Lier

Zitting van 25 april 2022

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. uitbreiding aula afscheidscentrum

In april 2019 had ik een schriftelijke vraag gedaan over de uitbreiding van de Aula.

Het antwoord was duidelijk: Het bestuursakkoord stelt: “ We onderzoeken de mogelijkheid tot uitbreiding van de afscheidsruimteErica op Kloosterheide”. Dit onderzoek naar uitbreiding loopt momenteel volop bij de diensten.

Graag de stand van zaken?? Of komt er geen uitbreiding??

 

Antwoord schepen Rik Pets:

In 2020 werd de aanbestedingsprocedure gevoerd voor het aanstellen van een architect voor de uitbreiding van het afscheidscentrum Kloosterheide. 

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 29/03/2021 de opdracht toe te wijzen aan AR2 Architectenbureau bvba, Frederik Peltzerstraat 19 te 2500 Lier.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 5/07/2021 goedkeuring te verlenen aan het voorontwerp en bijhorende raming voor de uitbreiding van afscheidscentrum Kloosterheide, opgemaakt door AR2 architecten.

Het college beslist op 22/11/2021 goedkeuring te verlenen aan het definitief ontwerp en bijhorende raming voor de uitbreiding van afscheidscentrum Kloosterheide, opgemaakt door AR2 architecten.

De omgevingsvergunningaanvraag werd ingediend op 15/3. Ondertussen legt AR2 de laatste hand aan het aanbestedingsdossier. 

Van zodra dit klaar is wordt het ter goedkeuring voorgelegd op het college. Aansluitend wordt de prijsvraag uitgestuurd voor de bouwwerken.

Naar alle waarschijnlijkheid zullen de werken van start gaan in het najaar van 2022.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Nancy Dresen (Vlaams Belang) i.v.m. lampionnen winkelstraten kernwinkelgebied

In onze binnenstad zijn er drie straten aangekleed met lampionnen. Deze moeten dienen om het winkelen in de winkelstraten zo aangenaam mogelijk te maken en op te fleuren.

Ondanks de eerdere aankondiging dat deze lampionnen beter tegen extreme weersomstandigheden kunnen dan de vlaggetjes van de voorbije jaren, blijkt nu dat daar niets van aan is , één dag wind en 1/3 ging vliegen of stuk.

In de krant las ik dat schepen Lambrechts beloofde de lampionnen de week nadien te vervangen.

Dit is echter (nog) niet gebeurd.

Mijn vraag aan het CBS:

        Waarom is dit nog niet gebeurd?

        En is dit überhaupt wel een goed idee? Nu wetende dat ze niet tegen alle weersomstandigheden kunnen.

        En wie draait hier op voor de kosten?

 

Antwoord schepen Ilse Lambrechts:

Het klopt inderdaad dat een deel van de lampionnen, hoewel het zeker geen 1/3 betrof, te lijden heeft gehad onder de ruwe weersomstandigheden van begin april.

 

De leverancier omschrijft de lampionnen als “weerbestendige nylon lampionnen, uitermate geschikt om winkelstraten en winkelcentra mee te decoreren.” Ze zouden bestand zijn tegen regen en storm, met windstoten tot maximum 80 km/uur. Op basis van deze omschrijving en positieve ervaringen van steden als Geel en Turnhout, leken de lampionnen dus ideaal geschikt om onze winkelstraten tijdens de lente en zomer te sieren.

 

Ze werden daarom aangekocht en midden maart opgehangen om het eerste shoppingevent van het jaar, Lier Winkelplezier, extra luister bij te zetten. Bovendien zorgt extra kleur in de winkelstraten voor een instant lentegevoel. De reacties die we in persoon en via de sociale media mochten ontvangen, waren dan ook eensluidend positief: de inwoners, bezoekers en ondernemers van Lier kunnen dit initiatief  ten zeerste smaken.

 

Jammer genoeg werden er begin april windstoten met pieken tot 110 km/uur vastgesteld. Het overgrote deel van de lampionnen heeft die omstandigheden zonder schade doorstaan, maar vooral op de meest windgevoelige locaties, met name de uiteinden van de straten, werd een deel losgerukt of kapotgewaaid.

 

Toen we de schade aan de lampionnen vaststelden, is vanzelfsprekend de overweging gemaakt om te kiezen voor volledige verwijdering (en het hangen van vlaggen in de plaats) of het herstellen van de lampionnen. Gezien de vele positieve reacties, het feit dat het merendeel van de lampionnen nog wel in goede staat was en de herstellingen op korte termijn zonder grote meerkost konden gebeuren, is ervoor gekozen om voor herstelling te gaan.

 

In de week van 19 april werden de lampionnen in de Rechtestraat en Antwerpsestraat hersteld. De lampionnen aan de meest windgevoelige lijnen, bijvoorbeeld de beide uiteinden van de Rechtestraat, werden wel volledig verwijderd uit voorzorg. De Kartuizersvest zal pas op 12 mei aangepakt worden omdat de straat daar moet afgesloten worden voor de herstellingswerken en dat die aanvraag tijd in beslag neemt.  De ‘smalle Antwerpsestraat’ is vorige week niet helemaal hersteld geraakt, daarmee gaat onze technische dienst morgen verder.

De totale factuur voor de lampionnen (inclusief een beperkte bijbestelling van 60 lampionnen om de herstelwerken uit te voeren) bedraagt 2787,84 euro incl. BTW, wat nog steeds onder het oorspronkelijk geraamde budget van 2.831,40 euro ligt.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. situatie OKAN klassen in Lier – bovenlokale samenwerking

In een antwoord op de mondelinge vraag van collega Geert Marrin vorige gemeenteraad, verwees schepen Ivo Andries naar het initiatief dat hij nam om bovenlokaal/regionaal overleg te installeren om druk op de OKAN klassen in het secundair onderwijs bij de Lierse scholen wat breder te spreiden.

Wij zijn benieuwd naar een stand van zaken en de voortgang in dit initiatief.

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

In de eerste plaats is het van belang te benadrukken dat stad Lier – vanzelfsprekend – geen concrete hefboom in handen heeft om andere gemeenten te stimuleren hierrond initiatief te nemen. De vraag kan ook gesteld of deze opdracht toebehoort aan stad Lier, en of andere – bovenlokale niveaus – daar niet beter voor geplaatst of gemandateerd zijn. Omwille echter van het cruciale belang van het recht op onderwijs, namen we – ondanks die beperkingen – dit initiatief.

Op vlak van de concrete stand van zaken, zijn er 3 vaststellingen te doen:

 

  1. De reactie van de diverse gemeenten op de suggestie om inzake OKAN initiatief te nemen, is ‘wisselend’ van aard.

 

  1. Een aantal gemeenten, die blijk geven van openheid om rond OKAN initiatief te nemen, hebben nood aan ondersteuning om hen op weg te zetten. Het gaat m.a.w. ook om een proces, waarbij de diverse betrokkenen – begrijpelijkerwijs - de tijd moeten hebben om hierop concreet in te zetten.  Streefdoel is ook om vanaf 1/9/2022 in te zetten op een betere regionale spreiding.

 

  1. Vandaag (op 25/4) start in de gemeente Borsbeek alvast een OKAN klas op.

 

Een en ander betekent bijgevolg dat op zeer korte termijn geen oplossing kan aangeboden worden om de huidige wachtlijst – die momenteel bestaat uit meer dan 30 leerlingen - volledig weg te werken. Om die reden is lokaal hierrond verder overleg gevoerd, en zullen de Lierse scholen nogmaals een inspanning doen om extra OKAN-klassen te installeren op zeer korte termijn. Ik besef dat dit geen evidentie is en ik wil daarom onze Lierse OKAN-scholen nogmaals bedanken voor de inspanningen die ze leveren.

Ondertussen gaven we ook een signaal naar de hogere overheden.

Op vrijdag 29 april ’22 vindt een tweede provinciaal overleg plaats en er werd een overleg gevraagd met het kabinet onderwijs.

 

 

Mondelinge vraag 4 : van Katrien Vanhove (groen-Lier&Ko) i.v.m. verkeersaanpassing Hoogveldweg-Aarschotsesteenweg

Sinds maandag 28 maart werd er een grondige aanpassing doorgevoerd in de verkeerscirculatie op het kruispunt van de Hoogveldweg en de Aarschotsesteenweg en dientengevolge ook op de Ring. De enige informatie die men hierover kon terugvinden was een bericht in de krant. Daarin wordt door het Agentschap Wegen en Verkeer gesteld: “We hebben tot deze ingreep besloten omdat het kruispunt Hoogveldweg-Aarschotsesteenweg sowieso al erg filegevoelig is. Om daar geen al te grote verkeersproblemen te doen ontstaan, moet iedereen die via de Hoogveldweg van de richting Duffel komt, rechtsaf de Ring op.” Elders ving ik op dat de reden voor de aanpassing de werken op de Mechelsesteenweg zouden zijn.

 

Hieruit volgen deze vragen:

        Wat is de ware reden van de aanpassing?

        Is deze tijdelijk en zo ja, tot wanneer blijft deze gelden?

        Waarom werd hierover vanuit het stadsbestuur niets gecommuniceerd? Hartelijk dank voor uw antwoorden

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Er is geen onderscheid tussen de 2 redenen die u meent te ontwaren. De omleidingsroute voor de werken aan het fietspad van de Mechelsesteenweg verloopt via de N108. Het kruispunt wordt daar beperkt door de lichtenregeling en de korte afslagstrook. 3 wachtende wagens zijn voldoende om het kruispunt te blokkeren. De inschattingen zonder flankerende maatregelen liepen dan ook op tot 6 km of meer stilstaand verkeer dat vervolgens zou doorslaan naar de landelijke wegen in Koningshooikt om daar gevaarlijke situaties te scheppen. We kennen het effect daarvan van de werken aan de N108, waarbij dit wellicht nog een graad erger zou worden omdat ook de Mechelsesteenweg in dit geval geen optie was.

De aanpassing zorgde voor een fors hogere doorstroming die volgens telgegevens tot 50% meer capaciteit hebben geleid op de N108. om zo het grootste deel van de geciteerde problemen te kunnen vermijden. Al is het afsluiten van een invalsweg nooit iets dat probleemloos op te vangen valt op de overige wegen, zeker niet wanneer het over een vrij drukke invalsweg gaat als de Mechelsesteenweg.

De aanpassing is dan ook rechtstreeks gelinkt aan de werken van het Vlaams gewest en werd ook ingevoerd door het Vlaams gewest voor de duur van die werken. De communicatie over de werken en alle begeleidende maatregelen werd opgenomen door het Vlaams gewest. Dat is meteen ook de reden waarom de stad niet zelf afzonderlijk heeft gecommuniceerd over deze omleiding. Ik ben het wel met u eens dat die communicatie op dit punt zeker te wensen over liet.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 28 MAART 2022. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 28 maart 2022.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 28 maart 2022 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEMEENTERAAD - AANPASSING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.

Gemeenteraadsbeslissing van 27 januari 2020 over de goedkeuring van de aanpassing van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.

 

Feiten en context

Het is wenselijk het huishoudelijk reglement op een aantal punten te verfijnen om het toevoegen van agendapunten en het verloop van het indienen van vragen efficiënter te kunnen behandelen.

 

Op 23 maart 2022 vond een overleg met de fractieleiders plaats om de aanpassingen van het huishoudelijk reglement te bespreken. De artikels over de Interpellaties, mondelinge vragen en actuele vragen zijn op elkaar afgestemd. Ze worden verduidelijkt op vlak van inhoud, wijze en termijn van indienen, ... Tijdens het overleg werd ook gevraagd om de beperking van het aantal interpellaties en mondelinge vragen op te heffen. Dit is niet weerhouden in de voorstellen.

 

Hierdoor worden onderstaande tekstvoorstellen geformuleerd:

Artikel 4

De laatste zin van het eerste lid wordt als volgt vervangen:

"Hiertoe bezorgt het gemeenteraadslid het toegelicht en gemotiveerd voorstel van beslissing tegelijk aan de algemeen directeur en aan de voorzitter van de gemeenteraad."

 

Artikel 5

Het eerste lid van artikel 5 van het huishoudelijk reglement wordt als volgt verduidelijkt en aangevuld:

"... Een dergelijke interpellatie mag niet de bedoeling hebben om nog niet ingenomen standpunten of mogelijke intenties van het college of individuele leden over lopende vergunningsdossiers te kennen of af te dwingen."

 

Het derde lid van artikel 5 van het huishoudelijk reglement wordt als volgt verduidelijkt en aangevuld:

"De interpellaties dienen te handelen over zaken die behoren tot een gemeentelijke aangelegenheid en bespreken een welomlijnd onderwerp. De voorzitter van de gemeenteraad beoordeelt of de interpellatie toelaatbaar is.  Elke fractie kan maximum 3 interpellaties indienen per zitting."

 

Het zesde lid van artikel 5 wordt als volgt vervangen:

"Interpellatieverzoeken moeten steeds vooraf schriftelijk tegelijk bij de algemeen directeur en bij de voorzitter van de gemeenteraad ingediend worden uiterlijk 5 kalenderdagen voor de raadsvergadering, tenzij ze betrekking hebben op agendapunten die besproken zijn op de gemeenteraadscommissies die plaatsvinden tussen de normale uiterste indieningsdatum van de interpellaties en de gemeenteraad. Dergelijke interpellaties dienen uiterlijk vier kalenderdagen voor de raadsvergadering te worden ingediend. Het meedelen van de intentie tot het indienen van een interpellatie is niet voldoende om een interpellatie uit te maken.  De algemeen directeur bezorgt deze interpellaties aan de voorzitter van de gemeenteraad."

 

Het achtste lid van artikel 5 wordt als volgt gewijzigd::

"De wijze van formulering van het interpellatieverzoek moet dezelfde zijn als diegene die wordt gehanteerd bij de formulering van de interpellatie zelf op de gemeenteraadszitting. De voorzitter beoordeelt of de interpellatie toelaatbaar is vanuit het oogpunt van de voorgaande criteria (peilen naar nog niet ingenomen standpunt of mogelijke intenties, gemeentelijke aangelegenheid, bescherming van de persoonlijke levenssfeer). Indien de interpellatie handelt over een gemeentelijke aangelegenheid maar de persoonlijke levenssfeer raakt, dan verwijst de voorzitter de interpellatie naar de besloten zitting."

 

Artikel 6

Het eerste lid van artikel 6 van het huishoudelijk reglement wordt als volgt verduidelijkt en aangevuld:

"De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge vragen te stellen. Een mondelinge vraag mag niet de bedoeling hebben om nog niet ingenomen standpunten of mogelijke intenties van het college of individuele leden over lopende vergunningsdossiers te kennen of af te dwingen."

 

De laatste zin van het derde lid van artikel 6 wordt als volgt vervangen:

"De voorzitter beoordeelt of de mondelinge vraag toelaatbaar is vanuit het oogpunt van de voorgaande criteria (peilen naar nog niet ingenomen standpunten of mogelijke intenties, gemeentelijke aangelegenheid, bescherming van de persoonlijke levenssfeer). Indien de mondelinge vraag handelt over een gemeentelijke aangelegenheid maar de persoonlijke levenssfeer raakt, dan verwijst de voorziter de mondelinge vraag naar de besloten zitting."

 

Het vijfde lid van artikel 6 wordt als volgt vervangen:

"Mondelinge vragen worden ter zitting gesteld, maar dienen vooraf schriftelijk tegelijk bij de algemeen directeur en bij de voorzitter van de gemeenteraad ingediend te worden, uiterlijk 5 kalenderdagen voor de raadsvergadering, tenzij ze betrekking hebben op agendapunten die besproken zijn op de gemeenteraadscommissies die plaatsvinden tussen de normale uiterste indieningsdatum van de mondelinge vragen en de gemeenteraad."

