Zitting van 26 juni 2023
VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ OV 2022/399: HERAANLEGGEN WEGENIS EN PLAATSEN RIOLERING EN VASTSTELLEN ROOILIJN MET GRONDAFSTAND. VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN EN WEGENIS.
MOTIVERING
Feiten en context
De aanvraag ingediend door Bert Somers namens Lier GEMEENTE gevestigd te Paradeplein 2/1 te 2500 Lier, heeft betrekking op een terrein, gelegen Eeuwfeestlaan 183, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 2 sectie A nrs. 572R3, 575A2, 575B2, 575Y, 622B5, 622C5, 623S2, 623F3, 623V2, 623E3, 623W2, 623B3, 623A3, 623X2, 623Y2, 623Z2, 624P4, 625R7, 625W7, 625X7, 625T7, 625Y7, 625P7, 625Y6, 625Z7, 625V7, 625S7, 627M11, 627W11, 627X11, 627W12, 627M7, 627S9, 627L11, 627C12, 627K11, 627N7, 627P7, 627L7, 627D11, 627G12, 627V9, 627V10, 627K7, 627H12, 627A12, 627L8, 627Z11, 627D13, 627B12, 627F12, 627N11, 627S12, 627P12, 627P10, 627C11, 627T13, 627P13, 627R13, 627Y13, 627S13, 627N12, 627K12, 627H11, 627W13, 627M12, 627L13, 627V13, 627Z10, 627C13, 627D12, 627E13, 627L12, 627X13, 627N8, 627R12, 627A13, 627N13, 627M8, 627E12, 628V20, 628L21, 628Y20, 628P7, 628P21, 628K21, 628Z14, 628X19, 628Z18, 628Z17, 628S18, 628M17, 628T10, 628W17, 628R21, 628C19, 628P19, 628W18, 628G19, 628R19, 628M7, 628P17, 628R18, 628X18, 628B21, 628L7, 628X17, 628N17, 628F18, 628A15, 628H20, 628C15, 628Y17, 628H18, 628G20, 628G18, 628E20, 628V17, 628D19, 628F20, 628L18, 628S17, 628R17, 628M21, 628M18, 628T17, 628E15, 628C20, 628C18, 628A18, 628B18, 628D18, 628D20, 628E18, 628Y14, 628Y18, 628F15, 628X14, 628S14, 628W19, 628B15, 628P15, 628D21, 628E19, 628W14, 628V14, 628N21, 628Y19, 628H15, 628T14, 628R14, 628L20, 628P14, 628X20, 628P18, 628T19, 628Z20, 628W10, 628T18, 629W3, 629G4, 629K4, 629L5, 629L4, 629Y2, 629F4, 629H4 en 632A3.
Het betreft een aanvraag tot het heraanleggen van de wegenis en plaatsen riolering en vaststellen rooilijn met grondafstand.
De aanvraag omvat:
● stedenbouwkundige handelingen
● de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Argumentatie
- Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften
Kleinstedelijk gebied Lier
Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’. Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier. Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.
Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.
De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing. Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.
De aanvraag is bovendien gelegen in het RUP Omvorming kleine industriegebieden, goedgekeurd bij 25 april 2022.
Het perceel bevindt zich volgens het RUP omvormen kleine industrie dd 25/04/2022 in Art 1 - projectzone voor gemengde functies.
De voorgelegde aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP.
De ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) zijn volgens artikel 7.4.5. van de Vlaamse Codex, gewestplan vervangend voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt. De bepalingen van het gewestplan zijn hier dus niet langer van toepassing.
Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften
Gewestplan
Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.
Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een woongebied.
Volgens artikel 5.1.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De voorgelegde aanvraag voorziet wonen en een functiewijziging voor de zone achterliggend aan Maanstraat 17-19 van tuinen bij wonen naar openbaar nut voor parking.
FUNCTIE VOLGENS OMZENDBRIEF
woonfunctie
Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn geen bijkomende bepalingen van toepassing voor een woonfunctie.
openbare nutsfunctie
Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.
Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.
Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.
Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.
Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :
1° wonen;
9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;
Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:
1° wonen
Met wonen wordt residentieel wonen bedoeld. Gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf (vakantiehuisjes) vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘verblijfsrecreatie’.
Ook landbouwbedrijfswoningen vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’. De conciërgewoning bij een industrieel bedrijf valt niet onder de categorie ‘wonen’ maar onder ‘industrie en bedrijvigheid’. Dezelfde redenering gaat op voor alle conciërgewoningen.
Wanneer woningen boven gebouwen met een andere functie zijn opgetrokken en functioneel niets te maken hebben met deze functie, dan hebben ze wel de functie 'wonen'. Het gebouw in kwestie heeft dan twee hoofdfuncties.
9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen
Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.
De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met d bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.
Bijzondere plannen van aanleg
Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens verkaveling
Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.
