Lier

Zitting van 28 juni 2021

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

HERVATTEN MANDAAT BURGEMEESTER. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing burgemeester van 29 januari 2021 i.v.m. aanstelling waarnemend burgemeester en waarnemend voorzitter vast bureau van Rik Verwaest.

Beslissing burgemeester van 14 juni 2021 i.v.m. hervatten mandaat van burgemeester Frank Boogaerts.

 

Feiten en context

Omwille van medische redenen was de burgemeester Frank Boogaerts tijdelijk afwezig en stelde hij  Rik Verwaest als waarnemend burgemeester en van rechtswege ook waarnemend voorzitter van het vast bureau aan tijdens de periode van zijn verhindering.

 

De burgemeester Frank Boogaerts laat inmiddels weten dat hij zijn bevoegdheid van zijn mandaat weer zal opnemen vanaf maandag 14 juni 2021.

 

Juridische grond

Artikel 62 van het decreet lokaal bestuur

 

Argumentatie

De burgemeester Frank Boogaerts beslist dat hij zijn mandaat vanaf 14 juni 2021 terug zal opnemen en dient daarom  de aanstelling van Rik Verwaest als waarnemend burgemeester en waarnemend voorzitter van het vast bureau vanaf 14 juni 2021 in te trekken.

 

BESLUIT:

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het hervatten van het mandaat van Frank Boogaerts als burgemeester en voorzitter van het vast bureau vanaf 14 juni 2021.

 

Art 2 :

De gemeenteraad neemt kennis van de intrekking van de aanstelling van Rik Verwaest als waarnemend burgemeester en waarnemend voorzitter van het vast bureau.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

ONTSLAG GEMEENTERAADSLID - SCHEPEN. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de installatie van de gemeenteraadsleden, vaststelling van hun rangorde en eedaflegging

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de verkiezing van de schepenen

 

Feiten en context

Mevr. Marleen Vanderpoorten werd tijdens de installatievergadering van 4 januari 2019 geïnstalleerd als gemeenteraadslid en verkozen als schepen.

 

Op 8 juni 2021 ontving de stad de akte van voordracht van één kandidaat-schepen waarbij mevr. Marleen Vanderpoorten ontslag neemt als schepen en als gemeenteraadslid en haar mandaat eindigt op 30 juni 2021.

 

Op 9 juni 2021 ontving de voorzitter van de gemeenteraad de mail waarin mevr. Marleen Vanderpoorten haar ontslag als gemeenteraadslid indient met ingang op 1 juli 2021.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, art. 13

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van mevr. Marleen Vanderpoorten als schepen en gemeenteraadslid met ingang op 1 juli 2021.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

VERVANGING SCHEPEN DOOR ONTSLAG. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de verkiezing van de schepenen

 

Feiten en context

Op 4 januari 2019 werd het aantal schepenen vastgelegd op 6. Door het ontslag van Mevr. Marleen Vanderpoorten als schepen met ingang van 1 juli 2021, dient de gemeenteraad te beslissen, met behoud van de toepassing van artikel 42 § 3, eerste lid, of het opengevallen schepenmandaat wordt ingevuld.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur art. 49 § 1 eerste lid

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Maurits De Smedt en Geert Marrin

7 onthoudingen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist dat het opengevallen schepenmandaat wordt ingevuld en dit met behoud van de toepassing van artikel 42 § 3, eerste lid.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

INSTALLATIE VAN GEMEENTERAADSLID, VASTSTELLING VAN HUN RANGORDE EN EEDAFLEGGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de installatie van de gemeenteraadsleden, vaststelling van hun rangorde en eedaflegging.

 

Feiten en context

De resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 werden geldig verklaard door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen op 5 december 2018.

 

Op 9 juni 2021 meldde mevr. Marleen Vanderpoorten haar ontslag als gemeenteraadslid met ingang op 1 juli 2021.

De eerstvolgende opvolgers, dhr. Philip De Koninck en dhr. Sanya Özdemir nemen hun mandaat niet op. De volgende opvolger, die in aanmerking komt om het mandaat op te nemen, is dhr. Tekin Tasdemir voor Open VLD.

 

De geloofsbrief van dhr. Tekin Tasdemir die opgeroepen is om de eed af te leggen, werd tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd conform de decretale bepalingen ter zake.

Uit het onderzoek van de ingediende geloofsbrief blijkt dat de verkozene die uitgenodigd wordt heden de eed af te leggen, voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.

Er zijn geen elementen waaruit zou blijken dat de verkozene zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.

De verkozene die opgeroepen is om de eed af te leggen, heeft de volgende eed afgelegd in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, de artikelen 6 , 7 , 8 , 9 , 10, 11, 12, 14, 49 en 59.

Het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, de artikelen 8, 58, 86 en 169.

De omzendbrief KB / ABB 2018 / 3 van 26 oktober 2018 — Start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de geloofsbrief van Tekin Tasdemir (Open VLD) goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van Tekin Tasdemir in handen van de voorzitter, waarbij hij zijn mandaat als gemeenteraadslid vanaf 1 juli 2021 zal opnemen.

 

Art 3 :

De gemeenteraad besliste de rangorde van de gemeenteraadsleden met ingang op 1 juli 2021 als volgt vast te stellen:

1)   Boogaerts Frank

2)   Callaerts Freddy

3)   Breugelmans Koen

4)   Van Damme Jenny

5)   Taelman Marcel

6)   Andries Ivo

7)   Cornelis Ella

8)   Leyzen Sabine

9)   Verwaest Rik

10)                       Pets Rik

11)                       Wollants Bert

12)                       Herijgers Lucien

13)                       Goris Annemie

14)                       Wagner Christina

15)                       Degirmenci Yahya

16)                       Vanhove Katrien

17)                       Caluwé Peter

18)                       Coenen Stijn

19)                       Claes Tom

20)                       Van Camp Evi

21)                       Verhoeven Bart

22)                       Suetens Thierry

23)                       Van den Broeck Ann-Sofie

24)                       Lambrechts Ilse

25)                       Frans Dirk

26)                       De Smedt Maurits

27)                       Marrin Geert

28)                       Van Oosterwyck Yente

29)                       Van Campenhout Stéphanie

30)                       Van den Bergh Heidi

31)                       Marien Walter

32)                       Van den Plas Christel

33)                       Tasdemir Tekin

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

VERKIEZING SCHEPEN

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de verkiezing van de schepenen

 

Feiten en context

De voordrachtsakte van kandidaat-schepen werd overhandigd aan de algemeen directeur op 8 juni 2021 zijnde uiterlijk acht dagen voor de vergadering van de gemeenteraad.

De algemeen directeur heeft op 8 juni 2021 een afschrift van de akte van voordracht aan de burgemeester bezorgd.

De algemeen directeur heeft de akte van voordracht van de kandidaat-schepen ter zitting overhandigd aan de voorzitter van de gemeenteraad.

De voorzitter van de gemeenteraad heeft vastgesteld dat de akte van voordracht van kandidaat-schepen werd ondertekend door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen en door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen.

De voorzitter van de gemeenteraad kan dus de ontvankelijkheid van de akte bevestigen.

In de ontvankelijke voordrachtakte van 8 juni 2021 wordt één kandidaat-schepen voorgedragen.

Het maximum aantal schepenen voor de gemeente overschrijdt het aantal schepenen niet, en dus is het aantal schepenen vastgelegd.

De voorzitter van de gemeenteraad deelt dit aantal ter zitting mee aan de gemeenteraad.

 

De voorgedragen kandidaat-schepen is mevr. Sabine Leyzen.

De kandidaat-schepen heeft de eed als gemeenteraadslid afgelegd.

Zij bevindt zich als kandidaat-schepen niet in een situatie van onverenigbaarheid.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 42, 43, 44 en 49;

De omzendbrief KB / ABB 2018 / 3 van 26 oktober 2018 — Start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de ontvankelijke akte van voordracht van de kandidaat-schepen, Sabine Leyzen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad neemt kennis van het vastgelegd aantal schepenen, met name 6.

 

Art 3 :

De gemeenteraad beslist de voorgedragen kandidaat-schepen, mevr. Sabine Leyzen, verkozen te verklaren in de rangorde van de akte van voordracht van de kandidaat-schepenen en akte te nemen van zijn eedaflegging met ingang op 1 juli 2021:

 

Rangorde

Officiële naam

Status

Begin mandaat

Einddatum mandaag

Eerste schepen

Rik Verwaest

Effectief

04/01/2019

31/12/2021

Tweede schepen

Ivo Andries

Effectief

04/01/2019

31/12/2024

Derde schepen

Rik Pets

Effectief

04/01/2019

31/12/2024

Vierde schepen

Bert Wollants

Effectief

04/01/2019

31/12/2024

Vijfde schepen

Thierry Suetens

Effectief

01/01/2021

31/12/2024

Zesde schepen

Sabine Leyzen

Effectief

01/07/2021

31/12/2024

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

GEMEENTERAADSCOMMISSIE - WIJZIGING. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 4 januari 2019 werd de gemeenteraad geïnstalleerd.

Gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2020 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

Gemeenteraadsbeslissing van 14 december 2020 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

 

Feiten en context

Sabine Leyzen werd verkozen tot schepen. Hierdoor wijzigen de gemeenteraadscommissies vanaf 1 juli 2021.

 

Juridische grond

        Decreet Lokaal Bestuur

        Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de wijziging in de samenstelling van de gemeenteraadscommissies.

 

Samenstelling commissies van 1 juli 2021:

 

Commissie 1 (financiën, veiligheid, handhaving, politie en brandweer, communicatie, regionale samenwerking)

 

Boogaerts

Frank

N-VA

Van Damme

Jenny

N-VA

Lambrechts

Ilse

N-VA

Wagner

Christina

N-VA

Van den Plas

Christel

Open Vld

Vanhove

Katrien

Groen-Lier&Ko

Van Campenhout

Stéphanie

CD&V

Verhoeven

Bart

Vlaams Belang

 

 

Commissie 2 (lokale economie, roerend erfgoed, musea, toerisme, jeugd, evenementen)

 

Verwaest

Rik

N-VA

Lambrechts

Ilse

N-VA

Frans

Dirk

N-VA

Van den Broeck

Ann-Sofie

N-VA

Degirmenci

Yahya

Open Vld

Caluwé

Peter

Groen-Lier&Ko

Van Campenhout

Stéphanie

CD&V

Verhoeven

Bart

Vlaams Belang

 

Commissie 3 (sport, cultuur, bibliotheek, onderwijs, afvalbeleid, proper Lier)

 

Andries

Ivo

Open Vld

Wagner

Christina

N-VA

Herijgers

Lucien

N-VA

Van den Broeck

Ann-Sofie

N-VA

Degirmenci

Yahya

Open Vld

Claes

Tom

Groen-Lier&Ko

Van Camp

Evi

CD&V

Van den Bergh

Heidi

Vlaams Belang

 

 

Commissie 4 (personeel, loket, ICT, burgerlijke stand, dierenwelzijn, begraafplaatsen)

 

Pets

Rik

N-VA

Herijgers

Lucien

N-VA

Van Damme

Jenny

N-VA

De Smedt

Maurits

N-VA

Tasdemir

Tekin

Open Vld

Vanhove

Katrien

Groen-Lier&Ko

Van Campenhout

Stéphanie

CD&V

Van den Bergh

Heidi

Vlaams Belang

 

 

Commissie 5 (openbare ruimte, mobiliteit, duurzaam beleid)

 

Wollants

Bert

N-VA

Lambrechts

Ilse

N-VA

Frans

Dirk

N-VA

De Smedt

Maurits

N-VA

Tasdemir

Tekin

Open Vld

Claes

Tom

Groen-Lier&Ko

Breugelmans

Koen

CD&V

Marien

Walter

Vlaams Belang

 

 

Commissie 6 (stadsontwikkeling, omgeving, milieu, natuur, landbouw, SOLag)

 

Suetens

Thierry

Open Vld

De Smedt

Maurits

N-VA

Herijgers

Lucien

N-VA

Van den Broeck

Ann-Sofie

N-VA

Van den Plas

Christel

Open Vld

Caluwé

Peter

Groen-Lier&Ko

Van Camp

Evi

CD&V

Cornelis

Ella

Vlaams Belang

 

Commissie 7 (wijkwerking, participatie, wonen, patrimonium, tewerkstelling, onroerend erfgoed)

 

Leyzen

Sabine

Open Vld

De Smedt

Maurits

N-VA

Frans

Dirk

N-VA

Wagner

Christina

N-VA

Van den Plas

Christel

Open Vld

Marrin

Geert

Groen-Lier&Ko

Breugelmans

Koen

CD&V

Cornelis

Ella

Vlaams Belang

 

 

Commissie 8 (sociale zaken, welzijn, kinderopvang, gezin, senioren, personen met een beperking, integratie)

 

Goris Annemie

Annemie

N-VA

Lambrechts

Ilse

N-VA

Van Damme

Jenny

N-VA

Frans

Dirk

N-VA

Degirmenci

Yahya

Open Vld

Marrin

Geert

Groen-Lier&Ko

Van Campenhout

Stéphanie

CD&V

Marien

Walter

Vlaams Belang

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. CO2 meters voor verenigingen

Gedurende de COVID19-crisis kwam meermaals het belang van CO2-meters naar boven. De CO2-concentratie is immers een indicator van de binnenluchtkwaliteit en het risico op besmettingen in binnenruimtes neemt ook toe naarmate de CO2-concentratie stijgt.

Sinds de versoepelingen van 9 juni zien we de meters alvast opduiken bij contactberoepen, fitnesscentra en horecazaken, maar ook bedrijven hebben hun weg naar de meters reeds gevonden.

Nu ook het verenigingenleven stilaan kan heropstarten, is het niet ondenkbaar dat ook zij in hun lokalen zulke meters zullen voorzien, zeker wanneer ze in het najaar voornamelijk weer tot activiteiten in binnenruimtes zullen gedwongen worden.

 

Ik heb hierbij de volgende vragen:

1. Zal het stadsbestuur CO2-meters voorzien op de eigen stadslocaties, die ook door verenigingen gebruikt worden?

2. Heeft het stadsbestuur de intentie om verenigingen te ondersteunen in de aankoop van kwaliteitsvolle CO2-meters en indien ja, op welke manier?

 

Antwoord burgemeester Frank Boogaerts:

Er werden 66 CO2-melders aangekocht voor de interne werking en 50 CO2-melders van een ander type voor een horeca-groepsaankoop.

 

De verdeling van de melders voor interne werking is gebeurd door TB gebouwen, in samenspraak met de preventie-adviseur. De gebouwverantwoordelijken van elke locatie zijn verantwoordelijk voor het toestel en het opvolgen van de procedures hierrond binnen hun gebouwen.

 

Er zijn daarnaast nog enkele bijkomende aanvragen binnengekomen om toestellen ter beschikking te stellen op onze verhuurlocaties (bv. Vleeshuis, Vredeberg, sporthallen…). Deze aanvragen worden eveneens behandeld bij TB Gebouwen, in samenspraak met de noodplanningscoördinator en volgens de protocollen die voor die specifieke sectoren gelden.

 

We hebben om over te  gaan tot een groepsaankoop voor verenigingen die hiervoor interesse betonen, dus voor hun eigen locaties die niet tot het stads- of OCMW patrimonium behoren. De praktische regeling wordt nu uitgewerkt.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. karton en papier juni

In een antwoord van mijn schriftelijke vraag staat te lezen dat er een artikel 116 is van het politiereglement dat zegt: “papier en karton moeten gebundeld worden met een stevig natuurtouw of in een stevige zak moet worden aangeboden “

Als dit dan toch een politiereglement is, zou ik graag weten hoeveel proces-verbalen al zijn opgemaakt of wordt hier niet voor opgetreden. Vorige storm lagen alle straten in Lier vol papier en karton, een schande.

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

Het algemeen politiereglement heeft niet als doel op zoek te gaan naar overtredingen om deze dan te bestraffen. Het politiereglement wil burgers beschermen tegen wie zich onaanvaardbaar gedraagt of overlast veroorzaakt. Loslopende honden, nachtlawaai, wildplassen, sluikstorten, wildplakken, beschadigen van roerende en onroerende goederen zijn activiteiten welke de openbare orde verstoren. Burgers ergeren zich aan overlast en vandalisme en verwachten hierop een krachtig antwoord. Inbreuken op het politiereglement kunnen zowel worden vastgesteld door de politie als door GAS-ambtenaren van de stad.

 

De bepalingen opgenomen in het politiereglement: “papier en karton moeten gebundeld worden met een stevig natuurtouw of in een stevige zak moet worden aangeboden” zijn bedoeld om ernstige overtredingen aan te pakken. Een bedrijf biedt meerdere m³ papier en karton aan op het voetpad tot op de rijweg. Dit vormt een gevaarlijke situatie voor alle weggebruikers. Anderzijds zullen we onze burgers verder moeten sensibiliseren om papier en karton op een correcte manier aan te bieden zodat zwerfvuil maximaal wordt voorkomen. Dit doe je niet door GAS-pv’s op te maken. Door de GAS-vaststellers werden bij de laatste papierophaling geen PV’s opgemaakt. De politie maakte wel één PV op.

 

Niettemin onderzoekt het college de mogelijkheid om de zogenaamde gele container in te voeren. Dit zou de problemen met rondvliegend papier en karton kunnen helpen oplossen. Daaromtrent zal in het najaar een beslissing worden genomen.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. PFOS-vervuiling

De laatste weken is er commotie over de PFOS-vervuiling,  chemische stoffen die niet of nauwelijks afbreekbaar zijn.   De vervuiling waarover heel wat te doen is heeft in eerste instantie betrekking op de fabrikant 3M in Zwijndrecht en over de wijde omgeving rond de 3M site.    Intussen deint de PFOS-vervuiling steeds verder uit in Vlaanderen en duiken ook vervuilde plekken op o.a. in Mechelen en Willebroek.

Volgens een rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij is PFOS alomtegenwoordig in de bodem en kunnen er risicoterreinen in kaart gebracht worden in functie van bepaalde industriële activiteiten die PFOS gebruikt hebben, oude brandweerkazernes of oude oefenterreinen van de brandweer.

 

Heeft het CBS momenteel kennis van historische risicoterreinen?  Zo ja,  zijn hier dan reeds metingen gedaan?

Heeft het CBS kennis van metingen die op Liers grondgebied zijn gebeurd en over de eventuele resultaten van deze metingen?

 

Antwoord burgemeester Frank Boogaerts:

Collega,

 

Op zaterdag 19 juni hebben de burgemeesters per mail een brief ontvangen van de ministers Demir, Somers en Beke hierover.

 

Hierin worden volgende concrete vragen gesteld:

1. Informatie over de oefenterreinen van de brandweer met structureel gebruik of opslag van fluorhoudend blusschuim;

2. Uiterlijk op 1 juli feedback m.b.t. terreinen waar in het verleden een ernstige industriële brand heeft gewoed en waar werd geblust met fluorhoudend blusschuim, zodat we deze zo snel mogelijk kunnen laten onderzoeken;

3. Uiterlijk 15 juli ontvangen we graag uw feedback m.b.t. de andere terreinen, zodat we hier zo snel mogelijk kunnen uitklaren waar er daadwerkelijk bodemonderzoeken moeten gebeuren en deze kunnen inplannen.

Op zondag 20 juni heb ik deze brief doorgezonden aan de brandweerzone Rivierenland en aan de postoverste van de brandweer in Lier, Bart Stroobants, met verzoek mij deze gegevens te bezorgen.

Binnen onze administratie ontvingen 2 ambtenaren bovendien de opdracht werk te maken van deze kwestie.

 

Op 22 juni ontving ik ook een brief van de Provincie Antwerpen meldend dat er ook op dat niveau een structuur en werkgroep zal worden opgezet. Ik heb nog geen verdere info ontvangen.

 

Op 24.6 heb ik deelgenomen aan een webinar waarin de oproep werd herhaald om alle info aan OVAM over te maken zodat OVAM gericht staalname kan doen en verder onderzoek kan verrichten.

 

Wij houden de zaak van zeer nabij in de gaten en ik hoop spoedig de gevraagde gegevens te mogen ontvangen om de noodzakelijke acties te kunnen nemen.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 31 MEI 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 31 mei 2021.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

29 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

1 stem tegen: Marcel Taelman

Goedkeuring met 29 stemmen voor - 1 stem tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 31 mei 2021 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

MEDEDELING VAN DE BURGEMEESTER OVER DE CORONAMAATREGELEN. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In België was fase 2 van het noodplan van de corona-pandemie vanaf 13 maart 2020 middernacht gehandhaafd en zijn we overgegaan naar de federale fase en bijkomende maatregelen. We zitten momenteel in fase 3 van het noodplan.

 

Dit heeft ook een impact op de werking en het functioneren van de stad. Ondertussen werden er een aantal maatregelen genomen ter ondersteuning van de lokale economie, op sociaal vlak, naar personeel toe, ... De burgemeester geeft een update over de genomen maatregelen.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de maatregelen van de stad en OCMW.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

KADER ORGANISATIEBEHEERSING STAD EN OCMW LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Het algemeen kader organisatiebeheersing vormt de basis van het organisatiebeheerssysteem van de stad en het OCMW.

