Lier

Zitting van 27 juni 2016

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

ONTSLAG VAN RAADSLEDEN UIT EEN POLITIEKE FRACTIE. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Met een email op 23 juni 2016 aan de voorzitter van de gemeenteraad deelt de heer Tekin Tasdemir en de heer Cinar Memet dat zij niet langer deel uitmaken van de gemeenteraadsfractie van de sp.a. De heer Tekin Tasdemir en de heer Cinar Memet zullen als onafhankelijke raadsleden in de gemeenteraad zetelen.

 

Conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, kunnen zij als dusdanig niet meer zetelen in de verschillende commissies en behoudt de gemeenteraadsfractie sp.a eenzelfde aantal leden in de commissies. Zij dienen als dusdanig in de volgende commissies te worden vervangen:

         Commissie 1 (veiligheid, communicatie, integratie, politie en brandweer)

         Commissie 2 (stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening en wonen)

         Commissie 4 (lokale economie, natuur en milieubeheer, afvalbeheer en duurzame ontwikkeling)

         Commissie 7 (personeel, loketwerking, wijkwerking en burgerlijke stand)

         Commissie 8 (financiën en stadspatrimonium en verzelfstandigingen)

         Commissie 9 (welzijn, senioren en gehandicapten & comité sociaal beleid)

 

Juridische grond

         Gemeentedecreet art. 38 en 39

         Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 februari 2013 (en latere wijzigingen) - art. 31

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van de raadsleden de heer Tekin Tasdemir en de heer Cinar Memet uit de sp.a-fractie.

 

Art 2 :

De gemeenteraad neemt kennis van de gewijzigde samenstelling van de commissies:

         Commissie 1 (veiligheid, communicatie, integratie, politie en brandweer): Tasdemir Tekin wordt vervangen door Freddy Callaerts

         Commissie 2 (stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening en wonen): Cinar Memet wordt vervangen door Freddy Callaerts

         Commissie 4 (lokale economie, natuur en milieubeheer, afvalbeheer en duurzame ontwikkeling): Cinar Memet wordt vervangen door Freddy Callaerts

         Commissie 7 (personeel, loketwerking, wijkwerking en burgerlijke stand): Tasdemir Tekin wordt vervangen door Freddy Callaerts

         Commissie 8 (financiën en stadspatrimonium en verzelfstandigingen): Tasdemir Tekin wordt vervangen door Freddy Callaerts

         Commissie 9 (welzijn, senioren en gehandicapten & comité sociaal beleid): Cinar Memet wordt vervangen door Freddy Callaerts

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

MONDELINGE VRAGEN

 

Mondelinge vraag 1: van Jan Hermans (Lier & Ko) i.v.m. doorgang onder het Spuihuis

 

De rekeningen van de stad tonen aan dat er beleidsvrije ruimte is.

Lier&Ko pleit ervoor deze in te zetten voor sociale correcties.

Indien het bestuur dat niet zou doen en eerder wenst in te zetten op toerisme en citymarketing dan menen wij dat het vrij maken van de onderdoorgang onder het Spuihuis een ideale bijdrage hiertoe zou zijn. De ontsluiting van die waterpartij toont de toerist en de geïnteresseerde Lierenaar van op het water mooie plekjes natuur in het midden van de Stad en de mooie architecturale achterzijde van het Spui.

Het traject van de bootjes wordt spectaculairder, de kano’s kunnen uitvaren, de peddelaars kunnen suppen of peddelsurfen,

Uiteraard zijn er dan wat afspraken nodig met de Moedige Bootvissers, maar dat mag geen obstakel zijn. De Nete is van iedereen. Als ze proper gehouden wordt toch: daarom een tussenvraag: is er aan de brandweer gevraagd of het wel veilig is dat peddelsurfers van hun plank in het water vallen ter hoogte van de verlaagde kade? Dat was toch enige tijd geleden nog een groot risico toen Lier Feest enthousiast in het water wou springen?

 

Het dossier voor de doorgang onder het Spui bestaat sinds enkele jaren, de ramingen zijn daarvoor gemaakt, er zijn zelfs biedingen gekend, het slib is geslonken…

Gaat het college deze unieke kans onthouden aan onze toeristische mogelijkheden?

 

Antwoord:

Schepen Bert Wollants:

Ik heb mijn dienst meer info gevraagd over het openmaken van de onderdoorgang van het spui waarvoor u vorige bestuursperiode een aanbestedingsprocedure hebt doorlopen, maar de werken nooit hebt aanbesteedt. Het is inderdaad zo dat er een aanbieder was die voor 62240 zonder BTW de werken wenste uit te voeren. Aan de andere kant is er nooit overlegd met onroerend erfgoed over dit dossier en werd er geen studie gedaan naar de stabiliteit van het monument. Een aantal dingen die met een gebouw van exact 500 lentes toch aan de orde zullen zijn. We bekijken dit verder, maar nu al is duidelijk dat dit geen kortetermijnproject zal kunnen worden.

 

Schepen Rik Verwaest:

Onze beslissing om de Supsurfing toe te laten is genomen op basis van duidelijke adviezen. Er werd rekening gehouden met de waterdiepte en de waterkwaliteit. In geval van Supsurfing is het belangrijk op te merken dat deze activiteit steeds gebeurt onder professionele begeleiding. De begeleider waakt erover dat de deelnemers niet opzettelijk in het water duiken en steeds een zwemvest dragen. Dankzij de vest is het onmogelijk volledig onder te gaan of diep te vallen. Het valt dus niet te vergelijken met het in grote groep van de verlaagde kade duiken en rond te zwemmen op dit stukje Nete, waar de brandweer de bodem niet geschikt toe achtte.

 

 

Mondelinge vraag 2: van Marcel Taelman (Vlaams Belang) i.v.m. sporthal

 

Op 4 april jongstleden stelde ik een schriftelijke vraag over enkele onregelmatigheden in de sporthal.

 

Aangezien enkele vragen tot op heden onbeantwoord bleven, verneem ik via deze weg graag bijkomende info:

 

1)Van waar kwamen al de tafels en stoelen?

 

2)Wat is de reden dat een bepaalde organisatie, die zelfs niet van onze stad waren, meer mogen dan onze eigen lokale verenigingen?

 

3)Waarom werden op datum van 3 april geen proces-verbalen opgemaakt?

 

4)De reglementering is duidelijk hierover dat je in de hal van de sporthal niet mag eten en drinken, zelfs wanneer je de cafetaria huurt. Wat is hieromtrent de mening van het schepencollege?

 

Antwoord:

1.De tafels en stoelen zijn afkomstig van de sporthal zelf.

2.De jongeren uit Lier hebben de sporthal gehuurd op particuliere basis zoals vele andere gebruikers.   De organisator was geen erkende vereniging en kon zo de cafetaria niet huren. Het huishoudelijk reglement van de cafetaria in sporthal de Komeet laat dit niet toe. Enkel het stadbestuur, de adviesraden, de scholen en de erkende Lierse sportverenigingen kunnen de cafetaria huren. Ik verwijs hiervoor naar het huishoudelijk reglement.

3.Uit uw eerdere vraagstelling veronderstel ik dat je het hier hebt over het fout parkeren aldaar aan de sporthal. Bij nazicht blijkt dat er door verbaliserende overheid op zondag 3 april 2016 geen vaststellingen werden verricht aan de sporthal. Er werd evenmin een melding of interventie geregistreerd op die datum in die omgeving, noch een oproep voor een eventuele tussenkomst.

4.Het huishoudelijk reglement laat geen eten en dranken toe in de sporthal zelf, in de inkomhal is dit onder bepaalde omstandigheden en in samenspraak wel mogelijk.

 

 

Mondelinge vraag 3: van Ella Cornelis (Vlaams Belang) i.v.m. bouwwoede in Lier

 

De bouwwoede die in de Lierse binnenstad van start is gegaan, laat veel burgers niet onberoerd. Zo is er veel bekommernis om de grootte van de projecten en de daaruit volgende mobiliteits- en parkeerproblemen.

 

Een verkeersinfarct in en rond Lier is vandaag de dag niet langer uitgesloten.

 

Recent is het volume van Het Buitenhof voorgesteld aan omwonenden, en wat blijkt uit de opmerkingen:

-Het woonerf overstijgt weeral de draagkracht van de omgeving;

-Er is te weinig groenruimte;

-Er worden 5 bouwlagen voorzien, hoger dan omliggende gebouwen.

 

Ook voor het kopgebouw van de GAS-site was sprake van liefst 5 bouwlagen. INBREIDEN= UITBREIDEN, maar uiteraard niet ten koste van de leefbaarheid…

 

Mijn vragen zijn de volgende:

-Of toekomstige vastgoedprojecten meer rekening kunnen houden met de bevolkingsdichtheid, de impact op de mobiliteit en/of de opmerkingen van de betrokken buurtbewoners?

 

-Of de realisatie van liefst 5 bouwlagen voortaan vermeden kan worden, rekening houdend met de grote gevolgen en verregaande impact op onze historische binnenstad?

 

-In het RUP van de Gas-site stond te lezen: “Het gegenereerde verkeer zal cumuleren met de bestaande verkeersdrukte op de ontsluiting F. Pelzerstraat.”. De praktijk bewijst nochtans het tegendeel. Graag hierover uw mening?

 

Antwoord:

-Of toekomstige vastgoedprojecten meer rekening kunnen houden met de bevolkingsdichtheid, de impact op de mobiliteit en/of de opmerkingen van de betrokken buurtbewoners?

 

Deze projecten zijn gesitueerd en kaderen binnen het kleinstedelijk gebied van Lier, zoals geselecteerd door het ruimtelijk structuurplan Lier en afgebakend door het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Afbakening kleinstedelijk gebied Lier’, goedgekeurd in 2006.

De taakstelling naar wonen voor het stedelijk gebied Lier, vanuit het afbakeningsproces, werd door de provincie via de woningprogrammatie (2007 – 2022) in september 2014 verder geactualiseerd tot 2022 op basis van de woningbehoeftecijfers. (Deze woningbehoeftecijfers werden bekomen op basis van demografische gegevens, ruimtelijk-economische evoluties en de principes uit het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen). De stad dient de woningprogrammatie te beheren in kader van haar ruimtelijk beleid.

Bij het afbakeningsproces, maar ook bij de structuurplannen en de goedgekeurde ruimtelijke uitvoeringsplannen werd een openbaar onderzoek gevoerd. Mobiliteitseffecten werden bestudeerd in mobiliteitsstudies / MOBERS in kader van de milieu-effectenrapport screening zoals gevoerd in de goedkeuringsprocedures. Elke merscreening werd geadviseerd door de hogere adviesinstanties en instellingen en goedgekeurd door de dienst MER. Elke screening kan ingekeken worden in het RUP dossier beschikbaar via de website van de stad.

In kader van verkavelingsvergunningen en stedenbouwkundige vergunning wordt tevens inspraakmogelijkheid gegeven tijdens het openbaar onderzoek.

 

-Of de realisatie van liefst 5 bouwlagen voortaan vermeden kan worden, rekening houdend met de grote gevolgen en verregaande impact op onze historische binnenstad?

 

Ruimtelijke planningsprocessen worden doorlopen in de schoot van de kerngroep ruimtelijke organisatie, deze is het spilorgaan binnen de werking van het team ruimtelijke organisatie. Vandaaruit worden de adviesraden betrokken. Voorstellen naar gabarit komen steeds voort uit ontwerpend onderzoek met respect voor de bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan hieromtrent. De impact op de historische binnenstad wordt hierbij nauwlettend gescreend. 

 

-In het RUP van de Gas-site stond te lezen: “Het gegenereerde verkeer zal cumuleren met de bestaande verkeersdrukte op de ontsluiting F. Pelzerstraat.”. De praktijk bewijst nochtans het tegendeel. Graag hierover uw mening?

