Lier

Zitting van 14 december 2020

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

ONTSLAG GEMEENTERAADSLID - SCHEPEN. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de installatie van de gemeenteraadsleden, vaststelling van hun rangorde en eedaflegging

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de verkiezing van de schepenen

 

Feiten en context

Dhr. Walter Grootaers werd tijdens de installatievergadering van 4 januari 2019 geïnstalleerd als gemeenteraadslid en verkozen als schepen.

 

Op 24 november 2020 ontving de stad de akte van voordracht van één kandidaat-schepen waarbij dhr. Walter Grootaers ontslag neemt als schepen en zijn mandaat eindigt op 31 december 2020.

 

Op 30 november 2020 ontving de voorzitter van de gemeenteraad de mail waarin dhr. Walter Grootaers zijn ontslag als gemeenteraadslid indient met ingang op 1 januari 2021.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, art. 13

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van dhr. Walter Grootaers als gemeenteraadslid en als schepen met ingang op 1 januari 2021.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

VERVANGING SCHEPEN DOOR ONTSLAG. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de verkiezing van de schepenen

 

Feiten en context

Op 4 januari 2019 werd het aantal schepenen vastgelegd op 6. Door het ontslag van dhr. Walter Grootaers als schepen met ingang van 1 januari 2021, dient de gemeenteraad te beslissen, met behoud van de toepassing van artikel 42 § 3, eerste lid, of het opengevallen schepenmandaat wordt ingevuld.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur art. 49 § 1 eerste lid

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

12 onthoudingen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist dat het opengevallen schepenmandaat wordt ingevuld en dit met behoud van de toepassing van artikel 42 § 3, eerste lid.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

INSTALLATIE VAN GEMEENTERAADSLID, VASTSTELLING VAN HUN RANGORDE EN EEDAFLEGGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de installatie van de gemeenteraadsleden, vaststelling van hun rangorde en eedaflegging.

 

Feiten en context

De resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 werden geldig verklaard door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen op 5 december 2018.

 

Op 30 november 2020 meldde dhr. Walter Grootaers zijn ontslag als gemeenteraadslid met ingang op 1 januari 2021.

De volgende opvolger, die in aanmerking komt om het mandaat op te nemen, is mevr. Christel Van den Plas van Open VLD.

 

De geloofsbrief van mevr. Van den Plas die opgeroepen is om de eed af te leggen, werd tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd conform de decretale bepalingen ter zake.

Uit het onderzoek van de ingediende geloofsbrief blijkt dat de verkozene die uitgenodigd wordt heden de eed af te leggen, voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.

Er zijn geen elementen waaruit zou blijken dat de verkozene zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.

De verkozene die opgeroepen is om de eed af te leggen, heeft de volgende eed afgelegd in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, de artikelen 6 , 7 , 8 , 9 , 10, 11, 12, 14, 49 en 59.

Het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011, de artikelen 8, 58, 86 en 169.

De omzendbrief KB / ABB 2018 / 3 van 26 oktober 2018 — Start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de geloofsbrief van Christel Van den Plas (Open VLD) goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van Christel Van den Plas in handen van de voorzitter, waarbij zij haar mandaat als gemeenteraadslid vanaf 1 januari 2021 zal opnemen.

 

Art 3 :

De gemeenteraad besliste de rangorde van de gemeenteraadsleden met ingang op 1 januari 2021 als volgt vast te stellen:

1Boogaerts Frank

2Vanderpoorten Marleen

3Callaerts Freddy

4Breugelmans Koen

5Van Damme Jenny

6Van den Plas Christel

7Taelman Marcel

8Andries Ivo

9Cornelis Ella

10Leyzen Sabine

11Verwaest Rik

12Pets Rik

13Wollants Bert

14Herijgers Lucien

15Goris Annemie

16Wagner Christina

17Degirmenci Yahya

18Vanhove Katrien

19Caluwé Peter

20Coenen Stijn

21Claes Tom

22Van Camp Evi

23Verhoeven Bart

24Suetens Thierry

25Van den Broeck Ann-Sofie

26Lambrechts Ilse

27Frans Dirk

28De Smedt Maurits

29Marrin Geert

30Van Oosterwyck Yente

31Van Campenhout Stéphanie

32Van den Bergh Heidi

33Marien Walter

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

VERKIEZING SCHEPEN

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 4 januari 2019 over de verkiezing van de schepenen

 

Feiten en context

De voordrachtsakte van kandidaat-schepen werd overhandigd aan de algemeen directeur op 24 november 2020, zijnde uiterlijk acht dagen voor de vergadering van de gemeenteraad.

De algemeen directeur heeft op 26 november 2020 een afschrift van de akte van voordracht aan de burgemeester bezorgd.

De algemeen directeur heeft de akte van voordracht van de kandidaat-schepen ter zitting overhandigd aan de voorzitter van de gemeenteraad.

De voorzitter van de gemeenteraad heeft vastgesteld dat de akte van voordracht van kandidaat-schepen werd ondertekend door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen en door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen.

De voorzitter van de gemeenteraad kan dus de ontvankelijkheid van de akte bevestigen.

In de ontvankelijke voordrachtakte wordt één kandidaat-schepen voorgedragen.

Het maximum aantal schepenen voor de gemeente overschrijdt het aantal schepenen niet, en dus is het aantal schepenen vastgelegd.

De voorzitter van de gemeenteraad deelt dit aantal ter zitting mee aan de gemeenteraad.

 

De voorgedragen kandidaat-schepen is dhr. Thierry Suetens:

De kandidaat-schepen heeft de eed als gemeenteraadslid afgelegd.

Hij bevindt zich als kandidaat-schepen niet in een situatie van onverenigbaarheid.

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 42, 43, 44 en 49;

De omzendbrief KB / ABB 2018 / 3 van 26 oktober 2018 — Start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de ontvankelijke akte van voordracht van de kandidaat-schepen, Thierry Suetens.

 

Art 2 :

De gemeenteraad neemt kennis van het vastgelegd aantal schepenen, met name 6.

 

Art 3 :

De gemeenteraad beslist de voorgedragen kandidaat-schepen, dhr. Thierry Suetens, verkozen te verklaren in de rangorde van de akte van voordracht van de kandidaat-schepenen en akte te nemen van zijn eedaflegging met ingang op 1 januari 2021:

 

Rangorde

Officiële naam

Status

Begin mandaat

Einddatum mandaag

Eerste schepen

Marleen Vanderpoorten

Effectief

04/01/2019

31/12/2024

Tweede schepen

Rik Verwaest

Effectief

04/01/2019

31/12/2021

Derde schepen

Ivo Andries

Effectief

04/01/2019

31/12/2024

Vierde schepen

Rik Pets

Effectief

04/01/2019

31/12/2024

Vijfde schepen

Bert Wollants

Effectief

04/01/2019

31/12/2024

Zesde schepen

Thierry Suetens

Effectief

01/01/2021

31/12/2024

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GEMEENTERAADSCOMMISSIE: WIJZIGING. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 4 januari 2019 werd de gemeenteraad geïnstalleerd.

Gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2020 over de wijziging van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies

 

Feiten en context

Thierry Suetens werd verkozen tot schepen. Hierdoor wijzigen de gemeenteraadscommissies vanaf 1 januari 2021.

 

Daarnaast ontving de stad op 5 december 2020 ontving een mail van de fractie Groen-Lier&Ko. Zij wensen een wissel door te voeren in de raadscommissies, nl.:

        Geert Marrin zal in de plaats komen van Yente Van Oosterwyck in de commissie sociale zaken, welzijn, kinderopvang, gezin, senioren, personen met een beperking, integratie

        en Tom Claes zal in de plaats komen van Geert Marrin de commissie sport, cultuur, bibliotheek, onderwijs, afvalbeleid, proper Lier

 

Juridische grond

        Decreet Lokaal Bestuur

        Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de wijziging in de samenstelling van de gemeenteraadscommissies.

 

Samenstelling commissies van 1 januari 2021:

 

Commissie 1 (financiën, veiligheid, handhaving, politie en brandweer, communicatie, regionale samenwerking)

 

Boogaerts

Frank

N-VA

Van Damme

Jenny

N-VA

Lambrechts

Ilse

N-VA

Wagner

Christina

N-VA

Van den Plas

Christel

Open Vld

Vanhove

Katrien

Groen-Lier&Ko

Van Campenhout

Stéphanie

CD&V

Verhoeven

Bart

Vlaams Belang

 

 

Commissie 2 (wijkwerking, participatie, wonen, patrimonium, tewerkstelling, onroerend erfgoed)

 

Vanderpoorten

Marleen

Open Vld

De Smedt

Maurits

N-VA

Frans

Dirk

N-VA

Wagner

Christina

N-VA

Leyzen

Sabine

Open Vld

Marrin

Geert

Groen-Lier&Ko

Breugelmans

Koen

CD&V

Cornelis

Ella

Vlaams Belang

 

 

Commissie 3 (lokale economie, roerend erfgoed, musea, toerisme, jeugd, evenementen)

 

Verwaest

Rik

N-VA

Lambrechts

Ilse

N-VA

Frans

Dirk

N-VA

Van den Broeck

Ann-Sofie

N-VA

Degirmenci

Yahya

Open Vld

Caluwé

Peter

Groen-Lier&Ko

Van Campenhout

Stéphanie

CD&V

Verhoeven

Bart

Vlaams Belang

 

Commissie 4 (sport, cultuur, bibliotheek, onderwijs, afvalbeleid, proper Lier)

 

Andries

Ivo

Open Vld

Wagner

Christina

N-VA

Herijgers

Lucien

N-VA

Van den Broeck

Ann-Sofie

N-VA

Leyzen

Sabine

Open Vld

Claes

Tom

Groen-Lier&Ko

Van Camp

Evi

CD&V

Van den Bergh

Heidi

Vlaams Belang

 

 

Commissie 5 (personeel, loket, ICT, burgerlijke stand, dierenwelzijn, begraafplaatsen)

 

Pets

Rik

N-VA

Herijgers

Lucien

N-VA

Van Damme

Jenny

N-VA

De Smedt

Maurits

N-VA

Degirmenci

Yahya

Open Vld

Vanhove

Katrien

Groen-Lier&Ko

Van Campenhout

Stéphanie

CD&V

Van den Bergh

Heidi

Vlaams Belang

 

 

Commissie 6 (openbare ruimte, mobiliteit, duurzaam beleid)

 

Wollants

Bert

N-VA

Lambrechts

Ilse

N-VA

Frans

Dirk

N-VA

De Smedt

Maurits

N-VA

Leyzen

Sabine

Open Vld

Claes

Tom

Groen-Lier&Ko

Breugelmans

Koen

CD&V

Marien

Walter

Vlaams Belang

 

 

Commissie 7 (stadsontwikkeling, omgeving, milieu, natuur, landbouw, SOLag)

 

Suetens

Thierry

Open Vld

De Smedt

Maurits

N-VA

Herijgers

Lucien

N-VA

Van den Broeck

Ann-Sofie

N-VA

Van den Plas

Christel

Open Vld

Caluwé

Peter

Groen-Lier&Ko

Van Camp

Evi

CD&V

Cornelis

Ella

Vlaams Belang

 

 

Commissie 8 (sociale zaken, welzijn, kinderopvang, gezin, senioren, personen met een beperking, integratie)

 

Goris Annemie

Annemie

N-VA

Lambrechts

Ilse

N-VA

Van Damme

Jenny

N-VA

Frans

Dirk

N-VA

Degirmenci

Yahya

Open Vld

Marrin

Geert

Groen-Lier&Ko

Van Campenhout

Stéphanie

CD&V

Marien

Walter

Vlaams Belang

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Bart Verhoeven (Vlaams belang) i.v.m. keuze van de burgemeester omtrent de sjerp die bij zijn ambt behoort

Sinds 2007 worden de spelregels voor de Vlaamse gemeentebesturen volledig bepaald door de Vlaamse overheid. Een onmiddellijk gevolg daarvan was dat de gemeenteraadsleden bij hun installatie geen trouw meer zweren aan de koning en zij niet meer verwijzen naar ‘het Belgische volk’. De Vlaamse overheid voegt daar nu aan toe dat de burgemeesters de keuze hebben om hun tricolore sjerp te vervangen door een zwart-gele.

 

Hoewel in een Vlaamse gemeente of stad een keuze voor een Vlaamse sjerp het meest voor de hand ligt, behoort die keuze autonoom de burgemeester toe. Aangezien een officieel optredende burgemeester symbool staat voor heel de gemeente of stad, hadden wij graag vernomen welke keuze onze burgemeester maakt.

 

Antwoord Burgemeester Frank Boogaerts:

Rekening houdend met de actuele staatsstructuur en de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap hebben nu inderdaad de burgemeesters de keuze tussen een tricolore sjerp of een geel/zwarte. Inspelend op de politieke realiteit kies ik uiteraard met grote overtuiging voor de geel/zwarte sjerp.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 23 NOVEMBER 2020. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 23 november 2020.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 23 november 2020 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

AANPASSING MEERJARENPLAN 2020-2025 - DEEL STAD. VASTSTELLING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stad en OCMW Lier hebben in 2019 een meerjarenplan opgemaakt voor de periode van 2020 tot 2025. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken

resultaten of effecten en de actieplannen en acties die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op

financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2020.

 

Feiten en context

Het meerjarenplan moet minstens 1 keer per jaar worden aangepast om de ramingen uit het initiële meerjarenplan te herzien en de kredieten van het daaropvolgende jaar vast te stellen. In dezelfde aanpassing zullen tevens de kredieten van het lopende jaar worden bijgestuurd. Daarnaast dient ook het resultaat van het voorgaande jaar verwerkt te worden in het meerjarenplan.

De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit volgende onderdelen :

1. Een motivering van de wijzigingen

2. Een aangepaste strategische nota

3. Een aangepaste financiële nota, bestaande uit :

a. het aangepaste financieel doelstellingenplan (M1)

b. de aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2)

c. het aangepaste overzicht van de kredieten (M3)

4. Toelichting

 

Bij de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook nog een uitvoerige documentatie.

In de bijgevoegde nota's worden de voorgestelde wijzigingen aan het MJP toegelicht, evenals de impact ervan op de autofinancieringsmarge (AFM) en schuldniveau. Er wordt ook stilgestaan bij de gevolgen van de Corona-pandemie op het meerjarenplan van stad en OCMW. Momenteel kunnen we becijferen dat de geraamde totale negatieve budgettaire impact van Corona op het volledige MJP ca 2.245.000 EUR bedraagt.

Rekening houdend met alle voorgestelde bijsturingen, gaat de AFM van de groep er licht op vooruit tegen eind 2025. De AFM eind 2025 bedraagt nu 680.825 EUR (tegenover 588.098 EUR in het initiële MJP).

 

Fasering

Volgende fasering dient gevolgd te worden in de besluitvorming rond de aanpassing van het MJP volgens art. 249 § 3 van het decreet lokaal bestuur :

1. de OCMW-raad stelt eerst zijn deel van het aangepast MJP vast;

2. de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van het aangepast MJP vast;

3. de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018;

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

13 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 13 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad stelt het aangepaste MJP voor wat betreft het gedeelte van de Stad  vast.

 

Art 2 :

De gemeenteraad stelt, voor wat betreft het gedeelte van de stad, de kredieten vast van de boekjaren 2020 en 2021.

 

Art 3: 

Het beschikbaar budgettair resultaat is jaarlijks positief en de autofinancieringsmarge eind 2025 bedraagt 680.825 EUR.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

AANPASSING MEERJARENPLAN 2020-2025 - DEEL OCMW. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Stad en OCMW Lier hebben in 2019 een meerjarenplan ((MJP) opgemaakt voor de periode van 2020 tot 2025. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de actieplannen en acties die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2020.

 

Feiten en context

De OCMW-raad heeft de aanpassing van het MJP voor wat betreft het OCMW-gedeelte vastgesteld. Via dit besluit keurt de gemeenteraad het OCMW-gedeelte van de aanpassing MJP dat door de OCMW-raad werd vastgesteld goed.

 

Fasering

Volgende fasering dient gevolgd te worden in de besluitvorming rond de aanpassing van het MJP volgens art. 249 § 3 van het decreet lokaal bestuur:

1. de OCMW-raad stelt eerst zijn deel van het aangepast MJP vast;

2. de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van het aangepast MJP vast;

3. de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld

 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018;

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

13 stemmen tegen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 13 stemmen tegen

 

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de vaststelling door de OCMW-raad van het OCMW-gedeelte van de aanpassing van het MJP goed.

Het beschikbaar budgettair resultaat is jaarlijks positief en de autofinancieringsmarge eind 2025 bedraagt 680.825 EUR.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

NOMINATIEVE SUBSIDIES 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In de gemeenteraad van 14/12/2020 wordt het aangepast meerjarenplan 2020-2025 besproken.

Als bijlage bij het meerjarenplan wordt ook een uitvoerige documentatie toegevoegd waarin een overzicht wordt opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies. Dit overzicht is opgemaakt per beleidsdoelstelling en op actieniveau.

 

Omdat sommige acties vrij algemeen geformuleerd worden en onderliggende subsidies gebundeld worden in 1 actie, is dit overzicht onvoldoende inzichtelijk. Het is aangewezen dat de gemeenteraad een voldoende duidelijk zicht krijgt op de nominatieve subsidies.

 

Daarom hebben we in een aparte bijlage het overzicht van de toegestane subsidies verder verfijnd waarbij als volgt wordt te werk gegaan :

        Subsidies op basis van een reglement worden groen gemarkeerd.

        Nominatieve subsidies worden geel gemarkeerd. Acties waar meerdere subsidies worden gebundeld worden verder uitgesplitst per specifieke nominatieve subsidie.

 

Op deze wijze heeft de raad een voldoende duidelijk zicht op de voorziene nominatieve subsidies dewelke voor het jaar 2021 in het MJP zijn opgenomen.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

8 onthoudingen: Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het overzicht met nominatieve subsidies voor het jaar 2021 goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

LIJST NOMINATIEVE INVESTERINGEN 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 28 januari 2019 keurde de gemeenteraad de omschrijving van het begrip dagelijks bestuur goed :

 

Alle handelingen i.k.v. overheidsopdrachten dewelke betrekking hebben op:

 

        Alle uitgaven waarvoor kredieten voorzien zijn op het exploitatiebudget;

 

        Alle uitgaven waarvoor kredieten voorzien zijn op het investeringsbudget en waarvan het bedrag niet hoger is dan het bedrag vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 (opdrachten van beperkte waarde); (heden 30.000 euro excl.BTW)

 

        Alle uitgaven van het investeringsbudget die betrekking hebben op onderhoud of instandhouding van de gemeentelijke infrastructuur en/of patrimonium.

Onder dit type van investeringen worden o.a. verstaan : alle vervangingsinvesteringen en de aankoop van materialen voor onderhoud van wegen, openbaar domein en gebouwen, onafhankelijk van de (geraamde) waarde van de investering;

 

        het aanbrengen van wijzigingen aan een overeenkomst die nodig zijn bij de uitvoering van deze overeenkomst en die geen bijkomende uitgaven van meer dan 20% met zich meebrengen;

 

        het vaststellen van de wijze waarop opdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten worden geplaatst en de voorwaarden ervan in gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te onvoorziene omstandigheden en die normaal tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren, dit op voorwaarde dat het besluit wordt medegedeeld aan de gemeenteraad die er op zijn eerstvolgende vergadering akte van neemt.

 

Naast de items die vallen onder het dagelijks bestuur delegeert de gemeenteraad eveneens alle opdrachten dewelke ze nominatief aan het college van burgemeester en schepenen toevertrouwt. Deze nominatieve lijst zal steeds afzonderlijk aan de gemeenteraad worden voorgelegd ter goedkeuring.

 

Feiten en context

In uitvoering van de beslissing van de GR van 28/1/2019 wordt de nominatieve lijst van geplande investeringen in 2021 ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. De investeringen worden geclusterd per actie.

 

Via de goedkeuring van deze lijst investeringen delegeert de gemeenteraad de bevoegdheid voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht voor deze specifieke investeringen aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De lijst van investeringen werd uitgezuiverd voor alle investeringen dewelke sowieso vallen onder het begrip dagelijks bestuur (met name investeringen kleiner dan 30.000 EUR excl BTW en investeringen dewelke betrekking hebben op onderhoud of instandhouding van de gemeentelijke infrastructuur en/of patrimonium).

 

De raadsleden beschikken via de documentatie van het MJP sowieso over het volledige overzicht van alle geplande investeringen in 2021.

 

Juridische grond

Wetgeving overheidsopdrachten en decreet Lokaal bestuur.

artikel 41,2de lid, 10° van het DLB

art. 56 §3, 6° van het DLB

art56, §3, 5° van het DLB;

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

8 stemmen tegen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de nominatieve lijst van investeringen 2021 goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

LOKALE POLITIE LIER - BEGROTINGSWIJZIGING NR.1 GEWONE- EN BUITENGEWONE DIENST VOOR HET DIENSTJAAR 2020 EN ADVIES BEGROTINGSCOMMISSIE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Juridische grond

Ministeriële omzendbrief PLP 59 van 18 november 2019 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2020 ten behoeve van de politiezones.

 

KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie gewijzigd door het KB van 5 juli 2010.

 

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art.1:

De gemeenteraad neemt kennis van het advies van de begrotingscommissie over de begrotingswijziging nr.1 gewone- en  buitengewone dienst - dienstjaar 2020 van de lokale politie Lier.

 

Art. 2:

De gemeenteraad keurt de begrotingswijziging nr.1 gewone- en buitengewone dienst voor het dienstjaar 2020 van de lokale politie Lier goed.

 

Art. 3:

Samenvatting van de totalen van de economische groepen ziet er als volgt uit:

 

begrotingswijziging 1: gewone dienst :

 

Groep 70 : personeelskosten :8.683.828,00 eur

Groep 71 : werkingskosten :1.987.772,00

Groep 72 : overdrachten :       6.000,00

Groep 7X : schuld :  0,00

Groep 73 : Totaal :        10.677.600,00

 

Groep 60 : prestaties :     33.625,00

Groep 61 : overdrachten :          10.578.174,00

Groep 62 : schuld :       5.377,00

Groep 63 : Totaal :        10.617.176,00

 

 

begrotingswijziging 1 : buitengewone dienst :

 

Groep 91 : investeringen :  303.283,00 eur

Groep 93 : Totaal :  303.283,00

 

Groep 80 : overdrachten :  231.250,00

Groep 83 : Totaal :  231.250,00

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

LOKALE POLITIE LIER - BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 2021 - KENNISNAME VAN HET ADVIES VAN DE BEGROTINGSCOMMISSIE EN BESPREKING VAN DE BEGROTING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Juridische grond

KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie gewijzigd door het KB van 5 juli 2010.

 

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

 

Ministeriële omzendbrief PLP 60 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2021 ten behoeve van de politiezones.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het advies van de begrotingscommissie over de begroting 2021 van de lokale politie Lier.

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt de begroting voor het dienstjaar 2021 van de lokale politie Lier goed.

 

Art 3 :

Samenvatting van de totalen van de economische groepen ziet er als volgt uit:

 

Gewone dienst :

 

Groep 70 : personeelskosten :8.922.697,00 eur

Groep 71 : werkingskosten :1.380.919,00

Groep 72 : overdrachten :       6.000,00

Groep 7X : schuld :              0,00

Groep 73 : Totaal :         10.309.616,00

 

Groep 60 : prestaties :     33.625,00

Groep 61 : overdrachten :          10.356.140,00

Groep 62 : schuld :       5.527,00

Groep 63 : Totaal :         10.395.292,00

 

 

Buitengewone dienst :

 

Groep 91 : investeringen :   894.494,50 eur

Groep 93 : Totaal :  894.494,50

 

Groep 80 : overdrachten :   231.250,00

Groep 83 : Totaal :  231.250,00

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

AANVULLENDE PERSONENBELASTING 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het verleden werd er een aanvullende belasting geheven op de personenbelasting. De looptijd van het bestaande reglement houdt op per 31 december 2020.

Het is aangewezen om het bestaande reglement te vernieuwen voor het jaar 2021.

 

Feiten en context

Voor het aanslagjaar 2021 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

De belasting wordt vastgesteld op 7,9  % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar.

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentelbelastingen,

Artikel 464/1,tot en  met 470/2 1° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord om een belastingreglement op te maken en om aanvullende belastingen  te heffen op de personenbelasting overeenkomstig het voorstel in bijlage.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om voor het belastingreglement op de aanvullende personenbelasting  geldigheidstermijn vast te leggen van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

OPCENTIEMEN ONROERENDE VOORHEFFING 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het huidige belastingreglement waarin de opcentiemen op de onroerende voorheffing werden vastgesteld door de gemeenteraad , vervalt per 31 december 2020. Gezien de financiële toestand van de stad is het belangrijk om dit reglement te vernieuwen.

 

Feiten en context

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2021 en eindigend op 31 december 2021 worden ten behoeve van de stad Lier  787 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet,

Artikel 40 § 3 , artikel  41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur,

Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Artikel 464/1, 1° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992

Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 4 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college gaat principieel akkoord om een belastingreglement op te maken en ter goedkeuring te verzenden naar de gemeenteraad om opcentiemen  te heffen op de onroerende voorheffing.

 

Art 2 :

Het college beslist om voor het belastingreglement op  de opcentiemen op de onroerende voorheffing vast te leggen van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

SOLAG - AANPASSING MEERJARENPLANNING  2020-2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In zitting van zitting van 16 december 2019 keurde de gemeenteraad de meerjarenplanning SOLag voor de periode 2020 – 2025 goed. Het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat het meerjarenplan minstens één keer per jaar wordt aangepast om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen; waar nodig worden ook de kredieten van het lopende jaar aangepast. Dit resulteert in een geïntegreerde nota van de meerjarenplanning waarin de nodige kredieten 2021 worden vastgelegd en de aanpassingen voor het lopende boekjaar 2020 worden opgenomen. In het meerjarenplan mag het resultaat op kasbasis voor elk financieel boekjaar niet negatief mag zijn. De autofinancieringsmarge, het zogenaamde structureel evenwicht, is geen verplichting voor SOLag maar een eventuele negatieve autofinancieringsmarge moet worden toegelicht. Uit de aangepaste meerjarenplanning SOLag blijkt dat SOLag voldoet aan het toestandsevenwicht en tevens de norm haalt inzake autofinancieringsmarge: het beschikbaar resultaat op kasbasis voor 2021 wordt geraamd op 879.137EUR; de autofinancieringsmarge bedraagt 323.609EUR en is tevens positief in 2025. In hoofdzaak zijn de wijzigingen het gevolg van verschuivingen in de tijd van uitgaven en opbrengsten;  de rechtstreekse financiële impact van Covid-19 is relatief beperkt.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

8 stemmen tegen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de aangepaste meerjarenplanning SOLag volgens BBC voor de periode 2020-2025 goede te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

MEDEDELING VAN DE BURGEMEESTER OVER DE CORONAMAATREGELEN. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In België was fase 2 van het noodplan van de corona-pandemie vanaf 13 maart 2020 middernacht gehandhaafd en zijn we overgegaan naar de federale fase en bijkomende maatregelen. We zitten momenteel in fase 3 van het noodplan.

 

Dit heeft ook een impact op de werking en het functioneren van de stad. Ondertussen werden er een aantal maatregelen genomen ter ondersteuning van de lokale economie, op sociaal vlak, naar personeel toe, ... De burgemeester geeft een update over de genomen maatregelen.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de maatregelen van de stad en OCMW.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING BIJ HOOGDRINGENDHEID DD. 19/11/2020 BETREFFENDE MONDMASKERPLICHT. BEKRACHTIGING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

        23 maart 2020: Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

        1 oktober 2020: Politieverordening van de gouverneur betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 in de provincie Antwerpen

        20 oktober 2020: Beslissing Burgemeester betreffende het uitvaardigen van een tijdelijke politieverordening houdende de uitgebreide mondmaskerplicht in Lier

        28 oktober 2020: Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

        1 november 2020: Ministerieel besluit houdende wijzigingen van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

        9 november 2020: Politieverordening van de gouverneur betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 in de provincie Antwerpen

        19 november 2020: Beslissing Burgemeester betreffende het uitvaardigen van een tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid houdende de uitgebreide mondmaskerplicht in Lier

 

Feiten en context

Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID–19 te beperken;

 

Gelet op de politieverordening van de gouverneur van 1 oktober 2020 betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 in de provincie Antwerpen;

 

Gelet op de Beslissing Burgemeester van 20 oktober 2020 betreffende het uitvaardigen van een tijdelijke politieverordening houdende de uitgebreide mondmaskerplicht in Lier;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID–19 te beperken;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 1 november 2020 houdende wijzigingen van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

 

Gelet op de politieverordening van de gouverneur van 9 november 2020 betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 in de provincie Antwerpen;

 

Overwegend dat de verspreiding van het coronavirus Covid-19 nog steeds bijzonder sterk en continu is in de provincie Antwerpen;

 

Overwegende dat het coronavirus COVID–19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen treft;

 

Overwegende dat het coronavirus COVID–19 zich via de lucht lijkt over te dragen van mens op mens;

 

dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;

 

Overwegende dat het dragen van een mondmasker of van elk ander alternatief in stof een belangrijke rol speelt in de strategie om de maatregelen geleidelijk aan af te bouwen; dat het dragen van mondmaskers dan ook wordt aanbevolen aan de bevolking voor elke situatie waarin de regels van social distancing niet kunnen worden nageleefd, om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan; dat het verplicht is in bepaalde inrichtingen en bepaalde specifieke situaties; dat het louter gebruik van een masker echter niet volstaat en dat het steeds gepaard moet gaan met de andere preventiemaatregelen; dat de social distancing de belangrijkste en prioritaire preventiemaatregel blijft;

 

Overwegende dat het in het licht van de laatste bevindingen nog steeds noodzakelijk blijft om de verplichting om een mondmasker te dragen uit te breiden naar andere plaatsen om het aantal besmettingen en de overdracht van het virus te beperken;

 

Juridische grond

- Artikel 134. § 1 Nieuwe Gemeentewet:

“In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.”

