
      14. Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ... termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;
      15. Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;
      16. Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;
      17. Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

 

Voorwaarden Proper Lier / Ivarem:

 

  1. Het advies van IVAREM maakt integraal deel uit van de voorwaarden van het technisch bureau.
  2. Locaties van publieke afvalbakken dienen afgestemd te worden met Proper Lier alvorens deze te plaatsen.
  3. De locatie van de T-keerbeweging dient volledig in betonverharding aangelegd te worden. Het gebruik van grasbetontegels is lokaal niet toegelaten.

Advies dienst groen:

 

        Bestaande bomen niet in verharding brengen.

        Groeiplaats inrichting conform handboek Bomen van het Norminstituut Bomen.

        het ‘programma van eisen groeninrichting’ en ‘het Handboek Bomen’ van het Norminstituut Bomen dienen bij de aanleg van het groen in openbaar domein correcte nageleefd te worden. Beide documenten bevatten eisen voor het ontwerp en de uitvoering.

 

  1. Het groenontwerp dient te worden uitgewerkt op een beplantingsplan. Hierop wordt vermeld wat de intensieve en extensieve onderhoudszones zijn, welk bloemrijke zones voorzien worden, welke boomsoorten en in welke vorm deze voorzien worden inclusief de plantmaat. De aanpassing aan het ontwerp dient in onderling overleg te gebeuren en uiteraard voor aanbesteding. Dienst groen dient zijn akkoord op het ontwerp te geven alvorens tot aanbesteding kan worden overgegaan.
  2. Er dient een Bomen Effect Analyse te worden uitgevoerd en een Werkplan bomen (WPB) te worden opgesteld indien er hoogstammige bomen niet gerooid worden op de site of binnen de invloedsstraal van eventuele bemalingen staan. Deze dienen te worden voorgelegd alvorens kan gestart worden met het bouwrijp maken en bemalen op de site.
  3. Voor dit ontwerp en het werken rond bestaande bomen is het Handboek Bomen 2022, de Bomenposter Werken rond bomen en de poster Bomenontwerp van het Norminstituut Bomen van toepassing (zie bijlage).
  4. In het ontwerp is het van groot belang dat het eindbeeld van de bomen in volwassen fase met een bovenaanzicht is opgenomen (zie voorbeeld onder).

 

Voorbeeld bovenaanzicht (Handboek Bomen 2022, pag. 29)

 

  1. De compensatie van te kappen bomen kan mogelijk op Liers grondgebied plaatsvinden. Dit moet worden overeengekomen tussen de aanvrager en het ANB.

 

Besluit:

 

Het advies van het technisch bureau openbaar domein is voorwaardelijk gunstig, rekening houdende met bovenstaande bemerkingen.

In het verder traject voor de start van de werken op publiek domein dient:

        Een aangepast groenontwerp opgemaakt te worden waarin rekening wordt gehouden met de desbetreffende opmerkingen, incl speelelementen.

        Een boom effecten analyse dient voorgelegd te worden vóór het bouwrijp maken van de percelen.

        Aan het aangeleverde bijzonder bestek en raming kunnen geen rechten ontleend worden door de aanvrager. Het bestek en raming dient aangepast te worden op basis van het verder af te stemmen ontwerp van de publieke ruimte.

 

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (4 juli 2025).

 

Het standpunt van Cel technisch bureau wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

Alle voorwaarden van het advies van technisch bureau dd 4/7/2025 moeten strikt worden nageleefd.

 

Cel Wonen heeft volgend advies uitgebracht: voorwaardelijk gunstig

 

De aanvraag betreft een verkaveling van 18 loten, waaronder één lot voor een meergezinswoning en 16 loten voor eengezinswoningen.

Volgens artikel 5.93 van de Vlaamse Codex Wonen (VCW) is een last bescheiden wonen van toepassing voor volgende aanvragen:

(1) Verkavelingen bestemd voor woningbouw van tenminste 10 loten krijgen altijd een bescheiden last opgelegd; verkavelingen tussen 5 en 10 loten krijgen een bescheiden last opgelegd vanaf een grondoppervlakte groter dan een halve hectare; verkavelingen van minder dan 5 loten zijn vrijgesteld van een bescheiden last (een uitzondering, geregeld in art. 5.100, §3).

(2) Groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste 10 woongelegenheden ontwikkeld worden.

(3) De bouw of de herbouw van appartementsgebouwen waarbij ten minste 50 appartementen gecreëerd worden.

(4) Verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw of de herbouw van appartementsgebouwen die niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in 1°, 2° of 3°, en waarvoor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wordt aangevraagd door een verkavelaar of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door dezelfde verkavelaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan.

De vergunningsaanvraag valt onder de last bescheiden wonen. De omvang van de last bescheiden wonen bedraagt 20%.

Bescheiden wonen gaat over woningen en kavels waarvan de omvang beperkt is. Deze omvangbeperking is als volgt vastgelegd (art. 1.3, §1, 3° VCW):

- een bescheiden eengezinswoning is een woning met een bouwvolume van ten hoogste 550 m³

- de overige bescheiden woningen (zoals appartementen of duplexwoningen) hebben een bouwvolume van ten hoogste 240 m³, te verhogen met 50 m³ voor woningen met drie of meer slaapkamers

- een bescheiden kavel heeft een oppervlakte van ten hoogste 500 m².

Op basis van het voorgestelde ontwerp is het mogelijk om de last bescheiden wonen in natura te realiseren.

Volgende voorwaarden werden door Cel Wonen opgelegd:

De vergunningsaanvraag valt onder de last bescheiden wonen. De omvang van de last bescheiden wonen bedraagt 20%.

De last bescheiden wonen kan op drie manieren uitgevoerd worden:

(1) de last uitvoeren in natura, d.w.z. de ontwikkelaar bouwt en verkoopt of verhuurt de woningen of kavels zelf op de vrije markt (art. 5.101 VCW)

(2) de voor het sociaal woonaanbod vereiste gronden verkopen aan een sociale woonorganisatie of een lokaal openbaar bestuur (art. 5.102 VCW)

(3) de last afkopen door een bijdrage te storten aan de gemeente in kwestie (art. 5.103 VCW).

 

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (16 september 2025).

 

Het standpunt van Cel Wonen wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

De last bescheiden wonen moet uitgevoerd worden.

 

  1. Openbaar onderzoek

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats van 2 juni 2025 tot 1 juli 2025. Dit openbaar onderzoek werd vervroegd stopgezet wegens: De datum van het openbaar onderzoek was niet correct.. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Het tweede openbaar onderzoek vond plaats van 15 juni 2025 tot 14 juli 2025 naar aanleiding van een administratieve lus. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek tekenden 26 indieners bezwaar aan. Hiervan hebben 25 indieners een gebundeld bezwaar ingediend.

 

Inhoud bezwaarschriften

Er zijn geen bezwaren betreffende de rooilijn. 

 

  1. Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten :

        De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 25- 209388.

        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 297 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

        De bosbehoudsbijdrage van € 1663.20 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

        De voorwaarden van het advies van pidpa riolering dd 4/6/2025 moeten strikt worden nageleefd.

        De voorwaarden van het advies van pidpa distributie dd 4/6/2025 moeten strikt worden nageleefd.

        Een finale netwerkanalyse van Proximus zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

        Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

        Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor winddicht dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier (zie onderstaande URL) ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com . https://www.proximus.be/dam/jcr:ffc363f8-2d58-4d85-9df7-fbda9694f859/cdn/sites/iportal/documents/pdfs/res/PXM-10916-PACK-Aanvraag-vooraanleg~2019-01-25-15-33-13~cache.pdf

        De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

        Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

 

        De voorwaarden van het advies van Wyre dd 3/6/2025 moeten strikt worden nageleefd.

 

        De Mindervalideplaatsen en Cambio dienen aan de voorzijde langs de Posthoornstraat te komen.

        In een latere stadium mbt de omgevingsvergunning wordt ook nog de inrichting en maatgeving van de fiets- en autostaanplaatsen beoordeeld

        Alle voorwaarden van het advies van technisch bureau dd 4/7/2025 moeten strikt worden nageleefd.

 

 

De gemeenteraad beslist de rooilijn vast te stellen volgens het plan 2023 11 1453 BDB met titel ‘rooilijnplan’ dd. 8/5/2025 opgemaakt door Ronny Van Eester met de bijhorende gratis grondafstand met een oppervlakte van 1560,9m2. Alsook het wegenis- en rioleringsdossier volgens het wegenisontwerp opgeleden in het omgevingsloket onder  Lavelier addendum B41.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

13 onthoudingen: Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Ipek Altun, Onur Alar, Sander Roelandt, Philippe Iglesias Bezemer en Katrien Van Praet

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 13 onthoudingen

 

BESLUIT

 

Art. 1:

De gemeenteraad beslist om de rooilijn vast te stellen en het wegenisdossier goed te keuren bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door Michaëlle Cappaert namens ZOLAR BV inzake verkavelen in 18 loten, gelegen Posthoornstraat 1, 14 en 16, 2500 Lier, volgens het plan 2023 11 1453 BDB met titel ‘rooilijnplan’ dd. 8/5/2025 opgemaakt door Ronny Van Eester met de bijhorende gratis grondafstand met een oppervlakte van 1560,9m2,en het wegenisontwerp opgeladen in het omgevingsloket onder Lavelier addendum B41, mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden :

        De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 25- 209388.

        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 297 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

        De bosbehoudsbijdrage van € 1663.20 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

        De voorwaarden van het advies van pidpa riolering dd 4/6/2025 moeten strikt worden nageleefd.

        De voorwaarden van het advies van pidpa distributie dd 4/6/2025 moeten strikt worden nageleefd.

        Een finale netwerkanalyse van Proximus zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

        Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

        Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor winddicht dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier (zie onderstaande URL) ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com . https://www.proximus.be/dam/jcr:ffc363f8-2d58-4d85-9df7-fbda9694f859/cdn/sites/iportal/documents/pdfs/res/PXM-10916-PACK-Aanvraag-vooraanleg~2019-01-25-15-33-13~cache.pdf

        De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

        Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

        De voorwaarden van het advies van Wyre dd 3/6/2025 moeten strikt worden nageleefd.

        De Mindervalideplaatsen en Cambio dienen aan de voorzijde langs de Posthoornstraat te komen.

        In een latere stadium mbt de omgevingsvergunning wordt ook nog de inrichting en maatgeving van de fiets- en autostaanplaatsen beoordeeld

       Alle voorwaarden van het advies van technisch bureau dd 4/7/2025 moeten strikt worden nageleefd.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

AANPASSINGEN ALGEMEEN POLITIEREGLEMENT LIER - AANPASSING OKTOBER 2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 24 november 2008 over de goedkeuring van het algemeen politiereglement stad Lier, en latere wijzigingen op 29 juni 2009, 28 maart 2011, 26 maart 2012, 24 september 2012, 26 november 2012, 24 juni 2013, 26 januari 2015, 29 februari 2016, 25 april 2016, 29 mei 2017, 27 november 2017, 17 december 2018, 25 november 2019, 19 december 2022, 23 oktober 2023, 29 april 2024 en 23 juni 2025

 

Feiten en context

Het algemeen politiereglement bevat regels en voorschriften die ervoor zorgen dat de openbare veiligheid, openbare rust en openbare gezondheid worden bewaakt en openbare overlast wordt tegengegaan. Overtredingen van dit politiereglement worden vastgesteld door de lokale politie en vaststellende ambtenaren, en gesanctioneerd via het systeem van de gemeentelijke administratieve sancties (GAS). De gemeenteraad is bevoegd om de politiereglementen goed te keuren.

 

Voorgestelde wijzigingen

 

Titel 2. De openbare netheid en gezondheid

Hoofdstuk 2. Openbare gezondheid.

Afdeling 4. Dieren.

Onderafdeling 1. Slachten van dieren.

 

Huidig artikel

Artikel 181. Voor zover het vlees uitsluitend bestemd is om te voorzien in de behoeften van de eigenaar en zijn gezin, is het slachten van gevogelte, klein gekweekt wild of konijnen, elders dan in een slachthuis, toegelaten.

Het is verboden schapen, geiten, varkens of vee of groot wild te slachten.

 

Nieuwe versie

Artikel 181: Voor zover het vlees uitsluitend bestemd is om te voorzien in de behoeften van de eigenaar en zijn gezin en mits naleving van de andere wettelijke bepalingen met betrekking tot dierenwelzijn, is het slachten van gevogelte, klein gekweekt wild of konijnen, elders dan in een slachthuis – zoals bepaald in hogere wetgeving -  toegelaten, weliswaar onttrokken aan het zicht.

Het is verboden groot wild te slachten, tenzij met schriftelijke en voorafgaande toelating van de burgemeester.

 

Motivatie

Op 1 januari 2025 trad de Vlaamse Codex Dierenwelzijn in werking. Deze codex vervangt de Dierenwelzijnswet van 1986 en bevat meer dan 80 artikelen. Het nieuwe decreet moderniseert de bestaande regelgeving, maar introduceert ook enkele nieuwe, strengere regels.