 

Artikel 7

De eerste zin van het tweede lid van artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

"Actuele vragen worden ingediend via mail tegelijk bij de algemeen directeur en bij de voorzitter van de gemeenteraad uiterlijk om 09.00 uur op de dag waarop de vergadering van de gemeenteraad plaatsvindt."

 

Het zesde tot achtste lid van artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

"De actuele vragen dienen te handelen over zaken die behoren tot een gemeentelijke aangelegenheid en de actuele vraag bespreekt één welomlijnd onderwerp. De voorzitter van de gemeenteraad beoordeelt of de interpellatie toelaatbaar is.

 

De raadsleden respecteren in hun wijze van vraagstelling de persoonlijke levenssfeer zodanig dat via hun vragenactuele vragen geen concrete individuele personen, rechtspersonen of situaties identificeerbaar zijn of de vragen hier niet toe herleid kunnen worden.

De voorzitter van de gemeenteraad beoordeelt of de actuele vraag toelaatbaar is vanuit dit oogpunt. Indien de actuele vraag handelt over een gemeentelijke aangelegenheid maar de persoonlijke levenssfeer raakt, dan verwijst de voorzitter de actuele naar de besloten zitting.

 

Een actuele vraag mag niet de bedoeling hebben om nog niet ingenomen standpunten of mogelijke intenties van het college of individuele leden van het college over lopende vergunningsdossiers te kennen of af te dwingen."

 

Momenteel dient bij elke wijziging van het college van burgemeester en schepenen art. 31 te worden aangepast. Daarom wordt voorgesteld om dit artikel te herformuleren, zoals hierna weergegeven.

Aanpassing art. 31. Bevoegdheden commissies

De bevoegdheden van deze commissies worden als volgt bepaald:

        Commissie 1: Financiën, veiligheid, handhaving, communicatie, politie en brandweer, regionale samenwerking.

        Commissie 2: Wijkwerking, participatie, wonen, patrimonium, tewerkstelling, onroerend erfgoed.

        Commissie 3: Lokale economie, jeugd, roerend erfgoed, musea, toerisme, evenementen.

        Commissie 4: Stadsontwikkeling, omgeving, milieu, natuur en landbouw, SOLag.

        Commissie 5: Personeel, loket, ICT, burgerlijke stand, dierenwelzijn, begraafplaatsen.

        Commissie 6: Openbare ruimte, mobiliteit, duurzaam beleid.

        Commissie 7: Sport, cultuur, bibliotheek, onderwijs, afvalbeleid, proper Lier.

        Commissie 8: Sociale zaken, welzijn, kinderopvang, gezin, senioren, personen met een beperking, integratie.

Voor elke lid van het college wordt een commissie georganiseerd, waarbinnen het pakket van de bevoegdheden van de burgemeester of welbepaalde schepen besproken wordt.

 

De specialisatie van gemeenteraadsleden stemt niet overeen met de bevoegdheden van de verschillende bevoegdheden van de burgemeester en schepenen. Onderstaande aanpassing maakt het mogelijk dat de verschillende fracties per commissie flexibel kunnen invullen welk gemeenteraadslid binnen de fractie de commissie bijwoont. In de aanpassing wordt voorgesteld om met een plaatsvervanger te werken.

Aanpassing art. 32 § 3

"Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een email, gericht tegelijk aan de voorzitter van de gemeenteraad of en aan de algemeen directeur.

Elke fractie, die op een manier, en volgens de berekening, een afgevaardigde voordraagt, mag tegelijk per effectieve één plaatsvervangend raadslid aanwijzen uit zijn fractie, die het effectief lid in geval van verhindering, of naargelang de agenda, mag vervangen in zijn/haar respectievelijke commissie. Dergelijke plaatsvervanger heeft dezelfde rechten als het effectief lid van de commissie, wanneer de plaatsvervanger het effectief lid vervangt."

 

Op vlak van schriftelijke vragen wordt het huishoudelijk reglement ook verduidelijkt, nl. artikel 47 wordt als volgt aangepast:

"De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen schriftelijke vragen te stellen. Daartoe is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

 

Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.

 

De schriftelijke vragen mogen niet leiden tot het maken van studies, enquêtes of opzoekingen met ernstige financiële gevolgen.

De schriftelijke vragen mogen niet leiden tot het maken van studies, enquêtes of opzoekingen met ernstige financiële gevolgen of overdreven werklast voor de stadsadministratie. Desgevallend kunnen raadsleden zich steeds beroepen op hun inzagerecht, zoals vermeld onder artikel 44 van onderhavig huishoudelijk reglement.

 

Een gemeenteraadslid, geconfronteerd met meerdere verzoeken over hetzelfde onderwerp vanuit de bevolking, zal deze niet indienen onder de vorm van een reeks schriftelijke vragen, maar zal er zelf een analyse van maken in één duidelijk geformuleerde schriftelijke vraag."

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur, inz. art. 38

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Tekin Tasdemir, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

4 stemmen tegen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Jan Hermans

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 4 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de aanpassing van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad met onderstaande wijzigingen, goed te keuren:

 

Artikel 4

De laatste zin van het eerste lid wordt als volgt vervangen:

"Hiertoe bezorgt het gemeenteraadslid het toegelicht en gemotiveerd voorstel van beslissing tegelijk aan de algemeen directeur en aan de voorzitter van de gemeenteraad."

 

Artikel 5

Het eerste lid van artikel 5 van het huishoudelijk reglement wordt als volgt verduidelijkt en aangevuld:

"... Een dergelijke interpellatie mag niet de bedoeling hebben om nog niet ingenomen standpunten of mogelijke intenties van het college of individuele leden over lopende vergunningsdossiers te kennen of af te dwingen."

 

Het derde lid van artikel 5 van het huishoudelijk reglement wordt als volgt verduidelijkt en aangevuld:

"De interpellaties dienen te handelen over zaken die behoren tot een gemeentelijke aangelegenheid en bespreken een welomlijnd onderwerp. De voorzitter van de gemeenteraad beoordeelt of de interpellatie toelaatbaar is.  Elke fractie kan maximum 3 interpellaties indienen per zitting."

 

Het zesde lid van artikel 5 wordt als volgt vervangen:

"Interpellatieverzoeken moeten steeds vooraf schriftelijk tegelijk bij de algemeen directeur en bij de voorzitter van de gemeenteraad ingediend worden uiterlijk 5 kalenderdagen voor de raadsvergadering, tenzij ze betrekking hebben op agendapunten die besproken zijn op de gemeenteraadscommissies die plaatsvinden tussen de normale uiterste indieningsdatum van de interpellaties en de gemeenteraad. Dergelijke interpellaties dienen uiterlijk vier kalenderdagen voor de raadsvergadering te worden ingediend. Het meedelen van de intentie tot het indienen van een interpellatie is niet voldoende om een interpellatie uit te maken.  De algemeen directeur bezorgt deze interpellaties aan de voorzitter van de gemeenteraad."

 

Het achtste lid van artikel 5 wordt als volgt gewijzigd::

"De wijze van formulering van het interpellatieverzoek moet dezelfde zijn als diegene die wordt gehanteerd bij de formulering van de interpellatie zelf op de gemeenteraadszitting. De voorzitter beoordeelt of de interpellatie toelaatbaar is vanuit het oogpunt van de voorgaande criteria (peilen naar nog niet ingenomen standpunt of mogelijke intenties, gemeentelijke aangelegenheid, bescherming van de persoonlijke levenssfeer). Indien de interpellatie handelt over een gemeentelijke aangelegenheid maar de persoonlijke levenssfeer raakt, dan verwijst de voorzitter de interpellatie naar de besloten zitting."

 

Artikel 6

Het eerste lid van artikel 6 van het huishoudelijk reglement wordt als volgt verduidelijkt en aangevuld:

"De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge vragen te stellen. Een mondelinge vraag mag niet de bedoeling hebben om nog niet ingenomen standpunten of mogelijke intenties van het college of individuele leden over lopende vergunningsdossiers te kennen of af te dwingen."

 

De laatste zin van het derde lid van artikel 6 wordt als volgt vervangen:

"De voorzitter beoordeelt of de mondelinge vraag toelaatbaar is vanuit het oogpunt van de voorgaande criteria (peilen naar nog niet ingenomen standpunten of mogelijke intenties, gemeentelijke aangelegenheid, bescherming van de persoonlijke levenssfeer). Indien de mondelinge vraag handelt over een gemeentelijke aangelegenheid maar de persoonlijke levenssfeer raakt, dan verwijst de voorziter de mondelinge vraag naar de besloten zitting."

 

Het vijfde lid van artikel 6 wordt als volgt vervangen:

"Mondelinge vragen worden ter zitting gesteld, maar dienen vooraf schriftelijk tegelijk bij de algemeen directeur en bij de voorzitter van de gemeenteraad ingediend te worden, uiterlijk 5 kalenderdagen voor de raadsvergadering, tenzij ze betrekking hebben op agendapunten die besproken zijn op de gemeenteraadscommissies die plaatsvinden tussen de normale uiterste indieningsdatum van de mondelinge vragen en de gemeenteraad."

 

Artikel 7

De eerste zin van het tweede lid van artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

"Actuele vragen worden ingediend via mail tegelijk bij de algemeen directeur en bij de voorzitter van de gemeenteraad uiterlijk om 09.00 uur op de dag waarop de vergadering van de gemeenteraad plaatsvindt."

 

Het zesde tot achtste lid van artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

"De actuele vragen dienen te handelen over zaken die behoren tot een gemeentelijke aangelegenheid en de actuele vraag bespreekt één welomlijnd onderwerp. De voorzitter van de gemeenteraad beoordeelt of de interpellatie toelaatbaar is.

 

De raadsleden respecteren in hun wijze van vraagstelling de persoonlijke levenssfeer zodanig dat via hun vragenactuele vragen geen concrete individuele personen, rechtspersonen of situaties identificeerbaar zijn of de vragen hier niet toe herleid kunnen worden.

De voorzitter van de gemeenteraad beoordeelt of de actuele vraag toelaatbaar is vanuit dit oogpunt. Indien de actuele vraag handelt over een gemeentelijke aangelegenheid maar de persoonlijke levenssfeer raakt, dan verwijst de voorzitter de actuele naar de besloten zitting.

 

Een actuele vraag mag niet de bedoeling hebben om nog niet ingenomen standpunten of mogelijke intenties van het college of individuele leden van het college over lopende vergunningsdossiers te kennen of af te dwingen."

 

Artikel 31:

Art. 31. Bevoegdheden commissies

De bevoegdheden van deze commissies worden als volgt bepaald:

        Commissie 1: Financiën, veiligheid, handhaving, communicatie, politie en brandweer, regionale samenwerking.

        Commissie 2: Wijkwerking, participatie, wonen, patrimonium, tewerkstelling, onroerend erfgoed.

        Commissie 3: Lokale economie, jeugd, roerend erfgoed, musea, toerisme, evenementen.

        Commissie 4: Stadsontwikkeling, omgeving, milieu, natuur en landbouw, SOLag.

        Commissie 5: Personeel, loket, ICT, burgerlijke stand, dierenwelzijn, begraafplaatsen.

        Commissie 6: Openbare ruimte, mobiliteit, duurzaam beleid.

        Commissie 7: Sport, cultuur, bibliotheek, onderwijs, afvalbeleid, proper Lier.

        Commissie 8: Sociale zaken, welzijn, kinderopvang, gezin, senioren, personen met een beperking, integratie.

Voor elke lid van het college wordt een commissie georganiseerd, waarbinnen het pakket van de bevoegdheden van de burgemeester of welbepaalde schepen besproken wordt.

 

 

Artikel 32 § 3:

Dit artikel wordt als volgt gewijzigd:

"Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een email, gericht tegelijk aan de voorzitter van de gemeenteraad of en aan de algemeen directeur.

Elke fractie, die op een manier, en volgens de berekening, een afgevaardigde voordraagt, mag tegelijk per effectieve één plaatsvervangend raadslid aanwijzen uit zijn fractie, die het effectief lid in geval van verhindering, of naargelang de agenda, mag vervangen in zijn/haar respectievelijke commissie. Dergelijke plaatsvervanger heeft dezelfde rechten als het effectief lid van de commissie, wanneer de plaatsvervanger het effectief lid vervangt."

 

Op vlak van schriftelijke vragen wordt het huishoudelijk reglement ook verduidelijkt, nl. artikel 47 wordt als volgt aangepast:

"De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen schriftelijke vragen te stellen. Daartoe is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

 

Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.

 

De schriftelijke vragen mogen niet leiden tot het maken van studies, enquêtes of opzoekingen met ernstige financiële gevolgen.

De schriftelijke vragen mogen niet leiden tot het maken van studies, enquêtes of opzoekingen met ernstige financiële gevolgen of overdreven werklast voor de stadsadministratie. Desgevallend kunnen raadsleden zich steeds beroepen op hun inzagerecht, zoals vermeld onder artikel 44 van onderhavig huishoudelijk reglement.

 

Een gemeenteraadslid, geconfronteerd met meerdere verzoeken over hetzelfde onderwerp vanuit de bevolking, zal deze niet indienen onder de vorm van een reeks schriftelijke vragen, maar zal er zelf een analyse van maken in één duidelijk geformuleerde schriftelijke vraag."

 

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

BIJZONDERE POLITIEVERORDENING BETREFFENDE OPENWATERZWEMMEN IN NETEKANAAL ANDERSTAD. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In het voorjaar van 2020 werd de sportdienst gecontacteerd door Kempisch triatlon team (KTT) met de vraag of de stad een aanvraag kan doen bij Waterweg nv om zwemtrainingen te mogen organiseren op het afgesloten deel van het Netekanaal Anderstad.

De vereniging bestaat al vele jaren en maakt sinds de sluiting van het zwembad van Nijlen ook gebruik van de Waterperels om hun zwemtrainingen te organiseren.
Al enkele jaren organiseren ze succesvol enkele wedstrijden waarbij er gezwommen wordt in het Netekanaal, van Emblem tot aan de sluis van Viersel.
De club is op zoek naar een plek om hun zwemtrainingen in open water te kunnen houden, wat natuurlijk een betere voorbereiding is op deze wedstrijden. Er is reeds overleg geweest met de Lierse zwemclub zodat KTT de openwaterzwemmers van de zwemclub ook kan begeleiden tijdens de openwatertrainingen.
 

In het kader daarvan heeft de club een aanvraag ingediend bij Waterweg nv. Deze werd echter afgekeurd omdat deze aanvraag door de stad of gemeente dient te worden gedaan.

Waterweg nv heeft voor deze goedkeuring een lijst gemaakt met algemene regels waarmee rekening dient gehouden te worden, deze lijst werd samen met adviezen van verschillende diensten reeds opgenomen in de bijeenkomst van burgemeester en schepenen dd. 26 april 2021, agendapunt ‘principieel akkoord openwaterzwemmen – aanvraag Waterweg nv’.

 

Feiten en context

gelet op artikel 40 § 3 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

en de artikelen 119 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet;

Gelet op het algemeen politiereglement van stad Lier van 24 november 2008 en wijzigingen:

 

Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

Overwegende dat het algemeen politiereglement van stad Lier een algemeen verbod instelt op het baden in door het stadsbestuur beheerde rivieren, kanalen, vijvers, bekkens en fonteinen gelegen in openbare ruimten of deze te bevuilen of er dieren in te laten baden of te wassen;
 

Overwegende dat het stadsbestuur, middels een specifieke verordening, een uitzondering op het zwemverbod wil toestaan voor zwemmen in clubverband in een afgebakend deel van het afgesloten deel van het Netekanaal, genoemd Anderstad;

Gelet op de principiële goedkeuring van de Vlaamse Waterweg via mail dd. 16 februari 2021;

 

Adviezen
Advies van de Jeugdraad van 1 april 2022:

De jeugdraad gaf positief advies voor de invoering van een bijzondere politieverordening ihkv openwaterzwemmen in het Kanaal, Anderstad. Wel hebben ze als opmerking toegevoegd dat men moet opletten dat er geen andere mensen beginnen te zwemmen als zij zien dat de zwemclub aan het trainen is.

