Lier

Zitting van 26 juni 2023

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

EEDAFLEGGING ALGEMEEN DIRECTEUR.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad stelde in zitting van 22 mei 2023 mevrouw Katrijn Bosschaerts, geboren op 13 maart 1988, voltijds aan als algemeen directeur van stad en OCMW Lier, decretale graad, in contractueel verband voor onbepaalde duur.

Art 3 :

Met betrokkene wordt nog de effectieve datum van indiensttreding in onderling

overleg vastgelegd.

 

 

Juridische grond

Art 163 decreet lokaal bestuur

 

Argumentatie

Mevrouw Katrijn Bosschaerts start effectief in dienst op 21 augustus 2023.

Na de aanstelling legt de algemeen directeur tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad de volgende eed af in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen."

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad gaat over tot de procedure van eedaflegging in openbare zitting door mevrouw Katrijn Bosschaerts, als voltijds algemeen directeur van stad en OCMW Lier, decretale graad, in contractueel verband voor onbepaalde duur, met ingang van 21 augustus 2023, waarbij de volgende eed wordt afgelegd in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen." Van de eedaflegging of de weigering ervan wordt een proces-verbaal opgemaakt.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Jan Hermans (Groen-Lier&Ko) i.v.m. bestrijding overlast van duiven met anticonceptievoer

Stad Lier bestrijdt een overlast van duiven met anticonceptievoer (wellicht op verschillende plaatsen).

Er is altijd verzekerd dat enkel duiven getroffen zouden worden, maar niet zo lang geleden tijdens een vergadering in de bib kon worden vastgesteld dat ook zangvogels van het voer komen eten.

Dat is dus niet de bedoeling. Meteen stelt zich ook de vraag of de slechtvalk bij het eten van de duiven niet onvruchtbaar wordt?

Navraag bij Natuurpunt leert dat zij het mislukken van het 17de opéénvolgend broedgeval van de slechtvalk in Lier moesten vaststellen. Zij onderzoeken nu of dit werd veroorzaakt door de chemisch stof ( = R12).

 

Mijn vragen aan het CBS:

        Heeft het CBS kennis van dit gegeven? Zijn er gelijkaardige gevallen bekend in andere gemeenten?

        Zo ja, welk initiatief werd dan desbetreffende genomen?

        Is er daarover overleg met Natuurpunt?

        Zou dit soort bestrijding niet best opgeschort worden tot er over het onderzoek duidelijkheid is?

 

Antwoord schepen Rik Pets:

In het verleden werden verschillende bestrijdingstechnieken toegepast om de populatie van verwilderde duiven in de stadskern onder controle te houden. Het vangen van duiven via spoedniks en slagnetten en het afvoeren van de dieren werd door GAIA als dieronvriendelijk bestempeld.

Als alternatief werd gekozen om de duiven op 2 plaatsen in Lier te voederen met maïs die behandeld is met het medicijn R-12. De bestrijding van de stadsduivenpopulatie met R12 is veilig en diervriendelijk en heeft in andere steden en gemeenten haar effectiviteit al bewezen. Het is wel belangrijk dat de inspanningen jaar na jaar worden volgehouden om een duurzame controle van de stadsduiven te bekomen. Hiervoor zijn 2 automatische dispensers aangekocht door de stad Lier. Deze werden geplaatst op het dak van de bibliotheek en op het dak van de buitenschoolse kinderopvang op de Lispersteenweg. Het project wordt volledig uitgevoerd en begeleid door een aangestelde dierenarts. Op basis van duiventellingen (15 min voor en 15 min na het openen van dispenser) worden de dispensers afgesteld. Beide dispensers staan momenteel afgesteld op de minimale hoeveelheid voeder per keer:  ± 170 gram/dag.

De toediening van R-12 is selectief en lokaal. Vooral de dominante duiven worden geviseerd.  Dit anticonceptiemiddel bevat geen hormonen. Hierdoor komen er geen schadelijke stoffen in de bodem of in het oppervlaktewater terecht. De sterilisatie is volledig omkeerbaar. Als R-12 niet meer wordt toegediend, herstelt de vruchtbaarheid zich na 4-6 dagen.

De administratieve diensten hebben geen weet van het mislukken van broedsels van de slechtvalk. Hierover is geen overleg met natuurpunt. De administratie heeft geen weet van gelijkaardige gevallen in andere gemeenten. Het diergeneesmiddel R-12 is een geregistreerd anticonceptiemiddel met als actief bestanddeel nicarbazine. Nicarbazine is over de jaren heen uitgebreid bestudeerd, waaronder de invloed die het heeft op de omgeving. Meervoudig onderzoek heeft aangetoond dat nicarbazine binnen realistische hoeveelheden niet giftig en veilig is voor mens, dier en milieu. Er is geen risico op secundaire vergiftiging. Een mens zou 750 kg/dag moeten eten voor er gezondheidsrisico’s optreden. R-12 veroorzaakt geen langdurige gevolgen of blijvende letsels bij duiven. Het beschermt hen bovendien tegen de fatale ziekte coccidiose. Een roofvogel die een duif eet, nadat die met R-12 gevoerd is, wordt niet onvruchtbaar. Nicarbazine, het actieve bestanddeel in R-12, wordt in 2 componenten afgebroken in de lever. Hierdoor is de stof niet langer werkzaam wanneer de duif de roofvogel bereikt. Andere vogels en duiven die mee willen eten, krijgen zelden de kans van de dominante stadsduiven. Bovendien zijn andere vogels - onder meer de Turkse tortel, zangvogels, vaak kleiner en kunnen ze de maïskorrels niet opnemen. Er is bewust gekozen voor maïskorrels om te vermijden dat andere vogels een graantje kunnen meepikken. Maïskorrels zijn groot, consistent en verliezen hun vorm niet.

Op dit moment zijn er weinig andere duurzame alternatieven voor de bestrijding van duiven. De bouw van duiventillen in de stadsomgeving is een alternatief. Om tot een gecontroleerde populatie te komen worden de duiven gevoederd en worden duiveneieren in broedsels vervangen door exemplaren in kalk.

Het inrichten van duiventillen in de stadskern lijkt ons net een stap te ver. De stadsdiensten zullen een overleg inplannen met de aangestelde dierenarts en zijn advies inwinnen.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Peter Caluwé (Groen-Lier&Ko) i.v.m. hygiëne Lago Lier De Waterperels

Recent bereikte ons een aantal meldingen over onhygiënische omstandigheden in Lago Lier De Waterperels. De vloer in en rond de kleedkamers zou onvoldoende droog en proper worden gehouden. Ook de properheid van de sanitaire voorzieningen zou te wensen overlaten, met bij momenten een erg onfrisse geur tot gevolg. Deze problemen zouden zich al enige tijd voordoen.

 

Graag had ik van het CBS het volgende vernomen:

        Is het CBS op de hoogte van deze omstandigheden?

        Welke acties zal het CBS ondernemen om deze beweringen te verifiëren?

        Wanneer vindt het eerstvolgende overleg met Lago Lier De Waterperels plaats en zal het CBS deze problematiek voortijdig aankaarten?

        Welke acties zal het CBS ondernemen om de hygiënische omstandigheden te verbeteren, indien deze beweringen juist zouden zijn?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

        Is het CBS op de hoogte van deze omstandigheden? Welke acties zal het CBS ondernemen om deze beweringen te verifiëren?

 

We hebben een open communicatie met de directie van de Waterperels en het management van de Lago groep. Elke 2 maanden bespreken we op een overlegcomité alle aspecten van de exploitatie.  Alle klachten en opmerkingen  van de bezoekers worden bijgehouden in een register. Via deze weg zijn we op de hoogte dat er recent wel wat problemen waren met de netheid.

 

        Wanneer vindt het eerstvolgende overleg met Lago Lier De Waterperels plaats en zal het CBS deze problematiek voortijdig aankaarten?

 

Het volgende overlegcomité is gepland op 7 september. We hebben de opmerkingen al overgemaakt aan de directie van de waterperels met dadelijk een reactie:

       Op zeer drukke dagen is dit zeer moeilijk om constant en altijd op te volgen.

        Door last minute melding van ziekte en gebrek aan invallers (examens) hebben ze hier en daar een probleem gehad met te weinig personeel.

        Een vaststelling dat niet alle invallers en medewerkers hun werk grondig doen. Wordt opgevolgd!

        Een vaststelling dat er bij zeer warm weer bezoekers komen die geen respect hebben en normen naar hygiëne niet toepassen.  (vb iemand die zijn behoefte doet in een kleedhokje)

 

        Welke acties zal het CBS ondernemen om de hygiënische omstandigheden te verbeteren, indien deze beweringen juist zouden zijn?

 

We zullen de hygiënische omstandigheden verder opvolgen en hebben hiervoor al volgende afspraken gemaakt:

        Er wordt gesleuteld aan de personeelsbezetting.

        De taken en het poetsschema worden extra opgevolgd en gecontroleerd.

        Er is een extra geurdispenser besteld voor de kleedkamers maar deze is voorlopig nog niet operationeel.

 

Daarnaast wil ik nog graag meegeven dat het hier gaat over momentopnames op drukke tot zeer drukke momenten die we zo goed mogelijk proberen op te vangen maar dat dit niet altijd mogelijk is. Het mag ook gezegd worden dat er positieve belevingen zijn in de Waterperels. Hiervoor verwijzen we naar hun reviews.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. aanmeldsysteem secundair onderwijs

De afgelopen maanden hielden veel ouders in spanning de adem in, aangezien voor veel tieners de keuze voor een middelbare school in handen lag van de loterij van het beruchte ‘aanmeldsysteem’.

Tieners die een secundaire school zochten, konden zich aanmelden tussen 27 maart en 21 april en daarbij verschillende scholen opgeven, volgens voorkeur. Enkel voor leerlingen met reeds een broer of zus in de school van hun voorkeur of voor leerlingen van schoolpersoneel werd een voorrangsregeling voorzien.

Ten laatste op 15 mei kregen kinderen en ouders het resultaat van de willekeurige toewijzing, wat op z’n zachtst gezegd tot veel emoties heeft geleid, omdat de eerste of tweede keuze het niet altijd haalden, Lierse kinderen plots naar een school in een andere gemeente zouden moeten of er zelfs helemaal geen school toegewezen werd. In dat laatste geval diende men in te schrijven in een school met vrije plaatsen (die dus niet in het voorkeurlijstje stond) of tot half juni te wachten tot iedereen die wél een toewijzing had gekregen zich ook effectief had ingeschreven en er hopelijk alsnog plaatsen in een school van voorkeur vrij zouden komen.

 

Vandaar de volgende vragen:

  1. Half mei waren er nog een heel aantal kinderen zonder toewijzing. Hebben uiteindelijk, nu alle inschrijvingen inmiddels gebeurd zouden moeten zijn, alle kinderen in Lier en Koningshooikt een school?
  2. Hoe evalueert het stadsbestuur dit systeem?
  3. Welke mogelijke verbeterpunten ziet het stadsbestuur richting de nieuwe aanmelding, volgend jaar?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

        Half mei waren er nog een heel aantal kinderen zonder toewijzing. Hebben uiteindelijk, nu alle inschrijvingen inmiddels gebeurd zouden moeten zijn, alle kinderen in Lier en Koningshooikt een school?

 

Het is jammer genoeg technisch niet mogelijk om met 1 druk op de knop een zicht te krijgen op de huidige wachtlijsten en wie er dus nog op de wachtlijst staat.

 

Een rondvraag bij de Lierse scholen leert ons echter dat voor wat betreft de A-stroom we met redelijke zekerheid kunnen stellen dat alle Lierse kinderen een Lierse school hebben gevonden.

Voor wat betreft de B-stroom weten we dat er nog Lierse kinderen op de wachtlijst staan. Bij Anton Bergman gaat het om 2 leerlingen, Bij Sint-Ursulamiddenschool om 11 leerlingen.

VTI Lier heeft geen wachtlijst en heeft nog plaats in de A-stroom en B-stroom. Ook De Lierse Steinerschool heeft geen Lierse kinderen op de wachtlijst.

 

        Hoe evalueert het stadsbestuur dit systeem?

Het systeem op zich werkt objectief en correct. Iedereen vertrekt met gelijke kansen en het lot bepaalt de toewijzing van je school – waarbij voor Lier de beslissing is genomen door het LOP om de eerste schoolkeuze te laten doorwegen, hetgeen er voor gezorgd heeft dat leerlingen die een plaats toegewezen kregen de school van hun eerste keuze hebben gekregen. De afstand van de woonplaats tot de school speelt echter bij het secundair onderwijs geen rol – conform de Vlaamse regelgeving hierrond. Dit is ook logisch gezien er omliggende gemeenten zijn die geen secundair onderwijs op hun grondgebied hebben. Ook deze leerlingen verdienen uiteraard een plaats in het secundair.

 

Het feit dat je kan aanmelden op verschillende plaatsen met verschillende systemen maakt het systeem echter omslachtig: Ouders kiezen er soms voor om in verschillende regio’s aan te melden.  Zo komt er een ganse carrousel op gang die op de dag van vandaag nog niet tot stilstand is gekomen. De praktijk leert bv dat mensen zich inschrijven in een school uit een andere regio – bv. in Sint-Katelijne-Waver of Duffel; nadien een signaal krijgen dat er een vrije plaats is in de school van eerste keuze – met als gevolg dat er alsnog overgestapt wordt en er een plaats vrijkomt. De timing is op dit vlak ongelukkig: de maand juni is voor het onderwijs uiteraard een erg ongelukkige periode om dat intensief op te volgen.

 

        Welke mogelijke verbeterpunten ziet het stadsbestuur richting de nieuwe aanmelding, volgend jaar?

Er is bijgevolg een brede consensus binnen het onderwijs en het lokaal bestuur - dat er 2 verbeterpunten zijn m.b.t. het Vlaams beleid terzake:

 

        organiseer de aanmeldingen over heel Vlaanderen met 1 systeem. Een systeem dat ouders ook de mogelijkheid biedt om de plaats op de wachtlijst van hun kind op te volgen. Als er 1 systeem voor heel Vlaanderen is, gaan er geen dubbele aanmeldingen meer gebeuren. Dit zal al een belangrijk deel van  het carrousel-probleem verhelpen.

        verplaats het hele aanmeldingssysteem in de tijd. De opgelegde tijdlijn vanuit Vlaanderen zorgt ervoor dat scholen in juni nog volop bezig zijn met leerlingen inschrijven voor het komende schooljaar.

 

Mocht er geen centraal systeem komen tegen volgend schooljaar willen we vanuit het LOP  Lier nog helderder en transparanter communiceren, bv. inzake het aantal aanmeldingen, het aantal vrije plaatsen e.d.m.

 

 

Mondelinge vraag 4 : van Walter Marien (Vlaams belang) i.v.m. voetgangerszone Eikelstraat is conflictzone voetgangers /fietsers

De Eikelstraat is een voetgangerszone aangeduid door verkeersborden F103 met het symbool van de fiets erop zodat fietsen toegelaten is.  Volgens het verkeersreglement moeten fietsers in een voetgangerszone steeds stapvoets rijden. Dit is 5 à 6 km/u.  Ook al is fietsen in een voetgangerszone volgens de verkeersborden toegelaten, dan nog moeten de fietsers afstappen en hun fiets aan de hand nemen wanneer het te druk wordt.

Ik heb daar op verscheidene momenten kunnen vaststellen dat slechts een kleine minderheid van fietsers, stepgebruikers en bromfietsers zich aan de voorgeschreven snelheid houdt,  laat staan dat wordt afgestapt als het te druk is,  zelfs tijdens de zaterdagmarkt proberen fietsers tussen de voetgangers te slalommen.  Het is natuurlijk niet altijd even druk.  Het probleem stelt zich vooral in de lente en zomer.   De Eikelstraat is ook niet zo breed.  Horecamensen stellen regelmatig kleine incidenten vast en zijn ook bezorgd dat dit vroeg of laat escaleert in een ongeval.

De betekenis van verkeersbord F103 is blijkbaar onvoldoende gekend.

Daarom  vraag ik om volgend actieplan te implementeren:

        sensibiliseren van fietsers d.m.v. grote signalisatieborden "stapvoets rijden" en "fietsers afstappen bij  grote drukke"

        regelmatige handhavingsactie.

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

De noodzakelijke borden zijn inderdaad aanwezig onder vorm van de aanduiding van de voetgangerszone. Het plaatsen van grote borden om de betekenis van een bestaand verkeersbord uit te leggen of te bevestigen is niet gewenst door de verkeersreglementering en zal ongetwijfeld tot nieuwe procedures tegen dit soort beslissingen leiden.

 

We bekijken wel om via andere kanalen meer duiding te geven bij het concept voetgangerszone en dit te verspreiden via onze digitale kanalen.

 

 

Mondelinge vraag 5 : van Nancy Dresen (Vlaams belang) i.v.m. slimme rattenvallen

Op de gemeenteraad van maart 2021 bracht de Vlaams Belang fractie, bij monde van collega Verhoeven, een toegevoegd punt op de agenda, met het voorstel om een testfase op te starten met slimme rattenvallen.

In augustus 2022 werden vijf van deze vallen geleverd en dit voor een testfase van zes maanden.

 

Ik heb hierover volgende vragen voor het CBS:

        Hoe evalueert het CBS de testperiode van deze vallen?

        Blijft de stad Lier deze slimme vallen verder gebruiken in de toekomst?

        En zo ja, is er een verder uitbreiding van het aantal vallen voorzien?

 

Antwoord schepen Rik Pets:

In de praktijk zien we dat de vangresultaten met de ‘slimme’ rattenval minstens evenwaardig zijn aan de klassieke methode met gif en klemmen. Het succes van de vangst is sterk afhankelijk van diverse externe factoren.

 

Een belangrijke factor is de hoeveelheid beschikbare voeding en nestruimte in de omgeving. De looproutes van de ratten (voornamelijk bruine rat) zijn hierbij belangrijk. Het gebruik van de ‘slimme’ rattenval situeert zich momenteel vooral in de verstedelijkte omgeving. De inzet ervan lang waterlopen is moeilijker. Hier blijven de klassieke methodes het best behouden.

 

De slimme rattenval maakt de overgang mogelijk naar een gifvrije & efficiënte rattenbestrijding met als doel preventie op basis van concrete data en de efficiënte inzet van personeel en middelen. Doordat de systemen op afstand kunnen worden opgevolgd kunnen de interventies en verplaatsingen van de rattenvanger verder worden geoptimaliseerd. Door gebruik te maken van deels natuurlijk lokmiddelen (pijnboompitten, zonnebloempitten, dierlijk vet … ) kan de hoeveelheid gifstoffen welke zich kunnen accumuleren in onze leefomgeving verminderd worden.

 

Op dit moment beschikken we over te weinig testresultaten om een eenduidige conclusie te trekken. Het is we duidelijk dat de slimme rattenval op het gebied van duurzaamheid en personeelsinzet een gunstig effect heeft. De stad zal de vijf aangekochte ‘slimme’ rattenvallen in ieder geval verder blijven gebruiken. Op dit moment kunnen we het systeem gunstig beoordelen.

 

Rekening houdende dat het gebruik van gif in de toekomst strenger zal worden gereglementeerd en mogelijk zelfs verboden is een verder uitbreiding van het aantal ‘slimme’ rattenvallen aangewezen.

 

Aangezien het aantal meldingen van ratten gestaag toeneemt is de uitbreiding van het aantal slimme rattenvallen wenselijk. Tijdens de begrotingsopmaak voor 2024 zullen vanuit de stadsdiensten hiervoor de nodige voorstellen gedaan worden.

 

 

Mondelinge vraag 6 : van Freddy Callaerts (Vooruit Lier) i.v.m. brand garageboxen

De voorbije weken zijn er in Lier en in de deelgemeente Koningshooikt verschillende branden geweest waarbij onze brandweer en de politie steeds snel op gereageerd hebben.

Met de recenste brand die zich voordeed op 13 juni aan de garageboxen aan de Antwerpsesteenweg kwam er de nodige bezorgdheid vanuit de buurt.

 

Daarom volgende vragen aan het cbs:

        Werd er asbest aangetroffen bij de brand aan de garageboxen?

        Werd de correcte procedure gevolgd bij deze brand?

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

Bij een controlebezoek van het team omgeving – cel leefmilieu werd daags na de brand asbestmateriaal aangetroffen in overblijvende constructies. Het gaat om hechtgebonden asbest in de tussenwanden van de garageboxen, genaamd menuiserite. Bij gebonden asbest zijn de asbestvezels sterk verankerd in het dragend materiaal. Hierdoor heeft het materiaal brandwerende en hittebestendige eigenschappen. Door deze eigenschappen is het aanwezige asbestmateriaal tijdens de brand vrijwel intact gebleven. De dakbedekking (staalplaat) en de garagepoorten waren zover de diensten konden vaststellen niet asbesthoudend. Dit betekent dat de emissie van asbestvezels eerder ‘beperkt’ is gebleven. Door de enorme hitteontwikkeling zijn de ‘mogelijk’ vrijgekomen vezels geëmitteerd naar hogere luchtlagen en is er een sterke verdunning opgetreden. De milieu-impact op de nabij gelegen bewoning, tuinen en bedrijventerreinen wordt eerder als ‘beperkt’ ingeschat.

 

De volgende procedure werd gevolgd:

        De noodplanningscoördinator van de stad Lier bracht de cel Leefmilieu van de stad Lier op 13/06/2023 op de hoogte van de brand.

        Op 14/06/2023 heeft de deskundige milieu van de cel Leefmilieu stad Lier een plaatsbezoek verricht. Ter plaatse werd de volgende vaststellingen gedaan:

        Er zijn geen losse dakmaterialen gevonden zoals eternit golfplaten

        Het gaat om hechtgebonden asbest: de binnenkant van de garageboxen zijn bekleed met menuiserite. Omwille van zijn sterk hittebestendig en brandwerende eigenschap, werd dit materiaal in het verleden vaak gebruikt als onderdak bij woningen en gebouwen.

        Na de brand werd vastgesteld dat het asbesthoudend plaatmateriaal de hitte goed heeft doorstaan en in grote mate nog intact aanwezig zijn op de wanden binnenin de garageboxen.

        Gezondheidsrisico’s bij asbest doen zich voor voornamelijk voor bij inademing (dus tijdens de brand was het risico het hoogst), niet de loutere aanwezigheid of aanraking ervan.

        Het terrein werd afsloten door politiediensten.

 

Conclusie: Het nog aanwezig asbestmateriaal in de overblijvende constructies dient beschouwd  te worden als een afvalstof, verwijderd en afgevoerd volgens de wettelijke bepalingen.

 

        Op 16/06/2023 werd door de deskundige milieu telefonisch contact opgenomen met de OVAM, Team Lokale en Bovenlokale Besturen, subteam Schadegevallen, voor het melden van het incident. De OVAM was van oordeel dat de schadegevallenprocedure van toepassing is. De OVAM werd door de cel Leefmilieu op de hoogte gebracht van het incident via de meldingsprocedure op 22/06/2023.

        Het brandweerverslag werd opgevraagd bij brandweerzone Rivierenland op 22/06/2023.

        Het besluit van de burgemeester voor het nemen van maatregelen tot behandeling van een schadegeval op grond van artikel 74 tot 82 van het Bodemdecreet is in voorbereiding. Via dit besluit zal de eigenaar aangemaand worden om binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van het besluit, de opgelegde maatregelen uit te voeren.

 

Het stadsbestuur is van mening dat gezien de omstandigheden de nodige maatregelen werden genomen om de gezondheidsrisico’s naar de omgeving te beperken.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 22 MEI 2023. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 22 mei 2023.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 22 mei 2023 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

DELEGATIE HANDTEKENING VOORZITTER. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2021 over de verkiezing van mevrouw Ann-Sofie Van den Broeck als voorzitter van de gemeenteraad vanaf 1 januari 2022.

OCMW-raadsbeslissing van 20 december 2021 over de kennisname van de van rechtswege aanstelling van mevrouw Ann-Sofie Van den Broeck als voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn vanaf 1 januari 2022.

 

Feiten en context

Tijdens de gemeenteraad van 20 december 2021 werd mevrouw Ann-Sofie Van den Broeck verkozen als voorzitter van de gemeenteraad met ingang op 1 januari 2022. De voorzitter van de gemeenteraad is van rechtswege ook de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Binnen het decreet lokaal bestuur zijn er mogelijkheden om de handtekeningsbevoegdheid te delegeren voor het ondertekenen van alle documenten, met uitzondering van het ondertekenen van de notulen en de zittingsverslagen van de raad voor maatschappelijk welzijn.

De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn trof het besluit om vanaf 12 juni 2023 deze bevoegdheid aan de heer Rik Verwaest, voorzitter van het vast bureau, te delegeren.

Dit besluit wordt voor kennisname aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur, inz. art. 74, 277 §1 en 281

Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad (beslissing van 25 februari 2019, en latere wijzigingen)

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist neemt kennis van het besluit van de voorzitter van de gemeenteraad van 9 juni 2023 over de delegatie van de handtekeningsbevoegdheid vanaf 12 juni 2023.

 

Art 2 :

Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de diensten van de stad en OCMW Lier.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

STAD EN OCMW LIER - JAARRAPPORT ORGANISATIEBEHEERSING 2023. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Organisatiebeheersing is een middel om de doelstellingen van de stad en het OCMW te bereiken.

