Lier

Zitting van 16 december 2019

Van 19:00 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Heidi Van den Bergh (Vlaams Belang) i.v.m. bijkomende hondenweide

Zoals u wellicht weet is er meer dan ooit nood aan een extra losloopzone voor honden waar deze zich kunnen uitleven.

Onze stad kent een toenemend aantal inwoners en daardoor ook een groter aantal huisdieren waaronder trouwe viervoeters of anders genaamd, honden.

Meer een meer mensen wonen in appartementsgebouwen en beschikken niet over een tuin, waar ze hun hond in los kunnen laten.

Door de stijgende populatie lijkt het mij dan ook aangewezen dat er binnen onze stadskern minstens 1 losloopzone voor honden bij zou komen.

Wij als Vlaams Belang hebben onze kiezers beloofd, ons in te zetten om er te zijn voor onze viervoeters, wat ook in het verkiezingsprogramma van N-VA zo staat te lezen.

Ook werd er een extra losloopzone beloofd, waar ik tot op heden niets van merk.

De bestaande losloopzone voor honden is mooi, maar zeker niet echt toegankelijk voor iedereen.

Nu denk ik aan de minder mobiele en oudere mensen onder ons die moeilijk daar geraken met hun hondje.

Wat mij hier vooral opvalt is dat er buiten onderzoeken niet echt veel vooruitgang geboekt wordt.

 

Daarom volgende vragen,

         Is het onderzoek nog bezig of afgerond?

         Als het afgerond is, is er dan een plaats bekend?

         En wanneer mogen onze viervoeters en hun baasje dan de officiële opening verwachten?

 

Antwoord Schepen Rik Pets:

Collega Van den Bergh,

Het schepencollege is al geruime tijd bezig met een aantal opties te bekijken voor een tweede hondenweide. Een centrale en goed bereikbare locatie draagt daarbij onze voorkeur weg.

Intussen is de selectie bijna afgelopen en is een finale locatie gekozen. Het gaat om een perceel van het groene terrein op de Dungelhoeffsite. Omdat het plan nog wordt uitgetekend, kan ik nog geen gedetailleerde plaatsbeschrijving geven. Zodra er meer duidelijkheid is, licht ik u dat graag op de commissie toe.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. kruispunt Ring - Mallekot

Het viel mij op dat iemand van de meerderheid op de commissie van mobiliteit onlangs voorstelde om een oversteek te maken aan het kruispunt Ring – Mallekot voor de voetgangers en de fietsers. Dit zou al in uitvoering zijn volgens de Schepen.

In januari 2018 vroeg ik met een schriftelijke vraag dit zelfde uit te voeren. Het antwoord van de Schepen was duidelijk, en ik citeer:

Graag wil ik dat de Schepen zich verantwoord waarom Hij dat nu wel heeft laten uitvoeren en niet 2 jaar geleden en waarom er geen slimme verkeerslichten geplaatst worden?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

Gelet op het feit dat deze materie behoort tot de bevoegdheden van het Vlaams gewest, heeft de stad hierover geen enkele opdracht gegeven. Wat betreft uw 2de vraag herinner ik u eraan dat u exact dezelfde vraag heeft gesteld op 24 maart 2014, het antwoord is vandaag nog steeds geldig.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 25 NOVEMBER 2019. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 25 november 2019.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 25 november 2019 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

STAD - MEERJARENPLAN 2020-2025 STAD. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het meerjarenplan geeft een inzicht in de wijze waarop het bestuur de strategie wenst te realiseren in de komende 6 jaar van de beleidscyclus. Daarvoor worden beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties geformuleerd die inzicht geven in wat onze organisatie wil bereiken en hoe ze dat gaat doen.

 

Vanaf het meerjarenplan 2020-2025 maken de gemeente en haar OCMW geïntegreerde beleidsrapporten. Dit meerjarenplan heeft dus betrekking op zowel stad als OCMW.

Er wordt voortaan geen gemeentelijke bijdrage aan het OCMW meer berekend in de beleidsrapporten. Beide besturen moeten het eens zijn over de te bereiken doelstellingen en de financiële haalbaarheid van hun gezamenlijke beleid.

 

Feiten en context

Begin 2019 zijn we gestart met het bepalen van de nieuwe gemeenschappelijke doelstellingen.

In de vorige legislatuur waren er in totaal 54 beleidsdoelstellingen. Deze worden nu teruggedrongen naar 21 beleidsdoelstellingen. De doelstellingen worden verder vertaald in actieplannen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen strategische actieplannen en kerntakenactieplannen. De strategische actieplannen zijn een vertaling van de speerpunten uit het bestuursakkoord. In de kerntakenactieplannen wordt de reguliere werking gebundeld.

 

In het bestuursakkoord worden een aantal belangrijke uitgangspunten gedefinieerd dewelke bepalend zijn voor de financiële uitwerking van de beleidsdoelstellingen:

         Belastingen (in het bijzonder de opcentiemen op de onroerende voorheffing en aanvullende personenbelasting) worden niet verhoogd.

         We zullen in de eerste plaats bezuinigen op de eigen uitgaven en werkingsmiddelen.

         We springen niet verder dan onze stok lang is. Investeren mag niet leiden tot een verhoogde schuldenlast of een verhoging van de lasten voor de burgers.

 

Voor de opmaak van het nieuwe meerjarenplan zijn we dus uitgegaan van de bestaande financiële toestand (want geen substantieel bijkomende inkomsten). Per beleidsdoelstelling werd op basis van de rekeningcijfers 2018 een budgettaire enveloppe ter beschikking gesteld voor het exploitatiebudget en werden ramingen opgemaakt voor de uitvoering van de respectievelijke acties en actieplannen.

 

Voor wat betreft de uitgangspunten op vlak van stijging werkingskosten en belastingontvangsten verwijzen we naar de toelichting van de financiële risico’s in de nota van het MJP. Bij de opmaak van het meerjarenplan trachten we steeds de verwachte financiële stromen op een zo correct mogelijke manier in te schatten zodat aan alle verwachte verplichtingen kan worden voldaan en dat de vooropgestelde doelstellingen kunnen worden gerealiseerd.

 

Fasering

Voor het einde van het jaar dat volgt op de verkiezingen moet het nieuwe meerjarenplan worden vastgesteld.

 

Adviezen

Op 5 november werd het ontwerp meerjarenplan aan de gemeentelijke adviesraden overgemaakt.

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018

 

Financiële weerslag

Een determinerende factor in de opmaak van het meerjarenplan is de exponentiële stijging van de responsabiliseringsbijdrage voor de statutaire pensioenen naar het einde van de legislatuur. De problematiek van de stijgende responsabiliseringsbijdrage speelt echter in alle (grotere) steden en gemeenten in Vlaanderen waardoor het voor alle lokale besturen een quasi onmogelijke opdracht was om een financieel sluitend MJP op te maken. Daarom heeft de Vlaamse Regering beslist om 50% van de responsabiliseringsfactuur over te nemen gedurende de volledig looptijd van de legislatuur. Aanvullend werd een bijkomende dotatie ter beschikking gesteld voor het Open Ruimte beleid. In totaliteit bedragen beide tussenkomsten voor de stad Lier ca 10,5 Mio EUR gespreid over de komende 6 jaar.

 

Rekening houdend met deze tussenkomst kan er een financieel sluitend meerjarenplan worden opgesteld dat gekenmerkt wordt door :

         een jaarlijks positief beschikbaar budgettair resultaat en ruime positieve AFM op het einde van de legislatuur,

         het personeelsbestand dat op  huidige niveau blijft,

         een ambitieus investeringsprogramma dat merkelijk hoger ligt dan de vorige legislatuur (impliciete voorwaarde van tussenkomst Vlaamse regering is dat investeringen moeten worden opgetrokken)

         schuldenlast blijft onder controle (cfr. de bepalingen in het bestuursakkoord)

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

14 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 14 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het meerjarenplan 2020-2025 voor de stad Lier goed te keuren. Het beschikbaar budgettair resultaat is jaarlijks positief en de autofinancieringsmarge op het einde van de legislatuur bedraagt 588.098 EUR.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

STAD EN OCMW LIER - MEERJARENPLAN 2020-2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het meerjarenplan geeft een inzicht in de wijze waarop het bestuur de strategie wenst te realiseren in de komende 6 jaar van de beleidscyclus. Daarvoor worden beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties geformuleerd die inzicht geven in wat onze organisatie wil bereiken en hoe ze dat gaat doen.

 

Vanaf het meerjarenplan 2020-2025 maken de gemeente en haar OCMW geïntegreerde beleidsrapporten. Dit meerjarenplan heeft dus betrekking op zowel stad als OCMW.

Er wordt voortaan geen gemeentelijke bijdrage aan het OCMW meer berekend in de beleidsrapporten. Beide besturen moeten het eens zijn over de te bereiken doelstellingen en de financiële haalbaarheid van hun gezamenlijke beleid.

 

Feiten en context

Begin 2019 zijn we gestart met het bepalen van de nieuwe gemeenschappelijke doelstellingen.

In de vorige legislatuur waren er in totaal 54 beleidsdoelstellingen. Deze worden nu teruggedrongen naar 21 beleidsdoelstellingen. De doelstellingen worden verder vertaald in actieplannen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen strategische actieplannen en kerntakenactieplannen. De strategische actieplannen zijn een vertaling van de speerpunten uit het bestuursakkoord. In de kerntakenactieplannen wordt de reguliere werking gebundeld.

 

In het bestuursakkoord worden een aantal belangrijke uitgangspunten gedefinieerd dewelke bepalend zijn voor de financiële uitwerking van de beleidsdoelstellingen :

-Belastingen (in het bijzonder de opcentiemen op de onroerende voorheffing en aanvullende personenbelasting) worden niet verhoogd.

-We zullen in de eerste plaats bezuinigen op de eigen uitgaven en werkingsmiddelen.

-We springen niet verder dan onze stok lang is. Investeren mag niet leiden tot een verhoogde schuldenlast of een verhoging van de lasten voor de burgers.

 

Voor de opmaak van het nieuwe meerjarenplan zijn we dus uitgegaan van de bestaande financiële toestand (want geen substantieel bijkomende inkomsten). Per beleidsdoelstelling werd op basis van de rekeningcijfers 2018 een budgettaire enveloppe ter beschikking gesteld voor het exploitatiebudget en werden ramingen opgemaakt voor de uitvoering van de respectievelijke acties en actieplannen.

 

Voor wat betreft de uitgangspunten op vlak van stijging werkingskosten en belastingontvangsten verwijzen we naar de toelichting van de financiële risico’s in de nota van het MJP. Bij de opmaak van het meerjarenplan trachten we steeds de verwachte financiële stromen op een zo correct mogelijke manier in te schatten zodat aan alle verwachte verplichtingen kan worden voldaan en dat de vooropgestelde doelstellingen kunnen worden gerealiseerd.

 

 

Fasering

Voor het einde van het jaar dat volgt op de verkiezingen moet het nieuwe meerjarenplan worden vastgesteld.

 

Adviezen

Op 5 november werd het ontwerp meerjarenplan aan de gemeentelijke adviesraden overgemaakt.

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018

 

 

Financiële weerslag

 

Een determinerende factor in de opmaak van het meerjarenplan is de exponentiële stijging van de responsabiliseringsbijdrage voor de statutaire pensioenen naar het einde van de legislatuur. De problematiek van de stijgende responsabiliseringsbijdrage speelt echter in alle (grotere) steden en gemeenten in Vlaanderen waardoor het voor alle lokale besturen een quasi onmogelijke opdracht was om een financieel sluitend MJP op te maken. Daarom heeft de Vlaamse Regering beslist om 50% van de responsabiliseringsfactuur over te nemen gedurende de volledig looptijd van de legislatuur. Aanvullend werd een bijkomende dotatie ter beschikking gesteld voor het Open Ruimte beleid. In totaliteit bedragen beide tussenkomsten voor de stad Lier ca 10,5 Mio EUR gespreid over de komende 6 jaar.

 

Rekening houdend met deze tussenkomst kan er een financieel sluitend meerjarenplan worden opgesteld dat gekenmerkt wordt door :

-een jaarlijks positief beschikbaar budgettair resultaat en ruime positieve AFM op het einde van de legislatuur,

-het personeelsbestand dat op  huidige niveau blijft,

-een ambitieus investeringsprogramma dat merkelijk hoger ligt dan de vorige legislatuur (impliciete voorwaarde van tussenkomst Vlaamse regering is dat investeringen moeten worden opgetrokken)

-schuldenlast blijft onder controle (cfr. de bepalingen in het bestuursakkoord)

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

14 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 14 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college beslist het meerjarenplan 2020-2025 voor de stad Lier ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. Het beschikbaar budgettair resultaat is jaarlijks positief en de autofinancieringsmarge op het einde van de legislatuur bedraagt 588.098 EUR.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

OPTIMALISATIE BELEIDSVISIE DETAILHANDEL: ASPECT ADMINISTRATIEVE DIENSTVERLENING ANTWERPSESTRAAT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Lier heeft met haar gevarieerd, gespecialiseerd en kwalitatief handelsaanbod in het stadscentrum, in synergie met florissante horeca, dienstverlening, toerisme & recreatie onderscheidende troeven in handen. Maar ook Lier ontsnapt niet aan de algemene tendens dat consumenten minstens een deel van hun aankopen verrichten in grootschalige handelszaken, die omwille van het volume van hun goederen, de distributiewijze, hun omvang of de grote verkeersattractie niet in het stadscentrum terecht kunnen. Daarnaast koopt de consument in toenemende mate online, wat een nefaste impact heeft op fysieke winkels, met een duidelijke krimpmarkt tot gevolg, overal het sterkst zichtbaar in de (historische) stedelijke handelsassen.

Daarom beoogde het Lierse stadsbestuur via de in september 2014 goedgekeurde ‘Beleidsvisie Detailhandel’ om de voornoemde uitdagingen om te buigen / in te dammen a.d.h.v. vijf strategische basisdoelstellingen:

 

1) Voorzien in de reële koopbehoeften van de Lierse bevolking. Door de inwoners de gelegenheid te geven hun aankopen te doen in de eigen stad, vergroot hun comfort en levenskwaliteit. Bovendien helpt dit de verplaatsingsbehoefte te beperken en biedt dit tenslotte ook een meerwaarde voor de stedelijke economie.

2) De kwaliteit van de stedelijke handelsas met kernwinkelgebied in het stadscentrum ondersteunen en verbeteren. Een hoogwaardig handelsapparaat trekt bezoekers aan. Dit houdt het stadscentrum levendig en geeft impulsen aan het toerisme, de horeca, het cultureel leven en de economie van Lier. Daarom wil het stadsbestuur enerzijds een duidelijk centrumbeleid voeren, o.m. door bijkomend aanbod aan handelsruimte, de kwaliteit van de publieke ruimte te verbeteren en de bereikbaarheid van het centrum op peil te houden. Anderzijds wil het stadsbestuur het aanbod aan locaties buiten de stadskern gericht beperken.

3) De kwaliteit verbeteren van de twee bestaande grootschalige detailhandelslocaties buiten het centrum (Antwerpsesteenweg en Ring-West), ten bate van de omwonenden, de passanten én van wie deze locaties bezoekt als consument of werknemer. Kwaliteitsverbetering kan o.m. door verdichting van deze locaties, de verbreding van het aanbod, de verbetering van het publiek domein en de optimalisatie van de verkeerssituatie.

4) Complementariteit nastreven tussen de verschillende winkelconcepten die elkaar aanvullen. De grootwinkels in de periferie zijn daarbij gericht op doelgericht winkelen van (grotere hoeveelheden) dagelijkse goederen of op uitzonderlijke, niet draagbare aankopen.

5) In Koningshooikt: ondersteuning van de handel op niveau van de woonkern,

gericht op dagelijkse goederen in buurtwinkels of uitzonderlijke goederen.

De opmaak van deze beleidsvisie en de daaruit volgende verordening (vernietigd in december 2017) is een dynamische opdracht. Ook na dit eindrapport zal de vinger aan de pols gehouden worden via analyse en onderzoek om de impact van veranderende demografische en commerciële tendensen op te volgen en de acties en maatregelen in dit kader bij te sturen.

 

Extracten Beleidsvisie Detailhandel:

"2.2. Selectie van vier detailhandelconcentraties

Vandaag zijn in Lier vier bestaande concentraties inzake (grootschalige) detailhandel te onderscheiden:

‐ A = Stedelijke handelsas met kernwinkelgebied

‐ B = Antwerpsesteenweg

‐ C = Ring West

‐ D = Koningshooikt"

 

"3.4. Ontwikkelingsmogelijkheden A3 - Kernwinkelgebied (i.c. 3 subzones binnen de stedelijke handelsas) - [Betreft perimeter: Antwerpsestraat & gedeelte Kartuizersvest tussen Antwerpsestraat & Vervlietstraat]

Programma: gemengd stedelijk programma, overwegend handel [winkelketens]

Katalysator: Op gelijkvloers geen functiewijzigingen toestaan naar andere functies dan opgesomd voor deze zone.

 

NIVEAU 0

‐ detailhandel [winkelketens]

‐ horeca

‐ commerciële diensten

VERDIEPING 1

‐ detailhandel

‐ wonen

‐ horeca

‐ alle diensten

VERDIEPING 1+

‐ wonen

‐ alle diensten

‐ horeca

 

A6 - Kernwinkelgebied - [Betreft perimeter: Grote Markt]

Programma: gemengd stedelijk programma, overwegend horeca

Katalysator: Op gelijkvloers geen functiewijzigingen toestaan naar andere functies dan opgesomd voor deze zone.

 

NIVEAU 0

‐ detailhandel

‐ horeca

‐ alle diensten

 

VERDIEPING 1

‐ detailhandel

‐ wonen

‐ horeca

‐ alle diensten

 

VERDIEPING 1+

‐ wonen

‐ horeca

‐ alle diensten

 

A7 - Kernwinkelgebied - [Betreft perimeter: Rechtestraat]

Programma: gemengd stedelijk programma, overwegend handel & horeca

Katalysator: Op gelijkvloers geen functiewijzigingen toestaan naar andere functies dan opgesomd voor deze zone.

 

NIVEAU 0

‐ detailhandel [speciaalzaken]

‐ horeca

‐ alle diensten

VERDIEPING 1

‐ detailhandel

‐ wonen

‐ horeca

‐ alle diensten

VERDIEPING 1+

‐ wonen

‐ horeca

‐ alle diensten"

 

Feiten en context

De "Feitenfiches Detailhandel" (Kennisnetwerk Detailhandel), de data va "Provincie in cijfers" en de E-commerce rapporten leren steden en gemeenten dat de krimpmarkt van de fysieke handelszaak nog niet het dal heeft bereikt.

Dit voortschrijdend inzicht kan de stad aangrijpen om een eventuele herziening te argumenteren van de initieel geweigerde functiewijzigingen (zoals hierboven opgelijst per deelzone), door de discrepantie tussen administratieve en commerciële diensten op te heffen. Aldus zou in een gereviseerde/geoptimaliseerde versie van de Beleidsvisie "dienstverlening" in de ruime zin van het woord als één functie kunnen beschouwd worden én desgewenst dus ook toegelaten op het gelijkvloers (niveau 0) in alle subzones van het kernwinkelgebied. Eventuele voorwaarden kunnen hier wel aan toegevoegd worden, zoals de vereiste een (nader te omschrijven) "open etalage" te behouden zodat de belevingswaarde van het aaneengesloten handelslint niet wordt onderbroken door een gesloten façade of volledig afgeplakte etalageruiten.

In de Beleidsvisie Detailhandel worden 5 functies onderscheiden: detailhandel, horeca, wonen (& aan wonen verwante functies, administratieve diensten & commerciële diensten.

 

0. Definities

0.10. Diensten

Diensten op te delen in:

Administratieve, financiële diensten en vastgoed: bank, interim, immo,…

Commerciële diensten: reisbureau, kapper, verzorging

 

De volgende situatie stelde zich in najaar 2018: voor het leegstaand pand Antwerpsestraat 116 (voormalige schoenenwinkel Via Anversa) in de Antwerpsestraat manifesteerde zich een kandidaat-huurder i.f.v. een vestiging van een interimkantoor, m.n. Accent Interim die zich profileert als dienstverlenend inzake "Jobs for Shops" (niche: tewerkstelling i.f.v. detailhandel).

CASUS Accent Interim - Antwerpsestraat 116 Voor de Antwerpsestraat 116 werd op 10 november 2003 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een appartement met handelsruimte.

Op het ogenblik van de vergunning was art. 2 § 2 het besluit van de Vl. Reg. van 14 april 2000 inzake vergunningsplichtige functiewijzigingen van toepassing.

Op het ogenblik van de vergunning was art. 2 § 2 het besluit van de Vl. Reg. van 14 april 2000 inzake vergunningsplichtige functiewijzigingen van toepassing.

 

Art. 2. § 2. Een stedenbouwkundige vergunning is nodig als de hoofdfunctie van een onroerend bebouwd goed geheel of gedeeltelijk wijzigt van één van volgende functiecategorieën naar een andere :

1. wonen;

2. verblijfsrecreatie;

3. dagrecreatie;

4. landbouw in de ruime zin;

5. handel, horeca, kantoorfunctie en diensten;

6. industrie en ambacht.

Voor het omzetten van de functie van handel naar diensten was dus op dat ogenblik geen vergunning noodzakelijk.

Sinds 30 oktober 2015 is dit besluit echter gewijzigd, in die zin dat de functie ‘handel, horeca, kantoorfunctie en diensten’ uiteen getrokken werd in drie verschillende nieuwe of gewijzigde functies.

 

Art. 2. § 1. Een stedenbouwkundige vergunning is nodig als een van de volgende hoofdfuncties van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in een andere hierna vermelde hoofdfunctie. De volgende functies worden als hoofdfunctie beschouwd :

1° wonen;

2° verblijfsrecreatie;

3° dagrecreatie, met inbegrip van sport;

4° land- en tuinbouw in de ruime zin;

5° detailhandel;

6° dancing, restaurant en café;

7° kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen;

8° industrie en bedrijvigheid;

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

10° militaire functie.

Sinds 19 november 2015 (datum verschijnen van het besluit in het BS) is dus het omzetten van de functie die op dat ogenblik werd uitgeoefend (detailhandel) naar een andere functie vergunningsplichtig.

Er kan niet worden terug gegrepen naar het besluit van 14 april 2000.

Ook het gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een gebouw is vergunningsplichtig.

 

Adviezen

Het team ondernemen verleent een positief advies aan voorliggend voorstel om op basis van het voortschrijdend inzicht in de binnenstedelijke detailhandelskrimp, de discrepantie en restricties tussen administratieve en commerciële dienstverlening op te heffen, mits aangevuld met enkele vormelijke "aankledingsvoorwaarden" van de etalage op het gelijkvloers in het kernwinkelgebied.

 

Dit advies werd (op 25/3 ll.) nog bijgetreden door de door de stad geëngageerde  retailvastgoedexpert Willem De Laat in gesprek met het team ondernemen en Patrick Delestré, zaakvoerder van het familiaal vastgoedconsortium Delestré, die bijna 1/3de van de leegstaande panden in het Lierse kernwinkelgebied in portefeuille heeft. De vaak weinig betrokken (ook buitenlandse, i.c. Franse) vastgoedeigenaars/-patrimonia houden artificieel vast aan de "oude", niet meer marktconforme huurprijzen van winkelvastgoed, waar bovendien decennialang niet in geïnvesteerd werd, waardoor er slechts moeizaam tot geen kandidaat-retailers (huurders) gevonden worden omdat zij door dergelijke uitgaven de beoogde omzetcijfers niet kunnen halen. De traditionele retail (i.c. mode) incasseert de zwaarste klappen, dus is het logisch dat, naast horeca, bepaalde administratieve dienstverlening (zoals bv. de interimsector) meer interesse blijft behouden in de leegstaande commerciële ruimte.

 

Juridische grond

Beleidsvisie Detailhandel in Lier - Eindrapport goedgekeurd in de gemeenteraad dd. 01 09 2014.

 

Argumentatie

Het college overweegt de adviezen te volgen en deze enige, urgente optimalisatie in de Beleidsvisie Detailhandel alvast principieel te laten goedkeuren door de Gemeenteraad.

Uiteraard wordt naast deze ene optimalisatie de integrale Beleidsvisie Detailhandel verder geëvalueerd. Bij deze evaluatie zal de voorgestelde optimalisatie ook worden meegenomen zodat ze ook juridische kracht verwerft. M.a.w. momenteel beschouwen we dit enkel als een voorafname.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

5 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college beslist om voorliggend voorstel van optimalisatie/actualisatie van de

Beleidsvisie Detailhandel voor principiële goedkeuring voor te leggen aan de Gemeenteraad:

 

Op basis van het voortschrijdend inzicht in de binnenstedelijke, fysieke

detailhandelskrimp kunnen de discrepantie en restricties tussen administratieve en

commerciële dienstverlening in de toegestane (gelijkvloerse) functiewijzigingen voor de Antwerpsestraat opgeheven worden, mits deze voldoen aan de principes van vrije toegang zonder afspraak en visuele zichtbaarheid van de aangeboden diensten voor passanten, zoals nog nader te omschrijven in een Algemene Bouwverordening.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BEHEERSOVEREENKOMST VOOR DE RIOLERING, HET GROENONDERHOUD EN DE VOETPADEN TER HOOGTE VAN DE PALLIETERTUNNEL. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De tunnel van de Ring R16, ter hoogte van de N14 Mechelsesteenweg (Pallietertunnel) werd op 17 april 2016 plechtig geopend en de werken werden in september 2016 beëindigd.

 

Feiten en context

De stad Lier dient in te staan voor het onderhoud van de voetpaden, de beplantingen en de riolering onder de tunnel.

 

Hiervoor heeft de Afdeling Wegen en Verkeer onderstaande overeenkomst opgemaakt

(overeenkomst en bijhorende plannen als bijlage) :

 

Beheersovereenkomst voetpaden, riolering en beplantingen ter hoogte van de N14 Mechelsesteenweg en de tunnel in de R16 Ring te Lier

 

TUSSEN : Het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door zijn regering, bij delegatie, in de persoon van de heer Tom Roelants, administrateur-generaal van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wegen en Verkeer

hierna genoemd “AWV”

 

EN :Het stadsbestuur van Lier vertegenwoordigd door de gemeenteraad in de persoon van de burgemeester, Frank Boogaerts en de Algemeen Directeur, Katleen Janssens die handelen ter uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 23 september 2019 en goedgekeurd op 16 december 2019.

hierna genoemd “de stad Lier”;

Aangezien AWV in het kader van de bouw van de R16 Pallietertunnel, in de N14 Mechelsesteenweg een gemengde riolering tussen Rode Kruisstraat en R16 en een DWA-riolering tussen de Onze-Lieve-Vrouwestraat en de R16 gebouwd heeft .

Aangezien AWV een sifon voor deze gemengde riolering gebouwd heeft onder de tunnel in de R16 te Lier ter hoogte van de N14 Mechelsesteenweg.

Aangezien AWV een persleiding over het dak van de tunnel heeft aangelegd voor toekomstig gebruik.

Aangezien AWV voetpaden langs de N14 Mechelsesteenweg heeft heraangelegd, maar geen voetpaden langs gewestwegen onderhoudt.

Aangezien AWV diverse beplantingen heeft aangelegd in het kader van de infrastructuurwerken:

-Plantvakken op de hoeken van de Onze-Lieve-Vrouwestraat

Aangezien het beheer van de gemengde riolering, DWA-riolering, sifon, persleiding, voetpaden groenaanplantingen een lokale aangelegenheid is.

Wordt overeengekomen hetgeen volgt:

 

Artikel 1: Overdracht van eigendom

De hierboven vermelde gemengde en DWA-riolering, sifon en persleiding, met hun toebehoren, wordt door AWV kosteloos overgedragen aan de stad Lier.

De overdracht wordt vastgelegd in een authentieke akte tussen de stad Lier en het AWV die de Afdeling Vastgoedtransacties van het Departement Financiën en Begroting opmaakt.

Vanaf de datum van overdracht is de stad Lier eigenaar van de gemengde en DWA-riolering, sifon en persleiding en zal zich gelasten met het beheer en onderhoud ervan.

 

Artikel 2: Overdracht van beheer en onderhoud

De stad Lier zal de hierboven vermelde voetpaden en groenaanplantingen beheren en onderhouden.

Dit houdt de periodieke inspectie, reiniging, onderhoud en herstel in.

Voor de voetpaden houdt dit het vegen, onkruidvrij houden, opruimen van zwerfvuil, afboorden en het ijs- en sneeuwvrij houden in. Alsook de herstellingswerken.

Voor de groenaanplantingen houdt dit het onkruidvrij houden, het scheren in horizontaal en verticaal vlak, het water geven in droge periodes en het vernieuwen van de afgestorven beplantingen in.

De stad Lier is gehouden zich als een goed huisvader te gedragen.

De onderhoudsfrequentie wordt bepaald door de stad Lier op basis van eigen bevindingen of gebeurt op eenvoudig verzoek van AWV.

 

Artikel 3: Ligging en overdracht

§1: Ligging

De beheersovereenkomst strekt zich uit tot het wegvak van de N14 Mechelsesteenweg vanaf de Rode Kruisstraat tot de hoek van de R16 met de Mechelsesteenweg aan de binnenzijde van de R16.

Zie liggingsplan in bijlage aan dit dossier.

§2: Staat van overdracht

De elementen opgenomen in artikel 1 en artikel 2 worden overgedragen aan de stad Lier op 1 januari 2020. Voor de groenaanplantingen geldt de voorwaarde dat de stad Lier het onderhoud van de groenaanplantingen zal overnemen vanaf 1 januari 2020 of vanaf het moment dat deze groenaanplantingen in orde gemaakt zijn.

§3: Overdracht van de beheersrechten

De stad Lier mag de rechten, voortvloeiend uit deze overeenkomst, geheel noch gedeeltelijk overdragen zonder uitdrukkelijke, schriftelijke en voorafgaande toestemming van AWV.

§ 4: Rechten

De stad Lier kan op grond van voorliggende beheersovereenkomst nooit zakelijke rechten op het domeingoed verwerven, noch op andere rechten aanspraak maken dan de rechten die uitdrukkelijk in de huidige overeenkomst zijn opgenomen.

 

Artikel 4: Duur van de overeenkomst

De overeenkomst is van onbepaalde duur.

 

Artikel 5: Beëindiging van de overeenkomst

Elke partij kan de overeenkomst met betrekking tot artikel 2 beëindigen met vooropzeg van 6 maand. Deze partij richt daartoe een aangetekend schrijven aan de andere partij.

In geval van een beëindiging echter door het AWV om redenen van algemeen nut, kan zij in afwijking van het voorgaande lid zonder vooropzeg en mits eenvoudig schrijven aan de stad Lier de overeenkomst beëindigen. Deze beëindiging doet geen recht op schadevergoeding ontstaan in hoofde van stad Lier.

Bij het beëindigen van de overeenkomst door stad Lier om welke reden dan ook dient het opgezegde goed door de stad Lier te worden hersteld in zijn oorspronkelijke staat rekening houdende met de vetusteit, tenzij het AWV daarvan afstand doet. Als die verplichting niet of slechts gebrekkig wordt uitgevoerd, zal ze ambtshalve worden uitgevoerd op kosten en voor risico van de stad Lier.

 

Artikel 6: Kosten

De stad Lier voert de beheers- en onderhoudstaken op eigen kosten uit.

 

Artikel 7: Schade

De stad Lier is aansprakelijk, zowel tegenover derden als tegenover het AWV voor alle schade die veroorzaakt wordt door het gebruik van de in beheer en onderhoud gegeven goederen.

De stad Lier zal het AWV tegen alle aanspraken van derden vrijwaren voor alle verliezen, schade, ongevallen of nadelen die kunnen volgen uit het beheer en onderhoud van de goederen die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst.

Het AWV kan niet aansprakelijk gesteld worden voor welke schade dan ook die uit het beheer en onderhoud van het goed zou voortvloeien.

 

Artikel 8: Verzekeringen

De stad Lier verbindt er zich toe alle technische voorzorgen te nemen om de veiligheid te verzekeren voor wat betreft de in beheer gegeven goed en zal met betrekking tot alles wat zich op de in het beheer gegeven goed bevindt alle verantwoordelijkheid dragen.

De stad Lier dient zich op zijn kosten en onder zijn verantwoordelijkheid te verzekeren tegen alle risico’s van alle aard en voor alle schade die zij zouden kunnen veroorzaken aan het AWV of aan derden.

 

Artikel 9: Vigerende regelgeving

De bepalingen van deze overeenkomst ontslaan de stad Lier niet van zijn verplichting zich te gedragen naar de bepalingen van de vigerende wetten en reglementen, onder andere inzake politie, weg- en scheepvaartverkeer, inzake milieu en ruimtelijke ordening.

Het AWV kan op geen enkele wijze aansprakelijk gesteld worden voor het niet naleven van wettelijke, decretale en reglementaire verplichtingen door de stad Lier en is evenmin aansprakelijk voor het beheer van het goed indien dit beheer niet met de geldende wetten en reglementen in overeenstemming is of zou zijn.

 

Artikel 10: Belastingen en heffingen

De stad Lier is verplicht alle belastingen en heffingen van welke aard ook te betalen die op het in beheer gegeven goed geheven worden.

 

Artikel 11: Betredings- en controlerecht

Ten behoeve van het beheer van het openbaar domein moet aan de toezichthoudende ambtenaren van het AWV te allen tijde toegang worden verleend tot het in beheer gegeven goed.

 

Bijlagen:

As builtplantekeningen: grondplan wegenis, grondplan riolering, doorsnede sifon

 

 

 

 

 

Opgemaakt in (zoveel) originele exemplaren, te ………op …………………………..

 

Voor AWV

 

 

 

 

ir. Eva Van den Bossche

Afdelingshoofd

 

 

 

Voor de stad Lier

 

 

 

 

De burgemeesterDe Algemeen Directeur

Frank BoogaertsKatleen Janssens

 

 

Fasering

De overeenkomst gaat in op 1 januari 2020 mits voorbehoud voor de groenaanplantingen.

Het onderhoud van de groenaanplantingen gaat in vanaf het moment dat deze aanplantingen in orde zijn gemaakt (zie artikel 3 § 2).

 

Adviezen

De groendienst wil het onderhoud enkel overnemen vanaf het moment dat deze aanplantingen in orde zijn gemaakt (is voorzien in artikel 3 § 2).

 

Na onderling overleg wordt er afgesproken om "Pennisetum alpecuroides Hanelm " aan te planten in de plantvakken aan de O-L-Vrouwlaan.

Deze plant is hiervoor geschikt aangezien deze niet al te gevoelig is voor zout .

 

 

Argumentatie

In voorafgaande overeenkomsten tussen AWV en de stad werden de voetpaden en de groenaanplantingen steeds door de stad onderhouden.

 

Door de aanleg van de tunnel werd de riolering van de Mechelsesteenweg gesifoneerd.

Gezien de riolering wordt beheerd door de stad, dient de stad ook deze sifon te onderhouden.

 

De nodige as-builtplannen worden bijgevoegd aan deze overeenkomst.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt onderstaande overeenkomst voor het beheer van voetpaden, riolering en beplantingen ter hoogte van de N14 Mechelsesteenweg en de tunnel in de R16 Ring te Lier, goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

GRATIS GRONDAFSTAND DORPSSTRAAT 20. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 13 november 2017 heeft het schepencollege van de stad Lier een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd onder referte 12021_2017_3117 voor het bouwen van een meergezinswoning met 5 wooneenheden en 5 parkeerplaatsen en slopen woning en berging. Door de Deputatie van de provincie Antwerpen werd op 8 maart 2018 onder referte PSTV-2018-0019 een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een meergezinswoning met 5 wooneenheden en 5 parkeerplaatsen en slopen woning en berging.

 

Feiten en context

Ingevolge deze vergunning dient de grondeigenaar van de Dorpsstraat 20 te 2500 Lier een strook grond af te staan aan de stad dat voor de rooilijn ligt.

 

Hiertoe werd door Marijn Palmans, Schoolstraat 6/1 te 2520 Ranst, zaakvoerder van de BVBA Bernaerts & Palmans – landmeter expert, een plan opgemaakt onder ref. 17/152-6 waarop het af te stanen perceel is afgebeeld in gele kleur, groot 31 m², Lier 4, B 585/k/8/dl met plan. Id. 12019-10237.

 

Dit plan is opgenomen in het ontwerp van akte opgesteld door de vennootschap “Tom en Jan Coppens”, geassocieerde notarissen, met zetel te 2350 Vosselaar, Cingel 14.

Het ontwerp van akte bevat de klassieke bepalingen van een gratis grondafstand voor openbaar nut.

 

Juridische grond

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Argumentatie

Volgens de vastgestelde rooilijn dient een strook grond te worden overgedragen in de Dorpsstraat20.  Het college overweegt het ontwerp van akte, opgesteld door de vennootschap “Tom en Jan Coppens”, geassocieerde notarissen, met zetel te 2350 Vosselaar, Cingel 14, samen met het opmetingsplan principieel goed te keuren en te verzenden naar de gemeenteraad. De kosten verbonden aan deze akte worden gedeeld door beide partijen zoals voorzien in het ontwerp van akte

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college beslist het ontwerp van akte betreffende de gratis grondafstand in de Dorpsstraat 20, opgesteld door de vennootschap “Tom en Jan Coppens”, geassocieerde notarissen, met zetel te 2350 Vosselaar, Cingel 14, samen met het opmetingsplan principieel goed te keuren en te verzenden naar de gemeenteraad voor goedkeuring.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

VASTSTELLEN GEMEENTELIJKE SANERINGSBIJDRAGE PIDPA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 17 december 2013 werd door de gemeenteraad de gemeentelijke saneringsbijdrage / vergoeding goedgekeurd.

Deze beslissing liep tot 31 december 2019 en dient bijgevolg te worden hernomen.

 

Feiten en context

De gemeente en Pidpa sloten een overeenkomst ter uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting (transportovereenkomst).

Pidpa stelt op basis van de beslissing van de gemeente de tarieven van de gemeentelijke saneringsbijdrage/vergoeding vast.

 

De tarieven van het vastrecht worden bepaald in artikel 4.3.1.1.3. Waterwetboek.

 

De gemeente dient zodus enkel te beslissen over het variabele gedeelte van de gemeentelijke saneringsbijdrage en meer bepaald over het basistarief en het vlak tarief.

 

De factor voor de vorige legislatuur werd door de gemeenteraad in zitting van 17 december vastgesteld op 1,4 keer de bovengemeentelijke saneringsbijdrage.

 

De bovengemeentelijke saneringsbijdrage wordt vastgesteld door de Vlaamse Overheid op basis van de evolutie van de financieringsbehoefte van de saneringsnoden.

 

Er zijn voor de gemeente geen redenen om de factor te verhogen ten opzichte van de vorige legislatuur zodat deze ongewijzigd kan behouden blijven.

 

Juridische grond

         het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 2, 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, evenals artikel 219;

         het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 326 tot en met 338;

         de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

         het Bestuursdecreet van 7 december 2018, houdende de bepalingen openbaarheid van bestuur;

         het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, waarin onder andere in titel IV, hoofdstuk 3, de modaliteiten aangaande de aanrekening van de gemeentelijke saneringsbijdrage en gemeentelijke saneringsvergoeding werden vastgelegd (ook Waterwetboek genoemd);

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De factor voor het bepalen van het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage en saneringsvergoeding wordt vanaf 1 januari 2020 voor een periode tot 31 december 2025 op  1,4  keer het tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage vastgelegd.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIEREGLEMENT OP PLAATSRECHTEN OP MARKTEN EN ELEKTRICITEITSVOORZIENING VOOR MARKTKRAMERS EN ANDERE GEBRUIKERS. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het huidige retributiereglement op plaatsrechten op markten en elektriciteitsvoorziening voor  marktkramers en andere gebruikers werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2013. Het retributiereglement ging in op 01 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019. Een nieuw reglement dient te worden opgemaakt.

 

 

Feiten en context

de stad stelt standplaatsen ter beschikking voor markten ed, , ze biedt ook de mogelijkheid om elektriciteit  af te nemen, een passende vergoeding wordt geregeld via het retributiereglement.

Een nieuw reglement voor de jaren 2020-2025 dient te worden opgemaakt, een aantal in onbruik geraakte zaken werden weggelaten en andere vereenvoudigd.

De tarieven werden enkel geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex.

De nieuwe tarieven zijn :

a)Vaste standplaatsen : per kwartaal € 8.90 per lopende meter

b)Tijdelijke standplaatsen :

1.wekelijkse zaterdagmarkt : € 1,20 per lopende meter

2.duivenmarkt : € 1,20 voor de eerste vijf duiven en € 0,20 per bijkomende duif per staanplaats

3.groentemarkt : € 1 per lopende meter met een maximum van € 3

4.andere plaatsen openbaar domein : € 3,20 per lopende meter

c)Standplaatsen voor bloemenverkoop aan de kerkhoven ter gelegenheid van Allerheiligen              

Tarief voor 5 dagen :

1.kerkhof Kloosterheide : € 13,30 per lopende meter

2.kerkhof Mechelsepoort : € 6,80 per lopende meter

3.kerkhof Beekstraat : € 6,80 per lopende meter

 

 

Tarieven gebruik elektriciteitsvoorzieningen

 

De retributie op de elektriciteitsvoorziening op het openbaar domein voor marktkramers en andere gebruikers wordt forfaitair vastgesteld als volgt :

a)marktkramers met vast abonnement of losse standplaats

1.aansluiting van 16 A, 220 V, monofasig € 3,80/ dag of € 16,50maand

2.aansluiting van 32 A, 220 V, monofasig€ 4,90/dag of € 21,20/maand

3. aansluiting van 32 A, 220 V, driefasig€ 12,40/dag of € 54/maand

hierin zitten de kosten voor da aansluiting, het plaatsen van de kasten, het verbruik en de administratiekosten vervat.

 

b)andere gebruikers van de elektriciteitsvoorziening betalen het werkelijk elektriciteitsverbruik verhoogd met € 54 voor aansluiting op de verdeelkasten

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

8 onthoudingen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op de plaatsrechten op markten en de elektriciteitsvoorziening voor marktkramers en andere gebruikers overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraaad beslist om  voor het retributiereglement op de plaatsrechten op markten en de elektriciteitsvoorziening voor marktkramers en andere gebruikers voor een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

RETRIBUTIE OP PLAATSRECHTEN MARKTEN EN ELEKTRICITEITSVOORZIENING VOOR MARKTKRAMERS EN ANDERE GEBRUIKERS

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Artikel 1 : basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie gevestigd op standplaatsen op markten gehouden op het openbaar domein van de stad alsmede een retributie op elektriciteitsvoorziening voor marktkramers en andere gebruikers.

 

Artikel 2 : Tarieven standrechten

a) Vaste standplaatsen : per kwartaal € 8,90 per lopende meter

b) Tijdelijke standplaatsen :

1. wekelijkse zaterdagmarkt : € 1,20 per lopende meter

2. duivenmarkt : € 1,20 voor de eerste vijf duiven en € 0,20 per bijkomende duif per staanplaats

3. groentemarkt : € 1 per lopende meter met een maximum van € 3

4. andere plaatsen openbaar domein : € 3,20 per lopende meter

c) Standplaatsen voor bloemenverkoop aan de kerkhoven ter gelegenheid van Allerheiligen :

 

Tarief voor 5 dagen :

1. kerkhof Kloosterheide : € 13,30 per lopende meter

2. kerkhof Mechelsepoort : € 6,80 per lopende meter

3. kerkhof Beekstraat : € 6,80 per lopende meter

 

Artikel 3: Tarieven gebruik elektriciteitsvoorzieningen

De retributie op de elektriciteitsvoorziening op het openbaar domein voor marktkramers en andere gebruikers wordt forfaitair vastgesteld als volgt :

a) marktkramers met vast abonnement of losse standplaats

1. aansluiting van 16 A, 220 V, monofasig € 3,80/ dag

2. aansluiting van 32 A, 220 V, monofasig € 4,90/dag

3. aansluiting van 32 A, 220 V, driefasig € 12,40/dag

hierin zitten de kosten voor da aansluiting, het plaatsen van de kasten, het verbruik en de administratiekosten vervat.

b) andere gebruikers van de elektriciteitsvoorziening betalen het werkelijk elektriciteitsverbruik verhoogd met € 54 voor aansluiting op de verdeelkasten

 

Aansluitingen voor vermogens boven de 32 A worden niet voorzien.

 

Artikel 4: Berekening

Voor de standplaatsen per lopende meter ingenomen ruimte wordt elke begonnen meter naar de hogere eenheid afgerond. De opmeting van de ingenomen ruimte gebeurt door de daartoe aangestelde marktmeester.

Bij betwisting zal het College van Burgemeester en Schepenen een beslissing nemen.

De tarieven vermeld in dit reglement worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                        R x I waarbij

                            i

R = tarief zoals vastgesteld in dit reglement

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019(basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5: inning van de retributie

§ 1 inning retributie standplaats :

de retributie op de ingenomen standplaatsen is verschuldigd van zodra de standplaats op de markt is ingenomen.

         Vaste standplaats : inning gebeurt per kwartaal en vooraf

         Tijdelijke standplaats : inning gebeurt onmiddellijk bij de inname van de standplaats Deze retributies worden contant geïnd door de aangestelde marktmeester die een ontvangstbewijs aflevert. Dit bewijs moet op het eerste verzoek van een aangestelde van het stadsbestuur steeds kunnen getoond worden. Houders van een vaste standplaats kunnen het bedrag ook overschrijven.

De betaling van het standrecht geeft aan de gebruiker voor de ganse duur van de markt de persoonlijke beschikking over de plaats, waarvoor het recht gevorderd werd.

§ 2 inning retributie elektriciteitsvoorziening

De retributie op de elektriciteitsvoorziening is verschuldigd door de aanvrager van de aansluiting.

De aanvraag van de aansluiting gebeurt bij de stad via het daartoe door de stad ter beschikking gestelde formulier, hierbij voegen ze een keuringsverslag van de aansluiting.

 

De inning gebeurt als volgt :

         voor de standplaatshouders met vast abonnement per kwartaal met jaarlijkse factuur

         voor de losse standplaatshouders onmiddellijke betaling bij inname van de standplaats

         voor de andere gebruikers na de ingebruikname

 

Artikel 6: sancties

Het College van Burgemeester en Schepenen kan de aansluiting weigeren of weghalen indien niet voldaan is aan de bepalingen van artikel 4 of aan aanvragers die een  betaalachterstand hebben.

 

Artikel 7: Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIEREGLEMENT  OP HET VERZENDEN VAN AANMANINGEN, LAATSTE BERICHTEN EN AANGETEKENDE ZENDINGEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op het verzenden van aanmaningen, laatste berichten en aangetekende zendingen De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Een aantal debiteuren laten na de door hen verschuldigde bedragen tijdig te voldoen, het groot aantal herinneringsbrieven en aangetekende zendingen verhogen de administratieve en frankeringskosten aanzienlijk. Het is aanvaardbaar dat hiervoor een kost wordt aangerekend.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

5 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op het verzenden van aanmaningen, laatste berichten en aangetekende zendingen overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op het verzenden van aanmaningen, laatste berichten en aangetekende zendingen  van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Bijlage:

 

Retributiereglement voor het verzenden van aanmaningen, laatste berichten en aangetekende zendingen

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Een aantal debiteuren laten na de door hen verschuldigde bedragen tijdig te voldoen, het groot aantal herinneringsbrieven en aangetekende zendingen verhogen de administratieve en frankeringskosten aanzienlijk. Het is aanvaardbaar dat hiervoor een kost wordt aangerekend.

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op het verzenden van aanmaningen, laatste berichten en aangetekende zendingen..

 

Artikel 2 : Definities

         aanmaning: eerste herinnering nadat de betalingstermijn is verstreken

         aangetekende zending: tweede herinneringsbrief die aangetekend wordt verstuurd nadat de betalingstermijn toegestaan in de aanmaning verstreken is zonder dat een betaling volgde.

         Invorderingskost: verschuldigd wanneer de invordering van onbetwiste en opeisbare fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en gemeentelijke administratieve sancties dient te worden uitbesteed.

 

Artikel 3 : Tarieven

De tarieven worden vastgesteld als volgt :

Aanmaning : kosteloos

Aangetekende zending : € 15

Invorderingskost voor niet-fiscale vorderingen : € 30

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de retributie wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                            R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                               i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Retributieplichtige en inning

De retributie is verschuldigd door de debiteur voor wiens openstaande schulden de aangetekende zendingen worden verstuurd of de invordering wordt uitbesteed.

Deze kosten worden samen met de openstaande schuld aan gerekend.

Deze bijkomende kosten worden bij betaling eerst geboekt en pas daarna de hoofdsom.

 

Artikel 6 :

Naast dit reglement zullen tevens de geldende wettelijke intrestvoeten worden toegepast.

 

Artikel 7 : Inwerkingtreding

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP PARKEREN IN DE BLAUWE ZONE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op het parkeren in de blauwe zone. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

De stad wenst een gedifferentieerd parkeerbeleid te voeren i.f.v. het aanbieden van parkeerplaatsen voor zijn inwoners en bezoekers en i.f.v. het sturen van het autogebruik. Ter uitvoering van dit beleid wordt in verschillende delen van het grondgebied de parkeertijd beperkt door het invoeren van zogenaamde ‘blauwe zones’. In deze zones is het conform de wegcode verplicht om de parkeerschijf te gebruiken. Indien niet nader bepaald, kan men maximaal 2 uur parkeren. I.f.v. parkeren door inwoners worden bewonerskaarten uitgereikt door de parkeerconcessionaris.

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg, waar dat parkeren toegelaten is en waar een blauwe zone van toepassing is.

-Gratis indien de parkeerduurtijd niet overschreden wordt.

-Een forfaitair bedrag van € 25 per periode die langer is dan de parkeerduurtijd. Dit forfaitair bedrag heeft een geldigheidsduur van 5 uur.

- Het leggen van de parkeerschijf is verplicht of het forfaitair bedrag is verschuldigd:

Van maandag tot en met vrijdag van 9u00 tot 17u00, uitgezonderd feestdagen.

 

Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex.

 

Juridische grond

 

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

5 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

9 onthoudingen: Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op het parkeren in de blauwe zone overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op het parkeren in de blauwe zone  een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributiereglement op het parkeren in de blauwe zone

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering:

De stad wenst een gedifferentieerd parkeerbeleid te voeren i.f.v. het aanbieden van parkeerplaatsen voor zijn inwoners en bezoekers en i.f.v. het sturen van het autogebruik. Ter uitvoering van dit beleid wordt in verschillende delen van het grondgebied de parkeertijd beperkt door het invoeren van zogenaamde ‘blauwe zones’. In deze zones is het conform de wegcode verplicht om de parkeerschijf te gebruiken. Indien niet nader bepaald, kan men maximaal 2 uur parkeren. I.f.v. parkeren door inwoners worden bewonerskaarten uitgereikt door de parkeerconcessionaris.

