Lier

Zitting van 20 november 2018

Van 19:15 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

VERSLAG VORIGE VERGADERING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Op 16/10/2018 hield de OCMW raad een vorige vergadering waarvan verslag werd gemaakt.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist het verslag van de vorige vergadering dd 16/10/2018 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

BUDGETWIJZIGING OCMW NR. 1 2018. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In de raad van 12 december 2017 werd het budget 2018 en de aanpassing aan het

meerjarenplan 2014-2019 goedgekeurd.

 

Feiten en context

In deze budgetwijziging worden aanpassingen aangebracht aan de verschillende

deelbudgetten (exploitatie, investeringen en liquiditeit).

 

Rekening houdend met de in bijgevoegde nota toegelichte aanpassingen stellen we vast dat :

1) Het resultaat op kasbasis positief blijft (6.090.000 EUR)

2) De AFM gelijk is aan deze in het laatst goedgekeurde meerjarenplan (+ 64.101 EUR

t.o.v. +64.101 EUR).

 

We kunnen dus besluiten dat de voorgestelde budgetwijziging past binnen het

goedgekeurde meerjarenplan en aldus kan worden goedgekeurd.

 

Adviezen

Het College van Burgemeester en Schepenen werd om advies gevraagd in zitting van 12

november 2018.

 

Juridische grond

artikel 158 van het OCMW decreet.

 

 

Financiële weerslag

De budgetwijziging resulteert in gelijkblijvend exploitatiesaldo en AFM.

De gemeentelijke bijdrage daalt en wordt afgestemd op het niveau dat in de eerste

budgetwijziging 2018 van de stad werd voorzien.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist de voorliggende bugdetwijziging goed te keuren.

 

Art. 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

3

OCMW, Gemeenteraad, toezicht financiën

 

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

Financieel beheer

bezorgen documenten aan gemeenteraad, toezicht

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

FINANCIËLE RAPPORTERING K3 2018. KENNISNAME.

 

In bijlage bij dit punt wordt de presentatie gevoegd van de financiële rapportering van het derde kwartaal 2018 van het OCMW van Lier.

 

Deze rapportering geeft de stand van zaken van de verschillende exploitatiebudgetten weer, alsook een vergelijking met voorgaande jaren. Daarnaast wordt eveneens de stand van zaken met betrekking tot de investeringsrealisatie toegevoegd, alsmede een rapportering aangaande het thesauriebeheer van het OCMW.

 

Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen te melden. De exploitatie uitgaven en  -ontvangsten zitten op schema in vergelijking met het budget.

 

 

Besluit

kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

MAAIKENEVELD E 475 VERKOOP WORDT RECHT VAN OPSTAL. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 21 april 2015 heeft de ocmwraad beslist om het perceel, Lier, 3de afd., Sectie E 475 A (groot 95 a 68 ca), genaamd Hulststraat te koop aan te bieden via openbare verkoopprocedure.

 

Op 20 maart 2018 heeft de ocmwraad beslist om de voorgaande beslissing (d.d. 21/4/2015) op ON HOLD te zetten totdat het vonnis van de Deputatie voor het bouwen van een serre bekend is. De familie Mortelmans had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een serre op het perceel, Lier, 3de afd, Sectie E 475A, dat in eigendom is van het OCMW Lier en dat momenteel verpacht / verhuurd wordt aan de familie Mortelmans en de familie Van Uytsel.

 

Op 22 mei 2018 heeft de ocmwraad beslist om de openbare verkoopsprocedure verder te zetten

 

Feiten en context

Op 15 oktober heeft er een overleg plaatsgevonden met alle Lierse notarissen om de lopende dossiers te bespreken.

 

Het dossiers verkoop Maaikeneveld is ook hier aan bod gekomen om de stand van zaken te bespreken.

 

De 3 Lierse notarissen, Notaris Verreth, Notaris Van cauwenbergh en notaris Van Den Brande (= notaris die het dossier behandeld) hebben op het overleg het dossier verkoop Maaikeneveld nog eens helemaal doorgenomen.

 

Conclusie van die vergadering =

 

Probleem is de verkoop van de grond zoals reeds gekend. Huidige situatie.

 

Grond is verpacht aan 2 partijen, nl Mortelmans en Van Uytsel. Mortelmans valt nog steeds onder de pachtwet, maar Van Uytsel zegt op dit moment dat zij geen pachter meer is, omdat Mortelmans al gedurende enkele jaren de grond gebruikt en dat zij dus geen aanspraak kunnen maken als pachter, dus Van Uytsel wordt gezien als huurder, maar er is nooit officieel een pachtbeëindiging met Van Uytsel getekend.

 

Van Uytsel en Mortelmans hebben een onderlinge overeenkomst afgesloten dat Van Uytsel pachtafstand doet als voorwaarde dat Mortelmans hen een andere weide ter beschikking geeft voor 10 jaar om hun paard erop te zetten en dat Mortelmans een groenscherm voorziet om de serres af te schermen. Deze overeenkomst heeft Mortelmans aan Notaris Van Den Brande bezorgd.

 

Een probleem stelt zich als het deel perceel van Van Uytsel gekocht wordt door een 3de partij en dat Mortelmans dan zegt tegen Van Uytsel dat hun onderlinge overeenkomst niet telt, daar Mortelmans niet heel het perceel heeft kunnen aankopen voor de bouw van de serre. Om deze redenen kan Van Uytsel dan toch ineens de pachtwet inroepen en dan is het aan het OCMW Lier om te bewijzen dat zij niet meer voldoen aan de pachtwet, wat kan uitmonden in een juridische procedure.

 

Hoe probleem ivm verkoop oplossen volgens de Lierse notarissen:

 

Optie 1: verkoop in 2 delen

Als we de grond verkopen met een deel verpacht en een deel verhuurd, moet er een splitsingsplan worden opgemaakt en dit plan dient geprekadastreerd te worden en een schattingsverslag dient opgevraagd voor deel 1 verpacht en deel 2 verhuurd.

 

=>Hierbij ontstaat het probleem dat op deel 1 (=verpacht Mortelmans) recht van voorkoop rust, maar op deel 2 (=verhuurd) niet. Dus deel 2 kan gekocht worden door 3de partij, waardoor overeenkomst tussen Mortelmans en Van Uytsel niet telt en dat de kans erin zit dat Van Uytsel van schouder wisselt en toch ineens beweerd pachter te zijn, om zo Mortelmans te helpen en daarna zijn grond doorverkoopt aan Mortelmans, want dan heeft hij ook recht van voorkoop op zijn deel. Dan is het aan het OCMW Lier om te bewijzen dat Van Uytsel niet meer voldoet aan de pachtwet, wat kan uitmonden in een juridische procedure.

 

= Beslissing van ocmwraad d.d.22/5/2018

 

Optie 2: Recht van opstal verlenen voor 50j aan Mortelmans

Van Uytsel doet pachtafstand en ook Mortelmans doet pachtafstand, grond komt vrij en Mortelmans krijgt recht van Opstal en er komt geen verkoop en serre kan gebouwd worden. Dit is volgens de notarissen een sluitende oplossing

=> Serre kan gebouwd worden, maar niet volgens beslissing van ocmw d.d. 22/5/2018

=> Buurtcomité niet tevreden, want in ocmwbeslissing staat dat Van Uytsel huurder is en dat op deel 2 iedereen op kan bieden. Zo kan Buurtcomité vermijden dat serre kan gebouwd worden.

 

Optie 3: Van Uytsel pachtafstand en nieuwe pacht aangaan met Mortelmans voor het geheel. Dit houdt in dat het ocmwlier weer met een pachtovereenkomst zit.

=> Serre kan gebouwd worden, maar niet volgens beslissing van ocmw d.d. 22/5/2018

=> Buurtcomité niet tevreden, want in ocmwbeslissing staat dat Van Uytsel huurder is en dat op deel 2 iedereen op kan bieden. Zo kan Buurtcomité vermijden dat serre kan gebouwd worden.

 

De ocmwraad overweegt voor optie 2 te kiezen zodat de procedure eindelijk kan worden opgestart en het dossier kan worden afgehandeld.

 

Adviezen

Notarisoverleg d.d. 15/10/2018 adviseert optie 2, dan is er geen pacht meer en kan Mortelmans wel de serre bouwen en blijft het ocmwlier eigenaar van het perceel.

 

Argumentatie

De ocmwraad overweegt om optie 2, Recht van opstal toepassen in de plaats van de verkoop van het perceel Lier, 3de afd., Sectie E 475 A (groot 95 a 68 ca) . Zo blijft het perceel in eigendom van het ocmwlier en kan Mortelmans toch zijn serre bouwen en vermijdt het OCMW Lier een juridische procedure.

 

 

Stemming

 

10 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Thierry Suetens, Bob Van Ouytsel, Ilse Van Wichelen, Marc Franquet, Jenny Van Damme, Ismaël Tafforeau, Geert Marrin, Dirk Janssens en Anja Vlaeymans

1 onthouding: Walter Marien

Goedkeuring met 10 stemmen voor - 1 onthouding

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist om voor het perceel Lier, 3de afd., Sectie E 475 A (groot 95 a 68 ca) een recht van Opstal te verlenen aan de familie Mortelmans als Van Uytsel pachtafstand doet van hun pacht op een deel van het perceel.

 

Art 2:

De OCMW raad beslist om de akte voor het recht van Opstal te laten opstellen door notaris Van Den Brande te Lier.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

MEYSKENSBOS - MOLENZONE. VRAAG TOT ONTWIKKELING. WEIGERING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het OCMW Lier is eigenaar van gronden gelegen in het PRUP "HET SPEK" of ook wel genoemd Meyskensbos in Heist - op- den-Berg, zone voor stedelijk wonen. Het gebied is bestemd voor wonen en aan wonen verwante activiteiten en voorzieningen.

 

OCMW Lier eigenaar van 5 percelen

 

A697 = 3.699m² volgens het PRUP te behouden groen structuur

A698 = 5.767m² volgens het PRUP zone voor stedelijk wonen

A708b = 15.577m² volgens het PRUP zone voor stedelijk wonen

A708a = 9498m² volgens het PRUP zone voor stedelijk wonen

A696 = 1.090m² volgens het PRUP te behouden of te vervangen groenstructuur

 

Totale oppervlakte van +/- 35.500m²

 

Het OCMW Lier is eigenaar van gronden gelegen in het PRUP "HET SPEK" of ook wel genoemd Meyskensbos in Heist - op- den-Berg

 

 

De eigendom van het OCMW is in het groen aangeduid op het plan hierboven.