Het jaarrapport van de stad en het OCMW schetst de resultaten van de afgelopen periode en de toekomstige doelstellingen op gebied van de organisatiebeheersing.

 

De algemene aanpak van de organisatiebeheersing is terug te vinden in het kader. Hierin wordt toegelicht hoe er dit jaar concreet  gewerkt is en hoe er het komende jaar zal verder gewerkt worden.

 

Vanaf 2021 werd er een gezamenlijk organisatiebeheersingssysteem opgezet, waarbij de ingezette middelen en instrumenten van de stad en het OCMW op elkaar afgestemd werden en een uniforme, gestandaardiseerde methodiek werd toegepast.

 

De gemeenteraad en de OCMWraad kunnen via deze rapportering het organisatiebeheerssingssysteem opvolgen.

 

Lees hier de beleidsrapporten van stad & OCMW Lier (beleidsportaal.be)

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur art. 219

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het jaarrapport van de organisatiebeheersing 2023 van de stad en het OCMW Lier.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

BIEDINGSLEIDRAAD VESTIGING VAN EEN ERFPACHTRECHT – HOF VAN GEETRUYEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het voormalig landhuis, zogenaamd De Groote Hofstadt of Hof van Geetruyen, sinds 1968 ingericht als Timmermans-Opsomerhuis, werd bij koninklijk besluit beschermd als monument van 19/8/1980 tot heden omwille van de historische en artistieke waarde.

 

In zitting van 27 april 2015 beslist de gemeenteraad akkoord te gaan om na de beëindiging van de samenwerking met het KMSKA, de site Timmermans-Opsomerhuis museaal te verlaten en over te gaan tot de ontwikkeling van een stadsmuseum in het huidige Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen / Baron Caroly.” De gemeenteraad geeft opdracht aan het Vastgoedplatform een financieel plan uit te tekenen voor een eventuele verkoop van het Timmermans Opsomerhuis”. Sinds 26 augustus 2018 heeft het Timmermans Opsomerhuis geen publieke functie meer als museum. Er staan enkel nog collectiestukken gestockeerd.

 

In de loop van 2017-2018 werd nagedacht om het Timmermans Opsomerhuis onder te brengen in een samenwerkingsproject tussen PMV (De Participatiemaatschapij Vlaanderen NV) en de stad en het OCMW van Lier, namelijk ‘het erfgoedfonds’. Het beoogde doel van deze samenwerking was het behoud en optimalisatie van de erfgoedsites binnen het patrimonium van de stad Lier en het OCMW Lier. Het uitgangspunt was dat het Erfgoedfonds functioneert als een ‘rollend fonds, waarbij de gegenereerde middelen maximaal worden geherinvesteerd in de Erfgoedsites, vanuit een analytische boekhouding. Hierbij werd een optimale combinatie van inzet van publieke middelen en aantrekking private middelen beoogd. Volgende erfgoedsites zouden in dit erfgoedfonds worden ingebracht: het Vleeshuis, ’t Schaeckbert, het Heilige Geestgebouw, het Timmermans-Opsomerhuis en het begijnhof.

 

Toen de stad en het OCMW van Lier besloten om twee van deze sites uit het erfgoedfonds te halen (’t Schaekbert werd verkocht, het begijnhof zou in eigen beheer worden geoptimaliseerd via een MJPO) sprong de samenwerking af en werd er niet verder gewerkt aan de constructie van ‘het erfgoedfonds’.

 

In zitting van 16 december 2019 werd het meerjarenplan (2020-2025) goedgekeurd door de gemeente- en OCMW raad. Doelstelling 3 stelt dat Lier trots is op haar onroerend erfgoed en haar vastgoed zorgvuldig beheert. De bewaking van de kwaliteit en het karakter van ons onroerend erfgoed en vastgoed gebeurt door opmaak en opvolging van beheersplannen, herbestemmingsstudies, een erfgoedbeleidsplan en een meerjarenonderhoudsplanning. Onder actie 01/03/SAP/01/01 is de opmaak van een beheersplan en herbestemmingsstudie voor het Hof van Geetruyen opgenomen.

 

Op 6 december 2018 werd de onderzoekspremie voor opmaak van een beheersplan aangevraagd bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Op 25 februari werd een onderzoekspremie van 17.208 euro toegewezen aan de stad Lier voor de opmaak van een beheersplan.

 

Op 19 april 2021 werd de aanvraag voor verlenging aanvraagtermijn voor uitbetaling goedgekeurd. Er is tot 24 februari 2023 om een aanvraag tot uitbetaling in te dienen. Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 3 januari 2022 goedkeuring aan het lastenboek voor de opdracht ‘Opmaak beheersplan voor Hof Van Geetruyen'.

 

Het college beslist op 14 februari 2022 de opdracht voor de opmaak van het beheersplan aan Karuur Architecten uit Antwerpen toe te wijzen.

 

In zitting van 9 mei 2019 beslist het college om de lokalen van het voormalig Timmermans Opsomerhuis in gebruik te geven aan Open School en het CVO en de Stedelijke academie voor Muziek, Woord en Dans (SAMWD). Middels de collegebeslissing van 7 september 2020 werden de huurcontracten voor onbepaalde duur goedgekeurd. Deze scholen zullen in het najaar 2022 hun intrek nemen in het Zwartzusterklooster.

 

Het bestuur voorzag bij de budgetopmaak in 2021 een inkomst van 800.000 euro voor de potentiële verkoop van het Hof van Geetruyen in 2025.

 

Historische context

Het landhuis is gelegen aan de Netelaan 2-6, in de directe nabijheid van de Kleine Nete en de Sint-Jansbrug. Aan de noordelijke en westelijke zijde wordt het omgeven door de Kleine Nete. Ten zuiden van het complex ligt het stadspark.

 

Het gebouwenbestand gaat terug tot in de 16e eeuw. Toen werd een woning in bak– en zandsteenstijl opgericht ter hoogte van de Sint-Janstoren. In de 17e eeuw en vooral in de 18e eeuw werd de woning toen ‘De Grote Hofstadt’ genaamd verder uitgebreid. De familie Goyvaerts werd eigenaar in de 18e eeuw en onder hun invloed werd de woning verder verfraaid en vergroot. Het huis werd in de 18e eeuw omschreven al één van de voornaamste herenhuizen van de stad. Verscheidene telgen van de familie Goyvaerts waren burgemeester of schepen in Lier. In 1815 werd de familie Schram eigenaar van het landhuis. De nieuwe landeigenaar, Emmanuel Schram verbouwde het complex tot een neoclassicistisch landhuis met een riante lustgrond en waters in een landschappelijke stijl. Naast een siertuin was een groot gedeelte van Schrams eigendom in gebruik als nutstuin (moestuin, verschillende kweekplanten en een boomgaard). Het hele domein was ommuurd. Op het einde van de 19e eeuw werd het landhuis ‘De Groote Hofstadt’ opnieuw verkocht aan Constant Emmanuel van Geetruyen. Toen kreeg het landhuis de naam ‘Hof van Geetruyen’.

 

Vanaf 1917 werd de stad Lier eigenaar van het ‘Hof van Geetruyen’. De grote tuin van het landhuis werd omgevormd tot stadspark en het landhuis werd heringericht als school.

 

Vanaf 1968 bracht de stad Lier de collecties met betrekking tot haar belangrijkste lokale kunstenaars onder in het voormalige Hof van Geetruyen. Het landhuis werd gerestaureerd en heringericht. Het pand krijgt de naam Timmermans-Opsomerhuis. Ter hoogte van de toenmalige nutstuin werd het stedelijk zwembad gebouwd.

 

Het zwembad werd in 2011 gesloopt. Na de sloop werd de vrijgekomen ruimte ingericht als evenementenweide. De collectie van de Lierse kunstenaars werd in 2018 verhuisd naar het stadsmuseum en het museum Timmermans-Opsomer sluit haar deuren. Vanaf 1 oktober 2018 is er nog één stadsmuseum.

 

Collegebeslissing dd. 19/4/2022:

Het bestuur ontving verschillende gebruiksvragen voor het Hof van Geetruyen:

        In 2020 werd het leegstaande pand tijdelijk herbestemd tot schoolgebouw. De scholen CVO, de Podiumacademie en Open School werden hier tijdelijk gehuisvest in afwachting van de renovatie van het Zwartzusterklooster. Deze werken zijn afgerond en de scholen hebben de nieuwe lokalen in het Zwartzusterklooster in gebruik genomen vanaf 7/11/2022. De scholen stelden de vraag of het gebouw definitief kan bestemd worden als schoolgebouw;

        Lierse horeca uitbaters stellen de vraag of ze hun zaak mogen onderbrengen in het gebouw. In eerste instantie om te testen of het goede locatie is en/of het werkbaar is binnen hun vooropgesteld horecaconcept.

 

Tevens kreeg het technisch bureau gebouwen - cel erfgoed de opdracht om een beheersplan en een herbestemmingsstudie in 2022-2023 op te maken voor het Hof van Geetruyen;

        Het beheersplan zal een praktisch draaiboek zijn voor de (toekomstige) gebruikers, eigenaars en/of beheerders voor het uitvoeren van het effectief beheer (restauratie en onderhoud) met aandacht voor de inherente erfgoedwaarden. Welke werken zijn er wanneer nodig en wat is de kostprijs;

        De herbestemmingsstudie geeft richting aan het toekomstig gebruik en beheer van het gebouw.  Het hof van Geetruyen, de aanpalende evenementenweide en het stadspark vormen historisch en architecturaal één geheel. Het is een belangrijke site in de historische binnenstad. Het toekomstig gebruik en beheer vraagt een integrale, geïntegreerde en doordachte aanpak waarbij de stad Lier de kwaliteit van de site en de gebouwen moet kunnen blijven bewaken.

 

Op 6 december 2021 was er intern overleg tussen de verschillende betrokken stedelijke diensten (dienst ondernemen, technisch bureau gebouwen, dienst communicatie en participatie en dienst vastgoed) om een plan van aanpak uit te werken om te komen tot een visie voor het toekomstig beheer en gebruik van het Hof van Geetruyen. Volgende fasering/plan van aanpak wordt voorgesteld door de betrokken diensten:

        Fase 1 (timing 2022): opmaak beheersplan door technische dienst gebouwen;

        Fase 2 (timing maart - juni 2022): studie architectuurstudenten ivm gebruik door technische dienst gebouwen i.s.m. UHasselt;

        Fase 3 (timing procedure 2022 - uitbating 2023): pop-up horeca uitbating voor 1 jaar door team vastgoed i.s.m. team ondernemen

        Fase 4: (timing 2023): herbestemmingsstudie door dienst participatie ism technische dienst gebouwen

        Fase 5 (timing 2024): beslissing nemen i.v.m. toekomstig gebruik en beheer door CBS

 

Het college nam kennis van het plan van aanpak en besliste om de studie af te wachten om een gefundeerde beslissing te kunnen nemen over de toekomst van het Hof van Geetruyen en haar nabije omgeving (evenementenweide en stadspark).

 

Fase 1 werd afgerond. Op 4 juli 2022 keurde het college het beheersplan voor het Hof van Geetruyen goed. Het beheersplan werd ingediend bij het Agentschap Onroerende Erfgoed. Op 11 oktober 2022 mochten wij een voorwaardelijk gunstig pre-advies ontvangen. De opmerkingen werden verwerkt en op 28 oktober 2022 werd het beheersplan voor definitieve goedkeuring ingediend bij het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het Agentschap heeft 90 dagen om het dossier te behandelen.

 

Huidig gebruik van het Hof van Geetruyen

Ligo, CVO en de Podiumacademie hebben de benedenverdieping verlaten en gebruiken sinds 7/11/2022 lokalen in het Zwartzustersklooster.

 

De bovenverdieping wordt gedurende het schooljaar 2022-2023 gebruikt door CVO.

 

Op dit moment is de benedenverdieping niet in gebruik. Met uitzondering van de twee lokalen in de oostelijke en westelijke vleugel die worden gebruikt als depot voor departement Uit in Lier en de lokalen van Werkmaat.

 

Collegebeslissing dd. 14 november 2022

Het college keurde de publieke oproep voor de uitbating van een pop-up concept in het Hof van Geetruyen goed. De pop-up wordt toegestaan voor een maximale duur van één jaar.

 

Feiten en context

De stad Lier is eigenaar van het Hof van Geetruyen, gelegen te 2500 Lier, Netelaan 2-6, kadastraal gekend als Lier, 1ste afdeling, Sectie I, nrs. 384G, 384F, 387E en een deel van 387F.

 

Aanvankelijk was voorzien om in 2023 ook een herbestemmingsstudie te laten uitvoeren vooraleer over te gaan tot verkoop. Het budget hiervoor zou uit het algemene budget voor uitvoering van beheersplannen en herbestemmingsstudies moeten komen. Dit budget is echter nagenoeg uitgeput omwille van de aanwending van de middelen voor de opmaak van een beheersplan voor vijf woningen in de Begijnhofstraat (n.a.v. “proeftuin coöperatief wonen”) en voor de begraafplaats Mechelsesteenweg. Voor 2023 werd geen bijkomend budget voorzien voor een herbestemmingsstudie voor het Hof van Geetruyen. Bovendien vraagt de opmaak van een  herbestemmingsstudie een grote inzet van medewerkers van de stad, kost het veel geld en heeft vaak ook een lange doorlooptijd.

 

De stad Lier wenst een erfpachtrecht te vestigen m.b.t. het Hof van Geetruyen en beoogt aldus:

        De restauratie van het Hof van Geetruyen in overeenstemming met de erfgoedwaarde;

        De exploitatie van een publieke functie in het Hof van Geetruyen.

 

Als openbaar bestuur is de Stad Lier verplicht om een publieke oproep te lanceren voor het verlenen van een erfpachtrecht m.b.t. het Hof van Geetruyen. Iedereen moet immers de kans krijgen. Deze transparantie- en openbaarheidsplicht volgt uit art. 293 het Decreet Lokaal Bestuur en de omzendbrief voor de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten.

 

Juridische grond

Artikel 293 van het Decreet Lokaal Bestuur;

Artikelen 56-57 van het Decreet Lokaal Bestuur betreffende de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen;

Bepalingen van Boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek, die van toepassing zijn op de vestiging en de modaliteiten van het recht van erfpacht onder voorwaarden;

De beginselen van behoorlijk bestuur meer bepaald het principe van transparantie, het gelijkheidsbeginsel en de vrije mededinging.

 

Argumentatie

De stad Lier wenst m.b.t. het Hof van Geetruyen een erfpachtrecht te verlenen om de restauratie en de exploitatie van het Hof van Geetruyen.

 

Teneinde een erfpachtrecht m.b.t. het Hof van Geetruyen te verlenen om de restauratie en exploitatie ervan, wenst de stad Lier – rekening houdende met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur – een marktraadpleging te organiseren.

 

Daartoe heeft de stad Lier de volgende ontwerpdocumenten opgesteld:

        Een ontwerp van biedingsleidraad inzake de vestiging van een erfpachtrecht m.b.t. het Hof van Geetruyen, gelegen te Netelaan 2-6, 2500 Lier;

        Een ontwerp van formulier van voorstel (Bijlage 1);

        Een ontwerp van bankverklaring (Bijlage 3);

        Een ontwerp van verzoek tot toelichting (Bijlage 4);

 

Na publicatie van de biedingsleidraad inzake de vestiging van een erfpachtrecht met de bijhorende bijlages, kunnen de kandidaat-erfpachters (bieders) een voorstel indienen. De voorstellen van de Bieders die voldoen aan de minimale eisen tot deelneming worden door de stad Lier beoordeeld op basis van navolgende beoordelingscriteria:

        Inhoudelijke invulling van het Hof van Geetruyen waarbij rekening wordt gehouden met de stedenbouwkundig concept en architecturale kwaliteit, projectplanning en timings, erfgoedwaarde, publieke invulling en publieke meerwaarde, lokale binding en visie op de mobiliteit;

        Vergoeding en financieel plan.

 

De bieder die, voor de vestiging van het erfpachtrecht zoals omschreven in de biedingsleidraad, het meest voordelige voorstel indient, kan – desgevallend na onderhandelingen – worden aangeduid als begunstigde (erfpachter) door de stad Lier.

 

 

Tijdens de zitting van de gemeenteraad wordt de biedingsleidraad op twee punten bijgestuurd:

        Toevoeging aan de biedingsleidraad met volgende passus: "De begunstigde erkent dat de stedelijke evenementenweide en haar activiteiten inherent zijn aan de omgeving van het hof van Geetruyen en nooit als onverenigbaar met de invulling van het hof van Geetruyen kan worden gezien."

        De biedingsperiode wordt met 2 maanden (tot 31 december 2023) verlengd. Alle termijnen in de documenten moeten daaraan aangepast worden.

 

 

Financiële weerslag

In tegenstelling tot de voorziene inkomst van 800.000 euro voor de potentiële verkoop van het Hof van Geetruyen in 2025 zoals bepaald in de budgetopmaak van 2021, heeft de vestiging van het erfpachtrecht tot gevolg dat er slechts een startvergoeding verschuldigd is door de begunstigde aan stad Lier ten belope van 400.000 euro. Een canon zal vervolgens verspreid over minimaal 50 jaar betaald worden.

 

De voorziene inkomsten worden aldus verspreid.

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/03/KAP/04/08

aankoop en verkoop patrimonium

 

Voor de jaarlijkse canon dient nog een actienummer te worden aangemaakt. De geboden canon zal gedurende de looptijd van de erfpacht jaarlijks geïndexeerd worden.

Budgetsleutel: 7050000/005000.

 

Stemming

 

19 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Walter Marien, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Nancy Dresen, Marc Franquet en Marc De Keulenaer

1 stem tegen: Marcel Taelman

8 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Peter Caluwé, Tom Claes, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Jan Hermans en Gert Van Eester

Goedkeuring met 19 stemmen voor - 1 stem tegen - 8 onthoudingen

 

BBESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de tekst van het ontwerp van de biedingsleidraad inzake de vestiging van een erfpachtrecht m.b.t. het Hof van Geetruyen, gelegen te Netelaan 2-6, 2500 Lier goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt de publicatie van de biedingsleidraad inzake de vestiging van een erfpachtrecht m.b.t. het Hof van Geetruyen, gelegen te Netelaan 2-6, 2500 Lier (incl. bijlagen) goed.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

VASTSTELLEN ROOILIJN EN GOEDKEUREN WEGENIS BIJ OV 2022/126: REALISEREN BEDRIJFSSITE; GRONDWERKEN HEYLEN. VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN - GOEDKEUREN WEGENIS.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De voorliggende vergunningsaanvraag werd op 17 maart 2022 ingediend door Hans HEYLEN namens de BVBA GRONDWERKEN PAUL HEYLEN, gevestigd te Mechelbaan 266 te 2500 Lier, met als voorwerp het realiseren tot de bedrijfssite, Grondwerken Heylen. De omgevingsvergunningsaanvraag heeft als kenmerk: OMV_2022039310.

 

De vergunningsaanvraag voorziet in het realiseren van de bedrijfssite, grondwerken Heylen, en voorziet in infrastructuurwerkzaamheden, terreinaanlegzaamheden, sloopactiviteiten, het exploiteren van een ingedeelde inrichting alsook in de constructie van onder meer twee loodsen, een onderhoudsmagazijn, een wasinstallatie en een hoogspanningscabine.

 

Daarnaast wordt voorzien in de aanleg, en uitbreiding, van bestaande steenslagverharding, grasdalverharding, vloeistofdichte verharding en betonverharding.

 

Bij de realisatie van de bedrijfssite grondwerken Heylen wordt tevens voorzien in de aanleg van een fietspad, lopende langsheen de Schollebeek, tussen de Schollebeekstraat en de Zuut, met een breedte van 3,50 meter en waarbij een schrikstrook voorzien wordt van 1 meter. De betrokken grondstrook wordt overgedragen aan het openbaar domein middels een gratis grondafstand ten belope van 1420m².

 

De aanvraag heeft betrekking op percelen die gelegen zijn tussen het Netekanaal, de Schollebeekstraat en de Aarschotsesteenweg, kadastraal gekend als zijnde afdeling 3 sectie D nrs. 90N, 90P en 90R.

 

Juridische gronden

        Artikel 41, 9° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad bevoegd is voor de uitdrukkelijk aan haar voorbehouden bevoegdheden.

        Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (omgevingsvergunningsdecreet), in het bijzonder artikel 31, §1 dat voorziet dat de gemeenteraad beslist over de aanleg van een gemeenteweg en zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname ervan in het openbaar domein.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en latere wijzigingen tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, meer bepaald artikel 29, §1 en artikel 47 waarin wordt gesteld dat als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, de gemeenteraad kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek;

        Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (decreet gemeentewegen), in het bijzonder artikel 12, §2 dat voorziet dat de aanleg van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het omgevingsvergunningsdecreet opgenomen kan worden in een vergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.

        De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 19 mei 2009 (VCRO), en latere aanpassingen.

 

Argumentatie

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Buitengebied

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een gemeentelijk, provinciaal of gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een gebied voor milieubelastende industrieën/industriegebied.

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

  1. Historiek

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 90 N

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

De functie van het perceel wordt volgens het kadaster omschreven als bouwgrond.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 90 P

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1966 werd afgerond.

De functie van het perceel wordt volgens het kadaster omschreven als nijverheidsgebouw.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 90 R

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

De functie van het perceel wordt volgens het kadaster omschreven als grond.

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Omgevingsvergunning (M 2018/94) d.d. 2 mei 2018 voor tijdelijke opslag van grond werd geakteerd door het college van burgemeester en schepenen.

Omgevingsvergunning (2019/314) d.d. 9 december 2019 voor uitbreiding  van een tussentijdse opslagplaats voor bodem werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (91/228) d.d. 9 november 1992 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (96/27) d.d. 10 juni 1996 voor verbouwen van burelen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (73/18) d.d. 4 mei 1973 voor bouwen opslagplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (1974/113) d.d. 11 oktober 1974 voor uitbreiding opslagplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (86/144) d.d. 1 december 1986 voor verbouwen bedrijfsruimte werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (82/171) d.d. 15 februari 1983 voor bouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (67/22) d.d. 14 april 1967 voor bureelgebouwen,bedrijfsgebouwen en losinrichting werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (67/72) d.d. 16 juni 1967 voor bouwen cementopslagplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (65/434) d.d. 8 oktober 1965 voor rolbaan werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2013/202) d.d. 2 december 2013 voor slopen van 2 gebouwen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Verkavelingsvergunning (064/074) d.d. 20 april 1966 voor nieuwe verkaveling werd geweigerd door stedenbouw.
Milieuvergunning (19666) d.d. 19 november 1965 voor exploitatie van een kraan met 4 elektromotoren (2 van 15 kw, 1 van 11kw & 1 van 8 kw), vergunning dd. 19/11/1965 tem 15/01/1996 werd bekomen door de deputatie.
Milieuvergunning (197021) d.d. 26 mei 1970 voor inrichting voor het bereiden van stortklaar beton, vergunning cbs dd. 26-05-1970 met einddatum 26-05-2000. werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (197516) d.d. 16 september 1975 voor uitbreiding van een inrichting voor het bereiden van stortklaar beton, vergunning dd. 16-09-1975 met einddatum 26-05-2000. werd bekomen door de deputatie.
Milieuvergunning (BV E11.94/02) d.d. 21 april 1994 voor exploiteren van een bedrijf voor de recuperatie en recyclage van bouwafbraakmaterialen, vergunning dd. 21-4-1994 met einddatum 21-4-2014 werd gedeeltelijk gunstig door de deputatie.
Milieuvergunning (201261) d.d. 21 februari 2013 voor ontwikkeling, bouw en exploitatie van elektricteitscentrales op biomassa, weigering dd. 21-02-2013 werd geweigerd door de deputatie.
Milieuvergunning (201335) d.d. 19 augustus 2013 voor tijdelijke exploitatie van een breekinstallatie, weigering 19-08-2013 werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201529) d.d. 11 mei 2015 voor tijdelijke opslagplaats voor het stapelen van funderingsmateriaal en gronden werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201733) d.d. 24 juli 2017 voor tussentijdse opslag van uitgegraven bodem werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201735) d.d. 24 juli 2017 voor tussentijdse opslag van uitgegraven grond werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201736) d.d. 24 juli 2017 voor tussentijdse opslag van uitgegraven bodem werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (201770) d.d. 25 oktober 2018 voor exploiteren van een inrichting voor een tussentijdse opslag van uitgegraven bodem en steenpuin, beroep d.d. 25/10/2018 ingewilligd werd ontvankelijk verklaard door de deputatie.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving

De percelen van de aanvraag zijn gelegen tussen het Netekanaal, Schollebeekstraat, en Aarschotsesteenweg, buiten de ring van Lier. De percelen zijn gelegen in een geïsoleerd stukje industriegebied, temidden tussen een woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.

 

Langsheen de Schollebeekstraat ligt er een woonlint. In dit woonlint bevinden zich hoofdzakelijk ééngezinswoningen bestaande uit 2 bouwlagen onder zadeldak. Het gebied wordt gekenmerkt door zowel half-open als gesloten bebouwing. Sommige bebouwing heeft een voortuinstrook.