 

Artikel 1: basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg, waar dat parkeren toegelaten is en waar een blauwe zone van toepassing is.

 

Artikel 2: definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder :

         Parkeerschijf: Schijf die aan de binnenkant van de voorruit wordt aangebracht en die wordt ingesteld met en op het tijdstip van parkeren in de zone van beperkte parkeertijd.

Verlengen van de parkeertijd door middel van bijstellen van de parkeerschijf is niet toegelaten. De parkeerschijf stemt overeen met het model dat bepaald is door de federale overheid.

         Parkeerduurtijd : Is de duurtijd die men gratis mag parkeren indien de parkeerschijf wordt gelegd. Zonder nadere bepalingen bedraagt deze 2 uren. Indien deze afwijkt, wordt dit kenbaar gemaakt door verkeersborden.

         Bewonerskaart : is een kaart die de houder ervan vrijstelt van het plaatsen van de parkeerschijf (cf. Wegcode: de gemeentelijke parkeerkaart).

         Een gedomicilieerde inwoner kan een bewonerskaart aanvragen voor het voertuig dat op zijn/haar naam ingeschreven staat of waarvan hij/zij de vaste bestuurder is (salariswagens en dienstwagens: attest van de werkgever voor te leggen) indien de inwoner woonachtig is in een blauwe zone waar beperkt parkeren geldt. Elke bewonerskaart is in een bepaalde selectie van straten geldig. Deze selectie wordt gemaakt door het college van burgemeester en schepenen.

         Een bewonerskaart kan op papier afgeleverd worden en/of digitaal.

         Inwoners van grotere bouwprojecten die in de eigen parkeerbehoefte moeten voorzien (door middel van een opgelegde parkeereis bij omgevingsvergunning) kunnen geen bewonerskaart bekomen. De lijst van bouwprojecten die onder deze regel vallen, wordt samengesteld door het college van burgemeester en schepenen en is vrij te raadplegen op de website van het stadsbestuur.

         Voor een deelwagen van een officiële autodeelorganisatie wordt een bewonerskaart aangemaakt die geldig is in alle zones van beperkt parkeren.

         Een wagen die gebruikt wordt voor particulier autodelen kan een bewonerskaart bekomen voor de geselecteerde straten van de zones waarin de gebruikers gedomicilieerd zijn. Voorwaarden:

 De autodeelgroep bestaat minstens uit twee leden die op verschillende adressen gedomicilieerd zijn.

 De deelauto staat geregistreerd op naam en adres van één van de leden van de autodeelgroep.

 Alle aanvragers beschikken over een geldig rijbewijs.

 De leden die een bewonerskaart aanvragen tonen aan dat ze gebruiker zijn van de deelauto door het tonen van een gezamenlijke autodeelverzekeringspolis of door te zijn  opgenomen in de verzekeringspolis van het voertuig

 

Artikel 3: Tarieven en berekening

a) Tarief:

         Gratis indien de parkeerduurtijd niet overschreden wordt.

         Een forfaitair bedrag van € 25 per periode die langer is dan de parkeerduurtijd. Dit forfaitair bedrag heeft een geldigheidsduur van 5 uur.

         Het leggen van de parkeerschijf is verplicht of het forfaitair bedrag is verschuldigd:

Van maandag tot en met vrijdag van 9u00 tot 17u00, uitgezonderd feestdagen.

b) Indexering forfaitair tarief :

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                          R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3 a,,4 en 8

                             i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

c) Opmerking:

De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het KB van 01.12.1975. In geen geval brengt de retributie enig recht mee tot toeëigening van het ontleende materiaal.

 

Artikel 4: Niet van toepassing voor

         de houders van een door de gemeente officieel uitgereikte bewonerskaart (gemeentelijke parkeerkaart) die zichtbaar is aangebracht achter de voorruit van het voertuig, tenzij het gaat om een digitale bewonerskaart.

Kostprijs voor het bekomen van een bewonerskaart:

o 1ste kaart is gratis

o 2de kaart € 90/jaar

o 3de kaart € 250/jaar

De tarieven van de bewonerskaarten worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen in artikel 3 b)

         Personen met een handicap wanneer de speciale kaart voor personen met een handicap, afgeleverd door het bevoegde organisme aangeduid door de federale overheid, zichtbaar achter de voorruit is aangebracht.

 

Artikel 5 : Vaststelling van de zones:

Acaciaplein, Antoon Van Dijcklaan, Antwerpsesteenweg (tussen tunnel en Eeuwfeestlaan), Arbeidsstraat, Beekstraat (van huisnummer 1 tot en met 55 onpare zijde, van huisnummer 2 tot en met 70 pare zijde), Beemdstraat, Berlaarsesteenweg (van huisnummer 1 tot en met 81 onpare zijde, van huisnummer 2 tot en met 88 pare zijde), Bernard van Hoolstraat, Beukenlaan, Boomlaarstraat (van Bosstraat tot Ring R16), Bosstraat, Dageraadsstraat, David Tenierslaan, De Kozak, Parking 'De Laag', Dennenlaan, Dorpsstraat, Eeuwfeestlaan (van huisnummer 1 tot en met 267 onpare zijde, van huisnummer 2 tot en met 178 pare zijde), Eikenboslaan, Elzenlaan, Frans Boogaertslaan, Gaslei, Groenedaellaan, Hoogveldweg (vanaf Paul krugerstraat tot en met huisnummer 53 – 55 en ook t.h.v. huisnummer 10 tot en met 22 en huisnummer 71 tot en met 81), Jacob Jordaenslaan, Koninsplein, Kroonstraat, Liersebaan (van huisnummer 1 tot en met 99 onpare zijde, van huisnummer 2 tot en met 86 pare zijde), Lispersteenweg (van huisnummer 1 tot en met 35 onpare zijde, van huisnummer 2 tot en met 18 pare zijde), Maanstraat, Maasfortbaan, Mechelsesteenweg (van huisnummer 1 tot en met 203 onpare zijde, van huisnummer 2 tot en met 182 pare zijde), Merelstraat, Misstraat, Olmenlaan, Pannenhuisstraat (van huisnummer 1 tot en met 147 onpare zijde, van huisnummer 2 tot en met 156 pare zijde), Pastoriestraat, Paul Krugerstraat, Pieter Breugellaan, Planeetstraat,  Rolwagenstraat, Sander de Vosstraat (van huisnummer 1 tot en met 61 onpare zijde, van huisnummer 2 tot en met 44 pare zijde), Schoolstraat, Sint-Annastraat, Sluislaan, Spoorweglei (van huisnummer 1 tot en met 66), Streepen, Transvaalstraat, Van Boeckellaan (vanaf Lispersteenweg tot net voorbij verkeersplateau), Veemarkt, Wilgenlaan, Zaat (op de rijbaan kant woningen), Zagerijstraat, Zonstraat (beide zijden van Pannenhuisstraat tot t.h.v. huisnummer 54), Zuid-Australiëlaan (van huisnummer 1 tot en met 113 onpare zijde, van huisnummer 2 tot en met 82 pare zijde)

 

Artikel 6: Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat.

 

Artikel 7: Vaststelling

         De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de parkeerduurtijd.

         Een bijkomende retributie is verschuldigd wanneer het voertuig langer geparkeerd staat dan de geldigheidstermijn(en) van het forfaitair bedrag.

         Wanneer de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van het voertuig is geplaatst, of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het uur van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire bedrag.

 

Artikel 8: Invordering en betaling

De eigenaar van het voertuig dat in aanmerking komt voor de betaling van de retributie ontvangt van de aangestelde van de gemeente een uitnodiging tot betalen van de retributie op de  voorruit van het voertuig. Deze dient binnen de 5 dagen te worden betaald.

Wanneer de retributie niet betwist en niet vereffend wordt volgens de bepalingen van dit reglement ontvangt de houder van de nummerplaat een eerste schriftelijke waarschuwing met aanrekening van de aanmaningskosten voor een bedrag van 3,20 euro.

Wanneer hierop geen betaling volgt, wordt een tweede waarschuwing met aanrekening opgestuurd na een periode van minimum 3 weken na versturen van de eerste brief en bedragen de aanmaningskosten 11,90 euro In geval van niet-betaling na aanmaning wordt overgegaan tot gerechtelijke invordering van de retributies.

 

Artikel 9: Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP PARKEREN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op parkeren op bepaalde parkeerzones. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31 december 2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

De stad wenst een gedifferentieerd parkeerbeleid te voeren i.f.v. het aanbieden van parkeerplaatsen voor zijn inwoners en bezoekers en i.f.v. het sturen van het autogebruik. Ter uitvoering van dit beleid worden verschillende tarieven vastgelegd voor zowel de parkeertickets als voor de parkeervergunningen voor de inwoners. De inning van deze gelden wordt gedaan door de parkeerconcessionaris.

 

Juridische grond

 

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

5 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

9 onthoudingen: Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie  te heffen op parkeren op het grondgebied van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

Het college beslist om voor het retributiereglement op  betalend parkeren een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributiereglement Parkeren

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering :

De stad wenst een gedifferentieerd parkeerbeleid te voeren i.f.v. het aanbieden van parkeerplaatsen voor zijn inwoners en bezoekers en i.f.v. het sturen van het autogebruik. Ter uitvoering van dit beleid worden verschillende tarieven vastgelegd voor zowel de parkeertickets als voor de parkeervergunningen voor de inwoners. De inning van deze gelden wordt gedaan door de parkeerconcessionaris.

 

Artikel 1 : basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op het parkeren van motorvoertuigen op de plaatsen waar dat enkel toegelaten is mits bij regelmatig gebruik van een parkeermeter, sms-parkeren, parkeerautomaat of door het aanbrengen van een parkeerticket afgeleverd door de concessionaris.

 

Artikel 2 : definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

         Parkeerticket : het ticket dat door de parkeerautomaat wordt afgeleverd na het ingeven van de nummerplaat aan de betaalautomaten geplaatst op straat (tarief 1)

         Sms-parkeren : de betaling gebeurt via het overmaken van een sms-bericht (tarief 1)

         Parkeerbiljet : het biljet dat door een parkeerwachter, samen met het te gebruiken overschrijvingsformulier, op het voertuig wordt aangebracht (tarief 2)

         Bewonerskaart : is een kaart die de houder ervan vrijstelt van het betalen van parkeergelden.

         Een gedomicilieerde inwoner kan een bewonerskaart aanvragen voor het voertuig dat op zijn/haar naam ingeschreven staat of waarvan hij/zij de vaste bestuurder is (salariswagens en dienstwagens: attest van de werkgever voor te leggen) indien de inwoner woonachtig is in een zone waar betalend parkeren geldt. Elke bewonerskaart is in een bepaalde selectie van straten geldig. Deze selectie wordt gemaakt door het college van burgemeester en schepenen.

         Een bewonerskaart kan op papier afgeleverd worden en/of digitaal.

         Inwoners van grotere bouwprojecten die in de eigen parkeerbehoefte moeten voorzien (door middel van een opgelegde parkeereis bij omgevingsvergunning) kunnen geen bewonerskaart bekomen. De lijst van bouwprojecten die onder deze regel vallen, wordt samengesteld door het college van burgemeester en schepenen en is vrij te raadplegen op de website van het stadsbestuur.

         Voor een deelwagen van een officiële autodeelorganisatie wordt een bewonerskaart aangemaakt die geldig is in alle zones van betalend parkeren.

         Een wagen die gebruikt wordt voor particulier autodelen kan een bewonerskaart bekomen voor de geselecteerde straten van de zones waarin de gebruikers gedomicilieerd zijn. Voorwaarden:

         De autodeelgroep bestaat minstens uit twee leden die op verschillende adressen gedomicilieerd zijn.

         De deelauto staat geregistreerd op naam en adres van één van de leden van de autodeelgroep.

         Alle aanvragers beschikken over een geldig rijbewijs.

         De leden die een bewonerskaart aanvragen tonen aan dat ze gebruiker zijn van de deelauto  door het tonen van een gezamenlijke autodeelverzekeringspolis of door te zijn opgenomen in de verzekeringspolis van het voertuig

 

Artikel 3 : Tarieven en berekening

a) Tarief 1 :

Het grondgebied van de stad wordt voor deze retributie onderverdeeld in meerdere zones, waarvoor een gedifferentieerd tarief wordt toegepast :

 

Zone

Aantal minuten

Tarief (€)

Max.duur

1 (rode)

60

1,30

1 uur

2 (oranje)

60

1,30

2 uur

3 (geel)

60

0,90

4 uur

4 (paars)

60

0,70

4 uur

5 (geel-groen)

60

Gratis

5 uur

 

 

3,20 vanaf 6de uur)

dagticket

Parking Grote Markt

60

1,80

 

Parking Dungelhoeff

60

1,50

 

 

De retributie is verschuldigd:

         van maandag tot en met zaterdag van 9u00 tot 19u00 in de zones 1, 2, 3 en 4, uitgezonderd feestdagen.

         van maandag tot en met vrijdag van 9u00 tot 19u00 in de zone 5, uitgezonderd feestdagen.

         alle dagen in de ondergrondse parkings Grote Markt en Dungelhoeff.

 

b) Tarief 2

€ 25 per periode van 5 uur

Wanneer in het voertuig geen geldig parkeerticket zichtbaar achter de voorruit wordt geplaatst en er ook geen aanvraag via een sms-bericht werd overgemaakt, zal de parkeerwachter hieruit concluderen dat de bestuurder heeft geopteerd voor tarief 2.

Er zal dan een parkeerbiljet op het voertuig worden aangebracht, samen met een overschrijvingsformulier dat bij de betaling dient te worden gebruikt.

 

c) Bijzondere tarieven

1. Inwoners met een bewonerskaart: zijn de retributie niet verschuldigd voor het parkeren in zone 3, zone 4 en zone 5, op voorwaarde dat de bewonerskaart zichtbaar is aangebracht achter de voorruit of het voorste gedeelte van het voertuig tenzij het gaat om een digitale bewonerskaart.

Kostprijs voor het bekomen van een bewonerskaart:

         1ste kaart is gratis

         2de kaart € 90/jaar

         3de kaart € 250/jaar

 

2. Maandwerkabonnement: geldig van maandag tot en met vrijdag, op volgende parkings Gasthuisvest, Spui, Renaat Veremansplein, Rederijkerslei, Ernest Staaslei

         € 31,90/maand

         € 95,60/trimester

 

3. Werkweekabonnement: geldig van maandag tot en met vrijdag in de zone 5 Tramweglei

         € 13,30/week

         €31,90/maand

 

4. Half uur gratis parkeren in de volledige betalende zone na aankoop van een ticket via de parkeerautomaten na het ingeven van de nummerplaat aan de betaalautomaat. Dit is niet combineerbaar met sms-parkeren en een regulier parkeerticket. Dit ticket mag meerdere keren per dag genomen worden, ook in dezelfde zone, maar twee gratis half uur tickets mogen niet aanéénsluitend genomen worden (minstens een tussenperiode van één uur).

 

5. 20 minuten gratis in de ondergrondse parking Grote Markt, bij langer parkeren wordt de volledige parkeertijd aangerekend

6. 30 minuten gratis in de ondergrondse parking Dungelhoeff, bij langer parkeren wordt de volledige parkeertijd aangerekend

 

7. Dagticket

         € 4,80 in de zones 3 (geel) en 4 (paars)

         € 3,20 in de zone 5 (Tramweglei ) van maandag tot vrijdag

 

8. Medische zorgverstrekkers die hun zorgverstrekkerskaart in combinatie met een parkeerschijf zichtbaar achter de voorruit plaatsen

         30 minuten gratis per zorgverstrekking

         Volledige vrijstelling voor verplaatsingen per moto

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexaanpassing

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                       R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3 en 7

                          i

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in  dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Vaststelling van de zones:

         Zone 1 (rood) : Florent Van Cauwenbergstraat, Lisperstraat (vanaf Grote Markt tot Kammenstraat)

         Zone 2 (oranje) : Antwerpsestraat, Kartuizersvest, Kolveniersvest, Koning Albertstraat, Rechtestraat, Heilige Geeststraat, Kardinaal Mercierplein, Berlaarsestraat, Berlarij, Schapenkoppenstraat, Van Brandtpoort

         Zone 3 (geel) : Anton Bergmannlaan (van Antwerpsestraat tot Rederijkerslei), Rederijkerslei, Kruisbogenhofstraat, Ernest Staaslei, Kantstraat, Parelstraat, Lisperstraat (van Kammenstraat tot einde), Wijngaardstraat, Huibrechtstraat, Vredebergstraat, Mosdijk, Sint-Gummarusstraat, Mechelsestraat, Kapucijnenvest, Begijnhofstraat, Kanunnik Davidlaan, Kavesweg, Deensestraat, Netelaan, Leopold III-laan, Arthur Vanderpoortenlaan, Gasthuisvest, Ros beiaardstraat, Leuvensevest (van Berlarij tot en met huisnummer 32 even zijde, tot Woudstraat oneven zijde), Abtsherbergstraat, Blokstraat, Frederik Peltzerstraat (tot en met huisnummer 68 even zijde en tot en met huisnummer 77 onpare zijde), Groenstraat, Predikherenlaan, Spuilei, Waterpoortstraat, Hazenstraat, De Heyderstraat, Gebroeders Doxplein, Keldermansstraat, Kardinaal Cardijnstraat, Koepoortstraat, Lindenstraat, Lookstraat, Oever, Sionsvest, Sionsplein, Koningin-Astridlaan, Molenstraat, Pettendonk, Woudstraat, Van Boeckellaan (van Leopoldplein tot en met huisnummer 35), Baron Opsomerlaan, Boomlaarstraat (van Baron Opsomerlaan tot Bosstraat), Hofstraat, Vredelaan, Ogezlaan, Leopoldplein, Renaat Veremansplein, Kluizeplein, Kluizestraat, parking Spui

         Zone 4 (paars): *geen*

         Zone 5 (geel-groen) : Tramweglei en parking Tramweglei

 

Artikel 6 : Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat.

 

In geval van defect van een parkeerautomaat dient de parkeerschijf te worden gebruikt. De gebruiker kan geen verhaal uitoefenen tegen het bestuur ingeval van slechte werking van het apparaat.

 

De gebruiker zal geen bezwaar kunnen indienen wanneer hij, niettegenstaande het betalen van de retributie, toch niet kan parkeren om redenen vreemd aan de wil van het bestuur of ingeval van evacuatie van het voertuig bij politiebevel.

 

Personen met een handicap zijn vrijgesteld van betaling van parkeergelden in de betaalzones wanneer de speciale kaart voor personen met een handicap, afgeleverd door het bevoegde organisme aangeduid door de federale overheid, zichtbaar achter de voorruit is aangebracht.

 

Artikel 7 : Invordering en betaling

De eigenaar van het voertuig dat in aanmerking komt voor de betaling van de retributie en dit niet doet via de parkeerautomaat of sms-parkeren ontvangt van de aangestelde van de gemeente een uitnodiging tot betalen van de retributie op de voorruit van het voertuig. Deze dient binnen de 5 dagen te worden betaald.

 

Wanneer de retributie niet betwist en niet vereffend wordt volgens de bepalingen van dit reglement ontvangt de houder van de nummerplaat een eerste schriftelijke waarschuwing met aanrekening van de aanmaningskosten voor een bedrag van 3,20 euro.

 

Wanneer hierop geen betaling volgt, wordt een tweede waarschuwing met aanrekening opgestuurd na een periode van minimum 3 weken na versturen van de eerste brief en bedragen de aanmaningskosten voor een bedrag van 3,20 euro.

 

In geval van niet-betaling na aanmaning aanmaningskosten 11,90 euro wordt overgegaan tot gerechtelijke invordering van de retributies.

 

Artikel 8 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIEREGLEMENT OP DE VERKOOP  VAN  PRODUCTEN IN HET KADER VAN CITYMARKETING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het college gaat principieel akkoord om een retributiereglement op te maken en ter goedkeuring te verzenden naar de gemeenteraad om een retributie te heffen op de verkoop van producten in het kader van citymarketing op het grondgebied van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Feiten en context

Met de verkoop van producten in het kaden van citymarketing wenst de stad Lier een service te verlenen aan bewoners en bezoekers ter promotie van de identiteit van de stad. Er worden geen commerciële doeleinden nagestreefd. Een gepaste vergoeding voor deze dienstverlening is verantwoord.

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op de verkoop van allerhande kleine producten met promotioneel logo ‘Lier. Plezier op kop’, een variant van dit logo, producten in eigen beheer ontwikkeld door Toerisme Lier, en dit in het kader van citymarketing en toeristische uitstraling.

 

Juridische grond

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

8 onthoudingen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op de verkoop van producten in het kader van citymarketing op het grondgebied van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op de verkoop van producten in  het kader van citymarketing een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributiereglement op de verkoop van producten in het kader van citymarketing

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Met de verkoop van producten in het kaden van citymarketing wenst de stad Lier een service te verlenen aan bewoners en bezoekers ter promotie van de identiteit van de stad. Er worden geen commerciële doeleinden nagestreefd. Een gepaste vergoeding voor deze dienstverlening is verantwoord.

 

Artikel 1 : Basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op de verkoop van allerhande kleine producten met promotioneel logo ‘Lier. Plezier op kop’, een variant van dit logo, producten in eigen beheer ontwikkeld door Toerisme Lier, en dit in het kader van citymarketing en toeristische uitstraling.

 

Artikel 2 : Definities

Producten voor citymarketing.: Het gamma te koop aangeboden producten is beperkt en het gaat steeds om producten van beperkte omvang en prijs. Het aanbod wordt regelmatig gewijzigd oa. producten met promotioneel logo ‘Lier. Plezier op kop’, een variant van dit logo, producten in eigen beheer ontwikkeld door Toerisme Lier.

 

Artikel 3 : Tarieven

De verkoopprijs van de producten bedraagt de volledige directe kosten (aankoopprijs of aanmaakkosten) van het product, verhoogd met een toeslag tussen 35% voor de indirecte kosten (administratieve verwerking, stockage, uitval,…). De producten worden verkocht aan afgeronde prijzen.

 

Artikel 4 : Bepaling producten

Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om op voorstel van het departement communicatie en burgerparticipatie en conform de wetgeving op de overheidsopdrachten, de aankopen van de producten goed te keuren en de verkoopprijs ervan, conform de bepalingen in artikel 3, te bepalen.

 

Artikel 5: Invordering en betaling

De prijs van de producten wordt onmiddellijk geïnd bij de verkoop.

 

Artikel 6 : Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de producten ter beschikking worden gesteld.

 

Artikel 7: Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP TOERISTISCHE PRODUCTEN EN DIENSTEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op toeristische producten en diensten. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Door de verkoop van  toeristische en erfgoedproducten en het aanbieden van toeristische en museale diensten wenst de stad Lier aan bezoekers, toeristen  en inwoners een service te leveren. De stad streeft geen commerciële doeleinden na. Het is wel te verantwoorden dat de stad voor deze dienstverlening een passende vergoeding vraagt bovenop de werkelijke kostprijs van deze producten en diensten.

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op het aanbieden van toeristische en erfgoedproducten en diensten.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

8 onthoudingen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie  te heffen op het aanbieden van toeristische producten en diensten overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op  het aanbieden van toeristische producten en diensten een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlagen:

 

Retributiereglement op het aanbieden van toeristische en erfgoedproducten en diensten

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering

Door de verkoop van toeristische en erfgoedproducten en het aanbieden van toeristische en museale diensten wenst de stad Lier aan bezoekers, toeristen en inwoners een service te leveren. De stad streeft geen commerciële doeleinden na. Het is wel te verantwoorden dat de stad voor deze dienstverlening een passende vergoeding vraagt bovenop de werkelijke kostprijs van deze producten en diensten.

 

Artikel 1 : basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op het aanbieden van toeristische en erfgoedproducten en diensten.

 

Artikel 2 : definities

         Toeristische en erfgoedproducten : wandelkaarten, fiets- en autoroutekaarten, boeken, CD’s, DVD’s, postkaarten, Lierse merchandising, …

         Toeristische en museale dienstverlening : gidsbeurten en arrangementen, workshops, …

 

Artikel 3 : tarieven

1)Fotocopie toeristische en museale info :

Formaat A4 zwart/wit € 0,10, kleur € 0,50

Formaat A3 zwart/wit € 0,20 kleur € 1,10

 

2)Toeristische en erfgoedproducten : aankoopprijs + 30 %

 

3)Toeristische en museale dienstverlening : waarborg € 10, deze wordt na goede uitvoering terugbetaald in de vorm van een centrumbon.

4) producten in consignatie van derden : vraagprijs + 30 %

 

Artikel 4 : Vrijstelling

Scholen en kansengroepen zijn vrijgesteld van de administratiekosten

 

Artikel 5 : jaarlijkse indexaanpassing

De bedragen uitgezonderd de toeslagpercentages en waarborg van artikel 3 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                         R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                             i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 6 : Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de persoon of organisatie die een toeristisch of museaal product of dienst afneemt of aanvraagt.

 

Artikel 7 : Invordering en betaling

Alle aan de balie verkochte producten worden ter plaatse cash /bankcontact/ digitaal betaald.

Indien een verkoop per mail wordt aangevraagd, wordt de bestelling pas verstuurd na betaling van de kostprijs van het product verhoogd met de portkosten.

Groepsbezoeken kunnen vooraf geboekt worden en dienen vooraf betaald via overschrijving.

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 8 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP HET IN BRUIKLEEN GEVEN VAN MUZIEKINSTRUMENTEN EN BIJHOREND UITLEENREGLEMENT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op het in bruikleen geven van muziekinstrumenten .De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Het stadsbestuur wenst  muziekinstrumenten, eigendom van de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans ter beschikking te stellen  aan haar leerlingen.

Het wenselijk om hiervoor een gepaste vergoeding te vragen.

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op het in bruikleen geven van muziekinstrumenten.

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie  te heffen op het in bruikleen geven van muziekinstrumenten aan leerlingen van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten (SASK) overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op  het in bruikleen geven van muziekinstrumenten een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributie op het in bruikleen geven van muziekinstrumenten en bijhorend uitleenreglement

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Het stadsbestuur wenst muziekinstrumenten, eigendom van de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans ter beschikking te stellen aan haar leerlingen.

Het wenselijk om hiervoor een gepaste vergoeding te vragen.

 

Artikel 1 : Basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op het in bruikleen geven van muziekinstrumenten.

 

Artikel 2 : Tarieven

De tarieven die worden gehanteerd zijn afhankelijk van de waarde van de in bruikleen gegeven

muziekinstrumenten.

 

De jaarlijks verschuldigde tarieven bedragen:

a. Instrumenten met een maximale waarde van € 500 : € 31,30

b. Instrumenten met een waarde tussen € 501 en € 1.000 : € 62,70

c. Instrumenten met een waarde tussen € 1.001 en € 1.500 : € 93,00

d. Instrumenten met een waarde van meer dan € 1.500 : € 124,30

 

Eenmalige waarborg:

a Instrumenten met een maximale waarde van € 500 : € 25

b Instrumenten met een waarde tussen € 501 en € 1.000 : € 50

c Instrumenten met een waarde tussen € 1.001 en € 1.500 : € 75

d Instrumenten met een waarde van meer dan € 1.500 : € 100

Deze waarborg wordt terugbetaald bij de teruggave op voorwaarde dat het instrument in dezelfde staat als bij de ingebruikname wordt bezorgd.

Bij eventuele beschadigingen wordt deze waarborgsom in beslag genomen tot de herstellingskosten door de ontlener werden betaald.

 

Artikel 3 : Jaarlijkse indexaanpassing

De bedragen in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

            R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 2

                i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 4 : Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon, of vertegenwoordiger van een natuurlijke persoon die de muziekinstrumenten heeft aangevraagd.

 

Artikel 5 : Invordering en betaling

De retributie dient te worden vereffend bij de eerste terbeschikkingstelling van het instrument en bij elke hernieuwing van de terbeschikkingstelling. Dit dient te gebeuren in handen van de financieel directeur of zijn afgevaardigde.

Bij vroegtijdige beëindiging van de ter beschikkingstelling zal een evenredig bedrag van de retributie terugbetaald worden.

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 6 : bijkomende voorwaarden

De instrumenten zijn eigendom van de stedelijke academie voor muziek woord en dansen mogen

aan de leerlingen slechts in bruikleen worden gegeven onder navolgende voorwaarden:

         het instrument wordt in degelijke staat aan de leerling afgeleverd en mag uitsluitend door de belanghebbende worden gebruikt

         de ontlener is verplicht om zorg te dragen voor het hem toevertrouwde instrument en de raadgevingen te volgen die hem, voor het onderhoud ervan, door de leerkracht verstrekt worden

         de leerling of in het geval van minderjarigheid het gezinshoofd, is verantwoordelijk voor de eventuele schade aan het instrument toegebracht

         de directeur, gemachtigd door het stadsbestuur, zal desgevallend de nodige herstellingen doen uitvoeren voor rekening van de leerling die het instrument in bruikleen had.

         In geen geval mag de houder van het instrument dit op eigen gezag in herstelling geven.

         Bij ongeval op niet-opzettelijk toegebrachte beschadiging zal het College van Burgemeester en Schepenen, op advies van de academie, beslissen of de betrokken leerling geheel of gedeeltelijk in de kosten van herstel dient tussen te komen

         De leerkracht heeft het recht en de plicht erover te waken dat het instrument met de nodige zorg bewaard en behandeld wordt

         Het stadsbestuur heeft het recht het instrument, op advies van de directeur, onmiddellijk terug te vorderen en het in goede staat te doen afleveren

 

Artikel 7: duur van de terbeschikkingstelling

De instrumenten uit het schoolverhuurcircuit worden slechts gedurende één schooljaar ter beschikking gesteld aan dezelfde student, uitgezonderd de groei-instrumenten (vb 1/4-, 1/2- en 3/4-de viool, - cello enz) en uitgezonderd de instrumenten waarvoor geen vraag om nieuwe ontlening komt.

 

Artikel 8 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIEREGLEMENT OP HET TER BESCHIKKING STELLEN VAN STEDELIJKE SPORTINFRASTRUCTUUR. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op het ter beschikking stellen van stedelijke sportinfrastructuur. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Het stadsbestuur wenst haar sportinfrastructuur  ter beschikking te stellen van haar burgers, verenigingen, organisaties, …. Het is wenselijk om voor dit gebruik een passende vergoeding te vragen.

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De  gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op het ter beschikking stellen van stedelijke sportinfrastructuur overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement  op het ter beschikking stellen van stedelijke sportinfrastructuur een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributiereglement op het ter beschikking stellen van stedelijke sportinfrastructuur

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering

Het stadsbestuur wenst haar sportinfrastructuur ter beschikking te stellen van haar burgers, verenigingen, organisaties, …. Het is wenselijk om voor dit gebruik een passende vergoeding te vragen.

 

Artikel 1 : Basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op het gebruik van de stedelijke sportinfrastructuur en hun uitrusting.

 

Artikel 2 : Definities

stedelijke sportinfrastructuur:

         “de Komeet” : omvat sporthal, turnzaal

         “’t Spui” : omvat sporthal, vechtsportzaal, gymhal, polyvalente zaal, danszaal

         “koningshooikt” : omvat turnzaal

         “’t Schoppeke “ omvat bewegingszaal

         “stadspark” omvat sporthal

         Atletiekpiste

 

Cafetaria bij sportinfrastrucutuur :

         Cafetaria “de komeet”

         Cafetaria “’t Spui”

 

Gebruikers:

Er worden 3 categorieën van gebruikers bepaald op basis waarvan de tarieven worden gedifferentieerd:

         Erkende Lierse sportverenigingen voor volwassenen (+ 16 j)

         Erkende Lierse sportverenigingen voor jongeren(- 16j) en scholen tijdens de schooluren

         Niet-erkende Lierse sportverenigingen

 

Artikel 3 : Tarieven per locatie

1. Sporthal “De Komeet”

 

 

Hele zaal / uur

1/2 zaal /u

1/3 zaal / uur

 

Gebruik door erkende Lierse sportverenigingen volwassenen (+16j.)

€ 19,00

€ 9,50

€ 6,30

Gebruik door scholen en erkende Lierse sportverenigingen jongeren (-16j.)

€ 15,90

€ 8,00

€ 5,30

Gebruik door niet erkende sportverenigingen

€ 30,00

€ 15,00

€ 10,00

 

Specifiek sportterrein

 

 

Tarief / uur

Badmintonterrein

€ 7,60

 

 

2. Turnzaal De Komeet, turnzaal Koning shooikt, bewegingszalen ’t Schoppeke

 

 

Tarief / uur

Gebruik door erkende Lierse sportverenigingen volwassenen (+16j.)

€ 6,40

Gebruik door scholen en erkende Lierse sportverenigingen jongeren(-16j.)

€ 5,40

Gebruik door niet erkende sportverenigingen

€ 7,60

 

3. Sporthal ‘t Spui

 

 

Hele zaal /uur

1/2

zaal/uur

Gebruik door erkende Lierse sportverenigingen volwassenen (+16j.)

€ 12,70

€ 6,40

Gebruik door scholen en erkende Lierse sportverenigingen jongeren(-16j.)

€ 10,60

€ 5,30

Gebruik door niet erkende sportverenigingen

€ 20,00

€ 10,00

 

 

4. Vechtsportzaal ‘t Spui

 

 

Hele zaal /uur

Groot deel

/uur

Klein deel

/uur

Gebruik door erkende Lierse sportverenigingen volwassenen (+16j.)

€ 10,20

€ 7,60

€ 5,40

Gebruik door scholen en erkende Lierse sportverenigingen jongeren (-16j.)

€ 7,60

€ 5,40

€ 3,80

Gebruik door niet erkende sportverenigingen

€ 12,40

€ 8,70

€ 6,40

 

5. Gymhal ‘ t Spui

 

 

Hele zaal / uur

Gebruik door erkende Lierse sportverenigingen volwassenen (+16j.)

€ 19,00

Gebruik door scholen en erkende Lierse sportverenigingen jongeren(-16j.)

€ 14,00

Gebruik door niet erkende sportverenigingen

€ 35,00

 

 

6. Polyvalente zaal ’t Spui

 

 

Tarief / uur

Gebruik door erkende Lierse sportverenigingen volwassenen (+16j.)

€ 5,00

Gebruik door scholen en erkende Lierse sportverenigingen jongeren(-16j.)

€ 4,00

Gebruik door niet erkende sportverenigingen

€ 7,00

 

 

7. Danszaal ‘t Spui

 

 

Tarief / uur

Gebruik door erkende Lierse sportverenigingen volwassenen (+16j.)

€ 6,00

Gebruik door scholen en erkende Lierse sportverenigingen jongeren(-16j.)

€ 5,00

Gebruik door niet erkende sportverenigingen

€ 9,00

 

 

8. Cafetaria

 

 

Tarief / uur

Gebruik cafetaria ‘t Spui (door erkende verenigingen)

€ 6,40

Gebruik cafetaria ‘t Spui (door niet erkende verenigingen)

€ 10,60

Gebruik cafetaria De Komeet (door erkende verenigingen)

€ 6,40

 

 

9. Sporthal Stadspark

 

 

Hele zaal /uur

1/2 zaal

/uur

1/3 zaal

/uur

Gebruik door erkende Lierse sportverenigingen volwassenen (+16j.)

€ 19,00

€ 9,50

€ 6,33

Gebruik door scholen en erkende Lierse sportverenigingen jongeren (-16j.)

€ 15,90

€ 8,00

€ 5,30

Gebruik door niet erkende sportverenigingen

€ 30,00

€ 15,00

€ 10,00

 

 

Specifiek sportterrein

 

 

Tarief / uur

Badmintonterrein

€ 7,60

 

10. Atletiekpiste

 

Gebruik door erkende Lierse atletiekclubs (jaartarief)

€ 2.486,90

Gebruik door scholen en erkende Lierse sportverenigingen (tarief per uur)

€ 6,40

Gebruik door niet erkende Lierse sportverenigingen (tarief per uur)

€ 8,70

Gebruik piste met licht: 5,40 euro extra per uur

€ 5,40

Gebruik piste met cafetaria: € 6,40 extra per uur

6,40 euro

 

 

Artikel 4 : Vrijstelling

Voor activiteiten of sportpromotie initiatieven georganiseerd door het stadsbestuur en/of een door het stadsbestuur erkende adviesraad (sportraad) is bovenstaande tariefregeling niet van toepassing.

 

Artikel 5 :Jaarlijkse indexaanpassing

De bedragen in artikel 3 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                                R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                                   i

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 6 : Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vertegenwoordiger van een feitelijke vereniging, die inrichter is van de activiteit

 

Artikel 7 : Invordering en betaling

De retributie op het gebruik van de culturele stedelijke locaties die steeds vooraf te worden betaald aan de hand van een factuur. Een tijdelijke gebruiker kan ter plaatse met bancontact betalen of via factuur.

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

Bij het niet tijdig betalen van de factuur na een eerste herinnering kan de gebruiker onmiddellijk het gebruik van de accommodatie ontzegd worden.

 

Artikel 8 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE NUTSVOORZIENINGEN EVENEMENTEN MET COMMERCIËLE DOELEINDEN, KERMISSEN EN CIRCUSSEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op gebruik van nutsvoorzieningen voor evenementen met commerciële doeleinden, kermissen en circussen.

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie gevestigd op de nutsvoorzieningen van evenementen met commerciële doeleinden, kermisattracties en circussen.

 

 

 

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

7 onthoudingen: Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op nutsvoorzieningen voor evenementen met commerciële doeleinden, kermissen en circussen overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op nutsvoorzieningen voor evenementen met commerciële doeleinden, kermissen en circussen een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Bijlage:

 

RETRIBUTIE OP DE ELEKTRICITEITS- EN WATERVOORZIENING VOOR EVENEMENTEN MET COMMERCIELE DOELEINDEN, KERMISATTRACTIES EN CIRCUSSEN

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Bij evenementen met commerciële doeleinden, kermissen en circussen wordt door de stad de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van de nutsvoorzieningen zoals elektriciteit en water.

Het betreft hier de operationele aansluitingen en het verbruik, hiervoor worden door de stad diensten geleverd. Het is verantwoord om hiervoor een passende vergoeding te vragen.

 

Artikel 1 : Basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie gevestigd op de nutsvoorzieningen van evenementen met commerciële doeleinden, kermisattracties en circussen.

 

Artikel 2 : Tarieven

§ 1 elektriciteit :

De retributie op de elektriciteitsvoorziening van evenementen met commerciële doeleinden, kermisattracties en circussen.

De retributie voor de aansluiting inclusief elektriciteitsverbruik wordt als volgt vastgesteld:

         een aansluiting van 16 A, 220 V, monofasig: 7,00 euro per dag;

         een aansluiting van 32 A, 220 V, monofasig: 8,50 euro per dag;

         een aansluiting van 32 A, 380 V, driefasig: 17,50 euro per dag;

         een aansluiting van 63 A, 380 V, driefasig: 210,00 euro per dag of 245,00 euro per weekend;

         een aansluiting van 125 A, 380 V, driefasig: 245,00 euro per dag of 315,00 euro per weekend.

 

§ 2 water:

De retributie voor de aansluiting inclusief waterverbruik wordt als volgt vastgesteld:

         een aansluiting en verbruik onder 4 m³: 50,00 euro per dag;

         bijkomend verbruik wordt doorgerekend aan € 4,3/m³.

 

Artikel 3 : Jaarlijkse indexering

De tarieven vermeld in dit reglement worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                                    R x I waarbij

                                         i

 

R = tarief zoals vastgesteld in dit reglement

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019(basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 4 : Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon of zijn vertegenwoordiger , die de aanvrager van de aansluiting is.

 

Artikel 5 : Inning van de retributie - inning retributie elektriciteitsvoorziening

De aanvraag van de aansluiting gebeurt bij de stad via het daartoe door de stad ter beschikking gestelde formulier, hierbij voegen ze een keuringsverslag van de aansluiting.

De inning gebeurt aan de hand van een door de stad uitgereikte factuur.

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 6 : Sancties

Het College van Burgemeester en Schepenen kan de aansluiting weigeren of weghalen indien niet voldaan is aan de bepalingen van artikel 4 of aan aanvragers die een betaalachterstand hebben.

 

Artikel 7: Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP NOVEMBERFOOR EN KERMISSEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie  geheven op plaatsrechten op de novemberfoor en andere kermissen. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Standhouders van de novemberfoor en andere kermissen maken hiervoor  gebruik van het openbaar domein. Het is verantwoord dat de stad hiervoor een gepaste vergoeding vraagt.

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025  wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie  geheven standplaatsen die worden gebruikt voor de novemberfoor en andere kermissen.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd door de wetten van 4 juli 2005 en 20 juli 2006

KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en

de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie en de

vigerende decreten.

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

7 onthoudingen: Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op plaatsrechten op de novemberfoor en andere kermissen overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op  plaatsrechten op de  novemberfoor en andere kermissen  een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

RETRIBUTIE OP PLAATSRECHTEN OP DE NOVEMBERFOOR EN ANDERE KERMISSEN

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd door de wetten van 4 juli 2005 en 20 juli 2006

KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en

de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie en de vigerende decreten.

bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Standhouders van de novemberfoor en andere kermissen maken hiervoor gebruik van het openbaar domein. Het is verantwoord dat de stad hiervoor een gepaste vergoeding vraagt.

 

Artikel 1 : belastbaar feit

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven standplaatsen die worden gebruikt voor de novemberfoor en andere kermissen.

 

AFDELING 1 Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen

 

Artikel 2 : Definities (wet art. 1, 5°, art. 2 §2)

a. Kermis : als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

b Kermisactiviteit : als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie. Dit reglement reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties.

 

Artikel 3 : Openbare kermissen

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in:

§ 1 kermissen

         Winterkermis Koningshooikt: Koningsplein-De Laag, 1ste zondag na 16 januari

         Lier-Kermis: Schapenkoppenstraat, 2de zondag na Pinksteren

         Zomerkermis Koningshooikt: De Laag, 1ste zondag na 16 juni

         Schipkenskermis Schapenkoppenstraat, 1ste zondag na 5 augustus

         Sint-Bernarduskermis F. Peltzerstraat-Lispersteenweg, 1ste zondag na 20 augustus

         Novemberfoor Grote Markt, Zimmerplein, Gasthuisvest, F.Timmermansplein, 1ste zondag na Allerheiligen

 

§ 2 Duur van de kermissen

De Novemberfoor en de wijkkermissen starten de vrijdag voor de hiervoor genoemde zondag.

De Novemberfoor duurt drie weekends en eindigt de 3de zondag. Gebak- en confiseriekramen en lunaparken mogen open blijven tot de dinsdag na de 3de zondag.

Voor de Novemberfoor geldt een verplichte opening van de instellingen tussen 16 en 20 uur.

De wijkkermissen duren twee opeenvolgende weekends en eindigen telkens de zondag van het tweede weekend.

 

§ 3 opstelling en afbreken kermissen

De dag en het uur van opstellen van de kermiskramen voor zowel de Novemberfoor als voor de wijkkermissen wordt door het college van burgemeester en schepenen bepaald. Met het oog op het afbreken van de kermiskramen en het ontruimen van het kermisplein mogen de voertuigen van de foorkramers het terrein niet oprijden voor middernacht van de laatste kermisdag.

Geen enkele kermisinstelling of kermiswagen mag het kermisplein oprijden zonder voorafgaande toelating van de bevoegde stadsambtenaar of in voorkomend geval de politie.

De foorkramen mogen tijdens de weekdagen slechts tot middernacht geopend zijn en tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag, van zaterdag op zondag en van zondag op maandag tot 1 uur ‘s nachts. Ook de avond van 10 november mogen de foorkramen tot 1 uur ’s nachts op 11 november geopend zijn.

De gemeenteraad geeft volmacht aan het college van burgemeester en schepenen om de data, indien nodig, te wijzigen voor de kermissen.

De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes.

De gemeenteraad duidt de plaatsen (pleinen en straten ) aan waar de verschillende kermissen en de Novemberfoor georganiseerd worden. Het college van burgemeester en schepenen krijgt de volmacht van de gemeenteraad voor het opmaken van het kermisplan met de standplaatsen en hun specialisaties en technische specificaties van de Novemberfoor en de kermissen.

 

Artikel 4 : Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10 § 1 en KB art. 4 §2 en art. 10)

De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen:

§1 Voor kermisattracties en vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel:

         aan de houders van een “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor eigen rekening

         aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”

 

Bijkomende voorwaarden:

         uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s

         wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft, de attractie voldoet aan de bepalingen van artikel 10 van het KB van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen

         het bewijs dat de uitbating van de kermisattractie met dieren voldoet aan de reglementaire voorschriften betreffende deze materie

         het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid

 

§2 Voor vestigingen van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel:

         houder zijn van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten” voor eigen rekening

         aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”

 

Bijkomende voorwaarden:

         uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake

         burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s

         het bewijs dat de vestiging en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid.

 

Op de Novemberfoor worden niet meer dan 8 lunaparken (automatische spelen) toegelaten.

Meer instellingen met automatische spelen (lunaparken of andere) worden niet toegelaten.

Aan dezelfde natuurlijke of rechtspersoon kunnen maximaal 3 standplaatsen toegewezen worden.

 

Artikel 5 : Verhouding abonnement/losse staanplaatsen (KB art. 8, 9 § 1)

De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel.

De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:

         in geval van absolute noodzaak;

         wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties).

De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren.

Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

 

Artikel 6: Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen (KB art. 13)

6.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats (KB art. 13 en 14)

Wanneer een standplaats vrijkomt, zal het college van burgemeester en schepenen deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving.

Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord of via de website (www.lier.be) of via de lokale pers of via de vakbladen van de foorreizigers.

De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften (art. 14, eerste lid van het KB van 24.09.2006) en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature.

Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

 

6.2. Onderzoek van de kandidaturen (KB art. 15)

Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt het college van burgemeester en schepenen of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.

 

De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:

a) de aard van de attractie of van de vestiging;

b) de technische specificaties van de attractie of van de vestiging;

c) de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;

d) de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;

e) de deskundigheid van de uitbater, van de « aangestelde - verantwoordelijken » en van het tewerkgesteld personeel;

f) desgevallend, de nuttige ervaring;

g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.

 

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.

 

6.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats (KB art. 15 § 5)

Het college van burgemeester en schepenen deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mee:

         hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,

         hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,

         hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

 

Artikel 7: Het register of plan van de toegewezen standplaatsen (KB art. 16)

Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats vermeld staat:

a) de situering van de standplaats;

b) de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats;

c) de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;

d) de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;

e) desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

f) het ondernemingsnummer;

g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is;

h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld;

i) desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht.

 

Artikel 8: Spoedprocedure (KB artikel 17)

Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,

         hetzij omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure (cf. artikel 7 van dit reglement),

         hetzij omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden,

         hetzij ten gevolge van hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder, kan er worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt is bepaald:

1° het college van burgemeester en schepenen raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;

2° de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij schriftelijk tegen ontvangstbewijs;

3° het college van burgemeester en schepenen gaat o ver tot de toewijzing van de standplaatsen;

4° het stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend;

5° indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft het in het proces-verbaal de motivatie van zijn keuze aan;

6° het deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,  hetzij per duurzame drager (bijv. fax of e-mail) met ontvangstmelding, de beslissing mede die hem aanbelangt.

Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van

de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.

De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van de eerstvolgende gemeenteraad of college van burgemeester en schepenen, al naargelang het geval.

 

Artikel 9: Duur abonnement (KB Art. 12, §1 en 2)

1° Het abonnement heeft een duur van vijf jaar.

Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cf. artikel 10 van dit reglement) of het afstand doen van het abonnement (cf. artikel 11 van dit reglement).

2° De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan.

Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 10: Opschorten abonnement (KB art. 12 § 3)

De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:

1° hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:

         door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest,

         door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.

De tijdelijke ongeschiktheid moet schriftelijk, desgevallend vergezeld van de nodige medische attesten, bekend gemaakt worden ten laatste 7 kalenderdagen na de kennisname van de ongeschiktheid en ten laatste de dag van het innemen van de standplaats.

De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op het einde van de kermis op.

Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden.

 

2° hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.

De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden.

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.

De vraag tot opschorting dient te gebeuren:

         hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,

         hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,

         hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

 

Artikel 11: Afstand van het abonnement (KB art. 12 §4)

De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:

         bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden;

         bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.

         indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 10, 1° van dit reglement. De opzegging gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid.

         De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven. De beslissing om gevolg aan deze aanvraag te geven hangt af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen

         De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn- activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

 

Artikel 12: Intrekking en opschorting van het abonnement (KB art. 12 § 6)

Het college van burgemeester en schepenen kan het abonnement intrekken of opschorten:

1° hetzij omdat de titularis van de standplaats nie t langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging,

2° hetzij omdat de titularis weigert zich te gedrag en naar de onderrichtingen die hem door de afgevaardigde van de stad worden gegeven;

3° hetzij omdat de titularis geen gevolg geeft aan alle bijkomende onderrichtingen en voorschriften die het college van burgemeester en schepenen nodig acht te geven, hetzij schriftelijk, hetzij ter plaatse door de aangestelde ambtenaar;

4° hetzij bij afwezigheid zonder geldige reden;

5° hetzij bij het niet tijdig betalen van het stand geld;

6° hetzij dat de gemeente de standplaatsen niet ter beschikking kan stellen bij bv. wegenwerken, e.a.;

7° hetzij bij het niet naleven van de verplichte openingsuren;

8° hetzij bij het plaatsen van de kermisattracties op het openbaar domeinbuiten de toegelaten opstellingsperiode;

9° hetzij bij het plaatsen van een andere attractie dan aangevraagd werd of waarvoor een abonnement toegekend werd;

10° hetzij bij het aannemen van een houding door de foorreiziger die aanstoot geeft;

11° hetzij bij het niet naleven van dit reglement.

De beslissing tot schorsing of opzegging van het abonnement wordt bekend gemaakt:

         hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,

         hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,

         hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

 

Artikel 13: Tijdelijke of blijvende uitsluiting

Het college van burgemeester en schepenen kan elke titularis van een standplaats tijdelijk of blijvend van deelname aan de Novemberfoor of een of meerdere kermissen uitsluiten om de redenen vermeld in artikel 12.

De beslissing tot uitsluiting wordt bekend gemaakt:

         hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,

         hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,

         hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

 

Artikel 14: Overdracht standplaats (KB artikel 18)

De overdracht van een standplaats is toegelaten wanneer:

1) De houder van een standplaats op een openbare kermis de uitbating van zijn attractie(s) of zijn vestiging(en) stopzet;

2) de houder van een standplaats overlijdt. Zijn rechthebbenden kunnen zijn standplaats overlaten.