 

Het OCMW Lier is ook eigenaar van het perceel Heist-op-den-Berg, 3de Afd, 0639 B beter gekend als het terrein waar de voetbalclub KFC Hallaar Molenzone op speelt.

 

Dit perceel is +/- 19.200m² groot.

 

De OCMWraad heeft op 22 mei 2018 een huurverlenging tot 31 december 2026 toegestaan aan Voetbalclub KFC Hallaar Molenzone, daarna kan dit perceel ook vrij komen om te ontwikkelen.

 

Feiten en context

Brummo (projectontwikkelaar) heeft naast de gronden van het OCMW Lier ook gronden in eigendom met in totaal ongeveer een +/- 1,7 ha.

 

Brummo wilt starten met de ontwikkeling van zijn eigendommen en heeft hiervoor contact opgenomen met de gemeente Heist-op-den-Berg.

 

De provincie heeft in opdracht van de gemeente Heist-op-den-Berg in het PRUP opgelegd dat wie met de ontwikkeling in het gebied begint een Masterplan moet opstellen voor heel het gebied.

 

Brummo heeft om deze redenen Maat - ontwerpers aangesteld om te starten met het opmaken van een Masterplan.

 

Om aan de opdracht tot de opmaak van een Masterplan te kunnen beginnen heeft Maat - ontwerpers een startvergadering gehouden met de gemeente Heist-op-den-Berg en het OCMW Lier als grootste eigenaar in het gebied.

 

Maat - ontwerpers heeft op die startvergadering uiteen gezet hoe zij een masterplan ontwikkelen en met welke visie zij dit willen doen.

 

Uit deze vergadering is gebleken dat een opmaak van een masterplan zonder inbreng van eigendom door het OCMW Lier geen extra opbrengsten zal voortbrengen op langere termijn en daarom heeft het OCMW Lier voorgesteld aan maat - ontwerpers om ook een offerte op te stellen voor het OCMW Lier , zodat Brummo en het OCMW Lier beide betrokken worden in de opmaak van het masterplan en er meer opbrengsten kunnen gecreëerd worden op langere termijn omdat het OCMW Lier als eigenaar dan ook een inbreng heeft in de hele ontwikkeling.

 

Maat - ontwerpers heeft vervolgens een prijsofferte aan het OCMW Lier bezorgd. (zie bijlage).

 

Er zijn nog eigenaars in het te ontwikkelen gebied, waaronder ook nog andere projectontwikkelaars.

 

Om deze redenen kan het OCMW Lier de offerte van maat - ontwerpers NIET goedkeuren en zal er een aanbestedingsdossier moeten worden opgemaakt om zo verschillende offertes binnen te krijgen van de geïnteresseerde ontwerpbureaus.

 

Hieruit kan het OCMW Lier dan een ontwerpbureau aanstellen die dan in opdracht van het OCMW Lier een Masterplan zal opmaken in samenspraak met de andere eigenaars.

 

In het aanbestedingsdossier zal ook het perceel 3de Afd, 0639 B, beter gekend als het terrein dat de voetbalclub KFC Hallaar Molenzone op dit moment huurt van het OCMW Lier, opgenomen worden, zodat er voor deze eigendom ook een projectontwikkeling ontworpen wordt dat rekening houdt met de ontwikkeling van Meyskensbos.

 

Adviezen

Dienst vastgoed geeft positief advies om een aanbestedingsdossier op te stellen voor het aanwerven van een ontwerpbureau voor zowel de site Meyskensbos en voor de site Molenzone.

Patrimoniumoverleg geeft positief advies om een aanbestedingsdossier op te stellen voor het aanwerven van een ontwerpbureau voor zowel de site Meyskensbos en voor de site Molenzone

 

Argumentatie

De OCMWraad overweegt om een aanbestedingsdossier te laten opmaken voor het aanstellen van een ontwerpbureau voor de ontwikkeling van een masterplan van het PRUP "HET SPEK" waarin de site Meyskensbos ligt. De OCMWraad overweegt ook om de site Molenzone mee op te nemen in het aanbestedingsdossier omdat dit maar op +/- 100m van de site Meyskensbos ligt en een ontwikkeling van heel het gebied een beter beeld geeft voor de toekomstvisie van de site Molenzone en de latere opbrengst ervan.

 

 

Stemming

 

7 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Thierry Suetens, Bob Van Ouytsel, Ilse Van Wichelen, Marc Franquet, Jenny Van Damme en Dirk Janssens

4 onthoudingen: Walter Marien, Ismaël Tafforeau, Geert Marrin en Anja Vlaeymans

Goedkeuring met 7 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist de offerte van maat - ontwerpers NIET goed te keuren

 

Art 2.:

De  OCMW raad beslist om een aanbestedingsdossier te laten opmaken voor het aanstellen van een ontwerpbureau voor de opmaak van een Masterplan voor het PRUP "HET SPEK" waarin de site Meyskensbos ligt en om de site Molenzone mee op te nemen in het aanbestedingsdossier.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

GOEDKEURING BEHEERSPLAN BEGIJNHOF. KENNISNAME.

 

Op de OCMW Raad van 19 juni 2018 en op het College van Burgemeester en Schepenen

van 25 juni 2018 werd het beheersplan begijnhof goedgekeurd.

Dit beheersplan werd opgestuurd naar het Agentschap voor Onroerend Erfgoed ter

goedkeuring.

Hierbij wenst het Technisch bureau de OCMW-raad op de hoogte te brengen dat dit beheersplan op 28 oktober 2018 werd goedgekeurd door het Agentschap Onroerend Erfgoed.

 

BESLUIT

Kennisname van de goedkeuring van het beheersplan begijnhof door het Agentschap Onroerend Erfgoed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

BEGIJNHOF MEERJARENPREMIEOVEREENKOMST. KENNISNAME.

 

Met het oog op het verdere beheer van het beschermde monument Begijnhof, werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen het OCMW Lier, het college van burgemeester en schepenen van Lier en de Kerkfabriek St. Gummarus voor de opmaak van een beheersplan.

Bij besluit van 15 /11/2016 besliste de OCMW-raad om architectenbureau Van der Wee & Groep Planning te belasten met de opdracht tot de opmaak van een beheersplan van het beschermde monument Begijnhof.

Het definitieve beheersplan werd goedgekeurd door de OCMW-raad op 19/06/2018, door het college van burgemeester en schepenen van Lier op 25 juni 2018 en door de Kerkraad op 3 juli 2018 .

 

In het definitieve beheersplan werd een faseringsplan voor de restauratie van de begijnhofwoningen en het openbaar domein opgenomen. Die restauratiewerken zullen in 4 fasen uitgevoerd worden.

Voor deze gefaseerde restauratie kan bij de Vlaamse Overheid een meerjarenerfgoedpremie aangevraagd worden (80% van de restauratiekosten).

Het aanvraagdossier werd 30 oktober ingediend bij het Agentschap voor Onroerend Erfgoed.

 

Indien de meerjarenpremieovereenkomst wordt goedgekeurd, zoals aangevraagd, krijgen de stad en het OCMW een erfgoedpremie toegekend van 80% van de restauratieve werken. Voor de wegeniswerken wordt deze premie geraamd op 597.884 euro, voor de restauratie van de 45 begijnhofwoningen, die zijn opgenomen in het meerjarenrestauratiedossier, wordt de premie geraamd op 12.332.148 euro.

 

Besluit:

De OCMW-raad neemt kennis van het ingediende aanvraagdossier voor de meerjarenpremieovereenkomst met betrekking tot de te restaureren begijnhofwoningen en het openbaar domein.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

KOOPOVEREENKOMST 17 BEGIJNHOFWONINGEN VAN DE KERKFABRIEK. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis
Met het oog op het verdere beheer van het beschermde monument Begijnhof, werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen het OCMW Lier, het college van burgemeester en schepenen van Lier en de Kerkfabriek St. Gummarus voor de opmaak van een beheersplan.

Bij besluit van 15 /11/2016 besliste de OCMW-raad om architectenbureau Van der Wee & Groep Planning te belasten met de opdracht tot de opmaak van een beheersplan van het beschermde monument Begijnhof.

Het definitieve beheersplan werd goedgekeurd door de OCMW-raad op 19/06/2018, door het college van burgemeester en schepenen van Lier op 25 juni 2018 en door de Kerkraad op 3 juli 2018 (Kerkfabriek St. Gummarus, Kardinaal Mercierplein 8, 2500 Lier).

In hoofdstuk 5 van het beheerplan wordt als doelstelling 7 een faseringsplan voor de restauratiewerken opgenomen. Hierin wordt voorgesteld om de nog te restaureren begijnhofwoningen en het openbaar domein in 4 fases te restaureren. Er wordt voorgesteld om voor deze gefaseerde restauratie een meerjarenerfgoedpremie aan te vragen. In deze doelstelling staat tevens bepaald dat de Kerkfabriek, gezien de budgettaire beperkingen, de mogelijkheden onderzoekt tot erfpacht of verkoop van haar woningen.

Uit overleg tussen het OCMW en Kerkfabriek met betrekking tot de woningen van de Kerkfabriek, bleek enerzijds de bereidheid bij de Kerkfabriek om de 17 te restaureren woningen te verkopen, en anderzijds de wens van het OCMW om deze woningen mee op te nemen in de gefaseerde restauratie, dit omdat het beheer van het beschermde monument en werelderfgoed moeilijker wordt als de eigendommen verdeeld worden over veel verschillende eigenaars. Bovendien kan een stads- en OCMW-bestuur rekenen op een erfgoedpremie van 80% van de restauratiewerken.

Op de OCMW Raad van 16/10/2018 werd principieel akkoord te gaan met de aankoop van de 17 begijnhofwoningen tegen de beschreven aankoopprijzen mits opname van de vermelde voorwaarden / principes en gaf opdracht een ontwerp van koopovereenkomst in die zin op te maken.