Achter het woonlint is het gebied landelijk en zeer open.

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet het oprichten van de bedrijfssite Grondwerken Paul Heylen BVBA.

Volgende werken worden uitgevoerd:

- Het slopen van alle bestaande steenslag- en betonverhardingen. (BA)

- Het slopen van een bestaande bouwvallige keermuur. (BB)

- Het slopen van een bestaand magazijn. (BC)

 

- Het bouwen van een onderhoudsmagazijn met werkput, stukkenmagazijn, labo, technische ruimte, sanitaire voorzieningen en kantoorgedeelte met balie, kantoren en kitchenette, zijnde gebouw A. Het gebouw A heeft de afmetingen 31m bij 22m50 en is voorzien van een plat dak. Het gebouw heeft een kroonlijsthoogte van 10m50 t.o.v. vloerpas 0.00. De gevels bestaan uit een betonplint tot niveau +2m15 met erboven donkergrijze sandwichpanelen. Het buitenschrijnwerk en de sectionaalpoorten zijn aluminium in een donkergrijze kleur.  In het gebouw A bevinden zich 2 tussenverdiepingen over de volledige diepte van 22m50 met een breedte van 7m67. Op het 1ste tussen verdiep, gelegen op 3m40, bevinden zich de kantoren en op het 2de tussenverdiep, gelegen op 6m80, bevindt zich het archief. Gebouw A wordt ingeplant op minstens 6m50 van de keerwand, gelegen op 13m van de voorste perceelsgrens langsheen de Schollebeekstraat. Deze zone van 13m doet dienst als groenbuffer. (O) Tegen de linker zijgevel wordt een buitentrap geplaatst naar de 1ste verdieping. Tegen de voorgevel wordt een zone voor 10 fietsenstalplaatsen voorzien.

- Op 2m van de noordwestgevel van gebouw A, en er evenwijdig aan, worden 2 weegbruggen (N) geplaatst. De weegbruggen hebben beide een totale breedte van 3m60 en staan 1m uit mekaar. De lengte bedraagt 24m. De weegbrug bestaat uit een staalconstructie bodemplaat met aan de zijkanten zijbescherming tot niveau +0m85 t.o.v. 0.00.

 

- Langsheen de zuid-oostgevel wordt er een tankplaats/wasplaats (H) voorzien op een vloeistofdichte verharding met een oppervlakte van 182m².

 

- Het oprichten van loods B, ingeplant op 6m van de perceelsgrens aan de zijde van de waterloop ‘Schollebeek’. Het gebouw heeft de afmetingen 80m bij 30m en is voorzien van een licht hellend zadeldak. De kroonlijsthoogte bedraagt 12m70 en nokhoogte 13m t.o.v. vloerpas loods A. De gevels worden uitgevoerd met onderaan een keerwand in gewapend beton, in een grijze kleur, tot 6m t.o.v. vloerpas loods A met erboven sandwichplaten in een donkergrijze kleur en een dakrand in aluminium donkergrijs met een hoogte van 1m.  De noordgevel is open tot 11m70 t.o.v. 0.00. Bovenaan zit er een aluminium dakrand in een donkergrijze kleur. De vloerpas van deze loods is gelegen op -0m10 t.o.v. vloerpas loods A. In deze loods worden er Vlarebo gronden en niet Vlarebo gronden opgeslagen en zijn er ook 5 parkeerplaatsen voorzien voor trekker-opleggers. De max. stapelhoogte van de granulaten bedraagt 6m.

 

- Langsheen de westgevel wordt er een zone voorzien waar gebroken en ongebroken niet- teerhoudende asfalt wordt opgeslagen op een vloeistofdichte verharding van 20m op 10m. (200m²) (K)

 

- Het oprichten van loods C met een lengte van 20m en een breedte van 18m, aan de noordzijde afgeknot en voorzien van een licht hellend zadeldak. Het gebouw staat op 15m van loods B en staat er evenwijdig aan en op 18m60 van loods A. De rechter zijgevel zit in het verlengde van de rechter zijgevel van loods B. De kroonlijsthoogte bedraagt 12m70 en nokhoogte 13m t.o.v. vloerpas loods A. De gevels worden uitgevoerd met onderaan een keerwand in gewapend beton, in een grijze kleur, tot 6m t.o.v. vloerpas loods A met erboven sandwichpanelen in een donkergrijze kleur en een dakrand in aluminium donkergrijs met een hoogte van 1m. De zuidgevel is open tot 11m70. De vloerpas is gelegen op -0m15 t.o.v. vloerpas gebouw A. In de loods worden Vlarebo gronden + gebroken puin opgeslagen met een maximale stapelhoogte van granulaten gelijk aan 6m.

 

- Evenwijdig aan de oostgevel wordt er een wielwas-installatie (Q) geplaatst, deels in de grond bevestigd. De wielwasinstallatie staat op 1m50 van de gevel en heeft een breedte van 3m60. De hoogte bedraagt 0m85 t.o.v. 0.00.

 

- Ten noorden van loods C, wordt er een betoncentrale (Y) ingeplant, geplaatst op een betonverharding (F) met een oppervlakte van 355m². De betoncentrale heeft een totale hoogte van 18m65 t.o.v. terreinniveau.

Ten noorden van de betoncentrale wordt er een schuine oprijhelling (X) aangelegd, voor granulaten betoncentrale. Deze wordt uitgevoerd in steenslagverharding. De oprijhelling bedraagt 19°. De totale hoogte van de opvang voor granulaten bedraagt 8m t.o.v. terreinniveau. De granulaten worden met een loopband tot aan de verwerkingsmachine gevoerd.

 

- Tegen de keerwand aan de zijde van de Schollebeekstraat tot niveau 6m, wordt er een vloeistofdichte verharding (J) voorzien voor houtig materiaal met een oppervlakte van 505m². De keerwand, tot niveau 6m, start op 28m van gebouw A en loopt door tot na loods B. Nadien wordt de keerwand ingekort tot niveau 5m en dit tot aan de Mijl/Zuut.

 

- De bestaande toegang tot het perceel wordt verbreed tot 15m, er wordt een automatische openpoortconstructie geplaatst ter afsluiting met een hoogte van 2m. De toegang tot het perceel wordt met een helling van 7% uitgevoerd. (E)

 

- Het bouwen van een hoogspanningscabine (P) links van de inrit. Het gebouw heeft de afmetingen  3m60 bij 3m50 en is voorzien van een licht hellend zadeldak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2m25 t.o.v. terreinniveau. Nokhoogte 2m40 t.o.v. terreinniveau. De gevels worden uitgevoerd in prefabbeton in een grijze kleur.

 

- Links van de inrit wordt er een grasdalverharding (L) aangelegd voor het stallen van 24 autostaanplaatsen waarvan 1 mindervalidenparking met een oppervlakte van 504m². Een autostaanplaats heeft de afmetingen 2m50 bij 5m en de mindervalideparkeerplaats heeft de afmetingen 3m50 bij 5m.

 

- Na de grasdalverharding wordt er een keermuur tot niveau 0m50 voorzien, gelegen op 5m afstand van de perceelsgrens aan de zijde van de Schollebeekstraat, en gaande naar 13m afstand van de perceelsgrens en dit tot tegen de keerwand tot niveau 6m voor de opslag van houtig materiaal. 

 

- Er wordt een steenslagverharding (M) aangelegd met een oppervlakte van 7949m² voor de opslag van materialen tegen de perceelsgrenzen aan de zijde van het kanaal/ Steylaerts tot aan gebouw loods B.

 

- Ook wordt er een betonverharding (D) voorzien met een oppervlakte van 8274m², deze verharding wordt aangelegd rondom de betoncentrale/granulaten betoncentrale en maakt de verbinding tussen de op te richten gebouwen A, B en C. Ten zuiden van de parkeerplaatsen (L) worden er 3 parkeerplaatsen voor vrachtwagens voorzien, waarvan 2 voor diepladers met trekkers. Eveneens komen er 2 zones voor restafval en 1 zone waar een wiellader kan worden gestald.

 

- Langsheen het kanaal wordt een deel van de bestaande keerwand vervangen door een nieuwe keerwand tot niveau 3m dewelke doorloopt tot het einde van de steenslagverharding op het terrein, daar waar de kranen en tractor+kipper worden geplaatst.

 

- De aanleg van vloeistofdichte verhardingen voor niet-Vlarebo gronden met een oppervlakte van 600m². (G) Deze zone bevindt zich aan de rechterzijde van de inrit.

 

- De aanleg van vloeistofdichte verharding met een oppervlakte van 50m² voor de plaatsing van afvalcontainers ferro en non-ferro. (I)

 

- Tussen de keermuur, aan de zuidzijde van het perceel, en de Schollebeek wordt er een fietspad (V) in rode betonverharding voorzien met een breedte van 3m50. Langsheen het fietspad wordt er verlichting geplaatst. Er wordt een rooilijn vastgesteld, het fietspad met bijhorende verlichting wordt openbaar domein. 1420m² wordt overgedragen aan de stad Lier.

 

- Aan de zijde van de Schollebeekstraat wordt er een groenbuffer (O) aangelegd met een totale hoogte van 6m t.o.v. 000. De taluds worden aangeplant met streekeigen bodembedekkers met een hoogte van 0m50. Op de perceelsgrens wordt er een open paal- en draadafsluiting geplaatst tot aan de inkompoort.

 

- Naast het kanaal wordt er een uitbreiding in steenslag voorzien met een oppervlakte van 244m² en wordt de vangrail verplaatst richting het kanaal.(W)

 

- Tijdens het laden en lossen van de schepen, met een mobiele kraan, gaat de slagboom ten noordwesten van het perceel naar beneden en worden de fietsers verplicht om het fietspad tussen Steylaerts en Grondwerken Heylen te gebruiken. Aan het kruispunt tussen de kanaaldijk en de Schollebeekstraat wordt er dan signalisatie geplaatst zodat fietsers via de Schollebeekstraat worden omgeleid. Aan oversteekplaatsen of kruispunten met toegangen worden duidelijke verkeersborden ‘opgelet fietsers’ geplaatst met de nodige voorrangstekens.

De bestaande slagboom wordt verplaatst en komt te staan voor het nieuwe fietspad op de Mijl (wegenis langsheen het kanaal) komende van de Schollebeekstraat.

 

- Tijdens het laden en lossen van de schepen komt er een mobiele kraan te staan langsheen het kanaal, op de openbare weg, tussen het Netekanaal en de betonnen keermuur, zoals aangeduid op het inplantingsplan. Na het laden en lossen wordt deze op het eigen perceel geplaatst.

 

Nieuwe openbare wegenis:

- Er wordt een fietspad aangelegd met een breedte van 3m50 dewelke loopt langsheen de waterloop ‘Schollebeek’ en gaat van de Schollebeekstraat naar Mijl/Zuut. Tussen de keermuur en fietspad bevindt zich een schrikstrook met een breedte van 1m en tussen het fietspad en de gracht bevindt zich een groene zone (infiltratie) waar ook openbare verlichting wordt geplaatst. Ter hoogte van de aansluiting van het fietspad op Mijl/Zuut wordt de bestaande gracht ingebuisd met een betonbuis met binnendiameter 50cm en worden er 2 kopmuren aangelegd.

Het fietspad wordt uitgevoerd in rode betonverharding met een helling van 2% richting de schrikstrook.

Het wegenisontwerp werd opgemaakt door architektenbureau Mossoux.

In de aanvraag zit tevens een rooilijn voor het fietspad, volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnplan Lier Zuut/Schollebeekstraat’  d.d. 9/03/2022 opgemaakt door landmeet- en vastgoedkantoor L. Marynen met plannr BA_V_I_N_1_rooilijnplan met een gratis grondafstand van 1420m².

 

Een belofte van gratis grondafstand werd toegevoegd.

 

Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen

Het betreft de aanleg van een bedrijfssite door het bouwen van bedrijfsgebouwen, een betoncentrale en opslagboxen voor granulaten.

 

De aanvraag omvat voor de ingedeelde inrichting of activiteit:

Rubriek

Omschrijving

Aard

Hoeveelheid

Eenheid

2.1.1.a)1°

opslag van  uitgesorteerde materialen: 20 ton hout (2 containers 10 ton), restafval 30 ton (2 containers 15 ton) en 25 ton metalen (1 containers 24 ton ferro, 1 container 1 ton non ferro) 10 ton kunststoffen (2 containers 5 ton) + 1 gesloten container voor opslag asbestcement. (1 ton)

klasse 2

86

ton

2.1.3.1°

Tussentijdse opslagplaats van maximaal 10000m³ uitgegraven gronden die niet voldoen aan de

toepassing als vermeld in het bodemdecreet en Vlarebo. Gronden die steenslag bevatten (ts de 5-40% steenslag). Opslaghoeveelheid afgezeefd steenslag bedraagt maximaal 3000 m³.

klasse 2

10000

2.2.2.a)2°

opslag van maximaal 10000m³ (18000 ton) ongebroken bouw- en mengpuin en

maximaal 10000m³ (18000 ton) gebroken bouw- en mengpuin en het mechanisch

behandelen door middel van een mobiele breekinstallatie van 300 kW  + aparte grondzeef van 168 kW

klasse 1

20000

2.2.2.f)2°

opslag, breken en zeven van niet-teerhoudend asfalt (1000 ton) +

opslag en shredderen van houtig materiaal 800 ton- stronken met een diameter > 40cm

takken met een diameter > 10cm

(1600 m³)

klasse 1

1800

ton

3.4.2°

het lozen van  16,87 m³/uur, 43,916 m³/dag en 1061 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van afspuitplaats (144 m³/jaar waswater) + verharding  tankplaats (123,76 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding opslagplaats niet-vlarebo- gronden  (408 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding houtig materiaal ( 343,4 m³/jaar) + opslag ferro/nonferro (42,5m³/jaar) via zandvang en KWS afscheider met coalescentiefilter  in oppervlaktewater.

klasse 2

16,87

m³/uur

6.4.1°

Opslag oliën voor onderhoud eigen vrachtwagens (motorolie,  smeerolie, hydraulicolie, transmissieolie, afvalolie). Afvalolie in bovengrondse houder van 4000l, 8 vaten + 2 bidons olie totaal 1784 l motorolie.

klasse 3

5784

liter

6.5.1°

Tankplaats met 2 verdeelslangen (2 x 15000 l diesel en gasolie)

klasse 3

2

verdeelslang

12.2.1°

¨Plaatsen hoogspanningscabine van 630 Kva (oliehoudend)

klasse 3

630

kVA

15.1.2°

Het stallen van voertuigen:

= > Aanwezig: 2 wielladers, 2 rupskranen, bezemwagen , heftruck

=> kunnen aanwezig zijn maar staan vnl. op werven: 5 bestelwagens, 5 vrachtwagens/oplegger, 2 vrachtwagens, 2 dieplader met trekker, 9 graafkranen, 1 tractor kipper, 3 bulldozers, 3 walsen

Totaal: 6 + 30

klasse 2

36

aantal voertuigen

15.2.

werkplaats met 1 smeerput voor nazicht, herstellen en onderhouden van

eigen motorvoertuigen.

klasse 3

1

smeerput

15.4.1°

Eén wasplaats (manueel met hoge druk) voor het reinigen van voertuigen. Er worden maximaal 3 voertuigen/dag gewassen.

klasse 3

3

voertuigen

16.3.2°a)

Luchtcompressor (11 kW), warmtepompen (lucht-lucht incl. koeling  van 10 kW ). Totaal geïnstalleerde drijfkracht van 21 kW . Het koelcircuit van de WP bevat 3 kg R32 als koelvloeistof.

klasse 3

21

kW

17.3.2.1.1.2°

2 ondergrondse tanks van elk 15000 l, 1 dieseltank voor vrachtwagens, 1 gasolietank  voor intern rollend materieel

klasse 2

24,99

ton

17.3.2.1.2.1°

Opslag petroleum (0,332 ton) en ruitensproeiervloeistof (0,320 ton)

klasse 3

0,652

ton

17.3.4.3°

Mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de

mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + bulktank van 30 ton + daarnaast zijn er nog 2 silo's van elk 80 m³ of in totaal 160 ton cement

Toeslagstoffen voor betoncentrale: opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (cement, reinigingsproducten, hulpstoffen beton, betonversnellers, vertragers...)

klasse 1

198

ton

17.3.6.3°

Opslag cement en kalk:

- mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + een bulktank van 30 ton

- Cement: 2 silo's van elk 80m³  of 160 ton

Opslag van koelvloeistof 0,441 ton

klasse 1

198,441

ton

17.3.7.1°a)

Opslag van koelvloeistof.

klasse 3

0,441

ton

17.4.

Opslag gevaarlijke produkten in kleine verpakkingen

klasse 3

260

liter

24.2.

1 kwaliteitslabo voor testen op betonfabricaten

klasse 3

1

labo

29.5.2.1°a)

metaalbewerkingsmachines in de garage (kolomboor, plooibank, pers,bandschuurmachine, zaagmachine...) voor herstellingen van voertuigen en betonmixers met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 10kW

klasse 3

10

kW

30.1.2°

Mobiele kalkinstallatie voor het stabiliseren van aangevoerde leemgronden voor bouwwerken.

klasse 2

168

kW

30.3.c)

1 betoncentrale met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 220 kW

klasse 1

220

kW

30.10.1°

inrichtingen voor de opslag van minerale producten op een oppervlakte van 2,446 ha (totaal perceel).

klasse 2

2,446

ha

61.2.2°

Tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig vlarebo

klasse 2

45000

 

Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Aard

Hoeveelheid

Eenheid

2.1.1.a)1°

opslag van  uitgesorteerde materialen: 20 ton hout (2 containers 10 ton), restafval 30 ton (2 containers 15 ton) en 25 ton metalen (1 containers 24 ton ferro, 1 container 1 ton non ferro) 10 ton kunststoffen (2 containers 5 ton) + 1 gesloten container voor opslag asbestcement. (1 ton)

klasse 2

86

ton

2.1.3.1°

Tussentijdse opslagplaats van maximaal 10000m³ uitgegraven gronden die niet voldoen aan de

toepassing als vermeld in het bodemdecreet en Vlarebo. Gronden die steenslag bevatten (ts de 5-40% steenslag). Opslaghoeveelheid afgezeefd steenslag bedraagt maximaal 3000 m³.

klasse 2

10000

2.2.2.a)2°

opslag van maximaal 10000m³ (18000 ton) ongebroken bouw- en mengpuin en

maximaal 10000m³ (18000 ton) gebroken bouw- en mengpuin en het mechanisch

behandelen door middel van een mobiele breekinstallatie van 300 kW  + aparte grondzeef van 168 kW

klasse 1

20000

2.2.2.f)2°

opslag, breken en zeven van niet-teerhoudend asfalt (1000 ton) +

opslag en shredderen van houtig materiaal 800 ton- stronken met een diameter > 40cm

takken met een diameter > 10cm

(1600 m³)

klasse 1

1800

ton

3.4.2°

het lozen van  16,87 m³/uur, 43,916 m³/dag en 1061 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van afspuitplaats (144 m³/jaar waswater) + verharding  tankplaats (123,76 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding opslagplaats niet-vlarebo- gronden  (408 m³/jaar verontreinigd hemelwater) + verharding houtig materiaal ( 343,4 m³/jaar) + opslag ferro/nonferro (42,5m³/jaar) via zandvang en KWS afscheider met coalescentiefilter  in oppervlaktewater.

klasse 2

16,87

m³/uur

6.4.1°

Opslag oliën voor onderhoud eigen vrachtwagens (motorolie,  smeerolie, hydraulicolie, transmissieolie, afvalolie). Afvalolie in bovengrondse houder van 4000l, 8 vaten + 2 bidons olie totaal 1784 l motorolie.

klasse 3

5784

liter

6.5.1°

Tankplaats met 2 verdeelslangen (2 x 15000 l diesel en gasolie)

klasse 3

2

verdeelslang

12.2.1°

¨Plaatsen hoogspanningscabine van 630 Kva (oliehoudend)

klasse 3

630

kVA

15.1.2°

Het stallen van voertuigen:

= > Aanwezig: 2 wielladers, 2 rupskranen, bezemwagen , heftruck

=> kunnen aanwezig zijn maar staan vnl. op werven: 5 bestelwagens, 5 vrachtwagens/oplegger, 2 vrachtwagens, 2 dieplader met trekker, 9 graafkranen, 1 tractor kipper, 3 bulldozers, 3 walsen

Totaal: 6 + 30

klasse 2

36

aantal voertuigen

15.2.

werkplaats met 1 smeerput voor nazicht, herstellen en onderhouden van

eigen motorvoertuigen.

klasse 3

1

smeerput

15.4.1°

Eén wasplaats (manueel met hoge druk) voor het reinigen van voertuigen. Er worden maximaal 3 voertuigen/dag gewassen.

klasse 3

3

voertuigen

16.3.2°a)

Luchtcompressor (11 kW), warmtepompen (lucht-lucht incl. koeling  van 10 kW ). Totaal geïnstalleerde drijfkracht van 21 kW . Het koelcircuit van de WP bevat 3 kg R32 als koelvloeistof.

klasse 3

21

kW

17.3.2.1.1.2°

2 ondergrondse tanks van elk 15000 l, 1 dieseltank voor vrachtwagens, 1 gasolietank  voor intern rollend materieel

klasse 2

24,99

ton

17.3.2.1.2.1°

Opslag petroleum (0,332 ton) en ruitensproeiervloeistof (0,320 ton)

klasse 3

0,652

ton

17.3.4.3°

Mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de

mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + bulktank van 30 ton + daarnaast zijn er nog 2 silo's van elk 80 m³ of in totaal 160 ton cement

Toeslagstoffen voor betoncentrale: opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (cement, reinigingsproducten, hulpstoffen beton, betonversnellers, vertragers...)

klasse 1

198

ton

17.3.6.3°

Opslag cement en kalk:

- mobiele kalk installatie voor het mengen van kalk/kalkcement mengsel met leemgronden. Op de mobiele installatie is een silo aanwezig waarin 8 ton kalk en/of kalkcementmengsel wordt

opgeslagen + een bulktank van 30 ton

- Cement: 2 silo's van elk 80m³  of 160 ton

Opslag van koelvloeistof 0,441 ton

klasse 1

198,441

ton

17.3.7.1°a)

Opslag van koelvloeistof.

klasse 3

0,441

ton

17.4.

Opslag gevaarlijke produkten in kleine verpakkingen

klasse 3

260

liter

24.2.

