Lier

Zitting van 25 maart 2024

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

ONTSLAG ALS GEMEENTERAADSLID VAN PETER CALUWÉ. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De heer Peter Caluwé werd bij de verkiezingen van 14 oktober 2018 verkozen tot gemeenteraadslid

 

Feiten en context

De heer Peter Caluwé liet op 26 februari 2024 per mail weten dat hij zijn ontslag aanbiedt als gemeenteraadslid.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur, art. 13

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag als gemeenteraadslid van de heer Peter Caluwé.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN, EEDAFLEGGING EN INSTALLATIE VAN EEN OPVOLGER ALS GEMEENTERAADSLID. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In de zitting van heden nam de gemeenteraad kennis van het verval van het mandaat als gemeenteraadslid van de heer Peter Caluwé aangesteld als raadslid voor de lijst Groen-Lier&Ko.

 

Feiten en context

Volgens de verkiezingsuitslag van 14 oktober 2018 is mevrouw Yoena Mertens vierde opvolger op dezelfde lijst als de heer Peter Caluwé.

Mevrouw Yoena Mertens heeft verklaard haar mandaat als gemeenteraadslid te aanvaarden in de opvolging van de heer Peter Caluwé.

Uit onderzoek blijkt dat mevrouw Yoena Mertens voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur, art. 6 § 3 en art. 14

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van mevrouw Yoena Mertens, de opvolger van de heer Peter Caluwé, en stelt vast dat er geen onverenigbaarheden zijn.

 

Art 2 :

Mevrouw Yoena Mertens legt, in handen van de voorzitter van de gemeenteraad de eed af, zoals bepaald bij artikel 6 § 3 van het decreet lokaal bestuur: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."

 

Art 3 :

De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging en vervolgens wordt mevrouw Yoena Mertens als gemeenteraadslid geïnstalleerd.

 

Art 4 :

De gemeenteraad besliste de rangorde van de gemeenteraadsleden met ingang op 25 maart 2024 als volgt vast te stellen:

  1. Callaerts Freddy
  2. Breugelmans Koen
  3. Taelman Marcel
  4. Andries Ivo
  5. Leyzen Sabine
  6. Verwaest Rik
  7. Pets Rik
  8. Wollants Bert
  9. Goris Annemie
  10. Wagner Christina
  11. Degirmenci Yahya
  12. Vanhove Katrien
  13. Coenen Stijn
  14. Claes Tom
  15. Suetens Thierry
  16. Van den Broeck Ann-Sofie
  17. Lambrechts Ilse
  18. Frans Dirk
  19. De Smedt Maurits
  20. Marrin Geert
  21. Van Campenhout Stéphanie
  22. Van den Plas Christel
  23. Tasdemir Tekin
  24. Franquet Marc
  25. De Keulenaer Marc
  26. Schwagten Charlotte
  27. Hermans Jan
  28. Van Eester Gert
  29. Lissens Ellen
  30. Van Gorp Jan
  31. Van Oosterwijck Luc
  32. Gils Emmy
  33. Mertens Yoena

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

GEMEENTERAADSCOMMISSIE - WIJZIGING. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 4 januari 2019 werd de gemeenteraad geïnstalleerd.

Gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2020 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

Gemeenteraadsbeslissing van 14 december 2020 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

Gemeenteraadsbeslissing van 31 januari 2022 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

Gemeenteraadsbeslissing van 28 november 2022 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

Gemeenteraadsbeslissing van 25 september 2023 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

Gemeenteraadsbeslissing van 23 oktober 2023 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

Gemeenteraadsbeslissing van 27 november 2023 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

 

Feiten en context

Mevr. Mertens is vanaf 25 maart 2024 gemeenteraadslid.

Hierdoor wijzigen de gemeenteraadscommissies.

 

Juridische grond

        Decreet Lokaal Bestuur

        Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de wijziging in de samenstelling van de gemeenteraadscommissies.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. afsluiten straten met werken

Regelmatig stellen wij vast dat er in Lier op verschillende plaatsen tegelijk gewerkt wordt en straten afgesloten worden.

Nog niet lang geleden hebben wij kunnen meemaken dat de Berlarij, de Werf en ook de Sint-Gummarusstraat afgesloten waren. Als je Lier kent is het al heel moeilijk om je weg te vinden op deze manier, hoe zou het zijn voor mensen die Lier niet kennen.

        Wordt er door de stad geen rekening gehouden met werken die in de buurt bezig zijn?

        Is er geen kaart waar alles kan gevolgd worden. Als er werken in de omtrek bezig zijn om dan voorlopig geen toelating te geven om nog andere straten af te sluiten?

        Is het CBS van mening dat zij daar geen rekening moet mee houden?

        Als je zoveel straten kort bij elkaar en tegelijk afsluit, hoe moeten de hulpdiensten het dan nog weten?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Zie antwoord interpellatie 4

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 26 FEBRUARI 2024. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 26 februari 2024.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 26 februari 2024 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

DEONTOLOGISCHE COMMISSIE - SAMENSTELLING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad (gewijzigd op 27 januari 2020)

Gemeenteraadsbeslissing van 27 januari 2020 over de goedkeuring van de deontologische code voor lokale mandatarissen stad Lier

Gemeenteraadsbeslissing van 27 januari 2020 over de samenstelling en zetelverdeling voor de deontologische commissie

 

Feiten en context

Op 2 februari 2024 ontving de stad een klacht tegen een gemeenteraadslid.

 

In navolging van de goedkeuring van de deontologische code dient de deontologische commissie te worden samengesteld, nl. met volgende zetelverdeling:

        3 zetels voor N-VA

        1 zetels voor Open Vld

        1 zetel voor CD&V

        1 zetel voor groen -Lier & Ko

        1 zetel voor Vlaams Belang

 

De algemeen directeur vraagt per e-mail aan elke fractie om haar vertegenwoordigers voor te dragen. Dit gebeurt telkens de deontologische commissie dient te worden samengeroepen. Elke fractie dient binnen de tien kalenderdagen de mandaten die haar overeenkomstig de zeteltoekenning door de gemeenteraad toekomen toe te wijzen, door middel van een email gericht aan de algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Juridische grond

        Decreet Lokaal Bestuur

        Deontologische code voor lokale mandatarissen stad Lier

        Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, inz. art. 32

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de deontologische commissie als volgt samen te stellen:

        Rik Verwaest (N-VA)

        Charlotte Schwagten (N-VA)

        Ann-Sofie Van den Broeck (N-VA)

        Christel Van den Plas (Open Vld)

        Koen Breugelmans (CD&V)

        Tom Claes (groen -Lier & Ko)

        Ellen Lissens (Vlaams Belang)

        Freddy Callaerts(Vooruit Lier) (zonder stemrecht)

        Marcel Taelman (Hart voor de Burger) (zonder stemrecht)

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

HOGE VELDEN - OPSTALAKTE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2013 over de vaststelling van het RUP 'Hoog dynamische recreatie Hoge Velden-Posthoorn' Principeakkoord van 23 december 2021 tussen Lierse Kempenzonen Lyra-Lierse en stad Lier Gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2022 over de overeenkomst betreffende de projectstudie en ontwerp van het sportpark Hoge Velden

 

Op 29 april 2013 werd het RUP 'Hoog dynamische recreatie Hoge Velden - Posthoorn' definitief vastgesteld door de gemeenteraad. Hierbij werden de woonuitbreidingsgebieden Hoge Velden en Posthoorn gereserveerd voor hoog dynamische sportrecreatie. In de begeleidende nota is te lezen:

"1.1 AANLEIDING EN DOEL VAN HET PLAN

De stad Lier wenst het gebied 'Hoge Velden - Posthoorn' door middel van een RUP om te vormen tot gebieden voor de bundeling van stedelijke sport- en recreatieve activiteiten. Dit om een aantal acute noden qua sportinfrastructuur op te vangen, m.n.: 1. De herlocatie van de sportinfrastructuur van Lyra die door de ontwikkeling van de Dungelhoeffsite daar moet verdwijnen. 2. De herlocatie van voetbal oefenterreinen en jeugdploegterreinen van zowel Lyra als SK Lierse, die nu noodgedwongen aangewezen zijn op terreinen buiten het grondgebied van de gemeente Lier. "

 

In navolging van het RUp en op basis van het daaraan gekoppelde onteigeningsplan verwierf de stad Lier de eigendommen van de site Hoge Velden. Vervolgens werd een omgevingsvergunning bekomen voor de nieuwe ontsluitingsweg en werd een aannemer aangeduid voor de uitvoering van deze werken.

 

Op 23 december 2021 werd er een principeakkoord gesloten tussen Lierse Kempenzonen, Lyra-Lierse en de stad Lier betreffende onder meer de invulling van de site Hoge Velden. Hierini werd onder meer opgenomen:

        Nieuw jeugdvoetbalcomplex: De stad Lier wenst op de site een jeugdvoetbalcomplex op te richten (streefdoel 6 voetbalvelden).

        Nieuwe voetbalstadion Lyra-Lierse: Lyra-Lierse wenst zelf een nieuw voetbalstadion op te richten op een deel van de site. Dit op eigen kosten, zonder enige financiële inbreng van de stad Lier.

        Ontsluiting Hoge Velden: De stad zorgt voor de ontsluiting van de site op de wijze zoals voorzien in het RUP en de intussen bekomen omgevingsvergunning.

 

Op 4 februari 2022 werd door Lyra-Lierse een voorstel uitgewerkt, met het verzoek om zelf voor de volledige ontwikkeling (stadion + jeugdcomplex + oefenvelden) in te staan. Dit met financiële ondersteuning van de stad Lier voor jeugdvoetbalcomplex.

Hiertoe keurde de gemeenteraad op 26 september 2022 een overeenkomst goed betreffende een projectsubsidie voor de studie en een definitief ontwerp van een sportpark op de site. De subsidie wordt toegekend voor een nauwkeuring omschreven project, bestaande uit het uitvoeren en opleveren van een studie en ontwerp voor een sportpark. Zodoende vormt de projectsubsidie louter een tegemoetkoming in de studie- en ontwerpkosten (voorontwerp, definitief ontwerp, vergunningsdossier, uitvoeringsdossier). De latere uitvoering en realisatie zijn hierin niet begrepen.

 

Op 24 april 2023 keurde de gemeenteraad de kader- en subsidieovereenkomst goed. De stad Lier wenst in uitvoering van het RUP en haar meerjarenplanning een jeugdcomplex te realiseren op de site Hoge Velden. Lyra-Lierse wenst enerzijds gebruik te maken van deze infrastructuur doch wenst anderzijds ook zelf een nieuw voetbalstadion met tribune en een A-terrein te realiseren op eigen kosten en initiatief.

 

Aangezien beide doelstellingen en intenties dezelfde site tot voorwerp hebben en Lyra-Lierse reeds instond voor de studie-en ontwerpfase, werden de afspraken tussen stad Lier en Lyra-Lierse omtrent de ontwikkeling van de site vastgelegd in een kaderovereenkomst.

 

Door middel van de kaderovereenkomst heeft Lyra-Lierse de nodige (zakelijke) rechten op de site Hoge Velden verworven en heeft ze zich verbonden tot de realisatie van een jeugdsportcomplex op dezelfde site. Met het oog hierop wenst de stad Lier een investeringssubsidie te verlenen aan Lyra-Lierse. Hieromtrent legt de subsidieovereenkomst de afspraken vast tussen de partijen. Deze werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 april 2023.

 

Feiten en context

Uit de kaderovereenkomst volgt dat Lyra-Lierse een opstalrecht krijgt gedurende een periode van 50 jaar (dewelke ingaat vanaf het verlijden van de opstalakte) met het oog op de oprichting van een sportcomplex. Gedurende de duurtijd van het opstalrecht staat Lyra-Lierse in voor het onderhoud van de infrastructuur.

Het sportcomplex bevat:

1. een A-veld voor het eerste voetbalelftal van Lyra-Lierse met bijhorende accommodatie;

2. een jeugdcomplex, omvattende 6 jeugdvoetbalvelden, kleedkamers en kantine, een loods voor onderhoudsmateriaal, trainingsfaciliteiten, beachvolley, basket, petanque, finse piste en  publiek toegankelijke parking

Lyra-Lierse streeft ernaar om het project te voltooien binnen 36 maanden na ontvangst van een definitief uitvoerbare omgevingsvergunning.

Stad Lier kent aan Lyra-Lierse een investeringssubsidie toe. Lyra-Lierse vraagt op haar beurt een subsidie inzake bovenlokale sportinfrastructuur aan bij de Vlaamse overheid.

Stad Lier heeft het recht op kosteloos gebruik van de infrastructuur tijdens een afgebakende periode.

De parkings en het loopparcours op de site zijn vrij en publiek toegankelijk.

Lyra-Lierse kan de infrastructuur verhuren aan derden, mits respect voor de verhuurtarieven die door partijen worden vastgesteld volgens de gebruikscategorieën van de verhuurreglementen.  Lyra-Lierse kan haar rechten en plichten in het kader van de kaderovereenkomst (inclusief opstalakte en subsidieovereenkomst) niet overdragen aan een derde noch het onroerend goed vervreemden of bezwaren zonder het uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijk akkoord van stad en OCMW Lier. In de kaderovereenkomst geven stad en OCMW Lier toestemming aan LyraLierse om een hypotheek te vestigen op het onroerend goed voor maximaal 1.500.000 euro op het stadiongedeelte.

 

Deze principes werden opgenomen in de opstalakte, opgemaakt door notariskantoor Verreth en Ruiters.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

De gemeenteraad keurde op 24 april 2023 de kaderovereenkomst tussen stad Lier, OCMW Lier en Lyra-Lierse goed waaruit volgt dat Lyra-Lierse een opstalrecht verwerft voor een periode van 50 jaar.  Aangezien de opstalakte de notariële uitwerking is van de principes uit de kaderovereenkomst, overweegt de gemeenteraad om de akte goed te keuren.

 

Verder bevat de akte nog een perceel grond dat gedesaffecteerd dient te worden, zijnde het perceel met toekomstig kadasternummer 0400EP0000, opdat dit in opstal kan gegeven worden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de opstalakte betreffende de site Hoge Velden in bijlage goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om het perceel met toekomstig kadasternummer 0400EP0000 te desaffecteren uit het openbaar domein.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

GRATIS GRONDAFSTAND MECHELBAAN 236 - ONTWERPAKTE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De omgevingsvergunning nr V 2022/6/OMV_2022091187 bepaalt dat er een gratis grondafstand dient te gebeuren ter hoogte van de Mechelbaan 236, zijnde lot 3 op het toegevoegde opmetingsplan: "Lot 3, de grondstrook binnen de voorziene rooilijn dat wordt onttrokken uit de verkaveling en kosteloos overgedragen aan de gemeente."

 

In het kader hiervan bezorgt notaris Heylen de ontwerpakte tot gratis grondafstand.

 

Adviezen

De dienst vastgoed verleent positief advies voor de goedkeuring van de ontwerpakte.

 

Juridische grond

Artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Gelet op de voorwaarde tot gratis grondafstand volgend uit de omgevingsvergunning nr V 2022/6/OMV_2022091187 overweegt het college om de ontwerpakte van gratis grondafstand in bijlage goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte van gratis grondafstand en het bijhorende opmetingsplan als bijlage goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

CONCESSIEOVEREENKOMST MET NV SPORT & RECREATIE LIER INZAKE DE CONCEPTIE, BOUW EN EXPLOITATIE VAN EEN OPENBAAR ZWEMBAD OP DE DUNGELHOEFFSITE - OPSTART ONDERHANDELING TOT OPMAAK ADDENDUM NR. 3 – INVESTERINGEN IN DUURZAAMHEID – PRINCIEPSBESLISSING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing van raad van bestuur van 17 mei 2004 over de goedkeuring van de concessieovereenkomst met NV Sport & Recreatie Lier.

Gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2016 over de goedkeuring van het addendum bij de concessieovereenkomst

Gemeenteraadsbeslissing van 24 juni 2021 over de goedkeuring van het tweede addendum bij de concessieovereenkomst

 

Feitenencontext

1. In zitting van 17 mei 2004 heeft de raad van bestuur SOLag goedkeuring verleend aan de concessieovereenkomst met NV Sport & Recreatie Lier (hierna: “S&R Lier”) inzake de conceptie, bouw en exploitatie van een openbaar zwembad op de Dungelhoeffsite. Tijdens de duur van de concessieovereenkomst verstrekt de Stad Lier eveneens een algemene werkingssubsidie alsmede een overheidswaarborg voor de lening. De algemene werkingssubsidie voor 2024 bedraagt 1.644.474 Euro. Op 30 juni 2006 is het zwembad officieel geopend.

 

In uitvoering van artikel 4 van de bovenvermelde concessieovereenkomst heeft de concessieovereenkomst een duur van 32 jaar vanaf 18 mei 2004. De bestaande concessieovereenkomst neemt dan ook een einde op 17 mei 2036.

 

2. De gemeenteraad keurde op 26 november 2016 een eerste addendum goed waarbij enerzijds door S&R Lier bijkomend werd geïnvesteerd; de subsidie werd verhoogd én de winstparticipatie werd aangepast.

 

Er werd een tweede addendum afgesloten op 24 juni 2021 naar aanleiding van de coronacrisis.

 

3.       Het zwembad van Lier betreft één van de meest succesvolle zwembaden in Vlaanderen. Het is belangrijk dat  deze positieve situatie  zo  lang mogelijk kan worden behouden.  Tegelijkertijd is het bewustzijn rond duurzaamheid de laatste jaren sterk gegroeid. De energiecrisis van 2021 én 2022 heeft de noodzaak hiertoe  duidelijk onderlijnd. Het is dan ook belangrijk om te investeren in het zwembad ten einde de duurzaamheid ervan in de tijd sterk te verbeteren. Om die reden wordt beoogd om een addendum nr. 3 te onderhandelen en op te stellen met S&R Lier  waarbij fors in het gebouw én de duurzaamheid kan worden geïnvesteerd.

 

Er werd een aanvraag bij Sport Vlaanderen ingediend voor een subsidie voor energiebesparende investeringen in zwembaden. Deze aanvraag werd gedaan op 13 oktober 2023 . Er werd een bedrag toegekend van 3.673.205,39 euro dat een belangrijke hefboom vormt in de beoogde duurzaamheidsdoelstellingen. De subsidieaanvrager krijgt 60% gesubsidieerd én  voor 40% moeten eigen middelen voorzien worden. Deze middelen moeten uiterlijk op 30 september 2026 besteed zijn.

 

Voor het verduurzamen van het zwembad betreft de uitbreiding van de levensduur ervan eveneens een belangrijke stap in de goede richting. Op basis van de huidige concessieovereenkomst bedraagt de exploitatieperiode 30 jaar. Deze levensduur kan echter met 15 jaar uitgebreid worden door het doorvoeren van het bovenvermeld investeringsprogramma.

 

4.      De Gemeenteraad is bevoegd omdat voor de bijkomende investeringen in duurzaamheid een overheidswaarborg zal moeten worden afgeleverd. Tevens zal voor de verlenging van de concessieovereenkomst met 15 jaar ook de bestaande algemene werkingssubsidie moeten verlengd worden alsmede het opstalrecht. Om die reden verdient het sterk de voorkeur om de Gemeenteraad reeds te betrekken bij de opstart van de onderhandelingen én toestemming te vragen deze onderhandelingen op te starten.

 

De beslissing die aan de gemeenteraad wordt voorgelegd bevat nog geen wederzijdse rechten en verplichtingen van Stad Lier, SOlag of S&R Lier. Het betreft enkel een principiesbeslissing waarbij partijen in onderhandelingen zullen treden over de opmaak van een addendum nr. 3 én legt hierbij enkel de krijtlijnen van deze onderhandelingen vast.

 

Een belangrijk financieel principe bij de onderhandelingen betreft het feit dat de bestaande subsidie én de bestaande voorwaarden van de concessieovereenkomst behouden blijven gedurende de 15 jaren van de verlenging. De begroting van de stad Lier wordt op die manier dan ook niet bijkomend belast. Een sluitend financieel plan zal hiervoor het bewijs moeten leveren. Op die manier zijn scholen, clubs en individuele sporters ook zeker van het behoud van het aanbod van zwemwater tegen het huidige tarief behoudens de voorziene indexering.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur

 

Financiële weerslag

De stad Lier zal wel een lening moeten waarborgen van ongeveer 12.000.000 euro (= 16.600.000 euro – [3.673.205,39 euro én ecologiepremie] aan subsidie). Deze lening moet uiteraard volledig terugbetaald zijn op het einde van de verlengde duur van de concessieovereenkomst.

 

Stemming

 

29 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten, Jan Hermans, Gert Van Eester en Yoena Mertens

4 onthoudingen: Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck en Emma Gils

Goedkeuring met 29 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art1:

Degemeenteraad stemt in met de onderhandelingen voor de opmaak van een addendum nr. 3 bij de concessieovereenkomst met NV Sport & Recreatie Lier inzake de conceptie, bouw en exploitatie van een openbaar zwembad op de Dungelhoeffsite waarbij:

 

        het investeringsprogramma wordt gedetailleerd uitgewerkt voor de opfrissing enerzijds en de verhoging van de duurzaamheid anderzijds tegen marktconforme prijzen;

 

        de subsidie van Sport Vlaanderen én de ecologiepremie worden bekomen;

 

        de exploitatieperiode van 15 jaar wordt verlengd;

 

        de algemene werkingssubsidie behoudens indexering niet wordt verhoogd;

 

        de lening met overheidswaarborg moet integraal terugbetaald worden over de verlengde exploitatieperiode;

 

        op basis van een sluitend financieel plan wordt aangetoond dat deze terugbetaling van de lening zal gerealiseerd worden binnen de verlengde exploitatieperiode.

 

Art2 :

Deze beslissing houdt geen enkele verbintenis in van de stad Lier of SOlag.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

CONCESSIE BIJGEBOUW STATION LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De Podium- en Beeldacademie wenst in samenwerking met het jeugdhuis De Moeve een creatieve ontmoetingsplek te creëren in het bijgebouw van het station Lier. Het project kan voor de buurt een sociale en culturele meerwaarde zijn.

 

Het concept is een culturele en multidisciplinaire invulling van de ruimte gelegen aan het station van Lier. Er zal een kalender opgesteld worden waarbij verschillende creatieve disciplines aan bod komen (tentoonstellingen, optredens, workshops,...). Het is tevens de bedoeling om lokale verenigingen en jong talent te betrekken bij dit project.

 

Het bijgebouw is eigendom van de NMBS en is gelegen aan het Leopoldsplein, Lier. Het behoort tot het openbaar domein van de NMBS.

 

De academie heeft onderhandeld met de NMBS betreffende het gebruik van het gebouw. De NMBS is bereid om het gebouw in concessie te geven van 1/4/2022 tot en met 31/3/2023.

De NMBS vraagt hiervoor een jaarlijkse vergoeding van 1.200 euro.

 

De concessieovereenkomst is opzegbaar mits rekening houdend met een opzegtermijn van 3 maanden.

 

Het contract werd door het college goedgekeurd op 28 maart 2022.

 

Het college besliste op 6/3/2023 om de overeenkomst te verlengen met 1 jaar, eindigend op 31 maart 2024.

 

Feiten en context

Het huidige contract eindigt op 31 maart 2024. De academie wenst de overeenkomst te verlengen en heeft in het kader hiervan opnieuw onderhandeld met de NMBS. De overeenkomst kan verlengd worden met één jaar, waardoor deze eindigt op 31 maart 2025.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

De Podium- en Beeldacademie wenst in samenwerking met het jeugdhuis De Moeve  het bijgebouw aan het station van Lier één jaar langer te gebruiken voor de uitbating van een creatieve ontmoetingsplek. De NMBS gaat akkoord met de verlenging van het contract voor één jaar. In het kader hiervan overweegt de gemeenteraad om de concessieovereenkomst in bijlage goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de concessieovereenkomst betreffende het gebruik van het bijgebouw van het station van Lier aan het Leopoldplein goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

AANLEG FIETSPADEN EN HERINRICHTING AARSCHOTSESTEENWEG (N10) TUSSEN LIER EN KONINGSHOOIKT - ADDENDUM NR. 1 OP SAMENWERKINGSOVEREENKOMST. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad heeft in zitting van 6 maart 2023 goedkeuring gehecht aan de samenwerkingsovereenkomst voor gezamenlijke opdrachten van werken voor de heraanleg van de N10 Aarschotsesteenweg tussen de Schollebeekstraat en de N10.

De gemeenteraad heeft in zitting van 26 juni 2023 goedkeuring gehecht aan de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst voor gezamenlijke opdrachten van werken tussen AWV - Lier - Aquafin en Pidpa.

 

Feiten en context

Het addendum nr. 1 heeft betrekking op de wijzigende financiering van de aanleg van het aandeel in de RWA (afstroming verharde private oppervlakten) voor het volledige traject.

De financiering van de posten m.b.t. RWA (aandeel stad Lier 75,86%) behorende bij het vast deel hoofdstuk 6.1. RWA B10 tlv AWV (24,14%) en LIER (75,86%) (posten 441 tot en met 476, aandeel stad Lier (75,86%) zal wijziging van de stad Lier naar Pidpa.

 

Bij de aanbesteding van het project werden deze kosten (429.566,93 € incl. BTW) nog voorzien tlv stad Lier. Na de opening van de offertes werd alsnog beslist dat de investeringskost voor aanleg grachten langs de N10 via de HidroSan rekening van Pidpa kan verlopen.

Dit verdient tevens de voorkeur i.k.v. de jaarlijkse rapportage aan de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij).

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Het addendum nr. 1 op de samenwerkingsovereenkomst dient ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de gemeenteraad van 25 maart 2024.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/04/SAP/01/01

Aarschotsesteenweg

 

Deze verschuiving heeft geen impact op het voorziende totaalbudget op de actie 01/04/SAP/01/01. Tevens is dit aandeel reeds voorzien in het goedgekeurde financieel plan van Pidpa en voorzien op budgetsleutel 66400000 op deze actie.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het addendum nr. 1 op de samenwerkingsovereenkomst voor gezamenlijke opdrachten van werken voor aanleg fietspaden en herinrichting Aarschotsesteenweg (N10) tussen Lier en Koningshooikt.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

WEG- EN RIOLERINGSWERKEN NAZARETDREEF - KANAALSTRAAT - SAMENWERKINGSOVEREENKOMST. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het college heeft in zitting van 19 februari 2024 goedkeuring gehecht aan het bestek en de raming, opgemaakt door Pidpa voor de ontwerpopdracht voor de weg- en rioleringswerken in de Nazaretdreef - Kanaalstraat.

 

Feiten en context

Door de VMM zijn voor alle waterlopen in Vlaanderen reductiedoelstellingen voor lozing van stikstof en fosfor opgelegd aan alle steden en gemeenten. Deze zijn vastgelegd in gebiedsdekkende uitvoeringsplannen, die deel uitmaken van de stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027. De stad Lier investeerde al fors in nieuwe rioleringsprojecten in de huidige MJP en kan hierdoor met de gerealiseerde en lopende rioleringsprojecten voldoen aan de reductiedoelstellingen voor alle waterlopen, met uitzondering van de doelstellingen voor de Grote Nete. Om hieraan wel te voldoen stelt het technisch bureau en rioolbeheerder Pidpa om in de MJP 26-30 budgetten te voorzien voor de sanering van de riolering in Nazaretdreef en Kanaalstraat, die momenteel nog rechtstreeks afvalwater op de Grote Nete loost.

Het voldoen aan de opgelegde reductiedoelstellingen zal voor de VMM na 2027 een voorwaarde zijn om nog aanspraak te kunnen maken op subsidiëring van rioleringswerken.

 

Om het rioleringsproject tijdig in uitvoering te laten gaan, dient nu reeds een studiebureau aangesteld te worden. Pidpa maakte voor deze studie-opdracht een bestek en een raming op die aan het CBS voorgelegd werden (cbs 19.02.2024). De studiekosten worden geraamd op 103.098,80 EUR (excl. btw) met volgende verdeling :

Aandeel Pidpa (riolering) : 93.166,71 EUR

Aandeel stad Lier (wegverfraaiing) : 9.932,09 EUR

 

Voor de aanstelling van een studiebureau door Pidpa werd onderstaande samenwerkingsovereenkomst opgemaakt.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

De samenwerkingsovereenkomst dient ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de gemeenteraad.

 

Stemming

 

29 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten, Jan Hermans, Gert Van Eester en Yoena Mertens

4 onthoudingen: Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck en Emma Gils

Goedkeuring met 29 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst voor aanstelling studiebureau door Pidpa voor de weg- en rioleringswerken in de Nazaretdreef - Kanaalstraat.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

NIET VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ OV 2023/324: BOUWEN VAN 2 APPARTEMENTSGEBOUWEN (48 EN 30 WOONEENHEDEN) OP EEN ONDERGRONDSE KELDER MET WEGENIS. NIET VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag ingediend door REFINA NV met als contactadres Achterstenhoek 48 te 2275 Lille, heeft betrekking op een terrein, gelegen Kroonstraat ZN, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 2 sectie C nrs. 430/2 A en 458Y2.

 

Het betreft een aanvraag tot het bouwen van 2 appartementsgebouwen (48 en 30 wooneenheden) op een ondergrondse kelder met wegenis..

 

De aanvraag omvat:

        stedenbouwkundige handelingen

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Argumentatie

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Kleinstedelijk gebied Lier

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een woongebied.

Volgens artikel 5.1.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Functiewijziging

De voorgelegde aanvraag voorziet een woonfunctie en een openbare nutsfunctie.

 

woonfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn geen bijkomende bepalingen van toepassing voor een woonfunctie.

 

openbare nutsfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

1° wonen;

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

1° wonen

Met wonen wordt residentieel wonen bedoeld. Gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf (vakantiehuisjes) vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘verblijfsrecreatie’.

Ook landbouwbedrijfswoningen vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’. De conciërgewoning bij een industrieel bedrijf valt niet onder de categorie ‘wonen’ maar onder ‘industrie en bedrijvigheid’. Dezelfde redenering gaat op voor alle conciërgewoningen.

Wanneer woningen boven gebouwen met een andere functie zijn opgetrokken en functioneel niets te maken hebben met deze functie, dan hebben ze wel de functie 'wonen'. Het gebouw in kwestie heeft dan twee hoofdfuncties.

 

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening  en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.

 

De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

  1. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie C 430/2 A

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie C 458 Y2

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Er zijn geen voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving

Het betreft een gemengde omgeving waarin zowel eengezins- als meergezinswoningen voorkomen met twee à drie bouwlagen onder verschillende dakvormen, zowel hellend als plat.

Het ligt net aan de binnenzijde van de Ring, aan de oostkant van Lier.

 

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet het bouwen van twee appartementsgebouwen (48 en 30 wooneenheden op een ondergrondse garage met 98P-plaatsen, 15 bezoekersparkeerplaatsen bovengronds en aanleg wegenis binnen een nieuwe roolijn.

Er worden bomen gerooid.

 

Er wordt een doorsteek pad voor fietsers en voetgangers voorzien van de Kroonstraat naar de Berlaarsesteenweg is 3,5m breed. Dit wordt openbaar domein waarop ook de appartementen aansluiten.

 

Er wordt wegenis voorzien met een doorsteek pad voor fietsers en voetgangers van de Kroonstraat naar de Berlaarsesteenweg van 3,5m breed. Deze wordt gelegd aan de noordzijde van het perceel.

Er komt een aftakking naar het zuiden waarop de appartementen aansluiten.

Waar het openbaar domein boven de kelder ligt voorziet men een erfdienstbaarheid ondergrondse constructies.

Hiervoor wordt een nieuwe rooilijn voorzien met openbaar domein ertussen volgens rooilijnplan opgemaakt door SBV&co op 21 september 2023. Met digitale codering in het omgevingsloket 23-09-21-Kroonstraat Lier Rooilijnplan.pdf.

Met een gratis grondafstand van 595m² (lot1) en 662m² (lot2b). Een belofte van gratis grondafstand werd voor deze loten toegevoegd.

 

Voor het lot 2A  met een oppervlakte van 73m², ten zuiden van de kelder werd geen belofte van grondafstand toegevoegd.

 

Betreffende de afstand van natrekking (overdracht van publiek domein met ondergronds een private kelder) wordt een voorwaarde opgelegd.

 

De wegenis wordt voorzien zoals in het wegenisdossier waarvan de documenten zijn opgeladen in het omgevingsloket met codering BA_OD_..

BGO

De gemeenteraad besliste tot een bouwpauze op 28 maart 2022. De bouwpauze geldt tot 1 januari 2025 en heeft betrekking op het bouwen van een meergezinswoning op greenfields, onbebouwde of onverharde stukken groen. Het perceel heeft slechts weinig verharding en veel groen.

Deze beslissing geldt als een beleidsmatig gewenste ontwikkeling een visie van goede ruimtelijke ordening.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Decretale bepalingen

Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, worden vergunningsaanvragen die wegenwerken omvatten waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, behandeld volgens de gewone vergunningsprocedure.

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats  van 17 november 2023 tot 16 december 2023.

 

Proces-verbaal van sluiting

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er bezwaarschriften ontvangen van 150 mensen, waaronder 21 losse bezwaren, een petitielijst van 77 indieners en één bundel bezwaren van 52 bezwaarindieners.

De bezwaren handelen samengevat onder meer over de volgende elementen:

Rooilijn, grondafstand, wegenis, met de vraag om deze niet goed te keuren.

 

 

  1. Adviezen

Cel Publieke Ruimte heeft volgend advies geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:


Enkel de toegang naar de gebouwen is als openbaar domein voorzien. Er wordt geen publieke ruimte gecreëerd.


 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: geen advies (10 november 2023).

 

Het standpunt van Cel Publieke Ruimte wordt bijgetreden.

 

 

Cel Ruimtelijke planning heeft volgend ongunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:


In het beleidskader stad&dorp wordt deze locatie als deels te verdichten aangegeven. Het bouwblok kan worden afgewerkt aan de ring. Hierbij mag het groene karakter van het binnengebied niet verloren gaan. De ligging/positie van de bouwblokken laten het behoud van het binnengebied niet toe waardoor het groene karakter in gedrang komt.


 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: ongunstig (10 november 2023).

 

Het ongunstig standpunt van cel ruimtelijke planning wordt bijgetreden.

 

 

Cel technisch bureau heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:


Projectinhoudversie 3

1. Een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. Voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie SB 250 v 4.1.

2. Een afgevaardigde van de technische dienst van stad Lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

3. Straatmeubilair: Eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad Lier.

4. De verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. Offerte op te vragen bij Fluvius door de aanvrager. De kosten voor aanleg zijn een last van de vergunning.

5. De stad zal middels een beperkte offertevraag de aanpassingswerken aan het bestaande openbare domein aanbesteden. De aangestelde aannemer voor de buitenaanleg van de site zal mee aangeschreven worden. De werken omvatten:

5.1. Heraanleg van het voetpad, fietspad en boordsteen thv Kroonstraat

5.2. Aansluiting fietspad aan kruispunt Berlaarsesteenweg

5.3. Aanpassen van bestaande en plaatsen van nieuwe verkeerssignalisatie. 

Het bedrag van de laagste inschrijving incl BTW zal een last van de vergunning zijn.

6. Huisvuilophaling

6.1. In de eerste projectversie werd op niveau -1 een vuilberging van 26m² ingetekend. Deze is volledig verdwenen in de huidige plannen. Deels is een afvalberging overbodig geworden door het verplicht inzamelen van de fracties rest, PMD en papier en karton via een collectieve sorteerstraat. Maar er moet wel rekening mee gehouden worden dat er vanaf 1/1/2025 ook een aparte GFT inzameling voor huishoudens wordt ingevoerd. Dit zal niet via de OCT’s kunnen. Er moet dus ruimte voorzien worden voor individuele GFT containers, in een gezamenlijke berging of in een berghok in het appartement zelf. De containers moeten op het moment van ophaling ook op een ergonomische manier naar een verzamellocatie gebracht kunnen worden, die bereikbaar is voor de ophaalwagen.

6.2.Het retributiereglement betreffende ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen (zie bijlage) is van toepassing op deze vergunning. De kost van de sorteerstraat zal pro rata het aantal wooneenheden doorgefactureerd worden aan de ontwikkelaar.

6.3. De locatie waar de OCT’s worden geplaatst dient overgedragen te worden naar het openbare domein en er dient een keerpunt voorzien te worden voor de vrachtwagen die de OCT’s komt ledigen.

7. Ter compensatie van de gerooide bomen : aanplant van minimum 6 hoogstambomen op het private perceel op wettelijke afstand van de perceelgrens.
 

Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:

1. Een uitvoeringsbestek is niet toegevoegd. Voor alle uit te voeren werken gelden de voorwaarden van het bestek openbaar domein versie SB 250 v 4.1.

2. Een afgevaardigde van de technische dienst van stad Lier zal eveneens de uitvoering van de werken op openbaar domein controleren en heeft steeds het recht geldige opmerkingen te formuleren.

3. Straatmeubilair: Eventueel straatmeubilair te voorzien volgens typemodellen gebruikt door de stad Lier.

4. De verlichting van het openbaar domein dient mee in het ontwerp en de aanleg opgenomen te worden door de aanvrager en dient te voldoen aan de geldende normen. Offerte op te vragen bij Fluvius door de aanvrager. De kosten voor aanleg zijn een last van de vergunning.

5. De stad zal middels een beperkte offertevraag de aanpassingswerken aan het bestaande openbare domein aanbesteden. De aangestelde aannemer voor de buitenaanleg van de site zal mee aangeschreven worden. De werken omvatten:

5.1. Heraanleg van het voetpad, fietspad en boordsteen thv Kroonstraat

5.2. Aansluiting fietspad aan kruispunt Berlaarsesteenweg

5.3. Aanpassen van bestaande en plaatsen van nieuwe verkeerssignalisatie. 

Het bedrag van de laagste inschrijving incl BTW zal een last van de vergunning zijn.

6. Huisvuilophaling

6.1. In de eerste projectversie werd op niveau -1 een vuilberging van 26m² ingetekend. Deze is volledig verdwenen in de huidige plannen. Deels is een afvalberging overbodig geworden door het verplicht inzamelen van de fracties rest, PMD en papier en karton via een collectieve sorteerstraat. Maar er moet wel rekening mee gehouden worden dat er vanaf 1/1/2025 ook een aparte GFT inzameling voor huishoudens wordt ingevoerd. Dit zal niet via de OCT’s kunnen. Er moet dus ruimte voorzien worden voor individuele GFT containers, in een gezamenlijke berging of in een berghok in het appartement zelf. De containers moeten op het moment van ophaling ook op een ergonomische manier naar een verzamellocatie gebracht kunnen worden, die bereikbaar is voor de ophaalwagen.

6.2.Het retributiereglement betreffende ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen (zie bijlage) is van toepassing op deze vergunning. De kost van de sorteerstraat zal pro rata het aantal wooneenheden doorgefactureerd worden aan de ontwikkelaar.

6.3. De locatie waar de OCT’s worden geplaatst dient overgedragen te worden naar het openbare domein en er dient een keerpunt voorzien te worden voor de vrachtwagen die de OCT’s komt ledigen.

7. Ter compensatie van de gerooide bomen : aanplant van minimum 6 hoogstambomen op het private perceel op wettelijke afstand van de perceelgrens.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (7 december 2023).

 

Het standpunt van Cel technisch bureau wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning:

Het advies en de voorwaarden van technisch bureau dd 7 december 2023 moeten worden nageleefd in een eventuele vergunning.

 

 

 

  1. Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.


§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 25 maart 2024 voorgelegd en afgekeurd:

1. Vaststelling van de rooilijn

2. Wegenis- en rioleringsdossier

 

De gemeenteraad beslist op de gemeenteraad van 25 maart 2024 om de rooilijn niet vast te stellen en het wegenisdossier niet goed te keuren gezien de BGO betreffende de bouwpauze, het negatieve verloop van het omgevingsvergunningsdossier met het ongunstige advies van de cel ruimtelijke planning en de vele opgelegde voorwaarden vanuit technisch bureau, de vele bezwaren en vanuit de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Bovendien werd voor het lot 2A  met een oppervlakte van 73m², ten zuiden van de kelder geen belofte van grondafstand toegevoegd.

 

 

 

  1. Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag niet in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich niet aanvaardbaar zijn, moet een ongunstig advies gegeven worden omwille van de BGO betreffende de bouwpauze, het negatieve verloop van het omgevingsvergunningsdossier met het ongunstige advies van de cel ruimtelijke planning en de vele opgelegde voorwaarden vanuit technisch bureau, de vele bezwaren en vanuit de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Bovendien werd voor het lot 2A  met een oppervlakte van 73m², ten zuiden van de kelder geen belofte van grondafstand toegevoegd.

 

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn niet vast te stellen volgens het plan met titel rooilijnplan opgemaakt door SBV&co op 21 september 2023. Met digitale codering in het omgevingsloket 23-09-21-Kroonstraat Lier Rooilijnplan.pdf.

 

Het college van burgemeester en schepenen nam kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van (29/02/2024).

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier :

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

 

Art. 1 :

De gemeenteraad beslist om de rooilijn niet vast te stellen bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend met rooilijnplan opgemaakt door SBV&co op 21 september 2023.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

REGLEMENT ORGANISATIE KERMISACTIVITEITEN & AMBULANTE ACTIVITEITEN IN KERMISGASTRONOMIE OP OPENBARE KERMISSEN - WIJZIGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraad dd. 27 januari 2020 betreffende het reglement met betrekking tot de novemberfoor en kermissen.

 

Feiten en context

Naar aanleiding van het afschaffen van de leurkaart, dient het reglement met betrekking de organisatie novemberfoor en andere kermissen wijzigingen op vlak van wetgevingen te ondergaan.

 

Het modelreglement opgemaakt door VVSG werd voor deze aanpassingen gebruikt op het gebied van wetswijzigingen. Verder zijn enkele hiaten en nummeringen aangepast/toegevoegd aan het reglement om de leesbaarheid te optimaliseren.

 

Doorhalingen worden geschrapt naar aanleiding van de wijzigingen in de wet of een kleine hiaten in het vorige reglement.

Vette tekst zijn toevoegingen/herformulering in het kader van de wetswijziging of aanpassingen van kleine hiaten in het vorige reglement.

 

AFDELING 1 Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen

 

Dit reglement is gebaseerd op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd door de wetten van 4 juli 2005 en,20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023 en het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 2023 en de vigerende decreten.

 

Artikel 1: Toepassingsgebied (wet art. 1, 5°, art. 2 §2)

 

Als kermis en foor wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.

 

Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties.

 

Artikel 2: Gegevens van openbare kermissen (wet art. 8 §2)

 

Het stadsbestuur richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in:

 

- Winterkermis Koningshooikt Koningsplein - De Laag - 1ste zondag na 16 januari

- Lier-Kermis Schapenkoppenstraat - 2de zondag na Pinksteren

- Zomerkermis Koningshooikt De Laag - 1ste zondag na 16 juni

- Schipkenskermis Schapenkoppenstraat - 1ste zondag na 5 augustus

- Sint-Bernarduskermis (Lisp kermis) F. Peltzerstraat- Lispersteenweg - 1ste zondag na 20 augustus

- Novemberfoor Grote Markt, Zimmerplein, Gasthuisvest, F. Timmermansplein -

1ste zondag na Allerheiligen

 

De gemeenteraad duidt de plaatsen (pleinen en straten) aan waar de verschillende kermissen en de Novemberfoor georganiseerd worden. Het college van burgemeester en schepenen krijgt de volmacht van de gemeenteraad voor het opmaken van het kermisplan met de standplaatsen en hun specialisaties en technische specificaties van de Novemberfoor en de kermissen.

 

De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes.

• De Novemberfoor  en de openbare kermissen starten de vrijdag voor de hiervoor genoemde zondag. start op donderdag voor de hiervoor genoemde zondag.

De Novemberfoor duurt drie weekends en eindigt de 3de zondag. Gebak- en confiseriekramen en lunaparken mogen open blijven tot de dinsdag na de 3de zondag.

 

De gemeenteraad geeft volmacht aan het college van burgemeester en schepenen om de data, indien nodig, te wijzigen voor de kermissen. nader te bepalen.

 

Artikel 3: Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10 § 1 en KB art. 4 §2 en art. 10)

 

De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen aan de houders van een ondernemingsnummer dat kermisactiviteiten toelaat via de persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt.

Deze persoon moet desgevallend de stukken voorleggen die de volgende zaken aantonen:
§1 Voor kermisattracties en vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel:
• aan de houders van een “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor eigen rekening
• aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”
Bijkomende voorwaarden:
• uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s;

de uitbater beschikt over een bewijs van de identificatie met de kentekenplaat van de kermisattractie of uitgebate vestiging als ze zich op eigen kracht voortbeweegt of van het voertuig dat de kermisattractie of uitgebate vestiging vervoert

 de uitbater beschikt over een bewijs van de identificatie met de kentekenplaat van de kermisattractie of uitgebate vestiging, dit ter controle van de bijhorende attesten zoals verzekering, keuring, ... , waar ook naar de kentekenplaat van de attractie wordt verwezen
wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-
menselijke energiebron betreft, de attractie voldoet aan de bepalingen van artikel 10 van het KB van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellenals het een kermistoestel met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft voldoet het toestel aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 juni 2023 betreffende de uitbating van kermistoestellen
• de uitbating van een kermisinstelling met levende dieren is verboden

als het een speeltoestel betreft: de attractie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen
• het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid.
 