 

Feiten en context

Er werd een verkoopovereenkomst opgemaakt door de juridische dienst (in bijlage).

Deze verkoopovereenkomst werd reeds goedgekeurd door de Kerkraad op 28 oktober 2018.

 

Juridische grond en motivering voor de beslissing

Toepasselijke reglementering

Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid de artikelen 51, 52, tweede lid, 192, 194 en 195.

 

Omzendbrief BB 2010/02 van 12 februari 2010 betreffende vervreemding van onroerende goederen door de provincies, gemeenten, OCMW’s en besturen van erkende erediensten.

 

Omzendbrief BB 2009/03 van 5 juni 2009 - Toelichting bij het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Decreet onroerend erfgoed van 12 juli 2013

Besluit onroerend erfgoed van 12 juli 2013

 

Voor de aankoop van onroerende goederen gelden grosso modo dezelfde regels als voor de verkoop van onroerende goederen.

 

Onderhandse verkoop

Het OCMW-decreet en de omzendbrief BB 2010/02 van 12 februari 2010 stellen als beginsel voorop dat bij elke onroerende vervreemding de openbare verkoop de algemene regel moet zijn en de onderhandse verkoop een uitzondering moet blijven.

 

Het algemene beginsel dat bij elke onroerende vervreemding de openbare verkoop de regel moet zijn en de onderhandse de uitzondering, blijft onvergolden gelden. Als algemeen principe van goed bestuur geldt immers dat om de hoogste opbrengst te garanderen de verkoop openbaar moet zijn, tenzij mits grondige motivering hiervan kan afgeweken worden (artikel 194 OCMW-decreet). Volgens de omzendbrief BB 2010/02 moet de hele bevolking immers de gelegenheid krijgen om een bod te doen en is daarnaast de openbare verkoop ook de beste garantie voor het verkrijgen van een goede prijs; het is volgens dezelfde omzendbrief de werkwijze die het best het algemeen belang dient, temeer omdat de individuele begunstiging bij een dergelijke procedure weinig kansen krijgt. Alleen als het bestuur voldoende kan aantonen, door middel van een bijzondere motivering, dat de onderhandse procedure gerechtvaardigd is om redenen van algemeen belang, zal de onderhandse verkoop aanvaard worden.

 

Alleen als het bestuur voldoende kan aantonen, door middel van een bijzondere motivering,  gerechtvaardigd is om redenen van algemeen belang, wordt de onderhandse verkoop aanvaard.

 

Daarnaast moet een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de keuze van de verkoopprocedure (openbaar of onderhands) en de algemene principes die in beide gevallen voor ogen moeten worden gehouden, namelijk het principe van transparantie (publiciteit) en de gelijke toegang of kans tot het verwerven van overheidsgoederen. Het bestuur is er ook toe verplicht voldoende publiciteit te voeren: de omzendbrief acht het vanzelfsprekend dat het vervreemdend bestuur ertoe gehouden is de bevolking in te lichten over de voorgenomen transactie. Om dat doel te bereiken, moet het voldoende en gepaste publiciteit voeren. Publiciteit maken heeft immers tot doel zo veel mogelijk kandidaat-kopers aan te trekken. Om dat te bereiken, zal het bestuur dan ook voldoende publiciteit moeten voeren in de eigen gemeente en in de omliggende gemeenten, zeker als het goed in een andere gemeente gelegen is.

 

In de specifieke situatie die voorligt zijn er een aantal redenen die het OCMW toelaten op een juridisch sluitende wijze de woningen van het Kerkfabriek onderhands aan te kopen zonder dat de Kerkfabriek deze op de markt brengt en er publiciteit voor voert, en waarom de prijs die voor de deze woningen zal worden betaald zowel voor het OCMW als voor de Kerkfabriek gerechtvaardigd is en legitiem.

 

De verkoop gebeurt in het algemeen belang.

Hieronder vallen onder meer de verkopen tussen overheden (zoals tussen de Kerkfabriek en het OCMW).

 

De verkoop van de 17 woningen van door de Kerkfabriek aan het OCMW gebeurt in het algemeen belang. Dit wordt benadrukt in de principiële beslissing van de Kerkraad tot verkoop van de woningen aan het OCMW van 23 oktober 2018 (zie bijlage).

 

Het Begijnhof van Lier is beschermd als monument bij Koninklijk Besluit van 16 september 1966 omwille van het algemeen belang gevormd door de artistieke en esthetische waarden. Het begijnhof van Lier maakt ook deel uit van de ‘serial nomination Flemish beguinages’ ter erkenning van UNESCO werelderfgoed. Sinds 02.12.1998 is het begijnhof samen met twaalf andere begijnhoven erkend als werelderfgoed.

 

Het beschermd monument begijnhof vormt één geheel en het is van belang dat het vanuit één visie beheerd wordt om zijn artistieke en esthetische waarden te behouden. Momenteel zijn er drie openbare besturen eigenaar van het begijnhof, 2 openbare besturen zijn eigenaar van de woningen (OCMW en Kerkfabriek), 1 openbaar bestuur van het openbaar domein (stadsbestuur).

 

Om een gezamenlijk beheer  en visie uit te werken werd er in het verleden een coördinerend architect aangesteld om een masterplan op te maken waarin dit beheer en deze visie werden uitgeschreven. Aansluitend werd ook een beheersplan opgemaakt voor het beschermde monument. De bepalingen en afspraken in dit masterplan en dit beheersplan zijn goedgekeurd door de betrokken eigenaars (de 3 openbare besturen).

 

In hoofdstuk 5 van het beheersplan wordt als doelstelling 7 een faseringsplan voor de  restauratiewerken opgenomen. Hierin wordt voorgesteld om de nog te restaureren begijnhofwoningen en het openbaar domein in 4 fases te restaureren.

Er wordt voorgesteld om voor deze gefaseerde restauratie een meerjarenerfgoedpremie aan te vragen.

In deze doelstelling staat tevens bepaald dat de Kerkfabriek, gezien de budgettaire beperkingen, de mogelijkheden onderzoekt tot erfpacht of verkoop van haar woningen.

De Kerkfabriek heeft immers beslist om zich deze optie te kunnen voorbehouden omwille van bepaalde externe factoren en maatschappelijke evoluties waaraan het beheer van het onroerend goed onderworpen is. De Kerkfabriek ziet zich verplicht om zich te focussen op haar kerntaken zijnde het beheer van het onroerend en roerend goed dienstig voor de liturgie.

Uit werken aan voorgaande restauratiefases is immers gebleken dat de grootschalige geplande en noodzakelijke restauratiewerken een zeer grote financiële investering en menselijke middelen vereisen.

 

Deze uitgangspunten dwingen de Kerkfabriek ertoe om, rekening houdende met de beperkte financiële middelen en de beperkte beschikbaarheid van vrijwilligers voor de opvolging van deze werven, over te gaan tot verkoop van de nog te restaureren woningen.

De verkoop aan allemaal verschillende individuele kopers zou echter nefast kunnen zijn voor de verdere evolutie van het beschermd monument en werelderfgoed. De in voorgaande jaren uitgewerkte visie en het uniforme beheer is niet tegenstelbaar aan andere partijen dan deze die het masterplan en beheersplan opgemaakt en goedgekeurd hebben. Om het risico te vermijden dat het beschermd monument en werelderfgoed een volledig versnipperd beeld zou krijgen met een divers beheer werd onderzocht of het mogelijk was dat één van de andere eigenaars (openbare besturen) de woningen van de kerkfabriek zouden over kopen.

 

Daarbij is het de wens van de kerkfabriek om gezamenlijke aanpak en vruchtbare samenwerking met het OCMW Lier en Stad Lier te benadrukken maar ook de toekomst van het als Wereld Erfgoed geklasseerde Begijnhof niet verder te zien aftakelen. Deze geprivilegieerde partners die gelijke overtuiging delen, boden de kerkfabriek derhalve de uitgelezen kans om aan haar bezorgdheden tegemoet te komen.

 

Uit overleg onder leiding van het daartoe bevoegde Centraal Kerkbestuur Lier en het OCMW en Kerkfabriek met betrekking tot de woningen van de Kerkfabriek, bleek enerzijds de bereidheid bij de Kerkfabriek om de te restaureren woningen te verkopen, en anderzijds de wens van het OCMW om deze woningen mee op te nemen in de gefaseerde restauratie, dit omdat het beheer van het beschermde monument en werelderfgoed moeilijker wordt als de eigendommen verdeeld worden over veel verschillende eigenaars.

 

Bovendien kan een stads- en OCMW-bestuur rekenen op een erfgoedpremie van 80% van de restauratiewerken, dit is niet zo voor particuliere kopers of voor de Kerkfabriek.

 

Het is bijgevolg in het algemeen belang een eventuele versnippering van het eigenaarschap van de woningen van het Begijnhof te vermijden en deze in één hand te houden.

 

Urgentie

Een bijkomende reden voor de onderhandse verkoop is de snelheid van de procedure – ook hier speelt het algemeen belang, de verkoop is urgent in functie van de nakende wetswijziging in verband met de subsidieregeling (indien het OCMW de woningen na 1.1.2019 zou aankopen zou een subsidie-aanvraag onder nieuwe regelgeving vallen, waardoor er slechts recht zou zijn op een premie van 60% in plaats van de huidige 80%).

Daarnaast is een onderhandse aankoop financieel voordeliger voor de koper (minder notariskosten).

 

Prijs- en waardebepaling

Verkopen tussen overheden gebeuren in principe aan schattingsprijs, omwille van de ongeschreven regel dat er tussen overheden aan schattingsprijs wordt verkocht, aangezien het in het algemeen belang wordt geacht dat overheden geen winst maken ten koste van elkaar. Dit principe wordt ook in de (onderhandse) verkopen aan de huisvestingsmaatschappij gehanteerd, die immers geacht wordt in het algemeen belang te handelen, of bij verkopen tussen het OCMW en de gemeente. In principe mag het OCMW – tenzij mits bijzondere motivering – niet boven de schattingswaarde aankopen en de Kerkfabriek niet beneden de schattingswaarde verkopen.

