Lier

Zitting van 20 februari 2017

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

MONDELINGE VRAGEN

 

Mondelinge vraag 1 : van Freddy Callaerts (sp.a) i.v.m. Sint-Gummaruskerk

 

De Sint Gummaruskerk staat reeds sinds vele jaren in de steigers wegens een aanslepende renovatie, een tijd geleden werden er ook nog eens omheiningen geplaatst om de mensen te beschermen tegen de vallende stenen.

Dit monument is toch één van de toeristische trekpleisters van onze stad,ik heb aan het schepencollege dan ook volgende vragen:

         wanneer gaat we er nog eens gewerkt worden aan de kerk

         hoever staat het met de subsidies van de hogere overheid

         is er een planning ivm de duur van de nog uit te voeren werken of wanneer is de beëindiging van de werken voorzien??

 

Antwoord schepen Rik Verwaest:

Tot 2014 trad de stad Lier op als aanbestedende overheid voor de restauratie van de St.-Gummaruskerk in opdracht van de kerkfabriek St.-Gummarus. De St.-Gummaruskerk is eigendom van de kerkfabriek (niet van de stad).

In collegezitting van 17 maart 2014 is de ereloonovereenkomst met de ontwerper architect Mertens eenzijdig verbroken. De stad was van mening dat aan de verplichtingen niet werd voldaan, in het bijzonder wat betreft onzorgvuldige kostenbewaking en zeer verregaande overschrijdingen van het vooropgestelde budget. De afhandeling van deze verbreking is nog steeds lopende.

De verdere restauratiedossiers (vanaf enveloppe 4) zijn, op vraag van de kerkfabriek, overgedragen aan hen. Dit werd formeel bekrachtigd tijdens een overleg bij de dienst Onroerend Erfgoed Brussel, in aanwezigheid van Anja De Wit.

De stad is sindsdien niet meer betrokken bij het vervolg van het restauratieproject. De huidige werfafsluiting is geplaatst in opdracht van de kerkfabriek.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Marcel Taelman (Vlaams belang) ivm heraanleg van de Sint-Gummarusstraat

 

Op de vergadering voor de buurtbewoners van de Sint-Gummarusstraat heb ik kunnen vaststellen dat er voor de heraanleg van de straat weinig problemen waren, behalve dan het sluipverkeer waar de bewoners voltallig tegen protesteerden.

 

Met mijn tussenkomst heb ik de betrokkenen duidelijk gemaakt dat bewoners vaak noodgedwongen door de Sint-Gummarusstraat moeten rijden, bijvoorbeeld om naar de KTA-site te gaan. Een massa inwoners moet namelijk door het centrum langs het Zimmerplein, langs de Grote Kerk  en via de Sint-Gummarusstraat omdat de Vredebergstraat gesloten blijft.

 

Het antwoord van de bevoegde schepen was: “Ik heb het begrepen.”

         Graag vernam ik wat de schepen met dit antwoord precies bedoelde?

         Wat is ‘begrepen’, welke maatregelen staan hier tegenover en wat kunnen de betrokken bewoners juist verwachten?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Met de betrokken zinsnede heb ik aangegeven dat de aangehaalde problematiek met duidelijk is. De opmerkingen van de bewoners werden nog niet aan het college voorgelegd maar zullen verder worden bestudeerd in functie daarvan.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Peter Caluwé (GROEN) ivm barbecues

 

Via RTV en de sociale media mochten we vernemen dat de meerderheid gewonnen is voor de plaatsing van een publieke BBQ in Lier. In de uitzending op RTV haalde de schepen hiervoor ook enkele goede argumenten aan: Op zeer korte tijd heeft onze stad er heel wat wooneenheden bijgekregen, kwaliteitsvolle recreatieruimte waar samenzijn, ontspannende activiteiten en samen-eten hand in hand kunnen gaan is dus broodnodig. Zo'n publieke BBQ past naar onze mening perfect in dit plaatje. We hadden van het CBS graag het volgende vernomen:

 

         Is er reeds meer duidelijkheid over de locatie voor deze BBQ, momenteel worden het plein tegenover de Gasfabriek, de evenementenweide in het stadspark en het grasveld aan JC Moevement genoemd.

         Een reglement dient nog besproken en goedgekeurd te worden, maar toch hadden we graag enkele uitgangspunten vernomen (wie, wat, wanneer, gratis/betalend, wat met afval, duur per reservatie, bijkomende druk op stadsarbeiders, aantal personen per reservatie, toezicht, materiaal, …?)

         Welk type BBQ zal er overwogen worden, wat zal de 'capaciteit' ervan zijn?

         Hoe schat het CBS op dit moment het succes ervan in, hoe wil het CBS anticiperen op een mogelijk te groot succes van de publieke BBQ?

 

Antwoord schepen Rik Verwaest:

Ik ben natuurlijk blij met uw enthousiasme over dit plan. De bal ging wat sneller dan voorzien aan het rollen omdat ik het vermeldde tijdens een bespreking op de jeugdraad, waarna het werd opgepikt in de media.

Er waren inderdaad drie opties: de weide aan de Gasfabriek, de weide achter het Moevement of de evenementenweide.

We maakten dan een afweging met een aantal factoren: vandalismerisico, gezinsvriendelijkheid en gezelligheid omgeving, mogelijke overlast... op basis hiervan kreeg uiteindelijk de locatie achterin de evenementenweide de voorkeur, vlak aan het water.

Bedoeling is deze zomer al te kunnen starten. We zijn bezig met alle betrokken diensten om de practica voor te bereiden. Wij deden hiervoor beroep op het advies van stad Antwerpen, die zelf enkele van de meest gebruikte publieke barbecues van het land uitbaten.

In het voorliggende voorstel wordt het afval dagelijks opgehaald door de stadsdiensten, terwijl WerkmMaat, die vlakbij in de speeltuin resideren, voorziet in het onderhoud. Op die manier blijft de werklast beperkt en is er dagelijkse controle en schoonmaak.

Een formeel reglement wordt momenteel uitgewerkt. Het is nog te vroeg om daar uitspraken over te doen, maar indien gewenst door de raad zal ik daar binnenkort in mijn commissie een voorstel over toelichten.

Wat betreft uw vraag wat we gaan doen bij teveel succes: in de eerste plaats heel tevreden zijn, in de tweede plaats kijken naar uitbreidingsmogelijkheden. Maar laat ons eerst afwachten tot de eerste vleesjes à point zijn!

 

 

 

Mondelinge vraag 4 : van Peter Caluwé (GROEN) ivm wooncapaciteit

 

Net als andere steden en gemeenten, zet ook Lier in op de uitbreiding van het aantal woongelegenheden. Uiteraard gebeurt dit mede onder impuls van quota die door de hogere overheid worden opgelegd.

 

Je hoeft niet al te opmerkzaam te zijn om vast te stellen dat appartementen in Lier als paddenstoelen uit de grond lijken te schieten. We maken echter de bedenking of vraag en aanbod wel voldoende op elkaar zijn afgestemd.

 

Graag hadden we van u vernomen:

         Wat is de toename in wooncapaciteit of aantal woongelegenheden in Lier gedurende de afgelopen vijf jaar? (In absolute cijfers en percentages.)

         Wat is de bewoningsgraad van de totale wooncapaciteit in Lier? Met andere woorden, hoeveel woningen staan er leeg?

 

Antwoord schepen Walter Grootaers:

Uit bijgaande tabellen kan je het volgende concluderen: (versie augustus 2015)

 

[Eind 2014 waren er 15151 gezinnen en dus woongelegenheden]

 

In het stedelijk gebied zijn er tussen 1992 en 2015 circa 3.222 wooneenheden gerealiseerd of in opbouw.

 

De laatste 5 jaar, sinds 2012, zijn er circa 1.134 woongelegenheden gerealiseerd of in opbouw.

Daarvan zijn er 878 appartementen (77 %) en 256 ééngezinswoningen (23 %)

(Projecten vanaf 5 woongelegenheden werden meegeteld, wellicht werden de ééngezingswoningen dus iets onderschat.)

 

In het buitengebied zijn er de laatste 5 jaar 80 wooneenheden gerealiseerd of in opnouw. Waarvan 62 appartementen en 18 ééngezinswoningen.

 

Qua zorgkamers / assistentiewoningen werden er 464 woongelegenheden gecreërd.

 

 

Bewoningsgraad van de totale wooncapaciteit:

Momenteel bedraagt het register 125 leegstaande woningen. Daarbij komen nog een 30tal tweede verblijven in woongebied leegstand. Ten opzichte van 15151 gezinnen is dit 1 %.

 

 

Mondelinge vraag 5 : van Ella Cornelis (Vlaams belang) i.v.m. mandaten politici bekendmaken

 

In verband met de politieke storm die recent is opgedoken over de veelheid van mandaten en vergoedingen van politici hebben wij de volgende vraag.

 

Er moet duidelijkheid verschaft worden aan de inwoners van Lier en Koningshooikt.

Over de inkomsten van raadsleden die voortvloeien uit hun mandaten.

 

Daarom vragen wij een overzicht van wie in welke intercommunale (of aanverwante) zetelt en welke financiële vergoedingen hiervoor worden ontvangen.

 

Wij stellen voor om deze lijst jaarlijks bekend te maken.

 

Antwoord burgemeester Frank Boogaerts:

Collega Cornelis,

Naar aanleiding van Uw vraag voorzien wij een bevraging bij alle leden van deze raad, teneinde onze eigen informatie ter zake te kunnen actualiseren. Tevens zullen wij hierover in overleg gaan met de fractieleiders. U zult het ongetwijfeld met mij eens zijn dat het in deze belangrijk is om een gevalideerd en volledig antwoord te geven. Om die reden zullen wij U op de raad van maart hierover een uitgebreid antwoord geven. Ik roep alvast iedereen op om deze informatie met bekwame spoed aan ons te bezorgen wanneer wij U hierom verzoeken. Niemand van ons heeft hierover iets te verbergen, wij veronderstellen van U hetzelfde.

