Lier

Zitting van 26 september 2016

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

ONTSLAG ALS GEMEENTERAADSLID VAN KRISTOF BUELENS. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De heer Kristof Buelens werd bij de verkiezingen van 2012 verkozen tot gemeenteraadslid.

 

Feiten en context

De heer Kristof Buelens liet op 27 juni 2016 per mail weten dat hij zijn ontslag aanbiedt als gemeenteraadslid.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet, art. 15

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag als gemeenteraadslid van de heer Kristof Buelens.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Kristof Buelens

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN, EEDAFLEGGING EN INSTALLATIE VAN EEN OPVOLGER ALS GEMEENTERAADSLID. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In de zitting van heden nam de gemeenteraad kennis van het verval van het mandaat als gemeenteraadslid van de heer Kristof Buelens aangesteld als raadslid voor de lijst N-VA.

 

Feiten en context

Volgens de verkiezingsuitslag van 14 oktober 2012 is de heer Jan Hauwaert eerste opvolger op dezelfde lijst als de heer Kristof Buelens. De heer Jan Hauwaert heeft verklaard zijn mandaat als gemeenteraadslid te aanvaarden in de opvolging van de heer Kristof Buelens.

Uit onderzoek blijkt dat de heer Jan Hauwaert voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet, art. 7 § 3 en art. 16

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de heer Jan Hauwaert, de opvolger van de heer Kristof Buelens, en stelt vast dat er geen onverenigbaarheden zijn.

 

Art 2 :

De heer Jan Hauwaert legt, in handen van de voorzitter van de gemeenteraad de eed af, zoals bepaald bij artikel 7 § 3 van het gemeentedecreet: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."

 

Art 3 :

De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging en vervolgens wordt de heer Jan Hauwaert als gemeenteraadslid geïnstalleerd.

 

Art 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Jan Hauwaert

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

TOEKENNING TITEL EREGEMEENTERAADSLID AAN PAUL VAN DE VLOET. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Reglement toekenning titel ereschepen en eregemeenteraadslid, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 maart 2014.

 

Feiten en context

De aanvraag voor de toekenning van de titel eregemeenteraadslid kan, zoals bepaald in het reglement, ingediend worden door de fractievoorzitter in de gemeenteraad van het betrokken gemeenteraadslid  en/of door het college van burgemeester en schepenen én met instemming van de betrokkene.

 

Fractievoorzitter Open VLD Lier-Koningshooikt Sabine Leyzen vraagt met haar brief van 30 mei 2016 om de heer Paul Van de Vloet de titel van eregemeenteraadslid toe te kennen.

 

De heer Van de Vloet komt in aanmerking voor de titel van eregemeenteraadslid. Hij zetelde  in de gemeenteraad van 1977 (eedaflegging op 13/05/1977) tot 2000 (laatste gemeenteraad op 20/11/2000). Hij voldoet aan de voorwaarden om gedurende ten minste 12 jaar in de gemeenteraad van de stad Lier te hebben gezeteld en is van onberispelijk gedrag.

 

Stemming

 

26 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Patrick Tersago, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Bram Van Oosterwyck en Jan Hauwaert

3 onthoudingen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad kent de heer Paul Van de Vloet de titel van eregemeenteraadslid toe.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

GEMEENTERAADSCOMMISSIE: WIJZIGING. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         Op 2 januari 2013 werden de gemeenteraadscommissies samengesteld.

         Op 24 februari 2014 werd de samenstelling van de gemeenteraadscommissies gewijzigd omwille van de vervanging van raadslid, Jan Mortelmans, door raadslid, Olivier Peeters

         Op 26 mei 2014 keurde de gemeenteraad "Overeenkomst tussen fractieleiders" goed.

         Op 1 september 2014 werd raadslid, Jef Van der Wee, vervangen door, raadslid, Tekin Tasdemir

         Op 21 september 2015 nam de gemeenteraad kennis van het ontslag van raadslid, Özturk Taspinar,

         Op 19 oktober 2015 werd raadslid, Özturk Taspinar, vervangen door, raadslid, Peter Caluwé

         Op 16 november 2015 keurde de gemeenteraad een wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies goed.

         Op 29 februari 2016 neemt de gemeenteraad kennis van het ontslag van raadslid, Els Van Weert en van de aanstelling van Bram Van Oosterwyck als opvolger van Els Van Weert

         Op 27 juni 2016 neemt de gemeenteraad kennis van het ontslag van raadsleden uit een politieke fractie

 

Feiten en context

In een mail van 3 september 2016 meldt N-VA dat naar aanleiding van het ontslag van Kristof Buelens de heer Jan Hauwaert de plaats van Kristof Buelens in de commissies zal innemen.

 

Juridische grond

         Gemeentedecreet

         Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad

         Overeenkomst tussen fractieleiders (gemeenteraad 30 juni 2014)

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de wijziging in de samenstelling van de gemeenteraadscommissies.

 

Samenstelling commissies van 3 september 2016:

 

Commissie 1 (veiligheid, communicatie, integratie, politie en brandweer)

Burgemeester: Frank BOOGAERTS

 

Boogaerts Frank

N-VA

Hauwaert Jan

N-VA

Van Damme Jenny

N-VA

Wagner Christina

N-VA

Van den Plas Christel

Open Vld

Callaerts Freddy

sp.a

Van Eester Gert

CD&V

Peeters Olivier

Vlaams Belang

Tersago Patrick (raadgevende stem)

vo-LK

 

Commissie 2 (stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening en wonen)

 

Verheyden Kelly

N-VA

Wagner Christina

N-VA

De Koninck Hilde

N-VA

Grootaers Walter

Open Vld

Van den Plas Christel

Open Vld

Callaerts Freddy

sp.a

Cornelis Ella

Vlaams Belang

Breugelmans Koen

CD&V

Hermans Jan (raadgevende stem)

Lier&Ko

Caluwé Peter (raadgevende stem)

GROEN

 

Commissie 3 (jeugd, erfgoed, musea, toerisme, evenementen, gezinsbeleid en kinderopvang)

 

Verwaest Rik

N-VA

Van Damme Jenny

N-VA

Goris Annemie

N-VA

Wagner Christina

N-VA

Degirmenci Yahya

Open Vld

Callaerts Freddy

sp.a

Van Eester Gert

CD&V

Peeters Olivier

Vlaams Belang

 

Commissie 4 (lokale economie, natuur en milieubeheer, afvalbeheer en duurzame ontwikkeling)

 

Herijgers Lucien

N-VA

Hauwaert Jan

N-VA

Verheyden Kelly

N-VA

De Koninck Hilde

N-VA

Van den Plas Christel

Open Vld

Callaerts Freddy

sp.a

Peeters Ludo

CD&V

Peeters Olivier

Vlaams Belang

Tersago Patrick (raadgevende stem)

vo-LK

Hermans Jan (raadgevende stem)

Lier&Ko

Caluwé Peter (raadgevende stem)

GROEN

 

Commissie 5 (openbare ruimte en mobiliteit)

 

Wollants Bert

N-VA

Verheyden Kelly

N-VA

Goris Annemie

N-VA

Hauwaert Jan

N-VA

Leyzen Sabine

Open Vld

Callaerts Freddy

sp.a

Taelman Marcel

Vlaams Belang

Breugelmans Koen

CD&V

Tersago Patrick (raadgevende stem)

vo-LK

Hermans Jan (raadgevende stem)

Lier&Ko

Katrien Vanhove (raadgevende stem)

GROEN

 

 

Commissie 6 (sport, cultuur, onderwijs en bibliotheek)

 

Wagner Christina

N-VA

Goris Annemie

N-VA

Van Damme Jenny

N-VA

Andries Ivo

Open Vld

Degirmenci Yahya

Open Vld

Callaerts Freddy

sp.a

Breugelmans Koen

CD&V

Taelman Marcel

Vlaams Belang

Van Oosterwyck Bram (raadgevende stem)

GROEN

 

Commissie 7 (personeel, loketwerking, wijkwerking en burgerlijke stand)

 

Pets Rik

N-VA

De Koninck Hilde

N-VA

Hauwaert Jan

N-VA

Goris Annemie

N-VA

Leyzen Sabine

Open Vld

Callaerts Freddy

sp.a

Van Eester Gert

CD&V

Cornelis Ella

Vlaams Belang

 

 

Commissie 8 (financiën en stadspatrimonium en verzelfstandigingen)

 

De Wit Anja

N-VA

Van Damme Jenny

N-VA

Goris Annemie

N-VA

Wagner Christina

N-VA

Degirmenci Yahya

Open Vld

Callaerts Freddy

sp.a

Peeters Olivier

Vlaams Belang

Peeters Ludo

CD&V

Vanhove Katrien (raadgevende stem)

GROEN

 

Commissie 9 (welzijn, senioren en gehandicapten & comité sociaal beleid)

 

Van Damme Jenny

N-VA

Verheyden Kelly

N-VA

De Koninck Hilde

N-VA

Vanderpoorten Marleen

Open Vld

Leyzen Sabine

Open Vld

Callaerts Freddy

sp.a

Cornelis Ella

Vlaams Belang

Peeters Ludo

CD&V

Van Oosterwyck Bram (raadgevende stem)

GROEN

Marc Franquet

N-VA

Ilse Van Wichelen

N-VA

Dirk Janssens

CD&V

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

MONDELINGE VRAGEN

 

Mondelinge vraag 1: van Freddy Callaerts (sp.a) i.v.m. sporthal

 

Vorige week kon ik in het verslag van het beheersorgaan sport van 13092016 lezen dat er sprake is om een sporthal te bouwen op de site van het Kon. Atheneum terwijl men er steeds van uit ging dat dit op de Hoge Velden zou gebeuren.

Vanuit Solag is er ook steeds beweerd dat er voor de bouw van de sporthal geen onteigening moest gebeuren daar dit grond was van het ocmw, vanwaar dan nu die plotse ommezwaai ?

 

Ik heb dan ook volgende vragen:

         wat is de reden dat men de piste Hoge Velden verlaat

         hoever staan de gesprekken met de school

         heeft men een zicht op de termijn van realisatie

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

         Wat is de reden dat men de piste Hoge Velden verlaat

De piste van de ontwikkeling van de Hoge Velden wordt niet verlaten.

In de meerjarenplanning van de stad Lier werd een bedrag begroot voor het bouwen van een sporthal op de Hoge Velden. De stad voorziet hierin ook nog de ontsluiting en het aanleggen van de parking. Verder was het de bedoeling dat voetbalclub Lyra zou zorgen voor het bouwen van een kantine, kleedkamers en het aanleggen van voetbalvelden. Voor de kosten van onteigening werd aan voetbal Lyra voorgesteld om dit te regelen via een Recht van Opstal.

Voor deze kosten van onteigening werd er een schattingsverslag opgemaakt. Zoals jullie weten wordt er door de eigenaars een veelvoud van deze schattingsprijs gevraagd. Zoals u weet werd herhaaldelijk aan Lyra gevraagd om een sluitend en kostendekkend financieel plan te bezorgen. Een plan dat ons de zekerheid geeft dat deze gronden na verwerving en ter beschikkingstelling door de stad ook effectief zullen ontwikkeld worden als sportaccomodatie.

Gezien wat voorafgaat en de noodzaak voor de bouw van een derde sporthal, is het idee ontstaan om de sporthal te bouwen op een andere locatie en is vervolgens de stad Lier in gesprek gegaan met het gemeenschapsonderwijs om te bekijken welke mogelijkheden er zich bieden om op de gronden van het Atheneum sneller dan op de gronden van de Hoge Velden een sporthal te bouwen.

Dit wil absoluut niet zeggen dat indien de sporthal elders zou worden gebouwd, de piste Hoge Velden niet verder aldaar kan of zal gerealiseerd worden. Om bijvoorbeeld aldaar voetbalvelden te voorzien. Hieromtrent zijn we nog steeds in onderhandeling met zowel voetbalclub Lyra als voetbalclub Lierse.

 

         hoever staan de gesprekken met de school:

Er zijn al een aantal gesprekken gevoerd met de directie van het gemeenschapsonderwijs. De mogelijkheid om op die site een sporthal te bouwen wordt in al zijn facetten verder onderzocht.

 

         Heeft men een zicht op de termijn van realisatie:

Indien de stad Lier tot een akkoord kan komen om een sporthal te bouwen op de site van het gemeenschapsonderwijs, zouden we graag de werken nog opstarten in 2018.

 

 

Mondelinge vraag 2: van Patrick Tersago (vo-LK) i.v.m. “Wegwijs in Lier”

 

Onlangs werd er bus aan bus een brochure “Wegwijs in Lier” verdeeld. Een brochure met info en reclame.

 

Graag had ik een antwoord gekregen op volgende vragen :

         Wie nam het initiatief voor deze brochure ? De firma die vermeld staat of de Stad?

         Indien het de Stad was, had ik graag geweten of hiervoor een aanbesteding werd uit geschreven of hoe er bepaald werd dat de bewuste firma de brochure zou mogen maken?

         Wat zijn de kosten voor de Stad voor deze brochure?

         Wie zorgde voor de reclamewerving ? Hoe werden de adverteerders bepaald ? Wie deed de selectie? Ik heb van vele handelaars vernomen dat zij niet werden gecontacteerd om eventueel te adverteren.

 

Antwoord Burgemeester Frank Boogaerts:

Het cbs besliste op 9 november 2015 om opnieuw een schriftelijke infogids Wegwijs in Lier te realiseren en hiervoor opnieuw een samenwerking met Publi-Touch bvba, Oudebaan 246a, Leuven aan te gaan. In de voorbije jaren realiseerde de stad reeds verschillende edities van de infogids ‘Wegwijs in Lier’ in samenwerking met uitgeverij Publi-Touch. Deze samenwerking verliep telkens vlot en leverde een mooi resultaat op beantwoordend aan de vooraf opgestelde eisen. De afgesproken planning werd gevolgd.  Deze uitgeverij realiseert ook infogidsen van andere gemeenten.

De realisatie van een infogids brengt in deze vorm van samenwerking geen kosten mee voor de stad. Layout, druk en huis-aan-huisverspreiding worden gedragen door de uitgeverij. De uitgeverij financiert de gids met advertentie-inkomsten. De redactionele teksten, inclusief lay-out-richtlijnen, worden verzorgd door de stad (dienst Externe communicatie). In de gids is er een duidelijke scheiding tussen de informatieve tekst en de advertenties. Het aandeel tekst primeert.

Vermits deze samenwerking voor de stad geen onkosten oplevert , werd er geen aanbesteding uitgeschreven, naar analogie met al de vorige edities. In de toekomst kan de stad overwegen om een aanbesteding uit te schrijven hoewel  te betwijfelen valt of er drie uitgeverijen zijn die bereid zijn om dergelijke uitgave kosteloos te realiseren.

De advertentiewerving bij de lokale handelaars in Lier en Koningshooikt gebeurde in de periode maart-april. De stad voorzag een aanbevelingsbrief voor de advertentiewerving.  Deze advertentiewerving werd ook aangekondigd in de economische raad. 

Er werd een deadline voor intekening gesteld, maar ondernemers die wat later reageerden, werden toch nog in de gids opgenomen. De vertegenwoordiger van Publi-Touch bezocht de handelaars in de winkelstraten zelf, maakte telefonisch een afspraak of stuurde een mail. Vele handelaars beslisten niet onmiddellijk, hadden bedenktijd nodig.  Sommige handelaars reageerden daarna zelf, maar met andere nam de vertegenwoordiger opnieuw contact op. Soms is het zo dat zelfs na meerdere bezoeken of contacten handelaars nog steeds geen beslissing hebben  genomen, en dan bij het verschijnen van de gids betreuren dat ze niet geadverteerd hebben.

Tot op heden ontvingen wij twee reacties van handelaars die niet werden gecontacteerd. Mogelijk is dat de vertegenwoordiger deze personen niet kon bereiken in de wervingsperiode. Wij maakten deze meldingen over aan de uitgeverij die deze personen dadelijk heeft gecontacteerd. Eventueel kunnen zij als adverteerder op de online-versie van de gids vermeld worden.

Uiteraard zullen de adressenbestanden die de uitgeverij hanteert, nooit perfect of volledig up-to-date zijn.

 

 

Mondelinge vraag 3: van Ella Cornelis (Vlaams Belang) i.v.m. “Voetgangerstunnel Antwerpsesteenweg”

 

Op 21 juni verzond ik een schriftelijke vraag in verband met de vuile toestand van de voetgangerstunnel aan de Antwerpsesteenweg.

De zijmuren en de grond zijn ronduit smerig., alleen een hoge drukspuit kan hier iets aan doen.

 

Ongeveer een maand later, rond 21 juli kreeg ik als antwoord dat deze onder de verantwoordelijk valt van WERKMMAAT, en dat dit zou worden doorgegeven.

 

Vandaag , 2 maanden later is de toestand in de tunnel nog even schrijnend, en dan spreek ik nog niet van de plantsoenen op de kleine parking die daarvoor ligt.

 

Mijn vraag;

         Welke communicatie hebt u gehad met WERKMMAAT?

         Wat is hierop geantwoord?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Het proper houden van de stationsomgeving behoort inderdaad tot het takenpakket van Werkmmaat. Hierover, en ook over andere taken, heeft de stad met Werkmmaat overleg gepleegd op o.a. 28/04/2016 en 17/05/2016. Bedoeling van dit overleg was ook om de taken van stad en Werkmmaat goed af te lijnen en eventuele overlappingen in taken te vermijden.

In de werkplanning opgemaakt door Werkmmaat dd. 23/08/2016 werden o.a. de taken m.b.t. het station en omgeving afgelijnd. Voor de fietsenstalling en bushalte is voorzien in een dagelijks onderhoud, voor de parking en de voetgangerstunnel is dat 3 dagen per week. De opdracht wordt omschreven als ‘proper houden en opruimen zwerfvuil’.

 

De stad contacteerde Werkmmaat op 20/09 n.a.v. klachten over het slecht onderhoud. Hieruit bleek o.m. dat Werkmmaat het reinigen van muren, vloer en goten van de voetgangerstunnel niet onder de noemer ‘proper houden’ rangschikt. Gelet op het feit dat de stad deze zienswijze niet steunt werd Werkmmaat uitgenodigd voor een overleg dienaangaande dat momenteel nog niet heeft plaatsgevonden. Bedoeling is om hier nogmaals duidelijke afspraken te maken, waarbij de aanpak voor reiniging van wanden en vloeren zal geconcretiseerd worden.

 

 

Mondelinge vraag 4: van Koen Breugelmans (CD&V) i.v.m. “fietspad Berlaarsesteenweg”

 

Medio juni ontvingen de bewoners van de Berlaarsesteenweg een schrijven van de stad met de melding dat begin juli 2016 het fietspad in hun straat (dat inderdaad in slechte staat verkeert) aangepakt zou worden.

Op 30 juni werd dit bericht door de stad geannuleerd met de mededeling dat de eerder aangekondigde frees- en asfalteringswerken op de fietspaden van Berlaarsesteenweg tussen Veemarkt en Pastoriestraat niet zullen plaatsvinden op 4 en 5 juli. Maar dat een nieuwe datum zo snel mogelijk zal meegedeeld worden.

Drie maanden later hebben de bewoners nog geen verder nieuws vernomen. Wel werd er vastgesteld dat de wegmarkeringen ondertussen opnieuw geschilderd werden. De bewoners hebben hier hun bedenkingen over.

Mijn vragen zijn:

1.Wat was de reden van het annuleren van de aan de bewoners reeds aangekondigde frees- en asfalteringswerken aan het fietspad van de Berlaarsesteenweg?

2.Zal het stadsbestuur deze werken alsnog (laten) uitvoeren en zo ja wanneer?

3.Wanneer worden de (ontgoochelde) bewoners van het verder verloop ingelicht?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Deze werken werden vooreerst opgenomen als een meerwerk binnen de aanbesteding “asfaltwegen 2016”. Gezien echter de ingediende kostprijs te hoog  lag om binnen de wet op de overheidsopdrachten toe te kunnen wijzen , was het onmogelijk om de werken aan het fietspad Berlaarsesteenweg binnen de werken 2016 nog op te nemen.

 

De werken worden opgenomen in de asfaltwerken ’17, bij afronding aanbestedingsprocedure kunnen de bewoners ook ingelicht worden over een nieuwe datum.

 

 

Mondelinge vraag 5: van Marcel Taelman (Vlaams Belang) i.v.m. “voorbehouden plaatsen evenementen”

 

Eind december werd een aanvraag ingediend voor een concert in de Begijnhofkerk.

 

Bij deze aanvraag waren er voorbehouden parkeerplaatsen gevraagd voor de techniekers, zoals om. belichting en muziek of speciale gasten.

 

Deze parkeerplaatsen werden geweigerd alhoewel hiervoor betaald zou worden.

 

         Graag vernam ik wat de reden(en) hiervan is/zijn en waarom in het verleden gelijkaardige aanvragen wel werden toegestaan?

         Is dergelijke weigering dan van toepassing voor alle evenementen in de stad Lier? Of kunnen organisatoren niet langer voorbehouden plaatsen aanvragen?

 

Antwoord schepen Rik Verwaest:

In de regel staat de wegcode niet toe parkeerplaatsen vrij te houden voor privé-doeleinden. In uitzonderlijke gevallen kan het CBS beslissen een deel van de openbare ruimte voor te behouden en tijdelijk te onttrekken aan de openbare ruimte. Dat doen we bijvoorbeeld voor de opbouw van grote festivals of grootschalige evenementen die volledig doorgaan op publiek domein.

 

Als stadsbestuur dienen we deze uitzondering echter spaarzaam en weloverwogen toe te staan. Onze houding wordt ook kritischer gezien het feit dat in Lier meer evenementen dan ooit worden georganiseerd, met enkele honderden aanvragen per jaar. Zeker op locaties met parkeerdruk zoals de Begijnhofstraat en het Schapenkoppenplein moet het algemeen belang grondig worden afgewogen tegenover het particulier belang.

 

Het uitgangspunt is dat organisatoren in de eerste plaats waar mogelijk ook zelf oplossingen dienen te zoeken. In het specifieke geval waarover U mij bevraagt suggereerde het schepencollege om een akkoord te zoeken met het Sint-Gummaruscollege. Daar werd niet op gereageerd.

 

 

Mondelinge vraag 6: van Katrien Vanhove (GROEN) i.v.m. “parking Dungelhoeff”

 

Twee jaar geleden stelde de Groen-fractie al eens vragen over de Dungelhoeff-parking. Vandaag doen we dat opnieuw. Omdat we met eigen ogen vaststellen dat er wel heel veel plaatsen leeg blijven in deze parking. En dat is jammer, want de parkeerdruk in de buurt werd er niet minder op. Om deze te verminderen werd het regime op en rond de Tramweglei gewijzigd. Maar dat neemt niet weg dat we vandaag – nog steeds – een goed uitgeruste parkeergarage hebben die bijzonder veel lege plaatsen telt.

 

Uit voorgaande vaststelling volgen deze vragen:

1.Hoe evalueert het stadsbestuur vandaag het gebruik van parking Dungelhoeff?

2.Hoe is het met de bezettingsgraad van parking Dungelhoeff?

a.Hoeveel abonnementen zijn er aangekocht door personeel van de stad, het OCMW en de politie?

b.Hoeveel abonnementen zijn er aangekocht door buurtbewoners?

c.Wat is de gemiddelde bezettingsgraad op weekdagen en in het weekend?

3.Wat zijn de inkomsten van de parking? Staan deze in verhouding tot de raming van de inkomsten en gedane investeringen?

4.Welke maatregelen stelt het stadsbestuur in het vooruitzicht om het gebruik te optimaliseren?

 

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Zoals u aanhaalt hebben we de parkeerdruk in de wijk inderdaad aangepakt door het wijzigen van het regime van de tramweglei. Op elk moment is er daar nog voldoende restcapaciteit voor bewoners en hun bezoekers, voor pendelaars en voor bezoekers van onze stad en handelskern. Hierdoor heeft deze parking haar rol als randparking teruggekregen.

 

De bezetting van de parking moet vandaag vooral worden gezien in het licht van een nog niet afgewerkte site, waarop o.a. de invulling van de appartementen, de uitbreiding van het zwembad en de bouw van een woonzorgcentrum nog de nodige impact op zal hebben. Daarnaast is het ook belangrijk dat we hiermee nog voldoende restcapaciteit hebben vlak bij het centrum.

 

2. De parking telt 260 plaatsen en de laatste cijfers geven aan dat er 161 abonnementen in omloop zijn, 49 bij de politie, 80 bij en stad en OCMW, 23 24-uursabonnementen en 3 abonnementen voor de avonduren.

 

Actueel bedraagt de bezettingsgraad gemiddeld 61 voertuigen (cijfers juni ’16 – tijdsstip: 11.00u). De bezettingsgraad wordt wel berekend als een gemiddelde over de periode van één maand en omvat alle parkeerders. Er zijn geen concrete cijfers bezettingsgraad op weekenddagen voorhanden, maar er mag verondersteld worden dat het hier een lage bezettingsgraad betreft.

 

3. Onder voorbehoud van de goedkeuring jaarrekening 2015, zijn dit de cijfers voor de parking:

 

 

Uitgaven

Ontvangsten

Budget

167.280

160.000

Jaarrekening

177.250

194.785

 

Hieruit blijkt dat de parking in 2015 inzake reeds netto resultaat voor belastingen beter doet dan in het budget was opgenomen.

 

4. Het lijkt niet gepast maatregelen te nemen zolang de site niet verder ontwikkeld is. Zoals gezegd zal de komst van meer bewoners, een uitgebreid zwembad en een woonzorgcentrum ook meer bezoekers aantrekken. Daarnaast lijkt het op vlak van mobiliteitsbeleid niet gewenst als we het autogebruik in de richting van deze site kunstmatig zouden opdrijven, maar over dat laatste bestaat wellicht geen discussie.

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 27 JUNI 2016. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 27 juni 2016.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 27 juni 2016 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

MOBILITEIT VOOR KLEUTERS EN JONGE BASISSCHOOLKINDEREN TUSSEN SCHOOL EN ONTHAALOUDERS VAN LANDELIJKE KINDEROPVANG  - VOORSTEL VAN INWONER. GOEDKEURING.

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

AUDITRAPPORT AANKOOP- EN CONTRACTBEHEER STAD LIER. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op 14 juli 2016 ontving de stad het "Auditrapport betreffende de thema-audit aankoop- en contractbeheer werken bij de stad Lier" van Audit Vlaanderen.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet, art. 265

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van "Auditopdracht 1606 008 - rapport - thema-audit aankoop- en contractbeheer werken bij de stad Lier".

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

VASTSTELLEN VAN DE DATA VOOR DE GEMEENTERAAD 2017. GOEDKEURING.

 

Stemming

 

eenparig

 

Juridische grond

Gemeentedecreet, art. 19

 

Argumentatie

Bijgevoegd voorstel van data gemeenteraad 2017 werd besproken met de voorzitter van de gemeenteraad.

Voorstel data gemeenteraad 2017:

 

Gemeen-

teraad

Commissies

Dossier ten laatste in CBS

Dossier GR binnen

Vaststellen dagorde

Verzending

 

 

30 januari

 

 

23-26 januari

 

9 januari

 

11 januari

 

16 januari

 

20 januari

 

20 februari

 

13-17 februari

 

30 januari

 

 

1 februari

 

 

6 februari

 

 

10 februari

 

 

27 maart

 

 

20-24 maart

 

 

6 maart

 

8 maart

 

13 maart

 

17 maart

 

24 april

 

18-20 april

 

3 april

 

 

5 april

 

10 april

 

14 april

 

29 mei

 

 

22-24 mei

 

8 mei

 

10 mei

 

15 mei

 

19 mei

 

26 juni

 

 

19-22 juni

 

29 mei

 

 

7 juni

 

12 juni

 

16 juni

 

 

25 september

 

 

18-21 september

 

4 september

 

6 september

 

11 september

 

15 september

 

23 oktober

 

 

 

16-19 oktober

 

 

 

2 oktober

 

 

4 oktober

 

 

9 oktober

 

 

 

13 oktober

 

 

 

27 november

 

 

20-23 november

 

 

6 november

 

 

8 november

 

13 november

 

17 november

 

18 december

 

 

11-14 december

 

27 november

 

29 november

 

4 december

 

8 december

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het voorstel van data voor de gemeenteraad  2017, zoals besproken met de voorzitter van de gemeenteraad.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

ADDENDUM OVEREENKOMST STEKELBEES. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 15/10/2010 werd de erfpachtakte Plaslaar kavel 4 tussen de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) en de stad gesloten. Op dezelfde datum werd een samenwerkingsovereenkomst voor het kinderdagverblijf gesloten tussen POM en Stekelbees. Op basis van de bepalingen in de erfpachtovereenkomst treedt de stad in de rechten van de POM en neemt zij dus ook de samenwerkingsovereenkomst met Stekelbees over.

 

Artikel 5 van deze samenwerkingsovereenkomst bepaalt onder meer dat de stad instaat voor de betaling aan Stekelbees van de reële loonkost van 1 voltijdse kinderbegeleider zolang de financiering van de bevoegde overheden niet voldoet om de personeelsinzet te financieren. De noodzaak van deze financiële ondersteuning wordt jaarlijks geëvalueerd.

 

De vzw Stekelbees maakt deel uit van de vzw Landelijke Kinderopvang, een organisatie die kwalitatieve kinderopvang in heel Vlaanderen voor kinderen van 0 tot 12 jaar aanbiedt.

Op 6/6/11 ging het kinderdagverblijf Stekelbees van start.

 

Stekelbees is erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin, de ouderbijdragen worden daardoor berekend op basis van het inkomen. Ook personeelsleden van stad en ocmw maken gebruik van dit aanbod.

 

 

Feiten en context

Gelet op de gekende financiële toestand van de stad, waarbij alle uitgaven zeer kritisch worden bekeken, wordt ook de betoelaging aan de vzw Stekelbees grondig geanalyseerd.

