Zitting van 24 april 2018

VERSLAG VORIGE VERGADERING. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Op 20/3/2018 hield de OCMW raad een vorige vergadering waarvan verslag werd gemaakt.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist het verslag van de vorige vergadering dd 20/3/2018 goed te keuren.

Zitting van 24 april 2018

AKTES HANDBOGENHOF. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In uitvoering van het project Handbogenhof en de overeenkomst die werd gesloten tussen het OCMW en de THV ARtes-Group - Artes Projects voor de ontwikkeling van de site, werden door de Raad al verschillende overeenkomsten goedgekeurd die vervolgens via notariële akte werden verleden.

Zo keurde de Raad op 21 februari 2017 volgende aktes goed, die inmiddels werden verleden:

1) een beperkte basisakte tot regeling van de mede-eigendom betreffende het publiek deel (Kavel 1) van het project Handbogenhof

2) een akte tot verkoop van onverdeelde delen grond Kavel 1 en van grond Kavel 2 van het project Handbogenhof door het OCMW aan de NV Artes Terra.

Feiten en context

Aangezien voor het dienstencentrum op Kavel 1 inmiddels (wegens uitbreiding) een nieuwe stedenbouwkundige vergunning werd verkregen, dient deze via een akte van neerlegging onder de minuten te worden neergelegd conform de beperkte basisakte.

Ook is het nodig om op zone B een recht van erfpacht te verlenen aan IVEKA om op het perceel een hoogspanningscabine te plaatsen overeenkomstig de bouwvergunning.

Juridische grond

OCMW-decreet

Argumentatie

Aan de beperkte statuten wordt niets gewijzigd. De akte van neerlegging brengt enkel wat al beschreven is in overeenstemming met de nieuwe bouwvergunning die inmiddels afgeleverd werd.

Het verlenen van de erfpacht aan Iveka op zone B is gekoppeld aan de hoogspanningscabine die op het perceel moet worden geplaatst overeenkomstig de bouwvergunning.

Deze aktes worden nu ter goedkeuring voorgelegd.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist om voor de verdere realisatie van het project Handbogenhof en de bouw van het dienstencentrum en de sociale appartementen goedkeuring te hechten aan

1) de ontwerpakte tot vestiging van erfpacht - Handbogenhof zone B door het OCMW en de LMH aan IVEKA

2) de ontwerpakte tot neerlegging van de nieuwe stedenbouwkundige vergunning publiek deel (kavel 1) project Handbogenhof Kanunnik Davidlaan Lier.

Art. 2 :

De OCMW-Raad beslist in navolging van de goedkeuring zoals vervat in artikel 1, aan notaris Jean Van Cauwenbergh, Lisperstraat 59, 2500 Lier de opdracht te geven om de volgende 2 ntoariële aktes te verlijden:

1) de ontwerpakte tot vestiging van erfpacht - Handbogenhof zone B door het OCMW en de LMH aan IVEKA

2) de ontwerpakte tot neerlegging van de nieuwe stedenbouwkundige vergunning publiek deel (kavel 1) project Handbogenhof Kanunnik Davidlaan Lier.

Art. 3 :

De OCMW-Raad machtigt de voorzitter, mevrouw Marleen Vanderpoorten (ofwel haar afgevaardigde, dhr. Thierry Suetens) en de algemeen directeur, mevrouw Katleen Janssens (ofwel haar afgevaardigde, mevr. Ilse Anné) om de desbetreffende aktes namens het OCMW te ondertekenen.

Art. 4 :

De OCMW-Raad beslist de hypotheekbewaarder te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de bovenvermelde aktes.

Art. 5 :

Kopieën:

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

Zitting van 24 april 2018

AANSTELLING ALGEMEEN DIRECTEUR VAN RECHTSWEGE. KENNISNAME.

Voorgeschiedenis

Het Regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2014-2019 voorziet (o.m.) in een politiek-ambtelijke integratie van de OCMW- en gemeentebesturen. De beleidsvisie van de Vlaamse Regering inzake de bestuurlijke vernieuwingen is thans verankerd in het Decreet Lokaal Bestuur.

Het Decreet Lokaal Bestuur voorziet in een navolgende stap, met name dat tot een

eenduidige aansturing wordt gekomen van het personeel van stad en OCMW en dit in de

nieuwe figuur van een algemeen en financieel directeur. Deze nieuwe functies komen in de

plaats van de functies van secretaris en financieel beheerder van stad en OCMW.

Om tot de invulling van deze directeursfuncties te komen, voorziet het decreet in een

bijzondere overgangsregeling. Deze overgangsregeling trad onmiddellijk in werking na de

bekendmaking van het decreet in het Belgisch Staatsblad en voorziet dat uiterlijk tegen 1

augustus 2018 tot de invulling van het ambt van algemeen en financieel directeur wordt

gekomen. Bedoeling is dat dit op vlotte en transparante wijze geschied, zodat de lokale

organisatie voldoende gewapend de organisatie van de verkiezingen in oktober 2018

tegemoet kan treden.

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur - Artikel 581 :

Als het ambt van gemeentesecretaris en het ambt van secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient door dezelfde persoon worden uitgeoefend, hetzij door zowel een aanstelling van de gemeenteraad als door een aanstelling van de raad voor maatschappelijk welzijn, hetzij met toepassing van artikel 76, § 3, 1°, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 of artikel 75, § 3, 1°, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt die persoon met behoud van zijn dienstverband van rechtswege aangesteld als algemeen directeur bij de gemeente.

Feiten en context

Het decreet voorziet daarbij dat de functiehouder die op dit ogenblik reeds zowel de stad als

het OCMW bedient, van rechtswege wordt aangesteld als algemeen directeur. Hiervoor is

bijgevolg geen nieuw aanstellingsbesluit vereist.

Mevrouw Katleen Janssens werd bij beslissing van de gemeenteraad van 24/1/2011 als secretaris van de Stad Lier aangesteld en bij beslissing van de ocmwraad van 15/10/2013 als secretaris van het OCMW Lier aangesteld.

Op 15/2/2018 werd het decreet lokaal bestuur gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dit impliceert dat de overgangsbepalingen voor de decretale graden op 25/2/2018 in werking treden.

BESLUIT

De OCMW raad neemt kennis van de aanstelling van rechtswege van Mevrouw Katleen Janssens als algemeen directeur van rechtswege, zoals bepaald in artikel 581 van het Decreet Lokaal bestuur.

Zitting van 24 april 2018

ORGANISATIEVOORSTEL INZAKE DE AMBTELIJKE INTEGRATIE VAN DE FINANCIEEL BEHEERDER VAN DE GEMEENTE EN HET OCMW OVEREENKOMSTIG HET DECREET LOKAAL BESTUUR. KENNISNAME.

Voorgeschiedenis

Het Regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2014-2019 voorziet (o.m.) in een politiek-ambtelijke integratie van de OCMW- en gemeentebesturen. De beleidsvisie van de Vlaamse Regering inzake de bestuurlijke vernieuwingen is thans verankerd in het Decreet Lokaal Bestuur.

Het Decreet Lokaal Bestuur voorziet in een navolgende stap, met name dat tot een eenduidige aansturing wordt gekomen van het personeel van stad en OCMW en dit in de nieuwe figuur van een algemeen en financieel directeur. Deze nieuwe functies komen in de plaats van de functies van secretaris en financieel beheerder van stad en OCMW.

Om tot de invulling van deze directeursfuncties te komen, voorziet het decreet in een bijzondere overgangsregeling. Deze overgangsregeling trad onmiddellijk in werking na de bekendmaking van het decreet in het Belgisch Staatsblad en voorziet dat uiterlijk tegen 1 augustus 2018 tot de invulling van het ambt van algemeen en financieel directeur wordt gekomen. Bedoeling is dat dit op vlotte en transparante wijze geschied, zodat de lokale organisatie voldoende gewapend de organisatie van de verkiezingen in oktober 2018 tegemoet kan treden.

Feiten en context

Het decreet voorziet daarbij dat de functiehouder die op dit ogenblik reeds zowel de stad als het OCMW bedient, van rechtswege wordt aangesteld als algemeen directeur. Hiervoor is bijgevolg geen nieuw aanstellingsbesluit vereist.

Indien er echter binnen stad en OCMW nog twee functiehouders aanwezig zijn, komt het aan de gemeenteraad toe om de aanstellingsprocedure op te starten overeenkomstig de daartoe voorziene bijzondere procedure.

Gezien zowel de stad als het OCMW Lier over een financieel beheerder beschikken, dient een beroep gedaan te worden op de overgangsbepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur om tot een invulling van het ambt van financieel directeur te komen.

Overeenkomstig artikel 583 en 589 van het Decreet Lokaal Bestuur komt het aan de gemeenteraad toe om enerzijds de nieuwe algemeen en financieel directeur aan te stellen en anderzijds de eventuele overblijvende functiehouder aan te stellen in een adjunct- of passende functie.

Daarbij wordt het cruciaal bevonden door de decreetgever dat deze overgang zo vlot en transparant mogelijk verloopt, evenals op definitieve wijze. De medewerking hieraan van de decretale graden als hoofdverantwoordelijke voor de algemene leiding en werking van de diensten is daarbij noodzakelijk. Eveneens is het belangrijk dat de sociale vrede wordt bewaard en dat gemotiveerde functiehouders behouden blijven, gezien zij mee de nagestreefde ambtelijke integratie dienen te verwezenlijken.

In onderling overleg tussen de titularissen werd een gemotiveerd en gedragen voorstel uitgewerkt met betrekking tot 1) de voorziene invulling van de nieuwe functie van financieel directeur en 2) de gewaarborgde nieuwe functie voor de niet aangestelde financieel beheerder. Dit met als doel en betrachting om middels een consensusmodel tot een vlotte en transparante ambtelijke integratie op dit niveau te komen. Dit voorstel wordt geconcretiseerd in het bijgevoegd organisatievoorstel, met respect voor de decretaal voorziene overgangsbepalingen in het Decreet Lokaal Bestuur en het daarin voorziene primaat van de politiek, waarbij de eindbeslissingsbevoegdheid in hoofde van de gemeenteraad berust.

Fasering

- GR Maart 2018 : Oproeping zittende functiehouders. Indien 1 persoon zich tijdig kandidaat stelt, wordt deze persoon bij het verstrijken van de termijn om zich kandidaat te stellen van rechtswege met behoud van dienstverband aangesteld als financieel directeur.

- GR Mei 2018 : Kennisname van aanstelling van rechtswege van de financieel directeur

- GR Mei 2018 : Aanstelling van de adjunct financieel directeur

Juridische grond

Artikel 583, §2 Decreet Lokaal Bestuur

“Als de titularis van het ambt van financieel beheerder en de titularis van het ambt van financieel beheerder van het openbaar centrum dat de gemeente bedient verschillende personen zijn, of als maar een van beide ambten ingevuld is, kan de gemeenteraad de titularissen, of, in voorkomend geval, de titularis oproepen om zich binnen dertig dagen kandidaat te stellen voor het ambt van financieel directeur. Na het verstrijken van de termijn stelt het college van burgemeester en schepenen vast wie zich tijdig en ontvankelijk kandidaat heeft gesteld.