In beide gevallen is overdracht slechts mogelijk op voorwaarde dat

- de overnemer(s) de attractie(s) of vestiging(en) uitgebaat op de overgedragen standplaatsen overneemt;

- de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot het toewijzen van een standplaats op de kermis (cf. artikel 3 van dit reglement).

- het college van burgemeester en schepenen vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht.

 

Artikel 15: Inname standplaatsen (KB art. 11)

15.1. De standplaatsen kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:

1) de persoon aan wie standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement), houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”

2) de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”

3) de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende van de natuurlijke  persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening

4) de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening

5) de personen die beschikken over de “machtiging als aangesteldeverantwoordelijke in kermisactiviteiten” die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4)

6) aangestelden die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4) onder het gezag en in aanwezigheid van deze of van een persoon bedoeld in 5)

De personen bedoeld in 2) tot en met 5) kunnen deze standplaatsen innemen voor zover hun machtiging geldig is voor de attractie of vestiging die erop uitgebaat worden.

Zij kunnen deze standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.

15.2. De standplaatsen voor een ambulante activiteit in kermisgastronomie zonder bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:

1) de persoon aan wie de standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement), ouder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”

2) de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”

3) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

4) de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

5) door de personen die beschikken over de “machtiging als aangestelde A” of de “machtiging als aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in 1) tot en met 4)

6) door de personen vrijgesteld van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten in een vestiging kermisgastronomie zonder bediening aan tafel, in aanwezigheid en onder het gezag van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als werkgever” of van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als aangestelde A of B”

De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.

 

Artikel 16 : Tarieven

§ 1 novemberfoor

Voor de Novemberfoor geldt een

-standplaatsvergoeding van 64,90 euro per lopende meter voor de grootste afmeting van de inrichting. - -Voor de grote instellingen vanaf 12 meter, de lunaparken en de automatische spelen wordt de standplaatsvergoeding bepaald op 97,30 euro per lopende meter voor de grootste afmeting van de inrichting.

De standplaatsvergoeding telt vanaf elke begonnen meter, deze wordt beschouwd als een volledige meter

De foorinstellingen vanaf 35 meter voorgevel worden gerekend door de lengte van de voorgevel en deze van de diepte samen te tellen en te delen door twee. Er geldt in elk geval een minimum van 35 meter standgeld indien de berekening een lager getal dan 35 oplevert.

Op dat gemiddeld getal wordt het standgeld van 97,30 euro per lopende meter toegepast.

Woonwagens en caravans kunnen, indien de mogelijkheid zich voordoet, op het foorterrein geplaatst worden. Daarvoor wordt een standplaatsvergoeding van 27 euro aangerekend.

 

§ 2 Wijkkermissen

Voor de wijkkermissen geldt een standplaatsvergoeding van 5,40 euro per lopende meter voor de grootste afmeting van de inrichting. De standplaatsvergoeding telt vanaf elke begonnen meter die als volledige meter wordt geteld.

 

Artikel 17 : Jaarlijkse indexering

De bedragen zoals bepaald in artikel 16 en artikel 18 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                               R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 16

                                  i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 18 invordering en betaling

De verschuldigde retributie wordt voldaan nav een factuur dat door de stad wordt bezorgd en moeten binnen de 30 dagen worden betaald.

Een eerste aanmaning is kosteloos, een aangetekend kost € 15

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 19 : Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2020 voor een looptijd tot 31 december 2024 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

AFDELING 2 Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen

Artikel 1: Toepassingsgebied (KB art. 19 en 20)

1.1. Op aanvraag van een kermisuitbater of een privé persoon

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare kermissen om een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel uit te baten dient dit voorafgaand aan te vragen bij de gemeente.

Deze aanvraag dient te gebeuren via een standaardformulier (cf. bijlage).

 

1.2. Van uit de gemeente

Wanneer de gemeente een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 5 van Afdeling 1 van dit reglement gevolgd.

Tijdens de uren en de dagen van een kermis of Novemberfoor is op het grondgebied van Lier-Koningshooikt geen enkele kermis of geen enkele kermisinstelling toegestaan op het openbaar domein.

 

Artikel 2: Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art. 21)

Enkel de personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1 artikel 4) en innemen van de standplaatsen op de openbare kermis (cf. supra Afdeling 1 artikel 15) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.

 

Artikel 3: Duur machtiging (KB art. 22)

De machtiging wordt door het college van burgemeester en schepenen de burgemeester toegekend

         hetzij voor een bepaalde periode

         hetzij per abonnement

Een abonnement kan toegekend worden van zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren.

Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

 

Artikel 4

De bepalingen van de artikelen 10, 11, 12, 13 en 14 van Afdeling 1 van onderhavig reglement zijn mutatis mutandis van toepassing op deze afdeling.

 

Artikel 5: Standplaatsvergoeding

De standplaatsvergoeding voor kermisattracties op openbaar domein buiten de openbare kermissen wordt bepaald door de gemeenteraad aan de hand van een retributie- of belastingreglement voor de inname van standplaatsen op het openbaar domein.

 

AFDELING 3 Bepalingen van toepassing op afdeling 2 en afdeling 3 van onderhavig Reglement

Artikel 1: Opstelling en openhouden kermisinrichtingen

Elke foorkramer beschikt enkel over zijn, in voorkomend geval op de grond aangeduide, toegewezen standplaats. Het is niet toegelaten de maximum afmetingen te overschrijden.

Het college van burgemeester en schepenen beschikt vrij over elke standplaats die de foorkramer overgedragen heeft aan derden of een dag voor de opening van de kermis niet in gebruik genomen heeft. In dit geval blijft het standgeld volledig verschuldigd en kan de foorkramer geen schadeloosstelling van het stadsbestuur eisen.

Bij beschadiging van het openbaar domein (groenstructuren, voetpaden, stoepbanden,…) dient de in gebreke gestelde foorkramer een bedrag te betalen gebaseerd op de kostprijs van het herstelwerk, berekend op basis van het loon van de gepresteerde werkuren, het gebruikte materiaal en de vervoerskosten, indien het klaarblijkelijk bewezen is dat de beschadiging te wijten is aan een fout of tekortkoming van de foornijveraar.

Het stadsbestuur komt niet tussen in de kosten voor schade aan derden.

De aansluitingen op nutsvoorzieningen voor gas, water, elektriciteit en kabeldistributie gebeuren volgens de mogelijkheden en voorwaarden van de bevoegde toeleveringsmaatschappijen. In geval van onderbreking van elektrische stroom wegens beperking van het stroomverbruik of defect aan de leiding, is het stadsbestuur niet aansprakelijk.

Bij het opstellen van de kermiskramen moeten laadwagens, zodra ze afgeladen zijn, onmiddellijk het kermisterrein verlaten, wandelwegen en doorgangen inbegrepen, en geplaatst worden op een terrein dat daartoe door het stadsbestuur wordt aangewezen.

De zonder toelating op het kermisterrein geplaatste wagens en kermiskramen worden ambtshalve verwijderd op risico van de foorkramer en de kosten worden op hem/haar verhaald.

De foorkramers moeten volgende wetgevingen naleven:

         het koninklijk besluit van 24.02.1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen en latere wijzigingen. Enkel tijdens de openingsuren is het maken van muziek toegelaten;

         de politiereglementen van de stad Lier

 

Artikel 2: Voorwaarden inzake veiligheid

Brandveiligheid

a. Ieder kermiskraam moet over eigen blusmiddelen beschikken. Per kermiskraam moet minstens één snelblustoestel ABC-type (poeder of waterig schuim) van 1 bluseenheid (conform de norm NBN S21-014) opgesteld worden. In functie van het risico kan de brandweer bijkomende blusmiddelen opleggen. De blusmiddelen moeten bedrijfsklaar zijn, op een goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaats opgesteld worden en duidelijk worden gesignaleerd d.m.v. de juiste pictogrammen. De medewerkers die een taak hebben in of nabij de tijdelijke inrichting moeten de blusmiddelen kunnen gebruiken en moeten ingrijpen bij het minste gevaar. De organisator moet op eenvoudige vraag een bewijs van nazicht van de blusmiddelen kunnen voorleggen dat niet ouder is dan 12 maanden.

b. Toestellen werkend met vloeibaar gemaakt gas moeten voorzien zijn van de nodige afsluitkranen en de toevoerleiding moet geschikt zijn voor het gebruikte gas. De hele installatie moet voldoen aan de geldende reglementeringen en aan de regels van goed vakmanschap.

De houders (flessen) voor vloeibaar gemaakt gas en het gebruik ervan dienen in overeenstemming te zijn met het KB van 7 december 1999 betreffende het vullen, de distributie en de etikettering van flessen met vloeibaar gemaakt petroleumgas. Zowel de aangesloten houders als de voorraad van houders moeten uit de buurt van warmtebronnen en afgeschermd van het publiek en direct zonlicht worden opgesteld in open lucht, zonder dat zij de vrije doorgang of de vluchtwegen belemmeren, of kunnen worden omgestoten.

Deze opstelplaatsen moeten vlot bereikbaar zijn voor de brandweer.

c. De verwarmingsinstallaties en de afvoerleidingen van de verbrandingsgassen moeten voldoende veilig uitgevoerd zijn. Bij de installaties, inrichtingen en kramen waar butaan- of propaanflessen worden gebruikt, dient een toelating bekomen te worden van het college van  burgemeester en schepenen wanneer de gezamenlijke inhoud van de aanwezige flessen meer dan 300 liter bedraagt.

 

De burgemeester kan steeds bijkomende maatregelen opleggen.

Beveiliging tegen risico’s :

a. Kermiskramen met uithangborden, uitspringende en openslaande luiken of zeilen mogen geen hinder veroorzaken voor het verkeer of anderen. De hinderende delen moeten verwijderd worden.

b. Zwaaimolens of dergelijke moeten voorzien zijn van een afsluiting ter bescherming van de omstanders.

c. Het stadsbestuur is niet verantwoordelijk voor om het even welke schade of ongeval veroorzaakt door de kermiskramen, hun uitbaters of hun personeel, zowel binnen de inrichtingen als op de openbare weg.

d. De foorkramers zijn verplicht zich te verzekeren voor burgerlijke aansprakelijkheid inzake ongevallen en risico’s van brand en burenverhaal.

e. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden bij conflicten tussen de foorkramers.

f. Het stadsbestuur neemt geen bewaking op zich van kermiskramen en wagens die op het kermis- of parkeerterrein staan. Het stadsbestuur is evenmin verantwoordelijk voor beschadiging, verlies, diefstal van de in de wagens of kermiskramen geborgen of tentoongestelde zaken.

g. De foorkramers moeten de openingsdag van de foor of de kermis in hun instelling aanwezig zijn om de stadsafgevaardigden, gelast met het toezicht, te ontvangen en hun alle inlichtingen over de inrichting te kunnen verschaffen. De foorkramers moeten in orde zijn met alle veiligheidsvoorschriften en de betrokken attesten hiervan op het eerste verzoek voorleggen. Door het feit van de opstelling van de inrichting geeft hij de verzekering in orde te zijn. Indien de attesten niet kunnen voorgelegd worden, dan kan door de burgemeester een exploitatieverbod opgelegd worden.

h. De foorkramer of zijn aangestelden moeten onmiddellijk de politie verwittigen van elk ongeval dat voorvalt op zijn standplaats. In de kassa van elke foorinstelling moet een

Nederlandstalige noodprocedure aanwezig zijn zodat bij eventuele mankementen direct kan ingegrepen worden.

De stopzetting van de exploitatie van een kermiskraam, na een ongeval, kan bevolen worden door de bevoegde overheid als veiligheidsmaatregel of voor om het even welke andere reden.

 

Artikel 3: Voorwaarden inzake milieu

a. De geluidsniveaus afkomstig van geluidsbronnen, o.a. muziekinstallaties, sirenes, claxons, spreken en zingen via geluidsversterking en andere storende toestellen, mogen de wettelijke normen houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen niet overschrijden.

Voorts moet voldaan worden aan de stedelijke politieverordening ter voorkoming en bestrijding van de geluidshinder.

Stroomaggregaten moeten voldoen aan alle bij wet voorziene technische specificaties inzake geluid en uitwasemingen. Een keuringsattest moet in de onderneming aanwezig zijn.

b. Op het kermisterrein worden geen woonwagens en/of slaapwagens toegelaten die niet voorzien zijn van chemische toiletten of andere, die niet als volstrekt hygiënisch door het stadsbestuur kunnen aanvaard worden.

 

Artikel 4: Voorwaarden inzake aanduiding der tarieven

Bij elke kermisattractie dient het tarief in het Nederlands aangeduid te worden. Deze tariefaanduiding moet duidelijk zichtbaar en ondubbelzinnig te zijn. Zij moet op een goed zichtbare plaats aangebracht worden en door het publiek van op een redelijke afstand gelezen kunnen worden.

De tarieven mogen in de loop van de desbetreffende kermis niet gewijzigd worden. De aangegeven tarieven zijn deze die gedurende de hele duur van de kermis of de Novemberfoor gevraagd mogen worden.

 

Artikel 5 (KB art. 24)

De personen belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, hiertoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen zijn gemachtigd om de documenten vermeld in Afdeling 1, artikel 4 van dit reglement te controleren.

 

Artikel 6

Alle gevallen die niet voorzien zijn in onderhavig reglement zullen het voorwerp uitmaken van bijzondere beslissingen van het college van burgemeester en schepenen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIEREGLEMENT M.B.T. MELDINGEN EN AANVRAGEN BETREFFENDE DE OMGEVINGSVERGUNNING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op diensten mbt meldingen en aanvragen betreffende de omgevingsvergunning.

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op het prestaties verbonden aan het afleveren van omgevingsvergunningen

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019 Decreet 25.04.2014 betreffende de omgevingsvergunning

K.B. 23.09.1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden,                                                                                                                                                                 K.B. 20.07.2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie  te heffen op prestaties verbonden aan het afleveren van omgevingsvergunningen overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op prestaties verbonden aan het afleveren van omgevingsvergunningen   een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributiereglement mbt meldingen en aanvragen betreffende de omgevingsvergunning.

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

Decreet 25.04.2014 betreffende de omgevingsvergunning

K.B. 23.09.1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden,

K.B. 20.07.2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen.

 

Artikel 1 : basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op het prestaties verbonden aan het afleveren van omgevingsvergunningen

 

Artikel 2 : Tarieven en berekening

 

 

 

Bedrag

1

Melding van een ingedeelde inrichting of activiteit en/of voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen

51,10 euro

2

Aanvraag voor een omgevingsvergunning:

         Aanvraag vereenvoudigde procedure

         Aanvraag gewone procedure

         Advies bij vergunningsdossier deputatie

 

 

51,10 euro + post

102,30 euro + post

post

 

3

Aanvraag voor een omgevingsvergunning waarbij volgende zaken noodzakelijk zijn:

         Informatievergadering

         Projectvergadering

         Wegenis

         Aanwezigheid bij POVC 204,60 euro + post

 

 

 

204,60 euro + post

409,10 euro + post

204,60 euro + post

204,60 euro + post

 

4

Vraag tot omzetting van een milieuvergunning verleend voor 20 jaar naar een permanente vergunning (art. 390 omgevingsvergunningsdecreet) klasse 1 en klasse 2

102,30 euro + post

5

Bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur (art. 83, § 1, lid 3 omgevingsvergunningsdecreet)

102,30 euro + post

6

Verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden klasse 1 en klasse 2

 

173,90 euro + post

7

Melding van de (gedeeltelijke) overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit

51,10 euro

8

Aanvraag van een stedenbouwkundig attest (art. 5.3.1 VCRO)

255,70 euro

9

Aanvraag van een planologisch attest (art. 4.4.24 e.v. VCRO)

511,40 euro + post

10

Vergunningsaanvraag springstoffen (K.B. 23.09.1958)

25,60 euro

11

Vergunningsaanvraag ioniserende stralingen (K.B. 20.07.2001)

25,60 euro

12

Voor het digitaliseren van een analoog ingediend dossier (art. 156 omgevingsvergunningsbesluit)

bovenstaande prijs * 2

 

Zijn meerdere bedragen van toepassing, dan geldt alleen het hoogste bedrag.

 

Artikel 3 : jaarlijkse indexaanpassing

De bedragen uitgezonderd de toeslagpercentages en waarborg van artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                                R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 2

                                   i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

De retributie wordt niet geïnd voor volgende vergunningsaanvragen :

         Overheden of in opdracht van een overheid of intercommunale

         Beschutte of sociale werkplaatsen

         Meldingen en aanvragen voor de bouw van een sociale woning

         Opvangcentra voor vogels en wilde dieren

 

Artikel 5 : Retributieplichtige

De retributie valt ten laste van de personen of instellingen die de aanvraag of melding hebben ingediend en bij gebreke daarvan de vergunninghouder of

 

Artikel 6 : Invordering en betaling

De betaling van de retributie dient te gebeuren op rekening van het stadsbestuur binnen 30 dagen

na verzending van de factuur. Deze factuur dient binnen de 30 dagen te worden voldaan.

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 7 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP INLICHTINGEN EN KOPIEËN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op het verstrekken van inlichtingen en fotokopieën. .De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op doen van opzoekingen en het aanleveren van hoge resolutiebeelden uit de historische beeldbank en fotokopieën.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

7 onthoudingen: Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op het verstrekken van inlichtingen, hoge resolutiebeelden van de beeldbank en fotokopieën overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op  het verstrekken van inlichtingen, hoge resolutiebeelden van de beeldbank en fotokopieën  een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributiereglement op inlichtingen en kopieën

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Artikel 1 : Basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven op doen van opzoekingen en het aanleveren van hoge resolutiebeelden uit de historische beeldbank.

 

Artikel 2 : Tarieven

De tarieven worden als volgt vastgesteld:

a. voor opzoekingen in de archieven.

 Het gaat om opzoekingen die niet louter het laten zien van, het uitleg geven over en een afschrift afleveren van bestuursdocumenten betreffen maar ruim opzoekingswerk

o Opzoekingen van minder dan 15 minuten: gratis, mits een beperking

van 5 kleine opzoekingen per kalenderjaar

o Opzoekingen van meer dan 15 minuten: 20 euro per begonnen half uur, gerekend vanaf de start van de opzoekingen

b. Voor het aanleveren van hoge resolutiebeelden (TIFF, minstens 300 dpi) uit de

historische beeldbank

 Tarief: 5 euro per beeld

 De eerste twee opgevraagde hoge resolutiebeelden per kalenderjaar zijn

gratis.

c) Fotokopieën:

Formaat A 4 per kopie : zwart/wit € 0,10 kleur € 0.50

Formaat A 3 per kopie : zwart/wit € 0,20 kleur € 1,10

 

Artikel 4 : Vrijstellingen

De retributie wordt niet geïnd voor opzoekingen en stukken:

a. bestemd voor gerechtelijke overheden, openbare besturen en instellingen voor (of van?) sociaal en openbaar nut, of

b. die volgens de wetsvoorschriften kosteloos moeten verstrekt worden, of.

c. ten behoeve van personen en instellingen die werken in opdracht van de stad.

 

Artikel 5 : Jaarlijkse indexaanpassing

De bedragen in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                     R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 2

                        i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 6 : Retributieplichtige

De retributie valt ten laste van de personen of instellingen op wiens verzoek deze inlichtingen of worden verstrekt.

 

Artikel 7 : Invordering en betaling

De retributie dient te worden betaald vooraleer de stukken worden overhandigd .

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 8 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIEREGLEMENT OP ADMINISTRATIEVE GEGEVENS INZAKE ONROERENDE GOEDEREN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

in het verleden werd er een retributie geheven op het verstrekken van administratieve gegevens inzake onroerende goederen waarvoor opzoekingen nodig zijn;

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Indien een burger of rechtspersoon een verzoek indient om  administratieve gegevens te verstrekken inzake onroerende goederen waarvoor opzoekingswerk vereist is, o.m. inzake vervreemding van onroerende goederen enz, is het verantwoord om hiervoor een passende  vergoeding te vragen

.Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op het verstrekken van administratieve gegevens inzake onroerende goederen

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op het verstrekken van administratieve gegevens inzake onroerende goederen overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op  het verstrekken van administratieve gegevens inzake onroerende goederen een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributiereglement op administratieve gegevens inzake onroerende goederen

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Indien een burger of rechtspersoon een verzoek indient om administratieve gegevens te verstrekken inzake onroerende goederen waarvoor opzoekingswerk vereist is, o.m. inzake vervreemding van onroerende goederen enz, is het verantwoord om hiervoor een passende vergoeding te vragen

 

Artikel 1 : basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op het verstrekken van administratieve gegevens inzake onroerende goederen

 

Artikel 2 : definities

Administratieve gegevens kunnen zijn : uittreksels uit het plannenregister, uittreksels uit het vergunningenregister,

Aanvullende vastgoedinformatie :ruimtelijke ordening, huisvesting en economie, bescherming onroerende erfgoed, andere erfdienstbaarheden van openbaar nut, belastingen gegevens mbt natuur en milieu

 

Artikel 3 : Tarieven

a) uittreksel uit het plannenregister: 29,00 euro

b)uittreksel uit het vergunningenregister: 29,00 euro

c) uittreksel uit zowel plannenregister als vergunningenregister : 57,80

d) aanvullende vastgoedinformatie : € 17,40

e) milieu en natuur: € 11,60 euro

Voor een aanvraag van een stedenbouwkundig uittreksel dienen enkel delen a, b en c opgemaakt en betaald te worden.

Wanneer men stedenbouwkundige inlichtingen + een stedenbouwkundig uittreksel wenst dienen delen a,b,c,d,en e opgemaakt en betaald te worden.

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexering

De tarieven bepaald in artikel 3 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van elk jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                     R x I waarbij :

                         i

 

R = tarief zoals vastgesteld in artikel 3

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

I = index van december 2019 (basis 2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Retributieplichtige

De retributie valt ten laste van de personen of instellingen op wiens verzoek deze inlichtingen door de stad worden verstrekt.

 

Artikel 6: Vrijstellingen

Worden van de retributie vrijgesteld:

         Informatie die in uitvoering van een wet of decreetdoor het stadsbestuur kosteloos moeten worden afgeleverd aan een administratieve of gerechtelijke overheid of openbare instelling;

         Gerechtsdeurwaarders als ze optreden in een strafrechtspleging, in sociale of fiscale aangelegenheden;

         Ten behoeve van personen en instellingen die werken in opdracht van de stad.

 

Artikel 7 : Inning en invordering

De betaling van de retributie dient te gebeuren op rekening van het stadsbestuur binnen 30 dagen na verzending van de factuur.

De retributie wordt onder geen enkele voorwaarde terugbetaald.

De invordering gebeurt volgens de bepalingen vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure voor provincie en gemeentebelastingen.

 

Artikel 8 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIEREGLEMENT VOOR MATERIALEN EN DIENSTEN TER BESCHIKKING GESTELD DOOR DE BIBLIOTHEEK. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op materialen en diensten ter beschikking gesteld door de bibliotheek. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

De stad stelt de collecties van de bibliotheek ter beschikking van de bevolking, voor haar dienstverlening wordt een passende vergoeding gevraagd.

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op de terbeschikkingstelling van materialen en diensten door de stedelijke openbare bibliotheek.

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

De stad stelt de collecties van de bibliotheek ter beschikking van de bevolking, voor haar dienstverlening wordt een passende vergoeding gevraagd.

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op de terbeschikkingstelling van materialen en diensten door de stedelijke openbare bibliotheek.

Een overzicht van de tarieven vindt u in bijlage.

Deze tarieven worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op materialen en diensten geleverd door de bibliotheek overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op materialen en diensten geleverd door de bibliotheek een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Bijlage:

 

Retributiereglement voor materialen en diensten ter beschikking gesteld door de bibliotheek.

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering

De stad stelt de collecties van de bibliotheek ter beschikking van de bevolking, voor haar dienstverlening wordt een passende vergoeding gevraagd.

 

Artikel 1 : Basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op de terbeschikkingstelling van materialen en diensten door de stedelijke openbare bibliotheek.

 

Artikel 2 : Tarieven

a) lidgeld per jaar

         18 jaar of ouder - inwoner van Lier € 8,70

         jonger dan 18 jaar gratis

         houder Gomorpas gratis

 

b) retributies retributie bijkomende retributie per dag

         bij overschrijding leenduur

         boeken/luisterboeken/tijdschriften/ gratis € 0,20

         CD's, taalcursussen, Daisylezer, Daisyboeken gratis € 0,20

         sprinters/DVD'S gratis € 0,50

 

c) diensten

         gebruik internetcomputers 1 uur/dag gratis

         leden daarna € 1,10/per begonnen uur

         niet-leden € 1,10 per begonnen uur

         reserveren materiaal € 0,90

         lenen van materialen bij andere bibliotheken € 4,30

         IBL bij een andere openbare bibliotheek € 1,10 verhoogd met de kost

         IBL bij een andere instelling € 1,10 aangerekend door de instelling

         internetprints/ fotokopie zwart/wit € 0,10

         internetprints/ fotokopie kleur € 0,20

 

d) vergoedingen bij schade, verlies, diefstal

         nieuwe lenerspas € 2,70

         vervanging DVD-doosje € 2,70

         vervanging cd-doosje € 1,10

         lichte beschadiging € 2,70

         verlies, beschadiging ,diefstal kost verhoogd met € 2,7 verwerkingskost

 

Artikel 3 : Jaarlijkse indexaanpassing

De bedragen in artikel 3 en artikel 5 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                           R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                              i

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 4 : Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de persoon, op wiens naam de bibliotheekmaterialen werden uitgeleend of aan wie de bibliotheekdiensten werden verleend

 

Artikel 5 : Invordering en betaling

De verschuldigde retributie wordt onmiddellijk voldaan in de bibliotheek zelf cash of via bankcontact.

Niet betaalde gelden en boeten worden gefactureerd.

Een eerste aanmaning is kosteloos, een aangetekend kost € 15.

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 6 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIEREGLEMENT OP HET ONTLENEN VAN STADSMATERIALEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op het ontlenen van stedelijke materialen De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Het stadsbestuur wenst  materialen ter beschikking te stellen van haar burgers, verenigingen, organisaties, ….

De stadsmaterialen die ontleend worden moeten dienen voor publieke manifestaties te Lier, of andere gemeentebesturen.

Het is wenselijk om voor dit gebruik een passende vergoeding te vragen.

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op het ontlenen van stadsmaterialen.

Voor de ontlening van stadsmaterialen hanteert het stadsbestuur Lier drie tariefcategorieën met bijhorende tarieven, Nieuw is een vrijstelling van € 750/jaar/erkende vereniging.

 

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

8 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op het ontlenen van stedelijke materialen overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op het ontlenen van stedelijke materialen  een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributiereglement op het ontlenen van stadsmaterialen.

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Het stadsbestuur wenst materialen ter beschikking te stellen van haar burgers, verenigingen, organisaties, ….

De stadsmaterialen die ontleend worden moeten dienen voor publieke manifestaties te Lier, of andere gemeentebesturen.

Het is wenselijk om voor dit gebruik een passende vergoeding te vragen.

 

Artikel 1 : Basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie ingevoerd op het ontlenen van stadsmaterialen.

 

Artikel 2 : Definities

§ 1 reserveringen:

Wanneer:

         Reservering dient te gebeuren uiterlijk 1 maand voor het tijdstip van de activiteit, voormaterialen die geleverd moeten worden..

         Materialen kunnen ten vroegste 15 maanden voor het tijdstip van de activiteit worden gereserveerd.

         Tot 12 maanden voor de activiteit kan er geen zekerheid worden gegeven over de beschikbaarheid van de materialen, omwille van gebeurlijke gemeentelijke activiteiten.

         Het stadsbestuur behoudt zich tevens het recht om een deel van de materialen niet te reserveren, wegens potentieel eigen gebruik

 

Hoe:

De reservering dient aangevraagd, aan de hand van het online invulformulier op www.ikorganiseerinlier.be. Cel evenementen behandelt uw aanvraag en verzamelt de nodige adviezen.

 

§ 2 tarief categorieën : Voor de ontlening van stadsmaterialen hanteert het stadsbestuur Lier drie tariefcategorieën:

A .CATEGORIE A :

De gebruikers in deze categorie zijn:

         Het stadsbestuur van Lier, de stedelijke diensten, SOLag, OCMW, de Lierse Huisvestingsmaatschappij, de erkende adviesraden van de Stad Lier en de Lokale Politie Lier.

         Andere gemeentebesturen, mits het aanvragende bestuur voor de Stad Lier ook het nultarief toepast, uitgezonderd voor de kiosk.

         Organisaties met een humanitair doel, aldus aanvaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

B. CATEGORIE B :

De gebruikers in deze categorie zijn:

         Lierse scholen en hun oudercomités

         Erkende Lierse verenigingen.(een aanvraag tot erkenning kan je indienen via https://www.uitinlier.be/vereniging/erkenning)

         Verenigingen en organisaties voor mindervaliden, welzijnsvoorzieningen en derde leeftijd.

         Lierse politieke partijen

 

C. CATEGORIE C : TARIEF C

De gebruikers in deze categorie zijn:

         Gemeentebesturen, die geen nultarief hanteren voor het stadsbestuur Lier.

         Overige aanvragers, voor zover niet strijdig met artikel 2 en de ontlening niet zuiver dienstig is voor commerciële doeleinden, tenzij via een beslissing van het college van Burgemeester en Schepenen toch toelating wordt gegeven.

 

Artikel 3 : Tarieven

         Ontlening door categorie A : gratis

         Categorieën B en C (tabel)

 

Materiaal

aantal

voorraad

tarief B

tarief C

Podiumelementen 2x1m hoogte 0,50m

50

€ 2,20

€ 4,40

Podiumelementen 2x1m hoogte 1,00m

50

€ 2,20

€ 4,40

Podiumelementen 2x1m metaal verstelbaar (touartube)

60

€ 2,50

€ 5,00

Trap voor podium in hout 1,00m breedte,hoogte =0,50 m

7

€ 0,60

€ 1,20

Trap voor podium in hout 1,00m breedte hoogte 0,80 m

7

€ 0,60

€ 1,20

Trap voor podium in hout 0,80m breedte hoogte 0,75 m

1

€ 0,60

€ 1,20

Tafelbladen met schragen 2,55x0,70 m

45

€ 0,90

€ 1,90

Opklapbare biertafels model Woodstock 2,20x0,67 m met banken (10 sets per transportkar)

70

€ 10,00

€ 18,70

Plooitafels 1,80x0,80 m (per 20 op transportkar)

80

€ 5,00

€ 10,00

Stoelen stapelbaar

130

€ 0,60

€ 1,20

Klapstoelen (per 50 op transportkar)

550

€ 0,60

€ 1,20

Spreekgestoelte

2

€ 1,20

€ 2,50

Vlaggenmasten alu

20

€ 1,20

€ 2,50

Nadar 2,20 m (op aanhangwagen per +/- 100 lm)

250

€ 0,90

€ 1,90

Tentoonstellingskasten 1,20 x0,60 x0,30

9

€ 3,10

€ 6,20

Kiosk diameter 8m, inclusief plaatsing

1

€ 149,20

€ 298,40

*Opmerking: Deze ontlening (kiosk) kan slechts tegen dit tarief mits levering en plaatsing tijdens de diensturen. Voor levering, plaatsing of terug ophalen buiten de diensturen wordt het vermelde tarief verdubbeld.

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexaanpassing

De bedragen in artikel 3 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                                   R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                                      i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Vrijstelling

Voor categorie B wordt er per kalenderjaar en per erkende vereniging of aanvrager een vrijstelling toegekend van € 750. Bij elke ontlening wordt de waarde van deze vrijstelling afgehouden.

Bij het overschrijden van de vrijstelling dient het resterende saldo betaald te worden op rekening van het stadsbestuur.

 

Artikel 6: Modaliteiten

Leveringen gebeuren steeds gelijkvloers op een plaats die vlot bereikbaar is voor het stadspersoneel.

Na gebruik dient de ontlener het materiaal op dezelfde plaats als dit werd geleverd terug te verzamelen, zodat het ophalen op een vlotte manier kan verlopen. Al het materiaal moet proper, correct gestapeld en in dezelfde staat als bij levering tijdig klaar gezet worden.

De materialen kunnen door de stadsdiensten worden geleverd tijdens de normale diensturen (ma – vr, 8-16u) en volgens de beschikbaarheid in de planning.

 

Artikel 7 : Plichten van de aanvragers

De aanvragers zijn verantwoordelijk voor de ontleende materialen, vanaf het ogenblik van de levering tot op het ogenblik van ophaling door de stadsdiensten.

Het is de gebruiker niet toegelaten het materiaal aan derden over te dragen of door te verhuren. Bij inbreuk hierop kan het schepencollege beslissen het materiaal onmiddellijk terug te vorderen en in de toekomst geen materiaal meer beschikbaar te stellen.

De gebruiker dient zorg te dragen voor de materialen. In geval van beschadiging, verlies of diefstal dient de gebruiker dit financieel te vergoeden.

Alle materialen dienen gereinigd te worden alvorens deze terug worden opgehaald.

De eenvoudige aanvaarding van het materiaal zal als erkenning van deze verantwoordelijkheden beschouwd worden en als bevestiging dat de materialen in goede staat verkeren bij ontvangst. Elke klacht achteraf zal worden geweigerd.

De stadsdiensten kunnen ten allen tijde controle uitoefenen over het gebruik of de beveiliging van het uitgeleende materiaal.

 

Artikel 8 : Schorsing van dienstverlening

Bij overtredingen van dit reglement kan de betrokken aanvrager uitgesloten worden van het gebruik van het uitgeleende materiaal of van toekomstige ontleningen.

 

Artikel 9 : Verlies, beschadiging en teruggave van materiaal

De stadsdiensten leveren de goederen af in perfecte staat van onderhoud.

Indien de gebruiker bij de levering schade aan het materiaal vaststelt of indien er materiaal ontbreekt dient de gebruiker de stadsdiensten hiervan in kennis te stellen op het ogenblik dat het materiaal in ontvangst wordt genomen. De gebruiker is aansprakelijk voor de teruggave van het ontleende materiaal in dezelfde staat.

Om het materiaal te vervoeren of te stockeren kan het verpakt zijn in karren of bakken. De gebruiker moet het materiaal na gebruik terug op dezelfde manier stapelen of verpakken. Indien dit niet correct werd uitgevoerd wordt er een vergoeding aangerekend aan de gebruiker, gelijk aan 10% van de volledige gebruikswaarde met een minimum van 20 euro. Daarbovenop worden de werkuren aangerekend die nodig zijn om het materiaal opnieuw te stapelen. De eventuele vrijstelling ter waarde van 750 euro is hiervoor niet van toepassing.

Alleen de gebruiker draagt gedurende de hele gebruiksduur het risico voor verlies of beschadiging van het ontleende materiaal. De gebruiker draagt de volledige verantwoordelijkheid voor het eigen transport van het gebruikte materiaal en kan de ontlener nooit verantwoordelijk stellen voor desgevallend ongepast vervoer en daaruit voortvloeiende schade.

De gebruiker verbindt zich ertoe de stadsdiensten binnen 24 uur op de hoogte te brengen indien een van volgende zaken zich voordoet: diefstal, beschadiging door derden, rechterlijk beslag of beslaglegging door schuldeisers, faling.

 

Artikel 10 : Gebruiksduur

De ontlening gebeurt steeds voor de duur van de activiteit, met een maximum van 7 opeenvolgende kalenderdagen. Bij langer gebruik wordt de extra duur aangerekend met een minimum van een periode van 7 kalenderdagen. De maximale periode voor de ontlening van dezelfde materialen wordt beperkt tot 1 maand.

 

Artikel 11 : Transport

De levering en/of ophaling van materiaal kan tijdens de diensturen gebeuren door de stadsdiensten, mits betaling van 20% van de ontleenwaarde van het materiaal, met een minimum van 20 euro zowel per levering als per ophaling.

Uiteraard kan de gebruiker het materiaal ook zelf afhalen en terugbrengen.

Voor de gebruikers voorzien in categorie A wordt er geen transportvergoeding aangerekend.

 

Artikel 12 : Retributie plichtige

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vertegenwoordiger van een feitelijke vereniging, die inrichter is van de activiteit en de materialen heeft aangevraagd.

 

Artikel 13 : Invordering en betaling

Alle informatie i.v.m. de betaling van het verschuldigde bedrag wordt vooraf meegedeeld aan de gebruiker via de online aanvraag op www.ikorganiseerinlier.be. De gebruiker zorgt ervoor dat de betaling correct wordt uitgevoerd, voor de datum van aanvang van het evenement.

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 14 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP WERKEN VOOR DERDEN OP DE PUBLIEKE RUIMTE EN DE FINANCIËLE WAARBORG ALS VOORWAARDE BIJ DE OMGEVINGSVERGUNNING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie geheven op het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en de financiële waarborg als voorwaarde bij de omgevingsvergunning .De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand vanaf 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten

behoeve van de stad Lier een retributie geheven voor het uitvoeren van werken voor derden

op de publieke ruimte en de financiële waarborg als voorwaarde bij de omgevingsvergunning

 

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

7 onthoudingen: Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en een financiële waarborg als voorwaarde bij de omgevingsvergunning  op het grondgebied van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en een financiële waarborg als voorwaarde bij de omgevingsvergunning een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Retributiereglement op het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en de financiële waarborg als voorwaarde bij de omgevingsvergunning.

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

 

Artikel 1 : basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand vanaf 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een retributie geheven voor het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en de financiële waarborg als voorwaarde bij de omgevingsvergunning.

 

Artikel 2 : definities:

§ 1 Werken voor derden :

Hieronder vallen volgende werkzaamheden op verzoek van de aanvrager :

         aansluiten van de private regenwater en afvalwaterriolering op het openbare rioleringsnet;

         aanleg van een oprit als toegang tot private terreinen;

         herstellingen of ontstoppingen van de riolering van het openbare rioleringsnet, tenzij de aanvrager kan aantonen dat schade of verstopping niet te wijten is aan een tekortkoming van de aanvrager.

 

§ 2 Waarborgen:

Voetpadwaarborg:

Na het verkrijgen van de omgevingsvergunning en/of vóór de aanvang van de werken, dient de persoon - hetzij een natuurlijke, hetzij een rechtspersoon een waarborg te stellen tot dekking van eventuele schade berokkend aan voet- en/of fietspaden, afvoergoten, straatkolken en groenstroken bij de uitvoering van bouwwerken. In het kader van de retributie zal deze waarborg “voetpadwaarborg” genoemd worden.

Waarborg rioolaansluiting:

Waarborg rioolaansluiting in verkaveling te betalen, terugbetaling

enkel mits aflevering keuringsattest

§ 3 Ambtshalve opleggen retributie :

         bij overwelving van een baangracht zonder toelating

         bij overwelving van een baangracht die niet volgens de opgelegde constructieplannen wordt uitgevoerd;

         bij het toebrengen van schade aan voet- en/of fietspaden, afvoergoten en straatkolken

 

Artikel 3 : Tarieven waarborg en berekening

§ 1 Tarieven waarborg:

TARIEF A

Voor de oprichting en verbouwing van eengezinswoningen en bijgebouwen wordt een forfaitaire waarborg van 750 € aangerekend.

 

TARIEF B:

Voor de oprichting en verbouwing van handelszaken, meergezinswoningen groter dan twee woningen en andere woonprojecten wordt het bedrag van de waarborg bepaald door het aantal m² van het voet- en/of fietspad en eventuele groenstroken te vermenigvuldigen met 115 €/m² voor volgende straten:

         Antwerpsestraat;

         Grote Markt;

         Florent van Cauwenberghstraat;

         Kolveniersvest;

         Eikelstraat;

         Papegaaistraat;

         Lantaarnstraat;

         Zimmerplein;

         Schapenkoppestraat;

         Felix Timmermansplein;

         Kapucijnevest.

 

Voor de overige straten wordt de waarborg bepaald door het aantal m² van het voet- en/of fietspad en eventuele groenstroken te vermenigvuldigen met 46 €/m².

 

BEREKENING

Voor de berekening van de waarborg van tarief B wordt gebruik gemaakt van volgende formule:

Breedte van het perceel gemeten op de rooilijn x diepte gemeten tussen de rooilijn en de uiterste rand van het beschouwde fiets- en/of voetpad en groenstroken x het bedrag x.

Indien er geen rooilijn is wordt de perceelgrens als berekeningsbasis genomen.

Voor de berekening van de waarborg van tarief B voor hoekpercelen wordt eveneens de breedte van de zijgevel in rekening gebracht.

Ieder gedeelte van een vierkante meter wordt naar een hogere eenheid afgerond.

 

TARIEF C

Voor rioolaansluiting in een verkaveling € 250/aansluiting

 

Artikel 4 : Voorwaarden waarborg

§1 . Plaatsbeschrijving

Een plaatsbeschrijving dient opgemaakt én ondertekend te worden door de architect of de bouwheer en overgemaakt te worden aan de stadsdiensten, departement aanvragen en  afleveringen, minstens 20 kalenderdagen vóór de aanvang van de werken.

Deze plaatsbeschrijving moet bestaan uit een gedetailleerde beschrijving vóór aanvang van de werken van:

         het voet- en of fietspad,

         de afvoergoten en straatkolken;

         de eventuele groenstroken.

De plaatsbeschrijving gebeurt over de breedte van het eigen perceel en de aanpalende percelen tot over een breedte van 15 m.

Deze gedetailleerde beschrijving moet aangevuld worden met minstens vijf duidelijke foto’s die de totaliteit van het perceel en de aanpalende percelen moet omvatten.

Deze plaatsbeschrijving wordt geverifieerd door het departement aanvragen en afleveringen.

Indien het stadsbestuur zich niet akkoord verklaart met de afgeleverde plaatsbeschrijving, zullen zij contact opnemen met de bouwheer of de architect om tot een gezamenlijk aanvaardbare plaatsbeschrijving te komen en dit binnen de twintig kalenderdagen na het indienen van de plaatsbeschrijving.

 

Indien geen gedetailleerde beschrijving en foto’s ingediend worden, wordt ervan uitgegaan dat het voet- en/of fietspad, afvoergoot, rioolkolken en de eventuele groenstroken zich in perfecte staat bevinden.

 

§ 2 Betaling waarborg

De voetpadwaarborg dient betaald te worden aan het stadsbestuur voor werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning met architect vereist is.

De voetpadwaarborg dient gestort te worden op rekening van het stadsbestuur op rekeningnummer BE 47 0961 1129 4080 mét vermelding van factuurnummer en dit vóór aanvang van de werken. Voor waarborgen groter dan 10.000 EUR kan de waarborg eveneens via bankwaarborg worden voldaan.

 

§ 3 modaliteiten teruggave waarborg

a) Na uitvoering van de werken dient de bouwheer het stadsbestuur, departement aanvragen en afleveringen in kennis te stellen van het einde der werken.

Volgende werken dienen minstens voltooid te zijn :

         ruwbouw (winddicht)

         chapewerken;

         bezettingswerken binnen en buiten;

         plaatsing van de nutsleidingen;

         technieken (elektriciteit – verwarming - sanitair);

         montagekranen en heftoestellen dient van de werf verwijderd te zijn.

         voor de waarborg op rioolaansluitingen in verkavelingen, na voorlegging van het keuringsattest.

b) Het departement stadsinfrastructuur zal aan de hand van een plaatsbeschrijving de staat van het voet- en/of fietspad, afvoergoten, straatkolken en eventuele groenstroken na de werken vergelijken met de opgemaakte plaatsbeschrijving vóór de werken.

c) Ingeval van schade zal het departement stadsinfrastructuur aan de hand van een gedetailleerde meetstaat, de kostprijs van deze beschadigingen en noodzakelijke werkuren berekenen op basis van de vastgestelde eenheidstarieven

d) Eventuele herstellingswerken zullen uitgevoerd worden door de stadsdiensten of door een door haar aangeduide aannemer en zullen van de gestelde waarborg in mindering gebracht worden.

e) Indien het voetpad, fietspad, afvoergoten, straatkolken en eventuele groenstroken voor de aanpalende percelen beschadigd wordt door toedoen van de bouwwerken worden ook deze beschadigingen of waardeverminderingen aangerekend op de gestelde waarborg.

f) Kleine beschadigingen zoals verfplekken, krassen, kleine mortelplekken, … zullen aangerekend worden wegens de minderwaarde van het voetpad en zullen in mindering gebracht worden op de gestelde waarborg. Kleine beschadigingen kunnen hersteld worden afhankelijk van de ernst.

g) De vrijgave van de waarborgsom gebeurt, geheel of gedeeltelijk binnen de 30 kalenderdagen, na controle van de plaatsbeschrijvingen én na berekening en verrekening van de eventuele beschadigingen

h) Indien de voetpadwaarborg niet volstaat zullen de supplementaire kosten voor herstel aangerekend worden aan de bouwheer.

i) Een vervroegde terugbetaling van de waarborg is niet mogelijk.

 

Artikel 5 : Tarieven voor werkzaamheden op de publieke ruimte:

 

 

 

 

2020

aansluitingen van de private regen- en afvalwaterriolering voor een woning of ander gebouw

€ 954,00

de aanleg van een oprit

eur per m² met een minimum van 372,60 eur voor een oprit

per m²

€ 49,90

 

met een straatlengte van 3 meter

min

€ 373,00

 

voor een oprit met een straatlengte van 6 meter

per m²

€ 49,50

 

 

min

€ 562,20

 

 

 

 

ontstopping van de riolering:

overeenkomstig tarieven arbeidsuren :

 

 

werkzaamheden i.v.m. herstellingen/ herleggen van voetpaden en opritten

* uitbraak bestrating per m² € 8,70

 

 

 

* uitbraak boordsteen per lopende m € 4,30

 

 

 

* herleggen fundering per m² € 18,90

 

 

 

* herleggen bestrating per m² € 39,90

 

 

 

* herleggen boordsteen per lopende m € 27,00

 

 

 

* aanleggen nieuwe bestrating per m² € 39,90

 

 

 

* aanleggen nieuwe boordsteen per lopende m € 9,70

 

 

 

* aanleggen bestrating in natuursteen per m² € 40,00

 

 

 

* stut voor boordsteen per lopende m € 4,90

 

 

 

* herstellen of verwijderen peilbuizen per stuk € 216,20

 

 

 

herstellen of vernieuwen straatkolken:

 

 

 

* uitbreken straatkolk per stuk € 54,00

 

 

 

 

* plaatsen nieuwe straatkolk per stuk € 421,70

 

 

 

* aansluiten straatkolk per stuk € 108,10

 

 

 

* herstellen of verwijdere peilbuizen per stuk € 216,20

 

 

herstellen en ambtshalve werken i.v.m. overwelvingen:

 

 

 

* plaatsen kopmuren per stuk € 594,70

 

 

 

 

* plaatsen goot per lopende m € 32,40

 

 

 

 

* plaatsen kolk per stuk € 421,70

 

 

 

 

* plaatsen buis per lopende m € 86,50

 

 

 

 

* slopen buis per lopende m € 27,00

 

 

 

 

* slopen kopmuur per muur € 48,60

 

 

 

 

* uitruimen gracht per lopende m € 21,60

 

 

 

bouw van nieuwe overwelvingen

 

 

 

Na de aanvraag voor de aanleg van een oprit waarvoor een nieuwe inbuizing dient aangelegd te worden, zal er door de stadsdiensten een voorafgaandelijke raming worden opgemaakt.”na uitvoering van de werken wordt de werkelijke kostprijs doorgerekend

 

reële kost

arbeidsuren:

 

 

 

 

 

* eigen personeel € 37,80

 

 

 

 

* personeel derden € 45,50

 

 

 

 

* inzet kraan € 67,00

 

 

 

 

* inzet vrachtwagen € 67,00

 

 

 

 

 

 

afvalverwerking:

 

 

 

 

* stortkosten

 

reële kost

 

Artikel 6 : Jaarlijkse indexaanpassing

De bedragen uitgezonderd waarborgen worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                              R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 5

                                 i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt  afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Retributieplichtige

De retributie valt ten laste van de personen of instellingen die de aanvraag hebben ingediend en bij gebreke daarvan de vergunninghouder.

 

Artikel 6 : Invordering en betaling

De betaling van de retributie dient te gebeuren op rekening van het stadsbestuur binnen 30 dagen na verzending van de factuur. Deze factuur dient binnen de 30 dagen te worden voldaan.

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 7 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP WERKEN AAN NUTSVOORZIENINGEN OP HET OPENBAAR DOMEIN VAN DE STAD. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

 

Sedert 2005 kunnen de Iveka-gemeenten aan de distributienetbeheerder een retributie aanrekenen voor de hinder op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan de nutsvoorzieningen elektriciteit en gas.

Het huidige retributiereglement dat in de gemeenteraad werd goedgekeurd, vervalt per 31 december 2019. Gezien de financiële toestand van de stad is het belangrijk om dit reglement voor 3 jaar te vernieuwen.

 

Feiten en context

De gemeente en burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied. Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.

 

De gemeente keurde de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen goed, die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden. Deze code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeente, de Vlaamse Administratie van Wegen en Verkeer en van Binnenlandse Aangelegenheden.

 

Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

 

 

Juridische grondslag

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

De Code voor Infrastructuur – en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

7 onthoudingen: Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie te heffen op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het  retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

RETRUBUTIEREGLEMENT OP WERKEN AAN NUTSVOORZIENINGEN OP HET OPENBAAR DOMEIN VAN DE STAD

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

De Code voor Infrastructuur – en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Motivering

De stad en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;

Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein;

De goedkeuring door de stad/gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;

Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;

Ook op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en zijn er daarnaast een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;

Deze code werd geactualiseerd naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...;

Dit alles verantwoordt dat de gemeente een retributie heft op deze werken.

 

Artikel 1 : basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2022 wordt een retributie ingevoerd op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein door de eigenaar van een nutsvoorziening en dit naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur – en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Artikel 2 : definities en toepassingsgebied

§ 1 Permanente nutsvoorzieningen

Het betreft :

         alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,

         telecommunicatie,

         radiodistributie en kabeltelevisie,

         de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,

         alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

§ 2 uitgevoerde werken :

         sleufwerken

         dringende werken, herstellingen, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken

         compensatie van diverse heffingen en belastingen

 

Artikel 3 : Vrijstelling

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad.

 

Artikel 4 : Tarieven en berekening

§ 1 sleufwerken

         € 0,78 per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte in rijwegen

         € 0,60 per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte in voetpaden

         € 0,36 per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte in aarde wegen

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

§ 2 dringende werken, herstellingen, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

a) voor dringende werken, herstellingen, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m²

         € 1 per jaar per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente ter compensatie van de hinder veroorzaakt door deze werken

 

b) ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

         € 0,50 per jaar per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente

De retributies zijn verschuldigd voor het einde van ieder jaar

In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad.