De stad kan altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt zijn identiteitsbewijs voorlegt.

§2 Voor vestigingen van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel:
• aan de houders van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten” voor eigen rekening
• aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”
Bijkomende voorwaarden:
• uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s
• het bewijs dat de vestiging en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire
voorwaarden inzake volksgezondheid.
 

Op de Novemberfoor worden niet meer dan 8 lunaparken (automatische spelen) toegelaten. Meer instellingen met automatische spelen (lunaparken of andere) worden niet toegelaten.
 

Aan dezelfde natuurlijke of rechtspersoon kunnen maximaal 3 standplaatsen toegewezen worden.
 

Artikel 4: Verhouding abonnement – losse plaatsen voor de duur van de kermis (KB art. 8, 9 § 1)
 

De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel.
De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:
• in geval van absolute noodzaak;
• i.f.v. de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties).
 

De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen en effectief ingenomen heeft gedurende drie opeenvolgende jaren. [dus niet van toepassing op een losse standplaats of in de blauwe zone].
 

Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.
 

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.
 

Om te kunnen beantwoorden aan de eisen van de hernieuwing van de foor en om de diversiteit van het aanbod te waarborgen, kan het college aan de abonnementhouder toestaan om op zijn abonnementsplaats een andere kermisinstelling te zetten dan diegene die er de voorgaande jaren werden opgesteld, dit met het oog op een verbetering van het foorbeeld of het winnen van ruimte.
 

Artikel 5: Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen (KB art. 13)
 

5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats (KB art. 13 en 14)
 

Wanneer een standplaats vrijkomt, zal het college van burgemeester en schepenen deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving.
Deze kennisgeving zal gebeuren via één of meerdere van onderstaande kanalen:
• een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord;
• de website (www.lier.be);
• de vakbladen van de foorreizigers.
 

De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

 

Voor de Novemberfoor wordt de periode van inschrijving vastgelegd op de maanden januari en februari.
 

De kandidaturen tot het innemen van een standplaats moeten volgende gegevens bevatten:
• volledige naam & adresgegevens aanvrager
• aard van de attractie of vestiging
• afmetingen en technische specificaties van de attractie of vestiging
• kopie van de machtiging
• ondernemingsnummers
 

5.2. Onderzoek van de kandidaturen (KB art. 15)
 

Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt het college van burgemeester en schepenen of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.
 

De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:
a) de aard van de attractie of van de vestiging;
b) de technische specificaties
c) de graad van veiligheid
d) de aantrekkingskracht
e) de deskundigheid van de uitbater en zijn aangestelden
f) desgevallend, de nuttige ervaring;
g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.
 

Als het schepencollege op basis van deze criteria geen onderscheid kan maken, is een loting mogelijk.

 

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal. (collegebesluit)

Deze kan geraadpleegd worden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 november betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten.


5.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats (KB art. 15 § 5)
 

Het college van burgemeester en schepenen deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mee op één van volgende wijzen:
hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,
hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,
hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.


Artikel 6: Het register of plan van de toegewezen standplaatsen (KB art. 16)
 

Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats de volgende zaken worden vermeld staat:
a) de situering van de standplaats;
b) de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats;
c) de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;
d) de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;
e) desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en
het adres van haar maatschappelijke zetel;
f) het ondernemingsnummer;
g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is; met vermelding van de technische specificaties
h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld;
i) desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht.
 

Artikel 7: Spoedprocedure (KB artikel 17)
 

Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,
hetzij omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure (cf. artikel 5 van dit reglement),
hetzijof omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden,
hetzij of tengevolge van hun niet-bezetting resulterend uitwegens de afwezigheid van hun houder,

kan er worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt is bepaald:
1° het college van burgemeester en schepenen raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;
2° of de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij schriftelijk tegen ontvangstbewijs;
3° het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen;
4° het stelt een proces-verbaal (collegebesluit) op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend;
5° indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft het in het proces-verbaal (collegebesluit) de motivatie van zijn keuze aan;
6° het deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (bijv. fax of e-mail) met ontvangstmelding, de beslissing mee die hem aanbelangt.
 

Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.
 

De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van de eerstvolgende gemeenteraad of college van burgemeester en schepenen, al naargelang het geval.
 

Artikel 8: Duur abonnement (KB Art. 12, §1 en 2)
 

1° Het abonnement heeft een duur van vijf jaar.
Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cf. artikel 9 van dit reglement) of het afstand doen van het abonnement (cf. artikel 10 van dit reglement).
2° De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan.
Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen.
 

Artikel 9: Opschorten abonnement (KB art. 12 § 3)
 

De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:
 

1° hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:
• door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest,
• door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.
De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op het einde van de kermis op.
 

Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden.
 

2° hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.
De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden.
 

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.
 

De vraag tot opschorting dient te gebeuren:
hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,
hetzijof bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,
hetzijof per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

 

Stad Lier bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.


Artikel 10: Afstand van het abonnement (KB art. 12 §4)
 

De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:
• bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.
• bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.
• indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 9, 1° van dit reglement. De opzegging gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid.
• De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven dan deze vermeld in het eerste lid.

De beslissing om gevolg aan deze aanvraag te geven hangt af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen. Het schepencollege beslist over deze aanvraag.
• De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

 

De vraag tot afstand dient te gebeuren:

- bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding

- of bij persoonlijk overhandigde brief met ontvangstmelding

- of per duurzame drager (email) met ontvangstmelding

 

Stad Lier bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.


Artikel 11: Schorsing en opzegging/intrekking van het abonnement en een vergunning voor een losse standplaats (KB art. 12 § 6)
 

Het college van burgemeester en schepenen kan het abonnement intrekken of opschorten:
1° omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging,
2° omdat de titularis een verplichting van dit reglement niet naleeft
3° bij afwezigheid zonder geldige reden;
4° wanneer de retributie, voorzien in het toepasselijke retributiereglement van de stad Lier, niet betaald is op de datum vermeld op de toegestuurde factuur. Bij niet-tijdige betaling van het bedrag kan, zonder enige verwittiging of ingebrekestelling de vergunning voor inname van de betreffende standplaats ingetrokken worden. Het stadsbestuur zal dan ook over deze plaats kunnen beschikken.
5° omdat de titularis herhaaldelijk de richtlijnen van de plaatsmeester niet naleeft met betrekking tot de openbare orde, rust & veiligheid, de goede werking van het kermisgebeuren (o.m. openings- en sluitingsuren, plaatsing van attracties en bijhorigheden en schade aan het openbaar domein)”.
hetzij bij het plaatsen van een andere attractie dan aangevraagd werd of waarvoor een abonnement toegekend werd;
hetzij dat de gemeente de standplaatsen niet ter beschikking kan stellen bij bv. wegenwerken, e.a.;
 

De beslissing tot schorsing/intrekking wordt betekend per aangetekende brief met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.
 

Bij schorsing/intrekking kan de foorreiziger in geen geval aanspraak maken op een schadevergoeding van welke aard ook, noch de terugbetaling van het standgeld vorderen.
Wanneer een vergunning van een foorkramer wordt ingetrokken ingevolge een tekortkoming aan de voorschriften van voorliggend reglement, kan het college van burgemeester en schepenen tevens beslissen dat betrokkene voor een maximale termijn van drie jaar niet meer in aanmerking kan komen voor een standplaats op een door de stad Lier ingerichte foor of kermis.

 

Artikel 12: Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)

 

Wanneer de openbare kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement.

 

Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest.

 

Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare kermis of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.

 

In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.


 

Artikel 12 13: Overdracht standplaats (KB artikel 18)
 

De overdracht van een standplaats is toegelaten wanneer aan de overnemer:
- die in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven is voor het uitbaten van een kermisattractie of een vestiging van kermisgastronomie

- en die de specialisatie met dezelfde technische specificaties van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats. Een wijzing is slechts mogelijk in uitzonderlijke gevallen na voorafgaande toelating van het college van burgemeester en schepenen.

 

Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van het schepencollege.

 

1) de houder van een standplaats op een openbare kermis de uitbating van zijn attractie(s) of zijn vestiging(en) stopzet;
2) de houder van een standplaats overlijdt. Zijn rechthebbenden kunnen zijn standplaats overlaten.
In beide gevallen is overdracht slechts mogelijk op voorwaarde dat
• de overnemer(s) de attractie(s) of vestiging(en) uitgebaat op de overgedragen standplaatsen overneemt;
• de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot het toewijzen van een standplaats op de kermis (cf. artikel 3 van dit reglement).
• het college van burgemeester en schepenen vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de
voorwaarden tot overdracht.
 

Artikel 13 14: Inname standplaatsen (KB art. 11)
 

De standplaatsen die zijn toegewezen aan de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, kunnen ingenomen worden door de volgende personen:

1° de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, die een kermisactiviteit uitoefenen;

2° de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen;

3° de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening;

4° de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een kermisactiviteit voor eigen rekening uitoefenen;

5° de personen die de kermisactiviteit uitoefenen voor eigen rekening of in dienst van de natuurlijke personen, maatschap of rechtspersonen, vermeld in punt 1° tot en met 4°

 

De personen, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 5°, kunnen de standplaatsen innemen die toegewezen zijn aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon of maatschap wiens rekening of wiens dienst ze de kermisactiviteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen.

 

13.1. De standplaatsen kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:
1) de persoon aan wie standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement), houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”
2) de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is
toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”
3) de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening
4) de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening
5) de personen die beschikken over de “machtiging als aangestelde-verantwoordelijke in kermisactiviteiten” die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4)
6) aangestelden die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4) onder het gezag en in aanwezigheid van deze of van een persoon bedoeld in 5)
De personen bedoeld in 2) tot en met 5) kunnen deze standplaatsen innemen voor zover hun machtiging geldig is voor de attractie of vestiging die erop uitgebaat worden.
Zij kunnen deze standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.


13.2. De standplaatsen voor een ambulante activiteit in kermisgastronomie zonder bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:
1) de persoon aan wie de standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement), houder van de
“machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”
2) de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”
3) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;
4) de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;
5) door de personen die beschikken over de “machtiging als aangestelde A” of de “machtiging als
aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in 1) tot en met 4)
6) door de personen vrijgesteld van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten in een vestiging kermisgastronomie zonder bediening aan tafel, in aanwezigheid en onder het gezag van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als werkgever” of van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als aangestelde A of B”
De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.
 

Artikel 14 15: Standplaatsvergoeding
 

De standplaatsvergoeding voor openbare kermissen wordt bepaald door de gemeenteraad aan de hand van een toepasselijk retributiereglement voor de inname van standplaatsen op het openbaar domein.
 

AFDELING 2 Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen
 

Artikel 1 16: Toepassingsgebied (KB art. 19 en 20)
 

1.1. 1. Op aanvraag van een kermisuitbater of een privé persoon
Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare kermissen om een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel uit te baten kermisactiviteit uit te oefenendientmoet dit voorafgaand aan te vragen bij de gemeente. Deze aanvraag dient te gebeuren via ikorganiseerinlier.be.
 

1.2.2. Van uit de gemeente
Wanneer de gemeente een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 5 van Afdeling 1 van dit reglement gevolgd.
 

Tijdens de uren en de dagen van een kermis of Novemberfoor is op het grondgebied van Lier-Koningshooikt geen enkele kermis of geen enkele kermisinstelling toegestaan op het openbaar domein.
 

Artikel 2 17: Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art. 21)
 

Enkel de personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1zie artikel 3) en innemen van de standplaatsen op de openbare kermis (cf. supra Afdeling 1zie artikel 13) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.
 

Artikel 3 18: Duur machtiging (KB art. 22)
 

De machtiging wordt door het college van burgemeester en schepenen de burgemeester toegekend
hetzij voor een bepaalde periode
hetzij of per abonnement
 

Een abonnement kan toegekend worden van zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren.
Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.
 

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.
 

Artikel 4 19: Abonnementen
 

De bepalingen van de artikelen 8, 9, 10, 11 en 12 van Afdeling 1 van onderhavig reglement zijn mutatis mutandis van toepassing op deze afdeling. zijn van toepassing op de abonnementen toegekend krachtens afdeling 2.


Artikel 5 20: Standplaatsvergoeding
 

De standplaatsvergoeding voor kermisattracties op openbaar domein buiten de openbare kermissen wordt bepaald door de gemeenteraad aan de hand van een retributie- of belastingreglement voor de inname van standplaatsen op het openbaar domein.


AFDELING 3 Bepalingen van toepassing op afdeling 1 en afdeling 2 van onderhavig reglement
 

Artikel 1 21:  Bepalingen over het oprijden, het opbreken van de attracties en het ontruimen van de standplaatsen


1.1 Oprijden en opstelling van de attracties
Het terrein mag door geen kermisattractie of woonwagen worden ingenomen zonder voorafgaande toelating van de bevoegde stadsambtenaar of in voorkomend geval de politie.
 

Elke foorkramer beschikt enkel over zijn, in voorkomend geval op de grond aangeduide, toegewezen standplaats.
 

Het is niet toegelaten de maximum afmetingen te overschrijden of te wijzigen zonder toelating van het college van burgemeester of schepenen.
Iedere foorkramer moet de hem toegewezen standplaats innemen met de instelling waarvoor hij de standplaats heeft aangevraagd.
 

De zonder toelating op het kermisterrein geplaatste wagens en kermiskramen worden ambtshalve verwijderd op risico van de foorkramer en de kosten worden op hem/haar verhaald.
Bij het opstellen van de kermiskramen moeten laadwagens, zodra ze afgeladen zijn, en voorraadwagens onmiddellijk het kermisterrein verlaten, wandelwegen en doorgangen inbegrepen, en geplaatst worden op een terrein dat daartoe door het stadsbestuur wordt aangewezen.
 

Het college van burgemeester en schepenen beschikt vrij over elke standplaats die de foorkramer overgedragen heeft aan derden of een dag voor de opening van de kermis niet in gebruik genomen heeft. In dit geval blijft het standgeld volledig verschuldigd en kan de foorkramer geen schadeloosstelling van het stadsbestuur eisen.
 

De standplaatsen worden toegewezen in de toestand waarin ze zich bevinden. De foorreiziger wordt geacht de hem toegewezen standplaats goed te kennen. Door het betalen van de retributie aanvaardt hij de toewijzing en verzaakt hij aan elk verhaal tegen het stadsbestuur omtrent hinder, last of schade die hij zou kunnen ondervinden door de aanwezigheid of het ontbreken van o.m. bomen, palen, banken, draden, kabelkasten, enz.
 

Het is verboden schade toe te brengen aan het wegdek, de aanpalende wandel- en rijwegen, voetpaden en parkeerterreinen. Onder geen enkel voorwendsel mogen de inrichting worden vastgehecht aan de weg, bomen, verlichtingspalen of verkeerstekens. De beschadigingen, die de foorreizigers toch zouden aangericht hebben, zullen door de zorgen van het stadsbestuur geschat en hersteld worden op kosten van de foorreiziger.
 

Het stadsbestuur komt niet tussen in de kosten voor schade aan derden.
 

De aansluitingen op nutsvoorzieningen voor water en elektriciteit gebeuren volgens de mogelijkheden en voorwaarden van de bevoegde toeleveringsmaatschappijen. De foorreiziger moet op voorhand zijn aanvraag tot aansluiten overmaken aan het stadsbestuur
 

In geval van onderbreking van elektrische stroom wegens beperking van het stroomverbruik of defect aan de leiding, is het stadsbestuur niet aansprakelijk.
 

1.2 Het opbreken van de attracties en het ontruimen van de standplaatsen
Op de sluitingsdag van de Novemberfoor mogen de attracties op de Gasthuisvest afgebroken worden vanaf 23.00 uur. Op de Grote Markt is dit vanaf middernacht.
Met het oog op het afbreken van de kermiskramen en het ontruimen van het kermisplein mogen de voertuigen van de foorkramers het terrein niet oprijden voor middernacht van de laatste kermisdag.
 

Voor hun vertrek moeten de kermishouders van de standplaatsen ervoor zorgen dat de standplaatsen schoongemaakt zijn en dat alle afval van de kermispleinen en –terreinen verwijderd is. Zoniet worden de kosten voor het reinigen aan de houder van de standplaatsen aangerekend.
 

Artikel 2 22: Specifieke bepalingen over de exploitatie van de attractie
 

2. 1° Openingsdagen en -uren


Verplichte openingsuren tijdens de novemberfoor:
• Maandag: 16.00 uur tot 20.00 uur
• Dinsdag: 16.00 uur tot 20.00 uur
• Woensdag: 14.00 uur tot 20.00 uur
• Donderdag: 16.00 uur tot 20.00 uur
• Vrijdag: 16.00 uur tot 22.00 uur
• Zaterdag: 14.00 uur tot 22.00 uur
• Zon- en feestdagen: 14.00 uur tot 22.00 uur
• Vooravond feestdag: tot 22.00 uur
 

De foorkramen mogen, met uitzondering van vrijdag en zaterdag, tot middernacht geopend zijn. Op vrijdag en zaterdag mogen de attracties tot 1 uur ’s nachts geopend zijn. Op de avond van 10 november mogen de foorkramen uitzonderlijk tot 1 uur ’s nachts geopend zijn.
Als de weersomstandigheden slecht zijn (hevige neerslag of storm), kan het (verplichte) sluitingsuur vervroegd worden. De plaatsmeester neemt daartoe het initiatief.
 

2.2° Het afficheren van de toegangsprijs en bekendmakingen
Bij elke kermisattractie dient het tarief in het Nederlands aangeduid te worden. Deze tariefaanduiding moet duidelijk zichtbaar en ondubbelzinnig zijn. Zij moet op een goed zichtbare plaats aangebracht worden en door het publiek van op een redelijke afstand gelezen kunnen worden.
 

In elke inrichting moet, goed zichtbaar, een bord worden aangebracht met vermelding van de naam van de foorreiziger en het ondernemingsnummer.
 

De tarieven mogen in de loop van de desbetreffende kermis niet gewijzigd worden. De aangegeven tarieven zijn deze die gedurende de hele duur van de kermis of de Novemberfoor gevraagd mogen worden.
 

Ter gelegenheid van georganiseerde kortingsdagen, mogen de houders van de standplaatsen een korting verlenen op de tarieven.zijn de houders van een standplaats geacht korting te geven.
 

In elke inrichting moet, goed zichtbaar, een bord worden aangebracht met vermelding van de naam van de foorreiziger en het ondernemingsnummer.
 

2.3° Exploitatie van de attractie
De uitbater van een standplaats moet de volledige kermisperiode exploiteren, behalve wanneer het schepencollege oordeelt dat er gegronde redenen zijn om vroegtijdig te vertrekken. Tijdens de openingsuren van de kermis dient er steeds een bevoegd persoon in de uitbating aanwezig te zijn.
 

Artikel 3 23: Voorwaarden inzake (brand)veiligheid, risico’s en milieu
 

Brandveiligheid
a. Ieder kermiskraam moet over eigen blusmiddelen beschikken. Per kermiskraam moet minstens één snelblustoestel ABC-type (poeder of waterig schuim) van 1 bluseenheid (conform de norm NBN S21-014) opgesteld worden. In functie van het risico kan de brandweer bijkomende blusmiddelen opleggen. De blusmiddelen moeten bedrijfsklaar zijn, op een goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaats opgesteld worden en duidelijk worden gesignaleerd d.m.v. de juiste pictogrammen. De medewerkers die een taak hebben in of nabij de tijdelijke inrichting moeten de blusmiddelen kunnen gebruiken en moeten ingrijpen bij het minste gevaar. De organisator moet op eenvoudige vraag een bewijs van nazicht van de blusmiddelen kunnen voorleggen dat niet ouder is dan 12 maanden.
 

b. Toestellen werkend met vloeibaar gemaakt gas moeten voorzien zijn van de nodige afsluitkranen en de toevoerleiding moet geschikt zijn voor het gebruikte gas. De hele installatie moet voldoen aan de geldende reglementeringen en aan de regels van goed vakmanschap.
D houders (flessen) voor vloeibaar gemaakt gas en het gebruik ervan dienen in overeenstemming te zijn met het KB van 7 december 1999 betreffende het vullen, de distributie en de etikettering van flessen met vloeibaar gemaakt petroleumgas. Zowel de aangesloten houders als de voorraad van houders moeten uit de buurt van warmtebronnen en afgeschermd van het publiek en direct zonlicht worden opgesteld in open lucht, zonder dat zij de vrije doorgang of de vluchtwegen belemmeren, of kunnen worden omgestoten.
Deze opstelplaatsen moeten vlot bereikbaar zijn voor de brandweer.
 

c. De verwarmingsinstallaties en de afvoerleidingen van de verbrandingsgassen moeten voldoende veilig uitgevoerd zijn. Bij de installaties, inrichtingen en kramen waar butaan- of propaanflessen worden gebruikt, dient een toelating bekomen te worden van het college van burgemeester en schepenen wanneer de gezamenlijke inhoud van de aanwezige flessen meer dan 300 liter bedraagt. De burgemeester kan steeds bijkomende maatregelen opleggen.
 

d. Alle elektrische installaties moeten zijn opgesteld volgens de bepalingen van het Algemeen Reglement op elektrische installaties (AREI).
Alle elektrische geleidingen moeten, zowel binnen als buiten de instelling, zorgvuldig en doeltreffend geïsoleerd zijn. Schakelaars, meters, stroomonderbrekers, weerstanden en smeltveiligheden moeten aan alle technische eisen voldoen. Ze mogen enkel bevestigd worden op onbrandbaar isolatiemateriaal. De smeltveiligheden moeten van het automatisch type zijn.
 

e. Alle toegangen tot en doorgangen in attracties moeten vrijgehouden blijven. Kassa’s moeten zo geplaatst zijn dat zij de nuttige breedte van de toe- en uitgangen niet verkleinen.
De uitgangen van de attracties moeten rechtstreeks op de openbare weg uitgeven. De weg naar de uitgang moet duidelijk aangeduid worden. De deuren moeten in de richting van de vluchtweg opendraaien en in geopende stand kunnen worden vastgezet.
De uitgangen en nooduitgangen zijn voorzien van opschriften die goed zicht- en leesbaar zijn, zowel overdag als bij duisternis.
 

f. De hydranten op het te bezetten terrein en de toegangswegen ernaar moeten altijd gemakkelijk te bereiken zijn voor de brandweer.
 

Beveiliging tegen risico’s
 

a. Kermiskramen met uithangborden, uitspringende en openslaande luiken of zeilen mogen geen hinder veroorzaken voor het verkeer of anderen. De hinderende delen moeten verwijderd worden.
 

b. Zwaaimolens of dergelijke moeten voorzien zijn van een afsluiting ter bescherming van de omstanders.
 

c. Het stadsbestuur is niet verantwoordelijk voor om het even welke schade of ongeval veroorzaakt door de kermiskramen, hun uitbaters of hun personeel, zowel binnen de inrichtingen als op de openbare weg.
 

d. De foorkramers zijn verplicht zich te verzekeren voor burgerlijke aansprakelijkheid inzake ongevallen en risico’s van brand en burenverhaal.
 

e. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden bij conflicten tussen de foorkramers.
 

f. Het stadsbestuur neemt geen bewaking op zich van kermiskramen en wagens die op het kermis- of parkeerterrein staan. Het stadsbestuur is evenmin verantwoordelijk voor beschadiging, verlies, diefstal van de in de wagens of kermiskramen geborgen of tentoongestelde zaken.
 

g. De foorkramers moeten de openingsdag van de foor of de kermis in hun instelling aanwezig zijn om de stadsafgevaardigden, gelast met het toezicht, te ontvangen en hun alle inlichtingen over de inrichting te kunnen verschaffen. De foorkramers moeten in orde zijn met alle veiligheidsvoorschriften en de betrokken attesten hiervan op het eerste verzoek voorleggen. Door het feit van de opstelling van de inrichting geeft hij de verzekering in orde te zijn. Indien de attesten niet kunnen voorgelegd worden, dan kan door de burgemeester een exploitatieverbod opgelegd worden.
 

h. De foorkramer of zijn aangestelden moeten onmiddellijk de politie en de hulpdiensten verwittigen van elk ongeval dat voorvalt op zijn standplaats. De houder van de standplaats kan voor dergelijke ongevallen nooit het stadsbestuur aansprakelijk stellen
In de kassa van elke foorinstelling moet een Nederlandstalige noodprocedure aanwezig zijn zodat bij eventuele mankementen direct kan ingegrepen worden.
De stopzetting van de exploitatie van een kermiskraam, na een ongeval, kan bevolen worden door de bevoegde overheid als veiligheidsmaatregel of voor om het even welke andere reden.
 

i. Indien om veiligheidsredenen de burgemeester oordeelt dat de exploitatie van een attractie stopgezet moet worden, moet de houder van de standplaats op het eerste verzoek van het stadsbestuur alle activiteiten van de attractie stilleggen.
Het college van burgemeester en schepenen beslist wat er verder moet gebeuren met de attractie, met het standgeld en/of een schadevergoeding zal worden geëist

 

Voorwaarden inzake milieu

 

Milieu

a. De geluidsniveaus afkomstig van geluidsbronnen, o.a. muziekinstallaties, sirenes, claxons, spreken en zingen via geluidsversterking en andere storende toestellen, mogen de wettelijke normen houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen niet overschrijden.

Voorts moet voldaan worden aan de stedelijke politieverordening ter voorkoming en bestrijding van de geluidshinder.

Stroomaggregaten moeten voldoen aan alle bij wet voorziene technische specificaties inzake geluid en uitwasemingen. Een keuringsattest moet in de onderneming aanwezig zijn.

De foorkramers moeten volgende wetgevingen naleven:

• het koninklijk besluit van 24.02.1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in

openbare en private inrichtingen en latere wijzigingen. Enkel tijdens de openingsuren is het

maken van muziek toegelaten;

• de politiereglementen van de stad Lier

• besluit Vlaamse Regering dd. 22 maart 2019 keurde m.b.t. regelgeving voor de preventie van

afvalstoffen en het ontmoedigen van het gebruik van wegwerpartikelen voor catering.

 

b. Op het kermisterrein worden geen woonwagens en/of slaapwagens toegelaten die niet voorzien zijn van chemische toiletten of andere, die niet als volstrekt hygiënisch door het stadsbestuur kunnen aanvaard worden.

 

c. Elke foorkramer moet de nodige maatregelen treffen om vervuiling van de omgeving tegen te gaan door:

• zelf recipiënten rond de attractie te plaatsen waarbij voedingswaren verhandelt worden of elke

attractie waar er afval wordt gegenereerd door verpakking van prijzen. De recipiënten moeten op

behoorlijke wijze tijdig en geregeld geledigd worden.

• het ingezamelde afval van de inrichting doelmatig aan te bieden op de daartoe aangegeven

locaties. Papier en karton moet samengebonden in draagbare pakken worden aangebonden,

restafval moet in vuilniszakken aangeboden worden voorzien met de sticker om foorafval te

onderscheiden van sluikstort.

 

De open ruimtes mogen niet gebruikt worden als stapelplaats voor materiaal en allerlei afval.

 

Het is verboden straatafvalkorven te gebruiken voor het deponeren van huisvuil en ander vreemd

afval aan het normale gebruik van deze korven.

 

De concrete ophaaldata worden meegedeeld aan de houder van de standplaatsen.

• bij het ontruimen van zijn standplaats op de kermispleinen of –terreinen deze schoon te maken en te ontdoen van alle afval.

 

d. Het is verboden oliën, vloeibare vetten, vaste afvalstoffen, enz. in de riolering of op straat te lozen. De bepalingen van het KB van 3 augustus 1976, houdende het reglement met betrekking tot het lozen van afvalwateren in de openbare rioleringen, zijn van kracht.

 

e. De houders van een attractie die hoofdzakelijk dranken verkopen zijn verplicht om in de onmiddellijke nabijheid van hun standplaats een sanitaire infrastructuur te plaatsen.

 

f. De houder van de standplaats moet de nodige schikkingen treffen om huishoudelijke en dierlijke (eigen huisdieren) reukoverlast te vermijden.

 

Artikel 4 24: Technische controles (KB art. 24)

 

De personen belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, hiertoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen zijn gemachtigd om de documenten vermeld in Afdeling 1, artikel 3 van dit reglement te controleren.

 

Artikel 5 25: Verbodspalingen

 

Het is streng verboden:

6.1 1 enige vorm van rook- en stinkbommen, bibi-guns, vuurwerk en/of explosieven te verkopen of als prijs te geven of op te slaan in de kermisattractie m.u.v. knaltouwtjes.

6.22 dranken te verkopen of aan te bieden als prijs, behalve in sandwichbars, suikerspin- & gebakkramen en drankgelegenheden

6.33 gebruik te maken van lichtbundels (sky tracers, lasers en dergelijke) die naar de lucht gericht zijn

6.44 kennelijk dronken personen tot de inrichting toe te laten

6.55 tickets op de openbare weg te verkopen. Deze moeten in de inrichting zelf uitgereikt worden

6.66 boksballen te plaatsen vanwege de veiligheid (belemmering doorgang) en het risico op ongevallen.

Boksballen die inpandig worden geplaatst, mogen niet aan de façade van de attractie worden geplaatst.

 

Artikel 6 26:

 

Alle gevallen die niet voorzien zijn in onderhavig reglement zullen het voorwerp uitmaken van bijzondere beslissingen van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 7 27: Toezicht en handhaving

 

De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het verlenen, schoren, intrekken van abonnementen en/of vergunningen voor losse standplaatsen en het nemen van sancties.

Elke overtreding van dit reglement kan worden bestraft met:

• een administratieve geldboete tot 350 euro (GAS boete) met als maximumbedrag het bedrag genoteerd in de politiecodex van Lier

• een administratieve schorsing of intrekking van het abonnement of toewijzing losse standplaats; of

• een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

De sancties opgelegd door het college van burgemeester en schepen worden met een aangetekende brief ter kennis gebracht aan de overtreder.

 

Artikel 28: In werking treden van gemeentelijk reglement

 

Dit reglement treedt in werking op 27 januari 2020 1 april 2024 en voorgaand reglement goedgekeurd in de gemeenteraad van 27 januari 2020 wordt opgeheven.

 

Adviezen

Team ondernemen en plaatsmeester verlenen hun positief advies aan voorliggend, geoptimaliseerd en geactualiseerd reglement voor de organisatie van de kermissen en novemberfoor.

Het team heeft zich gebaseerd op het voorbeeldmodel van VVSG alsook zijn enkele hiaten uit het vorige reglement gehaald (foutjes in verwijzing naar artikels, nummering, ...)

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, artikel 40

 

De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante handel en kermisactiviteiten, gewijzigd door de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2023 en de decreten van 24 februari 2017,  en besluit Vlaamse Regering van 21 april 2017 en 3 maart 2023

 

Het koninklijk besluit van 24 september 2006, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering 22 september 2023.

 

Argumentatie

Het schepencollege overweegt de adviezen te volgen en voorliggend reglement voor de organisatie van kermissen en novemberfoor in Lier ter goedkeuring voor te leggen aan de Gemeenteraad.

 

Financiële weerslag

Retributiereglement kermissen en novemberfoor, goedgekeurd door de gemeenteraad dd. 17 februari 2020.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het reglement novemberfoor en andere openbare kermissen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad dd. 27 januari 2020, op te heffen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist, het reglement novemberfoor en andere openbare kermissen, zoals als bijlage toegevoegd, goed te keuren.

 

 

Bijlage:

 

Reglement organisatie kermisactiviteiten & ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen

 

AFDELING 1 Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen

 

Dit reglement is gebaseerd op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd door de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023 en het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 2023 en de vigerende decreten.

 

Artikel 1: Toepassingsgebied (wet art. 1, 5°, art. 2 §2)

Als kermis en foor wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.

 

Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties.

 

Artikel 2: Gegevens van openbare kermissen (wet art. 8 §2)

Het stadsbestuur richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in:

        Winterkermis Koningshooikt Koningsplein - De Laag - 1ste zondag na 16 januari

        Lier-Kermis Schapenkoppenstraat - 2de zondag na Pinksteren

        Zomerkermis Koningshooikt De Laag - 1ste zondag na 16 juni

        Schipkenskermis Schapenkoppenstraat - 1ste zondag na 5 augustus

        Sint-Bernarduskermis (Lisp kermis) Lispersteenweg - 1ste zondag na 20 augustus

        Novemberfoor Grote Markt, Zimmerplein, Gasthuisvest, F. Timmermansplein

        1ste zondag na Allerheiligen

 

De gemeenteraad duidt de plaatsen (pleinen en straten) aan waar de verschillende kermissen en de Novemberfoor georganiseerd worden. Het college van burgemeester en schepenen krijgt de volmacht van de gemeenteraad voor het opmaken van het kermisplan met de standplaatsen en hun specialisaties en technische specificaties van de Novemberfoor en de kermissen.

De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes.

 

• De Novemberfoor start op donderdag voor de hiervoor genoemde zondag

De Novemberfoor duurt drie weekends en eindigt de 3de zondag. Gebak- en confiseriekramen en lunaparken mogen open blijven tot de dinsdag na de 3de zondag.

 

De gemeenteraad geeft volmacht aan het college van burgemeester en schepenen om de data nader te bepalen.

 

Artikel 3: Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10 § 1 en KB art. 4 §2 en art. 10)

De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen aan de houders van een ondernemingsnummer dat kermisactiviteiten toelaat via de persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt.

 

Deze persoon moet desgevallend de stukken voorleggen die de volgende zaken aantonen:
 

       uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s;

       de uitbater beschikt over een bewijs van de identificatie met de kentekenplaat van de kermisattractie of uitgebate vestiging als ze zich op eigen kracht voortbeweegt of van het voertuig dat de kermisattractie of uitgebate vestiging vervoert

       de uitbater beschikt over een bewijs van de identificatie met de kentekenplaat van de kermisattractie of uitgebate vestiging, dit ter controle van de bijhorende attesten qua verzekering, keuring, … waar ook naar de kentekenplaat van de attractie wordt verwezen

       als het een kermistoestel met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft voldoet het toestel aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 juni 2023 betreffende de uitbating van kermistoestellen

       de uitbating van een kermisinstelling met levende dieren is verboden

       als het een speeltoestel betreft: de attractie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen

       het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid.

 

 

De stad kan altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt zijn identiteitsbewijs voorlegt.
 

Op de Novemberfoor worden niet meer dan 8 lunaparken (automatische spelen) toegelaten. Meer instellingen met automatische spelen (lunaparken of andere) worden niet toegelaten.

Aan dezelfde natuurlijke of rechtspersoon kunnen maximaal 3 standplaatsen toegewezen worden.

 

Artikel 4: Verhouding abonnement – losse plaatsen voor de duur van de kermis (KB art. 8, 9 § 1)
De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel.
De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:
• in geval van absolute noodzaak;
• i.f.v. de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties).
 

De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen en effectief ingenomen heeft gedurende drie opeenvolgende jaren. [dus niet van toepassing op een losse standplaats of in de blauwe zone].

 

Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

 

Om te kunnen beantwoorden aan de eisen van de hernieuwing van de foor en om de diversiteit van het aanbod te waarborgen, kan het college aan de abonnementhouder toestaan om op zijn abonnementsplaats een andere kermisinstelling te zetten dan diegene die er de voorgaande jaren werden opgesteld, dit met het oog op een verbetering van het foorbeeld of het winnen van ruimte.

 

Artikel 5: Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen (KB art. 13)
 

5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats (KB art. 13 en 14)
Wanneer een standplaats vrijkomt, zal het college van burgemeester en schepenen deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving.
Deze kennisgeving zal gebeuren via één of meerdere van onderstaande kanalen:
• een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord;
• de website (www.lier.be);
• de vakbladen van de foorreizigers.
 

De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

 

Voor de Novemberfoor wordt de periode van inschrijving vastgelegd op de maanden januari en februari.

De kandidaturen tot het innemen van een standplaats moeten volgende gegevens bevatten:
• volledige naam & adresgegevens aanvrager
• aard van de attractie of vestiging
• afmetingen en technische specificaties van de attractie of vestiging
• ondernemingsnummers
 

5.2. Onderzoek van de kandidaturen (KB art. 15)
Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt het college van burgemeester en schepenen of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.
 

De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:
a) de aard van de attractie of van de vestiging;
b) de technische specificaties
c) de graad van veiligheid
d) de aantrekkingskracht
e) de deskundigheid van de uitbater en zijn aangestelden
f) desgevallend, de nuttige ervaring;
g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.

 

Als het schepencollege, zijn afgevaardigde of concessionaris op basis van deze criteria geen onderscheid kan maken, is een loting mogelijk.

 

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal. (collegebesluit)

Een wijzing is slechts mogelijk in uitzonderlijke gevallen na voorafgaande toelating van het college van burgemeester en schepenen.


5.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats (KB art. 15 § 5)
Het college van burgemeester en schepenen deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mee op één van volgende wijzen:
• bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,
 bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,
 per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.


Artikel 6: Het register of plan van de toegewezen standplaatsen (KB art. 16)
Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats de volgende zaken worden vermeld :
a) de situering van de standplaats;
b) de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats;
c) de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;
d) de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;
e) desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en
het adres van haar maatschappelijke zetel;
f) het ondernemingsnummer;
g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is; met vermelding van de technische specificaties
h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld;
i) desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht.
 

Artikel 7: Spoedprocedure (KB artikel 17)
Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,
 omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure (cf. artikel 5 van dit reglement),
 of omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden,
 of tengevolge van hun niet-bezettingwegens de afwezigheid van hun houder,

 

kan er worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt is bepaald:
1° het college van burgemeester en schepenen raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;
2° of de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij schriftelijk tegen ontvangstbewijs;
3° het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen;
4° het stelt een proces-verbaal (collegebesluit) op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend;
5° indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft het in het proces-verbaal (collegebesluit) de motivatie van zijn keuze aan;
6° het deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (bijv. fax of e-mail) met ontvangstmelding, de beslissing mee die hem aanbelangt.
 

Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.

De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van de eerstvolgende gemeenteraad of college van burgemeester en schepenen, al naargelang het geval.

 

Artikel 8: Duur abonnement (KB Art. 12, §1 en 2)
1° Het abonnement heeft een duur van vijf jaar.
Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cf. artikel 9 van dit reglement) of het afstand doen van het abonnement (cf. artikel 10 van dit reglement).
 

2° De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan.
Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen.
 

Artikel 9: Opschorten abonnement (KB art. 12 § 3)
De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:

 

1° hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:
• door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest,
• door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.
De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op het einde van de kermis op.

Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden.

 

2° hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.
De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden.

 

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.

De vraag tot opschorting dient te gebeuren:
 bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding,
 of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding,
 of per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding

 

De stad of de concessionaris bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.


Artikel 10: Afstand van het abonnement (KB art. 12 §4)
De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:
• bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.
• bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.
• indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 9, 1° van dit reglement. De opzegging gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid.
• De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven dan deze vermeld in het eerste lid.

Het schepencollege, hun afgevaardige of concessionaris beslissen over deze aanvraag.
• De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

 

De vraag tot afstand dient te gebeuren:

- bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding

- of bij persoonlijk overhandigde brief met ontvangstmelding

- of per duurzame drager (email) met ontvangstmelding

 

Stad Lier bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.


Artikel 11: Schorsing en opzegging/intrekking van het abonnement en een vergunning voor een losse standplaats (KB art. 12 § 6)
Het college van burgemeester en schepenen kan het abonnement intrekken of opschorten:
 

1° omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging,
2° omdat de titularis een verplichting van dit reglement niet naleeft
3° bij afwezigheid zonder geldige reden;
4° wanneer de retributie, voorzien in het toepasselijke retributiereglement van de stad Lier, niet betaald is op de datum vermeld op de toegestuurde factuur. Bij niet-tijdige betaling van het bedrag kan, zonder enige verwittiging of ingebrekestelling de vergunning voor inname van de betreffende standplaats ingetrokken worden. Het stadsbestuur zal dan ook over deze plaats kunnen beschikken.
5° omdat de titularis herhaaldelijk de richtlijnen van de plaatsmeester niet naleeft met betrekking tot de openbare orde, rust & veiligheid, de goede werking van het kermisgebeuren (o.m. openings- en sluitingsuren, plaatsing van attracties en bijhorigheden en schade aan het openbaar domein)”.
6° hetzij bij het plaatsen van een andere attractie dan aangevraagd werd of waarvoor een abonnement toegekend werd;
7° hetzij dat de gemeente de standplaatsen niet ter beschikking kan stellen bij bv. wegenwerken, e.a.;
 

De beslissing tot schorsing/intrekking wordt betekend per aangetekende brief met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

Bij schorsing/intrekking kan de foorreiziger in geen geval aanspraak maken op een schadevergoeding van welke aard ook, noch de terugbetaling van het standgeld vorderen.
 

Wanneer een vergunning van een foorkramer wordt ingetrokken ingevolge een tekortkoming aan de voorschriften van voorliggend reglement, kan het college van burgemeester en schepenen tevens beslissen dat betrokkene voor een maximale termijn van drie jaar niet meer in aanmerking kan komen voor een standplaats op een door de stad Lier ingerichte foor of kermis.

 

Artikel 12: Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)

Wanneer de openbare kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement.

 

Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest.

 

Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare kermis of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.

 

In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.

 

Artikel 13: Overdracht standplaats (KB artikel 18)
De overdracht van een standplaats is toegelaten aan de overnemer:
- die in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven is voor het uitbaten van een kermisattractie of een vestiging van kermisgastronomie

- en die de specialisatie met dezelfde technische specificaties van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats. Een wijzing is slechts mogelijk in uitzonderlijke gevallen na voorafgaande toelating van het college van burgemeester en schepenen.

 

Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van het schepencollege.
 

Artikel 14: Inname standplaatsen (KB art. 11)
De standplaatsen die zijn toegewezen aan de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, kunnen ingenomen worden door de volgende personen:

1° de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, die een kermisactiviteit uitoefenen;

2° de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen;

3° de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening;

4° de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een kermisactiviteit voor eigen rekening uitoefenen;

5° de personen die de kermisactiviteit uitoefenen voor eigen rekening of in dienst van de natuurlijke personen, maatschap of rechtspersonen, vermeld in punt 1° tot en met 4°

 

De personen, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 5°, kunnen de standplaatsen innemen die toegewezen zijn aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon of maatschap wiens rekening of wiens dienst ze de kermisactiviteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen.
 

Artikel 15: Standplaatsvergoeding

De standplaatsvergoeding voor openbare kermissen wordt bepaald door de gemeenteraad aan de hand van een toepasselijk retributiereglement voor de inname van standplaatsen op het openbaar domein.

 

AFDELING 2 Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen

 

Artikel 16: Toepassingsgebied (KB art. 19 en 20)
1. Op aanvraag van een kermisuitbater of een privé persoon
Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare kermissen om eenkermisactiviteit uit te oefenen moet dit voorafgaand aanvragen bij de gemeente. Deze aanvraag dient te gebeuren via ikorganiseerinlier.be.
 

2. Van uit de gemeente
Wanneer de gemeente een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 5 van dit reglement gevolgd.
 

Tijdens de uren en de dagen van een kermis of Novemberfoor is op het grondgebied van Lier-Koningshooikt geen enkele kermis of geen enkele kermisinstelling toegestaan op het openbaar domein.

 

Artikel 17: Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art. 21)
Enkel de personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (zie artikel 3) en innemen van de standplaatsen op de openbare kermis (zie artikel 13) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.
 

Artikel 18: Duur machtiging (KB art. 22)
De machtiging wordt door het college van burgemeester en schepenen de burgemeester toegekend
 voor een bepaalde periode
 of per abonnement
 

Een abonnement kan toegekend worden van zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren.
Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.

 

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

 

Artikel 19: Abonnementen
De bepalingen van de artikelen 8, 9, 10, 11 en 12zijn van toepassing op de abonnementen toegekend krachtens afdeling 2.


Artikel 20: Standplaatsvergoeding
De standplaatsvergoeding voor kermisattracties op openbaar domein buiten de openbare kermissen wordt bepaald door de gemeenteraad aan de hand van een retributie- of belastingreglement voor de inname van standplaatsen op het openbaar domein.

 

 

AFDELING 3 Bepalingen van toepassing op afdeling 1 en afdeling 2 van onderhavig reglement
 

Artikel 21: Bepalingen over het oprijden, het opbreken van de attracties en het ontruimen van de standplaatsen
 

1° Oprijden en opstelling van de attracties
Het terrein mag door geen kermisattractie of woonwagen worden ingenomen zonder voorafgaande toelating van de bevoegde stadsambtenaar of in voorkomend geval de politie.
Elke foorkramer beschikt enkel over zijn, in voorkomend geval op de grond aangeduide, toegewezen standplaats.
 

Het is niet toegelaten de maximum afmetingen te overschrijden of te wijzigen zonder toelating van het college van burgemeester of schepenen.
 

Iedere foorkramer moet de hem toegewezen standplaats innemen met de instelling waarvoor hij de standplaats heeft aangevraagd.
 

De zonder toelating op het kermisterrein geplaatste wagens en kermiskramen worden ambtshalve verwijderd op risico van de foorkramer en de kosten worden op hem/haar verhaald.
 