Artikel 39 §3 eerste lid van de nieuwe Vlaamse Codex Dierenwelzijn bepaalt dat vanaf 1 januari 2025 het doden en slachten van schapen, geiten en varkens voor particulier huishoudelijk verbruik buiten een erkend slachthuis of een op grond van paragraaf 2 erkende inrichting (inrichtingen voor het gegroepeerd slachten van dieren voor particulier huishoudelijk verbruik) verboden wordt. In het tweede lid wordt meegedeeld dat het eerste lid niet van toepassing is op landbouwers en personen die in het bezit zijn van een getuigschrift van vakbekwaamheid.

Het was in de Codex Dierenwelzijn reeds verboden om runderen te slachten, en door de toevoeging van het verbod op het slachten van schapen, geiten en varkens wordt het onderscheid in de Algemeen Politiereglement overbodig. Er wordt in de nieuwe wetgeving wel een uitzondering voorzien voor landbouwers en personen die een getuigschrift van vakbekwaamheid en een verdovingstoestel hebben. Deze personen krijgen tot 1 januari 2026 de tijd om zich in orde te stellen.

Sinds 1 januari 2019 is het bovendien verboden om dieren zonder voorafgaande verdoving te slachten. De alinea inzake de rituele slachtingen wordt hierdoor geschrapt, aangezien ook hier hogere regelgeving voorzien is: artikel 36 §1 Vlaamse Codex Dierenwelzijn bepaalt dat een gewerveld dier enkel mag worden gedood na voorafgaande bedwelming en §2 bepaalt dat als dieren worden geslacht volgens speciale methoden die vereist zijn voor religieuze rituelen, de bedwelming omkeerbaar kan zijn en de dood van het dier dan niet het gevolg is van de bedwelming.

 

Titel 2. De openbare netheid en gezondheid

Hoofdstuk 2. Openbare gezondheid.

Afdeling 4. Dieren.

Onderafdeling 2. Strijd tegen schadelijke dieren.

 

Huidig artikel

Artikel 182. Het is verboden in de openbare ruimte zoals openbare parken en openbare tuinen eender welke materie voor de voeding van dieren achter te laten.

 

Nieuwe versie

Artikel 182. Uitgezonderd de door de burgemeester afgeleverde toelatingen is het verboden in de openbare ruimte en op openbare plaatsen zoals openbare parken en openbare tuinen eender welke materie voor de voeding van zwervende, verwilderde of schadelijke dieren (bv. katten, duiven) achter te laten, te deponeren of te werpen, met uitzondering van voedsel voor vogels bij vriesweer.

Hetzelfde verbod is van toepassing op private percelen en eigendommen wanneer deze praktijk overlast veroorzaakt voor de buurt of de openbare netheid, gezondheid en veiligheid in het gedrang brengt, bijvoorbeeld door het aantrekken van insecten, knaagdieren en vogels.

 

Huidig

Artikel 183. De eigenaars, beheerders of huurders van gebouwen moeten trachten te voorkomen dat duiven nesten bouwen op het gebouw. De door duiven bevuilde gebouwen dienen schoongemaakt te worden.

 

Nieuw

Artikel 183. De eigenaars, beheerders, huurders of gebruikers van percelen, gebouwen en andere constructies zijn verplicht maatregelen te treffen om het nesten en bewust aantrekken van zwervende, verwilderde of schadelijke dieren te verhinderen, alsook bevuilde gebouwen te doen schoonmaken en ontsmetten.

 

Motivatie

In het huidige artikel lijkt het alsof de termen “zwervende”, “verwilderde” en “schadelijke” door elkaar worden gebruikt, wat voor verwarring kan zorgen bij de interpretatie van het artikel. Door deze termen samen te voegen en in bovenstaande wijzigingen telkens te spreken van “zwervende, verwilderde of schadelijke dieren" wordt hieraan tegemoetgekomen.

Het blijft belangrijk om te vermelden dat het APR een instrument is om handhaving toe te passen wanneer er overlast wordt veroorzaakt. Door in bovenstaand artikel een extra wijziging door te voeren en “hinderlijk” aan te passen naar “overlast”, wordt dit nog meer benadrukt.

Daarnaast kwamen er ook dit jaar nog meldingen binnen van overlast te wijten aan het voederen van duiven op private percelen. Gezien dit eveneens de openbare gezondheid, netheid en veiligheid in het gedrang kan brengen is het aangewezen om ook hier tegenop te treden.

Bovendien wordt artikel 183 uitgebreid en is op die manier meer allesomvattend.

 

Titel 3 – De openbare veiligheid en vlotte doorgang.

Hoofdstuk 1. Gemeenschappelijke bepalingen ter bevordering van de openbare veiligheid en de vlotte doorgang.

Afdeling 2. Modaliteiten voor de uitoefening van het vergaderrecht.

Onderafdeling 1. Manifestaties, bijeenkomsten en vermakelijkheden in open lucht.

 

Huidig artikel

Artikel 194: het is verboden zonder de voorafgaande en schriftelijke kennisgeving aan de burgemeester samenscholingen, optochten en betogingen en alle andere manifestaties met meer dan 50 deelnemers op de openbare weg te houden. Onder manifestatie verstaat men een georganiseerde samenscholing met als doel een overtuiging of een eis kenbaar te maken.

 

Nieuwe versie

Art 194. Het is verboden om in open lucht in de openbare ruimte, openbare evenementen, samenscholingen, openbare vergaderingen, demonstraties, betogingen of manifestaties in te richten, zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van de burgemeester. Hieronder wordt begrepen het bij elkaar komen van een groep mensen om andere hun eis, overtuiging, standpunt of hun mening van politieke, religieuze, sociale, culturele of van welke aard ook, kenbaar te maken en te propageren.

 

§1. De toestemming wordt minstens drie weken vooraf aangevraagd. Als de aard van de manifestatie niet toelaat om ze drie weken vooraf aan te vragen, moet de aanvraag toch zo snel mogelijk gebeuren en een motivatie bevatten waarom de toestemming niet eerder werd aangevraagd.Deze aanvraag/ kennisgeving moet minstens volgende inlichtingen bevatten:

        de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en);

        het voorwerp van het evenement;

        de datum en het tijdstip voor de bijeenkomst;

        de geplande route;

        de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van het evenement en in voorkomend geval de ontbinding van de optocht;

        of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van het evenement;

        de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen;

        de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen.

De burgemeester kan bepaalde voorwaarden opleggen of bij gewichtige redenen (zoals gevaar om wanordelijkheden te verwekken, openbare rust te verstoren, een gevaar of belemmering van het verkeer inhouden,…) kan hij de samenkomst, optocht, betoging of andere manifestatie verbieden. Het dragen of voorhanden hebben van enig voorwerp dat gebruikt kan worden om te slaan, te steken of te verwonden, evenals het dragen van helmen of schilden, is gedurende hogervermelde manifestaties verboden. Elke persoon die deelneemt aan een samenscholing op de openbare weg dient zich te schikken naar de bevelen van de politie.

 

§2. Zijn ook verboden: de organisatie van en/of de deelname aan samenscholingen die kunnen leiden tot ernstige overlast of die de openbare veiligheid, orde en rust ernstig kunnen verstoren.

 

§3 Het is verboden de openbare weg te versperren of te belemmeren zodat het vrije verkeer van het publiek gehinderd wordt.

 

Motivatie

Dit artikel verduidelijkt dat voor alle manifestaties, betogingen en samenscholingen in open lucht op het openbaar domein voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de burgemeester vereist is. Hierdoor kan het lokaal bestuur tijdig beoordelen of de geplande bijeenkomst een impact kan hebben op de openbare orde, veiligheid of mobiliteit, en zo nodig gepaste voorwaarden opleggen of de manifestatie verbieden bij ernstige risico’s.

De drempel van het aantal deelnemers werd geschrapt omdat de praktijk uitwees dat ook kleinere bijeenkomsten, bijvoorbeeld met minder dan 50 personen, kunnen escaleren of aanleiding geven tot tegenmanifestaties, waardoor de totale opkomst alsnog aanzienlijk en potentieel ontwrichtend wordt. Door deze wijziging wordt vermeden dat potentieel risicovolle samenkomsten buiten de reglementaire controle vallen louter op basis van een arbitraire deelnemersgrens. De nieuwe formulering biedt de mogelijkheid om alle manifestaties proportioneel en preventief te beoordelen, ongeacht hun omvang.

 

Huidig artikel

Artikel 195. Elke kennisgeving of aanvraag moet schriftelijk geschieden, ten minste 10 werkdagen vóór de voorziene datum van de betoging, samenscholing of optocht. Deze aanvraag moet volgende inlichtingen bevatten: - de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en); - het voorwerp van het evenement; - de datum en het tijdstip voor de bijeenkomst; - de geplande route; - de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van het evenement en in voorkomend geval de ontbinding van de optocht; - of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van het evenement; - de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen; - de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen.

 

Opgeheven.

 

Titel 3 – De openbare veiligheid en vlotte doorgang.

Hoofdstuk 2. De openbare veiligheid

Afdeling 9. Ongepast gebruik van speeltoestellen

 

Nieuwe naam afdeling:

Afdeling 9. Oneigenlijk gebruik van installaties op het openbaar domein

 

Nieuw artikel

Artikel 234. Het is verboden om terrassen van horecazaken op openbaar terrein te gebruiken of te verplaatsen wanneer deze desbetreffende zaken gesloten zijn en wanneer men geen toelating heeft gekregen van de respectievelijke eigenaar of uitbater.

 

Motivatie:

Deze regel is nodig omdat we vaststellen dat terrassen van horecazaken buiten de openingsuren regelmatig worden gebruikt als zitplaats of verzamelplek. Dit leidt tot overlast, zoals achtergelaten afval, maar ook tot risico’s op beschadiging of vandalisme van het meubilair. Door het gebruik en verplaatsen van terrassen te verbieden wanneer de zaak gesloten is, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar of uitbater, beschermen we het straatmeubilair, bevorderen we de netheid van de openbare ruimte en voorkomen we ongewenste situaties. Zo dragen we bij aan een veilige, ordelijke en aangename omgeving voor iedereen, ook tijdens de avond- en nachturen.

 

Titel 4 – De openbare rust

Hoofdstuk 2. Specifieke bepalingen

Afdeling 10 Vuurwerk, feest- en kanongeschut

 

Huidig artikel

Artikel 279.  Het is verboden vuurwerk af te steken of voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen te laten ontploffen. De burgemeester kan, na adviesinwinning van de brandweer en de politie, afwijkingen toestaan. Het afsteken van feestvuurwerk is toegestaan zonder toelating van de burgemeester op Nieuwjaarsnacht op 1 januari van 00.00u tot 01.00u met uitzondering op volgende plaatsen: Grote Markt, Zimmerplein, Eikelstraat, voetpaden, rijweg en binnen een straal van 10 meter rond bebouwing. Onder feestvuurwerk dient te worden verstaan: vuurwerk dat bestemd is voor gebruik door particulieren en in België vrij mag verkocht worden aan personen vanaf 16 jaar. Feestvuurwerk mag enkel worden gebruikt voor zijn normaal gebruik, volgens de gebruiksaanwijzing en op plaatsen en in omstandigheden die niet van aard zijn om de openbare veiligheid aan te tasten. Bij het afsteken van vuurwerk moet de hinder voor de buurt beperkt blijven.

 

Nieuwe versie

Artikel 279. §1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden, zowel op het openbaar domein als op private domeinen, binnenplaatsen en op plaatsen die palen aan het openbaar domein om het even welk vuurwerk af te steken of om voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen of andere vergelijkbare producten te laten ontploffen. 

§2. Het is in alle omstandigheden en voor om het even welk doel of evenement verboden gebruik te maken van wensballonnen, Thaise of Chinese lampions of elke soort van mini hete luchtballon, die opstijgt met behulp van een langdurig brandend vuurtje onderaan dit object.

§3. Het is verboden zonder de voorafgaande en schriftelijke toelating van de burgemeester, feestgeschut af te vuren en kanonsschoten te lossen bij gelijk welke gelegenheid voor gelijk welk doel.

§4. Het is ook verboden om ontploffend vuurwerk of meer dan de wettelijk toegelaten hoeveelheid feest- en seinvuurwerk bij te hebben. 

§5. Het bezit, tonen, uitstallen en elke voorbereidende handeling voor het ontsteken of doen knallen van vuurwerk van welke aard ook in de openbare ruimte is verboden.

§6. In voorkomend geval worden de pyrotechnische artikelen, de voetzoekers, de carbuurkanonnen of de wensballonnen administratief in beslag genomen en vernietigd.  De kosten van inbeslagname en vernietiging kunnen verhaald worden op de overtreder.

 

Huidig artikel

Artikel 280. Het is verboden zonder de voorafgaande en schriftelijke toelating van de burgemeester, feestgeschut af te vuren en kanonsschoten te lossen bij gelijk welke gelegenheid voor gelijk welk doel. Vuurwerk dat gebruikt wordt of kennelijk bedoeld is om gebruikt te worden in strijd met bovenvermelde bepalingen, wordt in beslag genomen.