 

Juridische grond

        Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119, 119bis en 135, §2;

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, tweede lid, 2° en artikel 288;

        Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        Algemeen Politiereglement stad Lier

 

Argumentatie

Mits duidelijke afspraken kan een goedkeuring gegeven worden voor het openwaterzwemmen in clubverband, dmv een bijzondere politieverordening kunnen deze afspraken vastgelegd worden. 

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT
 

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de bijzondere politieverordening betreffende openwaterwaterzwemmen in Netekanaal Anderstad met onderstaande inhoud goed:

 

 

Bijzondere politieverordening betreffende openwaterzwemmen in Netekanaal Anderstad


Artikel 1
Deze verordening legt de voorwaarden vast waaronder, in afwijking op het normaal geldende verbod (algemeen politiereglement stad Lier 24 november 2008 en wijzigingen), mag gezwommen worden in een afgebakend deel van het Netekanaal Anderstad.

De periode en momenten wanneer er kan gezwommen worden in het afgebakend gebied wordt vastgelegd in overleg met de Vlaamse Waterweg en de stad Lier.

Het badseizoen gaat van start op 1 mei en duurt tot 30 september, tijdens die periode mag KTT (Kempisch triatlon team) trainingsmomenten plannen binnen de afgebakende zone indien het water de minimumtemperatuur van 15° heeft bereikt.

De trainingsmomenten mogen enkel op donderdag plaatsvinden tussen 18u30 en 20u. Er mogen geen trainingsmomenten plaatsvinden na zonsondergang.

Artikel 2
De deelnemende club zorgt voor het afbakenen van de zwemzone en voor een veilige plaats waar zwemmers in uit het water kunnen. Na de training wordt alles verwijderd.

Langs de kade wordt de diepte op duidelijke en goed zichtbare wijze aangegeven, en er wordt een bord geplaatst met de inhoud van deze verordening.


Artikel 3
KTT garandeert de beschikbaarheid en de deugdelijkheid van EHBO materiaal.
De redders zijn vertrouwd met het gebruik van al het aanwezige materiaal.
 

Artikel 4
Tijdens elk zwemmoment zal KTT zorgen voor gebrevetteerde duikers, die op dat moment toezicht uitoefenen en niet deelnemen aan de training, waarvan ten minste 1 persoon in
het bezit is van een geldig Hoger Reddersbrevet uitgereikt door de Vlaamse Trainersschool of van een ander gelijkwaardig getuigschrift goedgekeurd door Sport Vlaanderen.
Het bewijs van de recent erkende bijscholing ligt ter inzage van de overheid op de plaats van de
exploitatie.

KTT zorgt ook voor een toezichter tijdens de trainingsmomenten die de ordehandhaving op zich neemt. Op andere momenten is de stad Lier verantwoordelijk voor de ordehandhaving. Bij problemen zal de verantwoordelijke van KTT de ordediensten verwittigen.


Artikel 5
Het zwemmen is enkel toegelaten als de waterkwaliteit voldoet aan de milieukwaliteitsnormen, vermeld in artikel 1 van deel II van bijlage 2.3.3. De milieukwaliteitsnormen en controle voor binnenwateren, van Vlarem II.
 

Tijdens de week die het badseizoen voorafgaat en verder ten minste om de 14 dagen tijdens dit seizoen, wordt op initiatief en op kosten van KTT een bacteriologisch onderzoek op een representatief staal van het zwemwater uitgevoerd door een erkend laboratorium in de discipline water. Dit bacteriologisch onderzoek dient minimaal uitgevoerd te worden tijdens de periode waarin effectief kan gezwommen worden. Een dubbel van deze analyseresultaten wordt door het laboratorium rechtstreeks aan de afdeling van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, bevoegd voor het toezicht op de volksgezondheid gezonden. Bij het overschrijden van de toegestane waarden, wordt een zwemverbod uitgevaardigd.


Het zwemmen is enkel toegelaten als de watertemperatuur minstens 15°C bedraagt en bij een zichtbaarheid van minstens 300 meter. De temperatuur wordt gemeten door het erkend laboratorium tijdens de staalnames voor het bacteriologisch onderzoek.

De resultaten van de onderzoeken worden door KTT ook meegedeeld aan de dienst milieu van stad Lier.

Artikel 6
Het is verboden zeep te gebruiken op andere plaatsen dan in de sanitaire voorzieningen.

Artikel 7
Buiten assistentiehonden worden er geen honden of andere dieren toegelaten in het water en aan de kant. Tijdens het zwemmen worden assistentiehonden aangelijnd aan de kant.

Artikel 8
In samenwerking met de stad controleert KTT op regelmatige basis de zone op onzichtbare obstakels onder de waterlijn of onveilige situaties.

Artikel 9
KTT zorgt voor het afvalvrij maken en houden van de onmiddellijke omgeving van de trainingsplaats.

Artikel 10
KTT is aansprakelijk voor schade die door de activiteiten met betrekking tot de deze vergunning worden veroorzaakt of door nalatigheid de vergunningsvoorwaarden na te doen komen;

Artikel 11
Om specifieke redenen van openbare orde, veiligheid of andere omstandigheden (vb. hinder door waterplanten, calamiteiten) kan de burgemeester en/of de bevoegde beheerder desgevallend verbieden om te zwemmen op momenten waarop het volgens deze verordening toegelaten zou zijn.

Artikel 12
Zwemmen is enkel toegelaten in de zwemzone in de dode arm van het Netekanaal, Anderstad, hierna ‘de zwemzone’ genoemd.
Zwemmen buiten de zwemzone is strikt verboden. Duiken in de zwemzone is verboden. KTT staat elke training in voor het plaatsen, verwijderen en stockeren van de drijflijnen.
 

Artikel 13
KTT heeft het recht om zwemmers de toegang tot het water te weigeren indien zij de veiligheid of gezondheid van zichzelf en of anderen in gevaar brengt.
 

Artikel 14
Zwemmen in de zwemzone is enkel toegelaten voor de leden van KTT die een vergunning hebben gekregen. Elke zwemmer dient lid te zijn van KTT, KTT houdt een logboek bij ter plaatse.

De zwemmer volgen strikt de instructies van de trainers van KTT.
KTT kan aan haar leden extra instructies opleggen.

Artikel 15
De leden van KTT dragen tijdens het zwemmen altijd een duidelijk herkenbare badmuts, waarmee ze zich onderscheiden van niet-leden.
Zwemmen met een persoonlijke veiligheidsboei wordt geadviseerd.
Er wordt nooit individueel gezwommen.


Artikel 16
KTT heeft de nodige verzekeringen voor hun leden afgesloten. De Stad kan niet aansprakelijk worden gesteld voor gebeurlijke ongevallen.
 

Artikel 17
KTT verbindt zich er toe om voorafgaand aan elk zwemmoment, na te gaan of het watervlak vrij is
van hindernissen en geen vaartuigen in de zone actief zijn. Indien dit het geval is, kan niet gezwommen worden.
Er dient ten allen tijde rekening gehouden te worden met de laatste natuurtoets.

KTT zal haar leden verwittigen wanneer alle voorwaarden vervult zijn om te kunnen trainen (oa. Watertemperatuur, kwaliteit van het water, beschikbaarheid trainers en redders, …).

Artikel 18.
De politie is bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening.

Elke overtreding die aanleiding kan geven tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie dient te worden vastgesteld door middel van een proces-verbaal of een vaststelling.
 

Indien het proces-verbaal of de vaststelling onvoldoende gegevens zou bevatten, kan de aangewezen ambtenaar de politiediensten verzoeken die gegevens, eventueel na bijkomend onderzoek, nog toe te voegen aan het dossier.

Artikel 19.
De niet-naleving van deze verordening wordt bestraft met een administratieve geldboete die

maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder respectievelijk minderjarig doch de

volle leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op ogenblik van de inbreuk, of meerderjarig is. Dit conform de voorziene administratieve sancties in artikel 4 §1.1. van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en de straf- en slotbepalingen opgenomen onder titel 7 van het Algemeen Politiereglement van stad Lier.

 

 

Art 2 :

De gemeenteraad geeft opdracht om deze bijzondere politieverordening bekend te maken op de webtoepassing van de stad.

 

Art 3 :

Deze bijzondere politieverordening zal in werking treden op 1 mei 2022.

 

Art 4 :

De gemeenteraad geeft opdracht om een afschrift van deze beslissing en de bijzondere politieverordening te bezorgen aan de Bestendige Deputatie, de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en de griffie van de politierechtbank alsook aan de Procureur des Konings en een elektronisch exemplaar aan de referentiemagistraten.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

COMPENSATIE HORECATERRASSEN N.A.V. WERKEN GROTE MARKT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing dd. 16 december 2019 betreffende belastingreglement op terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein

Beslissing burgemeester dd. 27 mei 2020 i.k.v. tijdelijke politieverordening voor de gemotiveerde uitbreiding van vergunde terrassen i.f.v. de exitstrategie horeca.

Collegebesluit dd. 08-06-2020 betreffende de inname van parkeerplaatsen voor horecazaken voor uitbreiding terrassen.

Gemeenteraadsbeslissing dd. 29 juni 2020 i.k.v. terrassenuitbreiding - compensatie horeca.

Collegebesluit dd. 27 juli 2020 betreffende terrasaanvraag i.k.v. exitstrategie horeca -inname parkeerplaats Berlaarsesteenweg 2.

Beslissing burgemeester dd. 10 september 2020 i.k.v. exitstrategie horeca -verlengen uitgebreid terras tot 25 oktober 2020.

Gemeenteraadsbeslissing dd. 28 september 2020 i.k.v. de bekrachtiging van de

beslissing burgemeester van 10 september 2020.

Beslissing burgemeester dd. 25 februari 2021 i.k.v. tijdelijke politieverordening voor de gemotiveerde uitbreiding van vergunde terrassen i.f.v. de exitstrategie horeca.

Gemeenteraadbeslissing dd. 29 maart 2021 i.k.v. de bekrachtiging van de beslissing burgemeester van 25 februari 2021.

Gemeenteraadbeslissing dd. 27 september 2021 betreffende de verlenging tijdelijke politieverordening voor de gemotiveerde uitbreiding van de vergunde terrassen i.f.v. de 2de exit-strategie horeca i.k.v. COVID-19 maatregelen in synergie met de zaterdagmarkt.

Beslissing burgemeester dd. 10 februari 2022 betreffende de  afwijking algemeen politiereglement - uitgebreide zomerterrassen periode 2022-2023-2024

Collegebesluit dd. 4 april 2022 betreffende herstellingswerken kasseien Grote Markt - verplaatsen zaterdagse markt.

 

Feiten en context

Door problemen met de fundering werd de rijbaan van de Grote Markt in 2020 opnieuw aangelegd. Kort na deze heraanleg stelde de stad op een aantal locaties schade vast aan de voegen tussen de kasseien. De voorlopige oplevering van deze werken werd hierop geweigerd. Recent kwam de stad tot een gezamenlijke overeenkomst met aannemer Hens nv voor de herstellingen van het wegdek, deze werd vastgelegd in een dading op de gemeenteraad.

 

De herstellingswerken starten op maandag 25 april en duren ongeveer zes weken. De werken zullen eindigen op 3 juni 2022.

 

De marktmeesters gaven aan dat het niet haalbaar is om de zaterdagse markt op het plein te houden tijdens de werken en dat het zeker aangewezen is om de markt te verplaatsen naar Renaat Veremansplein om volgende redenen:

-  er staat een 10-tal kramen op het brede voetpad thv 'Het Moment', dat tijdens fase 1 volledig onbereikbaar is voor marktkramen;

-  kramen staan ook deels op de rijbaan, zeker op het deel richting Felix Timmermansplein;

-  er zou slechts 1 in- en uitrit zijn voor het plein wat organisatorisch niet haalbaar is;

- de combinatie van de verschillende werflocaties op de rijbaan, die uiteraard afgezet zullen worden na de werkuren, met intensief fiets- en voetgangersverkeer, kan mogelijk leiden tot onveilige situaties.

 

Concreet betekent dit dat de zaterdagse markt op volgende zaterdagen niet kan doorgaan op de Grote Markt : 30 april en 7, 14, 21, en 28 mei 2022.

 

De horeca op de Grote Markt (en directe omgeving) wordt door de voornoemde werken ernstig geïmpacteerd, waardoor het college wenst te overwegen om de horecazaken (die inname openbaar domein betalen voor hun terrasuitstalling en door de verhuis van de zaterdagmarkt heel wat inkomsten mislopen) in deze zone tegemoet te komen aan de hand van een compensatiemaatregel. Het belastingreglement voorziet geen vrijstelling voor deze uitzonderlijke situatie.

 

Deze compensatiemaatregel zou gelden voor alle horecazaken met de mogelijkheid een terras te plaatsen op het openbaar domein, gelegen in zone 1 zoals bepaald in het belastingreglement op terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein van 16 december 2019, met name: Grote Markt, Eikelstraat, Zimmerplein, F. Timmermansplein, Schapenkoppenstraat, Begijnhofstraat en Koning Albertstraat tot en met huisnummers 3 en 10.

 

Heel wat horecazaken in deze zone hebben al een vergunning bekomen om -  tegen betaling - een uitgebreid zomerterras te plaatsen in 2022. Andere zaken hebben hier niet op ingetekend, omdat ze onzeker zijn over de rentabiliteit van deze uitbreiding. 

 

Het college overweegt de horecazaken die niet ingetekend hebben op het uitgebreide zomerterras de mogelijkheid te bieden om vanaf zaterdag 30 april - de datum van de eerste verplaatste zaterdagmarkt - hun terras toch uit te breiden in de periode dat de werken plaatsvinden. Gelet op de overlast van de werken overweegt het college deze uitbreiding gratis te verlenen, gedurende de periode dat de zaterdagmarkt niet kan plaatsvinden op de Grote Markt. Na het beëindigen van de werken (in principe op vrijdag 3 juni 2022) moet deze uitbreiding onmiddellijk verwijderd worden of moet een bestendiging worden aangevraagd, belast aan het reguliere tarief in het belastingreglement, minus een korting van 5/52ste belaste m² van het uitgebreide deel van het horecaterras . 

 

Het college overweegt daarenboven de horecazaken die reeds een uitbreiding hebben aangevraagd (en dus volgens het belastingreglement moeten betalen voor deze ingenomen m²) een korting te bieden, waarbij ze gedurende de 5 weken dat de zaterdagmarkt niet kan plaatsvinden op de Grote Markt, 5/52ste minder m² van het uitgebreide deel van het horecaterras belast worden.

 

In de zone waarbinnen de compensatiemaatregel wordt aangeboden, zijn er circa 41 horecazaken in de mogelijkheid een regulier zomerterras te plaatsen. Circa 31 van deze 41 zaken hebben een mogelijkheid tot uitbreiding van hun regulier zomerterras. Op heden hebben 10 horecazaken reeds een gegunde uitbreiding verkregen. De korting van 5/52ste belaste m² op deze uitbreiding zou per horecazaak tussen de circa 35 tot 225 euro bedragen. De totale korting op deze steekproef van 10 horecazaken, die samen een goede staalkaart bieden van het gemiddelde horecaterras in Lier en dus van de financiële weerslag van deze maatregel, zou rond de 733 euro bedragen, oftewel ongeveer 73 euro gemiddeld per horecazaak. Indien nog eens 10 zaken in deze periode een uitgebreid horecaterras zouden plaatsen en dat nadien bestendigen (en dus recht krijgen op de korting van 5/52ste op het aantal belaste m² van het uitgebreide deel), kunnen de financiële gevolgen voor de inkomsten uit de belasting op terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein oplopen tot circa 1500 euro. Anderzijds zijn er ook extra belastinginkomsten mogelijk, doordat horecazaken die voordien niet geloofden in de mogelijkheden van een uitgebreid zomerterras voor hun zaak, nu wel overtuigd kunnen geraken om van deze mogelijkheid gebruik te maken en er dus op belast zullen worden. 

 

Fasering

- Na goedkeuring door het college en de gemeenteraad van 25 april worden alle horecazaken in de getroffen zone door de dienst economie van de stad via mail op de hoogte gebracht van deze compensatiemaatregel.

- Horecazaken die reeds een vergund uitgebreid zomerterras hebben, moeten geen verdere actie ondernemen en zullen de korting automatisch verrekend zien bij de incohiering van hun terrasbelasting.

- Horecazaken met een regulier vergund zomerterras die nog geen uitgebreid zomerterras hadden aangevraagd, moeten de aanvraag indienen via economie@lier.be, inclusief beperkte staving van de ruimtelijke inname via foto's of plan met gemarkeerde zone incl. afmetingen.

 

De extra inname van de uitbreiding mag maximaal 100% van het regulier vergunde zomerterras omvatten, voor of naast hun zaak (waar dit de minimale doorgang van 4 m voor interventiediensten vrijwaart en/of waar er min. 1,50 m doorgang voor voetgangers vrij blijft tussen de rijbaan en het terras).

 

Indien de uitbreiding naast hun vergund terras dient ingericht te worden, moet hier voorafgaandelijk wél een goedkeuring van de eigenaar van dit naastgelegen pand voor bekomen worden (deze getekende overeenkomst dient bij de aanvraag toegevoegd te worden).

 

Horeca-uitbatingen gevestigd op de Grote Markt, die hun (max. 100%) uitbreiding niet vóór of naast hun vergund terras kunnen realiseren, mogen dit op het binnenplein van de Grote Markt inrichten óf -indien positief geadviseerd- op de brede terrassenzone (tussen de Florent van Cauwenberghstraat en de Antwerpsestraat).

 

Horeca-uitbatingen die een uitbreiding kunnen realiseren (max. 100%) door de inname van een parkeerplaats, kunnen ook een aanvraag indienen.

 

In het kader van acties of evenementen dient het horecaterras verwijderd of ingekort te worden op verzoek van de stad.

 

In de zones zoals omschreven in het APR – onderafdeling 5,6 & 7, gelden in normale omstandigheden vorm- en kleurbepalingen voor extra parasols. Gedurende de periode van de werken moeten deze vorm- en kleurbepalingen voor het uitgebreide deel niet nageleefd worden. Indien het uitgebreide deel nadien bestendigd wordt, gelden deze vorm- en kleurbepaling wel.

 

Op het uitgebreide terrassen mag enkel meubilair geplaatst worden (stoelen, tafels, parasols). Het plaatsen van extra windschermen is niet toegestaan.Er mogen geen verankeringen worden aangebracht in het openbaar domein.

 

Na goedkeuring door de dienst economie mogen deze horecazaken vanaf zaterdag 30 april 2022 tot en met 3 juni 2022 het uitgebreide horecaterras opstellen op de goedgekeurde locatie. Indien deze horecazaken het uitgebreide terras nadien wensen te behouden voor de komende zomerseizoenen, zullen ze daarop belast worden volgens het belastingreglement, minus de korting van 5/52ste van het aantal belaste m² van het uitgebreide deel.

 

Indien van toepassing: coronabarometer

• Tot slot dienen de social distancing - en andere hygiënemaatregelen uiteraard op al deze locaties strikt nageleefd te worden op basis van de nog nader te bepalen uitvoeringsmodaliteiten in de volgende Koninklijke Besluiten. Ook de andere bepalingen in de volgende Koninklijke Besluiten zoals m.b.t. een eventueel sluitingsuur, geluidsnormen, capaciteitsbeperking, crowdcontrol,... zullen nageleefd moeten worden en kunnen daarbij de bepalingen in het Algemeen Politiereglement overrulen.

 

Juridische grond

Artikel 170, §4, eerste lid, van de Grondwet, Beslissingen tot het heffen van gemeentebelastingen behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Decreet Lokaal Bestuur, artikel 41 §2 14°: de gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.

 

Belastingreglement op terrassen en andere uitstallingen op het openbaar domein,

goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019.

 

Argumentatie

Het college overweegt de horecauitbaters van de Grote Markt en omgeving, geïmpacteerd door de werken, gedurende de periode waarin de zaterdagmarkt niet kan plaatsvinden op de Grote Markt en omgeving, te compenseren door een onbelaste uitbreiding van hun reguliere vergunde zomerterras vanaf zaterdag 30 april tot en met vrijdag 3 juni toe te staan, hetzij door een korting van 5/52ste op het aantal belaste m² van hun reeds vergunde uitgebreide zomerterras te gunnen.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/17/KAP/01/13

Ontvangen lokale belastingen

 

Geschatte impact op de ontvangen lokale belastingen: een minderontvangst van 750 à 1500 euro.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de horecauitbaters van de Grote Markt en omgeving, geïmpacteerd door de werken aan de Grote Markt tussen 25 april en 3 juni 2022, gedurende de periode waarin de zaterdagmarkt niet kan plaatsvinden op de Grote Markt en omgeving, te compenseren door een onbelaste uitbreiding van hun reguliere vergunde zomerterras vanaf zaterdag 30 april tot en met vrijdag 3 juni toe te staan, hetzij door een korting van 5/52ste op het aantal belaste m² van hun reeds vergunde uitgebreide zomerterras te gunnen.

 

Art. 2:

De gemeenteraad beslist volgend aanbod voor compensatiemaatregel aan de horeca goed te keuren:

 

- Na goedkeuring door de gemeenteraad van 25 april worden alle horecazaken in de getroffen zone door de dienst economie van de stad via mail op de hoogte gebracht van deze compensatiemaatregel.

 

- Horecazaken die reeds een vergund uitgebreid zomerterras hebben, moeten geen verdere actie ondernemen en zullen de korting automatisch verrekend zien bij de incohiering van hun terrasbelasting.

 

- Horecazaken met een regulier vergund zomerterras die nog geen uitgebreid zomerterras hadden aangevraagd, moeten de aanvraag indienen via economie@lier.be, inclusief beperkte staving van de ruimtelijke inname via foto's of plan met gemarkeerde zone incl. afmetingen.

 

De extra inname van de uitbreiding mag maximaal 100% van het regulier vergunde zomerterras omvatten, voor of naast hun zaak (waar dit de minimale doorgang van 4 m voor interventiediensten vrijwaart en/of waar er min. 1,50 m doorgang voor voetgangers vrij blijft tussen de rijbaan en het terras).

 

Indien de uitbreiding naast hun vergund terras dient ingericht te worden, moet hier voorafgaandelijk wél een goedkeuring van de eigenaar van dit naastgelegen pand voor bekomen worden (deze getekende overeenkomst dient bij de aanvraag toegevoegd te worden).

 

Horeca-uitbatingen gevestigd op de Grote Markt, die hun (max. 100%) uitbreiding niet vóór of naast hun vergund terras kunnen realiseren, mogen dit op het binnenplein van de Grote Markt inrichten óf -indien positief geadviseerd- op de brede terrassenzone (tussen de Florent van Cauwenberghstraat en de Antwerpsestraat).

 

Horeca-uitbatingen die een uitbreiding kunnen realiseren (max. 100%) door de inname van een parkeerplaats, kunnen ook een aanvraag indienen.

 

In het kader van acties of evenementen dient het horecaterras verwijderd of ingekort te worden op verzoek van de stad.

 

In de zones zoals omschreven in het APR – onderafdeling 5,6 & 7, gelden in normale omstandigheden vorm- en kleurbepalingen voor extra parasols. Gedurende de periode van de werken moeten deze vorm- en kleurbepalingen voor het uitgebreide deel niet nageleefd worden. Indien het uitgebreide deel nadien bestendigd wordt, gelden deze vorm- en kleurbepaling wel.

 

Op het uitgebreide terrassen mag enkel meubilair geplaatst worden (stoelen, tafels, parasols). Het plaatsen van extra windschermen is niet toegestaan. Er mogen geen verankeringen worden aangebracht in het openbaar domein.

 

Na goedkeuring door de dienst economie mogen deze horecazaken vanaf zaterdag 30 april 2022 tot en met 3 juni 2022 het uitgebreide horecaterras opstellen op de goedgekeurde locatie. Indien deze horecazaken het uitgebreide terras nadien wensen te behouden voor de komende zomerseizoenen, zullen ze daarop belast worden volgens het belastingreglement, minus de korting van 5/52ste van het aantal belaste m² van het uitgebreide deel.

 

Indien van toepassing: coronabarometer

• Tot slot dienen de social distancing - en andere hygiënemaatregelen uiteraard op al deze locaties strikt nageleefd te worden op basis van de nog nader te bepalen uitvoeringsmodaliteiten in de volgende Koninklijke Besluiten. Ook de andere bepalingen in de volgende Koninklijke Besluiten zoals m.b.t. een eventueel sluitingsuur, geluidsnormen, capaciteitsbeperking, crowdcontrol,... zullen nageleefd moeten worden en kunnen daarbij de bepalingen in het Algemeen Politiereglement overrulen.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

STAD LIER - JAARRAPPORT KLACHTEN 2021. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Jaarlijks maakt de stad en rapport op over de klachtenbehandeling van het voorgaande jaar. De algemeen directeur rapport hierover aan de gemeenteraad.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur inz. art. 302 en 303.

 

BESLUIT

Art. 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het jaarrapport klachten 2021.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

RUP OMVORMEN KLEINE INDUSTRIE - DEFINITIEVE VASTSTELLING NA SCHORSING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het college besliste op 1 oktober 2018 de opmaak van het RUP "herbestemming

bedrijfsgebieden" toe te wijzen aan Antea Group.

Op 3 december 2018 werd door het college het planteam samengesteld. Vervolgens heeft het college op 6 mei 2019 de startnota goedgekeurd. De participatieperiode verliep van 9 september 2019 tot en met 7 november 2019; met een participatiemoment op 8 oktober 2019 in cultuurcentrum De Mol.

De scopingnota werd goedgekeurd op 31 augustus 2020 en het voorontwerp RUP op 12 oktober 2020. Een infomoment over het (voor)ontwerp RUP vond digitaal plaats op 17 november 2020. Er werd beslist een schriftelijke adviesronde te organiseren tijdens de plenaire fase.

De gemeenteraad is op 28 juni 2021 overgegaan tot voorlopige vaststelling. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 20 juli 2021 tot en met 17 september 2021. Op 6 september 2021 werd een digitaal infomoment georganiseerd.

 

Op 21 februari 2022 keurde de gemeenteraad de definitieve vaststelling goed.

In zitting van 24 maart besliste de deputatie het RUP te schorsen wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste:

 

"Overwegende dat in de parlementaire voorbereiding deze “substantieel vormvereiste” als volgt wordt toegelicht :

“Een “substantiële vormvereiste” is een gekend begrip in het administratief recht. Een schending van dergelijke vormvereiste zal bij de Raad van State onvermijdelijk leiden tot de vernietiging van het RUP. Het gaat bijvoorbeeld over procedurefouten inzake het openbaar onderzoek, het niet-inwinnen van verplichte adviezen, essentiële wijzigingen aan het RUP die niet voortvloeien uit het openbaar onderzoek, schendingen van de motiveringsplicht enzovoort. Ook een schending van VCRO, artikel 4.4.10, §2, met betrekking tot de basisrechten voor zonevreemde constructies dient hieronder te worden begrepen. Wanneer de Vlaamse Regering of de deputatie dergelijke schendingen vaststellen kunnen zij overgaan tot schorsing, zodat nodeloze procedures bij de Raad van State worden voorkomen.

[…]

De schorsingsbevoegdheid beperkt zich dus tot legaliteitsaspecten en kan geen nieuwe opportuniteitsbeoordeling inhouden.” (Parl.St. Vl.Parl. 2013-2014, nr. 2371/1)

 

Overwegende dat er discrepanties zijn tussen het grafisch plan, de toelichtingsnota en de

gemeenteraadsbeslissing die kunnen leiden tot een vernietiging van het RUP;

 

Overwegende dat in de gemeenteraadsbeslissing d.d. 21.02.2022 houdende de definitieve vaststelling van het gem.RUP staat :

De gemeenteraad treedt het advies van de GECORO bij en maakt de motieven van het advies en de beoordeling van de bezwaren en opmerkingen tot haar eigen beoordeling. Volgende aanpassingen of aanvullingen worden aan de voorlopige vaststelling doorgevoerd: (…)

Deelgebied 5 — Bernard Van Hoolstraat - Art. 1.1 Bestemmingsvoorschriften o Verordenend deel wordt aangepast in: De zone is bestemd voor gemengde functies. Volgende functies worden toegelaten: wonen; kantoren, diensten en vrije beroepen; gemeenschapsfuncties; kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid in de vorm van productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen.

 

Overwegende dat de bijgevoegde en ondertekende stedenbouwkundige voorschriften in overeenstemming werden gebracht met voorgaande paragraaf van de gemeenteraadsbeslissing;

 

Overwegende dat evenwel volgende zaken NIET aangepast werden conform de vermelde gemeenteraadsbeslissing :

De toelichtingsnota :

p. 55 :

Uit het ruimtelijk onderzoek volgen een aantal krachtlijnen die als ruimtelijk waardevol worden gezien voor het motiveren van de herbestemming: - Het deelgebied heeft een ruimtelijke en visuele connectie met het dorpscentrum. Op de verbindingsweg wordt een versterking van de woonfunctie beoogd. Voorzieningen in functie van wonen kunnen daarbij als nevenfunctie aan het wonen worden verbonden. Onder aan wonen verwante activiteiten wordt verstaan: kleinschalige ambachtelijke activiteiten en handelszaken, dienstverlenende functies en vrije beroepen.

p. 80 :

Deelgebied 5 – Bernard Van Hoolstraat Artikel 1 – Zone voor wonen Het deelgebied is bestemd voor wonen. Toegestane nevenfuncties zijn zorgwonen, kantoren, diensten en vrije beroepen, alsook kleinschalige ambachten in de vorm van werk- en opslagplaatsen.

De titel van de stedenbouwkundige voorschriften :

deze voorziet voor het deelgebied 5 “zone voor wonen” i.p.v. de in de gemeenteraadsbeslissing voorziene “zone bestemd voor gemengde functies”

Het verordenend grafisch plan voor deelgebied 5:

kleurt de zone in het rood in als “zone voor wonen” i.p.v. als “zone voor gemengde functies”

 

Overwegende dat de stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan niet van elkaar mogen verschillen gezien dit kan leiden tot een vernietiging van het RUP :

De stedenbouwkundige voorschriften en de grafische voorstelling zijn dus juridisch gelijkwaardig. Bij strijdigheid van beide moet men de bedoeling van de ontwerper trachten te achterhalen, bijvoorbeeld aan de hand van de toelichting of commentaren.

(Zakboekje R.O., 2020, p. 279)

Een grafische voorstelling van een bestemming die niet beantwoordt aan de motivering van de werkelijk bedoelde bestemming is onwettig.

(RvS, 26 januari 2000, nr. 84.868)

 

Overwegende dat in deze omstandigheden het gem.RUP ‘Omvormen kleine industriegebieden’ dient geschorst te worden conform het vermelde art. 2.2.23 VCRO; dat het vermelde artikel verder aangeeft :

§ 3. In geval van schorsing beschikt de gemeenteraad over een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na de verzending van het schorsingsbesluit aan de gemeente, om het ruimtelijk uitvoeringsplan opnieuw definitief vast te stellen. Onverminderd artikel 2.2.21, § 6, derde lid, kunnen bij de definitieve vaststelling van het plan ten opzichte van het geschorste plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit het schorsingsbesluit. Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt samen met het nieuwe besluit van de gemeenteraad onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, en aan het departement. Als de gemeenteraad binnen de voormelde termijn van negentig dagen geen nieuw besluit tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan neemt, vervallen het geschorste gemeenteraadsbesluit en het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan."

 

Feiten en context

Aanleiding

De stad Lier wenst een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken voor vijf voormalige bedrijfssites, verlaten of reeds ingevuld met woningbouw, die deel uitmaken van het dichte woonweefsel. Deze sites zijn volgens het gewestplan ingekleurd als milieubelastende industrie of ambachtelijke bedrijven en kmo’s. Het doel is om deze kleine industriegebieden om te vormen naar een hedendaagse bestemmingszone die zich laat integreren in de omgevingscontext.

 

Situering

 Gewestelijk niveau

De stad Lier is volgens het RSV geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. Bij de selectie wordt de categorie “goed uitgerust” als uitgangspunt gehanteerd. De afbakening van de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden gebeurt door de provincie in nauw overleg met het Vlaams Gewest en de betrokken gemeenten. Het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Lier behoort tot de Vlaamse Ruit.

 

In structuurondersteunende kleinstedelijk gebieden moet het beleid erop gericht zijn de stedelijke kern en het stedelijk functioneren te consolideren en te versterken door het creëren van ruimte voor een bijkomend aanbod aan woningbouw, aan stedelijke voorzieningen en aan economische activiteiten. De afbakening ervan is een taak voor de provincie.

 

Deelgebieden 1 t.e.m. 3 maken deel uit van het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied.

 

Deelgemeente Koningshooikt in het buitengebied. Koningshooikt is een deelgemeente van Lier en wordt beschouwd als een dorpskern binnen het buitengebied. In het buitengebied is het beleid gericht op het behoud, het herstel, de ontwikkeling en het verweven van de belangrijke structurerende elementen. Dit betekent niet dat het buitengebied wordt ‘bevroren’. De bestaande ruimtelijke structuur en het fysisch systeem bieden het raamwerk waarbinnen dynamische activiteiten en functies met steeds wijzigende omgevingsvereisten op flexibele manier moeten kunnen functioneren. Deze dynamiek moet natuurlijk op de schaal en op het tempo van het buitengebied worden gehouden. Voor de functies wonen en werken is dit dus niet dezelfde dynamiek als diegene die in de stedelijke gebieden aanwezig is en er gestimuleerd wordt. De specifieke eigenheid van het wonen en werken in het buitengebied moet erkend en gerespecteerd worden, en in relatie gebracht worden met het duurzaam functioneren van de agrarische en de natuurlijke structuur.

 

Voor het buitengebied worden volgende doelstellingen vooropgesteld:

        het vrijwaren van het buitengebied voor haar essentiële functies landbouw, natuur,               bosbouw, wonen en werken op het niveau van het buitengebied;

        het tegengaan van versnippering van de open ruimte;

        het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied;

        het ontwikkelen van landbouw, natuur en bossen in goed gestructureerde gebieden;

        het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit;

        het afstemmen van het ruimtelijk beleid en van het milieubeleid op basis van het fysisch

systeem;

        het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.

 

Voor de nederzettingsstructuur gelden o.a. volgende ontwikkelingsperspectieven:

        wonen en werken concentreren in de kernen van het buitengebied;

        geen verdere groei van linten en verspreide bebouwing;

        in de provincie Antwerpen moeten 105.098 bijkomende woningen worden opgericht. Daarvan mogen er max. 40 % in de kernen van het buitengebied worden gerealiseerd;

        minimale woningdichtheid = 15 woningen/ha.

 

De deelgebieden 4 en 5 zijn gelegen binnen dit buitengebied.

 

De Vlaamse Regering keurde op 20 juli 2018 de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen goed. De strategische visie omvat een toekomstbeeld en een overzicht van voorname beleidsopties op lange termijn, met name de strategische doelstellingen.

 

Het uiteindelijke Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zal bestaan uit een strategische visie en een operationaliseringsprogramma in de vorm van een set beleidskaders. Het zal de strategische krachtlijnen schetsen voor de ruimtelijke ontwikkeling voor de komende decennia en de basis vormen voor operationele maatregelen zoals het opmaken en bijsturen van regelgeving, instrumentarium, beleidskaders of ontwikkelingsprogramma’s.

 

De Vlaamse Regering wil een ambitieus veranderingstraject op gang trekken om het bestaand ruimtebeslag beter en intensiever te gebruiken en zo de druk op de open ruimte te verminderen. Het doel is het gemiddeld bijkomend ruimtebeslag terug te dringen tegen 2025. De inname van nieuwe ruimte moet tegen 2040 volledig gestopt zijn. De ontwikkeling van nieuwe woningen, werkplekken en voorzieningen zal dus meer en meer moeten gebeuren op goed gelegen locaties in onze steden en dorpen. Op een aantal plaatsen kan dat betekenen dat er voor inbreiding gekozen wordt om een sterke verdichting te krijgen.

 

 Provinciaal niveau

Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen werd goedgekeurd op 10 juli 2001 en partieel herzien in 2011.

 

Het plangebied is gelegen in de deelruimte “Mechelen-Lier-Aarschot”. Het gebied Lier - Aarschot is geselecteerd als provinciaal stedelijk netwerk. Het is een gebied dat bij voorkeur op provinciaal niveau

de gewenste groei opvangt, meer bepaald in de kleinstedelijke gebieden en de structuurondersteunende hoofddorpen. Ten zuiden van het netwerk wenst de provincie de open ruimte van het Mechels rasterlandschap maximaal te beschermen tegen verdere verlinting en verstedelijking. Ten noorden wordt het Netegebied gevrijwaard van bijkomende druk vanwege de functies wonen en werken.

 

Koningshooikt is geselecteerd als hoofddorp type III. Buiten het “stedelijk gebied Lier” en de “dorpskern Koningshooikt” werden binnen de stad Lier geen woonkernen geselecteerd. De nederzettingen die niet als woonkern werden geselecteerd, kunnen zich slechts ontwikkelen binnen de huidige vastliggende bouwmogelijkheden langsheen uitgeruste straten en in niet-vervallen verkavelingen (=juridische voorraad). Er kunnen geen lokale bedrijventerreinen worden aangelegd.

 

 Gemeentelijk niveau

Op 9 december 2003 werd het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) voor de stad Lier goedgekeurd.

 

De stad Lier wordt opgebouwd uit hoofd- en deelruimten. De deelgebieden 1 t.e.m. 3 zijn gelegen binnen de hoofdruimte “Valleigebieden”, deelgebieden 4 en 5 binnen de hoofdruimte “Landbouwgebied Koningshooikt”. De deelgebieden situeren zich binnen volgende deelruimten:

 

- deelgebieden 1 t.e.m. 3 zijn gelegen binnen deelruimte “stedelijke ruimte”;

- deelgebied 4 is gelegen binnen twee deelruimtes, met name het “zuidwestelijk grensoverschrijdend bosgebied” en de “vallei van Itterbeek”;

- deelgebied 5 is gelegen binnen de deelruimte “dorpskern Koningshooikt vs. Van Hool”.

 

Voor de vallei van Itterbeek waarbinnen deelgebied 4 – Beekstraat is gelegen, is volgende visie binnen het GRS opgenomen:

- de vallei krijgt een verbindingsfunctie tussen de vallei van de Beneden Nete, de openruimte corridor Koningshooikt, het sneeuwklokjesreservaat en het zuidwestelijk grensoverschrijdend bosrijk gebied; en moet als dusdanig worden ontwikkeld. D.w.z. schaalverkleining in een voldoende brede omgeving en het inbrengen van kleine landschapselementen. Binnen het vernieuwd landschap worden geen bouwactiviteiten toegelaten, moet de verspreide bebouwing worden afgeremd en waar mogelijk worden teruggedrongen. Zonevreemde bedrijven moeten geherlokaliseerd worden.

 

Een ruimtelijk concept binnen het GRS is de meerpotigheid van de economische structuur naar de toekomst toe minimaal te houden. Als mogelijke actie ter ondersteuning van het beleid is binnen het richtinggevend gedeelte opgenomen:

Lier kan uitvoeringsplannen opmaken om de in het stedelijk gebied verspreid voorkomende niet- woongebiedjes, waaronder KMO/industriegebied, om te vormen tot een meer hedendaagse bestemmingszone.

 

Voorontwerp RUP

Naar aanleiding van de schriftelijke adviesronde tijdens de plenaire fase, werden de stedenbouwkundige voorschriften aangepast en verduidelijkt, en dit om tegemoet te komen aan de ontvangen adviezen.

Het college heeft vervolgens in de zitting van 10 mei 2021 een aantal aanpassingen aan de voorschriften doorgevoerd met als doel de voorschriften te vereenvoudigen en overbodige bepalingen te schrappen. De aanpassingen doen geen afbreuk aan de algemene doelstellingen en principes van het RUP.

 

Aanpassingen aan het (voor)ontwerp RUP

Algemene aanpassingen:

- de algemene bepalingen 0.4 t.e.m. 0.8 werden geschrapt met als doel de voorschriften te vereenvoudigen;

- voor alle deelgebieden werd een maximale verhardingsgraad bepaald. De onverharde en onbebouwde ruimte dient ingericht te worden als groenruimte. Dit om tegemoet te komen aan de adviezen om binnen het RUP, de principes van kwalitatieve vergroening en het beperken van verharde oppervlakken toe te passen.

 

Specifieke aanpassingen per deelgebied:

1/ Deelgebied Sterrenstraat:

- kleinschalige ambachtelijke activiteiten zijn verplicht in te richten binnen de gebouwplint van de Sterrenstraat. Dit om tegemoet te komen aan de adviezen en om een verankering van kleinschalige bedrijfsactiviteiten op de site te voorzien;

- de netto-vloeroppervlakte per niet-woonfunctie bedraagt maximaal 400m² per activiteit;

- er moeten toegangsmogelijkheden worden verzekerd tot de achtertuinen van de aangrenzende percelen langsheen de Eeuwfeestlaan gelegen buiten het plangebied;

- de maximale bouwdiepte voor het volume langsheen de Sterrenstraat wordt bepaald op 17 m voor alle verdiepingen. Voor de volumes niet gelegen aan de straatzijde van de Sterrenstraat is de bouwdiepte vrij, mits ruimtelijk verantwoord;

 

2/ Deelgebied Mechelsesteenweg:

- de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m en op de hogere verdiepingen maximaal 9 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

- de hellingsgraad van het dak van het hoofdvolume en de bouwhoogte van de uitbouw achter het hoofdvolume wordt geschrapt;

- schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

 

3/ Deelgebied Elzenlaan:

- de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m en op de hogere verdiepingen maximaal 9 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

- de hellingsgraad van het dak van het hoofdvolume en de bouwhoogte van de uitbouw achter het hoofdvolume wordt geschrapt;

- schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

 

4/ Deelgebied Beekstraat:

- aanvulling voorschriften met: zone voor waterloop en oeverinrichting waar een bouwvrije afstand van min. 5 m ten opzichte van de kruin van de waterloop moet worden aangehouden;

- de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

- de hellingsgraad van het dak wordt geschrapt;

- schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

- de technische inrichtingsprincipes aan de waterloop worden opgenomen als toelichting i.p.v. als voorschriften.

 

5/ Deelgebied Bernard Van Hoolstraat:

- de bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt maximaal 17 m. Op de eerste verdieping wordt maximaal 13 m toegestaan, inclusief terrassen en uitbouwen;

- de hellingsgraad van het dak wordt geschrapt;

- schrappen van de specifieke voorwaarden voor bijgebouwen en carports;

 

6/ Aanpassingen aan de grafische plannen van het voorontwerp RUP

Er werden geen aanpassingen aan de grafische plannen aangebracht.

 

Procedureverloop

Het voorontwerp RUP werd op 6 april 2020 goedgekeurd en onderworpen aan een schriftelijke plenaire vergadering. De Gecoro adviseerde het voorontwerp op 26 mei 2020. De geformuleerde opmerkingen en suggesties werden onderzocht en verwerkt in het ontwerp RUP dat op 28 september 2020 door de gemeenteraad voorlopig werd vastgesteld.

 

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 20 juli 2021 tot en met 17 september 2021. Op 6 september 2021 werd een infomoment georganiseerd.

De decretale verplichte aankondigingen van het openbaar onderzoek gebeurde door een bericht van aanplakking in de gemeente, publicatie in het Belgisch Staatsblad van 16 juli 2021, aankondiging op de gemeentelijke website en in het gemeentelijk infoblad.

Na sluiting van het openbaar onderzoek bundelt en coördineert de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad.

Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.

De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.

Overeenkomstig artikel 2.2.21 §6 van de Vlaamse Codex voor Ruimtelijke Ordening (VCRO) stelt de gemeenteraad een ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek. Bijgevolg moet het ruimtelijk uitvoeringplan uiterlijk op 16 maart 2022 definitief worden vastgesteld.

Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan moet de overeenkomstig art. 2.2.5. van de VCRO voorgeschreven stukken bevatten.

 

 

Adviezen en Openbaar onderzoek

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) heeft tijdens de periode van het openbaar onderzoek in totaal 17 bezwaarschriften ontvangen.

Volgende instantie heeft advies en/of en opmerkingen geformuleerd:

- Provincie Antwerpen, Dienst Ruimtelijke Planning dd. 26 augustus 2021

 

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening heeft op 15 november 2021 de ontvangen opmerkingen, adviezen en bezwaren beoordeeld en een advies geformuleerd. De beoordeling van de bezwaren en de adviezen worden bij dit besluit gevoegd.

 

RVR-toets en ontheffing plan-MER

Op basis van de uitgevoerde RVR-toets op 23 december 2019 blijkt dat voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid, het RUP niet verder voorgelegd dient te worden aan het Team Externe Veiligheid en er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.

Op 8 februari 2021 werd in het kader van artikel 2.2.4 §3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, een ontheffing van de plan-MER-plicht aangevraagd.

Op 26 april 2021 werd door het Team Mer geoordeeld dat voor het voorliggende RUP geen plan-MER opgesteld moet worden.

Bijgevolg is voldaan aan de bepalingen van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), zoals aangepast door het decreet van 27 april 2007 (planMERdecreet) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s (Plan-m.e.r.-besluit).

 

Waterparagraaf

Deelgebied 1 - Sterrenstraat

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren.

Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden. Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Deelgebied 2 – Mechelsesteenweg

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren.

Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Deelgebied 3 – Elzenlaan

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding. Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren.

Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Deelgebied 4 – Beekstraat

Langsheen de oostelijke grens van het deelgebied 4 loopt de Itterbeek, een geklasseerde waterloop van 2e categorie. De waterloop is ingesnoerd en overwelfd door betonnen constructies. Bij het saneren van het deelgebied wordt de mogelijkheid geboden om de bedding van de waterloop aan te pakken en deze meer ruimte te geven.

Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. Een ontharding van het deelgebied staat voorop, mede doordat bijna de helft van het terrein een openruimtebestemming krijgt en daarbij wordt onthard en nieuwe verhardingen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding.

Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren. Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

Binnen het deelgebied is ter hoogte van de achterste perceelsgrens een beperkte effectief overstromingsgevoelige zone. Door de Itterbeek meer ruimte te geven, zal dit een positief effect hebben op de overstromingsgevoelige zones rond en ten zuiden van het deelgebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water, door het herbestemmen naar een open ruimtefunctie, alsook verhardingen in maximaal waterdoorlatende materialen te voorzien. Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering

 

Deelgebied 5 – Bernard Van Hoolstraat

Binnen het deelgebied stroomt geen waterloop. Het deelgebied is aangeduid als zijnde infiltratiegevoelig. De verhardingen zullen maximaal gebeuren in waterdoorlatende materialen. De nodige buffering dient voorzien te worden bij verdere bebouwing en verharding.

Binnen het deelgebied is voldoende ruimte aanwezig om deze buffering te realiseren. Er zal voldaan worden aan de geldende wetgeving, waardoor geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

Binnen het deelgebied zijn geen zones aangeduid als potentieel, effectief of recent overstroomd gebied.

Binnen het RUP is reeds aandacht voor water (bv. verhardingen maximaal in waterdoorlatende materialen). Bovendien zal voldoende buffering voorzien worden zodat voldaan wordt aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging). Er worden dan ook geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Het deelgebied is gelegen binnen centraal gebied volgens het zoneringsplan. Er is riolering aanwezig die is aangesloten op de waterzuivering.

 

Op te heffen verkavelingen

Binnen het plangebied worden geen niet-vervallen, goedgekeurde verkavelingen opgeheven.

 

Recht van voorkoop

Binnen het RUP zal er geen recht van voorkoop uitgeoefend worden.

 

Juridische grond

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.2.21, § 6 en artikel 2.2.5

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets;

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s;

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

 

Argumentatie

Behandeling van de bezwaren adviezen en opmerkingen, voortvloeiend uit het openbaar onderzoek De bezwaren, opmerkingen en adviezen werden door de Gecoro gebundeld. De Gecoro bracht een gunstig advies uit.

De gemeenteraad treedt het advies van de GECORO bij en maakt de motieven van het advies en de beoordeling van de bezwaren en opmerkingen tot haar eigen beoordeling. Volgende aanpassingen of aanvullingen worden aan de voorlopige vaststelling doorgevoerd:

 

Deelgebied 1 – Sterrenstraat

- Art. 1.2.2 Plaatsing van de gebouwen

o  Verwijzingen naar de muur in het toelichtend deel schrappen

- Art. 1.2.6 Behoud van industriële relicten

o  Verordenend deel aanvullen: Het behoud van bepaalde markante onderdelen van het verlaten industrieel complex staat voorop, mits sectorale regelgeving kan worden gerespecteerd

o  Verwijzingen naar de muur in het toelichtend deel schrappen

o  Aanvullen toelichtend deel met: Te respecteren sectorale regelgeving heeft o.a. betrekking op bodemsaneringswerken, archeologie, etc.

- Art. 1.2.9 Ontsluiting

o   Aanvullen met: Het recht van doorgang langs de achtertuinen van de Maanstraat blijft behouden. Doorgang voor gemotoriseerd verkeer moet mogelijk zijn, zonder de inrichting van een toegangsweg te krijgen.

- Art. 2 Indicatief tracé voor zacht verkeer

o  Aanvullen verordenend deel: Ter hoogte van het recht van doorgang heeft de fiets- en voetgangersverbinding een inrichting die ook plaatselijk gemotoriseerd verkeer toelaat. Overige tracés dienen voorzien te worden van de nodige inrichtingsmaatregelen zodat de weg niet door gemotoriseerd verkeer kan worden gebruikt.

o  Aanvullen toelichtend deel met: Er loopt een recht van doorgang (servitudeweg) langs de achtertuinen van de woonpercelen nrs. 34-56 aan de Maanstraat.

 

Deelgebied 4 – Beekstraat

- Art. 3.2 Inrichtingsvoorschriften, bij overdruk: Zone voor waterloop en oeverinrichting

o Verordenend deel aanvullen met: Deze verhardingen zijn waterdoorlatend en worden beperkt tot het strikt noodzakelijke in functie van onderhoud en/of verbinding voor traag verkeer. De keuze van materiaalgebruik is afgestemd op zwaar verkeer.

o Toelichtend deel aanvullen met: Onder waterdoorlatende verhardingen wordt verstaan: dolomieten, grasdallen, etc.

o Verordenend deel aanvullen met: Deze afsluiting dient wegneembaar te zijn, alsook alle andere constructies.

o Toelichtend deel aanvullen met: Onder andere constructies wordt verstaan: picknickbanken, vuilnisbakken, etc.

- Grafisch plan:

o Aanpassen van de 5m-zone. Deze erfdienstbaarheidszone moet gerekend worden vanaf de kruin van de waterloop en bedraagt 5m.  

 

Deelgebied 5 – Bernard Van Hoolstraat

- Art. 1.1 Bestemmingsvoorschriften

o Verordenend deel wordt aangepast in: De zone is bestemd voor gemengde functies. Volgende functies worden toegelaten: wonen; kantoren, diensten en vrije beroepen; gemeenschapsfuncties; kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid in de vorm van productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen.

De functies mogen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschrijden. Een maximale integratie binnen de omgevingscontext staat voorop.

Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: bedrijven die een abnormale hinder, bodem- en luchtvervuiling, geluids-, geur- en trillingshinder veroorzaken. Andere milieubelastende activiteiten die niet door maatregelen binnen de kavel gebufferd  kunnen worden.

Nevenfuncties bij het wonen worden toegestaan, met name: (…)

o Toelichtend deel aanvullen met: Voorbeelden van gemeenschapsfuncties: jeugdlokalen, academie, crèches, etc.

Voorbeelden van kleinschalige ambachten: werk- en opslagplaatsen, schrijnwerker, drukkerij, etc.

- Art. 1.2.5 Bijgebouwen en carports

o Toelichtend deel aanvullen met: In de tuinen kunnen bijgebouwen horend bij de   woonfunctie en/of in  functie van de nevenbestemming worden opgericht, (…)

- Art. 1.2.6 Inrichting van de niet-bebouwde ruimte

o Verordenend deel aanvullen met: De onverharde en onbebouwde ruimte dient maximaal ingericht te worden als groenruimte.

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

8 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de schorsing door de Bestendige Deputatie en dat het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aangepast werd zoals hoger in dit besluit beschreven.

 

Art 2:

De gemeenteraad beslist het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan “omvormen kleine industrie gebieden” definitief vast te stellen.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

HOGE VELDEN: INNAME 6 EN 13 MINNELIJKE VERKOOP. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het project Hoge Velden heeft tot doel de grond gelegen te hoek Aarschotsesteenweg, RING te ontwikkelen tot hoog dynamische recreatie.

 

De gemeenteraad van Lier heeft op 24 april 2017 voorlopig en op 26 juni 2017 definitief beslist om, met oog op de realisatie van het RUP "Hoogdynamische recreatie Hoge Velden - Posthoorn" over te gaan tot de verwerving bij wijze van onteigening voor het algemeen nut van de onroerende goederen, gelegen te Lier, met een totale in te nemen oppervlakte en kadastraal bekend zoals aangeduid op het bijgevoegde onteigeningsplan met innemingstabel.

 

Op 3 mei 2017, 29 oktober 2018 en 12 december 2018 vroeg de stad Lier een onteigeningsmachtiging aan voor de op het bijgevoegde onteigeningsplan aangeduide inneming.

 

Op 22 januari 2019 heeft de Vlaamse minister van binnenlands bestuur, inburgering, wonen, gelijke kansen en armoedebestrijding de onteigeningsmachtiging goedgekeurd.

 

De onteigeningsmachtiging diende correct bekend gemaakt te worden. Dit enerzijds door een publicatie in het Belgisch Staatsblad en anderzijds door een individuele kennisgeving ervan aan de verschillende eigenaars. Bij dit laatste dient naast het ministerieel besluit ook het onteigeningsplan, het definitieve gemeenteraadsbesluit en de bekomen adviezen gevoegd te worden met vermelding van de beroepsmogelijkheid en - termijn bij de Raad van State. Idealiter wordt aan deze individuele kennisgeving ook een laatste bod verbonden.

 

Met deze machtiging kan de administratieve onteigeningsprocedure afgerond worden en bestaat de mogelijkheid om de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan te vatten (na 4 weken dat we het laatste bod hebben gedaan aan de betrokken eigenaars) bij het Vredegerecht. Zodra de machtiging verkregen is, kan de overheid de gronden reeds in bezit nemen, de prijsbepaling kan dan verder beoordeeld worden door de vrederechter.

 

Het college besliste op 4 februari 2019 om de administratieve onteigeningsprocedure af te ronden en alle betrokken eigenaars in kennis te stellen van het ministerieel besluit d.d. 22 januari 2019 en een laatste bod over te maken aan de betrokken eigenaars. Daarnaast besliste het college om de gerechtelijke procedure in te zetten bij de vrederechter 4 weken nadat het laatste bod werd overgemaakt aan de betrokken eigenaars.

 

Gemeenteraadsbeslissing dd. 27 april 2020: De gemeenteraad beslist om de percelen ten kadaster gekend als Lier 3e Afd., sectie D, nr. 62/c en Lier 2e Afd., sectie C, nrs. 470/A2 en 470/Z aan te kopen voor 34.000 euro, conform het aanbod van de dienst Vastgoedtransacties Antwerpen. Deze percelen zijn eigendom van het Agentschap Wegen en Verkeer.

 

Feiten en context

In het kader van de verwerving van de percelen die ten kadaster gekend zijn als Lier 3e Afd., sectie D, nr. 62/c en Lier 2e Afd., sectie C, nrs. 470/A2 en 470/Z bezorgt de dienst vastgoedtransacties de ontwerpakte.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de akte in bijlage betreffende de aankoop van de percelen die ten kadaster gekend zijn als Lier 3e Afd., sectie D, nr. 62/c en Lier 2e Afd., sectie C, nrs. 470/A2 en 470/Z goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte betreffende de aankoop van de percelen ten kadaster gekend zijn als Lier 3e Afd., sectie D, nr. 62/c en Lier 2e Afd., sectie C, nrs. 470/A2 en 470/Z in bijlage goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

VERKOOP DEEL OPENBAAR DOMEIN MAASFORTBAAN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 14 maart 2021 stelt een kandidaat-koper de vraag tot aankoop van een restperceel gelegen naast zijn eigendom te Lier (zie foto's in bijlage).

Het is een braakliggend stuk grond van ongeveer 3 meter breed en 45 meter lang (zie bijlage Maasfortbeek). Het is een gedeelte van in de jaren '60 gedumpte Maasfortbeek. Aan de straat is nog een gedeelte van de oorspronkelijke betonnen reling te zien.

Het blijkt dus een 'vergeten' stukje openbaar domein, welke ondertussen onrechtmatig door de bewoners van huisnummer 213 is ingelijfd als tuin.

 

De kandidaat-koper is geïnteresseerd in deze smalle strook om volgende reden;

1. mogelijkheid om vooraan een groene strook aan te leggen voor de bewoners van het huis nummer 215,

2. mogelijkheid tot realiseren van ontsluiting (doorgang) naar achterliggende grond,

3. mogelijkheid tot realiseren van een zij-ingang magazijn voor voorziening fietsenstalling en berging voor de bewoners,

4. aanleg van parkeergelegenheid naast het magazijn.

 

De gemeenteraad besliste op 27/09/2021tot desaffectatie van het perceel naar het private domein en gaf de opdracht aan de dienst vastgoed tot de opmaak van een schattingsverslag. Alle bijhorende kosten (notariskosten en landmeterskosten) dienden de laste te zijn van de koper.

 

Feiten en context

Landmeter Verhaert maakte het schattingsverslag op voor het perceel, ten kadaster gekend als Lier 2e afd sectie C, deel van openbaar domein en lot A op het opmetingsplan. Lot A heeft een oppervlakte van 107 m² en wordt gewaardeerd op 42.500 euro.

 

Adviezen

De dienst vastgoedbeheer adviseert dat de verkoop als volgt moet verlopen: “allereerst dient de gemeenteraad een beslissing tot desaffectatie te nemen van het desbetreffende stukje grond. Hierdoor behoort de grond niet langer tot het openbaar domein en wordt het private eigendom. Immers, goederen die tot het openbaar domein behoren, behoren niet tot handel. Bijgevolg kunnen ze ook niet verkocht worden. Door desaffectatie wordt het goed private eigendom en kan het wel verkocht worden. Deze beslissing dient wel genomen te worden door de gemeenteraad. Zodra het goed behoort tot het private domein, kan er een schatter aangesteld worden om een verkoopprijs te bepalen en een opmetingsplan op te maken. Aangezien de te verkopen oppervlakte beperkt is, dienen deze kosten gedragen te worden door de kandidaat-koper. Vervolgens dient de gemeenteraad een beslissing te nemen om over te gaan tot verkoop van het goed. Indien er minstens twee kandidaat-kopers zijn, dient het goed ook openbaar verkocht te worden. Immers, de openbare verkoop is steeds de regel en een onderhandse verkoop de uitzondering.”

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur en omzendbrief betreffende de vervreemding van onroerende goederen door openbare besturen

 

Argumentatie

1.1 Juridisch kader

Bevoegdheid

De verkoop van onroerende goederen is een daad van beschikking en behoort in principe tot de bevoegdheid van de gemeente- en OCMW Raad (artikel 41, tweede lid, 11° Decreet lokaal bestuur).

 

Procedure

Voortaan biedt artikel 293 DLB een duidelijke rechtsgrond voor de vervreemding van onroerende goederen door openbare besturen. Artikel 293 van het DLB bepaalt immers het volgende: "onroerende goederen van de gemeente en van de autonome gemeentebedrijven worden altijd vervreemd volgens de principes van mededinging en transparantie, behalve als er een motivering wordt gegeven voor een afwijking daarvan. Het eerste lid is van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat "de gemeente" wordt gelezen als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" en "de autonome gemeentebedrijven" wordt gelezen als "de verenigingen opgericht overeenkomstig deel 3, titel 4, hoofdstuk 2 en 3"."

 

Dit artikel bevestigt dat de verkoopprocedures moeten voldoen aan de beginselen van mededinging en transparantie. Daarnaast bevat het ook de mogelijkheid om af te wijken van deze algemene principes, mits deze afwijking uitdrukkelijk gemotiveerd wordt. Het decreet legt dus geen specifieke procedure op. Het bepaalt enkel dat de procedure transparant moet zijn en dat de mededinging gegarandeerd moet worden. Dit wordt ook bevestigd door de memorie van toelichting. Deze verduidelijkt dat het bestuur kiest welke procedure het meest voordelig is en leidt tot het verkrijgen van de beste prijs met de minste kosten, rekening houdend met de beginselen van transparantie en mededinging.

 

Verder is er nog de omzendbrief KB/ABB 2019/3 aangaande transacties van onroerende goederen door lokale besturen en provinciale besturen en door besturen van erkende erediensten. De omzendbrief bevat richtlijnen over de procedures die het bestuur moet volgen in het kader van het beschikking en beheer van haar patrimonium. Er moet een geldig en recent schattingsverslag voorhanden zijn, voorafgaand aan de vervreemding van het goed. Dit betekent dat het schattingsverslag maximaal 2 jaar oud mag zijn. Voor onroerende transacties moet ook de markt geraadpleegd worden. Elke mogelijk geïnteresseerde moet de kans krijgen om mee te dingen. Een procedure met voldoende openbaarheid, transparantie en voldoende en gepaste publiciteit om de mogelijk geïnteresseerden te bereiken, is de beste garantie voor het verkrijgen van een goede prijs; het is volgens dezelfde omzendbrief de werkwijze die het best het algemeen belang dient, temeer omdat de individuele begunstiging bij een dergelijke procedure weinig kansen krijgt. Echter, onderhandse verkopen met voldoende publiciteit, transparantie en mededinging beantwoorden ook aan de voormelde criteria. Alleen om redenen van algemeen belang kan worden aanvaard dat de transactie zonder concurrentie verloopt; dit moet het bestuur door middel van een bijzondere motivering aantonen.