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 30 JANUARI 2017. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 30 januari 2017.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 30 januari 2017 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

MOBILITEIT VOOR KLEUTERS EN JONGE BASISSCHOOLKINDEREN TUSSEN SCHOOL EN ONTHAALOUDERS VAN LANDELIJKE KINDEROPVANG  - VOORSTEL VAN INWONER. AFKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op 21 juni 2016 ontving de stad een verzoek aan de gemeenteraad over een gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening namens een inwoner, nl. Kristina Spruyt. Zij diende een voorstel over de mobiliteit voor kleuters en jonge basisschoolkinderen tussen school en onthaalouders van Landelijke Kinderopvang. Zij heeft tevens het recht om dit agendapunt op de gemeenteraad te komen toelichten. Onderstaand voorstel werd ingediend:

 

Voorstel aan de gemeenteraad:

Voorheen werden kindjes van basisschool "Het Molentje" opgehaald en/of afgezet per schoolbus.

(4 kindjes van Stijn Streuvelslaan 22 te Lier bij onthaalmama Kris Spruyt)

(2 à 3 kindjes van Donk 71 te Lier bij onthaalmama Annelies Mathijs)

Vanaf schooljaar 2016-2017 zal de school deze vervoerdienst niet meer aanbieden.

Busvervoer van / naar naschoolse opvang van de stad gaat nu ook door de stad georganiseerd worden.

Kan er voor deze twee onthaalouders van Landelijke Kinderopvang toch nog vervoer gedaan worden voor hun kindjes?

 

Motivering van het voorstel:

Wij hebben het over heel jonge kinderen (2,5 jaar), die soms nog een broertje of zusje bij de onthaalouder hebben en die niet zelfstandig van en naar school geraken. Ook is een grotere naschoolse opvang voor zo'n jong kind soms echt niet aan de orde qua drukte en vermoeidheid na de schooldag. Bij ons is er dan mogelijkheid om al warm te eten en wat te slapen, en onze opvanguren zij veel meer flexibel dan die van de naschoolse opvang, wij bespreken onze begin/einduren met de ouders en passen ons gemakkelijk aan. Wij vinden het een beetje broodroof wanneer we onze naschoolse opvangdienst niet meer aan de jonge ouders kunnen aanbieden vanwege een mobiliteitsprobleem. In samenspraak met al de ouders die van de vervoerdienst gebruik zouden maken, zijn we zeker bereid er ook voor te betalen. Als ouders en onthaalouders met gerust hart weten dat hun kinderen geraken waar ze moeten zijn, neemt dat voor hen zeker een stressfactor weg en dit komt iedereen ten goede. Een alternatieve oplossing om te carpoolen in beurtrol is voor ons met 7 kindjes ook niet mogelijk daar een doorsnee wagen geen 7 extra zitplaatsen heeft.

 

Het voorstel is ontvankelijk, vermits:

         de aanvrager het formulier volledig ingevuld heeft ingediend

         de aanvrager het voorstel met 314 handtekeningen heeft ingediend (tegenover 29.532 inwoners ouder dan 16 jaar op 21 juni 2016)

Vermits het verzoek op 21 juni 2016 is ingediend, zal het op de gemeenteraad 26 september 2016 behandeld worden en de indiener zal de mogelijkheid hebben om  het agendapunt toe te komen toelichten.

 

Op de gemeenteraad van 26 september 2016 werd dit punt opgenomen in de agenda, maar werd echter verplaatst naar de gemeenteraad van 30 januari 2017.

 

Adviezen

Departement Uit in Lier, team jeugd adviseert om niet in te gaan op de vraag rond vervoer van kinderen van school naar kinderdagverblijven omwille van volgende redenen:

         vanaf september beschikt het gemeenschapsonderwijs ook niet meer over eigen bussen, waardoor dienst BKO al extra toeren naar basisschool Stadspark en basisschool Molentje moet voorzien

         de vraag naar busvervoer kwam al eerder, zowel van particuliere gezinnen als van kinderdagverblijven en de Steinerschool, en daar is niet op ingegaan

         het verzekeren van vervoer tussen verschillende Lierse scholen en BKO-locaties is sowieso al een moeilijke en kostelijke opdracht voor de stad, omwille van het korte tijdsbestek waarin kinderen vervoerd moeten worden.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet art. 200, 200bis, 200ter, 200quater, 200 quinquies

 

Argumentatie

De stad beslist niet in te gaan op de vraag rond vervoer van kinderen van school naar kinderdagverblijven omwille van volgende redenen:

         vanaf september beschikt het gemeenschapsonderwijs ook niet meer over eigen bussen, waardoor dienst BKO al extra toeren naar basisschool Stadspark en basisschool Molentje moet voorzien

         de vraag naar busvervoer kwam al eerder, zowel van particuliere gezinnen als van kinderdagverblijven en de Steinerschool, en daar is niet op ingegaan

         het verzekeren van vervoer tussen verschillende Lierse scholen en BKO-locaties is sowieso al een moeilijke en kostelijke opdracht voor de stad, omwille van het korte tijdsbestek waarin kinderen vervoerd moeten worden.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

6 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

5 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jan Hermans en Memet Cinar

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 6 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist niet in te gaan op de vraag rond vervoer van kinderen van school naar kinderdagverblijven.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist dat het gevolg van het verzoek door middel van de huidige uithanging m.b.t. de gemeenteraad zal bekend gemaakt worden.

 

Art 3 :

Het college wordt gelast met de bekendmaking van de afhandeling van het verzoek.

 

Art 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Spruyt Kristina

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST LANDSCHAPSPARK - ADDENDUM. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad heeft in zitting van 18-5-2015 een samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Natuur en Bos afgesloten voor de realisatie van het gebiedsgericht project "groene long Pallieterland Lier".

 

Deze overeenkomst komt voort uit het bestuursakkoord 2013-2018:  "De stad gaat op zoek naar een locatie voor een nieuw stadsrandbos, indien hiervoor bovenlokale subsidies kunnen verworven worden".

 

 

Feiten en context

Landschapspark Pallieterland is een visiegebied van ca. 127 ha omsloten door de Mechelsesteenweg, de vesten, de Benedennete en de grens met Duffel.

 

Pallieterland is een gebied dat voor de stad potenties biedt voor de versterking van de natuurwaarden en recreatie. Voor de invulling  van het gebied werd in opdracht van het Agentschap Natuur en Bos een inrichtingsstudie opgemaakt.

 

De inrichtingsstudie voorziet de realisatie van een stadsrandbos, speelbos, volkstuintjes, kleine landschapselementen, waterpartijen en wandelpaden. De studie geeft een visie voor het gebied weer en localiseert de potentiële functies van het gebied.

 

Argumentatie

In het kader van de werkgroepen die voor de realisatie van de visienota Pallieterland werden opgestart, werd de vzw Regionaal Landschap Rivierenland (RLRL) betrokken. Dit omwille van hun deskundigheid op gebied van natuurinrichting, natuurrecreatie en landschapszorg.

 

Nu de visie en inrichtingsstudie voor Pallieterland is afgerond, is een stapsgewijze realisatie een logische gevolg. Naast het Agentschap voor Natuur en Bos, vormt RLRL een deskundige partner om het project mee te kunnen realiseren.

 

De stad is lid van het RLRL. In het kader van dit project is het wenselijk van de ondersteuning van RLRL gebruik te maken. Door RLRL op te nemen als partner binnen de samenwerkingsovereenkomst Pallieterland, kan aan hen een welbepaalde opdracht toebedeeld worden.

 

RLRL kan o.a. instaan voor subsidiespotting en voor realisatie van volkstuintjes, advies in het kader van concrete aanleg, deskundige ondersteuning, communicatie met eigenaars in het gebied, ...

 

Om RLRL op te nemen als partner binnen de samenwerkingsovereenkomst, is een aanvulling van de overeenkomst vereist. Een addendum van overeenkomst wordt bij dit besluit gevoegd.

 

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist Regionaal Landschap Rivierenland vzw op te nemen als partner in de samenwerkingsovereenkomst realisatie groene long Pallieterland Lier.

 

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Agentschap Natuur en Bos

1

Regionaal Landschap Rivierenland

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

OPSTALOVEREENKOMST CHIRO KONINGSHOOIKT - KERKFABRIEK ST-JAN EVANGELIST - STAD LIER. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De Chirovereniging in Koningshooikt plant op korte termijn zowel voor de meisjes- als de jongensafdeling nieuwe lokalen op te richten. Dit gebeurt op grond dewelke eigendom is van het Kerkfabriek St-Jan Evangelist. De vzw Bouwcomité Chiro Koningshooikt krijgt hiervoor een recht van opstal op 49 jaar.

 

De vzw Bouwcomité Koningshooikt werd specifiek in het leven geroepen voor de oprichting en het beheer van de nieuwe jeugdlokalen. Er is dus een strikte scheiding tussen de feitelijke verenigingen (Chiro Jongens en Meisjes) en de vzw Bouwcomité.

 

Feiten en context

De Chiro verzoekt de stad om een stadswaarborg te verlenen als garantie voor de lening van 200.000 EUR dewelke zij aangaan ter financiering van de nieuwbouw (zie ook aparte goedkeuring).

 

Ter ondersteuning van de stadswaarborg, verzoekt de stad op haar beurt om een clausule te laten opnemen in de opstalovereenkomst. In deze clausule wordt bepaald dat in geval de stadswaarborg zou worden aangesproken (en de Chiro de lening dus niet meer terugbetaalt) het recht van opstal overgaat van de Chiro naar de stad.