Als maar een van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat heeft gesteld, wordt die persoon bij het verstrijken van de termijn om zich kandidaat te stellen, met behoud van zijn dienstverband van rechtswege aangesteld als financieel directeur bij de gemeente.

Als twee van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stellen, stelt de gemeenteraad uiterlijk op 1 augustus 2018 op basis van een systematische vergelijking van titels en verdiensten een van hen met behoud van zijn dienstverband aan als financieel directeur.

Als geen van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stelt of als de gemeenteraad geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, vult de gemeenteraad het ambt in door aanwerving of bevordering. De gemeenteraad stelt de voorwaarden vast voor het ambt van financieel directeur en stelt daarvoor de selectieprocedure vast. De financieel directeur wordt gekozen in functie van de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten en van de toetsing aan de voorwaarden.”

Argumentatie

In het voorliggende organisatievoorstel wordt voorgesteld om :

- Enerzijds de financieel beheerder van de stad Lier aan te stellen als financieel directeur van de stad. Hiertoe zal enkel de financieel beheerder van de stad zich tijdig kandidaat stellen na ontvangst van de oproeping vanwege de gemeenteraad.

- Anderzijds de financieel beheerder van het OCMW aan te stellen als adjunct financieel directeur van de stad, waarbij voorzien wordt in een waarborgregeling conform art. 589 van het DLB.

Het volledige organisatievoorstel wordt in bijlage toegevoegd.

BESLUIT

De OCMW raad neemt kennis van de beslissing over het organisatievoorstel inzake de voorziene invulling van de nieuwe functie van financieel directeur en de gewaarborgde nieuwe functie voor de niet aangestelde functiehouder.

Zitting van 24 april 2018

DLB - FINANCIEEL DIRECTEUR- OPROEPING ZITTENDE FUNCTIEHOUDERS. KENNISNAME.

Voorgeschiedenis

Beslissing Raad van Maatschappelijk Welzijn van 19/12/1996 tot aanstelling van mevr. Martine LUYPAERS als financieel beheerder voor het OCMW Lier.

Beslissing gemeenteraad van 13 september 2010 tot aanstelling van dhr. Bart LUYCKX als financieel beheerder voor de stad Lier.

Beslissing gemeenteraad van 23 oktober 2017 tot verlenging mandaat financieel beheerder Bart LUYCKX tot en met 31 oktober 2024.

Beheersovereenkomst samenwerking stad & OCMW Lier van 16 december 2013.

Feiten en context

De Vlaamse overheid voorziet in een politiek-ambtelijke integratie van de OCMW- en gemeentebesturen. In uitvoering van deze beleidsvisie kwam doorheen het jaar 2017 het nieuwe Decreet Lokaal Bestuur tot stand. Dit Decreet Lokaal Bestuur werd bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 22 december 2017.

Dit decreet vervangt vanaf de nieuwe lokale bestuursperiode, met ingang van 1 januari 2019, de bestaande organieke decreten die de organisatie en werking van het OCMW en de stad Lier organiseren (Gemeente- en OCMW Decreet).

Hierop vooruitlopend werden door stad en OCMW Lier reeds heel wat stappen gezet in dit integratietraject, met onder meer een gezamenlijke huisvesting van de stadskantoren en het Sociaal Huis op de Dungelhoeffsite, een gezamenlijk organogram voor stads- en OCMW diensten, het integreren van diensten en een gezamenlijke secretaris voor stad en OCMW. Thans wordt dan ook reeds op nauwe wijze samengewerkt tussen beide besturen.

Het Decreet Lokaal Bestuur voorziet in een navolgende stap, met name dat tot een eenduidige aansturing wordt gekomen van het personeel van stad en OCMW en dit in de nieuwe figuur van een algemeen en financieel directeur. Deze nieuwe functies komen in de plaats van de functies van secretaris en financieel beheerder van stad en OCMW.

Om tot de invulling van deze directeursfuncties te komen, voorziet het decreet in een bijzondere overgangsregeling. Deze overgangsregeling trad onmiddellijk in werking na de bekendmaking van het decreet in het Belgisch Staatsblad en voorziet dat uiterlijk tegen 1 augustus 2018 tot de invulling van het ambt van algemeen en financieel directeur wordt gekomen. Bedoeling is dat dit op vlotte en transparante wijze geschied, zodat de lokale organisatie voldoende gewapend de organisatie van de verkiezingen in oktober 2018 tegemoet kan treden.

Het decreet voorziet daarbij dat de functiehouder die op dit ogenblik reeds zowel de stad als het OCMW bedient, van rechtswege wordt aangesteld als algemeen directeur. Hiervoor is bijgevolg geen nieuw aanstellingsbesluit vereist.

Indien er echter binnen stad en OCMW nog twee functiehouders aanwezig zijn, komt het aan de gemeenteraad toe om de aanstellingsprocedure op te starten overeenkomstig de daartoe voorziene bijzondere procedure.

Gezien zowel de stad als het OCMW Lier over een financieel beheerder beschikken, dient een beroep gedaan te worden op de overgangsbepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur om tot een invulling van het ambt van financieel directeur te komen.

Juridische grond

Artikel 583, §2 Decreet Lokaal Bestuur

“Als de titularis van het ambt van financieel beheerder en de titularis van het ambt van financieel beheerder van het openbaar centrum dat de gemeente bedient verschillende personen zijn, of als maar een van beide ambten ingevuld is, kan de gemeenteraad de titularissen, of, in voorkomend geval, de titularis oproepen om zich binnen dertig dagen kandidaat te stellen voor het ambt van financieel directeur. Na het verstrijken van de termijn stelt het college van burgemeester en schepenen vast wie zich tijdig en ontvankelijk kandidaat heeft gesteld.

Als maar een van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat heeft gesteld, wordt die persoon bij het verstrijken van de termijn om zich kandidaat te stellen, met behoud van zijn dienstverband van rechtswege aangesteld als financieel directeur bij de gemeente.

Als twee van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stellen, stelt de gemeenteraad uiterlijk op 1 augustus 2018 op basis van een systematische vergelijking van titels en verdiensten een van hen met behoud van zijn dienstverband aan als financieel directeur.

Als geen van de personen, vermeld in het eerste lid, zich tijdig kandidaat stelt of als de gemeenteraad geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, vult de gemeenteraad het ambt in door aanwerving of bevordering. De gemeenteraad stelt de voorwaarden vast voor het ambt van financieel directeur en stelt daarvoor de selectieprocedure vast. De financieel directeur wordt gekozen in functie van de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten en van de toetsing aan de voorwaarden.”

Argumentatie

Overeenkomstig artikel 583 en 589 van het Decreet Lokaal Bestuur komt het aan de gemeenteraad toe om enerzijds de nieuwe algemeen en financieel directeur aan te stellen en anderzijds de eventuele overblijvende functiehouder aan te stellen in een adjunct- of passende functie.

De stad en OCMW Lier beschikken al over een gezamenlijke secretaris, zodat het decreet hiervoor in een van rechtswege aanstelling als algemeen directeur voorziet. Wel beschikken zowel stad als OCMW over een financieel beheerder, zodat het decreet voorziet dat tot de aanstelling van één financieel directeur wordt gekomen overeenkomstig artikel 583.

Dit artikel voorziet in de mogelijkheid om ofwel de zittende financieel beheerders op te roepen om zich kandidaat te stellen, ofwel om onmiddellijk de nieuwe functie van financieel directeur open te stellen voor andere kandidaten en deze in te vullen bij wijze van aanwerving en/of bevordering. In eerste instantie dient de gemeenteraad als aanstellende overheid dan ook de wijze van aanstelling te bepalen.

Gelet op de aanwezigheid van twee financieel beheerders, wordt het daarbij aangewezen geacht om voor de invulling van het ambt in eerste instantie voorrang te verlenen aan de zittende functiehouders en deze zodoende op te roepen om zich voor de functie van financieel directeur kandidaat te stellen.

Op die manier wordt de huidige ervaring en expertise binnen de organisatie benut en kan de continuïteit van de dienstverlening worden gegarandeerd. Ook nu worden de financiële diensten reeds samen georganiseerd onder leiding van de financieel beheerders. Bovendien kan vanuit het zuinigheidsbeginsel moeilijk worden verantwoord dat een nieuwe financieel directeur extern wordt aangesteld, terwijl de huidige functiehouders in dat geval met behoud van salaris in een adjunct- of passende functie in de organisatie dienen te worden aangesteld.

De bijzondere overgangsregeling met oproeping van de zittende functiehouders is dan ook net bedoeld om zo vlot mogelijk tot de invulling van de gemeenschappelijk financieel directeur te komen.

Hierbij wordt eveneens verwezen naar het ambtelijke organisatievoorstel dat in onderling overleg tussen de zittende titularissen werd uitgewerkt.

Zodoende wordt besloten om de zittende functiehouders op te roepen zich kandidaat te stellen voor de functie van financieel directeur.

BESLUIT:

De OCMW raad neemt kennis van de beslissing om de zittende financieel beheerders overeenkomstig artikel 583 DLB op te roepen om zich kandidaat te stellen binnen een termijn van dertig dagen na oproeping voor het ambt van financieel directeur. 

De kandidaatstelling dient te gebeuren via mail gericht aan burgemeester, voorzitter OCMW, voorzitter gemeenteraad, secretaris en collega financieel beheerder.

Zitting van 24 april 2018

VASTSTELLEN NIVEAU FUNCTIE ZORGKUNDIGE WZC PARADIJS. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Momenteel worden zorgkundigen ingeschaald in niveau C of niveau D, afhankelijk van het al dan niet hebben van een diploma hoger middelbaar onderwijs.

Feiten en context

Al enkele jaren moeten zorgkundigen een visum hebben om te mogen werken in de zorg. Het RIZIV bepaalt de voorwaarden hiervoor.

- Ofwel moeten kandidaten een opleiding zorg gevolgd hebben in het middelbaar, of geslaagd zijn in een 1e jaar bachelor opleiding verpleegkunde,

- ofwel moeten kandidaten via een herscholingstraject een doorgedreven opleiding volgen via CVO of VDAB.

In elke situatie ligt een opleiding aan de basis van het krijgen van een visum als zorgkundige.

De wetgeving om toegang te hebben tot een niveau C is gewijzigd in 2013. Voordien was een zevende specialisatiejaar TSO of BSO een vereiste om op C niveau ingeschaald te worden. Na de wijziging in de wetgeving is een zesde jaar middelbaar onderwijs voldoende om ingeschaald te worden in niveau C. Deze wijziging is toegepast voor nieuwe indiensttredingen maar niet retroactief toegepast.

Momenteel zijn er nog 20 zorgkundigen in het wzc die ingeschaald zijn in D niveau. Ongeveer de helft hiervan zou, als ze nu werden aangesteld, in C niveau ingeschaald worden onder invloed van de gewijzigde wetgeving ivm het diploma middelbaar onderwijs.

De andere helft heeft via een herscholingstraject het visum als zorgkundige behaald.