 

1.2 Toepassing in casu

Er wordt voorgesteld om het onroerend goed te verkopen via Biddit.

 

Biddit is een online biedingsplatform georganiseerd door de kamer van notarissen. Het is vergelijkbaar met een klassieke openbare verkoop, alleen gebeurt het online. Het onroerend goed wordt gedurende vier weken tegen een instelprijs op het online platform gepubliceerd.

 

Gedurende deze publiciteitstermijn kan er nog niet geboden worden op de onroerende goederen. Kandidaat-kopers kunnen de onroerende goederen tijdens deze periode bezichtigen.

 

Nadat deze termijn afgelopen is, begint een nieuwe termijn te lopen, namelijk de

biedingstermijn. Deze termijn is beperkt tot 8 kalenderdagen. Gedurende deze

periode kan elke geïnteresseerde koper online een bod uitbrengen. Als er nog een bod wordt gedaan in de laatste 5 minuten van de biedingstermijn, wordt de termijn met 5 minuten verlengd. Dit proces blijft zich herhalen totdat er een definitief bod is. Zodra er een definitief bod is dat hoger of gelijk is aan de instelprijs, heeft de verkoper 10 dagen de tijd om de onroerende goederen toe te wijzen aan de koper. Aangezien de toewijzingsperiode zeer kort is, is het niet mogelijk om het definitieve bod voor te leggen aan de OCMW-raad (tenzij de verkopen zo georganiseerd worden dat er een OCMW-raad valt in de biedingsperiode). Er werd advies gevraagd aan een notaris om te bepalen wat een correcte werkwijze zou zijn. Daarnaast werden er ook inlichtingen ingewonnen bij de stad Mechelen die ook plant om verkopen uit te voeren via Biddit. Beiden meldden dat er vooraf door de gemeente- of OCMW-raad een beslissing tot verkoop wordt genomen, waarin de instelprijs wordt vastgelegd. Vervolgens wordt het onroerend goed te koop aangeboden.

 

Zodra de instelprijs gehaald is, is de verkoop rond. Wanneer de instelprijs niet gehaald wordt, gaat de verkoop niet door.

 

Het definitieve bod wordt niet voorgelegd aan de gemeente- of OCMW-raad om er een beslissing over te nemen. Achteraf kan de verkoop wel ter kennisgeving worden voorgelegd aan de gemeente- of OCMW-raad.

 

Een verkoop via het online biedingsplatform Biddit voldoet aan de vereisten van het Decreet Lokaal bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3. Immers, de verkoop wordt gedurende 4 weken gepubliceerd om zoveel mogelijk geïnteresseerde kopers te bereiken. Dit garandeert dat dat een zo hoog mogelijke opbrengst wordt bereikt. Bijgevolg is er voldaan aan het mededingingsbeginsel en het transparantiebeginsel. Het organiseren van een verkoop via Biddit is dus een verkoopprocedure die voldoet aan de principes van het Decreet Lokaal bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3 en kan in dit geval toegepast worden.

 

Het college overweegt om het perceel te verkopen via BIDDIT, daar het conform het Decreet Lokaal Bestuur enkel mogelijk is om onderhands te verkopen, mits dit bijzonder gemotiveerd kan worden. In dit geval is er geen bijzondere motivering voorhanden. Bovendien moet de openbare verkoopsprocedure de regel blijven, en de onderhandse verkoop de uitzondering, en dienen de principes van mededinging en transparantie gerespecteerd te worden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art. 1 :

De gemeenteraad beslist om lot A zoals aangeduid op het plan in bijlage te verkopen via BIDDIT met als instelprijs de schattingsprijs van 42.500 euro.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

DE KLUIS - STATUTEN COHOUSING. GOEDKEURING.

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

SOLAG - VERVANGING LID RAAD VAN BESTUUR. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing 25 februari 2019 over de samenstelling van de raad van bestuur SOLag.

 

Feiten en context

Op basis van art 225 van het Decreet Lokaal Bestuur benoemt de gemeenteraad de leden van de raad van bestuur van een extern verzelfstandigd agentschap autonoom gemeentebedrijf waarbij in art 235 voorwaarden worden vastgelegd naar de samenstelling van de raad van bestuur toe (maximaal 12 leden en respecteren van de gendervoorwaarde); in art 229 worden voorwaarden opgelegd met betrekking tot personen die worden voorgedragen als lid van de raad van bestuur van een autonoom gemeentebedrijf (geen provinciegouverneur, ...).

 

In haar mail van 21 maart 2022 laat mevrouw Christel Van den Plas, voorzitter Open VLD Lier, weten dat mevrouw Rita Lodewyckx  in de raad van bestuur SOLag zal vervangen worden door mevrouw Kristina Verlinden. Mevrouw Kristina Verlinden voldoet aan de voorwaarden.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur.

Statuten SOLag

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Tekin Tasdemir, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten en Jan Hermans

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het ontslag van mevrouw Rita Lodewyckx te aanvaarden en beslist mevrouw Kristina Verlinden als lid van de raad van bestuur SOLag goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

LIERSE MAATSCHAPPIJ VOOR DE HUISVESTING - VERTEGENWOORDIGERS RAAD VAN BESTUUR 2022-2025. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2019 over de aanduiding van bestuurders van CVBA Lierse Maatschappij voor de Huisvesting.

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de aanduiding van de heer Torfs Benjamin als effectief vertegenwoordiger en resp. de heer Suetens Thierry, als plaatsvervangend vertegenwoordiger, als lid van de ‘Algemene Vergadering der Aandeelhouders’ van CVBA Lierse Maatschappij voor de Huisvesting.

Gemeenteraadsbeslissing van 26 april 2021 over het verdagen van het punt over de verlenging van het mandaat voor de raad van bestuur 2021-2024

Gemeenteraadsbeslissing van 31 mei 2021 over de aanduiding van bestuurders van CVBA Lierse Maatschappij voor de Huisvesting.

 

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van CVBA Lierse Maatschappij voor de Huisvesting, afgekort LMH.

 

De Lierse Maatschappij voor de Huisvesting heeft de stad uitgenodigd voor de 'Algemene Vergadering der Aandeelhouders', die zal plaatsvinden op woensdag 18 mei 2022 om 19.00 uur, in de lokalen van de vennootschap.

 

De agenda van deze vergadering is als volgt vastgesteld:

 

1.

Jaarverslag 2021 van de Raad van Bestuur (incl. het bijzonder verslag sociaal oogmerk van de klachtenrapportering)

2.

Het verslag 2021 van de commissaris

3.

De jaarrekening 2021

4.

Kwijting aan de bestuurders en de commissaris

5.

Benoeming van de bestuurders

 

Uittredende bestuurders:

        Leen Baeten (namens de gemeente Ranst)

        Jan Hauwaert (namens de stad Lier)

        Peggy Mortelmans (namens de stad Lier)

 

Er wordt voorgesteld hun mandaat met drie jaar te verlengen tot 21 mei 2025.

 

De andere mandaten zijn voor:

        Benjamin Torfs (namens de stad Lier) (mandaat loopt tot 17 mei 2023)

        Piet De Zaeger (namens de stad Lier) (mandaat loopt tot 17 mei 2023)

        Johan Festjens (namens de stad Lier) (mandaat loopt tot 17 mei 2023)

        August Valgaeren (namens de private aandeelhouders) (mandaat loopt tot 15 mei 2024)

        Leo Vansteenbeeck (namens de private aandeelhouders) (mandaat loopt tot 15 mei 2024)

        Anja De Wit (namens de stad Lier) (mandaat loopt tot 15 mei 2024)

 

 

6.

Zitpenningen: vaststelling bedragen

        januari 2022: € 221,94

        Vanaf februari 2022: € 226,39

        Steeds conform het plafond vastgesteld door de Vlaamse overheid, artikel 17 §2 van het decreet lokaal bestuur

 

 

 

Juridische grond

Statuten Lierse Maatschappij voor de Huisvesting

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

De stad zal voor de continuïteit het mandaat van de heer Jan Hauwaert en mevrouw Peggy Mortelmans verlengen tot 2025.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

8 stemmen tegen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 8 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het mandaat van dhr. Jan Hauwaert en mevr. Peggy Mortelmans als bestuurder van CVBA Lierse Maatschappij van de Huisvesting met een periode van 3 jaar te verlengen tot 21 mei 2025.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

LIERSE MAATSCHAPPIJ VOOR HUISVESTING - ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN 18 MEI 2022 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2019 over de aanduiding van bestuurders van CVBA Lierse Maatschappij voor de Huisvesting.

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de aanduiding van de heer Torfs Benjamin als effectief vertegenwoordiger en resp. de heer Suetens Thierry, als plaatsvervangend vertegenwoordiger, als lid van de ‘Algemene Vergadering der Aandeelhouders’ van CVBA Lierse Maatschappij voor de Huisvesting.

 

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van CVBA Lierse Maatschappij voor de Huisvesting, afgekort LMH.

 

De Lierse Maatschappij voor de Huisvesting de stad op 9 maart 2022 uitgenodigd voor de 'Algemene Vergadering der Aandeelhouders', die zal plaatsvinden op woensdag 18 mei 2022 om 19.00 uur, op het adres van het vennootschap, Abtsherbergstraat 10 bus 19, Lier.

 

De agenda van deze vergadering is als volgt vastgesteld:

 

1.

Jaarverslag 2021 van de Raad van Bestuur (incl. het bijzonder verslag sociaal oogmerk van de klachtenrapportering)

2.

Het verslag 2021 van de commissaris

3.

De jaarrekening 2021

4.

Kwijting aan de bestuurders en de commissaris

5.

Benoeming van de bestuurders

 

Uittredende bestuurders:

        Leen Baeten (namens de gemeente Ranst)

        Jan Hauwaert (namens de stad Lier)

        Peggy Mortelmans (namens de stad Lier)

 

Er wordt voorgesteld hun mandaat met drie jaar te verlengen tot 21 mei 2025.

 

De andere mandaten zijn voor:

        Benjamin Torfs (namens de stad Lier) (mandaat loopt tot 17 mei 2023)

        Piet De Zaeger (namens de stad Lier) (mandaat loopt tot 17 mei 2023)

        Johan Festjens (namens de stad Lier) (mandaat loopt tot 17 mei 2023)

        August Valgaeren (namens de private aandeelhouders) (mandaat loopt tot 15 mei 2024)

        Leo Vansteenbeeck (namens de private aandeelhouders) (mandaat loopt tot 15 mei 2024)

        Anja De Wit (namens de stad Lier) (mandaat loopt tot 15 mei 2024)

 

 

6.

Zitpenningen: vaststelling bedragen

        januari 2022: € 221,94

        Vanaf februari 2022: € 226,39

        Steeds conform het plafond vastgesteld door de Vlaamse overheid, artikel 17 §2 van het decreet lokaal bestuur

 

 

Juridische grond

Statuten Lierse Maatschappij voor de Huisvesting

 

Stemming

 

24 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

8 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 24 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de agenda van de algemene vergadering der aandeelhouders van de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting van 18 mei 2022, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 25 april 2022

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. atletiekstadion Lyra

Het stadion van Lyra atletiek heeft een grote meerwaarde voor onze stad. Een goed bestuur en werking zorgt voor vele kampioenen, een sportief en gezonde opleiding voor jeugd en volwassenen. Het leden aantal zegt genoeg!!

Een fantastisch stadion, maar met sanitair voor 30 personen, geen tribune en te kleine kantine maakt het voor de club niet aangenaam en is voor de bezoekers van andere clubs zeker geen voorbeeld voor onze stad.

Graag de volgende vragen:

        wanneer worden er eindelijk aanpassingen uitgevoerd voor het sanitair, de tribune en de uitbreiding kantine?

        -wanneer wordt het probleem opgelost met Lyra – Lierse?

 

Antwoord Schepen Ivo Andries:

De stad heeft in de meerjarenplanning voor het jaar 2023 een bedrag van 541.420 euro voorzien voor de modernisering van het Netestadion. 

Met deze investering willen we een nieuwbouw realiseren met extra sanitair, kleedkamers en een ruime cafetaria. Een tribune is voorlopig nog niet voorzien.  

 

Momenteel zijn er gesprekken lopende tussen de beide atletiekclubs, de stad neemt hier een bemiddelde rol op. We trachten de verenigingen te overtuigen van de vele voordelen van een fusie.  Zo zouden we de nieuwbouw graag samen realiseren met één sterke vereniging waarbij de club zelf ook een actieve rol opneemt bij de realisatie van het project.

 

Verder is er geen probleem met AC Lyra en AC Lierse.

 

 

Interpellatie 2 : van Bart Verhoeven (Vlaams Belang) i.v.m. autovrije zondag 2022

Via de webstek van Het Laatste Nieuws konden we vernemen dat het college van burgemeester en schepenen beslist heeft dat de stad Lier ook in 2022 opnieuw zal deelnemen aan Autovrije Zondag.

Vorig jaar nam onze stad, na vele jaren, voor het eerst nog eens deel aan de Autovrije Zondag. In datzelfde artikel lezen we nu dat dit positief geëvalueerd werd.

 

De lat moet wel erg laag liggen als de Lierse editie van vorig jaar een positieve evaluatie krijgt. Het was immers een triestige bedoening in een sfeerloos kader. Voor de gezelligheid moesten de mensen al zeker niet afkomen. En dat deden ze dan ook niet.

 

Zoals ik in deze gemeenteraad al zei na de voorgaande editie, is er maar één optie wanneer Lier hier opnieuw aan zou deelnemen, en dat is van een blanco blad starten. Want de flop van vorig jaar is, wat Vlaams Belang betreft, alleszins niet voor herhaling vatbaar.

 

Ik had hierover dan ook volgende vragen:

        Wie beoordeelde de Lierse editie van Autovrije Zondag 2021?

        Klopt het dat de editie van 2021 een positieve evaluatie kreeg?

        Zo ja, op basis van welke criteria werd tot deze conclusie gekomen?

        Wat is de exacte opdracht die gegeven werd aan de stedelijke mobiliteitsraad om de concrete uitwerking van het evenement te organiseren?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Wat betreft de evaluatie, deze werd uitgevoerd door de verenigingen die hebben deelgenomen, volgens het evaluatiemodel van Mobiel21. Deze organisatie is op Vlaams niveau de organisatie achter de schermen van o.a. de autovrije zondagen in heel wat gemeenten. Daarin zijn verschillende elementen opgenomen. Het gaat o.a. over de reacties die dag zelf, de mate waarin er mensen de zone hebben bezocht, hoe ze ter plaatse zijn geweest, wat hun advies zou zijn voor een volgende editie. De bevraging werd ook verspreid via de website van de stad.

 

De autovrije zondag is een initiatief dat werd getrokken door de mobiliteitsraad. Zij hebben zich aangediend om opnieuw de autovrije zondag te organiseren en hebben hun concept voorgelegd aan het stadsbestuur om dit opnieuw te mogen organiseren. Het schepencollege is daarmee inderdaad akkoord gegaan.

 

De aanleiding van autovrije zondag is overigens meerledig, zoals mobiel21 dat ook zelf aangeeft. In de bevraging werd overigens gepeild naar het belang dat de verschillende deelnemers hechten aan die aspecten.

Het gaat over:

       Sociale aspect: het ontmoeten van mensen binnen de zone in een ander kader dan dat gebeurt wanneer de reguliere verkeersstromen in de zone actief zijn.