 

Derhalve wordt de stad tussenkomende partij in de opstalovereenkomst en moet deze overeenkomst eveneens op de gemeenteraad worden goedgekeurd.

 

Juridisch advies

Op zoek naar een passende waarborg indien de stad zou optreden als borg voor de lening die de vzw zou aangaan, is het nodig in een clausule te voorzien die de stad toelaat verder gebruik te maken van de gebouwen die met de lening gefinancierd zijn, indien de opstalovereenkomst tussen de vzw en de Kerkfabriek zou ontbonden worden door wanprestatie of ontbinding van de vzw.

 

Aanvankelijk werd onderzocht of het aangewezen was dat de stad een hypotheek zou nemen op het opstalrecht, maar dit werd onvoldoende bevonden. In principe verdwijnt een hypotheek wanneer het opstalrecht een einde neemt, maar gaat het recht van de hypothecaire schuldeiser door zaakvervanging over op de eventuele vergoedingen die door de eigenaar aan de erfpachter verschuldigd zijn voor de door de erfpachter opgerichte gebouwen en beplantingen.

 

Door de ontbinding van het opstalcontract zou een einde aan het opstalrecht van de opstalhouder, evenals als de hypotheek die de opstalhouder op zijn opstalrecht had gevestigd. De grondeigenaar (de Kerkfabriek) wordt dan door natrekking eigenaar van de door de opstalhouder opgerichte gebouwen. In principe zou de Kerkfabriek de actuele waarde daarvan moeten vergoeden aan de opstalhouder (artikel 6 Opstalwet) en zal de hypotheekhouder zijn rechten kunnen laten gelden op die vergoeding door toepassing van de figuur van de zakelijke subrogatie. Partijen kunnen evenwel overeenkomen dat de grondeigenaar bij beëindiging van het recht van opstal geen vergoeding verschuldigd is aan de opstalhouder. In de akte is voor dergelijke afwijking van de Opstalwet geopteerd (‘p. 3: in afwijking van artikel 6 van de wet van 10 januari 1824, is hij aan de opstalhouder uit dien hoofde geen enkele terugbetaling of vergoeding verschuldigd.) Wanneer dat beding wordt overgeschreven op het kantoor van de hypotheekbewaarder is het tegenwerpelijk aan de hypothecaire schuldeiser, de stad. In dat geval kan er bij gebrek aan vergoeding van zakelijke subrogatie  geen sprake zijn en gaat de hypotheek definitief verloren.

 

Volgens de clausule die nu is opgenomen in de opstalovereenkomst zou de Kerkfabriek ingeval van beëindiging van de opstalovereenkomst met de vzw, een opstalrecht aan de stad verlenen tegen een vergoeding van 1 euro per jaar., waardoor de stad de gebouwen zou kunnen verder verhuren aan derden gedurende de duur van de opstal, Op het einde van de opstal keren de gebouwen terug in de eigendom van de Kerkfabriek zonder dat deze daar een vergoeding voor dient te betalen.

 

Ingeval een beroep moet worden gedaan op de stadswaarborg omdat de vzw de lening niet kan terugbetalen, verbindt de vzw er zich op haar beurt toe het opstalrecht in dat geval over te dragen aan de stad, zodat de stad de gebouwen verder kan verhuren voor de duur van de opstal.

 

Concluderend is er vanuit juridisch oogpunt geen bezwaar tegen de voorgestelde werkwijze om de rechten van de stad als borg te vrijwaren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad stemt in met de toevoeging van de stad als tussenkomende partij in de opstalovereenkomst tussen Bouwcomité Chiro Koningshooikt en Kerkfabriek Sint Jan Evangelist Koningshooikt in het kader van de verleende stadswaarborg aan de Chiro Koningshooikt.

 

Art. 2 :

De gemeenteraad beslist de bijgevoegde opstalovereenkomst tussen Bouwcomité Chiro Koningshooikt en Kerkfabriek Sint Jan Evangelist Koningshooikt goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

STADSWAARBORG AAN ING VOOR EEN LENING VAN 200.000 EUR AAN BOUWCOMITÉ CHIRO KONINGSHOOIKT. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De Chirovereniging in Koningshooikt plant op korte termijn zowel voor de meisjes- als de jongensafdeling nieuwe lokalen op te richten. Dit gebeurt op grond dewelke eigendom is van het Kerkfabriek St-Jan Evangelist. De vzw Bouwcomité Chiro Koningshooikt krijgt hiervoor een recht van opstal van 49 jaar.

 

De vzw Bouwcomité Koningshooikt werd specifiek in het leven geroepen voor de oprichting en het beheer van de nieuwe jeugdlokalen. Er is dus een strikte scheiding tussen de feitelijke verenigingen (Chiro Jongens en Meisjes) en de vzw Bouwcomité.

 

Feiten en context

De totale kostprijs wordt geraamd op 330.088 EUR inclusief BTW. Teneinde de financiering rond te krijgen heeft de vzw Bouwcomité nood aan een lening van 200.000 EUR op 20 jaar. ING bank is bereid om deze lening te geven op voorwaarde dat er een stadswaarborg wordt verleend.

 

De vzw Bouwcomité Koningshooikt verzoekt de stad om deze stadswaarborg te verstrekken. Zij hebben hiertoe de statuten van de vzw overgemaakt evenals het financieel plan (zie bijlage).

 

Bij het verstrekken van een stadswaarborg is het van belang dat de stad nagaat in hoeverre de terugbetalingscapaciteit kan aangetoond worden. Uit het financieel plan kan afgeleid worden dat de vzw Bouwcomité jaarlijks een budget van minimaal 14.000 EUR kan genereren via diverse geldinzamelingacties. Aan de huidige rentevoeten bedraagt de jaarlijkse terugbetaling van de lening ca 12.000 EUR.

 

Uiteraard is men afhankelijk van het (wisselende) succes van de inzamelingsacties. Bovendien loopt de lening over een periode van 20 jaar, waardoor er verschillende generaties van jeugdwerking zullen volgen.

 

Het risico van het verlenen van een stadswaarborg kan onderbouwd worden door het verstrekken van "garanties" of zekerheden. Het verlenen van persoonlijke borgstellingen acht de vzw Bouwcomité om begrijpelijke redenen niet wenselijk.

 

Belangrijk is dat de stad een stok achter de deur houdt in geval de Chiro de lening niet correct zou terugbetalen. Daarom wordt er voorgesteld om de stad mee op te nemen in de opstalovereenkomst als tussenkomende partij. Er wordt een clausule toegevoegd aan de opstalovereenkomst dewelke bepaalt dat ingeval van uitoefening van de stadswaarborg, het recht van opstal wordt overgedragen naar de stad. Hierdoor wordt de stad de facto opstalhouder en komt het gebruik van de lokalen aan de stad toe, hetgeen een voldoende sterk drukkingsmiddel is om de Chiro blijvend te engageren tot correcte terugbetaling van de lening.

 

Het voordeel van deze waarborg is dat deze kosteloos is. Het potentiële risico is echter dat in geval van eventuele overdracht van het opstalrecht van de vzw naar de stad er op dat moment mogelijks registratierechten moeten betaald worden. Dit valt echter op dat moment te bekijken, want dat is dan ook functie van het toekomstig gebruik. Indien de gebouwen dan gebruikt worden voor openbaar nut kan eventueel een vrijstelling bekomen worden.

 

 

 

Adviezen

De terugbetalingscapaciteit is afhankelijk van jaarlijkse geldinzamelingsacties. Alternatief zou geweest zijn om de lokalen ook te verhuren en zo recurrente opbrengsten te genereren. De vzw Bouwcomité heeft dit overwogen, maar heeft er van afgezien omdat hierdoor de bouwkost sterk zou toenemen (cfr. bijkomende verplichtingen).

 

 

 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad stemt in met het verlenen van een waarborg ter indekking van de lening van 200.000 EUR dewelke de vzw Bouwcomité Chiro Koningshooikt moet aangaan voor de financiering van de nieuwe lokalen. De gemeenteraad keurt volgende stadswaarborg goed :

 

“Stad Lier, hierna genoemd “de borg”, verklaart zich onherroepelijk en onvoorwaardelijk hoofdelijk borg te stellen voor de terugbetaling aan ING België nv, hierna “de bank” genoemd, van alle bedragen die door Bouwcomité Chiro Koningshooikt , hierna “de kredietnemer” genoemd, verschuldigd zouden zijn ten gevolge van het krediet ten belope van 200.000,00 EUR die werd aangegaan op basis van de kredietbrief van *** met referentie 380/COE/SCH/itv. 03232720-01,  en dit zowel wat betreft het kapitaal, de intresten (verwijlintresten inbegrepen), verzakings- of uittredingsvergoeding, onkosten en bijhorigheden”.

 

Art 2 :

De gemeenteraad gaat eveneens akkoord met het toevoegen van een clausule aan de opstalovereenkomst waarin wordt gestipuleerd dat in geval de stadswaarborg wordt uitgevoerd, het recht van opstal wordt overgedragen naar de stad Lier. De opstalovereenkomst wordt via een apart agendapunt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

ONTWERPOVEREENKOMST INZAKE BASISPRINCIPES M.B.T. RIOLEN LANGS GEWESTWEGEN. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Langs gewestwegen zijn rioolbeheerders/gemeenten en AWV partners bij de aanleg en het beheer van regenwater- en afvalwaterleidingen. In de loop der tijden groeiden tussen de gemeenten en AWV hierover afspraken die van plaats tot plaats verschillen.

Dit zorgt voor veel onduidelijkheden inzake beheer en onderhoud van deze infrastructuur langs de gewestwegen. Het is daarom wenselijk om basisprincipes en uniforme afspraken te maken.

 

Feiten en context

In een overleg bij de VVSG met AWV, de rioolbeheerders, meerdere gemeenten, MOW en de VMM werd een consensus bereikt over de basisprincipes in het kader van beheer en onderhoud van riolering langs gewestwegen.

