Lier

Zitting van 21 maart 2016

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

MONDELINGE VRAGEN

 

Mondelinge vraag 1: van Jan Hermans i.v.m. parking KTA

Bij de opmaak van de plannen voor de KTA-parking was voorzien dat het uitzicht vanuit de Predikherenlaan op wat voorheen een groen terrein was, zo veel mogelijk behouden zou blijven. Het verlengde van de inrit zou zicht geven op groene beplanting en bomen. Na een eerste droge zomer was er veel beplanting afgestorven maar deze werd dan vervangen.

Nu, enkele jaren later,  rest er van een groene inbedding haast niets meer buiten wat groen tussen de parkeerstroken.  Bovendien zouden er plannen zijn om op de KTA-site nog meer parkeerplaatsen te voorzien. Om toch een deel van de groene long, zo dicht bij de vesten en de Binnennete, te vrijwaren dringt herbeplanting zich op.

Is het schepencollege zich bewust van het feit dat de beheerder van de parking afwijkt van de destijds bekomen vergunning? Heeft het CBS desbetreffende actie ondernomen of gaat ze dit doen?

 

Antwoord:

Er waren destijds heel wat problemen met de beheerder van het groen op de parking. De afgestorven aanplantingen werden niet vervangen en het onderhoud werd niet of slechts zelden opgenomen. Daarom werd beslist om het groenbeheer van de parking over te nemen van de parkeerbeheerder.  Sindsdien werden inderdaad de afgestorven planten in eigen beheer vervangen en het onderhoud uitgevoerd door de externe aannemer groenonderhoud van de stad.

 

Inmiddels zijn een deel van de bomen afgelopen zomer niet doorgekomen.  Het vervangen van de bomen zal opgenomen worden in het plantseizoen in het najaar, dat trouwens de meest geschikte periode is voor het aanplanten van bomen. De soortkeuze zal aangepast worden omdat beuk gevoelig is en moeilijk verplantbaar.

 

Er zijn geen plannen om op de KTA-site meer parkeerplaatsen te voorzien. Deze werden alvast niet opgenomen in het schetsontwerp en worden dus ook niet gerealiseerd.

 

 

 

Mondelinge vraag 2: van Katrien Vanhove i.v.m. naamgeving tunnel R16

Sedert enige tijd loopt er een online procedure om een naam te vinden en te kiezen voor de nieuwe tunnel op de R16 ter hoogte van de Mechelsesteenweg. Na een eerste open oproep werden er enkele namen gesuggereerd, waarna er een poll werd opgezet met nog slechts drie overgebleven namen: Pallietertunnel, Gommertunnel en Van Boeckeltunnel.

Vanuit de Groen-fractie stellen we ons hier volgende vragen bij:

 

1)      Waarom werd er voor deze procedure gekozen? Waarom wordt er geen proces met de daartoe bestemde raden gelopen?

2)      Klopt het dat de poll zoals voorzien op de website van wegen en verkeer door iedereen kan ingevuld worden? Dus niet alleen door Lierenaars en Hooiktenaars? Klopt het dat je meermaals kan stemmen?

3)      Is het stadsbestuur tevreden met deze aanpak? Welke meerwaarde hangt hieraan vast?

 

Antwoord:

4)      Proces waar u naar verwijst is van toepassing bij nieuwe straten op openbaar domein van de stad. De Ring en de tunnel zijn eigendom van het Vlaams Gewest, zij bepalen hoe de naam gekozen wordt. De idee om een wedstrijd uit te werken, werd aanvankelijk ingegeven door een paar suggesties van inwoners en mensen die dagelijks het kruispunt passeren. Na intern te hebben afgetoetst, bleek het voor het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) mogelijk om de keuze te laten aan de mensen. Dit is een uitgelezen mogelijkheid om een draagvlak en participatie te creëren rond een werk dat zoveel impact heeft op Lier en haar inwoners. Er werd van deze mogelijkheid gebruik gemaakt om een positieve campagne te koppelen aan de werken in aanloop van de opening van de tunnel (en de opening van het kruispunt bovenop de tunnel niet veel later). Hierop is AWV in samenwerking/spraak met de stad van start gegaan met de verdere uitwerking ervan.

5)      De poll kan inderdaad door iedereen ingevuld worden. Ook zij die regelmatig of dagelijks in Lier moeten zijn/passeren krijgen hierdoor de kans mee te stemmen. Maar de facto zijn vooral mensen uit Lier of omgeving geïnteresseerd. Dat merkte je ook aan de namen en de motivaties die bij de eerdere ronde werden ingediend. Er wordt steeds een e-mailadres opgevraagd om dubbele stemmen te kunnen counteren.

6)      Een wedstrijd koppelen aan de tunnel en daarmee ook meteen de opening van de tunnel aankondigen, leek ook voor de stad een positief signaal in het kader van de werken en de bereikbaarheid van Lier. Het creëert een draagvlak en participatie bij een van de grootste infrastructuurprojecten in de stad. Het is bovendien ook een democratische manier om de tunnel een naam te geven.

Nadat de tunnel open is en ook het kruispunt op het dak van de tunnel gefinaliseerd is, zijn de grootste werkzaamheden voor de Ring van de baan. Zij het dan dat er nog gefaseerd wordt verder gewerkt aan de zgn. parallelwegen. Dat mag wijd geweten en verspreid worden, de wedstrijd rond de naamgeving zorgt hier mee voor.

Het is een positieve campagne waarbij alle inwoners en passanten kunnen deelnemen, waardoor er een positieve beleving wordt gecreëerd rond iets wat doorgaans niet zo positief onthaald wordt: werken. We focussen hiermee op het licht aan het einde van de tunnel.

We moeten van de perceptie dat Lier onbereikbaar zou zijn af, de stad betrekt ook de handelaars hier nauw bij. Tijdens de opening van de tunnel zullen de handelaars Mechelsesteenweg ook actief deelnemen. Dit wordt volop uitgewerkt.

Ook de plannetjes LIER, verrassend dichtbij, die aan een herdruk toe zijn, zullen hierna opnieuw gelanceerd en wijd verspreid worden.

 

 

 

Mondelinge vraag 3: van Ella Cornelis i.v.m. Polderbar

Ik verneem uit de Pers:

Stad Lier legt de Polderbar droog!

Vraag:

Op welke basis kreeg het koppel uitbaters twee jaar geleden een vergunning?

Ik citeer:” Stad Lier, Waterwegen en Zeekanaal, en Toeristische Dienst Lier, stonden hier blijkbaar positief tegenover, we werden zelfs vermeld in hun toeristische boekjes.”

Mijn vraag:

         Onder welke voorwaarden werd 2 jaar geleden de opbouw en uitbating van de Polderbar toegestaan?

         Hebben deze uitbaters recht op vergoeding van de stad?

 

Antwoord:

Er is nooit toelating gevraagd voor het openhouden van de polderbar.

 

Er is klacht ingediend bij de Politie voor een beweerde stedenbouwkundige inbreuk. De Politie heeft contact opgenomen met de dienst stedenbouw om na te gaan of er een vergunning was afgeleverd.

Voor het oprichten van een pop-up bar is een stedenbouwkundige vergunning vereist (VCRO, art. 4.2.1 Vergunningsplichtige handelingen). Gezien het betrokken perceel volgens het gewestplan Mechelen dd. 5 augustus 1976 en latere wijzigingen gelegen is in een bestemmingszone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut en in een overdrukzone overstromingsgebieden kan men geen stedenbouwkundige vergunning bekomen voor het oprichten van een pop-up bar. Gezien het perceel gelegen is in een ruimtelijk kwetsbaar gebied is er ook geen vrijstelling van 90 dagen voor tijdelijke handelingen mogelijk.

 

Stad Lier is niet bevoegd om een stedenbouwkundige vergunning  of toestemming voor een tijdelijke bar te verlenen in strijd met de VCRO (Vlaams Codex Ruimtelijke Ordening). Tevens is een bouwinbreuk in ruimtelijk kwetsbaar gebied een gezamenlijke prioriteit opgelegd door de Vlaamse Overheid.

De Politie heeft vervolgens een stillegging bevolen en deze stillegging werd bevestig door de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur.

 

De Stad is niet bevoegd om hierin tussen te komen. De Vlaamse Overheid is hierin tussengekomen in het kader van haar eigen decretale bevoegdheid om op te treden inzake bouwovertredingen.

 

Mondelinge vraag 4: van Peter Caluwé i.v.m. AED’s

Vorig jaar kocht de stad in het kader van het project van het Rode Kruis 'Steden en Gemeenten Hartveilig' drie Automatische Externe Defibrillators (AEDs) aan. Door deze inspanning kan de overlevingskans van een slachtoffer van een hartaanval aanzienlijk toenemen. Op de website van het Rode Kruis kunnen de locaties van de AEDs worden teruggevonden.

         Momenteel zijn de locaties van de AEDs op Liers grondgebied echter nog niet gekoppeld aan de mobiele applicatie ReaApp. Zal het CBS deze locaties signaleren op ReaApp?

         Er zou onderzocht worden of er bijkomende AEDs kunnen worden voorzien op publieke plaatsen (Grote Markt/KTA). Is hierover al meer duidelijkheid?

 

Antwoord:

Er wordt momenteel onderzocht hoe we deze toestellen op die app kunnen laten verschijnen. De Belgische cardiologische liga die de app beheerd werd daarvoor aangeschreven. Voor de aankoop van een bijkomend toestel voor KTA is een budget voorzien in 2016 en deze zal dus snel aangekocht worden. Op de Grote Markt is geen bijkomend toestel voorzien aangezien het ziekenhuis erg nabij is.

 

 

 

Mondelinge vraag 5: van Kristof Buelens i.v.m. Polderbar

We vernamen in de pers dat de we het deze zomer mogelijks zullen moeten stellen zonder vaste waarde De Polderbar.

Dit pop-up initiatief trekt in de zomermaanden heel wat bezoekers.

Zowel toeristen als Lierenaars vonden steeds vlot de weg voor een zonnig drankje met zicht op de mooie Lierse Polder.

In het kader van dit dossier had ik graag volgende vragen gesteld:

 

         Waarom moet de polderbar verdwijnen terwijl deze de voorbije twee jaar een succes was?

         Kan de stad nog stappen nemen om de verdwijning te vermijden?

         Zo ja, welke stappen gaat of plant de stad te ondernemen in dit dossier?

 

Antwoord:

Er is nooit toelating gevraagd voor het openhouden van de polderbar.

 

Er is klacht ingediend bij de Politie voor een beweerde stedenbouwkundige inbreuk. De Politie heeft contact opgenomen met de dienst stedenbouw om na te gaan of er een vergunning was afgeleverd.

Voor het oprichten van een pop-up bar is een stedenbouwkundige vergunning vereist (VCRO, art. 4.2.1 Vergunningsplichtige handelingen). Gezien het betrokken perceel volgens het gewestplan Mechelen dd. 5 augustus 1976 en latere wijzigingen gelegen is in een bestemmingszone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut en in een overdrukzone overstromingsgebieden kan men geen stedenbouwkundige vergunning bekomen voor het oprichten van een pop-up bar. Gezien het perceel gelegen is in een ruimtelijk kwetsbaar gebied is er ook geen vrijstelling van 90 dagen voor tijdelijke handelingen mogelijk.

 

Stad Lier is niet bevoegd om een stedenbouwkundige vergunning  of toestemming voor een tijdelijke bar te verlenen in strijd met de VCRO (Vlaams Codex Ruimtelijke Ordening). Tevens is een bouwinbreuk in ruimtelijk kwetsbaar gebied een gezamenlijke prioriteit opgelegd door de Vlaamse Overheid.

De Politie heeft vervolgens een stillegging bevolen en deze stillegging werd bevestig door de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur.

 

De Stad is niet bevoegd om hierin tussen te komen. De Vlaamse Overheid is hierin tussengekomen in het kader van haar eigen decretale bevoegdheid om op te treden inzake bouwovertredingen.

 

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 29/02/2016. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 29 februari 2016.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 29 februari 2016 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

AANVAARDEN SCHENKING BEELD PALLIETER EN VOORZIEN SOKKEL. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis:
CBS 21 december 2015: voorstel verdaagd; de schenking wordt aanvaard maar er dient nagegaan of een goedkopere sokkel dan gevraagde van 975 euro in eigen beheer kan voorzien worden.

 

CBS 11 januari 2016: voorstel om sokkel in beton te voorzien met vermoedelijke kost van 100 euro + manuren: verdaagd; Departement infrastructuur zal contact opnemen met de kunstenares i.v.m. de praktische afspraken. 