Alle zorgkundigen doen hetzelfde werk; er is geen inhoudelijk verschil tussen zorgkundigen op C niveau en zij op D niveau.

Vanuit het argument dat het verkrijgen van een visum altijd inhoudt dat er een inhoudelijke opleiding gevolgd werd die als gelijkwaardig met een diploma middelbaar onderwijs kan beschouwd worden, is het aangewezen alle zorgkundigen in te schalen in niveau C.

De functie van zorgkundige staat bovendien op de lijst van de knelpuntberoepen van de VDAB.

Fasering

Deze wijziging kan toegepast worden vanaf 1/01/2018.

Adviezen

Protocol van BOC van 20 maart 2018

Juridische grond

Art. 8 en 9 van de rechtspositieregeling van het WZC (bekrachtigd door de OCMW raad) dienen gelezen te worden dat de functie van zorgkundige vanaf 1/01/2018 ingeschaald wordt op C niveau en dat het beschikken over een visum zoals vereist door RIZIV voldoet aan de voorwaarden om ingeschaald te worden op C niveau.

Financiële weerslag

Aan de opwaardering van de 20 zorgkundigen die momenteel op D niveau werken, is een kostprijs van 40.000 euro verbonden.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art 1 :

De OCMWraad gaat akkoord om de functie van zorgkundige wzc Paradijs vanaf 1/01/2018 enkel nog in te schalen in niveau C. Het beschikken over het visum voldoet aan de vereiste om de zorgkundigen in te schalen op C-niveau.

Art 2 :

De OCMWraad gaat  akkoord de zorgkundigen die momenteel ingeschaald zijn in niveau D, vanaf 1/01/2018 op te waarderen naar niveau C.

Art 3 :

De financiële gevolgen zijn:

Art 4 :

Kopieën:

Zitting van 24 april 2018

WIJZIGING VAKANTIEREGELING. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Voor statutaire medewerkers wordt het recht op vakantiedagen bepaald op basis van de prestaties in het lopende dienstjaar. Het aantal vakantiedagen wordt verhoudingsgewijs verminderd wanneer het personeelslid in de loop van het jaar uit dienst treedt, afwezig is zonder recht op salaris of deeltijds werkt.

Voor contractuele medewerkers wordt het recht op vakantiedagen voor het wettelijk verlof (20 dagen) bepaald op basis van prestaties in het vorige dienstjaar, en voor het bijkomende verlof (min 6 en max15 dagen) bepaald op basis van prestaties in het lopende dienstjaar. 

Voor een personeelslid dat in dienst treedt, houdt dit in dat het vakantie-attest van de vorige werkgever verrekend wordt om het aantal wettelijke vakantiedagen te bepalen (duurtijd is gemiddeld 2 maanden na indiensttreding: opvragen attest bij medewerker – berekening via Cipal – toepassen in de loonlijn – inbrengen saldo in de tijdsregistratie).

Voor een personeelslid dat uit dienst treedt, wordt een vakantie-attest gegenereerd en worden de resterende wettelijke vakantiedagen en de opgebouwde vakantierechten voor het volgende dienstjaar uitbetaald.

Voor een personeelslid dat start met deeltijds werken in het lopende dienstjaar of dat afwezig is zonder recht op salaris (bv langdurig ziek op het einde van het jaar), worden de resterende vakantiedagen uitbetaald in december van het lopende dienstjaar.

De opsplitsing in wettelijke vakantiedagen (20) en bijkomende vakantiedagen (minimum 6 maximum 15 afhankelijk van de RPR die van toepassing is) maakt de vakantieregeling ondoorzichtig voor medewerkers en maakt dat er vaak veel ondersteuning nodig is vanuit de personeelsdienst

Feiten en context

Redenen om voor een andere regeling te opteren:

- Aanwervingsbeleid

Personeelsleden die bij hun vorige werkgever vakantiedagen kregen toegekend op basis van het lopende dienstjaar, krijgen bij hun uitdiensttreding geen vakantie-attest en hebben bij hun indiensttreding bij onze organisatie geen recht op wettelijk verlof. Dit maakt dat we op dat moment niet de aantrekkelijke werkgever zijn die we willen zijn (+/- 15 personeelsleden de laatste twee jaar)

- Administratieve vereenvoudiging

Als het aantal vakantiedagen wordt berekend op basis van het lopende dienstjaar, worden er geen vakantie-attesten meer verrekend. De medewerker die in dienst treedt, mag het bedrag van de uitbetaalde vakantierechten integraal behouden (+/- 40 personeelsleden per jaar)

Er worden dan ook geen verrekeningen meer gedaan bij deeltijds werken of bij afwezigheid zonder salaris omdat de opbouw van vakantierechten gelijk loopt met de toekenning ervan, nl binnen het lopende dienstjaar.

Dit betekent ook een efficiëntere werking bij de personeelsdienst en minder risico op fouten.

- Gelijke behandeling statutairen en contractuelen

Door geen verschil meer te maken in de vakantieregeling worden op dat vlak contractuelen gelijk behandeld met statutairen.

- Transparantie

Als er geen opsplitsing meer gebeurt op basis van het lopende of vorige dienstjaar, kan het vakantierecht onmiddellijk en transparant worden vastgesteld bij indiensttreding of bij elke wijziging in aanwezigheid of in arbeidsregime.

Dit maakt het ook eenvoudiger voor teams die met een vakantieplanning werken die vaak lang op voorhand wordt vastgelegd.

Concrete uitvoering

Voor alle contractuele medewerkers in dienst op 1/1/2018 wordt het aantal vakantiedagen 2018 herberekend op basis van de prestaties in het lopende dienstjaar. Dit saldo wordt in de tijdsregistratie ingebracht.

De vakantierechten (20 dagen voor een voltijds personeelslid) die opgebouwd zijn op 31/12/2017 worden berekend voor elke personeelslid met als referte maandloon december 2017. Dit bedrag wordt voor elk contractueel personeelslid vastgesteld maar nog niet uitbetaald.

De uitbetaling van dit bedrag gebeurt bij de uitdiensttreding of pensionering aan de index van dat moment. Hierdoor heeft deze maatregel nu geen budgettaire impact.

De uitdiensttreding of pensionering van het huidig contractueel personeelscontingent zal geleidelijk gebeuren waardoor de budgettaire impact steeds beperkt is.

Zeker aangezien er in de huidige regeling bij uitdiensttreding ook vakantierechten voor het volgende dienstjaar worden uitbetaald en dit in de toekomst niet meer dient te gebeuren.

Planning

27/02Personeelsoverleg

05/03CBS – ikv wijzigingen RPR

06/03Communicatie betrokken personeelsleden

MaartVoorbereiding uitvoering in samenwerking met Cipal

20/3BOC – ikv wijzigingen RPR

26/3 CBS – voorbereiding GR april

23/4GR – wijzigingen RPR

Eind april – begin meiuitvoering + algemene communicatie

Juridische grond

De jaarlijkse vakantie wordt geregeld door 2 basisnormen: enerzijds zijn er de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers (genoemd de Jaarlijkse Vakantiewet), en anderzijds is er het KB van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers (genoemd het uitvoeringsbesluit inzake Jaarlijkse Vakantie).

Rechtspositieregeling dd 23/03/2015 en wijzigingen: Art 272 - de vakantieregeling voor het vastbenoemd personeel.

Financiële weerslag

De vakantierechten (20 dagen voor een voltijds personeelslid) die opgebouwd zijn op 31/12/2017 worden berekend voor elke personeelslid met als referte maandloon december 2017. Dit bedrag wordt voor elk contractueel personeelslid vastgesteld maar nog niet uitbetaald.

De uitbetaling van dit bedrag gebeurt bij de uitdiensttreding of pensionering aan de index van dat moment. Hierdoor heeft deze maatregel nu geen budgettaire impact.

De uitdiensttreding of pensionering van het huidig contractueel personeelscontingent zal geleidelijk gebeuren waardoor de budgettaire impact steeds beperkt is.

Zeker aangezien er in de huidige regeling bij uitdiensttreding ook vakantierechten voor het volgende dienstjaar worden uitbetaald en dit in de toekomst niet meer dient te gebeuren.

De financieel beheerder verleent het visum op 5/03/2018.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art 1 :

De OCMW-raad beslist voor de contractuele medewerkers vanaf 1/01/2018 over te gaan naar de vakantieregeling publieke sector omwille van volgende redenen:

- aantrekkelijk aanwervingsbeleid

- administratieve vereenvoudiging (efficiëntere werking en minder risico op fouten)

- gelijke behandeling statutairen en contractuelen

- transparantie

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

De vakantierechten (20 dagen voor een voltijds personeelslid) die opgebouwd zijn op 31/12/2017 worden berekend voor elke personeelslid met als referte maandloon december 2017. Dit bedrag wordt voor elk contractueel personeelslid vastgesteld maar nog niet uitbetaald.

De uitbetaling van dit bedrag gebeurt bij de uitdiensttreding of pensionering aan de index van dat moment. Hierdoor heeft deze maatregel nu geen budgettaire impact. De uitdiensttreding of pensionering van het huidig contractueel personeelscontingent zal geleidelijk gebeuren waardoor de budgettaire impact steeds beperkt is.

Zeker aangezien er in de huidige regeling bij uitdiensttreding ook vakantierechten voor het volgende dienstjaar worden uitbetaald en dit in de toekomst niet meer dient te gebeuren.

Art 3 :

Kopieën:

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

Zitting van 24 april 2018

VERKORTE OPZEGTERMIJN. KOZAK 20. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Goossens Virginia huurt een woning, De Kozak 20 te Lier.

Feiten en context

Goossens Virginia heeft haar huurwoning, De Kozak 20, opgezegd d.d. 29 maart 2018 en haar opzegperiode van 3 maanden start vanaf 1 april 2018. Wettelijk is de opzegperiode 3 maanden, d.w.z. dat mevrouw Goossens nog voor de maanden april, mei en juni 2018 huur dient te betalen.

Mevrouw Goossens heeft in het dagelijks leven hulp / verzorging nodig. De afstand voor haar zoon tussen Lier en Geel (waar haar zoon woonachtig is) is te groot. Om deze reden is het noodzakelijk voor mevr. Goossens om dichter bij haar zoon te gaan wonen.

Mevr. Goossens komt in aanmerking om vanaf 1 mei 2018 een sociaal appartement te huren in Geel (dezelfde woonplaats als haar zoon) en heeft om deze reden haar huur van De Kozak 20 opgezegd.

Voor mevr. Goossens is het financieel niet mogelijk om dubbele huur te betalen en zij vraagt daarom of het mogelijk is om een verkorte opzegtermijn, meer bepaald een opzegperiode van 1,5 maand (tot 15 mei 2018) kan toegestaan worden.

Adviezen

Dienst vastgoed adviseert om een opzegperiode van 1,5 maand toe te staan voor Mevrouw Goossens, d.w.z. een opzeg tot 15 mei 2018 omdat zij dichter naar haar zoon kan gaan wonen en zo de beste verzorging kan bekomen die voor haar nodig is.