 

Het decreet Lokaal Bestuur definieert organisatiebeheersing als het geheel van maatregelen en procedures om een redelijke zekerheid te verschaffen dat de organisatie:

1)   de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico’s om deze te bereiken kent en beheerst;

2)   de wetgeving en procedures naleeft;

3)   over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;

4)   effectief en efficiënt werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;

5)   de activa beschermt en fraude voorkomt.

 

Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de stad en het OCMW wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn.

 

Naast de decretale verplichting omtrent organisatiebeheersing, willen we met dit kader meer bereiken. Organisatiebeheersing helpt om de doelstellingen binnen de organisatie zo kwaliteitsvol, efficiënt en effectief mogelijk te behalen, kan de dienstverlening en interne werking continu naar een hoger niveau brengen en laat ook toe om een lerende organisatie te zijn. Door een systeem op te zetten waarin zelfevaluatie een essentieel onderdeel is, leren we uit ervaringen, risico's en knelpunten en zetten van daaruit verbeteracties op.

 

Op basis van dit kader organisatiebeheersing zal jaarlijks een jaarrapport opgesteld worden dat minstens voor 30 juni van dat jaar aan de gemeenteraad zal voorgelegd worden.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, inz. art. 171 § 1, 217 tot 220, art. 217, art. 218, art. 219 en art. 220

.

Argumentatie

Om in te zetten op een continue en duurzame verbetering van de organisatie is het aangewezen om het kader organisatiebeheersing goed te keuren.

 

In onze aanpak zal ingezet worden op participatie en samenwerking tussen de verschillende betrokken actoren. Er zal transparant en realistisch te werk worden gegaan, bestaande uit haalbare stappen.

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

8 onthoudingen: Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het kader Organisatiebeheersing voor stad en OCMW goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

JAARRAPPORT ORGANISATIEBEHEERSING 2020-2021 STAD EN OCMW LIER EN ZELFEVALUATIE FINANCIEEL MANAGEMENT . KENNISNAME.

 

MOTIVERING

 

 

Feiten en context

Organisatiebeheersing is een middel om de doelstellingen van de stad en het OCMW te bereiken.

Het jaarrapport van de stad en het OCMW schetst de resultaten van de afgelopen periode en de toekomstige doelstellingen op gebied van de organisatiebeheersing, zie bijlage.

 

De algemene aanpak van de organisatiebeheersing is terug te vinden in het kader. Hierin wordt toegelicht hoe er dit jaar concreet  gewerkt is en hoe er het komende jaar zal verder gewerkt worden.

 

Vanaf 2021 werd er een gezamenlijk organisatiebeheersingssysteem opgezet, waarbij de ingezette middelen en instrumenten van de stad en het OCMW op elkaar afgestemd werden en een uniforme, gestandaardiseerde methodiek werd toegepast.

 

Voor de zelfevaluaties wordt er via het raamcontract van Audit Vlaanderen ondersteuning geboden door Deloitte. De gemeenteraad en de OCMWraad kunnen via deze rapportering het organisatiebeheerssingssysteem opvolgen.

 

Via een zelfevaluatie kan de organisatie op een gestructureerde wijze haar risico’s en verbeterpunten binnen de organisatie in kaart brengen. De evaluatie steunt op de 10 thema’s uit de leidraad organisatiebeheersing van Audit Vlaanderen. Aan de hand van de resultaten van de zelfevaluatie worden verbeteracties, onder de vorm van projecten geformuleerd door de stad en het OCMW. Deze zullen stapsgewijs worden uitgevoerd en uitgerold.

 

De zelfevaluatie van het financieel management is reeds uitgevoerd, zie bijlage.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur art. 219

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het jaarrapport organisatiebeheersing 2020 -2021 van stad en OCMW Lier en van de zelfevaluatie financieel management in bijlage.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

ADDENDUM 2 BIJ DE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST, AFGESLOTEN MET HET AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID HOUDENDE HET OPNEMEN VAN COMPLEMENTAIRE ENGAGEMENTEN IN HET KADER VAN HET BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING TOT TOEKENNING VAN EEN SUBSIDIE AAN DE LOKALE BESTUREN OM DE CONTACT- EN BRONOPSPORING TER BESTRIJDING VAN DE COVID-19-PANDEMIE TE VERSTERKEN. BEKRACHTIGING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 16 november 2020 over de keuze voor optie 1, namelijk: "Sensibilisering en preventie, bronopsporing en quarantaine coaching", in het kader van de ondersteuning van de Vlaamse regering voor de contactopsporing door de gemeenten.

Gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2021 over de kennisname van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken én de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst.

Gemeenteraadsbeslissing 26 april 2021 over de kennisname van het besluit van de Vlaamse Regering van xxx tot het toekennen van een subsidie  aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken én de goedkeuring van de addendum bij de samenwerkingsovereenkomst (verlenging tot 30 juni 2021).

 

Feiten en context

De stad heeft op 11 mei 2021 een bericht van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) ontvangen over de verlenging van de subsidie voor lokale bron- en contactopsporing

 

In de  fase van de COVID-19-crisis waarin we ons momenteel bevinden, is een cruciale rol weggelegd voor contactonderzoek en bronopsporing. 

        Bij contactonderzoek wordt gezocht met wie een besmet iemand nauw contact heeft gehad. Hier is de snelheid van de contacttracing belangrijk.  Het is de bedoeling om zoveel mogelijk mensen te bereiken die in contact zijn gekomen met besmette personen. Zij krijgen advies over hoe ze zich kunnen beschermen en welke maatregelen ze kunnen nemen om anderen te beschermen. Dat vermijdt een mogelijke (nieuwe) toename van het aantal patiënten.

        Bij bronopsporing wordt gezocht van wie de besmette persoon zelf de besmetting heeft opgelopen. Bronopsporing heeft als voordeel dat heel gericht kan gezocht worden waar de besmettingen vandaan komen en de lokale besturen als beleidsmakers heel gericht maatregelen (preventie, sensibilisering, handhaving) kunnen nemen.

 

Op 23 april 2021 heeft de Vlaamse Regering de contouren voor preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine-coaching en lokaal contactonderzoek door lokale besturen na 31 maart 2021 uitgewerkt, met een bijhorende subsidie. De Vlaamse Regering gaf op 7 mei haar definitieve goedkeuring aan een wijzigingsbesluit tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021. Het wijzigingsbesluit verlengt de subsidieperiode voor optie 1 en optie 2 tot 31 augustus 2021.

 

Wat de aard van de engagementen betreft, kunnen lokale besturen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van datum kiezen tussen de volgende opties:

        Optie 1: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching

        Optie 2: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantainecoaching én  aanvullend lokaal contactonderzoek.

 

De stad heeft op basis van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met het Agentschap Zorg en Gezondheid. We kunnen vanaf 1 april 2021 een overeenkomst voor optie 1 (sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching) onder de vorm van een verlenging van deze overeenkomst afsluiten.

De stad werkt als lokaal bestuur in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters.

De stad krijgt een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor een periode van 1 april 2021 tot en met 31 augustus 2021, omdat hij inzet op optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse van clusters, quarantaine-coaching en aandacht voor kwetsbare personen of groepen).

 

Hiertoe wordt door de stad een samenwerkingsovereenkomst opgesteld met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.

 

Bij deze samenwerkingsovereenkomst worden volgende documenten als bijlage gevoegd:

        Afsprakennota waarin de stad, in overleg met de COVID-19-teams haar engagementen die zij in het kader van de samenwerkingsovereenkomst zal uitvoeren,  concreet omschrijft;

        De nodige verwerkersovereenkomst(en) zoals voorzien op www.vlaanderenhelpt.be;

        De contactlijsten m.h.o. op het aanvragen van de nodige accounts op deze engagementen te kunnen uitvoeren;

        In voorkomend geval, de nodige protocollen zoals voorzien op www.vlaanderenhelpt.be.

De laatste 3 bijlagen werden reeds overgemaakt aan ABB.

 

Het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

 

De stad zorgt voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen.

 

De engagementen die de stad opneemt, doet geen afbreuk aan de engagementen die de gemeente in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden binnen de werking van de Eerstelijnszone (ELZ). Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.

 

Adviezen

Advies dienst welzijn:

De stad heeft reeds een overeenkomst met het agentschap zorg en gezondheid afgesloten voor optie 1.

 

Juridische grond

Artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie verankert het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen.  Dit beginsel houdt in dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

Decreet lokaal bestuur, inz. art. 41 2e lid 5° dat bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is om onderhavig besluit te nemen.

Decreet lokaal bestuur, inz. art. 269 dat bepaalt dat als de gemeenteraad niet tijdig kan samenkomen om onderhavig besluit nemen door bij hoogdringendheid de samenwerkingsovereenkomst goed te keuren met het oog op het bekomen van de nodige accounts doch onder voorbehoud van bekrachtiging van deze beslissing op de eerstvolgende gemeenteraad waarop dit wetmatig kan geagendeerd worden.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen voor de lokale preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantainecoaching en contactonderzoek (ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken).

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing en het contactonderzoek ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken

Wijzigingsbesluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021. Het wijzigingsbesluit verlengt de subsidieperiode voor optie 1 en optie 2 tot 31 augustus 2021.

 

Argumentatie

De stad wil zijn verantwoordelijkheid opnemen om de strijd aan te gaan tegen de COVID-19-pandemie en hiervoor, in samenwerking met o.a. de eerstelijnszone, de inspanningen te leveren om de verspreiding van COVID-19 verder in te dijken. De engagementen in de contact- en bronopsporing zijn daar een onderdeel van. Daarom dient de samenwerkingsovereenkomst te worden verlengd.

 

De Vlaamse Regering heeft alle Vlaamse gemeenten opgeroepen op om aanvullend en ondersteunend aan de reeds bestaande initiatieven bijkomende engagementen op te nemen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie. De complementaire engagementen worden opgenomen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie.

Een en ander vergt dat de gemeente zo snel mogelijk met haar engagementen kan opstarten, zodat geen kostbare tijd verloren gaat. Om te kunnen opstarten is de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met bijlagen vereist.  Op basis daarvan ontvangt de gemeente tevens de nodige accounts voor van de verschillende platformen.

De dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachten tot de eerstvolgende gemeenteraad omwille van de noodzaak om engagementen onmiddellijk te kunnen opnemen.

Uit de epidemiologische resultaten voor Vlaanderen, die van dag op dag evolueren, blijkt de hoogdringendheid.

Op basis van de voornoemde hoogdringendheid, neemt het college van burgemeester het besluit tot ondertekening van de voorliggende samenwerkingsovereenkomst en bijlagen.

Zij doet dit onder voorbehoud van bekrachtiging van onderhavig besluit door de eerstvolgende gemeenteraad waarop dit dossier rechtsgeldig kan worden geagendeerd.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken en het door het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 30juni 2021) en het contactonderzoek (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 31 mei 2021) ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken gewijzigde .besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing en het contactonderzoek  ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de goedkeuring voor het college van burgemeester en schepenen van 14 juni 2021 over het voorgelegde addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met bijlagen bij hoogdringendheid te bekrachtigen.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

STAD EN OCMW LIER - AANPASSING MEERJARENPLAN - DEEL STAD. VASTSTELLING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stad en OCMW Lier hebben in 2020 een aanpassing meerjarenplan opgemaakt voor de periode van 2020 tot 2025. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2021.

 

Feiten en context

Het meerjarenplan moet minstens 1 keer per jaar worden aangepast om de ramingen uit het initiële meerjarenplan te herzien en de kredieten van het daaropvolgende jaar vast te stellen. In dezelfde aanpassing zullen tevens de kredieten van het lopende jaar worden bijgestuurd. Daarnaast dient ook het resultaat van het voorgaande jaar verwerkt te worden in het meerjarenplan.

 

Normaal gezien beogen we het MJP 1 keer per jaar bij te sturen (in het najaar). Echter gelet op de grote budgettaire impact van het Vaccinatiecentrum dringt een snellere aanpassing zich op.

De aanpassing van het MJP dewelke we aan de gemeenteraad van juni voorleggen beperkt zich tot de noodzakelijke aanpassingen voor de financiering van het Vaccinatiecentrum, de verwerking van het resultaat 2020 en enkele beperkte bijsturingen van de corona-gerelateerde budgetten.

In het najaar voorzien we een grondige bijsturing van het MJP.

 

De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit volgende onderdelen :

1. Een motivering van de wijzigingen

2. Een aangepaste strategische nota

3. Een aangepaste financiële nota, bestaande uit :

a. het aangepaste financieel doelstellingenplan (M1)

b. de aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2)

c. het aangepaste overzicht van de kredieten (M3)

4. Toelichting

 

Bij de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook nog een uitvoerige documentatie.

In de bijgevoegde nota's worden de voorgestelde wijzigingen aan het MJP toegelicht.

Aangezien de bijsturingen enkel betrekking hebben op het lopende jaar 2021, blijft de AFM op het einde van de legislatuur ongewijzigd.

 

Fasering

Volgende fasering dient gevolgd te worden in de besluitvorming rond de aanpassing van het MJP volgens art. 249 § 3 van het decreet lokaal bestuur :

1. de OCMW-raad stelt eerst zijn deel van het aangepast MJP vast;

2. de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van het aangepast MJP vast;

3. de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018;

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts en Maurits De Smedt

8 stemmen tegen: Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het aangepaste meerjarenplan en de aangepaste kredieten voor 2021 voor wat betreft het gedeelte van de Stad vast te stellen. Het beschikbaar budgettair resultaat is jaarlijks positief en de autofinancieringsmarge eind 2025 bedraagt 680.825 EUR.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

STAD EN OCMW LIER - AANPASSING MEERJARENPLAN - DEEL OCMW. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stad en OCMW Lier hebben in 2019 een meerjarenplan opgemaakt voor de periode van 2020 tot 2025. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken

resultaten of effecten en de actieplannen en acties die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op

financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2020.

 

Feiten en context

De OCMW-raad heeft de aanpassing van het MJP, versie Juni 2021, voor wat betreft het OCMW-gedeelte vastgesteld. Via dit besluit keurt de gemeenteraad het OCMW-gedeelte van de aanpassing MJP dat door de OCMW-raad werd vastgesteld goed.

 

Fasering

Volgende fasering dient gevolgd te worden in de besluitvorming rond de aanpassing van het MJP volgens art. 249 § 3 van het decreet lokaal bestuur :

1. de OCMW-raad stelt eerst zijn deel van het aangepast MJP vast;

2. de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van het aangepast MJP vast;

3. de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018;

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts en Maurits De Smedt

7 stemmen tegen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

6 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 7 stemmen tegen - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de vaststelling door de OCMW-raad van het OCMW-gedeelte van de aanpassing van het MJP, versie juni 2021, goed te keuren.

Het beschikbaar budgettair resultaat is jaarlijks positief en de autofinancieringsmarge eind 2025 bedraagt 680.825 EUR.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

STAD EN OCMW LIER  - JAARREKENING 2020 DEEL STAD LIER. VASTSTELLING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In de filosofie van de beleids- en beheerscyclus hoort de jaarrekening bij de fase van de beleidsevaluatie. De jaarrekening geeft een zicht op de mate waarin de (prioritaire) doelstellingen werden gerealiseerd.

 

De jaarrekening volgt heel nauw de structuur, vorm en inhoud van het meerjarenplan. Op deze wijze wordt maximale transparantie en toegankelijkheid gegarandeerd. Het laat een duidelijke vergelijking toe van wat was gepland (budget) en wat uiteindelijk is gerealiseerd (jaarrekening).

De jaarrekening bestaat uit drie delen :

- De beleidsevaluatie

- De financiële nota

- De toelichting

 

Als achtergrondinformatie wordt ook nog aanvullende documentatie ter beschikking gesteld aan de raadsleden.

 

De jaarrekening 2020 is de eerste jaarrekening die geconsolideerd werd afgesloten en opgemaakt werd voor Stad en OCMW Lier. Tenzij anders wordt vermeld, geven de cijfers hierna steeds de geconsolideerde toestand weer. Tevens is de jaarrekening 2020 ook het eerste beleidsdocument van Stad en OCMW Lier dat werd opgemaakt in het nieuwe softwareprogramma Pepperflow dat in 2020 werd aangekocht.

 

De jaarrekening wordt aan de raadsleden ter beschikking gesteld via de webpagina : lier.begrotingsapp.be. In bijlage van dit punt worden eveneens de corresponderende PDF-rapporten toegevoegd.

 

Het budgettair resultaat van het boekjaar bedraagt € 10.003.703 en is samengesteld uit de drie volgende saldi die verder in de nota van de jaarrekening meer worden toegelicht:

- het exploitatiesaldo: € 7.838.970

- het investeringssaldo: € -615.468

- het financieringssaldo: € 2.780.201

 

Samen met het resultaat van vorig boekjaar (€ -1.586.445) sluiten we het huidige boekjaar af met een beschikbaar budgettair resultaat van € 8.417.258. Het resultaat van 2020 is dus € 5.403.330 beter dan verwacht. Dit dient wel genuanceerd te worden door het feit dat een belangrijk deel van het investeringsbudget wordt overgedragen naar het volgende dienstjaar. Dus een gedeelte van het budgettair resultaat zal in 2021 reeds gebruikt worden voor de financiering van de overgedragen investeringen.

 

De autofinancieringsmarge voor het boekjaar 2020 bedraagt € 5.054.597.

 

Bij de eerste aanpassing MJP in 2021 zal het resultaat 2020 verwerkt worden.

 

Fasering

Volgende fasering dient gevolgd te worden in de besluitvorming rond de beleidsrapporten volgens art. 249 § 3 van het decreet lokaal bestuur:

1. de OCMW-raad stelt eerst zijn deel van de jaarrekening vast;

2. de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van de jaarrekening vast;

3. de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld waarna het beleidsrapport in zijn geheel geacht wordt vastgesteld te zijn.

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Besluit van de Vlaamse Regering van 30/03/2018 betreffende BBC 2020.

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts en Maurits De Smedt

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad stelt de jaarrekening 2020 van stad en OCMW Lier vast voor wat betreft het gedeelte van de stad. Het beschikbaar budgettaire resultaat bedraagt € 8.417.258. De autofinancieringsmarge is eveneens positief en bedraagt € 5.054.597.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

STAD EN OCMW LIER - JAARREKENING 2020 - OCMW-DEEL. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De OCMW-raad stelt de jaarrekening 2020 vast voor wat betreft het OCMW-gedeelte. Via dit besluit keurt de gemeenteraad het OCMW-gedeelte van de jaarrekening dat door de OCMW-raad werd vastgesteld goed. Hierdoor wordt de jaarrekening 2020 stad en OCMW in zijn geheel vastgesteld.

 

Fasering

Volgende fasering dient gevolgd te worden in de besluitvorming rond de beleidsrapporten

volgens art. 249 § 3 van het decreet lokaal bestuur:

1. de OCMW-raad stelt eerst zijn deel van de jaarrekening vast;

2. de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van de jaarrekening vast;

3. de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld

waarna het beleidsrapport in zijn geheel geacht wordt vastgesteld te zijn.

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Besluit van de Vlaamse Regering van 30/03/2018 betreffende BBC 2020.

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts en Maurits De Smedt

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de vaststelling door de OCMW-raad van het OCMW-gedeelte van de jaarrekening 2020 goed.

Het beschikbaar budgettaire resultaat bedraagt € 8.417.258. De autofinancieringsmarge is eveneens positief en bedraagt € 5.054.597.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

LOKALE POLITIE LIER - VERIFICATIE REKENING 2020. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Zoals vorige jaren zijn we niet op de hoogte van een besluit dat toelaat om de rekening af te sluiten. Het laatste besluit dateert zelfs van 2005 mbt de afsluit van 2002 t.e.m. 2004 (omzendbrief PLP 38 en PLP 38bis).

 

In het kader van de continuïteit van de financiële rapportering en het opmaken van budgetten en budgetwijzigingen vindt de financiële dienst het opportuun om de rekening 2020 af te sluiten. Om die reden werden ook al de rekeningen 2005 t.e.m. 2019 van de politiezone afgesloten.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

6 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad stelt de rekening 2020 van de lokale politie Lier als volgt vast:

 

Gewone dienst

 

Vastgestelde rechten

11.536.195,72

Onverhaalbare en oninbare bedragen

0,00

Netto vastgestelde rechten

11.536.195,72

Vastgelegde uitgaven

10.467.584,71

Begrotingsresultaat

1.068.611,01

 

 

Vastgelegde uitgaven

10.467.584,71

Aanrekeningen

10.408.218,68

Over te dragen vastleggingen

59.366,03

 

 

Boekhoudkundig resultaat

1.127.977,04

 

Buitengewone dienst

 

Vastgestelde rechten

538.518,54

Onverhaalbare en oninbare bedragen

0,00

Netto vastgestelde rechten

538.518,54

Vastgelegde uitgaven

364.521,84

Begrotingsresultaat

173.996,70

 

 

Vastgelegde uitgaven

364.521,84

Aanrekeningen

254.962,51

Over te dragen vastleggingen

109.559,33

 

 

Boekhoudkundig resultaat

283.556,03

 

De balans op 31 december 2020 en de resultatenrekening over het dienstjaar 2020 van de lokale politiezone Lier worden als volgt samengesteld :

 

Balans

 

Vaste activa

1.591.958,00

Vlottende activa

1.476.749,00

Totaal van de activa

3.068.707,00

 

 

Eigen vermogen

2.776.517,00

Voorzieningen

0,00

Schulden

 292.190,00

Totaal van de passiva

3.068.707,00

 

 

 

Resultatenrekening

 

Exploitatieresultaat

-252.913,00

Uitzonderlijk resultaat

50.066,00

Resultaat van het dienstjaar

-202.847,00

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

SOLAG - JAARREKENING 2020  VOLGENS VENNOOTSCHAPSBOEKHOUDING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De jaarrekening 2020 SOLag volgens vennootschapsboekhouding werd vastgesteld  door de raad van bestuur SOLag op 27/04/2021. De bedrijfsrevisor heeft in opdracht van de stad Lier de jaarrekening 2020 nagekeken in de periode maart-april 2021.