 

Feiten en context

De kunstenares Sonnie Melerowitz wenst een beeld 'Pallieter' te schenken aan de stad Lier en stelt voor het op het openbaar domein te plaatsen op een gezandstraalde sokkel in cortenstaal van 40 x40 x120 cm. Zij verwacht dat de stad de realisatie en plaatsing van de sokkel op zich neemt en hiervoor  op de gekozen locatie een betonnen vloertje giet.

De kosten voor de metalen sokkel + het plooien + kappen + zandstralen  + 4 lange pinnen + montage zou 975 euro bedragen.

De locatie waar dit beeld terecht moet komen, mag door de stad worden voorgesteld.
 

De stad stelt aan de kunstenares voor om in eigen beheer een betonnen sokkel te gieten van dezelfde afmetingen als door haar voorzien. Dit zou aan materialen slechts 100 euro kosten + ca. 370 euro aan manuren.
Op dit voorstel reageert de kunstenares zeer afwijzend. Voor haar is het alleen mogelijk om het beeld te presenteren op een sokkel van cortenstaal.

Het realiseren van een sokkel in cortenstaal zoals gevraagd, kan niet gebeuren door de stad in eigen beheer.
 

Adviezen

De adviesraad Beeldende Kunsten & Erfgoed reageert zeer terughoudend op de aanvaarding van de schenking van het Pallieterbeeld omdat
1. er voorwaarden aan verbonden zijn (op openbare plaats zetten + de stad moet de sokkel voorzien)

2.het geen uniek stuk is

3.het volgend jaar Pallieterjaar is en er mogelijk nog andere stukken worden aangeboden, dus waarom dit nu al aanvaarden?

De adviesraad geeft geen voorstel van locatie maar argumenteert dat dergelijk beeld zeer vandalisme-gevoelig is en best niet op een door iedereen te bereiken plaats kan gezet worden.

 

Het beheersorgaan Bib gaf in haar vergadering van 10/12 positief advies voor het plaatsen van het beeld in één van de binnentuinen van het leescafé.

 

Argumentatie   

Het beeld van kunstenares Melerowitz is een frêle versie van een Pallieter die nu met het Pallieterjaar in aantocht toepasselijk een plek kan krijgen in de openbare ruimte van Lier;

Omdat het beeld inderdaad vandalisme-gevoelig is, lijkt een semi - openbare plek aangewezen: één van de binnentuinen van het Leescafé - bibliotheek zou voor een plaatsing buiten het bereik van het grote publiek, maar toch in het zicht van de bezoekers zeker geschikt zijn.


Na overleg met de kunstenares gaat ze akkoord om zelf voor de sokkel in cortenstaal te zorgen wanneer de stad mee financiert voor 470 euro (= de kost die toch voorzien wordt voor de realisatie van de betonnen sokkel). Zij past dan het resterende gedeelte bij.

 

Financiële weerslag

De stad dient in te staan voor het gieten van een betonvloertje waar de sokkel in kan gevezen worden) en financiert de cortenstalen sokkel voor 470 euro.

 

Actienummer

Omschrijving actie

5.2.1.6

De stad voorziet in een jaarlijkse investeringsreserve openbaar domein

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Tekin Tasdemir

8 onthoudingen: Patrick Tersago, Jan Hermans, Marcel Taelman, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Ella Cornelis, Katrien Vanhove en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :
De gemeenteraad beslist het beeld Pallieter, geschonken door Sonny Melerowitz te aanvaarden en het te plaatsen in één van de binnentuinen van het Leescafé - bibliotheek. De juiste locatie wordt afgesproken met de teamleider bibliotheek.

 

Het beeld wordt geplaatst op een sokkel in cortenstaal die in een betonnen vloertje wordt gegoten.

Het betonnen vloertje wordt in eigen beheer van de stad gegoten.

De stad financiert de realisatie van de sokkel in cortenstaal voor 470 euro (ipv 975 euro). Het overige gedeelte wordt bijgepast door de kunstenares.

 

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

5.2.1.6

De stad voorziet in een jaarlijkse investeringsreserve openbaar domein

470 euro

 

 

36.307,17

Budgetsleutel

0200/22400000

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

Sonny Melerowitz , technisch bureau

 

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

technisch bureau

voorzien betonvloertje

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

OCMW-BUDGET 2016 EN AANPASSING MEERJARENPLAN 2014-2019 - BEVESTIGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 14 december 2015 werd het budget 2016 en het aangepaste meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW goedgekeurd door de gemeenteraad van de stad Lier

 

Feiten en context

Door besluit van de gouverneur van de provincie Antwerpen dd. 25/01/2016 werden deze beslissingen geschorst.

Reden voor deze schorsing was een verschil tussen de digitale en de papieren rapportering, waarbij ten gevolge van de conversie van de gegevens vanuit de Cipal software naar Remmicom de verwerking niet helemaal feilloos is verlopen.

Als bijlage vindt u de aangepaste versie.

De aanpassingen betreffen niet de inhoud van het budget 2016 noch de cijfers voor de jaren '17-'19, maar enkel de correcte opname van de verwerking van de overgedragen cijfers van 2014 en 2015, dit heeft evenwel repercussies op de eindtotalen.

 

Juridische grond

OCMW-decreet van 19 december 2008

 

Argumentatie

Het budget 2016 en de aanpassing meerjarenplan 2014-2019 te herbevestigen na correctie en opname van de ontbrekende cijfers 2014-2015.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

 

behoud toelage zoals in eerdere beslissing

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck en Yahya Degirmenci

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

11 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Memet Cinar, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 11 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het aangepaste budget 2016 en meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW Lier te bevestigen.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Agentschap Binnenlands bestuur

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

VERNIEUWDE WERKWIJZE VERKOPEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Om de verkoopswijze bij stad en OCMW op eenzelfde manier te bewerkstellingen, werd een uniforme wijze van verkopen van panden/gronden uitgewerkt.

Deze vernieuwde uniforme werking werkt voor de administratie en de burger vlotter en duidelijker dan voorheen en is ook transparanter naar de mandatarissen toe. 

Om deze vernieuwde werking van start te laten gaan, wordt het akkoord gevraagd van de gemeenteraad met de voorgestelde verkoopsystemen, met name verkopen in eigen beheer, lange en korte procedure (zoals uitgelegd in de bijlage).

 

Adviezen

Het departement bestuursondersteuning, team vastgoedbeheer geeft positief advies.

De OCMW-raad keurt deze procedure goed op 15/03/2016.

 

Juridische grond

gemeentedecreet + verkoopsregels

 

Argumentatie

Om de werking vlotter, uniformer en transparanter te laten verlopen, overweegt de gemeenteraad akkoord te gaan met de voorgestelde beslissingen en werkwijze.

 

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Patrick Tersago, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove en Tekin Tasdemir

3 onthoudingen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art. 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de voorgestelde vernieuwde werkwijze betreffende verkopen van panden/gronden van stad en OCMW en beslist tevens in de regel de verkopen te organiseren volgens het systeem van biedingen in eigen beheer, korte of lange periode (verdere gedetailleerde uitleg in powerpoint als bijlage).

 

Art. 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

bestuursondersteuning

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

VERKOPEN OCMW LIER EN IMPLICATIES OP DE AFBETALING VAN DE LENING AAN DE STAD. KENNISNAME.

 

De gemeenteraad wordt op de hoogte gebracht van de realisaties van de verkopen van gronden/panden van het OCMW in het kader van de meerjarenplanning.  Tevens worden de implicaties op de afbetaling van de lening aan de stad in kaart gebracht.  Zie powerpoint als bijlage.

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

REGLEMENT AANVRAAG EVENEMENTEN: GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Met de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 9 november 2015 werden de nieuwe aanvraagtermijnen voor evenementen goedgekeurd  

 

Feiten en context

De nieuwe regels i.k.v. aanvragen van evenementen dienen ook afdwingbaar te zijn. Daarvoor is een reglement nodig.

 

Reglement aanvraagtermijnen evenementen

 

1. Algemeen – toepassingsgebied

 

Art. 1

Dit reglement is van toepassing op het volledige grondgebied van Lier en Koningshooikt.

 

Art. 2

Onderhavig reglement is van toepassing op alle aanvragen voor alle evenementen 

- waarbij inzet van de stad is vereist,

en/of

- implicaties heeft voor de openbare ruimte bv. verkeersomleidingen

en/of

-  publiek toegankelijk zijn

 

De bepalingen van dit reglement doen geen afbreuk aan de regels opgenomen in het Algemeen Politiereglement of andere wetten en besluiten, noch verleent de aanvraag of verleende vergunning een vrijstelling voor de aanvrager voor het aanvragen van andere noodzakelijke vergunningen en toelatingen.

 

Behoudens verkregen schriftelijke vergunning is het verboden het evenement te laten plaatsvinden.

 

2. Aanvraagprocedure

 

Art. 3

Alle evenementen dienen uiterlijk drie maanden voorafgaand aan de datum van het evenement aangevraagd te worden.

 

Art. 4

Een aanvraag indienen kan uitsluitend via het digitaal formulier op www.ikorganiseerinlier.be

De aanvrager kan zich hierin laten bijstaan door een medewerker van het team cultuur en evenementen.

 

Art. 5

Enkel voor volgende evenementen geldt een uitzonderlijke afwijking van de aanvraagtermijn, waarbij deze wordt gereduceerd tot één maand: ontlenen van materiaal, straatmuziek, aanvragen voor het openbaar domein die geen gevolgen hebben op vlak van verkeer, die geen inzet van stadsmedewerkers vragen en waarvoor geen andere toelatingen dan die van de stad nodig zijn, flyeren, gebruik infoborden, kennisgevingen ivm art. 194 - 197 van het Algemeen Politiereglement (manifestaties, bijeenkomsten en vermakelijkheden in open lucht / openbare bijeenkomsten in gesloten plaatsen).

 

Art. 6

Aanvragen die te laat worden ingediend worden ambtshalve geweigerd.

 

3. Kennisgeving beslissing

 

Art. 7

Het besluit van de Burgemeester of van het Schepencollege wordt u medegedeeld via uw persoonlijke account op www.ikorganiseerinlier.be  De beslissing wordt aan de aanvrager enkel per mail op de hoogte gebracht, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk een schriftelijke kennisgeving verkiest. 

 

 

Adviezen

Team cultuur en evenementen

Om het aantal reglementen te beperken, zouden de nieuwe regels rond het aanvragen van evenementen opgenomen kunnen worden in het Algemeen Politiereglement (APR). In tussentijd lijkt een tijdelijk reglement nodig om eventuele discussies op te vangen.

 

Juridische dienst

Enkel de gemeenteraad kan bindende reglementen opstellen die tegenstelbaar zijn aan de burgers.

Een extra reglement lijkt misschien niet wenselijk, maar kan in afwachting van de aanpassing van het APR nodig zijn. Bij aanpassing van het APR kan dit tijdelijk reglement opgeheven worden.

 

Team handhaving en preventie

De aanvraagtermijnen kunnen opgenomen worden in het APR.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

 

Argumentatie

Een tijdelijk reglement is nodig om in afwachting van de aanpassing van het APR eventuele betwistingen over de nieuwe regels op te vangen.

 

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci en Katrien Vanhove

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

8 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Memet Cinar en Tekin Tasdemir

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het 'Reglement aanvraagtermijnen evenementen', zoals hieronder vermeld..

 

 

Reglement aanvraagtermijnen evenementen

 

1. Algemeen – toepassingsgebied

 

Art. 1

Dit reglement is van toepassing op het volledige grondgebied van Lier en Koningshooikt.

 

Art. 2

Onderhavig reglement is van toepassing op alle aanvragen voor alle evenementen 

- waarbij inzet van de stad is vereist,

en/of

- implicaties heeft voor de openbare ruimte bv. verkeersomleidingen

en/of

-  publiek toegankelijk zijn

 

De bepalingen van dit reglement doen geen afbreuk aan de regels opgenomen in het Algemeen Politiereglement of andere wetten en besluiten, noch verleent de aanvraag of verleende vergunning een vrijstelling voor de aanvrager voor het aanvragen van andere noodzakelijke vergunningen en toelatingen.

 

Behoudens verkregen schriftelijke vergunning is het verboden het evenement te laten plaatsvinden.

 

2. Aanvraagprocedure

 

Art. 3

Alle evenementen dienen uiterlijk drie maanden voorafgaand aan de datum van het evenement aangevraagd te worden.

 

Art. 4

Een aanvraag indienen kan uitsluitend via het digitaal formulier op www.ikorganiseerinlier.be

De aanvrager kan zich hierin laten bijstaan door een medewerker van het team cultuur en evenementen.