1 kwaliteitslabo voor testen op betonfabricaten

klasse 3

1

labo

29.5.2.1°a)

metaalbewerkingsmachines in de garage (kolomboor, plooibank, pers,bandschuurmachine, zaagmachine...) voor herstellingen van voertuigen en betonmixers met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 10kW

klasse 3

10

kW

30.1.2°

Mobiele kalkinstallatie voor het stabiliseren van aangevoerde leemgronden voor bouwwerken.

klasse 2

168

kW

30.3.c)

1 betoncentrale met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 220 kW

klasse 1

220

kW

30.10.1°

inrichtingen voor de opslag van minerale producten op een oppervlakte van 2,446 ha (totaal perceel).

klasse 2

2,446

ha

61.2.2°

Tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig vlarebo

klasse 2

50000

 

  1. Zaak der wegen en openbaar onderzoek

Gelet op het rooilijnplan “BA_V_I_N_1_rooilijnplan” van dd. 9 maart 2022 zoals opgemaakt door landmeet- en vastgoedkantoor L. Marynen;

Gelet op de verbintenis van 02-12-2021 van de vergunningsaanvrager betreffende het kosteloos afstaan aan het gemeentebestuur van de gronden bestemd voor het aanleggen van de openbare wegenis, met verlijding van de akte van grondafstand vóór de voorlopige oplevering van de aanleg van het fietspad;

Gelet op het gevoegde inplantingsplan en de toepasselijke stedenbouwkundige voorschriften;

Gelet op het wegenisontwerp zoals opgemaakt door architectenbureau Mossoux;

 

Gelet op het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 7 april 2022 tot en met 6 mei 2022; dat er 10 bezwaarschriften ingediend werden, waarvan 1 bezwaarschrift ingediend werd in 94 exemplaren en ondertekend werd door 107 personen;

Gelet op het advies van de Cel Technisch Bureau van 19 mei 2022;

Gelet op het advies van de Cel Mobiliteit van 23 mei 2022;

Gelet op het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 25 mei 2022;

Gelet op het advies van het college van burgemeester en schepenen op 30 mei 2022 aan de deputatie van Antwerpen;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 27 juni 2022 waarbij het wegenistracé en rooilijnplan in kader van voormelde aanvraag werden goedgekeurd;

 

Gelet op het besluit van de deputatie van Antwerpen van 22 september 2022 waarbij een vergunning werd verleend aan BVBA Grondwerken Paul Heylen, gevestigd te Mechelbaan 266 te 2500 Lier, voor het realiseren van de bedrijfssite Grondwerken Heylen, kadastraal gekend als zijnde afdeling 3 sectie D nrs. 90N, 90P en 90R;

 

Gelet op het wegenberoep dat op 10 november 2022 door mr. Reiner Tijs en mr. Joram Maes, advocaten bij Forum Advocaten BV, werd ingesteld bij de Vlaamse Regering tegen de beslissing van de gemeenteraad van 27 juni 2022;

 

Gelet op het omgevingsberoep dat op 10 november 2022 door mr. Reiner Tijs en mr. Joram Maes, advocaten bij Forum Advocaten BV, werd ingesteld tegen de beslissing van de deputatie van Antwerpen van 22 september 2022;

 

Gelet op de uitspraak van de minister van 29 maart 2023 waarbij de gemeenteraadsbeslissing van 27 juni 2022 werd vernietigd omdat de gemeenteraadsbeslissing geen voldoende beoordeling bevat van de overeenstemming met de doelstellingen en principes van het Decreet Gemeentewegen, zijnde de artikelen 3 en 4; gelet dat de gemeenteraad het ingediende bezwaar met betrekking tot het wegenistracé niet behandeld heeft; gelet de gemeenteraad een voorwaarde opgenomen had waartoe de vergunningsaanvrager het rooilijnplan diende aan te passen, hetgeen een onzorgvuldigheid uitmaakte;

 

Gelet op het omgevingsberoep tegen het besluit van de deputatie van Antwerpen van 22 september 2022 nog hangende is;

 

Inhoudelijke beoordeling van de zaak der wegen

 

Overwegende dat het eerder ingediende wegenberoep de beroepsprocedure tegen de verleende omgevingsvergunning opgeschort heeft; dat artikel 66, §6 van het Omgevingsvergunningsdecreet voorziet dat een vergunning in graad van beroep pas verleend kan worden na de goedkeuring van de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg door de gemeenteraad;

 

Overwegende dat de decreetgever daarbij expliciet de mogelijkheid erkend heeft dat de gemeenteraad, bij annulatie van een gemeenteraadsbesluit, een nieuw gemeenteraadsbesluit kan nemen alvorens de beroepsinstantie binnen de omgevingsvergunningsprocedure beslist, rekening houdend met de motivering van het ministerieel besluit; dat dit weliswaar binnen de voorziene termijn moet gebeuren, hetgeen ook bevestigd wordt door het Departement Omgeving;

 

Overwegende dat het zodoende opnieuw aan de gemeenteraad toekomt om zich uit te spreken over de zaak der gemeentewegen, waarbij rekening moet worden gehouden met de eerdere vernietigingsmotieven;

 

Overwegende dat de gemeenteraad zich overeenkomstig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet moet uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, alsook de eventuele opname in het openbaar domein; dat daarbij de doelstellingen en principes uit artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen in rekening moeten worden gebracht;

 

Overwegende dat een vergunningsaanvraag werd ingediend waarin de aanleg van een nieuwe gemeenteweg wordt voorzien; dat dergelijke aanleg overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet kan opgenomen worden in een vergunningsaanvraag, op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten zoals vooropgesteld voor gemeentelijke rooilijnplannen;

 

Overwegende dat in voorliggend dossier een rooilijnplan gevoegd werd overeenkomstig artikel 12, §2, van het Decreet Gemeentewegen met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet. Overwegende eerder voorgesteld werd om via een bijkomende voorwaarde het rooilijnplan aan te passen.

 

Overwegende dat deze voorwaarde overgenomen werd uit het advies van de Cel Technisch Bureau, zoals ontvangen op 19 mei 2022:

 

“Rooilijnplan aan te passen. De volledige breedte van het fietspad, incl schrikstroken dienen vervat te worden binnen de gemeentelijke rooilijn. Thv de aansluiting van het fietspad aan de kanaaldijk lijkt dit niet het geval.”

 

Overwegende echter dat deze voorwaarde, zoals opgenomen in het advies van de Cel Technisch Bureau niet gevolgd kan worden, aangezien zij uitgaat van een afwijkende interpretatie van artikel 12, §2, van het Decreet Gemeentewegen.

 

Overwegende dat deze noodzaak tot wijziging van de rooilijnen van het fietspad, lopende langsheen de Schollebeek en ter hoogte van de aansluiting met Zuut, niet vereist is; dat overeenkomstig artikel 2, 9e, van het Decreet Gemeentewegen de feitelijke rooilijn de juridische rooilijn uitmaakt indien er geen rooilijnplan aanwezig is;

 

Overwegende dat de feitelijke rooilijn zich uitstrekt tot het geheel van de openbare weg, met inbegrip van zijn aanhorigheden; dat dit zeer recent, zijnde bij parlementaire vraag nr. 818 van 16 februari 2023, uitdrukkelijk bevestigd werd door de bevoegde minister Lydia Peeters, waarbij uitdrukkelijk gesteld wordt:

 

“Er is met andere woorden sprake van een ‘wijziging’ van een gemeenteweg in volgende gevallen:

- De aanpassing van de rooilijn zoals opgenomen in een rooilijnplan;

- Ofwel, bij gebrek aan een rooilijnplan, de aanpassing van de feitelijke rooilijn. Hierbij is de feitelijke rooilijn de huidige grens met de openbare weg. Deze ‘huidige grens met de openbare weg’ zal steeds in concreto moeten worden onderzocht, doch valt niet per definitie samen met de rand van een rijbaan of wegverharding. Ook wegaanhorigheden bepalen mee de feitelijke rooilijn.”

 

Overwegende dat het fietspad, en zijn aanhorigheden, behoort tot de uitrusting van de weg; dat het wijzigen van de uitrusting van de weg gelegen binnen de rooilijn, zijnde de feitelijke rooilijn dan wel binnen een rooilijnplan, geen wijziging van de rooilijnen noodzaakt; gelet het Decreet Gemeentewegen dit overeenkomstig artikel 2, 12e uitdrukkelijk uitsluit van het toepassingsgebied van een wijziging van een gemeenteweg.

 

Overwegende dat de memorie van toelichting bij het Decreet Gemeentewegen (MvT, Parl.St. Vl. Parl., 1847/1), in het bijzonder op pagina 16, uitdrukkelijk aangeeft dat uitrustingswerkzaamheden binnen de rooilijn geen aanpassing van de rooilijnen vergen:

 

“Verfraaiings-, uitrus­tings- of herstelwerkzaamheden vallen niet onder de definitie van een ‘wijziging’. Er is bijgevolg ook geen (wijziging van een) rooilijnplan vereist voor de wijziging van de verharding of de verharde oppervlakte binnen de rooilijn, het voorzien van aanplantingen, waterafvoer of verlichting en dergelijke meer.”

 

Overwegende dat voor het betrokken gedeelte gelegen binnen de feitelijke rooilijn van de Zuut als dusdanig geen wijziging van de rooilijnen opgenomen moet worden, gelet deze uitrustingswerkzaamheden voor dat gedeelte beperken tot binnen de bestaande feitelijke rooilijn; dat voor dit gedeelte van de Zuut geen rooilijnplan aanwezig is, noch dit gedeelte van de Zuut opgenomen werd in de Atlas der Buurtwegen, noch in een Bijzonder Plan van Aanleg noch enig ander instrument dat zou kunnen gelden als een juridisch vastgelegde rooilijn;

 

Overwegende vervolgens dat de Raad van State in zijn arrest van 11 juni 2021, met nr. 250.878, reeds uitgesproken heeft over het beperkte toepassingsgebied van artikel 12, §2, van het Decreet Gemeentewegen; dat deze afwijkingsmogelijkheid tot het hanteren van de geïntegreerde procedure slechts mogelijk is voor zover het gevoegde rooilijnplan, overeenkomstig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet, betrekking heeft op de eigen percelen;

 

Overwegende als dusdanig dat de vergunningsaanvrager niet gehouden kan noch mag zijn om tevens de rooilijnen te wijzigen van de wegenis die niet op zijn perceel gelegen is; dat de rooilijnen van het aan te leggen fietspad gelegen buiten de percelen van de vergunningsaanvrager, niet mee opgenomen kunnen worden in dit rooilijnplan;

 

Overwegende dat een gedeelte van de nieuwe wegenis, zijnde het fietspad, reeds gelegen is binnen een openbare weg én op openbaar domein, met name ter hoogte van de aansluiting van het fietspad op de Zuut; gelet de vergunningsaanvrager voor dit gedeelte van de wegenis aldus geen rooilijnen mocht wijzigen in zijn gevoegde rooilijnplan;

 

Overwegende bovendien dat de rooilijn tevens de aanhorigheden van de wegenis dient te bevatten; dat de ontworpen rooilijn het verharde fietspad bevat, ten belope van een breedte van 3,50 meter, doch eveneens de schrikstroken bevat, liggende aan weerszijden van het fietspad ten belope van een breedte van 1 meter; dat samengenomen een rooilijn gerealiseerd wordt van 5,50 meter breed, waardoor de benodigde elementen hierbinnen opgenomen worden;

 

Overwegende bovendien dat de werkzaamheden aan de gracht gelegen in het noordoostelijke gedeelte van de percelen van de vergunningsaanvrager zich beperken tot binnen de bestaande feitelijke rooilijn en zich aldus bevinden op het openbaar domein; als dusdanig noodzaakt dit tevens geen aanpassing van de rooilijnen gelet de feitelijke rooilijn niet overschreden wordt;

 

Overwegende dat het rooilijnplan “BA_V_I_N_1_rooilijnplan” van dd. 9 maart 2022 opgemaakt door landmeet- en vastgoedkantoor L. Marynen, voldoet aan de formele vereisten van artikel 12, §2 en artikel 16 van het Decreet Gemeentewegen; dat hierop de bestaande rooilijnen duidelijk weergegeven worden (in het blauw); dat daarnaast ook de nieuwe toekomstige rooilijn voor de aan te leggen gemeenteweg aangeduid wordt (in het rood); dat binnen deze rooilijnen zowel het fietspad, met een breedte van 3,50 meter, als de schrikstroken, met een breedte van 1 meter, correct worden weergegeven; dat hiermee op een duidelijke en rechtszekere wijze de actuele en toekomstige rooilijnen weergegeven worden, zodanig dat de betrokkenen zich ten volle kunnen vergewissen van de impact hiervan op het bestaande, en toekomstige, wegennet;

 

Overwegende dat geen vergoedingen voor een waardevermindering op het rooilijnplan werden opgenomen; dat uit de verbintenis tot kosteloze grondafstand van de grondoppervlakte gelegen binnen de rooilijnen door de vergunningsaanvrager kosteloos zal overdragen naar de gemeente; dat dit een vergoeding voor de waardevermindering van deze gronden overbodig maakt, gezien deze overgedragen zullen worden naar het openbaar domein; dat dit de aangewezen realisatiewijze vormt voor de aanleg van een nieuwe gemeenteweg, zodat de voorziene kosteloze grondafstand kan worden goedgekeurd;

 

Overwegende dat het rooilijnplan zodoende voldoet aan de vereisten van het Decreet Gemeentewegen, zodat de voorwaarde om de geïntegreerde procedure te hanteren vervuld is;

 

Overwegende dat vervolgens de ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg moet worden beoordeeld, rekening houdend met de doelstellingen en principes uit artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen; dat deze luiden als volgt:

 

“Art. 3

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”

 

“Art. 4

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”

 

Overwegende dat met de aanleg van de nieuwe gemeenteweg, zijnde in de vorm van een fietspad van 3,50 meter breed, tegemoetgekomen wordt aan de aanwezige bekommernissen aangaande de verkeersveiligheid van fietsers; dat ook de conflictsituaties tussen fietsers en gemotoriseerd verkeer hiermee verder ingeperkt worden;

 

Overwegende dat de Schollebeekstraat gelegen is op de grens tussen enerzijds een industriële zone voor milieubelastende industrie en anderzijds een woongebied met landelijk karakter; gelet er hierdoor gevaarlijke verkeersconflicten kunnen ontstaan tussen enerzijds gemotoriseerd verkeer en anderzijds fietsers; gelet de heraanleg van de Schollebeekstraat reeds binnen de Schollebeekstraat zal zorgen voor een veiligere doorgang;

 

Overwegende echter dat het Netekanaal, en de daarnaast lopende weg Zuut, een gebruik kennen als fietsroute; dat deze behoort tot het toeristisch fietsroutenetwerk van de Antwerpen; dat deze route eveneens een gebruik kent als alternatieve fietsroute voor scholieren, zoals opgenomen in de fietsroutekaart van de stad Lier;

 

Overwegende dat het fietsbeleidsplan van de stad Lier als een van zijn doelstellingen vooropstelt dat voor de gebieden gelegen buiten het centrum, veilige fietspaden en een fietsvriendelijke omgeving vormgegeven moet worden; dat de fietspaden aansluiten op een netwerk dat naar woonwijken, scholen, industriegebieden en het handelsgebied leidt;

 

Overwegende dat de kade aan het Netekanaal, Zuut, een gemengd gebruik kent, gelet zowel de aanwezige bedrijven als fietsers, wandelaars en joggers hiervan gebruikmaken; dat het voorzien van een omleiding, de nieuwe fietsweg, voor fietsers de verkeersveiligheid bevordert en de conflictsituaties inperkt;

 

Het is momenteel voor gemotoriseerd verkeer onmogelijk om van Zuut naar Zuut te rijden, terwijl dit voor fietsers wel mogelijk is, in beide richtingen, wanneer er geen werkzaamheden van laden en lossen lopende zijn; in dat geval is er momenteel geen alternatief aanwezig en dienen fietsers ofwel langs de Schollebeekstraat volledig om te rijden, ofwel de kade toch te gebruiken, met potentiële conflictsituaties tot gevolg;

 

Overwegende dat met de aanleg van de nieuwe fietsweg een verkeersveilig alternatief geboden wordt voor deze conflictsituatie; dat fietsers gebruik kunnen maken van de voorziene fietsweg om zo niet in conflict te komen met de industriële bedrijven die werkzaam zijn op de kade; dat als dusdanig de verkeersveiligheid van de fietsers verbeterd wordt, gelet een alternatieve veilige omleidingsroute veiliger is dan de huidige inrichting;

 

Overwegende dat daarmee ook de doorwaadbaarheid en bereikbaarheid van het naastgelegen woongebied gegarandeerd wordt; dat zij ook gebruik kunnen maken van deze fietsweg, waardoor zij makkelijker en veiliger met de fiets zich in het verkeer kunnen begeven;

 

Overwegende dat in dit verband verschillende belangen aanwezig zijn, gelet enerzijds de aanwezige bedrijven hun industriële activiteiten wensen te ontplooien en anderzijds fietsers een veilige fietsverbinding wensen te bekomen; dat de voorliggende fietsweg aan beide belangen tegemoetkomt en als zodanig het algemeen belang draagt, zodanig dat de industriële bedrijven hun activiteiten kunnen ontplooien zonder in conflict te komen met andere weggebruikers; dat fietsers gewaarborgd worden in hun verkeersveiligheid, dit met inachtname en vervulling van de doelstellingen zoals geformuleerd in het fietsbeleidsplan;

 

Overwegende dat voor de fietsers voldoende trage wegen worden aangelegd om het gebied op een veilige manier te doorkruisen en aan te sluiten op de kade; dat zodoende voorliggende aanleg weldegelijk bijdraagt aan de uitbouw van een veilig wegennet, met voldoende aandacht voor trage wegen en verbindingen;

 

Overwegende dat de rooilijnbreedte van de wegenis bepaald is op 5,50 meter, bestaande uit twee schrikstroken van 1 meter, waarvan een schrikstrook gelegen tussen de keermuur en het fietspad, en een werkelijke wegenisbreedte van 3,50 meter; Overwegende dat de nieuwe weg wordt aangelegd in een rode betonverharding, zodanig het ook voor de gebruikers van de Schollebeekstraat duidelijk is dat het een fietsweg betreft; overwegende dat de wegenis aangelegd zal worden onder een hellingsgraad van 2% richting de schrikstrook;

 

Overwegende dat het fietspad uitgerust zal worden met een groene zone tussen het fietspad en de gracht (infiltratie) waarop eveneens de openbare verlichting aangebracht zal worden, zodanig de zichtbaarheid en waterhuishouding gegarandeerd wordt; overwegende dat er ter hoogte van de aansluiting van het fietspad op Mijl/Zuut de bestaande gracht ingebuisd wordt; overwegende dat de inbuizing zal gebeuren door een  betonbuis met binnendiameter van 50 cm; gelet er twee kopmuren aangelegd worden;

 

Overwegende dat deze uitrusting van de wegenis, zijnde het fietspad, zich verleend tot een duurzaam gebruik; overwegende dat deze uitrusting voldoet aan de eisen van een voldoende uitgerust fietsinfrastructuurnetwerk; overwegende dat de zichtbaarheid gegarandeerd wordt;

 

Overwegende dat uit voorliggend rooilijnplan van het fietspad, en het wegenisontwerp van de geplande uitrusting, reeds maatregelen voorzien worden om de waterhuishouding te garanderen (infiltratie); overwegende echter dat de Schollebeek soms lichte problemen veroorzaakt inzake de waterhuishouding, wanneer de weersomstandigheden dermate slecht zijn;

 

Overwegende dat de keuze voor betonverharding een duurzame keuze inhoudt, dat hiermee wel de infiltratie en afwatering van hemelwater en/of fluviaal water bemoeilijkt wordt; overwegende dat de helingsgraad van 2% de afwatering ten goede komt, doch hiermee niet voldoende garanties geboden worden;

 

Overwegende dat het advies van de Cel Technisch Bureau (19 mei 2022) bijgetreden kan worden, waarbij het de waterhuishouding ten goede komt als de schrikstrook tussen het fietspad en de keermuur uitgevoerd wordt als verlaagde kom in teelaarde tot een diepte van 20cm-mv om het afstromend hemelwater te laten infiltreren;

 

Overwegende immers dat aangenomen wordt dat de betonverharding zal leiden tot een verhoging van de afvloeiing van afstromend hemelwater, dient eveneens voorzien te worden in een bijkomende maatregel om de afstroming te garanderen; het aanbrengen van 2 wadi kolken op gelijk niveau met de rand van hetfietspad om stagnerendhemelwater op hetfietspad tevermijden door het hemelwater te laten afstromen naar de Schollebeekstraat is daarbij voldoende;

 

Overwegende dat deze bijkomende maatregelen, aangereikt vanuit het advies van de Cel Technisch Bureau gegrond en voldoende zijn om een voldoende afwatering te garanderen;

 

Overwegende dat dit bijdraagt aan het algemeen belang;

 

Overwegende dat de verkeersveiligheid voorts in acht werd genomen; dat de fietsweg voldoende breed ontworpen werd, cfr. het vademecum fietsvoorzieningen, als dubbelrichtingsfietspad zodanig de gebruikers van dit fietspad dit op veilige wijze kunnen doen;

 

Overwegende dat dit fietspad, als afzonderlijk vrijliggend fietspad, tevens zorgt voor een verkeersveilig alternatief wanneer de kade in gebruik genomen is door de omringende industriële bedrijven; dat hierdoor de veiligheid van de fietsers gewaarborgd wordt;

 

Overwegende dat de aansluitingen van het dubbelrichtingsfietspad op de Schollebeekstraat voorziet in een voldoende ruime zichtbaarheid voor de betrokken weggebruikers, zodanig er geen conflicten kunnen ontstaan; overwegende dat er voldoende signalisatie aangebracht wordt zodanig de weggebruikers zich ervan bewust zijn dat er zich een fietspad bevindt;

 

Overwegende dat er voldoende signalisatie aangebracht wordt, waaronder tevens de signalisatie in de vorm van een slagboom die zal sluiten wanneer de kade niet beschikbaar is voor fietsverkeer; bovendien wordt deze slagboom, binnen het kader van de vergunningsaanvraag, verplaatst zodanig deze komt te staan voor het nieuwe fietspad op de Zuut komende van de Schollebeekstraat;

 

Overwegende dat gemotoriseerd verkeerd geweerd wordt op het fietspad; dat het gemotoriseerd verkeerd op de Schollebeekstraat voldoende kennis zal hebben van de aanwezigheid van een fietspad; gelet een rode betonverharding aangelegd wordt, met markeringen op de grond zodanig aan te geven dat het een oversteekplaats betreft voor fietsers;

 

Overwegende dat Zuut een lokale weg type 3 vormt terwijl de Schollebeekstraat een lokale weg type 2 uitmaakt; dat zodoende de Schollebeekstraat dient als lokale gebiedsontsluiting en de Zuut een erftoegangsweg uitmaakt; dat de voorziene wegenis, zijnde een dubbelrichtingsfietspad, zal dienen ter ontsluiting van het gebied en het bieden van een verkeersveilig alternatief;

 

Dat hiermee tevens de functie van de Schollebeekstraat niet in het gedrang komt en zelfs bevorderd wordt, gelet de voorziene fietsweg net zal voorzien in een verbeterde ontsluitingsgraad;

 

Overwegende dat het kruispunt van het fietspad met de Schollebeekstraat voldoet aan het Vademecum Veilige Wegen en Kruispunten en het Vademecum Fietsvoorzieningen; dat bijkomende verkeersmaatregelen zich momenteel niet aandienen, gelet er reeds een regime aanwezig is van 30 kilometer per uur en er zich snelheidsremmers bevinden in de Schollebeekstraat; gelet op de reeds aanwezige gematigde snelheid en de goede zichtbaarheid van het fietspad, komt de verkeersveiligheid niet in het gedrang en wordt deze zelfs bevorderd;

 

Overwegende dat de voorziene aanleg geen ontsluiting van aangrenzende percelen in het gedrang brengt; dat integendeel de omringende percelen nu beschikken over een nieuwe, aanvullende, wijze van ontsluiting;

 

Overwegende dat het gaat om een nieuwe gemeenteweg, zonder dat hierdoor behoeften van toekomstige generaties in het gedrang worden gebracht; dat integendeel de toekomstige ontsluiting, en veilige verbinding, net gegarandeerd kan worden voor de toekomstige generaties; gelet de aanleg voorzien wordt in een duurzame verharding en op een wijze zodanig de wegenis lange tijd kan dienen voor fietsers;

 

Overwegende dat in het advies van de Cel Technisch Bureau en de Cel Mobiliteit blijkt dat er bijkomende voorwaarden opgelegd moeten worden, zodanig de verkeersveiligheid ten volle te kunnen garanderen. 

 

Overwegende tot slot dat een openbaar onderzoek georganiseerd werd omtrent de aanvraag; dat 10 bezwaarschriften ontvangen werden, waarvan 1 bezwaarschrift ingediend werd in 94 exemplaren en ondertekend werd door 107 personen;

 

Overwegende dat het overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit aan de gemeenteraad toekomt om kennis te nemen van de bezwaren zoals ingediend tijdens het openbaar onderzoek, waarbij de gemeenteraad diegene behandelt die betrekking hebben op de aspecten van de gemeentewegen; dat deze bevoegdheid onderscheiden moet worden van deze in hoofde van de vergunningverlenende overheid, in die zin dat de gemeenteraad zich niet kan uitspreken over de vergunningsaanvraag en -aspecten zelf;

 

Overwegende dat zodoende enkel de bezwaren die betrekking hebben op de aanleg van de gemeenteweg, gemotiveerd behandeld zullen worden; dat volgende bezwaren werden ingediend met betrekking tot de nieuwe gemeenteweg, de mobiliteit en ontsluiting:

 

        De aanvrager wenst Zuut in te nemen voor eigen gebruik. Zuut, voorheen gekend als kanaaldijk of jaagpad, blijkt een gemeentelijke weg geworden te zijn. Deze kanaaldijk werd in het verleden meermaals gebruikt om verkeer om te leiden bij werken aan de ring of werken aan de bruggen over het Netekanaal. Die omleidingen is ook de enige reden dat de Schollebeekstraat ooit een asfaltlaag heeft gekregen dat ondertussen in frut is gereden door alle vrachtverkeer.

 

Bezwaarindiener vraagt zich af wat de gevolgen gaan zijn voor de verkeersdruk indien er nog eens grote werken nodig zijn aan de ring en/of bruggen over kanaal. Gezien de aanvrager deze plant af te sluiten, wil dit zeggen dat alle doorrijdend verkeer door de Schollebeekstraat zal moeten wegens geen andere keuze. Dit geeft dan ook veel extra verkeer op de nu al verzadigde Aarschotsesteenweg, kruispunt met de ring en eventueel ook nog achterliggende wegen. Beseft de gemeente ook de impact voor het verkeer waarbij de komende jaren nog extra druk kan verwacht worden vanwege de aanleg van het recreatiegebied en Mc. Donalds?

 

De aanvrager wenst een vervangend fietspad aan te leggen over zijn terrein om de fietsers om te leiden. Deze zijn echter verplicht over te steken naar het nieuwe fietspad in de straat na de heraanleg van de Schollebeekstraat. Dit gaat zeer gevaarlijke situaties opleveren met 10-tallen vrachtbewegingen per uur door de straat.

 

        Omleidend fietspad aansluiting op Zuut/Zuut lijkt ok, maar in de Schollbeekstraat komt het fietspad uit ter hoogte van een asverschuiving. Hier moet de rijbaan overgestoken worden om zo het fietspad te kunnen bereiken, dit bij een piekmoment van meer dan 130 voertuigen per uur.

 

Behandeling

 

Gelet op de omstandigheid dat beide bezwaren elkaar aanvullen, worden deze beiden gezamenlijk behandeld, gelet op de eenduidigheid ervan.