Argumentatie

Voor mevrouw Goossens is het noodzakelijk dat zij dichter bij haar zoon kan gaan wonen omdat zij hulp / verzorging nodig heeft. Mevrouw Goossens heeft nu de kans om vanaf 1 mei een sociaal appartement te huren in Geel (de woonplaats van haar zoon) en heeft om deze reden haar huidige huur van DE KOZAK 20 opgezegd d.d. 29 maart 2018. Voor mevr. Goossens is het financieel onhaalbaar om dubbele huur te betalen en daarom stelt de ocmwraad voor om haar opzegperiode die wettelijk bepaald is op 3 maanden te verkorten naar 1,5 maand. De ocmwraad stelt daarom voor dat mevr. Goossens nog huurt betaald tot en met 15 mei 2018.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist dat de opzegperiode met ingang op 1 april 2018 van mevr. Goossens Virginia voor de Kozak 20 te Lier die wettelijk bepaald is op 3 maanden te verkorten naar 1,5 maand. Om deze redenen beslist de ocmwraad dat mevr. Goossens virginia nog huur betaald tot en met 15 mei 2018.

Art. 2 :

Kopieën:

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

Zitting van 24 april 2018

GEVELHERSTEL HOF VAN BEIEREN - GUNNING. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van de OCMW-Raad van 23/05/2017 werd de opdracht 'Aanstellen architect voor gevelherstel van de woningen gelegen in het Hof Van Beieren in Lier' toegewezen aan Gevelinzicht ingenieur-architecten bvba.

De OCMW-Raad van 17/10/2017 keurde de bouwkundige analyse goed en besliste de huidige gevelbekleding van de woningen Hof Van Beieren te Lier te vervangen door een nieuwe siliconenharspleister op 10 cm EPS-isolatie.  De kostprijs hiervoor werd geraamd op
€ 267.500,00 exclusief BTW of € 283.550,00 inclusief 6% BTW, waarvoor een geschatte premie van Eandis bekomen kan worden t.b.v. € 16.200,00.

In deze zitting werd eveneens beslist om Gevelinzicht ingenieur-architecten bvba de opdracht te geven het aanbestedingsdossier op te maken.

(in afwachting van de goedkeuring van het extra budget 2018 voor uitvoering van deze werken),

Gevelinzicht bvba stelde het aanbestedingsdossier op en stelde daarin, in tegenstelling tot het voorstel in de bouwkundige analyse, voor om:
- De bestaande volkernplaten te reinigen en te behandelen met een vuilafstotende laag. (in tegenstelling tot de afname, de reiniging, het 2-zijdig hercoaten en terugplaatsen van de panelen) 

- De bestaande aluminium raamdorpels te vervangen door nieuwe.  Dit om de detaillering onderaan de ramen in de nieuwe situatie conform de garantievoorschriften te krijgen.
 

Er werd voorgesteld om de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

Gezien er een fout geslopen was in de opmeting van de voorstudie, bezorgde Gevelinzicht ingenieur-architecten bvba een aangepaste raming. De aangepaste raming betreft een bedrag van € € 303.463,75 exclusief BTW of € 321.671,58 inclusief 6% BTW.

De OCMW-Raad van 12/12/2017 besliste goedkeuring te verlenen aan de aangepaste raming (€ 321.671,58 inclusief 6% btw),  het aanbestedingsdossier opgesteld door Gevelinzicht ingenieur-architecten bvba en de gunningswijze, nl. openbare procedure.

Feiten en context

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 19/02/2018 om 10u te bereiken. 

Er werden 4 offertes ontvangen:

- Vegaudi bvba

- MRT nv

- Bouwwerken De Ruyck bvba

- T. De Neef engineering nv

Gevelinzicht ingenieur-architecten bvba stelde een verslag van nazicht op.  Dit verslag wordt als bijlage toegevoegd.

Argumentatie

Op basis van het verslag van nazicht, opgesteld door Gevelinzicht ingenieur-architecten bvba, stelt Technisch bureau gebouwen voor om deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Bouwwerken De Ruyck, Edingsesteenweg 509 te 9400 Denderwindeke, voor een bedrag van 343.004,42 euro (exclusief btw) of 363.584,68 euro (inclusief 6% BTW)

Financiële weerslag

Gevelinzicht ingenieur-architecten bvba bezorgde een aangepaste raming, gezien er een fout geslopen was in de opmeting van de voorstudie.  De aangepaste raming betreft een bedrag van  € 303.463,75 exclusief BTW of € 321.671,58 inclusief 6% BTW.  Deze aangepaste raming werd goedgekeurd op de OCMW-Raad van 12/12/2017.

Het toewijzingsbedrag bedraagt € 363.584,68 inclusief 6% BTW. Op basis van de bouwkundige analyse met bij horende raming werd er een budget vastgelegd van €288.000.

Er wordt voorgesteld om de 75.584,68 euro te verschuiven van actie 2/5/3/12 (Het OCMW voorziet investeringsbudget voor structurele werken in haar gebouwen) met budgetsleutel 22910000/0119 naar actie 2/5/3/9 met budgetsleutel 22917707/0950. Dit dient te gebeuren bij budgetwijziging gelet op de verschillende beleidsdomenen.

Voor deze werken kan een premie bekomen worden bij Eandis op voorwaarde dat voldaan wordt aan een minimum Rd-waarde van 3,0 m²K/W, waaraan met de voorgestelde oplossing voldaan wordt.  Het betreft een premie van 15,00euro/m² (bij uitvoering door een aannemer).  Mogelijk kan er voor een gedeelte van de woningen een verhoogde premie van 22,50euro/m² bekomen worden (verhoogde premie voor beschermde klanten). 

Voor de totale oppervlakte van alle woningen komt dit neer op een geraamd subsidiebedrag van € 16.200,00 (niet rekening houdend met beschermde klanten, gezien dit nog niet gekend is)

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW-Raad beslist dat er goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van 13 maart 2018, opgesteld door Gevelinzicht ingenieur-architecten bvba. 

Art. 2 :

De OCMW-Raad beslist om de uitvoering van het gevelherstel aan de woningen gelegen Hof van Beieren te Lier, te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde bouwwerken De Ruyck, Edingsesteenweg 509 te 9400 Denderwindeke, tegen de prijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver en voor een totaalbedrag van van 343.004,42 euro (exclusief btw) of 363.584,68 euro (inclusief 6% BTW)

Art. 3 :

De financiële gevolgen zijn:

Te verschuiven van actie 2/5/3/12 '22910000/0119' naar actie 2/5/3/9 '21400000/0950'via de eerstvolgende budgetwijziging.

Art. 4 :

Kopieën:

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

Zitting van 24 april 2018

HANDBOGENHOF VERREKENINGEN. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 08 oktober 2014 besliste de OCMW-raad om de opdracht 'PPS Woonzorgcampus Kan. Davidlaan' te gunnen aan de THV Artes Group-Artes Projects.

In kader van deze opdracht bouwt het OCMW van Lier momenteel op de site Handbogenhof in de K. Davidlaan een nieuw dienstencentrum.

Onderstaande verrekeningen werden reeds goedgekeurd:

Feiten en context
THV Artes Group-Artes Projects heeft de nog volgende verrekeningsvoorstellen aan het OCMW Lier bezorgd.

De totale bijkomende meerkost voor deze verrekeningsvoorstellen bedraagt 23.156,32 euro incl. btw.

Argumentatie

Meerkosten moeten worden goedgekeurd door de OCMW-raad.
 

Financiële weerslag

De totale bijkomende meerkost voor deze verrekeningsvoorstellen bedraagt 23.156,32 euro incl. btw.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist om onderstaande verrekeningen goed te keuren voor een totaalbedrag van  11.618,00 euro (inclusief    BTW).
 

Art. 2 :

De financiële gevolgen zijn:

Art. 3 :

Kopieën:

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

Zitting van 24 april 2018

SAMENWERKINGSAKKOORD MET PMV (ERFGOEDKLUIS) MET BETREKKING TOT VOORTRAJECT VERMARKTING HISTORISCH VASTGOED STAD LIER EN OCMW LIER - KENNISNAME.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stad Lier en OCMW Lier bezitten een aantal historische waardevolle panden zoals Schaeckbert, Timmermans Opsomerhuis, Vleeshuis, Heilige Geestgebouw die voor de direct werking van stads-en/of OCMW diensten niet meer worden of zullen worden aangewend:

•         Schaeckbert: voorheen stadsadministratie maar actueel tijdelijk ingevuld met leslokalen;

•         Vleeshuis: eerste bouwlaag wordt occasioneel aangewend voor tentoonstellingen; de verdieping wordt niet gebruikt;

•         Heilige Geestgebouw: deels (tijdelijk) ter beschikking gesteld t.a.v. ruilwinkel, Werkmaat, culturele vereniging;

•         Timmermans Opsomerhuis: actueel museale invulling maar deze zal verhuizen naar museum Wuyts-Van Campen

In MJP van de stad zijn opbrengsten ingeschreven voor de vermarkting van Schaeckbert en Timmermans Opsomerhuis. Het Vastgoedplatform heeft zich gebogen over deze vermarkting van deze panden en in het verlengde hiervan ook over de vermarkting van Vleeshuis, Heilige Geestgebouw en zelfs een aantal woningen van het Begijnhof Lier. Voor Schaeckbert en Timmermans Opsomerhuis werd informeel afgetoetst bij een aantal investeerders. De erfgoedwaarde van deze gebouwen is een maatschappelijke meerwaarde voor de stad Lier en zijn bewoners maar schrikt kandidaat-investeerders wel af. Vooreerst dienen investeerders rekening te houden bij de herbestemming van deze panden welke functies mogelijk zijn maar dienen ze ook bij herinrichtings- en/of renovatiewerken de erfgoedwaarde te respecteren waardoor een aanzienlijk hogere investeringskost ontstaat (en tevens maar voor 40% subsidieerbaar). Dit resulteert in weinig (financiële) interesse bij kandidaat-investeerders voor de aankoop van dergelijke panden. Een verkoop zal wel een financiële opbrengst kunnen genereren voor de huidige eigenaar maar mislukken deze investeringen, zal de maatschappelijke meerwaarde van deze panden depreciëren door het verhoogd risico op leegstand, geen of gebrekkige onderhoudswerken,….. 

In juni ’16 heeft PMV (Participatie Maatschappij Vlaanderen dat onder de verantwoordelijkheid valt van minister Muyters) aan de stad Lier kenbaar gemaakt dat ze voor dergelijke panden een samenwerking kunnen opzetten met de stad Lier. In het Vastgoedplatform werd deze mogelijke samenwerking verder besproken. Zeker wat betreft het Schaeckbert, Timmermans Opsomerhuis en het Begijnhof is Vastgoedplatform vragende partij deze samenwerking verder te bekijken gezien de vermarkting of verhuring/verpachting ervan volledig dreigt stil te vallen.

Feiten en context

Een samenwerking met PMV levert een aantal opportuniteiten op:

•         Vooreerst heeft PMV ervaring met de vermarkting van dergelijke panden: deze vermarkting wordt niet noodzakelijk alleen beperkt tot een zuivere verkoop maar alternatieve manieren kunnen/dienen worden onderzocht (zoals zakelijk recht, verhuur,..)