Bij het opstellen van de kermiskramen moeten laadwagens, zodra ze afgeladen zijn, en voorraadwagens onmiddellijk het kermisterrein verlaten, wandelwegen en doorgangen inbegrepen, en geplaatst worden op een terrein dat daartoe door het stadsbestuur wordt aangewezen.
 

Het college van burgemeester en schepenen beschikt vrij over elke standplaats die de foorkramer overgedragen heeft aan derden of een dag voor de opening van de kermis niet in gebruik genomen heeft. In dit geval blijft het standgeld volledig verschuldigd en kan de foorkramer geen schadeloosstelling van het stadsbestuur eisen.
 

De standplaatsen worden toegewezen in de toestand waarin ze zich bevinden. De foorreiziger wordt geacht de hem toegewezen standplaats goed te kennen. Door het betalen van de retributie aanvaardt hij de toewijzing en verzaakt hij aan elk verhaal tegen het stadsbestuur omtrent hinder, last of schade die hij zou kunnen ondervinden door de aanwezigheid of het ontbreken van o.m. bomen, palen, banken, draden, kabelkasten, enz.
 

Het is verboden schade toe te brengen aan het wegdek, de aanpalende wandel- en rijwegen, voetpaden en parkeerterreinen. Onder geen enkel voorwendsel mogen de inrichting worden vastgehecht aan de weg, bomen, verlichtingspalen of verkeerstekens. De beschadigingen, die de foorreizigers toch zouden aangericht hebben, zullen door de zorgen van het stadsbestuur geschat en hersteld worden op kosten van de foorreiziger.
 

Het stadsbestuur komt niet tussen in de kosten voor schade aan derden.
 

De aansluitingen op nutsvoorzieningen voor water en elektriciteit gebeuren volgens de mogelijkheden en voorwaarden van de bevoegde toeleveringsmaatschappijen. De foorreiziger moet op voorhand zijn aanvraag tot aansluiten overmaken aan het stadsbestuur
 

In geval van onderbreking van elektrische stroom wegens beperking van het stroomverbruik of defect aan de leiding, is het stadsbestuur niet aansprakelijk.
 

2° Het opbreken van de attracties en het ontruimen van de standplaatsen
Op de sluitingsdag van de Novemberfoor mogen de attracties op de Gasthuisvest afgebroken worden vanaf 23.00 uur. Op de Grote Markt is dit vanaf middernacht.
Met het oog op het afbreken van de kermiskramen en het ontruimen van het kermisplein mogen de voertuigen van de foorkramers het terrein niet oprijden voor middernacht van de laatste kermisdag.
 

Voor hun vertrek moeten de kermishouders van de standplaatsen ervoor zorgen dat de standplaatsen schoongemaakt zijn en dat alle afval van de kermispleinen en –terreinen verwijderd is. Zoniet worden de kosten voor het reinigen aan de houder van de standplaatsen aangerekend.
 

Artikel 22: Specifieke bepalingen over de exploitatie van de attractie
 

1° Openingsdagen en -uren

Verplichte openingsuren tijdens de novemberfoor:
• Maandag: 16.00 uur tot 20.00 uur
• Dinsdag: 16.00 uur tot 20.00 uur
• Woensdag: 14.00 uur tot 20.00 uur
• Donderdag: 16.00 uur tot 20.00 uur
• Vrijdag: 16.00 uur tot 22.00 uur
• Zaterdag: 14.00 uur tot 22.00 uur
• Zon- en feestdagen: 14.00 uur tot 22.00 uur
• Vooravond feestdag: tot 22.00 uur
 

De foorkramen mogen, met uitzondering van vrijdag en zaterdag, tot middernacht geopend zijn. Op vrijdag en zaterdag mogen de attracties tot 1 uur ’s nachts geopend zijn. Op de avond van 10 november mogen de foorkramen uitzonderlijk tot 1 uur ’s nachts geopend zijn.
Als de weersomstandigheden slecht zijn (hevige neerslag of storm), kan het (verplichte) sluitingsuur vervroegd worden. De plaatsmeester neemt daartoe het initiatief.

 

2° Het afficheren van de toegangsprijs en bekendmakingen
Bij elke kermisattractie dient het tarief in het Nederlands aangeduid te worden. Deze tariefaanduiding moet duidelijk zichtbaar en ondubbelzinnig zijn. Zij moet op een goed zichtbare plaats aangebracht worden en door het publiek van op een redelijke afstand gelezen kunnen worden.
 

In elke inrichting moet, goed zichtbaar, een bord worden aangebracht met vermelding van de naam van de foorreiziger en het ondernemingsnummer.
 

De tarieven mogen in de loop van de desbetreffende kermis niet gewijzigd worden. De aangegeven tarieven zijn deze die gedurende de hele duur van de kermis of de Novemberfoor gevraagd mogen worden.
 

Ter gelegenheid van georganiseerde kortingsdagen zijn de houders van een standplaats geacht korting te geven.

 

3° Exploitatie van de attractie
De uitbater van een standplaats moet de volledige kermisperiode exploiteren, behalve wanneer het schepencollege oordeelt dat er gegronde redenen zijn om vroegtijdig te vertrekken. Tijdens de openingsuren van de kermis dient er steeds een bevoegd persoon in de uitbating aanwezig te zijn.
 

Artikel 23: Voorwaarden inzake (brand)veiligheid, risico’s en milieu
 

Brandveiligheid
a. Ieder kermiskraam moet over eigen blusmiddelen beschikken. Per kermiskraam moet minstens één snelblustoestel ABC-type (poeder of waterig schuim) van 1 bluseenheid (conform de norm NBN S21-014) opgesteld worden. In functie van het risico kan de brandweer bijkomende blusmiddelen opleggen. De blusmiddelen moeten bedrijfsklaar zijn, op een goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaats opgesteld
worden en duidelijk worden gesignaleerd d.m.v. de juiste pictogrammen. De medewerkers die een taak hebben in of nabij de tijdelijke inrichting moeten de blusmiddelen kunnen gebruiken en moeten ingrijpen bij het minste gevaar. De organisator moet op eenvoudige vraag een bewijs van nazicht van de blusmiddelen kunnen voorleggen dat niet ouder is dan 12 maanden.
 

b. Toestellen werkend met vloeibaar gemaakt gas moeten voorzien zijn van de nodige afsluitkranen en de toevoerleiding moet geschikt zijn voor het gebruikte gas. De hele installatie moet voldoen aan de geldende reglementeringen en aan de regels van goed vakmanschap.
D houders (flessen) voor vloeibaar gemaakt gas en het gebruik ervan dienen in overeenstemming te zijn met het KB van 7 december 1999 betreffende het vullen, de distributie en de etikettering van flessen met vloeibaar gemaakt petroleumgas. Zowel de aangesloten houders als de voorraad van houders moeten uit de buurt van warmtebronnen en afgeschermd van het publiek en direct zonlicht worden opgesteld in open lucht, zonder dat zij de vrije doorgang of de vluchtwegen belemmeren, of kunnen worden omgestoten.
Deze opstelplaatsen moeten vlot bereikbaar zijn voor de brandweer.

 

c. De verwarmingsinstallaties en de afvoerleidingen van de verbrandingsgassen moeten voldoende veilig uitgevoerd zijn. Bij de installaties, inrichtingen en kramen waar butaan- of propaanflessen worden gebruikt, dient een toelating bekomen te worden van het college van burgemeester en schepenen wanneer de gezamenlijke inhoud van de aanwezige flessen meer dan 300 liter bedraagt. De burgemeester kan steeds bijkomende maatregelen opleggen.

 

d. Alle elektrische installaties moeten zijn opgesteld volgens de bepalingen van het Algemeen Reglement op elektrische installaties (AREI).
Alle elektrische geleidingen moeten, zowel binnen als buiten de instelling, zorgvuldig en doeltreffend geïsoleerd zijn. Schakelaars, meters, stroomonderbrekers, weerstanden en smeltveiligheden moeten aan alle technische eisen voldoen. Ze mogen enkel bevestigd worden op onbrandbaar isolatiemateriaal. De smeltveiligheden moeten van het automatisch type zijn.

 

e. Alle toegangen tot en doorgangen in attracties moeten vrijgehouden blijven. Kassa’s moeten zo geplaatst zijn dat zij de nuttige breedte van de toe- en uitgangen niet verkleinen.
De uitgangen van de attracties moeten rechtstreeks op de openbare weg uitgeven. De weg naar de uitgang moet duidelijk aangeduid worden. De deuren moeten in de richting van de vluchtweg opendraaien en in geopende stand kunnen worden vastgezet.
De uitgangen en nooduitgangen zijn voorzien van opschriften die goed zicht- en leesbaar zijn, zowel overdag als bij duisternis.

 

f. De hydranten op het te bezetten terrein en de toegangswegen ernaar moeten altijd gemakkelijk te bereiken zijn voor de brandweer.

 

Beveiliging tegen risico’s
a. Kermiskramen met uithangborden, uitspringende en openslaande luiken of zeilen mogen geen hinder veroorzaken voor het verkeer of anderen. De hinderende delen moeten verwijderd worden.
 

b. Zwaaimolens of dergelijke moeten voorzien zijn van een afsluiting ter bescherming van de omstanders.

 

c. Het stadsbestuur is niet verantwoordelijk voor om het even welke schade of ongeval veroorzaakt door de kermiskramen, hun uitbaters of hun personeel, zowel binnen de inrichtingen als op de openbare weg.

d. De foorkramers zijn verplicht zich te verzekeren voor burgerlijke aansprakelijkheid inzake ongevallen en risico’s van brand en burenverhaal.

 

e. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden bij conflicten tussen de foorkramers.

 

f. Het stadsbestuur neemt geen bewaking op zich van kermiskramen en wagens die op het kermis- of parkeerterrein staan. Het stadsbestuur is evenmin verantwoordelijk voor beschadiging, verlies, diefstal van de in de wagens of kermiskramen geborgen of tentoongestelde zaken.

 

g. De foorkramers moeten de openingsdag van de foor of de kermis in hun instelling aanwezig zijn om de stadsafgevaardigden, gelast met het toezicht, te ontvangen en hun alle inlichtingen over de inrichting te kunnen verschaffen. De foorkramers moeten in orde zijn met alle veiligheidsvoorschriften en de betrokken attesten hiervan op het eerste verzoek voorleggen. Door het feit van de opstelling van de inrichting geeft hij de verzekering in orde te zijn. Indien de attesten niet kunnen voorgelegd worden, dan kan door de burgemeester een exploitatieverbod opgelegd worden.

 

h. De foorkramer of zijn aangestelden moeten onmiddellijk de politie en de hulpdiensten verwittigen van elk ongeval dat voorvalt op zijn standplaats. De houder van de standplaats kan voor dergelijke ongevallen nooit het stadsbestuur aansprakelijk stellen.
In de kassa van elke foorinstelling moet een Nederlandstalige noodprocedure aanwezig zijn zodat bij eventuele mankementen direct kan ingegrepen worden.
De stopzetting van de exploitatie van een kermiskraam, na een ongeval, kan bevolen worden door de bevoegde overheid als veiligheidsmaatregel of voor om het even welke andere reden.

 

i. Indien om veiligheidsredenen de burgemeester oordeelt dat de exploitatie van een attractie stopgezet moet worden, moet de houder van de standplaats op het eerste verzoek van het stadsbestuur alle activiteiten van de attractie stilleggen.
Het college van burgemeester en schepenen beslist wat er verder moet gebeuren met de attractie, met het standgeld en/of een schadevergoeding zal worden geëist.

 

Voorwaarden inzake milieu

 

Milieu

a. De geluidsniveaus afkomstig van geluidsbronnen, o.a. muziekinstallaties, sirenes, claxons, spreken en zingen via geluidsversterking en andere storende toestellen, mogen de wettelijke normen houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen niet overschrijden.

Voorts moet voldaan worden aan de stedelijke politieverordening ter voorkoming en bestrijding van de geluidshinder.

Stroomaggregaten moeten voldoen aan alle bij wet voorziene technische specificaties inzake geluid en uitwasemingen. Een keuringsattest moet in de onderneming aanwezig zijn.

De foorkramers moeten volgende wetgevingen naleven:

• het koninklijk besluit van 24.02.1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen en latere wijzigingen. Enkel tijdens de openingsuren is het maken van muziek toegelaten;

• de politiereglementen van de stad Lier

• besluit Vlaamse Regering dd. 22 maart 2019 keurde m.b.t. regelgeving voor de preventie van afvalstoffen en het ontmoedigen van het gebruik van wegwerpartikelen voor catering.

 

b. Op het kermisterrein worden geen woonwagens en/of slaapwagens toegelaten die niet voorzien zijn van chemische toiletten of andere, die niet als volstrekt hygiënisch door het stadsbestuur kunnen aanvaard worden.

 

c. Elke foorkramer moet de nodige maatregelen treffen om vervuiling van de omgeving tegen te gaan door:

• zelf recipiënten rond de attractie te plaatsen waarbij voedingswaren verhandelt worden of elke attractie waar er afval wordt gegenereerd door verpakking van prijzen. De recipiënten moeten op behoorlijke wijze tijdig en geregeld geledigd worden.

• het ingezamelde afval van de inrichting doelmatig aan te bieden op de daartoe aangegeven locaties. Papier en karton moet samengebonden in draagbare pakken worden aangebonden, restafval moet in vuilniszakken aangeboden worden voorzien met de sticker om foorafval te onderscheiden van sluikstort.

 

De open ruimtes mogen niet gebruikt worden als stapelplaats voor materiaal en allerlei afval.

 

Het is verboden straatafvalkorven te gebruiken voor het deponeren van huisvuil en ander vreemd afval aan het normale gebruik van deze korven.

 

De concrete ophaaldata worden meegedeeld aan de houder van de standplaatsen.

• bij het ontruimen van zijn standplaats op de kermispleinen of –terreinen deze schoon te maken en te ontdoen van alle afval.

 

d. Het is verboden oliën, vloeibare vetten, vaste afvalstoffen, enz. in de riolering of op straat te lozen. De bepalingen van het KB van 3 augustus 1976, houdende het reglement met betrekking tot het lozen van afvalwateren in de openbare rioleringen, zijn van kracht.

 

e. De houders van een attractie die hoofdzakelijk dranken verkopen zijn verplicht om in de onmiddellijke nabijheid van hun standplaats een sanitaire infrastructuur te plaatsen.

 

f. De houder van de standplaats moet de nodige schikkingen treffen om huishoudelijke en dierlijke (eigen huisdieren) reukoverlast te vermijden.

 

Artikel 24: Technische controles (KB art. 24)

De personen belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, hiertoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen zijn gemachtigd om de documenten vermeld in Afdeling 1, artikel 3 van dit reglement te controleren.

 

Artikel 25: Verbodspalingen

Het is streng verboden:

 enige vorm van rook- en stinkbommen, bibi-guns, vuurwerk en/of explosieven te verkopen of als prijs te geven of op te slaan in de kermisattractie m.u.v. knaltouwtjes.

 

 dranken te verkopen of aan te bieden als prijs, behalve in sandwichbars, suikerspin- & gebakkramen en drankgelegenheden

 

 gebruik te maken van lichtbundels (sky tracers, lasers en dergelijke) die naar de lucht gericht zijn

 

 kennelijk dronken personen tot de inrichting toe te laten

 

 tickets op de openbare weg te verkopen. Deze moeten in de inrichting zelf uitgereikt worden

 

 boksballen te plaatsen vanwege de veiligheid (belemmering doorgang) en het risico op ongevallen.

Boksballen die inpandig worden geplaatst, mogen niet aan de façade van de attractie worden geplaatst.

 

Artikel 26:

Alle gevallen die niet voorzien zijn in onderhavig reglement zullen het voorwerp uitmaken van bijzondere beslissingen van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 27: Toezicht en handhaving

De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het verlenen, schoren, intrekken van

abonnementen en/of vergunningen voor losse standplaatsen en het nemen van sancties.

Elke overtreding van dit reglement kan worden bestraft met:

• een administratieve geldboete (GAS boete), met als maximumbedrag het bedrag genoteerd in de politiecodex van Lier of

• een administratieve schorsing of intrekking van het abonnement of toewijzing losse standplaats; of

• een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

De sancties opgelegd door het college van burgemeester en schepen worden met een aangetekende brief ter kennis gebracht aan de overtreder.

 

Artikel 28: In werking treden van gemeentelijk reglement

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2024 en voorgaand reglement goedgekeurd in de gemeenteraad van 27 januari 2020 wordt opgeheven.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

REGLEMENT OPENBARE MARKTEN EN AMBULANTE HANDEL - WIJZIGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraad in zitting dd. 26 maart 2018 en gewijzigd op 17 december 2018 betreffende het reglement openbare markten en ambulante handel.

 

Feiten en context

Naar aanleiding van:

        het afschaffen van de leurkaart

        alsook wijzigingen in de organisatie van de duivenmarkt (verbod op dierenmarkten vanaf 2026 volgens de codex Dierenwelzijn)

        en vooraf bepaalde locaties ambulante handel

wordt er een voorstel opgemaakt voor een volledig nieuw organisatorisch reglement (los van het retributiereglement markten en ambulante handel).

 

Voor de wijzigingen in de wetteksten werd er beroep gedaan op het modelreglement opgemaakt door VVSG alsook werden er enkele hiaten uit het reglement gehaald (foutieve straatnamen, nummering, ...)

 

De huidige tekst met de aanduiging van de schrappingen (doorstreept) en aanvullingen en herformuleringen in vet gemarkeerd staat hierna vermeld:

 

Afdeling 1 Organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten

 

Artikel 1. Gegevens van openbare markten (wet art. 8 §2)

 

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare markten in:

 

MARKT: zaterdagmarkt

PLAATS: Grote Markt, Eikelstraat & Zimmerplein

(verhuislocatie: Renaat Veremansplein, Rederijkerslei, Anton Bergmannlaan, Ernest StaeslaanErnest Staaslei & Kruisbogenhofstraat)

DAG: zaterdag

UUR: van 6 tot 13 uur (termijn incl. opstellen & afbreken: 4 tot 14 uur)

SPECIALISATIE: gemengde producten, alle koopwaren waarvan de verkoop op de openbare markten niet verboden is door speciale reglementeringen. Om de diversiteit van het aanbod te waarborgen wordt voor zone A(kleur rood, i.c. binnenplein Grote Markt) met volgende quota gewerkt op onderstaande categorieën van hoofdproducten:

        Groenten & fruit: 3

        Zuivel: 5

        Wild & gevogelte: 2

        Beenhouwerij/charcuterie: 5

        Vis: 3

        Kruiden & olijven (specialisatie: Zuiderse producten): 2

        Druiven: 2

 

 

Voor zone B (rest van de Grote Markt, m.u.v. zone A) en zone C (Eikelstraat & Zimmerplein) gelden geen quota voor specialisatie, evenals voor de (n.a.v. bijvoorbeeld de Novemberfoor) verhuisde zaterdagmarkt (naar de zone van het Renaat Veremansplein & omliggende straten). Plan van de standplaatsen: zie bijlage X (in opmaak)

 

De zaterdagmarkt vindt niét plaats indien zaterdag op Kerstmis of Nieuwjaar valt.

 

De gemeenteraad vertrouwt aan het college van burgemeester en schepen de bevoegdheid toe om de markten in te delen en wijzigingen op te nemen.

 

Het college van burgemeester en schepenen kan toelating verlenen die markt op een andere dag te laten doorgaan. Het college zal voor elke standplaats de ligging, de grootte en het gebruik bepalen.

 

Afdeling 1.1 Toewijzing standplaatsen

 

Artikel 2. Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8 §2, art. 10 §1 en KB art. 25)

 

Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan ondernemingen met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat, via de persoon die de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen :

- de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen houders van een “machtiging als werkgever”

- rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden toegekend door tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschap die houder is van de “machtiging als werkgever”

- de verantwoordelijken van verkoopsacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten

overeenkomstig artikel 7 van voornoemd KB, gewijzigd door BVR van 21 april 2017.

 

Ambulante activiteiten zijn pas toegelaten als de verkoper aan volgende bijkomende voorwaarden voldoet:

1° de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie wordt behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en in voorkomend geval tegen brandrisico's;

2° bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, wordt voldaan aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

 

De gemeente of de concessionaris kan ook altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, zijn identiteitsbewijs voorlegt.

 

Om de diversiteit van het aanbod te waarborgen, is het aantal standplaatsen beperkt tot 2 per natuurlijke persoon of per rechtspersoon, die een ambulante activiteit uitoefent (wet art. 8).

 

Voor dezeoccasionele verkoopsacties kunnen per zaterdagmarkt max. 2 losse standplaatsen worden ingenomen voor de categorieën zoals omschreven in art. 26.

 

Artikel 3. Verhouding abonnementen – losse plaatsen (KB art. 23)

 

De standplaatsen op de openbare markt worden toegewezen:

hetzij per abonnement (maximum 90%95% van het totaal aantal standplaatsen)

en/of

hetzij van dag tot dag/losse standplaatsen (minimum 10%5% van het totaal aantal standplaatsen).

 

Artikel 4. Toewijzingsregels losse plaatsen (KB art 27, gewijzigd door BVR)

 

De toewijzing van losse plaatsen gebeurt zonder voorrangsregels via loting om 8 uur t.h.v. het stadhuis (Grote Markt). Bij de verdeling over de beschikbare losse standplaatsen, wordt door de marktmeesters het goed beheer van de openbare markt bewaakt door de diversiteit te bevorderen. De houder van de machtiging als werkgever moet bij de toewijzing van de standplaats aanwezig zijn.

 

De persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt moet bij de toewijzing van de losse plaats aanwezig zijn.

Diegene die de standplaats krijgt toegewezen, betaalt het verschuldigde standgeld aan de marktleider, tegen ontvangstbewijs, bij aanvang van de markt.

 

Artikel 5. Toewijzingsregels per abonnement op de openbare markten

 

Artikel 5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement (KB art. 28 & 30, gewijzigd door BVR)

 

Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst (chronologisch) bijgehouden in een register van kandidaturen met registratie van het tijdstip van de indiening van de kandidatuur . Deze kandidaturen worden geklasseerd:

        eerst volgens categorie zoals bepaald in punt 5.3. 5.2

        dan volgens de gevraagde standplaats en specialisatie

        tenslotte volgens datum (overhandiging, indiening bij de post, ontvangst op duurzame drager)

 

Overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur kan dit register steeds geraadpleegd worden.

Overeenkomstig het bestuursdecreet van 7 december 2018 kan dit register steeds geraadpleegd worden.

 

De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden ingetrokken door de aanvrager of indien een ambulante handelaar in aanmerking komt en de toegewezen plaats weigert. In dit geval vervalt zijn plaats in het register.

De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur.

Jaarlijks zullen kandidaten opgenomen in het register de vraag krijgen om hun kandidatuur te bevestigen en dus in het register opgenomen te blijven.

 

Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, gaat de gemeente of de concessionaris na of er een geschikte kandidaat is in het register van kandidaturen, zoals omschreven in 5.2.

 

Als het register geen geschikte kandidaat bevat, wordt een vacature bekendgemaakt door publicatie van een kennisgeving.

Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord en/of viade website (www.lier.be invullen) en/of via de lokale pers.

 

De kandidaturen kunnen ingediend worden:

- per mail, per duurzame drager of

- per post, postdatum geldt als indieningsdatum of

- per aangetekende zending

 

Artikel 5.2. Volgorde van toekenning standplaatsen op basis van register (KB art 29 en 31, gewijzigd door BVR)

 

Bij het vacant komen van een standplaats per abonnement zullen met het oog op de toekenning ervan, de kandidaturen als volgt geklasseerd worden in het register van kandidaturen:

1. personen die een standplaats vragen als gevolg van de opheffing ervan die ze op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven omwille van definitieve opheffing van de markt of een deel van de standplaatsen;

2. personen die een uitbreiding van hun standplaats vragen;

3. personen die een wijziging van hun standplaats vragen;

4. de externe kandidaten.

 

De standplaatsen worden binnen elke categorie toegekend, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en specialisatie (na collegebesluit en eventuele aanpassing van het marktplan), in chronologische volgorde van de indiening van de aanvragen.

Indien de chronologische volgorde niet kan worden uitgemaakt, gebeurt de toewijzing door loting.

 

Artikel 5.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsen per abonnement (KB art. 33)

 

De toewijzing van de standplaats wordt bekend gemaakt aan de aanvrager:

        bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;

        of door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs;

        of bij elektronische post (duurzame drager) met ontvangstbewijs.

 

Artikel 5.4. Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement (KB art. 34, gewijzigd BVR)

 

Een plan en/of register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement vermeld staat:

        de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst de standplaats werd toegekend;

        in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon of maatschap aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

        het ondernemingsnummer;

        de specialisatie en/of diensten die te koop aangeboden worden;

        de datum van de toewijzing van de standplaats

        indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit;

        desgevallend, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.

 

 

Overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur kan dit plan of register steeds geraadpleegd worden.

Overeenkomstig het bestuursdecreet van 7 december 2018 kan dit plan of register steeds geraadpleegd worden.

 

Afdeling. 1.2 Abonnementen

 

Artikel 6. Periodiciteit van abonnement (KB art. 32 en 37, gewijzigd door BVR)

 

Elk abonnement wordt toegekend tot 31 december van het lopend kalenderjaar en telkens stilzwijgend verlengd voor de duur van 12 opeenvolgende maanden, behoudens anders bepaald door de aanvrager (cf. artikel 7 en 8 van onderhavig marktreglement) en behoudens intrekking bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op duurzame drager tegen ontvangstbewijs door het gemeentebestuur of de concessionaris in de gevallen bepaald in artikel 9 van onderhavigdit marktreglement.

 

Een seizoensgebonden activiteit (art 37 KB) is in het algemeen een activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden. De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van hoger vernoemde activiteiten worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit. Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse plaatsen.

 

Artikel 7. Opschorting abonnement (KB art. 32, gewijzigd door BVR)

 

De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

        door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest

        door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond

 

 

De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug.

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.

 

Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats, waarbij geenrekening gehouden wordt met de specialisatie van het register (van abonnementen).

 

Artikel 8. Afstand van het abonnement (KB art. 32, gewijzigd door BVR)

 

De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement

        bij de vervaldag van het abonnement mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

        bij stopzetting van de ambulante activiteiten mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

        indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 8 van dit reglement. In dit geval is geen vooropzeg nodig.

        op ieder ogenblik mits een opzegtermijn van 30 dagentot op het einde van het eerstvolgende kwartaal

 

 

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

 

De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één vande vermelde modaliteiten:

        bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs

        overhandiging tegen ontvangstbewijs

        op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs

 

 

Artikel 9. Schorsing en opzegging van abonnement door de gemeente (KB art 32 laatste lid, gewijzigd door BVR)

 

Het abonnement kan door het college van burgemeester en schepenen of door de concessionaris geschorst of ingetrokken worden involgende gevallen:

        bij niet of niet tijdige betaling standplaatsvergoeding;

        bij 3 afwezigheden per kwartaal zonder geldige reden en zonder de marktleider ten laatste op de marktdag zelf per e-mail of sms ervan op de hoogte te stellen. Als geldige reden wordt aanvaard: verlof, sociaal verlof, familiale redenen, een defect aan de verkoopinstallatie of ziekte;

        bij overdracht van een abonnement aan een derde zonder te voldoen aan voorwaarden bepaald in artikel 1412 van onderhavig gemeentelijk reglement;

        wanneer andere waren verkocht worden dan diegene vermeld op zijn abonnement;

        bij het herhaaldelijk niet respecteren van de instructies van de marktleider.

 

 

De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

 

Artikel 10. Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2, gewijzigd door decreet)

 

Wanneer een deel van de markt of alle standplaatsen definitief worden opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement van ten minste 6maanden.

Wanneer de openbare markt of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement.

 

Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest. 

 

Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare markt of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.

 

In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.

 

Deze personen krijgen voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement (cf. artikel 5.2).

 

Artikel 11. Inname standplaatsen (KB art. 26, gewijzigd door BVR)

 

De standplaatsen op de openbare markt kunnen ingenomen worden door:

 

A. de natuurlijke persoonnendie voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen, houder van een “machtiging als werkgever”, aan wie eende standplaats is toegewezen;

B. de verantwoordelijke(n) voorvan het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen, houder(s) van een “machtiging als werkgever”;

C. de feitelijke venno(o)t(en)vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats werdis toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;die een ambulante activiteit voor eigen rekening uitoefent

D. de echtgenoot of echtgenote en of de wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werdis toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

E. de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging als aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon bedoeld in A. tot D.;

F. De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties bedoeld in artikel 7 van voornoemd BVR van 21 april 2017, kunnen een standplaats innemen, toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de aanwezigheid van deze.

 

De personen vermeld in B. tot E. kunnen de standplaatsen innemen, die toegewezen zijn of onderverhuurd zijn aan de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen of onderverhuurd.

 

Wie niet beroepsmatig producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt, kan, mits voorafgaande toelating van de burgemeester, ook een standplaats innemen.

 

Artikel 12 Overdracht standplaats (KB art. 35, gewijzigd door BVR)

 

De overdracht van een standplaats is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

A. indien de overnemer(s) houder(s) zijn van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever; de overnemer is in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven voor het uitoefenen van ambulante activiteiten;

B.A. en zet de specialisatie van de overlater voortgezet wordt op de overgedragen standplaats.tenzij het schepencollege hierin een wijziging goedkeurt, na aanvraag via één van volgende aanvraagmodaliteiten:

a. bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;

b. overhandiging tegen ontvangstbewijs;

c. op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs;

Een eventuele wijziging KAN aangevraagd worden per aangetekend schrijven bij het college van burgemeester en schepenen.

C.B. binnen het eerste jaar kan de standplaats NIET opnieuw overgedragen worden behalve na expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.en moet de specialisatie behouden blijven, tenzij het schepencollege hierin een wijziging goedkeurt, na aanvraag via één van volgende aanvraagmodaliteiten:

a. bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;

b. overhandiging tegen ontvangstbewijs;

c. op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs;

D.C. de onderneming van de overnemer mag door de overname over niet meer dan 2 standplaatsen beschikken (cf. art. 2 van dit reglement).

 

De overdracht is geldig voor de resterende geldigheidsduur van het abonnement van de overlater. Nadien kan het abonnement eveneens stilzwijgend vernieuwd worden.

 

De inname van de overgedragen standplaats is pas toegelaten als de gemeentestad Lier heeft vastgesteld dat:

1. de overnemer beschikt over een machtiging tot uitoefening van ambulante activiteitenhet bewijs levert van de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen om dezelfdespecialisatie als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de stad uit te oefenen.

2. Als het aantal toegestane standplaatsen per onderneming van de overnemer niet overschreden wordt.

2. overnemer het aantal toegestane standplaatsen per onderneming (cf. artikel 2 van dit reglement) niet overschrijdt.

3. de overnemer het bewijs levert waaruit blijkt dat hij voldoet aan de bijkomende voorwaarden, vermeld in artikel 2 van dit reglement

 

 

Afdeling 2: Organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten

 

Afdeling 2.1 Plaatsen op het openbaar domein waar de ambulante activiteit mag plaatsvinden zijnVOORAF BEPAALD

 

Artikel 14. Toepassingsgebied (KB art. 42 §1)

 

Op volgende plaatsen is de uitoefening van ambulante activiteiten toegelaten na een voorafgaande machtigingvan de gemeente of de concessionaris:

 

Het college beslist volgende plaatsen te bepalen als plaatsen die het voorwerp kunnen zijn

van een ambulante activiteit met abonnement:

• maximum 1 plaats op de Veemarkt;

• maximum 1 plaats op parking De Mol;

• maximum 1 plaats op het Koningsplein op het binnenplein t.h.v. de fietsenstallingen

• maximum 1 plaats voor ambulante ijsverkoop op de standplaats op de Vesten t.h.v. de Antwerpsestraat(zijde Bijenhotel, i.c. op de groenstrook op de Vesten in de richting van de brug);

• maximum 1 standplaats op de Kesselsesteenweg (direct over de brug aan de rechterzijde): dit is eigendom van Waterwegen & Zeekanaal (WWZ), waardoor de handelaar hier ook moet beschikken over een machtiging van WWZ;

• maximum 1 standplaats voor ambulante ijsverkoop op de brug t.h.v. het stadspark/sportvelden: het jaagpad heeft wel openbaar karakter voor voetgangers & fietsers maar blijft een private weg (eveneens eigendom van Waterwegen & Zeekanaal De Vlaamse Waterweg), waardoor de handelaar hier eveneens moet beschikken over een machtiging van WWZ. Deze laatsten zouden dan ook een onderbord moeten voorzien aan het C3 - verkeersbord met de melding: "uitgezonderd vergunninghouders".

• maximum 1 standplaats voor ambulante ijsverkoop in de Schapenkoppenstraat t.h.v. de aanlegsteiger van de Moedige Bootvissers.

 

1. Ambulante handel zonder specificaties:

• maximum 1 plaats op de Veemarkt;

• maximum 1 plaats op parking De Mol;

• maximum 1 plaats op het binnenplein Koningsplein (t.h.v. de fietsenstallingen)

 

2. Ambulante ijsverkoop :

• maximum 1 standplaats voor ambulante ijsverkoop in de Schapenkoppenstraat t.h.v. de aanlegsteiger van de Moedige Bootvissers;

• maximum 1 plaats voor ambulante ijsverkoop op de standplaats op de Vesten t.h.v. de Antwerpsestraat (zijde Bijenhotel, i.c. op de groenstrook op de Vesten in de richting van de brug);

• maximum 1 standplaats voor ambulante ijsverkoop t.h.v. de Sionbrug op woensdag of zaterdag

 

3 Via een vergunning te bekomen bij De Vlaamse Waterweg

Volgende standplaatsen ambulante handel bevinden zich opeigendom van De Vlaamse Waterweg waardoor de handelaar ook hier moet beschikken over een vergunning van De Vlaamse Waterweg :

• maximum 1 standplaats op de Kesselsesteenweg (direct over de brug aan de rechterzijde)

• maximum 1 standplaats voor ambulante ijsverkoop op de brug t.h.v. het stadspark/sportvelden: het jaagpad heeft wel openbaar karakter voor voetgangers & fietsers maar blijft een private weg (eveneens eigendom De Vlaamse Waterweg) waardoor de handelaar hier eveneens moet beschikken over een machtiging van DVW. Deze laatsten zouden dan ook een onderbord moeten voorzien aan het C3 - verkeersbord met de melding: "uitgezonderd vergunninghouders".

 

 

Parkings & openbare parken worden gelijkgesteld met het statuut van openbare weg. Iedere handelaar kan wekelijks slechts op één locatie zijn ambulante activiteit uitoefenen.

Iedere handelaar kan op één locatie maar één dag per week zijn/haar ambulante activiteit uitoefenen.

 

De bezettingsmodaliteiten kunnen op eenvoudige vraag bekomen worden bij de gemeente stad Lier.

 

Artikel 15. Voorafgaande machtiging (KB art. 38)

 

Artikel 15.1. Aanvraag machtiging

 

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere van de vermelde plaatsen in artikel 14 om ambulante activiteiten uit te oefenen moet voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 2 van dit reglement en is onderworpen aan een voorafgaande machtiging. Deze machtiging moet voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd worden bij de gemeente of de concessionaris. (contactgegevens vermeldenStad Lier, Paradeplein 2 bus 1 t.a.v. team ondernemen of via economie@lier.be).

 

De aanvrager dientook te vermelden op welke specifieke plaats(-en) hij ambulante activiteiten wenst uit te oefenen.

 

Artikel 15.2. Beslissing machtiging (KB art 42, gewijzigd door BVR)

 

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld:

        Identiteit van de aanvrager

        de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen

        de plaats

        de datum en duur van de verkoop

 

De gevraagde machtiging moet geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen:

        redenen van openbare orde en veiligheid

        redenen van volksgezondheid

        wanneer de machtiging ambulante handelvoorwaarden vermeld in artikel 2 en bijbehorende documenten niet in orde zijn

        de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden

 

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

 

Artikel 16 Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art. 40 en 41)

 

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1 artikel 2) en innemen van de standplaatsen op de openbare markt (cf. supra Afdeling 1 artikel 11) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.

 

Artikel 17 Toewijzingsregels per abonnement

 

Hier gelden dezelfde regels als voor de openbare markten (cf. supra artikel 5 tot en met 9 van dit reglement).

 

Afdeling 2.2. Ambulante activiteit op rondtrekkende wijze

 

Artikel 24.18 Toepassingsgebied (wet art 4 en 9)

 

Bij een ambulante activiteit op rondtrekkende wijze verplaatst de handelaar zich langs een traject (al dan niet vooraf bepaald), waarbij een verkooppunt telkens voor een korte stoptijd wordt ingenomen. De stoptijd beperkt zich tot de duur van de directe transactie(s), waarna het traject onmiddellijk verdergezet wordt.

 

Eenieder die op de openbare weg ambulante activiteiten wenst uit te oefenen, dient dit voorafgaand aan tevragen bij de gemeente.

 

Artikel 25 19 Voorafgaande machtiging

 

25.1.19.1 Aanvraag machtiging (KB art. 43, gewijzigd door BVR)

Om een ambulante activiteit op de openbare weg uit te oefenen, zoals vermeld in artikel 2618, moet voldaan zijn aan de voorwaarden vermeld in artikel 2 en dient men te beschikken over een machtiging. Deze machtiging dient voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd te worden bij de gemeente (contactgegevens vermelden) Stad Lier - Paradeplein 2 bus 1 - 2500 Lier t.a.v. team ondernemen of economie@lier.be).

 

25.2.19.2 Beslissing machtiging

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld:

- Identiteit van de aanvrager

- de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen

- de toegestane route

- de datum en duur van de verkoop (wet art 6 : beperkingen mogen betrekking hebben op de uren van uitoefening van het geheel of van een gedeelte van de activiteit)

 

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen:

- redenen van openbare orde en veiligheid

- redenen van volksgezondheid

- bescherming van de consument

- wanneer de machtiging ambulante handel en bijbehorende documentenvoorwaarden vermeld in artikel 2 niet in orde zijn

- de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

 

Algemeen Politiereglement goedgekeurd door de gemeenteraad dd. 1 juni 2017  23 oktober 2023 bepaalt het volgende:

Artikel 269. Behoudens vergunning van de burgemeester zijn volgende zaken verboden op de openbare weg:

1. stem-, instrumentale of muzikale uitvoeringen op straat die de openbare rust verstoren

2. het gebruik van luidsprekers, versterkers of andere apparaten die geluidsgolven produceren of

reproduceren en de openbare rust verstoren.

 

Afdeling 3 : Verkopen van producten of diensten met niet-commercieel karakter

 

Artikel 26 20 Specifieke voorwaarden voor verkopen met niet-commercieel karakter (KB art 7, gewijzigd door BVR)

 

Onder producten of diensten met een niet-commercieel karakter wordt verstaan:

 

De producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet indien deze activiteiten aan al de volgende voorwaarden voldoen (KB Art. 7. § 1.):

1° ze vinden plaats met één van volgende doelen

- menslievend doel,

- sociaal doel,

- cultureel doel,

- educatief doel (bv. miniondernemingen),

- sportief doel

- de verdediging en promotie van de natuur,

- de verdediging en promotie van de dierenwereld,

- de verdediging en promotie van een ambacht

- de verdediging en promotie van streekproducten,

- steun bij een humanitaire catastrofe,

- steun bij een ramp of belangrijke schade;

1° de occasionele verkoop van producten of diensten met het oog op een menslievend, sociaal, cultureel, educatief of sportief doel;

2° de occasionele verkoop van producten of diensten met als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld, een ambacht of streekproducten;

3° de occasionele verkoop van producten of diensten die plaatsvindt bij een humanitaire catastrofe, een ramp of belangrijke schade.

 

Verder zijn volgende voorwaarden van toepassing :

Enkel op de openbare zaterdagmarkt, blijven ze beperkt tot max. 2 per zaterdagmarkt en max. twee per jaar per vereniging/organisatie/school.

 

In het geval van een aanvraag op de zaterdagmarkt, dient de aanvrager min. 2 weken vóór de beoogde zaterdagmarkt, een aanvraag in te dienen bij de marktmeester(s) (per mail via markt@lier.be).

De toelating tot deelname wordt verkregen na toestemming per besluit burgemeester. Buiten de zaterdagmarkt dient eveneens de burgemeester hiervoor toestemming te verlenen.

 

4° als ze de grenzen van de gemeente overschrijdt en geen bijkomende toelating van de gemeente vereist is, dan heeft de organisatie een voorafgaande toelating gevraagd aan de Minister of de personeelsleden aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd. De voorwaarde vermeld in het eerste lid, 3°, geldt niet ingeval toepassing wordt gemaakt van het eerste lid, 4°.

 

Artikel 27. Identificatievereiste

Tijdens de verkoop, te-koop-aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten voor een niet-commercieel doel zoals vermeld in art 30, is elke verkoper herkenbaar via een kenmerk dat het mogelijk maakt om de operatie te identificeren.

Op verzoek van de overheid die de toestemming heeft verleend, overhandigt de verantwoordelijke, binnen dertig dagen, het bewijs van de bestemming van de fondsen om het aangegeven doel te realiseren.

 

Artikel 28. Aanvraag voorafgaande machtiging (KB art 7 §2 en 3, gewijzigd door BVR).

De aanvraag van een toestemming zoals vermeld in art. 30, is afhankelijk van de situatie, gericht aan de marktmeester(s) of aan de burgemeester of aan de Minister of aan de personeelsleden aan wie hij die bevoegdheid heeft gedelegeerd, op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs. De aanvraag omvat:

- de verantwoordelijke van de actie,

- het doel van de actie,

- de plaats of plaatsen,

- de periode of periodes van verkoop,

- de te koop aangeboden producten of diensten en een schatting van de hoeveelheid.

De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, is beperkt tot maximaal één jaar óf tot de aangevraagde termijn. Ze is hernieuwbaar. Ze bevat de vermeldingen uit de aanvraag.

 

Artikel 29. Weigering en intrekking machtiging

De toestemming voor een specifiek niet-commercieel doel, zoals vermeld in art 30, eerste lid, 3° of 4°, kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden als de doelstelling niet overeenstemt met de toegestane doelen of als de voorgestelde verkopen een risico vormen voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of rust.

Als de overheid die ervoor bevoegd is de toestemming te verlenen, argwaan heeft over de reële doelstellingen van de actie of over de moraliteit van de verantwoordelijke(n), kan ze een voorafgaand onderzoek laten uitvoeren door de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 45 van dit besluit. Ze kan ook van een of meer verantwoordelijken eisen dat ze een uittreksel uit het strafregister voorleggen.

De toestemming, vermeld in art 7 §1, eerste lid, 3° of 4°, kan ingetrokken worden of de actie kan verboden worden, tijdens de manifestatie, door de bevoegde overheid als vastgesteld wordt dat de voorwaarden van de toestemming of van de verklaring of de voorschriften, vermeld in dit artikel, niet worden nageleefd.

Iedere nieuwe actie kan verboden worden voor een natuurlijke of rechtspersoon of een vereniging die de bepalingen van dit artikel niet naleeft, gedurende een periode van één jaar vanaf de vaststelling van de niet- naleving. In geval van recidive kan de duur van de voormelde periode op drie jaar worden gebracht.

 

De weigering, het verbod of de intrekking wordt betekend:

- met een aangetekende brief tegen ontvangstbewijs

- of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

 

Afdeling 4 : Duivenmarkt

 

4.1. Wordt omschreven als een manifestatie voor particuliere verkopen van duiven, onderworpen aan de bepalingen van art. 6 (KB 24 SEPTEMBER 2006), met uitbreiding naar professionele verkopers.

 

4.2. De duivenmarkt wordt ingericht tijdens het seizoen (half januari tot en met half april) (Half februari tot en met eind maart) op het binnenplein van de Grote Markt (de verkoop kan plaatsvinden tussen 6 en 12 uur) (tussen 8 en 13 uur).

De stad kan beslissen om in bepaalde, gemotiveerde omstandigheden de duivenmarkt te verplaatsen.

 

4.3. De particulier verkoopt occasioneel duiven, die hij niet heeft gekweekt heeft met het oog op verkoop en die kadert in het normale beheer van een privaat vermogen.

 

4.4. De stad laat ook professionele verkopers toe, enerzijds van duiven en toebehoren, anderzijds maximum één professionele verkoper van voeding, beiden houders van een machtiging ambulante activiteiten.

 

4.5. Tijdens de manifestatie moet elke professionele verkoper gedurende de hele duur van de manifestatie zijn hoedanigheid kunnen bewijzen door middel van een leesbaar identificatiebord. Dit identificatiebord draagt de aanduidingen voorzien in art. 21, 2.

 

4.6. Als je zelf duiven te koop wil aanbieden, moet aan volgende regels voldaan zijn (Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid):

- de aangeboden duiven moeten tegen de ziekte van Newcastle ingeënt zijn. Deelnemers moeten op ieder moment deze vaccinatie van de (sport)duiven kunnen bewijzen (vaccinatielijst waar het nummer van de duif op voorkomt en getekend door een erkende dierenarts).

- de verkoper moet een lijstje bijhouden vande verkochte duiven met de vermelding van de ringnummers.

 

4.7. De markt staat onder toezicht van een dierenarts die de voornoemde FAVV - verplichtingen controleert. Afhankelijk van periodes van dreiging van vogelgriep kunnen tijdelijk strengere voorwaarden van kracht zijn.

