Lier

Zitting van 23 juni 2025

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Martine Van der Kuylen (N-VA) i.v.m. Burendag

Als gemeenteraadslid en medeorganisator van de burendag op het Belfortplein ben ik uiteraard zeer enthousiast over het project. Het zorgt voor een fijne sfeer in de straat en buren groeien een beetje dichter naar elkaar toe.

Dit laat zich voelen doorheen het hele jaar, een goeiemorgen bij het passeren, een leuke babbel aan de voordeur of even aanbellen om een eitje te lenen.

 

Hopelijk wordt dit de volgende jaren verdergezet.

 

Ik zou dan ook graag enkele vragen stellen aan onze schepen Niels De Bakker:

        Hoeveel wijken hebben er dit jaar deelgenomen?

        Was dit een grote stijging ten opzichte van vorig jaar?

        Wijken waar niets werd georganiseerd, kan je daar proactief langsgaan om mensen warm te maken voor dit project?

        Wat is de kostprijs voor de stad per buurtfeest?

 

Antwoord schepen Niels De Bakker:

Er waren 34 buurtfeesten verspreid over Lier en Koningshooikt. Dat is een stijging tegenover vorig jaar waarin er 27 feesten waren. De feesten werden op de kaart aangeduid om te kijken waar we kansen zien om buurtversterkend sommige feesten samen te brengen naar de toekomst toe en leemtes op te merken waarop we naar de toekomst toe kunnen en willen inspelen. Een buurtpakket komt neer op 50 euro per pakket en zo kost dit bureninitiatief dus een 1700 euro in totaal.

Het aantal deelnemers op de bureninitiatieven varieerde tussen de 9 en de meer dan 20 buren die deelnamen. De invulling van het bureninitiatief wordt door de buurt zelf gekozen, op deze manier blijft het laagdrempelig en kan de buurt zelf inrichten wat draagbaar is voor de initiatiefnemers. Bij vragen stonden onze diensten steeds klaar om hulp te bieden.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Anja De Wit (N-VA) i.v.m. muziekje ijsjeskar

Met de zomer die er aankomt, kijken heel wat kinderen – en stiekem ook heel wat volwassenen – opnieuw uit naar het vertrouwde geluid van de ijsjeskar die de straat inrijdt. Dat vrolijke muziekje is voor velen hét signaal dat er een klein geluksmomentje aankomt.

 

Recent verschenen er echter berichten in de pers dat in sommige gemeenten het gebruik van muziek door rondrijdende ijsjeskarren aan banden wordt gelegd, omdat het als geluidshinder zou worden beschouwd. In bepaalde steden wordt zelfs voorgesteld om dit soort aankondigingen enkel nog via een app toe te laten.

 

In het kader van “Lierke Plezierke” en het belang van kleine, laagdrempelige vormen van plezier voor onze jongste inwoners, wil ik u graag de volgende vraag stellen:

 

Is het in Lier nog steeds toegelaten dat een ijsjeskar met een muziekje door de straten rijdt, of gelden er ook bij ons beperkingen op dat vlak? En indien er regels bestaan, hoe worden die dan toegepast in de praktijk?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

In Lier is de regelgeving eerder eenvoudig: een rondrijdende ijsverkoper dient een belvergunning aan te vragen, die door ons doorgaans probleemloos wordt afgeleverd.

Voor 2025 zijn er drie geldige belvergunningen. Voor Ijs Jean (17/04), voor Crèmerie Jerome (13/02) en voor Joris Ijs (23/01).

Voorwaarden die wij opleggen zijn:

  1. De geluidsuitzendingen niet langer dan 10 seconden duurt en er minstens 1 minuut tijd zit tussen de geluidsuitzendingen
  2. De geluidsuitzending ten laatste om 22u wordt uitgezet.

 

Naar ons aanvoelen zijn dit limieten waar zowel de ijsverkopers als de inwoners best mee kunnen leven. Het aantal klachten dat ons bereikt over lawaai van de ijskar de afgelopen jaren is zeer, en dat benadruk ik, zeer beperkt.

Het klopt dat er in een aantal steden en gemeenten de regels worden aangescherpt en ondermeer verplichte routes worden opgelegd, er minder uren muziek mag worden gespeeld of bepaalde “ijsvrije” dagen worden opgelegd. Die vraag noch die noodzaak heeft zich hier nooit gemanifesteerd. Misschien is het typerend voor Lierke Plezierke, maar zoals Timmermans ons ooit omschreef: we zijn hier niet zo van schuurpapier en pinnekesdraad lijk een ander.

Kort samengevat: de ijskar mag hier nog gewoon rondrijden, en dat blijft wat ons betreft zo.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Sander Roelandt (Vlaams belang) i.v.m. verkeerssituatie in de Spoorweglei

Begin maart is er commotie ontstaan over de verkeerssituatie in de Spoorweglei naar aanleiding van het plotse verdwijnen van 24 parkeerplaatsen, zonder voorafgaande communicatie. Op de gemeenteraad van 31 maart heb ik om uitleg gevraagd en het antwoord heeft de buurtbewoners niet volledig gerust gesteld. De buurtbewoners zijn opnieuw met het stadsbestuur in overleg getreden.

Op 29 april is een terreinbezoek gebeurt door Schepen Niels De Bakker en Schepen van mobiliteit Ivo Andries. Alle pijnpunten van aan het station tot aan de overweg ‘het barreel’ werden er systematisch besproken.

 

  1. Wat is de voorlopige evaluatie van de nieuwe verkeerssituatie?
  2. Welke stappen zijn genomen sinds de ontmoeting met de buurtbewoners en welke stappen wilt u nog nemen?
  3. Hoe zit het met de uitbreiding van de blauwe zone, waar op de gemeenteraad van 31 maart een concreet engagement is genomen om dit te bekijken.

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

1) Voorlopige evaluatie

De voorlopige evaluatie is overwegend positief. Zoals vaak het geval is, vergt gewoontegedrag bij mensen wat tijd om zich aan te passen aan een nieuwe situatie. Intussen is er echter al een duidelijke, positieve evolutie merkbaar in de schoolomgeving.

 

2) Verkeersmaatregelen en parkeercapaciteit

Sinds de invoering van de maatregelen zijn er tijdelijk uitwijkstroken aangelegd. Na overleg met de bewoners zijn uiteindelijk drie permanente uitwijkstroken gerealiseerd. Deze worden als essentieel beschouwd en hebben een gunstig effect op de verkeersveiligheid.

Hoewel de parkeercapaciteit hierdoor is afgenomen, wijzen de voorlopige resultaten van het parkeeronderzoek en de wijkvisie van studiebureau MINT uit dat er nog voldoende onderbenutte restcapaciteit aanwezig is in de buurt. Dit geldt onder andere voor delen van de Eeuwfeestlaan nabij de Antwerpsesteenweg en de Guldensporenlaan.

Het klopt dat hierdoor minder mensen pal voor hun deur kunnen parkeren. Maar gezien de groei van het aantal inwoners en de noodzaak om efficiënter met de beschikbare publieke ruimte om te gaan, is een mentaliteitswijziging op dat vlak onvermijdelijk.

Daarnaast wordt er nog een voetpaduitstulping voorzien aan de Planeetstraat.

De mobiliteitsdienst bekijkt momenteel ook het verslag met de bijhorende bewonerssuggesties. Aangezien dit pas recent werd ontvangen, is er nog tijd nodig om dit grondig te analyseren. Sommige voorstellen, zoals het verplaatsen van de hekken aan de Spoorweglei richting het spoor, vergen bovendien overleg met externe partijen zoals NMBS en Infrabel, gezien de impact van dergelijke ingrepen.

 

3) Mogelijke uitbreiding van de blauwe zone

Wat betreft een eventuele uitbreiding van de blauwe zone, wordt eerst gewacht op de definitieve resultaten van het parkeeronderzoek en de wijkvisie. We willen goed onderbouwde beslissingen nemen, gebaseerd op objectieve gegevens, observaties en concrete aanbevelingen.

 

 

Mondelinge vraag 4 : van Anja Vlaeymans (Missie2500) i.v.m. verkeersveiligheid zwakke weggebruikers sportpark

De opening van het sportpark komt dichterbij. De bezorgdheid omtrent de ontsluiting van het sportpark werd reeds via mondelinge vraag door raadslid Breugelmans aangekaart tijdens de gemeenteraad van februari 2018.

Er zijn geen plannen vanuit AWV om de Ring ter hoogte van de Aarschotsesteenweg te onder tunnelen of om een fietsersbrug te voorzien.

Op de website van sportparklier lezen we dat er 2 manieren zijn voor de fietsers om het sportpark te bereiken:

        Via de Waversesteenweg en de wijk Herderin

        Via de Netedijken en Anderstad

Dit zijn goede alternatieven. Maar we weten ook dat fietsers vaak voor de kortste weg kiezen.

 

Daarom de volgende vragen:

        Is er al zicht op een structurele oplossing voor een verkeersveilige oversteek voor zwakke weggebruikers

        We hebben mogen vaststellen dat AWV al 2 conflictvrije kruispunten heeft gemaakt, ter hoogte van de Hagenbroeksesteenweg en ter hoogte van de Antwerpsesteenweg. Komt er ook een conflictvrij kruispunt aan de Aarschotsesteenweg? Heeft het stadsbestuur bij AWV aangedrongen op de aanpassing van de lichtenregeling aldaar? Op die manier zouden de fietsers alsnog veilig kunnen oversteken.

        De toegang voor fietsers naar het sportpark ligt vlak aan de fietsersoversteek van de Ring, daar waar juist het doorgaand verkeer naar Aarschot rechtsaf slaat. Wij vrezen ervoor dat hierdoor een extra verkeersonveilige situatie gecreëerd is. Is er bij de aanleg hiervan rekening gehouden? Is het schepencollege bereid deze situatie te herbekijken?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

        Onder- of overbrugging kruispunt:

Op dit moment zijn er vanuit het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) geen plannen om een ondertunneling of overbrugging te realiseren in de omgeving van dit kruispunt. Er zijn hierover in het verleden al gesprekken gevoerd, onder andere met de vorige minister van Mobiliteit en meerdere malen met AWV. Helaas hebben deze tot op heden nog niet geleid tot concrete budgetten of verdere stappen. Stad Lier blijft echter actief aandringen op een structurele oplossing en zal blijven pleiten voor de noodzakelijke investeringen.

 

        Fietsverkeer Sportpark – kruispunt R16/N10:

Het fietspad dat het sportpark ontsluit, is momenteel een dubbelrichtingsfietspad. Wanneer fietsers het kruispunt bereiken, dienen zij in principe eerst de N10 over te steken en vervolgens de R16, om zo hun traject aan de juiste kant van de weg verder te zetten richting het centrum van Lier.

Een van de mogelijke pistes die bekeken zal worden, is het doortrekken van het dubbelrichtingsfietspad over de R16. Aansluitend moet dan onderzocht worden hoe fietsers veilig naar de juiste zijde van de rijbaan kunnen worden begeleid. Volgens de richtlijnen van AWV moet een dubbelrichtingsfietsoversteek aan een kruispunt altijd conflictvrij worden geregeld, wat uiteraard positief is voor de veiligheid van actieve weggebruikers. Het nadeel is echter dat dit ten koste gaat van de doorstroming, inclusief voor het openbaar vervoer, dat hierdoor mogelijks extra vertraging oploopt.

Of een dubbelrichtingsfietsoversteek hier haalbaar is, zal afhangen van capaciteits- en doorstromingssimulaties die nog uitgevoerd moeten worden. De uiteindelijke beslissing zal genomen worden door AWV, in overleg met de stad.

 

        Bypass rechts en herinrichting kruispunt:

In het licht van deze ontwikkelingen is het volgens ons aangewezen om ook de rechtse bypass mee te nemen in de herontwerpstudie van het kruispunt, in het kader van het bredere N108–R16-dossier.

We wensen eerst af te wachten wat de impact van de nieuwe situatie zal zijn. Het is op dit moment moeilijk te voorspellen welke gevolgen er bijvoorbeeld zullen zijn voor de werking van de bypass. We willen vermijden dat zich opnieuw een situatie voordoet zoals bij de eerste aanpassingen aan het kruispunt op de Antwerpsesteenweg.

Daarnaast willen we benadrukken dat er voor de fiets- en voetgangersingang van het sportpark nooit eerder sprake is geweest van een verkeersonveilige situatie. Integendeel: fietsers en voetgangers worden daar op een veilige manier onmiddellijk opgenomen in het sportpark, wat op die manier bijdraagt aan een veilige situatie. De fietsstallingen liggen ook aan die zijde van het sportpark.

Na de realisatie van het sportpark zal AWV, opnieuw in overleg met de stad, evalueren of bijkomende aanpassingen noodzakelijk en/of haalbaar zijn.

 

 

Mondelinge vraag 5 : van Stijn Coenen (Missie2500) i.v.m. drugsoverlast in Lier

In het najaar signaleerde ik uitdagingen m.b.t. de overlast op het Renaat Veremansplein, en we bespraken de noodzaak om hier op verschillende manieren aan te werken. In de eerste plaats door vanuit de politie voldoende responsief te zijn voor signalen, en in opvolging – ook preventief.

De verstrengde controle, onder via een tijdelijke camera, hadden een goed effect op die locatie. Het is evenwel een te verwachte vaststelling dat dit gewoon een verplaatsing bleek te zijn van het probleem naar de Kruisbogenhofstraat. En met het verdwijnen van de camera(‘s) komt het probleem ook gewoon terug. Schrijnend dat op deze manier jonge kinderen van hun eigen speelplein weggehouden worden ten voordeel van jonge en minder jonge personen die voor de nodige overlast (drugs, vuilnis…) zorgen.

Het is dus nodig om hier opnieuw bij stil te staan. En vanuit de overtuiging dat het probleem een bredere oplossing moet kennen en zicht niet beperkt tot het Renaat Veremansplein, hoop ik dat de antwoorden op volgende vragen in deze richting liggen:

        Is dit verplaatsingsgedrag van de betrokkenen u bekend?

        Welke acties zal de stad, het OCMW en de politie nemen?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

We zijn er ons van bewust dat bij een focus op een problematiek (drugs, overlast,…), er een verschuiving kan optreden naar een ander gebied of regio. Dit zogenaamde waterbedeffect kan groot zijn (bijv. verplaatsen naar een andere stad) of kleiner (verplaatsing naar een naburige straat of wijk).

 

De politie anticipeert hier ook steeds op, maar in een stad zijn er steeds meerdere overlastplaatsen of hotspots. De aandacht moet dus verdeeld worden over diverse locaties en diverse problematieken.

 

De aanpak van drugs is een prioriteit in het zonaal veiligheidsplan. Het bestuur heeft ook fors geïnvesteerd in politie. Zo is het fietsteam uitgebreid dat actief controleert en observeert in de publieke ruimte, en is er een ILR-team bijgekomen dat zeer gericht drugsnetwerken in kaart brengt en oprolt. Daarnaast worden ook mobiele camera’s ingezet op dergelijke overlastplaatsen.  En dit met resultaat, zoals men kan lezen in het jaarverslag van de politie , cf. de opvallende stijging van het aantal vastgestelde drugsgerelateerde feiten.

 

Het voorbije jaar werden in Lier op verschillende overlastlocaties ook acties uitgevoerd met een drughond, ons vriendelijk uitgeleend door de federale politie.

Ik hen aangegeven dat we veel resultaten boeken in de strijd tegen drugs, en dat geldt ook voor de zone waar u het over hebt: de voorbije 2 jaar werden 12 pv’s voor wederrechtelijk bezit van verdovende middelen en 1 pv voor drughandel opgesteld voor feiten gebeurd in de Kruisbogenhofstraat.  Er werden 3 pv’s opgesteld voor drugsbezit op het Renaat Veremansplein en 4 voor drugsbezit in de Ernest Staaslei. Niet elke melding over vermeend drugsbezit of drugshandel resulteert echter in effectieve positieve vaststellingen van politie: vaak heeft men dus geen drugs op zak en vertrekt de melding, begrijpelijk en menselijk, vanuit een vermoeden dat achter het rondhangen van bepaalde profielen drugshandel verborgen zit. Dat is echter eerder de uitzondering dan de regel, gelukkig maar.

 

We zetten onze huidige aanpak verder, zowel in deze omgeving als op andere hotspots. We onderzoeken of op deze locatie(s) een vaste camera geplaatst kan worden, resultaat van dit totaalonderzoek zal ook langs deze raad komen uiteraard.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Xander De Vos (N-VA) i.v.m. e-steps en fatbikes

De afgelopen jaren zien we een opmars van het gebruik van deelsteps en e-steps in privégebruik. Hoewel ze een handig en milieuvriendelijk alternatief kunnen zijn voor auto, bereiken ons steeds meer signalen over de nadelen hiervan in ons verkeer.

Zo was er een studie van de Antwerpse Ziekenhuiskoepel ZAS waaruit blijkt dat elke dag 3 mensen binnenkomen via de spoeddiensten wegens een ongeval met de e-step. Dit is volgens hen zelfs nog een onderschatting van de werkelijke cijfers in het verkeer. Ook verschillende steden en gemeenten in Vlaanderen beginnen strenger op te treden tegen het gebruik, en vooral misbruik, van de e-steps in het verkeer. Ook de nieuwe trend van (elektrische) fatbikes, voor de ouderen of dertigplussers onder ons een elektrische mountainbike met dikke wielen, blijkt mee op de radar te staan van de lokale besturen. Van asociaal rijgedrag in het verkeer tot zelfs het gevaarlijke van snelheidsduivels die per twee op een fatbike of e-step tegen 70 km/u door het straten vliegen. Dat sommigen van hen ook nog eens onder de 16 jaar zijn, doet mij als leerkracht in Lier niet verbazen.

 

Mijn vragen zijn dan ook als volgt:

  1. Worden er in Lier en Koningshooikt controles gehouden op het gebruik van de e-steps en fatbikes in het verkeer? Zo ja, wat zijn de cijfers hierrond?
  2. Is de lokale politie al moeten overgaan tot inbeslagname van e-steps en fatbikes? Zo ja, wat waren de voornaamste redenen?
  3. Is het stadsbestuur, in navolging van andere steden en gemeenten, van plan strenger op te treden tegen de e-steps en fatbikes in het lokale verkeer en op welke manier ziet u dit?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

De lokale politie houdt reeds meerdere jaren controles op asociaal, hinderlijk en gevaarlijk rijgedrag van zowel fietsers als bestuurders van e-steps. Ook het fenomeen van fatbikes wordt opgevolgd.

 

In de periode januari-mei 2025 werden reeds een 40-tal pv’s opgesteld voor inbreuken begaan door een bestuurder van een e-step. Dat gaat over rijden over het voetpad, tegen de richting, met een passagier of vanwege te hoge snelheid.

 

Een zestal e-steps werden in beslag genomen, in opdracht van het parket, voornamelijk omdat ze opgedreven waren en dus niet in orde waren met de verkeerswetgeving. M.b.t. fatbikes zijn reeds controles uitgevoerd, maar nog geen inbreuken vastgesteld;

Het bestuur en de politie zijn van plan deze controles aan te houden.

Vanuit Stad Lier wensen we alleszins het gebruik van e-steps niet te faciliteren. Zo hebben we gekozen dit bewust niet mee in ons assortiment deelmobiliteit (deelwagens, deelfietsen) aan te bieden.

 

Middelen als e-steps hebben voornamelijk nadelen voor een stad als Lier, waaronder:

        Verrommeling van het openbaar domein

        Onaangepaste weginfrastructuur, met ongevallen tot gevolg

        Overlast illegaal parkeren

 

 

Interpellatie 2 : van Katrien Vanhove (Missie2500) i.v.m. opvolging PFAS in Koningshooikt

Vooreerst veel dank voor de organisatie van de infomarkt rond PFAS in het Koningshof in Koningshooikt. Omwonenden van de twee sites met no regret maatregelen en andere geïnteresseerden kregen informatie en konden hun vragen stellen.

Omdat het beschrijvend bodemonderzoek voor de site aan de Beekstraat nog steeds niet is afgerond, blijven de no regret maatregelen gelden. Zolang de resultaten er niet zijn, is er bij omwonenden onzekerheid over hoe met deze maatregelen precies om te gaan.

 

Daarom leggen wij deze vragen graag aan het college:

        Overweegt het stadsbestuur om – in afwachting van het beschrijvend bodemonderzoek – zelf bodemonderzoeken te doen in het gebied rondom de locatie van het bedrijf dat voor het risico op verontreiniging gezorgd heeft?

        Overweegt het stadsbestuur om omwonenden die dat wensen te ondersteunen in het uitvoeren van bodem- of andere onderzoeken? We denken hierbij aan het verlenen van expertise, informatie en eventueel financiële steun.

        Waar kunnen omwonenden terecht met vragen over de concrete toepassing van de no regret maatregelen? Kan er voorzien worden in een tijdige opvolging van deze vragen?

 

Antwoord schepen Niels De Bakker:

Het was ons een genoegen u en andere inwoners van Koningshooikt en Lier te ontmoeten op ons infomoment van afgelopen dinsdag, 17/06/2025 in Koningshooikt inzake de no regretmaatregelen die werden opgelegd op inmiddels twee locaties in Koningshooikt, hetzij ter hoogte van de Beekstraat en ter hoogte van de Van Hoolsite.

 

Zoals u weet en zoals reeds werd toegelicht, komt het de saneringsplichtige, hetzij de eigenaar van de gronden te Beekstraat 62+ toe om bijkomend onderzoek te verrichten en dit ter nazicht van de reeds opgelegde no regretmaatregelen. Dit bijkomend onderzoek zal duidelijkheid bieden inzake de draagwijdte van de vandaag geldende no regretmaatregelen, hetzij dat de eventuele cirkels van 100 én 500 meter verkleind kunnen worden of wie weet zelfs opgeheven kunnen worden.

 

De desbetreffende saneringsplichtige laat dit bijkomend onderzoek, tot onze spijt, reeds enkele maanden na.

 

Vanuit de PFAS werkgroep die werd opgestart binnen onze stad, werd besloten om zowel OVAM, als de saneringsplichtige aan te schrijven en hen aan te manen de nodige onderzoeken door te voeren.

 

In afwachting van dit bijkomend onderzoek, werd op initiatief van de stad de opdracht verleend tot een verkennend bodemonderzoek op de gronden aan de Beekstraat die in aanmerking zullen komen voor de realisatie van een park. De resultaten van dit onderzoek, welke wij begin september hopen te mogen ontvangen, zullen eveneens voor de omwonenden meer duidelijkheid verschaffen omtrent de mate waarin de verspreiding tot die specifieke onderzoekslocatie reikt. De resultaten van dit onderzoek zullen, vanzelfsprekend, ter kennis worden gebracht van de omwonende en betrokken burgers.

 

De PFAS werkgroep komt deze zomer, naar aanleiding van het infomoment en de evaluatie ervan, in ieder geval nogmaals samen. Aldaar zal nagegaan worden of, parallel van de aanmaningen én het eigen verkennend onderzoek eventueel nog bijkomend onderzoek aangewezen is en hoe zulks dan in praktijk zal worden doorgevoerd.

 

Wat de site Van Hool betreft, wordt er vanuit gegaan dat de saneringsplichtige tijdig deze bijkomende onderzoeken zelf zal doorvoeren. Dit wordt in ieder geval kort gemonitord.

 

Wat uw tweede vraag betreft, inzake het ondersteunen van de omwonenden bij het uitvoeren van bodemonderzoeken of andere onderzoeken, menen wij dat het in de eerste plaats aangewezen is om het lopende bodemonderzoek van zowel de Beekstraat als van de Van Hool site af te wachten en dit zodat we weten waar de verontreiniging juist zit en in welke concentraties.

 

De Stad baseert zich daarnaast op de adviezen van het Departement Zorg in verband met testen die vrij op de markt beschikbaar zijn voor eieren of het afnemen van een lokaal bloedonderzoek. De PFAS werkgroep analyseert deze adviezen en informatie en bereidt de nodige communicatie en initiatieven voor om de omwonenden zo nodig verder te informeren en te ondersteunen.

 

Uw laatste vraag: waar kunnen burgers terecht met vragen is zeker belangrijk en relevant. Ik, schepen Schwagten én de dienst Leefmilieu zijn het eerste aanspreekpunt voor onze burgers en de omwonenden. Binnen de diensten wordt dit dossier mee opgevolgd door Bart Verreth en An Romeijn.

 

Wat de tijdige opvolging van deze vragen betreft, wordt benadrukt dat deze vragen, binnen de mate van het mogelijke, door onze diensten binnen een redelijke termijn zullen worden behandeld. Waarbij een richtlijn van ca. vijf werkdagen wordt vooropgesteld.

 

 

Interpellatie 3 : van Piet De Zaeger (N-VA) i.v.m. het stedelijk Sportpark Lier

Zeven jaar geleden zag de toekomst van de voetbalclubs in de stad Lier er dramatisch slecht uit. In mei 2018 vroeg Maged Samy als voorzitter het faillissement aan voor de Lierse Sportkring, terwijl Lyra wegkwijnde in Berlaar na de sloop van het stadion aan de Mechelsesteenweg.

Vandaag is de Lierse Sportkring de financieel gezondste club in 1B en een van de weinige profclubs met een Vlaamse clubvoorzitter als eigenaar en voornamelijk binnenlandse spelers. Lyra-Lierse werkt seizoen na seizoen met succes verder aan haar ambitie om de beste amateurclub te worden in 1ste nationale. En de sportieve jeugdwerking van beide clubs doet het ook zeer goed.

Inmiddels is de site aan de Hoge Velden stilaan volledig omgebouwd tot een stedelijke jeugdsportinfrastructuur, onder de noemer Sportpark Lier. Lyra-Lierse finaliseert de komende weken en maanden haar eigen stadion op de site.

Met het stedelijk Sportpark Lier wilde het stadsbestuur kinderen en jongeren de nodige sportieve kansen bieden in Lier met de aanleg van voetbalterreinen, kleedkamers, ruimte voor beachvolley en 3x3 basket, een Finse looppiste en petanque.

Weldra wordt deze infrastructuur beschikbaar voor zowel sportverenigingen als voor de individuele sporters.

De voorbije periode werkte de stad aan afspraken tussen alle betrokken partijen over huur, beheer en onderhoud van de site.

Kan u de gemeenteraad daarom een stand van zaken geven van het toekomstig gebruik van de site?

 

Vragen:

  1. Welke voetbalclubs zullen gebruik maken van de voetbalterreinen en welke verdeelsleutel werd gehanteerd bij die toewijzing? Hoe verloopt die toewijzingsprocedure? Wie delibereert en op basis van wat als de vraag groter is dan het aanbod?
  2. Wat is de al ingeplande bezettingsgraad van de voetbalterreinen in het stedelijk Sportpark Lier? En wat is de bezettingsgraad van de andere sportinfrastructuur?
  3. Is er na de realisatie van dit jeugdsportcomplex nog nood aan bijkomende sportinfrastructuur? Worden in het kader van de lopende voorbereiding van financieel meerjarenplan 2026-2031 nog andere plannen overwogen?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

  1. In de kaderovereenkomst  tussen stad en Lyra Lierse werd inderdaad opgenomen dat ook andere voetbalclubs gebruik moeten kunnen maken van de site, tot 3 terreinen moeten beschikbaar gesteld worden. Lierse SK gaat met zijn jeugdwerking volgend seizoen 8 uur per week trainen op de kunstgrasvelden. Dit was voor hen een voorwaarde voor  het behalen van hun elite jeugdvoetbal licentie bij de voetbalbond. De uren werden door de sportdienst verdeeld na enkele constructieve overlegmomenten met de beide clubs . Deze werkwijze hanteren we ook bij de verdeling van de uren in onze andere sportaccommodaties. Naast Lierse SK zullen volgend jaar ook 3 recreatieve voetbalclubs naar het sportpark verhuizen. Vanuit Emblem verhuizen De Pallieters en de F.C De Goemmers en vanuit de site in Vremde komt F.C St-Michiel  naar Lier. Er zijn nog aanvragen vanuit het Antwerpse maar die houden we voorlopig nog even af tot we een volledig zicht hebben op de kalender. We moeten er ook rekening mee houden dat de natuurgrasvelden nog wat ingroeitijd nodig gaan hebben. Bij aanvang van het seizoen zal het nog wat puzzelen worden en zullen niet alle terreinen beschikbaar zijn, er zal dan maximaal op kunstgras getraind worden.

 

  1. Op de cluburen gaat de bezetting ineens maximaal zijn. De nood aan voetbalterreinen is zo groot dat alles ineens wordt ingevuld. We kunnen dit ook staven met algemene cijfers vanuit Vlaanderen, momenteel zijn we met 1,3 velden per 10.000 inwoners de slechtste leerling van de klas met de extra velden erbij komen we  ergens uit in de lage middenmoot.

 

Overdag zullen de leerlingen van de sportrichtingen van o.a. het Atheneum gebruik maken van de voetbalvelden en vanuit de stad gaan we er ook activiteiten organiseren.

 

Ook in onze andere sportaccommodaties zitten we nagenoeg met een volledige bezettingsgraad. De cijfers van onze sporthallen tijdens het schooljaar:

 

Sporthal De Komeet - bezetting 84,53 %

Sportcentrum ‘t Spui - bezetting 91,67 %

Sporthal Stadspark - bezetting 92,87 %

 

Door de samenwerking met de scholen hebben we een optimale invulling in al onze sporthallen, het is zoeken naar een vrij uurtje om de zalen te kunnen poetsen.

 

  1. Onze plannen voor de toekomst:

 

Vanuit het onderwijs is er nog vraag naar extra indoor sportruimte , we bekijken hoe we op deze vraag kunnen inspelen. De turnzaal van Koningshooikt heeft een upgrade nodig. We onderzoeken ook nog andere opportuniteiten in Koningshooikt. We hebben met de nieuwbouw op de atletiekpiste  met o.a. kleedkamers en een cafetaria  nog een heel concreet dossier op de planning. De  vergunningsaanvraag hiervoor is lopende. En voor de verdere toekomst werken  we aan een algemeen RUP recreatieve voorzieningen waarmee we de toekomst van de sportaccommodaties en sportverenigingen in onze stad willen verzekeren.

 

 

Interpellatie 4 : van Sylvie Bracqué (Missie2500) i.v.m. proefopstelling verkeerslichten Mechelbaan-Fruithoflaan

Gebaseerd op de notulen van het schepencollege zitting 24 maart 2025

De proefopstelling aan de verkeerslichten op het kruispunt Mechelbaan x Fruithoflaan wekt begrijpelijkerwijs veel vragen bij inwoners van Koningshooikt. Ik heb de motivering en het besluit hieromtrent in de notulen van het schepencollege van 24 maart grondig doorgenomen en wens enkele zaken ter verduidelijking en bespreking naar voren te brengen.

 

Uit de notulen blijkt dat de proefopstelling vooral ingegeven is door:

        het verbeteren van de doorstroming voor gemotoriseerd verkeer (Mechelbaan als secundaire weg II);

        het vaststellen van een niet-consequente werking van de lichten (ze springen op rood zonder noodzaak, of reageren niet op te hoge snelheid);

        meldingen van bewoners over deze inconsistentie.

De bedoeling is:

        evalueren of de lichten definitief kunnen verdwijnen;

        nadien pas zebrapaden aanleggen indien de evaluatie positief blijkt.

 

Mijn vragen aan het college:

  1. Is deze proefopstelling primair een keuze vanuit verkeersveiligheid of eerder vanuit het streven naar budgetneutraliteit en het vermijden van kosten aan defecte of verouderde lichten? De bewoners geven aan iets anders te lezen in de officiële documenten, dan via media kanalen. Dus graag helderheid hierover?
  2. Hoe wordt de huidige situatie op vlak van verkeersveiligheid geëvalueerd? Kan het college delen:

        Welke metingen gebeuren qua snelheid voor en na de proefopstelling?

        Hoe de resultaten worden verzameld en geanalyseerd (want in de praktijk zien we ter plaatse géén snelheidsmetingen gebeuren, noch andere vaststellingen).

        Sinds de proefopstelling is de snelheid toegenomen volgens de bewoners van de Mechelbaan, klopt dit met jullie realiteit?

  1. De grootste bezorgdheid bij bewoners is de onveilige oversteek van fietsers en voetgangers ter hoogte van de proefopstelling (en verder op de Mechelbaan aan andere oversteken).

        Waarom werd niet gekozen om tijdelijk een zebrapad te markeren of extra oversteekvoorziening te creëren in afwachting van definitieve maatregelen?

        Hoe verantwoordt men dat fietsers nu zonder begeleiding moeten oversteken op een drukke verbindingsweg (secundaire II weg)?

        Wat is de toekomstvisie over de verkeersveiligheid op dit oversteekpunt, gezien huidige vergelijkingen tussen de oversteek op de Mechelbaan en die met de Sander De Vosstraat niet opgaat volgens velen. In de Sander De Vosstraat zijn fietspaden aan beide kanten van de weg. Aan de proefopstelling op de Mechelbaan stopt het fietspad en dient iedereen over te steken.

        Er zijn op korte termijn ongevallen gebeurt ter hoogte van de proefopstelling waarbij medische zorgen nodig waren. Wat is het effect van deze op de evaluatie?

  1. Het knipperlicht aan de proefopstelling werkt al geruime tijd niet meer. Wat is hiervan de stand van zaken, want dit zou zo lees ik in diezelfde notulen dat de knipperlichten tijdens de opstelling wel zouden blijven functioneren?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

1. De proefopstelling werd ingevoerd als reactie op softwareproblemen met de bestaande verkeerslichtenregeling. Tegelijkertijd bood dit de mogelijkheid om te onderzoeken of aanpassingen op het kruispunt ook konden bijdragen aan een betere verkeersveiligheid en doorstroming. Dit doel werd eveneens ondersteund door de mobiliteitsdienst, die op basis van een hypothese stelde dat beide aspecten mogelijk positief beïnvloed konden worden. Het financiële aspect speelde hierbij geen rol van betekenis; eventuele kostenbesparingen zouden hoogstens een bijkomend neveneffect zijn.

Van 8 mei tot 17 mei werden snelheidsmetingen uitgevoerd via een onopvallende datacollectie, precies om het rijgedrag niet te beïnvloeden. Uit deze meting bleek dat de gemiddelde snelheid 43 km/u bedroeg, met een V85-waarde van 49 km/u (wat betekent dat 85% van de bestuurders onder deze snelheid reed). Zoals steeds zijn er enkele uitschieters, maar structureel lijkt er zich geen snelheidsprobleem voor te doen. Wel is het mogelijk dat de perceptie van snelheid anders wordt ervaren.

Daarnaast wordt er ook een terreinobservatie uitgevoerd om kwalitatieve inzichten te verwerven in het rijgedrag en de algemene situatie aan het kruispunt.

 

2. Het is uiteraard niet de bedoeling dat voetgangers en fietsers in een definitieve situatie zonder visuele ondersteuning of begeleiding moeten oversteken. Echter, in de proefopstelling konden er nog geen zebrapaden worden aangebracht. Zulke ingrepen zouden aanzienlijk duur zijn, en het later verwijderen ervan (bijvoorbeeld bij negatieve evaluatie) is technisch niet eenvoudig. Ook het permanent wegnemen van de verkeerslichten zonder proefopstelling was geen optie, aangezien de impact daarvan op voorhand niet met zekerheid in te schatten is.

Volgens informatie van de Lokale Politie Lier zou het gemelde ongeval betrekking hebben op een gevallen fietser, zonder directe link met het kruispunt of de lichtenregeling.

Intussen is er samen met de mobiliteitsdienst en mobiliteitsraad een tussentijdse evaluatie gemaakt, waarbij zowel meldingen (zoals het oversteken met kinderen) als meetgegevens (rijgedrag en snelheid) in rekening werden genomen. De aanbeveling is om de verkeerslichten, zeker voor fietsers en voetgangers te behouden. Bij voorkeur met drukknoppen. Men stelt bovendien vast dat verkeerslichten die op rood springen bij overdreven snelheid mogelijk een averechts effect hebben. Wanneer weggebruikers denken dat de lichten onbetrouwbaar functioneren, kunnen ze juist geneigd zijn te versnellen om het groene licht nog te halen. Dit verhoogt het risico op roodlichtnegatie en onveilige situaties. Als aanvullende maatregel wordt overwogen om snelheidscontrole ter hoogte van het kruispunt (zoals een flitspaal) te onderzoeken.

 

3. Wat betreft de knipperlichten: deze zijn recent uitgevallen als gevolg van een technische storing, wat alweer wijst op een onderliggend softwareprobleem. Men onderzoekt momenteel of de knipperlichten alsnog opnieuw in werking gesteld kunnen worden.

 

 

Interpellatie 5 : van Tom Claes (Missie2500) i.v.m. heraanleg Werf en achterliggende wijk

Vorige week maandag werden de plannen voor de heraanleg van de Werf en de achterliggende straten aan de buurt gepresenteerd. Nadat in 2023 een eerdere versie werd voorgesteld, verenigden heel wat buurtbewoners zich in de actiegroep ‘Koele Kade’. Want daar waar in de achterliggende straten heel wat ontharding en groen werd voorzien, tot grote tevredenheid van de bewoners, bleek dat voor de Werf niet het geval. In dat eerste ontwerp werd er op de Werf helemaal niets onthard, werden de huidige 19 bomen langs het water vervangen door slechts 3 exemplaren en werd dubbelrichting voor fietsers onmogelijk gemaakt. Niet bepaald een toekomstbestendig ontwerp dus. Groot was vorige week de teleurstelling toen bleek dat 2 jaar later de enige aanpassing aan de plannen bestond uit slechts 2 extra bomen langs het water. Volgens het CBS het maximaal haalbare omwille van bindende adviezen van het Agentschap Onroerend Erfgoed. Dat er groot draagvlak is voor meer bomen, blijkt nochtans uit de petitie die in een mum van tijd meer dan 1200 handtekeningen verzamelde.

 

Daarom de volgende vragen:

        Is er binnen het CBS bereidheid om het ontwerp van de Werf nog te herbekijken? En zo ja, op welk vlak ziet het CBS nog mogelijkheden?

        Intussen bevestigde het Agentschap Onroerend Erfgoed naar verluidt zwart op wit aan de buurtbewoners dat ze hier geen adviserende bevoegdheid hebben omdat de Werf niet beschermd is. Over welke bindende adviezen heeft het CBS het dan?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Ik kader even het plan dat werd gepresenteerd op de bewonersvergadering verder tot stand gekomen is en welke verdere stappen daarin nog gezet kunnen worden.

Er wordt verwezen naar een  verminderd aantal bomen terwijl in het kader van klimaatrobuustheid net meer groen en schaduw wordt gecreëerd door het planten van 5 toekomstbomen en geeft blijk van een lange termijnvisie. Het huidige kroonvolume van de 19 kleine bomen wordt ingeschat op 400m³. Bovendien zijn 12 van de 19 bomen zichtbaar en ernstig aangetast aan de stam door splijten en zwamgroei.

Met het voorzien van 5 toekomstbomen wordt er op termijn 2000m³ groen kroonvolume voorzien. De maximale diameter van de bomen is 12 meter. Een vervijfvoudiging van de klimaatrobuustheid en de biodiversiteit in een centrumstraat. Bovenstaande boodschap kan dus ook op een andere manier gebracht worden. Deze toekomstvisie werd afgelopen maandag ook duidelijk gepresenteerd en gekaderd.

Bovendien zijn er, zoals gekaderd in het CBS besluit van 02/06/2025, technische randvoorwaarden voor het aanplanten van grote bomen langs een kademuur en langs een relatief drukke centrumstraat met lijnbussen.

In het programma van eisen van groeninrichting op openbaar domein in Lier (goedgekeurd door CBS) wordt uitdrukkelijk vermeld:

        “De juiste boom op de juiste plaats”: de inrichting van de groeiplaats gebeurt volgens het rekenprogramma Boommonitor van het Normeninstituut  Bomen.

        Er worden alleen vrij uitgroeiende bomen geplant, waarbij de bomen voldoende ruimte hebben om vrij uit te groeien tot de volwassen fase zonder snoei (enkel begeleidingssnoei voor een takvrije stam). Er worden geen vormsnoei bomen toegepast. De geschiktheid van de boomsoort moet worden getoetst via de rekenmodule Boommonitor van het Norminstituut Bomen.

Bovenstaande principes lagen aan de basis van het voorontwerp zoals getoond op de bewonersvergadering. In functie van de hoogste gemiddelde grondwaterstand (bepaald op 1.21m-v na 1 jaar metingen) is er een doorwortelbare hoogte bepaald van 80 cm.

De ondergrondse groeiplaats werd onder de wandelboulevard ontworpen en niet uitgebreid naar de rijbaan. Het technisch bureau maakte een marktonderzoek op. Momenteel zijn in Vlaanderen en Nederland geen gekende referenties van boombunkers onder een rijbaan met zulke intensiteit en/of zwaar vervoer, zelfs niet in Mechelen en Antwerpen waar dikwijls naar verwezen wordt.

Er wordt nu voorzien om +/- 150 m³ boombunkers te plaatsen. Bij effectieve uitvoering zal pas het definitieve volume bekend zijn. Door de grillige vorm van de fundering van de kademuur wordt er een maximaal volume gepuzzeld tussen fundering, grondwaterstand en rijbaan.

Daarin kunnen met veel gemak de voorziene bomen van 2de grootte (+/- 18m³ boombunker/boom noodzakelijk). Alle overschot is ten goede van de wortelstabiliteit en‘luxe’ voor de nieuwe boom om maximaal te groeien.

De keuze van 5 bomen van 2de grootte was een evenwichtsoefening tussen de wens van alle bewoners, technische randvoorwaarden, het plan van eisen van groeninrichting én het beheersplan ‘Grote Markt en omgeving’.

 

In de fiche van Werf, bijgevoegd bij het beheersplan, wordt vermeld onder ‘6-Maatregelen’ dat handelingen i.k.v. het beschermingsbesluit steeds een goedkeuring van het AOE dienen te krijgen, ofwel via een omgevingsvergunningsaanvraag ofwel via een afzonderlijke toelating en dat een vooroverleg aangewezen is. Dit vond plaats op 24/9/2024.

Deze info bleek niet correct in de fiche opgenomen. Werf valt niet onder het beschermingsbesluit. Dit neemt niet weg dat van een advies van AOE, aangevuld met een advies van de stedelijke dienst onroerend kan worden afgeweken. Ondertussen heeft afdeling onroerend erfgoed inderdaad laten weten dat zij geen adviesbevoegdheid hebben, hoewel ze wel degelijk advies hebben gegeven op het overleg van 24/09/2024. Dat wil zeggen dat het duidelijk is dat het agentschap terugkomt op het advies dat ze gaven en hun eisen blijkbaar niet langer belangrijk vindt. Ik stel met u vast dat dat een bijzonder vreemde manier is om samen te werken rond openbaar domein in een historisch kader.

 

Tegen deze achtergrond heeft het schepencollege ondertussen de zaak verder bekeken. Als we kijken naar de  inschattingen van de groeiplaatsconstructies zoals eerder aangegeven is er nog een beperkte marge om bijkomende bomen te voorzien. Indien de huidige inschattingen ook in de praktijk kloppen, lijkt het mogelijk om het ontwerp nog aan te passen en langs het water in totaal 7 bomen te voorzien. Op die manier streven we naar een kruinvolume van in totaal 2800 m³, dat is 7 keer zoveel als in de huidige situatie. Nog meer bomen plaatsen kan alleen door te kiezen voor kleinere bomen met opnieuw minder schaduwvorming, minder bijdrage tot de biodiversiteit en dat zou natuurlijk ingaan tegen wat het college al eerder besliste om alleen vrij uitgroeiende bomen te planten die ook voldoende ruimte krijgen om volwassen te worden. Er wordt bovendien gekozen om bomen te planten die bij aanvang al een redelijke grootte hebben, nl. plantmaat 30-35. Die plantgrootte heeft bij aanplanten dan al een hoogte van 6-8 meter volgens onze diensten. Dat wil zeggen dat de bomen die worden aangeplant dus groter zullen zijn dan de bomen die er momenteel staan.

 

Wat betreft het beperkt eenrichtingsverkeer, blijft het schepencollege wel bij de inschatting dat dit omwille van veiligheid alleen maar mogelijk is als de parkeerplaatsen worden geschrapt. Dat is een stap die we niet willen zetten en dus blijven we ook bij het standpunt dat er geen beperkt eenrichtingsverkeer zal worden ingevoerd na de heraanleg.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

VOORSTEL BURGER - SAMENSTELLEN ACTIEKABINET OF PROJECTGROEP VOOR HUISARTSENTEKORT. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De stad ontving op 6 juni 2025 een voorstel aan de gemeenteraad over het samenstellen van een actiekabinet of projectgroep om het huisartsentekort aan te pakken.

 

Tijdens de gemeenteraad kan de indiener van het voorstel gehoord worden om het voorstel te verduidelijken. Op basis van deze verduidelijking  kan na onderzoek later een antwoord geformuleerd worden.

 

Juridische grond

Grondwet, art. 28

Decreet Lokaal Bestuur, art. 304

 

Argumentatie

De gemeenteraad zal het verzoekschrift in ontvangst nemen en de mogelijkheid geven aan de indiener om toelichting geven. Het is echter aangewezen om het voorstel in het verzoekschrift te onderzoeken en tijdens de volgende gemeenteraad voor te leggen om het inhoudelijk te behandelen.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt het verzoekschrift over het samenstellen van een actiekabinet of projectgroep voor het aanpakken van het huisartsentekort in ontvangst.

 

Art 2 :

De gemeenteraad neemt kennis van het verzoekschrift.

 

Art 3 :

De gemeenteraad hoort de indiener van het verzoekschrift.

 

Art 4 :

De gemeenteraad gelast het college een antwoord op het verzoekschrift te formuleren

 

Art 5 :

De gemeenteraad gelast het college het antwoord op het voorstel op de gemeenteraad van 29 september 2025 ter goedkeuring voor te leggen.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 26 MEI 2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 26 mei 2025.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 26 mei 2025 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

STAD & OCMW - BEHEERSOVEREENKOMST TUSSEN STAD EN OCMW. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing gemeenteraad van 25 februari 2019 over de goedkeuring van de beheersovereenkomst tussen stad en OCMW.

 

Feiten en context

De Stad en het OCMW zijn autonome besturen met specifieke opdrachten die zich tot de inwoners van Lier richten. Het zijn formeel afzonderlijke juridische entiteiten en rechtspersonen met eigen bevoegdheden, regelgeving en dienstverlening.

 

Vanuit een behoorlijk bestuur beogen de beide besturen een doorgedreven samenwerking en integratie op te zetten teneinde een synergie op vlak van beleid, werking en organisatie te realiseren, zodanig dat op de meest effectieve en efficiënte wijze een kwaliteitsvolle dienstverlening kan aangeboden worden aan de interne en externe klant.

 

Ook het Decreet Lokaal Bestuur streeft  een maximale integratie van Stad en OCMW na en dit zowel op politiek als op ambtelijk vlak. Dit echter in eerste instantie met behoud van afzonderlijke identiteit en rechtspersoonlijkheid van Stad en OCMW, met hun eigen politieke organen en personeel. Hierdoor zal de beheersovereenkomst de gewenste samenwerking vorm geven en mogelijk maken.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur - art. 196

 

Argumentatie

Het is aangewezen om deze beheersovereenkomst tussen stad en OCMW goed te keuren, zodat de samenwerking tussen het personeel van de stad en OCMW efficiënt kan verlopen.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de beheersovereenkomst betreffende de integratie van Stad en OCMW Lier goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

STAD & OCMW - JAARRAPPORT ORGANISATIEBEHEERSING 2025. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Organisatiebeheersing is een middel om de doelstellingen van de stad en het OCMW te bereiken.

Het jaarrapport van de stad en het OCMW schetst de resultaten van de afgelopen periode en de toekomstige doelstellingen op gebied van de organisatiebeheersing.

De algemene aanpak van de organisatiebeheersing is terug te vinden in het kader. Hierin wordt toegelicht hoe er dit jaar concreet  gewerkt is en hoe er het komende jaar zal verder gewerkt worden.

 

Vanaf 2021 werd er een gezamenlijk organisatiebeheersingssysteem opgezet, waarbij de ingezette middelen en instrumenten van de stad en het OCMW op elkaar afgestemd werden en een uniforme, gestandaardiseerde methodiek werd toegepast.