 

De conclusies van de mobiliteitsonderzoek bij het RUP Gasfabriek (2012) luidden als volgt:

“ Er is weinig restcapaciteit op het wegennet (en in deze omgeving vooral in de avondspits). Door de groei van het treinverkeer kan men verwachten dat de file-opbouw aan de slagbomen van de spoorweg in de F. Peltzerstraat tijdens de avondspits nog zal toenemen. Structurele oplossingen op niveau van de stad zijn nodig om dit op te lossen, spoortunnel en/of minder verkeer door de binnenstad. Dit wil echter niet zeggen dat dit project niet op deze plaats thuishoort. Integendeel, een stedelijk verdichting op een plek als die van de Gasfabriek, goed bereikbaar met openbaar vervoer, past immers in een duurzaam mobiliteitsbeleid op regionale schaal.

Aanvullend op de bijgevoegde mobiliteitsnota werd gesimuleerd wat het effect zal zijn op de verkeersstromen op de as Lisperstraat-Peltzerstraat-Lispersesteenweg ten gevolge van de heraanleg van de Grote Markt, waarbij geen verkeersstromen van auto’s oost west waarts langs de Grote Markt meer mogelijk kunnen zijn. Dit heeft als effect ter hoogte van de Gaslei dat er een licht stijging is van autoverkeer stadinwaarts (+ 15%) maar dat er een grote daling is van autoverkeer staduitwaarts (-28%), wat gunstig is voor de bestaande, structurele problematiek van filevorming aan de slagbomen aan de spoorweg. De heraanleg van de Grote Markt heeft dus een positief effect op de doorstroming van de as Lisperstraat-Peltzerstraat-Lispersesteenweg stadsuitwaarts, en dus op de invoegcapaciteit van auto’s komende uit de Gaslei. Dit effect is op korte termijn voelbaar, aangezien de heraanleg van de Grote Markt bezig is. “

 

 

Mondelinge vraag 4: van Koen Breugelmans (CD&V) i.v.m. Gecoro

 

De werking van de Gecoro verloopt blijkbaar bijzonder stroef. Leden beklagen zich over de (beperkte) rol die ze mogen of kunnen spelen. En op 1 juni werd de stad zelfs door een eminent lid van de Gecoro in gebreke gesteld.

Bijkomend is er blijkbaar ook het ongenoegen over het niet-behandelen van het investeringsproject op de vroegere Spar-site aan de Vanderpoortenlaan.

Mijn vragen zijn:

1)      In welke mate onderschrijft het College de opmerkingen geformuleerd in de ingebrekestelling, met name de gebrekkige agenda en toelichting en het niet ter beschikking stellen van de verslagen en documenten op de server en hoe werd / wordt hieraan verholpen?

2)      Op basis van welke criteria oordeelde de Kerngroep Ruimtelijke Organisatie om het Spar- dossier niet te agenderen bij de Gecoro?

3)      Waarom werd er geen gehoor gegeven aan de vraag van meer dan één derde van de leden van de Gecoro om over het betreffende dossier ingelicht te worden om hierover eventueel op eigen initiatief een advies te kunnen formuleren

 

Antwoord:

Vraag 1:

Wat betreft de vraag tot het aanleveren van documenten:

Het gebruik van een cloud systeem wordt nu, na lang aandringen,  gefaciliteerd door de dienst ICT door middel van ‘OwnCloud’.

Het kan nog niet functioneren als een volwaardige externe server beheerd door het team ruimtelijke organisatie zoals bedoeld in het huishoudelijk reglement van de adviesraden maar het is wel gebruiksvriendelijker in het ter beschikking stellen van de documenten dan werken met WE transfer zoals in het verleden gebeurde.

 

Vraag 2:

Op 25/03/2013 keurde de gemeenteraad het principebesluit over de adviesorganen van het team Ruimtelijke Organisatie goed.

Binnen het departement Wonen, Leven en Ondernemen ressorteren de beleidsdomeinen Ruimtelijke Ordening, Leefmilieu, Wonen, Mobiliteit en Economie. Dit zijn per definitie allemaal ‘technische’ beleidsdomeinen. De zeer nauwe relatie tussen de verschillende beleidsdomeinen heeft ertoe geleid dat ze werden georganiseerd binnen het team Ruimtelijke Organisatie.  Daarom werden onder meer volgende basisprincipes goedgekeurd voor de adviesraden:

-Voor elk afzonderlijk beleidsdomein binnen het departement Aanvragen en Afleveringen wordt een adviesraad opgericht

-Er wordt bijgevolg overgegaan tot de installatie van een Gecoro, Economische Raad, Milieu- en Natuurraad, Mobiliteitsraad en Woonraad.

-Bovendien wordt er gestreefd naar een zo hoog mogelijke uniformiteit van alle adviesraden binnen het departement om hun gewicht zo gelijk mogelijk te houden.

-De verschillende adviesorganen binnen het departement worden vertegenwoordigd in de Kerngroep Ruimtelijke Organisatie door hun voorzitter.

 

 

De adviesraden worden dus vertegenwoordigd in de kerngroep ruimtelijke organisatie door hun voorzitters.

 

Verder zijn er de taken van de Gecoro zoals goedgekeurd in artikel 2 van haar huishoudelijk reglement. Artikel 1.3.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dan wel: “Naast de opdrachten die de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening heeft ingevolge deze codex, kan ze advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot de gemeentelijke ruimtelijke ordening, op eigen initiatief of op verzoek van het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad.”).

De gemeenteraad heeft in haar principebesluit van 25/03/2013 evenwel de organisatie structuur vastgelegd die geresulteerd heeft in de vooropgestelde taken zoals goedgekeurd in artikel 2 van het huishoudelijk reglement:

 

Art. 2 Taken

§1     Advisering van de volgende zaken op gemeentelijk vlak:

De herziening(en) van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Lier, goedgekeurd op 9 oktober 2003 door de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen en in voege sinds 17 november 2003 en/of de verdere uitwerking van het BRO (Beleidsplan Ruimte Vlaanderen) op gemeentelijk vlak.

De ruimtelijke uitvoeringsplannen in opmaak.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen.

Aanvragen tot planologische attesten.

Alle dossiers die worden besproken op de Kerngroep Ruimtelijke Organisatie en waarvan de voorzitter van de Gecoro in samenspraak met de Kerngroep oordeelt dat die dossiers voor advies moeten worden voorgelegd aan de Gecoro.

§2     Ook de Vlaamse regering of de deputatie kan advies vragen aan de gecoro over die elementen waarvan deze overheden oordelen dat advies van de gecoro gewenst zou zijn.

§3     Toelichting aan de gecoro door de voorzitter en/of de permanent extern deskundigen van alle andere punten die voorkomen in de agenda van de Kerngroep Ruimtelijke Organisatie waarvan de voorzitter acht dat deze toegelicht moeten worden aan de Gecoro. De toelichting gebeurt beknopt.

Masterplan ‘Binnenhof’

Het masterplan ‘Binnenhof’ werd voorgelegd aan de kerngroep RO op 20 april 2015 en werd aan de hand van dit advies principieel goedgekeurd door het college op 18 mei 2015.

Het is de voorzitter van de Gecoro die, in nauw overleg met kerngroep, bepaalt welke dossiers aan zijn adviesraad worden voorgelegd. Deze vraag is op de kerngroep van 20 april niet voorgelegd geweest.

 

Vraag 3:

Heden wordt de stedenbouwkundige vergunning van het project Binnenhof aangevraagd. In kader van stedenbouwkundige aanvragen wordt er vanuit de stad geen advies gevraagd aan de adviesraden.

De voorzitter kan  evenwel op vraag van meer dan één derde van de Gecoroleden een vergadering samenroepen over het betreffende dossier en hierover op eigen initiatief een advies formuleren.

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 30 MEI 2016. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 30 mei 2016.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 30 mei 2016 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

BUDGETWIJZIGING 1 2016 STAD LIER. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In de gemeenteraad van december 2015 werd het budget 2016 en aanpassing meerjarenplan 2014-2019 goedgekeurd.

 

Feiten en context

In deze budgetwijziging worden enkele aanpassingen aangebracht aan de verschillende deelbudgetten (exploitatie en investering). Eveneens wordt het resultaat van het dienstjaar 2015 verwerkt. De verschillende aanpassingen worden toegelicht in de bijgevoegde nota.

 

Samenvatting van de resultaatsbestemming 2015, voorgestelde budgetwijzigingen en impact op resultaat op kasbasis 2016 :

 

 

Rekening houdend met de voorgestelde budgetwijzigingen blijft er dus momenteel een positief resultaat op kasbasis in budget 2016 van 3.144.500 EUR.

 

Momenteel wordt er geen verdere bestemming gegeven aan dit resultaat. Deze “beleidsvrije ruimte” zal meegenomen worden in de budgetbespreking 2017 en verdere bijsturing van het meerjarenplan.

 

De voorgestelde budgetwijziging past in het goedgekeurde meerjarenplan :

- Het resultaat op kasbasis blijft positief en bedraagt 3.144.500 EUR en is daarmee aanzienlijk beter dan het eerder goedgekeurde budget 2016 (1.294.477 EUR)

- Autofinancieringsmarge 2016 bedraagt 1.672.462 EUR en is daarmee beter dan het in december 2015 goedgekeurde MJP (976.513 EUR).

 

De voorgestelde budgetwijziging past binnen het goedgekeurde meerjarenplan en kan aldus ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet art. 43 §2 en art. 57 §1

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende BBC

 

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Yahya Degirmenci

11 stemmen tegen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jan Hermans, Marcel Taelman, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters en Tekin Tasdemir

2 onthoudingen: Freddy Callaerts en Memet Cinar

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 2 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De eerste budgetwijziging 2016 van de stad Lier resulteert in een resultaat op kasbasis van 3.144.500 EUR en een autofinancieringsmarge van 1.672.462 EUR. De budgetwijziging past in het eerder goedgekeurde meerjarenplan.

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt de eerste budgetwijziging 2016 goed.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

JAARREKENING  2015  OCMW - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De jaarrekening 2015 van het OCMW Lier werd positief geadviseerd door het College van Burgemeester en  Schepenen in zitting van 30 mei 2016.

deze jaarrekening werd vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van de Stad Lier in zitting van 21 juni 2016.

 

Feiten en context

In de filosofie van de beleids- en beheerscyclus hoort de jaarrekening bij de fase van de beleidsevaluatie. De jaarrekening geeft een zicht op de mate waarin de (prioritaire) doelstellingen werden gerealiseerd.

De jaarrekening volgt heel nauw de structuur, vorm en inhoud van het budget. Op deze wijze wordt maximale transparantie en toegankelijkheid gegarandeerd. Het laat een duidelijke vergelijking toe van wat was gepland (budget) en wat uiteindelijk is gerealiseerd (jaarrekening).

De jaarrekening bestaat uit drie delen :

-De beleidsnota

-De financiële nota

-De samenvatting van de algemene rekeningen

-Tot slot wordt er eveneens een toelichting voorzien.

 

In bijlage wordt het beleidsrapport van de rekening weergegeven met opname van alle verplichte rapporteringsschema’s en bijgevoegde toelichtingen en verklaringen.

Het saldo van de exploitatierekening is € 375.571 negatief en is dus € 518.539 slechter dan het eindbudget, dit resultaat is voornamelijk te wijten aan mindere ontvangsten nl. € 1.309.847 lager dan gebudgetteerd (zie toelichting presentatie) deels ten gevolge van een daling aan ontvangsten uit subsidies. De werkelijke uitgaven zijn € 791.307 lager dan gebudgetteerd.

Het saldo van de exploitatierekening in 2015 is wel zo’n € 659.450 beter dan dit van 2014.

Het saldo van de investeringsrekening ligt € 1.745.137 lager dan gebudgetteerd.

Momenteel zijn er geen super grote investeringsprojecten meer lopende. De geplande desinvesteringen evolueren gunstig wat het resultaat van de investeringsrekening positief beïnvloedt.

 

Het financieel boekjaar 2015 wordt afgesloten met een positief resultaat op kasbasis van 5.020.477 EUR. Dit resultaat wordt beïnvloed door de positieve invloed van het gecumuleerd resultaat van vorig boekjaar.

We noteren een positieve autofinancieringsmarge van: € 75.568

 

Bij de eerste budgetwijziging 2015 zal het resultaat 2015 verwerkt worden.