Artikel 5 : Indexering

De tarieven vermeld in dit reglement worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

               R x I

                  i

waarbij

R = tarief zoals vastgesteld in dit reglement

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

 

Artikel 6 : Invordering en betaling

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 dagen na factuurdatum.

Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 7 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP VISRECHTEN ROND HET FORT VAN LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een retributie  geheven op visrechten rondom het Fort van LIer.

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier onder een retributie gevestigd op het toestaan van een visrecht op het Fort van Lier.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

5 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie  te heffen visrechten rond het Fort van Lier.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement op visrechten rond het Fort een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Bijlage:

 

RETRIBUTIE OP VISRECHTEN

 

Juridische grondslag

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur, Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Artikel 1 : basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier onder een retributie gevestigd op het toestaan van een visrecht op het Fort van Lier.

 

Artikel 2 : tarieven

De tarieven worden per kalenderjaar als volgt vastgesteld :

-één handlijn : € 12,40

-twee handlijnen : € 18,70 

 

Artikel 3 : Jaarlijkse indexering

De tarieven vermeld in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                           R x I

                               i

waarbij: R : tarief vastgesteld in artikel 2

I : index van de maand december van het voorgaande jaar

i : index van de maand december van 2019 (basis  2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in  dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 4 :  retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de personen die het visrecht hebben aangevraagd en aan wie het wordt afgeleverd.

 

Artikel 5 : Inning en berekening

Bij aflevering van gevraagde items dient de retributie te worden betaald aan de financieel directeur of zijn afgevaardigde. Bij niet minnelijke betaling kan het bedrag ingevorderd worden conform art.177, 2 de lid van het decreet lokaal bestuur.

Het visverlof kan te allen tijde hetzij voor een gedeelte, hetzij voor de geheelheid der waters, bestendig of tijdelijk worden ingetrokken zonder vergoeding noch gehele of gedeeltelijke terugbetaling.

 

Artikel 6 : bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1°  van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

RETRIBUTIE OP HET TIJDELIJK TER BESCHIKKING STELLEN VAN VERKEERSSIGNALISATIE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

 

In het verleden werd er een retributie geheven op het tijdelijjk ter beschikking stellen van verkeerssignalisatie.

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Indien een burger of onderneming een inname openbaar domein aanvraagt voor een bepaalde gebeurtenis en/of werken is het vaak nodig dat de nodige signalisatie wordt aangebracht bv borden voor parkeerverbod tbv  oa : ceremoniewagens, verhuiswagens, containers, enz… enerzijds om de plaats te reserveren en anderzijds om veiligheidsredenen. Indien nodig kan de gemeente dergelijke borden tijdelijk ter beschikking stellen en/of plaatsen. Het is verantwoord om hiervoor een retributie aan te rekenen.

Onder verkeerssignalisatie verstaan we verkeersborden en/of verkeerstekens.

Per begonnen week (7 kalenderdagen) : € 9,5  per  bord, hierin zit zowel de huur, de  plaatsing en het ophalen van de signalisatie

.

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een retributiereglement op te maken om een retributie  te heffen op het tijdelijk ter beschikking stellen van verkeerssignalisatie overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het retributiereglement ophet tijdelijk ter beschikking stellen van verkeerssignalisatie een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Bijlage:

 

Retributiereglement op het tijdelijk ter beschikking stellen van verkeerssignalisatie.

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering

Indien een burger of onderneming een inname openbaar domein aanvraagt voor een bepaalde gebeurtenis en/of werken is het vaak nodig dat de nodige signalisatie wordt aangebracht bv borden voor parkeerverbod tbv oa : ceremoniewagens, verhuiswagens, containers, enz… enerzijds om de plaats te reserveren en anderzijds om veiligheidsredenen. Indien nodig kan de gemeente dergelijke borden tijdelijk ter beschikking stellen en/of plaatsen. Het is verantwoord om hiervoor een retributie aan te rekenen.

 

Artikel 1: basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op het tijdelijk ter beschikking stellen van verkeerssignalisatie.

 

Artikel 2: definities

Onder verkeerssignalisatie verstaan we verkeersborden en/of verkeerstekens.

 

Artikel 3: Tarieven en jaarljkse indexering

a) Tarief:

Per begonnen week (7 kalenderdagen) : € 9,5 per bord, hierin zit zowel de huur, de plaatsing en het ophalen van de signalisatie

 

b) Indexering:

Het tarief bepaald in artikel 3 a) wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004). Ze worden op 1 januari van elk jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule : R x I waarbij :

i

R = tarief zoals vastgesteld in artikel 3 a)

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

I = index van december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

c) Opmerking :

In geen geval brengt de retributie enig recht mee tot toe-eigening van het ontleende materiaal.

 

Artikel 4: Vrijstellingen

Er is een vrijstelling van betaling van een retributie voor het ontlenen van verkeerssignalisatie voor:

a) voor openbare besturen

b) voor de Vlaamse Maatschappij voor sociaal wonen of van haar plaatselijke bouwmaatschappijen

c) werken aan woningen die hersteld worden n.a.v. natuurrampen of n.a.v. een brand

 

Artikel 5: Aanvraag en toekenning

De aanvraag dient tijdig en conform het daartoe beschikbare aanvraagformulier op de website van de stad Lier te gebeuren. (www.lier.be)

 

Artikel 6: Invordering en betaling

Op het ogenblik van de aanvraag van de verkeerssignalisatie wordt een bedrag gelijk aan dat van de vermoedelijke retributie in bewaring gegeven bij de financieel directeur of zijn afgevaardigde en dit tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

 

Artikel 7: Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de verkeerssignalisatie ter beschikking wordt gesteld.

 

Artikel 8 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1°en artikel 553 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP TERRASSEN EN ANDERE UITSTALLINGEN OP HET OPENBAAR DOMEIN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op het plaatsen van terrassen, uitstallingen op het openbaar domein. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025  wordt ten behoeve van de stad Lier een jaarlijkse belasting geheven op het innemen van een deel van het openbaar domein, om deze te benutten voor handelsdoeleinden door het plaatsen van tafels, stoelen, banken, terrassen, stoepborden, uitstallingen en groenvoorzieningen.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Argumentatie

Voor haar algemene financiering heft de stad Lier een belasting op terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein. Het heffen van een belasting is verantwoord gezien openbaar domein wordt ingenomen voor privé-doeleinden. Hierdoor ontstaat een verhoogd risico qua veiligheid en netheid.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

5 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Bijlage:

 

BELASTING OP TERRASSEN EN ANDERE UITSTALLINGEN OP HET OPENBAAR DOMEIN

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Voor haar algemene financiering heft de stad Lier een belasting op terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein. Het heffen van een belasting is verantwoord gezien openbaar domein wordt ingenomen voor privédoeleinden. Hierdoor ontstaat een verhoogd risico qua veiligheid en netheid.

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een jaarlijkse belasting geheven op het innemen van een deel van het openbaar domein, om deze te benutten voor handelsdoeleinden door het plaatsen van tafels, stoelen, banken, terrassen, stoepborden, uitstallingen en groenvoorzieningen.

 

Artikel 2 : Definities

Terrassen : deel van het openbaar domein dat privatief in gebruik wordt genomen door een horecazaak om dranken en voedingswaren voor directe consumptie te koop aan te bieden

         Open terrassen : een terras dat minimum bestaat uit losse tafels en/of stoelen, maar dat mogelijk ook terrasschermen, parasols, luifel, … bevat, voor zover deze elementen weg te nemen zijn en deze constructief geen geheel vormen.

         Gesloten terrassen : een terras met overdekte constructie ( glazen dak en/of luifel ) waarvan de terraselementen tot één constructief geheel zijn samengevoegd, dat als uitbreiding van de aanpalende horecazaak dient, al dan niet met verhoogde vloer, en dat volledig afgesloten kan worden. Hier spreken we van een rechtstreekse uitbreiding van de instelling, welke uitgerust is om het ganse jaar te blijven staan, ook al kan het verwijderd worden

Uitstallingen : elke verkoopstand of losse constructie op het openbaar domein of tegen de huisgevel, met als doel de uitstalling, de verkoop van handelswaren of de verwijzing naar de in de handelszaak te koop aangeboden producten of diensten, met uitzondering van deze die worden beschouwd als een automaat.

De uitstalling mag niet breder zijn dan de gevelbreedte van de handelszaak en mag geen hinder vormen voor de toegangen tot gebouwen.

Er moet steeds een minimum vrije doorgang van 1,5 m zijn.

Het Algemeen Politiereglement is hier van toepassing. Voor uitstallingen met groenten en fruit en andere bederfbare voedingswaren is het gebruik van doordringbare materialen (hout & karton) verboden. Aluminium, andere metalen, pvc en andere soorten plastiek zijn wel toegestaan.

De koopwaren dienen geplaatst op een verhoging van minimum 70 cm waaronder geen voedingswaren opgestapeld mogen liggen. Ook een plaatsing op een verhoging boven het openbaar domein wordt gelijkgesteld met een inname openbaar domein.

Alleen producten die normaal in de zaak verkocht worden mogen uitgestald worden.

 

Artikel 3 : Tarieven

Tarieven: voor de bepaling van de tarieven wordt het grondgebied opgedeeld in zones en wel als volgt:

a) Terrassen :

Zone 1 : Grote Markt, Eikelstraat, Zimmerplein, F. Timmermansplein, Schapenkoppenstraat, Begijnhofstraat en Koning Albertstraat tot en met huisnummers 3 en 10,

         Open terras:

         Voor een inname van minder dan 5 m² : € 15,40/m² met een minimum van €31,00

         Voor een inname van meer dan 5 m² : € 30,50/m²

         Gesloten terras : € 61,10/m²

 

Zone 2 : de rest van het grondgebied

         Open terras : € 14,90/m² met een minimum van € 30,50

         Gesloten terras : € 30,50/m²

 

b) andere uitstallingen:

Zone 1: binnen de stadsvesten €14,90/m² met een minimum van € 29,80

Zone 2: buiten de stadsvesten € 7,40/m² met een minimum van € 14,90

 

Artikel 4 : Berekening

De berekening van de belastbare oppervlakte gebeurt als volgt:

a) voor terrassen met windschermen of andere afsluitingen is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van de vierhoek binnen wiens grenzen het terras en de afsluiting en/of windschermen zich bevindt. Indien de ingang van de instelling in het terras ligt geeft dit aanleiding tot een vrijstelling van 1,5 meter, voor zover deze strook ook daadwerkelijk wordt vrijgehouden.

 

b) voor de andere belastbare innemingen van het openbaar domein is de belastbare oppervlakte gelijk aan de oppervlakte van de vierhoek waarin de uitstalling of het toestel zich boven het openbaar domein uitstrekt.

Het gedeelte van een begonnen m² wordt afgerond naar de hogere eenheid.

 

Artikel 5 : Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                          R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                             i

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 6 : Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de vergunning voor het terras en/of de uitstalling heeft aangevraagd. De natuurlijke of rechtspersoon die het openbaar domein in gebruik neemt is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 7 : Inname zonder vergunning

De belasting is eveneens verschuldigd wanneer het openbaar domein wordt ingenomen zonder melding aan of toelating van de stad, onverminderd de verwijdering van de belastbare elementen wegens het ontbreken van een toelating zoals voorzien bij politieverordening of bij intrekking van de toelating bij politiemaatregel wegens een feit van de belastingplichtige.

 

Artikel 8 : intrekking toelating uitstallingen- terugbetaling

Indien de toelating om uit te stallen op de openbare weg ingetrokken wordt door het stadsbestuur om redenen onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige zal een gedeelte van de belasting terugbetaald worden a rato van de nog niet verstreken maanden van het lopende aanslagjaar. Een begonnen maand wordt als verstreken beschouwd.

 

Artikel 9 : Beperkingen

Het betalen van de belasting geeft aan de belastingplichtige geen enkele aanspraak op enig recht van concessie of erfdienstbaarheid op het betrokken openbaar domein. Hij is er in tegendeel toe gehouden om op eerste verzoek van de overheid het gebruik van het openbaar domein te staken of te beperken, zonder recht op enige schadevergoeding, uitgezonderd de bepalingen van artikel 8.

 

Artikel 10 : inning en invordering

De belasting is ondeelbaar en telkens verschuldigd voor de periode van één kalenderjaar,

uitgezonderd de bepalingen in artikel 8.

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De kohierbelasting moet worden betaald  binnen twee maanden na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet.

Elke wijziging in de toestand van de inname openbaar domein dient schriftelijk en tegen

ontvangstbewijs te worden gemeld aan de stad. Wanneer de belastingplichtige nalaat de wijziging te melden of de wijziging pas doorgeeft na ontvangst van het aanslagbiljet blijft de belasting voor het

betreffende kalenderjaar verschuldigd.

 

Artikel 11 : Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het

aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk, gedateerd en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Uitgebreide info omtrent de bezwaarprocedure kan je terugvinden op de website van de Stad Lier :

www.Lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 12 : Inwerkingtreding

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP DANSGELEGENHEDEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op dansgelegenheden. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op dansgelegenheden.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Argumentatie

Bals en dansgelegenheden brengen een geconcentreerde publiekstoeloop met zich mee binnen een kort tijdsbestek en in eenzelfde beperkte ruimte. Hieruit vloeien voor de gemeente extra verplichtingen veiligheid, openbare orde en onderhoud van het openbaar domein.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op dansgelegenheden overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  dansgelegenheden een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

BELASTING OP DANSGELEGENHEDEN

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Bals en dansgelegenheden brengen een geconcentreerde publiekstoeloop met zich mee binnen een kort tijdsbestek en in eenzelfde beperkte ruimte. Hieruit vloeien voor de gemeente extra verplichtingen veiligheid, openbare orde en onderhoud van het openbaar domein.

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op dansgelegenheden.

 

Artikel 2 : Definities

Dansgelegenheid : inrichting op het grondgebied van de stad Lier waar regelmatig, d.w.z. quasi wekelijks bals of danspartijen worden georganiseerd die rechtstreeks aanleiding geven tot inning van gelden. Dit ongeacht het openbaar of privaat karakter van het aangewend lokaal en ongeacht het bal of de danspartij toegankelijk is voor het publiek of voorbehouden blijft aan de leden of de genodigden van de organiserende instantie

Inning : elke ontvangst van gelden uit hoofde van inkom, verbruik, bewaargeving va voorwerpen of  verkoop van programma’s en elke betaling van verplichte nummering of andere dienstverstrekkingen welke aan bezoekers of deelnemers wordt opgelegd door de organisator of uitbater.

 

Artikel 3 : Tarieven en berekening

De tarieven worden vastgesteld als volgt :

         Oppervlakte van de inrichting tussen de 200 m² en 300 m² : € 746,10/maand

         Oppervlakte van de inrichting tussen de 301 m² en 400 m² : € 1.119,20/maand

         Oppervlakte van de inrichting tussen de 401 m² en 500 m² : € 1.678,70/maand

         oppervlakte van de inrichting groter van 500 m² : € 2.424,80/maand

De belastingplichtige kan evenwel verzoeken om het tarief per openingsavond toe te passen. In dit geval worden de tarieven als volgt vastgesteld:

         Oppervlakte van de inrichting tussen de 200 m² en 300 m² : € 49,80/dansavond

         Oppervlakte van de inrichting tussen de 301 m² en 400 m² : € 74,60/dansavond

         Oppervlakte van de inrichting tussen de 401 m² en 500 m² : € 111,90/dansavond

         Oppervlakte van de inrichting groter van 500 m² : € 161,70/dansavond

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                               R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                                   i

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door elke uitbater en subsidiair door al degenen die een inning verrichten ten laste van de personen die bals en danspartijen bijwonen of er aan deelnemen.

Beiden zijn hoofdelijk tot de betaling van de belasting verschuldigd. De eigenaar van de inrichting waar de bals en danspartijen worden ingericht, evenals de organisator van deze bals of danspartijen zijn mede aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 6 : Vrijstellingen

Occasionele bals of danspartijen die 1 x per jaar doorgaan en die een sociaal, cultureel of politiek doel hebben worden vrijgesteld van deze belasting.

 

Artikel 7 : Aangifte

Elke inrichter van bals of danspartijen of uitbater van inrichtingen waar meer dan 1 x jaar gedanst wordt, is gehouden hiervan minstens 8 dagen op voor hand aangifte te doen bij het College van Burgemeester en Schepen .

De aangifte dient schriftelijk te gebeuren met nauwkeurige vermelding van de verantwoordelijke persoon en van de plaats, dag, uur en aard van de in te richten bals en danspartijen.

Het College van Burgemeester en Schepenen is gerechtigd de bestaande aangifte voor geldig te houden tot de opzegging hiervan.

 

Artikel 8 : Vaststelling

De inrichters van bals en danspartijen en de uitbater van het lokaal of de inrichting waarin deze worden gehouden zijn verplicht gratis toegang te verlenen aan de afgevaardigden van het gemeentebestuur die met toezicht of vaststelling zijn belast.

 

Artikel 9 Ambtshalve inkohiering

§ 1. Wanneer er geen, een onvolledige, onnauwkeurige of onjuiste aangifte wordt gedaan,

gaat de gemeente over tot ambtshalve inkohiering volgens de gegevens waarover de gemeente beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per beveiligde zending, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen van de 2de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken.

§ 2. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25,50,100 of 200 % bij de eerste, tweede, derde, vierde of elke daaropvolgende overtreding gaat.

Elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd. Een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren herstelt de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige.

Het bedrag van de verhoging wordt mee ingekohierd.

 

Artikel 10 : inning en invordering

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De kohierbelasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11 : Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie

maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Bijkomende info vind je op de website van de stad Lier www.lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 12 : Inwerkingtreding

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP HET TIJDELIJK AFZETTEN OF INNEMEN VAN  OPENBAAR DOMEIN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op het afzetten of innemen van openbaar domein.

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Wanneer het openbaar domein aangewend wordt voor private activiteiten, worden de vrijheden van de andere gebruikers van het openbaar domein ingeperkt. Dit vormt een last voor de maatschappij die door middel van dit reglement belast wordt. Een duidelijke en weloverwogen prijszetting zorgt ervoor dat de inname door de private persoon beperkt wordt in de tijd, maar wil de beoogde kernversterking niet negatief beïnvloeden.

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting gevestigd op het tijdelijk innemen van openbaar domein.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

13 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 13 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op tijdelijk afzetten en/ innemen van openbaar domein op het grondgebied van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  tijdelijk afzetten en/ innemen van openbaar domein een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

BELASTING OP HET TIJDELIJK AFZETTEN OF INNEMEN VAN OPENBAAR DOMEIN

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering

Wanneer het openbaar domein aangewend wordt voor private activiteiten, worden de vrijheden van de andere gebruikers van het openbaar domein ingeperkt. Dit vormt een last voor de maatschappij die door middel van dit reglement belast wordt. Een duidelijke en weloverwogen prijszetting zorgt ervoor dat de inname door de private persoon beperkt wordt in de tijd, maar wil de beoogde kernversterking niet negatief beïnvloeden.

 

Artikel 1 : Basis voor de belasting

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting gevestigd op het tijdelijk innemen van openbaar domein.

 

Artikel 2 : Definities en voorwaarden

§ 1. Tijdelijke inname van het openbaar domein kan gebeuren door

         het plaatsen van schutsels, stellingen, werfketen, containers, bouwmaterialen, werktuigen, hoogtewerkers, bouwlift, kraan, silo, wc-unit, aanhangwagens en andere voertuigen ter gelegenheid van bouwen of verbouwen, inclusief schilderwerken en/of gevelreiniging van onroerende goederen;

         het plaatsen van verhuislift(en) en/of verhuiswagen(s) ter gelegenheid van een verhuis;

         het plaatsen van schutsels, stellingen, werfketen, containers, bouwmaterialen, werktuigen, hoogtewerkers, bouwlift, kraan, silo, wc-unit, aanhangwagens en andere voertuigen voor het uitvoeren van wegeniswerken, rioleringswerken en/of nutswerken.

Een toelating tot tijdelijke inname van het openbaar domein dient aangevraagd te worden via het digitale systeem dat de stad aanbiedt via de website of bij afspraak aan het loket in het stadskantoor.

Een toelating tot tijdelijke inname van het openbaar domein kan niet bekomen worden voor innames gelegen

         In het kernwinkelgebied op zaterdagen en/of koopzondagen ten behoeve van werkzaamheden die overlast veroorzaken (wegeniswerken, vrachtwagens, werfwagens) tenzij voor een hoogdringende interventie ten gevolge van een noodsituatie.

         In terraszones en/of in een straal van 50m van een terraszone (perimeter) tijdens het terrasseizoen, tenzij voor een hoogdringende interventie ten gevolge van een noodsituatie, of tenzij de inname afgestemd wordt op de sluitingsuren van de handelszaak/handelszaken waarvan de terraszone ingenomen wordt of die binnen de perimeter van 50m vallen (schriftelijk akkoord te bezorgen).

 

§ 2.Voorafgaande toelating :

Zonder voorafgaande toelating verkregen bij het gemeentebestuur mag er niet worden overgegaan tot innames bedoeld in art .2 § 1

De voorafgaande toelating wordt gegeven door middel van een vergunning. In de verleende vergunning staan de algemene en specifieke voorwaarden opgesomd en wordt o.a. een signalisatieplan weergegeven.

 

§ 3. Inname plaatsen voor betalend parkeren of blauwe zone :

De aanvrager is tijdelijk vrijgesteld van het nemen van een parkeerticket of het plaatsen van een parkeerschijf in de ingenomen zone zolang men beschikt over een toelating voor de inname van dat openbaar domein.

 

§ 4. Sperperiode:

Dit is de periode die de stadsdiensten nodig hebben om o.a. de aanvraag na te kijken, het signalisatieplan te verbeteren, adviezen in te winnen, instanties te informeren (zoals bijvoorbeeld politie, De Lijn, brandweer, spoeddiensten, afvalophaling,…), buurtbewoners te informeren, betaling op te volgen, de vergunning af te leveren, eventuele signalisatie te plaatsen,…

Indien er weinig tot geen hinder is ten gevolge van de tijdelijke inname van het openbaar domein, zijn niet alle bovenstaande stappen nodig. Voor de definitie van hinder, wordt de kwalificatie van het GIPOD gevolgd. Volgende sperperiodes worden vastgelegd:

         Tijdelijke innames zonder hinder : vergunning minstens 5 werkdagen voor gewenste aanvang aan te vragen

         Tijdelijke innames met hinder : vergunning minstens 15 werkdagen voor gewenste aanvang aan te vragen

 

§ 5. Spoedprocedure :

Een tijdelijke inname openbaar domein kan onder bepaalde voorwaarden aangevraagd worden via een spoedprocedure voor die gevallen dat de sperperiode is ingegaan maar de inname van het openbaar domein nog niet gestart is.

Voorwaarden :

         De aanvraag wordt minstens 2 werkdagen voor de aanvang van de inname ingediend

         De aangevraagde inname is niet gelegen op of langs een route van De Lijn

         De inname is niet gelegen op of langs een gewestweg

         Er ontstaan geen conflicten met andere reeds aangevraagde of vergunde innames

         De inname bevat of omvat geen straatafsluiting

 

§ 6. Regularisatie :

Een tijdelijke inname openbaar domein kan onder bepaalde voorwaarden geregulariseerd worden wanneer de inname van start ging zonder afgeleverde vergunning.

Voorwaarden :

         De aangevraagde inname is niet gelegen op of langs een route van De Lijn

         De inname is niet gelegen op of langs een gewestweg

         Er ontstaan geen conflicten met andere reeds aangevraagde of vergunde innames

         De inname bevat of omvat geen straatafsluiting

         De aanvrager stelt zich binnen de 24u in regel met de voorwaarden/bepalingen van de geregulariseerde toelating.

 

§ 7. Annulering van een inname :

Wanneer een tijdelijke inname van het openbaar domein niet meer gewenst is of wanneer een inname vroeger eindigt dan aangevraagd/vergund.

 

§ 8. Ingangstermijn :

Dit is de termijn waarbinnen de aangevraagde tijdelijke inname van het openbaar domein daadwerkelijk moet starten. Deze termijn begint te lopen vanaf de startdatum opgenomen in de vergunning.

         Ingangstermijn van een straatafsluiting : 3 werkdagen

         Ingangstermijn van alle andere tijdelijke innames van het openbaar domein : 5 werkdagen

 

Artikel 3 : Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het openbaar domein tijdelijk in gebruik neemt. De opdrachtgever voor wiens rekening het werk wordt uitgevoerd is medeverantwoordelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 4 : Tarieven

Het bedrag van de belasting wordt bepaald als volgt :

a) Basistarief :

€ 0,60 per vierkante meter en per kalenderdag dat de inname van de oppervlakte van het openbaar domein blijft bestaan.

Een begonnen vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter.

Een begonnen kalenderdag wordt eveneens aanzien als een volledige kalenderdag.

Het minimumbedrag wordt bepaald op € 10,40.

 

b) Straatafsluiting :

Indien bij een tijdelijke inname van het openbaar domein ook de straat afgesloten moet worden, of indien de inname op zich een straatafsluiting omvat, wordt het tarief van de belasting bepaald op basis van de functie van de weg: verbinden, ontsluiten of toegang geven.

De functie van alle wegen op het grondgebied van stad Lier zijn bepaald bij de wegcategorisering die beschreven staat in het geldende mobiliteitsplan van de stad. Enkel de lokale wegen behoren tot de bevoegdheid van de stad. Een afsluiting van een gewestweg wordt belast door het Vlaamse Gewest.

a. Lokale weg type I en II, verbinden en ontsluiten:

i. € 100 voor de eerste dag

ii. € 75 voor elke volgende dag

b. Lokale weg type III, toegang geven

i. € 50 voor de eerste dag

ii. € 25 voor elke volgende dag

Indien de straat meerdere dagen afgesloten moet worden, hoeven de eerste dag en de volgende dagen niet aansluitend te zijn. De niet opeenvolgende straatafsluitingen moeten wel in eenzelfde vergunning aangevraagd worden.

 

c) Spoedprocedure :

Indien een tijdelijke inname openbaar domein via spoedprocedure vergund wordt, bedraagt de belasting € 1,80 per vierkante meter en per kalenderdag dat de inname van de oppervlakte van het openbaar domein blijft bestaan.

Een begonnen vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter.

Een begonnen kalenderdag wordt eveneens aanzien als een volledige kalenderdag.

Het minimumbedrag wordt bepaald op € 31,20.

 

d) Regularisatie :

Indien een tijdelijke inname openbaar domein geregulariseerd wordt, bedraagt de belasting € 1,80 per vierkante meter en per kalenderdag dat de inname van de oppervlakte van het openbaar domein blijft bestaan.

Een begonnen vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter.

Een begonnen kalenderdag wordt eveneens aanzien als een volledige kalenderdag.

Het minimumbedrag wordt bepaald op € 31,20.

Indien er wegsleepkosten ten laste de stad voortkomen uit de regularisatie, zullen deze doorgerekend worden aan de aanvrager.

 

Artikel 5 : Vrijstellingen

Worden van de belasting vrijgesteld:

1. Tijdelijke innames voor het uitvoeren van verhuiswerkzaamheden (plaatsen verhuislift en/of verhuiswagen),

a. tenzij de inname aangevraagd wordt via spoedprocedure of

b. tenzij het een regularisatie betreft.

 

2. Tijdelijke innames voor bouw- en verbouwingswerken uitgevoerd voor rekening van openbare besturen.

 

3. Tijdelijke innames voor werken uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of van haar plaatselijke bouwmaatschappijen.

 

4. Tijdelijke innames geplaatst door nutsmaatschappijen.

 

5. Wanneer het openbaar domein in gebruik wordt genomen voor het herstellen van gebouwen n.a.v. een natuurramp of een brand.

 

6. Tijdelijke innames van het openbaar domein dat toebehoort aan het Vlaams Gewest (gewestwegen op het grondgebied van de stad). Voor de behandeling van dergelijke aanvragen wordt door de stad wel een administratieve kost aangerekend van € 10,40.

Bovendien leidt de vrijstelling op de belasting voor de tijdelijke inname van het openbaar domein niet tot een vrijstelling van de retributie op het huren van verkeerssignalisatie bij de stad.

De vrijstelling geldt niet voor het bekomen van een toelating op zich: Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen, dient de uitvoerder voorafgaandelijk aan de inname een aanvraag in te dienen via het digitale systeem van de stad en een innameplan ter goedkeuring voor te leggen.

Indien het openbaar domein tijdelijk ingenomen wordt door een partij die vrijgesteld is van de belasting en er wordt door de controlerende GAS-ambtenaren of de politie vastgesteld dat er geen activiteiten plaatsvinden, dat het openbaar domein bijgevolg nodeloos ingenomen wordt, zal de vrijstelling ingetrokken worden en wordt de inname van het openbaar domein alsnog belast per dag dat de werkzaamheden geen vooruitgang kennen volgens bovenstaande tarieven, ten laste diegene die het openbaar domein daadwerkelijk inneemt of zijn opdrachtgever. De aanvrager zal hiervan op de hoogte gebracht worden en kan de activiteiten hervatten of bewijslast aanvoeren dat er wel activiteiten plaatsvinden of aantonen dat er overmacht heerst.

 

Artikel 6 : Inning en eventuele terugbetaling

§ 1 Inning :

Op het ogenblik van de aanvraag van de inname wordt het bedrag van de belasting in bewaring gegeven in handen van de financieel directeur of zijn afgevaardigde, tegen afgifte van ontvangstbewijs.

Op het moment van de inname wordt het in bewaring gegeven bedrag van ambtswege als een verworven contantbelasting geboekt.

Bij gebrek aan een contantbelasting of indien het in bewaring gegeven bedrag niet in overeenstemming is met de reële belastingschuld, zal van ambtswege tot inkohiering van de gehele of gedeelte belasting worden overgegaan.

De periode van niet- aangifte of onjuiste aangifte, dienende tot het berekenen van de aanslag, wordt ambtshalve vastgesteld op verslag van een beëdigde aangestelde van de stad en leidt tot een GASvaststelling met aanrekening van overeenkomstige retributie omwille van de inbreuk.

Bij niet-aangifte moet de betreffende inname bovendien nog geregulariseerd worden. De regularisatie moet met spoed uitgevoerd worden en leidt bijgevolg tot dezelfde tarifering als voor een spoedprocedure.

Indien de inname niet geregulariseerd kan worden (zie voorwaarden van regularisatie) dan moet de inname onmiddellijk beëindigd worden. De dagen dat de inname plaatsvond, zullen alsnog belast worden volgens de tarifering van een regularisatie.

 

§ 2 Terugbetaling bij annulering :

De belasting kan geheel of gedeeltelijk terugbetaald worden indien de aanvrager een annulering

aanvraagt:

         minimum 1 werkdag voor het geplande ingaan van de inname, of

         minimum 1 werkdag voor de vroegtijdige stopzetting van de inname, zodat nazicht door een aangestelde kan plaatsvinden.

Enkel in die gevallen kan de belasting geheel of gedeeltelijk terugbetaald worden en dit in verhouding met het aantal dagen effectieve inname.

Voor de annulering van een inname wordt een annulatievergoeding aangerekend van € 50. Deze wordt afgehouden van het terug te betalen bedrag.

Indien het in verhouding staande terug te betalen bedrag minder bedraagt dan € 50 zal geen bijkomende belasting opgelegd worden en kan geen terugbetaling plaatsvinden.

 

§ 3 Terugbetaling bij intrekking van de vergunning:

Alle bepalingen/voorwaarden die door de stadsdiensten in de vergunning opgenomen worden, dienen nageleefd te worden. Indien de bepalingen/voorwaarden niet nageleefd worden, zal de aanvrager aangemaand worden de inname conform de vergunning uit te voeren. Indien de aanvrager zich niet in regel stelt binnen de 24 uur, kan de politie of een aangestelde vaststeller de vergunning intrekken.

De belasting op de resterende looptijd van de inname (stopgezet vanaf officiële intrekking) kan terug gevorderd worden, mits afhouding van een annulatievergoeding van € 50.

Indien het terug te betalen bedrag minder bedraagt dan € 50 zal geen bijkomende belasting opgelegd worden en kan geen terugbetaling plaatsvinden.

Indien men de werken alsnog wil aanvatten nadat een vergunning ingetrokken werd, dient een nieuwe vergunning aangevraagd te worden via het digitale systeem dat de stad aanbiedt of aan het loket en moeten de sperperiodes opnieuw gerespecteerd worden. De nieuwe aanvraag kan geen regularisatie zijn.

De vergunning kan ook ingetrokken worden door de politie of door een aangestelde in geval van een noodsituatie, overmacht en/of een acuut veiligheidsprobleem.

De belasting op de resterende looptijd van de inname kan terug gevorderd worden. Er zal geen annulatievergoeding in rekening gebracht worden.

Voor het hervatten van de werkzaamheden, moet een nieuwe aanvraag ingediend worden. Dit kan via een spoedprocedure of regularisatie indien aan de voorwaarden van de spoedprocedure of regularisatie voldaan is:

         Indien de vergunning ingetrokken werd omwille van een noodsituatie of overmacht gelden de basistarieven en niet die van de spoedprocedure.

         Indien de vergunning ingetrokken werd omwille van een acuut veiligheidsprobleem veroorzaakt door de aanvrager of zijn personeel of zijn opdrachtgever, gelden de tarieven van de spoedprocedure.

 

§ 4 Terugbetaling bij overschrijding van de ingangstermijn:

Indien de ingangstermijn van een vergunning overschreden wordt, zal de aanvrager aangemaand worden de inname te starten. Indien de inname niet gestart is binnen een termijn van 24u na de aanmaning, wordt de volledige vergunning automatisch ingetrokken, ook indien de ingangstermijn voor slechts een deel van de inname overschreden wordt.

Na intrekken van de vergunning kan de terugbetaling van de belasting op de inname gevraagd worden. Van het terug te betalen bedrag zal een annulatievergoeding van € 50 afgehouden worden, alsook de innamebelasting van de reeds verlopen periode tussen startdatum van de vergunning en intrekken van de vergunning.

Indien het terug te betalen bedrag minder bedraagt dan € 50 zal geen bijkomende belasting opgelegd worden en kan geen terugbetaling plaatsvinden.

 

Artikel 7 : Bezwaarprocedure

§ 1. Indienen bezwaar:

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Het bezwaarschrift dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk, gedateerd en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Uitgebreide info omtrent de bezwaarprocedure kan je terugvinden op de website van de Stad Lier :

www.Lier.be

 

§ 2. Behandeling bezwaar:

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 8: Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP VERLICHTE UITHANGBORDEN EN LICHTRECLAMES. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op uithangborden en lichtreclame.

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Voor haar algemene financiering heft de stad Lier een belasting op lichtreclames en verlichte uithangborden. Het heffen van een belasting is verantwoord door de visuele vervuiling voortgebracht door deze lichtreclames en uithangborden.

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025  wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op de lichtreclames en verlichte uithangborden

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op uithangborden en lichtreclames  op het grondgebied van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage..

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  uithangborden en lichtreclames een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

BELASTING OP LICHTRECLAMES EN VERLICHTE UITHANGBORDEN

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering

Voor haar algemene financiering heft de stad Lier een belasting op lichtreclames en verlichte uithangborden. Het heffen van een belasting is verantwoord door de visuele vervuiling voortgebracht door deze lichtreclames en uithangborden.

 

Artikel 1 : Belastbaar feit

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op de lichtreclames en verlichte uithangborden.

De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor elke periode van een kalenderjaar, ongeacht de datum van plaatsing, aanwending- of ingebruikneming van het verlichte uithangbord of lichtreclame behoudens de toepassing van artikel 6.

Het onbruik van de verlichte uithangborden of de lichtreclames geeft geen aanleiding tot vrijstelling of vermindering van de belasting. ingeval de belastbare materie verwijderd wordt voor 01 januari van het betrokken aanslagjaar is de belasting niet langer verschuldigd.

De overdracht van gebruik van een belastbaar voorwerp aan een nieuwe gebruiker in de loop van het aanslagjaar, geeft geen aanleiding tot een nieuwe heffing. In dit geval is de betaling van de belasting solidair verschuldigd door de opeenvolgende gebruikers tijdens het kalenderjaar.

 

Artikel 2 : Definities

Lichtreclame of uithangbord : alle borden, tekeningen, figuren, opschriften, ook op papier geschilderd, aangebracht aan of rond de inrichting teneinde het publiek bekend te maken met een ter plaatse bestaande handel, nijverheid, ambacht, vrij beroep, dienst of met alle andere werkzaamheden die ter plaatse geschieden.

Verlicht : deze verlichting kan direct zijn, met name van binnenuit of indirect waarbij spots of lampen hun licht op het uithangbord werpen.

Artikel 3 : Tarieven en berekening

Tarieven : De belasting wordt vastgesteld op € 27,00 per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter verlicht uithangbord of lichtreclame.

De meetkundige eenheden zijn ondeelbaar voor de berekening van de aanslag.

 

Het minimumbedrag wordt vastgesteld op € 32,40

Berekening :

1. Voor verlichte uithangborden en lichtreclames, volledige vervat in een armatuur, is de belastbare oppervlakte gelijke aan deze van de armatuur.

2. Voor de verlichte uithangborden en lichtreclames zonder armatuur of waarvan de elementen buiten de armatuur strekken, is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van de rechte vierhoek binnen wiens grenzen het verlichte uithangbord of de lichtreclame vervat is;

3. Voor de verlichte uithangborden of lichtreclames met meerdere zijden, aldus aangegeven en zichtbaar, is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van de totale oppervlakte van alle vakken of zijden;

4. Indien twee of meer verlichte uithangborden of lichtreclames onderling één geheel vormen is de belastbare oppervlakte gelijk aan het geheel.

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                            R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                               i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd voor het ganse jaar, ongeacht de periode van uitbating, en solidair te betalen door:

a) de eigenaar van het uithangbord, het reclamebord, het verlicht uithangbord of de lichtreclame, het uithangbord of reclame door lichtprojectie;

b) de persoon die de activiteit uitoefent waarop het belastbaar voorwerp betrekking heeft;

c) de eigenaar van het gebouw waarop het uithangbord, het reclamebord, het verlicht uithangbord of de lichtreclame, het uithangbord of reclame is aangebracht

 

Artikel 6 : Vaststellingen

De belastbare elementen worden vastgesteld door het stadsbestuur. De belastingplichtigen of hun vertegenwoordigers moeten te allen tijde op verzoek van de met de controle belaste persoon van het stadsbestuur de nodige inlichtingen verstrekken.

 

Artikel 7 : Vrijstellingen

a) De eerste 2 vierkante meter zijn vrijgesteld

b) Indien de plaatsing gebeurt na 30 november van het aanslagjaar is belasting slechts verschuldigd vanaf de eerste januari daar op volgend.

 

Artikel 8 : inning en invordering

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De kohierbelasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9 : Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Bijkomende info vind je op de website van de stad Lier www.lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 10 : Inwerkingtreding

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP GEBRUIK OPENBAAR DOMEIN DOOR GELEGENHEIDSINRICHTINGEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein voor gelegenheidsinrichtingen.

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een  belasting geheven voor elk privaat gebruik van het gemeentelijk openbaar domein door circussen, danstenten, barakken, foorinstellingen, openluchtvoorstellingen en andere gelijkaardige inrichtingen waar vertoningen of vermakelijkheden gegeven worden.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

13 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 13 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein door gelegenheidsinrichtingen op het grondgebied van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein door gelegenheidsinrichtingen een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Belastingreglement op gebruik openbaar domein door gelegenheidsinrichtingen

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Artikel 1: Basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven voor elk privaat gebruik van het gemeentelijk openbaar domein door circussen, danstenten, barakken, foorinstellingen, openluchtvoorstellingen en andere gelijkaardige inrichtingen waar vertoningen of vermakelijkheden gegeven worden.

 

Artikel 2: Tarieven en berekening

§ 1. Tarieven

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 0,20 EUR per dag of gedeelte van een dag gebruik en per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter van de bezette standplaats met een minimum van 21,60 EUR.

Als belastbare oppervlakte wordt beschouwd de oppervlakte ingenomen door constructies en wagens die tot de normale werking van de instelling behoren zoals dierenwagens, toestellen voor het opwekken van energie, materiaalwagens die in de nabije omgeving van de instelling dienen opgesteld e.a.

Woonwagens en wooncaravans op het terrein van de novemberfoor : 27 EUR.

Worden niet in aanmerking genomen: woonwagens en wooncaravans op een andere plaats.

 

§ 2 Berekening:

Voor de berekening van de belasting is de oppervlakte, welke dient in aanmerking genomen te worden, die van de rechthoek welke fictief rond het voorwerp of de groep voorwerpen die het openbaar domein bezetten, kan getrokken worden.

 

Artikel 3 : Jaarlijkse indexaanpassing

De bedragen in artikel 2 worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                                       R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 2

                                           i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 4 : Vrijstellingen

De retributie wordt niet geïnd voor :

1) het verkeer en het stationeren van voertuigen op de openbare weg of op parkeerpleinen;

2) de gevallen van gebruik op het openbaar domein die reeds aanleiding geven tot het heffen van een andere belasting of retributie ten voordele van de gemeente, evenals wanneer de standplaats toegewezen wordt bij openbare aanbestedingen, verpachting of krachtens een concessiecontract.

3) manifestaties met bovengemeentelijke uitstraling waaraan de stad gratis haar materiële medewerking verleent.

4) reglementering novemberfoor en kermissen

5) straatfeesten, wijkfeesten, braderijen toegelaten door het schepencollege

 

Artikel 5 : belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de personen die overeenkomstig het geldend politiereglement in het bezit dienen te zijn van een machtiging voor gebruik van het openbaar domein.

De machtigingsaanvraag vermeldt alle elementen die noodzakelijk zijn voor de berekening van de belasting.

De belasting is verschuldigd zolang het ophouden van het gebruik aan het gemeentebestuur niet betekend werd, behalve indien er in de machtiging een termijn bepaald werd.

 

Artikel 6: Voorafgaande machtiging

De belastingplichtigen moeten voorafgaandelijke machtiging bekomen van het gemeentebestuur overeenkomstig het geldend politiereglement en binnen de acht dagen na het betekenen van de machtiging een bedrag gelijk aan de helft van de vermoedelijke belasting in bewaring geven tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Het saldo van de vermoedelijke belasting dient onder gelijkaardige procedure in bewaring gegeven ten laatste de dag vóór het eerste gebruik van de standplaats.

De ontvangstbewijzen dienen op elk verzoek van de met toezicht belaste ambtenaren of agenten te worden getoond.

De in bewaring gegeven bedragen zullen van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt indien geen tegenbericht van de belastingplichtige bij het gemeentebestuur toekomt uiterlijk de dag voor deze waarop het belastbaar feit zich zal voltrekken.

 

Artikel 7: Wederrechtelijke inname openbaar domein

De belasting is eveneens verschuldigd bij wederrechtelijke inneming van het openbaar domein en de verwijdering van de belastbare elementen wegens het ontbreken van machtiging of bij intrekking van de toelating bij politiemaatregel wegens een fout van de betrokkene of het afzien van deze laatste van het genot van de gegeven toelating.

Zo de machtiging ingetrokken wordt door het stadsbestuur om redenen onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, zal de belasting terugbetaald worden à rato van de nog resterende dagen in de machtiging opgenomen.

 

Artikel 8 : Voorwaarden en verplichtingen

§ 1.Het betalen van de belasting geeft aan de belastingplichtige geen enkele aanspraak op recht van concessie of erfdienstbaarheid op het betrokken domein.

Hij is er in tegendeel toe gehouden op het eerste verzoek van de overheid het gebruik van het openbaar domein te staken of te beperken zonder enige schadevergoeding te kunnen vorderen, tenzij een eventuele gedeeltelijke terugbetaling zoals in art. 4 voorzien.

De betaling van de belasting brengt voor de gemeente geen enkele speciale toezichtstaak mee.

Het privaat gebruik van het openbaar domein gebeurt op eigen risico van de begunstigde van de machtiging en onder zijn verantwoordelijkheid.

§ 2. Door het aanvaarden van de toelating en het betalen van de verschuldigde belasting verbindt de vergunninghouder er zich toe, op eerste verzoek van het bestuur de schade te vergoeden voor elke beschadiging aan het openbaar domein of aanhorigheden door de houder van de toelating (of één van hun aangestelden) aangebracht door of naar aanleiding van het vergund gebruik van het openbaar domein.

Deze vergoeding wordt vastgesteld op basis van het loon, het gebruikte materiaal en de vervoerkosten.

 

Artikel 9: Vaststellingen

De beëdigde aangestelden van de stad Lier zijn gemachtigd alle inbreuken op onderhavige verordening vast te stellen.

 

Artikel 10: Invordering en betaling

De belasting is een contantbelasting. dient te worden betaald vooraleer de stukken worden overhandigd .

Bij gebreke aan betaling van de belasting wordt deze ingekohierd op basis van de gegevens waarover het bestuur beschikt. Het bedrag gevorderd worden overeenkomstig art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 11: Bezwaar

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie aanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk, gedateerd en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Uitgebreide info omtrent de bezwaarprocedure kan je terugvinden op de website van de Stad Lier :

www.Lier.be

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 12: Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP AANPLAKBORDEN VOOR PUBLICITEIT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden.De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025  wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

 

Argumentatie

Voor haar algemene financiering heft de stad Lier een belasting op aanplakborden voor publiciteits-doeleinden.et heffen van een belasting is verantwoord door de visuele vervuiling voortgebracht door deze aanplakborden.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingsreglement op te maken om een belasting te heffen op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden  een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

BELASTING OP AANPLAKBORDEN VOOR PUBLICITEITSDOELEINDEN

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Voor haar algemene financiering heft de stad Lier een belasting op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden het heffen van een belasting is verantwoord door de visuele vervuiling voortgebracht door deze aanplakborden.

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden.

De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor gans het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het aanslagjaar waarop het betrokken bord wordt geplaatst of weggenomen, met uitzondering van de toepassing van artikel 5.

 

Artikel 2 : Definities

Aanplakbord : elke vaste of verplaatsbare constructie in gelijk welk materiaal, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel met inbegrip van muren, gedeelten van muren, omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen.

Elektronische reclameborden : publiciteitsmiddelen die opeenvolgende reclames, figuren en/of tekst vertonen of projecteren.

 

Artikel 3 : Tarieven en berekening

De belasting wordt vastgesteld op € 29,80 per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter .

Deze belasting wordt verdubbeld voor de reclame die bestaat uit elkaar opvolgende beelden, figuren en /of tekst met betrekking tot eenzelfde product of dienst.

De belasting wordt berekend in veelvoud van het aantal reclames wanneer een communicatiemiddel opeenvolgende reclames vertoont.

De belasting is verschuldigd voor het ganse jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het aanslagjaar waarop het betrokken bord wordt geplaatst of weggenomen, met uitzondering van de bepalingen in artikel 5.

 

Artikel 4 : Indexering tarieven

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                                   R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                                       i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Vrijstellingen

De belasting is niet verschuldigd voor :

a) Borden die opgericht worden na 30 november van het aanslagjaar

 

b) Borden geplaatst door openbare besturen of instellingen van openbaar nut zonder winstgevend doel

 

c) Borden voor notariële aankondigingen voor openbare verkopen bij middel van de wettelijk voorgeschreven aanplakbrieven

 

d) Borden enkel gebruikt ter gelegenheid van de wettelijk voorziene verkiezingen vanaf de 60ste dag voor de verkiezingen

 

e) De borden, al hoewel zichtbaar vanaf de openbare weg, geplaatst op sportterreinen of evenementenweide gericht naar de plaats van de activiteit en niet gericht naar de openbare weg.

 

f) De borden die alleen gebruikt worden voor de aankondiging van de eigen firmanaam op de plaats waar de bedrijfsuitbating gevestigd is.

 

g) De borden geplaatst door politieke, culturele, sport, sociale of godsdienstige organisaties, wanneer het gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten, op voorwaarde dat die borden niet langer dan één maand voor de aankondiging van hun activiteit worden aangewend en voor zover ze geen winstoogmerk hebben

 

h) De borden die voor minder dan één week geplaatst worden, mits voorafgaande aanvraag

 

i) De borden die enkel dienen voor aankondigingen en voldoen aan alle volgende voorwaarden:

         Enkel de vermelding ‘te koop” of “te huur” , de naam en telefoonnummer van de makelaar

         Max 1/3 m² groot zijn

         Aangebracht zijn op het pand zelf

         Gedurende maximum 3 weken

 

j) Vlaggen voor zover ze 3 loshangende zijden hebben

 

Artikel 6 : Belastingplichtige

Belastingplichtige is de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het gebruiksrecht op het aanplakbord of elektronische reclamebord. Indien de gebruiker niet gekend is, de eigenaar van de grond of de muur waarop het bord zich bevindt.

 

Artikel 7 : aangifte

§ 1De belastingplichtige is gehouden tot aangifte bij het gemeentebestuur van de op 01 januari van het aanslagjaar in gebruik zijnde aanplak- of elektronische borden, en dit uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar.

§ 2De aanplakborden of elektronische reclameborden geplaats in de loop van het aanslagjaar moeten worden aangegeven binnen de veertien dagen na de ingebruikname.

Voor de aangifte wordt gebruik gemaakt van de hiertoe voorziene document op de website van de stad Lier.

 

Artikel 8 : vaststelling

De belastbare elementen worden vastgesteld door het stadsbestuur. De belastingplichtigen of hun vertegenwoordigers moeten te allen tijde op verzoek van de met de controle belaste persoon van het stadsbestuur de nodige inlichtingen verstrekken .

De belastingplichtige moet jaarlijks een ondertekende aangifte indienen. Hij krijgt hiervoor van het gemeentebestuur tijdig het hiertoe bestemde formulier.

Betrokkenen die geen formulier zouden ontvangen hebben zijn verplicht om spontaan aan het gemeentebestuur de gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting overeenkomstig de bepalingen van artikel 7.

 

Artikel 9 : ambtshalve inkohiering

§ 1. Wanneer er geen, een onvolledige, onnauwkeurige of onjuiste aangifte wordt gedaan, gaat de gemeente over tot ambtshalve inkohiering volgens de gegevens waarover de gemeente beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per beveiligde zending, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen van de 2de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken.

§ 2. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25,50,100 of 200 % bij de eerste, tweede, derde, vierde of elke daaropvolgende overtreding gaat.

Een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren herstelt de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige.

Het bedrag van de verhoging wordt mee ingekohierd.

 

Artikel 10 : Inning en invordering

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De kohierbelasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11 : Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Bijkomende info vind je op de website van de stad Lier www.lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 12 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP AFGIFTE ADMINISTRATIEVE STUKKEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

 

In het verleden werd er een belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier onder de navolgende voorwaarden een belasting gevestigd op de  afgifte van getuigschriften of andere administratieve stukken.