De gemeenteraad en de OCMWraad kunnen via deze rapportering het organisatiebeheerssingssysteem opvolgen.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur art. 219

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het jaarrapport van de organisatiebeheersing 2025 van de stad en het OCMW Lier.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

SOLAG - JAARREKENING 2024 VOLGENS VENNOOTSCHAPSBOEKHOUDING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De jaarrekening 2024 SOLag volgens vennootschapsboekhouding werd vastgesteld door de raad van bestuur SOLag op 14/05/2025.

De bedrijfsrevisor heeft in opdracht van de stad Lier de jaarrekening 2024 nagekeken in de periode april 2025.

 

Feiten en context

In toepassing van artikel 24 van de statuten SOLag wordt de boekhouding gevoerd onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur. De raad van bestuur stelt de jaarrekening vast en maakt deze ter goedkeuring over aan de gemeenteraad, overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet en vraagt kwijting voor de bestuurders. De gemeenteraad keurt de jaarrekening goed in overeenstemming met de bepalingen op de financiële controle en geeft onverminderd kwijting aan de bestuurders. De financiële controle is bepaald in artikel 20 van de statuten en bepaalt dat de financiële controle door een erkend bedrijfsrevisor dient te worden uitgevoerd.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur, inz. art. 243

Statuten SOLag

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

4 onthoudingen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de jaarrekening 2024 SOLag volgens vennootschapsboekhouding goed.

 

Art.2:

De gemeenteraad verleent kwijting aan de bestuurders.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

SOLAG - JAARREKENING 2024 - VOLGENS BBC - POSITIEF ADVIES. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De jaarrekening SOLag 2024 volgens BBC werd vastgesteld door de raad van bestuur SOLag op datum 14/05/2025. De bedrijfsrevisor heeft in opdracht van de stad Lier de jaarrekening SOLag volgens BBC nagekeken in de periode april 2025.

 

Feiten en context

In toepassing van artikel 24 van de statuten SOLag wordt de boekhouding gevoerd onder verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur. De raad van bestuur stelt de jaarrekening vast en maakt deze over aan de gemeenteraad, overeenkomstig de bepalingen op de financiële controle. De financiële controle is bepaald in artikel 20 van de statuten en bepaalt dat deze door een erkend bedrijfsrevisor dient te worden uitgevoerd. Het Decreet Lokaal Bestuur stelt dat de gemeenteraad advies dient uit te brengen over de jaarrekening en dat de Vlaamse regering beslist over de goedkeuring van de jaarrekening. De gemeenteraad geeft een positief advies voor de jaarrekening 2024 gezien het positief verslag van de bedrijfsrevisor en het positief advies van de raad van bestuur. Publicatie vond plaats op de website stad Lier op 14 mei ’25.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, inz. art. 243

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

4 onthoudingen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad geeft een positief advies voor de jaarrekening 2024.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

SOLAG - WERKING INCUBATOR DE KWEKERIJ LIER - RAPPORTERING 2024. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

        Toekenning van een algemene werkingssubsidie door de stad Lier aan Dungelhoeff Bedrijvencentrum BV ter ondersteuning van de werking van de incubator De Kwekerij Lier. GOEDKEURING GR in zitting d.d. 22 mei 2023.

        Collegebesluit lesverplaatsingen tijdens dakwerken Beeldacademie 2023 d.d. 21 november 2022: Gebruik polyvalente zaal Accelier in De Kwekerij voor de Schilderkunst gedurende (finaal) 7 maanden.

        CBS besluit d.d. 18 maart 2022 met betrekking tot ondersteuning van sommige activiteiten door stadspersoneel - Engagementsverklaring Academies en Dungelhoeff Bedrijvencentrum.

 

In het kader van de voornoemde toekenning van een algemene werkingssubsidie door de stad Lier aan Dungelhoeff Bedrijvencentrum BV ter ondersteuning van de werking van de incubator De Kwekerij Lier:

Art. 2. – Doel van de subsidie

De subsidie wordt toegekend in het algemeen belang, meer bepaald ter ondersteuning van de werking van de incubator De Kwekerij Lier (verder De Kwekerij genoemd). De Begunstigde mag deze subsidie enkel aanwenden ter ondersteuning van de activiteiten van de incubator, meer bepaald het huisvesten, faciliteren, begeleiden én adviseren van startende en jonge ondernemingen in de gebouwen van de voormalige Normaalschool te Lier waardoor een duurzaam ecosysteem ontstaat voor startende en jonge ondernemingen.

 

Hierdoor wordt actief connectie, co-creatie en opschaling gecreëerd tussen enerzijds jonge/startende ondernemingen en meer mature ondernemingen uit Lier én anderzijds tussen deze ondernemers en de op heden 53 curerend - adviserende partners. Elke andere aanwending is verboden.

 

Art. 3. – Rapporteringsverplichting

De Begunstigde zal jaarlijks ten laatste op 30 juni van het betrokken jaar een rapport indienen over de aanwending van de subsidie in het voorbije jaar. Hierin verantwoordt de begunstigde de aanwending van het bedrag van 75.000 euro van het voorbije jaar. Het eerste rapport dient bezorgd te worden op 30 juni 2024; het laatste op 30 juni 2028.

 

Feiten & context

Voor het werkjaar 2024 maakte SOLag een werkingsrapport op. Dit omvat een toelichting over de functie & doelstelling incubator/kraamkamer, de diversiteit bij de gebruikers, waardering van de gebruikers, verhuur vergader & polyvalente ruimten, marketing en aanwending subsidies. Dit wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

4 onthoudingen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT:

Art 1:

De gemeenteraad keurt de rapportering van de werking van De Kwekerij Lier 2024, conform het besluit van de werkingssubsidie voor de incubator, goed.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

LOKALE POLITIE LIER - VERIFICATIE REKENING 2024. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Zoals vorige jaren zijn we niet op de hoogte van een besluit dat toelaat om de rekening af te sluiten. Het laatste besluit dateert zelfs van 2005 mbt de afsluit van 2002 t.e.m. 2004 (omzendbrief PLP 38 en PLP 38bis).

 

In het kader van de continuïteit van de financiële rapportering en het opmaken van budgetten en budgetwijzigingen vindt de financiële dienst het opportuun om de rekening 2024 af te sluiten. Om die reden werden ook al de rekeningen 2005 t.e.m. 2023 van de politiezone afgesloten.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Omzendbrief PLP 38 en PLP 38bis

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

4 onthoudingen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad stelt de rekening 2024 van de lokale politie Lier als volgt vast :

 

Gewone dienst

 

Vastgestelde rechten

15.573.770,20

Onverhaalbare en oninbare bedragen

                0,00

Netto vastgestelde rechten

15.573.770,20

Vastgelegde uitgaven

13.499.946,80

Begrotingsresultaat

2.073.823,40

 

 

Vastgelegde uitgaven

13.499.946,80

Aanrekeningen

13.345.724,77

Over te dragen vastleggingen

   154.222,03

 

 

Boekhoudkundig resultaat

2.228.045,43

 

Buitengewone dienst

 

Vastgestelde rechten

1.401.614,68

Onverhaalbare en oninbare bedragen

              0,00

Netto vastgestelde rechten

1.401.614,68

Vastgelegde uitgaven

1.153.959,09

Begrotingsresultaat

247.655,59

 

 

Vastgelegde uitgaven

1.153.959,09

Aanrekeningen

   736.270,90

Over te dragen vastleggingen

 417.688,19

 

 

Boekhoudkundig resultaat

665.343,78

 

De balans op 31 december 2024 en de resultatenrekening over het dienstjaar 2024 van de lokale politiezone Lier worden als volgt samengesteld :

 

Balans

 

Vaste activa

   2.221.364,31

Vlottende activa

   3.961.887,49

Totaal van de activa

6.183.251,80

 

 

Eigen vermogen

   5.119.029,75

Voorzieningen

                 0,00

Schulden

   1.064.222,05

Totaal van de passiva

6.183.251,80

 

Resultatenrekening

 

Exploitatieresultaat

      649.193,47

Uitzonderlijk resultaat

      115.306,14

Resultaat van het dienstjaar

   764.499,61

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

DEFINITIEVE PLAN-MER VAN 5 BELEIDSKADERS EN STRATEGISCHE VISIE (BRL) EN DEFINITIEVE PLAN-MER VAN BELEIDSKADER 'ECONOMIE'. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 19/04/2021 Beleidsplan Ruimte Lier - voortzetting goedkeuring en evaluatiemoment gemeenteraad 28/03/2022 Beleidsplan Ruimte Lier - startbeslissing tot opmaak

Collegebeslissing van 23/05/2022 Beleidsplan Ruimte Lier - Goedkeuring opmaak plan-MER

Collegebeslissing van 17/10/2022 Conceptnota Beleidsplan Ruimte. principiële goedkeuring

Collegebeslissing van 14/11/2022 Opmaak plan-MER bij beleidsplan ruimte Lier Toewijzing

Collegebeslissing van 27/03/2023 Kennisgevingsnota plan-MER Beleidsplan Ruimte Lier. Goedkeuring

Collegebeslissing van 17/04/2023 Beleidskader economie in Beleidsplan Ruimte. Goedkeuring nota extra ruimtebeslag Beleidsplan Ruimte Lier

Collegebeslissing van 8/05/2023 beleidskader "Open ruimte" met onderzoeksrapporten (DNA en open & bebouwde ruimte) en elementen voor de strategische visie. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 05/06/2023 Beleidskader "Groenblauwe netwerk" met onderzoeksrapport en elementen voor de strategische visie Beleidsplan Ruimte Lier. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 03/07/2023 Beleidskader 'recreatieve voorzieningen' met fiches, onderzoeksrapport en elementen voor de strategische visie. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 14/08/2023 Beleidskader ‘stad en dorp’ met onderzoeksrapport en elementen voor de strategische visie Beleidsplan ruimte Lier. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 16/10/2023 Beleidskader ‘ring en omgeving’ met onderzoeksrapport en elementen voor de strategische visie Beleidsplan ruimte Lier. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 20/11/2023 Voorontwerp Beleidsplan Ruimte Lier met 5 beleidskader en strategische visie. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 18/03/2024 Adviezen over het voorontwerp Beleidsplan Ruimte Lier. GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 15/04/2024 Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier met 5 beleidskader en strategische visie. GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 15/04/2024 Ontwerp plan-MER van het Beleidsplan Ruimte Lier (BRL). KENNISNAME.

Gemeenteraadsbeslissing van 29/04/2024 Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier met 5 beleidskader en strategische visie. VOORLOPIGE VASTSTELLING

Gemeenteraadsbeslissing van 29/04/2024 Ontwerp plan-MER van het Beleidsplan Ruimte Lier (BRL). KENNISNAME.

Collegebeslissing van 12/11/2024 Ontwerp beleidskader 'Economie' met ontwerp plan-MER. GOEDKEURING EN KENNISNAME.

Gemeenteraadsbeslissing van 25/11/2024 Ontwerp beleidskader 'Economie' met ontwerp plan-MER. VOORLOPIGE VASTSTELLING EN KENNISNAME.

Collegebeslissing van 20/01/2025 Antwoorden op de adviezen en bezwaren van BK Ring & omgeving en Recreatieve voorzieningen. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 17/02/2025 Antwoorden op de adviezen en bezwaren van BK Groenblauw netwerk en Open ruimte met focus op landbouw. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 10/03/2025: Antwoorden op adviezen/bezwaren ihkv openbaar onderzoek -

Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier (BRL) - Beleidskader (BK) - Stad&dorp. GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 14/04/2025: Antwoorden op adviezen/bezwaren ihkv openbaar onderzoek -

Ontwerp Beleidskader Economie en Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier (BRL).

GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 05/05/2025: Antwoorden op adviezen/bezwaren ihkv openbaar onderzoek - Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier (BRL) - verschilpunten. GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 19/05/2025: Definitieve vaststelling beleidskader 'Groenblauw netwerk', 'Recreatieve voorzieningen', 'Open ruimte' en 'Ring en omgeving' (BRL). GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 26/05/2025: Definitieve vaststelling beleidskader 'Stad en dorp', 'Economie' en strategische visie (BRL). GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 26/05/2025: Definitieve plan-MER van het Beleidsplan Ruimte Lier met 6 beleidskader en strategische visie. KENNISNAME.

 

Feiten en context

De opmaak van het ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier en de opmaak van het ontwerp plan-MER lopen parallel zodat wederzijdse kennisdeling en integratie van inzichten continu plaatsvinden met als doel de gekozen beleidsopties zo goed mogelijk te onderbouwen.

 

Het doel van de (strategische) plan-MER over het Beleidsplan Ruimte Lier is:

 

1. Het volgen van de toepasselijke wetgeving (zie ook antwoord 6.2 van https://omgeving.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/FAQ_beleidsplanning_0.pdf

 

2. Uitvoering te geven aan het ‘tiering-principe’ en het beleidsplan als basis voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen reeds te onderwerpen aan een effectbeoordeling;

 

3. De milieueffectbeoordeling integraal mee te nemen bij de opmaak van het beleidsplan en de inhoud van het beleidsplan (en de te maken keuzes) te onderbouwen (en waar aanbevelingen voor bijsturing te ontvangen) op basis van de effectbeoordeling.

 

De procedure voor het opmaken van de plan-MER loopt parallel aan de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Lier en volgt haar timing. Tussen het Beleidsplan Ruimte Lier (en haar ontwerpers) en de plan-MER (en haar ontwerpers) werd een continue wisselwerking en afstemming georganiseerd. 

 

Openbaar onderzoek

Van 13 mei 2024 tot en met 11 augustus 2024 liep het openbaar onderzoek voor het BRL

met strategische visie en 5 beleidskader ('Stad en dorp'; 'Ring en omgeving'; 'Recreatieve

voorzieningen'; 'Open ruimte'; 'Groenblauw netwerk') en het ontwerp plan-MER. Het openbaar onderzoek voor beleidskader 'Economie' en het bijhorend ontwerp plan-MER liep van 16 december 2024 tot en met 15 maart 2025.

 

Juridische grond

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), vastgesteld door de Vlaamse regering op 15 mei 2009 en latere wijzigingen, bevat de decretale onderbouwing van de ruimtelijke beleidsplanning als vervolg op de ruimtelijke structuurplanning. Dit wijzigingsdecreet vervangt het hoofdstuk "ruimtelijke structuurplannen" uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) door een hoofdstuk "ruimtelijke beleidsplannen" (artikel 2.1.1 e.v. VCRO).

Decreet lokaal bestuur

 

Argumentatie

Lier wil door de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Lier een geactualiseerd, vooruitstrevend kader voor haar ruimtelijk beleid in de toekomst voorzien. Dit nieuwe plan moet een antwoord bieden op actuele ruimtelijk behoeften en de nieuwe principes vanuit hogere ruimtelijke beleidsplannen. Er is onder meer nood aan een nieuwe strategie rond kernversterking en verdichting, ruimte om duurzaam te ondernemen, het behouden van open ruimte, het versterken van groenblauwe netwerken, de relatie met mobiliteit… Deze uitdagingen vereisen een geïntegreerde aanpak met nieuwe accenten.

De Vlaamse regelgeving beschrijft de stappen die moeten worden gevolgd om tot een goedgekeurd ruimtelijk beleidsplan te komen.

 

Er zijn vier belangrijke fasen:

 

• de conceptnota

• het voorontwerp van ruimtelijk beleidsplan

• het ontwerp ruimtelijk beleidsplan dat voorlopig wordt vastgesteld door de gemeenteraad

• het ruimtelijk beleidsplan dat definitief wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

 

De conceptnota en het voorontwerp van ruimtelijk beleidsplan zijn het voorwerp van een ruime consultatieronde. Het ontwerp van ruimtelijk beleidsplan wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek. De conceptnota, gepubliceerd in oktober 2022, is een nota die op hoofdlijnen aangeeft welk ruimtelijk beleid men verder wil vastleggen in een ruimtelijk beleidsplan of in een beleidskader. Een conceptnota geeft kernachtig de ambitie weer. Het document moet een discussie op hoofdlijnen mogelijk maken.

 

Gelijktijdig met de opmaak van de conceptnota werd ook de plan-m.e.r.-procedure opgestart. Hierbij werd een kennisgeving opgemaakt die de beschrijving van de vooropgestelde methodiek voor het plan-MER en de referentiesituatie bevatte. De conceptnota en kennisgeving lagen apart ter inzage voor het publiek van 28 oktober 2022 tot en met 27 december 2022 (conceptnota) en van 2 mei 2023 tot en met 1 juni 2023 (kennisgeving). Op basis van de binnengekomen adviezen en inspraakreacties op de kennisgeving werden door Team Omgevingseffecten bijzondere richtlijnen opgesteld i.f.v. de verdere opmaak van het plan-MER.

 

Zij houden rekening met principieel verplichte onderdelen van een plan-MER op basis van art. 4.2.8 §1bis van het DABM2 , en de relevant geachte onderdelen uit de ontvangen inspraakreacties en adviezen. Deze richtlijnen werden getekend op 14 september 2023.

 

Het openbaar onderzoek voor het ontwerp plan-MER van 5 beleidskader ('Recreatieve voorzieningen', 'Stad en dorp', 'Open ruimte', 'Ring en omgeving', 'Groenblauw netwerk') en de strategische visie heeft plaatsgevonden van 13 mei 2024 tot en met 11 augustus 2024 met een informatie- en inspraakvergadering georganiseer op 12 juni 2024. Gedurende dit openbaar onderzoek zijn 4 adviezen en 5 bezwaren ingediend. Alle bezwaren en opmerkingen uit het openbaar onderzoek op het ontwerp plan-MER van het Beleidsplan Ruimte Lier werden behandeld en met een antwoord voorzien.

 

Het beleidskader 'Economie' werd in het kader van de opmaak Beleidsplan Ruimte Lier later opgestart, waardoor het openbaar onderzoek voor het beleidskader en het bijhorend ontwerp plan-MER van 16 december 2024 tot en met 15 maart 2025 liep. Op 22 januari 2025 werd een informatie- en inspraakvergadering hiervoor georganiseerd. Gedurende dit openbaar onderzoek zijn 3 adviezen en 1 bezwaar ingediend. Alle bezwaren en opmerkingen uit het openbaar onderzoek op het ontwerp plan-MER van het Beleidsplan Ruimte Lier werden behandeld en met een antwoord voorzien.

 

De definitieve plan-MER voor het Beleidsplan Ruimte Lier met 6 beleidskader en strategische visie wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Team Omgevingseffecten.

 

Timing

De GECORO heeft de ingekomen adviezen en bezwaren op 6 beleidskader ('Ring en omgeving', 'Recreatieve voorzieningen', 'Open ruimte', 'Groenblauw netwerk', 'Stad en dorp' en 'Economie') en de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Lier behandeld. Na de verwerking van alle adviezen en bezwaren zou de gemeenteraad van 23 juni 2025 het Beleidsplan Ruimte Lier met de strategische visie en 6 beleidskader ('Ring en omgeving', 'Recreatieve voorzieningen', 'Open ruimte', 'Groenblauw netwerk', 'Stad en dorp' en 'Economie') definitief vaststellen samen met de definitieve plan-MER.

 

De vaststellingstermijnen voor ruimtelijke beleidsplannen en voor beleidskaders zijn termijnen van orde. Dat was ook het geval bij de ruimtelijke structuurplannen. Anders dan bij ruimtelijke uitvoeringsplannen (waar wel een vervaltermijn geldt) sorteren de voorlopig vastgestelde ruimtelijke beleidsplannen of beleidskaders geen rechtsgevolgen, zodat er wat dat betreft alvast geen reden is om een vervaltermijn te stellen die zorgt dat de betrokken rechtsgevolgen verdwijnen bij gebreke aan een tijdige definitieve vaststelling. Een termijn van orde houdt wel in dat een termijnoverschrijding binnen redelijke perken moet blijven en een reden moet hebben (bijv. aantal reacties in een openbaar onderzoek en de verwerkingstijd die nodig is voor aanpassingen).

 

BESLUIT

Art 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de definitieve plan-MER voor het Beleidsplan Ruimte Lier (BRL) met 6 beleidskader en de strategische visie.

 

Art 2:

De definitieve plan-MER voor het Beleidsplan Ruimte Lier (BRL) met 6 beleidskader en strategische visie wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Team Omgevingseffecten.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING BELEIDSPLAN RUIMTE LIER (BRL) - BELEIDSKADER 'GROENBLAUW NETWERK', 'OPEN RUIMTE', 'RECREATIEVE VOORZIENINGEN', 'RING EN OMGEVING', 'STAD EN DORP', 'ECONOMIE' EN STRATEGISCHE VISIE. DEFINITIEVE VASTSTELLING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 19/04/2021 Beleidsplan Ruimte Lier - voortzetting goedkeuring en evaluatiemoment gemeenteraad van 28/03/2022 Beleidsplan Ruimte Lier - startbeslissing tot opmaak

Collegebeslissing van 23/05/2022 Beleidsplan Ruimte Lier - Goedkeuring opmaak plan-MER

Collegebeslissing van 17/10/2022 Conceptnota Beleidsplan Ruimte. principiële goedkeuring

Collegebeslissing van 14/11/2022 Opmaak plan-MER bij beleidsplan ruimte Lier Toewijzing

Collegebeslissing van 27/03/2023 Kennisgevingsnota plan-MER Beleidsplan Ruimte Lier. Goedkeuring

Collegebeslissing van 17/04/2023 Beleidskader economie in Beleidsplan Ruimte. Goedkeuring nota extra ruimtebeslag Beleidsplan Ruimte Lier

Collegebeslissing van 8/05/2023 beleidskader "Open ruimte" met onderzoeksrapporten (DNA en open & bebouwde ruimte) en elementen voor de strategische visie. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 05/06/2023 Beleidskader "Groenblauwe netwerk" met onderzoeksrapport en elementen voor de strategische visie Beleidsplan Ruimte Lier. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 03/07/2023 Beleidskader 'recreatieve voorzieningen' met fiches, onderzoeksrapport en elementen voor de strategische visie. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 14/08/2023 Beleidskader ‘stad en dorp’ met onderzoeksrapport en elementen voor de strategische visie Beleidsplan ruimte Lier. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 16/10/2023 Beleidskader ‘ring en omgeving’ met onderzoeksrapport en elementen voor de strategische visie Beleidsplan ruimte Lier. GOEDKEURING

Collegebeslising van 20/11/2023 Voorontwerp Beleidsplan Ruimte Lier met 5 beleidskader en strategische visie. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 18/03/2024 Adviezen over het voorontwerp Beleidsplan Ruimte Lier. GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 15/04/2024 Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier met 5 beleidskader en strategische visie. GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 15/04/2024 Ontwerp plan-MER van het Beleidsplan Ruimte Lier (BRL). KENNISNAME.

Gemeenteraadsbeslissing van 29/04/2024 Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier met 5 beleidskader en strategische visie. VOORLOPIGE VASTSTELLING

Gemeenteraadsbeslissing van 29/04/2024 Ontwerp plan-MER van het Beleidsplan Ruimte Lier (BRL). KENNISNAME.

Collegebeslissing van 12/11/2024 Ontwerp beleidskader 'Economie' met ontwerp plan-MER. GOEDKEURING EN KENNISNAME.

Gemeenteraad van 25/11/2024 Ontwerp beleidskader 'Economie' met ontwerp plan-MER. VOORLOPIGE VASTSTELLING EN KENNISNAME.

Collegebeslissing van 20/01/2025 Antwoorden op de adviezen en bezwaren van BK Ring & omgeving en Recreatieve voorzieningen. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 17/02/2025 Antwoorden op de adviezen en bezwaren van BK Groenblauw netwerk en Open ruimte met focus op landbouw. GOEDKEURING

Collegebeslissing van 10/03/2025: Antwoorden op adviezen/bezwaren ihkv openbaar onderzoek -

Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier (BRL) - Beleidskader (BK) - Stad&dorp. GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 14/04/2025: Antwoorden op adviezen/bezwaren ihkv openbaar onderzoek -

Ontwerp Beleidskader Economie en Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier (BRL).

GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 05/05/2025: Antwoorden op adviezen/bezwaren ihkv openbaar onderzoek - Ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier (BRL) - verschilpunten. GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 19/05/2025: Definitieve vaststelling beleidskader 'Groenblauw netwerk', 'Recreatieve voorzieningen', 'Open ruimte' en 'Ring en omgeving' (BRL). GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 26/05/2025: Definitieve vaststelling beleidskader 'Stad en dorp', 'Economie' en strategische visie (BRL). GOEDKEURING.

Collegebeslissing van 26/05/2025: Definitieve plan-MER van het Beleidsplan Ruimte Lier met 6 beleidskader en strategische visie. KENNISNAME.

 

Feiten en context

De strategische visienota ‘Lier 2050’ beschrijft de uitdagingen die op Lier afkomen en de doelstellingen die de stad voor ogen heeft tegen 2050. Dit vertaalt zich in het wensbeeld Lier 2050. De beleidskaders operationaliseren de strategische visie en geven aan dat, om het wensbeeld te realiseren, een specifiek beleid moet worden gevoerd. Een beleidskader wordt best samen gelezen met de strategische visienota, achtergrondinformatie is te vinden in het onderzoeksrapport. De strategische visienota ‘Lier 2050’ beschrijft de uitdagingen die op Lier afkomen en de ambities die de gemeente voor ogen heeft. Dit vertaalt zich in het wensbeeld voor Lier 2050.

 

De strategische visienota is onderdeel van het beleidsplan ruimte Lier en bevat de visie op lange termijn voor het ruimtelijk beleid van de gemeente. De inleiding licht de opbouw van het beleidsplan ruimte Lier toe.

 

Een tweede deel verduidelijkt welke belangrijke ruimtelijke evoluties gedurende de laatste eeuwen in de gemeente hebben plaatsgevonden, hoe Lier er vandaag uit ziet, wat haar kwaliteiten zijn en voor welke belangrijke ruimtelijk maatschappelijke uitdagingen ze staat. Het derde deel stelt een aantal ambities voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid voorop. Zij moeten een antwoord bieden op de uitdagingen en de kwaliteiten versterken. De ambities worden vervolgens verbeeld in het wensbeeld 'Lier 2050', dat de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente op lange termijn illustreert. Het vierde deel behandelt uitwerkingen die de ambities en het wensbeeld verduidelijken. Hier zijn belangrijke beleidslijnen en acties aan gekoppeld. Tot slot wordt aangegeven in welke beleidskaders deze uitwerkingen gedetailleerd zijn behandeld. Het vijfde deel toont een overzicht van alle strategische acties.

 

De beleidskaders operationaliseren de strategische visie en geven aan dat, om het wensbeeld te realiseren, een specifiek beleid moet worden gevoerd. Volgende beleidskaders zijn opgemaakt en voorlopig vastgesteld:

‘Stad en dorp’ beschrijft de ontwikkelingsperspectieven voor de stad Lier en het dorp

Koningshooikt in functie van het verhogen van de leefkwaliteit.

‘Ring en omgeving’ stelt een veelkleurig ontwikkelingsperspectief voor R16 voor.

‘Recreatieve voorzieningen’ legt het toekomstperspectief voor het recreatief aanbod vast.

‘Open ruimte’ beschrijft de ontwikkelingsmogelijkheden voor de open ruimte.

‘Groenblauw netwerk’ geeft een visie op de verschillende groene en blauwe structuren die

in Lier aanwezig zijn.

'Economie' beschrijft de visie en strategieën voor de ontwikkeling van de Lierse economie.

 

Openbaar onderzoek

Van 13 mei 2024 tot en met 11 augustus 2024 liep het openbaar onderzoek voor het BRL met strategische visie en 5 beleidskader ('Stad en dorp'; 'Ring en omgeving'; 'Recreatieve voorzieningen'; 'Open ruimte'; 'Groenblauw netwerk') en het ontwerp plan-MER. Het openbaar onderzoek voor beleidskader 'Economie' en het bijhorend ontwerp plan-MER liep van 16 december 2024 tot en met 15 maart 2025.

 

Juridische grond

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), vastgesteld door de Vlaamse regering op 15 mei 2009 en latere wijzigingen, bevat de decretale onderbouwing van de ruimtelijke beleidsplanning als vervolg op de ruimtelijke structuurplanning. Dit wijzigingsdecreet vervangt het hoofdstuk "ruimtelijke structuurplannen" uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) door een hoofdstuk "ruimtelijke beleidsplannen" (artikel 2.1.1 e.v. VCRO).

 

Argumentatie

De gemeenteraad van 29 april 2024 heeft het ontwerp beleidsplan ruimte Lier met 5 beleidskader ('Stad en dorp'; 'Ring en omgeving'; 'Recreatieve voorzieningen'; 'Open ruimte'; 'Groenblauw netwerk') en strategische visie voorlopig vastgesteld en akte genomen van het bijhorend ontwerp plan-MER.

 

Het openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 13 mei 2024 tot 11 augustus 2024 en de gemeente heeft een informatie- en inspraakvergadering georganiseerd op 12 juni 2024.

Gedurende dit openbaar onderzoek zijn 20 adviezen en 35 bezwaren ingediend.

De gemeenteraad van 25 november 2024 heeft het beleidskader 'Economie' voorlopig vastgesteld en akte genomen van het bijhorend ontwerp plan-MER. Het openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 16 december 2024 tot 15 maart 2025. Gedurende dit openbaar onderzoek zijn er 20 adviezen en 12 bezwaren ingediend.

 

Alle bezwaren en opmerkingen uit het openbaar onderzoek op het Beleidsplan Ruimte Lier (BRL) werden behandeld en met een antwoord voorzien.

 

De antwoorden en wijzigingen van passages en/of kaarten van de strategische visie en de beleidskader 'Groenblauw netwerk', 'Open ruimte', 'Recreatieve voorzieningen', 'Ring en omgeving', 'Stad en dorp' op basis van opmerkingen en bezwaren uit het openbaar onderzoek zijn met een paarse kleur aangegeven. Geschrapte passages als reactie op opmerkingen en bezwaren uit het openbaar onderzoek zijn eveneens in paarse kleur aangegeven maar doorgehaald.

 

De antwoorden en wijzigingen van passages en/of kaarten van het beleidskader 'Economie' op basis van opmerkingen en bezwaren uit het openbaar onderzoek zijn onderstreept en met een kleur aangegeven (rood en/of groen). Geschrapte passages als reactie op opmerkingen en bezwaren uit het openbaar onderzoek zijn eveneens met een kleur (rood en/of groen) aangegeven maar doorgehaald.

 

De bijhorende onderzoeksrapporten van de verschillende beleidskader zijn een integraal onderdeel van het Beleidsplan Ruimte Lier.

 

Timing

De GECORO heeft de ingekomen adviezen en bezwaren op 6 beleidskader ('Ring en omgeving', 'Recreatieve voorzieningen', 'Open ruimte', 'Groenblauw netwerk', 'Stad en dorp' en 'Economie') en de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Lier behandeld. Na de verwerking van alle adviezen en bezwaren zou de gemeenteraad van 23 juni 2025 het Beleidsplan Ruimte Lier met 6 beleidskader ('Ring en omgeving', 'Recreatieve voorzieningen', 'Open ruimte', 'Groenblauw netwerk', 'Stad en dorp' en 'Economie') en de strategische visie definitief vaststellen.

 

De vaststellingstermijnen voor ruimtelijke beleidsplannen en voor beleidskaders zijn termijnen van orde. Dat was ook het geval bij de ruimtelijke structuurplannen. Anders dan bij ruimtelijke uitvoeringsplannen (waar wel een vervaltermijn geldt) sorteren de voorlopig vastgestelde ruimtelijke beleidsplannen of beleidskaders geen rechtsgevolgen, zodat er wat dat betreft alvast geen reden is om een vervaltermijn te stellen die zorgt dat de betrokken rechtsgevolgen verdwijnen bij gebreke aan een tijdige definitieve vaststelling. Een termijn van orde houdt wel in dat een termijnoverschrijding binnen redelijke perken moet blijven en een reden moet hebben (bijv. aantal reacties in een openbaar onderzoek en de verwerkingstijd die nodig is voor aanpassingen).

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

4 stemmen tegen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

8 onthoudingen: Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Onur Alar en Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad stelt op basis van de behandeling van de adviezen en bezwaren door de Gecoro het Beleidsplan Ruimte Lier (BRL) met procesnota, strategische visie en 6 beleidskader ('Groenblauw netwerk', 'Recreatieve voorzieningen', 'Open ruimte', 'Ring en omgeving', 'Stad en dorp' en 'Economie) definitief vast.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

LOKAAL ACTIVERINGSPACT 1 - EINDVERSLAG. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 28 april 2023 lanceerde de Vlaamse Overheid de projectoproep ‘Lokaal Activeringspact’, in het kader van de conceptnota ‘Flankerende activeringsaanpak voor de verplichte inschrijving van leefloongerechtigden'.

Op de zitting van 23 oktober 2023 werd deze oproep ter kennis gebracht aan het college. Stad en OCMW Lier stelde een uitstroomengagement, een plan van aanpak en een kostenraming op. Dit dossier werd voor 31 oktober 2023 ingediend. Op 20 december 2023 werd het dossier goedgekeurd door de Vlaamse Overheid voor de periode december 2023 - november 2024.

Op de zitting van 10 juni 2024 keurde het College van Burgemeester en Schepenen de samenwerkingsovereenkomst met de vzw Mondiale Werken Regio Lier goed. Deze convenant legt de samenwerkingsafspraken vast tussen Mondiale Werken regio Lier enerzijds en stad en OCMW Lier anderzijds met betrekking tot de organisatie van het Jobatelier+ gericht op de activering van leeflooncliënten naar duurzaam werk.

Op de zitting van 25 november 2024 keurde de OCMW-Raad de samenwerkingsovereenkomst met vzw Jobroad goed. Deze convenant legt de samenwerkingsovereenkomstafspraken vast tussen vzw Jobroad en stad en OCMW Lier met als doel ‘versterkt inzetten op de duurzame activering van leefloners’.

 

Feiten en context

Het lokaal activeringspact heeft tot doel om de uitstroom van leefloners naar duurzaam werk te stimuleren. Om lokale besturen een incentive te geven tot actie is een toelage voorzien. Indien tussen juli 2023 en april 2025 de doelstelling van 194 duurzaam geactiveerde leefloners behaald wordt - ontvangt lokaal bestuur Lier 88.000€. Om hogervermeld doel te realiseren werden de afgelopen maanden tal van acties opgezet. Deze acties volgden het plan van aanpak dat werd voorgesteld op de zitting van 23 oktober 2023. 

 

Als laatste stap dient de eindrapportage voor de oproep 50 ingediend te worden. Dit kan tot en met 30 juni 2025 in Platos.  De eindrapportage moet een inhoudelijk eindverslag (zie bijlage 1) en een financieel verslag (zie bijlage 2) bevatten, ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad.  

 

Het eindverslag (in bijlage) wordt principieel goedgekeurd door het CBS en doorgestuurd naar de gemeenteraad.

 

Fasering

April 2023 oproep 50, Lokaal Activeringspact.

Van mei tot oktober voorbereiding subsidiedossier Lokaal Activeringspact Lier.

In oktober 2023 werd het dossier goedgekeurd door het college en ingediend.

In de periode december 2023 tot november 2024: uitvoering van het project.

In juni 2025 – goedkeuring van het eindverslag door het college en gemeenteraad en indienen van het eindverslag.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Met de toekenning van deze middelen van de Vlaamse Overheid was het mogelijk om bijkomende initiatieven en acties uit te werken voor leeflooncliënten gericht op ‘activering naar de arbeidsmarkt en duurzame tewerkstelling’.

 

Activering van leeflooncliënten is een prioritaire beleidsdoelstelling. Met dit aanbod werd een nieuwe impuls gegeven aan de realisatie van deze ambitie.

 

Financiële weerslag

Verantwoording ontvangen subsidies LAP 1

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

4 onthoudingen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het eindverslag van Lokaal Activeringspact 1 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

ALGEMEEN POLITIEREGLEMENT LIER - AANPASSING JUNI 2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 24/11/2008 - goedkeuring algemeen politiereglement stad Lier

Gemeenteraadsbeslissing van 29/06/2009 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 28/03/2011 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 26/03/2012 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 24/09/2012 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 26/11/2012 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 24/06/2013 - goedkeuring gecoördineerde versie algemeen politiereglement stad Lier

Gemeenteraadsbeslissing van 26/01/2015 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 29/02/2016 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 25/04/2016 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 29/05/2017 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 27/11/2017 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 17/12/2018 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 25/11/2019 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 19/12/2022 - goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 23/10/2023 – goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

Gemeenteraadsbeslissing van 29/04/2024 – goedkeuring aanpassingen algemeen politiereglement

 

Feiten en context

Het algemeen politiereglement bevat regels en voorschriften die ervoor zorgen dat de openbare veiligheid, openbare rust en openbare gezondheid worden bewaakt en openbare overlast wordt tegengegaan. Overtredingen van dit politiereglement worden vastgesteld door de lokale politie en vaststellende ambtenaren, en gesanctioneerd via het systeem van de gemeentelijke administratieve sancties (GAS). De gemeenteraad is bevoegd om de politiereglementen goed te keuren.

 

Voorgestelde wijzigingen

 

Titel 2 – De openbare netheid en gezondheid

Hoofdstuk 1. Netheid van de openbare ruimte

Afdeling 4. Wateroppervlakten, waterwegen, kanaliseringen, afvloeiingen.

 

Huidig artikel:

Artikel 17. Het is tenzij, ter plaatse anders vermeld, verboden te baden in door het stadsbestuur beheerde rivieren, kanalen, vijvers, bekkens, fonteinen gelegen in openbare ruimten of deze te bevuilen of er dieren in te laten baden of te wassen of er eender wat in onder te dompelen.

 

Nieuwe versie:

Artikel 17 §1. Het is, tenzij ter plaatse anders vermeld, verboden zich in het water te begeven in onbevaarbare waterlopen, rivieren, kanalen, vijvers, bekkens, fonteinen die in beheer zijn van publieke overheden.

§2. Het is verboden deze wateren te bevuilen of er eender wat in onder te dompelen.

 

Motivatie

Begin augustus 2024 verscheen op de sociale media van de Vlaamse Milieumaatschappij een video waarin te zien was hoe jongeren vlak bij de stuw op de Vliet-Molenbeek in Ruisbroek in het water duiken. In het Facebookbericht staat een duidelijke oproep om dit roekeloos gedrag niet meer te stellen omdat de waterloop daar niet voor geschikt is. De VMM verklaarde later die dag ook in het journaal dat dergelijk gedrag zeer gevaarlijk is en tot zware gevolgen kan leiden.

In het huidige artikel dat zwemmen in open water regelt, worden nu enkel wateren in het beheer van het gemeentebestuur vermeld. Dit betekent dat de stad zelf niet zou kunnen optreden indien dergelijke gevaarlijke situaties zouden kunnen optreden in niet-bevaarbare waterlopen.

Om deze situatie in de toekomst te vermijden en te kunnen inspelen op bovenvermeld soortgelijk gedrag, wordt er voorgesteld om het artikel te herschrijven zodanig dat het verboden wordt om zich in het water te begeven in onbevaarbare waterlopen in het beheer van publieke overheden.

De uitzondering die aan het begin van de eerste paragraaf wordt vermeld, “tenzij ter plaatse anders vermeld”, geeft het lokale bestuur nog steeds de mogelijkheid om vrije zwemzones aan te duiden, wat sinds 2024 mogelijk is (https://www.vmm.be/water/zwemwater/zwemmen-in-open-water) 

 

Titel 2. De openbare netheid en gezondheid

Hoofdstuk 2. Openbare gezondheid.

Afdeling 5. Vuur en rook

 

Huidig artikel:

Artikel 187. Het is verboden – buiten de daartoe door de stad vastgestelde en aangeduide plaatsen - zonder voorafgaandelijke en schriftelijke toelating van de burgemeester vuur te maken in de openbare ruimte. Het is verboden de buurt te storen met rook, geuren of uitwasemingen van welke bron dan ook, alsook met stof of projectielen van allerlei aard. Onverminderd het eerste lid zijn barbecues toegelaten in private tuinen, met uitzondering van een terras van een appartement. Het oplaten van onbemande (wens)ballonnen die gebruik maken van een permanente open vlam is niet toegelaten.

 

Nieuwe versie:

Artikel 187. Het verbranden in open lucht van elke stof is verboden. Enkel in volgende gevallen is verbranding in open lucht toegelaten:

        het verbranden van droog onbehandeld hout bij het maken van een kampvuur. Indien dit kampvuur georganiseerd wordt op het openbaar domein, is er voorafgaand een schriftelijke toelating van de burgemeester noodzakelijk;

        het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer of barbecue. Het gebruik van een vuurmand, vuurschaal of vuurkorf op het openbaar domein is enkel toegelaten na voorafgaande en schriftelijke toelating  van de burgemeester;

        het verbranden van droog brandbaar materiaal, met uitzondering van afvalstoffen, droog onbehandeld hout en onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen of kerstboomverbranding. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven en de activiteit op een afstand van meer dan 100 meter van bewoning plaatsvindt;

        de verbranding in open lucht, met uitzondering van afvalstoffen, in het kader van blusoefeningen, uitgevoerd door de brandweer van een gemeente, regio of bedrijf of door de civiele bescherming;

        het maken van vuur in open lucht in bos- en natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven of als die activiteit als beheermaatregel is opgenomen in een goedgekeurd beheerplan of vergund door het Agentschap voor Natuur en Bos zoals voorzien in het Bosdecreet en het decreet Natuurbehoud;

        de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;

        de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van landschapselementen, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;

        de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is;

        het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Die activiteit mag pas plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de toezichthouder.

 

§2 Bij toegelaten verbranding moeten steeds de nodige maatregelen genomen worden om (rook-, geur-,…) overlast door  voor de buurt te vermijden. De nodige brandbestrijdingsmiddelen moeten aanwezig zijn in verhouding met het veroorzaakte brandrisico. Het aanleggen van een open vuur op private gronden moet steeds onder toezicht verlopen en het moet degelijk gedoofd worden bij het verlaten van het terrein. Hierbij dienen de richtlijnen van brandweerzone Rivierenland gevolgd te worden.

 

Titel 2 – De openbare netheid en gezondheid

Hoofdstuk 2. Openbare gezondheid

Afdeling 7.  Schadelijke middelen

 

Nieuw artikel:

Artikel 286. Illegale drugs zijn verdovende en psychotrope stoffen zoals wettelijk bepaald.  

Het is verboden om zich te bevinden in de openbare ruimte en alle aanpalende terreinen die voor publiek toegankelijk zijn (voorbeeld: portieken, ingangen van gebouwen), met het doel om illegale drugs aan te schaffen, al dan niet tegen betaling, en/of deze drugs te verbruiken. Dit houdt onder meer het verbod om overlast te veroorzaken die gepaard gaat met zoeken naar drughandelaars of tussenpersonen voor de aanschaf of consumptie van de illegale drugs. Het gaat om handelingen zoals bijvoorbeeld: 

        rondhangen in straten of op pleinen of in parken of in ruimtes aanpalend aan de openbare ruimte, zoals portalen van kleinhandelaars en privépersonen, om illegale drugs aan te kopen, om de aanschaf van de illegale drugs te vergemakkelijken of om illegale drugs te zoeken;  

        voorbijgangers aanspreken om de zoektocht naar illegale drugs te vergemakkelijken of om illegale drugs aan te kopen; ingaan op tekens van één of meerdere personen die illegale drugs aanbieden of illegale drugs lijken aan te bieden en/of met hen gesprekken voeren;  

        doorgangen op straat verhinderen;  

        nadrukkelijk aandacht trekken van voetgangers al dan niet drughandelaars of tussenpersonen door tekens, gebaren en geluiden te maken; 

        geluidshinder door luidruchtige discussie en onenigheid tijdens de handel 

 

Motivatie

Dit artikel heeft als doel overlast en verstoring van de openbare orde door de aankoop en consumptie van illegale drugs in de openbare ruimte tegen te gaan. Het richt zich op gedragingen die het zoeken naar of de aankoop van drugs vergemakkelijken, wat kan leiden tot verstoringen in de buurt. Door deze handelingen te verbieden, draagt het artikel niet alleen bij aan een veilige en rustige omgeving voor de bewoners, maar ook onrechtstreeks aan de bestrijding van drugscriminaliteit door de mogelijkheden voor drugshandel te beperken.

 

 Titel 3 – De openbare veiligheid en vlotte doorgang.

Hoofdstuk 1. Gemeenschappelijke bepalingen ter bevordering van de openbare veiligheid en de vlotte doorgang.

Afdeling 2. Modaliteiten voor de uitoefening van het vergaderrecht.

 

Huidig artikel.

Artikel 197. Het is verboden zonder voorafgaandelijke kennisgeving aan de burgemeester grootschalige openbare feesten, publiek toegankelijke fuiven, bals en muziekopvoeringen in gesloten plaatsen te houden.

 

Nieuwe versie: 

Artikel 197: het is verboden zonder voorafgaandelijke kennisgeving aan de burgemeester grootschalige openbare feesten, publiek toegankelijke fuiven met meer dan 200 aanwezigen, bals en muziekopvoeringen in gesloten plaatsen te houden.

 

Motivatie

De wijziging van artikel 197 is bedoeld om de drempel voor kennisgeving bij grootschalige evenementen te verduidelijken en af te stemmen op de werkelijke impact van dergelijke bijeenkomsten. Door de grens te stellen op 200 aanwezigen, wordt het gemakkelijker om evenementen te monitoren die een grotere impact kunnen hebben op de openbare orde, veiligheid en gezondheid.

 

Titel 3 – De openbare veiligheid en vlotte doorgang.

Hoofdstuk 1. Gemeenschappelijke bepalingen ter bevordering van de openbare veiligheid en de vlotte doorgang.

Afdeling 7. Openbare veiligheid en publiek toegankelijke inrichtingen of plaatsen

 

Huidig artikel:

Artikel 211. Het is verboden, behoudens in geval van gerechtvaardigde reden, de bevelen of richtlijnen van een politieambtenaar, gegeven in het kader van het handhaven of herstel van de openbare rust, veiligheid, gezondheid, zindelijkheid of gegeven in het kader van de bestrijding of voorkoming van overlast, niet na te leven.

 

Nieuwe versie:

Artikel 211.  Ieder die zich in de openbare ruimte bevindt of in een voor het publiek toegankelijke plaats, moet zich onmiddellijk schikken naar de verzoeken of bevelen van de politie met het oog op:

        de vrijwaring van de openbare veiligheid, rust, netheid of gezondheid;

        de vereenvoudiging van de taken van de hulpdiensten en de bijstand aan personen in gevaar;

        het doen naleven van de wetten, decreten, reglementen en besluiten.

Deze verplichting is tevens van toepassing op personen die zich in een privaat domein bevinden, wanneer de politie er is binnengegaan op verzoek van de bewoners of in geval van brand, overstroming of hulpoproep. 

 

Motivatie:

Deze wijziging verduidelijkt wanneer en waar burgers verplicht zijn de bevelen of verzoeken van de politie na te leven, zowel in de openbare ruimte als in specifieke situaties op privaat domein (zoals bij brand of hulpoproepen). De aangepaste formulering vergroot de rechtszekerheid en ondersteunt een efficiënte handhaving van de openbare orde en veiligheid.

 

Nieuw artikel:

Artikel 212. Het is verboden de vlotte doorgang, het zicht en andere gelegitimeerde tussenkomsten van toezicht- en/of hulpdiensten in de openbare ruimte en/of publiek toegankelijk inrichtingen te verhinderen of te bemoeilijken. Dit kan onder meer door:

        het gooien van voorwerpen naar de toezicht- en/of hulpdienst of dienstvoertuig

        het uitvoeren van afleidingsmanoeuvres of op een andere wijze nadrukkelijk de aandacht te trekken van de toezicht- en/of hulpdiensten

        een weigering om de plaats van de tussenkomst te verlaten

        het betreden van een afgebakende perimeter of zone

        het opruien van mensen rondom de gelegitimeerde tussenkomst.

Onder toezicht- en/of hulpdiensten worden o.a. begrepen: politiediensten, hulpverleners, brandweer, ambulanciers, toezichthoudend stadspersoneel, ... 