 

In de bijgevoegde nota van de rekening 2015 wordt verder uitvoerig ingegaan op alle deelaspecten van de jaarrekening.

 

 

Adviezen

Advies College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 30 mei 2016.

 

 

Juridische grond

Besluit van de Vlaamse Regering van 25/6/2010 betreffende de beleids-en beheerscyclus

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Yahya Degirmenci

9 stemmen tegen: Jan Hermans, Marcel Taelman, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Ella Cornelis, Memet Cinar, Katrien Vanhove, Olivier Peeters en Tekin Tasdemir

4 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans en Freddy Callaerts

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 9 stemmen tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de jaarrekening 2015 goed te keuren.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

financiën, toezicht

 

Opdrachten :

De gemeenteraad geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

financiën

bezorgen aan toezicht

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

BUDGETWIJZIGING 1 2016 OCMW LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In de raad van 23 februari 2016 werd het budget 2016 en de aanpassing aan het meerjarenplan 2014-2019 goedgekeurd

 

Feiten en context

In deze budgetwijziging worden aanpassingen aangebracht aan de verschillende deelbudgetten (exploitatie, investeringen en liquiditeit).

Dit resulteert in een verhoging van de gemeentelijke bijdrage met € 195.000. Naast de benodigde kredieten voor de verhoging van het aantal tewerkstellingen artikel 60 § 7 ( €  en de versnelde indexverhoging (vanaf juli  ipv oktober zoals eerder voorzien) zijn er nog wat geringe bijsturingen nodig.( detail in bijlage)

Het resultaat van de jaarrekening 2015 wordt tevens opgenomen in deze budgetwijziging.

 

Rekening -houdend met de voorgestelde budgetwijziging blijft er een positief resultaat op kasbasis i

 

 

Adviezen

Advies van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 13 juni 2016.

 

Juridische grond

artikel 158 van het OCMW decreet

 

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

1419/1/2/1/1

gemeentelijke bijdrage

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Yahya Degirmenci

8 stemmen tegen: Jan Hermans, Marcel Taelman, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters en Tekin Tasdemir

5 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts en Memet Cinar

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art. 1 :

De gemeenteraad beslist de voorliggende budgetwijziging goed te keuren.

Art. 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

1419/1/2/1/1

gemeentelijke bijdragein de werkingskosten van het OCMW

€ 195.000

Nieuw totaal

€ 4.788.330

Budgetsleutel

74012900/0010

 

Art. 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

3

gemeenteraad, toezicht, financiën

 

Opdrachten:

De gemeenteraad geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

financiën

Bezorgen documenten aan gemeenteraad/toezicht

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

OVERDRACHT ROERENDE GOEDEREN VAN DE STAD LIER NAAR HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Vanaf 1 januari 2015 werd Hulpverleningszone Rivierenland actief op basis van de wet van Civiele Veiligheid van 15 mei 2007.

Deze wet voorziet dat de roerende goederen die bij de gemeenten in gebruik waren door de brandweer bij opstart van de zone van rechtswege naar de zone werden overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden en met inbegrip van de eraan verbonden lasten en verplichtingen. Gemeenten die in het verleden beschermd werden door een centrumgemeente, kunnen geen aanspraak maken op enige inbreng van goederen. Dit werd afgestemd met het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Het KB ter uitvoering van deze bepalingen bepaalt dat de gemeenten die goederen overdragen en de zone een akkoord kunnen sluiten over de waarde. Er werden in het KB schattingsregels bepaald indien de gemeenten niet tot een akkoord komen.

De inventaris werd opgemaakt op datum van 31 december 2014, zoals bepaald in het KB.

 

De zoneraad van 4 december 2015 nam akte van het voorstel, om voor de roerende goederen alleen de voertuigen met een restwaarde van minimaal 75.000 euro na lineaire afschrijving op 10 jaar en na verrekening van de eventuele overheidssubsidie te vergoeden aan de gemeenten tegen deze restwaarde.

De zoneraad van 13 mei 2016 keurde enerzijds de valorisatietabel van de overdracht van de roerende goederen goed en anderzijds de modaliteiten van de financiering door de hulpverleningszone.

 

Feiten en context

Op basis van de krijtlijnen bepaald door de zoneraad bedraagt de totale compensatie voor de overdracht van de roerende goederen 3. 937.736 euro voor de volledige zone.

 

Goederen die niet zijn opgenomen in de valorisatietabel worden OM NIET ingebracht in de inventaris van hulpverleningszone Rivierenland en dit in de staat zoals ze zich bevinden met alle gekende en ongekende gebreken en eventuele lopende onderhoudscontracten.

 

Voor de stad Lier is volgende compensatie voorzien in de valorisatietabel:

 

De extra uitgaven voor de zone betekenen dat alle gemeenten extra dotatie zullen moeten betalen volgens de goedgekeurde verdeelsleutel (volledige lijst zie bijlage). Het aandeel voor de stad Lier in deze extra uitgave bedraagt 332.344,92 EUR (tegenover een initiële inbrengwaarde van 528.872 EUR.

 

De hulpverleningszone plant om het globale bedrag dat nodig is om alle overdrachten van roerende goederen te vergoeden, te lenen met een looptijd gelijk aan de gemiddelde gewogen resterende afschrijvingsduur van de te vergoeden activa, nl. 7 jaar.

 

Daardoor zal de jaarlijkse exploitatiedotatie van elke gemeente van de zone verhogen met hun aandeel in de leningslast van deze lening, berekend volgens de verdeelsleutel die geldt voor de gemeentelijke dotaties.  De jaarlijkse leningslast van de lening wordt geraamd op 581.000 euro. Het aandeel van de stad Lier hierin bedraagt  8,44% of jaarlijks 49.036 euro gedurende 7 jaar.

 

De zone laat evenwel de keuze aan elke gemeente om haar aandeel in de extra uitgave ineens in 2016 te betalen via een investeringstoelage in plaats van via een aandeel in extra leningslast. Als gemeenten daarvoor opteren vermindert het te lenen bedrag, wat elke gemeente ten goede komt via verminderde rentelasten.

 

Adviezen

De financieel beheerder adviseert om het aandeel van de stad in de extra uitgave ineens in 2016 te betalen via een investeringstoelage. We kunnen dit via de budgetwijziging opnemen. Bovendien zal ook de compensatie van 528.872 EUR in de budgetwijziging worden opgenomen zodat er een positief effect ontstaat voor de stad van 196.527,08 EUR (528.872-332.344,92 EUR).

 

Het alternatief is dat we de bijdrage spreiden over 7 jaar, maar dit heeft dan een negatieve impact op de autofinancieringsmarge omdat we de toelage aan de brandweer structureel gedurende 7 jaar moeten verhogen met 49.036 EUR. 

 

Juridische grond

 

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

KB van 23 augustus 2014 houdende vaststelling van de inventaris- en schattingsregels van de roerende en onroerende goederen van de gemeenten aangewend voor de uitvoering van de opdrachten van de brandweerdiensten.

 

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

2/9/1/5

Investeringen laten toe om de doelstellingen van de Brandweerzone Rivierenland te realiseren.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

3 onthoudingen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het voorstel van de hulpverleningszone Rivierenland goed over de compensatie van de overdracht van rechtswege op 1 januari 2015 van de roerende goederen van de gemeente, dienstig voor de brandweerwerking: er is alleen een compensatie voor de restwaarde van voertuigen voor zover die minimaal 75.000 euro na lineaire afschrijving op 10 jaar en na verrekening van de eventuele overheidssubsidie bedraagt.

 

Art 2 :

Deze compensatie bedraagt voor de stad Lier 528.872 euro. De hulpverleningzone zal deze compensatie volledig uitbetalen voor eind 2016.

 

Art 3 :

De stad opteert ervoor om het bedrag van haar aandeel in de extra uitgave van de zone, nl. 332.344,92 euro ineens te betalen in 2016 via een extra investeringsdotatie die voorzien wordt in budgetwijziging 2016

 

Art. 4 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

2/9/1/5

Toegestane investeringssubsidies

332.344,92 EUR

 

Budgetsleutel

0410/66400000

 

Art. 5 :

Deze beslissing wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de zonesecretaris van Hulpverleningszone Rivierenland.

 

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Zonesecretaris hulpverleningszone

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

DADING MK ILLUMINATION STAD LIER - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De opdracht 'Leveren, plaatsen en stockeren van kerstverlichting in de

Lierse binnenstad en Koningshooikt voor een periode van vijf opeenvolgende jaren (2015-

2019)' werd door het College van Burgemeester en Schepenen toegewezen aan MK Illumination bvba in de zitting van 22 juli 2015.

Op 23 december werd MK Illumination in gebreke gesteld met een aangetekend schrijven (zie bijlage). 

 

Feiten en context

Bij de uitvoering van de opdracht door MK Illumination werden een aantal gebreken vastgesteld.
Om enerzijds een compensatie te verkrijgen (extra verlichting) en anderzijds de onduidelijkheden tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer uit te klaren, werd onderhandeld om tot een vergelijk te komen.
Er werd tevens om een beperkte uitbreiding van de opdracht gevraagd: kerstverlichting in drie bijkomende kerstbomen. De uitbreiding van de opdracht is minder dan 10% van het aanvankelijke bedrag en is daarmee conform de wet op de overheidsopdrachten.   

De afspraken werden vastgelegd in een dading. Na goedkeuring door het CBS dient de dading aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

Het volgende wordt voorgesteld:

 

DADING

 

Tussen

 

 

De STAD LIER, met kantoren te Paradeplein 2 bus 1, 2500 Lier

 

Rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, Frank Boogaerts, en de stadssecretaris, Katleen Janssens

 

 

MK ILLUMINATION BELGIUM BVBA, met maatschappelijke zetel te Haspengouwlaan (Horpm.) 18, 3870 Heers en KBO-nummer 0462.177.779

 

Rechtsgeldig vertegenwoordigd door de zaakvoerder, Johan Boyen

 

 

De partijen worden hierna gezamenlijk de ‘partijen’ genoemd en afzonderlijk de ‘partij’.

 

 

Voorafgaandelijk wordt als volgt gesteld

 

Tussen de partijen is een discussie gerezen omtrent de uitvoering van de overheidsopdracht ‘Leveren, plaatsen en stockeren van kerstverlichting in de Lierse binnenstad en Koningshooikt voor een periode van vijf opeenvolgende jaren (2015-2019)’, waarvan het bestek referentie ‘2015/273’ draagt.

 

Bij de uitvoering van de opdracht in de periode rond Kerstmis 2015 was er in het bijzonder onenigheid omtrent de tijdigheid van de uitvoering, evenals de conformiteit van de uitvoering met de opdrachtdocumenten. Door de stad Lier werd daarover op 23 december 2015 een proces-verbaal van ingebrekestelling opgesteld.

 

Partijen zijn daarop in onderhandeling getreden. Met huidige dading in de zin van de artikelen 2044 e.v. van het Burgerlijk Wetboek wensen de partijen hoger vermeld tussen hen bestaand geschil definitief te beëindigen.

 

Ze doen hiervoor wederzijdse toegevingen, zonder enige nadelige erkentenis en zonder aanvaarding van eigen schuld of fout of van de gegrondheid van de aanspraken van de andere partij.

 

 

Aldus wordt overeengekomen

 

Artikel 1Draagwijdte van huidige dading

 

Deze dading betreft enkel een regeling tussen de partijen met betrekking tot het voormelde geschil aangaande de tijdigheid en conformiteit van de uitvoering van de gestelde overheidsopdracht in de periode rond Kerstmis 2015. Zij doet op geen enkele wijze afbreuk aan eventuele andere geschillen tussen de partijen.

 

Artikel 2Regeling tot slot van alle rekeningen

 

a.Uitvoering zoals bepaald in de opdrachtdocumenten

 

MK Illumination Belgium zal bij de verdere uitvoering van de overheidsopdracht bijzondere aandacht besteden aan de tijdigheid van de uitvoering, evenals aan de conformiteit van haar uitvoering met het bestek en haar offerte.

 

Daarbij zal zij in het bijzonder aandacht besteden aan:

-Tijdige uitvoering van de werken zowel in de stad Lier als in deelgemeente Koningshooikt. Hiervoor zal MK een planning opstellen in juli 2016 welke door de stad Lier zal goedgekeurd worden en bevestigd met de nodige toelatingen voor eind september 2016.