 

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op afgifte van administratieve stukken overeenkomstig het voorstel in bijlage..

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  de afgifte van administratieve stukken een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

BELASTING OP DE AFGIFTE VAN ADMINISTRATIEVE STUKKEN

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Artikel 1 : basis voor de belasting

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier onder de navolgende voorwaarden een belasting gevestigd op de afgifte van getuigschriften of andere administratieve stukken.

 

Artikel 2 : belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.

 

Artikel 3 : Tarieven

Het bedrag van de belasting wordt bepaald als volgt :

a) op de afgifte van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, kortweg e-ID

         € 0 voor elke eerste aflevering van een e-ID voor de 12-jarigen, vermeerderd met de aangerekende kosten door FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 ingeval wordt gekozen voor een dringende of zeer dringende procedure

         € 2,2 voor elke volgende aflevering van een e-ID, vermeerderd met de aangerekende kosten door FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 ingeval wordt gekozen voor een dringende of zeer dringende procedure

 

b) op de afgifte van niet-elektronische identiteits- of verblijfsdocumenten voor vreemdelingen

         € 8,7 voor elke eerste aflevering van een niet-elektronisch identiteits- of verblijfsdocumenten voor vreemdelingen, inbegrepen latere vernieuwingen of verlengingen

         € 0 voor elke volgende aflevering van een niet-elektronisch identiteits- of verblijfsdocumenten voor vreemdelingen

         € 3,2 voor elke aankomstverklaring

 

c) op de afgifte van reispaspoorten voor Belgen en reisdocumenten voor vreemdelingen

         € 6,2 voor de gewone procedure

         € 15,60 voor de spoedprocedure

         gratis voor kinderen die de leeftijd van 18 jaar niet bereikt hebben op de datum van de aanvraag van de reispas afgezien van de consulaire zegels en het afleveringsrecht, voorzien in de bepalingen van de wet houdende het tarief der consulaire rechten en kanselarijrechten en in de bijhorende wijzigingen.

 

d) op de afgifte van een trouwboekje : € 10,80

 

e) voor het afleggen van een verklaring van eenzijdige beëindiging van de wettelijke samenwoning

         € 191.60 voor betekening door de gerechtsdeurwaarder in Lier

         € 200.00 voor betekening door de gerechtsdeurwaarder in arrondissement Mechelen (buiten Lier) en voor kennisgeving met aangetekende brief aan ambtenaar van burgerlijke stand van de gemeente waar andere partner woont(buiten Lier)

         € 210,90 voor betekening door de gerechtsdeurwaarder buiten arrondissement Mechelen en voor kennisgeving met aangetekende brief aan ambtenaar van burgerlijke stand van de gemeente waar andere partner woont(buiten Lier)

 

f) op de afgifte van elektronische identiteitskaarten voor vreemdelingen, met of zonder biometrische gegevens, kortweg e-VK

         € 0 voor elke eerste aflevering van een e-VK voor de 12-jarigen, vermeerderd met de aangerekende kosten door FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 ingeval wordt gekozen voor een dringende of zeer dringende procedure

         € 2,2 voor elke eerste aflevering van een e-VK vanaf de leeftijd van 13 jaar of voor elke volgende aflevering van een e-VK, vermeerderd met de aangerekende kosten door FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 ingeval wordt gekozen voor een dringende of zeer dringende procedure

g) op de afgifte van elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de 12 jaar, kortweg kids-ID

         € 0 voor elke eerste aflevering van een kids-ID, vermeerderd met de aangerekende kosten door FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 ingeval wordt gekozen voor een dringende of zeer dringende procedure

         € 2,2 voor elke volgende aflevering van een kids-ID, vermeerderd met de aangerekende kosten door FOD Binnenlandse Zaken en/of de kosten aangerekend voor het transport door Group 4 ingeval wordt gekozen voor een dringende of zeer dringende procedure

 

h) op de afgifte van een digitaal rijbewijs en een digitaal voorlopig rijbewijs

         € 5,40 voor de aflevering van een digitaal rijbewijs en voorlopig rijbewijs, vermeerderd met de aangerekende kosten door de FOD Mobiliteit en vervoer.

 

i) op de afgifte van een administratief stuk, dat bij hoogdringendheid gevraagd wordt en plaatsvindt buiten de openingsuren en/of in het weekend € 324,40.

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de retributie wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                         R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                            i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Inning

Bij de aanvraag tot het bekomen van een administratief stuk dient de belastingplichtige een bedrag gelijk aan de vermoedelijke belasting in bewaring te geven tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als verworven contant betaling worden geboekt bij de afgifte van het belastbare stuk.

 

Artikel 6 : Vrijstellingen

De belasting is niet van toepassing op :

         de stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgeleverd

         stukken ambtshalve aangevraagd of in elk geval bestemd voor een instelling met een sociaal doel

         nieuwe identiteitskaarten uitgereikt aan gehandicapten, die niet in staat zijn hun handtekening te plaatsen en waarop de vermelding “vrijgesteld” staat

         de afgifte van stukken welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is, uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeente toekomen en waarvan sprake in de tarieven gevoegd bij de wet op consulaire – en kanselarijrechten

 

Artikel 7 : Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk, gedateerd en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Uitgebreide info omtrent de bezwaarprocedure kan je terugvinden op de website van de Stad Lier :

www.Lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 8: Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP MOTOREN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

in het verleden werd er een belasting geheven op motoren . De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Bedrijven gebruiken motoren om hun machines aan te drijven. Het stadsbestuur behoudt de

belasting op drijfkracht omwille van haar financiële behoefte en tevens om de bedrijven aan te

moedigen zorgvuldig om te gaan met hun energieverbruik .

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025  wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op motoren die worden gebruikt voor de exploitatie van een nijverheids-, handels- of landbouwbedrijf of bijgebouwen hiervan.

 

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

1 stem tegen: Marcel Taelman

7 onthoudingen: Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 1 stem tegen - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op motoren op het grondgebied van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  motoren een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

BELASTING OP MOTOREN

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering

Bedrijven gebruiken motoren om hun machines aan te drijven. Het stadsbestuur behoudt de belasting op drijfkracht omwille van haar financiële behoefte en tevens om de bedrijven aan te moedigen zorgvuldig om te gaan met hun energieverbruik.

 

Artikel 1 : Belastbaar feit

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op motoren die worden gebruikt voor de exploitatie van een nijverheids-, handels- of landbouwbedrijf of bijgebouwen hiervan.

 

Artikel 2 : Definities

Bijgebouwen van een inrichting :hieronder wordt verstaan, elke instelling of onderneming en elke werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken periode van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is. De belasting is niet verschuldigd aan de gemeente, zetel van de inrichting, voor de motoren gebruikt in hierboven bedoelde bijgebouwen, in de verhouding waarin die motoren kunnen belast worden door de gemeente waar het bijgebouw gelegen is. Wanneer hetzij een inrichting, hetzij een hierboven bedoeld bijgebouw, geregeld en duurzaam een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting verschuldigd in de  gemeente, waar hetzij de inrichting, hetzij het hoofdgebouw gevestigd is.

Onlangs geplaatste motoren zijn deze waarvan de ingebruikstelling dateert van het voorafgaande of van het voorlaatste jaar.

 

Artikel 3 : Tarief

De belasting bedraagt € 11,90 per kilowatt ongeacht de krachtbron waarmee de motoren worden aangedreven. Ze wordt berekend op de werkelijke toestand van het jaar dat onmiddellijk aan het aanslagjaar vooraf gaat.

De minimumaanslag bedraagt € 27,00.

 

Artikel 4 : Grondslagen en berekening

§ 1 grondslagen :

slechts één motor, dan wordt de belasting gevestigd volgens de kracht opgegeven in het besluit  waarbij de vergunning tot het plaatsen van een motor verleend wordt, of akte genomen wordt van de plaatsing;

meerdere motoren: in dit geval wordt de belastbare kracht vastgesteld door de krachten, opgegeven in het besluit waarbij de vergunning tot het plaatsen van motoren verleend of akte van die plaatsing genomen wordt, op te tellen, en deze som te voorzien van een simultaanfactor veranderd volgens het aantal motoren.

Deze factor gelijk aan de eenheid van één motor, wordt tot en met 30 motoren met 1/100ste van de eenheid per bijkomende motor verminderd, en blijft daarna onveranderd en gelijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer.

 

§ 2 Eerste jaar:

Vastelling periode : In afwijking van artikel 3, zal bij begin van bedrijfsuitbating in de loop van het belastingjaar, alsmede in geval van aanwending van drijfkrachtvermogen in de bij artikel 1, 1ste lid bedoelde bijgebouwen, de belasting berekend worden volgens de duur van de ingebruikneming van de motoren in de loop van het aanslagjaar, naar rato van 1/12 van het jaartarief per maand. Elke begonnen kalendermaand wordt als een volle maand aangerekend.

Vaststelling vermogen : Bij een eerste inwerkingstelling van een bedrijf wordt de aanslag voorlopig berekend op basis van het bij toepassing van onderhavig reglement in aanmerking te nemen motorvermogen dat in gebruik is op het ogenblik van het opstarten. Indien echter op het einde van het aanslagjaar blijkt dat het in de loop van het jaar aangewend belastbaar vermogen hoger is, zal op grond hiervan een herberekening gebeuren van de totale verschuldigde belasting.

 

Artikel 5 : Vrijstellingen

1) de motoren die gans het kalenderjaar voorafgaand aan het aanslagjaar stilliggen. Het ononderbroken stilliggen voor een duur gelijk aan of langer dan een maand in bedoeld kalenderjaar geeft aanleiding tot belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden gedurende dewelke de motoren stilgelegd werden, de verplichte vakantieperiode niet in aanmerking genomen. Voor de berekening van de vermindering wordt rekening gehouden met de simultaanfactor welke op de inrichting van toepassing is. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag werk op vier weken in de bedrijven die met de R.V.A. een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen.

Met een inactiviteit voor de duur van één maand wordt eveneens gelijkgesteld de inactiviteit gedurende een periode van vier weken, gevolgd door een activiteitperiode van één week, als het gebrek aan werk te wijten is aan economische oorzaken. Geen belastingvermindering kan verleend worden, tenzij op ter post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven berichten waarbij de datum van het stilleggen en de datum van het weder in gang stellen van de motor bekendgemaakt werd aan het gemeentebestuur.

Voor de berekening van de belastingvermindering gaat de stillegging eerst in na ontvangst van het eerste bericht. Bij afwijking van de in de twee laatste zinnen voorziene procedure zal de vrijstelling ten voordele van de bouwondernemingen die verplaatsbare motoren gebruiken, volgens de hierna bepaalde regelen kunnen bekomen worden. Deze ondernemingen zullen, voor iedere aan de belasting onderworpen machine, een boekje moeten bijhouden waarin de dagen worden vermeld gedurende dewelke de machine in gebruik is en de werf waar zij is opgesteld. Aan het einde van het jaar zal de ondernemer zijn aangifte invullen aan de hand van de in elk boekje voorkomende gegevens, met dien verstande dat er over de gegrondheid van de in de boekjes ingeschreven gegevens steeds fiscaal toezicht kan worden uitgeoefend. Deze procedure is echter voorbehouden voor de bouwondernemingen die een geregelde boekhouding voeren, die een schriftelijke aanvraag tot het College van Burgemeester en Schepenen zullen richten en de toelating van het College zullen bekomen hebben;

2) De voertuigen waarop de staatsverkeersbelasting toepasselijk is, alsmede deze welke speciaal van die belasting zijn vrijgesteld door een bepaling van de desbetreffende samengeordende wetten;

3) De motoren welke tractoren, voertuigen-werktuigmachines, die speciaal ontworpen zijn voor de landbouw, en de aanhangwagens aandrijven, wanneer zij uitsluitend worden gebruikt om landbouwnijverheid te verrichten;

4) De motor die een elektrische generator aandrijft, voor een gedeelte van het vermogen dat gebruikt wordt voor het aandrijven van de generator;

5) De door perslucht aangedreven motor;

6) De motoren gebruikt voor het verwijderen van overtollig water, alsmede deze gebruikt voor ventilatie en verluchtingstoestellen;

7) De motoren der draagbare toestellen;

8) De reservemotor, dit is deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de goede gang van zaken en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen voor zover zijn inwerkingstelling niet voor gevolg heeft dat de productie verhoogd wordt;

9) De wisselmotor, dit is deze die uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een andere, welke hij tijdelijk moet vervangen;

10) De eerste 50 belastbare kW;

11) De motoren die in de stations worden gebruikt om de compressoren aan te drijven welke instaan voor het drukregime in de vervoerleidingen;

12) De motoren van de overheidsbesturen en -diensten, zoals de staat, gewest, provincie, gemeenten, O.C.M.W.'s enz., alsmede deze gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dienende voor gemeenschappelijk vervoer, geconcendeerd door de openbare diensten, op voorwaarde dat zij geen handels- of winstgevende verrichtingen doen zoals privévennootschappen of - maatschappijen;

13) De bromfiets met een maximale cilinderinhoud van 50 kubieke centimeter. De reserve- en  wisselmotoren kunnen aangewend worden om terzelfdertijd te werken als deze die normaal gebruikt worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren.

 

Artikel 6 : Verminderingen en bijzondere regelingen

In een aantal gevallen en onder bepaalde voorwaarden kunnen verminderingen worden toegekend :

1) Levert een onlangs geplaatste motor niet dadelijk het normaal rendement omdat de ermee  aan te drijven installaties onvolledig zijn, dan wordt de niet gebruikte kracht aanzien als reservekracht, in zover zij 20 % van de in het vergunningsbesluit opgegeven kracht overtreft.

Deze kracht wordt voorzien van de simultaanfactor die op de inrichting van toepassing is. In dat geval is de aangegeven kracht slechts geldig voor drie maanden, en moet de aangifte om het kwartaal vernieuwd worden zolang deze uitzonderingstoestand duurt.

2) De motoren die van de belasting vrijgesteld zijn, alsmede deze welke stilliggen worden niet in aanmerking genomen voor het bepalen van de simultaanfactor.

3) Wanneer de motoren uit de oorzaak van een ongeval niet meer in staat zijn om meer dan 80 % van de geleverde kracht te verbruiken, wordt de belasting berekend op de verbruikte klacht, op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit minstens drie maanden duurt en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden gebruikt wordt.

De gedeeltelijke buitengebruikstelling moet binnen de acht dagen bericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen bij aangetekend schrijven of schriftelijk tegen ontvangstbewijs.

4) Wanneer de installaties van een nijverheidsbedrijf voorzien zijn van meetapparaten voor het maximum kwartuurvermogen, waarvan de opnemingen maandelijks door de leverancier van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan en bij aldien dat bedrijf belast werd op grond van het bepaalde in de artikels 1 tot 6 gedurende een periode van tenminste twee jaar, wordt het bedrag der belastingen betreffende de volgende dienstjaren, op verzoek van de exploitant, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen, bepaald in functie van de variatie, van het ene tot het andere jaar, van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximum kwartuurvermogens. Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar op grond van het bepaalde in de artikelen 1 tot 6 aangeslagen werd en het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens opgenomen tijdens datzelfde jaar, deze verhouding wordt"verhoudingsfactor" genoemd.

Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maximumkwartuurvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor.

De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximumkwartuurvermogens van één jaar niet meer dan 20 % verschilt van die van het refertejaar d.i. van het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor.

Bedraagt het verschil méér dan 20%, dan telt het gemeentebestuur de belastbare elementen teneinde een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen.

Om het voordeel van de bepalingen van dit artikel te genieten, moet de exploitant voor 31 januari van het jaar dat onmiddellijk het betrokken aanslagjaar voorafgaat een schriftelijke aanvraag bij het College van Burgemeester en Schepenen indienen met de opgave van de maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen, welke in zijn installaties werden opgenomen tijdens het jaar, voorafgaande aan dat met ingang waarvan hij om de toepassing van deze bepalingen verzoekt.

Hij moet er zich voorts toe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave der maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar te voegen en het bestuur toe te laten ten allen tijde de in zijn installatie gedane metingen van het maximumkwartuurvermogen, vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie te controleren.

De exploitant die deze wijze van aangifte, controle en aanslag kiest, verbindt zich door zijn keuze voor een tijdvak van vijf jaar.

Behoudens verzet van de exploitant of van het bestuur bij het verstrijken na het optietijdvak,

wordt dit stilzwijgend verlengd voor een nieuw tijdvak van vijf jaar.

 

Artikel 7: Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                                    R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                                        i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

 

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 8: Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door diegene die de motoren gebruikt.

 

Artikel 9 Vaststelling

§ 1 aangifte:

De belastbare elementen worden vastgesteld door het gemeentebestuur. Het ontvangt van de betrokkenen een getekende verklaring volgens het model en binnen de termijn vastgesteld door het bestuur.

Dit formulier wordt op basis van de gekende gegevens, tijdig door het gemeentebestuur aan de belastingplichtige overgemaakt.

De betrokkenen die geen formulier zouden ontvangen hebben, zijn niettemin verplicht spontaan aan het gemeentebestuur de elementen te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting en dit ten laatste één maand na de ingebruikstelling van de motoren. De belastingplichtige is ertoe gehouden eventuele verandering of verplaatsingen van motoren in de loop van het jaar aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na de wijziging, behoudens wanneer hij op geldige wijze de regeling bedoeld bij artikel 6 heeft gekozen.

 

§ 2 ambtshalve inkohiering:

Bij gebrek van een aangifte binnen de gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het gemeentebestuur aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25, 50, 100 of 200 % wanneer het respectievelijk om een eerste, tweede, derde, vierde overtreding gaat, elke volgende overtreding wordt met 200 % verhoogd, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt.

Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

 

Artikel 10 : Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Bijkomende info vind je op de website van de stad Lier : www.lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 11: Inwerkingtreding

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP TAXI'S EN VERHUUR VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op taxi's en verhuur van voertuigen met bestuurder De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Vanaf 2020 wordt deze materie geregeld in een specifiek decreet en voor alle vanaf 2020 afgeleverde vergunningen is het decreet van toepassing.

Het gemeentelijke reglement is bij wijze van overgangsmaatregel enkel van toepassing voor vergunningen uitgereikt voor 2020.

Deze vergunningen gelden voor 5 jaar derhalve is  het aangewezen om het bestaande reglement slechts te vernieuwen voor de periode 2020-2024.

 

 

Feiten en context

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2024  wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op  :

-Voertuigen bestemd tot exploiteren van taxidiensten

-Voertuigen bestemd voor verhuur met bestuurder

 

 

 

Juridische grond

 

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

6 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op taxi's en verhuur van voertuigen met bestuurder overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  taxi's en verhuur van voertuigen met bestuurder een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024.

 

Bijlage:

 

Belasting op taxi’s en VVB’s (verhuur van voertuigen met bestuurder)

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2024 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op :

         Voertuigen bestemd tot exploiteren van taxidiensten

         Voertuigen bestemd voor verhuur met bestuurder

Deze belasting wordt enkel geheven op voertuigen die vergund werden volgens volgende wetgeving:

         het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de wegen tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen

         het besluit van 18 juli 2003 van de Vlaamse regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder

         het aanvullend Stedelijk taxireglement van 24 maart 2015

Nieuwe vergunningen voor individueel bezoldigd personenvervoer worden vanaf 1 januari 2020 verleend volgens het decreet van de Vlaamse Regering van 29 maart 2019 en bijhorende uitvoeringsbesluiten en aanvullende reglementen.

 

Artikel 2 : Definities

§ 1 taxidienst :

bezoldigd vervoer van personen door middel van gemotoriseerde voertuigen met bestuurder die aan volgende eisen voldoen :

         het voertuig is geschikt voor het vervoer van ten hoogste 9 personen, bestuurder inbegrepen;

         het voertuig wordt ter beschikking gesteld van het publiek;

         de terbeschikkingstelling heeft betrekking op het voertuig;

         de bestemming wordt door de cliënt bepaald.

§ 2 verhuur van voertuigen met bestuurder (VVB):

alle bezoldigde vervoerdiensten door middel van gemotoriseerde voertuigen met bestuurder, die noch openbaar geregeld vervoer noch taxidiensten zijn en naar bouw en uitrusting geschikt zijn voor het vervoer van ten hoogste 9 personen, bestuurder inbegrepen.

Vóór aanvang van het vervoer wordt een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen cliënt en uitbater. De cliënt bepaalt de bestemming van het transport.

 

Artikel 3 : Tarieven en berekening

Zoals bepaald in de gecoördineerde omzendbrief gemeentefiscaliteit BA-2004/03 van 14 juli 2004 wordt ten informatieve titel in dit reglement opgenomen dat het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen de modaliteiten en de tarieven van de belasting voor de exploitatie van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder als volgt heeft bepaald.

 

§ 1 Taxidienst:

         270,30 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig

         486,60 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig die gebruik maakt van openbare taxistandplaatsen

         er wordt een bijkomende belasting geheven van € 81,10 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig zonder gebruik te maken van openbare taxistandplaatsen maar uitgerust met radiotelefonie.

 

§ 2 Verhuur van voertuigen met bestuurder (VVB):

         270,30 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig.

         Indien het voertuig zowel als taxi en VVB gebruikt wordt bedraagt de belasting 540,70 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig.

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                               R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                                    i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de gebruiker van het voertuig. Indien de identiteit van deze gebruiker niet kan achterhaald worden, wordt de houder van de nummerplaat als gebruiker beschouwd. Indien deze laatste in het kader van de GAS-sanctie heeft bewezen dat hij niet de bestuurder was op het ogenblik van de feiten en de identiteit van de bestuurder bekendmaakt, is de belasting alsnog door de bestuurder verschuldigd. De houder van de nummerplaat is mede hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting die ten laste van de gebruiker/bestuurder wordt gevestigd.

 

Artikel 6 : inning en invordering

De belasting wordt contant ingevorderd door middel van de afgifte van een kwitantie of door overschrijving op een bankrekening van de stad Lier .

Bij gebrek aan een contante betaling zal de belasting worden ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

De invordering gebeurt volgens de bepalingen vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure voor provincie en gemeentebelastingen.

 

Artikel 7 : bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Bijkomende info vind je op de website van de stad Lier : www.lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 8 : Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2020 voor een looptijd tot 31 december 2024 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

Het aanvullend stedelijk taxireglement van 24 maart 2015 blijft van kracht tot ook dit vervangen wordt.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP VALSE ALARMMELDINGEN BIJ DE POLITIE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op valse alarmmeldingen bij de politie.

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Een aanzienlijk aantal valse alarmsignalen kan de efficiëntie van het normale politiewerk en de openbare orde en veiligheid ernstig in het gedrang brengen. Het nodeloos alarmeren van de politie verzwaart de werklast van bet politiepersoneel waardoor andere taken in het gedrang kunnen komen, oa aanwezigheid op straat wat van groot belang is om het veiligheidsgevoel te ondersteunen.

Met ingang van 1 januari 2020, voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt door het stadsbestuur een belasting gevestigd op ieder nodeloos alarmeren van de politie via een alarminstallatie die zich in of aan de gevel van het gebouw bevindt.

 

Juridische grond

Grondwet art. 41,162 en 170 § 4

Decreet Lokaal Bestuur art. 40 § 3

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen juni 2011, punt 3.30.3

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

7 onthoudingen: Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op valse alarmmeldingen bij de politie op het grondgebied van de stad overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  valse alarmmeldingen bij de politie een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Bijlage:

 

BELASTING OP VALSE ALARMMELDINGEN BIJ DE POLITIE

 

Juridische grond

Grondwet art. 41,162 en 170 § 4

Decreet Lokaal Bestuur art. 40 § 3

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen juni 2011, punt 3.30.3

 

Motivering

Een aanzienlijk aantal valse alarmsignalen kan de efficiëntie van het normale politiewerk en de openbare orde en veiligheid ernstig in het gedrang brengen. Het nodeloos alarmeren van de politie verzwaart de werklast van bet politiepersoneel waardoor andere taken in het gedrang kunnen komen, o.a. aanwezigheid op straat wat van groot belang is om het veiligheidsgevoel te ondersteunen,

 

Artikel 1. Belastbaar feit

Met ingang van 1 januari 2020, voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt door het stadsbestuur een belasting gevestigd op ieder nodeloos alarmeren van de politie via een alarminstallatie die zich in of aan de gevel van het gebouw bevindt.

 

Artikel 2. Definities

Onder nodeloos alarmeren wordt verstaan ‘elke alarmmelding die niet het gevolg is van een binnendringing die een misdrijf tegen personen of goederen beoogt.

 

Artikel 3 : tarief

De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 155,40 euro per nodeloos alarm.

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule :

 

                               R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                                  i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : De belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de gebruiker van de alarminstallatie

 

Artikel 6: Vrijstellingen

De in artikel 4 bedoelde gebruiker wordt van deze belasting vrijgesteld indien alle volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn :

a) Het bestaan van de alarminstallatie met bekend zijn bij de politie en volledig voldoen aan de bepalingen van het KB. De aangifte hiervan gebeurt op het commissariaat via het daartoe bestemde formulier.

b) Het vals alarm moet uitzonderlijk zijn, dit wil zeggen maximum één nodeloze alarmmelding per periode van 12 maanden

c) Maximum 30 minuten nadat de alarmoproep bij de politie is gemeld, moet een verantwoordelijke ter plaatse zijn

 

Artikel 7 : Innen en Invordering

1. Contant belasting –De belasting wordt contant betaald, tegen afgifte van een ontvangstbewijs, in handen van de financieel directeur of zijn afgevaardigde.

Als dan zal het in bewaring gegeven bedrag van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt.

2. Inkohiering : Bij gebrek aan gehele betaling belastingschuld, zal van ambtswege tot inkohiering van de gehele of gedeeltelijke belasting worden overgegaan.

Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van burgemeester en Schepenen.

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8 Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk, gedateerd en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Uitgebreide info omtrent de bezwaarprocedure kan je terugvinden op de website van de Stad Lier :

www.Lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 9 : inwerkingtreding en bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP HET VERWIJDEREN VAN SLUIKSTORTEN, HET OPRUIMEN VAN ZWERFVUIL EN WERKEN UITGEVOERD VOOR DERDEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

 

In het verleden werd er een belasting geheven op het verwijderen van sluikstorten en opruimen van zwerfvuil en op het uitvoeren van noodzakelijke werken, door of in opdracht van de stad, voor derden die in gebreke blijven bij het naleven van de verplichtingen opgelegd door de algemene bestuurlijke politiereglementering. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

 

Feiten en context

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025  wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op het verwijderen van sluikstorten en opruimen van zwerfvuil en op het uitvoeren van noodzakelijke werken, door of in opdracht van de stad, voor derden die in gebreke blijven bij het naleven van de verplichtingen opgelegd door de algemene bestuurlijke politiereglementering.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

 

Argumentatie

Het heffen van een belasting op het verwijderen van sluikstorten en zwerfvuil is te verantwoorden wegens de visuele vervuiling, de landschapsverstoring en het belastend karakter van het zwerfvuil voor het milieu.

Het doorrekenen aan de overtreders van de kosten voor het opruimen van deze sluikstorten en/of zwerfvuil  door de medewerkers van de stad zelf of door derden is vanzelfsprekend en heeft een ontradend effect.

De tarieven werden aangepast aan de stijgende levensduurte.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken  om een belasting te heffen op het verwijderen van sluikstorten en opruimen van zwerfvuil en op het uitvoeren van noodzakelijke werken, door of in opdracht van de stad, voor derden die in gebreke blijven bij het naleven van de verplichtingen opgelegd door de algemene bestuurlijke politiereglementering, overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  het verwijderen van sluikstorten en opruimen van zwerfvuil en op het uitvoeren van noodzakelijke werken, door of in opdracht van de stad, voor derden die in gebreke blijven bij het naleven van de verplichtingen opgelegd door de algemene bestuurlijke politiereglementering,  een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Bijlage:

 

BELASTING OP HET VERWIJDEREN VAN SLUIKSTORTEN,OPRUIMEN VAN ZWERFVUIL EN OP HET UITVOEREN VAN WERKEN VOOR OF IN DE PLAATS VAN DERDEN.

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Motivering

Het heffen van een belasting op het verwijderen van sluikstorten en zwerfvuil is te verantwoorden wegens de visuele vervuiling, de landschapsverstoring en het belastend karakter van het zwerfvuil voor het milieu.

Het doorrekenen aan de overtreders van de kosten voor het opruimen van deze sluikstorten en/of zwerfvuil door de medewerkers van de stad zelf of door derden is vanzelfsprekend en heeft een ontradend effect.

 

Artikel 1 : Belastbaar feit

Voor de termijn ingaand op 01 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de stad Lier een belasting geheven op het verwijderen van sluikstorten en opruimen van zwerfvuil en op het uitvoeren van noodzakelijke werken, door of in opdracht van de stad, voor derden die in gebreke blijven bij het naleven van de verplichtingen opgelegd door de algemene bestuurlijke politiereglementering.

 

Artikel 2 : Definities

         sluikstort: stiekem vuilnis storten op ongeoorloofde plekken

         zwerfvuil: afval dat niet op de daarvoor bestemde plaats in het openbaar wordt gedeponeerd werken voor of in de plaats van derden : verwijderen van sluikstort , het opruimen van zwerfvuil en het uitvoeren van andere werken, voor derden die in gebreke blijven bij het naleven van verplichtingen opgelegd door het algemeen politiereglement van de gemeente.

 

Artikel 3 : Tarief

Tarieven :

a) Bij het ambtshalve uitvoeren van de noodzakelijke interventies door het stadsbestuur zelf :

1. Forfaitaire administratiekost van € 54,10

2. Een uitvoeringskost van € 37,90 per begonnen uur en per arbeider (+ 150% op zaterdag, + 200 % op zon- en feestdagen tussen 22.00 en 6.00 uur)

3. Een vervoerkost per begonnen uur per voertuig

         Bestelwagen € 32,40

         Vrachtwagen € 48,70

         Veegmachine klein € 97,30

         Veegmachine groot € 119

         Kolkenzuiger € 119

         Hoogtewerker € 119

         Zuigcontainer € 119

4. Een afvalverwerkingskost van € 0,30 per kg indien afval moet verwerkt worden

5. Een stockagekost van € 0,20 per m² per dag indien gestockeerd moet worden, met een minimumbedrag van € 135,10.

b) Indien de stad de ambtshalve interventies via een opdracht toevertrouwt aan een derde :

1. Een forfaitaire administratiekost van € 135,10

2. Een uitvoeringskost die gelijk is aan het factuurbedrag van de derde

3. Wanneer zowel eigen personeel en materiaal van het stadsbestuur, als een derde, via opdracht moeten worden ingezet, gelden hiervoor genoemde tarieven, met dien verstande dat de administratiekost slechts eenmaal aangerekend wordt ten bedrage van € 135,10

 

Artikel 4 : Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                                  R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                                      i

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 5 : Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door degene die verantwoordelijk is overeenkomstig de bepalingen van de algemene bestuurlijke politiereglementering. Desgevallend is de belasting verschuldigd door de voor hem/haar verantwoordelijke persoon.

 

Artikel 6 : Vaststellingen

De belastbare elementen worden vastgesteld door het stadsbestuur.

De belastingschuld ontstaat op het ogenblik van het weghalen en verwijderen van de afvalstoffen. De betaling van de belasting wordt gevorderd onverminderd de strafrechtelijke en administratiefrechtelijke vervolgingen tegen personen bedoeld in artikel 4.

 

Artikel 7 : Inning en invordering

1. Contant belasting –De belasting wordt contant betaald, tegen afgifte van een ontvangstbewijs, in handen van de financieel directeur of zijn afgevaardigde.

Als dan zal het in bewaring gegeven bedrag van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt.

2. Inkohiering : Bij gebrek aan gehele betaling belastingschuld, zal van ambtswege tot inkohiering van de gehele of gedeeltelijke belasting worden overgegaan.

Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van burgemeester en Schepenen.

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8 : Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Bijkomende info vind je op de website van de stad Lier : www.lier.be

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 9 : Inwerkingtreding

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BELASTING OP ONTGRAVEN EN VERPLAATSEN VAN STOFFELIJKE RESTEN.  GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

 

In het verleden werd er een belasting geheven op het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten of asurne om te begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld, te verstrooien op de strooiweide of te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats .en verplaatsen

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2025.

 

Feiten en context

Het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten brengt kosten met zich mee door de inzet van personeel en materieel. Door middel van een specifieke belasting levert de aanvrager een financiële bijdrage. Deze belasting verlicht de financiële behoefte van de stad.

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen procedure van provincie- en gemeentelelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten of asurne om te begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld, te verstrooien op de strooiweide of te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats, overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten of asurne om te begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld, te verstrooien op de strooiweide of te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats,  een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

 

Bijlage:

 

Belasting op ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten of asurne om te begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld, te verstrooien op de strooiweide of te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats.

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Motivering :

Het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten brengt kosten met zich mee door de inzet van personeel en materieel. Door middel van een specifieke belasting levert de aanvrager een financiële bijdrage. Deze belasting verlicht de financiële behoefte van de stad.

 

Artikel 1 : basis voor de retributie

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op :

a) het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten of asurne

b) het begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld of as-verstrooiing op de strooiweide van personen die niet op het grondgebied van de gemeente overleden zijn en bovendien niet waren ingeschreven in de bevolkingsregisters van de stad Lier.

 

Artikel 2 : Tarieven

1. Ontgraving van stoffelijke resten uit een graf : € 932,60

2. Verplaatsing van stoffelijke resten uit het columbarium : € 155,40

3. Begraving, bijzetting in columbarium of asverstrooiing op strooiweide, vermeld in artikel 1 b : € 310,90.

 

Artikel 3 : Jaarlijkse indexering

Het bedrag van de belasting wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004).

Ze worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de maand december van het voorgaande jaar volgens de formule:

 

                                                    R x I waarbij R = tarief vastgesteld in artikel 3

                                                        i

 

I = index van de maand december van het voorgaande jaar

i = index van de maand december 2019 (basis 2004)

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Artikel 4 : Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de persoon die de ontgraving of verplaatsing van de stoffelijke resten, respectievelijk de begraving, verstrooiing of de bijzetting in een columbarium vraagt.

 

Artikel 5 : Vrijstellingen

Vrijstelling van de belasting wordt verleend voor:

a) Ontgraving of verplaatsing van stoffelijke resten:

1. verplicht door de gerechtelijke overheid teneinde een gerechtelijk dossier aan te vullen, uitgezonderd wanneer een partij eiser, als aanhanger en/of verweerder in zake is, welke in staat is de kosten te betalen

2. oorlogsslachtoffers of personen gestorven in dienst van het vaderland

3. genoodzaakt door het, bij bestuurlijke maatregel, overbrengen van lijken of stoffelijke resten van een oude naar een nieuwe begraafplaats

b) Begravingen, bijzettingen in columbarium of asverstrooiing op strooiweide:

1. van oorlogsslachtoffers of personen gestorven in dienst van het vaderland

2. de personen door het OCMW van Lier geplaatst in een instelling gelegen op het grondgebied van een andere gemeente, of om reden van verzorging buiten Lier verblijvend

 

Artikel 6 : Invordering en betaling

De belasting moet contant worden betaald, op het ogenblik van de aanvraag.

Bij gebrek aan betaling wordt de belasting van ambtswege ingekohierd op basis van de gegevens waarover het bestuur beschikt.

 

Artikel 7 : Bezwaarprocedure

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk, gedateerd en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Uitgebreide info omtrent de bezwaarprocedure kan je terugvinden op de website van de Stad Lier:

www.Lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 8 : Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

AFVALBELASTING VASTE BIJDRAGE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op afval vaste bijdrage .De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2021.

 

Feiten en context

Er wordt voor de jaren 2020 t.e.m. 2021 een kohierbelasting geheven op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid artikel 26, en latere wijzigingen (intergemeentelijke inning);

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

Het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 2016 tot vaststelling van het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval;

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

10 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 10 stemmen tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op afval vaste bijdrage overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op afval vaste bijdrage een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021.

 

 

Bijlage:

 

AFVALBELASTING VASTE BIJDRAGE

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid artikel 26, en latere wijzigingen (intergemeentelijke inning);

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

Het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 2016 tot vaststelling van het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval;

 

Motivering

Overwegende dat de gemeente ingevolge de haar opgelegde verplichtingen vaste kosten heeft voor afvalbeheer zoals

         Het bevorderen van afvalpreventie en scheiding aan de bron door communicatie, informatie, educatie en sensibilisatie.

         Het gratis inzamelen en verwerken van KGA.

         Het gratis aanvaarden en verwerken van asbestcementafval (tot 1 m³ per gezin per jaar).

         De selectieve inzameling aan huis of via in de gemeente opgestelde containers van selectieve afvalfracties.

         De exploitatie van een of meerdere recyclageparken.

 

Om de scheiding aan de bron aan te moedigen, is het niet aangewezen de inzamelings- en verwerkingskosten voor de selectieve fracties volledig in functie van het aanbod door te rekenen aan de aanbieders.

 

In het kader van een bewustmakingsproces bij de bevolking op het vlak van afvalbeheerskosten voor het huishoudelijk afval, is het aangewezen de vaste kosten en de niet variabele kosten voor de selectieve fracties aan te rekenen aan de bevolking via een vast bedrag en op een zichtbare wijze.

 

Vermits het merendeel van deze kosten gezinsgerelateerd is, wordt de voorkeur gegeven aan een aanrekening per gezin.

De afvalbelasting neemt de financiële toestand van de gemeente in overweging en heeft als doel de vaste kosten te dekken.

 

Overwegende dat verminderingen worden voorzien waardoor sociale correcties worden toegekend op het vast bedrag dat per gezin wordt aangerekend;

 

Overwegende dat de invordering gepaard gaat met kosten ingevolge de verzending van aanmaningen en dat het billijk is deze kosten te verhalen op diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde belasting te betalen;

 

De gemeente heeft beheersoverdracht verleend aan de Intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM). Er wordt naar gestreefd om deze belasting in de gemeenten die aangesloten zijn bij IVAREM zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Het Materialendecreet laat toe deze kosten voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen intergemeentelijk te innen, vandaar dat ervoor geopteerd wordt om deze belasting te laten innen door IVAREM.

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Er wordt voor de jaren 2020 t.e.m. 2025 een kohierbelasting geheven op het inzamelen en

verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.

 

Artikel 2 : Tarieven

Er wordt een vaste afvalbijdrage per jaar per gezin aangerekend van 49 euro.

Aan het begrip “gezin” wordt dezelfde betekenis gehecht als in de bepaling van de laatste algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkings- en vreemdelingenregisters.

 

Artikel 3 : Belastingplichtige

De vaste belasting is verschuldigd door de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven

in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op 1 januari en is ondeelbaar verschuldigd

voor het volledige jaar.

De betaling van de belasting is hoofdelijk verschuldigd door elk meerderjarig lid van het gezin.

Een wijziging van de hoofdverblijfplaats heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering of teruggave.

 

Artikel 4 : Vrijstellingen

Zijn van deze belasting vrijgesteld, voor zover aan de vrijstellingsmodaliteiten is voldaan op 1 januari van het aanslagjaar:

1. De gezinnen die als gevolg van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters een aanduiding referentieadres hebben.

2. De collectieve gezinnen waarvan de leden volgens het rijksregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (kloostergemeenschap, militairen in kazerne, verzorgingsinstellingen voor bejaarden/mindervaliden..)

3. De gezinnen die een aanduiding ‘tijdelijke’ afwezigheid (I.T. 026) hebben in het bevolkingsregister.

 

Artikel 5 : Verminderingen

Bij de vaste afvalbelasting worden volgende verminderingen voorzien:

1. Een vermindering van 12 euro per gezin van deze belasting is voorzien voor “alleenstaanden” (alleenwonenden en éénoudergezinnen).

Onder “alleenstaanden” wordt verstaan een gezin bestaande uit maximaal één meerderjarige persoon met of zonder minderjarige personen. Een persoon is meerderjarig indien hij/zij op datum van 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

Er wordt geen rekening gehouden met de verwantschap binnen het gezin.

 

2. Een vermindering van 3 euro per minderjarig kind in het gezin van deze belasting is voorzien met een maximum van 9 euro per gezin.

Een kind is minderjarig indien hij/zij op datum van 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt. Er wordt geen rekening gehouden met de verwantschap binnen het gezin.

 

3. Een vermindering van 24 euro per gezin van deze belasting is voorzien voor gezinnen (referentiepersonen) waarvan minstens 1 of meerdere gezinsleden gerechtigde zijn op verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering, die voldoen aan de voorwaarden op 1 januari bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

De verminderingen worden rechtstreeks verrekend op het aanslagbiljet voor de vaste afval belasting op basis van de gegevens uit het rijksregister en de gegevens aangeleverd door de Kruispuntbank van de Sociale zekerheid.

Indien de vermindering niet ambtshalve kan toegekend worden, kan de belastingplichtige een aanvraag richten tot toekenning aan IVAREM met controle via kleefzegel van de mutualiteit of attest van gezinssamenstelling uit mijn dossier van het rijksregister.

Hiervoor is een aanvraagformulier voorzien op de website van IVAREM. Deze aanvraag moet ingediend worden voor 30 september van het belastingjaar. De aanvraag moet elk jaar worden ingediend.

Indien IVAREM de aanvraag gegrond verklaart, zal de toelage verrekend worden op het aanslagbiljet.

Indien de belastingplichtige reeds de belasting heeft voldaan, gebeurt dit door het terugstorten van het bedrag van de toelage.

 

Artikel 6 : Intergemeentelijke inning

De kohierbelasting wordt geïnd door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVAREM.

IVAREM maakt het kohier op conform de vermeldingen uit artikel 45, paragraaf 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De belasting wordt jaarlijks vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen (ten laatste op 30 juni dat volgt op het aangeslagen jaar).

Daartoe maakt de gemeentelijke financieel beheerder het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan IVAREM, die onverwijld instaat voor het opmaken en versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen.

Het aanslagbiljet dient betaald te worden binnen een termijn van twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7 : Invordering

Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen 2 maanden na de verzending, verzendt IVAREM per gewone brief of e-mail een aanmaning voor het nog openstaand bedrag. Deze aanmaning kent een betaaltermijn van 30 dagen toe vanaf de verzending van de aanmaning.

Indien binnen de termijn van de eerste aanmaning het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald werd, verzendt IVAREM een twee aanmaning met betaaltermijn van 14 dagen.

Bijkomend vermeldt deze tweede aanmaning dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn.

De kosten verbonden aan de tweede aanmaning en aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend. De kosten voor de tweede aanmaning bedragen 15 euro. De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenen de gerechtsdeurwaarder.

IVAREM kan te allen tijde beslissen om bijkomende kosteloze herinneringen te sturen.

 

Artikel 8 : Betalingen

De betalingen gebeuren op rekening van IVAREM onder vermelding van de referte vermeld op het betalingsdocument.

Bij afwezigheid van een correcte referte tracht IVAREM op basis van de identiteit of het bedrag te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft. Indien de belastingschuld niet te identificeren is, wordt de betaling teruggestort.

Betalingen waarvan duidelijk is dat ze geen betrekking hebben op een afvalbelasting worden

teruggestort aan de betaler.

 

Artikel 9 : bezwaarprocedure

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding.

 

Artikel 10 : Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2020 voor een looptijd tot 31 december 2021 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan de intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM).

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285,286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

AFVALBELASTING VARIABELE BIJDRAGE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een belasting geheven op afval variabele bijdrage.

De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2021 zijnde de looptijd van de actuele overeenkomst.

 

Feiten en context

Aan deze inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen zijn kosten verbonden, die zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën.

Om de scheiding aan de bron aan te moedigen is het niet aangewezen de inzameling- en verwerkingskosten voor de selectieve fracties volledig in functie van het aanbod door te rekenen aan de aanbieders;

Met ingang van 01 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2021 wordt een contantbelasting geheven op de ingezamelde afvalfracties van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid artikel 26, en latere wijzigingen (intergemeentelijke inning);

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

Het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 2016 tot vaststelling van het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval;

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

10 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 10 stemmen tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om een belasting te heffen op afval variabele bijdrage overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  afval variabele bijdrage een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021.

 

Bijlage:

 

AFVALBELASTING VARIABELE BIJDRAGE

 

Juridische grondslag

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

 

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid artikel 26, en latere wijzigingen (intergemeentelijke inning);

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

Het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 2016 tot vaststelling van het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval;

 

Motivering

De gemeente zamelt volgende afvalstoffen in:

         huisvuil, papier & karton, gemengde plastics en PMD via huis-aan-huis inzameling

         snoeihout en grof vuil selectief op afroep

         textiel en hol glas via containers die op verschillende plaatsen in de gemeente zijn opgesteld

         o.a. papier & karton, PMD, glas, groenafval, houtafval, oude metalen, bouw- en sloopafval, textiel, grof vuil, piepschuim, kunststoffen, asbestcement, KGA en AEEA via het recyclagepark;

Aan deze inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen zijn kosten verbonden, die zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën.

Om de scheiding aan de bron aan te moedigen is het niet aangewezen de inzameling- en verwerkingskosten voor de selectieve fracties volledig in functie van het aanbod door te rekenen aan de aanbieders;

Deze contantbelasting neemt de financiële toestand van de gemeente in overweging en heeft als doel ontradend te werken door de vervuiler te laten betalen voor het restafval dat hij produceert.

Bijgevolg is het wenselijk om een belasting te heffen op het inzamelen en verwijderen van huishoudelijke en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, zodat op die manier wordt bijgedragen in de gemeentelijke uitgaven.

Overwegende dat sociale toelagen worden voorzien bij gezinnen die om medische redenen extra afval produceren;

 

Overwegende dat ernaar gestreefd wordt om deze contantbelasting in de gemeenten aangesloten bij het samenwerkingsverband IVAREM zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen;

 

Gelet op het feit dat de tariefzetting van de variabele kosten van deze gedifferentieerde

contantbelasting werden afgetoetst met OVAM en conform de opgelegde min- en max tarieven zijn;

 

Overwegende dat artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen toelaat dat de gemeente het intergemeentelijk samenwerkingsverband machtigt de kosten voor het beheer van huishoudelijk afval te innen;

 

Overwegende dat het innen van een belasting gedefinieerd wordt als het in ontvangst nemen van de schuld;

 

Gelet op de beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan de intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM).

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Met ingang van 01 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2021 wordt een contantbelasting geheven op de ingezamelde afvalfracties van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong.

 

Artikel 2 : Definities

a) container: “het aan een aansluitpunt ter beschikking gestelde en verplicht te gebruiken recipiënt voor de inzameling van huisvuil en de vergelijkbare restfractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval voorzien van een identificatiechip waardoor de identiteit van de aanbieder en het aantal aanbiedingen alsook de aangeboden hoeveelheid afval via een geautomatiseerd systeem kunnen worden geregistreerd”

b) tijdelijke container: “de aan een inrichter van een evenement ter beschikking gestelde container(s) voor maximaal 1 maand voor het inzamelen en verwerken van huisvuil dat op het evenement ontstaat”

c) verzamelcontainer: “het permanent of tijdelijk voorziene ondergrondse of bovengrondse

brengsysteem dat door meerdere aansluitpunten verplicht of aanvullend wordt gebruikt voor de

inzameling van huisvuil en de vergelijkbare restfractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval of PMD door middel van een aanmeldkaart”

d) piekzak: “een recipiënt, zijnde een plastic afvalzak met een inhoudsvermogen van 60 liter, dat door aansluitpunten aanvullend met de aanbieding van de inzamelcontainer(s), wordt gebruikt voor de aanbieding van het huisvuil of de vergelijkbare restfractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, indien ingevolge unieke en bijzondere omstandigheden de ter beschikking gestelde inzamelcontainer niet volstaat voor het aanbieden van de voormelde restafvalstoffen”

e) aansluitpunt: “iedere entiteit (gebouw, constructie, appartement, woongelegenheid, infrastructuur, domein, openbaar gebouw en andere) op het grondgebied van de gemeente die geïnitialiseerd is als ophaalpunt en die per ophaalpunt van afvalstoffen als dusdanig gekend is als afvalproducent en gebruik maakt van de (inter)gemeentelijke dienstverlening inzake het inzamelen van afvalfracties”

f) aanmeldkaart: “een digitale kaart met onbepaalde geldigheidsduur die ter beschikking wordt gesteld van een aansluitpunt en die de houder van de kaart toegang verleent tot een verzamelcontainer”

g) toegangskaart: “een digitale kaart met onbepaalde geldigheidsduur die ter beschikking wordt gesteld aan een aansluitpunt en die de houder van de kaart toegang verleent tot het recyclagepark”

h) maandkaart: “een digitale kaart die gedurende 31 kalenderdagen toegang verleent tot het recyclagepark en die ter beschikking wordt gesteld aan een gebruiker bij verlies of beschadiging van de eID”

i) onder gezin: “dezelfde betekenis als in de bepaling van de laatste algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkings- en vreemdelingenregisters”.