 

Motivatie:

Dit artikel is bedoeld om toezicht- en hulpdiensten beter te beschermen tijdens hun tussenkomsten in de openbare ruimte of publiek toegankelijke plaatsen. Door concreet te omschrijven welke gedragingen als belemmerend worden beschouwd, wordt de handhaving vergemakkelijkt en kan sneller opgetreden worden tegen storend of gevaarlijk gedrag. De bepaling draagt bij aan de veiligheid van zowel de hulpdiensten als omstaanders, en garandeert een vlotte uitvoering van hun opdrachten.

 

Titel 7. De straf- en slotbepalingen

 

Huidige versie

Artikel 326. Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale

verordeningen niet in andere straffen voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen

van deze politieverordening – met uitzondering van artikel 207 - gestraft worden met een

administratieve sanctie, overeenkomstig de wet van 24 juni 2013:

 

§1, 1° een administratieve geldboete die maximaal 125 of 350 euro bedraagt, naargelang

de overtreder respectievelijk minderjarig doch de volle leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op

ogenblik van de inbreuk, of meerderjarig is;

2° de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of

vergunning;

3° de administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of

vergunning;

4° de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

 

§2 alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete, zoals bedoeld in § 1, 1°,

kunnen worden opgelegd:

1° de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang

uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap (collectiviteit);

2° de lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder

mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te

herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren.

 

§3 bij het niet welslagen van de lokale bemiddeling zal een aan minderjarige overtreder in

alle gevallen eerst een gemeenschapsdienst worden opgelegd. Enkel bij niet (volledige)

uitvoering van deze gemeenschapsdienst zal een geldboete kunnen worden opgelegd.

 

Nieuwe versie

 

Artikel 326. Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale

verordeningen niet in andere straffen voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen

van deze politieverordening – met uitzondering van artikel 207 - gestraft worden met een

administratieve sanctie, overeenkomstig de wet van 24 juni 2013:

 

§1, 1° een administratieve geldboete die maximaal 125 of 350 euro bedraagt maximaal 175 of 500 euro bedraagt, naargelang

de overtreder respectievelijk minderjarig doch de volle leeftijd van 16 14 jaar heeft bereikt op

ogenblik van de inbreuk, of meerderjarig is;

2° de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of

vergunning;

3° de administratieve intrekking opheffing van een door de gemeente verleende toestemming of

vergunning;

4° de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

 

§2 alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete, zoals bedoeld in § 1, 1°,

kunnen worden opgelegd:

1° de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang

uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap (collectiviteit);

2° de lokale bemiddeling  GAS-bemiddeling gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te

herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren.

 

De procedure en de daarmee gepaard gaande nadere regels zijn opgenomen in een bemiddelingsreglement dat opgenomen is als bijlage bij deze politieverordening.

 

Motivatie:

 

Verhoging van het bedrag voor Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS-boetes)

In navolging van recente ontwikkelingen in andere Vlaamse steden en gemeenten, stellen wij voor om het maximumbedrag voor Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS-boetes) in Lier te verhogen. Deze aanpassing beoogt een effectiever en uniform beleid tegen overlast en normoverschrijdend gedrag, met als doel de leefbaarheid en veiligheid in onze stad te verbeteren.

 

Opmerking: Door de verhoging van het boetebedrag dient dit ook aangepast te worden in de artikelen waarin het huidige maximumbedrag vermeld staat. Het gaat om de artikelen 209,242,292,293,294,294/1,294/2,294/3,295,296,297,297/1.

In deze artikelen werd volgende vervangen: "kan bestraft worden met een administratieve geldboete van maximum 350 euro" ==> "zoals bepaald in artikel 287 §1 van dit reglement".

Op deze manier dient dit in de toekomst niet opnieuw aangepast te worden.

 

Juridische basis en motivatie

Wettelijke grondslag voor verhoging boetebedrag: De GAS-wetgeving biedt gemeenten de autonomie om de hoogte van administratieve sancties te bepalen binnen de wettelijk vastgestelde maxima. Dit stelt lokale besturen in staat om boetebedragen af te stemmen op de specifieke noden en uitdagingen binnen hun gemeenschap.

Aanpassing aan federale wetgeving: De federale regering heeft de maximumboete voor hardleerse overtreders verhoogd van 350 naar 500 euro. Deze wijziging stelt lokale besturen in staat om strengere sancties op te leggen aan recidivisten en ernstige overtreders.

Uniformiteit met omliggende gemeenten: Verschillende Vlaamse gemeenten hebben reeds besloten om het maximumbedrag voor GAS-boetes te verhogen naar 500 euro. Bijvoorbeeld, de steden en gemeenten Grobbendonk, Herenthout, Olen, Vorselaar, Herentals, Mechelen, Willebroek, Bornem, Puurs, Berlaar, Nijlen, Heist-Op-Den-Berg hebben hun maximumboete verhoogd naar 500 euro. Door deze verhoging in Lier door te voeren, creëren we een consistent en rechtvaardig sanctiebeleid binnen de regio.

Effectieve aanpak van hardnekkige overlast: Het verhogen van de boetebedragen dient als een krachtig afschrikmiddel tegen herhaaldelijke overtredingen en ernstige vormen van overlast. Hogere boetes kunnen bijdragen aan het ontmoedigen van recidivisme en het bevorderen van naleving van gemeentelijke regelgeving.

Investering in leefbaarheid en veiligheid: De opbrengsten uit verhoogde boetes kunnen worden aangewend voor verdere investeringen in de leefbaarheid en veiligheid van onze stad. Dit omvat onder andere het verbeteren van openbare ruimtes, het versterken van preventieprogramma's en het ondersteunen van gemeenschapsinitiatieven die bijdragen aan een aangename en veilige leefomgeving.

Sinds de invoering van de huidige boetebedragen hebben economische ontwikkelingen, zoals inflatie en stijgende kosten van levensonderhoud, de reële waarde van deze sancties verminderd. Een herziening en verhoging van de boetebedragen zorgt ervoor dat de sancties hun beoogde impact behouden en in lijn blijven met de huidige economische realiteit.

 

Verlaging van de leeftijdsgrens voor GAS-boetes naar 14 jaar

De GAS-wet (Wet van 24 juni 2013, zoals gewijzigd) laat steden en gemeenten toe om de leeftijdsgrens voor het opleggen van gemeentelijke administratieve sancties te verlagen van 16 naar 14 jaar. Steeds meer Vlaamse steden en gemeenten hebben deze stap reeds gezet.

Omwille van uniformiteit binnen de regio en om gelijklopende handhaving te garanderen binnen politie- en gerechtelijke samenwerkingsverbanden, stelt de stad Lier voor om deze verlaging ook in te voeren. Hierdoor kan sneller worden opgetreden tegen normoverschrijdend gedrag van jongeren en kunnen ook 14- en 15-jarigen vroegtijdig worden aangesproken en geresponsabiliseerd.

Tegelijk blijft er aandacht voor het pedagogisch aspect. Bij een eerste inbreuk volgt geen onmiddellijke sanctie, maar wordt een waarschuwingsbrief gestuurd naar de opvoedingsverantwoordelijken, zodat zij eerst de kans krijgen om zelf in te grijpen. Pas bij een volgende overtreding kan een effectieve sanctie worden opgelegd.

Daarnaast wordt het bestaande bemiddelingsreglement opgenomen in het kader van GAS voor minderjarigen. Deze werkwijze wordt reeds toegepast in de samenwerking met stad Mechelen, maar een duidelijke verankering in het reglement biedt meer transparantie en duidelijkheid voor jongeren én hun opvoedingsverantwoordelijken over de manier waarop het traject verloopt.

Zo streven we naar een evenwichtige aanpak waarin responsabilisering, opvoeding en correcte handhaving hand in hand gaan.

 

GAS-bemiddeling

Lokale bemiddeling wordt GAS-bemiddeling (motivatie: deze term is juridisch correct en werd zo aangepast in de GAS wet zelf).

 

Opheffing

Intrekking wordt opheffing (motivatie: deze term is juridisch correct en werd zo aangepast in de GAS wet zelf. Een vergunning die rechten doet ontstaan kan men enkel opheffen en niet intrekken).

 

Nieuw hoofdstuk:

De huidige bepalingen onder titel 7 zullen voortaan onder titel 7, Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen vallen. Het nieuwe hoofdstuk onder titel 7 is genaamd:

 

Hoofdstuk 2: Bijzondere procedure ten aanzien van minderjarigen die de volle leeftijd van 14 jaar bereikt hebben.

 

Nieuwe artikelen:

 

Artikel 330. Met uitzondering van de gemengde inbreuken omschreven in artikel 292, 293, 294, 294/1, 294/2, 294/3, 295, 296, 297 en 297/1 van deze verordening, is de opstart van een GAS-procedure bij vaststelling van een eerste inbreuk op de bepalingen van deze verordening door een minderjarige overtreder uitgesloten. In dit geval worden de minderjarige overtreder, en iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige door de sanctionerend ambtenaar middels een aangetekend schrijven formeel gewaarschuwd om geen nieuwe inbreuken meer te plegen. In uitzonderlijke gevallen en bij specifieke noodzakelijke acties kan afgeweken worden van deze werkwijze en kan bij vaststelling van een eerste inbreuk op artikel 216 van deze verordening een procedure worden opgestart overeenkomstig de beginselen zoals vastgelegd in artikel 331 e.v. van deze verordening. Deze bijzondere acties en omstandigheden worden voorafgegaan door een duidelijke communicatie en indien mogelijk een sensibiliserende actie.

 

Artikel 331. Bij vaststelling van een gemengde inbreuk omschreven in artikel 292, 293, 294, 294/1, 294/2, 294/3, 295, 296, 297 en 297/1 van deze verordening of bij een nieuwe inbreuk op de bepalingen van deze verordening binnen de 24 maanden na een eerdere vaststelling van een inbreuk op deze verordening gepleegd door dezelfde minderjarige overtreder, kan een GAS-procedure jegens de minderjarige worden opgestart.

 

Artikel 332. Wanneer een GAS-procedure jegens een minderjarige overtreder wordt opgestart, brengt de sanctionerend ambtenaar de stafhouder van de orde van advocaten hiervan op de hoogte, zodat ervoor gezorgd wordt dat de betrokkene door een advocaat bijgestaan kan worden.

De stafhouder of het bureau voor juridische bijstand stelt een advocaat aan, uiterlijk binnen twee werkdagen na voormelde kennisgeving.

Een afschrift van het bericht van de kennisgeving aan de stafhouder wordt bij het dossier van de rechtspleging gevoegd.

Wanneer er een risico op een belangenconflict bestaat, zorgt de stafhouder of het bureau voor juridische bijstand ervoor dat de betrokkene bijgestaan wordt door een andere advocaat dan die waarop zijn vader en moeder, voogd, of personen die hem onder hun hoede hebben of die bekleed zijn met een vorderingsrecht, een beroep hebben gedaan.

De advocaat kan ook aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure.

 

Artikel 333. Wanneer een GAS-procedure jegens een minderjarige overtreder wordt opgestart, zal de sanctionerend ambtenaar steeds een aanbod van bemiddeling voorstellen aan de minderjarige, conform de procedure en de daarmee gepaard gaande nadere regels omschreven in het bemiddelingsreglement opgenomen als bijlage bij deze politieverordening.

De vader en moeder, de voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij de bemiddeling.

De procedure en de daarmee gepaard gaande nadere regels zijn opgenomen in een bemiddelingsreglement dat opgenomen is als bijlage bij deze politieverordening.

Wanneer de sanctionerend ambtenaar het welslagen van de bemiddeling vaststelt, kan hij geen administratieve geldboete meer opleggen

 

Artikel 334. In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling zal de sanctionerend ambtenaar steeds eerst een gemeenschapsdienst voorstellen aan de minderjarige overtreder zoals voorzien in artikel 326 §2 en conform de procedure en de daarmee gepaard gaande nadere regels omschreven in het bemiddelingsreglement opgenomen als bijlage bij deze politieverordening.

De vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij het uitvoeren van de gemeenschapsdienst.

Enkel in geval van niet uitvoering of weigering van deze gemeenschapsdienst, kan de sanctionerend ambtenaar een administratieve geldboete opleggen zoals voorzien in art. 326 §1, 1°.

 

Artikel 335. De vader en moeder, voogd of personen die de minderjarige onder hun hoede hebben, zijn burgerlijk aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete.

 

Adviezen

Jeugdraad:

"We kunnen ons als jeugdraad vinden in dit vernieuwde kader dat onder meer inzet op uniformiteit met andere gemeenten en een duidelijker sanctiebeleid.

 

De Jeugdraad geeft dan ook unaniem een positief advies over het aangepaste politiereglement, maar vraagt wel aandacht voor volgende twee punten:

  1. Onderzoek naar een openbare zwemlocatie

Het vernieuwde politiereglement verbiedt het zich in het water begeven in onbevaarbare waterlopen, kanalen, vijvers, fonteinen, etc., tenzij anders aangegeven.

 

Hoewel we de bezorgdheden rond veiligheid en milieu volledig begrijpen, vinden we het belangrijk dat jongeren tijdens warme dagen toch de mogelijkheid hebben om op een veilige manier af te koelen.

Daarom vragen we dat het stadsbestuur de mogelijkheid onderzoekt om een tijdelijke of permanente zwemzone te voorzien, bijvoorbeeld aan het natuurgebied Anderstad.

 

  1. Extra publieke toiletten aan het stadspark

Het stadspark is in de zomer een populaire plek bij jongeren om samen te komen. Het gebrek aan (voldoende) toiletten op deze plek zorgt momenteel voor heel wat wildplassers.

De drempel om gebruik te maken van toiletten in horecazaken is vaak hoog voor jongeren, zeker zonder consumptie. Toegankelijke sanitaire voorzieningen dragen bij aan het comfort en de hygiëne van jongeren.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Nieuwe Gemeentewet;

Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

 

Argumentatie

Het algemeen politiereglement is geen statisch document maar dient geregeld up-to-date gebracht te worden om de gemeentelijke overheid blijvend in staat te stellen een gepast antwoord te bieden op vlak van bestuurlijke handhaving van fenomenen die de openbare orde verstoren en/of zorgen voor openbare overlast. De hier voorgelegde voorstellen tot aanpassing en/of aanvulling zijn onder meer tot stand gekomen naar aanleiding van de concrete toepassing van de thans bestaande regels uit het politiereglement. Ze strekken ertoe de concrete toepassing te verfijnen en meer aangepast te maken aan de realiteit.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad de wijzigingen aan het Algemeen Politiereglement en het bemiddelingsreglement goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

POLITIEVERORDENING MET OOG OP HET IN PLAATS STELLEN VAN EEN STRUCTURELE WERKWIJZE BIJ VOETBALWEDSTRIJDEN IN DE ASTERX GROUP-F ARENA, AL DAN NIET MET EEN VERHOOGD VEILIGHEIDSRISICO. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Juridische grond

       De wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, laatst gewijzigd door de Wet van 3 juni 2018 (verder Voetbalwet genoemd);

       De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

       Algemeen Politiereglement stad Lier

       De artikelen 119, 119bis en 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet;

 

Motivering

Inhoudelijke toelichting

Aangezien in de AsterX Group-f Arena voetbalwedstrijden gespeeld worden in het kader van de reguliere nationale competitie en eventuele eindronde- of barragematchen en de bekercompetitie (Croky Cup), alsook internationale voetbalwedstrijden en vriendschappelijke wedstrijden gespeeld kunnen worden zoals bedoeld in artikel 2, 2° van de Wet van 21 december 1998 gewijzigd bij de wetten van 10 maart 2003, 27 december  2004, 25 april 2007, 27 juni 2016 en 3 juni 2018;

Aangezien voorafgaand aan het voetbalseizoen en voorafgaand aan elke wedstrijd door de politiediensten, in overleg met de partners, een kwalitatieve risicoanalyse wordt doorgevoerd, waarbij wordt rekening gehouden met de specifieke situatie in en rond de AsterX Group-f Arena;

 

Aangezien onder deze wedstrijden zich wedstrijden bevinden die, op basis van deze kwalitatieve risicoanalyse, een meer dan gemiddelde bedreiging inhouden voor de openbare veiligheid en rust, hetzij door de aard van de bezoekende supporters, hetzij door rivaliteit tussen beide supporterskernen, hetzij door het sportieve belang van de desbetreffende wedstrijd;

Aangezien, gelet op de plaatsgesteldheid buiten het stadion, de volledige scheiding van supporters onmogelijk te handhaven is zonder het instellen van een combiregeling;

 

Aangezien deze voetbalwedstrijden veelal gepaard gaan met een grote volkstoeloop, ter gelegenheid waarvan de openbare veiligheid en rust ernstig in het gedrang kunnen komen;

Aangezien deze voetbalwedstrijden vaak een aantrekkingspunt vormen voor personen met hetzij een burgerrechtelijk stadionverbod, hetzij een administratief stadionverbod, een gerechtelijk stadionverbod of een stadionverbod als beveiligingsmaatregel zoals bedoeld in de Wet van 21 december 1998, gewijzigd zoals hierboven vermeld, betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden;

 

Aangezien deze personen, hetzij alleen, hetzij in groep, door hun opruiend gedrag een bedreiging kunnen vormen voor de openbare veiligheid en rust op de openbare weg of in de openbare plaatsen in de periferie van de AsterX Group-f Arena en dit zowel vóór, tijdens als na de wedstrijd;

Aangezien onder deze wedstrijden zich wedstrijden bevinden die een meer dan gemiddelde bedreiging inhouden voor de openbare veiligheid en rust, hetzij door de aard van de bezoekende supporters, hetzij door rivaliteit tussen beide supporterskernen, hetzij door het sportieve belang van de desbetreffende wedstrijd;

Aangezien de steden tot taak hebben te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, door het tegengaan van inbreuken op de openbare rust zoals vechtpartijen en twisten met volkstoeloop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren, en door het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen;

 

Aangezien deze wedstrijden, die mogelijks een meer dan gemiddelde bedreiging vormen voor de openbare orde op niet-limitatieve wijze opgenomen worden in het protocolakkoord dat afgesloten wordt tussen de club, de stad en de veiligheidsdiensten;

 

Aangezien het, gelet op het bovenstaande, noodzakelijk is om alle nuttige maatregelen te nemen die de gebeurlijke verstoring van de openbare orde naar aanleiding van deze voetbalwedstrijden kunnen voorkomen dient een politieverordening te worden opgesteld.

Overwegende dat een buscombiregeling voor risicowedstrijden een belangrijke risicoverlagende maatregel is:

Via de combiregeling worden de bezoekende supporters verplicht om op voorhand een toegangsbewijs te kopen en met de bus naar de wedstrijd te komen. De loketten voor bezoekende supporters zijn gesloten op de wedstrijddag.

De noodzaak voor de opleg van deze combiregeling wordt ingegeven vanuit de vaststelling dat door de specifieke plaatsgesteldheid rondom het stadion een scheiding tussen de verschillende supportersstromen (van de bezoekende ploeg enerzijds en de thuisploeg anderzijds) onmogelijk is.

Het systeem van de combiregeling kent enkele belangrijke, hoofdzakelijk politionele, voordelen, waaronder:

- het gegroepeerd binnenkomen en wegrijden van de bezoekende supporters;

       een betere supportersscheiding langs de wegen via het toebedelen van bepaalde parkings aan bepaalde supportersgroepen en het opleggen van een vastgelegde reisweg;

       het verminderen van de mogelijkheden tot confrontatie tussen beide kernen rond het stadion;

       het beschermen van de modale en goedmenende bezoekende supporters tegen onruststokers onder de thuissupporters;

       geen parkeerproblemen voor bezoekende supporters;- geen problemen inzake loketverkoop van toegangsbewijzen; - de buurtbewoners blijven meer gevrijwaard van vandalisme.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1:

De gemeenteraad keurt de Politieverordening met oog op het in plaats stellen van een structurele werkwijze bij voetbalwedstrijden in de AsterX Group-f Arena, al dan niet met een verhoogd veiligheidsrisico, goed.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

POLITIEVERORDENING MET OOG OP HET IN PLAATS STELLEN VAN EEN STRUCTURELE WERKWIJZE BIJ VOETBALWEDSTRIJDEN IN SPORTPARK LIER, AL DAN NIET MET EEN VERHOOGD VEILIGHEIDSRISICO. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Juridische grond

       De wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, laatst gewijzigd door de Wet van 3 juni 2018 (verder Voetbalwet genoemd);

       De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

       Algemeen Politiereglement stad Lier

       De artikelen 119, 119bis en 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet;

 

 

Motivering

Inhoudelijke toelichting

Aangezien in Sportpark Lier voetbalwedstrijden gespeeld worden in het kader van de reguliere nationale competitie en eventuele eindronde- of barragematchen en de bekercompetitie (Croky Cup), alsook internationale voetbalwedstrijden en vriendschappelijke wedstrijden gespeeld kunnen worden zoals bedoeld in artikel 2, 2° van de Wet van 21 december 1998 gewijzigd bij de wetten van 10 maart 2003, 27 december  2004, 25 april 2007, 27 juni 2016 en 3 juni 2018;

Aangezien voorafgaand aan het voetbalseizoen en voorafgaand aan elke wedstrijd door de politiediensten, in overleg met de partners, een kwalitatieve risicoanalyse wordt doorgevoerd, waarbij wordt rekening gehouden met de specifieke situatie in en rond Sportpark Lier;

 

Aangezien onder deze wedstrijden zich wedstrijden bevinden die, op basis van deze kwalitatieve risicoanalyse, een meer dan gemiddelde bedreiging inhouden voor de openbare veiligheid en rust, hetzij door de aard van de bezoekende supporters, hetzij door rivaliteit tussen beide supporterskernen, hetzij door het sportieve belang van de desbetreffende wedstrijd;

Aangezien, gelet op de plaatsgesteldheid buiten het stadion, de volledige scheiding van supporters onmogelijk te handhaven is zonder het instellen van een combiregeling;

 

Aangezien deze voetbalwedstrijden veelal gepaard gaan met een grote volkstoeloop, ter gelegenheid waarvan de openbare veiligheid en rust ernstig in het gedrang kunnen komen;

Aangezien deze voetbalwedstrijden vaak een aantrekkingspunt vormen voor personen met hetzij een burgerrechtelijk stadionverbod, hetzij een administratief stadionverbod, een gerechtelijk stadionverbod of een stadionverbod als beveiligingsmaatregel zoals bedoeld in de Wet van 21 december 1998, gewijzigd zoals hierboven vermeld, betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden;

 

Aangezien deze personen, hetzij alleen, hetzij in groep, door hun opruiend gedrag een bedreiging kunnen vormen voor de openbare veiligheid en rust op de openbare weg of in de openbare plaatsen in de periferie van Sportpark Lier en dit zowel vóór, tijdens als na de wedstrijd;

Aangezien onder deze wedstrijden zich wedstrijden bevinden die een meer dan gemiddelde bedreiging inhouden voor de openbare veiligheid en rust, hetzij door de aard van de bezoekende supporters, hetzij door rivaliteit tussen beide supporterskernen, hetzij door het sportieve belang van de desbetreffende wedstrijd;

Aangezien de steden tot taak hebben te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, door het tegengaan van inbreuken op de openbare rust zoals vechtpartijen en twisten met volkstoeloop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren, en door het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen;

 

Aangezien deze wedstrijden, die mogelijks een meer dan gemiddelde bedreiging vormen voor de openbare orde op niet-limitatieve wijze opgenomen worden in het protocolakkoord dat afgesloten wordt tussen de club, de stad en de veiligheidsdiensten;

 

Aangezien het, gelet op het bovenstaande, noodzakelijk is om alle nuttige maatregelen te nemen die de gebeurlijke verstoring van de openbare orde naar aanleiding van deze voetbalwedstrijden kunnen voorkomen dient een politieverordening te worden opgesteld.

Overwegende dat een buscombiregeling voor risicowedstrijden een belangrijke risicoverlagende maatregel is:

Via de combiregeling worden de bezoekende supporters verplicht om op voorhand een toegangsbewijs te kopen en met de bus naar de wedstrijd te komen. De loketten voor bezoekende supporters zijn gesloten op de wedstrijddag.

De noodzaak voor de opleg van deze combiregeling wordt ingegeven vanuit de vaststelling dat door de specifieke plaatsgesteldheid rondom het stadion een scheiding tussen de verschillende supportersstromen (van de bezoekende ploeg enerzijds en de thuisploeg anderzijds) onmogelijk is.

Het systeem van de combiregeling kent enkele belangrijke, hoofdzakelijk politionele, voordelen, waaronder:

- het gegroepeerd binnenkomen en wegrijden van de bezoekende supporters;

       een betere supportersscheiding langs de wegen via het toebedelen van bepaalde parkings aan bepaalde supportersgroepen en het opleggen van een vastgelegde reisweg;

       het verminderen van de mogelijkheden tot confrontatie tussen beide kernen rond het stadion;

       het beschermen van de modale en goedmenende bezoekende supporters tegen onruststokers onder de thuissupporters;

       geen parkeerproblemen voor bezoekende supporters;- geen problemen inzake loketverkoop van toegangsbewijzen; - de buurtbewoners blijven meer gevrijwaard van vandalisme.

De burgemeester bepaalt op advies politie welke wedstrijd als risicowedstrijd wordt aanzien. Enkel bij risicowedstrijden kan er door de burgemeester een buscombi opgelegd worden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De gemeenteraad keurt de Politieverordening met oog op het in plaats stellen van een structurele werkwijze bij voetbalwedstrijden in Sportpark Lier, al dan niet met een verhoogd veiligheidsrisico, goed.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

BIJZONDER POLITIEREGLEMENT LIER CENTRAAL 2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Om de openbare orde en de veiligheid tijdens Lier Centraal 2025 te kunnen garanderen moet er een bijzonder politiereglement worden goedgekeurd.

 

De principes van het reglement van 2024 bleven behouden.

 

Het Bijzonder politiereglement inzake glasverbod tijdens Lier Centraal werd opgemaakt door dienst cultuur en evenementen en voorgelegd aan de leden van het evenementenoverleg.

 

Dit politiereglement is van toepassing tijdens Lier Centraal op 10&24 juli en 07&21 augustus.

 

Adviezen

Team Lokale Economie

positief advies

 

Dienst Handhaving

positief advies

 

Jeugdraad

positief advies

 

Noodplanningscoördinator

Positief advies

 

Team evenementen en cultuur

positief advies. Dit politiereglement werd digitaal afgestemd met de leden van het evenementenoverleg.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het bijzonder politiereglement inzake glasverbruik tijdens Lier Centraal 2025 goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist dat deze bijzondere politieverordening van kracht gaat op :

        donderdag 10 juli 2025 van 18u30 tot 24u00

        donderdag 24 juli 2025 van 18u30 tot 24u00

        donderdag 07 augustus 2025 van 18u30 tot 24u00

        donderdag 21 augustus 2025 van 18u30 tot 24u00

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

RETRIBUTIEREGLEMENT VOOR VERKOOP VAN GFT-ZAKJES DOOR STAD LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenten hebben de plicht en het alleenrecht om het huishoudelijk afval, waaronder GFT, in te zamelen. De gemeente heeft hiervoor beheersoverdracht verleend aan de intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM).

 

Vanaf mei 2025 organiseert IVAREM de huis-aan-huisinzameling van gft.

 

Feiten en context

Voor de inzameling van GFT-afval biedt IVAREM sinds kort papieren zakjes aan die als tussentijdse opslagoplossing kunnen fungeren, bijvoorbeeld in de keuken, en die daarna in de rolcontainer kunnen worden gedeponeerd.

 

Deze zakjes zullen zowel via externe verkooppunten, als via het loket van de stad Lier verkocht worden, analoog PMD-zakken, incontinentiezakken en piekzakken.

 

Deze zakjes zijn momenteel echter niet opgenomen in het reglement betreffende de contantbelasting op de ingezamelde afvalfracties van huishoudelijke en vergelijkbare oorsprong 2020-2025.

 

Aangezien de zakjes nu reeds beschikbaar zijn en aan kostprijs zullen worden verkocht, is het aangewezen hiervoor een retributiereglement vast te stellen voor 2025.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

- Artikel 173 Grondwet;

- Artikel 40, §3 Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;

- Artikel 26 Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

4 stemmen tegen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het retributiereglement voor de verkoop van papieren zakjes voor gft goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

JEZUÏETENKERK - VERLENGING GEBRUIKSOVEREENKOMST EN ERFPACHTOVEREENKOMST EN GOEDKEURING VAN DE BORGTOCHTAKTE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 10 juni 2024 over de principiële goedkeuring van de verlenging van de notariële overeenkomst met vzw OMV Eduard Bressinck met 9 jaar

Gemeenteraadsbeslissing van 24 juni 2024 over de goedkeuring van de verlenging van de notariële overeenkomst met vzw OMV Eduard Bressinck met 9 jaar

 

Aangaande de verlenging van de periode voor de gebruiksvergoeding

        Op 12.12.2005 werd een erfpachtovereenkomst ondertekend tussen Stad Lier en vzw OMV Eduard Bressinck. De erfpacht is ingegaan op 01.11.2005 voor een termijn van 50 jaar. Tevens verleende vzw OMV Eduard Bressinck een gebruiksrecht voor de Jezuïetenkerk en de (toen nog te bouwen) les- en vergaderlokalen.

        In de gemeenteraad dd. 19.12.2011 werd goedkeuring gegeven aan de aanpassing van de gebruiksovereenkomst en werd de toelage verhoogd naar €125.000 (geïndexeerd) op jaarbasis, van 2013 tot en met 2032. Uiterlijk in 2032 verbindt vzw OMV Eduard Bressinck zich ertoe de Jezuïetenkerk ‘om niet’ over te dragen aan Stad Lier. De erfpacht zou dan vervroegd eindigen op 31.10.2032. Deze aanpassing stelde de vzw in staat de kosten voor de nieuwbouwwerken te financieren. In dezelfde zitting werd ook een stadswaarborg goedgekeurd als voorwaarde om een banklening te kunnen bekomen.

        In december 2014 diende vzw OMV Eduard Bressinck een subsidieaanvraag in voor de binnenrestauratie. Die werd intussen toegekend voor een totaalbedrag van €771.148.

        In het vooruitzicht van de kosten voor de laatste fase van de restauratie werd Stad Lier verzocht om reeds principieel akkoord te gaan met een verlenging van de bestaande overeenkomst. Dit zowel voor de periode van de erfpacht als voor de verlenging van de jaarlijkse gebruikstoelage. Er werd uitgegaan van een verlenging met 9 jaar (indien de offertes binnen de raming van de architect zouden vallen) of 10 jaar (indien de offertes de raming zouden overschrijden). De geactualiseerde raming van de architecten bedroeg op dat ogenblik €857.000 (excl. BTW).

        In haar zitting dd. 24.06.2024 keurde de gemeenteraad principieel de verlenging van de notariële overeenkomst goed met 9 jaar, dan wel 10 jaar. Hierdoor kon vzw OMV Eduard Bressinck vervolgens met gerust gemoed de marktbevraging opstarten.

 

 

Aangaande de stadswaarborg

        In de loop van 2011 wordt Stad Lier verzocht om een stadswaarborg die OMV Eduard Bressinck vzw in staat stelt een lening aan te gaan met het oog op de realisatie van de nieuwbouw als ontsluiting van de Jezuïetenkerk (incl. akoestisch geïsoleerde leslokalen).

        Er werden toen door de vzw onderhandelingen gevoerd met enkele financiële instellingen. Uiteindelijk sluit vzw OMV Eduard Bressinck een leenovereenkomst af met de Gasthuiszusters Augustinessen van Lier voor het totaal benodigde bedrag van €2,3 mio. De ontlener verlangt geen waarborg.

        Op 11.12.2015 wordt de dan nog openstaande schuld overgedragen van de Gasthuiszusters aan VZW De Brug. Ook in de overdracht van deze schuld werden geen garanties of waarborgen gevraagd.

        Om deze redenen was een schriftelijke bevestiging van de stadswaarborg op dat ogenblik niet noodzakelijk en werd ook niet aangedrongen op de verdere formalisering ervan.

 

 

Gemeenteraadsbeslissing van 31 maart 2025: Actuele toestand:

● Vzw OMV Eduard Bressinck ontving vier offertes. Twee daarvan waren 200% van de raming van de architecten. De ‘goedkoopste’ offerte was nog 160% duurder dan de raming.

● Vzw OMV Eduard Bressinck leverde vervolgens heel wat inspanningen om het dossier maximaal te vereenvoudigen en in enkele onderhandelingsrondes met de aannemer de prijs zoveel mogelijk te drukken. Daardoor kon de aanvankelijke offerte met 18% worden verminderd. De offerteprijs bedraagt evenwel nog altijd 42% meer dan de raming waarop de vraag tot verlenging met 9 of 10 jaar was gebaseerd.

● Op dit ogenblik staan we aan de vooravond voor toewijzing van de opdracht aan RENOTEC. In afwachting van een finale goedkeuring omtrent de financiering werd een intentieovereenkomst met hen afgesloten waarbij zij zich engageren om de werken uit te voeren aan de laatst onderhandelde voorwaarden.

● Op dit ogenblik lopen de besprekingen met de banken voor de financieringsvraag volop. Zij maken evenwel voorbehoud voor wat betreft de terugbetaling aangezien de lening zou worden afgesloten voor een periode van 20 jaar (tot 2045), terwijl er maar tot 2042 een betaling is van de gebruiksvergoeding. Ook de stadswaarborg moet duidelijker worden geformaliseerd.

● Het actueel totaal te ontlenen bedrag is opgebouwd als volgt:

€ 1.800.000 financiering op LT kosten

binnenrestauratie

€ 1.000.000 overname saldo lening De Brug

€ 2.800.000

Vzw De Brug helpt ons na uitbetaling van de €1 mio met een overbruggingskrediet in afwachting van de ontvangst van de toegekende subsidies (€771.148) + de recuperatie van de BTW als gemengd BTW-plichtige (€86.378)

 

De gemeenteraad is principieel akkoord om de notariële overeenkomst die momenteel in herwerking is door notaris Coussement (Duffel) aan te passen op de volgende punten:

● Verlenging van de periode tot 2045 in plaats van 2042.

Dit zowel voor de periode van de erfpacht als voor de verlenging van de jaarlijkse gebruikstoelage (in 2025: € 167.663,61). De huidige overeenkomst loopt tot en met 2032. De nieuwe periode loopt dan tot en met 2045. Uiterlijk 31.10.2045 draagt vzw OMV Eduard Bressinck ‘om niet’ de Jezuïetenkerk en nieuwbouw over aan Stad Lier.

● De toekenning van een stadswaarborg voor een bedrag van € 2.800.000.

● Visum en controle van de besteding van de gebruiksvergoeding door Financieel directeur van Stad Lier met inzage van de volledige boekhouding van OMV E. Bressinck. Het financieel plan dat nu wordt opgemaakt is gebaseerd op een aantal aannames en ramingen (o.a. al dan niet verlaagd BTW-tarief). Na afloop van de werkzaamheden wordt overlegd tussen OMV.E. Bressinck en financieel directeur Stad Lier om in alle transparantie de eindafrekening op te maken en indien wenselijk

de (financiële) afspraken bij te stellen binnen de perken van de verleende garanties.

● De overige bepalingen van de bestaande overeenkomst dd. 19.12.2011 kunnen behouden blijven.

 

Collegebeslissing dd. 26 mei 2025: Notaris Coussement heeft de bovenstaande wijzigingen betreffende de erfpachtakte en gebruiksovereenkomst opgenomen in de notariële akte.

Opdat de akte kan ondertekend worden, dient deze goedgekeurd te worden door de gemeenteraad. De akte wordt dan ook ter goedkeuring voorgelegd.

 

Feiten en context

Notaris Coussement heeft de bovenstaande wijzigingen opgenomen in de notariële akte die als bijlage is toegevoegd. Opdat de akte kan ondertekend worden, dient deze goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

 

In uitwerking van de borgtocht werden de principes hieromtrent die goedgekeurd werden door de gemeenteraad op 31 maart 2025 opgenomen in de onderhandse borgtochtakte overgemaakt door de vzw. Deze wordt als bijlage toegevoegd. De borgtochtakte hangt samen met de notariële erfpachtakte, aangezien de stad door ondertekening van de notariële erfpachtakte toestemt met het verlenen van de borgtocht.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 31 maart 2025 waarbij de wijzigingen van de erfpachtakte en de stadswaarborg goedgekeurd werden, overweegt de gemeenteraad om de notariële akte in bijlage goed te keuren.

 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 31 maart 2025 waarbij de principes van de borgtocht goedgekeurd werden, overweegt de gemeenteraad om de borgtochtakte in bijlage goed te keuren.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

4 onthoudingen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de notariële akte in bijlage betreffende de wijziging van de erfpacht en de toekenning van de stadswaarborg goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om de borgtochtakte in bijlage goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

VERKOOP DEEL VAN OPENBAAR DOMEIN ACHTER VAN GRASENSTRAAT 15. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 13/03/2023 waarbij het college akkoord gaat met verkopen van een deel van het openbaar domein dat ten kadaster gekend is als Lier 1e afdeling sectie H 126 X 5 en geeft opdracht aan dienst vastgoed om perceel te laten schatten en opmeten om te verkopen.

Collegebeslissing van 21/10/2024 waarbij het college akkoord gaat met de schattingsverslag en het aanstellen van notaris Verreth.

Gemeenteraadsbeslissing van 25/11/2024 waarbij het college akkoord gaat met de schattingsverslag en het aanstellen van notaris Verreth.

Gemeenteraadsbeslissing van 27 januari 2025: De gemeenteraad beslist om lot 1 van het opmetingsplan te verkopen aan de schattingsprijs, zijnde 975 euro, aan de aangelande eigenaar op voorwaarde dat hij de bijhorende kosten (notaris en landmeter) ten laste neemt en dat de boom behouden blijft. Opdat de koper zijn verplichting mbt de boom zal nakomen, beslist de gemeenteraad om een boeteclausule toe te voegen aan de verkoopakte. Indien de boom geveld wordt, dient de koper een boete te betalen van 500 euro.

 

Feiten en context

In uitvoering van de bovenstaande beslissingen bezorgt notariskantoor Verreth & Ruiters de ontwerpverkoopakte. Deze wordt als bijlage toegevoegd.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de ontwerpakte betreffende de verkoop van een deel van het perceel dat ten kadaster gekend is als Lier 1e afdeling sectie H nr 126z5 P0000(deel) (lot 1 op het opmetingsplan van landmeter Petitjean met refertenummer 12021/10318) goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte betreffende de verkoop van een deel van het perceel dat ten kadaster gekend is als Lier 1e afdeling sectie H nr 126z5 P0000(deel) (lot 1 op het opmetingsplan van landmeter Petitjean met refertenummer 12021/10318) goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

GRONDINNAMES HERAANLEG MARNIXDREEF - INNAME 5. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

INVENTARIS

 

Stuk nr

Omschrijving

Opmerking

1

Belofte verkoop openbare nut

 

2

Situeringsplan

 

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de belofte van verkoop voor openbaar nut inzake inname 5.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

BEHEERSOVEREENKOMST BASISINFRASTRUCTUUR DIGITALE BIBLIOTHEEK TUSSEN VZW CULTUURCONNECT EN STADSBESTUUR LIER - VERLENGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het college keurde in de zitting van 29 juli 2019 de Overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek tussen vzw Cultuurconnect en Stad Lier, met geplande overstap naar het Eengemaakte Bibliotheeksysteem, goed.

 

Feiten en context

Vlaamse overheid heeft Cultuurconnect belast met het ondersteunen van bibliotheken in hun digitale transformatie (zie bijlage).

 

In september 2021 sloten Bibliotheek de Fé, archief en museum aan bij het eengemaakt bibliotheeksyteem (EBS).

 

Ondertussen maken alle bibliotheken van regiobib Rivierenland gebruik van het EBS.

 

Via het EBS biedt de bibliotheek z'n leners toegang tot de volgende digitale collecties: Leestipper, Fundels, e-boeken, Cinébib en digitaal krantenarchief

 

Adviezen

Team IT adviseert positief

 

Argumentatie

Het EBS wordt sinds 2023 door alle Vlaamse bibliotheken gebruikt.

Dit versterkt de samenwerking tussen bibliotheken, komt de dienstverlening ten goede en maakt onderhoud efficiënter en goedkoper door schaalvoordeel.

Zonder EBS is het niet langer mogelijk alle digitale diensten aangeboden door Cultuurconnect aan te bieden.

 

Financiële weerslag

Het basistarief voor de Basisstructuur Digitale bibliotheek bedraagt 0,32670 euro per jaar per inwoner. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de startindex 1 januari 2018.

Het aantal inwoners wordt gebaseerd op de inwonersaantallen op 1 januari van het voorgaande jaar.

In 2025 zal er 14.621,95 euro gefactureerd worden. Dit bedrag is inclusief BTW.

Er is hiervoor budget beschikbaar.

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/19/KAP/02/08

 

Opvolgen onderhouds- en supportcontracten en aangegane verbintenissen

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de beheersovereenkomst Basisinfrastructuur Digitale bibliotheek tussen VZW Cultuurconnect en Stadsbestuur Lier te verlengen.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST JOBROAD. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 20/12/2023 ontving stad en OCMW Lier goedkeuring van het projectdossier in het kader van lokaal activeringspact 1 rond de inzet op activering van leefloners.

 

Op 25/11/2024 keurden de gemeente- en OCMW raad het samenwerkingsverband met Jobroad goed in het kader van de activering van leefloners voor de periode 1/1/2025 - 31/12/2025 - gefinancierd met de toelage zoals voorzien in lokaal activeringspact 1.

 

Feiten en context

Het samenwerkingsverband met Jobroad past in het lokaal activeringspact 1. Dat pact heeft tot doel om in te zetten op de uitstroom van leefloners naar werk, en wordt betoelaagd door de Vlaamse Overheid. Met de middelen van lokaal activeringspact 1 is een samenwerking met Jobroad opgestart sinds 1/1/2025 - gericht tot 80 leefloners.

 

Sinds de opstart zijn er 52 actieve begeleidingstrajecten in uitvoering, waarvan er inmiddels 31% effectief uitgestroomd zijn naar werk. Rekening houdend met het profiel van de leefloon-kandidaten en met de beperkte tijdsspanne sinds uitvoering van het project (+/- 5 maanden) is dat zonder meer een uitstekend resultaat. Bovendien wordt de samenwerking door de sociale dienst als bijzonder positief ervaren: m.n. de terugkoppeling rond de gezette stappen, de actiegerichtheid van de projectmedewerker om cliënten te stimuleren in het traject naar werk,... worden als zeer waardevol ervaren. Feit is ook dat de maximumcapaciteit van (geplande) toeleidingen van leefloners (cf. 80) naar het activeringsproject momenteel is bereikt. De vraag leeft bijgevolg sterk om het samenwerkingsverband te verruimen zodat een grotere groep leefloners kan toegeleid en geactiveerd worden.

 

Daarnaast is een vervolgtraject door de Vlaamse overheid opgezet voor lokaal activeringspact 1, en is lokaal activeringspact 2 gelanceerd. Op 8/1/2025 ontving stad en OCMW Lier goedkeuring voor haar ingediend projectdossier. Aan dat dossier is een uitstroomengagement gekoppeld, en een toelage van 96.000€.

 

Voorstel bestaat erin om een deel van die middelen in te zetten voor verlenging van het samenwerkingsverband met Jobroad - gezien de positieve evaluatie en behaalde resultaten.

 

Fasering

Uitvoering in periode 1/1/2026 - 31/12/2026

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Verlenging van de samenwerkingsovereenkomst is gebaseerd op de positieve evaluatie van de samenwerking en de behaalde uitstroomresultaten, i.c.m. het feit dat de capaciteit van de potentiële trajecten - binnen het lopende samenwerkingsverband - momenteel al benut is waardoor er geen ruimte is voor nieuwe toeleidingen.

 

Financiële weerslag

De kostprijs wordt gefinancierd met een toelage vanuit het lokaal activeringspact 2.

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/11/SAP/01/08

Uitvoeren lokaal activeringspact

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

4 onthoudingen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met Jobroad voor de periode 1/1/2026 - 31/12/2026 in het kader van de uitstroom van leefloners naar werk.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

01/11/SAP/01/08

Algemene werkingssubsidies

76.750€

0€

Budgetsleutel

4900000

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

EXTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP (EVA) VZW PROLIER - EVALUATIE 2019-2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In 2013 besloot Stad Lier (beslissing CBS van 17 juni 2013) om de vzw Prolier, belast met de exploitatie van het Liers Cultuurcentrum, om te vormen tot een privaat extern verzelfstandigd agentschap (PEVA) in de vorm van een vzw. Deze beslissing vloeide voort uit de verplichtingen opgelegd door het Gemeentedecreet (intussen vervangen door het Decreet Lokaal Bestuur), dat stelde dat vzw's die opdrachten van gemeentelijk belang uitvoeren en middelen ontvangen van een gemeentebestuur, zich moesten aanpassen voor 1 januari 2014. De keuze viel op een EVA-vzw omdat deze structuur flexibiliteit, marktgerichtheid, participatie van het middenveld en onafhankelijkheid in programmatie garandeerde, terwijl de Stad Lier via statutaire bepalingen een stevige controle en sturing bleef behouden.

 

Feiten en context

Prolier vzw is een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap dat werd opgericht voor de werking van het Liers Cultuurcentrum. Prolier vzw zorgt voor de programmatie en het dagelijks beheer van het Liers Cultuurcentrum als een professioneel, multidisciplinair cultuurhuis met een brede regionale uitstraling. De organisatie zet in op ontmoeting, verwondering en participatie, en biedt een podium aan zowel lokale als (inter)nationale artiesten, organisaties, verenigingen en initiatieven. Het doel van de vereniging is om op professionele wijze een breed ontmoetingsplatform te creëren waar er zuurstof wordt gegeven en geïmporteerd voor diverse culturele initiatieven en producties om het culturele krachtenveld in de stad en regio Lier te versterken (statuten, art. 3).

 

De werking van de EVA-vzw Prolier situeert zich binnen het wettelijk kader dat onder meer wordt gevormd door het Decreet Lokaal Bestuur (2017), het Bestuursdecreet (2018) en de Cultuurpactwetgeving van 1973/1974. Daarnaast zijn ook het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (2019) en de Bestuurscode Cultuur (2020) richtinggevend voor de organisatie en werking. Deze regelgeving legt nadruk op transparantie, participatie, goed bestuur en de nood aan evaluatie.

 

Het decreet Lokaal Bestuur vermeldt het volgende in Artikel 227:

Elk gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap legt in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraden een evaluatieverslag voor aan de gemeenteraad over de uitvoering van de beheers- of samenwerkingsovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan. Dat verslag omvat ook een evaluatie van de verzelfstandiging, waarover de gemeenteraad zich binnen drie maanden uitspreekt.

 

In de evaluatie van 2019-2025 (in bijlage) worden argumenten onderbouwd voor de keuze van externe verzelfstandiging in de vorm van een vzw te verduidelijken, evalueren en opnieuw te bevestigen.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur, art. 40-41, art 225, 227, 231, 247.

Decreet Bestuursdecreet
Cultuurpactwetgeving
Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV)
Bestuurscode Cultuur

 

Argumentatie

De evaluatie (in bijlage) bevestigt dat de privaatrechtelijke EVA-vzw structuur voor de nabije toekomst de meest geschikte bestuursvorm is voor de werking van het Liers Cultuurcentrum. De werking is professioneel, flexibel, creatief en marktgericht, terwijl er een hoge mate van participatie van het middenveld is en de Stad Lier voldoende sturingsmogelijkheden behoudt. De werking van de EVA vzw Prolier in de voorbije periode 2019-2025 werd positief ervaren en kan verder gezet worden.

 

De huidige (en vanaf september 2025 een nieuw voorgelegde) samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Lier en Prolier vzw en de vernieuwde statuten biedt een solide en toekomstgerichte basis, waarbij er voldoende verankering is voor de principes van goed bestuur, transparantie en participatie, welke samen met de politieke vertegenwoordiging zorgt voor een brede gedragenheid en betrokkenheid.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen en Philippe Iglesias Bezemer

4 onthoudingen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de evaluatie van EVA-vzw Prolier goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

ERKENNING LOKALE GELOOFSGEMEENSCHAP "MOLLA GÜRANI" - INTREKKING. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 21 november 2022 van het Agentschap Binnenlands Bestuur een adviesvraag voor de erkenningsaanvraag voor de islamitische lokale geloofsgemeenschap "Molla Gürani" te Lier.