 

Op heden is de verkeersintensiteit op de Schollebeekstraat niet van die aard om de geplande fietsoversteek in het gedrang te brengen, gelet de huidige verkeersintensiteit eerder laag is. Overeenkomstig de tellingen verricht door telraam.net, is op te merken dat het aantal vrachtwagens gemiddeld 25% bedraagt, en dit op drukke dagen oploopt tot gemiddeld 40 à 45% van de verkeersbewegingen.

 

Indien zelfs uitgegaan wordt van piekmomenten van 130 voertuigen per uur, komt dit neer op een pae/uur van 260, hetgeen betekent dat er op gewone momenten gemiddeld 40 vrachtwagenbewegingen zijn, en op piekmomenten 115 vrachtwagenbewegingen.

 

Deze bewegingen geïsoleerd ligt dit ver onder een pae/uur van 200, waardoor dit eigenlijk overeenstemt met de norm van een woonstraat of een fietsstraat zonder infrastructuur.

 

Wanneer we echter de tellingen raadplegen, zoals beschikbaar op telraam.net, blijkt echter dat de pae/uur ver onder de 550 liggen, waardoor er zich geen probleem stelt, ook niet naar evolutie naar de toekomst toe. De straat wordt na heraanleg voorzien van een dubbelrichtingsfietspad en blijft ingedeeld in een snelheidsregime van 30.

 

Zelfs indien uitgegaan wordt van de laagste categorie die voorzien is van het toekomstig profiel van de straat (2x1 met voet- en fietspaden, in snelheidsregime 30/50), stelt er zich geen verkeersintensiteit probleem. Uit de inspiratiedag “Duurzame mobiliteit, Kindvriendelijke gemeente – Mobiliteit op kindermaat-, zoals gegeven door Wouter Verhaert, blijk immers dat voornoemde laagste categorie geschikt is voor een pae/uur lager dan 550, hetgeen ook ruim het geval blijkt te zijn.

 

De huidige verkeersintensiteit is niet van die aard om in het gedrang te komen door toekomstige ontwikkelingen, doch wordt dit verder opgevolgd.

 

Zelfs indien aangenomen zou worden dat de Schollebeek meer gebruik zou kennen ingevolge grootschalige werkzaamheden, dan nog lijken er zich geen problemen te stellen. De Schollebeekstraat kent immers een dermate lage verkeersintensiteit dat dit de ontsluiting van het fietspad niet in het gedrang lijkt te brengen. Bovendien moet eveneens vastgesteld worden dat op heden de Schollebeekstraat ook een toename in verkeer gekend heeft, wanneer de Zuut in gebruik genomen wordt door de industriële bedrijven en een omleiding via de Aarschotsebaan – Schollebeekstraat zich aandient.

 

De wegenis lijkt in staat te zijn, minstens een voldoende grote buffer te hebben, om hierbij met de ontwikkeling van voorliggende vergunningsaanvraag geen directe problemen mee vast te stellen. Indien nadien zou blijken dat bijkomende maatregelen zich opdringen zullen deze ten gepaste tijde besproken worden.

 

Tot slot dient er ook op gewezen te worden dat de oversteekplaats voor fietsers ter hoogte van de Schollebeekstraat verkeersveilig aangelegd wordt in overeenstemming met de richtlijnen van het Vademecum Fietsvoorzieningen en het Vademecum Veilige Wegen en Kruispunten. Zo wordt de fietsoversteek voldoende gesignaleerd en worden de vereiste markeringen aangebracht aan de ondergrond.

 

De uitvoering van het fietspad in rode beton, gekoppeld met de voldoende zichtbaarheid, zorgt ervoor dat de weggebruikers voldoende tijdig op de hoogte zijn van een fietsoversteek. Bovendien is de snelheid van de Schollebeekstraat beperkt tot zijnde 30 kilometer per uur en bevinden er zich reeds snelheidsremmers, waardoor geen conflicten voorzienbaar zijn.

 

Overwegende dat zodoende moet worden vastgesteld dat de voorziene aanleg van de gemeenteweg het algemeen belang dient en het gekozen ontwerp de verkeersveiligheid in acht neemt; dat de aanvraag tevens bijdraagt aan de uitbouw van een veilig wegennet alsook de inrichting van een fijnmazig netwerk van trage wegen, door in een verbindingsweg te voorzien; dat dit het algemeen belang en de verkeersveiligheid ten goede komt;

 

Overwegende dat het advies van de Cel Mobiliteit het volgende stelt:

 

De site is gelegen langs de kanaaldijk. Langs de kanaaldijk zijn verschillende zones voor bedrijvigheid voorzien. De bedrijvigheid ontsluit langs de Schollebeekstraat. De Schollebeekstraat is gecategoriseerd als industriële verzamelweg. De weg kan het door de bedrijvigheid gegenereerde verkeer afwikkelen.

 

In de Schollebeekstraat wordt ook gewoond. Om de woonfunctie en de ontsluiting van de bedrijvigheid met elkaar te verenigen werden reeds verkeersmaatregelen getroffen zoals snelheidsremmers + zone 30.

De dubbele functie en de getroffen maatregelen werden ook meegenomen in het nieuwe ontwerp van de Schollebeekstraat.

Aandachtspunt: Binnenkort wordt de Schollebeekstraat heraangelegd. Heraanleg en eventuele bouwwerkzaamheden van de aanvrager zijn goed op elkaar af te stemmen. Hiervoor is contact op te nemen met het technisch bureau van de stad.

 

De kanaaldijk zelf is een belangrijke schakel in het lokale en regionale fietsnetwerk. Daardoor is er zeer veel fietsverkeer langs de kanaaldijk. Dit fietsverkeer verenigen met het laden en lossen van boten en vrachtwagens op diezelfde kanaaldijk is eveneens een grote uitdaging. Daarom werd er overeengekomen om de fietsers beperkt om te leiden tijdens de momenten dat er activiteiten plaatsvinden op de kade. Een fietser is bereid om beperkt om te rijden indien het alternatief beter is dan het origineel. Daarom werd sterk ingezet op de kwaliteit van de omleiding zoals een comfortabele fietspadbreedte, een geschikte schrikstrook tot de wand, verlichting,…

Het ingetekende fietspad voldoet aan de vereisten die aan bod kwamen tijdens de voorbesprekingen.

 

Er is wel een voorwaarde aan toe te voegen: het is de bedoeling dat de fietsers alleen omgeleid worden tijdens bedrijvigheid op de kade. In alle andere gevallen moeten ze gewoon rechtdoor de kanaaldijk kunnen blijven volgen. Maar het gemotoriseerd verkeer mag nooit doorgang hebben (zoals nu ook al het geval). De slagboom die voorzien zal worden moet dus gemotoriseerd verkeer tegenhouden maar fietsers doorgang kunnen geven. Wanneer er een boot geladen/gelost gaat worden, moeten de fietsers omgeleid worden door een bijkomende afsluiting. Op deze manier is het momenteel nog niet voorzien, of dat kan alleszins niet uit de plannen afgeleid worden.

 

Bijkomend te voorzien op het omleidingsfietspad: Gezien het fietspad 3,5m breed is, zou er in theorie ook een auto over kunnen rijden. In het verleden werd dit bij andere fietspaden vaak verhinderd met paaltjes, maar vermits paaltjes vaak tot éénzijdige ongevallen leiden bij fietsers, worden ze meer en meer alleen nog maar gezet als er geen andere oplossingen zijn.

Bij dit fietspad is het aangewezen om druppels te schilderen aan begin en einde + de aanzet van een aslijn + richtingspijlen. Aan de zijkant wordt de situatie best rechtsgeldig gemaakt met D7 borden.

Om de voorrang te regelen zijn er reeds haaientanden voorzien aan het begin en einde van het fietspad. Deze moeten nog geflankeerd worden door B1 verkeersborden (klein formaat).

 

Overwegende dat het advies van de Cel Mobiliteit volgende voorwaarde oplegt:

 

De slagboom die voorzien zal worden moet gemotoriseerd verkeer tegenhouden maar fietsers doorgang geven. Wanneer er een boot geladen/gelost gaat worden, moeten de fietsers dus omgeleid worden door een bijkomende afsluiting.

 

Overwegende dat de eindconclusie van de Cel Mobiliteit als voorwaardelijk gunstig (23 mei 2022) is; dat de gemeenteraad dit advies kan bijtreden;

 

Overwegende dat het opleggen als voorwaarde dat de slagboom geen gemotoriseerd voertuig mag doorlaten de verkeersveiligheid bevordert; overwegende dat fietsers aldus omgeleid moeten worden wanneer de kade in gebruik is voor het kader of lossen van boten, eveneens de verkeersveiligheid bevordert;

 

Overwegende als dusdanig dat het advies, en de voorgestelde voorwaarde, van de Cel Mobiliteit bijgetreden kan worden gelet de verkeersveiligheid hiermee bevorderd wordt en dit ten dienst staat van het algemeen belang;

 

Overwegende dat het advies van de Cel Technisch Bureau het volgende stelt:

 

  1. Gracht in de NO hoek van het perceel: Er lijken grondwerken aan de gracht op openbaar domein voorzien te zijn obv het inplantingsplan. Aan de zijde van de Schollebeekstraat wordt vanaf het najaar 2022 een nieuwe weg- en riolering, incl grachtenstelsel aangelegd. Het volume en de sectie van de nieuwe gracht tussen de Schollebeekstraat en de terreinen van Heylen worden gerealiseerd obv het ontwerpplan van de verleende vergunning OV_2021/360. Zeer beperkt wordt de rooilijn en mogelijks perceelsgrens van Heylen overschreden voor deze aanleg. De toelating voor de aanleg van de gracht volgens plan 285653_I_PL5.2_A uit dezelfde vergunning is een last van de vergunning.
  2. Aanleg van de rode betonverharding tot tegen de kantstrook van de (nieuwe)Schollebeekstraat is een last van de vergunning. De Stad lier voorziet de kantstrookendeaanpalendeboordstenentottegenderooilijncfr.plan285653_I_PL5.2_AuitOV2021/360;
  3. Uitvoeringsplannen ter plaatse gestorte kopmuren voor te leggen ter goedkeuringaandestadLieralvorensuittevoeren.
  4. Lozingspunt LP1 en LP2 voor DWA verplaatsen naar de aansluiting met het fietspadop de Schollebeekstraat. Een kruising van de huisaansluitingen onder de bodem vandegrachtzouveeltediepzijnenzeermoeilijkteonderhouden.
  5. LP3(RWA)ondervoorbehoudvanpositiefadviesProvincie.Uittevoerenmeteenminimaledekkingonderhetfietspadvan70cm;
  6. Schrikstrook tussen fietspad en keermuur uit te voeren als verlaagde kom inteelaarde tot een diepte van 20 cm-mv om het afstromend hemelwaterte lateninfiltreren. Aanbrengen van 2 wadi kolken op gelijk niveau met de rand van hetfietspad om stagnerendhemelwater op hetfietspad tevermijden door hette latenafstromen naar de Schollebeekstraat in het geval het bufferend volume nietvoldoendeis.
  7. Funderingvandekeermuurmagnietvoorbijderooilijnkomen.
  8. Betonverharding kan ook uitgevoerd worden als niet gewapende betonplaat metvoldoendekrimpvoegencfrSB250;
  9. Belofte van gratis grondafstand voor gronden binnen de rooilijn bij te voegen.Verlijdenvandeaktevangrondafstandvóórdevoorlopigeopleveringvandeaanlegvanhetfietspad;
  10. Rooilijnplan aan te passen. De volledige breedte van het fietspad, incl schrikstroken dienen vervat te worden binnen de gemeentelijke rooilijn. Thv de aansluiting van het fietspad aan de kanaaldijk lijkt dit niet het geval.
  11. Leverenenplaatsenvanopenbareverlichtinglangshetfietspadisvoorrekeningvandeaanvrager.CoördinatiemetFluviusgebeurtdoordeaanvrager.
  12. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast hetontwerpbureau aangesteld door de aanvrager opgevolgd door het technisch bureauvandestadLiermetvolgendelimitatievetaken/bevoegdheden:

        decontroleopdegoedeuitvoeringvandewerkentotdevolledigeafwerkingendedefinitieveopleveringvandewerken,dithoudtondermeerin

        het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgensdevoortgangderwerkenendenoodzaakvandecoördinatieopdracht;

        nagaanofdewerkenwordenuitgevoerdconformdetoepasselijkewet-en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, dewijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van dekunst;

        aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt ofbij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwillevanhettoezicht;

        instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer hetgeven vanonderrichtingen,telkenswanneerdeopdrachtdocumentenonvolledigofonduidelijkzoudenzijn;

        hetopstellenvanprocessen-verbaalvanvaststelling/ingebrekestelling;

        hetleidenvande(wekelijkse)werfvergaderingeninzakeopenbaardomein

        het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakteuitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen,berekeningsnota’s,onderhoudsinstructies,eventuelealternatieven,...);

        hetnazichtvandebriefwisselingvandeopdrachtnemerenadviserenvandeopdrachtgever;

        hetorganiserenenbijwonenvandetechnischerondgangnaaraanleidingvande voorlopigeendefinitieveoplevering,inclusiefhetopmakenvanhetproces-verbaalvan technische rondgang, met inbegripvanhetadviesaandeopdrachtgeverofaldanniettotvoorlopige/definitieveopleveringkanwordenovergegaan;

        hetopstellenvaneenproces-verbaaltijdensdewaarborgperiodevaniederebeschadigingofbuitendienststelling;

        De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen eninnemenvanstandpuntenaangaandeuitvoeringvandeopdracht;

        Hetformulerenvanopmerkingenbinnendegesteldetermijnenopdewerfverslagenalsookhetondertekenenvandewerfverslagen;

        Hetondertekenen en voeren van alle nodigebriefwisselingm.b.t. de correcteuitvoeringvandewerken;

        Hettijdiggoedkeurenofweigerenvandeopgemaakteuitvoeringsdocumentenalsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen,berekeningsnota’s,onderhoudsinstructies,eventuelealternatieven,...

        termijnenvandeproevenenkeuringenvanproducten,materialenenwerken;

        Hetondertekenenvanhetproces-verbaalvantechnischerondgang;

        Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iederebeschadigingofbuitendienststelling;

        Hetgoedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal vanvoorlopige/definitieveopleveringvooropdrachten;

 

 

Overwegende dat de conclusie van de Cel Technisch Bureau voorwaardelijk gunstig is (19 mei 2022);

 

Overwegende dat de voorwaarden zoals gesteld in het advies Cel Technisch bureau de duurzaamheid van de uitrusting van de voorziene nieuwe wegenis, zijnde het vrijliggende fietspad, bevorderen en garanderen; overwegende dat de gemeenteraad deze voorwaarden kan bijtreden behoudens de voorwaarden zoals omschreven in punt 1 en punt 10;

 

Immers is er geen sprake van een overschrijding van de rooilijn in de noordoostelijke hoek van de percelen van de vergunningsaanvrager; daarbovenop is er geen noodzaak om het rooilijnplan te wijzigen ter hoogte van de  aansluiting van de Schollebeek op de Zuut, aangezien de voorziene uitrustingswerken zich gedeeltelijk bevinden binnen de bestaande feitelijke rooilijn en zich reeds op openbaar domein bevinden zoals reeds supra uiteengezet; de overige werkzaamheden worden wel gevat binnen een nieuw rooilijnplan, zoals gevoegd bij het aanvraagdossier;

 

Overwegende dat zodoende moet worden besloten dat de aangevraagde gemeenteweg in overeenstemming is met de doelstellingen en principes uit het decreet van 3 mei 2019 houdende de Gemeentewegen.

 

  1. Algemene conclusie

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten:

 

  1. Aanleg van de rode betonverharding tot tegen de kantstrook van de (nieuwe)Schollebeekstraat is een last van de vergunning. De Stad lier voorziet de kantstrookendeaanpalendeboordstenentottegenderooilijncfr.plan285653_I_PL5.2_AuitOV2021/360;
  2. Uitvoeringsplannen ter plaatse gestorte kopmuren voor te leggen ter goedkeuringaandestadLieralvorensuittevoeren.
  3. Lozingspunt LP1 en LP2 voor DWA verplaatsen naar de aansluiting met het fietspadop de Schollebeekstraat. Een kruising van de huisaansluitingen onder de bodem vandegrachtzouveeltediepzijnenzeermoeilijkteonderhouden.
  4. LP3(RWA)ondervoorbehoudvanpositiefadviesProvincie.Uittevoerenmeteenminimaledekkingonderhetfietspadvan70cm;
  5. Schrikstrook tussen fietspad en keermuur uit te voeren als verlaagde kom inteelaarde tot een diepte van 20 cm-mv om het afstromend hemelwaterte lateninfiltreren. Aanbrengen van 2 wadi kolken op gelijk niveau met de rand van hetfietspad om stagnerendhemelwater op hetfietspad tevermijden door hette latenafstromen naar de Schollebeekstraat in het geval het bufferend volume nietvoldoendeis.
  6. Funderingvandekeermuurmagnietvoorbijderooilijnkomen.
  7. Betonverharding kan ook uitgevoerd worden als niet gewapende betonplaat metvoldoendekrimpvoegencfrSB250;
  8. Belofte van gratis grondafstand voor gronden binnen de rooilijn bij te voegen.Verlijdenvandeaktevangrondafstandvóórdevoorlopigeopleveringvandeaanlegvanhetfietspad;
  9. Leverenenplaatsenvanopenbareverlichtinglangshetfietspadisvoorrekeningvandeaanvrager.CoördinatiemetFluviusgebeurtdoordeaanvrager.
  10. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast hetontwerpbureau aangesteld door de aanvrager opgevolgd door het technisch bureauvandestadLiermetvolgendelimitatievetaken/bevoegdheden:

        decontroleopdegoedeuitvoeringvandewerkentotdevolledigeafwerkingendedefinitieveopleveringvandewerken,dithoudtondermeerin

        het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgensdevoortgangderwerkenendenoodzaakvandecoördinatieopdracht;

        nagaanofdewerkenwordenuitgevoerdconformdetoepasselijkewet-en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, dewijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van dekunst;

        aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt ofbij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwillevanhettoezicht;

        instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer hetgeven vanonderrichtingen,telkenswanneerdeopdrachtdocumentenonvolledigofonduidelijkzoudenzijn;

        hetopstellenvanprocessen-verbaalvanvaststelling/ingebrekestelling;

        hetleidenvande(wekelijkse)werfvergaderingeninzakeopenbaardomein

        het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakteuitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen,berekeningsnota’s,onderhoudsinstructies,eventuelealternatieven,...);

        hetnazichtvandebriefwisselingvandeopdrachtnemerenadviserenvandeopdrachtgever;

        hetorganiserenenbijwonenvandetechnischerondgangnaaraanleidingvande voorlopigeendefinitieveoplevering,inclusiefhetopmakenvanhetproces-verbaalvan technische rondgang, met inbegripvanhetadviesaandeopdrachtgeverofaldanniettotvoorlopige/definitieveopleveringkanwordenovergegaan;

        hetopstellenvaneenproces-verbaaltijdensdewaarborgperiodevaniederebeschadigingofbuitendienststelling;

        De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen eninnemenvanstandpuntenaangaandeuitvoeringvandeopdracht;

        Hetformulerenvanopmerkingenbinnendegesteldetermijnenopdewerfverslagenalsookhetondertekenenvandewerfverslagen;

        Hetondertekenen en voeren van alle nodigebriefwisselingm.b.t. de correcteuitvoeringvandewerken;

        Hettijdiggoedkeurenofweigerenvandeopgemaakteuitvoeringsdocumentenalsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen,berekeningsnota’s,onderhoudsinstructies,eventuelealternatieven,...

        termijnenvandeproevenenkeuringenvanproducten,materialenenwerken;

        Hetondertekenenvanhetproces-verbaalvantechnischerondgang;

        Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iederebeschadigingofbuitendienststelling;

        Hetgoedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal vanvoorlopige/definitieveopleveringvooropdrachten;

  1. De slagboom die voorzien zal worden moet gemotoriseerd verkeer tegenhouden maar fietsers doorgang geven. Wanneer er een boot geladen/gelost gaat worden, moeten de fietsers dus omgeleid worden door een bijkomende afsluiting.

 

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen volgens het plan met titel 'rooilijnplan' d.d. 9 maart 2022 zoals opgemaakt door landmeet- en vastgoedkantoor L. Marynen met plannr. BA_V_I_N_1_Rooilijnplan met een gratis grondafstand van 1420 m2 en het wegenisontwerp zoals opgemaakt door architectenbureau Mossoux goed te keuren.

 

Stemming

 

16 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet en Marc De Keulenaer

9 stemmen tegen: Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

4 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Stéphanie Van Campenhout en Gert Van Eester

Goedkeuring met 16 stemmen voor - 9 stemmen tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

De gemeenteraad treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar niet integraal bij.

 

Art.1:

De gemeenteraad neemt kennis van de bezwaren en opmerkingen ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en besluit deze bezwaren en opmerkingen voor wat de zaak van de wegen betreft ontvankelijk maar ongegrond te verklaren.

 

Art.2:

De gemeenteraad keurt de aanleg van de nieuwe gemeenteweg en haar ligging, breedte en uitrusting, zoals opgenomen in het wegenisontwerp goed mits naleving van de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3.

 

De gemeenteraad keurt het rooilijnplan ‘“BA_V_I_N_1_rooilijnplan” van dd. 9 maart 2022  goed mits naleving van de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3.

 

De gemeenteraad aanvaardt de kosteloze grondafstand waartoe de vergunningsaanvrager verbindt, ten belope van een grondoppervlakte van 1420m² en zoals weergegeven en opgenomen in het gevoegde rooilijnplan.