 

De prijsbepaling gebeurt in principe door een schattingsverslag. In casu zijn vier begijnhofwoningen geschat door een expert aangesteld door de Kerkfabriek. Aangezien het om 17 gelijkaardige woningen gaat, zijn deze schattingsprijzen geëxtrapoleerd naar de andere woningen volgens de volgende berekeningsmethode:

Hierbij de beschrijving van de manier waarop tot de waardebepaling is gekomen van de aan te kopen woningen:

 

Voor enkele van de te verkopen woningen werden op vraag van de Kerkfabriek schattingsverslagen opgemaakt door beëdigd schatter Eric Ceulemans (in 2018).

In deze schattingsverslagen werd de waarde van de woningen op de volgende manier berekend:

-      Berekening van de nieuwbouwwaarde van de woningen op basis van een m²-bouwkost x               het aantal m² van de woning.

-      Vetusteit: minwaarde omwille van de ouderdom of sleet van de woning.

-      Grondwaarde

De optelsom van deze 3 getallen vormde de totale waarde van het goed.

Er werd in deze schattingsverslagen beperkt rekening gehouden met de hoge restauratiekost die verbonden was aan de restauratie van dergelijke beschermde monumenten.

 

Deze analyse werd ook doorgevoerd voor de vergelijkingspunten die werden gehanteerd in de schattingsverslagen.

Er werd bekeken welk aandeel van de verkoopprijs de waarde van de woning was (incl. vetusteit) en wat dan de resterende grondwaarde was.

 

Dezelfde analyse werd ook doorgevoerd voor 4 schattingsverslagen van begijnhofwoningen die  in 2015 werden opgemaakt door schatter Marc Bernaerts in opdracht van het OCMW.

Er werd bekeken welk aandeel van de verkoopprijs de waarde van de woning was (incl. vetusteit) en wat dan de resterende grondwaarde was.

 

Uit deze analyse bleek dat de grondprijs/m² zeer divers was. Er werd een gemiddelde grondprijs/m² bepaald: een grondprijs van €650/m² voor woningen op kleine percelen, een grondprijs van €400/m² voor woningen op grote percelen.

 

Om de vetusteit te bepalen werd er gekeken naar het beheersplan van het begijnhof. In dit beheersplan staat voor elke woning beschreven in welke bouwfysische toestand ze is. Afhankelijk van deze beschrijving werd er besloten 35% tot 60% van de nieuwbouwwaarde van de woningen te verminderen omwille van sleet en ouderdom.

 

Met deze uitgangspunten werd de waarde bepaald van alle woningen die verkocht zouden worden (ook diegenen die reeds geschat werden door schatter Eric Ceulemans):

-      Berekening van de nieuwbouwwaarde van de woningen op basis van een m²-bouwkost x het aantal m² van de woning.

-      Vermindering van de nieuwbouwwaarde met een bepaald % vetusteit (gebaseerd op de beschrijving van de woning in het beheersplan)

-      Grondwaarde berekend dmv grondoppervlakte x  €650/m² of €400/m²

 

De op deze manier berekende waardebepalingen kwamen lager uit dan de schattingen opgemaakt door de beëdigd schatter, maar zijn gelet op de nog hoge renovatiekost wel realistischer.

 

De volledige berekeningswijze  per woning is bijgevoegd als bijlage. Op tabblad 1 de analyse van de beschikbare schattingen en vergelijkingspunten, op tabblad twee de uitwerking voor alle 17 woningen.

In bijlage bevinden zich de schattingsverslagen, zowel deze opgemaakt in opdracht van de kerkfabriek (door Eric Ceulemans) als deze in 2015 opgemaakt in opdracht van het OCMW (door Marc Bernaerts).

 

In principe kan de Kerkfabriek niet verkopen onder de schattingsprijs, tenzij om bijzondere redenen. De term ‘bijzondere redenen’ is gerelateerd aan de beginselen van behoorlijk bestuur en het algemeen belang. Er bestaat geen exhaustieve lijst van ‘bijzondere redenen’. Of de opgegeven redenen in een bepaald geval aanvaardbaar zijn, moet beoordeeld worden in samenhang met de verschillende elementen van een dossier. Hoe dan ook moet ervoor gezorgd worden dat de opbrengst van de verkoop voldoende hoog is in verhouding tot de waarde van het goed.

 

Geen publiciteit 

In principe is voorzichtigheid geboden bij de beoordeling van de omstandigheden waarin kan worden gesproken worden van “een bijzondere en objectieve motivering” om geen transparante marktbevraging te organiseren. Ondanks de versoepeling in de opvatting dat een lokale overheid verplicht zou zijn om haar onroerende goederen via een openbare verkoop te vervreemden, blijft de rechtsleer immers de mening toegedaan dat ook bij een onderhandse verkoop er in beginsel wel een transparante marktbevraging moet worden georganiseerd bij de verkoop van onroerende goederen. De rechtspraak (van de Raad van State) de afgelopen 50 jaar tegenover de principes bij vervreemding van onroerende goederen door overheden is evenwel erg wisselvallig en casuïstisch, zodat hier geen algemene regels gelden en naar de specifieke situatie en elementen moet gekeken worden om te beoordelen of er marktbevraging nodig is.

In deze specifieke situatie zijn er redenen om de 17 woningen niet op de markt aan te bieden. Particulier eigenaarschap in het Begijnhof is onwenselijk om de verschillende redenen die onder ‘algemeen belang’ werden vermeld.

 

Financiële weerslag
Bij de opmaak van het volgende meerjarenplan zullen de gefaseerde aankopen mee worden opgenomen.  Deze aankopen zullen gefinancierd worden via de verkoop van overig OCMW-patrimonium dat eveneens gefaseerd zal vermarkt worden.  Zodoende zullen de financiële stromen maximaal op elkaar afgestemd worden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW-raad beslist om de verkoopovereenkomst van 17 begijnhofwoningen van de Kerkfabriek goed te keuren.
 

Art. 2 :

De financiële gevolgen zijn:

Bij de opmaak van het volgende meerjarenplan zullen de gefaseerde aankopen mee worden opgenomen.  Deze aankopen zullen gefinancierd worden via de verkoop van overig OCMW-patrimonium dat eveneens gefaseerd zal vermarkt worden.  Zodoende zullen de financiële stromen maximaal op elkaar afgestemd worden.

Art. 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Kerkfabriek St. Gummarus

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

RESTAURATIE EN INSTANDHOUDINGSWERKEN IN HET H. GEESTGEBOUW - EINDAFREKENING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 22/05/2018 werd de opdracht "Restauratie en instandhoudingswerken in het H. Geestgebouw" toegewezen aan de firma Van Broeckhoven nv uit Schilde voor een bedrag van 68.748,10euro excl. BTW.

Het bevel van aanvang werd op 18/06/2018 gegeven.

 

In zitting van 16/10/2018 heeft de OCMW-raad de werken voorlopig opgeleverd.

 

Feiten en context

De eindafrekening kan als volgt worden opgemaakt.

Toewijzingsbedrag

68.748,10euro excl. BTW

Verrekening in min

0,00euro excl. BTW

Verrekening in meer

9.268,20euro excl. BTW

V.H. in min

-11.550,50euro excl. BTW

V.H. in meer

555,00euro excl. BTW

 

 

TOTAAL

67.020,80euro excl. BTW

 

 

 

Argumentatie

Eindafrekeningen dienen ter goedkeuring op de OCMW raad te worden geagendeerd.

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

25/3/11

H. Geestgebouw: instandhouding en herbestemming

 

Reeds vastgelegd: toewijzing + verrekening: 78.016,30euro excl. BTW.

 

Er dient dus geen bijkomend budget, bij goedkeuring, eindafrekening te worden vastgelegd.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist de eindafrekening voor de opdracht "Restauratie en instandhoudingswerken in het H. Geestgebouw" voor een bedrag van 67.020,80euro excl. BTW goed te keuren.

 

Art. 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Financiële dienst

1

Technisch bureau

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

OUD WEZENHUIS - VRAAG TOT TERMIJNSVERLENGING TOT 19/11/2018. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van de OCMW-Raad van 19/06/2018 werd de opdracht 'Bouwen van een centrale warmteproductie in een bestaand gebouw bestaande uit 21 appartementen en naastliggende kapel' toegewezen aan SPIE, adres Lammerdries 3 te 2440 Geel.

Op 28/06/2018 werd bovenstaande opdracht betekend.

Op de startvergadering van 3/07/2018 werd er overeengekomen dat de aanvang der werken zou plaatsvinden op 1 augustus 2018.

Onder voorbehoud van eventuele verlengingen moesten de werken voltooid worden binnen de 90 kalenderdagen, zijnde 29 oktober 2018.

 

Feiten en context

Het dossier bevat volgende werkzaamheden :

Het installeren van een centrale stookplaats boven de kapel, de stookplaats bouwkundig en technisch inrichten, het plaatsen van alle leidingwerk en radiatoren met thermostatische kranen in alle appartementen en aansluitende kapel.

Herbevestiging van de afvoerbuizen, van de verschillende aftakpunten in de woonunits en gemeenschappelijke gangen in de verlaagde plafonddelen.

 

Gezien de huidige opbouw van het gebouw werden er tijdens de uitvoering van de werken door Studie10 ingenieursbureau bvba & aannemer SPIE volgende problemen vastgesteld :

-Zeer moeilijke bereikbaarheid van de bewoners om afspraken te maken om de werken                                           uit te voeren in de appartementen

-Onvoorziene omstandigheden in de kruipkelder

-Demonteren van de convectoren welke niet in de opdracht vervat zat.

Omwille van de hierboven beschreven problematiek hield dit een vertraging van 21 kalenderdagen tijdens de uitvoering der werken. Hiervoor wordt een bijkomende uitvoeringstermijn gevraagd.

 

Adviezen

Vooral de moeilijkheden bij de toegang tot de appartementen en de moeilijke werken in de kruipkelder alsook de bijkomende werken voor het verwijderen van de bestaande verwarming kunnen aanvaard worden om een termijnsverlenging toe te staan van 21 kalenderdagen van  onder voorwaarde dat dan op 19 november 2018 de voorlopige oplevering kan toegestaan worden en de termijnsverlenging geen enkele financiële implicatie heeft.

 

Argumentatie

Termijnsverlengingen dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de OCMW-raad.