Gemeenteraadsbeslissing van 6 maart 2023 over positief advies over erkenning voor de islamitische lokale geloofsgemeenschap "Molla Gürani"

 

Feiten en context

De stad ontving op 23 mei 2025 van het Agentschap Binnenlands Bestuur een brief dat de islamitische lokale geloofsgemeenschap "Molla Gürani" te Lier zijn erkenningsaanvraag intrekt.

 

Juridische grond

Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van  lokale geloofsgemeenschappen, de verplichting van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inz. HOOFDSTUK 2. Erkenning van lokale geloofsgemeenschappen (artikel 7 tot 15) en art. 67

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Vermits de gemeenteraad in 2023 dit dossier geadviseerd heeft, is het aangewezen dat deze kennisgeving van het Agentschap Binnenlands Bestuur aan de gemeenteraad wordt voorgelegd.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de brief van 23 mei 2025 van het Agentschap Binnenlands Bestuur over de intrekking van de erkenningsaanvraag van lokale geloofsgemeenschap "Molla Gürani".

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

CIPAL - ALGEMENE VERGADERING VAN 24 JUNI 2025 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 24 februari 2025 over het aanduiden van Jeroen Pets, lid bijzonder comité voor de sociale dienst, en Anja De Wit, gemeenteraadslid, als respectievelijk effectief afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde van de stad Lier voor de algemene vergadering van Cipal voor de duur van deze legislatuur.

 

Feiten en context

De stad Lier is deelnemer van de dienstverlenende vereniging CIPAL.

 

De stad Lier werd opgeroepen op 9 mei 2025 om deel te nemen aan de algemene vergadering der deelnemers van CIPAL op dinsdag 24 juni 2025 om 16.00uur in het Technologiehuis te Cipalstraat 3, 2440 Geel. De agenda van deze algemene vergadering is als volgt vastgesteld:

 

1.

Toetreding en aanvaarding van nieuwe deelnemer(s)

2.

Kennisname van het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris over de enkelvoudige jaarrekening van Cipal over het boekjaar 2024

3.

Goedkeuring van de enkelvoudige jaarrekening van Cipal over het boekjaar 2024 met bestemming van het resultaat

4.

Kennisname van het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening van Cipal over het boekjaar 2024

5.

Kennisname van de geconsolideerde jaarrekening van Cipal over het boekjaar 2024

6.

Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders en aan de commissaris van Cipal voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het boekjaar 2024

7.

Benoeming commissaris en vaststelling van vergoeding

8.

Bepaling presentiegeld en reisvergoeding voor de leden van de Raad van Bestuur

9.

Goedkeuring van het evaluatierapport 2019-2024 met inbegrip van het ondernemingsplan 2025-2030

10.

Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering

 

Cipal bezorgde de toelichtende nota van Cipal betreffende de agendapunten van deze algemene vergadering.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (“DLB”):

        inz. art. 40 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad en inzake de intergemeentelijke samenwerking;

        inz. artikel 77 inzake de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn

        titel 3 van het DLB inzake de intergemeentelijke samenwerking

        inz. art. 432, derde lid dat bepaalt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient herhaald te worden voor elke algemene vergadering

Statuten van Cipal

 

Argumentatie

Er zijn geen redenen voorhanden zijn om goedkeuring van de agendapunten te weigeren.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

12 onthoudingen: Jan Mortelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Onur Alar, Sander Roelandt, Philippe Iglesias Bezemer en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de agenda van de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Cipal op 24 juni 2025 op basis van de bekomen documenten en toelichtende nota, goed te keuren:

 

1.

Toetreding en aanvaarding van nieuwe deelnemer(s)

2.

Kennisname van het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris over de enkelvoudige jaarrekening van Cipal over het boekjaar 2024

3.

Goedkeuring van de enkelvoudige jaarrekening van Cipal over het boekjaar 2024 met bestemming van het resultaat

4.

Kennisname van het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening van Cipal over het boekjaar 2024

5.

Kennisname van de geconsolideerde jaarrekening van Cipal over het boekjaar 2024

6.

Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders en aan de commissaris van Cipal voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het boekjaar 2024

7.

Benoeming commissaris en vaststelling van vergoeding

8.

Bepaling presentiegeld en reisvergoeding voor de leden van de Raad van Bestuur

9.

Goedkeuring van het evaluatierapport 2019-2024 met inbegrip van het ondernemingsplan 2025-2030

10.

Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering

 

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

GEMEENTELIJKE HOLDING NV (IN VEREFFENING) - ALGEMENE VERGADERING VAN 25 JUNI 2025 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 24 februari 2025 over de aanduiding van de heer Piet De Zaeger, gemeenteraadslid, en de heer Bert Wollants, schepen, als resp. effectief en plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening en dit voor de duurtijd van zes jaar van de gemeentelijke legislatuur.

 

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

 

De stad ontving op 22 mei 2025 een uitnodiging voor de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders. Deze vindt plaats op woensdag 25 juni 2025 om 14.00 uur in de lokalen van VVSG vzw, Bischoffsheimslaan 1-8, 1000 Brussel.

 

De agenda is als volgt vastgesteld:

 

1.

Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2024

2.

Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2024

3.

Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2024 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten

4.

Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2024

5.

Voorstel van de vereffenaars tot benoeming van een commissaris

6.

Stemming over de benoeming van een commissaris

7.

Vraagstelling

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Statuten Gemeentelijke Holding nv (in vereffening)

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

12 onthoudingen: Jan Mortelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Onur Alar, Sander Roelandt, Philippe Iglesias Bezemer en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist goedkeuring te hechten aan de agenda van de gewone algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening op 25 juni 2025.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

PIDPA - ALGEMENE VERGADERING VAN 27 JUNI 2025 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 24 februari 2025 over het aanduiden van Rik Verwaest, burgemeester, en Niels De Bakker, schepen, als respectievelijk effectief afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde van de stad Lier voor de algemene vergadering van Pidpa voor de hele duur van deze legislatuur.

 

Feiten en context

De stad Lier is voor de activiteiten watervoorziening en riolering aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Pidpa.

 

De stad Lier werd opgeroepen op 26 mei 2025 om deel te nemen aan de algemene vergadering van Pidpa op vrijdag 27 juni 2025 om 11.30 uur (digitaal).

 

De agenda van deze algemene vergadering is als volgt vastgesteld:

 

1.

Nazicht van de volmachten/raadsbesluiten voor de afgevaardigden

2.

Jaarverslag van de raad van bestuur over het jaar 2024

3.

Verslag van de commissaris over het jaar 2024

4.

Goedkeuring van de jaarrekening, afgesloten op 31 december 2024

5.

Decharge te verlenen aan bestuurders en commissaris

6.

Beleidsplan 2025-2030 en evaluatie van de beleidsperiode 2019-2024

7.

Varia

        Vragen van vennoten

 

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze agendapunten goed te keuren.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Statuten van de opdrachthoudende vereniging Pidpa

 

Argumentatie

De voorgelegde documenten omvatten de verslaggeving omtrent de werking van Pidpa over het voorbije jaar 2024. Daarnaast worden nog volgende punten behandeld: de evaluatie van de voorbije legislatuur en het beleidsplan voor de komende periode.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

12 onthoudingen: Jan Mortelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Onur Alar, Sander Roelandt, Philippe Iglesias Bezemer en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de tijdige ontvangst van de oproeping voor de algemene vergadering van Pidpa op 27 juni 2025 met bijhorende agenda en stukken, met volgende agendapunten:

 

1.

Nazicht van de volmachten/raadsbesluiten voor de afgevaardigden

2.

Verslag van de raad van bestuur over het jaar 2023

3.

Verslag van de commissaris over het jaar 2023

4.

Goedkeuring van de jaarrekening, afgesloten op 31 december 2023

5.

Decharge te verlenen aan bestuurders en commissaris

6.

Toetreding/uitbreidingen van opdracht

7.

Benoemingen

8.

Varia

Vragen van vennoten

9.

Goedkeuring van het verslag van de algemene vergadering

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt de agendapunten van de algemene vergadering van Pidpa op 27 juni 2025 en de bijhorende stukken goed.

 

Art 3 :

De gemeenteraad keurt het verslag van de raad van bestuur over het jaar 2024, de jaarrekening over het boekjaar 2024 en het verslag van de commissaris goed.

 

Art 4 :

De gemeenteraad verleent decharge aan de bestuurders en de commissaris over het boekjaar 2024.

 

Art 5 :

De gemeenteraad keurt het evaluatierapport 2019-2024 en het beleidsplan 2025-2030 goed.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

TOETREDING RAAMOVEREENKOMST PROCUREMENT 2021 R3 024 - LEVERING VOOR DE AANKOOP EN HET ONDERHOUD VAN POLITIE EN ANONIEME VOERTUIGEN IN AANKOOPCENTRALE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De politiezone Lier wenst toe te treden tot de raamovereenkomst Procurement 2021 R3 024  "Aankoop en het onderhoud van politie en anonieme voertuigen" zoals aangeboden door de aankoopcentrale Federale Politie.

 

De Federale Politie - Directie van Financiën, dienst Procurement startte de raamovereenkomst voor de aankoop en het onderhoud van politie en anonieme voertuigen op  8 november. De raamovereenkomst loopt tot 30 november 2025 en werd gegund aan leverancier Garage Neyt Bv - Gentse Steenweg 39 te 9160 Lokeren onder KBO nr 0414 723 696.


Alvorens gebruik te kunnen maken van deze raamovereenkomst dient politiezone Lier toe te treden tot de raamovereenkomst.

 

Juridische grond

Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en latere wijzigingen. 

Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen. 

Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren en latere wijzigingen. 

Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen. 

Decreet lokaal bestuur

 

Argumentatie

De voornoemde opdracht Aankoop en het onderhoud van politie en anonieme voertuigen

is gegund aan Garage Neyt Bv - Gentse Steenweg 39 te 9160 Lokeren onder KBO nr 0414 723 696.

 

Federale Politie - Directie van Financiën, dienst Procurement treedt hierbij op als opdrachtencentrale in de zin van artikelen 2 (6°) en 47 van de wet van 17 juni 2016.

 

De politiezone Lier kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de opdrachtencentrale gebruik maken waardoor krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.

 

Het is aangewezen dat politiezone Lier gebruik maakt van deze door de aankoopcentrale aangeboden raamovereenkomst om volgende redenen: 

        de in deze raamovereenkomst(en) voorziene producten voldoen aan de behoeften 

        door gebruik te maken van deze raamovereenkomst moet er geen eigen plaatsingsprocedure gevoerd worden, wat efficiëntiewinst betekent;

        de afname is geheel vrij. 

 

 

 

 

 

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

330/743-52

Aankoop auto's en bestelwagens

 

De nodige budgetten zijn voorzien in het begrotingsjaar 2025.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord met de intentie van politiezone Lier om toe te treden tot raamovereenkomst via de aankoopcentrale Federale Politie - Directie van Financiën, dienst Procurement met maatschappelijke zetel te Kroonlaan 145 bus A, 1050 Brussel gekend onder het KBO nummer 0869.909.460 voor de afname van Aankoop en het onderhoud van politie en anonieme voertuigen, zoals gegund aan de leverancier Garage Neyt BV, Gentse Steenweg 39 te 9160 Lokeren gekend onder het KBO nummer BE0414.723.696.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

INTENTIE POLITIEZONE LIER TOT OVERHEIDSOPDRACHT 'ONDERHOUD TECHNISCHE INSTALLATIES VAN POLITIEZONE LIER', GESPREID OVER DE KOMENDE 1 (+ 3) JAAR, EN VASTSTELLING LAST- EN GUNNINGSVOORWAARDEN VOLGENS LASTENCOHIER 2025/007 MET GUNNING VOLGENS OPENBARE PROCEDURE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het huidige contract voor het onderhoud van de technische installaties van politiezone Lier is verlopen.

 

Feiten en context

Politiezone Lier wenst een nieuw onderhoudscontract aan te gaan voor het onderhoud van al de technische installaties van het gebouw van PZ Lier. De opdracht omvat naast het preventief onderhoud ook pechverhelping (7/7 en 24/24).

 

De politiezone Lier stelde een nieuw lastenboek op met als voorwerp 'onderhoud technische installaties van politiezone Lier'.

 

In de begroting, gewone begroting, art. 330/125-06 Prestaties derden voor gebouwen eigen functie, wordt het onderhoud van installaties jaarlijks ingepland met een raming van € 83381.10 incl. BTW.

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald

artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald

artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van Burgemeester en Schepenen.

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst,

gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid wat artikel 33 betreft.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van

bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 betreffende de nieuwe lokale politie,

ééngemeentezones en meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en

gewoon toezicht.

Omzendbrief PLP 12 van 08 oktober 2001 betreffende de rol van de Gouverneur in het kader

van het algemeen specifiek toezicht voorzien door de wet van 07 december 1998 tot

organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Omzendbrief BA/2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op

de gemeenten en politiezones.

Wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002.

Omzendbrief PLP31 van 28 januari 2003 betreffende de briefwisseling betreffende bepaalde

materies van politiebeheer.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald

artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Omzendbrief BA/2006/01 van 13 januari 2006 betreffende het Gemeente- en

Provinciedecreet in het kader van de inwerkingtreding van de bepalingen inzake het

administratief toezicht.

De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor

aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke

sectoren, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels

van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere

wijzigingen.
 

Argumentatie

De gemeenteraad dient het bestek, de wijze van gunnen en het ramingsbedrag goed te keuren.
 

Dienvolgens legt politiezone Lier de wijze van gunnen en de raming voor de opdracht 'onderhoud technische installaties van politiezone Lier', met gunning via openbare procedure", ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad van 23 juni 2025.

 

De raming bedraagt € 83381.10 incl. BTW gedurende één jaar met eventuele verlenging van 3 x één jaar.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van openbare procedure.

 

Financiële weerslag

In de begroting 2026-2027-2028-2029 , gewone begroting, art. 330/125-06 Prestaties derden voor gebouwen eigen functie, wordt het onderhoud van installaties ingepland. de raming bedraagt:

€ 68910 excl. BTW / € 83381.10 incl. BTW

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de intentie tot opstart van het dossier 'onderhoud technische installaties van politiezone Lier' voor het jaar 2026 met mogelijke verlengingen tijdens 2027-2028-2029, met gunning via openbare procedure goed.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ OV V2024/13: VERKAVELEN NOORDELIJKE STATIONSOMGEVING. VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag ingediend door VDP FINANCE namens ELEMENTS DEVELOPMENT NV, werd per beveiligde zending verzonden op 20 december 2024.

 

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 18 januari 2025.

 

De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Antwerpsesteenweg 65, 67, 69, 131, 133 en 135, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 3 sectie F nrs. 296V, 297R2, 297L2, 298Y3, 298E4, 298A4, 298D4, 298X3, 298W3, 298V3, 298F4, 298G4, 310M9, 310R10, 310T11, 310L4, 310Y3, 310V3, 310B10, 310W3, 310K9, 310P9, 310W10, 310S11, 310P10, 310V9, 311P3, 311E5, 311H3, 311G, 311F4, 311R6, 311R5, 311P2, 311B7, 311E6, 311Z3, 311A7, 311A4, 311D7, 311V6, 319X4, 319T5, 319C4, 319N5, 319C5, 319K5, 319G5, 319B5, 319D4, 319A5, 319Z3 en 321F.

 

Het betreft een aanvraag tot het verkavelen noordelijke stationsomgeving.

 

De aanvraag betreft een aanvraag voor een nieuwe verkaveling.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Argumentatie

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Kleinstedelijk gebied Lier

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

 

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

 

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

 

Een RUP Noordelijke driehoek stationsomgeving is in opmaak.

 

 

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een woongebied.

Volgens artikel 5.1.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO.

Volgens artikel 7.2.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerpgewestplannen zijn de industriegebieden bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Artikel 8.2.1.3. van hetzelfde K.B. geeft voor de gebieden voor ambachtelijke bedrijven en KMO volgende nadere aanwijzing : deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalprodukten van schadelijke aard.

 

1. De industriegebieden zijn bestemd voor industrieën en ambachtelijke bedrijven in het algemeen.

In het bijzonder moeten die industrieën en ambachtelijke bedrijven in het industriegebied worden ondergebracht, die moeten worden afgezonderd van de andere bestemmingen wegens hun aard of wegens economische en sociale redenen, of omdat deze bedrijven niet behoren tot de normale uitrusting van andere gebieden.

Wat onder het begrip  industriële bedrijven  dient te worden verstaan, wordt stedenbouwkundig niet nader bepaald, zodat het begrip in zijn spraakgebruikelijke betekenis dient te worden begrepen, met name bedrijven waar grondstoffen worden verwerkt, of nog, productief-technische bedrijven. Ook het begrip  ambachtelijk bedrijf  wordt niet nader gedefinieerd. De overheid die uitspraak moet doen over de vergunningsaanvraag dient derhalve te oordelen naar recht en redelijkheid of de betrokken inrichting al dan niet een ambachtelijk bedrijf is en zulks overeenkomstig de gebruikelijke betekenis van het woord, met name een bedrijf waarin het handwerk primeert, wat het gebruik van machines evenwel niet uitsluit.

De louter commerciële activiteiten, zoals winkels en handelszaken, horen niet thuis in industriegebied.

Er is niet verder bepaald op grond van welke criteria onderscheid moet worden gemaakt tussen de verschillende industrieën om ze te kunnen catalogeren als vervuilend, of milieubelastend, dan wel of ze van ambachtelijke aard zijn dan wel of het gaat om kleine of middelgrote ondernemingen.

Bij de beoordeling zal men van feitelijkheden dienen uit te gaan. Talrijke beoordelingscriteria spelen hierbij een rol zoals de hinderlijkheid, de grootte van de onderneming, de relatie tot de omgeving, de bestaande wegeninfrastructuur, de tewerkstelling, de aard van de productie of de bewerking, de weerslag op het leefmilieu en dergelijke.

In verband met de hinderlijkheid kan men steunen op de gegevens met betrekking tot de milieuvergunning. Nochtans zijn deze bij de beoordeling van de hinderlijkheid niet noodzakelijkerwijze de enige criteria. Zo dient de hinderlijkheid van het bedrijf ten opzichte van zijn omgeving uit stedenbouwkundig oogpunt nagegaan te worden. Deze hinderlijkheid kan van allerlei aard zijn en zowel betrekking hebben op de vormgeving als op het gebruik van de materialen, of de hinderlijkheid uit verkeerstechnisch oogpunt (verkeersverwekker).

Wat de `gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen' betreft, wordt bij de beoordeling van de vraag of een bedrijf al dan niet als een ambachtelijk bedrijf of een kleine of middelgrote onderneming kan worden beschouwd, rekening gehouden met de omvang van het bedrijf en de aard van de activiteiten. Evenwel kunnen bepaalde onderdelen van een bedrijf zoals de parkeerplaats, de burelen, het sociaal gebouw, de werkplaats en het benzine- en dieselpompstation evengoed deel uitmaken van een grootschalig industrieel bedrijf als van een ambachtelijk bedrijf of een middelgrote onderneming. Zij kunnen dus in een zone voor zulke bedrijven en ondernemingen worden toegelaten indien ze onderdeel uitmaken van het bedrijf.

 

2. De industriële gebieden omvatten een bufferzone.

a) De hier bedoelde bufferzone is onafhankelijk van de bufferzone die op het ontwerp-gewestplan is aangeduid in toepassing van artikel 14.4.5. In het huidig geval gaat het niet om een zelfstandig bestemmingsgebied maar betreft het een strook binnen het industriegebied met een hoofdzakelijk esthetische en stedenbouwkundige functie. Om die reden moet ze aangebracht worden op het industriegebied zelf.

b) De breedte en de aanleg van de bufferzone is afhankelijk van de oppervlakte en de vorm van het industriegebied zelf, van de aard van de industrieën, van de eigenlijke hinderlijkheid ervan en van de bestemming van de aanpalende gebieden.

De bufferzones dienen te worden bepaald in de bouwvergunning, verleend voor de randpercelen van het gebied, of in het indelingsplan dat opgesteld wordt naar aanleiding van een onteigeningsplan, of in een bijzonder plan van aanleg van het gebied. Bouwvergunningen voor de oprichting van een industrieel of ambachtelijk bedrijf zijn onwettig indien zij niet voorzien in de aanleg van een bufferzone, of indien de bufferzone waarin zij voorzien ontoereikend is.

Rondom de industriezones en ambachtelijke zones dient (op de aldus aangeduide zone) een bufferstrook aangelegd te worden waarvoor als breedte volgende cijfers als richtinggevend kunnen worden vooropgesteld :

15 m voor ambachtelijke bedrijven;

25 m voor milieubelastende bedrijven;

50 m voor vervuilende industrie.

Wanneer zij palen aan woongebieden moeten deze breedten vergroot en zelfs verdubbeld worden.

De breedte en de aanleg van de bufferstroken tussen de bedrijven zelf betreffen een technisch stedenbouwkundige aangelegenheid. Zij worden bepaald bij de vaststelling van een plan van aanleg van de industriezone, bij een indelingsplan naar aanleiding van een onteigeningsplan, of bij de goedkeuring van een bouwvergunning.

 

3. Huisvesting van het bewakingspersoneel.

a) Noodzakelijkheid (van huisvesting) voor de goede werking en de veiligheid.

De mogelijkheid voor huisvesting op een industrie of een ambachtelijk terrein kan maar overwogen worden voor zover deze huisvesting noodzakelijk is voor de veiligheid en de goede werking.

Aan de hand van bestaande industriezones, kan worden afgeleid dat deze noodzakelijkheid aan huisvesting zeer relatief is.

Er is immers praktisch geen functioneel ruimtelijk verband tussen de activiteit van het onderhouden, het verzekeren van de goede werking en het bewaken enerzijds en het gehuisvest zijn anderzijds. Uit het feit op een bedrijf te werken, zelfs in min of meer permanent verband, kan nog niet de noodzakelijkheid worden afgeleid om op dit bedrijf te wonen.

De noodzakelijkheid van bewaking met betrekking tot de veiligheid en de goede werking bestaat meestal wel, deze van huisvesting meestal niet.

b) Huisvesting.

Zo deze noodzakelijkheid aan huisvesting bewezen is, is het aanvaardbaar dat een ruimte wordt voorzien voor de huisvesting (van het bewakingspersoneel).

Artikel 7 spreekt van  huisvesting  en niet van  woningen . Dit wijst erop dat de ruimte voor huisvesting een geïntegreerd geheel moet uitmaken met het industriële of ambachtelijk bedrijf.

Het feit dat het artikel de nadruk legt op de veiligheid, de bewaking en de goede werking van het bedrijf wijst erop dat de ruimte voor huisvesting moet gebonden zijn aan het bedrijf zelf.

Dit betekent dat de afzonderlijke inplanting van een bedrijfswoning (niet constructief gekoppeld aan het eigenlijke bedrijfsgebouw) niet kan worden toegestaan.

Verkavelingen (in een ambachtelijke zone) voor vestiging van kleine en familiale bedrijven, en waarbij naast de oprichting van de eigenlijke bedrijfsgebouwen, tevens een strook is voorzien (bv. aan de straat) voor de oprichting van vrijstaande bedrijfswoningen dienen grondig onderzocht te worden op het stuk van de werkelijke intenties.

Hierbij zullen voornamelijk de grootte van de kavels, de aangeduide bestemmingen en andere stedenbouwkundige elementen een basis vormen voor de beoordeling.

Bouwaanvragen die enige twijfel doen rijzen door het feit dat het zou gaan om een residentiële woning met een bedrijfje erbij eerder dan om een bedrijf (met een bedrijfswoning) dienen in elk geval voorgelegd te worden aan de beleidsafdelingen van AROHM, die het op zijn beurt aan de minister kan voorleggen.

Indien de aanvraag in dergelijke gevallen niet voldoende gestaafd is door bewijsmateriaal (dat het gaat om een bedrijf) zal de aanvraag dienen geweigerd te worden.

c) Bewakingspersoneel.

Onder bewakingspersoneel kan worden verstaan :

de concierge of bewaking voor grote bedrijven;

voor familiale en kleinere bedrijven kan het ook een lid van het kaderpersoneel, de eigenaar of de uitbater zelf zijn.

 

4. Complementaire dienstverlenende bedrijven.

Het gaat om dienstverlenende bedrijven, die nuttig of noodzakelijk zijn voor de goede werking van de eigenlijke industriële of ambachtelijke bedrijven. Het gaat dus om bedrijven die complementair zijn aan of die dienst verlenen aan de eigenlijke industriële of ambachtelijke bedrijven.

Aangezien dergelijke dienstverlenende bedrijven  complementair  zijn en  ten behoeve van de andere (namelijk de bestaande of voorziene) industriële bedrijven  worden opgericht, kan vergunning slechts worden afgegeven indien reeds industrieën of ambachtelijke bedrijven bestaan of concrete plannen tot realisatie ervan bekend zijn.

Artikel 7 vermeldt limitatief de aard van deze complementaire bedrijven die kunnen worden toegelaten : bankagentschappen, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen (bestemd voor nationale of internationale verkoop). Met dit laatste worden onder meer postorderbedrijven bedoeld.

 

De voorgelegde aanvraag voorziet een functiewijziging van wonen / / ambacht en kleinbedrijf / gecombineerd naar wonen / handel / diensten / ambacht en kleinbedrijf /  openbaar nut / gecombineerd.

 

woonfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn geen bijkomende bepalingen van toepassing voor een woonfunctie.

 

handelsfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een handelsfunctie.

Een handelsfunctie moet volgens de omzendbrief worden gedefinieerd als het verkopen van niet ter plaatse vervaardigde goederen.

dienstenfunctie

 

dienstenfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een dienstenfunctie.

Bedoeld worden inrichtingen en activiteiten die omwille van hun specifieke functie en hun frequente relaties tot het publiek noodzakelijkerwijze en eng verbonden zijn met de woonfunctie, zoals bv. kantoorgebouwen, horeca-bedrijven en dergelijke.

Voor kantoorgebouwen moet bijzondere aandacht worden besteed aan hun bestaanbaarheid met de bestemming van het woongebied, en moet met name ter dege worden onderzocht of zij de woonfunctie niet in het gedrang brengen. Een bankagentschap of een verzekeringsagentschap bijvoorbeeld dienen de woonfunctie. Een volledige inplanting van een verzekeringsmaatschappij, een bank of een administratief gebouw, kan de woonfunctie daarentegen zeer nadelig beïnvloeden.

 

ambachtelijke en kleinbedrijfsfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een ambachtelijke en kleinbedrijfsfunctie.

De wetgeving op de ruimtelijke ordening en de stedenbouw houdt geen nauwkeurige omschrijving in van de begrippen ambacht en kleinbedrijf. Er dient dan ook te worden uitgegaan van de gebruikelijke betekenis van de woorden.

Ambachtelijke bedrijven zijn deze bedrijven waar handwerk primeert, wat het gebruik van machines evenwel niet uitsluit. Te denken valt bijvoorbeeld aan kleine graanmaalderijen, pottenbakkersateliers en dergelijke meer. Warme bakkerijen en beenhouwerijen kunnen over het algemeen ook worden beschouwd als ambachtelijk bedrijf of als kleinbedrijf.

Met kleinbedrijf wordt bedoeld industrie op kleine schaal. Bij de beoordeling van de vraag of een inrichting al dan niet als kleinbedrijf kan worden beschouwd, kan dan ook rekening worden gehouden met de omvang van het bedrijf dit is zowel met de oppervlaktebehoefte als met de omzet en het aantal personeelsleden dat er tewerkgesteld wordt , almede met de (objectieve) aard van de ongemakken die de activiteit meebrengt voor de omgeving. Als kleinbedrijf kan bijvoorbeeld worden beschouwd een kleinschalige drukkerij.

De vraag naar de aard van de onderneming stelt zich niet enkel bij zijn eerste inplanting, maar kan zich ook stellen naar aanleiding van de beoordeling van de toelaatbaarheid van de uitbreiding ervan. Een uitbreiding van een kleinbedrijf kan er toe leiden dat deze niet langer als een kleinbedrijf kan worden beschouwd, zodat de uitbreiding binnen het woongebied niet toelaatbaar is.

Ambacht en kleinbedrijf kunnen worden toegelaten in het woongebied voor zover ze om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd en voorzover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (zie infra).

 

openbare nutsfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

  1. Historiek

Zie motiveringsnota van aanvrager.

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Omgevingsvergunning (2018/236) d.d. 3 januari 2019 voor f11: fietsostrade antwerpen-lier, deelproject 2, segment 5 werd bekomen door stedenbouw.

Omgevingsvergunning (2021/59) d.d. 7 juni 2021 voor bouwen van een dubbele garage werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

Omgevingsvergunning (2023/191) d.d. 14 augustus 2023 voor slopen van 2 woningen en een bijgebouw werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

Melding (2023/315) d.d. 16 oktober 2023 voor stopzetting exploitatie d'hulst klasse2 werd ongegrond gevonden door het college van burgemeester en schepenen.

Omgevingsvergunning (2024/242) d.d. 14 oktober 2024 voor slopen van loods 2a werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (90/7) d.d. 23 juli 1990 voor plaatsen van een stelplaats voor autobussen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (91/21) d.d. 23 september 1991 voor mazouttank werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2000/164) d.d. 14 augustus 2000 voor uitbreiden bergplaats gelijkvloers werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (81/77) d.d. 8 augustus 1981 voor uitbreiding confectiebedrijf werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (87/210) d.d. 14 december 1987 voor bouwen woning en autobergplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (73/52) d.d. 31 augustus 1973 voor bouwen  houtstapelplaatsen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (95/313) d.d. 22 april 1996 voor oprichten van een woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (89/348) d.d. 12 maart 1990 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (89/365) d.d. 30 juli 1990 voor bouwen administratiegebouw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (88/67) d.d. 6 juni 1988 voor autobergplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (88/286) d.d. 28 maart 1989 voor uitbreiden kantoorgebouw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (88/357) d.d. 8 mei 1989 voor oprichten autobergplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (73/112) d.d. 4 mei 1973 voor voorgevelverbouwing gelijkvloers werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (86/200) d.d. 13 april 1987 voor oprichten loods werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (86/242) d.d. 13 april 1987 voor verbouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (72/218) d.d. 29 december 1972 voor bouwen van houtstapelplaatsen werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (63/10) d.d. 29 maart 1963 voor het bouwen van een woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (66/168) d.d. 16 september 1966 voor bouwen autobergplaatsen werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2016/307) d.d. 24 april 2017 voor verbouwen van een rijwoning tot 4 woongelegenheden werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2017/183 D) d.d. 6 november 2017 voor renovatie bestaande appartementen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (E13/92/43) d.d. 21 april 1992 voor werkplaats voor houtbewerking werd NOG AAN TE VULLEN door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (E13/93/104) d.d. 5 juli 1993 voor ondergrondse mazouttank 2500l werd NOG AAN TE VULLEN door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (E12/93/39) d.d. 9 mei 1994 voor exploiteren van een bouwbedrijf vergunning dd. 9-5-1994 met einddatum  9-5-2014

 

vroeger vergund als klasse 2 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Milieuvergunning (E12/94/52) d.d. 17 april 1995 voor exploiteren van een stel- en onderhoudsplaats voor autobussen

vergunning dd. 17-4-1995 met einddatum 17-4-2015 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Milieuvergunning (E13/95/11) d.d. 13 februari 1995 voor exploiteren van een inrichting voor het herstellen, onderhoud en nazicht  van motorfietsen aktename dd. 13-2-1995 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Milieuvergunning (201473) d.d. 7 april 2015 voor hernieuwen en uitbreiden van de vergunning voor het stallen en onderhoud van bussen exploitatie is stopgezet (melding via aangetekende brief ontvangen op 24/12/2015) werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (196711) d.d. 5 oktober 1967 voor exploitatie van een houtbewerkingsbedrijf. vergunning dd. 05/10/1967 met einddatum 05/10/1997 werd bekomen door de deputatie.
Milieuvergunning (196726) d.d. 9 januari 1968 voor bergplaats voor 15.000 liter mazout en bergplaats voor meer dan 10 autovoertuigen.

vergunning dd. 09/01/1968 met einddatum 09/01/1998. werd bekomen door de deputatie.

Milieuvergunning (196895) d.d. 17 mei 1968 voor mazoutopslag.

vergunning cbs dd. 17-05-1968 met einddatum 17-05-1998. werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (192410) d.d. 17 oktober 1924 voor opslag van kalk en cement (10000 kg kalk en 10000 kg cement) werd NOG AAN TE VULLEN door de deputatie.
Milieuvergunning (1938101) d.d. 8 juni 1938 voor ondergrondse opslag van 2500 l naptha werd NOG AAN TE VULLEN door de deputatie.
Milieuvergunning (194736) d.d. 5 december 1947 voor ondergrondse opslag van 2300 l naptha, met bedelingspomp; autoherstelwerkplaats werd NOG AAN TE VULLEN door de deputatie.
Milieuvergunning (19502) d.d. 16 juni 1950 voor ondergrondse opslag van 2500 l naptha, met bedelingspomp werd NOG AAN TE VULLEN door de deputatie.
Milieuvergunning (1935108) d.d. 6 februari 1935 voor ondergrondse bergplaats van 2000 l naphta werd NOG AAN TE VULLEN door de deputatie.
Milieuvergunning (1935112) d.d. 16 januari 1935 voor uitbreiding met een ondergrondse bergplaats van 2000 l naphta; opslag van 10 000 kg cement werd NOG AAN TE VULLEN door de deputatie.
Milieuvergunning (196780) d.d. 19 januari 1968 voor exploitatie van een mazouttank van 5000 liter

 

 

vergunning dd 19-01-1968 tot en met 19-01-1998 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (197612) d.d. 28 april 1976 voor ondergrondse mazouttank

 

vergunning dd. 28/04/1976 met einddatum 28/04/2006. werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (79/55) d.d. 6 februari 1980 voor exploiteren van een transportbedrijf voor personenvervoer

 

 

vergunning dd. 6-2-1980 met einddatum

6-2-2010 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (199166) d.d. 1 juli 1991 voor exploitatie van een werkplaats voor autobussen.

 

vergunning dd. 01-07-1991 met einddatum 01-07-2021. werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundig attest (2002/38) d.d. 23 augustus 2002 voor oprichten industrieel gebouw incl. magazijn en bureel : negatief attest werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

 

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De site is gelegen ten noorden van de stationssite te Lier, binnen een driehoekig bouwblok, gevormd door de spoorweg, Antwerpsesteenweg en Zuid-Australiëlaan.

 

Het verkavelingsontwerp betreft het opdelen in 5 loten voor meergezinswoningen, bedrijvigheid, gemeenschapsvoorzieningen met wegenis en infrastructuurwerken en terreinaanleg.

 

De aanvraag omvat ook volgende stedenbouwkundige handelingen die nodig zijn om de verkaveling bouwrijp te maken:

        Aanleg wegenis

        Verleggen van niet geklasseerde waterloop, Boomlaarloop

        Reliëfwijziging

        Bomen vellen

        Slopen van gebouwen

        Slopen van constructies

 

Een wegenis met riolering wordt voorzien vanuit de Zuid-Australielaan. Een openbare pad achter de woningen van de Antwerpsesteenweg. Een openbaar park achter de tuinen van de woningen aan de zuid- australielaan.

 

 

De rooilijn wordt getrokken voor de wegenis, volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnplan’ dd 27/11/2024 opgemaakt door Dirk Van den Schoor Landmeterexpert met plannr 1/2 en 2/2 dossiernummer 2469

Met een gratis grondafstand voor openbaar domein van 18128,04m², openbaar domein met overdruk inrit en doorsteek met een oppervlakte van 675,88m²

En zone voor wederafstand van 388.56m².

 

Een belofte van gratis grondafstand werd toegevoegd.

 

Het wegenisontwerp is opgemaakt voor het project door a2o op 19/12/2024, met dossiernummer A180024 met plannen BA_INFRA wordt voorgelegd in de gemeenteraad van 23 juni 2025.

 

  1. Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.


§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 23 juni 2025 voorgelegd en goedgekeurd:

1. Vaststelling van de rooilijn

2. Wegenis- en rioleringsdossier

 

  1. Adviezen

Artikel 35 OVB

§ 1. Over vergunningsaanvragen of beroepen die betrekking hebben op het uitvoeren van vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen of op het verkavelen van gronden wordt advies verleend door de instanties en in de gevallen vermeld in dit artikel.

 

§ 5. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken verleent advies als een mobiliteitsstudie of een project-MER, die een mobiliteitsstudie omvat, bij de vergunningsaanvraag gevoegd moet worden.

 

 

§ 7. Infrabel wordt om advies verzocht en kan advies verlenen als het voorwerp van de vergunningsaanvraag op minder dan twintig meter van de vrije rand van bestaande of geplande spoorlijnen ligt.

 

§ 8. De adviesinstanties, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, verlenen advies in de gevallen, vermeld in artikel 3 van het voormelde besluit.

       Provincie Antwerpen dienst Waterbeleid

       Cel Integraal Waterbeleid, Stad Lier

 

§ 9. De provincie verleent advies als een machtiging vereist is voor werken van verbetering en werken van wijziging aan onbevaarbare waterlopen van tweede en derde categorie conform artikel 12 en artikel 14 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, tenzij de vergunningsaanvrager al over een machtiging voor die werken beschikt.

 

§ 17. De ASTRID-veiligheidscommissie, bedoeld in het koninklijk besluit van 25 juli 2008 tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan, wordt om advies verzocht en kan advies verlenen als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

  1. bouw- en infrastructuurwerken die al dan niet toegankelijk zijn voor het publiek waarvan de grondoppervlakte meer dan 2.500 m2 bedraagt.

 

  1. De brandweerzone Rivierenland wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:
  1. gebouwen / terreinen met publieke functie (specifieke exploitatievorm):

     Publiek toegankelijke inrichtingen

 

  1. Fluvius wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op: meergezinswoningen met meer dan 3 bijkomende entiteiten.

 

  1. De interne Cel Technisch bureau wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

     Overwelvingen en/of inname van het openbaar domein

     Een groter project met toekomstige publieke ruimte

     Een eventuele heraanplant van een boom

     Een afwijking m.b.t. de rioleringsprincipes volgens het zoneringsplan van de VMM

 

  1. De interne Cel Integraal Waterbeheer wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

     Een aangevraagde terreinophoging

 

  1. De interne Cel Mobiliteit wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op:

     Nieuwe toegangswegen

     Een toename van verkeersgenererende bewegingen

     Conflictsituaties die gecreëerd worden voor het op- en afrijden van percelen

 

 

  1. De interne Cel Publieke Ruimte wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op: nieuw openbaar domein.

 

 

Uitgebrachte adviezen:

Departement Mobiliteit en Openbare Werken heeft op 17 februari 2025  volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

Wij wensen een bedenking te formuleren bij de in het MoBER gemaakte afwegingen in verband met (bijkomende) verkeersintensiteiten op de Antwerpsesteenweg.

Daarbij werd – begrijpelijk - uitgegaan van huidige cijfers. Vanuit andere lopende dossiers moeten hierbij toch vragen worden gesteld en kan worden verondersteld dat in de toekomst de Antwerpsesteenweg meer en meer de belangrijkste (zo niet enige) invalsweg zal worden voor alle autoverkeer (ook) vanuit het noorden naar de Lierse binnenstad.

Binnen het project van het wegwerken van de spooroverweg Lispersteenweg, nu gelegen op de invalsweg vanuit het noorden, ligt immers een scenario voor waarbij langs die kant voor auto- en vrachtverkeer geen doorkomst meer zou worden voorzien. De keuze van dit scenario zal automatisch gevolgen hebben voor de belasting van de Antwerpsesteenweg en de – in het MoBER doorgelichte - kruispunten aldaar.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (17 februari 2025).

Het standpunt van Departement Mobiliteit en Openbare Werken wordt niet bijgetreden om volgende redenen: over de spooroverweg Lispersteenweg zijn geen concrete plannen noch consensus met het bestuur van Lier.

 

Infrabel NV heeft op 13 februari 2025  onder ref. 3516.2025.029.Lier volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Op basis van projectinhoud V2: 

Ons kenmerk: 3516.2025.029.Lier

Ref.: OMV 2024113761

NV Infrabel geeft een voorwaardelijk positief advies voor de omgevingsvergunning van VDP FINANCE voor het verkavelen van gronden in de AntwerpseSteenweg 117, 2500 Lier.

De effectieve inrichting en aanleg van het plein voor de kavel, gereserveerd voor fietsenstalling en toegang station, lijkt ons pas zinvol na de realisatie van de tunnel, gezien de grote impact van de bouw van deze tunnel op het plein.

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (13 februari 2025).

Het standpunt van Infrabel NV wordt niet bijgetreden om volgende redenen :

Het eerst realiseren van de tunnel kan niet aan de aanvrager opgelegd worden omdat hier ander actoren een rol spelen.

 

Provincie Antwerpen - Dienst Waterbeleid heeft op 17 maart 2025  onder ref. WAAD-2025-0223 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

Betreffende: LIER. Verkavelen in 5 loten voor meergezinswoningen, bedrijven, gemeenschapsvoorzieningen en aanleggen wegenis in de Antwerpsesteenweg – Zuid Australiëlaan door Elements Development.

 

  1. WETTELIJKE BASIS VOOR DE WATERTOETS

 

In overeenstemming met artikel 1.3.1.1. van het Waterwetboek werd onderzocht of er een schadelijk effect op het watersysteem uitgaat van voorliggende aanvraag. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het watertoetsbesluit van 20 juli 2006.

 

In uitwerking van artikel 7 van het watertoetsbesluit werd specifiek voor de provincie Antwerpen een eigen provinciaal beleidskader rond wateradviezen vastgesteld. Dit beleidskader verduidelijkt wat de gehanteerde krijtlijnen zijn voor de beoordeling van de verenigbaarheid van de vergunningsaanvraag met het watersysteem, en met welke zaken een aanvrager rekening moet houden voor het verkrijgen van een gunstig wateradvies. Het provinciale beleidskader voor wateradviezen werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 21 september 2023 en is te vinden op de website van de provincie Antwerpen:

https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/advies-over-dewatertoets. Html

 

  1. KENMERKEN WATERSYSTEEM

 

2.a.Waterloop nr. A.8.01.11, Donkloop van 2de categorie

Het project paalt niet rechtstreeks aan de waterloop, het project watert er (deels) naar af.

 

2.b.Kaartgegevens

Het project is (deels) gelegen in overstromingsgevoelig gebied volgens de watertoetsadvieskaart. Volgens het gewestplan zijn de percelen gelegen in ambachtelijke bedrijven en kmo’s en woongebieden.

Het gebied is volgens de BWK biologisch minder waardevol.

 

2.c.Voorschriften waterbeheerplan

Volgende voorschriften van een waterbeheerplan zijn van toepassing:

• Krachtlijn 1: terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten; het voorkomen, het herstellen en waar mogelijk het ongedaan maken van watertekort;

• Krachtlijn 2: water voor de mens: scheepvaart, watervoorziening, industrie en landbouw, onroerend erfgoed, recreatie;

• Krachtlijn 3: de kwaliteit van water verder verbeteren;

• Krachtlijn 4: duurzaam omgaan met water;

• Krachtlijn 5: voeren van een meer geïntegreerd waterbeleid.

 

  1. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM

 

De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2.), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene en wettelijke voorwaarden.

 

3.a.Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthoudenbergen- afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de stroomgebiedbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

 

Vermijden afstroom van hemelwater

Het is cruciaal om duurzaam om te gaan met de ruimte en alleen noodzakelijke verharding aan te leggen én om kritisch na te denken over bestaande verharding. Op vele plaatsen is er namelijk een overvloed aan (ongebruikte) verharding. Om een gezondere leefomgeving te realiseren en de klimaatuitdagingen aan te gaan, is het belangrijk om de open ruimte die ons rest zo veel mogelijk te beschermen. Door de aanleg van verhardingen kunnen de functies van de bodem niet of onvoldoende vervuld worden. Dit leidt onder meer tot een groter risico op overstromingen, minder waterinfiltratie en -berging, hitteproblemen in stads- en dorpskernen, minder CO2-opslag en een verlies aan biodiversiteit.

Ondoorlatende verhardingen wateren af naar naastliggende groenzones voor infiltratie op eigen terrein. Om infiltratie op eigen terrein te behouden, dient de groenzone minimaal 25% van de verharde oppervlakte te bedragen. De aangrenzende groenzones zijn voldoende groot voor de ernaar afwaterende oppervlaktes.

 

De verhardingen lijken te voldoen aan de geldende regelgeving.

 

Hemelwaterput en hergebruik

De aanvraag voorziet nog niet in de oprichting van gebouwen. De te plaatsen gebouwen zullen van en hemelwateropslag worden voorzien waarbij hergebruik wordt voorzien voor de spoeling van de toiletten, de aansluiting van een wasmachine en voor minstens 1 buitenkraan.

Terreinverhardingen en terrassen worden bij voorkeur niet aangesloten op de hemelwaterput. Indien men deze wel wenst aan te sluiten dient het afstromende hemelwater eerst worden gezuiverd vooraleer het wordt opgevangen in de hemelwaterput om contaminatie te voorkomen.

Het is aangewezen om de toevoerleiding vanuit de hemelwaterputten naar de infiltratievoorziening te voorzien van een terugslagklep om eventuele contaminatie van het verzamelde hemelwater te voorkomen.

Er is voldaan aan de geldende regelgeving.

 

Infiltratievoorziening

Om het infiltratiesysteem te dimensioneren, werden de oppervlaktes van de groendaken gehalveerd. De aan te leggen groendaken moeten over een waterbergend vermogen van minimum 50 l/m² beschikken.

Om effectief te zijn en drainage van het grondwater te vermijden, dient de infiltratievoorziening zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand te bevinden. Enkel het volume en de oppervlakte van de infiltratievoorziening boven dit peil kunnen in rekening genomen worden. Er werden infiltratieproeven en peilmetingen uitgevoerd. Er wordt ingezet op infiltratie in infiltratiekommen en grachten.

 

Tijdens de uitvoering van de werken moet de locatie van de infiltratiezones gevrijwaard worden van zware belasting om bodemverdichting te vermijden. Zo kan de infiltratiecapaciteit maximaal behouden blijven.

Bij de dimensionering van de infiltratievoorziening mag enkel rekening worden gehouden met de nuttige volumes en oppervlaktes. Enkel het infiltratievolume en –oppervlakte onder de noodoverloop kunnen meegerekend worden in de dimensionering. Bij bepaling van de infiltratieoppervlakte mag, zonder bijkomende motivatie, voor bovengrondse voorzieningen dieper dan 50 cm enkel de vrij liggende wandoppervlakte in rekening worden gebracht. De voorzieningen moeten op een minimale afstand van 1x hun diepte van ondergrondse constructies (zoals putten, funderingen of kelders) gelegen zijn.

Er dient steeds een snede doorheen de infiltratievoorziening(en) te worden aangeleverd, conform de checklist aan te leveren documenten bij het provinciaal beleidskader. Deze dient minstens de volgende gegevens te bevatten: de gemiddelde hoogste grondwaterstand, diepte van de voorziening, indien voorzien de inplanting van de overloop en de nuttige oppervlaktes en volumes.

 

Het project voorziet ook in de opvang van het private domein. Hiertoe is het van belang dat bij elke omgevingsvergunningsaanvraag wordt aangetoond dat er nog voldoende ruimte beschikbaar is in de collectieve voorzieningen om het afstromende water op te vangen.

De infiltratievoorzieningen voldoen aan de geldende regelgeving voor de huidige aanvraag.

 

3.b.Voor de wijziging van overstromingsregime

Er mag geen ruimte voor water verloren gaan. Door het oprichten van constructies en door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te verergeren, moet het verlies van waterbergingsruimte vermeden worden door het project/plan te realiseren zonder inname van ruimte voor water. Bij voorkeur worden alle gebouwen en constructies volledig buiten het overstromingsgevoelige gebied voorzien.