 

Aangezien de samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat de financiële ondersteuning jaarlijks wordt geëvalueerd hebben we een gedetailleerde afrekening opgevraagd van de lokale werking van de vzw. Op basis van deze afrekening hebben we vastgesteld dat de loonkosten worden verhoogd met een overhead ter dekking van de vaste kosten van het hoofdkantoor. Deze overhead bedraagt 15% van de loonkost en stemt grosso modo overeen met de betoelaging van de stad (ca 40.000 EUR op jaarbasis).

 

Het afgelopen jaar hebben we verschillende constructieve besprekingen gehad met de vzw in het kader van de bepalingen van artikel 5 van de overeenkomst. Tijdens deze besprekingen hebben we de precaire financiële situatie van de stad toegelicht evenals onze bedenkingen dat de betoelaging van de stad aan de vzw quasi volledig wordt aangewend ter financiering van de ondersteuning van het hoofdkantoor. Als gevolg kunnen we de noodzaak van deze ondersteuning in vraag stellen.

 

Tijdens de gesprekken werd geenszins afbreuk gedaan aan de inzet van de medewerkers en de positieve reacties van gebruikers maar werd gewezen op de uitzonderlijke materiële en financiële ondersteuning tov andere gelijkaardige initiatieven in de stad.

 

Tijdens de laatste bespreking dd. 22/6/2016 heeft de vzw uiteengezet dat zij voor al hun filialen werken met een overhead van 15%. Anderzijds geven zij wel aan dat de loonkost in Lier de afgelopen jaren hoger dan gemiddeld was gelet op de overkwalificatie van enkele medewerkers. Deze medewerkers worden kortelings vervangen waardoor de loonkost zal dalen. Bijkomend zullen er ook extra inkomsten worden gegenereerd.

 

Het resultaat is dat tijdens het laatste overleg werd overeengekomen dat voortaan de betoelaging van de stad zal kunnen gehalveerd worden. Er werd afgesproken dat de stad het initiatief zou nemen tot opmaak van addendum aan de overeenkomst. Inmiddels werd een voorstel tot addendum opgemaakt dat door de vzw Stekelbees werd goedgekeurd. (zie bijlage).

 

Adviezen

De juridische meldde eerder dat een wijziging van de afgesloten overeenkomst enkel mogelijk is mits een onderling akkoord.

 

Juridische grond

Erfpachtakte 15/10/2010 Plaslaar Kavel 4 tussen POM en Stad

Samenwerkingsovereenkomst 15/10/2010 tussen POM en Stekelbees

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

7/5/6/3

Ondersteuning opvanginitiatieven derden

 

In het budget 2016 is een bedrag voorzien van 40.000 EUR. Voorgesteld wordt om de nieuwe overeenkomst te laten ingaan vanaf boekjaar 2017.

Stekelbees factureert met een half jaar vertraging. Dus op budget 2016 wordt tweede helft 2015 aangerekend en eerste helft 2016. Op budget 2017 volgt dan tweede helft 2016 en eerste helft 2017.

 

Concreet wil dit zeggen dat voor budgetopmaak 2017 de toelage met ca 10.000 EUR kan verminderd worden en vanaf 2018 structureel met ca 20.000 EUR.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het voorgestelde addendum aan de samenwerkingsovereenkomst goed :

 

Tussen

De stad Lier, Paradeplein 2 bus 1, 2500 Lier, vertegenwoordigd door de burgemeester, Frank Bogaerts en secretaris, Katleen Janssens, handelend overeenkomstig de beslissing van de Gemeenteraad dd. 30/05/2011

Hierna genoemd ‘de stad’;

En

Stekelbees vzw, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, vertegenwoordigd door mevrouw Mia Houthuys, directeur,

Hierna genoemd ‘Stekelbees’;

 

Wordt overeengekomen als volgt:

 

Voorafgaand

Op 15/10/2010 werd de erfpachtakte Plaslaar kavel 4 gesloten tussen de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM Antwerpen) en de stad. Op dezelfde datum werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor het kinderdagverblijf tussen POM Antwerpen en Stekelbees. Deze overeenkomst vormt een addendum bij de erfpacht. Op basis van de bepalingen in de erfpachtovereenkomst treedt de stad in de rechten van de POM Antwerpen en neemt de stad ook de samenwerkingsovereenkomst met Stekelbees over.

 

Financiering van de reële loonkost van 1 voltijdse kinderbegeleider

In artikel 5 van de overeenkomst dd. 15 oktober 2010 werd voorzien in financiering lastens de stad door “De betaling aan Stekelbees van de reële loonkost van 1 voltijdse kinderbeleider, volgens barema van PC 331 zolang de financiering van de bevoegde overheden niet voldoet om de personeelsinzet te financieren. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. De betaling hiervan gebeurt na ontvangst van een factuur. De noodzaak van deze financiële ondersteuning wordt jaarlijks geëvalueerd.”

 

In het kader van de jaarlijkse evaluatie van deze financiële ondersteuning wordt door beide contracterende partijen in samenspraak beslist dat de geciteerde paragraaf van artikel 5  achterhaald is en als volgt wordt vervangen:

“De betaling aan Stekelbees van de helft van de reële loonkost van 1 voltijdse kinderbeleider, volgens barema van PC 331 zolang de financiering van de bevoegde overheden niet voldoet om de personeelsinzet te financieren. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. De betaling hiervan gebeurt na ontvangst van een factuur. De noodzaak van deze financiële ondersteuning wordt jaarlijks geëvalueerd.”

 

De vervanging van voornoemde paragraaf heeft uitwerking vanaf boekjaar 2017. Van deze wijziging wordt kantmelding gemaakt in de notariële akte.

 

Opgemaakt in drie exemplaren, waarvan één bestemd voor de stad, één voor Stekelbees en één voor notaris Van Cauwenbergh die de oorspronkelijke notariële akte opmaakte.

 

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

7/5/6/3

Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven

 

 

Budgetsleutel

0945/64920000

 

Voor budget 2016 is er geen impact. Voor budgetopmaak 2017 kan de toelage met ca 10.000 EUR verminderd worden, vanaf 2018 structureel met ca 20.000 EUR.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

vzw Stekelbees

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

FILIAALOVEREENKOMST BEELDENDE KUNSTEN MALLE. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 28 februari 2014 heeft het stadsbestuur van Lier als schoolbestuur van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten een aanvraag ingediend tot afwijking van de programmatiestop. Het betreft een aanvraag tot oprichting van een nieuw filiaal voor beeldende kunst in de gemeente Malle.

Op 4 juli 2014 heeft de Vlaamse Regering in lopende zaken deze aanvraag niet goedgekeurd. Deze beslissing is tot stand gekomen na budgettaire overweging en na raadpleging van het advies van de Vlaamse Onderwijsraad en het gezamenlijke advies van het Agentschap voor Onderwijsdiensten en de bevoegde onderwijsinspectie.

Op 24 februari 2015 heeft het stadsbestuur van Lier als schoolbestuur van de Stedelijke

Academie voor Schone Kunsten een nieuwe aanvraag ingediend tot afwijking van de

programmatiestop. De aanvraag betreft de oprichting van een filiaal van de studierichting

Beeldende Kunst in de gemeente Malle.

Op 26 juni 2015 heeft de Vlaamse Regering uw aanvraag goedgekeurd Deze beslissing is tot

stand gekomen op voorstel van de minister van Onderwijs, na budgettaire overweging en na

raadpleging van het advies van de Vlaamse Onderwijsraad en het gezamenlijke advies van het

Agentschap voor Onderwijsdiensten en de bevoegde Onderwijsinspectie.

 

Feiten en context

Het stadsbestuur van Lier legt als Inrichtende Macht van de academie voor Schone Kunsten deze filiaalovereenkomst met de gemeente Malle vast in dit collegebesluit. De tekst wordt voorgelegd aan de eerstvolgende gemeenteraad van 26 september 2016.

De modaliteiten voor het innen van de vergoeding door de filialen van administratieve en directiekosten werden geactualiseerd.

 

 

Fasering

1) vraag tot onderzoek oprichting filiaal Algemeen Beeldende Vorming te Malle:

november 2013

2) aanvraag vanuit van het college: februari 2014

3) goedkeuring (na onderzoeksgegevens) van college Malle: januari 2014

4) behandeling in het ABOC:  februari 2014

5) nieuwe aanvraag aan de administratie Vlaamse Gemeenschap Onderwijs & Vorming:  februari 2015

6) goedkeuring van de Vlaamse Minister van Onderwijs & Vorming na advies van de

VLOR (Vlaamse OnderwijsRaad) en de inspectie:  juni 2015.

7) Opstart 1 september 2015 en groei patroon per

leeftijdscategorie

a) Leerjaar 1 en 2 (leeftijd 6 tot en met 7 jaar) 2015-2016

b) Leerjaar 3 en 4 (leeftijd 8 tot en met 9 jaar) 2016-2017

c) Leerjaar 5 en 6 (leeftijd 10 tot en met 11jaar) 2017-2018

8) volwaardig filiaal Beeld bij verificatie van 120 leerlingen (programmatienorm) op 1

september 2018

9) na 1 september 2018 zakt deze norm naar een rationaliseringsnorm (voor

gemeenten met inwoners < 20.000 burgers geldt 96 leerlingen om het filiaal te

behouden).

 

 

Adviezen

Hierna volgt een samenvatting van de argumentatie uit de positieve adviezen van de Vlor en

van AgODi/Inspectie.

Advies van de Vlor van 28 april 2015

“Verschillende instellingen die voorbije jaren tevergeefs een aanvraag indienden tot afwijking op de programmatiestop, deden dit jaar een nieuwe poging. Heel wat dossiers bleven dan ook ongewijzigd, anderen werden aangevuld of bijgestuurd naar het advies van de Vlor en het antwoord van de minister.

De Vlor komt in principe niet terug op een eerder uitgebracht advies. Ook de motivering ervan is nog steeds geldig. Daarop wordt een uitzondering gemaakt wanneer ofwel het aanvraagdossier werd herwerkt en er met doorslaggevende argumenten wordt aangetoond dat het eerdere Vlor-advies verouderd is, ofwel de huidige situatie grondig gewijzigd is. Van zodra het advies wordt gewijzigd, wordt in een motivering meer toelichting gegeven.

Daarom behoudt de Vlor voor de volgende aanvraag het gunstig advies: Filiaal voor Beeldende Kunst van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten van Lier in Malle.”.

 

Advies van Agentschap Onderwijs Diensten / Inspectie van 29 april 2015

Motivering:

Criterium bereikbaarheid.

Het filiaal zorgt voor de oprichting van een lagere graad in de studierichting beeldende kunst voor kinderen van 6 tot 11 jaar. De dichtstbijzijnde vestigingsplaats met een zelfde aanbod ligt op 9,2 km. Dat is te verafgelegen voor kinderen uit deze leeftijdsgroep.

Kwaliteits- en kwantiteitscriteria.

De inspectie heeft naar aanleiding van dezelfde aanvraag vorig jaar een bezoek gebracht aan de

locatie van het filiaal en beoordeelt dit dossier positief. De infrastructuur in Malle is goed en de

hoofdinstelling in Lier bezit een ruime inhoudelijke expertise.

In de gemeente Lier streven de Academie voor Schone Kunsten en de Academie voor Muziek,

Woordkunst en Dans naar meer samenwerking met het oog op de toekomstige eenwording tot

kunstacademie. In de gemeente Malle bevindt zich al een bloeiend filiaal van de Lierse

muziekacademie. Een nieuw filiaal Beeldende Kunsten leidt in Malle net zoals in Lier tot een

vruchtbare samenwerking tussen de afdelingen Podiumkunsten en Beeldende Kunsten en zo ontstaat ook in Malle een volledig kunstenaanbod voor jongeren in de vier studierichtingen Beeldende Kunst, Muziek, Woordkunst en Dans.

De haalbaarheid van de aanvraag is behoorlijk. De programmatienorm ligt op 120 leerlingen en het verwacht aantal leerlingen op basis van het aantal leerlingen LO in Malle komt uit op 134 leerlingen. De rekrutering wordt versterkt door de aanwezigheid van een goed draaiend filiaal voor Muziek en Woord. Ook vorig jaar kreeg deze aanvraag een positief advies.” Advies is gunstig.

 

Juridische grond

Een filiaalovereenkomst die de samenwerking tussen de gemeente Malle en de gemeente Lier op het vlak van de organisatie van het filiaal te Malle regelt, is aangewezen. Op basis van reeds gemaakte filiaalovereenkomsten volgt dit besluit.

 

Argumentatie

Voor de goede werking tussen de hoofdzetel van de Academie voor Schone Kunsten en het filiaal Beeldende kunsten te Malle is de tekst voor de filiaalovereenkomst afgestemd op het model van de filiaalovereenkomst van OVSG (Onderwijssecretariaat van de Vlaamse Steden en Gemeenten).

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

6/4/3/11 (Filialenwerking)

De Stedelijke Academie voor Schone Kunsten zorgt voor een regionale uitstraling door de filiaalwerking

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

Het gemeenteraad beslist de volgende filiaalovereenkomst met de gemeente Malle goed te keuren.

 

Filiaalovereenkomst:

Contract hoofdschool Lier (Stedelijke Academie voor Schone Kunsten) – filiaal Malle

 

Tussen stadsbestuur van Lier, vertegenwoordigd door dhr. Frank Boogaerts, burgemeester, en mevr. Katleen Janssens, stadssecretaris, hiertoe gemachtigd bij gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2016, en gemeentebestuur van Malle, vertegenwoordigd door dhr. Harry Hendrickx, burgemeester, en dhr. Sven Brabants, gemeentesecretaris, hiertoe gemachtigd bij gemeenteraadsbeslissing dd. 27 juni 2016 is overeengekomen wat volgt:

 

Titel I: onderwerp, aanvang, duurtijd, opzeg

 

Art.1:

Het filiaal is gevestigd in Malle. Het is pedagogisch en administratief afhankelijk van de hoofdinstelling die gevestigd is in 2500 Lier.

 

Art.2:

Deze overeenkomst wordt aangegaan voor 1 jaar, ingaande op 1 september 2016, en is stilzwijgend hernieuwbaar, tenzij door één van beide inrichtende machten bij aangetekend schrijven voor 1 maart van het lopende schooljaar opzeg wordt gedaan, of mits akkoord van beide inrichtende machten Lier en Malle.

 

Titel II: Infrastructuur en didactisch materiaal

 

Art. 3:

§1 Het gemeentebestuur van Malle zal instaan voor de geschikte lokalen, die beantwoorden aan de voorwaarden inzake hygiëne en bewoonbaarheid, en het nodige didactische materiaal en schooluitrusting ter beschikking stellen, die beantwoorden aan de pedagogische vereisten en conform artikel 24 §2, 6 en 7 van de wet van 29 mei 1959 (Schoolpactwet).

§2 In het filiaal moet, in samenspraak met schooldirectie en filiaalverantwoordelijke, didactisch materiaal aanwezig zijn, aangepast aan de specifieke noden van de studierichting beeldende kunsten.

 

Art.4:

§1 Het gemeentebestuur van Malle zal instaan voor het onderhoud, de verwarming en de verlichting van de lokalen van het filiaal en verzekeringen afsluiten tegen brand en burgerrechtelijke aansprakelijkheid.  Afschriften van de desbetreffende polissen zullen aan het gemeentebestuur van Lier worden overgemaakt.

§2 De werkingstoelagen die de stad Lier ontvangt op basis van de ingerichte leraarsuren in het filiaal Malle, worden jaarlijks aan het gemeentebestuur van Malle doorgestort.

 

Art.5:

De roerende en onroerende goederen van het filiaal worden vervat in een inventaris en blijven het eigendom van de gemeente Malle.

 

Art.6:

Het gemeentebestuur van Malle zal in het filiaal een telefoonnummer voorzien en instaan voor de telefoonkosten.

 

Art.7:

§1 De bibliotheek van de hoofdinstelling in Lier, Stedelijke Academie voor Schone Kunsten, wordt ter beschikking gesteld van het personeel en de leerlingen van het filiaal Malle onder voorwaarden als deze voor het personeel en de leerlingen van de hoofdinstelling (zie schoolreglement).

§2 De verhuurmaterialen (sokkels, veldezels…) van de hoofdinstelling in Lier worden ter beschikking gesteld van het filiaal Malle onder zelfde voorwaarden als deze voor het personeel en de leerlingen van de hoofdinstelling.

 

 

Titel III: Personeel en werkingskosten

 

Art. 8:

Het gesubsidieerd onderwijzend en administratief personeel van het filiaal wordt aangesteld en benoemd door de gemeenteraad van Lier, binnen de vigerende reglementering van de Vlaamse gemeenschap. De rechtspositie van het gesubsidieerd personeel van de Vlaamse Gemeenschap is integraal van toepassing op de personeelsleden met inbegrip van de aanvullende reglementen opgelegd door de inrichtende macht van de hoofdinstelling.

 

Art.9:

Vanaf het schooljaar 2016-2017 worden het aantal gesubsidieerde uren-leraar in het filiaal bepaald door het aantal financierbare leerlingen die op 1 februari van het vorige schooljaar in het filiaal werden geteld.

De wedden of gedeelten van de wedde van de personeelsleden van het filiaal, die niet worden gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, blijven ten laste van het gemeentebestuur Malle. Het gemeentebestuur Malle zal hiervan voorafgaandelijk vóór 1 juli van het academiejaar dat volgt op de hoogte gebracht worden.

 

Art.10:

Het gemeentebestuur van Malle zal een filiaalverantwoordelijke aanstellen. Gedurende de uren van de openstelling moet deze filiaalverantwoordelijke telefonisch bereikbaar zijn.

Niet beperkende functiebeschrijving ‘Filiaalverantwoordelijke’: de filiaalverantwoordelijke kan zich toegang verschaffen tot het gebouw en de lokalen. Hij/zij is op de hoogte van EHBO en kan indien nodig de hulpdiensten (politie, brandweer, ziekenhuis…) verwittigen. Hij/zij is in staat om kleine defecten aan gebouw en lokalen op te sporen, te herstellen en/of de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen. Bij grotere defecten zal hij/zij de bevoegde gemeentediensten op de hoogte brengen en de werken opvolgen. Hij/zij is een aanspreekpunt voor de directie.’

 

Art.11:

Voor de globale administratiekost betaalt het gemeentebestuur van Malle jaarlijks, en verdeeld per trimesters een vergoeding van 42,66 euro per lesuur (spilindex 101,2 – 1/04/2016). Jaarlijks worden deze bedragen op 1 januari aangepast aan de gewone index (consumptieprijzen) volgens de formule €42,66 x nieuwe index/aanvangsindex. De vergoeding wordt door het stadsbestuur van Lier gevorderd van het gemeentebestuur van Malle.

 

Art.12:

Het gemeentebestuur van Malle draagt jaarlijks, en verdeeld per trimester, bij in een extra wedde voor bijkomend werk van de directie op basis van 1/20 van de geïndexeerde weddeschaal 511 met anciënniteit 0 jaar van een directeur academie muziek, woord, dans en beeldende kunst (MWD/BK), zoals vastgelegd in het B.V.R. van 30 juli 1990, en de regelmatige wijzigingen hierop, inzake de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds Kunstonderwijs (DKO), studierichtingen MWD en BK.

De bijdrage wordt vastgelegd volgens onderstaande tabel en wordt door het stadsbestuur van Lier gevorderd van het gemeentebestuur Malle. Bij overgang naar een volgende of vorige trap wordt het gemeentebestuur van Malle hiervan op de hoogte gebracht.

 

Aantal lesuren

1/20 directie-uur

1 tot 50

1

51 tot 100

1.5

101 tot 150

2

151 tot 200

2.5

201 tot 250

3

 

 

Weddeschaal 511 (directeur DKO) 01/04/2016       directie-uur

anciënniteit

bruto jaarwedde 100%

spilindex 101,2 = x 1,6084 (aanvangsindex)

1/20

0

€28.556,22

€45.929,82

€2.296,49

 

Meer informatie : www.wedden.fgov.be

 

 

Titel IV: Inschrijvingen, getuigschriften, werking en verzekeringen

 

Art.13:

Het inschrijven van leerlingen voor het filiaal wordt door de hoofdinstelling gecoördineerd en gebeurt via de online inschrijvings- en betalingsmogelijkheid. Per uitzondering kunnen de inschrijvingsformulieren die ter beschikking worden gesteld gebruikt worden. Deze formulieren worden ten laatste vijf werkdagen na de reglementaire inschrijvingsdatum overgemaakt aan de hoofdinstelling.

 

Art.14:

Inschrijvingsgeld van de leerlingen van het filiaal kunnen enkel geïnd worden via de online betalingsmogelijkheid of door middel van een overschrijving op de rekening van het stadsbestuur van Lier. Die gelden worden door het stadsbestuur van Lier voor de reglementaire stortingsdatum naar de Vlaamse Gemeenschap overgemaakt.

 

Art.15:

§1 De getuigschriften en attesten van de leerlingen van het filiaal worden afgeleverd door de hoofdinstelling.

§2 De hoofdinstelling zal een leerkracht, werkzaam in het filiaal, aanduiden als coördinator met de niet-beperkende functiebeschrijving van ‘filiaalcoördinator’: ‘De filiaalcoördinator coördineert het pedagogisch aspect en de pedagogische projecten in het filiaal (lessen, voordrachten, concerten, opendeurdagen enz.).’

§3 De hoofdinstelling zal in samenwerking met het gemeentebestuur van Malle minstens één manifestatie per jaar en per studierichting (ingericht in het filiaal) in Malle organiseren.

§4 Bij manifestaties georganiseerd in het filiaal, zal op alle drukwerk hiervoor de gegevens en (indien toepasselijk) het logo van het filiaal worden geplaatst.

 

Art.16:

Het gemeentebestuur van Malle zal voor de leerlingen van het filiaal een verzekeringspolis afsluiten met minstens burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen als waarborgen.

 

 

Titel V: Intergemeentelijk Overleg, goedkeuringen

 

Art.17:

Door de gemeente Malle wordt minstens één effectief (bij voorkeur de Schepen van Onderwijs) en één plaatsvervangend lid (bij voorkeur iemand die vertrouwd is met de werking van het filiaal) aangesteld die zal zetelen in het intergemeentelijk overleg (IGO) waar alle betrokken besturen verzameld zijn met betrekking tot de filiaalwerking van de hoofdinstelling.

 

Art.18:

De bepalingen van onderhavige overeenkomst kunnen te allen tijde bij onderling akkoord en gemeenteraadsbeslissing gewijzigd of aangepast worden.

 

Art. 19:

De bepalingen van deze overeenkomst zullen, voor zover ze de begroting van de gemeentebesturen bezwaren, slechts uitvoerbaar zijn indien de gestemde kredieten door de toezichthoudende overheid worden aanvaard.

 

Aldus in dubbel opgesteld en goedgekeurd door beide partijen, en ondertekend door bovenvermelde vertegenwoordigers, die elk een afschrift van deze overeenkomst hebben ontvangen, waarbij dit contract alle eventuele voorgaande overeenkomsten vervangt.

 

 

Goedgekeurd in de gemeenteraad van 26 september 2016.

 

 

Namens het stadsbestuur van Lier,

 

 

 

 

De secretaris,de burgemeester,

Mevr. Katleen Janssensdhr. Frank Boogaerts

 

 

 

 

Namens het gemeentebestuur van Malle,

 

 

 

 

 

De secretaris,de burgemeester

Dhr. Sven Brabantsdhr. Harry Hendrickx

 

 

Art 2:

De financiële gevolgen zijn

 

Actienummer

 

Omschrijving budgetsleutel

 

Bedrag

Saldo krediet

6/4/3/11

De Stedelijke Academie voor Schone Kunsten zorgt voor een regionale uitstraling door de filiaalwerking

 

 

budgetsleutel

 

 

 

74099999

Overige specifieke werkingssubsidies - administratiekost filialen

252,00 EUR

1060,00 EUR

74091000

Overige specifieke werkingssubsidies - directiekosten filialen

2290,00 EUR

2829,00 EUR

61500150

Beheersvergoeding directeurs

Nihil

5200,00 EUR

64940000

Toegestane werkingssubsidies aan andere overheidsinstellingen

300,00 EUR

300,00 EUR

 

 

 

Art 3 :Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Gemeente bestuur Malle

1

SASK

1

AgODi

 

 

De Inrichtende Macht van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten van Lier heeft een filiaalovereenkomst nodig om de samenwerking met het door de Vlaamse Overheid goedgekeurde filiaal Beeldende Kunsten in de gemeente Malle te regelen.

 

In wat volgt werden de afspraken in een overeenkomst vastgelegd in een filiaalovereenkomst.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

VERNIEUWDE OVEREENKOMST GEZELLEN VAN 'T GROOT VOLK-STAD. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

CBS 11/3/2013: principe-akkoord tot het sluiten van een overeenkomst tussen de stad Lier en de nog op te richten vereniging 'Gezellen van 't Groot Volk' in functie van het beheer van de historische Lierse reuzentrein.

24/4/203: oprichtingsvergadering van vzw Gezellen van 't Groot Volk.

 

CBS 28/11/2013: goedkeuring bruikleenovereenkomst tussen stad Lier en vzw Gezellen van 't Groot Volk m. b. t. het beheer van de historische Lierse reuzentrein.

 

Feiten en context

Op dit ogenblik is de bestaande en op 25/11/2013 goedgekeurde overeenkomst tussen de stad Lier en de Gezellen van 't Groot Volk (zie bijlage) niet meer actueel op alle punten en een aantal lacunes en onduidelijkheden moesten nog uitgeklaard worden.

Een nieuwe versie van de overeenkomst werd opgesteld onder begeleiding van een jurist en het departementshoofd Uit in Lier in nauwe samenspraak met de Gezellen van 't Groot Volk.

 

Argumentatie

De nieuwe overeenkomst zal vooral de hiaten opvangen met betrekking tot de daden van beheer die eerder onvoldoende omschreven werden wat aanleiding gaf tot interpretatie. Tegelijk wordt nu ook meer aandacht gegeven aan het afsluiten van correcte en doeltreffende verzekeringen, zowel door de stad als door de Gezellen van 't Groot Volk.

 

 

 

Oude overeenkomst

Nieuwe overeenkomst

OVEREENKOMST VAN BRUIKLEEN

 

 

Tussen de ondergetekenden:

 

1.De STAD LIER, met kantoren gevestigd te Lier, Paradeplein 2 bus 1, vertegenwoordigd door de heer Frank BOOGAERTS, burgemeester en mevrouw Katleen JANSSENS, stadssecretaris,

hierna genoemd de uitlener,

 

en

 

2.De v.z.w. GEZELLEN VAN ’T GROOT VOLK, met maatschappelijke zetel gevestigd te 2500 Lier, Lispersteenweg nr. 74, ondernemingsnummer 0535.618.459, vertegenwoordigd door de heer Lucien CEULEMANS, voorzitter en de heer Peter GEYSELS, secretaris;

hiernagenoemd de lener,

 

Is overeengekomen, uiteengezet en aanvaard datgene wat volgt:

 

A.Situering van de overeenkomst

 

De Stad Lier is eigenaar van “De Lierse Reuzentrein” bestaande uit een aantal reuzen, praalwagens en andere goederen zoals opgesomd in bijlage 1 aan deze overeenkomst.

De v.z.w.” Gezellen van ’t Groot Volk” werd door een aantal vrijwilligers opgericht met o.m. volgende doelstellingen die statutair bepaald werden:

het in bruikleen nemen van de Lierse Reuzentrein,

het instaan voor het behoud en beheer van deze Reuzentrein,

het uitbouwen ervan,

het organiseren van de Lierse Ommegang (het uitgaan van de Lierse Reuzentrein),

het promoten en het uitbouwen van de Lierse Ommegang.

Tevens stelt de v.z.w. ” Gezellen van ’t Groot Volk” zich als doel het bevorderen van de kennis en de praktijk van de Lierse tradities en gebruiken.

Om haar doelstellingen te verwezenlijken zal de v.z.w. ” Gezellen van ’t Groot Volk” instaan voor de opleiding en het leveren van de nodige dragers om de Lierse Reuzentrein te laten optreden.

 

De v.z.w. ” Gezellen van ’t Groot Volk” zal voor de realisatie van haar doelstellingen actief overleggen met de stedelijke ambtenaren die bevoegd zijn voor het erfgoed en er naar streven om met de stad en andere partners te overleggen over organisatie en deelname van de Lierse Reuzentrein, of onderdelen ervan, aan evenementen en publieke feesten.

 

 

 

 

 

B.Bedingen

 

Artikel 1. Voorwerp

 

De uitlener geeft de lener, die aanvaardt, de goederen omschreven in bijlage 1 in bruikleen.

De uitlener verklaart volledig eigenaar te zijn van de vermelde goederen.

 

Artikel 2. Duur

 

De bruiklening wordt afgesloten voor een termijn ingaande op 1 december 2013 en eindigende op 31 december 2015.

 

Partijen komen overeen dat deze overeenkomst na afloop van deze termijn stilzwijgend hernieuwd wordt, telkens voor een periode van vier jaar.

 

Elke partijen kan de overeenkomst beëindigen op het einde van een vierjaarlijkse periode mits zij hiervan minstens zes maanden voor het beëindigen van de lopende vierjaarlijkse periode per aangetekend schrijven kennis geeft aan de andere partij.

 

Artikel 3. Vergoeding

 

De lener zal aan de uitlener geen vergoeding verschuldigd zijn voor het gebruik van de ontleende goederen.

 

Artikel 4. Eigendomsrechten en gebruiksrecht

 

De uitlener blijft eigenaar van de geleende goederen maar verleent aan de lener het volledige gebruiksrecht van de geleende goederen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het recht van bruikleen zal vervallen en de uitlener zal gerechtigd zijn zich terug in het bezit te stellen van zowel de geleende goederen als de ter beschikking gestelde depotinfrastructuur in alle gevallen van niet-uitvoering door de lener van de verbintenissen bepaald in deze overeenkomst, en onder meer bij wangebruik, gebrek aan locatieve onderhoud, en afstand en overdracht van gebruik aan derden van zowel de geleende goederen als de depotinfrastruc-tuur.

De lener mag de goederen niet voor zich houden bij wijze van schuldvergelijking met hetgeen de uitlener hem eventueel verschuldigd is.

 

Artikel 5. Staat van de goederen, behoud en beheer

 

De goederen worden aan de lener toevertrouwd in de staat zoals beschreven in bijlage 1.