 

Art. 3:

De gemeenteraad beslist tot de goedkeuring van de wegenis en het vaststellen van de rooilijn met het aanvaarden van de gratisgrondafstand, mitshetnalevenvanvolgendevoorwaardenenlasten:

  1. Aanleg van de rode betonverharding tot tegen de kantstrook van de (nieuwe)Schollebeekstraat is een last van de vergunning. De Stad lier voorziet de kantstrookendeaanpalendeboordstenentottegenderooilijncfr.plan285653_I_PL5.2_AuitOV2021/360;
  2. Uitvoeringsplannen ter plaatse gestorte kopmuren voor te leggen ter goedkeuringaandestadLieralvorensuittevoeren.
  3. Lozingspunt LP1 en LP2 voor DWA verplaatsen naar de aansluiting met het fietspadop de Schollebeekstraat. Een kruising van de huisaansluitingen onder de bodem vandegrachtzouveeltediepzijnenzeermoeilijkteonderhouden.
  4. LP3(RWA)ondervoorbehoudvanpositiefadviesProvincie.Uittevoerenmeteenminimaledekkingonderhetfietspadvan70cm;
  5. Schrikstrook tussen fietspad en keermuur uit te voeren als verlaagde kom inteelaarde tot een diepte van 20 cm-mv om het afstromend hemelwaterte lateninfiltreren. Aanbrengen van 2 wadi kolken op gelijk niveau met de rand van hetfietspad om stagnerendhemelwater op hetfietspad tevermijden door hette latenafstromen naar de Schollebeekstraat in het geval het bufferend volume nietvoldoendeis.
  6. Funderingvandekeermuurmagnietvoorbijderooilijnkomen.
  7. Betonverharding kan ook uitgevoerd worden als niet gewapende betonplaat metvoldoendekrimpvoegencfrSB250;
  8. Belofte van gratis grondafstand voor gronden binnen de rooilijn bij te voegen.Verlijdenvandeaktevangrondafstandvóórdevoorlopigeopleveringvandeaanlegvanhetfietspad;
  9. Leverenenplaatsenvanopenbareverlichtinglangshetfietspadisvoorrekeningvandeaanvrager.CoördinatiemetFluviusgebeurtdoordeaanvrager.
  10. De uitvoering van de werken aan het openbaar domein wordt naast hetontwerpbureau aangesteld door de aanvrager opgevolgd door het technisch bureauvandestadLiermetvolgendelimitatievetaken/bevoegdheden:

        decontroleopdegoedeuitvoeringvandewerkentotdevolledigeafwerkingendedefinitieveopleveringvandewerken,dithoudtondermeerin

        het uitvoeren, minimaal één maal per week, van een werfbezoek; of volgensdevoortgangderwerkenendenoodzaakvandecoördinatieopdracht;

        nagaanofdewerkenwordenuitgevoerdconformdetoepasselijkewet-en regelgeving, de bepalingen van de opdrachtdocumenten, dewijzigingsbevelen van de opdrachtgever, de plannen en de regels van dekunst;

        aanwezigheid op de werf telkens de opdrachtgever hem daartoe uitnodigt ofbij fasen in de uitvoering waarbij diens aanwezigheid noodzakelijk is omwillevanhettoezicht;

        instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer hetgeven vanonderrichtingen,telkenswanneerdeopdrachtdocumentenonvolledigofonduidelijkzoudenzijn;

        hetopstellenvanprocessen-verbaalvanvaststelling/ingebrekestelling;

        hetleidenvande(wekelijkse)werfvergaderingeninzakeopenbaardomein

        het nazicht van de door de opdrachtnemer opgemaakteuitvoeringsdocumenten (detail-en werktekeningen, plannen,berekeningsnota’s,onderhoudsinstructies,eventuelealternatieven,...);

        hetnazichtvandebriefwisselingvandeopdrachtnemerenadviserenvandeopdrachtgever;

        hetorganiserenenbijwonenvandetechnischerondgangnaaraanleidingvande voorlopigeendefinitieveoplevering,inclusiefhetopmakenvanhetproces-verbaalvan technische rondgang, met inbegripvanhetadviesaandeopdrachtgeverofaldanniettotvoorlopige/definitieveopleveringkanwordenovergegaan;

        hetopstellenvaneenproces-verbaaltijdensdewaarborgperiodevaniederebeschadigingofbuitendienststelling;

        De overheid vertegenwoordigen op alle noodzakelijke (werf)vergaderingen eninnemenvanstandpuntenaangaandeuitvoeringvandeopdracht;

        Hetformulerenvanopmerkingenbinnendegesteldetermijnenopdewerfverslagenalsookhetondertekenenvandewerfverslagen;

        Hetondertekenen en voeren van alle nodigebriefwisselingm.b.t. de correcteuitvoeringvandewerken;

        Hettijdiggoedkeurenofweigerenvandeopgemaakteuitvoeringsdocumentenalsook de verbeteringen van o.a. detail- en werktekeningen, plannen,berekeningsnota’s,onderhoudsinstructies,eventuelealternatieven,...

        termijnenvandeproevenenkeuringenvanproducten,materialenenwerken;

        Hetondertekenenvanhetproces-verbaalvantechnischerondgang;

        Het ondertekenen van een proces-verbaal tijdens de waarborgperiode van iederebeschadigingofbuitendienststelling;

        Hetgoedkeuren of weigeren en ondertekenen van het proces-verbaal vanvoorlopige/definitieveopleveringvooropdrachten;

  1. De slagboom die voorzien zal worden moet gemotoriseerd verkeer tegenhouden maar fietsers doorgang geven. Wanneer er een boot geladen/gelost gaat worden, moeten de fietsers dus omgeleid worden door een bijkomende afsluiting.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ OV 2022/399: HERAANLEGGEN WEGENIS EN PLAATSEN RIOLERING EN VASTSTELLEN ROOILIJN MET GRONDAFSTAND. VASTSTELLEN VAN DE ROOILIJN EN WEGENIS.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag ingediend door Bert Somers namens Lier GEMEENTE gevestigd te Paradeplein 2/1 te 2500 Lier, heeft betrekking op een terrein, gelegen Eeuwfeestlaan 183, 2500 Lier, kadastraal bekend: afdeling 2 sectie A nrs. 572R3, 575A2, 575B2, 575Y, 622B5, 622C5, 623S2, 623F3, 623V2, 623E3, 623W2, 623B3, 623A3, 623X2, 623Y2, 623Z2, 624P4, 625R7, 625W7, 625X7, 625T7, 625Y7, 625P7, 625Y6, 625Z7, 625V7, 625S7, 627M11, 627W11, 627X11, 627W12, 627M7, 627S9, 627L11, 627C12, 627K11, 627N7, 627P7, 627L7, 627D11, 627G12, 627V9, 627V10, 627K7, 627H12, 627A12, 627L8, 627Z11, 627D13, 627B12, 627F12, 627N11, 627S12, 627P12, 627P10, 627C11, 627T13, 627P13, 627R13, 627Y13, 627S13, 627N12, 627K12, 627H11, 627W13, 627M12, 627L13, 627V13, 627Z10, 627C13, 627D12, 627E13, 627L12, 627X13, 627N8, 627R12, 627A13, 627N13, 627M8, 627E12, 628V20, 628L21, 628Y20, 628P7, 628P21, 628K21, 628Z14, 628X19, 628Z18, 628Z17, 628S18, 628M17, 628T10, 628W17, 628R21, 628C19, 628P19, 628W18, 628G19, 628R19, 628M7, 628P17, 628R18, 628X18, 628B21, 628L7, 628X17, 628N17, 628F18, 628A15, 628H20, 628C15, 628Y17, 628H18, 628G20, 628G18, 628E20, 628V17, 628D19, 628F20, 628L18, 628S17, 628R17, 628M21, 628M18, 628T17, 628E15, 628C20, 628C18, 628A18, 628B18, 628D18, 628D20, 628E18, 628Y14, 628Y18, 628F15, 628X14, 628S14, 628W19, 628B15, 628P15, 628D21, 628E19, 628W14, 628V14, 628N21, 628Y19, 628H15, 628T14, 628R14, 628L20, 628P14, 628X20, 628P18, 628T19, 628Z20, 628W10, 628T18, 629W3, 629G4, 629K4, 629L5, 629L4, 629Y2, 629F4, 629H4 en 632A3.

 

Het betreft een aanvraag tot het heraanleggen van de wegenis en plaatsen riolering en vaststellen rooilijn met grondafstand.

 

De aanvraag omvat:

        stedenbouwkundige handelingen

        de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Argumentatie

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Kleinstedelijk gebied Lier

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

De aanvraag is bovendien gelegen in het RUP Omvorming kleine industriegebieden, goedgekeurd bij  25 april 2022.

 

Het perceel bevindt zich volgens het RUP omvormen kleine industrie dd 25/04/2022 in Art 1 - projectzone voor gemengde functies.

 

De voorgelegde aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP.

 

De ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) zijn volgens artikel 7.4.5. van de Vlaamse Codex, gewestplan vervangend voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.  De bepalingen van het gewestplan zijn hier dus niet langer van toepassing.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een woongebied.

Volgens artikel 5.1.0. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De voorgelegde aanvraag voorziet wonen en een functiewijziging voor de zone achterliggend aan Maanstraat 17-19 van tuinen bij wonen naar openbaar nut voor parking.

 

FUNCTIE VOLGENS OMZENDBRIEF

 

woonfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn geen bijkomende bepalingen van toepassing voor een woonfunctie.

 

openbare nutsfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

1° wonen;

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

1° wonen

Met wonen wordt residentieel wonen bedoeld. Gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf (vakantiehuisjes) vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘verblijfsrecreatie’.

Ook landbouwbedrijfswoningen vallen hier niet onder. Zij behoren tot de functiecategorie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’. De conciërgewoning bij een industrieel bedrijf valt niet onder de categorie ‘wonen’ maar onder ‘industrie en bedrijvigheid’. Dezelfde redenering gaat op voor alle conciërgewoningen.

Wanneer woningen boven gebouwen met een andere functie zijn opgetrokken en functioneel niets te maken hebben met deze functie, dan hebben ze wel de functie 'wonen'. Het gebouw in kwestie heeft dan twee hoofdfuncties.

 

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening  en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.

 

 

De voorgelegde aanvraag is principieel in overeenstemming met d bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

  1. Historiek

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 572 R3

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1977 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 575 A2

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 575 B2

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1988 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 575 Y

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1988 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 622 B5

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 622 C5

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1988 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 S2

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1964 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 F3

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1969 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 V2

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 E3

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 W2

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 B3

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 A3

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1954.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 X2

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 Y2

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 623 Z2

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 624 P4

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 R7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1960.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 W7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1933.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 X7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1932.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 T7

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1964 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 Y7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1932.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 P7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1958.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 Y6

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1932.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 Z7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1936.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 V7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1953.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 625 S7

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 M11

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 W11

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 X11

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 W12

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 M7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 S9

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L11

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1958.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 C12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 K11

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N7

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 P7

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 D11

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1949.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 G12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 V9

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 V10

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1951.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 K7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 H12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 A12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L8

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1970 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 Z11

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 D13

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 B12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 F12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N11

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 S12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 P12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 P10

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1948.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 C11

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1948.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 T13

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 P13

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 R13

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 Y13

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 S13

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2009 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 K12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 H11

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1959.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 W13

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 M12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L13

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 V13

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 Z10

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 C13

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1948.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 D12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 E13

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 L12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 X13

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N8

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 R12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 A13

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1959.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 N13

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 2005 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 M8

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 627 E12

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 V20

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 L21

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P21

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 K21

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1946.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Z14

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X19

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Z18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Z17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 S18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 M17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T10

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1946.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R21

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1984 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 C19

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P19

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 G19

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R19

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 M7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 B21

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1951.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 L7

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 N17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 F18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 A15

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 H20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 C15

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 H18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 G20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 G18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 E20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 V17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 D19

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 F20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 L18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 S17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 M21

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 M18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T17

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 E15

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 C20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 C18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 A18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 B18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 D18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 D20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 E18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y14

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 F15

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X14

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 S14

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W19

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 B15

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1969 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P15

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1966 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 D21

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 E19

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W14

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 V14

gebouwen opgericht na maart 1962:

Het betreft een gebouw waarvan de opbouw in 1965 werd afgerond.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 N21

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Y19

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 H15

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T14

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 R14

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 L20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P14

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 X20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd tussen 1919 en 1930.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 P18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T19

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 Z20

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1950.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 W10

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1932.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 628 T18

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 W3

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 G4

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 K4

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 L5

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1960.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 L4

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 Y2

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1951.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 F4

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 629 H4

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1938.

 

Perceelnummer : (afd. 2) sectie A 632 A3

gebouwen opgericht voor maart 1962:

Volgens de administratie van het kadaster betreft het een gebouw waarvan de opbouw werd beëindigd in 1937.

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Omgevingsvergunning (2019/10) d.d. 11 maart 2019 voor verbouwen van een bestaande woning werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

Omgevingsvergunning (2019/316) d.d. 16 december 2019 voor isoleren en bekleden van de voorgevel met crepi werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

Melding (2021/509) d.d. 23 november 2021 voor nieuwbouw aangebouwde veranda werd ongegrond gevonden door het college van burgemeester en schepenen.

Melding (2021/550) d.d. 21 december 2021 voor aanbouw werd ongegrond gevonden door het college van burgemeester en schepenen.

Omgevingsvergunning (2022/214) d.d. 22 augustus 2022 voor uitbreiden halfopen bebouwing eengezinswoning werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.

Omgevingsvergunning (2022/342) d.d. 5 december 2022 voor uitbreiden en verbouwen woning werd voorwaardelijk vergund door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (94318) d.d. 27 februari 1995 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (2004/196) d.d. 20 september 2004 voor uitbreiding sporthal werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (89/125) d.d. 5 juni 1989 voor appartementsgebouw + autobergplaatsen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (90/35) d.d. 5 juni 1990 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2000/208) d.d. 29 mei 2001 voor de nieuwbouw van sociale woningen werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (80/158) d.d. 15 november 1980 voor verbouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (86/210) d.d. 9 maart 1987 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (98/58) d.d. 31 augustus 1998 voor het oprichten van een bergplaats werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (95/141) d.d. 18 september 1995 voor het verbouwen van een woonhuis (veranda) werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (97/171) d.d. 8 september 1997 voor oprichten van appartementsgebouw + autobergplaatsen werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2000/72) d.d. 17 april 2000 voor bouwen van een rijwoning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (96/210) d.d. 9 december 1996 voor verbouwen van woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (96/75) d.d. 5 augustus 1996 voor verbouwen van woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (88/120) d.d. 8 augustus 1988 voor aanbouwen keuken - badkamer werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (87/17) d.d. 6 april 1987 voor distibutiepost werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (87/45) d.d. 25 mei 1987 voor verbouwen voorgevel werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (86/218) d.d. 23 maart 1987 voor appartementsgebouw + garages werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (85/28) d.d. 2 augustus 1985 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (83/69) d.d. 28 juni 1983 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (83/208) d.d. 13 februari 2019 voor oprichten bergplaatsen werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (82/175) d.d. 18 januari 1983 voor verbouwen woonhuis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (62/66) d.d. 8 juni 1962 voor verbouwingswerken uit te voeren aan het huis werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (81/154) d.d. 3 februari 1982 voor verbouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (62/181) d.d. 30 november 1962 voor het bouwen van een nieuwe woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (79/163) d.d. 19 september 1979 voor heropbouwen bergplaats na afbraak bestaande werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (79/248) d.d. 27 februari 1980 voor verbouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (1976/4) d.d. 15 april 1976 voor sporthall + huisbewaarderswoning werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (1976/193) d.d. 29 december 1976 voor verbouwing werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (72/111) d.d. 11 augustus 1972 voor vergroten van keuken en maken van garage werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2001/237) d.d. 3 september 2001 voor verbouwen rijwoning + plaatsen tuinhuisje werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2001/12) d.d. 29 mei 2001 voor sanering sociale woonwijk "bogaertsvelden" werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (70/83) d.d. 7 augustus 1970 voor aanbouwen keuken en slaapkamer werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (70/140) d.d. 23 oktober 1970 voor verbouwingswerken werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (9455) d.d. 20 juni 1994 voor verbouwingswerken werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (69/42) d.d. 29 maart 1969 voor bouwen appartementsgebouw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (67/181) d.d. 8 december 1967 voor bouwen woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2003/262) d.d. 28 augustus 2003 voor afbraak + nieuwbouw sociale woning werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (2004/232) d.d. 15 oktober 2004 voor aanleg omgeving sporthal werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (2005/449) d.d. 9 oktober 2006 voor bouwen van een meergezinswoning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2005/53) d.d. 18 april 2005 voor bouwen van een leefruimte aan een bestaande woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2005/285) d.d. 9 januari 2006 voor nieuwbouw sociale woningen werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (2007/227) d.d. 27 november 2007 voor wijziging van een bestaande vergunning tot bouwen meergezinswoning en afbraak bestaande garages werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2008/111) d.d. 20 mei 2008 voor aanleggen oprit werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2006/325) d.d. 19 maart 2007 voor nieuwbouw sociale woningen werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (2008/7) d.d. 11 maart 2008 voor bouwen van een veranda werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2009/123) d.d. 21 april 2009 voor vernieuwen van oprit werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2009/167) d.d. 23 juni 2009 voor aanleggen oprit waar voordien een voortuin was werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2009/10) d.d. 10 maart 2009 voor verbouwen van een woning, vervangen van berging en koepel door een tuinkamer van 26 m² werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2010/94) d.d. 13 april 2010 voor regulariseren van het gelijkvloers + uitbreiden van de verdieping werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2014/113) d.d. 20 oktober 2014 voor plaatsen van een veranda (12.2 m²) op de verdieping tuinzijde en regularisatie gelijkvloerse veranda en tuinberging werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2014/136) d.d. 18 augustus 2014 voor het plaatsen van lichtreklames werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2016/153) d.d. 19 september 2016 voor verbouwen van de woning werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Verkavelingsvergunning (064/092) d.d. 27 januari 1967 voor nieuwe verkaveling werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Verkavelingsvergunning (064/182) d.d. 17 februari 1986 voor verkaveling voor woningbouw werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.

Verkavelingsvergunning (064/182(1)) d.d. 29 december 1976 voor nieuwe verkaveling werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (196633) d.d. 11 april 1967 voor exploitatie van een werhuis voor houtbewerking

 

vergunning dd. 11-04-1967 met einddatum 8-07-1996 werd bekomen door de deputatie.
Milieuvergunning (196648) d.d. 16 december 1966 voor exploitatie van een zuivelwinkel

vergunning dd. 16-12-1966 met einddatum 16-12-1976 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (1968112) d.d. 9 augustus 1968 voor ondergrondse mazouttank.

vergunning cbs dd. 09-08-1968 met einddatum 09-08-1998. werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (86/2) d.d. 23 februari 1987 voor exploiteren van een beenhouwerij

vergunning dd. 23-2-1987 met einddatum

23-2-1997 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (E13/93/218) d.d. 29 november 1993 voor lozing nha in riolering werd door het college van burgemeester en schepenen.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving

Het betreft een gemengde omgeving waarin zowel eengezins- als meergezinswoningen voorkomen met twee à drie bouwlagen onder verschillende dakvormen, zowel hellend, mansarde als plat, in gesloten bouworde, opgericht tussen 1919 en 1930. De straten zijn gelegen tussen de ring en het station.

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet voor Sterrenstraat, Maanstraat, Komeetstraat en Hemelplein het heraanleggen van de wegenis, en het aanleggen van een gescheiden rioleringstelsel.

Bestaande kasseien worden vervangen door asfalt en grasdallen.

De werken bevinden zich plaatselijk binnen de 5m zone van de waterloop Duwijckloop.

Er wordt bemaald tot 1m onder de aanzet van de fundering.

De rijbaan wordt asfalt, de parkeerstroken grasdals en de voetpaden betontegels.

Een gedeelte van Komeetstraat en Hemelplein worden gelijkgronds aangelegd, zonder boordsteen, tussen rijweg en voetpad.

Het nieuwe regenwaterstelsel zal thv kruispunt Sterrenstraat Eeuwfeestlaan aangesloten worden op de Duwijckloop.

 

De aanvraag betreft ook een vaststelling nieuwe rooilijn tussen Maanstraat 17 en 19, naar de achterliggende percelen.

Dit volgens rooilijnplan dd 15/12/2022 ref 017-019 door S.bilt met 15 onteigeningen.

Het gecreëerde openbaar domein heeft als bestemming een parking, omrand door groen.

 

De aanvraag omvat ook een wegenis. Dit is een functie van openbaar nut / handeling van algemeen belang.

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

  1. Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.


§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 26 juni voorgelegd en goedgekeurd:

1. Vaststelling van de rooilijn

2. Wegenis- en rioleringsdossier

 

  1. Openbaar onderzoek

Decretale bepalingen

Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, worden vergunningsaanvragen die wegenwerken omvatten waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, behandeld volgens de gewone vergunningsprocedure.

 

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats  van 23 januari 2023 tot 21 februari 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschrift ontvangen.

 

Proces-verbaal van sluiting

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaarschrift ontvangen. Dit betreft de wegenisaanleg.

Mobiliteit en parkeren

Een niet meer aanwezige garage bij Maanstraat 42 beïnvloedt de parkeermogelijkheden daar.

 

Erfdienstbaarheden, Lichten en zichten, privacy

Alsook de voorziene inplanting van een boom voor huisnr 44, welke licht wegneemt en wortels mogelijk de kelder beschadigen.

 

Technisch bureau van de stad beoordeelt het bezwaar als volgt:

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende mobiliteit en parkeren kunnen worden bijgetreden om volgende redenen:

- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.

 

De verschillende elementen uit de bezwaren betreffende erfdienstbaarheden, lichten en zichten,  privacy zijn van privaatrechterlijke aard en niet van stedenbouwkundige aard maar worden deels bijgetreden en voorwaarden worden opgelegd. 

- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.

- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.

- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden

 

 

  1. Uitgebrachte adviezen

HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND heeft op 30 januari 2023 onder ref. P19390-001/01 volgend voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

zie bijlage

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (30 januari 2023).

 

Het standpunt van HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 30 januari 2023 onder ref. P19390-001/01 moeten nageleefd worden.

 

 

HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND werd op 5 mei 2023 om advies gevraagd, maar heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

INTER INTER werd op 13 januari 2023 om advies gevraagd, maar heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

Fluvius Mechelen heeft op 26 januari 2023  volgend ongunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

Gelieve hiervoor contact op te nemen met onze projectbeheerder zodat alle plannen zowel met het studiebureel als met de gemeente kunnen besproken worden.

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: ongunstig (26 januari 2023).

 

Het standpunt van Mechelen wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

contact opnemen met projectbeheerder van Fluvius zodat alle plannen zowel met het studiebureel als met de gemeente kunnen besproken worden.

Provincie Antwerpen - Dienst Waterbeleid heeft op 22 februari 2023 onder ref. WAAD-2023-0089 volgend ongunstig advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag :

 

1. WETTELIJKE BASIS VOOR DE WATERTOETS

 

Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid gecoördineerd op 15 juni 2018 werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen.

In uitwerking van artikel 7 van het watertoetsbesluit werd specifiek voor de provincie Antwerpen een eigen provinciaal beleidskader rond wateradviezen uitgewerkt. Dit beleidskader verduidelijkt wat de gehanteerde krijtlijnen zijn voor de beoordeling van de verenigbaarheid van de vergunningsaanvraag met het watersysteem, en met welke zaken een aanvrager rekening moet houden voor het verkrijgen van een gunstig wateradvies. Het provinciale beleidskader voor wateradviezen werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 12 december 2019 en is te vinden op de website van de provincie Antwerpen:

https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/dienst-integraal-waterbeleid/wonen-ofwerken-langs-een-waterloop/watertoets.html.

 

2. KENMERKEN WATERSYSTEEM

 

2.1. Waterloop nr. A.8.01, Duwijkloop van 2de categorie

Het project paalt aan de waterloop.

 

2.2. Kaartgegevens

 

Het project is gedeeltelijk gelegen in overstromingsgevoelig gebied volgens de pluviale modellen.

Volgens het gewestplan zijn de percelen gelegen in woongebieden en milieubelastende industrieen.

Het gebied is volgens de BWK biologisch minder waardevol.

 

2.3. Voorschriften waterbeheerplan

Volgende voorschriften van een waterbeheerplan zijn van toepassing:

 Krachtlijn 1: terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten; het voorkomen, het herstellen en waar mogelijk het ongedaan maken van watertekort;

 Krachtlijn 2: water voor de mens: scheepvaart, watervoorziening, industrie en landbouw, onroerend erfgoed, recreatie;

 Krachtlijn 3: de kwaliteit van water verder verbeteren;

 Krachtlijn 4: duurzaam omgaan met water;

 Krachtlijn 5: voeren van een meer geïntegreerd waterbeleid.

 

3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM

 

Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

- wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of grondwater aangezien runoff en

lozingen de kwaliteit zou kunnen doen verslechteren of een verbetering ervan zou kunnen

tegenhouden;

- wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben;

- wijziging van het overstromingsregime, aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en bijkomende wateroverlast tot gevolg kunnen hebben;

 

De aanvraag betreft de aanleg van een RWA stelsel. Er wordt gesteld dat er niet aan de GSV moet worden voldaan aangezien het project op openbaar domein ligt, er moet echter wel aan de Code Van Goede Praktijk worden voldaan. Op basis van de aangeleverde gegevens kan dit echter niet worden geverifieerd. De aanvraag is in de huidige vorm niet verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2.). Er dienen bijkomende gegevens te worden aangeleverd.

 

4. VOORWAARDEN EN MAATREGELEN

 

4.1. Algemene en wettelijke voorwaarden

4.1.1. Bouwafstanden – erfdienstbaarheden: 5m-zone

Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingwerken en voor het spreiden van de ruimingproducten dient langs beide kanten van de waterloop een zone met een breedte van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de werkelijke kruin van de waterloop vrij te worden gehouden van voorwerpen, constructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt. De erfdienstbaarheid geldt zowel voor open als ingebuisde waterlopen. Bij een ingebuisde waterloop wordt de erfdienstbaarheidzone gemeten vanaf het midden van de buis of koker, waarbij men de 5 m-zone vermeerdert met een halve kruinbreedte. Wanneer uitvoering van deze bepaling aanleiding kan geven tot ernstige ecologische schade, zal de Provincie hier in de praktijk afwijkingen op dulden.

 

Afsluitingen/Hagen of houtkanten langs de waterloop moeten op een afstand van 0,75 m tot 1,00 m landinwaarts gemeten vanaf het einde van het talud van de waterloop geplaatst worden. Ze mogen niet hoger zijn dan 1,50 m boven de begane grond. Afsluitingen hoger dan 1,50 m moeten op minstens 5 m van de kruin van de waterloop geplaatst worden. De afsluiting is zo opgesteld dat ze geen belemmering vormt bij het onderhoud van de waterlopen, of ze kan weggenomen worden. Hagen of houtkanten dienen tot op een hoogte van maximaal 1,50 m te worden teruggesnoeid.

 

Verhardingen(opritten, terrassen,…) , leidingen en ondergrondse constructies voorzien tot op een afstand van minder dan 5 m vanaf de kruin van de waterloop moeten bestand zijn tegen het overrijden van machines tot 40 ton.

 

Verhardingen zijn niet toegestaan binnen de 1 m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop.

 

Beplantingen

De aanplanting van nieuwe bomen en struiken langs de onbevaarbare waterlopen dient als volgt

te gebeuren:

1. ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop en met een vrij te bepalen afstand tussen de bomen zodat stroken als zone van openbaar nut met een breedte van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop volledig vrij worden gehouden;

2. ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 0,75 tot 1,00 m landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 12 m zodat de bereikbaarheid van de waterloop met de machine blijft verzekerd, en een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.

 

Volgens de wet op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de bovenste rand van het talud van de waterlopen.

De bereikbaarheid van de waterloop voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken dient echter steeds gevrijwaard te worden.

 

Reliëfwijziging.

Reliëfwijzigingen zijn verboden binnen de 5 m zone.

 

4.1.2. Afstanden – waterkwaliteit: 1m-zone

Binnen een afstand van minimaal een meter vanaf de kruin van de waterloop mag de oever niet bewerkt worden, noch besproeid met biociden. Het Mestdecreet verbiedt bovendien elke bemesting binnen een strook van 10 m (GEN en GENO) of 5 m (overige gevallen) gemeten vanaf de kruin van de waterloop.

 

4.1.3. Eigendom

De bedding van een waterloop van tweede categorie behoort toe aan de provincie.