 

Nieuwe versie

Artikel 280. §1. De burgemeester kan op eigen initiatief of mits een voorafgaandelijke schriftelijke aanvraag, minimum 30 dagen vooraf, vergunning verlenen om op welbepaalde plaatsen en/of gedurende welbepaalde tijdstippen af te wijken van de bepalingen in artikel 279 van dit reglement.

§2. Het afsteken van feestvuurwerk is voor meerderjarigen toegestaan zonder toelating van de burgemeester op Nieuwjaarsnacht op 1 januari van 00.00u tot 01.00u met uitzondering op volgende plaatsen: Grote Markt, Zimmerplein, Eikelstraat, voetpaden, rijweg en binnen een straal van 10 meter rond bebouwing. Onder feestvuurwerk dient te worden verstaan: vuurwerk dat bestemd is voor gebruik door particulieren en in België vrij mag verkocht worden aan personen vanaf 18 jaar. Feestvuurwerk mag enkel worden gebruikt voor zijn normaal gebruik, volgens de gebruiksaanwijzing en op plaatsen en in omstandigheden die niet van aard zijn om de openbare veiligheid aan te tasten. Bij het afsteken van vuurwerk moet de hinder voor de buurt beperkt blijven.

 

motivatie

De wijziging van artikel 280 beoogt een duidelijke regeling voor het afsteken van vuurwerk, met bijzondere aandacht voor de veiligheid en het beperken van overlast. Door de mogelijkheid in te voeren om af te wijken van de bepalingen op basis van een schriftelijke aanvraag, wordt er flexibiliteit geboden voor uitzonderlijke gevallen, met behoud van controle door de burgemeester. Daarnaast wordt het gebruik van feestvuurwerk voor meerderjarigen op Nieuwjaarsnacht geregeld, met duidelijke beperkingen om hinder en veiligheidsrisico's te minimaliseren. De wijziging zorgt ervoor dat vuurwerk in het algemeen enkel onder gecontroleerde omstandigheden wordt afgestoken, wat bijdraagt aan de openbare veiligheid en rust.

 

Titel 4. De openbare rust

Hoofdstuk 2. Specifieke bepalingen

Nieuwe afdeling:

Afdeling 17. Sluitingsuren in het toeristisch centrum

 

Art. 285/3

Toeristisch centrum: het gebied binnen de vesten van de Stad Lier

 

Art. 285/4

In afwijking van het eerste lid van artikel 17 van de wet van 10 november 2006 betreffende de opening in handel, ambacht, en dienstverlening, zijn de sluitingsuren voor de vestigingseenheden bedoeld in artikel 6, a) en b), die niet vallen onder de in artikel 16 bepaalde afwijkingen en die gelegen zijn in het deel van de stad Lier dat als toeristisch centrum erkend is, bepaald als volgt:

De toegang van de consument tot de vestigingseenheid en de verkoop van producten of diensten aan de consument in de vestigingseenheid zijn verboden:

  1. vóór 5 uur en na 22 uur, op vrijdag en op de werkdagen die een wettelijke feestdag voorafgaan. Indien de wettelijke feestdag een maandag is, is de verlenging tot 22 uur op de zaterdag die voorafgaat, toegestaan;
  2. vóór 5 uur en na 21 uur, op de andere dagen;

 

Art. 285/5

Op aanvraag van één of meerdere handelaars of ambachtslieden handelend in eigen naam of op aanvraag van een vereniging van handelaars of ambachtslieden kan de burgemeester, in bijzondere en voorbijgaande omstandigheden of ter gelegenheid van jaarbeurzen en jaarmarkten, afwijkingen op de verplichte sluitingsuren toestaan aan de vestigingseenheden gelegen in het toeristisch centrum van de stad Lier. Het totaal van de toegestane afwijkingen mag samen niet meer dan vijftien dagen per jaar bedragen voor het toeristisch centrum.

 

Art. 285/6

§1 De burgemeester kan om redenen van openbare orde en/of van ruimtelijke ligging de afwijking weigeren, zonder recht op schadevergoeding.

§2 De burgemeester kan om redenen van openbare orde de afwijking intrekken, zonder recht op schadevergoeding.

 

Motivatie

Hoewel de wet op de openingsuren uitzonderingen toelaat in toeristische centra, kiest de Stad Lier ervoor om binnen het erkend toeristisch gebied toch duidelijke sluitingsuren op te leggen. Zo willen we de balans bewaren tussen een bruisend handelsleven en de leefkwaliteit van bewoners. De regeling zorgt voor voorspelbaarheid, voorkomt nachtelijke overlast en draagt bij aan een aangename en goed georganiseerde beleving in het centrum. Via een flexibel afwijkingsregime blijft er ruimte voor uitzonderingen bij evenementen of bijzondere omstandigheden, zonder de algemene rust en orde uit het oog te verliezen.

Bovendien mogen winkels in het toeristisch centrum 24/24 7/7 open zijn. Dit zorgt ervoor dat een moeilijk onderscheid ontstaat tussen dag- en nachtwinkels.

 

Titel 6. Diverse bepalingen

Hoofdstuk 2. Overnachten en kamperen – organisatie van kermissen en circussen.

 

Huidig artikel

Artikel 303. Behoudens vergunning vanwege de burgemeester, is het verboden op het hele grondgebied van de gemeente en op iedere plaats van de openbare ruimte uitgezonderd de voorbehouden en aangeduide plaatsen langer dan 24 uur achtereen te verblijven of te slapen in een tent, wagen, een caravan of een daartoe ingericht voertuig, of er te kamperen.

Het is eveneens verboden meer dan 24 uur achtereen op een privé-terrein te verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woon- en aanhangwagen, een caravan of een mobilhome, behoudens vergunning.

 

Nieuw artikel

Artikel 303. Het is verboden om een slaapplaats in te richten op de openbare ruimte, waardoor de openbare orde wordt verstoord, tenzij op plaatsen die hiervoor zijn bestemd, zoals kampeerterreinen, woonwagenterreinen en doortrekkersterreinen. Een slaapplaats inrichten op andere plaatsen van de openbare ruimte is slechts toegelaten mits toelating van de burgemeester. Onder inrichten van een slaapplaats wordt onder meer verstaan: gebruik maken van materiaal om het slapen te vergemakkelijken zoals het plaatsen van een tent of een constructie met gelijkaardige functie.

Het is eveneens verboden meer dan 24 uur achtereen op een privé-terrein te verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woon- en aanhangwagen, een caravan of een mobilhome, behoudens vergunning.

 

Motivatie

De aanpassing verduidelijkt wat wordt verstaan onder het inrichten van een slaapplaats op de openbare ruimte en koppelt dit aan mogelijke verstoring van de openbare orde. De algemene termijn van 24 uur vervalt, zodat gerichter kan opgetreden worden bij overlast of misbruik. Voor privéterreinen verandert er niets.

 

Huidig artikel

Artikel 305. Het is kermis-, circusexploitanten en foorkramers in het bijzonder verboden groot en klein vee, alsmede pluimvee, te houden op het terrein dat ze met woon- of kermiswagen bezetten, tenzij het terrein speciaal daartoe is uitgerust en uitgezonderd trekdieren en dieren van het kermis- of circusbedrijf.

 

Vraag tot schrapping

 

Motivatie

Er wordt voorgesteld om artikel 305 van het Algemene Politiereglement te schrappen, aangezien hogere wetgeving vastlegt welke dieren een circusexploitant mag houden en het gebruik van dieren bij kermisattracties verbiedt.

        Artikel 8 van het Circusbesluit (KB van 2 september 2005 betreffende het welzijn van dieren gebruikt in circussen en rondreizende tentoonstellingen) bepaalt welke dieren op de standplaats van het circus of van de reizende tentoonstelling gehouden mogen worden. In paragraaf 4 wordt verduidelijkt dat de voorwaarden inzake het al dan niet mogen houden van dieren op de standplaats niet geldt voor gezelschapsdieren die toebehoren aan de verantwoordelijke of het personeel. Een gezelschapsdier mag dus wel op de standplaats worden gehouden. In België is er een positieve lijst voor zoogdieren en reptielen die je als particulier vrij mag houden. De toelating aan een circus om een standplaats te gebruiken, vervalt automatisch wanneer het circus de voorwaarden van het KB niet naleeft. Meer info: Welzijn van dieren in circussen | Vlaanderen.be

        Sinds 1 januari 2023 zijn paardencarrousels op kermissen verboden. Meer info hierover kan men terugvinden in de brochure ‘Kermisactiviteiten, een leidraad voor lokale besturen’ en op de webpagina Welzijn van dieren bij een kermis met paarden en / of pony’s op de website van de Vlaamse Overheid

 

Hoofdstuk 4: Nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie

 

Huidig artikel:

Artikel 311. Het College van Burgemeester en Schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel of van een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van:

 

• de ruimtelijke ligging:

Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

- intra muros: indien binnen een straal van 250 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is.

- extra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is

- in handelscomplexen of winkelcentra

- in of naast een meergezinswoning

- in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

 

Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een privaat bureau voor telecommunicatie verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

- intra muros: indien binnen een straal van 250 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is.

- extra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is

- in handelscomplexen of winkelcentra

- in of naast een meergezinswoning

- in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

 

Onverminderd de bovenstaande opsomming geldt voor het hele grondgebied dat het aantal vestigingen van nachtwinkels en/of privaat bureaus voor telecommunicatie de sociale en ruimtelijke draagkracht van het gebied niet mag overschrijden.

 

• de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust:

Hiervoor baseert het College van Burgemeester en Schepenen zich op een advies van de politiediensten met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen. Het college baseert zich ook op een advies van de dienst Preventie en veiligheid (en/of van de adviseur integraal veiligheidsbeleid) m.b.t de sociale draagkracht van het gebied.

 

Nieuw artikel:

Artikel 311. Het College van Burgemeester en Schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel of van een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van:

 

• de ruimtelijke ligging:

Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

- intra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is.

- extra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is

- in handelscomplexen of winkelcentra

- in of naast een meergezinswoning

- in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

 

Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een privaat bureau voor telecommunicatie verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

- intra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is.

- extra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is

- in handelscomplexen of winkelcentra

- in of naast een meergezinswoning

- in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

 

Onverminderd de bovenstaande opsomming geldt voor het hele grondgebied dat het aantal vestigingen van nachtwinkels en/of privaat bureaus voor telecommunicatie de sociale en ruimtelijke draagkracht van het gebied niet mag overschrijden.

 

De afstandsregeling is niet van toepassing op nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie die op het moment van de inwerkingtreding van deze bepaling reeds gevestigd en vergund zijn.

 

• de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust:

Hiervoor baseert het College van Burgemeester en Schepenen zich op een advies van de politiediensten met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen. Het college baseert zich ook op een advies van de dienst handhaving en preventie (en/of van de adviseur integraal veiligheidsbeleid) m.b.t de sociale draagkracht van het gebied.

 

Motivatie:

De benaming van de betrokken dienst is doorheen de jaren gewijzigd. Om het reglement actueel te houden en af te stemmen op de huidige organisatiestructuur, wordt de naam van de dienst aangepast.

Daarnaast werden de voorbije periode meerdere klachten en signalen ontvangen over overlast gelinkt aan bestaande nachtwinkels. Enkele meldingen betroffen onder meer de verkoop van alcohol aan minderjarigen en de verkoop van verboden wegwerp e-sigaretten.

De afgelopen maanden werden bovendien drie informatievragen ontvangen met betrekking tot panden die mogelijks als nachtwinkel zouden worden uitgebaat. Deze dossiers konden toen maar nipt worden geweigerd. Dit illustreert de noodzaak om de bestaande afstandsregeling te verduidelijken en te verstrengen, teneinde ongewenste concentratie en bijkomende overlast te vermijden.

Om deze overlast in de toekomst te beperken, wordt de minimale afstand tussen nachtwinkels verhoogd tot 500 meter, conform de regeling die reeds geldt voor de extra-muroszone.
Omwille van de uniformiteit binnen het hoofdstuk wordt dezelfde aanpassing doorgevoerd voor de private bureaus voor telecommunicatie.

De nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie die momenteel in Lier gevestigd zijn, vallen niet onder deze nieuwe afstandsregeling.

 

 

Adviezen

Jeugdraad van 16/09/2025: geen adviezen.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur;

Nieuwe Gemeentewet;

Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

 

Argumentatie

Het algemeen politiereglement is geen statisch document maar dient geregeld up-to-date gebracht te worden om de gemeentelijke overheid blijvend in staat te stellen een gepast antwoord te bieden op vlak van bestuurlijke handhaving van fenomenen die de openbare orde verstoren en/of zorgen voor openbare overlast. De hier voorgelegde voorstellen tot aanpassing en/of aanvulling zijn onder meer tot stand gekomen naar aanleiding van de concrete toepassing van de thans bestaande regels uit het politiereglement. Ze strekken ertoe de concrete toepassing te verfijnen en meer aangepast te maken aan de realiteit.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Ellen Lissens, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen, Sander Roelandt en Katrien Van Praet

10 stemmen tegen: Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Ipek Altun, Onur Alar en Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 10 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist onderstaande wijzigingen aan het Algemeen Politiereglement goed te keuren met aanpassing van verschillende artikelen:

 

Huidig artikel:

Artikel 181. Voor zover het vlees uitsluitend bestemd is om te voorzien in de behoeften van de eigenaar en zijn gezin, is het slachten van gevogelte, klein gekweekt wild of konijnen, elders dan in een slachthuis, toegelaten.