•         Tevens heeft PMV expertise in dergelijke subsidiedossiers en heeft PMV terzake een relevant netwerk; subsidieerbare werken kunnen rekenen op 80% subsidies. Er mag verwacht worden dat PMV vlotter subsidies zal bekomen voor herinrichtings- en/of renovatiewerken van deze panden. Aldus ontstaat de mogelijkheid voor  deze panden vooreerst bepaalde werken uit te voeren vooraleer ze in de markt worden gezet of dat kandidaat-investeerders via de hogere subsidiemogelijkheden bereid zijn toch te willen investeren.

•         PMV kan zelf voor de financiering zorgen voor niet subsidieerbare investeringen (risicokapitaal)

PMV stelt voor dat deze historische panden in een aparte juridische entiteit (Concept stedelijk erfgoedfonds, zie bijlage) worden ondergebracht. PMV kan zelf toetreden tot deze juridische entiteit door inbreng van risicokapitaal. Dit betekent dat de nodige investeringen niet zullen wegen op de MJP van de stad of OCMW Lier. Anderzijds beoogt PMV voor dit risicokapitaal een bepaalde return te realiseren; aldus ontstaat er een dynamiek en een trekkersrol in de globale vermarkting (ev. ook verhuring/verpachting) van deze historische panden. PMV heeft tot doel deze juridische entiteit mee op te starten maar zal na verloop van tijd (8 à 10 jaar bijvoorbeeld), éénmaal deze juridische entiteit zelfstandig kan functioneren, uit deze entiteit stappen.

Het functioneren en de mogelijke structuur van deze juridische entiteit dient vooreerst verder te worden uitgeklaard in een voortraject. Aandachtspunten kunnen hierbij bijvoorbeeld zijn dat de huidige eigenaars (stad Lier en OCMW Lier) voldoende inspraak behouden met de nieuwe invulling van deze gebouwen, …Tevens dient een volledig financieel plan te worden opgesteld om de haalbaarheid van de volledige opzet te onderzoeken. In dit voortraject wordt dan verder onderzocht hoe de vermarkting (ev. ook verhuring/verpachting) kan gebeuren of hoe een pand investeringsrijp kan worden gemaakt. Dit voortraject onderzoekt:

- mogelijke invullingen en aftoetsing ervan bij afnemers

- overleg onroerend erfgoed: bouwkundig en subsidiemogelijkheden

- de nieuwbouwmogelijkheden

Zodoende  wordt tijdsinvestering en risico weggenomen bij kandidaat- investeerders. Concreet houdt dit in dat PMV met stad/OCMW een samenwerkingsovereenkomst maakt over dit voortraject omvattende afspraken over:

- het opstellen van business cases voor de verschillende erfgoedsites, inclusief een financieel plan,

- hoe dit georganiseerd wordt in stuur-en werkgroepen met verdeling van taken en rollen.

De externe kost (niet PMV, niet stad/OCMW) voor al deze erfgoedsites wordt geraamd op 100.000EUR, maar dit is terugverdienbaar bij verkoop of bij inbreng in het erfgoedfonds.

Financiële weerslag

PMV heeft reeds onderzocht of het haalbaar is de huidige opbrengsten, zoals opgenomen in MJP, integraal kunnen behouden blijven indien uiteindelijk een inbreng in het erfgoedfonds wordt gerealiseerd. Op basis van de huidige gegevens blijkt het actueel niet haalbaar dat de grootte van deze opbrengsten, noch de vooropgestelde timing zullen kunnen gehandhaafd worden. Uit het voortraject zal de concrete impact (grootte opbrengsten/kosten en bijbehorende tijdslijn) kunnen afgeleid worden

De financieel beheerder van de stad stelt dan dat de impact op MJP en schuldafbouw als volgt is:

- Bij inbreng van Schaeckbert en Timmermans Opsomer in het erfgoedfonds moeten de voorziene verkoopopbrengsten geschrapt worden : 1.525.000 EUR. Indien dit niet wordt opgevangen in het investeringsbudget (via nieuwe ontvangsten of schrappen van gebudgetteerde investeringen) stijgt de schuld. Impact van stijgende schuld op AFM ca 100.000 EUR

- Bij inbreng van van de Begijnhofsite moeten ook de huuropbrengsten in het erfgoedfonds ondergebracht worden : impact op AFM : 385.000 EUR op jaarbasis

Op termijn kunnen er ook dividenden uitgekeerd worden door het fonds, maar dat is voorlopig nog onvoldoende duidelijk.

Het advies van de financieel beheerder van de stad luidt als volgt:

- Gelet op de relevante expertise van de Vlaamse Erfgoedkluis is het zeker nuttig om een samenwerkingsovereenkomst op te stellen met de stad en om een voortraject op te starten waarbij de focus dan vooral ligt op:

oOpmaak businesscases voor de diverse erfgoedsites – investeringsrijp maken, waarbij focus in eerste instantie ligt op Schaeckbert, Timmermans Opsomer, Heilige Geest gebouw en Vleeshuis.

oToegevoegde waarde van PMV mbt Begijnhof lijkt in deze fase minder relevant.

oVerdere concretisering van mogelijke vermarkting:

Hetzij individueel per object

Hetzij via verdere uitwerking van de figuur van het erfgoedfonds

- Op basis van de beschikbare gegevens is de opstart van het fonds financieel niet interessant voor de stad, zeker op korte termijn. De financiële impact op middellange en lange termijn kan momenteel onvoldoende in kaart worden gebracht, maar zou kunnen blijken uit een meer gedetailleerde analyse.

Concreet neemt het huidige bestuur dan de beslissing om per divers object een businesscase op te maken zo dat deze ‘investeringsrijp’ worden gemaakt. Dit is een logische beslissing omdat de ervaring van de afgelopen jaren leert dat het vermarkten van deze panden niet evident is.

De verkoopopbrengsten in het MJP kunnen ongewijzigd blijven omdat een rechtstreekse vermarkting nog steeds tot de mogelijkheden behoort. Op basis van de resultaten van de businesscases kunnen dan in een volgende fase de nodige bijsturingen gebeuren.

In het budget 2018 werden de nodige budgetten voorzien (actie 1/1/4/13) ter financiering van het voortraject voor de diverse erfgoedsites in samenwerking met de Vlaamse Erfgoedkluis.

Tegelijkertijd bekijkt PMV in samenwerking met de stad verder welke wijze van vermarkting het meest aangewezen is.

In overleg met de financieel beheerder van de stad en het technisch bureau gebouwen heeft PMV een samenwerkingsovereenkomst opgesteld om afspraken over het voortraject te maken. Deze samenwerkingsovereenkomst (SWO) werd aan CBS ter goedkeuring voorgelegd. In deze SWO wordt tevens rekening gehouden met een mogelijke vermarkting van Schaeckbert op korte termijn.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art 1 :

-   De OCMW Raad neemt kennis van gesprekken die worden gevoerd met PMV inzake de  vermarkting (ev. ook verhuring/verpachting) van een aantal historische panden in Lier evenals van de toelichting in bijlage (170828-Lier_Erfgoedfondds_rev.pdf).

-   De OCMW Raad neemt kennis van de beslissing van het college om SWO PMV-Stad Lier met betrekking tot het voortraject van de Vlaamse Erfgoedkluis voor Lierse projecten goed te keuren waarbij per divers project een business case wordt opgemaakt dat toelaat het project "vermarktbaar" (ev. ook verhuring/verpachting) te maken. De financiële impact op (middel)lange termijn van een erfgoedfonds zal tevens in kaart worden gebracht maar op korte termijn wordt niet ingestapt in het erfgoedfonds. Voor dit voortraject wordt in het stadsbudget 2018 een bedrag voorzien van 100.000 EUR + 21% BTW.budget

Art 2 :

Kopieën:

Zitting van 24 april 2018

KWALITEITSRAPPORT WZC PARADIJS. KENNISNAME.

2x/jaar maken alle woonzorgcentra aan de Vlaamse overheid gegevens over met betrekking tot een aantal kwaliteitsindicatoren. Op basis daarvan maakt de Vlaamse overheid een kwaliteitsrapport op met betrekking tot de voorziening. In bijlagen wordt de evaluatie voor 2017 ter kennisgeving bezorgd aan de raad.

BESLUIT

Kennisgenomen.

Zitting van 24 april 2018

INTRODUCTIE THERAPIEHOND WZC PARADIJS - TOELICHTING. KENNISNAME.

De OCMW raad heeft eerder beslist om een therapiehond te introduceren in de werking van WZC Paradijs. Streeftiming is om te starten met het project vanaf juli 2018. Om de raad te informeren over de aanpak en het opzet, wordt een toelichting verstrekt door de projectverantwoordelijken.

BESLUIT

Kennisgenomen.

Zitting van 24 april 2018

KNUFFELZONEPROJECT SITE PARADIJS - PRINCIEPSVOORSTEL. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op de site Paradijs, is de 'verhuurbare ruimte' voor een deel toegewezen aan voorzieningen voor kleine kinderen (consultatiebureau Kind & Gezin; peuterspeelpunt en ruilwinkel). Reden voor toewijzing van de verhuurbare ruimte aan dit type van voorzieningen, had ook te maken met de opportuniteiten die op die manier ontstaan naar 'intergenerationele samenwerking'

Feiten en context

Voorstel bestaat erin om op een braakliggende groenzone op de site Paradijs (naast het dagverzorgingscentrum) een 'knuffelzone' met dieren te ontwikkelen (zoals konijnen, cavia's, kippen, dwerggeiten,...).

Voor wat betreft de uitvoering van het project wordt een samenwerking opgezet met diverse partners:

•         Kinderboerderij Struisvogelnest - voor advies rond de werking met dieren; evt. samenwerking rond uitwisselen van  dieren;...;

•         Met Huis van het Kind Lier, inzet van de knuffelzone als activiteit binnen het peuterspeelpunt;

•         Met Arktos  (organisator PLUS werking) worden afspraken gemaakt rond organisatie zone (cf. ploeg ‘houtbewerking’ voorziet praktische organisatie (hokken voor dieren; omheining;…);

•         Dagcentrum De Passage, inzet van de knuffelzone als activiteit binnen het dagcentrum en het voederen van de dieren;

•         WZC Paradijs, inzet van de knuffelzone als activiteit voor de bewoners (ook dementerenden)

•         Met vzw MIVAS en Arktos worden afspraken gemaakt om de systematische zorg voor de dieren (voeding; terrein;…) te garanderen. Arbeidszorg van MIVAS en Arktos (PLUS) staan hiervoor gegarandeerd in.

Fasering

Afhankelijk van de mogelijkheden naar samenwerking, wordt toegewerkt naar realisatie in juli/augustus.

Argumentatie

Er zijn volgende voordelen verbonden aan het project:

•         Voor bewoners van het WZC verhoogt de variatie van het 'activiteitenaanbod';

•         Voor dementerenden van het WZC heeft het 'knuffelkarakter' van de dieren aantoonbaar bewezen positieve gevolgen te hebben;

•         Het project stimuleert de intergenerationele samenwerking op de site (dankzij samenwerking met Huis van het Kind)

•         Het initiatief creëert bijkomende, zinvolle mogelijkheden tot vrijetijdsbesteding voor maatschappelijk kwetsbare jongeren - dankzij samenwerking met PLUS (cf.  belangrijke problematiek in Lier).