 

In onderhavig dossier wordt ingezet op compensatie waarbij zowel het overstromingsvolume als de oppervlakte gecompenseerd worden. Na de werken mag de compensatiezone in geen geval (opnieuw) opgehoogd worden.

Omdat de overstromingscontour groter is dan het betrokken perceel moet de vrije doorstroming van overstromingswater in de ruimere omgeving mogelijk blijven. Dit betekent dat de perceelsgrenzen niet afgemaakt mogen worden met waterondoorlatende elementen (vb betonplinten onder een draadafsluiting). De perceelsranden moeten ter hoogte van het maaiveld waterpasseerbaar worden aangelegd, waterdichte boord(steen)en zijn niet toegestaan. Bovenstaande voorwaarde dient in de verkavelingsvoorschriften te worden opgenomen.

 

Uit de meest recente modellen blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar ter hoogte van het perceel in kwestie een waterpeil van 8.20 mTAW optreedt. Ergere overstromingen zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast (meer) zal voordoen. Door hetoverstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouwvoldoende hoog gekozen worden. Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 8.50mTAW en zou worden gerespecteerd. Verder moeten benutte ondergrondse verdiepingen geweerd worden, alsook ondergrondse mazouttanks.

 

Bij de plaatsing van een hemelwaterput, ondergrondse (mest)kelder, ondergrondse brandstoftank, verwarmingsketel, moet er op gelet worden dat er geen verontreinigd overstromingswater de put kan binnendringen. De aansluitingen op de riolering moeten worden voorzien van terugslagkleppen om schade ten gevolge van wateroverlast maximaal te voorkomen.

Voor oppervlaktewateren en kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater is het belangrijk dat de open beddingen behouden blijven. Open beddingen zijn veel makkelijker te controleren en te onderhouden dan ingegraven systemen. Bovendien bieden ze vaak meer buffervolume en bieden ze kans op infiltratie. De bestaande publieke gracht wordt verplaatst op het eigen terrein maar behoudt grotendeels zijn open karakter.

Er werd voldoende rekening gehouden met de overstromingsgevoeligheid van het perceel.

 

  1. TOETSING EN CONCLUSIE

Gunstig, mits bij de verdere ontwikkeling van de loten rekening gehouden wordt met de voorwaarden en maatregelen zoals besproken in bovenstaand punt, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden:

• Alle groendaken moeten over een waterbergend vermogen van minimum 50 l/m² beschikken.

• Tijdens de uitvoering van de werken moet de locatie van de infiltratiezones gevrijwaard worden van zware belasting om bodemverdichting te vermijden. Zo kan de infiltratiecapaciteit maximaal behouden blijven.

• Het project voorziet ook in de opvang van het private domein. Hiertoe is het van belang dat bij elke omgevingsvergunningsaanvraag wordt aangetoond dat er nog voldoende ruimte beschikbaar is in de collectieve voorzieningen om het afstromende water op te vangen.

• In onderhavig dossier wordt ingezet op compensatie waarbij zowel het overstromingsvolume als de oppervlakte gecompenseerd worden. Na de werken mag de compensatiezone in geen geval (opnieuw) opgehoogd worden.

• Omdat de overstromingscontour groter is dan het betrokken perceel moet de vrije doorstroming van overstromingswater in de ruimere omgeving mogelijk blijven. Dit betekent dat de perceelsgrenzen niet afgemaakt mogen worden met waterondoorlatende elementen (vb betonplinten onder een draadafsluiting). De perceelsranden moeten ter hoogte van het maaiveld waterpasseerbaar worden aangelegd, waterdichte boord(steen)en zijn niet toegestaan. Bovenstaande voorwaarde dient in de verkavelingsvoorschriften te worden opgenomen.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (17 maart 2025).

 

Het standpunt van Provincie Antwerpen - Dienst Waterbeleid wordt deels bijgetreden, enkel de volgende voorwaarde(n) die te maken hebben met rooilijn en zaak der wegen zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

bij de verdere ontwikkeling van de loten moet rekening gehouden worden met de voorwaarden en maatregelen zoals besproken in bovenstaand punt, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden:

• Omdat de overstromingscontour groter is dan het betrokken perceel moet de vrije doorstroming van overstromingswater in de ruimere omgeving mogelijk blijven. Dit betekent dat de perceelsgrenzen niet afgemaakt mogen worden met waterondoorlatende elementen (vb betonplinten onder een draadafsluiting). De perceelsranden moeten ter hoogte van het maaiveld waterpasseerbaar worden aangelegd, waterdichte boord(steen)en zijn niet toegestaan. Bovenstaande voorwaarde dient in de verkavelingsvoorschriften te worden opgenomen.
 

 

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie heeft op 28 januari 2025  volgend gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Beslissing/Advies Veiligheidscommissie ASTRID.

Motivatie,

Gezien dit soort werken niet binnen de criteria van de veiligheidscommissie valt en deze bovendien een volledig outdoor karakter hebben, kan er onmogelijk sprake zijn van een verplichting tot Astrid ‘indoordekking’. 

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: gunstig (28 januari 2025).

 

Brandweer Lier HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND heeft op 24 januari 2025  onder ref. P20744-001/01 volgend geen bezwaar advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

Zie bijlage

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: geen bezwaar (24 januari 2025).

 

Het standpunt van Brandweer Lier wordt bijgetreden, geen voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning.

 

 

Fluvius Mechelen heeft op 31 maart 2025  onder ref. 5000090271 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Uw aanvraag tot offerte

Project: Antwerpsesteenweg te Lier

Kadastrale ligging: 3e Afdeling, sectie F, nummer(s): 297L2, 298A4, 298D4, 298E4, 298F4, 298G4, 310M9, 310L4, 310P10, 310R10, 310V9, 310W10, 311A4, 311A7, 311E5, 311E6/deel, 311F4, 311P3, 311R5, 311R6, 319C4, 321F

Nummer projectaanvraag: 5000090271

Naar aanleiding van uw vraag hebben wij een studie opgemaakt voor de aanleg en/of aanpassingen van de nutsleidingen voor het bovenvermeld project en dit op basis van de gegevens waarover wij vandaag beschikken. Voor uw project zijn volgende werken van toepassing en noodzakelijk:

- Aanleg van nieuwe nutsleidingen voor elektriciteit

- Openbare Verlichting

- Oprichting van een distributiecabine Deze voorwaarden worden gelijktijdig overgemaakt aan u en aan het betrokken college van burgemeester en schepenen van de stad Lier, die de voorwaarden mee zal opnemen in de omgevingsvergunning.

Als het gemeentebestuur alsnog aanpassingen zou vragen, zullen wij u een aangepaste versie van die voorwaarden bezorgen.

Bij een eventuele wijziging, zeker indien het gaat om een wijziging van de gevraagde vermogens, of herverkaveling, moet u een nieuwe aanvraag indienen. Op basis van de gewijzigde gegevens zullen wij een studie uitvoeren om te bepalen of een netuitbreiding en/of het plaatsen van een nieuwe distributiecabine vereist is om het project te kunnen aansluiten. De bouwheer dient in dat geval een grond of lokaal op het gelijkvloers ter beschikking te stellen voor deze distributiecabine. De aansluitingskosten van de individuele woningen, appartementen of panden zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de offerte voor aansluiting afgerekend. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.

Indien u deze werken wenst te laten uitvoeren, verzoeken wij u dit document voor akkoord te ondertekenen en terug te sturen via het digitaal omgevingsloket via ('Acties' > 'Versturen bericht') of via bovenstaand e-mailadres. De volledige reglementering kunt u raadplegen op www.fluvius.be. U dient deze na te leven. Het detail van de voorwaarden en de daaraan verbonden financiële tussenkomsten zijn opgenomen in onderstaande tabel en schematisch aangeduid op het voorontwerp als bijlage.

Afbeelding; zie bijlage.

 

De voorwaarden blijven 6 maanden geldig. U vindt in bijlage eveneens een document m.b.t. de aanrekening van BTW - gelieve dit document (indien van toepassing) te ondertekenen en gezamenlijk met uw akkoord terug te sturen via het digitaal omgevingsloket (via 'Acties' > 'Versturen bericht') of via bovenstaand e-mailadres.

 

Openbare verlichting:

In het kader van dit project wordt nieuwe openbare verlichting geplaatst. De materiaaltypes voor openbare verlichting zoals vermeld in onderstaande tabel zijn onder voorbehoud van de beschikbaarheid van deze materialen op het moment van uitvoering van de werken. Indien deze materiaaltypes niet meer beschikbaar zijn, dan worden ze vervangen door evenwaardige materialen met gelijkwaardige technische specificaties.

Afbeelding; zie bijlage.

 

Patrimonium en overdracht:

De oprichting van een distributiecabine voor elektriciteit is noodzakelijk. Voor meer informatie over grondafstand, zie bijlage: 'Gronden, lokalen en/of erfdienstbaarheden'. De installaties voor openbare verlichting (palen en armaturen) blijven eigendom van de distributienetbeheerder. Ook alle leidingen en overige installaties blijven eigendom van de distributienetbeheerder.

 

Opmerkingen betreffende de bestaande wegenis:

Voor dit project is het u als initiatiefnemer niet toegestaan zelf in te staan voor het sleufwerk voor de aanleg van de nutsleidingen, omvat in deze aanbieding.

 

Verdere verloop van de procedure:

Als u akkoord gaat met de voorwaarden van deze offerte, starten wij met de voorbereiding van het dossier, nemen wij de uitvoering ervan op in onze planning en versturen wij u de bijhorende facturen. Na uw akkoord, moet u rekening houden met een termijn van minimum 120 werkdagen voor de start van de infrastructuurwerken. U moet ook rekening houden met de levertermijn van materialen en eventuele vergunningen. Ten vroegste 8 weken nadat uw facturen zijn betaald, kunnen de werken worden aangevat. Na ontvangst van uw akkoord wordt de factuur opgemaakt om deze binnen de 30 dagen te betalen. De prijzen blijven nog 12 maanden geldig. Er moet een nieuwe aanvraag worden ingediend bij wijziging of herverdeling. De overeenkomst vervalt als de omgevingsvergunning wordt geweigerd. De gemeente wordt in kennis gesteld als u aan alle voorwaarden heeft voldaan. De gemeente zal dan volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een verkoopbaarheidsattest afleveren. De omgevingsvergunning die reeds is afgeleverd mag in uitvoering gebracht worden. Wij hopen u met deze informatie van dienst te zijn. Indien u hieromtrent nog vragen hebt, kunt u ons altijd contacteren.

 

Fluvius System Operator cv in opdracht van uw distributienetbeheerder

 

Bijlage(n):

- Formulier met de facturatiegegevens ter controle

- Formulier verklaring met betrekking tot btw verlegd

- Overzichtsplan van het project met aanduiding van de voorziene werken.

- Offerte voor akkoord terug te zenden

- Afstand van gronden, lokalen en/of erfdienstbaarheden

 

Bijlage: Facturatiegegevens

Dossier 5000090271,

 

Gronden, lokalen en/of erfdienstbaarheden

 

Elektriciteits- en/of gascabine

 

De oprichting van een distributiecabine voor elektriciteit is nodig voor de uitrusting van dit project. Conform de projectvoorwaarden moet de initiatiefnemer de benodigde grond kosteloos afstaan aan de distributienetbeheerder, die de kosten voor de oprichting van de cabine(s) ten laste neemt. De afmetingen van deze grond bedragen (benaderend) 5 x 6 meter per cabine. De grond waarop de cabine dient te worden geplaatst, moet zijn gelegen in de bouwzone en bij notariële akte worden overgedragen aan de distributienetbeheerder (niet aan het openbaar domein). Het is absoluut noodzakelijk dat de inplanting van dit perceel is voorzien op het plan, zoals opgenomen in de omgevingsvergunning, en dit volgens de inplanting in bijgevoegd voorontwerp. Hier moet ook melding van worden gemaakt in de tekst van de omgevingsvergunning. Zoniet dient de initiatiefnemer een wijziging van de omgevingsvergunning aan te vragen. Op vraag van de initiatiefnemer en mits akkoord van de distributienetbeheerder kan een lokaal voor oprichting van een distributiecabine elektriciteit worden voorzien die aan de voorwaarde van C2/112 van Synergrid en/of de brochure "Leidraad distributiecabines elektriciteit in gebouwen" voldoet. De afstand van de cabinegrond of het cabinelokaal wordt ten laste van de distributienetbeheerder bij notariële akte bekrachtigd.

Gelieve uw contactpersoon patrimonium Roef Peggy te contacteren via het e-mailadres peggy.roef@fluvius.be voor verdere afspraken.

Uw akkoord met deze voorwaarden geldt tevens als principieel akkoord voor deze grondafstand. De onderhandse overeenkomst omtrent deze grondafstand of cabinelokaal wordt u later apart bezorgd.

 

Bijlage: Attest verklaring met betrekking tot btw verlegd

Dossier 5000090271,

Project Antwerpsesteenweg te Lier

 

Volgende voorwaarden werden door Fluvius opgelegd:
De loten mogen pas worden verkocht wanneer de offerte met alle daarin beschreven

verplichtingen door B.V. a2o-architecten werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de

facturen m.b.t. deze offerte vereffend zijn. U wordt hiervan in kennis gesteld van zodra de

voorwaarden voldaan zijn. Het volledige projectreglement kunt u raadplegen op

www.fluvius.be of op eenvoudig verzoek aanvragen.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (31 maart 2025).

 

Het standpunt van Fluvius wordt deels bijgetreden, enkel de volgende voorwaarde(n) die te maken hebben met rooilijn en zaak der wegen  zal/zullen worden opgelegd in de vergunning.


 

Pidpa Riolering heeft op 21 januari 2025  onder ref. L-28-518/ 204976 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur aangaande de bovenvermelde adviesaanvraag kunnen wij u meedelen:

 

1. Beschrijvend gedeelte:

1.a. Van toepassing zijnde regelgeving:

- Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad (zie website www.pidpa.be).

- Het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM).

- De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater d.d. 2 oktober 2023 (De gewestelijke hemelwaterverordening 2023 | Departement Omgeving - Vlaamse overheid (vlaanderen.be).

- Gecodificeerd Decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)

- De code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

- Het algemeen waterverkoopreglement (zie onze website bij Waterverkoopreglementen | Pidpa).

- Het bijzonder waterverkoopreglement (zie onze website bij Waterverkoopreglementen | Pidpa).

- De technische voorschriften private waterafvoer (zie website www.pidpa.be).

- Het hemelwater- en droogteplan van deze gemeente is beschikbaar. Deze zijn raadpleegbaar op onze website www.pidpa.be.

- Het watertoetsbesluit en de daarbij horende informatieplicht (www.waterinfo.be/Watertoets).

- Deze lijst is niet limitatief.

 

1.b. Omgevingsanalyse:

- De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied. Dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen). - Deze ontwikkeling is niet gelegen in signaalgebied. - Deze ontwikkeling is grotendeels gelegen in pluviaal/fluviaal overstromingsgevoelig gebied (perceelscore: D). Zoals voorzien in het watertoetsbesluit dienen de nodige beschermingsmaatregelen genomen te worden om de (toekomstige) gebouwen te vrijwaren van een overstroming. De ligging in overstromingsgevoelig gebied heeft geen invloed op het resultaat van het advies en wordt louter ter informatie meegedeeld.

 

1.c. Weerhouden geval volgens het ontwikkelingsreglement:

- De ontwikkeling ligt in collectief te optimaliseren buitengebied en de ontwikkeling is aansluitbaar via een verbindings(pers)leiding naar openbaar saneringsnetwerk in centraal gebied of geoptimaliseerd buitengebied en dus zijn de bepalingen van A.1. hier eveneens van toepassing.

- De ontwikkeling is aansluitbaar via een verbindings(pers)leiding naar openbaar saneringsnetwerk in centraal gebied of geoptimaliseerd buitengebied. Dit wordt toegepast voor alle ontwikkelingen waarbij de lengte van de verbindings(pers)leiding kleiner is dan of gelijk is aan het aantal kavels x 50 m. Deze lengte wordt gemeten tussen het meest stroomafwaartse punt van de riolering in de ontwikkeling en het dichtstbijzijnde aansluitpunt op het openbaar saneringsnetwerk in centraal gebied of geoptimaliseerd gebied.

 

1.d. Weerhouden bepalingen volgens het ontwikkelingsreglement:

- De ontwikkelaar stelt verplicht en voor eigen rekening, na goedkeuring hierover door de betrokken gemeente en Pidpa, een ontwerper aan voor de riolerings- en wegeniswerken. De ontwikkelaar dient aan te tonen dat de voorgestelde ontwerper minstens 3 positief beoordeelde referentiedossiers, van ontwikkelingen van gelijkaardige omvang en inhoud, bij 3 verschillende openbare besturen kan voorleggen. Deze referentiedossiers mogen bij de aanstelling van de ontwerper maximum 5 jaar oud zijn.

- De werken worden verplicht uitgevoerd volgens de meest recente versie van het typebestek 250 en de aanvullende technische bepalingen van Pidpa. Deze bepalingen worden op eerste verzoek ter beschikking gesteld aan de ontwikkelaar. De ontwikkelaar mag slechts tot aanbesteding (of prijsvraag) overgaan nadat de volledige aanbestedingsbundel (plannen, raming, meetstaat) werd goedgekeurd door de gemeente en Pidpa.

- De ontwikkelaar stelt verplicht en voor eigen rekening een erkende aannemer aan voor de riolerings- en wegeniswerken. Deze aanstelling kan pas gebeuren na voorafgaande goedkeuring door Pidpa en de betrokken gemeente.

- Pidpa kan de ontwikkelaar verplichten, wanneer een combinatie met andere rioleringswerken noodzakelijk is, deze rioleringswerken voor rekening van Pidpa mee op te nemen in het aanbestedingsdossier. In voorkomend geval worden hieromtrent verdere afspraken gemaakt tussen Pidpa en de ontwikkelaar.

 

2. Voorwaarden: (onverminderd de bepalingen uit het ontwikkelingsreglement)

2.a. Algemene ontwerpvoorwaarden:

- De ontwikkelaar stelt verplicht en voor eigen rekening, na goedkeuring door de betrokken gemeente en Pidpa, een ontwerper aan voor de riolerings- en wegeniswerken.

- De ontwikkelaar betrekt Pidpa bij het concept, het voorontwerp, het ontwerp, de uitvoering en de voorlopige en definitieve aanvaarding van de ontwikkeling. Het ontbreken hiervan leidt tot een ongunstig advies.

- De plannen en het ontwerp, opgemaakt door de ontwikkelaar, dienen bijgevoegd te worden bij de vergunningsaanvraag. Het ontbreken hiervan leidt tot een ongunstig advies.

- Het ontwerp moet voldoen aan de 'algemene ontwerprichtlijnen Pidpa-Riolering', die op eenvoudig verzoek worden overgemaakt aan de ontwikkelaar.

- Het technisch ontwerp met de noodzakelijke verantwoordingen cf. 2.c. dient bijgevoegd te zijn bij de adviesaanvraag.

- Het volledige dossier wordt minimaal 3 maanden voor de uitvoering aan Pidpa bezorgd om de ontwikkeling op het gebied van rioleringsinfrastructuur ten gronde te kunnen beoordelen. Deze documenten dienen te worden opgeladen in het door Pidpa ter beschikking gestelde platform http://extern.Pidpa.be/

 

2.b. Specifieke voorwaarden:

- De Boomlaarloop wordt binnen het projectgebied geherprofileerd zodat deze deel uitmaakt van de hemelwatervoorzieningen.

- De DWA-dient aangesloten te worden op de gemengde riolering langsheen de Antwerpsesteenweg.

- De DWA-leidingen worden aangelegd in grès met een diameter van 250 mm aan een helling tussen 4mm/m en 5 mm/m. Deze wateren gravitair af naar put D1 waar een verbinding gemaakt wordt met het gemengde stelsel.

- De RWA-leidingen worden aangelegd in een betonbuis diam. 400 mm met maximaal 3 mm/m helling die op verschillende locaties uitmondt in een open grachtenstelsel dat afwatert naar de grote wadi aan de westelijke zijde van het projectgebied (Boomlaarloop)

- De verschillende grachten staan met elkaar in verbinding d.m.v. een betonbuis van 400 mm. Deze betonbuis dient zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts aan te sluiten bij de vloei van de nieuwe grachten.

- De uitstroom van het RWA stelsel binnen deze ontwikkeling bevindt zich in het noorden van het projectgebied in put I1: waarbij geloosd wordt op overstortpeil 7 m. TAW (I1) richting de bestaande bedding van de Boomlaarloop: (zie bijlage)

- Het is steeds toegestaan de RWA volledig te laten infiltreren op eigen terrein indien het grondwaterniveau en de infiltratiecapaciteit van de bodem dit toelaten.

- Alle huisaansluitputjes RWA worden aangesloten op een infiltratievoorziening op verkavelingsniveau met min. 74.712 liter (effectief 88.350 liter) infiltratievolume en min. 181,12 m² (effectief 251,62 m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op de bestaande bedding van de Boomlaarloop met uitloop naar het gemengde stelsel langsheen de Antwerpsesteenweg op TAW 6,31m.

- De resultaten van het sonderingsverslag werden toegevoegd aan het dossier.

- De ontwikkelaar stelt verplicht en voor eigen rekening een erkende aannemer aan voor de riolerings- en wegeniswerken. Deze aanstelling kan pas gebeuren na voorafgaande goedkeuring door Pidpa en de betrokken gemeente.

o Alle kosten voor de aanleg van de nodige rioleringsinfrastructuur (DWA, RWA, inclusief de huisaansluitputjes per lot) zijn volledig ten laste van de aanvrager.

o De uitvoering van deze werken is een voorwaarde voor het verkrijgen van een verkoopbaarheidsattest.

o Pidpa dient actief betrokken te worden bij het verdere ontwerp, de aanbesteding en de uitvoering van de riolering (coördinatievergaderingen, werfvergaderingen, …). Het volledige dossier moet opnieuw ter goedkeuring voorgelegd worden bij Pidpa vooraleer er overgegaan wordt tot uitvoering.

o De ontwikkelaar draagt alle kosten inzake beproevingen op materialen en uitgevoerde werken, zoals voorzien in de bepalingen van het SB 250.

- Dossierkost

Er dient door de ontwikkelaar een éénmalige dossierkost betaald te worden van € 1.250,00 euro (excl. BTW), zoals vermeld in punt 2.b. en conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement (deze dossierkost dient betaald te worden nadat de vergunning wordt afgeleverd).

 

2.c. Verantwoordings- en berekeningsnota:

Volgende ontwerp-, verantwoordings- en/of berekeningsdocumenten dienen opgenomen te zijn in de adviesaanvraag.

 

2.c.1. Ontwerpdossier:

Het ontwerpdossier bestaat uit volgende bestanden:

- een grondplan riolering en wegenis overeenkomstig de opmetingen

- een lengteprofiel en de relevante dwarsprofielen

- een plan van de bestaande toestand met inbegrip van de aanduiding van alle nutsleidingen

- uittreksels: stratenatlas, stafkaart, gewestplan, kadaster

- de voorlopige berekeningsnota’s: een statische sterkteberekening van de leidingen, de pompinstallatie, de ter plaatse gestorte constructies (opdrijvingscontrole, zettingen, …)

- een globale raming der werken

- een algemene toelichtingsnota

- technische informatie/ fiches, waarbij het duidelijk is welk type voorzien wordt (o.a. deksels, …)

 

2.c.2. Hydraulische nota DWA:

Dit document is op te maken rekening houdend met de principes van de code van goede praktijk:

- steeds 2 DWA toepassen

- controle bij T5 rekening houdend met de afwaartse hydraulische peilen in het stelsel waarop wordt aangesloten

- indien pompstation: een berekeningsnota interventietijden toevoegen (24h is het minimum)

- geen overstorten toegelaten op 2 DWA systemen

- eventuele toekomstig geplande uitbreidingen zijn mee in rekening te brengen (debieten, peilen BOK’s)

 

2.c.3. Hydraulische nota RWA:

Dit document is op te maken rekening houdend met de principes van de code van goede praktijk en de ladder van Lansink, met verantwoording omtrent de uiteindelijke keuze per stap die niet weerhouden werd:

- een rapportage van controle van het ontwerp door middel van de CIW-toepassing Sirio

- ontwerp voor T5, controleberekening voor T20

- een controleberekening i.f.v. de afwaartse peilen (bv. gemiddelde hoogste waterstand van de waterloop waarop wordt aangesloten)

- een buffering van minstens 330 m³/ha, doorvoer 20 l/s/ha (deze eisen kunnen strenger worden i.f.v. afwaartse randvoorwaarden (bv. overstromingsgevoelig gebied of afvoersectie beperkt in diameter, …) of ingevolge eisen van andere besturen)

- grachten en buffers dienen vlot bereikbaar te zijn voor goed onderhoud (eventueel dienen erfdienstbaarheden voorzien te worden)

 

2.c.4. Verantwoordingsnota eigendomsstructuur:

Er dient een verklaring door de aanvrager te worden voorgelegd waarin opgenomen wordt dat alle saneringsinfrastructuur valt binnen de gronden die overgedragen worden naar het openbaar domein. Zo niet dienen per notariële akte en op kosten van de aanvrager de nodige erfdienstbaarheden te worden voorzien en/of ondergronds en/of bovengronds gratis te worden afgestaan aan Pidpa.

2.c.5. Verantwoordingsnota financieel (raming/ meetstaat):

Alle saneringsinfrastructuur binnen het project valt ten laste van de aanvrager en wordt gratis overgedragen aan Pidpa na de voorlopige aanvaarding. Na het goedkeuren van de overdracht neemt Pidpa het dagelijks beheer van de infrastructuur voor zijn rekening.

 

2.d. As-builtdossier:

Het aanleveren van een volledig en correct as-builtdossier is een voorwaarde voor het bekomen van het voorkoopbaarheidsattest.

Het as-builtdossier bestaat uit een overzicht van de proefresultaten en attesten van de gebruikte materialen.

- de ontwikkelaar dient een correct en door de ontwikkelaar geverifieerd as-builtdossier aan Pidpa af te leveren, uiterlijk 15 dagen na einde der werken.

- Het volledige as-builtdossier wordt digitaal (dwg, acces en pdf) overgemaakt aan Pidpa.

- Als na controle van de as-builtinformatie blijkt dat de overgemaakte gegevens niet overeenstemmen met de werkelijke toestand dient de ontwikkelaar deze onmiddellijk te corrigeren. Pidpa behoudt zich dan het recht het beheer en het onderhoud van de installatie niet over te nemen.

De as-builtplannen bevatten minimaal volgende elementen:

- een volledige bovengrondse meting uitgevoerd door een landmeter-expert in x, y, z-coördinaten in het Lambert ’72-coördinatenstelsel met millimeternauwkeurigheid en t.o.v. het TWA-referentievlak waarbij het GRB-skelet van toepassing is

- de opmaak van een GRB-conform as-builtplan voor deze werken is verplicht

- per inspectieput, toezicht- en huisaansluitputje of speciale constructie: alle bodempeilen van de inkomende en uitgaande leidingen (BOK) in z-coördinaat

- indien het tracé van de leiding niet rechtlijnig verloopt (dit geldt zowel in het verticaal, als in het horizontaal vlak) tussen begin- en eindpunt van de leiding (bv. bij gestuurde boringen) dienen de nodige boogsegmenten en knikpunten in x, y, z-coördinaat te worden opgemeten, eveneens bij pers- en/of drukleidingen

- de verdoken en niet-verdoken huisaansluitputjes en de geplaatste wachtaansluitingen met duidelijk onderscheid tussen DWA en RWA

- het eindpunt van de wachtaansluitingen met afstanden t.o.v. het midden van de deksels van de inspectieputten

- de omheining rond pompstations en openbekkens

- de elektriciteitskasten en pompstations

- As-built opstellingstekening van pomp- en ontvangstput bij pompstations

- in voorkomend geval: het tracé van de ondergrondse elektriciteitskabels en/of signaalkabels met vermelding van de dekking op deze kabels aan de hand van foto’s

- de bestaande inspectieput waar het project op aansluit

- de bestaande, te behouden riolering binnen het tracé van de werken

- buiten gebruik gestelde rioleringen die niet opgebroken worden (bv. opgevulde of opgespoten leidingen) en dus fysiek aanwezig blijven in de ondergrond

- elke huisaansluiting en het aansluitpunt op de DWA- of RWA-riolering met de afstand t.o.v. het deksel van de stroomafwaartse inspectieput

- de verbinding tussen kolk en RWA-riolering (in een aparte layer)

Een GRB-conform as-builtplan dient te worden overgemaakt aan AIV voor update van het GRB. Meer info kan hierover worden opgevraagd via deze website: Actualisatie via As-builtplannen | Vlaanderen.be. Het positief rapport van het opladen dient te worden overgemaakt aan Pidpa via het projectportaal.

De hidrofiches zijn op te maken voor alle inspectieputten en kunstwerken volgens model op te vragen bij Pidpa.

De huisaansluitfiches voldoen aan onderstaande voorwaarden:

- op te maken voor alle huisaansluitingen volgens het model afgeleverd door Pidpa

- er dient per lot/ perceel een huisaansluitfiche opgemaakt te worden

- naast het betreffende pand met huis- of lotnummer moeten de grenspunten aangegeven staan

- de maatvoering op de schetsen dient te voldoen aan volgende voorwaarden:

o vanaf de gevel of het hoekpunt van het betreffende pand moeten de putten in het terrein terug te vinden zijn

o de strengen en knikpunten dienen minstens met één dwars- en één lengtemaat aangegeven te worden

o per streng wordt de aard van de aangelegde leiding (DWA, RWA of GEM) aangeduid en de gebruikte materialen opgelijst

- digitale foto’s van de uitgevoerde huisaansluiting waarop vanuit eenzelfde opstelpunt het volgende is weergegeven:

o één volledige overzichtsfoto van de aangelegde buizen

o detailfoto's van de gebruikte hulpstukken

o detailfoto's van de aanwezige nutsleidingen bij kruising

- een overzichtstabel (digitaal in excel) met een overzicht van de huisaansluitingen en met vermelding van de basisgegevens die op de fiches vermeld staan

 

2.e. Algemene voorwaarden:

- De dossierkost, conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement, dient betaald te worden nadat Pidpa in kennis werd gesteld van het afleveren van de vergunning. Deze dossierkost wordt door Pidpa rechtstreeks aan de ontwikkelaar gefactureerd en staat volledig los van een eventuele offerte voor het uitvoeren van werken door Pidpa.

- De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden na te leven om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o De in artikel 5 van het ontwikkelingsreglement bedoelde dossierkosten moeten volledig betaald zijn.

o De in artikel 6 van het ontwikkelingsreglement opgesomde voorwaarden, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar nageleefd zijn.

- Bij een bemaling is het verplicht een zandvang en een debietsmeter te plaatsen.

- Bij calamiteiten (vervuiling/verstopping/wateroverlast/…) ten gevolge van de lozing van bemalingswater zullen alle kosten worden verhaald op de veroorzaker.

 

3. Beoordeling:

Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Er dient voldaan te worden aan de bovenstaande te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.

 

Volgende voorwaarden werden door Pidpa Riolering opgelegd:
- De dossierkost, conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement, dient betaald te worden nadat Pidpa in kennis werd gesteld van het afleveren van de vergunning. Deze dossierkost wordt door Pidpa rechtstreeks aan de ontwikkelaar gefactureerd en staat volledig los van een eventuele offerte voor het uitvoeren van werken door Pidpa.

- De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden na te leven om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o De in artikel 5 van het ontwikkelingsreglement bedoelde dossierkosten moeten volledig betaald zijn.

o De in artikel 6 van het ontwikkelingsreglement opgesomde voorwaarden, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar nageleefd zijn.

- Bij een bemaling is het verplicht een zandvang en een debietsmeter te plaatsen.

- Bij calamiteiten (vervuiling/verstopping/wateroverlast/…) ten gevolge van de lozing van bemalingswater zullen alle kosten worden verhaald op de veroorzaker.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (21 januari 2025).

 

Het standpunt van Pidpa Riolering wordt deels bijgetreden, enkel de volgende voorwaarde(n) die te maken hebben met rooilijn en zaak der wegen zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

- De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden na te leven om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o De in artikel 5 van het ontwikkelingsreglement bedoelde dossierkosten moeten volledig betaald zijn.

o De in artikel 6 van het ontwikkelingsreglement opgesomde voorwaarden, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar nageleefd zijn.

 

Pidpa Distributie leidingen heeft op 21 januari 2025  onder ref. 204976 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Betreffende uw adviesaanvraag voor de aansluiting van bovenvermeld dossier kunnen wij u meedelen:

De huidige drinkwateraansluitingen van de te slopen panden dienen te worden uitgenomen, wij vragen hiervoor een aanvraag tot uitname in te dienen via https://www.pidpa.be/ons-aanbod/drinkwater/uitname-aansluiting.

De ontwikkeling is niet aansluitbaar op ons bestaande drinkwaternet. Er is een uitbreiding noodzakelijk.

Er werd een dossier opgestart. Hierin zit enkel de uitbreiding van het drinkwaternet met een leiding diameter 90 mm vervat. Indien een grotere diameter noodzakelijk blijkt, zal dit een impact hebben op de offerteprijs. In voorkomend geval, vragen wij u deze te bezorgen aan infra@pidpa.be zodat de offerte kan worden aangepast en wij indien nodig een capaciteitsberekening kunnen uitvoeren. Gelieve in het onderwerp van uw e-mail het adres van de ontwikkeling, het archiefnummer en de OMV referentie te vermelden.

Om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te kunnen verkrijgen, dient de offerte volledig betaald te zijn. De uitvoering kan ten vroegste 6 maanden na de betaling aanvangen, na de nodige coördinatievergaderingen.

 

Beoordeling:

Het advies voor deze ontwikkeling is voorwaardelijk gunstig.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (21 januari 2025).

 

Het standpunt van Pidpa Distributie leidingen wordt deels bijgetreden, enkel de volgende voorwaarde(n) die te maken hebben met rooilijn en zaak der wegen zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

Om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te kunnen verkrijgen, dient de offerte volledig betaald te zijn. De uitvoering kan ten vroegste 6 maanden na de betaling aanvangen, na de nodige coördinatievergaderingen.

 

 

Omgevingsloket Wyre heeft op 29 januari 2025  onder ref. Ref: 25161344 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Ref: 25161344

Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning:  

   Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.  

   De Wyre infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project.

   Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Wyre is ten laste van de aanvrager.  

   Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Wyre.

   Voor appartementen: CBS@wyre.be

   Voor woningen: verkaveling@wyre.be


https://www.wyre.be/nl/netaanleg

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (29 januari 2025).

 

Het standpunt van Omgevingsloket Wyre wordt deels bijgetreden, enkel de volgende voorwaarde(n) die te maken hebben met rooilijn en zaak der wegen zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

   De Wyre infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project.

   Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Wyre is ten laste van de aanvrager.  

 

Proximus heeft op 24 januari 2025  volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning:

o   Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

o   Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

o   Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor winddicht dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier (zie onderstaande URL) ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com .
https://www.proximus.be/dam/jcr:ffc363f8-2d58-4d85-9df7-fbda9694f859/cdn/sites/iportal/documents/pdfs/res/PXM-10916-PACK-Aanvraag-vooraanleg~2019-01-25-15-33-13~cache.pdf

o   De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

o   Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen.


PS: Dit advies vervangt alle voorgaande adviezen van Proximus.

 

Volgende voorwaarden werden door Proximus opgelegd:
 

o   Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

o   Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

o   Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor winddicht dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier (zie onderstaande URL) ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com .
https://www.proximus.be/dam/jcr:ffc363f8-2d58-4d85-9df7-fbda9694f859/cdn/sites/iportal/documents/pdfs/res/PXM-10916-PACK-Aanvraag-vooraanleg~2019-01-25-15-33-13~cache.pdf

o   De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

o   Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (24 januari 2025).

 

Het standpunt van Proximus wordt deels bijgetreden, enkel de volgende voorwaarde(n) die te maken hebben met rooilijn en zaak der wegen zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

o   Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

o   De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

o   Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

 

       Cel Publieke Ruimte heeft op 6 maart 2025  volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Gunstig met voorwaarden die op te nemen zijn in de verkavelingsvoorschriften.

 

Volgende voorwaarden werden door Cel Publieke Ruimte opgelegd:
Bij lot 2 onder bindend gedeelte van artikel 2.2.1.8 het onderstaande alinea opnemen:

Het maximum van 5 en 6 bouwlagen alternerend wordt geconcentreerd binnen het deel van het lot gericht op het groene stadspark.

Bij lot 2 onder bindend gedeelte van artikel 2.2.2.2 voor centrale tuinzone onderstaande tekstpassage toevoegen:

De onbebouwde ruimte wordt ingericht als landschappelijk aangelegde tuin. Minstens 60% van de oppervlakte dient effectief als groen met gras, bodembedekkers, planten en heesters te worden aangelegd, met maximale toepassing van inheemse en streekeigen beplanting of klimaatbestendige variëteiten.

Bij lot 4 onder bindend gedeelte van artikel 2.4.1.12 bij andere voorschriften voor het gebouw onderstaande tekstpassage toevoegen:

Voor het deel van het lot gericht op het nieuw te realiseren plein (noordelijk stationsplein) kan het gelijkvloerse niveau volledig worden ingezet worden voor een nevenbestemming.

Buiten het deel, gericht op het plein, zijn enkel op de gelijkvloerse bouwlaag van de delen aan de wegenis richting het centrale plein (zuid- en westzijde) nevenfuncties toegelaten die getroffen zijn door een verplichte bouwlijn waar het gelijkvloers volledig kan worden ingenomen door functies, complementair aan het wonen, zoals een kantoorfunctie, vrije beroepen, dienstverlening zonder loketfunctie, aangevuld met ondersteunende functies van de hoofdbestemming (stijgkern, bergingen, …). Buiten deze zone zijn geen nevenfuncties toegestaan.

 

Toegestane nevenbestemmingen:

• Kleinschalige handelszaak van maximaal

150m2 netto verkoopsoppervlakte voor 1 winkel op de hele site die in het decreet IHB vermeld wordt als voeding (categorie 1)

• Reca;

• Kantoren, vrije beroepen en dienstverlening zonder loketfunctie.

 

Niet toegestane nevenbestemmingen voor de hele verkaveling:

• Geen verkoopsoppervlakte ifv goederen voor persoonsuitrusting

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (6 maart 2025).

 

Het standpunt van Cel Publieke Ruimte wordt deels bijgetreden, enkel de volgende voorwaarde(n) die te maken hebben met rooilijn en zaak der wegen zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

Bij lot 2 onder bindend gedeelte van artikel 2.2.1.8 het onderstaande alinea opnemen:

Bij lot 2 onder bindend gedeelte van artikel 2.2.2.2 voor centrale tuinzone onderstaande tekstpassage toevoegen:

De onbebouwde ruimte wordt ingericht als landschappelijk aangelegde tuin. Minstens 60% van de oppervlakte dient effectief als groen met gras, bodembedekkers, planten en heesters te worden aangelegd, met maximale toepassing van inheemse en streekeigen beplanting of klimaatbestendige variëteiten.

 

 

Cel technisch bureau heeft op 18 april 2025  volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Aanleg van het openbaar en publiek toegankelijk domein is een last van de aanvrager en gebeurt door een erkende aannemer aan te stellen door de aanvrager.

Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad (zie website www.Pidpa.be), is van toepassing.

1. Alle werken op (toekomstig) openbaar domein dienen uitgevoerd te worden volgens de bepalingen van het op dat moment meest recente Standaard Bestek 250 voor de wegenbouw, aangevuld met eventuele bijkomende vereisten vanuit de stadsdiensten en Pidpa, zelfs tijdens de uitvoering, en zijn ten laste van de aanvrager.

2. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het studiebureau, aangesteld door de aanvrager, opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier en Pipda als rioolbeheerder en zijn bevoegd voor de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in:

a. het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

b. nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

c. aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

d. instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;

e. het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

f. het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein

g. het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

h. het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;

i. het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

j. het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

k. De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

l. Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

m. Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

n. Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ... termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

o. Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

p. Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

q. Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

 

Grens openbaar domein/grondoverdracht:

• Het technisch bureau openbaar domein doet geen uitspraak omtrent de juridische ligging van de rooilijn. Het advies beperkt zich tot technische en inhoudelijke zaken over die delen die openbaar domein zullen zijn en/of publiek toegankelijk.

• De grens tussen openbaar en privaat domein dient steeds fysiek zichtbaar te zijn dmv een fysiek element (bv kantopsluiting);

• De aanleg van het openbaar domein dient gefaseerd te gebeuren ifv de voortgang van de ontwikkeling van de bouwvelden en steeds in overleg en na goedkeuring van de stad. Notariële overdracht van de afgewerkte delen kan pas na voorlopige oplevering van het openbaar domein;

 

Bestek/raming aanleg openbaar domein

• De waarborgtermijn voor het groenonderhoud dient vastgelegd te worden op 36 maanden ipv 24 maanden. De jaarlijkse inboet van de aanplantingen dient op initiatief van de groenaannemer en in aanwezigheid van de dienst groen van de stad te gebeuren;

• Zones die verdicht werden oiv werfverkeer en/of stockage van materialen en die later onverhard worden afgewerkt dienen dmv diepspitten en frezen terug in de oorspronkelijke toestand gebracht te worden;

• De raming voor de aanleg van het openbaar domein werd niet in detail nagekeken. De globale raming (+/- 2.500.000€ excl BTW wegenis + 400.000 € riolering) lijkt wel voldoende realistisch om een bankwaarborg te stellen teneinde een verkoopbaarheidsattest te kunnen afleveren vóór aanleg van het openbaar domein. De waarde van de bankwaarborg dient gesteld te worden inclusief de BTW die de stad verschuldigd zou zijn indien zij zelf bouwheer zou zijn. De bankwaarborg kan afgebouwd worden in overeen te komen schijven naarmate de aanleg van het openbaar domein vordert;

• Er is geen enkel ander werfverkeer toegelaten over de opgeleverde delen van de op dat moment in gebruik genomen openbare weg.

• Het definitief bestek voor aanleg openbaar domein dient voor aanbesteding van de werken door de aanvrager aan de stad voorgelegd te worden ter goedkeuring door de aanvrager. De stad heeft steeds het rechte geldige opmerkingen te maken die aangepast dienen te worden. Aan het bedrag van de ingediende raming kunnen geen rechten ontleend worden;

• De toegevoegde technische fiches dienen op het moment van aanbesteding definitief voorgelegd te worden ter goedkeuring. Deze zijn nu louter ter info en beeldvorming.

 

Inrichting openbaar domein/materialisatie

• Halfverhardingen en paden in het park opsluiten met kantopsluitingen ifv onderhoud;

• Aanpassingen aan de 2 kruispunten in Zuid-Australiëlaan zijn niet opgenomen in het ontwerp openbaar domein. Deze dienen aangepast te worden ifv bochtstralen/zichtbaarheid/parkeren. Bovendien zullen deze zwaar lijden oiv jarenlang werfverkeer. Heraanleg van de kruispunten in een nieuwe betonverharding binnen de huidige rooilijn van de Zuid Australiëlaan en minstens 10m links en rechts van de insteek is een last van de vergunning,

• De parkeerplaatsen voor de 2 deelwagens in de zuidelijke insteekweg worden best als langsparkeren georganiseerd. Aanleg en plaatsen van de laadinfrastructuur via de concessie van de Vlaamse Overheid is een last van de vergunning;

• De locatie van de MS cabine van Fluvius thv de Antwerpsesteenweg hindert sterk het poorteffect naar het park. Bovendien is het gebouw zelf sterk verouderd. Met Fluvius dient alsnog bekeken te worden om deze te verplaatsen en/of ruimtelijk beter te integreren;

• Bij de aanleg van het park dient er op toegezien te worden door de aanvrager dat alle grond en aanvulmaterialen in de bovenste 50 cm, milieuhygiënisch geschikt zijn om toe te passen in een bestemmingstype voor een woonpark;

• Opmaak van een definitief signalisatieplan en het plaatsen van definitieve signalisatie dient voorzien te worden door het studiebureau en aannemer van de aanvrager;

• In het terreinverlichtingsrapport wordt geen openbare verlichting voorzien in het zuidelijke deel van het park. Deze dient wel voorzien te worden door de aanvrager via Fluvius. Enkel goedgekeurde armaturen van Fluvius kunnen op openbaar domein gebruikt worden;

• De plaatsing van hydranten dient steeds in overleg met het technisch bureau openbaar domein te gebeuren. De locaties worden op voorhand, voor de aanleg van boordstenen, uitgezet in aanwezigheid van de stad Lier.

• Houten ligbanken te voorzien in de talud in de parkzone zoals voorbesproken (type Streetlife), deze zijn niet voorzien in het inplantingsplan;

• Roostergoten op openbaar domein maximaal vermijden, type goot voor te leggen aan Pidpa;

 

Groenaanleg

• Groeiplaatsconstructies uit te voeren dmv boombunkers;

• Geen Quercus robur toevoegen vanwege de eikenprocessierups.

• Veel beplanting is niet benoemd. Cirkels en bosplantsoen beschrijven en benoemen. Het definitieve beplantingsplan dient voorgelegd worden, tot voldoening, aan de dienst groen van het technisch bureau;

• Amelanchier lamarckii wordt tegenwoordig gezien als een exoot en kan dus niet aangeplant worden;

• De aanleg van groenvoorzieningen rondom of kort tegen gebouwen in opbouw kan pas gebeuren na de voorlopige oplevering van het ganse gebouw teneinde schade aan nieuwe groenvoorzieningen te vermijden;

Plein

• Zoals eerder aangegeven is Gleditsia geen goede soort voor een plein. De Gleditsia komt pas in mei in blad en verliest het blad al weer in augustus/ september. Door deze relatief korte tijd van het blad en het transparante karakter voegt deze boom niet toe aan de benodigde schaduwwerking op het plein. De Gleditsia is ook niet inheems. Te vervangen door een andere boomsoort.

Park

• Meer Pinus hs en ms toevoegen. Is wintergroen en een zeer goede boom om fijnstof af te vangen.

• Er mogen meer bomen aan de rechterzijde bij de entree van het park t.h.v. de elektriciteitscabine.

• Er zijn te weinig speeltoestellen/ speelaanleidingen opgenomen. Er dient een duidelijk plan te zijn voor het spelen. Aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

• In het eerste deel van het park te weinig zitelementen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

• Zelkova is te breed achter de woningen aan de Antwerpsesteenweg en naast de doorsteek van de Zuid-Australiëlaan. Op termijn zullen wij vragen krijgen de bomen te snoeien omdat deze bomen de tuinen groeien. Graag een smallere/ passende soort kiezen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

Hagen

• De haag aan de achterzijde van de woningen langs de Antwerpsesteenweg blijft in beheer van de aanvrager. De grens openbaar domein dient hiertoe op 1 meter afstand van de perceelsgrens van de woningen te liggen.

• Bij de aanleg van het openbaar domein dient éénmalig een oproep gedaan te worden aan de bewoners om een toegang te voorzien aan de achterzijde. De verharding naar de toegang dient voorzien te worden door de aanvrager. De kostprijs voor aanpassing van de (bestaande) afsluiting is een last voor de bewoners van de Antwerpsesteenweg;

• Bij latere aanvragen van bewoners (na de oproep) is de aanleg van de verharding ook een last voor de bewoner;

• Type haag aan te geven op definitief beplantingsplan;

 

 

Ivarem/Proper Lier

• Het advies van IVAREM, als bijlage opgenomen in dit advies, is bindend;

• Plaatsing van de afvalsorteerstraten gebeurt door de aangestelde aannemer van IVAREM en dient niet opgenomen te worden in het bijzonder bestek voor aanleg van het openbaar domein;

• Breedte rijweg thv locatie A te verbreden cfr advies Ivarem;

 

• De kosten van de sorteerstraten zijn ten laste van de ontwikkelaar volgens het retributiereglement betreffende ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 oktober 2021.

• Locaties van publieke afvalbakken dienen afgestemd te worden met Proper Lier alvorens deze te plaatsen.

 

Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:
Aanleg van het openbaar en publiek toegankelijk domein is een last van de aanvrager en gebeurt door een erkende aannemer aan te stellen door de aanvrager.

Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad (zie website www.Pidpa.be), is van toepassing.