Het is verboden schapen, geiten, varkens of vee of groot wild te slachten.

 

Wordt vervangen door:

Artikel 181: Voor zover het vlees uitsluitend bestemd is om te voorzien in de behoeften van de eigenaar en zijn gezin en mits naleving van de andere wettelijke bepalingen met betrekking tot dierenwelzijn, is het slachten van gevogelte, klein gekweekt wild of konijnen, elders dan in een slachthuis – zoals bepaald in hogere wetgeving -  toegelaten, weliswaar onttrokken aan het zicht.

Het is verboden groot wild te slachten, tenzij met schriftelijke en voorafgaande toelating van de burgemeester.

 

Huidig artikel:

Artikel 182. Het is verboden in de openbare ruimte zoals openbare parken en openbare tuinen eender welke materie voor de voeding van dieren achter te laten.

 

Wordt vervangen door:

Artikel 182. Uitgezonderd de door de burgemeester afgeleverde toelatingen is het verboden in de openbare ruimte en op openbare plaatsen zoals openbare parken en openbare tuinen eender welke materie voor de voeding van zwervende, verwilderde of schadelijke dieren (bv. katten, duiven) achter te laten, te deponeren of te werpen, met uitzondering van voedsel voor vogels bij vriesweer.

Hetzelfde verbod is van toepassing op private percelen en eigendommen wanneer deze praktijk overlast veroorzaakt voor de buurt of de openbare netheid, gezondheid en veiligheid in het gedrang brengt, bijvoorbeeld door het aantrekken van insecten, knaagdieren en vogels.

 

Huidig artikel:

Artikel 183. De eigenaars, beheerders of huurders van gebouwen moeten trachten te voorkomen dat duiven nesten bouwen op het gebouw. De door duiven bevuilde gebouwen dienen schoongemaakt te worden.

 

Wordt vervangen door:

Artikel 183. De eigenaars, beheerders, huurders of gebruikers van percelen, gebouwen en andere constructies zijn verplicht maatregelen te treffen om het nesten en bewust aantrekken van zwervende, verwilderde of schadelijke dieren te verhinderen, alsook bevuilde gebouwen te doen schoonmaken en ontsmetten.

 

Huidig artikel:

Artikel 194: het is verboden zonder de voorafgaande en schriftelijke kennisgeving aan de burgemeester samenscholingen, optochten en betogingen en alle andere manifestaties met meer dan 50 deelnemers op de openbare weg te houden. Onder manifestatie verstaat men een georganiseerde samenscholing met als doel een overtuiging of een eis kenbaar te maken.

 

Wordt vervangen door:

Art 194. Het is verboden om in open lucht in de openbare ruimte, openbare evenementen, samenscholingen, openbare vergaderingen, demonstraties, betogingen of manifestaties in te richten, zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van de burgemeester. Hieronder wordt begrepen het bij elkaar komen van een groep mensen om andere hun eis, overtuiging, standpunt of hun mening van politieke, religieuze, sociale, culturele of van welke aard ook, kenbaar te maken en te propageren.

 

§1. De toestemming wordt minstens drie weken vooraf aangevraagd. Als de aard van de manifestatie niet toelaat om ze drie weken vooraf aan te vragen, moet de aanvraag toch zo snel mogelijk gebeuren en een motivatie bevatten waarom de toestemming niet eerder werd aangevraagd. Deze aanvraag/ kennisgeving moet minstens volgende inlichtingen bevatten:

de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en);

het voorwerp van het evenement;

de datum en het tijdstip voor de bijeenkomst;

de geplande route;

de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van het evenement en in voorkomend geval de ontbinding van de optocht;

of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van het evenement;

de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen;

de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen.

De burgemeester kan bepaalde voorwaarden opleggen of bij gewichtige redenen (zoals gevaar om wanordelijkheden te verwekken, openbare rust te verstoren, een gevaar of belemmering van het verkeer inhouden,…) kan hij de samenkomst, optocht, betoging of andere manifestatie verbieden. Het dragen of voorhanden hebben van enig voorwerp dat gebruikt kan worden om te slaan, te steken of te verwonden, evenals het dragen van helmen of schilden, is gedurende hogervermelde manifestaties verboden. Elke persoon die deelneemt aan een samenscholing op de openbare weg dient zich te schikken naar de bevelen van de politie.

§2. Zijn ook verboden: de organisatie van en/of de deelname aan samenscholingen die kunnen leiden tot ernstige overlast of die de openbare veiligheid, orde en rust ernstig kunnen verstoren.]

 

§3 Het is verboden de openbare weg te versperren of te belemmeren zodat het vrije verkeer van het publiek gehinderd wordt.

 

Huidig artikel:

Artikel 195. Elke kennisgeving of aanvraag moet schriftelijk geschieden, ten minste 10 werkdagen vóór de voorziene datum van de betoging, samenscholing of optocht. Deze aanvraag moet volgende inlichtingen bevatten: - de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en); - het voorwerp van het evenement; - de datum en het tijdstip voor de bijeenkomst; - de geplande route; - de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van het evenement en in voorkomend geval de ontbinding van de optocht; - of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van het evenement; - de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen; - de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen.

 

Opgeheven.

 

Huidige naam afdeling:

Afdeling 9. Ongepast gebruik van speeltoestellen

 

Wordt vervangen door:

Afdeling 9. Oneigenlijk gebruik van installaties op het openbaar domein

 

Nieuw artikel:

Artikel 234. Het is verboden om terrassen van horecazaken op openbaar terrein te gebruiken of te verplaatsen wanneer deze desbetreffende zaken gesloten zijn en wanneer men geen toelating heeft gekregen van de respectievelijke eigenaar of uitbater.

 

Huidig artikel:

Artikel 279.  Het is verboden vuurwerk af te steken of voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen te laten ontploffen. De burgemeester kan, na adviesinwinning van de brandweer en de politie, afwijkingen toestaan. Het afsteken van feestvuurwerk is toegestaan zonder toelating van de burgemeester op Nieuwjaarsnacht op 1 januari van 00.00u tot 01.00u met uitzondering op volgende plaatsen: Grote Markt, Zimmerplein, Eikelstraat, voetpaden, rijweg en binnen een straal van 10 meter rond bebouwing. Onder feestvuurwerk dient te worden verstaan: vuurwerk dat bestemd is voor gebruik door particulieren en in België vrij mag verkocht worden aan personen vanaf 16 jaar. Feestvuurwerk mag enkel worden gebruikt voor zijn normaal gebruik, volgens de gebruiksaanwijzing en op plaatsen en in omstandigheden die niet van aard zijn om de openbare veiligheid aan te tasten. Bij het afsteken van vuurwerk moet de hinder voor de buurt beperkt blijven.

 

Wordt vervangen door:

Artikel 279. §1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden, zowel op het openbaar domein als op private domeinen, binnenplaatsen en op plaatsen die palen aan het openbaar domein om het even welk vuurwerk af te steken of om voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen of andere vergelijkbare producten te laten ontploffen.

§2. Het is in alle omstandigheden en voor om het even welk doel of evenement verboden gebruik te maken van wensballonnen, Thaise of Chinese lampions of elke soort van mini hete luchtballon, die opstijgt met behulp van een langdurig brandend vuurtje onderaan dit object.

§3. Het is verboden zonder de voorafgaande en schriftelijke toelating van de burgemeester, feestgeschut af te vuren en kanonsschoten te lossen bij gelijk welke gelegenheid voor gelijk welk doel.

§4. Het is ook verboden om ontploffend vuurwerk of meer dan de wettelijk toegelaten hoeveelheid feest- en seinvuurwerk bij te hebben.

§5. Het bezit, tonen, uitstallen en elke voorbereidende handeling voor het ontsteken of doen knallen van vuurwerk van welke aard ook in de openbare ruimte is verboden.

§6. In voorkomend geval worden de pyrotechnische artikelen, de voetzoekers, de carbuurkanonnen of de wensballonnen administratief in beslag genomen en vernietigd. De kosten van inbeslagname en vernietiging kunnen verhaald worden op de overtreder.

 

 

Huidig artikel:

Artikel 280. Het is verboden zonder de voorafgaande en schriftelijke toelating van de burgemeester, feestgeschut af te vuren en kanonsschoten te lossen bij gelijk welke gelegenheid voor gelijk welk doel. Vuurwerk dat gebruikt wordt of kennelijk bedoeld is om gebruikt te worden in strijd met bovenvermelde bepalingen, wordt in beslag genomen.

 

Wordt vervangen door:

Artikel 280. §1. De burgemeester kan op eigen initiatief of mits een voorafgaandelijke schriftelijke aanvraag, minimum 30 dagen vooraf, vergunning verlenen om op welbepaalde plaatsen en/of gedurende welbepaalde tijdstippen af te wijken van de bepalingen in artikel 279 van dit reglement.

§2. Het afsteken van feestvuurwerk is voor meerderjarigen toegestaan zonder toelating van de burgemeester op Nieuwjaarsnacht op 1 januari van 00.00u tot 01.00u met uitzondering op volgende plaatsen: Grote Markt, Zimmerplein, Eikelstraat, voetpaden, rijweg en binnen een straal van 10 meter rond bebouwing. Onder feestvuurwerk dient te worden verstaan: vuurwerk dat bestemd is voor gebruik door particulieren en in België vrij mag verkocht worden aan personen vanaf 18 jaar. Feestvuurwerk mag enkel worden gebruikt voor zijn normaal gebruik, volgens de gebruiksaanwijzing en op plaatsen en in omstandigheden die niet van aard zijn om de openbare veiligheid aan te tasten. Bij het afsteken van vuurwerk moet de hinder voor de buurt beperkt blijven.

 

 

Nieuwe afdeling:

Titel 4. De openbare rust

Hoofdstuk 2. Specifieke bepalingen

Afdeling 17. Sluitingsuren in het toeristisch centrum

 

Nieuwe artikelen:

Art. 285/3

Toeristisch centrum: het gebied binnen de vesten van de Stad Lier

 

Art. 285/4

In afwijking van het eerste lid van artikel 17 van de wet van 10 november 2006 betreffende de opening in handel, ambacht, en dienstverlening, zijn de sluitingsuren voor de vestigingseenheden bedoeld in artikel 6, a) en b), die niet vallen onder de in artikel 16 bepaalde afwijkingen en die gelegen zijn in het deel van de stad Lier dat als toeristisch centrum erkend is, bepaald als volgt:

De toegang van de consument tot de vestigingseenheid en de verkoop van producten of diensten aan de consument in de vestigingseenheid zijn verboden:

vóór 5 uur en na 22 uur, op vrijdag en op de werkdagen die een wettelijke feestdag voorafgaan. Indien de wettelijke feestdag een maandag is, is de verlenging tot 22 uur op de zaterdag die voorafgaat, toegestaan;

vóór 5 uur en na 21 uur, op de andere dagen;

 

Art. 285/5

Op aanvraag van één of meerdere handelaars of ambachtslieden handelend in eigen naam of op aanvraag van een vereniging van handelaars of ambachtslieden kan de burgemeester, in bijzondere en voorbijgaande omstandigheden of ter gelegenheid van jaarbeurzen en jaarmarkten, afwijkingen op de verplichte sluitingsuren toestaan aan de vestigingseenheden gelegen in het toeristisch centrum van de stad Lier. Het totaal van de toegestane afwijkingen mag samen niet meer dan vijftien dagen per jaar bedragen voor het toeristisch centrum.

 

Art. 285/6

§1 De burgemeester kan om redenen van openbare orde en/of van ruimtelijke ligging de afwijking weigeren, zonder recht op schadevergoeding.

§2 De burgemeester kan om redenen van openbare orde de afwijking intrekken, zonder recht op schadevergoeding.

 

Huidig artikel:

Artikel 303. Behoudens vergunning vanwege de burgemeester, is het verboden op het hele grondgebied van de gemeente en op iedere plaats van de openbare ruimte uitgezonderd de voorbehouden en aangeduide plaatsen langer dan 24 uur achtereen te verblijven of te slapen in een tent, wagen, een caravan of een daartoe ingericht voertuig, of er te kamperen.

Het is eveneens verboden meer dan 24 uur achtereen op een privé-terrein te verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woon- en aanhangwagen, een caravan of een mobilhome, behoudens vergunning.

 

Wordt vervangen door:

Artikel 303. Het is verboden om een slaapplaats in te richten op de openbare ruimte, waardoor de openbare orde wordt verstoord, tenzij op plaatsen die hiervoor zijn bestemd, zoals kampeerterreinen, woonwagenterreinen en doortrekkersterreinen. Een slaapplaats inrichten op andere plaatsen van de openbare ruimte is slechts toegelaten mits toelating van de burgemeester. Onder inrichten van een slaapplaats wordt onder meer verstaan: gebruik maken van materiaal om het slapen te vergemakkelijken zoals het plaatsen van een tent of een constructie met gelijkaardige functie.