De lener verbindt er zich toe om zorg te dragen voor de geleende goederen, en dit volgens de richtlijnen die gelden voor het behoud en beheer van dergelijke goederen.

De lener is gehouden om de geleende goederen uitsluitend te gebruiken in overeenstemming met de activiteiten en het doel bepaald in de statuten van de lener.

De uitgaven door de lener gemaakt om van de zaak gebruik te kunnen maken, kunnen door de lener niet teruggevorderd worden van de uitlener.

Het is de lener verboden om enig huurcontract of overdracht van dit recht van bruikleen toe te staan aan derden. Elke vergoeding aan derden als mogelijk gevolg van het opzeggen van die overeenkomsten van ter beschikkingstelling of huurcontract, is dan ook volledig ten laste van de lener.

 

De vergoedingen die door derden of de uitlener zouden worden betaald voor deelname aan manifestaties worden niet beschouwd als huurgelden of betalingen voor een overdracht van gebruik.

 

 

 

 

De uitlener zal een aangepaste depotinfrastructuur ter beschikking stellen die dergelijk behoud en beheer mogelijk maakt.

De lener zal op elk ogenblik toegang hebben tot deze infrastructuur.

 

Van zodra de definitieve locatie van de depotinfrastructuur zal gekend zijn, zal tussen partijen een afzonderlijke overeenkomst opgemaakt worden betreffende het gebruik, toegankelijkheid, onderhoud en verzekering van de depotinfrastructuur.

Deze aanvullende overeenkomst zal dan onverbrekelijk deel ut maken van huidige overeenkomst.

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 6. Informatie en toezicht

 

Op verzoek van de uitlener zal de lener alle gegevens met betrekking tot locatie en de staat van de geleende goederen verstrekken.

De uitlener heeft het recht te allen tijde de geleende goederen te bezichtigen teneinde zich ervan te vergewissen dat de lener aan zijn verplichtingen voldoet.

 

Artikel 7. Verzekering

 

De uitlener zal de infrastructuur en de inboedel verzekeren voor eigenaarsrisico’s.

Tevens zal de uitlener de geleende goederen verzekeren zowel voor eigen schade.

De lener is verplicht de geleende goederen voor de duur van de bruiklening te verzekeren tegen brand, glasbreuk, bliksem, ontploffing en verhaal tegen derden zoals bij normale huurrisico’s.

In een bijzondere polis dient hij zijn burgerlijke aansprakelijkheid te dekken voor alle ‘risico’s derden’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De waarde van de geleende goederen wordt tussen partijen bepaald en beschreven in bijlage 1.

De verzekeringen moeten afgesloten worden bij een in België erkende maatschappij.

Alle verzekeringspolissen moeten worden voorgelegd op eerste vraag van de uitlener.

 

Tenzij er sprak zou zijn van een grove fout in hoofde van de uitlener, zal de lener van de uitlener geen hogere vergoeding voor schade kunnen vorderen dan deze die uitgekeerd wordt door de verzekeraar.

 

Artikel 8. Schade of verlies

 

De lener zal de uitlener onmiddellijk en schriftelijk in kennis stellen van elk verlies of elke relevante beschadiging of wijziging aan de toestand van de geleende goederen.

De lener is verantwoordelijk tegenover de uitlener voor elk verlies, diefstal, averij, nadeel, waardeverlies of schade teweeggebracht door de lener aan de geleende goederen.

 

Opgemaakt in tweevoud te Lier op ……….

 

 

 

Voor de uitlener,voor de lener,

 

 

 

 

OVEREENKOMST VAN BRUIKLEEN

 

 

Tussen de ondergetekenden:

 

1.De STAD LIER, met kantoren gevestigd te Lier, Paradeplein 2 bus 1, vertegenwoordigd door de heer Frank BOOGAERTS, burgemeester en mevrouw Katleen JANSSENS, stadssecretaris, hierna genoemd de uitlener,

 

en

 

2.De v.z.w. GEZELLEN VAN ’T GROOT VOLK, met maatschappelijke zetel gevestigd te 2500 Lier, Lispersteenweg nr. 74, ondernemingsnummer 0535.618.459 , vertegenwoordigd door de heer Lucien CEULEMANS, voorzitter, en de heer Jan Hauwaert, ondervoorzitter,

hierna genoemd de lener,

 

is overeengekomen, uiteengezet en aanvaard datgene wat volgt:

 

A.Situering van de overeenkomst

 

De Stad Lier is eigenaar van “De Lierse Reuzentrein” bestaande uit een aantal reuzen, praalwagens en andere goederen zoals opgesomd in bijlage aan deze overeenkomst.

 

De v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” werd door een aantal vrijwilligers opgericht met o.m. volgende doelstellingen die statutair bepaald werden:

het in bruikleen nemen van de Lierse Reuzentrein,

het instaan voor het behoud en beheer van deze Reuzentrein,

het uitbouwen ervan,

het organiseren van de Lierse Ommegang (het uitgaan van de Lierse Reuzentrein),

het promoten en het uitbouwen van de Lierse Ommegang.

Tevens stelt de v.z.w. ” Gezellen van ’t Groot Volk” zich als doel het bevorderen van de kennis en de praktijk van de Lierse tradities en gebruiken.

Om haar doelstellingen te verwezenlijken zal de v.z.w.  “Gezellen van ’t Groot Volk” instaan voor de opleiding en het leveren van de nodige dragers om de Lierse Reuzentrein te laten optreden.

 

De v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” zal voor de realisatie van haar doelstellingen actief overleggen met de stedelijke ambtenaren die bevoegd zijn voor het erfgoed en er naar streven om met de stad en andere partners te overleggen over organisatie en deelname van de Lierse Reuzentrein, of onderdelen ervan, aan evenementen en publieke feesten.

 

Huidige overeenkomst vervangt de bruikleenovereenkomst zoals deze tussen partijen werd gesloten op 28 november 2013.

 

B.Bedingen

 

Artikel 1. Voorwerp

 

De uitlener geeft de lener, die aanvaardt, de goederen omschreven in bijlage in bruikleen.

 

De uitlener verklaart volledig eigenaar te zijn van de vermelde goederen.

 

Artikel 2. Duur

 

De bruiklening wordt afgesloten voor een termijn ingaande op 1 januari 2017 en eindigende op 31 december 2020.

 

Partijen komen overeen dat deze overeenkomst na afloop van deze termijn stilzwijgend hernieuwd wordt, telkens voor een periode van vier jaar.

 

Elke partij kan de overeenkomst beëindigen op het einde van een vierjaarlijkse periode mits zij hiervan minstens zes maanden voor het beëindigen van de lopende vierjaarlijkse periode per aangetekend schrijven kennis geeft aan de andere partij.

 

Artikel 3. Vergoeding

 

De lener zal aan de uitlener geen vergoeding verschuldigd zijn voor het gebruik van de ontleende goederen.

 

Artikel 4. Eigendomsrechten en gebruiksrecht

 

De uitlener blijft eigenaar van de geleende goederen maar verleent aan de lener een gebruiksrecht van de geleende goederen volgens de modaliteiten zoals uiteengezet in deze overeenkomst.

 

Zo is de lener alleszins gehouden om de geleende goederen te gebruiken volgens onderstaande modaliteiten.

1.Behoort tot het vrije gebruiksrecht:

Aan- en ontkleden van de reuzen.

Onderhoud van reuzen en wagens.

Het uitgaan van de Lierse Reuzentrein (gedeeltelijk of in zijn geheel) en de stadsreuzen op grondgebied Lier.

Het uitgaan van de stadsreuzen buiten Lier.

Het onderscheid moet gemaakt tussen de Lierse Reuzentrein (tien historische reuzen, de fabeldieren, de huppelpaardjes en de praalwagens) en de Lierse stadsreuzen. Als stadsreus is Pallieter DE reus, die in manifestaties allerlei buiten Lier, Lier vertegenwoordigt. Daarvoor telkens toelating moeten vragen zou erg belastend en tijdrovend zijn.

 

2.Behoeft een toestemming van de uitlener:

Wijzigen van uitzicht en voorkomen van reuzen, wagens, attributen.

Wijzigen van onderdelen en kledij.

Het deelnemen met de Lierse Reuzentrein (gedeeltelijk of in zijn geheel) aan activiteiten buiten Lier.

 

3.Behoort nooit tot het gebruiksrecht:

Verkopen of onderverhuren van de reuzen, wagens, attributen.

 

Het recht van bruikleen zal vervallen en de uitlener zal gerechtigd zijn zich terug in het bezit te stellen van zowel de geleende goederen als de ter beschikking gestelde depot -infrastructuur in alle gevallen van niet-uitvoering door de lener van de verbintenissen bepaald in deze overeenkomst, en onder meer bij wangebruik, gebrek aan onderhoud, en afstand of overdracht van gebruik aan derden van de geleende goederen of de depot -infrastructuur.

 

De lener mag de goederen niet voor zich houden bij wijze van schuldvergelijking met hetgeen de uitlener hem eventueel verschuldigd is.

 

Artikel 5. Staat van de goederen, behoud en beheer

 

De goederen worden aan de lener toevertrouwd in de staat zoals beschreven in bijlage.

De lener verbindt er zich toe om zorg te dragen voor de geleende goederen, en dit volgens de richtlijnen die gelden voor het behoud en beheer van dergelijke goederen.

 

 

 

 

De uitgaven door de lener gemaakt in functie van zijn bruikleen en de verplichtingen die daarmee gepaard gaan, kunnen door de lener niet teruggevorderd worden van de uitlener. Het is de lener verboden om enig huurcontract of overdracht van dit recht van bruikleen toe te staan aan derden. Elke vergoeding aan derden als mogelijk gevolg van het opzeggen van die overeenkomsten van ter beschikking stelling of huurcontract, is dan ook volledig ten laste van de lener.

 

De vergoedingen die door derden of de uitlener zouden worden betaald voor deelname aan manifestaties worden niet beschouwd als huurgelden of betalingen voor een overdracht van gebruik. Eventuele kosten die gepaard gaan met een deelname aan manifestaties zijn niet ten laste van de uitlener.

 

De uitlener zal een aangepaste depot -infrastructuur ter beschikking stellen die dergelijk behoud en beheer mogelijk maakt. De lener zal op elk ogenblik toegang hebben tot deze infrastructuur.

 

Tussen partijen wordt een afzonderlijke overeenkomst opgemaakt betreffende het gebruik, toegankelijkheid, onderhoud en verzekering van de depot -infrastructuur. Deze aanvullende overeenkomst zal dan onverbrekelijk deel uit maken van huidige overeenkomst.

 

 

De lener kan de uitlener verzoeken om logistieke ondersteuning bij verplaatsingen van de bruikleenvoorwerpen. Zulks kan worden toegezegd door de uitlener in functie van de beschikbaarheid van de behandelende diensten.

 

Artikel 6. Informatie en toezicht

 

Op verzoek van de uitlener zal de lener alle gegevens met betrekking tot locatie en de staat van de geleende goederen verstrekken. De uitlener heeft het recht te allen tijde de geleende goederen te bezichtigen teneinde zich ervan te vergewissen dat de lener aan zijn verplichtingen voldoet.

 

Artikel 7. Verzekering

 

De lener is verplicht de geleende goederen voor de duur van de bruiklening te verzekeren. De lener zal bij de “polis verenigingsleven” uitdrukkelijk volgende risico’s laten verzekeren: burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen voor de dragers; burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden.

Voor wat de ter beschikking gestelde depot -infrastructuur betreft zal de eigenaar van het depot een brandverzekering dienen af te sluiten met afstand van verhaal. De uitlener ziet toe op het afsluiten van deze overeenkomst.

De uitlener neemt een huurdersaansprakelijkheidsverzekering voor het depot. Hierin wordt zowel de waarde van het gebouw en de inhoud verzekerd conform de waarde voorzien in bijlage bij deze overeenkomst – de waarde van de inhoud moet minstens tweejaarlijks geactualiseerd worden. De uitlener sluit een verzekering “Objectieve aansprakelijkheid voor gebruik van lokalen door derden” af.

 

De waarde van de geleende goederen wordt tussen partijen bepaald en beschreven in bijlage.

De verzekeringen moeten afgesloten worden bij een in België erkende maatschappij.

Alle verzekeringspolissen moeten worden voorgelegd op eerste vraag van de uitlener.

 

Tenzij er sprake zou zijn van een grove fout in hoofde van de lener, zal de uitlener van de lener geen hogere vergoeding voor schade kunnen vorderen dan deze die uitgekeerd wordt door de verzekeraar.

 

Artikel 8. Schade of verlies

 

De lener zal de uitlener onmiddellijk en

schriftelijk in kennis stellen van elk verlies of elke relevante beschadiging of wijziging aan de toestand van de geleende goederen.

De lener is verantwoordelijk tegenover de uitlener voor elk verlies, diefstal, averij, nadeel, waardeverlies of schade teweeggebracht, al dan niet door de lener, aan de geleende goederen.

 

Opgemaakt in tweevoud te Lier op ……….

 

Voor de uitlener,voor de lener,

 

 

Goedgekeurd op gemeenteraad van

 

 

 

 

 

Bijlage bij de bruikleenovereenkomst

 

Inventaris en te verzekeren waarden van de Lierse Ommegang (= reuzen en praalwagens, gegevens grotendeels overgenomen uit de inventarisfiches van Reuzentrein en praalwagens Vooronderzoek door Examino cvba Guido Gezellestraat 23 8560 Lovendegem, januari-april 2008):

 

Lierse Reuzentrein

 

Reus Goliath, man - 4 meter hoog – 65 kg

attributen: helm, perkament en zwaard

te verzekeren waarde € 8.000

 

Reuzin, vrouw – 4 meter hoog – 40 kg

attributen: kroon en oorbellen

te verzekeren waarde € 7.500

 

Kamenierster, vrouw – 4 meter hoog – 40 kg

attributen: hoed met pluim en oorbellen

te verzekeren waarde € 7.500

 

Kinnebaba, baby – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: rammelaar en muts

te verzekeren waarde € 5.000

 

Moorse knecht 1, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: tulband en oorring

te verzekeren waarde € 5.000

 

Moorse knecht 2, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: tulband en oorring

te verzekeren waarde € 5.000

 

Mieke zuster, vrouw – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: oorring en tulband

te verzekeren waarde € 5.000

 

Janneke broer, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: oorring? En tulband

te verzekeren waarde € 5.000

 

Groteva, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: steek en oorring

te verzekeren waarde € 5.000

 

Grotemoe, vrouw – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: bonnet, oorringen en hanger

te verzekeren waarde € 5.000

 

Hellewagen

attributen: lans en stoel voor Neptunus (figurant)

te verzekeren waarde € 15.000

 

Het Schip van ’s Lands Welvaren

attributen: masten, touwen en zeilen

te verzekeren waarde € 15.000

 

Leeuw en Maagdenberg

attributen: zadel voor Maagd (figurant)

te verzekeren waarde € 15.000

 

Olifant

attributen: zetel voor Moor (figurant)

te verzekeren waarde € 15.000

 

Kameel

attributen: zadel en drijversstok (figurant)

te verzekeren waarde € 15.000

 

Ros Beiaard

attributen: vierdelig zadel voor de Vierheemskinderen (figuranten)

panache, teugels

te verzekeren waarde € 35.000

 

Looppaardjes, reeks 1 – 11 stuks

stof, wilgentenen

attributen: teugels, bretellen

te verzekeren waarde 11 x € 1.000

 

Looppaardjes, reeks 2 – 20 stuks

polyester

attributen: teugels, bretellen

te verzekeren waarde 20 x € 1.000

 

 

Stadsreuzen

 

Pallieter, man – 4 meter hoog – 45 kg

attributen: pijp en pluimhoed

te verzekeren waarde € 7.500

 

Marieke, vrouw van Pallieter – 4,3 meter hoog – 65 kg

te verzekeren waarde € 15.000

 

Tuur, één van de reuzendrieling, kind van Pallieter en Marieke

2 meter hoog – 8 kg

te verzekeren waarde € 1.000

 

Piet, één van de reuzendrieling, kind van Pallieter en Marieke

2 meter hoog – 8 kg

te verzekeren waarde € 1.000

 

Mit, één van de reuzendrieling, kind van Pallieter en Marieke

2 meter hoog – 8 kg

te verzekeren waarde € 1.000

 

Grimmara, vrouw – 3,25 meter hoog – 30 kg

te verzekeren waarde € 7.500

 

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord met de onderstaande nieuwe overeenkomst tussen de stad Lier en de Gezellen van 't Groot Volk in verband met de bruikleen en het beheer van de historische reuzentrein en de Lierse stadsreuzen:

 

OVEREENKOMST VAN BRUIKLEEN

 

 

Tussen de ondergetekenden:

 

1.De STAD LIER, met kantoren gevestigd te Lier, Paradeplein 2 bus 1, vertegenwoordigd door de heer Frank BOOGAERTS, burgemeester en mevrouw Katleen JANSSENS, stadssecretaris, hierna genoemd de uitlener,

 

en

 

2.De v.z.w. GEZELLEN VAN ’T GROOT VOLK, met maatschappelijke zetel gevestigd te 2500 Lier, Lispersteenweg nr. 74, ondernemingsnummer 0535.618.459 , vertegenwoordigd door de heer Lucien CEULEMANS, voorzitter, en de heer Jan Hauwaert, ondervoorzitter,

hierna genoemd de lener,

 

is overeengekomen, uiteengezet en aanvaard datgene wat volgt:

 

A.Situering van de overeenkomst

 

De Stad Lier is eigenaar van “De Lierse Reuzentrein” bestaande uit een aantal reuzen, praalwagens en andere goederen zoals opgesomd in bijlage aan deze overeenkomst.

 

De v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” werd door een aantal vrijwilligers opgericht met o. m. volgende doelstellingen die statutair bepaald werden:

het in bruikleen nemen van de Lierse Reuzentrein,

het instaan voor het behoud en beheer van deze Reuzentrein,

het uitbouwen ervan,

het organiseren van de Lierse Ommegang (het uitgaan van de Lierse Reuzentrein),

het promoten en het uitbouwen van de Lierse Ommegang.

Tevens stelt de v.z.w. ” Gezellen van ’t Groot Volk” zich als doel het bevorderen van de kennis en de praktijk van de Lierse tradities en gebruiken. Om haar doelstellingen te verwezenlijken zal de v.z.w.  “Gezellen van ’t Groot Volk” instaan voor de opleiding en het leveren van de nodige dragers om de Lierse Reuzentrein te laten optreden.

 

De v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” zal voor de realisatie van haar doelstellingen actief overleggen met de stedelijke ambtenaren die bevoegd zijn voor het erfgoed en er naar streven om met de stad en andere partners te overleggen over organisatie en deelname van de Lierse Reuzentrein, of onderdelen ervan, aan evenementen en publieke feesten.

 

Huidige overeenkomst vervangt de bruikleenovereenkomst zoals deze tussen partijen werd gesloten op 28 november 2013.

 

B.Bedingen

 

Artikel 1. Voorwerp

 

De uitlener geeft de lener, die aanvaardt, de goederen omschreven in bijlage in bruikleen. De uitlener verklaart volledig eigenaar te zijn van de vermelde goederen.

 

Artikel 2. Duur

 

De bruiklening wordt afgesloten voor een termijn ingaande op 1 januari 2017 en eindigende op 31 december 2020.

 

Partijen komen overeen dat deze overeenkomst na afloop van deze termijn stilzwijgend hernieuwd wordt, telkens voor een periode van vier jaar.

 

Elke partij kan de overeenkomst beëindigen op het einde van een vierjaarlijkse periode mits zij hiervan minstens zes maanden voor het beëindigen van de lopende vierjaarlijkse periode per aangetekend schrijven kennis geeft aan de andere partij.

 

Artikel 3. Vergoeding

 

De lener zal aan de uitlener geen vergoeding verschuldigd zijn voor het gebruik van de ontleende goederen.

 

Artikel 4. Eigendomsrechten en gebruiksrecht

 

De uitlener blijft eigenaar van de geleende goederen maar verleent aan de lener een gebruiksrecht van de geleende goederen volgens de modaliteiten zoals uiteengezet in deze overeenkomst.

 

Zo is de lener alleszins gehouden om de geleende goederen te gebruiken volgens onderstaande modaliteiten.

1.Behoort tot het vrije gebruiksrecht:

Aan- en ontkleden van de reuzen.

Onderhoud van reuzen en wagens.

Het uitgaan van de Lierse Reuzentrein (gedeeltelijk of in zijn geheel) en de stadsreuzen op grondgebied Lier.

Het uitgaan van de stadsreuzen buiten Lier.

Het onderscheid moet gemaakt tussen de Lierse Reuzentrein (tien historische reuzen, de fabeldieren, de huppelpaardjes en de praalwagens) en de Lierse stadsreuzen. Als stadsreus is Pallieter DE reus, die in manifestaties allerlei buiten Lier, Lier vertegenwoordigt. Daarvoor telkens toelating moeten vragen zou erg belastend en tijdrovend zijn.

 

2.Behoeft een toestemming van de uitlener:

Wijzigen van uitzicht en voorkomen van reuzen, wagens, attributen.

Wijzigen van onderdelen en kledij.

Het deelnemen met de Lierse Reuzentrein (gedeeltelijk of in zijn geheel) aan activiteiten buiten Lier.

 

3.Behoort nooit tot het gebruiksrecht:

Verkopen of onderverhuren van de reuzen, wagens, attributen.

 

Het recht van bruikleen zal vervallen en de uitlener zal gerechtigd zijn zich terug in het bezit te stellen van zowel de geleende goederen als de ter beschikking gestelde depot -infrastructuur in alle gevallen van niet-uitvoering door de lener van de verbintenissen bepaald in deze overeenkomst, en onder meer bij wangebruik, gebrek aan onderhoud, en afstand of overdracht van gebruik aan derden van de geleende goederen of de depot -infrastructuur.

 

De lener mag de goederen niet voor zich houden bij wijze van schuldvergelijking met hetgeen de uitlener hem eventueel verschuldigd is.

 

Artikel 5. Staat van de goederen, behoud en beheer

 

De goederen worden aan de lener toevertrouwd in de staat zoals beschreven in bijlage.

De lener verbindt er zich toe om zorg te dragen voor de geleende goederen, en dit volgens de richtlijnen die gelden voor het behoud en beheer van dergelijke goederen.

 

De uitgaven door de lener gemaakt in functie van zijn bruikleen en de verplichtingen die daarmee gepaard gaan, kunnen door de lener niet teruggevorderd worden van de uitlener. Het is de lener verboden om enig huurcontract of overdracht van dit recht van bruikleen toe te staan aan derden. Elke vergoeding aan derden als mogelijk gevolg van het opzeggen van die overeenkomsten van ter beschikking stelling of huurcontract, is dan ook volledig ten laste van de lener.

 

De vergoedingen die door derden of de uitlener zouden worden betaald voor deelname aan manifestaties worden niet beschouwd als huurgelden of betalingen voor een overdracht van gebruik. Eventuele kosten die gepaard gaan met een deelname aan manifestaties zijn niet ten laste van de uitlener.

 

De uitlener zal een aangepaste depot -infrastructuur ter beschikking stellen die dergelijk behoud en beheer mogelijk maakt. De lener zal op elk ogenblik toegang hebben tot deze infrastructuur. Tussen partijen wordt een afzonderlijke overeenkomst opgemaakt betreffende het gebruik, toegankelijkheid, onderhoud en verzekering van de depot -infrastructuur. Deze aanvullende overeenkomst zal dan onverbrekelijk deel uit maken van huidige overeenkomst.

 

De lener kan de uitlener verzoeken om logistieke ondersteuning bij verplaatsingen van de bruikleenvoorwerpen. Zulks kan worden toegezegd door de uitlener in functie van de beschikbaarheid van de behandelende diensten.

 

Artikel 6. Informatie en toezicht

 

Op verzoek van de uitlener zal de lener alle gegevens met betrekking tot locatie en de staat van de geleende goederen verstrekken. De uitlener heeft het recht te allen tijde de geleende goederen te bezichtigen teneinde zich ervan te vergewissen dat de lener aan zijn verplichtingen voldoet.

 

Artikel 7. Verzekering

 

De lener is verplicht de geleende goederen voor de duur van de bruiklening te verzekeren. De lener zal bij de “polis verenigingsleven” uitdrukkelijk volgende risico’s laten verzekeren: burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen voor de dragers; burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden.

Voor wat de ter beschikking gestelde depot -infrastructuur betreft zal de eigenaar van het depot een brandverzekering dienen af te sluiten met afstand van verhaal. De uitlener ziet toe op het afsluiten van deze overeenkomst.

De uitlener neemt een huurdersaansprakelijkheidsverzekering voor het depot. Hierin wordt zowel de waarde van het gebouw en de inhoud verzekerd conform de waarde voorzien in bijlage bij deze overeenkomst – de waarde van de inhoud moet minstens tweejaarlijks geactualiseerd worden. De uitlener sluit een verzekering “Objectieve aansprakelijkheid voor gebruik van lokalen door derden” af.

 

De waarde van de geleende goederen wordt tussen partijen bepaald en beschreven in bijlage. De verzekeringen moeten afgesloten worden bij een in België erkende maatschappij. Alle verzekeringspolissen moeten worden voorgelegd op eerste vraag van de uitlener.

 

Tenzij er sprake zou zijn van een grove fout in hoofde van de lener, zal de uitlener van de lener geen hogere vergoeding voor schade kunnen vorderen dan deze die uitgekeerd wordt door de verzekeraar.

 

Artikel 8. Schade of verlies

 

De lener zal de uitlener onmiddellijk en schriftelijk in kennis stellen van elk verlies of elke relevante beschadiging of wijziging aan de toestand van de geleende goederen. De lener is verantwoordelijk tegenover de uitlener voor elk verlies, diefstal, averij, nadeel, waardeverlies of schade teweeggebracht, al dan niet door de lener, aan de geleende goederen.

 

Opgemaakt in tweevoud te Lier op ……….

 

Voor de uitlener,voor de lener,

 

 

Goedgekeurd op gemeenteraad van ...............

 

 

 

 

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1.

Gezellen van 't Groot Volk

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

SION-VESTEN, FASE 1 (OPHOGING VESTEN). WEGENISONTWERP. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Studiebureau Sweco heeft een ontwerp (in bijlage) opgemaakt voor het ophogen van de vesten Sion, fase 1.

 

Feiten en context

Het ontwerp voorziet de ophoging en herinrichting van de stadsvesten vanaf kruispunt Berlarij/Veemarkt tot Sionsvest.

Er wordt een aanleg voorzien van een wandel- en fietspad langsheen de Grote Nete in Lier. Het wandelpad wordt voorzien in houten verharding met antislip op een zelfdragende structuur. Het fietspad heeft een breedte van 3,50m en wordt voorzien in roodbruine asfaltverharding. Het fietspad en wandelpad worden plaatselijk onderbroken door een verharding in gezaagde kassei. Langsheen het nieuwe fiets- en wandelpad wordt er een groene zone voorzien waaronder een multisportveld, fietskluis en traptreden/ keermuren en stapstenen gelegen tussen de bestaande kaaimuur en de Rosbeiaardstraat. Rondom deze elementen wordt er een groenzone voorzien met beplantingen.

 

Openbaar onderzoek

Tijdens de looptijd van het openbaar onderzoek werd één bezwaar ingediend.

Het bezwaar handelt samengevat over de volgende elementen:

 

Gabarit en straatbeeld

De breedte van de voorziene wegenis voor de panden Sionsplein nr. 19 & 20 vormt mogelijk een probleem. Indien men hier opteert voor middelhoogbouw (hoogste begaanbare vloerniveau hoger dan 10 m tov straatpeil), dient er op vraag van de brandweer een vrije doorgang van 4 m op 4 m van de gevellijn beschikbaar te zijn. Concreet betekent dit dus 8 m obstakelvrije zone  vanaf de gevellijn  hetgeen door de voorliggende stedenbouwkundige vergunningsaanvraag niet kan worden gegarandeerd.

 

Mobiliteit en parkeren

De verkeersveiligheid wordt niet verbeterd. Het fiets- en voetpad komt naast elkaar te liggen zonder  veiligheidsstrook tussenin. Ongevallen tussen voetgangers en steeds sneller rijdende (elektrische) fietsen zullen onvermijdelijk zijn. Te meer nu de fietsers op verschillende plaatsen het voetpad moeten kruisen (bv ter hoogte van de fietsbrug).

 

Wateroverlast

De bestaande bomen zorgen voor de opname van gemiddeld 500 l water per dag. Zij hebben een belangrijke functie naar waterhuishouding in de omgeving. Het verdwijnen van de bomen zal de waterhuishouding negatief beïnvloeden. In de voorliggende plannen staat niets vermeld inzake afwatering, buffering, etc. Het voet- en fietspad wordt in niet waterdoorlatende materialen  aangelegd. Wellicht zullen het wegdek, garages en kelders van het onder meer lagergelegen Sionsplein nog meer overstromen dan vandaag het geval is.

 

Procedure

In de voorliggende plannen staat niets vermeld inzake afwatering, buffering, etc.

De Sionsite wordt niet in kaart gebracht. Of de plannen corresponderen met de Sionsite waarvoor ze hoofdzakelijk worden aangelegd, is volstrekt onduidelijk.

De voorziene werken zijn strijdig met de stedenbouwkundige voorschriften uit het RUP Sion:

“Art 2.7.1. Dit gebied is bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van een publiek park.“ In casu worden de bestaande vesten volledig weggemaaid en de bestaande bomen, op één na, gerooid. Van instandhouding en herstel is geen sprake. Ook de ontwikkeling van een publiek park is niet aan de orde nu louter een voet- en fietspad overblijft.

“Art 2.7.3. De bestaande bomen worden maximaal behouden en indien nodig vervangen. Het aanbrengen van afsluitingen is niet toegelaten.” In casu worden veel te veel bomen nutteloos gerooid. De bestaande keermuur wordt vervangen door een afsluiting, tegen de voorschriften in.

 

Andere

Volgens VCRO art.1.1.4. moet er gestreefd worden naar ruimtelijke kwaliteit.