 

4.8. De praktische organisatie van toewijzing ter plaatse van de standplaatsen, gebeurt op aansturen van de marktmeester.

 

Afdeling 5 4 : Aanvullende bepalingen

 

Artikel 30.21 Bevoegdheid marktleider (KB art. 44)

 

De marktleider, aangesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde, is bevoegd om documenten die de machtiging en de identiteit van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen en de voorwaarden voor het uitoefenen van ambulante activiteitenaantonen te controleren en onderstaande regels van orde te laten naleven.

 

Eenieder, die valt onder het toepassingsgebied van onderhavig gemeentelijk reglement, dient zich te houden aan de hiernavolgende regels van orde.

        De standrechten van zowel de abonnementen als de losse standplaatsen dienen te worden voldaan zoals in het geldende belasting- of retributiereglement is voorzien.

        Op de zaterdagse markt dienen alle kramen of verkoopwagens, van de houders van een abonnement, uiterlijk om 8 uur op de toegewezen standplaats opgesteld te zijn en alle voertuigen , die niet als verkoopsinrichting ingericht en gebruikt worden, dienen van de marktplaats verwijderd te worden.

        Uiterlijk één uur na het beëindigen van de markt dienen de verkoopsinrichtingen van de marktplaats verwijderd te zijn.

        De maximum diepte van de kramen wordt vastgesteld op 4 meter.

        De opstelling van de marktkramen dient op die wijze te gebeuren zodat de voorkant van de marktkramen en wagens met geopend luik één lijn vormen. De marktkramers dienen hierin steeds de aanwijzingen van de marktleider te volgen.

        Elke marktkramer en zijn personeel dienen de nodige voorzorgen te nemen om het vervuilen van het marktterrein te beperken.

        Op de zaterdagmarkt en duivenmarkt wordt door de gemeentelijke reinigingsdienst geen ophaling van het afval verzekerd. Elke marktkramer en zijn personeel dienen het afval, voortkomend van de door hem/haar verkochte producten, zelf mee te nemen en in te staan voor de reinheid van zijn standplaats en omgeving bij het verlaten van de markt.

        Het afvalwater, inzonderheid afvalwater afkomstig van vis, dient door de marktkramer en/of zijn personeel te worden opgevangen in emmers of dergelijke , waarna het dient te worden geledigd in de riolen. De standplaatsen en hun onmiddellijke omgeving dienen volledig proper te worden achtergelaten.

        Het is de marktkramers verboden:

        voor de opstelling van hun kramen of voor de vasthechting van een dekzeil of dergelijke , pinnen of enig ander voorwerp in de openbare weg te bevestigen;

        voor de afbakening van de standplaats enige schildering op het wegdek aan te brengen.

        Het is verboden de handelsverrichtingen van anderen te hinderen, bijvoorbeeld door het gebruik van een geluidsinstallatie.

        Het gebruik van motoren of andere hinderlijke installaties dient te worden vermeden en de nodige maatregelen dienen te worden genomen om de hinder tot een minimum te herleiden.

        In de gangen voor de kramen mag geen bijkomende inname (borden, losse koopwaar, uitstaltafels) gebeuren.

        De doorgang moet volledig vrij blijven. Het is verboden enige afscherming of koopwaar aan de luifel te bevestigen of er onder te plaatsen.

 

        De promotie voor eigen producten kan enkel voor het eigen kraam. De doorgang voor de marktbezoekers mag niet gehinderd worden. Er kan hierop enkel een uitzondering worden gemaakt voor een actie georganiseerd door een erkende vereniging van marktkramers.

        Het gebruik van elektriciteit en het gebruik van gastoestellen dient te gebeuren conform de wettelijke voorschriften.

        Het gebruik van de door de stad ter beschikking gestelde elektriciteit, wordt slechts gegarandeerd tot 15 minuten vóór het einde van de markt.

        Elektriciteitskabels mogen niet over de rijbaan gelegd worden, tenzij er geen andere aansluiting mogelijk is.

 

De richtlijnen van de marktmeester moeten strikt opgevolgd worden. Marktkramers kunnen eventuele klachten schriftelijk overmaken aan het college van burgemeester en schepenen.

Bij overtreding van deze regels, kan het abonnement door het college van burgemeester en schepenen geschorst of opgezegd worden of de toekenning van een losse standplaats ontzegd worden, na verwittiging en op advies van de marktmeester.

 

Artikel 31. Verplichte documenten (KB art 15, gewijzigd door BVR)

De machtiging ambulante handel is alleen geldig als de volgende documenten erbij gevoegd zijn:

1. het identiteitsbewijs van haar houder of, voor de niet-ingezeten en de buitenlandse onderdanen, een identiteitsbewijs dat dat vervangt;

2. een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s;

3. het bewijs dat bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, voldaan wordt aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

De machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, worden voorgelegd op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 44 en 45 van dit besluit. De gemeente of de concessionaris zal de machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, bij de toekenning van een standplaats en nadien periodiek en steekproefsgewijs controleren.

 

Artikel 32. Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten (KB art 21)

Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent, dient zich te identificeren aan de hand van een leesbaaruithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens door de aangestelden aangebracht worden wanneer deze alleen werken.

 

Het bord bevat volgende vermeldingen:

1. hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;

2. de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;

3. al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingszetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt;

4. het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

 

Artikel 22 Toezicht en handhaving

 

De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het verlenen, schoren, intrekken van abonnementen en/of vergunningen voor losse standplaatsen en het nemen van sancties.

Elke overtreding van dit reglement kan worden bestraft met:

        een administratieve GAS boete (maximum het bedrag opgenomen in de politiecodex van Lier) of

        een administratieve schorsing of intrekking van het abonnement of toewijzing losse standplaats; of

        een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

 

De sancties opgelegd door het college van burgemeester en schepen worden met een aangetekende brief ter kennis gebracht aan de overtreder.

 

Artikel 33.23 In werking treden van gemeentelijk reglement

 

Dit reglement treedt in werking op 26 maart 20181 april 2024 en voorgaand reglement goedgekeurd in de gemeenteraad van 20 november 2006 26 maart 2018, wijzigingen goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2007 17 december 2018 wordt opgeheven.

 

Adviezen

Team ondernemen en de marktmeesters verlenen hun positief advies aan voorliggend, geoptimaliseerd en geactualiseerd reglement voor de organisatie van de openbare markten en ambulante handel.

Het team heeft zich gebaseerd op het voorbeeldmodel van VVSG alsook zijn enkele hiaten uit het vorige reglement gehaald (foutjes in verwijzing naar artikels, nummering, ...)

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, artikel 40.

De wet van 25 juni 1993, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2023 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023, artikelen 8 tot en met 10,  betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten en kermisactiviteiten.

Het koninklijk besluit van 24 september 2006, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 en 22 september 2023, artikel 15 en 23 tot en met 44.

Retributiereglement op plaatsrechten markten en elektriciteitsvoorziening voor marktkramers en andere gebruikers, goedgekeurd in de gemeenteraad dd. 16 december 2019.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt de adviezen te volgen en voorliggend reglement voor de organisatie van openbare markten en ambulante handel in Lier goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het reglement openbare markten en ambulante handel, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad dd. 26 maart 2018 en wijzigingen dd. 17 december 2018, op te heffen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist het reglement openbare markten en ambulante activiteiten, zoals als bijlage toegevoegd, goed te keuren.

 

 

Bijlage:

 

Reglement openbare markten en ambulante handel

 

Afdeling 1 Organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten

 

Artikel 1. Gegevens van openbare markten (wet art. 8 §2)

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare markten in:

 

MARKT: zaterdagmarkt

PLAATS: Grote Markt, Eikelstraat & Zimmerplein

(verhuislocatie: Renaat Veremansplein, Rederijkerslei, Anton Bergmannlaan, Ernest Staaslei & Kruisbogenhofstraat)

DAG: zaterdag

UUR: van 6 tot 13 uur (termijn incl. opstellen & afbreken: 4 tot 14 uur)

SPECIALISATIE: gemengde producten, alle koopwaren waarvan de verkoop op de openbare markten niet verboden is door speciale reglementeringen. Om de diversiteit van het aanbod te waarborgen wordt voor zone A (kleur rood, i.c. binnenplein Grote Markt) met volgende quota gewerkt op onderstaande categorieën van hoofdproducten:

- Groenten & fruit: 3

- Zuivel: 5

- Wild & gevogelte: 2

- Beenhouwerij/charcuterie: 5

- Vis: 3

- Kruiden & olijven (specialisatie: Zuiderse producten): 2

- Druiven: 2

 

Voor zone B (rest van de Grote Markt, m.u.v. zone A) en zone C (Eikelstraat & Zimmerplein) gelden geen quota voor specialisatie, evenals voor de (n.a.v. bijvoorbeeld de Novemberfoor) verhuisde zaterdagmarkt (naar de zone van het Renaat Veremansplein & omliggende straten). Plan van de standplaatsen: zie bijlage X (in opmaak)

 

De zaterdagmarkt vindt niét plaats indien zaterdag op Kerstmis of Nieuwjaar valt.

 

De gemeenteraad vertrouwt aan het college van burgemeester en schepen de bevoegdheid toe om de markten in te delen en wijzigingen op te nemen.

 

Het college van burgemeester en schepenen kan toelating verlenen die markt op een andere dag te laten doorgaan. Het college zal voor elke standplaats de ligging, de grootte en het gebruik bepalen.

 

Afdeling 1.1 Toewijzing standplaatsen

 

Artikel 2. Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8 §2, art. 10 §1 en KB art. 25)

Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan ondernemingen met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat, via de persoon die de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen : 

 

Ambulante activiteiten zijn pas toegelaten als de verkoper aan volgende bijkomende voorwaarden voldoet:

1° de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie wordt behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en in voorkomend geval tegen brandrisico's;

2° bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, wordt voldaan aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

 

De gemeente of de concessionaris kan ook altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, zijn identiteitsbewijs voorlegt.

 

Om de diversiteit van het aanbod te waarborgen, is het aantal standplaatsen beperkt tot 2 per natuurlijke persoon of per rechtspersoon, die een ambulante activiteit uitoefent (wet art. 8).

 

Voor occasionele verkoopsacties kunnen per zaterdagmarkt max. 2 losse standplaatsen worden ingenomen voor de categorieën zoals omschreven in art. 26.

 

Artikel 3. Verhouding abonnementen – losse plaatsen (KB art. 23)

De standplaatsen op de openbare markt worden toegewezen:

per abonnement (maximum 95% van het totaal aantal standplaatsen)

en/of

van dag tot dag/losse standplaatsen (minimum 5% van het totaal aantal standplaatsen).

 

Artikel 4. Toewijzingsregels losse plaatsen (KB art 27)

De toewijzing van losse plaatsen gebeurt zonder voorrangsregels via loting om 8 uur t.h.v. het stadhuis (Grote Markt). Bij de verdeling over de beschikbare losse standplaatsen, wordt door de marktmeesters het goed beheer van de openbare markt bewaakt door de diversiteit te bevorderen.

 

De persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt moet bij de toewijzing van de losse plaats aanwezig zijn.

Diegene die de standplaats krijgt toegewezen, betaalt het verschuldigde standgeld aan de marktleider, tegen ontvangstbewijs, bij aanvang van de markt.

 

Artikel 5. Toewijzingsregels per abonnement op de openbare markten

 

Artikel 5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement (KB art. 28 & 30)

Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst bijgehouden in een register van kandidaturen met registratie van het tijdstip van de indiening van de kandidatuur . Deze kandidaturen worden geklasseerd:

- eerst volgens categorie zoals bepaald in punt 5.2

- dan volgens de gevraagde standplaats en specialisatie

- tenslotte volgens datum (overhandiging, indiening bij de post, ontvangst op duurzame drager)

 

Overeenkomstig het bestuursdecreet van 7 december 2018 kan dit register steeds geraadpleegd worden.

 

De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur.

Jaarlijks zullen kandidaten opgenomen in het register de vraag krijgen om hun kandidatuur te bevestigen en dus in het register opgenomen te blijven.

 

Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, gaat de gemeente of de concessionaris na of er een geschikte kandidaat is in het register van kandidaturen, zoals omschreven in 5.2.

 

Als het register geen geschikte kandidaat bevat, wordt een vacature bekendgemaakt door publicatie van een kennisgeving.

Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord en/of via de website (www.lier.be) en/of via de lokale pers.

 

De kandidaturen kunnen ingediend worden:

- per mail, per duurzame drager of

- per post, postdatum geldt als indieningsdatum of

- per aangetekende zending

 

Artikel 5.2. Volgorde van toekenning standplaatsen op basis van register (KB art 29 en 31)

Bij het vacant komen van een standplaats per abonnement zullen met het oog op de toekenning ervan, de kandidaturen als volgt geklasseerd worden in het register van kandidaturen:

1. personen die een standplaats vragen als gevolg van de opheffing ervan die ze op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven omwille van definitieve opheffing van de markt of een deel van de standplaatsen;

2. personen die een uitbreiding van hun standplaats vragen;

3. personen die een wijziging van hun standplaats vragen;

4. de externe kandidaten.

 

De standplaatsen worden binnen elke categorie toegekend, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en specialisatie (na collegebesluit en eventuele aanpassing van het marktplan), in chronologische volgorde van de indiening van de aanvragen.

Indien de chronologische volgorde niet kan worden uitgemaakt, gebeurt de toewijzing door loting.

 

Artikel 5.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsen per abonnement (KB art. 33)

De toewijzing van de standplaats wordt bekend gemaakt aan de aanvrager:

- bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;

- of door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs;

- of bij elektronische post (duurzame drager) met ontvangstbewijs.

 

Artikel 5.4. Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement (KB art. 34)

Een plan en/of register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement vermeld staat:

- de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst de standplaats werd toegekend;

- in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon of maatschap aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

- het ondernemingsnummer;

- de specialisatie en/of diensten die te koop aangeboden worden;

- de datum van de toewijzing van de standplaats

- indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit;

- desgevallend, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.

 

Overeenkomstig het bestuursdecreet van 7 december 2018 kan dit plan of register steeds geraadpleegd worden.

 

Afdeling. 1.2 Abonnementen

 

Artikel 6. Periodiciteit van abonnement (KB art. 32 en 37)

Elk abonnement wordt toegekend tot 31 december van het lopend kalenderjaar en telkens stilzwijgend verlengd voor de duur van 12 opeenvolgende maanden, behoudens anders bepaald door de aanvrager (cf. artikel 7 en 8 van onderhavig marktreglement) en behoudens intrekking bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op duurzame drager tegen ontvangstbewijs door het gemeentebestuur of de concessionaris in de gevallen bepaald in artikel 9 van dit marktreglement.

 

Een seizoensgebonden activiteit (art 37 KB) is in het algemeen een activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden. De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van hoger vernoemde activiteiten worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit. Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse plaatsen.

 

Artikel 7. Opschorting abonnement (KB art. 32)

De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

- door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest

- door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond

 

De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug.

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.

 

Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats, waarbij geen rekening gehouden wordt met de specialisatie van het register (van abonnementen).

 

Artikel 8. Afstand van het abonnement (KB art. 32)

De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement

- bij de vervaldag van het abonnement mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

- bij stopzetting van de ambulante activiteiten mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen

- indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 8 van dit reglement. In dit geval is geen vooropzeg nodig.

- op ieder ogenblik mits een opzegtermijn tot op het einde van het eerstvolgende kwartaal

 

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

 

De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:

- bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs

- overhandiging tegen ontvangstbewijs

- op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs

 

Artikel 9. Schorsing en opzegging van abonnement door de gemeente (KB art 32 laatste lid)

Het abonnement kan door het college van burgemeester en schepenen of door de concessionaris geschorst of ingetrokken worden in volgende gevallen:

- bij niet of niet tijdige betaling standplaatsvergoeding;

- bij 3 afwezigheden per kwartaal zonder geldige reden en zonder de marktleider ten laatste op de marktdag zelf per e-mail of sms ervan op de hoogte te stellen. Als geldige reden wordt aanvaard: verlof, sociaal verlof, familiale redenen, een defect aan de verkoopinstallatie of ziekte;

- bij overdracht van een abonnement aan een derde zonder te voldoen aan voorwaarden bepaald in artikel 12 van onderhavig gemeentelijk reglement;

- wanneer andere waren verkocht worden dan diegene vermeld op zijn abonnement;

- bij het herhaaldelijk niet respecteren van de instructies van de marktleider.

 

De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

 

Artikel 10. Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)

Wanneer de openbare markt of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement.

 

Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest.

 

Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare markt of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.

 

In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.

 

Deze personen krijgen voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement (cf. artikel 5.2).

 

Artikel 11. Inname standplaatsen (KB art. 26)

De standplaatsen op de openbare markt kunnen ingenomen worden door:

 

A. de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen;

B. de verantwoordelijke(n) van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen;

C. de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen,die een ambulante activiteit voor eigen rekening uitoefent

D. de echtgenoot of echtgenote of de wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

E. de personen, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon bedoeld in A. tot D.;

 

De personen vermeld in B. tot E. kunnen de standplaatsen innemen, die toegewezen zijn of onderverhuurd zijn aan de natuurlijke persoon, maatschap of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen of onderverhuurd.

 

Wie niet beroepsmatig producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt, kan, mits voorafgaande toelating van de burgemeester, ook een standplaats innemen.

 

Artikel 12 Overdracht standplaats (KB art. 35)

De overdracht van een standplaats is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

de overnemer is in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven voor het uitoefenen van ambulante activiteiten;

A. en zet de specialisatie van de overlater voort op de overgedragen standplaats

Een eventuele wijziging KAN aangevraagd worden per aangetekend schrijven bij het college van burgemeester en schepenen.

B. binnen het eerste jaar kan de standplaats NIET opnieuw overgedragen worden behalve na expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.

C. de onderneming van de overnemer mag door de overname over niet meer dan 2 standplaatsen beschikken (cf. art. 2 van dit reglement).

 

De overdracht is geldig voor de resterende geldigheidsduur van het abonnement van de overlater. Nadien kan het abonnement eveneens stilzwijgend vernieuwd worden.

 

De inname van de overgedragen standplaats is pas toegelaten alsstad Lier heeft vastgesteld dat:

1. de overnemerhet bewijs levert van de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen om dezelfde specialisatie als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de stad uit te oefenen.

2. overnemer het aantal toegestane standplaatsen per onderneming (cf. artikel 2 van dit reglement) niet overschrijdt.

3. de overnemer het bewijs levert waaruit blijkt dat hij voldoet aan de bijkomende voorwaarden, vermeld in artikel 2 van dit reglement

 

 

Afdeling 2: Organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten

 

Afdeling 2.1 Plaatsen op het openbaar domein waar de ambulante activiteit mag plaatsvinden zijn VOORAF BEPAALD

 

Artikel 13. Toepassingsgebied (KB art. 42 §1)

Op volgende plaatsen is de uitoefening van ambulante activiteiten toegelaten na een voorafgaande machtiging van de gemeente of de concessionaris:

 

Het college beslist volgende plaatsen te bepalen als plaatsen die het voorwerp kunnen zijn

van een ambulante activiteit met abonnement:

 

1. Ambulante handel zonder specificaties:

• maximum 1 plaats op de Veemarkt;

• maximum 1 plaats op parking De Mol;

• maximum 1 plaats op het binnenplein Koningsplein (t.h.v. de fietsenstalling)

 

2. Ambulante ijsverkoop :

• maximum 1 standplaats voor ambulante ijsverkoop in de Schapenkoppenstraat t.h.v. de aanlegsteiger van de Moedige Bootvissers;

• maximum 1 plaats voor ambulante ijsverkoop op de standplaats op de Vesten t.h.v. de Antwerpsestraat (zijde Bijenhotel, i.c. op de groenstrook op de Vesten in de richting van de brug);

• maximum 1 standplaats voor ambulante ijsverkoop t.h.v. de Sionbrug op woensdag of zaterdag

 

3 Via een vergunning te bekomen bij De Vlaamse Waterweg

Volgende standplaatsen ambulante handel bevinden zich op eigendom van De Vlaamse Waterweg waardoor de handelaar ook hier moet beschikken over een vergunning van De Vlaamse Waterweg :

• maximum 1 standplaats op de Kesselsesteenweg (direct over de brug aan de rechterzijde)

• maximum 1 standplaats voor ambulante ijsverkoop op de brug t.h.v. het stadspark/sportvelden: het jaagpad heeft wel openbaar karakter voor voetgangers & fietsers maar blijft een private weg (eveneens eigendom De Vlaamse Waterweg) waardoor de handelaar hier eveneens moet beschikken over een machtiging van DVW. Deze laatsten zouden dan ook een onderbord moeten voorzien aan het C3 - verkeersbord met de melding: "uitgezonderd vergunninghouders".

 

Parkings & openbare parken worden gelijkgesteld met het statuut van openbare weg.

Iedere handelaar kan op één locatie maar één dag per week zijn/haar ambulante activiteit uitoefenen.

 

De bezettingsmodaliteiten kunnen op eenvoudige vraag bekomen worden bij stad Lier.

 

Artikel 14. Voorafgaande machtiging (KB art. 38)

 

Artikel 14.1. Aanvraag machtiging

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere van de vermelde plaatsen in artikel 14 om ambulante activiteiten uit te oefenen moet voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 2 van dit reglement en is onderworpen aan een voorafgaande machtiging. Deze machtiging moet voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd worden bij de gemeente of de concessionaris. (Stad Lier, Paradeplein 2 bus 1 t.a.v. team ondernemen of via economie@lier.be).

 

De aanvrager dient ook te vermelden op welke specifieke plaats(-en) hij ambulante activiteiten wenst uit te oefenen.

 

Artikel 14.2. Beslissing machtiging (KB art 42)

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld:

- Identiteit van de aanvrager

- de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen

- de plaats

- de datum en duur van de verkoop

 

De gevraagde machtiging moet geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen:

- redenen van openbare orde en veiligheid

- redenen van volksgezondheid

- wanneervoorwaarden vermeld in artikel 2 en bijbehorende documenten niet in orde zijn

- de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

 

Artikel 15 Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art. 40 en 41)

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1 artikel 2) en innemen van de standplaatsen op de openbare markt (cf. supra Afdeling 1 artikel 11) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.

 

Artikel 16 Toewijzingsregels per abonnement

Hier gelden dezelfde regels als voor de openbare markten (cf. artikel 5 tot en met 9 van dit reglement).

 

Afdeling 2.2. Ambulante activiteit op rondtrekkende wijze

 

Artikel 17 Toepassingsgebied (wet art 4 en 9)

Bij een ambulante activiteit op rondtrekkende wijze verplaatst de handelaar zich langs een traject (al dan niet vooraf bepaald), waarbij een verkooppunt telkens voor een korte stoptijd wordt ingenomen. De stoptijd beperkt zich tot de duur van de directe transactie(s), waarna het traject onmiddellijk verdergezet wordt.

 

Eenieder die op de openbare weg ambulante activiteiten wenst uit te oefenen, dient dit voorafgaand aan te vragen bij de gemeente.

 

Artikel 18 Voorafgaande machtiging

 

18.1 Aanvraag machtiging (KB art. 43)

Om een ambulante activiteit op de openbare weg uit te oefenen, zoals vermeld in artikel 18, moet voldaan zijn aan de voorwaarden vermeld in artikel 2 en dient men te beschikken over een machtiging. Deze machtiging dient voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd te worden bij de gemeente (Stad Lier - Paradeplein 2 bus 1 - 2500 Lier t.a.v. team ondernemen of economie@lier.be).

 

18.2 Beslissing machtiging

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld:

- Identiteit van de aanvrager

- de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen

- de toegestane route

- de datum en duur van de verkoop

 

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen:

- redenen van openbare orde en veiligheid

- redenen van volksgezondheid

- bescherming van de consument

- wanneer de voorwaarden vermeld in artikel 2 niet in orde zijn

- de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

  

Afdeling 3 : Verkopen van producten of diensten met niet-commercieel karakter

 

Artikel 19 Specifieke voorwaarden voor verkopen met niet-commercieel karakter (KB art 7, gewijzigd door BVR)

Onder producten of diensten met een niet-commercieel karakter wordt verstaan:

 

1° de occasionele verkoop van producten of diensten met het oog op een menslievend, sociaal, cultureel, educatief of sportief doel;

2° de occasionele verkoop van producten of diensten met als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld, een ambacht of streekproducten;

3° de occasionele verkoop van producten of diensten die plaatsvindt bij een humanitaire catastrofe, een ramp of belangrijke schade.

 

Verder zijn volgende voorwaarden van toepassing :

1° Enkel op de openbare zaterdagmarkt, blijven ze beperkt tot max. 2 per zaterdagmarkt en max. twee per jaar per vereniging/organisatie/school.

 

2° In het geval van een aanvraag op de zaterdagmarkt, dient de aanvrager min. 2 weken vóór de beoogde zaterdagmarkt, een aanvraag in te dienen bij de marktmeester(s) (per mail via markt@lier.be).

De toelating tot deelname wordt verkregen na toestemming per besluit burgemeester. Buiten de zaterdagmarkt dient eveneens de burgemeester hiervoor toestemming te verlenen.

 

Afdeling 4 : Aanvullende bepalingen

 

Artikel 20 Bevoegdheid marktleider (KB art. 44)

De marktleider, aangesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde, is bevoegd om documenten die de identiteit van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen en de voorwaarden voor het uitoefenen van ambulante activiteiten te controleren en onderstaande regels van orde te laten naleven.

 

Eenieder, die valt onder het toepassingsgebied van onderhavig gemeentelijk reglement, dient zich te houden aan de hiernavolgende regels van orde.

        De standrechten van zowel de abonnementen als de losse standplaatsen dienen te worden voldaan zoals in het geldende belasting- of retributiereglement is voorzien.

        Op de zaterdagse markt dienen alle kramen of verkoopwagens, van de houders van een abonnement, uiterlijk om 8 uur op de toegewezen standplaats opgesteld te zijn en alle voertuigen , die niet als verkoopsinrichting ingericht en gebruikt worden, dienen van de marktplaats verwijderd te worden.

        Uiterlijk één uur na het beëindigen van de markt dienen de verkoopsinrichtingen van de marktplaats verwijderd te zijn.

        De maximum diepte van de kramen wordt vastgesteld op 4 meter.

        De opstelling van de marktkramen dient op die wijze te gebeuren zodat de voorkant van de marktkramen en wagens met geopend luik één lijn vormen. De marktkramers dienen hierin steeds de aanwijzingen van de marktleider te volgen.

        Elke marktkramer en zijn personeel dienen de nodige voorzorgen te nemen om het vervuilen van het marktterrein te beperken.

        Op de zaterdagmarkt en duivenmarkt wordt door de gemeentelijke reinigingsdienst geen ophaling van het afval verzekerd. Elke marktkramer en zijn personeel dienen het afval, voortkomend van de door hem/haar verkochte producten, zelf mee te nemen en in te staan voor de reinheid van zijn standplaats en omgeving bij het verlaten van de markt.

        Het afvalwater, inzonderheid afvalwater afkomstig van vis, dient door de marktkramer en/of zijn personeel te worden opgevangen in emmers of dergelijke , waarna het dient te worden geledigd in de riolen. De standplaatsen en hun onmiddellijke omgeving dienen volledig proper te worden achtergelaten.

        Het is de marktkramers verboden

        voor de opstelling van hun kramen of voor de vasthechting van een dekzeil of dergelijke , pinnen of enig ander voorwerp in de openbare weg te bevestigen;

        voor de afbakening van de standplaats enige schildering op het wegdek aan te brengen.

        Het is verboden de handelsverrichtingen van anderen te hinderen, bijvoorbeeld door het gebruik van een geluidsinstallatie.

        Het gebruik van motoren of andere hinderlijke installaties dient te worden vermeden en de nodige maatregelen dienen te worden genomen om de hinder tot een minimum te herleiden.

        In de gangen voor de kramen mag geen bijkomende inname (borden, losse koopwaar, uitstaltafels) gebeuren.

        De doorgang moet volledig vrij blijven. Het is verboden enige afscherming of koopwaar aan de luifel te bevestigen of er onder te plaatsen.

        De promotie voor eigen producten kan enkel voor het eigen kraam. De doorgang voor de marktbezoekers mag niet gehinderd worden. Er kan hierop enkel een uitzondering worden gemaakt voor een actie georganiseerd door een erkende vereniging van marktkramers.

        Het gebruik van elektriciteit en het gebruik van gastoestellen dient te gebeuren conform de wettelijke voorschriften.

        Het gebruik van de door de stad ter beschikking gestelde elektriciteit, wordt slechts gegarandeerd tot 15 minuten vóór het einde van de markt.

        Elektriciteitskabels mogen niet over de rijbaan gelegd worden, tenzij er geen andere aansluiting mogelijk is.

 

De richtlijnen van de marktmeester moeten strikt opgevolgd worden. Marktkramers kunnen eventuele klachten schriftelijk overmaken aan het college van burgemeester en schepenen.

Bij overtreding van deze regels, kan het abonnement door het college van burgemeester en schepenen geschorst of opgezegd worden of de toekenning van een losse standplaats ontzegd worden, na verwittiging en op advies van de marktmeester.

  

Artikel 21 Toezicht en handhaving

De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het verlenen, schoren, intrekken van abonnementen en/of vergunningen voor losse standplaatsen en het nemen van sancties.

Elke overtreding van dit reglement kan worden bestraft met:

        een administratieve GAS boete (maximum het bedrag opgenomen in de politiecodex van Lier) of

        een administratieve schorsing of intrekking van het abonnement of toewijzing losse standplaats; of

        een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

De sancties opgelegd door het college van burgemeester en schepen worden met een aangetekende brief ter kennis gebracht aan de overtreder.

 

Artikel 22 In werking treden van gemeentelijk reglement

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2024 en voorgaand reglement goedgekeurd in de gemeenteraad van 26 maart 2018, wijzigingen goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2018 wordt opgeheven.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

PREMIEREGLEMENT WONEN EN WERKEN BOVEN HANDELSPANDEN - AANPASSING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2022 over de goedkeuring van het premiereglement Wonen en Werken boven handelspanden i.s.m. VLAIO

 

Feiten en context

Om het winkelgebied van Lier levendiger en dynamischer te maken, heeft de stad Lier in samenwerking met VLAIO een premiereglement ‘Wonen en Werken boven handelspanden’ uitgewerkt. Eigenaars of huurders van een handelspand kunnen een premie aanvragen om de ruimte boven hun handelspand te renoveren en/of op te knappen. Wonen of werken boven commerciële ruimtes heeft heel wat voordelen voor zowel de eigenaar/huurder van het handelspand, als de stad in zijn geheel. De bebouwde ruimte wordt nuttiger ingevuld, waardoor er geen extra open ruimte voor bewoning of werkgelegenheid gebruikt wordt. Het winkelgebied wordt leefbaarder doordat er meer bedrijvigheid is overdag, waardoor er ook meer geshopt en geconsumeerd wordt in het winkelgebied. ’s Avonds is er meer sociale controle en profiteert ook de horeca verder van de toegenomen bewoning.Als mensen kunnen wonen, werken en winkelen in het centrum van de stad zijn er minder verplaatsingen nodig, wat de mobiliteit en het klimaat ten goede komt. De rentabiliteit van het gebouw gaat omhoog voor de eigenaar en/of huurder.

De stad Lier en VLAIO leveren een tussenkomst van 40% van de gemaakte kosten, BTW niet inbegrepen, met een maximum van 10.000 euro per aanvraagdossier. In het geval dat de maximale bijdrage van 10.000 euro wordt aangevraagd, moet de aanvrager dus 25.000 euro excl. BTW gemaakte kosten kunnen aantonen om 10.000 euro (40%) terugbetaald te zien via de premie. De aanvraag kan het hele jaar door ingediend worden via het online formulier vanaf november 2022 t/m 31 december 2025 en binnen de aangegeven termijnen van toepassing op je dossier. De werken waarvoor je een premie kan aanvragen, mogen maximaal 6 maand voor de aanvraag van de premie aangevat zijn.

In het eerste jaar van de premie zijn er twee dossiers ingediend, maar is er nog geen enkele premie uitbetaald. De reden hiervoor ligt volgens de dienst ondernemen bij de complexiteit van het reglement, dat stipuleert dat werken waarvoor ook een premie kan worden aangevraagd bij een andere overheid, niet in aanmerking komen. Dat maakt het zeer verwarrend voor eigenaars of huurders van handelspanden. We willen dit nu aanpassen zodat ook werken die door andere overheden zouden kunnen worden gesubsidieerd, in aanmerking kunnen komen voor de Lierse premie. Er worden daarbij wel extra garanties ingebouwd dat er geen dubbele financiering gebeurt voor dezelfde werken, in samenwerking met de andere overheden die premies voor renovatie van handelspanden uitreiken.

 

Volgende artikels uit het reglement wenst team Ondernemen aan te passen om de uitvoering van het reglement te vergemakkelijken:

 

Oude Artikel 1, paragraaf 3:

§3. Deze premie wordt mee mogelijk gemaakt dankzij cofinanciering door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), in het kader van de Projectoproepen Kernversterking van 2022. VLAIO en de stad Lier staan elk in voor de helft van de toegekende premie onder dit reglement. De goedkeuring door VLAIO van het projectvoorstel van de stad Lier, met de daaruit voortvloeiende cofinanciering, is een opschortende voorwaarde voor de invoering van deze premie

 

Nieuwe Artikel 1, paragraaf 3:

§3. Deze premie wordt mee mogelijk gemaakt dankzij cofinanciering door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), in het kader van de Projectoproepen Kernversterking van 2022. VLAIO en de stad Lier staan elk in voor de helft van de toegekende premie onder dit reglement.

--> reden wijziging: schrappen van de zin 'De goedkeuring door VLAIO van het projectvoorstel van de stad Lier, met de daaruit voortvloeiende cofinanciering, is een opschortende voorwaarde voor de invoering van deze premie', aangezien de premie ondertussen is goedgekeurd door VLAIO.

 

Oud Artikel 2. Definities, paragraaf 12

§12 Kernwinkelgebied stad Lier: de door het Lierse stadsbestuur afgebakende zones zoals vastgesteld door de gemeenteraad en voorzien in de beleidsvisie detailhandel Lier, i.c.:

        Kernwinkelgebied A3: Antwerpsestraat, Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én  Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28.

        kernwinkelgebied A6: Grote Markt

        Kernwinkelgebied A7: Rechtestraat

 

Nieuw Artikel 2. Definities, paragraaf 12

§12 Kernwinkelgebied stad Lier: de door het Lierse stadsbestuur afgebakende zones zoals vastgesteld door de gemeenteraad en voorzien in de huidige beleidsvisie detailhandel Lier gecoördineerde versie van 29/11/2021, i.c.: 

        Kernwinkelgebied A3: Antwerpsestraat, Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28.

        Kernwinkelgebied A6: Grote Markt

        Kernwinkelgebied A7: Rechtestraat

--> reden wijziging: Team Ondernemen werkt aan een nieuwe beleidsvisie detailhandel. Het blijft voor deze maatregel echter relevant het gebied van de detailhandelsvisie die in voege is op het moment van goedkeuring van dit premiereglement, te behouden.

 

Oud artikel 3, paragraaf 2

§2. Huurders, eigenaars of zakelijk gerechtigden van een pand waar op de gelijkvloerseverdiepingéénvanvolgendeactiviteitenuitgeoefendwordt,komenexplicietnietinaanmerkingvoordepremie:

        beoefenaarsvan(para)medische,vrijeofintellectueleberoepen;

        beoefenaarsvanfinanciëleen/ofadministratievedienstverlenendeberoependiegeenpubliektoegankelijkecommerciëleruimtehebbenopdegelijkvloerseverdieping;

        vzw’sdieeenhoreca-activiteituitoefenen;

        uitbatersvannachtwinkels,automatenshops,privatebureausvoortelecommunicatie/phoneshops,kansspelinrichtingen,…;

        kantoorfunctieszondervoorpubliekvrijtoegankelijkecommerciëleruimten;

        loutergroothandel(B2B);

        mede)zaakvoerders (die als natuurlijke persoon of in welke rechtsvorm dan ook) nog openstaande schulden hebben bij de stad Lier.

 

Nieuw artikel 3, paragraaf 2

§2. Huurders, eigenaars of zakelijk gerechtigden van een pand waar op de gelijkvloerse verdieping één van volgende activiteiten uitgeoefend wordt, komen expliciet niet in aanmerking voor de premie:

        beoefenaars van (para)medische, vrije of intellectuele beroepen;

        beoefenaars van financiële en/of administratieve dienstverlenende beroepen die geen publiek toegankelijke commerciële ruimte hebben op de gelijkvloerse verdieping;

        vzw’s die een horeca - activiteit uitoefenen;

        uitbaters van nachtwinkels, automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie/ phoneshops, kansspelinrichtingen,… ;

        kantoorfuncties zonder voor publiek vrij toegankelijke commerciële ruimten;

        louter groothandel (B2B);

        indien de begunstigde(n) van de premie nog openstaande schulden heeft aan de stad, behoudt de stad zich het recht voor de premie te verrekenen met de openstaande schuld.

--> reden wijziging: in een rechtszaak omtrent een niet-toegekende premie invulling leegstaand handelspand obv van een openstaande schuld, oordeelde de rechter dat deze schuld geen reden was om de premie niet toe te kennen, omdat het een vorige vennootschap van de aanvrager betrof.

 

Oud Artikel 4. Welke panden komen in aanmerking?, paragraaf 1:

§1 Het doelgebied van de premie zijn panden gelegen in het door de Beleidsvisie Detailhandel afgebakende kernwinkelgebied van de Stad Lier, waarvan de publieke toegang tot de commerciële ruimte of de etalage gelegen is op de gelijkvloerse verdieping in een van de volgende (delen van) straten: Antwerpsestraat, Rechtestraat, Grote Markt en de Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28 .

 

Nieuw Artikel 4. Welke panden komen in aanmerking?, paragraaf 1:

 §1 Het doelgebied van de premie zijn panden gelegen in het door de Beleidsvisie Detailhandel, gecoördineerde versie van 29/11/21, afgebakende kernwinkelgebied van de Stad Lier, waarvan de publieke toegang tot de commerciële ruimte of de etalage gelegen is op de gelijkvloerse verdieping in een van de volgende (delen van) straten: Antwerpsestraat, Rechtestraat, Grote Markt en de Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28 .

--> reden wijziging: zie voorgaande toelichting

 

Oud artikel  5 Subsidieerbare werken onder Luik A, paragrafen 1 en 2

§1. Volgende inrichtingskosten voor (indien nodig vergunde) werken die tot doel hebben een woongelegenheid of ruimte voor werkgelegenheid te creëren op één of meerdere verdieping(en) boven een gelijkvloers handelspand in het Lierse kernwinkelgebied, conform de normen van de Vlaamse  Codex Wonen en/of de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet) en het KB Arbeidsplaatsen komen in aanmerking voor de premie :

        noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren;

        Behang- en schilderwerken;

        Pleisteren;

        Bevloering;

        Binnenschrijnwerk;

        Plafondwerken;

        Aanbrengen of vervangen van een of meer vaste trappen

        Sanitaire  uitrusting;

        Elektriciteitswerken;

         Inrichten badkamer;

        Plaatsen van een keuken,

        Brandveilig maken van de woning;

        Aansluiting op nutsvoorzieningen en installatie van afzonderlijke tellers;

        Brievenbus, deurbel, parlofoon voor de nieuwe woon- of werkgelegenheid;

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

         Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Bubbelbaden en stoomdouches;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid kan aangevraagd worden

 

Nieuw artikel 5. Subsidieerbare werken onder Luik A, paragrafen 1 en 2

§1. Volgende inrichtingskosten voor (indien nodig vergunde) werken die tot doel hebben een woongelegenheid of ruimte voor werkgelegenheid te creëren op één of meerdere verdieping(en) boven een gelijkvloers handelspand in het Lierse kernwinkelgebied, conform de normen van de Vlaamse  Codex Wonen en/of de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet) en het KB Arbeidsplaatsen komen in aanmerking voor de premie :

         Noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren;

        Behang- en schilderwerken;

        Pleisteren;

        Bevloering;

        Binnenschrijnwerk;

        Plafondwerken;

        Aanbrengen of vervangen van een of meer vaste trappen

        Sanitaire  uitrusting;

        Elektriciteitswerken;

        Inrichten badkamer;

        Plaatsen van een keuken,

        Brandveilig maken van de woning;

        Aansluiting op nutsvoorzieningen en installatie van afzonderlijke tellers;

        Brievenbus, deurbel, parlofoon voor de nieuwe woon- of werkgelegenheid;

        En andere noodzakelijke werken om een woon- of werkgelegenheid te creëren

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

         Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Bubbelbaden en stoomdouches;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor reeds een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is .

--> reden wijziging: in paragraaf 1 om duidelijk te maken dat de lijst niet-exhaustief is; in paragraaf 2 omdat het voor aanvragers moeilijk blijkt in te schatten welke kosten voor verbouwingen allemaal ingediend kunnen worden bij andere overheden. Dat verhindert hen om een premieaanvraag in te dienen. Door deze wijziging kunnen ook werken die in principe ook door andere overheden gesubsidieerd kunnen worden, ingediend worden onder onderhavig premiereglement. Team Ondernemen zal in samenspraak met de andere overheidsdiensten wel nagaan of er geen sprake is van dubbele financiering van dezelfde werken. In dat geval zal de premie teruggevorderd worden.

 

Oud Artikel 7. Subsidieerbare werken Luik B, paragrafen 1 en 2

§1. Volgende kosten voor vergunde werken die tot doel hebben de verdieping(en) boven een handelspand afzonderlijk te kunnen ontsluiten met een aparte toegang, komen in aanmerking voor de premie:

        Maken van een bijkomende opening in de gevel of in de etalage;

        Afwerken van de gevel ten gevolge van de nieuwe opening (hierbij gelden dezelfde voorwaarden als gesteld bij luik C);

        Plaatsen van aangepast buitenschrijnwerk en beglazing van de etalage in functie van de nieuwe toegang;

        Noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren als afscheiding van de aparte toegang;

        Afwerking van de gangruimte(s) en afwerking van de binnenruimtes die er aan palen en die bij de werkzaamheden voor de aparte toegang betrokken zijn : behang- en schilderwerken, pleisteren, bevloering, plafondwerken;

        Binnenschrijnwerk;

        Plaatsen van een veilige trap en plaatsen van een borstwering;

        Elektriciteitswerken in functie van de toegang (verlichting, deurbel, parlofoon,…)

 §2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor reeds ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid is aangevraagd.

 

 Nieuw Artikel 7. Subsidieerbare werken Luik B, paragrafen 1 en 2

§1. Volgende kosten voor vergunde werken die tot doel hebben de verdieping(en) boven een handelspand afzonderlijk te kunnen ontsluiten met een aparte toegang, komen in aanmerking voor de premie:

        Maken van een bijkomende opening in de gevel of in de etalage;

        Afwerken van de gevel ten gevolge van de nieuwe opening (hierbij gelden dezelfde voorwaarden als gesteld bij luik C);

        Plaatsen van aangepast buitenschrijnwerk en beglazing van de etalage in functie van de nieuwe toegang;

        Noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren als afscheiding van de aparte toegang;

        Afwerking van de gangruimte(s) en afwerking van de binnenruimtes die er aan palen en die bij de werkzaamheden voor de aparte toegang betrokken zijn : behang- en schilderwerken, pleisteren, bevloering, plafondwerken;

        Binnenschrijnwerk;

        Plaatsen van een veilige trap en plaatsen van een borstwering;

        Elektriciteitswerken in functie van de toegang (verlichting, deurbel, parlofoon,…)

        Andere noodzakelijke werken om een afzonderlijke toegang te creëren

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor reeds een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is

.--> reden wijziging: zie voorgaande.

 

Oud Artikel 9. Subsidieerbare werken Luik C, paragraaf 1 en 2

§1. Volgende kosten gemaakt voor vergunde werken die het herstel van de gevel voor het

creëren van een aparte toegang tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de subsidie:

        de reiniging van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Het verven van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Herstel van de bepleistering van die delen van de gevel die beschadigd is geraakt.

        Alle voorbereidende werken voor zover die deel uitmaken van deze herstelwerken, zoals werken ter bescherming van de raamomlijstingen en de aangrenzende gevels; huur, plaatsen en verwijderen van stellingen; werken tot versterking en herstel van de  grondlaag voor de verf en voegen van gevels.

        Aanbrengen van allerhande afwerkings- en beschermingsproducten die deel uitmaken van de herstellingswerken, met name vochtwerende producten; schimmelbestrijdingsmiddelen en verhardingsmiddelen.

 §2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        De reiniging van de gevels door één van de volgende eenvoudige procedés: schaven; slijpen; puimen; droogborstelen of de ‘afstoffing’; zandstralen (behalve voor de gekalkte  gevels); droog spuiten met granulaten.

        Werken aan gevels die niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Het plaatsen en vervangen van garagepoorten.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid kan aangevraagd worden.

        Kosten die geen rechtstreeks verband houden met het creëren van een aparte toegang

 

Nieuw Artikel 9. Subsidieerbare werken Luik C, paragraaf 1 en 2

§1. Volgende kosten gemaakt voor vergunde werken die het herstel van de gevel voor het

creëren van een aparte toegang tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de subsidie:

        de reiniging van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Het verven van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Herstel van de bepleistering van die delen van de gevel die beschadigd is geraakt.