 

Basisprincipes rond riolering en regenwaterleidingen

 

Type riolering

Beheer en onderhoud door

DWA

gemeente

RWA

AWV

Gemengde riolering

gemeente

Kolk en kolkaansluitingen

AWV

Huisaansluitput en -aansluitingen

gemeente

 

Basisprincipes rond langsgrachten en ingebuisde langsgrachten

 

Type riolering

Incl./excl. vuilvracht

Extra criteria

Beheer en onderhoud door

Langsgracht open

incl. of excl. vuilvracht

 

AWV

Langsgracht ingebuisd

Incl. vuilvracht

lengte streng >50m en > 5 wooneenheden

gemeente

Langsgracht ingebuisd

incl. vuilvracht

lengte streng < 50m of < 5 wooneenheden

AWV

Langsgracht ingebuisd

excl. vuilvracht

 

AWV

Kolk en kolkaansluitingen

incl. of excl. vuilvracht op langsgracht

 

AWV

Huisaansluitput en - aansluitingen

incl. of excl. vuilvracht langs langsgracht

 

gemeente

 

Fasering

Nadat de toetreding tot de overeenkomst in de gemeenteraad is bevestigd, stuurt de gemeente een melding aan de VVSG die dit op haar beurt doorstuurt aan AWV, die haar buitendiensten verwittigt dat in de desbetreffende gemeenten de basisafspraken van start kunnen gaan.

 

Alle partijen zullen zich inspannen om deze basisprincipes tegen eind 2018 verder uit te werken in gedetailleerde regelingen.

 

Juridische grond

De Nieuwe Gemeentewet onder andere artikel 119 en artikel 135.

 

Het Gemeentedecreet: onder andere artikel 2, artikel 42, artikel 43, artikel 57 en 58, artikel 64, artikel 192.

 

Argumentatie

Deze basisprincipes zullen de verantwoordelijkheden in het onderhoud van de afwateringsinfrastructuur langs gewestwegen verduidelijken. Hierbij wordt gekeken naar de infrastructuur om de beheerder te bepalen, en niet naar het domein. Uitgangspunt is dat de rioolbeheerder/gemeente de afvalwaterinfrastructuur onderhoudt en AWV de regenwaterinfrastructuur. In historisch gegroeide situaties waar niet duidelijk is wat afvalwaterleidingen zijn en wat regenwaterleidingen, bepalen de basisprincipes  via een aantal eenvoudige, makkelijk op het terrein detecteerbare regels wie wat onderhoudt. Zodra de infrastructuur heraangelegd wordt tot een duidelijk gescheiden stelsel, geldt opnieuw het uitgangspunt. Deze afspraken gelden voor onderhoud. Bij heraanleg en nieuwe aanleg wordt de kostenverdeling gehanteerd voor investeringen waarvoor de omzendbrief OW 98/4 de basis vormt (zie bijlage OW d12-194).

 

De Raad van bestuur van de VVSG (02 maart 2016), de directieraad van AWV, en de rioolbeheerders die deelnamen aan het overleg, keurden deze basisprincipes goed.

 

De VVSG roept alle gemeenten op om deze basisprincipes eveneens te onderschrijven. Bij gemeenten die hun riolen zelf beheren is hiervoor een gemeenteraadsbeslissing nodig.

 

Naast de goedkeuring van de basisprincipes wordt ook goedkeuring gevraagd van de overeenkomst om in te stappen in dit afsprakenkader.

 

In deze overeenkomst staat ook het engagement om bepaalde praktische afspraken verder in detail te regelen. Hierover zal verder overleg worden georganiseerd. De toepassing van de basisprincipes op het terrein kan ingaan zodra de gemeente via de VVSG aan AWV laat weten dat ze instapt in de basisprincipes. De toepassing wacht niet op de afwerking van deze detail regelingen.

 

Stemming

 

26 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Bram Van Oosterwyck, Jan Hauwaert en Marc Franquet

3 onthoudingen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

 

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de ontwerpovereenkomst inzake basisprincipes m.b.t. riolen langs gewestwegen, goed.

De basisprincipes in kader van beheer en onderhoud van riolering langs gewestwegen zijn opgenomen als bijlage 1 bij dit besluit.

 

Art 2 :

De toetreding van de gemeente tot de overeenkomst uit artikel 1 wordt geformaliseerd door de opname van de gemeente in de lijst met gemeenten die in een gemeenteraadsbeslissing de basisprincipes en deze overeenkomst onderschreven. AWV staat in voor het aanvullen en bijhouden van deze lijst.

 

De gemeente stuurt hiertoe een melding aan de VVSG die dit op haar beurt doorstuurt aan AWV, die haar buitendiensten verwittigt dat in de desbetreffende gemeenten de basisafspraken van start kunnen gaan.

 

De toepassing van de basisprincipes op het terrein starten vanaf dat moment. Er wordt niet gewacht op de afwerking van de detail regelingen zoals opgenomen in de overeenkomst uit artikel 2.

 

Art. 3 :

De gemeente engageert zich om deze basisprincipes samen met AWV digitaal in te tekenen op kaart en om deze informatie wederzijds beschikbaar te stellen. 

 

Art 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

VVSG

 

 

Bijlage 1:

 

OVEREENKOMST INZAKE BASISPRINCIPES INZAKE RIOLEN LANGS GEWESTWEGEN

 

1. Partijen bij de overeenkomst

Deze overeenkomst wordt afgesloten tussen enerzijds het Agentschap AWV en de besturen en organisaties die haar ondertekenen alsook tussen de oorspronkelijke partijen en de besturen en organisaties die op een later tijdstip toetreden tot deze overeenkomst volgens de in artikel 5 voorgeschreven wijze.

 

2. Voorwerp van de overeenkomst

Het Agentschap AWV, VVSG, gemeenten en de diverse rioolbeheerders in Vlaanderen, onderhandelden de voorbije jaren over basisprincipes inzake het beheer en onderhoud van de regen- en afvalwaterleidingen en grachten langs gewestwegen die uniform in het Vlaams Gewest kunnen toegepast worden. Die basisprincipes doen geen afbreuk aan de bestaande eigendomssituaties.

Het resultaat hiervan is de nota (hierna: ‘de nota basisprincipes’) die als bijlage gevoegd wordt aan de onderhavige overeenkomst. De Raad van Bestuur van de VVSG en de Directievergadering van AWV keurden de basisprincipes reeds goed.

 

3. Verbintenissen van de partijen

De verschillende betrokken organisaties die partij zijn of worden bij de onderhavige overeenkomst, erkennen dat ‘de nota basisprincipes’ een correcte weergave is van de resultaten van de onderhandelingen. Zij zullen zich inspannen om de daarin opgenomen basisprincipes tegen 01/01/2017, of uiterlijk binnen drie maanden na de toetreding ingeval latere toetreding door een partij, te verwerken in hun interne werkdocumenten (dienstorders AWV, werkinstructies gemeenten, rioolbeheerders) en door hun resp. bevoegde organen te laten goedkeuren.

Alle partijen zullen zich inspannen om deze basisprincipes tegen eind 2018, in dezelfde constructieve geest verder uit te werken in gedetailleerde regelingen. Hierbij zullen onder meer, doch niet hiertoe beperkt, volgende regelingen uitgewerkt worden:

* vertalen van de basisprincipes naar kaartmateriaal, waarbij afspraken uit eerdere samenwerkingsovereenkomsten die strijdig zijn met deze overeenkomst worden geduid en bijgestuurd naar de principes van deze overeenkomst;

* afspraken inzake de afstemming van investeringen waarbij zowel prioriteiten op het vlak  van riolering   (investeringen in afvalwater- en regenwaterinfrastructuur, zowel omwille van structurele of ecologische noodzaak als omwille van optimalisaties, afkoppelingen, …) als op het vlak van weginfrastructuur (inclusief groot onderhoud aan gewestwegen) mee genomen worden in de opmaak van investeringsprogramma’s;

* afspraken rond interventies (signalisatie, vergunningen, reactiesnelheid bijvoorbeeld bij wateroverlast, ...) en contactgegevens (noodnummers);

* afspraken rond onderhoud (praktische afspraken, afstemming periodiek onderhoud, …);

* afspraken rond behandeling van vragen van aangelanden (grachtinbuizingen, nieuwe aansluitingen, klachten,…);

* afspraken voor buffer- en wachtbekkens

* afspraken rond eigendomssituaties en de hieraan gerelateerde aansprakelijkheden.

Deze gedetailleerde regelingen zullen als bijlagen toegevoegd worden aan hoger vermelde dienstorders, werkinstructies na goedkeuring ervan de door de resp. bevoegde organen van de verschillende betrokken organisaties.

 

4. Volledige overeenkomst

Deze overeenkomst en haar bijlagen vervangen alle vroegere brieven, verklaringen, waarborgen of overeenkomsten over het voorwerp van deze overeenkomst. Afspraken die in dit verband gemaakt werden in het kader van samenwerkingsovereenkomsten voor gezamenlijke projecten voor wegenis en riolering, blijven evenwel geldig tenzij ze tegenstrijdig zijn aan de in de onderhavige overeenkomst opgenomen basisprincipes.

 

5. Toetreding tot de overeenkomst

Gemeenten-rioolbeheerders die op datum van ondertekening van de onderhavige overeenkomst geen partij zijn, kunnen beslissen later toe te treden tot deze overeenkomst op voorwaarde dat zij de daarin opgenomen basisafspraken en de eventueel reeds definitief uitgewerkte gedetailleerde regelingen zonder voorbehoud onderschrijven en aanvaarden.