De Raad voor Vergunningenbetwistingen heeft reeds meermaals benadrukt dat de beoordeling van de verenigbaarheid van de goede ruimtelijke ordening in de eerste plaats gebaseerd moet zijn op de onmiddellijke omgeving in bestaande toestand.

 

Er is geen noodzaak tot het ophogen van de Vesten tussen het kruispunt Berlarij/Veemarkt tot Sionsvest. Er ligt momenteel een mooi aangelegde verhoogde groenberm met daarop een fiets- en wandelpad. Deze brede berm is voorzien van hoogstammig groen, sport- en spelinfrastructuur, een parking en bevat een waterkeringsmuur die als veiligheidsbuffer dient voor spelende kinderen.

 

De heraanleg van de Vesten impliceert het kappen van quasi alle gezonde, volgroeide en beeldbepalende bomen. Deze worden hier en daar vervangen door nieuwe jonge bomen. Het bestaande groene uitzicht wordt hierdoor vervangen door een zicht op een grotendeels verharde berm met slechts kleine groenelementen.

Het wortelstel van de enkele te behouden bomen zal bovendien zwaar te lijden krijgen bij de aanleg en het gebruik van de voorziene trappen die worden aangelegd, het wortelstel van de nieuwe bomen kan zich niet volwaardig ontwikkelen.

Uit gespecialiseerde literatuur blijkt tevens dat een boom minstens over 75 % van zijn kruinoppervlakte moet kunnen beschikken om voldoende water op zijn wortels te krijgen of anders zullen afsterven. De levensvatbaarheid van de bomen is niet compatibel met de impact van de trappen.

De bomen hebben een luchtzuiverende functie.

De sociale functie van de bestaande berm verdwijnt. De bestaande berm bevat een speeltuin, sport- en spelinfrastructuur, bankjes, etc. Door de heraanleg wordt enkel nog voorzien in een breed fiets- en voetpad waardoor de sociale ontmoetingsruimte voor de buurt verdwijnt. Bovendien worden de trappen voorzien zonder hellende vlakken voor minder mobiele gebruikers.

Op heden biedt de bestaande berm voldoende ruimte voor gezonde bomen. De toelichtingsnota bij het RUP Sion vermeldt op pagina 10: Het deel van de Vesten dat eveneens wordt opgenomen in het plangebied is wel zeer groen en heeft een permeabele oppervlakte van gras met een fietspad langs de Nete in asfalt. Er bevinden zich een aantal bomen en struiken. Op de Sionsvest kan ervan uitgegaan worden dat 80% van het bomenbestand waardevol is. De overgang tussen Vesten en Nete wordt gevormd door een verticale betonnen kade, gebouwd in het kader van het Sigmaplan, en een zachte oever met keien en struiken.

 

De resterende ruimte in de berm zal onvoldoende zijn om het duurzaam voortbestaan van de bestaande en nieuwe bomen te garanderen. De levensvatbaarheid van de bomen is niet compatibel met de impact van de trappen.

 

Juridische grond

De gemeenteraad is bevoegd om te beslissen over de zaak van de wegen op grond van artikel 2 en 42 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005.

Onder de 'zaak der wegen' wordt verstaan het bepalen van het bepalen van het tracé en de uitrusting van de aan te leggen of te wijzigen wegen : rooilijnen, voetpaden, aanplanting, openbare nutsvoorzieningen.

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (4 april 2015), art. 4.2.2 en de bijhorende toelichtingsnota.

 

De samenvatting van de bezwaren wordt meegeven aan Ruimte Vlaanderen.

 

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Patrick Tersago, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Jan Hauwaert

9 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het ontwerp voor het ophogen van de vesten Sion, fase 1 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ V2016/9. VERKAVELING ‘BOGERSE VELDEN WEST FASE 2’ INGEDIEND DOOR FILIP VAN DAMME, GELEGEN TE ARBEIDSSTRAAT ZN, KREEFTSTRAAT +34, KREEFTSTRAAT +38, PANNENHUISSTRAAT ZN, PANNENHUISVELDEN ZN, PLAS TEN ZUIDEN ZN EN RAMSTRAAT Z/N, (AFD. 2) SECTIE A 490 Y7, 491 D2, 492 C, 494 A3, 494 B3, 495 D, 525 B, 527 N EN 527 S.. LIMIETDATUM: 24 OKTOBER 2016. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

VOORGESCHIEDENIS

Het perceel ligt braak. Er zijn geen relevante vergunningen/weigeringen afgeleverd.

 

FEITEN EN CONTEXT

Er werd een verkavelingsaanvraag V2016/9  ingediend door Filip Vandamme, gelegen Bogerse velden West Fase 2, Arbeidsstraat ZN, Kreeftstraat +34, Kreeftstraat +38, Pannenhuisstraat ZN, PANNENHUISVELDEN ZN, PLAS TEN ZUIDEN ZN en Ramstraat z/n, (afd. 2) sectie A 490 Y7, 491 D2, 492 C, 494 A3, 494 B3, 495 D, 525 B, 527 N en 527 S. Deze aanvraag  voorziet het volgende:

Het verkavelingsontwerp voorziet de aanleg van nieuwe wegenisinfrastructuur tussen de Zonstraat en de Kreeftstraat, deze straten staan in een hoek van 90° tov elkaar. Deze nieuwe  straat krijgt ook een zijstraat eindigend op een pijpenkop. Er komt eveneens een nieuwe straat, eindigend op een pijpenkop vanaf de Leeuwstraat Het ontwerp van de rooilijn is heterogeen, de rooilijnbreedtes bedragen tussen de 12 m en de 15.50 m, ter hoogte van de pijpenkop 9 m en 15 m. Naast de weginfrastructuur zijn verschillende wadi’s voorzien. Er zijn doorsteken voorzien voor zwakke weggebruikers naar de Arbeidstraat en naar het bestaande voet- en fietspad aan de retentiezone Lisperloop.

Er is een uitbreiding van een bestaand speelplein voorzien op het perceel kadastraal gekend als 2 A 492 d.

 

Er wordt een nieuwe rooilijn gevestigd. Er is grondafstand voorzien van de grond nodig voor het realiseren van deze rooilijn, voor de nieuwe wegenisinfrastructuur en het lot bestemd voor uitbreiding speelpleintje, met een oppervlakte van 9597 m².

Deze volgens het plan ‘verkaveling “Bogerse Velden West” fase 2, rooilijnenplan’  met dossiernummer 2011043 dd 25/04/2016 van landmeter Filip Vandamme.

De verkavelaar werd behoorlijk gevolmachtigd door alle eigenaars.

 

Het verkavelingsontwerp voorziet 57 nieuwe loten, waarvan 3 loten voor tweegezinswoningen op loten 1 t/m 3, waarvan 4 loten voor meergezinswoningen 46 t/m 49 en waarvan 50 loten voor eengezinswoningen op loten 4 t/m 45 en 50 t/m 57. Voor de eengezinswoningen zijn 44 loten voorzien in halfopen bebouwing en 6 loten voor gesloten bebouwing. Voor de meergezinswoningen op kavels 46 tem 49 worden minimum 33 wooneenheden voorzien en maximum 77 wooneenheden.

 

De bouwlijn is voorzien op 5 m achter de rooilijn voor loten 2 t/m 47 en 50 t/m 57, op 10 m voor lot 48 en op 6 m achter de rooilijn voor lot 49.

De bouwdiepte bedraagt 15 m voor de loten 1 t/m 3, 10 t/m 22, 26 t/m 45, 50 t/m 57 en 17 m voor de loten 4 t/m 9, 23 t/m 25, 46 t/m 49.  De kroonlijsthoogte is voorzien op min 6 m en max 7 m tov de 0-pas van de woning en de dakhelling op 45°. Voor de eengezinswoningen is in de bouwvrije zijtuinstrook een zone aangeduid voor een eventuele garage met een breedte van 3 m op 5 m achter de voorgevelbouwlijn voor de loten 4 t/m 8, 10 t/m 13, 15, 16, 20, 21, 23, 27 t/m 34, 39 t/m 44, 52 t/m 57, op 3m achter de voorgevelbouwlijn voor loten 18, 25, ca. 6.5 m voor lot 17 en op 10 m voor lot 9. 

 

Volgens Art. 4.2.15 kan niemand zonder voorafgaande verkavelingsvergunning een stuk grond verkavelen voor woningbouw.

 

JURIDISCHE BEPALINGEN

De aanvraag wordt behandeld in toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering in zitting van 27 maart 2009, 3 april 2009, 24 april 2009 en latere wijzigingsdecreten.

 

Zaak der Wegen

Art. 4.2.25. Als de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

Als de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid had, maar geen beslissing heeft genomen over de zaak van de wegen, roept de provinciegouverneur op verzoek van de deputatie of de Vlaamse Regering, de gemeenteraad samen. De gemeenteraad neemt een beslissing over de zaak van de wegen en deelt die beslissing mee binnen een termijn van zestig dagen vanaf de samenroeping door de provinciegouverneur.]

De gemeentelijke wegenis valt onder de in artikel 42 van het Gemeentedecreet bepaalde volheid van bevoegdheid van de gemeenteraad om alle aangelegenheden van gemeentelijk belang te regelen.  Onder de ‘zaak der wegen’ wordt verstaan het bepalen van het tracé en de uitrusting van de aan te leggen of te wijzigen wegen: rooilijnen, rijbanen, voetpaden, aanplanting, openbare nutsvoorzieningen…

In dit geval werd in de gemeenteraad van 25 januari 2016 voorgelegd en goedgekeurd:

1/ Wegenis- en rioleringsdossier door technisch bureau.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 26 september 2016 voorgelegd en goedgekeurd:

2/Vaststelling van de rooilijn en grondafstand door stedenbouw.

 

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

1.Stedenbouwkundige bepalingen

1.1. Ruimtelijke Uitvoeringsplannen

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtings-voorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

Het perceel is bovendien gelegen in het PRUP ‘Bogerse Velden’, eveneens goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en in voege getreden sinds 7 september 2006.

Het ligt in projectzone voor stedelijk wonen. De voorgelegde verkavelingsaanvraag voorziet woonfuncties.

De voorgelegde aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het PRUP

De ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) zijn volgens artikel 7.4.5; van de Vlaamse Codex, gewestplanvervangend voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.  De bepalingen van het gewestplan zijn hier dus niet langer van toepassing.

 

1.2.2 Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg

1.2.3 Verkavelingen

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

1.3. Stedenbouwkundige verordeningen

-Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

-Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009, gewijzigd op 4 december 2009 en 18 februari 2011, tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid.

-De stedelijke parkeerverordening voor het parkeren van auto’s en fietsen van 23 maart 2015, goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 4 juni 2015;

-De gemeentelijke verordening detailhandel van 29 juni 2015, goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van 1 oktober 2015;

 

1.3.1. Stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater

De aanvraag voorziet een aanleg van wegverharding van 4209 m². De aanvraag voorziet 57 kavels.

De aanvraag wordt beoordeeld in het advies van de gemeentelijke cel Integraal Waterbeleid onder punt 5.2.

 

 

1.3.2. Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009, gewijzigd op 4 december 2009 en 18 februari 2011,  tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid.

De aanvraag moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd.

 

1.3.3.De stedelijke parkeerverordening voor het parkeren van auto’s en fietsen van 23 maart 2015, goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 4 juni 2015.

Volgens de parkeerverordening is het voorgelegd ontwerp gelegen in de zone B en moeten volgende normen worden nageleefd inzake parkeerplaatsen voor wagens:

Autostaanplaatsen: min 1.3 en max 2 parkeerplaatsen per woning.

Er kunnen maximum 131 wooneenheden opgericht worden.

Er dienen minimaal 170 en maximaal 262 autostaanplaatsen voorzien te worden. De aanvraag voorziet in totaal 77 parkeerplaatsen voor 57 wooneenheden.

Voor de meergezinswoningen worden 98  parkeerplaatsen opgericht in de 4 projecten samen.

Voor de overige wooneenheden zijn er 52 parkeerplaatsen op de opritten (deze zijn verplicht aan te leggen) en 32 parkeerplaatsen in het openbaar domein (minder dan 25% van 170).

Voor fietsen werd er niets voorzien.

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening mits:

Alle individuele projecten moeten voldoen aan de normen inzake het aantal fietsstaanplaatsen en autostaanplaatsen.

 

1.3.4.Het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer is van toepassing.

1.4. Toetsing aan de stedenbouwkundige bepalingen

De voorgelegde aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige bepalingen van het PRUP.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan de vergunning toch afleveren, wanneer het van oordeel is dat de overeenstemming van het aangevraagde met het recht en de goede ruimtelijke ordening gewaarborgd kan worden door het opleggen van voorwaarden, met inbegrip van het opleggen van een beperkte aanpassing van de ter beoordeling voorgelegde plannen. Die voorwaarden kunnen niet dienen om de leemten van een onvolledige of vage aanvraag op te vangen. De voorwaarde dat de ter beoordeling voorgelegde plannen beperkt worden aangepast, kan enkel betrekking hebben op kennelijk bijkomstige zaken, en kan enkel in eerste administratieve aanleg worden opgelegd.

 

De voorgelegde aanvraag is  in overeenstemming met alle stedenbouwkundige  bepalingen mits er wordt voldaan aan volgende voorwaarde:

Bij de uitvoering van de verkaveling moeten alle individuele projecten voldoen aan de normen inzake het aantal fietsstaanplaatsen en autostaanplaatsen.

 

2.Verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening

2.1. Beoordelingscriteria

In toepassing van artikel 4.3.1 §2 van de Vlaamse Codex moet de overeenstemming van de goede ruimtelijke ordening worden beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan of een gemeentelijk plan van aanleg waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

2.1. Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De beoordeling van de stedenbouwkundige en ruimtelijke impact gebeurt in de verkavelingsaanvraag die positief verloopt.

3. Decretale beoordelingselementen

 

3.1 Rooilijn

 

Codex: Art. 4.2.17. §2. Indien de verkavelingsaanvraag wegeniswerken omvat waaromtrent de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de verkavelingsvergunning van zijnentwege kan worden verleend, dan neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de verkavelingsaanvraag.

 

De gemeenteraad beslist uiterlijk op de tweede raadszitting waarop de zaak van de wegen geagendeerd is, zoniet wordt de beslissing over de wegenis geacht ongunstig te zijn.

 

De rooilijn moet goedgekeurd zijn alvorens de verkaveling in het college kan goedgekeurd worden.

 

4. Decreet Integraal Waterbeleid (DIWB)

Artikel 8 § 1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd.  Dit artikel bepaalt dat de overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, er zorg voor draagt, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd.

Volgens artikel 8 § 3 DIWB is de adviesaanvraag verplicht zolang er nog geen waterbeheersplannen goedgekeurd zijn en er twijfel bestaat over het al dan niet optreden van een schadelijk effect.

Het watertoetsinstrument werd doorlopen.  Hieruit blijkt dat de watertoets niet onmiddellijk leidt tot een positieve uitspraak.  Er moet advies worden gevraagd aan:

 

VMM, Afdeling Water

Provincie Antwerpen dienst Waterbeleid

Cel integraal waterbeleid

 

5. In te winnen adviezen

5.1. Verplichte adviezen

Volgens artikel 4.7.16. van de Vlaamse Codex wijst de Vlaamse regering de instanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.  Deze adviezen hebben de gevolgen als omschreven in artikel 4.3.3 en 4.3.4.  In voorkomend geval sorteren zij ook de gevolgen als bepaald in artikel 4.4.6., eerste lid, van deze codex of in artikel 11 § 4, vierde lid, van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten.

De adviezen worden uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de ontvangst van de adviesvraag.  Indien deze termijn wordt overschreden, kan aan de adviesvereiste voorbij worden gegaan.

Artikel 4.3.3. van de Vlaamse Codex bepaalt dat indien uit de verplicht in te winnen adviezen blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening, of indien dergelijke strijdigheid manifest reeds uit het aanvraagdossier blijkt, wordt de vergunning geweigerd of worden in de aan de vergunning verbonden voorwaarden waarborgen opgenomen met betrekking tot de naleving van de sectorale regelgeving.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder “direct werkende normen” verstaan: supranationale, wetskrachtige, reglementaire of beschikkende bepalingen die op zichzelf volstaan om toepasbaar te zijn, zonder dat verdere reglementering met het oog op precisering of vervollediging noodzakelijk is.

Artikel 4.3.4. van de Vlaamse Codex bepaalt dat een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder “doelstellingen of zorgplichten” verstaan: internationaalrechtelijke, Europeesrechtelijke, wetskrachtige, reglementaire of beschikkende bepalingen die de overheid bij de uitvoering of de interpretatie van de regelgeving of het voeren van een beleid verplichten tot de inachtneming van een bepaalde doelstelling of van bepaalde voorzorgen, zonder dat deze op zichzelf beschouwd voldoende juridisch duidelijk zijn om onmiddellijk te kunnen worden uitgevoerd.

Artikel 4.4.6. van de Vlaamse Codex bepaalt dat in een stedenbouwkundige vergunning betreffende een bestaand hoofdzakelijk vergunde constructie die krachtens decreet definitief of voorlopig beschermd is als monument, of deel uitmaakt van een krachtens decreet definitief of voorlopig beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, kan worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften, voor zover de betrokken handelingen gunstig worden geadviseerd vanuit het beleidsveld onroerend erfgoed.

Hetzelfde geldt voor handelingen in de omgeving van een niet ontsloten monument die noodzakelijk zijn voor de rechtstreeks ontsluiting van het monument.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen is van toepassing.

De instanties die overeenkomstig artikel 4.7.16 §1, respectievelijk 4.7.26 §4, eerste lid, 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, om advies worden verzocht zijn:

De entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen, die met zorg van het onroerend erfgoed belast is, voor volgende aanvragen:

a)aanvragen voor:

1)verkavelingen van ten minste tien loten bestemd voor woningbouw, of met een grondoppervlakte groter dan een halve hectare, ongeacht het aantal loten;

2)de bouw of herbouw van appartementsgebouwen waarbij ten minste vijftig appartementen gecreëerd worden;

b)aanvragen voor nieuwbouwprojecten met een bebouwd oppervlak van 500 m² of meer in woongebieden en recreatiegebieden;

De adviesinstanties, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, in de gevallen, vermeld in artikel 3 van het voormelde besluit.

Dit werd reeds nagekeken in Hoofdstuk 4 Decreet Integraal Waterbeleid

 

5.2. Andere adviezen

Cel Publieke ruimte (Geïntegreerd advies openbaar domein/mobiliteit/wegen / riolering/groen,…)

EANDIS

Cel Integraal Waterbeleid

5.3. Toetsing aan de gevraagde verplichte adviezen

Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij werd ontvangen op datum 18 juli 2016 en luidt als volgt:

Onder verwijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Deze adviesverlening geldt voor het domein grondwater in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.

 

De locatie te Lier, zoals beschreven in de aanvraag, is volgens de watertoetskaarten deels effectief overstromingsgevoelig gebied. Mogelijke schadelijke effecten op het grondwater zouden kunnen ontstaan als gevolg van veranderingen in infiltratie van hemelwater, kwaliteitsverlies van grondwater en de wijziging in grondwaterstroming.

 

De aanvraag omvat de verkaveling Bogerse Velden West fase 2. Het verkavelen in 57 kavels voor halfopen, gesloten bebouwing en meergezinswoningen. Het betreft hier een totale oppervlakte van 3.5 ha en 131 wooneenheden.

 

Naar het aspect grondwaterstroming kunnen we stellen dat de aanleg van de ondergrondse constructie een bronbemaling met zich kan meebrengen. Indien men van plan is te bemalen moet minstens een melding volgens Vlarem (klasse 3) van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs MER-plichtig naargelang de ligging en het debiet per dag.

 

Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II). Met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt eveneens verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5 namelijk dat niet-verontreinigd bemalingswater bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht wordt. Wanneer het in de bodem brengen redelijkerwijze niet mogelijk is, moet dit niet-verontreinigd bemalingswater geloosd worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. Het lozen in de openbare riolering is slechts toegestaan wanneer het conform de beste beschikbare technieken niet mogelijk is zich op een andere manier van dit water te ontdoen.

 

De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt. De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte constructie en zonder kunstmatig drainagesysteem.

 

Het betrokken perceel is effectief overstromingsgevoelig volgens de watertoetskaart en is daarnaast  gelegen in recent overstroomd gebied (ROG) en voor een deel in risicozone voor overstroming. De nodige beveiligingsmaatregelen dienen dan ook te worden getroffen. Er moet advies gevraagd worden bij de beheerder van de desbetreffende waterloop.

 

We wijzen erop dat er een beschrijvend bodemonderzoek is opgemaakt. Een beschrijvend bodemonderzoek wordt opgemaakt als er aanwijzingen zijn voor ernstige verontreiniging bv. door calamiteiten of door activiteiten op het perceel. De mogelijke verspreiding van de verontreiniging wordt daarbij onderzocht en de mogelijke blootstelling van mens en milieu wordt in kaart gebracht. Ook wordt bekeken of er voorzorgsmaatregelen en /of gebruiksbeperkingen dienen genomen te worden. Er moet tijdens de werken (afgravingen, bemalingen,…) dan ook rekening gehouden worden met de conclusies en eventuele voorwaarden die zijn opgenomen in het beschrijvend bodemonderzoek voor zover ze van toepassing zijn op de werken in de aanvraag.

 

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de verkaveling met wegenis minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Deze verordening legt op dat altijd en overal geïnfiltreerd dient te worden tenzij wordt aangetoond dat dit niet haalbaar is. Een duidelijk rioleringsplan ontbreekt bij het dossier. Het is dan ook niet duidelijk op welke wijze de wadi’s worden uitgevoerd. Volgens de hemelwateraanstiplijst worden er voldoende infiltratievoorzieningen aangelegd. De beschrijvende nota m.b.t. waterhuishouding spreekt echter over buffering met vertraagde afvoer, wat niet in overeenstemming is met de hemelwaterverordening. Er kan enkel akkoord gegaan worden met een buffering met vertraagde afvoer indien aangetoond wordt dat infiltratie niet mogelijk is of dat dit op een gemotiveerde wijze wordt opgelegd door de waterloopbeheerder waarin wordt aangegeven om welke wijze dat infiltratie onvoldoende garanties biedt om problemen te vermijden op het oppervlaktewaterstelsel. Verder is niet duidelijk hoe de wegenis wordt aangesloten op de wadi’s. Heel wat wegenis is gelegen langs wadi’s en/of grachten waardoor een bovengrondse toevoer mogelijk is, dewelke eveneens de infiltratiemogelijkheden maximaliseert. Tot slot willen we nog benadrukken dat een buffering met vertraagde afvoer voor de woningen geen enkele zin heeft omdat de aangesloten verharde oppervlakte te klein is en hier dus sowieso voor een infiltratievoorziening zal moeten gekozen worden.

 

Voor wat betreft het aspect grondwaterkwaliteit wordt er een gescheiden stelsel voorzien en wordt het afvalwater aangesloten op de bestaande straatriolering. De aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem II en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

 

Vanaf 1 januari 2015 geldt er een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen in gebruik voor een openbare dienst en dit volgens artikel 4 van het besluit houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden. De wegenis die overgedragen wordt, moet dus op een efficiënte manier pesticidenvrij beheerd kunnen worden. De leidraad pesticidenvrij ontwerpen bundelt tips om verhardingen en groenzones op een efficiënte manier pesticidenvrij te beheren. Deze leidraad vindt u via http://www.zonderisgezonder.be/aanleg-en-ontwerp .

 

Aanvullend willen we er reeds op wijzen dat de individuele woningen overeenkomstig onderstaande aandachtspunten moeten ontworpen worden:

hemel- en afvalwater moeten gescheiden worden aangesloten d.m.v. kleurcodering op RWA riolering (regenwaterafvoer - blauw) resp. DWA riolering (droogweerafvoer - rood/bruin);

de afwatering moet voldoen aan de GSV;

per woning moet een hemelwaterput worden  aangelegd;

hergebruik van hemelwater uit de hemelwaterputten is verplicht;

verharde oppervlakken voor opritten en parkings worden bij voorkeur waterdoorlatend aangelegd of wateren af naar de onverharde randzones.

 

De inbuizingen dienen zo veel als mogelijk beperkt te worden dus zich te beperken tot de inbuizing die noodzakelijk is voor bvb. opritten (max. 5 m per perceel).

 

De percelen zijn gelegen in aandachtsgebied Getijdenetes. Een belangrijke kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater is dan ook belangrijk binnen dit gebied. Het afvalwater van de woningen moet dan ook op een correcte manier aangesloten worden op het openbare rioleringsnet in overeenstemming met de bepalingen van de zoneringsplannen en het GUP.          

 

De verkaveling is voor een aanzienlijk deel gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. We verwijzen voor een analyse van dit aspect naar het advies van de bevoegde oppervlaktewaterbeheerder, in dit geval de dienst waterlopen van de provincie Antwerpen. 

 

BESLUIT

 

De aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid met betrekking tot het aspect grondwater indien rekening wordt gehouden met onderstaande voorwaarden:

 

er moet verduidelijkt worden op welke wijze wordt ingezet op infiltratie of waarom op een onderbouwde wijze wordt gekozen voor buffering met vertraagde afvoer;

de gebouwen dienen echter sowieso voorzien te worden van een infiltratievoorziening aangezien buffering met vertraagde afvoer voor dergelijke kleine oppervlaktes niet realiseerbaar is;

het overstromingsaspect en de impact op het oppervlaktewatersysteem zal behandeld worden in het advies van de dienst waterlopen van de provincie Antwerpen als bevoegd oppervlaktewaterbeheerder;

 

Bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid:

 

voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II);

de lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II;

de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem;

Er moet tijdens de werken rekening gehouden worden met de conclusies en eventuele voorwaarden die zijn opgenomen in het beschrijvend bodemonderzoek voor zover ze van toepassing zijn op de werken in de aanvraag;

de aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem II en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;

de volledig gescheiden aansluiting moet uitgevoerd worden conform art. 6.2.2.1.2 § 3 van Vlarem II.

er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen in gebruik voor een openbare dienst.

 

Het standpunt van VMM  wordt bijgetreden. De volgende voorwaarde zal worden opgelegd in de vergunning:

De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van de VMM  (ref WT 2016 G 0403) van 18/07/2016 na te leven.

 

 

Het advies van Afdeling Onroerend Erfgoed Agentschap RO Vlaanderen werd ontvangen op datum 23 juni 2016 en luidt als volgt:

De aanvraag verloopt volgens de reguliere procedure.

Het plangebied heeft een totale oppervlakte van ca. 3,6 ha. Volgens de beschikbare inventarissen van Onroerend Erfgoed zijn in het gebied geen voorlopig of definitief beschermde archeologische sites aanwezig, noch vastgestelde archeologische zones, noch vondstlocaties van de Centrale Archeologische Inventaris. De ondergrond van het plangebied is gekarteerd als (matig) natte zandleembodem (bodemserie Ldc en Lhc). Proefsleuvenonderzoek op percelen in de nabije omgeving heeft geen waardevolle archeologische vindplaatsen aan het licht gebracht.

Uitgaande van de natte bodemkundige omstandigheden en de resultaten van archeologisch onderzoek op andere terreinen in de nabije omgeving is er een lage kans op het aantreffen van archeologische resten.

Het agentschap Onroerend Erfgoed heeft daarom geen bezwaar tegen het verlenen van de vergunning voor dit project. Bij de uitvoering hoeft men, op de naleving van de vondstmeldingsplicht zoals vermeld in artikel 5.1.4 van het Onroerenderfgoeddecreet van 2013 na, geen specifieke maatregelen te nemen voor het archeologisch erfgoed.

Het standpunt van Afdeling Onroerend Erfgoed Agentschap RO Vlaanderen  wordt bijgetreden. De volgende voorwaarde zal worden opgelegd in de vergunning:

De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Afdeling Onroerend Erfgoed Agentschap RO Vlaanderen  (ref 4.002/12021/99.348) van 21/06/2016 na te leven, in het bijzonder met de specifieke voorwaarde:

Bij de uitvoering hoeft men, op de naleving van de vondstmeldingsplicht zoals vermeld in artikel 5.1.4 van het Onroerenderfgoeddecreet van 2013 na, geen specifieke maatregelen te nemen voor het archeologisch erfgoed.

 

 

Het advies van Provincie Antwerpen Dienst Waterbeleid werd ontvangen op datum 18 juli 2016 en luidt als volgt:

1.WETTELIJKE BASIS VOOR DE WATERTOETS

Onder verwijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen.

 

2.KENMERKEN WATERSYSTEEM

2.1.Waterloop nr. A.8.02, Lisperloop van 2de categorie

2.1.1.Atlas van de waterlopen

De percelen liggen aan de monding van de Lisperloop in de Duwijkloop.

2.1.2.Kadaster

De palen aan de linkeroever van de waterloop.

2.2.Waterloop nr. A.8.01, Duwijkloop van 2de categorie

2.2.1.Atlas van de waterlopen

De percelen zijn stroomafwaarts atlaspunt J.11 gelegen:

Vereiste bodembreedte: 1,00 m.

Opgenomen kruinbreedte: 2,00 m.

2.2.2.Kadaster

De palen aan de linkeroever van de verlegde waterloop.

2.3.Kaartgegevens

De percelen zijn gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied volgens de watertoetskaart.

Volgens het gewestplan zijn de percelen gelegen in woonuitbreidingsgebied en bufferzones , in een goedgekeurde verkaveling.

Het gebied is volgens de BWK biologisch minder waardevol.

2.4.Voorschriften waterbeheerplan

Volgende voorschriften van een waterbeheerplan zijn van toepassing:

- Krachtlijn 1: terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten; het voorkomen, het herstellen en waar mogelijk het ongedaan maken van watertekort;

- Krachtlijn 2: water voor de mens: scheepvaart, watervoorziening, industrie en landbouw, onroerend erfgoed, recreatie;

- Krachtlijn 3: de kwaliteit van water verder verbeteren;

- Krachtlijn 4: duurzaam omgaan met water;

- Krachtlijn 5: voeren van een meer geïntegreerd waterbeleid.

3.VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM

Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

- wijziging van het overstromingsregime, aangezien gebouwd wordt in effectief overstromingsgevoelig gebied.