 

Art. 5

Enkel voor volgende evenementen geldt een uitzonderlijke afwijking van de aanvraagtermijn, waarbij deze wordt gereduceerd tot één maand: ontlenen van materiaal, straatmuziek, aanvragen voor het openbaar domein die geen gevolgen hebben op vlak van verkeer, die geen inzet van stadsmedewerkers vragen en waarvoor geen andere toelatingen dan die van de stad nodig zijn, flyeren, gebruik infoborden, kennisgevingen ivm art. 194 - 197 van het Algemeen Politiereglement (manifestaties, bijeenkomsten en vermakelijkheden in open lucht / openbare bijeenkomsten in gesloten plaatsen).

 

Art. 6

Aanvragen die te laat worden ingediend worden ambtshalve geweigerd.

 

3. Kennisgeving beslissing

 

Art. 7

Het besluit van de Burgemeester of van het Schepencollege wordt u medegedeeld via uw persoonlijke account op www.ikorganiseerinlier.be  De beslissing wordt aan de aanvrager enkel per mail op de hoogte gebracht, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk een schriftelijke kennisgeving verkiest.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

AANPASSING REGLEMENT FIERELIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

2 maart 2015 :  cbs-besluit organisatie van Fierelier

23 maart 2015: Goedkeuring door Gemeenteraad organisatie van FiereLier.

1 juni 2015 : Kennisname cbs Reglement Fierelier

 

Feiten en context

De Fierelierprijs werd in het leven geroepen om vrijwilligers die zich op regelmatige basis inzetten om de leefbaarheid en sociale cohesie in de stad te verbeteren, te belonen.

 

Het gaat daarbij om vrijwilligers die, los van een vereniging, een bijdrage leveren aan de werking van het ocmw en de stad in bijvoorbeeld het Leescafé, Cultuurcentrum, Woonzorgcentrum, dienstencentra, archief, als compostmeesters, vrijwilligers openbaar domein,… Dit zijn zowel structurele vrijwilligers bij een bepaald team, als projectvrijwilligers bij activiteiten of evenementen van of in samenwerking met ocmw en stad.

 

Daarnaast zijn er ook heel wat Lierenaars die zich, eveneens onbezoldigd, los van de werking van het ocmw en de stad inzetten voor een aangenamer Lier. Inwoners die de stoep van hun bejaarde buren sneeuwvrij maken, actief zijn binnen een BIN, onkruid op straat wieden, boodschappen doen voor een zieke kennis,… Ook deze verdienstelijke burgers nemen hun engagement volledig vrijwillig op.

 

De stad wil met de Fierelierprijs inwoners die zich vrijwillig inzetten structureel in de bloemetjes zetten. Zij krijgen een Centrumbon, aangevuld met een schapenkopproduct uit het aanbod (bv. schapenkoppenmok).

 

Om verdienstelijke burgers die niet gekend of opgelijst zijn niet uit te sluiten van ‘FiereLier’ werd en wordt op regelmatige basis een algemene oproep gelanceerd (zowel intern als extern) via de gekende communicatiekanalen.

 

De selectie van de vrijwilliger gebeurt door een kleine jury en wordt ter kennisgeving op het cbs geagendeerd. De jury is samengesteld uit een vertegenwoordiger van dep. Uit in Lier, dienst welzijn en Departement Wonen, Leven en Ondernemen, aangevuld met de verantwoordelijke protocol die instaat voor de coördinatie. De jury houdt bij zijn selectie rekening met voldoende diversiteit in de gebieden waar de vrijwilligers actief zijn.

 

Het opzet was dat de jury maandelijks één vrijwilliger selecteert uit de nominaties die binnenkomen, extern of intern. Er werd verondersteld en gehoopt dat heel wat burgers spontaan nominaties of suggesties zouden doen, maar die input blijft eerder beperkt.  

De frequentie van één Fierelier per maand is daarom moeilijk haalbaar. Praktische en organisatorische aspecten van selectie, toewijzing en uitreiking vragen bovendien tijd. Een lagere frequentie is daarom aangewezen.

 

Adviezen

Voorstel is om om de drie maanden een Fierelier te selecteren. Dat betekent dat er één Fierelierprijs wordt uitgereikt voor januari-februari-maart, één voor april-mei-juni, één voor juli-augustus-september en één voor oktober-november-december.

De uitreiking vindt plaats tijdens een kort persmoment.

 

De driemaandelijkse bekendmaking van de ‘FiereLier’ gebeurt via de geëigende communicatiekanalen (persbericht, website, facebook) en het persmoment. Op de jaarlijkse bedankingsreceptie voor vrijwilligers wordt de lijst van de  ‘FiereLieren’ nog eens overlopen. 

 

Argumentatie

De uitreiking van de Fiereliertitel om de drie maanden biedt de mogelijkheid om in eerste instantie uit te gaan van nominaties van burgers en daaruit winnaars te selecteren, volgens de vooropgestelde criteria. Een lagere frequentie draagt bij tot een kwalitatieve inhoudelijke invulling met oog voor diversiteit.

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Kristof Buelens, Kelly Verheyden, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Olivier Peeters en Tekin Tasdemir

7 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Patrick Tersago, Bram Van Oosterwyck, Peter Caluwé en Katrien Vanhove

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 7 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord met de aanpassing van de organisatie van de FiereLierprijs om de prijs om de drie maanden uit te reiken in plaats van maandelijks, zoals opgenomen in onderstaand reglement.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

externe communicatie - protocol

 

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

externe communicatie

Organisatie Fierelier

 

 

Reglement – FiereLier als beloning voor vrijwillige en verdienstelijke inzet van inwoners ter verbetering van de leefbaarheid en sociale cohesie in de stad Lier

 

Artikel 1:

Om de drie maanden wordt onder de term ‘Fierelier’ één vrijwilliger of groep van vrijwilligers geselecteerd die een Centrumbon ter waarde van 25 euro ontvangt, aangevuld met een schapenkopproduct uit het aanbod (bv. schapenkoppenmok).

 

Artikel 2:

Vrijwilligers die voor Fierelier in aanmerking komen zijn inwoners uit de stad Lier die zich op regelmatige basis vrijwillig inzetten om de leefbaarheid en sociale cohesie in de stad, in de brede zin van het woord, te verbeteren.

Het gaat daarbij om:

         vrijwilligers die, los van een vereniging, een bijdrage leveren aan de werking van het ocmw en de stad in bijvoorbeeld het Leescafé, Cultuurcentrum, Woonzorgcentrum, dienstencentra, archief, als compostmeesters, vrijwilligers openbaar domein,… Dit zijn zowel structurele vrijwilligers bij een bepaald team, als projectvrijwilligers bij activiteiten of evenementen van of in samenwerking met ocmw en stad.

         Lierenaars die zich, onbezoldigd en volledig vrijwillig, los van de werking van het ocmw en de stad inzetten voor een aangenamer Lier. Inwoners die de stoep van hun bejaarde buur sneeuwvrij maken, actief zijn binnen een BIN, onkruid op straat wieden, boodschappen doen voor een zieke kennis,…

 

Artikel 3:

De selectie van de vrijwilliger of groep van vrijwilligers gebeurt om de drie maanden door een jury en wordt vooraf ter kennisgeving aan CBS voorgelegd.

Het cbs wordt ruimschoots op voorhand geïnformeerd.

 

De jury is samengesteld uit:

         een vertegenwoordiger van het departement Uit in Lier,

         een vertegenwoordiger uit het departement welzijn,

         een vertegenwoordiger uit het departement wonen, leven en ondernemen,

         de verantwoordelijke protocol die instaat voor de coördinatie.

 

De jury houdt bij zijn selectie rekening met voldoende diversiteit in de gebieden waar de vrijwilligers actief zijn.

 

Selectienormen zijn:

         impact van vrijwilligerswerk inzake leefbaarheid en sociale cohesie in de stad,

         positieve reactie van derden die impact ondervinden,

         gebieden waarop de vrijwilligers actief zijn.

 

Artikel 4:

Indien een jurylid tot de kandidaten behoort, echtgenoot, bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad, of samenwonend is met één van de kandidaten of betrokken is bij het project, kan deze geen deel uitmaken van de jury.

 

Artikel 5:

Om verdienstelijke burgers die niet gekend of opgelijst zijn niet uit te sluiten van ‘FiereLier’ wordt (op regelmatige basis) een algemene oproep gelanceerd (zowel intern als extern) via de gekende communicatiekanalen.

 

De kandidaatstelling van verdienstelijke burgers die niet gekend of opgelijst zijn, kan gebeuren op voordracht van elke inwoner van de stad Lier.

 

Indienen van een kandidatuur kan:

ovia webformulier aan protocol@lier.be,

oper mail aan fierelier@lier.be, 

oper brief aan

 

Om geldig te zijn moet het voorstel van de kandidaat de volgende gegevens bevatten: contactgegevens ‘aanbrenger’, contactgegevens kandidaat, (gedetailleerde) beschrijving van de verdienstelijke inzet en motivatie waarom kandidaat voorgedragen wordt.

 

Artikel 7:

De bekendmaking van de ‘FiereLier’ gebeurt via de geëigende communicatiekanalen (persbericht, website, facebook). De vrijwilliger die de prijs ontvangt, wordt via mail of brief op de hoogte gebracht.

Op de jaarlijkse bedankingsreceptie voor vrijwilligers wordt de lijst van de ‘FiereLieren’ nog eens overlopen. Deze lijst verschijnt ook op de website en in het infomagazine Uit de Peperbus.

 

Artikel 8:

De Centrumbon ter waarde van 25 euro en het schapenkopgeschenk worden door een lid van het cbs uitgereikt aan de FiereLier-winnaar tijdens een kort persmoment.

 

Artikel 9:

Door de Fierelier-prijs te aanvaarden, geeft de winnaar uitdrukkelijk toestemming om zijn naam, zijn woonplaats en de omschrijving van zijn vrijwilligerstaak te publiceren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

WIJZIGING POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het gemeenteraadsbesluit van 23 maart 2015 houdende het politiereglement op de begraafplaatsen in werking op 1 april 2015                           

 

Feiten en context

Het huidige reglement vermeld dat de bloemen die geplaatst worden naar aanleiding van Allerheiligen worden weggehaald door de stadsdiensten op 15 november. Aangezien de steeds mildere temperaturen rond deze periode is het aangewezen om bij goed weer te bloemen later weg te halen.

Huidig artikel:

Het is verboden om het gras rondom de graven te verwijderen of te beschadigen door onder meer kuilen te graven. Indien het gras verwijderd of beschadigd wordt zal de stad dit op kosten van de overtreder herstellen. Het is toegelaten om voor het graf een bloempot te zetten in een bij de stad aan te kopen houder. Dit mag enkel de periode rond Allerheiligen met name van 1 oktober tot 15 november. De houders die niet verwijderd zijn ten laatste op 15 november, worden vanaf 16 november terug eigendom van de stad.

Nieuw artikel:

Het is verboden om het gras rondom de graven te verwijderen of te beschadigen door onder meer kuilen te graven. Indien het gras verwijderd of beschadigd wordt zal de stad dit op kosten van de overtreder herstellen. Het is toegelaten om voor het graf een bloempot te zetten in een houder. Dit mag enkel de periode rond Allerheiligen. Deze houder kan eventueel in het afscheidscentrum, gelegen op de begraafplaats, aangekocht worden. Rekening houdend met de weersomstandigheden zullen de bloemen verwijderd worden vanaf 1 december. De bloempothouders die zich met Pasen nog voor de grafzerk bevinden zullen verwijderd worden.

 

Momenteel kunnen er in een urnenveld 4 urnen begraven worden. Het college heeft in zitting van 10 augustus 2015 beslist de uitbreiding van het urnenveld in eigen beheer te realiseren door het plaatsen van urnenkokers waarin per koker 2 urnen kunnen geplaatst worden.

De realiteit heeft aangetoond dat er maar sporadisch een concessie voor meer dan 2 plaatsen wordt aangevraagd. Om onnodige kosten te vermijden is het daarom aangewezen om het grootst aantal urnenvelden te voorzien voor max. 2 personen en een gering aantal voor max. 4 personen. De nabestaanden dienen dan wel bij de aanvraag van de concessie te bepalen voor hoeveel personen zij een concessie wensen.

Huidig artikel:

Volgende begraving of bijzetting in het columbarium in een geconcedeerde grond of nis is toegelaten:

 

In geval van begraving mag de grafkuil het volgende bevatten:

- ofwel 3 kisten of lijkwaden + 1 urne;

- ofwel 2 kisten of lijkwaden + 2 urnen;

- ofwel 1 kist of lijkwade + 3 urnen;

- ofwel maximaal 4 urnen

 

In de grafkuilen in het urnenveld mogen 4 urnen worden geplaatst.