 

- Artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet:

“De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :

...

5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;”

 

- Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, Ministerieel besluit van 1 november 2020 houdende wijzigingen van het Ministerieel besluit dd. 28 oktober 2020, en eventueel latere wijzigingen

 

Regelgeving bevoegdheid

Overeenkomstig artikel 133, 2de alinea van de Nieuwe Gemeentewet en artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.

 

Overeenkomstig artikel 133, 2de alinea en artikel 135 §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet beschikt de burgemeester over uitvoerende politiebevoegdheden en kan de burgemeester politiebesluiten maken.

 

Argumentatie

Artikel 25 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020, houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, bepaalt dat eenieder verplicht is om vanaf de leeftijd van 12 jaar de mond en de neus te bedekken met een mondmasker of elk ander alternatief in stof in de winkelstraten, en elke private of publieke druk bezochte plaats, waarvan de concrete invulling dient te gebeuren door de bevoegde lokale overheid. De bevoegde lokale overheid dient deze plaatsen af te bakenen met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is;

 

Artikel 27. 1§. van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken bepaalt dat de bevoegde lokale overheden, in overleg met de bevoegde overheden van de gefedereerde entiteiten, aanvullende preventieve maatregelen kunnen nemen ten opzichte van deze voorzien in dit ministerieel besluit. De burgemeester overlegt hieromtrent met de gouverneur;

 

De burgemeester is derhalve bevoegd om uitvoering te geven aan artikel 25 en artikel 27 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

De burgemeester had reeds op 19 oktober 2020 advies opgevraagd bij de gouverneur, Cathy Berx, aangaande het uitbreiden van de mondmaskerplicht op grondgebied van Lier. Op 19 oktober 2020 heeft de gouverneur hierop positief advies afgeleverd.

 

Op 20 oktober 2020 werd er vervolgens een tijdelijke politieverordening uitgevaardigd bij hoogdringendheid via een Beslissing Burgemeester om mondmaskerplicht uit te breiden in de stad Lier om het aantal besmettingen en de overdracht van het virus zoveel mogelijk te beperken. Deze tijdelijke politieverordening blijft echter maar van kracht tem 19 november 2020.

 

Daar de verspreiding van het coronavirus Covid-19 nog steeds bijzonder sterk en continu is in de provincie Antwerpen, is het aangewezen om opnieuw een tijdelijke politieverordening uit te vaardigen voor een uitbreiding van de mondmaskerplicht op grondgebied van Lier.

 

Om de naleving van de politiebesluiten te verzekeren, kan de burgemeester rechtstreekse dwangmiddelen aanwenden en kan hij beroep doen op de lokale politie en de federale politie.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de bekrachtiging van de Beslissing Burgemeester dd. 19 november 2020 betreffende het verplicht dragen van een mondmasker of elk ander alternatief in stof door iedereen vanaf 12 jaar in alle straten binnen de stadsvesten, uitgezonderd de vesten zelf, en dit elke dag tussen 8 en 18 uur.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de bekrachtiging van de Beslissing Burgemeester dd. 19 november 2020 betreffende het verplicht dragen van een mondmasker of elk ander alternatief in stof door iedereen vanaf 12 jaar zowel op als buiten de stadsvesten wanneer het druk is en de veiligheidsafstand van 1.5 meter niet mogelijk is. Deze verplichting geldt voor alle straten in Lier en Koningshooikt.

 

Art 3 :

De gemeenteraad beslist de bekrachtiging van de Beslissing Burgemeester dd. 19 november 2020 betreffende het verplicht dragen van een mondmasker of elk ander alternatief in stof door iedereen vanaf 12 jaar binnen een straal van 200 meter van de in- en uitgangen van onderwijsinstellingen, en dit zowel voor kleuter-, lager-, secundair-, hoger-, als volwassenenonderwijs. Deze verplichting geldt tijdens de gebruikelijke in- en uitlooptijden van de onderwijsinstellingen.

 

Art 4 :

Inbreuken op onderhavig besluit wordt overeenkomstig art. 26 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, en eventuele latere wijzigingen van dit ministerieel besluit, beteugeld met de straffen bepaald door artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

 

Art 5 :

Onderhavig besluit trad in werking op 20 november 2020 en blijft van kracht tot deze wordt opgeheven.

 

Art 6 :

De lokale politie en de stadsdiensten (en eventueel de federale politie) zijn belast met het toezicht op de naleving van onderhavig besluit.

 

Art 7 :

Een afschrift van onderhavig besluit werd overgemaakt aan de Deputatie van de Provincieraad van Antwerpen en aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en de Politierechtbank te Mechelen.

 

Art 8 :

Tegen deze beslissing kan beroep worden ingesteld door binnen de zestig (60) dagen na ontvangst, een verzoekschrift tot schorsing of vernietiging in te dienen bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het ondertekende verzoekschrift kan per aangetekende zending aan de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel worden gericht of elektronisch via http://eproadmin.raadvst-consetat.be.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ OV 2020/5: WIJZIGING VAN EEN VERGUNDE VERKAVELING V2017/13. VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag ingediend door Matthias Hoornaert namens THV NORMAALSCHOOL LIER VVZRL, werd per beveiligde zending verzonden op 1 april 2020. Deze aanvraag werd voor een eerste maal ontvangen op 1 april 2020 en vervolledigd op 18 mei 2020.

 

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 15 juni 2020.

 

De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Berlaarsestraat 23, 25, De Heyderstraat 42, 44, Kluizeplein 8, Kluizestraat 1, 37 en 39, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 1 sectie H nrs. 94E, 100N, 146K, 146M, 150F, 214C, 431/2 C en 431/3 D.

 

Het betreft een aanvraag tot het wijzigen van een vergunde verkaveling.

 

De aanvraag betreft een aanvraag voor de wijziging van een vergunde verkaveling.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Argumentatie

1.Stedenbouwkundige basisgegevens

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Kleinstedelijk gebied Lier

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

 

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

 

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan voor het grootste deel in een woongebied.

De gebouwen gelegen tegen de Berlaarsestraat, situeren zich volgens dit gewestplan in een woongebied met culturele, esthetische en/of historische waarde.

Volgens artikel 5.1.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Volgens artikel 6.1.2.3. van hetzelfde K.B. worden voor volgende nadere aanwijzingen gegeven.  In de woongebieden met culturele, esthetische en/of historische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing in een woongebied met culturele, esthetische en/of historische waarde.

 

De ordeningsmaatregelen moeten worden bepaald, rekening houdend met de culturele, historische en/of esthetische waarde van het gebied.

 

De voorgelegde aanvraag heeft een gecombineerde functie wonen, handel, diensten, ambacht en kleinbedrijf en openbare nutsfunctie (wegenis)

Deze functies blijven ongewijzigd.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn geen bijkomende bepalingen van toepassing voor een woonfunctie.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een handelsfunctie.

Een handelsfunctie moet volgens de omzendbrief worden gedefinieerd als het verkopen van niet ter plaatse vervaardigde goederen.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een dienstenfunctie.

Bedoeld worden inrichtingen en activiteiten die omwille van hun specifieke functie en hun frequente relaties tot het publiek noodzakelijkerwijze en eng verbonden zijn met de woonfunctie, zoals bv. kantoorgebouwen, horeca-bedrijven en dergelijke.

Voor kantoorgebouwen moet bijzondere aandacht worden besteed aan hun bestaanbaarheid met de bestemming van het woongebied, en moet met name ter dege worden onderzocht of zij de woonfunctie niet in het gedrang brengen. Een bankagentschap of een verzekeringsagentschap bijvoorbeeld dienen de woonfunctie. Een volledige inplanting van een verzekeringsmaatschappij, een bank of een administratief gebouw, kan de woonfunctie daarentegen zeer nadelig beïnvloeden.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een ambachtelijke en kleinbedrijfsfunctie.

De wetgeving op de ruimtelijke ordening en de stedenbouw houdt geen nauwkeurige omschrijving in van de begrippen ambacht en kleinbedrijf. Er dient dan ook te worden uitgegaan van de gebruikelijke betekenis van de woorden.

Ambachtelijke bedrijven zijn deze bedrijven waar handwerk primeert, wat het gebruik van machines evenwel niet uitsluit. Te denken valt bijvoorbeeld aan kleine graanmaalderijen, pottenbakkersateliers en dergelijke meer. Warme bakkerijen en beenhouwerijen kunnen over het algemeen ook worden beschouwd als ambachtelijk bedrijf of als kleinbedrijf.

Met kleinbedrijf wordt bedoeld industrie op kleine schaal. Bij de beoordeling van de vraag of een inrichting al dan niet als kleinbedrijf kan worden beschouwd, kan dan ook rekening worden gehouden met de omvang van het bedrijf dit is zowel met de oppervlaktebehoefte als met de omzet en het aantal personeelsleden dat er tewerkgesteld wordt , almede met de (objectieve) aard van de ongemakken die de activiteit meebrengt voor de omgeving. Als kleinbedrijf kan bijvoorbeeld worden beschouwd een kleinschalige drukkerij.

De vraag naar de aard van de onderneming stelt zich niet enkel bij zijn eerste inplanting, maar kan zich ook stellen naar aanleiding van de beoordeling van de toelaatbaarheid van de uitbreiding ervan. Een uitbreiding van een kleinbedrijf kan er toe leiden dat deze niet langer als een kleinbedrijf kan worden beschouwd, zodat de uitbreiding binnen het woongebied niet toelaatbaar is.

Ambacht en kleinbedrijf kunnen worden toegelaten in het woongebied voor zover ze om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd en voorzover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (zie infra).

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt als lot nr. 117 deel uit van de verkaveling 2017/13, goedgekeurd op 18 juni 2018.  De verkaveling wordt bijgesteld in de huidige aanvraag.

 

2.Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie H 94 E

Perceelnummer : (afd. 1) sectie H 100 N

Perceelnummer : (afd. 1) sectie H 146 K

Perceelnummer : (afd. 1) sectie H 146 M

Perceelnummer : (afd. 1) sectie H 150 F

Perceelnummer : (afd. 1) sectie H 214 C

Perceelnummer : (afd. 1) sectie H 431/2 C

Perceelnummer : (afd. 1) sectie H 431/3 D

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Stedenbouwkundige vergunning (64/326) d.d. 26 mei 1964 voor bouwen stookplaats en verbouwen bergplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (72/61) d.d. 23 juni 1972 voor verbouwen winkelpui werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (78/47) d.d. 4 augustus 1978 voor slopen en herbouwen sanitair werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (81/114) d.d. 13 november 1981 voor vernieuwen zwembad werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (85/65) d.d. 21 juni 1985 voor verbouwen slaapzalen werd geweigerd door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (85/66) d.d. 21 juni 1985 voor verbouwen zwembad tot turnzaal werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (89/262) d.d. 8 april 1991 voor verbouwingswerken werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (91/55) d.d. 3 april 1991 voor verbouwingswerken werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (98/141) d.d. 17 september 1998 voor het bouwen en verbouwen van een klaslokaal werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (2009/184) d.d. 23 juni 2009 voor uithangbord werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2015/140) stilzwijgende weigering voor het aanbrengen van een kunstwerk op een buitenmuur. 

 

Op 26/6/2017 werd het masterplan van de Normaalschool goedgekeurd.

 

Verkavelingsvergunning (2017/13) d.d. 18 juni 2018 voor herontwikkeling normaalschool werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

Omgevingsvergunning:

OV2018/69: aktename door college van burgemeester en schepenen d.d. 6 april 2018

OV2018/120: d.d. 13 september 2018 voor het slopen en renoveren van enkele gebouwen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen

OV2019/7: aktename door college van burgemeester en schepenen d.d. 4 februari 2019

 

3.Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving – ruimtelijke analyse

Het betreft een ontwikkeling van een binnengebied gelegen tussen de Berlaarsestraat/Kluizestraat/Kluizeplein en De Heyderstraat.

In de Berlaarsestraat bevinden zich hoofdzakelijk handelshuizen in gesloten bouworde bestaande uit 3 tot 4 bouwlagen onder een zadeldak.

In de overige straten bevinden zich hoofdzakelijk ééngezinswoningen in gesloten bouworden bestaande uit 2 bouwlagen onder een zadeldak.

 

Beschrijving van de aanvraag

Het verkavelingsontwerp houdt volgende wijzigingen in t.o.v. het oorspronkelijke verkavelingsontwerp :

1.Wijzigingen met betrekking tot het publiek domein en de rooilijn

1.a. Erfdienstbaarheid van overbouw

Er wordt geen recht van doorgang voorzien in/onder de gebouwen, maar de publieke ruimte loopt effectief door in/onder de gebouwen op LOTEN 1,3,5 en 7. Het gaat dus om een erfdienstbaarheid van overbouw met bouwvolume. Dit was zo reeds in de vorige aanvraag, maar werd niet correct omschreven in de verkavelingsvoorschriften. Ook werden de oppervlaktes niet correct gemeten op de plannen.

Verkavelingsplan:

Pijlen recht van doorgang zijn weggelaten

Correctie van kleuraanduiding voor ‘erfdienstbaarheid van overbouw’ bij loten 1, 3, 5 en 7.

De oppervlakte van lot 1 wijzigt van ca. 665,68m² naar ca. 614,17m²

De oppervlakte van lot 3 wijzigt van ca. 112,81m² naar ca. 57,72m²

De oppervlakte van lot 5 wijzigt van ca. 1673,21m² naar ca. 1644,67m²

Aanpassing oppervlakte van de luifel grenzend aan lot 2: voorheen loten 1 en 2

Verkavelingsvoorschriften:

2.1.B Bouwvolume: Aanvulling bij loten 1, 3, 5 en 7 ter verduidelijking van ‘erfdienstbaarheid van overbouw’

1.3.A Publiek domein: wijziging ter verduidelijking van de ‘erfdienstbaarheid van overbouw’

1.b. Aanpassingen van de rooilijn

Er zijn diverse wijzigingen ten gevolge van wijzigingen bij de private loten

Verkavelingsplan:

Ter hoogte van lot 3: correcte footprint is opgenomen

Ter hoogte van loten 9-16: het collectief private wandelpad achter de rijwoningen is toegevoegd aan het publiek domein

Lot 7: de afmetingen van het gebouw werden aangepast waardoor er ook een correctie  van de rooilijn is.

Lot 17: wordt ingevuld als afvalberging i.p.v. toegangspaviljoen naar de ondergrondse parking en is ook op een andere plaats ingetekend.

Lot 18: toegevoegd aan de verkaveling, toerit naar de ondergrondse parking

1.c. Ondergrondse inname

Diverse wijzigingen ten gevolge van wijzigingen aan de ondergrondse parking

Verkavelingsplan:

Gecorrigeerde aanduiding van de zone van ondergrondse inname onder publiek domein in functie van de nieuwe positie van de inrijhelling.

1.d. Buitenconstructies

Diverse wijzigingen met betrekking tot de inrichting van het plein P4:

Verkavelingsplan:

De voorziene fietsenstalling is niet meer van toepassing: de nieuwe fietsenstalling en de nieuwe inrijhelling naar de ondergrondse parking zijn opgenomen in lot 18, met aanduiding van overkapping

Toevoeging van zone voor rolcontainers, opgenomen in lot 17.

1.e. Terraszone horeca

Diverse wijzigingen met betrekking tot de inrichting van het plein P4:

Verkavelingsplan:

Zone voor het terras op het verkavelingsontwerp is aangepast in functie van de gewijzigde inrijhelling naar de ondergrondse parking.

1.f. Hoogspanningscabine

Toevoeging van een hoogspanningscabine:

Verkavelingsplan:

Zone voor hoogspanningscabine is toegevoegd ter hoogte van P6/lot 5

Verkavelingsvoorschriften:

De voorschriften in punt 1.2 ‘bestemming bijgebouwen’ werden uitgebreid in functie van de toegevoegde hoogspanningscabine

1.g. Overige

De op de plannen aangegeven oppervlakten van het publiek domein werden niet steeds correct ingemeten, en zijn gecorrigeerd in functie van bovenstaande wijzigingen met betrekking tot het publiek domein en/of de rooilijn.

Verkavelingsplan:

De oppervlakte van plein P4 wijzigt van ca. 1623,66m² naar ca. 1436,23m²

De overige oppervlakte wijzigt van ca. 5079,08m² naar ca. 5166,97m²

 

2.Wijzigingen met betrekking tot de private loten

2.a. Lot 1

In functie van de wijzigingen met betrekking tot ondergrondse parking en publiek domein,, zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk.

Verkavelingsplan:

Pijl recht van doorgang is weggelaten

Correctie van kleuraanduiding voor erfdienstbaarheid van overbouw

De oppervlakte van lot 1 wijzigt van ca. 665,68m² naar ca. 614,17m²

Toevoeging ondergrondse inname voor de ondergrondse parking in lot 1

Verkavelingsvoorschriften:

Voorschrift E: aangevuld met ‘het voorzien van ondergrondse garages, ondergrondse fietsenbergingen, andere ondergrondse bergingen en ondergrondse technische lokalen is toegelaten’. 

Voorschrift I werd geschrapt en vervangen door ‘ Erfdienstbaarheid van overbouw: ter plaatse van de bestaande onderdoorgang van het gebouw, als onderdeel van het (toekomstige) openbaar domein, geldt een erfdienstbaarheid van overbouw ten bate van het bestaande gebouw, lastens het openbaar domein. De publieke onderdoorgang moet een minimale breedte hebben van 4 meter. Ter plaatse van deuropeningen kan de breedte beperkt worden tot de huidige breedte van de deuropening.

Nieuw voorschrift J: Ondergrondse parking: onder het bestaande gebouw geldt een erfdienstbaarheid van onderbouw ten bate van de ondergrondse parking, lastens lot 1.

2.b. Lot 2

In functie van de verdere uitwerking van het project, alsook de wijzigingen met betrekking tot ondergrondse parking en publiek domein, zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsplan:

Pijl recht van doorgang is weggelaten

De zone aangegeven als fietsenstalling in de tuinzone is verwijderd. De fietsenstalplaatsen zullen in het bouwvolume geïntegreerd worden.

De oppervlakte werd aangepast naar ca. 1390,70m²

Uitbreiding van bebouwing op het verkavelingsontwerp door behoud te slopen gebouw.

De arcering ‘privaat boven publiek’ werd gedeeltelijk geschrapt (boven plein P4)

Geen ondergrondse inname voor de ondergrondse parking meer in lot 2.

Verkavelingsvoorschriften:

Voorschrift I: en fietsenstallingen werd verwijderd

Voorschrift J: werd volledig verwijderd

2.c. Lot 3

In functie van de verdere uitwerking van het project, alsook de wijzigingen met betrekking tot ondergrondse parking en publiek domein zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsplan:

Pijl recht van doorgang is weggelaten

Correctie van kleuraanduiding voor de erfdienstbaarheid van overbouw

De aangegeven oppervlakte van ca 112,81m² werd niet correct gerekend en dient, ca. 57,72m² te zijn

Verkavelingsvoorschriften:

Voorschrift B: De maximale bouwdiepte wordt gewijzigd van 13m naar 15m

Voorschrift D: Voorschrift werd geschrapt en vervangen door: ‘De nokhoogte op de gevellijn: max. 17m. De bovenzijde van de gevellijn mag variëren, en is steeds gelegen tussen minstens 8m en maximaal 17m, om een gevelvorm overeenkomstig de naburige percelen na te kunnen streven.’

Voorschrift E: Kroonlijst max. 14m wijzigt naar 17m

Voorschrift G: plat dak wordt vervangen door ‘keuze van de dakvorm is vrij’

Voorschrift J: Volledig geschrapt en vervangen door ‘ Erfdienstbaarheid van overbouw: ter plaatse van de toekomstige onderdoorgang van het gebouw, als onderdeel van het (toekomstige) openbaar domein, geldt een erfdienstbaarheid van overbouw ten bate van het toekomstige gebouw, lastens het openbaar domein. De publieke onderdoorgang is minimaal 4 meter breed en 4 meter hoog en afsluitbaar met een poort.’

 

2.d. Lot 4 (loten 4a en 4b)

In functie van de verdere uitwerking van het project, alsook de wijzigingen met betrekking tot ondergrondse parking en publiek domein zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsplan:

Aanpassing van bijgebouwen voor fietsenstalling aan voorzijde van bebouwing naar bijgebouwen voor ‘collectieve tuin en landbouw’

Het bestaande bouwvolume tegen de tuinen van de woningen te St Gummarusstraat nrs 24,26 ,28/30 en De Heyderstraat nrs. 16,18,20,22 en 24 zal slechts gedeeltelijk gesloopt worden. Dit ook vanuit de vraag van de aanpalende eigenaars om de hoogte van de bestaande scheimuur te behouden. Bijgebouw voor fietsenstalling aan achterzijde van bebouwing werd verwijderd en zone met bestaande bebouwing op het verkavelingsontwerp werd uitgebreid.

De zone aangegeven als fietsenstalling in de tuinzone (mede eigendom) is verwijderd. De fietsenstalplaatsen zullen voorzien worden in het gebouwde volume en/of in de zone voor ‘collectieve tuin en landbouw)

Geen ondergrondse inname voor de ondergrondse parking meer op lot 4

Onderverdeling van lot 4 in loten 4a en 4b in functie van de vereiste grondruil ter realisatie van het project.

Correctie van de aangegeven oppervlakte ca. 4608,84m² voor lot 4 naar ca.4531,89m² voort lot 4a en ca. 77,02m² voor lot 4b.

Verkavelingsvoorschriften:

Voorschrift E: ondergrondse garages te schrappen

 

2.e. Lot 5 (loten 5a, 5b en 5c)

In functie van de wijzigingen met betrekking tot het publiek domein zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsplan:

Pijl recht van doorgang is weggelaten

Correctie van kleuraanduiding voor de ‘erfdienstbaarheid van overbouw’

Onderverdeling van lot 5 in loten 5a, 5b en 5c in functie van de vereiste grondruil ter realisatie van het project.

Correctie van de aangegeven oppervlakte ca. 1673,21m² voor lot 5 naar ca.78,18m² voort lot 5a, ca. 960,25m² voor lot 5b en ca. 606,24m² voor lot 5c.

Verkavelingsvoorschriften:

Voorschrift J: volledig geschrapt en vervangen door: ‘ Erfdienstbaarheid van overbouw: ter plaatse van de bestaande onderdoorgang van het gebouw, als onderdeel van het (toekomstige) openbaar domein, geldt een erfdienstbaarheid van overbouw ten bate van het bestaande gebouw, lastens het openbaar domein. De publieke onderdoorgang moet een minimale breedte hebben van 3 meter. Ter plaatse van de deuropeningen kan de breedte worden beperkt tot de huidige breedte van de deuropening.

 

2.f. Lot 6

In functie van de verdere uitwerking van het project, zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsvoorschriften:

Nieuw voorschrift J: volledig geschrapt en vervangen door: ‘ Erfdienstbaarheid van overbouw: ter plaatse van de bestaande onderdoorgang van het gebouw, als onderdeel van het (toekomstige) openbaar domein, geldt een erfdienstbaarheid van overbouw ten bate van het bestaande gebouw, lastens het openbaar domein. De publieke onderdoorgang moet een minimale breedte hebben van 3 meter. Ter plaatse van de deuropeningen kan de breedte worden beperkt tot de huidige breedte van de deuropening.

 

2.g. Lot 7

In functie van de verdere uitwerking van het project, alsook de wijzigingen met betrekking tot de ondergrondse parking en het publiek domein zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsplan:

Pijl recht van doorgang is weggelaten

Correctie van kleuraanduiding voor de ‘erfdienstbaarheid van overbouw’ met gebouwd volume bij lot 7, zoals voorzien in het initiële verkavelingsontwerp

Ter hoogte van de Kluizestraat werd de rooilijn gewijzigd in functie van de verdere uitwerking van het project: het is niet wenselijk om de nieuwe aanleg van het publiek domein in een spie aan te leggen, aansluitend op de bestaande bestrating. Ook is het wenselijk om het bouwvolume van lot 7 aan de Kluizestraat te kunnen uitlijnen met de rijwoningen en overige bebouwing in de Kluizestraat

Ter hoogte van lot 7 werd de arcering ‘privaat boven publiek’ geschrapt

De oppervlakte van lot 7 werd gecorrigeerd van ca 3167,85m² naar ca. 3209,95m²

Verkavelingsvoorschriften:

Voorschrift D: kroonlijsthoogte op de gevellijn: maximum 17m. Blijft behouden. Overigen wordt aangepast naar: Aan het Kluizeplein is de kroonlijsthoogte beperkt tot 14m. Voor het meest zuidwestelijke deel van het bouwvolume is de 45° regel van toepassing vanaf de perceelsgrens en vanaf het maaiveld. Voor het bouwvolume aan het Kluizeplein wordt de 4de bouwlaag 4,9m teruggetrokken ten opzichte van de woning aan Kluizeplein nr. 3

Voorschrift J: wordt volledig geschrapt en vervangen door: Erfdienstbaarheid van overbouw: ter plaatse van de toekomstige onderdoorgang van het gebouw, als onderdeel van het (toekomstige) openbaar domein, geldt een erfdienstbaarheid van overbouw ten bate van het toekomstige gebouw, lastens het openbaar domein.

Nieuw voorschrift K: Ondergrondse parking: onder het lot 7 geldt een erfdienstbaarheid van onderbouw ten bate van de ondergrondse parking, lastens lot 7

 

2.h. Lot 8

In functie van de verdere uitwerking van het project, zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsvoorschriften:

Voorschrift F: 3 wordt vervangen door maximaal 5 bouwlagen. De bouwlagen mogen herverdeeld worden binnen het bestaande volume.

 

2.i. Loten 9-16

In functie van de verdere uitwerking van het project, alsook de wijzigingen met betrekking tot het publiek domein zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsplan:

De zone B met het collectief private wandelpad achter de rijwoningen werd verwijderd ten behoeve van openbaar domein, gezien deze mede eigendom niet wenselijk is, omdat de private tuinen van de rijwoningen rechtstreeks kunnen aansluiten op het openbaar domein

De oppervlakte van lot 16 werd gecorrigeerd van ca 121,34m² naar ca. 113,26m² De zone B was niet ingerekend in de oppervlakte van de loten, alsook niet in de oppervlakte van het publiek domein. Dit werd gecorrigeerd.

Verkavelingsvoorschriften:

Voorschrift D: kroonlijsthoogte op de gevellijn: werd gewijzigd naar: Voor lot 9 is de kroonlijsthoogte op de gevellijn maximum 10m. Voor de loten 10 tem 16 is de kroonlijsthoogte op de gevellijn maximum 8m. Voor de loten 10 tem 16 wordt een derde bouwlaag minstens 1m teruggetrokken ten opzicht van de straat, en is de teruggetrokken kroonlijsthoogte beperkt tot maximum 10m.

 

2.j. Lot 17

In functie van de verdere uitwerking van het project, alsook de wijzigingen met betrekking tot de ondergrondse parking en het publiek domein zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsplan:

Lot 17 werd geschrapt omwille van het wegvallen van het toegangspaviljoen tot parking west. De voorziene zone voor lot 17 werd opgenomen bij het openbaar domein.

Het nieuwe lot 17 werd toegevoegd ter hoogte van plein P4.

Verkavelingsvoorschriften:

Lot 17 werd geschrapt en vervangen door een nieuw lot 17 kroonlijsthoogte op de gevellijn: werd gewijzigd naar: Voor lot 9 is de kroonlijsthoogte op de gevellijn maximum 10m. Voor de loten 10 tem 16 is de kroonlijsthoogte op de gevellijn maximum 8m. Voor de loten 10 tem 16 wordt een derde bouwlaag minstens 1m teruggetrokken ten opzicht van de straat, en is de teruggetrokken kroonlijsthoogte beperkt tot maximum 10m.