 

Artikel 3 : Tarieven

§ 1 Ophaling aan huis

De hieronder vermelde contantbelasting is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de (inter)gemeentelijke dienstverlening inzake de inzameling aan huis van volgende afvalfracties:

 

Fractie

Contantbelasting

A) Huisvuil (rolcontainers)

 

i. containers

 

 

 

 

 

 

ii. verzamelcontainers

 

 

iii. piekzak

 

iv. plaatsingstarieven voor tijdelijke containers

 

v. vervanging of bijkomende aanmeldkaart naast container

 

vi. slot

 

 

vii. omruiling container

 

viii. vervanging of herstelling containers (incl chip en interventie)

 

0,24 euro per kg vermeerderd met een aanbiedingskost van:

 

0,77 euro per 40 liter container

1,32 euro per 140 liter container

1,87 euro per 240 liter container

2,53 euro per 360 liter container

4,78 euro per 770 liter container

6.60 euro per 1 100 liter container

 

0,99 euro per 20 liter vulsluis

2,97 euro per 60 liter vulsluis

 

3,30 euro per zak (max. 15 kg per zak)

 

12 euro per container van 140 liter of 240 liter

25 euro per container van 1 100 liter

 

12 euro per aanmeldkaart

 

 

 

plaatsen van een slot 40 euro

Verwijderen van een slot 15 euro

 

12 euro (eerste omruiling gratis)

 

46 euro / 40 liter container

46 euro / 140liter container

53 euro / 240 liter container

145 euro / 770 liter container

235 euro / 1100 liter container

Vervanging van enkel chip 15 euro

B) Grofvuil

 

- per ophaaladres + gewicht

 

 

 

20 euro / ophaaladres + 0,39 euro /kg

 

C) PMD-afval

 

- blauwe PMD zakken

 

 

- verzamelcontainers

 

 

 

0,15 euro / 60 liter zak

0,30 euro / 120 liter zak

 

0,05 euro / 20 liter vulsluis

0,15 euro / 60 liter vulsluis

D) Snoeihout

 

- per volume

 

 

14 euro / m³

E) Gemengde plastics

 

- roze zakken

 

- verzamelcontainers

 

 

 

0,15 euro / 60 liter zak

 

0,05 euro / 20 liter vulsluis

0,15 euro / 60 liter vulsluis

 

F) Hechtgebonden asbest

 

- per 15m³ afzetcontainer

 

 

 

150 euro per 15 m³ container

(voor maximaal 1 week incl. levering en ophaling)

 

 

§ 2 aanbieding in het recyclagepark

De hieronder vermelde contantbelasting is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de intergemeentelijke dienstverlening inzake het inzamelen van volgende afvalfracties op het recyclagepark:

 

 

Fractie

Contantbelasting

A) Grofvuil (per gewicht)

 

Grofvuil (per volume)

- zetels en zitbanken

- ander grofvuil (per volume)

 

0,33 euro per kilogram met een minimum van 3,30 euro per weging

 

11 euro per zitplaats

11 euro per begonnen ¼ m³

 

B) Betalende zone

asbestcement, grond, houtafval, vlak glas,

steenpuin, kalk, gips, porselein , treinbielzen

 

- toegang tot de betalende zone met de wagen via slagboom

 

- toegang tot de betalende  zone te voet via draaikruis

 

 

 

 

 

 

 

7,50 euro per begonnen m³

asbestcement is gratis tot 1 m³ / jaar per gezin

 

 

1 x gratis per bezoek en per gezin

C) Gratis zone

papier en karton, hol glas, KGA, textiel, oude metalen, groenafval, AEEA, herbruikbare voorwerpen, piepschuim, harde kunststoffen, snoeihout en kleine boomstronken

 

PMD

Gemengde plastics

Incontinentie materiaal

 

 

gratis

 

 

 

 

 

 

 

aan te leveren in blauwe zakken van IVAREM

aan te leveren in roze zakken van IVAREM

aan te leveren in inco zakken van IVAREM

 

D) Andere artikelen/diensten

- ter beschikking stelling van naaldcontainer

- ter beschikking stellen van blauwe zak

- ter beschikking stellen van roze zak

- ter beschikking stellen van inco zak

- ter beschikking stellen van plaat-en kuubzakken voor hechtgebonden asbest

- ter beschikking stellen van piekzak

- extra toegang bovenop de basis toegekende 28 gratis beurten per jaar

- toegangskaart per aansluitpunt

- maandkaart per aansluitpunt

 

 

gratis

 

1,50 euro per rol van 10 zakken van 60 liter

 

1,50 euro per rol van 10 zakken van 60 liter

 

10 euro per rol van 10 zakken van 30 liter

 

30 euro voor de eerste zak en 20 euro per volgende zak

 

 

33 euro per rol van 10 zakken van 60 liter

 

5 euro / bezoek

 

 

10 euro per toegangskaart

 

5 euro per maandkaart

 

 

§ 3 Contante inning

1. Diegenen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken voor inzameling aan huis zijn de in artikel 2 vermelde contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Deze recipiënten zijn uitsluitend te verkrijgen in voorverpakte hoeveelheden van 10 stuks.

2. Diegenen die voor de aanbreng van afvalstoffen gebruik maken van het recyclagepark zijn de in artikel 3 vermelde contantbelasting verschuldigd. Wanneer het weegsysteem op het recyclagepark in storing is, zal de tarief bepaling van het aangeboden grofvuil gebeuren op basis van het aantal zitplaatsen en op basis van het aangeboden volume van het overige grofvuil.

3. Diegenen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen worden geregistreerd. De contantbelasting wordt in mindering gebracht van de vooraf betaalde provisie. Indien geen gewicht kon worden geregistreerd wordt een bedrag voor de aangeboden kilograms aangerekend dat overeenkomt met 3 kg bij 40 liter,

10,5 kg bij 140 liter, 18kg bij 240 liter, 27 kg bij 360 liter, 58kg bij 770 liter en 82,5kg bij 1100 liter  containers.

4. Diegenen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven aanmeldkaart voor een verzamelcontainer zijn de contantbelasting verschuldigd bij de sluiting van de vulsluis van de verzamelcontainer. De contantbelasting wordt in mindering gebracht van de provisie.

5. Diegenen die gebruik maken van inzameling huis-aan-huis op afroep van grofvuil en snoeihout zijn de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat IVAREM de lijst definitief opstelt van de ophaalronde waarin het betrokken ophaalpunt wordt aangedaan. De contantbelasting wordt in mindering gebracht van de provisie.

6. De contantbelasting voor vervanging of herstelling van containers en/of chip die door toedoen van de containergebruiker onbruikbaar zijn geworden, wordt aangerekend bij de vervanging. De contantbelasting wordt in mindering gebracht van de provisie. Deze contantbelasting is niet verschuldigd wanneer de containerhouder het bewijs levert dat het verlies of de beschadiging van de container niet werd veroorzaakt door of het resultaat is van enige nalatigheid van zijnentwege.

 

Artikel 4 : Betalingsmodaliteiten

§ 1. Bij een eerste betalingsuitnodiging voor de vooraf te betalen provisie wordt 60,00 euro aangerekend dat binnen een termijn van twee weken vanaf ontvangst van de betalingsuitnodiging op het vermelde rekeningnummer gestort moet worden.

§ 2. Van zodra het drempelbedrag van 15 euro is bereikt, wordt een aanvulling van de provisie verwacht. De provisie wordt aangevuld volgens het geraamde gebruik voor het volgende jaar gebaseerd op de historiek van het aansluitpunt van de afgelopen 3 maanden. Indien de historiek korter is dan 3 maanden, dan is het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging vastgesteld op 60 euro. De gebruiker stort dit bedrag binnen een termijn van twee weken vanaf de ontvangst van de betalingsuitnodiging op het vermelde rekeningnummer. De aanvulling van de provisie bedraagt maximaal 100 euro per aansluitpunt en wordt verhoogd met een openstaande schuld.

§ 3. De container wordt geledigd zolang de provisie niet lager is dan 0 euro. De verzamelcontainers en recyclageparken blijven toegankelijk zolang de provisie de 0 euro niet bereikt.

 

Artikel 5 : Terugbetalingen

Bij verhuis buiten het werkingsgebied van IVAREM of overlijden van de alleenwonende wordt het nog beschikbare bedrag van de voorafbetaalde provisie door IVAREM teruggestort op het laatste gekende rekeningnummer.

 

Artikel 6 : Toewijzingsregels container

De containers zijn eigendom van IVAREM. De container bevat een ingebouwde elektronische gegevensdrager waardoor de identiteit van de gebruiker is gekend. De containers behoren toe aan de fysische locatie (gebouw, infrastructuur of domein) van het aansluitpunt.

Bij gezinnen zijn de volgende toekenningsregels voor de containers van toepassing per aansluitpunt:

         Het standaard volume voor de container is 140 liter

         De standaard container kan worden omgewisseld naar een container van 40 of 240 liter

         Maximum 1 container per aansluitpunt

         Meerdere containers van 40 liter tot een maximum van drie zijn mogelijk bij:

         appartement, studio, aaneensluitende bebouwing, serviceflats zonder mogelijke berging

         woning verder dan 50 meter gelegen van de openbare weg die bediend wordt tijdens de reguliere inzameling

         Afwijkingen op deze toewijzingsregels worden enkel toegestaan door de gemeente mits afdoende motivering.

 

Artikel 7 : Toegang tot de recyclageparken

De toegang tot de recyclageparken verloopt via het “HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE RECYCLAGEPARKEN VAN IVAREM” terug te vinden op de website www.ivarem.be en op de aanplakborden aan de ingang van het recyclagepark.

 

Artikel 8 : Intergemeentelijke inning

Uitgezonderd artikel 3.A.iv worden de vermelde contantbelastingen geïnd door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVAREM.

Bij ontstentenis van betaling wordt de belasting een kohierbelasting.

 

Artikel 9 : Bezwaar

§ 1 indienen bezwaar

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting.

De indiening van het bezwaarschift moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Je richt je bezwaarschrift aan het college van burgemeester en schepenen. Dit dient steeds schriftelijk en ondertekend te gebeuren.

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER

Bijkomende info vind je op de website van de stad Lier : www.lier.be

 

§ 2 behandeling bezwaar

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Artikel 10 : bekendmaking en inwerkingtreding

Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan de intergemeentelijke

vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM).

Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt volgens artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

TOELAGEREGLEMENT VARIABELE AFVALBELASTING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een toelage toegekend op de variabele afvalbelasting. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2020-2021.

 

Feiten en context

De gemeente wil inwoners die om medische redenen extra afval produceren een sociale toelage verlenen voor de variabele afvalbelasting.

 

Juridische grond

Artikel 170 § 4 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

6 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 6 stemmen tegen - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een toelage reglement op te maken om een sociale toelage toe te kennen op het variabel deel van de afvalbelasting overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het  toelage reglement op  het variabel deel van de afvalbelasting een geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021.

 

Bijlage:

 

Toelagereglement variabele afvalbelasting

 

Artikel 1 Doel

De gemeente wil inwoners die om medische redenen extra afval produceren een sociale toelage verlenen

voor de variabele afvalbelasting.

 

Artikel 2 Doelgroep

Voor de toelage komen in aanmerking:

1. Personen die om medische redenen extra afval veroorzaken:

a. Personen met chronische incontinentie, die eveneens houder zijn van een attest en/of

begunstigde zijn van een tegemoetkoming:

         Katzschaal thuisverpleging met score 3 of 4 voor het criterium incontinentie en toiletbezoek

         Tegemoetkoming incontinentie VAPH

         Attest ziekenfonds onbehandelbare incontinentie

         Attest ziekenfonds incontinentieforfait voor zwaar zorgbehoevende

         Erkenning van handicap met score 3 of meer voor persoonlijke hygiëne van FOD Sociale Zekerheid

b. Personen met een stoma

c. Personen die thuisdialyse toepassen

d. Personen met een huidaandoening met blaarvorming en loskomende opperhuid of een andere huidaandoening die overmatig gebruik van verzorgingsmateriaal tot gevolg heeft

 

Artikel 3 Voorwaarden

De gemeente verleent een toelage onder de volgende voorwaarden:

a. Inwoner zijn op 1 januari van het betrokken belastingjaar.

b. Behoren tot minimaal één van de categorieën van artikel 2 op 1 januari van het betrokken belastingjaar.

c. Na voorlegging van het attest (ziekenfond, Vlaams Agentschap of arts) bij het gemeentebestuur.

d. Personen die verblijven in een instelling, rust- of verzorgingstehuis of deel uitmaken van een woonleefgemeenschap komen niet in aanmerking voor deze toelage.

e. Het verlenen van de subsidie kan enkel binnen de perken van de kredieten die het college van burgemeester en schepenen voor dit reglement voor overdrachten beschikbaar stelt en overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 houdende controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

 

Artikel 4. Bedragen

De toelage bedraagt 24 euro per belastingjaar en per gezin en wordt in één deel uitbetaald. Het bedrag wordt op de DIFTAR provisie rekening van de begunstigde overgemaakt.

 

Artikel 5 Procedure

De belastingplichtige doet een aanvraag via het aanvraagformulier terug te vinden op de gemeentelijke website. Deze aanvraag moet jaarlijks ingediend worden voor 30 september.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020 tot uiterlijk 31 december 2021.

Het reglement inzake sociale toelage bij belasting op het inzamelen en verwerken van afvalstoffen, goedgekeurd door de gemeenteraad van 16 december 2013 wordt opgeheven vanaf 1 januari 2020.

Dit reglement wordt bekendgemaakt via de gemeentelijke website.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

AANVULLENDE PERSONENBELASTING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een aanvullende belasting geheven op personenbelasting De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31/12/2019.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor het jaar 2020.

 

 

Feiten en context

Voor het aanslagjaar 2020 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

De belasting wordt vastgesteld op 7,9  % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het

 

Juridische grond

 

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Artikel 464/1,tot en  met 470/2 1° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om opcentiemen te heffen op de personenbelasting overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op de aanvullende personenbelasting geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020.

 

Bijlage:

 

GEMEENTELIJKE AANVULLENDE PERSONENBELASTING

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Artikel 464/1,tot en met 470/2 1° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Artikel 1 : belastbaar feit

Voor het aanslagjaar 2020 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 2 : Tarief en voorwaarden

De belasting wordt vastgesteld op 7,9 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Art. 3 : Vestiging en invordering

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

 

Artikel 4: Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het huidige belastingreglement waarin de opcentiemen op de onroerende voorheffing werden vastgesteld door de gemeenteraad , vervalt per 31 december 2019. Gezien de financiële toestand van de stad is het belangrijk om dit reglement te vernieuwen

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2020 worden ten behoeve van de stad Lier  787 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Artikel 464/1, 1° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992

Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken om opcentiemen  te heffen op de onroerende voorheffing  overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op  de opcentiemen op de onroerende voorheffing vast te leggen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020.

 

Bijlage:

 

GEMEENTELIJKE OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING

 

Juridische grondslag

Artikel 173 van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Artikel 464/1, 1° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992

Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Artikel 1 : basis voor de belasting

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2020 wordt ten behoeve van de stad Lier 787 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing

 

Artikel 2 : Vestiging en inning

De vestiging en inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse belastingdienst.

 

Artikel 3: Bekendmaking

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en vervangt alle voorgaande reglementen.

Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

AANPASSING FORFAITAIR BEDRAG PREMIEREGLEMENT INVULLING LEEGSTAANDE (HANDELS)PANDEN KERNWINKELGEBIED. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

"PREMIE COMMERCIËLE INVULLING LEEGSTAAND GELIJKVLOERS

VAN (HANDELS)PANDEN IN HET LIERSE KERNWINKELGEBIED", de geoptimaliseerde versie van het reglement werd goedgekeurd op de Lierse gemeenteraad dd. 29 januari 2018.

Het reglement trad medio 2015 in voege. Er werd vanaf dan per (volledig) kalenderjaar 100.000 euro vastgelegd, m.n. voor 10 dossiers (t.w.v. 10.000 euro forfaitaire premie per ontvankelijke aanvraag).

 

Meerjarenplanning 2020-2025 - aanpassing budget ondernemen, i.c.:

Actienr. 01/02/SAP/02 "Leegstandsbestrijding kernwinkelgebied via premie- en belastingstelsel"              Exploitatie - uitgave (toelagen): 64.000 euro/jaar (m.a.w. 8 premies van 8.000 euro).

 

Feiten en context

 

Evolutie premieaanvragen:

2015: alle 5 (half jaar) aangevraagd, goedgekeurd en volledige vastlegging benut

2016: maximaal aangevraagd & goedgekeurd (i.c. alle 10)

2017: maximaal aangevraagd & goedgekeurd (i.c. alle 10)

2018: 7 aangevraagd & goedgekeurd (3 niet benut)

2019: tot op heden 5 aanvragen goedgekeurd

 

De impact van het belastingreglement leegstaande gebouwen is als activeringsmiddel in de leegstandstrategie sinds 2018 voelbaar. Mede door dit extra activerend instrument, kan een daling van het premiebedrag én een inperking van het aantal premies per jaar gelegitimeerd worden, i.c. een aanpassing van 10 naar 8 premies (invulling leegstaande handelspanden) per jaar van 8.000 euro per dossier (i.p.v. 10.000 euro).

Daarenboven werd in de Meerjarenplanning 2020-2025 een aanvullend premiestelsel in het leven geroepen voor ondersteuning "etalageuitstraling", waarmee meer begunstigden bereikt kunnen worden.

 

Volgende aanpassingen in het reglement "PREMIE COMMERCIËLE INVULLING LEEGSTAAND GELIJKVLOERS VAN (HANDELS)PANDEN IN HET LIERSE KERNWINKELGEBIED" zijn hierdoor noodzakelijk:

 

OUD ARTIKEL:

Artikel 4 – Premie / toelage

Binnen de perken van de kredieten daartoe goedgekeurd op het budget van de Stad Lier en overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen en de voorwaarden en modaliteiten zoals hierna vastgesteld, kan de Stad Lier aan de voornoemde ondernemers een toelage toekennen die aangewend kan worden voor het zo optimaal mogelijk in de markt plaatsen van hun commercieel aanbod.

De premie/toelage kent een forfaitair bedrag van 10.000 euro inclusief btw voor detailhandelsvestigingen in een leegstaand pand in het kernwinkelgebied.

 

NIEUW ARTIKEL

Artikel 4 – Premie / toelage

Binnen de perken van de kredieten daartoe goedgekeurd op het budget van de Stad Lier en overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen en de voorwaarden en modaliteiten zoals hierna vastgesteld, kan de Stad Lier aan de voornoemde ondernemers een toelage toekennen die aangewend kan worden voor het zo optimaal mogelijk in de markt plaatsen van hun commercieel aanbod.

De premie/toelage kent een forfaitair bedrag van 8.000 euro inclusief btw voor detailhandelsvestigingen in een leegstaand pand in het kernwinkelgebied.

 

OUD ARTIKEL

Artikel 7 - Algemene bepalingen

7.4. De premies/toelagen kunnen slechts éénmaal door dezelfde ondernemer worden aangevraagd en bekomen, met uitzondering van herstarters die geen grove fouten, nalatigheid of fraude in hun voorgaande ondernemingsactiviteit kunnen verweten worden.

De tegemoetkoming per juridische entiteit is beperkt tot 10.000 euro zoals hoger vermeld.

 

NIEUW ARTIKEL

Artikel 7 - Algemene bepalingen

7.4. De premies/toelagen kunnen slechts éénmaal door dezelfde ondernemer worden aangevraagd en bekomen, met uitzondering van herstarters die geen grove fouten, nalatigheid of fraude in hun voorgaande ondernemingsactiviteit kunnen verweten worden.

De tegemoetkoming per juridische entiteit is beperkt tot 8.000 euro zoals hoger vermeld.

 

SCHRAPPING ARTIKEL

Artikel 9 - Overgangsmaatregel

Vanaf de inwerkingtreding van dit reglement tot en met 31 december 2016 wordt het statuut van ‘leegstand’ van een handelspand gestaafd aan de hand van opname in de Locatus – databank.

Vanaf 1 januari 2017 wordt het statuut van ‘leegstand’ gestaafd door de definitieve opname in het leegstandregister van de stad Lier.

 

Fasering

Cfr. Artikel 8 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de 1ste dag van de maand volgende op de gemeenteraadszitting waarin het werd goedgekeurd.

I.c. per 1 januari 2020.

 

Adviezen

Team Ondernemen:

De impact van het belastingreglement leegstaande gebouwen is als activeringsmiddel in de leegstandstrategie sinds 2018 voelbaar. Mede door dit extra activerend instrument, kan een daling van het premiebedrag én een inperking van het aantal premies per jaar gelegitimeerd worden, i.c. een aanpassing van 10 naar 8 premies (invulling leegstaande handelspanden) per jaar van 8.000 euro per dossier (i.p.v. 10.000 euro).

Daarenboven werd in de Meerjarenplanning 2020-2025 een aanvullend premiestelsel in het leven geroepen voor ondersteuning bij etalageuitstraling, waarmee dan weer meer begunstigden bereikt kunnen worden.

 

Juridische grond

Het reglement in kwestie is overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen en de voorwaarden en modaliteiten zoals vastgesteld.

 

Argumentatie

Het college overweegt het advies te volgen en het aangepaste reglement "Premie commerciële invulling leegstaand gelijkvloers van (handels)panden in het Lierse kernwinkelgebied"

principieel goed te keuren en te verzenden naar de gemeenteraad.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/02/SAP/02/02

Leegstandsbestrijding kernwinkelgebied via premie- en belastingstelsel.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

5 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist volgende aanpassingen aan het reglement "Premie commerciële invulling leegstaand gelijkvloers van (handels)panden in het Lierse kernwinkelgebied"

goed te keuren:

 

Nieuw Artikel 4 – Premie / toelage

Binnen de perken van de kredieten daartoe goedgekeurd op het budget van de Stad Lier en overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen en de voorwaarden en modaliteiten zoals hierna vastgesteld, kan de Stad Lier aan de voornoemde ondernemers een toelage toekennen die aangewend kan worden voor het zo optimaal mogelijk in de markt plaatsen van hun commercieel aanbod.

De premie/toelage kent een forfaitair bedrag van 8.000 euro inclusief btw voor detailhandelsvestigingen in een leegstaand pand in het kernwinkelgebied.

 

Nieuw Artikel 7 - Algemene bepalingen

7.4. De premies/toelagen kunnen slechts éénmaal door dezelfde ondernemer worden aangevraagd en bekomen, met uitzondering van herstarters die geen grove fouten, nalatigheid of fraude in hun voorgaande ondernemingsactiviteit kunnen verweten worden.

De tegemoetkoming per juridische entiteit is beperkt tot 8.000 euro zoals hoger vermeld.

 

Schrapping Artikel 9 - Overgangsmaatregel

Vanaf de inwerkingtreding van dit reglement tot en met 31 december 2016 wordt het statuut van ‘leegstand’ van een handelspand gestaafd aan de hand van opname in de Locatus – databank.

Vanaf 1 januari 2017 wordt het statuut van ‘leegstand’ gestaafd door de definitieve opname in het leegstandregister van de stad Lier.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

01/02/SAP/02/02

 

cfr. MJP2020-2025

64.000 (8 premies van 8.000 euro)

64.000 euro

Budgetsleutel

cfr. MJP2020-2025

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTURELE STADSLOCATIES - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het huidig "huishoudelijk reglement voor culturele stadslocaties" werd goedgekeurd in de gemeenteraad van december 2017 en eindigt op 31 december 2019.

 

Feiten en context

Aanpassingen aan het huidig reglement zijn noodzakelijk wegens verschillende wijzigingen oa. verouderde info, reorganisatie Leescafé, ... . Het nieuwe huishoudelijke reglement werd opgesteld door de samenwerking van medewerkers van team verhuur infrastructuur, team evenementen, team bib.

 

Argumentatie

Het huidig huishoudelijk reglement wordt geactualiseerd omdat:

•verschillende locaties op vlak van uitrusting als op vlak van comfort voor de gebruikers werd aangepast;

•het essentieel blijft voor de vlotte en efficiënte werking te verzekeren.

 

 

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

7 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist onderstaand huishoudelijk reglement voor culturele stadslocaties goed te keuren, zoals als bijlage toegevoegd.

 

Bijlage:

 

Huishoudelijk reglement voor het gebruik van culturele stadslocaties

 

Dit reglement handelt over volgende 7 locaties:

 

         CC De Mol, Aarschotsesteenweg 3 - 2500 Lier,

         CC Vredeberg, Vredebergstraat 12-14 - 2500 Lier,

         CC Vleeshuis, Grote Markt 54 - 2500 Lier,

         CC Spui, Oever - 2500 Lier (in beheer door Sociëteit De Schaepshoofden),

         CC Colibrant, Deensestraat 6-7 - 2500 Lier

         Stadhuis, Grote markt, 2500 Lier

         Wezenkapel, Sint-Margaretastraat – 2500 Lier

 

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een huishoudelijk reglement voor het gebruik van stadslocaties ingevoerd .

 

1.De gebruiker

De inrichter van activiteiten - de gebruiker genoemd - schikt zich naar dit reglement. Het overtreden van dit reglement kan tot onmiddellijke stopzetting van de overeenkomst leiden.

Er zijn verschillende categorieën van gebruikers ( zie retributiereglement).

 

2.Locaties

Conform de bepalingen van dit reglement kan een gebruiker het gebruik aanvragen van één of meerdere lokalen, gelegen in de volgende culturele stadslocaties:

1.CC De Mol, Aarschotsesteenweg 3 - 2500 Lier,

         Polyvalente zaal met podium en theaterinfrastructuur

         Cultuurcafé met vaste catering

         Max. aantal zitplaatsen: 801

2.CC Vredeberg, Vredebergstraat 12-14 - 2500 Lier,

         Theaterzaal met 238 vaste zitplaatsen (155 parterre + 83 balkon)

         Foyer met bar en keuken (apart te huur)

         2 repetitieruimtes/vergaderzalen (apart te huur)

3.CC Vleeshuis, Grote Markt 54 - 2500 Lier

         Tentoonstellingszaal 18m x 9,80m met tentoonstellingspanelen

4.CC Spui, Oever - 2500 Lier (in beheer door Sociëteit De Schaepshoofden)

5.CC Colibrant, Deensestraat 6-7 - 2500 Lier

         Colibrantzaal (Max. 99 personen)

         Vergaderlokaal Bérenice (Max. aantal personen: 12 )

         Vergaderlokaal Amélie (Max. aantal personen: 16)

         Vergaderlokaal Carola (Max. aantal personen: 16)

         Vergaderlokaal Esmée (Max. aantal personen: 20)

         Vergaderlokaal Delphine (Max. aantal personen: 20)

6.Stadhuis, Grote markt, 2500 Lier

         2e verdieping: Hertog Jan-zaal (70,1 m²), Schepenzaal (72,60m²), Gildenzaal (72,8 m²) opwarmkeuken  (Max aantal bezoekers: 150 personen

7. Wezenkapel, Sint Margaretastraat 2500 Lier (Max. aantal personen: 49)

         kapel

         1ste verdieping met toiletten en opwarmkeuken

 

3.Activiteit

1.De locaties staan ter beschikking voor sociale-culturele verenigingen, instellingen en meerderjarigen en dit voor de organisatie van culturele en sociale activiteiten overeenkomstig onderstaande verdeling:

 

CC De Mol:

socio-culturele activiteiten

CC Vredeberg:

socio-culturele activiteiten, vergaderingen, kleinschalige recepties en feesten

CC Vleeshuis:

tentoonstellingen

CC Spui:

tentoonstellingen, kleinschalige recepties en feesten

CC Colibrant:

vergaderingen, socio-culturele activiteiten

Stadhuis:

ontvangsten, recepties, lezingen, voordrachten, presentaties

Wezenkapel:

tentoonstellingen, kleinschalige recepties

 

2.Persoonsgebonden activiteiten (activiteiten met een familiaal karakter of persoonlijk karakter) hebben uitsluitend plaats in CC Vredeberg, CC Spui, stadhuis en Wezenkapel.

3.De locaties worden niet ter beschikking gesteld voor fuiven.

4.Podiumactiviteiten worden eerst met de medewerker zaalverhuur besproken.

5.De toelating voor het gebruik van de locaties kan worden geweigerd wanneer de infrastructuur ontoereikend is of de goede uitbating ervan in het gedrang komt, of wanneer het stadsbestuur van mening is dat de veiligheid van de gebruikers en/of de bezoekers niet voldoende is gegarandeerd. De gebruiker kan hiervoor geen schadevergoeding eisen. 

 

4.Toelating

1.Het stadsbestuur verleent de toelating en bepaalt de modaliteiten en bijkomende voorwaarden.

2.Een toelating doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid die de gebruiker heeft voor de inhoud van de activiteit. Het programma van de activiteit is dezelfde als de beschrijving bij de aanvraag.

3.Een toelating wordt verleend aan meerderjarigen individuen en instellingen. De aanvrager is tevens de gebruiker. Misbruik heeft het inhouden van de waarborg en/of het weigeren van het gebruik van de locaties in de toekomst tot gevolg.

 

5.Reserveren

Het is voor elke gebruiker, ongeacht de categorie, verplicht om te reserveren.

Alle locaties reserveer je via verhuur.uitinlier.be. 

 

De medewerker zaalverhuur stuurt de gebruiker, na ontvangst van de online reservatie-aanvraag, een bevestigingsmail met de nodige informatie.

 

De aanvrager kan een optie nemen op het gebruik van één van de locaties. Deze blijft 14 kalenderdagen geldig, waarna ze automatisch vervalt.

 

Een aanvraag wordt ten vroegste 1 jaar voorafgaand en ten laatste 2 weken voorafgaand aan de activiteit ingediend. Gebruikers van categorieën A, B en C die jaarlijks terug komen, kunnen een uitzondering krijgen na overleg met de verantwoordelijke zaalverhuur.

 

6.Waarborg / Annulatie / Eindafrekening

1.Voor CC De Mol, CC Vredeberg, CC Vleeshuis, Stadhuis en CC Colibrantzaal:

De waarborgsom bedraagt 50% van de gebruikerssom. Zowel de gebruikerssom als de waarborg moeten betaald zijn voor het plaatsvinden van de activiteit. Pas na ontvangst van de betaling wordt deze reserveringsovereenkomst als definitief beschouwd.

Indien de betaling niet gebeurt, is de reserveringsovereenkomst automatisch nietig en wordt de ruimte terug ter beschikking gesteld.

Indien de gebruiker afziet van het gebruik van de ter beschikking gestelde ruimte(n), wordt de gebruikssom en de helft van de waarborgsom terugbetaald, op voorwaarde dat de opzegging schriftelijk gebeurt en ten minste 2 weken voor de activiteit.

In alle andere gevallen, met uitzondering van overmacht uit hoofde van het stadsbestuur Lier wordt de gebruikssom en de waarborgsom integraal ingehouden.

Een eventuele eindafrekening wordt gemaakt na het gebruik van de locatie. Extra geleverde diensten en/of het gebruik van extra materialen en/of bijkomende locaties worden in de eindafrekening opgenomen.

 

2.Voor de andere locaties: zie retributiereglement

 

7.Overdracht en gebruiksrecht

Het gebruiksrecht wordt niet overgedragen. De gebruiker blijft steeds de eindverantwoordelijke en kan slechts plaats afstaan aan derden wanneer de aard van de activiteit dit vraagt (bv. beurzen). In dat laatste geval vraagt de aanvrager op voorhand een toelating die opgenomen wordt in de reserveringsovereenkomst.

 

8.Overmacht

Het College van Burgemeester en Schepenen kan in geval van overmacht de gebruikstoelating op elk ogenblik wijzigen of intrekken. De gebruiker wordt van deze beslissing onmiddellijk in kennis gesteld. Hij kan hiervoor geen aanspraak maken op een schadevergoeding.

 

9.Verzekeringen

De stad sluit een verzekering ‘Burgerlijke en Contractuele Aansprakelijkheid’ af voor de gebruikte locaties.  Zo heeft de huurder een verzekering die eventuele omvangrijke schade aan het gebouw of aan derden dekt.

 

10.Aansprakelijkheid, Sanctie en Schadevergoeding

1.Inbreuken op dit reglement worden gesanctioneerd.

2.De gebruiker is verantwoordelijk voor de schade die hij, zijn medewerkers en/of de deelnemers/bezoekers van de activiteit aanrichten aan het gebouw, de mobiele infrastructuur en de gebruikte materialen. De verantwoordelijke zaalverhuur maakt een verslag op over de vastgestelde schade / overtreding.

In geval van schade worden de herstellingskosten aangerekend. Hiertoe wordt in eerste instantie de waarborg of een gedeelte van de waarborg ingehouden.

3.Andere overtredingen kunnen leiden tot de weigering van gebruik van de locaties in de toekomst.

4.Het stadsbestuur kan door de gebruiker of door derden niet aansprakelijk worden besteld voor schade van welke oorzaak ook, zowel van contractuele aard als van buitencontractuele aard, of door een misdrijf. De gebruiker ziet voor de voormelde schade af van elk verhaal tegen de medewerkers van Stadsbestuur Lier.

5.Bij verlies van toegangsbadge of sleutel wordt de werkelijke kostprijs van de waarborg ingehouden.

 

11.Toezicht

1.Een activiteit kan op elk moment worden stilgelegd wanneer deze niet conform de aanvraag plaats heeft.

2.De gebruiker en de bezoeker leven de bestaande richtlijnen na. Personen die anderen hinderen, overlast veroorzaken of zich gevaarlijk gedragen wordt tijdelijk of definitief de toegang ontzegd.

3.De gebruiker kan de weigering tot toegang a posteriori aanvechten via het klachtenbehandeling reglement van de stad Lier.

 

12.Taksen, Vergoedingen, wetgeving

1.Elke gebruiker stelt zichzelf in regel wat betreft gemeentelijke, provinciale, Vlaamse en federale taksen op vertoningen, auteursrechten (SABAM), bedrijfsvoorheffing voor buitenlandse artiesten, politiereglementen, de wet op de handelspraktijken en alle andere wettelijke bepalingen die van toepassing zijn ten gevolge van de activiteit.

2.Voor CC De Mol, CC Vredeberg en het stadhuis Grote Markt wordt door de stad Lier een jaarlijkse billijke vergoeding betaald die de auteursrechten omvat voor alle achtergrondmuziek. Voor alle muziek/tekst/film die op het podium wordt uitgevoerd/vertoond dient de huurder zelf de auteursrechten aan te geven en te betalen bij een hiervoor erkende organisatie (bv. SABAM). Mogelijke problemen hiermee zijn voor rekening van de gebruiker.

3.Elke activiteit en de daarbij gebruikte apparatuur beantwoorden aan de wetgeving en reglementering op het gebied van veiligheid en hygiëne. Deze zijn m.a.w. in overeenstemming met de Belgische wetgeving, het ARAB (Algemeen Reglement op de arbeidsbescherming) en het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties). Meer info op www.vincotte.be

De gebruiker geeft op verzoek van de aanwezige medewerkers volgende documenten:

- een attest waaruit blijkt dat alle apparatuur voldoet aan de wetgeving en reglementering op het gebied van veiligheid en hygiëne

- een EG verklaring van overeenstemming wat machines betreft

 

13.Algemene richtlijnen

Het is verboden:

1.Enige wijziging in de technische installatie aan te brengen.

2.Zelf de verwarmingsinstallatie te bedienen of bijkomende verwarmingsinstallaties te plaatsen en/of te gebruiken.

3.Werken uit te voeren, van welke aard ook. Deuren, nooduitgangen, brandblusapparaten of haspels blijven altijd vrij en bereikbaar.

4.Open vuren te maken, kaarsen te branden of flessengas in de locatie binnen te brengen.

5.De gebruikte locatie(s) of delen ervan, alsook de toegang tot deze ruimte(n) en de bijhorende infrastructuur te beplakken, te beschilderen of te benagelen of elementen te gebruiken die enig spoor van beschadiging kunnen achterlaten.

6.De locatie(s) te gebruiken buiten de periode bepaald in de reserveringsovereenkomst.

7.Het maximale aantal toegelaten personen per locatie te overschrijden.

8.Daden te stellen die de openbare orde, de veiligheid, de goede zeden en/of de gezondheid van gebruikers en bezoekers in het gedrang brengen.

9.De locatie(s) te betreden met dieren met uitzondering van geleidehonden voor andersvaliden.

 

In alle locaties van het stadsbestuur en het cultuurcafé van CC De Mol geldt een algemeen rookverbod.

 

14.Richtlijnen per locatie

1.CC De Mol, Aarschotsesteenweg 3 - 2500 Lier,

         In de huurprijs zijn energiekosten, nutsvoorzieningen, schoonmaak voor en na de gebruiksperiode inbegrepen. Tijdens de gebruiksperiode staat de gebruiker zelf in voor de schoonmaak.

         De medewerker zaalverhuur begeleidt de gebruiker in het goed gebruik van de zaal en de technische faciliteiten. Indien de gebruiker tijdens zijn verblijf een technieker van het Liers Cultuurcentrum nodig heeft voor het verzorgen van licht of geluid tijdens de voorstelling of voor hulp bij het inhangen van een lichtplan of het installeren van een geluidsontwerp, dan kan dit mits betaling en indien de planning van de medewerkers het toelaat. 

         De gebruiker zorgt ervoor dat CC De Mol uiterlijk om 2 uur opgeruimd en ontruimd is.

         Wanneer de gebruiker tijdens de activiteit catering wenst, dan is hij verplicht dit bij reservatie te melden. De gebruiker neemt zelf contact op met de uitbater van het cultuurcafé in CC De Mol. In geen geval is het de gebruiker toegestaan zelf voor eten en drank te zorgen. Ook voor het gebruik van de vestiaire en regelingen i.v.m. het gebruik van de toiletten bij een meerdaagse activiteit, maakt de gebruiker de nodige afspraken met de uitbater.

         Het gebruik van alle technische materialen, zowel de aanwezige als de zelf meegebrachte, kan enkel mits goedkeuring  van de technische medewerker.

         Extra toezicht is verplicht vanaf 600 personen (zie Retributiereglement voor het gebruik van culturele stadslocaties).

 

 

2.CC Vredeberg, Vredebergstraat 12-14 - 2500 Lier,

         In de huurprijs zijn energiekosten, nutsvoorzieningen, schoonmaak voor en na de gebruiksperiode inbegrepen. Tijdens de gebruiksperiode staat de gebruiker zelf in voor de schoonmaak.

         In de keuken zijn volgende toestellen beschikbaar: elektrisch kookvuur (4 kookplaten), steamer, vaatwasser, ijskast en ingebouwd werkblok met aanrecht en spoelbak. De gebruiker is verantwoordelijk voor een correcte toepassing van de toestellen in keuken en cafetaria.

         De gebruiker houdt altijd rekening met de buren. De gebruiker verlaat CC Vredeberg uiterlijk om 2 uur. Alle gebruikte elektrische apparaten worden uitgezet, de chauffage wordt op nachtstand gezet, de lichten worden gedoofd en het gebouw wordt volledig afgesloten. De gebruiker bezorgt de sleutels van het gebouw terug aan de verantwoordelijke zaalverhuur. 

         CC Vredeberg beschikt over een drankvoorraad die toebehoort aan de drankenhandelaar waarmee het stadsbestuur een overeenkomst “drankafname” heeft afgesloten. De gebruiker is verplicht om alle dranken die hij tijdens zijn verblijf verbruikt van deze voorraad af te nemen. Voor het drankverbruik uit de voorraad krijgt elke gebruiker een rechtstreeks factuur van de drankenhandelaar na afloop van zijn huurperiode. De (prijs)lijst van de dranken is verkrijgbaar bij de verantwoordelijke zaalverhuur.

         In CC Vredeberg staat de gebruiker zelf in voor de praktische organisatie van zijn activiteit.

         Het gebruik van alle technische materialen, zowel de aanwezige als de zelf meegebrachte, kan enkel mits goedkeuring  van de technische medewerker.

 

3.CC Vleeshuis, Grote Markt 54 - 2500 Lier

         In de huurprijs zijn energiekosten, nutsvoorzieningen, schoonmaak voor en na de gebruiksperiode inbegrepen. Tijdens de gebruiksperiode staat de gebruikers zelf in voor de schoonmaak.

         CC Vleeshuis wordt voor een periode van 6 opeenvolgende dagen ter beschikking gesteld die loopt van dinsdag 16 uur t.e.m. maandag. Meerdere aansluitende periodes zijn mogelijk.

         De gebruiker is verantwoordelijk voor de bewaking en het afsluiten van een verzekering ‘van nagel tot nagel’ .

         De gebruiker brengt zelf de nodige hophangsystemen mee. Deze systemen zijn volledig aangepast aan de zwaarte van de tentoongestelde kunstwerken en ze brengen op geen enkele manier schade toe aan de tentoonstellingspanelen. Plakband, nagels, duimspijkers en andere beschadigende items worden nergens gebruikt: niet op de panelen, niet op de muren, niet op de ramen en niet op de deuren.

         Eventuele kosten van verlies of beschadiging worden verrekend met de waarborg.

 

4.CC Spui, Oever - 2500 Lier (in beheer door Sociëteit De Schaepshoofden)

         In de huurprijs is inbegrepen: energiekosten, nutsvoorzieningen, de gebruiksperiode, het gebruik van de aanwezige materialen.

         De gebruiker zorgt ervoor dat CC Spui uiterlijk om 1 uur opgeruimd en ontruimd is.

         CC Spui kan als tentoonstellingsruimte gebruikt worden voor een periode van 6 opeenvolgende dagen die loopt van woensdag t.e.m. maandag. Meerdere aansluitende periodes zijn mogelijk. De gebruiker is verantwoordelijk voor de bewaking en het afsluiten van een verzekering ‘van nagel tot nagel’. De gebruiker zorgt zelf voor de nodige haken en ophangsystemen.

         Tijdens de gebruiksperiode staat de gebruiker zelf in voor de schoonmaak.

         CC Spui is voorzien van een toilet voor mindervaliden, een ingebouwd werkblok met aanrecht, spoelbak, koelkast.

         CC Spui beschikt over een drankvoorraad die toebehoort aan Sociëteit De Schaepshoofden. De gebruiker is verplicht om alle dranken die hij tijdens zijn verblijf verbruikt van deze voorraad af te nemen. De (prijs)lijst van de dranken is verkrijgbaar bij de verantwoordelijke van de Schaepshoofden. 

 

5.CC Colibrant, Deensestraat 6-7 - 2500 Lier

         In de huurprijs is inbegrepen: energiekosten, nutsvoorzieningen, schoonmaak voor en na de gebruiksperiode, het gebruik van de aanwezige materialen.

         De gebruiker zorgt ervoor dat locatie CC Colibrant uiterlijk om 24 uur opgeruimd en ontruimd is.

         Buiten de openingsuren van het leescafé opent de huurder zelf CC Colibrant door gebruik te maken van het badgesysteem.

         Wanneer de gebruiker tijdens de activiteit catering wenst, dan neem de gebruiker zelf contact op met de uitbater van het Leescafé: leescafe@werkmmaat.be. Het is niet toegestaan om zelf voor eten en drank te zorgen.

 

6.Stadhuis, Grote markt, 2500 Lier

         In de huurprijs is inbegrepen: energiekosten, nutsvoorzieningen, de gebruiksperiode, het gebruik van 70 stapelstoelen, 15 receptietafels met hoes en muziekinstallatie voor achtergrondmuziek. 

         De huurder opent zelf het stadhuis door gebruik te maken van het badgesysteem.

         Er is maar een verhuring per dag mogelijk en 1 verhuring per weekend.

         De gebruiker zorgt ervoor dat alle gasten uiterlijk om 24 uur het pand hebben verlaten en uiterlijk tegen 01 uur volledig opgeruimd en ontruimd is.

         Het gebruik van frituurpannen of frituurketels is verboden.

         De opwarmkeuken wordt door de gebruiker volledig gepoetst.

 

7. Wezenkapel, Sint Margaretastraat 2500 Lier

         In de huurprijs is inbegrepen: energiekosten, nutsvoorzieningen, de gebruiksperiode, het gebruik van het ophangsysteem voor tentoonstellingen. 

         Er is maar een verhuring per dag mogelijk en 1 verhuring per weekend.

         De gebruiker zorgt ervoor dat alle gasten uiterlijk om 22 uur het pand hebben verlaten en  dat het pand uiterlijk tegen 23 uur volledig opgeruimd en ontruimd is.

         Muziek mag enkel als achtergrondgeluid worden gebruikt. De rust van het Begijnhof en de bewoners moet op elk moment gerespecteerd worden.

         De tentoonstellingsruimte, opwarmkeuken en toiletten worden door de gebruiker volledig gepoetst en met nat gereinigd.

 

15.Opbouw en techniek

1.De gebruiker staat zelf in voor het plaatsen en wegzetten van meubilair en het ter beschikking gestelde materiaal. Dit gebeurt steeds in samenspraak met de medewerkers.

2.De gebruiker kan exclusief technische ondersteuning tijdens de activiteit aanvragen, indien de werkplanning dit toelaat en mits betaling.

3.De technische verantwoordelijke van de gehuurde locatie bepaalt of dit mogelijk is en bepaalt hoeveel technici er nodig zijn. Bij elk evenement worden afspraken gemaakt rond het opstellen, gebruiken en weer opbergen van het technisch materiaal. Verdwenen materiaal wordt vervangen en gefactureerd. Niet opruimen van het materiaal conform de gemaakte afspraken wordt gefactureerd.

4.Het geluid in de locatie(s) mag 90dB(A) niet overschrijden.

5.Laserlicht of enig ander hinderlijk licht wordt niet gebruikt.

6.De in het contract vermelde duur, begin- en einduur, wordt nageleefd.

7.De gebruiker kan, indien hij aan de voorwaarden voldoet, extra materiaal van het stadsbestuur ontlenen bij de dienst Uit in Lier. Aanvragen dienen online te gebeuren via www.ikorganiseerinlier.be .

Hij brengt de verantwoordelijke zaalverhuur hiervan op de hoogte. Het brengen en halen van het ontleende materiaal gebeurt binnen de periode vermeld in de reserveringsovereenkomst.

 

16.Schoonmaak

1.Na de activiteit ruimt de gebruiker de locatie onmiddellijk op. De mobiele infrastructuur en de materialen van de gebruiker neemt hij na de activiteit mee. Materiaal van het stadsbestuur maakt de gebruiker schoon en plaatst het met zorg terug op de voorziene plaats.

2.De gebruiker laat de locatie achter zoals ze verkregen werd. De gebruiker verwijdert de vuilresten, borstelt de locatie en maakt de tafels proper.

3.Buitengewone schoonmaak en/of herstel door het stadsbestuur van beschadiging wordt aangerekend.

4.De gebruiker doet voor, tijdens en na de activiteit aan afvalvoorkoming. Al het afval wordt door de gebruiker meegenomen.

 

17.Slotbepalingen

Door de ondertekening van de reserveringsovereenkomst verklaart de gebruiker zich akkoord met de bepalingen van dit reglement.

Elke vraag tot afwijking van dit reglement wordt voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen, Paradeplein 2 bus 1, 2500 Lier.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT SPORTINFRASTRUCTUUR. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het huidig huishoudelijk reglement voor sport infrastructuur heeft enkel betrekking tot sporthal De Komeet.

 

Feiten en context

Aanpassingen aan het huidig reglement voor sport infrastructuur zijn noodzakelijk wegens bjikomende nieuwe infrastructuren.

Er is een ontwerp opgesteld gelijkvormig aan de andere huishoudelijke reglementen van de  Lierse infrastructuur (o.a. wijkhuizen, cultuurinfrastructuur).

 

Adviezen

De Lierse sportraad heeft een werkgroep samengeroepen voor het opstellen van een nieuw reglement voor de verschillende sportinfrastructuren. Er is geopteerd voor 1 globaal huishoudelijk reglement met verschillende addenda met richtlijnen per sport locatie.

De sportraad heeft op dinsdag 19 november positief advies gegeven voor het huishoudelijk reglement.

 

Argumentatie

Het huidig huishoudelijk reglement wordt geactualiseerd omdat:

         de afgelopen jaren er verschillende sportlocaties zijn bijgekomen;

         het essentieel blijft voor een vlotte en efficiënte werking te verzekeren.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

7 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt onderstaand huishoudelijk reglement met 6 addenda goed, zoals als bijlage toegevoegd.

 

 

Bijlage:

 

Huishoudelijk reglement voor het gebruik van sportinfrastructuur

 

Dit reglement handelt over volgende 6 locaties:

         Atletiekpiste, Aarschotsesteenweg 3 - 2500 Lier,

         Sporthal De Komeet, Eeuwfeestlaan 183 - 2500 Lier,

         Sportcentrum ’t Spui, Predikherenlaan 18 B - 2500 Lier,

         Sporthal Stadspark, Leuvensevest 54, 2500 Lier

         Turnzaal Koningshooikt, Dorpsstraat 109 – 2500 Lier,

         Dienstencentrum ‘t Schoppeke, Kan. Davidlaan 25 - 2500 Lier

 

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2024 wordt een huishoudelijk reglement voor het gebruik van sportinfrastructuur ingevoerd .

 

1.De gebruiker

De inrichter van activiteiten - de gebruiker genoemd - schikt zich naar dit reglement. Het overtreden van dit reglement kan tot onmiddellijke stopzetting van de overeenkomst leiden.

Er zijn verschillende categorieën van gebruikers (zie retributiereglement sportinfrastructuur).

 

2.Locaties

Conform de bepalingen van dit reglement kan een gebruiker het gebruik aanvragen van één of meerdere lokalen, gelegen in de volgende sportinfrastructuren:

1.Atletiekpiste, Aarschotsesteenweg 3 - 2500 Lier,

         piste (+ met licht) van 400m

         grasveld

         2 kleedkamers

         cafetaria

2.Sporthal De Komeet, Eeuwfeestlaan 183 - 2500 Lier,

         sporthal van 32 x 42m op te splitsen in 2 en 3 afzonderlijke zaaldelen (tribune: 262 plaatsen)

         turnzaal van 11 x 24m met spiegelwand

         8 kleedkamers en 2 scheidsrechter kleedkamers

         cafetaria

3.Sportcentrum ’t Spui, Predikherenlaan 18B - 2500 Lier

         sporthal van 20 x 30m op te splitsen in 2 afzonderlijke zaaldelen

         dojo van 12 x 17m

         gymhal met vaste toestellen (zie bijlage 6)

         polyvalente ruimte van 9 x 14,5m

         2 danszalen van elk 100m² met spiegelwand

         8 kleedkamers

         cafetaria

4.Sporthal Stadspark, Leuvensevest 54, 2500 Lier

         sporthal van 35 x 45m op te splitsen in 2 en 3 afzonderlijke zaaldelen (tribune: 330 plaatsen)

         8 kleedkamers en 2 scheidsrechter kleedkamers

         cafetaria

5.Turnzaal Koningshooikt, Dorpsstraat 109 – 2500 Lier

         turnzaal van 9,90 x 20m met spiegelwand

         2 kleedkamers

6.Dienstencentrum ’t Schoppeke , Kan. Davidlaan 25 - 2500 Lier

         bewegingsruimte A van 7 x 15,5m met spiegelwand

         bewegingsruimte B van 7 x 15,5m met spiegelwand

 

3.Activiteit

1.De locaties staan ter beschikking voor sportverenigingen, instellingen en meerderjarigen en dit voor de organisatie van sportieve activiteiten overeenkomstig onderstaande verdeling:

 

Atletiekpiste:

atletiek

Sporthal De Komeet:

balsporten, turnen, badminton, dans, gevechts- en verdedigingssporten, omnisport

Sportcentrum ’t Spui:

balsporten, turnen, badminton, dans, gevechts- en verdedigingssporten, omnisport

Sporthal Stadspark:

balsporten, badminton

Turnzaal Koningshooikt:

badminton, dans, gevechts- en verdedigingssporten, omnisport

Dienstencentrum ’t Schoppeke:

dans en beweging

 

2.Andere dan sportieve activiteiten worden eerst met de medewerker verhuur infrastructuur & sport besproken.

3.De toelating voor het gebruik van de locaties kan worden geweigerd wanneer de infrastructuur ontoereikend is of de goede uitbating ervan in het gedrang komt, of wanneer het stadsbestuur van mening is dat de veiligheid van de gebruikers en/of de bezoekers niet voldoende is gegarandeerd. De gebruiker kan hiervoor geen schadevergoeding eisen.

 

4.Toelating

1.Het stadsbestuur verleent de toelating en bepaalt de modaliteiten en bijkomende voorwaarden.

2.Een toelating doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid die de gebruiker heeft voor de inhoud van de activiteit. Het programma van de activiteit is dezelfde als de beschrijving bij de aanvraag.