4.VOORWAARDEN EN MAATREGELEN

4.1.Algemene wettelijke voorwaarden

4.1.1.Bouwafstanden – erfdienstbaarheden: 5m-zone

Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingwerken en voor het spreiden van de ruimingproducten dient langs beide kanten van de waterloop een zone met een breedte van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop vrij te worden gehouden van voorwerpen, constructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt. Wanneer uitvoering van deze bepaling aanleiding kan geven tot ernstige ecologische schade, zal de Provincie hier in de praktijk afwijkingen op dulden.

 

Afsluitingen/Hagen langs de waterloop moeten op een afstand van 0,75 m tot 1,00 m vanaf de kruin van de waterloop geplaatst worden. Ze mogen niet hoger zijn dan 1,50 m boven de begane grond. Afsluitingen hoger dan 1,50 m moeten op minstens 5 m van de kruin van de waterloop geplaatst worden. Afsluitingen haaks op de waterloop moeten binnen de 5m-zone eenvoudig verwijderbaar zijn en terugplaatsbaar zijn. Struikgewas dient tot op een hoogte van maximaal 1,50 m worden teruggesnoeid.

 

Verhardingen(opritten, terrassen,…) , leidingen en ondergrondse constructies voorzien tot op een afstand van minder dan 5 m vanaf de kruin van de waterloop moeten bestand zijn tegen het overrijden van machines tot 40 ton.

 

Beplantingen

De aanplanting van loofbomen langs de onbevaarbare waterlopen dient als volgt te gebeuren:

1.ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop en met een vrij te bepalen afstand tussen de bomen zodat stroken als zone van openbaar nut met een breedte van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop volledig vrij worden gehouden;

2.ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 0,75 landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 10 m  zodat de bereikbaarheid van de waterloop met de machine blijft verzekerd, en een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.

Volgens de wet op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de oevers van de waterlopen.             

De bereikbaarheid van de waterloop voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken dient echter steeds gevrijwaard te worden.

 

Reliëfwijziging.

Reliëfwijzigingen zijn verboden binnen de 5 m zone en dienen gecompenseerd te worden indien ze in effectief overstromingsgevoelig gebied gepland zijn.

 

4.1.2.Afstanden – waterkwaliteit: 1m-zone

Binnen een afstand van minimaal een meter vanaf de kruin van de waterloop mag de oever niet bewerkt worden, noch besproeid met biociden. Het Mestdecreet verbiedt bovendien elke bemesting binnen een strook van 10 m (GEN en GENO) of 5 m (overige gevallen) gemeten vanaf de kruin van de waterloop.

 

4.1.3.Eigendom

De bedding van een waterloop van tweede categorie behoort toe aan de provincie.

 

4.1.4.Werken aan waterlopen

Het is verboden werken uit te voeren binnen de bedding van de onbevaarbare waterloop zonder stedenbouwkundige vergunning. Hieronder kan onder meer verstaan worden het optrekken of plaatsen van een constructie (overwelving, kruisen met nutsleiding, aansluiting, elke vaste constructie in de waterloop, oeverversteviging) en reliëfwijzigingen (ophogen 5m-zone langs waterloop, verleggen, dempen of herprofilering van waterloop).

4.1.5.Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren

Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

 

4.1.6.Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren

Er dient rekening gehouden met de voorschriften die geformuleerd staan in de Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen (VMM) (Code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen, individuele voorbehandelinginstallaties en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties, aanvullingen met betrekking tot de herwaardering van grachtenstelsels, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en andere aanvullingen en updates).

 

Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II.

 

4.2.Specifieke voorwaarden (art. 8§1 DIW dd.18/07/03 en art. 7 §1 4° UB dd. 20/07/06)

Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

4.2.1. Voor de wijziging van overstromingsregime

Het betrokken gebied is gelegen langs de verlegde Duwijkloop, een onbevaarbare waterloop van tweede categorie die door de provincie wordt beheerd. Volgens de watertoetskaart zijn de percelen deels effectief overstromingsgevoelig. Om wateroverlast daar  en stroomafwaarts te verminderen/voorkomen is het nodig het water op te houden aan de bron. Daarom moet er een infiltratievoorziening- en/of buffervoorziening worden aangelegd met een buffervolume minimaal 330 m³/ha verharde oppervlakte. Het ledigingsdebiet hiervan bedraagt maximaal 10 l/(s.ha). Dit wordt bij voorkeur bereikt door gebruik van een afvoerbegrenzer met constant debiet. Het is toegestaan, en zelfs aan te raden, dit bekken uit te rusten met een veiligheidsoverloop.

De plannen zijn opgemaakt volgens de op voorhand opgemaakte afspraken en voldoen hieraan.

 

Uit de modelleringstudie van de Duwijkloop blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar ter hoogte van het perceel in kwestie een waterpeil van 7,71 m TAW optreedt.

In de voorbesprekingen hebben we gewezen dat kelders zo veel mogelijk dienen vermeden te worden. Dit vinden we niet terug in de aanvraag.

We willen wijzen op het risico door schade als gevolg van wateroverlast in de ondergrondse verdieping, die bij eventuele, toekomstige overstromingen mogelijk kan onderlopen via inritten, doorgangen van leidingen, toegangen e.d. De aanleg van de ondergrondse garage moet dan ook vermeden worden. Indien de initiatiefnemer toch het risico wil nemen, wordt dan ook geadviseerd de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om de mogelijke gevolgen van wateroverlast te beperken, zoals het beveiligen van de afwatering tegen terugslag vanuit het rioolstelsel, het voorzien van een drempel aan de ingang en eventueel het voorzien van pompen op de riolering. Best worden alle in- en uitgaande leidingen boven het overstromingsveilig peil van 8,00 m TAW geplaatst. Dergelijke maatregelen worden best al in de verkavelingsvoorschriften opgenomen.

Aandachtspunten:

     •  In de verkavelingsvoorschriften dienen maatregelen opgenomen te worden om in geval van overstroming schade in een eventuele (maar af te raden) kelder te voorkomen (of de plicht voor de bouwheer opgenomen te worden om deze te voorzien) (zie hierboven).

 

Volgens de plannen wordt het terrein deels opgehoogd maar wordt de ruimte voor water gecompenseerd in de grachten en wadi. De afspraken met onze dienst op dit vlak werden gerespecteerd.

 

5.TOETSING EN CONCLUSIE

Gunstig, mits rekening gehouden wordt met de voorwaarden en maatregelen opgelegd in punt 4, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden:

In de verkavelingsvoorschriften dienen maatregelen opgenomen te worden om in geval van overstroming schade in een eventuele (maar af te raden) kelder te voorkomen (of de plicht voor de bouwheer opgenomen te worden om deze te voorzien).

 

Het standpunt van Provincie Antwerpen Dienst Waterbeleid wordt bijgetreden. De volgende voorwaarde zal worden opgelegd in de vergunning:

De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Provincie Antwerpen Dienst Waterbeleid (ref DWAD-2016-0601) van 14/07/2016 na te leven, in het bijzonder met de specifieke voorwaarden in punt 4 en 5 en:

In de verkavelingsvoorschriften dienen maatregelen opgenomen te worden om in geval van overstroming schade in een eventuele (maar af te raden) kelder te voorkomen (of de plicht voor de bouwheer opgenomen te worden om deze te voorzien).

5.5. Behandeling van de andere adviezen

Het advies van Eandis werd ontvangen op datum 10 juni 2016 en luidt:

In de reglementering is duidelijk beschreven dat het opsplitsen naar meerdere loten onder de verkavelingreglementering vallen. Zolang aan deze voorwaarden niet voldaan is, dienen de woningen als niet aansluitbaar beschouwd te worden. Gelieve ons dan ook het document  “Aanvraag voorwaarden verkaveling/bouwproject” aan Eandis te laten bezorgen. Eandis heeft verder geen opmerkingen.

Het advies over de voorgelegde aanvraag is voorwaardelijk gunstig.  De voorwaarden van Eandis worden integraal toegevoegd aan de stedenbouwkundige vergunning en moeten strikt worden nageleefd.

 

Het advies van Cel Publieke Ruimte werd ontvangen op datum 2 september 2016 en luidt als volgt:

Het dossier werd afgestemd met het Technisch bureau op gebied van wegenisopbouw, rooilijn, waterhuishouding en groenvoorzieningen.

De aanvraag voldoen aan de opmerkingen van desbetreffende diensten en kan gunstig geadviseerd worden.

Het standpunt van Cel Publieke Ruimte wordt bijgetreden, er dienen geen extra voorwaarden opgelegd te worden in de vergunning.

 

Het advies van Cel Integraal Waterbeheer werd ontvangen op datum 2 september 2016 en luidt als volgt:

Dit advies wordt uitgebracht overeenkomstig:

- het decreet van 18 juli 2003 betreffende het Integraal waterbeleid;

- het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets en eventuele latere wijzigingen.

Overeenkomstig artikel 7 § 1 van het uitvoeringsbesluit omvat het advies volgende gegevens:

-korte beschrijving en kenmerken van het watersysteem of bestanddelen ervan die kunnen worden beïnvloed door de vergunningsplichtige activiteiten waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft;

-in voorkomend geval, een opsomming van de toepasselijke voorschriften van het waterbeheerplan of bij ontstentenis daarvan het waterhuishoudingsplan, en elk ander waterbeheerplan dat van toepassing is op het watersysteem of de bestanddelen ervan;

-een gemotiveerde beoordeling van de verenigbaarheid van de activiteit waarvoor de vergunning wordt aangevraagd met het watersysteem waarbij de adviesinstantie, voor zover dat relevant is voor de vergunningsplichtige activiteit, ingaat op de aspecten vermeld in artikel 5 van het decreet, behalve indien de overheid haar vraag om advies uitdrukkelijk heeft beperkt tot een of meer van die aspecten;

-in voorkomend geval, een gemotiveerd voorstel van de voorwaarden en maatregelen om het schadelijk effect dat kan ontstaan als gevolg van de vergunningsplichtige activiteit, te voorkomen, te beperken, te herstellen, of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van het hemelwater of de vermindering van de ruimte voor het watersysteem, te compenseren;

-de inachtneming bij de beoordeling en het voorstel, vermeld in 3° en 4°, van de relevante doelstellingen en de beginselen, bepaald in artikel 5,6 en 7 van het decreet.

 

Beschrijving en kenmerken van het watersysteem relevant voor het project

De locatie van de ingreep is volgens de watertoetskaart gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. De aanvraag is niet gelegen in een signaalgebied.

De aanvraag is gelegen in het Netebekken en watert via de afgeschafte zijtak van de Duwijkloop af naar de Duwijkloop en vervolgens naar de Nete, een waterloop van eerste categorie, in beheer van Waterwegen en Zeekanaal.

Het bodemtype van het perceel betreft:

Lhc - Natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont – textuur L drainageklasse h;

Ldc  - Matig natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont – textuur L – drainageklasse d.

 

Voor infiltratie geschikte bodems zijn bodems met een textuur zand (Z) of lemig zand (S) en met een drainageklasse a,b of c.

Matig geschikt voor infiltratie zijn de bodems met een textuur zand (Z) of lemig zand (S) en met een drainageklasse d en tevens de bodems met textuur licht zandleem (P) of zandleem (L) en met een drainageklasse a,b,c of d.

De andere bodems zijn niet geschikt voor infiltratie omwille van hun ongunstige textuur namelijk leem (A), klei (E) of zware klei (U) en/of hun ongunstige drainageklasse (e tot en met i).

De bodem is bijgevolg niet geschikt voor drainage wegens de ongunstige drainageklasse en de hoge grondwaterstanden in het gebied.  Voorkeur gaat uit naar hemelwateropvang.

 

Beoordeling en evaluatie van de voorgestelde ingreep op het watersysteem.

De aanvraag betreft het verkavelen van percelen in 57 loten. De percelen zijn laaggelegen in de vallei van de Duwijkloop. Het hemelwater afkomstig van de wegenis wordt opgevangen in een wadi, dewelke werd aangelegd in de bedding van het  afgeschafte gedeelte van de Duwijkloop.

Door het verkavelen van deze percelen zal het waterbergend vermogen van de vallei gereduceerd worden. Dit kan gecompenseerd worden door het voorzien van een voldoende grote opvangcapaciteit van afstromend hemelwater van verharde oppervlakken. Om overstromingen van toekomstige woningen tegen te gaan, is overstromingsvrij bouwen noodzakelijk, waarbij moet getracht worden om zo weinig mogelijk ophogingen te voorzien.

Het voorzien van ondergrondse garages en constructies wordt in dit gebied afgeraden. Enerzijds door de hoge grondwaterstanden in het gebied en anderzijds door het overstromingsrisico. Maatregelen om schade tegen te gaan moeten opgenomen worden.

Om toenemende afstroom van bebouwing en verharding tegen te gaan, moeten de infiltratie- en buffervoorzieningen voldoende ruim gedimensioneerd worden.

 

Voorwaarden en maatregelen

Hierbij wordt getracht om een antwoord te formuleren op volgende vraag:  

Kunnen de (eventuele) schadelijke effecten worden vermeden door het opleggen van voorwaarden? Zo ja, welke voorwaarden zijn gepast?

Om schade door overstromingen op ondergrondse constructies tegen te gaan, moeten doorvoeropeningen en doorgangen van leidingen aangelegd worden op minstens 8.00 TAW. Rioleringen moeten voorzien worden van terugslagkleppen.

De infiltratie- en buffervoorzieningen moeten aangelegd worden met een buffervolume van minimaal 330 m³/ha verharde oppervlakte, waarbij het ledigingsdebiet beperkt moet worden tot 10l/s/ha; 

 

Toetsing beoordeling en voorwaarden aan de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid

Conclusie

De aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet Integraal Waterbeleid en wordt GUNSTIG geadviseerd, mits volgende voorwaarden worden opgelegd:

-doorvoeropeningen en doorgangen van leidingen moeten aangelegd worden op minstens 8,00 m TAW. Rioleringen moeten voorzien worden van terugslagkleppen;

-de infiltratie en buffervoorzieningen moeten aangelegd worden met een buffervolume van minimaal 330 m³/ha verharde oppervlakte, waarbij het ledigingsdebiet beperkt moet worden tot 10l/s/ha; 

 

Het uitvoeren van de “watertoets” is gebaseerd op de objectieve beoordeling van de te verwachten (schadelijke) effecten. Hierbij werd nagegaan wat het effect is van de ingreep op het watersysteem. Het advies/resultaat van deze watertoets is, vooralsnog, niet bindend. De watertoets is bovendien één van de elementen die de vergunningverlenende overheid moet toelaten om op een gefundeerde wijze een oordeel te vellen over het al dan niet toekennen van de vergunning. Andere elementen (bijv. al dan niet voldoen aan de eventuele gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, specifieke gemeentelijke verordeningen, voorwaarden opgenomen in eventuele structuurplannen, uitvoeringsplannen,…) die bij de beoordeling van de vergunning een rol kunnen spelen werden in de watertoets niet meegenomen.                                

Het standpunt van Cel Integraal Waterbeheer wordt bijgetreden. De volgende voorwaarde zal worden opgelegd in de vergunning:

De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Cel Integraal Waterbeheer (ref IW V2016/9) van 02/09/2015 na te leven, in het bijzonder met de daar vermelde voorwaarden:

-doorvoeropeningen en doorgangen van leidingen moeten aangelegd worden op minstens 8,00 m TAW. Rioleringen moeten voorzien worden van terugslagkleppen;

-de infiltratie en buffervoorzieningen moeten aangelegd worden met een buffervolume van minimaal 330 m³/ha verharde oppervlakte, waarbij het ledigingsdebiet beperkt moet worden tot 10l/s/ha; 

6.Openbaar onderzoek

6.1. Decretale bepalingen

Volgens artikel 4.7.15 §1 van de Vlaamse Codex bepaalt de Vlaamse Regering welke vergunningsaanvragen onderworpen zijn aan een openbaar onderzoek, onverminderd artikel 4.4.1, eerste lid.  Aanvragen voor een vergunning waarvoor een milieueffectenrapport moet worden opgemaakt, zijn ten allen tijde aan een openbaar onderzoek onderworpen.  Hetzelfde geldt voor vergunningsaanvragen op grond van artikel 4.4.6, artikel 4.4.10 tot en met 4.4.23, en artikel 4.4.26 §2.

4.7.15 §2. Het openbaar onderzoek duurt dertig dagen.  Iedereen kan gedurende deze termijn schriftelijke en mondelinge bezwaren en technische opmerkingen indienen.

Artikel 3 § 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2000 en 5 juni 2009, bepaalt dat bij ontstentenis van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan of een bijzonder plan van aanleg, verkavelingsaanvragen dienen te worden onderworpen aan een openbaar onderzoek.

6.2. Proces-verbaal van sluiting

Tijdens de looptijd van het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.

 

ALGEMENE CONCLUSIE EN ADVIES GEMEENTELIJK STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen volgens het plan met titel ‘verkaveling “Bogerse Velden West” fase 2, rooilijnenplan’  met dossiernummer 2011043 dd 25/04/2016 van landmeter Filip Vandamme, met de bijhorende grondafstand met een oppervlakte van 9597 m² met volgende voorwaarden:

 

De private gronden welke binnen de rooilijn vallen, moeten door de aanvrager gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager.

De akte van grondafstand moet worden verleden vooraleer er met uitvoering van werken mag worden begonnen.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad stelt de rooilijn vast volgens plan met titel ‘verkaveling “Bogerse Velden West” fase 2, rooilijnenplan’  met dossiernummer 2011043 dd 25/04/2016 van landmeter Filip Vandamme, met de bijhorende grondafstand met een oppervlakte van 9597 m² mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

 

De private gronden welke binnen de rooilijn vallen, moeten door de aanvrager gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager.

De akte van grondafstand moet worden verleden vooraleer er met uitvoering van werken mag worden begonnen.

 

Kopieën:

 

AantalBestemmeling

1patrimonium

1technisch bureau

 

Opdrachten :

De gemeenteraad geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

stedenbouw

patrimonium

uittreksel gemeenteraad versturen

opvolgen akte grondafstand

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

ROOILIJNPLAN "DUNGELHOEFF" VOORLOPIGE VASTSTELLING - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het Ruimtelijke Uitvoeringsplan (RUP) DUNGELHOEFF werd goedgekeurd op 17 september 2009 door de Deputatie van de Provincie Antwerpen. Er werd geen rooilijn vastgesteld binnen dit RUP.

 

Juridische grond

Artikel 42 § 1 van het gemeentedecreet, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 15 juli 2005 en latere wijzigingen, bepaalt dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden die het gemeentelijk belang raken.

 

Artikel 57 § 3, 12° van het gemeentedecreet, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 15 juli 2005 en latere wijzigingen, bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling  van de rooilijnen van de wegen, met inachtneming van de algemene plannen als dergelijke plannen bestaan.

 

Volgens artikel 9 § 1 van het decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 8 mei 2009, stelt de gemeenteraad het ontwerp van rooilijnplan voorlopig vast.

 

Het ontwerp bevat minstens de getroffen percelen en hun oppervlakte, alsook de actuele en toekomstige rooilijn. Het bevat in voorkomend geval ook de nutsleidingen die als gevolg van de realisatie van de toekomstige rooilijn op privaat domein zullen liggen. De Vlaamse Regering kan de inhoud van het ontwerp nader bepalen.

 

Het ontwerp tot wijziging van het rooilijnplan voldoet hieraan.

 

Volgens artikel 9 § 2 van het decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 8 mei 2009, onderwerpt het college van burgemeester en schepenen het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan aan een openbaar onderzoek dat binnen dertig dagen na de voorlopige vaststelling, bedoeld in § 1, minstens wordt aangekondigd door :

1° aanplakking in de gemeente;

2° een bericht in het Belgisch Staatsblad ;

3° een afzonderlijke mededeling, bij aangetekende brief in hun woonplaats, aan de eigenaars van de onroerende goederen die zich bevinden in het ontwerp van rooilijnplan;

4° een afzonderlijke mededeling aan de deputatie;

5° een afzonderlijke mededeling aan de beheerders van aansluitende openbare wegen;

6° een afzonderlijke mededeling aan de maatschappijen van geregeld vervoer.

 

Deze aankondiging vermeldt minstens :

1° waar het ontwerp ter inzage ligt;

2° de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek;

3° het adres waar de opmerkingen en bezwaren dienen toe te komen of kunnen worden afgegeven en de te volgen formaliteiten;

4° dat een rooilijnplan ook gevolgen heeft voor werken en handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning is vereist, met verwijzing naar artikel 16, vierde lid, van dit decreet.

 

Art 9 § 3 van het decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 8 mei 2009, bepaalt dat na de aankondiging het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan gedurende dertig dagen ter inzage wordt gelegd in het gemeentehuis.

 

Art 9 § 4 van het decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 8 mei 2009, bepaalt dat opmerkingen en bezwaren uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek naar de gemeente worden verstuurd per aangetekende brief of afgegeven tegen ontvangstbewijs.

 

Volgens Artikel 16, vierde lid van het decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen , goedgekeurd door de Vlaamse regering op 8 mei 2009, heeft een rooilijnplan ook gevolgen voor werken en handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning vereist is.

 

Argumentatie

 

De goederen die binnen de grenzen van het rooilijnplan liggen dienen te worden geaffecteerd in het openbaar domein.

 

Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek waarvan het ontwerp van het rooilijnplan "DUNGELHOEFF" wordt onderworpen zal doorgaan van 10 oktober 2016 tot en met 8 november 2016

 

Communicatie met de buurtbewoners

De Stad Lier verwerft de onroerende goederen die zich bevinden in het ontwerp van het rooilijnplan.

De buurtbewoners worden op het hoogte gebracht vóór het openbaar onderzoek via aanplakking in de gemeente, een bericht in het Belgisch Staatsblad en een extra bericht in de streekkrant op de pag. met het stadsnieuws. De procedure volgens het rooilijndecreet wordt hiermee strikt gevolgd:.

 

Financiële weerslag

 

Voor het stadsbestuur zijn er enkel operationele kosten te verwachten, zoals het bericht in het Belgisch Staatsblad, ect... . Deze kosten worden geraamd op 200 euro.

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De Gemeenteraad beslist om het Rooilijnplan "DUNGELHOEFF" voorlopig vast te stellen.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

005.001.008.006

publiek maken van procedurestappen inzake ruimtelijke planning

200 euro

4800 euro

Budgetsleutel

0600/61399999

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

HERSTELLEN EN VERNIEUWEN VAN VOETPADEN DIENSTJAAR 2016. AANPASSING OPRITTEN OPENBAAR DOMEIN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het schepencollege heeft in zitting van 25 april 2016 de opdracht "herstellen en vernieuwen voetpaden 2016" toegewezen aan Gebroeders Simons NV uit Berendrecht voor een bedrag van 75.525,25euro excl.BTW.

 

Feiten en context

Tijdens de uitvoering werd vastgesteld dat het openbaar domein (zie plan als bijlage 1) tot aan de gevels reikt, en dit in tegenstelling met de aanduiding op het GIS. De meetstaat, bijgevoegd in de aanbesteding, werd opgemeten aan de hand van de gegevens uit het GIS.

 

Dit heeft voor gevolg dat er ongeveer 880m² voetpad meer dient aangelegd te worden.

De kosten voor deze meerwerken worden geraamd op 22.525,00euro excl.BTW.

 

Juridische grond

Artikel 26, §1, 2°, a) Wet 2006 stel dat aanvullende werken aan dezelfde opdrachtnemer kunnen worden toegekend indien zij noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de beschreven werken ingevolge onvoorziene omstandigheden, en de aanvulling gegund wordt aan diegene die de werken uitvoert en het samengevoegde bedrag van de opdracht gegund voor de aanvullende werken niet hoger ligt dan 50% van het bedrag van de hoofdopdracht, en de aanvullende werken technisch of economisch niet van de hoofdopdracht kunnen worden gescheiden zonder een ernstig bezwaar op te leveren voor de aanbestedende overheid, of deze werken, alhoewel scheidbaar van de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht, strikt noodzakelijk zijn voor de vervolmaking ervan.

 

Argumentatie

De foutieve aanduidingen op het GIS werden pas vastgesteld tijdens de uitvoering, en zijn rechtstreeks aanleiding voor de meerwerken.

Het is zowel technisch, economisch als esthetisch niet te verantwoorden om de aanleg nu halverwege het openbaar domein uit te voeren en in een latere fase pas door te trekken tot aan de werkelijke rooilijn.

Gezien dit een meerprijs van ongeveer 30% van het oorspronkelijke bedrag van de opdracht is, dient deze beslissing goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

5/2/2/1

Onderhouden van wegen en voetpaden

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Patrick Tersago, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Bram Van Oosterwyck en Jan Hauwaert

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Memet Cinar en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het vernieuwen van de opritten in de David Tenierslaan tot aan de werkelijke rooilijn, voor een geraamde meerkost van 27.255,25euro incl. BTW, goed te keuren.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

5/2/2/1

Wegen - buitengewoon onderhoud

22.525,00euro

 

4.730,25euro

BTW medecontractant

224.302,15euro

Budgetsleutel

0200/22400500

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Gebroeders Simons

1

Financiën

 

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

Financiën

Bijkomende vastlegging

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

DEFINITIEVE TOEKENNING NIEUWE STRAATNAAM 'AMERSTRAAT' AAN DE NIEUWE STRAAT TER HOOGTE VAN RIVIERSTRAAT 330. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 13 juni 2016 levert het college van burgemeester en schepenen een vergunning af aan de Lierse Maatschappij voor Huisvesting een stedenbouwkundige voor bouwen van 42 sociale woongelegenheden ter hoogte van de Rivierstraat.

 

Op 30 mei 2016 heeft de gemeenteraad de rooilijn en het wegenisdossier goedgekeurd.

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 25 april 2016 tot principiële toekenning van de benaming 'Amerstraat' aan de straat ter hoogte van Rivierstraat 330.

 

In zitting van 8 augustus 2016 beslist het college als verklaring voor Amerstraat volgende omschrijving goed voor de vermelding op het straatnaambord: plaats om aan te meren, Abdij van Nazareth.

 

Het college besliste op 30 mei 2016 het openbaar onderzoek te openen.

In zitting van 22 augustus 2016 besliste het college om proces-verbaal op te stellen van het afsluiten van het openbaar onderzoek en aan de gemeenteraad voor te stellen om over te gaan tot de definitieve toekenning van de straatnaam 'Amerstraat'.

 

Adviezen

De Deelraad Erfgoed en Beeldende Kunsten heeft op 2 juli 2016 volgend advies uitgebracht:

 

De Deelraad erfgoed en beeldende kunsten adviseert de principiële toekenning van de straatnaam ‘Amerstraat’ voor de nieuwe straat tussen de Rivierstraat en de Kleine Nete door de gemeenteraad van 25 april 2016 positief.

 

Argumentatie

Voorstel vanuit de toponymie (overeenkomstig voornoemd decreet art.2.§1): Amerstraat.

De straatnaam verwijst naar een aanmeerplaats voor schepen.

 

De voorgestelde naam voldoet aan de basiscriteria van het decreet omdat hij voorkomt op een oude figuratieve kaart van het grondbezit van de abdij van Nazareth.

 

Openbaar onderzoek

De beslissing van de gemeenteraad dd. 25 april 2016 houdende principiële toekenning van de straatnaam 'Amerstraat' werd voldoende kenbaar gemaakt door afkondiging en aanplakking op de voorgeschreven plaatsen.

Het openbaar onderzoek heeft gelopen van 1 juli 2016 tot en met 30 juli 2016. Er werden geen bezwaren ingediend.

Hiervan werd proces-verbaal opgesteld door het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische grond

Art. 4 en 5 van het decreet van 28 januari 1977 en latere wijzigingen, tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.

 

Argumentatie

De straatnaam verwijst naar een aanmeerplaats voor schepen.

 

Er kan rekening gehouden worden met het advies van de deelraad om 'Amerstraat' te gebruiken als nieuwe straatnaam.

 

Er wordt voorgesteld de nieuwe straatnaam 'Amerstraat' definitief toe te kennen.

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de straatnaam 'Amerstraat' definitief toe te kennen aan de straat  die vertrekt naast Rivierstraat 330 naar de achterliggende percelen.

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

cel Omgeving - Deelraad

 

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

cel Omgeving

Verdere afhandeling van het dossier

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

DEFINITIEVE TOEKENNING NIEUWE STRAATNAAM 'TRIESTHOEVEWEG' AAN DE NIEUWE STRAAT TER HOOGTE VAN SANDER DE VOSSTRAAT 18. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 13 juni 2016 levert het college van burgemeester en schepenen een vergunning af aan De Lierse Maatschappij voor Huisvesting voor de afbraak van een woning met zijn aanhorigheden en verhardingen en het bouwen van drie gebouwen (26 wooneenheden en een gemeenschapsruimte) en de bouw van een hoogspanningscabine ter hoogte van Sander de Vosstraat 18.

 

Op 30 mei 2016 heeft de gemeenteraad de rooilijn vastgesteld en in zitting van 25 april 2016 heeft de gemeenteraad het wegenisontwerp goedgekeurd.

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 25 april 2016 tot principiële toekenning van de benaming 'Triesthoeveweg' aan de straat ter hoogte van Sander de Vosstraat 18.

 

In zitting van 8 augustus 2016 beslist het college als verklaring voor Triesthoeveweg volgende omschrijving goed voor de vermelding op het straatnaambord : naar voormalige De Triesthoeve.

 

Het college besliste op 30 mei 2016 het openbaar onderzoek te openen.

In zitting van 22 augustus 2016 besliste het college om proces-verbaal op te stellen van het afsluiten van het openbaar onderzoek en aan de gemeenteraad voor te stellen om over te gaan tot definitieve toekenning van de straatnaam 'Triesthoeveweg'.

 

Adviezen

De Deelraad Erfgoed en Beeldende Kunsten heeft op 2 juli 2016 volgend advies uitgebracht:

 

De Deelraad erfgoed en beeldende kunsten adviseert de principiële toekenning van de straatnaam ‘Triesthoeveweg’ voor de nieuwe straat tussen de Sander De Vosstraat nrs. 16 en 20 door de gemeenteraad van 25 april 2016 positief.