 

4.1.4. Werken aan waterlopen

Het is verboden werken uit te voeren binnen de bedding van de onbevaarbare waterloop zonder omgevingsvergunning en/of machtiging. Hieronder kan onder meer verstaan worden het optrekken of plaatsen van een constructie (overwelving, kruisen met nutsleiding, aansluiting, elke vaste constructie in de waterloop, oeverversteviging) en reliëfwijzigingen (ophogen 5mzone langs waterloop, verleggen, dempen of herprofilering van waterloop).

 

4.1.5. Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren

Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd

en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

 

4.1.6. Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren

Er dient rekening gehouden met de voorschriften die geformuleerd staan in de Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen (VMM) (Code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen, individuele voorbehandelinginstallaties en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties, aanvullingen met betrekking tot de herwaardering van grachtenstelsels, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en andere aanvullingen en updates).

 

Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding.

De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige

afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van

Vlarem II.

 

4.2. Specifieke voorwaarden (art. 1.3.1.1 §1 DIW dd.18/07/03 en art. 7 §1 4° UB dd. 20/07/06)

Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden

de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

 

4.2.1. Voor de wijziging van kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater

Voor de leidingstrengen van de DWA gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied dienen kneveldeksels/waterdichte deksels aangebracht te worden. Hierdoor kan vermeden worden dat in het geval van overstromingen de collector overbelast wordt met overstromingswater wat bijkomende overstortwerkingen tot gevolg zal hebben.

Verder wordt met betrekking tot de (grond)waterkwaliteit als gevolg van het project een positief effect verwacht aangezien de vuilvracht van verschillende lozingspunten wordt opgevangen en afgevoerd naar een RWZI.

 

4.2.2. Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling

6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthoudenbergen-afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

 

Vermijden afstroom van hemelwater

Ondoorlatende verhardingen wateren af naar naastliggende groenzones voor infiltratie op eigen terrein. Om infiltratie op eigen terrein te behouden, dient de groenzone minimaal 25% van de verharde oppervlakte te bedragen. De groenzone moet horizontaal liggen of uitgewerkt worden met een lichte maaiveldverlaging.

Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. Waterdoorlatende verharding dient te worden aangelegd onder een helling van minder dan 0,5% op een waterdoorlatende funderingslaag. Alle lagen dienen een minimale doorlatendheid van 5.4*10-5 m/s te hebben. Bovendien mogen er geen afvoerkolken worden voorzien. Steenslagfundering moet conform Standaardbestek 250 voor waterdoorlatende verhardingen aangelegd worden. Indien dit niet het geval is, dienen deze verharde oppervlaktes meegenomen te worden in de berekening van de infiltratievoorziening en naar de infiltratievoorziening af te wateren.

 

Infiltratie en buffering

Onderhavig project dient te voldoen aan de CVGP. De nodige gegevens dienen te worden aangeleverd om dit nazicht toe te laten (infiltratieproeven/peilmetingen, gerealiseerd volumes en doorvoer-/lozingsdebieten, aangesloten verhardingen, lokaal afwaterende/waterdoorlatende verhardingen, Sirio berekeningen,…)

 

Bij de dimensionering mag enkel rekening worden gehouden met de nuttige volumes en oppervlaktes. Bij de bepaling van het volume mag enkel het netto-volume (=effectief beschikbare volume) in rekening gebracht worden en niet het bruto-volume (=buitenafmetingen voorzieningen). Bij bepaling van de infiltratieoppervlakte mag voor ondergrondse voorzieningen of bovengrondse voorzieningen dieper dan 30 cm enkel de vrij liggende wandoppervlakte in rekening worden gebracht.

 

4.2.3. Voor de wijziging van overstromingsregime

Er mag geen ruimte voor water verloren gaan. Door het oprichten van constructies en door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te verergeren, moet bij het verlies van waterbergingsruimte vermeden worden door het project/plan te realiseren zonder inname van ruimte voor water. Een eventuele ophoging is enkel toegelaten buiten de overstromingsgevoelige zone; de overstromingsgevoelige zone mag in geen geval opgehoogd worden.

Uit de modelleringstudie van de pluviale modellen blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar ter hoogte van de sporthal een waterpeil van 7.36 m-TAW optreedt. Een groot deel van het project ligt hoger en zou niet overstromen. Desondanks zijn ergere overstromingen niet uit te sluiten en kan geen sluitende garantie worden gegeven dat er zich in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen.

Bij de plaatsing van ondergrondse constructies/putten moet er op gelet worden dat er geen verontreinigd overstromingswater de constructie/put kan binnendringen.

 

5. TOETSING EN CONCLUSIE

 

Ongunstig, aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en art. 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid.

Onderhavig advies kan mogelijk worden herzien indien aanvullende gegevens worden aangeleverd, zoals besproken onder punt 3 en 4.
 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: ongunstig (22 februari 2023).

 

Een nieuwe PIV werd ingediend om tegemoet te komen aan het ongunstig advies.

 

Provincie Antwerpen - Dienst Waterbeleid werd op 4 mei 2023 om advies gevraagd, maar heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

 

 

Cel Mobiliteit heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:


- De voorziene fietskluizen in het achterliggende gebied van de Maanstraat worden omwille van sociale veiligheid en toegankelijkheid beter korter bij de Maanstraat voorzien.

- Het is wenselijk om onder meer ook in de omgeving van de Komeet bijkomende fietskluizen te voorzien omwille van vele vragen van de bewoners. De inplanting daarvan kan gebeuren in overleg met dienst Mobiliteit.

- Rondom Sporthal De Komeet is er geen doorlopende voetpadstructuur. Dit moet voorzien worden.

- De erfinrichtingen in de Komeetstraat en het Hemelplein vragen dat de voorziene parkeerplaatsen correct afgebakend worden. Tevens dient er voldoende aandacht te gaan naar de inplanting van de parkeerplaatsen zodat men hier veilig kan passeren (ook rekening houden met een vuilniswagen).

- De parking aan Komeet heeft vandaag een voorbehouden plaats voor Cambio alsook een laadpaal met 2 voorbehouden plaatsen. Na de werken zouden er 2 voorbehouden plaatsen voor Cambio voorzien moeten worden en dient de laadpaal met voorbehouden plaatsen terug voorzien te worden.

- De parkeerplaatsen voor mindervaliden aan de voorzijde van Komeet maken op dit moment geen deel uit van de heraanleg. Het is wel belangrijk deze parkeerplaatsen volgens de geldende aanlegnormen te voorzien (3,5 x 6m).

- Aan de achterzijde liggen 2 parkeerplaatsen die moeilijk bereikbaar zijn. Deze parkeerplaatsen worden voorbehouden voor laden en lossen/diensten gerelateerd aan de sporthal, en maken dus geen deel uit van het publieke parkeeraanbod.
 

Volgende voorwaarden werden door Cel Mobiliteit opgelegd:


- Doorlopende voetpadstructuur rondom de sporthal te voorzien.

- Fietskluizen op goed toegankelijk en doordachte locaties te voorzien, in samenspraak met dienst Mobiliteit.

- Erfinrichting te controleren op passeermogelijkheden.

- Parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien volgens de geldende normen.

- Laadpaal en voorbehouden parkeerplaatsen elektrische voertuigen en voorbehouden plaatsen voor Cambio zijn terug te voorzien.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (3 februari 2023).

 

Het standpunt van Cel Mobiliteit wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning:

- Doorlopende voetpadstructuur rondom de sporthal te voorzien.

- Fietskluizen op goed toegankelijk en doordachte locaties te voorzien, in samenspraak met dienst Mobiliteit.

- Erfinrichting te controleren op passeermogelijkheden.

- Parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien volgens de geldende normen.

- Laadpaal en voorbehouden parkeerplaatsen elektrische voertuigen en voorbehouden plaatsen voor Cambio zijn terug te voorzien.

 

 

Cel Publieke Ruimte heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:

 

Binnengebied met ingang tussen Maanstraat 17 en 19:

• Plaats voor keerbewegingen lijkt niet voldoende aanwezig te zijn.

• Mogelijks kan er bij de inrit een bord voorzien worden waarmee aangegeven wordt hoeveel parkeerplaatsen nog ter beschikking zijn om zoekverkeer te vermijden.

• Halfverharding is redelijk onderhoudsgevoelig bij intensief gebruik van parkeerplaatsen.

• Dit binnengebied kan op termijn een groen park en binnengebied zonder parkeerplaatsen worden. Met dit aspect bij de aanleg al rekening houden.

 

In alle grotere groenzones van het binnengebied, het Hemelplein en in de omgeving van de sporthal mogelijkheden voorzien voor buffering van water door de aanleg van b.v. wadi’s.

 

Grasperken met extensieve grassen aanleggen en voor de aanplanting vooral inheemse soorten gebruiken.

 

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (18 januari 2023).

 

Het standpunt van Cel Publieke Ruimte wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning:

Binnengebied met ingang tussen Maanstraat 17 en 19:

• Plaats voor keerbewegingen moet voldoende aanwezig te zijn.

• Mogelijks kan er bij de inrit een bord voorzien worden waarmee aangegeven wordt hoeveel parkeerplaatsen nog ter beschikking zijn om zoekverkeer te vermijden.

• Halfverharding is redelijk onderhoudsgevoelig bij intensief gebruik van parkeerplaatsen.

• Dit binnengebied kan op termijn een groen park en binnengebied zonder parkeerplaatsen worden. Met dit aspect moet men bij de aanleg al rekening houden.

 

In alle grotere groenzones van het binnengebied, het Hemelplein en in de omgeving van de sporthal moet men mogelijkheden voorzien voor buffering van water door de aanleg van b.v. wadi’s.

 

Grasperken met extensieve grassen aanleggen en voor de aanplanting vooral inheemse soorten gebruiken.

 

Cel technisch bureau heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:

 

Projectinhoudversie 2

 

groen :

- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.

- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.

- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden

- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen

 

Binnengebied Maanstraat  :

- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang

- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken

- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen

- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis

 

Maanstraat

- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.

 

huisvuilophaling :

- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.

 

Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:


groen :

- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.

- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.

- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden

- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen

 

Binnengebied Maanstraat  :

- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang

- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken

- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen

- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis

 

Maanstraat

- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.

 

huisvuilophaling :

- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (17 maart 2023).

 

Cel technisch bureau heeft volgend voorwaardelijk gunstigadvies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag:


Projectinhoudversie 3

 

groen :

- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.

- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.

- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden

- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen

 

Binnengebied Maanstraat  :

- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang

- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken

- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen

- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis

 

Maanstraat

- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.

 

huisvuilophaling :

- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.
 

Volgende voorwaarden werden door Cel technisch bureau opgelegd:


groen :

- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.

- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.

- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden

- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen

 

Binnengebied Maanstraat  :

- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang

- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken

- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen

- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis

 

Maanstraat

- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.

 

huisvuilophaling :

- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.

 

De eindconclusie van het advies luidt als volgt: voorwaardelijk gunstig (17 mei 2023).

 

Het standpunt van Cel technisch bureau wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning:

groen :

- boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.

- voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.

- waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden

- Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen

 

Binnengebied Maanstraat  :

- verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang

- stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken

- openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen

- Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis

 

Maanstraat

- Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.

 

huisvuilophaling :

- IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.

 

 

  1. Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden onder volgende voorwaarden en lasten :

        De grondafstanden van de gronden welke vallen binnen de rooilijn moeten juridische correct worden geregeld op verzoek van de stad.

        De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 30 januari 2023 onder ref. P19390-001/01 moeten nageleefd worden.

        contact opnemen met projectbeheerder van Fluvius zodat alle plannen zowel met het studiebureel als met de gemeente kunnen besproken worden.

        Doorlopende voetpadstructuur rondom de sporthal te voorzien.

        Fietskluizen op goed toegankelijk en doordachte locaties te voorzien, in samenspraak met dienst Mobiliteit.

        Erfinrichting te controleren op passeermogelijkheden.

        Parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien volgens de geldende normen.

        Laadpaal en voorbehouden parkeerplaatsen elektrische voertuigen en voorbehouden plaatsen voor Cambio zijn terug te voorzien.

        Binnengebied met ingang tussen Maanstraat 17 en 19:

        Plaats voor keerbewegingen moet voldoende aanwezig te zijn.

        Mogelijks kan er bij de inrit een bord voorzien worden waarmee aangegeven wordt hoeveel parkeerplaatsen nog ter beschikking zijn om zoekverkeer te vermijden.

        Halfverharding is redelijk onderhoudsgevoelig bij intensief gebruik van parkeerplaatsen.

        Dit binnengebied kan op termijn een groen park en binnengebied zonder parkeerplaatsen worden. Met dit aspect moet men bij de aanleg al rekening houden.

        In alle grotere groenzones van het binnengebied, het Hemelplein en in de omgeving van de sporthal moet men mogelijkheden voorzien voor buffering van water door de aanleg van b.v. wadi’s.

 

        Grasperken met extensieve grassen aanleggen en voor de aanplanting vooral inheemse soorten gebruiken.

        groen :

        boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.

        voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.

        waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden

        Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen

        Binnengebied Maanstraat  :

        verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang

        stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken

        openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen

        Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis

 

        Maanstraat Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.

 

        huisvuilophaling :

        IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.

 

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen volgens het plan met titel rooilijnplan dd 15/12/2022 ref 017-019 door S.bilt met 15 onteigeningen.

Het gecreëerde openbaar domein heeft als bestemming een parking, omrand door groen.

 

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van (1/6/2023).

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier:

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Jan Hermans en Gert Van Eester

1 stem tegen: Marcel Taelman

3 onthoudingen: Bart Verhoeven, Walter Marien en Nancy Dresen

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 1 stem tegen - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Het college van burgemeester en schepenen treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

 

Art. 1:

De gemeenteraad beslist om de rooilijn vast te stellen en het technisch dossier wegenis goed te keuren bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend namens Lier Stad inzake heraanleggen wegenis en plaatsen riolering en vaststellen rooilijn met grondafstand, gelegen Sterrenstraat, Maanstraat, Komeetstraat, 2500 Lier, volgens het plan met titel rooilijnplan dd 15/12/2022 ref 017-019 door S.bilt met 15 onteigeningen.

Het gecreëerde openbaar domein heeft als bestemming een parking, omrand door groen.

 mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden :

        De grondafstanden van de gronden welke vallen binnen de rooilijn moeten juridische correct worden geregeld op verzoek van de stad.

        De brandvoorzorgsmaatregelen van het advies van 30 januari 2023 onder ref. P19390-001/01 moeten nageleefd worden.

        contact opnemen met projectbeheerder van Fluvius zodat alle plannen zowel met het studiebureel als met de gemeente kunnen besproken worden.

        Doorlopende voetpadstructuur rondom de sporthal te voorzien.

        Fietskluizen op goed toegankelijk en doordachte locaties te voorzien, in samenspraak met dienst Mobiliteit.

        Erfinrichting te controleren op passeermogelijkheden.

        Parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien volgens de geldende normen.

        Laadpaal en voorbehouden parkeerplaatsen elektrische voertuigen en voorbehouden plaatsen voor Cambio zijn terug te voorzien.

        Binnengebied met ingang tussen Maanstraat 17 en 19:

        Plaats voor keerbewegingen moet voldoende aanwezig te zijn.

        Mogelijks kan er bij de inrit een bord voorzien worden waarmee aangegeven wordt hoeveel parkeerplaatsen nog ter beschikking zijn om zoekverkeer te vermijden.

        Halfverharding is redelijk onderhoudsgevoelig bij intensief gebruik van parkeerplaatsen.

        Dit binnengebied kan op termijn een groen park en binnengebied zonder parkeerplaatsen worden. Met dit aspect moet men bij de aanleg al rekening houden.

        In alle grotere groenzones van het binnengebied, het Hemelplein en in de omgeving van de sporthal moet men mogelijkheden voorzien voor buffering van water door de aanleg van b.v. wadi’s.

 

        Grasperken met extensieve grassen aanleggen en voor de aanplanting vooral inheemse soorten gebruiken.

        groen :

        boomsoorten te toetsen aan het Handboek bomen; geen vormsnoeibomen en voldoende bovengrondse ruimte te voorzien, zodat lichtinval naar de aanpalende woningen niet gehinderd wordt.

        voldoende wortelgroeiplaats te voorzien per boom, te toetsen aan het Handboek bomen, zodat wortelgroei in de voetpadfundering en richting aanwezige funderingen en kelders van woningen vermeden wordt.

        waar onvoldoende wortelgroeiplaats beschikbaar is in functie van aanwezige nutsleidingen dienen de bomen uit het ontwerp verwijderd te worden

        Bomen tussen parkeerplaatsen te beschermen door middel van boombeugels indien risico op schade door parkerende of uitrijdende voertuigen

        Binnengebied Maanstraat  :

        verharding in waterpasserende klinkers ipv halfverharding voor toegang

        stroomvoorziening te voorzien voor 3 laadpalen aan rechtse parkeervakken

        openbare verlichting te voorzien met minimale lichtvervuiling naar de aanpalende achtertuinen

        Bestaande poort in te tekenen, maar opgeschoven in de richting van het binnengebied, weg van de Maanstraat, zodat voor de poort aan de zijde Maanstraat plaats is voor minimaal 1 fietskluis

 

        Maanstraat Huisnummer 42 heeft geen garage. De getekende inrit dient verwijderd te worden van het plan zodat de parkeerstrook vergroot kan worden.

 

        huisvuilophaling :

        IVAREM adviseert om de huidige sorteerstraat aan sporthal de Komeet uit te breiden zodat het bijkomende huishoudelijke afval van de 33 wooneenheden in de Sterrenstraat hier kan ingezameld worden. De sorteerstraat zal er dan als volgt uit zien: 2x5m³ voor restafval, 1x5m³ voor PMD, 2x5m³ voor papier en karton. Afmetingen sorteerstraat met 5 ondergrondse containers = 14m x 4m.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

FLUVIUS 2.0. JAARACTIEPLAN OPENBARE VERLICHTING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het college heeft in zitting van 23 januari 2017 goedkeuring gehecht aan het masterplan openbare verlichting.

De gemeenteraad heeft in zitting van 13 december 2019 goedkeuring gehecht aan het voorstel Fluvius 2.0.

 

Feiten en context

De openbare verlichting op grondgebied Lier wordt versneld vervangen door LED-verlichting in het kader van het goedgekeurde voorstel van Fluvius 2.0.

Fluvius maakt in overleg met de stad een meerjareninvesteringsplan op dat gebaseerd is op en uitvoering geeft aan het door de stad opgemaakt gemeentelijk lichtplan (masterplan openbare verlichting).

Het overeengekomen meerjareninvesteringsplan wordt minstens elk jaar verfijnd en omgezet in een concreet overeengekomen jaaractieplan.

Het jaaractieplan prioriteert de voorziene investeringen. Het jaaractieplan omvat de lijst van alle in dat jaar uit te voeren werken aan de installaties openbare verlichting en de overeengekomen projecten m.b.t. esthetische keuzes voor de installaties openbare verlichting.

Het jaaractieplan bevat een budgetinschatting die bekend is en werd besproken voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst Fluvius 2.0 dd.16/12/2019.

De stad krijgt periodiek een rapport over de stand van zaken van het jaaractieplan in de trimestriële overlegmomenten tussen het technisch bureau - openbaar domein en de nutsmaatschappijen.

 

Fluvius begroot elke drie jaar:

(1) de investeringskost gekoppeld aan het meerjareninvesteringsplan en

(2) de exploitatiekost openbare verlichting, voor de komende drie jaar,

en bepaalt op basis van die begroting een jaarlijks geïndividualiseerd forfait voor de gemeente.

Deze forfait wordt door de raad van bestuur van Fluvius formeel goedgekeurd.

Fluvius zal het forfait jaarlijks verrekenen via het resultaat elektriciteit.

Na elke driejarige periode wordt het forfait indien nodig aangepast in functie van de in de afgelopen drie jaar in rekening gebrachte kosten.

Het voorstel tot jaaractieplan van Fluvius voor kalenderjaar 2024 kwam tot stand in samenspraak met het technisch bureau - openbaar domein.

Prioriteiten werden gesteld in functie van de planning van de aan te leggen nieuwe straten uit de meerjarenplanning en de ouderdom van bestaande verlichting. Ook de geografische spreiding over het grondgebied van de vernieuwing speelde mee.

 

De overzichtslijst van de straten die in 2024 zullen verled worden binnen deze overeenkomst :

- Antwerpsesteenweg

- Arthur Vanderpoortenlaan

- Begijnhofstraat

- Berlaarsesteenweg

- Dijkje

- Felix Timmermansplein

- Frederik Peltzerstraat

- Grote Markt

- Heilige Geeststraat

- Kandinaal Mercierplein

- Kattenstraat

- Kerkstraat

- Koningin Astridlaan

- Lantaarnstraat

- Lintsesteenweg

- Lisperstraat

- Mechelbaan

- Papegaaistraat

- Plaslaar

- Rechtestraat

- Sander De Vosstraat

- Zuut

 

Het jaaractieplan (in bijlage) geeft ook een overzicht van de toekomstige projecten tijdens de periode 2025 -2027. Deze lijst is indicatief.

 

Het technisch bureau vraagt de jaarlijkse goedkeuring van het college voor de uitvoering van dit jaaractieplan voor 2024. Het goedgekeurde masterplan openbare verlichting wordt hierbij gehanteerd als leidraad.

Zo werden o.a. de lichtkleur, de brandregimes en de locaties van de OV palen en armaturen vastgelegd per type straat. Dit masterplan werd reeds goedgekeurd door het CBS van 23 januari 2017. In de overeenkomst Fluvius 2.0 werd een 1 op 1 vervanging voorzien bij het vervangen door LED verlichting. Initieel werd hieronder de vervanging van een oud armatuur door een nieuw armatuur begrepen bij de interpretatie van de overeenkomst door de administratieve diensten. De eerste praktijkervaringen hierover, en dit werd schriftelijk bevestigd door Fluvius, is dat de 1 op 1 vervanging te begrijpen is als een vervanging van de lichtopbrengst van de openbare verlichting op straatniveau. De lichtopbrengst wordt uitgedrukt in lumen. Bij eenzelfde vermogen (uitgedrukt in Watt) is de lichtopbrengst van een LED lamp hoger. Bij een LED lamp is de aangestraalde oppervlakte wel kleiner door zijn smallere lichtbundel. Dit resulteert dikwijls op straatniveau in meer armaturen maar met een totaal kleiner verbruik dan in de oude toestand. Lokaal kan dit resulteren in een hoger verbruik indien de prestatie-eis in het masterplan hoger is dan de huidige verlichting.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Argumentatie

Het jaaractieplan openbare verlichting 2024 dient ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de gemeenteraad van 25 september 2023.

 

Financiële weerslag

De financiële afweging om in te stappen in Fluvius 2.0 zit in deze overeenkomst vervat.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het jaaractieplan openbare verlichting 2024 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

N10 AARSCHOTSESTEENWEG. WIJZIGING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VOOR GEZAMENLIJKE OPDRACHTEN VAN WERKEN TUSSEN AWV-LIER-AQUAFIN-PIDPA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad heeft in zitting van 6 maart 2023 goedkeuring gehecht aan de 'samenwerkingsovereenkomst voor gezamenlijke opdrachten van werken' voor de heraanleg van de N10 Aarschotsesteenweg tussen de Schollebeekstraat en de N10.

 

Feiten en context

In tussentijd werd tussen Aquafin en Pidpa, als rioolbeheerder voor de stad Lier, onderling afgesproken dat de facturen voor investeringswerken ivm riolering rechtstreeks door Pidpa worden betaald ipv door Aquafin.

Pidpa heeft Aquafin aangesteld om in naam van en voor rekening van Pidpa op te treden in de hoedanigheid van gedelegeerd bouwheer. Aquafin is daarbij gemandateerd om alle daden van beheer en beschikking – die Pidpa kan aangaan – te treffen.

Achterliggende reden is dat Aquafin de eigendom van de riolering zou verkrijgen en dat deze dan nogmaals dient overgedragen te worden aan Pidpa. Pidpa is immers eigenaar van nieuw aangelegde rioleringen die aan hen werden gefactureerd, zoals bepaald in de Hidrosan overeenkomst.

 

Aquafin blijft wel opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst aangezien zij zelf ook een bovengemeentelijk aandeel hebben in de aanleg van de riolering in de gewestweg en hierdoor dus ook medefinancierder zijn van het volledige project.

 

Om bovenstaande reden dient de eerder goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst (GR 6 maart 2023) opgeheven te worden en te worden vervangen door de samenwerkingsovereenkomst in bijlage.