3.Een toelating wordt verleend aan meerderjarigen, verenigingen of vennootschappen. De aanvrager is tevens de gebruiker en wordt vertegenwoordigd door een meerderjarige persoon. Misbruik heeft het weigeren van het gebruik van de locaties in de toekomst tot gevolg.

 

5.Beschikbaarheid

1.Team verhuur infrastructuur & sport plant elk jaar een sluitingsperiode van 1 tem 31  juli. Tevens is de sportinfrastructuur gesloten op wettelijke feestdagen. Slechts na schriftelijke aanvraag, minstens 1 maand op voorhand, kan het stadsbestuur beslissen om de sportaccommodatie op sluitingsdagen geheel of gedeeltelijk open te stellen tegen de normale tarieven.

2.De sluitingsdagen van de sportinfrastructuur en de momenten dat de clubs niet over de accommodatie kunnen beschikken door de organisatie van bijzondere activiteiten worden steeds vooraf vermeld.

3.Het stadsbestuur kan indien nodig de sportaccommodatie of een gedeelte ervan sluiten, om reden van overmacht zonder dat om het even wie hiervoor enige schadevergoeding kan vorderen. In geval van bijzondere wedstrijden, tornooien of evenementen heeft het stadsbestuur steeds het recht de reeds toegestane ingebruikname op te schorten, mits de betrokken clubs hiervan minimaal 2 weken op voorhand worden ingelicht.

4.De beschikbaarheid van de sportinfrastructuur is te raadplegen via sportinlier.be

 

6.Reserveren - annuleren

Het is voor elke gebruiker, ongeacht de categorie, verplicht om te reserveren.

Je stuurt je aanvraag voor alle sportinfrastructuur naar verhuurinfrastructuur & sport, Eeuwfeestlaan 183 – 2500 Lier / sporthal@lier.be / sportinlier.be  / 03 480 52 51.

Reservaties aanvragen kan tot 1 dag op voorhand.

 

Een sportseizoen start op 1 augustus jaar x en eindigt op 30 juni jaar x +1.

 

 

Vaste verhuring:

Aanvragen van erkende Lierse verenigingen krijgen voorrang. Jaarlijks worden alle deze aanvragen voor het nieuwe seizoen (volgend schooljaar) binnengeleverd voor 15 mei, hierna wordt een huurovereenkomst opgesteld. Na het vastleggen van de seizoen kalender voor de erkende Lierse verenigingen, krijgen de andere vaste gebruikers van het lopende seizoen de kans om hun voorkeur door te geven.

 

Bij het toekennen van de verhuringen zal de prioriteit worden toegekend in de volgende rangorde:

1.Organisaties van stad Lier

2.Competitiewedstrijden

3.Trainingen voor groepssporten, met dien verstande dat trainingen van

individuele sporten indien er les wordt gegeven aan meer dan 10 personen, gelijkwaardig behandeld worden

4.Trainingen voor individuele sporten

5.Individuele sportbeoefening

 

Voor deze prioriteiten komen op de eerste plaats de bij de sportraad aangesloten verenigingen in aanmerking. In de sporthallen hebben balsporten prioriteit op andere sporttakken (zie 2. Locaties).

 

Gebruikers kunnen kosteloos annuleren tot 3 dagen op voorhand. Bij niet tijdig annuleren wordt de volledige huurprijs van de zaal doorgerekend aan de gebruiker.

In geval van overmacht worden er geen annulatie kosten aangerekend.

 

7.Betalingsmodaliteiten

De tarieven zijn vastgelegd in het retributiereglement.

Vaste gebruikers zullen maandelijks een factuur ontvangen. Een tijdelijke gebruiker kan ter plaatse elektronisch betalen of via overschrijving.

Bij niet-betaling van het verschuldigde bedrag na vervaldatum krijgt de gebruiker een 1ste herinnering. Het niet tijdig betalen van deze herinnering kan leiden tot onmiddellijke stopzetting van de overeenkomst.

 

8.Gebruiksrecht

Het gebruiksrecht wordt niet overgedragen. De gebruiker blijft steeds de eindverantwoordelijke en kan de hen toegekende uren niet aan derden afstaan of wisselen zonder voorafgaande toestemming van team verhuur infrastructuur & sport.

De gebruikers mogen enkel binnen de hun toegewezen uren in de hun ter beschikking gestelde lokalen of terreinen aanwezig zijn. Het niet gebruiken van de accommodatie sluit echter de betaling van de vergoeding niet uit, tenzij in gevallen van overmacht of tijdige verwittiging. De tijdsduur die wordt toegestaan, dient strikt geëerbiedigd. In deze tijdsduur is begrepen, het opbouwen en afbreken van de nodige toestellen.

 

9.Overmacht

Het College van Burgemeester en Schepenen kan in geval van overmacht de gebruikstoelating op elk ogenblik wijzigen of intrekken. De gebruiker wordt van deze beslissing onmiddellijk in kennis gesteld. Hij kan hiervoor geen aanspraak maken op een schadevergoeding.

 

10.Aansprakelijkheid, Sanctie en Schadevergoeding

1.Inbreuken op dit reglement worden gesanctioneerd.

2.De gebruiker is verantwoordelijk voor de schade die hij, zijn leden, medewerkers en/of de deelnemers/bezoekers van de activiteit aanrichten aan het gebouw, de mobiele infrastructuur en de gebruikte materialen. De toegebrachte schade dient onmiddellijk aan de verantwoordelijke zaalverhuur gemeld via 03 480 52 51 of sporthal@lier.be.  De herstellingskosten zullen op eerste verzoek vereffend worden.

3.Elke gebruiker dient bij het begin van zijn reservatie vastgestelde beschadigingen te melden. Gebeurt dit niet, dan wordt de laatste gebruiker aansprakelijk gesteld voor de eventueel vastgestelde schade.

4.Het stadsbestuur kan door de gebruiker of door derden niet aansprakelijk worden gesteld voor schade van welke oorzaak ook. Het stadsbestuur kan evenmin aansprakelijk worden gesteld voor verlies of diefstal van persoonlijke bezittingen, sportkledij, spelersmateriaal of dergelijke, ook niet indien de gelegenheid gegeven wordt om al dan niet tegen betaling voorwerpen van waarde of kleding in bewaring te geven.  

 

11.Toezicht

1.De verantwoordelijken van de sportinfrastructuur hebben steeds het recht toezicht uit te oefenen. Zij hebben eveneens het recht een activiteit op elk moment stil te leggen wanneer deze niet conform is volgens de aanvraag.

2.De gebruiker en de bezoeker leven de bestaande richtlijnen na. Personen die anderen hinderen, onzedig gedragen, overlast veroorzaken of zich gevaarlijk gedragen wordt tijdelijk of definitief de toegang ontzegd.

3.De gebruiker kan de weigering tot toegang a posteriori aanvechten via het klachtenbehandeling reglement van de stad Lier.

4.Er wordt geen toegang verleend aan groepen waarbij niet een door de gebruiker aangewezen verantwoordelijke leider aanwezig is, voor scholen die van de accommodatie wensen gebruik te maken, zal steeds een verantwoordelijke leraar aanwezig zijn.

 

12.Taksen, Vergoedingen, wetgeving

1.Voor de locaties werd een billijke vergoeding “polyvalente zaal met drank” betaald door het stadsbestuur. Organisatoren voor activiteiten met andere doeleinden dienen zelf aangifte te doen via www.ikgebruikmuziek.be.

2.De gebruiker is gebonden tot betaling van alle mogelijke taksen, belastingen, auteursrechten, e.d

 

13.Algemene richtlijnen

1.Het huren van een infrastructuur houdt in: gebruik van de eigenlijke zaal (enkel de gereserveerde delen), de toegewezen kleedkamers en douches, het noodzakelijke sportmateriaal.

2.Gebruikers kunnen maximum 20 minuten voor aanvang van de reservatie gebruik maken van de kleedkamer en tot  30 minuten (incl. douche) na de reservatie.

3.Bij een drukke bezetting van de sportaccommodatie, kan de verantwoordelijke in eenzelfde kleedkamer twee ploegen onderbrengen. De ploegleiders zijn dan ook verantwoordelijk voor de goede orde in de hen toegewezen lokalen.

4.Het betreden van de sportvloer is uitsluitend toegestaan met aangepaste sportschoenen die geen sporen nalaten op de vloer en ter plaatse worden aangetrokken. De zaalwachter kan het schoeisel controleren en heeft hieromtrent alle bevoegdheid.

5.De toestellen en materialen mogen alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor zij bestemd zijn.

6.Elke gebruiker dient op de hoogte te zijn van de nodige richtlijnen bij brand. In infrastructuur met zaalwachter is het belangrijk de richtlijnen correct en snel op te volgen zonder enige discussie. In de infrastructuren zonder zaalwachter is elke gebruiker verplicht op de hoogte te zijn van de geldende procedures. Deze worden in addendum toegevoegd aan de huurovereenkomst.

7.Uitgangen en nooduitgangen dienen op elk ogenblik vrij te blijven en gebruiksklaar te zijn.

 

Het is verboden:

1.Kennisgevingen, affiches of aankondigingen van welke aard dan ook in de sportaccommodatie of bijhorende ruimten aan te brengen zonder toelating van het stadsbestuur.

2.Fietsen en/of andere vervoermiddelen in de accommodatie te plaatsen

3.Dieren met uitzondering van geleidehonden voor andersvaliden in de sportaccommodatie te brengen.

4.Met glas de sportruimtes te betreden.

5.Te roken in de sportaccommodatie.

6.Eetwaren, versnaperingen of kauwgom te verbruiken in de sportruimtes.

 

14.Richtlijnen per locatie

Het huishoudelijk reglement is het standaard reglement voor alle infrastructuren. Per locatie kan u extra richtlijnen in de verschillende addenda  terugvinden.

Addendum 1 : Atletiekpiste Netestadion

Addendum 2: Sporthal De Komeet

Addendum 3: Sportcentrum ’t Spui

Addendum 4: Sporthal Stadspark

Addendum 5: Turnzaal Koningshooikt

Addendum 6: Bewegingsruimtes DC ’t Schoppeke

 

15.Slotbepalingen

Dit reglement ligt steeds ter inzage in de verschillende sportinfrastructuren. Dit reglement heeft als doel de veiligheid, rust, orde en hygiëne in de infrastructuur te waarborgen met als doel iedereen een aangenaam verblijf te garanderen. Het reglement geldt voor alle gebruikers. Door de reservatie/betreding van de infrastructuur, aanvaard je de verplichting alle voorschriften en aanwijzingen ervan op te volgen. Dit geldt ook voor alle mondelinge aanwijzingen en richtlijnen die worden meegedeeld door het personeel.

 

Dit reglement is vatbaar voor eventuele wijzigingen of aanpassingen.

 

Elke vraag tot afwijking van dit reglement wordt voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen, Paradeplein 2 bus 1, 2500 Lier.

 

 

Addendum 1 Afspraken bij gebruik Atletiekpiste ‘Netestadion’

 

° Algemene afspraken en toegang

1.Het huishoudelijk reglement is het standaard reglement voor alle sportinfrastructuren

van stad Lier en is dus ook van toepassing voor de atletiekpiste.

2.Bij gebruik van een infrastructuur zonder zaalwachter, dient de gebruiker steeds een GSM bij zich te hebben in geval van nood of bij ongeval de hulpdiensten te verwittigen.

3.De atletiekpiste is enkel toegankelijk na reservatie (zie huishoudelijk reglement) en is

iedere werkdag toegankelijk van 8u tot 22u, op zaterdag van 9u tot 22u en op zondag van 9u tot 20u.

4.Bij het betreden van de atletiekpiste, controleert de gebruiker allereerst of er geen

schade is. Bij schade is de gebruiker verplicht team verhuur infrastructuur &

sport te verwittigen: 03 480 52 51 of een mail te sturen naar sporthal@lier.be.

5.Een verantwoordelijke blijft ter plaatse tot na de activiteiten. Deze verantwoordelijke

controleert bij het verlaten van de site of al het materiaal op de juiste plaats is (terug)

gezet, of de kleedkamers proper zijn achter gelaten, of de verlichting is gedoofd, …

6.De gebruiker kan via een sleutel de site betreden. Sleutel dien je op voorhand af te

halen in sporthal De Komeet

7.Elke gebruiker respecteert zijn uren. Binnen de gereserveerde uren worden de sportvelden opgesteld EN afgebroken.

8.Muziek op de site kan op een normaal niveau dat geen overlast veroorzaakt.

9.Materiaal ontlenen kan via de plaatselijke clubs. Afspraken zijn met de clubs zelf te maken.

10.De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het correct opstellen en afbreken van het

sportmateriaal. Eventuele schade moet onmiddellijk gemeld worden aan team verhuur

infrastructuur & sport.

11.Elke gebruiker is verplicht al het materiaal op dezelfde plaats terug te zetten. Ook al komen zij na een andere huurder en maken zij gebruik van hetzelfde materiaal.

12.Gebruik kleedkamers: Gebruikers kunnen maximum 20 minuten voor aanvang van de reservatie gebruik maken van de kleedkamer tot 30 minuten na de reservatie (incl. douche). Na het douchen dienen de gebruikers de kleedkamer proper achter te laten.

13.Alle gebruikers zijn verplicht een eigen EHBO koffer te voorzien.

14.De cafetaria is te gebruiken in overleg met de plaatselijke atletiekverenigingen.

15.VOOR de gebruiker/club/school de site verlaat, dient hij volgende respectievelijk te controleren:

15.1Er zijn geen drankflesjes en afval meer op het grasveld, naast de piste, in de kleedkamers.

15.2Verlichting van de piste, cafetaria en kleedkamers is uit.

15.3 Iedereen heeft de site verlaten.

 

Dit reglement werd vastgelegd op datum van 16 december 2019. Stad Lier kan te allen tijde dit reglement aanpassen.

 

Voor akkoord

 

 

Verantwoordelijke clubVoor stad Lier

 

Contactgegevens club bij problemen:

 

 

Addendum 2 :Afspraken bij gebruik Sporthal De Komeet

° Algemene afspraken

1.Het huishoudelijk reglement is het standaard reglement voor alle sportinfrastructuren

van stad Lier en is dus ook van toepassing voor sporthal De Komeet.

2.Sporthal De Komeet is enkel toegankelijk na reservatie (zie huishoudelijk reglement) en is iedere werkdag toegankelijk van 8u tot 24u, op zaterdag van 9u tot 22u en op zondag van 9u tot 20u.

3.In sporthal De Komeet is er bij reservatie een sporthalmedewerker aanwezig.

4.Elke gebruiker respecteert zijn uren. Binnen de gereserveerde uren worden de sportvelden                opgesteld EN afgebroken.

5.De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het correct opstellen en afbreken van het

sportmateriaal. De sporthalmedewerker helpt ten einde de tijd van plaatsing en het tijdig opbergen te beperken.

6.Elke gebruiker is verplicht al het materiaal op dezelfde plaats terug te zetten. Ook al komen zij na een andere huurder en maken zij gebruik van hetzelfde materiaal.

7.Gebruik kleedkamers:

         De sleutel van de kleedkamer kan bekomen worden bij de sporthalmedewerker.

         Gebruikers kunnen maximum 20 minuten voor aanvang van de reservatie gebruik maken van de kleedkamer tot 30 minuten na de reservatie (incl. douche).

         De gebruikers dienen de kleedkamer proper achter te laten.

8.Toeschouwers mogen nooit met gewoon schoeisel de zaal betreden. Bij wedstrijden of               trainingen met toeschouwers worden de zwarte matten gelegd.

9.De sporthal beschikt over een algemene EHBO-koffer die kan gebruikt worden tijdens de uren dat er een sporthalmedewerker aanwezig is.

 

° Afspraken voor gebruik cafetaria

1.De locatie staat enkel ter beschikking van erkende Lierse verenigingen.

2.Erkende Lierse verenigingen vallen onder categorie B als ze gelijktijdig gebruik maken van de sporthal.

3.De cafetaria wordt niet ter beschikking gesteld voor fuiven. Hiervoor verwijst de medewerker zaalverhuur door naar andere zalen in en rond Lier.

4.De toelating voor het gebruik van de cafetaria kan worden geweigerd wanneer de infrastructuur ontoereikend is of de goede uitbating ervan in het gedrang komt, of wanneer het stadsbestuur van mening is dat de veiligheid van de gebruikers en/of de bezoekers niet voldoende is gegarandeerd. De gebruiker kan hiervoor geen schadevergoeding eisen.

5.Het einde van activiteiten in de cafetaria is vastgelegd op 02 uur.

6.De cafetaria huurt men per uur en mag niet met korte periodes onderbroken worden. Indien er toch een onderbreking is moet deze minimaal 3 uur zijn.

7.Elke activiteit en de daarbij gebruikte apparatuur beantwoorden aan de wetgeving en reglementering op het gebied van veiligheid en hygiëne. Deze zijn m.a.w. in overeenstemming met de Belgische wetgeving en de CODEX, m.n. het ARAB (Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming), het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) en de NBN-normen (normen ivm plaatselijke installatie- of uitvoeringstechnieken of specifieke randvoorwaarden). Meer info op www.codex.vlaanderen.be.

8.Na de activiteit ruimt de gebruiker de cafetaria onmiddellijk op. De mobiele infrastructuur en de attributen van de gebruiker neemt hij na de activiteit  mee.

Materiaal van het stadsbestuur maakt de gebruiker schoon en plaatst het met zorg terug op de voorziene plaats.

9. De gebruiker verwijdert de vuilresten, maakt de toog en tafels proper, borstelt en dweilt de locatie. Er mag geen afval worden achter gelaten in de cafetaria of bergingsruimte. Indien de locatie niet proper en in goede staat wordt achtergelaten, zal de bevoegde stadsdienst de zaal laten poetsen. Kosten van poets en/of herstel van beschadiging worden aangerekend aan de gebruiker.

 

Dit reglement werd vastgelegd op datum van 16 december 2019. Stad Lier kan te allen tijde dit reglement aanpassen.

 

Voor akkoord

 

 

Verantwoordelijke clubVoor stad Lier

 

Contactgegevens club bij problemen:

 

 

Addendum 3: Afspraken bij gebruik Sportcentrum ’t Spui

 

° Algemene afspraken

1.Het huishoudelijk reglement is het standaard reglement voor alle sportinfrastructuren

van stad Lier en is dus ook van toepassing voor de atletiekpiste.

2.Sportcentrum ’t Spui is enkel toegankelijk na reservatie (zie huishoudelijk reglement) en is iedere werkdag toegankelijk van 8u tot 24u, op zaterdag van 9u tot 22u en op zondag van 9u tot 20u.

3.In sportcentrum ’t Spui is er bij reservatie een sporthalmedewerker aanwezig.

4.Elke gebruiker respecteert zijn uren. Binnen de gereserveerde uren worden de sportvelden opgesteld EN afgebroken.

5.De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het correct opstellen en afbreken van het sportmateriaal. De sporthalmedewerker helpt ten einde de tijd van plaatsing en het tijdig opbergen te beperken.

6.Elke gebruiker is verplicht al het materiaal op dezelfde plaats terug te zetten. Ook al komen zij na een andere huurder en maken zij gebruik van hetzelfde materiaal.

7.Gebruik kleedkamers:

         De sleutel van de kleedkamer kan bekomen worden bij de sporthalmedewerker.

         Gebruikers kunnen maximum 20 minuten voor aanvang van de reservatie gebruik maken van de kleedkamer tot 30 minuten na de reservatie (incl. douche).

         De gebruikers dienen de kleedkamer proper achter te laten.

8.De sporthal beschikt over een algemene EHBO-koffer die kan gebruikt worden tijdens de uren dat er een sporthalmedewerker aanwezig is.

 

° Afspraken voor gebruik gymhal

1.De gebruikers van de hal dienen telkens te voorzien in aanwezigheid van een permanente begeleiding door deskundige lesgevers met ervaring. Deze begeleiders zorgen voor de goede orde en voor het naleven van de voorschriften en de reglementen.

2.Het is bezoekers verboden om voorbij de openen berging te komen.

3.Opruimen: na de training, maar ook bij verplaatsing naar het volgende toestel

4.Kleine en grote matten steeds vlak leggen

5.Geen materiaal plaatsen voor de verluchtingsroosters, de vluchtdeuren of de brandblussers.

6.Magnesium telkens boven de magnesiumbak gebruiken. Op het einde van de les/training met de voorziene stofzuiger alles opruimen.

7.Geen puntlandingen in de valkuil en op de (dikke) valkuilmatten.

8.Rode valkuilmatten enkel op de valkuil gebruiken. Na de training matten van op de valkuil wegnemen.

9.Strips, handschoentjes e.d. na de training in de kasten. Tapes, magnesiumverpakking e.d. in de vuilbak.

10.Gymnasten dragen geen sportschoenen, ringen, uurwerken of andere sieraden.

11.Het gebruik van de valkuil is aan volgende regels onderworpen:

         De valkuil is ontwikkeld voor pedagogische doeleinden en mag dus niet gebruikt worden als een speelterrein. De valkuil vervangt geen trainer, zijn verantwoordelijkheid en technische raadgevingen blijven onmisbaar.

         Het gebruik van de valkuil moet gezien worden als een onderdeel in het aanleren van nieuwe delen of moeilijke combinaties. De gymnast mag zeker niet permanent in de valkuil trainen. Van zodra de gymnast het element onder de knie heeft, moet men het valkuileffect verminderen door het installeren van een valmat(je) in de valkuil. Nadien volgt de wedstrijdvoorbereiding op de wedstrijd landingsmatten.

         De gymnast moet steeds trachten te landen uit evenwicht. Nooit op het hoofd landen.

         Bij het verticaal landen op de voeten in de valkuil is het gebruik van een extra valmat verplicht. Blijf gespannen bij contact met de valkuil.

         Verwijder alle gebruikte valmatten na elke training uit de valkuil.

         Nooit ‘voor het plezier’ herhaaldelijk verticaal springen.

Geen groepen kinderen tegelijkertijd in de valkuil laten spelen of springen. Dit veroorzaakt een overbelasting. De belasting van de valkuil is berekend op 1 gymnast per toestel.

 

° Afspraken voor gebruik cafetaria

1.De locatie staat ter beschikking van (sport)verenigingen, instellingen en meerderjarigen voor de organisatie van activiteiten van in hoofdzaak sportieve aard.

2.Erkende Lierse verenigingen vallen onder categorie B als ze gelijktijdig gebruik maken van de sporthal.

3.Persoonsgebonden activiteiten (activiteiten met een familiaal of persoonlijk karakter) hebben uitsluitend plaats in combinatie met huur van een sportzaal.

4.De cafetaria wordt niet ter beschikking gesteld voor fuiven. Hiervoor verwijst de medewerker zaalverhuur door naar andere zalen in en rond Lier.

5.De toelating voor het gebruik van de cafetaria kan worden geweigerd wanneer de infrastructuur ontoereikend is of de goede uitbating ervan in het gedrang komt, of wanneer het stadsbestuur van mening is dat de veiligheid van de gebruikers en/of de bezoekers niet voldoende is gegarandeerd. De gebruiker kan hiervoor geen schadevergoeding eisen. 

6.Het einde van activiteiten in de cafetaria is vastgelegd op 24 uur.

7.De cafetaria huurt men per uur en mag niet met korte periodes onderbroken worden. Indien er toch een onderbreking is moet deze minimaal 3 uur zijn.

8.Elke activiteit en de daarbij gebruikte apparatuur beantwoorden aan de wetgeving en reglementering op het gebied van veiligheid en hygiëne. Deze zijn m.a.w. in overeenstemming met de Belgische wetgeving en de CODEX, m.n. het ARAB (Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming), het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) en de NBN-normen (normen ivm plaatselijke installatie- of uitvoeringstechnieken of specifieke randvoorwaarden). Meer info op www.codex.vlaanderen.be.

9.Na de activiteit ruimt de gebruiker de cafetaria onmiddellijk op. De mobiele infrastructuur en de attributen van de gebruiker neemt hij na de activiteit  mee. Materiaal van het stadsbestuur maakt de gebruiker schoon en plaatst het met zorg terug op de voorziene plaats.

10.De gebruiker verwijdert de vuilresten, maakt de toog en tafels proper, borstelt en dweilt de locatie. Er mag geen afval worden achter gelaten in de cafetaria of bergingsruimte.

Indien de locatie niet proper en in goede staat wordt achtergelaten, zal de bevoegde stadsdienst de zaal laten poetsen. Kosten van poets en/of herstel van beschadiging worden aangerekend aan de gebruiker.

 

 

Dit reglement werd vastgelegd op datum van 16  december 2019. Stad Lier kan te allen tijde dit reglement aanpassen.

 

Voor akkoord

 

 

 

Verantwoordelijke clubVoor stad Lier

Contactgegevens club bij problemen:

 

 

Addendum 4: Afspraken bij gebruik sporthal Stadspark

(infrastructuur zonder zaalwachter)

° Algemene afspraken

1.1Het huishoudelijk reglement is het standaard reglement voor alle sportinfrastructuren van stad Lier en is dus ook van toepassing in sporthal Stadspark.

Sporthal Stadspark is toegankelijk na reservatie (zie huishoudelijk reglement) en is iedere werkdag toegankelijk van 8u tot 24u, op zaterdag van 9u tot 22u en op zondag van 9u tot 20u.

1.2Bij gebruik van een infrastructuur zonder zaalwachter, dient de gebruiker steeds een GSM bij zich te hebben in geval van nood of bij ongeval de hulpdiensten te verwittigen.

1.2Bij het betreden van de sporthal, controleert de gebruiker allereerst of er geen schade in de sporthal is. Bij schade is de gebruiker verplicht team verhuur infrastructuur & sport te verwittigen: 03 480 52 51 of een mail te sturen naar sporthal@lier.be.

1.3Indien de gebruiker per vergissing het alarm of het brandalarm in werking stelt, is deze verplicht onmiddellijk het nummer 03 480 52 51 te verwittigen! Indien deze nummer niet bereikbaar is, belt de gebruiker respectievelijk de teamverantwoordelijke op 0497 52 94 47. Bij het niet correct opvolgen van deze procedure zullen de kosten van de beveiligingsfirma of het terug in dienst stellen van de installatie worden doorgerekend aan de gebruiker.

1.4Op volgende afspraken uit het huishoudelijk reglement dienen de verantwoordelijken extra controles uit te oefenen in zalen zonder zaalwachter:

1.4.1Controleren dat al hun leden steeds het juiste schoeisel aan hebben (d.i. niet buiten gedragen, maakt geen strepen. Ook trainers dragen het juiste schoeisel en geven het goede voorbeeld! Toeschouwers mogen nooit met gewoon schoeisel in de zaal. Wanneer er wedstrijden doorgaan, is de club verplicht de zwarte matten te gebruiken.

Leerlingen/gebruikers die niet mee sporten, dienen hun schoenen uit te doen bij het betreden van de zaal.

1.4.2Controle op gebruik van drank: enkel water (niet glas) is toegelaten in de sportzaal. Bij het opmerken van drankvlekken op de sportvloer, zullen de kosten om de zaal extra te kuisen, worden doorgerekend.

1.4.3Controle op gebruik van de zaal:

1.4.3.1De gebruiker kan via een inkombadge de sporthal betreden 30 minuten voor aanvang van de huur van de zaal en dit tot 1 uur na de eindtijd (incl. douchetijd) van de huur van de zaal.

1.4.3.2Elke gebruiker respecteert zijn uren. Binnen de gereserveerde uren wordt het sportveld opgesteld EN afgebroken.

1.4.3.3Muziek in de sporthal kan op een normaal niveau dat geen overlast veroorzaakt.

1.4.3.4Elke gebruiker is verplicht al het materiaal op dezelfde plaats terug te zetten. Ook al komen zij na een andere huurder en maken zij gebruik van hetzelfde materiaal.

1.4.3.5Gebruik kleedkamers: Gebruikers kunnen maximum 20 minuten voor aanvang van de reservatie gebruik maken van de kleedkamer tot 30 minuten na de reservatie (incl. douche). Na het douchen dienen de gebruikers de kleedkamer proper achter te laten: afval in de vuilbakken, water met aftrekker verwijderen, eventueel vuil opdweilen/opruimen, …

1.4.3.6Er mag geen eigen materiaal in de sporthal gebruikt worden zonder toestemming van team verhuur infrastructuur & sport (uitz. materiaal noodzakelijk om de sport te kunnen beoefenen zoals ballen, rackets, …).

1.5Alle gebruikers zijn verplicht een eigen EHBO koffer in de zaal te voorzien. Ijszakjes

zijn te vinden in de diepvries in het EHBO-lokaal. Deze dienen steeds na gebruik terug in de diepvries gelegd te worden.

1.6VOOR de gebruiker/club/school de sporthal verlaat, dient hij volgende respectievelijk te controleren:

1.6.1Er zijn geen drankflesjes meer in de zaal/kleedkamers en er zijn geen sporen van drank op de vloeren; er blijft geen vuil achter in de kleedkamers.

1.6.2Al het materiaal is  opnieuw op de juiste plaats opgeborgen in de berging. Er hangt een plan of foto’s uit in de berging over hoe het moet. Bij het verlaten van de zaal moet de sporthal leeg zijn.

1.6.3Verlichting van de sporthal is uit, andere lichten gaan automatisch uit.

1.6.4Iedereen heeft het gebouw verlaten.

1.7De cafetaria is in beheer van  BC Guco.

 

 

 

° Toegang

2.1 Met jouw persoonlijke toegangsbadge open je de deur, zet je het alarm af en zet de

toegangsdeuren in de nodige stand.

2.2 De gebruiker kan de infrastructuur enkel betreden op de dagen en uren die op de huurovereenkomst vermeld staan. Bij misbruik kan een toegangsverbod worden opgelegd. Tijdens de huur van de sporthal is de gebruiker verantwoordelijk voor al diegene die zich in het gebouw bevinden.

2.3Enkel personen met een toegangsbadge kunnen met de wagen parkeren op de naastliggende parking. Bezoekers parkeren elders in de buurt.

2.3Bij het verlaten van de infrastructuur controleert de verantwoordelijke of alle gebruikers de infrastructuur hebben verlaten.

2.4De gebruiker zet de toegangsdeuren in de ‘UIT’stand, zet het alarm op en controleert of de buitendeur effectief gesloten is.

 

 

Dit reglement werd vastgelegd op datum van 16 december 2019. Stad Lier kan te allen tijde dit reglement aanpassen.

 

Voor akkoord

 

 

 

 

Verantwoordelijke clubVoor stad Lier

 

Contactgegevens club bij problemen:

 

 

 

 

Addendum 5: Afspraken bij gebruik turnzaal Koningshooikt

(infrastructuur zonder zaalwachter)

 

° Algemene afspraken & toegang

1.1Het huishoudelijk reglement is het standaard reglement voor alle sportinfrastructuren van stad Lier en is dus ook van toepassing in turnzaal Koningshooikt.

1.2Turnzaal Koningshooikt is toegankelijk na reservatie (zie huishoudelijk reglement) en is iedere werkdag toegankelijk van 8u tot 24u, op zaterdag van 9u tot 22u en op zondag van 9u tot 20u.

1.3Bij gebruik van een infrastructuur zonder zaalwachter, dient de gebruiker steeds een GSM bij zich te hebben in geval van nood of bij ongeval de hulpdiensten te verwittigen.

1.4De gebruiker kan de infrastructuur enkel betreden op de dagen en uren die op de huurovereenkomst vermeld staan. Bij misbruik kan een toegangsverbod worden opgelegd. Tijdens de huur van de turnzaal is de gebruiker verantwoordelijk voor al diegene die zich in het gebouw bevinden.

1.5Bij het betreden van de turnzaal, controleert de gebruiker allereerst of er geen schade in de turnzaal is. Bij schade is de gebruiker verplicht team verhuur infrastructuur & sport te verwittigen: 03 480 52 51 of een mail te sturen naar sporthal@lier.be.

1.6Op volgende afspraken uit het huishoudelijk reglement dienen de verantwoordelijken extra controles uit te oefenen in zalen zonder zaalwachter:

1.6.1Controleren dat al hun leden steeds het juiste schoeisel aan hebben (d.i. niet buiten gedragen, maakt geen strepen. Ook trainers dragen het juiste schoeisel en geven het goede voorbeeld!

Leerlingen/gebruikers die niet mee sporten, dienen hun schoenen uit te doen bij het betreden van de zaal.

1.6.2Controle op gebruik van drank: enkel water (niet glas) is toegelaten in de sportzaal. Bij het opmerken van drankvlekken op de sportvloer, zullen de kosten om de zaal extra te kuisen, worden doorgerekend.

1.6.3Controle op gebruik van de zaal:

1.6.3.1De gebruiker kan via een sleutel de turnzaal betreden.

1.6.3.2Elke gebruiker respecteert zijn uren. Binnen de gereserveerde uren wordt het sportveld opgesteld EN afgebroken.

1.6.3.3Muziek in de turnzaal kan op een normaal niveau dat geen overlast  veroorzaakt.

1.6.3.4Elke gebruiker is verplicht al het materiaal op dezelfde plaats terug te zetten. Ook al komen zij na een andere huurder en maken zij gebruik van hetzelfde materiaal.

1.6.3.5Kleedkamers na gebruik proper achter laten: afval in de vuilbakken. Er mag geen eigen materiaal in de sporthal gebruikt worden zonder toestemming van team verhuur infrastructuur & sport (uitz. materiaal noodzakelijk om de sport te kunnen beoefenen zoals ballen, rackets, …).

1.7Alle gebruikers zijn verplicht een eigen EHBO koffer in de zaal te voorzien.

1.8VOOR de gebruiker/club/school de sporthal verlaat, dient hij volgende respectievelijk te controleren:

1.8.1Er zijn geen drankflesjes meer in de zaal/kleedkamers en er zijn geen sporen van drank op de vloeren; er blijft geen vuil achter in de kleedkamers.

1.8.2Al het materiaal is  opnieuw op de juiste plaats opgeborgen in de berging. Er hangt een plan of foto’s uit in de berging over hoe het moet. Bij het verlaten van de zaal moet de turnzaal leeg zijn.

1.8.3Verlichting van de turnzaal en kleedkamers is uit.

1.8.4Iedereen heeft het gebouw verlaten.

 

 

Dit reglement werd vastgelegd op datum van …. december 2019. Stad Lier kan te allen tijde dit reglement aanpassen.

 

Voor akkoord

 

 

 

Verantwoordelijke clubVoor stad Lier

 

Contactgegevens club bij problemen:

 

 

Addendum 6: Afspraken bij gebruik bewegingsruimtes ’t Schoppeke 

(infrastructuur zonder zaalwachter)

 

° Algemene afspraken & toegang

1.Het huishoudelijk reglement is het standaard reglement voor alle sportinfrastructuren van stad Lier en is dus ook van toepassing in  de bewegingsruimtes ’t Schoppeke.

2.De bewegingsruimtes zijn toegankelijk na reservatie (zie huishoudelijk reglement) en zijn iedere werkdag toegankelijk van 17u tot 22u, op zaterdag van 9u tot 22u en op zondag van 9u tot 20u.

3.Bij gebruik van een infrastructuur zonder zaalwachter, dient de gebruiker steeds een GSM bij zich te hebben in geval van nood of bij ongeval voor de hulpdiensten te               verwittigen.

4.De gebruiker kan de infrastructuur enkel betreden op de dagen en uren die op de huurovereenkomst vermeld staan. Bij misbruik kan een toegangsverbod worden opgelegd. Tijdens de huur van de bewegingsruimte is de gebruiker verantwoordelijk voor al diegene die zich in het gebouw bevinden.

5.Bij het betreden van de ruimte, controleert de gebruiker allereerst of er geen schade in de ruimte is. Bij schade is de gebruiker verplicht team verhuur infrastructuur & sport te verwittigen: 03 480 52 51 of een mail te sturen naar sporthal@lier.be.

6.Alle gebruikers zijn verplicht een eigen EHBO koffer in de zaal te voorzien.

7.Op volgende afspraken uit het huishoudelijk reglement dienen de verantwoordelijken extra controles uit te oefenen in zalen zonder zaalwachter:

Controleren dat al hun leden steeds het juiste schoeisel aan hebben (niet buiten gedragen, maakt geen strepen. Ook trainers dragen het juiste schoeisel en geven het goede voorbeeld!

Controle op gebruik van drank: enkel water (niet glas) is toegelaten in de sportzaal. Bij het opmerken van drankvlekken op de sportvloer, zullen de kosten om de zaal extra te kuisen, worden doorgerekend.

Controle op gebruik van de zaal:

-De gebruiker kan via een persoonlijke inkombadge de ruimte betreden.

-Elke gebruiker respecteert zijn uren. Binnen de gereserveerde uren wordt de ruimte opgesteld EN afgebroken.

-Muziek in de ruimte kan op een normaal niveau dat geen overlast veroorzaakt.

-Elke gebruiker is verplicht al het materiaal op dezelfde plaats terug te zetten.

-Er mag geen eigen materiaal in de ruimtes gestockeerd worden zonder toestemming van team verhuur infrastructuur & sport.

-Er blijven geen drankflesjes  of afval achter in de zaal.

 

 

Dit reglement werd vastgelegd op datum van 16 december 2019. Stad Lier kan te allen tijde dit reglement aanpassen.

 

Voor akkoord

 

 

 

 

Verantwoordelijke clubVoor stad Lier

 

 

Contactgegevens club bij problemen:

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

FLUVIUS - INBRENG "VERLICHTINGSTOESTELLEN, LICHTBRONNEN EN STEUNEN" - AANBOD OPENBARE VERLICHTING DOOR DE DISTRIBUTIENETBEHEERDER FLUVIUS ANTWERPEN - GOEDKEURING. BIJHORENDE REGLEMENT - KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De stad is voor meerdere activiteiten aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen.

 

Op 1 juli 2018 is Fluvius ontstaan uit de fusie van de netbedrijven Eandis en Infrax. De kaderovereenkomst van 7 maart 2010 is op de GR van 24/06/2019 aangepast door toevoeging van een addendum.

 

Feiten en context

Fluvius heeft een voorstel gedaan aan de Vlaamse steden en gemeenten om de openbare verlichting over te nemen, met als doel de Vlaamse steden en gemeenten te ondersteunen in hun opdracht om naar duurzame openbare verlichting over te stappen tegen 2030.

 

Dit voorstel staat bekend als het voorstel Fluvius 2.0. In bijlage zijn volgende documenten opgenomen:

- Commerciële presentatie specifiek voor de Stad Lier

- Fiche met het financieel voorstel specifiek voor de Stad Lier

- Financiële presentatie

- Operationele overeenkomst

- Reglement OV en diensten aan lokale besturen

 

Fasering

De besturen die wensen in te stappen op dit voorstel moeten een gemeenteraadsbeslissing voorleggen op de Algemene Vergadering van Fluvius Antwerpen. Deze vindt 2x per jaar plaats.

 

Het volgende instapmoment is de Algemene Vergadering van 19 december 2019. Fluvius vraagt om ten laatste op 15 november 2019 te laten weten wanneer de gemeenteraadsbeslissing wordt genomen zodat de facturatie 2019 kan tegengehouden worden en de investeringen van 2019 meegenomen kunnen worden in de asset berekening. De gemeenteraadsbeslissing moet Fluvius ten laatste 17 december 2019 in de voormiddag bereiken.

 

Adviezen

Het voorstel werd uitvoerig besproken met andere besturen, VVSG, Fluvius en binnen de stad Lier door de diensten Financiën, WLO, Infrastructuur, Juridische zaken en Strategie.

 

Het voorstel heeft een belangrijk financieel luik:

         In dit voorstel draagt de stad Lier de openbare verlichting over aan Fluvius. De overnamewaarde is bepaald op basis van de expertisewaarde van de installaties (zie bijgevoegde fiche). De overnamewaarde is niet onderhandelbaar en gaat uit van schattingen op basis van de informatie aanwezig in de database van Fluvius.  Dit bedrag wordt als volgt uitbetaald:

         25% van de assetwaarde wordt cash uitbetaald.

         75% van de assetwaarde wordt in aandelen uitbetaald.

         De financiële simulatie houdt rekening met een één op één vervanging van de huidige infrastructuur. In realiteit zal het masterplan gevolgd worden en kan dus afgeweken worden van één op één vervanging. De reële kosten zullen daarbij in rekening worden gebracht.

         Dit voorstel levert enerzijds het voordeel op dat Fluvius de zware investeringskost nodig om te verledden tegen 2030 opvangt en geeft bovendien een voordeel via de vennootschapsbelasting. Tot slot leidt de versnelde verledding ook tot een snellere besparing in de elektriciteitskosten.

         Netto-opbrengsten van de verticale infrastructuur vloeien terug na verrekening kosten Fluvius. Het is echter nog onduidelijk hoe dit juist zal berekend worden.

 

Vanuit juridisch standpunt:

         Er wordt gewerkt met een standaard operationele overeenkomst en een reglement dat voor alle deelnemende besturen gelijkaardig is. Deze documenten zijn niet onderhandelbaar. We merken op dat er geen duidelijke clausules werden opgenomen mbt duurtijd van de overeenkomst of gronden die kunnen leiding tot verbreking van de overeenkomst.

 

Vanuit operationeel standpunt:

         Er blijven nog een aantal operationele vragen open staan. Fluvius werkt aan een FAQ die einde november zal ter beschikking gesteld worden en geeft aan dat er voldoende overleg en transparantie zal zijn om deze vragen nadien uit te klaren.

 

Ondertussen hebben al ongeveer de helft van de besturen ingetekend en Fluvius heeft aangetoond dat aanvullingen aan deze documenten ook worden doorgetrokken voor besturen die al eerder hebben ingetekend. De besturen houden ook ten allen tijde de eindbeslissing over investeringen aan de infrastructuur.

 

Rekening houdend met de uitdagende opgave vanuit Vlaanderen om te verledden tegen 2030, het financiële voordeel van dit voorstel en de aard van het partnership, adviseren wij positief.

 

Operationele overeenkomst

OPERATIONELE OVEREENKOMST IN UITVOERING VAN HET ‘REGLEMENT AANBOD OPENBARE VERLICHTING EN DIENSTEN DOOR DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS AAN HUN LOKALE BESTUREN’

 

Tussen

 

De stad/gemeente, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door

XXX

Hierna genoemd: de gemeente

 

en

 

de opdrachthoudende vereniging <<vermelding Distributienetbeheer, vermelding zetel en ond nr Distributientebeheerder>>, vertegenwoordigd door Fluvius System Operator cvba, met maatschappelijke zetel te 9090 Melle, Brusselsesteenweg 199, BTW BE 0477.445.084, RPR Gent, afdeling Gent, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door: - (Standaard LRB & Regiomanager + zie ook volmachtenlijst op SharePoint)

Hierna genoemd: de distributienetbeheerder of DNB

 

Inleiding

Deze overeenkomst beschrijft in detail de operationele afspraken tussen partijen in uitvoering van het ‘REGLEMENT FLUVIUS OPENBARE VERLICHTING EN DIENSTEN DOOR DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS AAN HUN LOKALE BESTUREN’.

 

Begrippenkader

         installaties openbare verlichting: de verlichting (armaturen, palen en steunen inbegrepen) die gelegen is boven, onder, op of langs wegen, paden, pleinen, bruggen, tunnels en waterlopen, waarbij die wegen, paden, pleinen, bruggen, tunnels of waterlopen onder het beheer van een gemeente vallen.

         netten openbare verlichting: Elektriciteitsnetten dienstig voor de voeding van de installaties openbare verlichting. Deze netten maken deel uit van het elektriciteitsdistributienet beheerd door de Elektriciteitsdistributienetbeheerder zoals beschreven in het Energiedecreet.

         persoonsgegevens: alle gegevens die vallen onder het toepassingsgebied van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG, in het Engels GDPR) van de Europese Unie.

         apparaten: meet-, communicatie-, en registratietoestellen (o.a. sensoren, camera’s, antennes,…), die op de installaties openbare verlichting worden geplaatst. klassieke verkeers- en signalisatieborden zijn geen apparaten.

         data: Alle gegevens gegenereerd door de apparaten. Dit kunnen ook persoonsgegevens zijn.

         assets: De installaties openbare verlichting en de apparaten

 

1 Inbreng van de installaties

De inbreng van de installaties openbare verlichting door de gemeente zal gebeuren via een notariële akte aan de hand van een inventaris van deze installaties.

 

De gemeentes kunnen beslissen om ook de installaties openbare verlichting van semiopenbare ruimten (cfr. reglement) in te brengen. Dergelijke inbreng zal steeds worden voorafgegaan door een risicoanalyse uitgevoerd door de DNB. Desgevallend zal de gemeente instaan voor het in overeenstemming brengen van de installaties met de geldende regelgeving. Deze inbreng zal gebeuren op projectbasis. De kosten worden mee opgenomen in de te verrekenen investeringskosten.

 

De inbrenger kent aan de overnemer het recht toe om de bestaande en toekomstige verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen voor openbare verlichting op het openbaar domein van de inbrenger te plaatsen, herstellen, onderhouden, vervangen, … Voor de bestaande en toekomstige verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen voor openbare verlichting die zich op privédomein bevinden (bv. armaturen en steunen op gevels) worden de rechten die de inbrenger hieromtrent heeft, overdragen aan de overnemer.

 

2 Meerjareninvesteringsplan

Vanaf het moment van inbreng zullen de investeringen voor de installaties openbare verlichting uitgevoerd en gefinancierd worden door de DNB.

 

De DNB maakt in overleg met de gemeente een meerjareninvesteringsplan op dat is gebaseerd op en uitvoering geeft aan het door de gemeente opgemaakt gemeentelijk lichtplan (soms ook naar verwezen als masterplan openbare verlichting). Bij de opmaak van het meerjareninvesteringsplan kunnen ook doelen bepaald worden m.b.t. het effect van de investeringen op energieverbruik en CO2-uitstoot.

 

Het bepalen van de prestatie-eisen en brandprogramma’s (dimmen, doven etc.) blijft te allen tijde de exclusieve bevoegdheid van de gemeente.

 

De investeringen in de aanleg of verplaatsing van netten openbare verlichting maken geen deel uit van dit reglement of aanbod. Deze netten behoren tot de gereguleerde netinfrastructuur elektriciteit.

 

3 Jaaractieplan

Het overeengekomen meerjareninvesteringsplan worden minstens elk jaar verfijnd en omgezet in een concreet overeengekomen jaaractieplan. Het jaaractieplan prioriteert de voorziene investeringen.

 

Het jaaractieplan omvat de lijst van alle in dat jaar uit te voeren werken aan de installaties openbare verlichting en de overeengekomen projecten m.b.t. esthetische keuzes voor de installaties openbare verlichting. Het jaaractieplan bevat een budgetinschatting.

 

De gemeente krijgt periodiek een rapportering over de stand van zaken van het jaaractieplan evenals, indien voorzien, rapportering over de effecten op het energieverbruik en de CO2-uitstoot.

 

4 Budget en verrekening

De DNB begroot elke drie jaar (1) de investeringskost gekoppeld aan het meerjareninvesteringsplan en (2) de exploitatiekost openbare verlichting, voor de komende drie jaar en bepaalt op basis van die begroting een jaarlijks geïndividualiseerd forfait voor de gemeente. Deze forfait wordt door de raad van bestuur van de DNB formeel goedgekeurd. De DNB zal het forfait jaarlijks verrekenen via het resultaat elektriciteit. Na elke driejarige periode wordt het forfait indien nodig aangepast in functie van de in de afgelopen drie in rekening gebrachte kosten.

 

Schade aangericht aan de installaties openbare verlichting door derden zal door de DNB maximaal worden verhaald op de derde. In gevallen waar dit niet mogelijk is (bv schadeveroorzaker is niet gekend) zal de kost voor de herstelling ten laste worden genomen door het investeringsbudget.

 

De raad van bestuur van de DNB keurt elk jaar een maximaal investeringsbudget goed voor het geheel van de gemeenten die bij haar inbreng hebben gedaan van de installaties openbare verlichting. Indien dit goedgekeurde budget op het niveau van de DNB ontoereikend is voor de realisatie van alle jaaractieplannen van de respectievelijke gemeenten, zal het budget pro rata worden verdeeld, zodat de gemeente verhoudingsgewijs een gelijkwaardig deel van haar jaaractieplan kan laten uitvoeren.

 

5 Standaardmateriaal

De DNB biedt een ruime keuze van (standaard)materialen aan via de catalogus openbare verlichting. De DNB volgt nieuwe ontwikkelingen nauwgezet op en past haar catalogus regelmatig aan.

 

Wanneer de gemeente opteert voor de plaatsing van andere dan in de catalogus voorziene materialen, zal ze de meerkost hiervan ten laste nemen.

 

De door de raad van bestuur van de DNB vastgelegde en goedgekeurde beleidsregels en principes zoals preventieve en curatieve vervangingen blijven van toepassing.

 

6 Werkwijze rond verkavelingen

Het “Reglement voor projecten (verkavelingen en bouwprojecten)” (actuele versie steeds beschikbaar via de website van Fluvius) blijft onverkort van toepassing.

 

Als enige afwijking zullen de installaties openbare verlichting na oplevering rechtstreeks in volle eigendom overgaan van de verkavelaar naar de DNB.

 

7 Lopende projecten

Voor lopende projecten openbare verlichting wordt vanaf de inwerkingtreding van onderhavige overeenkomst in onderling overleg vastgelegd welke investeringen door welke partij ten laste worden genomen. Het basisuitgangspunt hierbij is dat nog niet gefactureerde projecten ten laste worden genomen door de distributienetbeheerder (projecten die niet ingebracht moeten worden maar rechtstreeks in de activa van de distributienetbeheerder terechtkomen).

 

8 Behandeling van vragen door derden

De DNB is verantwoordelijk voor de afhandeling van vragen door derden i.v.m. de openbare verlichting.

 

9 Assetregister

De DNB houdt een register bij dat een overzicht geeft van alle assets. Dit register vermeldt de locatie en de technische specificaties van de assets.

 

10 Gebruik van Installaties openbare verlichting

De gemeente beslist over de plaatsing van apparaten op het gemeentelijk openbaar domein. De DNB zal als eigenaar van de installaties openbare verlichting elke aanvraag technisch beoordelen en adviseert de gemeente over de technische haalbaarheid en impact op veiligheid. Het advies van de DNB is enkel bindend in het geval de veiligheid of de werking van de openbare verlichting in het gedrang komt. De gemeente behoudt, in haar hoedanigheid van

gemeentelijk domeinbeheerder, te allen tijde het finale beslissingsrecht.

 

In het geval een derde de DNB verzoekt om een apparaat te installeren, zal de DNB deze vraag onmiddellijk overmaken aan de gemeente zodat deze laatste hierover een beslissing kan nemen en desgevallend een al dan niet voorwaardelijke toelating kan verlenen.