 

2.h. Lot 18

In functie van de verdere uitwerking van het project, alsook de wijzigingen met betrekking tot de ondergrondse parking en het publiek domein zijn er diverse wijzigingen noodzakelijk:

Verkavelingsplan:

Het nieuwe lot 18 werd toegevoegd ter hoogte van plein P4.

Verkavelingsvoorschriften:

Lot 18 werd toegevoegd voor de fietsenstalling en inrijhelling ter hoogte van het plein P4.

Er werd een voorschrift toegevoegd in functie van de ‘erfdienstbaarheid van onderbouw’ ten bate van de ondergrondse parking, lastens lot 18.

 

3.Wijzigingen met betrekking tot de ondergrondse parking

- Om de parking te wijzigen in functie van de dading met de buurtbewoners, alsook om de archeologiekosten voor stad Lier te beperken, werd het ontwerp van de ondergrondse parking gewijzigd. In plaats van 2 ondergrondse parkeergarages, zal er nu 1 parkeergarage voorzien worden. Deze situeert zich onder het openbaar domein en loten 1 en 7, alsook optioneel onder lot 6.

- De ondergrondse parkeergarage zal een toegang hebben via de Berlaarsestraat en een uitgang via het Kluizeplein

- De ondergrondse parking wordt beperkt in oppervlakte, en zal minimaal 150 parkeerplaatsen bevatten. Het overige aandeel van de parkeerbehoefte zal gerealiseerd worden via aankoopoptie van naburige parkeerplaatsen. Hiermee zal het project in 100% van de parkeerbehoefte van de site voorzien.

Verkavelingsplan:

De zone aangegeven als ondergrondse private inname onder publiek domein is aangepast in functie van de gewijzigde parking en geeft een maximale omlijning aan waarbinnen de ondergrondse private inname voor parkeergarage zich dient te situeren. De werkelijke private inname mag dus kleiner zijn. De ondergrondse inname situeert zich nu op lot 18.

De positie van de inrit naar de ondergrondse parking en de landschappelijke vormgeving die daarmee samenhangt, werd gewijzigd.

Verkavelingsvoorschriften:

De voorschriften in punt 2.3 werden gewijzigd in functie van de aangepaste ondergrondse parking.

Bij loten 1,6,7 en 18 zijn er voorschriften toegevoegd in functie van de ‘erfdienstbaarheid van onderbouw’ ten bate van de ondergrondse parking.

 

4.Overige wijzigingen

Verkavelingsplan:

De aangegeven fasering uit de verkavelingsaanvraag werd gewijzigd.

Verwijdering van initieel te behouden bomen:

- Omwille van de nieuwe positie van de ondergrondse parking kunnen de initieel te behouden bomen ter hoogte van P1 niet behouden blijven. Er zullen nieuwe bomen aangeplant worden in het projectgebied..

- Omwille van de noodzakelijke ophoging van het terrein om het hoogteverschil tussen het bestaande gebouw op lot 4 en het bestaande gebouw op lot 5 op te vangen kunnen de initieel te behouden bomen ter hoogte van P6 niet behouden blijven. Er zullen nieuwe bomen aangeplant worden in het projectgebied.

Voor de individuele loten (bv. lot 8) moet een eventueel ‘recht van doorgang’ gerealiseerd te worden in de basisakten van de respectievelijke loten, en niet in het verkavelingsontwerp. Alle pijlen met recht van doorgang werden verwijderd.

Vermeldingen in de legende met betrekking tot ‘recht van overbouw’ werden gewijzigd door ‘erfdienstbaarheid van overbouw’

Verkavelingsvoorschriften:

De voorschriften 1.2, 1.3.B, 2.2.B en 2.2.C werden uitgebreid met het oog op de bestemmingen van de diverse bijgebouwen.

Voorschrift 2.2.A werd aangevuld (zie eerder)

Er werd een voorschrift toegevoegd voor private poorten in punt 3.4 zoals opgelegd in de verkregen verkavelingsvergunning.

De voorschriften in punt 3.5. werden volledig geschrapt zoals opgelegd in de verkregen verkavelingsvergunning.

In voorschrift 1.1.A betreffende de hoofdbestemming van de hoofdgebouwen werd verduidelijkt voor de loten 1,2,4,5 en 8 met bestaande bebouwing dat alle delen van de bestaande bebouwing worden beschouwd als zijnde ‘hoofdgebouw’.

De verkavelingsvoorschriften met betrekking tot de tuinpoorten werden aangevuld met de keuze uit hout zoals opgenomen in het bestek.

 

De aanvraag voorziet een wijziging in de fasering van de werken.

Fase 1:

Fase 1 voorziet de afbraak van een deel van de bestaande gebouwen en de renovatie en herbestemming van een deel van de voormalige Normaalschool tot incubator, 9 duplexappartementen en één grondgebonden woning op de loten 1 en 2. De publieke doorgang tot het centrale plein (P1) over lot 1, het plein (P4) op lot 2 en het voorplein aan de Berlaarsestraat (P5) worden samen met de gebouwen gerealiseerd. In deze fase wordt eveneens de ondergrondse parking (onder de loten 1 en 7 en een deel van het openbaar domein) gerealiseerd, met toegang via lot 3 vanuit de Berlaarsestraat, en uitgang via lot 7 naar het Kluizeplein. De buffercapaciteit voor het parkingdak van de parking wordt samen met de ondergrondse parking gerealiseerd. In eerste fase wordt ook een sleuf gemaakt naar de De Heyderstraat en de Kluizestraat voor de riolering en de nutsaansluitingen van fase 2. De effectieve afwerking en aanleg van de wegenis van de doorsteken naar de Kluizestraat en de De Heyderstraat wordt in respectievelijk fase 3 en 4 voorzien. Een deel van de riolering voor loten 1 en 2 zal verlopen via het centrale plein (P1) en dient dan ook reeds in fase 1 te worden voorzien. Om de aanleg van deze riolering mogelijk te maken, zal een strook van het centrale plein (tijdelijk) in fase 1 mee worden aangelegd.

Fase 2:

De tweede fase voorziet in de renovatie en herbestemming van het overige deel van de bestaande gebouwen op lot 4 tot duplexappartementen en grondgebonden woningen, de bouw van nieuwbouwappartementen op loten 3  en 7, en de renovatie van lot 8. De bijhorende collectief-private tuinen op loten 4 en 7 worden samen met de gebouwen opgeleverd. De aanleg van het centrale plein (P1) m.i.v. de (definitieve) toegang tot de ondergrondse parking via lot 7, wordt ook in deze fase uitgevoerd. De buffercapaciteit van het centrale plein wordt voorzien in de doorsteek naar de Kluizestraat die in fase 3 definitief zal worden afgewerkt.

Fase 3:

In fase 3 worden de nieuwbouwappartementen op lot 6 (m.i.v. de collectief-private binnentuin) gerealiseerd. In de Kluizestraat worden 8 nieuwbouw rijwoningen voorzien op loten 9 t.e.m. 16. De publiek toegankelijke tuin met buurtpaviljoen (P2) wordt mee in deze fase gerealiseerd.

Fase 4: blijft behouden

Op lot 5 wordt een cohousing project voorzien. Begin 2018 zal gestart worden met het vormen van een cohousing groep, maar het is op heden maar moeilijk in te schatten hoe snel dat proces zal verlopen. Het is alleszins de bedoeling om het cohousing project ten laatste samen met fase 3 van het project te realiseren en op te leveren. Voor het cohousing project zal een aparte vegunningsaanvraag worden ingediend door de cohousing groep zelf. In deze fase wordt ook de tuin van het cohousing project aangelegd en is de afwerking en wegenisaanleg van de publieke doorsteek naar de De Heyderstraat (P6) voorzien.

De aanvraag voorziet een aanpassing van de wegenisinfrastructuur.

- Door het wijzigen van de ligging van de ondergrondse parking is lot 17 van de oorspronkelijke verkaveling vervallen. Deze zone wordt betrokken bij het openbaar domein P3.

- De inrit naar de ondergrondse parking wordt verplaatst en bevindt zich aan de achterzijde van de percelen Berlaarsestraat 27 en 29. Het voormalige plein P4 wordt niet meer doormidden gesneden en wordt opgesplitst in een toegang naar de garage P4b en het plein P4a. De verharde oppervlakte wordt verkleind omdat er achteraan de percelen Berlaarsestraat 19-21 een zone voorzien wordt met beplanting en bomen.

- Plein P1 wordt aangepast in functie van te voorziene tuinpoorten in de perceelsmuren met de aangelanden en in functie van deuropeningen. Omwille van de plaatsing van de parking onder het openbaar domein kunnen de bestaande bomen niet behouden blijven. Deze zullen vervangen worden door nieuwe bomen.

- Op het plein P6 is er een zone voorzien voor het plaatsen van een hoogspanningscabine.

De plannen, raming en het bestek van de wegenisinfrastructuur werden aangepast in functie van al de bovenstaande wijzigingen en de wijziging van de rooilijn. 

De aanvraag voorziet in het kader van al de wijzigingen dus een aanpassing van de rooilijn en van de wegenis.

Het aangepaste rooilijnplan werd opgemaakt door META architectuurbureau, BOB 361 Architects, Callebaut Architecten en OKRA Landschapsarchitecten dd. 13/5/2020 met benaming ‘ Rooilijnplan’ met plannummer A4/4. Er wordt een wederafstand van 206,42m2 en een gratis grondafstand van 108m² voorzien.

De verkavelaar werd behoorlijk gevolmachtigd door alle eigenaars.

 

4.Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

 

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

 

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

Op 28 mei 2018  heeft de gemeenteraad de rooilijn vastgesteld volgens plan met titel ‘rooilijnplan’  opgemaakt door META Architectuurbureau, BOB361 Architects, Callebaut Architecten en OKRA landschapsarchitecten dd. 20-12-2017 met plannummer A3/3 met de bijhorende grondafstand met een oppervlakte van 6702,74 m² mits voldaan wordt aan volgende lasten:

De akte van gratis grondafstand met een oppervlakte van ca. 6702,74m² moet verleden worden ten laatste bij de voorlopige oplevering van de laatste uitvoering van de infrastructuur- en wegeniswerken;

De private gronden welke binnen de rooilijn vallen, vastgesteld door GR op datum van 28 mei 2018, moeten door de aanvrager gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager;

De aanleg van wegenis en riolering zal gebeuren door de aanvrager; op kosten van de aanvrager;

De aanleg van alle nutsvoorzieningen zal gebeuren door de nutsmaatschappijen en op kosten van de aanvrager;

De aanvrager is verplicht om de uitvoeringstekeningen en het bestek van de aanleg, ter goedkeuring voor te leggen aan de stad en de uitvoering van het openbaar domein dient te gebeuren in samenwerking met het technisch bureau van de stad Lier;

De aanvrager zal instaan voor de kosten voor het aanstellen van een toezichter die de werken dagelijks zal opvolgen aangesteld door de stad Lier;

De aanvrager zal aan de afvalbeheerder van de stad Lier toelating verlenen om een afvalsysteem aan te leggen waarbij de inplanting werd vastgelegd in het wegenisontwerp bij deze aanvraag.;

De studiekosten voor de opmaak van het wegenis- en rioleringsdossier zijn ten laste van de aanvrager;

De verkavelingsvergunning laat volgens art. 4.2.16 van de Vlaamse Codex slechts vervreemding van een kavel toe nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is opgemaakt; 

Die verkavelingsakte kan slechts worden opgemaakt na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat alle in de verkavelingsvergunning opgelegde lasten voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in handen van de gemeenteontvanger of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is verleend;

De bijhorende infrastructuurwerken van fase 1,2, 3 en 4 moeten minstens uitgevoerd zijn voor het einde van de werken van de desbetreffende fase.

 

In de huidige aanvraag wordt de rooilijn aangepast. Het aangepaste rooilijnplan werd opgemaakt door META architectuurbureau, BOB 361 Architects, Callebaut Architecten en OKRA Landschapsarchitecten dd. 13/5/2020 met benaming ‘ Rooilijnplan’ met plannummer A4/4. Er wordt een wederafstand van 206,42m2 en een gratis grondafstand van 108m² voorzien.

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 14 december 2020 voorgelegd en goedgekeurd:

1.Vaststelling van de rooilijn door cel omgeving

 

5.Adviezen

Er zijn geen relevante verplichte en overige adviezen waar opmerkingen zijn gemaakt over de rooilijn.

 

6.Openbaar onderzoek

Artikel 84 OVD

Een niet-vervallen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden bijgesteld ingevolge de definitieve vaststelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan op voorwaarde dat dit bij de voorlopige en de definitieve vaststelling van het plan uitdrukkelijk aangegeven is, ten minste op het grafische plan.

 

In het geval, vermeld in het eerste lid, kan het bestuursorgaan dat met toepassing van titel II, hoofdstuk II, van de VCRO bevoegd is voor de planopmaak, de schorsing gelasten van de verkoop of van de verhuring voor meer dan negen jaar en van de vestiging van een erfpacht of opstalrecht op het geheel of een gedeelte van de verkaveling.

 

Artikel 85 OVD

§ 1. Op initiatief van het college van burgemeester en schepenen kan een niet-vervallen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden voor wat het niet-vervallen gedeelte betreft, worden bijgesteld na verloop van vijftien jaar na de afgifte van deze omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg.

 

Het bijstellen van de omgevingsvergunning, vermeld in dit artikel, verloopt overeenkomstig de bepalingen van de gewone vergunningsprocedure, met dien verstande dat de vergunningsaanvraag of de aanvraag gelezen moet worden als de aanvraag of het verzoek tot bijstelling en de aanvrager als aanvrager of verzoeker van de bijstelling.

 

De gemeente brengt voor de start van het openbaar onderzoek alle eigenaars van een kavel met een gewone brief of beveiligde zending op de hoogte van het openbaar onderzoek en van de bepalingen van paragraaf 2.

 

De gemeente brengt eveneens alle eigenaars van buiten de verkaveling gelegen percelen die palen aan de kavels die het voorwerp uitmaken van de bijstelling, voor de start van het openbaar onderzoek met een gewone brief of beveiligde zending op de hoogte van het openbaar onderzoek.

 

§ 2. De bevoegde overheid weigert de bijstelling als de eigenaars van meer dan één vierde van de in de omgevingsvergunning waarvoor bijstelling wordt gevraagd, toegestane kavels een ontvankelijk, gegrond en op ruimtelijke motieven gebaseerd schriftelijk of digitaal bezwaar hebben ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

 

Dit bezwaar geeft duidelijk aan dat het bezwaar afkomstig is van een eigenaar van een of meer in de omgevingsvergunning waarvoor bijstelling wordt gevraagd, toegestane kavels, zoniet houdt de bevoegde overheid geen rekening met dit bezwaar voor de berekening, vermeld in het eerste lid.

 

De bevoegde overheid die zich uitspreekt over de bijstelling, kan de schorsing gelasten van de verkoop of van de verhuring voor meer dan negen jaar en van de vestiging van een erfpacht of opstalrecht op het geheel of een gedeelte van de verkaveling.

 

Artikel 86 OVD

§ 1. De eigenaar van een kavel die begrepen is in een niet-vervallen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, kan gemotiveerd om een bijstelling van deze omgevingsvergunning verzoeken voor het deel dat hij in eigendom heeft.

 

De aanvraag doorloopt dezelfde procedure als een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met dien verstande dat de vergunningsaanvraag of de aanvraag gelezen moet worden als de aanvraag of het verzoek tot bijstelling en de aanvrager als aanvrager of verzoeker van de bijstelling.

De gemeente brengt alle eigenaars van een kavel die geen aanvrager zijn op de hoogte van de bepalingen van paragraaf 2, en, in voorkomend geval, van het openbaar onderzoek:

als een openbaar onderzoek vereist is, voor de start ervan;

als er geen openbaar onderzoek vereist is, binnen tien dagen na de dag waarop de gemeente het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek aan de aanvrager heeft verstuurd.

 

In het geval een openbaar onderzoek vereist is, brengt de gemeente de eigenaars van percelen die buiten de verkaveling liggen maar die palen aan de kavels die het voorwerp uitmaken van de bijstelling, op de hoogte van het openbaar onderzoek voor de start ervan.

 

De mededeling, vermeld in het derde en vierde lid, wordt op volgende wijze gedaan:

met een beveiligde zending voor de eigenaars van aanpalende percelen;

met een gewone brief of beveiligde zending in de andere gevallen.

 

§ 2. De bevoegde overheid weigert de bijstelling als de eigenaars van meer dan de helft van de in de omgevingsvergunning waarvoor bijstelling wordt gevraagd, toegestane kavels een ontvankelijk, gegrond en op ruimtelijke motieven gebaseerd schriftelijk of digitaal bezwaar hebben ingediend. Dat bezwaar moet worden ingediend:

als een openbaar onderzoek vereist is, tijdens het openbaar onderzoek;

als er geen openbaar onderzoek vereist is, binnen een vervaltermijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van de mededeling, vermeld in paragraaf 1, derde lid.

 

Dit bezwaar geeft duidelijk aan dat het bezwaar afkomstig is van een eigenaar van een of meer in de omgevingsvergunning waarvoor bijstelling wordt gevraagd, toegestane kavels, zoniet houdt de bevoegde overheid geen rekening met dit bezwaar voor de berekening, vermeld in het eerste lid.

 

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats van 25 juni 2020 tot 24 juli 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

7.Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn op zich aanvaardbaar is, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten :

De akte van gratis grondafstand met een oppervlakte van 108m² en een wederafstand met een oppervlakte van 206,42m² moet verleden worden ten laatste bij de voorlopige oplevering van de laatste uitvoering van de infrastructuur- en wegeniswerken;

De private gronden welke binnen de rooilijn vallen, vastgesteld door GR op datum van 14 december 2020, moeten door de aanvrager gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager;

De aanleg van wegenis en riolering zal gebeuren door de aanvrager; op kosten van de aanvrager;

De aanleg van alle nutsvoorzieningen zal gebeuren door de nutsmaatschappijen en op kosten van de aanvrager;

De aanvrager is verplicht om de uitvoeringstekeningen en het bestek van de aanleg, ter goedkeuring voor te leggen aan de stad en de uitvoering van het openbaar domein dient te gebeuren in samenwerking met het technisch bureau van de stad Lier;

De aanvrager zal instaan voor de kosten voor het aanstellen van een toezichter die de werken dagelijks zal opvolgen aangesteld door de stad Lier;

De aanvrager zal aan de afvalbeheerder van de stad Lier toelating verlenen om een afvalsysteem aan te leggen waarbij de inplanting werd vastgelegd in het wegenisontwerp bij deze aanvraag.;

De studiekosten voor de opmaak van het wegenis- en rioleringsdossier zijn ten laste van de aanvrager;

De verkavelingsvergunning laat volgens art. 4.2.16 van de Vlaamse Codex slechts vervreemding van een kavel toe nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is opgemaakt; 

Die verkavelingsakte kan slechts worden opgemaakt na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat alle in de verkavelingsvergunning opgelegde lasten voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in handen van de gemeenteontvanger of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is verleend;

De bijhorende infrastructuurwerken van fase 1,2, 3 en 4 moeten minstens uitgevoerd zijn voor het einde van de werken van de desbetreffende fase.

 

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen volgens het plan met titel 'rooilijnplan' d.d. 13/05/2020 opgemaakt door META architectuurbureau, BOB 361 Architects, Callebaut Architecten en OKRA Landschapsarchitecten met plannummer A4/4 met een gratis grondafstand van 108 m2 en een wederafstand van 206,42m².

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 26 november 2020.

 

8.Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier :

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

Art. 1:

Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 0 bezwaarschrift(en) werden ingediend.

 

Art. 2:

De gemeenteraad beslist om de rooilijn vast te stellen bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door Matthias Hoornaert namens THV NORMAALSCHOOL LIER VVZRL inzake wijzigen van een vergunde verkaveling, gelegen Berlaarsestraat 23, 25, De Heyderstraat 42, 44, Kluizeplein 8, Kluizestraat 1, 37 en 39, 2500 Lier, volgens het plan met titel 'rooilijnplan' d.d. 13/05/2020 opgemaakt door META architectuurbureau, BOB 361 Architects, Callebaut Architecten en OKRA Landschapsarchitecten met plannummer A4/4 met een wederafstand van 206,42m2 en een gratis grondafstand van 108m², mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden/lasten :

        De akte van gratis grondafstand met een oppervlakte van 108m² en een wederafstand met een oppervlakte van 206,42m² moet verleden worden ten laatste bij de voorlopige oplevering van de laatste uitvoering van de infrastructuur- en wegeniswerken;

        De private gronden welke binnen de rooilijn vallen, vastgesteld door GR op datum van 14 december 2020, moeten door de aanvrager gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager;

        De aanleg van wegenis en riolering zal gebeuren door de aanvrager; op kosten van de aanvrager;

        De aanleg van alle nutsvoorzieningen zal gebeuren door de nutsmaatschappijen en op kosten van de aanvrager;

        De aanvrager is verplicht om de uitvoeringstekeningen en het bestek van de aanleg, ter goedkeuring voor te leggen aan de stad en de uitvoering van het openbaar domein dient te gebeuren in samenwerking met het technisch bureau van de stad Lier;

        De aanvrager zal instaan voor de kosten voor het aanstellen van een toezichter die de werken dagelijks zal opvolgen aangesteld door de stad Lier;

        De aanvrager zal aan de afvalbeheerder van de stad Lier toelating verlenen om een afvalsysteem aan te leggen waarbij de inplanting werd vastgelegd in het wegenisontwerp bij deze aanvraag.;

        De studiekosten voor de opmaak van het wegenis- en rioleringsdossier zijn ten laste van de aanvrager;

        De verkavelingsvergunning laat volgens art. 4.2.16 van de Vlaamse Codex slechts vervreemding van een kavel toe nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is opgemaakt; 

        Die verkavelingsakte kan slechts worden opgemaakt na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat alle in de verkavelingsvergunning opgelegde lasten voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in handen van de gemeenteontvanger of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is verleend;

        De bijhorende infrastructuurwerken van fase 1,2, 3 en 4 moeten minstens uitgevoerd zijn voor het einde van de werken van de desbetreffende fase.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ OV V 2020/12: VERKAVELEN VAN GRONDEN IN LOTEN MET WEGENISAANLEG EN ROOILIJNPLAN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag ingediend door mevrouw Charlotte Verhaert, philip jacobs namens EUROPLAN BVBA, philip jacobs en Paul Verhaert namens STUDIEBUREAU VERHAERT BVBA, werd per beveiligde zending verzonden op 19 juni 2020. Deze aanvraag werd voor een eerste maal ontvangen op 19 juni 2020 en vervolledigd op 15 juli 2020.

 

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 augustus 2020.

 

De aanvraag heeft betrekking op openbaar domein, gelegen Mechelsesteenweg ZN 2500 Lier

 

Het betreft een aanvraag tot het verkavelen van gronden in loten met wegenisaanleg en rooilijnplan.

 

De aanvraag betreft een aanvraag voor een nieuwe verkaveling.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Argumentatie

1)   Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Buitengebied

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een gemeentelijk, provinciaal of gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich grotendeels volgens dit gewestplan in een woongebied.

Volgens artikel 5.1.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Het goed situeert volgens het plan van de landmeter net niet in volgens dit gewestplan een agrarisch gebied.

Volgens artikel 11.4.1. van het K.B. van 28 december 1972, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 1978  en de decreten van 23 juni 1993 en 13 juli 1994 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de agrarische gebieden bestemd voor  de landbouw in de ruime zin.  Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens de verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.  Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts worden opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met een landelijk karakter betreft.  De afstand van 300 m en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven.  De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van landbouw- en bosgebieden.

 

Het goed situeert zich met een repel aan de zuidwestkant volgens dit gewestplan in een gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO.

Volgens artikel 7.2.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerpgewestplannen zijn de industriegebieden bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

Artikel 8.2.1.3. van hetzelfde K.B. geeft voor de gebieden voor ambachtelijke bedrijven en KMO volgende nadere aanwijzing : deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalprodukten van schadelijke aard.

 

De voorgelegde aanvraag voorziet een woonfunctie en complementaire functies aan het wonen zoals handelsfunctie/dienstenfunctie/ ambachtsfunctie. En een functie openbaar nut.

 

 

woonfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn geen bijkomende bepalingen van toepassing voor een woonfunctie.

 

handelsfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een handelsfunctie.

Een handelsfunctie moet volgens de omzendbrief worden gedefinieerd als het verkopen van niet ter plaatse vervaardigde goederen.

dienstenfunctie

 

dienstenfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een dienstenfunctie.

Bedoeld worden inrichtingen en activiteiten die omwille van hun specifieke functie en hun frequente relaties tot het publiek noodzakelijkerwijze en eng verbonden zijn met de woonfunctie, zoals bv. kantoorgebouwen, horeca-bedrijven en dergelijke.

Voor kantoorgebouwen moet bijzondere aandacht worden besteed aan hun bestaanbaarheid met de bestemming van het woongebied, en moet met name ter dege worden onderzocht of zij de woonfunctie niet in het gedrang brengen. Een bankagentschap of een verzekeringsagentschap bijvoorbeeld dienen de woonfunctie. Een volledige inplanting van een verzekeringsmaatschappij, een bank of een administratief gebouw, kan de woonfunctie daarentegen zeer nadelig beïnvloeden.

 

ambachtelijke en kleinbedrijfsfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een ambachtelijke en kleinbedrijfsfunctie.

De wetgeving op de ruimtelijke ordening en de stedenbouw houdt geen nauwkeurige omschrijving in van de begrippen ambacht en kleinbedrijf. Er dient dan ook te worden uitgegaan van de gebruikelijke betekenis van de woorden.

Ambachtelijke bedrijven zijn deze bedrijven waar handwerk primeert, wat het gebruik van machines evenwel niet uitsluit. Te denken valt bijvoorbeeld aan kleine graanmaalderijen, pottenbakkersateliers en dergelijke meer. Warme bakkerijen en beenhouwerijen kunnen over het algemeen ook worden beschouwd als ambachtelijk bedrijf of als kleinbedrijf.

Met kleinbedrijf wordt bedoeld industrie op kleine schaal. Bij de beoordeling van de vraag of een inrichting al dan niet als kleinbedrijf kan worden beschouwd, kan dan ook rekening worden gehouden met de omvang van het bedrijf dit is zowel met de oppervlaktebehoefte als met de omzet en het aantal personeelsleden dat er tewerkgesteld wordt , almede met de (objectieve) aard van de ongemakken die de activiteit meebrengt voor de omgeving. Als kleinbedrijf kan bijvoorbeeld worden beschouwd een kleinschalige drukkerij.

De vraag naar de aard van de onderneming stelt zich niet enkel bij zijn eerste inplanting, maar kan zich ook stellen naar aanleiding van de beoordeling van de toelaatbaarheid van de uitbreiding ervan. Een uitbreiding van een kleinbedrijf kan er toe leiden dat deze niet langer als een kleinbedrijf kan worden beschouwd, zodat de uitbreiding binnen het woongebied niet toelaatbaar is.

Ambacht en kleinbedrijf kunnen worden toegelaten in het woongebied voor zover ze om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd en voorzover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (zie infra).

 

openbare nutsfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

1° wonen

Met wonen wordt residentieel wonen bedoeld. Gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf (vakantiehuisjes) vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘verblijfsrecreatie’.

Ook landbouwbedrijfswoningen vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’. De conciërgewoning bij een industrieel bedrijf valt niet onder de categorie ‘wonen’ maar onder ‘industrie en bedrijvigheid’. Dezelfde redenering gaat op voor alle conciërgewoningen.

Wanneer woningen boven gebouwen met een andere functie zijn opgetrokken en functioneel niets te maken hebben met deze functie, dan hebben ze wel de functie 'wonen'. Het gebouw in kwestie heeft dan twee hoofdfuncties.

 

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening  en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.

 

De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

2)   Historiek

Perceelnummer : (afd. 3) sectie E 497 L

Perceelnummer : (afd. 3) sectie E 497 D2

Perceelnummer : (afd. 3) sectie E 510 G3

Perceelnummer : (afd. 3) sectie E 510 E

Perceelnummer : (afd. 3) sectie E 510 L2

Perceelnummer : (afd. 3) sectie E 511 C

Perceelnummer : (afd. 3) sectie E 511 E

Perceelnummer : (afd. 3) sectie E 688 D

Perceelnummer : (afd. 3) sectie F 175 C

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Stedenbouwkundige vergunning (98/250) d.d. 29 maart 1999 voor het oprichten van een gsm-zendstation (pyloon en zendapparatuur) werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (92/169) d.d. 14 december 1992 voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en burelen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (95/194) d.d. 28 december 1995 voor garage werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (82/200) d.d. 1 december 1982 voor vellen hoogstammige bomen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Verkavelingsvergunning (064/376(00)) d.d. 8 januari 2001 voor nieuwe verkaveling werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.

Verkavelingsvergunning (064/098(2)) d.d. 1 oktober 1968 voor nieuwe verkaveling werd bekomen door stedenbouw.