 

Argumentatie

Voorstel vanuit de toponymie (overeenkomstig voornoemd decreet art.2.§1): Triesthoeveweg.

De straatnaam refereert  naar de voormalige De Triesthoeve vermeld op de eerste kadasterkaart van Koningshooikt.

 

De voorgestelde naam voldoet aan de basiscriteria van het decreet omdat De Triesthoeve voorkomt op de eerste kadasterkaart van Koningshooikt van 1842 tot 1849 (zie bijlage kaart Cartesius).

 

 

Openbaar onderzoek

De beslissing van de gemeenteraad dd. 25 april 2016 houdende principiële toekenning van de straatnaam Triesthoeveweg' werd voldoende kenbaar gemaakt door afkondiging en aanplakking op de voorgeschreven plaatsen.

Het openbaar onderzoek heeft gelopen van 1 juli 2016 tot en met 30 juli 2016. Er werden geen bezwaren ingediend.

Hiervan werd proces-verbaal opgesteld door het college van burgemeester en schepen.

 

Juridische grond

Art. 4 en 5 van het decreet van 28 januari 1977 en latere wijzigingen, tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.

 

Argumentatie

De straatnaam verwijst naar de voormalige De Triesthoeve vermeld op de eerste kadasterkaart van Koningshooikt.

 

Er kan rekening gehouden worden met het advies van de deelraad om 'Triesthoeveweg' te gebruiken als nieuwe straatnaam.

 

Er wordt voorgesteld de nieuwe straatnaam 'Triesthoeveweg' definitief toe te kennen.

 

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de straatnaam 'Triesthoeveweg' definitief toe te kennen aan de nieuwe straat tussen Sander de Vosstraat nrs. 16 en 20.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

cel Omgeving en Deelraad

 

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

cel Omgeving

Verdere afhandeling van het dossier

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

AANKOOP WONING TRAMWEGLEI 117 VAN CONSOORTEN FIERENS. ONTWERP VAN AKTE. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         Gemeenteraad 14/12/2009: goedkeuring masterplan stationsomgeving

         College van burgemeester en schepenen 05/09/2016: Het college beslist de aankoop van de woning Tramweglei 117 van consoorten Fierens in het kader van de stationsomgeving voor een bedrag van 189.750 euro principieel goed te keuren. Het ontwerp van akte dient goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

 

Feiten en context

Aan de Tramweglei dienen een aantal voortuinen onteigend te worden voor de ontwikkeling van de stationsomgeving, meer bepaald voor de aanleg van de ontsluitingsweg en de groenstrook waardoor een fietspad zal lopen.

Bij voorgaande besprekingen ivm deze onteigening werd aan de bewoners aangeboden om de voortuinen te wisselen met de achtertuinen (nog aan te kopen van Immpact die de site Charon ontwikkelt) eventueel vermeerderd met een opleg, afhankelijk van de grootte van respectievelijke voor- en achtertuinen.

 

Onder andere de voortuin van de woning Tramweglei 117 wordt gevat door de onteigening. De dient Vastgoed had in het verleden een goed contact hierover met de eigenaar René Fierens. Ondertussen is hij overleden en staat de woning te koop.

 

Na besprekingen met de erfgenamen en hun notarissen gaan de erfgenamen akkoord met de verkoop van de woning (inclusief voortuin) tegen schattingsprijs plus 15% (wederbeleggingsvergoeding en wachtinterest). De schatting bedraagt 165.000 euro. Dit maakt een totaal bedrag van 189.750 euro.

 

De stad kan op deze manier de volledige woning aankopen in plaats van enkel de voortuin.

 

Van zodra de aanleg van de ontsluitingweg, de groenstrook en de ventweg rond is, kan de op dat moment aangekochte achtertuin voor die woning, in één aansluitend geheel verkocht worden met de woning, Tramweglei 117.

 

Momenteel is de woning verhuurd. De stad zal de woning in tussentijd blijven verhuren zodat er op die manier toch inkomsten verworven worden.

 

Notaris Verreth stelde een ontwerp van akte op betreffende deze aankoop. (als bijlage)

 

Fasering

1. Aankoop woning

2. Overleg met huidige huurders - verderzetting huurcontract of opnieuw te huur aanbieden

3. Aankoop achtertuinen

4. Aanleg ontsluitingweg/groenstrook en ventweg stationsomgeving

5. Woning met achtertuin te koop aanbieden

 

Adviezen

Ruimtelijke organisatie: positief advies

Vastgoed: positief advies

 

Argumentatie

Omdat de stad goedkeuring gaf aan het masterplan stationsomgeving, omdat er momenteel de opportuniteit is tot verwerving van een voortuin aan de Tramweglei, overweegt de gemeenteraad de woning Tramweglei 117 in zijn geheel aan te kopen.

 

Financiële weerslag

 

Aangezien het de intentie is om de woning op termijn terug te verkopen betreft het principieel een quasi budgetneutrale operatie. Bij de opmaak van het budget 2017 en aanpassing MJP dient dan ook de voorziene ontvangst bijkomend gebudgetteerd te worden en het corresponderende uitgavekrediet gecorrigeerd.

Teneinde de aankoop in 2016 op een budgettair correcte manier te kunnen toewijzen dient het budget op deze actie opgetrokken te worden met 69.750 EUR. We kunnen dit opvangen door dit bedrag te verschuiven van de actie 5/2/5/5 Aanleg wegenis Kloosterheide. Op deze actie staat in 2016 240.625 EUR gebudgetteerd voor onteigeningen. Deze onteigeningen zullen dit jaar niet meer gerealiseerd worden. Bij budgetopmaak 2017 kan dan het budget op actie 5/2/5/5 met 69.750 EUR opnieuw worden opgetrokken.

 

Concrete budgettaire gevolgen om deze transactie budgetneutraal in het MJP te verwerken :

2016 : 69.750 EUR verschuiven van 5/2/5/5 (BS 22000000) naar 5/2/5/10 (BS 22910000 – Gebouwen bedrijfsmatige MVA). Op actie 5/2/5/10 het budget van 120.000 EUR verschuiven van 2200000 (onbebouwde terreinen) naar 22910000 (gebouwen bedrijfsmatige MVA).

2017 : Budget op 5/2/5/5 (BS 22000000) opnieuw verhogen met 69.750 EUR. Budget op actie 5/2/5/10 (BS 2200000) verhogen met 120.000 EUR (zodat geplande onteigeningen verder kunnen gerealiseerd worden).

2019 : Investeringsontvangst budgetteren op actie 5/2/5/10 voor een bedrag van 189.750 EUR (BS 22910020 – Gebouwen bedrijfsmatige MVA - Verkopen)

 

Bijkomend dienen ook de huuropbrengsten gebudgetteerd te worden op actie 5/2/5/10 (BS 70500020 – opbrengst uit verhuur onroerende goederen).

 

De impact op het financieel evenwicht is quasi nihil. De verkoop van het pand gebeurt in een latere fase. Hierdoor ontstaat er in theorie een financieringslast ten gevolge van de aankoop in 2016. Echter de huuropbrengsten compenseren deze financieringslast grotendeels.

 

Actienummer

Omschrijving actie

5.2.5.10

aanleg wegen Tramweglei

 

Er is in 2016 120.000 euro voorzien voor de verwerving van de voortuinen.

Vermits hier niet alleen de voortuin, maar ook de woning verworven wordt, ligt de kostprijs hoger dan het budget.

Er dient 69.750 euro extra budget vrijgemaakt te worden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het ontwerp van akte opgesteld door notaris Verreth betreffende de aankoop van de woning Tramweglei 117 goed te keuren.

 

De burgemeester en secretaris, en bij verhindering van de secretaris Ethel Van den Wijngaert en Kim De Lauw, worden gemachtigd om de akte en bijhorende stukken te ondertekenen.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

5.2.5.10

Aanleg wegen Tramweglei

189.750 euro

120.000 euro gebudgetteerd

67.750 euro nog te voorzien

Budgetsleutel

0200/22000000

 

Budget van 69.750 EUR verschuiven van actie 5/2/5/5 (BS 22000000) naar actie 5/2/5/10.

Aanpassingen in MJP opnemen zoals uiteengezet in de financiële weerslag.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

4

Ruimtelijke ordening, financiële dienst, notaris Van den Brande en notaris Verreth

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

GRATIS GRONDAFSTAND VERKAVELING CHARON. ONTWERP VAN AKTE. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         Gemeenteraad dd. 25/11/2013: De gemeenteraad besluit de rooilijn en grondafstand op voorgelegd plan 'rooilijnplan en grondafstand' (dd. 15 februari 2012 met kenmerk V-085.004-18-01, opgemeten en in plan gebracht door landmeter Jan Stockmans) van deel 1 van de verkaveling Charon vast te stellen. De verkavelaar is ertoe gehouden een akte te laten opmaken om de nodige gronden gratis, vrij en onbelast aan de gemeente af te staan.

         Gemeenteraad dd. 25/11/2013: De gemeenteraad besluit de rooilijn en grondafstand op voorgelegd plan 'rooilijnplan en grondafstand' (dd. 15 februari 2012 met kenmerk V-085.001-18-01, opgemeten en in plan gebracht door landmeter Jan Stockmans) van deel 2 van de verkaveling Charon vast te stellen. De verkavelaar is ertoe gehouden een akte te laten opmaken om de nodige gronden, gratis, vrij en onbelast aan de gemeente af te staan.

 

Feiten en context

Er werd op 2 oktober 2012 een verkavelingsvergunning 2011/16 afgeleverd op naam van Cogghe & Co nv voor wat betreft het verkavelen van 21 loten, gelegen Boomlaarstraat - Bosstraat - Groenendaellaan. Immpact Vastgoed heeft het project Charon overgenomen van Cogghe.

 

Er is een grondafstand (5.554,42m² en 2.902,04 m²) nodig voor het realiseren van de rooilijn en voor de nieuwe wegenisinfrastructuur. De percelen zijn gekend als:

A. een perceel grond met infrastructuurwerken, gelegen aan de Boomlaarstraat en de Bosstraat ten kadaster gekend als sectie F deel van nummers 259/P/2/P0000, 258/M/P0000, 260/D/P0000, 260/E/P0000 en 260/F/P000 met een oppervlakte van 5.554,42m²

B. een perceel grond met infrastructuurwerken, gelegen ter hoogte van de Boomlaarstraat, ter plaatse gekend Boomlaar ten kadaster gekend als sectie F, deel van nummers 260/02/M/P0000 met een oppervlakte van 2.902,04 m²

 

De elektriciteitscabine gelegen in de verkaveling zal via een aparte akte rechtstreeks van Immpact worden overgedragen aan IVEKA.

 

De gemeenteraad dient het ontwerp van akte van gratis grondafstand goed te keuren.

 

Argumentatie

In het kader van de verkaveling Charon en de wegenisinfrastructuur dient er een gratis grondafstand te gebeuren. De gemeenteraad overweegt deze goed te keuren.

 

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het ontwerp van akte met betrekking tot de gratis grondafstand in de verkaveling Charon, opgesteld door notaris Hans De Decker, goed te keuren.

 

Art. 2 :

De gemeenteraad machtigt de burgemeester, Frank Boogaerts en de secretaris, Katleen Janssens, of haar afgevaardigde, Kim De Lauw, om alle documenten omtrent deze gratis grondafstand te ondertekenen.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

notaris, Ruimtelijke organisatie

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

BURGEMEESTERSCONVENANT VOOR KLIMAAT EN ENERGIE - TOETREDING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         Op 17 juni 2013 besliste het college het engagement 'Klimaatneutrale organisatie 2030' goed te keuren.

         Op 3 november 2014 beslist het college principieel om het burgemeestersconvenant niet te ondertekenen.

         Op 8 augustus 2016 beslist het college principieel om het burgemeestersconvenant voor klimaat en energie te ondertekenen en voor advies aan de milieu- en natuurraad voor te leggen.

         Op 12 september 2016 beslist het college principieel om het burgemeestersconvenant voor klimaat en energie te ondertekenen en ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.

 

Feiten en context

Het nieuw burgemeestersconvenant is een initiatief van de Europese Commissie en houdt een oproep naar lokale besturen in om mee te werken aan de Europese inspanningen om de energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen op het grondgebied te verhogen, nl. tegen 2030 een reductie van CO2-uitstoot van 40 % voor het hele grondgebied na te streven.

Indien de stad het burgemeestersconvenant ondertekent, engageert de stad zich om:

         de CO2-uitstoot met 40 % tot 2030 te verminderen

         geïntegreerde aanpak van mitigatie en adaptatie aan klimaatverandering

         een CO2-inventaris (nulmeting) op te stellen (bij de ondertekening)

         beoordeling van de risico's van en kwetsbaarheid voor klimaatverandering

         actieplan voor duurzame energie en klimaat opmaken binnen de 2 jaar na ondertekening

         uitvoering op te volgen via regelmatige rapportering (om de 2 jaar)

         betrokkenheid van burgers, belanghebbenden (middenveld, overheden, bedrijven, ...)

         boodschap mee uitdragen en participeren aan events

 

Het burgemeestersconvenant is een objectief, een uitdaging die een lokaal bestuur zelf kan invullen. De stad kan zelf de focus bepalen, zelf doelgroepen afbakenen, zelf acties en initiatieven definiëren. Deze engagementsverklaring is geen resultaatsverbintenis.

In Europa hebben al meer dan 6.800 steden en gemeenten het burgemeestersconvenant ondertekend.

Om tot een effectieve CO2-reductie op het grondgebied te komen, zal nauw moeten worden samengewerkt met diverse externe stakeholders (bedrijven, maatschappelijk middenveld, hogere overheid, distributienetbeheerder, financiële instellingen, ...).

 

Ondersteuning vanuit de overheid en lokale en regionale stakeholders:

         VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) heeft in opdracht van de Vlaamse overheid (departement Leefmilieu, Natuur en Energie) een CO2-nulmetingen opgemaakt voor het grondgebied van de gemeenten. Deze nulmeting is opgemaakt conform de minimumrichtlijnen van het burgemeestersconvenant.

         De stad kan voor de uitvoering van het burgemeestersconvenant beroep doen op diverse lokale en regionale stakeholders op het engagement van het Burgemeestersconvenant tot een goed einde te brengen.

 

De ondertekening van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie moet ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

 

Fasering

Principiële beslissing van burgemeester en schepenen voor het ondertekenen van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie

08/08/2016

Adviesvraag bij Milieu- en natuurraad

05/09/2016

Principiële beslissing van college van burgemeester en schepenen voor het ondertekenen van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie na advies van Milieu- en natuurraad

12/09/2016

Beslissing voor het ondertekenen van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie naar gemeenteraad

26/09/2016

Toetredingsformulier

Oktober 2016

Opmaak actieplan (SECAP)

tegen oktober 2018

1e rapportage naar Europa

2 jaar na indienen actieplan

 

Adviezen

Departement Wonen, leven en ondernemen: de stad heeft de afgelopen jaren al heel wat inspanningen geleverd om te werken aan een lokaal energie- en klimaatbeleid (binnen de eigen werking, draagvlak creëren bij de burgers, scholen, verenigingen, bedrijven). Door verder te bouwen op bestaande initiatieven kan nog een CO2-reductie gerealiseerd worden.

Er zullen echter nog heel wat inspanningen moeten worden geleverd, omdat de CO2-uitstoot van de eigen organisatie slechts 1 % van de CO2-uitstoot veroorzaakt. Het overgrote deel van de CO2-reductie zal gerealiseerd moeten worden door acties te ondernemen bij particulieren en commerciële doelgroepen (woningen, bedrijven en/of tertiaire sector). Dit zal dan ook een aanzienlijke personeelsinzet vergen om dit project en de deelprojecten hierbinnen te coördineren.

 

Milieu- en natuurraad van 5 september 2016: gunstig advies met volgende aandachtspunten

         De milieu- en natuurraad vindt het positief dat de stad het Burgemeestersconvenant ondertekent en daarvoor een actieplan zal opstellen. Binnen dit actieplan mogen echter niet enkel de quick wins gerealiseerd worden, maar dient ook te worden gezocht naar hefbomen om te stimuleren het doel te bereiken, door te leren van andere steden en gemeenten, zoeken naar private middelen, ...

         De milieu- en natuurraad wijst in het kader van de nulmeting erop dat er in Lier de komende jaren een toename aan woningen voorzien is, waardoor de CO2-uitstoot vanuit deze sector kan toenemen.

         De milieu- en natuurraad ziet ook opportuniteiten in de tuinbouwsector. De stad mag dit niet uit het oog verliezen.

         De stad kan een voortrekkersrol opnemen door te werken met peterschappen. Op deze manier kunnen meer groepen bereikt en overtuigd worden om mee te werken aan de doelstellingen.

         De stad zou eveneens een algemene klimaatreflex moeten hebben om bij nieuwe projecten toekomstgericht te denken in het kader van de klimaatadaptatie.

         De milieu- en natuurraad ziet voor hem een belangrijke rol om mee te denken bij het actieplan.

         Initiatieven van onder uit zullen helpen om te stimuleren en de doelstelling te realiseren. De stad zou deze initiatieven dan best naar buiten bekend maken als "goed voorbeeld" voor anderen. Het is daarom ook nodig dat er een duidelijk aanspreekpunt binnen de stad is voor het Burgemeestersconvenant. Initiatiefnemers en de stad kunnen hierbij elkaar gemakkelijk vinden en samen initiatieven opzetten en bekend maken. De stad zou in het algemeen communiceren met concrete en neutrale informatie om mensen te overtuigen om mee te werken.

 

Juridische grond

         Op 7 maart 2007 heeft de Europese Unie het pakket "Energie voor een Veranderende Wereld" goedgekeurd, waarbij zij zich eenzijdig heeft verbonden haar CO2-uitstoot tegen 2020 met 20 % te verminderen, door energie-efficiëntie met 20 % te verhogen en het aandeel van duurzame energiebronnen in de totale energiemix tot 20 % te verhogen.

         In oktober 2014 heeft de Europese Unie het klimaat- en energiebeleidskader 2030 aangenomen met nieuwe klimaat- en energiedoelstellingen: de interne vermindering van de uitstoot van de broeikasgassen met ten minste 40 %, ten minste 27 % van de verbruikte energie in de EU uit hernieuwbare energiebronnen en een energiebesparing van ten minste 27 %.

 

Argumentatie

De stad engageerde zich al in 2013 om tegen 2030 te streven naar een "Klimaatneutrale organisatie". De stad heeft ook de afgelopen jaren al heel wat inspanningen geleverd om te werken aan een lokaal energie- en klimaatbeleid (binnen de eigen werking, draagvlak creëren bij de burgers, scholen, verenigingen, bedrijven). Door verder te bouwen op bestaande initiatieven kan nog een CO2-reductie gerealiseerd worden.

Het ondertekenen van het "Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie" biedt een breder kader voor een duurzame en meer leefbare leefomgeving, betaalbaar en comfortabel wonen en energie-efficiënte ondernemingen.

 

Financiële weerslag

De ondertekening van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie is een meerwaarde om in aanmerking te komen voor Europese financiering en financiering van andere overheden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om toe te treden tot het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie, met volledige kennis van de verbintenissen die in het officiële Verbintenissendocument, zoals als bijlage toegevoegd, zijn vastgesteld.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Milieu- en natuurraad

 

 

Bijlage:

 

BURGEMEESTERSCONVENANT VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

 

Wij, de burgemeesters die dit Convenant hebben ondertekend, delen een visie voor een duurzame toekomst, ongeacht de grootte van onze gemeente of haar ligging op de wereldkaart. Deze gemeenschappelijke visie is de motor achter onze acties om het hoofd te bieden aan onderling samenhangende uitdagingen, namelijk beperking van en aanpassing aan klimaatverandering en duurzame energie. Samen zijn wij bereid om concrete maatregelen voor de lange termijn te treffen die een ecologisch, sociaal en economisch stabiele omgeving bieden voor huidige en toekomstige generaties. Het is onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om meer duurzame, aantrekkelijke, leefbare, veerkrachtige en energie-efficiënte gebieden tot stand te brengen.

 

 

WIJ, DE BURGEMEESTERS, ERKENNEN DAT:

klimaatverandering reeds een feit is en een van de grootste wereldwijde uitdagingen van onze tijd vormt die onmiddellijke actie en samenwerking vereist tussen lokale, regionale en nationale overheden over de hele wereld;

 

lokale overheden de belangrijkste drijfveren voor de energietransitie en de strijd tegen klimaatverandering zijn op het bestuursniveau dat het dichtst bij de burgers staat. De lokale overheden delen de verantwoordelijkheid voor klimaatactie met de regionale en nationale niveaus en zijn bereid te handelen ongeacht de toezeggingen van andere partijen. De lokale en regionale autoriteiten in alle sociaaleconomische situaties en geografische locaties nemen een sleutelpositie in om de kwetsbaarheid van hun grondgebied voor de verschillende gevolgen van klimaatverandering te beperken. Hoewel er reeds inspanningen worden geleverd om emissies te verminderen, blijft aanpassing een noodzakelijke en onontbeerlijke aanvulling op beperking;

 

de beperking van en aanpassing aan klimaatverandering kan meerdere voordelen opleveren voor het milieu, de samenleving en de economie. Als deze samen worden aangepakt, bieden zij nieuwe kansen om duurzame lokale ontwikkeling te bevorderen. Dit omvat de opbouw van inclusieve, klimaatbestendige, energie-efficiënte gemeenschappen, de verbetering van de levenskwaliteit, de stimulering van investeringen en innovatie, de bevordering van de lokale economie en het scheppen van banen, de versterking van de betrokkenheid van en de samenwerking tussen belanghebbenden;

 

lokale oplossingen voor energie-en klimaatuitdagingen helpen om veilige, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te bieden aan burgers en zo bij te dragen aan een lagere energieafhankelijkheid en de bescherming van kwetsbare consumenten.

 

 

WIJ, DE BURGEMEESTERS, DELEN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE VISIE VOOR 2050 MET:

         koolstofvrije gebieden, om er zo toe bij te dragen dat de gemiddelde opwarming van de aarde ruim onder 2 °C blijft ten opzichte van de pre-industriële niveaus, in overeenstemming met de internationale klimaatovereenkomst van COP 21 die in december 2015 is gesloten in Parijs;

         veerkrachtiger gebieden, om zo voorbereidingen te treffen tegen de onvermijdelijke negatieve gevolgen van klimaatverandering;

         universele toegang tot zekere, duurzame en betaalbare energiediensten voor iedereen, om zo de levenskwaliteit te verhogen en de energiezekerheid te verbeteren.

 

 

OM DEZE VISIE TE VERWEZENLIJKEN, VERBINDEN WIJ, DE BURGERMEESTERS, ONS ERTOE:

         de uitstoot van CO2 (en eventueel van andere broeikasgassen) op het grondgebied van onze gemeenten tegen 2030 met ten minste 40 % terug te dringen, met name door een betere energie-efficiëntie en een ruimer gebruik van hernieuwbare energiebronnen;

         onze veerkracht te verhogen door ons aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering;

         onze visie, resultaten, ervaringen en kennis te delen met andere lokale en regionale overheden binnen de EU en daarbuiten door directe samenwerking en uitwisseling onder gelijken, met name in de context van het Mondiaal Burgemeestersconvenant.

 

Om de verbintenissen van onze lokale overheden om te zetten in praktische maatregelen, streven wij ernaar de stapsgewijze routekaart te volgen (zie bijlageI), waaronder de ontwikkeling van een actieplan voor duurzame energie en klimaat en de regelmatige monitoring van de vooruitgang.

 

 

WIJ, DE BURGEMEESTERS, ERKENNEN DAT VOOR ONZE VERBINTENIS HET VOLGENDE ONONTBEERLIJK IS:

         sterk politiek leiderschap;

         de vaststelling van ambitieuze doelstellingen op lange termijn die politieke mandaten overstijgen;

         een gecoördineerde (inter)actie tussen beperking en aanpassing door de mobilisering van alle betrokken gemeentelijke diensten;

         een sectoroverschrijdende en holistische territoriale aanpak;

         de toewijzing van passende personele, technische en financiële middelen;

         de betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden binnen het grondgebied van onze gemeenten;

         de emancipatie van burgers als belangrijke energieverbruikers, als "prosumenten" en als deelnemers in een vraagafhankelijk energiesysteem;

         onmiddellijke actie, met name via flexibele "no regret"-maatregelen;

         de uitvoering van slimme oplossingen om de technische en maatschappelijke uitdagingen van de energietransitie aan te pakken;

         regelmatige bijsturing van onze acties naargelang van de bevindingen van monitoring en evaluatie;

         een gecombineerde horizontale en verticale samenwerking tussen lokale overheden en met alle andere overheidsniveaus.

 

 

WIJ, DE BURGEMEESTERS, ZIJN INGENOMEN MET:

         het initiatief van de Europese Commissie om beperking en aanpassing – beide pijlers van de strijd tegen klimaatverandering – onder één overkoepelend initiatief te brengen en de synergiën met andere relevante beleidsmaatregelen en initiatieven van de EU verder te versterken;

         de ondersteuning van de Europese Commissie voor de uitbreiding van het model van het Burgemeestersconvenant naar andere delen van de wereld via het Mondiaal Burgemeestersconvenant;

         de ondersteuning van het Comité van de Regio's, als institutionele stem van de lokale en regionale overheden van de EU, voor het Burgemeestersconvenant en de doelstellingen daarvan;

         de hulp van de lidstaten, regio's, provincies, mentorsteden en andere institutionele organisaties aan de lokale overheden zodat zij hun beperkings- en aanpassingsverbintenissen in het kader van het Burgemeestersconvenant kunnen nakomen.

 

 

WIJ, DE BURGEMEESTERS, DOEN EEN BEROEP OP:

 

‒ ANDERE LOKALE OVERHEDEN OM:

         zich bij het Burgemeestersconvenant aan te sluiten;

         hun kennis te delen en mee te doen aan activiteiten voor capaciteitsopbouw in het kader van het Burgemeestersconvenant.

 

‒ REGIONALE/SUBNATIONALE OVERHEDEN OM:

         ons te voorzien van strategische richtsnoeren en ondersteuning op beleids-, technisch en financieel gebied, met het oog op de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van onze actieplannen en bijbehorende maatregelen;

         ons te helpen om samenwerking en gezamenlijk benaderingen te bevorderen voor meer doeltreffende en geïntegreerde acties.

 

‒ NATIONALE OVERHEDEN OM:

         hun verantwoordelijkheid te nemen om de klimaatverandering aan te pakken en passende ondersteuning op beleids-, technisch en financieel gebied te verstrekken voor de opstelling en uitvoering van onze lokale beperkings- en aanpassingsstrategieën;

         ons te betrekken bij de opstelling en uitvoering van de nationale beperkings- en aanpassingsstrategieën;

         de toegang tot financiële mechanismen te waarborgen om lokale klimaat- en energieacties te ondersteunen;

         de effecten van onze lokale inspanningen te erkennen, rekening te houden met onze behoeften, en onze standpunten in de Europese en internationale klimaatprocessen tot uitdrukking te brengen.

 

‒ DE EUROPESE INSTELLINGEN OM:

         beleidskaders te consolideren die de uitvoering van lokale klimaat- en energiestrategieën en de samenwerking tussen steden ondersteunen;

         ons de passende operationele, technische en promotionele bijstand te verlenen;

         het Burgemeestersconvenant verder te integreren in relevante beleidsmaatregelen, steunprogramma's en activiteiten van de Europese Unie, en ons tegelijk te betrekken bij de opstellings- en uitvoeringsfasen;

         door te gaan met de terbeschikkingstelling van financieringsmogelijkheden om onze verbintenissen uit te voeren en specifieke steunvoorzieningen voor projectontwikkeling voor te stellen die ons helpen investeringsprogramma's te ontwikkelen, aan te besteden en te starten;

         onze rol en inspanningen in de beperking van en aanpassing aan klimaatverandering te erkennen en onze verwezenlijkingen te delen met de internationale gemeenschap.

 

‒ ANDERE BELANGHEBBENDEN OM:

         deskundigheid, kennis, technologie en financiële middelen te mobiliseren die onze lokale inspanningen aanvullen en versterken, de capaciteitsopbouw op te voeren, innovatie te bevorderen en investeringen te stimuleren;

         actieve spelers te worden bij de energietransitie en ons te ondersteunen door zich in te zetten voor communautaire acties.

 

 

BIJLAGE I

HET STAPSGEWIJZE PROCES EN DE GRONDBEGINSELEN VAN HET BURGEMEESTERSCONVENANT

 

EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ROUTEKAART VOOR EEN GEDEELDE VISIE:

 

Met het oog op hun beperkings-en aanpassingsdoelstellingen verbinden de ondertekenaars van het Burgemeestersconvenant zich tot een reeks stappen:

 

 

STAPPEN/PIJLERS

BEPERKING

AANPASSING

1) Begin en evaluatie van uitgangswaarden

Opstelling van een Inventarisatie Uitgangswaarden Emissies

Opstelling van een Beoordeling van de Risico's van en Kwetsbaarheid voor Klimaatverandering

2) Strategische bepaling van streefcijfers en planning

Indiening van een actieplan voor duurzame energie en klimaat (SECAP) en integratie van overwegingen betreffendebeperking en aanpassing* in relevantebeleidsmaatregelen, strategieën en plannen binnen twee jaar na het besluit van de gemeenteraad

3) Uitvoering, monitoring en rapportage

Rapportage van de vooruitgang om de twee jaar na de indiening van het SECAP op het platform van het initiatief

 

* De aanpassingsstrategie moet deel uitmaken van het SECAP en/of worden ontwikkeld en geïntegreerd in (een) afzonderlijk(e) document(en). De ondertekenaars kunnen zelf hun voorkeursformaat kiezen –zie "aanpassingsroute" in het punt hieronder.

In jaar 1-2 wordt het fundament gelegd voor het plan, waarbij met name de situatie wordt beoordeeld (voornaamste bronnen van emissies en hun respectieve reductiepotentieel, voornaamste klimaatrisico's en kwetsbaarheden en de bijbehorende huidige/toekomstige uitdagingen) Dan worden ook de prioriteiten op het gebied van beperking en aanpassing vastgesteld, en wordt gekeken waar vroege winstenzijn te behalen. Verder is het de bedoeling dat de betrokkenheid van de gemeenschap wordt versterkt en dat voldoende middelen en capaciteiten worden gemobiliseerd om de nodige maatregelen te treffen. De volgende jaren zullen gericht zijn op de versterking en opschaling van de ingeleide maatregelen en projecten om verandering te versnellen.