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist goedkeuring te hechten aan de termijnsverlenging van 21 dagen m.b.t. de opdracht "bouwen van een centraal warmteproductie in een bestaand gebouw Oud Wezenhuis" .

 

Art. 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

aannemer

1

studiebureau

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

OPSTART JOBATELIER - TOEKENNING TOELAGE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Jobatelier is een methodiek, die tot doel heeft om werkzoekenden - met een bijzondere focus op zij die bijkomende drempels ervaren tot de arbeidsmarkt (omwille van taalproblemen, gebrek aan ICT vaardigheden,...) - bij te staan in hun zoektocht naar werk. Het houdt concreet in dat een aantal momenten per week een laagdrempelig inloopmoment wordt voorzien, waar werkzoekenden - in groep - vacatures opzoeken; bijstand krijgen in het (digitaal) solliciteren; voorbereid worden voor het voeren van sollicitatiegesprekken;... Het groepsgericht karakter van Jobatelier zorgt voor een positieve dynamiek, waardoor werkzoekenden extra gemotiveerd worden in hun zoektocht naar werk.

Jobatelier wordt al enige tijd met succes uitgevoerd in de steden Antwerpen en Mechelen; recent is ook in de gemeente Boom een jobatelier opgestart.

In het kader van de vereffening van de vzw PWA, heeft OCMW Lier van deze vzw een éénmalige toelage van 20.000€ ontvangen. Deze toelage is toegekend aan OCMW Lier, met als expliciete opdracht deze aan te wenden in functie van opstart van een project Jobatelier in Lier.

In het kader van de Federale Subsidiemiddelen Participatie en Sociale Activering, die OCMW Lier jaarlijks ontvangt, moet het OCMW 10.518€ besteden aan initiatieven in het kader van haar sociale opdracht, die een expliciet groepsgericht karakter hebben. Het project Jobatelier voldoet perfect aan deze voorwaarden. Gevolg is dat het OCMW 30.518€ ter beschikking heeft, in functie van opstart van een project Jobatelier in Lier.

 

Concreet voorstel bestaat erin om een éénmalige toelage toe te kennen aan vzw Samenlevingsopbouw t.b.v. 30.518€ in functie van opstart van Jobatelier in Lier. Het project voldoet aan volgende uitgangspunten:

-Jobatelier Lier richt zich tot een brede doelgroep van werkzoekenden, met een bijzondere focus op zij die extra drempels ervaren in hun zoektocht naar werk (kortgeschoolden, werkzoekenden met een migratieachtergrond, werkzoekenden met een gebrek aan ICT vaardigheden,...) en extra ondersteuning nodig hebben in hun zoektocht naar werk;

-De inhoud van het project Jobatelier bestaat uit: ondersteuning bij het opmaken van een CV en sollicitatiebrief, screening van vacatures, voorbereiden van een sollicitatiegesprek, zoektocht naar een arbeidsmarktgerichte opleiding, …  Binnen de methodiek van het Jobatelier is het groepsluik belangrijk : onderling uitwisselen van informatie bv. over potentiële werkgevers, vertalen en verduidelijken van vacatures, elkaar motiveren om vol te houden,…In bijgevoegde methodiek wordt de inhoud uitvoerige omschreven.

-Jobatelier Lier wordt 2 dagdelen per week georganiseerd (exacte momenten in overleg met OCMW en VDAB te bepalen), en vindt plaats in de refter van de Dunghelhoeff-site. Deze locatie heeft diverse voordelen: de site is goed gekend en makkelijk bereikbaar; een aantal welzijnsinitiatieven (o.a. rond Nederlandse taal) vinden plaats in deze locatie; de locatie situeert zich in de directe nabijheid van VDAB en OCMW - waardoor de afstemming vergemakkelijkt wordt;

-Jobatelier Lier wordt max. afgestemd met het aanbod van VDAB en OCMW Lier, en is complementair aan elkaar. De voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het project vindt in max. overleg plaats tussen vzw Samenlevingsopbouw, VDAB en OCMW. Zo engageert VDAB zich tot betrokkenheid van VDAB consulenten, door aanwezigheid gedurende 1 dagdeel/week aan de Jobatelier - momenten.

-Jobatelier Lier zal gedurende 1 jaar uitgevoerd worden. Op basis van de ervaringen, wordt een evt. verlenging dan overwogen.

 

Fasering

Streeftiming bestaat erin om december '18 te voorzien voor overleg in functie van praktische afspraken naar opstart. Vanaf jan. '19 wordt Jobatelier effectief opgestart.

 

Adviezen

Vanuit VDAB wordt, gezien de positieve ervaringen elders, de opstart van Jobatelier sterk bepleit.

 

Op de sociale trefdag 2018 - een inspraakmoment met de welzijnssector, is de opstart van een soortegelijk project in Lier als speerpunt naar voor geschoven.

 

In het memorandum van de Lierse Welzijnsraad is de opstart van Jobatelier één van de prioriteiten.

 

Argumentatie

Om verschillende redenen wordt opstart van een project Jobatelier bepleit:

-Activering van kansengroepen is een cruciaal onderdeel in het lokaal sociaal beleid;

-Soortgelijke projecten in Mechelen en Antwerpen bleken succesvol;

-Het initiatief is zeer complementair aan het VDAB aanbod (die t.g.v. gewijzigde dienstverlening (cf. meer inzet op online-begeleiding; werken op afspraak;...) een risico in zich draagt voor de meest kwetsbaren) en het OCMW;

-Vanuit het werkveld zijn in het verleden tal van signalen naar voor geschoven, die de opstart van een soortgelijk project in Lier bepleitten.

 

 

Financiële weerslag

Extra toelage 20.000€ toegekend aan OCMW Lier (door PWA)

+

Actienummer

Omschrijving actie

3.1.1.1.

Het OCMW realiseert het recht op participatie en sociale activering door middel van verlaging van de prijsdrempel.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad beslist akkoord te gaan om een toelage van 30.518€ toe te kennen aan vzw Samenlevingsopbouw in functie van opstart van een project Jobatelier in Lier.

 

Art. 2 :

De financiële gevolgen zijn:

20.000€ eenmalige toelage aan OCMW Lier

+

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

3.1.1.1

Participatie en sociale activering

10.518€

 

Budgetsleutel

64810004

 

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

Sociaal Beleid

Opmaak overeenkomst vzw Samenlevingsopbouw

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

SUBSIDIEPROJECTEN. KENNISNAME.

 

Op 18/9 heeft de OCMW raad een projectvoorstel goedgekeurd rond de aanpak van gezinsarmoede in Lier/Duffel. Recent is het bericht overgemaakt dat het voorstel is goedgekeurd, waardoor voor 2 jaar een bijkomende 0,5VTE personeelsinzet kan worden gerealiseerd in functie van de aanpak van gezinsarmoede.

Daarnaast is door de KBS een projectoproep van OCMW en stad Lier goedgekeurd met als doel een 'zorgzame buurt' te realiseren in de directe omgeving van dienstencentrum Het Schoppeke. Het projectdossier is in bijlage opgenomen. OCMW en stad Lier ontvangen hiervoor een toelage van 9.982€.

 

Besluit:

kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

SLUITING LOKALE DIENSTENCENTRA  KERSTPERIODE 2018. KENNISNAME.

 

De lokale dienstencentra zullen in de kerstperiode 2018 de eerste week van de kerstvakantie sluiten. Op 31 december 2018 is er een groot eindejaarsfeest met alle dienstencentra samen in het Schoppeke.

 

BESLUIT

De OCMWraad neemt kennis van de sluiting van de dienstencentra tijdens de eerste week van de kerstvakantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

REGLEMENT ERETITELS ERE-OCMW-VOORZITTER/ RAADSLID. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 24 maart 2014 keurde de gemeenteraad het reglement voor de toekenning van de eretitel ereschepen en eregemeenteraadslid goed. De eretitel is een onderscheiding tot beloning van een langdurige en eervolle loopbaan als schepen of gemeenteraadslid bij de stad Lier.

 

Feiten en context

Er dient, naar analogie met bovenvermeld reglement, bijkomend een reglement goedgekeurd te worden door de OCMW-raad met de toekenning van de eretitels ere-OCMW-voorzitter en ere-OCMW-raadslid.

 

Voorstel nieuw reglement goed te keuren door de OCMW-raad

 

Reglement voor de toekenning van de eretitel ere-OCMW-voorzitter en ere-OCMW-raadslid

 

Artikel 1

De eretitel van ere-OCMW-voorzitter of ere-OCMW-raadslid kan aan de OCMW-raad worden aangevraagd, enkel na afloop van het mandaat als OCMW-voorzitter of OCMW-raadslid door:

1. De afgetreden OCMW-voorzitter of OCMW-raadslid.

2. Door de fractievoorzitter in de OCMW-raad van de betrokken OCMW-voorzitter of het OCMW-raadslid en/of door de OCMW-raad én met instemming van de betrokkene.

3. De rechtsopvolgers van de mandataris, in geval van overlijden.

 

Artikel 2

§1. Om de eretitel van ere-OCMW-voorzitter te krijgen moet de aftredend OCMW-voorzitter:

1. Gedurende 6 jaar de functie van OCMW-voorzitter bij de stad Lier uitgeoefend hebben.

2. Van onberispelijk gedrag zijn.

 

§2. Om de eretitel van ere-OCMW-raadslid te krijgen moet het aftredend raadslid:

1. Gedurende ten minste 12 jaar in de OCMW-raad van de stad Lier hebben gezeteld.

2. Van onberispelijk gedrag zijn.

 

Artikel 3

De ambtstermijnen zoals vermeld in artikel 2 hoeven niet aaneensluitend te zijn.

 

Artikel 4

Het schriftelijk verzoek wordt gericht aan de Algemeen directeur van de stad Lier vergezeld van een uittreksel uit het strafregister.

 

Artikel 5

Onder onberispelijk gedrag vermeld onder artikel 2 wordt verstaan het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling of een zware tuchtstraf of andere erg onterende feitelijkheden.

 

Artikel 6

1.De eretitel van OCMW-voorzitter of OCMW-raadslid mag niet gevoerd worden door personen die nog steeds een mandaat bekleden bij de gemeente of het OCMW of er nog steeds personeelslid van zijn.