Het is eveneens verboden meer dan 24 uur achtereen op een privé-terrein te verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woon- en aanhangwagen, een caravan of een mobilhome, behoudens vergunning.

 

Huidig artikel:

Artikel 305. Het is kermis-, circusexploitanten en foorkramers in het bijzonder verboden groot en klein vee, alsmede pluimvee, te houden op het terrein dat ze met woon- of kermiswagen bezetten, tenzij het terrein speciaal daartoe is uitgerust en uitgezonderd trekdieren en dieren van het kermis- of circusbedrijf.

 

Opgeheven

 

Huidig artikel:

Artikel 311. Het College van Burgemeester en Schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel of van een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van:

 

• de ruimtelijke ligging:

Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

- intra muros: indien binnen een straal van 250 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is.

- extra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is

- in handelscomplexen of winkelcentra

- in of naast een meergezinswoning

- in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

 

Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een privaat bureau voor telecommunicatie verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

- intra muros: indien binnen een straal van 250 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is.

- extra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is

- in handelscomplexen of winkelcentra

- in of naast een meergezinswoning

- in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

 

Onverminderd de bovenstaande opsomming geldt voor het hele grondgebied dat het aantal vestigingen van nachtwinkels en/of privaat bureaus voor telecommunicatie de sociale en ruimtelijke draagkracht van het gebied niet mag overschrijden.

 

• de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust:

Hiervoor baseert het College van Burgemeester en Schepenen zich op een advies van de politiediensten met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen. Het college baseert zich ook op een advies van de dienst Preventie en veiligheid (en/of van de adviseur integraal veiligheidsbeleid) m.b.t de sociale draagkracht van het gebied.

 

Wordt vervangen door:

Artikel 311. Het College van Burgemeester en Schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel of van een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van:

 

• de ruimtelijke ligging:

Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

- intra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is.

- extra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is

- in handelscomplexen of winkelcentra

- in of naast een meergezinswoning

- in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

 

Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een privaat bureau voor telecommunicatie verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

- intra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is.

- extra muros: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is

- in handelscomplexen of winkelcentra

- in of naast een meergezinswoning

- in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

 

Onverminderd de bovenstaande opsomming geldt voor het hele grondgebied dat het aantal vestigingen van nachtwinkels en/of privaat bureaus voor telecommunicatie de sociale en ruimtelijke draagkracht van het gebied niet mag overschrijden.

 

De afstandsregeling is niet van toepassing op nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie die op het moment van de inwerkingtreding van deze bepaling reeds gevestigd en vergund zijn.

 

• de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust:

Hiervoor baseert het College van Burgemeester en Schepenen zich op een advies van de politiediensten met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen. Het college baseert zich ook op een advies van de dienst handhaving en preventie (en/of van de adviseur integraal veiligheidsbeleid) m.b.t de sociale draagkracht van het gebied.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de gecoördineerde versie van het algemeen politiereglement goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

ALGEMEEN REGLEMENT DOORGANGSKAARTEN - AANPASSING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 24 oktober 2022 over de goedkeuring van het algemeen reglement doorgangskaarten

Gemeenteraadsbeslissing van 31 maart 2025 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement op huwelijksplechtigheden

 

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 31 maart 2025 een nieuwe versie van het huishoudelijk reglement op huwelijksplechtigheden goed. Bijkomend werd vanuit de bodes geadviseerd om bij huwelijken op zaterdag in de maanden mei tot en met september nog maar 1 ceremoniewagen i.p.v. 4 te laten oprijden tot voor het stadhuis en het algemeen reglement doorgangskaarten in die zin aan te passen. Dit omwille van de veiligheid en om de huwelijksplechtigheden te kunnen afronden binnen de voorziene 30 minuten.

 

Ceremoniewagens rijden langs de brug van de Rechtestraat over de Grote Markt richting het stadhuis tussen marktkramen en marktbezoekers. De begeleiding van de wagens op de rijbaan gebeurt door de politie die aanwezig is voor toezicht tijdens de zaterdagmarkt. De rijbaan tussen de marktkramen is vrij smal en marktbezoekers houden geen rekening met aanrijdende wagens. Zodra de wagens het marktplein oprijden, is er geen begeleiding van de politie meer. Om alles vlot en veilig te laten verlopen, neemt de begeleidende ambtenaar deze taak op zich. De draaicirkel is zeer klein door de fonteinen en marktkramen op het marktplein. Hierdoor moeten de wagens draaien en keren. Ook hier houden marktbezoekers geen rekening mee. Ze proberen zowel langs de voorzijde als langs de achterzijde de wagens te passeren. Dit brengt onveilige situaties met zich mee. Eén wagen keren i.p.v. vier wagens keren, gaat voor meer veiligheid zorgen en gaat ook minder tijd in beslag nemen.

 

Om dit mogelijk te maken, dient het algemeen reglement doorgangskaarten te worden aangepast door bij punt 3.4.3 tijdelijke doorgangskaarten volgende passage toe te voegen onder het vijfde bolletje:

        Personenwagens die dienst doen als ceremoniewagen in de betreffende voetgangerszone bij een huwelijk. Inschrijvingsbewijs van het betreffende voertuig dient te worden bijgevoegd bij de aanvraag. Maximaal 2 ceremoniewagens en eventueel één cateringwagen in functie van laden en lossen (niet parkeren).

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur, artikel 40 § 3

 

Argumentatie

Het is aangewezen om het algemeen reglement doorgangskaarten aan te passen, zodat in de omgeving van het stadhuis een veiligere situatie tijdens huwelijken is, nl. door het beperken van het aantal doorgangskaarten voor ceremoniewagens.

 

Schepen Andries stelt ter zitting voor om een aanpassing te doen aan het besluit, nl.:

"Art. 1:

...

Nieuw artikel:

3.4.3 Tijdelijke doorgangskaarten

Volgende categorieën krijgen een doorgangskaart afgeleverd voor een in de tijd beperkte periode en die slechts geldig blijft tot de einddatum vermeld op de doorgangskaart, ‘tijdelijke doorgangskaarten’ genoemd, met vermelding van eventueel bijkomende beperkingen/voorwaarden:

        In geval van absolute noodzaak, de voertuigen van bouwaannemers of gelijkgestelden die dienen voor een werk in die zones.

        Voertuigen die worden gebruikt in het kader van occasionele markten, culturele activiteiten, festiviteiten en evenementen, in de mate deze voorafgaandelijk goedgekeurd zijn door de burgemeester of het college van burgemeester en schepenen.

        Voertuigen die dienst doen als ceremoniewagen in de betreffende voetgangerszone bij een huwelijk. Inschrijvingsbewijs van het betreffende voertuig bij te voegen bij aanvraag. Maximaal vier twee ceremoniewagens en eventueel één cateringwagen in functie van laden en lossen (niet parkeren).

        Voertuigen die dienst doen als verhuiswagen bij een verhuis op een specifieke dag.

        Voertuigen van een huurder van een evenementenlocatie gelegen in de desbetreffende voetgangerszone: maximaal 2 tijdelijke doorgangskaarten op voorleggen van het huurcontract.

       Personenwagens die dienst doen als ceremoniewagen in de betreffende voetgangerszone bij een huwelijk. Inschrijvingsbewijs van het betreffende voertuig dient te worden bijgevoegd bij de aanvraag. Maximaal 2 ceremoniewagens en eventueel één cateringwagen in functie van laden en lossen (niet parkeren). "

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het algemeen reglement doorgangskaarten aan te passen door onderstaand artikel te wijzigen.

 

Huidig artikel:

3.4.3 Tijdelijke doorgangskaarten

Volgende categorieën krijgen een doorgangskaart afgeleverd voor een in de tijd beperkte periode en die slechts geldig blijft tot de einddatum vermeld op de doorgangskaart, ‘tijdelijke doorgangskaarten’ genoemd, met vermelding van eventueel bijkomende beperkingen/voorwaarden:

        In geval van absolute noodzaak, de voertuigen van bouwaannemers of gelijkgestelden die dienen voor een werk in die zones.

        Voertuigen die worden gebruikt in het kader van occasionele markten, culturele activiteiten, festiviteiten en evenementen, in de mate deze voorafgaandelijk goedgekeurd zijn door de burgemeester of het college van burgemeester en schepenen.

        Voertuigen die dienst doen als ceremoniewagen in de betreffende voetgangerszone bij een huwelijk. Inschrijvingsbewijs van het betreffende voertuig bij te voegen bij aanvraag. Maximaal vier ceremoniewagens en eventueel één cateringwagen in functie van laden en lossen (niet parkeren).

        Voertuigen die dienst doen als verhuiswagen bij een verhuis op een specifieke dag.

        Voertuigen van een huurder van een evenementenlocatie gelegen in de desbetreffende voetgangerszone: maximaal 2 tijdelijke doorgangskaarten op voorleggen van het huurcontract.

 

Nieuw artikel:

3.4.3 Tijdelijke doorgangskaarten

Volgende categorieën krijgen een doorgangskaart afgeleverd voor een in de tijd beperkte periode en die slechts geldig blijft tot de einddatum vermeld op de doorgangskaart, ‘tijdelijke doorgangskaarten’ genoemd, met vermelding van eventueel bijkomende beperkingen/voorwaarden:

        In geval van absolute noodzaak, de voertuigen van bouwaannemers of gelijkgestelden die dienen voor een werk in die zones.

        Voertuigen die worden gebruikt in het kader van occasionele markten, culturele activiteiten, festiviteiten en evenementen, in de mate deze voorafgaandelijk goedgekeurd zijn door de burgemeester of het college van burgemeester en schepenen.

        Voertuigen die dienst doen als ceremoniewagen in de betreffende voetgangerszone bij een huwelijk. Inschrijvingsbewijs van het betreffende voertuig bij te voegen bij aanvraag. Maximaal twee ceremoniewagens en eventueel één cateringwagen in functie van laden en lossen (niet parkeren).

        Voertuigen die dienst doen als verhuiswagen bij een verhuis op een specifieke dag.

        Voertuigen van een huurder van een evenementenlocatie gelegen in de desbetreffende voetgangerszone: maximaal 2 tijdelijke doorgangskaarten op voorleggen van het huurcontract.

        Personenwagens die dienst doen als ceremoniewagen in de betreffende voetgangerszone bij een huwelijk. Inschrijvingsbewijs van het betreffende voertuig dient te worden bijgevoegd bij de aanvraag. Maximaal 2 ceremoniewagens en eventueel één cateringwagen in functie van laden en lossen (niet parkeren). 

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om de gecoördineerde versie van het algemeen reglement doorgangskaarten goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

PROJECTFICHE VAN DE STATIONSOMGEVING LIER VOOR DE PUBLICATIE DOOR DE VLAAMSE BOUWMEESTER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op 25 april 2025 werd er een projectreview gedaan aan het directiecomité (DirCo) van SOLag over de stationsomgeving.

 

Op 23 mei 2025 werd het DirCo in kennis gesteld van de noodzaak om het Masterplan Stationsomgeving up te daten n.a.v. het locatieonderzoek omtrent het nieuw Liers cultuurcentrum waarbij de stationsomgeving niet langer de geprefereerde locatie is, waardoor er een programmatorische leegte is ontstaan in het huidige Masterplan Stationsomgeving (2009 / geactualiseerd 2018).

 

Verder werd ook het DirCo in kennis gesteld van de procedure Oproep Aan Geïnteresseerden van de Vlaamse Bouwmeester (BWMSTR). Na voorlegging van ons project heeft de BWMSTR positief gereageerd.

 

De samenwerking met de bouwmeester werd op 27 juni 2025 goedgekeurd door het DirCo.

 

De projectfiche voor de bekendmaking van de opdracht via BWMSTR (ca. 4500 ontwerpers) is afgerond.

 

Op 1 oktober 2025 werd de projectfiche goedgekeurd door de RVB Solag.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

13 onthoudingen: Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Ipek Altun, Onur Alar, Sander Roelandt, Philippe Iglesias Bezemer en Katrien Van Praet

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 13 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1:

De gemeenteraad keurt de projectfiche van de stationsomgeving Lier goed.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

AANKOOP PERCEEL NR 565/B, 565/C; 565/2/D EN 566 - DORPSSTRAAT/BEEKSTRAAT LIER - ONTWERPAKTE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In de Dorpsstraat/Beekstraat te Koningshooikt worden 4 gronden te koop aangeboden die ten kadaster gekend zijn als Lier 4e afdeling Koningshooikt, sectie B nrs. 565/B, 565/C, 565/2/D en 566. De vraagprijs betreft 110.000 euro. De eigenaar is een particulier.

 

De gronden hebben een kadastrale oppervlakte van 11.537 m². De percelen kleuren donkerblauw op de pluviale kaart. Dit zijn gebieden met een middelgrote overstromingskans.

 

Stad Lier wenste de gronden aan te kopen voor de aanleg van een hondenweide en een speelbos/park.

