Lier

Zitting van 14 december 2020

Van 20:00 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

SAMENSTELLING RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN - WIJZIGING. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

OCMW-raadsbeslissing van 4 januari 2019 over de samenstelling van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn

 

Feiten en context

Op de gemeenteraad van 14 december 2020 werd een wijziging van de samenstelling van de gemeenteraad met ingang van 1 januari 2021 doorgevoerd.

De raad voor maatschappelijk welzijn, die uit dezelfde leden als de gemeenteraad bestaat, bestaat uit personen van verschillend geslacht en is dus rechtsgeldig samengesteld.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 68.

De beslissing van de gemeenteraad van 4 januari 2019 tot installatie van gemeenteraadslid en vaststelling van de rangorde van de gemeenteraadsleden.

De beslissing van de gemeenteraad van 14 december 2020 tot installatie van gemeenteraadslid, Christel Van den Plas en vaststelling van de rangorde van de gemeenteraadsleden.

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad neemt kennis van de van rechtswege en rechtsgeldige samenstelling van de raad voor maatschappelijk welzijn, die uit dezelfde leden als de gemeenteraad bestaat.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

SAMENSTELLING VAST BUREAU - WIJZIGING. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

OCMW-raadsbeslissing van 4 januari 2019 over kennisname van de samenstelling en voorzitter vast bureau

 

Feiten en context

De burgemeester is van rechtswege de voorzitter van het vast bureau en de schepenen maken van rechtswege de leden van het vast bureau uit.

De rang die de burgemeester en de schepenen innemen in het college van burgemeester en schepenen is van rechtswege de rang die de leden in het vast bureau innemen.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 79.

Het Ministerieel besluit van 20 december 2018 houdende de benoeming van Frank Boogaerts tot burgemeester van de gemeente Lier.

De beslissing van de gemeenteraad van 4 januari 2019 en 14 december 2020 tot verkiezing van de schepenen.

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW-raad neemt kennis van de wijziging van de samenstelling van het vast bureau met de burgemeester als voorzitter van het vast bureau en de schepenen als leden van het vast bureau, met overeenkomstige rangorde met ingang van 1 januari 2021.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

ONTSLAG ALS LID VAN HET BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Mevrouw Christel Van den Plas werd bij de verkiezingen van 14 oktober 2018 voorgedragen als kandidaat-lid voor het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Feiten en context

Mevrouw Christel Van den Plas liet op 27 november 2020 per brief weten dat zij haar ontslag aanbiedt als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst met ingang op 1 januari 2021.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, art. 103

 

BESLUIT

Art 1 :

De OCMW-raad neemt kennis van het ontslag als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst van mevrouw Christel Van den Plas met ingang op 1 januari 2021.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

INSTALLATIE VAN LID VAN HET BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

OCMW-raadsbeslissing van 4 januari 2019 over de installatie van de leden van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.

OCMW-raadsbeslissing van 28 september 2020 over de installatie van Mevr. Hendrickx als lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.

 

Feiten en context

Tijdens de OCMW-raad van 4 januari 2019 werd Mevr. Van den Plas aangesteld als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Op 27 november 2020 diende mevr. Van den Plas haar ontslag - met ingang op 1 januari 2021 - in als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

In de akte van voordracht, die op 20 december 2018 werd ingediend, wordt mevr. Kris Verlinden aangeduid als eerste opvolger. De OCMW-raad nam reeds akte dat mevr. Kris Verlinden als eerste opvolger van Christel Van den Plas aangeduid werd.

 

Uit onderzoek van het kandidaat-lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en zich niet in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.

 

Dit kandidaat-lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst heeft de voorgeschreven eed afgelegd in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Na de installatie van de nieuwe kandidaat zijn beide geslachten vertegenwoordigd in het bijzonder comité voor de sociale dienst en is het bijzonder comité voor de sociale dienst dus rechtsgeldig samengesteld.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, inz. art. 94, 96, 103 en 105 § 1, waarbij art. 105 § 1 dat bepaalt dat het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat afstand doet van zijn mandaat, van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, als verhinderd wordt beschouwd, ontslag heeft genomen of overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger.