1. Alle werken op (toekomstig) openbaar domein dienen uitgevoerd te worden volgens de bepalingen van het op dat moment meest recente Standaard Bestek 250 voor de wegenbouw, aangevuld met eventuele bijkomende vereisten vanuit de stadsdiensten en Pidpa, zelfs tijdens de uitvoering, en zijn ten laste van de aanvrager.

2. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het studiebureau, aangesteld door de aanvrager, opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier en Pipda als rioolbeheerder en zijn bevoegd voor de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in:

a. het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

b. nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

c. aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

d. instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;

e. het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

f. het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein

g. het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

h. het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;

i. het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

j. het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

k. De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

l. Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

m. Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

n. Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ... termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

o. Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

p. Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

q. Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

 

Grens openbaar domein/grondoverdracht:

• Het technisch bureau openbaar domein doet geen uitspraak omtrent de juridische ligging van de rooilijn. Het advies beperkt zich tot technische en inhoudelijke zaken over die delen die openbaar domein zullen zijn en/of publiek toegankelijk.

• De grens tussen openbaar en privaat domein dient steeds fysiek zichtbaar te zijn dmv een fysiek element (bv kantopsluiting);

• De aanleg van het openbaar domein dient gefaseerd te gebeuren ifv de voortgang van de ontwikkeling van de bouwvelden en steeds in overleg en na goedkeuring van de stad. Notariële overdracht van de afgewerkte delen kan pas na voorlopige oplevering van het openbaar domein;

 

Bestek/raming aanleg openbaar domein

• De waarborgtermijn voor het groenonderhoud dient vastgelegd te worden op 36 maanden ipv 24 maanden. De jaarlijkse inboet van de aanplantingen dient op initiatief van de groenaannemer en in aanwezigheid van de dienst groen van de stad te gebeuren;

• Zones die verdicht werden oiv werfverkeer en/of stockage van materialen en die later onverhard worden afgewerkt dienen dmv diepspitten en frezen terug in de oorspronkelijke toestand gebracht te worden;

• De raming voor de aanleg van het openbaar domein werd niet in detail nagekeken. De globale raming (+/- 2.500.000€ excl BTW wegenis + 400.000 € riolering) lijkt wel voldoende realistisch om een bankwaarborg te stellen teneinde een verkoopbaarheidsattest te kunnen afleveren vóór aanleg van het openbaar domein. De waarde van de bankwaarborg dient gesteld te worden inclusief de BTW die de stad verschuldigd zou zijn indien zij zelf bouwheer zou zijn. De bankwaarborg kan afgebouwd worden in overeen te komen schijven naarmate de aanleg van het openbaar domein vordert;

• Er is geen enkel ander werfverkeer toegelaten over de opgeleverde delen van de op dat moment in gebruik genomen openbare weg.

• Het definitief bestek voor aanleg openbaar domein dient voor aanbesteding van de werken door de aanvrager aan de stad voorgelegd te worden ter goedkeuring door de aanvrager. De stad heeft steeds het rechte geldige opmerkingen te maken die aangepast dienen te worden. Aan het bedrag van de ingediende raming kunnen geen rechten ontleend worden;

• De toegevoegde technische fiches dienen op het moment van aanbesteding definitief voorgelegd te worden ter goedkeuring. Deze zijn nu louter ter info en beeldvorming.

 

Inrichting openbaar domein/materialisatie

• Halfverhardingen en paden in het park opsluiten met kantopsluitingen ifv onderhoud;

• Aanpassingen aan de 2 kruispunten in Zuid-Australiëlaan zijn niet opgenomen in het ontwerp openbaar domein. Deze dienen aangepast te worden ifv bochtstralen/zichtbaarheid/parkeren. Bovendien zullen deze zwaar lijden oiv jarenlang werfverkeer. Heraanleg van de kruispunten in een nieuwe betonverharding binnen de huidige rooilijn van de Zuid Australiëlaan en minstens 10m links en rechts van de insteek is een last van de vergunning,

• De parkeerplaatsen voor de 2 deelwagens in de zuidelijke insteekweg worden best als langsparkeren georganiseerd. Aanleg en plaatsen van de laadinfrastructuur via de concessie van de Vlaamse Overheid is een last van de vergunning;

• De locatie van de MS cabine van Fluvius thv de Antwerpsesteenweg hindert sterk het poorteffect naar het park. Bovendien is het gebouw zelf sterk verouderd. Met Fluvius dient alsnog bekeken te worden om deze te verplaatsen en/of ruimtelijk beter te integreren;

• Bij de aanleg van het park dient er op toegezien te worden door de aanvrager dat alle grond en aanvulmaterialen in de bovenste 50 cm, milieuhygiënisch geschikt zijn om toe te passen in een bestemmingstype voor een woonpark;

• Opmaak van een definitief signalisatieplan en het plaatsen van definitieve signalisatie dient voorzien te worden door het studiebureau en aannemer van de aanvrager;

• In het terreinverlichtingsrapport wordt geen openbare verlichting voorzien in het zuidelijke deel van het park. Deze dient wel voorzien te worden door de aanvrager via Fluvius. Enkel goedgekeurde armaturen van Fluvius kunnen op openbaar domein gebruikt worden;

• De plaatsing van hydranten dient steeds in overleg met het technisch bureau openbaar domein te gebeuren. De locaties worden op voorhand, voor de aanleg van boordstenen, uitgezet in aanwezigheid van de stad Lier.

• Houten ligbanken te voorzien in de talud in de parkzone zoals voorbesproken (type Streetlife), deze zijn niet voorzien in het inplantingsplan;

• Roostergoten op openbaar domein maximaal vermijden, type goot voor te leggen aan Pidpa;

 

Groenaanleg

• Groeiplaatsconstructies uit te voeren dmv boombunkers;

• Geen Quercus robur toevoegen vanwege de eikenprocessierups.

• Veel beplanting is niet benoemd. Cirkels en bosplantsoen beschrijven en benoemen. Het definitieve beplantingsplan dient voorgelegd worden, tot voldoening, aan de dienst groen van het technisch bureau;

• Amelanchier lamarckii wordt tegenwoordig gezien als een exoot en kan dus niet aangeplant worden;

• De aanleg van groenvoorzieningen rondom of kort tegen gebouwen in opbouw kan pas gebeuren na de voorlopige oplevering van het ganse gebouw teneinde schade aan nieuwe groenvoorzieningen te vermijden;

Plein

• Zoals eerder aangegeven is Gleditsia geen goede soort voor een plein. De Gleditsia komt pas in mei in blad en verliest het blad al weer in augustus/ september. Door deze relatief korte tijd van het blad en het transparante karakter voegt deze boom niet toe aan de benodigde schaduwwerking op het plein. De Gleditsia is ook niet inheems. Te vervangen door een andere boomsoort.

Park

• Meer Pinus hs en ms toevoegen. Is wintergroen en een zeer goede boom om fijnstof af te vangen.

• Er mogen meer bomen aan de rechterzijde bij de entree van het park t.h.v. de elektriciteitscabine.

• Er zijn te weinig speeltoestellen/ speelaanleidingen opgenomen. Er dient een duidelijk plan te zijn voor het spelen. Aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

• In het eerste deel van het park te weinig zitelementen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

• Zelkova is te breed achter de woningen aan de Antwerpsesteenweg en naast de doorsteek van de Zuid-Australiëlaan. Op termijn zullen wij vragen krijgen de bomen te snoeien omdat deze bomen de tuinen groeien. Graag een smallere/ passende soort kiezen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

Hagen

• De haag aan de achterzijde van de woningen langs de Antwerpsesteenweg blijft in beheer van de aanvrager. De grens openbaar domein dient hiertoe op 1 meter afstand van de perceelsgrens van de woningen te liggen.

• Bij de aanleg van het openbaar domein dient éénmalig een oproep gedaan te worden aan de bewoners om een toegang te voorzien aan de achterzijde. De verharding naar de toegang dient voorzien te worden door de aanvrager. De kostprijs voor aanpassing van de (bestaande) afsluiting is een last voor de bewoners van de Antwerpsesteenweg;

• Bij latere aanvragen van bewoners (na de oproep) is de aanleg van de verharding ook een last voor de bewoner;

• Type haag aan te geven op definitief beplantingsplan;

 

 

Ivarem/Proper Lier

• Het advies van IVAREM, als bijlage opgenomen in dit advies, is bindend;

• Plaatsing van de afvalsorteerstraten gebeurt door de aangestelde aannemer van IVAREM en dient niet opgenomen te worden in het bijzonder bestek voor aanleg van het openbaar domein;

• Breedte rijweg thv locatie A te verbreden cfr advies Ivarem;

 

• De kosten van de sorteerstraten zijn ten laste van de ontwikkelaar volgens het retributiereglement betreffende ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 oktober 2021.

• Locaties van publieke afvalbakken dienen afgestemd te worden met Proper Lier alvorens deze te plaatsen.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (18 april 2025).

 

Het standpunt van Cel technisch bureau wordt deels bijgetreden, enkel de volgende voorwaarde(n) die te maken hebben met rooilijn en zaak der wegen zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

Aanleg van het openbaar en publiek toegankelijk domein is een last van de aanvrager en gebeurt door een erkende aannemer aan te stellen door de aanvrager.

Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad (zie website www.Pidpa.be), is van toepassing.

1. Alle werken op (toekomstig) openbaar domein dienen uitgevoerd te worden volgens de bepalingen van het op dat moment meest recente Standaard Bestek 250 voor de wegenbouw, aangevuld met eventuele bijkomende vereisten vanuit de stadsdiensten en Pidpa, zelfs tijdens de uitvoering, en zijn ten laste van de aanvrager.

2. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het studiebureau, aangesteld door de aanvrager, opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier en Pipda als rioolbeheerder en zijn bevoegd voor de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in:

a. het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

b. nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

c. aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

d. instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;

e. het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

f. het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein

g. het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

h. het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;

i. het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

j. het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

k. De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

l. Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

m. Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

n. Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ... termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

o. Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

p. Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

q. Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

 

Grens openbaar domein/grondoverdracht:

• Het technisch bureau openbaar domein doet geen uitspraak omtrent de juridische ligging van de rooilijn. Het advies beperkt zich tot technische en inhoudelijke zaken over die delen die openbaar domein zullen zijn en/of publiek toegankelijk.

• De grens tussen openbaar en privaat domein dient steeds fysiek zichtbaar te zijn dmv een fysiek element (bv kantopsluiting);

• De aanleg van het openbaar domein dient gefaseerd te gebeuren ifv de voortgang van de ontwikkeling van de bouwvelden en steeds in overleg en na goedkeuring van de stad. Notariële overdracht van de afgewerkte delen kan pas na voorlopige oplevering van het openbaar domein;

 

Bestek/raming aanleg openbaar domein

• De waarborgtermijn voor het groenonderhoud dient vastgelegd te worden op 36 maanden ipv 24 maanden. De jaarlijkse inboet van de aanplantingen dient op initiatief van de groenaannemer en in aanwezigheid van de dienst groen van de stad te gebeuren;

• Zones die verdicht werden oiv werfverkeer en/of stockage van materialen en die later onverhard worden afgewerkt dienen dmv diepspitten en frezen terug in de oorspronkelijke toestand gebracht te worden;

• De raming voor de aanleg van het openbaar domein werd niet in detail nagekeken. De globale raming (+/- 2.500.000€ excl BTW wegenis + 400.000 € riolering) lijkt wel voldoende realistisch om een bankwaarborg te stellen teneinde een verkoopbaarheidsattest te kunnen afleveren vóór aanleg van het openbaar domein. De waarde van de bankwaarborg dient gesteld te worden inclusief de BTW die de stad verschuldigd zou zijn indien zij zelf bouwheer zou zijn. De bankwaarborg kan afgebouwd worden in overeen te komen schijven naarmate de aanleg van het openbaar domein vordert;

• Er is geen enkel ander werfverkeer toegelaten over de opgeleverde delen van de op dat moment in gebruik genomen openbare weg.

• Het definitief bestek voor aanleg openbaar domein dient voor aanbesteding van de werken door de aanvrager aan de stad voorgelegd te worden ter goedkeuring door de aanvrager. De stad heeft steeds het rechte geldige opmerkingen te maken die aangepast dienen te worden. Aan het bedrag van de ingediende raming kunnen geen rechten ontleend worden;

• De toegevoegde technische fiches dienen op het moment van aanbesteding definitief voorgelegd te worden ter goedkeuring. Deze zijn nu louter ter info en beeldvorming.

 

Inrichting openbaar domein/materialisatie

• Halfverhardingen en paden in het park opsluiten met kantopsluitingen ifv onderhoud;

• Aanpassingen aan de 2 kruispunten in Zuid-Australiëlaan zijn niet opgenomen in het ontwerp openbaar domein. Deze dienen aangepast te worden ifv bochtstralen/zichtbaarheid/parkeren. Bovendien zullen deze zwaar lijden oiv jarenlang werfverkeer. Heraanleg van de kruispunten in een nieuwe betonverharding binnen de huidige rooilijn van de Zuid Australiëlaan en minstens 10m links en rechts van de insteek is een last van de vergunning,

• De parkeerplaatsen voor de 2 deelwagens in de zuidelijke insteekweg worden best als langsparkeren georganiseerd. Aanleg en plaatsen van de laadinfrastructuur via de concessie van de Vlaamse Overheid is een last van de vergunning;

• De locatie van de MS cabine van Fluvius thv de Antwerpsesteenweg hindert sterk het poorteffect naar het park. Bovendien is het gebouw zelf sterk verouderd. Met Fluvius dient alsnog bekeken te worden om deze te verplaatsen en/of ruimtelijk beter te integreren;

• Bij de aanleg van het park dient er op toegezien te worden door de aanvrager dat alle grond en aanvulmaterialen in de bovenste 50 cm, milieuhygiënisch geschikt zijn om toe te passen in een bestemmingstype voor een woonpark;

• Opmaak van een definitief signalisatieplan en het plaatsen van definitieve signalisatie dient voorzien te worden door het studiebureau en aannemer van de aanvrager;

• In het terreinverlichtingsrapport wordt geen openbare verlichting voorzien in het zuidelijke deel van het park. Deze dient wel voorzien te worden door de aanvrager via Fluvius. Enkel goedgekeurde armaturen van Fluvius kunnen op openbaar domein gebruikt worden;

• De plaatsing van hydranten dient steeds in overleg met het technisch bureau openbaar domein te gebeuren. De locaties worden op voorhand, voor de aanleg van boordstenen, uitgezet in aanwezigheid van de stad Lier.

• Houten ligbanken te voorzien in de talud in de parkzone zoals voorbesproken (type Streetlife), deze zijn niet voorzien in het inplantingsplan;

• Roostergoten op openbaar domein maximaal vermijden, type goot voor te leggen aan Pidpa;

 

Groenaanleg

• Groeiplaatsconstructies uit te voeren dmv boombunkers;

• Geen Quercus robur toevoegen vanwege de eikenprocessierups.

• Veel beplanting is niet benoemd. Cirkels en bosplantsoen beschrijven en benoemen. Het definitieve beplantingsplan dient voorgelegd worden, tot voldoening, aan de dienst groen van het technisch bureau;

• Amelanchier lamarckii wordt tegenwoordig gezien als een exoot en kan dus niet aangeplant worden;

• De aanleg van groenvoorzieningen rondom of kort tegen gebouwen in opbouw kan pas gebeuren na de voorlopige oplevering van het ganse gebouw teneinde schade aan nieuwe groenvoorzieningen te vermijden;

Plein

• Zoals eerder aangegeven is Gleditsia geen goede soort voor een plein. De Gleditsia komt pas in mei in blad en verliest het blad al weer in augustus/ september. Door deze relatief korte tijd van het blad en het transparante karakter voegt deze boom niet toe aan de benodigde schaduwwerking op het plein. De Gleditsia is ook niet inheems. Te vervangen door een andere boomsoort.

Park

• Meer Pinus hs en ms toevoegen. Is wintergroen en een zeer goede boom om fijnstof af te vangen.

• Er mogen meer bomen aan de rechterzijde bij de entree van het park t.h.v. de elektriciteitscabine.

• Er zijn te weinig speeltoestellen/ speelaanleidingen opgenomen. Er dient een duidelijk plan te zijn voor het spelen. Aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

• In het eerste deel van het park te weinig zitelementen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

• Zelkova is te breed achter de woningen aan de Antwerpsesteenweg en naast de doorsteek van de Zuid-Australiëlaan. Op termijn zullen wij vragen krijgen de bomen te snoeien omdat deze bomen de tuinen groeien. Graag een smallere/ passende soort kiezen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

Hagen

• De haag aan de achterzijde van de woningen langs de Antwerpsesteenweg blijft in beheer van de aanvrager. De grens openbaar domein dient hiertoe op 1 meter afstand van de perceelsgrens van de woningen te liggen.

• Bij de aanleg van het openbaar domein dient éénmalig een oproep gedaan te worden aan de bewoners om een toegang te voorzien aan de achterzijde. De verharding naar de toegang dient voorzien te worden door de aanvrager. De kostprijs voor aanpassing van de (bestaande) afsluiting is een last voor de bewoners van de Antwerpsesteenweg;

• Bij latere aanvragen van bewoners (na de oproep) is de aanleg van de verharding ook een last voor de bewoner;

• Type haag aan te geven op definitief beplantingsplan;

 

 

Ivarem/Proper Lier

• Het advies van IVAREM, als bijlage opgenomen in dit advies, is bindend;

• Plaatsing van de afvalsorteerstraten gebeurt door de aangestelde aannemer van IVAREM en dient niet opgenomen te worden in het bijzonder bestek voor aanleg van het openbaar domein;

• Breedte rijweg thv locatie A te verbreden cfr advies Ivarem;

 

• De kosten van de sorteerstraten zijn ten laste van de ontwikkelaar volgens het retributiereglement betreffende ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 oktober 2021.

• Locaties van publieke afvalbakken dienen afgestemd te worden met Proper Lier alvorens deze te plaatsen.

 

Cel Mobiliteit heeft op 11 maart 2025  volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

- De toename in verkeersgeneratie is uitvoerig onderzocht in de MOBER en kan verantwoord worden. Zowel aan de Zuid-Australiëlaan, de Antwerspesteenweg als de kluifrotonde is er voldoende capaciteit om deze verkeersgeneratie op te vangen.

- Het is zoals voorzien noodzakelijk om de toegangen langs de Antwerpsesteenweg enkel voor traag verkeer toegankelijk te maken.

- De impact op de verkeersveiligheid- en leefbaarheid is gering.

 

Volgende voorwaarden werden door Cel Mobiliteit opgelegd:
- Gelieve rekening te houden bij verderzetting van dit dossier met de principiële goedkeuring van het schepencollege op 02/09/24. Daarin werd beslist om voor de parkeercapaciteit de parkeerbehoefteraming op basis van het RUP Station Noord te hanteren. Dit houdt in dat er 317 parkeerplaatsen en 995 fietsplaatsen voorzien dienen te worden. Ook zullen er bij verderzetting tezamen met deze norm 2 deelwagens voor miimaal 3 jaar gefinancierd dienen te worden door Elements Development. Deze plaatsen zullen aan de zijde langs de inrit aan de Zuid-Australiëlaan komen. Ook dient de eventuele verwijdering van 4 parkeerplaatsen in de Zuid-Australiëlaan verder onderzocht te worden.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (11 maart 2025).

 

Het standpunt van Cel Mobiliteit wordt deels bijgetreden, enkel de volgende voorwaarde(n) die te maken hebben met rooilijn en zaak der wegen zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

- er moet rekening worden gehouden bij verderzetting van dit dossier met de principiële goedkeuring van het schepencollege op 02/09/24.

2 deelwagensplaatsen zullen aan de zijde langs de inrit aan de Zuid-Australiëlaan komen. Ook dient de eventuele verwijdering van 4 parkeerplaatsen in de Zuid-Australiëlaan verder onderzocht te worden.

 

  1. Openbaar onderzoek

 

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats  van 30 januari 2025 tot 28 februari 2025. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

Het tweede openbaar onderzoek vond plaats naar aanleiding van een wijzigingslus van 14 februari 2025 tot 15 maart 2025. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek tekenden 58 indieners bezwaar aan.

Geen bezwaren betreffen de rooilijn, noch de grondafstand, noch het wegenisontwerp.

 

 

  1. Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten :

        bij de verdere ontwikkeling van de loten moet rekening gehouden worden met de voorwaarden en maatregelen zoals besproken in bovenstaand punt, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden:

        • Omdat de overstromingscontour groter is dan het betrokken perceel moet de vrije doorstroming van overstromingswater in de ruimere omgeving mogelijk blijven. Dit betekent dat de perceelsgrenzen niet afgemaakt mogen worden met waterondoorlatende elementen (vb betonplinten onder een draadafsluiting). De perceelsranden moeten ter hoogte van het maaiveld waterpasseerbaar worden aangelegd, waterdichte boord(steen)en zijn niet toegestaan. Bovenstaande voorwaarde dient in de verkavelingsvoorschriften te worden opgenomen.

         

        - De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa riolering volgende voorwaarden na te leven om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o De in artikel 5 van het ontwikkelingsreglement bedoelde dossierkosten moeten volledig betaald zijn.

o De in artikel 6 van het ontwikkelingsreglement opgesomde voorwaarden, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar nageleefd zijn.

        Om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te kunnen verkrijgen, dient de offerte van pidpa distributie volledig betaald te zijn. De uitvoering kan ten vroegste 6 maanden na de betaling aanvangen, na de nodige coördinatievergaderingen.

        De Wyre infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project.

        Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Wyre is ten laste van de aanvrager.  

        o   Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

        o   Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

        o   De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

        o   Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

        Bij lot 2 onder bindend gedeelte van artikel 2.2.2.2 voor centrale tuinzone onderstaande tekstpassage toevoegen:

        De onbebouwde ruimte wordt ingericht als landschappelijk aangelegde tuin. Minstens 60% van de oppervlakte dient effectief als groen met gras, bodembedekkers, planten en heesters te worden aangelegd, met maximale toepassing van inheemse en streekeigen beplanting of klimaatbestendige variëteiten.

        Aanleg van het openbaar en publiek toegankelijk domein is een last van de aanvrager en gebeurt door een erkende aannemer aan te stellen door de aanvrager.

        Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad (zie website www.Pidpa.be), is van toepassing.

        1. Alle werken op (toekomstig) openbaar domein dienen uitgevoerd te worden volgens de bepalingen van het op dat moment meest recente Standaard Bestek 250 voor de wegenbouw, aangevuld met eventuele bijkomende vereisten vanuit de stadsdiensten en Pidpa, zelfs tijdens de uitvoering, en zijn ten laste van de aanvrager.

        2. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het studiebureau, aangesteld door de aanvrager, opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier en Pipda als rioolbeheerder en zijn bevoegd voor de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in:

        a. het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

        b. nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

        c. aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

        d. instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;

        e. het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

        f. het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein

        g. het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

        h. het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;

        i. het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

        j. het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        k. De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

        l. Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

        m. Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

        n. Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ... termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

        o. Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

        p. Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        q. Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

        Grens openbaar domein/grondoverdracht:

        • Het technisch bureau openbaar domein doet geen uitspraak omtrent de juridische ligging van de rooilijn. Het advies beperkt zich tot technische en inhoudelijke zaken over die delen die openbaar domein zullen zijn en/of publiek toegankelijk.

        • De grens tussen openbaar en privaat domein dient steeds fysiek zichtbaar te zijn dmv een fysiek element (bv kantopsluiting);

        • De aanleg van het openbaar domein dient gefaseerd te gebeuren ifv de voortgang van de ontwikkeling van de bouwvelden en steeds in overleg en na goedkeuring van de stad. Notariële overdracht van de afgewerkte delen kan pas na voorlopige oplevering van het openbaar domein;

        Bestek/raming aanleg openbaar domein

        • De waarborgtermijn voor het groenonderhoud dient vastgelegd te worden op 36 maanden ipv 24 maanden. De jaarlijkse inboet van de aanplantingen dient op initiatief van de groenaannemer en in aanwezigheid van de dienst groen van de stad te gebeuren;

        • Zones die verdicht werden oiv werfverkeer en/of stockage van materialen en die later onverhard worden afgewerkt dienen dmv diepspitten en frezen terug in de oorspronkelijke toestand gebracht te worden;

        • De raming voor de aanleg van het openbaar domein werd niet in detail nagekeken. De globale raming (+/- 2.500.000€ excl BTW wegenis + 400.000 € riolering) lijkt wel voldoende realistisch om een bankwaarborg te stellen teneinde een verkoopbaarheidsattest te kunnen afleveren vóór aanleg van het openbaar domein. De waarde van de bankwaarborg dient gesteld te worden inclusief de BTW die de stad verschuldigd zou zijn indien zij zelf bouwheer zou zijn. De bankwaarborg kan afgebouwd worden in overeen te komen schijven naarmate de aanleg van het openbaar domein vordert;

        • Er is geen enkel ander werfverkeer toegelaten over de opgeleverde delen van de op dat moment in gebruik genomen openbare weg.

        • Het definitief bestek voor aanleg openbaar domein dient voor aanbesteding van de werken door de aanvrager aan de stad voorgelegd te worden ter goedkeuring door de aanvrager. De stad heeft steeds het rechte geldige opmerkingen te maken die aangepast dienen te worden. Aan het bedrag van de ingediende raming kunnen geen rechten ontleend worden;

        • De toegevoegde technische fiches dienen op het moment van aanbesteding definitief voorgelegd te worden ter goedkeuring. Deze zijn nu louter ter info en beeldvorming.

         

        Inrichting openbaar domein/materialisatie

        • Halfverhardingen en paden in het park opsluiten met kantopsluitingen ifv onderhoud;

        • Aanpassingen aan de 2 kruispunten in Zuid-Australiëlaan zijn niet opgenomen in het ontwerp openbaar domein. Deze dienen aangepast te worden ifv bochtstralen/zichtbaarheid/parkeren. Bovendien zullen deze zwaar lijden oiv jarenlang werfverkeer. Heraanleg van de kruispunten in een nieuwe betonverharding binnen de huidige rooilijn van de Zuid Australiëlaan en minstens 10m links en rechts van de insteek is een last van de vergunning,

        • De parkeerplaatsen voor de 2 deelwagens in de zuidelijke insteekweg worden best als langsparkeren georganiseerd. Aanleg en plaatsen van de laadinfrastructuur via de concessie van de Vlaamse Overheid is een last van de vergunning;

        • De locatie van de MS cabine van Fluvius thv de Antwerpsesteenweg hindert sterk het poorteffect naar het park. Bovendien is het gebouw zelf sterk verouderd. Met Fluvius dient alsnog bekeken te worden om deze te verplaatsen en/of ruimtelijk beter te integreren;

        • Bij de aanleg van het park dient er op toegezien te worden door de aanvrager dat alle grond en aanvulmaterialen in de bovenste 50 cm, milieuhygiënisch geschikt zijn om toe te passen in een bestemmingstype voor een woonpark;

        • Opmaak van een definitief signalisatieplan en het plaatsen van definitieve signalisatie dient voorzien te worden door het studiebureau en aannemer van de aanvrager;

        • In het terreinverlichtingsrapport wordt geen openbare verlichting voorzien in het zuidelijke deel van het park. Deze dient wel voorzien te worden door de aanvrager via Fluvius. Enkel goedgekeurde armaturen van Fluvius kunnen op openbaar domein gebruikt worden;

        • De plaatsing van hydranten dient steeds in overleg met het technisch bureau openbaar domein te gebeuren. De locaties worden op voorhand, voor de aanleg van boordstenen, uitgezet in aanwezigheid van de stad Lier.

        • Houten ligbanken te voorzien in de talud in de parkzone zoals voorbesproken (type Streetlife), deze zijn niet voorzien in het inplantingsplan;

        • Roostergoten op openbaar domein maximaal vermijden, type goot voor te leggen aan Pidpa;

        Groenaanleg

        • Groeiplaatsconstructies uit te voeren dmv boombunkers;

        • Geen Quercus robur toevoegen vanwege de eikenprocessierups.

        • Veel beplanting is niet benoemd. Cirkels en bosplantsoen beschrijven en benoemen. Het definitieve beplantingsplan dient voorgelegd worden, tot voldoening, aan de dienst groen van het technisch bureau;

        • Amelanchier lamarckii wordt tegenwoordig gezien als een exoot en kan dus niet aangeplant worden;

        • De aanleg van groenvoorzieningen rondom of kort tegen gebouwen in opbouw kan pas gebeuren na de voorlopige oplevering van het ganse gebouw teneinde schade aan nieuwe groenvoorzieningen te vermijden;

        Plein

        • Zoals eerder aangegeven is Gleditsia geen goede soort voor een plein. De Gleditsia komt pas in mei in blad en verliest het blad al weer in augustus/ september. Door deze relatief korte tijd van het blad en het transparante karakter voegt deze boom niet toe aan de benodigde schaduwwerking op het plein. De Gleditsia is ook niet inheems. Te vervangen door een andere boomsoort.

        Park

        • Meer Pinus hs en ms toevoegen. Is wintergroen en een zeer goede boom om fijnstof af te vangen.

        • Er mogen meer bomen aan de rechterzijde bij de entree van het park t.h.v. de elektriciteitscabine.

        • Er zijn te weinig speeltoestellen/ speelaanleidingen opgenomen. Er dient een duidelijk plan te zijn voor het spelen. Aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

        • In het eerste deel van het park te weinig zitelementen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

        • Zelkova is te breed achter de woningen aan de Antwerpsesteenweg en naast de doorsteek van de Zuid-Australiëlaan. Op termijn zullen wij vragen krijgen de bomen te snoeien omdat deze bomen de tuinen groeien. Graag een smallere/ passende soort kiezen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

        Hagen

        • De haag aan de achterzijde van de woningen langs de Antwerpsesteenweg blijft in beheer van de aanvrager. De grens openbaar domein dient hiertoe op 1 meter afstand van de perceelsgrens van de woningen te liggen.

        • Bij de aanleg van het openbaar domein dient éénmalig een oproep gedaan te worden aan de bewoners om een toegang te voorzien aan de achterzijde. De verharding naar de toegang dient voorzien te worden door de aanvrager. De kostprijs voor aanpassing van de (bestaande) afsluiting is een last voor de bewoners van de Antwerpsesteenweg;

        • Bij latere aanvragen van bewoners (na de oproep) is de aanleg van de verharding ook een last voor de bewoner;

        • Type haag aan te geven op definitief beplantingsplan;

        Ivarem/Proper Lier

        • Het advies van IVAREM, als bijlage opgenomen in dit advies, is bindend;

        • Plaatsing van de afvalsorteerstraten gebeurt door de aangestelde aannemer van IVAREM en dient niet opgenomen te worden in het bijzonder bestek voor aanleg van het openbaar domein;

        • Breedte rijweg thv locatie A te verbreden cfr advies Ivarem;

        • De kosten van de sorteerstraten zijn ten laste van de ontwikkelaar volgens het retributiereglement betreffende ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 oktober 2021.

        • Locaties van publieke afvalbakken dienen afgestemd te worden met Proper Lier alvorens deze te plaatsen.

        - er moet rekening worden gehouden bij verderzetting van dit dossier met de principiële goedkeuring van het schepencollege op 02/09/24. Daarin werd beslist om voor de parkeercapaciteit de parkeerbehoefteraming op basis van het RUP Station Noord te hanteren. Dit houdt in dat er 317 parkeerplaatsen en 995 fietsplaatsen voorzien dienen te worden. Ook zullen er bij verderzetting tezamen met deze norm 2 deelwagens voor minimaal 3 jaar gefinancierd dienen te worden door Elements Development. Deze plaatsen zullen aan de zijde langs de inrit aan de Zuid-Australiëlaan komen. Ook dient de eventuele verwijdering van 4 parkeerplaatsen in de Zuid-Australiëlaan verder onderzocht te worden.

 

        Een juridisch sluitende overeenkomst met de stad (patrimonium) moet worden gemaakt betreffende het afstand van het recht van natrekking (overdracht van publiek domein met ondergronds private kelder)

 

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen en de wegenis goed te keuren volgens het plan met titel ‘rooilijnplan’ dd 27/11/2024 opgemaakt door Dirk Van den Schoor Landmeterexpert met plannr 1/2 en 2/2 dossiernummer 2469

Met een gratis grondafstand voor openbaar domein van 18128,04m², openbaar domein met overdruk inrit en doorsteek met een oppervlakte van 675,88m²

En zone voor wederafstand van 388.56m².

 

Een belofte van gratis grondafstand werd toegevoegd.

 

Het wegenisontwerp is opgemaakt voor het project door a2o op 19/12/2024, met dossiernummer A180024 met plannen BA_INFRA wordt voorgelegd in de gemeenteraad van 23 juni 2025.

 

Stemming

 

Stemming over akkoord om het agendapunt te behandelen cfr. art. 23 van het decreet lokaal bestuur.

 

Stemming acceptatie hoogdringend punt

26 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

4 stemmen tegen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

1 onthouding: Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 1 onthouding

 

26 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

4 stemmen tegen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

1 onthouding: Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 1 onthouding

 

Art. 1:

De gemeenteraad beslist om de rooilijn vast te stellen bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend inzake verkavelen noordelijke stationsomgeving, volgens het plan met titel titel ‘rooilijnplan’ dd 27/11/2024 opgemaakt door Dirk Van den Schoor Landmeterexpert met plannr 1/2 en 2/2 dossiernummer 2469

Met een gratis grondafstand voor openbaar domein van 18128,04m², openbaar domein met overdruk inrit en doorsteek met een oppervlakte van 675,88m²

En zone voor wederafstand van 388.56m².

 

Een belofte van gratis grondafstand werd toegevoegd.

 

Het wegenisontwerp is opgemaakt voor het project door a2o op 19/12/2024, met dossiernummer A180024 met plannen BA_INFRA,mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden :

        bij de verdere ontwikkeling van de loten moet rekening gehouden worden met de voorwaarden en maatregelen zoals besproken in bovenstaand punt, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden:

        • Omdat de overstromingscontour groter is dan het betrokken perceel moet de vrije doorstroming van overstromingswater in de ruimere omgeving mogelijk blijven. Dit betekent dat de perceelsgrenzen niet afgemaakt mogen worden met waterondoorlatende elementen (vb betonplinten onder een draadafsluiting). De perceelsranden moeten ter hoogte van het maaiveld waterpasseerbaar worden aangelegd, waterdichte boord(steen)en zijn niet toegestaan. Bovenstaande voorwaarde dient in de verkavelingsvoorschriften te worden opgenomen.

 

        - De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa riolering volgende voorwaarden na te leven om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o De in artikel 5 van het ontwikkelingsreglement bedoelde dossierkosten moeten volledig betaald zijn.

o De in artikel 6 van het ontwikkelingsreglement opgesomde voorwaarden, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar nageleefd zijn.

        Om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te kunnen verkrijgen, dient de offerte van pidpa distributie volledig betaald te zijn. De uitvoering kan ten vroegste 6 maanden na de betaling aanvangen, na de nodige coördinatievergaderingen.

        De Wyre infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project.

        Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Wyre is ten laste van de aanvrager.  

        o   Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

        o   Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

        o   De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

        o   Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

        Bij lot 2 onder bindend gedeelte van artikel 2.2.2.2 voor centrale tuinzone onderstaande tekstpassage toevoegen:

        De onbebouwde ruimte wordt ingericht als landschappelijk aangelegde tuin. Minstens 60% van de oppervlakte dient effectief als groen met gras, bodembedekkers, planten en heesters te worden aangelegd, met maximale toepassing van inheemse en streekeigen beplanting of klimaatbestendige variëteiten.

        Aanleg van het openbaar en publiek toegankelijk domein is een last van de aanvrager en gebeurt door een erkende aannemer aan te stellen door de aanvrager.

        Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad (zie website www.Pidpa.be), is van toepassing.

        1. Alle werken op (toekomstig) openbaar domein dienen uitgevoerd te worden volgens de bepalingen van het op dat moment meest recente Standaard Bestek 250 voor de wegenbouw, aangevuld met eventuele bijkomende vereisten vanuit de stadsdiensten en Pidpa, zelfs tijdens de uitvoering, en zijn ten laste van de aanvrager.

        2. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast het studiebureau, aangesteld door de aanvrager, opgevolgd door het technisch bureau van de stad Lier en Pipda als rioolbeheerder en zijn bevoegd voor de  controle  op  de  goede  uitvoering  van  de  werken  tot  de  volledige  afwerking  en  de definitieve oplevering van de werken, dit houdt onder meer in:

        a. het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgens de voortgang der werken en de noodzaak van de coördinatieopdracht;

        b. nagaan of  de  werken  worden  uitgevoerd  conform  de  toepasselijke  wet- en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, de wijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van de kunst;

        c. aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt of bij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwille van het toezicht;

        d. instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van  onderrichtingen,  telkens  wanneer  de  opdrachtdocumenten  onvolledig  of onduidelijk zouden zijn;

        e. het opstellen van processen-verbaal van vaststelling / ingebrekestelling;

        f. het leiden van de (wekelijkse) werfvergaderingen inzake openbaar domein

        g. het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakte uitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ...);

        h. het   nazicht   van   de   briefwisseling   van   de   opdrachtnemer en   adviseren   van   de opdrachtgever;

        i. het  organiseren  en  bijwonen  van  de  technische  rondgang  naar  aanleiding  van  de voorlopige  en  definitieve  oplevering,  inclusief  het  opmaken  van  het  proces-verbaal  van technische rondgang, met inbegrip van het advies aan de opdrachtgever of al dan niet tot voorlopige /definitieve oplevering kan worden overgegaan;

        j. het opstellen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        k. De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen en innemen van standpunten aangaande uitvoering van de opdracht;

        l. Het formuleren van opmerkingen binnen de gestelde termijnen op de werfverslagen alsook het ondertekenen van de werfverslagen;

        m. Het  ondertekenen en voeren van alle nodige  briefwisseling  m.b.t. de correcte uitvoering van de werken;

        n. Het tijdig goedkeuren of weigeren van de opgemaakte uitvoeringsdocumenten alsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen, berekeningsnota’s, onderhoudsinstructies, eventuele alternatieven, ... termijnen van de proeven en keuringen van producten, materialen en werken;

        o. Het ondertekenen van het proces-verbaal van technische rondgang;

        p. Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iedere beschadiging of buitendienststelling;

        q. Het  goedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal van voorlopige/definitieve oplevering voor opdrachten;

        Grens openbaar domein/grondoverdracht:

        • Het technisch bureau openbaar domein doet geen uitspraak omtrent de juridische ligging van de rooilijn. Het advies beperkt zich tot technische en inhoudelijke zaken over die delen die openbaar domein zullen zijn en/of publiek toegankelijk.

        • De grens tussen openbaar en privaat domein dient steeds fysiek zichtbaar te zijn dmv een fysiek element (bv kantopsluiting);

        • De aanleg van het openbaar domein dient gefaseerd te gebeuren ifv de voortgang van de ontwikkeling van de bouwvelden en steeds in overleg en na goedkeuring van de stad. Notariële overdracht van de afgewerkte delen kan pas na voorlopige oplevering van het openbaar domein;

        Bestek/raming aanleg openbaar domein

        • De waarborgtermijn voor het groenonderhoud dient vastgelegd te worden op 36 maanden ipv 24 maanden. De jaarlijkse inboet van de aanplantingen dient op initiatief van de groenaannemer en in aanwezigheid van de dienst groen van de stad te gebeuren;

        • Zones die verdicht werden oiv werfverkeer en/of stockage van materialen en die later onverhard worden afgewerkt dienen dmv diepspitten en frezen terug in de oorspronkelijke toestand gebracht te worden;

        • De raming voor de aanleg van het openbaar domein werd niet in detail nagekeken. De globale raming (+/- 2.500.000€ excl BTW wegenis + 400.000 € riolering) lijkt wel voldoende realistisch om een bankwaarborg te stellen teneinde een verkoopbaarheidsattest te kunnen afleveren vóór aanleg van het openbaar domein. De waarde van de bankwaarborg dient gesteld te worden inclusief de BTW die de stad verschuldigd zou zijn indien zij zelf bouwheer zou zijn. De bankwaarborg kan afgebouwd worden in overeen te komen schijven naarmate de aanleg van het openbaar domein vordert;

        • Er is geen enkel ander werfverkeer toegelaten over de opgeleverde delen van de op dat moment in gebruik genomen openbare weg.

        • Het definitief bestek voor aanleg openbaar domein dient voor aanbesteding van de werken door de aanvrager aan de stad voorgelegd te worden ter goedkeuring door de aanvrager. De stad heeft steeds het rechte geldige opmerkingen te maken die aangepast dienen te worden. Aan het bedrag van de ingediende raming kunnen geen rechten ontleend worden;

        • De toegevoegde technische fiches dienen op het moment van aanbesteding definitief voorgelegd te worden ter goedkeuring. Deze zijn nu louter ter info en beeldvorming.

         

        Inrichting openbaar domein/materialisatie

        • Halfverhardingen en paden in het park opsluiten met kantopsluitingen ifv onderhoud;

        • Aanpassingen aan de 2 kruispunten in Zuid-Australiëlaan zijn niet opgenomen in het ontwerp openbaar domein. Deze dienen aangepast te worden ifv bochtstralen/zichtbaarheid/parkeren. Bovendien zullen deze zwaar lijden oiv jarenlang werfverkeer. Heraanleg van de kruispunten in een nieuwe betonverharding binnen de huidige rooilijn van de Zuid Australiëlaan en minstens 10m links en rechts van de insteek is een last van de vergunning,

        • De parkeerplaatsen voor de 2 deelwagens in de zuidelijke insteekweg worden best als langsparkeren georganiseerd. Aanleg en plaatsen van de laadinfrastructuur via de concessie van de Vlaamse Overheid is een last van de vergunning;

        • De locatie van de MS cabine van Fluvius thv de Antwerpsesteenweg hindert sterk het poorteffect naar het park. Bovendien is het gebouw zelf sterk verouderd. Met Fluvius dient alsnog bekeken te worden om deze te verplaatsen en/of ruimtelijk beter te integreren;

        • Bij de aanleg van het park dient er op toegezien te worden door de aanvrager dat alle grond en aanvulmaterialen in de bovenste 50 cm, milieuhygiënisch geschikt zijn om toe te passen in een bestemmingstype voor een woonpark;

        • Opmaak van een definitief signalisatieplan en het plaatsen van definitieve signalisatie dient voorzien te worden door het studiebureau en aannemer van de aanvrager;

        • In het terreinverlichtingsrapport wordt geen openbare verlichting voorzien in het zuidelijke deel van het park. Deze dient wel voorzien te worden door de aanvrager via Fluvius. Enkel goedgekeurde armaturen van Fluvius kunnen op openbaar domein gebruikt worden;

        • De plaatsing van hydranten dient steeds in overleg met het technisch bureau openbaar domein te gebeuren. De locaties worden op voorhand, voor de aanleg van boordstenen, uitgezet in aanwezigheid van de stad Lier.

        • Houten ligbanken te voorzien in de talud in de parkzone zoals voorbesproken (type Streetlife), deze zijn niet voorzien in het inplantingsplan;

        • Roostergoten op openbaar domein maximaal vermijden, type goot voor te leggen aan Pidpa;

        Groenaanleg

        • Groeiplaatsconstructies uit te voeren dmv boombunkers;

        • Geen Quercus robur toevoegen vanwege de eikenprocessierups.

        • Veel beplanting is niet benoemd. Cirkels en bosplantsoen beschrijven en benoemen. Het definitieve beplantingsplan dient voorgelegd worden, tot voldoening, aan de dienst groen van het technisch bureau;

        • Amelanchier lamarckii wordt tegenwoordig gezien als een exoot en kan dus niet aangeplant worden;

        • De aanleg van groenvoorzieningen rondom of kort tegen gebouwen in opbouw kan pas gebeuren na de voorlopige oplevering van het ganse gebouw teneinde schade aan nieuwe groenvoorzieningen te vermijden;

        Plein

        • Zoals eerder aangegeven is Gleditsia geen goede soort voor een plein. De Gleditsia komt pas in mei in blad en verliest het blad al weer in augustus/ september. Door deze relatief korte tijd van het blad en het transparante karakter voegt deze boom niet toe aan de benodigde schaduwwerking op het plein. De Gleditsia is ook niet inheems. Te vervangen door een andere boomsoort.

        Park

        • Meer Pinus hs en ms toevoegen. Is wintergroen en een zeer goede boom om fijnstof af te vangen.

        • Er mogen meer bomen aan de rechterzijde bij de entree van het park t.h.v. de elektriciteitscabine.

        • Er zijn te weinig speeltoestellen/ speelaanleidingen opgenomen. Er dient een duidelijk plan te zijn voor het spelen. Aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

        • In het eerste deel van het park te weinig zitelementen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

        • Zelkova is te breed achter de woningen aan de Antwerpsesteenweg en naast de doorsteek van de Zuid-Australiëlaan. Op termijn zullen wij vragen krijgen de bomen te snoeien omdat deze bomen de tuinen groeien. Graag een smallere/ passende soort kiezen, aan te passen in het definitieve aanbestedingsdossier tot voldoening.

        Hagen

        • De haag aan de achterzijde van de woningen langs de Antwerpsesteenweg blijft in beheer van de aanvrager. De grens openbaar domein dient hiertoe op 1 meter afstand van de perceelsgrens van de woningen te liggen.

        • Bij de aanleg van het openbaar domein dient éénmalig een oproep gedaan te worden aan de bewoners om een toegang te voorzien aan de achterzijde. De verharding naar de toegang dient voorzien te worden door de aanvrager. De kostprijs voor aanpassing van de (bestaande) afsluiting is een last voor de bewoners van de Antwerpsesteenweg;

        • Bij latere aanvragen van bewoners (na de oproep) is de aanleg van de verharding ook een last voor de bewoner;

        • Type haag aan te geven op definitief beplantingsplan;

        Ivarem/Proper Lier

        • Het advies van IVAREM, als bijlage opgenomen in dit advies, is bindend;

        • Plaatsing van de afvalsorteerstraten gebeurt door de aangestelde aannemer van IVAREM en dient niet opgenomen te worden in het bijzonder bestek voor aanleg van het openbaar domein;

        • Breedte rijweg thv locatie A te verbreden cfr advies Ivarem;

        • De kosten van de sorteerstraten zijn ten laste van de ontwikkelaar volgens het retributiereglement betreffende ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 oktober 2021.

        • Locaties van publieke afvalbakken dienen afgestemd te worden met Proper Lier alvorens deze te plaatsen.

        - er moet rekening worden gehouden bij verderzetting van dit dossier met de principiële goedkeuring van het schepencollege op 02/09/24. Daarin werd beslist om voor de parkeercapaciteit de parkeerbehoefteraming op basis van het RUP Station Noord te hanteren. Dit houdt in dat er 317 parkeerplaatsen en 995 fietsplaatsen voorzien dienen te worden. Ook zullen er bij verderzetting tezamen met deze norm 2 deelwagens voor minimaal 3 jaar gefinancierd dienen te worden door Elements Development. Deze plaatsen zullen aan de zijde langs de inrit aan de Zuid-Australiëlaan komen. Ook dient de eventuele verwijdering van 4 parkeerplaatsen in de Zuid-Australiëlaan verder onderzocht te worden.

 

        Een juridisch sluitende overeenkomst met de stad (patrimonium) moet worden gemaakt betreffende het afstand van het recht van natrekking (overdracht van publiek domein met ondergronds private kelder)

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

ROOILIJN EN WEGENIS BIJ OV 2024/82 - OPRICHTING 3 MEERGEZINSWONINGEN (82 APPARTEMENTEN), ÉÉN MEERGEZINSWONING MET 3 APPARTEMENTEN EN 28 EENGEZINSWONINGEN (PARKWONEN). VASTSTELLEN ROOILIJN EN GOEDKEURING WEGENIS.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De voorliggende vergunningsaanvraag werd op ingediend op 11 maart 2024 door Bart Dufour namens ANTONISSEN PROJECT MANAGEMENT BV met als contactadres Napelsstraat 8 te 2000 Antwerpen en Levi Marien namens HELEXIA BELGIUM INVEST BV gevestigd te Jules Bilmeyerstraat 32 te 2600 Antwerpen. De omgevingsvergunningsaanvraag heeft als kenmerk: OMV_2023041550.