-Uitvoering zoals bepaald in het lastenkohier en zoals was voorgesteld in de offerte (ref. bijlage).

-Wat betreft het project Boomverlichting staat de stad Lier een aanpassing van het lastenkohier toe. De bomen op De Werf, het Zimmerplein en de Grote Markt mogen uitgevoerd worden met ‘meegroeiverlichting’. Dit evenwel in samenspraak met de groendienst. Bomen die, omwille van bepaalde redenen, niet met ‘meegroeiverlichting’ kunnen uitgevoerd worden, zullen alsnog van verlichting voorzien worden zoals bepaald in het lastenkohier. Zie hiervoor III.2.4.3 en volgende.

-Alle ornamenten dienen 10 cm lager gemonteerd te worden t.o.v. de overspanningskabel. Dit om de impact van deze ornamenten te vergroten.

 

Bij gebreke hieraan te voldoen zal MK Illumination Belgium een forfaitaire vergoeding verschuldigd zijn aan de stad Lier, ten bedrage van 1.000,00 EUR per kalenderdag vertraging of niet-conformering van gebrekkige uitvoering. Deze vergoeding zal opeisbaar zijn naast de eventuele vergoedingen in de opdrachtdocumenten bepaald.

 

b.Bijkomende uitvoering

 

MK Illumination Belgium zal voor de resterende duur van de opdracht voorzien in bijkomende uitvoering, naast diegene die is bepaald in de opdrachtdocumenten.

 

Er kan als volgt worden bepaald:

-De bomen aan de Schapenkoppenstraat (8 in totaal) zullen voor de resterende duur van het contract kosteloos voorzien worden van minimum 900 LED-minilampjes per boom. De stad Lier staat ook hier – in de mate van het mogelijke – meegroeiverlichting toe.

-Drie extra kerstbomen (door de stad Lier geleverd en geplaatst) dienen voorzien te worden van minimum 1000 LED-minilampjes per boom. De locaties van deze bomen zijn: Koningshooikt, Leopoldplein en Kartuizersvest. De bomen zullen niet hoger zijn dan 5 meter. MK Illumination Belgium zal gerechtigd zijn hiervoor jaarlijks bijkomend €2.500,00, exclusief BTW aan te rekenen aan de stad Lier.

 

c.Geen vertragingsboetes

 

De stad Lier zal voor de periode tot aan de ondertekening van deze dading geen vertragingsboetes of andere boetes in rekening brengen. De stad Lier is geen boetes of schadevergoedingen verschuldigd aan MK Illumination Belgium met betrekking tot elementen zoals ze zich hebben voorgedaan voor de ondertekening van de dading.

 

Artikel 3De beëindiging van het geschil

 

De partijen erkennen dat huidige dading onherroepelijk is en definitief een einde stelt aan voormeld geschil tussen de partijen. Huidige dading geldt tot slot van alle rekeningen – alles inbegrepen, niets uitgezonderd noch voorbehouden, huidige en toekomstige, zekere en onzekere betwistingen – ter regeling van dit tussen partijen gerezen geschil.

 

Partijen dragen zelf hun eigen gerechts- en advocatenkosten die hierop betrekking hebben.

 

Artikel 4Algemene bepalingen

 

4.1 Titels en hoofdingen

 

De titels en hoofdingen die in de dading voorkomen zijn louter indicatief en drukken niet de overeenkomst van de partijen uit. Hiermee zal geen rekening worden gehouden voor de interpretatie van de bepalingen van de dading.

 

4.2. Kracht van gewijsde, dwaling, benadeling, bedrog en geweld

 

De dading maakt een dading uit in de zin van de artikelen 2044 e.v. van het Burgerlijk Wetboek, en heeft aldus kracht van gewijsde tussen de partijen in hoogste aanleg.

 

De partijen sluiten de dading met vrije en volledige toestemming, zonder behept te  zijn met enige mate of vorm van dwaling, benadeling, bedrog of geweld. Zij zullen zich niet kunnen verzetten tegen de uitvoering ervan op basis van dwaling in rechte of in feite, of van benadeling, bedrog of geweld. Evenmin kunnen zij de ontbinding, vernietiging of enige andere vorm van beëindiging vorderen van de dading op basis van dwaling in rechte of in feite of van benadeling, bedrog of geweld. Iedere partij is genoegzaam bekend met de aangehaalde feiten, met de feiten van en de  personen betrokken bij de hoger genoemde betwisting, en met het toepasselijke recht.

 

De dading kan niet worden vernietigd wegens het eventueel aangaan ervan ter uitvoering van een titel die nietig was. Ze kan evenmin worden vernietigd omdat de dading werd aangegaan op grond van stukken die naderhand vals bevonden zijn, omdat het betrokken geding reeds beëindigd was door een beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, of omdat uit naderhand ontdekte titels blijkt dat één der partijen niet het minste recht had op het voorwerp van de dading.

 

4.3. De volledigheid, wijziging en verzaking

 

De dading omvat volledig hetgeen tussen de partijen is overeengekomen en heeft voorrang op iedere voorafgaande schriftelijke of mondelinge, uitdrukkelijke of impliciete overeenkomst of afspraak in welke vorm ook met betrekking tot de betwistingen. Voor de interpretatie van de dading zullen de partijen zich baseren op de bewoordingen ervan.

 

Elke wijziging of aanvulling van de dading gebeurt uitsluitend schriftelijk. Een gebeurlijke verzaking aan één of meerdere rechten uit de dading kan uitsluitend schriftelijk en uitdrukkelijk plaatsvinden. Wijzigingen, aanvullingen of verzakingen kunnen aan de partijen slechts worden tegengeworpen mits zij door alle partijen ondertekend zijn.

 

4.4. Inwerkingtreding en uitvoering te goeder trouw

 

De dading treedt slechts in werking na ondertekening door alle partijen. De partijen voeren de dading vervolgens te goeder trouw uit.

 

4.5.Toepasselijk recht en rechtsbevoegdheid

 

De dading wordt beheerst door en zal geïnterpreteerd worden volgens het Belgische recht.

 

Ingeval van betwistingen voortvloeiend uit of in verband met de dading en de uitvoering daarvan, zullen de partijen op ernstige wijze proberen in der minne tot een regeling te komen. Indien niettegenstaande dergelijke inspanningen, geen minnelijke regeling kan worden bereikt, zal elk geschil voortvloeiend uit of in verband met de dading en de uitvoering daarvan, tot de exclusieve bevoegdheid van de hoven en rechtbanken bevoegd voor het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, afdeling Mechelen, behoren.

 

 

Bijlagen:

1 Overzicht overspanningen en bomen

 

 

Opgemaakt te Lier op X in 2 exemplaren, waarvan elke partij er één te hebben ontvangen,

 

 

Voor de STAD LIER

 

De burgemeester, Frank Boogaerts De stadssecretaris, Katleen Janssens

 

 

 

 

Voor MK ILLUMINATION BELGIUM BVBA

 

De zaakvoerder, Johan Boyen

 

 

Adviezen

Gunstig advies vanuit de administratieve diensten van de stad Lier.
De dading werd opgesteld in overleg met de juridische dienst, het departement infrastructuur, het team cultuur en evenementen en MK Illumination bvba.

 

Juridische grond

Wet op de overheidsopdrachten
De artikelen 2044 e.v. van het Burgerlijk Wetboek

 

Argumentatie

De stad Lier kreeg van haar inwoners positieve commentaar op de nieuwe kerstverlichting. In het bijzonder voor wat betreft het stadhuis. De uitvoering verliep echter moeizaam. Bovendien was er geen eensgezindheid over bepaalde elementen in de uitvoering.
Om te vermijden dat de discussie ook de volgende jaren opnieuw zou oplaaien werd voorgesteld om met een dading enerzijds compensatie te vragen voor de laattijdige en moeilijke uitvoering van de opdracht en anderzijds voor de volgende jaren duidelijkheid te verschaffen over de uitvoering.
De dading lijkt een billijke overeenkomst waar beide partijen zich in kunnen vinden.  

 

Financiële weerslag

Voor de bijkomende kost (zie dading) van 3025 euro (incl btw) is een budgetwijziging nodig.
Voor de uitbetaling van de factuur voor de uitvoering in 2015 werd het budget voorzien in 2015 maar niet uitgegeven. Op voorstel van de financieel beheerder zullen de nodige middelen opnieuw voorzien worden bij de eerstvolgende budgetwijziging zodat er nog voldoende budget is voor de uitvoering van 2016.  

 

Actienummer

Omschrijving actie

6.6.3.1

 

Organisatie Winter in Lier

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Yahya Degirmenci

13 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jan Hermans, Marcel Taelman, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Ella Cornelis, Memet Cinar, Katrien Vanhove, Olivier Peeters en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 13 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De Gemeenteraad beslist goedkeuring te geven aan de dading tussen de stad Lier en MK Illumination bvba.
 

DADING

 

Tussen

 

 

De STAD LIER, met kantoren te Paradeplein 2 bus 1, 2500 Lier

 

Rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, Frank Boogaerts, en de stadssecretaris, Katleen Janssens

 

 

MK ILLUMINATION BELGIUM BVBA, met maatschappelijke zetel te Haspengouwlaan (Horpm.) 18, 3870 Heers en KBO-nummer 0462.177.779

 

Rechtsgeldig vertegenwoordigd door de zaakvoerder, Johan Boyen

 

 

De partijen worden hierna gezamenlijk de ‘partijen’ genoemd en afzonderlijk de ‘partij’.

 

 

Voorafgaandelijk wordt als volgt gesteld

 

Tussen de partijen is een discussie gerezen omtrent de uitvoering van de overheidsopdracht ‘Leveren, plaatsen en stockeren van kerstverlichting in de Lierse binnenstad en Koningshooikt voor een periode van vijf opeenvolgende jaren (2015-2019)’, waarvan het bestek referentie ‘2015/273’ draagt.

 

Bij de uitvoering van de opdracht in de periode rond Kerstmis 2015 was er in het bijzonder onenigheid omtrent de tijdigheid van de uitvoering, evenals de conformiteit van de uitvoering met de opdrachtdocumenten. Door de stad Lier werd daarover op 23 december 2015 een proces-verbaal van ingebrekestelling opgesteld.

 

Partijen zijn daarop in onderhandeling getreden. Met huidige dading in de zin van de artikelen 2044 e.v. van het Burgerlijk Wetboek wensen de partijen hoger vermeld tussen hen bestaand geschil definitief te beëindigen.

 

Ze doen hiervoor wederzijdse toegevingen, zonder enige nadelige erkentenis en zonder aanvaarding van eigen schuld of fout of van de gegrondheid van de aanspraken van de andere partij.

 

 

Aldus wordt overeengekomen

 

Artikel 1Draagwijdte van huidige dading

 

Deze dading betreft enkel een regeling tussen de partijen met betrekking tot het voormelde geschil aangaande de tijdigheid en conformiteit van de uitvoering van de gestelde overheidsopdracht in de periode rond Kerstmis 2015. Zij doet op geen enkele wijze afbreuk aan eventuele andere geschillen tussen de partijen.

 

Artikel 2Regeling tot slot van alle rekeningen

 

a.Uitvoering zoals bepaald in de opdrachtdocumenten

 

MK Illumination Belgium zal bij de verdere uitvoering van de overheidsopdracht bijzondere aandacht besteden aan de tijdigheid van de uitvoering, evenals aan de conformiteit van haar uitvoering met het bestek en haar offerte.

 

Daarbij zal zij in het bijzonder aandacht besteden aan:

-Tijdige uitvoering van de werken zowel in de stad Lier als in deelgemeente Koningshooikt. Hiervoor zal MK een planning opstellen in juli 2016 welke door de stad Lier zal goedgekeurd worden en bevestigd met de nodige toelatingen voor eind september 2016.

-Uitvoering zoals bepaald in het lastenkohier en zoals was voorgesteld in de offerte (ref. bijlage).