Verkavelingsvergunning (064/098(3)) d.d. 22 juni 1977 voor nieuwe verkaveling werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (E13/92/82) d.d. 10 augustus 1992 voor ondergrondse opslag van gasolie 10.000l

opslag van 10.000kg papier

werkplaats papier 3kw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (E12/95/48) d.d. 12 februari 1996 voor exploiteren van een inrichting voor verkoop van planafdruk, papier voor copie en planafdruk

 

vergunning dd. 12-2-1996 met einddatum 12-2-2016 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (20155) d.d. 23 februari 2015 voor exploiteren van een inrichting voor het verkopen van plotters en papier werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

 

 

De aanvraag omvat ook een wegenis. Dit is een functie van openbaar nut / handeling van algemeen belang.

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

3)   Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving – ruimtelijke analyse

De aanvraag is gelegen aan een invalsweg van Lier,  buiten de Ring van Lier aan de rand van de bebouwde kern, en voor het lint van KMO achtergelegen is agrarisch open gebied. De oostelijk gelegen woonwijk heeft voornamelijk vrijstaande eengezinswoningen. Aan de zuidkant is een lint aan de Mechelsesteenweg gelegen met KMO-panden. Aan de straatoverzijde staan vrijstaande eengezinswoningen.

 

Beschrijving van de aanvraag

Het verkavelingsontwerp houdt volgende in:

  • 2 loten voor meergezinswoningen tegen de Mechelsesteenweg
  • 20 loten voor gekoppelde eengezinswoningen
  • 15 loten voor vrijstaande eengezinswoningen
  • Een centrale nieuwe wegenisaanleg

 

 

De rooilijn heeft een breedte van 10m uit elkaar, heeft een uitsprong naar de oostkant voor een parkeerhaven van 125m breed. Achteraan is een pijpekop. Achter lot 2 wordt een doorsteek gemaakt van 2m breed naar een openbaar domein bedoeld voor speelplein. Tussen lot 21 en 22 is een doorsteek met een breedte van 3m naar de wijk aan de IJzerlaan.

De rooilijn werd getekend volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnplan plan grondafstand’ dd 6/6/2020 opgemaakt door landmeter Paul Verhaert en Edwin Jacobs met ref. TPV 2095.en inn het omgevingsloket ingediend als VA_rooilijnplan_N_05 v3 def JPML.pdf

Met een gratis grondafstand van 4530m².

 

Een belofte van gratis grondafstand voor 4530m² werd toegevoegd.

 

Er wordt wegenis met riolering voorzien met achteraan een pijpenkop en zijdelings een parkeerhaven en 2 doorsteken voor traag verkeer naar het oosten.

 

Het wegenisontwerp is opgemaakt voor het project door S.BILT op 09/01/2020 en toegevoegd in het omgevingsloket.

 

4)   Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.


§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 14 december 2020 voorgelegd en goedgekeurd:

1. Vaststelling van de rooilijn (door omgeving)

2. Wegenis- en rioleringsdossier (door technisch bureau?)

 

5)   Adviezen

§ De wegbeheerder verleent advies als het voorwerp van de vergunningsaanvraag op minder dan dertig meter van het domein van autosnelwegen, hoofdwegen of primaire wegen categorie I volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen of langs gewestwegen ligt.

 

Wegbeheerder =  Agentschap Wegen en Verkeer voor:

-        Mechelsesteenweg (buiten de ring);

 

§ De adviesinstanties, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, verlenen advies in de gevallen, vermeld in artikel 3 van het voormelde besluit.

  •         VMM, Afdeling Water
  •         Provincie Antwerpen dienst Waterbeleid
  •         Cel Integraal Waterbeleid, Stad Lier

Overige adviezen

 

-     De brandweerzone Rivierenland wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op :

Elke adviesaanvraag waarbij mogelijks de bereikbaarheid van constructies wordt gecompromitteerd :

  • Heraanleg/aanleg openbaar terrein of nieuwe verkavelingen (die invloed hebben op de doorgang van brandweer en bereikbaarheid van gebouwen)

 

-     Fluvius wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op : meergezinswoningen met meer dan 3 bijkomende entiteiten.

 

 

-     De interne Cel Technisch bureau wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op :

  • Overwelvingen en/of inname van het openbaar domein
  • Een groter project met toekomstige publieke ruimte
  • Een eventuele heraanplant van een boom
  • Een afwijking m.b.t. de rioleringsprincipes volgens het zoneringsplan van de VMM

 

-     De interne Cel Integraal Waterbeheer wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op :

  • Een aangevraagde terreinophoging

 

-     De interne Cel Mobiliteit wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op :

  • Nieuwe toegangswegen
  • Een toename van verkeersgenererende bewegingen
  • Conflictsituaties die gecreëerd worden voor het op- en afrijden van percelen

 

-     De interne Cel Publieke Ruimte wordt om advies verzocht als het voorwerp van de vergunningsaanvraag betrekking heeft op : aanleg publieke ruimte.

 

 

Uitgebrachte adviezen:

     Fluvius Mechelen heeft op 18 augustus 2020  onder ref. 345838 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Als bijlage sturen wij u ons advies onder de vorm van een offerte naar aanleiding van de aanvraag van B.V.B.A. Europlan, voor de opmaak van een studie voor de uitrusting van bovenvermelde project.

Als U opmerkingen heeft, hadden wij deze graag ontvangen vóór 18 september 2020.

De loten mogen pas worden verkocht wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen door B.V.B.A. Europlan werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de facturen m.b.t. deze offerte vereffend zijn. U wordt hiervan in kennis gesteld van zodra de voorwaarden voldaan zijn. Het volledige projectreglement kunt u raadplegen op www.fluvius.be of op eenvoudig verzoek aanvragen.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (18 augustus 2020).

In de offerte staat beschreven dat een distributiecabine noodzakelijk is.

 

Het standpunt van Fluvius wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :


De loten mogen pas worden verkocht wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen door B.V.B.A. Europlan werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de facturen m.b.t. deze offerte vereffend zijn.

 

 

Vlaamse Milieumaatschappij advies voor alle gewone watertoetsdossiers heeft op 27 augustus 2020  onder ref. WT 2020 G 0420 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Deze adviesverlening geldt voor het domein grondwater in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.

 

De locatie te Lier, Afd. 3, Sectie E, nr(s) 510E,511C,511E is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig gebied. Mogelijke schadelijke effecten op het grondwater zouden kunnen ontstaan als gevolg van veranderingen in infiltratie van hemelwater, kwaliteitsverlies van grondwater en de wijziging in grondwaterstroming.

 

De aanvraag omvat een nieuwe verkaveling gelegen Mechelsesteenweg.

 

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de verkaveling met wegenis minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Deze verordening legt op dat altijd en overal geïnfiltreerd dient te worden tenzij wordt aangetoond dat dit niet haalbaar is. Er wordt ingezet op infiltratie van het afstromend hemelwater door de aanleg van verhardingen die kunnen afwateren naar de randzones en door de aansluiting van het overtollige hemelwater op een grachtenstelsel. Er is bij intense neerslag een overstort mogelijk naar een achterliggende gracht (drempel op 8,56 mTAW) en hierna naar de gracht langs de Mechelsesteenweg (drempel op 8,64 mTAW). Aangezien op deze manier voldoende buffering/infiltratie wordt gerealiseerd en geen onnodige vertraagde afvoer plaatsvindt naar een afwaarts stelsel kunnen we er vanuit gaan dat bovenstaande bepalingen gerespecteerd worden.

 

We wijzen er nog op dat bij het plannen van de werkzaamheden rekening moet gehouden worden met de locatie van de infiltratievoorzieningen en dat deze dient vrij gehouden te worden van zware belastingen om bodemverdichting te vermijden en om de infiltratiecapaciteit van dit deel van het terrein maximaal te vrijwaren tijdens de werken.

Aanvullend willen we erop wijzen dat niet enkel voor de meergezinswoningen een buffering op het privéterrein moet voorzien worden, maar dat ook de individuele woningen overeenkomstig onderstaande aandachtspunten moeten ontworpen worden:

▪ hemel- en afvalwater moeten gescheiden worden aangesloten d.m.v. kleurcodering op RWA riolering (regenwaterafvoer - blauw) resp. DWA riolering (droogweerafvoer - rood/bruin);

▪ de afwatering moet voldoen aan de GSV;

▪ per woning moet een hemelwaterput worden aangelegd;

▪ hergebruik van hemelwater uit de hemelwaterputten is verplicht;

▪ verharde oppervlakken voor opritten en parkings worden bij voorkeur waterdoorlatend aangelegd of wateren af naar de onverharde randzones.

 

Voor wat betreft het aspect grondwaterkwaliteit wordt er een gescheiden stelsel voorzien en wordt het afvalwater aangesloten op de bestaande straatriolering. De aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem II en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

 

Er wordt aangegeven dat om de riolering te kunnen aanleggen er een grondwaterverlaging noodzakelijk zal zijn en dat zal bemaald worden tot op een diepte van 3.18m. Indien men van plan is te bemalen moet minstens een melding volgens Vlarem (klasse 3) van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs MER-plichtig naargelang de ligging en het debiet per dag. Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II). Met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt eveneens verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5 namelijk dat niet-verontreinigd bemalingswater bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht wordt. Wanneer het in de bodem brengen redelijkerwijze niet mogelijk is, moet dit niet-verontreinigd bemalingswater geloosd worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. Het lozen in de openbare riolering is slechts toegestaan wanneer het conform de beste beschikbare technieken niet mogelijk is zich op een andere manier van dit water te ontdoen.

Vanaf 1 januari 2015 geldt er een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen in gebruik voor een openbare dienst en dit volgens artikel 4 van het besluit houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden. De wegenis die overgedragen wordt, moet dus op een efficiënte manier pesticidenvrij beheerd kunnen worden.De leidraad pesticidenvrij ontwerpen bundelt tips om verhardingen en groenzones op een efficiënte manier pesticidenvrij te beheren. Deze leidraad vindt u via http://www.zonderisgezonder.be/aanleg-en-ontwerp.

 

BESLUIT

Het project wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid met betrekking tot het aspect grondwater indien bij het ontwerpen van de individuele woningen bovenstaande aandachtspunten gerespecteerd worden.

Bijkomende aandachtspunten :

  • de aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem II en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • de volledig gescheiden aansluiting moet uitgevoerd worden conform art. 6.2.2.1.2 § 3 van Vlarem II;
  • er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen in gebruik voor een openbare dienst;
  • ter hoogte van de inplanting van de infiltratievoorziening dient de infiltratiecapaciteit gevrijwaard te worden van verdichting.

 

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (27 augustus 2020).

 

Het standpunt van Vlaamse Milieumaatschappij wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

  • de aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem II en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • de volledig gescheiden aansluiting moet uitgevoerd worden conform art. 6.2.2.1.2 § 3 van Vlarem II;
  • er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen in gebruik voor een openbare dienst;
  • ter hoogte van de inplanting van de infiltratievoorziening dient de infiltratiecapaciteit gevrijwaard te worden van verdichting.

 

 

 

Provincie Antwerpen - Dienst Waterbeleid werd op 12 augustus 2020 om advies gevraagd, maar heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

 

 

     Cel Integraal Waterbeheer heeft op 27 oktober 2020  onder ref. IW V 2020-12 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Betreft: Aanvraag van Europlan en studiebureau Verhaert voor het verkavelen van een perceel in 37 ééngezinswoningen en 2 meergezinswoningen (12 wooneenheden), gelegen Mechelsesteenweg 254/1, kadastraal gekend als 3e afdeling sectie E, nr. 511C, 511E,510E,497L, 175C, 510 L2, 579 D2, 688D

Advies in het kader van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het Integraal Waterbeleid (watertoets)

Dit advies wordt uitgebracht overeenkomstig:

 

-  het decreet van 18 juli 2003 betreffende het Integraal waterbeleid;

- het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets en eventuele latere wijzigingen.

 

Overeenkomstig artikel 7 § 1 van het uitvoeringsbesluit omvat het advies volgende gegevens:

 

        korte beschrijving en kenmerken van het watersysteem of bestanddelen ervan die kunnen worden beïnvloed door de vergunningsplichtige activiteiten waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft;

        in voorkomend geval, een opsomming van de toepasselijke voorschriften van het waterbeheerplan of bij ontstentenis daarvan het waterhuishoudingsplan, en elk ander waterbeheerplan dat van toepassing is op het watersysteem of de bestanddelen ervan;

        een gemotiveerde beoordeling van de verenigbaarheid van de activiteit waarvoor de vergunning wordt aangevraagd met het watersysteem waarbij de adviesinstantie, voor zover dat relevant is voor de vergunningsplichtige activiteit, ingaat op de aspecten vermeld in artikel 5 van het decreet, behalve indien de overheid haar vraag om advies uitdrukkelijk heeft beperkt tot een of meer van die aspecten;

        in voorkomend geval, een gemotiveerd voorstel van de voorwaarden en maatregelen om het schadelijk effect dat kan ontstaan als gevolg van de vergunningsplichtige activiteit, te voorkomen, te beperken, te herstellen, of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van het hemelwater of de vermindering van de ruimte voor het watersysteem, te compenseren;

        de inachtneming bij de beoordeling en het voorstel, vermeld in 3° en 4°, van de relevante doelstellingen en de beginselen, bepaald in artikel 5,6 en 7 van het decreet.

 

Volgende bronnen worden geraadpleegd om dit advies op te stellen:

        www.regenwater.com/en/gebruik-regenwater/regenwater-rekenmodule

        www.geopunt.be – hoogtekaarten, bodemtypes

        www.waterinfo.be –waterlopen en overstromingsgevoelige gebieden

        www.integraalwaterbeleid.be – watertoets, waterhergebruik

        Interne informatie, GIS – hoogtekaarten, signaalgebieden

        www.pluvialeoverstromingskaarten.be

Beschrijving en kenmerken van het watersysteem relevant voor het project

Beschrijving watersysteem:

Het perceel waarop de ingreep wordt gepland ligt in het afstroomgebied van de Lachenebeek, een waterloop van 2e categorie, beheerd door de provincie Antwerpen.

 

De locatie van de ingreep is volgens de watertoetskaart niet gelegen in effectief overstromingsgevoelig of in een recent overstroomd gebied.

 

Op de Vlagg-kaart (versie 2019) staat geen overstromingspeil ingetekend voor T25 en T100.

 

Het perceel is op vergelijkbare hoogte met de omliggende percelen gelegen.

De aanvraag is niet gelegen in een signaalgebied.

 

Bodemtype:

Pdcz (Matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont) – drainageklasse d – zuidelijke gedeelte van de verkaveling

-          De gemiddelde hoogste grondwaterstand ligt tussen de 40 en 60 cm onder het maaiveld. De infiltratiesystemen moeten boven de 60 cm geïnstalleerd worden.

Ldcz (Matig natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont) – drainageklasse d – noordelijke gedeelte van de verkaveling

-          De gemiddelde hoogste grondwaterstand ligt tussen de 40 en 60 cm onder het maaiveld. De infiltratiesystemen moeten boven de 60 cm geïnstalleerd worden.

Beoordeling en evaluatie van de voorgestelde ingreep op het watersysteem

Lot 1 en 2: meergezinswoningen

-          De maximale verhardingsgraad van de voortuinstrook mag 50% bedragen.

-          De oprit en toegangswegen moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).

-          Terrassen worden niet toegestaan in de voortuinstrook.

 

Lot 3-37: Eéngezinswoningen

-          De maximale verhardingsgraad van de voortuinstrook mag 50% bedragen.

-          De oprit en toegangswegen moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).

-          Terrassen worden niet toegestaan in de voortuinstrook.

-          De terrassen in de achtertuinstrook mogen maximaal 40m² bedragen en mogen niet-waterdoorlatend aangelegd worden.

 

Parkeerhaven

-          De parkeerplaatsen moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).

 

Rijweg:

Het hemelwater afkomstig van het openbaar domein wordt in eerste plaats opgevangen in een nieuw voorziene gracht, deze gracht heeft een overloop naar de baangracht van de Mechelsesteenweg.

 

 

Volgende voorwaarden werden door Cel Integraal Waterbeheer opgelegd:
De aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het Decreet Integraal Waterbeleid en wordt gunstig geadviseerd, mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

-          De maximale verhardingsgraad van de voortuinstroken is 50%

-          De opritten en toegangswegen moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).

-          Terrassen worden niet toegestaan in de voortuinstrook.

-          Bij de ééngezinloten: De terrassen in de achtertuinstrook mogen maximaal 40m² bedragen en mogen niet-waterdoorlatend aangelegd worden.

-          De parkeerplaatsen op openbaar domein moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).

-          Het hemelwater van het openbaar domein moet afwateren naar de nieuw voorziene gracht.

 

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (27 oktober 2020).

 

Het standpunt van Cel Integraal Waterbeheer wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

-          De maximale verhardingsgraad van de voortuinstroken is 50%

-          De opritten en toegangswegen moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).

-          Terrassen worden niet toegestaan in de voortuinstrook.

-          Bij de ééngezinloten: De terrassen in de achtertuinstrook mogen maximaal 40m² bedragen en mogen niet-waterdoorlatend aangelegd worden.

-          De parkeerplaatsen op openbaar domein moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).

-          Het hemelwater van het openbaar domein moet afwateren naar de nieuw voorziene gracht.

 

 

Brandweer Lier heeft op 1 september 2020  onder ref. P00436-001/01 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

zie bijlage

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (1 september 2020).

 

Het standpunt van Brandweer Lier wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 1/9/2020 moeten worden gevolgd.
 

 

Cel technisch bureau heeft op 24 november 2020  volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

- Het keerpunt achteraan uit te voeren in een fiets- en speelvriendelijker waterdoorlaatbaar materiaal dan grasbetontegels.  Bij voorkeur waterpasserende betonklinkers of een keerlus afgestemd op de draaicirkel van (huisvuil)vrachtwagens aangeven in rijbaan door het doortrekken van de rijlopers in een cirkel/lusvorm.  In dit geval kunnen de grasbetontegels naast de rijlopers behouden blijven voor de uniformiteit.

-Verharding van de voet- en fietsdoorsteken in waterdoorlaatbaar materiaal te voorzien (poreus beton of asfalt). In functie van later onderhoud geen halfverharding (dolomiet, ternaire steenslag,...) te gebruiken.

-Opvulling van grasbetontegels cfr SB 250 met gemengd bodemsubstraat.

- Verkeersplateau thv parkeerhaven te voorzien in cementbetonverharding ifv duurzaamheid en draaibewegingen.

-Grasplein/speelweide achter Lot 1 aan te leggen als grasmat door bezaaiing cfr SB 250 XI-6.3 en niet als grasland.

-Inritten naar woningen in grasbetontegels pas te voorzien van definitieve verharding 2 jaar na voorlopige oplevering openbaar domein. Tijdelijk af te werken met waterdoorlaatbare steenslagfundering ifv potentiële schade bij particuliere bouwwerken. De definitieve aanleg is tevens een last van de vergunning en dient mee begroot te worden bij de aanleg.

- Electriciteitscabine van Fluvius niet te plaatsen binnen de voorziene rooilijn.

 

Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:
- Het keerpunt achteraan uit te voeren in een fiets- en speelvriendelijker waterdoorlaatbaar materiaal dan grasbetontegels.  Bij voorkeur waterpasserende betonklinkers of een keerlus afgestemd op de draaicirkel van (huisvuil)vrachtwagens aangeven in rijbaan door het doortrekken van de rijlopers in een cirkel/lusvorm.  In dit geval kunnen de grasbetontegels naast de rijlopers behouden blijven voor de uniformiteit.

-Verharding van de voet- en fietsdoorsteken in waterdoorlaatbaar materiaal te voorzien (poreus beton of asfalt). In functie van later onderhoud geen halfverharding (dolomiet, ternaire steenslag,...) te gebruiken.

-Opvulling van grasbetontegels cfr SB 250 met gemengd bodemsubstraat.

- Verkeersplateau thv parkeerhaven te voorzien in cementbetonverharding ifv duurzaamheid en draaibewegingen.

-Grasplein/speelweide achter Lot 1 aan te leggen als grasmat door bezaaiing cfr SB 250 XI-6.3 en niet als grasland.

-Inritten naar woningen in grasbetontegels pas te voorzien van definitieve verharding 2 jaar na voorlopige oplevering openbaar domein. Tijdelijk af te werken met waterdoorlaatbare steenslagfundering ifv potentiële schade bij particuliere bouwwerken. De definitieve aanleg is tevens een last van de vergunning en dient mee begroot te worden bij de aanleg.

- Electriciteitscabine van Fluvius niet te plaatsen binnen de voorziene rooilijn.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (24 november 2020).

 

Het standpunt van Cel technisch bureau wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

- Het keerpunt achteraan uit te voeren in een fiets- en speelvriendelijker waterdoorlaatbaar materiaal dan grasbetontegels.  Bij voorkeur waterpasserende betonklinkers of een keerlus afgestemd op de draaicirkel van (huisvuil)vrachtwagens aangeven in rijbaan door het doortrekken van de rijlopers in een cirkel/lusvorm.  In dit geval kunnen de grasbetontegels naast de rijlopers behouden blijven voor de uniformiteit.

-Verharding van de voet- en fietsdoorsteken in waterdoorlaatbaar materiaal te voorzien (poreus beton of asfalt). In functie van later onderhoud geen halfverharding (dolomiet, ternaire steenslag,...) te gebruiken.

-Opvulling van grasbetontegels cfr SB 250 met gemengd bodemsubstraat.

- Verkeersplateau thv parkeerhaven te voorzien in cementbetonverharding ifv duurzaamheid en draaibewegingen.

-Grasplein/speelweide achter Lot 1 aan te leggen als grasmat door bezaaiing cfr SB 250 XI-6.3 en niet als grasland.

-Inritten naar woningen in grasbetontegels pas te voorzien van definitieve verharding 2 jaar na voorlopige oplevering openbaar domein. Tijdelijk af te werken met waterdoorlaatbare steenslagfundering ifv potentiële schade bij particuliere bouwwerken. De definitieve aanleg is tevens een last van de vergunning en dient mee begroot te worden bij de aanleg.

- Electriciteitscabine van Fluvius niet te plaatsen binnen de voorziene rooilijn.

 

 

 

Cel Mobiliteit heeft op 20 november 2020  volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Tijdens de uitwerking van deze verkavelingsaanvraag hebben er enkele voorbesprekingen plaatsgevonden. Daarbij zijn afspraken gemaakt omtrent de aanleg van de parkeerhaven, hoeveel plaatsen daar te voorzien, het wegbeeld overal, het keerpunt achteraan, de fietspadaansluitingen aan het begin van de nieuwe straat en een deelwagen. De gemaakte afspraken werden geïntegreerd in het definitieve verkavelingsplan.

 

Een preadvies van de verkeerspolitie en van de dienst mobiliteit gaf reeds aan dat dit een zeer slechte plaats is om bijkomende woongelegenheden te creëren: Door de ruimtelijke inpassing zorgt deze locatie voor een zeer grote autoafhankelijkheid. Daarenboven is de Mechelsesteenweg reeds helemaal verzadigd qua gemotoriseerd verkeer. Vooral tijdens de spitsuren, maar vaak ook daarbuiten. Bovendien heeft de Mechelsesteenweg op dit moment ontoereikende fietspaden volgens huidige normen en is de R16, de omleidingsweg rond Lier, een zeer grote barrière voor voetgangers en fietsers waardoor de autoafhankelijkheid nog groter wordt. De conclusie van dit voorafgaand advies was dat er een mobiliteitstoets moest opgemaakt worden om de grootte van dit probleem in kaart te brengen. Daarnaast werd ook de werkelijke parkeerbehoefte berekend omdat de verkavelaar vragen had bij de grootte van de gevraagde parkeerhaven.

Ten gevolge van de eerste versie van de mobiliteitstoets werd het ontwerp van het project bijgesteld:

  • Hoofddoel van de aanpassingen was om het wegbeeld een heel lokaal karakter te geven zodat minder aangezet wordt tot snel rijden. Daarom werd voor het concept van het ‘Karrespoor’ gekozen.
  • Daardoor komen andere modi niet in de verdrukking en zal er ook makkelijker voor alternatieven voor de wagen gekozen worden.
  • Juridisch wordt dit ondersteund door er een woonerf van te maken. In een woonerf worden heel bewust alle modi totaal gemengd en worden er dus geen voetpaden of fietspaden voorzien. De wijk ziet er bijgevolg meer uit als een verblijfsgebied ipv een verkeersgebied.
  • Om fietsoversteken te voorzien op de Mechelsesteenweg, zijn de fietspaden thv de aansluiting met de Mechelsesteenweg noodzakelijk. Momenteel loopt een studie om met een quick win de fietspaden langs de Mechelsesteenweg te verbeteren.
  • In combinatie met een deelwagen bleek de nood aan parkeerplaatsen kleiner te zijn. De parkeerhaven werd verkleind en er werd één parkeerplaats voorzien om een deelwagen te zetten. Om de deelwagen ook effectief te plaatsen is een stedenbouwkundige last op te leggen van 30.000eur.
  • Achteraan werd het keerpunt voorzien in grasdallen zodat er minder neiging is tot foutparkeren op die plek.
  • De kruising met de inrit van de parkeerhaven werd in zijn geheel verhoogd voorzien als extra verkeersremming.

Verder werd al aangegeven dat de ontwerp-mobiliteitstoets waarschijnlijk te optimistisch was over de te verwachten verkeersproductie. Er werd toen gerekend met 41 woonéénheden en nu wordt er uiteindelijk ingediend met 49 woonéénheden + mogelijkheden voor handel/dienstenfunctie. Dus de verkeersproductie zal nog hoger liggen dan wat de ontwerp-toets al optimistisch opperde. Bovendien wordt de handel/dienstenfunctie nog niet meegerekend. Als reden wordt opgegeven dat de invulling nog niet gekend is, maar dat is geen geldige reden. De berekening van de verkeersproductie vertrekt van de bvo en die is al wel gekend. Verder wordt er gerekend met gemiddeldes voor een bepaald type dus er kan alleszins een benadering gemaakt worden. Bijkomende opmerking: waarschijnlijk mag er zelfs geen kleinhandel komen op die locatie.
Tot slot benoemt de mobiliteitstoets niet het congestieprobleem van de Mechelsesteenweg en worden er dus ook geen milderende maatregelen voorgesteld. Nochtans was dit de oorspronkelijke insteek, samen met de parkeerbehoefte van het project.

Luik B en C van het invulformulier van de mobiliteitstoets zijn normaal gezien in overleg met de overheid in te vullen. Dat is niet gebeurd. Dit wekt nu de schijn dat daar voorafgaand een consensus over was maar dat is niet. De vorm van een mobiliteitstoets is echter niet bindend, er wordt alleen richting gegeven.

Bij indiening van de verkavelingsaanvraag werd de definitieve versie van de mobiliteitstoets toegevoegd. Deze wijkt af van degene die voor préadvies werd voorgelegd.

 

Vooraan de verkaveling worden percelen voor meergezinswoningen voorzien, met achteraan ruimte voor garageboxen of staanplaatsen. De parkeerbehoefte van groepswoningen is gestapeld te voorzien volgens de gehanteerde normen.

 

De trage doorsteek richting Ijzerlaan is zeer zinvol. De aansluiting met het karrespoor wordt wel nog geblokkeerd door een groenvak. Dit is aan te passen in het ontwerp zodat dit een kwaliteitsvolle verbinding kan worden.

 

Conclusie: Dit is ook na onderzoek nog steeds geen geschikte locatie om te verkavelen omwille van de verkeersproblematiek van de Mechelsesteenweg. Maar ook al ze is enigszins optimistisch voorgesteld, de eigen verkeersproductie blijft wel relatief beperkt in omvang. Tijdens het drukste ochtendspitsuur een uitrijstroom van een twaalftal wagens, is gemiddeld om de 5min een wagen. Op zich zijn dat geen problematische aantallen, zelfs al vallen ze in de werkelijkheid een aantal procenten hoger uit. Bijkomende toegangsmogelijkheden tot de wijk kunnen geen verbeteringen brengen want dan bekomt met al gauw oplossingen waarbij de wijk doorrijdbaar wordt en dan ontstaan problemen van sluikverkeer (nog meer verkeer ipv minder dus). Dat wordt eigenlijk niet meer gedaan.

Over de bijgevoegde mobiliteitstoets is geen volledige consensus maar dit is niet afdwingbaar.

De verkavelaar heeft wel op vraag van de diensten veel inspanningen gedaan om de nieuwe wijk veel minder autogericht te maken. Normaal gezien moet dit de te verwachten hoeveelheid autoverkeer terug dringen. De alternatieven worden in de mate van het mogelijke en het redelijke gefaciliteerd.

In combinatie met een deelwagen kan de parkeerbehoefte gereduceerd worden. Het voorzien van een deelwagen is een cruciale voorwaarde voor de vermindering van het aantal parkeerplaatsen.

 

Volgende voorwaarden werden door Cel Mobiliteit opgelegd:
Betaling van een stedenbouwkundige last van 30.000eur voor plaatsing van een deelwagen

  • Aansluiting van de trage verbinding naar de Ijzerlaan kwaliteitsvol te voorzien
  • Gestapeld parkeren te voorzien bij de meergezinswoningen
  • Ter aanvulling aan het woonerfprincipe zijn de parkeerplaatsen in de parkeerhaven elk te voorzien van een P op de grond.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (20 november 2020).

 

Het standpunt van Cel Mobiliteit wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

 

  • Betaling van een stedenbouwkundige last van 30.000eur voor plaatsing van een deelwagen
  • Aansluiting van de trage verbinding naar de Ijzerlaan kwaliteitsvol te voorzien
  • Gestapeld parkeren te voorzien bij de meergezinswoningen
  • Ter aanvulling aan het woonerfprincipe zijn de parkeerplaatsen in de parkeerhaven elk te voorzien van een P op de grond.


 

 

Cel Publieke Ruimte heeft op 20 november 2020  volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

Zie advies mobiliteit

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (20 november 2020).

 

Het standpunt van Cel Publieke Ruimte wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

Zie voorwaarden mobiliteit

 

 

 

6)   Openbaar onderzoek

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats  van 22 augustus 2020 tot 20 september 2020. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 2 bezwaarschriften ontvangen.

 

Resultaten openbaar onderzoek:

Enkele elementen hieruit betreffen de rooilijn, wegenis of riolering, samengevat :

Mobiliteit en parkeren

-          Bezwaarindieners vragen een meervoudige ontsluiting van de verkaveling via de Oudstrijderslaan. Een voorstel wordt op plan in het bezwaar toegegevoegd.

 

Wateroverlast

-          Als het afvalwater van de nieuwe verkaveling aansluit op gemengde riolering van de IJzerlaan, dreigt wateroverlast en risico op overstromingen

 

Geluidsoverlast

  • Bezwaarindiener vraagt om de parkeerhaven aan de overzijde van de straat in te richten.

 

Procedure

-          Het statuut van deze wegen wordt onvoldoende beschreven. Zijn het privéwegen opengesteld voor openbaar verkeer of worden de respectieve delen van verkavelaar en OCMW afgestaan aan de stad? Wie is verantwoordelijk voor de uitusting (verlichting, omheining, onderhoud, toezicht, veiligheid) van deze doorsteken. De doorsteken zijn A 100m  en B 60m

 

 

Evaluatie:

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende mobiliteit en parkeren kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

Het wegenisontwerp en de ontsluiting werden meermaals voorbesproken. De doorsteek naar de IJzerlaan is zinvol, wat blijkt uit het advies mobiliteit.

 

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende wateroverlast kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

Er is geen overstort voorzien naar een bestaande riolering in de Ijzerlaan. Alleen de DWA van de verkaveling komt middels een pompstation in de Ijzerlaan terecht. Het bijkomende debiet van DWA uit de nieuwe verkaveling (een fractie van het afstromend water van de Ijzerlaan bij een regenbui) zorgt niet voor extra druk op de bestaande riolering in de Ijzerlaan.

 

 

 

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende geluidsoverlast kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

Het wegenisontwerp en de ontsluiting werden meermaals voorbesproken. De parkeerhaven aan de andere zijde lag niet voor.

 

 

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende de procedure kunnen niet worden bijgetreden om volgende redenen:

Doorsteken naar de Ijzerlaan worden duidelijk opgenomen in het openbare domein, bijkomend in het advies van technisch bureau is een voorwaarde gekoppeld over de minimumbreedte

 

Alle elementen uit de verschillende bezwaren kunnen worden verworpen.

 

7)   Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten :

  • de aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem II en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • de volledig gescheiden aansluiting moet uitgevoerd worden conform art. 6.2.2.1.2 § 3 van Vlarem II;
  • er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen in gebruik voor een openbare dienst;
  • ter hoogte van de inplanting van de infiltratievoorziening dient de infiltratiecapaciteit gevrijwaard te worden van verdichting.
  • De parkeerplaatsen op openbaar domein moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).
  • Het hemelwater van het openbaar domein moet afwateren naar de nieuw voorziene gracht.
  • De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 1/9/2020 moeten worden gevolgd.
  • - Het keerpunt achteraan uit te voeren in een fiets- en speelvriendelijker waterdoorlaatbaar materiaal dan grasbetontegels.  Bij voorkeur waterpasserende betonklinkers of een keerlus afgestemd op de draaicirkel van (huisvuil)vrachtwagens aangeven in rijbaan door het doortrekken van de rijlopers in een cirkel/lusvorm.  In dit geval kunnen de grasbetontegels naast de rijlopers behouden blijven voor de uniformiteit.
  • -Verharding van de voet- en fietsdoorsteken in waterdoorlaatbaar materiaal te voorzien (poreus beton of asfalt). In functie van later onderhoud geen halfverharding (dolomiet, ternaire steenslag,...) te gebruiken.
  • -Opvulling van grasbetontegels cfr SB 250 met gemengd bodemsubstraat.
  • - Verkeersplateau thv parkeerhaven te voorzien in cementbetonverharding ifv duurzaamheid en draaibewegingen.
  • -Grasplein/speelweide achter Lot 1 aan te leggen als grasmat door bezaaiing cfr SB 250 XI-6.3 en niet als grasland.
  • -Inritten naar woningen in grasbetontegels pas te voorzien van definitieve verharding 2 jaar na voorlopige oplevering openbaar domein. Tijdelijk af te werken met waterdoorlaatbare steenslagfundering ifv potentiële schade bij particuliere bouwwerken. De definitieve aanleg is tevens een last van de vergunning en dient mee begroot te worden bij de aanleg.
  • - Electriciteitscabine van Fluvius niet te plaatsen binnen de voorziene rooilijn.
  • Aansluiting van de trage verbinding naar de Ijzerlaan kwaliteitsvol te voorzien
  • Ter aanvulling aan het woonerfprincipe zijn de parkeerplaatsen in de parkeerhaven elk te voorzien van een P op de grond.

 

Lasten

  • De akte van gratis grondafstand moet verleden worden vooraleer er met de uitvoering van de infrastructuur- en wegeniswerken mag begonnen worden;
  • De private gronden welke binnen de rooilijn vallen, moeten door de aanvrager gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager.
  • De aanleg van wegenis en riolering zal gebeuren door de aanvrager op kosten van de aanvrager.
  • De aanleg van alle nutsvoorzieningen zal gebeuren door de nutsmaatschappijen op kosten van de aanvrager .
  • De grondafstand moet in een akte geregeld worden door de cel patrimonium op eerste verzoek van de stad.

 

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnplan plan grondafstand’ dd 6/6/2020 opgemaakt door landmeter Paul Verhaert en Edwin Jacobs met ref. TPV 2095.en in het omgevingsloket ingediend als VA_rooilijnplan_N_05 v3 def JPML.pdf

Met een gratis grondafstand van 4530m².

 

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van (27/11/2020).

 

8)   Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier :

 

  • BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

 

Art. 1:

Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 2 bezwaarschrift(en) werden ingediend.

 

De elementen uit de bezwaarschriften zijn van die aard dat ze niet kunnen worden bijgetreden.

 

Art. 2:

Het college beslist het dossier door te sturen naar de Gemeenteraad om de rooilijn vast te stellen bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door mevrouw Charlotte Verhaert, philip jacobs namens EUROPLAN BVBA, philip jacobs en Paul Verhaert namens STUDIEBUREAU VERHAERT BVBA inzake verkavelen van gronden in loten met wegenisaanleg en rooilijnplan, gelegen ,  , het rooilijnplan met titel ‘rooilijnplan plan grondafstand’ dd 6/6/2020 opgemaakt door landmeter Paul Verhaert en Edwin Jacobs met ref. TPV 2095.en in het omgevingsloket ingediend als VA_rooilijnplan_N_05 v3 def JPML.pdf

Met een gratis grondafstand van 4530m²., mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden :

  • de aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem II en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • de volledig gescheiden aansluiting moet uitgevoerd worden conform art. 6.2.2.1.2 § 3 van Vlarem II;
  • er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen in gebruik voor een openbare dienst;
  • ter hoogte van de inplanting van de infiltratievoorziening dient de infiltratiecapaciteit gevrijwaard te worden van verdichting.
  • De parkeerplaatsen op openbaar domein moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).
  • Het hemelwater van het openbaar domein moet afwateren naar de nieuw voorziene gracht.
  • De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 1/9/2020 moeten worden gevolgd.
  • - Het keerpunt achteraan uit te voeren in een fiets- en speelvriendelijker waterdoorlaatbaar materiaal dan grasbetontegels.  Bij voorkeur waterpasserende betonklinkers of een keerlus afgestemd op de draaicirkel van (huisvuil)vrachtwagens aangeven in rijbaan door het doortrekken van de rijlopers in een cirkel/lusvorm.  In dit geval kunnen de grasbetontegels naast de rijlopers behouden blijven voor de uniformiteit.
  • -Verharding van de voet- en fietsdoorsteken in waterdoorlaatbaar materiaal te voorzien (poreus beton of asfalt). In functie van later onderhoud geen halfverharding (dolomiet, ternaire steenslag,...) te gebruiken.
  • -Opvulling van grasbetontegels cfr SB 250 met gemengd bodemsubstraat.
  • - Verkeersplateau thv parkeerhaven te voorzien in cementbetonverharding ifv duurzaamheid en draaibewegingen.
  • -Grasplein/speelweide achter Lot 1 aan te leggen als grasmat door bezaaiing cfr SB 250 XI-6.3 en niet als grasland.
  • -Inritten naar woningen in grasbetontegels pas te voorzien van definitieve verharding 2 jaar na voorlopige oplevering openbaar domein. Tijdelijk af te werken met waterdoorlaatbare steenslagfundering ifv potentiële schade bij particuliere bouwwerken. De definitieve aanleg is tevens een last van de vergunning en dient mee begroot te worden bij de aanleg.
  • - Electriciteitscabine van Fluvius niet te plaatsen binnen de voorziene rooilijn.
  • Aansluiting van de trage verbinding naar de Ijzerlaan kwaliteitsvol te voorzien
  • Ter aanvulling aan het woonerfprincipe zijn de parkeerplaatsen in de parkeerhaven elk te voorzien van een P op de grond.

 

Lasten

  • De akte van gratis grondafstand moet verleden worden vooraleer er met de uitvoering van de infrastructuur- en wegeniswerken mag begonnen worden;
  • De private gronden welke binnen de rooilijn vallen, moeten door de aanvrager gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager.
  • De aanleg van wegenis en riolering zal gebeuren door de aanvrager op kosten van de aanvrager.
  • De aanleg van alle nutsvoorzieningen zal gebeuren door de nutsmaatschappijen op kosten van de aanvrager .
  • De grondafstand moet in een akte geregeld worden door de cel patrimonium op eerste verzoek van de stad.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

 

Art. 1:

Het college beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 2 bezwaarschrift(en) werden ingediend.

 

De elementen uit de bezwaarschriften zijn van die aard dat ze niet kunnen worden bijgetreden.

 

Art. 2:

De gemeenteraad beslist om de rooilijn vast te stellen bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door mevrouw Charlotte Verhaert, philip jacobs namens EUROPLAN BVBA, philip jacobs en Paul Verhaert namens STUDIEBUREAU VERHAERT BVBA inzake verkavelen van gronden in loten met wegenisaanleg en rooilijnplan, gelegen, Mechelesesteenweg 254,met het rooilijnplan met titel ‘rooilijnplan plan grondafstand’ dd 6/6/2020 opgemaakt door landmeter Paul Verhaert en Edwin Jacobs met ref. TPV 2095.en in het omgevingsloket ingediend als VA_rooilijnplan_N_05 v3 def JPML.pdf

Met een gratis grondafstand van 4530m²., mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden :

        de aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem II en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;

        de volledig gescheiden aansluiting moet uitgevoerd worden conform art. 6.2.2.1.2 § 3 van Vlarem II;

        er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen in gebruik voor een openbare dienst;

        ter hoogte van de inplanting van de infiltratievoorziening dient de infiltratiecapaciteit gevrijwaard te worden van verdichting.

        De parkeerplaatsen op openbaar domein moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of in niet-waterdoorlatende materialen met brede voeg (voegoppervlakte minstens 25% van de niet-doorlatende oppervlakte).

        Het hemelwater van het openbaar domein moet afwateren naar de nieuw voorziene gracht.

        De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 1/9/2020 moeten worden gevolgd.

        Het keerpunt achteraan uit te voeren in een fiets- en speelvriendelijker waterdoorlaatbaar materiaal dan grasbetontegels.  Bij voorkeur waterpasserende betonklinkers of een keerlus afgestemd op de draaicirkel van (huisvuil)vrachtwagens aangeven in rijbaan door het doortrekken van de rijlopers in een cirkel/lusvorm.  In dit geval kunnen de grasbetontegels naast de rijlopers behouden blijven voor de uniformiteit.

        Verharding van de voet- en fietsdoorsteken in waterdoorlaatbaar materiaal te voorzien (poreus beton of asfalt). In functie van later onderhoud geen halfverharding (dolomiet, ternaire steenslag,...) te gebruiken.

        Opvulling van grasbetontegels cfr SB 250 met gemengd bodemsubstraat.

        erkeersplateau thv parkeerhaven te voorzien in cementbetonverharding ifv duurzaamheid en draaibewegingen.

        Grasplein/speelweide achter Lot 1 aan te leggen als grasmat door bezaaiing cfr SB 250 XI-6.3 en niet als grasland.

        Inritten naar woningen in grasbetontegels pas te voorzien van definitieve verharding 2 jaar na voorlopige oplevering openbaar domein. Tijdelijk af te werken met waterdoorlaatbare steenslagfundering ifv potentiële schade bij particuliere bouwwerken. De definitieve aanleg is tevens een last van de vergunning en dient mee begroot te worden bij de aanleg.

        Electriciteitscabine van Fluvius niet te plaatsen binnen de voorziene rooilijn.

        Aansluiting van de trage verbinding naar de Ijzerlaan kwaliteitsvol te voorzien

        Ter aanvulling aan het woonerfprincipe zijn de parkeerplaatsen in de parkeerhaven elk te voorzien van een P op de grond.

 

Lasten

        De akte van gratis grondafstand moet verleden worden vooraleer er met de uitvoering van de infrastructuur- en wegeniswerken mag begonnen worden;

        De private gronden welke binnen de rooilijn vallen, moeten door de aanvrager gratis, vrij en onbelast aan de stad worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager.

        De aanleg van wegenis en riolering zal gebeuren door de aanvrager op kosten van de aanvrager.

        De aanleg van alle nutsvoorzieningen zal gebeuren door de nutsmaatschappijen op kosten van de aanvrager .

De grondafstand moet in een akte geregeld worden door de cel patrimonium op eerste verzoek van de stad.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

AFSPRAKENKADER TUSSEN DE STAD LIER, HET SOCIAAL VERHUURKANTOOR SVK DE WOONKANS EN DE VLAAMSE MINISTER BEVOEGD VOOR WONEN OVER HET ONDERZOEKEN VAN WONINGEN DIE TE HUUR WORDEN AANGEBODEN AAN HET SVK MET HET OOG OP NIEUWE INHUURNAME. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

        Besluit van de Vlaamse Regering van 20/07/2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren, gewijzigd bij BVR op 26/10/2018.

        In 2019 goedgekeurde overeenkomst in het kader van de interlokale vereniging 'IGS versterkt wonen in Mechelen, Lier en Willebroek' waarbij de aanvullende activiteit AA 2_7 ‘Afsprakenkader met de minister en het SVK aanvragen en conformiteitsonderzoeken uitvoeren met het oog op de inhuurneming van woningen en kamers door het SVK’ werd opgenomen als uit te voeren activiteit.

 

Feiten en context

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20/07/2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren, gewijzigd bij BVR op 26/10/2018, bepaalt in art. 3 onder hoofdstuk 3 ‘Bepalingen over de woningkwaliteit’ dat alleen woningen die voldoen aan de criteria van conformiteit die de Vlaamse Regering vaststelt in toepassing van art. 5, §4 van de Vlaamse Wooncode, in aanmerking komen om verhuurd te worden door een sociaal verhuurkantoor.

Daarbij kan het sociaal verhuurkantoor, vóór het een hoofdhuurovereenkomst sluit met het oog op de onderverhuring van een woning, een conformiteitsonderzoek vragen aan het agentschap of, als de gemeente waar de woning ligt daarvoor een afsprakenkader met de minister en het sociaal verhuurkantoor overeengekomen is, aan de gemeente. Het conformiteitsonderzoek, vermeld in het tweede en derde lid, wordt uitgevoerd binnen vijftien werkdagen na de datum van de aanvraag. De conformiteit wordt beoordeeld op basis van de vereisten en de normen vermeld in art. 2, § 1, § 2 en § 3, eerste lid van het Woonkwaliteitsbesluit. Een werkdag is elke kalenderdag behalve een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag.

 

Het Bestuursakkoord 2019–2024 stelt ‘We investeren in de woonbegeleiding voor de meest kwetsbaren. We onderzoeken hoe samenwerken met de LMH en het SVK voor de (sociale) verhuur van ons eigen patrimonium mogelijk kan gemaakt worden'.

 

Het afgelopen jaar werden opnieuw verschillende huurwoningen in portefeuille genomen door het SVK. Conform art. 5 van de Vlaamse Wooncode moet elke woning gelegen in het Vlaams gewest voldoen aan de minimale vereisten van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit. De SVK-sector heeft een centrale rol binnen het streven naar meer betaalbare en kwaliteitsvolle huurwoningen op de private huurmarkt. De kwaliteit van een woning is dan ook een belangrijk element tijdens de onderhandelingen met een eigenaar over een mogelijke inhuurname. Om deze onderhandelingen te kunnen afsluiten dient het SVK te beschikken over een goede, onafhankelijke en objectieve inschatting van de kwaliteit van de aangeboden woning.

Gezien de kennis van de woningcontroleurs en de gedeelde bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de steden en de Vlaamse overheid in het woningkwaliteitsbeleid, kan de stad het SVK hierin ondersteunen. Door de krachten te bundelen kan de woningkwaliteit op de huurmarkt aanzienlijk verbeteren.

 

Juridische grond

        BVR van 20/07/2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren, gewijzigd bij BVR op 26/10/2018.

        Decreet houdende de Vlaamse wooncode Titel 3 Kwaliteitsbewaking art. 5, §4.

        BVR van 18/12/2018 over het lokaal woonbeleid.

 

Voorstel: afsprakenkader

De stad Lier engageert zich ertoe de woningen die te huur worden aangeboden aan het SVK systematisch en op korte termijn te controleren.

Ze kan dit doen door het afsluiten van een afsprakenkader zoals omschreven in het Besluit van de Vlaamse regering houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren.

Als lokale overheid kunnen we hiermee sneller inspelen op de noden van het SVK.

 

Een concreet uitgewerkt afsprakenkader bevindt zich in bijlage.

 

Na goedkeuring door de gemeenteraad en ondertekening door het SVK wordt de overeenkomst ter validatie aan de minister overgemaakt.

 

Argumentatie

De gemeenteraad gaat akkoord met het afsprakenkader tussen de stad Lier, het sociaal verhuurkantoor SVK De Woonkans en de Vlaamse minister bevoegd voor Wonen over het onderzoeken van woningen die te huur worden aangeboden aan het SVK met het oog op nieuwe inhuurname, in bijlage.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het afsprakenkader tussen de stad Lier, het sociaal verhuurkantoor SVK De Woonkans en de Vlaamse minister bevoegd voor Wonen over het onderzoeken van woningen die te huur worden aangeboden aan het SVK met het oog op nieuwe inhuurname, zoals in bijlage toegevoegd, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

SYMBOLISCHE REHABILITATIE LIERSE HEKSEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Tussen 1550 en 1680 heerste er een heksenjacht in heel christelijk West-Europa. Deze vervolging vormen het verlengde van de processen tegen de ketters in de eerste helft van de 16de eeuw in het licht van de Contrareformatie. In Lier vonden er in de periode 1589-1590 een reeks procesvervolgingen plaats. De processen starten met de inbeschuldigingstelling van Anneken Faes Brosis, een 14-jarige meisje uit Nijlen (de bijvang van Lier). Tijdens haar ondervraging/marteling gaf ze de namen door van twee andere heksen: Anna Cops en Cathelyne Van den Bulcke. Uiteindelijk werden Anneken Faes enkele lichte straffen opgelegd, waaronder een jaar lang elke vrijdag vasten op water en brood. Anna Cops werd voor zeven jaar verbannen uit Lier. Cathelyne Van den Bulcke is de enige vrouw die op de brandstapel terecht kwam. Zij werd terechtgesteld op 20 januari 1590 op de Grote Markt in Lier.

 

In februari 2012 hebben de stad Keulen en enkele andere kleine Duitse steden de veroordeelde heksen symbolisch van alle zonden gezuiverd.

 

In navolging daarvan heeft Nieuwpoort, als eerste Vlaamse stad, in juni 2012 een symbolische rehabilitatie uitgesproken voor de 17 verbrande heksen in Nieuwpoort. Daarnaast heeft Nieuwpoort ook een gedenkplaat onthuld om de symbolische rehabilitatie permanent zichtbaar te houden.

 

Op 1 juli 2020 contacteerde het comité ‘Eerherstel voor Cathelyne’ het stadsbestuur met de vraag Cathelyne Van den Bulcke symbolisch te rehabiliteren. Zij menen dat de huidige tekst op de zgn. “heksensteen” op de Grote Markt onvoldoende recht doet aan betrokkene: “Markeert volgens overlevering de plaats waar de laatste heks in Lier werd verbrand.”

 

Feiten en context

Er kan worden geconcludeerd dat Van den Bulcke’s moedige houding het leven heeft gered van heel wat onschuldige medeburgers.

 

Adviezen

Het Agentschap Onroerend Erfgoed kan principieel akkoord gaan met de heropwaardering van de steen. Zij geven volgende richtlijnen mee:

- Tot de heraanleg in 2009-12 was deze steen omgeven door een unieke spiraal van keien: ‘Op de grote markt liggen de kasseikens in een enorme spiraal, die naar ’t midden draaiend daar eindigt met een ronde, blauwe steen. Daar heeft voor ’t laatst het schavot gewerkt, doende vallen de koppen van moordenaars (…) Kasseiers zeggen dat die Kasseispiraal een groot kunstkasseierswerk is.’ (Timmermans F. (1925), Schoon Lier.)

- Herplaatsen van de spiraal van keien rond de heksensteen.  In de cirkelvormige steenaanleg rond de heksensteen kan tekst in messingplaat worden verwerkt.

 

De marktmeester geeft positief advies, op voorwaarde dat er geen hinder ontstaat voor de marktkramers.

 

Argumentatie

Het college wenst op 20 januari 2021, de dag waarop Van den Bulcke werd terechtgesteld, een symbolisch rehabilitatie laten uitspreken op de Grote Markt voor Anneken Faes Brosis, Anna Cops en Cathelyne Van den Bulcke. Het verhaal van Cathelyne intrigeert en beroert nog altijd. Het was het Lierse schepencollege die haar destijds veroordeeld heeft. Zo veel jaar later zou het een vorm van herinneringseducatie zijn om daar formeel onze spijt over te betonen.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

4 onthoudingen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om goedkeuring te geven voor een symbolische rehabilitatie van Cathelyne Van den Bulcke, Anneke Faes en Anna Cops, de drie door de Lierse schepenbank als heks veroordeelde vrouwen.

 

Art 2:

De gemeenteraad beslist om deze rehabilitatie formeel uit te spreken op 20 januari 2021, de dag waarop Van den Bulcke werd terechtgesteld.

 

Art 3:

De gemeenteraad beslist om de diensten de opdracht te geven om een nieuwe fysieke omkadering en contextualisering te maken voor de symbolische steen, die op een later moment kan worden aangebracht. Het ontwerp inclusief tekst en kostprijs worden finaal ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GEZELLEN VAN 'T GROOT VOLK - VERNIEUWING BRUIKLEENOVEREENKOMST. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 11 maart 2013: principe-akkoord tot het sluiten van een overeenkomst tussen de stad Lier en de nog op te richten vereniging 'Gezellen van 't Groot Volk' in functie van het beheer van de historische Lierse reuzentrein.

 

24 april 2013: oprichtingsvergadering van vzw Gezellen van 't Groot Volk.

 

Collegebeslissing van 28 november 2013: goedkeuring bruikleenovereenkomst tussen stad Lier en vzw Gezellen van 't Groot Volk m. b. t. het beheer van de historische Lierse reuzentrein.

 

Collegebeslissing van 29 augustus 2016 : Het college gaat akkoord met de nieuwe overeenkomst tussen de stad Lier en de Gezellen van 't Groot Volk in verband met de bruikleen en het beheer van de historische reuzentrein en de Lierse stadsreuzen.

 

Gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2016: De gemeenteraad gaat akkoord met de nieuwe overeenkomst tussen de stad Lier en de Gezellen van 't Groot Volk in verband met de bruikleen en het beheer van de historische reuzentrein en de Lierse stadsreuzen.

 

Feiten en context

Op dit ogenblik is de bestaande en op 26/09/2016 goedgekeurde overeenkomst tussen de stad Lier en de vzw Gezellen van 't Groot Volk (zie bijlage) niet meer volledig actueel en een aantal lacunes en onduidelijkheden moesten opnieuw uitgeklaard worden.

Een nieuwe versie van de overeenkomst werd opgesteld onder begeleiding van een jurist en het team Toerisme en Erfgoed in nauwe samenspraak met de Gezellen van 't Groot Volk.

 

Argumentatie

De nieuwe overeenkomst zal voornamelijk de onzekerheid rond verzekeringen wegnemen. De grootste wijzigingen bevinden zich dan ook onder artikel 7. De stad wil de vzw Gezellen van 't Groot Volk ontlasten van de plicht om eventuele kosten te dragen, mits er gehandeld wordt volgens de principes vastgelegd in de bruikleenovereenkomst. Daarnaast wordt er ook een heldere situatie gecreëerd voor de reuzen in eigendom van derden.

 

In onderstaande vergelijking worden de aanpassingen in het geel aangeduid. Verwijderde passages worden in het grijs aangeduid. Verplaatste passages worden begeleid door een opmerking.

 

VORIGE BRUIKLEENOVEREENKOMST

 

Tussen de ondergetekenden:

 

1. De STAD LIER, met kantoren gevestigd te Lier, Paradeplein 2 bus 1, vertegenwoordigd door de heer Frank BOOGAERTS, burgemeester en mevrouw Katleen JANSSENS, stadssecretaris, hierna genoemd de uitlener,

 

 

 

en

 

 

2. De v.z.w. GEZELLEN VAN ’T GROOT VOLK, met maatschappelijke zetel gevestigd te 2500 Lier, Lispersteenweg nr. 74, ondernemingsnummer 0535.618.459 , vertegenwoordigd door de heer Lucien CEULEMANS, voorzitter, en de heer Jan Hauwaert, ondervoorzitter, hierna genoemd de lener,

 

Is overeengekomen, uiteengezet en aanvaard datgene wat volgt:

 

 

 

A. Situering van de overeenkomst

 

De Stad Lier is eigenaar van “De Lierse Reuzentrein” bestaande uit een aantal reuzen, praalwagens en andere goederen zoals opgesomd in bijlage aan deze overeenkomst.

De v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” werd door een aantal vrijwilligers opgericht met o.m. volgende doelstellingen die statutair bepaald werden:

        het in bruikleen nemen van de Lierse Reuzentrein,

        het instaan voor het behoud en beheer van deze Reuzentrein,

        het uitbouwen ervan,

        het organiseren van de Lierse Ommegang (het uitgaan van de Lierse Reuzentrein),

        het promoten en het uitbouwen van de Lierse Ommegang.

 

 

 

 

Tevens stelt de v.z.w. ”Gezellen van ’t Groot Volk” zich als doel het bevorderen van de kennis en de praktijk van de Lierse tradities en gebruiken. Om haar doelstellingen te verwezenlijken zal de v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” instaan voor de opleiding en het leveren van de nodige dragers om de Lierse Reuzentrein te laten optreden.

 

De v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” zal voor de realisatie van haar doelstellingen actief overleggen met de stedelijke ambtenaren die bevoegd zijn voor het erfgoed en er naar streven om met de stad en andere partners te overleggen over organisatie en deelname van de Lierse Reuzentrein, of onderdelen ervan, aan evenementen en publieke feesten.

 

Huidige overeenkomst vervangt de bruikleenovereenkomst zoals deze tussen partijen werd gesloten op 28 november 2013.

 

B. Bedingen

Artikel 1. Voorwerp

 

De uitlener geeft de lener, die aanvaardt, de goederen omschreven in bijlage 1 in bruikleen. De uitlener verklaart volledig eigenaar te zijn van de vermelde goederen.

 

Artikel 2. Duur

 

De bruiklening wordt afgesloten voor een termijn ingaande op 1 januari 2017 en eindigende op 31 december 2020.

Partijen komen overeen dat deze overeenkomst na afloop van deze termijn stilzwijgend hernieuwd wordt, telkens voor een periode van vier jaar.

Elke partij kan de overeenkomst beëindigen op het einde van een vierjaarlijkse periode mits zij hiervan minstens zes maanden voor het beëindigen van de lopende vierjaarlijkse periode per aangetekend schrijven kennis geeft aan de andere partij.

 

Artikel 3. Vergoeding

 

De lener zal aan de uitlener geen vergoeding verschuldigd zijn voor het gebruik van de ontleende goederen.

 

Artikel 4. Eigendomsrechten en gebruiksrecht

 

 

De uitlener blijft eigenaar van de geleende goederen maar verleent aan de lener een gebruiksrecht van de geleende goederen volgens de modaliteiten zoals uiteengezet in deze overeenkomst.

 

Zo is de lener alleszins gehouden om de geleende goederen te gebruiken volgens onderstaande modaliteiten.

 

 

1. Behoort tot het vrije gebruiksrecht:

 

        Aan- en ontkleden van de reuzen. Onderhoud van reuzen en wagens.

        Het uitgaan van de Lierse Reuzentrein (gedeeltelijk of in zijn geheel) en de stadsreuzen op grondgebied Lier.

        Het uitgaan van de stadsreuzen buiten Lier. Het onderscheid moet gemaakt tussen de Lierse Reuzentrein (tien historische reuzen, de fabeldieren, de huppelpaardjes en de praalwagens) en de Lierse stadsreuzen. Als stadsreus is Pallieter DE reus, die in manifestaties allerlei buiten Lier, Lier vertegenwoordigt. Daarvoor telkens toelating moeten vragen zou erg belastend en tijdrovend zijn.

2. Behoeft een toestemming van de uitlener:

        Wijzigen van uitzicht en voorkomen van reuzen, wagens, attributen.

        Wijzigen van onderdelen en kledij.

        Het deelnemen met de Lierse Reuzentrein (gedeeltelijk of in zijn geheel) aan activiteiten buiten Lier.

 

 

 

 

3. Behoort nooit tot het gebruiksrecht:

        Verkopen of onderverhuren van de reuzen, wagens, attributen.

 

 

Het recht van bruikleen zal vervallen en de uitlener zal gerechtigd zijn zich terug in het bezit te stellen van zowel de geleende goederen als de ter beschikking gestelde depotinfrastructuur in alle gevallen van niet-uitvoering door de lener van de verbintenissen bepaald in deze overeenkomst, en onder meer bij wangebruik, gebrek aan onderhoud, en afstand of overdracht van gebruik aan derden van de geleende goederen of de depotinfrastructuur.

 

De lener mag de goederen niet voor zich houden bij wijze van schuldvergelijking met hetgeen de uitlener hem eventueel verschuldigd is.

 

Opmerking: de passage in de rechterkolom stond in de vorige overeenkomst onder artikel 5.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 5. Staat van de goederen, behoud en beheer

 

De goederen worden aan de lener toevertrouwd in de staat zoals beschreven in bijlage.

De lener verbindt er zich toe om zorg te dragen voor de geleende goederen, en dit volgens de richtlijnen die gelden voor het behoud en beheer van dergelijke goederen.

 

De uitgaven door de lener gemaakt in functie van zijn bruikleen en de verplichtingen die daarmee gepaard gaan, kunnen door de lener niet teruggevorderd worden van de uitlener.

 

Het is de lener verboden om enig huurcontract of overdracht van dit recht van bruikleen toe te staan aan derden. Elke vergoeding aan derden als mogelijk gevolg van het opzeggen van die overeenkomsten van ter beschikkingstelling of huurcontract, is dan ook volledig ten laste van de lener.

 

De vergoedingen die door derden of de uitlener zouden worden betaald voor deelname aan manifestaties worden niet beschouwd als huurgelden of betalingen voor een overdracht van gebruik. Eventuele kosten die gepaard gaan met een deelname aan manifestaties zijn niet ten laste van de uitlener.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De uitlener zal een aangepaste depotinfrastructuur ter beschikking stellen die dergelijk behoud en beheer mogelijk maakt. De lener zal op elk ogenblik toegang hebben tot deze infrastructuur. Tussen partijen wordt een afzonderlijke overeenkomst opgemaakt betreffende het gebruik, toegankelijkheid, onderhoud en verzekering van de depotinfrastructuur. Deze aanvullende overeenkomst zal dan onverbrekelijk deel uit maken van huidige overeenkomst.

 

De lener kan de uitlener verzoeken om logistieke ondersteuning bij verplaatsingen van de bruikleenvoorwerpen. Zulks kan worden toegezegd door de uitlener in functie van de beschikbaarheid van de behandelende diensten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 6. Informatie en toezicht

 

Op verzoek van de uitlener zal de lener alle gegevens met betrekking tot locatie en de staat van de geleende goederen verstrekken. De uitlener heeft het recht te allen tijde de geleende goederen te bezichtigen teneinde zich ervan te vergewissen dat de lener aan zijn verplichtingen voldoet.

 

Artikel 7. Verzekering

 

 

 

 

De lener is verplicht de geleende goederen voor de duur van de bruiklening te verzekeren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De lener zal bij de “polis verenigingsleven” uitdrukkelijk volgende risico’s laten verzekeren:

        burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen voor de dragers;

        burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden.

Voor wat de ter beschikking gestelde depotinfrastructuur betreft zal de eigenaar van het depot een brandverzekering dienen af te sluiten met afstand van verhaal. De uitlener ziet toe op het afsluiten van deze overeenkomst.

 

De uitlener neemt een huurdersaansprakelijkheidsverzekering voor het depot. Hierin wordt zowel de waarde van het gebouw en de inhoud verzekerd conform de waarde voorzien in bijlage bij deze overeenkomst – de waarde van de inhoud moet minstens tweejaarlijks geactualiseerd worden. De uitlener sluit een verzekering “Objectieve aansprakelijkheid voor gebruik van lokalen door derden” af.

 

De waarde van de geleende goederen wordt tussen partijen bepaald en beschreven in bijlage 1. De verzekeringen moeten afgesloten worden bij een in België erkende maatschappij. Alle verzekeringspolissen moeten worden voorgelegd op eerste vraag van de uitlener.

Tenzij er sprake zou zijn van een grove fout in hoofde van de lener, zal de uitlener van de lener geen hogere vergoeding voor schade kunnen vorderen dan deze die uitgekeerd wordt door de verzekeraar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 8. Schade of verlies

 

De lener zal de uitlener onmiddellijk en schriftelijk in kennis stellen van elk verlies of elke relevante beschadiging of wijziging aan de toestand van de geleende goederen. De lener is verantwoordelijk tegenover de uitlener voor elk verlies, diefstal, averij, nadeel, waardeverlies of schade teweeggebracht, al dan niet door de lener, aan de geleende goederen.

 

Opgemaakt in tweevoud te Lier op

 

Voor de uitlener, voor de lener,

 

Goedgekeurd op gemeenteraad van 26 september 2016

 

Bijlage bij de bruikleenovereenkomst

 

 

 

 

 

Inventaris en te verzekeren waarden van de Lierse Ommegang (= reuzen en praalwagens, gegevens grotendeels overgenomen uit de inventarisfiches van Reuzentrein en praalwagens Vooronderzoek door Examino cvba Guido Gezellestraat 23 8560 Lovendegem, januari-april 2008):

Lierse Reuzentrein

 

Reus Goliath, man - 4 meter hoog – 65 kg

attributen: helm, perkament en zwaard

te verzekeren waarde € 8.000

 

Reuzin, vrouw – 4 meter hoog – 40 kg

attributen: kroon en oorbellen

te verzekeren waarde € 7.500

 

Kamenierster, vrouw – 4 meter hoog – 40 kg

attributen: hoed met pluim en oorbellen

te verzekeren waarde € 7.500

 

Kinnebaba, baby – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: rammelaar en muts

te verzekeren waarde € 5.000

 

Moorse knecht 1, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: tulband en oorring

te verzekeren waarde € 5.000

 

Moorse knecht 2, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: tulband en oorring

te verzekeren waarde € 5.000

 

Mieke zuster, vrouw – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: oorring en tulband

te verzekeren waarde € 5.000

 

Janneke broer, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: oorring? En tulband

te verzekeren waarde € 5.000

 

Groteva, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: steek en oorring

te verzekeren waarde € 5.000

 

Grotemoe, vrouw – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: bonnet, oorringen en hanger

te verzekeren waarde € 5.000

 

Hellewagen

attributen: lans en stoel voor Neptunus (figurant)

te verzekeren waarde € 15.000

 

Het Schip van ’s Lands Welvaren

attributen: masten, touwen en zeilen

te verzekeren waarde € 15.000

 

Leeuw en Maagdenberg

attributen: zadel voor Maagd (figurant)

te verzekeren waarde € 15.000

 

Olifant

attributen: zetel voor Moor (figurant)

te verzekeren waarde € 15.000

 

Kameel

attributen: zadel en drijversstok (figurant)

te verzekeren waarde € 15.000

 

Ros Beiaard

attributen: vierdelig zadel voor de Vierheemskinderen (figuranten)

panache, teugels

te verzekeren waarde € 35.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Looppaardjes, reeks 1 – 11 stuks

stof, wilgentenen

attributen: teugels, bretellen

te verzekeren waarde 11 x € 1.000

 

Looppaardjes, reeks 2 – 20 stuks

polyester

attributen: teugels, bretellen

te verzekeren waarde 20 x € 1.000

 

Stadsreuzen

 

Pallieter, man – 4 meter hoog – 45 kg

attributen: pijp en pluimhoed

te verzekeren waarde € 7.500

 

Marieke, vrouw van Pallieter – 4,3 meter hoog – 65 kg

te verzekeren waarde € 15.000

 

Tuur, één van de reuzendrieling, kind van Pallieter en Marieke

2 meter hoog – 8 kg

te verzekeren waarde € 1.000

 

Piet, één van de reuzendrieling, kind van Pallieter en Marieke

2 meter hoog – 8 kg

te verzekeren waarde € 1.000

 

Mit, één van de reuzendrieling, kind van Pallieter en Marieke 2 meter hoog – 8 kg

te verzekeren waarde € 1.000

 

Grimmara, vrouw – 3,25 meter hoog – 30 kg

te verzekeren waarde € 7.500

NIEUWE BRUIKLEENOVEREENKOMST

 

Tussen de ondergetekenden:

 

1. De STAD LIER, met kantoren gevestigd te Lier, Paradeplein 2 bus 1, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester Frank BOOGAERTS en haar algemeen directeur Katleen JANSSENS, handelend in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad dd. 14/12/2020,

Hierna de “Uitlener” genoemd,

 

en

 

 

2. De v.z.w. GEZELLEN VAN ’T GROOT VOLK, met maatschappelijke zetel gevestigd te 2500 Lier, Lispersteenweg nr. 74, ondernemingsnummer 0535.618.459, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Lucien CEULEMANS, voorzitter, en de heer Jan HAUWAERT, ondervoorzitter,

Hierna de “Lener” genoemd,

 

Is overeengekomen, uiteengezet en aanvaard datgene wat volgt:

 

Voorafgaandelijk:

 

1. Situering

 

De Stad Lier is eigenaar van het reuzenerfgoed zoals opgesomd in bijlagen 1.1, 1.2 en 1.3 aan deze overeenkomst.

 

De v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” werd door een aantal vrijwilligers opgericht met o.m. volgende doelstellingen die statutair bepaald werden:

        het in bruikleen nemen van het reuzenerfgoed,

        het instaan voor het behoud en beheer van dit reuzenerfgoed,

        het organiseren van de Lierse Ommegang (het uitgaan van het reuzenerfgoed),

        het promoten en het uitbouwen van het reuzenerfgoed.

 

Deze doelstellingen hebben ook betrekking tot het reuzenerfgoed in eigendom van derden (zie bijlage 2).

 

Tevens stelt de v.z.w. ”Gezellen van ’t Groot Volk” zich als doel het bevorderen van de kennis en de praktijk van de Lierse tradities en gebruiken. Om haar doelstellingen te verwezenlijken zal de v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” instaan voor de opleiding en het leveren van de nodige dragers om het reuzenerfgoed te laten optreden.

 

De v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk” zal voor de realisatie van haar doelstellingen halfjaarlijks en op uitnodiging van de stedelijke ambtenaren die bevoegd zijn voor het erfgoed actief overleggen en er naar streven om met de stad en andere partners te overleggen over organisatie en deelname van het reuzenerfgoed, of onderdelen ervan, aan evenementen en publieke feesten.

 

Huidige overeenkomst vervangt de bruikleenovereenkomst zoals deze tussen partijen werd gesloten op 26 september 2016.

 

 

Artikel 1. Voorwerp

 

De uitlener geeft de lener, die aanvaardt, de goederen omschreven in bijlagen 1.1, 1.2 en 1.3 in bruikleen. De uitlener verklaart volledig eigenaar te zijn van de vermelde goederen.

 

Artikel 2. Duur

 

De bruiklening wordt afgesloten voor een termijn ingaande op 1 januari 2021 en eindigende op 31 december 2026.

Partijen komen overeen dat deze overeenkomst na afloop van deze termijn stilzwijgend hernieuwd wordt, telkens voor een periode van zes jaar.

Elke partij kan de overeenkomst beëindigen op het einde van een zesjaarlijkse periode mits zij hiervan minstens zes maanden voor het beëindigen van de lopende zesjaarlijkse periode per aangetekend schrijven kennis geeft aan de andere partij.

 

Artikel 3. Vergoeding

 

De lener zal aan de uitlener geen vergoeding verschuldigd zijn voor het gebruik van de ontleende goederen.

 

Artikel 4. Eigendomsrechten en gebruiksrecht

 

De uitlener blijft eigenaar van de geleende goederen (bijlagen 1.1, 1.2 en 1.3), maar verleent aan de lener een gebruiksrecht van de geleende goederen volgens de modaliteiten zoals uiteengezet in deze overeenkomst.

Zo is de lener alleszins gehouden om in het kader van deze overeenkomst de geleende goederen te gebruiken volgens onderstaande modaliteiten.

 

1. Behoort tot het vrije gebruiksrecht:

 

        Aan- en ontkleden van het reuzenerfgoed.

        Onderhoud van het reuzenerfgoed.

 

2. Behoeft een melding aan de uitlener:

 

        Het uitgaan van het reuzenerfgoed (bijlage 1.1, 1.2 en 1.3) binnen Lier.

        Het uitgaan van het reuzenerfgoed (bijlage 1.2 en 1.3) buiten Lier.

        Het uitgaan van de reuzen van derden (bijlage 2) binnen en buiten Lier.

 

 

 

 

3. Behoeft een toestemming van de uitlener:

 

        Wijzigen van uitzicht en voorkomen van het reuzenerfgoed.

        Wijzigen van onderdelen en kledij.

        Het uitgaan van het reuzenerfgoed (bijlage 1.1) buiten Lier.

        Conservatie- en restauratiebehandelingen.

 

4. Behoort nooit tot het gebruiksrecht:

 

        Verkopen of onderverhuren van het reuzenerfgoed.

 

Het recht van bruikleen zal vervallen en de uitlener zal gerechtigd zijn zich terug in het bezit te stellen van zowel de geleende goederen als de ter beschikking gestelde depotinfrastructuur in alle gevallen van niet-uitvoering door de lener van de verbintenissen bepaald in deze overeenkomst, en onder meer bij wangebruik, gebrek aan onderhoud, en afstand of overdracht van gebruik aan derden van de geleende goederen of de depotinfrastructuur.

 

De lener mag de goederen niet voor zich houden bij wijze van schuldvergelijking met hetgeen de uitlener hem eventueel verschuldigd is.

 

De uitgaven door de lener gemaakt in functie van zijn bruikleen en de verplichtingen die daarmee gepaard gaan, kunnen door de lener niet teruggevorderd worden van de uitlener. Het is de lener verboden om enig huurcontract of overdracht van dit recht van bruikleen toe te staan aan derden. Elke vergoeding aan derden als mogelijk gevolg van het opzeggen van die overeenkomsten van ter terbeschikkingstelling of huurcontract, is dan ook volledig ten laste van de lener.

 

De vergoedingen die door derden of de uitlener zouden worden betaald voor deelname aan manifestaties worden niet beschouwd als huurgelden of betalingen voor een overdracht van gebruik. Eventuele kosten die gepaard gaan met een deelname aan manifestaties zijn niet ten laste van de uitlener.

 

Artikel 5. Staat van de goederen, behoud en beheer

 

De goederen worden aan de lener toevertrouwd in de staat zoals beschreven in bijlage.

De lener verbindt er zich toe om zorg te dragen voor de geleende goederen, en dit volgens de richtlijnen die gelden voor het behoud en beheer van dergelijke goederen.

 

Opmerking: de passage in de linker kolom staat in de nieuwe overeenkomst onder artikel 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het hanteren, (ver)plaatsen en transporteren van het reuzenerfgoed zoals opgesomd in bijlagen 1.1, 1.2 en 1.3, mag enkel uitgevoerd worden onder toezicht van de lener. Dit dient te gebeuren op deskundige wijze, volgens de geldende normen en richtlijnen in de erfgoedsector.

 

De uitlener zal een aangepaste depotinfrastructuur ter beschikking stellen die dergelijk behoud en beheer mogelijk maakt. De lener zal op elk ogenblik toegang hebben tot deze infrastructuur. Tussen partijen wordt een afzonderlijke overeenkomst opgemaakt betreffende het gebruik, toegankelijkheid, onderhoud en verzekering van de depotinfrastructuur. Deze aanvullende overeenkomst zal dan onverbrekelijk deel uit maken van huidige overeenkomst.

 

De lener kan de uitlener verzoeken om logistieke ondersteuning bij verplaatsingen van de bruikleenvoorwerpen. Zulks kan worden toegezegd door de uitlener in functie van de beschikbaarheid van de behandelende diensten.

 

De uitlener verleent toestemming tot reproductie voor publicaties en foto-opnamen van het reuzenerfgoed (bijlage 1.1, 1.2 en 1.3). De lener zal, dadelijk na publicatie, aan de uitlener één exemplaar kosteloos bezorgen of een melding maken van het verschijnen van de online publicatie. Bij elke wetenschappelijke of commerciële publicatie en reproductie dient het ontleende werk vergezeld te zijn van de vermelding van herkomst, namelijk ‘collectie stad Lier’.

 

Artikel 6. Informatie en toezicht

 

Op verzoek van de uitlener zal de lener alle gegevens met betrekking tot locatie en de staat van de geleende goederen verstrekken. De uitlener heeft het recht te allen tijde de geleende goederen te bezichtigen teneinde zich ervan te vergewissen dat de lener aan zijn verplichtingen voldoet.

 

Artikel 7. Schade of Verlies

 

7.1 Goederen opgesomd in bijlagen 1.1, 1.2 en 1.3

 

Met betrekking tot schade aan of verlies van de geleende goederen zoals opgesomd in bijlagen 1.1, 1.2 en 1.3, zal de uitlener hetzij de geleende goederen voor de duur van de bruikleen verzekeren, met afstand van verhaal tegenover de lener, hetzij de restauratiekosten ten laste nemen.

 

In het voorkomend geval dat er een verzekering wordt afgesloten, is de volgende paragraaf van toepassing: ”De waarde van de geleende goederen wordt tussen partijen bepaald en beschreven in bijlagen 1.1, 1.2 en 1.3.”

 

De lener zal bij de “polis verenigingsleven” uitdrukkelijk volgende risico’s laten verzekeren:

        burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen voor de dragers;

        burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De verzekeringen moeten afgesloten worden bij een in België erkende maatschappij. Alle verzekeringspolissen moeten worden voorgelegd op eerste vraag van de uitlener.

 

 

 

 

 

 

7.2 Goederen opgesomd in bijlage 2

 

Met betrekking tot schade aan of verlies van de goederen bij gebruik (een activiteit) en/of transport op initiatief van of met de medewerking van de stad Lier en/of v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk”, zal de stad Lier

        ofwel het risico dat de geleende goederen schade oplopen, verzekeren met afstand van verhaal tegenover v.z.w. “Gezellen van ’t Groot Volk”;

        ofwel de restauratiekosten ten laste nemen.

 

De stad Lier is niet aansprakelijk voor schade of verlies van de goederen bij gebruik (een activiteit) en/of transport op initiatief van derden,

 

In het voorkomend geval dat er een verzekering wordt afgesloten, is de volgende paragraaf van toepassing : ”De waarde van de geleende goederen wordt tussen partijen bepaald en beschreven in bijlage 2. De verzekeringen moeten afgesloten worden bij een in België erkende maatschappij. Alle verzekeringspolissen moeten worden voorgelegd op eerste vraag van de uitlener.”

 

7.3 Varia

 

De lener zal de uitlener onmiddellijk en schriftelijk in kennis stellen van elk verlies of elke relevante beschadiging of wijziging aan de toestand van de geleende goederen.

 

 

 

 

 

 

Opgemaakt in tweevoud te Lier op

 

Voor de uitlener, voor de lener,

 

Goedgekeurd op gemeenteraad van 14 december 2020

 

BIJLAGE 1: Lierse Reuzentrein, Stadsreuzen en stoetenmateriaal (eigendom stad Lier)

 

 

1. Lierse Reuzentrein

 

Inventaris en te verzekeren waarden van het reuzenerfgoed. (Vooronderzoek door Examino cvba Guido Gezellestraat 23 8560 Lovendegem, januari-april 2008)

 

 

 

 

 

Reus Goliath, man - 4 meter hoog – 65 kg

attributen: helm, perkament en zwaard

te verzekeren waarde € 10.000

 

Reuzin, vrouw – 4 meter hoog – 40 kg

attributen: kroon en oorbellen

te verzekeren waarde € 10.000

 

Kamenierster, vrouw – 4 meter hoog – 40 kg

attributen: hoed met pluim en oorbellen

te verzekeren waarde € 10.000

 

Kinnebaba, baby – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: rammelaar en muts

te verzekeren waarde € 8.000

 

Moorke 1, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: tulband en oorring

te verzekeren waarde € 8.000

 

 

Moorke 2, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: tulband en oorring

te verzekeren waarde € 8.000

 

 

Mieke zuster, vrouw – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: oorring en tulband

te verzekeren waarde € 8.000

 

Janneke broer, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: oorring? En tulband

te verzekeren waarde € 8.000

 

Groteva, man – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: steek en oorring

te verzekeren waarde € 8.000

 

Grotemoe, vrouw – 2,5 meter hoog – 20 kg

attributen: bonnet, oorringen en hanger

te verzekeren waarde € 8.000

 

Hellewagen

attributen: lans en stoel voor Neptunus (figurant)

te verzekeren waarde € 40.000

 

Het Schip van ’s Lands Welvaren

attributen: masten, touwen en zeilen

te verzekeren waarde € 40.000

 

Leeuw en Maagdenberg

attributen: zadel voor Maagd (figurant)

te verzekeren waarde € 40.000

 

Olifant

attributen: zetel voor Moor (figurant)

te verzekeren waarde € 30.000

 

Kameel

attributen: zadel en drijversstok (figurant)

te verzekeren waarde € 30.000

 

Ros Beiaard

attributen: vierdelig zadel voor de Vierheemskinderen (figuranten)

panache, teugels

te verzekeren waarde € 40.000

 

Oude Ros Beiaard

te verzekeren waarde € 5.000

 

‘Het Beest’ (werknaam van het nog te realiseren fabeldier ter gelegenheid van de Ommegang 2021)

te verzekeren waarde € 45.000

 

Looppaardjes, reeks 1 – 11 stuks

stof, wilgentenen

attributen: teugels, bretellen

te verzekeren waarde 11 x € 2.000 = € 22.000

 

Looppaardjes, reeks 2 – 20 stuks

polyester

attributen: teugels, bretellen

te verzekeren waarde 20 x € 1.500 = € 30.000

 

2. Stadsreuzen

 

Pallieter, man – 4 meter hoog – 45 kg

attributen: pijp en pluimhoed

te verzekeren waarde € 9.000

 

Marieke, vrouw van Pallieter – 4,3 meter hoog – 65 kg

te verzekeren waarde € 12.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3. Stoetenmateriaal

 

te verzekeren waarde € 12.000

 

BIJLAGE 2: Hedendaagse reuzen: wijk-, verenigings- en privéreuzen (eigendom van derden)

 

Inventaris en te verzekeren waarden van de reuzen van derden die eveneens op dezelfde locatie bewaard worden:

 

Gummarus

eigendom van het Broederschap van Sint-Gummarus

te verzekeren waarde € 9.000

 

Grimmara, vrouw – 3,25 meter hoog – 30 kg

eigendom van de Lierse kantkringen

te verzekeren waarde € 9.000

 

Schrobberbeek

eigendom van de Schoolbond

te verzekeren waarde € 8.000

 

Carlien

eigendom van de Lierse Keersters

te verzekeren waarde € 5.000

 

Wardje van tJesuwieten

eigendom van Lier Feest

te verzekeren waarde € 6.000

 

Tuur, één van de reuzendrieling, kind van Pallieter en Marieke

2 meter hoog – 8 kg

eigendom van Lier Feest

te verzekeren waarde € 1.500

 

Piet, één van de reuzendrieling, kind van Pallieter en Marieke

2 meter hoog – 8 kg

eigendom van Lier Feest

te verzekeren waarde € 1.500

 

Mit, één van de reuzendrieling, kind van Pallieter en Marieke 2 meter hoog – 8 kg

eigendom van Lier Feest

te verzekeren waarde € 1.500

 

Cor de Kluts

eigendom van Buurtwerking ‘t Looks

te verzekeren waarde € 8.000

 

de Caje

eigendom van Buurtwerking ‘t Looks

te verzekeren waarde € 5.000

 

Johan den Bakker

eigendom van Johan Hendrickx

te verzekeren waarde € 9.000

 

Zuster Agnes

eigendom van de Gilde Heren van Lier

te verzekeren waarde € 8.000

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de verlenging en aanpassing van de bruikleenovereenkomst met de vzw Gezellen van 't Groot Volk goed.

 

Art 2 :

De gemeenteraad machtigt de burgemeester om de overeenkomst te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

HERNIEUWING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST SPORTKAMPEN MET SPORT- IT. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Al meer dan 20 jaar organiseren de stad Lier en de vzw Sport It samen sportkampen tijdens de schoolvakanties. De stad stelt de noodzakelijke infrastructuur ter beschikking en de vzw zorgt voor de praktische uitwerking van de kampen. De kampen bieden een mooi en gevarieerd aanbod in elke vakantie periode

 

Feiten en context

De originele overeenkomst is aan vernieuwing toe. De basisafspraken blijven behouden:

        De stad stelt de nodige infrastructuur gratis ter beschikking.

        De stad zorgt de verspreiding van de brochures en de bekendmaking via de eigen communicatiekanalen.

        De vzw zorgt voor de volledige praktische uitwerking en draagt alle kosten hiervoor: inschrijvingen, inzet monitoren, aankoop sportmaterialen, verzekering, verplaatsingsonkosten, huur extra locaties ...

        De inkomsten van de kampen zijn voor de vzw.

 

Juridische context

De overeenkomst werd nagekeken door de juridische dienst.

 

Argumentatie

De organisatie van sportkampen behoort tot het takenpakket van gemeentelijke sportdiensten . Door de samenwerking met de vzw Sport kunnen we met een minimum aan personeelsinzet een ruim en kwalitatief vakantie sportprogramma aanbieden Kinderen en jongeren die het thuis financieel niet breed hebben kunnen via hun Uit pas met kansentarief goedkoop deelnemen aan de kampen.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt volgende overeenkomst goed en machtigt de burgemeester om de overeenkomst te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

CRITERIA OPVANGINITIATIEVEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In zitting van 28/05/2018 keurde de gemeenteraad de criteria rond voorschoolse opvang goed.

Op 20/10/2020 meldde Kind&Gezin Agentschap Opgroeien dat Lier in aanmerking komt voor 15 bijkomende gesubsidieerde plaatsen voor baby's en peuters, en dat de criteria waarop gebaseerd wordt om advies uit te brengen voor het einde van 2020 bekend moeten gemaakt worden.

 

Feiten en context

Het Lokaal Overleg Kinderopvang hanteert de criteria rond voorschoolse opvang om advies te geven aan Kind&Gezin wanneer Lierse opvanginitiatieven een subsidieaanvraag doen.

 

Kind&Gezin hanteert het advies van het lokaal bestuur om te oordelen welke opvanginitiatieven gesubsidieerde plaatsen krijgen.

 

De huidige criteria werden in 2018 opgemaakt door het Lokaal Overleg op basis van de lokale noden en behoeften.

 

Het Lokaal Overleg Kinderopvang doet nu het voorstel een aantal wijzigingen aan te brengen aan de huidige criteria, gebaseerd op lokale noden: (aangeduid wat toegevoegd werd)

 

Criterium 1: Beschikbaarheid en bruikbaarheid (max. 2 punten)

- De locatie biedt flexibele opvanguren aan. Dit betekent opvang buiten de standaard opvanguren van 7u30 tot 18 uur met inbegrip van nachtopvang en/of weekendopvang.

(2 punten)

- De locatie biedt ruimere opvanguren (minimum een uitbreiding van 30 minuten voor- en/of na de standaarduren) aan dan de standaard opvanguren binnen de gemeente.  (1 punt)

- De locatie is evenveel of minder open dan de standaard opvanguren binnen de gemeente.

(0 punten)

 

Criterium 2: Betrokkenheid van de organisator bij het lokaal bestuur (max. 2 punten)

- De organisator neemt actief deel aan de vergaderingen van het Lokaal Overleg Kinderopvang, engageert zich om correcte en up-to-date info door te geven aan het loket kinderopvang en zet zich mee in om de doelstellingen omtrent kinderopvang vanuit het lokaal bestuur te behalen. (2 punten)

- De organisator neem deel aan de vergaderingen van het Lokaal Overleg Kinderopvang. Deelnemen betekent minstens de helft van de vergaderingen aanwezig zijn en verontschuldigen bij afwezigheid. (1 punt)

- De organisator is niet actief betrokken bij het Lokaal Overleg Kinderopvang en het Loket KO.

(0 punten)


Criterium 3: Ligging (max. 4 punten)

- De locatie is gelegen in een buurt waar weinig of geen andere opvangvoorzieningen zijn, en in een buurt waar veel kansarme gezinnen wonen of vertoeven (vb wijk met hoge concentratie allochtone gezinnen, in de omgeving van daar waar integratiecursussen plaatsvinden, in de buurt van station, …)  (4 punten)

- De locatie is gelegen op meer dan 1km van andere opvangvoorzieningen en in een buurt waar vraag is naar opvangplaatsen.  (2 punten)

- De locatie is gelegen binnen een straal van 1km van een andere opvangvoorziening en in een buurt waar weinig vraag is naar extra opvangplaatsen. (0 punten)

 

Criterium 4: Bereikbaarheid & parkeerbeleid (max. 2 punten)

- De locatie is gelegen dicht bij (maximum 500 meter) een halte van het openbaar vervoer. Er wordt aandacht gegeven aan een mogelijkheid tot kort parkeren bij het brengen en halen.

(2 punten)

- De locatie is moeilijk bereikbaar met het openbaar vervoer maar gaat wel op zoek naar alternatieven die de bereikbaarheid verhogen. (carpoolen, busvervoer school, …).  (1 punt)

- De locatie bevindt zich afgelegen (verder dan 500 meter) van een halte van het openbaar vervoer en is moeilijk bereikbaar, en er wordt geen parkeerplaats voorzien.  (0 punten)

 

Criterium 5: Hanteren van een duidelijke visie/concept (max. 2 punten)

- De locatie informeert ouders op een duidelijke manier over het soort opvang dat zij aanbieden (groeps- of gezinsopvang) en hoe zij zich moeten registreren. Zij hanteren een duidelijke visie/concept omtrent pedagogiek, prijsbepaling; duurzaamheid; milieu; …

De locatie houdt extra rekening met allochtone ouders die de Nederlandse taal nog niet machtig genoeg zijn en onderneemt acties naar het bereik van kansarme gezinnen.

(2 punten)

- De locatie maakt zich bekend bij de plaatselijke inwoners (via folders, affiches, facebook, …)  en werkt drempelverlagend naar de ouders toe.  (1 punt)

- Er is geen informatie over de locatie bekend wat betreft visie, aanbod en manier van werken.

(0 punten)

 

Adviezen

Positief advies vanuit het Lokaal Overleg Kinderopvang, waarin alle Lierse opvanginitiatieven vertegenwoordigd zijn.

Positief advies vanuit dienst Welzijn aangezien zij de ervaring hebben dat ouders die een inburgeringscursus of Nederlandse lessen volgen niet voldoende betaalbare en bereikbare opvangmogelijkheden vinden.

 

Argumentatie

Aangezien Kind&Gezin aangeeft dat in de volgende jaren veel meer naar de lokale behoeften en het advies van het lokaal overleg gekeken wordt voor de verdeling van de subsidieerbare plaatsen voor babyopvang, is het belangrijk duidelijke criteria op te stellen die voldoen aan de Lierse noden.

Aangezien vooral kansarme ouders soms moeilijk de weg naar (betaalbare) kinderopvang vinden, wordt in de nieuwe criteria meer nadruk gelegd op de ligging en de bereikbaarheid van de opvangvoorziening.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist criteria van de gemeente Lier met betrekking tot de uitbreiding voorschoolse kinderopvang voor baby's en peuters goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

VAKANTIEWERKING BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De Vlaamse regering gaf op 16 oktober 2020 definitief haar goedkeuring aan de eerste 2 uitvoeringsbesluiten bij het Decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten.

 

Feiten en context

Het decreet Opvang en Vrijetijd legt de regie over het opvang- en vrijetijdsaanbod voor kinderen bij het lokale bestuur.
Het decreet omschrijft ook dat BKO bij voorkeur voorrang geeft aan kleuters.

 

In 2019 en 2020 deden we een online bevraging van Lierse ouders omtrent vakantie-opvang.

Dat leverde interessante info op over welke opvangmogelijkheden de kinderen en ouders verkiezen, waarop ze zich baseren om die keuze te maken en welke hiaten er nog zijn in Lier.

 

Op basis van de resultaten van de bevragingen en in aanloop naar de implementatie van het nieuwe decreet Opvang en Vrijetijd stelt Dienst Jeugd en BKO een wijziging voor in het opvangaanbod tijdens vakanties.

 

Adviezen

Lokaal Overleg Kinderopvang gaf positief advies in zitting van 29/09/2020.

 

Argumentatie

        Er wordt tegemoet gekomen aan de vraag naar meer kleuterplaatsen op BKO

        Kwaliteit verhoogt door kleuters en lagere schoolkinderen op verschillende locaties op te vangen (dit werd ondervonden door ouders, kinderen en medewerkers tijdens de coronazomer van 2020)

        Er wordt een (beperkt) aanbod van opvang voor lagere schoolkinderen behouden, om tegemoet te komen aan de bezorgdheid van begeleiders en sommige ouders omtrent de meer gespecialiseerde zorg en opvang in kleinere groep voor kinderen die daar nood aan hebben.

        In Koningshooikt wordt BKO voorzien voor de jongste kinderen, omdat de infrastructuur daar onvoldoende uitdagend is voor grotere kinderen. 70% van de opgevangen kinderen zijn ook kleuters.

        We behouden speelplein als laagdrempelig jeugdwerk tijdens de paas- en zomervakantie, waarbij iedereen zonder vooraf inschrijving welkom is, maar waaraan geen voor- en na-opvang gekoppeld wordt. (naar analogie met sportkampen)

Uit cijfers blijkt dat de na-opvang tussen 17u en 18u op het speelplein slechts door 8% van de kinderen gebruikt werd.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de voorgestelde vakantiewerking van BKO Kadee:

        BKO Spui: 80 plaatsen voor kleuters t.e.m. eerste leerjaar

        BKO Lisp: 28 plaatsen voor lagere schoolkinderen

        BKO KH: 30 plaatsen voor kleuters t.e.m. derde leerjaar

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

CONVENANT ARKTOS VZW - STAD EN OCMW LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De PLUS - werking is een schoolondersteuningsproject, dat wordt gerealiseerd in een samenwerkingsverband tussen stad en OCMW Lier, het onderwijs, vzw Arktos en Jeugdhulp Don Bosco Vlaanderen.

 

In ruil voor een jaarlijkse toelage sluit stad en OCMW Lier convenanten af met welzijnsorganisaties om de verwachtingen en samenwerkingsafspraken scherp te stellen.

 

Met de opmaak van een convenant voor een periode  van 3 jaar geven we Jeugdhulp Don Bosco Vlaanderen perspectief op een langer lopende samenwerking en financiering.

 

Volgend voorstel tot convenant wordt aan het CBS voorgelegd:

 

CONVENANT 1/11/2020 – 1/11/2023 tussen STAD EN OCMW LIER en vzw ARKTOS

 

Tussen

Stad en OCMW Lier, met zetel te Paradeplein 2 bus 1, 2500 Lier, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen voor wie optreden,

Katleen Janssens, algemeen directeur

Frank Boogaerts, burgemeester,

 

EN

 

Vzw Arktos, met zetel te Valkerijgang 26, 3000 Leuven, vertegenwoordigd door Bart Roels, directeur Arktos provincie Antwerpen en Ellen Goovaerts, algemeen coördinator Arktos vzw.

 

De convenant legt de samenwerkingsafspraken vast tussen vzw Arktos en Stad en OCMW Lier

 

Engagementen stad en OCMW Lier

 

Actieplan 1. Stad en OCMW Lier investeren in de regieopdracht rond sociaal beleid zodat in maximale samenwerking sociale uitdagingen worden aangepakt.

 

Actie 1.1. Stad en OCMW Lier kent een jaarlijkse werkingstoelage toe van 65.000€ (jaarlijks geïndexeerd) aan Vzw Arktos voor de periode 1 november – 31 oktober.

 

Actie 1.2. Met het afsluiten van de convenant voldoet Vzw Arktos aan de voorwaarden van een erkende organisatie en kan ze bijgevolg kosteloos gebruik maken van de stedelijke infrastructuur.

 

Actie 1.3. Stad en OCMW Lier stelt haar communicatiekanalen ter beschikking voor promotie van het aanbod van Vzw Arktos.

 

Actie 1.4. Stad en OCMW Lier stelt haar know how ter beschikking in functie van werving van bijkomende financiële middelen door het aanboren van externe financieringsbronnen.

 

Engagementen Vzw Arktos

 

Actieplan 2: I.s.m. de Lierse scholen en Jeugdhulp Don Bosco Vlaanderen, afdeling Antwerpen investeert vzw Arktos in het schoolondersteunend project PLUS.

 

Actie 2.1. Vzw Arktos investeert in individuele begeleiding van doelgroepjongeren via ondersteuning van het schooltraject en via competentieversterking met behulp van de atelierwerking.

Indicatoren:

        aantal individuele aanmeldingen en begeleidingen,

        overzicht aard van de begeleidingen – aantal per maand, reden van aanmelding, gender, migratieachtergrond, leeftijd, onderwijstype.

        overzicht behaalde attesten van de deelnemers.

        Overzicht resultaten deelnemersbevraging naar kwaliteit van de dienstverlening.

 

Actie 2.2. Vzw Arktos begeleidt klasgroepen uit Lierse scholen met als doel om de groepsdynamiek te verbeteren.

 

Indicatoren:

        aantal klasbegeleidingen,

        overzicht resultaten deelnemersbevraging naar kwaliteit van het aanbod.

 

Actie 2.3. Vzw Arktos adviseert en coacht leerkrachten uit Lierse scholen met als doel om competenties te versterken.

 

Indicatoren:

        aantal begeleidingen van leerkrachten,

        overzicht resultaten deelnemersbevraging naar kwaliteit van het aanbod.

 

Actie 2.4. Vzw Arktos adviseert schoolteams uit Lierse scholen met als doel om competenties te versterken.

 

Indicatoren:

        aantal begeleidingen van schoolteams,

        overzicht resultaten deelnemersbevraging naar kwaliteit van het aanbod.

 

Actie 2.5. Vzw Arktos neemt de coördinatie van het PLUS project op zich.

 

Indicatoren:

        Aantal x/jaar coördinatie van het teamoverleg, kernteam en projectgroep van PLUS,

        Opmaak transparant financieel overzicht van het PLUS – project,

        Opmaak transparante personeelsinzet: 0,8VTE inzet op weekbasis.

        Opmaak jaarlijks evaluatierapport van de PLUS werking

 

Actie 2.6. Vzw Arktos schakelt zich waar relevant in de overlegstructuur van het sociaal beleid in en bundelt t.a.v. stad en OCMW Lier signalen ter verbetering van het lokaal sociaal beleid.

 

Indicatoren:

        overzicht deelname aan overlegstructuren,

        jaarlijks overzicht signalen naar beleid.

 

Afspraken naar samenwerking

 

Jaarlijks voor 31 oktober doet Vzw Arktos haar aanvraag voor de werkingstoelage via mail aan welzijn@lier.be.

 

Jaarlijks bezorgt Vzw Arktos haar budget en jaarrekening via mail aan welzijn@lier.be of per post ter attentie van Team Sociaal Beleid, Paradeplein 2/2, 2500 Lier.

 

Minimaal 2x / jaar overleggen vertegenwoordigers van stad en OCMW Lier en Vzw Arktos over de uitvoering van de convenant.

 

Jaarlijks en na evaluatie van de werking kan de inhoud van de convenant aangepast worden.

 

Opgemaakt te Lier op …

 

Argumentatie

De convenant heeft tot doel om de regierol van stad en OCMW Lier in het sociaal beleid in te vullen, en de samenwerkingsafspraken tussen de diverse welzijnsactoren scherp te stellen.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

1/11/SAP/2/5

Bevordering gekwalificeerde uitstroom van leerlingen

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de convenant tussen vzw ARKTOS enerzijds en stad en OCMW Lier anderzijds.

De gemeenteraad machtigt de burgemeester om de convenant te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

DEENSESTRAAT "VERBOUWING ZWARTZUSTERSKLOOSTER" - IN BEWAARGEVING ARCHEOLOGISCH ENSEMBLE AAN HET ONROEREND ERFGOEDDEPOT VAN DE STAD MECHELEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Voorafgaandelijk aan de opdracht "renovatie en verbouwen van de Zwartzusterklooster" heeft  studiebureau Archeologie uit Tienen, aangesteld door de stad, een archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem uitgevoerd.

 

Vanuit het studiebureau wordt gevraagd om de vondsten over te dragen naar de stad. Het gaat voornamelijk om grondstalen.

 

In het verleden had de stad Lier met de provincie Antwerpen een overdrachtsovereenkomst waardoor stad Lier de vondsten aan de provincie kon overdragen.

 

Sedert 1 januari 2019 behoort de stad Lier tot het depotgebied van Mechelen en niet meer tot Antwerpen.

 

De vondsten worden in bewaring gegeven bij het erkend onroerenderfgoeddepot van de stad Mechelen. Hiervoor dient een overdrachtsdocument te worden bekrachtigd door de gemeenteraad (zie bijlage).

 

Voor het in bewaring nemen van het archeologisch ensemble rekent het depot geen vergoedingen en/of kosten aan.

 

Argumentatie

De overdracht van stadseigendom dient door de gemeenteraad worden goedgekeurd.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het overdrachtsdocument voor bewaring van de archeologische vondsten "Deensestraat" in het depot van Mechelen goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

CENTRAAL KERKBESTUUR - BUDGET 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Het centraal kerkbestuur van Lier heeft het gecoördineerde ontwerp budget 2021 aan de stad overgemaakt.

 

Op basis van de ontwerpbudgetten zijn er in Lier 3 kerkfabrieken waarvoor de stad moet tussenkomen in de exploitatietekorten van 2021:

        H. Hart

        St-Jan Evangelist

        H. Familie

 

De kerkfabrieken van H. Kruis, OLV-Onbevlekt, St-Jozef & Bernardus en St-Gummarus kunnen zich autonoom financieren in 2021.

 

In het meerjarenplan werden de voorziene toelagen verminderd met 20%, rekening houdend met de historische overbudgettering die ook binnen de budgetten van de kerkfabrieken speelt. We zien nu dat de gevraagde exploitatietoelagen voor 2021 al lager uitkomen omdat de resultaten van het vorig boekjaar worden verwerkt. Hierdoor sluiten de gevraagde toelagen beter aan bij de voorziene bedragen in het meerjarenplan.

 

Wat de gevraagde investeringstoelagen betreft noteren we dat St-Jozef & Bernardus de voorziene investeringen in 2021 niet zal uitvoeren omdat ze niet hoogdringend zijn. De voorziene investeringstoelage voor H. Familie en St-Jan Evangelist blijft wel behouden.

 

Juridische grond

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten in het Vlaams Gewest.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/17/KAP/01/14

Ondersteuning erediensten

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de budgetten 2021 van het Centraal Kerkbestuur Lier goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

SINT-FRANCISCUS VAN SALES - BUDGET 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De kerkfabriek St-Franciscus van Sales te Duffel heeft haar budget 2021 overgemaakt.

 

Het budget 2021 van de kerkfabriek voorziet in een gemeentelijke toelage van 10.038 EUR. De verdeling van de toelage gebeurt op basis van het aantal leden per gemeente. Het aandeel van de stad Lier hierin bedraagt ca 7%, zijnde ca 702 EUR. Dit bedrag is lager dan wat er in het MJP was voorzien voor  2021 (1.650,75 EUR).

 

Het kerkfabriek voorziet voor de komende jaren eveneens diverse investeringen in het kerkgebouw door te voeren. De voorziene investeringstoelage voor 2021 blijft behouden (2.742 EUR aandeel Stad Lier).

 

Juridische grond

Het decreet van 7 mei 2004 bepaalt de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/17/KAP/01/14

Ondersteuning erediensten

 

In het budget 2021 en MJP 2020-2025 van de stad Lier worden de nodige middelen voorzien voor zowel de exploitatie- als investeringstoelage.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad college keurt het budget 2021 van de kerkfabriek van St-Franciscus van Sales te Duffel goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

PROTESTANTSE KERK BOECHOUT BUDGET 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeente Boechout zendt de stad Lier een exemplaar van het budget 2021van de Protestantse Kerk te Boechout.

 

Het budget 2021 van de Protestantse Kerk voorziet in een gemeentelijke toelage. De verdeling van de toelage gebeurt op basis van het aantal leden per gemeente. Het aandeel van de stad Lier hierin bedraagt ca 12%.

 

De totale exploitatietoelage 2021 bedraagt 40.450 EUR, waarvan het aandeel van de stad Lier 4.854 EUR bedraagt.

 

In het budget 2021 en MJP 2020-2025 van de stad Lier worden de nodige middelen voorzien.

 

Er worden verscheidene investeringen gepland, maar hiervoor verwacht de kerkfabriek een lening af te sluiten.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/17/KAP/01/14

Ondersteuning erediensten

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het budget 2021 van de Protestantse Kerk van Boechout goed.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

AUDIT VLAANDEREN - AUDITOPDRACHT: 2029 008 INTERBESTUURLIJKE AUDIT BEDRIJFSRUIMTEN BIJ STAD LIER. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In elke gemeente en in elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt periodiek een audit uitgevoerd door Audit Vlaanderen.

 

Audit Vlaanderen bezorgt de verslagen van de audits aan de voorzitter van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn, die ze bezorgt aan de leden van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Audit Vlaanderen voerde "Auditopdracht: 2029 008 Interbestuurlijke audit bedrijfsruimten bij stad Lier" uit. Als bijlage vindt u het auditrapport.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 en 221

Oprichtingsbesluit van Audit Vlaanderen, artikel 7

Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.115

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van "Auditopdracht: 2029 008 Interbestuurlijke audit bedrijfsruimten bij stad Lier".

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

VACANTVERKLARING VAN HET MANDAAT VAN KORPSCHEF EN OPROEP TOT KANDIDAATSTELLING MET HET OOG OP DE AANWIJZING "EN REGIME" VAN DE KORPSCHEF VAN DE POLITIEZONE LIER - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Koninklijk Besluit van 27 maart 2017 waarbij de heer Werner Cazaerck werd aangesteld als korpschef van de politiezone Lier voor een termijn van vijf jaar met ingang van 24 november 2016.

 

Feiten en context

Brief van 03 december 2020 van de heer Werner Cazaerck waarin hij meedeelt dat hij zijn aanvraag voor de verlenging van zijn mandaat als korpschef niet zal doen.

Brief van 03 december 2020 van de heer Werner Cazaerck waarmee hij aan de Koning meedeelt dat hij geen verlening van zijn mandaat heeft aangevraagd en hij zijn ontslag vraagt uit zijn functie van korpschef.

Voor de goede werking van de politiezone dient men te beschikken over een korpschef.  Aangezien de huidige korpschef Werner Cazaerck, zijn mandaat verlenging niet heeft aangevraagd, zal dit mandaat een einde nemen op 31 oktober 2021.

Vanaf dat moment is het mandaat van korpschef van de politiezone Lier vacant.

De politiezone dient dus een oproep tot kandidaatstelling te lanceren met het oog op de aanwijzing " en regime" tot korpschef van de politiezone Lier.

 

Juridische grond

Wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, de artikelen 65 tot 73 (Exodus).

Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, VII.III.1 tot 5, VII.III. 10 tot 13, VII.III.20 tot 38, VII.III.41 tot 43 en VII.III.52 tot 58 (RPPol).

Ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

Ministerieel besluit van 11 januari 2006 tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van een korpschef.

Artikel 48 van de wet op de geïntegreerde politie.

 

Argumentatie

Het mandaat van huidig korpschef Werner Cazaerck, hoofdcommissaris van politie, loopt op 24 november 2021 af. Hij heeft geen mandaat verlenging ingediend.  Maar zijn pensioen gaat in op 01 november 2021.

 

Het is daarom aangewezen zo spoedig mogelijk de procedure tot aanwijzing van een nieuwe korpschef op te starten, zodat er tijdig een nieuwe korpschef kan aangesteld worden.

 

In het kader van deze vacature en de kandidaatstelling voor het aanwijzen voor het ambt van korpschef bij de lokale politie en conform het artikel VII.III.20 neemt de gemeenteraad volgende beslissingen :

 

1. dat een bij wege van mandaat te begeven ambt vacant wordt verklaard;

 

2. over de termijn waarbinnen de kandidaatstelling ontvankelijk kan worden ingediend;

 

3. over de samenstelling van de bevoegde lokale selectiecommissie dan wel, of een beroep wordt gedaan op de nationale selectiecommissie;

 

Er zal beroep gedaan worden op een lokale selectiecommissie.

 

De oproep tot kandidaatstelling voor de aanwerving van een korpschef voor de lokale politie die zal gelanceerd worden dient de volgende gegevens te vermelden:

 

1. de categorie tot dewelke het vacante mandaat behoort;

Het KB van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende andere diverse bepalingen met beterkking tot de politiediensten, meer bepaald artikel 67 bepaalt dat er zes categorieën van mandaten zijn als volgt :

 

categorie 1 : het mandaat van korpschef van een lokale politie waarvan de personeelsbezetting omvattend het personeel van het operationeel en van het administratief en logistiek kader, minder dan 75 voltijds tewerkgestelde personeelsleden omvat.

 

categorie 2 : het mandaat van korpschef van een lokale politie waarvan de personeelsbezetting, omvattend het personeel van het operationeel en van het administratief en logistiek kader, ten minste 75 doch minder dan 150 voltijds tewerkgestelde personeelsleden omvat.

 

categorie 3 : het mandaat van korpschef van een lokale politie waarvan de personeelsbezetting, omvattend het personeel van het operationeel en van het administratief en logistiek kader, ten minste 150 doch minder dan 300 voltijds tewerkgestelde personeelsleden omvat.

 

categorie 4 : het mandaat van korpschef van een lokale politie waarvan de personeelsbezetting, omvattend het personeel van het operationeel en van het administratief en logistiek kader, ten minste 300 doch minder dan 600 voltijds tewerkgestelde personeelsleden omvat.

 

categorie 5 : het mandaat van korpschef van een lokale politie waarvan de personeelsbezetting, omvattend het personeel van het operationeel en van het administratief en logistiek kader, ten minste 600 voltijds tewerkgestelde personeelsleden omvat.

 

categorie 6 : het mandaat van commissaris-generaal

 

Artikel VI.II.2 RPPol, stelt dat de gemeenteraad de categorie van de politiezone bepaalt steunende op de personeelsbezetting zoals die bestaat zes maanden voorafgaand aan de datum waarop het bij mandaat te begeven ambt vacant wordt verklaard.  Hierbij wordt gekeken naar de goedgekeurde personeelsformatie.  Voor de zone Lier dienen we dan te gaan kijken naar de personeelsformatie die op de gemeenteraad van 19 december 2005 en errata werd vastgesteld..  De categorie van de politiezone Lier dient te worden vastgesteld op categorie 2.

 

2. de functiebeschrijving en het profiel (ligt vast door het ministerieel besluit van 11 januari 2006):

 

3. de wijze van kandidaatstelling en de uiterste datum waarop die ontvankelijk kan worden ingediend:

De kandidaatstellingen moeten binnen de 30 dagen, te rekenen van de publicatie door de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie (DGR), directie van het personeel (DRP), ingediend worden om ontvankelijk te zijn.  Om geldig te zijn moet de kandidaatstelling hetzij per aangetekende brief worden verzonden, hetzij tegen ontvanstbewijs bij de directeur van de door de minister van Binnenlandse zaken aangewezen dienst worden afgegeven ten laatste op de uiterste datum.  Is deze uiterste datum een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt deze vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende dag die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is. Op straffe van onontvankelijkheid van de kandidaatstelling zet de kandidaat voor het vacante mandaat in zijn kandidaatstelling de aanspraken en verdiensten uiteen die hij meent te kunnen doen gelden voor het bij wege van mandaat toe te wijzen ambt.

 

4. de samenstelling van de selectiecommissie:

 

De lokale selectiecommissie zal als volgt worden samengesteld:

 

Voorzitter van de selectiecommissie:

de heer Frank Boogaerts, burgemeester van Lier, plaatsvervangend lid:

mevrouw Marleen Vanderpoorten, 1e schepen.

 

Bijzitters:

Eén korpschef die een mandaat uitoefent van ten minste dezelfde categorie: HCP Yves Bogaerts, Politiezone Mewi, plaatsvervangend lid : HCP DIrk Van Aerschot, Politiezone GLM

 

Een bestuurlijke directeur-coördinator of een gerechtelijke directeur uit een ander ambtsgebied: HCP Liesbeth Van Isterbeek, Dirco Halle-Vilvoorde, plaatsvervangend lid : HCP Rudi Vervaet, Dirco Oost Vlaanderen.

 

Een deskundige die niet behoort tot het betrokken lokaal korps: de heer Koen Van Heddeghem, stafmedewerker VVSG, plaatsvervangend lid, de heer Björn Cools, stafmedewerker VVSG.

 

De gouverneur of de arrondissementscommissaris: mevrouw Cathy Berx, plaatsvervangend lid: de heer Bram Abrams, de door de gouverneur aangewezen arrondissementscommissaris.

 

De procureur des Konings: de heer Franky De Keyzer, procureur des Konings arrondissement Antwerpen.

 

De inspecteur-generaal of de adjunct-inspecteur-generaal van de Algemene Inspectie: HCP Thierry Gillis, inspecteur-generaal, plaatsvervangend lid: HCP Johan De Volder, adjunct-inspecteur-generaal.

 

Secretaris: staat de commissie bij:

Algemeen directeur Katleen Janssens, plaatsvervangend lid mevrouw Katelijn Rotsaert.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad verklaart het ambt van korpschef binnen de politiezone Lier vacant en lanceert de oproep tot kandidaatstelling met het oog op de aanwerving van de korpschef van de politiezone, met indiensttreding vanaf 01 november 2021.

 

Art 2 :

De gemeenteraad stelt de categorie van de politiezone Lier vast op categorie 2.

 

Art 3 :

De kandidaatstellingen moeten binnen de 30 dagen, te rekenen van de publicatie door de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie (DGR), directie van het personeel (DRP) ingediend worden om ontvankelijk te zijn.

 

Art 4 :

De selectiecommissie is een lokale selectiecommissie en wordt vastgesteld.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. regiovorming

Op 9 oktober 2020 keurde de Vlaamse regering een nota over regiovorming goed. In het voorstel worden er 13 regio’s opgericht waarbinnen steden en gemeenten blijven bestaan maar waar nodig nauwer gaan kunnen samenwerken. De regio’s vormen geen nieuwe bestuurslaag bovenop of onder de reeds bestaande provincie- of gemeentebesturen.

 

De partij Groen is niet tegen regiovorming. Groen diende enkele jaren terug zelf een meer verregaand voorstel in om de provincies te laten evolueren naar coherente stads- en streekgewesten. In die zin bekijken we graag mee welke mogelijkheden deze regiovorming onze stad te bieden heeft.

 

Van de gemeentebesturen werd de afgelopen tijd gevraagd input te geven over dit voorstel. Naar aanleiding daarvan heeft onze fractie deze vragen:

        Hoe staat het stadsbestuur van Lier tegenover het voorstel van de regiovorming? Welke input werd hieromtrent aan de provinciegouverneur gegeven?

        Hoe verhoudt de uitgetekende regio “Rivierenland” zich tot bestaande bovenlokale samenwerkingen?

        Op welke manier zullen de Lierse gemeente- en OCMW-raden betrokken worden bij de besluitvorming op niveau van de regio? Hoe kijkt het stadsbestuur daar zelf tegenaan?

 

Antwoord Burgemeester Frank Boogaerts:

Het CBS is niet gekant tegen regiovorming om de eenvoudige reden dat bovengemeentelijke samenwerking voordelen kan bieden vooral dan wat betreft efficiëntie.