Nadat dit in een gemeenteraadsbeslissing is bevestigd, zal de betrokken gemeente een melding sturen aan VVSG die dit op haar beurt doorstuurt aan AWV, die haar buitendiensten verwittigt dat in de desbetreffende gemeenten de basisafspraken van start kunnen gaan.

De toetreding tot de onderhavige overeenkomst wordt geformaliseerd door de opname van de gemeente in de lijst met gemeenten die in een gemeenteraadsbeslissing de basisprincipes en deze overeenkomst onderschreven. AWV staat in voor het aanvullen en bijhouden van deze lijst.

 

6. Toepasselijk recht, geschillenregeling, inwerkingtreding

Het Belgisch recht is van toepassing op deze overeenkomst.

Ingeval van geschillen tussen een of meerdere partijen die niet in der minne kunnen opgelost worden, zullen de rechtbanken van Brussel bevoegd zijn.

Deze overeenkomst treedt in werking op 1 november 2016.

 

 

Aldus overeengekomen en ondertekend te Brussel op ………………………..,

 

Voor AWV,Voor stad Lier,Voor Aquafin,

 

 

Voor Infrax,Voor De Watergroep,Voor Riolink

 

 

Voor Pidpa,Voor IWVA,Voor Farys,

 

Voor Vivaqua,

 

Bijlagen:

1.‘De nota “basisprincipes’

2.Bijlage met gemeenten die in een gemeenteraadsbeslissing de basisprincipes en deze overeenkomst onderschreven.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

BRIEF DD.  24/01/2017 MBT GOEDKEURING BEGROTINGSWIJZIGINGEN 1&2 - DIENSTJAAR 2016 VAN DE LOKALE POLITIE LIER DOOR FEDERAAL TOEZICHT. KENNISNAME.

 

 

 

BESLUIT

De gemeenteraad neemt kennis van de brief dd. 24/01/2017 van het Federaal Toezicht mbt goedkeuring zonder opmerkingen van de begrotingswijzigingen nr.1 en nr.2 - dienstjaar 2016 van de lokale politie Lier.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

PERSONEELSPLAN EN ORGANIGRAM STAD EN OCMW. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad van 28 november 2011 keurde de organisatiestructuur en het personeelsplan goed. Het personeelsplan bevatte 323,5 VTE (exclusief brandweer) maar de invulling gebeurde via strategische personeelsplanning en met respect voor het budget en de meerjarenplanning.

De gemeenteraad 23 maart 2015 keurde het organogram en het nieuwe personeelsplan van de stad in functie van de geïntegreerde samenwerking stad en OCMW goed. Het personeelsplan van de stad Lier bevatte 290,77 VTE.

De OCMW- raad van 24 februari 2015 keurde het organogram en het nieuwe personeelsplan van het OCMW in functie van de geïntegreerde samenwerking stad en OCMW goed. Het personeelsplan van het OCMW Lier bevatte 239,70 VTE.

 

Conceptnota van de Vlaamse Regering m.b.t. integratie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in de gemeentebesturen.

 

Feiten en context

De stad Lier en het OCMW Lier wensen de reeds ver doorgedreven samenwerking verder te verfijnen.

Dit resulteerde in een vernieuwd geïntegreerd organogram met een volledig uitgewerkte onderbouw van de verschillende departementen en in een aangepaste formatie maar binnen het goedgekeurde personeelsplan van 2015 van zowel stad als OCMW.

 

Fasering

 

 

stad

OCMW

Cbs : principiële goedkeuring

16 januari 2017

 

Communicatie personeel

week 16 januari 2017

idem

Versturen naar BOC

17 januari 2017

idem

BOC

31 januari 2017

idem

CBS

1 februari 2017

 

Agenderen GR

6 februari 2017

 

Commissie personeel +

raadsleden OCMW raad

week 13 februari  2017

 

Gemeenteraad

Definitieve goedkeuring

formatie

 

20 februari 2017

 

Agenderen raad van OCMW

 

9 februari 2017

Vaststellen dagorde OCMW-raad

 

13 februari 2016

 

Raad OCMW

 

 

21 februari 2017

 

 

 

 

 

Adviezen

Advies van het Mteam van 7 december 2016

Protocol van het BOC dd 6 februari 2017

Advies aan de OCMW-raad dient te worden gegeven overeenkomstig artikel 270 § 1, 2° van het OCMW-decreet  mbt het voorgelegde personeelsformatie.

 

Juridische grond

Volgens artikel 103 van het gemeentedecreet is de gemeenteraad bevoegd om de personeelsformatie vast te stellen. De personeelsformatie bevat de opsomming van het aantal en de soorten betrekkingen.

Volgens artikel 43 §1, artikel 57 §2 en artikel 75 van het Gemeentedecreet is de gemeenteraad bevoegd tot het vaststellen van het organogram. De gemeenteraad kan dit delegeren naar het college door het Decreet van 3 juni 2016 tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 (artikel 3, 2° ), BS 28 juni 2016

 

Volgens artikel 270, 2° van het OCMW-decreet geeft het college aan het OCMW vooraf advies mbt het vaststellen of wijzigen van de personeelsformatie.

 

Wet van 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

 

Argumentatie

Juridisch gezien wordt een geïntegreerd organogram en personeelsplan stad en OCMW nog niet toegelaten In afwachting van de wetswijzigingen door de hogere overheid. In 2015 werden nog twee afzonderlijke organogrammen en personeelsplannen voor stad resp. OCMW goedgekeurd.

Die opsplitsing tussen beide organigrammen is door de intense samenwerking niet langer houdbaar. Er wordt nu dan ook een geïntegreerd organogram voorgelegd.

 

Het vernieuw geïntegreerd organigram bevat

- team Strategie & IT, als stafdienst onder de secretaris en welke Strategie, Organisatiesystemen en IT bevat

- departement Algemene Zaken : waaronder vastgoed, archief, vastgoed en secretariaat horen

- departement Externe Communicatie : gericht op externe communicatie naar de burgers, en behandelt van klachten en meldingen

- departement Personeel, verantwoordelijk  voor personeelsbeheer, personeelsbeleid, interne communicatie en interne preventie adviseur

- departement Juridische Zaken

- departement Financieel Beheer

- departement Wonen, Leven en Ondernemen, welke bestaat uit

* Dienstverlening

* Ruimtelijke Organisatie

* Ondernemen

* Handhaving en Preventie

- departement Uit in Lier

* Bibliotheek & Leescafé

* Cultuur & Evenementen

* Deeltijds Kunstonderwijs

* Jeugd & BKO

* Toerisme & Erfgoed

* Verhuur Infrastructuur & Sport

- departement Welzijn, waarbij de vorige departementen Welzijn en Sociale Dienstverlening zijn samengevoegd tot één departement en welke nu bestaat uit 3 teams

* Sociaal Beleid, dienstencentra, Jeugdwelzijnswerk, Straathoekwerk

* Sociale Dienstverlening, welke verder onderverdeeld is in

- Algemene Sociale Dienst,

- Maatschappelijke Integratie

- Onthaal, Intake, Administratie

* WZC

- departement Infrastructuur , samengesteld uit

* Technisch Bureau Patrimonium

* Technisch Bureau Openbaar Domein

* Technische Uitvoerende diensten, welke verder is onderverdeeld in Groen, Poets, Openbaar Domein, Logistiek  en Gebouwen.

 

 

De opsplitsing tussen de beide personeelsformaties wordt wel behouden omwille van de verschillende rechtspersoonlijkheden van stad en OCMW en omwille van het statuut van de werknemers middels hun overeenkomst met hun respectievelijke werkgever.

De personeelsformaties worden wel gezamenlijk ter goedkeuring voorgelegd en als zodanig opgevolgd. Het aantal VTE binnen de personeelsformatie van stad resp OCMW wordt behouden.

De beslissingen die de volgende jaren genomen worden inzake personeel zullen telkens worden genomen, binnen de totaliteit van het gezamenlijk personeelsplan van stad en OCMW en  binnen het budget en meerjarenplan.

 

Financiële weerslag

De implementatie van het vernieuwd personeelsplan en het organogram ten einde de samenwerking tussen de stad en het OCMW te realiseren gebeurt binnen de budgetten voorzien in het budget 2017 en het meerjarenplan.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de intentie van de aanstellende overheid om alle toekomstige beslissingen inzake personeel te kaderen in deze visie.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist dat de beslissingen die de volgende jaren genomen worden inzake personeel telkens zullen worden genomen, binnen de totaliteit van het gezamenlijk personeelsplan van stad en OCMW en  binnen het budget en meerjarenplan.

 

Art 3 :

De financiële gevolgen zijn:

De implementatie van het vernieuwd personeelsplan en het organogram ten einde de samenwerking tussen de stad en het OCMW te realiseren gebeurt binnen de budgetten voorzien in het budget 2017 en het meerjarenplan.

 

Art 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

3

Personeel

Financiën

Toezicht

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

WIJZIGING RECHTSPOSITIEREGELING : INVOERING A5, GSM. EN MAALTIJDCHEQUES. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad van 28 november 2011 keurde de organisatiestructuur en het personeelsplan goed. Het personeelsplan bevatte 323,5 VTE (exclusief brandweer) maar de invulling gebeurde via strategische personeelsplanning en met respect voor het budget en de meerjarenplanning.

De gemeenteraad 23 maart 2015 keurde het organogram en het nieuwe personeelsplan van de stad in functie van de geïntegreerde samenwerking stad en OCMW goed. Het personeelsplan van de stad Lier bevatte 290,77 VTE.

De OCMW- raad van 24 februari 2015 keurde het organogram en het nieuwe personeelsplan van het OCMW in functie van de geïntegreerde samenwerking stad en OCMW goed. Het personeelsplan van het OCMW Lier bevatte 239,70 VTE.

Conceptnota van de Vlaamse Regering m.b.t. integratie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in de gemeentebesturen.