- Historiek
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 572 R3
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1977 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 575 A2
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 575 B2
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1988 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 575 Y
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1988 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 622 B5
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 622 C5
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1988 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 S2
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1964 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 F3
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1969 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 V2
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 E3
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 W2
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 B3
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 A3
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1954.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 X2
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 Y2
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 Z2
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 624 P4
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 R7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1960.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 W7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1933.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 X7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1932.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 T7
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1964 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 Y7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1932.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 P7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1958.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 Y6
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1932.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 Z7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1936.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 V7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1953.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 S7
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 M11
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 W11
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 X11
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 W12
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 M7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 S9
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L11
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1958.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 C12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 K11
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N7
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 P7
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 D11
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1949.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 G12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 V9
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 V10
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1951.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 K7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 H12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 A12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L8
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1970 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 Z11
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 D13
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 B12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 F12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N11
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 S12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 P12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 P10
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1948.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 C11
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1948.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 T13
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 P13
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 R13
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 Y13
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 S13
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 K12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 H11
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1959.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 W13
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 M12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L13
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 V13
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 Z10
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 C13
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1948.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 D12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 E13
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 X13
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N8
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 R12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 A13
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1959.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N13
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 M8
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 E12
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 V20
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 L21
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P21
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 K21
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1946.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Z14
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X19
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Z18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Z17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 S18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 M17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T10
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1946.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R21
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1984 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 C19
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P19
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 G19
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R19
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 M7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 B21
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1951.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 L7
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 N17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 F18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 A15
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 H20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 C15
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 H18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 G20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 G18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 E20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 V17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 D19
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 F20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 L18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 S17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 M21
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 M18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T17
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 E15
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 C20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 C18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 A18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 B18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 D18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 D20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 E18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y14
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 F15
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X14
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 S14
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W19
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 B15
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1969 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P15
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1966 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 D21
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 E19
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W14
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 V14
gebouwen opgericht na maart 1962:
Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1965 werd afgerond.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 N21
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y19
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 H15
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T14
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R14
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 L20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P14
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T19
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Z20
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W10
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1932.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T18