 

Bij een concessie voor meerdere personen mogen deze naast elkaar worden begraven indien dit technisch mogelijk is. In dat geval mag het grafteken geplaatst worden over de twee of meerdere grafkuilen.

 

In geval van bijzetting in het columbarium mag een nis het volgende bevatten:

- op de begraafplaats Kloosterheide: maximaal 4 urnen

- op de begraafplaats Beekstraat: maximaal 2 urnen.

 

Nieuw artikel :

Volgende begraving of bijzetting in het columbarium in een geconcedeerde grond of nis is toegelaten:

 

In geval van begraving mag de grafkuil het volgende bevatten:

- ofwel 3 kisten of lijkwaden + 1 urne;

- ofwel 2 kisten of lijkwaden + 2 urnen;

- ofwel 1 kist of lijkwade + 3 urnen;

- ofwel maximaal 4 urnen

 

In geval van begraving in het urnenveld mag dit het volgende bevatten:

- op de begraafplaats Beekstraat: maximaal 4 urnen

- op de begraafplaats Kloosterheide:

- het urnenveld aangeduid met de letters uv: maximaal 4 urnen

- het urnenveld aangeduid met de letters uvn1: maximaal 2 urnen

- het urnenveld aangeduid met de letters uvn2: maximaal 2 urnen

- het urnenveld aangeduid met de letters uvn2bis: maximaal 4 urnen

 

Bij een concessie voor meerdere personen mogen deze naast elkaar worden begraven indien dit technisch mogelijk is. In dat geval mag het grafteken geplaatst worden over de twee of meerdere grafkuilen.

 

In geval van bijzetting in het columbarium mag een nis het volgende bevatten:

- op de begraafplaats Kloosterheide: maximaal 4 urnen

- op de begraafplaats Beekstraat: maximaal 2 urnen

 

Juridische grond

De nieuwe gemeentewet, meer bepaald de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, §2.

Artikelen 15bis, §2, tweede lid, 23bis en 32 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en latere wijzigingen.

Het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42.

Het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Vermits de artikels 17 en 24§6 betreffende het politiereglement op de begraafplaatsen gewijzigd dienen te worden, overweegt de college onderstaand gewijzigd politiereglement goed te keuren en door te sturen naar de gemeenteraad.

 

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het hierna vermelde politiereglement op de begraafplaatsen goed te keuren.

 

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

 

I.Algemene bepalingen

 

Artikel 1: begraafplaatsen

Onderhavig reglement heeft betrekking op de begraafplaatsen:

-Kloosterheide, gelegen te Kesselsesteenweg 97, 2500 Lier

-Mechelsesteenweg, gelegen te Mechelsesteenweg 105-107, 2500 Lier

-Beekstraat, gelegen te Beekstraat, 2500 Koningshooikt.

 

Artikel 2: inrichting van de begraafplaatsen

§ 1.

Enkel de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat beschikken over een columbarium, een strooiweide en een urnenveld.

 

§ 2.

Op de begraafplaats Mechelsesteenweg is enkel nog begraving in een bestaande concessie mogelijk.

Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte graftekens.

 

§ 3.

Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.

Op de begraafplaats Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk) de ‘vlindertuin’, afgesloten van de andere secties door middel van beplanting.

In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld.

Op de plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar.

Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

Artikel 3: definities

Voor de toepassing van huidig reglement wordt verstaan onder:

 

-Begraven: elk stoffelijk overschot in een kist, lijkwade of asurne, dat wordt gelegd in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld. Het kan gaan om zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde grond.

 

-Concessie: overeenkomst tussen de stad en de concessiehouder waarbij de stad een grond of nis ter beschikking stelt voor begraving of bijzetting in het columbarium van een persoon, die als begunstigde wordt aangeduid door de concessiehouder of voor de duur van de thuisbewaring. Er is geen eigendomsoverdracht van de grond of nis. Het betreft slechts een gebruiksrecht, dat verleend wordt tegen betaling voor een welbepaalde termijn. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar

 

-Hernieuwing van een concessie: de verlenging van een concessie voor een begraving- of bijzettingtermijn of voor de duur van de thuisbewaring voor een welbepaalde periode na betaling van een welbepaald bedrag

 

-Geconcedeerde grond/ nis: grond of nis in het columbarium, waarop voor een welbepaalde termijn tegen betaling van een bepaald bedrag een concessie wordt genomen door een concessiehouder voor de begraving of bijzetting van de begunstigde van de concessie.

 

-Niet-geconcedeerde grond/nis: gratis begraven zonder concessie in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld of gratis bijzetting in een nis van het columbarium

 

-Verstrooien van as: het uitstrooien van de as na crematie op de strooiweide

 

-Bijzetten in de nis van columbarium: de asurne plaatsen in een gesloten nis van het columbarium. Het gaat zowel om geconcedeerde als niet-geconcedeerde nissen.

 

 

II.Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan

 

Artikel 4:

Elk overlijden in de gemeente wordt zonder verwijl aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

 

Artikel 5:

Diegenen, die voor de begraving instaan, regelen met het stadsbestuur de formaliteiten betreffende de begraving. Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.

 

Artikel 6:

Tot kisting mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand, op voorlegging van het daartoe nodige doktersattest.

De burgemeester of zijn gemachtigde mogen de kisting bijwonen.

 

Artikel 7:

§ 1 De stoffelijke overschotten moeten ofwel in een doodskist ofwel in een lijkwade geplaatst worden.

In een doodskist mag slechts één stoffelijk overschot worden geplaatst.

In een lijkwade mag eveneens slechts één stoffelijk overschot worden bewaard.

 

§ 2 Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de doodskist na de kisting niet meer geopend worden.

 

Artikel 8:

Zo de overledene een implantaat draagt dat werkt op een batterij, moet deze batterij worden verwijderd voor de begraving of de crematie door of ten laste van de begrafenisondernemer.

 

 

III.Lijkenvervoer

 

Artikel 9:

Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang van het geval, onderworpen aan de formaliteiten, vermeld in:

het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland;

het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft;

het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land dat niet bedoeld wordt in a) of b).

 

Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid.

 

 

IV.Manieren van lijkbezorging

 

Artikel 10:

De hiernavermelde mogelijkheden van lijkbezorging zijn mogelijk:

 

begraving van het stoffelijk overschot (kist of lijkwade) op de begraafplaats van de stad

begraving van een asurn op de begraafplaats van de stad

bijzetting van de asurn in het columbarium

uitstrooiing van de as op een daartoe bestemd perceel op de begraafplaats

uitstrooiing van de as op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee

begraving van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats

uitstrooiing van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats

bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats

 

 

V.Begravingen – bijzettingen - uitstrooien

 

Artikel 11:

§ 1

De stedelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de asverstrooiing van:

 

de personen, die op het grondgebied van de stad overleden zijn

de personen, die buiten het grondgebied van de stad zijn overleden, maar die in de bevolkingsregisters van de stad zijn ingeschreven

de personen, die ingeschreven waren in de bevolkingsregisters van de stad en dan door het OCMW van Lier geplaatst zijn in een rusthuis of instelling buiten de stad. Het bewijs hiervan dient geleverd bij de aangifte van het overlijden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand

de personen, die ingeschreven waren in de bevolkingsregisters van de stad en dan omwille van medische redenen geplaatst zijn in een instelling buiten de stad. Het doktersbewijs dient geleverd bij de aangifte van het overlijden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand

de personen, die begunstigde zijn van een recht van begraving in een geconcedeerd graf of de bijzetting in een geconcedeerde nis

oorlogsslachtoffers of personen gestorven in dienst van het vaderland

ten uitzonderlijke titel en voor zover de overledene een bijzondere relatie heeft gehad met de stad, kan de burgemeester toestemming geven tot begraving op de stedelijke begraafplaatsen

 

§2.

Het eventueel verschuldigd zijn van een belasting voor de begraving, bijzetting of uitstrooiing wordt in een afzonderlijk reglement door de gemeenteraad vastgelegd.

 

Artikel 12: toelating ambtenaar burgerlijke stand

Geen begraving, bijzetting of uitstrooiing  mag geschieden alvorens door een geneesheer een attest van overlijden en door de ambtenaar van de burgerlijke stand de toelating is afgeleverd.

 

Artikel 13: tijdstip van begraving, bijzetting of uitstrooiing

§ 1.

Bij het bezorgen van de stoffelijke overschotten op de stedelijke begraafplaatsen moet de grafmaker ten minste 1 werkdag vooraf gewaarschuwd zijn door middel van het daartoe bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een bijzetting in het columbarium of een uitstrooiing en 3 werkdagen indien het gaat om een bijzetting in een grafkelder. Die verplichting rust bij de belanghebbende of diens gemachtigde.

 

§ 2.

Op de weekdagen, maandag tot en met vrijdag, kan er begraven worden vanaf 9u tot ten laatste 14u.

Begravingen of bijzettingen in het columbarium of urnenveld en uitstrooiingen kunnen gebeuren vanaf 9u tot ten laatste 16u.

 

§ 3.

Op zaterdag kan er begraven, bijgezet of uitgestrooid worden vanaf 9u tot ten laatste 13u.

 

§ 4.

Op de niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor Nieuwjaar, en op de dagen goedgekeurd door het schepencollege kan er slechts begraven, bijgezet of uitgestrooid worden tussen 9 en 13 uur.

 

§ 5.

Er kunnen geen begravingen, bijzettingen of uitstrooiingen plaatsvinden op volgende tijdstippen:

-   Zondagen

- Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november , 2 november, 11 november, 25 december, 26 december

-  De dag(en) die jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen

 

Artikel 14: plan begraafplaatsen

De begravingen , bijzettingen en uitstrooiingen worden volgens plan, in regelmatige volgorde,  uitgevoerd door de daartoe door het stadsbestuur aangestelde personen.

Dit plan wijst de percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelders, kindergraven, kinderurnenveld, vlinderheuvel, urnenveld, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium en de uitstrooiing op de strooiweide.

De begraving, bewaring in het columbarium of uitstrooiing van de as op de stedelijke begraafplaatsen met nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan, wordt opgetekend in een elektronisch register dat bijgehouden wordt door de stad op de begraafplaats Kloosterheide. Voor de uitstrooiing van de as beperkt de aanduiding van de plaats zich tot de vermelding van de strooiweide.

 

Artikel 15: grafkuilen

§ 1.

De grafkuilen voor volwassen personen hebben naar wettelijke normen een minimum diepte van 1.50 m een lengte van 2.10 m en een breedte van 0.80 m.

 

§ 2.

De grafkuilen voor kinderen beneden de 7 jaar hebben een minimum diepte van 1.50 m, een lengte van 1.30 m en een breedte van 0.50 m.

 

§ 3.

In geval slechts 1 doodskist of lijkwade is toegestaan, dient een laag grond van ten minste 65 cm boven de kist of lijkwade te worden aangebracht.

 

§4.

In het geval meerdere doodskisten of lijkwades zijn toegestaan, moet boven iedere doodskist of lijkwade een laag grond van ten minste 30 cm dikte worden aangebracht. Boven de bovenste doodskist of lijkwade bevindt zich een laag grond van ten minste 65 cm.

 

§ 5.

De kuilen in het urnenveld hebben een diepte van minimaal 0,60 m.

 

§ 6.

De afstand tussen de doodskisten of lijkwaden bedraagt minstens 60 cm.

 

§7.

Aan een grafkuil mogen geen milieutoxische stoffen worden toegevoegd.

 

Artikel 16: begraving, bijzetting in een niet-geconcedeerde grond of nis

Volgende begraving of bijzetting in het columbarium in een niet-geconcedeerde grond of nis is enkel toegelaten op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat, waarbij:

-  ofwel een grafkuil of in het urnenveld slechts 1 kist of 1 lijkwade of 1 urne mag bevatten

-  ofwel een nis in het columbarium slechts 1 urne mag bevatten

 

Artikel 17: begraving, bijzetting in een geconcedeerde grond of nis

§ 1.

Volgende begraving of bijzetting in het columbarium in een geconcedeerde grond of nis is toegelaten:

 

Ingeval van begraving mag de grafkuil het volgende bevatten:

- ofwel 3 kisten of lijkwaden + 1 urne;

- ofwel 2 kisten of lijkwaden + 2 urnen;

- ofwel 1 kist of lijkwade + 3 urnen;

- ofwel maximaal 4 urnen.