        Alle voorbereidende werken voor zover die deel uitmaken van deze herstelwerken, zoals werken ter bescherming van de raamomlijstingen en de aangrenzende gevels; huur, plaatsen en verwijderen van stellingen; werken tot versterking en herstel van de  grondlaag voor de verf en voegen van gevels.

        Aanbrengen van allerhande afwerkings- en beschermingsproducten die deel uitmaken van de herstellingswerken, met name vochtwerende producten; schimmelbestrijdingsmiddelen en verhardingsmiddelen.

        Andere werken die noodzakelijk zijn om de gevel te herstellen na het creëren van een aparte toegang

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        De reiniging van de gevels door één van de volgende eenvoudige procedés: schaven; slijpen; puimen; droogborstelen of de ‘afstoffing’; zandstralen (behalve voor de gekalkte  gevels); droog spuiten met granulaten.

        Werken aan gevels die niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Het plaatsen en vervangen van garagepoorten.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is.

        Kosten die geen rechtstreeks verband houden met het creëren van een aparte toegang

--> reden wijziging: zie voorgaande

 

Oud Artikel 11. Subsidieerbare werken Luik D, paragraaf 2

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

werken die reeds vervat zijn in luik A, B of C.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de

        Vlaamse, Federale of Europese overheid kan aangevraagd worden.

        Kosten die geen rechtstreeks verband houden met het creëren van een aparte toegang

 

Nieuw Artikel 11. Subsidieerbare werken Luik D, paragraaf 2

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

werken die reeds vervat zijn in luik A, B of C.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de

        Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is.

        Kosten die geen rechtstreeks verband houden met het creëren van een aparte toegang

--> reden wijziging: zie voorgaande + de laatste bullet was een fout in het oorspronkelijke reglement

 

Oud artikel 14 Beperkingen, paragraaf 3

§3. De dossiers worden behandeld a rato van indiening van de premie-aanvraag en tot

uitputting van het goedgekeurde krediet. Dat wil zeggen dat als een premie-aanvraag wordt

goedgekeurd door het schepencollege, het bedrag gereserveerd blijft tot het moment van

beslissing over de uitbetaling van de premie door datzelfde college. Bij uitputting van het

krediet kan het college beslissen extra kredieten vrij te maken. De aanvrager zal hiervan op de

hoogte gesteld worden bij goedkeuring van de premie-aanvraag

Nieuw artikel 14 Beperkingen, paragraaf 3

§3. De dossiers worden behandeld a rato van indiening van de premie-aanvraag en tot

uitputting van het goedgekeurde krediet. Dat wil zeggen dat als een premie-aanvraag wordt

goedgekeurd door het schepencollege, het bedrag gereserveerd blijft tot het moment van

beslissing over de uitbetaling van de premie door het schepencollege. Bij uitputting van het

krediet kan het college beslissen extra kredieten vrij te maken. De aanvrager zal hiervan op de

hoogte gesteld worden bij goedkeuring van de premie-aanvraag

--> reden wijziging: omdat de premie loopt over twee legislaturen, zou het kunnen dat de premie wordt goedgekeurd door het ene schepencollege, maar de beslissing tot uitbetaling wordt genomen door een ander schepencollege.

 

Oud artikel 15 Algemene bepalingen, paragraaf 3

§3. De administratie zal na de uitvoering van de werken onderzoek ter plaatse instellen om na te gaan of de werken voldoen aan de gestelde voorwaarden, effectief werden uitgevoerd, of het pand voldoet aan de minimale vereisten qua veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit en voor elke woongelegenheid een conformiteitsattest kan afgeleverd worden op basis van een technisch verslag. Indien de technisch controleur geen toegang wordt verleend en deze dus de controle niet kan uitvoeren, wordt er geen premie uitbetaald.

 

Nieuw artikel 15 Algemene bepalingen, paragraaf 3

§3. De administratie kan na de uitvoering van de werken onderzoek ter plaatse instellen om na te gaan of de werken voldoen aan de gestelde voorwaarden, effectief werden uitgevoerd, of het pand voldoet aan de minimale vereisten qua veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit en voor elke woongelegenheid een conformiteitsattest kan afgeleverd worden op basis van een technisch verslag. Indien de technisch controleur geen toegang wordt verleend en deze dus de controle niet kan uitvoeren, wordt er geen premie uitbetaald.

--> reden wijziging: niet in alle gevallen zal een technische controle nodig zijn.

 

Oud artikel 16 Cumuleerbaarheid, paragraaf 2

§2. Cumul met andere stedelijke, provinciale, Vlaamse, federale of Europese premies voor dezelfde werken- waarbij dezelfde factuur dus wordt ingebracht voor meerdere premies - is niet mogelijk. Complementaire werken kunnen wel gecumuleerd worden met deze premie (bijv. subsidie voor gevelisolatie van Vlaanderen, in combinatie met het creëren van een aparte toegang). Hetzelfde werk mag niet dubbel gesubsidieerd worden.

 

Nieuw artikel 16 Cumuleerbaarheid, paragraaf 2

§2. Cumul met andere stedelijke, provinciale, Vlaamse, federale of Europese premies voor dezelfde werken- waarbij dezelfde factuur dus wordt ingebracht voor meerdere premies - is niet mogelijk. Complementaire werken kunnen wel gecumuleerd worden met deze premie (bijv. subsidie voor gevelisolatie van Vlaanderen, in combinatie met het creëren van een aparte toegang). Hetzelfde werk mag niet dubbel gesubsidieerd worden. Indien er onder onderhavig premiereglement een subsidie wordt aangevraagd voor werken die ook door andere instanties worden gesubsidieerd, zal stad Lier navraag doen bij de instantie in kwestie. Indien blijkt dat voor dezelfde werken ook een premie bij een andere instantie is aangevraagd of verkregen, vervalt het recht op de premie bij stad Lier.

--> reden wijziging: deze toevoeging biedt meer garanties om dubbele subsidiëring tegen te gaan en te bestraffen.

 

Oud Artikel 17. Aanvraag premie, paragrafen 2, 5 en 6

§2. Aanvraagdossier premie

Een premie-aanvraag dient via het daartoe bestemde formulier op de website van de stad Lier

te worden aangevraagd.

De premie-aanvraag dient volgende documenten te bevatten om ontvankelijk te zijn:

        het correct ingevuld aanvraagformulier;

        het ondernemingsnummer van de handelszaak gevestigd in het gelijkvloerse

        handelspand;

        een kopie van de eigendomsakte of huurovereenkomst waaruit het bouwrecht van de aanvrager blijkt

        een kopie van de huurovereenkomst (in voorkomend geval) met bewijs van bedrag van de geldende huur op het ogenblik van indiening aanvraagformulier;

        een ondertekend akkoord tussen (in voorkomend geval) alle naakte eigenaars, alle houders van zakelijke rechten en de huurder;

        de omgevingsvergunning indien vereist voor de uit te voeren werken met een kopie van het goedgekeurde plan;

        een lijst van de noodzakelijke werken om aan de basiskwaliteit en veiligheid te voldoen, zoals door de technisch controleur in zijn verslag opgenomen;

        indien vereist een attest PTI afgeleverd door de brandweer

        de nodige gunstige adviezen van de betrokken stadsdiensten;

        een gedetailleerde omschrijving van de uit te voeren werken. Dit kan aan de hand van een offerte of bestek met een beschrijving van procedé, materialen, kleuren, verfsoort… aangevuld met stalen of duidelijke representatieve afbeeldingen van de te gebruiken materialen. Uit de beschrijving moet ondubbelzinnig het beoogde resultaat van de werken blijken;

        een nauwkeurige prijsraming of offerte(s) van een erkende aannemer van maximaal 6 maanden oud;

        genummerde foto’s van de bestaande toestand en ontwerpplannen met aanduiding van de oriëntatie van de foto’s.

De premie-aanvraag is pas geldig indien ontvankelijk en volledig verklaard door de bevoegde ambtenaar, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen §5. De premie-aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 november 2022 tot en met 31 december 2025.

§6. De werken waarvoor de premie aangevraagd worden, mogen maximaal 6 maand voor de aanvraag van de premie aangevat zijn. De aanvrager toont dit aan via de bijgevoegde offertes, die maximaal 6 maand oud mogen zijn. De stad Lier kan dit controleren door navraag te doen bij de aangestelde aannemer. Indien de premie wordt aangevraagd na de aanvang der werken, ligt de bewijslast van de toestand voor aanvang der werken bij de aanvrager.

 

Nieuw Artikel 17. Aanvraag premie, paragrafen 2, 3 en 4

§2. Aanvraagdossier premie

Een premie-aanvraag dient via het daartoe bestemde formulier op de website van de stad Lier

te worden aangevraagd.

De premie-aanvraag dient volgende documenten te bevatten om ontvankelijk te zijn:

        het correct ingevuld aanvraagformulier;

        het ondernemingsnummer van de handelszaak gevestigd in het gelijkvloerse handelspand;

        een kopie van de eigendomsakte of huurovereenkomst waaruit het bouwrecht van de aanvrager blijkt

        een kopie van de huurovereenkomst (in voorkomend geval) met bewijs van bedrag van de geldende huur op het ogenblik van indiening aanvraagformulier;

        een ondertekend akkoord tussen (in voorkomend geval) alle naakte eigenaars, alle houders van zakelijke rechten en de huurder;

        de omgevingsvergunning indien vereist voor de uit te voeren werken met een kopie van het goedgekeurde plan;

        indien een aanvraag onder luik D, een lijst van de noodzakelijke werken om aan de basiskwaliteit en veiligheid te voldoen, zoals door de technisch controleur in zijn verslag opgenomen;

        indien vereist een attest PTI afgeleverd door de brandweer

        de nodige gunstige adviezen van de betrokken stadsdiensten;

        een gedetailleerde omschrijving van de uit te voeren werken. Dit kan aan de hand van een offerte of bestek met een beschrijving van procedé, materialen, kleuren, verfsoort… aangevuld met stalen of duidelijke representatieve afbeeldingen van de te gebruiken materialen. Uit de beschrijving moet ondubbelzinnig het beoogde resultaat van de werken blijken;

        een nauwkeurige prijsraming of offerte(s) van een erkende aannemer van maximaal 6 maanden oud;

        genummerde foto’s van de bestaande toestand en ontwerpplannen met aanduiding van de oriëntatie van de foto’s.

De premie-aanvraag is pas geldig indien ontvankelijk en volledig verklaard door de

bevoegde ambtenaar, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen

§3. De premie-aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 november 2022 tot en met 31 december 2025.

§4 De werken waarvoor de premie aangevraagd worden, mogen maximaal 12 maand voor de aanvraag van de premie aangevat zijn. De aanvrager toont dit aan via de bijgevoegde offertes, die maximaal 12 maand oud mogen zijn. De stad Lier kan dit controleren door navraag te doen bij de aangestelde aannemer. Indien de premie wordt aangevraagd na de aanvang der werken, ligt de bewijslast van de toestand voor aanvang der werken bij de aanvrager.

--> reden wijziging: bij paragraaf 2 een verduidelijking dat deze vereiste enkel geldt voor aanvragen onder luik D; paragrafen 3 en 4 waren fout genummerd als 5 en 6 in het oorspronkelijke reglement; voor paragraaf 4, de praktijk wijst uit dat de termijn van 6 maanden soms krap is. Door er 12 maanden van te maken, geven we de aanvrager iets meer marge.

 

Oud artikel 18 Beslissing, paragraaf 4

§4. De werken mogen beginnen uiterlijk 6 maand vóór de principiële goedkeuring van het aanvraagdossier op het college van burgemeester en schepenen. De bewijslast voor de toestand voor de aanvang der werken ligt bij de aanvrager. Indien de meerwaarde van de werken en dus de premie niet kan aangetoond worden, zal de premie-aanvraag geweigerd worden.

 

Nieuw artikel 18 Beslissing, paragraaf 4

§4. De werken mogen beginnen uiterlijk 12 maanden vóór de principiële goedkeuring van het aanvraagdossier op het college van burgemeester en schepenen. De bewijslast voor de toestand voor de aanvang der werken ligt bij de aanvrager. Indien de meerwaarde van de werken en dus de premie niet kan aangetoond worden, zal de premie-aanvraag geweigerd worden.

--> reden wijziging: zie voorgaande

 

Oud artikel 29. Publiciteit

Op straffe van niet ontvangen van de premie verbindt iedere kandidaat-verbouwer zich er toe

om voldoende zichtbaar:

        Voor de duur van de werken een affiche of bord te plaatsen waarop duidelijk te lezen staat dat de renovatie mee mogelijk gemaakt wordt met de subsidie bekomen van de stad Lier en VLAIO. De affiche of het bord zal aangeleverd worden door de dienst Ondernemen van stad Lier.

        Na het beëindigen van de werken een renovatiesticker - beschikbaar gesteld door de dienst Ondernemen van de stad Lier- te bevestigen op een zichtbare plaats aan de straatkant van de handelszaak

 

Nieuw artikel 29. Publiciteit

Op straffe van niet ontvangen van de premie verbindt iedere kandidaat-verbouwer zich er toe

om voldoende zichtbaar:

        Voor de duur van de werken een affiche of bord te plaatsen, of mee te werken aan een communicatie-actie waarop kenbaar gemaakt wordt dat de renovatie mee mogelijk gemaakt wordt met de subsidie bekomen van de stad Lier en VLAIO. De affiche of het bord zal aangeleverd worden of de communicatie-actie zal opgezet worden door de dienst Ondernemen van stad Lier.

        Na het beëindigen van de werken een renovatiesticker - beschikbaar gesteld door de dienst Ondernemen van de stad Lier- te bevestigen op een zichtbare plaats aan de straatkant van de handelszaak.

--> reden wijziging: een affiche of bord is niet noodzakelijk de beste manier om publiciteit te maken, ook andere acties zijn mogelijk.

 

De volledige tekst van het gewijzigde premiereglement Wonen en Werken boven handelspanden luidt na goedkeuring van de aanpassingen als volgt (zie ook bijlage):

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1. Algemeen

§1. Binnen de perken van het in de begroting voorziene krediet kan het college van burgemeester en schepenen van de stad Lier een premie verlenen, gericht op de ondersteuning van wonen en werken boven handelspanden binnen het kernwinkelgebied van de stad Lier, met als doelstelling de aantrekkingskracht van het kernwinkelgebied te verhogen, het woon- en werkaanbod en de sociale mix in het stadscentrum uit te breiden en de uitstraling, kwaliteit en rentabiliteit van handelspanden in het kernwinkelgebied te verbeteren.

 §2. De premie ‘Wonen en werken boven handelspanden’ is een investeringspremie met een maximum bedrag zoals bepaald in artikel 13, voor kosten door de aanvrager gemaakt die noodzakelijk zijn om nieuwe woongelegenheden of economisch rendabele ruimtes voor werkgelegenheid te creëren boven een handelspand en/of de toegang naar de verdiepingen boven het handelspand te verbeteren, in een handelspand gelegen in het in artikel 4 omschreven toepassingsgebied. De aanvrager kan zowel huurder, eigenaar als zakelijk gerechtigde van het desbetreffende handelspand zijn.

§3. Deze premie wordt mee mogelijk gemaakt dankzij cofinanciering door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), in het kader van de Projectoproepen Kernversterking van 2022. VLAIO en de stad Lier staan elk in voor de helft van de toegekende premie onder dit reglement.

 

Artikel 2. Definities

§1. Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, met inbegrip van kamers;

§2. Ruimte voor werkgelegenheid elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor economische activiteit

§3. Nieuwbouw: een nieuw gebouw waarvan de stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning minder dan 7 jaar geleden werd afgegeven.

§4. Handelszaak: Elke commerciële onderneming waarvoor een  inschrijving  in  de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is vereist en die de uitoefening van een kleinhandels- of horecazaak tot hoofddoel heeft. De handelszaak, zoals hier bedoeld, dient eveneens minstens 5 dagen per week geopend te zijn.

§5. Handelspand: Het onroerend goed, waarin op het gelijkvloers een handelszaak mag worden uitgebaat, met uitsluiting van alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak."

§6. Commerciële ruimte: de oppervlakte bestemd voor de verkoop van producten en het verlenen van diensten, die vrij toegankelijk is voor het publiek, met inbegrip van de niet overdekte oppervlakten.

§7. Conformiteitsattest: een attest waaruit blijkt dat de woning voldoet aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten zoals bepaald door de Vlaamse Regering, zoals bepaald in artikel 3.1 van de Vlaamse Codex Wonen, en in artikel 3.6 en volgende van de Vlaamse Codex Wonen.

§8. Technisch verslag: het verslag dat een woningcontroleur in het kader van een conformiteitsonderzoek om de veiligheid, gezondheid en kwaliteit van een woning te beoordelen opstelt aan de hand van de modellen die opgenomen zijn in bijlage 4 tot en met 6 bij het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Voor ruimtes voor werkgelegenheid wordt hierin ook getoetst of ze voldoende aan de Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet), en de Codex over het welzijn op het werk (met name het koninklijk besluit over basiseisen van arbeidsplaatsen uit 2012 (KB Arbeidsplaatsen).

§9. Dossierbegeleider: een medewerker van de dienst Ondernemen van stad Lier, die instaat voor de administratieve begeleiding van het dossier.

§10. Technisch controleur: een medewerker of aangestelde van de stad Lier, van de Vlaamse of Federale Overheid, bevoegd om technische controles uit te voeren waaruit blijkt of een woning voldoet aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten zoals bepaald in de Vlaamse Codex Wonen, dan wel of een ruimte voor werkgelegenheid voldoet aan de vereisten van de Welzijnswet en het KB Arbeidsplaatsen.

§11. Eigenaar of zakelijk gerechtigde: volle eigenaar, opstalhouder, naakte eigenaar, mede- eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter.

§12 Kernwinkelgebied stad Lier: de door het Lierse stadsbestuur afgebakende zones zoals vastgesteld door de gemeenteraad en voorzien in de huidige beleidsvisie detailhandel Lier, gecoördineerde versie van 29/11/2021 i.c.:

 

        Kernwinkelgebied A3: Antwerpsestraat, Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28.

        Kernwinkelgebied A6: Grote Markt

        Kernwinkelgebied A7: Rechtestraat.

 

HOOFDSTUK 2. WIE KAN VOOR WELK PAND EEN PREMIE AANVRAGEN?

 

Artikel 3. Begunstigden

§1. De premie kan toegekend worden aan elke huurder, eigenaar of zakelijk gerechtigde van een pand in het Lierse kernwinkelgebied waarin op de gelijkvloerse verdieping een detailhandels- of horecazaak zal gevoerd worden of reeds gevoerd wordt, binnen het doelgebied zoals omschreven in artikel 4, en die houder is van een gebruiksrecht op de te renoveren verdiepingen. Dit kan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn.

 §2. Huurders, eigenaars of zakelijk gerechtigden van een pand waar op de gelijkvloerse verdieping één van volgende activiteiten uitgeoefend wordt, komen expliciet niet in aanmerking voor de premie:

        beoefenaars van (para)medische, vrije of intellectuele beroepen;

        beoefenaars van financiële en/of administratieve dienstverlenende beroepen die geen publiek toegankelijke commerciële ruimte hebben op de gelijkvloerse verdieping;

        vzw’s die een horeca - activiteit uitoefenen;

        uitbaters van nachtwinkels, automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie/phoneshops, kansspelinrichtingen,… ;

        kantoorfuncties zonder voor publiek vrij toegankelijke commerciële ruimten;

        louter groothandel (B2B);

        indien de begunstigde(n) van de premie nog openstaande schulden heeft aan de stad, behoudt de stad zich het recht voor de premie te verrekenen met de openstaande schuld.

§3. De begunstigden van de premie blijven gebonden aan de bepalingen van de handelshuur en de huurwetgeving. Voor een aantal werken zal er immers een akkoord tussen eigenaar en

huurder nodig zijn. Dit akkoord moet desgevallend bijgevoegd worden bij de aanvraag en zal gecontroleerd worden door de stad Lier.

 

Artikel 4. Welke panden komen in aanmerking?

§1. Het doelgebied van de premie zijn panden gelegen in het door de Beleidsvisie Detailhandel , gecoördineerde versie van 29/11/21, afgebakende kernwinkelgebied van de Stad Lier, waarvan de publieke toegang tot de commerciële ruimte of de etalage gelegen is op de gelijkvloerse verdieping in een van de volgende (delen van) straten: Antwerpsestraat, Rechtestraat, Grote Markt en de Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28..

§2. Volgende panden worden uitgesloten:

        Handelspanden die niet in overeenstemming zijn met het omgevingsrecht (bijv. geen correct vergunde functie)

        Handelspanden die – indien vereist - geen omgevingsvergunning hebben voor de werken waarvoor de premie wordt aangevraagd

        Handelspanden die – indien vereist – niet beschikken over een kleinhandelsvergunning

        Nieuwbouw

§3. De premie ‘Wonen en werken boven handelspanden’ betreft enkel handelspanden waarvan de bovenverdieping(en) die gerenoveerd worden, gedurende minstens 1 jaar voor de datum van de aanvraag van de premie:

        Onbewoond zijn, er is dus niemand gedomicilieerd geweest sindsdien en/of er is geen studentenhuurovereenkomst afgesloten geweest.

        Niet verhuurd zijn aan of gebruikt zijn door (er is dus geen actieve vestigingseenheid in de KBO) een andere onderneming dan die van de eigenaar, zakelijk gerechtigde of huurder van het handelspand op de gelijkvloerse verdieping

        Door de uitbater of eigenaar van het handelspand op de gelijkvloerse verdieping louter in een onderbenutte of onrendabele functie, weliswaar aansluitend bij de activiteiten van de handelszaak op het gelijkvloers (stockage, refter, beperkte kantoor- of atelierfunctie, …) gebruikt zijn

Aanvragers die de premie aanvragen op grond van de laatste motivatie wordt gevraagd bijkomend een verklaring op eer, gestaafd met een toelichting van het gebruik het voorbije jaar en fotomateriaal hiervan, te ondertekenen, die bij misbruik aanleiding kan geven de premie terug te vorderen. Het college beoordeelt of er sprake is van misbruik.

 

HOOFDSTUK 3. LUIK A: INRICHTING ALS WONING OF RUIMTE VOOR WERKGELEGENHEID BOVEN WINKELS

 

Artikel 5. Subsidieerbare werken onder Luik A

§1. Volgende inrichtingskosten voor (indien nodig vergunde) werken die tot doel hebben een woongelegenheid of ruimte voor werkgelegenheid te creëren op één of meerdere verdieping(en) boven een gelijkvloers handelspand in het Lierse kernwinkelgebied, conform de normen van de Vlaamse  Codex Wonen en/of de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet) en het KB Arbeidsplaatsen komen in aanmerking voor de premie: 

        Noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren;

        Behang- en schilderwerken;

        Pleisteren;

        Bevloering;

        Binnenschrijnwerk;

        Plafondwerken;

        Aanbrengen of vervangen van een of meer vaste trappen

        Sanitaire  uitrusting;

        Elektriciteitswerken; 

        Inrichten badkamer;

        Plaatsen van een keuken,

        Brandveilig maken van de woning;

        Aansluiting op nutsvoorzieningen en installatie van afzonderlijke tellers;

        Brievenbus, deurbel, parlofoon voor de nieuwe woon- of werkgelegenheid;

        En andere noodzakelijke werken om een woon- of werkgelegenheid te creëren

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring: 

        Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Bubbelbaden en stoomdouches;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor reeds een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is.

§3. Kosten voor werken onder luik A mogen ingediend worden samen met kosten onder de andere luiken. Er moet dan gespecificeerd worden in de aanvraag onder welk luik de kosten vallen. Dezelfde werken mogen maar onder 1 luik ingediend worden.

 

Artikel 6. Algemene bepalingen Luik A

§1. De aanvraag van de premie ‘Wonen en werken boven handelspanden’ onder Luik A is enkel mogelijk bij

het creëren van nieuwe woongelegenheden  in  bestaande  ruimtes  voor werkgelegenheid die minstens een jaar niet verhuurd zijn aan of gebruikt zijn door (er is dus geen actieve vestigingseenheid in de KBO) een andere onderneming dan die van de eigenaar, zakelijk gerechtigde of huurder van het handelspand op de gelijkvloerse verdieping

het creëren van nieuwe woongelegenheden in bestaande ruimtes voor werkgelegenheid die door de uitbater of eigenaar van het handelspand op de gelijkvloerse verdieping minstens 1 jaar voor de aanvraag van de premie louter in een onderbenutte of onrendabele functie, weliswaar aansluitend bij de activiteiten van de handelszaak op het gelijkvloers (stockage, refter, beperkte kantoor- of atelierfunctie, …) gebruikt zijn

het grondig herstellen of geschikt voor verhuur maken van bestaande woongelegenheden die op het moment van aanvraag van de premie reeds meer dan 1 jaar onbewoond (met andere woorden er is niemand op gedomicilieerd geweest of er was geen studentenhuurovereenkomst op afgesloten) zijn.

het grondig omvormen, herstellen of geschikt voor verhuur maken van bestaande ruimtes voor werkgelegenheid, die door de uitbater of eigenaar van het handelspand op de gelijkvloerse verdieping minstens 1 jaar voor de aanvraag van de premie louter in een onderbenutte of onrendabele functie, weliswaar aansluitend bij de activiteiten van de handelszaak op het gelijkvloers (stockage, refter, beperkte kantoor- of atelierfunctie,

…) zijn gebruikt. Ze moeten omgevormd, hersteld of geschikt gemaakt worden voor een functie die conform de beleidsvisie detailhandel van de stad Lier is.

Het omvormen van woongelegenheden die op het moment van aanvraag van de premie reeds meer dan een jaar onbewoond waren (met andere woorden er is niemand op gedomicilieerd geweest of er was geen studentenhuurovereenkomst op afgesloten) tot een ruimte voor werkgelegenheid, voor een functie die conform de beleidsvisie detailhandel van stad Lier is

 §2 De aanvrager moet indien nodig beschikken over een omgevingsvergunning voor de uit te voeren werken of de te creëren functie op de verdiepingen waarover sprake in de aanvraag. Deze functie moet conform de beleidsvisie detailhandel van de stad Lier zijn.

 §3. De premie kan in het geval van de inrichting van woongelegenheden enkel uitbetaald worden nadat alle woongelegenheden in het pand voldoen aan de criteria voor een conformiteitsattest. Een technisch controleur aangeduid door de stad voert hiertoe een controlebezoek uit ter plaatse. In het geval van de inrichting van ruimtes voor werkgelegenheid dienen deze te voldoen aan de richtlijnen van de Vlaamse overheid.

§4. In het geval van de inrichting van ruimtes voor werkgelegenheid kan stad Lier een eigen technisch controleur met de nodige bevoegdheden aanstellen (bijv. van het eigen technisch bureau gebouwen) dan wel een inspecteur ‘toezicht op het Welzijn op het Werk’ van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg of een andere inschakelen indien er onzekerheid is of de ruimte ingericht is volgens de wettelijke normen, zoals het KB Arbeidsplaatsen uit 2012. Indien de ruimte voor werkgelegenheid na de verbouwing ook een publiek toegankelijke inrichting wordt, is een PTI-attest van de brandweer verplicht en moet de premie-aanvrager dat op eigen kosten aanvragen en bezorgen aan de dienst ondernemen van stad Lier.

 

HOOFDSTUK 4. LUIK B: AFZONDERLIJKE TOEGANG

 

Artikel 7. Subsidieerbare werken Luik B

§1. Volgende kosten voor vergunde werken die tot doel hebben de verdieping(en) boven een handelspand afzonderlijk te kunnen ontsluiten met een aparte toegang, komen in aanmerking voor de premie:

        Maken van een bijkomende opening in de gevel of in de etalage;

        Afwerken van de gevel ten gevolge van de nieuwe opening (hierbij gelden dezelfde voorwaarden als gesteld bij luik C);

        Plaatsen van aangepast buitenschrijnwerk en beglazing van de etalage in functie van de nieuwe toegang;

        Noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren als afscheiding van de aparte toegang;

        Afwerking van de gangruimte(s) en afwerking van de binnenruimtes die er aan palen en die bij de werkzaamheden voor de aparte toegang betrokken zijn : behang- en schilderwerken, pleisteren, bevloering, plafondwerken;

        Binnenschrijnwerk;

        Plaatsen van een veilige trap en plaatsen van een borstwering;

        Elektriciteitswerken in functie van de toegang (verlichting, deurbel, parlofoon,…)

        Andere noodzakelijke werken om een afzonderlijke toegang te creëren

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor reeds  een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid  ontvangen is

§3. Kosten voor werken onder luik B mogen ingediend worden samen met kosten onder de andere luiken. Er moet dan gespecificeerd worden in de aanvraag onder welk luik de kosten vallen. Dezelfde werken mogen maar onder 1 luik ingediend worden.

 

Artikel 8. Algemene bepalingen Luik B

§1. De aanvrager moet steeds vóór aanvraag van de premie ‘Wonen en werken boven handelspanden’ voor werken onder Luik B indien nodig over een omgevingsvergunning voor de uit te voeren werken of de te creëren functie beschikken en anders een gunstig advies verkrijgen bij (indien relevant) de dienst wonen en de stedelijke erfgoedcel van de stad Lier.

Ook adviezen van andere stadsdiensten of hulpdiensten kunnen desgevallend ingewonnen worden door de dienst Ondernemen van Stad Lier en in ogenschouw genomen worden bij het ontvankelijk verklaren van de premie-aanvraag.

§2. De aanvrager is verplicht alle niet-relevante uithangborden, onvergunde reclamepanelen en andere onvergunde gevelconstructies te verwijderen.

§3. De premie kan enkel uitbetaald worden nadat de gevel in zijn totaliteit hersteld is en een kwaliteitsvolle aanblik geeft.

 

HOOFDSTUK 5. LUIK C: HERSTEL VAN DE GEVEL NA HET CREËREN VAN EEN APARTE TOEGANG

 

Artikel 9. Subsidieerbare werken Luik C

§1. Volgende kosten gemaakt voor vergunde werken die het herstel van de gevel voor het creëren van een aparte toegang tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de subsidie:

        De reiniging van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Het verven van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Herstel van de bepleistering van die delen van de gevel die beschadigd is geraakt.

        Alle voorbereidende werken voor zover die deel uitmaken van deze herstelwerken, zoals werken ter bescherming van de raamomlijstingen en de aangrenzende gevels; huur, plaatsen en verwijderen van stellingen; werken tot versterking en herstel van de grondlaag voor de verf en voegen van gevels.

        Aanbrengen van allerhande afwerkings- en beschermingsproducten die deel uitmaken van de herstellingswerken, met name vochtwerende producten; schimmelbestrijdingsmiddelen en verhardingsmiddelen.

        Andere werken die noodzakelijk zijn om de gevel te herstellen na het creëren van een aparte toegang

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        De reiniging van de gevels door één van de volgende eenvoudige procedés: schaven; slijpen; puimen; droogborstelen of de ‘afstoffing’; zandstralen (behalve voor de gekalkte gevels); droog spuiten met granulaten.

        Werken aan gevels die niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Het plaatsen en vervangen van garagepoorten.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor reeds een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is .

        Kosten die geen rechtstreeks verband houden met het creëren van een aparte toegang

§3. Kosten voor werken onder luik C mogen ingediend worden samen met kosten onder de andere luiken. Er moet dan gespecificeerd worden in de aanvraag onder welk luik de kosten vallen. Dezelfde werken mogen maar onder 1 luik ingediend worden.

 

Artikel 10. Algemene bepalingen Luik C

§1. Dezelfde algemene bepalingen als onder luik B zijn van toepassing

 

HOOFDSTUK 6. LUIK D: BASISKWALITEIT EN VEILIGHEID

 

Artikel 11. Subsidieerbare werken Luik D

§1. Om in aanmerking te komen voor de luiken A, B en C van de premie ‘Wonen en werken boven handelspanden’, dient het pand in zijn geheel te voldoen aan de voorschriften die gelden op vlak van stedenbouw, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, monumentenzorg, Vlaamse Codex Wonen, Welzijnswet en andere van toepassing zijnde normen, reglementen en wetgeving inzake veiligheid en kwaliteit .

Alle bijkomende werken die hiervoor nodig zijn, die nog niet vervat zijn in luik A, B of C, komen in aanmerking voor de premie, zoals bijvoorbeeld maar niet beperkt tot:

        Vochtbestrijding

        Noodzakelijke stabiliteitswerken

        Risico op elektrocutie wegwerken

        Risico op CO vergiftiging en/of ontploffing vermijden

        Brandveilig maken van de woning

        Beveiligen of vervangen van gevaarlijke trappen

        verwijdering van asbest

       

Bij twijfel zal het schepencollege, op advies van de bevoegde diensten van de stad Lier, beoordelen of de werken in aanmerkingen komen voor de premie.

 §2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        werken die reeds vervat zijn in luik A, B of C.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is .

§3. Kosten voor werken onder luik D mogen ingediend worden samen met kosten onder de andere luiken. Er moet dan gespecificeerd worden in de aanvraag onder welk luik de kosten vallen. Dezelfde werken mogen maar onder 1 luik ingediend worden.

Artikel 12. Algemene bepalingen Luik D

§1. Bij de aanvraag van de premie onder Luik D zal een technisch controleur aangeduid door de stad Lier de staat van het pand controleren. Indien wordt vastgesteld dat het pand niet voldoet aan de voorschriften die gelden (op vlak van stedenbouw, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, monumentenzorg, Vlaamse Codex Wonen, Welzijnswet, het KB Arbeidsplaatsen en andere van toepassing zijnde normen, reglementen en wetgeving inzake veiligheid en kwaliteit), zal een lijst  opgemaakt worden van werken die minimaal moeten  uitgevoerd  worden  om  hieraan  te voldoen. Deze lijst is de basis voor de subsidieerbare werken ‘basiskwaliteit en veiligheid'.

 

HOOFDSTUK 7. PREMIE

 

Artikel 13. Bedrag

§1. De kosten voor de uit te voeren werken moeten minimaal 2000 euro (excl. btw) bedragen.

§2. De premie bedraagt 40% van de aangetoonde kosten excl. BTW voor de uit te voeren werken die in aanmerking komen volgens het premiereglement, met een maximum van 10.000 euro per handelspand.

§3. Voor elke woongelegenheid in het pand die voldoet aan de veiligheids- gezondheids- en woningkwaliteitsnormen zoals beschreven in de Vlaamse Codex Wonen, ontvangt de eigenaar kosteloos een conformiteitsattest.

 

Artikel 14. Beperkingen

§1. Aan elke premiemogelijkheid zijn kwaliteitseisen verbonden zoals omschreven in hoofdstuk

8. Aanvragen die werken betreffen die niet bijdragen tot de integrale kwaliteitsverhoging van het handelspand en/of de woongelegenheid of ruimte voor werkgelegenheid komen niet in aanmerking. Het stadsbestuur behoudt zich het recht voor om premies op basis van een kwaliteitsoordeel te weigeren.

§2. De premie uit dit reglement kan slechts éénmaal per handelspand bekomen worden binnen de looptijd van het reglement.

§3. De dossiers worden behandeld a rato van indiening van de premie-aanvraag en tot uitputting van het goedgekeurde krediet. Dat wil zeggen dat als een premie-aanvraag wordt goedgekeurd door het schepencollege, het bedrag gereserveerd blijft tot het moment van beslissing over de uitbetaling van de premie door het schepencollege. Bij uitputting van het krediet kan het college beslissen extra kredieten vrij te maken. De aanvrager zal hiervan op de hoogte gesteld worden bij goedkeuring van de premie-aanvraag.

 

Artikel 15. Algemene bepalingen

§1. De werken dienen uitgevoerd te worden door professionele, erkende aannemers. Werken die geheel of gedeeltelijk door de kandidaat-verbouwer zelf uitgevoerd worden kunnen niet betoelaagd worden.

§2. Werken en uitvoeringsmethodes komen enkel in aanmerking als ze in overeenstemming zijn met de voorschriften die gelden op vlak van stedenbouw, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, monumentenzorg, Vlaamse Codex Wonen, Welzijnswet, het KB Arbeidsplaatsen en andere van toepassing zijnde normen, reglementen en wetgeving.

§3. De administratie kan na de uitvoering van de werken onderzoek ter plaatse instellen om na te gaan of de werken voldoen aan de gestelde voorwaarden, effectief werden uitgevoerd, of het pand voldoet aan de minimale vereisten qua veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit en voor elke woongelegenheid een conformiteitsattest kan afgeleverd worden op basis van een technisch verslag. Indien de technisch controleur geen toegang wordt verleend en deze dus de controle niet kan uitvoeren, wordt er geen premie uitbetaald.

§4. De uitgevoerde werken voldoen aan de wettelijke minimumnormen of de minimale normen zoals gehanteerd voor het verkrijgen van andere premies en subsidies (stad, provincie, Vlaanderen, Fluvius). Indien de normen tussen de instanties van elkaar verschillen, wordt rekening gehouden met de hoogste norm.

Artikel 16. Cumuleerbaarheid

§1. Deze premie is cumuleerbaar met het ‘Premiereglement commerciële invulling leegstand gelijkvloers van (handels)panden in het Lierse kernwinkelgebied’ als de nieuwe eigenaar of huurder van het gelijkvloerse handelspand, die ook werken uitvoert in het kader van wonen of werken boven het handelspand volgens de vereisten van onderhavig reglement, verder aan alle voorwaarden voldoet van het ‘Premiereglement  commerciële  invulling  leegstand  gelijkvloers van (handels)panden in het Lierse kernwinkelgebied.’

§2. Cumul met andere stedelijke, provinciale, Vlaamse, federale of Europese premies voor dezelfde werken- waarbij dezelfde factuur dus wordt ingebracht voor meerdere premies - is niet mogelijk. Complementaire werken kunnen wel gecumuleerd worden met deze premie (bijv. subsidie voor gevelisolatie van Vlaanderen, in combinatie met het creëren van een aparte toegang). Hetzelfde werk mag niet dubbel gesubsidieerd worden. Indien er onder onderhavig premiereglement een subsidie wordt aangevraagd voor werken die ook door andere instanties worden gesubsidieerd, zal stad Lier navraag doen bij de instantie in kwestie. Indien blijkt dat voor dezelfde werken ook een premie bij een andere instantie is aangevraagd of verkregen, vervalt het recht op de premie bij stad Lier.

§3. Werken aan panden waarvoor in het verleden gelijkaardige werken reeds gesubsidieerd werden onder toepassing van een ander premiereglement, komen niet in aanmerking.

 HOOFDSTUK 8. AANVRAAG, BESLISSING, UITVOERINGSTERMIJN, TOEKENNING, UITBETALING EN UITSTEL VAN DE PREMIE

Artikel 17. Aanvraag premie

§1. De stad Lier moedigt premie-aanvragers aan tijdig informatie in te winnen over de ontvankelijkheid van hun plannen voor onderhavige premie. De dienst Ondernemen van de stad Lier fungeert daarbij als aanspreekpunt via economie@lier.be. Andere diensten van de stad kunnen via de dienst Ondernemen gevraagd worden advies te geven aan de premie- aanvrager.

§2. Aanvraagdossier premie

Een premie-aanvraag dient via het daartoe bestemde formulier op de website van de stad Lier te worden aangevraagd.

De premie-aanvraag dient volgende documenten te bevatten om ontvankelijk te zijn:

        het correct ingevuld aanvraagformulier;

        het ondernemingsnummer van de handelszaak gevestigd in het gelijkvloerse handelspand;

        een kopie van de eigendomsakte of huurovereenkomst waaruit het bouwrecht van de aanvrager blijkt

        een kopie van de huurovereenkomst (in voorkomend geval) met bewijs van bedrag van de geldende huur op het ogenblik van indiening aanvraagformulier;

        een ondertekend akkoord tussen (in voorkomend geval) alle naakte eigenaars, alle houders van zakelijke rechten en de huurder;

        de omgevingsvergunning indien vereist voor de uit te voeren werken met een kopie van het goedgekeurde plan;

        indien een aanvraag onder luik D, een lijst van de noodzakelijke werken om aan de basiskwaliteit en veiligheid te voldoen, zoals door de technisch controleur in zijn verslag opgenomen;

        indien vereist een attest PTI afgeleverd door de brandweer

        de nodige gunstige adviezen van de betrokken stadsdiensten;

        een gedetailleerde omschrijving van de uit te voeren werken. Dit kan aan de hand van een offerte of bestek met een beschrijving van procedé, materialen, kleuren, verfsoort… aangevuld met stalen of duidelijke representatieve afbeeldingen van de te gebruiken materialen. Uit de beschrijving moet ondubbelzinnig het beoogde resultaat van de werken blijken;

        een nauwkeurige prijsraming of offerte(s) van een erkende aannemer van maximaal 6 maanden oud;

        genummerde foto’s van de bestaande toestand en ontwerpplannen met aanduiding van de oriëntatie van de foto’s.

De premie-aanvraag is pas geldig indien ontvankelijk en volledig verklaard door de bevoegde ambtenaar, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen

§5. De premie-aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 november 2022 tot en met 31 december 2025.

§6. De werken waarvoor de premie aangevraagd worden, mogen maximaal 12 maand voor de aanvraag van de premie aangevat zijn. De aanvrager toont dit aan via de bijgevoegde offertes, die maximaal 12 maand oud mogen zijn. De stad Lier kan dit controleren door navraag te doen bij de aangestelde aannemer. Indien de premie wordt aangevraagd na de aanvang der werken, ligt de bewijslast van de toestand voor aanvang der werken bij de aanvrager.

 

Artikel 18. Beslissing

§1. Het aanvraagdossier voor de premie wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

De premie wordt principieel toegekend indien aan elk van de drie onderstaande voorwaarden werd voldaan:

het verrichten van een geldige aanvraag, op basis van het officiële aanvraagformulier en zoals omschreven in artikel 17, ontvankelijk verklaard uiterlijk 6 maand na de aanvang der werken;

het bekomen van de noodzakelijke vergunningen. Premies kunnen enkel verleend worden voor behoorlijk en volledig vergunde of als vergund beschouwde panden;

gunstige beoordeling op basis van de adviezen van de betrokken stedelijke diensten.

 §2. Bij de beoordeling van het dossier staan kwaliteit van materialen en uitvoering centraal:

de gesubsidieerde werken moeten de ruimtelijke kwaliteit van het handelsapparaat en (bij werken aan de gevel) het straatbeeld bevorderen;

de gesubsidieerde werken moeten zich ruimtelijk inpassen in architectonische en ruimtelijke kwaliteiten van zowel de gevel als geheel van het pand waar ze deel van uitmaken;

de gesubsidieerde werken moeten uitgevoerd worden in kwalitatieve en esthetisch verantwoorde materialen die voldoende duurzaam en stevig zijn voor het bedoelde gebruik.

§3. De stad behoudt zich het recht voor om alle onderzoeken uit te voeren die vereist zijn voor de behandeling van de premie-aanvraag. Indien de aanvrager zijn medewerking weigert, vervalt elk recht op premie.

§4. De werken mogen beginnen uiterlijk 12 maand vóór de principiële goedkeuring van het aanvraagdossier op het college van burgemeester en schepenen. De bewijslast voor de toestand voor de aanvang der werken ligt bij de aanvrager. Indien de meerwaarde van de werken en dus de premie niet kan aangetoond worden, zal de premie-aanvraag geweigerd worden.

§5. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, binnen 3 maanden na indiening van de ontvankelijke aanvraag.

 

Artikel 19. Verval van recht op de premie

Het recht op de premie, en bij uitbreiding alle door de stad aangegane verbintenissen vervallen van rechtswege wanneer tussen de aanvraag en de uitbetaling van de premie één van volgende feiten plaatsvindt:

        de ontbinding of het faillissement van de aanvrager;

        de onteigening van de houders van zakelijke rechten op het handelspand;

        het volledig of gedeeltelijk teniet gaan van de commerciële ruimte van het handelspand.

 

Artikel 20. Overdraagbaarheid

Principieel goedgekeurde premies kunnen niet overgedragen worden naar een overnemende handelaar of eigenaar. De overnemende handelaar, eigenaar of houder van zakelijk recht kan wel een nieuwe premie-aanvraag indienen.

 

Artikel 21. Uitvoeringstermijn

Er mag maximaal 18 maanden zitten tussen de datum van goedkeuring van de premie- aanvraag door het schepencollege en de aanvraag tot uitbetaling van de premie door de aanvrager. De uiterlijke datum van aanvraag tot uitbetaling onder dit premiereglement is 1 juli 2026. De werken moeten eveneens vallen binnen de termijn van de goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning die geldig is op het tijdstip van de aanvraag.

 

Artikel 22. Uitstel wegens overmacht

§1. Indien de aanvrager verlenging van de uitvoeringstermijn wenst aan te vragen, dient hij de redenen van uitstel te bewijzen aan de hand van officiële bewijsstukken. Het uitstel bedraagt maximaal 6 maanden, met een mogelijkheid tot additioneel uitstel van 6 maanden indien de aanvrager kan aantonen dat administratieve vertraging bij de afhandeling van zijn dossier aan de basis van de vraag tot uitstel ligt. Na deze uitstelperiode vervalt de premie onherroepelijk. De uiterlijke datum van aanvraag tot uitbetaling blijft van toepassing, namelijk 1 juli 2026.