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 W3
Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 G4
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 K4
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 L5
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1960.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 L4
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 Y2
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1951.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 F4
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 H4
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.
Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 632 A3
gebouwen opgericht voor maart 1962:
Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1937.
Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):
Omgevingsvergunning (2019/10) d.d. 11 maart 2019 voor verbouwen van een bestaande woning werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.
Omgevingsvergunning (2019/316) d.d. 16 december 2019 voor isoleren en bekleden van de voorgevel met crepi werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.
Melding (2021/509) d.d. 23 november 2021 voor nieuwbouw aangebouwde veranda werd ongegrond gevonden door het college van burgemeester en schepenen.
Melding (2021/550) d.d. 21 december 2021 voor aanbouw werd ongegrond gevonden door het college van burgemeester en schepenen.
Omgevingsvergunning (2022/214) d.d. 22 augustus 2022 voor uitbreiden halfopen bebouwing eengezinswoning werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.
Omgevingsvergunning (2022/342) d.d. 5 december 2022 voor uitbreiden en verbouwen woning werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (94318) d.d. 27 februari 1995 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (2004/196) d.d. 20 september 2004 voor uitbreiding sporthal werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (89/125) d.d. 5 juni 1989 voor appartementsgebouw + autobergplaatsen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (90/35) d.d. 5 juni 1990 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2000/208) d.d. 29 mei 2001 voor de nieuwbouw van sociale woningen werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (80/158) d.d. 15 november 1980 voor verbouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (86/210) d.d. 9 maart 1987 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (98/58) d.d. 31 augustus 1998 voor het oprichten van een bergplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (95/141) d.d. 18 september 1995 voor het verbouwen van een woonhuis (veranda) werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (97/171) d.d. 8 september 1997 voor oprichten van appartementsgebouw + autobergplaatsen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2000/72) d.d. 17 april 2000 voor bouwen van een rijwoning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (96/210) d.d. 9 december 1996 voor verbouwen van woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (96/75) d.d. 5 augustus 1996 voor verbouwen van woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (88/120) d.d. 8 augustus 1988 voor aanbouwen keuken - badkamer werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (87/17) d.d. 6 april 1987 voor distibutiepost werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (87/45) d.d. 25 mei 1987 voor verbouwen voorgevel werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (86/218) d.d. 23 maart 1987 voor appartementsgebouw + garages werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (85/28) d.d. 2 augustus 1985 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (83/69) d.d. 28 juni 1983 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (83/208) d.d. 13 februari 2019 voor oprichten bergplaatsen werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (82/175) d.d. 18 januari 1983 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (62/66) d.d. 8 juni 1962 voor verbouwingswerken uit te voeren aan het huis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (81/154) d.d. 3 februari 1982 voor verbouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (62/181) d.d. 30 november 1962 voor het bouwen van een nieuwe woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (79/163) d.d. 19 september 1979 voor heropbouwen bergplaats na afbraak bestaande werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (79/248) d.d. 27 februari 1980 voor verbouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (1976/4) d.d. 15 april 1976 voor sporthall + huisbewaarderswoning werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (1976/193) d.d. 29 december 1976 voor verbouwing werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (72/111) d.d. 11 augustus 1972 voor vergroten van keuken en maken van garage werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2001/237) d.d. 3 september 2001 voor verbouwen rijwoning + plaatsen tuinhuisje werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2001/12) d.d. 29 mei 2001 voor sanering sociale woonwijk "bogaertsvelden" werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (70/83) d.d. 7 augustus 1970 voor aanbouwen keuken en slaapkamer werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (70/140) d.d. 23 oktober 1970 voor verbouwingswerken werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (9455) d.d. 20 juni 1994 voor verbouwingswerken werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (69/42) d.d. 29 maart 1969 voor bouwen appartementsgebouw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (67/181) d.d. 8 december 1967 voor bouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2003/262) d.d. 28 augustus 2003 voor afbraak + nieuwbouw sociale woning werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (2004/232) d.d. 15 oktober 2004 voor aanleg omgeving sporthal werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (2005/449) d.d. 9 oktober 2006 voor bouwen van een meergezinswoning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2005/53) d.d. 18 april 2005 voor bouwen van een leefruimte aan een bestaande woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2005/285) d.d. 9 januari 2006 voor nieuwbouw sociale woningen werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (2007/227) d.d. 27 november 2007 voor wijziging van een bestaande vergunning tot bouwen meergezinswoning en afbraak bestaande garages werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2008/111) d.d. 20 mei 2008 voor aanleggen oprit werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2006/325) d.d. 19 maart 2007 voor nieuwbouw sociale woningen werd bekomen door stedenbouw.
Stedenbouwkundige vergunning (2008/7) d.d. 11 maart 2008 voor bouwen van een veranda werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2009/123) d.d. 21 april 2009 voor vernieuwen van oprit werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2009/167) d.d. 23 juni 2009 voor aanleggen oprit waar voordien een voortuin was werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2009/10) d.d. 10 maart 2009 voor verbouwen van een woning, vervangen van berging en koepel door een tuinkamer van 26 m² werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2010/94) d.d. 13 april 2010 voor regulariseren van het gelijkvloers + uitbreiden van de verdieping werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2014/113) d.d. 20 oktober 2014 voor plaatsen van een veranda (12.2 m²) op de verdieping tuinzijde en regularisatie gelijkvloerse veranda en tuinberging werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2014/136) d.d. 18 augustus 2014 voor het plaatsen van lichtreklames werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (2016/153) d.d. 19 september 2016 voor verbouwen van de woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Verkavelingsvergunning (064/092) d.d. 27 januari 1967 voor nieuwe verkaveling werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Verkavelingsvergunning (064/182) d.d. 17 februari 1986 voor verkaveling voor woningbouw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Verkavelingsvergunning (064/182(1)) d.d. 29 december 1976 voor nieuwe verkaveling werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (196633) d.d. 11 april 1967 voor exploitatie van een werhuis voor houtbewerking
vergunning dd. 11-04-1967 met einddatum 8-07-1996 werd bekomen door de deputatie.
Milieuvergunning (196648) d.d. 16 december 1966 voor exploitatie van een zuivelwinkel
vergunning dd. 16-12-1966 met einddatum 16-12-1976 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (1968112) d.d. 9 augustus 1968 voor ondergrondse mazouttank.
vergunning cbs dd. 09-08-1968 met einddatum 09-08-1998. werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (86/2) d.d. 23 februari 1987 voor exploiteren van een beenhouwerij
vergunning dd. 23-2-1987 met einddatum
23-2-1997 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (E13/93/218) d.d. 29 november 1993 voor lozing nha in riolering werd door het college van burgemeester en schepenen.
- Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
Beschrijving van de omgeving
Het betreft een gemengde omgeving waarin zowel eengezins- als meergezinswoningen voorkomen met twee à drie bouwlagen onder verschillende dakvormen, zowel hellend, mansarde als plat, in gesloten bouworde, opgericht tussen 1919 en 1930. De straten zijn gelegen tussen de ring en het station.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag voorziet voor Sterrenstraat, Maanstraat, Komeetstraat en Hemelplein het heraanleggen van de wegenis, en het aanleggen van een gescheiden rioleringstelsel.
Bestaande kasseien worden vervangen door asfalt en grasdallen.
De werken bevinden zich plaatselijk binnen de 5m zone van de waterloop Duwijckloop.
Er wordt bemaald tot 1m onder de aanzet van de fundering.
De rijbaan wordt asfalt, de parkeerstroken grasdals en de voetpaden betontegels.
Een gedeelte van Komeetstraat en Hemelplein worden gelijkgronds aangelegd, zonder boordsteen, tussen rijweg en voetpad.
Het nieuwe regenwaterstelsel zal thv kruispunt Sterrenstraat Eeuwfeestlaan aangesloten worden op de Duwijckloop.