 

In geval van begraving in het urnenveld mag dit het volgende bevatten:

- op de begraafplaats Beekstraat: maximaal 4 urnen

- op de begraafplaats Kloosterheide:

- het urnenveld aangeduid met de letters uv: maximaal 4 urnen

- het urnenveld aangeduid met de letters uvn1: maximaal 2 urnen

- het urnenveld aangeduid met de letters uvn2: maximaal 2 urnen

- het urnenveld aangeduid met de letters uvn2bis: maximaal 4 urnen

 

Bij een concessie voor meerdere personen mogen deze naast elkaar worden begraven indien dit technisch mogelijk is. In dat geval mag het grafteken geplaatst worden over de twee of meerdere grafkuilen.

 

Ingeval van bijzetting in het columbarium mag een nis het volgende bevatten:

- op de begraafplaats Kloosterheide : maximaal 4 urnen

- op de begraafplaats Beekstraat : maximaal 2 urnen

 

 

VI. Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden

 

 

Artikel 18: graftekens

§ 1.

Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn/haar verwanten zich ertegen verzetten, heeft iedereen het recht op het graf van zijn verwanten of vrienden een grafteken te laten plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder.

 

Onder een grafteken wordt verstaan: grafsteen, een grafmonument, afdekplaat, confessionele of niet-confessionele symbolen (kruisen,…).

 

§ 2.

Het is niet toegestaan graftekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren.

De kleur van de graftekens dient neutraal en niet opzichtig te zijn.

 

§ 3.

De graftekens mogen volgende afmetingen niet overschrijden.

Gewone graven:

voor een graf van 2 m²: maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 1,70 m, maximale breedte: 0,70 m

voor een graf van 4 m²: zelfde hoogte en lengte, maximale breedte: 1,70 m.

voor de secties op het plan van de begraafplaats Kloosterheide: Aa, Bb, Hh, Gg, Ff en op het plan van de begraafplaats Beekstraat: Aa en Bb, met uitzondering van de kindergraven, wordt de maximale lengte gebracht op 2 m en de breedte op 0,90 m. De hoogte blijft hetzelfde.

voor de secties Cc, Dd en Ee op het plan van de begraafplaats Kloosterheide zijn er enkel nog staande rugstukken toegelaten met de volgende afmetingen: grondplaat 1,00 m X 0,50 m – sokkel en rug: maximale hoogte: 0,90 m en maximale breedte: 0,80 m

 

Kindergraven:

voor een kindergraf  (1 m²): maximale hoogte: 0,60 m, maximale lengte: 1 m, maximale breedte: 0,50 m.

 

Grafkelders:

graftekens bovenop kelders : maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 2 m, maximale breedte: 0,90 m

 

 

Artikel 19: kennisgeving oprichten graftekens

Voor het oprichten van een grafteken dient een schriftelijke kennisgeving gedaan te worden aan de Burgemeester of zijn gemachtigde.

Aan deze kennisgeving dient een getekende schets van het te plaatsen grafteken (in tweevoud) te worden bijgevoegd met vermelding van de afmetingen en opschriften. De aanvraag moet verder de volgende informatie bevatten:

Naam en voornaam van de overledene

Plaats en datum van geboorte en overlijden

Naam van de begraafplaats

Inlichtingen over de afmetingen van het grafteken en de aard van de gebruikte materialen

Naam en volledig adres van de kennisgever

Naam en volledig adres van de steenkapper, belast met het plaatsen van het grafteken.

 

Artikel 20: wijze van oprichting van de graftekens en andere werkzaamheden:

§ 1.

Graftekens mogen enkel opgericht worden na afspraak met de grafmaker minstens 2 werkdagen op voorhand.

Voor overige werken, ondermeer afbreken van graftekens, dient eveneens een afspraak te worden gemaakt met de grafmaker.

Na afspraak met de grafmaker, is het toegelaten werken op de begraafplaatsen uit te voeren op volgende tijdstippen:

elke weekdag (maandag tot en met vrijdag) tussen 8u en 16u

zaterdag tussen 8 u en 13u

 

§ 2.

Het uitvoeren van werken is echter niet toegelaten op volgende tijdstippen:

niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor Nieuwjaar.

Zondagen

Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari , paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 2 november, 11 november, 25 december, 26 december,

één week voor Allerheiligen 

-    De dag(en) dat een teambuilding wordt gehouden, jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen

 

§ 3.

Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.

 

De aanvoer mag niet groter zijn dan wat dagelijks kan verwerkt worden. De materialen worden bijeengebracht op de plaats door de grafmaker aangeduid.

 

§ 4.

De graftekens moeten zodanig opgericht worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven.

 

Ondermeer dient het rechtstaande gedeelte van de graftekens, om veiligheidsredenen, loodrecht te worden opgericht en geplaatst op een stevige fundering.

 

In de secties aangeduid met twee letters op het plan van de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat, met uitzondering van de kindergraven, dienen de graftekens te worden geplaatst op een betonnen kader van 1m op 2m, bevestigd op 4 palen.

 

§ 5.

Ingeval van uitgravingen voor het verrichten van welk werk ook en zo deze uitgravingen gevaar voor het publiek kunnen opleveren, dient de plaats waar de werken uitgevoerd worden, visueel te worden afgeschermd voor het publiek.

 

§ 6.

Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaatsen worden achtergelaten.

 

Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling, wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de achtergelaten materialen op risico en kosten van de overtreder.

 

§ 7.

De uitvoerder van de werken dient de nodige maatregelen te treffen om alle ongevallen te voorkomen. Elke beschadiging dient dadelijk gemeld te worden aan de grafmaker. De uitvoerder van de werken zal instaan voor de eventuele herstelling en/of vergoeding, in samenspraak met de eigenaar van het beschadigde goed.

 

§ 8.

Zware voertuigen moeten zoveel mogelijk op de verharde banen van de begraafplaatsen rijden.

Wanneer zware steenblokken dienen vervoerd te worden over de zandwegen, dient dit te gebeuren zonder deze wegen te beschadigen.

Schade veroorzaakt aan verharde of niet-verharde wegen moet vergoed worden aan de stad.”

 

Artikel 21: bestemming graftekens van geconcedeerde of niet-geconcedeerde graven of nissen, welke niet worden hernieuwd

Tenzij de graftekens door de eigenaar of, bij overlijden van de eigenaar, door zijn erfgenamen zijn verwijderd vanaf de aanplakking tot de respectievelijke vervaldag, worden de graftekens eigendom van de stad in volgende gevallen:

-er wordt geen concessie aangevraagd na het verstrijken van de periode van 10 jaar van een niet-geconcedeerde begraving of bijzetting

-de concessie wordt niet hernieuwd na het verstrijken van de periode van een geconcedeerde begraving of bijzetting

 

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens, welke eigendom zijn geworden van de stad.

 

Artikel 22: bestemming graftekens na vervroegde beëindiging van de concessie

§ 1.

Indien de gemeenteraad een vervroegde beëindiging van de concessie toestaat conform het geldende huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen, heeft de  eigenaar van het grafteken of, bij overlijden van de eigenaar, zijn erfgenamen een termijn van 6 maanden om het grafteken te verwijderen. Deze termijn gaat in vanaf de kennisgeving van het besluit van de gemeenteraad tot vervroegde beëindiging van de concessie.

 

§ 2.

Indien het grafteken door de eigenaar of zijn erfgenamen niet is verwijderd binnen de termijn vermeld onder artikel 22 § 1 , wordt het grafteken eigendom van de stad. 

 

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens, welke eigendom zijn geworden van de stad.

 

Artikel 23: verplaatsen of wegnemen van graftekens

Graftekens mogen enkel verplaatst of weggenomen worden mits toelating van:

de burgemeester of haar gemachtigde

of de persoon op wiens verzoek het grafteken werd geplaatst of, zo deze in de onmogelijkheid verkeert zijn toestemming te verlenen, mits toelating van zijn/haar erfgenamen

 

Voor de wijze van uitvoering van deze werkzaamheden wordt verwezen naar artikel 20 van huidig reglement.

 

Artikel 24: wijze van beplanting en afwerking van het graf

§ 1.

In samenspraak met de grafmaker mogen kleine plantjes met een maximale groeihoogte van 50 cm en zonder diepgaand wortelgestel aangeplant worden. Dit dient te gebeuren binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen, doch nooit naast of achter het grafteken. De planten mogen zeker de naburige graven niet overgroeien.

 

§ 2.

Hoogstammige bomen of coniferen zijn verboden.

 

§ 3.

Losse steentjes mogen binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen gestrooid worden, maar op een manier waarbij zij nooit op de naburige graven of op de weg terecht kunnen komen.

 

§ 4.

Boordstenen zijn toegelaten, wederom binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen.

 

§ 5.

Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden.

 

§ 6.

Het is verboden om het gras rondom de graven te verwijderen of te beschadigen door onder meer kuilen te graven. Indien het gras verwijderd of beschadigd wordt, zal de Stad dit op kosten van de overtreder herstellen.

Het is toegelaten om voor het graf een bloempot te zetten in een houder. Dit mag enkel de periode rond Allerheiligen. Deze houder kan eventueel in het afscheidscentrum, gelegen op de begraafplaats, aangekocht worden.

Rekening houdend met de weersomstandigheden zullen de bloemen verwijderd worden op 1 december. De bloempothouders die zich met Pasen nog voor de grafzerk bevinden zullen verwijderd worden.

 

§ 7

Het is toegestaan aan de grafmakers om overtredingen op artikel 24 § 1 tot en met 6 te regulariseren indien dit hun werkzaamheden verhindert.

 

 

VII. Onderhouden van de graven

 

 

Artikel 25: algemeen onderhoud

De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven.

 

Artikel 26: onderhoud van de graftekens

§ 1.

De graftekens moeten onderhouden worden zodat de veiligheid en doorgang niet wordt belemmerd en dat er geen schade wordt veroorzaakt aan de aangrenzende graftekens en graven.

 

§ 2.

De scheefstaande en omgevallen graftekens moeten door toedoen van de

belanghebbenden of nabestaanden opnieuw recht gezet of verwijderd worden.

 

§ 3.

Het opkuisen van de graftekens mag niet meer gebeuren vanaf 3 dagen vóór Allerheiligen.

Artikel 27: onderhoud grafversieringen – beplantingen

De bloemen en planten, die op de graven of bij de nis zijn geplaatst of zich op de strooiweide bevinden, moeten in goede staat worden onderhouden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden.

Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om verwelkte kransen, bloemen, planten en bloempotten, te verwijderen.

Kransen uit kunststof dienen 1 maand na begraving, bijzetting of uitstrooiing te worden verwijderd door de belanghebbenden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal het stadsbestuur overgaan tot de verwijdering ervan.

 

Artikel 28: verwaarlozing

§ 1 Wanneer een geconcedeerd graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing opgesteld door de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende nabestaanden. Het college van burgemeester en schepenen regelt de bestemming van de graftekens.

 

§ 2 In het geval verwaarlozing wordt vastgesteld conform artikel 28 § 1 kan het college van burgemeester en schepenen een einde stellen aan het recht op concessie.

 

Artikel 29: aansprakelijkheid bij schade

Zolang er geen einde is gekomen aan de concessie, blijft de eigenaar van de graftekens aansprakelijk voor schade, die wordt berokkend aan derden.

 

 

 

VII.Crematie – urnenveld – columbarium – asverstrooiing

 

Artikel 30: algemeen

§ 1 De as van de gecremeerde lijken kan in urnen worden geplaatst, die op de begraafplaatsen:

worden begraven

worden bijgezet in een columbarium in gesloten nissen

 

§ 2 De as van de gecremeerde lijken kan uitgestrooid worden:

 

op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats door middel van een strooitoestel

op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee volgens de geldende reglementering

 

§ 3 Indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of , bij gebrek aan schriftelijke bepaling door de overledene, op gezamenlijk verzoek, vooraleer de crematie plaatsvindt, van zowel de echtgenoot of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde als van alle bloed- of aanverwanten van de eerste graad of, indien het om een minderjarige gaat, op verzoek van de ouders of voogd, kan de as van gecremeerde lijken:

 

worden uitgestrooid of begraven op een andere plaats dan de begraafplaats. Deze uitstrooiing of begraving kan evenwel niet gebeuren op openbaar domein, uitgezonderd de begraafplaats. Indien het een terrein betreft dat niet eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande, schriftelijke toestemming vereist van de eigenaar van het betrokken terrein. De asverstrooiing of de begraving van de as gebeurt aansluitend op de crematie.