Financiële weerslag

Het initiatief wordt gerealiseerd met subsidiemiddelen: in eerste instantie de Vlaamse subsidiemiddelen Huis van het Kind; in tweede instantie wordt een projectdossier ingediend bij de Koning Boudewijnstichting.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist akkoord te gaan om het 'knuffelzoneproject' op site Paradijs verder voor te bereiden in functie van realisatie vanaf de zomer 2018.

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

Zitting van 24 april 2018

PROJECTOPROEP GEÏNTEGREERD BREED ONTHAAL VOOR NIET-TOELEIDBAREN VDAB - DEELNAME REGIONAAL SAMENWERKINGSVERBAND. KENNISNAME.

31/3/2018 liep de termijn af voor het indienen van een projectdossier geïntegreerd breed onthaal voor niet - toeleidbaren door de VDAB. Het gaat om een doelgroep waarvan VDAB inschat dat er (nog) geen perspectief is naar tewerkstelling. Om een gepast welzijnstraject te ontwikkelen voor deze doelgroep, wordt een samenwerkingsverband opgezet tussen OCMW Lier, CAW BoomMechelenLier en de sociale diensten van de ziekenfondsen.

BESLUIT

Kennisgenomen.

Zitting van 24 april 2018

UITBREIDINGSBELEID JEUGDHULP - VOORSTEL VAN AANPAK. PRINCIEPSBESLSSING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De Vlaamse overheid zet in op een uitbreidingsbeleid voor integrale jeugdhulp.

Op 20/12/2017 is een rondzendbrief verspreid, waarin een projectoproep 'kleinschalige woonvormen voor 16-25 jaar' gelanceerd wordt.

Feiten en context

Met de projectoproep wil de Vlaamse overheid inspelen op de nood aan verbetering van de overgang van jeugdhulp naar zelfstandig wonen. Onderzoek toont aan dat de overgang van de huidige residentiële woonvormen naar zelfstandig wonen een (te) grote stap is voor jongeren.

In de kleinschalige woonvormen wonen 4 tot 6 jongvolwassenen samen onder flexibel toezicht en ondersteund door een begeleiding op maat van de jongere.

De werkvorm, zoals omschreven in de rondzendbrief, sluit aan bij de aanpak van vzw De Stappaert. In die zin bestaat de opportuniteit, in te spelen op de projectoproep om via deze weg de werkvorm van vzw de Stappaert structureel te erkennen.

In het verleden zijn diverse pogingen tot erkenning binnen een regelgevend kader zijn vruchteloos gebleken, waardoor vzw De Stappaert momenteel een eigenstandige en kleinschalige vzw blijft. Gevolg hiervan is dat structurele leefbaarheid van de vzw op geregelde basis in het gedrang komt enerzijds, en dat anderzijds - t.g.v. het kleinschalig karakter en het gebrek aan inbedding in een groter geheel - het allerminst evident is te voldoen aan kwaliteitsnormen en de complexiteit van begeleidingsopdrachten voor maatschappelijk kwetsbare jongeren.

Vandaar bestaat het voorstel erin om een projectdossier in te dienen in het kader van de oproep 'kleine wooneenheden voor 18 - 15 jaar'. Volgende uitgangspunten worden in het voorstel opgenomen:

- Jeugdhulp Don Bosco Vlaanderen vzw neemt de regie in handen van het project; deze vzw biedt momenteel al diverse begeleidingsvormen aan binnen de jeugdzorg in Lier en beschikt als erkende organisatie over heel wat expertise.

-De woning, die OCMW Lier momenteel ter beschikking stelt aan vzw De Stappaert (in Paul Krugerstraat), wordt voorgesteld als locatie om het project 'kleine wooneenheden voor 18-25 jaar' te realiseren. In de woning is er potentieel voor 6 begeleidingsplaatsen.

-Het personeelslid, dat vzw De Stappaert momenteel in dienst heeft, wordt overgenomen door Jeugdhulp Don Bosco Vlaaneren vzw.

-In de locatie, wordt voorgesteld om 3  wooneenheden te laten erkennen in het kader van de projectoproep. De begeidingskost van deze plaatsen wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid. De toeleiding van cliënten naar deze plaatsen wordt via de toegangspoort georganiseerd; dat houdt in dat voorzieningen (waaronder OCMW Lier) een aanvraag kunnen doen voor invulling (via het 'A-document). De 3 overige wooneenheden worden ingevuld (en gefinancierd) door OCMW Lier. De invulling van deze plaatsen, kan enkel via OCMW Lier gerealiseerd worden. De kostprijs van dit type plaatsen bedraagt 8.000€/jaar per begeleidingsplaats.

Voor wat betreft de erkende plaatsen, is het een optie om (als voorwaarde) te voorzien dat OCMW Lier een  voorrangsregeling kan afspreken met Jeugdhulp Don Bosco Vlaanderen vzw voor toeleiding van OCMW cliënten (die voldoen aan de voorwaarden van aanmelding), waarvan de inschatting is dat de meerderheid daaraan voldoet (cf. in het verleden in contact gekomen met integrale jeugdhulp). Deze voorrangsregeling en de praktische samenwerkingsafspraken vergen nog intensief overleg, en zijn afhankelijk van ontwikkelingen op Vlaams beleidsniveau.

Juridische grond

Rondzendbrief 20/12/2017 betreffende het uitbreidingsbeleid jeugdhulp - werf 3: actieplan jongvolwassenen.

Argumentatie

Het indienen van een dossier in het kader van de projectoproep, heeft volgende voordelen:

-Het leidt ertoe dat de werkvorm, zoals al lange tijd ontwikkeld door vzw De Stappaert, een structureel karakter krijgt binnen een regelgevend kader;

-Het laat toe de begeleidingskwaliteit verder te verbeteren, gelet op de versterkte omkadering en inbedding in een groter geheel;

-Het laat toe de structurele leefbaarheid van vzw De Stappaert te verbeteren, gezien de (personeels)kost van de vzw fors afneemt;

Nadeel is wel dat de 'erkende wooneenheden' via de toegangspoort worden ingevuld. OCMW Lier kan, naast andere hulpverleningsinstanties, cliënten aanmelden - maar: toeleiding door OCMW Lier is voor deze plaatsen niet gegarandeerd.

Financiële weerslag

Momenteel zijn 6 plaatsen voorzien in de woning Paul Krugerstraat. Bij een maximale bezetting bedraagt de kostprijs voor OCMW Lier momenteel 32.400€.

In het nieuwe voorstel bedraagt de kostprijs (voor de 3 OCMW plaatsen) 24.000€ (8000€/ jaarbasis/plaats) en  de erkende plaatsen zijn kosteloos voor het OCMW. Voor dit laatste type aan plaatsen is toeleiding vanuit OCMW Lier weliswaar niet gegarandeerd. Het behoort tot de mogelijkheden dat met Jeugdhulp Don Bosco Vlaanderen vzw voorrangsregels worden afgesproken voor toeleiding vanuit OCMW Lier.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist akkoord te gaan om een projectdossier in te dienen in het kader van het uitbreidingsbeleid jeugdhulp voor de realisatie van kleinschalige woonvormen voor jongvolwassenen.

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

Zitting van 24 april 2018

VERVOER BOODSCHAPPENDIENST. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Om erkend te worden als lokaal dienstencentrum moeten er een aantal ADL-activiteiten worden aangeboden (Activiteiten Dagelijks Leven). Het uitvoeren van een boodschappendienst is een dergelijke activiteit. Sinds de opstart van De Waaier bieden wij een boodschappendienst aan. Om deze taak uit te voeren, maken we gebruik van PWA-medewerkers.

In 2010 is het gebruikersreglement rond de boodschappendienst goedgekeurd door de raad. In essentie is de organisatie als volgt:

•         De gebruiker betaalt jaarlijks lidgeld: 10€ (vanaf 1 juli: 5€)

•         De gebruiker betaalt 3€ per begonnen half uur. Gebruikers met een kansentarief UitPas, betalen 1€ per begonnen half uur.

PWA medewerkers, die de boodschappen uitvoeren, ontvangen volgende vergoeding:

•         Kilometervergoeding, a rato van 0,33€/km.

•         PWA cheque, a rato van 7,45€ per begonnen uur.

In 2017 telde de boodschappendienst 22 leden (waarvan 9 regelmatige gebruikers), waarvoor 371 boodschappenacties zijn uitgevoerd.

Feiten en context

Op 1 januari 2018 wijzigde het systeem van PWA naar Wijk-werken. In Lier is IGEMO de organisator van wijkwerken, in nauw overleg met VDAB. Pwa'ers die voor 1 januari 2018 actief waren, kunnen ook nu hun wijk-werk-taken blijven uitvoeren onder dezelfde voorwaarden.

Binnen de boodschappendienst maken we gebruik van twee medewerkers wijk-werken. Zij doen boodschappen voor Lierse inwoners die een verminderde mobiliteit hebben omwille van leeftijd, fysieke beperking of chronische ziekte.

Deze medewerkers deden de boodschappen steeds met hun eigen auto. Dit wordt vanuit de VDAB sinds 1 januari 2018 uitdrukkelijk verboden. Zelfs het gebruik van de eigen fiets als wijk-werker is niet toegestaan.

Op 1 maart 2018 is het signaal overgemaakt dat het gebruik van de 'eigen wagen' door de wijkwerkers op korte termijn moet stopgezet worden, en een alternatief moet worden ontwikkeld om de boodschappendienst ook in de toekomst operationeel te houden.

Voorstel bestaat er nu om het Cambio - wagensysteem in te zetten voor de wijkwerkers in functie van uitvoering van de boodschappendienst. Via een maandelijkse factuur aan stad en OCMW Lier, worden de kosten van het gebruik doorgerekend.

Fasering

We wensen dit systeem te laten ingaan vanaf 1 mei 2018  voor een proefperiode van 5 maanden. In oktober 2018 zal er een evaluatie volgen en terugkoppeling naar de Raad.

Argumentatie

Met inzet van CAMBIO wordt tegemoet gekomen aan de richtlijnen van VDAB, en kan de dienstverlening van de boodschappendienst verder gezet worden.

Financiële weerslag

Momenteel maken de medewerkers gebruik van hun eigen wagen. Zij worden daartoe vergoed aan 0,33€/km. In 2017 bedroeg deze kostprijs voor het OCMW 1.336€ (hetgeen het equivalent is van +/-4000km).

In het nieuwe voorstel is de inschatting van de kostprijs als volgt (bij 4000 km). De inschatting is dat een CAMBIO wagen 14u/week moet ingezet worden. Rekening houdend met de gangbare tarieven zou de kostprijs voor het OCMW 1.533€ bedragen.

De lichte kostprijsverhoging kan worden opgevangen binnen het voorziene budget.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist akkoord te gaan om vanaf 1 mei 2018 de wijkwerkers gebruik te laten maken van het Cambio-systeem voor het uitvoeren van hun taken binnen de boodschappendienst.