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad verklaart de voorgedragen kandidaat, mevr. Kris Verlinden verkozen te verklaren als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst met ingang op 1 januari 2021 en akte te nemen van haar eedaflegging.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen mondelinge vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art. 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art. 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

VERSLAG OCMW-RAAD 23 NOVEMBER 2020. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De OCMW-raad vergaderde op 23 november 2020.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist het verslag van de zitting van de OCMW-raad van 23 november 2020 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

AANPASSING MEERJARENPLAN - DEEL OCMW. VASTSTELLING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stad en OCMW Lier hebben in 2019 een meerjarenplan opgemaakt voor de periode van 2020 tot 2025. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de actieplannen en acties die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2020.

 

Feiten en context

Het meerjarenplan moet minstens 1 keer per jaar worden aangepast om de ramingen uit het initiële meerjarenplan te herzien en de kredieten van het daaropvolgende jaar vast te stellen. In dezelfde aanpassing zullen tevens de kredieten van het lopende jaar worden bijgestuurd. Daarnaast dient ook het resultaat van het voorgaande jaar verwerkt te worden in het meerjarenplan.

De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit volgende onderdelen :

1. Een motivering van de wijzigingen

2. Een aangepaste strategische nota

3. Een aangepaste financiële nota, bestaande uit :

a. het aangepaste financieel doelstellingenplan (M1)

b. de aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2)

c. het aangepaste overzicht van de kredieten (M3)

4. Toelichting

 

Bij de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook nog een uitvoerige documentatie.

 

In de bijgevoegde nota's worden de voorgestelde wijzigingen aan het MJP toegelicht, evenals de impact ervan op de autofinancieringsmarge (AFM) en schuldniveau. Er wordt ook stilgestaan bij de gevolgen van de Corona-pandemie op het meerjarenplan van stad en OCMW. Momenteel kunnen we becijferen dat de geraamde totale negatieve budgettaire impact van Corona op het volledige MJP ca 2.245.000 EUR bedraagt.

 

Rekening houdend met alle voorgestelde bijsturingen, gaat de AFM van de groep er licht op vooruit tegen eind 2025. De AFM eind 2025 bedraagt nu 680.825 EUR (tegenover 588.098 EUR in het initiële MJP).

 

Volgens de in het decreet Lokaal bestuur opgestelde richtlijnen moet de OCMW-raad als eerste zijn deel van het aangepaste MJP vaststellen. Het gaat dan in het bijzonder om het schema M3 (p. 46 van de nota) waarin de kredieten van Stad en OCMW afzonderlijk worden vastgesteld.

 

Fasering

Volgende fasering dient gevolgd te worden in de besluitvorming rond de aanpassing van het MJP volgens art. 249 § 3 van het decreet lokaal bestuur :

1. de OCMW-raad stelt eerst zijn deel van het aangepast MJP vast;

2. de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van het aangepast MJP vast;

3. de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld

 

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018;

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

8 stemmen tegen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

Art 1 :

De OCMW-raad stelt het aangepaste MJP voor wat betreft het gedeelte van het OCMW vast.

 

Art. 2 :

De OCMW-raad stelt de kredieten voor de boekjaren 2020 en 2021 voor wat betreft het gedeelte van het OCMW vast.

 

Art. 3 :

Het beschikbaar budgettair resultaat is jaarlijks positief en de autofinancieringsmarge eind 2025 bedraagt 680.825 EUR.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

LIJST NOMINATIEVE INVESTERINGEN 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 28 januari 2019 keurde de OCMW-raad de omschrijving van het begrip dagelijks bestuur goed:

 

Alle handelingen ikv overheidsopdrachten dewelke betrekking hebben op:

        Alle uitgaven waarvoor kredieten voorzien zijn op het exploitatiebudget;

        Alle uitgaven waarvoor kredieten voorzien zijn op het investeringsbudget en waarvan het bedrag niet hoger is dan het bedrag vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 (opdrachten van beperkte waarde); (heden 30.000 euro excl.BTW)

        Alle uitgaven van het investeringsbudget die betrekking hebben op onderhoud of instandhouding van de gemeentelijke infrastructuur en/of patrimonium.

        Onder dit type van investeringen worden o.a. verstaan : alle vervangingsinvesteringen en de aankoop van materialen voor onderhoud van wegen, openbaar domein en gebouwen, onafhankelijk van de (geraamde) waarde van de investering;

        het aanbrengen van wijzigingen aan een overeenkomst die nodig zijn bij de uitvoering van deze overeenkomst en die geen bijkomende uitgaven van meer dan 20% met zich meebrengen;

        het vaststellen van de wijze waarop opdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten worden geplaatst en de voorwaarden ervan in gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te onvoorziene omstandigheden en die normaal tot de bevoegdheid van de OCMW-raad behoren, dit op voorwaarde dat het besluit wordt medegedeeld aan de OCMW-raad die er op zijn eerstvolgende vergadering akte van neemt.

 

De OCMW-raad beslist om "de delegatie van nominatieve opdrachten van de OCMW-raad aan het vast bureau" goed te keuren. Deze nominatieve lijst zal steeds afzonderlijk aan de OCMW-raad worden voorgelegd ter goedkeuring.

 

Feiten en context

In uitvoering van de beslissing van de OCMW-raad van 28/1/2019 wordt de nominatieve lijst van geplande investeringen in 2021 ter goedkeuring voorgelegd aan de OCMW-raad. De investeringen worden geclusterd per actie.

 

Via de goedkeuring van deze lijst investeringen delegeert de OCMW-raad de bevoegdheid voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht voor deze specifieke investeringen aan het vast bureau.

 

De lijst van investeringen werd uitgezuiverd voor alle investeringen dewelke sowieso vallen onder het begrip dagelijks bestuur (met name investeringen kleiner dan 30.000 EUR excl. BTW en investeringen dewelke betrekking hebben op onderhoud of instandhouding van de gemeentelijke infrastructuur en/of patrimonium).

 

De raadsleden beschikken via de documentatie van het MJP sowieso over het volledige overzicht van alle geplande investeringen in 2021.

 

Juridische grond

Wetgeving overheidsopdrachten en decreet Lokaal bestuur.

artikel 41,2de lid, 10° van het DLB

art. 56 §3, 6° van het DLB

art56, §3, 5° van het DLB;

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

8 stemmen tegen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De OCMW-raad keurt de nominatieve lijst van investeringen 2021 goed.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

NOMINATIEVE SUBSIDIES 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In de OCMW-raad van 14/12/2020 wordt het aangepast MJP 2020-2025 besproken.

 

Als bijlage bij het MJP wordt ook een uitvoerige documentatie toegevoegd waarin een overzicht

wordt opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies. Dit overzicht is opgemaakt per beleidsdoelstelling en op actieniveau.

 

Omdat sommige acties vrij algemeen geformuleerd worden en onderliggende subsidies gebundeld worden in 1 actie, is dit overzicht onvoldoende inzichtelijk. Het is aangewezen dat de OCMW-raad een voldoende duidelijk zicht krijgt op de nominatieve subsidies.

 

Daarom hebben we in een aparte bijlage het overzicht van de toegestane subsidies verder verfijnd waarbij als volgt wordt te werk gegaan:

        Subsidies op basis van een reglement worden groen gemarkeerd.

        Nominatieve subsidies worden geel gemarkeerd. Acties waar meerdere subsidies worden gebundeld worden verder uitgesplitst per specifieke nominatieve subsidie.

 

Op deze wijze heeft de raad een voldoende duidelijk zicht op de voorziene nominatieve subsidies dewelke voor het jaar 2021 in het MJP zijn opgenomen.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De OCMW raad keurt het overzicht met nominatieve subsidies voor 2021 goed.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

WIJZIGING RECHTSPOSITIEREGELING. SECTORAAL AKKOORD 2020. TOEPASSING VOOR 2020 EN WERKWIJZE VANAF 2021. MAALTIJDCHEQUES E.A. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het bedrag van de maaltijdcheques wordt meerdere keren door de raden tijdelijk verhoogd omdat stad en OCMW Lier hiervoor telkens de VIA 3 en 4 zowel reguliere als restmiddelen hiervoor aanwendden. Hiervoor diende dan ook telkens artikel 255 van de rechtspositieregeling te worden aangepast :  "De medewerker heeft recht op maaltijdcheques.  De waarde van één maaltijdcheque bedraagt 6 euro. De werkgeversbijdrage bedraagt 4,91 euro".

 

In de raad van juni 2020 werd beslist om de waarde van een maaltijdcheque op te trekken van 6 naar 7 euro voor de periode van 1 juni 2020 tot en met 31 december 2020 en artikel 255 bis van de rechtspositieregeling in die zin aan te passen omwille van de verplichtingen vermeld in het sectoraal akkoord en dit ter een deel van uitvoering van het Sectoraal akkoord 2020-VIA5.

 

Feiten en context

Op 10 april 2020 werd een nieuw sectoraal akkoord 2020 - VIA 5 afgesloten voor al het personeel van de lokale en provinciale besturen

Het betreft zowel de VIA-medewerkers (de zorg, de culturele sector en de lokale economie) als de andere personeelsgroepen.

Vallen niet onder het akkoord : politie en brandweer omdat voor hen federale regels gelden.

Het akkoord is evenmin van toepassing op het personeel in het gemeentelijk onderwijs, dat rechtstreeks bezoldigd wordt door het departement onderwijs van de Vlaamse overheid.

 

Het akkoord bevat twee grote luiken: een koopkrachtverhoging voor het personeel van globaal 1,1% vanaf 1 januari 2020 en een engagement van de sociale partners om verder werk te maken van een hedendaags personeelsbeleid. Het akkoord is het resultaat van maandenlange onderhandelingen. Op vrijdag 29 mei keurde de Vlaamse regering de omzendbrief bij dit sectoraal akkoord goed. Deze omzendbrief verduidelijkt de toepassings- en uitvoeringsmodaliteiten van het sectoraal akkoord. Zo zullen de besturen voor de verhoging van de maaltijdcheques een eenmalig alternatief moeten bepalen voor de voorbije maanden, aangezien maaltijdcheques niet met terugwerkende kracht kunnen worden verhoogd. De omzendbrief gaat ook in op de mogelijke verrekening van lokale akkoorden die in 2019 of 2020 gesloten werden.

Het sectoraal akkoord 2020 bevat 3 pijlers

1. Verhoging van maaltijdcheques

De personeelsleden van de lokale en provinciale besturen die op de datum waarop dit sectoraal akkoord is afgesloten, de maximale werkgeversbijdrage voor de maaltijdcheques nog niet bereikt hebben, ontvangen vanaf 1 januari 2020 een recurrente koopkrachtverhoging via een verhoging van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques tot het fiscale maximum, met een maximum van 100 euro per vte.

2. Recurrente koopkrachtverhoging van 200 euro

Elk personeelslid krijgt vanaf 1 januari 2020 een recurrente koopkrachtverhoging van 200 euro per vte. Dat bedrag wordt toegekend via een verhoging van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques, via de invoering of verhoging van een ecocheque, via de invoering van cultuur- of sportcheques, via de invoering van lokale handelaarsbonnen (cadeaucheques of geschenkcheques), of door een combinatie van die cheques.

3. Verhoging minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler contractueel personeel

Vanaf 1 januari 2020 wordt de sectoraal afgesproken minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler van het contractueel personeel opgetrokken naar 2,5% (nu 1%) of een gelijkwaardige dekking voor lokale en provinciale besturen die niet werken met een bijdragevoet, maar met een kloofdichting. Die verhoging ligt in de lijn van het nieuwe kader voor aanvullende pensioenen in de publieke sector.

 

In uitvoering van dit sectoraal akkoord dient 300 € per VTE toegekend te worden.

Voor 2020 werd reeds 100 € per VTE toegekend middels de verhoging van 6 naar 7 euro voor het tweede gedeelte van 2020.

De besteding van de resterende 200 € per VTE voor 2020 dient nog bepaald te worden voor een bedrag van 102 348 euro.

Tevens dient de koopkrachtverhoging van 300 € per VTE vanaf 2021 nog verder geconcretiseerd te worden.

 

Voor wat de minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler betreft, voldoet Lier reeds aan de voorwaarden.

 

Fasering

principiële goedkeuring op het schepencollege

bespreking op het BOC

goedkeuring gemeenteraad en OCMW raad van de aanpassingen aan de RPR

 

Adviezen

besproken op het BOC dd 24.11.2020

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

De rechtspositieregeling en zijn wijzigingen

De wet van 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

Bij protocol van niet-akkoord mbt RPR kan overheid toch de maatregelen nemen die ter onderhandeling werden voorgelegd.

Sectoraal akkoord van 10 april 2020 voor al het personeel van de lokale en provinciale besturen

 

Argumentatie

Stad en OCMW Lier ontvingen een overzicht van de VIA-4 en 5 reguliere en restmiddelen.

 

2021

 

Het sectoraal akkoord 2020 voorziet een koopkrachtverhoging van 300 euro per VTE per jaar.

Voorgesteld wordt om dit in Lier als volgt te concretiseren vanaf 2021:

        Het recurrent verhogen van de maaltijdcheques voor het personeel van 6 naar 7,2 euro per VTE, wat neerkomt op een verhoging van de koopkracht van 240 euro per VTE op jaarbasis

        Het toekennen van centrumbon  (cadeaucheque) ter gelegenheid van Kerst  voor een bedrag van 40 € per VTE op jaarbasis 

        Het toekennen van een ecocheque voor een bedrag van 20 euro per VTE op jaarbasis

 

De VIA4 middelen werden sinds 2015 gecumuleerd en gebruikt om de maaltijdcheques voor het personeel te verhogen van 6 naar 7 euro, wat neerkomt op een uitgave van een 100 000 euro op jaarbasis.

Het bedrag van de reguliere en rest VIA4middelen van +/- 82 000 euro wordt in Lier verder toegekend waardoor de verhoging met 0.8 euro of van 7,2 naar 8 euro behouden kan worden vanaf 2021 zolang de VIA4-middelen worden toegekend.

 

2020

 

Voor 2020 werd reeds beslist om de waarde van een maaltijdcheque op te trekken van 6 naar 7 euro voor de periode van 1 juni 2020 tot en met 31 december 2020 wat neerkomt op een bedrag van 100 euro per VTE maar dient de besteding van de koopkrachtverhoging 200 € in uitvoering van het Sectoraal Akkoord 2020 nog bepaald te worden. Voorgesteld wordt om voor

        elke medewerker de maaltijdcheques te verhogen van 7 naar 8 euro voor de periode van 1 juni 2020 tot 31 december 2020, voor een bedrag van 100 euro per VTE  èn

        elke medewerker een éénmalig consumptiecheque voor een bedrag van 100 euro per VTE

 

De VIA4-middelen werden nog niet ontvangen. Door de overgangsregeling voorzien in het sectoraal akkoord, wordt voorgesteld om éénmalig de VIA4-middelen in 2020 als volgt toe te kennen:

        elke medewerker een éénmalig centrumbon ter gelegenheid van Kerst  voor een bedrag van 40 € per kop en voor een totaal bedrag van 26 000 €.

        elke medewerker een éénmalig consumptiecheque voor een bedrag van 110 euro per VTE en voor een totaal bedrag van 56 000 €.

 

Dit geldt niet voor de modellen en de art. 60'ers.

 

Artikel 255 van de rechtspositieregeling wordt gewijzigd als volgt : "De medewerker heeft recht op maaltijdcheques.  De waarde van één maaltijdcheque bedraagt 7,2 euro. De werkgeversbijdrage bedraagt 6,11 euro"

Artikel 255 bis wordt gewijzigd als volgt : "In afwijking van vorig artikel wordt het bedrag van een maaltijdcheque verhoogd met 0,8  euro zodat de waarde van één maaltijdcheque 8 euro bedraagt.  De werkgeversbijdrage bedraagt dan 6,71 euro. Dit geldt zolang de VIA4middelen worden uitbetaald."

 

Aan art. 265 wordt een §4 toegevoegd :

"§4. Alle medewerkers hebben met Kerst recht op een geschenk onder de vorm van een centrumbon voor een bedrag van 40 € per VTE op jaarbasis.