De aanvraag betreft ook een vaststelling nieuwe rooilijn tussen Maanstraat 17 en 19, naar de achterliggende percelen.
Dit volgens rooilijnplan dd 15/12/2022 ref 017-019 door S.bilt met 15 onteigeningen.
Het gecreëerde openbaar domein heeft als bestemming een parking, omrand door groen.
De aanvraag omvat ook een wegenis. Dit is een functie van openbaar nut / handeling van algemeen belang.
Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.
Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.
Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.
Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.
- Zaak der wegen
Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.
In dit geval wordt in de gemeenteraad van 26 juni voorgelegd en goedgekeurd:
1. Vaststelling van de rooilijn
2. Wegenis- en rioleringsdossier
- Openbaar onderzoek
Decretale bepalingen
Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, worden vergunningsaanvragen die wegenwerken omvatten waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, behandeld volgens de gewone vergunningsprocedure.
Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.
Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 januari 2023 tot 21 februari 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschrift ontvangen.
Proces-verbaal van sluiting
Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschrift ontvangen. Dit betreft de wegenisaanleg.
Mobiliteit en parkeren
Een niet meer aanwezige garage bij Maanstraat 42 beïnvloedt de parkeermogelijkheden daar.
Erfdienstbaarheden, Lichten en zichten, privacy
Alsook de voorziene inplanting van een boom voor huisnr 44, welke licht wegneemt en wortels mogelijk de kelder beschadigen.
Technisch bureau van de stad beoordeelt het bezwaar als volgt:
De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende mobiliteit en parkeren kunnen worden bijgetreden om volgende redenen:
- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.
De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende erfdienstbaarheden, lichten en zichten, privacy zijn van privaatrechterlijke aard en niet van stedenbouwkundige aard maar worden deels bijgetreden en voorwaarden worden opgelegd.
- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.
- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.
- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden
- Uitgebrachte adviezen
HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND heeft op 30 januari 2023 onder ref. P19390-001/01 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :
zie bijlage
De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (30 januari 2023).
Het standpunt van HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :
De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 30 januari 2023 onder ref. P19390-001/01 moeten nageleefd worden.
HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND werd op 5 mei 2023 om advies gevraagd, maar heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
INTER INTER werd op 13 januari 2023 om advies gevraagd, maar heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
Fluvius Mechelen heeft op 26 januari 2023 volgend ongunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :
Gelieve hiervoor contact op te nemen met onze projectbeheerder zodat alle plannen zowel met het studiebureel als met de gemeente kunnen besproken worden.
De eindconclusie van het advies luidt als volgt: ongunstig (26 januari 2023).
Het standpunt van Mechelen wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :
contact opnemen met projectbeheerder van Fluvius zodat alle plannen zowel met het studiebureel als met de gemeente kunnen besproken worden.
Provincie Antwerpen - Dienst Waterbeleid heeft op 22 februari 2023 onder ref. WAAD-2023-0089 volgend ongunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :
1. WETTELIJKE BASIS VOOR DE WATERTOETS
Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid gecoördineerd op 15 juni 2018 werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen.
In uitwerking van artikel 7 van het watertoetsbesluit werd specifiek voor de provincie Antwerpen een eigen provinciaal beleidskader rond wateradviezen uitgewerkt. Dit beleidskader verduidelijkt wat de gehanteerde krijtlijnen zijn voor de beoordeling van de verenigbaarheid van de vergunningsaanvraag met het watersysteem, en met welke zaken een aanvrager rekening moet houden voor het verkrijgen van een gunstig wateradvies. Het provinciale beleidskader voor wateradviezen werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 12 december 2019 en is te vinden op de website van de provincie Antwerpen:
https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/wonen-ofwerken-langs-een-waterloop/watertoets.html.
2. KENMERKEN WATERSYSTEEM
2.1. Waterloop nr. A.8.01, Duwijkloop van 2de categorie
Het project paalt aan de waterloop.
2.2. Kaartgegevens
Het project is gedeeltelijk gelegen in overstromingsgevoelig gebied volgens de pluviale modellen.
Volgens het gewestplan zijn de percelen gelegen in woongebieden en milieubelastende industrieen.
Het gebied is volgens de BWK biologisch minder waardevol.
2.3. Voorschriften waterbeheerplan
Volgende voorschriften van een waterbeheerplan zijn van toepassing:
Krachtlijn 1: terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten; het voorkomen, het herstellen en waar mogelijk het ongedaan maken van watertekort;
Krachtlijn 2: water voor de mens: scheepvaart, watervoorziening, industrie en landbouw, onroerend erfgoed, recreatie;
Krachtlijn 3: de kwaliteit van water verder verbeteren;
Krachtlijn 4: duurzaam omgaan met water;
Krachtlijn 5: voeren van een meer geïntegreerd waterbeleid.
3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:
- wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of grondwater aangezien runoff en
lozingen de kwaliteit zou kunnen doen verslechteren of een verbetering ervan zou kunnen
tegenhouden;
- wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben;
- wijziging van het overstromingsregime, aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en bijkomende wateroverlast tot gevolg kunnen hebben;
De aanvraag betreft de aanleg van een RWA stelsel. Er wordt gesteld dat er niet aan de GSV moet worden voldaan aangezien het project op openbaar domein ligt, er moet echter wel aan de Code Van Goede Praktijk worden voldaan. Op basis van de aangeleverde gegevens kan dit echter niet worden geverifieerd. De aanvraag is in de huidige vorm niet verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2.). Er dienen bijkomende gegevens te worden aangeleverd.
4. VOORWAARDEN EN MAATREGELEN
4.1. Algemene en wettelijke voorwaarden
4.1.1. Bouwafstanden – erfdienstbaarheden: 5m-zone
Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingwerken en voor het spreiden van de ruimingproducten dient langs beide kanten van de waterloop een zone met een breedte van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de werkelijke kruin van de waterloop vrij te worden gehouden van voorwerpen, constructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt. De erfdienstbaarheid geldt zowel voor open als ingebuisde waterlopen. Bij een ingebuisde waterloop wordt de erfdienstbaarheidzone gemeten vanaf het midden van de buis of koker, waarbij men de 5 m-zone vermeerdert met een halve kruinbreedte. Wanneer uitvoering van deze bepaling aanleiding kan geven tot ernstige ecologische schade, zal de Provincie hier in de praktijk afwijkingen op dulden.
Afsluitingen/Hagen of houtkanten langs de waterloop moeten op een afstand van 0,75 m tot 1,00 m landinwaarts gemeten vanaf het einde van het talud van de waterloop geplaatst worden. Ze mogen niet hoger zijn dan 1,50 m boven de begane grond. Afsluitingen hoger dan 1,50 m moeten op minstens 5 m van de kruin van de waterloop geplaatst worden. De afsluiting is zo opgesteld dat ze geen belemmering vormt bij het onderhoud van de waterlopen, of ze kan weggenomen worden. Hagen of houtkanten dienen tot op een hoogte van maximaal 1,50 m te worden teruggesnoeid.
Verhardingen(opritten, terrassen,…) , leidingen en ondergrondse constructies voorzien tot op een afstand van minder dan 5 m vanaf de kruin van de waterloop moeten bestand zijn tegen het overrijden van machines tot 40 ton.
Verhardingen zijn niet toegestaan binnen de 1 m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop.
Beplantingen
De aanplanting van nieuwe bomen en struiken langs de onbevaarbare waterlopen dient als volgt
te gebeuren:
1. ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop en met een vrij te bepalen afstand tussen de bomen zodat stroken als zone van openbaar nut met een breedte van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop volledig vrij worden gehouden;
2. ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 0,75 tot 1,00 m landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 12 m zodat de bereikbaarheid van de waterloop met de machine blijft verzekerd, en een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.
Volgens de wet op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de bovenste rand van het talud van de waterlopen.
De bereikbaarheid van de waterloop voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken dient echter steeds gevrijwaard te worden.
Reliëfwijziging.
Reliëfwijzigingen zijn verboden binnen de 5 m zone.
4.1.2. Afstanden – waterkwaliteit: 1m-zone
Binnen een afstand van minimaal een meter vanaf de kruin van de waterloop mag de oever niet bewerkt worden, noch besproeid met biociden. Het Mestdecreet verbiedt bovendien elke bemesting binnen een strook van 10 m (GEN en GENO) of 5 m (overige gevallen) gemeten vanaf de kruin van de waterloop.
4.1.3. Eigendom
De bedding van een waterloop van tweede categorie behoort toe aan de provincie.
4.1.4. Werken aan waterlopen
Het is verboden werken uit te voeren binnen de bedding van de onbevaarbare waterloop zonder omgevingsvergunning en/of machtiging. Hieronder kan onder meer verstaan worden het optrekken of plaatsen van een constructie (overwelving, kruisen met nutsleiding, aansluiting, elke vaste constructie in de waterloop, oeverversteviging) en reliëfwijzigingen (ophogen 5mzone langs waterloop, verleggen, dempen of herprofilering van waterloop).
4.1.5. Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd
en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
4.1.6. Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
Er dient rekening gehouden met de voorschriften die geformuleerd staan in de Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen (VMM) (Code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen, individuele voorbehandelinginstallaties en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties, aanvullingen met betrekking tot de herwaardering van grachtenstelsels, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en andere aanvullingen en updates).
Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding.
De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige
afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van
Vlarem II.
4.2. Specifieke voorwaarden (art. 1.3.1.1 §1 DIW dd.18/07/03 en art. 7 §1 4° UB dd. 20/07/06)
Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden
de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:
4.2.1. Voor de wijziging van kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater
Voor de leidingstrengen van de DWA gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied dienen kneveldeksels/waterdichte deksels aangebracht te worden. Hierdoor kan vermeden worden dat in het geval van overstromingen de collector overbelast wordt met overstromingswater wat bijkomende overstortwerkingen tot gevolg zal hebben.
Verder wordt met betrekking tot de (grond)waterkwaliteit als gevolg van het project een positief effect verwacht aangezien de vuilvracht van verschillende lozingspunten wordt opgevangen en afgevoerd naar een RWZI.
4.2.2. Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater
Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling
6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthoudenbergen-afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
Vermijden afstroom van hemelwater
Ondoorlatende verhardingen wateren af naar naastliggende groenzones voor infiltratie op eigen terrein. Om infiltratie op eigen terrein te behouden, dient de groenzone minimaal 25% van de verharde oppervlakte te bedragen. De groenzone moet horizontaal liggen of uitgewerkt worden met een lichte maaiveldverlaging.
Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. Waterdoorlatende verharding dient te worden aangelegd onder een helling van minder dan 0,5% op een waterdoorlatende funderingslaag. Alle lagen dienen een minimale doorlatendheid van 5.4*10-5 m/s te hebben. Bovendien mogen er geen afvoerkolken worden voorzien. Steenslagfundering moet conform Standaardbestek 250 voor waterdoorlatende verhardingen aangelegd worden. Indien dit niet het geval is, dienen deze verharde oppervlaktes meegenomen te worden in de berekening van de infiltratievoorziening en naar de infiltratievoorziening af te wateren.
Infiltratie en buffering
Onderhavig project dient te voldoen aan de CVGP. De nodige gegevens dienen te worden aangeleverd om dit nazicht toe te laten (infiltratieproeven/peilmetingen, gerealiseerd volumes en doorvoer-/lozingsdebieten, aangesloten verhardingen, lokaal afwaterende/waterdoorlatende verhardingen, Sirio berekeningen,…)
Bij de dimensionering mag enkel rekening worden gehouden met de nuttige volumes en oppervlaktes. Bij de bepaling van het volume mag enkel het netto-volume (=effectief beschikbare volume) in rekening gebracht worden en niet het bruto-volume (=buitenafmetingen voorzieningen). Bij bepaling van de infiltratieoppervlakte mag voor ondergrondse voorzieningen of bovengrondse voorzieningen dieper dan 30 cm enkel de vrij liggende wandoppervlakte in rekening worden gebracht.
4.2.3. Voor de wijziging van overstromingsregime
Er mag geen ruimte voor water verloren gaan. Door het oprichten van constructies en door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te verergeren, moet bij het verlies van waterbergingsruimte vermeden worden door het project/plan te realiseren zonder inname van ruimte voor water. Een eventuele ophoging is enkel toegelaten buiten de overstromingsgevoelige zone; de overstromingsgevoelige zone mag in geen geval opgehoogd worden.
Uit de modelleringstudie van de pluviale modellen blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar ter hoogte van de sporthal een waterpeil van 7.36 m-TAW optreedt. Een groot deel van het project ligt hoger en zou niet overstromen. Desondanks zijn ergere overstromingen niet uit te sluiten en kan geen sluitende garantie worden gegeven dat er zich in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen.
Bij de plaatsing van ondergrondse constructies/putten moet er op gelet worden dat er geen verontreinigd overstromingswater de constructie/put kan binnendringen.
5. TOETSING EN CONCLUSIE
Ongunstig, aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en art. 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid.
Onderhavig advies kan mogelijk worden herzien indien aanvullende gegevens worden aangeleverd, zoals besproken onder punt 3 en 4.
De eindconclusie van het advies luidt als volgt: ongunstig (22 februari 2023).
Een nieuwe PIV werd ingediend om tegemoet te komen aan het ongunstig advies.
Provincie Antwerpen - Dienst Waterbeleid werd op 4 mei 2023 om advies gevraagd, maar heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
Cel Mobiliteit heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:
- De voorziene fietskluizen in het achterliggende gebied van de Maanstraat worden omwille van sociale veiligheid en toegankelijkheid beter korter bij de Maanstraat voorzien.
- Het is wenselijk om onder meer ook in de omgeving van de Komeet bijkomende fietskluizen te voorzien omwille van vele vragen van de bewoners. De inplanting daarvan kan gebeuren in overleg met dienst Mobiliteit.
- Rondom Sporthal De Komeet is er geen doorlopende voetpadstructuur. Dit moet voorzien worden.
- De erfinrichtingen in de Komeetstraat en het Hemelplein vragen dat de voorziene parkeerplaatsen correct afgebakend worden. Tevens dient er voldoende aandacht te gaan naar de inplanting van de parkeerplaatsen zodat men hier veilig kan passeren (ook rekening houden met een vuilniswagen).
- De parking aan Komeet heeft vandaag een voorbehouden plaats voor Cambio alsook een laadpaal met 2 voorbehouden plaatsen. Na de werken zouden er 2 voorbehouden plaatsen voor Cambio voorzien moeten worden en dient de laadpaal met voorbehouden plaatsen terug voorzien te worden.
- De parkeerplaatsen voor mindervaliden aan de voorzijde van Komeet maken op dit moment geen deel uit van de heraanleg. Het is wel belangrijk deze parkeerplaatsen volgens de geldende aanlegnormen te voorzien (3,5 x 6m).
- Aan de achterzijde liggen 2 parkeerplaatsen die moeilijk bereikbaar zijn. Deze parkeerplaatsen worden voorbehouden voor laden en lossen/diensten gerelateerd aan de sporthal, en maken dus geen deel uit van het publieke parkeeraanbod.
Volgende voorwaarden werden door Cel Mobiliteit opgelegd:
- Doorlopende voetpadstructuur rondom de sporthal te voorzien.
- Fietskluizen op goed toegankelijk en doordachte locaties te voorzien, in samenspraak met dienst Mobiliteit.
- Erfinrichting te controleren op passeermogelijkheden.
- Parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien volgens de geldende normen.
- Laadpaal en voorbehouden parkeerplaatsen elektrische voertuigen en voorbehouden plaatsen voor Cambio zijn terug te voorzien.
De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (3 februari 2023).
Het standpunt van Cel Mobiliteit wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning:
- Doorlopende voetpadstructuur rondom de sporthal te voorzien.
- Fietskluizen op goed toegankelijk en doordachte locaties te voorzien, in samenspraak met dienst Mobiliteit.
- Erfinrichting te controleren op passeermogelijkheden.
- Parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien volgens de geldende normen.
- Laadpaal en voorbehouden parkeerplaatsen elektrische voertuigen en voorbehouden plaatsen voor Cambio zijn terug te voorzien.
Cel Publieke Ruimte heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:
Binnengebied met ingang tussen Maanstraat 17 en 19:
• Plaats voor keerbewegingen lijkt niet voldoende aanwezig te zijn.
• Mogelijks kan er bij de inrit een bord voorzien worden waarmee aangegeven wordt hoeveel parkeerplaatsen nog ter beschikking zijn om zoekverkeer te vermijden.
• Halfverharding is redelijk onderhoudsgevoelig bij intensief gebruik van parkeerplaatsen.
• Dit binnengebied kan op termijn een groen park en binnengebied zonder parkeerplaatsen worden. Met dit aspect bij de aanleg al rekening houden.
In alle grotere groenzones van het binnengebied, het Hemelplein en in de omgeving van de sporthal mogelijkheden voorzien voor buffering van water door de aanleg van b.v. wadi’s.
Grasperken met extensieve grassen aanleggen en voor de aanplanting vooral inheemse soorten gebruiken.
De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (18 januari 2023).
Het standpunt van Cel Publieke Ruimte wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning:
Binnengebied met ingang tussen Maanstraat 17 en 19:
• Plaats voor keerbewegingen moet voldoende aanwezig te zijn.
• Mogelijks kan er bij de inrit een bord voorzien worden waarmee aangegeven wordt hoeveel parkeerplaatsen nog ter beschikking zijn om zoekverkeer te vermijden.
• Halfverharding is redelijk onderhoudsgevoelig bij intensief gebruik van parkeerplaatsen.
• Dit binnengebied kan op termijn een groen park en binnengebied zonder parkeerplaatsen worden. Met dit aspect moet men bij de aanleg al rekening houden.
In alle grotere groenzones van het binnengebied, het Hemelplein en in de omgeving van de sporthal moet men mogelijkheden voorzien voor buffering van water door de aanleg van b.v. wadi’s.
Grasperken met extensieve grassen aanleggen en voor de aanplanting vooral inheemse soorten gebruiken.
Cel technisch bureau heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:
Projectinhoudversie 2
groen :
- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.
- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.
- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden
- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen
Binnengebied Maanstraat :
- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang
- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken
- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen
- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis
Maanstraat
- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.
huisvuilophaling :
- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.
Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:
groen :
- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.
- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.
- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden
- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen
Binnengebied Maanstraat :
- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang
- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken
- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen
- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis
Maanstraat
- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.
huisvuilophaling :
- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.
De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (17 maart 2023).
Cel technisch bureau heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:
Projectinhoudversie 3
groen :
- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.
- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.
- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden
- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen
Binnengebied Maanstraat :
- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang
- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken
- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen
- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis
Maanstraat
- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.
huisvuilophaling :
- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.
Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:
groen :
- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.
- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.
- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden
- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen
Binnengebied Maanstraat :
- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang
- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken
- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen
- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis
Maanstraat
- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.
huisvuilophaling :
- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.
De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (17 mei 2023).
Het standpunt van Cel technisch bureau wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning:
groen :
- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.
- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.
- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden
- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen
Binnengebied Maanstraat :
- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang
- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken
- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen
- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis
Maanstraat
- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.
huisvuilophaling :
- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.
- Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar
Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten :
● De grondafstanden van de gronden welke vallen binnen de rooilijn moeten juridische correct worden geregeld op verzoek van de stad.