Een vraag tot uitstel dient bij de dienst ondernemen van de stad Lier ingediend te worden via brief of mail naar economie@lier.be.

§2. Slechts in volgende gevallen van overmacht kan uitstel bekomen worden:

Het weer: conform de algemene voorwaarden van bouwverlet (te warm, te koud, te nat);

Problemen met aannemers of onderaannemers, bijvoorbeeld slecht of niet uitgevoerde werken; faling of faillissement; juridische conflicten;

Juridische conflicten tussen de aanvragers onderling of tussen aanvrager en eigenaar;

Uitzonderlijke omstandigheden te beoordelen door het college, bijvoorbeeld stabiliteitsproblemen van het gebouw of verborgen gebreken aan het gebouw.

§3. Het college van burgemeester en schepenen beslist na advies van de betrokken stadsdiensten of de vraag tot uitstel al dan niet ingewilligd kan worden. De beslissing wordt schriftelijk (via mail of brief) bevestigd aan de aanvrager.

 

Artikel 23. Vraag tot uitbetaling

§1. Afspraak ter plaatse voor eindcontrole:

De uitgevoerde werken moeten voldoen aan de geldende regelgeving en hoger vermelde kwaliteitsvereisten. Alle wooneenheden in het pand moeten na de werken in aanmerking komen voor het afleveren van een conformiteitsattest zoals beschreven in de Vlaamse Codex Wonen. De ruimtes voor werkgelegenheid moeten voldoen aan de vereisten van de Welzijnswet en het KB Arbeidsplaatsen. Als de ruimte voor werkgelegenheid een publiek toegankelijke inrichting is geworden, moet de brandweer een attest PTI hebben afgeleverd. De aanvrager vraagt bij het einde van de werken een bezoek aan van de technisch controleur om te bepalen of het pand hieraan voldoet.

Een afspraak voor een eindcontrole kan aangevraagd worden via economie@lier.be

De aanvraag van deze eindcontrole moet gebeuren minstens 2 maand voor de vraag tot uitbetaling van de premie, teneinde de technisch controleur toe te laten zijn verslag te maken. Een eindcontrole kan onder dit reglement dus uiterlijk tot 31 mei 2026 aangevraagd worden. Indien het pand nog niet voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen, dienen alsnog de nodige aanpassingswerken te worden uitgevoerd alvorens de uitbetaling van de premie(s) kan aangevraagd worden. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om tijdig de eindcontrole aan te vragen zodat eventuele noodzakelijke bijkomende aanpassingswerken tijdig uitgevoerd kunnen worden.

§2. De vraag voor uitbetaling van de premie, met voorlegging van de nodige bewijsstukken, moet gebeuren binnen de 18 maanden na de datum van goedkeuring volgens artikel 18.

Desgevallend moet deze termijn ook vallen binnen de termijn van de goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning.

Op basis van art. 22 kan éénmalig maximaal 6 maanden - of bij additionele administratieve vertraging 12 maanden - uitstel worden verleend. Ingeval de vraag tot uitstel door het college van burgemeester en schepenen niet werd ingewilligd en de termijn van 18 maanden reeds verstreken is, dient de aanvrager onmiddellijk zijn aanvraag tot uitbetaling in te dienen zodra de verwerping van het uitstel is beslist. Enkel de werken die binnen de termijn van 18 maanden hebben plaatsgevonden zullen in aanmerking komen voor de premie.

Een vraag tot uitbetaling van de premie dient via economie@lier.be of brief bezorgd te worden aan de dienst Ondernemen van stad Lier.

§3. De verbouwer kan, indien dit nodig blijkt tijdens de uitvoering, meerwerken uitvoeren die in de oorspronkelijke aanvraag niet werden beschreven. De facturen hiervan kunnen eveneens ingediend worden indien zij behoren tot de subsidieerbare werken. Meerwerken die niet voorzien waren in de principieel goedgekeurde aanvraag komen enkel in aanmerking voor de berekening van de premie na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. Meerwerken kunnen nooit aanleiding geven tot een hoger premiebedrag dan goedgekeurd bij de oorspronkelijke aanvraag.

§4. De vraag tot uitbetaling van de premie bestaat minimaal uit volgende documenten:

        Kopieën van de rechtsgeldige facturen betreffende de werkzaamheden, op naam van de aanvrager, met vermelding van het werfadres en voor voldaan ondertekend en met duidelijke vermelding welke werken op de factuur in  aanmerking  komen  voor  de premie;

        Ingeval van meerwerken die niet op de oorspronkelijke aanvraag waren vermeld, een gemotiveerde beschrijving van deze meerwerken;

        Vereiste keuringsattesten (gas en elektriciteit);

        Conformiteitsattest of attest PTI (indien van toepassing);

        Foto’s van het pand voor en na voltooiing van de werken;

        Gunstig verslag van de technische eindcontrole ter plaatse;

        Rekeningnummer waarop de premie uitbetaald kan worden

 

Artikel 24. Berekening premie

§1. Het te ontvangen bedrag wordt berekend op basis van de gedetailleerde ingediende facturen exclusief de belasting op de toegevoegde waarde, na voltooiing van de subsidiabele werken. Kosten die niet aangetoond worden met een factuur, komen niet in aanmerking voor de berekening van de premie.

§2. De feitelijke premie kan nooit hoger zijn dan de oorspronkelijk berekende maximale premie (op basis van de voorgelegde prijsraming gevoegd bij de aanvraag), goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen. De premie wordt gestort op het rekeningnummer vermeld in het aanvraagformulier.

§3. Sommige facturen kunnen (gedeeltelijk) geweigerd worden omdat de werkzaamheden waarop ze betrekking hebben niet in aanmerking komen. Daarom is het belangrijk dat de aanvrager op de facturen aanduidt welke werken in aanmerking komen en onder welk luik van de subsidieerbare werken (A, B, C en/of D)de werken vallen. Facturen die onduidelijk zijn of waarvan niet af te leiden valt over welke werken het precies gaat, worden onontvankelijk verklaard. Kastickets, bestelbons, enz. worden niet aanvaard.

 

Artikel 25. Uitbetaling premie

De beslissing door het college van burgemeester en schepenen tot éénmalige uitbetaling wordt genomen na advies van de betrokken stedelijke diensten conform de bepalingen van dit reglement. Na een positieve beslissing wordt de premie uitbetaald door overschrijving op het rekeningnummer van de gerechtigde.

 

HOOFDSTUK 9. SANCTIES EN SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 26. Voorbehoudsclausule

§1. Het is de premiegenieter die eigenaar of zakelijke gerechtigde is niet toegestaan om ten minste 2 jaar na uitkering van de premie de huidige huurprijs van een bestaand huurcontract van de gelijkvloerse commerciële ruimte waarboven werken zijn uitgevoerd met deze premie, te verhogen (behoudens indexatie) Bij een nieuw afgesloten huurcontract met een andere partij dan de huidige huurder mag de eigenaar of zakelijk gerechtigde de huurprijs wel vrij bepalen.

§2. De met de premie gerenoveerde woongelegenheden moeten binnen de 2 jaar na het ontvangen van de premie bewoond geweest zijn – er moet dus iemand op gedomicilieerd geweest zijn en/of er moet een studentenhuurovereenkomst afgesloten zijn - gedurende minstens 6 maanden.

§3. De met de premie gerenoveerde ruimtes voor werkgelegenheid moeten binnen de 2 jaar na het ontvangen van de premie gedurende minstens 6 maanden gebruikt zijn voor professionele activiteiten, hetzij door een ander bedrijf als huurder, hetzij door de eigenaar of huurder van het onderliggende handelspand die kan aantonen dat de gerenoveerde verdieping(en) dankzij de premie economisch rendabeler benut worden door het bedrijf. De bewijslast ligt in dat laatste geval bij de premiegenieter.

§4 Indien er premies zijn toegekend voor kosten onder luiken B en C van het reglement, kan deze premie teruggevorderd worden pro rata indien het uitzicht van de gevel niet minstens 5 ononderbroken jaren vanaf uitbetaling van de premie behouden blijft of de gevel niet onderhouden wordt.

§5 Wanneer een handelspand waarop de eigenaar of houder van zakelijk recht een premie verkregen heeft via onderhavig reglement, binnen de 5 jaar na ontvangst van de premie verkocht wordt, moet de premie pro rata terugbetaald worden. Dat gebeurt volgens de formule: ‘resterende periode tussen moment van verkoop en 5 jaar / 5 jaar’. Indien de huurder van het pand de premie heeft ontvangen en de economische activiteit moet worden stopgezet wegens de verkoop van het pand, wordt er geen terugvordering geëist. De premie kan wel worden teruggevorderd via dezelfde formule Indien de huurder van het pand de zaak (het handelsfonds) binnen de 5 jaar stopzet, doorverkoopt of op een andere locatie verderzet.

§6. Op eenvoudige vraag van de stad Lier dient de premiegenieter aan te tonen aan bovenstaande voorwaarden te hebben voldaan.

§7. Het college van burgemeester en schepenen kan de terugvordering van de premie eisen pro rata van het aantal overblijvende jaren en verhoogd met de wettelijke intresten op deze sommen vanaf de datum van ingebrekestelling met aanmaning van terugbetaling indien aan één of meerdere van bovenstaande voorwaarden uit de voorbehoudsclausule niet is voldaan.

§8. Afgezien van eventuele rechtsvervolging, kunnen vastgestelde misbruiken aanleiding geven tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de premie, verhoogd met de wettelijke intrest. De wettelijke intrest wordt berekend vanaf het moment van het niet naleven van dit reglement.

 

Artikel 27. Aansprakelijkheid en betwisting

In geen geval zal de stad Lier of één van haar werknemers de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken eigenaar, architect, veiligheidscoördinator of uitvoerder overnemen.

Technische ondersteuning is opgevat als advies; organisatorisch en administratieve ondersteuning worden beschouwd als een dienstverlening. De stad Lier kan niet aansprakelijk gesteld worden voor problemen van welke aard ook die zich in het kader van de renovatiewerken kunnen voordoen.

 

Artikel 28. Toepasselijke wetgeving en bevoegdheden

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen is van toepassing op onderhavig reglement. In geval van betwisting is het college van burgemeester en schepenen bevoegd kennis te nemen van het geschil. Geen beroep is mogelijk behoudens bij wet voorzien.

 

Artikel 29. Publiciteit

Op straffe van niet ontvangen van de premie verbindt iedere kandidaat-verbouwer zich er toe om voldoende zichtbaar:

        Voor de duur van de werken een affiche of bord te plaatsen, of mee te werken aan een communicatie-actie waarop kenbaar gemaakt wordt dat de renovatie mee mogelijk gemaakt wordt met de subsidie bekomen van de stad Lier en VLAIO. De affiche of het bord zal aangeleverd worden of de communicatie-actie zal opgezet worden door de dienst Ondernemen van stad Lier.

        Na het beëindigen van de werken een renovatiesticker - beschikbaar gesteld door de dienst Ondernemen van de stad Lier- te bevestigen op een zichtbare plaats aan de straatkant van de handelszaak.

Artikel 30. Inventarisatie en belasting

§1. De stad Lier beschikt over een reglement ‘Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd, bouwvallig of leegstand’, met bijhorend leegstandsregister, inventaris ongeschikt/onbewoonbaar en inventaris verwaarlozing/bouwvalligheid.

Door het uitvoeren van werken naar aanleiding van het premiereglement ‘Wonen en werken boven handelspanden’ kan mogelijk een vrijstelling bekomen worden van bovenstaande belasting. Dit is echter geen automatisch recht. De toekenning van een eventuele vrijstelling zal verlopen volgens de procedures geformuleerd in het reglement ‘Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, verwaarloosd, bouwvallig of leegstand’.

Artikel 31. Geldigheidsduur

§1. Dit reglement treedt in werking op 1 november 2022 en is van kracht tot en met 31 oktober 2026.

§2. De uiterste datum van uitbetaling van premies onder dit reglement door de stad Lier is 31 oktober 2026. Dat betekent dat aanvragen tot uitbetaling aanvaard kunnen worden tot uiterlijk 1 juli 2026, teneinde de stadsdiensten de nodige tijd te geven de eindcontrole uit te voeren en het schepencollege de tijd te geven een beslissing tot uitbetaling te nemen. Premie-aanvragen onder dit reglement worden aanvaard tot uiterlijk 31 december 2025.

§3. De gemeenteraad kan de geldigheidsduur van dit reglement verlengen of inkorten.

 

Adviezen

VLAIO

Bij monde van adviseur Sam Sadrabadi liet VLAIO op 11/9/23 weten dat de voorgestelde aanpassingen geen probleem vormen.

Team Ondernemen

De reden waarom de premie vooralsnog geen succes is geworden, ligt voor een groot deel aan de onduidelijkheid van welke werken bij welke overheid kunnen worden aangevraagd. Het wordt voor een ondernemer complex als hij een onderscheid binnen dezelfde werken moet maken en verschillende premies moet aanvragen. We moedigen ondernemers echter nog steeds aan om dat te doen, aangezien ze op die manier meer werken gesubsidieerd kunnen krijgen dan alles slechts bij één instantie aan te vragen. Voor de ondernemers die deze moeite niet willen doen, is de verbreding van de aan te vragen werken een drempelverlagende oplossing. Team Ondernemen zal erover waken dat er geen dubbele subsidiëring van werken gebeurt door actief navraag te doen bij andere overheden. Het vereenvoudigen en iets soepeler maken van dit premiereglement moet ertoe bijdragen dat de noodzakelijke renovatiegolf van bovenverdiepingen boven handelspanden zich op gang trekt de komende jaren.

 

Juridische grond

        Vlaamse Codex Wonen van 2021

        Besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen van kamers en studentenkamers en voor woningen zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 2003 (en latere wijzigingen ) betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen.

        De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet) en de codex voor Welzijn op het Werk (o.a. met het Koninklijk besluit tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden van 10 oktober 2012 (KB Arbeidsplaatsen)).

        Codex over het welzijn op het werk

        De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de voorgestelde wijziging van het premiereglement 'Wonen en werken boven handelspanden' goed te keuren voor definitieve invoering vanaf 1 april 2024.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/02/SAP/02/02

 

Leegstandbestrijding door premie- en belastingstelsel

 

 

Er zijn in principe geen nieuwe financiële gevolgen door dit besluit, al wordt het voor ondernemers wel makkelijker om de premies aan te vragen doordat er meer werken in aanmerking komen. De premies zullen echter nog steeds uitbetaald worden vanuit het regulier voorziene budget onder bovenstaande actie. Tot en met 2025 is daar jaarlijks voor 64.000 euro voorzien om eenmalige premies voor "invulling leegstaande (handels)panden" aan ondernemers in het kernwinkelgebied toe te kennen, conform het toepasselijk premiereglement.

De praktijk wijst uit dat deze premie veel interesse wekt onder kandidaat-investeerders in het Lierse kernwinkelgebied. Indien er kredieten conform de voorgestelde begrotingstabel voor de premie 'Wonen en werken boven handelspanden' ter beschikking worden gesteld vanuit deze strategische actie, zijn er nog volgende bedragen over voor de premie invulling leegstaande handelspanden voor de jaren waarin beide premies tegelijk gelden:

 

        tot 31/10/2024: 3 uitbetalingen te verwachten, dus maximaal 30.000 euro uit te betalen voor 31/10 en maximaal 15.000 euro Vlaamse cofinanciering te ontvangen na 31/10 (netto 15.000 euro besteding) = 49.000 euro restbudget voor de invullingspremie

        tot 31/10/2025: 5 uitbetalingen te verwachten, dus 50.000 euro uit te betalen voor 31/10 en 25.000 euro Vlaamse cofinanciering te ontvangen na 31/10 (netto 25.000 euro besteding) = 39.000 euro restbudget voor de invullingspremie

        tot 31/10/2026: 5 uitbetalingen te verwachten, dus 50.000 euro uit te betalen voor 31/10 en 25.000 euro Vlaamse cofinanciering te ontvangen na 31/10 (netto 25.000 euro besteding)

2026 valt niet meer onder het huidige meerjarenplan, er zijn dus nog geen kredieten voorzien voor een premiestelsel leegstandsbestrijding.

In geval de voorziene kredieten onder het premiestelsel leegstandsbestrijding uitgeput dreigen te geraken door het simultane succes van de premies 'wonen en werken boven handelspanden' en 'invulling van leegstaande handelspanden' kan het college overwegen extra kredieten toe te kennen voor deze actie.

Om de inkomsten van de Vlaamse cofinanciering te boeken, creëerde de financieel directeur een extra budgetsleutel 74050000 voor 'Specifieke werkingssubsidies' onder actie 01/02/SAP/02/02 Leegstandbestrijding door premie- en belastingstelsel.

Een visum is vereist van de financieel directeur. De financieel directeur verleende dit visum op 30 augustus 2022.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

14 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Jan Hermans, Gert Van Eester, Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck, Emma Gils en Yoena Mertens

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 14 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de onderstaande wijzigingen aan het premiereglement 'Wonen en Werken boven handelspanden' goed te keuren en het gewijzigde reglement in te voeren vanaf 1 april 2024:

 

Oude Artikel 1, paragraaf 3:

§3. Deze premie wordt mee mogelijk gemaakt dankzij cofinanciering door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), in het kader van de Projectoproepen Kernversterking van 2022. VLAIO en de stad Lier staan elk in voor de helft van de toegekende premie onder dit reglement. De goedkeuring door VLAIO van het projectvoorstel van de stad Lier, met de daaruit voortvloeiende cofinanciering, is een opschortende voorwaarde voor de invoering van deze premie

 

Nieuwe Artikel 1, paragraaf 3:

§3. Deze premie wordt mee mogelijk gemaakt dankzij cofinanciering door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), in het kader van de Projectoproepen Kernversterking van 2022. VLAIO en de stad Lier staan elk in voor de helft van de toegekende premie onder dit reglement.

 

 

Oud Artikel 2. Definities, paragraaf 12

§12 Kernwinkelgebied stad Lier: de door het Lierse stadsbestuur afgebakende zones zoals vastgesteld door de gemeenteraad en voorzien in de beleidsvisie detailhandel Lier, i.c.:

        Kernwinkelgebied A3: Antwerpsestraat, Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én  Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28.

        kernwinkelgebied A6: Grote Markt

        Kernwinkelgebied A7: Rechtestraat

 

Nieuw Artikel 2. Definities, paragraaf 12

§12 Kernwinkelgebied stad Lier: de door het Lierse stadsbestuur afgebakende zones zoals vastgesteld door de gemeenteraad en voorzien in de huidige beleidsvisie detailhandel Lier gecoördineerde versie van 29/11/2021, i.c.: 

        Kernwinkelgebied A3: Antwerpsestraat, Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28.

        Kernwinkelgebied A6: Grote Markt

        Kernwinkelgebied A7: Rechtestraat

 

 

Oud artikel 3, paragraaf 2

§2. Huurders, eigenaars of zakelijk gerechtigden van een pand waar op de gelijkvloerse verdieping één van volgende activiteiten uitgeoefend wordt, komen expliciet niet in aanmerking voor de premie:

        beoefenaars van (para)medische, vrije of intellectuele beroepen;

        beoefenaars van financiële en/of administratieve dienstverlenende beroepen die geen publiek toegankelijke commerciële ruimte hebben op de gelijkvloerse verdieping;

        vzw’s die een horeca - activiteit uitoefenen;

        uitbaters van nachtwinkels, automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie/phoneshops, kansspelinrichtingen,… ;

        kantoorfuncties zonder voor publiek vrij toegankelijke commerciële ruimten;

        louter groothandel (B2B);

        mede)zaakvoerders (die als natuurlijke persoon of in welke rechtsvorm dan ook) nog openstaande schulden hebben bij de stad Lier.

 

Nieuw artikel 3, paragraaf 2

§2. Huurders, eigenaars of zakelijk gerechtigden van een pand waar op de gelijkvloerse verdieping één van volgende activiteiten uitgeoefend wordt, komen expliciet niet in aanmerking voor de premie:

        beoefenaars van (para)medische, vrije of intellectuele beroepen;

        beoefenaars van financiële en/of administratieve dienstverlenende beroepen die geen publiek toegankelijke commerciële ruimte hebben op de gelijkvloerse verdieping;

        vzw’s die een horeca - activiteit uitoefenen;

        uitbaters van nachtwinkels, automatenshops, private bureaus voor telecommunicatie/ phoneshops, kansspelinrichtingen,… ;

        kantoorfuncties zonder voor publiek vrij toegankelijke commerciële ruimten;

        louter groothandel (B2B);

        indien de begunstigde(n) van de premie nog openstaande schulden heeft aan de stad, behoudt de stad zich het recht voor de premie te verrekenen met de openstaande schuld.

 

 

Oud Artikel 4. Welke panden komen in aanmerking?, paragraaf 1:

§1 Het doelgebied van de premie zijn panden gelegen in het door de Beleidsvisie Detailhandel afgebakende kernwinkelgebied van de Stad Lier, waarvan de publieke toegang tot de commerciële ruimte of de etalage gelegen is op de gelijkvloerse verdieping in een van de volgende (delen van) straten: Antwerpsestraat, Rechtestraat, Grote Markt en de Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28 .

 

Nieuw Artikel 4. Welke panden komen in aanmerking?, paragraaf 1:

 §1 Het doelgebied van de premie zijn panden gelegen in het door de Beleidsvisie Detailhandel, gecoördineerde versie van 29/11/21, afgebakende kernwinkelgebied van de Stad Lier, waarvan de publieke toegang tot de commerciële ruimte of de etalage gelegen is op de gelijkvloerse verdieping in een van de volgende (delen van) straten: Antwerpsestraat, Rechtestraat, Grote Markt en de Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28 .

 

 

Oud artikel  5 Subsidieerbare werken onder Luik A, paragrafen 1 en 2

§1. Volgende inrichtingskosten voor (indien nodig vergunde) werken die tot doel hebben een woongelegenheid of ruimte voor werkgelegenheid te creëren op één of meerdere verdieping(en) boven een gelijkvloers handelspand in het Lierse kernwinkelgebied, conform de normen van de Vlaamse  Codex Wonen en/of de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet) en het KB Arbeidsplaatsen komen in aanmerking voor de premie :

        noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren;

        Behang- en schilderwerken;

        Pleisteren;

        Bevloering;

        Binnenschrijnwerk;

        Plafondwerken;

        Aanbrengen of vervangen van een of meer vaste trappen

        Sanitaire  uitrusting;

        Elektriciteitswerken;

         Inrichten badkamer;

        Plaatsen van een keuken,

        Brandveilig maken van de woning;

        Aansluiting op nutsvoorzieningen en installatie van afzonderlijke tellers;

        Brievenbus, deurbel, parlofoon voor de nieuwe woon- of werkgelegenheid;

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

         Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Bubbelbaden en stoomdouches;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid kan aangevraagd worden

 

Nieuw artikel 5. Subsidieerbare werken onder Luik A, paragrafen 1 en 2

§1. Volgende inrichtingskosten voor (indien nodig vergunde) werken die tot doel hebben een woongelegenheid of ruimte voor werkgelegenheid te creëren op één of meerdere verdieping(en) boven een gelijkvloers handelspand in het Lierse kernwinkelgebied, conform de normen van de Vlaamse  Codex Wonen en/of de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet) en het KB Arbeidsplaatsen komen in aanmerking voor de premie :

         Noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren;

        Behang- en schilderwerken;

        Pleisteren;

        Bevloering;

        Binnenschrijnwerk;

        Plafondwerken;

        Aanbrengen of vervangen van een of meer vaste trappen

        Sanitaire  uitrusting;

        Elektriciteitswerken;

        Inrichten badkamer;

        Plaatsen van een keuken,

        Brandveilig maken van de woning;

        Aansluiting op nutsvoorzieningen en installatie van afzonderlijke tellers;

        Brievenbus, deurbel, parlofoon voor de nieuwe woon- of werkgelegenheid;

        En andere noodzakelijke werken om een woon- of werkgelegenheid te creëren

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

         Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Bubbelbaden en stoomdouches;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor reeds een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is .

 

 

Oud Artikel 7. Subsidieerbare werken Luik B, paragrafen 1 en 2

§1. Volgende kosten voor vergunde werken die tot doel hebben de verdieping(en) boven een handelspand afzonderlijk te kunnen ontsluiten met een aparte toegang, komen in aanmerking voor de premie:

        Maken van een bijkomende opening in de gevel of in de etalage;

        Afwerken van de gevel ten gevolge van de nieuwe opening (hierbij gelden dezelfde voorwaarden als gesteld bij luik C);

        Plaatsen van aangepast buitenschrijnwerk en beglazing van de etalage in functie van de nieuwe toegang;

        Noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren als afscheiding van de aparte toegang;

        Afwerking van de gangruimte(s) en afwerking van de binnenruimtes die er aan palen en die bij de werkzaamheden voor de aparte toegang betrokken zijn : behang- en schilderwerken, pleisteren, bevloering, plafondwerken;

        Binnenschrijnwerk;

        Plaatsen van een veilige trap en plaatsen van een borstwering;

        Elektriciteitswerken in functie van de toegang (verlichting, deurbel, parlofoon,…)

 §2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor reeds ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid is aangevraagd.

 

 Nieuw Artikel 7. Subsidieerbare werken Luik B, paragrafen 1 en 2

§1. Volgende kosten voor vergunde werken die tot doel hebben de verdieping(en) boven een handelspand afzonderlijk te kunnen ontsluiten met een aparte toegang, komen in aanmerking voor de premie:

        Maken van een bijkomende opening in de gevel of in de etalage;

        Afwerken van de gevel ten gevolge van de nieuwe opening (hierbij gelden dezelfde voorwaarden als gesteld bij luik C);

        Plaatsen van aangepast buitenschrijnwerk en beglazing van de etalage in functie van de nieuwe toegang;

        Noodzakelijke stabiliteitswerken aan de draagstructuur: dragende binnenmuren, draagvloeren;

        Plaatsen van binnenmuren als afscheiding van de aparte toegang;

        Afwerking van de gangruimte(s) en afwerking van de binnenruimtes die er aan palen en die bij de werkzaamheden voor de aparte toegang betrokken zijn : behang- en schilderwerken, pleisteren, bevloering, plafondwerken;

        Binnenschrijnwerk;

        Plaatsen van een veilige trap en plaatsen van een borstwering;

        Elektriciteitswerken in functie van de toegang (verlichting, deurbel, parlofoon,…)

        Andere noodzakelijke werken om een afzonderlijke toegang te creëren

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        Installatie van een aircosysteem;

        Louter esthetische of luxueuze werken;

        Gangbare onderhoudswerken;

        Aankoop en installatie van roerende goederen die niet onroerend worden door bestemming (bijv. meubels, kantoormaterialen, machines en toestellen, ….);

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor reeds een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is

 

 

Oud Artikel 9. Subsidieerbare werken Luik C, paragraaf 1 en 2

§1. Volgende kosten gemaakt voor vergunde werken die het herstel van de gevel voor het

creëren van een aparte toegang tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de subsidie:

        de reiniging van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Het verven van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Herstel van de bepleistering van die delen van de gevel die beschadigd is geraakt.

        Alle voorbereidende werken voor zover die deel uitmaken van deze herstelwerken, zoals werken ter bescherming van de raamomlijstingen en de aangrenzende gevels; huur, plaatsen en verwijderen van stellingen; werken tot versterking en herstel van de  grondlaag voor de verf en voegen van gevels.

        Aanbrengen van allerhande afwerkings- en beschermingsproducten die deel uitmaken van de herstellingswerken, met name vochtwerende producten; schimmelbestrijdingsmiddelen en verhardingsmiddelen.

 §2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        De reiniging van de gevels door één van de volgende eenvoudige procedés: schaven; slijpen; puimen; droogborstelen of de ‘afstoffing’; zandstralen (behalve voor de gekalkte  gevels); droog spuiten met granulaten.

        Werken aan gevels die niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Het plaatsen en vervangen van garagepoorten.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid kan aangevraagd worden.

        Kosten die geen rechtstreeks verband houden met het creëren van een aparte toegang

 

Nieuw Artikel 9. Subsidieerbare werken Luik C, paragraaf 1 en 2

§1. Volgende kosten gemaakt voor vergunde werken die het herstel van de gevel voor het

creëren van een aparte toegang tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de subsidie:

        de reiniging van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Het verven van die delen van de gevel die door de werken bevuild zijn geraakt. Dit kan, maar moet niet de volledige gevel zijn.

        Herstel van de bepleistering van die delen van de gevel die beschadigd is geraakt.

        Alle voorbereidende werken voor zover die deel uitmaken van deze herstelwerken, zoals werken ter bescherming van de raamomlijstingen en de aangrenzende gevels; huur, plaatsen en verwijderen van stellingen; werken tot versterking en herstel van de  grondlaag voor de verf en voegen van gevels.

        Aanbrengen van allerhande afwerkings- en beschermingsproducten die deel uitmaken van de herstellingswerken, met name vochtwerende producten; schimmelbestrijdingsmiddelen en verhardingsmiddelen.

        Andere werken die noodzakelijk zijn om de gevel te herstellen na het creëren van een aparte toegang

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

        De reiniging van de gevels door één van de volgende eenvoudige procedés: schaven; slijpen; puimen; droogborstelen of de ‘afstoffing’; zandstralen (behalve voor de gekalkte  gevels); droog spuiten met granulaten.

        Werken aan gevels die niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Het plaatsen en vervangen van garagepoorten.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is.

        Kosten die geen rechtstreeks verband houden met het creëren van een aparte toegang

 

 

Oud Artikel 11. Subsidieerbare werken Luik D, paragraaf 2

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

werken die reeds vervat zijn in luik A, B of C.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de

        Vlaamse, Federale of Europese overheid kan aangevraagd worden.

        Kosten die geen rechtstreeks verband houden met het creëren van een aparte toegang

 

Nieuw Artikel 11. Subsidieerbare werken Luik D, paragraaf 2

§2. Volgende kosten worden expliciet uitgesloten van subsidiëring:

werken die reeds vervat zijn in luik A, B of C.

        Eigen prestaties en prestaties geleverd door niet-erkende aannemers.

        Architect-kosten of andere studiekosten

        Kosten waarvoor ook een andere premie van de stad Lier, netbeheerder Fluvius, de

        Vlaamse, Federale of Europese overheid ontvangen is.

 

 

Oud artikel 14 Beperkingen, paragraaf 3

§3. De dossiers worden behandeld a rato van indiening van de premie-aanvraag en tot uitputting van het goedgekeurde krediet. Dat wil zeggen dat als een premie-aanvraag wordt goedgekeurd door het schepencollege, het bedrag gereserveerd blijft tot het moment van beslissing over de uitbetaling van de premie door datzelfde college. Bij uitputting van het krediet kan het college beslissen extra kredieten vrij te maken. De aanvrager zal hiervan op de hoogte gesteld worden bij goedkeuring van de premie-aanvraag

 

Nieuw artikel 14 Beperkingen, paragraaf 3

§3. De dossiers worden behandeld a rato van indiening van de premie-aanvraag en tot uitputting van het goedgekeurde krediet. Dat wil zeggen dat als een premie-aanvraag wordt goedgekeurd door het schepencollege, het bedrag gereserveerd blijft tot het moment van beslissing over de uitbetaling van de premie door het schepencollege. Bij uitputting van het krediet kan het college beslissen extra kredieten vrij te maken. De aanvrager zal hiervan op de hoogte gesteld worden bij goedkeuring van de premie-aanvraag

 

 

Oud artikel 15 Algemene bepalingen, paragraaf 3

§3. De administratie zal na de uitvoering van de werken onderzoek ter plaatse instellen om na te gaan of de werken voldoen aan de gestelde voorwaarden, effectief werden uitgevoerd, of het pand voldoet aan de minimale vereisten qua veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit en voor elke woongelegenheid een conformiteitsattest kan afgeleverd worden op basis van een technisch verslag. Indien de technisch controleur geen toegang wordt verleend en deze dus de controle niet kan uitvoeren, wordt er geen premie uitbetaald.

 

Nieuw artikel 15 Algemene bepalingen, paragraaf 3

§3. De administratie kan na de uitvoering van de werken onderzoek ter plaatse instellen om na te gaan of de werken voldoen aan de gestelde voorwaarden, effectief werden uitgevoerd, of het pand voldoet aan de minimale vereisten qua veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit en voor elke woongelegenheid een conformiteitsattest kan afgeleverd worden op basis van een technisch verslag. Indien de technisch controleur geen toegang wordt verleend en deze dus de controle niet kan uitvoeren, wordt er geen premie uitbetaald.

 

 

Oud artikel 16 Cumuleerbaarheid, paragraaf 2

§2. Cumul met andere stedelijke, provinciale, Vlaamse, federale of Europese premies voor dezelfde werken- waarbij dezelfde factuur dus wordt ingebracht voor meerdere premies - is niet mogelijk. Complementaire werken kunnen wel gecumuleerd worden met deze premie (bijv. subsidie voor gevelisolatie van Vlaanderen, in combinatie met het creëren van een aparte toegang). Hetzelfde werk mag niet dubbel gesubsidieerd worden.

 

Nieuw artikel 16 Cumuleerbaarheid, paragraaf 2

§2. Cumul met andere stedelijke, provinciale, Vlaamse, federale of Europese premies voor dezelfde werken- waarbij dezelfde factuur dus wordt ingebracht voor meerdere premies - is niet mogelijk. Complementaire werken kunnen wel gecumuleerd worden met deze premie (bijv. subsidie voor gevelisolatie van Vlaanderen, in combinatie met het creëren van een aparte toegang). Hetzelfde werk mag niet dubbel gesubsidieerd worden. Indien er onder onderhavig premiereglement een subsidie wordt aangevraagd voor werken die ook door andere instanties worden gesubsidieerd, zal stad Lier navraag doen bij de instantie in kwestie. Indien blijkt dat voor dezelfde werken ook een premie bij een andere instantie is aangevraagd of verkregen, vervalt het recht op de premie bij stad Lier.

 

 

Oud Artikel 17. Aanvraag premie, paragrafen 2, 5 en 6

§2. Aanvraagdossier premie

Een premie-aanvraag dient via het daartoe bestemde formulier op de website van de stad Lier

te worden aangevraagd.

De premie-aanvraag dient volgende documenten te bevatten om ontvankelijk te zijn:

        het correct ingevuld aanvraagformulier;

        het ondernemingsnummer van de handelszaak gevestigd in het gelijkvloerse

        handelspand;

        een kopie van de eigendomsakte of huurovereenkomst waaruit het bouwrecht van de aanvrager blijkt

        een kopie van de huurovereenkomst (in voorkomend geval) met bewijs van bedrag van de geldende huur op het ogenblik van indiening aanvraagformulier;

        een ondertekend akkoord tussen (in voorkomend geval) alle naakte eigenaars, alle houders van zakelijke rechten en de huurder;

        de omgevingsvergunning indien vereist voor de uit te voeren werken met een kopie van het goedgekeurde plan;

        een lijst van de noodzakelijke werken om aan de basiskwaliteit en veiligheid te voldoen, zoals door de technisch controleur in zijn verslag opgenomen;

        indien vereist een attest PTI afgeleverd door de brandweer

        de nodige gunstige adviezen van de betrokken stadsdiensten;

        een gedetailleerde omschrijving van de uit te voeren werken. Dit kan aan de hand van een offerte of bestek met een beschrijving van procedé, materialen, kleuren, verfsoort… aangevuld met stalen of duidelijke representatieve afbeeldingen van de te gebruiken materialen. Uit de beschrijving moet ondubbelzinnig het beoogde resultaat van de werken blijken;

        een nauwkeurige prijsraming of offerte(s) van een erkende aannemer van maximaal 6 maanden oud;

        genummerde foto’s van de bestaande toestand en ontwerpplannen met aanduiding van de oriëntatie van de foto’s.

De premie-aanvraag is pas geldig indien ontvankelijk en volledig verklaard door de bevoegde ambtenaar, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen §5. De premie-aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 november 2022 tot en met 31 december 2025.

§6. De werken waarvoor de premie aangevraagd worden, mogen maximaal 6 maand voor de aanvraag van de premie aangevat zijn. De aanvrager toont dit aan via de bijgevoegde offertes, die maximaal 6 maand oud mogen zijn. De stad Lier kan dit controleren door navraag te doen bij de aangestelde aannemer. Indien de premie wordt aangevraagd na de aanvang der werken, ligt de bewijslast van de toestand voor aanvang der werken bij de aanvrager.

 

Nieuw Artikel 17. Aanvraag premie, paragrafen 2, 3 en 4

§2. Aanvraagdossier premie

Een premie-aanvraag dient via het daartoe bestemde formulier op de website van de stad Lier

te worden aangevraagd.

De premie-aanvraag dient volgende documenten te bevatten om ontvankelijk te zijn:

        het correct ingevuld aanvraagformulier;

        het ondernemingsnummer van de handelszaak gevestigd in het gelijkvloerse handelspand;

        een kopie van de eigendomsakte of huurovereenkomst waaruit het bouwrecht van de aanvrager blijkt

        een kopie van de huurovereenkomst (in voorkomend geval) met bewijs van bedrag van de geldende huur op het ogenblik van indiening aanvraagformulier;

        een ondertekend akkoord tussen (in voorkomend geval) alle naakte eigenaars, alle houders van zakelijke rechten en de huurder;

        de omgevingsvergunning indien vereist voor de uit te voeren werken met een kopie van het goedgekeurde plan;

        indien een aanvraag onder luik D, een lijst van de noodzakelijke werken om aan de basiskwaliteit en veiligheid te voldoen, zoals door de technisch controleur in zijn verslag opgenomen;

        indien vereist een attest PTI afgeleverd door de brandweer

        de nodige gunstige adviezen van de betrokken stadsdiensten;

        een gedetailleerde omschrijving van de uit te voeren werken. Dit kan aan de hand van een offerte of bestek met een beschrijving van procedé, materialen, kleuren, verfsoort… aangevuld met stalen of duidelijke representatieve afbeeldingen van de te gebruiken materialen. Uit de beschrijving moet ondubbelzinnig het beoogde resultaat van de werken blijken;

        een nauwkeurige prijsraming of offerte(s) van een erkende aannemer van maximaal 6 maanden oud;

        genummerde foto’s van de bestaande toestand en ontwerpplannen met aanduiding van de oriëntatie van de foto’s.

De premie-aanvraag is pas geldig indien ontvankelijk en volledig verklaard door de

bevoegde ambtenaar, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen

§3. De premie-aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 november 2022 tot en met 31 december 2025.

§4 De werken waarvoor de premie aangevraagd worden, mogen maximaal 12 maand voor de aanvraag van de premie aangevat zijn. De aanvrager toont dit aan via de bijgevoegde offertes, die maximaal 12 maand oud mogen zijn. De stad Lier kan dit controleren door navraag te doen bij de aangestelde aannemer. Indien de premie wordt aangevraagd na de aanvang der werken, ligt de bewijslast van de toestand voor aanvang der werken bij de aanvrager.

 

 

Oud artikel 18 Beslissing, paragraaf 4

§4. De werken mogen beginnen uiterlijk 6 maand vóór de principiële goedkeuring van het aanvraagdossier op het college van burgemeester en schepenen. De bewijslast voor de toestand voor de aanvang der werken ligt bij de aanvrager. Indien de meerwaarde van de werken en dus de premie niet kan aangetoond worden, zal de premie-aanvraag geweigerd worden.

 

Nieuw artikel 18 Beslissing, paragraaf 4

§4. De werken mogen beginnen uiterlijk 12 maanden vóór de principiële goedkeuring van het aanvraagdossier op het college van burgemeester en schepenen. De bewijslast voor de toestand voor de aanvang der werken ligt bij de aanvrager. Indien de meerwaarde van de werken en dus de premie niet kan aangetoond worden, zal de premie-aanvraag geweigerd worden.

 

 

Oud artikel 29. Publiciteit

Op straffe van niet ontvangen van de premie verbindt iedere kandidaat-verbouwer zich er toe om voldoende zichtbaar:

        Voor de duur van de werken een affiche of bord te plaatsen waarop duidelijk te lezen staat dat de renovatie mee mogelijk gemaakt wordt met de subsidie bekomen van de stad Lier en VLAIO. De affiche of het bord zal aangeleverd worden door de dienst Ondernemen van stad Lier.

        Na het beëindigen van de werken een renovatiesticker - beschikbaar gesteld door de dienst Ondernemen van de stad Lier- te bevestigen op een zichtbare plaats aan de straatkant van de handelszaak

 

Nieuw artikel 29. Publiciteit

Op straffe van niet ontvangen van de premie verbindt iedere kandidaat-verbouwer zich er toe om voldoende zichtbaar:

        Voor de duur van de werken een affiche of bord te plaatsen, of mee te werken aan een communicatie-actie waarop kenbaar gemaakt wordt dat de renovatie mee mogelijk gemaakt wordt met de subsidie bekomen van de stad Lier en VLAIO. De affiche of het bord zal aangeleverd worden of de communicatie-actie zal opgezet worden door de dienst Ondernemen van stad Lier.

        Na het beëindigen van de werken een renovatiesticker - beschikbaar gesteld door de dienst Ondernemen van de stad Lier- te bevestigen op een zichtbare plaats aan de straatkant van de handelszaak.

 

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de gecoördineerde versie van het premiereglement 'Wonen en Werken boven handelspanden' goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

RETRIBUTIEREGLEMENT OP HET UITVOEREN VAN WERKEN DOOR DE STEDELIJKE TECHNISCHE DIENST OP HET OPENBAAR DOMEIN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2019 over de goedkeuring van het retributiereglement op het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en financiële waarborg als voorwaarde bij de omgevingsvergunning (gewijzigd op 6 maart 2023)

 

Feiten en context

Gemiddeld worden er 300 vergunningen per jaar afgeleverd.

Bij het verkrijgen van een omgevingsvergunning met medewerking van een architect wordt er door de stad een "voetpadwaarborg" gevraagd.

Deze waarborg dekt eventuele onkosten aan het openbare domein.

 

Slechts in 1 à 2 % van de gevallen wordt de waarborg NIET integraal teruggestort, maar zijn er kosten aan het openbaar domein.

De procedure voetpadwaarborg brengt een administratieve last met zich mee. Daar het aantal schadegevallen aan het openbaar domein vrij beperkt is, wordt een vereenvoudigde werkwijze vooropgesteld.

 

Op 4 september 2023 neemt het college kennis van het plan van aanpak en gaf de opdracht aan de dienst Omgeving om de procedure verder uit te werken.

 

Er wordt voorgesteld de administratieve afwikkeling maximaal via het Omgevingsloket te laten verlopen.

Zo zal er geen voetpadwaarborg meer gevraagd worden. Bij aanvang van de werken dient er nog een plaatsbeschrijving te worden opgemaakt en bezorgd aan de stad Lier via het Omgevingsloket. De kosten aan het einde van de werken zullen worden doorgerekend aan de aanvrager.

 

Juridische grond

Artikel 41, 3° van het decreet lokaal bestuur met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen.

 

Argumentatie

        Het bestaande retributiereglement op het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en financiële waarborg als voorwaarde bij de omgevingsvergunning (goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019, gewijzigd op 6 maart 2023) zal worden opgeheven en vervangen door een nieuw retributiereglement op het uitvoeren van werken door de stedelijke technische dienst op het openbaar domein.

        Het nieuwe retributiereglement kadert in een administratieve vereenvoudiging.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

1 stem tegen: Marcel Taelman

13 onthoudingen: Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Jan Hermans, Gert Van Eester, Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck, Emma Gils en Yoena Mertens

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 1 stem tegen - 13 onthoudingen

 

BESLUIT

Art. 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement op het uitvoeren van werken voor derden op de publieke ruimte en de financiële waarborg bij de omgevingsvergunning, goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019, gewijzigd op 6 maart 2023, met ingang op 1 april 2024 op te heffen.

 

Art. 2:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement op het uitvoeren van werken door de stedelijke technische dienst op het openbaar domein, zoals hierna als bijlage toegevoegd, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN STAD LIER EN DE LIERSE MARKTVERENIGING IN HET KADER "MAAND VAN DE MARKT" - BETOELAGING PRIJZENPOT 2024. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

College in zitting dd. 4 september 2023 betreffende de deelname 'Maand van de markt editie 2024'

College in zitting dd. 11 december 2023 betreffend de kennisname dat de dienst Detailhandel van de provincie Antwerpen het persmoment organiseert op zaterdag 30 maart 2024 op de zaterdagmarkt te Lier.

 

Feiten en context

De Lierse marktvereniging zet zich samen met stad Lier in om de zaterdagmarkt positief te belichten door het organiseren van acties en events tijdens de zaterdagmarkt. Om deze goede samenwerking te behouden, is er op regelmatige basis overleg tussen beide partijen.

 

Stad Lier heeft in het najaar van 2023 opnieuw ingetekend voor de campagne 'Maand van de markt' om tijdens de maand april 2024 de markt extra in de kijker te plaatsen.

De actie kent jaar na jaar meer succes onder de bezoekers daar het aantal deelnames elk jaar in stijgende lijn gaan.

 

De dienst Detailhandel van de provincie Antwerpen heeft per mail laten weten dat ze de campagne in 2024 aftrappen in Lier met een promoteam, een rad van fortuin waarbij mensen gevulde boodschappentassen kunnen winnen en kinderen kunnen deelnemen aan een kinderbingo op de markt. (zoektocht).

 

Team Ondernemen zal ook hun jobstudenten inschakelen op zaterdag 30 maart 2024.

Zij kunnen ondersteuning bieden aan de marktmeesters bij het ophalen van de producten van de boodschappentassen, alsook toelichting geven over de actie en kunnen bij drukte de provincie eventueel mee ondersteunen.

 

Na overleg met de marktvereniging op donderdag 8 februari 2023 wordt volgende prijzenpot voorzien:

        er pakketjes met waardebonnen verloot onder de deelnemers van de actie Maand van de markt. Een waardebon heeft telkens een waarde van 5 euro en is geldig tot en met zaterdag 6 juli 2024. De waardebonnen kunnen gespendeerd worden bij houders van een abonnement op de Lierse zaterdagmarkt. In totaal zal er voor een bedrag van 2 040 euro aan waardebonnen worden verloot.

        10 deelnemers winnen een cycling dinner voor 2 (40 euro/persoon -> 80 euro x 10 = 800 euro)

 

De hoofdprijzen worden begin mei getrokken. Iedereen die heeft deelgenomen aan de actie komt in aanmerking voor het winnen van een hoofdprijs.

 

Totale kost prijzenpot maand van de markt:

- waardebonnen : 2 040 euro

- cycling dinner : 800 euro

Totaal : 2 840 euro

 

Om de uitbetaling naar de marktkramers die waardebonnen voorzien te bespoedigen, wordt er een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt tussen de Lierse marktvereniging en stad Lier om de afhandeling van de prijzenpot betreffende de waardebonnen te organiseren (uitbetaling marktkramers)

 

Adviezen

Marktmeester en team ondernemen: de actie Maand van de markt past binnen de beleidsprioritaire acties en maatregelen om de koopattractie van Lier aan te zwengelen. De zaterdagmarkt zorgt voor synergie tussen horeca, handelaars en marktkramers.

Door een samenwerkingsovereenkomst op te stellen kan de marktvereniging de deelnemende marktkramers voor de prijzenpot sneller uitbetalen zonder tussenkomst van stad Lier. De Lierse marktvereniging dient een rapportering voor te leggen van de uitgaven van de toegekende toelage van 2 040 euro.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt de adviezen te volgen en de voorliggende ingesloten samenwerkingsovereenkomst tussen stad Lier en de Lierse marktvereniging voor de betoelaging van de prijzenpot in het kader van de actie 'Maand van de Markt 2024' goed te keuren

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/02/KAP/03/02

Ondersteunen en versterken openbare markten

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen stad Lier en de Lierse marktvereniging voor de betoelaging van de prijzenpot in het kader van de actie 'Maand van de markt 2024' goed.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

BASISCONVENANT VOOR KANSSPELINRICHTINGEN KLASSE II (SPEELAUTOMATENHALLEN) OP GRONDGEBIED STAD LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Voor de organisatie van kansspelen of weddenschappen is in België een vergunning nodig van de Kansspelcommissie (KSC). De KSC kan zeven types van vergunningen toekennen of weigeren.

 

        Casino's (vergunning A - A+)

        Speelautomatenhallen (vergunning B - B+)

        Cafés (vergunning C)

        Personeel (vergunning D)

        Fabrikanten, plaatsers en herstellers (vergunning E)

        Weddenschappen (vergunning F1 - F2 - F1+)

        Mediaspelen (vergunning G1 - G2)

 

Om een vergunning B voor de uitbating van een kansspelinrichting klasse II (Speelautomatenhal) of een vergunning F2 voor de uitbating van een kansspelinrichting klasse IV (wedkantoor) te kunnen ontvangen, is het ook verplicht om een convenant toe te voegen dat werd gesloten tussen de kansspelinrichting klasse II of IV en de gemeente waar die inrichting gevestigd is:

Klasse II: De kansspelinrichtingen klasse II of speelautomatenhallen zijn inrichtingen waar uitsluitend de door de Koning toegestane kansspelen worden geëxploiteerd.   Er worden ten hoogste 180 kansspelinrichtingen klasse II toegestaan. De uitbating van een kansspelinrichting klasse II moet geschieden krachtens een convenant dat voorafgaandelijk wordt gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater. De beslissing om een dergelijk convenant te sluiten, behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de gemeente. Het convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd alsook de nadere voorwaarden, de openings- en sluitingsuren, alsook de openings- en sluitingsdagen van de kansspelinrichtingen klasse II en wie het gemeentelijk toezicht waarneemt.
Klasse IV: Het convenant is sedert 25 mei 2021 vereist bij het indienen van een vraag tot toekenning of hernieuwing van vergunning F2 (zie informatieve nota Kansspelcommissie in bijlage). De wettelijke bepaling luidt als volgt: “Deze convenant moet voorafgaandelijk gesloten worden tussen de gemeente waar het wedkantoor gevestigd is en de uitbater van het wedkantoor. Het convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd alsook de nadere voorwaarden, de openings- en sluitingsuren, alsook de openings- en sluitingsdagen van de kansspelinrichtingen klasse IV en wie het gemeentelijk toezicht waarneemt.” 

Dit gemeenteraadsbesluit wil een kader voorstellen waarbinnen aanvragen voor convenanten van kansspelinrichtingen klasse II (speelautomatenhallen) individueel beoordeeld kunnen worden.In een apart gemeenteraadsbesluit wordt een kader voorgesteld waarbinnen convenanten met kansspelinrichtingen klasse IV (wedkantoren) individueel kunnen worden beoordeeld.

 

Feiten en context

In februari 2024 is de situatie wat betreft vergunde operatoren voor kansspelen in Lier als volgt:

        7 dagbladhandels met vergunning F2 voor kansspelen in Lier: Huis Declerc, De Nete, Van den Bosch, Smolders, Pannenhuis, Krantenkopje, Nieuwspunt. Deze mogen maximaal 4 terminals of informaticatoepassingen zetten en enkel weddenschappen aannemen tussen 6 en 20 uur.

        20 Cafés met vergunning C voor kansspelen in Lier (bijv. Kafaat, Jong Jut, Lammeke, LOD, Sinte-Goemmer, Fagoempel, …). Een vergunninghouder mag maximaal twee bingotoestellen en maximaal twee toestellen met verminderde inzet plaatsen. Een speler moet minstens 18 jaar zijn om te mogen spelen.

        2 wedkantoren (vergunning klasse IV):

        Bettica (Eforbet) Sportsbetting, Kartuizersvest: huidige vergunning verkregen op 02/09/21, dus tot 02/09/24

        Lucky Bet (Circus Casino), Antwerpsesteenweg: huidige vergunning verkregen op 17/3/22, dus tot 17/3/25

        Een weddenschap is een kansspel waarbij elke speler een inzet inbrengt en waarbij winst of verlies wordt opgeleverd die niet afhangt van een daad gesteld door de speler, maar van de verwezenlijking van een onzekere gebeurtenis die zich voordoet zonder tussenkomst van de spelers. Er zijn 3 soorten weddenschappen, die allemaal onder de bevoegdheid van de Kansspelcommissie (KSC) vallen:

        weddenschappen op evenementen of gebeurtenissen

        weddenschappen op sportevenementen

        weddenschappen op paardenrennen.

        2 speelautomatenhallen (vergunning klasse II):

        Golden Palace, Florent Van Cauwenberghstraat: huidige vergunning verkregen op 21/3/19, dus tot 21/3/28

        Circus Casino, Antwerpsesteenweg: huidige vergunning verkregen op 02/07/15, dus tot 02/07/24

        In een speelautomatenhal staan automaten opgesteld waar men tegen een inzet kansspelen kan beoefenen, zoals slots, jackpots, casino games, ...

Het voorbije jaar liepen er bij team Ondernemen heel wat aanvragen binnen om nieuwe wedkantoren te openen, om dagbladhandels om te zetten in wedkantoren of om convenanten te hernieuwen. Specifiek voor speelautomatenhallen is daarbij de expliciete vraag om 24/7 te kunnen open blijven. In het verleden werden deze vragen eveneens gesteld, maar werden deze systematisch geweigerd. Gezien de vele nieuwe aanvragen, kan de gemeenteraad nu overwegen een basisconvenant voor speelautomatenhallen goed te keuren en aan de gemeenteraad voor te leggen, op basis waarvan deze vergunningsaanvragen individueel, op basis van objectief vastgestelde criteria beoordeeld kunnen worden.

Om een speelautomatenhal te betreden moet men minstens 21 jaar zijn. Uitbaters van speelautomatenhallen moeten een vergunning klasse II verkrijgen bij de kansspelcommissie. Er worden in België maximaal 180 van zulke vergunningen afgeleverd, een vergunning is telkens geldig voor 9 jaar en moet dan hernieuwd worden. Voor de uitbating van een vaste kansspelinrichting klasse II (speelautomatenhal) moet een convenant voorafgaandelijk worden gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater. De beslissing om een dergelijk convenant te sluiten, behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de gemeente. Het convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd alsook de nadere voorwaarden, de openings- en sluitingsuren, alsook de openings- en sluitingsdagen van de kansspelinrichtingen klasse II en wie het gemeentelijk toezicht waarneemt.

Om de contouren af te bakenen waarbinnen de stad een basisconvenant kan afsluiten dat kan gelden voor meerdere wedkantoren en speelautomatenhallen op het grondgebied, zonder daarbij de individuele aanvragen van uitbaters bij voorbaat kansloos te maken en de vrijheid van ondernemen niet te schaden, won de stad juridisch advies in bij advocatenkantoor GD&A. In bijlage vindt de gemeenteraad het volledige advies. In essentie luidde dat als volgt:

        het is niet toegestaan bij voorbaat een vast aantal wedkantoren of speelautomatenhallen op het grondgebied van de stad vast te leggen. Elke aanvraag moet individueel beoordeeld kunnen worden.

        het lijkt wel verdedigbaar een bijdrage te vragen aan uitbaters van wedkantoren en speelautomatenhallen om daarmee een werking rond het vermijden van gokverslaving in de gemeente van vestiging op te zetten.

Bij het beoordelen of er met een speelautomatenhal of wedkantoor een convenant kan worden afgesloten, is naast het naleven van alle wettelijke bepalingen die gelden voor zulke uitbatingen, de ruimtelijke ligging het voornaamste criterium waarop de stad zich zal beroepen. Voor speelautomatenhallen zijn er geen specifieke vereisten van afstand tussen twee inrichtingen. Wel staat in de wetgeving vermeld dat ze "niet gevestigd wordt in de nabijheid van onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht, plaatsen waar erediensten worden gehouden en gevangenissen."

Plaatsen waar erediensten worden gehouden en gevangenissen zijn vrij duidelijk te omlijnen, maar wat zit er vervat onder onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht? In een artikel voor uitgeverij Vandenbroele op 23/11/23 geeft Gijs Boute (Juridisch adviseur voor lokale besturen voor Boud en Herd), hiervan volgende opsomming:;

        Onderwijsinstellingen: lager onderwijs, middelbaar onderwijs, hoger onderwijs, kunstonderwijs …

        Ziekenhuizen: de parlementaire stukken (nb: omtrent wedkantoren) zeggen hierover: “Evenzo mag een wedkantoor niet worden gevestigd in de nabijheid van ziekenhuizen waar inzonderheid personen worden behandeld wegens spelgerelateerde problemen.”De kansspelcommissie lijst adressen op waar je terecht kan met een gokverslaving. Dit gaat om psychiatrische ziekenhuizen, maar evengoed om centra voor algemeen welzijn en zelfhulpgroepen. De eerste is zeker gevat door de Kansspelwet, maar voor de CAW’s en zelfhulpgroepen is dit miinder evident gezien het geen ‘ziekenhuizen’ zijn.

        Plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht: jeugdhuizen, speelpleinen, haltes van het openbaar vervoer waar veel jongeren opstappen, bibliotheken, sportinfrastructuur waar jeugdploegen trainen …

Merk op dat twee adressen waar je volgens de lijst van de kansspelcommissie een gokverslaving kunt laten behandelen, in buurgemeenten van Lier liggen: UPC DUFFEL - POLIKLINIEK

Rooienberg 19, 2570 Duffel en PC MULTIVERSUM - AFDELING CADENZA 5, Provinciesteenweg 408, 2530 Boechout.

Over nabijheid stond in hetzelfde artikel te lezen: "De kansspelwet definieert ‘nabijheid’ niet verder. Dit werd door de kansspelsector aangehaald als een bron van willekeur. Het

Grondwettelijk Hof heeft die redenering niet gevolgd. Nabijheid is te verstaan als ‘op geringe afstand’ en moet beoordeeld worden ten aanzien van de concrete lokale omstandigheden.

De gemeente kan dus best de afstand tussen het wedkantoor en de opgesomde plaatsen berekenen op basis van een routeplanner. Er is geen vaste afstand, de wetgever laat deze beoordeling over aan de gemeente, die het best geplaatst is om te oordelen. Het aspect van de ‘nabijheid’ werd ook reeds aangevochten bij de Raad van State. De Raad van State oordeelde dat een opsomming van de afstanden blijk gaf van een concreet onderzoek:

“Te dezen vermeldt de bestreden beslissing de afstanden van de onderwijsinstellingen tot de kansspelinrichting en aldus doet zij blijken van een in concreto onderzoek. Het nabijheidsverbod voor onderwijsinstellingen wil de scholieren behoeden voor de verleiding om een speelautomatenhal op te zoeken omdat zij de inrichting niet ver verwijderd weten of omdat het slechts een minimale inspanning vergt om ze te bereiken. De concrete beoordeling van de nabijheid betreft ipso facto de aantrekkingskracht van de kansspelinrichting en van de inspanning om er te geraken. De gedetailleerde opgave van de afstand tot de kansspelinrichting voor wat onder meer een aantal onderwijsinstellingen betreft, volstaat om te gewagen van een aantrekkingskracht die van de kansspelinrichting op die scholieren uitgaat.”

Het besluit was evenwel ook omstandig gemotiveerd en somde eveneens acht andere weigeringsgronden op. Indien meerdere locaties worden afgewezen, blijft het natuurlijk belangrijk om consequent te blijven als gemeente. De gemeenten moeten voor zichzelf uitmaken waarom een bepaalde afstand als wél of niet problematisch ervaren wordt.

Daarom zal er ook telkens advies ingewonnen worden van Lokale Politie Lier, de dienst handhaving en de dienst mobiliteit. Ook de diensten welzijn en jeugd kunnen om advies gevraagd worden bij de beoordeling over een locatie. Deze diensten hebben er vanuit de specifieke kennis van hun cliënten/doelgroep mogelijk zicht op of een bepaalde locatie problematisch kan zijn wat betreft overlast veroorzaakt door de kansspelinrichting, en/of voor het inperken van het contact van kwetsbare doelgroepen met kansspelinrichtingen.

In bijlage vindt de gemeenteraad een voorstel van basisconvenant op basis waarvan nadien met individuele aanvragers een convenant kan worden afgesloten. De belangrijkste principes hiervan zijn de volgende:

Openingsuren: we stellen hierbij een opdeling voor op basis van ligging binnen en buiten de R16 in Lier, en in de ruime omgeving van het Koningsplein of daarbuiten . Deze opdeling is te verantwoorden omdat de mogelijke overlast veroorzaakt door deze zaken in het dichtbebouwde en -bevolkte gebied binnen de ring en in centrum Koningshooikt een stuk zwaarder kan doorwegen dan buiten de ring.

        Buiten de ring R16 of buiten een straal van 1km rond het Koningsplein in deelgemeente Koningshooikt: speelautomatenhallen mogen onbeperkt open blijven, 24u op 24, 7 dagen op 7

        binnen de ring R16 of binnen een straal van 1km rond het Koningsplein in Koningshooikt: speelautomatenhallen krijgen een sluitingsuur opgelegd tussen 3u 's nachts en 11u 's ochtends, 7 dagen op 7

Gemeentelijke toezicht en bijdrage:

Het gemeentelijk toezicht op de uitbating zal worden waargenomen door de stad Lier, met ondersteuning van de daartoe bevoegde agenten van de lokale politiezone Lier.  De uitbater van een speelautomatenhal zal jaarlijks en voor de duur van de vergunning een bijdrage leveren in de gemeentelijke kosten van begeleiding en preventie. De bijdrage wordt als volgt vastgelegd:

        Voor speelautomatenhallen gelegen binnen de ring R16 van Lier of binnen een straal 1km rond het Koningsplein in deelgemeente Koningshooikt: 10.000 euro per jaar

        Voor speelautomatenhallen gelegen buiten de ring R16 van Lier of buiten een straal van 1 km rond het Koningsplein in deelgemeente Koningshooikt: 12.000 euro per jaar

Dit onderscheid in bijdrage is te verantwoorden omdat enerzijds de zaken binnen de ring een veel groter rechtstreeks contact met kwetsbare doelgroepen genereren, door hun ligging in woongebied en nabij het commerciële centrum van Lier, maar ze anderzijds beperktere openingsuren opgelegd krijgen om andere overlast te voorkomen. Daarom is het billijk een lagere bijdrage te vragen voor zaken binnen de ring, in verhouding 5/6de van het bedrag voor 4/6de van de openingsuren (16 op 24u).

Delegatie bevoegdheid tot het afsluiten van convenanten met individuele kansspelinrichtingen

Artikel 34 van de “Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers" bepaalt dat de uitbating van een vaste kansspelinrichting klasse II enkel kan gebeuren krachtens een convenant dat voorafgaandelijk wordt gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater. In de kansspelreglementering wordt deze bevoegdheid bijgevolg niet voorbehouden aan de gemeenteraad of het college. Geen van beide organen wordt benoemd als de partij die het convenant moet afsluiten waardoor dit geen toegewezen bevoegdheid uitmaakt. De gemeenteraad heeft de volheid van bevoegdheid, wat betekent dat de gemeenteraad bevoegd is voor alle aangelegenheden tenzij deze toegekend of voorbehouden worden aan andere organen. Artikel 40, § 1 van het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB) bepaalt: “ Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.” Principieel is de gemeenteraad bijgevolg bevoegd om de convenanten af te sluiten. Omwille van praktische overwegingen is het echter aangewezen dat het college van burgemeester en schepenen deze bevoegdheid verder uitvoert. Daarom kan de gemeenteraad overwegen in een apart gemeenteraadsbesluit de bevoegdheid tot het afsluiten van convenanten met individuele uitbaters te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Fasering

        19/02/2024: beslissing van het college omtrent het goedkeuren van voorliggend basisconvenant en de vraag tot delegeren van de bevoegdheid aan het schepencollege

        25/03/2024: voorliggend basisconvenant wordt mits goedkeuring door het college voorgelegd ter goedkeuring aan de gemeenteraad

        vanaf 26/03/2024: Team Ondernemen gaat in overleg met aanvragers van convenanten speelautomatenhallen en agendeert de ontwerpen van overeenkomst of het besluit tot weigering op het college ter beoordeling. Daarbij wordt het advies ingewonnen van Lokale Politie Lier, de diensten mobiliteit, handhaving, welzijn en jeugd.

 

Adviezen

Juridische dienst

Omdat er weinig rechtspraak te vinden was over met name de mogelijkheid om een bijdrage te vragen van uitbaters van kansspelinrichtingen, won onze juridische dienst advies in bij advocatenkantoor GD&A. Ze bezorgden de nota (weliswaar gefocust op wedkantoren, maar eveneens geldig voor speelautomatenhallen) in bijlage, met als voornaamste punten: 

        "Vooreerst kan in dit opzicht worden opgemerkt dat een bijdrage tot een gemeentelijk fonds niet kwalificeert als een gemeentebelasting, daar de heffing van een belasting veronderstelt dat een bedrag wordt geïnd dat ertoe strekt de openbare dienstverlening in haar geheel te financieren, quod non. Bij gevolg dienen de principes inzake gemeentelijke belastingen op wedkantoren, zoals deze volgen uit het artikel 74 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen,28 buiten beschouwing te worden gelaten."

        "Evenmin lijkt de bijdrage te kwalificeren als een gemeentelijke retributie daar het hier niet gaat om een “billijke vergoeding” van een “door de overheid gepresteerde dienst” waarvan de persoon die de retributie dient te betalen een “individueel voordeel haalt"

        "Wel kunnen parallellen worden getrokken tussen de vooropgestelde bijdrage aan het gemeentelijk fonds enerzijds en het binnen het vergunningsrecht gemaakte onderscheid tussen de zogenaamde voorwaarden en lasten anderzijds. Dit laatste gelet op het feit dat het convenant in de zin van artikel 43/4, §1, vierde lid Kansspelwet in wezen kwalificeert als een de facto (uitbatings)vergunning, te weten een beschikking/handeling van de overheid welke een bepaalde activiteit toestaat, die zonder de overheidshandeling (het afsluiten van het convenant) niet zou zijn toegestaan. Waarbij het opleggen van een bijdrage aan een fonds eerder gelijkenissen vertoont met de rechts-figuur van de last”, daar het betalen aan van een som geld aan een fonds ter begeleiding van gokverslaafden kan worden gezien als “een bijdrage aan de bijkomende taken die een overheid door de uitvoering van de vergunning op zich moet nemen”, te weten de nadere controle op de problematiek inzake wedkantoren/speelautomatenhallen en gokverslaving op het grondgebied van de gemeente.

        Dit terwijl artikel 43/4, §1, vierder lid Kansspelwet enkel spreekt over het feit dat “voorwaarden” kunnen worden bepaald in het convenant, hetgeen aldus tot de conclusie zou kunnen leiden dat het niet mogelijk is een “last”, te weten de bijdrage aan het gemeentelijk fonds voor de behandeling van gokverslaafden, op te leggen.

        Echter dient gewezen op het feit dat reeds voor de wettelijke verankering in de Stedenbouwwet van 1962 ruim werd geaccepteerd dat lasten werden opgenomen in een omgevingsvergunning, en dit zonder enige wettelijke basis, zij het wel voornamelijk in het kader van grootschalige verkavelingen.

        Bij wijze van conclusie kan aldus worden gesteld dat noch de bepalingen van de Kansspelwet zelf, noch de principes welke van toepassing zijn op gelijkaardige rechtsfiguren noch de principes inzake gemeentelijke belastingen en retributies – in casu niet van toepassing – zich ertegen lijken te verzetten dat de betaling van een bijdrage aan het fonds wordt opgenomen als voorwaarde in een convenant. De betaling van de bijdrage lijkt eveneens te passen in de geest van het nieuwe artikel 43/4, §1, eerste lid Kansspelwet, dat ertoe strekt de gemeente in staat te stellen zowel de ordeverstoringen als de sociale risico’s die gepaard gaan met de uitbating van wedkantoren op het grondgebied van de gemeente te controleren en te reguleren.

Team Ondernemen

Vanuit team Ondernemen nemen we geen moreel standpunt in met betrekking tot

de vraag van meerdere aanvragers om openingsuren te verruimen. Gokken is een legale activiteit die streng gereglementeerd is en het argument dat aanvragers aanhalen, namelijk dat er veel minder juridische én sociale controle is bij online gokken dan in hun fysieke vestigingen, snijdt hout. De vestigingsvoorwaarden die in de wet staan mbt tot nabijheid van kwetsbare doelgroepen zijn ook voor ons het belangrijkste criterium waarmee rekening gehouden moet worden bij de beoordeling van een aanvraag.

Het is wat ons betreft wel te verantwoorden om een bijdrage te vragen aan deze inrichtingen om de overlast en maatschappelijk gevolgen van de uitbating te compenseren. Hoe hoog die bijdrage moet zijn, hangt wat ons betreft af van de mogelijke overlast die zulke uitbatingen kunnen veroorzaken, zowel in de nabije omgeving op het moment van de uitbating als op langere termijn, in het in de hand werken van gokverslaving. Voorliggend voorstel is op dat vlak billijk en doet geen afbreuk aan de rentabiliteit van zulke uitbatingen.

Economische Raad

De Economische Raad geeft positief advies over de convenanten voor speelautomatenhallen en wedkantoren zoals ze hier geformuleerd staan, maar maakt volgende bedenkingen:

        Er wordt een last opgelegd voor een heel jaar, maar wat als de uitbating maar een deel van het jaar plaatsvindt?

        Er is nu geen link tussen de mate van overlast die een uitbating veroorzaakt en het bedrag dat opgelegd wordt als last. Indien een uitbating bovenmatig meer overlast (bijv. politie-interventies) met zich mee zou brengen, zou dat doorgerekend moeten kunnen worden. Een andere optie is het opzeggen van het convenant in zulke gevallen.

        We zouden graag de (lokalen van) jeugdbewegingen expliciet vermeld zien staan onder ‘plaatsen die door jongeren worden bezocht’

Dienst Welzijn

Vanuit Welzijn voelen we ons in eerste instantie moreel verplicht om aan te geven dat we niet achter de verruiming van de openingsuren staan en dan ook een negatief advies geven. Het is zeker het geval dat gokverslaving een grote maatschappelijke impact heeft, denk hier onder andere aan gezondheidszorg (opname ziekenhuis, psychiatrie, psychologische ondersteuning, medicatie, …), justitie (stelen, fraude, …) en hulpverlening (budgetbeheer, sociale emotionele begeleiding van verslaafde en zijn/haar context, ..). Binnen het OCMW begeleiden we mensen die om allerhande redenen in een financieel precaire situatie zijn beland. Ook een gokverslaving is hiervan één van de mogelijke oorzaken. Momenteel hebben we geen specifieke acties lopen mbt gokverslaving. Begeleiding zit eerder verwerkt in de individuele opvolging/begeleiding van cliënten waarbij gokverslaving een problematiek is/was. Indien het CBS toch positief wenst te antwoorden op de vraag van uitbaters om te openingsuren te verruimen, lijkt het ons een optie een bijdrage aan een gemeentelijk fonds te vragen aan de gokkantoren. Dit met als doel te investeren in een (bijkomend) welzijnsaanbod.

Financiële dienst

De financiële dienst is geen voorstander van de oprichting van een apart gemeentelijk fonds tegen gokverslaving omdat dit moeilijk binnen de BBC-regelgeving kan opgevolgd worden. Daarnaast schept dit de verwachting dat er vanuit het OCMW een aparte werking wordt opgezet, specifiek rond gokverslaving. De middelen dewelke gegenereerd worden uit de gevraagde bijdrages zullen echter te laag zijn om een structurele werking op zetten met de daaraan gekoppelde bijkomende loonkost. Er kan bekeken worden of bepaalde acties rond gokverslaving kunnen geïntegreerd worden binnen de bestaande werking van het OCMW, zonder daarbij extra personeel aan te stellen. De bijdrage die gevraagd wordt aan de uitbaters van kansspelinrichtingen is eerder een last die opgelegd wordt om de maatschappelijke kosten die op verschillende niveaus ontstaan door deze uitbatingen te dekken.

 

Juridische grond

        Decreet Lokaal Bestuur

        Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, gewijzigd bij wet van 7 mei 2019 ·

        Diverse KB's ter uitvoering van deze wet, zoals Koninklijk besluit van 24 april 2014 tot vaststelling van de wijze van bekendmaking, de aanvraag en de toekenning van een vergunning B voor de exploitatie van een kansspelinrichting klasse II indien een vergunning openvalt (te consulteren via https://gamingcommission.be/nl/wetgeving/koninklijke-besluiten

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt het voorstel van basisconvenant voor kansspelinrichtingen klasse II (speelautomatenhallen) goed te keuren voor invoering vanaf 1 april 2024.

 

Financiële weerslag

De financiële gevolgen zijn op dit moment niet in te schatten. Indien er convenanten worden afgesloten onder dit basiskader, zullen er nieuwe inkomsten binnenkomen bij de stad. Er zullen echter ook extra kosten op verschillende niveaus ontstaan in het beteugelen van overlast en de andere maatschappelijke gevolgen die ontstaan door de uitbating.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

14 stemmen tegen: Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Jan Hermans, Gert Van Eester, Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck, Emma Gils en Yoena Mertens

1 onthouding: Freddy Callaerts

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 14 stemmen tegen - 1 onthouding

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het basisconvenant voor kansspelinrichtingen klasse II (speelautomatenhallen) goed te keuren voor invoering vanaf 1 april 2024.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

BASISCONVENANT VOOR KANSSPELINRICHTINGEN KLASSE IV (WEDKANTOREN) OP HET GRONDGEBIED VAN STAD LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Voor de organisatie van kansspelen of weddenschappen is in België een vergunning nodig van de Kansspelcommissie (KSC). De KSC kan zeven types van vergunningen toekennen of weigeren.

 

        Casino's (vergunning A - A+)

        Speelautomatenhallen (vergunning B - B+)

        Cafés (vergunning C)

        Personeel (vergunning D)

        Fabrikanten, plaatsers en herstellers (vergunning E)

        Weddenschappen (vergunning F1 - F2 - F1+)

        Mediaspelen (vergunning G1 - G2)

 

Om een vergunning B voor de uitbating van een kansspelinrichting klasse II (Speelautomatenhal) of een vergunning F2 voor de uitbating van een kansspelinrichting klasse IV (wedkantoor) te kunnen ontvangen, is het ook verplicht om een convenant toe te voegen dat werd gesloten tussen de kansspelinrichting klasse II of IV en de gemeente waar die inrichting gevestigd is:

Klasse II: De kansspelinrichtingen klasse II of speelautomatenhallen zijn inrichtingen waar uitsluitend de door de Koning toegestane kansspelen worden geëxploiteerd.   Er worden ten hoogste 180 kansspelinrichtingen klasse II toegestaan. De uitbating van een kansspelinrichting klasse II moet geschieden krachtens een convenant dat voorafgaandelijk wordt gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater. De beslissing om een dergelijk convenant te sluiten, behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de gemeente. Het convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd alsook de nadere voorwaarden, de openings- en sluitingsuren, alsook de openings- en sluitingsdagen van de kansspelinrichtingen klasse II en wie het gemeentelijk toezicht waarneemt.
Klasse IV: Het convenant is sedert 25 mei 2021 vereist bij het indienen van een vraag tot toekenning of hernieuwing van vergunning F2 (zie informatieve nota Kansspelcommissie in bijlage). De wettelijke bepaling luidt als volgt: “Deze convenant moet voorafgaandelijk gesloten worden tussen de gemeente waar het wedkantoor gevestigd is en de uitbater van het wedkantoor. Het convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd alsook de nadere voorwaarden, de openings- en sluitingsuren, alsook de openings- en sluitingsdagen van de kansspelinrichtingen klasse IV en wie het gemeentelijk toezicht waarneemt.” 

Dit gemeenteraadsbesluit wil een kader voorstellen waarbinnen aanvragen voor convenanten van kansspelinrichtingen klasse IV (wedkantoren) individueel beoordeeld kunnen worden.In een apart gemeenteraadsbesluit wordt een kader voorgesteld waarbinnen convenanten met kansspelinrichtingen klasse II (speelautomatenhallen) individueel kunnen worden beoordeeld.

 

Feiten en context

In februari 2024 is de situatie wat betreft vergunde operatoren voor kansspelen in Lier als volgt:

        7 dagbladhandels met vergunning F2 voor kansspelen in Lier: Huis Declerc, De Nete, Van den Bosch, Smolders, Pannenhuis, Krantenkopje, Nieuwspunt. Deze mogen maximaal 4 terminals of informaticatoepassingen zetten en enkel weddenschappen aannemen tussen 6 en 20 uur.

        20 Cafés met vergunning C voor kansspelen in Lier (bijv. Kafaat, Jong Jut, Lammeke, LOD, Sinte-Goemmer, Fagoempel, …). Een vergunninghouder mag maximaal twee bingotoestellen en maximaal twee toestellen met verminderde inzet plaatsen. Een speler moet minstens 18 jaar zijn om te mogen spelen.

        2 wedkantoren (vergunning klasse IV):

        Bettica (Eforbet) Sportsbetting, Kartuizersvest: huidige vergunning verkregen op 02/09/21, dus tot 02/09/24

        Lucky Bet (Circus Casino), Antwerpsesteenweg: huidige vergunning verkregen op 17/3/22, dus tot 17/3/25

        Een weddenschap is een kansspel waarbij elke speler een inzet inbrengt en waarbij winst of verlies wordt opgeleverd die niet afhangt van een daad gesteld door de speler, maar van de verwezenlijking van een onzekere gebeurtenis die zich voordoet zonder tussenkomst van de spelers. Er zijn 3 soorten weddenschappen, die allemaal onder de bevoegdheid van de Kansspelcommissie (KSC) vallen: 

        weddenschappen op evenementen of gebeurtenissen

        weddenschappen op sportevenementen

        weddenschappen op paardenrennen.

        2 speelautomatenhallen (vergunning klasse II):

        Golden Palace, Florent Van Cauwenberghstraat: huidige vergunning verkregen op 21/3/19, dus tot 21/3/28

        Circus Casino, Antwerpsesteenweg: huidige vergunning verkregen op 02/07/15, dus tot 02/07/24

        In een speelautomatenhal staan automaten opgesteld waar men tegen een inzet kansspelen kan beoefenen, zoals slots, jackpots, casino games, ..

Het voorbije jaar liepen er bij team Ondernemen heel wat aanvragen binnen om nieuwe wedkantoren te openen, om dagbladhandels om te zetten in wedkantoren of om convenanten te hernieuwen. Gezien de vele nieuwe aanvragen, kan de gemeenteraad nu overwegen een basisconvenant voor wedkantoren goed te keuren en aan de gemeenteraad voor te leggen, op basis waarvan deze vergunningsaanvragen individueel, op basis van objectief vastgestelde criteria beoordeeld kunnen worden.

Om een wedkantoor te betreden moet men minstens 18 jaar zijn. Uitbaters van wedkantoren moeten een vergunning klasse IV verkrijgen bij de kansspelcommissie. Er worden in België maximaal 600 van zulke vergunningen afgeleverd, een vergunning is telkens geldig voor 3 jaar en moet dan hernieuwd worden. De uitbating van een vaste kansspelinrichting klasse IV (wedkantoor) moet geschieden krachtens een convenant dat voorafgaandelijk wordt gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater. Het convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd alsook de nadere voorwaarden, de openings- en sluitingsuren, alsook de openings- en sluitingsdagen van de kansspelinrichtingen klasse IV en wie het gemeentelijk toezicht waarneemt.

Om de contouren af te bakenen waarbinnen de stad een basisconvenant kan afsluiten dat gebruikt kan worden om als richtsnoer om de aanvragen van wedkantoren te beoordelen, zonder daarbij de individuele aanvragen van uitbaters bij voorbaat kansloos te maken en de vrijheid van ondernemen niet te schaden, won de stad juridisch advies in bij advocatenkantoor GD&A. In bijlage vindt het gemeenteraad het volledige advies. In essentie luidde dat als volgt:

        het is niet toegestaan bij voorbaat een vast aantal wedkantoren of speelautomatenhallen op het grondgebied van de stad vast te leggen. Elke aanvraag moet individueel beoordeeld kunnen worden.

        het lijkt wel verdedigbaar een bijdrage te vragen aan uitbaters van wedkantoren en speelautomatenhallen om daarmee een werking rond het vermijden van gokverslaving in de gemeente van vestiging op te zetten.

Bij het beoordelen of er met een wedkantoor een convenant kan worden afgesloten, is naast het naleven van alle wettelijke bepalingen die gelden voor zulke uitbatingen, de ruimtelijke ligging het voornaamste criterium waarop de stad zich krachtens de wet zal beroepen. De afstandsregel in de wetgeving zegt dat er minstens 1000 meter moet liggen tussen 2 wedkantoren en dat een wedkantoor niet gevestigd mag zijn "in de nabijheid van onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht, zulks behoudens met redenen omklede afwijking die door de gemeente wordt toegestaan.

De vraag is nu wat er allemaal begrepen moet worden onder onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht? In een artikel voor uitgeverij Vandenbroele op 23/11/23 geeft Gijs Boute (Juridisch adviseur voor lokale besturen voor Boud en Herd), hiervan volgende opsomming:

        Onderwijsinstellingen: lager onderwijs, middelbaar onderwijs, hoger onderwijs,                 kunstonderwijs …

        Ziekenhuizen: de parlementaire stukken zeggen hierover: “Evenzo mag een wedkantoor niet worden gevestigd in de nabijheid van ziekenhuizen waar inzonderheid personen worden behandeld wegens spelgerelateerde problemen.”De kansspelcommissie lijst adressen op waar je terecht kan met een gokverslaving.Dit gaat om psychiatrische ziekenhuizen, maar evengoed om centra voor algemeen welzijn en zelfhulpgroepen. De eerste is zeker gevat door de Kansspelwet, maar voor de CAW’s en zelfhulpgroepen is dit miinder evident gezien het geen ‘ziekenhuizen’ zijn.

        Plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht: jeugdhuizen, speelpleinen, haltes van het openbaar vervoer waar veel jongeren opstappen, bibliotheken, sportinfrastructuur waar jeugdploegen trainen …

Merk op dat twee adressen waar je volgens de lijst van de kansspelcommissie een gokverslaving kunt laten behandelen, in buurgemeenten van Lier liggen:  UPC DUFFEL - POLIKLINIEK

Rooienberg 19, 2570 Duffel en PC MULTIVERSUM - AFDELING CADENZA 5, Provinciesteenweg 408, 2530 Boechout.

Over nabijheid stond in hetzelfde artikel te lezen: "De kansspelwet definieert ‘nabijheid’ niet verder. Dit werd door de kansspelsector aangehaald als een bron van willekeur. Het Grondwettelijk Hof heeft die redenering niet gevolgd. Nabijheid is te verstaan als ‘op geringe afstand’ en moet beoordeeld worden ten aanzien van de concrete lokale omstandigheden. De gemeente kan dus best de afstand tussen het wedkantoor en de opgesomde plaatsen berekenen op basis van een routeplanner. Er is geen vaste afstand, de wetgever laat deze beoordeling over aan de gemeente, die het best geplaatst is om te oordelen.

Het aspect van de ‘nabijheid’ werd ook reeds aangevochten bij de Raad van State. De Raad van State oordeelde dat een opsomming van de afstanden blijk gaf van een concreet onderzoek:

“Te dezen vermeldt de bestreden beslissing de afstanden van de onderwijsinstellingen tot de kansspelinrichting en aldus doet zij blijken van een in concreto onderzoek. Het nabijheidsverbod voor onderwijsinstellingen wil de scholieren behoeden voor de verleiding om een speelautomatenhal op te zoeken omdat zij de inrichting niet ver verwijderd weten of omdat het slechts een minimale inspanning vergt om ze te bereiken. De concrete beoordeling van de nabijheid betreft ipso facto de aantrekkingskracht van de kansspelinrichting en van de inspanning om er te geraken. De gedetailleerde opgave van de afstand tot de kansspelinrichting voor wat onder meer een aantal onderwijsinstellingen betreft, volstaat om te gewagen van een aantrekkingskracht die van de kansspelinrichting op die scholieren uitgaat.

Het besluit was evenwel ook omstandig gemotiveerd en somde eveneens acht andere weigeringsgronden op. Indien meerdere locaties worden afgewezen, blijft het natuurlijk belangrijk om consequent te blijven als gemeente. De gemeenten moeten voor zichzelf uitmaken waarom een bepaalde afstand als wél of niet problematisch ervaren wordt.

Daarom zal er ook telkens advies ingewonnen worden van Lokale Politie Lier, de dienst handhaving en de dienst mobiliteit. Ook de diensten welzijn en jeugd kunnen om advies gevraagd worden bij de beoordeling over een locatie. Deze diensten hebben er vanuit de specifieke kennis van hun cliënten/doelgroep mogelijk zicht op of een bepaalde locatie problematisch kan zijn wat betreft overlast veroorzaakt door de inrichting, en/of voor het inperken van het contact van kwetsbare doelgroepen met kansspelinrichtingen.

In bijlage vindt de gemeenteraad een voorstel van basisconvenant op basis waarvan nadien met individuele aanvragers een convenant kan worden afgesloten. De belangrijkste principes hiervan zijn de volgende:

Openingsuren: we stellen hierbij een opdeling voor op basis van ligging binnen en buiten de R16. Deze opdeling is te verantwoorden omdat de mogelijke overlast veroorzaakt door deze zaken in het dichtbebouwde en -bevolkte gebied binnen de ring een stuk zwaarder kan doorwegen dan buiten de ring.

        Buiten de ring R16 of buiten een straal van 1km rond het Koningsplein in deelgemeente Koningshooikt: wedkantoren mogen onbeperkt open blijven, 24u op 24, 7 dagen op 7

        Binnen de ring R16 of binnen een straal van 1km rond het Koningsplein in deelgemeente Koningshooikt: wedkantoren krijgen een sluitingsuur opgelegd tussen 23u en 10u 's ochtends.

Gemeentelijke toezicht en bijdrage:

Het gemeentelijk toezicht op de uitbatingen moet worden waargenomen door de daartoe bevoegde agenten van de lokale politiezone Lier. We stellen voor de uitbaters jaarlijks en voor de duur van de vergunning een bijdrage te vragen in de gemeentelijke kosten van begeleiding en preventie van gokverslaving. De bijdrage wordt als volgt vastgelegd:

        Voor wedkantoren gelegen binnen de ring R16 of binnen een straal van 1km rond het Koningsplein in deelgemeente Koningshooikt: 5000 euro per jaar

        Voor wedkantoren gelegen buiten de ring R16 of buiten een straal van 1km rond het Koningsplein in deelgemeente Koningshooikt: 7500 euro per jaar

Dit onderscheid in bijdrage is te verantwoorden omdat enerzijds de zaken binnen de ring een veel groter rechtstreeks contact met kwetsbare doelgroepen genereren, door hun ligging in woongebied en nabij het commerciële centrum van Lier, maar ze anderzijds veel beperktere openingsuren opgelegd krijgen om andere overlast te voorkomen. Daarom is het billijk een lagere bijdrage te vragen voor zaken binnen de ring, in verhouding 2/3 van het bedrag voor circa 55% van de openingstijden (13/24ste).

Delegatie bevoegdheid tot het afsluiten van convenanten met individuele kansspelinrichtingen

Artikel 43/4 van de “Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers" bepaalt dat de uitbating van een vaste kansspelinrichting klasse IV enkel kan gebeuren krachtens een convenant dat voorafgaandelijk wordt gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater. In de kansspelreglementering wordt deze bevoegdheid bijgevolg niet voorbehouden aan de gemeenteraad of het college. Geen van beide organen wordt benoemd als de partij die het convenant moet afsluiten waardoor dit geen toegewezen bevoegdheid uitmaakt. De gemeenteraad heeft de volheid van bevoegdheid, wat betekent dat de gemeenteraad bevoegd is voor alle aangelegenheden tenzij deze toegekend of voorbehouden worden aan andere organen. Artikel 40, § 1 van het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB) bepaalt: “ Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.” Principieel is de gemeenteraad bijgevolg bevoegd om de convenanten af te sluiten. Omwille van praktische overwegingen is het echter aangewezen dat het college van burgemeester en schepenen deze bevoegdheid verder uitvoert. Daarom kan de gemeenteraad overwegen in een apart gemeenteraadsbesluit de bevoegdheid tot het afsluiten van convenanten met individuele uitbaters te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Fasering

19/2/24: beslissing van het college omtrent het goedkeuren van voorliggend basisconvenant en de vraag tot delegeren van de bevoegdheid aan het schepencollege

25/3/24: voorliggend basisconvenant wordt mits goedkeuring door het college voorgelegd ter goedkeuring aan de gemeenteraad

vanaf 26/3/24: Team Ondernemen gaat in overleg met aanvragers van convenanten speelautomatenhallen en agendeert de ontwerpen van overeenkomst of het besluit tot weigering op het college ter beoordeling. Daarbij wordt het advies ingewonnen van Lokale Politie Lier, de diensten mobiliteit, handhaving, welzijn en jeugd.

 

Adviezen

Juridische dienst

Omdat er weinig rechtspraak te vinden was over met name de mogelijkheid om een bijdrage te vragen van uitbaters van kansspelinrichtingen, won onze juridische dienst advies in bij advocatenkantoor GD&A. Ze bezorgden de nota in bijlage, met als voornaamste punten:

        Vooreerst kan in dit opzicht worden opgemerkt dat een bijdrage tot een gemeentelijk fonds niet kwalificeert als een gemeentebelasting, daar de heffing van een belasting veronderstelt dat een bedrag wordt geïnd dat ertoe strekt de openbare dienstverlening in haar geheel te financieren, quod non. Bij gevolg dienen de principes inzake gemeentelijke belastingen op wedkantoren, zoals deze volgen uit het artikel 74 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen,28 buiten beschouwing te worden gelaten.

        Evenmin lijkt de bijdrage te kwalificeren als een gemeentelijke retributie daar het hier niet gaat om een “billijke vergoeding” van een “door de overheid gepresteerde dienst” waarvan de persoon die de retributie dient te betalen een “individueel voordeel haalt

        Wel kunnen parallellen worden getrokken tussen de vooropgestelde bijdrage aan het gemeentelijk fonds enerzijds en het binnen het vergunningsrecht gemaakte onderscheid tussen de zogenaamde voorwaarden en lasten anderzijds.

        Dit laatste gelet op het feit dat het convenant in de zin van artikel 43/4, §1, vierde lid Kansspelwet in wezen kwalificeert als een de facto (uitbatings)vergunning, te weten een beschikking/handeling van de overheid welke een bepaalde activiteit toestaat, die zonder de overheidshandeling (het afsluiten van het convenant) niet zou zijn toegestaan.

        Waarbij het opleggen van een bijdrage aan een fonds eerder gelijkenissen vertoont met de rechts-figuur van de “last”, daar het betalen aan van een som geld aan een fonds ter begeleiding van gokverslaafden kan worden gezien als “een bijdrage aan de bijkomende taken die een overheid door de uitvoering van de vergunning op zich moet nemen”, te weten de nadere controle op de problematiek inzake wedkantoren en gokverslaving op het grondgebied van de gemeente.

        Dit terwijl artikel 43/4, §1, vierder lid Kansspelwet enkel spreekt over het feit dat “voorwaarden” kunnen worden bepaald in het convenant, hetgeen aldus tot de conclusie zou kunnen leiden dat het niet mogelijk is een “last”, te weten de bijdrage aan het gemeentelijk fonds voor de behandeling van gokverslaafden, op te leggen.

        Echter dient gewezen op het feit dat reeds voor de wettelijke verankering in de Stedenbouwwet van 1962,34 ruim werd geaccepteerd dat lasten werden opgenomen in een omgevingsvergunning, en dit zonder enige wettelijke basis, zij het wel voornamelijk in het kader van grootschalige verkavelingen.

        Bij wijze van conclusie kan aldus worden gesteld dat noch de bepalingen van de Kansspelwet zelf, noch de principes welke van toepassing zijn op gelijkaardige rechtsfiguren noch de principes inzake gemeentelijke belastingen en retributies – in casu niet van toepassing – zich ertegen lijken te verzetten dat de betaling van een bijdrage aan het fonds wordt opgenomen als voorwaarde in een convenant.

        De betaling van de bijdrage lijkt eveneens te passen in de geest van het nieuwe artikel 43/4, §1, eerste lid Kansspelwet, dat ertoe strekt de gemeente in staat te stellen zowel de ordeverstoringen als de sociale risico’s die gepaard gaan met de uitbating van wedkantoren op het grondgebied van de gemeente te controleren en te reguleren..

Team Ondernemen

Vanuit team Ondernemen nemen we geen moreel standpunt in met betrekking tot

de vraag van meerdere aanvragers om openingsuren te verruimen. Gokken is een legale activiteit die streng gereglementeerd is en het argument dat aanvragers aanhalen, namelijk dat er veel minder juridische én sociale controle is bij online gokken dan in hun fysieke vestigingen, snijdt hout. De vestigingsvoorwaarden die in de wet staan mbt tot nabijheid van kwetsbare doelgroepen zijn ook voor ons het belangrijkste criterium waarmee rekening gehouden moet worden bij de beoordeling van een aanvraag.

Het is wat ons betreft wel te verantwoorden om een bijdrage te vragen aan deze inrichtingen om de overlast en maatschappelijk gevolgen van de uitbating te compenseren. Hoe hoog die bijdrage moet zijn, hangt wat ons betreft af van de mogelijke overlast die zulke uitbatingen kunnen veroorzaken, zowel in de nabije omgeving op het moment van de uitbating als op langere termijn, in het in de hand werken van gokverslaving. Voorliggend voorstel is op dat vlak billijk en doet geen afbreuk aan de rentabiliteit van zulke uitbatingen.

Economische Raad

De Economische Raad geeft positief advies over de convenanten voor speelautomatenhallen en wedkantoren zoals ze hier geformuleerd staan, maar maakt volgende bedenkingen:

        Er wordt een last opgelegd voor een heel jaar, maar wat als de uitbating maar een deel van het jaar plaatsvindt?

        Er is nu geen link tussen de mate van overlast die een uitbating veroorzaakt en het bedrag dat opgelegd wordt als last. Indien een uitbating bovenmatig meer overlast (bijv. politie-interventies) met zich mee zou brengen, zou dat doorgerekend moeten kunnen worden. Een andere optie is het opzeggen van het convenant in zulke gevallen.

        We zouden graag de (lokalen van) jeugdbewegingen expliciet vermeld zien staan onder ‘plaatsen die door jongeren worden bezocht’

Dienst Welzijn

Vanuit Welzijn voelen we ons in eerste instantie moreel verplicht om aan te geven dat we niet achter de verruiming van de openingsuren staan en dan ook een negatief advies geven. Het is zeker het geval dat gokverslaving een grote maatschappelijke impact heeft, denk hier onder andere aan gezondheidszorg (opname ziekenhuis, psychiatrie, psychologische ondersteuning, medicatie, …), justitie (stelen, fraude, …) en hulpverlening (budgetbeheer, sociale emotionele begeleiding van verslaafde en zijn/haar context, ..). Binnen het OCMW begeleiden we mensen die om allerhande redenen in een financieel precaire situatie zijn beland. Ook een gokverslaving is hiervan één van de mogelijke oorzaken. Momenteel hebben we geen specifieke acties lopen mbt gokverslaving. Begeleiding zit eerder verwerkt in de individuele opvolging/begeleiding van cliënten waarbij gokverslaving een problematiek is/was.

Indien het CBS toch positief wenst te antwoorden op de vraag van uitbaters om te openingsuren te verruimen, lijkt het ons een optie bijdrage aan een gemeentelijk fonds te vragen aan de gokkantoren. Dit met als doel te investeren in een (bijkomend) welzijnsaanbod.

Financiële dienst

De financiële dienst is geen voorstander van de oprichting van een apart gemeentelijk fonds tegen gokverslaving omdat dit moeilijk binnen de BBC-regelgeving kan opgevolgd worden. Daarnaast schept dit de verwachting dat er vanuit het OCMW een aparte werking wordt opgezet, specifiek rond gokverslaving. De middelen dewelke gegenereerd worden uit de gevraagde bijdrages zullen echter te laag zijn om een structurele werking op zetten met de daaraan gekoppelde bijkomende loonkost. Er kan bekeken worden of bepaalde acties rond gokverslaving kunnen geïntegreerd worden binnen de bestaande werking van het OCMW, zonder daarbij extra personeel aan te stellen. De bijdrage die gevraagd wordt aan de uitbaters van kansspelinrichtingen is eerder een last die opgelegd wordt om de maatschappelijke kosten die op verschillende niveaus ontstaan door deze uitbatingen te dekken.

 

Juridische grond

        Decreet Lokaal Bestuur

        Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, gewijzigd bij wet van 7 mei 2019 ·

        Diverse KB's ter uitvoering van deze wet, (te consulteren via https://gamingcommission.be/nl/wetgeving/koninklijke-besluiten), zoals Koninklijk Besluit van 22 december 2010 tot vaststelling van de voorwaarden tot aanneming van weddenschappen buiten kansspelinrichtingen klasse IV.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt het voorstel van basisconvenant voor kansspelinrichtingen klasse IV (wedkantoren) goed te keuren;

 

Financiële weerslag

De financiële gevolgen zijn op dit moment niet in te schatten. Indien er convenanten worden afgesloten onder dit basiskader, zullen er nieuwe inkomsten binnenkomen bij de stad. Er zullen echter ook extra kosten op verschillende niveaus ontstaan in het beteugelen van overlast en de maatschappelijke gevolgen van deze uitbatingen.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

14 stemmen tegen: Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Jan Hermans, Gert Van Eester, Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck, Emma Gils en Yoena Mertens

1 onthouding: Freddy Callaerts

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 14 stemmen tegen - 1 onthouding

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het basisconvenant voor kansspelinrichtingen klasse IV (wedkantoren) goed te keuren voor invoering vanaf 1 april 2024.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

DELEGATIE CONVENANTEN KANSSPELEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 19 februari 2024 over de principiële goedkeuring van de basisconvenanten voor kansspelinrichtingen klasse II (speelautomatenhallen) en klasse IV (wedkantoren)

 

Feiten en context

In de wet van 7 mei 1999 werd een zogenaamde convenantverplichting ingevoerd voor kansspelinrichtingen type II (speelautomatenhallen). Sinds 25 mei 2021 is ook het verplicht voor elke uitbater van een wedkantoor (= vergunninghouder F2, uitbater van een kansspelinrichting klasse IV) om bij de aanvraag tot het verkrijgen of hernieuwen van een vergunning F2 een convenant toe te voegen. Dit convenant is een soort van afsprakennota die wordt opgesteld door de uitbater en het bestuur van de gemeente of stad waar de inrichting is gelegen. De opzet van de nieuwe convenantregeling is om ervoor te zorgen dat de steden en gemeenten meer inspraak en slagkracht krijgen m.b.t. het beschermen van jongeren en andere kwetsbare groepen tegen de mogelijke nadelige effecten van kansspelen in kansspelinrichtingen klasse II en IV. De regel is dat wedkantoren niet (langer) gevestigd mogen worden in de nabijheid van scholen, ziekenhuizen en plaatsen die vooral door jongeren bezocht worden. Voor speelautomatenhallen geldt dezelfde regel en wordt deze nog uitgebreid naar gevangenissen en plaatsen waar erediensten worden gehouden. Als de lokale overheid in het convenant dat zij met de inrichting gesloten heeft echter voldoende beschermingsmaatregelen heeft opgenomen ten aanzien van de potentiële speler is een afwijking op deze bepaling mogelijk, dit op grond van een uitdrukkelijke en omstandige motivering. Dankzij dit convenant krijgen de gemeenten dus daadwerkelijk zeggenschap in deze vergunning en wordt een deel van de controle op deze kansspelinrichtingen in handen van de gemeente gegeven. Dat is logisch gelet op de opdracht van controle van de orde, rust en veiligheid op haar grondgebied.

Artikels 34 en 43/4 van de “Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers” bepalen dat de uitbating van resp. een vaste kansspelinrichting klasse II en klasse IV enkel kan gebeuren krachtens een convenant dat voorafgaandelijk wordt gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater. In de kansspelreglementering wordt deze bevoegdheid bijgevolg niet voorbehouden aan degemeenteraad of het college. Geen van beide organen wordt benoemd als de partij die het convenant moet afsluiten waardoor dit geen toegewezen bevoegdheid uitmaakt. De gemeenteraad heeft de volheid van bevoegdheid, wat betekent dat de gemeenteraad bevoegd is voor alle aangelegenheden tenzij deze toegekend of voorbehouden worden aan andere organen. Artikel 40, § 1 van het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB) bepaalt: “ Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.” Principieel is de gemeenteraad bijgevolg bevoegd om de convenanten af te sluiten.

Omwille van praktische overwegingen is het echter aangewezen dat het college van burgemeester en schepenen deze bevoegdheid verder uitvoert. Dit is flexibeler en garandeert dat op zeer korte termijn kan worden gehandhaafd ingeval van inbreuken. Opheffing of schorsing van het convenant dient te worden beslist door het orgaan dat het convenant initieel heeft afgesloten. Indien dit door de gemeenteraad gebeurt impliceert dit dat bij inbreuken in bijv. de zomermaanden effectieve handhaving pas eind september kan gebeuren wat niet wenselijk is. Om hieraan tegemoet te komen is het aangewezen dat de gemeenteraad een delegatiebesluit neemt op grond van artikel 41, lid 1 DLB waarbij de bevoegdheid om de convenanten af te sluiten aan het college wordt toegekend. Door deze bevoegdheid bij het college te leggen kunnen convenanten dan ook veel sneller en gedetailleerder worden afgesloten én, nog belangrijker, veel sneller worden opgeheven/geschorst wanneer er onregelmatigheden worden vastgesteld.

 

Juridische grond

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 2, §2; 40, §1; 41, 1ste lid;

De gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994, artikel 41;

Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, artikels 34 en 43/4, §1, 4de lid

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de algemene bevoegdheid om individuele convenanten af te sluiten met de uitbaters van kansspelinrichtingen klasse II (speelautomatenhallen) en klasse IV (wedkantoren), gelegen op het grondgebied van de stad Lier,  vanaf 1 april 2024 te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Stemming

 

33 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten, Jan Hermans, Gert Van Eester, Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck, Emma Gils en Yoena Mertens

Goedkeuring met 33 stemmen voor

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om vanaf 1 april 2024 de algemene bevoegdheid om individuele convenanten af te sluiten met de uitbaters van kansspelinrichtingen klasse II (speelautomatenhallen) en klasse IV (wedkantoren), gelegen op het grondgebied van de stad Lier, te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

PROTOCOL VLAAMSE HUISVESTINGSTOOL (VHT) OEKRAÏNE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op 2 februari 2024 ontving de stad van het agentschap binnenlands bestuur de vraag om het "Protocol Vlaamse Huisvestingstool (VHT) Oekraïne" te ondertekenen.

 

Op basis van de 244 ontvangen adviezen van de steden en gemeenten heeft het agentschap binnenlands bestuur de opmerkingen verzameld, geanalyseerd en desgevallend meegenomen in het "Protocol Vlaamse Huisvestingstool (VHT) Oekraïne".

 

Het voorliggend protocol zal als volgt ondertekend worden.

 

1) Protocol algemeen

Agentschap Binnenlands Bestuur (hierna: ABB) en Wonen in Vlaanderen (hierna: WiV) hebben als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (“GEB” of data protection impact assessment “DPIA”) laten uitvoeren. Rekening houdend met de persoonsgegevens die verwerkt worden in de VHT, was een protocol noodzakelijk om conform de AVG wetgeving te handelen. In het protocol worden de voorwaarden en modaliteiten van de wederzijdse elektronische mededeling van de persoonsgegevens, bestaande uit twee gegevensstromen (Gegevensstroom 1 en 2), tussen de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken en het lokaal bestuur uiteengezet.

        Gegevensstroom 1 betreft de elektronische mededeling van de persoonsgegevens vanuit de VHT naar het lokaal bestuur. Deze gegevens zijn afkomstig via de aanmeldingen op het portaal van de VHT.

        Gegevensstroom 2 betreft de elektronische mededeling van de persoonsgegevens vanuit het lokaal bestuur naar de VHT.

 

Algemeen genomen betreft dit de adresgegevens van de locaties waar tijdelijk ontheemden kunnen opgevangen worden, alsook de contactgegevens van de aanbieder van de locaties. Daarnaast zijn de contactgegevens van de gebruikers van de tool ook opgenomen in de VHT. Voor het lokaal bestuur gaat dit over de gemeentelijk coördinator en de lokale subsidiebeheerder. Dit wordt verder gespecificeerd in het protocol.

 

2) Ondertekening protocol

De stad dient de “verklaring voor akkoord” bij het protocol te ondertekenen en dit voor 31 maart 2024.

 

Fasering

        18 september 2023: adviesvraag aan DPO van de stad Lier over het "Protocol Vlaamse Huisvestingstool (VHT) Oekraïne"

        3 oktober 2023: positief advies van DPO van de stad Lier naar agentschap binnenlands bestuur

        2 februari 2024: vraag tot ondertekening van het "Protocol Vlaamse Huisvestingstool (VHT) Oekraïne"

        4 maart 2024: principiële beslissing van college van burgemeester en schepenen over de ondertekening van het "Protocol Vlaamse Huisvestingstool (VHT) Oekraïne"

        25 maart 2024: beslissing van de gemeenteraad over de ondertekening van het "Protocol Vlaamse Huisvestingstool (VHT) Oekraïne"

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (B.S. 5 september 2018)

AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)

 

Argumentatie

Het is aangewezen het protocol goed te keuren, zodat de afspraken duidelijk hoe de persoonsgegevens over de huisvesting van tijdelijk ontheemde Oekraïense vluchtelingen behandeld worden.

 

Stemming

 

29 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten, Jan Hermans, Gert Van Eester en Yoena Mertens

4 onthoudingen: Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck en Emma Gils

Goedkeuring met 29 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het "Protocol Vlaamse Huisvestingstool (VHT) Oekraïne" goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

PIDPA - BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 19 APRIL 2024 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over het aanduiden van Thierry Suetens, gemeenteraadslid, en Yahya Degirmenci, gemeenteraadslid, als respectievelijk effectief afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde van de stad Lier voor de algemene vergadering van Pidpa voor de resterende duur van deze legislatuur.

 

Feiten en context

De stad Lier is voor de activiteiten watervoorziening en riolering aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Pidpa.

 

De stad Lier werd opgeroepen om 1 maart 2024 om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Pidpa op 19 april 2024 om 11.30 uur op afstand.

 

De agenda van deze buitengewone algemene vergadering is als volgt vastgesteld:

 

1.

Nazicht van de raadsbesluiten voor de afgevaardigden

2.

Begroting 2024

3.

Varia

        Vragen van vennoten

4.

Goedkeuring van het verslag van de vergadering

 

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze agendapunten goed te keuren.

 

Tijdens de buitengewone algemene vergadering van Pidpa van 15 december 2023 kon de vergadering kennis nemen van het feit dat de fusietransactie tussen Pidpa en water-link niet meer zal goedgekeurd worden voor het einde van het jaar 2023. De op deze vergadering geagendeerde begroting ging uit van de inwerkingtreding van de fusietransactie per 1 januari 2024 en had dus zuiver betrekking op de gecombineerde watersaneringsactiviteiten van Pidpa en water-link.

 

Daarop heeft de vergadering beslist om het agendapunt ‘Goedkeuring begroting 2024’ in voortzetting te plaatsen en op een later moment te behandelen. De raad van bestuur heeft besloten om over te gaan tot de organisatie van een buitengewone algemene vergadering op vrijdag 19 april 2024 om 11.30 uur om het agendapunt ‘Begroting 2024’ te behandelen. Het betreft een begroting voor alle activiteiten van Pidpa en dus geen gezamenlijke begroting voor de gecombineerde watersaneringsactiviteiten van Pidpa en water-link die in het kader van de fusietransactie zou worden voorgelegd.

 

Juridische grond

De statuten van de opdrachthoudende vereniging Pidpa

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Argumentatie

De voorgelegde documenten omvatten de verslaggeving omtrent de geplande activiteiten en de begroting voor 2024.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

14 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Jan Hermans, Gert Van Eester, Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck, Emma Gils en Yoena Mertens

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 14 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de agenda van de buitengewone algemene vergadering van Pidpa van 19 april 2024 met volgende agendapunten, goed:

 

1.

Nazicht van de raadsbesluiten voor de afgevaardigden

2.

Begroting 2024

3.

Varia

        Vragen van vennoten

4.

Goedkeuring van het verslag van de vergadering

 

Art 2 :

De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de door de Raad van Bestuur van Pidpa voorgelegde begroting 2024 en het toelichtend verslag.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

LOKALE POLITIE LIER - BEGROTING 2024 - GOEDKEURING DOOR FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

De stad ontving de brief dd. 05 februari 2024 i.v.m. goedkeuring  van de begroting 2024 van de lokale politie Lier door het Federaal Toezicht Lokale Politie.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de brief dd. 05 februari 2024 i.v.m. goedkeuring  van de begroting dienstjaar 2024  van de lokale politie Lier door het Federaal Toezicht Lokale Politie.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. werken Berlarij

De werken in de Berlarij duren langer dan verwacht en ik heb verleden week eens een wandeling gemaakt door de Berlarij en wat stel ik vast.

        De straat is opgebroken van gevel tot overkant gevel en is voor de bewoners goed om te verongelukken. Overal uitstekende buizen, alles ligt er oneffen bij, met een buggy of rolstoel mag je het helemaal vergeten en als het regent, een modderpoel overal.

        Is het normaal dat er langs geen enkele kant een voetpadje wordt behouden voor de bewoners, winkels, kinderwagens en rolstoelen?

        Bij het vernieuwen van een straat beginnen zij meestal in de midden voor de riolering en nadien worden de voetpaden aangepakt.

        Waarom kunnen zij dan niet eerst een halve straat doen en daarna de tweede helft? Nu duurt het veel langer voor iedereen om een beetje veilig thuis te geraken zonder modder.

        Controle op de werken is er waarschijnlijk nog altijd niet. Wat heb ik vastgesteld tijdens de werken. Riool T van 90°, riool buizen die gelijk met het zand open stonden, buis dat bovenop moest staan lag ernaast, zand met slijk kon de riool in lopen, enz. De gevolgen zijn voor later.

        Wat gebeurt er voor de handelaars die heel veel nadelen zullen ondervinden van deze werken?

        Zijn er al ongevallen gemeld?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

1-3) Omwille van het grote aantal nutsleidingen in de voetpaden is het maken van de huisaansluitingen tussen de straatriolering en de individuele woningen bijzonder moeilijk. Daarom werd er voor gekozen om de huisaansluitingen synchroon uit te voeren met de aanleg van de hoofdriolering, om binnen de vooropgestelde termijn van 125 werkdagen de straat volledig te kunnen heraanleggen. Om deze reden dienen ook beide voetpaden quasi gelijktijdig opgebroken te worden om de woningen aan beide zijden van de straat onmiddellijk op de nieuwe straatriolering te kunnen aansluiten. Waar de huisaansluitingen afgewerkt werden, werd wel reeds de onderfundering op de definitieve hoogte aangebracht, zowel voor voetpad als rijweg. Hierdoor ligt het niveau van de zone van de voetpaden momenteel reeds een stukje hoger (en droger) dan de rijweg. De inspectieopeningen dienen onvermijdelijk uit te steken boven de tijdelijke verharding om deze bij de definitieve verharding van de voetpaden niet te beschadigen en correct te kunnen aanduiden.  

Bij hevige regenval stagneert het water o.w.v. het lagere niveau onvermijdelijk tijdelijk op de rijweg, maar we stellen vast dat plassen relatief snel uitdrogen. Vermits de rijweg enkel gebruikt kan worden voor bewoners in functie van laden en lossen, zijn bijkomende maatregelen niet aan de orde.

4) Een aanleg in 2 fasen is in dit geval praktisch niet haalbaar. Indien eerst 1 helft van de straat volledig afgewerkt werd, zou de aan- en afvoer van zwaar materieel en materiaal georganiseerd moeten worden over de nieuw aangelegde helft van de straat. Dit zou nefast zijn voor de kwaliteit van het eindresultaat van de straat en de totale duur van de werken nodeloos rekken. Aan- en afvoer via de zijstraten Molenstraat en Regenboogstraat is omwille van de beperkte breedte van deze straten niet mogelijk.

5) Er is dagelijks controle op de werken vanwege de toezichter van de stad Lier en van een toezichter van Aquafin, die specifiek de uitvoering van straatriolering en huisaansluitingen controleert. Hierbij zijn nog geen inbreuken op de code van goede praktijk voor plaatsing van straatriolering vastgesteld. De huisaansluitingen worden conform de code van goede praktijk met een T-aansluitstuk op de straatriolering verbonden. Ook ter hoogte van de huisaansluitputjes wordt logischerwijze een T-inspectiestuk voorzien. Op de aansluiting tussen straatriolering en rooilijn worden enkel verbindingsbochten onder een hoek van maximum 45° toegestaan. Enkel wanneer het een aansluiting voor regenwater betreft kan een bocht of T-stuk van 90° toegestaan worden in geval dit technisch o.w.v. obstakels de enige mogelijke manier is. Van iedere huisaansluiting worden fiches, vergezeld van duidelijke foto’s aan het as-builtdossier toegevoegd, die een bijkomende controle mogelijk maken.  

6) Reeds ruim voor de werken van starten gingen, is team Ondernemen samen met de diensten openbaar domein en communicatie in overleg gegaan met de ondernemers uit de Berlarij. We hebben hen daarbij geïnformeerd over de wettelijke mogelijkheden om steun te ontvangen, zoals de hinderpremie en/of sluitingspremie bij openbare werken die ondernemers via VLAIO kunnen aanvragen. Eén zaak heeft ervoor gekozen te sluiten tijdens werken en krijgt hiervoor 80 euro per dag, de meeste anderen ontvangen een hinderpremie van 2000 euro vanuit Vlaanderen. Daarnaast hebben we ingezet op praktische ondersteuning, door een periodieke nieuwsbrief te verspreiden, maar ook door hen in contact te brengen met de aannemer en zoveel mogelijk flankerende maatregelen af te spreken. Zo heeft de aannemer een noodrantsoen aan water voorzien voor mocht de waterbevoorrading tijdelijk wegvallen. Ook commercieel laten we als stad de ondernemers van de Berlarij niet in de steek. Op een ondernemersvergadering op 5 juli 2023 zijn we in dialoog gegaan met de ondernemers en hebben hen gevraagd welke steun ze kunnen gebruiken. Daaruit is het spandoek met de foto van de aanwezigen op die vergadering gekomen, dat nu aan beide zijden van de straat hangt en waarmee de ondernemers aangeven dat klanten nog steeds welkom zijn bij hen. Op de website van Shoppen in Lier werd een aparte pagina voor de ondernemers van de Berlarij gecreëerd (Werken Berlarij - ondernemers bereikbaar! | Visit Lier). Eén ondernemer heeft gevraagd een tijdelijke container te mogen plaatsen op de parkeerzone aan de Gasthuisvest, wat we eveneens gefaciliteerd hebben. Er is bovendien op die locatie ook een zone voor kortparkeerplaatsen voorbehouden voor klanten die snel een aankoop in de Berlarij willen doen. In het najaar van 2023 heeft Team Ondernemen een fotograaf rondgestuurd in de straat en hebben alle ondernemers de kans gekregen een foto voor hun zaak te laten maken en deze in stickervorm op hun etalage te plakken. Met de foto’s werd door onze dienst communicatie een boekje gemaakt, dat in de eindejaarsperiode op 3000 stuks verdeeld werd bij de handelaars in de Berlarij en op enkele stadslocaties. Elke ondernemer die dat wou, heeft hierin een eigen pagina, de bedoeling was vooral dat ze klanten naar elkaar doorverwezen. Ondertussen zijn de werken al een stuk opgeschoten en kunnen de ondernemers beginnen nadenken over een openingsfeest voor de straat. Vermoedelijk zal dat op hun eigen vraag pas in september georganiseerd worden, als stad zullen we dit eveneens faciliteren. Tot slot komen er twee groenslingers in de Berlarij (groene overspanningen), een uniek proefproject waarmee we de gezelligheid in de straat willen verhogen.  

7) Noch bij de werfleiding, noch bij technisch bureau van de stad Lier, noch bij Aquafin werden ongevallen gemeld die gelinkt zijn aan de werken in de straat.

 

 

Interpellatie 2 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. parkeren met voetbal

Er is heel wat te doen over het parkeren op lisp als er een voetbalwedstrijd plaats heeft. Aldi heeft zijn poort gesloten of is het parkeren van geen klanten beu, de parkeerplaatsen op de Ring zijn weggenomen door parkeerplaatsen voor vrachtwagens en fietspad. Graag hierover duidelijkheid:

        Waarom is er geen rekening gehouden om parkeerplaatsen te voorzien voor de voetbalwedstrijden?

        Nu de parkeerplaatsen weggenomen zijn op de Ring, heeft de stad Lier dan andere mogelijkheden om de bezoekers op te vangen die met de wagen komen naar de voetbalwedstrijden?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Het voorzien van parkeerstroken voor vrachtwagens werd uitgewerkt om de nood aan vrachtwagenparkeren te kunnen beantwoorden. Dit werd gedaan op die stroken die niet naast een fietspad zijn gelegen omdat vrachtwagens op parkeerstroken stonden die eigenlijk alleen geschikt waren voor personenwagens. Zij stonden hierdoor op de andere stroken meestal in overtreding omdat ze ofwel deels op de rijbaan kwamen of deels op het fietspad parkeerden. Om die reden hebben we stroken voorzien aan het begin en aan het einde van de ring.

Sowieso waren de fietspaden op de ring te smal en het Vlaams gewest heeft die bij de hermarkering dan ook aangepast naar een breedte die beter is aangepast aan het feit dat er ook 70 wordt gereden op de ring. Het standpunt van het Vlaams gewest en provincie Antwerpen is ook dat het parkeren niet thuishoort op de ring. Voorlopig hebben ze dat nog niet verder doorgetrokken maar het blijft wel een aandachtspunt in de komende jaren.

Daarnaast is het Vlaams gewest niet van mening dat zij parkeerplaatsen dienen te voorzien voor de voetbalwedstrijden die worden georganiseerd in het stadion op Lisp. Ook de stad heeft niet als taak om het parkeerprobleem bij Lierse aan te pakken.

Naar aanleiding van de mededeling van Aldi hebben wij afgelopen week wel contact genomen met het bedrijf om na te gaan of tussenoplossingen mogelijk zijn. Aldi staat alvast open voor het gesprek en we wachten af welke mogelijkheden daar uit de bus kunnen komen.

 

 

Interpellatie 3 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. opvolging herstelplan Van Hool

De aankondiging van 11 maart 2024 m.b.t. de noodlijdende situatie bij Van Hool en de noodzakelijke ingrepen in de toekomst, waren niet onverwacht maar groter in dimensie dan de meeste betrokkenen vooraf hadden ingeschat. Het herstelplan dat gepresenteerd werd, impliceert nog enkele randvoorwaarden en houdt in elk geval een stevige afslanking van tewerkstelling in.

 

Op dit moment is er een dubbele zorg:

  1. Enerzijds voelen vele medewerkers van Van Hool op dit moment de grond onder de voeten weggemaaid en is ruimte voor rouw in dit proces noodzakelijk.
  2. Anderzijds werkt de bedrijfsleiding in afstemming met potentiële overnemers, de banken en de Vlaamse overheid aan doorstartscenario’s. Hierover is tegen einde maart ’24 duidelijkheid.

Onze fractie stuurde aan op een bespreking in de gemeenteraadscommissie, die gepland staat voor donderdag 21 maart 2024. Het lijkt ons in elk geval gepast om een verdere aanpak te bespreken op de gemeenteraad.

 

Volgende vragen lijken alvast een belangrijke insteek voor de bespreking:

        Is de stad bezig met een impactanalyse van de ontwikkelingen bij Van Hool? Wat is de scope van deze analyse?

        Welke rol ziet het CBS weggelegd voor de stad Lier om met deze situatie om te gaan. Welke initiatieven staan er gepland?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest / schepen Ilse Lambrechts:

Uw zorg is uiteraard ook onze zorg.

Zoals u aangeeft werd er donderdag ll. een uitgebreide toelichting gegeven aan alle raadsleden die dat wensten. Hierbij werd de socio-economische impact van alle voorliggende scenario’s geschetst, de outplacementmogelijkheden bij eventuele ontslagen en de rol die VDAB, Vlaamse overheid en stad spelen in zulke pistes. Alle vragen werden daar ook beantwoord door de toelichter en door het schepencollege.

 

Op dit moment is de bedrijfseconomische situatie van Van Hool nog steeds onbeslist, waarbij alle mogelijke uitkomsten op tafel blijven liggen. In die optiek is het bijzonder gevoelig om al uitspraken te doen die voorbij de beslissingshorizon over de toekomst van het bedrijf liggen. Uit respect naar de werknemers toe, maar ook om nog lopende initiatieven niet te hypothekeren.

 

Om het kort te zeggen en zonder ons uit te spreken over de finaliteit van de huidige situatie, is de rol van de stad als volgt:

 

1)     We ondersteunen de VDAB en een eventuele Vlaamse tewerkstellingscel in hun outplacementopdracht.

2)     We waken samen met de Vlaamse en provinciale overheid over het behoud een maximale tewerkstelling op de huidige terreinen

 

Hoe groot die inspanningen gaan zijn en hoe actief onze rol gaat zijn hangt in aflopende volgorde af van het verdere verloop van de bedrijfseconomische situatie, de hogere overheden en de economische opportuniteiten die zich manifesteren in de daaropvolgende weken.

 

 

Interpellatie 4 : van Tom Claes (Groen-Lier&Ko) i.v.m. opvolging werken openbaar domein

Ik schets een aantal situaties van de laatste weken:

        We schrijven maandag 11 maart. De Mechelsesteenweg was gedeeltelijk afgesloten, de Berlarij uiteraard nog volledig, de Werf ook, evenals de Lisperstraat en de Kolveniersvest. Lier centrum was een eiland waar men nauwelijks in of uit geraakte, de omzetten van de geopende horecazaken waren navenant.

        Woensdag 20 maart: bussen die vanop de Grote Markt de Werf willen opdraaien, stoten tot hun verbazing op een afgesloten straat. Met levensgevaarlijke taferelen tot gevolg, of hoe zou u grote Lijnbussen die achterwaarts keren op het Felix Timmermansplein anders noemen? Die werken gingen maar tot 15 maart duren, liepen door het slechte weer wat uit, maar waren 19 maart afgerond zo bevestigde de schepen op de commissie die dag. Ook de signalisatie ging dus die dag weggehaald worden. Niet dus, zo bleek de dag erna, ook de Lijn was duidelijk niet op de hoogte, met de aangehaalde taferelen tot gevolg.

        In de week van 11 maart wordt op het Koningsplein in Koningshooikt de rijbaan gedeeltelijk afgesloten en enkelrichting ingevoerd. Verkeer wordt omgeleid naar de woonwijk. Dit omwille van het vernieuwen van de bushokjes. In de dagen erna wordt er geen enkele arbeider gespot, maar de verkeerschaos blijft. Op het moment van het opstellen van deze interpellatie, woensdag 20/03, is men er eindelijk aan begonnen. Ook hier zijn de handelaars de grootste dupe.

 

Dit is maar een greep uit wat we de laatste tijd kunnen vaststellen in Lier en Koningshooikt. Er lijkt niemand nog zelfs maar het overzicht te hebben van wat er waar op het openbaar domein aan het gebeuren is, laat staan dat er sprake lijkt van coördinatie of godbetert handhaving.

 

Vandaar volgende vragen:

        Wat betreft de bushokjes die overal vernieuwd worden: hoe komt het dat er op sommige plaatsen, zoals het Koningsplein, meer dan een week lang enkelrichting wordt ingevoerd terwijl men op andere locaties, zoals de Antwerpsesteenweg of aan het Lammeke, op momenten van hinder gewoon kan kruisen via de andere rijstrook? Welke planning is er met de firma in kwestie afgesproken en hoe wordt daar toezicht op gehouden?

        Hoe kon het zo mis lopen op de Werf dat zelfs Lijnbussen zicht vast reden?

        Hoe kan het dat er zo veel werven tegelijk lopen dat het bij momenten bijna onmogelijk wordt om de stad nog in of uit te rijden? Is er dan geen coördinatie?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Wat betreft de bushokjes. Er dienen in totaal 63 bushokjes vervangen te worden op Liers grondgebied. Deze bushokjes staan typisch op locaties met veel verkeersdrukte en deze werken kunnen dan ook niet zonder een zekere verkeershinder worden uitgevoerd. Telkens dienen er eerst voorbereidende werken te gebeuren aan de fundering. Na een uithardingsperiode van iets meer dan een week, kan dan het bushokje geplaatst worden. De bushokjes zijn zo ontworpen dat de montage een minimum aan tijd en ruimte inneemt. Tijdens de werken wordt steeds gestreefd naar minimale verkeershinder en maximale verkeersveiligheid. Om dit in goede banen te leiden, heeft de aannemer op eigen kosten een gespecialiseerde signalisatiefirma aangesteld met kennis van het Liers grondgebied, die in contact staat met het team Mobiliteit.

 

Iedere locatie is verschillend en wordt individueel nauwkeurig behandeld en geadviseerd. Zo is bijvoorbeeld bij het Koningsplein de zichtbaarheid in de richting van de Mechelbaan zeer beperkt. Dit maakt dat de verkeerssituatie té onveilig zou zijn bij wisselend verkeer. Op de Antwerpsesteenweg is de vergunning zo afgeleverd dat de vrachtwagen op de parkeerstrook kon staan. Ook kon er daarbij nog voldoende ruimte worden voorzien voor een fietscorridor.

Zo wordt er bij elke inname openbaar domein naar een aantal factoren gekeken zoals de aard van de werken, de ruimte die ingenomen dient te worden, de locatie, de veiligheid en andere mogelijke innames van het openbaar domein, waardoor elke situatie anders kan zijn. Indien er na de plaatsing van de signalisatie toch nog opmerkingen zijn of aanpassingen dienen te gebeuren, wordt dit onmiddellijk opgenomen door de signalisatiefirma.

 

Betreffende de werf. De vergunning voor inname Werf liep normaal tot 15 maart 2024 voor aannemer Roefs. De aannemer gaf 13 maart 2024 reeds aan dat de werken mogelijks zouden uitlopen maar dat ze dit nog gingen bevestigen. Deze vergunning werd pro-actief door dienst mobiliteit verlengd op 15 maart 2024 tot en met 20 maart 2024 aangezien de aannemer dan vrijdagnamiddag 15 maart 2024 toch aangaf nog niet helemaal klaar te zijn en materiaal (overschot grond en rijplaten) te moeten ophalen met een vrachtwagen met laadkraan en hiervoor de rijbaan diende in te nemen. Tegelijkertijd was er voorafgaandelijk een vergunning goedgekeurd voor inname parkeerplaatsen op de Werf voor particuliere bouwwerken in Den Bril vanaf 18 maart 2024. De aanvrager werd hiervan in kennis gesteld en krijg tijdelijk een aantal plaatsen in de Netelaan toegewezen. Veiligheidshalve werd de vergunning voor aannemer Roefs met 3 dagen verlengd t.e.m. 20 maart 2024, ook om geen nieuwe conflicten met de aanvrager van de werken in Bril te veroorzaken. Maandag 18 maart 2024 bleek het transport niet gebeurd te zijn. Technisch bureau openbaar domein belde die dag naar de aannemer en kreeg te horen dat het transport effectief pas 19 maart 2024 ging gebeuren en dat aansluitend de signalisatie zou worden weggenomen.De signalisatie werd op haar beurt uitgegeven aan de firma Fero i.o.v. Roefs. Fero haalde dan de signalisatie pas op 20 maart 2024.

 

Bij het verlenen van een vergunning worden alle hulpdiensten verwittigd, alsook De Lijn. Wanneer een vergunning wordt verlengd, verwittigt in zo’n dringend geval de dienst mobiliteit rechtstreeks alle hulpdiensten én De Lijn met een rechtstreekse e-mail aan alle daarvoor bevoegde personen bij die diensten. Dit gebeurde wel degelijk op vrijdag 15 maart 2024 en dus ook aan De Lijn. Hierbij werd gemeld dat de Werf t.e.m. 20 maart 2024 afgesloten bleef voor alle verkeer.

 

Er wordt weldegelijk doordacht omgegaan met iedere inname van het openbaar domein, hoe groot of klein deze ook is. Ook worden deze werken telkens naast elkaar gelegd om mogelijke conflicten met elkaar te vermijden, dit zowel voor de innames van het openbaar domein als de omleidingen. De nodige signalisatieplannen worden op hun beurt dan ook correct vergund. Er wordt weldegelijk gehandhaafd op het niet naleven van deze vergunningen. We streven  er steeds naar om zo snel en duidelijk mogelijk te communiceren naar alle partijen toe. Dit doen we via verschillende communicatiekanalen, zowel digitaal als per brief. Vaak betreft dit nutswerken, die noodzakelijk en/of dringend dienen uitgevoerd te worden. Ter voorbeeld, vorig jaar zijn er zo’n 6700 vergunningen aangevraagd. Deze werden allemaal behandeld, maar leidden niet allemaal tot een effectieve vergunning. Veel van deze vergunningen waren noodzakelijk, niet alleen voor de nutswerken (riolering, drinkwater, elektriciteit, gas,..), maar ook voor particulieren, zoals het herstellen van een dak, het isoleren van een huis of het uitvoeren een verhuis. Dit gaat ook gepaard met regelgeving waaraan deze particulieren moeten tegemoet komen. Dit maakt dat zulke innames van het openbaar domein ook cruciaal zijn voor particulieren. In het centrum van Lier zijn er vele kleine straten, waardoor vaak ingrijpende maatregels dienen genomen te worden. We benadrukken hierbij dat wij telkens handelen vanuit een visie voor het algemeen belang van eenieder binnen de stad. Het is dus niet zo eenvoudig om botweg het gros van de vergunningen te weigeren, want ook dat brengt problemen op vlak van de robuustheid van de nutsleidingen meer of de onmogelijkheid voor particulieren om hun omgevingsvergunning uit te voeren, om tijdig te voldoen aan de nodige normen of de onmogelijkheid om van of naar Lier te verhuizen. Vandaar dat dit steeds een evenwichtsoefening is waar de bereikbaarheid maximaal in de gaten wordt gehouden, maar waar we wel de nodige investeringen in het openbaar domein en de mogelijkheden voor particulieren om in hun patrimonium te investeren mogelijk houden.

 

Wat betreft het voorzien van een kaart met alle werken op, deze wordt niet door de stad opgemaakt, maar alle werken worden wel in gipod voorzien en kunnen ook via het geopunt-platform worden geraadpleegd. Deze bevat niet enkel werken, maar ook alle evenementen die een impact hebben op de mobiliteit. De stad lijst wel op haar website alle werken op die een impact hebben op verkeer en deze kunnen ook per werk worden geraadpleegd met de daarbij genomen verkeersmaatregelen.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET STADSPERSONEEL. NIET GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Dit punt werd ingediend als toegevoegd punt door raadslid, Katrien Vanhove. Dit werd verdaagd, omdat zij niet aanwezig kon zijn tijdens de gemeenteraad van 26 februari 2024.

 

Aanleiding

De jaarlijkse Week van de Vrijwilliger staat voor de deur. Vanaf 2 maart zetten alle verenigingen en organisaties hun vrijwilligers in de kijker en de bloemetjes.

 

Feitelijk overwegingskader/context

Hoewel Vlaanderen een sterke cultuur heeft van vrijwilligerswerk is de vraag naar vrijwilligers erg groot. Of het nu is om schoolvervoer te begeleiden, training te geven in de sportclub, leiding zijn in de jeugdvereniging, toogdienst doen in de kantine of huiswerkbegeleiding. Op alle terreinen waar er vrijwilligers worden ingezet is er extra volk nodig.

 

Juridisch overwegingskader

        Decreet lokaal bestuur, artikel 40 en 41 (gemeenteraad)

        Decreet lokaal bestuur, artikel 77 en 78 (OCMW)

 

Argumentatie

Het personeel van de stad en het OCMW de mogelijkheid geven om vrijwilligerswerk te doen, biedt hen de kans om kennis te maken met de waaier aan verenigingen en organisaties waar vrijwilligers nodig zijn. Het kan hen, en ook andere mensen, een duwtje in de rug geven om te starten met vrijwilligerswerk. Vanuit het stadsbestuur hier een extra verlofdag voor toekennen, is een waardevol signaal en ondersteuning naar de verenigingen en organisaties die met vrijwilligers werken.

 

Voorstelbesluit:

Art 1 :

De gemeenteraad neemt het principiële besluit om vanaf 2025 het personeel van de Stad en OCMW Lier een dag betaald verlof extra te geven waarop de werknemers vrijwilligerswerk verrichten ten behoeve van een Lierse of Hooiktse organisatie of vereniging.

 

Art 2 :

Het stadsbestuur doet hiertoe de nodige aanpassingen in de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement via de daartoe voorziene procedures.

 

Stemming

 

10 stemmen voor: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Jan Hermans, Gert Van Eester en Yoena Mertens

23 stemmen tegen: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten, Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck en Emma Gils

Verworpen met 10 stemmen voor - 23 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het voorstel niet goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2024

 

JAARLIJKSE PRIJS VOOR JONG LIERS CULTUREEL TALENT. NIET GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Naar jaarlijkse traditie werd in december vorig jaar een oproep gelanceerd voor nominaties voor de twee Lierse cultuurprijzen. De eerste prijs bekroont – zoals geweten – een culturele prestatie in het voorbije jaar 2023. De tweede prijs – de Lifetime Achievement Award – huldigt een persoon of vereniging die gedurende meerdere jaren een waardevolle bijdrage leverde aan de culturele, socio-culturele en/of toeristische uitstraling van onze stad.

 

Om ook de artistieke ontplooiing van jong artistiek talent uit Lier en Koningshooikt een boost te geven, stellen we voor om met ingang van volgend jaar een derde cultuurprijs in het leven te roepen: de prijs voor Jong Liers Cultureel Talent.

 

Net als geldt voor de twee bestaande cultuurprijzen, kan ook aan de winnaar(s) van deze nieuwe cultuurprijs een bescheiden geldbedrag worden toegekend. Dat bedrag is al jaren vastgepind op 500 EUR voor elk van de cultuurprijzen. Gezien de sterke inflatie van de voorbije jaren, achten we een verhoging tot 600 EUR meer dan billijk.

 

We vragen daarom aan de gemeenteraadsleden om steun voor volgend toegevoegd punt:

 

  1. De gemeenteraad erkent de meerwaarde van een prijs van Jong Liers Cultureel Talent en stelt voor om deze met ingang van 2024 (uitreiking in 2025) in werking te laten treden.

 

  1. De gemeenteraad vraagt aan het CBS om hieromtrent in dialoog te treden met de Kern Cultuurforum, onder meer met het oog op de nodige reglementswijzigingen.

 

  1. De gemeenteraad stelt voor om het geldbedrag voor elk van de drie cultuurprijzen op te trekken van 500 EUR naar 600 EUR.

 

  1. De gemeenteraad vraagt aan het CBS om met de Kern Cultuurforum en de ambtenaren van het departement UiT in Lier te bespreken hoe aan de laureaten van de jaarlijkse prijs voor Jong Liers Cultureel Talent een passend podium kan worden geboden om hun talenten te tonen aan een ruim publiek.

 

Stemming

 

10 stemmen voor: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Jan Hermans, Gert Van Eester en Yoena Mertens

23 stemmen tegen: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten, Ellen Lissens, Jan Van Gorp, Luc Van Oosterwijck en Emma Gils

Verworpen met 10 stemmen voor - 23 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het voorstel niet goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 02/05/2024