Alle medewerkers hebben recht op een ecocheque voor een bedrag van 20 euro per VTE op jaarbasis."

 

Financiële weerslag

Het sectoraal akkoord 2020 verplicht de lokale besturen 300 € per VTE recurrente koopkrachtverhoging toe te kennen. Dit betekent een geraamd bedrag voor 505 VTE x 300 euro = 151 800 euro.

De totale uitgave, inclusief de toekenning van de VIA-4 middelen, wordt geraamd op 232 000 euro.

 

Lier krijgt voor stad en OCMW op recurrente basis een bedrag van 300.241,46 euro of :

        82.000 euro aan VIA4 reguliere en rest middelen en

        218.241,46 euro  aan VIA5 middelen voor de VIA-personeelsleden.

 

Voor stad en OCMW wordt deze uitgaven financieel opgevangen door de recurrente VIA-5 middelen die voorzien worden vanaf 2020 en de recurrente VIA4-middelen.

 

ONTVANGSTEN

Stad

OCMW

Totaal

Via5

 

83.697,42

134.544,04

218.241,46

 

Via3 : niet meer – zit in VIA 5

 

 

Via4 - reguliere middelen

59.000,00

5.000,00

82.000,00

VIA4- restmiddelen

 18.000,00

 

 

TOTAAL

160.697,42

139.544,04

300.241,46

 

 

 

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De raad gaat akkoord om voor 2020 ter uitvoering van het sectoraal akkoord 2020

        elke medewerker de maaltijdcheques te verhogen van 6 naar 7 euro voor de periode van 1 juni 2020  tot 31 december 2020, voor een bedrag van 100 euro per VTE (reeds toegekend in de raad van juni 2020)

        elke medewerker de maaltijdcheques te verhogen van 7 naar 8 euro voor de periode van 1 juni 2020  tot 31 december 2020, voor een bedrag van 100 euro per VTE èn

        elke medewerker een éénmalig consumptiecheque voor een bedrag van 100 euro per VTE.

 

De raad gaat akkoord om voor 2020 voor zover de VIA4-middelen in 2020 uitbetaald worden

        elke medewerker een éénmalig centrumbon ter gelegenheid van Kerst toe te kennen voor een bedrag van 40 € per kop en voor een totaal bedrag van 26 000 €.

        elke medewerker een éénmalig consumptiecheque voor een bedrag van 110 euro per VTE en voor een totaal bedrag van 56 000 €.

 

Art 2 :

De raad gaat akkoord om voor 2021 ter uitvoering van de koopkrachtverhoging van 300 euro per VTE per jaar overeenkomstig het sectoraal akkoord 2020

        de maaltijdcheques voor het personeel te verhogen van 6 naar 7,2 euro per VTE, wat neerkomt op een verhoging van de koopkracht van 240 euro per VTE op jaarbasis

        een centrumbon  (cadeaucheque) ter gelegenheid van Kerst  toe te kennen voor een bedrag van 40 €  per VTE op jaarbasis

        ecocheques toe te kennen voor een bedrag van 20 euro per VTE op jaarbasis

 

Art 3 :

De raad gaat akkoord om voor 2021 met het bedrag van de reguliere en rest VIA4middelen de verhoging met 0.8 euro of van 7,2 naar 8 euro in te voeren. Dit blijft afhankelijk van de toekenning van de VIA4 middelen.

 

Art  :

De raad keurt de wijzigingen aan de RPR goed.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Freddy Callaerts (sp.a) i.v.m. REMI OCMW

Sinds enkele maanden is er terug een federale regering,deze heeft recentelijk een REMI-systeem ingevoerd voor de ocmw's,REMI staat voor "Referentiebudget Menswaardig Inkomen". Het gaat om een systeem dat nagaat welk inkomen mensen nodig hebben om menswaardig te kunnen leven. Je kan wel een job hebben,maar als je noodzakelijke uitgaven bijvoorbeeld voor de huishuur,voor de dokter of voor school hoog liggen, dan kan je op het einde van de maand toch in de problemen raken. Dat zou niet mogen.

REMI bekijkt hoeveel je over hebt om van te leven en waar te weinig is om menswaardig mee rond te komen daar zouden ocmw's moeten bijpassen via de aanvullende financiéle steun die zij kunnen verlenen. De nieuwe federale regering is van plan om dit syssteem gratis ter beschikking te stellen van de ocmw's. Het is echter aan de lokale besturen om te beslissen of en hoe zij hiermee aan de slag gaan. Het gebruik van het systeem kan voor heel veel mensen in armoede een groot verschil maken. Daar deze meerderheid van armoedebestrijding en kansarmoede een prioriteit heeft gemaakt ben ik er zeker van dat men op dit project van de federale regering gaat intekenen.

 

Antwoord Schepen Annemie Goris:

Geachte heer Callaerts,

 

Sinds een aantal maanden al, beschikt het OCMW over een (demo)versie van het REMI-instrument waarvan in de vraag sprake. Reden hiertoe is dat het Bijzonder Comité Sociale Dienst sinds juni 2020 een grondige evaluatie-oefening gestart is rond de wijze van toekenning van aanvullende financiële steun  - dat het OCMW al vele jaren voorziet om een menswaardig bestaan te kunnen garanderen. Deze oefening past in het bestuursakkoord van de stad Lier, waarin vermeld is – en ik citeer:  ‘We voorzien een duidelijk referentiekader voor alle mogelijke vormen van bijstand, dat als leidraad wordt gebruikt door het bijzonder comité voor sociale bijstand voor elke toekenning’.

 

Op 15/12/2020 worden hierrond in de schoot van het Bijzonder Comité Sociale Dienst verdere gesprekken gevoerd. De reden, waarom hiervoor de nodige tijd wordt uitgetrokken, heeft te maken met het feit dat deze oefening een bijzondere impact heeft: het gaat om het recht op menswaardig leven van mensen in armoede; het gaat om een grondige herziening van de wijze van toekenning van aanvullende financiële steun – dat al vele jaren verloopt op een specifieke manier,… Het is dus van erg groot belang dat dit terdege wordt voorbereid. Zonder vooruit te willen lopen op de bespreking in het Bijzonder Comité Sociale Dienst, kan ik – op basis van de evaluaties en het voorbereidend werk dat geleverd is – het volgende aangeven:

 

        REMI is vast en zeker een waardevol en beloftevol instrument in de toekenning van aanvullende financiële steun – veel meer dan andere modellen voor toekenning van aanvullende financiële steun (die evenzeer onder de loep zijn genomen). Feit is wél dat de budgettaire impact – en ik druk me eufemistisch uit – niet gering is. De Federale Overheid kan het gebruik van het REMI instrument stimuleren – maar dat is wat makkelijk als ze zelf niet moet opdraaien voor de kosten. Er zijn weliswaar signalen dat de Federale Overheid hiervoor betoelaging zou voorzien, maar daarrond is vooralsnog geen duidelijkheid. Voor een goed begrip: ook andere OCMW’s maken diezelfde analyse; de budgettaire kost van REMI is niet mals.

 

        Op vraag van OCMW Lier, wordt – in de schoot van de regionale welzijnskoepel - een overleg met CEBUD gepland om meer concreet in te gaan op het instrument – en evt. suggesties tot aanpassing te bekijken. Ik wijs hierop, omdat ik wil beklemtonen dat wij de oefening – die momenteel loopt (inzake toekenning van aanvullende financiële steun) – zeer ernstig nemen.

 

        Om een evenwicht te vinden tussen enerzijds de méérwaarde van een instrument voor toekenning van aanvullende financiële steun (soortgelijk dan REMI) en anderzijds de  budgettaire haalbaarheid – is een lokaal model in voorbereiding, dat dezelfde doelstellingen nastreeft dan REMI, én dat – in afwachting van verdere federale evoluties inzake REMI (bv. inzake financiering) – als een tussen- of overgangsformule kan worden gehanteerd. Dat is toegelicht op het BCSD van 23/6/2020; hierrond zijn de afgelopen maanden verdere verbeteringen op aangebracht, en op het BCSD van 15/12/2020 wordt dit verder zeer grondig besproken.

 

BESLUIT

Art. 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 28/01/2021