Art. 2 :

De financiële gevolgen zijn:

Art. 3 :

Kopieën:

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

Zitting van 24 april 2018

JAARVERSLAG 2017 DIENSTENCENTRUM DE WAAIER. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

3 november 2006 was de feitelijke start van lokaal dienstencentrum de Waaier. De aanleiding voor opstart van een dienstencentrum was drieledig:

De belangrijke groei van het aandeel ouderen in de bevolking – en de noodzaak dat investeren in de versterking van thuis- en preventieve zorg zowel in financieel als inhoudelijk opzicht noodzakelijk is;

De resultaten van een grootscheepse seniorenenquête – die aantoonden dat de vraag naar een dergelijk type van activiteiten reëel is;

De vaststelling ook dat het verenigingsleven – van enorme waarde in een samenleving – onder druk kwam te staan en dat ondersteuning wel eens een noodzakelijke voorwaarde kon zijn voor het voortbestaan ervan.

Feiten en context

Voor de werking van lokale dienstencentra, voorziet de Vlaamse overheid jaarlijks subsidies. Voor 2017 bedraagt dit 31.700,99 euro. Om in aanmerking te komen voor subsidiëring, moet voldaan worden aan een aantal erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden.

Zo moet een jaarverslag van het voorbije werkjaar en de jaarplanning van het nieuwe werkjaar overgemaakt worden aan de Vlaamse overheid.

Juridische grond

Decreet van 14 juli 1998 en het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg.

Besluit van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke kansen van 28 juni 2007, dat de Waaier als lokaal dienstencentrum erkent.

Woonzorgdecreet van 13 maart 2009.

Bijlage VI bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers.

Argumentatie

De opmaak van het jaarverslag is van noodzakelijk belang om de subsidies voor lokale dienstencentra te verwerven.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist akkoord te gaan met het jaarverslag 2017 van lokaal dienstencentrum de waaier.

Zitting van 24 april 2018

JAARVERSLAG 2017 WZC PARADIJS. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

WZC Paradijs is door de Vlaamse overheid erkend en gesubsidieerd als ouderenzorgvoorziening.

Feiten en context

In het kader van de erkenning, zijn woonzorgcentra verplicht om een jaarverslag op te maken. In het jaarverslag (zie bijlage) wordt kernachtig relevante beleidsinfo opgenomen.

Juridische grond

Woonzorgdecreet 9 maart 2009

Argumentatie

Het jaarverslag vloeit voort uit een wettelijke verplichting.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist akkoord te gaan met het jaarverslag 2017 van WZC Paradijs (zie bijlage).

Zitting van 24 april 2018

LOKALE ADVIESCOMMISSIE EANDIS EN PIDPA - JAAROVERZICHT 2017. KENNISNAME.

Voorgeschiedenis

Jaarlijks worden de cijfers van LAC Eandis en LAC Pidpa gerapporteerd.

Feiten en context

1.Verklaring gebruikte terminologie

1.1. LAC Eandis – verklaring term unieke dossiers

De cijfers worden per LAC-zitting geregistreerd. Er waren in 2017 237 unieke dossiers. Unieke dossiers zijn effectief verschillende namen die op een zitting van de LAC waren geagendeerd. Er zijn dossiers die terugkomen op verschillende LAC’s.

voorbeeld:

Op de LAC van 12 januari 2017 wordt beslist tot het overgaan van plaatsen van budgetmeters.

Op de LAC van 27 april 2017 wordt het dossier opnieuw besproken om een regeling te treffen voor de openstaande schuld.

Dit dossier wordt voor de unieke dossiers slechts één keer geteld.

1.2. LAC Pidpa – verklaring term uniek dossiers

Ook hier worden de cijfers per LAC-zitting genoteerd. Pidpa doet aanvragen voor het afsluiten van de watertoevoer op een bepaald leveringspunt. Soms staan er twee schuldenaars ingeschreven op hetzelfde leveringsadres. Sommige cliënten hebben schulden op verschillende leveringspunten. In totaal verschenen er 241 unieke cliëntdossiers op de LAC.

2.Conclusies LAC Eandis

2.1. Aantal unieke dossiers

In 2016 waren er 237 gezinnen die het risico liepen afgesloten te worden van elektriciteit     en/of gas. We zien sinds de rapportering een kleine stijging van het aantal dossiers met 6% in 2017 tov 2013.

2.2. Aantal vragen tot afsluiting

Er werden in totaal 435 vragen gesteld tot het afsluiten van gas en/of elektriciteit.

Elektriciteit: 251

Gas: 184

2.3. Type beslissingen

Het een overzicht van het type beslissing is toegevoegd als bijlage 1.

Ze werden opgesomd van groot naar klein.

De grootste groep zijn de beslissingen tot het plaatsen van een budgetmeter met het recht tot afsluiten. Het plaatsen van een budgetmeter gebeurt wanneer de klant gedropt werd door een commerciële leverancier en ook bij Eandis (sociale leverancier) geen betaling van de voorschotfacturen doet.

Vanuit Eandis wordt sinds 2017 aangestuurd op een nieuw type beslissing. Het plaatsen van de budgetmeter en onmiddellijk op dezelfde LAC beslissen om de schuld op te nemen in de budgetmeter en dit ongeacht de hoogte van de schuld.

Hier staan we vanuit Stad en OCMW lier weigerachtig tegenover.

In dit systeem wordt de schuld onmiddellijk gedeeld door 156 weken. De schuldafbouw via de budgetmeter kan dan snel oplopen tot meer dan 50 euro per maand. Zeker in de winter is het niet makkelijk om dan voldoende op te laden voor een normaal verbruik. Bij cliënten die een budgetmeter in de winter moete laten plaatsen is dit onmogelijk. Er is immers geen kans geweest om in de zomermaanden voldoende op te laden om de winter door te komen.

3.Conclusies LAC Pidpa

3.1. Aantal unieke dossiers

In 2017 waren er 241 gezinnen die het risico liepen afgesloten te worden van watertoevoer. We zien hier sinds de start van de rapportering ene forse stijging van 36% in 2017 tov 2013. In 2017 werden dan ook vier Lokale Adviescommissies voor water georganiseerd. Dit zal ook zo zijn in 2018 en voor 2019 wordt er zelfs gedacht om de frequentie nog op te drijven.

3.2. Aantal vragen tot afsluiting

Bij de LAC Pidpa wordt de vraag tot afsluiting gesteld op basis van het leveringsadres. Soms hebben mensen verschillende schulden op verschillende adressen of hebben verschillende personen schuld op eenzelfde adres.

Vandaar het onderscheid op basis van adres en op basis van unieke klanten:

•         op basis van adres: 262 vragen tot afsluiting

•         op basis van unieke klanten: 241 vragen tot afsluiting

3.3. Type beslissingen

Het een overzicht van het type beslissing is toegevoegd als bijlage 1.

Ze werden opgesomd van groot naar klein.

We stellen vast dat in 2017 het aandeel van dossiers dat geregeld is voor aanvang van de LAC sterk is gedaald. Daar dit in 2016 nog 30% was, is dit in 2017 weggezakt naar 10%. Deze daling heeft waarschijnlijk te maken met de verandering van LAC-medewerker vanuit Pidpa. De nieuwe medewerker is wel verantwoordelijk geworden voor een groter werkingsgebied binnen de LAC-werking. Ook het cash ontvangen van facturen bij mensen aan huis is in de loop van 2017 afgeschaft.

Minstens 76% van de beslissingen zijn met recht tot afsluiting. Dit zijn potentiële klanten die kunnen afgesloten worden van watertoevoer indien zij zich niet (kunnen) houden aan de afspraken van LAC. Voor deze dossiers heeft Pidpa het recht om af te sluiten zonder dat het dossier opnieuw op LAC wordt gebracht. Sinds begin 2015 krijgt het OCMW wekelijks een overzicht van Pidpa met hierin klanten die een brief ontvangen waarin wordt gezegd dat zij zullen afgesloten worden. Deze brief wordt zes weken vooraf verstuurd. Dit geeft zowel de klant als het OCMW nog tijd om stappen te ondernemen.

Ook krijgt het OCMW een overzicht van de effectief afgesloten klanten of wanneer een                             klant opnieuw werd aangesloten.

Slechts een verwaarloosbaar percentage van de beslissingen is zonder recht tot afsluiting. Dit wil zeggen dat het dossier opnieuw wordt geagendeerd op de LAC alvorens de klant kan afgesloten worden.

In 2017 werd er slechts 2 keer beslist om de watertoevoer vanuit de LAC af te sluiten.

bijlage 1: typebeslisisng Eandis en Pidpa 2017

bijlage 2: cijfers LAC Eandis 2017

bijlage 3: cijfers LAC Pidpa 2017

bijlage 4: evolutie van de cijfers voor de LAC Eandis en Pidpa vanaf 2013

BESLUIT

Art. 1 :

De Raad voor Maatschappelijk welzijn neemt kennis van de cijfers van de Lokale Adviescommissie 2017 Eandis en Pidpa 2017.

Zitting van 24 april 2018

LIERSE MAATSCHAPPIJ VOOR HUISVESTING - ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN 16 MEI 2018 - AGENDA. GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing van de OCMW-raad over het aanstellen van Marc Franquet als afgevaardigde in de algemene vergadering van de aandeelhouders van CVBA Lierse Maatschappij voor de Huisvesting

Feiten en context

Het OCMW Lier neemt deel aan CVBA Lierse Maatschappij voor Huisvesting.

Het OCMW Lier heeft een uitnodiging voor de "Algemene vergadering der aandeelhouders" ontvangen op 19 maart 2018. Deze vindt plaats op woensdag 16 mei 2018 om 19.00 uur op het adres van de vennootschap, Abtsherbergstraat 10 bus 19, Lier.

De agenda van deze vergadering is als volgt vastgesteld:

Juridische grond

Statuten Lierse Maatschappij voor de Huisvesting

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad neemt kennis van de agenda van de "algemene vergadering der aandeelhouders" van 16 mei 2018 van de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting CVBA, die als volgt is vastgesteld:

Art. 2 :

Kopieën:

Zitting van 24 april 2018

ONTWERP EN REALISATIE VAN EEN GEÏNTEGREERD KUNSTWERK IN HET DIENSTENCENTRUM 'T SCHOPPEKE OP HET GRONDGEBIED VAN LIER - STOPZETTING PROCEDURE - GOEDKEURING

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het kader van de opdracht “Ontwerp en realisatie van een geïntegreerd kunstwerk in het dienstencentrum 't Schoppeke op het grondgebied van Lier” werd een bestek met nr. 2018/489 opgesteld door Algemene zaken - aankoop en overheidsopdrachten en dit in opdracht van het technisch bureau - gebouwen (OCMW).

De uitgave voor deze opdracht werd geraamd op € 15.094,34 excl. btw of € 16.000,00 incl. 6% btw.

De OCMW raad verleende in zitting van 20 maart 2018 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

De OCMW raad besliste in zitting van 20 maart 2018 de plaatsingsprocedure te starten.