 

FLEXIBELE ROUTES, AANPASBAAR AAN DE LOKALE SITUATIE:

 

 

Het Burgemeestersconvenant stelt een actiekader vast dat de lokale overheden helpt om hun ambities op het gebied van beperking en aanpassing om te zetten in de praktijk en houdt daarbij rekening met de plaatselijke diversiteit. De ondertekenende gemeenten krijgen de flexibiliteit om de beste manier te kiezen voor de toepassing van hun lokale acties. De lokale overheden wordt verzocht om ondanks de verschillende prioriteiten actie te ondernemen op een geïntegreerde en holistische wijze.

 

Beperkingsroute

De "beperkingsroute" biedt een bepaalde mate van flexibiliteit voor de ondertekenaars, met name voor de emissie-inventaris (bv. uitgangsjaar, aan te pakken sleutelsectoren, gebruikte emissiefactoren voor de berekening, gebruikte emissie-eenheid voor derapportage*, enz.).

 

* 2 De ondertekenaars kunnen ervoor kiezen hun emissies te rapporteren als CO2(kooldioxide) of als CO2-equivalent. Met de tweede optie kunnen zij rekening houden met emissies van andere broeikasgassen, met name CH4(methaan) en N2O (stikstofoxide).

 

Aanpassingsroute

De "aanpassingsroute" wordt flexibel genoeg gehouden om nieuwe kennis en bevindingen te kunnen integreren en de veranderende omstandigheden en capaciteiten van de ondertekenaars te weerspiegelen. Er moet een beoordeling van de risico's van en kwetsbaarheid voor klimaatverandering worden uitgevoerd binnen de overeengekomen termijn van twee jaar. De resultaten daarvan zullen dienen als basis voor de beslissing over de wijze waarop het grondgebied van een ondertekenaar veerkrachtiger wordt gemaakt. De aanpassingsstrategie moet worden geïntegreerd in het actieplan voor duurzame energie en klimaat en/of in andere relevante planningsdocumenten en kan mettertijd worden versterkt en bijgesteld. Eerst kan worden overwogen "no-regret"-maatregelen te treffen, die dan in de loop van de jaren worden aangevuld met andere acties (bv. bij een herbeoordeling van de situatie om de twee jaar, bij de herziening van het actieplan) –daardoor wordt het mogelijk tijdig en tegen lagere kosten aanpassingente maken.

 

EEN GELOOFWAARDIGE, TRANSPARANTE BEWEGING:

         Politieke steun: De verbintenis, het actieplan voor duurzame energie en klimaat en andere relevante planningsdocumenten worden geratificeerd bij resolutie/besluit van de gemeenteraad. Dit zorgt voor een gewaarborgde politieke steun op lange termijn.

         Een robuust, consistent, transparant en geharmoniseerd kader voor gegevensverzameling en rapportage: Uitgaande van de ervaringen van gemeenten, regio's en stedelijke netwerken berust het Burgemeestersconvenant op een deugdelijke technische en wetenschappelijk basis die samen met de Europese Commissie is ontwikkeld. Er zijn gemeenschappelijke methodologische beginselen en rapportagemodellen ontwikkeld waarmee de ondertekenaars hun vooruitgang op een gestructureerde en stelselmatige wijze kunnen volgen, rapporteren en publiceren. Het ingediende actieplan voor duurzame energie en klimaat wordt openbaar gemaakt op het onlineprofiel van de ondertekenaar op de website van het Burgemeestersconvenant. Dit waarborgt de transparantie, verantwoordingsplicht en vergelijkbaarheid van hun lokale klimaatacties.

         Erkenning en hoge zichtbaarheid van de geleverde inspanningen: De afzonderlijke en collectieve resultaten die aan de hand van de rapportagemodellen zijn verzameld, worden openbaar gemaakt – op de website van het Burgemeestersconvenant – om uitwisselingen en zelfbeoordelingen te inspireren en te vergemakkelijken. Met de rapportage van gegevens via het Burgemeestersconvenant kunnen de ondertekenaars de brede impact van hun maatregelen in de praktijk laten zien. De gegevens die via het rapportagekader van het Burgemeestersconvenant worden verzameld, bieden ook essentiële feedback over lokale maatregelen aan nationale, Europese en internationale beleidsmakers.

         Evaluatie van de door de ondertekenaars gerapporteerde gegevens: Deze kwaliteitscontrole draagt bij tot de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van het hele initiatief van het Burgemeestersconvenant.

         Schorsing in geval van niet-naleving: De ondertekenaars aanvaarden dat zij worden geschorst van het initiatief – met voorafgaande schriftelijke kennisgeving door het Secretariaat van het Burgemeestersconvenant – indien de voornoemde documenten (d.w.z. het actieplan voor duurzame energie en klimaat en de monitoringverslagen) niet binnen de vastgestelde termijnen worden ingediend. Deze procedure waarborgt de transparantie, robuustheid en eerlijkheid ten opzichte van andere ondertekenaars die hun verbintenissen nakomen.

 

 

BIJLAGE II

ACHTERGROND EN CONTEXT

 

De ondertekenaars van het Burgemeestersconvenant committeren zich aan de beweging en zijn zich volledig bewust van de volgende overwegingen:

         het Intergouvernementeel Panel voor Klimaatverandering (IPCC) heeft in zijn vijfde beoordelingsverslag opnieuw bevestigd dat klimaatverandering een realiteit is en dat menselijke activiteiten het klimaat op aarde blijven beïnvloeden;

         volgens de bevindingen van het IPCC zijn beperking en aanpassing elkaar aanvullende benaderingen ter vermindering van de risico's van de gevolgen van klimaatverandering in verschillende tijdschalen;

         nationale regeringen zijn in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCC) een gemeenschappelijke doelstelling overeengekomen om de gemiddelde opwarming van de aarde ruim onder 2 °C te houden ten opzichte van de pre-industriële niveaus;

         nationale regeringen zijn in het kader van de Rio+20-Conferentie van de Verenigde Naties een reeks duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's) overeengekomen; deze vereisen onder meer dat de internationale gemeenschap "de toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen verzekert" (SDG7), dat "steden en woonplaatsen inclusiever, veiliger, veerkrachtiger en duurzamer worden gemaakt" (SDG11) en dat "dringend actie wordt ondernomen om klimaatverandering en de gevolgen daarvan te bestrijden" (SDG13);

         het initiatief Duurzame energie voor iedereen is in 2011 door de secretaris-generaal van de VN gelanceerd en is erop gericht de volgende drie onderling verbonden doelstellingen te bereiken tegen 2030: "universele toegang tot moderne energiediensten voor iedereen", "verdubbeling van de verbetering van de energie-efficiëntie" en "verdubbeling van het aandeel van hernieuwbare energie in de totale energiemix";

         de Europese Commissie heeft in 2008 het Burgemeestersconvenant en in 2014, als essentiële maatregel van de EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering (Europese Commissie, 2013), het "Mayors Adapt"-initiatief in het leven geroepen om lokale overheden te betrekken en te ondersteunen bij de uitvoering van maatregelen met het oog op respectievelijk de beperking van en aanpassing aan klimaatverandering;

         het Burgemeestersconvenant wordt sinds zijn oprichting erkend als een essentieel EU-instrument, met name voor zijn rol in de strategie voor de energie-unie (Europese Commissie, 2015) en de Europese strategie voor energiezekerheid (Europese Commissie, 2014) om de energietransitie te versnellen en de zekerheid van de energievoorziening te verbeteren;

         de EU heeft in oktober 2014 het klimaat- en energiebeleidskader 2030 aangenomen waarin nieuwe klimaat- en energiedoelstellingen zijn vastgesteld: interne vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 40 %, ten minste 27 % van de verbruikte energie in de EU uit hernieuwbare energiebronnen en een energiebesparing van ten minste 27 %;

         de Europese Commissie heeft in 2011 de "Routekaart naar een concurrerende koolstofarme economie in 2050" aangenomen die tot doel heeft tegen 2050 de uitstoot van broeikasgassen in de EU met 80-95 % te verminderen ten opzichte van 1990 – dit initiatief is tevens door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie toegejuicht.

         het Comité van de Regio's benadrukt zijn versterkte verbintenis om het Burgemeestersconvenant verder te ondersteunen, bv. via een speciaal platform binnen het Comité van de Regio’s en andere tools zoals uiteengezet in zijn advies over de toekomst van het Burgemeestersconvenant (ENVE-VI-006).

 

 

BIJLAGE III

WOORDENLIJST

 

         Aanpassing: acties die worden ondernomen om te anticiperen op de negatieve gevolgen van klimaatverandering, de mogelijke schade als gevolg ervan te voorkomen of te minimaliseren, of te profiteren van kansen die zich voordoen.

         Klimaatverandering: elke verandering van het klimaat in de loop van de tijd, al dan niet als gevolg van natuurlijke variabiliteit of menselijke activiteit.

         Emissie-inventaris: kwantificering van de hoeveelheid broeikasgassen (CO2 of CO2-equivalent) die wordt uitgestoten als gevolg van het energieverbruik op het grondgebied van een ondertekenaar van het Burgemeestersconvenant tijdens een specifiek jaar – zo kunnen de grootste emissiebronnen en het desbetreffende emissiereducerende potentieel worden vastgesteld.

         Beperking: acties die worden ondernomen ter vermindering van de concentraties broeikasgassen die in de atmosfeer worden uitgestoten.

         Monitoringverslag: document dat de ondertekenaars van het Burgemeestersconvenant om de twee jaar moeten indienen na de indiening van hun SECAP, waarin de voorlopige resultaten van de uitvoering ervan worden toegelicht – het doel van dit verslag is de verwezenlijkingen van de vastgestelde doelstellingen te volgen.

         "No-regret"-opties (aanpassing): activiteiten die onmiddellijke economische en milieuvoordelen opleveren. Deze zijn zinvol in alle plausibele klimaatscenario's.

         Prosumenten: proactieve consumenten, consumenten die naast de consumptie van energie ook de verantwoordelijkheid nemen voor de productie ervan.

         Veerkracht: vermogen van een sociaal of ecologisch systeem om verstoringen te absorberen en tegelijk dezelfde algemene werkingswijzen te behouden, en de capaciteit om zich aan te passen aan stress en (klimaat)verandering.

         Risico- en kwetsbaarheidsbeoordeling: een analyse die de aard en omvang van risico's vaststelt door mogelijke gevaren te analyseren en de kwetsbaarheid te beoordelen die een bedreiging kunnen vormen voor of schade kunnen toebrengen aan mensen, eigendom, levensonderhoud en de omgeving waarvan zij afhankelijk zijn – dit maakt het mogelijk de kritische gebieden vast te stellen en zo informatie te verstrekken ter onderbouwing van de besluitvorming. De beoordeling kan risico's behandelen in verband met overstromingen, extreme temperaturen en hittegolven, droogte en waterschaarste, stormen en andere extreme weersomstandigheden, toenemende bosbranden, stijging van de zeespiegel en kusterosie (indien van toepassing).

         Risico: waarschijnlijkheid van schadelijke gevolgen of verliezen vanuit sociaal, economisch of milieuoogpunt (bv. levens, gezondheidsstatus, levensonderhoud, eigendom en diensten) die zich kunnen voordoen in een bepaalde gemeenschap of een samenleving die in kwetsbare omstandigheden verkeert in de loop van een gespecificeerde periode in de toekomst.

         Actieplan voor duurzame energie en klimaat (SECAP): een essentieel document waarin de ondertekenaars van het Burgemeestersconvenant vaststellen hoe zij voornemens zijn hun verbintenissen te verwezenlijken. Het definieert beperkings- en aanpassingsmaatregelen om de doelstellingen te bereiken, samen met tijdsbestekken en toegewezen verantwoordelijkheden.

         Kwetsbaarheid: mate waarin een systeem onderhevig is aan de nadelige effecten van klimaatverandering, waaronder klimatologische variabiliteit en extremen, en niet in staat is daaraan het hoofd te bieden (het tegengestelde van veerkracht).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

VACANTVERKLARING VAN EEN 1  FUNCTIE VAN INSPECTEUR VAN POLITIE EN 1 FUNCTIE VAN WIJKINSPECTEUR BIJ DE LOKALE POLITIE - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 houdende het personeelskader van de lokale politie.

 

Feiten en context

Met het hiervoor vermelde gemeenteraadsbesluit werd de personeelsformatie vastgesteld van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader.

Het personeelslid Riet Essers, inspecteur van politie, verliet de politiezone Lier op 01/09/2016 ingevolge de mobiliteitsronde 2016-01 en de daaruit volgende benoeming in de politiezone Geel-Laakdal-Meerhout.

Het merendeel van de wijkagenten traden ondertussen toe tot verschillende stelsels van deeltijds werk.waardoor het effectief kader van wijkagenten met 1,2 equivalenten daalde.

 

Juridische grond

Wet van 07/12/1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, herhaaldelijk aangepast en aangevuld, in het bijzonder artikel 56.

Koninklijk Besluit van 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/11/2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, specifiek het gedeelte dat handelt over de mobiliteit.

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 dat de formatie van het operationeel en administratief en logistiek personeel van de lokale politie Lier vaststelt.

Ministeriële omzendbrief GPI15bis en errata betreffende de mobiliteitscyclus.

Ministeriële omzendbrief BA/2001/13 van 07/09/2001 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de lokale politie, eengemeentezone en meergemeentezones : administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

 

Argumentatie

Het personeelslid Riet Essers verliet de politiezone Lier op 01/09/2016.

Alzo wordt 1 betrekking van inspecteur van politie binnen het basiskader vacant. 

Het Koninklijk Besluit van 17/09/2001 en de ministeriële omzendbrief PLP10 stellen de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie vast met het oog op het waarborgen van een minimale gelijkwaardige dienstverlening aan de bevolking.

De wijkwerking bestrijkt het ganse grondgebied van de zone, en wordt georganiseerd op basis van een geografische indeling, waarbij rekening gehouden wordt met de lokale bijzonderheden en de bevolkingsdichtheid.  Als minimale werkings- en functioneringsnorm legt het Koninklijk Besluit van 17/09/2001 de inzet van 1 wijkagent per 4000 inwoners op.  Deze norm moet worden beschouwd als de gemiddelde norm over het totale grondgebied van de zone.

Momenteel heeft de politiezone Lier 9 wijkagenten.  6 van deze wijkagenten werken ondertussen deeltijds, wat een effectief equivalent van 7,80 wijkagenten geeft.  Op 01/01/2016 telde de stad Lier  34 905 inwoners. De minimale werkings- en functioneringsnorm bedraagt : 34 905 inwoners delen door 4000 inwoners (1 per 4000) = 8,7 wijkagenten.   De lokale politie Lier voldoet dus momenteel niet meer aan deze minimale werkingsnorm.

Daarenboven heeft de wijkagent een belangrijke signaalfunctie gekregen in de strijd tegen radicalisering en extremisme. Samen met andere externe partners is de wijkagent een belangrijke schakel in het opsporen van eventuele radicalisering in een vroeg stadium.  Een taak die in proportie toeneemt.  Bijkomend kan nog gesteld worden dat, gelet op de grote en verschillende bouwprojecten op het grondgebied, het bevolkingsaantal nog zal stijgen.  Om te voldoen aan de minimale werkings- en functioneringsnorm en het belang van de inzet van wijkagenten in de strijd tegen radicalisering en extremisme is het noodzakelijk om het effectieve kader van wijkagenten volledig te bezetten en alzo een functie van wijkagent vacant te verklaren. 

Momenteel zijn er er nog verschillende functies van de graad van inspecteur niet ingevuld ingevolge de afgesproken besparingen de afgelopen jaren, waardoor de vacature zich nog altijd binnen het personeelskader situeert.

 

Het artikel VI.II.12bis voorziet dat elke zone van lokale politie van categorie 2 of 3 jaarlijks 10% van de vacante betrekkingen, met een minimum van 1 betrekking, toewijst aan personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste 10 jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest.  Daartoe wordt, in voorkomend geval, een voorrang toegekend aan de personeelsleden die aan deze voorwaarden beantwoorden.  De functie van inspecteur van politie wordt in dit kader aangeboden. De functie van wijkinspecteur wordt niet in dit kader aangeboden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

Er wordt 1 functie van inspecteur van politie en 1 functie van wijkinspecteur binnen het operationeel kader van de lokale politie Lier vacant verklaard.

 

Art 2 :

Als wijze van selectie wordt voor de beide vacante betrekkingen aangeduid : het inwinnen van het advies van de plaatselijke selectiecommissie die,

-  voor de functie van inspecteur van politie is samengesteld uit :

Voorzitter : dhr Stijn Van den Bulck, commissaris of zijn vervanger

Leden : dhr. Dirk Van der Auwera,  hoofdinspecteur of zijn vervanger

dhr. Koen Van der Heyden, hoofdinspecteur of zijn vervanger

Secretaris : Mevr. Marianne Ceusters, assistente korpschef of haar vervanger

-  voor de functie van wijkinspecteur is samengesteld uit :

Voorzitter : dhr. Werner Cazaerck, hoofdcommissaris-korpschef of zijn vervanger

Leden : dhr. Stijn van den Bulck, commissaris of zijn vervanger

dhr. Koen Robben, hoofdinspecteur of zijn vervanger

Secretaris : Mevr. Marianne Ceusters, assistente  korpschef of haar vervanger.

 

Art 3 :

De betrekking van inspecteur van politie is een betrekking in het kader van het artikel VI.II.12bis van het K.B. van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositieregeling van het personeel van de politiediensten.

De betrekking van wijkinspecteur is geen betrekking in dit kader.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

EANDIS ASSETS - AGENDA ALGEMENE VERGADERING IN BUITENGEWONE ZITTING OP 3 OKTOBER 2016 - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 25 november 2013 besliste de gemeenteraad om de mevrouw Goris Annemie, gemeenteraadslid, wonende te 2500 Lier, Haverlaan 22, en mevrouw Wagner Christina, gemeenteraadslid, wonende te 2500 Lier, Lintsesteenweg 48, aan te duiden als vertegenwoordiger, resp. plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad voor de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging IVEKA van 11 december 2013 en voor de algemene vergaderingen gedurende de resterende duur van de legislatuur 2013-2018.

 

Feiten en context

De stad is voor de activiteit distributienetbeheer elektriciteit en/of gas deelnemer van de opdrachthoudende vereniging Iveka betrokken bij de fusieoperatie in ‘Eandis Assets’ waartoe de algemene vergaderingen van Gaselwest, IMEA, lmewo, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas in december 2015 hebben beslist.

 

De stad werd per aangetekend schrijven van 1 juli 2016 opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergaderingen in buitengewone zitting van Eandis Assets die op 3 oktober 2016 plaats vinden om 18.45 uur in de Ghelamco Arena (GreenDistrict), Ottergemsesteenweg Zuid 808 in 9000 Gent met volgende agenda:

 

1.

Aanvaarding van toetreding van een B1 deelnemer (onder voorbehoud van effectieve intrede)

2.

Voorstel van wijziging van de statuten en bijlagen

3.

Bepaling van de inwerkingtreding van de statutenwijziging

4.

Machtiging tot coördinatie van de statuten en bijlagen met aanpassing van het register van de deelnemers

5.

Verlenen van machtiging aan de heer Nick Vandevelde en/of de heer José Verbiese en/of mevrouw Sofie Arickx om de beslissing genomen in voorgaande agendapunten bij authentieke akte te doen vaststellen en de statuten dienovereenkomstig aan te passen

6.

Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2017 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2017

7

Statutaire benoemingen

8

Statutaire mededelingen

 

Op korte termijn dienen zich binnen het distributienetbeheer nieuwe en omvangrijke investeringen aan, zoals de ombouw van laag- naar hoogcalorisch gas, Slimme Meters, e.d…

Omdat de pogingen om via de gemeenten bijkomend eigen vermogen aan te trekken ver onder de verwachtingen bleven, werd Eandis genoodzaakt om te zoeken naar een nieuwe private partner die bereid is om voor lange termijn te participeren binnen Eandis Assets. 

 

Na screening medio 2015 van de markt naar mogelijke valabele kandidaat-private partners en een selectieprocedure, waarbij 23 partijen een reële interesse betoonden en vijf ervan op 5 februari 2016 een concreet niet-bindend bod uitbrachten, werd de vennootschap ‘State Grid Europe Limited’ (SGEL) door de raad van bestuur als beste kandidaat weer
houden. Deze nieuwe aandeelhouder verwerft door zijn definitief bod van 830.000.000 euro een kapitaal-participatie van 14 % binnen Eandis Assets ten bedrage van 211,6 miljoen euro. Ten opzichte van de huidige netto-actiefwaarde van 484.413.396,90 euro wordt aldus een meerwaarde geboden van 345.586.603,09 euro of 71,3 %. Van deze meerwaarde behoort 86 % aan de gemeenten. Vanaf het 9de jaar neemt het aandeel van de private partner in de meerwaarde toe met 1% per jaar dat hij verder deelneemt.

 

SGEL verwerft 211,6 miljoen euro in het kapitaal vertegenwoordigd door 17.444.458 aandelen B1 en ontvangt een aandeel in de winst dat overeenstemt met zijn kapitaalbezit binnen Eandis Assets.

 

Dit gaat gepaard met een aantal statutenwijzigingen, zoals toegelicht in de toelichtende nota, die onder meer volgende thema’s omvatten:

         afspraken omtrent het respecteren van de ‘ontvlechtingsregels’, het mogelijk aandeel-houdersschap via een ‘groepsvennootschap’ en inzake ‘bijzondere governance rechten’;

         introductie van nieuwe aandelencategorieën B1 en B2;

         modaliteiten en procedure m.b.t. de overdracht van deze aandelen;

         nadere regeling inzake het doorvoeren van kapitaalverhogingen;

         omschrijving van de geldelijke inbreng van de private partner (deels ‘kapitaal’ ten bedrage van 211,6 miljoen euro en deels ‘uitgiftepremie’ ten bedrage van 618,4 miljoen euro, waarvan 345,6 miljoen euro als ‘commerciële premie’);

         samenstelling en werking van de raad van bestuur (o.a. 3 bijkomende bestuurders voor de private partner en bescherming van de minderheidsrechten inzake ‘bijzondere bestuurs-beslissingen’);

         beperking van de stemrechten van de private partner en de financieringsverenigingen in de algemene vergadering (plafond 20% min één stem);

         verdagingsrecht van de private partner in de algemene vergadering (voor ‘bijzondere beleidsbeslissingen’);

         geherformuleerde winstverdeling (basismodaliteiten onveranderd) rekening houdend met de nieuwe deelnemerscategorieën;

         afspraken bij het beëindigen van de samenwerking inzake het aandeel in de ‘commerciële premie’.

 

Juridische grond

Artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001, zoals gewijzigd op 18 januari 2013, dient de gemeenteraad zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de algemene vergadering.

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Memet Cinar, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Jan Hauwaert

11 stemmen tegen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Patrick Tersago, Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 onthouding: Sabine Leyzen

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 1 onthouding

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de algemene vergadering in buitengewone zitting van de opdrachthoudende vereniging Eandis Assets d.d. 3 oktober 2016:

 

1.

Aanvaarding van toetreding van een B1 deelnemer (onder voorbehoud van effectieve intrede)

2.

Voorstel van wijziging van de statuten en bijlagen

3.

Bepaling van de inwerkingtreding van de statutenwijziging

4.

Machtiging tot coördinatie van de statuten en bijlagen met aanpassing van het register van de deelnemers

5.

Verlenen van machtiging aan de heer Nick Vandevelde en/of de heer José Verbiese en/of mevrouw Sofie Arickx om de beslissing genomen in voorgaande agendapunten bij authentieke akte te doen vaststellen en de statuten dienovereenkomstig aan te passen

6.

Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2017 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2017

7

Statutaire benoemingen

8

Statutaire mededelingen

 

Art 2 :

De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de voorgestelde toetreding van de vennootschap ‘State Grid Europe Limited’ als ‘B1 deelnemer’ tot de opdrachthoudende vereniging Eandis Assets, aan de toetredings- en deelnemersovereenkomst, en aan de overeenkomstige statutenwijzigingen binnen Eandis Assets, onder de opschortende voorwaarde van de effectieve realisatie van de splitsings- en fusieoperaties waarover beslist werd door de algemene vergaderingen van Gaselwest, IMEA, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas van december 2015.

 

Art 3 :

De gemeenteraad vraagt de vertegenwoordiger van de stad die zal deelnemen aan de algemene vergaderingen van de opdrachthoudende verenigingen Iveka en Eandis Assets op 29 april 2016, op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen 1 en 2 van onderhavige raadsbeslissing.

 

Art 4 :

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Eandis Assets, ter attentie van het secretariaat, uitsluitend op het e-mailadres (pdf) intercommunales@eandis.be.

 

Art 5 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

EANDIS Assets

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

IVEKA - AGENDA ALGEMENE VERGADERING IN BUITENGEWONE ZITTING OP 3 OKTOBER 2016 - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 25 november 2013 besliste de gemeenteraad om de mevrouw Goris Annemie, gemeenteraadslid, wonende te 2500 Lier, Haverlaan 22, en mevrouw Wagner Christina, gemeenteraadslid, wonende te 2500 Lier, Lintsesteenweg 48, aan te duiden als vertegenwoordiger, resp. plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad voor de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging IVEKA van 11 december 2013 en voor de algemene vergaderingen gedurende de resterende duur van de legislatuur 2013-2018.

 

Feiten en context

De stad is voor de activiteit distributienetbeheer elektriciteit en/of gas deelnemer van de opdrachthoudende vereniging Iveka betrokken bij de fusieoperatie in ‘Eandis Assets’ waartoe de algemene vergaderingen van Gaselwest, IMEA, lmewo, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas in december 2015 hebben beslist.

 

De stad werd per aangetekend schrijven van 1 juli 2016 opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergaderingen in buitengewone zitting van IVEKA die op 3 oktober 2016 plaats vinden om 18.30 uur in de Ghelamco Arena (GreenDistrict), Ottergemsesteenweg Zuid 808 in 9000 Gent met volgende agenda:

 

1.

Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategie voor het boekjaar 2017 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2017

2

Statutaire benoemingen

3

Statutaire mededelingen

 

 

Juridische grond

Artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001, zoals gewijzigd op 18 januari 2013, dient de gemeenteraad zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de algemene vergadering.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Jan Hauwaert

8 onthoudingen: Patrick Tersago, Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de algemene vergadering in buitengewone zitting van de opdrachthoudende vereniging IVEKA d.d. 3 oktober 2016:

 

1.

Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategie voor het boekjaar 2017 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2017

2

Statutaire benoemingen

3

Statutaire mededelingen

 

Art 2 :

De gemeenteraad vraagt om de vertegenwoordiger van de stad die zal deelnemen aan de algemene vergaderingen van de opdrachthoudende verenigingen Iveka en Eandis Assets op 29 april 2016, op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen 1 van onderhavige raadsbeslissing.

 

Art 3 :

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Eandis Assets, ter attentie van het secretariaat, uitsluitend op het e-mailadres (pdf) intercommunales@eandis.be.

 

Art 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

IVEKA

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

IKA - ALGEMENE VERGADERING - AANSTELLEN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 16 november 2015 over het aanduiden van Annemie Goris, gemeenteraadslid, en Kristof Buelens, gemeenteraadslid, resp. als volmachtdrager en plaatsvervangend volmachtdrager voor de algemene vergadering van IKA voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Feiten en context

De stad Lier is aangesloten bij de dienstverlenende vereniging voor de gemeenten van de Kempen en het Antwerpse (IKA).

 

Omwille van het ontslag van Kristof Buelens als gemeenteraadslid, dient er iemand anders als plaatsvervangend volmachtdrager voor de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging voor de gemeenten van de Kempen en het Antwerpse (IKA) te worden aangeduid.

 

Juridische grond

         Decreet van de Vlaamse regering van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking - art. 44

         Omzendbrief van 11 januari 2002 betreffende de toepassing van het Decreet intergemeentelijke samenwerking

         Statuten IKA

         Gemeentedecreet

 

Stemming

 

16 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Jan Hauwaert

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

10 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Memet Cinar, Katrien Vanhove, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 16 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

Als vertegenwoordiger van de gemeente wordt in de plaats van de heer Buelens Kristof, de heer Hauwaert Jan, gemeenteraadslid als plaatsvervangend volmachtdrager aangeduid om deel te nemen aan de algemene vergadering van IKA voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Art 2 :

Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavige beslissing en onder meer kennisgeving hiervan te geven aan de dienstverlenende vereniging IKA.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

IKA

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

CIPAL - ADVIESCOMITÉ - AANSTELLEN EFFECTIEF LID. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2013 over de voordracht van Buelens Kristof als lid voor de raad van bestuur van de dienstverlenende vereniging CIPAL voor een duur van zes jaar naar, vanaf de eerste algemene vergadering van 22 maart 2013 tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2019.

 

Feiten en context

De stad Lier is deelnemer van de dienstverlenende vereniging CIPAL.

 

Iedere deelnemer heeft het recht één lid in het adviescomité. De aangeduide leden van het adviescomité worden benoemd door de algemene vergadering op voordracht van de deelnemers.

 

Omwille van het ontslag van Kristof Buelens als gemeenteraadslid, dient er iemand anders als lid in het adviescomité van de dienstverlenende vereniging CIPAL te worden aangeduid.

 

Juridische grond

         Decreet van de Vlaamse regering van 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking

         Gemeentedecreet

 

Stemming

 

16 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Jan Hauwaert

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

10 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Memet Cinar, Katrien Vanhove, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 16 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad draagt Hauwaert Jan, gemeenteraadslid, wonende te 2500 Lier, Lispersteenweg 74, voor als lid voor de raad van bestuur van de dienstverlenende vereniging CIPAL, voor de resterende duur van de legislatuur tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2019.