 

 

 

Feiten en context

In toepassing van artikel 23 van de statuten SOLag wordt de boekhouding gevoerd onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur. De raad van bestuur stelt de jaarrekening vast en maakt deze ter goedkeuring over aan de gemeenteraad, overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet en vraagt kwijting voor de bestuurders. De gemeenteraad keurt de jaarrekening goed in overeenstemming met de bepalingen op de financiële controle en geeft onverminderd kwijting aan de bestuurders. De financiële controle is bepaald in artikel 19 van de staturen en bepaalt dat de financiële controle door een erkend bedrijfsrevisor dient te worden uitgevoerd.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

6 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de jaarrekening 2020 SOLag volgens vennootschapsboekhouding goed en geeft kwijting aan de bestuurders.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

SOLAG - JAARREKENING 2020 BBC - POSITIEF ADVIES. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De jaarrekening SOLag 2020 volgens BBC werd vastgesteld door de raad van bestuur SOLag op datum 27/04/2021. De bedrijfsrevisor heeft in opdracht van de stad Lier de jaarrekening nagekeken in de periode maart-april 2021.

 

Feiten en context

In toepassing van artikel 23 van de statuten SOLag wordt de boekhouding gevoerd onder verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur. De raad van bestuur stelt de jaarrekening vast en maakt deze over aan de gemeenteraad, overeenkomstig de bepalingen op de financiële controle. De financiële controle is bepaald in artikel 19 van de statuten en bepaalt dat deze door een erkend bedrijfsrevisor dient te worden uitgevoerd. Het Decreet Lokaal Bestuur stelt dat de gemeenteraad advies dient uit te brengen over de jaarrekening en dat de Vlaamse Regering beslist over de goedkeuring van de jaarrekening. De gemeenteraad geeft een positief advies voor de jaarrekening 2020 gezien het positief verslag van de bedrijfsrevisor en het positief advies van de raad van bestuur.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

6 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad brengt een positief advies uit over de jaarrekening 2020 SOLag volgens BBC.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

CENTRAAL KERKBESTUUR LIER - REKENINGEN 2020. POSITIEF ADVIES.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De rekeningen 2020 van de kerkfabrieken van Lier en Koningshooikt werden op 29/3/2021 door het Centraal Kerkbestuur van Lier aan de stad bezorgd ter nazicht en voor advies van de gemeenteraad aan de gouverneur.

 

Over het algemeen kunnen we vaststellen dat in de budgetten van de kerkfabrieken de ontvangsten redelijk correct worden ingeschat en dat er op niveau van de uitgaven steeds een redelijke overbudgettering is. Zo merken we op dat bijvoorbeeld de nutskosten in de rekeningen doorgaans veel lager uitvallen.

 

In onderstaande tabel geven we een overzicht van de gevraagde exploitatietoelage in het budget 2020 versus de werkelijk opgevraagde toelage, aangevuld met het uiteindelijke resultaat in de laatste kolom.

 

Kerkfabriek

Exploitatietoelage Budget 2020

Exploitatietoelage Rekening 2020

Overschot op exploitatie 2020

Heilig Kruis

0

0

45.555,58

Heilig Hart

7.716,83

7.716,83

11.975,62

St-Jozef en Bernardus

4.075,89

0

41.102,84

St-Jan Evangelist

19.719,45

19.719,45

11.490,10

Heilige Familie

15.417,47

10.000

625,25

OLV Onbevlekt Lachenen

0

0

11.020,37

St-Gummarus

0

0

15.983,77

 

 

Adviezen

Bij het nazicht van de rekeningen, bestaande uit het financieel gedeelte en de toelichting, werden geen onregelmatigheden aangetroffen.

 

Juridische grond

Decreet 07/05/2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

Besluit van de Vlaamse Regering 05/09/2008.

Ministrieel besluit 05/09/2008

Ministriële omzendbrief 18/07/2008.

 

Argumentatie

In haar rol van administratief toezichthouder op de kerkfabrieken is het stadsbestuur gehouden tot het geven van een advies over de jaarrekeningen van de kerkfabrieken.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/17/KAP/01/14

Ondersteuning erediensten

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

6 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de jaarrekeningen 2020 van de kerkfabrieken op het grondgebied van Lier-Koningshooikt en geeft positief advies.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

BIJZONDERE POLITIEVERORDENING BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE GELDBOETES VOOR BEPERKTE SNELHEIDSOVERTREDINGEN (GAS 5). GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

1) Decretale basis voor het bepalen van gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen

Op 27 november 2020 werd in het Belgisch Staatsblad het Decreet van 9 oktober 2020 houdende diverse bepalingen over het gemeenschappelijk vervoer, het algemeen mobiliteitsbeleid, de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de waterinfrastructuur en het waterbeleid gepubliceerd. In artikel 6 van dit decreet wordt een nieuw artikel 29quater toegevoegd in de wet van 6 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (de wegverkeerswet). Dit artikel trad in werking op 1 februari 2021 en geeft aan de gemeenteraad de mogelijkheid om in zijn reglementen of verordeningen administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen. Indien de gemeenteraad hiervoor opteert, worden deze snelheidsovertredingen gedepenaliseerd en is het openbaar ministerie niet meer bevoegd om deze snelheidsovertredingen strafrechtelijk af te handelen.

 

De mogelijkheid voor de gemeenteraad om administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen en de daaraan gekoppelde depenalisering wordt wel aan voorwaarden gekoppeld. Zo kan de gemeenteraad alleen administratieve geldboetes bepalen voor het overschrijden van de toegelaten maximumsnelheid indien cumulatief voldaan is aan volgende voorwaarden:
 

        De snelheidsovertreding wordt begaan door een meerderjarige natuurlijke persoon of door een rechtspersoon. Dit betekent dat het moet gaan om snelheidsovertredingen begaan met voertuigen die ingeschreven zijn op naam van een meerderjarige natuurlijke persoon of op naam van een rechtspersoon. Snelheidsovertredingen begaan door minderjarige natuurlijke personen kunnen dus niet worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve geldboete. Wat het identificeren van de overtreder betreft, zijn artikel 67bis (natuurlijke personen) en 67 ter (rechtspersonen) van de wegverkeerswet van toepassing.
 

        Het betreft een overschrijding van de toegelaten maximumsnelheid met niet meer dan 20 kilometer per uur. De vastgestelde snelheden worden gecorrigeerd op dezelfde wijze als bij een strafrechtelijke afhandeling. Dit volgt uit het feit dat voor de vaststelling van de overtredingen wordt verwezen naar artikel 62 van de wegverkeerswet (zie hieronder). Op die manier zijn alle voorwaarden die gelden voor deze toestellen wanneer zij strafrechtelijk gesanctioneerde inbreuken registreren op dezelfde wijze van toepassing bij de vaststelling van administratief beteugelde inbreuken. Het gaat hier onder meer over de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 betreffende de goedkeuring, de ijking en de installatie van de meettoestellen, gebruikt om toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten. Zo zullen de technische tolerantiemarges die gehanteerd worden bij snelheidsovertredingen die strafrechtelijk beteugeld worden, op dezelfde wijze gelden bij administratief beteugelde snelheidsovertredingen.
 

        De snelheidsovertreding wordt begaan op plaatsen waar de toegelaten snelheid beperkt is tot 30 of 50 kilometer per uur. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen de plaatsen waar de snelheid beperkt is met zoneborden (bv. binnen de bebouwde kom of binnen een zone 30), of plaatsen waar de snelheid is beperkt door specifieke borden (bv. op een weg buiten de bebouwde kom maar waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 km per uur). In beide gevallen is een gemeentelijke administratieve afhandeling van de snelheidsovertreding mogelijk. Dit neemt niet weg dat het bedrag van de administratieve geldboete wel kan verschillen (bv. hogere sanctionering indien overtreding wordt vastgesteld in de bebouwde kom of zone 30). Er wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen de wegbeheerder van de plaats waar de snelheidsovertreding werd vastgesteld: zowel snelheidsovertredingen vastgesteld op gemeentewegen als deze vastgesteld op gewestwegen kunnen met een gemeentelijke administratieve geldboete worden gesanctioneerd. Snelheidsovertredingen vastgesteld op autosnelwegen kunnen echter niet worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve geldboete. Een gemeentelijke administratieve geldboete is ook uitgesloten voor snelheidsovertredingen vastgesteld in woonerven, omdat de snelheid daar beperkt is tot 20 kilometer per uur. Ook snelheidsovertredingen op plaatsen waar andere snelheidslimieten gelden (bv. 70 km per uur) kunnen niet met een administratieve geldboete worden gesanctioneerd.
 

        De snelheidsovertreding moet worden vastgesteld met automatisch werkende toestellen zoals vermeld in artikel 62 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer. Zowel bemande als onbemande camera’s, als vaste en mobiele camera’s kunnen worden gebruikt. Zoals eerder vermeld, moet het wel gaan om automatisch werkende toestellen die voldoen aan dezelfde eisen als de toestellen die strafrechtelijk gesanctioneerde snelheidsovertredingen vaststellen.
 

        De automatisch werkende toestellen waarmee de snelheidsovertredingen worden vastgesteld moeten volledig worden gefinancierd door de lokale overheid. Het begrip lokale overheid omvat niet enkel de lokale besturen in enge zin maar ook de lokale politiezones. Ook de cofinanciering tussen 2 politiezones of tussen de stad/gemeente en de politiezone is mogelijk. Er mogen echter geen gewestelijke middelen aangewend zijn voor de gehele of gedeeltelijke financiering van de toestellen.
 

        De snelheidsovertreding moet worden vastgesteld volgens de voorwaarden vermeld in artikel 62 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, met uitzondering van het zesde en achtste lid. Dit betekent dat de snelheidsovertreding enkel kan worden vastgesteld door de bevoegde personen opgesomd in artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. In concreto betekent dit dat de vaststelling van de snelheidsovertreding in Lier, net zoals bij de strafrechtelijk gesanctioneerde snelheidsovertredingen, zal gebeuren door de lokale politie en dit op dezelfde wijze en met dezelfde garanties. 
 

        Er mag niet gelijktijdig met de snelheidsovertreding een andere overtreding worden vastgesteld bv. een bestuurder waarbij een gemeten snelheid van 59 km per uur wordt vastgesteld in de bebouwde kom die tegelijkertijd ook door het rood licht rijdt; een bestuurder waarbij een gemeten snelheid van 58 km per uur wordt vastgesteld in een zone 50 maar waarbij ook wordt vastgesteld dat deze persoon niet beschikt over een geldig rijbewijs.

 

Indien niet aan bovenstaande voorwaarden voldaan is, kan de sanctionerend ambtenaar niet optreden ten aanzien van de vastgestelde snelheidsovertredingen en blijft de strafrechtelijke procedure van toepassing. Wanneer de sanctionerend ambtenaar tijdens de procedure vaststelt dat deze voorwaarden om een administratieve geldboete op te leggen niet vervuld zijn (bv. omdat dit pas duidelijk wordt tijdens het ingediende verweer) moet hij de vaststeller van de overtreding (zijnde de lokale politie) daarvan op de hoogte brengen, zodat de strafrechtelijke procedure kan worden gevolgd. 

 

2) Vaste bedragen

Omdat gemeenten niet verplicht zijn om administratieve geldboetes te bepalen voor snelheidsovertredingen waarbij voldaan is aan de hierboven opgesomde voowaarden, is het mogelijk dat een gelijkaardige overtreding in de ene gemeente wordt gesanctioneerd met een gemeenteliljke administratieve geldboete en in de naburige gemeente gerechtelijk wordt afgehandeld. Om geen ongerechtvaarigde ongelijkheid tussen weggebruikers te laten ontstaan, heeft de decreetgever voorzien dat de bedragen van de gemeentelijke administratieve geldboetes moeten overeenstemmen met de bedragen zoals vastgelegd door de Vlaamse Regering ter uitvoering van artikel 65, § 1, tweede lid van de wegverkeerswet. Deze bedragen worden vatgelegd in artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer. Noch de gemeenteraad, noch de sanctionerend ambtenaar kan van deze vastgelegde bedragen afwijken.

 

Concreet betekent dit dat de gemeentelijke administratieve gelboete voor de beperke snelheidsovertredingen 53 euro bedraagt voor de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid. Binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf wordt boven de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 53 euro met telkens 11 euro vermeerderd voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden. In alle andere gevallen wordt boven de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 53 euro vermeerderd met telkens 6 euro voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden.

 

3) Specifieke administratieve procedure

Tot slot wordt in artikel 29quater van de wegverkeerswet ook een nieuwe specifieke procedure ingevoerd voor de gemeentelijke administratieve afhandeling van de beperkte snelheidsovertredingen.  Deze procedure wijkt af van de reeds bestaande GAS-procedures die geënt zijn op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Dit betekent dat naast de huidige procedures voor de afhandeling van zuivere overlastinbreuken (GAS 1), de afhandeling van gemengde inbreuken (GAS2 en 3), de afhandeling van inbreuken inzake stilstaan, parkeren en autoluw (GAS 4) er nu een vierde procedure (GAS 5) wordt toegevoegd met volgende krachtlijnen:

 

        De vaststeller (lokale politie) bezorgt zijn PV binnen de 14 dagen na vaststelling van de overtreding aan de sanctionerend ambtenaar

        De sanctionerend ambtenaar maakt binnen de 14 dagen na de dag van ontvangst van het PV, dit PV samen met de vermelding van het bedrag van de administratieve geldboete over aan de overtreder;

        De overtreder dient de boete te betalen binnen de 30 dagen na kennisgeving van de beslissing, tenzij hij binnen diezelfde termijn van 30 dagen schriftelijk verweer indient;

        In geval van schriftelijk ingediend verweer, moet de sanctionerend ambtenaar binnen de 30 dagen na de dag van ontvangst van het ingediende verweer een beslissing nemen omtrent de ontvankelijkheid en gegrondheid van het verweer. Hij dient deze beslissing ter kennis te brengen van de overtreder binnen diezelfde termijn. Als de sanctionerend ambtenaar binnen dertig dagen na de dag waarop hij de verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, deze niet onontvankelijk of niet ongegrond verklaart, worden die verweermiddelen geacht aanvaard te zijn.

        Tegen een beslissing waarbij een administratieve geldboete wordt opgelegd kan degene aan wie de boete is opgelegd binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing volgens de burgerlijke procedure beroep aantekenen bij de politierechtbank

 

De reeds aangestelde sanctionerende ambtenaren – reeds verantwoordelijk voor de behandeling van de dossiers GAS 1,2,3 en 4 - aangevuld met de noodzakelijke versterking van bijkomende collega’s zullen samen met administratieve medewerkers instaan voor de verwerking en afhandeling van de GAS 5 dossiers. Zo zorgen ze onder meer voor de kennisgeving van de beslissing aan de overtreder, het beoordelen van het eventuele verweer en het nemen van een beslissing naar aanleiding van het verweer.

 

Argumentatie

Onaangepaste snelheid is een belangrijke oorzaak van verkeersonveiligheid en is één van de hoofdoorzaken van (dodelijke) verkeersongevallen. Het verzekeren van een een duurzame en veilige verkeersmobillteit, met daarin bijzondere aandacht voor de bescherming van de kwetsbare weggebruikers, vormt de laatste jaren dan ook een absolute prioriteit voor de Stad.

 

De strafrechtelijke afhandeling van beperkte snelheidsovertredingen is wegens capaciteitsredenen voor het parket echter geen prioriteit. Dit blijkt ook uit het recente ontwerp van  visienota “Handhaving snelheidsovertredingen” van de sectie verkeer van het Parket Antwerpen, waarin wordt onderstreept dat de de verwerking van de instroom van dossiers snelheidsovertredingen de laatste 5 jaar telkens zijn limiet kende en een verhoging van de instroom dus moet worden vermeden. Om dit mogelijk te maken, zal de invoering van nieuwe automatische vaststellingssystemen (bv. flitspalen en trajectcontroles) samen gaan met de invoering van een gediferentieerde aanpak van de snelheidsovertredingen. Deze aanpak zal worden gemotiveerd met tolerantie-zones volgens plaats- en tijdsgebonden specificaties of volgens types van weggebruikers. Afhankelijk van de plaats of het type van weggebruiker zal het vaststellingsbeleid dan in werking treden bij respectievelijke metingen van snelheidsovertredingen van +7 km/u, +12 km/u of +17 km/u boven de toegelaten norm.

 

Maximaal gebruik maken van de mogelijkheid om bepaalde snelheidsovertredingen op plaatsen waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 km per uur te sanctioneren met gemeentelijke administratieve geldboetes, laat het stadsbestuur toe om het handhavingsluik van deze overtredingen in eigen handen en beheer te nemen. Het biedt de mogelijkheid om extra in te zetten op een allesomvattend verkeersveiligheidsbeleid op plaatsen waar de snelheid beperkt is tot 30 en 50 km per uur en om het mobiliteitsbeleid erop af te stemmen, met als absolute doel de veiligheid en leefbaarheid in de stad Lier te vergroten. De nieuwe (boete)inkomsten zullen op hun beurt rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen bijdragen tot nieuwe structurele investeringen in mobiliteits-, veiligheids- of algemeen beleid.

 

Deze keuze impliceert evenwel dat deze beperkte snelheidsovertredingen niet langer strafrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd. Om straffeloosheid te vermijden, werden voor de eigenlijke implementatie van deze gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen de afgelopen maanden dan ook de nodige voorbereidingen getroffen:

 

Een overzicht:

1) Op basis van de tekst van artikel 29quater van de wegverkeerswet werd een ontwerp opgesteld van “Bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen”. Dit ontwerp van verordening is als volgt opgebouwd:

        Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied

        Hoofdstuk 2: De gemeentelijke administratieve geldboete

        Hoofdstuk 3: De administratieve procedure

        Afdeling 1: Vaststelling

        Afdeling 2: Procedure voor de sanctionerend ambtenaar

        Afdeling 3: Beroep bij de politierechtbank

 

2) Om de administratieve en inhoudelijke verwerking van de toekomstige processen-verbaal van de beperkte snelheidsovertredingen mogelijk te maken, zal de  dienst bestuurlijke handhaving (GASAM) te Mechelen voor verwerking van de PV’s en verweren versterkt worden. Hiervoor is een uitgebreide oefening inzake procesplanning en werklastmeting in volle gang. Deze extra personeelsinzet is te verantwoorden door de grote hoeveelheid te verwerken bijkomende dossiers bovenop de andere GAS-dossiers. Concreet zal het gaan over ongeveer 140.000 dossiers op jaarbasis.

 

3) Op vlak van ICT werd reeds een nieuwe software-applicatie aanbesteed die ervoor zal zorgen dat de verwerking van de vaststellingen en de administratieve procedure voor deze nieuwe en andere GAS-dossiers op een zo geautomatiseerd mogelijke wijze zal laten verlopen. De volledige flow van het geautomatiseerde proces zit in eindfase van productie en wordt nauw opgevolgd door medewerkers van de dienst bestuurlijke handhaving/GASAM, ICT, lokale politie en financiën te Mechelen.

 

Juridische grond

Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, artikel 29 quater;

        Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119, 119bis en 135, §2;

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, tweede lid, 2° en artikel 288;
 

Financiële weerslag
 

Actienummer

Omschrijving actie

01/14/KAP/01/09

Inning GAS-boetes

In budget 2021 is budget voorzien voor de implementatie van deze verordening en de inning van de boetes.

 

Amendement: van Bart Verhoeven (Vlaams belang) i.v.m. Amendement – Aanpassing van artikel 23 - Bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5)

In de argumentatie van punt 23 op de agenda van de eerstkomende gemeenteraadszitting staat er volgende te lezen:

‘De nieuwe (boete)inkomsten zullen op hun beurt rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen bijdragen tot nieuwe structurele investeringen in mobiliteits-, veiligheids- of algemeen beleid.’

Naar aanleiding van bovenstaande tekst in de argumentatie enerzijds, en het feit dat er in het besluit dat ter stemming ligt niet opgenomen is waar deze nieuwe (boete)inkomsten voor gebruikt gaan worden anderzijds, wenst onze fractie onderstaand amendement in te dienen voor punt 23 op de gemeenteraadszitting van maandag 28 juni 2021.

 

Amendement – Aanpassing van artikel 23 - Bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5).

Met dit amendement wijzigen we het besluit bij agendapunt 23 van de gemeenteraadszitting (28/06/2021) voor de bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5), door en extra artikel toe te voegen.

 

Als Vlaams Belang zijn we van mening dat de inkomsten uit de nieuwe (boete)inkomsten van de GAS-boetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5) integraal ingezet dienen te worden ter bevordering van de verkeersveiligheid.

In de argumentatie van het CBS bij dit punt staat dat het verzekeren van een duurzame en veilige verkeersmobiliteit, met daarin bijzondere aandacht voor de bescherming van de kwetsbare weggebruikers, de laatste jaren een absolute prioriteit is voor de stad.

Het zou, met dergelijke prioriteit, dan ook evident moeten zijn dat deze inkomsten verkregen uit verkeersonveilige daden, volledig ingezet zou worden om die duurzame en veilige verkeersmobiliteit te verbeteren, vooral met het oog op de bescherming van de kwetsbare weggebruikers.

 

Om te garanderen dat deze nieuwe (boete)inkomsten niet naar algemeen beleid zouden vloeien, maar wel degelijk naar zaken die de verkeersveiligheid ten goede komen, wensen we dan ook dat volgende artikel toegevoegd wordt aan het besluit:

Art. 6:

De gemeenteraad beslist dat de inkomsten uit de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5) integraal ingezet zullen worden voor structurele investeringen of beleidsmaatregelen die bijdragen tot de verkeersveiligheid.

 

Stemming

 

Amendement

4 stemmen voor: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

18 stemmen tegen: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts en Maurits De Smedt

8 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Verworpen met 4 stemmen voor - 18 stemmen tegen - 8 onthoudingen

 

25 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Maurits De Smedt, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

1 stem tegen: Marcel Taelman

4 onthoudingen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 1 stem tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5) met onderstaande inhoud goed:

 

Bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen

 

Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied

Artikel 1. Het overschrijden van de toegelaten maximumsnelheid op plaatsen gelegen op het grondgebied van de stad Lier wordt gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve gelboete indien cumulatief voldaan is aan volgende voorwaarden:

        de snelheidsovertreding wordt begaan door een meerderjarige natuurlijke persoon of door een rechtspersoon;

        het betreft een overschrijding van de toegelaten maximumsnelheid met niet meer dan 20 kilometer per uur (na correctie met technische tolerantiemarge);

        de snelheidsovertreding wordt begaan op plaatsen waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 kilometer per uur; 

        de snelheidsovertreding wordt vastgesteld volgens de voorwaarden vermeld in artikel 62 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, met uitzondering van het zesde en achtste lid;

        de snelheidsovertreding wordt vastgesteld met automatisch werkende toestellen zoals vermeld in artikel 62 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, die volledig worden gefinancierd door de lokale overheid;

        er wordt niet gelijktijdig een andere overtreding vastgesteld.

Hoofdstuk 2: De gemeentelijke administratieve geldboete

Artikel 2. De bedragen van de administratieve geldboetes voor de snelheidsovertredingen zoals omschreven in artikel 1 van deze bijzondere politieverordening, zijn gelijk aan de bedragen vastgelegd door de Vlaamse Regering in artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer.

Hoofdstuk 3. De administratieve procedure

Afdeling 1: Vaststelling

Artikel 3. De vaststelling van de beperkte snelheidsovertredingen zoals omschreven in artikel 1 van deze verordening gebeurt door de bevoegde personen vermeld in artikel 3 van het Koninklijk besluit 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

Artikel 4. Het proces-verbaal van de overtreding wordt binnen veertien dagen nadat de overtreding is vastgesteld bezorgd aan de sanctionerend ambtenaar, vermeld in artikel 6 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Afdeling 2: Procedure voor de sanctionerend ambtenaar

Artikel 5. Binnen veertien dagen na de dag waarop de sanctionerend ambtenaar het proces-verbaal heeft ontvangen, bezorgt hij dat proces-verbaal samen met de vermelding van het bedrag van de administratieve geldboete per gewone brief aan de overtreder.

De overtreder betaalt de administratieve geldboete binnen dertig dagen na de kennisgeving ervan, tenzij hij binnen diezelfde termijn zijn schriftelijke verweermiddelen bezorgt aan de sanctionerend ambtenaar. De betaling van de administratieve geldboete en het bezorgen van de schriftelijke verweermiddelen gebeuren overeenkomstig de wijze die in het betalingsverzoek is bepaald.

Artikel 6. Als de sanctionerend ambtenaar de schriftelijke verweermiddelen onontvankelijk of ongegrond verklaart, brengt hij de overtreder daarvan op de hoogte binnen dertig dagen na de dag waarop hij de verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, met de vermelding van de administratieve geldboete die moet worden betaald. In dat geval wordt de administratieve geldboete betaald binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar op de wijze die in het betalingsverzoek is bepaald.

Artikel 7. Als de sanctionerend ambtenaar binnen dertig dagen na de dag waarop hij de schriftelijke verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, de verweermiddelen van de overtreder niet onontvankelijk of ongegrond verklaart, worden die verweermiddelen geacht aanvaard te zijn.

Artikel 8. De beslissing om een administratieve geldboete op te leggen, heeft uitvoerbare kracht als ze definitief geworden is. De voormelde beslissing is definitief op een van de volgende tijdstippen:

        dertig dagen na de kennisgeving van de administratieve geldboete, zoals bepaald in artikel 5 van deze verordening, tenzij de overtreder binnen deze termijn zijn schriftelijke verweermiddelen bezorgt aan de sanctionerend ambtenaar of beroep aantekent bij de politierechtbank

        dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar waarbij de schriftelijke verweermiddelen onontvankelijk of ongegrond worden verklaard, zoals bepaald in artikel 6 van deze verordening, tenzij degene aan wie de boete is opgelegd binnen deze termijn beroep aantekent bij de politierechtbank

Artikel 9. Wanneer de sanctionerend ambtenaar tijdens de procedure vaststelt dat de voorwaarden om een administratieve geldboete op te leggen, zoals vermeld in artikel 1 van deze verordening, niet vervuld zijn, brengt hij de vaststeller van de overtreding daarvan op de hoogte zodat de strafrechtelijke procedure kan worden gevolgd.

Afdeling 3: Beroep bij de politierechtbank

Artikel 10. Tegen een beslissing waarbij een administratieve geldboete wordt opgelegd kan degene aan wie de boete is opgelegd binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing volgens de burgerlijke procedure beroep aantekenen bij de politierechtbank.

De politierechtbank oordeelt over de wettelijkheid en de proportionaliteit van de opgelegde administratieve geldboete. Hij kan de opgelegde administratieve geldboete bevestigen of herzien. De beslissing van de politierechtbank is niet vatbaar voor hoger beroep.

 

 

Art 2 :

De gemeenteraad geeft opdracht om deze bijzondere politieverordening bekend te maken op de webtoepassing van de stad.

 

Art 3 :

Deze bijzondere politieverordening zal in werking treden op 1 september 2021.

 

Art 4 :

De gemeenteraad geeft opdracht om een afschrift van deze beslissing en de bijzondere politieverordening te bezorgen aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en de griffie van de politierechtbank alsook aan de Procureur des Konings en een elektronisch exemplaar aan de referentiemagistraten.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

OVEREENKOMST TUSSEN DE STAD LIER EN DE STAD MECHELEN VOOR BEHANDELING DOSSIERS GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE GELDBOETES VOOR BEPERKTE SNELHEIDSOVERTREDINGEN (GAS 5). GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context
Op 27 november 2020 werd in het Belgisch Staatsblad het Decreet van 9 oktober 2020 houdende diverse bepalingen over het gemeenschappelijk vervoer, het algemeen mobiliteitsbeleid, de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de waterinfrastructuur en het waterbeleid gepubliceerd. In artikel 6 van dit decreet wordt een nieuw artikel 29quater toegevoegd in de wet van 6 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (de wegverkeerswet). Dit artikel trad in werking op 1 februari 2021 en geeft aan de gemeenteraad de mogelijkheid om in zijn reglementen of verordeningen administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen. Indien de gemeenteraad hiervoor opteert, worden deze snelheidsovertredingen gedepenaliseerd en is het openbaar ministerie niet meer bevoegd om deze snelheidsovertredingen strafrechtelijk af te handelen.

 

De gemeenteraad van stad Lier opteert voor de bepaling van administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen en heeft hiervoor op 28 juni 2021 een bijzondere politieverordening (GAS 5) opgesteld dat in werking zal treden op 1 september 2021.
Daar de verwerking van de administratieve geldboetes zal gebeuren door GASAM te Mechelen, dient er een overeenkomst te worden afgesloten tussen de stad Lier en de stad Mechelen.
 

Argumentatie
Gelet op het feit dat GASAM zal instaan voor de verwerking van de administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5), is het aangewezen dat de stad Lier de nodige overeenkomst met de stad Mechelen afsluit voor de behandeling van de toekomstige dossiers.

 

Stemming

 

31 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

1 stem tegen: Marcel Taelman

Goedkeuring met 31 stemmen voor - 1 stem tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de overeenkomst tussen de stad Lier en de stad Mechelen, voor de behandeling van dossiers aangaande gemeentelijk administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5), goed.

 

Art 2 :

De gemeenteraad machtigt de burgemeester om de overeenkomst te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

RUP "OMVORMEN KLEINE INDUSTRIEGEBIEDEN" - VOORLOPIGE VASTSTELLING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 3 december 2018 werd het planteam voor de opmaak van het RUP "Omvormen kleine industriegebieden" samengesteld. Vervolgens heeft het college op 6 mei 2019 de startnota  goedgekeurd.

 

De participatieperiode verliep van 9 september 2019 tot en met 7 november 2019; met een participatiemoment op 8 oktober 2019 in cultuurcentrum De Mol.

 

De scopingnota werd goedgekeurd op 31 augustus 2020 en het voorontwerp RUP op 12 oktober 2020.

 

 

Feiten en context

Aanleiding

 

De stad Lier wenst een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken voor vijf voormalige bedrijfssites,

verlaten of reeds ingevuld met woningbouw, die deel uitmaken van het dichte woonweefsel. Deze sites zijn volgens het gewestplan ingekleurd als milieubelastende industrie of ambachtelijke bedrijven en kmo’s. Het doel is om deze kleine industriegebieden om te vormen naar een hedendaagse bestemmingszone die zich laat integreren in de omgevingscontext.

 

 

Situering

• Gewestelijk niveau:

 

De stad Lier is volgens het RSV geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. Bij de selectie wordt de categorie “goed uitgerust” als uitgangspunt gehanteerd. De afbakening van de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden gebeurt door de provincie in nauw overleg met het Vlaams Gewest en de betrokken gemeenten. Het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Lier behoort tot de Vlaamse Ruit.

 

In structuurondersteunende kleinstedelijk gebieden moet het beleid erop gericht zijn de stedelijke kern en het stedelijk functioneren te consolideren en te versterken door het creëren van ruimte voor een bijkomend aanbod aan woningbouw, aan stedelijke voorzieningen en aan economische activiteiten. De afbakening ervan is een taak voor de provincie.

 

Deelgebieden 1 t.e.m. 3 maken deel uit van het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied.

 

Deelgemeente Koningshooikt in het buitengebied. Koningshooikt is een deelgemeente van Lier en wordt beschouwd als een dorpskern binnen het buitengebied. In het buitengebied is het beleid gericht op het behoud, het herstel, de ontwikkeling en het verweven van de belangrijke structurerende elementen. Dit betekent niet dat het buitengebied wordt ‘bevroren’. De bestaande ruimtelijke structuur en het fysisch systeem bieden het raamwerk waarbinnen dynamische activiteiten en functies met steeds wijzigende omgevingsvereisten op flexibele manier moeten kunnen functioneren. Deze dynamiek moet natuurlijk op de schaal en op het tempo van het buitengebied worden gehouden. Voor de functies wonen en werken is dit dus niet dezelfde dynamiek als diegene die in de stedelijke gebieden aanwezig is en er gestimuleerd wordt. De specifieke eigenheid van het wonen en werken in het buitengebied moet erkend en gerespecteerd worden, en in relatie gebracht worden met het duurzaam functioneren van de agrarische en de natuurlijke structuur.

 

Voor het buitengebied worden volgende doelstellingen vooropgesteld:

        het vrijwaren van het buitengebied voor haar essentiële functies landbouw, natuur, bosbouw, wonen en werken op het niveau van het buitengebied;

        het tegengaan van versnippering van de open ruimte;

        het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied;

        het ontwikkelen van landbouw, natuur en bossen in goed gestructureerde gebieden;

        het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit;

        het afstemmen van het ruimtelijk beleid en van het milieubeleid op basis van het fysisch systeem;

        het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.

 

Voor de nederzettingsstructuur gelden o.a. volgende ontwikkelingsperspectieven:

        wonen en werken concentreren in de kernen van het buitengebied;

        geen verdere groei van linten en verspreide bebouwing;

        in de provincie Antwerpen moeten 105.098 bijkomende woningen worden opgericht. Daarvan mogen er max. 40 % in de kernen van het buitengebied worden gerealiseerd;

        minimale woningdichtheid = 15 woningen/ha.

 

De deelgebieden 4 en 5 zijn gelegen binnen dit buitengebied.

 

De Vlaamse Regering keurde op 30 november 2016 het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen goed. Dit is een belangrijke nieuwe formele stap op weg naar het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zal vervangen. De Vlaamse Regering formuleert in het Witboek doelstellingen en ruimtelijke ontwikkelingsprincipes die de basis zullen vormen om samen aan de slag te gaan en de ruimte van Vlaanderen te transformeren.

 

Het uiteindelijke Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zal bestaan uit een strategische visie en een operationaliseringsprogramma in de vorm van een set beleidskaders. Het zal de strategische krachtlijnen schetsen voor de ruimtelijke ontwikkeling voor de komende decennia en de basis vormen voor operationele maatregelen zoals het opmaken en bijsturen van regelgeving, instrumentarium, beleidskaders of ontwikkelingsprogramma’s.

 

De Vlaamse Regering wil een ambitieus veranderingstraject op gang trekken om het bestaand ruimtebeslag beter en intensiever te gebruiken en zo de druk op de open ruimte te verminderen. Het doel is het gemiddeld bijkomend ruimtebeslag terug te dringen van 6 ha per dag vandaag naar 3 ha per dag in 2025. De inname van nieuwe ruimte moet tegen 2040 volledig gestopt zijn.

 

De ontwikkeling van nieuwe woningen, werkplekken en voorzieningen zal dus meer en meer moeten gebeuren op goed gelegen locaties in onze steden en dorpen. Op een aantal plaatsen kan dat betekenen dat er voor inbreiding gekozen wordt om een sterke verdichting te krijgen.

• Provinciaal niveau

 

Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen werd goedgekeurd op 10 juli 2001 en partieel herzien in 2011.

 

Het plangebied is gelegen in de deelruimte “Mechelen-Lier-Aarschot”. Het gebied Lier - Aarschot is geselecteerd als provinciaal stedelijk netwerk. Het is een gebied dat bij voorkeur op provinciaal niveau de gewenste groei opvangt, meer bepaald in de kleinstedelijke gebieden en de structuurondersteunende hoofddorpen. Ten zuiden van het netwerk wenst de provincie de open ruimte van het Mechels rasterlandschap maximaal te beschermen tegen verdere verlinting en verstedelijking. Ten noorden wordt het Netegebied gevrijwaard van bijkomende druk vanwege de functies wonen en werken.

 

Koningshooikt is geselecteerd als hoofddorp type III.  Buiten het “stedelijk gebied Lier” en de “dorpskern Koningshooikt” werden binnen de stad Lier geen woonkernen geselecteerd. De nederzettingen die niet als woonkern werden geselecteerd, kunnen zich slechts ontwikkelen binnen de huidige vastliggende bouwmogelijkheden langsheen uitgeruste straten en in niet-vervallen verkavelingen (=juridische voorraad). Er kunnen geen lokale bedrijventerreinen worden aangelegd.

 

 

• Gemeentelijk niveau:

Op 9 december 2003 werd het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) voor de stad Lier goedgekeurd.

 

De stad Lier wordt opgebouwd uit hoofd- en deelruimten. De deelgebieden 1 t.e.m. 3 zijn gelegen binnen de hoofdruimte “Valleigebieden”, deelgebieden 4 en 5 binnen de hoofdruimte “Landbouwgebied Koningshooikt”. De deelgebieden situeren zich binnen volgende deelruimten:

 

        deelgebieden 1 t.e.m. 3 zijn gelegen binnen deelruimte “stedelijke ruimte”;

        deelgebied 4 is gelegen binnen twee deelruimtes, met name het “zuidwestelijk grensoverschrijdend bosgebied” en de “vallei van Itterbeek”;

        deelgebied 5 is gelegen binnen de deelruimte “dorpskern Koningshooikt vs. Van Hool”.

 

Voor de vallei van Itterbeek waarbinnen deelgebied 4 – Beekstraat is gelegen, is volgende visie binnen het GRS opgenomen:

 

        de vallei krijgt een verbindingsfunctie tussen de vallei van de Beneden Nete, de openruimte corridor Koningshooikt, het sneeuwklokjesreservaat en het zuidwestelijk grensoverschrijdend bosrijk gebied; en moet als dusdanig worden ontwikkeld. D.w.z. schaalverkleining in een voldoende brede omgeving en het inbrengen van kleine landschapselementen. Binnen het vernieuwd landschap worden geen bouwactiviteiten toegelaten, moet de verspreide bebouwing worden afgeremd en waar mogelijk worden teruggedrongen. Zonevreemde bedrijven moeten geherlokaliseerd worden.

 

Een ruimtelijk concept binnen het GRS is de meerpotigheid van de economische structuur naar de toekomst toe minimaal te houden. Als mogelijke actie ter ondersteuning van het beleid is binnen het richtinggevend gedeelte opgenomen:

 

Lier kan uitvoeringsplannen opmaken om de in het stedelijk gebied verspreid voorkomende niet- woongebiedjes, waaronder KMO/industriegebied, om te vormen tot een meer hedendaagse bestemmingszone.

 

Voorontwerp RUP

Naar aanleiding van de schriftelijke plenaire vergadering, werden de stedenbouwkundige voorschriften aangepast en verduidelijk, en dit om tegemoet te komen aan de ontvangen adviezen.

 

Het college heeft in zitting van 10-5-2021 eveneens een aantal aanpassingen aan de voorschriften doorgevoerd met als doel de voorschriften te vereenvoudigen en overbodige bepalingen te schrappen. De aanpassingen doen geen afbreuk aan de algemene doelstellingen en principes van het RUP. 

 

 

Aanpassingen aan het voorontwerp

Algemene aanpassingen:

 

        de algemene bepalingen 0.4 t.e.m. 0.8  werden geschrapt met als doel de voorschriften te vereenvoudigen;

        voor alle deelgebieden werd een maximale verhardingsgraad bepaald. De onverharde en onbebouwde ruimte dient ingericht te worden als groenruimte. Dit om tegemoet te komen aan de adviezen om binnen het RUP, de principes van kwalitatieve vergroening en het beperken van verharde oppervlakken toe te passen.

 

 

Specifieke aanpassingen per deelgebied:

 

1) deelgebied Sterrenstraat:

        kleinschalige ambachtelijke activiteiten zijn verplicht in te richten binnen de gebouwplint van de Sterrenstraat. Dit om tegemoet te komen aan de adviezen en om een verankering van kleinschalige bedrijfsactiviteiten op de site te voorzien;

        de netto-vloeroppervlakte per niet-woonfunctie bedraagt maximaal 400m² per activiteit;

        er moeten toegangsmogelijkheden worden verzekerd tot de achtertuinen van de aangrenzende percelen langsheen de Eeuwfeestlaan gelegen buiten het plangebied;

        de maximale bouwdiepte voor het volume langsheen de Sterrenstraat wordt bepaald op 17 m voor alle verdiepingen. Voor de volumes niet gelegen aan de straatzijde van de Sterrenstraat is de bouwdiepte vrij, mits ruimtelijk verantwoord;

 

2) deelgebied Mechelsesteenweg:

        de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m en op de hogere verdiepingen maximaal 9 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

        de hellingsgraad van het dak van het hoofdvolume en de bouwhoogte van de uitbouw achter het hoofdvolume wordt geschrapt;

        schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

 

3) deelgebied Elzenlaan

        de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m en op de hogere verdiepingen maximaal 9 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

        de hellingsgraad van het dak van het hoofdvolume en de bouwhoogte van de uitbouw achter het hoofdvolume wordt geschrapt;

        schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

 

4) deelgebied Beekstraat

        aanvulling voorschriften met: zone voor waterloop en oeverinrichting waar een bouwvrije afstand van min. 5 m ten opzichte van de kruin van de waterloop moet worden aangehouden;

        de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

        de hellingsgraad van het dak wordt geschrapt;

        schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

        de technische inrichtingsprincipes aan de waterloop worden opgenomen als toelichting i.p.v. als voorschriften.

 

5) deelgebied Bernard Van Hoolstraat

        de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

        de hellingsgraad van het dak wordt geschrapt;

        schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

 

6) Aanpassingen aan de grafisch plannen van het voorontwerp

Er werden geen aanpassingen aan de grafische plannen aangebracht.

 

RVR-toets en ontheffing plan-MER

Op basis van de uitgevoerde RVR-toets op 23-12-2019 blijkt dat voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid, het RUP niet verder voorgelegd dient te worden aan het Team Externe Veiligheid en er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

 

Op 8-2-2021 werd in het kader van artikel 2.2.4 §3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, een ontheffing van de plan-MER-plicht aangevraagd.

 

Op 26-4-2021 werd door het Team Mer geoordeeld dat voor het voorliggende RUP geen plan-MER opgesteld moet worden.

 

 

Waterparagraaf

Deelgebied 1 - Sterrenstraat

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren.

 

Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden. Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

 

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

 

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

 

Deelgebied 2 – Mechelsesteenweg

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren.

 

Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

 

Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

 

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

 

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Deelgebied 3 – Elzenlaan

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren.

 

Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

 

Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

 

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende

materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

 

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Deelgebied 4 – Beekstraat

Langsheen de oostelijke grens van het deelgebied 4 loopt de Itterbeek, een geklasseerde waterloop van 2e categorie. De waterloop is ingesnoerd en overwelfd door betonnen constructies. Bij het saneren van het deelgebied wordt de mogelijkheid geboden om de bedding van de waterloop aan te pakken en deze meer ruimte te geven.

 

Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. Een ontharding van het deelgebied staat voorop, mede doordat bijna de helft van het terrein een openruimtebestemming krijgt en daarbij wordt onthard en nieuwe verhardingen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding.

 

Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren. Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

 

Binnen het deelgebied is ter hoogte van de achterste perceelsgrens een beperkte effectief overstromingsgevoelige zone. Door de Itterbeek meer ruimte te geven, zal dit een positief effect hebben op de overstromingsgevoelige zones rond en ten zuiden van het deelgebied.

 

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water, door het herbestemmen naar een open ruimtefunctie, alsook verhardingen in maximaal waterdoorlatende materialen te voorzien. Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

 

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

 

Deelgebied 5 – Bernard Van Hoolstraat

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding.

 

Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren. Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

 

Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

 

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

 

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Procedureverloop

Overeenkomstig art. 2.2.21. van de Vlaamse Codex voor Ruimtelijke Ordening (VCRO) stelt de gemeenteraad het ontwerp van RUP "Omvormen kleine industriegebieden" voorlopig vast.

 

Na de voorlopige vaststelling wordt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan onmiddellijk opgestuurd naar de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, naar het Departement en naar de Vlaamse Regering.

 

Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan samen met het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten aan een openbaar onderzoek dat binnen dertig dagen na de voorlopige vaststelling, minstens wordt aangekondigd door een bericht in het Belgisch Staatsblad. Die termijn is een termijn van orde.

 

Na de aankondiging worden het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten gedurende zestig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis en worden de ontwerpen gepubliceerd op de website, zoals gespecificeerd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Het openbaar onderzoek start uiterlijk op de dertigste dag nadat de aankondiging ervan in het Belgisch Staatsblad verschenen is. Die termijn is een termijn van orde.

 

De opmerkingen en de bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek schriftelijk of digitaal aan de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (GECORO) bezorgd.

 

De opmerkingen en de bezwaren kunnen ook uiterlijk de laatste dag van die termijn in het gemeentehuis worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. De gemeente bezorgt in dat geval binnen tien dagen na het openbaar onderzoek de bezwaren en de opmerkingen aan de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening. Met de opmerkingen en de bezwaren die te laat aan de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening worden bezorgd, hoeft geen rekening te worden gehouden.

 

De Deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, bezorgt de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening binnen de termijn, vermeld in paragraaf 3 van artikel 2.2.21, een advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in artikel 2.2.23, § 2, eerste lid, 1° en 2° van de VCRO. Als er geen advies is verleend binnen de termijn, vermeld in paragraaf 3 van artikel 2.2.21, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.

 

Het Departement bezorgt de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening en het planteam binnen de termijn, vermeld in paragraaf 3 van artikel 2.2.21, een advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in artikel 2.2.23, § 2, eerste lid, 1° en 2°. van de VCRO.

 

De Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad. Het advies bevat de integrale adviezen van de Deputatie en van het Departement. Op hetzelfde ogenblik bezorgt de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening het College van burgemeester en schepenen de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren.

 

Als de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening geen advies heeft verleend binnen de gestelde termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. In dat geval bezorgt ze onmiddellijk de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren aan de gemeenteraad.

 

De gemeenteraad stelt binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.

 

De bevoegde diensten voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage beoordelen voorafgaand aan de definitieve vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan de kwaliteit van het planmilieueffectrapport respectievelijk ruimtelijk veiligheidsrapport. Ze toetsen aan de scopingnota en aan de gegevens die vereist zijn conform artikel 4.2.8, § 1bis, respectievelijk artikel 4.4.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, en ze houden rekening met de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde adviezen, opmerkingen en bezwaren.

 

Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening.

 

De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.

 

Op gemotiveerd verzoek van het College van burgemeester en schepenen beslist de gemeenteraad over een verlenging met zestig dagen van de termijn waarin het plan moet worden vastgesteld.

 

Als het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan niet definitief wordt vastgesteld binnen de termijn, vermeld in paragraaf 6, eerste lid, van artikel 2.2.21 van de VCRO, vervalt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Op te heffen verkavelingen

Binnen het plangebied worden geen niet-vervallen, goedgekeurde verkavelingen opgeheven.

 

 

Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek zal worden georganiseerd van 20 juli 2021 tot en met 17 september 2021.  Een infovergadering zal georganiseerd worden op 6 september 2021 om 19.30 u. De aard van deze infovergadering wordt afgestemd i.f.v. de richtlijnen van de overheid in het kader van de coronamaatregelen die op dat ogenblik van toepassing zijn.

 

Juridische grond

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering in zitting van 27 maart 2009, 3 april 2009 en 24 april 2009, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Het college neemt kennis van de inhoud van het ontwerp RUP "Omvormen kleine industriegebieden", zodat de inhoud ervan voor voorlopige vaststelling aan de gemeenteraad kan voorgelegd worden.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

1 stem tegen: Marcel Taelman

8 onthoudingen: Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 1 stem tegen - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het ontwerp van Ruimtelijk Uitvoeringsplan "omvormen kleine industriegebieden" voorlopig vast te stellen.

 

Art 2 :

Het openbaar onderzoek zal worden georganiseerd van 20 juli 2021 tot en met 17 september 2021 met een infomoment op 6 september 2021 om 19.30 u.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ OV 2021/116: SLOPEN VAN EEN BESTAANDE GEBOUW + BOUWEN VAN 2 MEERGEZINSWONINGEN MET ONDERGRONDSE PARKEERGARAGE EN VRIJSTAANDE FIETSENBERGING + AANLEGGEN VAN OPENBAAR DOMEIN. VASTSTELLING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag ingediend door DENEVE INVEST namens DENEVE CONSTRUCT BVBA gevestigd te Kapelsesteenweg 266 te 2930 Brasschaat, heeft betrekking op een terrein, gelegen Bosstraat ZN, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 3 sectie F nrs. 235G en 235B.

 

Het betreft een aanvraag tot het slopen van een bestaande gebouw + bouwen van 2 meergezinswoningen met ondergrondse parkeergarage en vrijstaande fietsenberging + aanleggen van openbaar domein.

 

De aanvraag omvat:

        stedenbouwkundige handelingen

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Argumentatie

1)   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Kleinstedelijk gebied Lier

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een woongebied.

Volgens artikel 5.1.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

De voorgelegde aanvraag voorziet een woonfunctie en een openbare domein (wegenis).

 

Woonfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn geen bijkomende bepalingen van toepassing voor een woonfunctie.

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

1° wonen;

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

1° wonen

Met wonen wordt residentieel wonen bedoeld. Gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf (vakantiehuisjes) vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘verblijfsrecreatie’.

Ook landbouwbedrijfswoningen vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’. De conciërgewoning bij een industrieel bedrijf valt niet onder de categorie ‘wonen’ maar onder ‘industrie en bedrijvigheid’. Dezelfde redenering gaat op voor alle conciërgewoningen.

Wanneer woningen boven gebouwen met een andere functie zijn opgetrokken en functioneel niets te maken hebben met deze functie, dan hebben ze wel de functie 'wonen'. Het gebouw in kwestie heeft dan twee hoofdfuncties.

 

 

Openbaar nut

De aanvraag omvat ook een wegenis. Dit is een functie van openbaar nut / handeling van algemeen belang.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

 

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening  en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.

 

reservatie en erfdienstbaarheidsgebied

Het goed situeert zich bijkomend volgens artikel 18.7.3. van hetzelfde K.B. in een reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied waar perken kunnen worden opgesteld aan de handelingen en werken ten einde de nodige ruimten te reserveren voor de uitvoering van werken van openbaar nut, of om deze werken te beschermen of in stand te houden.

In dit geval wordt advies gevraagd aan:

      De netwerkbeheerder Elia (onder hoogspanningsleidingen of in de reservatiestrook)

 

De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

2)   Historiek

Perceelnummer : (afd. 3) sectie F 235 G

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie F 235 B

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Stedenbouwkundige vergunning (89/138) d.d. 30 mei 1989 voor woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (88/41) d.d. 7 maart 1988 voor bouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (88/93) d.d. 22 augustus 1988 voor bouwen tuinhuisje werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (98/28) d.d. 23 maart 1998 voor verbouwen van een woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (89/305) d.d. 13 november 1989 voor woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2015/100) d.d. 24 augustus 2015 voor slopen van 3 onteigende woningen voor het realiseren van de ontsluiting van de stationsomgeving te lier bosstraat 123-127 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Verkavelingsvergunning (064/281) d.d. 22 september 1986 voor nieuwe verkaveling werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

3)   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving

De bouwplaats is gelegen tussen de Bosstraat en de Ring. Ten zuiden, is een nieuwbouwproject ‘Condius’ voorzien. Verder naar het zuiden aan de Bosstraat staan nog appartementsgebouwen, aan de noordkant is braakliggend terrein, maar dit is voorzien voor de aanleg van de nieuwe stationsontsluiting.

Aan de overzijde van de Bosstraat zijn aaneengesloten eengezinswoningen.

De Bosstraat zelf zal heraangelegd worden.

Over het terrein loopt 1 hoogspanningsleiding.

 

Er werd voor het gebied het masterplan Stationsomgeving met een ontsluitingsweg naar de Ring en het Masterplan Ring West opgemaakt. Dit laatste werd goedgekeurd op 26 juni 2017 door de gemeenteraad.

 

Het ontwerp ‘Deneve’ voorziet 2 woonvolumes. Qua bouwhoogte bouwt het project af naar de Bosstraat (6 bouwlagen). Het ontwerp heeft aan de zijde van de ring een gebouw met 8 bouwlagen. Het ontwerp kadert binnen het concept van de ‘representatieve entree tot de stad' vanuit het masterplan stationsomgeving. De belevingswaarde en het programma van de bebouwing versterken het representatieve, stedelijke karakter van de route.

De publieke ruimte schakelt zich in het netwerk van de stationsbuurt, waaronder dat van het project ‘Charon’.

De onderhandelingen omtrent de stationsontsluitingsweg hebben geresulteerd in de opmaak van diverse samenwerkingsovereenkomsten met de betrokken projectontwikkelaars/eigenaars én AWV en het Vlaams gewest voor de aanleg van de stationsontsluitingsweg.

 

Er is immers nood aan een overeenkomst om de ontsluiting van de sites en het goed functioneren van de verkeersstromen tot een goed einde te brengen. De stad legt op haar beurt infrastructuur en publieke ruimte aan die noodzakelijk zijn voor de verdere ontwikkeling.

 

De werken moeten worden uitgevoerd volgens de gemaakte samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2017, en bijakte nr 1 van 25 februari 2018. Zie toegevoegde bijlages dossierstukken swo.

Meer specifiek moet voor voorliggend project een bedrag van 100 000 eur als financiele bijdrage betaald worden.

 

Het grafisch masterplan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften geven de criteria weer van een goede ruimtelijke ordening. De totaal te realiseren Bruto Vloer Oppervlakte voor de gehele projectsite bedraagt 18316m², waarvan 4092,55m² voor het gebied Deneve.

 

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet het slopen van een betonplaten gebouwtje

en het bouwen van 3 gebouwen.

Gebouw A is aan de westzijde, het dichtst bij de ring en heeft 8 bouwlagen. 22.19m op 14.18m

Gebouw B is aan de oostzijde dichtst bij de Bosstraat het springt met bouwlagen: een gedeelte heeft 6 lagen met plat dak op 16.36m boven vloerpas(=8,40TAW), een gedeelte 4 bouwlagen met plat dak op 12.66m en een gedeelte heeft 2 bouwlagen . het gebouw is 26,94m op 15.66m. Het wordt ingeplant op  5m van de achterste perceelsgrens, waarop een beek ligt.

Tussen de  2 gebouwen komt een fietsberging van 11.09m op 14.18m, voor 111 fietsen.

Wadi aan de oostkant van het gebouw.

HS cabine tussen de gebouwen en de wadi

6 Parkeerplaatsen aan nieuwe wegenis.

 

 

Er wordt een zone ingericht als openbaar domein, met groen aangeplant op de zuidkant van het perceel en een wandel- en fietspad aan de gebouwen waaraan een overwelving naar de Bosstraat met een breedte van 2m.

Er komt een tijdelijke wegenis en werfweg in wegneembare verharding met een breedte van 6.75m en tijdelijke overwelving naar de Bosstraat aangelegd op de zuidzijde van het perceel om tijdelijk te kunnen ontsluiten naar de inrit van de  ondergrondse garage, in afwachting van de nieuw aan te leggen openbare wegenis, op het zuidelijk gelegen perceel (Condius), tot tegen de perceelsgrens.

De tijdelijke wegenis zal wegenomen worden wanneer de nieuwe openbare wegenis is aangelegd.

Aansluitend tussen de nieuwe openbare weg en de helling naar de garage wordt een zone aangelegd in definitieve verharding die zowel dienst doet als aansluiting tussen de tijdelijke weg en de inrit, als later tussen de definitieve openbare weg en de inrit.

 

Aan de noordwestkant (zijde van de Ring) wordt een nieuw openbaar fietspad aangelegd, welk niet in deze aanvraag. Een nieuwe rooilijn komt op ongeveer 1.60m ten oosten van dit fietspad.

 

De zaak der wegen wordt weergegeven op de plannen met naam 763. Er werd hiervoor afwijking gekregen aan de procedure ‘verkavelingen’ op 11 april 2016.

De zaak der wegen werd op de gemeenteraad van 28 juni goedgekeurd.

 

 

Rondom het fiets en wandelpad, de tijdelijke wegenis en het groen aan de zuidzijde, en schuin buigend over het perceel lopend aan de noordwestzijde  worden rooilijnen vastgesteld door de gemeenteraad van 28 juni 2021 volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnplan “Bosstraat-Driehoek dd 3-02-2021 met ref 19/197r-2 opgemaakt door landmeter Marijn Palmans en op het omgevingsloket genoemd ‘19197-rooilijn-3.pdf’, met grondafstanden van deel A 1474m² voor openbaar domein aan de zuidkant en deel B 2956m² aan de noordwestkant.

 

Een verklaring van gratis grondafstand is toegevoegd, voor alle geel aangeduide delen op bijgevoegd plan.

 

4)   Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.


§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 28 juni 2021 voorgelegd en goedgekeurd:

1. Vaststelling van de rooilijn door omgeving

2. Openbaar domein dossier door technisch bureau

 

5)   Openbaar onderzoek

Decretale bepalingen

Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, worden vergunningsaanvragen die wegenwerken omvatten waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, behandeld volgens de gewone vergunningsprocedure.

 

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats  van 4 april 2021 tot 3 mei 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschrift ontvangen.

 

Proces-verbaal van sluiting

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschrift ontvangen.

Resultaten openbaar onderzoek:

In het bezwaar handelt 1 element over de tijdelijke wegenis:

  • In de aanvraag wordt aangegeven dat, indien de voorziene wegenis op de site CONDIUS ‘niet op korte termijn’ na de oplevering van de werkzaamheden zou worden gerealiseerd, een eigen definitieve wegenis op de aanvraaglocatie zal worden aangelegd naar de Bosstraat. Zelfs indien de weg slechts tijdelijk zou zijn, doet dit een complete afbreuk aan het principe van slechts 1 ontsluiting

 

Evaluatie:

Het element kan niet worden bijgetreden om volgende redenen:

De tijdelijke werfweg die wordt aangevraagd is geenszins een tweede ontsluiting. Deze geeft een noodoplossing waarvan de redenen duidelijk beschreven staan: vergunning op zuidelijk terrein komt te vervallen, geen planning gekend over het realiseren van de nieuwe wegenis.

Indien nodig kan werfweg omgevormd worden tot definitieve weg in overleg met de stad.

Het betreft een noodoplossing om de bouwheer niet in een impasse te laten terecht komen. Deze noodoplossing werd met de stadsdienten en Solag besproken en positief onthaald

 

Het element betreffende tijdelijke werfwegenis kan worden verworpen.

 

 

6)   Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten :

 

  • De werken moeten worden uitgevoerd volgens de gemaakte samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2017, en bijakte nr 1 van 25 februari 2018. Zie toegevoegde bijlages dossierstukken swo. Meer specifiek moet voor voorliggend project een bedrag van 100 000 eur als financiele bijdrage betaald worden.

 

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen volgens het plan met titel ‘rooilijnplan “Bosstraat-Driehoek dd 3-02-2021 met ref 19/197r-2 opgemaakt door landmeter Marijn Palmans en op het omgevingsloket genoemd ‘19197-rooilijn-3.pdf’, met grondafstanden van deel A 1474m² voor openbaar domein aan de zuidkant en deel B 2956m² aan de noordwestkant.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van (4/6/2021).

 

7)   Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier :

 


BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

Art. 1 :

Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 1 bezwaarschrift(en) werden ingediend.

 

De elementen uit de bezwaarschriften zijn van die aard dat ze niet kunnen worden bijgetreden.

 

 

Art. 2:

Het college beslist het dossier door te sturen naar de Gemeenteraad om de rooilijn vast te stellen bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door DENEVE INVEST namens DENEVE CONSTRUCT BVBA inzake slopen van een bestaande gebouw + bouwen van 2 meergezinswoningen met ondergrondse parkeergarage en vrijstaande fietsenberging + aanleggen van openbaar domein, gelegen Bosstraat ZN, 2500 Lier, volgens het plan met titel ‘rooilijnplan “Bosstraat-Driehoek dd 3-02-2021 met ref 19/197r-2 opgemaakt door landmeter Marijn Palmans en op het omgevingsloket genoemd ‘19197-rooilijn-3.pdf’, met grondafstanden van deel A 1474m² voor openbaar domein aan de zuidkant en deel B 2956m² aan de noordwestkant mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden :

  • De werken moeten worden uitgevoerd volgens de gemaakte samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2017, en bijakte nr 1 van 25 februari 2018. Zie toegevoegde bijlages dossierstukken swo. Meer specifiek moet voor voorliggend project een bedrag van 100 000 eur als financiele bijdrage betaald worden.

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

Art. 1 :

De gemeenteraad beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 1 bezwaarschrift(en) werden ingediend.

 

De elementen uit de bezwaarschriften zijn van die aard dat ze niet kunnen worden bijgetreden.

 

 

Art. 2 :

De gemeenteraad beslist de rooilijn vast te stellen bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door DENEVE INVEST namens DENEVE CONSTRUCT BVBA inzake slopen van een bestaande gebouw + bouwen van 2 meergezinswoningen met ondergrondse parkeergarage en vrijstaande fietsenberging + aanleggen van openbaar domein, gelegen Bosstraat ZN, 2500 Lier, volgens het plan met titel ‘rooilijnplan “Bosstraat-Driehoek dd 3-02-2021 met ref 19/197r-2 opgemaakt door landmeter Marijn Palmans en op het omgevingsloket genoemd ‘19197-rooilijn-3.pdf’, met grondafstanden van deel A 1474m² voor openbaar domein aan de zuidkant en deel B 2956m² aan de noordwestkant mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

PASTORIESTRAAT - WEGENISONTWERP. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het college heeft in zitting van 27 juli 2020 beslist het ontwerp van het kerkplein in de Pastoriestraat, in het kader van de volledige heraanleg van de straat die reeds op 7/10/2019 werd goedkgekeurd in het college, verder te laten uitwerken door het studiebureau S. Bilt vogens de beschreven versie 1.

Het college heeft in zitting van 31 mei 2021 goedkeuring gehecht aan het aanbestedingsdossier voor de weg- en rioleringswerken in de Pastoriestraat.

 

 

Feiten en context

De aanleg van de wegenis in de Pastoriestraat is als volgt voorzien (plan in bijlage) :

- Gedeelte tussen Maasfortbaan en Beemdstraat :

  - rijbaan in betonstraatstenen 220 x 110 x 100 antracietgrijs

  - parkeervakken in betonstraatstenen 220 x 110 x 100 zwart
- Gedeelte tussen Beemdstraat en Pastoriestraat thv nr. 17 :

   - rijbaan in asfaltbeton

   - parkeervakken in betonstraatstenen 220 x 110 x 100 zwart

- Gedeelte tussen Pastoriestraat thv nr. 17 en Berlaarsesteenweg rijbaan in kasseien 18 cm x
  12 cm

- plaatsen van straatmeubilair en bomen.

 

Juridische grond

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 inzonderheid de artikelen betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en deze van het college.
Onder de 'zaak der wegen' wordt verstaan het bepalen van het tracé en de uitrusting van de aan te leggen of te wijzingen wegen : rooilijnen, voetpaden, aanplanting, openbare nutsvoorzieningen.

 

Argumentatie

De zaak der wegen dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de gemeenteraad van juni 2021.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Geert Marrin

9 onthoudingen: Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het wegenisontwerp van de Pastoriestraat.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

TOETREDING AANKOOPCENTRALE BINNEN RAAMOVEREENKOMST VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR HET AANSTELLEN OP AFROEP VAN EEN ONTWERPER VOOR FIETSOSTRADE, FIETSINFRASTRUCTUUR EN FIETSROUTEPROJECTEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17 september 2007 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;

 

Feiten en context

Gelet op het feit dat de provincie Antwerpen een raamovereenkomst met clausule aankoopcentrale heeft opgesteld voor het aanstellen op afroep van een ontwerper voor fietsostrade, fietsinfrastructuur en fietsrouteprojecten over een periode van 48 maanden. De provincie Antwerpen treedt hierin op als aankoopcentrale voor alle lokale besturen in de provincie Antwerpen;

 

Gelet op het feit dat conform de wetgeving op de overheidsopdrachten de stad Lier zelf geen overheidsopdracht voor diensten dient op te starten als we toetreden tot de aankoopcentrale in deze raamovereenkomst;

 

Gelet op de vraag van het technisch bureau - openbaar domein om toe te treden tot voormelde raamovereenkomst wat betreft het aanstellen van een ontwerper voor fietsostrade, fietsinfrastructuur en fietsrouteprojecten.

De bestellingen zullen op afroep gebeuren naargelang behoeften van het bestuur;

 

Gelet op het bestek opgesteld door de provincie Antwerpen m.b.t. de opdracht "het aanstellen op afroep van een ontwerper voor fietsostrade, fietsinfrastructuur en fietsrouteprojecten over een periode van 48 maanden (raamovereenkomst met meerdere deelnemers)"

 

Gelet op het gunningsverslag waaruit blijkt dat de 3 inschrijvers allemaal een voldoende score behalen;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2021-2024, op verschillende acties.

 

Gelet op het feit dat er geen enkele verplichting is tot afname van deze raamovereenkomst en de overeenkomst ook niet-exclusief is (een afname van de dienstverlening via een andere overheidsopdracht blijft mogelijk)

 

Gelet op het feit dat per afroep elke opdracht zal worden toegewezen via cascadesysteem of minicompetitie en de gunning ter goedkeuring zal worden voorgelegd via een afzonderlijke beslissing;

 

 

Argumentatie

De toetreding aankoopcentrale binnen de raamovereenkomst van de provincie Antwerpen voor het aanstellen op afroep van een ontwerper voor fietsostrade, fietsinfrastructuur en fietsrouteprojecten dient ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de gemeenteraad.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1:

De gemeenteraad beslist om de toetreding aankoopcentrale binnen raamovereenkomst van de provincie Antwerpen voor het aanstellen op afroep van een ontwerper voor fietsostrade, fietsinfrastructuur en fietsrouteprojcten goed te keuren.

 

Art 2 :

De bestellingen zullen op afroep gebeuren naargelang behoeften van het bestuur bij één van de geselecteerde inschrijvers, met toewijzing ofwel via cascadesysteem ofwel via minicompetitie. Waarbij in geval van een minicompetitie prijsofferte zal gevraagd worden bij de 3 inschrijvers. Elke gunning zal ter goedkeuring worden voorgelegd via een afzonderlijke beslissing.

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2021-2024, op verschillende acties.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

GRATIS GRONDAFSTAND POMPSTATION LISPERLOOP/BERNARDIJNENLAAN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing dd. 26 augustus 2018 betreffende de kosten verdeling

 

Feiten en context

De provincie Antwerpen staat het volgende perceel gratis af aan de stad Lier:

Een perceel grond met opstallen gelegen te Lier, aan de Gaslei, volgens titel ten kadaster gekend onder “Noorderkuypwijk” sectie A, deel van nummer 599/A, voor een oppervlakte volgens titel bij meting van tweehonderd éénenzestig vierkante meter (261 m²), thans ten kadaster gekend sectie A, nummer 0599DP0000, voor een zelfde oppervlakte.

 

Notaris Van Bockrijck stelde de ontwerpakte op. Dit wordt als bijlage toegevoegd.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de ontwerpakte in bijlage goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte in bijlage betreffende de gratis grondafstand van een perceel met opstallen dat ten kadaster gekend is als Lier sectie A nr 599/A (voor een oppervlakte van 261 m²) goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad machtigt burgemeester Frank Boogaerts en algemeen directeur Katleen Janssens (en bij diens afwezigheid haar afgevaardigde(n) Ilse Anné en/of Kyrina Van Goubergen) voor de ondertekening van de notariële akte en alle bijhorende stukken.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

HANDGIFT DRUKBLOK PIET JANSSENS. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stadsmuseum Lier krijgt een houten drukblok aangeboden als handgift. Het drukblok is van de hand van de Lierse kunstenaar Piet Janssens en draagt de titel 'ballade van een vreemde stad'. De afbeelding stelt een verticaal zicht op Lier voor.

Het museum heeft momenteel een 70-tal werken van Piet Janssens in haar collectie, waarvan twee drukblokken met een andere voorstelling.

 

Argumentatie

Aannamecriteria:

- Gemaakt door een Lierenaar

- Voorstelling van een Liers thema

 

Relevante waardecriteria:

- Artistieke waarde: hoog

- Zeldzaamheid: hoog

- Museale waarde: hoog

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het drukblok als handgift te aanvaarden.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

HANDGIFT GLASRAAM VINGERHOETS. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stadsmuseum Lier krijgt een glasraam aangeboden als handgift. Het glasraam is van de hand van Leo Vingerhoets en werd gemaakt in de jaren '60 voor het Lierse café 't Casino. Het glasraam is gesigneerd en stelt mijnheer Pirroen voor, een figuur uit een novelle van Felix Timmermans.

Leo Vingerhoets (1917 – 1983) was een kunstschilder en glazenier, opgeleid aan de koninklijke Academie voor Schone kunsten van Antwerpen en in het atelier van glazenier Felix Deblock (1893-1959). Hij maakte verschillende glasramen met Lier als onderwerp.

 

Adviezen

De adviesraad van het stadsmuseum geeft in de vergadering van 01/06/2021 positief advies om het glasraam te aanvaarden. De objecten passen binnen de aannamecriteria en waardecriteria die het stadsmuseum hanteert.

 

Argumentatie

Aannamecriteria:

- Gemaakt voor een Lierse familiezaak

- Gemaakt door een Lierenaar

- Met een Liers thema als onderwerp

 

Relevante waardecriteria:

- Herkomstwaarde: hoog

- Artistieke waarde: gemiddeld

- Zeldzaamheid: hoog

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het glasraam als handgift te aanvaarden.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

ERKENNING- EN SUBSIDIEREGLEMENT VOOR HET PLAATSELIJK JEUGDWERK - DEEL KAMPVERVOER - WIJZIGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 24 juni 2019 keurde de gemeenteraad het 'erkennings- en subsidiëringsreglement voor plaatselijk jeugdwerk' goed.

 

Feiten en context

Kampvervoer is een onderdeel van het subsidiereglement voor plaatselijk jeugdwerk.

 

Omwille van de complexiteit van het reglement, waarbij de stad als tussenpersoon fungeerde voor de organisatie van kampvervoer voor vele jeugdverenigingen, waren enkele wijzigingen aan het reglement noodzakelijk:

 

Huidig reglement kampvervoer

Nieuw voorstel

Wat: Elke door het stadsbestuur erkende Lierse jeugdvereniging komt in aanmerking voor tussenkomst i.v.m. transportkosten van personen en/of materiaal van en naar de kampplaats.

Voorwaarden

Er zijn twee mogelijkheden :

- a) De vereniging kan beroep doen op vervoer (van materiaal) door de stad ter beschikking gesteld. Enkel het vervoer binnen de landsgrenzen komt in aanmerking voor deze subsidie.

- b) De vereniging organiseert zelf het vervoer (van personen of materiaal) en brengt de kosten daarvan in. Enkel het vervoer binnen de landsgrenzen komt in aanmerking voor deze subsidie.

Aanvraag

- a) Een aanvraag voor het vervoer (van materiaal) door de stad ter beschikking gesteld: deze aanvraag dient voor 1 april op de jeugddienst binnengebracht te worden.

- b) Een aanvraag tot terugbetaling van vervoer (van personen of materiaal) georganiseerd door de vereniging zelf: deze aanvraag en bijhorende facturen dienen binnengebracht te worden ten laatste 1 maand nadat het kamp heeft plaatsgevonden en dit ten laatste op 1 november.

Vervoer dat in de loop van november of december plaatsvond, komt in aanmerking voor een terugbetaling met het budget van het volgende jaar.

Bedrag

- a) Indien de vereniging beroep doet op vervoer door de stad ter beschikking gesteld, zijn de onkosten ten laste van het stadsbestuur.

- b) Indien de vereniging het vervoer zelf organiseert, wordt dit op basis van een factuur (gedeeltelijk) terugbetaald met een maximum van € 1200. De vervoerskost dient overeen te komen met het gangbare tarief van de door de stad gecontacteerde firma’s. De terugbetaling kan echter nooit meer zijn dan de werkelijke kosten gemaakt door de vereniging

Wat: Elke door het stadsbestuur erkende Lierse jeugdvereniging komt in aanmerking voor één tussenkomst i.v.m. transportkosten van personen of materiaal van en naar de kampplaats. Een kamp duurt minstens 2 dagen met minstens 1 overnachting.

Voorwaarden

De vereniging organiseert en betaalt zelf het vervoer (van personen of materiaal) en brengt achteraf de kosten daarvan in. Er kan per jeugdvereniging slechts 1 terugbetaling van een heen- en terugrit worden aangevraagd per jaar. Enkel het vervoer binnen de landsgrenzen komt in aanmerking voor deze subsidie.

Aanvraag

De aanvraag en bijhorende facturen dienen ten laatste binnengebracht te worden op 1 november. Vervoer dat in de loop van november of december plaatsvond, komt in aanmerking voor een terugbetaling met het budget van het volgende jaar.

Bedrag

Het maximum bedrag dat jaarlijks per vereniging is voorzien, bedraagt € 1.200. Dit wordt op basis van een factuur (gedeeltelijk) terugbetaald. De terugbetaling kan echter nooit meer zijn dan de werkelijke kosten gemaakt door de vereniging.

 

 

Fasering

Goedkeuring door GR van juni 2021.

Het reglement treedt in voege op 1 juli 2021.

 

Adviezen

Jeugdraad gaf positief advies omtrent het reglement kampvervoer in zitting van 19 april 2021.

 

Argumentatie

- Goedkoper: Team Jeugd moest met 1 vervoersfirma samenwerken die het meest interessant is voor alle deelnemende verenigingen maar betaalt daarvoor vaak een (te) hoge prijs. Het is financieel interessanter indien elke vereniging zelf een vervoersbedrijf zoekt die voor hun specifieke wensen (afmeting, weekendtarief, .. ) het meest voordelig is. Dit zou voor alle verenigingen een financiële win zijn: de kosten voor de camions zouden dalen waardoor er in de algemene subsidiepot meer over blijft om onder al de verenigingen te verdelen.

- Efficiënter: Team Jeugd is geen tussenpersoon meer, die alle verwachtingen of (lastminute) wijzigingen aan de vervoersmaatschappij moet bezorgen.

Steeds meer jeugdverenigingen regelen dit intussen liever zelf.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/05/KAP/03/05

Financiele ondersteuning jeugdinitiatieven

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het 'erkennings- en subsidiëringsreglement voor plaatselijk jeugdwerk', zoals goedgekeurd in de zitting van 24 juni 2019 aan te passen als volgt:

 

Oud artikel:

Kampvervoer

Wat:

Elke door het stadsbestuur erkende Lierse jeugdvereniging komt in aanmerking voor tussenkomst i.v.m. transportkosten van personen en/of materiaal van en naar de kampplaats.

Voorwaarden

Er zijn twee mogelijkheden :

a) De vereniging kan beroep doen op vervoer (van materiaal) door de stad ter beschikking gesteld. Enkel het vervoer binnen de landsgrenzen komt in aanmerking voor deze subsidie.

b) De vereniging organiseert zelf het vervoer (van personen of materiaal) en brengt de kosten daarvan in. Enkel het vervoer binnen de landsgrenzen komt in aanmerking voor deze subsidie.

 

Aanvraag

a) Een aanvraag voor het vervoer (van materiaal) door de stad ter beschikking gesteld: deze aanvraag dient voor 1 april op de jeugddienst binnengebracht te worden.

b) Een aanvraag tot terugbetaling van vervoer (van personen of materiaal) georganiseerd door de vereniging zelf: deze aanvraag en bijhorende facturen dienen binnengebracht te worden ten laatste 1 maand nadat het kamp heeft plaatsgevonden en dit ten laatste op 1 november.

Vervoer dat in de loop van november of december plaatsvond, komt in aanmerking voor een terugbetaling met het budget van het volgende jaar.

 

Bedrag

a) Indien de vereniging beroep doet op vervoer door de stad ter beschikking gesteld, zijn de onkosten ten laste van het stadsbestuur.

b) Indien de vereniging het vervoer zelf organiseert, wordt dit op basis van een factuur (gedeeltelijk) terugbetaald met een maximum van € 1200. De vervoerskost dient overeen te komen met het gangbare tarief van de door de stad gecontacteerde firma’s. De terugbetaling kan echter nooit meer zijn dan de werkelijke kosten gemaakt door de vereniging.

 

 

Wordt vervangen door onderstaand artikel:

Kampvervoer

Wat: Elke door het stadsbestuur erkende Lierse jeugdvereniging komt in aanmerking voor één tussenkomst i.v.m. transportkosten van personen of materiaal van en naar de kampplaats. Een kamp duurt minstens 2 dagen met minstens 1 overnachting.

 

Voorwaarden

De vereniging organiseert en betaalt zelf het vervoer (van personen of materiaal) en brengt achteraf de kosten daarvan in. Er kan per jeugdvereniging slechts 1 terugbetaling van een heen- en terugrit worden aangevraagd per jaar. Enkel het vervoer binnen de landsgrenzen komt in aanmerking voor deze subsidie.

 

Aanvraag

De aanvraag en bijhorende facturen dienen ten laatste binnengebracht te worden op 1 november. Vervoer dat in de loop van november of december plaatsvond, komt in aanmerking voor een terugbetaling met het budget van het volgende jaar.

 

Bedrag

Het maximum bedrag dat jaarlijks per vereniging is voorzien, bedraagt € 1.200. Dit wordt op basis van een factuur (gedeeltelijk) terugbetaald. De terugbetaling kan echter nooit meer zijn dan de werkelijke kosten gemaakt door de vereniging.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

REGIOBIB EN EENGEMAAKT REGLEMENT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 10 februari 2020 - Intergemeentelijke samenwerking bibliotheken

Collegebeslissing van 9 november 2020 - Intergemeentelijke samenwerking bibliotheken

Collegebeslissing van 19 april 2021 - Regiobib en eengemaakt reglement

 

Feiten en context

De  bibliothecarissen en schepenen van de acht betrokken gemeenten werkten de voorbije maanden een eengemaakt gebruikersreglement uit als basis voor het samenwerkingsverband.

 

Op 30 maart 2021 vond een digitaal overleg plaats tussen schepenen en bibliothecarissen van de betrokken gemeenten, op uitnodiging en onder coördinatie van Avansa, voorheen VormingPlus  (zie ook verslag in bijlage).

 

Er zijn twee factoren die een gefaseerde vorming van de regiobib in het eengemaakt bibliotheeksysteem onvermijdelijk maken:

        De bibliotheken van Duffel en Putte kunnen om technische redenen en volgens de planning van Cultuurconnect pas vanaf het voorjaar van 2022 instappen in het eengemaakt bibliotheeksysteem (hierna EBS).

        Berlaar, Nijlen en Heist-op-den-Berg kunnen mogelijk in de nabije toekomst toetreden, maar daar is nog geen definitieve beslissing genomen in de naweeën van de regiovorming op Vlaams niveau.

 

De schepenen en bibliothecarissen komen tot een akkoord voor een eengemaakt gebruikersreglement (zie bijlage), rekening houdend met de vereisten van het EBS zoals bepaald door Cultuurconnect in opdracht van de Vlaamse overheid.

 

Overzicht van de belangrijkste reglementsbepalingen (met wijzigingen voor de Lierse bibbezoeker in het groen):

 

De schepenen en bibliothecarissen van Bonheiden, Lier, Sint-Katelijne-Waver, Duffel en Putte komen overeen dat zij het eengemaakt gebruikersreglement nog voor de zomer ter goedkeuring voorleggen aan hun gemeenteraden, met het oog op inwerkingtreding vanaf 13 oktober 2021.(Voor Duffel en Putte: inwerkingtreding in het voorjaar van 2022, bij hun overstap naar het EBS)

 

Sinds de zitting van het college van 19 april 2021 werden nog enkele vormelijke wijzigingen aan het aangemaakt reglement aangebracht, onder meer wat de naam van het samenwerkingsverband betreft: "Regiobib Rivierenland - een sterk verhaal".

 

De volledige retributieregeling (inclusief de elementen die niet in het gemeenschappelijke gebruikersreglement worden opgenomen, bv. gebruik van interneteiland, kopiëren en printen) wordt in een afzonderlijk agendapunt ter goedkeuring van de gemeenteraad gebracht in september 2021.

 

Financiële weerslag

 

01/07/KAP/02/10

2021

2022

2023

2024

2025

totaal

Bedrag voor wijziging

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

250.000

Voorgestelde wijziging

-3.750

-18.000

-18.000

-18.000

-18.000

-75.750

Nieuw bedrag na wijziging

46.250

32.000

32.000

32.000

32.000

174.250

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist dat bibliotheek de Fé vanaf 1 juli 2021 deel zal uitmaken van het samenwerkingsverband onder de naam Regiobib Rivierenland - een sterk verhaal (hierna vernoemd als Regiobib Rivierenland).

 

Art. 2:

De gemeenteraad beslist om volgend eengemaakt gebruikersreglement voor Regiobib Rivierenland goed te keuren.

 

Art. 3:

De gemeenteraad beslist dat het reglement zal inwerkingtreding vanaf 13 oktober 2021.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

CONVENANT ARKTOS I.K.V. SCHOOLCOACHES 2021-2023. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 25/5/2020 keurde het CBS het sociaal COVID19 plan goed. Punt 17 vermeldt: 'Voorzien van bijkomende personeelsinzet om het project 'onderwijsbuddy's' uit te bouwen als hefboom in de realisatie van gelijke onderwijskansen'.In het goedgekeurde meerjarenplan stad en OCMW Lier is jaarlijks een budget voorzien van 23.000 euro onder actienummer 01/11/SAP/02/07 met als omschrijving 'project schoolcoaches'

 

Op 31/08/2020 keurde het CBS de convenant goed tussen STAD EN OCMW LIER en vzw ARKTOS voor de periode september – december 2020 waarbij de vzw het bedrag van 23.000 euro ontving als toelage voor de opstart van het project schoolcoaches. In functie van opstart was een 0,8VTE personeelsinzet voorzien. Na opstartfase, vanaf 1 februari 2021, viel de personeelsinzet terug tot 0,4VTE in functie van het goedgekeurde budget in het kader van het meerjarenplan (met name 23.000€/jaar).

 

Feiten en context

Het project schoolcoaches is een initiatief waarbij vrijwilligers individuele schoolhulp aan huis bieden aan kinderen uit de lagere school én hun ouders. Deze hulp bestaat uit:

- Huiswerkbegeleiding

- Planning, organisatie

- Advies en motivatie (inzet op welbevinden van het kind)

- Ondersteuning van schoolremediëring via extra oefenen / uitleg thuis

- Wegwijs maken in het onderwijs

- Verbeteren van de communicatie met de school

- Materiële ondersteuning (schoolmaterialen)

 

Concreet zetten de schoolcoaches in op zowel schoolbegeleiding alsook contextbegeleiding in het kader van de strijd tegen kinderarmoede.

 

Sinds de opstart van het project bevestigden de resultaten het vooronderzoek, nl. dat de vraag erg groot is en dat de formule aansluit op een nood (zie beknopt tussentijds verslag in bijlage).

 

De te behalen strategische doelstellingen waren gebaseerd op 10 trajecten op jaarbasis. Echter, op basis van slechts 1 promotieronde in september was de respons van kwetsbare gezinnen en doorverwijspartners bijzonder groot. Hulpvragen blijven komen en de wachtlijst groeit.

 

Sinds de start in september zijn er binnen het project:

- 18 trajecten bij gezinnen (en dus ook vrijwilligers) actief

- Gespreid over 8 scholen

- 23 kinderen worden geholpen

- 18 gezinnen staan op de wachtlijst

 

In de eerste convenant met de vzw Arktos werden 5 doelstellingen vooropgesteld:

D1. Coördinatie vrijwilligerswerking: bereiken, intake, selectie, contracting, coachen, op maat begeleiden, gepast matchen met een gezin, stand-by voor hulpvragen, follow-up

D2: Ontwikkelen vormingsaanbod: startersvorming, intervisie, vormingen op maat (naar gelang noden) van de vrijwilligers, aanbod (psycho-educatie) op maat van de ouders

D3: Coördinatie ouderwerking: bereiken, intake, contracting, matchen met vrijwilliger, stand-by voor hulpvragen, follow-up, feedback

D4. Investeren in samenwerkingsverbanden en afstemming rollen met de partners (vormingplus, mondiale werken, …)

D5. Coördinatie netwerk lagere scholen: zicht en contact hebben op de lagere scholen, projectvoorstelling, netwerk  zorg- en klasleerkrachten, samenwerking op maat van de school, follow-up

 

Op basis van deze afspraken in de convenant werd in september 2020 het bedrag van 23.000 euro gestort. Omdat het budget ingezet werd tijdens een beperkte periode (van vijf maanden, nl. september 2020-januari2021) kon de vzw de opstart van het project realiseren door een personeelslid in te zetten aan 0,8 VTE.

Echter, wanneer in 2021 hetzelfde bedrag verspreid moet worden over 11 maanden (februari 2021-december 2021) dan kan dit niet langer aan dezelfde werkintensiteit. De personeelsinzet zakt naar een 0,4 VTE. Daar tegenover staat dat enerzijds het aantal trajecten bijna dubbel zo hoog is dan ingeschat voor de opstart én dat er een lange wachtlijst is van gezinnen met een hulpvraag.

 

De spanning tussen de grote nood en de te beperkte arbeidsinzet zorgt er op dit moment voor dat de uitvoering van de doelstellingen in het gedrang komt, en dat er een wachtlijst ontstaat met gezinnen met een ondersteuningsvraag.

 

Om die reden bestaat het voorstel erin om de personeelsinzet op te trekken, via een verhoging van de voorziene toelage. Voor de periode juli - december 2021 bestaat het voorstel erin om de voorziene toelage op te trekken met 16.155€  zodat de personeelsinzet kan verruimd worden tot 0,8VTE

Voor 2022 en 2023 bestaat het voorstel erin om, onder voorbehoud van de budgetbespreking in het kader van de aanpassing van het meerjarenplan, de toelage jaarlijks op te trekken met 31.365€. Op deze manier kan verzekerd worden dat de personeelsinzet duurzaam op 0,8VTE blijft.

Gekoppeld aan de verhoogde toelage, wordt een nieuwe convenant met de vzw Arktos afgesloten (zie bijlage) voor een periode van 3 jaar. Het project wordt nauw opgevolgd en jaarlijks volgt een jaarverslag en -rapport. Op basis van dit rapport gebeurt de evaluatie en de uitbetaling van de toelage van het volgende jaar.

 

Fasering

Goedkeuring convenant schoolcoaches 2021 - 2023

Uitbetaling toelage 2021.

Eindrapportage schooljaar 2020-2021 (te agenderen op cbs) in september

Verdere opvolging convenant via overlegstructuren.

 

Argumentatie

* Schoolcoaches is een belangrijk project ikv de strijd tegen kinderarmoede. Via schoolse ondersteuning en het coachen van de ouders én het kind verhogen we de slaagkansen in het onderwijs.

vb: scholen geven aan dat kinderen met een schoolcoach betere schoolresultaten halen (duidelijke vooruitgang in de punten) en over het algemeen meer mee zijn op school. Scholen hebben via de vrijwilliger een extra communicatielijn met en zelfs in het gezin, een extra partner om de richtlijnen van de school thuis door te trekken of om meer inzicht te krijgen in de kwetsbaarheden van het kind.

* De grote instroom (zonder promotie) bewijst hoe groot de nood is bij kwetsbare gezinnen, (ook gesignaleerd door onze professionele partners) maar dat zorgt ook voor een hogere werkdruk.

vb: in plaats van de geplande 10 trajecten, zitten we reeds aan 17 actieve trajecten.

Het verschil in workload:

17 trajecten = 51individuele intakes (school - gezin - vrijwilliger) ifv profiling en matching (ter vergelijking: 10 trajecten = 30 intakes).

* Het optrekken van de personeelsinzet zorgt voor een betere kwaliteit van het project.

Omdat we werken met minderjarigen, zeer jonge kinderen en met kwetsbare gezinnen is een zeer nauwe opvolging van de vrijwilligers én van de gezinnen essentieel. Daarom zijn niet alleen de intakes, de screening en matching belangrijk bij elke opstarten van een nieuw traject maar ook de permanente opvolging en coaching van de vrijwilligers, het opvolgen van hun logboek, het behouden van contact met de gezinnen, het opnemen van contextvragen / signalen, ...

* Zonder het optrekken van de personeelsinzet, kunnen niet alle taken uitgevoerd / doelen bereikt worden..

Op dit moment merken we dat alle doelstellingen lijden onder het gebrek aan uren, specifiek de ondersteuning van de vrijwilligers, het opnemen van de contextvragen, het wegwerken van de wachtlijst, ...

* Schoolcoaches werkt doorheen de schoolvakanties; er is ook geen zomerstop.

trajecten lopen door tijdens de zomer, hetzij op alternatieve manieren want uiteraard is er geen huiswerk en zijn de scholen gesloten. Tijdens de zomer blijft het contact tussen coaches en gezinnen echter doorlopen omwille van verschillende redenen: verder uitbouwen van de werkrelatie coach - gezin, extra oefenen om een achteruitgang door de zomervakantie te voorkomen, spelenderwijs herhalen en onderhouden van leerstof, doorverwijzen naar een groepsaanbod zoals de zomerscholen, Lier voor Taal, zomerbabbel voor de ouders,... Midden augustus beginnen we met de voorbereidingen van het nieuwe schooljaar en wordt nagegaan of alles administratief in orde is, of er een nood is aan deftige schoolmaterialen, oudercoaching rond thema's zoals op tijd komen, veilig naar school, enz.

* Trajecten in ontwikkeling: de verdere uitbouw van het project wordt de komende maanden uitgewerkt én uitgevoerd. Doel is het creëren van een aanpak om voor een continue doorstroom te zorgen, waarbij 'sterkere' gezinnen doorstromen naar een groepswerking (bv. in de vorm van een huiswerkklas onder de paraplu van het project schoolcoaches) en kunnen de meest kwetsbare gezinnen op kortere termijn beroep doen op de individuele hulp. Het uitwerken van een plan van aanpak, vinden van partners en van bijkomende vrijwilligers kan de komende maanden enkel gebeuren dankzij de verhoogde personeelsuren maar zal er op termijn voor zorgen dat wachtlijsten worden weggewerkt, dat we een grotere instroom aankunnen en dat er een grotere doorstroom is. Meer gezinnen zullen geholpen worden op kortere termijn.

 

Financiële weerslag

De bijkomende toelage voor 2021 wordt gefinancierd met een CORONA-subsidie die stad en OCMW Lier ontving in het kader van het lokaal armoedebeleid. De bijkomende budgetvraag voor 2022 en 2023 wordt besproken in het kader van de geplande aanpassing van het meerjarenplan.

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/11/KAP/6/4

Lokaal armoedebeleid ifv Corona.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan om de toelage voor vzw ARKTOS van 2021 op te trekken met 16.155€ en - onder voorbehoud van het resultaat van de budgetbespreking in het kader van aanpassing van het meerjarenplan - voor 2022 en 2023 de toelage op te trekken met 31.365€.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan om de convenant in bijlage goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST PROVINCIAAL INSTITUUT VOOR HYGIËNE - VERLENGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadbeslissing d.d. 27 januari 1997 voor de samenwerkingsovereenkomst met het PIH.

 

Feiten en context

Het PIH of Provinciaal Instituut voor Hygiëne is een onderdeel van de diensten die provincie Antwerpen aanbiedt.

 

Het PIH is een kenniscentrum met expertise in water, bodem, milieuwetgeving, geluid en trillingen. Zij ondersteunen de provinciale diensten, gemeentebesturen en staan ook ter beschikking van de burgers.

 

De stad Lier heeft in het verleden meermaals beroep gedaan op de staalnemers en geluidsexperten van het PIH, dit steeds aan een verlaagde prijs.

 

Verder doet de stad ook beroep op de regiowerking. Zij bieden bijscholingen, interactiemomenten en dossierondersteuning aan inzake milieugerelateerde onderwerpen.

 

Om op deze diensten beroep te doen wordt een gemeentelijke, jaarlijkse kost doorgerekend. Deze kost varieert tussen €750,00 en €2500,00 afhankelijk van de grootte van de gemeente of stad. Voor 2020 bedraagt de kost voor Lier €2.157,42.

 

Adviezen

De dienst leefmilieu rekent sterk op het expertise en de kennis van het PIH, dit zowel voor het uitvoeren van geluidsmetingen als van het netwerk van de regiowerking. Omwille van deze reden adviseert de dienst leefmilieu om het jaarlijkse lidmaatschap te vernieuwen.

 

Argumentatie

Het college overweegt om het lidmaatschap bij het PIH jaarlijks te verlengen voor de rest van de legislatuur zodat de dienst leefmilieu de nodige ondersteuning kan aanvragen indien zij dit nodig achten in de uitvoering van hun adviserende, vergunning verlenende en toezichtsopdrachten.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/01/KAP/03/09

 

Permanente monitoring milieu

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het jaarlijkse lidmaatschap met het Provinciaal Instituut voor Hygiëne en de regiowerking te vernieuwen voor het maximale bedrag van €2.500/jaar en dit voor de jaren 2020, 2021, 2022, 2023, 2024 en 2025.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

PROTOCOL GEGEVENSDELING AGENTSCHAP WONEN VLAANDEREN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de coronacrisis kent de federale overheid middelen toe die OCMW Lier naar eigen goeddunk kan inzetten. OCMW Lier onderzoekt of zij een deel van deze middelen kan inzetten voor een eenmalige Lierse huurpremie voor private huurders, gedomicilieerd in Lier, die op dit moment geen enkele ondersteuning krijgen op vlak van huishuur.

Om deze piste verder te onderzoeken is er een gegevensuitwisseling nodig met Wonen-Vlaanderen. Huurders die een Vlaamse huursubsidie of huurpremie ontvangen zullen immers uitgesloten worden.

Om deze gegevensuitwisseling mogelijk te maken is het nodig dat er een protocol wordt afgesloten tussen Wonen-Vlaanderen en Stad en OCMW Lier.

Wonen-Vlaanderen heeft een protocolsjabloon opgemaakt om deze gegevensuitwisseling op een reglementaire manier te kunnen uitvoeren.

Het ingevulde protocolsjabloon moet bezorgd worden aan privacy.wonen@vlaanderen.be. Daarna zullen zij het protocol finaliseren en kan de gegevensuitwisseling opstarten.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Voor de vlotte uitvoering van het project is het aangewezen dat de stad en OCMW Lier het protocol gegevensuitwisseling met Wonen Vlaanderen goed keurt.

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist goedkeuring te hechten aan het "PROTOCOL VOOR DE ELEKTRONISCHE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS VAN Wonen-Vlaanderen NAAR Stad en OCMW Lier in het kader van het elektronisch meedelen aan de gemeenten van burgers die een Vlaamse woon- of huurpremie ontvangen hebben, met oog op hen te informeren over het bestaan van lokale aanvullende woon- of huurpremies".

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

STRATEGISCH VEILIGHEIDS- EN PREVENTIEPLAN 2020-2021. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het Koninklijk Besluit van 3 juli 2019 betreffende de verlenging van de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen voor het jaar 2020. Het Ministerieel Besluit van 4 januari 2021 betreffende de verlenging van de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen voor het jaar 2021. 

 

Feiten en context

Het KB van 3 juli 2019 verlengt de Stategische Veiligheids- en Preventieplannen voor de periode 1 januari 2020 tot 31 december 2020. Het Ministerieel Besluit van 4 januari 2021 regelt de verlenging van de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen voor het jaar 2021. 

De stad Lier beschikt over een dergelijk Strategisch Veiligheids- en Preventieplan.

Het Strategisch Veiligheids- en Preventieplan voor 2020-2021 werd ondertussen ondertekend door de minister van Binnenlandse Zaken en werd ter ondertekening voorgelegd aan de stad.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het door de minister van Binnenlandse Zaken ondertekende Strategisch Veiligheids- en Preventieplan 2020-2021.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

GEMEENTELIJKE HOLDING NV (IN VEREFFENING) - UITNODIGING ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS OP 30 JUNI 2021 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de aanduiding van de heer Frank Boogaerts, burgemeester, en de heer Bert Wollants, schepen, als resp. effectief en plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening en dit voor de duurtijd van zes jaar van de gemeentelijke legislatuur.

 

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

 

De stad ontving op 21 mei 2021 een uitnodiging voor de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders. Deze vindt plaats op woensdag 30 juni 2021 om 14.00 uur op elektronische wijze.

 

De agenda is als volgt vastgesteld:

 

1.

Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2020

2.

Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2020

3.

Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2020 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten.

4.

Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2020

5.

Vraagstelling

 

Overeenkomstig de wettelijke regels terzake worden alle punten van de agenda louter ter kennisname meegedeeld aan de algemene vergadering. Zij worden niet ter stemming voorgelegd.

 

Juridische grond

        Decreet Lokaal bestuur

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

8 onthoudingen: Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de agenda van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening op 30 juni 2021, zoals hieronder vastgesteld, goed te keuren:

 

1.

Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2020

2.

Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2020

3.

Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2020 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten.

4.

Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2020

5.

Vraagstelling

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

KLEMO - AANDUIDEN VAN BESTUURDER VOOR RAAD VAN BESTUUR - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de aanstelling van Walter Grootaers in de raad van bestuur.

Gemeenteraadsbeslissing van 29 juni 2020 over de aanstelling van Marleen Vanderpoorten in de raad van bestuur.

 

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van de Gewestelijke Maatschappij voor de kleine Landeigendom van Mechelen & Omstreken cvba.

 

De stad heeft één vertegenwoordiger in de raad van bestuur, m.n. de schepen van wonen. Daarom dient de beslissing van 29 juni 2020 te worden aangepast.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

1 stem tegen: Marcel Taelman

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 1 stem tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist goedkeuring te geven aan de afvaardiging van mevrouw Sabine Leyzen, schepen vanaf 1 juli 2021, als vertegenwoordiger van de stad Lier voor de raad van bestuur van de Gewestelijke Maatschappij voor de Kleine Landeigendom van Mechelen & Omstreken cvba.

 

Art 2 :

Deze beslissing wordt ter kennisgeving aan de Gewestelijke Maatschappij voor de Kleine Landeigendom van Mechelen & Omstreken cvba overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Evi Van Camp (CD&V) i.v.m. bermen maaien en onderhoud openbaar groen

Onder het motto 3de keer goede keer, wil ik toch nog eens stilstaan bij de maaiproblematiek van onze bermen en het onderhoud van het openbaar groen. Waar onze naburige gemeenten er elk jaar wel in slagen, blijkt dit voor Lier en Koningshooikt ook dit jaar onmogelijk te zijn.

Ondertussen is 15 juni ook al weer gepasseerd en op de landelijke wegen staat het gras en het onkruid in de bermen zeer hoog. Het feit dat jullie hierover communiceren blijkt ook dat het wel een gekend probleem is, maar i.p.v. proactief aan een plan van aanpak te werken, wacht men geduldig af. Dit leidt tot zeer gevaarlijke situaties voor onze zwakke weggebruikers, en zeker voor onze fietsende kinderen. Zowel in Koningshooikt als in het buitengebied rond Lier, leiden metershoge netels waarbij kinderen met zomerkledij langs moeten op zeer smalle fietspaden, tot niet zo’n fijne situaties. Dit draagt absoluut niet bij tot de veiligheid en fietsvriendelijkheid waar jullie als bestuur op willen inzetten. Uit het verleden vernamen we dat het college ten volle wil inzetten op de biodiversiteit maar met een maaibeheerplan en een gefaseerd plan van aanpak , kan daar volgens ons zeker aan tegemoet gekomen worden. Het bericht dat jullie verzenden vraagt geduld van onze inwoners. Echter vorig jaar was het oktober vooraleer de eerste maaibeurt in de Bremstraat bv aan de beurt kwam! Hieruit blijkt nogmaals dat jaar op jaar ook de timing niet gehaald wordt en een proactief plan van aanpak zich sterk opdringt! Ook afstemming met de polders lijkt meer dan opportuun, zij zijn op sommige plekken als langs geweest om voor te maaien, verloren werk en tijd aangezien alles al terug heel hoog staat.

Tenslotte denk ik ook dat ook het openbaar groen beter onderhouden dient te worden. Zo zijn er speelpleintjes die geen speelpleintjes meer zijn, maar eerder iets weg hebben van een wildernis. Kijk bijvoorbeeld al naar het voetbalpleintje in de wijk in Koningshooikt , maar ook in de andere wijken, zijn er tal van plekken die een beter onderhoud vragen. In Lier en Koningshooikt zijn er al niet veel speelpleinen, laat ons die dan toch goed onderhouden zodat onze jeugd hier volop kan van genieten tijdens de vakantie…

 

Graag had onze fractie dan ook vernomen:

1) Zal er werk gemaakt worden van een gefaseerd plan van aanpak om bermen toch vroeger te beginnen maaien net zoals in onze naburige gemeenten?

2) Wordt er externe hulp ingeroepen om alles tijdig klaar te krijgen zodat op korte termijn de bermen gemaaid kunnen zijn en het openbaar groen op regelmatig tijdstip onderhouden wordt?

3) Hoe plant men het onderhoud van de speelpleintjes in?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Wat betreft uw verschillende vragen, kunnen we u het volgende meegeven:

 

1.    Plan van aanpak

Volgens het bermbesluit dient de eerste maaibeurt in een berm in de landelijke ruimte na 15 juni te gebeuren en een eventuele tweede maaibeurt na 15 september.

Om redenen van natuurbehoud kan men afwijken van deze maaidata via een aanvraag bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Deze aanvraag dient gemotiveerd te worden aan de hand van een bermbeheerplan.

Momenteel beschikt de stad niet over een bermbeheerplan en wordt gemaaid conform de geldende wetgeving (niet starten voor 15 juni). Er zijn momenteel niet erg veel gemeenten die over een geldig plan beschikken. Tussen 2016 en 2019 werden er in heel Vlaanderen 7 van die plannen opgemaakt, Duffel is daar alvast 1 van.

 

In zitting van 10 mei 2021 heeft het college de opmaak van een bermbeheerplan toegewezen aan het Team Studie Natuur en Landschap van de Dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid van de provincie Antwerpen.

Het project is opgestart met het uitvoeren van het veldwerk tussen 15 mei en 15 juni 2021. Voor de uitvoering van het veldwerk was het van belang dat alle geselecteerde straten in 2021 pas de eerste keer gemaaid worden na 15 juni. Dat heeft te maken met het feit dat er een goede inschatting moet kunnen worden gemaakt van de vegetatie die aanwezig is wanneer het bermbesluit wordt gerespecteerd. De oplevering van het eindrapport is voorzien in april 2022.

 

Het bermbeheerplan bevat een ecologische typering en een ecologisch maaiadvies per beheereenheid met aandacht voor flora en fauna. Het rapport bevat ook de nodige kaarten met deze typering en met de verschillende maairondes. Vanaf 2022 zal het maaien van de bermen afgestemd worden op dit beheerplan.

 

2.    Externe hulp

Het voormaaien wordt niet meer opgenomen door de Polder.

Deels gebeurt dit door de eigen bosploeg en deels is dit uitbesteed aan Manus.

Het maaien zelf gebeurt in eigen beheer met de inzet van twee bermenmaaiers.

 

3.    Onderhoud speelpleintjes

Deze zitten sinds april doet MIVAS het onderhoud een gedeelte van de speelpleintjes in Lier, o.a. deze die genoemd worden in uw vraag. In het contract is voorzien dat het gras om de 2 weken gemaaid wordt. Daarin zijn deels wel opstartproblemen die momenteel worden opgevolgd door onze diensten om hierin tot de juiste routine te komen.

 

 

Interpellatie 2 : van Evi Van Camp (CD&V) i.v.m. Beyerse Velden

Vorige maand werd er reeds uitgebreid rond dit dossier geïnterpelleerd. Naar aanleiding van een aantal inhoudelijke opmerkingen die toen gemaakt werden, onderzocht CD&V het dossier verder. Graag had ik dan ook meer duidelijkheid gekregen rond een aantal zaken die mijns inziens minstens onduidelijk en misschien zelfs dubieus te noemen zijn.

 

Een eerste punt gaat over de communicatie mét en de betrokkenheid ván de buurt. Los van de vraag of bouwen op de Beyerse Velden opportuun is of niet, zegt het College participatie hoog in het vaandel te dragen. Echter, op de vorige gemeenteraad vernamen we dat de Beyerse Velden niet tot de participatietrajecten van Stad en OCMW Lier behoren. Dat is merkwaardig, aangezien de Beyerse Velden op de website van de Stad wél vermeld worden onder de lopende participatietrajecten (‘participatie’ → ‘neem deel aan beleid’).

Er bestaan uiteraard verschillende vormen van participatie, maar dit is niet ernstig. Ofwel betrekt men de buurt en de bewoners, ofwel maakt men duidelijk dat er bepaalde keuzes gemaakt zijn, dat men kiest voor het bouwproject en dat voor de bewoners geen verdere inspraak mogelijk is. De eerste stap van participatie is altijd communicatie. Die moet helder en eenduidig zijn. De communicatie die tot op heden gevoerd werd, voldoet niet aan deze criteria.

 

Ten tweede stelt onze fractie zich vragen bij de rol van OCMW Lier. Ik blijf hiervoor even stilstaan bij het stedenbouwkundig attest. Op de voorpagina van dat attest staat uitdrukkelijk de naam van OCMW Lier vermeld, naast die van de ontwikkelaar. Mogen we hieruit concluderen dat het OCMW van Lier medeopdrachtgever is bij de uitwerking van een stedenbouwkundig attest waar het uiteindelijk zélf over moet beslissen? Dat maakt OCMW Lier tot rechter en partij. De neutraliteit is dan ver te zoeken.

En er is meer. Hoewel OCMW Lier geacht wordt neutraal te zijn in de verkoop van de gronden, lijken alle elementen van het dossier ons te wijzen op een voorkeur voor één bepaalde ontwikkelaar. Nochtans moeten OCMW-gronden in principe openbaar verkocht worden. Hoe kan een externe projectontwikkelaar een voorkeursrecht krijgen op OCMW-grond? En wanneer men openbaar verkoopt met een clausule dat een bepaalde ontwikkelaar de eerste keuze heeft, zal dit steeds een invloed hebben op de verkoopsprijs.

We maken ons dus ernstig zorgen, zowel over de neutrale rol van ons OCMW als over de correctheid van de overeenkomst uit het verleden die percelen OCMW-grond bij voorkeur lijkt toe te kennen aan één bepaalde ontwikkelaar.

 

Tenslotte zijn er nog de inhoudelijke en technische bedenkingen. De waterproblematiek en de densiteit van de bebouwing zijn hier van groot belang. De waterproblematiek kwam tijdens de vorige gemeenteraad al uitgebreid aan bod en we zullen er dan ook niet opnieuw bij stilstaan. Wij denken echter nog steeds dat het vlakbij gelegen, afgebakende signaalgebied een niet te verwaarlozen element is. Als men op provinciaal niveau beslist een signaalgebied af te bakenen, betekent dat dat er wel degelijk een waterprobleem is op die locatie.

De densiteit van de bebouwing dan: er is een Masterplan voor de ontwikkeling van de Beyerse Velden, in verschillende versies. Dat plan blijkt echter een soort monster van Loch Ness te zijn. Sommigen beweren het gezien te hebben (in de versie van 2006), maar makkelijk te vinden, is het alleszins niet. Dit in tegenstelling tot andere plannen die allemaal op de website van Stad Lier terug te vinden zijn. Het plan dat wél ter inzage op het stadskantoor ligt, is zeer vaag en wijkt sterkt af van de voorliggende aanvraag tot stedenbouwkundig attest.

Het stedenbouwkundig attest is daarentegen wél zeer gedetailleerd uitgewerkt. Indien dit attest in de voorliggende vorm wordt goedgekeurd, is er nog weinig marge voor aanpassingen. Verhardingen, omheiningen, bouwhoogten en -diepten worden allemaal zeer gedetailleerd omschreven en vastgelegd, evenals het aantal woongelegenheden. Sommige gebouwen staan bijna letterlijk tegen bestaande gebouwen en percelen, het aantal voorziene bouwlagen strookt niet met de naaste omgeving, er wordt een groot aantal parkeerplaatsen voorzien en openbaar groen is in de nabije omgeving nog nauwelijks terug te vinden.

 

En het wordt nog erger. De densiteit van de voorziene ontwikkeling is veel groter dan vroeger voorzien. Onze toetssteen is het goedgekeurde PRUP voor de omgeving van de Nieuwpoortstraat. In dat PRUP ‘Lier – Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ vinden we een richtlijn terug van 40 wooneenheden per hectare voor het huidige Arendspark (kavels 619G2 en 619H2) en de Beyerse Velden (kavels 619K, 619K2, 619L2 en 607A) samen.

 

Het stedenbouwkundig attest lijkt de richtlijn uit het PRUP handig te willen omzeilen door enkel over de 54 voorziene wooneenheden op de Beyerse Velden te spreken. De enige correcte berekening is echter de optelsom van de 40 reeds gebouwde eenheden van het Arendspark én de 54 eenheden van de Beyerse Velden: een totaal van 94 wooneenheden en een woondichtheid van bijna 80 eenheden per hectare. Dat is zomaar even het dubbele van hetgeen het PRUP voorschrijft.

Ik kan niet anders dan N-VA en Open VLD wijzen op de tekst van hun eigen bestuursakkoord en de verkiezingsprogramma’s waarmee ze naar de kiezer trokken. Kwalitatief wonen op korte afstand van groen en water en het afremmen van de ‘verappartementering’ waren toch pijlers waar deze meerderheid op wilde inzetten?

 

Samengevat vernemen we dan ook graag het antwoord van het College op volgende vragen:

1) Wat is de rol van OCMW Lier bij de aanvraag van het stedenbouwkundig attest?

2) Kan er meer duidelijkheid gegeven worden over de inhoud van de overeenkomst tussen het OCMW en de ontwikkelaar? Wat is de inhoud en hoe is de overeenkomst tot stand gekomen?

3) Welke procedure zal gevolgd worden bij de verkoop van de OCMW-gronden?

4) Op welke basis wijst men een voorkeursrol toe aan een private projectontwikkelaar bij de verkoop en ontwikkeling van het openbaar domein?

5) Waarom is het Masterplan niet terug te vinden en raadpleegbaar zoals andere plannen via de website van Stad Lier?

6) Wat is de visie van het College op de verdubbeling van het aantal wooneenheden, hetgeen ingaat tegen het geldende PRUP en tegen het eigen bestuursakkoord?

7) Waarom wordt de ontwikkeling niet beperkt tot de huidige eigendom van de ontwikkelaar, zonder dat daarvoor beboste OCMW-grond moet aangesneden worden?

 

Antwoord Schepen Marleen Vanderpoorten:

In de inleiding van uw interpellatie, doet u vaststellingen over het participatietraject in het dossier Beyerse Velden. Hoewel u daar in uw vraagstelling niet op terugkomt, ga ik er toch even op in.

 

Ik verwijs daarbij naar de gedachtewisseling  in mijn commissie van vorige week waar een toelichting werd gegeven, op basis van een nota, door de participatieambtenaar. Heel duidelijk bleek daar, en ook nu weer door uw vraagstellig, hoe belangrijk het in het debat rond participatie is om alle begrippen goed af te bakenen en te definiëren. Het begrip “participatie” wordt nu immers door velen te pas en ten onpas gebruikt als een soort containerbegrip. In het dossier Beyerse Velden werd in de uitnodigingsbrief aan de buurt NIET gesproken over “participatie”, wél over “informatie”. Zoals u zelf in uw interpellatie aangeeft, betekent “participatie” deelnemen aan het beleid, bottum-up. De graad van mogelijke participatie kan verschillend zijn van dossier tot dossier, het is immers zelden mogelijk om van een wit blad te beginnen. Dit dossier dat al een geschiedenis van ongeveer 16 jaar met zich meedraagt waardoor al heel wat daden zijn gesteld, maakt een verregaande participatie onmogelijk. Daarom werd hier gekozen voor een informatietraject en dat is van meet af aan meegegeven aan de buurt. Maar “informeren” betekent niet noodzakelijk een éénrichtingsverkeer. In het geval van de Beyerse Velden en in de meeste dossiers zal dat zo zijn, gaat het om informatie verstrekken, luisteren naar de reacties daarop en nadien beslissen. De brievenbus die in de Nieuwpoortstraat heeft gestaan tot vorige week, heeft veel reacties opgeleverd. Het schepencollege zal die bestuderen en beoordelen vooraleer een beslissing te nemen over het stedenbouwkundig attest.

 

Wat uw concrete vragen betreft:

1) Het studiebureau SBilt heeft het SA aangevraagd. Het heeft blijkbaar in zijn aanvraag de beide eigenaars vermeld. Zelf hebben we daar als OCMW geen stappen in ondernomen. Een SA heeft betrekking op een perceel of percelen, en kan hierdoor ook door niet-eigenaars worden aangevraagd; bij een eventuele verkoop gaat de rechtszekerheid die dergerlijk SA biedt dan ook gewoon over op de nieuwe eigenaar(s).

 

2) Uw tweede vraag werd in de vorige gemeenteraad reeds beantwoord door mij maar ik herhaal het antwoord voor de duidelijkheid: de samenwerkingsovereenkomst werd in 2014 in de OCMW-raad unaniem goedgekeurd, ook door uw partij. Deze overeenkomst tussen de eigenaar van de achterliggende grond en het OCMW, kan op eenvoudige vraag worden ingekeken. Ze gaat in essentie over het samen ontwikkelen van de betreffende gronden en het samen aanleggen en bekostigen van de weginfrastructuur, volgens een deel dat in verhouding staat tot het grondaandeel.

 

3) Ook uw derde vraag heb ik vorige keer reeds beantwoord, maar ik herhaal: als de OCMW-raad beslist de grond te verkopen, zal dit openbaar gebeuren. Dit is gebruikelijk en zo afgesproken in deze raad. De huidige eigenaar van de achterliggende grond kan dus een bod doen op de OCMW-grond maar om het even welke andere geïnteresseerde kan dat ook.

 

4) Uw vierde vraag is mij niet duidelijk. Er wordt helemaal geen voorkeursrol toegewezen.

 

5) Er is beslist het masterplan ter inzage te leggen van geïnteresseerden maar niet op de website te plaatsen. Dit gebeurde  omdat het plan, dat dateert van 2005 intussen achterhaald is en minstens enige duiding vergt bij de raadpleging ervan. In het oorspronkelijke masterplan is de nieuwe ontwikkeling bijvoorbeeld doorrijdbaar van de Arendbeek tot de Kemmelstraat. Daar is het CBS in 2013, zie een collegebeslissing, op terug gekomen. Dit blijkt overigens ook uit de latere verkavelingsaanvraag van 2015 waar alleen bestemmingsverkeer wordt voorzien en de straat zelf dood loopt. Ook andere elementen werden bijgestuurd. Het oorspronkelijke masterplan zonder meer op de website plaatsen, zou dus misleidend zijn en geen correct beeld schetsen van de actuele visie omtrent de mogelijke ontwikkeling.

 

6) Ik kan niet vooruitlopen op wat in het SA zal opgenomen worden. Het schepencollege zal daar in eer en geweten, wellicht in september, een beslissing moeten over nemen.

 

7) Uw laatste vraag kan ik niet beantwoorden, ze zal eveneens door het CBS moeten behandeld worden wanneer het dossier ten gronde voorligt.  In theorie zou dit een mogelijkheid kunnen zijn. Maar of dit tegemoet komt aan de wensen van de buurt, betwijfel ik ten zeerste. Daarenboven heeft de projectontwikkelaar als eigenaar van bouwgrond ook rechten. Het CBS zal dus een afweging moeten maken tussen de bezorgdheden en de wensen van de buurt, de rechten van de private eigenaar en de gewenste en toegelaten ruimtelijke ontwikkeling in dit gebied.

 

 

Interpellatie 3 : van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. Renovatie van sociale woningen in de Schilderswijk

Momenteel worden in een 30-tal woningen in de Schilderswijk de keukens en badkamers gerenoveerd.  Dit gaat gepaard met heel wat praktische problemen voor de bewoners.

De werken verlopen traag,  de werklieden  zijn er ook niet dagelijks, er is moeilijke communicatie met de werklieden, de Nederlandskundige werfleider is er niet altijd.  Sommige bewoners moeten zich intussen reeds 7 tot 10 weken behelpen met noodvoorzieningen voor keuken en badkamer.   Daarnaast verdwenen ook nog zaken uit de koelkast van de bewoners.

De directeur van de LMH erkende de problemen en beloofde beterschap.   Ik heb gisteren en vandaag contact gehad met enkele bewoners en van beterschap is niet veel te merken.  Ja,  er is meer volk op de werf aanwezig maar de werken verlopen nog altijd tergend traag.

Behalve deze 30 woningen moeten er nog een 160 woningen aan de beurt komen.   De bewoners van deze huizen hebben nu al stress in het vooruitzicht van de werken.

 

        Wat heeft het CBS, bij monde van de vertegenwoordigers van de stad in de RvB van de LMH,  gedaan om deze ergerlijke toestanden aan te pakken en weg te werken?

        Kunnen de vertegenwoordigers van de stad terugkoppelen naar de gemeenteraad met een antwoord op de vraag of diezelfde aannemer inderdaad ook de resterende huizen verder kan/mag renoveren gezien het brokkenparcours tot nu toe?

        Vermits bewoners reeds weken het genot van hun keuken en badkamer moeten derven vragen wij hiervoor compensatie en we stellen voor om dit met de maandelijkse huur te verrekenen à rato van het aantal weken gederfd genot.    We doen een oproep aan het CBS om, bij monde van de vertegenwoordigers van de stad in de RvB,  bij de LMH te pleiten voor deze compensatie en hopen op een positief gevolg.

 

Antwoord Schepen Marleen Vanderpoorten:

Gezien de stad niet bevoegd is in deze materie zal ik een brief van de LMH van 24 juni 2021 over deze kwestie voorlezen.

 

“Geacht college

 

Via deze weg willen we graag antwoorden op de vragen inzake het vervangen keukens en badkamer in de Schilderswijk in Lier.

Het gaat in totaal inderdaad om 190 woningen waar we na een lange voorbereidende procedure eindelijk de keukens en badkamers kunnen vervangen. Dit gebeurt in 7 fasen waarvan nu de eerste fase op haar einde loopt.

De klachten over de aanpak van de aannemer zijn ons bekend en verschenen ook al in de lokale pers.

Voor de uitvoering van deze werken namen wij volgende voorzorgsmaatregelen.

In het bestek werd bepaald dat:

        bij iedere huurder wordt een tijdelijke keuken (kookplaat en spoelbak) voorzien

        bij iedere huurder die dat wenst wordt een sanitaire container voorzien (heel wat huurders zijn daar niet op ingegaan)

        een concrete timing met de verschillende fasen (uitbreken keuken en badkamer, vernieuwen van alle technieken, plaatsen van gipskartonplaten, chappe en vloeren, plaatsen keuken en badkamertoestellen, betegelen, laatste afwerking).

        de permanente aanwezigheid van een werfverantwoordelijke (die in het Nederlands aanspreekbaar is).

        boeteclausule ingeval van laattijdigheid. Deze bedraagt het wettelijke maximum van 5%.

 

Tijdens de werken hebben we tot ons ongenoegen de aannemer regelmatig moeten wijzen op meerdere problemen. Dit gebeurde door de LMH en de architect tijdens de werfvergaderingen en via aangetekende ingebrekestelling door de LMH. De opmerkingen gingen over:

        ontbreken van communicatie over planning. Dit was vooral een probleem bij de eerste werken (sloop en plaatsing van gipskartonplaten) en werd bijgestuurd bij de plaatsing van de technieken en toestellen

        slordige manier van werken

        te weinig personeel op de werf

        gebrek aan voorzorgsmaatregelen bijv. beschermen van bestaande vloeren en trappen, onderstutten van uit te breken vloerdelen, ... en schade aan de woningen

 

Helaas is het geen optie om de uitvoering stop te zetten en de aannemer van de werf te weren lopende de werken. Dit zou alleen maar tot meer problemen leiden en de huurders achterlaten met onafgewerkte keukens en badkamers. De herhaalde klachten door de LMH hebben in het tweede deel van deze fase de aannemer tot concretere en duidelijkere planning kunnen bewegen en tot de inzet van meer personeel op de werf.

 

We voorzagen een termijn van 6 weken voor iedere woning. Finaal is er een overschrijding van maximaal twee weken. Een deel van de verklaring ligt in de laattijdige levering van de douchekuipen. Dit is een algemeen probleem dat zich op meerdere terreinen en werven voordoet, zeker wanneer de bestelling uit het buitenland moet komen. In de eerste weken was er bovendien even een corona-incident bij een bewoner waardoor de werken enkele dagen werden stilgelegd in een beperkt aantal woningen.

 

Of deze aannemer kan worden geweerd voor de volgende fasen, is onmogelijk te beslissen zonder aanslepende juridische procedure. De wetgeving overheidsopdrachten en de administratieve procedures bij de VMSW laten ons bitter weinig ruimte.

 

Aan het eind van dit perceel zullen we de samenwerking grondig evalueren op basis van:

        het resultaat (daar waar de keuken en badkamer al vervangen zijn, zijn de huurders zeer tevreden)

        het verloop van het bouwproces

        de gevoerde communicatie

        de mogelijke verrekeningen

        de compensaties

 

In ieder geval zullen er garanties moeten komen voor:

        het weren van de onderaannemers sloop en plaatsing gipskarton

        de constante aanwezigheid van een Nederlands sprekende werfleider die voldoende aanspreekbaar is

        de organisatie van de voorzorgsmaatregelen waarvan hoger sprake

        heldere communicatie over de planning en de correcte opvolging van die planning

        snelle bijsturing in geval van problemen of vertragingen.

 

Bij alle huurders zal een sanitaire container geplaatst worden.

 

Die evaluatie zullen we aan het einde van iedere fase opnieuw maken  zodat ook wat goed loopt verder wordt meegenomen.

 

Een mogelijke compensatie werd binnen de LMH reeds enige tijd geleden besproken nadat de termijnoverschrijdingen duidelijk werden. Zoals u kon lezen, zien vragen we ook compensatie aan de aannemer. Aangezien de huurders het meest getroffen zijn, leek het ons niet meer dan normaal deze compensatie te gebruiken ten voordele van de huurder. Hoeveel deze tegemoetkoming in concreto zou kunnen bedragen, wordt de volgende vergadering van de Raad van Bestuur beslist. Dit hangt immers af van:

        Het aantal dagen termijnoverschrijding per huurder boven de 40 kalenderdagen. Gezien de geschatte timing (40 kalenderdagen) kon hierover voorafgaandelijk niet worden gecommuniceerd.

        De keuze voor een forfaitaire of procentuele vergoeding. In het eerste geval krijgt iedere huurder per dag overschrijding een gelijke compensatie. In het tweede geval staat de compensatie in verhouding tot de reële huur die de huurder betaalt. Zoals u weet wordt de huurprijs berekend op basis van het inkomen en de gezinssituatie. Concreet in de woningen van deze fase variëren de reële huren tussen 251 en 740 euro.

Wij zijn ervan overtuigd dat wij zowel bij de voorbereiding van dit dossier, het opmaken van het bestek als bij de aanbesteding zorgvuldig te werk gegaan zijn. Samen met onze huurders moeten wij echter vaststellen dat de aannemer niet dezelfde bekommernissen betoonde en de gewenste vlotte uitvoering van de werken niet kon bekomen worden. Eén en ander neemt niet weg dat wij de verdere werken met uiterst veel aandacht zullen opvolgen zodat verdere abnormale hinder voor de huurders kan voorkomen worden.

 

We rekenen erop dat de huurders tevreden zullen zijn met de resultaten van deze inspanningen m.n. een nieuwe keuken en badkamer waar ze nog jaren zorgeloos van kunnen genieten.”

 

 

Interpellatie 4 : van Peter Caluwé (Groen-Lier&Ko) i.v.m. padelvelden Nazarethdreef

Een aanvraag tot ontwikkeling van een aantal padelvelden in de Nazarethdreef wekt heel wat ongenoegen op in de buurt en op sociale media. Padel veronderstelt een specifieke infrastructuur die gepaard zou gaan met de nodige geluidshinder, bovendien zouden de padelvelden worden ontwikkeld tegenover bestaande bebouwing en op een steenworp van een prachtig natuurgebiedje dat recent voor het publiek werd opengesteld.

 

Onze fractie had van het CBS graag het volgende vernomen:

        Acht het CBS deze locatie geschikt voor deze activiteit en werden alternatieve locaties besproken? Kan aan de raadsleden een precieze afbakening van de beoogde ontwikkeling worden getoond?

        Het CBS ontving een ingebrekestelling die ook aan de raadsleden werd bezorgd, hoe verhoudt het CBS zich ten aanzien van de verschillende aangehaalde argumenten (geluidshinder, aard van de recreatie zoals toegestaan in het PRUP, vereenvoudigde vergunningsprocedure, …)?

        Kan het CBS het verdere verloop van de procedure schetsen, evenals ingeplande overlegmomenten met de buurt die reeds plaatsvonden en zullen plaatsvinden?

 

Antwoord gemeenteraadsvoorzitter Lucien Herijgers:

We hebben uw interpellatie goed ontvangen. Dit dossier is in behandeling voor een eventuele omgevingsvergunning en daarom kunnen we hier nu niet verder op antwoorden.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 28 juni 2021

 

RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

 

MOTIVERING

Omdat er de vorige gemeenteraad beloofd was om een vergadering te beleggen met de raadsleden om het ruimtelijk uitvoeringsplan onder de loep te nemen en deze beloftes toch niet zullen nagekomen worden, breng ik mijn toegevoegd punt van verleden maand terug op de agenda en vraag ik hierover ook de hoofdelijke de hoofdelijke stemming.

 

De raadsleden stemmen over:

“Er mogen geen groene zones meer voor bouwprojecten voorzien worden binnen de ring van onze stad. Ook geen wegeniswerken getrokken worden achter of tussen bestaande woningen waar de huizen omringd zijn door bestaande straat met stoep”

Deze maatregel van dag één op te nemen in het ruimtelijk uitvoeringsplan en direct toe te passen."

 

Stemming

 

1 stem voor: Marcel Taelman

22 stemmen tegen: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Verworpen met 1 stem voor - 22 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist niet in te gaan op het voorstel.

 

Publicatiedatum: 30/09/2021