-Wat betreft het project Boomverlichting staat de stad Lier een aanpassing van het lastenkohier toe. De bomen op De Werf, het Zimmerplein en de Grote Markt mogen uitgevoerd worden met ‘meegroeiverlichting’. Dit evenwel in samenspraak met de groendienst. Bomen die, omwille van bepaalde redenen, niet met ‘meegroeiverlichting’ kunnen uitgevoerd worden, zullen alsnog van verlichting voorzien worden zoals bepaald in het lastenkohier. Zie hiervoor III.2.4.3 en volgende.

-Alle ornamenten dienen 10 cm lager gemonteerd te worden t.o.v. de overspanningskabel. Dit om de impact van deze ornamenten te vergroten.

 

Bij gebreke hieraan te voldoen zal MK Illumination Belgium een forfaitaire vergoeding verschuldigd zijn aan de stad Lier, ten bedrage van 1.000,00 EUR per kalenderdag vertraging of niet-conformering van gebrekkige uitvoering. Deze vergoeding zal opeisbaar zijn naast de eventuele vergoedingen in de opdrachtdocumenten bepaald.

 

b.Bijkomende uitvoering

 

MK Illumination Belgium zal voor de resterende duur van de opdracht voorzien in bijkomende uitvoering, naast diegene die is bepaald in de opdrachtdocumenten.

 

Er kan als volgt worden bepaald:

-De bomen aan de Schapenkoppenstraat (8 in totaal) zullen voor de resterende duur van het contract kosteloos voorzien worden van minimum 900 LED-minilampjes per boom. De stad Lier staat ook hier – in de mate van het mogelijke – meegroeiverlichting toe.

-Drie extra kerstbomen (door de stad Lier geleverd en geplaatst) dienen voorzien te worden van minimum 1000 LED-minilampjes per boom. De locaties van deze bomen zijn: Koningshooikt, Leopoldplein en Kartuizersvest. De bomen zullen niet hoger zijn dan 5 meter. MK Illumination Belgium zal gerechtigd zijn hiervoor jaarlijks bijkomend €2.500,00, exclusief BTW aan te rekenen aan de stad Lier.

 

c.Geen vertragingsboetes

 

De stad Lier zal voor de periode tot aan de ondertekening van deze dading geen vertragingsboetes of andere boetes in rekening brengen. De stad Lier is geen boetes of schadevergoedingen verschuldigd aan MK Illumination Belgium met betrekking tot elementen zoals ze zich hebben voorgedaan voor de ondertekening van de dading.

 

Artikel 3De beëindiging van het geschil

 

De partijen erkennen dat huidige dading onherroepelijk is en definitief een einde stelt aan voormeld geschil tussen de partijen. Huidige dading geldt tot slot van alle rekeningen – alles inbegrepen, niets uitgezonderd noch voorbehouden, huidige en toekomstige, zekere en onzekere betwistingen – ter regeling van dit tussen partijen gerezen geschil.

 

Partijen dragen zelf hun eigen gerechts- en advocatenkosten die hierop betrekking hebben.

 

Artikel 4Algemene bepalingen

 

4.1 Titels en hoofdingen

 

De titels en hoofdingen die in de dading voorkomen zijn louter indicatief en drukken niet de overeenkomst van de partijen uit. Hiermee zal geen rekening worden gehouden voor de interpretatie van de bepalingen van de dading.

 

4.2. Kracht van gewijsde, dwaling, benadeling, bedrog en geweld

 

De dading maakt een dading uit in de zin van de artikelen 2044 e.v. van het Burgerlijk Wetboek, en heeft aldus kracht van gewijsde tussen de partijen in hoogste aanleg.

 

De partijen sluiten de dading met vrije en volledige toestemming, zonder behept te  zijn met enige mate of vorm van dwaling, benadeling, bedrog of geweld. Zij zullen zich niet kunnen verzetten tegen de uitvoering ervan op basis van dwaling in rechte of in feite, of van benadeling, bedrog of geweld. Evenmin kunnen zij de ontbinding, vernietiging of enige andere vorm van beëindiging vorderen van de dading op basis van dwaling in rechte of in feite of van benadeling, bedrog of geweld. Iedere partij is genoegzaam bekend met de aangehaalde feiten, met de feiten van en de  personen betrokken bij de hoger genoemde betwisting, en met het toepasselijke recht.

 

De dading kan niet worden vernietigd wegens het eventueel aangaan ervan ter uitvoering van een titel die nietig was. Ze kan evenmin worden vernietigd omdat de dading werd aangegaan op grond van stukken die naderhand vals bevonden zijn, omdat het betrokken geding reeds beëindigd was door een beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, of omdat uit naderhand ontdekte titels blijkt dat één der partijen niet het minste recht had op het voorwerp van de dading.

 

4.3. De volledigheid, wijziging en verzaking

 

De dading omvat volledig hetgeen tussen de partijen is overeengekomen en heeft voorrang op iedere voorafgaande schriftelijke of mondelinge, uitdrukkelijke of impliciete overeenkomst of afspraak in welke vorm ook met betrekking tot de betwistingen. Voor de interpretatie van de dading zullen de partijen zich baseren op de bewoordingen ervan.

 

Elke wijziging of aanvulling van de dading gebeurt uitsluitend schriftelijk. Een gebeurlijke verzaking aan één of meerdere rechten uit de dading kan uitsluitend schriftelijk en uitdrukkelijk plaatsvinden. Wijzigingen, aanvullingen of verzakingen kunnen aan de partijen slechts worden tegengeworpen mits zij door alle partijen ondertekend zijn.

 

4.4. Inwerkingtreding en uitvoering te goeder trouw

 

De dading treedt slechts in werking na ondertekening door alle partijen. De partijen voeren de dading vervolgens te goeder trouw uit.

 

4.5.Toepasselijk recht en rechtsbevoegdheid

 

De dading wordt beheerst door en zal geïnterpreteerd worden volgens het Belgische recht.

 

Ingeval van betwistingen voortvloeiend uit of in verband met de dading en de uitvoering daarvan, zullen de partijen op ernstige wijze proberen in der minne tot een regeling te komen. Indien niettegenstaande dergelijke inspanningen, geen minnelijke regeling kan worden bereikt, zal elk geschil voortvloeiend uit of in verband met de dading en de uitvoering daarvan, tot de exclusieve bevoegdheid van de hoven en rechtbanken bevoegd voor het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, afdeling Mechelen, behoren.

 

 

Bijlagen:

1 Overzicht overspanningen en bomen

 

 

Opgemaakt te Lier op X in 2 exemplaren, waarvan elke partij er één te hebben ontvangen,

 

 

Voor de STAD LIER

 

De burgemeester, Frank Boogaerts De stadssecretaris, Katleen Janssens

 

 

 

 

Voor MK ILLUMINATION BELGIUM BVBA

 

De zaakvoerder, Johan Boyen

 

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

6.6.3.1

Huur technische benodigdheden

52000

52000

Budgetsleutel

0719/61415000

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ SV2016/70 WOONKOMFORT NV, BIJ  WIJZIGING VAN DE OMGEVINGSAANLEG VAN EEN REEDS VERGUND WOONPROJECT, OGEZLAAN 49 EN OGEZLAAN 49C, (AFD. 3) SECTIE F 286 H8, (AFD. 3) SECTIE F 286 V9 EN (AFD. 3) SECTIE F 286 B9.

VASTSTELLEN ROOILIJN

 

MOTIVERING

VOORGESCHIEDENIS

Het betreft een gebouw waarvoor op 27/02/2014 bij de deputatie een stedenbouwkundige vergunning werd bekomen voor het slopen van een bouwvallig pand + bouwen van 7 appartementen met dossiernr. 2013/153.

 

Nadien werd op het oostelijke aanpalend perceel  volgende stedenbouwkundige vergunning afgeleverd:

2014/278 – slopen van een bestaand vervallen magazijn en bouwen van 5 appartementen -20/4/2015.

 

FEITEN EN CONTEXT

Er werd een stedenbouwkundige aanvraag 2016/70 ingediend door WOONKOMFORT NV voor wat betreft wijziging van de omgevingsaanleg van een reeds vergund woonproject, gelegen Ogezlaan 49 en 49C.

Deze voorziet het volgende:

 

Er wordt een wijziging voorzien van de omgevingsaanleg, met de aanleg van wegenis en groen, een nieuwe rooilijn en gratis grondafstand voor het openbaar maken van de publieke zone.

Op het private deel moet een doorgang voorzien worden tussen de Dungelhoeffsite en de Ogezlaan, bestemd voor voetgangers en fietsers.

 

De aanvraag betreft een vaststelling van rooilijn tussen de gebouwen. Het rooilijnplan is opgemaakt door  landmeetkundig buro Ooms dd18/02/2016 en heeft dossiernr 14.0900.

Een belofte van gratis grondafstand is toegevoegd in de aanvraag. De grondafstand bedraagt 332,59m².

 

JURIDISCHE BEPALINGEN

De aanvraag wordt behandeld in toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering in zitting van 27 maart 2009, 3 april 2009, 24 april 2009 en latere wijzigingsdecreten.

 

Zaak der Wegen

 

Art. 4.2.25. Als de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

Als de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid had, maar geen beslissing heeft genomen over de zaak van de wegen, roept de provinciegouverneur op verzoek van de deputatie of de Vlaamse Regering, de gemeenteraad samen. De gemeenteraad neemt een beslissing over de zaak van de wegen en deelt die beslissing mee binnen een termijn van zestig dagen vanaf de samenroeping door de provinciegouverneur.]

De gemeentelijke wegenis valt onder de in artikel 42 van het Gemeentedecreet bepaalde volheid van bevoegdheid van de gemeenteraad om alle aangelegenheden van gemeentelijk belang te regelen.  Onder de ‘zaak der wegen’ wordt verstaan het bepalen van het tracé en de uitrusting van de aan te leggen of te wijzigen wegen: rooilijnen, rijbanen, voetpaden, aanplanting, openbare nutsvoorzieningen…

In dit geval werd in de gemeenteraad van 27 juni 2016 voorgelegd en goedgekeurd:

1/Vaststelling van de rooilijn en grondafstand door stedenbouw

2/Wegenis- en rioleringsdossier door technisch bureau

 

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

1. Stedenbouwkundige bepalingen

1.1. Ruimtelijke Uitvoeringsplannen

1.1.1. Kleinstedelijk gebied Lier

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtings-voorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

Het perceel is bovendien gelegen binnen de grenzen van het RUP “Dungelhoeff”, goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincieraad in zitting van 17 september 2009. Het ligt in de zone voor stedelijk wonen WO1.

 

De voorgelegde aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP.

 

De ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) zijn volgens artikel 7.4.5. van de Vlaamse Codex, gewestplan vervangend voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.  De bepalingen van het gewestplan zijn hier dus niet langer van toepassing.

 

 

1.2. Plannen van Aanleg

 

De voorgelegde aanvraag heeft een openbare nutsfunctie.

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

 

1.2.1 Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg

1.2.2.  Verkavelingen

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

De beoordeling van de stedenbouwkundige en ruimtelijke impact gebeurt in het stedenbouwkundig dossier dat positief verloopt.

 

2. In te winnen adviezen

2.1. Verplichte adviezen

Volgens artikel 4.7.16. van de Vlaamse Codex wijst de Vlaamse regering de instanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.  Deze adviezen hebben de gevolgen als omschreven in artikel 4.3.3 en 4.3.4.  In voorkomend geval sorteren zij ook de gevolgen als bepaald in artikel 4.4.6., eerste lid, van deze codex of in artikel 11 § 4, vierde lid, van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten.

Uit  nazicht van betreffende artikel blijkt dat voor deze stedenbouwkundige aanvraag geen enkel verplicht advies moet worden gevraagd.

 

2.2. Andere adviezen

Cel Publieke Ruimte ( grotere projecten met toekomstige publieke ruimte,…)

Cel Mobiliteit (ontstaan van conflictsituaties voor op- en afrijden van percelen, nieuwe toegangswegen)

 

2.3. Behandeling van de andere adviezen

Het advies van Cel Publieke Ruimte werd ontvangen op datum 30 mei 2016 en luidt als volgt:

Impact project op publiek ruimtegebruik

De aanvraag betreft het beperkt wijzigen van de terreinaanleg van de wegenis naar de twee reeds opgerichte appartementsgebouwen. De voorgestelde rooilijn en de over te dragen oppervlakte maakt het mogelijk een fiets- en voetgangersdoorsteek tussen de Ogezlaan en de Dungelhoeff te voorzien, zoals deze in het RUP Dungelhoeff werd opgelegd.

 

Impact op herinrichting publieke ruimte

De inrichting moet gebeuren op kosten van de aanvrager, waarbij het studieontwerp in opdracht van de stad wordt uitgevoerd en goed bevonden.

 

Conclusie: gunstig onder volgende lasten:

* de bouwheer/aanvrager moet het gedeelte binnen de rooilijn (332,59m²) vrij, zuiver en onbelast aan de stad afstaan;

* de kosten die voor deze grondoverdracht vereist zijn, vallen volledig ten laste van de bouwheer/aanvrager.

 

Het standpunt van Cel Publieke Ruimte wordt bijgetrede.  De volgende last zal worden opgelegd in de vergunning:

* de bouwheer/aanvrager moet het gedeelte binnen de rooilijn (332,59m²) vrij, zuiver en onbelast aan de stad afstaan;

* de kosten die voor deze grondoverdracht vereist zijn, vallen volledig ten laste van de bouwheer/aanvrager.

 

 

Cel Mobiliteit  bracht nog geen advies uit op 30/5/2016.

 

3.Openbaar onderzoek

3.1. Decretale bepalingen

Volgens artikel 4.7.15 §1 van de Vlaamse Codex bepaalt de Vlaamse Regering welke vergunningsaanvragen onderworpen zijn aan een openbaar onderzoek, onverminderd artikel 4.4.1, eerste lid.  Aanvragen voor een vergunning waarvoor een milieueffectenrapport moet worden opgemaakt, zijn ten allen tijde aan een openbaar onderzoek onderworpen.  Hetzelfde geldt voor vergunningsaanvragen op grond van artikel 4.4.6, artikel 4.4.10 tot en met 4.4.23, en artikel 4.4.26 §2.

4.7.15 §2. Het openbaar onderzoek duurt dertig dagen.  Iedereen kan gedurende deze termijn schriftelijke en mondelinge bezwaren en technische opmerkingen indienen.

Aanvragen waarvoor de toepassing is vereist van de artikelen

4.4.7 handelingen van algemeen belang

van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moeten worden onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen  dd 08/05/2009 Art .9.

§ 2. Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan aan een openbaar onderzoek

Een openbaar onderzoek werd gehouden van  25/4/2016 tot 24/5/2016

 

3.2. Proces-verbaal van sluiting

Tijdens de looptijd van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.

 

 

ALGEMENE CONCLUSIE EN ADVIES GEMEENTELIJK STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse Codex kan een gunstig advies gegeven worden en kan de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd worden onder volgende voorwaarden:

De akte van grondafstand moet worden verleden vooraleer er met uitvoering van werken mag worden begonnen.

De gronden welke binnen de rooilijn vallen vastgesteld door GR, op datum van  27 juni  2016 moeten gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager.

 

En volgende lasten :

* de bouwheer/aanvrager moet het gedeelte binnen de rooilijn (332,59m²) vrij, zuiver en onbelast aan de stad afstaan;

* de kosten die voor deze grondoverdracht vereist zijn, vallen volledig ten laste van de bouwheer/aanvrager.

 

Stemming

 

26 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

4 onthoudingen: Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de rooilijn vast te stellen bij de stedenbouwkundige aanvraag op naam van WOONKOMFORT NV. 2016/70, voor wijziging van de omgevingsaanleg van een reeds vergund woonproject, Ogezlaan 49 en Ogezlaan 49C, (afd. 3) sectie F 286 H8, (afd. 3) sectie F 286 V9 en (afd. 3) sectie F 286 B9, volgens het plan ‘rooilijnplan opgemaakt door  landmeetkundig buro Ooms dd18/02/2016, met dossiernr 14.0900, plan nr 01.0. met gratis grondafstand van 332,59m², mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

 

De akte van grondafstand moet worden verleden vooraleer er met uitvoering van werken mag worden begonnen.

De gronden welke binnen de rooilijn vallen vastgesteld door de gemeenteraad, op 27 juni 2016 moeten gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan. en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager.

En volgende lasten :

De bouwheer/aanvrager moet het gedeelte binnen de rooilijn (332,59m²) vrij, zuiver en onbelast aan de stad afstaan;

De kosten die voor deze grondoverdracht vereist zijn, vallen volledig ten laste van de bouwheer/aanvrager.

 

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

1

1

patrimonium

technisch bureau

stedenbouw

 

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

stedenbouw

patrimonium

uittreksel gemeenteraad versturen

opvolgen akte grondafstand

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

OGEZLAAN 49A, 49B EN 49C. WEGENISONTWERP. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Studiebureau S.Bilt heeft een ontwerp (in bijlage) opgemaakt voor het woonproject Ogezlaan 49A, 49B en 49C.

 

Feiten en context

Het ontwerp voorziet de aanleg van wegen en riolering voor het openbaar domein Ogezlaan 49A, 49B en 49C.

Er wordt een gescheiden rioleringstelsel aangelegd.

De rijweg wordt uitgevoerd in betonstraatstenen 220/110/100 op een fundering van 20 cm schraal beton en een onderfundering type II van 20 cm. De goot wordt eveneens in betonstraatstenen uitgevoerd.

Boven de garage wordt een lijnafwatering geplaatst, en wordt er onder de onderfundering een drainagemat voorzien.

In de muur tussen de verkaveling en de 'politieweg' wordt een doorgang gemaakt voor fietsers

en voetgangers. Om fietsers af te remmen bij het oprijden van de 'politieweg', worden barrières voorzien (sas).

 

Juridische grond

De gemeenteraad is bevoegd om te beslissen over de zaak van de wegen op grond van artikel 2 en 42 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005.

Onder de 'zaak der wegen' wordt verstaan het bepalen van het tracé en de uitrusting van de aan te leggen of te wijzigen wegen : rooilijnen, rijbanen, voetpaden, aanplanting, openbare nutsvoorzieningen.

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (4 april 2015), art. 4.2.2 en de bijhorende toelichtingsnota.

 

 

Stemming

 

26 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

4 onthoudingen: Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het ontwerp van de wegenisaanleg Ogezlaan 49A, 49B en 49C te Lier  goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

BELEIDSPLAN PAROCHIEKERKEN LIER-KONINGSHOOIKT. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

28/9/2011: ontvangst omzendbrief minister Bourgeois met oproep aan steden en gemeenten tot opmaken van een beleidsplan over de toekomst van de huidige parochiekerken.

GR 17/12/2013: CKB Lier - Goedkeuring budgetten 2014 en Meerjarenplan 2014-2019 kerkfabrieken Lier en Koningshooikt.

CBS 15/12/2014: Goedkeuring beleidsplan 2014-2019 parochiekerken Lier en Koningshooikt

GR 26/01/2015: Goedkeuring beleidsplan 2014-2019 parochiekerken Lier en Koningshooikt

20/05/2016: brief van Johan Bonny, bisschop van Antwerpen: akkoord met voorgesteld beleidsplan.

 

Feiten en context

In de brief van Johan Bonny, bisschop van Antwerpen, wordt naast de goedkeuring van het voorliggende beleidsplan 2014-2019 voor de parochiekerken van Lier en Koningshooikt, tevens een uitnodiging aan de stad geformuleerd om vanaf het begin van volgend kalenderjaar in overleg met het bisschoppelijk vicariaat en de diensten van het vicariaat Kempen, te beginnen met de opmaak van een nieuw parochiekerkenplan volgens het voorgestelde stappenplan.

 

 

Argumentatie

Om het nieuwe parochiekerkenplan voor de volgende periode (2020-2025) voor te bereiden is het noodzakelijk om tijdig in overleg te gaan met bevoegde diensten en personen. De bisschop raadt aan om de voorbereidingen op te starten vanaf volgend kalenderjaar (2017). Hiertoe dient overleg georganiseerd tussen de stad, de bisschoppelijk  vicaris,  de diensten van het vicariaat Kempen en de afgevaardigden van het Centraal Kerkbestuur Lier om tot een werkbare planning te komen.

 

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Yahya Degirmenci

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

7 onthoudingen: Freddy Callaerts, Jan Hermans, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Memet Cinar, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het akkoord van Johan Bonny, bisschop van Antwerpen met het voorliggende parochiekerkenplan 2014-2019 voor Lier en Koningshooikt.

 

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist op aanraden van de bisschop om vanaf het begin van het volgend kalenderjaar te starten met de voorbereidingen van het volgend parochiekerkenplan (2020-2025) en hiertoe overleg te organiseren tussen de stad, de bisschoppelijk vicaris, de diensten van het vicariaat Kempen en de afgevaardigden van het Centraal Kerkbestuur te Lier.

 

 

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

3

Centraal kerkbestuur (Jan Siebens), Bisschoppelijk vicaris (Wim Selderslaghs), pastoor-deken (Jan Verheyen)

 

Opdrachten :

De gemeenteraad geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

PRINCIPIËLE TOEKENNING STRAATNAAMWIJZIGING VAN KARDINAAL MERCIERPLEIN NAAR FILIPS EN JOHANNAPLEIN. PRINCIPIËLE GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 30 mei 2016 beslist de gemeenteraad de naam van het “Kardinaal Mercierplein” te veranderen in “Filips en Johannaplein” met ingang van januari 2017.

De gemeenteraad beslist eveneens dat de stad een procedure laat voorzien die bewoners en op het plein gevestigde verenigingen, VZW’s en bedrijven zo weinig mogelijk administratieve verplichtingen te geven ten gevolge van deze naamsverandering. Onvermijdbare administratieve kosten dienen eveneens vergoed te worden.

 

Feiten en context

De procedure voor de straatnaamswijziging is als volgt:

         vaststellen van noodzaak van naam van een straat

         Overmaken van vraag aan cultuurraad

         Formuleren van voorstel door cultuurraad binnen de 30 dagen

         College beslist over voorlopige naam

         Voorlopige aanvaarding van naam door gemeenteraad

         Organiseren van openbaar onderzoek (gedurende 30 dagen) door:

a.aanschrijven betrokkenen (aanwonenden 18+ en alle eigenaars woonachtig in België)

b.aanplakking (bv aan gemeentehuis en onder de bestaande straatnaamborden)

c.adviesvraag aan gemeentelijke cultuurraad en

d.Het advies van de Koninklijke Vlaamse Commissie voor Advies voor Plaatsnaamgeving (KCAP) is niet meer nodig

         Behandelen van de bezwaren

         Definitieve beslissing door gemeenteraad

         Informeren van de bevoegde diensten (bv Post, AAPD, (kadaster), Brandweer, Politie, Rijksregiser, nutsmaatschappijen)

 

Het is raadzaam om deze laatste fase één jaar na de definitieve goedkeuring door de gemeenteraad uit te voeren. Op die manier hebben de hulpdiensten voldoende tijd om de nodige aanpassingen te doen en kunnen zelfstandige ondernemers en inwoners hun promotiematerialen en drukwerken opwerken.

Hierdoor zal de vooropgestelde datum van 1 januari 2017 dus moeilijk haalbaar zijn.

 

Het college nam op 13 juni 2016 kennis van de voorlopige aanvaarding van naamswijziging Kardinaal Mercierplein naar Filips en Johannaplein en besliste dit te verzenden naar de gemeenteraad.

Volgende procedurestap is thans de principiële toekenning van de straatnaam door de gemeenteraad, daarna wordt het openbaar onderzoek opgestart.