       Duurzame aspect: de visie en draagvlak over duurzaamheid en een autoluwere gemeente benadrukken

       Informatieve aspect: verzamelen van informatie over alternatieven voor de auto, zoals deelwagens, elektrische fietsen, deelfietsen, duurzaamheid in het algemeen

       Ruimtelijk aspect: beleving van de vrijgekomen autovrije ruimte

       Sportieve aspect: sportief bewegen te voet, per fiets, per step

       Animerend aspect: beleving van de randanimatie, attracties, kraampjes, horeca,…

 

Dat maakt dus dat er meerdere aspecten aan bod komen, die ruimer zijn dan louter sfeer en gezelligheid. Ik ben het met u eens dat een invulling met activiteiten wenselijk is, maar een volledig opvullen van de zone kan uiteraard enkel als daar ook grotere budgetten tegenover komen te staan. De eerste editie diende uiteraard relatief snel op poten worden gezet omdat er in die periode nog steeds wel wat onzekerheid was in het kader van corona. De mobiliteitsraad geeft alvast aan dat ze na de eerste editie ook meer verenigingen willen warm maken voor een deelname. Uiteraard zijn ook de andere aspecten van belang en daarbij is het ontdekken van een autoluwer stadscentrum ook één van de aspecten die Mobiel21 en de mobiliteitsraad naar voren schuiven.

Deze editie zal er overigens meer worden gefocust op de verschillende pleinen en de bewegingen tussen die pleinen i.p.v. het concentreren op de Gasthuisvest. Het schepencollege sprak zich in deze fase uit over het principe, de concrete invulling wordt verder door de mobiliteitsraad uitgewerkt in de loop van het proces.

 

 

Interpellatie 3 : van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. Sionsite en het Looks : buurt in slechte staat

Aan de bewoners van de Sionsite en ’t Looks zal het niet gelegen hebben. Zij doen wat ze kunnen om hun buurt mooi te houden (met uitzondering van enkele hardleerse hondenbezitters...). Er wordt gerenoveerd, gepoetst, activiteiten georganiseerd, hulp verleend via Hoplr, enzovoort. Het is echter het stadsbestuur dat blijft dralen met de ó zo noodzakelijke herstellingswerkzaamheden in de buurt.

 

In de gemeenteraad van september 2021 stelde Ella Cornelis een mondelinge vraag om de toestand van de waterpartij aan te kaarten,  die er sinds 2018 droog en verloederd bij ligt. Het enige dat er sindsdien is gewijzigd, is de plaatsing van een hek zodat iedereen goed kan zien wat er aan de hand is ... In zijn antwoord hoopte Schepen Wollants nochtans (na drie jaar dralen) met een oplossing te komen voor de waterpartij, nl. er werd op dat moment onderzocht “of de waterpartij niet kan vervangen worden door groenaanplantingen in bloembakken, exacte timing is nog niet bekend.”  Misschien is die timing voor de schepen wel het voorjaar van 2024 wanneer er verkiezingen in aantocht zijn.

Zowel op de Sionsite als in de wijk ’t Looks moet men veel moeite doen om niet over de losliggende en omhoog stekende kasseien te vallen, of een voet te verstuiken door ontbrekende kasseien.   Jullie kunnen een reeks foto's zien van de ergste plekken.  Moeten er écht eerst ernstige ongevallen gebeuren vooraleer men in actie schiet?  We hebben dit reeds verscheidene malen gemeld aan schepen Wollants of aangekaart in zijn commissie.  De herstellingen worden dan telkens wel op korte termijn uitgevoerd, waarvoor dank, maar binnen de kortste keren liggen de kasseien op dezelfde plekken terug los, steken omhoog of ontbreken opnieuw.  Sinds onze laatste opmerking hierover in de commissie van maart zijn er echter nog geen herstellingen uitgevoerd. 

Ik begrijp volkomen dat het nu nog niet hersteld is, en eerlijk gezegd, ik zou het ook beu worden om telkens dezelfde herstellingen te moeten uitvoeren die hooguit enkele weken effectief blijken te zijn.  Deze wijze van werken heeft volstrekt geen zin en leidt alleen tot frustraties bij het personeel. 

Is het dan een optie om geen herstellingen te doen?  Natuurlijk niet.  De optie is gewoon om  herstellingen uit te voeren die ineens goed zijn,  die dus duurzaam zijn.  De bewoners van deze opgewaardeerde buurt verdienen beter dan de verloederde indruk van een aantal straten.

Mijn 2 vragen zijn:

        Welke oplossing komt er nu voor de waterpartij en wanneer?

        Komt er op korte termijn een duurzame oplossing voor de terugkerende probleemplekken in de bestrating?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Wat betreft de waterpartij wordt het concept hiervan definitief verlaten. Er wordt gekozen voor een oplossing met bloembakken die op die locatie zullen worden geplaatst. Hiervoor zullen de nodige initiatieven op korte termijn worden genomen in eigen beheer.

De probleempunten in de bestrating blijven een moeilijk punt. Het is inderdaad zo dat onze diensten hier geregeld herstelling aan uitvoeren. De uitvoering van het wegdek met kasseien in open voeg blijft echter tot kopzorgen leiden. Momenteel wordt een externe opdracht voorbereid voor wat betreft kasseiwerken om tot een oplossing te komen op grotere schaal. Daarbij komen ook deze zones in aanmerking voor een ingreep. Daarbij zal in elk geval op concept van de aanleg op die plekken tegen het licht moeten worden gehouden gelet op het feit dat dezelfde problemen blijven terugkomen.

 

 

Interpellatie 4 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. PFAS

Half april berichtten de media over het onderzoek van OVAM naar plaatsen in Vlaanderen waar mogelijk sprake zou zijn van PFAS-vervuiling. Reeds bekende locaties waren immers verder uitgebreid op basis van een recent onderzoeksrapport.

Ook voor onze stad werden drie locaties met mogelijke vervuiling naar voren geschoven. Het gaat concreet om: Mechelsesteenweg 303 (Vosschemie), Hoogveldweg 97 (brandweerkazerne) en Boomlaarstraat 226 (Belfortfabriek), terreinen waar in het verleden waarschijnlijk veel PFAS-houdend blusschuim gebruikt werd.

 

Vandaar de volgende vragen:

  1. Welke impact heeft deze mogelijke aanwezigheid van PFAS voor de buurtbewoners?
  2. Welke impact heeft dit voor de site van de Belfortfabriek, waar recent heel wat appartementen en huizen gebouwd werden en waar nog verdere ontwikkelingen gepland staan.
  3. Op welke termijn mogen we duidelijkheid verwachten rond of er nu inderdaad sprake is van PFAS-vervuiling? Welke stappen worden hier in gezet?

 

 

Interpellatie 5 : van Katrien Vanhove (groen-Lier&Ko) i.v.m. PFAS in Lier

Op 13 april stuurde het stadsbestuur het bericht dat er in Lier drie locaties werden opgenomen op de interactieve PFAS-kaart. Het betreft een zone rondom de brandweerkazerne aan de Hoogveldweg, een zone aan de Boomlaarstraat en een zone op de Mechelsesteenweg. De verontreinigingen op deze locaties houden verband met het mogelijk gebruik van PFAS-houdend blusschuim. Twee van de drie van deze locaties zijn zones waar momenteel erg veel mensen wonen. In een straal van 100 meter rondom deze sites worden zogenaamde no regret-maatregelen ingesteld.

 

We hebben hierbij nog volgende vragen:

        Wanneer kunnen de resultaten van het bijkomend bodemonderzoek verwacht worden?

        Worden er specifieke maatregelen genomen op de Charonsite waar momenteel nog volop gebouwd wordt, ook op de exacte plek van de verontreiniging?

        Is het met betrekking tot de Charonsite zeker dat de verontreiniging door blusschuim komt? Wordt er ook bekeken of de verontreiniging afkomstig kan zijn van de afgebrande Belfort-fabriek?

        Gezien de ontwikkeling op de Charonsite en het vele grondverzet, wordt er overwogen de perimeter uit te breiden richting Groenedaellaan aangezien de tuinen daar aan de perimeter grenzen?

        Van waar komt de verontreiniging op de Mechelsesteenweg? Vond daar een brand plaats die geblust diende te worden?

 

 

Antwoord op interpellatie 4 & 5 door schepen Thierry Suetens:

Wat betreft de impact van deze mogelijke aanwezigheid van PFAS en maatregelen die er worden genomen...

PFAS, is een verzamelnaam voor een grote groep van om en bij de 6000 organische verbindingen. PFAS zijn chemische stoffen die van nature niet in het milieu voorkomen maar die door de mens zijn gemaakt. Ze hebben zowel water-, vuil- als vetafstotende eigenschappen. Omwille van deze eigenschappen worden perfluorverbindingen in vele industriële toepassingen en consumentenproducten gebruikt zoals, brandblusschuim, anti-aanbaklagen in kookgerei, waterafstotend textiel, behandeld papier en sommige cosmetica en huishoudproducten. Ze zijn echter niet of nauwelijks biologisch afbreekbaar.

 

Wat de blootstelling betreft…

Ze komen in het lichaam terecht via voeding en het inslikken van stof, en in mindere mate door ze in te ademen of via de huid. Doordat ze maar traag afbreken, kunnen ze zich bij herhaaldelijke inname opstapelen in het lichaam.

 

Wat de gezondheid betreft…

Van sommige PFAS (zoals PFOS en PFOA) is bekend dat ze schadelijke effecten kunnen hebben op de gezondheid van mensen. Bij blootstelling aan PFAS tredener geen acute gezondheidseffecten op. Maar het zijn stoffen die we niet kwijt geraken uit het lichaam en die zich dus opstapelen. Langdurige en herhaalde blootstelling kan zo leiden tot oplopende hoeveelheden PFAS in de mens en dat kan op lange termijn tot gezondheidseffecten leiden. Daarom is het aangewezen om blootstelling te vermijden waar het kan.

Volgens de huidige stand van het onderzoek zijn de voornaamste mogelijke schadelijke effecten:

       Vermindering van het immuunsysteem en dat is bij kinderen het meest gevoelig. Dit is volgens de laatste studies het meest gevoelige gezondheidseffect. Dit wil niet direct zeggen dat ze sneller en vaker ziek worden.  

       Kleine vermindering van het geboortegewicht 

       Verhoogde cholesterolgehalten 

       Verstoring van de leverwerking

       Verstoring van de hormonenbalans

 

Er is geen behandeling mogelijk om PFAS uit het lichaam te verwijderen. Alleen door blootstelling zoveel mogelijk te beperken, zal de hoeveelheid PFAS in het lichaam langzaam afnemen.

 

Wat betreft de mogelijke impact dit in het algemeen heeft, ook specifiek voor de site van de Belfortfabriek, waar recent heel wat appartementen en huizen gebouwd werden en waar nog verdere ontwikkelingen gepland staan.

Op dit moment bestaat er enkel een ‘sterk’ vermoeden van de aanwezigheid van PFAS in de bodem of het grondwater. Om mogelijke blootstelling aan zogeheten zo geheten poly- en perfluoralkylstoffen of “PFAS” te beperken werden tijdelijke ‘no regret-maatregelen’ opgelegd in afwachting van verder onderzoek.

 

Deze zijn terug te vinden op de website van OVAM.

 

Wat betreft de verdere ontwikkelingen op de Charon-site en het vele grondverzet…

Om ongecontroleerde verspreiding van verontreiniging met PFAS door grondverzet te beperken en rekening te houden met het stand still principe, heeft OVAM een ontwerprichtlijn voor grondverzet uitgewerkt. Dit richtlijn is van toepassing vanaf 19 april 2022.

 

Indien uit het bodemonderzoek blijkt dat de bodem /  grondwater is vervuild zal OVAM hiervoor de nodige maatregelen nemen en eventueel gebruiksbeperkingen instellen.

 

Indien wij zelf als college kennis hebben van bijkomende concrete informatie zullen wij als college er op aandringen om de perimeter uit te breiden!

 

Wat betreft de zekerheid dat de verontreiniging wel door het blusschuim komt? Dit specifiek voor de afgebrande Belfort-fabriek?

Voorafgaand aan de ontwikkeling van de Charon-site tot woongebied werden bodemsaneringen uitgevoerd. Op 17/7/2017 werd door OVAM een eindverklaring afgeleverd. Dit eindevaluatieonderzoek betreft een volledig eindevaluatieonderzoek en is opgesteld na de bodemsaneringswerken van de aanwezige historische verontreinigingen. Bij de sanering werd geen rekening gehouden met de mogelijke aanwezigheid van PFAS/PFOS. Op dat moment was hierover geen wetgevend kader.

De bodemsaneringswerken hebben geleid tot de volledige verwijdering van de verontreiniging in zone 1 en 3. In zone 2 is in het vaste deel van de aarde een deel van de verontreiniging achtergebleven. Het gaat om een voorziene restverontreiniging met zwaardere olie die plaatselijk in de sterk puinhoudende ophooglaag (0 – 2,5 meter) aanwezig is. Deze restverontreiniging heeft nog een omvang van ongeveer 1500 m² en komt voor op de huidige percelen 749 D 4, 749 A 6, 749 B 6, 749 C 6, 749 W 6, 749 X 6, 749 Y 6 en 749 Z 6. Er zijn geen risico’s voor mens of milieu aan deze restverontreiniging verbonden. Er zijn bijgevolg geen bijkomende saneringsmaatregelen of andere maatregelen meer noodzakelijk. De sanering kan dan ook worden afgesloten. Er dient in de toekomst bij eventuele graafwerken ter hoogte van deze restverontreiniging op de percelen 749 D 4, 749 A 6, 749 B 6, 749 C 6, 749 W 6, 749 X 6, 749 Y 6 en 749 Z 6 wel rekening gehouden te worden met de aanwezige concentraties in de bodem die de normen voor vrij hergebruik overschrijden (gebruiksadvies GA1a). Grondverzet dient onder toezicht van een erkend bodemsaneringsdeskundige te gebeuren.

In de vergunning van Belfort-fabriek werd VLAREM-rubriek 41.4.2 opgenomen. Deze rubriek omvat het behandelen van textiel, leer, waterafstotend maken, vernevelen.  In het productieproces werden mogelijk PFAS-producten gebruikt. De  mogelijkheid bestaat dat de eventuele aanwezigheid van PFOS in de bodem / grondwater kan worden gelinkt aan het productieproces van destijds..

 

Voor alle duidelijkheid betreft de verontreiniging op de Mechelsesteenweg...

In de productieprocessen van de firma Vosschemie werden geen risico-activiteiten uitgevoerd welke aanleiding zouden kunnen geven tot PFAS/PFOS in de bodem of grondwater. Daar werd in 2001 op een verharde ondergrond blusschuim gebruikt voor het blussen van een industriële brand!

 

Als slot wat betreft op welke termijn we duidelijkheid mogen verwachten of er nu inderdaad sprake is van PFAS-vervuiling & welke stappen hierin worden gezet?

In het licht van de PFAS-problematiek, onderzoekt de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) op 3 locaties te Lier of er sprake is van PFAS-verontreiniging.
Zo wil de Vlaamse overheid o.a. extra voorzichtig zijn met locaties van oefenterreinen van de brandweer of plaatsen waar vroeger een grote industriële brand heeft gewoed. Op deze terreinen werd in het verleden wellicht veel PFAS-houdend blusschuim gebruikt. Een exacte datum wanneer de bodemonderzoeken worden uitgevoerd is niet gekend.  OVAM is gestart met de organisatie van de tweede reeks bodemonderzoeken waarin voormelde locaties zijn opgenomen. We verwachten dat de onderzoeken nog in 2022 afgerond worden.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 30/05/2022