 

Het gaat evenwel om een complexe oefening, o.a. omdat veel terreinen/materies worden bestreken. Alhoewel de meeste domeinen binnen de voorgestelde omschrijving vallen, is dat niet het geval voor sommige domeinen: ik denk bijvoorbeeld aan de sociale huisvesting. Anderzijds werken sommige gemeenten in de voorgestelde omschrijving samen met andere intercommunales: voorbeeld is de afvalverwerking waar sommige gemeenten werken met IVAREM, andere met IOK.

 

Wij stellen ons wel vragen bij de timing die nu blijkbaar wordt voorgesteld, nl. half januari 2021, juist omdat het een complexe materie betreft. Morgen 15 december organiseert de Gouverneur een videoconferentie  waarop wellicht meer informatie zal gegeven worden en tevens informatie zal verkregen worden over de visies van de andere Antwerpse steden en gemeenten.

 

Na deze bijeenkomst zullen wij in het CBS hierover verder in detail praten. Wij plannen tevens een gesprek hierover binnen de raad, bijvoorbeeld in een Verenigde Commissie.

 

 

Interpellatie 2 : van Evi Van Camp (CD&V) i.v.m. vervoersregio Mechelen

Weinig onderwerpen hebben zoveel stof doen opwaaien als de term basisbereikbaarheid. Met recht zijn er zorgen dat die term niet meer is dan een verkapte bezuinigingsoperatie. Maar tegelijkertijd moet worden vastgesteld dat de verschuiving van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid een juiste is. Een verschuiving moet namelijk een nauwere aansluiting op de basisdoelstellingen uit het overkoepelende Decreet beogen. Dit decreet definieert vijf doelstellingen, waarvan de tweede luidt: “iedereen op een selectieve wijze de mogelijkheid bieden zich te verplaatsen, met het oog op de volwaardige deelname van eenieder aan het maatschappelijk leven”.

De verschuiving van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid is misschien een juiste. Maar het is ook een complexe. Het is immers allerminst duidelijk hoe bereikbaarheid wordt gemeten en hoe een basisniveau wordt vastgesteld.

Eind november werd er dan een akkoord bereikt voor het plan in de vervoerregioraad Mechelen, achter gesloten deuren, in de grootste stilte, zonder al te veel communicatie hierrond, zonder terugkoppeling met het middenveld. Van input vanuit Lier is er geen spoor te bekennen, terwijl Koningshooikt toch heel nauw aansluit met de VVR Mechelen. Verbindingen tussen Lier en Heist via Berlaar en Koningshooikt vinden we terug maar elk spoor van alternatieve middelen voor de huidige buslijnen 560/561 die nu nog vanuit Koningshooikt naar Mechelen rijden ontbreekt. Een uitzondering in dit document is hopelijk de bus richting Waverscholen die hopelijk wel ingezet zal worden. Nochtans werden er coalities gesloten met de vervoersregioraad Kempen voor bv de bereikbaarheid voor Booischot te onderzoeken, maar over een coalitie met Antwerpen wordt niet gesproken om de situatie in Koningshooikt te onderzoeken …

Wanneer we dan naar de VVR Antwerpen gaan kijken, zien we dat er daar slechts documenten beschikbaar staan tot oktober 2019. Ofwel doet men daar dus niet verder, ofwel ontbreekt ook daar een goede opvolging in communicatie en transparantie. Als we dan zien waar we de dag van vandaag staan, lijkt het er op dat er voor de Hooiktenaren geen enkel alternatief meer aangeboden wordt, , dan een ellelange omweg te maken om richting St Kat Waver en Mechelen te rijden met het openbaar vervoer, iets waarvoor ik vorig jaar ook al voor vreesde …

Daarom zou ik graag antwoord krijgen op volgende bezorgdheden:

        Is er binnen de VVR Antwerpen een Index basisbereikbaarheid voor Lier en Koningshooikt opgesteld?

        Hoe scoort Lier Koningshooikt op zulk een index?

        Indien niet hoe stelt het CBS de mate van onbereikbaarheid vast en de impact van eventuele wegvallen van verbindingen?

        Koningshooikt is tot op heden nog een dorp met frequent openbaar vervoer; dit is toch e en heel belangrijk aanbod voor al de inwoners. Om de mate van onbereikbaarheid weg te werken kan er met VOM gewerkt worden. Hoeveel budget is hier voor voorzien?

        Is er een communicatieplan uitgewerkt of op welke manier zal de bevolking ingelicht worden dat bepaalde trajecten geschrapt zullen worden?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Er zijn natuurlijk verschillende onderdelen aan uw vraag en gelet op de sterke verwevenheid met de werking en de activiteiten van de vervoerregio Antwerpen, hebben we uw interpellatie ook voorgelegd aan het team van de vervoerregio Antwerpen. Deze hebben dan ook verschillende elementen aangeleverd.

 

Een eerste luik van het antwoord gaat over het decreet basisbereikbaarheid en de stand van zaken het vervoersplan.

 

Op dat punt wordt vanuit de vervoersregio het volgende aangegeven:

 

(…)

Het Team van de vervoerregio Antwerpen (VRA) erkent uw bekommernissen over de uitwerking van het Vervoerplan 2021 en meer bepaald over het aanbod openbaar vervoer voor de Lierse deelgemeente Koningshooikt.

 

Zonder afbreuk te willen doen aan uw lezing van het decreet Basisbereikbaarheid, waaruit u de doelstelling “iedereen op een selectieve wijze de mogelijkheid bieden zich te verplaatsen” citeert, moeten wij toch stellen dat het decreet nog tal van andere doelstellingen formuleert, waaronder:

 

        de gelaagdheid van het openbaar-vervoernetwerk

        de combimobilteit (wat overstappen kan inhouden)

        en inderdaad ook de kostenefficiëntie van het openbaar-vervoeraanbod, waarvoor de Vlaamse Overheid een portefeuille ter beschikking stelt in elke vervoerregio.

 

Het vervoerplan 2021 ligt momenteel nog op de tafel van de vervoerregioraad  Antwerpen.

(…)

 

Ik vul ook even vanuit de stad aan voordat ik doorga met de informatie die door de vervoerregio Antwerpen werd aangeleverd. Het is zo dat op de vorige vervoerregioraad een punt werd geagendeerd om na te gaan in welke mate er een beslissing kon worden genomen tot het uitvoeren van een zogenaamde ‘operationele run’. Dat wil zeggen dat de regeling tot op dat moment vooral technisch was, maar nog niet uitgedrukt in dienstregelingen. Dat wil zeggen dat er bijvoorbeeld wel kon worden gezegd of een buslijn 1, 2 of 4 keer per uur zou rijden, maar daarmee wordt uiteraard niet gezegd wanneer die bus exact rijdt, want het hangt daar wel vanaf of de overstap haalbaar is. Om maar iets te zeggen.

 

Dit is overigens zowel het geval voor het aanvullend net en het kernnet. De beslissingsbevoegdheid ligt voor die 2 netten iets anders, maar uiteraard is de problematiek gelijkaardig.

 

Er is ook heel duidelijk gemaakt dat de verdere beslissingen gekoppeld moeten zijn aan de beschikbaarheid van voldoende middelen voor vervoer op maat én de uitrol van vervoer op maat. Het zou immers niet verstandig zijn om kernnet en aanvullend net te laten starten zonder dat vervoer op maat er is.

 

Over wat er momenteel beschikbaar is qua informatie, kan ik zeker op een volgende gemeenteraadscommissie daar een sessie aan wijden. Morgen vindt er opnieuw een vervoerregioraad plaats, die ook meer informatie moet opleveren.

Vervolgens een luik over de communicatie naar de burgers. Vanwege de vervoerregioraad wordt op dat vlak volgende info aangegeven:

 

(…)

Communicatie naar de inwoners wordt een gezamenlijke opdracht met De Lijn maar wordt pas zinvol na finale goedkeuring van het ontwerp kernnet/aanvullend net op de vervoerregioraad en na de verdere uitwerking van het ontwerp (tot op dienstregelingsniveau). Het herschikte aanbod dient in exploitatie te gaan op 1/01/2022.

(…)

 

Vanuit de Stad kan ik op dat vlak in elk geval aanvullen dat het nodig is om na te gaan hoe deze communicatie op een doeltreffende wijze kan worden gevoerd. Daarvoor zijn alle gegevens wel noodzakelijk, o.a. op vlak van die operationele run.

 

Wat betreft de wijzigingen voor Koningshooikt geeft de vervoerregio volgende informatie mee:

 

(…)Voor Koningshooikt bevat de benadering van de VRA volgende lijnvoering:

        Een aanvullend-netlijn (Mortsel -) Boechout – Lier – Koningshooikt – Putte: 30’-frequentie in spitsuren op weekdagen, 60’-frequentie tijdens daluren weekdagen (6u.00-22u.00), zaterdag en zondag (8u.00-23u.30)

        Behoud van de bestaande schoolritten “Waver” binnen het aanvullend net.

        Daarbovenop wordt in het pakket Vervoer op Maat, nog te bespreken en goed te keuren door de vervoerregioraad, een aanbod A-flex (vraagafhankelijk) voor de ganse vervoerregio voorzien, en wel in een aantal mogelijke verschijningsvormen:

 

A-flex Basis voor de open gebruiker, A-flex Plus voor mensen met een indicatiestelling, A-flex@nacht en inschakeling taxi’s.

Dat Vervoer op Maat bevat (ook) voor Lier bovendien een (uitbreidings-) mogelijkheid voor deelfietsen, e-deelfietsen en deelauto’s. Het ontwerpplan VOM werd in de VRA uitgewerkt in nauw overleg (workshops) met alle lokale besturen en komt deze week (15/12) voor de eerste maal op de vervoerregioraad. De exacte budgettaire noden per onderdeel VoM kunnen pas geraamd worden als duidelijk is waarvoor de vervoerregioraad allemaal groen licht geeft. Ook dit budget VoM wordt door de Vlaamse Overheid aan elke vervoerregio’s ter beschikking gesteld en is begrensd (met wel al zeker met groeipad in de budgetten tot 2024, einde van deze legislatuur).

Wij beseffen dat Lier en zeker Koningshooikt tot de woongebieden aan de grens van de vervoerregio gelegen zijn. Voor het werkingsgebied van het vraagafhankelijke A-flexsysteem zal dan ook uitdrukkelijk met de vervoerregio’s Kempen en Mechelen worden afgestemd.

Ook het VOM zal, indien gevalideerd op de vervoerregioraad, in werking treden op de streefdatum 1/01/2022.

 

Vanuit de Vervoerregio Mechelen (waar het ontwerp inderdaad al werd goedgekeurd) zal een aanvullend-netlijn worden ingezet vanuit Heist o/d Berg via Berlaar en Koningshooikt naar Lier (daluurfrequentie: 1 bus per uur, halfuurfrequentie in spitsuren,…).In combinatie met de hierboven vermelde aanvullend-netlijn van de VRA zorgt deze lijn tussen Lier en Koningshooikt zorgen voor 1 bus per kwartier in de spitsuren, één bus per half uur in de daluren, enz.

De relatie Koningshooikt – Mechelen wordt in de nieuwe situatie niet met een omweg, wel aan de hand van een overstap voorzien: éénmaal per halfuur in spitsuren, éénmaal per uur in daluren op Mobipunt te Putte.

Op de verbinding Putte-Mechelen wordt een aanbod van een kernnet B-niveau voorzien (zie publieke website vervoerplan VRM).

De budgetneutrale context waarbinnen De Lijn de vervoerplannen per regio diende te ontwerpen liet hier geen rechtstreekse verbinding Koningshooikt – Mechelen meer toe (methodiek potentieelonderzoek: zie “uitvoeringsbesluit kern- en aanvullend net en doorstroming OV” bij decreet Basisbereikbaarheid).

 

Vermits alle verplaatsingen, die heden gemaakt kunnen worden, nog steeds voorzien blijven, heeft het niet veel zin om – zoals u het stelt – “een index van onbereikbaarheid” op te maken. Het inbouwen van een overstap te Putte op de relatie Koningshooikt – Mechelen is een rechtstreeks gevolg van de bepalingen in het decreet, toegepast op verbindingen met een lager OV-potentieel.

 

Voor de uitrol van de mobipunten worden ook subsidies vanuit de Vlaamse Overheid voorzien (zie: BVR Mobipunten bij decreet Basisbereikbaarheid). De vervoerregioraad VRA heeft de hand in de (prioriteringen bij) deze uitrol.

 

Wat betreft tenslotte de transparantie in de communicaties VRA klopt het dat nog niet alle verslagen van de Vervoerregio Antwerpen online staan, aangezien deze eerst goedgekeurd moeten worden. Het klopt bovendien dat de website hier niet up-to-date is, waarvoor onze excuses. We maken hier zo snel mogelijk werk van.

 

Hiermee menen wij alle aspecten/vragen uit de interpellatie te hebben beantwoord.”

 

Vanuit de stad wil ik daar een aantal zaken aan toevoegen.

 

Wat betreft de functionele lijn naar Waver Scholen, blijft ongewijzigd ten opzichte van de huidige situatie.

 

Voor Vervoer op Maat zijn er zijn vandaag inderdaad nog geen specifieke budgetten per gemeente voorzien voor vervoer op maat. Ik kan wel aangeven dat de minister deze zomer bekendmaakte dat voor de vervoerregio Antwerpen aanvullende budgetten op vlak van vervoer op maat beschikbaar zijn. Deze middelen variëren van 1 mio euro per jaar aan het begin en evolueert naar 2,6 mio euro per jaar tegen 2024.

 

Wat uw opmerking betreft over de OV-bereikbaarheidsindex, is het zo dat dat er een OV-bereikbaarheidsindex wordt opgesteld per vervoerregio. Het vervoersplan 2021 van de vervoerregio Mechelen heeft overigens een overzicht gegeven van deze indicator voor de verschillende vervoerregio’s. Die indicator werd door de Vlaamse regering naar voren geschoven om in te schatten hoe de nieuwe situatie scoort tegenover de huidige situatie. In het kader van het dossier van het Vervoer op Maat, wordt wel de nood aan vervoer op maat ingeschat. Het is op dat vlak dat de oefening wordt gemaakt.

 

 

Interpellatie 3 : van Tom Claes (Groen-Lier&Ko) i.v.m. schoolomgevingen in Lier

Over het belang van veilige schoolomgevingen zijn we het vermoed ik allemaal wel eens. Niet enkel op het traject naar school, maar ook in de onmiddellijke omgeving van een school moeten kinderen zich in alle veiligheid te voet of met de fiets kunnen verplaatsen.

In het bestuursakkoord lezen we daarover het volgende:

“We maken een grondige verkeersveiligheidsscan voor elke schoolomgeving op het grondgebied. De resultaten hiervan kunnen leiden tot wijziging van de verkeerssituatie, de invoering van schoolstraten of fietsstraten ...”

Aangezien we jammer genoeg nog geen schoolstraten hebben zien verschijnen, dan ook de volgende vragen:

        Hoeveel schoolomgevingen kregen er al een dergelijke scan?

        Wat zijn de resultaten er van?

        Tot welke concrete acties leidt dit?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

Er hebben op dit moment nog geen screenings plaatsgevonden. Momenteel ligt de focus van de werking van de dienst op de invoering van de fietszone en een aantal hangende dossiers. Binnen de afbakening van de fietszone die we voor ogen hebben, zitten overigens meteen meerdere schoolomgevingen, alsook de zogenaamde ‘last mile’ van die scholen. We willen dus graag eerst die fietszone operationeel hebben, zodat we dat kader hebben om verdere maatregelen voor te stellen voor de schoolomgevingen.

Deze zomer werd het raamcontract mobiliteit gegund. Het studiebureau zou immers ook de opdracht moeten krijgen om ook de schoolomgevingen te bekijken. Momenteel is dat studiebureau nu aan de slag met een aantal dringende dossiers, maar zij zullen zich nadien ook buigen over de schoolomgevingen.

De ingrepen die we hebben gedaan in de Dorpsstraat en in de Mechelsestraat maakten deel uit van eigen analyses van onze diensten. Deze kunnen in de evaluatie wel mee worden genomen op het moment dat het studiebureau zich daarover buigt.

 

 

Interpellatie 4 : van Geert Marrin (Groen-Lier&Ko) i.v.m. Corona-centrumbonnen: stand van zaken & besteding weggeschonken centrumbonnen door Huis van het Kind

In opvolging van de raadszitting van maandag 23 november, de verenigde commissie van maandag 7 december en de commissie sociale zaken en welzijn van woensdag 9 december verneemt onze fractie graag antwoord op volgende vragen omtrent de Corona-centrumbonnen.

 

Aan de schepen van lokale economie volgende vragen:

        Hoeveel Corona-centrumbonnen werden door onze lokale handelaars reeds ingeruild bij Stad Lier?

        Welke kost vertegenwoordigt dit tot vandaag voor Stad Lier?

        Deelt het stadsbestuur onze bezorgdheid omtrent een mogelijke onderbesteding van deze centrumbonnen, wat vanzelfsprekend negatieve gevolgen zou hebben voor onze lokale handelaars?

        Hoe analyseert het stadsbestuur de oorzaken van deze door ons veronderstelde onderbesteding van Corona-centrumbonnen?

 

Aan de schepen van sociale zaken en welzijn volgende vragen:

        Hoeveel Corona-centrumbonnen werden tot vandaag weggeschonken aan het Huis van het Kind en welk bedrag vertegenwoordigen deze samen?

        Werden deze voor het Huis van het Kind ingezamelde middelen reeds concreet besteed en kwamen deze met andere woorden op dag van vandaag dus reeds concreet ten goede aan lokale handelaars?

        Welke lokale handelaars mochten zich in dit kader reeds verheugen op aankopen door het Huis van het Kind of kunnen deze aankopen nog tegemoetzien? Welke producten werden en/of worden in dit kader concreet aangekocht? Welke lokale handelaar kon of kan hierbij rekenen op welke aankoopsom? Welke criteria werden daartoe gehanteerd?

        Op welke manier zullen alle aangekochte goederen heel concreet beschikbaar worden gesteld aan de meest kwetsbare inwoners van onze stad? Op basis van welke criteria en volgens welke procedure wordt met andere woorden bepaald aan wie deze aangekochte goederen concreet ten goede komen?

 

Antwoord Schepen Rik Verwaest & Annemie Goris:

Antwoord Schepen Rik Verwaest

In aanvullingen op het antwoord dat ik hier maandag al op gaf:

Totaal verdeelde koop lokaal bonnen : 323.725 EUR;

Bedrag aan terugbetaalde koop lokaal bonnen : 172.270 EUR vanochtend.

 

Dat was 148.750 eind november, vorige week op commissie nog 158.245 en donderdag nog 165.000. Het gaat dus nu snel omhoog, de oproepen missen hun effect niet. Ongeveer 46% is nog niet ingeleverd met nog twee weken te gaan. Ik heb er goede hoop in dat we, als de winkels gewoon mogen blijven draaien, kunnen afklokken op 60% uitgegeven bonnen.

 

Welke kost vertegenwoordigt dit tot vandaag voor Stad Lier?

Dat is een 1-op-1-kost natuurlijk, elke euro die wordt uitgegeven via de bon wordt door ons uitbetaald aan de handelaars. Omdat de bon mee werd verspreid met het aanslagbiljet voor de gemeentebelasting waren er geen bijkomende verspreidingskosten.

 

Ik wil toch even benadrukken, al is het evident, dat de niet-uitgegeven bonnen géén kost zijn voor stad Lier. Per 1/1/2021 worden die gewoon oud papier.

 

We wisten op voorhand dat een volledige besteding utopisch was. Onze bonnenleverancier JOYN-Wisely houdt zelfs voor betaalde bonnen rekening met een niet-besteding van 15 tot 30%. Het is dan niet verwonderlijk dat dat hoger is bij bonnen die gratis worden verdeeld over een heel breed publiek. Bovendien was dit voor veel inwoners de allereerste keer dat ze kennismaakten met de Centrumbon. En helaas is er hierdoor zeker de eerste maanden ontzettend veel onzin verspreid via sociale media over deze bonnen. Ze zouden nergens worden aangenomen, vervalst worden en dies meer. Enkele mensen hebben zichzelf zo allicht interessant willen maken, maar het gevolg is mogelijk minder goed geïnformeerde inwoners zich hebben laten misleiden en hun bon weggooiden. Ik benadruk graag dat zij nog altijd een duplicaat kunnen aanvragen op eenvoudig verzoek bij de stad. Afgelopen week deden nog 7 mensen dat.

 

Het stadsbestuur is dus gematigd positief over de resultaten: veel Lierenaars hebben de Centrumbon leren kennen, er is al voor 171.000 aan bonnen uitgegeven bij lokale handelaars. Tel dat samen met de 640.000 euro aan Centrumbonnen die in totaal werden verkocht en je zit aan bijna een miljoen dat terugvloeide naar onze lokale winkels en horeca. Allicht is er ook dit keer een veelvoud van dat bedrag aan extra omzet gegenereerd omdat de bon een aankoop stimuleerde die dat bedrag oversteeg. Dat is ook het signaal dat we van heel veel handelaars kregen: dat ze dankbaar zijn voor dit initiatief, het hen een heel aantal nieuwe klanten opleverde en het een welkom signaal was toen ze heel diep zaten tijdens de eerste lockdown.

 

Het bedrag dat niet zal worden uitgegeven is overigens niet verloren. We gaan dat volgend jaar blijvend investeren in onze lokale economie, want ook dan zullen zij alle steun kunnen gebruiken.

 

Antwoord Schepen Annemie Goris

Hoeveel Corona-centrumbonnen werden tot vandaag weggeschonken aan het Huis van het Kind en welk bedrag vertegenwoordigen deze samen?

Momenteel staat de teller op 6.685 EUR.

 

Werden deze voor het Huis van het Kind ingezamelde middelen reeds concreet besteed en kwamen deze met andere woorden op dag van vandaag dus reeds concreet ten goede aan lokale handelaars?

Ja, de bestelbonnen zijn opgemaakt  alsook zijn de afspraken met de handelaars gemaakt. We wachten nu nog op de bonnen zelf om de bestellingen te plaatsen en om concrete afspraken te maken voor afhaling/levering. De gekozen handelaars aanvaarden uiteraard centrumbons.

 

Welke lokale handelaars mochten zich in dit kader reeds verheugen op aankopen door het Huis van het Kind of kunnen deze aankopen nog tegemoetzien? Welke producten werden en/of worden in dit kader concreet aangekocht? Welke lokale handelaar kon of kan hierbij rekenen op welke aankoopsom? Welke criteria werden daartoe gehanteerd?

        Cockaert copy center: aankoop schoolgerei en knutselmateriaal voor schoolcoaches, kerstactie ism jeugd;

        Hema Lier: aankoop babyspullen (body’s, tetradoeken,….. ) + speelgoed voor ruilwinkel en kerstactie;

        Cinema Varietes: aankoop filmtickets voor kerstactie, spelotheek, ….;

        Standaard boekhandel: boeken en gezelschapspellen voor schoolcoaches, spelotheek, ruikwinkel, peuterspeelpunt, samenhang;

        Vedette sport: aankoop sport- en zwemkledij voor kinderen tot 12 jaar voor ruilwinkel;

        C&A: aankoop winterkleding voor kinderen tot 12 jaar  voor ruilwinkel.

 

Op welke manier zullen alle aangekochte goederen heel concreet beschikbaar worden gesteld aan de meest kwetsbare inwoners van onze stad? Op basis van welke criteria en volgens welke procedure wordt met andere woorden bepaald aan wie deze aangekochte goederen concreet ten goede komen?

Alle aankopen worden ingezet binnen projecten van Stad en OCW Lier die focussen op maatschappelijk kwetsbare kinderen: ruilwinkel, peuterspeelpunt, spelotheek, schoolcoaches, samenhang , kerstactie ism jeugd (aanmelding gezinnen gebeurt door medewerkers OCMW, straathoekwerk, een brug voor iedereen, ….).

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GEVOLGEN VAN DE NIEUWE FEDERALE EFFECTENTAKS OP DE GEMEENTEFINANCIËN.

 

MOTIVERING

Toelichting

De nieuwe effectentaks van de federale regering zal ook de gemeenten, OCMW’s en onder meer AGB’s en intercommunales treffen. Het is niet aanvaardbaar dat de federale regering een belasting oplegt aan de lokale bestuursniveaus. Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten verzette zich reeds tegen deze beslissing van de federale regering. We hekelen het feit dat lokale besturen hierdoor getroffen worden terwijl zij bijzondere financiële inspanningen leveren om de gevolgen van de corona-crisis voor hun sport- en cultuurverenigingen, de middenstand en de inwoners die door de crisis worden geraakt, trachten te temperen.

 

De Vlaams-Belangfractie vraagt dan ook dat de gemeenteraad van Lier en het stadsbestuur in het bijzonder, zich uitspreekt tegen deze belasting op lokale besturen.

 

Overwegend

        De beslissing van de federale regering om een effectentaks in te voeren op effectenrekeningen vanaf 1 miljoen euro.

        Het feit dat ook onze stad dergelijke effectenrekeningen kan aanhouden of dat mogelijks in de toekomst zal doen bij wijze van goed financieel beheer.

        Het feit dat onder meer ook intercommunales en OCMW’s  hiervan gebruiken maken.

        Dat het ongehoord is dat het ene bestuursniveau belastingen oplegt aan een ander bestuursniveau.

        Het verzet vanuit de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) tegen deze maatregel.

 

Voorstel van raadsbesluit

1)   Onze stad Lier kan niet akkoord gaan met deze effectentaks waarbij de federale overheid belastingen oplegt ten koste van gemeenten, OCMW’s, autonome gemeentebedrijven, intercommunales, enz.

2)   De gemeenteraad van Lier richt een brief aan premier Alexander De Croo en minister van Financiën Vincent Van Peteghem om de negatieve impact van deze effectentaks op lokale besturen aan te klagen en de federale regering te verzoeken deze maatregel niet door te voeren.

3)   Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Stemming

 

4 stemmen voor: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

23 stemmen tegen: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt en Stéphanie Van Campenhout

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Verworpen met 4 stemmen voor - 23 stemmen tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat niet akkoord met het voorstel van beslissing.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

OPDRACHT CBS NAAR ONDERZOEK NIEUWE LOSLOOPZONE/HONDENWEIDE

 

MOTIVERING

Toelichting

Al lange tijd speelt in onze stad en ons dorp de vraag naar een meer centraal gelegen hondenweide.

Het voorstel van het stadsbestuur, eerder dit jaar, om een hondenweide te voorzien op de Dungelhoeffsite leverde echter niets op, gelet op de bezwaren van de buurtbewoners.

Een nieuwe hondenweide zou daarom voorzien worden aan de Ouderijstraat, wederom buiten het centrum.

CD&V Lier-Koningshooikt ging daarop aan de slag met een mini-enquête, zowel voor hondeneigenaars als voor niet-eigenaars, met de bedoeling een beter inzicht te krijgen in de vraag en de standpunten van onze inwoners hieromtrent. De resultaten van deze mini-enquête mocht onze fractie tijdens de commissie Openbare Ruimte van dinsdag 8 december toelichten.

 

Gelet op:

        de blijvende vraag naar meer centrale losloopzones, naast de grote hondenweides;

        de ambitie in het Bestuursakkoord;

        de aangeleverde input van de mini-enquête (zie rapport ‘Bevraging hondenweide Lier-Koingshooikt’ in bijlage),

vraagt de CD&V-fractie aan de gemeenteraad van Lier het volgende voorstel goed te keuren.

Het betreft een aanpassing van het voorstel dat we op de gemeenteraad van november brachten. In dit nieuwe voorstel wordt rekening gehouden met een aantal bedenkingen die op de raadscommissie werden besproken en wordt veel vrijheid gelaten aan het bestuur en de betrokken stadsdiensten om invulling te geven aan dit voorstel.

 

VOORSTEL VAN BESLISSING

 

Artikel 1: De gemeenteraad beslist kennis te nemen van het rapport ‘Bevraging hondenweide Lier-Koningshooikt’.

 

Artikel 2: De gemeenteraad beslist het College van Burgemeester en Schepenen opdracht te geven om tijdens de gemeenteraad of raadscommissie van mei 2021 terug te koppelen over de verdere stappen die zijn gezet in het onderzoek naar een nieuwe losloopzone of hondenweide. Voormeld rapport kan daarbij als inspiratie dienen. De participatieambtenaar wordt bij dit onderzoek betrokken.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist kennis te nemen van het rapport ‘Bevraging hondenweide Lier-Koningshooikt’.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven om tijdens de gemeenteraad of raadscommissie van mei 2021 terug te koppelen over de verdere stappen die zijn gezet in het onderzoek naar een nieuwe losloopzone of hondenweide. Voormeld rapport kan daarbij als inspiratie dienen. De participatieambtenaar wordt bij dit onderzoek betrokken.

 

Publicatiedatum: 29/01/2021