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 30 mei 2016 akkoord te gaan om de restmiddelen 2015 van de VIA4diensten aan te wenden voor een verhoging van de maaltijdcheques met €1 voor de periode van 1 juni 2016 tot en met 31 mei 2017.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 12 december 2016 principieel akkoord te gaan om de restmiddelen 2013-2014 en 2015 van de VIA-diensten aan te wenden als volgt :

- de verlenging van de verhoging van de maaltijdscheques met €1 voor alle personeelsleden van stad en OCMW voor de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 mei 2018.

 

Feiten en context

Invoering A5

De gemeenteraad van 20 februari 2017 en de OCMW-raad van 21 februari 2017 wordt  het aangepaste organigram en formatie ter goedkeuring voorgelegd.

De aangepaste formatie bevat de invoering van een A5-niveau. Dit niveau dient in de rechtspositieregeling te worden opgenomen, aanwervings-, mobiliteits- en bevorderingsvoorwaarden en de voorwaarden voor functionele loopbaan dienen worden bepaald. De selectieprocedure in de bijlage dient tevens verder te worden aangevuld.

 

Privégebruik gsm, een gsm-abonnement en data-abonnement

Ook de aanpassing aan de rechtspositieregeling nav wijzigingen in gebruik van gsm door personeelsleden van stad en OCMW Lier wordt opgenomen.

Voortaan kunnen personeelsleden die beschikken over een gsm, een gsm-abonnement en data-abonnement, deze privé gebruiken mits aanrekening van voordeel alle aard en/of split-bill.

 

Maaltijdcheques

Omdat het bedrag van de maaltijdcheques wordt vermeld in de rechtspositieregeling, dient deze ook aangepast te worden.

Artikel 255 van de rechtspositieregeling luidt als volgt : "De medewerker heeft recht op maaltijdcheques.  De waarde van één maaltijdcheque bedraagt 6 euro.  De werkgeversbijdrage bedraagt 4.91 euro"

Bij beslissing van de gemeenteraad van 30 mei 2016 werd een artikel 255 bis toegevoegd dat luidt : "In afwijking van vorig artikel wordt voor de periode van 1 juni 2016 tot en met 31 mei 2017 het bedrag van een maaltijdcheque verhoogd met 1 euro zodat de waarde van één maaltijdcheque 7 euro bedraagt.  De werkgeversbijdrage bedraagt dan 5.91 euro".

Dit artikel 255 bis dient dus aangepast te worden met de verlenging van één jaar.

 

Fasering

 

 

stad

OCMW

Cbs : principiële goedkeuring

16 januari 2017

 

Communicatie personeel

 

idem

Versturen naar BOC

17 januari 2017

idem

BOC

31 januari 2017

idem

CBS

1 februari  2017

 

Agenderen GR

6 februari  2017

 

Toelichting formatie :

- verenigde commissie stad

- raadsleden OCMW raad

week 13 februari 2017

 

Gemeenteraad

Definitieve goedkeuring

formatie

 

20 februari  2017

 

Agenderen raad van OCMW

 

6 februari 2017

Vaststellen dagorde OCMW-raad

 

13 februari 2016

Raad OCMW

 

21 februari 2017

 

 

Adviezen

Protocol van akkoord van het BOC dd 6.2.2017 mbt A5 en gsm

Protocol van akkoord van het BOC dd. 16 december 2016 mbt maaltijdcheques

Advies van de OCMW raad m.b.t. wijzigingen aan de rechtspositieregeling is gevraagd en staat geagendeerd op de OCMW raad van 21.2.2017

 

Juridische grond

De rechtspositieregeling dd. 15/12/2008 en zijn wijzigingen

Volgens artikel 105 van het gemeentedecreet is de gemeenteraad bevoegd om de rechtspositieregeling  vast te stellen.

Volgens artikel 270, 3° van het OCMW-decreet dient het college van burgemeester en schepenen vooraf advies te geven aan het OCMW bij het vaststellen of wijzigen van de rechtspositieregeling van het personeel, voor zover die vaststelling of wijziging een financiële weerslag kan hebben

Volgens artikel 270 §1 van het gemeentedecreet  kan  de stad Lier alleen beslissen als ze vooraf zijn voorgelegd aan het advies van de raad voor maatschappelijk welzijn:

1° het vaststellen of wijzigen van de rechtspositieregeling van het personeel, voorzover de desbetreffende beslissingen een weerslag kunnen hebben op de budgetten en het beheer van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;

2° het oprichten van nieuwe diensten of instellingen met een sociale doelstelling en de uitbreiding van de bestaande.

 

Wet van 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

 

Argumentatie

De bijlage bevat de wijzigingen aan de rechtspositieregeling door de invoering van een A5-niveau m.b.t.

-  aanwervings-, mobiliteits- en bevorderingsvoorwaarden

-  de voorwaarden voor functionele loopbaan

-  de selectieprocedure.

 

De bijlage bevat eveneens de wijzigingen aan de rechtspositieregeling door het invoeren van het privégebruik van een bedrijfsgsm en abonnement mits aanrekening van voordeel alle aard en/of de split-billformule.

 

Maaltijdcheques

Stad en OCMW beschikken nog over VIA4 restmiddelen welke aangewend kunnen worden voor de verhoging van de maaltijdcheques voor 1 jaar.

Concreet wordt beroep gedaan op de VIA4 restmiddelen van 2013-2014 en 2015, zijnde 94.904,91 euro die de stad nog overheeft en 18.549,26 euro van het OCMW.

De stad schrijft 33.119,94 euro over naar het OCMW, zodat het aandeel OCMW wordt opgetrokken naar 51.669.20 euro. In 2017 wordt via interne kredietaanpassing de nodige kredieten toegevoegd aan het budget.

Omwille van deze verhoging dient artikel 255 bis van de rechtspositieregeling als volgt te worden gewijzigd :

"In afwijking van het vorig artikel wordt voor de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 mei 2018 het bedrag van een maaltijdcheque verhoogd met 1 euro zodat de waarde van één maaltijdcheque 7 euro bedraagt. De werkgeversbijdrage bedraagt dan 5.91 euro.

De personeelsleden dienen een document te ondertekenen waarbij ze kennis nemen van de tijdelijke verhoging van de maaltijdcheques.

 

Aangezien de rechtspositieregelingen van de stad en het OCMW omwille van de samenwerking zoveel mogelijk op elkaar dienen te worden afgestemd, dient de RPR van het OCMW, zijnde RPR 2, 3 ook in die zin te worden aangepast.

Het college dient hierover advies te vragen en te geven aan het OCMW.

 

Financiële weerslag

Teneinde het OCMW in staat te stellen haar gedeelte van de verhoging van de maaltijdcheques te betalen, stort de stad 33.119,94 euro op de rekening van het OCMW.

In het budget 2017 van de stad moet dan via een interne kredietaanpassing de respectievelijke bedragen dewelke betrekking hebben op 2017 ook effectief in het budget worden voorzien.

Het aandeel mbt 2018 moet met de budgetopmaak 2018 worden opgenomen

Actie  : 002/001/007/001 - betalen van wedden, respectievelijk maaltijdcheques

BS : 74050020/112 : personeelssubsidies Algemeen

BS : 62310040/112 - maaltijdcheques

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Sabine Leyzen, Memet Cinar, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

6 onthoudingen: Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de rechtspositieregeling (RPR 1) goed, zoals als bijlage, toegevoegd.

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan artikel 255 bis van de rechtspositieregeling als volgt goed:

"In afwijking van het vorig artikel wordt voor de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 mei 2018 het bedrag van een maaltijdcheque verhoogd met 1 euro zodat de waarde van één maaltijdcheque 7 euro bedraagt. De werkgeversbijdrage bedraagt dan 5.91 euro.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

3

Personeel

Financiën

Toezicht

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

VACANTVERKLARING VAN EEN FUNCTIE VAN INSPECTEUR VAN POLITIE BIJ DE LOKALE POLITIE - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 houdende het personeelskader van de lokale politie.

 

Feiten en context

Met het hiervoor vermelde gemeenteraadsbesluit werd de personeelsformatie vastgesteld

van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader.

Het personeelslid Bjorn Vanparys startte op 17 oktober 2016 de opleiding tot hoofdinspecteur van politie.  Ondertussen blijft betrokkene wel personeelslid van de politiezone Lier.  Hij zal zijn opleiding beëindigen op 30 juni 2017.  Na het slagen in de opleiding zal hij benoemd worden tot hoofdinspecteur van politie en via de mobiliteit een functie moeten zoeken van hoofdinspecteur.  Betrokkene zal dus niet als inspecteur van politie terugkeren naar de zone, tenzij hij niet slaagt in de opleiding..

 

Juridische grond

Wet van 07/12/1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op

twee niveaus, herhaaldelijk aangepast en aangevuld, in het bijzonder artikel 56.

Koninklijk Besluit van 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de

politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/11/2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit

van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de

rechtspositie van het personeel van de politiediensten, specifiek het gedeelte dat handelt

over de mobiliteit.

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 dat de formatie van het operationeel en

administratief en logistiek personeel van de lokale politie Lier vaststelt.

Ministeriële omzendbrief GPI15bis en errata betreffende de mobiliteitscyclus.

Ministeriële omzendbrief BA/2001/13 van 07/09/2001 van het Ministerie van de Vlaamse

Gemeenschap betreffende de lokale politie, eengemeentezone en meergemeentezones :

administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

 

Argumentatie

Naar aanleiding van de uitgevoerde besparingen de afgelopen jaren, de verhoogde inzet van politieambtenaren bij evenementen en dergelijke naar aanleiding van de terrodreiging  niveau 3 (dat nog altijd van toepassing is en waarvan de verwachtingen zijn dat dit niet onmiddellijk zal wijzigen) en het leveren van extra externe steun (hycap) aan andere politiezones en de federale politie, is het absoluut noodzakelijk om vacant komende functies zo snel als mogelijk in te vullen. Rekening houdend met de termijn van de mobiliteit zal deze functie ten vroegste op 01 juli 2017 ingevuld kunnen worden.  Op dat moment is de desbetreffende aspirant-hoofdinspecteur afgestudeerd (geen overlapping dus).