2.De OCMW-raad kan de titel intrekken als de betrokkene een zware strafrechtelijke veroordeling, een tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat.

 

Artikel 7

De OCMW-raad is bevoegd voor het toekennen van de eretitels.

De stemming gebeurt in geheime zitting. De OCMW-raad neemt de beslissing bij eenvoudige meerderheid van de stemmen.

 

Artikel 8

De betrokkene krijgt een formele akte met daarop de eretitel voorafgaand aan de OCMW-raadszitting, volgend op de zitting waarop de titel werd goedgekeurd. Aan de eretitel zijn geen voordelen verbonden.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet artikel 17, §4 en artikel 69

Decreet lokaal bestuur art.148 (1/1/2019)

 

Financiële weerslag

Aan de toekenning van de eretitel zijn geen financiële voordelen verbonden. Diegene die een eretitel krijgt, ontvangt een oorkonde.

 

Stemming

 

7 stemmen voor: Marleen Vanderpoorten, Thierry Suetens, Bob Van Ouytsel, Ilse Van Wichelen, Marc Franquet, Jenny Van Damme en Ismaël Tafforeau

4 onthoudingen: Walter Marien, Geert Marrin, Dirk Janssens en Anja Vlaeymans

Goedkeuring met 7 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW-raad beslist om het reglement goed te keuren voor de toekenning van de eretitels ere-OCMW-voorzitter en ere-OCMW-raadslid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

CIPAL - BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 14 DECEMBER 2018 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De OCMW raadsbeslissing van 20 november 2018 over de tot goedkeuring van de agendapunten 2 tot en met 6 met betrekking tot het ontwerp van statutenwijziging van Cipal overeenkomstig het op 12 september 2018 aan de deelnemers verstuurde ontwerp.

 

Feiten en context

Het OCMW Lier is deelnemer van de dienstverlenende vereniging CIPAL.

 

Het OCMW Lier werd opgeroepen op 10 oktober 2018 om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van CIPAL op 14 december 2018 om 10.30 uur in het seminariecomplex "De Vesten", Kanaalweg 6/1, 2430 Laakdal.

 

De agenda van deze bijzondere algemene vergadering is als volgt vastgesteld:

 

1.

Bespreking en goedkeuring van de begroting voor het boekjaar 2019 met inbegrip van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie.

2.

Wijziging van de eerste zin van artikel 5 van de statuten om deze zin te vervangen door volgende zin:

“De zetel van de vereniging is gevestigd te 2440 Geel, Gasthuisbos 4.”

3.

Wijziging aan artikel 36, §1 van de statuten, om er het vijfde lid te vervangen door volgende tekst:

“Behalve in (1) spoedgevallen, welke de raad van bestuur met twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen vaststelt en waardoor de oproepingstermijn kan worden verkort tot minimaal 30 kalenderdagen, en (2) het geval waarvan sprake in artikel 37 van de statuten, wordt de bijeenroeping van de algemene vergadering uiterlijk vijfenveertig kalenderdagen voor haar zitting bij aangetekende brief of via een adequate digitale wijze van communicatie aan de deelnemers medegedeeld.”

Wijziging aan artikel 36, §1 van de statuten, om er het zesde lid te schrappen.

 

4.

Wijziging aan artikel 37 van de statuten, om er het tweede lid te vervangen door volgende tekst:

“Is het aantal vertegenwoordigde stemmen onvoldoende om geldig te beraadslagen en te beslissen, geldt een termijn van minimaal dertig kalenderdagen om een nieuwe algemene vergadering bijeen te roepen. Die vergadering kan geldig beraadslagen en beslissen over de punten die een tweede maal op de agenda voorkomen ongeacht het aantal vertegenwoordigde stemmen. De tekst van artikel 37 wordt in de tweede bijeenroeping vermeld.”

 

5.

Wijziging aan de statuten om er in fine een nieuw artikel 49 in te voegen waarvan de tekst luidt als volgt:

“Artikel 49.

§1. Vanaf de eerste algehele vervanging van de raad van bestuur naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 zijn volgende wijzigingen van de statuten automatisch van toepassing:

         in artikel 15, §1, eerste zin wordt het getal “tweeëntwintig” vervangen door “vijftien”;

         in artikel 15, §1, eerste zin wordt tussen “de” en “deelnemers” het woord “gemeentelijke” ingevoegd;

         in artikel 15, §1, eerste lid, wordt het getal “48” vervangen door “436” en achter het woord “decreet” de woorden “over het lokaal bestuur” toegevoegd;

         aan artikel 15, §1, tweede lid wordt een zin toegevoegd die luidt als volgt “Maximaal twee derden van de leden mag van hetzelfde geslacht zijn.”

         in artikel 15, §2 worden de eerste en derde zin geschrapt;

         in artikel 15 wordt §3 vervangen door volgende tekst: “Als de deelnemende gemeenten kandidaat-bestuurders voordragen die geen lid zijn van een gemeenteraad of van een districtsraad van een van de deelnemende gemeenten, maar van wie de deskundigheid over de statutair bepaalde doelstellingen manifest aantoonbaar is, wordt die voordracht uitdrukkelijk gemotiveerd. In dat geval is de onverenigbaarheid van het mandaat van bestuurder met de functie van werknemer van een deelnemend openbaar bestuur, vermeld in artikel 436, eerste lid, 8° van het decreet over het lokaal bestuur, niet van toepassing.”;

         de tekst van artikel 15bis wordt vervangen door volgende tekst:

“§1. Aan de vergaderingen van de raad van bestuur wordt deelgenomen door ten hoogste één door een deelnemer-gemeente aangewezen afgevaardigde die lid is met raadgevende stem. Iedere deelnemende gemeente heeft het recht, tot lid van de raad van bestuur met raadgevende stem, een gemeenteraadslid aan te wijzen, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester of schepenen, en deze aanwijzing voor te leggen aan de algemene vergadering die overgaat tot de samenstelling van de raad van bestuur na de algehele vernieuwing van de gemeenteraden;

§2. Indien slechts één gemeente van dit recht gebruik maakt, neemt de algemene vergadering akte van deze gemeenteraadsbeslissing en woont het aldus aangewezen lid vanaf dat ogenblik met raadgevende stem de zittingen van de raad van bestuur bij.

Bij verlies van het mandaat van een overeenkomstig de voorgaande paragraaf aangewezen lid met raadgevende stem vóór het verstrijken van de duur bepaald in § 3 van dit artikel, heeft de gemeente die de oorspronkelijke aanwijzing heeft verricht, het recht onmiddellijk in de vervanging te voorzien bij gemeenteraadsbeslissing. Het aldus aangewezen lid wordt opgenomen in de eerstvolgende raad van bestuur en voltooit het mandaat van zijn voorganger.

§3. Indien meer dan één gemeente van dit recht gebruik maakt, neemt de algemene vergadering akte van de gemeenteraadsbeslissingen en bepaalt zij de rangorde van de aangewezen leden met raadgevende stem in afdalende volgorde als volgt:

         in eerste instantie komen de leden aan bod die aangewezen werden door de gemeenten die niet vertegenwoordigd zijn in de raad van bestuur door een op hun voordracht benoemd bestuurder;

         in tweede instantie komen de leden aan bod die met eenparigheid van stemmen door hun gemeenteraad aangewezen werden;

         vervolgens komen de leden aan bod die niet van hetzelfde geslacht zijn als de meerderheid van de bestuurders;

         tenslotte geldt in ondergeschikte orde de leeftijd waarbij voorrang wordt gegeven aan het jongste aangewezen lid.

Het eerste volgens deze rangorde aangewezen lid met raadgevende stem woont vanaf dat ogenblik de raad van bestuur bij. Bij verlies van het mandaat van een overeenkomstig deze paragraaf aangewezen lid met raadgevende stem vóór het verstrijken van de duur bepaald in § 3 van dit artikel, komt het opengevallen mandaat toe aan het aangewezen lid dat in de oorspronkelijk opgemaakte rangorde als best geplaatste daarvoor in aanmerking komt. Het aldus aangewezen lid woont vanaf dat ogenblik de zittingen van de raad van bestuur bij en voltooit het mandaat van zijn voorganger.

§3. De duur van het mandaat van lid met raadgevende stem bedraagt zes jaar. Het is hernieuwbaar. Het eindigt onmiddellijk na de eerste algemene vergadering die overgaat tot de samenstelling van de raad van bestuur na de algehele vernieuwing van de gemeenteraden.

§4. De bepalingen van artikel 17, §2 van de statuten zijn van toepassing op het lid van de raad van bestuur met raadgevende stem. Het lid met raadgevende stem wordt geacht ontslagnemend te zijn bij vrijwillig ontslag en bij afzetting waartoe wordt beslist door de gemeenteraad die hem heeft afgevaardigd.”

         artikel 25 wordt geschrapt (afschaffing van het directiecomité);

         in artikel 28 worden het zinsdeel “hetzij, binnen de grenzen van het dagelijks bestuur, door het directiecomité als college” en de tekst “(casu quo directiecomité)” geschrapt;

         in artikel 47, §2 wordt de laatste zin geschrapt.

§2. Er wordt volmacht verleend aan de Raad van Bestuur om de statuten te coördineren van zodra de wijzigingen bedoeld in voorgaande paragraaf plaatsvinden.”

 

6.

Wijzigingen aan het opschrift van de statuten om deze in overeenstemming te brengen met de genomen besluiten.

 

7.

Statutaire ontslagen en benoemingen.

 

8.

Machten te verlenen tot uitvoering van de genomen besluiten.

 

 

De dienstverlenende vereniging CIPAL stelt de nodige documenten ter beschikking, nl. de toelichtende nota bij de overige agendapunten 1, 7 en 8 van de Buitengewone Algemene Vergadering.

 

Juridische grond

         Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

         Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, nl. art. 51 en 52 inzake de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn

         Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, nl. art ; 44 dat de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger herhaald wordt voor elke algemene vergadering

         Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna kortweg “DLB”) en in het bijzonder op art. 605 van het DLB;

         statuten van CIPAL

 

Argumentatie

Er zijn geen redenen voorhanden om goedkeuring van de voorgelegde agendapunten 1, 7 en 8 te weigeren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad keurt op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota de agendapunten 1, 7 en 8 van de Buitengewone Algemene Vergadering van Cipal van 14 december 2018, zoals overgemaakt per e-mail d.d. 10 oktober 2018, goed:

 

1.

Bespreking en goedkeuring van de begroting voor het boekjaar 2019 met inbegrip van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie.

2.

Wijziging van de eerste zin van artikel 5 van de statuten om deze zin te vervangen door volgende zin:

“De zetel van de vereniging is gevestigd te 2440 Geel, Gasthuisbos 4.”

3.

Wijziging aan artikel 36, §1 van de statuten, om er het vijfde lid te vervangen door volgende tekst:

“Behalve in (1) spoedgevallen, welke de raad van bestuur met twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen vaststelt en waardoor de oproepingstermijn kan worden verkort tot minimaal 30 kalenderdagen, en (2) het geval waarvan sprake in artikel 37 van de statuten, wordt de bijeenroeping van de algemene vergadering uiterlijk vijfenveertig kalenderdagen voor haar zitting bij aangetekende brief of via een adequate digitale wijze van communicatie aan de deelnemers medegedeeld.”

Wijziging aan artikel 36, §1 van de statuten, om er het zesde lid te schrappen.

 

4.

Wijziging aan artikel 37 van de statuten, om er het tweede lid te vervangen door volgende tekst:

“Is het aantal vertegenwoordigde stemmen onvoldoende om geldig te beraadslagen en te beslissen, geldt een termijn van minimaal dertig kalenderdagen om een nieuwe algemene vergadering bijeen te roepen. Die vergadering kan geldig beraadslagen en beslissen over de punten die een tweede maal op de agenda voorkomen ongeacht het aantal vertegenwoordigde stemmen. De tekst van artikel 37 wordt in de tweede bijeenroeping vermeld.”

 

5.

Wijziging aan de statuten om er in fine een nieuw artikel 49 in te voegen waarvan de tekst luidt als volgt:

“Artikel 49.

§1. Vanaf de eerste algehele vervanging van de raad van bestuur naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 zijn volgende wijzigingen van de statuten automatisch van toepassing:

         in artikel 15, §1, eerste zin wordt het getal “tweeëntwintig” vervangen door “vijftien”;

         in artikel 15, §1, eerste zin wordt tussen “de” en “deelnemers” het woord “gemeentelijke” ingevoegd;

         in artikel 15, §1, eerste lid, wordt het getal “48” vervangen door “436” en achter het woord “decreet” de woorden “over het lokaal bestuur” toegevoegd;

         aan artikel 15, §1, tweede lid wordt een zin toegevoegd die luidt als volgt “Maximaal twee derden van de leden mag van hetzelfde geslacht zijn.”

         in artikel 15, §2 worden de eerste en derde zin geschrapt;

         in artikel 15 wordt §3 vervangen door volgende tekst: “Als de deelnemende gemeenten kandidaat-bestuurders voordragen die geen lid zijn van een gemeenteraad of van een districtsraad van een van de deelnemende gemeenten, maar van wie de deskundigheid over de statutair bepaalde doelstellingen manifest aantoonbaar is, wordt die voordracht uitdrukkelijk gemotiveerd. In dat geval is de onverenigbaarheid van het mandaat van bestuurder met de functie van werknemer van een deelnemend openbaar bestuur, vermeld in artikel 436, eerste lid, 8° van het decreet over het lokaal bestuur, niet van toepassing.”;

         de tekst van artikel 15bis wordt vervangen door volgende tekst:

“§1. Aan de vergaderingen van de raad van bestuur wordt deelgenomen door ten hoogste één door een deelnemer-gemeente aangewezen afgevaardigde die lid is met raadgevende stem. Iedere deelnemende gemeente heeft het recht, tot lid van de raad van bestuur met raadgevende stem, een gemeenteraadslid aan te wijzen, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester of schepenen, en deze aanwijzing voor te leggen aan de algemene vergadering die overgaat tot de samenstelling van de raad van bestuur na de algehele vernieuwing van de gemeenteraden;

§2. Indien slechts één gemeente van dit recht gebruik maakt, neemt de algemene vergadering akte van deze gemeenteraadsbeslissing en woont het aldus aangewezen lid vanaf dat ogenblik met raadgevende stem de zittingen van de raad van bestuur bij.

Bij verlies van het mandaat van een overeenkomstig de voorgaande paragraaf aangewezen lid met raadgevende stem vóór het verstrijken van de duur bepaald in § 3 van dit artikel, heeft de gemeente die de oorspronkelijke aanwijzing heeft verricht, het recht onmiddellijk in de vervanging te voorzien bij gemeenteraadsbeslissing. Het aldus aangewezen lid wordt opgenomen in de eerstvolgende raad van bestuur en voltooit het mandaat van zijn voorganger.

§3. Indien meer dan één gemeente van dit recht gebruik maakt, neemt de algemene vergadering akte van de gemeenteraadsbeslissingen en bepaalt zij de rangorde van de aangewezen leden met raadgevende stem in afdalende volgorde als volgt:

         in eerste instantie komen de leden aan bod die aangewezen werden door de gemeenten die niet vertegenwoordigd zijn in de raad van bestuur door een op hun voordracht benoemd bestuurder;

         in tweede instantie komen de leden aan bod die met eenparigheid van stemmen door hun gemeenteraad aangewezen werden;

         vervolgens komen de leden aan bod die niet van hetzelfde geslacht zijn als de meerderheid van de bestuurders;

         tenslotte geldt in ondergeschikte orde de leeftijd waarbij voorrang wordt gegeven aan het jongste aangewezen lid.

Het eerste volgens deze rangorde aangewezen lid met raadgevende stem woont vanaf dat ogenblik de raad van bestuur bij. Bij verlies van het mandaat van een overeenkomstig deze paragraaf aangewezen lid met raadgevende stem vóór het verstrijken van de duur bepaald in § 3 van dit artikel, komt het opengevallen mandaat toe aan het aangewezen lid dat in de oorspronkelijk opgemaakte rangorde als best geplaatste daarvoor in aanmerking komt. Het aldus aangewezen lid woont vanaf dat ogenblik de zittingen van de raad van bestuur bij en voltooit het mandaat van zijn voorganger.

§3. De duur van het mandaat van lid met raadgevende stem bedraagt zes jaar. Het is hernieuwbaar. Het eindigt onmiddellijk na de eerste algemene vergadering die overgaat tot de samenstelling van de raad van bestuur na de algehele vernieuwing van de gemeenteraden.

§4. De bepalingen van artikel 17, §2 van de statuten zijn van toepassing op het lid van de raad van bestuur met raadgevende stem. Het lid met raadgevende stem wordt geacht ontslagnemend te zijn bij vrijwillig ontslag en bij afzetting waartoe wordt beslist door de gemeenteraad die hem heeft afgevaardigd.”

         artikel 25 wordt geschrapt (afschaffing van het directiecomité);

         in artikel 28 worden het zinsdeel “hetzij, binnen de grenzen van het dagelijks bestuur, door het directiecomité als college” en de tekst “(casu quo directiecomité)” geschrapt;

         in artikel 47, §2 wordt de laatste zin geschrapt.

§2. Er wordt volmacht verleend aan de Raad van Bestuur om de statuten te coördineren van zodra de wijzigingen bedoeld in voorgaande paragraaf plaatsvinden.”

 

6.

Wijzigingen aan het opschrift van de statuten om deze in overeenstemming te brengen met de genomen besluiten.

 

7.

Statutaire ontslagen en benoemingen.

 

8.

Machten te verlenen tot uitvoering van de genomen besluiten.

 

 

Art. 2 :

De vertegenwoordiger van het OCMW wordt gemandateerd om op de Buitengewone Algemene Vergadering van Cipal van 14 december 2018 te handelen en te beslissen conform dit besluit. Indien de algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien de algemene vergadering om welke reden dan ook zouden worden verdaagd, dan blijft de vertegenwoordiger gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.

 

Art. 3 :

De voorzitter wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal.

 

Art. 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

CIPAL

1

vertegenwoordiger

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

CIPAL - BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 14 DECEMBER 2018 - STATUTENWIJZIGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Het OCMW Lier is deelnemer van de dienstverlenende vereniging Cipal (hierna kortweg “Cipal dv”).

 

Het OCMW Lier ontving het ontwerp van statutenwijziging van Cipal dv, goedgekeurd door de raad van bestuur van Cipal dv in zitting van 11 september 2018 en per aangetekend schrijven van 12 september 2018 aan het OCMW overgemaakt.

 

Deze statutenwijziging zal op de buitengewone algemene vergadering van Cipal dv op 14 december 2018 om 10.30 uur behandeld worden.

 

De statuten van Cipal dv dienen gewijzigd te worden om deze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het DLB inzake (1) de samenstelling, wijze van voordracht en benoeming van de leden van de raad van bestuur en (2) inzake de afschaffing van het directiecomité als orgaan van dagelijks bestuur;

 

Daarnaast worden er ook nog een beperkt aantal andere wijzigingen in de statuten doorgevoerd worden zoals uiteengezet in de toelichtende nota bij het ontwerp van statutenwijziging;

 

De statuten van Cipal dv, zoals laatst gewijzigd op 15 december 2017, werden goedgekeurd bij besluit van 7 februari 2018 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur.

 

De toelichtende nota bij het ontwerp van statutenwijziging wordt ter beschikking gesteld.

 

Juridische grond

         Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

         Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, nl. art. 51 en 52 inzake de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn

         Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking: artikel 39 DIS bepaalt dat uiterlijk 90 kalenderdagen voor de algemene vergadering die de statutenwijzigingen moet beoordelen, een door de raad van bestuur opgesteld ontwerp aan alle deelnemers wordt voorgelegd; dat de beslissingen terzake van hun raden die de oorspronkelijke statuten hebben goedgekeurd, het mandaat bepalen van de respectievelijke vertegenwoordigers op de algemene vergadering

         Decreet van 13 mei 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking en het Provinciedecreet van 9 december 2005 (B.S. 17 juni, hierna "het wijzigingsdecreet" genoemd)

         statuten van CIPAL

         Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna kortweg “DLB”) en in het bijzonder op art. 605 van het DLB

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De OCMW raad maakt zich na onderzoek van de bekomen documenten en toelichtende nota bij het ontwerp van statutenwijziging, de motieven die hierin vervat zijn met betrekking tot de hierna goedgekeurde artikelen eigen.

 

Art. 2 :

De OCMW raad keurt de wijziging van artikel 5 van de statuten goed.

 

Art. 3 :

De OCMW raad keurt de wijziging van artikel 36, §1 van de statuten goed.

 

Art. 4 :

De OCMW raad keurt de wijziging van artikel 37 van de statuten goed.

 

Art. 5 :

De OCMW raad keurt de invoeging van een nieuw artikel 49 in de statuten goed.

 

Art. 6 :

De OCMW raad keurt de wijzigingen aan het opschrift van de statuten goed om deze in overeenstemming te brengen met de genomen besluiten.

 

Art. 7 :

De vertegenwoordiger van het OCMW op de buitengewone algemen vergadering van Cipal dv van 14 december 2018, die bij afzonderlijke beslissing zal worden aangeduid, wordt gemandateerd om overeenkomstig onderhavige beslissing te stemmen.

 

Art. 8:

De voorzitter wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal dv.

 

Art. 9:

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

CIPAL

1

vertegenwoordiger

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 november 2018

 

CIPAL - BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING 14 DECEMBER 2018 - AANDUIDEN VAN EEN VOLMACHTDRAGER EN EEN PLAATSVERVANGEND VOLMACHTDRAGER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Het OCMW Lier is deelnemer van de dienstverlenende vereniging CIPAL.

 

Het OCMW Lier werd opgeroepen op 10 oktober 2018 om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van CIPAL op 14 december 2018 om 10.30 uur in het seminariecomplex "De Vesten", Kanaalweg 6/1, 2430 Laakdal.

 

De agenda van deze bijzondere algemene vergadering is als volgt vastgesteld:

 

1.

Bespreking en goedkeuring van de begroting voor het boekjaar 2019 met inbegrip van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie.

 

2.

Wijziging van de eerste zin van artikel 5 van de statuten om deze zin te vervangen door volgende zin:

“De zetel van de vereniging is gevestigd te 2440 Geel, Gasthuisbos 4.”

 

3.

Wijziging aan artikel 36, §1 van de statuten, om er het vijfde lid te vervangen door volgende tekst:

“Behalve in (1) spoedgevallen, welke de raad van bestuur met twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen vaststelt en waardoor de oproepingstermijn kan worden verkort tot minimaal 30 kalenderdagen, en (2) het geval waarvan sprake in artikel 37 van de statuten, wordt de bijeenroeping van de algemene vergadering uiterlijk vijfenveertig kalenderdagen voor haar zitting bij aangetekende brief of via een adequate digitale wijze van communicatie aan de deelnemers medegedeeld.”

Wijziging aan artikel 36, §1 van de statuten, om er het zesde lid te schrappen.

 

4.

Wijziging aan artikel 37 van de statuten, om er het tweede lid te vervangen door volgende tekst:

“Is het aantal vertegenwoordigde stemmen onvoldoende om geldig te beraadslagen en te beslissen, geldt een termijn van minimaal dertig kalenderdagen om een nieuwe algemene vergadering bijeen te roepen. Die vergadering kan geldig beraadslagen en beslissen over de punten die een tweede maal op de agenda voorkomen ongeacht het aantal vertegenwoordigde stemmen. De tekst van artikel 37 wordt in de tweede bijeenroeping vermeld.”

 

5.

Wijziging aan de statuten om er in fine een nieuw artikel 49 in te voegen waarvan de tekst luidt als volgt:

“Artikel 49.

§1. Vanaf de eerste algehele vervanging van de raad van bestuur naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 zijn volgende wijzigingen van de statuten automatisch van toepassing:

         in artikel 15, §1, eerste zin wordt het getal “tweeëntwintig” vervangen door “vijftien”;

         in artikel 15, §1, eerste zin wordt tussen “de” en “deelnemers” het woord “gemeentelijke” ingevoegd;

         in artikel 15, §1, eerste lid, wordt het getal “48” vervangen door “436” en achter het woord “decreet” de woorden “over het lokaal bestuur” toegevoegd;

         aan artikel 15, §1, tweede lid wordt een zin toegevoegd die luidt als volgt “Maximaal twee derden van de leden mag van hetzelfde geslacht zijn.”

         in artikel 15, §2 worden de eerste en derde zin geschrapt;

         in artikel 15 wordt §3 vervangen door volgende tekst: “Als de deelnemende gemeenten kandidaat-bestuurders voordragen die geen lid zijn van een gemeenteraad of van een districtsraad van een van de deelnemende gemeenten, maar van wie de deskundigheid over de statutair bepaalde doelstellingen manifest aantoonbaar is, wordt die voordracht uitdrukkelijk gemotiveerd. In dat geval is de onverenigbaarheid van het mandaat van bestuurder met de functie van werknemer van een deelnemend openbaar bestuur, vermeld in artikel 436, eerste lid, 8° van het decreet over het lokaal bestuur, niet van toepassing.”;

         de tekst van artikel 15bis wordt vervangen door volgende tekst:

“§1. Aan de vergaderingen van de raad van bestuur wordt deelgenomen door ten hoogste één door een deelnemer-gemeente aangewezen afgevaardigde die lid is met raadgevende stem. Iedere deelnemende gemeente heeft het recht, tot lid van de raad van bestuur met raadgevende stem, een gemeenteraadslid aan te wijzen, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester of schepenen, en deze aanwijzing voor te leggen aan de algemene vergadering die overgaat tot de samenstelling van de raad van bestuur na de algehele vernieuwing van de gemeenteraden;

§2. Indien slechts één gemeente van dit recht gebruik maakt, neemt de algemene vergadering akte van deze gemeenteraadsbeslissing en woont het aldus aangewezen lid vanaf dat ogenblik met raadgevende stem de zittingen van de raad van bestuur bij.

Bij verlies van het mandaat van een overeenkomstig de voorgaande paragraaf aangewezen lid met raadgevende stem vóór het verstrijken van de duur bepaald in § 3 van dit artikel, heeft de gemeente die de oorspronkelijke aanwijzing heeft verricht, het recht onmiddellijk in de vervanging te voorzien bij gemeenteraadsbeslissing. Het aldus aangewezen lid wordt opgenomen in de eerstvolgende raad van bestuur en voltooit het mandaat van zijn voorganger.

§3. Indien meer dan één gemeente van dit recht gebruik maakt, neemt de algemene vergadering akte van de gemeenteraadsbeslissingen en bepaalt zij de rangorde van de aangewezen leden met raadgevende stem in afdalende volgorde als volgt:

         in eerste instantie komen de leden aan bod die aangewezen werden door de gemeenten die niet vertegenwoordigd zijn in de raad van bestuur door een op hun voordracht benoemd bestuurder;

         in tweede instantie komen de leden aan bod die met eenparigheid van stemmen door hun gemeenteraad aangewezen werden;

         vervolgens komen de leden aan bod die niet van hetzelfde geslacht zijn als de meerderheid van de bestuurders;

         tenslotte geldt in ondergeschikte orde de leeftijd waarbij voorrang wordt gegeven aan het jongste aangewezen lid.

Het eerste volgens deze rangorde aangewezen lid met raadgevende stem woont vanaf dat ogenblik de raad van bestuur bij. Bij verlies van het mandaat van een overeenkomstig deze paragraaf aangewezen lid met raadgevende stem vóór het verstrijken van de duur bepaald in § 3 van dit artikel, komt het opengevallen mandaat toe aan het aangewezen lid dat in de oorspronkelijk opgemaakte rangorde als best geplaatste daarvoor in aanmerking komt. Het aldus aangewezen lid woont vanaf dat ogenblik de zittingen van de raad van bestuur bij en voltooit het mandaat van zijn voorganger.

§3. De duur van het mandaat van lid met raadgevende stem bedraagt zes jaar. Het is hernieuwbaar. Het eindigt onmiddellijk na de eerste algemene vergadering die overgaat tot de samenstelling van de raad van bestuur na de algehele vernieuwing van de gemeenteraden.

§4. De bepalingen van artikel 17, §2 van de statuten zijn van toepassing op het lid van de raad van bestuur met raadgevende stem. Het lid met raadgevende stem wordt geacht ontslagnemend te zijn bij vrijwillig ontslag en bij afzetting waartoe wordt beslist door de gemeenteraad die hem heeft afgevaardigd.”

         artikel 25 wordt geschrapt (afschaffing van het directiecomité);

         in artikel 28 worden het zinsdeel “hetzij, binnen de grenzen van het dagelijks bestuur, door het directiecomité als college” en de tekst “(casu quo directiecomité)” geschrapt;

         in artikel 47, §2 wordt de laatste zin geschrapt.

§2. Er wordt volmacht verleend aan de Raad van Bestuur om de statuten te coördineren van zodra de wijzigingen bedoeld in voorgaande paragraaf plaatsvinden.”

 

6.

Wijzigingen aan het opschrift van de statuten om deze in overeenstemming te brengen met de genomen besluiten.

 

7.

Statutaire ontslagen en benoemingen.

 

8.

Machten te verlenen tot uitvoering van de genomen besluiten.

 

 

De dienstverlenende vereniging CIPAL stelt de nodige documenten ter beschikking.

 

Juridische grond

         Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

         Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, nl. art. 51 en 52 inzake de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn

         Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, nl. art ; 44 dat de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger herhaald wordt voor elke algemene vergadering

         Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna kortweg “DLB”)

         statuten van CIPAL

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

Als vertegenwoordiger van het OCMW Lier voor de buitengewone algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging CIPAL op 14 december 2018 wordt de heer Van Ouytsel Bob, raadslid, Kanunnik Davidlaan 23 bus 18, 2500 Lier aangesteld.

 

Art. 2 :

Bovengenoemde vertegenwoordiger wordt gemandateerd om op de bijzondere algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging CIPAL van 14 december 2018 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen conform de beslissingen die door de raad zijn genomen over de agendapunten van de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging CIPAL van 14 december 2018 en verder al het nodige te doen voor de afwerking van de volledige agenda.

 

Art. 3 :

De voorzitter wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal.

 

Art. 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

CIPAL

1

vertegenwoordigers

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019