In een urne ter beschikking gesteld worden van de nabestaanden om te worden bewaard op een andere plaats dan de begraafplaats. Indien er een eind komt aan de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats, wordt de as door toedoen van de nabestaande , die er de zorg voor heeft of zijn erfgenamen in geval van diens overlijden, ofwel naar een begraafplaats gebracht om er begraven, in een columbarium bijgezet of uitgestrooid te worden ofwel uitgestrooid te worden op een aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee.

 

De persoon, die de as in ontvangst neemt, is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen.

 

§ 4 Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 30 § 1 kan, op verzoek van de echtgenoot of de feitelijk samenwonende partner en van de bloed- of aanverwanten in eerste graad, een gedeelte van de as van het gecremeerde lijk aan hen worden meegegeven. Dit kan enkel als hierover geen andersluidende schriftelijke wilsverklaring is van de overledene.

 

Artikel 31: urnenveld

§ 1 De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen in het urnenveld.

 

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uv op het plan van de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen:  0,70 m x 0,70 m en 5 cm dik.

Rondom de plaat wordt een boordsteen in arduin gelegd van 5 cm breed en 5 cm dik.

 

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn1 en Uvn2 en Uvn2bis op het plan van de begraafplaats Kloosterheide moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,60 m x 0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.

 

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn op het plan van de begraafplaats Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,60 m x 0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.

 

De afmetingen van de afdekplaat voor de urnenveld aangeduid met de letters Uvn1, Uvn2, Uvn2bis en Uvn worden toegepast wanneer het urnenveld aangeduid met de letters Uv volzet is.

 

Bij voorkeur wordt deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met

opschriften in witte of grijze letters.

 

De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na begraving van de eerste overledene worden geplaatst door de nabestaanden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal de stad de plaat laten plaatsen op kosten van de nabestaanden.

 

§ 2 Grafversieringen moeten worden geplaatst binnen de afmetingen van de afdekplaat en niet rondom.

 

Artikel 32: columbarium

§ 1 De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen, die in een gesloten nis van het columbarium van de begraafplaats bijgezet worden.

 

Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente afgesloten.

 

De nis moet afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen:

-op de begraafplaats Kloosterheide: breedte 0,64 m x hoogte 0,53 m

-op de begraaplaats Beekstraat: breedte 0,30 m x hoogte 0,34 m

 

Bij voorkeur worden deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met

opschriften in witte of grijze letters.

 

De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na bijzetting van de eerste overledene worden geplaatst door de nabestaanden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal de stad de plaat laten plaatsen op kosten van de nabestaanden.

 

§ 2 Kleine ornamenten, zoals bloemenvaasjes, moeten worden geplaatst binnen de afmetingen van de afdekplaat en niet rondom.

 

Artikel 33 : strooiweide – naamplaatje

§ 1.

De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat uitgestrooid worden op de daartoe voorziene percelen door middel van een strooitoestel dat alleen door de stedelijke aangestelde mag bediend worden.

 

§ 2.

Aan de strooiweide op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een gedenkteken voorzien waarop, na een uitstrooiing, een naamplaatje ter nagedachtenis van de overledene kan worden gemonteerd.

 

Dit naamplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden.

 

Dit naamplaatje moet besteld en betaald worden uiterlijk bij de aangifte van het overlijden op de cel Burgerzaken door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

 

De montage van het naamplaatje gebeurt door de grafmaker. Elk naamplaatje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum, op het gedenkteken aanwezig. Door de belanghebbende mag het naamplaatje enkel voor onderhoud worden verwijderd en terug gemonteerd.

Na het verstrijken van de periode van de eerste tien jaar kan het naamplaatje verlengd worden door de belanghebbende en dit zal bevestigd worden op een apart gedenkteken.  Het naamplaatje zal gedurende 10 jaar blijven hangen op dit gedenkteken.

 

Indien  er geen verlenging gebeurt, zal na het verstrijken van de periode van minstens tien jaar het naamplaatje worden verwijderd door de grafmaker en worden bewaard door de stad.

 

Na afspraak met de grafmaker kan een belanghebbende het naamplaatje in ontvangst nemen en bewaren.

 

 

IX.Vlinderheuvel

 

Artikel 34: begraving

Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

Artikel 35: tegeltje

Op de vlinderheuvel kan ter nagedachtenis een tegeltje worden geplaatst, waarop enkel een figuurtje en de geboortedatum worden vermeld. Elk tegeltje heeft volgende afmetingen: 150/150/10 mm. Voor het figuurtje is er keuze uit volgende vier afbeeldingen: beertje, bloemetje, vlindertje en zonnetje.

 

De plaatsing van het tegeltje gebeurt door de grafmaker. Elk tegeltje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de geboortedatum, aanwezig op de vlinderheuvel.

 

Na het verstrijken van de periode van minstens 10 jaar wordt het tegeltje verwijderd door de grafmaker en bewaard door de stad.

 

Na afspraak met de grafmaker kan een belanghebbende het tegeltje in ontvangst nemen en bewaren.

 

Artikel 36: geen ornamenten

Op de vlinderheuvel mogen geen ornamenten of versieringen worden geplaatst.

 

X.Speciale begravingen

 

Artikel 37: ereperken

Op de begraafplaatsen zijn ereperken voorzien, waar politieke gevangenen en oudstrijders begraven liggen.

 

Het onderhoud van deze perken valt ten laste van de stad.

 

Artikel 38: veld van eer en andere graven

§ 1.

Op de begraafplaatsen bevinden zich graven van de oudstrijders, die stierven op het veld van eer en die zich niet in de ereperken bevinden.

 

Het onderhoud van deze graven valt ten laste van de nabestaanden.

§ 2.

De nabestaanden staan in voor het onderhoud van de graven van alle andere oudstrijders, krijgsgevangenen, politieke gevangenen, arbeidsweigeraars, oorlogsvrijwilligers, gedeporteerden, militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers met een invaliditeit van meer dan 10%.

 

XI.Opgravingen

 

Artikel 39: definitie

Onder opgraving wordt verstaan

-ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot of een asurne met de bedoeling te herbegraven of, in het geval van een stoffelijk overschot, te cremeren

-ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot in het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats en deze eventueel in een knekelput samen te brengen

-ofwel een asurne te verwijderen uit het columbarium, het urnenveld of een graf en er een bestemming aan te geven conform artikel 10 van huidig reglement

 

Artikel 40: toelating of weigering door de burgemeester

§ 1.

Behoudens de opgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen of opgravingen in het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats, mag een opgraving van een stoffelijk overschot of een asurn enkel mits een voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde.

Het verlenen tot toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen of omwille van vroegtijdige bewaring van de asurne thuis.

Het recht verschuldigd bij de opgraving wordt vastgesteld in een belastingreglement. Alle kosten zijn ten laste van de aanvrager. 

 

§ 2.

Als het stoffelijk overschot of de asurne in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente, vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven.

 

§ 3. 

De aanvraag tot opgraving dient door de belanghebbende schriftelijk te worden gericht aan de burgemeester.

De burgemeester of zijn/haar afgevaardigde beoordeelt in een gemotiveerde beslissing of er ernstige redenen aanwezig zijn of indien het gaat om een vroegtijdige thuisbewaring en houdt daarbij rekening met volgende principes:

-enerzijds het eerbied voor de nagedachtenis van de overledenen

-anderzijds het handhaven van de openbare orde, die voorgaat op de particuliere belangen

 

§ 4.

De opgraving van een stoffelijk overschot kan geweigerd worden om volgende redenen:

-het is technisch onmogelijk

-omwille van volksgezondheid en hygiëne

 

§ 5.

Indien de opgraving van een kist betrekking heeft op het stoffelijk overschot van een persoon, die overleden is ten gevolge van een besmettelijke ziekte, kan de burgemeester bijzondere maatregelen opleggen of de toelating weigeren om redenen van volksgezondheid.

 

§ 6.

Een opgraving van een stoffelijk overschot of een asurne, welke begraven ligt in een niet-geconcedeerd perceel, kan ten vroegste 10 jaar na de begraving.”

 

Artikel 41: modaliteiten voor de opgraving

§ 1.

Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd:

dag en uur waarop de opgraving zal geschieden worden in overleg met de grafmaker van de begraafplaatsen vastgesteld

het grafteken, de beplantingen en andere voorwerpen, die het openleggen van het graf bemoeilijken of beletten, moeten verwijderd worden door toedoen van de aanvrager vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan

tenminste één werkdag voor de opgraving van een kist dient de aanvrager een houten kist te bezorgen aan de grafmaker om het stoffelijk overschot te bergen en te vervoeren. Om hygiënische redenen wordt namelijk niet herbegraven in een lijkwade.

Het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil geschieden door de zorgen van de grafmakers. Indien de grafmaker zulks nodig acht zullen de aanpalende grafzerken deskundig gestut of weggenomen worden door de grafmakers en binnen de 8 dagen na de opgraving in hun oorspronkelijke staat herplaatst worden. Alle kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.

Het openen van de nis of het perceel, het uitnemen van de urne uit de nis of het perceel en het terug sluiten van de nis of het perceel geschieden door de zorgen van de grafmakers

Wanneer naar aanleiding van de opgraving, wordt vastgesteld dat de asurne niet meer in goede staat is, moet deze door de aanvrager van de bewaring vervangen worden.

 

§ 2. 

Het graf of de nis wordt enkel geopend in aanwezigheid van de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde, een lid of afgevaardigde van de belanghebbenden en de grafmaker. Hiervan wordt een verslag opgemaakt. Tijdens de opgraving wordt de plaats ervan visueel voor het publiek afgeschermd.

 

§ 3.

Indien het op te graven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats op het grondgebied van de stad of naar dit van een andere gemeente moet overgebracht worden, is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch gesloten omhulsel te plaatsen alvorens dit mag vervoerd worden. Het ophalen en wegvoeren van een ontgraven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats moet gebeuren tijdens de werkdagen tussen 8 u en 15 u.

 

 

XII.Politietoezicht

 

Artikel 42: toegankelijkheid voor het publiek

De begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk:

- gedurende de periode van 1 maart tot en met 30 september: van 8 uur tot 20 uur;

- gedurende de periode van 1 oktober tot en met 11 november: van 8 uur tot 18 uur;

- gedurende de periode van 12 november tot en met 29 februari: van 9 uur tot 16 uur.

 

Afwijkingen kunnen door de burgemeester of zijn/haar gemachtigde toegestaan worden.

 

Artikel 43: vrije doorgang

Het is verboden de toegang tot en de wegen van de kerkhoven te versperren. Er dient steeds vrije doorgang aan een begrafenisstoet verleend worden.

 

Artikel 44: verbodsbepalingen op de toegankelijkheid

 

De toegang tot de begraafplaatsen is verboden voor:

voertuigen, uitgezonderd de lijkwagens en volgwagens ter gelegenheid van een begrafenis, de dienstvoertuigen van de stad en de voertuigen, die grafkelders en graftekens vervoeren. Om uitzonderlijke redenen kan de burgemeester of zijn/haar gemachtigde afwijkingen toestaan. De bestuurders dienen stapvoets te rijden.

ruiters

bromfietsers

elektrische fietsen

personen, vergezeld van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden. In deze gevallen mogen de dieren niet loslopen.”

 

Artikel 45: gezag, politie, toezicht

Alle gemeentelijke begraafplaatsen vallen onder het gezag, de politie en het toezicht van de stad. De stad zorgt ervoor dat er geen wanorde heerst en dat er geen handelingen in strijd met de eerbied voor de doden worden verricht.

 

Artikel 46: gevonden voorwerpen

De op de begraafplaats gevonden voorwerpen dienen aan de grafmaker te worden overhandigd en zo nodig op het politiebureel aangegeven.

 

Artikel 47: opgraving beenderen door particulieren

Wie tengevolge van een of ander werk, beenderen opgraaft dient onmiddellijk het personeel der begraafplaatsen van dit feit op de hoogte te stellen.

 

Artikel 48: algemene verbodsbepalingen

Het is aan eenieder verboden:

over de muren, omheiningen en hagen van de begraafplaatsen of over de hekken en latwerken van de graven te klimmen

de wegen, gedenktekens, graftekens en voorwerpen tot versiering van de graven te beschadigen; bloemen, planten en versieringen of takken van bomen te beschadigen; de gras- en bloemperken of de strooiweide te bevuilen; de graven, graspleinen en beplantingen te betreden;

voorwerpen van de begraafplaatsen weg te nemen zonder toelating van de grafmaker;

binnen de omheining van de begraafplaatsen vuilnis en afval neer te leggen, tenzij het gaat om afval afkomstig van de begraafplaatsen. Dit dient gedeponeerd te worden op de daartoe bestemde plaatsen;

om zich op de begraafplaatsen te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden

aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren; behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening

goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden

 

Artikel 49:

Diegene die tekort komt aan de eerbied die men de doden verschuldigd is of een van de verbodsbepalingen van dit reglement overtreedt, kan door de politie van de begraafplaatsen verwijderd worden, onverminderd de gerechtelijke vervolgingen.

 

Artikel 50:

Al de niet in dit reglement voorziene gevallen zullen door de Burgemeester beslecht worden, behoudens de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de rechtbanken vallen.

 

XIII.Strafbepalingen

 

Artikel 51:

Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze verordening bestraft met politiestraffen.

 

XIV.Slotbepalingen

 

Artikel 52:

De politieverordening op de begraafplaatsen van 23 maart 2015 wordt opgeheven met ingang van 31 maart 2016.

 

Artikel 53:

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2016.

 

Artikel 54:

Deze politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet.

 

Artikel 55:

Afschrift van deze verordening wordt gestuurd aan de Deputatie van de provincie Antwerpen en de griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en aan deze van de Politierechtbank.

 

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

4

Deputatie, Rechtbank van Eerste Aanleg, Politierechtbank, begrafenisondernemers

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

FIETSPAD KESSELSESTEENWEG (N13) : MODULE 13 - ADDENDUM BIJAKTE - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Betreffende de subsidiëring van de aanleg van of verbetering van fietspaden langs gewestwegen door de lokale overheid, is voor de Kesselsesteenweg (N13) op 23 november 2001 een projectbijakte 12.021/A bij mobiliteitsconvenant nr.12.021/o dd. 20/02/1998 gevoegd, ondertekend door het Vlaams Gewest, de stad Lier en de Vlaamse Vervoermaatschappij (zie bijlage 1).

Deze projectbijakte werd afgesloten voor een periode van 15 jaar, vanaf de datum van ondertekening.

 

Feiten en context

Omwille van het bijna vervallen van de looptijd is door de Vlaamse overheid een addendum opgemaakt bij deze project bijakte : de looptijd wordt hierin aangepast naar een periode van 20 jaar.

 

ADDENDUM

AAN DE PROJECTBIJAKTE  12.021A D.D. 23/11/2001 MET MODULE 13

BETREFFENDE DE SUBSIDIËRING VAN DE AANLEG VAN OF VERBETERING VAN FIETSPADEN LANGS GEWESTWEGEN DOOR DE LOKALE OVERHEID

 

De partijen

Tussen:

 

-Het Vlaamse Gewest; vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie optreedt de heer Ben Weyts, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, hierna het gewest te noemen;

 

-De stad Lier, vertegenwoordigd door de gemeenteraad in de persoon van Frank Boogaerts, voorzitter van de gemeenteraad en Katleen Janssens, secretaris die handelen ter uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad d.d.....................                  , hierna te noemen de lokale overheid;

 

-De Vlaamse Vervoermaatschappij, met zetel in de Motstraat 20, 2800 Mechelen, voor wie optreedt de voorzitter van de raad van bestuur, de heer Marc Descheemaecker en de directeur-generaal, de heer Roger Kesteloot anderzijds, hierna de VVM te noemen;

 

wordt overeengekomen wat volgt:

 

 

Artikel 1: In de projectbijakte 12.021A met module 13a d.d. 23/11/2001wordt Artikel 3. Duur vervangen door volgende tekst:

“Artikel 3. Duur De onderhavige projectbijakte wordt afgesloten voor een periode van 20 jaar, vanaf de datum van ondertekening van de projectbijakte 12.021A d.d. 23/11/2001”.

 

Artikel 2 : Dit addendum maakt integraal deel uit van de projectbijakte 12.021A met module 13a d.d. 23/11/2001 horende bij het mobiliteitsconvenant met de stadLier.

 

 

 

 

 

 

Opgemaakt in drievoud, in Brussel

Op ………………………………………

 

Voor het Vlaamse Gewest

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn

 

 

 

Ben WEYTS

 

Voor de stad Lier

De secretaris,                                                    De voorzitter gemeenteraad,

 

 

 

Voor de VVM

De directeur-generaal           De voorzitter van de raad van bestuur

 

 

 

Roger KESTELOOT            Marc DESCHEEMAECKER

 

Argumentatie

Ten gevolge van de complexiteit van het dossier waarbij er, naast de technische problemen (rioleringen, aanwezigheid van het Netekanaal, bomenrij, inplanting nutsleidingen, ...), ook vele onteigeningen dienen te gebeuren, heeft het dossier een behoorlijke achterstand opgelopen.

Daardoor is het onmogelijk om het dossier af te ronden binnen de opgegeven termijn van 15 jaar.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

5/2/10/4

Aanleggen fietspad Kesselsesteenweg

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad hecht goedkeuring gehecht aan het addendum betreffende de aanleg van een fietspad langs de Kesselsesteenweg (N13),  ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 21 maart 2016 :

 

ADDENDUM

AAN DE PROJECTBIJAKTE  12.021A D.D. 23/11/2001 MET MODULE 13

BETREFFENDE DE SUBSIDIËRING VAN DE AANLEG VAN OF VERBETERING VAN FIETSPADEN LANGS GEWESTWEGEN DOOR DE LOKALE OVERHEID

 

De partijen

Tussen:

 

-Het Vlaamse Gewest; vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie optreedt de heer Ben Weyts, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, hierna het gewest te noemen;

 

-De stad Lier, vertegenwoordigd door de gemeenteraad in de persoon van Frank Boogaerts, voorzitter van de gemeenteraad en Katleen Janssens, secretaris die handelen ter uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad d.d.....................                  , hierna te noemen de lokale overheid;

 

-De Vlaamse Vervoermaatschappij, met zetel in de Motstraat 20, 2800 Mechelen, voor wie optreedt de voorzitter van de raad van bestuur, de heer Marc Descheemaecker en de directeur-generaal, de heer Roger Kesteloot anderzijds, hierna de VVM te noemen;

 

wordt overeengekomen wat volgt:

 

 

Artikel 1: In de projectbijakte 12.021A met module 13a d.d. 23/11/2001wordt Artikel 3. Duur vervangen door volgende tekst:

“Artikel 3. Duur De onderhavige projectbijakte wordt afgesloten voor een periode van 20 jaar, vanaf de datum van ondertekening van de projectbijakte 12.021A d.d. 23/11/2001”.

 

Artikel 2 : Dit addendum maakt integraal deel uit van de projectbijakte 12.021A met module 13a d.d. 23/11/2001 horende bij het mobiliteitsconvenant met de stadLier.

 

 

 

 

 

 

Opgemaakt in drievoud, in Brussel

Op ………………………………………

 

Voor het Vlaamse Gewest

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn

 

 

 

Ben WEYTS

 

Voor de stad Lier

De secretaris,                                                    De voorzitter gemeenteraad,

 

 

 

Voor de VVM

De directeur-generaal           De voorzitter van de raad van bestuur

 

 

 

Roger KESTELOOT            Marc DESCHEEMAECKER

 

.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

Vlaams Gewest

Vlaamse Vervoermaatschappij

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

RAAMOVEREENKOMST SAMENWERKING BODUKAP, LIER, BERLAAR, NIJLEN EN HEIST-OP-DEN-BERG . GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenten Bonheiden/Duffel/Sint-Katelijne-Waver/Putte, Lier, Berlaar, Nijlen en Heist willen een structurele samenwerking tot stand brengen tussen de verschillende politiezones.

 

Feiten en context

Bedoeling is om een gestructureerde samenwerking tot stand te brengen tussen hogervermelde politiezones zonder dat deze evenwel hun zelfstandigheid zullen verliezen. De overeenkomst in bijlage heeft tot doel een aantal aangelegenheden gemeenschappelijk te regelen op een duurzame wijze.

De doelstelling is steeds het realiseren van meerwaarden die bijdragen tot het beheersen van de kosten en/of het beheersen van de kwaliteit van diensten en die een antwoord bieden op de toenemende verwachtingen.

 

Huidige raamovereenkomst zal nog verder uitgewerkt worden in verschillende subovereenkomsten.

 

 

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de raamovereenkomst in bijlage goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 maart 2016

 

INTERPELLATIES

 

Interpellatie 1: van Jan Hermans i.v.m. de opvang van vluchtelingen

De pers heeft de voorbije dagen uitvoerig bericht over de tekorten op de huurmarkt voor de huisvesting van geregulariseerde vluchtelingen. Grote steden kijken zelf al naar de randgemeenten voor extra woningen. Roeselare startte zelfs een uithuiszettingsprocedure in de hoop toch nog subsidie te kunnen ontvangen wanneer geregulariseerde vluchtelingen niet binnen de twee maanden een woonst gevonden hadden en toch nog in de LOI’s verblijven. Vrijwilligers worden afgedreigd met boetes en sancties wanneer zij willen bemiddelen bij het zoeken naar huurwoningen. CAW’s bekomen middelen van de Vlaamse overheid om te begeleiden … als je al iets gevonden hebt. Het ocmw toont wel hoe er gezocht moet worden maar veel van de vluchtelingen hebben geen PC en veel verder blijkt de tussenkomst niet te (kunnen) gaan.

Graag verneem ik wat de diensten van stad en ocmw desbetreffende aan (extra) initiatieven nemen om een bijdrage te leveren in de huisvesting van geregulariseerde vluchtelingen:

 

         Is er een actief beleid om eigenaars wiens eigendom(men) op de leegstandslijst staan te benaderen en te informeren over de mogelijkheid om woningen in huur te laten nemen door het sociaal verhuurkantoor en of door het OCMW

 

         In het verleden huurde het ocmw regelmatig woningen om onder te verhuren. Gebeurt dit nog (opnieuw) of laat zij dit initiatief over aan het sociaal verhuurkantoor? Waarom gaat het ocmw niet meer zelf als huurder en vervolgens onderverhuurder optreden (en we bedoelen dan niet in het kader van de LOI’s) om de problematiek van het waarborgen van de betaling van de huishuur -het grote knelpunt- deels op te lossen?

 

         Er is het zeer lovenswaardige initiatief van de Wereldraad om met vrijwilligers te zoeken naar huisvesting en hun pogingen tot prefinanciering van een waarborg. Maar dat is frustrerend werk waarbij men heel wat racistische praat over zich heen moet laten gaan. Menen stad en ocmw dat zij bij dergelijk initiatief een belangrijkere rol kunnen spelen door voor (professionele) ondersteuning te zorgen?

 

         De stad heeft een samenwerkingsverband aangegaan met “Werelddelen” i.v.m. de begeleiding van vluchtelingen. Hoe wordt dat opgevolgd? Wat zijn desbetreffende de resultaten? Voldoen die aan de voorop gestelde voorwaarden? Heel veel taken zijn zo uitbesteed voor een beperkt bedrag… maar het engagement van de stad is heel beperkt.

 

Het is zeker goed dat Lier pro-actief al een aantal vluchtelingen opvangt. Zijn intussen de details van het spreidingsplan en de cijfers voor Lier bekend?

 

Antwoord:

Eerst en vooral wil ik benadrukken dat als een asielzoeker erkend wordt, hij recht heeft op een leefloon en op elke dienstverlening waarop andere leefloners recht hebben, dus ook begeleiding naar werk en naar een woning.

Dit betekent concreet dat hij ingeschreven kan worden bij de LMH en het SVK. Gezien de wachtlijst die bij beide organisaties bestaat, zal hij zich eerst, eventueel via een tijdelijk onderkomen in een crisiswoning van het OCMW, naar de private huurmarkt moeten wenden. En hier wringt natuurlijk het schoentje want we weten allemaal dat er, en niet alleen in Lier, te weinig kleine betaalbare woningen zijn. Daarenboven zijn niet alle verhuurders geneigd om aan vluchtelingen of kwetsbare mensen in het algemeen te verhuren. We nemen in Lier maatregelen om de grootste noden te lenigen.

Ik kom daar straks nog even op terug, na het beantwoorden van uw concrete vragen:

 

-we hebben inderdaad een actief beleid rond leegstanddossiers: zodra eigenaars worden aangeschreven voor mogelijke opname in het leegstandregister is er een brochure in bijlage met de nodige informatie over de procedure maar ook over mogelijke oplossingen, waaronder de verhuur aan het SVK. Deze oplossing zal ook steeds toegelicht worden in mondelinge contacten met de eigenaar.

 

Geïnteresseerden kunnen ook steeds de lijst van leegstaande panden opvragen.