Momenteel zijn er nog verschilldende functies van de graad van inspecteur van poilitie niet ingevuld ingevolge de afgesproken besparingen de afgelopen jaren, waardoor de vacature zich nog altijd binnen het personeelskader situeert.

Moest inspecteur van politie Bjorn Vanparys niet slagen in de opleiding tot hoofdinspecteur, dan wordt de eerstvolgende vacant komende functie van inspecteur van politie niet open verklaard.

Het artikel VI.II.12bis voorziet dat elke zone van lokale politie van categorie 2 of 3 jaarlijks

10% van de vacante betrekkingen, met een minimum van 1 betrekking, toewijst aan

personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten

minste 10 jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het grondgebied van het Brussels

Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest. Daartoe wordt,

in voorkomend geval, een voorrang toegekend aan de personeelsleden die aan deze

voorwaarden beantwoorden. De functie van inspecteur van politie wordt in dit kader

aangeboden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

Er wordt 1 functie van inspecteur van politie binnen het operationeel kader van de lokale politie Lier vacant verklaard.

 

Art 2 :

Als wijze van selectie wordt  aangeduid : het inwinnen van het advies van de plaatselijke selectiecommissie die bestaat uit:

Voorzitter : dhr Stijn Van den Bulck, commissaris of zijn vervanger

Leden : dhr. Dirk Van der Auwera, hoofdinspecteur of zijn vervanger

dhr. Koen Rymen, hoofdinspecteur of zijn vervanger

Secretaris : Mevr. Marianne Ceusters, assistente korpschef of haar vervanger

 

Art 3 :

De betrekking van inspecteur van politie is een betrekking in het kader van het artikel VI.II.12bis van het K.B. van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositieregeling van het personeel van de politiediensten.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 februari 2017

 

INTERPELLATIES

 

Interpellatie 1 : van Olivier Peeters (Vlaams belang) i.v.m. verder uitrollen van het falende OCT-netwerk

 

Het stadsbestuur blijft het aantal ondergrondse afvalcontainers (OCT’s) verder uitbreiden. Zo zullen onder meer bijkomende afvalcontainers worden geplaatst aan de woonzorgcampus in de Kanunnik Davidlaan.

 

Deze beleidskeuze is op z’n minst opvallend. De OCT’s staan intussen garant voor jarenlange miserie, tonnen sluikstort en voor eindeloze technische mankementen of problemen.

 

Tijdens de gemeenteraad van december 2016 werd nog maar eens duidelijk dat afvalbeheerder IVAREM in gebreke blijft en dat het geduld van het stadsbestuur eindelijk op zou geraken.

 

Ik vernam dan ook graag waarom het stadsbestuur het falende OCT-netwerk verder blijft uitrollen?

 

Antwoord schepen Lucien Herijgers:

De laatste jaren is er een tendens aan de gang waarbij men probeert, gestuurd vanuit de steden zelf en vanuit de Vlaamse overheid om ruimte te maken voor wonen in de steden. Dit heeft tot gevolg dat onbenutte ruimte of niet ontsloten woongebieden worden aangesneden voor ontwikkeling. Hierdoor worden in onze stad tal van inbreidings – en stadsvernieuwingsprojecten gerealiseerd met een hogere woondichtheid. Projecten met 50 tot 100 wooneenheden zijn geen uitzondering.

Het politiereglement bepaalt dat bewoners hun afval moeten aanbieden aan de rand van de openbare weg. Dit heeft tot gevolg dat op inzameldagen grote hoeveelheden afvalstoffen (restafval, papier & karton, pmd, roze zaken) worden aangeboden. Het ophalen van de deze afvalstoffen zorgt dikwijls voor een verkeerinfarct en conflictsituaties met fietsers en voetgangers. Op vlak van verkeersdoorstroming en mobiliteit in de binnenstad hebben ondergrondse afvalsystemen een groot voordeel. Anderzijds dienen bewoners hun restafval niet op te sparen tot de volgende ophaalronde wat de kwaliteit van de leefomgeving ten goede komt in een verdichte woonomgeving. Het is dan ook logisch dat het bestuur blijft kiezen voor de plaatsing van ondergrondse containers voor restafval bij hoogbouw en grootschalige inbreidingsprojecten.

Anderzijds is de goede werking van de ondergrondse afvalsystemen onontbeerlijk en noodzakelijk. Het college blijft bij IVAREM aandringen op een vlekkeloze werking van de ondergrondse afvalsystemen.

 

 

Interpellatie 2 : van Marcel Taelman (Vlaams belang) i.v.m. aantal parkeerplaatsen bij verbouwings- of nieuwbouwprojecten

 

Graag ontving ik enkele verduidelijkingen omtrent het reglement van de Parkeerverordening.

De toepassing van de parkeerzones bij verbouwings- of nieuwbouwprojecten, voornamelijk in kader van de parkeerdruk, is namelijk niet altijd even consequent.

 

De indeling van de zones A en B bevatten bij het bouwen van woongelegenheden grotendeels dezelfde criteria: van 1 naar 3 woongelegenheden moet je geen parkeerplaatsen hebben, wel pas vanaf woonst nr.4.

De criteria 0,8 en 0,5 parkeerplaats/woonst geldt hier als doelstelling.

Waarom kan een bouwproject dat hiervan afwijkt, alsnog een goedkeuring krijgen via een financiële compensatie? Wie geld op tafel legt, kan het belang van de parkeerdruk naast zich neerleggen?

Hoe komt het dat de meerderheid in het nieuwe reglement de parkeerverordening versoepeld heeft en waarom, iedereen weet toch dat de parkeerdruk alleen maar groter geworden is?

Is het CBS bereid dit reglement dringend aan te passen en ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad?

 

Antwoord schepen Walter Grootaers:

Het stadsbestuur heeft sinds de inwerkingtreding van de parkeerverordening geen versoepelingen of verstrengingen aangebracht. Deze dienen overigens door de gemeenteraad te worden goedgekeurd.

 

De mobiliteitsbijdrage werd in deze raad besproken bij de goedkeuring van de verordening en laat toe om mobiliteitsmaatregelen te nemen die parkeerdruk kunnen verlichten.

 

Er is een evaluatie van de parkeerverordening lopende. Zodra deze is afgerond, kan dit leiden tot wijzigingen.

 

 

Interpellatie 3 : van Jan Hermans (Lier&Ko) invullen i.v.m. zebrapaden

 

De inwoners van een stad willen graag dat het voetpad voor hun deur, de fietspaden naar school en naar hun werk, en de wegbedekking in het algemeen, in hun buurt, goed onderhouden wordt.

Zo ben ik mijn interpellatie gestart in november vorig jaar, toen specifiek over de “oneffenheden” die nutsmaatschappijen telkens weer achterlaten.

Maar ook de Stad Lier zelf moet haar patrimonium veilig houden. Ik heb ook al in het verleden aangekaart dat men niet straffeloos aan personeelsafbouw kan blijven doen op sommige diensten die veel onderhoud moeten leveren.

         De zebrapaden op de Grote Markt zijn een gevaar voor wie moeilijk te been is of voor fietsers in de bochten. Blijkbaar is er door aannemer en/of ontwerper een (witte) steensoort gebruikt die afbrokkelt en/of aan een ijltempo wegslijt. Wie vandaag moet oversteken ter hoogte van Rechtestraat, Vismarkt, Florent Van Cauwenberghstraat om er enkele te noemen, loopt reëel gevaar. Wie met een rollator gaat en dus zeer kwetsbaar is bij valpartij, en dan zijn steeds meer mensen, moet daar uiterst attent zijn, terwijl juist deze mensen dikwijls niet meer over die diligentie beschikken. Een zebrapad moet een veilige situatie creëren maar dat is niet het geval als men bij het oversteken ervan moet opletten niet te struikelen.

Het is een situatie die geleidelijk ontstaan is maar nu vormen aanneemt waarbij men zich kan afvragen of de Stad vrijuit gaat als  morgen iemand een gecompliceerde breuk oploopt ten gevolge van een gekende situatie waaraan niet (tijdig) verholpen wordt.

 

         Naast het feit dat op het Kardinaal Mercierplein op verschillende plaatsen het wegdek (putten, ontbrekende kasseien) opgevuld is met asfalt, waarvan ik verwacht dat dit wordt “recht gezet” op dergelijke historische plek (interpellatie november 2016), moet nu toch ook aangekaart dat het wandelpad rond het beeld Christus Koning op verschillende plaatsen grote stukken breuksteen mist (enkele vierkante meter!). Dit is ook het olifantenpad tussen de parking Gasthuisvest en de Rechtestraat, zijnde het door veel wandelaars hoofdzakelijk gebruikte tracé richting Grote Markt of Sint Gummaruskerk.

 

Mijn vragen:

         Als het CBS deze situaties kent, hoe en hoe snel zal zij deze dan oplossen?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Voor wat betreft de zebrapaden, is het inderdaad zo dat het witte marmer van de zebrapaden van de Grote Markt wel veel sneller blijkt te verslijten dan verwacht tijdens de aanleg 5 jaar geleden.

 

Bij navraag bij mogelijke leveranciers blijkt dat zij, voortaan steeds meer witte “kwartsiet” gebruiken voor zebrapaden in natuursteen, deels om de reden die werd aangehaald. De vervanging zal 12.500 euro kosten en wordt momenteel ingepland.