 

De DNB op zijn beurt sluit een overeenkomst met de derde apparaat aanvrager (in zoverre deze over een toelating beschikt). Deze overeenkomst zal handelen over de technische aspecten en kosten verbonden aan het gebruik van de installatie openbare verlichting.

 

De gemeente kan evenwel een beroep doen op de DNB voor de concrete behandeling van aanvragen van derden. Hiervoor dient voorafgaandelijk een afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de DNB te worden opgesteld. Dergelijke samenwerking stelt de gemeente onder meer in de mogelijkheid om generieke aanvragen (bv plaatsing 5G antennes) te laten beoordelen volgens de door de gemeente vooropgestelde richtlijnen en in opvolging te voorzien na installatie.

 

In het geval de gemeente eigen apparaten installeert of laat installeren, voorziet de DNB in het nodige advies en waar mogelijk aansluiting op eenvoudig verzoek. De modaliteiten hiervan worden verder geregeld in een afzonderlijke overeenkomst.

 

De DNB treedt niet op als beheerder van apparaten van derden. Elke derde is verantwoordelijk voor (het beheer van) zijn eigen apparaat. De DNB heeft geen rol in het ontsluiten van de data van deze derde partij, tenzij de DNB door de gemeente wordt verzocht om in naam en voor rekening van de gemeente de data van deze derde partij te ontsluiten.

 

De netto inkomsten die de distributienetbeheerder verwerft bij de ter beschikking stelling van de installaties openbare verlichting voor apparaten worden verrekend via het resultaat van de distributienetbeheerder, wat een positieve invloed impliceert op uit te keren dividend, cf. het geïndividualiseerd karakter van het aanbod openbare verlichting.

 

11 Data openbare verlichting

Het lokaal bestuur heeft het recht de verzamelde OV-gegevens te kopiëren, te verdelen, voor te stellen, te reproduceren, te publiceren en te hergebruiken. Het lokaal bestuur dient onmiddellijk toegang te krijgen tot en volledig gebruik te kunnen maken van de ruwe OV-gegevens die Fluvius verzamelt. Dit geldt ook voor de historische gegevens.

 

Fluvius zal op eenvoudig verzoek van de gemeente deze gegevens ter beschikking stellen conform de geldende wetgeving. Ook toegang tot persoonsgebonden gegevens kan in aanmerking komen, mits het opstellen van een protocolovereenkomst, en voor zover in lijn met de GDPR. Voor specifieke vragen m.b.t. deze gegevens waarvoor bijkomende handelingen nodig zijn, zal het lokale bestuur eerst geïnformeerd worden over de hiermee gepaard gaande kost.

 

12 Varia

Deze overeenkomst is van onbepaalde duur en treedt in werking op de laatste datum van ondertekening.

 

Partijen zijn bekend met de mogelijkheid voor gemeenten om via politieverordening bepaalde rechten en plichten op te leggen aan personen die zich begeven op het gemeentelijk openbaar domein.

 

Elke bepaling van onderhavige overeenkomst die onwettig of onuitvoerbaar blijkt te zijn, tast de wettelijkheid en de uitvoerbaarheid van de overige bepalingen niet aan. De partijen dienen in dat geval de nietige of onuitvoerbare clausule te goeder trouw te onderhandelen ten einde een akkoord te bereiken over een nieuwe clausule die de onwettige of onuitvoerbare clausule moet vervangen en die hetzelfde juridische en economische doel moet bereiken.

 

Iedere verbetering van of wijziging aan onderhavige overeenkomst dient, om geldig te zijn, het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke schriftelijke overeenkomst, rechtsgeldig en correct ondertekend door beide partijen.De personen die onderhavige overeenkomst ondertekenen, verklaren daartoe bevoegd te zijn en treden op in naam en voor rekening van de partij die zij verbinden. De bepalingen van onderhavige overeenkomst verbinden alle partijen en zullen ook gelden voor enige rechtsopvolger of -verkrijger van de partijen en andere bij deze overeenkomst betrokken derden.

 

Onderhavige overeenkomst wordt beheerst en geregeld in overeenstemming met het Belgisch recht.

 

Opgemaakt in zoveel exemplaren als er partijen zijn aan de overeenkomst. Elke partij verklaart één exemplaar te hebben ontvangen.

Te ……………….. op ……………..………..…..

Stad / gemeente …………………………..

Naam:

Titel:

Naam:

Titel:

Mail het volledige en ondertekende document naar vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

 

Te Melle op ………………..…..

FLUVIUS SYSTEM OPERATOR CVBA

Handelend in naam en voor rekening van distributienetbeheerder Iverlek

XXX

Lokale Relatiebeheerder XXX

Regiomanager

*** * ***

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het reglement ‘Fluvius Openbare verlichting en diensten door de distributienetbeheerders aan lokale besturen’, zoals opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Fluvius Antwerpen in zitting van 21 mei 2019.

 

Art 2 :

De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de beheersoverdracht inzake de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties, daaraan verbonden de automatische overdracht van de eigendom van de in de toekomst nog op te richten verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties.

 

De gemeenteraad hecht bijgevolg tevens zijn goedkeuring aan de uitbreiding van de huidige aansluiting van de stad/gemeente bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen voor de activiteit openbare verlichting (verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen) en diensten als onderdeel van ‘licht als dienstverlening’ en zo deel te nemen aan het aanbod Fluvius Openbare verlichting (inclusief het energieverbruik van de openbare verlichting) [Schrappen indien niet van toepassing] en de opdrachthoudende vereniging te verzoeken om de ‘aanvaarding van de uitbreiding van deze aansluiting’ voor te leggen aan de eerstvolgende algemene vergadering.

 

Art 3 :

De gemeenteraad beslist de inbreng die de stad/gemeente heeft gedaan overeenkomstig het artikel 9 van de statuten van Fluvius Antwerpen uit te breiden wat betreft:

         de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen;

         de semi-openbare verlichtinginstallaties die voldoen aan de vereisten die zijn weergegeven in het reglement.

 

Art 4 :

De gemeenteraad beslist de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen - op basis van een inventariswaarde 31 december 2018 -  tegen een inbrengwaarde van 388 946 euro in cash (zijnde 25% van de inbrengwaarde) en 1 166 839 euro in OV-aandelen (zijnde 75% van de inbrengwaarde) in te brengen bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen.

 

De gemeenteraad beslist de inbreng van de semi-openbare verlichting gebeurt op projectbasis na risicoanalyse en na het in overeenstemming brengen van de installaties aan de geldende wetgeving en regels.

 

De inbrengwaarde wordt bepaald aan de hand van de economische nieuwwaarde van de steunen en armaturen en is gebaseerd op een gedetailleerde inventaris (voor inbrengen die gebeuren per 1 januari 2020 zal dit wat betreft de voorafgaande actuele raming de inventaris zijn op 31 december 2019, waarna deze zal geactualiseerd worden ifv de effectieve datum van toetreding).

 

Art 5 :

De distributienetbeheerder zal het nodige doen om de vereiste vennootschapsrechtelijke formaliteiten te vervullen die een inbreng met zich meebrengt en om de statuten dienovereenkomstig aan te passen.

 

Art 6 :

De gemeenteraad beslist de burgemeester, Frank Boogaerts, en algemeen directeur, Katleen Janssens, aan te duiden om als gevolmachtigde van de stad de authentieke akte te ondertekenen alsook de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij het overschrijven van de inbrengakte.

 

Art 7 :

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan het secretariaat van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen, (in pdf-versie) uitsluitend via e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

LOKALE POLITIE LIER - BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 2020 - KENNISNAME VAN HET ADVIES VAN DE BEGROTINGSCOMMISSIE EN BESPREKING VAN DE BEGROTING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Juridische grond

KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie gewijzigd door het KB van 5 juli 2010.

 

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

 

Ministeriële omzendbrief PLP 59 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2020 ten behoeve van de politiezones.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

10 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het advies van de begrotingscommissie over de begroting 2020 van de lokale politie Lier.

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt de begroting voor het dienstjaar 2020 van de lokale politie Lier goed.

 

Art 3 :

Samenvatting van de totalen van de economische groepen ziet er als volgt uit:

 

Gewone dienst :

 

Groep 70 : personeelskosten :8.683.828,00 eur

Groep 71 : werkingskosten :1.942.772,00

Groep 72 : overdrachten :       6.000,00

Groep 7X : schuld :              0,00

Groep 73 : Totaal :         10.632.600,00

 

Groep 60 : prestaties :     33.625,00

Groep 61 : overdrachten :          10.572.215,00

Groep 62 : schuld :       5.377,00

Groep 63 : Totaal :         10.611.217,00

 

 

Buitengewone dienst :

 

Groep 91 : investeringen :   239.100,00 eur

Groep 93 : Totaal :  239.100,00

 

Groep 80 : overdrachten :   231.250,00

Groep 83 : Totaal :  231.250,00

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

LOKALE POLITIE LIER - BEGROTINGSWIJZIGING NR.1 GEWONE DIENST EN NR.2 BUITENGEWONE DIENST VOOR HET DIENSTJAAR 2019 EN ADVIES BEGROTINGSCOMMISSIE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

 

Juridische grond

Ministeriële omzendbrief PLP 57 van 21 november 2018 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2019 ten behoeve van de politiezones.

 

KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie gewijzigd door het KB van 5 juli 2010.

 

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

10 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art.1:

De gemeenteraad neemt kennis van het advies van de begrotingscommissie over de begrotingswijzigingen nr.1 gewone dienst en nr.2 buitengewone dienst - dienstjaar 2019 van de lokale politie Lier.

 

Art. 2:

De gemeenteraad keurt de begrotingswijzigingen nr.1 gewone dienst en nr.2 buitengewone dienst voor het dienstjaar 2019 van de lokale politie Lier goed.

 

Art. 3:

Samenvatting van de totalen van de economische groepen ziet er als volgt uit:

 

begrotingswijziging 1 : gewone dienst :

 

Groep 70 : personeelskosten :8.591.901,00 eur

Groep 71 : werkingskosten :1.917.226,00

Groep 72 : overdrachten :       6.000,00

Groep 7X : schuld :  0,00

Groep 73 : Totaal :        10.515.127,00

 

Groep 60 : prestaties :     33.625,00

Groep 61 : overdrachten :          10.528.205,00

Groep 62 : schuld :       5.377,00

Groep 63 : Totaal :        10.567.207,00

 

 

begrotingswijziging 2 : buitengewone dienst :

 

Groep 91 : investeringen :  390.342,00 eur

Groep 93 : Totaal :  390.342,00

 

Groep 80 : overdrachten :  250.000,00

Groep 83 : Totaal :  250.000,00.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

SOLAG - EVALUATIE EN VERSLAG VERZELFSTANDIGING - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat elk gemeentelijk verzelfstandigd agentschap in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad een evaluatieverslag voorlegt aan de gemeenteraad over de uitvoering van de (afgelopen) beheersovereenkomst sinds de inwerkingtreding. Dit verslag bevat ook een evaluatie van de verzelfstandiging.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

14 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 14 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het evaluatieverslag en bijbehorend verslag over de verzelfstandiging goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

SOLAG - JAARREKENING 2018 VOLGENS BBC - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Vaststelling van de jaarrekening 2018 SOLag volgens BBC door de raad van bestuur dd 2/7/2019. De GR nam in zitting van 23/9/2019 kennis van de jaarrekening 2018 SOLag.

 

 

Juridische grond

Artikel 235, §4, 3e lid DLB bepaalt dat er kwijting kan worden verleend na goedkeuring van de rekeningen. Het DLB bepaalt niet welke instantie instaat voor het verlenen van de kwijting. In antwoord op vraag aan de Vlaamse Overheid, wordt er per e-mail dd 19/11/2019 gesteld dat “De kwijting gebeurt op dezelfde manier als vroeger, door de gemeenteraad. ”

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

14 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 14 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de beslissing Gouverneur met betrekking tot de goedkeuring jaarrekening 2018 SOLag volgens BBC.

 

Art 2:

De gemeenteraad geeft op basis hiervan kwijting aan de leden van de raad van bestuur SOLag voor de jaarrekening 2018

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

SOLAG - MEERJARENPLANNING VOLGENS BBC - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van het Decreet Lokaal Bestuur dient SOLag een meerjarenplanning volgens BBC 2020 op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad. Voor AGB's geldt tevens dat financieel aan het toestandsevenwicht moet worden voldaan, wat betekent dat het resultaat op kasbasis voor elk financieel boekjaar niet negatief mag zijn. De autofinancieringsmarge, het zogenaamde structureel evenwicht, is geen verplichting voor een AGB maar een eventuele negatieve autofinancieringsmarge moet worden toegelicht. Uit de meerjarenplanning SOLag blijkt dat SOLag voldoet aan het toestandsevenwicht en tevens de norm haalt inzake autofinancieringsmarge. De raad van bestuur SOLag heeft in zitting van 13 november 2019 een positief advies gegeven aan het opgestelde meerjarenplan SOLag voor de periode 2020-2025.

.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

14 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 14 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de meerjarenplanning SOLag volgens BBC voor de periode 2020-2025 goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

BEHEERSOVEREENKOMST STAD LIER/SOLAG 2020-2025, UITSTEL VAN GOEDKEURING - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De Stad Lier en het Stedelijk Ontwikkelingsbedrijf Lier sluiten een beheersovereenkomst zoals geregeld in artikel 234 DLB (voorheen artikel 235 Gemeentedecreet). Hierbij wordt gesteld dat tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf na onderhandeling een beheersovereenkomst wordt gesloten. Bij het onderhandelen over de beheersovereenkomst wordt de gemeente vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen en het autonoom gemeentebedrijf door de raad van bestuur.

Voor de lopende beheersovereenkomst geldt een verlenging van rechtswege tot 30 juni ‘19; deze verlenging geldt maximaal één jaar tot 31 december ‘19. Daarna kan een verlenging door de gemeenteraad na overleg met het autonoom gemeentebedrijf met vaststelling van voorlopige regels.

In zitting van 13 november’19 keurde de raad van bestuur SOLag het ontwerp Beheersovereenkomst goed en legde deze voor aan het college van burgemeester en schepenen voor verdere onderhandeling. In zitting van 18 november ’19 werd dit ontwerp beheersovereenkomst voorgesteld aan het college van burgemeester en schepenen. Gezien echter de drukke agenda van de gemeenteraad van december met onder andere de meerjarenplanning van de stad en OCMW, verzoekt het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring van de nieuwe beheersovereenkomst te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad van januari ’20. Bij dit uitstel worden dan als voorlopige regels de lopende beheersovereenkomst aangehouden. Dit uitstel voor de goedkeuring beheersovereenkomst is niet mogelijk met betrekking tot verplichtingen SOLag die decretaal in werking dienen te treden vanaf 1 januari ’20, zoals onder andere de meerjarenplanning en het evaluatieverslag.

 

Adviezen

Het autonoom gemeentebedrijf adviseert positief.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

14 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 14 onthoudingen

 

Art 1 :

De gemeenteraad keurt goed dat de nieuwe beheersovereenkomst in januari ’20 op de gemeenteraad wordt geagendeerd.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

KERKENBELEIDSPLAN LIER 2020-2035. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         Op 24 juni 2011 keurde minister Bourgeois de conceptnota “Een toekomst voor de Vlaamse parochiekerk” goed. In hoofdstuk III “Oplossingsrichtingen” schrijft de minister in punt 3.1 over “Het uitwerken van een langetermijnvisie op de toekomst van de parochiekerken door de lokale actoren”. De minister schrijft in punt 3.4 dat hij “extra voorwaarden zal inbouwen voor het verkrijgen van subsidies voor onderhouds- of restauratiepremies voor beschermde en niet beschermde kerken”.

         Op 2 december 2016 heeft het agentschap Onroerend Erfgoed een inspiratienota opgemaakt voor de kerkenbeleidsplannen. In deze nota wordt de definitie van een kerkenbeleidsplan verduidelijkt en wordt meegegeven waaraan het plan moet voldoen om in aanmerking te komen voor een premie.

         Op 25 juni 2019 kwam de burgerlijke werkgroep bij elkaar om na te denken over de toekomst van de Lierse kerken.

         Op 21 oktober 2019 was er een overleg tussen de kerkelijke en de burgerlijke werkgroep.  Ook het bisdom Antwerpen was aanwezig.

         Op 31 oktober 2019 kwam de burgerlijke werkgroep bij elkaar om advies te geven op het kerkenbeleidsplan Lier 2020-2035.

 

Feiten en context

Een kerkenbeleidsplan

De lokale kerkelijke en gemeentelijke overheden hebben van de Vlaamse overheid de opdracht gekregen om samen een globale visie op te maken over het gebruik van de parochiekerken in hun gemeente of stad.

 

Het kerkenbeleidsplan heeft als doel het ontwikkelen van een langetermijnvisie op de toekomst van de parochiekerken op grondgebied van een bepaalde stad of gemeente.  Een kerkenbeleidsplan is een beleids- en visiedocument dat tot stand komt vanuit uitvoerige dialoog tussen het stadsbestuur, kerkraden en centraal kerkbestuur, de lokale pastorale werkingen en de bisschoppelijke overheid.

Het kerkenbeleidsplan geeft aan welke parochiekerken:

         Maximaal hun huidige bestemming voor eredienst behouden.

         Op korte termijn (binnen de vijf jaar na het schrijven van dit kerkenbeleidsplan) vragen om een onderzoek naar neven- of herbestemming.

         Op middellange (binnen de vijftien jaar na het verschijnen van dit kerkenbeleidsplan) vragen om een gesprek rond behoud voor eredienst, neven- of herbestemming.

 

Als eigenaar of beheerder van een beschermd gebouw dat wordt gebruikt voor de eredienst is er de verplichting om te beschikken over een kerkenbeleidsplan.

 

Een goedgekeurd kerkenbeleidsplan is tevens een voorwaarde om een verhoogde erfgoedpremie van 60% te verkrijgen.

 

Traject voor opmaak kerkenbeleidsplan

Er zijn twee afzonderlijke werkgroepen.  Enerzijds de kerkelijke werkgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van de hogere kerkelijke overheid en vertegenwoordigers van de pastoresploeg, de kerkraden en de parochieteams.  Anderzijds de burgerlijke werkgroep die bestaat uit de burgemeester, schepenen, patrimoniumambtenaar en een financieel ambtenaar.

1)      De kerkelijke werkgroep werkt een pastoraal plan uit volgens de richtlijnen van de Antwerpse bisschop.    Dit plan wordt opgemaakt op basis van de hedendaagse pastorale realiteit voor alle parochiekerken.  In dit rapport wordt aangegeven welke gebouwen er in de toekomst in gebruik blijven voor de eredienst.

2)      De burgerlijke werkgroep maakt ook een denkoefening over de toekomst van de Lierse parochiekerken.

         Op 25 juni 2019 kwam de burgerlijke werkgroep bij elkaar om na te denken over de toekomst van de Lierse kerken.

3)      Er wordt een basisfiche opgemaakt per kerk (identificatie, cultuurhistorische, bouwfysische, architecturale informatie, ruimtelijke omgeving, actueel gebruik, etc.) tekortkomingen checken.

4)      Daarna gaan de kerkelijke en burgerlijke werkgroep in dialoog.  Vertrekkend van het pastorale plan gaan de kerkbesturen en centrale kerkbesturen in gesprek met de stad en wordt een gemeenschappelijke visie op de kerkgebouwen uitgestippeld.

         Op 21 oktober 2019 was er een overleg tussen de Lierse kerkelijke en de burgerlijke werkgroep.  Ook een vertegenwoordiger van het bisdom Antwerpen aanwezig.

         Op 31 oktober 2019 kwam de burgerlijke werkgroep bij elkaar om advies te geven.  Dit advies werd overgemaakt aan het bisdom Antwerpen.

5)      Het advies werd besproken met de kerkelijke werkgroep.

6)      De lokale consensusvisie wordt afgetoetst met het bisdom.  De visie vormt samen met de fiches per kerk een afgewerkt kerkenbeleidsplan.

         Op 20 november 2019 was er een overleg met de bisschoppelijk vicaris voor de Kempen Wim Selderslaghs.  Het definitieve kerkenbeleidsplan werd overgemaakt aan de burgerlijke werkgroep.

7)      Het kerkenbeleidsplan wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. 

8)      Na goedkeuring wordt het plan voorgesteld aan de bisschop.

9)      Na zijn goedkeuring moet het kerkenbeleidsplan worden goedgekeurd door de gemeenteraad.

 

Adviezen

Technisch bureau

In het kerkenbeleidsplan is aangegeven welke kerken voor religieus gebruik voorbehouden blijven en welke kerken voor nevenbestemming of voor herbestemming in aanmerking komen. Er wordt aangegeven welk traject reeds is opgestart of zal worden opgestart om deze toekomstige invulling te realiseren, en over welke tijdshorizon dit wordt aangepakt. De betrokken actoren zijn vermeld.

Het technisch bureau adviseert om het kerkenbeleidsplan qua vorm principieel ontvankelijk te laten verklaren door het agentschap Onroerend Erfgoed.

 

Bisschop van Antwerpen

De Bisschop van Antwerpen, Johan Bonny, gaat akkoord met het plan.

 

Agentschap Onroerend Erfgoed

Tijdens het intern overleg tussen de stedelijke diensten van de stad Lier en het agentschap Onroerend Erfgoed op 10 december 2019 werd het kerkenbeleidsplan principieel ontvankelijk verklaard.

 

Juridische grond

         Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 – artikel 11.2.11.

         Decreet houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst van 12 juli 2013 – artikel 8.

 

Argumentatie

Het kerkenbeleidsplan dient ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd te worden.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het kerkenbeleidsplan Lier 2020-2035 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

CENTRAAL KERKBESTUUR LIER - MEERJARENPLAN 2020-2025 EN BUDGET 2020. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het centraal kerkbestuur van Lier heeft het gecoördineerde ontwerp meerjarenplan van de 7 kerkfabrieken evenals de budgetten 2020 aan de stad overgemaakt.

 

Op basis van de ontwerpbudgetten zijn er in Lier 4 kerkfabrieken waarvoor de stad moet tussenkomen in de exploitatietekorten. Het betreft deze kerkfabrieken die onvoldoende recurrente inkomsten hebben uit beleggingen of eigen patrimonium :

         H. Hart

         St-Jozef en Bernardus

         St-Jan Evangelist

         H. Familie

 

In het vorige meerjarenplan 2014-2019 bedroeg het gecumuleerde gebudgetteerde exploitatietekort voor deze 4 kerkfabrieken 383.176 EUR. Op basis van de beschikbare rekeningen en resterende budget 2019 is de verwachting dat de werkelijk uitbetaalde exploitietoelagen ca 197.600 EUR zullen bedragen.

 

Het kerkfabriek St-Jozef en Bernardus heeft uiteindelijk geen toelage opgevraagd de afgelopen 6 jaar. Voor de drie andere kerkfabrieken blijkt eveneens dat een belangrijke overbudgettering werd voorzien.

 

De kerkfabrieken van H. Kruis, OLV-Onbevlekt en St-Gummarus kunnen zich autonoom financieren.

 

Wat investeringssubsidies betreft werd er in het oorspronkelijke MJP 2014-2019 een totale toelage gebudgetteerd van 241.300 EUR, hiervan zal in realiteit slechts ca 76.400 EUR zijn uitbetaald. Belangrijkste oorzaak van de sterke afwijking is een renovatie aan de kerk van Lisp dewelke nog niet werd uitgevoerd.

 

Feiten en context

De kerkfabrieken worden de komende jaren geconfronteerd met verder dalende inkomsten (terugval kerkbezoek, lagere rente-inkomsten) en stijgende uitgaven (hoofdzakelijk energie). Als gevolg zien we dat de exploitatietekorten de komende 6 jaar toenemen.

 

In de verschillende ontwerpen werden een aantal bijsturingen gedaan teneinde de overbudgettering enigszins te milderen. In het najaar werd het gewijzigde ontwerp meerjarenplan voorgelegd.

 

Het totale exploitatietekort in de komende legislatuurperiode bedraagt 324.603,90 EUR en vertegenwoordigt een lichte daling t.o.v. het initieel MJP uit de vorige periode (383.176 EUR):

         H. Hart : 99.301,15 EUR

         St-Jozef en Bernardus : 9.753,89 EUR

         St-Jan Evangelist : 145.032,45 EUR

         H. Familie : 70.516,41 EUR

 

Wat de gevraagde investeringstoelagen betreft noteren we een sterke daling van de gevraagde tussenkomsten. In totaal worden er investeringstoelagen gevraagd voor 159.850 EUR

 

Samengevat bedraagt de totaal voorgestelde bijdrage voor de komende 6 jaar (exploitatie + investering) 484.453,90 EUR (gemiddeld 80.742 EUR/jaar). In de vorige periode bedroeg het totale budget 624.476 EUR (gemiddeld 104.079 EUR/jaar). De werkelijk uitbetaalde toelagen in de periode 2014-2019 bedragen  274.000 (gemiddeld 45.666 EUR/jaar).

 

Juridische grond

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten in het Vlaams Gewest.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/17/KAP/01/14

Ondersteuning erediensten

 

Gelet op de belangrijke historische afwijking tussen MJP en werkelijk opgevraagde tussenkomsten, wordt in het MJP van de stad een marge toegepast van 20% op de exploitatie toelagen. Dus in plaats van 324.603,90 EUR aan exploitatietoelagen voorziet de stad een totale exploitatie dotatie van 259.683 EUR voor de 4 kerkfabrieken. Dit bedrag is nog steeds 30% hoger dan wat de stad de vorige legislatuur heeft betaald.

 

Voor wat betreft de investeringstoelagen wordt geen marge ingehouden. Hierbij dient wel opgemerkt dat de vraag van KF St-Jozef en Bernardus (Lisp) voor tussenkomst in investeringen in het kerkgebouw voorlopig niet werd weerhouden. In het kader van het lopende herbestemmingsonderzoek wordt het momenteel niet opportuun geacht om dergelijke omvangrijke restauratiewerken aan het kerkgebouw te voorzien in het MJP van de stad.

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

10 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de budgetten 2020 en meerjarenplan 2020-2025 van het Centraal Kerkbestuur Lier goed.

 

Art 2 :

Gelet op de historische overbudgettering wordt een marge van 20% toegepast op de exploitatietoelagen dewelke in het meerjarenplan van de stad worden weerhouden.

 

Op actie 01/17/KAP/01/14 - Ondersteuning diverse erediensten - worden ten behoeve van de Lierse kerkfabrieken volgende totale dotaties voorzien in het MJP 2020-2025 van de stad:

         Exploitatie : 259.683 EUR

         Investering : 159.850 EUR

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

SINT-FRANCISCUS VAN SALES - MEERJARENPLAN 2020-2025 EN BUDGET 2020. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De kerkfabriek St-Franciscus van Sales te Duffel heeft haar budget 2020 en meerjarenplan 2020-2025 overgemaakt.

 

Het budget 2020 van de kerkfabriek voorziet in een gemeentelijke toelage van 15.942,44 EUR. De verdeling van de toelage gebeurt op basis van het aantal leden per gemeente. Het aandeel van de stad Lier hierin bedraagt ca 7%, zijnde ca 1.092,87 EUR.

 

In het meerjarenplan zien we een stijging van de exploitatietoelage waardoor ook de tussenkomst van de stad Lier verder toeneemt. De stijging van de toelage vindt haar oorsprong in een combinatie van dalende inkomsten (kerkbezoek) en stijgende uitgaven (nutskosten) :

2021 : 1.650 EUR

2022 : 1.731 EUR

2023 : 1.817 EUR

2024 : 1.909 EUR

2025 : 2.007 EUR

 

In het MJP 2014-2019 werd een totale exploitatietoelage betaald van 8.801 EUR (gemiddeld 1.466 EUR per jaar).

 

Het kerkfabriek voorziet voor de komende jaren eveneens diverse investeringen in het kerkgebouw door te voeren. Hiervoor voorzien we een totale investeringstoelage van 15.767 EUR, zijnde het corresponderende aandeel van de stad Lier.

 

Juridische grond

Het decreet van 7 mei 2004 bepaalt de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/17/KAP/01/14

Ondersteuning erediensten

 

In het budget 2020 en MJP 2020-2025 van de stad Lier worden de nodige middelen voorzien voor zowel de exploitatie- als investeringstoelage.

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

10 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het budget 2020 en MJP 2020-2025 van de kerkfabriek van St-Franciscus van Sales te Duffel goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

PROTESTANTSE KERK BOECHOUT -  MEERJARENPLAN 2020-2025 EN BUDGET 2020. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeente Boechout zendt de stad Lier een exemplaar van het meerjarenplan 2020-2025 en het budget 2020 van de Protestantse Kerk te Boechout.

 

Het budget 2020 van de Protestantse Kerk voorziet in een gemeentelijke toelage. De verdeling van de toelage gebeurt op basis van het aantal leden per gemeente. Het aandeel van de stad Lier hierin bedraagt ca 12%.

 

De totale exploitatietoelage 2020 bedraagt 32.450 EUR, waarvan het aandeel van de stad Lier 3.894EUR bedraagt. Ook in het meerjarenplan is er jaarlijks nood aan een gelijkaardige toelage.

 

In het budget 2020 en MJP 2020-2025 van de stad Lier worden de nodige middelen voorzien.

 

Er worden verscheidene investeringen gepland, maar hiervoor verwacht de kerkfabriek een lening af te sluiten.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/17/KAP/01/14

Ondersteuning erediensten

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

10 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het budget 2020 en MJP 2020-2025 van de Protestantse Kerk van Boechout goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

VACANTVERKLARING VAN 1 INSPECTEUR VAN POLITIE - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 houdende het personeelskader van de lokale politie.

 

Feiten en context

Met het hiervoor vermelde gemeenteraadsbesluit werd de personeelsformatie vastgesteld van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader.

 

Juridische grond

Wet van 07/12/1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, herhaaldelijk aangepast en aangevuld, in het bijzonder artikel 56.

Koninklijk Besluit van 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/11/2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, specifiek het gedeelte dat handelt over de mobiliteit.

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 dat de formatie van het operationeel en administratief en logistiek personeel van de lokale politie Lier vaststelt.

Ministeriële omzendbrief GPI15bis en errata betreffende de mobiliteitscyclus.

Ministeriële omzendbrief BA/2001/13 van 07/09/2001 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de lokale politie, eengemeentezone en meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

 

Argumentatie

Met het gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 wordt de formatie van o.a. het operationeel kader vastgesteld. Daarin worden 70 functies van inspecteur van politie voorzien. Tegen het voorjaar van 2020 zal het effectief aan inspecteurs van politie 66,4 FTE's bedragen. Op 16/07/2020 zal een personeelslid van de dienst interventie voor een periode van 6 maanden in voltijdse loopbaanonderbreking zijn.  Hij liet weten jaarlijks een periode van voltijdse loopbaanonderbeking te willen nemen tot 2030 of zolang het stelsel dit toelaat.

De dienst interventie is een "jonge" dienst waar de gemiddelde leeftijd 34 jaar is. Uit voorgaanden blijkt dat het vooral jonge personeelsleden zijn die toetreden tot stelsels van deeltijd werk (cfr. verenigen gezin met werk).

Deze dienst kent ook het grootste verloop zowel intern als extern, van vooral personeelsleden die ofwel de overstap maken naar een gespecialiseerde functie ofwel doorgroeien naar een hoger kader (HINP).

De vervanging van personeelsleden gebeurt, in eerste instantie, via de klassieke mobiliteit binnen de geïntegreerde politie en in tweede instantie via de aspirantenmobiliteit.

Afhankelijk van het stelsel (klassieke mobiliteit of aspirantenmobiliteit), duurt de vervanging van personeelsleden tussen de 4 en 12 maanden.

Om de continuïteit van de eerstelijnszorg en basispolitiezorg te garanderen wordt gevraagd om het maximum aan inspecteurs te voorzien voor de dienst interventie en alzo 1 functie van inspecteur van politie vacant te verklaren.

Het artikel VI.II.12bis voorziet dat elke zone van lokale politie van categorie 2 of 3 jaarlijks10% van de vacante betrekkingen, met een minimum van 1 betrekking, toewijst aan  personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste 10 jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest. Daartoe wordt in voorkomend geval, een voorrang toegekend aan de personeelsleden die aan deze voorwaarden beantwoorden. Deze functies van inspecteur van politie worden niet in dit kader aangeboden.

 

Financiële weerslag

Het effectieve operationeel kader van de lokale politie Lier is niet volledig bezet.  Zo worden  in het goedgekeurd personeelskader 18 hoofdinspecteurs van politie in het middenkader en 5 commissarissen van politie in het officierenkader voorzien, wat een totaal geeft van 23 personeelsleden in het hoger kader. Op datum van 01/01/2020 zijn 17 functies hiervan ingevuld (12 HINP's en 5 CP's) 3 functies van HINP die reeds meermaals werden aangeboden via de mobiliteit werden tot op heden niet ingevuld. Zelfs al zouden deze functies toch nog ingevuld worden komt het totaal binnen het hoger kader op 20 personeelsleden (-3 zoals voorzien in het kader), waardoor er op dit vlak budgettaire ruimte is.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

Er wordt 1 functie van inspecteur van politie binnen het operationeel kader van de lokale politie Lier vacant verklaard.

 

Art 2 :

Als wijze van selectie wordt bepaald : het inwinnen van het advies van de plaatselijke selectiecommissie die is samengesteld uit:

•Voorzitter:

•Leden:

•Secretaris:

 

Art 3 :

Deze betrekking is geen betrekking in het kader van het artikel VI.II.12bis van het K.B. van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositieregeling van het personeel van de politiediensten.

 

Art 4 :

Indien de functie niet ingevuld kan worden via de klassieke mobiliteit, wordt ze aangeboden in het raam van de aspirantenmobiliteit - categorie C .

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1: van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. verkeersproblemen Antwerpsesteenweg

We kunnen reeds lang vaststellen dat het autoverkeer richting Lier op belangrijke invalswegen vastloopt.   ’s Morgens is er stilstaand en aanschuivend verkeer op de Kesselsesteenweg en Berlaarsesteenweg.  Op de Mechelsesteenweg is dit bijna continu een probleem,  nog verergerd sinds de aanleg van de Pallietertunnel.  Nu is daar nog de belangrijkste invalsweg bijgekomen,  nl. de Antwerpsesteenweg aan de tunnel en op de ‘winkelboulevard’ door het afsluiten van de doorsteek aan het kruispunt ter hoogte van Colruyt / Zevenbergen.

 

Wat de tunnel betreft vonden we als partij dat het idee van links afslaand verkeer aan de tunnel zijn kans moest krijgen.  Intussen zijn we wel enkele maanden verder met ettelijke aanpassingen van de verkeerslichten en is ook de detectielus in de tunnel hersteld maar de file is er nog altijd.

De groenfase voor verkeer vanuit de tunnel buiten de spitsuren is slechts 7 of 8 sec. waardoor amper 3 auto’s kunnen doorrijden, als ze tenminste onmiddellijk vertrekken.

         Hoeveel aanpassingen gaan er nog geprobeerd en geëvalueerd worden ?

         Wordt de oorspronkelijke verkeerssituatie dan terug in ere hersteld als de situatie na deze aanpassingen niet significant verbetert?

 

Wat het kruispunt Colruyt / Zevenbergen  betreft,  iedereen zal het er wel over eens zijn dat dit een complex kruispunt is met een  hoog verkeersaanbod in alle richtingen.  De vraag van de bewoners van Zevenbergen om iets aan de gevaarlijke situatie aldaar iets te doen was terecht en in het najaar van 2018 mochten we vernemen dat er overleg was tussen de stad Lier en Agentschap Wegen en Verkeer met als resultaat dat er op korte termijn een proefopstelling zou komen met afsluiting van de doorsteek en keerlussen.   Die korte termijn duurde dan wel nog tot november dit jaar.

Je zou toch mogen veronderstellen dat na die zogenaamde korte termijn periode van 1 jaar alles tot in het detail zou bekeken zijn?   Niet dus, de opstelling van de proefperiode was geklungel,  amateuristisch bijna want de signalisatie is ondermaats en de betonblokken waren in de duisternis amper zichtbaar wat resulteerde in enkele verkeersongevallen.  De proefopstelling resulteert ook in files die op drukke momenten tot in Boechout reiken.   Bijkomend fenomeen is intussen het toenemend sluipverkeer in de wijk Zevenbergen.  

 

Zijn er tijdens het overleg ook nog andere opties voor het kruispunt bekeken,  zoals verkeerslichten?

Is er na het overleg in het najaar van 2018 en na de goedkeuring door de Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid nog overleg geweest tussen de stad en AWV over hoe de uitvoering van de proefopstelling juist moest gebeuren?

 

Kunnen er nu nog steeds winkels bijkomen naast de N10 met een verdere verzwaring van de verkeerslast als resultaat?

 

Is er tijdens de overlegrondes ook reeds van gedachten gewisseld over een structurele oplossing voor de rampzalige combinatie van deze belangrijke verbindingsweg met de functie van winkelboulevard,  Zo ja,  welke?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

We kunnen algemeen vaststellen dat er steeds meer voertuigen op onze wegen bijkomen en dat er meer en meer mensen via onze Lierse wegen rijden. We merken dat Waze en andere toepassingen de drempel heeft verlaagd om die andere wegen te gaan gebruiken. U geeft het voorbeeld van de Pallietertunnel waar er meer files zijn gekomen na de heraanleg. Dat is een terechte bezorgdheid, al geeft de analyse van het aantal voertuigen wel een ander beeld. Om bij het voorbeeld van de Pallietertunnel te blijven, er rijden momenteel 40% meer auto’s vanuit Duffel naar dat kruispunt dan voor de werken, tegenover een telling uit 2010 gaat het zelfs over meer dan een verdubbeling van het verkeer. Naarmate er meer capaciteit komt, wordt die uiteraard ook opgevuld vanop plekken waar er nog meer verkeer staat. De drukte op de Ring van Antwerpen, slaat heel vaak door naar de as E313-R16-E19. Wat de tunnel van de Antwerpsesteenweg betreft zijn er al een aantal bijsturingen gebeurd: - langer groen vanuit centrum en kant tunnel in ochtendspits x2;

         langer groen vanuit zijtakken;

         aanpassing groentijden Anton Bergmannlaan;

         vervroegen spitsregeling op werkdagen.

De eerste evaluatie wees op een nood aan aanpassing van de spitsuren die veel te lang lopen, te korte minimumtijd in de daluren komende van de tunnel en te korte maximumtijd in de daluren komende van tunnel. Die aanpassingen moeten nog uitgevoerd worden. Bij elke aanpassing gaat het verkeer er overigens vlotter, dus we komen stilaan naar een goede evenwichtssituatie. In de spitsuren gaat de regeling vrij vlot, buiten de spits zijn er nog wel wat problemen. Uw ‘wat als’ vraag lijkt me een hypothetisch karakter te hebben, die lijkt me dus vandaag niet aan de orde.

Wat de proefopstelling betreft, is deze pas helemaal afgewerkt enkele dagen geleden. Dat wil zeggen dat er pas vanaf dat moment echt een goed beeld te vormen is. Dat zoiets een aantal weken in beslag neemt, is quasi onvermijdelijk. Het Vlaams gewest heeft op dat ontwerp een hele tijd gestudeerd, maar de resultaten zijn qua doorstroming absoluut minder dan verwacht werd. Er zijn overigens ondertussen op vraag van de stad een aantal aanpassingen aan de regeling in onderzoek, zoals een afslagstrook ter hoogte van Zevenbergen. Voorafgaand aan de uitvoering werd er enkel overleg nog georganiseerd rond de timing van de verschillende deelfases en beperkte aanpassingen die AWV heeft toegevoegd aan het ontwerp. Er dient hierbij een goed evenwicht gezocht te worden tussen doorstroming en verkeersveiligheid. We hebben momenteel 1 zwart punt in Lier volgens de gegevens van het Vlaams gewest en dat is de Antwerpsesteenweg. Bij de plaatsen waar dodelijke slachtoffers en zwaargewonden vallen, is de Antwerpsesteenweg jammer genoeg het topantwoord. De laatste cijfers waarover ik beschik geven aan dat er op dat stuk van de Antwerpsesteenweg 4-5 zwaargewonden vallen, bijna uitsluitend fietsers. Ook daar moet rekening mee worden gehouden. Ik wijs er overigens ook op dat uw toegevoegd punt over het ondertekenen van het SAVE-charter inhoudt dat doorstroming ondergeschikt moet zijn aan verkeersveiligheid. Ik kan daarin volgen, maar men moet dat wel goed beseffen.

Uw vraag rond de verkeerslichten op die plek is hier in de raad ook al aan bod geweest in het kader van een vraag van collega Callaerts. De stad is geen vragende partij om ter hoogte van dat kruispunt met verkeerslichten te werken. Dit gaat naar ons aanvoelen een nog veel grotere impact hebben op de verkeersdoorstroming. Het aantal afdraaiende voertuigen naar de winkels zal immers nog steeds de beperkende factor blijven waardoor ook wanneer het groen is het verkeer zal gestremd worden.

Wat betreft bijkomende winkels, zijn bijkomende toegangen naar de Antwerpsesteenweg inderdaad niet wenselijk. Het concept van de winkelboulevard is via het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor de Antwerpsesteenweg naar voren geschoven. Binnen de vervoerregio Antwerpen wordt de functie als doorgaande verkeersroute in vraag gesteld gelet op het feit dat deze ter hoogte van Mortsel en ter hoogte van Borsbeek niet ingericht is als weg voor doorgaand verkeer naar Antwerpen. Hierover is nog geen beslissing genomen.

 

Interpellatie 2: van Bart Verhoeven (Vlaams Belang) i.v.m. Black Friday

Op vrijdag 29 november organiseerde de stad Lier in samenwerking met Lier Shopping vzw het evenement ‘Black Friday’. Voor dit evenement dat plaatsvond gedurende 4 uren in het kernwinkelgebied, tastte de stad Lier voor €5000 in de Lierse schatkist en Lier Shopping legde daar nog eens € 2500 bovenop.

In de samenwerkingsovereenkomst tussen enerzijds de vzw Lier Shopping en anderzijds de stad Lier staat te lezen dat de partijen een evaluatiemoment voorzien, uiterlijk in de maand december, waarbij de organisatoren dit evenement evalueren en desgevallend herzien. Bij een ongunstige evaluatie kan er beslist worden dat de samenwerking niet zal worden hervat in 2020.

 

Ik had hierover volgende vragen:

         Is dat evaluatiemoment er ondertussen geweest?

         Zo ja, wat was het resultaat daarvan?

         Zo neen, wanneer staat dit op de planning?

 

Antwoord Schepen Rik Verwaest:

Collega Verhoeven,

Er werd reeds een interne en externe evaluatie gemaakt van Black Friday.

De interne evaluatie werd gemaakt met het team Lokale Economie, die feedback verzamelde bij deelnemers. Het merendeel van de deelnemende handelaars was positief en noteerde

een duidelijk toegenomen winkelbezoek én verkoop. Alleen in de Rechtestraat viel het animo tegen. Visueel onderstrepen dat ook deze as deel uitmaakt van de laatavondopening blijft een uitdaging.

Qua deelnemende winkels noteerden we een twintigtal zaken die niet deelnamen en al om 18u de deuren sloten. Dat is een aanzienlijk beter resultaat dan eerdere laatavondopeningen, waar tot 80% niet deelnam.

Er werd ook voorzien in een externe evaluatie bij de Economische Raad. Men hield daar rekening dat het een eerste editie was en dus nog diende te groeien. Een op deze raad geformuleerde bedenking was dat ‘Black Friday’ zeer snel uitgegroeid was tot een herkenbare naam, maar wel een met uiterst Amerikaans karakter. Ook de eenzijdige focus op vroege kortingen past niet meteen in onze visie. Daar staat tegenover dat veel deelnemende winkels niet zozeer focusten op kortingen, maar op andere voordelen voor klanten. In de praktijk was het dus eerder een feestelijke laatavondopening dan een kortingswedloop. De Raad overweegt om in de naamgeving dat volgend jaar mee te nemen.

Wat de stad betreft is de evaluatie dus voorzichtig positief, met voldoende hoopgevende conclusies om minstens een volgende editie na te streven.

 

 

Interpellatie 3: van Bart Verhoeven (Vlaams Belang) i.v.m. kaartjes opkopers auto’s op openbare parkings

Met regelmaat van de klok worden onze openbare parkings geteisterd met de kleurige, maar vooral irritante ‘visitekaartjes’ van dubieuze auto-opkopers die deze tussen de raambumper of achter de ruitenwissers steken van de geparkeerde wagens.

Niet enkel zijn deze kaartjes een bron van ergernis voor de vele eigenaars van de getroffen wagens, ook de politie waarschuwde al meermaals dat die praktijken niet altijd zo onschuldig zijn. Zo blijkt, volgens de politie, uit de beschikbare informatie dat sommige van die verdelers van visitekaartjes eerst voelen aan het portier of dit gesloten is en pas dan een kaartje op de auto plaatsen.

Naast de politie waarschuwde ook de FOD economie reeds in het verleden voor de soms bedenkelijke praktijken die de opkopers erop nahouden.

Daarbovenop is er ook het feit dat veel van deze kaartjes uiteindelijk op de grond belanden, wat de parkings ontsiert met zwerfvuil en bijgevolg de nodige extra manuren eist van de stadsmedewerkers om alles weer netjes te maken.

In Wallonië is het ondertussen verboden om commerciële visitekaartjes achter te laten op een auto. Deze vallen daar onder een besluit van de Waalse minister van milieu rond plasticafval. De beruchte geplastificeerde kaartjes vallen daar ook onder, omdat ze vaak op de straat of op parkings op de grond worden gegooid. Boetes voor overtredingen kunnen hierbij oplopen tot €200.000.

In Vlaanderen is er helaas momenteel nog geen gelijkaardig verbod. Het zijn vandaag de steden en gemeenten die dus zelf deze overlast moeten zien aan te pakken.

 

Ik had hierover volgende vragen aan het CBS:

         Heeft de stad Lier via het politiereglement voldoende reglementering om op te treden tegen deze vorm van overlast? Zo ja, op basis van welke artikels uit het politiereglement en wat zijn de mogelijke sancties voor die opkopers?

         Heeft de stad Lier al acties ondernomen naar die auto-opkopers toe? Zo ja, dewelke en wanneer?

         Is het CBS van mening dat er al dan niet extra reglementering en/of acties nodig zijn deze legislatuur om die problematiek aan te pakken?

 

Antwoord Burgemeester Frank Boogaerts:

We hebben effectief in het Politiereglement van Lier een artikel opgenomen dat het bevestigen van drukwerk op voertuigen verbiedt, het gaat hier om artikel 29:

“Artikel 29. De verdelers van kranten, publicaties, documenten, tekeningen, gravures, advertenties en andere drukwerken dienen wat er door het publiek van voormelde producten op de grond wordt gegooid, op te rapen. Hetzelfde geldt voor de verdelers van reclameproducten allerhande (sampling).

Het is verboden voor omroepers, verkopers of verdelers van kranten, publicaties, documenten, tekeningen, gravures, advertenties en allerhande drukwerken:

- deze op voertuigen te bevestigen, behoudens toelating van de burgemeester,

- stapels kranten, documenten, enz. achter te laten op de drempel van deuren en vensterbanken van gebouwen of in de openbare ruimte.”

 

In theorie is er dus een verbod.

Maar wat betreft het handhaven, ligt dit een pak moeilijker. We moeten namelijk de mensen kunnen betrappen. Dat is niet gemakkelijk omdat ze nooit lang op dezelfde plaats blijven.

En we hebben in het verleden ook al gemerkt dat als we de mensen toch op heterdaad kunnen betrappen, het vaak om personen gaat die niets afweten van de firma zelf (of doen alsof) en die deze kaartjes enkel steken tegen een kleine betaling. We willen liever ook niet deze personen verbaliseren, maar de firma zelf.

Afgelopen dinsdag heeft een interventieploeg van de politie nog twee personen aangetroffen die kaartjes achterlieten op de geparkeerde voertuigen aan het Moevement. De vaststellingen werden gedaan en er wordt getracht het nodige te doen tegenover de firma.

Vervelende zaak, maar extreem moeilijk te handhaven dus.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 december 2019

 

SAVE-CHARTER

 

MOTIVERING

Het SAVE-charter, Samen Actief voor een Veilig Verkeer, voor steden en gemeenten is een initiatief van de organisatie Ouders van Verongelukte Kinderen (OVK). Dit charter heeft als specifieke bedoeling steden en gemeenten aan te sporen een bijdrage te leveren aan de strijd voor meer verkeersveiligheid.

 

OVK omschrijft het charter als volgt (http://save.ovk.be): “Aan de hand van het SAVE-charter, zeven doelstellingen gericht op het verhogen van de verkeersveiligheid, wenst OVK lokale besturen blijvend aan te sporen een beter en veiliger mobiliteitsbeleid te voeren. Dit in het bijzonder op plaatsen waar kinderen en jongeren vaak aan het verkeer deelnemen, opdat er geen (jonge) verkeersslachtoffers zouden vallen. Het project wil in SAVE-gemeenten een verkeersveiligheidscultuur doen ontstaan die er niet alleen voor zorgt dat de verkeersveiligheid verhoogt, maar ook de verkeersleefbaarheid. Het SAVE-charter Steden & Gemeenten bestaat uit zeven SAVE-doelstellingen die een grotere veiligheid beogen voor elke weggebruiker en voor jongeren en kinderen in het bijzonder.”

De 7 doelstellingen zijn :

1)      De opmaak en evaluatie van een verkeersveiligheidsanalyse.

2)      De implementatie van het STOP-principe.

3)      De afstemming van het mobiliteitsbeleid op kinderen en jongeren.

4)      Het garanderen van een hoog handhavingsniveau.

5)      De voorbeeldfunctie van de gemeente/stad en haar de beleidsverantwoordelijken.

6)      Een actief sensibilisatie- en educatiebeleid voeren.

7)      De opvang van verkeersslachtoffers optimaliseren.

 

Meer dan 100 gemeenten in Vlaanderen hebben intussen het SAVE-charter ondertekend en geven actief vorm aan een verkeersveilige mobiliteit.  Onze stad heeft het SAVE-charter tot nu toe nog niet ondertekend. Misschien werden er in onze stad reeds maatregelen genomen om de verkeersveiligheid specifiek voor jongeren en kinderen te verhogen ?  Maar het SAVE-charter  is een mooi initiatief om via een gezamenlijk project een verkeersveiligheidscultuur in de steden en gemeenten te doen ontstaan.

 

Voorstel van beslissing:

De gemeenteraad geeft het college van burgemeester en schepenen de opdracht het SAVE-charter Steden & Gemeenten te ondertekenen en actief te werken aan de SAVE-doelstellingen die een grotere veiligheid beogen voor elke weggebruiker en voor jongeren en kinderen in het bijzonder.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt akte van het voorstel.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020