 

Na een gesprek tussen dienst vastgoed en de eigenaar is deze laatste bereid om te verkopen aan de prijs van 92.500 euro.

 

Op 28 april 2025 beslist de gemeenteraad om de percelen gelegen aan Dorpsstraat/Beekstraat te Koningshooikt en ten kadaster gekend zijn als Lier 4e afdeling Koningshooikt, sectie B nrs. 565/B, 565/C, 565/2/D en 566 aan te kopen aan de prijs van 92.500 euro.

 

Het college stelde op 26/5/2025 notariskantoor Van Bockrijck Daniel en Gilles, met kantoor te Van Putlei 103, 2547 Lint, aan ter behartiging van dit dossier en het verlijden van de nodige notariële aktes.

 

Feiten en context

Bij beslissing van de gemeenteraad van 28 april 2025 werd beslist tot de aankoop van de

percelen gelegen aan Dorpsstraat/Beekstraat te Koningshooikt en kadastraal gekend als Lier 4e afdeling Koningshooikt, sectie B nrs. 565/B, 565/C, 565/2/D en 566. In uitvoering van deze beslissing bezorgt notaris Van Bockrijck de notariële aankoopakte.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de ontwerpakte betreffende de aankoop van de percelen die ten kadaster gekend zijn als Lier 4e afdeling Koningshooikt, sectie B nrs. 565/B, 565/C, 565/2/D en 566 goed te keuren.

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Ipek Altun, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

3 onthoudingen: Ellen Lissens, Sander Roelandt en Katrien Van Praet

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte betreffende de aankoop van de percelen die ten kadaster gekend zijn als Lier 4e afdeling Koningshooikt, sectie B nrs. 565/B, 565/C, 565/2/D en 566 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

GRONDINNAMES HERAANLEG MARNIXDREEF - INNAME 8. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Marnixdreef dienen er enkele innames te gebeuren, o.a. een perceel grond met een oppervlakte van 7 m², zijnde een deel van het perceel, aangeduid als inneming 8 op het innemingsplan Marnixdreef opgemaakt door studiebureau SWECO in opdracht van stad Lier.

 

Het betreft in dit geval een belofte tot verkoop voor openbaar nut waarbij de betrokkenen voor het deel dat ze afstaan een vergoeding krijgen van 3343,20 euro.

 

De onderhandse overeenkomst werd inmiddels ondertekend door de betrokken partij. Deze wordt als bijlage toegevoegd en ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Het college neemt kennis van en overweegt om de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand goed te keuren:

• overeenkomst betreffende inname 8

 

Schepen Schwagten licht ter zitting toe dat de punten OZ.12 tot OZ.14, allen grondinnames over overeenkomsten die in het verleden een kennisname zijn en geen goedkeuring zoals aangegeven. Het zijn eenzijdige verkoopsbeloftes waarvan de gemeenteraad enkel kennis dient te nemen.

Het besluit wijzigt bijgevolg als volgt:

Huidig artikel:

"Art 1 :

De gemeenteraad keurt de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand goed:

• overeenkomst betreffende inname 8"

 

Gewijzigd artikel:

"Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand:

• overeenkomst betreffende inname 8"

 

Stemming

 

Wijziging "GOEDKEURING" naar "KENNISNAME" van OZ.12 tot OZ.14

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand:

• overeenkomst betreffende inname 8

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

GRONDINNAMES HERAANLEG MARNIXDREEF - INNAME 10. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Marnixdreef dienen er enkele innames te gebeuren, o.a. een perceel grond met een oppervlakte van 23 m², zijnde een deel van het perceel, aangeduid als inneming 10 op het innemingsplan Marnixdreef opgemaakt door studiebureau SWECO in opdracht van stad Lier.

 

Het betreft in dit geval een belofte tot verkoop voor openbaar nut waarbij de betrokkenen voor het deel dat ze afstaan een vergoeding krijgen van 6184,9 euro.

 

De onderhandse overeenkomst werd inmiddels ondertekend door de betrokken partij. Deze wordt als bijlage toegevoegd en ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Het college neemt kennis van en overweegt om de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand goed te keuren:

• overeenkomst betreffende inname 10

 

Schepen Schwagten licht ter zitting toe dat de punten OZ.12 tot OZ.14, allen grondinnames over overeenkomsten die in het verleden een kennisname zijn en geen goedkeuring zoals aangegeven. Het zijn eenzijdige verkoopsbeloftes waarvan de gemeenteraad enkel kennis dient te nemen.

Het besluit wijzigt bijgevolg als volgt:

Huidig artikel:

"Art 1 :

De gemeenteraad keurt de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand goed:

• overeenkomst betreffende inname 10"

 

Gewijzigd artikel:

"Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand:

• overeenkomst betreffende inname 10"

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand:

• overeenkomst betreffende inname 10

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

GRONDINNAMES HERAANLEG MARNIXDREEF - INNAME 13. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Marnixdreef dienen er enkele innames te gebeuren, o.a. een perceel grond met een oppervlakte van 9 m², zijnde een deel van het perceel, aangeduid als inneming 13 op het innemingsplan Marnixdreef opgemaakt door studiebureau SWECO in opdracht van stad Lier.

 

Het betreft in dit geval een belofte tot verkoop voor openbaar nut waarbij de betrokkenen voor het deel dat ze afstaan een vergoeding krijgen van 8.790 euro.

 

De onderhandse overeenkomst werd inmiddels ondertekend door de betrokken partij. Deze wordt als bijlage toegevoegd en ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Het college neemt kennis van en overweegt om de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand goed te keuren:

• overeenkomst betreffende inname 13

 

Schepen Schwagten licht ter zitting toe dat de punten OZ.12 tot OZ.14, allen grondinnames over overeenkomsten die in het verleden een kennisname zijn en geen goedkeuring zoals aangegeven. Het zijn eenzijdige verkoopsbeloftes waarvan de gemeenteraad enkel kennis dient te nemen.

Het besluit wijzigt bijgevolg als volgt:

Huidig artikel:

"Art 1 :

De gemeenteraad keurt de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand goed:

• overeenkomst betreffende inname 13"

 

Gewijzigd artikel:

"Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand:

• overeenkomst betreffende inname 13

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de volgende ondertekende overeenkomst tot grondafstand:

• overeenkomst betreffende inname 13

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

GRONDINNAMES HERAANLEG MARNIXDREEF - INNAME 14. GOEDKEURING.

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

DIGITALE AANGIFTE OVERLIJDEN VIA ELYS-PLATFORM - TOETREDINGSOVEREENKOMST. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 5 september 2022 over de goedkeuring van deelname aan de subsidieaanvraag voor digitale aangifte overlijden

 

Feiten en context

In 2022 besliste verschillende gemeenten, waaronder Leuven Aalst, Lier, ..., om in te stappen in het project 'digitale aangifte van overlijden'.

 

Op 26 september 2025 ontving de stad een brief van agentschap binnenlands bestuur over de ondertekening van de toetredingsovereenkomst voor opstart digitale aangifte overlijden via eLys-platform.

In januari 2026 nemen alle Vlaamse lokale besturen het eLys-platform in gebruik en stappen ze zo over naar de digitale verwerking van een overlijden.

Vóór de start van deze nieuwe werkwijze moeten de lokale besturen een toetredingsovereenkomst ondertekenen om te voldoen aan de AVG-wetgeving.

 

Waarom overschakelen naar de digitale aangifte overlijden? Het overlijden van een persoon leidt in Vlaanderen tot een uitgebreid administratief proces, met uitwisseling van papieren attesten tussen de betrokken partijen (gemeenten, uitvaartondernemer en artsen) om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen. Ook nabestaanden krijgen te maken met deze administratieve rompslomp.

 

Het digitaal uitwisselingsplatform eLys digitaliseert de administratieve processen en procedures die gepaard gaan met het overlijden van een persoon en zorgt voor een efficiënte en veilige gegevensdeling tussen alle betrokken stakeholders. Ondertussen bekrachtigde de Vlaamse Regering via een decreet de digitalisering van de overlijdensadministratie vanaf 1 januari 2026.

 

Voordelen

        Vermindering van de administratieve lasten en kosten: een geschatte besparing van 300 tot 1.400 euro per jaar aan portkosten per lokaal bestuur en een efficiëntiewinst van 20 tot 30 minuten per dossier.

        Verkorting van de doorlooptijd: de tijd tussen de vaststelling door de arts en de opmaak van de overlijdensakte wordt teruggebracht van 2,5 naar 1 werkdag, en de tijd tot de afgifte van de toestemming tot begraven of crematie kort in van 4 naar 2 werkdagen.

        Betere dienstverlening aan de burger die ontlast wordt van administratieve rompslomp.

 

De AVG-wetgeving (Algemene Verordening Gegevensbescherming) verplicht de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken van het platform een toetredingsovereenkomst te ondertekenen. Die overeenkomst regelt de verdeling van de verantwoordelijkheden voor de verwerking van de persoonsgegevens. De werkgroep informatie & cyberveiligheid van VVSG die de DPO’s van de verschillende steden en gemeenten verenigt, keek dit document na en valideerde het.

 

Concreet sluit elk lokaal bestuur een toetredingsovereenkomst af met Athumi - het Vlaams Datanutsbedrijf, een verzelfstandigd Vlaams agentschap dat optreedt als neutrale partner die instaat voor de bouw en het beheer van eLys.

Deze moet door de gemeenteraad worden goedgekeurd. Aangezien de stad als piloot begin november van start gaat, moeten wij de ondertekende overeenkomst tegen uiterlijk 31 oktober 2025 bezorgen.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, artikelen 279 t.e.m. 283

Decreet van 14 juli 2025 over het platform voor overlijdensadministratie

AVG-wetgeving (Algemene Verordening Gegevensbescherming)

 

Argumentatie

Het is aangewezen dat de stad de toetredingsovereenkomst ondertekent, zeker omdat de stad mee betrokken was en trekker in het project "Gemeente zonder gemeentehuis" om de aangifte overlijden te digitaliseren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de ondertekening van de 'Toetredingsovereenkomst voor opstart digitale aangifte overlijden via eLys-platform'.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

SOLAG - VERVANGING LID RAAD VAN BESTUUR. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing 24 februari 2025 over de samenstelling van de raad van bestuur SOLag.

 

Feiten en context

Op basis van art 225 van het Decreet Lokaal Bestuur benoemt de gemeenteraad de leden van de raad van bestuur van een extern verzelfstandigd agentschap autonoom gemeentebedrijf waarbij in art 235 voorwaarden worden vastgelegd naar de samenstelling van de raad van bestuur toe (maximaal 12 leden en respecteren van de gendervoorwaarde); in art 229 worden voorwaarden opgelegd met betrekking tot personen die worden voorgedragen als lid van de raad van bestuur van een autonoom gemeentebedrijf (geen provinciegouverneur, ...).

 

In haar aangetekend schrijven van 4 september 2025 laat de mevrouw Maia Soucy, lid raad van bestuur Vooruit Lier, weten dat zij ontslag neemt als lid van de raad van bestuur. De voorzitter van Vooruit Lier liet ons per mail op 30 september 2025 weten dat zij zal vervangen worden door mevrouw Emilienne Verhoft. Emilienne Verhoft voldoet aan de voorwaarden.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur, artikel 225, 229 en 235

Statuten SOLag

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de vervanging van de mevrouw Maia Soucy in de raad van bestuur SOLag door mevrouw Emilienne Verhoft goed.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND - DOTATIE 2026-2031. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De nieuwe bestuursploeg van brandweerzone Rivierenland diende opnieuw het bedrag van de gemeentelijke dotaties te bepalen. Om deze beslissing voor te bereiden, werd in de schoot van de zoneraad een werkgroep Financiering opgericht, met afvaardiging vanuit de zoneraad en de zoneleiding.

 

De zoneraad van 4 juli 2025 bereikte een akkoord over de gemeentelijke dotaties voor de periode 2026-2031. Deze zijn als volgt samengesteld:

        27.483.368 euro per jaar exploitatiedotatie

        500.000 euro per jaar investeringsdotatie

De zoneraad van 5 september 2025 bereikte een akkoord over de verdeling over de gemeenten van deze bedragen. De bestaande verdeelsleutel op basis van het inwonersaantal wordt voor 75% gehandhaafd. Voor de periode 2026-2031 wordt het inwonersaantal van 1 januari 2025 als basis gehanteerd. De overige 25% is een berekening op basis van diverse bijkomende parameters, zoals oppervlakte, kadastraal en belastbaar inkomen en risico’s op het grondgebied van de gemeente. Deze parameters zijn afkomstig uit de Wet op de Civiele Veiligheid.

 

Alvorens de ontwerpbegroting voor het dienstjaar 2026 aan de zoneraad te kunnen voorleggen voor goedkeuring dienen de 18 gemeenteraden de dotaties voor de jaren 2026-2031 goed te keuren. De wettelijk voorziene timing voor goedkeuring van de gemeentelijke dotaties in de gemeenteraad is uiterlijk 1 november 2025. Een goedkeuring van dotaties in de gemeenteraden is tevens van belang in het kader van de financiering van de hulpverleningszone voor de financiering van werkingskosten en personeelsuitgaven, en in het vervolledigen van de gemeentelijke begroting en meerjarenplanning 2026-2031.

 

Bij de aanvang van de legislatuur werd de zoneraad geïnformeerd over de uitdagingen van de komende legislatuur:

        De voorziene SLA (Service Level Agreement) effectief overal realiseren. Vooral in Lier en Heist-op-den-Berg staat die onder druk.

        De bemanning van de ziekenwagens volgens de vernieuwde norm van FOD Volksgezondheid realiseren.

        (Dag)beschikbaarheid van onze posten door vrijwilligers staat onder druk.

        De leeftijd van de operationele medewerkers, ongeacht het statuut, is eerder hoog.

        Gepresteerde permanentie-uren door vrijwilligers en gepresteerde OPT OUT uren voor permanentie door beroeps zijn hoog.

        Aanwerving vrijwillige brandweerlieden is een prioriteit.

 

Op basis hiervan werden een aantal beleidsvoorstellen voorbereid. Wanneer de zone tegemoet wil komen aan de huidige uitdagingen, is hiervoor 9 miljoen euro extra per jaar nodig overeenkomstig de voorstellen van het Technische Commissie.

Bijkomend werd berekend dat verderzetting van het huidige beleid er 6,25 miljoen euro bijkomend per jaar nodig is. Dat bestaat erin iedereen die vandaag in dienst is te verlonen, het aanwezige materiaal te onderhouden en minimaal de investeringen van de vorige legislatuur voort te zetten, waarbij uit een vergelijkende studie van de brandweerzones blijkt dat wij inzake exploitatie de 8ste en inzake investeringen de 3de goedkoopste zone van België zijn.

 

Op basis van de inspanningen van de werkgroep Financiering, werd de gewenste jaarlijkse meerkost van 9 miljoen gereduceerd tot een jaarlijkse meerkost van 2.369.998,- euro.

De stijging van het exploitatiebudget houdt reeds rekening met een aantal maatregelen/parameters die de zoneraad op 4 juli 2025 goedkeurde:

        Parameters:

        Alle signalen wijzen in de richting dat 1.100.000 euro extra federale dotaties realistisch zijn. Daarnaast is een hogere financiering van 1.130.000 euro voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) te verwachten. In dat geval dient wel aan de normen voldaan te worden, en de inschakeling van beroepsambulanciers kadert daarin.

        Een verhoging van retributies vanaf 1 januari 2026, met als inschatting 500.000,- euro per jaar meer aan inkomsten.

        De financiering van investeringen in materiaal zal gebeuren met de eerder bepaalde investeringsdotatie van maximaal 500.000 euro. De rest van materiaalkost investeringen wordt gefinancierd met leningen. De financiering van nieuwbouwkazernes en renovatie van kazernes zal verder gebeuren met de eerder goedgekeurde leningen door de brandweerzone.

        De kost van eventuele bodemsanering nav PFAS vervuiling is niet in rekening gebracht.

        Maatregelen:

        Behoud van de Service Level Agreement (SLA)

        De zoneleiding heeft de opdracht de uitdagingen op het vlak van SLA/dekking, beschikbaarheid medewerker, bestaffing ziekenwagens, inzetbaarheid medewerkers en werkbelasting uit te werken.

        Een verhoging van het investeringsbudget om terug bij te bouwen op het vlak van voertuigen, materieel en gebouwen. De afgelopen jaren was er immers een onder investering en die opmerking werd eerder al geformuleerd door Binnenlandse Zaken. Tegelijkertijd is er een aangepast investeringsplan van voertuigen door verlenging afschrijftermijn, geen technische hoogtewerkers, verlaging van aantal voertuigen. Deze simulatie levert een gemiddelde nood aan investeringen van 3,9  miljoen per jaar ipv 4,7 miljoen. Er wordt opgemerkt dat door de voorziene aanpassingen uitval van voertuigen kan stijgen, en dat de beperking van reservevoertuigen impact kan hebben (vooral bij de inzet van een Multifunctionele autopomp (MFAP)). Dit zal (tijdelijke) verschuivingen van voertuigen met zich meebrengen.

 

Fasering

Het tijdsschema voor de goedkeuring van de begroting van de hulpverleningszone voor het dienstjaar 2026 is als volgt:

        zoneraad 5 september 2025: aktename ontwerpbegroting

        toelichting gemeenteraadsleden. De uitnodiging werd door de zonesecretaris bezorgd aan de algemeen directeurs in de week van 25 augustus 2025. De digitale toelichting over de begroting is voorzien op 22 september 2025.

        zoneraad 3 oktober 2025: goedkeuring ontwerpbegroting

Dit tijdschema kan enkel gehandhaafd worden indien alle gemeenteraden hun goedkeuring verleend hebben aan de gemeentelijke dotaties voor de komende jaren.

Concreet betekent dit dat de beslissingen van de gemeenteraden bekend moeten zijn bij de zonesecretaris op 2 oktober 2025.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid (B.S. 31.07.2007) en (erratum 01.10.2007):

Art. 68.* § 1. De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting. Zij wordt ten minste in twaalfden uitbetaald. [Vervangen bij W. van 19 april 2014, art. 23, 1° (inw. 2 augustus 2014) (B.S. 23.07.2014) –
§ 2. De dotaties van de gemeenten van de zone worden jaarlijks vastgelegd door de raad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden. Het akkoord wordt bereikt ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is.

Ministriële omzendbrief van 24 september 2024 betreffende de onderrichtingen voor de opmaak van de begroting van de hulpverleningszones voor 2025 en de bijhorende begrotingswijziging

 

Financiële weerslag

De totale gemeentelijke dotaties, zoals goedgekeurd door de zoneraad van 4 juli 2025, is enerzijds samengesteld uit een basisdotatie en investeringsdotatie:

        27.483.368 euro per jaar exploitatiedotatie

        500.000 euro per jaar investeringsdotatie

 

De zoneraad van 5 september 2025 bereikte een akkoord over de verdeling over de gemeenten van deze bedragen. De bestaande verdeelsleutel op basis van het inwonersaantal wordt voor 75% gehandhaafd. Voor de periode 2026-2031 wordt het inwonersaantal van 1 januari 2025 als basis gehanteerd. De overige 25% is een berekening op basis van diverse bijkomende parameters, zoals oppervlakte, kadastraal en belastbaar inkomen en risico’s op het grondgebied van de gemeente. Deze parameters zijn afkomstig uit de Wet op de Civiele Veiligheid.

De vastlegging van de dotaties voor een periode van 6 jaar betekent dat er in het begin van de legislatuur de zone in verhouding meer middelen ter beschikking krijgt. Dit dient echter om de tekorten van de stijgende kosten van de volgende jaren op te vangen via de overdrachten van de vorige jaren. Bijgevolg worden die overschotten niet terug gestort naar de gemeenten.

 

Dit heeft het voordeel dat er niet jaarlijks (moeilijke) discussies moeten gevoerd worden, en dat er – zowel voor gemeenten als voor de zone – duidelijkheid is voor een langere periode.

Dit heeft echter als nadeel voor de zone dat er vanuit de gemeenten wordt verwacht dat de brandweerzone binnen de afgesproken portefeuille blijft. Uitzonderlijke omstandigheden - zoals een extreme indexering - dient dan - onder de vorm van besparing - door de brandweerzone opgevangen te worden. Dit is in de voorbije legislatuur de realiteit geweest.

 

De financieel directeur van stad en OCMW Lier verleent zijn visum onder voorbehoud van goedkeuring van het meerjarenplan van stad en OCMW Lier. De vooropgestelde dotaties worden in de voorbereidende fase van het meerjarenplan meegenomen in de simulaties.

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Ipek Altun, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

3 onthoudingen: Ellen Lissens, Sander Roelandt en Katrien Van Praet

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan voor de dienstjaren 2026-2031 met een jaarlijkse exploitatiedotatie van 2.340.683 euro en een jaarlijkse investeringsdotatie van 42.584,00 euro aan Hulpverleningszone Rivierenland en zal dit inschrijven in het meerjarenplan 2026-2031.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

LIGO - ALGEMENE VERGADERING VAN 2 OKTOBER 2025 - AGENDA. BEKRACHTIGING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 24 februari 2025 over de goedkeuring voor het aanduiden van de heer Xander De Vos, gemeenteraadslid, en de heer Ivo Andries, schepen, als resp. effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Ligo

 

Feiten en context

De stad is één van de stichtende leden van Ligo (voorheen: Centrum voor Basiseducatie Open School vzw, of afgekort CBE Open School vzw).

 

De stad ontving op 23 september 2025 een uitnodiging voor het bijwonen van de algemene vergadering van Ligo op donderdag 2 oktober 2025 om 13.30 uur.

 

De agenda is als volgt vastgesteld:

 

1.

Statutenwijziging

 

De statutenwijziging omvat het voorstel om het bestuursorgaan van minimum 5 naar minimum 4 bestuurders te herleiden.

 

Juridische grond

Decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs

Wet van 23 maart 2019 over Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen

Koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen

Decreet Lokaal bestuur

 

Argumentatie

Het college ontving op 23 september 2025 de uitnodiging voor deze algemene vergadering. Daarom is het aangewezen dat het college een beslissing over de agenda van deze algemene vergadering neemt. Hij legt deze ter bekrachtiging voor aan de gemeenteraad.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

13 onthoudingen: Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Ipek Altun, Onur Alar, Sander Roelandt, Philippe Iglesias Bezemer en Katrien Van Praet

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 13 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van 29 september 2025 over de goedkeuring van de agenda van de algemene vergadering van 2 oktober 2025 van Ligo.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

INTENTIE POLITIEZONE LIER TOT HERSTRIPING DIENSTVOERTUIGEN VOLGENS DE BATTENBURG-NORM, VOLGENS RAAMOVEREENKOMST PZA/2021/418-HO25 PERCEEL 13, MET EEN GERAAMDE KOSTPRIJS VAN 60.000 EURO INCL. BTW. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In afwachting van de publicatie van het nieuwe koninklijk besluit houdende de visuele identificatie van voertuigen en materiaal van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, is politiezone Lier toegetreden tot het proefproject van VCLP (Vaste Commissie Lokale Politie).

Dit betekent dat politiezone Lier toestemming heeft om over te gaan tot de herstriping van dienstvoertuigen volgens de battenburgnorm met inachtname van het normenboek "Grafische en geschreven richtlijnen voertuigen en materialen Geïntegreerde politie België".

 

In het raamcontract PZA/2021/418-HO25 van politiezone Antwerpen heeft politiezone Lier de mogelijkheid om deel te nemen aan perceel nr 13 "Striping" via de mini-competitie.

 

Het perceel omvat:


Minimaal kan bestickering geleverd worden met:

        Reflectiegraad klasse 1, klasse 2 en klasse 3

        Thermische eigenschappen

Voorbeelden van deze bestickering zijn:

        Politiestriping

        Bumperstickering

        Logo's

        Symbolen

        Daknummers (met reflecterende ondergrond)

        Thermische daknummers

        Belettering

        Battenburg patroon

Op technisch vlak voldoen de stickers minstens aan alle normen zoals beschreven in de striping van de voertuigen van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, wat gebaseerd is op de omzendbrieven GPI13 en GPI18. Op vraag van Politiezone Antwerpen kan hiervan afgeweken worden.
Bestickering kan zowel geleverd worden als geleverd en geplaatst, in dat laatste geval kan plaatsing ook op een locatie (nationaal) naar keuze van PZA of de bestellende klant.

 

Politiezone Antwerpen treedt overeenkomstig artikel 2 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten voor prestaties die het voorwerp van deze opdracht uitmaken tevens kunnen optreden als aankoopcentrale voor de lokale politiezones op Belgisch grondgebied.

 

Politiezone Lier wenst volgend aantal voertuigen te herstripen naar de Battenburgnorm.

 

Battenburg niv. 2 + daknummer

3

Battenburg niv. 3 + daknummer + AEDsticker

3

Battenburg niv. 3 + AEDsticker

1

Battenburg MOTO

7

 

Politiezone Lier wenst eveneens optioneel de herstriping van volgende fietsen, scooters en aanhangwagens op te vragen, afhankelijk van de beschikbare budgetten

 

Battenburg FIETS

15

Battenburg SCOOTER

3

Battenburg AANHANGWAGEN

2

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 57,

betreffende de bevoegdheden van het college van Burgemeester en Schepenen.

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid wat artikel 33 betreft.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 betreffende de nieuwe lokale politie, ééngemeentezones en meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

Omzendbrief PLP 12 van 08 oktober 2001 betreffende de rol van de Gouverneur in het kader van het algemeen specifiek toezicht voorzien door de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Omzendbrief BA/2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones. Wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002.

Omzendbrief PLP31 van 28 januari 2003 betreffende de briefwisseling betreffende bepaalde materies van politiebeheer.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Omzendbrief BA/2006/01 van 13 januari 2006 betreffende het Gemeente- en Provinciedecreet in het kader van de inwerkingtreding van de bepalingen inzake het administratief toezicht.

De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

Omzendbrief GPI 29 van 9 december 2002 betreffende de identificatie van de voertuigen van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus.

 

Argumentatie

De burgemeester vraagt ter zitting nog een aanpassing te doen. Vandaag vernam de lokale politie dat door een recente heroproep door politiezone Antwerpen het nummer van de raamovereenkomst van politiezone Antwerpen moet worden aangepast, nl. van "PZA/2021/418" naar "PZA/2021/418-HO25" in het agendapunt. Het is belangrijk dat naar de juiste referentie wordt verwezen.

 

Financiële weerslag

De kosten werden geraamd op € 60.000 incl. BTW. In de begroting van 2025, art. 330/743-52, buitengewone dienst, aankoop auto's en bestelwagens is een resterend krediet van € 160.000.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Ellen Lissens, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen, Sander Roelandt en Katrien Van Praet

10 onthoudingen: Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Ipek Altun, Onur Alar en Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1:

De gemeenteraad keurt de intentie tot herstriping van de dienstvoertuigen volgens de Battenburgnorm, met gunning via raamovereenkomst van Politiezone Antwerpen PZA/2021/418-HO25 - Perceel 13, goed.

 

Art 2:
De gemeenteraad keurt de wijze van het gunnen en de raming van de opdracht goed.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

INTENTIE POLITIEZONE LIER BETREFFENDE AANKOOP EN LEVERING VAN EEN INTERVENTIEVOERTUIG TYPE COMBI VOOR VERKEERSDIENST, VOLGENS RAAMOVEREENKOMST PZA/2021/418-HO25, PERCEEL 2 EN 12,  MET EEN GERAAMDE KOSTPRIJS VAN 100.000 EURO INCL. BTW. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Politiezone Lier wenst volgend voertuig te vervangen:

VW Transporter/ type combi / 1-GNX-803 / 10 jaar oud / gestriped / kilometerstand van 75.741km.

 

Dit voertuig wordt gebruikt tijdens de dagelijkse werking van de dienst verkeer en dient wegens ouderdom vervangen te worden. 

 

In het raamcontract PZA/2021/418-HO25 van de politiezone Antwerpen heeft politiezone Lier de mogelijkheid om deel te nemen aan perceel nr 2: Personenvoertuigen en perceel nr. 12: Politionele ombouw, beide via mini-competitie. 

 

Politiezone Antwerpen treedt overeenkomstig artikel 2 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten voor prestaties die het voorwerp van deze opdracht uitmaken tevens kunnen optreden als aankoopcentrale voor de lokale politiezones op Belgisch grondgebied.

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 57,

betreffende de bevoegdheden van het college van Burgemeester en Schepenen.

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid wat artikel 33 betreft.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 betreffende de nieuwe lokale politie, ééngemeentezones en meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

Omzendbrief PLP 12 van 08 oktober 2001 betreffende de rol van de Gouverneur in het kader van het algemeen specifiek toezicht voorzien door de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Omzendbrief BA/2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones. Wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002.

Omzendbrief PLP31 van 28 januari 2003 betreffende de briefwisseling betreffende bepaaldemateries van politiebeheer.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Omzendbrief BA/2006/01 van 13 januari 2006 betreffende het Gemeente- en Provinciedecreet in het kader van de inwerkingtreding van de bepalingen inzake het administratief toezicht.

De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De burgemeester vraagt ter zitting nog een aanpassing te doen. Vandaag vernam de lokale politie dat door een recente heroproep door politiezone Antwerpen het nummer van de raamovereenkomst van politiezone Antwerpen moet worden aangepast, nl. van "PZA/2021/418" naar "PZA/2021/418-HO25" in het agendapunt. Het is belangrijk dat naar de juiste referentie wordt verwezen.

 

Financiële weerslag

De kosten werden geraamd op € 100.000 incl. BTW. In de begroting van 2025, art. 330/743-52, buitengewone dienst, aankoop auto's en bestelwagens is een resterend krediet van € 160.000.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Ellen Lissens, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen, Sander Roelandt en Katrien Van Praet

10 onthoudingen: Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Ipek Altun, Onur Alar en Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1:

De gemeenteraad keurt de intentie tot de aankoop en levering van een interventievoertuig type combi voor de dienst verkeer, volgens raamcontract PZA/2021/418-HO25 van de politiezone Antwerpen - Perceel 2 en Perceel 12, goed.

 

Art.2:
De gemeenteraad keurt de wijze van het gunnen en de raming van de opdracht goed.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

INTENTIE POLITIEZONE LIER TOT VERNIEUWING EN UITBREIDING VAN IT-INFRASTRUCTUUR, VOLGENS RAAMOVEREENKOMST V.I.T.O.-PPP04G-851/2035/RO-ICT IN_NR1 PERCEEL 5, MET EEN GERAAMDE KOSTPRIJS VAN 196.000 EURO INCL. BTW. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis
De gemeenteraad van 24 juni 2024 keurde de toetreding tot het raamcontract "Aankoop, huur of leasing van hard- en software (en gerelateerde diensten) binnen het domein van ICT infrastructuur" van aankoopcentrale VITO, Het Vlaamse Onafhankelijke onderzoeksorganisatie, met als referentie V.I.T.O.-PPP04G-851/2035/RO-ICT IN_nr1, goed.

 

Feiten en context

De politiezone Lier wenst een vernieuwing en uitbreiding van haar IT-infrastructuur te doen. Veel van de huidige laptops en desktops zijn verouderd en voldoen niet langer aan de noden van een moderne, efficiënte en veilige werkomgeving. Dit belemmert de dagelijkse werking en verhoogt de kans op technische storingen en onderhoudskosten.
 

Naast de vervanging van bestaande toestellen wil politiezone Lier ook inspelen op nieuwe behoeften binnen onze organisatie. Zo voorzien we de uitbreiding met ruggedized laptops die geschikt zijn voor gebruik op het terrein en in interventievoertuigen. Ook de aankoop van dockingstations en draagtassen maakt deel uit van deze investering, zodat medewerkers vlot en flexibel kunnen werken — zowel op kantoor als onderweg.


In dit kader zoekt politiezone Lier een partner voor de aankoop én de begeleiding in het beheer van deze toestellen (endpoints). De opdracht omvat dus niet alleen het leveren van hardware, maar ook ondersteuning bij de installatie, configuratie en het verdere beheer ervan. Door deze combinatie kunnen we onze medewerkers beter ondersteunen en de digitale werking van onze organisatie versterken.

Door deze aankoop te groeperen laat het ons toe om efficiënt te werk te gaan, schaalvoordelen te benutten en onze infrastructuur klaar te maken voor de toekomst.

 

In het raamcontract V.I.T.O.-PPP04G-851/2035/RO-ICT IN_nr1 van het Vlaams Onafhankelijke onderzoeksorganisatie heeft politiezone Lier de mogelijkheid om deel te nemen aan perceel nr 5 "End-points" via een minicompetitie.
 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 57,

betreffende de bevoegdheden van het college van Burgemeester en Schepenen.

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid wat artikel 33 betreft.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 betreffende de nieuwe lokale politie, ééngemeentezones en meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

Omzendbrief PLP 12 van 08 oktober 2001 betreffende de rol van de Gouverneur in het kader van het algemeen specifiek toezicht voorzien door de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Omzendbrief BA/2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones. Wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002.

Omzendbrief PLP31 van 28 januari 2003 betreffende de briefwisseling betreffende bepaalde materies van politiebeheer.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Omzendbrief BA/2006/01 van 13 januari 2006 betreffende het Gemeente- en Provinciedecreet in het kader van de inwerkingtreding van de bepalingen inzake het administratief toezicht.

De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen binnen de raamovereenkomst "Aankoop, huur of leasing van hard- en software (en gerelateerde diensten) binnen het domein van ICT infrastructuur" van aankoopcentrale VITO, Het Vlaamse Onafhankelijke onderzoeksorganisatie, met als referentie V.I.T.O.-PPP04G-851/2035/RO-ICT IN_nr1" perceel 5, End-points.
Dit volgens het principe van de minicompetitie.

 

Financiële weerslag

De kosten werden geraamd op € 196.000 incl. BTW. In de begroting van 2025, art. 330/742-53, buitengewone dienst, aankoop informaticamateriaal is een resterend krediet van € 294.031,23.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Maurits De Smedt, Dirk Frans, Marc De Keulenaer, Ellen Lissens, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen, Sander Roelandt, Philippe Iglesias Bezemer en Katrien Van Praet

9 onthoudingen: Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Stéphanie Van Campenhout, Tom Claes, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Ipek Altun en Onur Alar

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1:

De gemeenteraad keurt de intentie tot de vervanging en vernieuwing van IT-infrastructuur, met gunning via raamovereenkomst van V.I.T.O.-PPP04G-851/2035/RO-ICT IN_nr1 - perceel 5 (end-points) aan de hand van een minicompetitie goed.

 

Art 2:
De gemeenteraad keurt de wijze van het gunnen en de financiële weerslag van de opdracht goed.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Overzicht punten

Zitting van 20 oktober 2025

 

VERKEERSVEILIGHEID KRUISPUNT R16/N10

 

MOTIVERING

Feiten en context

Twee langverwachte projecten worden of werden in 2025 afgewerkt:

        Het sportpark op de Hoge Velden, een dossier waar al decennia sprake van was, ging deze zomer open en biedt onder meer onderdak aan 700 jeugdige voetballertjes die vroeger hun heil in andere gemeenten moesten zoeken. De stad investeerde meer dan 10 miljoen euro in dit prachtige complex.

        De stad investeerde samen met de hogere overheid in de heraanleg van de Aarschotsesteenweg, de N10, met het oog op volwaardige fietspaden, waardoor Koningshooikt en Lier eindelijk ook voor fietsers veilig met elkaar verbonden zouden moeten zijn. Deze Aarschotsesteenweg maakt deel uit van het bovenlokaal functioneel fietsnetwerk (BFF), gewenst voor hogere intensiteiten fietsverkeer.

Buiten het feit dat het beide projecten zijn waar al jaren reikhalzend naar uitgegekeken werd, hebben ze ook gemeen dat je voor de verbinding met het centrum van Lier het kruispunt van de ring (R16) en de Aarschotsesteenweg (N10) over moet steken. Laat dit nu net het meest complexe en minst verkeersveilige kruispunt van de R16 zijn, zeker voor fietsers en voetgangers.

De beste oplossing voor deze onveiligheid, een fiets- en voetgangerstunnel, wordt door het Agentschap Wegen en Verkeer technisch en zeker financieel onhaalbaar geacht. Maar zelfs beperktere aanpassingen op het huidige kruispunt N10/R16 kwamen er ondanks herhaaldelijk aandringen, ook vanuit deze gemeenteraad, tot op heden niet.

 

Argumentatie

Sinds opening van het Sportpark stellen we vast dat fietsomleiding die voorzien is om van centrum Lier naar het sportpark te gaan, via Waversesteenweg en Herderin, niet bijzonder populair is. Een overgrote meerderheid kiest, niet geheel onlogisch, voor de kortste weg via het kruispunt N10/R16. Dagelijks kunnen we vaststellen dat dit kruispunt hierop niet voorzien is, ook moeilijk leesbaar is voor de verschillende gebruikers  en er zo bijzonder gevaarlijke situaties ontstaan. De opening van de Aarschotsesteenweg binnnenkort, en ook het komende winteruur gaan de situatie enkel nog verergeren. De vrees heerst dat een ernstig ongeval niet lang op zich gaat laten wachten. De gemeenteraad is daarom van oordeel dat aanpassingen dringend nodig zijn.

 

Voorstel van besluit

Art 1 :

De gemeenteraad vraagt aan het schepencollege te blijven aandringen bij wegbeheerder AWV om het kruispunt N10/R16 veiliger en duidelijker in te richten, specifiek voor voetgangers en fietsers.

 

Art. 2:

De gemeenteraad vraagt aan het schepencollege om met de eigen mobiliteitsdienst en de mobiliteitsraad, eventueel aangevuld met andere lokale mobiliteitsdeskundigen, te bekijken of er ook op het gedeelte Aarschotsesteenweg binnen de ring nog optimalisaties mogelijk zijn om de fiets- en wandelroutes van en naar het sportpark veiliger te maken. Binnen dit overleg kunnen ook suggesties voor aanpassingen aan het kruispunt N10/R16 worden uitgewerkt, om voor te leggen aan AWV.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad vraagt aan het schepencollege te blijven aandringen bij wegbeheerder AWV om het kruispunt N10/R16 veiliger en duidelijker in te richten, specifiek voor voetgangers en fietsers.

 

Art 2 :

De gemeenteraad vraagt aan het schepencollege om met de eigen mobiliteitsdienst en de mobiliteitsraad, eventueel aangevuld met andere lokale mobiliteitsdeskundigen, te bekijken of er ook op het gedeelte Aarschotsesteenweg binnen de ring nog optimalisaties mogelijk zijn om de fiets- en wandelroutes van en naar het sportpark veiliger te maken. Binnen dit overleg kunnen ook suggesties voor aanpassingen aan het kruispunt N10/R16 worden uitgewerkt, om voor te leggen aan AWV.

 

Publicatiedatum: 27/11/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.