 

Het Kardinaal Mercierplein wordt op 7 maart afgesloten voor instrooingswerken en tegelijk wordt de definitieve herstelling uitgevoerd op de plaats van het voorlopige asfalt. Het wandelpad in breuksteen zal worden hersteld door de externe aannemer waarmee de stad een raamcontract heeft. Dit laatste dienen zij nog op te nemen in hun planning.

 

 

Interpellatie 4 : van Katrien Vanhove (GROEN) i.v.m. visie op inbreiding

 

Tijdens de gemeenteraad van december raakte de Groen-fractie tijdens de budgetbespreking het Liers woonbeleid aan. We stelden ons de vraag hoe het stadsbestuur de vooropgestelde ambitie om vooral jonge gezinnen naar onze stad te lokken, kan doen uitkomen aangezien er voornamelijk appartementen gebouwd worden. Iets wat per definitie minder interessant is voor deze jonge doelgroep.

 

De afgelopen jaren hebben we er in onze stad immers zeer veel meerlagige bouwprojecten zien bijkomen. De ontwikkeling van de Dungelhoeff, de Transvaalstraat, De Gas-site, de Sion-site… Ook op kleinere schaal kwamen er snel veel woningen bij, vooral appartementen. Het meest recent werd er nog een project aan de Paul Krugerstraat aangekondigd. Veel van deze projecten zijn inbreidingsprojecten.

 

Laat er geen misverstand over bestaan. Groen is niet tegen inbreiding. We zien het als een oplossing voor de woonbehoefte en als een rem op het verder insnijden van de open ruimte buiten – in het geval van Lier – de R16. Daar ligt immers zeer waardevolle open, groene ruimte die we maar wat graag gevrijwaard zien.

 

Maar dat neemt niet weg dat het ook in de dichter bebouwde delen van onze stad mogelijk moet zijn om in een groene omgeving te wonen. Onze stad is klein en heeft niet de torenhoge woonnood die aantrekkingspolen als Brussel of Antwerpen hebben. Woonuitbreiding in de hoogte is daar de meest voor de hand liggende oplossing. Maar is dat in Lier ook zo? Lier heeft als kleinschalige stad de troef in handen om stedelijkheid met veel groene ruimte – ook in de stadskern – te kunnen combineren. Volgens de Groen-fractie zou de woonkwaliteit en de aantrekkelijkheid van wonen in Lier er op achteruit gaan indien het tempo waaraan nu gebouwd wordt, verder gezet wordt.

 

Hiernaast stellen we ons ook vragen bij de secundaire impact van deze inbreiding. Want naast het insnijden van groene ruimte, brengt bijkomende bewoning ook andere uitdagingen met zich mee. Zo zal er onder andere meer automobiliteit zijn die dan weer meer fijn stof met zich meebrengt. Ook hierover mochten we de afgelopen tijd in de pers lezen dat ook dit niet uitsluitend een probleem is van de metropolen in Vlaanderen, maar dat ook kleinere kernen ermee te kampen hebben. Met alle gezondheidsgevolgen van dien.

 

Hieruit volgen deze vragen:

1)      Welke visie of principes hanteert het stadsbestuur bij het goed- of afkeuren van nieuwe woonprojecten? Beantwoorden deze projecten aan een effectieve woonbehoefte?

2)      Welk toekomstbeeld heeft het stadsbestuur voor wonen in Lier? Hoe ziet u wonen in Lier evolueren op langere termijn (binnen 10, 15 of 20 jaar)?

3)      Hoe gaat het stadsbestuur ervoor zorgen dat wonen in de stadskern van Lier aangenaam blijft en met het nodige groen in de directe omgeving?

4)      Welke maatregelen stelt u voorop om ervoor te zorgen dat wonen in Lier voor iedereen – jong en oud – gezond is en gezonder wordt?

 

Antwoord schepen Walter Grootaers:

Lier werd in het structuurplan Vlaanderen geselecteerd als kleinstedelijk gebied. Dit stedelijk gebied heeft een rol te vervullen, onder meer naar wonen, werken en recreëren.

 

De provincie Antwerpen heeft in kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied in 2006 een taakstelling naar wonen opgelegd.

 

[Berekening van de woningbehoefte gebeurt door de Vlaamse Overheid op basis van bevolkings- en huishoudensprognoses.]

 

Voor de planperiode 1992 – 2007 werd deze vastgelegd op 2173 bijkomende woongelegenheden.

 

Op basis van gezinstoenames werd deze geactualiseerd met 675 bijkomende wooneenheden voor de periode 2007-2012.

 

In september 2014 heeft de provincie een herziene woonbehoefte van 1265 bijkomende wooneenheden voor de periode 2012 – 2022 berekend.

 

Dit resulteert in een totale taakstelling van 4113 bijkomende wooneenheden (1991 – 2022)

 

Het BRV – Beleidsplan Ruimte Vlaanderen  - Witboek - wil de ruimtelijke ontwikkelingen concentreren op die plaatsen waar mensen zich gemakkelijk kunnen verplaatsen zonder de auto en waar je voldoende diensten kunt voorzien. Het BRV spreekt van knooppuntwaarde. Omwille van de goede ligging als openbare vervoersknoop en de rol die Lier in de regio vervult naar dienstverlenende functies zoals onderwijs, gezondheidszorg en dergelijke werd aan de stedelijke regio Lier een hoge knooppuntwaarde toegekend.

 

Het is dus zeker niet zo dat enkel de grootsteden een hoge woonnood hebben. Ook de kleine stedelijke gebieden hebben ook een belangrijke rol te vervullen om verder te gaan verdichten.

 

Wat Lier betreft, werd er door de provincie in 2006 aangetoond dat de ‘taakstelling naar wonen’ binnen het af te bakenen ‘kleinstedelijk gebied Lier’ kon behaald worden. Per te ontwikkelen woonuitbreidingsgebied werd een minimum richtdichtheid verordenend vastgelegd via een provinciaal RUP (Bogerse Velden, Bosstraat en Hoogveldweg). Voor  wooninbreidingsgebieden Sion, Dungelhoeff, Gasfabriek, Charon heeft dit geresulteerd in de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Andere inbreidingsgebieden werden via goedkeuring van een masterplan geordend.

 

De resultaten van deze planningsprocessen worden nu duidelijk in het straatbeeld.

 

Daaruit volgend heeft de stad een woningprogrammatie verder verfijnd waarin ze aantoont dat ze de taakstelling naar wonen kan behalen. Op deze manier wordt het verdere aansnijden van het buitengebied voorkomen. En kunnen openruimte gebieden binnen de stad zoals Nazareth, Maasfort, Ouderij en Ringenhof worden gevrijwaard.

 

Volgens de nieuwe Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck is er een fundamentele heroriëntering nodig in de richting van ruimtelijke krimp en doorgedreven verdichting. Wat die verdichting betreft was het voormalige RSV met de minimum dichtheid voor stedelijke gebieden van 25 wooneenheden per ha niet ambitieus genoeg. Om echt ecologisch te zijn pleit de Bouwmeester voor hogere dichtheden (min. 50 wng/hectare), minder ruimtebeslag (onder 25 %) en een slimme combinatie van geschakelde laagbouw, compacte rijwoningen en middelhoogbouw tot hoogbouw. Hij houdt ook een pleidooi voor méér “mensenvrije ruimte”. Plekken die niet georganiseerd zijn en waar fauna en flora terug een plaats kunnen veroveren. Aan de lokale besturen doet Leo Van Broeck een oproep om een nieuwe visie te ontwikkelen in het omgaan met ruimtelijke vraagstukken.

 

Bij het tot stand komen van woonontwikkelingen gaat de aandacht naar het aantrekken van jonge gezinnen door het voorzien van een minimumpercentage aan ééngezinswoningen enerzijds ( Charon, Bogerse Velden, Dungelhoeff, …) en naar het voorzien van mix van appartementen waarin ook drie-slaapkamerappartementen worden voorzien.

 

Uit de aankoopcijfers blijkt dat de appartementen momenteel veelal worden gekocht door 50plussers. Op deze manier komen echter andere ééngezinswoningen wel ter beschikking van de jonge gezinnen.

 

De verordening ‘woonkwaliteit’ die in opmaak is zal dan weer verhinderen dat woningen kleiner dan 250 m² bruto oppervlakte nog kunnen opgesplitst worden in meergezinswoningen. Appartementisering van rijwoningen wordt op deze manier tegengegaan.

 

De verordening parkeren verhindert -  door het opleggen van gestapeld parkeren - dat projecten de draagkracht van de plek niet overschrijden en geeft het individueel verbouwen van kleine projectjes rijwoningen kleiner dan 4 woongelegenheden kansen door geen parkeerplaatsen op te leggen zodat gezinnen de mogelijkheid blijven hebben in de aankoop van rijwoningen.

 

Bij tot stand komen van woonprojecten legt de stad hoge eisen op naar publieke bespeelbare en vooral autoluwe ruimte (Gasfabriek, Dungelhoeff, Charon, Bogerse Velden, … )

 

De stad voorziet bovendien eerstdaags de aanwerving van een deskundige mobiliteit - publieke ruimte. Op deze manier zal de mobiliteitsimpact van nieuwe projecten een sterke link blijven garanderen met de kwalitatieve inrichting van de publieke ruimte.

 

Ook het landschapspark ‘Pallieterland’ voorziet een nieuwe groene long voor de stad.

 

De maatschappelijk kost van de omgekeerde beweging - het extensief aanleggen van nieuwe verkavelingen in het buitengebied -  kan niet meer gedragen worden door de gemeenschap.

 

Een draagvlak voor verdichting vraagt evenwel een mentaliteitswijzing. Niet alleen zullen we moeten verdichten en daardoor ook dichter bij allerlei functies moeten komen wonen.

Ook rond automobiliteit en duurzaamheid zullen nieuwe visies moeten worden ontwikkeld.  De kleinschaligheid van de kern van Lier laat dit herdenken toe.

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019