 

De vergunningsaanvraag voorziet in het bouwen van 82 appartementen verdeeld over 3 meergezinswoningen, de oprichting van 28 eengezinswoningen, één meergezinswoning ter hoogte van de Boomlaarstraat met 3 appartementen, de oprichting van een ondergrondse parking met 134 parkeerplaatsen, de aanmerkelijke wijziging van het reliëf, het verbouwen van de kazernemuur, het aanleg van wegenis in de vorm van een autoweg, voetweg, fietspad, parkeerhavens en sorteerstraten alsook het ontbossen door het vellen van bomen.

 

Daarnaast wordt eveneens voorzien in een ingedeelde activiteit met betrekking tot het uitvoeren van een bemaling alsook het plaatsen, en exploiteren, van een hoogspanningscabine en het plaatsen/exploiteren van een machinekamer voor energieproductie (warmtepomp).

 

Bij de realisatie van het woonproject, dat invulling geeft aan het concept ‘parkwonen’ zoals opgenomen in het RUP ‘Dungelhoeff’, wordt voorzien in een ruime padenstructuur opgenomen in een publiek doorwaadbare zone waarbij er meerdere toegangswegen naar de meergezinswoningen aangelegd worden uitgerust met uitgewassen beton.

 

De vergunningsaanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Bosstraat 94, David Tenierslaan 24 en 32, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 3 sectie F nrs. 245M, 246P, 246N, 247C, 248E, 250C, 257P, 268Y, 270C, 270D, 270T, 270V, 270E, 271B6, 748G en 748A.

De vergunningsaanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Bosstraat 94, David Tenierslaan 24 en 32, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 3 sectie F nrs. 245M, 246P, 246N, 247C, 248E, 250C, 257P, 268Y, 270C, 270D, 270T, 270V, 270E, 271B6, 748G en 748A.

 

Juridische grond

        Artikel 41, 9° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad bevoegd is voor de uitdrukkelijk aan haar voorbehouden bevoegdheden.

        Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (omgevingsvergunningsdecreet), in het bijzonder artikel 31, §1 en artikel 65 dat voorziet dat de gemeenteraad beslist over de aanleg van een gemeenteweg en zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname ervan in het openbaar domein.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en latere wijzigingen tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, meer bepaald artikel 29, §1 en artikel 47 waarin wordt gesteld dat als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, de gemeenteraad kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek;

        Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (decreet gemeentewegen), in het bijzonder artikel 12, §2 dat voorziet dat de aanleg van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 en artikel 65 van het omgevingsvergunningsdecreet opgenomen kan worden in een vergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.

        De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 19 mei 2009 (VCRO), en latere aanpassingen.

 

Argumentatie

Beschrijving van de aanvraag en de omgeving

 

De volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:

 

        Ontbossen door het vellen van 44 bomen;

        Vellen van 30 bomen;

        Bouwen van :

        82 appartementen in 3 blokken, met vier bouwlagen;

        één meergezinswoning bestaande uit 3 appartementen ter hoogte van de Boomlaarstraat bestaande uit 3 bouwlagen waarbij het bovenste niveau is teruggetrokken;

        28 ééngezinswoningen;

        Een ondergrondse parkeergarage met plaats voor 134 parkeerplaatsen (68 en 66) en 4 deelwagens bovengronds;

        Het plaatsen van een klantencabine in de ondergrondse parking;

        Het plaatsen van sorteerstraten: een langs de David Tenierslaan en een langs de Boomlaarstraat;

        Aanmerkelijk wijzigen van het reliëf (ophoging van het terrein met 60cm onder de meergezinswoningen, aanleggen van 6 infiltratiebekkens);

        Verbouwen van de kazernemuur;

        De aanleg van een nieuwe wegenis voor gemotoriseerd verkeer, fietsers, voetgangers met verhardingen, zoveel als mogelijk, die waterdoorlatend zijn;

 

Daarnaast worden volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten aangevraagd:

 

        Een bemaling met een volume van 118.180 m³ voor een bemalingsduur van 9 maanden (Rubriek 53.2.2e, b), 2e VLAREM-II lijst);

        Een verhoging van de lozingsnormen, vanwege de aanwezigheid van verhoogde concentraties PFAS (Rubriek 3.4 2e VLAREM-II lijst);

        De installatie en exploitatie van een waterzuiveringsinstallatie (Rubriek 3.6.3, 2e VLAREM-II lijst);

        De exploitatie van een oliegevulde transformator (hoogspanningscabine) (Rubriek 12.1.1, 2e, b) VLAREM-II lijst);

        De exploitatie van een warmtepomp (machinekamer) (Rubriek 16.3.2, 2e, a) VLAREM-II lijst);

 

Het projectgebied is gelegen binnen de Dungelhoeffsite in Lier, een nieuwe stadsontwikkeling net buiten de omwalling van de kernstad Lier. Gelegen in een groen binnengebied omsloten door de Boomlaarstraat, de Boomlaarbeek, de David Tenierslaan en de Bosstraat.

 

De percelen van de aanvraag zijn gelegen aan de Boomlaarbeek, waarbij de oostelijke contour van de projectzone het traject van de waterloop volgt. Aan weerszijden van het project wordt deze omringd door de David Tenierslaan, Bosstraat, Boomlaarstraat en de Antoon van Dijcklaan.

 

Aan oostelijke zijde is tevens het LAGO Lier de Waterparels gelegen, zijnde een recreatiegebied voor wateractiviteiten buitenshuis. Aan westelijke zijde wordt het projectgebied nog geflankeerd door de R16, waarbij de verdere ligging voornamelijk gesitueerd is in woongebied met verschillende woonwijken, zoals o.a. de Bosstraat en de Jacob Jordaenslaan.

 

Ten noorden is nog een beperkt gebied voor milieubelastende industrieën gelegen.

 

Planologisch is het projectgebied gelegen in volgende ruimtelijke plannen:

 

        Het origineel gewestplan Mechelen, zoals goedgekeurd middels Koninklijk Besluit van 5 augustus 1976, deels gelegen in woongebied en deels in woonuitbreidingsgebied.

        Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Lier’, zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 28 juli 2006, zonder bijzondere afwijkende bestemmingsvoorschriften;

        Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dungelhoeff’, zoals goedgekeurd door de Deputatie op 17 september 2009, grotendeels gelegen in ‘Projectzone 04: Parkwonen’ (Artikel 3.4), maar ook gelegen binnen de zone voor wonen WO5 (Artikel 4.5), voetgangers en fietsverbinding (Artikel 6.3), ontsluitingspunt (Artikel 6.4) en toegang tot autostandplaatsen (Artikel 6.5).

 

Het projectgebied wordt niet doorkruist door een buurtweg in de zin van de Wet van 10 april 1841 betreffende de buurtwegen, maar grenst wel aan de David Tenierslaan (buurtweg nr. 51), Bosstraat (Buurtweg nr. 16) en de Boomlaarstraat (Buurtweg nr. 17) als voormalige buurtwegen thans gemeentewegen.

 

Na de indiening van de vergunningsaanvraag op 11 maart 2024, werd de aanvraag op 9 april 2024 volledig en ontvankelijk verklaard en werd een eerste openbaar onderzoek georganiseerd van 17 april 2024 tot en met 17 mei 2024. Er werden 16 bezwaren ontvangen.

 

Op 1 juli 2024 werd een gewijzigde projectinhoud overgemaakt en werd een tweede openbaar onderzoek georganiseerd van 12 augustus 2024 tot en met 10 september 2024. Er werden 18 bezwaren ontvangen.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste op 16 september 2024 om de vergunningsaanvraag in eerste aanleg te weigeren, waarna door de vergunningsaanvragers een administratief beroep ingesteld werd bij de Deputatie van de provincie Antwerpen op 29 oktober 2024. Dit administratief beroep werd op 21 november 2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

 

Op 18 december 2024 werd door de vergunningsaanvragers een nieuwe projectinhoud toegevoegd aan het Omgevingsloket, waarbij het rooilijnplan gewijzigd werd, een voortoets stikstofdepositie toegevoegd werd en een verslag van het infiltratieonderzoek toegevoegd werd.

 

Op 19 december 2024 werd toepassing gemaakt van artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet en verzocht de gouverneur van de provincie Antwerpen aan de stad Lier om door de gemeenteraad een beslissing over de ‘zaak van de wegen’ te laten nemen.

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 29 december 2024 tot en met 27 januari 2025, gedurende waarbinnen er 6 bezwaarschriften ontvangen werden. Op 24 februari 2025 werd door de gemeenteraad van de stad Lier een negatieve beslissing over de ‘zaak van de wegen’ genomen, doordat het rooilijnplan zoals gevoegd aan het aanvraagdossier niet voldeed aan de vereisten van artikel 16 van het Decreet Gemeentewegen.

 

In navolging hiervan werd door de vergunningsaanvrager op 30 april 2025 een nieuwe projectinhoudversie opgeladen op het Omgevingsloket (PIV6), hetgeen door de Deputatie van de provincie Antwerpen aanvaard werd op 30 april 2025.

 

Gelet op de wijzigingen aan het rooilijnplan, ligt er geen actuele beoordeling voor van alle wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet alsook van het gewijzigde rooilijnplan – waardoor de gouverneur in toepassing van artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet op 12 mei 2025 aan de gemeenteraad van de stad Lier een beslissing heeft gevraagd over de ‘zaak van de wegen’.

 

Het tweede openbaar onderzoek werd opgestart op 9 mei 2025 en is thans nog lopende.

 

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen van de stad Lier in haar zitting op dd. 6 februari 2025 een positief advies afgeleverd heeft en in zitting van dd. 2 juni 2025 opnieuw een positief advies afgeleverd heeft.

 

Het gevoegde rooilijnplan, opgesteld door Kegels Landmeter-studiebureau 16 april 2025, waarin aangegeven wordt welke gedeelten kosteloos overgedragen kunnen worden aan de gemeente  (gele aanduiding) en op welke gedeelten er een erfdienstbaarheid van doorgang gevestigd zal worden (blauwe gedeeltes).

 

Er wordt een verklaring gevoegd aan het aanvraagdossier, opgesteld op 29 april 2025, waaruit blijkt dat de vergunningsaanvrager zich niet verzet tegen het opleggen van een last tot kosteloze grondafstand, respectievelijk het opleggen van een erfdienstbaarheid van openbaar nut, in functie van de realisatie van de gemeenteweg en met betrekking tot de gele en blauwe zones op het rooilijnplan.

 

De aanvrager verwijst hiermee naar artikel 26, §2 en 28, §4 van het Decreet Gemeentewegen, alsook artikel 75, §3, 3e van het Omgevingsvergunningsdecreet.

 

Daarnaast omvat diezelfde verklaring, opgesteld op 29 april 2025, dat de aanvrager zich vanuit de artikelen 75 t.e.m. 77 van het Omgevingsvergunningsdecreet niet verzet tegen de vestiging van een erfdienstbaarheid van openbaar nut in de vorm van een last met betrekking tot de bruggen over de Boomlaarloop.

 

Ten aanzien van de vorige projectinhoudversie (PIV5),  wordt er minder grondoppervlakte bestemd om kosteloos overgedragen te worden naar het openbaar domein (er wordt 421m² minder bestemd) doch wordt de oppervlakte die zich binnen de rooilijnen bevindt, uitgebreid.

 

Zaak der wegen

 

Gelet op het rooilijnplan “LierDungelhoef_rooilijnplan_20250416.pdf” van dd. 16 april 2025 zoals opgemaakt door Kegels Landmeter-studiebureau;

Gelet op de verbintenis van 29 april 2025 van de vergunningsaanvrager betreffende het kosteloos afstaan aan het gemeentebestuur van de gronden bestemd voor het aanleggen van de openbare wegenis, met de nodige medewerking bij het verlijden van de notariële akte tot vestiging van een openbare erfdienstbaarheid van doorgang;

Gelet op het gevoegde inplantingsplan en de toepasselijke stedenbouwkundige voorschriften;

Gelet op het wegenisontwerp;

 

Inhoudelijke beoordeling van de zaak der wegen

 

Overwegende dat de gemeenteraad zich overeenkomstig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet moet uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, alsook de eventuele opname in het openbaar domein; dat daarbij de doelstellingen en principes uit artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen in rekening moeten worden gebracht;

 

Overwegende dat een vergunningsaanvraag werd ingediend waarin de aanleg van een nieuwe gemeenteweg wordt voorzien; dat dergelijke aanleg overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet kan opgenomen worden in een vergunningsaanvraag, op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten zoals vooropgesteld voor gemeentelijke rooilijnplannen;

 

Overwegende dat in voorliggend dossier een rooilijnplan gevoegd werd overeenkomstig artikel 12, §2, van het Decreet Gemeentewegen met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet.

 

Overwegende dat de mogelijkheid zoals vervat in artikel 12, §2, van het Decreet Gemeentewegen niet toepasbaar is wanneer de beoogde wijzigingen aan de rooilijnen betrekking hebben op rooilijnen die vastgesteld werden in een ruimtelijk uitvoeringsplan; overwegende dat het RUP ‘Duffelhoeff’ slechts een indicatieve aanduiding bevat van de wegenis, waardoor artikel 12, §2, toegepast kan worden;

 

Overwegende dat overeenkomstig artikel 16, §2 van het Decreet Gemeentewegen het rooilijnplan de bestaande en toekomstige rooilijn dient weer te geven van alle gemeentewegen die aangelegd, gewijzigd, opgeheven of verplaatst worden; overwegende dat het rooilijnplan duidelijk de bestaande rooilijnen weergeeft (blauwe en groene aanduiding); dat daarnaast ook de nieuwe toekomstige rooilijn duidelijk aangeduid wordt (in het rood); dat binnen deze rooilijnen de vlonderpaden, grindpaden, toegangswegen en fietspaden begrepen zijn; dat hiermee op een duidelijke en rechtszekere wijze de actuele en toekomstige rooilijnen weergegeven worden, zodanig dat de betrokkenen zich ten volle kunnen vergewissen van de impact hiervan op het bestaande, en toekomstige, wegennet;

 

Overwegende dat uit de verantwoordingsnota van de vergunningsaanvrager duidelijk blijkt dat een padenstructuur in verschillende lagen voorzien wordt: een primaire, secundaire en tertiaire padenstructuur; dat daaruit blijkt dat er ook enkele private wegen aanwezig zijn, zoals onder meer achter de woonblok 2 en achter de eengezinswoningen aan de David Tenierslaan, uitsluitend gericht op bestemmingsverkeer en dewelke in privatief beheer blijven en afgesloten worden door middel van een poortje;

 

Overwegende dat het duidelijk is dat deze twee paden uitdrukkelijk bestemd worden voor bestemmingsverkeer, deze in privaat beheer blijven en er geen mogelijkheid is dat er zich een openbaar gebruik voordoet – waardoor deze paden niet voldoen aan de definitie van artikel 2, 6e van het Decreet Gemeentewegen en deze dus ook niet in het rooilijnplan opgenomen moeten worden;

 

Overwegende dat het projectgebied nog doorkruist wordt enkele wegen, waaronder aan de woonblokken aan de noordelijke zijde van de aan te leggen wadi’s, evenals de toegangsweg naar de ondergrondse parkeergarage aan de David Tenierslaan; deze paden worden uitsluitend bestemd voor privaat verkeer, waarbij deze – zoals blijkt – verhoogd aangelegd worden en tevens een ander materiaal zullen hebben dan de openbaar toegankelijke paden; dat deze paden tevens in privaat beheer blijven en bestemd zijn voor bestemmingsverkeer; dat ook deze paden niet in het rooilijnplan opgenomen moeten worden;

 

Overwegende dat de gemeenteraad kan vaststellen dat alle wegen bestemd als gemeenteweg mee opgenomen worden binnen het rooilijnplan.

 

Overwegende dat het rooilijnplan op duidelijke wijze de ‘gemeentewegen’ afbakent zoals gedefinieerd door artikel 2, 9e van het Decreet Gemeentewegen. Waarbij een verschil in realisatiewijze nagestreefd wordt tussen enerzijds een kosteloze overdracht van de getroffen gronden (gele zone) en de vestiging van een openbare erfdienstbaarheid in de zin van artikel 26, §2 van het Decreet Gemeentewegen (lichtblauwe zone).

 

Waarbij de gemeenteraad voorliggend vaststelt dat er naast de stroken aangeduid binnen de nieuwe rooilijnen (rode aanduiding), er ook enkele stroken in het lichtblauw aangeduid worden die niet begrepen worden binnen de rooilijn (de bruggen over de Boomlaarloop).

 

De gemeenteraad stelt vast dat de bruggen over de Boomlaarloop duidelijk een openbaar gebruik zullen kennen, gelet zij de verbindende functie tussen de Antoon Van Dijcklaan en de Boomlaarstraat en het verdere projectgebied mogelijk maakt. Echter is het vanuit het algemeen belang niet opportuun deze wegen op te nemen in het gemeentelijk wegennet, aangezien de beheersbevoegdheid van de provincie Antwerpen aangaande de Boomlaarloop in het gedrang komt. Bovendien geeft de aanvrager aan dat het beheer van de betreffende bruggen toekomt aan de provincie, waardoor niet voldaan is aan de definitie als gemeenteweg in de zin van artikel 2, 6e van het Decreet Gemeentewegen.

 

Bovendien merkt de gemeenteraad op dat de provincie ingevolge artikel 9, §2 van de Wet onbevaarbare waterlopen de nodige bevelen kan geven om aanpassingen door te voeren aan constructies op/over de waterloop indien deze genoodzaakt zouden worden vanuit het algemeen belang. De gemeenteraad stelt vast dat het statuut als ‘gemeenteweg’ en de verordenende kracht van de opname in een rooilijnplan niet verhinderen dat artikel 9, §2 toegepast wordt. Waardoor niet de nodige zekerheid verkregen kan worden over de ligging, functionaliteit en inrichting van enige gemeentewegen over de open waterloop.

 

Overwegende dat het niet opportuun is vanuit het algemeen belang om deze bruggen op te nemen binnen het gemeentelijk wegennet, aangezien het beheer van de Boomlaarloop afdoende uitgevoerd moet worden.

 

Omwille van deze omstandigheid is het niet opportuun om vanuit het algemeen belang deze bruggen op te nemen in het rooilijnplan, aangezien het beheer en onderhoud van de Boomlaarloop essentieel is om de waterhuishouding in het projectgebied en ruimer te vrijwaren. Overwegende dat enkel de bruggen over de Boomlaarloop per uitzondering uitgesloten worden van het rooilijnplan, waarbij verwezen kan worden naar het recente arrest van de Raad van State die deze visie ondersteunt: RvS 21 januari 2025, nr. 262.048.

 

Gelet daarop bevat het rooilijnplan een voldoende duidelijke weergave van de actuele en toekomstige rooilijn, waardoor dit de vereiste duidelijkheid heeft.

 

Overwegende dat het rooilijnplan daarnaast de benodigde kadastrale gegevens bevat, met aanduiding van de kadastrale percelen, de kadastrale nummering en de weergave van de getroffen oppervlakte per kadastraal perceel; dat daarnaast het rooilijnplan de eigenaarsgegevens weergeeft van de getroffen percelen in de vorm van een tabel weergegeven in de linkeronderhoek van het rooilijnplan;

 

Overwegende dat het rooilijnplan zoals opgesteld op 16 april 2025 op duidelijke wijze weergeeft (in de linkeronderhoek) dat de waardevergoeding voor de grondstroken die kosteloos afgestaan worden en waarop een kosteloze erfdienstbaarheid van openbaar nut gevestigd wordt, nul euro bedraagt. Waaruit eveneens afdoende blijkt dat deze vergoeding vastgesteld werd door een landmeter-expert in toepassing van artikel 28 van het Decreet Gemeentewegen.

 

Ten overvloede merkt de gemeenteraad op dat de aanvrager zelf aangeeft bereidt te zijn de gronden kosteloos af te staan en de kosteloze vestiging van een openbare erfdienstbaarheid in de zin van artikel 26, §2 van het Decreet Gemeentewegen toe te laten. Waarbij de aanvrager bovendien afstand doet van enig recht op vergoeding.

 

Het komt de gemeenteraad niet toe een eigen beoordeling van de beoordeling van de waardevergoeding te maken, aangezien dit toekomt aan de landmeter-expert. De gemeenteraad kan in deze wel vaststellen dat de begroting van nul euro gelet op het voorgaande als zorgvuldig en correct overkomt, waardoor zij meent dat de procedure van artikel 28 van het Decreet Gemeentewegen correct nageleefd werd.

 

Overwegende dat het rooilijnplan zodoende voldoet aan de vereisten van het Decreet Gemeentewegen, zodat de voorwaarde om de geïntegreerde procedure te hanteren vervuld is;

 

Overwegende dat de gemeenteraad zich op grond van artikel 31, §1 van het Omgevingsvergunningsdecreet dient uit te spreken over de al dan niet opname in het openbaar domein; overwegende dat voorzien wordt in een kosteloze overdracht van gronden voor een deel van de voorziene gemeentewegen, hetgeen in hoofde van de gemeenteraad de aangewezen realisatiewijze uitmaakt voor deze wegen zodanig de gemeente het onderhoud en beheer op duurzame wijze kan uitoefenen;

 

Overwegende dat de gemeenteraad daarnaast vaststelt dat enkele grondstroken (lichtblauwe aanduiding) niet overgedragen worden naar het openbaar domein doch hiervoor een erfdienstbaarheid in de zin van artikel 26, §2 van het Decreet Gemeentewegen vastgesteld wordt; overwegende dat dergelijke realisatiewijze voor de betrokken grondstroken aanvaardbaar is, gelet het in essentie gaat over enkele kleinere paden en een gedeelte van de toegangsweg in het noordoosten van het projectgebied.

 

Overwegende bovendien dat de vestiging van de erfdienstbaarheid voor de grondstroken in kwestie de te verkiezen realisatiewijze uitmaakt, doordat de aanleg van de wadi en de aanleg van de ondergrondse garage ervoor zorgt dat een kosteloze grondafstand onwenselijk is. Immers meent de stad Lier dat het verticaal splitsen van het eigendomsrecht onnodige complicaties met zich meebrengt en de erfdienstbaarheid afdoende zekerheden voor het beheer van de gemeenteweg voorzien.

 

Overwegende dat vervolgens de ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg moet worden beoordeeld, rekening houdend met de doelstellingen en principes uit artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen; dat deze luiden als volgt:

 

“Art. 3

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”

 

“Art. 4

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”

 

Overwegende dat de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet voortgebracht zijn uit een dubbele doelstellingen, zijnde enerzijds het creëren van een groen doorwaadbaar parkgebied waarbij een rust- en woonfunctie met elkaar verzoend worden en anderzijds de doelstelling gedragen wordt te komen tot een bereikbaar, doorwaadbaar, functioneel, toegankelijk en verkeersveilig wegennetwerk zodanig de belevingsfunctie als parkgebied verzoend wordt met een functionele en voldoende geschikte ontsluiting voor de woongelegenheden die voorzien worden;

 

Overwegende dat gewerkt wordt met een padenstructuur op drie niveaus; dat de primaire padenstructuur ontwikkeld wordt voor de bereikbaarheid van de woningen, de bereikbaarheid voor de hulpdiensten, de bereikbaarheid voor de parking en voorziet in een aansluiting op de naastliggende projectzone ‘Herbestemming van de Dungelhoeffsite’; dat de secundaire padenstructuur voorzien wordt voor de doorwaadbaarheid en toegankelijkheid voor trage weggebruikers; dat de tertiaire padenstructuur geen ‘essentiële’ paden betreffen maar wel aanvullingen op de doorwaadbaarheid en de bewandelbaarheid van de projectsite;

 

Overwegende dat de wegenis als doelstelling uitdraagt om een gedifferentieerde padenstructuur te voorzien voor de verscheidene verkeersgebruikers, met vlonderpaden, bruggen, karrensporen e.a.; dat de breedte van het karrenspoor van de brandweg bepaald wordt op 4,00 meter, de toegangsweg aan de Boomlaarstraat een breedte van 4,50 meter heeft en de breedte van het karrenspoor voor de bereikbaarheid van de garages aan de achterzijde van de Boomlaarstraat bepaald wordt op 2,80 meter;

 

Dat de ontsluiting van het projectgebied, en de parking, zo voorzien wordt dat de verkeersdrukte gespreid wordt over meerdere wegen waardoor de mobiliteitsimpact beperkt wordt en de verkeersveiligheid gedragen wordt; dat de secundaire en tertiaire padenstructuur bedoeld is voor trage weggebruikers (met uitzondering van de servitudeweg voor de garages aan de Boomlaarstraat), waarbij het binnengebied autoluw ingericht wordt door wegneembare paaltjes die aangebracht worden ter hoogte van het karrenspoor aan de David Tenierslaan en ter hoogte aan de Boomlaarstraat; dat de verkeersveiligheid, het gebruikscomfort, de functionaliteit en de doorwaadbaarheid voor trage weggebruikers bevorderd wordt;

 

Dat deze doelstellingen het algemeen belang dienen;

 

Overwegende dat de voorziene padenstructuur, en dan in het bijzonder de voorziene gemeentewegen, als doelstelling heeft om de doorwaadbaarheid en toegankelijkheid van het binnengebied te vrijwaren voor trage weggebruikers en hulpdiensten; dat deze afhankelijk zijn van een goed geordend en gestructureerd wegenisnet; dat een verdere verfijning van de voorziene padenstructuur hier aan bijdraagt, waardoor de voorziene gemeentewegen in hun geheel (gele + blauwe aanduiding) beoordeeld worden;

 

Dat deze verbindingen duidelijk voorzien worden en bovendien ook essentieel zijn om de beoogde doelstellingen van doorwaadbaarheid, verfijning en toegankelijkheid te waarborgen;

 

Overwegende dat de padenstructuur gedifferentieerd voorzien wordt, waarbij het karrenspoor vanaf de David Tenierslaan doorheen het project tevens de functie zal hebben als brandweg voor hulpdiensten en aangelegd wordt in een breedte van 4,00 meter; dat dit aangelegd wordt in een profiel van 2 rijstroken (een van 2 meter breed, een van 1,00 meter breed) met daartussen een groenstrook van 1,00 meter; dat de verharding voorzien wordt in uitgewassen beton maar de waterhuishouding zoveel als mogelijk gedragen wordt door te voorzien in de groenstrook van 1,00 meter (karrenspoor); dat deze rijstroken hellend aangelegd worden in een hoek van 1,5% richting de naastgelegen groenbermen, zodanig het hemelwater kan afvloeien en infiltreren;

 

Overwegende dat de toegangsweg aan de Boomlaarstraat volledig aangelegd wordt in uitgewassen beton, met een breedte van 4,50 meter;

 

Overwegende dat de servitudeweg gelegen achter het woonblok 1 ter ontsluiting van de achterliggende garages van de Boomlaarstraat aangelegd wordt in een breedte van 2,80 meter in de vorm van een karrenspoor; waarbij de rijstroken 80 centimeter breed zijn en een groenstrook hiertussen voorzien wordt met een breedte van 40 centimeter; dat de keuze van verharding en inrichting voor het overige gelijkaardig is aan de uitrusting van de brandweg (karrenspoor); dat deze verbinding volstaat om beperkt gemotoriseerd verkeer toe te laten, met de nodige ruimte voor trage weggebruikers;

 

Overwegende dat met betrekking tot deze servitudeweg in PIV6 voorzien wordt in een kosteloze grondafstand ten opzichte van de vestiging van een erfdienstbaarheid in PIV5. De gemeenteraad meent dat een kosteloze grondafstand in deze een betere garantie biedt op een langdurig beheer en onderhoud van de wegenis, waardoor deze aanpassing als positief beoordeeld wordt.

 

Overwegende dat de overige paden van de secundaire padenstructuur, zoals weergegeven in de verantwoordingsnota (uitgezonderd de private wegen), voorzien worden in een breedte van 2,00 meter cfr. het rooilijnplan (zelfs 2,50 meter ter hoogte van de ingang van het speelbos) en aangelegd worden in een waterdoorlatende verharding, zijnde grind. Dit is een aanpassing ten opzichte van PIV5 waar deze paden voorzien werden in een breedte van 1,50 meter en waarbij niet alle paden binnen de rooilijnen voorzien werden (zoals o.a. het pad tussen de woonblokken 2 en 3).

 

Deze verbreding en opname in het rooilijnplan worden positief beoordeeld door de gemeenteraad aangezien de beschikbare ruimte voor trage weggebruikers toeneemt, waardoor kruisende bewegingen op een veiligere wijze kunnen verlopen. De weggebruikers zullen immers beschikken over een beter zicht en over een snellere reactiemogelijkheid.

 

Overwegende dat de tertiaire padenstructuur, zijnde de indicatieve paden in het speelbos en het pad ten zuiden van de Boomlaarloop (in het verlengde van het pad tussen de woonblokken 2 en 3), aangelegd worden in een breedte van 1,50 meter; dat vanwege de maximale inzet op de waterhuishouding en waterdoorlatende materialen, deze paden uitgerust worden als kort gesnoeid gras;

 

Overwegende dat de padenstructuur bedoeld als brandweg voldoende breed is om dit mogelijk te maken, alsook de aanwezige wegneembare paaltjes de toegankelijkheid en veiligheid garanderen voor trage weggebruikers;

 

Overwegende dat de secundaire en tertiaire padenstructuur uitsluitend gericht is op trage weggebruikers met een breedte van 1,50 meter en 2,00 meter (ter hoogte van het speelbos plaatselijk zelfs tot 2,50 meter breed); dat deze breedte toelaat dat fietsers en voetgangers in een gemengd verkeersprofiel hiervan gebruik kunnen maken; dat de zichtbaarheid op en rond deze paden voldoende gegarandeerd wordt zodanig verkeersgebruikers tijdig de nodige inschattingen kunnen maken;

 

Overwegende dat de padenstructuur vanwege zijn verhardings- en uitrustingskeuze voldoende duidelijk van elkaar onderscheiden kunnen worden (uitgewassen beton – grind – kort afgesnoeid gras), waardoor de duidelijkheid van het wegbeeld gegarandeerd wordt;

 

Overwegende dat de padenstructuur aangelegd wordt in een variërende hellingsgraad, van 1% tot en met 5%, dat dit ingegeven is vanuit de reliëftoestand; de karresporen worden voor het overgrote gedeelte niet aangelegd in een hellingsgraad, en slechts beperkt treedt er een hellingsgraad op van maximaal 2%;

 

Overwegende dat de padenstructuur uitgerust wordt met openbare verlichting; overwegende dat deze verlichting voldoende is;

 

Overwegende dat de breedte van het karrenspoor voldoende is om een gemengd verkeersprofiel toe te laten; dat de brandweg slechts zeer uitzonderlijk door hulpdiensten gebruikt zal worden en de voetgangers/fietsers over voldoende ruimte en mogelijkheden beschikken om hierlangs te ontsluiten; dat er een voetgangersroute aangelegd wordt doorheen de parkzone in de vorm van een karrespoor in uitgewassen beton en paden in waterdoorlatende materialen;

 

Overwegende dat trage weggebruikers over meerdere mogelijkheden beschikken om zich over het projectgebied te begeven, waarbij zij keuzemogelijkheden aangeboden krijgen wat de doorwaadbaarheid, functionaliteit en bereikbaarheid van het projectgebied bevorderd; waarbij de voorziene verbreding van de secundaire padenstructuur en de opname van het pad tussen de woonblokken 2 en 3 hieraan bijdraagt.

 

Overwegende dat er ook diverse toegangen voorzien worden voor trage weggebruikers; dat ter hoogte van de Bosstraat, Antoon van Dijcklaan, David Tenierslaan en Boomlaarstraat mogelijkheden aangeboden worden om de projectsite te bereiken;

 

Overwegende dat de toegang tot de ondergrondse parking verdeeld werd over twee inritten, dit teneinde de verkeersdruk die genereerd wordt om de omringende gemeentewegen te spreiden; overwegende dat de parking plaats zal bieden voor 134 parkeerplaatsen; dat er 4 deelwagens voorzien worden, twee aan de Boomlaarstraat en twee aan de David Tenierslaan; dat er overeenkomstig de mobiliteitsstudie 158 effectieve parkeerplaatsen voorzien worden hetgeen voldoet om de gegenereerde parkeerdruk volledig op te vangen;

 

Overwegende dat aan de vergunningsaanvraag een mobiliteitsonderzoek gevoegd wordt, opgesteld door MINT, waaruit blijkt dat de verkeersgeneratie van 113 bijkomende woongelegenheden in kaart gebracht werden. Op basis van de verwachte modal-split (inclusief bezoekers), zal er tijdens de ochtendspits een toename ontstaan van 24 pae/u en tijdens de avondspits een toename ontstaan van 26 pae/u.   

 

Gelet op het omringende wegennet, zijnde de David Tenierslaan (een lokale weg Type III),  Boomlaarstraat (een lokale weg Type II), waarbij de mobiliteitsstudie eveneens duidelijk en volledig in kaart heeft gebracht hoe de omringende wegen belast zullen worden en blijkt dat deze belasting goed gespreid zal verlopen; overwegende dat het mobiliteitsprofiel, vanwege de twee toegangswegen, gesplitst wordt zodanig de genereerde verkeersdruk op beide toegangswegen slechts minimaal is;

 

Overwegende dat de parkeerdruk eveneens geanalyseerd werd, waaruit blijkt dat de voorziene effectieve 158 parkeerplaatsen tegemoet komen aan de verwachte minimale parkeerdruk; eveneens worden er 364 fietsstaanplaatsen voorzien voor bewoners en 15 voor bezoekers, hetgeen tegemoetkomt aan de vooropgestelde noodzaak om 352 plaatsen te voorzien;

 

Overwegende tot slot dat de waterhuishouding voldoende gegarandeerd wordt door de verharding van de wegenis zoveel mogelijk waterdoorlatend in te richten en de nodige hellingsgraden te voorzien zodanig het hemelwater kan afwateren; overwegende dat aan het aanvraagdossier een uitgebreide hydraulische nota toegevoegd werd.

 

Overwegende dat rekening gehouden werd met het overstromingsgevoelig karakter, met een TAW van 7,56m en met het volume aan overstromingsruimte die met het project (waaronder de wegenis) verloren zal gaan; overwegende dat er rekening gehouden wordt met een te compenseren volume van 2019m² aan overstromingsgevoelige ruimte die ingenomen zal worden; overwegende dat het te compenseren volume berekend werd op 525m³, hetgeen cfr. de berekeningen van de hydraulische nota als correct voorkomt.

 

Overwegende dat er in totaal 571,76m³ aan compenserend volume voorzien wordt, hetgeen toereikend is ten overstaan van het te compenseren volume; waarbij de overstromingsruimte ten noorden van de groepswoningen met de wadi’s verbonden wordt met PVC buizen van diameter 400mm, dat er gebruikgemaakt wordt van een overdimensionering van de verschillende wadi’s en een extra afgraving ten oosten van de groepswoningen; dat er een buffering voorzien wordt in de wadi’s ten belope van 330m³/ha aangesloten dakoppervlakte.

 

Overwegende dat de aanvraag voorziet in een infiltratieoppervlakte, rekening houdende met de aan te leggen verharding i.f.v. de wegenis, van 1329,00m² en is in die mate ruimschoots voldoende groot gedimensioneerd; overwegende dat voorzien wordt in een infiltratievolume van 398,70m³ en wordt zodoende ruim overgedimensioneerd voorzien; overwegende dat in de MER-screening thans uitgegaan wordt van 6 wadi’s (ten opzichte van 5 in PIV5), lijkt dit een materiële rechtzetting te zijn aangezien de waarden en intekening van de wadi’s niet gewijzigd werden.

 

Overwegende dat uit het SIRIO-rapport blijkt dat er binnen een tijdsperiode van 100 jaar, gelet op de neerslag met en zonder klimaatverandering mee berekend, zich geen problemen zullen stellen;

 

Overwegende dat de voorziene hemelwaterputten in de aanvraag aangesloten worden op een infiltratiebekken, dat op zijn beurt aangesloten is op een volgend infiltratiebekken en/of de Boomlaarloop;

Overwegende dat zodanig blijkt dat de aanvraag voldoende rekening gehouden heeft met de verkeersveiligheid, waterhuishouding, uitrusting en het tracé van de voorziene paden;

 

Overwegende dat de voorziene aanleg geen ontsluiting van aangrenzende percelen in het gedrang brengt; dat integendeel de omringende percelen nu beschikken over een nieuwe, aanvullende, wijze van ontsluiting;

 

Overwegende dat het gaat om een nieuwe gemeenteweg, zonder dat hierdoor behoeften van toekomstige generaties in het gedrang worden gebracht; dat integendeel de toekomstige ontsluiting, en veilige verbinding, net gegarandeerd kan worden voor de toekomstige generaties;

 

Overwegende dat de beoogde padenstructuur daarin voldoet aan de principes en doelstellingen van het Decreet Gemeentewegen;

 

Openbaar onderzoek

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 29 december 2024 tot en met 27 januari 2025, gedurende waarbinnen er zes (6) bezwaarschriften ontvangen werden.

 

Er werd een tweede openbaar onderzoek georganiseerd van 9 mei 2025 tot en met 7 juni 2025, gedurende waarbinnen er tweeëntwintig (22) bezwaarschriften ontvangen werden.

 

Overwegende dat het overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit aan de gemeenteraad toekomt om kennis te nemen van de bezwaren zoals ingediend tijdens het openbaar onderzoek, waarbij de gemeenteraad diegene behandelt die betrekking hebben op de aspecten van de gemeentewegen; dat deze bevoegdheid onderscheiden moet worden van deze in hoofde van de vergunningverlenende overheid, in die zin dat de gemeenteraad zich niet kan uitspreken over de vergunningsaanvraag en -aspecten zelf;

 

Overwegende dat de bezwaren zoals ingediend tijdens het eerste openbaar onderzoek van 29 december 2024 tot en met 27 januari 2025 mee behandeld worden in zoverre hiervan niet afgeweken of afstand gedaan wordt door de bezwaarindieners.

 

Overwegende dat zodoende enkel de bezwaren die betrekking hebben op de aanleg van de gemeenteweg, gemotiveerd behandeld zullen worden; dat volgende bezwaren werd ingediend met betrekking tot de nieuwe gemeenteweg, de mobiliteit en ontsluiting:

 

        Vrees voor het ontstaan van wateroverlast, invloed wateroverstromingsgevoelig gebied dat verdwijnt/bebouwd wordt, verstoring van de Boomlaarloop;

        Er wordt voorgesteld om niet te bouwen in wateroverstromingsgevoelig gebied, het binnengebied te vrijwaren als openbaar park, het lijkt alsof de sifonering onder de David Tenierslaan ondergedimensioneerd is, het veiliger lijkt een simulatie te maken van het gehele systeem en een volledige visie te ontwikkelen over de hydrografie in de Boolaarloopvallei;

        De hydraulische nota zou onvolledig zijn, waarbij gerekend wordt met puntgegevens die arbitrair gekozen lijken, het TAW op 7,60m vastgesteld kan worden i.p.v. 7,48m, compensatie bergend vermogen is te nipt;

        Het advies van de VMM zou niet gevolgd worden, doordat de locatie vervuild is met PFAS en er, na bemaling, filtering en infiltratie, een lozing kan plaatsvinden in de Boomlaarloop – waarbij de PFAS uitstoot daar 0 zou moeten bedragen;

        De geplande inrit/ondergrondse parkeerfaciliteit is te dicht gelegen bij de perceelsgrens;

        Er zou een strijdigheid voorliggen met het RUP ‘Dungelhoeff’ en dan in het bijzonder artikel 3.4;

        Er zou nergens uitgelegd worden waarom de termijn van het openbaar onderzoek ‘verlengd’ werd tot 6 juni 2025;

        Er zou een ernstige impact ontstaan voor de natuur en fauna;

        De inrit ter hoogte van de Boomlaarstraat bevindt zich op korte afstand van Boomlaarstraat 199, dit heeft ernstige gevolgen op de verplichte groenbuffer, geluidshinder,

        Het wordt aangeraden slechts te voorzien in 1 toegangsweg langs de David Tenierslaan;

        Het belang van groen wordt niet voldoende onderstreept en doorgetrokken in het concept;

        De verbinding vanuit de Boomlaarstraat is puur ingericht voor gemotoriseerd verkeer, hetgeen onveilig is voor trage weggebruikers; Hetzelfde zou gelden aan de David Tenierslaan;

        De parkzone wordt niet gevrijwaard van gemotoriseerd verkeer, er wordt geen voetgangersrelatie gerealiseerd met de Boomlaarstraat;

        De paden moeten minimaal 2,00 meter breed zijn;

        Ter hoogte van de Boomlaarstraat is gemotoriseerd verkeer mogelijk langs de servitudeweg richting Boomlaarstraat 139 en 141;

        Het wegenisdossier zou niet alle voorziene gemeentewegen omvatten;

        De ontsluiting via de Boomlaarstraat en David Tenierslaan creëert extra verkeersdruk op woonstraten;

        Buurtbewoners worden onvoldoende betrokken bij het ontwerpproces;

        Het rooilijnplan voldoet niet aan de vereisten van artikel 16, §§2-3 van het Decreet Gemeentewegen;

        Artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet kan niet toegepast worden;

 

 

Behandeling van de bezwaren:

 

  1. Vrees voor ontstaan van wateroverlast:

 

De gemeenteraad wenst in eerste instantie te benadrukken dat zij ingevolge artikel 8 van het Decreet Gemeentewegen, artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet en artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit enkel gehouden is zich uit te spreken over de ‘zaak van de wegen’ gelet dit tot haar exclusieve bevoegdheid behoort.

 

Onder deze bevoegdheid behoort, zoals ook uitdrukkelijk aangegeven in de voorbereidende werkzaamheden bij het Decreet Gemeentewegen, de beoordeling van de waterhuishouding in zoverre deze betrekking heeft op de ‘zaak van de wegen’. Immers is het de gemeenteraad niet toegelaten zich uit te spreken over vergunningsverlenende aspecten.

 

Niettemin dient de gemeenteraad rekening het houden met alle relevante factoren, waardoor ook de milderende maatregelen binnen het ruimere project in rekening gebracht moeten worden wanneer deze een effect hebben op de waterhuishouding van de voorziene gemeentewegen.

 

De gemeenteraad kan in deze vaststellen dat aan het aanvraagdossier een hydraulische nota gevoegd werd van 10 juli 2024 alsook een MER-screening toegevoegd werd aan het dossier. Hieruit blijkt dat er rekening gehouden werd met een waterpeil TAW tot 7,56m (T100 bij klimaatscenario 2050). Het bezwaar dat stelt dat met een TAW van 7,48 rekening gehouden werd, berust aldus op een verkeerde interpretatie van de hydraulische nota.

 

Daarnaast wordt de ‘nulpas’ van de woningen voorzien op 7,60 TAW, hetgeen past en tegemoetkomt aan de toekomstige evoluties door de klimaatverandering. Dat het voorziene TAW van de woningen gelijk zou komen met het verwachte TAW ten gevolge van klimatologische wijzigingen in de toekomst, doet er nog niet toe besluiten dat de voorziene compensatie ‘weinig vertrouwen’ dan wel zou berusten op een onredelijke invulling.

 

Zoals de gemeenteraad reeds opmerkte is zij niet bevoegd zich uit te spreken over de vergunningsverlenende elementen, waaronder de ‘verhoging’ van de voorziene meergezinswoningen. Wel kan de gemeenteraad vaststellen dat het waterpeil bij overstromingen in rekening gebracht werd in de hydraulische nota en deze zorgvuldig mee behandeld werden in de hydraulische nota.

 

Daarnaast stelt een bezwaarindiener dat er een ‘nipte’ compensatie aan bergend vermogen gecompenseerd zou worden (verlies van 364m³ wordt gecompenseerd met 367m³). Evenwel merkt de gemeenteraad op dat er in een te compenseren volume van 525m³ aanwezig is en er voorzien wordt in een totaal gerealiseerd compenserend volume van 571,76m³. Als zodanig blijkt niet dat er slechts ‘nipt’ een compensatie zou plaatsvinden van het bergend vermogen.

 

Daarnaast zou de hydraulische nota onvolledig zijn. Hoewel de gemeenteraad zich niet kan uitspreken over de al dan niet volledigheid van de nota en de gevoegde MER-screening, stelt de gemeenteraad wel vast dat de gekozen meetpunten niet als kennelijk onredelijk voorkomen. In de verantwoordingsnota (pagina 440 e.v. van de bijlagen) worden de infiltratieproeven en peilbuizen in kaart gebracht, waaruit blijkt dat het overstromingsgevoelig gebied afdoende gedekt werd. Ook blijkt dat het TAW van 7,21 berekend werd aan de hand van metingen tussen maart 2022 en juni 2024, waarbij tevens op pagina’s 619 e.v. aangegeven wordt dat het mTAW 7,21m bedraagt. De bezwaarindiener slaag ter niet in de onzorgvuldigheid dan wel onredelijkheid hiervan aan te tonen.

 

Tot slot wordt gesteld dat de sifonering van de waterloop naar/onder de David Tenierslaan ontoereikend zou zijn, terwijl uit de gevoegde documenten bij het aanvraagdossier niet blijkt dat hierover enige bezorgdheden zouden kunnen ontstaan. Bovendien blijkt niet uit het meest recente advies van de provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid dat er zich problemen zouden voordoen, gelet op het voorwaardelijk verleend gunstig advies dd. 19 december 2024: “Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht wanneer men zich houdt aan de algemene en wettelijke voorwaarden. Het project is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2.).

 

De betrokken zone is gedeeltelijk gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Deze wordt in het kader van de hydraulische nota mee in rekening genomen. De berekeningen bij de aanvraag naar waterhuishouding gaan uit van de ingenomen overstromingsruimte, zodat deze afdoende gecompenseerd wordt en er geen sprake is van een netto verlies van overstromingsruimte maar enkel een verplaatsing van de overstromingsruimte naar een ander deel van het projectgebied.

 

Daarbij wordt uitgegaan van een ingenomen oppervlakte verharding van 2019m², waarbij een maximale waterdiepte voor het gebied wordt aangegeven van 26cm. Dit leidt tot een te compenseren volume van 525m³. Dit volume wordt in de aanvraag enerzijds gecompenseerd door een afgraving ten oosten van de voorziene groepswoningen, anderzijds door een overdimensionering van de wadi’s ten belope van 330m³/ha aangesloten dakoppervlakte.

 

De totale toevoerende toegangswegen worden meegenomen voor een totale oppervlakte van 700m², hetgeen mee in rekening genomen werd bij de infiltratieoppervlakte conform de hemelwaterverordening, die op 213,18m² begroot werd. de aanvraag voorziet in een infiltratieoppervlakte van 1329,00m² en is in die mate ruimschoots voldoende groot gedimensioneerd. De afwatering van de wegenis wordt daartoe kan ook voldoende in acht genomen, waarbij er geen negatief effect voor de Boomlaarloop verwacht/voorzien wordt.

 

De andere wandelpaden die aangelegd worden in semi-verharding, daaronder begrepen het karrenspoor en de secundaire/tertiaire padenstructuur, worden niet mee in rekening genomen aangezien deze ter plaatse afwateren in de bermen en dia bermslokkers voorzien van een grindkoffer op diepte infiltreren.

 

De gewestelijke hemelwaterverordening vereist daarnaast ook, rekening houdende met de eerder gestelde waarden van 330m³/ha, dat een infiltratievolume van 87,94m³ voorhanden is. Het gevraagde voorziet in dat kader in een infiltratievolume van 398,70m³ en wordt zodoende ruim overgedimensioneerd voorzien.

 

De voorziene hemelwaterputten worden in de aanvraag aangesloten op een infiltratiebekken, dat op zijn beurt aangesloten is op een volgend infiltratiebekken en/of de Boomlaarloop. Deze kunnen dus één na één vollopen en overlopen naar het volgende infiltratiebekken. De laatste schakel in die keten is finaal de terugloop naar de Boomlaarloop. Waardoor de infiltratie en buffering van de verhardingen die wel mee in rekening genomen worden, alsnog voldoen aan de vooropgestelde normering. Waarbij een overstort naar de Boomlaarloop niet verwacht/voorzien/berekend werd.

 

Daarnaast waren er bezorgdheden over de gracht ter hoogte van de Boomlaarstraat die niet aangeduid zou worden. Het vlonderpad wordt voorzien boven de bestaande gracht opdat deze het water blijft opvangen als voorheen. Het onderhoud van de gracht blijft mogelijk, waardoor deze gracht niet zal komen te verdwijnen.

 

Voor het overige zijn er geen redenen om aan te nemen dat de hydraulische nota, dan wel de MER-screening gebaseerd zou zijn op een onvolledig onderzoek van de feitelijk relevante elementen dan wel hier een foutieve beoordeling over gemaakt zou zijn.

 

Uit controle van deze documenten blijkt dat deze met de nodige deskundigheid opgesteld werden waardoor de gemeenteraad hiermee in de gegeven mate rekening mee kan houden om te besluiten dat de waterhuishouding voldoende in acht genomen wordt.

 

Tot slot wordt een oproep gelanceerd door enkele bezwaarindieners om het project te herevalueren en de standpunten zoals aangehaald in het RUP ‘Dungelhoeff’ achterwege te laten. De gemeenteraad merkt op dat deze kritiek geen betrekking heeft op de voorgelegde ‘zaak van de wegen’ en zij hiervoor niet bevoegd is.

 

De bezwaren worden niet weerhouden.

 

  1. Enkele bezwaarindieners werpen bezwaren op over de PFAS-normen bij de bemaling, de ligging van de ondergrondse parkeerfaciliteit t.a.v. de perceelsgrenzen en het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) dat niet gevolgd zou worden.

 

De gemeenteraad wenst op te merken dat zij enkel een beoordelingsbevoegdheid heeft aangaande de ‘zaak van de wegen’ en zich niet kan uitspreken over de elementen die behoren aan een milieueffectenbeoordeling, gelet deze toekomt aan de vergunningverlenende overheid.

 

De gemeenteraad kan in deze enkel vaststellen dat uit de MER-screening blijkt dat het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij dd. 19 mei 2025 gunstig is, in zoverre de bijzondere voorwaarden van het advies dd. 9 april 2024 nageleefd worden. De gemeenteraad merkt alleszins op dat deze zich beperken tot de bemaling die uitgevoerd zal worden, dewelke tot de bevoegdheid van de vergunningverlenende overheid behoort aangezien dit een milieutechnische beoordeling inhoudt gekoppeld aan de uitvoering van het project.

 

De gemeenteraad kan in deze enkel vaststellen dat voor wat de ‘zaak van de wegen’ betreft, er zich geen risico’s stellen tot het ontstaan of verspreiden van enige vorm van PFAS ten gevolge van de aangelegde padenstructuur aangezien de waterhuishouding, zoals blijkt uit behandeling van de voorgaande bezwaarelementen, afdoende blijkt.

 

Daarnaast merkt de gemeenteraad ook op dat zij zich niet kan nog mag uitspreken over de inplanting van de voorziene stedenbouwkundige handelingen in zoverre zij geen betrekking hebben op elementen die raken aan de ‘zaak van de wegen’. Enkele bezwaarindieners merken op dat de ondergrondse parkeerfaciliteit te dicht bij de perceelsgrens voorzien zou worden, met een negatieve impact op de waterhuishouding.

 

De gemeenteraad merkt op dat de ingang van de parkeerfaciliteit niet opgenomen wordt binnen het rooilijnplan, dit uitsluitend gericht is op bestemmingsverkeer en tevens in privaat beheer zal resteren. Bijgevolg heeft de gemeenteraad geen beslissingsbevoegdheid over de inplanting hiervan, wel over de effecten die zouden kunnen ontstaan voor de gemeentewegen die aangelegd zullen worden.

 

In dat verband merkt de gemeenteraad op dat de ontsluitingsmogelijkheden van omringende percelen niet in het gedrang komen en de waterhuishouding, zoals blijkt uit de behandeling van de eerste bezwaarelementen, afdoende gegarandeerd wordt voor wat de ‘zaak van de wegen’ betreft.

 

De bezwaren zijn dan ook ongegrond.

 

  1. Meerdere bezwaarindieners merken een strijdigheid op met artikel 3.4 van het RUP ‘Dungelhoeff’.

 

De gemeenteraad is niet bevoegd zich uit te spreken over de verenigbaarheid van het voorliggende project en de geldende voorschriften cfr. het ruimtelijk uitvoeringsplan. Deze bevoegdheid komt uitsluitend aan de vergunningverlenende overheid toe.

 

De centrale inplanting betreft in deze de keuze van de vergunningsaanvrager, waarbij de verenigbaarheid van dergelijke inplanting met de vereisten van artikel 3.4 van het RUP een beoordeling ten gronde uitmaakt van het beoogde project – niet de ‘zaak van de wegen’ en de beoogde aanpassingen aan het gemeentelijk wegennet.

 

Als zodanig is de gemeenteraad niet bevoegd zich daarover uit te spreken.

 

  1. Volgens bezwaarindieners zou nergens uiteengezet worden waarom de termijn voor het openbaar onderzoek verlengd wordt tot en met 6 juni 2025.

 

De gemeenteraad wenst in eerste instantie op te merken dat er voorliggend geen sprake is van de ‘verlenging’ van een openbaar onderzoek, doch dit de organisatie van een tweede openbaar betreft. Zoals opgestart dd. 9 mei 2025 en afgelopen dd. 7 juni 2025.

 

De reden waarom is omdat de vergunningsaanvrager dd. 29 april 2025 door de vergunningsaanvrager een gewijzigde projectinhoudsversie (PIV6) opgeladen werd op het Omgevingsloket, waardoor de organisatie van een nieuw openbaar onderzoek vereist werd. Immers werden er aanpassingen verricht aan het wegenisdossier (o.a. aanpassing van het rooilijnplan).

 

Overeenkomstig artikel 64, 2de en 3de lid van het Omgevingsvergunningsdecreet dient een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd te worden over een gewijzigde projectinhoudversie indien deze een mogelijke impact hebben op de rechten van derden. Gelet op de wijziging van het rooilijnplan, waarbij de rooilijnen uitgebreid werden, diende een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd te worden.

 

Het bezwaar kan dat ook niet gevolgd worden.

 

  1. De verkeersveiligheid, toegankelijkheid en het algemeen wooncomfort wordt bedreigd door te voorzien in twee toegangswegen naar de ondergrondse parking;

 

De gemeenteraad wenst, zoals reeds aangegeven bij het eerste bezwaar, te verduidelijken dat haar verplichting om de ingediende bezwaren te behandelen overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit enkel zo ver reikt dat elementen die behoren tot de ‘zaak der wegen’ binnen haar beoordelingsbevoegdheid vallen.

 

Als zodanig worden elementen die betrekking hebben op de mogelijke negatieve milieueffecten die voortvloeien uit het project in zijn geheel, zoals lawaaihinder, geurhinder, … niet besproken door de gemeenteraad. Zij kan in deze enkel vaststellen dat deze elementen toegelicht worden in de mer-screeningsnota en deze beoordeling niet kennelijk onredelijk lijkt.

 

Daarnaast kan de gemeenteraad zich niet uitspreken over het al dan niet ontbreken van een bufferstrook ter hoogte van de toegangsweg aan de Boomlaarstraat aangezien dit een beoordeling vereist van het RUP ‘Dungelhoeff’ waarvoor de gemeenteraad niet bevoegd is. Ter zake dienend kan verwezen worden naar het voorwaardelijk gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van de stad Lier van 6 februari 2025 en van 2 juni 2025.

 

De gemeenteraad meent dat door te voorzien in twee toegangswegen voor gemotoriseerd verkeer de verkeersdrukte van het project beter gespreid wordt over de Boomlaarstraat en de David Tenierslaan. Hetgeen de verkeersveiligheid van de gebruikers van het voorliggende projectgebied alsook de weggebruikers van de omringende gemeentewegen ten goede komt.

 

Aangezien de toegangsweg ter hoogte van de Boomlaarstraat aangelegd wordt in een breedte van 4,50 meter zonder vrij liggende voetpaden en/of fietspaden zal hier een beperkt gemengd verkeer optreden tussen gemotoriseerde voertuigen en trage weggebruikers. Echter is de lengte waarover dit zal plaatsvinden zeer beperkt en zal bovendien de verkeersnelheid zodanig afgeremd worden dat gemengd verkeer geen probleem zal worden. Gelet er voldoende breedte aanwezig is (4,50 meter) en de zichtbaarheid van de weggebruikers gegarandeerd wordt, stelt zich hier geen risico.

 

Bovendien wordt ter hoogte van de afslag richting de ondergrondse garage voorzien in een overgang naar het karrenspoor (waar wegneembare paaltjes voorzien worden), waarna trage weggebruikers wel vrij van gemotoriseerd verkeer hun weg verder kunnen zetten (behoudens uitzonderlijke toegang voor hulpdiensten). Het pad lopende achter de private tuinen van woonblok 2 is niet bestemd om te voorzien in enig openbaar gebruik, noch wordt hier enig openbaar gebruik voorzien gelet op het aanwezige karrenspoor.

 

Ter hoogte van de David Ternierstraat doet deze discussie zich niet voor aangezien trage weggebruikers kunnen ontsluiten via het karrenspoor dat voorzien wordt – hetgeen ook bedoeld is als ontsluitingsweg voor trage weggebruikers.

 

Vanaf de David Tenierslaan voorziet de aanvraag aan de achterzijde van de voorziene gebouwen tegen de achtertuinzone in grindpaden voor voetgangers- en fietsverkeer. Het karrespoor voor de voorziene woningen bevindt zich aan de voorzijde van de woningen, zodat kruising tussen zwakke weggebruikers en autoverkeer tot een absoluut minimum beperkt wordt en in die mate net bijdraagt aan de verkeersveiligheid.

 

Rond de voorziene woonblokken worden diverse vlonder- en grindpaden voorzien om de toegankelijkheid en veiligheid van trage weggebruikers te verzekeren. Waarbij zoveel mogelijk ingezet is op de aanleg van afgescheiden wegen van (potentieel) gemotoriseerd verkeer. Zo beschikt woonblok 3 over de bospaden in het speelbos en het vlonderpad tussen woonblok 3 en woonblok 2. Woonblok 2 beschikt eveneens over het vlonderpad tussen woonblok 3 en 2, waarbij aansluiting gemaakt kan worden op het karrenspoor. En ter hoogte van woonblok 1 wordt er beschikt over een toegankelijke zone aan de overzijde van de Boomlaarbeek, alsook een karrenspoor aan de achterzijde.

 

Er kan zich een beperkt gelijktijdig gebruik van karresporen voordoen aan de voor- en achterzijde van Blok 3, doch gelet op de plaatsgesteldheid valt het te verwachten dat sprake is van traag passerend verkeer, zodat slechts een beperkte impact te verwachten valt en de veiligheid van de zwakke weggebruikers de facto niet in het gedrang komt.

 

Het voorzien in twee inritten naar de ondergrondse parking draagt bij aan spreiding van de verkeersdrukte bij het inrijden van de parkings en voorkomt opstoppingen op de openbare weg. De keuze voor twee afzonderlijke inritten draagt in die mate de voorkeur uit.

 

Ieder project brengt een zekere mate van verkeersdruk met zich mee. In het kader van het gevraagde wordt deze verkeersdruk afgewenteld op de eigen terreinen alsook middels ondergrondse parking.

 

De mobiliteitstoets geeft aan dat hoofdzakelijk woon-werkverkeer te verwachten is. De voorziening van afsluitende paaltjes op het karrespoor ter hoogte van de David Tenierslaan maakt dat het binnengebied van de site geen constant gebied voor doorrijdend verkeer wordt. Enkel woon- en werkverkeer is te verwachten.

 

Gelet daarop is het duidelijk dat de keuze voor twee toegangswegen op een onderbouwde wijze werd genomen en ook goedgekeurd door de gemeenteraad, waardoor deze optie de voorkeur uitdraagt tegenover een situatie met ‘slechts’ een toegangsweg – aangezien dit de verkeersdrukte ter plaatse verhoogd met bijkomende risico’s voor verkeersconflicten tot gevolg.

 

Gelet daarop voorziet de huidige inrichting in een voldoende verkeersveilige oplossing en kan hieraan dan ook goedkeuring verleend worden. Met bovendien die opmerking dat de padenstructuur voldoende van elkaar gedifferentieerd wordt (keuze uitrusting), waardoor een duidelijk wegbeeld mede bijdraagt aan de veiligheid. Bovendien is het advies van de Cel Mobiliteit integraal gunstig.

 

  1. Het natuurbehoud en belang van groen wordt niet voldoende onderschreven

 

De bezwaren verwijzen enerzijds naar het aantal bomen dat geveld zal worden en anderzijds naar het gebrek aan een ‘parkbeleving’, hetgeen beoogd werd door het RUP ‘Dungelhoeff’. Of deze doelstelling bereikt wordt of niet is een beoordeling van de ruimtelijke ordening waarover de gemeenteraad zich niet kan noch mag uitspreken.

 

Wat de gemeenteraad wel wenst te verduidelijken is dat de omstandigheid dat er bomen geveld worden niet met zich meebrengt dat het project geen aandacht zou hebben voor het behoud van groen, reden waartoe de paden zoveel mogelijk in groenvoorzieningen aangelegd worden en de bestaande speelbospaden en tertiaire verbindingen aangelegd worden in kort afgesnoeid gras. Dit zodanig het bestaande groen maximaal te behouden.

 

Het beplantingsplan voorziet in de aanplantingen die zullen gebeuren, waarbij de gemeenteraad vaststelt dat deze – in zoverre gelegen binnen de voorziene rooilijnen – monotoon zijn. Zo worden er weinig verschillende boomsoorten gebruikt en is er een slechte score voor de biodiversiteit.

 

Op het beplantingsplan moeten een tweetal boomsoorten door andere inheemse soorten (zie ook plantenlijst Lier) vervangen worden omwille van ziekten en beperkingen. De vervangende soorten graag door elkaar heen in het ontwerp gebruiken zodat er echt een park met een diversiteit aan bomen ontstaat.

 

Ook kunnen er bomen in de wadi’s worden geplant die goed tegen vochtige omstandigheden kunnen zoals els en wilg, alsook kan de bestaande speelzone ‘Junglehoeff’ in het naastgelegen ‘Dungelhoefpark’ kan in de parkzone worden doorgetrokken met een gevarieerd aanbod speelelementen met hogere speelwaarde. Ook hier is het van belang dat er op deze locaties voldoende schaduw gecreëerd wordt. Rond de speelaanleidingen dient er een zone van intensief grasland te worden toegepast met graspaden daar naartoe.

 

Als zodanig kan het bezwaar beperkt gevolgd worden, beperkt aangezien een gedeelte van het bezwaar niet behandeld kan worden door de gemeenteraad en anderzijds omdat hieraan tegemoet gekomen kan worden door het advies van het Agentschap Natuur en Bos te volgen en de daarin opgelegde voorwaarden op te leggen en te voorzien in een boscompensatie, minstens een bijdrage.

 

  1. Overeenkomstig artikel 3.4 van het RUP dient de parkzone volledig vrij van autoverkeer te zijn en dient tussen de Boomlaarstraat en het projectgebied een voetgangersrelatie voorzien te worden

 

De gemeenteraad wenst er in eerste instantie op te wijzen dat zij exclusief bevoegd is om zich uit te spreken over de ligging, breedte en uitrusting van de gemeentewegen overeenkomstig artikel 8 van het Decreet Gemeentewegen.

 

Van belang daarbij is dat rekening gehouden wordt met de principes en doelstellingen van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen, zonder dat echter expliciet vereist wordt dat deze afgetoetst worden. Hetgeen de gemeenteraad een discretionaire marge biedt om zich hierover uit te spreken. (RvS 6 november 2018, nr. 242.842.)

 

De gemeenteraad merkt op, zoals reeds toegelicht bij de behandeling van de voorgaande bezwaarelementen, dat ter hoogte van de Boomlaarstraat een toegangsweg voorzien wordt met een breedte van 4,50 meter. Binnen deze toegangsweg wordt geen afzonderlijk voetpad of fietspad voorzien, waardoor er een (beperkt) gemengd verkeersprofiel zal ontstaan.

 

Gelet op de voorziene breedte van 4,50 meter wordt kruisend verkeer ontmoedigd zo niet onmogelijk gemaakt, aangezien er langs weerszijden van de wegenis geen uitwijkstroken of verhardingen voorzien worden. Gelet op de maximale wettelijke breedte van een personenwagen 2,55 meter bedraagt, wordt kruisend verkeer onmogelijk gemaakt.

 

Dit leidt ertoe dat gemengd verkeer voor voetgangers en/of fietsers ter plaatse mogelijk is op een verkeersveilige wijze, aangezien er meer dan voldoende ruimte aanwezig is om beperkt gemotoriseerd verkeer de trage weggebruikers te laten kruisen. Voetgangers, en fietsers, beschikken over de nodige ruimte en mogelijkheid om zich op een veilige wijze van en naar de Boomlaarstraat te begeven.

 

De bezwaarindiener werpt nog op dat de parkzone, waaronder de toegangsweg van de Boomlaarstraat, openstaat voor gemotoriseerd verkeer aangezien er geen paaltjes of poorten voorzien worden. In de voorliggende wijziging van het gemeentelijk wegennet worden er wegneembare paaltjes voorzien ter hoogte van de inrit van de ondergrondse parkeergarage aan de Boomlaarstraat zodanig gemotoriseerd verkeer niet rechtdoor kan rijden.

 

De wegenis achter de Boomlaarstraat, aangelegd in een karrenspoor, is bestemd en ingericht om toegang te verlenen tot de achtergelegen parkeergarages – niet om doorgang van gemotoriseerd verkeer te faciliteren. Het betreft aldus een louter gemotoriseerd bestemmingsverkeer, aangezien gemotoriseerd verkeer efficiënter en sneller langsheen de Boomlaarstraat kan rijden. Bijgevolg is het beperkt tot louter bestemmingsverkeer, waardoor de ‘parkzone’ nog steeds gevrijwaard blijft van gemotoriseerd verkeer en dit voor de wegenstructuur niet tot een onveiligheid leidt.

 

Ter hoogte van de David Tenierslaan worden eveneens paaltjes aangebracht, waardoor het projectgebied en de centrale wegenis enkel door hulpdiensten gebruikt zal worden.

 

Het bezwaar kan niet gevolgd worden.

 

  1. De paden dienen 2,00 meter te bedragen (artikel 6.3 RUP ‘Dungelhoef’)

 

De gemeenteraad wenst er in eerste instantie op te wijzen dat zij exclusief bevoegd is om zich uit te spreken over de ligging, breedte en uitrusting van de gemeentewegen overeenkomstig artikel 8 van het Decreet Gemeentewegen.

 

Van belang daarbij is dat rekening gehouden wordt met de principes en doelstellingen van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen, zonder dat echter expliciet vereist wordt dat deze afgetoetst worden. Hetgeen de gemeenteraad een discretionaire marge biedt om zich hierover uit te spreken. (RvS 6 november 2018, nr. 242.842.)

 

Een van de bezwaren stelt dat de padenstructuur minimaal 2,00 meter breed dient te zijn, doch dit onder verwijzing naar artikel 6.3 van het RUP ‘Dungelhoeff’. Waarbij, zoals reeds eerder opgemerkt, de gemeenteraad geen bevoegdheid heeft zich uit te spreken over de al dan niet verenigbaarheid met het RUP ‘Dungelhoeff’ gelet dit toekomt aan de vergunningverlenende overheid.

 

De bezwaarindieners verwijzen evenwel naar het voorschrift van artikel 6.3 van het RUP ‘Dungelhoef’ dat betrekking heeft op de indicatieve voetgangers- en fietsverbinding zoals aangeduid op het grafisch plan van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Dit betreft in se enkel de aansluiting van de inrit aan de Boomlaarstraat en de voorziene paden aan het speelbos in zuidwestelijke richting.

 

De gemeenteraad wenst op te merken dat in PIV5 deze paden voorzien werden in een breedte van 1,50 meter en deze in PIV6 gewijzigd werden naar een breedte van 2,00 meter. Eveneens werd de verbinding van de Boomlaarstraat naar de Antoon Van Dijcklaan lopende over de Boomlaarloop gewijzigd van 1,50 meter naar 2,00 meter breedte.

 

De bospaden in het speelbos zijn louter indicatief aangeduid op zowel het rooilijnplan als inplantingsplan, waardoor deze qua ligging en breedte nog anders uitgevoerd kunnen worden. De bedoeling is dat het speelbos in zijn geheel publiek toegankelijk is en deze paden een ‘leiding’ doorheen het speelbos geven, waarbij deze in groen gras uitgerust worden. Dat deze paden aldus licht anders uitgevoerd worden, doet geen afbreuk aan het geheel publiek karakter van het speelbos. Bijgevolg is de breedte ook daar praktisch gezien veel ruimer dan 2,00 meter.

 

Als zodanig dient opgemerkt te worden dat dit bezwaar in de tussentijd berust op een materiële vergissing, aangezien de padenstructuur thans voldoet aan de vereiste breedte van 2,00 meter breedte.

 

Louter ter volledigheid wordt opgemerkt dat in de mate andere plannen van de vergunningsaanvraag niet in overeenstemming zouden zijn met de inrichting van de voormelde paden in een breedte van 2,00 meter, de vergunningsaanvrager wel duidelijk de intentie heeft deze zo in te richten. Als zodanig kan enige onvolledigheid of vergissing in voormelde zin niet leiden tot de onwettigheid van de aangebrachte vergunningsaanvraag en -plannen. (RvS 8 februari 1994, nr. 51.573)

 

  1. Niet alle gemeentewegen worden opgenomen in het rooilijnplan

 

Een bezwaarindiener wijst op zes paden die niet in het rooilijnplan zijn opgenomen, doch hiern wel opgenomen moesten worden:

 

        (1) Het pad aan westelijke zijde van de gezinswoningen te David Tenierslaan;

        (2) ‘publieke’ zones rond de wadi’s die aangelegd worden;

        (3) pad in verlengde van de toegangsweg voor de ondergrondse parkeergarage ter hoogte van de David Tenierslaan;

        (4) De paden voor de meergezinswoningen aan woonblok 3;

        (5) Het pad achter woonblok 2;

 

Waarbij zij argumenteren dat het tevens publieke verbindingen betreffen die in het rooilijnplan opgenomen hadden moeten worden gelet op het potentiële publieke gebruik.

 

Ten eerste wenst de gemeenteraad op te merken dat de gemeentelijke rooilijnen met een rode aanduiding weergegeven worden op het rooilijnplan, waarbij de realisatiewijze irrelevant is voor het statuut als ‘gemeenteweg’. Dat de realisatiekeuze voorliggend opgedeeld wordt tussen enerzijds een kosteloze grondafstand en anderzijds de vestiging van een erfdienstbaarheid van openbaar nut cfr. artikel 26, §2 van het Decreet Gemeentewegen doet geen afbreuk aan de omstandigheid dat de wegen gelegen binnen de nieuwe rooilijnen (rode aanduiding) gemeentewegen in de zin van artikel 2, 6e van het Decreet Gemeentewegen uitmaken.

 

In tegenstelling tot wat de beroepsindiener meent, dient opgemerkt te worden dat het vlonderpad achter woonblok 2 (weg nr. 5 zoals aangeduid door de bezwaarindiener) duidelijk bestemd en ingericht wordt als een private wegenis gelet deze enkel bestemd wordt voor privaat bestemmingsverkeer, het beheer niet toekomt aan de gemeente en deze afgesloten wordt door middel van poortjes. De wegenis kwalificeert niet als ‘gemeenteweg’ in de zin van artikel 2, 6e van het Decreet Gemeentewegen noch is het in het algemeen belang deze op te nemen in het gemeentelijk wegennet. Een wegenis voor bestemmingsverkeer heeft geen functie binnen het gemeentelijk wegennet.

 

Wat het pad ten westen van de gezinswoningen betreft (weg nr. 1 zoals aangeduid door bezwaarindiener), wordt ook dit pad afgesloten door middel van een poortje, enkel bestemd voor privaat bestemmingsverkeer en oefent de gemeente hier het beheer niet uit. Waardoor dezelfde argumentatie ook hier toegepast kan worden.

 

Wat het pad voor woonblok 3 en tussen de woonblokken 2 en 3 betreft (weg nr. 4 zoals aangeduid door de bezwaarindiener), merkt de gemeenteraad op dat hier een onderscheid gemaakt moet worden tussen het westelijk gedeelte (gelegen voor woonblok 3) en het oostelijk gedeelte (lopende tussen de woonblokken 2 en 3 over de wadi’s).

 

Het westelijk gedeelte betreft een pad aangelegd en bestemd voor bestemmingsverkeer, in privaat beheer en ingericht zodoende duidelijk aan te geven dat dit bestemd is voor de bewoners. Immers loopt dit pad niet verder door naar het achtergelegen speelbos en is dit louter bestemd om dienst te doen als toegang tot het woonblok 3. Bijgevolg is ook hier enkel sprake van bestemmingsverkeer, privaat beheer en geen noodzaak vanuit het algemeen belang deze wegenis mee op te nemen in het rooilijnplan.

 

Wat het oostelijk gedeelte betreft, werd dit pad wel degelijk opgenomen binnen de nieuwe rooilijnen (rode omlijning), waardoor de argumentatie van bezwaarindiener aangaande dit punt feitelijke grondslag mist en duidelijk het tegendeel blijkt uit het gevoegde rooilijnplan.

 

Wat de overige paden betreft, zijnde de paden nrs. 2 en 3 zoals bezwaarindiener deze genummerd heeft, merkt de gemeenteraad op dat er geen ‘publieke’ zones voorzien worden rond de wadi’s. Het rooilijnplan geeft duidelijk de padenstructuur weer, zoals ook opgenomen in de verantwoordingsnota, waarover het publiek gebruik zich zal voordoen en waartoe dit ook bestemd wordt.

 

Overeenkomstig artikel 2, 9e van het Decreet Gemeentewegen wordt een gemeenteweg immers als volgt gedefinieerd:

 

“een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond”

 

Waartoe deze definitie twee essentiële elementen aanwijst om een wegenis te kwalificeren als een ‘gemeenteweg’, zijnde dat er een openbare weg (openbaar gebruik) aangelegd wordt die onder het rechtstreeks en onmiddellijk beheer van de gemeente komt te staan.

 

Evenwel blijkt uit de relevante rechtspraak ter zake van zowel de Raad van State als de Raad voor Vergunningsbetwistingen dat een ‘openbare weg’ als determinerend criterium heeft dat de wegenis een verkeersfunctie uitoefent ten behoeve van alle vormen van weggebruikers – waartoe dergelijke wegen zich eveneens kunnen beperken tot een bepaalde categorie van weggebruikers, zolang deze daarvan zonder onderscheid gebruik van kunnen maken. (RvVb 24 oktober 2024, nr. RvVb-A-2425-0148; RvS 26 januari 2023, nr. 255.611.)

 

De gemeenteraad wenst alvast te benadrukken dat zij naast de vergunningverlenende overheid over een eigen bevoegdheid beschikt om een inschatting te maken van het gebruik dat zal ontstaan van de paden/wegen die in een vergunningsaanvraag voorzien worden en waarover de gemeenteraad ingevolge artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet bevoegd is een uitspraak te doen. (RvS 5 november 2024, nr. 261.292.)

 

De gemeenteraad beschikt daarbij over een discretionaire bevoegdheid om wanneer zelfs al zou er een sporadisch openbaar gebruik kunnen ontstaan, te beslissen om de betrokken wegen op te nemen in het gemeentelijk wegennet of niet. (RvS 21 januari 2025, nr. 262.048.)

 

In tegenstelling tot wat de bezwaarindiener meent, voldoen deze paden niet aan de vereiste van artikel 2, 9e van het Decreet Gemeentewegen om in aanmerking te komen als ‘gemeenteweg’ doordat het beheer ervan volledig privatief blijft. Er komt geen enkele beheersbevoegdheid noch taak toe aan de stad Lier.

 

Daarnaast blijkt uit de verantwoordingsnota dat deze paden (en wadi’s) gedeeltelijk behoren tot de tertiaire padenstructuur, om de doorwaadbaarheid van het binnengebied te vrijwaren – niet de publieke verbinding met de omringende gemeentewegen. De vergunningsaanvrager neemt enkele van de bedoelde paden op in de tertiaire padenstructuur die voorzien wordt met als doelstelling om de doorwaadbaarheid, bewandelbaarheid en beleving van het projectgebied te bevorderen, zonder dat deze als essentieel beschouwd worden.

 

De gemeenteraad kan in deze enkel vaststellen dat de paden rond de woonblokken verhoogd aangelegd worden om aan te duiden dat deze bestemd zijn voor privaat verkeer – net zoals de verhardingskeuze dit ook aangeeft en duidelijk maakt (uitgewassen beton vs. grond/kort gemaaid gras).

 

Daarnaast verwijst de bezwaarindiener naar de wadi’s die volledig publiek toegankelijk zouden worden gemaakt, terwijl dit geenszins de bedoeling is. Het karrenspoor en de daartoe omliggende paden (o.a. secundaire padenstructuur) worden bestemd om openbaar gebruikt te worden, doch is het niet de bedoeling, noch is dit de intentie van de aanvrager, dat de wadi’s een openbaar gebruik zullen kennen. Bovendien zal er ook geen openbaar gebruik kunnen ontstaan gelet de wegenis voldoende duidelijk ingericht wordt, zowel in breedte als in uitrustingskeuze.

 

Ter hoogte van de aanduiding ‘4’ is er wel tevens ook een openbare verbinding die over uitgewassen beton loopt, maar deze verbinding loopt duidelijk tussen de woonblokken in en leidt niet rechtstreeks naar de ingang ervan. Idem voor de verbinding aangeduid met ‘5’, aangezien daar uit de verhardingskeuze reeds blijkt dat er geen intentie is deze weg te bestemmen als openbare weg.

 

Minstens wenst de gemeenteraad op te merken dat het niet kadert in het algemeen belang om deze mee op te nemen op het rooilijnplan. (RvS 21 januari 2025, nr. 262.048.)

 

  1. Het rooilijnplan zou niet voldoen aan de vereisten van artikel 16, §2-§3 Decreet Gemeentewegen

 

De bezwaarindiener merkt op dat er ‘meer rooilijnen’ ingetekend staan dan mogelijk en toegelaten zou zijn.

 

De gemeenteraad merkt op dat het rooilijnplan overeenkomstig artikel 16, §2, 1ste van het Decreet Gemeentewegen de actuele een toekomstige rooilijn dient aan te duiden. Waarbij uit vaststaande rechtspraak van de Raad van State blijkt dat deze vereiste zo geïnterpreteerd moet worden dat het voor derden, en de grondeigenaars, duidelijk is waar de bestaande rooilijn en waar de toekomstige rooilijn gelegen (zullen) zijn. (RvS 28 januari 2025, nr. 262.150; RvS 15 januari 2013, nr. 222.063.)

 

De bezwaarindiener stelt dat het rooilijn meer rooilijnen vaststelt dan toegelaten, doch wenst de gemeenteraad in eerste instantie op te merken dat noch artikel 16 van het Decreet Gemeentewegen noch de voorbereidende werken daarbij enige limitatie plaatsen op de rooilijnen die met een rooilijnplan vastgesteld kunnen worden.

 

Daarnaast moet vastgesteld worden dat uit het rooilijnplan duidelijk blijkt waar de nieuwe rooilijn gelegen en gevestigd zal worden, gelet op een samenlezing tussen enerzijds de rode aanduiding en anderzijds de ingekleurde zones (geel en blauw) dit duidelijk maakt. De rode lijnen waarnaar de bezwaarindiener verwijst hebben betrekking op de afbakening van de kavels die overgedragen zullen worden dan wel waarop een erfdienstbaarheid van openbaar nut gevestigd zal worden. Deze betreffen niet, zoals bezwaarindiener meer, afzonderlijke rooilijnen.

 

Dit blijkt voldoende duidelijk uit een algemene lezing, met alle relevante elementen, van het rooilijnplan waardoor er in deze geen onduidelijkheid noch foutieve weergave van de rooilijn plaatsgevonden heeft.

 

Het bezwaar kan niet gevolgd worden.

 

  1. Artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet kan niet toegepast worden;

 

De bezwaarindiener meent dat als er reeds een beslissing over de ‘zaak van de wegen’ genomen werd, o.a. in toepassing van artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet, er geen nieuwe toepassing van artikel 65 van hetzelfde decreet in dezelfde procedurele fase kan plaatsvinden.

 

De gemeenteraad merkt op dat artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet niet expliciet stelt dat van dit artikel niet meermaals gebruikgemaakt zou kunnen worden, noch wordt dit in de parlementaire voorbereiding van dit artikel – zoals opgenomen bij de parlementaire werken bij het Decreet Gemeentewegen – vermeldt.

 

Dit als logisch gevolg van de omstandigheid dat er geen ‘limiet’ staat op het aantal keer toepassing gemaakt kan worden van artikel 65 Omgevingsvergunningsdecreet, aangezien het inhoudelijk criterium van belang is namelijk of de gemeenteraad zich over alle elementen van de ‘zaak van de wegen’ uitgesproken heeft.

 

Indien de vergunningsaanvrager een wijziging aanbrengt aan het wegenisdossier waarover de gemeenteraad zich in zijn eerste beslissing niet heeft kunnen uitspreken, is er sprake van een onvolledige beslissing over de ‘zaak van de wegen’ en zijn er elementen waarover er geen gemeenteraadsbeslissing voorligt. Waardoor, hoewel bezwaarindiener meent van niet, voldaan is aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet.

 

Het is immers vaststaande rechtspraak van de Raad van State dat de gemeenteraad zich over alle relevante elementen dient uit te spreken om te komen tot een volledige beslissing over de ‘zaak van de wegen’. (RvVb 4 november 2021, nr. A-2122-0184; RvVb 17 december 2020, nr. A-2021-0433.

 

Gelet er nieuwe elementen zijn waarover geen gemeenteraadsbeslissing genomen werd en deze bovendien van belang zijn voor de algemene beoordeling van de ‘zaak van de wegen’, gelet op de inhoud van de voorgaande gemeenteraadsbeslissing dd. 24 februari 2025 en diens weigeringsmotieven, moest in deze toepassing gemaakt worden van artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet.

 

Het bezwaar is ongegrond.

 

Overige bezwaarelementen die niet door de gemeenteraad besproken en/of behandeld werden hebben geen betrekking op de bevoegdheid van de gemeenteraad over de ‘zaak van de wegen’, maar behoren tot de bevoegdheid van de vergunningverlenende overheid.

 

Adviezen

 

Gelet op het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 29 december 2024 tot en met 27 januari 2025; dat er 6 bezwaarschriften ingediend werden;

Gelet op het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 9 mei 2025 tot en met 7 juni 2025; dat er  tweeëntwintig (22) bezwaarschriften ingediend werden;

Gelet op het advies van de veiligheidscommissie ASTRID dd. 8 mei 2025, gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig.

Gelet op het advies van Agentschap Natuur en Bos dd. 23 december 2024, voorwaardelijk gunstig.

Gelet op het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij (Advies grondwater Antwerpen) dd. 24 januari 2025, voorwaardelijk gunstig.

Gelet op het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij (Advies Vergunning Afvalwater en Lucht) dd. 19 mei 2025, voorwaardelijk gunstig.

Gelet op het advies van het Departement Omgeving (milieu advies) dd. 19 mei 2025, ‘geen advies’.

Gelet op het advies van het Departement Omgeving (stedenbouwkundig advies) dd. 20 januari 2025, ‘geen advies’.

Gelet op het advies van het college van burgemeester en schepenen van de stad Lier van dd. 2 juni 2025, voorwaardelijk gunstig;

Gelet op het advies van de Provinciale Omgevingsvergunningscommissie zoals gevraagd op dd. 8 mei 2025 en zoals nog niet ontvangen;

Gelet op het advies van Wyre dd. 27 augustus 2024, voorwaardelijk gunstig;

Gelet op het advies van Toegankelijk Vlaanderen (Inter) dd. 28 mei 2025, voorwaardelijk gunstig;

Gelet op het advies van Pidpa (Distributie leidingen) dd. 8 augustus 2024, voorwaardelijk gunstig;

Gelet op het advies van Proximus dd. 19 mei 2025, voorwaardelijk gunstig;

Gelet op het advies van Pidpa (riolering) dd. 19 augustus 2024, voorwaardelijk gunstig;

Gelet op het advies van Brandweerzone Rieverenland dd. 28 mei 2025, voorwaardelijk gunstig;

Gelet op het advies van Fluvius System Operator dd. 20 mei 2025, voorwaardelijk gunstig;

 

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de Cel Publieke Ruimte;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de Dienst Groen;

 

De gemeenteraad neemt kennis van de adviezen dewelke in grote mate aangeven dat het aangevraagde, waaronder de wegenis, onder voorwaarden gunstig geadviseerd kan worden en hetgeen bijgetreden kan worden.

 

Volledigheidshalve merkt de gemeenteraad evenwel op dat de adviezen van Pidpa (Riolering), Wyre, Pidpa (Distributie leidingen), Proximus, Fluvius en de Brandweerzone Rivierenland bijgetreden kunnen worden in zoverre deze betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’ en de aanleg van nutsleidingen onder publieke wegenis.

 

Dezelfde opmerking geldt eveneens voor de adviezen van de Cel Publieke Ruimte en de Dienst Groen, doch met die opmerking dat deze dateren van vóór de gewijzigde projectinhoud, reeds gedeeltelijk zonder voorwerp gevallen zijn. Zo werd in de tussentijd een nieuw advies van Pidpa uitgebracht.

 

Echter blijven de meeste punten zoals opgenomen in hat advies van toepassing, behalve de punten 13 (vallen buiten het rooilijnplan) en 14 (in de tussentijd werden erfdienstbaarheden voorzien). Voor het overige kunnen de opmerkingen bijgetreden worden.

 

Algemene conclusie

 

Overwegende dat uit de voorgelegde aanvraag blijkt dat het rooilijnplan aanvaardbaar is, en de wegenis aanvaardbaar is;

 

Overwegende dat het rooilijnplan voldoet aan de vereisten van artikel 16 en 12, §2, van het Decreet Gemeentewegen;

 

Overwegende dat de wegenis voldoende tegemoet komt aan de vereisten inzake verkeersveiligheid en leesbaar- en leefbaarheid;

 

Overwegende dat aldus aan de gemeenteraad voorgesteld wordt om de rooilijn vast te stellen zoals aangeduid op het rooilijnplan opgesteld door Kegels Landmeter-studiebureau 16 april 2025, waarin duidelijk aangegeven wordt welke gedeelten kosteloos overgedragen zullen worden aan de gemeente op welke gedeelten er een erfdienstbaarheid van doorgang gevestigd zal worden.

 

Overwegende dat goedkeuring gehecht wordt aan de verklaring tot kosteloze grondafstand ten belope van een grondoppervlakte van 12.229 m², dewelke volledigheidshalve ook nog opgelegd zal worden als stedenbouwkundige last;

 

Overwegende dat het wegenisdossier goedgekeurd kan worden.

 

Stemming

 

Stemming over akkoord om het agendapunt te behandelen cfr. art. 23 van het decreet lokaal bestuur.

 

Stemming acceptatie hoogdringend punt

26 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

4 stemmen tegen: Jan Mortelmans, Ellen Lissens, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

1 onthouding: Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 1 onthouding

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

11 stemmen tegen: Jan Mortelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Onur Alar, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

1 onthouding: Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 1 onthouding

 

BESLUIT

De gemeenteraad besluit om het rooilijnplan en wegenisdossier goed te keuren.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de bezwaren en opmerkingen ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en besluit deze voor wat de zaak van de wegen betreft ontvankelijk en deels gegrond te verklaren.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad verleent haar goedkeuring aan het rooilijnplan en het technisch dossier van de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2023106982 en zoalsingediend op 11 maart 2024 door Bart Dufour namens ANTONISSEN PROJECT MANAGEMENT BV met als contactadres Napelsstraat 8 te 2000 Antwerpen en Levi Marien namens HELEXIA BELGIUM INVEST BV gevestigd te Jules Bilmeyerstraat 32 te 2600 Antwerpen.

Dit mits naleving van de voorwaarden en lasten zoals opgenomen in artikel 3 en 4 van dit besluit.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad verleent haar goedkeuring aan de ‘zaak van de wegen’ onder volgende lasten:

        Conform het rooilijnplan, en de gevoegde verklaring, dient de vergunningsaanvrager de aangeduide grondstroken (gele aanduiding op het rooilijnplan) met betrekking tot een oppervlakte van 12.229 m² kosteloos over te dragen aan de stad Lier op eenvoudig verzoek hiertoe;

        Conform het rooilijnplan, en de gevoegde verklaring, dient de vergunningsaanvrager in te staan voor de opmaak van de notariële akte waarin de vestiging van de erfdienstbaarheden van doorgang (blauwe aanduiding) wordt opgenomen. Dit op eenvoudig verzoek hiertoe;

 

Artikel 4:

De gemeenteraad verleent haar goedkeuring aan de ‘zaak van de wegen’ onder volgende voorwaarden:

        De voorwaarden met betrekking tot de ‘aanleg van wegenis op verkavelingsniveau’ zoals opgenomen in het advies van Pidpa (riolering) dienen nageleefd te worden, in zoverre deze betrekking hebben op handelingen gesteld binnen de rooilijnen.

        De voorwaarden in de adviezen van Wyre, Pidpa (Distributie leidingen), Proximus en Fluvius dienen nageleefd te worden, in zoverre deze betrekking en/of invloed hebben op de aanleg van nutsleiding op, onder of boven de gemeentewegen zoals opgenomen in het rooilijnplan.

        Het advies van de Brandweerzone Rivierenland dient nageleefd te worden in zoverre deze betrekking heeft op de inplanting en uitrusting van de brandweg.

        Het advies van de Cel Publieke Ruimte dient nageleefd te worden in zoverre dit betrekking heeft op beplantingen binnen de goedgekeurde rooilijnen;

Het advies van de Cel Technisch Bureau dient nageleefd te worden, behalve de punten 13 en 14.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

GEMEENTEDIENST VAN BELGIË CVBA - ALGEMENE VERGADERING VAN 7 JULI 2025 - AGENDA EN AANDUIDEN VERTEGENWOORDIGERS. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van de CVBA Gemeentedienst van België (in vereffening).

 

De stad ontving op 13 juni 2025 de uitnodiging voor de algemene vergadering sluiting vereffening CVBA Gemeentedienst van België.

 

Op 25 oktober 1999 besloot de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders om de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid van publiekrecht, Gemeentedienst van België, te ontbinden en in vereffening te plaatsen. Op maandag 7 juli 2025 om 14 uur zal de algemene vergadering voor de sluiting van de vereffening plaatsvinden op de zetel van de vennootschap, Wolstraat 70, 1000 Brussel en ook digitaal.

 

De agenda ziet er als volgt uit:

 

1.

Bespreking en goedkeuren van het verslag van de vereffenaar

2.

Kwijting aan vereffenaar

3.

Sluiting van de vereffening

4.

Varia

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, inz.:

        art. 41 (bevoegdheid gemeenteraad)

Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, inz. art. 3 en art. 26

 

Argumentatie

Het is aangewezen dat de stad vertegenwoordigd wordt in de algemene vergadering 7 juli 2025, die tot doel heeft de sluiting van de vereffening van de CVBA Gemeentedienst van België te regelen. Door het kort tijdsbestek is het noodzakelijk dit bij hoogdringendheid door de gemeenteraad te laten beslissen.

 

Financiële weerslag

Naar aanleiding van de sluiting van de vereffening zijn er geen gelden voorhanden die toelaten een dividend aan de aandeelhouders van de vennootschap uit te keren.

 

Stemming

 

Stemming over akkoord om het agendapunt te behandelen cfr. art. 23 van het decreet lokaal bestuur.

 

Stemming acceptatie hoogdringend punt

30 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Jan Mortelmans, Katrien Vanhove, Anja De Wit, Stijn Coenen, Tom Claes, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Peggy Mortelmans, Onur Alar, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger, Martine Van der Kuylen, Sander Roelandt en Ronny Jacobs

1 onthouding: Philippe Iglesias Bezemer

Goedkeuring met 30 stemmen voor - 1 onthouding

 

Goedkeuring agenda

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

12 onthoudingen: Jan Mortelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Onur Alar, Sander Roelandt, Philippe Iglesias Bezemer en Ronny Jacobs

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

Aanduiden effectief vertegenwoordiger

Na geheime stemming:

25 stemmen voor

1 stem tegen

5 onthoudingen

 

Aanduiden plaatsvervangend vertegenwoordiger

Na geheime stemming:

25 stemmen voor

1 stem tegen

5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering van CVBA Gemeentedienst van België (in vereffening) van 7 juli 2025 die als volgt is samengesteld, goed:

 

1.

Bespreking en goedkeuren van het verslag van de vereffenaar

2.

Kwijting aan vereffenaar

3.

Sluiting van de vereffening

4.

Varia

 

Art 2 :

De heer Niels De Bakker, schepen, wordt aangeduid als effectief vertegenwoordiger op de algemene vergadering van CVBA Gemeentedienst van België (in vereffening).

 

Art 3 :

Mevrouw Charlotte Schwagten, schepen, wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger op de algemene vergadering van CVBA Gemeentedienst van België (in vereffening).

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Overzicht punten

Zitting van 23 juni 2025

 

OPMAAK BOMENPLAN. VERWORPEN.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Zowel in het binnen- als het buitengebied staat de groene, open ruimte onder druk. Het Beleidsplan Ruimte biedt een kader om de komende jaren duidelijke keuzes te maken voor wat betreft de invulling van de nog open ruimte. Het beleidskader groenblauw netwerk kijkt niet alleen naar de open ruimte maar ook naar de reeds bebouwde ruimte. Op het volledige grondgebied van Lier en Koningshooikt moeten we ervoor zorgen dat ons groenblauwnetwerk robuust wordt en goed aaneengesloten is zodat de biodiversiteit, leefkwaliteit en klimaatbestendigheid kunnen versterken.

Bomen spelen zowel in het binnen- als het buitengebied, zowel op privé- als op openbaar domein een belangrijke rol in de klimaatadaptatie. Bomen onttrekken CO2 aan de lucht maar bieden ook schaduw en dus verkoeling.

Het Lokaal Energie- en Klimaatpact stelt dat er tegen 2030 meer dan 38.000 bomen aangeplant moeten worden. Momenteel staat de teller op bijna 6.000. Tegelijk zien we dat op verschillende plaatsen in Lier en Koningshooikt bomen verdwijnen of zullen gekapt worden terwijl deze precies zo helpend zijn in het verkoelen van de leefomgeving. Denken we maar aan de bomen van de Werf, de Berlarij, de Tarwelaan en de Roggelaan. In deze voorbeelden gaat het telkens over bomen die een substantiële bijdrage leveren aan het verlagen van het hitte-eilandeffect.

 

Juridische grond

Lokaal Energie- en Klimaatplan 1

Lokaal Energie- en Klimaatplan 2

Beleidsplan Ruimte Lier

 

Argumentatie

Het beleidskader groenblauw netwerk van het Beleidsplan Ruimte neemt in de oplijsting van de acties om het plan te realiseren, de opmaak van een bomenbeleidsplan op. Zo’n plan voorziet in de ontwikkeling van een visie rond bomen in het publieke en private domein, maar ook in een inventarisatie van bomen en detectie van noden en behoeften. Het doel is te komen tot gevarieerd, duurzaam en kwalitatief goed en gezond bomenbestand te komen. Tot slot zet het bomenbeleidsplan ook richtlijnen uiteen voor het beheer van het bomenbestand.

 

Ontwerpbesluist:

De gemeenteraad besluit om:

Art 1 :

Een bomenbeleidsplan op te maken tegen het einde van 2026.

 

Stemming

 

12 stemmen voor: Jan Mortelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ellen Lissens, Anja Vlaeymans, Björn Gielen, Sylvie Bracqué, Onur Alar, Sander Roelandt, Philippe Iglesias Bezemer en Ronny Jacobs

19 stemmen tegen: Rik Verwaest, Bert Wollants, Ivo Andries, Ilse Lambrechts, Henri Pets, Charlotte Schwagten, Niels De Bakker, Annemie Goris, Anja De Wit, Thierry Suetens, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc De Keulenaer, Peggy Mortelmans, Christophe Wuyts, Ellen Brion, Xander De Vos, Piet De Zaeger en Martine Van der Kuylen

Verworpen met 12 stemmen voor - 19 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad besluit om het voorstel niet goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/10/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.