Als er eigenaars langskomen voor meer informatie aangaande verhuren of renovatie voor verhuur wordt eveneens alle mogelijke informatie verstrekt. Doordat stad en SVK in 1 gebouw gevestigd zijn, zijn de contacten zeer vlot en wordt de afspraak met SVK meestal onmiddellijk door de stadsambtenaar zelf gemaakt.

De stad kent ook subsidies toe voor het verhuren aan het SVK onder de voorwaarden dat de eigenaar voor 9 jaar verhuurt aan het SVK en minder dan 12 strafpunten heeft op het technisch verslag van de Vlaamse Wooncode. Het subsidiebedrag schommelt tussen 800 en 2000 euro naargelang het om een appartement of woning gaat en naargelang het aantal slaapkamers.

Er bestaat ook een verbeterpremie voor de kwaliteit van een huurwoning die eveneens tot 2000 euro kan oplopen.

Soms gebeurt het dat eigenaars ons contacteren met de vraag of ze hun woning kunnen/ mogen ter beschikking stellen van het OCMW, maar aangezien deze woningen vaak (grondig) gerenoveerd moeten worden, wordt hier meestal niet op ingegaan.

 

-het OCMW huurt nu soms nog  woningen in maar niet op structurele basis: we hebben zelf een aanzienlijk patrimonium. Dat betekent dat we naast de woningen die we privaat verhuren ook ouderlingen, crisis-en overbruggingswoningen verhuren maar dat het uiteindelijk vooral de kerntaak van de sociale huisvestingsmaatschappij en van het SVK is om de  sociale verhuring te organiseren. Het OCMW geeft wel huurtoelagen aan mensen met een laag inkomen om te kunnen huren op de private huurmarkt. Deze huurtoelagen beliepen in 2015 192.723 euro voor de private markt en 14.521 euro voor de crisis-en transitwoningen. Het OCMW geeft ook waarborgen aan dezelfde groep mensen. Deze waarborgen beliepen in 2015 170.420 euro.

 

-het initiatief van de Wereldraad is inderdaad zeer lovenswaardig maar richt zich uitsluitend tot (erkende) vluchtelingen. Ik denk dat wij hen wel kunnen ondersteunen met raad en misschien hier en daar ook met daad, maar ik wil nogmaals onderlijnen dat wij als overheid de taak hebben ons te bekommeren over alle kwetsbare mensen. Belangrijk is ook een goede afstemming tussen dit private initiatief en de professionele hulpverlening. Dankzij een complementaire invulling, kunnen de initiatieven maximaal benut worden en ik ben er vast van overtuigd dat dit soort van privé-initiatieven versterkend kunnen werken.

 

-de samenwerking met "Werelddelen" loopt wat mijn contacten betreft goed. In de praktijk wordt op geregelde basis afgestemd tussen de coördinator van de vrijwilligerswerking en de verantwoordelijken van de vluchtelingenwerking binnen het OCMW. Op die manier wordt de vrijwilligersdienstverlening op een complementaire manier ingevuld t.o.v. de professionele dienstverlening. Een andere organisatie, m.n. PRISMA (Agentschap Integratie en Inburgering), wordt mee ingeschakeld om de vrijwilligerswerking van Werelddelen te ondersteunen. Op basis van een overleg eind februari met Werelddelen, bleken 14 vrijwilligers ingeschakeld in de werking – die een 16 tal gezinnen begeleiden. Gezien de nood die het OCMW ervaart op vlak van begeleiding van vluchtelingen, is de inzet van Werelddelen een zeer welgekomen aanvulling op de dienstverlening van het OCMW. De samenwerking tussen vluchtelingen en vrijwilligers is zeer lovenswaardig maar niet altijd evident omdat de verwachtingen tegenover de vrijwilligers soms zeer hoog zijn. Ik wil er toch nog eens op wijzen dat elke erkende vluchteling een professionele begeleiding krijgt door medewerkers van het OCMW.

Er worden dus wel degelijk grote inspanningen gedaan m.b.t. wonen in Lier voor kwetsbare mensen.

Gezien de reeds bestaande druk op de huurmarkt en het nog stijgend aantal mensen dat in moeilijkheden dreigt te komen, zijn er wellicht bijkomende initiatieven noodzakelijk vanwege de hogere overheid.

Op lokaal niveau werken we alleszins aan een aantal maatregelen.

Zo plant de OCMW-raad  een herziening van de huurtoelagen met de bedoeling ze efficiënter te maken ( reeds eerste keer besproken in commissie welzijn)en zijn we in overleg met alle betrokken diensten om te onderzoeken of flankerende maatregelen mogelijk zijn. Ik denk dan aan extra begeleiding voor de meest kwetsbare huurders, meer controle op de kwaliteit van huurpanden, een huurwaarborgfonds, sensibilisering van eigenaars,...

 

Wat uw vraag over het spreidingsplan betreft: Lier heeft momenteel 57 LOI plaatsen (37 waren er al en twee keer 10 plaatsen extra beslist).  Daarvan zijn er vandaag 49 bezet. Het ontwerp-spreidingsplan voorzag er 11 extra voor Lier. Hiervan zouden echter de reeds geleverde inspanning van stad/ OCMW afgetrokken worden. Ik ga er dus vanuit dat er na de definitieve goedkeuring van het spreidingsplan zo goed als geen extra plaatsen moeten vrijgemaakt worden.

Het ontwerp bevindt zich momenteel bij de Raad van State en zou op 1 mei van kracht gaan.

 

 

 

Interpellatie 2: van Marcel Taelman i.v.m. zoektocht paaseieren Lierse winkels

Van 14 tot en met 29 maart 2016 loopt er een paasei zoekwedstrijd van de stad Lier. Hierbij moeten voorbijgangers en bezoekers op zoek naar 29 grote paaseieren, die in de etalages van deelnemende handelaars te vinden zijn. Voor de prijzen worden er onder andere centrumbons weggegeven.

Aan de handelaars van de Berlaarsestraat is er echter niet gevraagd of deze aan de wedstrijd wilden deelnemen. Straffer nog, de Berlaarsestraat komt zelfs niet voor op de webpagina van de stad Lier, waarop alle winkelstraten vermeld staan waar de mensen kunnen gaan zoeken.

Vorig jaar bij een gelijkaardige scenario met een zoekwedstrijd, waarbij ook toen

centrumbons weggegeven werden, heeft onze fractie dit reeds aangehaald. Blijkbaar zonder resultaat dus ik had dan ook volgende vragen:

1)      Op welke basis worden handelaars gekozen om te kunnen deelnemen met dergelijke wedstrijden van de stad?

2)      Wat is de reden dat een winkelstraat geen vermelding krijgt op de webpagina van een wedstrijd die uitgaat van de stad Lier en die de bedoeling heeft extra mensen naar het centrum te krijgen om te winkelen.

3)      Hoe rijmt het schepencollege het feit dat het net die straat uitsluit waar het schepencollege langs de andere kant dan weer extra winkelruimte wil gaan creëren in de Normaalschool?

4)      Zal het schepencollege bij dergelijke wedstrijden in de toekomst wel alle winkelstraten vermelden en de kans aan alle handelaars in het centrum bieden om deel te nemen?

 

Antwoord:

Handelaars konden zich zélf per mail inschrijven in samenspraak met de Economische Raad via de oproep van de stad die verspreid werd via de mailinglijsten van de handelsbesturen van de Lierse handelskern, i.c. Sheep Shopping Antwerpsestraat, Shopcentrum Kolveniers – Kartuizers, Van Brug tot Brug & Het Hart van Lier.

 

Enkel de straten met deelnemende handelszaken krijgen logischerwijs een vermelding op het deelnameformulier…

 

Zoals vermeld, werd de straat onder géén beding uitgesloten van participatie!

 

Alle handelaars hébben nu reeds de kans gekregen om deel te nemen, dus hier

dient vanuit de stad geen andere strategie in aangewend te worden!

 

 

 

Interpellatie 3: van Marcel Taelman i.v.m. zonnepanelen IVAREM

In 2009 zijn er in samenwerking met de stad zonnepanelen geplaatst op de site aan de Mechelsesteenweg, het vroegere stort.

Het gaat hier over 13 000 zonnepanelen, met een vermogen van 3 047 kw. Op jaarbasis zou dit ongeveer 2 640 000 kw aan elektrische energie opwekken. Hiermee zouden 700 gezinnen van groene stroom kunnen voorzien worden. Ivarem investeerde in dit project een bedrag van 9 861 848 EUR + BTW.

Onze stad stond voor dit bedrag borg. De opbrengst van dit project zou jaarlijks 1 253 000 EUR opbrengen zonder BTW.

Graag de volgende vragen hierover:

         Wat is de juiste opbrengst tot hiertoe van deze installatie?

         Welke financiële voordelen zijn hier na 7 jaar voor de stad Lier en de burgers?

         Hoeveel (overheids-)subsidie krijgt Ivarem voor deze investering?

         Wat is op het ogenblik nog de financiële tussenkomst van de stad: borg, onderhoud site, andere tussenkomsten?

 

Antwoord:

IVAREM heeft ongeveer 15.000 zonnepanelen geplaatst op de afgedekte stortplaats. De investering in de zonnepanelen zelf bedroeg ongeveer 12.000.000 EUR. Voor de aansluiting op het hoogspanningsnet heeft IVAREM 27.000 EUR betaald aan Eandis en voor de netstudie 35.000 EUR.

Elke gemeente stond borg voor de lening in functie van haar aandeel in IVAREM zodat alle gemeenten samen het volledig bedrag waarborgden.

De zonnepanelen brengen jaarlijks ongeveer (afhankelijk van de weersomstandigheden) 3.500MWh elektriciteit op.

De vergoeding daarvoor bedraagt ongeveer 1.750.000 EUR per jaar en bestaat voor 90% uit groene stroomcertificaten en voor 10% uit opbrengsten van de verkoop van ‘grijze’ elektriciteit.

De jaarlijkse kosten voor de afschrijving en het onderhoud bedragen samen met de injectievergoeding (15.000 EUR per jaar) ongeveer 1.200.000 EUR zodat de netto opbrengst ongeveer 550.000 EUR per jaar bedraagt.

Die opbrengsten worden in mindering gebracht van de bijdragen die IVAREM aan de gemeenten aanrekent. Gelet op het aandeel van de stad Lier in IVAREM komt dat voor de stad Lier  neer op een vermindering van ongeveer 72.500 EUR per jaar.

De stad Lier komt niet financieel tussen in dit project; noch voor de borg, noch voor het onderhoud.

 

 

Interpellatie 4: van Peter Caluwé i.v.m. bodemvervuiling volkstuintjes

 

Op zaterdag 12 maart werd het rapport betreffende bodemvervuiling van de volkstuintjes toegelicht aan de huurders en de pers. Ook de gemeenteraadsleden werden hierop uitgenodigd.

         Het rapport van het bodemonderzoek is nog niet ter beschikking voor inzage op meeting.mobile. Is dit gebruikelijk?

         Op basis van de persartikels wordt er verklaard dat verder bodemonderzoek zal volgen. daarvan zullen verdere stappen worden bekeken. Welk stappenplan zal er doorlopen worden alvorens over te gaan tot een mogelijke bodemsanering?

 

Antwoord:

Een exemplaar van het rapport kan opgevraagd worden bij de cel omgeving en zal voor inzage ter beschikking worden gesteld.

Gezien het hier een probleem betreft van volksgezondheid heb ik, als burgemeester hiervoor verantwoordelijk , onmiddellijk na kennisname van de eerste berichten en na ontvangst van het rapport waaruit de overschrijding van de EU-normen duidelijk werd, de nodige initiatieven genomen. De huurders werden bijeengeroepen, werden ingelicht over de situatie en over de beslissing die ik heb moeten nemen om een verbod op te leggen op de teelt en de consummatie van de gewonnen producten. Iedereen betoonde het volste begrip hiervoor en velen gaven hun akkoord om hun grond te laten fungeren als proeftuin.

Zoals gesteld is het stappenplan in opmaak in overleg met de stadsdiensten en Tuinhier, de organisatie die ons helpt bij de exploitatie van de tuintjes. Nu woensdag zitten we hierover samen.

In eerste instantie zal het stappenplan afgestemd moeten worden op de snelheid waarmee het bijkomend onderzoek kan gevoerd worden. We moeten eerst met de bodemdeskundige de nodige afspraken maken op welke manier hij het onderzoek wenst te voeren.

Vervolgens moeten we afspraken maken met de gebruikers: wie is bereid welke groenten te planten, hoeveel hebben we nodig voor het onderzoek.

Uiterlijk nu vrijdag moeten de offertes van de bodemdeskundige binnen zijn. Daarna zullen we een deskundige aanstellen.

 

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019