 

Fasering

Principiële toekenning van voorlopige straatnaam

30/05/2016

Advies cultuurraad

09/06/2016

Principiële toekenning van de straatnaam door het college na advies Cultuurraad

13/06/2016

Principiële toekenning van de straatnaam door de gemeenteraad na advies Cultuurraad

27/06/2016

Openbaar onderzoek (gedurende 30 dagen) + advies Toponymische commissie - Erfgoedraad en communicatie aan bewoners van Kardinaal Mercierplein

 

PV van sluiting van openbaar onderzoek door het college en verzending van het dossier naar de gemeenteraad

 

Definitieve toekenning van de straatnaamwijziging door de gemeenteraad

 

Effectieve aanpassing van huisnummers, straatnamen en identiteitsdocumenten

 

 

Adviezen

Advies Koepel van het Liers Cultuurbeleid:

De Koepel van het Liers cultuurbeleid heeft, op uitdrukkelijke vraag van het CBS, in zijn vergadering van 8 juni 2016 een agendapunt over een naamswijziging van het Kardinaal Mercierplein toegevoegd en besproken met als doel een voorafgaand advies aan het CBS te formuleren.

 

Aanleiding daartoe is de beslissing van de Gemeenteraad op 30 mei 2016 om met ingang van 1 januari 2017 de huidige naam ‘Kardinaal Mercierplein’ te veranderen in ‘Filips en Johannaplein’.

De procedure om een nieuwe straatnaam toe te kennen of een bestaande te wijzigen is decretaal verankerd (zie het Decreet van 28 januari 1977, en latere wijzigingen, tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen). Die procedure is door de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) in het document Straatnaamgeving en Huisnummering uitgeschreven. Overeenkomstig dat document is voor de wijziging van een bestaande straatnaam de werkwijze als volgt:

 

Te volgen procedure bij een volledige wijziging van een bestaande straatnaam.

1.Vaststellen van noodzaak van naam van een straat

2.Overmaken van vraag aan cultuurraad. Het is niet verplicht om voorafgaandelijk advies te vragen aan de cultuurraad, wel gebruikelijk. Bovendien zal het latere advies dan ook vlotter kunnen worden verleend of zelfs maar een formaliteit zijn.

3.Formuleren van voorstel door cultuurraad

4.College beslist over voorlopige naam

5.Voorlopige aanvaarding van naam door gemeenteraad

6.Organiseren van openbaar onderzoek (30 dagen) door:

a.aanschrijven betrokkenen (aanwonenden 18+ en alle eigenaars woonachtig in België)

b.aanplakking (bv aan gemeentehuis en onder de bestaande straatnaamborden (zie ook de opmerkingen over de aanplakking onder 3.3))

c.adviesvraag aan gemeentelijke cultuurraad en

d.Het advies van de KCAP is niet meer nodig (zie eerder onder het kiezen van een nieuwe naam)

7.Behandelen van de bezwaren

8.Definitieve beslissing door gemeenteraad

9.Informeren van de bevoegde diensten (bv Post, AAPD, (kadaster), Brandweer, Politie, Rijksregister, nutsmaatschappijen

 

De beslissing van de GR op 30 mei 2016 stemt overeen met punt 8 van de procedure. Gezien de voorgaande decretaal vastgelegde stappen zijn overgeslagen, wijst de Koepel erop dat een procedurefout gemaakt is en voornoemde gemeenteraadsbeslissing, naar zijn inzicht, bijgevolg ongeldig is.

 

Ondanks voorgaande vaststelling wil de Koepel op de vraag van het CBS om een voorafgaand advies over een naamswijziging ingaan en zo op een constructieve wijze aan dit dossier meewerken.

 

Conform het decreet start de procedure van een straatnaamwijziging met de vaststelling van de noodzaak van die wijziging. Het decreet werd immers door de wetgever in het leven geroepen omdat door de fusies van gemeenten vele straatnamen meerdere malen voorkwamen en voor verwarring konden zorgen bij de hulpdiensten. Denken we bij de fusie van Lier en Koningshooikt  bijvoorbeeld aan de naam  ‘Schoolstraat’. Het is in die geest dat de wetgever in het decreet ook de mogelijkheid voorzag om een straatnaam te wijzigen.

De vraag die de Koepel zich stelt is de ‘waarom’ vraag. Welke noodzaak is er om de naam van het Kardinaal Mercierplein te wijzigen? Volgende vragen verduidelijken die vraag om noodzaak:

         Is er momenteel verwarring mogelijk met een andere straat op Liers grondgebied die eveneens de naam ‘Kardinaal Mercierplein’ draagt? Het antwoord daarop is neen.

         Is er momenteel verwarring mogelijk met een andere straat op Liers grondgebied omdat de straatnaam gedeeltelijk gelijkt op ‘Kardinaal Mercierplein’, bijvoorbeeld ‘Kardinaal Mercierstraat’. Het antwoord daarop is nogmaals neen.

De motivatie die in de Gemeenteraadsbeslissing wordt aangevoerd, bevat louter inhoudelijke argumenten met betrekking tot de figuur van Kardinaal Mercier en is zo (politiek)-ideologisch gegrond.

De Koepel spreekt zich niet uit over die motivering omdat hij zich als stedelijk adviesorgaan niet wil mengen in een (politiek)-ideologische discussie. In overeenstemming met het decreet is het aangewezen dat zulk een motivering feitelijk, objectief en ideologie-overstijgend is.

Om die reden heeft de Koepel zich enkel toegelegd op de zuivere vraag waarom, objectief gezien, een wijziging van de straatnaam ‘Kardinaal Mercierplein’ noodzakelijk zou zijn. Gezien de Koepel geen noodzaak tot naamswijziging vaststelt, adviseert de vergadering unaniem de naam ‘Kardinaal Mercierplein’ niet te wijzigen.

 

Enkele vragen en bemerkingen terzijde met betrekking tot dit onderwerp:

         De Koepel merkt op dat de straatnaamwijziging tegen alle voorgaanden in niet door het CBS werd geagendeerd, maar als toegevoegd punt op de agenda van de GR werd gezet. Analoog met het decreet en de procedure van de VVSG heeft de stad Lier haar werkwijze en die werd tot nog toe consequent toegepast.  De stedelijke procedure is geagendeerd op de vergadering van de Deelraad erfgoed en beeldende kunsten op 21 juni 2016 met de bedoeling ze voor goedkeuring in de GR aan het CBS over te maken.

         De uiterst beperkte meerderheid voor een naamswijziging binnen de GR, bereikt door een wisselmeerderheid, roept de vraag op of er voldoende maatschappelijk draagvlak is voor de voorgestelde verandering.

         Met betrekking tot de figuur van Mercier  wijst de Koepel erop dat er geen vonnis of arrest bestaat waarin de Kardinaal veroordeeld werd omwille van zijn zogenaamde anti-Vlaamse houding en het schofferen van het Vlaamse volk.

         De motivering bevat geen informatie rond de personen ‘Filips’ en ‘Johanna’, noodzakelijk om die personen te kunnen plaatsen en om later beknopt op het straatnaambord te vermelden.

         Reeds in november 2015 en februari 2016 verschenen reportages betreffende de naamswijziging in de media. De deelraad erfgoed en beeldende kunsten uitte reeds zijn bezorgdheid daarover in een brief aan het CBS (26 februari 2016): “De perscampagne die gevoerd wordt zonder dat de start van de officiële procedure is gecommuniceerd, baart de deelraad niet alleen zorgen, het is ook uitermate ongepast om de naamswijziging als een voldongen feit voor te stellen.”

Naar aanleiding van de beslissing in de Gemeenteraad van 30 mei 2016 kwam het onderwerp recent terug in de pers. Ook nu werd het als een besliste zaak gecommuniceerd.

De geciteerde reactie van de deelraad erfgoed en beeldende kunsten is momenteel opnieuw toepasselijk. Bovendien roept de herhaling van die communicatie onmiskenbaar vragen op.

 

Juridische grond

Decreet van 28 januari 1977 en latere wijzigingen, tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.

 

Argumentatie

De naamsvoorkeur zoals bepaald in art.2 van het decreet van 28 januari 1977 en latere wijzigingen dient gevolgd te worden. Namelijk;

§ 1. Bij het vaststellen van de naam van openbare wegen en pleinen of het wijzigen van deze naam wordt bij voorkeur geput uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde.

§ 2. De naam van een nog levende persoon mag niet worden gebruikt.

In aanmerking komen enkel de namen van uit historisch, wetenschappelijk of algemeen-maatschappelijk oogpunt belangrijke figuren.

Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan figuren die voor de gemeente of voor de onmiddellijke omgeving van betekenis zijn geweest.

(§ 3. De naam van een lid van de Koninklijke familie, overleden of nog in leven, mag enkel worden gebruikt, indien daartoe vooraf instemming van de Regering werd verkregen.)

 

Pas nadat toponymische of historische gegevens ontbreken, mag men aan andere naam gegevens mogelijkheden denken. Liefst een ganse wijk met gelijkaardige namen voorzien.

 

Volgens art. 2 van het decreet van 28/1/1977, § 2 wordt volgende straatnaam voorgesteld;

“Filips en Johannaplein”

 

Stemming

 

15 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Olivier Peeters

15 stemmen tegen: Walter Grootaers, Ivo Andries, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Verworpen met 15 stemmen voor - 15 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de naamswijziging van het “Kardinaal Mercierplein” naar “Filips en Johannaplein”, principieel toe te kennen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om een openbaar onderzoek in het kader van deze naamswijziging te organiseren.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

dienst stedenbouw

 

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

stedenbouw

afhandelen dossier

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 27 juni 2016

 

INTERPELLATIES

 

Interpellatie 1: van Jan Hermans (Lier & Ko) i.v.m. stedenbouwkundige verordening detailhandel

 

Op 26 mei jl. was er een publieke toelichting over de stedenbouwkundige verordening detailhandel.

Op die vergadering werden vragen gesteld over de handhaving van de verordening. Die zouden verder onderzocht worden, er zouden onderhandelingen gevoerd worden met overtreders enz.

Sommige bona fide eigenaars en huurders stellen voorafgaandelijk vragen aan de stadsdiensten en stellen dan vast dat in hun huurpand bepaalde detailhandel niet meer is toegelaten en houden zich daaraan hoewel dit serieuze financiële verliezen kan betekenen. Anderen sluiten bewust of onbewust contracten die indruisen tegen de verordening.

Het bestuur “kent” deze overtreders en gaat “in dialoog”.

Maar wat zijn daarvan de resultaten?

 

Hoeveel overtreders van de stedenbouwkundige verordening detailhandel zijn er bij het stadsbestuur en op de diensten bekend?

Welke acties zijn desbetreffende ondernomen? Sedert wanneer zijn die inbreuken er en wanneer is telkens de eerste officiële actie ondernomen? Welke timing is verder voorzien?

Heeft het stadsbestuur een plan van aanpak voor overtredingen van stedenbouwkundige aard? Welke? Is dat altijd dezelfde aanpak?

Welke publiciteit is er geweest naast de Peperbus en de vergadering van 26.05 om eigenaars van winkelpanden  en makelaars te verwittigen over de impact van deze verordening?

De minder gunstig gelegen winkelpanden lopen risico onverhuurbaar te worden gezien de beperkte vraag. Als leegstand vastgesteld wordt is er een bijkomende financiële dreiging. Overweegt het bestuur gelet op de intussen verworven praktijkervaringen enige versoepelingen desbetreffende, bv. voor uitbreiding van bestaande winkels, voor winkelpanden waarvoor heel recent een bouwvergunning bekomen is zonder de huidige beperkingen?

 

Antwoord:

ESSENTIE VERORDENING

Sta mij toe de essentie van de stedenbouwkundige verordening detailhandel hier nog even kort in herinnering te brengen.

 

In de verordening worden vier detailhandelszones afgebakend tot op het niveau van het huisnummer:

 

ZONE A: Stedelijke handelsas met kernwinkelgebied

ZONE B: Antwerpsesteenweg

ZONE C: Ring-West (Den Boom – site)

ZONE D: Koningshooikt

Per (deel)zone en per bouwlaag worden toegestane functiewijzigingen opgelijst. Voor de toepassing van deze verordening wordt er een opsplitsing gemaakt in vijf aparte hoofdfuncties:

 

(Detail)handel

Horeca

Kantoren

Commerciële diensten

Administratieve diensten

 

In het gebied buiten de detailhandelsconcentraties A, B, C en D:

 

zijn nieuwe detailhandelszaken groter dan 400 m² netto winkelvloeroppervlakte niet toegestaan;

kunnen bestaande detailhandelszaken maximaal uitbreiden tot 400 m² netto winkelvloeroppervlakte;

mogen bestaande detailhandelszaken met meer dan 400 m² netto winkelvloeroppervlakte behouden blijven met hun vergunde oppervlakte, doch mogen niet opsplitsen.

 

In het gebied buiten de detailhandelsconcentratie A:

 

is het niet toegestaan om nieuwe detailhandelszaken dan wel uitbreidingen van bestaande detailhandelszaken te voorzien die gericht zijn op de verkoop van periodieke goederen (een niet limitatieve opsomming van voorbeelden: kledij, schoenen, boeken, kleinere huishoudartikelen, …)

 

Voor de wijziging van één van de eerder vermelde hoofdfuncties in een andere hoofdfunctie is steeds een voorafgaandelijke stedenbouwkundige vergunning vereist. Slopen van een gebouw met een bestaand volume en bestaande functie met de bedoeling via nieuwbouw een nieuwe functie te voorzien, betreft eveneens een functiewijziging.

 

TIMING INWERKINGTREDING

Op 29 juni 2015 heeft de gemeenteraad van Lier de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Detailhandel’ definitief vastgesteld. Deze verordening werd ter goedkeuring aan de deputatie van de Provincie Antwerpen overgemaakt. Het besluit van de deputatie werd  gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 25 november 2015; de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening is in voege vanaf 5 december 2015.

 

Uiteraard beoordeelt de stad in deze eerste maanden van overgangsfase iedere casus, i.c. iedere recente invulling van een leegstaand pand, met billijkheid, rekening houdend met engagementen die mogelijks al genomen werden door huurders vóór het in voege treden van de verordening.

 

INBREUKEN & HANDHAVING

Tot dusver zijn bij de stad twee casussen bekend van invulling die niet conform de bepaalde functiewijzigingen zijn zoals van kracht sinds introductie van de verordening.

 

1ste casus: de uitbaters van deze winkel werd na overleg gemeld dat op basis van de door hen verschafte toelichting en de aangeleverde bewijsmiddelen kon besloten worden dat  de functie van de handelszaak een bestaande handelsfunctie in periodieke goederen uitmaakt. Deze functie bestond met name vóór de inwerkingtreding van de stedenbouwkundige verordening Detailhandel op 5 december 2015 en kan bijgevolg worden behouden op het adres, ook na de inwerkingtreding van de verordening Detailhandel. De bepalingen van art. 7 van de verordening Detailhandel zijn aldus niet van toepassing. De detailhandelszaak in periodieke goederen geniet van het vermoeden van vergunning, wat diens functie betreft. De handelsuitbating in periodieke goederen mag in dezen dan ook verdergezet worden. De stad heeft zich in dit dossier ook grondig juridisch laten bijstaan.

 

2de casus: vestiging interimkantoor: Een bespreking met deze uitbaters volgt.

 

Indien wordt vastgesteld dat een nieuwe invulling van vastgoed niet conform de bepalingen van de stedelijke verordening detailhandel is uitgevoerd, kan de stad overgaan tot handhaving en kan er aan de politie gevraagd worden om een proces-verbaal op te maken (conform de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 6.1.1.).

 

INFORMATIEPLICHT

Wat betreft de vraag naar de inspanningen van de stad om hieromtrent breed maar ook gericht te informeren, kan ik de volgende genomen actie benoemen:

 

- na 5 december (datum in voege treden verordening), werd aan de verordening de nodige aandacht besteed via diverse kanalen, zoals in Lier als op Vlaams niveau zowel via de stadskanalen, via gespecialiseerde bladen (n.a.v. de Unizo - Prijs Ondernemende Gemeente 2015) als via de lokale pers.

- medio maart werd aanvullend ook nog een ruime rechtstreekse briefwisseling gericht aan de eigenaars en beheerders van vastgoed in de stedelijke handelsas (zone binnen de vesten)

- de infoavond van 26 mei werd bekendgemaakt via de gebruikelijke stadskanalen én zeer gericht werden ook volgende betrokken doelgroepen aangeschreven: notarissen, architecten, vastgoedsector, boekhouders en de ondernemersloketten. Er waren een 10-tal mensen aanwezig op de infoavond.

 

VERSOEPELING/EVALUATIE?

Voor evaluatie is het nog te vroeg. De tijd zal uitwijzen of er al dan niet iets te wijzigen valt. Echter dient hierbij vermeld te worden dat onze detailhandelsvisie op heden al een voorbeeld is en inspiratie oplevert voor veel steden en gemeenten, evenals bij organisaties als Unizo, VVSG, het Provinciebestuur, …

 

 

Interpellatie 2: van Marcel Taelman (Vlaams Belang) i.v.m. tuinbouwbedrijf in de Heistraat

 

In de Heistraat zijn er problemen met een tuinbouwbedrijf en de omliggende buurtbewoners. Deze verwikkelingen zijn al zeker twee jaar aan de gang en het stadsbestuur kon dit tot op heden spijtig genoeg niet oplossen.

 

Het gaat concreet over de uitlaat van een verbrandingsoven waarvan de uitlaatgassen met een bepaalde windrichting tot bij de omliggende bewoners binnendringt.

 

Het betrokken bedrijf valt onder de Vlarem II-wetgeving en dit betekent dat het de volledige bevoegdheid is van het stadsbestuur om dit op te volgen en te controleren dat alles gebeurt conform de regelgeving.

 

Graag had ik dan ook antwoorden gekregen op de volgende vragen:

 

1)      Wat deed het stadsbestuur tot op heden met deze klachten van de omwonenden en welke oplossingen werden onderzocht die voor alle partijen aanvaard kunnen worden?

2)      In geval van overlast bellen de omwonenden naar de politiediensten om vaststellingen te doen. Het stadsbestuur beschikt echter over twee toezichthouders. Kunnen zij niet ter plaatse komen bij overlast en zo neen, waarom niet?

3)      Klopt het dat de toezichthouder(s) niet op de hoogte zijn van de eerdere vaststellingen door de politiediensten, terwijl het verslag van de politie juist oordeelt dat alle info werd doorgeven aan de Milieudienst? Vanwaar deze verwarring?

4)      De verbrandingsoven zou volledig in een afgesloten en geïsoleerde ruimte moeten staan om overlast en lawaai te kunnen voorkomen. Verder zou een groenscherm moeten geplaatst worden en mag er ‘s nachts niet worden geleverd. Hoe rijmt het stadsbestuur dit met de toepassing van de Vlarem II-wetgeving?

5)      Is het CBS van mening dat alle regels, opgelegd in de milieuvergunning, gevolgd worden?

6)      Welk voorstel biedt het stadsbestuur om de huidige problemen spoedig en op een menselijke manier te kunnen oplossen?

 

Antwoord:

1)Wat deed het stadsbestuur tot op heden met deze klachten van de omwonenden en welke oplossingen werden onderzocht die voor alle partijen aanvaard kunnen worden?

 

De klachten omtrent het desbetreffende geval stellen zich al verscheidene jaren. De milieudienstdienst heeft vanaf het begin deze klachten steeds ernstig genomen. Dit bewijzen de contacten met de hogere toezichthoudende instanties, met name milieu-inspectie, toezicht volksgezondheid en de Vlaamse ombudsdienst, dewelke ons bevestigden dat het onderzoek naar de klachten steeds op een gedegen manier wordt gevoerd.

 

Er werden adviezen ingewonnen mij LOGO-Mechelen, medische milieukundigen, gespecialiseerd in de effecten van emissies op de omgeving.

 

Er werd een logboek van geurwaarnemingen opgesteld, waarbij de toezichthouders steekproefgewijs geurwaarnemingen doen. Uit de waarnemingen van de toezichthouders blijkt dat er geen overmatige overlast kon worden vastgesteld.

 

Er zijn buurtonderzoeken gedaan bij 11 omwonende om te onderzoeken of zij hinder hinder ervaren. Hieruit is gebleken dat de andere buurtbewoners (buiten de klagers) geen geurhinder ervaren, behalve 1 buurtbewoner, maar deze ervaart de hinder niet als storend.

 

De door de exploitant verplichte emissiemetingen en afvalhoutanalyses worden op geregelde basis opgevraagd en gecontroleerd.

 

Er werd advies en ondersteuning gevraagd bij de dienst milieu-inspectie van de Vlaamse overheid, om af te stemmen welke stappen zij ondernemen in gelijkaardige dossiers.

 

2)In geval van overlast bellen de omwonenden naar de politiediensten om vaststellingen te doen. Het stadsbestuur beschikt echter over twee toezichthouders. Kunnen zij niet ter plaatse komen bij overlast en zo neen, waarom niet?

 

Deze meldingen gebeuren op verschillende tijdstippen. Dit maakt het voor de toezichthouders niet steeds eenvoudig om in alle gevallen onmiddellijk te kunnen anticiperen.  Hoe dan ook wordt binnen de overige taken van de toezichthouders getracht zo spoedig mogelijk te reageren.

 

3)Klopt het dat de toezichthouder(s) niet op de hoogte zijn van de eerdere vaststellingen door de politiediensten, terwijl het verslag van de politie juist oordeelt dat alle info werd doorgeven aan de Milieudienst? Vanwaar deze verwarring?

 

De toezichthouders hebben recent een kopie van de melding van 17/06 en 24/03 ontvangen. Andere meldingen werden enkel ontvangen als bijlage bij een brief dd. 3 februari van de advocaat van de klagers. De toezichthouders hebben hiermee een voldoende duidelijk beeld van de aard van de klachten.

 

4)De verbrandingsoven zou volledig in een afgesloten en geïsoleerde ruimte moeten staan om overlast en lawaai te kunnen voorkomen. Verder zou een groenscherm moeten geplaatst worden en mag er ‘s nachts niet worden geleverd. Hoe rijmt het stadsbestuur dit met de toepassing van de Vlarem II-wetgeving?

 

De in 2007 afgeleverde milieuvergunning door het college heeft zeer strenge emissienormen opgelegd. Naar aanleiding van een beroep tegen deze milieuvergunning heeft de Bestendige Deputatie de emissienormen en de meetfrequenties versoepeld.

De toezichthouders moeten dan ook dit normenkader bij hun toezichttaken hanteren.

De verbrandingsoven staat in een aparte afgesloten ruimte die niet toegankelijk is voor toevallige bezoekers.

In de milieuvergunning dd. 2-02-2015 heeft het bedrijf een vrijstelling bekomen van artikel 5.2.1.5.§5 van Vlarem II, voor het aanleggen van een groenscherm. De exploitant dient dus geen groenscherm te voorzien.

Leveringen mogen enkel gebeuren tussen 7 u ’s morgens en 7 u ’s avonds. De exploitant is van deze voorwaarden op de hoogte en kan hier niet van afwijken.

 

 

5)Is het CBS van mening dat alle regels, opgelegd in de milieuvergunning, gevolgd worden?

Aangezien:

 

De recent uitgevoerde emissiemetingen en houtanalyses waren steeds conform de Vlarem-normen.

De bijzondere voorwaarden van de milieuvergunning betreffende de EURAL-code van het hout wordt nageleefd.

De bijzondere voorwaarden betreffende het voorkomen van geurhinder bij het stilleggen van de verbrandingsinstallatie kon nog niet gecontroleerd worden, omdat de installatie steeds in werking is.

 

Uit de aangeleverde informatie door de exploitant en de controles ter plaatse, wordt geoordeeld dat het bedrijf heden ten dage de opgelegde normen respecteert.

 

6)Welk voorstel biedt het stadsbestuur om de huidige problemen spoedig en op een menselijke manier te kunnen oplossen?

Blijven opvolgen van de halfjaarlijks wettelijk verplichte emissiemetingen en houtanalyses.

Controleren van de EURAL-code op de leveringsbonnen van het hout;

Steekproefgewijze plaatsbezoeken i.f.v. meldingen van geuroverlast.

 

Het stadsbestuur kan enkel vaststellen dat het bedrijf de opgelegde normen respecteert. Dit heeft tot gevolg dat er moet vanuit gegaan worden dat een specifieke oplossing niet aan de orde is.

 

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019