 

Art 2 :

De gemeenteraad draagt Hauwaert Jan, gemeenteraadslid, wonende te 2500 Lier, Lispersteenweg 74, voor als lid in het adviescomité van de dienstverlenende vereniging CIPAL.

 

Art 3 :

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de dienstverlenende vereniging CIPAL, Cipalstraat 1, 2440 Geel.

 

Art 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

CIPAL

1

vertegenwoordiger

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

ERFGOED KEMPENS KARAKTER - RAAD VAN BESTUUR - VOORDRACHT NIEUW PLAATSVERVANGEND LID. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2013 over het voordragen van Rik Verwaest, schepen, en Kristof Buelens, gemeenteraadslid, resp. als effectief lid en plaatsvervanger voor de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter voor een duur van zes jaar, vanaf de eerste raad van bestuur tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2019

 

Feiten en context

De stad Lier neemt deel aan de projectvereniging Kempens Karakter.

 

Omwille van het ontslag van Kristof Buelens als gemeenteraadslid, dient er een andere plaatsvervanger voor de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter te worden voorgedragen.

 

Juridische grond

         Decreet van de Vlaamse regering van 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking - art. 13 tot en met 24, m.n. art. 16 "De projectvereniging beschikt uitsluitend over een raad van bestuur. De deelnemers benoemen rechtstreeks de leden van de raad van bestuur. Voor de gemeente kunnen uitsluitend gemeenteraadsleden, burgemeesters of schepenen dit mandaat vervullen.

         Gemeentedecreet

         Statuten van Kempens Karakter

 

Stemming

 

16 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Jan Hauwaert

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

10 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Memet Cinar, Katrien Vanhove, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 16 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad draagt Hauwaert Jan, gemeenteraadslid, wonende te 2500 Lier, Lispersteenweg 74 voor als plaatsvervangend lid voor de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter, met ingang van deze gemeenteraadsbeslissing tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2019.

 

Art 2 :

Deze beslissing wordt ter kennisgeving aan de projectvereniging Kempens Karakter overgemaakt.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Kempens Karakter

1

vertegenwoordiger

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

IVAREM - ALGEMENE VERGADERING - AANSTELLEN EERSTE VOLMACHTDRAGER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2013 over het aanduiden van de eerste volmachtdrager, tweede volmachtdrager en derde volmachtdrager voor de algemene vergadering van 13 december 2013 en de resterende duur van de legislatuur.

 

Feiten en context

De stad is deelnemer van de dienstverlenende vereniging IVAREM.

 

Omwille van het ontslag van Kristof Buelens als gemeenteraadslid, dient er iemand anders als eerste afgevaardigde voor de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging IVAREM te worden aangeduid.

 

Juridische grond

         Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking

         Statuten van IVAREM

         Gemeentedecreet

 

Stemming

 

16 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Jan Hauwaert

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

10 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Memet Cinar, Katrien Vanhove, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 16 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

Als vertegenwoordiger van de gemeente wordt in de plaats van de heer Buelens Kristof, de heer Hauwaert Jan, gemeenteraadslid, als eerste afgevaardigde aangeduid om deel te nemen aan de algemene vergadering van IVAREM voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Art 2 :

Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavige beslissing en onder meer kennisgeving hiervan te geven aan de dienstverlenende vereniging IVAREM.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

IVAREM

1

vertegenwoordiger

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

ONTSLAG EN AANSTELLING ZES AFGEVAARDIGDEN VAN BEHEERSORGAAN JEUGD. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De aanstelling van de beheersorganen binnen het departement Uit in Lier, waaronder het beheersorgaan Jeugd en haar afgevaardigde leden, werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 17 december 2013.

Het organiek reglement van het beheersorgaan jeugd, dat ondermeer het ontslag en de aanstelling van de plaatsvervangende leden regelt, werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 23 september 2013.

 

Feiten en context

Volgende leden hebben hun ontslag ingediend als lid van het beheersorgaan Jeugd:

Aan de gebruikerszijde:

         Liesbet Vercammen (Samenhang)

         Naomi Wellens (Speelmicroob)

         Roel Postelmans (Jeugdhuis De Moeve)

 

Van de politiek afgevaardigden:

         Sofie Guldentops (sp.a)

         Jente Mahieu (Groen)

 

Verder heeft het Vlaams Belang een andere fractie-afgevaardigde voorgedragen die Olivier Peeters zal vervangen in het beheersorgaan.

 

De nieuwe leden die worden voorgesteld om hen als afgevaardigde op te volgen in het beheersorgaan jeugd zijn:

         Niels Bertels (Samenhang)

         Jonas Dillen (Speelmicroob)

         Babs Van Tilburg (ouder/gebruiker kinderopvang)

         Robbe Van Hoof (sp.a)

         Bram Van Oosterwyck (Groen)

         Marcel Taelman (Vlaams Belang)

 

Adviezen

De voorzitter van het beheersorgaan jeugd bevestigt dat er voldaan is aan alle voorwaarden met betrekking tot het ontslag en de aanstelling van de leden zoals voorzien in het organieke reglement.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad aanvaardt de uittreding van volgende leden uit het Beheersorgaan Jeugd: Liesbet Vercammen, Naomi Wellens, Roel Postelmans, Sofie Guldentops, Jente Mahieu en Olivier Peeters.

De gemeenteraad gaat akkoord met de aanstelling van de voorgestelde afgevaardigden die hun plaats zullen innemen: Niels Bertels, Jonas Dillen, Babs Van Tilburg, Robbe Van Hoof, Bram Van Oosterwyck en Marcel Taelman.

 

 

Opdrachten :

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 september 2016

 

INTERPELLATIES

 

Interpellatie 1: van Patrick Tersago (vo-LK) i.v.m. middenstand in Lier

 

Graag had ik op de gemeenteraad van september 2016 een antwoord gekregen op volgende interpellatie betreffende de middenstand en de problematiek hier rond:

1. De leegstand van winkels: in augustus werd er aangekondigd dat de stad een “retailvastgoedexpert” zou aannemen. Uit de beschrijving kon ik uitmaken dat dit zou worden uit gegeven aan een firma en dat de offertes hiervoor op 13/9 binnen moesten zijn. Wat dit betreft had ik graag geweten of er kandidaten waren en wanneer deze “expert” aan de slag zal gaan? Beperkt de taak van deze persoon of firma zich uitsluitend tot het invullen van lege panden of omvat de taak ook strategische begeleiding van het beleid in het algemeen?

 

2. De rode loper actie was een goed initiatief. Echter het vervolg is niet zo geslaagd. Vandaag zijn er nog steeds rode lopers terug te vinden die vuil, vies en volledig verloederd zijn. Er zijn lopers bij die bij wijze van spreken in de stoep ingebakken zijn. Kan dit niet opgenomen worden in de afspraken rond zulke acties dat de rode lopers na de actie verwijderd worden? Hetgeen nu overblijft geeft de winkelstraat, die er nu al dikwijls troosteloos bij ligt, een nog negatiever en vies beeld.

 

3. In de verordening “detailhandel” staat beschreven welke zaken wel en welke niet in de Antwerpsestraat mogen komen. De verordening is van kracht gegaan eind 2015. Er is intussen al zeker één zaak, welke niet voorkomt op de toegestane lijst die haar deuren heeft open gedaan midden mei (dus ruim 4 maanden geleden). Ik had graag geweten wat het bestuur intussen heeft ondernomen? Want tijdens de hoorzitting over deze verordening in het voorjaar sprak de schepen dat hiertegen zou opgetreden worden. Graag een stand van zaken.

 

4. De centrumbon: ik heb vernomen dat er eind juli voor zo’n kleine 8 700 € bonnen vervallen waren. Dit wil dus zeggen, geld dat de stad heeft ontvangen maar nooit heeft moeten uitbetalen aan een handelaar. Graag had ik geweten wat de stad met dit geld gaat doen? Zijn dat extra middelen die naar de middenstandswerking gaan of verdwijnt dit geld in de kas ? Bovendien verneem ik van handelaars dat, wanneer zij bonnen die zij ontvangen hebben juist voor vervaldag maar die zij zelf na vervaldag aanbieden om uit te betalen wandelen gestuurd worden. Klopt dit en wat zoekt het bestuur hieraan te doen?

 

5. Om de middenstand te “promoten” heeft het bestuur beslist om het gratis half uur parkeerticket in te voeren. Dit ticket vervangt de speciale parkeerschijf van enkele jaren geleden. Onlangs konden we lezen dat er al 30 000 tickets verdeeld waren. Mijn vraag hierover: hoe werkt dit ? Moet de stad per ticket een vergoeding betalen aan de parkeerbeheerder? Zo ja hoeveel per ticket?

 

 

Antwoord Schepen Lucien Herijgers:

ANTWOORD VRAAG 1

De openbare aanbesteding voor de overheidsopdracht voor diensten met als voorwerp “AANSTELLEN VAN EEN RETAILVASTGOEDEXPERT I.K.V. DE STURING VAN EEN ATTRACTIEVE BRANCHEDYNAMIEK IN HET LIERSE KERNWINKELGEBIED” is 9 augustus gepubliceerd in het Bulletin der aanbestedingen. Vorige woensdag 13 september vond de opening van de biedingen plaats. De beoordeling van de biedingsdossiers is momenteel lopende. De toewijzing wordt voorzien in de loop van oktober. Het gesubsidieerd project loopt tot 31 maart 2018.

Zoals in het goedgekeurde EFRO – Vlaanderen project toegelicht, werd het competentieprofiel van de retailvastgoedexpert in de gunningscriteria van het bijzonder bestek voor de overheidsopdracht toegelicht (omschrijving opdracht):

 

“Het voorwerp van het goedgekeurde Lierse EFRO - project, is enerzijds  de inzet van een externe retailexpert/-consultant als go between/intermediair, die op maat branchehiaten kan helpen invullen en de koopattractie in het verzorgingsgebied bespelen. Dit kan de retailexpert anderzijds onder meer met behulp van een retailportfolio/infographic waarin de troeven van Lier als vestigingslocatie worden geprofileerd. Een drastisch wijzigend aankoopgedrag noopt detailhandel immers tot ingrijpende heroriëntatie & specialisatie. Lier houdt zoals voornoemd de laatste jaren de vinger aan de kleinhandelspols en gaat samen met diverse stakeholders in het retaillandschap voor haar afgebakend kernwinkelgebied op zoek naar haar ‘onderscheidend vermogen’ (m.n. hoe onderscheidt Lier zich van andere koopgebieden, wat zijn haar troeven…). In het kader van leegstandbestrijding dringt de behoefte zich op aan een attractieve branchedynamiek. In synergie met een florissante horeca, cultureel erfgoed én aanmoedigende omgevingsfactoren kan deze toegevoegde waarde het Lierse kernwinkelgebied doen excelleren in authenticiteit en gezelligheid.

 

De opdracht houdt een resultaatsverbintenis in, waarbij volgende resultaten gerealiseerd en gemonitord dienen te worden:

 

• PRIMAIRE DOELSTELLING van het Lierse EFRO - project is de leegstandproblematiek actief bestrijden als onderdeel van het prioritair kernversterkend beleid van de stad Lier (cfr. voornoemde probleemstelling).

• SECUNDAIRE DOELSTELLING is het genereren van een gewenste branchedynamiek, die de toegevoegde belevingswaarde kan creëren voor de uniciteit en gezelligheid van Lier als stad om te kopen, wonen, werken, beleven & ontdekken. Dit sluit aan bij de doelstellingen inzake stadspromotie/citymarketing van Lier (optiek citymarketing beeldmerk ‘Lier.Plezier op kop.’).

• TERTIAIRE DOELSTELLING is de koopattractie van Lier in haar verzorgingsgebied aanzwengelen. Een attractief, onderscheidend winkelaanbod trekt immers meer koopstromen en verhoogt het bezoekmotief aan Lier.

Bij opstart van het EFRO - project kan a.d.h.v. de beschikbare leegstanddata een kwantitatieve nulmeting uitgezet worden. Bij evaluatie wordt becijferd in hoeveel panden een effectieve invulling is gerealiseerd via de activerende impact van een vernieuwende branchedynamiek. Ook de eventueel gerealiseerde fysieke adaptaties aan ruimtebehoefte van retailers op zichtlocaties zijn meetbare indicatoren (bv. samensmelting 2 belendende panden met beperkende morfologie van kleine netto winkelvloeroppervlakte). Tot slot kan ook de appreciatie van de consument/bezoeker gemeten worden via een bevragingstool/enquête.

 

Van essentieel belang is dat de retailvastgoedexpert zijn activiteit in volledige onafhankelijkheid uitoefent.

Ongeacht het statuut waarbinnen de vastgoedexpert de opdracht uitvoert zal de nodige onafhankelijkheid in acht worden genomen, om onafhankelijk verantwoordelijkheid op te nemen voor de gestelde prestaties.

De vastgoedexpert verbindt zich ertoe geen handelingen of daden te stellen die illegale uitoefening

van de opdracht rechtstreeks of onrechtstreeks in de hand werken.

De vastgoedexpert verbindt er zich toe alle opdrachten te weigeren en alle mandaten over te dragen

die de onafhankelijkheid van zijn opdracht of de naleving van de deontologie in het gedrang

brengen. De vastgoedexpert zal zich onthouden van opdrachten en daden die de beroepsethiek en de

waardigheid van de opdracht schaden.

De vastgoedexpert zal zich onthouden van het voeren van een andere titel of aanduiding dan die zoals overeengekomen i.k.v. deze opdracht.

 

De vastgoedexpert kan in samenspraak met de opdrachtgever en in onafhankelijkheid, doch binnen de gestelde opdracht, zijn of haar activiteiten aan de beoogde doelgroepen bekend maken.

Alle publiciteit ongeacht de drager moet steeds een objectief karakter hebben naar stijl en inhoud en conform de afspraken binnen het EFRO – Vlaanderen project.

 

De retailvastgoedexpert is gehouden alle informatie verkregen in het kader van de opdracht confidentieel en discreet te behandelen.

 

De retailvastgoedexpert gedraagt zich loyaal ten overstaan van collega’s, beoefenaars van andere vastgoedberoepen, en zal ten aanzien van hen eerlijk handelen. De expert onthoudt zich van elke praktijk die deze collega’s in de uitoefening van hun beroep kan schaden.”

 

ANTWOORD VRAAG 2

Het is herhaaldelijk gecommuniceerd via de handelsverenigingen (huis-aan-huis bedeelde brief bij levering en via mailings, facebook, …) dat de rode lopers ná ieder event opnieuw dienden binnengehaald te worden, zodat deze ook opnieuw konden worden gebruikt. Wij zullen hier  in de toekomst meer nauwlettend mee omgaan.

 

ANTWOORD VRAAG 3:

Momenteel zijn er nog geen stappen inzake handhaving ondernomen. Het college heeft nog geen standpunt ingenomen in verdere stappen voor handelszaken die in strijd met de verordening detailhandel.

 

ANTWOORD VRAAG 4:

Van de zowat 160.000€ die al naar de centrumbons gegaan zijn waren tot nu toe ongeveer 8.700€ niet geïnd voor de vervaldatum.  Het college besliste dan ook dat dit bedrag, dat in de stadskas bleef , wordt toegevoegd aan het budget voor economie, en alzo bruikbaar blijft voor commerciële uitstraling en kernversterkend beleid van Lier.

Aan de hand van info van betrokken firma’s blijkt dat 160.000€ voor Lier wel degelijk een succes mag worden genoemd.

En dit is slechts één van de vele acties die beslist werden om onze binnenstad te ondersteunen.

 

ANTWOORD VRAAG 5:

De stad betaalt niet per ticket, dit wordt verwerkt in de concessievergoeding. Als door de gratis tickets de omzet en winst van parkeerbeheer daalt, daalt uiteraard de concessievergoeding. De inschatting van 121.000 euro is gebaseerd op de verwachte daling van de concessievergoeding op basis van de door parkeerbeheer geschatte daling van de omzet. Bij de berekening van de definitieve concessievergoeding over het jaar 2016 kan de exacte impact vastgesteld worden, indien de cijfers zich doorzetten is de kostprijs van het gratis halfuur wellicht een stuk lager dan oorspronkelijk ingeschat.

 

Het is inderdaad zo dat op begin maart werd gecommuniceerd over de populariteit van de gratis tickets de eerste 2 maanden na de invoering. Het aantal lag toen op 30.000 stuks of gemiddeld 3500 stuks per week. Op dat moment een stuk hoger dan de 1800 stuks per week uit 2015. Na dit weekend staat de teller op 168.500 gratis tickets, waaronder een 5000 tickets van 5 uur aan de parking tramweglei. Afgelopen week werden zo’n 6000 gratis tickets uitgereikt via de automaten, dat is het hoogste aantal tot nu toe.

 

 

Interpellatie 2: van Olivier Peeters (Vlaams Belang) i.v.m. drugsbeleid

 

De beleidsperiode van het stadsbestuur gaat stilaan in de laatste rechte lijn.

 

Dat Lier nog steeds te kampen heeft met een ernstige drugsproblematiek is nogmaals duidelijk bij het bekijken van het jaarverslag 2015 van de politie en uit de recente resultaten van Riolier.

Uit de resultaten van Riolier, waarbij 3 maanden lang het rioolwater geanalyseerd is geweest op de aanwezigheid van drugs, blijkt dat wat cannabis betreft enkel Amsterdam het slechter doet. Lier laat hiermee steden als Deurne, Antwerpen, Brussel, Ninove, Koksijde, Geraardsbergen, Utrecht en Eindhoven achter zich, als het over het gebruik van cannabis gaat. Bovenaan het lijstje prijken is in deze dan ook weinig lovenswaardig.

Wat het gebruik van amfetamines betreft, beter bekend als ‘speed’, is het nog dramatischer. Daar steekt Lier ook Amsterdam voorbij en staan we op de pijnlijke eerste plaats.

In het politieverslag 2015 lezen we over dancing La Rocca onder andere het volgende: “Het gebruik van drugs wordt als gangbaar’ beschouwd door de bezoekers van deze dansgelegenheid”. “Afgelopen jaren werden intensieve controles gehouden in de nabije omgeving van deze dancing. De vertrekkende bezoekers werden getest op het gebruik van verdovende middelen. Deze controles zijn altijd selectief en zeer gericht naar de bezoekers van de dancing. Het is opmerkelijk dat ongeveer 50% van de gecontroleerde bestuurders een positieve speekseltest aflegt.”

 

Gezien het schepencollege en de politie van Lier steeds te kennen geeft dat de bestrijding van drugs een prioriteit is, heeft onze fractie toch enkele vragen over de aanpak hiervan.

 

Zo zien we bv. uit de cijfers dat La Rocca een label heeft gekregen van ‘Safe Party Zone’, een samenwerkingsovereenkomst tussen de uitbaters, de lokale politie van Lier en het stadsbestuur. Als we naar de omschrijvingen van dat label kijken, worden we om de oren geslagen met woorden als veiligheid en verantwoordelijk uitgaan. Zo valt er onder meer te lezen: ‘Veilig uitgaan’, “Zie je bovenstaand logo dan weet je direct dat het een event is waar veel om veiligheid wordt gegeven.” “Jongeren (en hun ouders) kunnen ervan uitgaan dat op plaatsen die met dit label werken, veiligheid centraal staat.”

 

Ik heb hierover dan ook volgende vragen:

1)Erkent het stadsbestuur het probleem aangaande drugsgebruik in Lier?

2)Wat is de mening van het stadsbestuur over bovenstaande gegevens?

3)In welke mate wordt (werd) het gevoerde beleid tot nog toe bijgestuurd?

4)Is het CBS van mening dat een label dat zowel in naam, alsook in de omschrijving laat uitschijnen dat het veilig is om naar events/discotheken te gaan die dit label dragen, past bij een dancing waar het gebruik van drugs als gangbaar wordt beschouwd en de helft van de gecontroleerde bestuurders een positieve speekseltest aflegt?

5)Heeft het CBS, in samenspraak met de lokale politie, extra middelen ingezet om de drugsproblematiek in te dijken? Zo ja, in welke mate? Zo neen, waarom niet?

 

 

Antwoord Burgemeester Frank Boogaerts:

Vraag 1:

Het drugfenomeen (legale en illegale middelen) blijft een reëel gegeven in Lier, zoals dit ook de voorgaande jaren het geval was. We kunnen echter niet spreken van een drugprobleem, laat staan van een ernstige drugproblematiek. Hiermee bedoelen we dat we het fenomeen drugs in Lier niet kunnen negeren maar dat we het niet moeten overroepen. Dit betekent dat het fenomeen drugs tot nu toe de goede werking van de stad en organisaties (bv. scholen) zeker niet in het gedrang brengt. Er zijn, algemeen gesproken, geen aanwijzingen voor een groei van dit fenomeen.

Het gebruik van alcohol, tabak en cannabis is bij de Lierse schoolgaande jongeren in dalende lijn. Dit leiden we af uit de cijfers van de leerlingenbevragingen van het schooljaar 2015-2016 in vergelijking met eerdere leerlingenbevragingen. Alcohol blijft de meest gebruikte drug bij jongeren maar ook bij (jong)volwassenen.

Het gebruik van andere illegale drugs dan cannabis (XTC, GHB, cocaïne, speed, …) in Lier is een feit maar komt eerder sporadisch voor bij schoolgaande jongeren (cf. leerlingenbevragingen schooljaar 2015-2016). Vooral de +18 jarigen lijken deze middelen te gebruiken.

Bovendien is middelengebruik in het algemeen (legale en illegale drugs) niet leeftijdsgebonden, het komt dus niet alleen voor bij jongeren maar ook bij volwassenen.

 

Vraag 2:

Het rioolwateronderzoek zegt ons helemaal niets over de omvang van het gebruik laat staan over het specifiek aantal gebruikers in Lier. Dit is ons uitdrukkelijk bevestigd door Prof. Guido Van Hal (UA). Het onderzoek geeft enkel en alleen weer welke restproducten van drugs we terugvinden in het rioolwater. Of die restproducten afkomstig zijn van veel of weinig gebruikers (al dan niet uit Lier) weten we dus niet. Het zou dus evengoed kunnen zijn dat we bijvoorbeeld met een beperkt aantal cannabisgebruikers zitten in Lier maar dat deze per kop een grotere hoeveelheid gebruiken. Om dit te weten zou verder uitgebreid wetenschappelijk onderzoek nodig zijn.

 

Vraag 3:

Er wordt vanuit de stad, zoals dat in het verleden het geval was, blijvend geïnvesteerd in de preventie van middelengebruik. Het team Handhaving en Preventie geeft hiervoor permanente ondersteuning aan allerlei organisaties zoals bv. de scholen. Het gaat dan hoofdzakelijk over een beleidsmatige ondersteuning en coaching waarbij alle middelen (legale en illegale) telkens worden bekeken.  Daarnaast wordt ook geïnvesteerd in vorming en training naar verschillende doelgroepen.

 

Vraag 4-5:

Het jaarverslag van de lokale politie voor het jaar 2015 vermeldt inderdaad dat bij de controles in de omgeving van de nog enige megadancing op het grondgebied ongeveer 50% van de gecontroleerde bestuurders een positieve speekseltest aflegt. Dit wil dus niet zeggen dat 50% van de bestuurders een positieve speekseltest aflegt. Zoals tevens in dit jaarverslag wordt aangegeven betreffen dit selectieve controles gericht op het dancingpubliek. Er wordt met andere woorden in bepaalde mate reeds geselecteerd op basis van weggedrag e.d. Het feit dat de controle dus in 50% van de gevallen positief is, zegt ook iets over de expertise van de inspecteurs op dat vlak.

De Safe Zone beoogt een veilige uitgaansomgeving doch is vooral gericht op overlast die veroorzaakt wordt door steeds terugkerende amokmakers die in dat geval een plaatsverbod opgelegd krijgen door de burgemeester. Op dat vlak werpt het systeem dan ook zijn vruchten af. In 2012 diende de politie nog 37 maal tussen te komen voor zware ordeverstoringen aan de dancing. In 2015 was dit nog 14 maal.

Het thema drugs is in het huidige zonale veiligheidsplan van de lokale politie Lier afwisselend prioriteit of aandachtspunt. Het zal dit ook blijven tijdens de volgende jaren en het feit dat een “Geactualiseerd integraal en geïntegreerd drugsbeleid” één van de tien prioritaire veiligheidsfenomenen is uit het nieuwe nationale veiligheidsplan, bewijst ten volle dat het thema zeker geen louter Lierse aangelegenheid is.

Zoals ook in het jaarverslag van 2015 te lezen is, werden in 2015 korpsbreed 4422 mensuren besteed aan acties of onderzoeken in het kader van drugs. Een team binnen de lokale recherche houdt zich bijna exclusief bezig met de onderzoeken naar handel en fabricatie. Er werd binnen de interventiediensten een speciaal team “jongeren en drugs” opgericht, gericht op vaststellingen van drugbezit en –gebruik waar dit voor overlast zorgt. Er werden speciale opleidingen en stages ingericht op het verrichten van vaststellingen in het kader van drugs in het verkeer.

Door deze inspanningen zijn de geregistreerde criminaliteitscijfers inzake drugs hoger, er worden namelijk meer vaststellingen verricht.

In 2014 werden 183 feiten vastgesteld, waarvan 142 voor bezit en gebruik, 25 voor handel en 5 voor fabricatie. In 2015 werden er 225 vaststellingen verricht, waarvan 173 voor bezit en gebruik, 36 voor handel en 8 voor fabricatie.

Voor het jaar 2016 zitten we tot en met augustus reeds aan 112 vaststellingen voor bezit, 25 voor handel en 6 voor fabricatie.

In deze tijden, waarin de politie ook nog andere aandachtspunten heeft die er pakweg 2 jaar geleden nog niet waren, wordt dus toch nog alles in het werk gesteld om capaciteit vrij te maken voor dit belangrijke thema.

 

Er kan nog meegegeven worden dat de lokale politie Lier de drugsproblematiek op verschillende fronten aanpakt.

Drugs in het verkeer : alle inspecteurs kregen een extra opleiding om deze vaststellingen te verrichten en volmaakten de verplichte stage. Dit heeft dan ook geresulteerd in een verhoogd aantal vaststellingen op dat vlak. Dit kadert in de inspanningen voor veiliger verkeer. Er gebeuren wel degelijk controles tijdens het ganse jaar. Er werden 68 positieve vaststellingen gedaan op 184 gecontroleerde voertuigen. Er wordt op een andere wijze en dus veel selectiever gecontroleerd dan bij alcoholcontroles. Een drugcontrole neemt ook veel meer tijd in beslag.

Er werden controles uitgevoerd op :

o01/01/2015

o19/01/2015

o24/01/2015

o08/02/2015

o07/03/2015

o14/03/2015

o06/04/2015

o04/05/2015

o09/05/2015

o25/05/2015

o29/05/2015

o01/06/2015

o03/06/2015

o16/06/2015

o27/06/2015

o02/07/2015

o11/07/2015

o30/07/2015

o31/07/2015

o07/08/2015

o17/10/2015

o22/10/2015

o26/10/2015

o30/10/2015

o02/11/2015

o27/11/2015

o29/11/2015

o12/12/2015

o13/12/2015

o22/12/2015

o26/12/2015

 

De controleplaatsen waren Aarschotsesteenweg, Berlaarsesteenweg, Kesselsesteenweg, Waversesteenweg, Rechtestraat, Mechelsesteenweg, Antwerpsesteenweg, Ring, Sander De Vosstraat, Netelaan, Leuvensevest, Bernard Van Hoolstraat.

Drugbezit/gebruik met focus op de plaatsen waar dit voor overlast zorgt : meerdere acties werden/worden hiervoor uitgevoerd. Er werd binnen de dienst interventie een speciaal team “jongeren en drugs” opgericht dat zich daar verder op toelegt. Ook dit heeft geleid tot een hoger aantal vaststellingen.

De bevoorrading (productie, verkoop e.d.) : door hier op te werken wordt het probleem bij de kern aangepakt. Deze onderzoeken worden uitgevoerd door de recherchediensten. Veruit de meeste capaciteit wordt hieraan besteed, zonder dat dit daarom sterk uit de cijfers blijkt. In één dossier en dus maar één cijfertje meer in de statistieken, kunnen vele uren onderzoekswerk kruipen waarbij ondermeer soms gebruik gemaakt wordt van bijzondere opsporingstechnieken e.d. Vaak worden deze dossiers ook in samenwerking met andere politiediensten behandeld en wordt er gecoördineerd opgetreden, hetgeen vooral in de aanpak van netwerken van groot belang is.

 

 

Interpellatie 3: van Marcel Taelman (Vlaams Belang) i.v.m. spooroverweg Lisp

 

De spoorwegovergang op de Lispersteenweg is allesbehalve optimaal.

 

De overgang aan de  barelen voor het treinverkeer kan heel wat beter wat betreft (verkeers-)veiligheid en de fileproblemen.

 

In welke mate werden maatregelen genomen om de veiligheid ter plaatse te garanderen en zorgt ook dat de files langs beide kanten kleiner worden?

 

Als een voertuig van het centrum komt, kan deze momenteel afslaan naar de Guldensporenlaan.

 

Graag vernam ik of het CBS deze verkeerssituatie op dit “T-kruispunt” wilt herbekijken?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

De filevorming aan die overweg is vooral te wijten aan het feit dat dit volgens Infrabel de drukste overweg van dit land is. Uit recente gesprekken met Infrabel blijkt dat de enige mogelijkheid om hier iets aan te doen een omleiding van de Lispersteenweg zou zijn, waarbij de overweg permanent zou worden gesloten. Daarbij zou vanuit het centrum de Lispersteenweg ter hoogte van de Van Boeckellaan worden verlegd over de aanwezige visvijvers, onder het spoor door om uiteindelijk weer aan te sluiten ter hoogte van de rivierstraat. De stad acht dit geen haalbare optie.

 

Het herbekijken van verkeer naar de guldensporenlaan werd in de afgelopen maanden overwogen. Daarbij lijken er meer nadelen dan voordelen te zijn, vooral voor het verkeer binnen de achterliggende wijk. In het licht van de aanleg van de fietsostrade wordt de problematiek verder bekeken, waar de oversteekbaarheid van Bernardijnenlaan naar Guldensporenlaan en omgekeerd verder wordt onderzocht.

 

 

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019