De aankondiging van opdracht 2018-508006 werd gepubliceerd op 21 maart 2018 op nationaal niveau.

Feiten en context

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 17 april 2018 om 10.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 15 augustus 2018.

Er werden echter geen offertes ontvangen.

Rekening houdende met het voorgaande, is het aangewezen af te zien van de gunning van deze opdracht en de procedure opnieuw op te starten.

Adviezen

Het technisch bureau - gebouwen (OCMW) geeft positief advies voor de stopzetting van de opdracht “Ontwerp en realisatie van een geïntegreerd kunstwerk in het dienstencentrum 't Schoppeke op het grondgebied van Lier” en de procedure opnieuw op te starten.

Juridische grond

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 85, betreffende het stopzetten of herbeginnen van de plaatsingsprocedure.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Argumentatie

De OCMW-raad dient de stopzetting van de procedure goed te keuren.

Financiële weerslag

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist dat de plaatsingsprocedure voor "Ontwerp en realisatie van een geïntegreerd kunstwerk in het dienstencentrum 't Schoppeke op het grondgebied van Lier" wordt stopgezet. De opdracht wordt niet gegund en de procedure zal opnieuw opgestart worden.

Art. 2 :

Kopieën:

Zitting van 24 april 2018

ONTWERP EN REALISATIE VAN EEN GEÏNTEGREERD KUNSTWERK IN HET

DIENSTENCENTRUM 'T SCHOPPEKE OP HET GRONDGEBIED VAN LIER. -

LASTENKOHIER, RAMING EN OPSTART PROCEDURE - GOEDKEURING.

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het kader van de opdracht “Ontwerp en realisatie van een geïntegreerd kunstwerk

in het dienstencentrum 't Schoppeke op het grondgebied van Lier” werd een bestek

met nr. 2018/489 opgesteld door Algemene zaken - aankoop en overheidsopdrachten en dit in opdracht van het technisch bureau - gebouwen (OCMW).

De uitgave voor deze opdracht werd geraamd op € 15.094,34 excl. btw of €

16.000,00 incl. 6% btw.

De OCMW raad verleende in zitting van 20 maart 2018 goedkeuring aan de

lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met

name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande

bekendmaking.

De OCMW raad besliste in zitting van 20 maart 2018 de plaatsingsprocedure te

starten.

De aankondiging van opdracht 2018-508006 werd gepubliceerd op 21 maart 2018 op

nationaal niveau.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 17 april 2018 om 10.00 uur te

bereiken.

De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 15 augustus 2018.

Er werden echter geen offertes ontvangen.

Rekening houdende met het voorgaande besliste de OCMW raad in zitting van 24 april 2018 af te zien van de gunning van deze opdracht en de procedure opnieuw op te starten.

Feiten en context

In het kader van de opdracht “Ontwerp en realisatie van een geïntegreerd kunstwerk in het dienstencentrum 't Schoppeke op het grondgebied van Lier” werd een nieuw bestek met nr. 2018/495 opgesteld door Algemene zaken - aankoop en overheidsopdrachten en dit in opdracht van het technisch bureau - gebouwen (OCMW).

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 15.094,34 excl. btw of € 16.000,00 incl. 6% btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde

onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal

niveau.

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 28 mei 2018 om 10.00 uur.

De bouw van het dienstencentrum wordt gesubsidieerd door VIPA, Koning Albert II

laan 35 te 1030 Brussel (Schaarbeek) met als voorwaarde dat er geïnvesteerd wordt

in een geïntegreerd kunstwerk voor een minimaal bedrag van € 16.258,52 excl. btw

of € 17.234,03 incl. 6% btw.

Stadsbestuur Lier treedt in deze procedure op als lasthebber.

De OCMW-raad gaf hiertoe machtiging op 24 januari 2017.

Adviezen

Het technisch bureau - gebouwen (OCMW) geeft positief advies voor de

aanbesteding van de opdracht “Ontwerp en realisatie van een geïntegreerd

kunstwerk in het dienstencentrum 't Schoppeke op het grondgebied van Lier”.

Juridische grond

De beslissing van de OCMW raad van 24 januari 2017 tot machtiging van de stad om

als lasthebber de gunningsprocedure te voeren.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de

rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken,

leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 89, § 1,

1° (Sociale en andere specifieke diensten).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten

klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Argumentatie

De OCMW-raad dient het lastenkohier, de wijze van gunnen en het ramingsbedrag

goed te keuren.

Financiële weerslag

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist dat het bestek met nr. 2018/495 en de raming voor de opdracht “Ontwerp en realisatie van een geïntegreerd kunstwerk in het dienstencentrum 't Schoppeke op het grondgebied van Lier”, opgesteld door Algemene zaken - aankoop en overheidsopdrachten en dit in opdracht van het technisch bureau - gebouwen (OCMW) worden goedgekeurdworden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 15.094,34 excl. btw of € 16.000,00 incl. 6% btw.

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 28 mei 2018.

De bouw van het dienstencentrum wordt gesubsidieerd door VIPA, Koning Albert II

laan 35 te 1030 Brussel (Schaarbeek) met als voorwaarde dat er geïnvesteerd wordt

in een geïntegreerd kunstwerk voor een minimaal bedrag van € 16.258,52 excl. btw

of € 17.234,03 incl. 6% btw.

Art. 2 :

Kopieën:

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

Zitting van 24 april 2018

LEVEREN EN PLAATSEN VAN EEN VIDEOWALL VOOR DIENSTENCENTRUM HANDBOGENHOF TE LIER. TOEWIJZING

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stad Lier heeft offertes opgevraagd voor het leveren en plaatsen van een videowall in de groetruimte Kloosterheide.

In het nieuwe dienstencentrum Handbogenhof dient er eenzelfde type videowall te komen. De videowall omvat vier schermen (2x2 matrix). De offertes die werden opgevraagd voor de groetruimte Kloosterheide zijn tevens

Feiten en context

Volgende firma's werden gecontacteerd om een offerte op te maken:

- Bis bv, Wayenborgstraat 1 te 2800 Mechelen

- Avex, Excelsiorlaan 27 te 1930 Zaventem

- Aviniti, Prins Boudewijnlaan 24b te 2550 Kontich

- HQ Play nv, Venecoweg 2 te 9810 Nazareth

- Novid, Herman De Nayerstraat 1 te 2550 Waarloos

- Van Gils, Holstraat 56 te 8790 Waregem

- Sanyo Sanel, Antwerpsesteenweg 491 te 2500 LIER

Volgende offertes werden ingediend:

- Van Gils: 13.540euro excl. BTW

- HQ Play: 10.641,00euro excl. BTW

- Bis nv: 11.261,00euro excl. BTW

De opdracht kan aan de voordeligste inschrijver, HQ Play uit Nazareth, voor een bedrag van 10.641,00euro excl. BTW ofwel 12.875,61euro incl. BTW worden toegewezen.

Argumentatie

Prijsvragen tot 30.000euro kunnen via bestelbonprocedure worden gevoerd. Toewijzingen en vastleggingen dienen ter goedkeuring op de OCMW-raad te worden geagendeerd.

Financiële weerslag

Op actie 2/1/10/7 met budgetsleutel 0110/2420000 is er momenteel nog budget t.b.v. 50.763,31euro beschikbaar.

Een visum van de financieel beheerder is vereist. Op datum van 24/04/2018 geeft de financieel beheerder zijn visum.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist het leveren en plaatsen van een videowall aan de firma HQ Play toe te wijzen voor een totaalbedrag van 10.641,00euro excl. BTW ofwel 12.875,61euro incl. BTW..

Art. 2 :

De financiële gevolgen zijn:

Art. 3 :

Kopieën:

Zitting van 24 april 2018

TUINTJE AAN WEZENSTRAAT 6 VOOR PRIVÉ HUUR. PRINCIPIELE GOEDKEURING.

MOTIVERING

Feiten en context

De desbetreffende tuin is jaren in gebruik genomen door de huurdes van Grachtkant 3 te Lier. Het pand Grachtkant 3 is in eigendom van de kerkfabriek, terwijl de tuin in eigendom is van het OCMW Lier. Het huis, Grachtkant 3, staat leeg en is ongebruikt. De Kerkfabriek heeft niet de intentie om dit pand snel opnieuw te verhuren.

Mevrouw Rita Arras wonende Wezenstraat 6 B2 te Lier heeft aan het OCMW Lier de vraag gesteld of zij de tuin niet in privé gebruik kan huren.

De tuin heeft een oppervlakte van +/- 120m² groot en is gelegen naast de gemeenschappelijke tuin van het gebouw Wezenstraat 6. Er is ook een rechtstreekse doorgang vanuit de gemeenschappelijke tuin naar de tuin die jaren in gebruik is genomen door de huurders van Grachtkant 3. (zie foto's en plan in bijlage).

Momenteel is de tuin niet onderhouden.

Mevrouw Arras heeft de intentie om een moestuin te op te starten en zal de tuin ook verder onderhouden.

De OCMW raad is gebonden aan de openbaarheid van het bestuur, d.w.z. dat zij niet rechtstreeks een eigendom kunnen toewijzen, zonder eerst de verhuur openbaar te maken voor iedereen. Na de procedure kan de OCMW raad de huur toewijzen aan de hoogst bieden de partij.

Omdat de toekomstige huurders van het desbetreffende perceel eerst over de gemeenschappelijk tuin moeten van Wezenstraat 6, kan de OCMW raad de verhuring niet volledig openbaar maken, maar moet de OCMW raad zich beperken tot de bewoners van Wezenstraat 6 te Lier. De OCMW raad stelt daarom voor om een schrijven te richten aan al de bewoners van Wezenstraat 6 met de mededeling dat zij het stuk tuin te huur aanbieden voor eventueel privé gebruik aan een huurprijs van 0,60 €/m² per maand. Alle bewoners kunnen dan een bod uitbrengen en de OCMW raad zal daarna de huur toekennen aan de hoogst bieden de partij.

Adviezen

Dienst vastgoed stelt voor om alle bewoners van Wezenstraat 6 de kans te geven om een bod uit te brengen voor het huren van het stuk tuin, dat dan eventueel in privé gebruik kan gegeven worden voor een minimum prijs van 0,60 €/m² per maand.

Argumentatie

De OCMW raad stelt voor om het stuk tuin te huur aan te bieden aan alle bewoners van Wezenstraat 6 te Lier aan een minimum huurprijs van 0,60 €/m² per maand om de tuin in privé gebruik te nemen en dit met een contract van 1 jaar, telkens verlengbaar voor eenzelfde periode tot de OCMW raad weet wat de toekomstvisie is van het huis GRACHTKANT 3 te LIER.

Stemming

eenparig

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist om het stuk tuin te huur aan te bieden aan alle bewoners van Wezenstraat 6 te Lier aan een minimum huurprijs van 0,60 €/m² per maand om de tuin in privé gebruik te nemen en dit met een contract van 1 jaar, telkens verlengbaar voor eenzelfde periode tot de OCMW raad weet wat de toekomstvisie is van het huis GRACHTKANT 3 te LIER. ligging van de tuin zie plan bijlage.

Art. 2 :

Kopieën:

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan: