Lier

Zitting van 23 maart 2015

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

MONDELINGE VRAGEN

 

Mondelinge vraag 1 : van Olivier Peeters i.v.m. rattenoverlast Lier

 

Mondelinge vraag 2 : van Olivier Peeters i.v.m. herbestemming Timmermans-Opsomerhuis

 

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 26/01/2015 - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 26 januari 2015.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 26 januari 2015 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

SAMENWERKING STAD - OCMW. VISIE INTEGRATIE - KENNISNAME

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 25 november 2013 keurde de gemeenteraad een visienota goed om een verregaande samenwerking tussen stad en OCMW tot stand te brengen.

De gemeenteraad van 17 december 2013 en de OCMW-raad van 17 december 2013

keurden een beheersovereenkomst goed waarbij de samenwerking tussen de stad en het

OCMW op het vlak van de decretale graad van secretaris wordt geregeld. Het stadsbestuur

en het OCMW-bestuur van de stad Lier wilden met deze beheersovereenkomst de

beslissing bekrachtigen dat de ambtelijke leiding van de beide organisaties door eenzelfde

secretaris zal gebeuren.

Conceptnota van de Vlaamse Regering m.b.t. integratie van de openbare centra voor

maatschappelijk welzijn in de gemeentebesturen

 

Feiten en context

De Stad Lier en het OCMW Lier wensen een doorgedreven samenwerking tot stand te

brengen.

De meerwaarde van deze samenwerking ligt in

- de kwaliteit van de dienstverlening door het realiseren van een betere dienstverlening aan

de burger, door het creëren van extra mogelijkheden die als aparte organisaties niet

realiseerbaar zijn, door meer effectiviteit

- kostenefficiëntie : door het realiseren van schaalvoordelen en gelijke of lagere kosten

- slagkracht van de organisatie : door organisatiebeheersing, door het delen van expertise,

materialen en van infrastructuur

 

Door de integratie  van het OCMW in de gemeente, wil de Vlaamse regering een sterker geïntegreerd sociaal beleid voor de inwoners van de gemeente realiseren. Zij stelt daarbij een bestuurlijke organisatie voorop waarbij het sociaal beleid binnen de gemeente maximaal geïntegreerd en drempelverlagend is, gevoerd wordt door de democratisch verkozen gemeenteraad en nog efficiënter kan verlopen.

Deze nota schetst de krijtlijnen waarbinnen de Vlaamse Regering de integratie van het OCMW in de gemeente wil uitwerken tot een ontwerp van decreet. Deze conceptnota zal met het oog op de verdere uitwerking en concretisering voor consultatie aan de belanghebbenden en het Vlaams Parlement worden voorgelegd.

De Vlaamse regering beoogt een volledige integratie met ingang van 1 januari 2019.

 

OCMW en stad kiezen ervoor om volledig naar deze visie toe te werken en hiervoor niet te wachten tot 1 januari 2019.

 

Het aanstellen van één secretaris voor stad en OCMW Lier was een startpunt. Inmiddels

werden nog enkele schaalvoordelen gerealiseerd.

Sinds september 2014 bevinden de ondersteunende diensten van stad en OCMW zich op één site; sommige diensten zitten fysiek al samen. De technische diensten zijn al sinds februari 2012 samen gehuisvest in het Schapekot.

 

Samen met de beide managementteams werd een traject doorlopen met Deloitte om verder vorm te geven aan de samenwerking stad-OCMW.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

rechtspositieregeling

 

Argumentatie

Naast de gezamenlijke huisvesting van verschillende diensten dient vervolgens de structuur

van de samenwerking verder vorm te krijgen.

Een nieuw volledig geïntegreerd organigram tot op niveau  -3 werd opgesteld. Dit nieuwe organigram beantwoordt volledig aan de inhoudelijke krijtlijnen van het integratiemodel zoals dit terug te vinden is in de conceptnota van mevrouw Liesbeth Homans, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur.

Juridisch gezien is het nog  niet mogelijk in dergelijk geïntegreerd organigram te voorzien.

In afwachting van de nakende wetswijzigingen door de hogere overheid, symboliseert dit geïntegreerd organigram wel al de visie en het doel die de stad en OCMW willen nastreven.

Alle beslissingen inzake personeel die de volgende jaren zullen worden genomen, zullen volledig te kaderen in die visie.

Er worden twee organigrammen goedgekeurd voor zowel Stad als OCMW die in deze visie kaderen.

 

Advies

Het managementteam van Stad en OCMW gaven positief advies.

De vakorganisaties gaven op 3 maart 2015 hun akkoord m.b.t. de visie en het geïntegreerde organigram.

 

Financiële weerslag

De implementatie van de nieuwe personeelsformatie ten einde de samenwerking tussen de

stad en het OCMW te realiseren, gebeurt binnen de budgetten voorzien in het budget 2015

en het meerjarenplan.

 

 

BESLUIT

 

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het eindrapport van Deloitte over de samenwerking, in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad neemt kennis van het geïntegreerd organigram van de stad en het OCMW, in bijlage.

 

Art 3 :

De Raad neemt kennis van de intentie van de aanstellende overheid om alle toekomstige beslissingen inzake personeel te kaderen in deze visie.

 

 

 

Art 4 :

De gemeenteraad beslist dat de implementatie van het geïntegreerde organigram om de samenwerking tussen de stad en het OCMW te realiseren gebeurt binnen de budgetten voorzien in het budget 2015 en het meerjarenplan.

 

Art 5 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

3

personeelsmanagement ; Financiën ; OCMW

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

NIEUW PERSONEELSPLAN EN ORGANOGRAM STAD - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad van 28 november 2011 keurde de organisatiestructuur en het personeelsplan goed. Het personeelsplan bevatte 323,5 VTE (exclusief brandweer) maar de invulling gebeurde via strategische personeelsplanning en met respect voor het budget en de meerjarenplanning.

Dit oud personeelsplan is in de praktijk dan ook niet volledig ingevuld.

Conceptnota van de Vlaamse Regering m.b.t. integratie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in de gemeentebesturen.

 

Feiten en context

De stad Lier en het OCMW Lier wensen een doorgedreven samenwerking tot stand te brengen.

Dit resulteerde in een nieuw geïntegreerd organogram tot op niveau -3.

Het college nam op 09.02.2015 kennis van het geïntegreerd organogram en besliste dat alle beslissingen inzake personeel die de volgende jaren zullen worden genomen, volledig zullen kaderen in die geïntegreerde visie.

 

Fasering

 

 

stad

ocmw

Advies Mteam

04/02/2015

04/02/2015

Cbs : principe goedkeuring

09/02/2015

 

Versturen naar BOC

13/02/2015

 

Raad OCMW

Principe goekeuring formatie

OCMW

 

24/02/2015

Informatievergadering naar personeel

Week 24/02/2015

Week 24/02/2015

BOC

03/03/2015

03/03/2015

CBS

09/03/2015

 

Agenderen GR van RPR stad en formatie

Advies op formatie OCMW

 

 

Agenderen raad van het OCMW : Definitieve goedkeuring formatie

 

09/03/2015

Toelichting formatie :

- verenigde commissie stad

- raadsleden OCMW raad

10/03/2015

10/03/2015

Raad OCMW

Definitieve goedkeuring formatie

 

17/03/2015

Gemeenteraad

Definitieve goedkeuring

formatie

23/03/2015

 

 

 

Adviezen

Positief advies van het Mteam van stad en OCMW dd. 04/02/2015

Protocol van akkoord van het BOC dd. 03/03/2015

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

Rechtspositieregeling

 

Argumentatie

Juridisch gezien wordt een geïntegreerd organogram en personeelsplan stad en OCMW nog niet toegelaten In afwachting van de wetswijzigingen door de hogere overheid, worden twee afzonderlijke organogrammen en personeelsplannen voor stad resp. OCMW opgemaakt welke ter goedkeuring worden voorgelegd. Deze organogrammen en personeelsplannen passen in e visie van een toekomstig geïntegreerd organogram.

Het personeelsplan van de stad dat ter goedkeuring voorligt, bedraagt 290,77VTE.  Dit aantal is gelijk aan de aanstellingsbreuk van het huidig personeel en geeft aan dat het bestuur de samenwerking wil realiseren met de huidige mensen en de huidige aantallen. Op 30.11.2014 waren er 261,57 FTE effectief werkzaam binnen de stad.

Met de goedkeuring van het nieuw personeelsplan blijft het de bedoeling dat personeel enkel wordt aangeworven wanneer dit past binnen het budget en meerjarenplan. De invulling van het personeelsplan wordt tevens bekeken in functie van procesoptimalisatie. Dit betekent in concreto dat het nieuwe personeelsplan dan ook niet volledig zal worden ingevuld.

Het huidig goed te keuren personeelsplan maakt het mogelijk om het geïntegreerd organogram te realiseren.

Het implementatieplan wordt voorbereid door de secretaris en het gezamenlijk Mteam en zal teruggekoppeld worden aan de politieke bestuursorganen en aan het personeel.

 

Financiële weerslag

De implementatie van het nieuwe personeelsplan ten einde de samenwerking tussen de stad en het OCMW te realiseren gebeurt binnen de budgetten voorzien in het budget 2015 en het meerjarenplan.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het organogram en het nieuwe personeelsplan van de stad goed.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

departement financiën

Departement Personeelsmanagement

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

RECHTSPOSITIEREGELING. WIJZIGINGEN - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad keurde in zitting van 15 december 2008 de rechtspositieregeling goed.

 

Feiten en context

Aan de rechtspositieregeling dienen een aantal wijzigingen te worden aangebracht ingevolge gewijzigde wetgeving.

Het gaat om volgende wijzigingen :

- de wet van 26/12/2013 i.v.m. het eenheidsstatuut

- recht op outplacement voor contractanten

- gelijke behandeling contractanten - statutairen

- afschaffing proefperiode

 

- samenwerking stad - OCMW + aanpassing gemeentedecreet evaluatie decretale graden

- salariscomplement voor decretale graden die beide ambten uitoefenen (stad en OCMW)

- aanpassing van de evaluatie voor de decretale graden

 

- wijzigingen BVR RPR van 23/11/2012

- dienstvrijstelling bloedgift

- nieuwe regeling werving bij afwijking diplomavereiste

- bevoegdheid aanstellende overheid om aanvullende aanwervingsvoorwaarden vast te stellen op maat van elke vacature

- wijzigingen toelage opdrachthouderschap

- bedrag fietsvergoeding : wat toelaatbaar is

- ontslagregeling wegens langdurig ziekte van een statutair medewerker op proef

- ruimere invulling van begrip overheid voor valorisatie vroegere beroepservaring in geldelijke anciënniteit

- uitbreiding berekeningsbasis van toeslagen voor nacht en weekendwerk

 

- wijzigingen BVR RPR van 06/09/2013

- mogelijkheid om te blijven werken na 65 jaar (verplichting op te nemen)

 

- impact diverse regelgevingen

- schrappen regeling herverdeling van de arbeid (halftijdse vervroegde uittreding en vrijwillige vierdagenweek)

- aanpassing loopbaanonderbreking aan gewijzigde reglementering

- terminologische aanpassing n.a.v. de wet van 25 april 2014

- nieuwe lijst erkende diploma's of getuigschriften per niveau

 

Fasering

 

09.02.2015

principiële goedkeuring

24.02.2015

advies OCMW raad

03.03.2015

BOC

09.03.2015

verzenden naar gemeenteraad

23.03.2015

goedkeuring gemeenteraad

 

 

 

Adviezen

Gunstig advies OCMW raad 24/02/2015

Protocol van akkoord van het BOC dd. 03/03/2015

Positief advies van het Mteam

 

Juridische grond

- gemeentedecreet

- Besluit van de Vlaamse Regering dd. 23/11/2012

- Besluit van de Vlaamse Regering dd. 06/09/2013

- wet van 26 december 2013

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Olivier Peeters

9 onthoudingen: Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jan Hermans, Els Van Weert, Öztürk Taspinar, Memet Cinar, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed.

 

Art 2 :

De wijzigingen treden in werking met ingang van 1 april 2015 met uitzondering van art. 208 welke in werking treedt met ingang van 1 december 2014.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

dienst financiën

toezichthoudende overheid

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

WIJZIGINGEN ARBEIDSREGLEMENT - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het besluit van de gemeenteraad dd. 11.08.2003 houdende goedkeuring van het arbeidsreglement voor het personeel van het stadsbestuur Lier en zijn verschillende wijzigingen.

 

Feiten en context

1)In het kader van een nauwere samenwerking tussen de stad Lier en het OCMW van LIer wenst de stad bepaalde taken te centraliseren.

De bedoeling is dat bepaalde taken van het OCMW door het gemeentepersoneel zouden worden uitgevoerd en omgekeerd.

OCMW-personeelsleden en gemeentepersoneelsleden hebben echter verschillende verplichtingen inzake geheimhouding respectievelijk discretie met elk hun eigen finaliteit.

Alle personeelsleden van het OCMW, ongeacht of de uitoefening van hun beroep al dan niet een noodzakelijke vertrouwensrelatie met de cliënt vereist, zijn aan het beroepsgeheim onderworpen.

Dit beroepsgeheim is voor het gemeentepersoneel niet voorzien in het gemeentedecreet.

Daarom stelt het VVSG voor om een bijzondere clausule betreffende informatieveiligheid op te nemen in de deontologische code die de gemeenteraad heeft vastgesteld voor het gemeentepersoneel, waarbij de gemeentelijke personeelsleden die zich in functie van hun taakuitoefening moeten begeven in ruimtes waarin zich te beveiligen gegevens van persoonlijke aard bevinden, zich verbinden tot geheimhouding.

 

2)De wetten van 28 februari 2014 en van 28 maart 2014 hebben de bepalingen van hoofdstuk Vbis van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk grondig gewijzigd. Dit hoofdstuk stelt voortaan een algemeen kader vast voor de preventie van de psychosociale risico's op het werk daar waar het voorheen enkel betrekking had op geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.

Het K.B. van 10 april 2014 betreffende de preventie van de psychosociale risico's op het werk vervangt het K.B. van 17 mei 2007.

Dit K.B. van 10/04/2014 geeft uitvoering aan het gewijzigde hoofdstuk Vbis van de welzijnswet en bevat bepalingen die onder meer betrekking hebben op de risicoanalyse en de preventiemaatregelen, de verschillende procedures die toegankelijk zijn voor de werknemers die menen schade te ondervinden ten gevolge van de blootstelling aan psychologische risico's op het werk, het statuut van de preventieadviseur psychosociale aspecten en van de vertrouwspersoon.

Hierdoor dient ons arbeidsreglement in die zin aangepast te worden.

 

Fasering

CBS12/01/2015

Versturen naar BOC13/01/2015

Bekendmaking personeel13/01/2015

BOC28/01/2015

Verzamelen opmerkingen personeel27/01/2015

Agenderen GR09/02/2015

Gemeenteraad23/02/2015

 

Adviezen

Protocol van akkoord van de vakbonden dd. 28.01.2015

 

Openbaar onderzoek

Aan het personeel werd op 13.01.2015 bekendgemaakt dat er een wijziging plaatsvindt aan het arbeidsreglement.

Er werden geen opmerkingen ingediend.

 

Juridische grond

- de wetten van 28 februari 2014 en van 28 maart 2014 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

- het K.B.van 10 april 2014 betreffende de preventie van de psycosociale risico's op het werk.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Olivier Peeters

7 onthoudingen: Freddy Callaerts, Jan Hermans, Els Van Weert, Öztürk Taspinar, Memet Cinar, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de volgende wijzigingen aan het arbeidsreglement goed :

- toevoegen tekst bij Bijlage 15 gedragscode, luik integriteit, betrouwbaarheid

- wijziging onderdeel 2 van het arbeidsreglement "Psychosociale risico's op het werk".

 

Art 2 :

Deze wijzigingen aan het arbeidsreglement treden in werking  de dag na de goedkeuring door de gemeenteraad.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

OVEREENKOMST MET KRINGLOOPCENTRUM OPNIEUW & CO. BEËINDIGING OVEREENKOMST EN OPDRACHT IVAREM TOT OPMAAK NIEUWE OVEREENKOMST - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

 

Bij raadsbesluit van 17 november 1997 en latere wijzigingen werd een overeenkomst met kringloopcentrum Opnieuw & Co afgesloten en een tonnagevergoeding vastgesteld voor het ophalen van afgedankte gebruiksgoederen bij particulieren.

Bij beslissing van het college van 14 oktober 2013 werd aan IVAREM gevraagd om een nieuwe basisovereenkomst te onderhandelen met Opnieuw & Co op basis van een grondige analyse van baten en uitgaven. De stad wenst een grotere transparantie in de werking en controleerbaarheid van de vergoedingen die een kringloopcentrum ontvangt van de stad.

 

Feiten en context

De vergoedingen zijn bepaald op basis van de vermeden kosten voor de inzameling en verwerking van restafval welke anders aan een afvalverwerker moesten worden

betaald.  Vandaag wordt de inzameling en verwerking van restafval quasi volledig doorgerekend aan de burger waardoor dat niet langer kosten zijn voor de gemeenten en dus geen vermeden kosten.

 

Voorstel IVAREM

 

Op 26 november 2013 vond een eerste overlegvergadering plaats tussen IVAREM en de kringloopcentra.

IVAREM heeft melding gemaakt van  de wens van de gemeenten om de vergoedingen aan de kringloopcentra te harmoniseren. Kringloopcentra rekenen op de vergoeding die zij van de gemeente ontvangen, omdat die hen toelaat een marge van ongeveer 5 % te realiseren die zij nodig hebben om hun activiteiten voort te zetten.

 

Uit de bespreking is gebleken dat er tussen de kringloopcentra een verschil is in selectiviteit. Sommige kringloopcentra zoals Opnieuw & Co zijn heel soepel bij de acceptatie en zamelen veel afvalstoffen in met een lager aandeel herbruikbare goederen.  De gemeente betaalt dan een hoge tonnagevergoeding. Andere kringloopcentra zijn selectiever en zamelen minder afvalstoffen in met een hoger aandeel herbruikbare afvalstoffen. Dit heeft tot gevolg dat kringloopcentra die zich strikt  tot hun core business beperken uiteindelijk minder hergebruik realiseren en dus een lagere vergoeding ontvangen.

 

Tijdens het overleg van IVAREM met de kringloopcentra schermde Opnieuw & Co naar de beleidsverantwoordelijken met zeer hoge hergebruikcijfers. Uit onderstaande  tabel blijkt dat die niet abnormaal hoog zijn. Kringloopcentrum Wrak Willebroek scoort zelfs veel beter. Bovendien is de kostprijs voor de betere score zeer hoog. De gemiddelde kostprijs bedraagt 380,00euro per ton en nog meer voor extra kilo's hergebruik. De vraag is of de hoge kost voor die enkele extra kilo's te verantwoorden zijn, en lagere hergebruikcijfers en een veel lagere kostprijs niet meer aangewezen zijn.

 

overzicht vergoeding kringloopcentra

 

 

 

 

 

 

kringloop-

centra

inwoners

01/01/2013

hergebruik

huidige vergoeding in euro/kg

herbruikbare goederen

tonnagevergoeding

Berlaar

Zuiderkempen

11.013

62%

0.21

0.13

Bonheiden

Mechelen

14.828

72%

0.20

0.143

Bornem

Spoor Twee

20.810

50%

0.24

0.12

Duffel

Opnieuw & co

17.037

39%

0.38

0.15

Lier

Opnieuw & co

34.497

39%

0.38

0.15

Mechelen

Mechelen

82.602

72%

0.19

0.135

Putte

Zuiderkempen

16.896

62%

0.21

.013

Puurs

Spoor Twee

16.899

50%

0.24

0.12

Sint-Amands

Spoor Twee

8.122

50%

0.24

0.12

Sint-Katelijne-Waver

Mechelen

20.412

72%

0.19

0.135

Willebroek

Wrak

25.059

65%

0.11

0.1

 

 

De maximale totale vergoeding aan Opnieuw & Co (voorstel IVAREM) mag uiteindelijk niet meer bedragen dan 1,25 euro per inwoner.  Dit komt neer op een jaarlijkse vergoeding van 43.750 euro. (22.750 euro voor stad Lier en max. 21.000 euro voor IVAREM)

 

Naar aanleiding van het aflopen van de samenwerkingsovereenkomst en het in voege treden van VLAREMA, heeft IVAREM in overleg met de gemeentebesturen en kringloopcentra een nieuwe modelovereenkomst opgesteld. De overeenkomst wordt afgesloten tussen drie partijen (IVAREM, de stad en het kringloopcentrum)

 

Volgens de overeenkomst ontvangt het kringloopcentrum van de gemeente een vergoeding gebaseerd op het aantal inwoners nl. 0,65euro/inwoner (exclusief  BTW)  indien het kringloopcentrum één of meerdere winkels in de gemeente uitbaat, en 0,55euro/inwoner (exclusief BTW) indien het kringloopcentrum geen winkel in de gemeente uitbaat.

 

Het kringloopcentrum ontvangt van de afvalintercommunale (IVAREM) een vergoeding op basis van de hoeveelheid hergebruik (uitgedrukt in kg) vermenigvuldigd met de vierkantswortel van de hergebruikratio en wordt beperkt tot 0,60euro/inwoner.

Het staat de stad vrij de eigen vergoeding omwille van voor sociale tewerkstelling te verhogen of te verlagen. Dit wordt door IVAREM afgeraden om de uniformiteit en het gezamenlijk standpunt te vrijwaren.

Indien de stad een bijkomende sociale toelage wil toekennen dan kan zij naar analogie met de gemeente Duffel de gemeente hiervoor een afzonderlijke overeenkomst tussen de stad en Opnieuw & Co afgesloten te worden.

 

Sinds 2012 geeft Opnieuw & Co een korting van 20% in hun winkels aan bezitters van een Gomorpas. Het OCMW van Lier betaalt hiervan 75 % en Opnieuw & Co 25%.  Voor 2012 werd een korting van 30% volledig door Opnieuw & Co gedragen. De maximum bijdrage werd voor de legislatuur tot 2019 vastgelegd op maximum 5.000,00euro. Drie jaar geleden was dit nog 3.000,00euro. In 2014 zal het volledige bedrag bijna volledig worden benut.

 

Bij brief van 19 september 2014 vraagt IVAREM het akkoord van de stad om onderstaande overeenkomst  af te sluiten met kringloopcentrum Opnieuw & Co. IVAREM kan samen met de stad en het kringloopcentrum de opzegmodaliteiten van de huidige overeenkomst bespreken. Indien de stad beslist om niet akkoord te gaan met het voorstel dan dient de stad zelf een overeenkomst af te sluiten met het kringloopcentrum.

 

Samenwerkingsovereenkomst gemeente/afvalintercommunale en het kringloopcentrum

 

De gemeente ............................................. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw...............................

Burgemeester en de heer/mevrouw....................................... Secretaris, in uitvoering van een besluit van

het College van burgemeester en schepenen/de gemeenteraad d.d........................... hierna genoemd 'de gemeente'

EN

De aïvalintercommunale IVAREM, vertegenwoordigd door de heer Jos Boeckx, algemeen directeur, in uitvoering van een besluit van de raad van bestuur van 22 augustus 2014 hierna genoemd

'de afvalintercommunale'

EN

Het kringloopcentrum........................................................... gevestigd te.

vertegenwoordigd door....................................... directeur hierna genoemd 'het kringloopcentrum'

 

Preambule

 

De gemeente is vanuit haar zorgplicht verantwoordelijk en bevoegd voor het huishoudelijk afval.

De gemeente heeft het beheer van het huishoudelijk afval overgedragen aan IVAREM.

De gemeente wil het kringloopcentrum vergoeden voor de dienstverlening aan de bevolking en de lokale tewerkstelling.

IVAREM wil de vergoedingen aan de kringloopcentra beperken tot het effectief hergebruik en selectiviteit (hoge hergebruikratio) belonen.

De steden en gemeenten willen de vergoedingen aan de kringloopcentra harmoniseren.

 

 

Artikel 1. Juridisch kader

 

De gemeente stimuleert producthergebruik en sluit hiertoe een overeenkomst af met een door de OVAM erkend kringloopcentrum. 

 

Producthergebruik is het opnieuw aanwenden van een product en/of onderdeel in het afvalstadium voor hetzelfde doel of soortgelijk doel als waarvoor het oorspronkelijk bestemd was.

 

Herbruikbare goederen zijn alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt gemaakt kunnen worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken en platen, speelgoed en dergelijke.

 

 

Artikel 2. Inhoud van de opdracht

 

§ 1. Het kringloopcentrum zamelt op het grondgebied van de gemeente huishoudelijke goederen in met het oog op producthergebruik.

 

§ 2. De gemeente/IVAREM verleent toelating aan het kringloopcentrum om herbruikbare huishoudelijke goederen in te zamelen. De inzameling betreft zowel de aanvaarding in het hergebruikcentrum als de ophaling aan huis op afspraak en op het containerpark.

 

Artikel 3. Wederzijdse doorverwijzing en sensibilisering

 

§ 1. De gemeente/IVAREM vermeldt in haar sensibiliserings- en informatiecampagnes omtrent het gemeentelijk afvalstoffen- en materialenbeleid steeds de mogelijkheid voor de inwoners om herbruikbare goederen rechtstreeks bij het kringloopcentrum of de kringloopcontainer op het containerpark aan te leveren, of op te laten halen door het kringloopcentrum. De gemeente/IVAREM bewaakt bij alle inzamelacties op haar grondgebied de mogelijke meerwaarde voor hergebruik en brengt waar nodig diensten en partners samen met het kringloopcentrum.

 

§ 2. Het kringloopcentrum zal bij aanmelding van niet-herbruikbare goederen de inwoners in eerste instantie doorverwijzen naar de ophaaldiensten van IVAREM of naar het containerpark. Het kringloopcentrum beschikt over de correcte gegevens om die informatie aan de inwoners te kunnen verschaffen.

 

§ 3. Het kringloopcentrum en de gemeente/IVAREM verbinden zich er toe om samen te werken rond sensibilisering naar de burger op vlak van producthergebruik. In onderling overleg wordt afgesproken via welke manier dat kan gebeuren (website, infokrantje, pers, campagnes …).

 

 

Artikel 4. Restfractie van het kringloopcentrum

 

§ 1. Met de restfractie van het kringloopcentrum worden de materialen bedoeld die door het kringloopcentrum niet kunnen worden verkocht voor hergebruik. Die omvatten zowel de nog recycleerbare fracties als de te verwijderen fracties.

 

§ 2. Het kringloopcentrum is verantwoordelijk voor de correcte opslag en afvoer van de recycleerbare fractie en de te verwijderen fractie.

 

§ 3. Rond de recycleerbare fractie en de te verwijderen fractie worden de volgende concrete afspraken gemaakt:

 

1)Het kringloopcentrum draagt alle kosten en ontvangt alle opbrengsten voor de afvoer en de verwerking van de restfractie.

2)Het kringloopcentrum bezorgt jaarlijks aan de intercommunale alle nodige gegevens betreffende de afvoer en de verwerking van de restfractie.

 

 

Artikel 5. Vergoeding en facturatie

 

§ 1. De gemeente/IVAREM betaalt een vergoeding aan het kringloopcentrum voor het inzamelen, klaarmaken voor verkoop en verkopen van de hergebruikte goederen. De vergoeding is gebaseerd op het aantal inwoners in combinatie met een vergoeding op basis van de hoeveelheid hergebruik en wordt berekend als volgt:

 

1)Het kringloopcentrum ontvangt van de gemeente een vergoeding gebaseerd op het aantal inwoners.

a.Het bedrag van de vergoeding bedraagt 0,65 EUR/inwoner (excl. btw) indien het kringloopcentrum één of meerdere winkels in de gemeente uitbaat.

b.Het bedrag van de vergoeding bedraagt 0,55 EUR/inwoner (excl. btw) indien het kringloopcentrum geen winkel in de gemeente uitbaat.

c.Voor de berekening van het aantal inwoners wordt gebruikgemaakt van het Rijksregister (situatie op 1 januari van het huidige jaar).

d.Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de index der consumptieprijzen met als basisjaar 2013 (= 100). Als aanvangs-index wordt deze van de maand december 2014 genomen en bij elke indexatie de index de maand december van het jaar voorafgaand aan de indexatie.

e.De gemeente betaalt de vergoeding uit bij aanvang van elk nieuw jaar na ontvangst van de factuur van het kringloopcentrum door storting op het rekeningnummer van het kringloopcentrum.

 

2)Het kringloopcentrum ontvangt van IVAREM een vergoeding op basis van de hoeveelheid lokaal hergebruik.

 

De formule voor de berekening van de vergoeding is als volgt:

De hoeveelheid hergebruik is de rechtstreeks van huishoudens en van het containerpark ingezamelde hoeveelheid min de hoeveelheid doorgestuurd aan niet particuliere personen.

a.Het kringloopcentrum registreert per gemeente/stad het aantal en de omschrijving van de opgehaalde en binnengebrachte huishoudelijke herbruikbare producten en eventueel aanverwante producten. De berekening naar gewichten gebeurt op basis van de door OVAM goedgekeurde artikeltypelijst of door het gebruik van werkelijk gewogen gewichten (indien weegbalans aanwezig). Producten afkomstig van niet-huishoudens (bedrijven, winkels, horeca, scholen, openbare diensten …) mogen niet in rekening worden gebracht.

b.Jaarlijks bezorgt het kringloopcentrum per gemeente/stad een overzichtsrapport aan IVAREM van het aantal ingezamelde herbruikbare producten en eventueel aanverwante producten en een overzichtsrapport van het aantal producten die effectief opnieuw werden hergebruikt (daarbij wordt voor alle gemeenten en steden een gelijke hergebruikratio toegepast). Eveneens wordt per jaar een overzicht bezorgd van de voor recyclage en voor eindverwerking afgevoerde afvalstoffen met vermelding van de verwerker.

c.De hergebruikratio is het quotiënt van de effectief hergebruikte hoeveelheid gedeeld door de totale ingezamelde hoeveelheid.

d.Het bedrag van de vergoeding bedraagt 0,14 EUR/kg (excl. btw) voor de hoeveelheid hergebruik (uitgedrukt in kg) vermenigvuldigd met de vierkantswortel van de hergebruikratio en wordt beperkt tot 0,60 EUR per inwoner.

e.Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de index der consumptieprijzen met als basisjaar 2013 (= 100). Als aanvangs-index wordt deze van de maand december 2014 genomen en bij elke indexatie de index de maand december van het jaar voorafgaand aan de indexatie. IVAREM betaalt na afsluiting van het eerste semester een voorschot op de vergoeding op basis van de gegevens van het eerste semester en het hergebruikpercentage van het voorbije jaar. De afrekening van de volledige vergoeding vindt plaats na goedkeuring van het jaaroverzicht en na verificatie van het jaaroverzicht door de OVAM. De betalingen zullen plaatsvinden na ontvangst van de factuur van het kringloopcentrum door storting op het rekeningnummer van het kringloopcentrum.

 

 

Artikel 6. Toezicht

 

§ 1. De gemeente, IVAREM en het kringloopcentrum oefenen toezicht uit op de naleving van deze overeenkomst. Op eenvoudige vraag worden alle nodige inlichtingen verstrekt en kunnen gegevens met betrekking tot deze overeenkomst worden geraadpleegd.

 

§ 2. Deze overeenkomst kan gewijzigd worden mits schriftelijk akkoord van alle partijen.

 

Artikel 7. Duur

 

Deze overeenkomst treedt in werking op ............... en kan door elk der partijen jaarlijks opgezegd worden mits inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden.

 

 

Artikel 8. Slotbepaling

 

§ 1. Deze overeenkomst is opgesteld in vier exemplaren te ........ op  ................ en wordt

ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen, die hiermee verklaren elk een exemplaar te hebben ontvangen.

 

§ 2. Eén ondertekend exemplaar wordt aan de OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen toegestuurd ter informatie.

 

 

Voorstel Opnieuw & Co

 

Bij mail van 11 december 2014 doet Koen Goemans - directeur Opnieuw & Co volgend voorstel:

 

De stad betaalt een vaste vergoeding van 2 euro per inwoner per jaar voor het organiseren van het hergebruik van afval. Dit komt volgens Koen Goemans neer op een besparing van 16.680 euro per jaar.

In ruil voor het inleveren van centen vraagt Opnieuw & Co:

 

- een contract met een looptijd van zes jaar.

- vier keer per jaar huis aan huis mogen ophalen van gedragen textiel

- het in Lier afschaffen van containers voor gedragen textiel zowel op privégrond als op de  openbare weg.

 

Koen Goemans stuurt een voorbeeld van overeenkomst mee zoals ze al werd afgesloten met de gemeente Boechout.

Het voorstel komt neer op een jaarlijkse vergoeding (stad Lier) van 70.000 euro aan Opnieuw & Co. IVAREM is in dit voorstel geen betrokken partij en betaalt geen bijdrage voor het hergebruik.

 

Overeenkomst gemeente Duffel - IVAREM en Opnieuw & Co

 

IVAREM heeft voor de gemeente Duffel een overeenkomst met Opnieuw & co afgesloten. De overeenkomst heeft een looptijd van 4 jaar. De bijdrage van de gemeente bedraagt 1,40 euro per inwoner. IVAREM betaal een maximale hergebruiksbijdrage van 0,60 euro.  De overeenkomst voorziet een indexering van de bijdragen. Er zijn geen voorwaarden opgenomen met betrekking tot de inzameling van textiel.

 

Dit komt neer op een jaarlijkse vergoeding van 75.770 euro. (53.039 euro voor stad Lier en max. 22.731 euro voor IVAREM)

 

Juridische grond

Door het aflopen van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten en de Vlaamse overheid inzake milieu valt het puntensyteem weg samen met de daarbij behorende extra punten voor de samenwerking met een kringloopcentrum. Het nieuwe VLAREMA legt nu een samenwerking tussen de stad en een kringloopcentrum op.  Het werkingsgebied van een kringloopcentrum is regio gebonden en wettelijk vastgelegd.

 

Artikel 24 van de overeenkomst met een kringloopcentrum en toekenning van een tonnagevergoeding kan door beide partijen worden opgezegd door middel van een ter post aangetekend schrijven met een opzegtermijn van drie maanden.

 

Argumentatie

Opnieuw  & Co is geen vragende partij voor het afsluiten van een nieuwe basisovereenkomst met IVAREM (voorstel IVAREM). De andere kringloopwinkels zijn evenwel akkoord gegaan met het voorstel van IVAREM.

 

Opnieuw & co wil de huidige werking verder zetten in combinatie met een doorgedreven inzameling met textiel.  Het voorstel van Opnieuw & Co heeft een looptijd van zes jaar en het alleenrecht om gedurende de duur van de overeenkomst huis-aan-huis textiel in te zamelen. De huidige jaarlijkse marktwaarde van een textielinzameling bedraagt 15.000 à 20.000 euro. Door de verkoop in de eigen kringwinkel  genereert Opnieuw & Co een meerwaarde in de verkoop.

 

Teneinde een nieuwe billijke overeenkomst aan te kunnen gaan, dient de bestaande overeenkomst te worden beëindigen. Opnieuw & Co is het enige kringloopcentrum  waarmee de stad een overeenkomst kan afsluiten.

 

Op het grondgebied gebeurt de inzameling van textiel huis-aan-huis en vergunde kledingcontainers. De overeenkomsten voor het inzamelen van textiel werden afgesloten voor een periode van 5 jaar met einddatum 1 januari  2018. De overeenkomst zijn bindend voor beide partijen en voorzien geen opzegclausule. De voorwaarde voor het bekomen van het alleenrecht op de inzameling van textiel door Opnieuw & Co is door bindende overeenkomsten niet uitvoerbaar.

 

Financiële weerslag

 

 

Actienummer

Omschrijving actie

5.4.2.2.

stimuleren van burgers om afgedankte goederen maar nog bruikbare spullen voor hergebruik aan te bieden

 

 

 

 

voorstel IVAREM

voorstel Opnieuw & co

Duffel (indicatief)

duur overeenkomst

jaarlijks opzegbaar

6 jaar

4 jaar

 

kosten stad

22.750 euro

70.000 euro

53.039 euro (geïndexeerd max bedrag)

bijdrage IVAREM

21.000 euro

nihil

22.731 euro

inkomsten Opnieuw & Co

43.750 euro

70.000 euro +

marktwaarde textiel (15.000 à 20.000 euro)

75.770 euro

 

 

Door het aangaan van een nieuwe billijke overeenkomst  (voorstel IVAREM) kunnen de jaarlijkse kosten voor deze actie gereduceerd worden tot (geraamd) 22.750 euro. Momenteel werd hiervoor in 2014 een bedrag van  85.000,00 euro op jaarbasis ingeschreven. De vergoeding aan Opnieuw & Co zal dit jaar oplopen tot circa 102.000 euro. In 2013 was dit 85.690,54 euro. In 2012 was de kost voor de stad 74.306,76 euro.

 

 

Met uitzondering van de gemeente Bornem (eigen overeenkomst), gemeente Duffel (hogere eigen inbreng sociale tewerkstelling) en Willebroek (geen overeenkomst meer af gesloten) volgens de andere gemeenten binnen het werkingsgebied het voorstel van IVAREM.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Yahya Degirmenci

3 stemmen tegen: Jan Hermans, Els Van Weert en Katrien Vanhove

7 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Öztürk Taspinar, Ella Cornelis, Memet Cinar, Olivier Peeters en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

 

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de beëindiging van de overeenkomst met Opnieuw & Co voor het ophalen van afgedankte gebruiksgoederen bij particulieren, en de opdracht tot opmaak van een nieuwe overeenkomst aan IVAREM, goed.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

1

IVAREM

OCMW LIER

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

KAPITAALVERHOGING IKA - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De stad Lier is aangesloten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband "de cvba Investeringsvereniging voor de gemeenten van de Kempen en het Antwerpse", afgekort IKA.

 

IKA houdt in opdracht van de gemeenten in haar werkingsgebied verschillende strategische participaties aan. De afgelopen jaren werden in volgende projecten bijkomende aandelen verworven :

- Publigas dat de publieke belangen in Fluxys aanhoudt (BAV 19/12/2011),

- STORM, investeringen in lokale groenestroomprojecten (BAV 19/12/2011),

- Publi-T dat de publieke belangen in Elia aanhoudt (aangetekend schrijven IKA 28/1/2013).

 

Feiten en context

Teneinde deze kapitaaloperaties ook in de boeken van de gemeenten weer te geven werd door de raad van bestuur van IKA op 16/12/2014 een kapitaalverhoging doorgevoerd ter dekking van de in opdracht van de gemeenten verworven financiële vaste activa. Deze kapitaalverhoging heeft geen cashimpact op de deelnemende gemeenten aangezien deze operaties werden uitgevoerd met middelen in de schoot van IKA.

 

Via aangetekend schrijven dd 21/01/2015 verzoekt IKA aan de gemeenten om in te tekenen op deze kapitaalverhoging. De kapitaalverhoging heeft tot doel het verhogen van de solvabiliteit van IKA enerzijds en stelt anderzijds de participerende gemeenten in staat om de aangehouden financiële vast activa ook te kunnen opvolgen in de gemeentelijke boekhoudingen.

 

Zoals gezegd werd de kapitaalverhoging gefinancierd door middelen in de schoot van IKA en is er dus geen budgettaire impact voor de participerende gemeenten.

 

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Yahya Degirmenci

10 onthoudingen: Freddy Callaerts, Jan Hermans, Marcel Taelman, Els Van Weert, Öztürk Taspinar, Ella Cornelis, Memet Cinar, Katrien Vanhove, Olivier Peeters en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad beslist in te tekenen op 6 aandelen “Publigas 2011” met kencijfer 4c aan een nominale waarde per aandeel van € 38.940 voor een totale waarde van € 233.640 EUR en deze te volstorten met de middelen beschikbaar bij IKA  voor een bedrag van € 233.640 EUR  ;

 

Artikel 2

De gemeenteraad beslist in te tekenen op 616 aandelen “Publi-T 2013” met kencijfer 4d aan een nominale waarde per aandeel van € 324,58 voor een totale waarde van € 199.941,28 en deze te volstorten met de middelen beschikbaar bij IKA  voor een bedrag van € 199.941,28  ;

 

Artikel 3

De gemeenteraad beslist in te tekenen op 6 aandelen “STORM Westerlo” met kencijfer 9a aan een nominale waarde per aandeel van € 500 voor een totale waarde van € 3.000 en deze te volstorten met de middelen beschikbaar bij IKA  voor een bedrag van € 3.000  ;

 

Artikel 4

De gemeenteraad beslist in te tekenen op 13 aandelen “STORM Geel” met kencijfer 9b aan een nominale waarde van per aandeel van € 500 voor een totale waarde van € 6.500 en deze te volstorten met de middelen beschikbaar bij IKA  voor een bedrag van € 6.500  ;

 

Artikel 5

De gemeenteraad beslist in te tekenen op  4 aandelen “STORM Hoogstraten” met kencijfer 9c aan een nominale waarde van per aandeel van € 500 voor een totale waarde van € 2.000 en deze te volstorten met de middelen beschikbaar bij IKA  voor een bedrag van € 2.000  ;

 

Artikel 6

De gemeenteraad belast het College van Burgemeester en Schepenen met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan het secretariaat van intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA, p/a Intermixt, Ravensteingallerij 4 bus 2, t.a.v.  de heer Lieven Ex.

 

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Secretariaat IKA

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

VERLEGGING BUURTWEG 59 - DEFINITIEVE BERAADSLAGING + ROOILIJN - DEFINITIEVE VASTSTELLING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In collegezitting van 19 mei 2014 besliste het college om de aanvraag van de heer en mevrouw Marinus - Midy voor het verleggen van buurtweg nr. 59 ('Sentier 59' volgens de atlas der buurtwegen) ter hoogte van hun eigendom, goed te keuren en de procedure hiervoor op te starten.

 

De gemeenteraad heeft op 17 november 2014 voorlopig beraadslaagd over het voornemen om buurtweg nr. 59 te verleggen met inbegrip van de vaststelling van een rooilijnplan.

In diezelfde zitting besliste de gemeenteraad om het ontwerp van het 'Roolijnplan i.f.v. verlegging buurtweg nr. 59', dossiernummer 13041, opgemaakt d.d. 16/09/2014 door landmeter Van Vaerenbergh van Geomodus, voorlopig vast te stellen.

 

Het college opende, na de voorlopige beraadslaging en voorlopige vaststelling door de gemeenteraad, het openbaar onderzoek van het  'Roolijnplan i.f.v. verlegging buurtweg nr. 59'. Het openbaar onderzoek liep van 26 november 2014 tot en met 29 december 2014.


Feiten en context

De atlas der buurtwegen maakt een onderscheid tussen buurtwegen en voetwegen. De kaarten vormen een belangrijk historisch document van het landschap rond 1840.Op de plannen en in de tabellen van de Atlas komen twee soorten wegen voor: chemins en sentiers. Chemin werd naar het Nederlands vertaald als buurtweg, sentier werd naar het Nederlands vertaald als voetweg. Er is geen juridisch verschil tussen beide categorieën. Voetwegen zijn dus ook buurtwegen.

 

De heer en mevrouw Marinus - Midy zijn eigenaar van de woning en gronden, gelegen Paaiestraat 70 (2de afdeling, sectie A nrs. 218, 220 c, 244 c, 245 a, 246 b, 246 c).

Buurtweg nr.59 ligt momenteel in het midden van hun eigendom en grenst vlakbij de woning.

De aanvragers hebben middels een schrijven verklaard alle nodige kosten voor de verlegging van buurtweg nr.59 op zich te nemen.

Zij hebben een studiebureau (Geomodus) aangesteld dat het plan 'rooilijnplan i.f.v. verlegging buurtweg nr. 59' aan de stad heeft bezorgd. Het plan werd opgemaakt om de te volgen procedure tot verlegging van buurtweg nr.59 te doorlopen.

 

Openbaar onderzoek

→ Het besluit tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 20 juni 2014.

 

Het openbaar onderzoek liep van 26 november 2014 tot en met 29 december 2014.

Tijdens de looptijd van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.

 

Juridische grond

→ Artikels 27, 28 en 29 van hoofdstuk 3 van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, gewijzigd bij 'decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het grond-en pandenbeleid' van 4 april 2014.

 

Het besluit tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 20 juni 2014.

 

 

 

Argumentatie

Tijdens de looptijd van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
Bijgevolg wordt aan de gemeenteraad gevraagd om de verlegging van Buurtweg nr.59, met inbegrip van een rooilijnplan, definitief vast te stellen.

 

 

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het openbaar onderzoek waarvoor geen bezwaarschriften werden ingediend.

 

Art 2 :

De gemeenteraad heeft definitief beraadslaagd over de verlegging van buurtweg nr.59 met inbegrip van definitieve vaststelling van een rooilijnplan.

 

Art 3:

De gemeenteraad beslist om het 'Rooilijnplan i.f.v. verlegging buurtweg nr.59', dossiernummer 13041, opgemaakt d.d. 16/09/2014 door landmeter Van Vaerenbergh van Geomodus, definitief vast te stellen.

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

GRATIS GRONDAFSTAND KROONSTRAAT DOOR REFINA - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 05.06.1998 werd er een verkavelingsvergunning ingediend voor de Kroonstraat sectie C nr. 438B (afd.2), momenteel ten kadaster gekend onder sectie C nr. 438C (afd.2).

 

Op 14.09.1998 keurt de gemeenteraad het tracé van de nieuw aan te leggen straat voor de voornoemde verkavelingsaanvraag goed.

 

Op 20.09.1999 werd er een verkavelingsvergunning afgegeven voor de Kroonstraat sectie C nr. 438B (afd.2), momenteel ten kadaster gekend onder sectie C nr. 438C (afd.2).

 

Op 25.04.2005 werd er een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van 34 appartementen.

 

Feiten en context

De gemeenteraad besloot in zitting van 14.09.1998 dat de gronden die nodig zijn voor het verwezenlijken van het nieuwe stratentracé voor deze verkaveling, gratis aan de stad moeten worden afgestaan.

 

De huidige weg is momenteel van 2 eigenaars:

1. Refina, waarover deze grondafstand handelt

en

2. Dhr. Van Den Wijngaert. Deze grondafstand zal ook zo spoedig mogelijk worden afgerond.

 

Kadastergegevens van deze grondafstand (aangeduid in het geel op kaart in bijlage) :

Sectie C, 2de afdeling, 458/P/2/deel

en

Sectie C, 2de afdeling, 458/S/2

 

De akte als bijlage regelt de gratis grondafstand van Refina aan de stad.  De besprekingen met de heer Van Den Wijngaert zijn lopende en ook daar zal een gratis grondafstand uit voortkomen. Deze akte is echter nog niet rond en zal op een iets later tijdstip aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

 

Argumentatie

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 14.09.1998 dat de gronden voor het wegtracé gratis aan de stad moeten worden afgestaan en gelet op het feit dat dit dossier al enige tijd aansleept, is het aangewezen dit zo snel mogelijk af te handelen.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de gratis grondafstand door Refina NV aan de stad Lier goed te keuren.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

1. Refina NV

2. Notaris Coppens

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

AANKOOP GRONDEN SPEKKESTRAAT VAN OCMW ANTWERPEN - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 7 februari 2014 ontving het stadsbestuur een schrijven van de dienst patrimonium van het OCMW Antwerpen, met de volgende inhoud:

" Ons bestuur is in Lier nog eigenaar van enkele percelen grond, gelegen aan de Spekkestraat en kadastraal gekend onder Lier, 2de afdeling, Sie C, nrs 415a/deel (945m²) en 465a (6610m²).

Met dit schrijven wensen wij te informeren of de stad Lier mogelijks interesse heeft tot de aankoop van deze percelen. Indien zo, dan zal er door ons een schattingsverslag worden opgevraagd. Indien niet, dan zullen er andere mogelijkheden bekeken worden voor deze gronden.

Graag ontvingen wij hieromtrent uw standpunt."

 

Het college besliste dat de stad wel degelijk interesse had in deze gronden. Dit standpunt werd meegedeeld aan OCMW Antwerpen.

Op 3 april 2014 vroeg de stad Lier dan ook het schattingsverslag op bij het OCMW Antwerpen.

Op 29 juli 2014 ontving de stad Lier het schattingsverslag, zijnde in totaliteit 75.000 euro of 9,93 euro per vierkante meter.

Op 4 augustus 2014 ging het stadsbestuur akkoord met de aankoop tegen schattingsprijs.

Op 9 februari 2015 besliste het college akkoord te gaan met de ontwerpakte opgesteld door notaris Van Den Brande (zie bijlage) en deze door te sturen naar de gemeenteraad ter goedkeuring.

 

Adviezen

De aangeboden percelen staan in het RUP Hoge Velden - Posthoorn, ingekleurd als "zone voor hoogdynamische recreatie: openlucht sporten."

De aangeboden percelen maken deel uit van de zone, waarvoor K. Lierse S.K. in het verleden interesse heeft getoond.

De aangeboden percelen maken geen deel uit van de eerste fase van het project Hoge Velden.

 

De schattingsprijs bedraagt 75.000 euro voor 7.556m² (waarvan ca.200m² ligt in de wegbedding), of 9,93 euro/m². De prijs is conform met de prijs die de stad zelf biedt aan de eigenaars van gronden in het project Hoge Velden; eerste fase.

 

Argumentatie

Om voorgaande beslissingen verder uit te voeren en om het RUP Hoge Velden - Posthoorn in de toekomst vlot te kunnen realiseren, overweegt de gemeenteraad om de ontwerpakte in bijlage goed te keuren en aldus akkoord te gaan met de aankoop van 2 percelen van het OCMW Antwerpen.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

1/1/4/9

 

registratiesleutel

0050/22000000

aankopen patrimonium voor algemeen nut

 

onbebouwde terreinen - gemeenschapsgoederen

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de ontwerpakte die zich in bijlage bevindt, meer bepaald voor de aankoop van twee percelen grond in de Spekkestraat voor een prijs van 75.000 euro.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

1/1/4/9

aankopen patrimonium voor algemeen nut

 

onbebouwde terreinen - gemeenschapsgoedere

75.000

75.000

Budgetsleutel

0050/22000000

 

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

notaris , OCMW Antwerpen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

OVERDRACHTSOVEREENKOMST OPGRAVING SIONSITE - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 29/09/2014 heeft het schepencollege de archeologische opgraving op de Sionsite toegewezen aan Monument Vandekerckhove nv uit Ingelmunster tegen een bedrag van 265.795,00 euro excl. BTW.

De opgraving, voor fase 1, is op datum van 20/10/2014 van start gegaan en ondertussen afgerond.

 

Feiten en context

De vondsten van de opgraving en het archief van de opgraving dienen in een aangepast depot (klimatologische omstandigheden in functie van de vondsten) te worden bewaard. De stad Lier beschikt niet over dergelijk depot, de provincie Antwerpen wel.

Daarom wordt voorgesteld om het vondstmateriaal aan de provincie Antwerpen - dienst Erfgoed over te dragen.

 

Hiervoor is een overdrachtsovereenkomst opgesteld:

 

EIGENDOMSOVERDRACHT vondsten en archief van het archeologisch onderzoek Lier – Sionsite

 

Tussen Stad Lier

en

de dienst Erfgoed - provincie Antwerpen,

 

wordt het volgende overeengekomen:

 

* de vondsten en de rapportage van het archeologisch onderzoek Lier – Sionsite, worden definitief overdragen aan de dienst Erfgoed van de provincie Antwerpen en gedeponeerd in het provinciaal archeologisch depot;

 

* de dienst Erfgoed van de provincie Antwerpen engageert zich om als een goede huisvader te waken over het welzijn van vondsten en archief;

 

* de waarde van vondsten is van algemeen maatschappelijk, cultuurhistorisch en wetenschappelijk belang. Vondsten staan dan ook ter beschikking voor studie en voor ontsluiting en sensibilisatie;

 

* de oorspronkelijke eigenaar kan de vondsten kosteloos ontlenen. Als voorwaarde geldt enkel dat de bewaaromstandigheden ter plaatse aan de normen voldoen;

 

* bij ontsluiting en sensibilisatie zal steeds vermeld worden dat het een schenking van Stad Lier betreft.

 

Aldus opgemaakt in Lier op 23/03/2015, in twee exemplaren, waarvan elke partij verklaart er een ontvangen te hebben.

 

Namens Stad Lier,

 

 

Namens de dienst Erfgoed,

 

 

 

 

 

 

Argumentatie

Elke overeenkomst met betrekking tot wijzigingen van eigendommen van roerende goederen dienen ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

 

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de eigendomsoverdracht van vondsten en archief, afkomstig van het archeologisch onderzoek Sionsite goed.

 

EIGENDOMSOVERDRACHT vondsten en archief van het archeologisch onderzoek Lier – Sionsite

 

Tussen Stad Lier

en

de dienst Erfgoed - provincie Antwerpen,

 

wordt het volgende overeengekomen:

 

* de vondsten en de rapportage van het archeologisch onderzoek Lier – Sionssite, worden definitief overdragen aan de dienst Erfgoed van de provincie Antwerpen en gedeponeerd in het provinciaal archeologisch depot;

 

* de dienst Erfgoed van de provincie Antwerpen engageert zich om als een goede huisvader te waken over het welzijn van vondsten en archief;

 

* de waarde van vondsten is van algemeen maatschappelijk, cultuurhistorisch en wetenschappelijk belang. Vondsten staan dan ook ter beschikking voor studie en voor ontsluiting en sensibilisatie;

 

* de oorspronkelijke eigenaar kan de vondsten kosteloos ontlenen. Als voorwaarde geldt enkel dat de bewaaromstandigheden ter plaatse aan de normen voldoen;

 

* bij ontsluiting en sensibilisatie zal steeds vermeld worden dat het een schenking van Stad Lier betreft.

 

Aldus opgemaakt in Lier op 23/03/2015, in twee exemplaren, waarvan elke partij verklaart er een ontvangen te hebben.

 

Namens Stad Lier,

 

 

Namens de dienst Erfgoed,

 

Art 2 :

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Technisch bureau

1

Provincie Antwerpen, dienst erfgoed

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

VOORLOPIGE VASTSTELLING ONTWERP GEWESTELIJK RUP "AFBAKENING VAN DE GEBIEDEN VAN DE NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR - REGIO NETELAND - LANDBOUW- EN BOSGEBIEDEN GASTHUISVELDEN-DONDERHEIDE IN SINT-KATELIJNE-WAVER, DUFFEL EN LIER" - ADVIES.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Binnen het serregebied rond Sint-Katelijne-Waver startte de Vlaamse overheid in maart 2013 een overlegproces met de lokale besturen en vertegenwoordigers van de natuur-, landbouw- en bosorganisaties voor de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor het gebied Gasthuisvelden-Donderheide.
 

Het plan moet het kader bieden voor het versterken van de bosgordel gevormd door de bosgebieden Gasthuisvelden-Gasthuisbos-Brede Zijpe aansluitend bij het fort van Koningshooikt én de mogelijkheden voor de ontwikkeling van glastuinbouw in relatie tot ecologische verbindingszones, beekvalleien en mogelijkheden voor grondgebonden landbouw bepalen voortbouwend op de ruimtelijke visie die in de stedenbouwkundige voorstudie voor het serregebied Sint-Katelijne-Waver in 2010 is uitgewerkt.
 

In de opstartfase van het overlegproces (maart-april 2013) zijn de aandachtspunten voor het verder onderzoek en overleg van de lokale actoren verzameld en verwerkt. In december 2013 is een eerste planvoorstel voorgelegd aan de betrokken actoren.

 

 

Feiten en context

Na de verwerking van de opmerkingen op het eerste planvoorstel is een voorontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in november 2014 voorgelegd aan een plenaire vergadering met de betrokken gemeenten, provincie en adviserende instanties.
Het college vaardigden Gino Verbiest en Ann Hellemans af als vertegenwoordigers voor de plenaire vergadering van 13-11-2014 om het standpunt van het college toe te lichten.

Na de verwerking van de adviezen stelde de Vlaamse Regering op 19 december 2014 een ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vast.

 

Aan de stad wordt advies gevraagd in kader van de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur - regio Neteland - landbouw- en bosgebieden Gasthuisvelden-Donderheide in Sint-Katelijne-Waver, Duffel en Lier".

 

 

Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek over dat plan loopt van 3 februari 2015 tot en met 3 april 2015.

Het plan ligt tijdens deze periode ter inzage:

 

Op de website www.ruimtevlaanderen.be

Bij Ruimte Vlaanderen, Koning Albert II-laan 19, 1210 Brussel

Op het gemeentehuis of stadskantoor van Sint-Katelijne-Waver, Duffel en Lier.

 

Op donderdag 5 maart 2015 is er ook een infomarkt (doorlopend van 16u tot 20u, gemeentehuis Sint-Katelijne-Waver, Lemanstraat 63) waar de plannen kunnen ingekeken worden en medewerkers van de Vlaamse overheid aanwezig zullen zijn om persoonlijk op vragen over het plan te antwoorden.

 

De gemeenteraad bezorgt haar advies uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek aan de Vlaamse Regering, p/a Afdeling Gebieden en Projecten. Wanneer geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereiste voorbij worden gegaan.

 

 

Advies

De stad Lier geeft een gunstig advies op het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur - regio Neteland - landbouw- en bosgebieden Gasthuisvelden-Donderheide in Sint-Katelijne-Waver, Duffel en Lier".

 

 

Juridische grond

Artikel 2.2.7§1 ,§2, §3, §4 van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Öztürk Taspinar, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Tekin Tasdemir

7 onthoudingen: Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Els Van Weert, Ella Cornelis, Katrien Vanhove en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad geeft een gunstig advies over het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur - regio Neteland - landbouw- en bosgebieden Gasthuisvelden-Donderheide in Sint-Katelijne-Waver, Duffel en Lier".
 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

BELASTINGREGLEMENT OP TWEEDE VERBLIJVEN VOOR DE PERIODE 2015-2019. MATERIËLE RECHTZETTING - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het belastingreglement voor de periode 2015-2019 op tweede verblijven werd goedgekeurd in zitting van 15 december 2014.

 

Feiten en context

De dienst Fiscaliteit Lokale Besturen van het Agentschap Binnenlands Bestuur adviseert volgende aanpassingen aan het belastingreglement:

 

Het betreft de in artikel 6 beschreven procedure bij ambtshalve vaststelling. Deze komt niet meer overeen met artikel 7§1 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Het betreft ook de in artikel 9 beschreven bezwaarprocedure. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen laat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger toe om bezwaar in te dienen.

 

1ste wijziging:

 

Huidige formulering:

"De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen."

 

Nieuwe formulering:

"De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen."

 

Toelichting:

De huidige formulering strookt niet volledig met artikel 7§1 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

2de wijziging:

 

Huidige formulering:

"§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college

van burgemeester en schepenen."

 

Nieuwe formulering:

§1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Toelichting:

De huidige formulering strookt niet volledig met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

 

Juridische grond

Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, in het bijzonder de bepalingen van artikel 42§3, artikel 43§2,15° en artikel 253§1,3°

 

Het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van Provincie- en Gemeentebelastingen.

 

De grondwet, meer bepaald artikel 170§4

 

De omzendbrief van 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.

 

Het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

Het advies van de dienst Fiscaliteit Lokale Besturen van het Agentschap Binnenlands Bestuur kan gevolgd worden. Het belastingreglement goedgekeurd in de Gemeenteraad van 15 december 2014 op tweede verblijven wordt aangepast voor wat betreft artikel 6 " procedure van ambtshalve vaststelling " en artikel 9 "bezwaren". Deze aangepaste gecoördineerde versie kan in zijn geheel goedgekeurd worden.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Yahya Degirmenci

10 onthoudingen: Freddy Callaerts, Jan Hermans, Marcel Taelman, Els Van Weert, Öztürk Taspinar, Ella Cornelis, Memet Cinar, Katrien Vanhove, Olivier Peeters en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De Gemeenteraad beslist onderstaand belastingreglement op tweede verblijven in zijn geheel goed te keuren.

 

Belastingreglement op tweede verblijven

 

Artikel 1 Belastbaar voorwerp

Met ingang vanaf heden en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op de tweede verblijven, vakantie-, zomer-, en weekendhuisjes en caravans gelegen op het grondgebied van de stad.

 

Artikel 2 Definities

 

§ 1. Als tweede verblijf wordt beschouwd:

- Elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid op 1 januari van het aanslagjaar niet ingeschreven is in de bevolkingsregister, vreemdelingenregister of het wachtregister

- Woningen, landhuizen, bungalows, appartementen, studio’s, grote of kleine weekendhuizen of constructies, chalets, met chalets gelijkgestelde caravans, verplaatsbare caravans die meer dan 3 maanden niet op het huisperceel opgesteld staan en alle andere vaste woongelegenheden met indicaties van bewoning en die op elk ogenblik door hem voor bewoning kan worden gebruikt.

 

§ 2. Als tweede verblijf wordt niet beschouwd:

- een tent en woonaanhangwagen

- een constructie uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit

- een tijdelijk leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat het in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar als hoofdverblijfplaats werd aangewend blijkens de gegevens van het bevolkingsregister, vreemdelingeregister of wachtregister.

- een onderwijsinrichting, ziekenhuis, vluchthuis, woning aangewend voor begeleid wonen of met sociaal doel.

- een hotelkamer, gastenkamer, vakantiewoning of vakantie-logies volgens de definities van het decreet betreffende toeristische logies van 10 juli 2008 en latere wijzigingen.

- een studentenkamer

- woongelegenheden zoals verplaatsbare caravans en woonwagens die opgesteld staan op campings en kampeerverblijven en met het doel te verhuren als kamers.

 

Artikel 3 Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het belastingjaar houder is van een van de hierna vermelde zakelijke rechten op het tweede verblijf:

 

• de volle eigendom

• het recht van opstal of van erfpacht

• het vruchtgebruik

 

Artikel 4 Tarief

De belasting is verschuldigd door de diegene die op het ogenblik van het verstrijken van de belastbare periode zakelijk gerechtigde is.

 

Indien er meerdere zakelijk gerechtigden in onverdeeldheid zijn, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd. De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de leden van de onverdeeldheid.

 

Degene die het zakelijk recht overdraagt, is tevens verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte per beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen mee te delen:

- naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel,

- datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

- Gebouw- en perceelsgegevens

Hij kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen. Bij het uitblijven van deze kennisgeving blijft de overdrager van het zakelijk recht beschouwd als belastingplichtige voor de volgende heffingen die na de overdracht van het zakelijk recht worden geheven en dit tot op het moment dat de overdracht door de overdrager wordt gemeld aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Indien een gebouw meerdere woongelegenheden bevat die als tweede verblijf kunnen

beschouwd worden, is de belasting verschuldigd per tweede verblijf.

 

§ 1. Basistarief voor tweede verblijven

 

De belasting wordt als volgt vastgesteld:

 

 

§ 2. Volgende verminderde tarieven worden vastgesteld per tweede verblijf indien het tweede verblijf gelegen is in een gebied bestemd voor verblijfsrecreatie en indien een verblijfsrecreatieve functie is vergund of de houder van het zakelijk recht een bewijs kan voorleggen dat de verblijfsrecreatieve functie vergund geacht is.

 

 

§ 3. Volgende verminderde tarieven worden vastgesteld per tweede verblijf ingericht in agrarisch gebied dat wordt gebruikt als huisvesting van seizoenarbeiders en indien de houder van het zakelijk recht van het tweede verblijf een bewijs kan voorleggen dat het tweede verblijf gebruikt werd voor kortverblijf door seizoenarbeiders in de land -en tuinbouwsector op 1 januari van het aanslagjaar of gedurende het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar.

 

 

Een seizoenarbeider is een gelegenheidsarbeider zoals vermeld in het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen van 12 juli 2013 en latere wijzigingen.

 

Deze vermindering kan enkel worden toegestaan indien het tweede verblijf dat door de seizoenarbeiders betrokken wordt, gelegen is in agrarisch gebied.

De houder van het zakelijk recht kan het bewijs van het gebruik leveren door het voorleggen van:

- een kopie van een loonfiche of een kopie van een Dimona-aangifte of een kopie van een gelegenheidsformulier (plukkaart)

- en een afschrift melding van aanwezigheid of een aankomstverklaring (enkel in geval van EU-vreemdelingen of niet-EU-vreemdelingen)

 

Artikel 5 Aangifteplicht & wijze van inning

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige.

 

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat

door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.

 

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 30 juni van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

 

Artikel 6 Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige bedoeld onder artikel 3, kan de belasting van ambtswege worden ingekohierd.

 

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een forfaitair bedrag van € 150,00 bij een eerste overtreding en vanaf de 2de opeenvolgende overtreding wordt de ambtshalve ingekohierde belasting verdubbeld.

 

Bij een 2de opeenvolgende overtreding bij een verblijf voor seizoenarbeiders of voor een verblijf in recreatieve zone vervalt het verminderd tarief en wordt het verdubbelde basistarief ingekohierd.

 

Artikel 7 Controlebevoegdheid

De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om de toepassing van dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt. De controlebevoegdheid en de uitvoering hiervan vinden plaats overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008.

 

Artikel 8 Vrijstellingen

Er wordt een vrijstelling verleend aan:

 

§ 1. De houder van het zakelijk recht die een tweede verblijf verhuurt en een geregistreerd huurcontract met effectieve bewoner(s) kan voorleggen dat is ingegaan en werd geregistreerd voor datum van de inwerkingtreding van dit reglement en waarvan de bewoners nog geen aanvraag tot hoofdverblijfplaats hebben gedaan.

 

§2. De houder van het zakelijk recht van een woongelegenheid die wordt verhuurd aan het OCMW op 1 januari van het aanslagjaar.

 

§3. De houder van het zakelijk recht van een woongelegenheid die wordt verhuurd aan het SVK De Woonkans op 1 januari van het aanslagjaar.

 

§4. Woningen en/of gebouwen binnen een onteigeningsplan

Er wordt een vrijstelling verleend indien de woning en/of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd voorlopig of definitief onteigeningsplan en waarvoor een onteigeningsmachtiging werd bekomen.

 

§5. Woningen en/of gebouwen vernield of beschadigd door een plotse ramp.

De woning en/of het gebouw is vernield of beschadigd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

Een ramp is een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade zo groot is dat het normaal gebruik onmogelijk is, bv. brand, ontploffing, verzakking, overstroming, storm, … .

 

Artikel 9 Bezwaren

§1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

§2. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend, gemotiveerd en gedagtekend zijn. Het bezwaarschrift bevat minimaal de volgende gegevens:

- de identiteit en het adres van de indiener

- de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepsschrift betrekking heeft.

 

De indiener voegt bij het bezwaarschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukkken worden door de indiener gebundeld en in een bijgevoegde inventaris opgenomen.

Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

Het bezwaarschrift kan ook ingediend worden via het e-loket zodra beschikbaar op de website www.lier.be

 

§3. Het college van burgemeester er schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

§4. Indien de beslissing tot het opleggen van de belasting niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de belastingplichtige onontvankelijk of ongegrond is, zal de belasting hoe dan ook verschuldigd zijn.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

toezicht

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING 'PARKEREN' - DEFINITIEVE VASTSTELLING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In collegezitting van 7 februari 2012 werd een eerste ontwerp van de parkeerverordening goedgekeurd.

 

In gemeenteraadszitting van 24 juni 2013 werd een ontwerp van de parkeerverordening principieel goedgekeurd.

 

In collegezitting van 17 maart 2014 werd het ontwerp van de stedenbouwkundige verordening 'Parkeren' goedgekeurd.

 

In collegezitting van 1 september 2014 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van de stedenbouwkundige verordening 'Parkeren' en werd het dossier verzonden naar de gemeenteraad voor definitieve vaststelling.

 

In gemeenteraadszitting van 6 oktober 2014 werd de stedenbouwkundige verordening 'Parkeren' definitief vastgesteld.

 

 

Aanleiding tot de opmaak van de parkeerverordening

Sinds de afschaffing in 1997 van de omzendbrief (Vlaams Gewest) van oktober 1982 betreffende de eis om bij bouwwerken parkeerruimte te scheppen, behoort het stedelijke parkeerbeleid volledig tot de bevoegdheid van de stad.

De hier voorgelegde parkeerverordening is een stedenbouwkundige verordening, opgemaakt in toepassing van art. 2.3.2.§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).

Een stedenbouwkundige verordening is een geschikt instrument om het stedelijk vergunningsbeleid inzake ruimtelijke ordening te ondersteunen met maatregelen van algemene stedenbouwkundige aard, die gelden voor een deel van of het gehele grondgebied.

Deze parkeerverordening dient enkele algemene beleidsdoelstellingen van de stad.

 

Als basis voor het opstellen van deze parkeerverordening geldt het Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid van het Vlaams Gewest, Departement Mobiliteit en Openbare werken, afdeling Beleid Mobiliteit en verkeersveiligheid.

 

Als vervolg van deze parkeerverordening dient een belastingreglement opgemaakt.

 

 

Feiten en context

Overeenkomstig artikel 2.3.2. §2 van de Vlaamse Codex voor Ruimtelijke Ordening keurde het college van burgemeester en schepenen het ontwerp van de stedenbouwkundige verordening ‘Parkeren’ in zitting van 17 maart 2014 goed en legde deze voor advies voor aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, en aan gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. Het ontwerp van verordening werd tevens voorgelegd aan de gewestelijk mobiliteitsambtenaar, aan de Economische raad en aan de Woonraad.

 

Ontvangen adviezen:

         Ruimte Vlaanderen, Afdeling Adviseren en Participeren Lokaal - gunstig advies - advies ontvangen op 29 april 2014

         Mobiliteit en Openbare Werken, Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid Antwerpen - gunstig advies - advies ontvangen op 18 april 2014

         Gecoro Lier - voorwaardelijk gunstig advies - uitgebracht in zitting van 31 maart 2014

         Economische Raad Lier - voorwaardelijk gunstig advies - advies uitgebracht in zitting van 20 mei 2014

         Woonraad Lier - voorwaardelijk gunstig advies - advies uitgebracht in zitting van 13 mei 2014

 

De bekomen adviezen werden meerdere keren besproken op de kerngroep ruimtelijke organisatie.

 

Op basis van de bekomen adviezen en op advies van de kerngroep werd in zitting van 14 juli 2014 het voorstel tot aanpassing van de stedenbouwkundige verordening 'Parkeren' goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen. Deze collegebeslissing wordt in bijlage gevoegd bij het dossier van definitieve vaststelling, alsook de bekomen adviezen.

 

Overeenkomstig artikel 2.3.2 §2 van de Vlaamse Codex voor Ruimtelijke Ordening stelde de gemeenteraad de stedenbouwkundige verordening 'Parkeren' definitief vast en verstuurde het document ter goedkeuring naar de bestendige deputatie.

 

De provinciale dienst maakt onderstaande opmerkingen met betrekking rechtszekerheid voor de bouwheer over, die de goedkeuring van de verordening in zijn huidige vorm onmogelijk maak zonder bijkomende verduidelijking. Dit geldt enkel voor wat betreft de omschrijving van de verschillende deelzones. De andere opmerkingen die er zijn zou de provincie in voorwaarden hebben gegoten.

 

 

Bemerkingen provincie

 

 

Opmerkingen m.b.t. de deelgebieden

 

De “stedelijke parkeerverordening” voorziet in gebiedsdifferentiatie aan de hand van 4 deelgebieden: het zgn. “kerngebied”, “deelzone A: zie figuur 1 Binnenstad/zone rond station zonder kerngebied”, “deelzone B(zie figuur 1) en “deelzone C”. Ter verduidelijking van het territoriaal toepassingsgebied werden op p. 4-5 van de verordening 2 figuren toegevoegd.

 

Op basis van die omschrijving kan voor deelzones A, B en C voor bepaalde zones echter niet zekerheid worden uitgemaakt in welke zone een specifiek perceel valt.

 

Een stedenbouwkundig voorschrift is rechtszeker opgevat als de inhoud van de verordening voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de rechtzoekende in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. Dat is niet het geval.

 

Standpunt college:

De deelzones zullen duidelijker omschreven worden, waar mogelijk wordt er een opsomming van de straten gegeven.

 

 

Bijkomende opmerkingen

 

Verplichtend opleggen van dossierstukken strijdig als leidt tot onvolledigheid aanvraag

 

Stedenbouwkundige verordeningen bevatten voorschriften van stedenbouwkundige aard en moeten ze in overeenstemming zijn met de bestaande regelgeving voor de materie in kwestie.

 

Op grond van die bepaling kan een stedenbouwkundige verordening weliswaar bepalingen toevoegen aan het besluit van 28 mei 2004 inzake dossiersamenstelling van stedenbouwkundige vergunningen (en dossiersamenstelling verkavelingsvergunningen), maar mag die toevoeging er niet toe leiden dat een strijdigheid met het besluit wat betreft de dossiersamenstelling, ontstaat.

 

In een stedenbouwkundige verordening lijkt de gemeente bijgevolg het voegen van extra stukken aan de aanvraag te kunnen opleggen, zonder daaraan echter het gevolg te kunnen koppelen dat de aanvraag niet volledig is ingediend. (cfr. MOBER, mobiliteitstoets, parkeerbalans,…)

 

Standpunt college:

Het opleggen van dossierstukken in functie van een toetsing aan de parkeerverordening zal niet verordenend opgelegd worden, en zal niet gekoppeld worden aan de onvolledigverklaring van het dossier.

 

 

Geen bevoegdheidsdelegatie mogelijk

 

Het begrip “kernwinkelgebied” voor zover erin opgenomen wordt dat het “over langere termijn beschouwd kan dit aangepast worden aan een groeiende of krimpende markt. Deze zone kan door het schepencollege gewijzigd worden” kan niet in een stedenbouwkundige verordening worden opgenomen.

 

Een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kan ingevolge artikel 2.3.2, §2 VCRO vastgesteld worden door de gemeenteraad.

 

Standpunt college:

De term ‘kernwinkelgebied’ doet in deze verordening niet ter zake en de verwijzing er naar zal worden geschrapt.

 

 

 

Artikel 2.1, begrip “publieke parkeerplaatsen”, “volgens een aanduiding goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen”: devolutieve werking deputatie

 

Standpunt college:

Het woord ‘college van burgemeester en schepenen’ wordt vervangen door ‘de vergunningverlenende overheid’.

 

 

Artikel 2.2.: “maten en eisen opgelegd aan parkeervoorzieningen”, hoofding “parkeerplaatsen voor mindervaliden”: de opgegeven breedtematen strijden met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid waar bij dwarsparkeren en schuinparkeren de breedte van de aangepaste parkeerplaats minstens 350cm bedraagt (artikel 27 gewestelijke stedenbouwkundige verordening).

 

Standpunt college:

In de verordening zal worden verwezen naar de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid.

 

 

Artikel 3.1 “verbod voor aanleg”, zin “in het Kerngebied kunnen geen parkeerplaatsen aangelegd worden die ontsluiten via het kerngebied zelf”: eerder onduidelijk hoe bepaalde parkeerplaatsen dan wel moeten worden ontsloten;

 

Standpunt college:

Dit principe werd toegelicht aan de provinciale dienst, wijziging is niet noodzakelijk.

 

 

 

Artikel 3.2 “voor welke werken geldt deze parkeerverordening”: het opleggen van parkeernormen in geval van “wijziging” van het aantal woonentiteiten in geval van vermindering van het aantal woonentiteiten lijkt niet te rijmen met het redelijkheidsbeginsel;

 

Standpunt college:

In de verordening zal expliciet worden vermeld dat het hier over een toename van het aantal parkeerplaatsen gaat.

 

 

Juridische grond en procesverloop

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering in zitting van 27 maart 2009, 3 april 2009, 24 april 2009 en latere wijzigingsdecreten.

 

Art. 2.3.2 §2

Het college van burgemeester en schepenen is belast met het opmaken van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen en neemt de nodige maatregelen tot opmaak.

 

Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van stedenbouwkundige verordening voor advies voor aan [het departement] en aan gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. [Het departement] geeft bindend advies over de verenigbaarheid met gewestelijke verordeningen. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Wanneer er geen advies is verleend binnen deze termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.

 

De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening onmiddellijk na de definitieve vaststelling aan de deputatie ter goedkeuring toegezonden bij aangetekende brief of afgegeven tegen ontvangstbewijs.

 

De deputatie stuurt haar beslissing binnen een termijn van zestig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen van de gemeente in kwestie. Wanneer de verordening niet wordt goedgekeurd, is het besluit gemotiveerd.

 

Als de deputatie nalaat een beslissing te nemen binnen de termijn van zestig dagen, kan het college van burgemeester en schepenen de deputatie rappelleren binnen dertig dagen na het verstrijken van die termijn. De rappel kan niet worden ingetrokken.

 

Indien de deputatie geen beslissing heeft verstuurd binnen vijfendertig dagen met ingang van de dag waarop de rappelbrief is verstuurd, wordt de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening geacht te zijn goedgekeurd.

 

Het college van burgemeester en schepenen stuurt een afschrift van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening naar de Vlaamse Regering en zorgt voor de bekendmaking bij uittreksel van de goedkeuringsbeslissing van de deputatie en van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening in het Belgisch Staatsblad.

 

Bij ontstentenis van een beslissing van de deputatie, in de zin van het negende lid, meldt het college van burgemeester en schepenen aan de deputatie en aan de Vlaamse Regering dat de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voor bekendmaking bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad werd verzonden. Deze melding gebeurt tegelijkertijd met de verzending.

 

 

 

Stemming

 

26 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Els Van Weert, Öztürk Taspinar, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 3 stemmen tegen

 

BESLUIT

 

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de stedenbouwkundige verordening ‘Parkeren’ definitief vast te stellen.

 

Art 2 :

Dit besluit vervangt het gemeenteraadsbesluit van 6 oktober 2014 tot definitieve vaststelling van de stedenbouwkundige verordening ‘Parkeren’.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

INVOERING FIERELIER ALS BELONING VOOR VRIJWILLIGE EN VERDIENSTELIJKE INZET VAN INWONERS TER VERBETERING VAN DE LEEFBAARHEID EN SOCIALE COHESIE IN DE STAD - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Jaarlijkse uitreiking van de prijs ‘Vrijwilligers van het Jaar’ door de Koepel voor het Liers Cultuurbeleid’ voor verdienstelijke vrijwilligers die veel betekend heeft voor een vereniging of organisatie uit het (socio-)culturele veld.

 

Bedankingsreceptie voor vrijwilligers op 7 maart 2015 voor vrijwilligers die een bijdrage leveren aan de werking van het ocmw en de stad.

 

Toegevoegd punt op gemeenteraad 26 januari 2015 i.v.m. invoering ‘Gaby’ voor positieve acties voor een proper Lier. Punt werd verdaagd.

 

Feiten en context

In Lier zijn heel wat vrijwilligers actief. Ze zetten zich op regelmatige basis in om de leefbaarheid en sociale cohesie in de stad,  in de brede zin van het woord, te verbeteren. Het gaat daarbij om vrijwilligers die, los van een vereniging, een bijdrage leveren aan de werking van het ocmw en de stad in bijvoorbeeld het Leescafé, Cultuurcentrum, Woonzorgcentrum, dienstencentra, archief, als compostmeesters, vrijwilligers openbaar domein,… Dit zijn zowel structurele vrijwilligers bij een bepaald team, als projectvrijwilligers bij activiteiten of evenementen van of in samenwerking met ocmw en stad. Daarnaast zijn er ook heel wat Lierenaars die zich, eveneens onbezoldigd, los van de werking van het ocmw en de stad inzetten voor een aangenamer Lier. Inwoners die de stoep van hun bejaarde buren sneeuwvrij maken, actief zijn binnen een BIN, onkruid op straat wieden, boodschappen doen voor een zieke kennis,… Ook deze verdienstelijke burgers nemen hun engagement volledig vrijwillig op.

 

Momenteel zijn een 300-tal vrijwilligers opgelijst die binnen de werking van stad of ocmw een engagement opnemen. Zij werden dit jaar, tijdens de Week van de Vrijwilliger, voor het eerst ook uitgenodigd op een bedankingsreceptie in het stadhuis.

 

De andere verdienstelijke burgers die vrijwillig een engagement opnemen zijn momenteel niet gekend of opgelijst.

 

De stad wil graag inwoners die zich vrijwillig inzetten structureel in de bloemetjes zetten. We willen dit ruimer zien dan geleverde inspanningen voor een beter leefmilieu (bv. opruimen zwerfvuil, correct sorteren), maar het opentrekken naar elk vrijwillig engagement.

 

Hiervoor wordt de ‘FiereLier’ in het leven geroepen. Maandelijks zal één vrijwilliger  of groep van vrijwilligers geselecteerd worden die een Centrumbon ter waarde van 25 euro ontvangt, aangevuld met een schapenkopproduct uit het aanbod (bv. schapenkoppenmok).

 

De selectie van de vrijwilliger of groep van vrijwilligers gebeurt door een kleine jury en wordt ter kennisgeving op het CBS geagendeerd. Voorstel is om de jury samen te stellen uit een vertegenwoordiger van dep. Uit in Lier, dienst welzijn en cel handhaving, aangevuld met de verantwoordelijke protocol die instaat voor de coördinatie. De jury houdt bij zijn selectie rekening met voldoende diversiteit in de gebieden waar de vrijwilligers actief zijn.

 

De maandelijkse bekendmaking van de ‘FiereLier’ gebeurt via de geëigende communicatiekanalen (persbericht, website, facebook) en de eerste maal met een persmoment. Op de jaarlijkse bedankingsreceptie voor vrijwilligers wordt de lijst van de 12 ‘FiereLieren’ nog eens overlopen.  De Centrumbon en het gadget kunnen door de FiereLier afgehaald worden aan de onthaalbalie van het stadskantoor.

 

Om verdienstelijke burgers die niet gekend of opgelijst zijn niet uit te sluiten van ‘FiereLier’ wordt (op regelmatige basis) een algemene oproep gelanceerd (zowel intern als extern) via de gekende communicatiekanalen.

 

Na goedkeuring van het principe van ‘FiereLier’ wordt nog een reglement opgesteld.

 

 

Adviezen

Positief advies dep. Uit in Lier.

 

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

006/006/005/001

organisatie ontvangsten op stadhuis

 

Stemming

 

26 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Els Van Weert, Öztürk Taspinar, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

3 onthoudingen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord met de organisatie van FiereLier.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

006/006/005/001

receptie- en representatiekosten

400

10896.72

Budgetsleutel

0710/64302000

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

BEZOEKERSREGLEMENT STEDELIJKE MUSEA - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In beide stedelijke musea is enkel een huishoudelijk reglement van toepassing. Het is zeer summier en behandelt onvoldoende de aspecten die met het museumbezoek te maken hebben. Onthaalmedewerkers hebben baat bij het bestaan van een volwaardig bezoekersreglement ter onderbouwing van hun handelingen en interactie met de bezoeker. De dienst Musea & Erfgoed werkte een bezoekersreglement uit, gebaseerd op dat van andere musea, oa. het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, MSK Gent en KMSK Brussel.

 

Adviezen

- Het ontwerp van het bezoekersreglement wordt een eerste keer voorgelegd aan het beheersorgaan musea op 3 april 2014.

- De opmerkingen van het beheersorgaan worden geïntegreerd in het ontwerp en overgemaakt aan managementsondersteuning ter juridische controle.

- De correcties van MO worden voorgelegd aan het beheersorgaan op 3 september 2014.  Het beheersorgaan musea adviseert het reglement positief.

 

 

Argumentatie

 

BEZOEKERSREGLEMENT

 

De bezoeker, die het museum betreedt, wordt geacht het reglement te kennen en na te leven.

Dit reglement is van toepassing op de Lierse Stedelijke Musea: Het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly en het Timmermans-Opsomerhuis

 

TOEGANG TOT HET MUSEUM

De Stedelijke Musea Lier zijn voor het publiek geopend van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 12 en van 13 tot 17 uur. Gesloten op maandag, op 1 januari, Pasen, 1 mei, O.H.Hemelvaart, Pinksteren, 1 en 11 november, 25 december.

 

TOEGANG TOT DE ZALEN

Artikel 1 :Om de museumzalen te bezoeken, is men in het bezit van een geldig toegangsbewijs.

Het niet toegankelijk zijn van sommige tentoonstellingszalen geeft geen recht op terugbetaling.

 

Artikel 2 :Er is een gratis vestiaire. Het museum is niet verantwoordelijk voor verlies, diefstal of beschadiging. Na sluitingstijd worden niet-afgehaalde voorwerpen beschouwd als gevonden voorwerpen.

 

Artikel 3 :Het is verboden de tentoonstellingszalen binnen te gaan met :

 

-handbagage, die groter is dan 34 x 22 x 15 cm;

-babydraagtassen op de rug en omvangrijke rugzakken;

-wandelstokken waarvan het uiteinde niet beschermd is;

-paraplu’s;

-capes en mantels, die de bezoekers niet over de arm of op de schouders kunnen                            

dragen;

-voorwerpen die, door het doel waarvoor ze gebruikt worden of hun kenmerken, een

risico betekenen voor de veiligheid van personen, kunstwerken, interieur, inboedel of de gebouwen.

-(huis)dieren, tenzij assistentiehonden;

-etenswaren en dranken;

-persoonlijke vouwstoelen, behalve indien ze gebruikt worden door andersvaliden, die

hiervoor toestemming gekregen hebben van het museumpersoneel;

-natte jassen

 

Toegelaten kleine rugzakken worden aan de hand en niet op de rug gedragen.

 

Dit is een niet-limitatieve lijst. Het museumpersoneel is bevoegd om te oordelen of een voorwerp kan worden meegenomen tijdens het museumbezoek.

 

Kopiisten hebben het recht de materialen te gebruiken die nodig zijn voor hun werk, onder toezicht van het bevoegd museumpersoneel. Er mag geen grotere voorraad meegebracht worden dan wat voor een dag nodig is. De kopie mag niet hetzelfde formaat hebben als het origineel.

 

Artikel 4 :Om veiligheidsredenen kan gevraagd worden tassen en pakken te openen en de inhoud te tonen.

 

Artikel 5: Bezoekers anders dan reguliere, daaronder begrepen, maar niet daartoe beperkt, werklieden, technici, … dienen zich te registreren aan de balie van het museum.

 

BEZOEKERSETHIEK

 

Artikel 6 :

1.Gedurende het verblijf in het museum wordt er van de bezoekers verwacht, dat zij een                                           houding aannemen die in overeenstemming is met de openbare orde en de goede

zeden. De bezoeker volgt aanwijzingen en instructies van het museumpersoneel onmiddellijk op. Bij niet naleving kan de bezoeker tijdelijk of definitief de toegang tot het museum worden ontzegd.

2.Kinderen onder de veertien jaar zijn vergezeld van volwassenen. Ouders, begeleiders of leraren van kinderen/groepen zijn verantwoordelijk voor het gedrag van de door hen begeleide personen.

3.Voor ethiek schoolgroepen: zie afsprakenfiche.

 

Artikel 7 :Het is o.a verboden:

-zich op een onveilige afstand (minder dan 60cm) van het kunstwerk te begeven, de

tentoongestelde objecten aan te raken, naar de kunstwerken te wijzen met een voorwerp;

-tegen de muren te leunen, te rennen, te duwen, te glijden of te klimmen en op de

banken te liggen;

-andere bezoekers opzettelijk en langdurig te hinderen en een belemmering te vormen in

de doorgangen en uitgangen, in het bijzonder door op de trappen te zitten;

-te roken;

-geluidsoverlast te veroorzaken;

-in het museum handel te drijven, reclame te maken, propaganda te voeren of te

ronselen, tenzij met toestemming;

-persoonlijke voorwerpen, zelfs voor korte tijd, onbewaakt achter te laten;

 

Artikel 8: Het is verboden de kunstwerken en tentoongestelde objecten mee te nemen. Bij                             vaststelling van diefstal wordt onmiddellijk de politie verwittigd.

 

 

GROEPEN

Artikel 9:Voor een bezoek onder leiding van een gids geldt het maximum aantal personen

van 25 per gids.

 

Artikel 10:Voor een bezoek zonder gids bedraagt het maximum aantal personen per groep

20. Het is verplicht te voorzien in één verantwoordelijke per 20 personen.

Groepen zonder gids wordt gevraagd de museumzalen in de mate van het mogelijke individueel te bezoeken.

 

Artikel 11:Voor groepsbezoeken is er geen verplichting tot reserveren; er wordt echter gevraagd in de mate van het mogelijke het museum in kennis te stellen van ieder groepsbezoek; dit zowel in het belang van het museum als van de groep zelf.

 

Artikel 12:Ten aanzien van groepen die niet reserveerden kan het museumpersoneel op elk ogenblik de gebruikelijke voorwaarden voor toegang en bezoek wijzigen, afhankelijk van de ontvangstcapaciteit van het museum.

 

OPNAMEN

Artikel 13 :Behalve indien het tegendeel wordt vermeld, kan de bezoeker tijdens de openingsuren voor het publiek, voor privégebruik, zonder flits of statief, kunstwerken fotograferen of filmen in de museumzalen.  

De bezoeker verbindt zich ertoe de Belgische wetgeving op het auteursrecht en de naburige rechten te respecteren.

 

Artikel 14 :Tenzij men voorafgaande schriftelijke toestemming heeft gekregen van de cel Musea en Erfgoed, is het verboden om foto-, video- en filmopnamen te maken, waarbij gebruik wordt gemaakt van lampen, flitsapparatuur, statieven of andere hulpmiddelen. Dezelfde regels zijn van toepassing op het gebruik van microfoonhengels bij geluidsopnames in het museum. De aanvraag tot toestemming wordt gericht aan cel Musea en Erfgoed.

Artikel 15:De installatie, noch de technische voorzieningen van het museum mogen gefilmd/gefotografeerd worden.  

 

VEILIGHEID VAN PERSONEN, DE KUNSTWERKEN EN DE GEBOUWEN

 

Artikel 16 :Bij elke onrechtmatige of onregelmatige gebeurtenis kunnen de nodige behoudende maatregelen worden genomen, in het bijzonder de sluiting van de toegangen en de controle van de uitgangen. Deze maatregel houdt in dat van de bezoekers wordt verwacht dat ze in het museum blijven tot de politie ter plaatse is.

 

Artikel 17 :In geval van een te grote volkstoeloop, onlusten of natuuromstandigheden, die de veiligheid van personen of goederen in gevaar kunnen brengen, kan worden besloten tot een gedeeltelijke of volledige sluiting van het museum of tot wijziging van de openingsuren.

 

KLACHTEN, VOORSTELLEN, SANCTIES EN TOEPASSELIJK RECHT

Artikel 18 :De bezoeker heeft onder meer geen verhaal op de volgende klachten en omstandigheden, en leiden derhalve nimmer tot enige verplichting tot schadevergoeding door het museum aan de bezoeker:

-het niet zichtbaar/aanwezig zijn van voorwerpen uit de collectie;

-het gedeeltelijk gesloten zijn van het museum, waaronder begrepen, maar daartoe niet

beperkt, gedeeltelijke sluiting als gevolg van het opbouwen of afbreken van tentoonstellingen;

-overlast of ongemak veroorzaakt door andere bezoekers, daaronder begrepen, maar niet

daartoe beperkt, geluidsoverlast, ongepast gedrag en diefstal;

-overlast of ongemak veroorzaakt door onderhoudswerkzaamheden, daaronder begrepen,

maar niet daartoe beperkt, een verbouwing of het (her)inrichten van ruimtes;

-overlast of ongemak veroorzaakt door het niet naar behoren functioneren van faciliteiten

in het museum.

 

Artikel 19 :De bezoeker kan klachten of voorstellen schriftelijk richten tot het Stadsbestuur Lier of noteren op het suggestieformulier aan de balie van het museum. De stad engageert zich om ontvangst van klachten en voorstellen te bevestigen en om een antwoord te formuleren. Indien het gewenste resultaat uitblijft, is verder beroep mogelijk via de klachtenambtenaar.

 

Artikel 20 :Alle geschillen die hieruit voortvloeien, worden uitsluitend ter berechting voorgelegd aan de rechtbanken, die zetelen te Mechelen.

Op dit reglement is het Belgisch recht van toepassing.

 

Artikel 21 :De weigering zich te schikken naar de bepalingen van dit reglement heeft de onmiddellijke verwijdering uit het museum tot gevolg.

 

Artikel 22 : Het museumpersoneel kan uitzonderingen op het reglement toestaan.

 

Artikel 23 : Aan dit reglement kunnen geen rechten worden ontleend.

 

 

Dit bezoekersregelement werd goedgekeurd door de Gemeenteraad van 23 maart 2015.

 

 

Stemming

 

eenparig

 

 

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist principieel akkoord te gaan met het bezoekersreglement van de Stedelijke Musea.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN GEBRUIKERSOVEREENKOMST VOLKSTUINEN 'DEN AKKER' - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op de gemeenteraad van 15 september 2008 werd het huishoudelijk reglement en de huurovereenkomst van de volkstuinen 'Den Akker' goedgekeurd.

 

Op het college van burgemeester en schepenen van 9 februari 2015 werd de samenwerking tussen stad Lier en Tuinhier vzw  goedgekeurd. Tuinhier vzw neemt het dagelijkse beheer van de volkstuinen op zich. Het toekennen en opzeggen van de volkstuinen blijft een bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen.

 

Feiten en context

Het bestaande huishoudelijk reglement van de volkstuinen is dringend aan vervanging toe.

Er werd een ontwerp huishoudelijk reglement en ontwerp gebruikersovereenkomst opgemaakt door team verhuur infrastructuur en sport:

 

 

 

Huishoudelijk reglement volkstuintjes ‘Den Akker’

 

A.Situering grond

De stad Lier is eigenaar van een stuk grond gelegen aan de Begijnhofvest, kadastraal gekend onder afdeling 3, perceelsnummer F 77B en F 81A en gekend onder ‘Land van den Akker’. Dit stuk grond is verdeeld in verschillende percelen/volkstuinen.

 

 

B.Bepalingen voor gebruikers van een perceel

 

1.Enkel het stadsbestuur van Lier is gemachtigd de volkstuinen van ‘Den Akker’ toe te

wijzen aan gebruikers. Er kan maar één perceel worden toegewezen per domicilie adres                             in Lier. 

2.Voor het dagdagelijks beheer van de volkstuinen doet het stadsbestuur van Lier een                                           beroep op de medewerkers van Tuinhier. Zij hebben een adviserende rol.

3.Het gebruik van het toegewezen perceel is tijdelijk en verbreekbaar.

4.Het gebruik van het toegewezen perceel is strikt persoonlijk. Het perceel dient door de                                           aanvrager zelf bewerkt te worden. Een uitzondering hierop kan worden aangevraagd.                                           Redenen hiervoor kunnen zijn: ziekte of een tijdelijke onmogelijkheid om zelf het perceel               te bewerken. Deze uitzondering dient te worden aangevraagd bij de verantwoordelijke                                           van Tuinhier of aan een medewerker team verhuur infrastructuur & sport.

5.Op het einde van het gebruik, hetzij vrijwillig, hetzij gedwongen dient de gebruiker op dit               perceel alle overtollige materialen te verwijderen, het onkruidvrij te maken en de                                                         accommodatie volledig in orde te brengen.

Alle constructies worden afgebroken tenzij er een overeenkomst is met de nieuwe gebruiker die de constructies overneemt.

De gebruiker kan geen aanspraak maken op een vergoeding wegens schade die zou veroorzaakt worden door het verkopen, het weghalen van gewassen of restmaterialen van het gebruikte perceel.

6.Nieuwe of vrijgekomen percelen worden toegewezen aan kandidaten die zich hebben                                           laten inschrijven op een wachtlijst die bijgehouden wordt door team verhuur                                                         infrastructuur en sport. Bij het vrijkomen van een perceel wordt er contact opgenomen                                           met de eerste kandidaat op de wachtlijst.

7.De bevoegde ambtenaar en medewerkers van Tuinhier hebben te allen tijde het recht                                           om de percelen en de opberghuisjes te bezoeken en het perceel te keuren.

De gebruiker dient zich te richten naar de onderrichtingen die door de afgevaardigde(n) van de stad zullen gegeven worden.

8.Het stadsbestuur heeft het recht om het gebruik van het perceel meteen stop te zetten                                           in geval van:

niet of onvoldoende onderhoud van de tuin (na een 3de  schriftelijke                                                         verwittiging);

wanneer er vruchten, bloemen of groenten verkocht worden;

storten van afval op het perceel;

bij abnormaal en/of storend sociaal gedrag;

zich schuldig maken aan diefstal;

bij niet naleving van de bepalingen met betrekking tot onderhoud van het                                                         perceel.

9.Adresverandering dient schriftelijk te worden gemeld bij team verhuur infrastructuur                                           en sport. Alle vragen, klachten en opmerkingen over het dagdagelijkse beheer kunnen                                           worden gesteld aan de medewerkers van Tuinhier.

 

 

C.Bepalingen met betrekking onderhoud van het perceel

 

10.De gebruiker moet het perceel gebruiken conform deze algemene voorwaarden.

De gebruiker zal bij het gebruik van en onderhoud van de toegekende volkstuin de andere gebruikers niet benadelen. Hij zal zich altijd gedragen in goede verstandhouding met de andere volkstuingebruikers.

11.Het perceel dient het ganse jaar verzorgd en onkruidvrij gehouden te worden. Zodat                                            andere gebruikers geen hinder hebben. Het onkruid mag zeker niet in zaad komen te                                           staan.

12.De voorjaarswerken dienen ten laatste op 30 april aangevat te worden.

13.De doorgangen die palen aan het gehuurde perceel dienen steeds vrij te worden                                           gehouden van onkruid, mos begroeiing en afval.

14.Het perceel moet voor minstens 80% beplant worden met gewassen zoals groenten,                                           kruiden, bloemen, aardappelen, diverse vruchten. Dit alles uitsluitend bestemd voor                                           eigen gebruik en zonder economisch oogmerk.

15.De hoofdfunctie van het perceel is een volkstuin. Een grasperk is toegelaten tot een                                           max. van 9m².

16.Het aanplanten van door de wet verboden gewassen of het gebruik van verboden                                           producten kan leiden tot de onmiddellijke opzegging van het perceel zonder enige                                           compensatie.

17.Het is verboden om snoei-, groen- en ander afval op het perceel te verbranden.

18.Het groenafval mag op het eigen perceel gecomposteerd worden. Ander afval dan                                           groenafval, dient door de huurder te worden meegenomen.

19.Het is verboden:

de aard en het niveau van de bestaande bodem aanmerkelijk te wijzigen;

in of op de bodem verharding of constructies aan te brengen;

feestjes met externen te organiseren of te barbecuen in het tuintje.

om de rust niet te verstoren zijn geluidsinstallaties verboden;

vee of kleinvee te houden, te kweken of te slachten op of naast de volkstuinen

20.Het aanplanten van coniferen, snelgroeiende bomen en hagen en een boomgaard is niet               toegestaan behalve indien het gaat over struiken met klein fruit die bovendien zo                                           worden aangeplant dat ze geen hinder vormen voor de buren en tijdig worden gesnoeid.

21.Iedere gebruiker kan gebruik maken van de handpompen die zich verspreid over de                                           volkstuintjes bevinden. De pompen worden afgekoppeld in de vriesperiode.

22.Bij het besproeien van de tuinen mogen de gebruikers enkel in België toegelaten spuit,-                                           giet- en sproeistoffen, groei- of verdelgingsmiddelen gebruiken die het ecologisch                                           evenwicht op het terrein niet verstoren.

23.De tuinen mogen afgebakend worden maar enkel met natuurlijke materiaal dat geen                                           hinder vormt en geen schade kan veroorzaken voor de anderen. Voor afbakening perceel               vraagt de gebruiker toelating aan Tuinhier of team verhuur infrastructuur en sport.

24.Al het materiaal dat gebruikt wordt op de volkstuintjes, dient opgeborgen te worden                                           zodat het uitzicht verzorgd blijft en vandalisme en diefstal vermeden wordt.

25.Constructies (tuinhuisjes, serres, compostbakken, watervaten) op het perceel moeten

voldoen aan de wettelijke bepalingen en onderhouden worden. Beschadigingen hieraan, dienen deze zo snel mogelijk hersteld te worden.

26.Om een goede afwatering te garanderen, dienen de grachten vrij te worden gehouden                                           van elke vorm van afval en beplanting.

 

 

D.Bepalingen met betrekking tot de beëindiging – beschadigingen – verzekering

 

27.Alle bestaande uitrustingen zullen jaarlijks gecontroleerd worden door Tuinhier of het                                          stadsbestuur. Beschadigingen zullen aangerekend worden tegen de kostprijs voor de                                           herstelling aan de in gebreke bevonden gebruiker. Wie deze kosten weigert te betalen                                           kan onmiddellijk en zonder ingebrekestelling een opzegging krijgen van de vergunning.

28.Het Stadsbestuur kan onder geen voorwendsel aansprakelijk gesteld worden voor                                           beschadigingen en/of diefstal van het persoonlijk goed van de gebruikers van de                                                         perceeltjes, zoals er zijn plantgoed, zaden, meststoffen, materialen, e.d.m.

29.Beide partijen kunnen de gebruikersovereenkomst beëindigen. De opzegging moet per                                           aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs worden meegedeeld aan de andere partij.

Indien het Stadsbestuur deze overeenkomst wenst te beëindigen dient een opzegperiode van drie maanden in acht te worden genomen. Tenzij opzeg door redenen van artikel 8.

30.Het stadsbestuur sluit een verzekering tegen brand af. In deze verzekering is de                                                         vergoeding voor schade aan naburen inbegrepen, doch niet de verzekering van de eigen                             inboedel.

 

 

E.Geschillen

31.Het aanvaarden, weigeren of uitsluiten van gebruikers valt onder de bevoegdheid van                                           het college van burgemeester en schepenen.

Het vroegtijdig beëindigen van de gebruikersovereenkomst door onvoorziene omstandigheden zal geen aanleiding geven tot het vorderen van enige schadevergoeding van de Stad Lier. De gebruiker zal bij de voortijdige beëindiging van zijn gebruik geen aanspraak kunnen maken op de gehele gebruikers vergoeding of een gedeelte ervan.

32.  De gebruikersovereenkomst kan door de Stad Lier beëindigd worden:

1) wegens het niet of laattijdig betalen van de jaarlijks gebruikers vergoeding;

2) na een schriftelijke aanmaning wegens vaststelling van een inbreuk op een of     

    meer artikelen van dit reglement.

 

 

Dit huishoudelijk reglement volkstuinen ‘Den Akker’ is goedgekeurd op de gemeenteraad van stad Lier op 23 maart 2015.

 

 

Adviezen

Het ontwerp van het huishoudelijk reglement voor volkstuinen werd aangepast volgens de opmerkingen van de juridische dienst. De juridische dienst geeft positief advies voor het ontwerp van het huishoudelijk reglement van volkstuinen 'Den Akker'.

 

Het ontwerp van het huishoudelijk reglement voor volkstuinen werd overlopen en besproken met Tuinhier vzw.

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De Gemeenteraad beslist het huishoudelijk reglement en de gebruikers overeenkomst voor volkstuinen 'Den Akker' goed te keuren.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

06/07/2015 - POLITIEVERORDENING TOUR DE FRANCE - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op 06/07/2015 komt de Tour de France door onze stad. Om dit evenement in goede banen te leiden is het wenselijk om, naar analogie van de tijdelijke politieverordening tijdens het WK Brazilië, een tijdelijke politieverordening op te stellen.

 

Zo kan de stad de voorwaarden vastleggen waaraan alle horeca uitbaters en organisatoren van evenementen dienen te voldoen tijdens de doortocht van de Tour de France.

 

De volgende tijdelijke verordening wordt voorgesteld:

 

Inhoudstafel

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Doel

Artikel 2. Definities

Artikel 3. Duur

Artikel 4. Doelgroep en toepassingsgebied

 

Hoofdstuk 2. Vergunning activiteiten openbaar domein en aansluitende, niet afgesloten terreinen

Artikel 5. Verplichting tot het aanvragen van een vergunning voor activiteiten op openbaar domein en aansluitende, niet afgesloten terreinen

Artikel 6. Voorwaarden van de vergunning

Artikel 7. Maatregelen bij het niet naleven van de voorwaarden van de vergunning

 

Hoofdstuk 3. Activiteiten privaat domein, al dan niet in open lucht

Artikel 8. Ordelijk verloop

Artikel 9. Vrijwaring openbare orde, rust, veiligheid en gezondheid

 

Hoofdstuk 4. Maatregelen in kader van openbare veiligheid, orde en rust

Artikel 10. Glazen recipiënten

Artikel 11. Reinheid van de openbare weg

Artikel 12. Voorwaarden met betrekking tot geluidsuitzendingen

Artikel 13. Brandveiligheid

Artikel 14. Gebruik van pyrotechnische voorwerpen

Artikel 15. Warmtebronnen op de openbare weg

Artikel 16. Bijkomende veiligheidsmaatregelen

 

Hoofdstuk 5. Sanctionering

Artikel 17. Sancties

 

Hoofdstuk 6. Bekendmaking

Artikel 18. Bekendmaking

 

Hoofdstuk 7. Inwerkingtreding

Artikel 19. Inwerkingtreding

 

Hoofdstuk 8. Afschrift

Artikel 20. Afschrift

 

 

 

Verordening

 

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1: Doel

De Stad Lier stelt bij wijze van deze politieverordening de voorwaarden vast waaraan de uitbater en/of aangestelde van een horecazaak of de organisator en/of aangestelde van een evenement dient te voldoen, ingeval zij tijdens de doortocht van de Tour de France op 06/07/2015 activiteiten organiseren op het grondgebied van Lier.

 

Artikel 2: Definities

In deze verordening hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

1) Horecazaak: elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de toegangsvoorwaarden, waar de belangrijkste en permanente activiteit bestaat uit het voorbereiden en/of aanbieden van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.

2) Uitbater: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening een horecazaak uitbaat. Met uitbaten wordt bedoeld het exploiteren, openen, het heropenen, de overname en de aanpassing van een horecazaak.

3) Evenement: elke publieke gebeurtenis die doorgaat tijdens de doortocht van de Tour de France op 06/07/2015 en:

hetzij door de Stad Lier vergund werd op het openbaar domein;

hetzij georganiseerd wordt op een privaat domein, al dan niet in open lucht

4) Aangestelde: de persoon die tegen bezoldiging een horecazaak uitbaat voor rekening van de uitbater of tegen bezoldiging een evenement organiseert voor rekening van de organisator.

 

Artikel 3: Duur

De politieverordening geldt op 6 juli 2015.

 

Artikel 4: Doelgroep en toepassingsgebied

De uitbater en/of aangestelde van een horecazaak of de organisator en/of aangestelde van een evenement die een activiteit/evenement organiseert tijdens de doortocht van de Tour de France op 06/07/2015, dient de in deze verordening vastgestelde voorwaarden na te leven.

 

 

Hoofdstuk 2. Vergunning activiteit openbaar domein en aansluitende, niet afgesloten terreinen

 

Artikel 5: Verplichting tot het aanvragen van een vergunning voor activiteiten op het openbaar domein en aansluitende, niet afgesloten terreinen

 

§1. Onverminderd de bepalingen van de politieverordening op de openbare rust en veiligheid, kan een publiek toegankelijke activiteit tijdens de doortocht van de Tour de France op 06/07/2015, slechts plaatsvinden op het openbaar domein of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein, na een voorafgaande vergunning van de burgemeester.

 

§2. Alle aanvragen tot vergunning moeten ten laatste op 05/04/2015 worden ingediend.

De aanvragen worden gericht aan de burgemeester.

In zeer uitzonderlijke omstandigheden kan van deze termijn worden afgeweken mits grondige motivering van de aanvrager. In dergelijk geval behoudt de burgemeester zich het recht voor de aanvraag al dan niet nog ontvankelijk te verklaren.

 

§ 3. De aanvraag tot vergunning wordt verricht via het Evenementenformulier (uitinlier.be) dat zo gedetailleerd mogelijk dient ingevuld te worden. Dit formulier is te vinden op  uitinlier.be.

 

§ 4. Na voorafgaandelijk administratief onderzoek verzendt de burgemeester aan de in artikel 4 bedoelde aanvragers hetzij een gemotiveerde weigering van vergunning hetzij de vergunning.

 

§ 5. In de vergunning wordt duidelijk gesteld onder welke voorwaarden zij wordt verleend.

De organisator van de vergunde activiteit heeft de plicht de voorwaarden onder dewelke de vergunning wordt verleend na te leven.

 

§ 6. De vergunning is tijdelijk, strikt persoonlijk en kan niet overgedragen worden aan derden. De vergunning dient op een zichtbare plaats aangebracht te worden.

 

Artikel 6: Voorwaarden van de vergunning

In de vergunning zullen volgende minimale voorwaarden worden opgelegd :

1. Exacte locatie

2. Het tijdsbestek waarbinnen installaties mogen opgesteld en afgebroken worden

3. Voorwaarden m.b.t. geluids- en TV-uitzendingen; met het voorbehoud dat ter plaatse steeds strengere voorwaarden kunnen opgelegd worden in functie van gewijzigde omgevingsfactoren.

 

Artikel 7: Maatregelen bij het niet naleven van de voorwaarden van de vergunning

§1. Indien wordt vastgesteld dat een organisator en/of zijn aangestelde één of meerdere voorwaarden waaronder de vergunning werd verleend, niet naleeft, kan de burgemeester de vergunning intrekken.

 

§2. Alle activiteiten die plaatsvinden zonder vergunning, of niet conform de verleende vergunning, moeten onmiddellijk op politiebevel stopgezet worden en installaties dienen onmiddellijk verwijderd te worden.

Indien aan het bevel geen gevolg wordt gegeven, zal dit gebeuren op kosten en risico van de organisator en/of aangestelde.

 

§3. Elke activiteit die de veiligheid en het gemak van doorgang van weggebruikers in het gedrang brengt, wordt ambtshalve en zonder aanmaning, op kosten en risico van de organisator en/of aangestelde verwijderd.

 

 

Hoofdstuk 3. Activiteiten privaat domein, al dan niet in open lucht

 

Artikel 8: Ordelijk verloop

De organisator en/of zijn aangestelde heeft de plicht al het mogelijke te doen opdat het ordelijk verloop van de activiteit gehandhaafd kan blijven.

 

Artikel 9: Vrijwaring openbare orde, rust, veiligheid en gezondheid

Indien blijkt dat de activiteit een inbreuk vormt op de openbare orde, rust, veiligheid en/of gezondheid, kan de burgemeester te allen tijde de vereiste en noodzakelijke maatregelen treffen.

 

 

Hoofdstuk 4. Maatregelen in kader van openbare veiligheid, orde en rust

 

Artikel 10: Glazen recipiënten

§ 1. Het schenken van al dan niet alcoholhoudende dranken in glazen recipiënten kan in de binnenruimte van de horecazaken en op het afgebakende terrein van de vergunde terrassen. Het is verboden glazen recipiënten bij zich te hebben buiten het afgebakende terrein van de vergunde terrassen. De uitbater dient er op toe te zien dat zijn klanten het terras niet verlaten met glazen recipiënten.

 

§ 2. Voormelde bepalingen doen geen afbreuk aan strengere bepalingen voorzien in de wetgeving i.v.m. alcoholhoudende dranken op het openbaar domein.

 

Artikel 12 : Reinheid van de openbare weg

§1. De organisatoren en/of hun aangestelden van het evenement dienen in te staan voor de reinheid van het openbaar domein in de onmiddellijke omgeving van hun installatie, dit is in een straal van 30 meter rond de plaats van de activiteit.

 

§2. Het is verboden afval of materiaal afkomstig van de activiteit achter te laten op het openbaar domein of te lozen in de riolering.

 

Artikel 13: Voorwaarden met betrekking tot geluids- en TV-uitzendingen

§1. Op terrassen is het gebruik van elektronisch versterkte muziekinstallaties, geluidsboxen bediend vanuit de eigen zaak, luidsprekers en muziekinstrumenten verboden.

 

§2. Geluid van binnen opgestelde muziekinstallaties mag buiten de inrichting niet hoorbaar zijn.

 

§3. Het is verboden, van 22.00u s ’avonds tot 6.00u’s morgens, nachtgerucht of nachtrumoer te veroorzaken, dat hoorbaar is op openbare plaatsen, waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord. Mits expliciete toestemming van de Burgemeester kan hierop een uitzondering gemaakt worden.

 

Artikel 14 : Brandveiligheid

De uitbater en/of aangestelde van een horecazaak of de organisator en/of aangestelde van een evenement verbindt zich er toe alle wettelijke beschikkingen inzake veiligheid strikt in acht te nemen. Indien van toepassing dienen de bepalingen van de Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in inrichtingen toegankelijk voor het publiek (18 december 1995) te worden nageleefd.

De regelgeving is terug te vinden op de website van de Stad Lier: http://www.brandweer-lier.be/ (hulpverlening > regelgeving)

 

Artikel 15 : Gebruik van pyrotechnische voorwerpen

Het is verboden vuurwapens af te vuren, vuurwerk te ontsteken of voetzoekers te doen ontploffen.

 

Artikel 16 : Warmtebronnen

Ingeval de uitbater en/of aangestelde van een horecazaak of de organisator en/of zijn aangestelde op het vergund terras gebruik maakt van warmtebronnen dienen volgende bepalingen nageleefd te worden.

De inplanting van de warmte- en/of verlichtingsbronnen moet zodanig zijn dat geen brandgevaar kan ontstaan. De verlichtingseenheden mogen niet met papier- of ander brandbaar materiaal worden omwikkeld.

De volledige elektrische installatie met al zijn verbruikers moet voldoen aan de algemene bepalingen en richtlijnen opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).

 

Indien een installatie op gas gebruikt wordt zijn volgende bepalingen van toepassing:

1 bij het aansluiten van de gasflessen is het verboden te roken of een open vuur te maken. De fleskraan wordt steeds geopend met de hand en niet met werktuigen.

Het totale aantal aanwezige gasflessen mag maximum 5 stuks bedragen (volle flessen, lege flessen en de flessen in gebruik samen). De lege flessen moet fysisch gescheiden worden van de volle. De totale waterinhoud van de 5 flessen samen mag niet meer dan 300 liter bedragen. De flessen mogen niet geplaatst worden in de nabijheid van eender welke warmtebron. Ze worden steeds rechtop, stabiel en goed geventileerd geplaatst (beschermd tegen aanrijding en omvallen, tegen inwerking van de zon en buiten het bereik van onbevoegden).

 

2 de slang is oranje, maximum 2 meter lang, mag niet ouder zijn dan 5 jaar en moet de fabricagedatum vermelden

 

3 bij voorkeur heeft de installatie een beveiliging die de werking onderbreekt wanneer het toestel omvalt

Sfeerverlichting op basis van verbranding of ander open vuur is niet toegelaten.

 

Artikel 17 : Bijkomende veiligheidsmaatregelen

Indien na controle toch bijkomende veiligheidsmaatregelen vereist zouden zijn, dient de organisator en/of zijn aangestelde deze opgelegde maatregelen strikt na te komen.

 

 

Hoofdstuk 5. Sanctionering

 

Artikel 18: Sancties

Tenzij de wet of het decreet andere strafbepalingen voorziet, kan elke overtreding van deze politieverordening worden bestraft worden met de gemeentelijke administratieve sancties zoals voorzien in artikel 4 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, meer bepaald:

•Een administratieve geldboete van maximum 350 euro

•Een administratieve schorsing of intrekking van een afgeleverde toelating of vergunning en/of

•Een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een instelling.

Wanneer de voorwaarden van de vergunning zoals bepaald in deze verordening niet worden nageleefd kan de burgemeester ook beslissen de horecazaak/uitbating te sluiten zoals hem de mogelijkheid wordt geboden in artikel 134 ter van de Nieuwe Gemeentewet.

 

 

Hoofdstuk 6. Bekendmaking

 

Artikel 19. Bekendmaking

Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in art. 186 van het Gemeentedecreet.

 

 

Hoofdstuk 7. Inwerkingtreding

 

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze verordening is van kracht op 06/07/2015.

 

 

Hoofdstuk 8. Afschrift

 

Artikel 21. Afschrift

Afschrift van deze politieverordening wordt aan mevrouw de provinciegouverneur en aan de mevrouw de Procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement Mechelen toegezonden.

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist onderstaande tijdelijke politieverordening nav de doortocht van de Tour de France op 06/07/52015 goed te keuren.

 

 

"Tijdelijke politieverordening van kracht op 06/07/2015 nav de doortocht Tour de France"

 

 

Inhoudstafel

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Doel

Artikel 2. Definities

Artikel 3. Duur

Artikel 4. Doelgroep en toepassingsgebied

 

Hoofdstuk 2. Vergunning activiteiten openbaar domein en aansluitende, niet afgesloten terreinen

Artikel 5. Verplichting tot het aanvragen van een vergunning voor activiteiten op openbaar domein en aansluitende, niet afgesloten terreinen

Artikel 6. Voorwaarden van de vergunning

Artikel 7. Maatregelen bij het niet naleven van de voorwaarden van de vergunning

 

Hoofdstuk 3. Activiteiten privaat domein, al dan niet in open lucht

Artikel 8. Ordelijk verloop

Artikel 9. Vrijwaring openbare orde, rust, veiligheid en gezondheid

 

Hoofdstuk 4. Maatregelen in kader van openbare veiligheid, orde en rust

Artikel 10. Glazen recipiënten

Artikel 11. Reinheid van de openbare weg

Artikel 12. Voorwaarden met betrekking tot geluidsuitzendingen

Artikel 13. Brandveiligheid

Artikel 14. Gebruik van pyrotechnische voorwerpen

Artikel 15. Warmtebronnen op de openbare weg

Artikel 16. Bijkomende veiligheidsmaatregelen

 

Hoofdstuk 5. Sanctionering

Artikel 17. Sancties

 

Hoofdstuk 6. Bekendmaking

Artikel 18. Bekendmaking

 

Hoofdstuk 7. Inwerkingtreding

Artikel 19. Inwerkingtreding

 

Hoofdstuk 8. Afschrift

Artikel 20. Afschrift

 

 

 

Verordening

 

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1: Doel

De Stad Lier stelt bij wijze van deze politieverordening de voorwaarden vast waaraan de uitbater en/of aangestelde van een horecazaak of de organisator en/of aangestelde van een evenement dient te voldoen, ingeval zij tijdens de doortocht van de Tour de France op 06/07/2015 activiteiten organiseren op het grondgebied van Lier.

 

Artikel 2: Definities

In deze verordening hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

1) Horecazaak: elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de toegangsvoorwaarden, waar de belangrijkste en permanente activiteit bestaat uit het voorbereiden en/of aanbieden van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.

2) Uitbater: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening een horecazaak uitbaat. Met uitbaten wordt bedoeld het exploiteren, openen, het heropenen, de overname en de aanpassing van een horecazaak.

3) Evenement: elke publieke gebeurtenis die doorgaat tijdens de doortocht van de Tour de France op 06/07/2015 en:

hetzij door de Stad Lier vergund werd op het openbaar domein;

hetzij georganiseerd wordt op een privaat domein, al dan niet in open lucht

4) Aangestelde: de persoon die tegen bezoldiging een horecazaak uitbaat voor rekening van de uitbater of tegen bezoldiging een evenement organiseert voor rekening van de organisator.

 

Artikel 3: Duur

De politieverordening geldt op 6 juli 2015.

 

Artikel 4: Doelgroep en toepassingsgebied

De uitbater en/of aangestelde van een horecazaak of de organisator en/of aangestelde van een evenement die een activiteit/evenement organiseert tijdens de doortocht van de Tour de France op 06/07/2015, dient de in deze verordening vastgestelde voorwaarden na te leven.

 

 

Hoofdstuk 2. Vergunning activiteit openbaar domein en aansluitende, niet afgesloten terreinen

 

Artikel 5: Verplichting tot het aanvragen van een vergunning voor activiteiten op het openbaar domein en aansluitende, niet afgesloten terreinen

 

§1. Onverminderd de bepalingen van de politieverordening op de openbare rust en veiligheid, kan een publiek toegankelijke activiteit tijdens de doortocht van de Tour de France op 06/07/2015, slechts plaatsvinden op het openbaar domein of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein, na een voorafgaande vergunning van de burgemeester.

 

§2. Alle aanvragen tot vergunning moeten ten laatste op 05/04/2015 worden ingediend.

De aanvragen worden gericht aan de burgemeester.

In zeer uitzonderlijke omstandigheden kan van deze termijn worden afgeweken mits grondige motivering van de aanvrager. In dergelijk geval behoudt de burgemeester zich het recht voor de aanvraag al dan niet nog ontvankelijk te verklaren.

 

§ 3. De aanvraag tot vergunning wordt verricht via het Evenementenformulier (uitinlier.be) dat zo gedetailleerd mogelijk dient ingevuld te worden. Dit formulier is te vinden op  uitinlier.be.

 

§ 4. Na voorafgaandelijk administratief onderzoek verzendt de burgemeester aan de in artikel 4 bedoelde aanvragers hetzij een gemotiveerde weigering van vergunning hetzij de vergunning.

 

§ 5. In de vergunning wordt duidelijk gesteld onder welke voorwaarden zij wordt verleend.

De organisator van de vergunde activiteit heeft de plicht de voorwaarden onder dewelke de vergunning wordt verleend na te leven.

 

§ 6. De vergunning is tijdelijk, strikt persoonlijk en kan niet overgedragen worden aan derden. De vergunning dient op een zichtbare plaats aangebracht te worden.

 

Artikel 6: Voorwaarden van de vergunning

In de vergunning zullen volgende minimale voorwaarden worden opgelegd :

1. Exacte locatie

2. Het tijdsbestek waarbinnen installaties mogen opgesteld en afgebroken worden

3. Voorwaarden m.b.t. geluids- en TV-uitzendingen; met het voorbehoud dat ter plaatse steeds strengere voorwaarden kunnen opgelegd worden in functie van gewijzigde omgevingsfactoren.

 

Artikel 7: Maatregelen bij het niet naleven van de voorwaarden van de vergunning

§1. Indien wordt vastgesteld dat een organisator en/of zijn aangestelde één of meerdere voorwaarden waaronder de vergunning werd verleend, niet naleeft, kan de burgemeester de vergunning intrekken.

 

§2. Alle activiteiten die plaatsvinden zonder vergunning, of niet conform de verleende vergunning, moeten onmiddellijk op politiebevel stopgezet worden en installaties dienen onmiddellijk verwijderd te worden.

Indien aan het bevel geen gevolg wordt gegeven, zal dit gebeuren op kosten en risico van de organisator en/of aangestelde.

 

§3. Elke activiteit die de veiligheid en het gemak van doorgang van weggebruikers in het gedrang brengt, wordt ambtshalve en zonder aanmaning, op kosten en risico van de organisator en/of aangestelde verwijderd.

 

 

Hoofdstuk 3. Activiteiten privaat domein, al dan niet in open lucht

 

Artikel 8: Ordelijk verloop

De organisator en/of zijn aangestelde heeft de plicht al het mogelijke te doen opdat het ordelijk verloop van de activiteit gehandhaafd kan blijven.

 

Artikel 9: Vrijwaring openbare orde, rust, veiligheid en gezondheid

Indien blijkt dat de activiteit een inbreuk vormt op de openbare orde, rust, veiligheid en/of gezondheid, kan de burgemeester te allen tijde de vereiste en noodzakelijke maatregelen treffen.

 

 

Hoofdstuk 4. Maatregelen in kader van openbare veiligheid, orde en rust

 

Artikel 10: Glazen recipiënten

§ 1. Het schenken van al dan niet alcoholhoudende dranken in glazen recipiënten kan in de binnenruimte van de horecazaken en op het afgebakende terrein van de vergunde terrassen. Het is verboden glazen recipiënten bij zich te hebben buiten het afgebakende terrein van de vergunde terrassen. De uitbater dient er op toe te zien dat zijn klanten het terras niet verlaten met glazen recipiënten.

 

§ 2. Voormelde bepalingen doen geen afbreuk aan strengere bepalingen voorzien in de wetgeving i.v.m. alcoholhoudende dranken op het openbaar domein.

 

Artikel 12 : Reinheid van de openbare weg

§1. De organisatoren en/of hun aangestelden van het evenement dienen in te staan voor de reinheid van het openbaar domein in de onmiddellijke omgeving van hun installatie, dit is in een straal van 30 meter rond de plaats van de activiteit.

 

§2. Het is verboden afval of materiaal afkomstig van de activiteit achter te laten op het openbaar domein of te lozen in de riolering.

 

Artikel 13: Voorwaarden met betrekking tot geluids- en TV-uitzendingen

§1. Op terrassen is het gebruik van elektronisch versterkte muziekinstallaties, geluidsboxen bediend vanuit de eigen zaak, luidsprekers en muziekinstrumenten verboden.

 

§2. Geluid van binnen opgestelde muziekinstallaties mag buiten de inrichting niet hoorbaar zijn.

 

§3. Het is verboden, van 22.00u s ’avonds tot 6.00u’s morgens, nachtgerucht of nachtrumoer te veroorzaken, dat hoorbaar is op openbare plaatsen, waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord. Mits expliciete toestemming van de Burgemeester kan hierop een uitzondering gemaakt worden.

 

Artikel 14 : Brandveiligheid

De uitbater en/of aangestelde van een horecazaak of de organisator en/of aangestelde van een evenement verbindt zich er toe alle wettelijke beschikkingen inzake veiligheid strikt in acht te nemen. Indien van toepassing dienen de bepalingen van de Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in inrichtingen toegankelijk voor het publiek (18 december 1995) te worden nageleefd.

De regelgeving is terug te vinden op de website van de Stad Lier: http://www.brandweer-lier.be/ (hulpverlening > regelgeving)

 

Artikel 15 : Gebruik van pyrotechnische voorwerpen

Het is verboden vuurwapens af te vuren, vuurwerk te ontsteken of voetzoekers te doen ontploffen.

 

Artikel 16 : Warmtebronnen

Ingeval de uitbater en/of aangestelde van een horecazaak of de organisator en/of zijn aangestelde op het vergund terras gebruik maakt van warmtebronnen dienen volgende bepalingen nageleefd te worden.

De inplanting van de warmte- en/of verlichtingsbronnen moet zodanig zijn dat geen brandgevaar kan ontstaan. De verlichtingseenheden mogen niet met papier- of ander brandbaar materiaal worden omwikkeld.

De volledige elektrische installatie met al zijn verbruikers moet voldoen aan de algemene bepalingen en richtlijnen opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).

 

Indien een installatie op gas gebruikt wordt zijn volgende bepalingen van toepassing:

1 bij het aansluiten van de gasflessen is het verboden te roken of een open vuur te maken. De fleskraan wordt steeds geopend met de hand en niet met werktuigen.

Het totale aantal aanwezige gasflessen mag maximum 5 stuks bedragen (volle flessen, lege flessen en de flessen in gebruik samen). De lege flessen moet fysisch gescheiden worden van de volle. De totale waterinhoud van de 5 flessen samen mag niet meer dan 300 liter bedragen. De flessen mogen niet geplaatst worden in de nabijheid van eender welke warmtebron. Ze worden steeds rechtop, stabiel en goed geventileerd geplaatst (beschermd tegen aanrijding en omvallen, tegen inwerking van de zon en buiten het bereik van onbevoegden).

 

2 de slang is oranje, maximum 2 meter lang, mag niet ouder zijn dan 5 jaar en moet de fabricagedatum vermelden

 

3 bij voorkeur heeft de installatie een beveiliging die de werking onderbreekt wanneer het toestel omvalt

Sfeerverlichting op basis van verbranding of ander open vuur is niet toegelaten.

 

Artikel 17 : Bijkomende veiligheidsmaatregelen

Indien na controle toch bijkomende veiligheidsmaatregelen vereist zouden zijn, dient de organisator en/of zijn aangestelde deze opgelegde maatregelen strikt na te komen.

 

 

Hoofdstuk 5. Sanctionering

 

Artikel 18: Sancties

Tenzij de wet of het decreet andere strafbepalingen voorziet, kan elke overtreding van deze politieverordening worden bestraft worden met de gemeentelijke administratieve sancties zoals voorzien in artikel 4 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, meer bepaald:

•Een administratieve geldboete van maximum 350 euro

•Een administratieve schorsing of intrekking van een afgeleverde toelating of vergunning en/of

•Een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een instelling.

Wanneer de voorwaarden van de vergunning zoals bepaald in deze verordening niet worden nageleefd kan de burgemeester ook beslissen de horecazaak/uitbating te sluiten zoals hem de mogelijkheid wordt geboden in artikel 134 ter van de Nieuwe Gemeentewet.

 

 

Hoofdstuk 6. Bekendmaking

 

Artikel 19. Bekendmaking

Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in art. 186 van het Gemeentedecreet.

 

 

Hoofdstuk 7. Inwerkingtreding

 

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze verordening is van kracht op 06/07/2015.

 

 

Hoofdstuk 8. Afschrift

 

Artikel 21. Afschrift

Afschrift van deze politieverordening wordt aan mevrouw de provinciegouverneur en aan de mevrouw de Procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement Mechelen toegezonden.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

ARBEIDSREGLEMENT, SCHOOLREGLEMENT, ARTISTIEK PEDAGOGISCH PROJECT EN SCHOOLWERKPLAN VAN DE ACADEMIES REGIO LIER - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het arbeidsreglement van de academies is verouderd en stemt niet meer overeen met de huidige situatie en wetgeving inzake Deeltijds Kunstonderwijs. Het vorige reglement dateert van mei 2007. Net als het Schoolreglement zijn aanpassingen nodig. Daarnaast vraagt de onderwijsinspectie een degelijk artistiek-pedagogisch project met een schoolwerkplan dat afgestemd is op de huidige leercontexten.

 

Feiten en context

De Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (SAMWD) en de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten (SASK) - kortweg de Academies Regio Lier - moeten over een arbeidsreglement (AR) beschikken dat ter kennisgeving aan alle personeelsleden, in dienst van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap – Departement Onderwijs en Vorming - Deeltijds Kunstonderwijs, moet bezorgd worden.

Bovendien is een actueel schoolreglement (SR) essentieel voor de goede werking van de academies. Deze twee documenten worden door de Academies Regio Lier gezamenlijk ter goedkeuring voorgelegd.

Per academie stellen we de Artistiek-Pedagogisch Projecten (APP) voor die eigentijds en dynamisch het algemeen referentiekader en de belangrijke waarden van het eigen Deeltijds Kunstonderwijs uitmaken. Dat  APP wordt geconcretiseerd in een Schoolwerkplan (SWP) . Dit Schoolwerkplan is een instrument waarin de academies rekening houden met de specifieke situatie, mogelijkheden, grenzen en intenties. Het plan is een middel tot lokaal schoolbeleid, het is een verantwoordingsplan ten opzichte van de overheid inzake kwaliteitszorg en een inspiratiebron voor alle betrokkenen.

 

Adviezen

Voor de vernieuwing van het Arbeidsreglement en het Schoolreglement werd een beroep gedaan op juriste van de Organisatie van Steden en Gemeenten (OVSG). De documenten werden ook aangeboden aan de personeelsleden voor aanvulling en bespreking.

Daarnaast werd via pedagogische studiedagen, enquêtes en vakvergaderingen het Artistiek Pedagogische Project (APP) en het Schoolwerkplan (SWP) bevraagd met het resultaat zoals het nu ter goedkeuring voorgelegd wordt.

 

Juridische grond

Gelet op het decreet betreffende het onderwijs II van 31/07/1990;

Gelet op het decreet Vlaamse Executieve van 27-03-1991, regelmatig gewijzigd tot het huidige versie van 2014, meer bepaald de rechtspositie onderwijs- en administratief personeel.

Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het Deeltijds Kunstonderwijs, studierichting "Beeldende kunst";

Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het Deeltijds Kunstonderwijs, studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans";

Gelet op de Versoepelingsomzendbrief van 5 juni 2000;

Overwegende dat er voor elke academie Deeltijds Kunstonderwijs, een schoolreglement moet worden opgesteld dat de betrekkingen regelt tussen de inrichtende macht en de ouders/leerlingen;

Overwegende dat het huidige arbeidsreglement, schoolreglement, artistiek-pedagogisch project en schoolwerkplan, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 mei 2007, niet langer voldoet;

Gezien het model van schoolreglement van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap;

Overwegende dat het arbeidsreglement, schoolreglement, artistiek-pedagogisch project en schoolwerkplan van het  Deeltijds Kunstonderwijs is besproken met het personeelsteam van de academie;

Gelet op de Wet van 19-12-1974 met betrekking tot de regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

Gelet op de gemeentewet (art 302);

Gelet op het gemeentedecreet (art. 117,119,135 en 144);

 

Argumentatie

Het stadsbestuur van Lier beheert als Inrichtende Macht het personeel van de academies regio Lier. Het uitvaardigen van een arbeidsreglement (A.R.) voor het in deze academies aangesteld personeel behoort dus tot de bevoegdheid van dit stadsbestuur.

 

Het Afzonderlijk Bijzonder Overlegcomité (ABOC) hechtte in vergadering van 23 januari 2015 goedkeuring aan het voorgelegd arbeidsreglement van de academies regio Lier. In dit comité werden ook het Schoolreglement (SR), het Artistiek-Pedagogisch Project (APP) en het Schoolwerkplan (SWP) besproken.

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het arbeidsreglement (AR) van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans en van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten – hierna verkort genaamd Stedelijke Academies Regio Lier -  goed, zoals opgenomen in navolgende tekstversie bestaande uit een algemeen deel en 9 bijlagen.

 

Art 2 :

Het bestaande schoolreglement Deeltijds Kunstonderwijs, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 mei 2007. wordt opgeheven.

 

Art 3 :

Het hierbij gevoegde schoolreglement Deeltijds Kunstonderwijs met 1 bijlage wordt goedgekeurd.

 

Art 4 :

Het schoolreglement Deeltijds Kunstonderwijs wordt bij de eerste inschrijving van een leerling in de academie, en nadien bij elke wijziging, voor akkoord beschikbaar gesteld aan de leerling of zijn ouders.

 

Art 5 :

De gemeenteraad legt voor elke academie het Artistiek-pedagogisch project (APP) vast.

 

Art 6 :

De gemeenteraad legt voor elke academie het Schoolwerkplan (SWP) dat het APP concretiseert vast.

 

Art 7 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1 ex (AR)

alle personeelsleden van de Stedelijke Academies Regio Lier in dienst van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs & Vorming - Deeltijds Kunstonderwijs (DKO)

1 ex (AR)

ter kennisgeving overmaken aan de Inspectie van de Sociale Wetten

 

Opdrachten :

De gemeenteraad geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

UIT in LIer (Academies)

Een bericht wordt in de stedelijke academies regio Lier aangeplakt, waarin aangegeven wordt waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd.

UIT in Lier (Academies)

SR, APP en SWP zijn terug te vinden op de websites van de academies: www.academielier.be  en www.samwdlier.be

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

BUDGETNOTA SOLAG 2015 - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het kader van de BBC verplichtingen voor SOLag dient SOLag de regels te respecteren om ook beleidsrapporten conform  BBC regels op te stellen en hierover digitaal te rapporteren. In zitting van 17 /11/2014 keurde de GR de meerjarenplanning SOLag voor de periode 2014 – 2019 goed.

 

Feiten en context

In zitting van 16/12/2014 gaf de raad van bestuur SOLag een positief advies over Budget 2015 SOLag.  De vaststelling van dit budget gebeurt op basis van de meerjarenplanning SOLag en houdt nog geen rekening met het te verwerken definitief resultaat SOLag voor het jaar 2014 gezien de rekeningen hiervoor nog moeten afgesloten worden.

 

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Els Van Weert, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Katrien Vanhove

7 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Öztürk Taspinar, Ella Cornelis, Memet Cinar, Olivier Peeters en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het budget SOLag voor de periode 2015 goed.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

RETRIBUTIEREGLEMENT - DOORGANGSKAARTEN - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Principiële goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen dd. 9 maart 2015

 

Feiten en context

Het college van burgemeester en schepenen besliste om de nieuwe doorgangskaarten te laten gelden vanaf 1 mei 2015 tot en met 31 december 2019.

Het college van burgemeester en schepenen besliste om de huidige categorieën van doorgangskaarten te behouden.

Het college van burgemeester en schepenen ging principieel akkoord met het opmaken van een retributiereglement voor het innen van een retributie voor het afleveren van vaste en tijdelijke doorgangskaarten.

Voor de vaste doorgangskaarten, geldig van 1 mei 2015, of de aanvraagdatum, tot en met 31 december 2019, wordt een tarief van € 25 per kaart voorgesteld.

Voor alle categorieën van tijdelijke kaarten, werken door derden, verhuis, ruimdienst, leveren meubelen, evenementen (uitgezonderd door de stad of mede door de stad georganiseerde evenement) en ceremoniewagens, geldig voor de periode vermeld op de doorgangskaart, wordt een tarief van € 10 per kaart, per aanvraag, voorgesteld.

 

Advies mobiliteit:

In de wegcode staat niets vermeld over een verplichte duur van de geldigheid van

doorgangskaarten. Dit is een autonome beslissing van het bestuur. Ook het heffen van een

retributie op het uitreiken van deze doorgangskaarten is een beslissing van het bestuur.

Door het invoeren van een retributie op de te uit te reiken doorgangskaarten zal het aantal

aanvragen zeker verminderen en hierdoor ook het doorgaand autoverkeer op de Grote

Markt, wat zeker bevorderlijk is voor de zwakke weggebruikers op deze locatie.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

 

Argumentatie

Voor de vaste doorgangskaarten, geldig van 1 mei 2015, of de aanvraagdatum, tot en met 31 december  2019, wordt een retributie van € 25 per kaart gevorderd, uitgezonderd voor volgende categorieën:

- bewoners gevestigd in de zone

- handelaars gevestigd in de zone

- huurders/eigenaars garage in de zone

- vrijwillig vervoer minder mobiele die medisch niet in staat is te rijden

- houder van een mindervalidenkaart die geregeld wordt afgezet/opgehaald in de zone

-begrafenisondernemers

Voor alle categorieën van tijdelijke kaarten, werken door derden, verhuis, ruimdienst, leveren meubelen, evenementen door derden georganiseerd zonder medewerking van de stad, geldig voor de periode vermeld op de doorgangskaart, wordt een tarief van € 10 per kaart, per aanvraag, gevorderd. De deelnemers aan evenementen die die georganiseerd worden door de stad of met medewerking van de stad of ceremoniewagens zullen vrijgesteld worden van de retributie van 10€ maar niet van een doorgangskaart.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Öztürk Taspinar, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Tekin Tasdemir

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

5 onthoudingen: Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jan Hermans, Els Van Weert en Katrien Vanhove

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het retributiereglement in verband met het uitreiken van doorgangskaarten in de voetgangerszones goed.

 

Art 2 :

Voor een termijn ingaand op 1 mei 2015 en eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het uitreiken van vaste en tijdelijke doorgangskaarten waar  voetgangerszones aanwezig zijn.

 

Art 3:

De retributie wordt als volgt vastgesteld :

Voor de vaste doorgangskaarten, geldig van 1 mei 2015, of de aanvraagdatum, tot en met 31

december 2019, wordt een retributie van € 25 per kaart gevorderd met uitzondering van bewoners gevestigd in de zone, handelaars gevestigd in de zone, huurders/eigenaars garage in de zone, vrijwillig vervoer minder mobiele die medisch niet in staat is te rijden, houder mindervalidenkaart die geregeld wordt afgezet/opgehaald in de zone, begrafenisondernemers.

Voor alle categorieën van tijdelijke kaarten, werken door derden, verhuis, ruimdienst, leveren meubelen, evenementen door derden, geldig voor de periode vermeld op de

doorgangskaart, wordt een tarief van € 10 per kaart, per aanvraag, gevorderd.

Deelnemers aan evenement georganiseerd door de stad of met medewerking van de stad en ceremoniewagens worden vrijgesteld van deze retributie van 10€.

 

Art 4:

De verschuldigde retributie dient betaald te worden bij het afleveren van de doorgangskaart.

 

Art 5:

De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat.

 

Art.6:

De doorgangskaart kan afgehaald worden ten laatste 5 werkdagen na aanvraag aan de infobalie van het stadskantoor, Paradeplein 2 bus 1 te Lier.

 

Art 7:

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.

 

Art 8 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

Lokale Politie Lier

Dienst Financieën

 

Opdrachten :

De gemeenteraad geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

Cel mobiliteit

uitreiken van doorgangskaarten

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

AANKOOP EN LEVERING VAN EEN POLITIEVOERTUIG MET EEN GERAAMDE KOSTPRIJS VAN 70.000 EURO INCL. BTW. AANKOOP VIA DE OPEN OVEREENKOMST BETREFFENDE DE LEVERING VAN POLITIEVOERTUIGEN TEN VOORDELE VAN DE GEÏNTEGREERDE POLITIE, BESTEK DSA2012 R3 500 - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De functionaliteit Interventie beschikt over een politievoertuig, type combi, merk VW Transporter, bouwjaar 2010 met kilometerstand 172.000. Dit voertuig vertoont meerdere technische gebreken en slijtage, de jaarlijkse garagekosten voor herstellingen aan dit voertuig lopen heel hoog op. Het voertuig is hierdoor aan vervanging toe.

De bedrijfszekerheid teneinde intercepties uit te voeren laat te wensen over.

 

Het nieuwe voertuig, type combi, biedt alle noodzakelijke comfort, veiligheid voor de bestuurder en is voldoende ruim.

 

De aankoop van dit voertuig via de open overeenkomst van de federale politie, gebeurt omwille van het schaalvoordeel, tegen zeer gunstige voorwaarden en ongeëvenaarde prijzen.

 

 

Juridische grond

Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid wat artikel 33 betreft.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 betreffende de nieuwe lokale politie, ééngemeentezones en meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

Omzendbrief PLP 12 van 08 oktober 2001  betreffende de rol van de Gouverneur in het kader van het algemeen specifiek toezicht voorzien door de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Omzendbrief BA/2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones.  Wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002.

Omzendbrief PLP31 van 28 januari 2003 betreffende de briefwisseling betreffende bepaalde materies van politiebeheer.

Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Omzendbrief BA/2006/01 van 13 januari 2006 betreffende het Gemeente- en Provinciedecreet in het kader van de inwerkingtreding van de bepalingen inzake het administratief toezicht.

De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

 

 

 

 

Financiële weerslag

 

De kosten worden geraamd op 70.000 Euro (incl. BTW). In de begroting 2015, art. 330/743/52 buitengewone dienst, aankoop voertuigen is een krediet voorzien van 70.000 Euro.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad besluit goedkeuring te hechten aan de aankoop van een politievoertuig type combi met een geraamde kostprijs van 70.000 Euro (incl. BTW).

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

OmschrijvingBegrotingsartikelBedragResterend

Aankoop en levering330/743/5270.0000

een politievoertuig

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

AANKOOP VAN ADEMTEST- EN ADEMANALYSETOESTELLEN. ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING VOOR EEN GERAAMDE KOSTPRIJS VAN 20.000 EURO INCL. BTW - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De huidige ademanalyse- en ademtesttoestellen 8510BE en 7510BE zijn ruim 10 jaar oud. Niet tegenstaande de toestellen telkens naar de snel wijzigende wetgevingen werden geüpgraded, hebben ze te kampen met slijtage waardoor een vlotte werking in het gedrang komt. De werkbare capaciteit van de batterij is klein geworden. Vaak treden er werkingsfouten op waardoor het toestel telkens hersteld moet worden. De huidige toestellen mogen als sterk verouderd beschouwd worden. Tevens zijn de bijhorende mondstukken voor deze toestellen bijzonder duur.

 

Om de continuïteit van de alcoholcontroles in het algemeen mogelijk te houden, dringt de vervanging van de huidige toestellen zich op. De toestellen Alcotest 8510BE en 7510 BE zijn niet meer verkrijgbaar. De nieuwe alcotesttoestellen 8610BE en 7510BE zijn aan de gestelde modelgoedkeuring onderworpen en zij voldoen aan alle wettelijke normen. Daarnaast zijn alle minpunten van de oude toestellen weggewerkt. Ze liggen ergonomisch beter in de hand, het gebruiksgemak is veel groter, de autonomie van de batterij heeft een grote capaciteit en de bijhorende mondstukken zijn aanzienlijk goedkoper dan het vorige model.

 

Juridische grond

Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid wat artikel 33 betreft.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 betreffende de nieuwe lokale politie, ééngemeentezones en meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

Omzendbrief PLP 12 van 08 oktober 2001  betreffende de rol van de Gouverneur in het kader van het algemeen specifiek toezicht voorzien door de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Omzendbrief BA/2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones.  Wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002.

Omzendbrief PLP31 van 28 januari 2003 betreffende de briefwisseling betreffende bepaalde materies van politiebeheer.

Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Omzendbrief BA/2006/01 van 13 januari 2006 betreffende het Gemeente- en Provinciedecreet in het kader van de inwerkingtreding van de bepalingen inzake het administratief toezicht.

De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald art. 26, § 1, 1°, f: Wanneer de werken, leveringen of diensten om technische of artistieke redenen of omwille van de bescherming van alleenrechten slechts aan één bepaalde aannemer, leverancier of dienstverlener kunnen worden gegund. 

 

Argumentatie

 

De gemeenteraad dient de wijze van het gunnen en het ramingsbedrag goed te keuren ingeval van aanbestedingen buitengewone dienst.

Politie Lier stelt bijgevolg voor de raming voor de opdracht "Aankoop van ademtest- en ademanalysetoestel" ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 23 februari 2015. De raming bedraagt 20.000 euro incl. BTW.

 

Financiële weerslag

 

De uitgave voor deze opdracht worden geraamd op 20.000 euro incl. BTW.

In de begroting 2015, artikel 330/744/51 buitengewone dienst, aankoop van machines, exploitatiemateriaal en uitrusting, is een resterend krediet van 81.000 euro incl. BTW.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de raming voor de opdracht "Aankoop van ademtest- en ademanalysetoestellen" goed te keuren. De uitgave van deze opdracht wordt geraamd op 20.000 euro incl.BTW.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Art 3 :

De financiële gevolgen zijn:

OmschrijvingBegrotingsartikelBedragResterend              

krediet

Aankoop van ademtest-330/744/5120.00061.000

en ademanalysetoestellen

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

WIJZIGING POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het gemeenteraadsbesluit van 23 september 2013 houdende het politiereglement op de gemeentelijke begraafplaatsen in werking op 1 januari 2014.

 

Feiten en context

Naar aanleiding van de wijziging van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, wat de laatste wilsbeschikking en de begraving of crematie van levenloos geboren kinderen betreft, verschenen in het Belgische staatsblad dd. 19 juni 2014 is het wenselijk dat het gemeentelijk politiereglement wordt aangepast.

 

Het huidig art. 2§3 luidt als volgt:

Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.

Op de begraafplaats Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk), en de vlindertuin afgesloten van de andere secties door middel van beplanting.

In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld.

Op de plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar.

Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

Het is opportuun om ons reglement qua begraafplaatsen aan te passen gelet op de wijzigingen die ondertussen zijn aangebracht aan het Vlaams decreet ter zake.

Het Vlaams decreet van 16 januari 2004 gaf ouders het recht op het laten begraven of cremeren van levenloos geboren kinderen vanaf een minimum zwangerschapsperiode van 12 weken. De instanties zoals ziekenhuizen en gemeenten, waren verplicht gevolg te geven aan de wens van de ouders. Het laten begraven of cremeren van een levenloos geboren kind van minder dan 12 weken zwangerschap was geen recht waarop de ouders aanspraak konden maken. Het was een gunst die eventueel verleend kon worden door het betrokken gemeentebestuur. Dit werd in de praktijk ook verleend, hoewel de vraag niet zo vaak voorkwam.

Een wijziging van dit decreet van 28 maart 2014 en van kracht sinds 29 juni 2014 heeft de minimumperiode van 12 weken zwangerschap geschrapt. Vanaf nu is het steeds een recht waar de ouders aanspraak op kunnen maken, ongeacht de duur van de zwangerschap: de sterretjesweide, een begraving of een crematie.

Onze vlinderheuvel is daarmee in regel, maar de bepalingen rond kindergraven dienen daarom aangepast te worden.

 

Het nieuw art. 2§3 luidt als volgt:

Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.

Op de begraafplaatsen Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk) en de vlindertuin afgesloten van de andere secties door middel van beplanting.

In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld.

Op de plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden enkindjes tot de leeftijd van 7 jaar.

Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

Juridische grond

De nieuwe gemeentewet, meer bepaald de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, §2.

Artikelen 15bis, §2, tweede lid, 23bis en 32 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en latere wijzigingen.

Het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42.

Het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Vermits het artikel 2§3 betreffende het politiereglement op de begraafplaatsen gewijzigd dient te worden, overweegt de gemeenteraad onderstaand gewijzigd politiereglement goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het hierna vermelde politiereglement op de begraafplaatsen goed te keuren.

 

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

 

Algemene bepalingen

 

Artikel 1: begraafplaatsen

Onderhavig reglement heeft betrekking op de begraafplaatsen:

Kloosterheide, gelegen te Kesselsesteenweg 97, 2500 Lier

Mechelsesteenweg, gelegen te Mechelsesteenweg 105-107, 2500 Lier

Beekstraat, gelegen te Beekstraat, 2500 Koningshooikt.

 

 

Artikel 2: inrichting van de begraafplaatsen

§ 1.

Enkel de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat beschikken over een columbarium, een strooiweide en een urnenveld.

 

§ 2.

Op de begraafplaats Mechelsesteenweg is enkel nog begraving in een bestaande concessie mogelijk.

Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte graftekens.

 

§ 3.

Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.

Op de begraafplaats Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk) de ‘vlindertuin’, afgesloten van de andere secties door middel van beplanting.

In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld.

Op de plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar.

Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

Artikel 3: definities

Voor de toepassing van huidig reglement wordt verstaan onder:

 

begraven: elk stoffelijk overschot in een kist, lijkwade of asurne, dat wordt gelegd in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld. Het kan gaan om zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde grond.

 

Concessie: overeenkomst tussen de stad en de concessiehouder waarbij de stad een grond of nis ter beschikking stelt voor begraving of bijzetting in het columbarium van een persoon, die als begunstigde wordt aangeduid door de concessiehouder of voor de duur van de thuisbewaring. Er is geen eigendomsoverdracht van de grond of nis. Het betreft slechts een gebruiksrecht, dat verleend wordt tegen betaling voor een welbepaalde termijn. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar

 

hernieuwing van een concessie: de verlenging van een concessie voor een begraving- of bijzettingtermijn of voor de duur van de thuisbewaring voor een welbepaalde periode na betaling van een welbepaald bedrag

 

Geconcedeerde grond/ nis: grond of nis in het columbarium, waarop voor een welbepaalde termijn tegen betaling van een bepaald bedrag een concessie wordt genomen door een concessiehouder voor de begraving of bijzetting van de begunstigde van de concessie.

 

Niet-geconcedeerde grond/nis: gratis begraven zonder concessie in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld of gratis bijzetting in een nis van het columbarium

 

verstrooien van as: het uitstrooien van de as na crematie op de strooiweide

 

bijzetten in de nis van columbarium: de asurne plaatsen in een gesloten nis van het columbarium. Het gaat zowel om geconcedeerde als niet-geconcedeerde nissen.

 

 

Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan

 

Artikel 4:

Elk overlijden in de gemeente wordt zonder verwijl aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

 

Artikel 5:

Diegenen, die voor de begraving instaan, regelen met het stadsbestuur de formaliteiten betreffende de begraving. Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.

 

Artikel 6:

Tot kisting mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand, op voorlegging van het daartoe nodige doktersattest.

De burgemeester of zijn gemachtigde mogen de kisting bijwonen.

 

Artikel 7:

§ 1 De stoffelijke overschotten moeten ofwel in een doodskist ofwel in een lijkwade

geplaatst worden.

In een doodskist mag slechts één stoffelijk overschot worden geplaatst.

In een lijkwade mag eveneens slechts één stoffelijk overschot worden bewaard.

 

§ 2 Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de doodskist na de

kisting niet meer geopend worden.

 

Artikel 8:

Zo de overledene een implantaat draagt dat werkt op een batterij, moet deze batterij worden verwijderd voor de begraving of de crematie door of ten laste van de begrafenisondernemer.

 

 

Lijkenvervoer

 

Artikel 9:

Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang van het geval, onderworpen aan de formaliteiten, vermeld in:

- het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland;

- het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft;

- het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land dat niet bedoeld wordt in a) of b).

 

Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid.

 

Manieren van lijkbezorging

 

Artikel 10:

De hiernavermelde mogelijkheden van lijkbezorging zijn mogelijk:

 

         begraving van het stoffelijk overschot (kist of lijkwade) op de begraafplaats van de stad

         begraving van een asurn op de begraafplaats van de stad

         bijzetting van de asurn in het columbarium

         uitstrooiing van de as op een daartoe bestemd perceel op de begraafplaats

         uitstrooiing van de as op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee

         begraving van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats

         uitstrooiing van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats

         bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats

 

 

Begravingen – bijzettingen - uitstrooien:

 

Artikel 11:

§ 1

De stedelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de asverstrooiing van:

 

de personen, die op het grondgebied van de stad overleden zijn

de personen, die buiten het grondgebied van de stad zijn overleden, maar die in de bevolkingsregisters van de stad zijn ingeschreven

de personen, die ingeschreven waren in de bevolkingsregisters van de stad en dan door het OCMW van Lier geplaatst zijn in een rusthuis of instelling buiten de stad. Het bewijs hiervan dient geleverd bij de aangifte van het overlijden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand

de personen, die ingeschreven waren in de bevolkingsregisters van de stad en dan omwille van medische redenen geplaatst zijn in een instelling buiten de stad. Het doktersbewijs dient geleverd bij de aangifte van het overlijden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand

de personen, die begunstigde zijn van een recht van begraving in een geconcedeerd graf of de bijzetting in een geconcedeerde nis

oorlogsslachtoffers of personen gestorven in dienst van het vaderland

ten uitzonderlijke titel en voor zover de overledene een bijzondere relatie heeft gehad met de stad, kan de burgemeester toestemming geven tot begraving op de stedelijke begraafplaatsen

 

§2.

Het eventueel verschuldigd zijn van een belasting voor de begraving, bijzetting of uitstrooiing wordt in een afzonderlijk reglement door de gemeenteraad vastgelegd.

 

Artikel 12: toelating ambtenaar burgerlijke stand

Geen begraving, bijzetting of uitstrooiing  mag geschieden alvorens door een geneesheer een attest van overlijden en door de ambtenaar van de burgerlijke stand de toelating is afgeleverd.

 

Artikel 13: tijdstip van begraving, bijzetting of uitstrooiing

§ 1.

Bij het bezorgen van de stoffelijke overschotten op de stedelijke begraafplaatsen moet de grafmaker ten minste 1 werkdag vooraf gewaarschuwd zijn door middel van het daartoe bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een bijzetting in het columbarium of een uitstrooiing en 3 werkdagen indien het gaat om een bijzetting in een grafkelder. Die verplichting rust bij de belanghebbende of diens gemachtigde.

§ 2.

Op de weekdagen, maandag tot en met vrijdag, kan er begraven worden vanaf 9u tot ten laatste 14u.

Begravingen of bijzettingen in het columbarium of urnenveld en uitstrooiingen kunnen gebeuren vanaf 9u tot ten laatste 16u.

§ 3.

Op zaterdag kan er begraven, bijgezet of uitgestrooid worden vanaf 9u tot ten laatste 13u.

§ 4.

Op de niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor Nieuwjaar, en op de dagen goedgekeurd door het schepencollege kan er slechts begraven, bijgezet of uitgestrooid worden tussen 9 en 13 uur.

§ 5.

Er kunnen geen begravingen, bijzettingen of uitstrooiingen plaatsvinden op volgende tijdstippen:

-   Zondagen

- Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november , 2 november, 11 november, 25 december, 26 december

-  De dag(en) die jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen

 

Artikel 14: plan begraafplaatsen

De begravingen , bijzettingen en uitstrooiingen worden volgens plan, in regelmatige volgorde,  uitgevoerd door de daartoe door het stadsbestuur aangestelde personen.

Dit plan wijst de percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelders, kindergraven, kinderurnenveld, vlinderheuvel, urnenveld, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium en de uitstrooiing op de strooiweide.

De begraving, bewaring in het columbarium of uitstrooiing van de as op de stedelijke begraafplaatsen met nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan, wordt opgetekend in een elektronisch register dat bijgehouden wordt door de stad op de begraafplaats Kloosterheide. Voor de uitstrooiing van de as beperkt de aanduiding van de plaats zich tot de vermelding van de strooiweide.

 

Artikel 15: grafkuilen

§ 1.

De grafkuilen voor volwassen personen hebben naar wettelijke normen een minimum diepte van 1.50 m een lengte van 2.10 m en een breedte van 0.80 m.

§ 2.

De grafkuilen voor kinderen beneden de 7 jaar hebben een minimum diepte van 1.50 m, een lengte van 1.30 m en een breedte van 0.50 m.

§ 3.

In geval slechts 1 doodskist of lijkwade is toegestaan, dient een laag grond van ten minste 65 cm boven de kist of lijkwade te worden aangebracht.

§4.

In het geval meerdere doodskisten of lijkwades zijn toegestaan, moet boven iedere doodskist of lijkwade een laag grond van ten minste 30 cm dikte worden aangebracht. Boven de bovenste doodskist of lijkwade bevindt zich een laag grond van ten minste 65 cm.

§ 5.

De kuilen in het urnenveld hebben een diepte van minimaal 0,60 m.

§ 6.

De afstand tussen de doodskisten of lijkwaden bedraagt minstens 60 cm.

§7.

Aan een grafkuil mogen geen milieutoxische stoffen worden toegevoegd.

 

Artikel 16: begraving, bijzetting in een niet-geconcedeerde grond of nis

Volgende begraving of bijzetting in het columbarium in een niet-geconcedeerde grond of nis is enkel toegelaten op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat, waarbij:

-  ofwel een grafkuil of in het urnenveld slechts 1 kist of 1 lijkwade of 1 urne mag bevatten

-  ofwel een nis in het columbarium slechts 1 urne mag bevatten

 

Artikel 17: begraving, bijzetting in een geconcedeerde grond of nis

§ 1.

Volgende begraving of bijzetting in het columbarium in een geconcedeerde grond of nis is toegelaten:

 

Ingeval van begraving mag de grafkuil het volgende bevatten:

- ofwel 3 kisten of lijkwaden + 1 urne;

- ofwel 2 kisten of lijkwaden + 2 urnen;

- ofwel 1 kist of lijkwade + 3 urnen;

- ofwel maximaal 4 urnen.

 

In de grafkuilen in het urnenveld mogen 4 urnen worden geplaatst.

 

Bij een concessie voor meerdere personen mogen deze naast elkaar worden begraven indien dit technisch mogelijk is. In dat geval mag het grafteken geplaatst worden over de twee of meerdere grafkuilen.

 

Ingeval van bijzetting in het columbarium mag een nis het volgende bevatten:

- op de begraafplaats Kloosterheide : maximaal 4 urnen

- op de begraafplaats Beekstraat : maximaal 2 urnen

 

Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden

 

Artikel 18: graftekens

§ 1.

Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn/haar verwanten zich ertegen verzetten, heeft iedereen het recht op het graf van zijn verwanten of vrienden een grafteken te laten plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder.

 

Onder een grafteken wordt verstaan: grafsteen, een grafmonument, afdekplaat, confessionele of niet-confessionele symbolen (kruisen,…).

 

§ 2.

Het is niet toegestaan graftekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren.

De kleur van de graftekens dient neutraal en niet opzichtig te zijn.

 

§ 3.

De graftekens mogen volgende afmetingen niet overschrijden.

 

Gewone graven:

voor een graf van 2 m²: maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 1,70 m, maximale breedte: 0,70 m

voor een graf van 4 m²: zelfde hoogte en lengte, maximale breedte: 1,70 m.

voor de secties op het plan van de begraafplaats Kloosterheide: Aa, Bb, Hh, Gg, Ff en op het plan van de begraafplaats Beekstraat: Aa en Bb, met uitzondering van de kindergraven, wordt de maximale lengte gebracht op 2 m en de breedte op 0,90 m. De hoogte blijft hetzelfde.

voor de secties Cc, Dd en Ee op het plan van de begraafplaats Kloosterheide zijn er enkel nog staande rugstukken toegelaten met de volgende afmetingen: grondplaat 1,00 m X 0,50 m – sokkel en rug: maximale hoogte: 0,90 m en maximale breedte: 0,80 m

 

Kindergraven:

voor een kindergraf  (1 m²): maximale hoogte: 0,60 m, maximale lengte: 1 m, maximale breedte: 0,50 m.

 

Grafkelders:

graftekens bovenop kelders : maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 2 m, maximale breedte: 0,90 m

 

 

Artikel 19: kennisgeving oprichten graftekens

Voor het oprichten van een grafteken dient een schriftelijke kennisgeving gedaan te worden aan de Burgemeester of zijn gemachtigde.

Aan deze kennisgeving dient een getekende schets van het te plaatsen grafteken (in tweevoud) te worden bijgevoegd met vermelding van de afmetingen en opschriften. De aanvraag moet verder de volgende informatie bevatten:

Naam en voornaam van de overledene

Plaats en datum van geboorte en overlijden

Naam van de begraafplaats

Inlichtingen over de afmetingen van het grafteken en de aard van de gebruikte materialen

Naam en volledig adres van de kennisgever

Naam en volledig adres van de steenkapper, belast met het plaatsen van het grafteken.

 

Artikel 20: wijze van oprichting van de graftekens en andere werkzaamheden:

§ 1.

Graftekens mogen enkel opgericht worden na afspraak met de grafmaker minstens 2 werkdagen op voorhand.

Voor overige werken, ondermeer afbreken van graftekens, dient eveneens een afspraak te worden gemaakt met de grafmaker.

Na afspraak met de grafmaker, is het toegelaten werken op de begraafplaatsen uit te voeren op volgende tijdstippen:

elke weekdag (maandag tot en met vrijdag) tussen 8u en 16u

zaterdag tussen 8 u en 13u

§ 2.

Het uitvoeren van werken is echter niet toegelaten op volgende tijdstippen:

niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor Nieuwjaar.

Zondagen

Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari , paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 2 november, 11 november, 25 december, 26 december,

één week voor Allerheiligen 

-    De dag(en) dat een teambuilding wordt gehouden, jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen

§ 3.

Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.

De aanvoer mag niet groter zijn dan wat dagelijks kan verwerkt worden. De materialen worden bijeengebracht op de plaats door de grafmaker aangeduid.

§4.

De graftekens moeten zodanig opgericht worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven.

Ondermeer dient het rechtstaande gedeelte van de graftekens, om veiligheidsredenen, loodrecht te worden opgericht en geplaatst op een stevige fundering.

In de secties aangeduid met twee letters op het plan van de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat, met uitzondering van de kindergraven, dienen de graftekens te worden geplaatst op een betonnen kader van 1m op 2m, bevestigd op 4 palen.

§ 5.

Ingeval van uitgravingen voor het verrichten van welk werk ook en zo deze uitgravingen gevaar voor het publiek kunnen opleveren, dient de plaats waar de werken uitgevoerd worden, visueel te worden afgeschermd voor het publiek.

§ 6.

Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaatsen worden achtergelaten.

Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling, wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de achtergelaten materialen op risico en kosten van de overtreder.

§ 7.

De uitvoerder van de werken dient de nodige maatregelen te treffen om alle ongevallen te voorkomen. Elke beschadiging dient dadelijk gemeld te worden aan de grafmaker. De uitvoerder van de werken zal instaan voor de eventuele herstelling en/of vergoeding, in samenspraak met de eigenaar van het beschadigde goed.

§ 8.

Zware voertuigen moeten zoveel mogelijk op de verharde banen van de begraafplaatsen rijden.

Wanneer zware steenblokken dienen vervoerd te worden over de zandwegen, dient dit te gebeuren zonder deze wegen te beschadigen.

Schade veroorzaakt aan verharde of niet-verharde wegen moet vergoed worden aan de stad.”

 

Artikel 21: bestemming graftekens van geconcedeerde of niet-geconcedeerde graven of nissen, welke niet worden hernieuwd

Tenzij de graftekens door de eigenaar of, bij overlijden van de eigenaar, door zijn erfgenamen zijn verwijderd vanaf de aanplakking tot de respectievelijke vervaldag, worden de graftekens eigendom van de stad in volgende gevallen:

er wordt geen concessie aangevraagd na het verstrijken van de periode van 10 jaar van een niet-geconcedeerde begraving of bijzetting

de concessie wordt niet hernieuwd na het verstrijken van de periode van een geconcedeerde begraving of bijzetting

 

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens, welke eigendom zijn geworden van de stad.

 

 

Artikel 22: bestemming graftekens na vervroegde beëindiging van de concessie

§ 1.

Indien de gemeenteraad een vervroegde beëindiging van de concessie toestaat conform het geldende huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen, heeft de  eigenaar van het grafteken of, bij overlijden van de eigenaar, zijn erfgenamen een termijn van 6 maanden om het grafteken te verwijderen. Deze termijn gaat in vanaf de kennisgeving van het besluit van de gemeenteraad tot vervroegde beëindiging van de concessie.

§ 2.

Indien het grafteken door de eigenaar of zijn erfgenamen niet is verwijderd binnen de termijn vermeld onder artikel 22 § 1 , wordt het grafteken eigendom van de stad. 

 

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens, welke eigendom zijn geworden van de stad.

 

Artikel 23: verplaatsen of wegnemen van graftekens

Graftekens mogen enkel verplaatst of weggenomen worden mits toelating van:

de burgemeester of haar gemachtigde

of de persoon op wiens verzoek het grafteken werd geplaatst of, zo deze in de onmogelijkheid verkeert zijn toestemming te verlenen, mits toelating van zijn/haar erfgenamen

 

Voor de wijze van uitvoering van deze werkzaamheden wordt verwezen naar artikel 20 van huidig reglement.

 

 

Artikel 24: wijze van beplanting en afwerking van het graf

§ 1.

In samenspraak met de grafmaker mogen kleine plantjes met een maximale groeihoogte van 50 cm en zonder diepgaand wortelgestel aangeplant worden. Dit dient te gebeuren binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen, doch nooit naast of achter het grafteken. De planten mogen zeker de naburige graven niet overgroeien.

§ 2.

Hoogstammige bomen of coniferen zijn verboden.

§ 3.

Losse steentjes mogen binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen gestrooid worden, maar op een manier waarbij zij nooit op de naburige graven of op de weg terecht kunnen komen.

§ 4.

Boordstenen zijn toegelaten, wederom binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen.

§ 5.

Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden.

§ 6.

Het is verboden om het gras rondom de graven te verwijderen of te beschadigen door onder meer kuilen te graven. Indien het gras verwijderd of beschadigd wordt, zal de Stad dit op kosten van de overtreder herstellen.

Het is toegelaten om voor het graf een bloempot te zetten in een bij de Stad aan te kopen houder. Dit mag enkel de periode rond Allerheiligen met name van 1 oktober tot 15 november. De houders die niet verwijderd zijn ten laatste op 15 november, worden vanaf 16 november terug eigendom van de Stad.

§ 7

Het is toegestaan aan de grafmakers om overtredingen op artikel 24 § 1 tot en met 6 te regulariseren indien dit hun werkzaamheden verhindert.

 

 

Onderhouden van de graven

 

 

Artikel 25: algemeen onderhoud

De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven.

 

Artikel 26: onderhoud van de graftekens

§ 1.

De graftekens moeten onderhouden worden zodat de veiligheid en doorgang niet wordt belemmerd en dat er geen schade wordt veroorzaakt aan de aangrenzende graftekens en graven.

§ 2.

De scheefstaande en omgevallen graftekens moeten door toedoen van de

belanghebbenden of nabestaanden opnieuw recht gezet of verwijderd worden.

§ 3.

Het opkuisen van de graftekens mag niet meer gebeuren vanaf 3 dagen vóór Allerheiligen.

 

Artikel 27: onderhoud grafversieringen – beplantingen

De bloemen en planten, die op de graven of bij de nis zijn geplaatst of zich op de strooiweide bevinden, moeten in goede staat worden onderhouden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden.

Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om verwelkte kransen, bloemen, planten en bloempotten, te verwijderen.

Kransen uit kunststof dienen 1 maand na begraving, bijzetting of uitstrooiing te worden verwijderd door de belanghebbenden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal het stadsbestuur overgaan tot de verwijdering ervan.

 

 

Artikel 28: verwaarlozing

§ 1 Wanneer een geconcedeerd graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing opgesteld door de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende nabestaanden. Het college van burgemeester en schepenen regelt de bestemming van de graftekens.

§ 2 In het geval verwaarlozing wordt vastgesteld conform artikel 28 § 1 kan het college van burgemeester en schepenen een einde stellen aan het recht op concessie.

 

Artikel 29: aansprakelijkheid bij schade

Zolang er geen einde is gekomen aan de concessie, blijft de eigenaar van de graftekens aansprakelijk voor schade, die wordt berokkend aan derden.

 

Crematie – urnenveld – columbarium – asverstrooiing

 

Artikel 30: algemeen

§ 1 De as van de gecremeerde lijken kan in urnen worden geplaatst, die op de begraafplaatsen:

worden begraven

worden bijgezet in een columbarium in gesloten nissen

§ 2 De as van de gecremeerde lijken kan uitgestrooid worden:

op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats door middel van een strooitoestel

op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee volgens de geldende reglementering

§ 3 Indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of , bij gebrek aan schriftelijke bepaling door de overledene, op gezamenlijk verzoek, vooraleer de crematie plaatsvindt, van zowel de echtgenoot of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde als van alle bloed- of aanverwanten van de eerste graad of, indien het om een minderjarige gaat, op verzoek van de ouders of voogd, kan de as van gecremeerde lijken:

 

worden uitgestrooid of begraven op een andere plaats dan de begraafplaats. Deze uitstrooiing of begraving kan evenwel niet gebeuren op openbaar domein, uitgezonderd de begraafplaats. Indien het een terrein betreft dat niet eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande, schriftelijke toestemming vereist van de eigenaar van het betrokken terrein. De asverstrooiing of de begraving van de as gebeurt aansluitend op de crematie.

In een urne ter beschikking gesteld worden van de nabestaanden om te worden bewaard op een andere plaats dan de begraafplaats. Indien er een eind komt aan de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats, wordt de as door toedoen van de nabestaande , die er de zorg voor heeft of zijn erfgenamen in geval van diens overlijden, ofwel naar een begraafplaats gebracht om er begraven, in een columbarium bijgezet of uitgestrooid te worden ofwel uitgestrooid te worden op een aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee.

De persoon, die de as in ontvangst neemt, is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen.

§ 4 Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 30 § 1 kan, op verzoek van de echtgenoot of de feitelijk samenwonende partner en van de bloed- of aanverwanten in eerste graad, een gedeelte van de as van het gecremeerde lijk aan hen worden meegegeven. Dit kan enkel als hierover geen andersluidende schriftelijke wilsverklaring is van de overledene.

 

Artikel 31: urnenveld

§ 1 De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen in het urnenveld.

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uv op het plan van de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen:  0,70 m x 0,70 m en 5 cm dik.

Rondom de plaat wordt een boordsteen in arduin gelegd van 5 cm breed en 5 cm dik.

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn1 en Uvn2 op het plan van de begraafplaats Kloosterheide moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,60 m x 0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn op het plan van de begraafplaats Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,60 m x 0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.

De afmetingen van de afdekplaat voor de urnenveld aangeduid met de letters Uvn1, Uvn2 en Uvn worden toegepast wanneer het urnenveld aangeduid met de letters Uv volzet is.

Bij voorkeur wordt deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met

opschriften in witte of grijze letters.

De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na begraving van de eerste overledene worden geplaatst door de nabestaanden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal de stad de plaat laten plaatsen op kosten van de nabestaanden.

§ 2 Grafversieringen moeten worden geplaatst binnen de afmetingen van de afdekplaat en niet rondom.

 

Artikel 32: columbarium

§ 1 De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen, die in een gesloten nis van het columbarium van de begraafplaats bijgezet worden.

Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente afgesloten.

 

De nis moet afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen:

op de begraafplaats Kloosterheide: breedte 0,64 m x hoogte 0,53 m

op de begraaplaats Beekstraat: breedte 0,30 m x hoogte 0,34 m

Bij voorkeur worden deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met

opschriften in witte of grijze letters.

De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na bijzetting van de eerste overledene worden geplaatst door de nabestaanden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal de stad de plaat laten plaatsen op kosten van de nabestaanden.

§ 2 Kleine ornamenten, zoals bloemenvaasjes, moeten worden geplaatst binnen de afmetingen van de afdekplaat en niet rondom.

 

Artikel 33 : strooiweide – naamplaatje

§ 1.

De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat uitgestrooid worden op de daartoe voorziene percelen door middel van een strooitoestel dat alleen door de stedelijke aangestelde mag bediend worden.

§ 2.

Aan de strooiweide op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een gedenkteken voorzien waarop, na een uitstrooiing, een naamplaatje ter nagedachtenis van de overledene kan worden gemonteerd.

Dit naamplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden.

Dit naamplaatje moet besteld en betaald worden uiterlijk bij de aangifte van het overlijden op de cel Burgerzaken door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

De montage van het naamplaatje gebeurt door de grafmaker. Elk naamplaatje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum, op het gedenkteken aanwezig. Door de belanghebbende mag het naamplaatje enkel voor onderhoud worden verwijderd en terug gemonteerd.

Na het verstrijken van de periode van de eerste tien jaar kan het naamplaatje verlengd worden door de belanghebbende en dit zal bevestigd worden op een apart gedenkteken.  Het naamplaatje zal gedurende 10 jaar blijven hangen op dit gedenkteken.

Indien  er geen verlenging gebeurt, zal na het verstrijken van de periode van minstens tien jaar het naamplaatje worden verwijderd door de grafmaker en worden bewaard door de stad.

Na afspraak met de grafmaker kan een belanghebbende het naamplaatje in ontvangst nemen en bewaren.

 

 

Vlinderheuvel

 

Artikel 34: begraving

Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

Artikel 35: tegeltje

Op de vlinderheuvel kan ter nagedachtenis een tegeltje worden geplaatst, waarop enkel een figuurtje en de geboortedatum worden vermeld. Elk tegeltje heeft volgende afmetingen: 150/150/10 mm. Voor het figuurtje is er keuze uit volgende vier afbeeldingen: beertje, bloemetje, vlindertje en zonnetje.

 

De plaatsing van het tegeltje gebeurt door de grafmaker. Elk tegeltje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de geboortedatum, aanwezig op de vlinderheuvel.

Na het verstrijken van de periode van minstens 10 jaar wordt het tegeltje verwijderd door de grafmaker en bewaard door de stad.

Na afspraak met de grafmaker kan een belanghebbende het tegeltje in ontvangst nemen en bewaren.

 

Artikel 36: geen ornamenten

Op de vlinderheuvel mogen geen ornamenten of versieringen worden geplaatst.

 

Speciale begravingen

 

Artikel 37: ereperken

Op de begraafplaatsen zijn ereperken voorzien, waar politieke gevangenen en oudstrijders begraven liggen.

Het onderhoud van deze perken valt ten laste van de stad.

 

Artikel 38: veld van eer en andere graven

§ 1.

Op de begraafplaatsen bevinden zich graven van de oudstrijders, die stierven op het veld van eer en die zich niet in de ereperken bevinden.

Het onderhoud van deze graven valt ten laste van de nabestaanden.

§ 2.

De nabestaanden staan in voor het onderhoud van de graven van alle andere oudstrijders, krijgsgevangenen, politieke gevangenen, arbeidsweigeraars, oorlogsvrijwilligers, gedeporteerden, militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers met een invaliditeit van meer dan 10%.

 

Opgravingen

 

Artikel 39: definitie

Onder opgraving wordt verstaan

ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot of een asurne met de bedoeling te herbegraven of, in het geval van een stoffelijk overschot, te cremeren

ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot in het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats en deze eventueel in een knekelput samen te brengen

ofwel een asurne te verwijderen uit het columbarium, het urnenveld of een graf en er een bestemming aan te geven conform artikel 10 van huidig reglement

 

Artikel 40: toelating of weigering door de burgemeester

§ 1.

Behoudens de opgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen of opgravingen in het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats, mag een opgraving van een stoffelijk overschot of een asurn enkel mits een voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde.

Het verlenen tot toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen of omwille van vroegtijdige bewaring van de asurne thuis.

Het recht verschuldigd bij de opgraving wordt vastgesteld in een belastingreglement. Alle kosten zijn ten laste van de aanvrager. 

§ 2.

Als het stoffelijk overschot of de asurne in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente, vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven.

§ 3. 

De aanvraag tot opgraving dient door de belanghebbende schriftelijk te worden gericht aan de burgemeester.

De burgemeester of zijn/haar afgevaardigde beoordeelt in een gemotiveerde beslissing of er ernstige redenen aanwezig zijn of indien het gaat om een vroegtijdige thuisbewaring en houdt daarbij rekening met volgende principes:

enerzijds het eerbied voor de nagedachtenis van de overledenen

anderzijds het handhaven van de openbare orde, die voorgaat op de particuliere belangen

§ 4.

De opgraving van een stoffelijk overschot kan geweigerd worden om volgende redenen:

het is technisch onmogelijk

omwille van volksgezondheid en hygiëne

§ 5.

Indien de opgraving van een kist betrekking heeft op het stoffelijk overschot van een persoon, die overleden is ten gevolge van een besmettelijke ziekte, kan de burgemeester bijzondere maatregelen opleggen of de toelating weigeren om redenen van volksgezondheid.

§ 6.

Een opgraving van een stoffelijk overschot of een asurne, welke begraven ligt in een niet-geconcedeerd perceel, kan ten vroegste 10 jaar na de begraving.”

 

Artikel 41: modaliteiten voor de opgraving

§ 1.

Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd:

dag en uur waarop de opgraving zal geschieden worden in overleg met de grafmaker van de begraafplaatsen vastgesteld

het grafteken, de beplantingen en andere voorwerpen, die het openleggen van het graf bemoeilijken of beletten, moeten verwijderd worden door toedoen van de aanvrager vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan

tenminste één werkdag voor de opgraving van een kist dient de aanvrager een houten kist te bezorgen aan de grafmaker om het stoffelijk overschot te bergen en te vervoeren. Om hygiënische redenen wordt namelijk niet herbegraven in een lijkwade.

Het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil geschieden door de zorgen van de grafmakers. Indien de grafmaker zulks nodig acht zullen de aanpalende grafzerken deskundig gestut of weggenomen worden door de grafmakers en binnen de 8 dagen na de opgraving in hun oorspronkelijke staat herplaatst worden. Alle kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.

Het openen van de nis of het perceel, het uitnemen van de urne uit de nis of het perceel en het terug sluiten van de nis of het perceel geschieden door de zorgen van de grafmakers

Wanneer naar aanleiding van de opgraving, wordt vastgesteld dat de asurne niet meer in goede staat is, moet deze door de aanvrager van de bewaring vervangen worden.

§ 2. 

Het graf of de nis wordt enkel geopend in aanwezigheid van de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde, een lid of afgevaardigde van de belanghebbenden en de grafmaker. Hiervan wordt een verslag opgemaakt. Tijdens de opgraving wordt de plaats ervan visueel voor het publiek afgeschermd.

§ 3.

Indien het op te graven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats op het grondgebied van de stad of naar dit van een andere gemeente moet overgebracht worden, is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch gesloten omhulsel te plaatsen alvorens dit mag vervoerd worden. Het ophalen en wegvoeren van een ontgraven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats moet gebeuren tijdens de werkdagen tussen 8 u en 15 u.

 

 

 

Politietoezicht

 

Artikel 42: toegankelijkheid voor het publiek

De begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk:

- gedurende de periode van 1 maart tot en met 30 september: van 8 uur tot 20 uur;

- gedurende de periode van 1 oktober tot en met 11 november: van 8 uur tot 18 uur;

- gedurende de periode van 12 november tot en met 29 februari: van 9 uur tot 16 uur.

 

Afwijkingen kunnen door de burgemeester of zijn/haar gemachtigde toegestaan worden.

 

Artikel 43: vrije doorgang

Het is verboden de toegang tot en de wegen van de kerkhoven te versperren. Er dient steeds vrije doorgang aan een begrafenisstoet verleend worden.

 

Artikel 44: verbodsbepalingen op de toegankelijkheid

De toegang tot de begraafplaatsen is verboden voor:

voertuigen, uitgezonderd de lijkwagens en volgwagens ter gelegenheid van een begrafenis, de dienstvoertuigen van de stad en de voertuigen, die grafkelders en graftekens vervoeren. Om uitzonderlijke redenen kan de burgemeester of zijn/haar gemachtigde afwijkingen toestaan. De bestuurders dienen stapvoets te rijden.

ruiters

bromfietsers

elektrische fietsen

personen, vergezeld van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden. In deze gevallen mogen de dieren niet loslopen.”

 

Artikel 45: gezag, politie, toezicht

Alle gemeentelijke begraafplaatsen vallen onder het gezag, de politie en het toezicht van de stad. De stad zorgt ervoor dat er geen wanorde heerst en dat er geen handelingen in strijd met de eerbied voor de doden worden verricht.

 

Artikel 46: gevonden voorwerpen

De op de begraafplaats gevonden voorwerpen dienen aan de grafmaker te worden overhandigd en zo nodig op het politiebureel aangegeven.

 

Artikel 47: opgraving beenderen door particulieren

Wie tengevolge van een of ander werk, beenderen opgraaft dient onmiddellijk het personeel der begraafplaatsen van dit feit op de hoogte te stellen.

 

Artikel 48: algemene verbodsbepalingen

Het is aan eenieder verboden:

over de muren, omheiningen en hagen van de begraafplaatsen of over de hekken en latwerken van de graven te klimmen

de wegen, gedenktekens, graftekens en voorwerpen tot versiering van de graven te beschadigen; bloemen, planten en versieringen of takken van bomen te beschadigen; de gras- en bloemperken of de strooiweide te bevuilen; de graven, graspleinen en beplantingen te betreden;

voorwerpen van de begraafplaatsen weg te nemen zonder toelating van de grafmaker;

binnen de omheining van de begraafplaatsen vuilnis en afval neer te leggen, tenzij het gaat om afval afkomstig van de begraafplaatsen. Dit dient gedeponeerd te worden op de daartoe bestemde plaatsen;

om zich op de begraafplaatsen te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden

aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren; behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening

goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden

 

Artikel 49:

Diegene die tekort komt aan de eerbied die men de doden verschuldigd is of een van de verbodsbepalingen van dit reglement overtreedt, kan door de politie van de begraafplaatsen verwijderd worden, onverminderd de gerechtelijke vervolgingen.

 

Artikel 50:

Al de niet in dit reglement voorziene gevallen zullen door de Burgemeester beslecht worden, behoudens de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de rechtbanken vallen.

 

Strafbepalingen

 

Artikel 51:

Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze verordening bestraft met politiestraffen.

 

Slotbepalingen

 

Artikel 52:

De politieverordening op de begraafplaatsen van 31 december 2013 wordt opgeheven met ingang van 31 maart 2015.

 

Artikel 53:

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2015.

 

Artikel 54:

Deze politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet.

 

Artikel 55:

Afschrift van deze verordening wordt gestuurd aan de Deputatie van de provincie Antwerpen en de griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en aan deze van de Politierechtbank.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

4

Deputatie, Rechtbank van Eerste Aanleg, Politierechtbank, begrafenisondernemers

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

BRIEF DD. 27/01/2015 MBT GOEDKEURING BEGROTING 2015 VAN DE LOKALE POLITIE LIER DOOR FEDERAAL TOEZICHT - KENNISNAME.

 

 

 

BESLUIT:

De gemeenteraad neemt kennis van de brief dd. 27/01/2015 van het Federaal Toezicht mbt goedkeuring van de begroting 2015 van de lokale politie Lier.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

BRIEF DD. 13/01/2015 MBT GOEDKEURING BEGROTINGSWIJZIGINGEN 1&2 - DIENSTJAAR 2014 VAN DE LOKALE POLITIE LIER DOOR FEDERAAL TOEZICHT - KENNISNAME.

 

 

 

BESLUIT:

De gemeenteraad neemt kennis van de brief dd. 13/01/2015 van het Federaal Toezicht mbt goedkeuring zonder opmerkingen van de begrotingswijzigingen nr.1 en nr.2 - dienstjaar 2014 van de lokale politie Lier.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

INTERPELLATIES

 

Interpellatie 1 : van Marcel Taelman i.v.m. werken Mechelsestraat/Mechelsesteenweg

 

 

Interpellatie 2 : van Katrien Vanhove i.v.m. fietsmobiliteit

 

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 maart 2015

 

BEZWAARSCHRIFT UPLACE - GOEDKEURING.

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Reden: Ziekte ( en bijgevolg afwezigheid) van indienend gemeenteraadslid

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019