● De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 30 januari 2023 onder ref. P19390-001/01 moeten nageleefd worden.
● contact opnemen met projectbeheerder van Fluvius zodat alle plannen zowel met het studiebureel als met de gemeente kunnen besproken worden.
● Doorlopende voetpadstructuur rondom de sporthal te voorzien.
● Fietskluizen op goed toegankelijk en doordachte locaties te voorzien, in samenspraak met dienst Mobiliteit.
● Erfinrichting te controleren op passeermogelijkheden.
● Parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien volgens de geldende normen.
● Laadpaal en voorbehouden parkeerplaatsen elektrische voertuigen en voorbehouden plaatsen voor Cambio zijn terug te voorzien.
● Binnengebied met ingang tussen Maanstraat 17 en 19:
● Plaats voor keerbewegingen moet voldoende aanwezig te zijn.
● Mogelijks kan er bij de inrit een bord voorzien worden waarmee aangegeven wordt hoeveel parkeerplaatsen nog ter beschikking zijn om zoekverkeer te vermijden.
● Halfverharding is redelijk onderhoudsgevoelig bij intensief gebruik van parkeerplaatsen.
● Dit binnengebied kan op termijn een groen park en binnengebied zonder parkeerplaatsen worden. Met dit aspect moet men bij de aanleg al rekening houden.
● In alle grotere groenzones van het binnengebied, het Hemelplein en in de omgeving van de sporthal moet men mogelijkheden voorzien voor buffering van water door de aanleg van b.v. wadi’s.
● Grasperken met extensieve grassen aanleggen en voor de aanplanting vooral inheemse soorten gebruiken.
● groen :
● boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.
● voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.
● waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden
● Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen
● Binnengebied Maanstraat :
● verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang
● stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken
● openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen
● Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis
● Maanstraat Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.
● huisvuilophaling :
● IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.
Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen volgens het plan met titel rooilijnplan dd 15/12/2022 ref 017-019 door S.bilt met 15 onteigeningen.
Het gecreëerde openbaar domein heeft als bestemming een parking, omrand door groen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van (1/6/2023).
- Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier:
Stemming
25 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Jan Hermans en Gert Van Eester
1 stem tegen: Marcel Taelman
3 onthoudingen: Bart Verhoeven, Walter Marien en Nancy Dresen
Goedkeuring met 25 stemmen voor - 1 stem tegen - 3 onthoudingen
BESLUIT
Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.
Art. 1:
De gemeenteraad beslist om de rooilijn vast te stellen en het technisch dossier wegenis goed te keuren bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend namens Lier Stad inzake heraanleggen wegenis en plaatsen riolering en vaststellen rooilijn met grondafstand, gelegen Sterrenstraat, Maanstraat, Komeetstraat, 2500 Lier, volgens het plan met titel rooilijnplan dd 15/12/2022 ref 017-019 door S.bilt met 15 onteigeningen.
Het gecreëerde openbaar domein heeft als bestemming een parking, omrand door groen.
mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden :
● De grondafstanden van de gronden welke vallen binnen de rooilijn moeten juridische correct worden geregeld op verzoek van de stad.
● De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 30 januari 2023 onder ref. P19390-001/01 moeten nageleefd worden.
● contact opnemen met projectbeheerder van Fluvius zodat alle plannen zowel met het studiebureel als met de gemeente kunnen besproken worden.
● Doorlopende voetpadstructuur rondom de sporthal te voorzien.
● Fietskluizen op goed toegankelijk en doordachte locaties te voorzien, in samenspraak met dienst Mobiliteit.
● Erfinrichting te controleren op passeermogelijkheden.
● Parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien volgens de geldende normen.
● Laadpaal en voorbehouden parkeerplaatsen elektrische voertuigen en voorbehouden plaatsen voor Cambio zijn terug te voorzien.
● Binnengebied met ingang tussen Maanstraat 17 en 19:
● Plaats voor keerbewegingen moet voldoende aanwezig te zijn.
● Mogelijks kan er bij de inrit een bord voorzien worden waarmee aangegeven wordt hoeveel parkeerplaatsen nog ter beschikking zijn om zoekverkeer te vermijden.
● Halfverharding is redelijk onderhoudsgevoelig bij intensief gebruik van parkeerplaatsen.
● Dit binnengebied kan op termijn een groen park en binnengebied zonder parkeerplaatsen worden. Met dit aspect moet men bij de aanleg al rekening houden.
● In alle grotere groenzones van het binnengebied, het Hemelplein en in de omgeving van de sporthal moet men mogelijkheden voorzien voor buffering van water door de aanleg van b.v. wadi’s.
● Grasperken met extensieve grassen aanleggen en voor de aanplanting vooral inheemse soorten gebruiken.
● groen :
● boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.
● voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.
● waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden
● Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen
● Binnengebied Maanstraat :
● verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang
● stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken
● openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen
● Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis
● Maanstraat Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.
● huisvuilophaling :
● IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.