De aangepaste samenwerkingsovereenkomst dient opnieuw ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de gemeenteraad van 26 juni 2023.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Besluit van voorzitter gemeenteraad van 9 juni 2023 over de delegatie van de handtekeningsbevoegdheid

 

Argumentatie

De aangepaste samenwerkingsovereenkomst dient ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de gemeenteraad van 26 juni 2023.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de 'samenwerkingsovereenkomst voor gezamenlijke opdrachten van werken, voor heraanleg van de N10 Aarschotsesteenweg tussen de Schollebeekstraat en N10, die goedgekeurd werd in de gemeenteraad van 6 maart 2023 op te heffen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt de aangepaste 'samenwerkingsovereenkomst voor gezamenlijke opdrachten van werken' voor de heraanleg van de N10 Aarschotsesteenweg tussen de Schollebeekstraat en de N10 goed.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

TOETREDINGSOVEREENKOMST VERKEERSREGELINSTALLATIES (VRI'S) EN OPMAAK V-PLANNEN AWV. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Het Agentschap Wegen en Verkeer heeft volgende raamcontracten uitgeschreven via een opdrachtencentrale :

  1. opmaak lichtenregelingen, V-plannen en microsimulaties (bestek 1M3D8N/19/05
  2. leveren, plaatsen, uitbreiden, aanpassen, vernieuwen, verplaatsen, verwijderen en onderhoud  van driekleurige lichtseininstallaties op kruispunten, knipperlichten, bi-flashinstallaties en bochtafbakingsborden opgesteld in Vlaanderen (bestek VWT/EW/2021/002)
  3. Mobilidata - iVRI (intelligente verkeersregelinstallatie) - Leveren, opstellen, onderhouden en aanpassen van intelligente  verkeersregelaars in Vlaanderen - gedeelte ITS-applicatie en RIS 2 (bestek VWT/EW/2021/002)

 

Toetreding tot deze raamcontracten is noodzakelijk ikv het ontwerp voor de nieuwe lichtenregeling kruispunt Kazernedreef x Mechelsesteenweg en Sluislaan x Mechelsesteenweg en uitvoering van het ontwerp van de nieuwe lichtenregeling en de eventuele noodzaak tot het plaatsen van een iVRI thv Kazernedreef en Sluislaan dat nog moet blijken uit de uit te voeren studie.

Hieronder de toetredingsovereenkomsten voor de verschillende raamcontracten.

 

 

1) Bestek 1M3D8N/19/05 'Opmaak lichtenregelingen, V-plannen en microsimulaties

 

Voor het ontwerp van de nieuwe lichtenregeling aan het kruispunt Kazernedreef x Mechelsesteenweg en Sluislaan x Mechelsesteenweg is het noodzakelijk toe te treden tot het raamcontract 'opmaak lichtenregelingen, V-plannen en microsimulaties' (bestek en meetstaat in bijlage) van het Agentschap Wegen en verkeer dat dienst doet als aankoopcentrale.

 

Toetredingsovereenkomst “Opmaak lichtenregelingen, microsimulaties en V-plannen”

Dossiernummer: MDN/105

Besteknummer: 1M3D8N/19/05

 

TUSSEN :

 

A. De Stad Lier , vertegenwoordigd door de algemeen directeur wd, Bart Luyckx, en de heer Rik Verwaest, burgemeester, gevestigd te 2500 Lier, Paradeplein 2 bus 1 te 2500 Lier,

 

Hierna genoemd “de deelnemende entiteit” of “de opdrachtgever”,

 

B. De aanbestedende overheid, vertegenwoordigd door zijn regering, bij delegatie, in de persoon van mevrouw Veerle Schoutteet, afdelingshoofd bij het Agentschap Wegen en Verkeer, afdeling Verkeer Wegsystemen en Telematica, gevestigd te 1000 BRUSSEL, Koning Albert II-laan 20 bus 4,

 

hierna genoemd “het Vlaams Gewest”,

 

hierna gezamenlijk aangeduid als de “partijen” en elk afzonderlijk als “partij”;

 

WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT.


 

 

ARTIKEL 1 – Opdracht

 

De deelnemende entiteit beslist om de werken uit te voeren via de betreffende opdrachtencentrale van het Vlaams Gewest en gaat akkoord met alle bepalingen en modaliteiten zoals beschreven in het bestek 1M3D8N/19/05, onverminderd de mogelijkheid voor de deelnemende entiteit om wijzigingen door te voeren binnen het kader van artikel 8 van deze akte, de mogelijkheden daartoe voorzien in het bestek en artikel 37 KB Uitvoering.

 

ARTIKEL 2 – Verantwoordelijkheid

 

De deelnemende entiteit neemt tegenover het Vlaams Gewest de volledige verantwoordelijkheid op zich voor dat deel van de opdracht dat betrekking heeft op de kruispunten in beheer bij de deelnemende entiteit, alsook voor de administratieve en technische bepalingen die zij ter zake in het bestek laat inlassen. Zij is m.a.w. verantwoordelijk voor de door haar geplaatste bestellingen, het toezicht hierop, de ontvangst en de betalingen in het kader van de uitvoering van de opdracht.

 

Alle wijzigingen of bijwerken die tijdens de uitvoering van de opdracht noodzakelijk blijken en verband houden met de uitvoering van de werken ten gunste van de deelnemende entiteit, zijn ten laste van de bestellende overheid.

 

ARTIKEL 3 – Kostenverdeling.

 

De deelnemende entiteit staat in voor alle kosten die betrekking hebben op bestellingen door haar geplaatst.

 

ARTIKEL 4 – Borgtocht.

 

De deelnemende entiteiten, zoals gedefinieerd in de hoofding van onderhavige toetredingsakte, kunnen geen beroep doen op de algemene borgstelling die de opdrachtnemer heeft gedaan ten voordele van de aanbestedende overheid.

 

ARTIKEL 5 – Geschillen.

 

De deelnemende entiteit verbindt zich ertoe om, met betrekking tot de diensten ten laste van haar, het Vlaams Gewest volledig te vrijwaren en in alle geschillen vrijwillig tussen te komen die op haar bestellingen betrekking hebben.

 

De deelnemende entiteit kan beroep doen op het Vlaams Gewest voor het verstrekken van inlichtingen ten behoeve van de gerechtelijke procedure.

 

ARTIKEL 6 – Betaling.

 

De deelnemende entiteit is verantwoordelijk voor de financiële afhandeling van de door haar geplaatste bestellingen in uitvoering  van de opdracht. De betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden rechtstreeks ingediend bij de deelnemende entiteit. Hiertoe bezorgt de deelnemende entiteit alle nodige gegevens aan de opdrachtnemer na toetreding tot de opdrachtencentrale.

 

De deelnemende entiteit stuurt binnen de termijn het goedgekeurde betalingsbundel naar de opdrachtnemer terug en nodigt tezelfdertijd de opdrachtnemer uit om een factuur in te dienen.

 

In geval van laattijdige betaling, buiten de termijnen bepaald in artikel 15 van het KB Uitvoering dd. 14.01.2013, door de deelnemende entiteit voor de werken ten hare laste, staat deze in voor de daaruit voortvloeiende verwijlintresten en andere schadevergoedingen en zal deze de andere betrokken partijen volledig vrijwaren.

 

ARTIKEL 7 - Boetes en straffen.

 

De door de bestellende overheid vastgestelde tekortkomingen die aanleiding geven tot boetes en straffen komen ten goede aan de deelnemende entiteit.

 

 

ARTIKEL 8 - Voorlopige en definitieve oplevering.

 

De deelnemende entiteit staat in voor de voorlopige en of definitieve oplevering van de door haar geplaatste bestellingen, onverminderd de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomst in dat verband.

 

De processen-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering worden, voor de opdrachten gegeven door de deelnemende entiteit, door de leidend ambtenaar  van de deelnemende entiteit opgesteld en ondertekend.

 

 

ARTIKEL 9 – Verlenging en opzegging van de opdracht.

 

De opdracht, voor het deel van de deelnemende entiteit, start op de datum van toetreding tot het contract en eindigt op 15/04/2024 (einde opdrachtencentrale).  Bij het aflopen, of stopzetten, van de opdracht 1M3D8N/19/05 wordt de overeenkomst automatisch ontbonden.

 

De deelnemende entiteit heeft het recht de opdracht voor zijn gedeelte op te zeggen. De opzeg wordt aan de opdrachtnemer en de aanbestedende overheid aangetekend genotificeerd tenminste vijftien kalenderdagen voor het verstrijken van de lopende geldigheidstermijn. Het Vlaams Gewest beschikt als coördinerende entiteit over de mogelijkheid de volledige opdracht op te zeggen. Dit wordt desgevallend ten minste 3 kalendermaanden op voorhand door de aanbestedende overheid aan de deelnemende entiteit meegedeeld.

 

ARTIKEL 10 – Informatie mee te delen aan de opdrachtnemer.

 

De deelnemende entiteit bezorgt volgende gegevens aan de opdrachtnemer indien van toepassing:

contactgegevens van de door de deelnemende entiteit aangeduide leidend ambtenaar/gemachtigde : Maarten Colaes, GSM 0471/56 45 68 - e-mail : maarten.colaes@lier.be.

 

Adressering voor schuldvorderingen, betalingsaanvragen, facturen : facturen@lier.be

 

Opgemaakt te Brussel op ../.. 2023 in evenveel exemplaren als partijen met een onderscheiden belang.

 

Voor het Vlaams Gewest:

 

 

mevrouw Veerle Schoutteet
afdelingshoofd Expertise Verkeer en Telematica

 

Voor de stad Lier:

 

 

 

 

de heer Bart Luyckx

Algemeen directeur wd

 

 

 

 

de heer Rik Verwaest

Burgemeester

 

 

2) Raamcontract leveren, plaatsen, uitbreiden, aanpassen, vernieuwen,
    verplaatsen, verwijderen en onderhouden van driekleurige lichtseininstallaties
    op kruispunten, knipperlichten, bi-flashinstallaties en bochtafbakeningsborden
    opgesteld in Vlaanderen.

 

Na de opmaak van het V-plan (grondplan van de kruispunten met aanduiding van alle onderdelen van de VRI (VerkeersregelInstallatie) inclusief de lichtenregeling) dient dit technisch vertaald te worden naar een uitvoering. Middels dit raamcontract kan onmiddellijk naar een uitvoering worden overgegaan door een aannemer aangesteld door AWV zonder bijkomend een aanbesteding of marktbevraging  te doen.

 

Bovendien kan dit raamcontract gebruikt worden om (herstellings)werken aan bestaande VRI’s af te roepen. Momenteel wordt ad hoc met bestelbonprocedure de gespecialiseerde firma VSE aangesteld.

 

Hiervoor heeft het Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen onderstaande toedredingsovereenkomst opgesteld :

 

 

Dossiernummer: VWT/EW/2021/002 " Leveren, plaatsen, uitbreiden, aanpassen, vernieuwen, verplaatsen, verwijderen en onderhouden van driekleurige lichtseininstallaties op kruispunten, knipperlichten, bi-flashinstallaties en bochtafbakeningsborden opgesteld in Vlaanderen"

 

OVEREENKOMST

 

TUSSEN :

 

Stad Lier, ten dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de algemeen directeur wd de heer Bart Luyckx, de heer Rik Verwaest, burgemeester,

 

hierna genoemd “de bestellende entiteit”,

 

 

EN :

 

de aanbestedende overheid, vertegenwoordigd door zijn regering, bij delegatie, in de persoon van mevrouw ir. arch. Veerle Schoutteet, afdelingshoofd ad interim bij het Agentschap Wegen en Verkeer, afdeling Verkeer, Wegsystemen en Telematica, gevestigd te 1000 BRUSSEL, Koning Albert II-laan 20 bus 4,

 

hierna genoemd “het Vlaams Gewest”,

 

 

AANGEZIEN :

 

De bestellende entiteit wenst over te gaan tot het leveren, plaatsen, uitbreiden, aanpassen, verplaatsen, verwijderen, vernieuwen en/of onderhouden van driekleurige seinlichteninstallaties, laagspanningsinstallaties en/of voedingen uit het laagspanningsgedeelte van een hoogspanningscabine, knipperlichten, biflashinstallaties, bochtafbakeningsinstallaties, detectieapparatuur (waaronder ook inductieve en/of selectieve lussen) en andere kleine signalisatie-elementen.

 

WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

 

ARTIKEL 1 – Opdracht.

 

De bestellende entiteit beslist om de werken uit te voeren via de betreffende aankoopcentrale van het Vlaams Gewest en gaat akkoord met alle bepalingen en modaliteiten zoals beschreven in het bestek VWT/EW/2021/002.

 

 

ARTIKEL 2 – Verantwoordelijkheid.

 

De bestellende entiteit neemt tegenover het Vlaams Gewest de volledige verantwoordelijkheid op zich voor dat deel van de opdracht dat betrekking heeft op de installaties in beheer bij de bestellende entiteit, alsook voor de administratieve en technische bepalingen die zij ter zake in het bestek laat inlassen. Zij is m.a.w. verantwoordelijk voor de door haar geplaatste bestellingen, het toezicht hierop, de ontvangst en de betalingen in het kader van de uitvoering van de opdracht.

 

Alle wijzigingen of bijwerken die tijdens de uitvoering van de opdracht noodzakelijk blijken en verband houden met de uitvoering van de werken ten gunste van de bestellende entiteit, zijn ten laste van de bestellende entiteit.

 

De bestellende entiteit staat in voor het verwerven van de vergunningen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken te haren laste.

 

 

 

 

ARTIKEL 3 – Kostenverdeling.

 

De bestellende entiteit staat in voor alle kosten die betrekking hebben op bestellingen die zij plaatst.

 

 

ARTIKEL 4 – Borgtocht.

 

De bestellende entiteit kan geen beroep doen op de algemene borgstelling die de opdrachtnemer heeft gedaan ten voordele van het Vlaams Gewest.

 

 

ARTIKEL 5 – Leiding van de werken.

 

De leiding van en het toezicht op de werken voor dat deel van de opdracht dat betrekking heeft op de installaties in beheer bij de bestellende entiteit, gebeurt op kosten van de bestellende entiteit. De bestellende entiteit duidt bijgevolg voor haar deel een gemachtigd ambtenaar aan.

De gemachtigde ambtenaar neemt de leiding van de werken waar. Dit betekent dat hij alleen gemachtigd is om - voor alle werken, wie ze ook ten laste neemt - bestellingen te plaatsen bij de opdrachtnemer, proces-verbaal van ingebrekestelling op te maken, proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering van de werken op te maken, de werken te schorsen, vorderingsstaten goed te keuren, eventuele maatregelen van ambtswege voor te stellen, e.d.z.m.

De bestellende entiteit stelt i.h.k.v. onderhavige opdracht de heer Maarten Colaes - GSM  0471/56 45 68 - maarten.colaes@lier.be, aan als gemachtigd ambtenaar.

 

Voor beslissingen kan de gemachtigd ambtenaar voorafgaandelijk aan zijn beslissing, advies vragen aan de leidend ambtenaar van de raamovereenkomst bij het Vlaams Gewest, i.e. de heer Yanick Lathuy – 0486/51.93.57 – yanick.lathuy@mow.vlaanderen.be. Het verlenen van advies is een gunst van het Vlaams Gewest. Het geven van advies door het Vlaams Gewest is geen verplichting in hoofde van laatstgenoemde.

 

De bestellende entiteit draagt de volledige verantwoordelijkheid, ook de financiële verantwoordelijkheid, van de werken.

 

ARTIKEL 6 – Toezicht op de werken.

 

De bestellende entiteit staat in voor het toezicht op dat deel van de opdracht dat betrekking heeft op de installaties in beheer bij de bestellende entiteit, en draagt daarvan de kosten. Hiertoe kan de gemachtigde ambtenaar zelf, al dan niet, nog een aantal gemachtigden aanstellen.

 

De bestellende entiteit staat bovendien zelf in om te voldoen aan de bepalingen van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen dd. 25/1/2001 en stelt hiervoor desgevallend zelf een veiligheidscoördinator-verwezenlijking aan.

 

 

ARTIKEL 7 - Wijziging tijdens de uitvoering.

 

Alle wijzigingen die tijdens de uitvoering van de opdracht noodzakelijk blijken, integraal ten goede komen aan de bestellende entiteit en verband houden met de uitvoering van de werken zijn ten laste van de bestellende entiteit. De formalisering van deze wijziging aan de opdracht is een exclusieve bevoegdheid van de leidend ambtenaar.

 

Indien de functionaliteit van het project wijzigt, kan het Vlaams Gewest de toetredingsakte eenzijdig verbreken.

 

 

ARTIKEL 8 – Geschillen.

 

De bestellende entiteit verbindt zich ertoe om, met betrekking tot de werken ten laste van haar, het Vlaams Gewest volledig te vrijwaren en in alle geschillen vrijwillig tussen te komen.

 

De bestellende entiteit kan beroep doen op het Vlaams Gewest voor het verstrekken van inlichtingen ten behoeve van de gerechtelijke procedure.

 

 

ARTIKEL 9 – Betaling.

 

Het deel van de opdracht dat betrekking heeft op de installaties in beheer bij de bestellende entiteit wordt uitgevoerd voor rekening van de bestellende entiteit. De betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden rechtstreeks ingediend bij de bestellende entiteit. Hiertoe bezorgt de bestellende entiteit alle nodige gegevens aan de opdrachtnemer na toetreding tot de aankoopcentrale.

De adressering voor schuldvordering, betalingsaanvragen en facturen is: facturen@lier.be.

 

De bestellende entiteit stuurt binnen de termijn het goedgekeurde betalingsbundel naar de opdrachtnemer terug en nodigt tezelfdertijd de opdrachtnemer uit om een factuur in te dienen.

 

In geval van laattijdige betaling, buiten de termijnen bepaald in artikel 15 van het KB Uitvoering 2013, door de bestellende entiteit voor de werken ten hare laste, staat deze in voor de daaruit voortvloeiende verwijlintresten en andere schadevergoedingen en zal deze de andere betrokken partijen volledig vrijwaren.

 

 

 

ARTIKEL 10 – Boetes en straffen.

 

De door de bestellende entiteit vastgestelde tekortkomingen die aanleiding geven tot boetes en straffen komen ten goede aan de bestellende entiteit.

 

 

ARTIKEL 11 – Voorlopige en definitieve oplevering.

 

De bestellende entiteit staat in voor de voorlopige en of definitieve oplevering van de door haar geplaatste bestellingen.

 

De processen-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering worden, voor de opdrachten gegeven door de bestellende entiteit, door de gemachtigd ambtenaar  van de bestellende entiteit opgesteld en ondertekend.

 

ARTIKEL 12 – Schadegevallen.

 

De bestellende entiteit zal instaan voor de administratieve afhandeling van elk schadegeval aan haar installaties. De bestellende entiteit zal vervolgens met de opdrachtnemer de nodige contacten nemen in verband met de herstellingswerken.

 

 

ARTIKEL 13 – Verlenging en opzegging van de opdracht.

 

De opdracht, voor het deel van de bestellende entiteit, start op de datum van toetreding tot het contract voor zover de sluiting van de opdracht VWT/EW/2021/002 reeds is gebeurd en eindigt wanneer de opdracht VWT/EW/2021/002 eindigt.  Vervolgens wordt deze opdracht in principe jaar na jaar stilzwijgend verlengd met een termijn van 12 kalendermaanden, met een maximale totale verlenging van 36 kalendermaanden (excl. eventueel verlengingen die goedgekeurd worden bij middel van een wijziging aan de opdracht).

Bij het aflopen, of stopzetten, van de opdracht VWT/EW/2021/002 wordt de overeenkomst automatisch ontbonden. Na toetreding van de bestellende entiteit tot het contract wordt eveneens de deelname aan het contract jaar na jaar stilzwijgend verlengd, telkens met dezelfde termijn van de opdracht VWT/EW/2021/002.

 

De bestellende entiteit heeft het recht de opdracht voor zijn gedeelte op te zeggen. De opzeg wordt aan de opdrachtnemer en de aanbestedende overheid aangetekend genotificeerd tenminste vijftien kalenderdagen voor het verstrijken van de lopende geldigheidstermijn. Het Vlaams Gewest beschikt als coördinerende entiteit over de mogelijkheid de opdracht niet te verlengen. Dit wordt desgevallend ten minste 90 kalenderdagen voor het verstrijken van de lopende geldigheidstermijn door de aanbestedende overheid aan de bestellende entiteit meegedeeld.

 

 

ARTIKEL 14 – Rapportering door de bestellende entiteit aan het Vlaams Gewest.

 

Omdat het Vlaams Gewest, als aankoopcentrale, verplicht is te waken over het feit dat het totaalbedrag aan bestellingen de totale budgettaire impact van de raamovereenkomst niet overschrijdt, wordt van elke deelnemende entiteit verwacht dat zij, gedurende de gehele looptijd van het contract, een minimale rapportering aanlevert over de bestellingen die zij gedplaatst heeft.

Hiertoe is de bestellende entiteit ertoe gehouden om minstens tweemaal per jaar (nl. 1x in de periode juni/juli en 1x in de periode november/december) te rapporteren over het totale bedrag dat zij in de voorbije periode besteld heeft op onderhavige raamovereenkomst.

 

Het niet voldoen aan deze verplichting geeft de aanbestedende overheid het recht om de toetreding van de deelnemende entiteit tot deze aankoopcentrale eenzijdig op te zeggen. Dit wordt desgevallend ten minste 90 kalenderdagen voor de opzeggingsdatum aan de deelnemende entiteit gemeld.

 

Opgemaakt te Brussel op ../../2023 in evenveel exemplaren als partijen met een onderscheiden belang.

 

 

Voor het Vlaams Gewest:

 

 

 

 

Mevrouw ir. Ethel Claeyssens
afdelingshoofd

Planning, Coördinatie en Organisatie

 

Voor de bestellende entiteit:

 

 

 

 

de heer Bart Luyckx

Algemeen directeur wd

 

 

 

 

de heer Rik Verwaest 

Burgemeester

 

 

 

3) Raamcontract : Mobilidata – iVRI – Leveren, opstellen, onderhouden en aanpassen van intelligente verkeersregelaars in Vlaanderen – gedeelte

ITS-applicatie en RIS 2

 

Binnen dit raamcontract is de mogelijkheid voorzien om van een bestaande VRI een Intelligente VRI te maken of een volledig nieuwe iVRI te plaatsen. De noodzaak tot plaatsen van een iVRI thv de Kazernedreef en Sluislaan dient te blijken uit de nog uit te voeren studie. Aan de toetreding tot het raamcontract zijn verder geen financiële voorwaarden verbonden, vandaar het advies om nu al toe te treden om later in het ontwerp geen verdere vertraging te veroorzaken.

 

In een iVRI communiceren weggebruikers met de infrastructuur en dat met een vertraging van maximaal een seconde. Deze iVRI’s weten welke auto’s, fietsers en bussen op hen afkomen. Dat maakt het mogelijk om verkeersstromen met dynamische regelingen van verkeerslichten efficiënter op elkaar af te stemmen. Ook kunnen iVRI’s ‘voorrang’ geven en bepaalde verkeersstromen prioriteit geven boven andere, bijvoorbeeld fietsers, een hulpdienst of openbaar vervoer. Het verkeerslicht kan er bijvoorbeeld ook automatisch voor zorgen dat een peloton vrachtwagens in één keer door het groen licht kan. Dat scheelt afremmen en optrekken en daarmee tijd, brandstof en CO2-uitstoot, maar ook geld.  Met nieuwe iVRI’s gebeurt dat continu en automatisch. Daarmee verdient de investering zich snel terug.

Voor informatie over het verkeerslicht is geen nieuwe auto nodig: elke auto van elk merk, elk navigatiesysteem en elke smartphone kan verbonden worden met elke intelligente verkeersregelinstallatie van elke leverancier. Alle techniek en koppelvlakken zijn conform de internationale ETSI standaarden

Weggebruikers profiteren direct van de iVRI. Zij krijgen onderweg via informatiediensten betere adviezen over de snelste route door de stad of over de snelheid waarmee zij ongehinderd kunnen doorrijden bij een reeks verkeerslichten. Ook bewoners in het stedelijk gebied plukken hiervan de vruchten. Als een vrachtauto stopt en weer optrekt, wordt er veel fijnstof uitgestoten. Doordat een vrachtwagenchauffeur weet met welke snelheid hij groen licht krijgt en dus niet hoeft te remmen, wordt de luchtvervuiling beperkt en neemt ook het brandstofverbruik af. En informatie over wat weggebruikers kunnen verwachten, maakt dat zij kunnen anticiperen waardoor de verkeersafwikkeling soepeler verloopt, met winst voor doorstroming, leefbaarheid en veiligheid. Door gebruik te maken van data van voertuigen zelf, hebben kruispunten voorzien van iVRI’s veel minder meetlussen in de weg nodig.

        Het verkeerslicht is verbonden via het reguliere cellulaire telecommunicatie netwerk;

        Techniek en regelingen (hard- en software) zijn losgekoppeld;

        Regelingen zijn maximaal afgestemd op de real-time verkeerssituatie;

        Een iVRI levert data (zoals tijd tot groen) voor informatiediensten (voor weggebruikers);

        Techniek en koppelvlakken zijn internationaal ETSI gestandaardiseerd en daardoor onafhankelijk van leveranciers van iVRI’s, smartphones en auto’s.

 

Voor troetreding tot dit raamcontract heeft het Agentschap Wegen en Verkeer volgende toetredingsovereenkomst opgemaakt :

 

TOETREDINGSOVEREENKOMST

Mobilidata – iVRI – leveren, opstellen, onderhouden en aanpassen van intelligente verkeersregelaars in Vlaanderen – gedeelte TLC

Dossiernummer: VWT/INN/2020/011

TUSSEN:

Stad Lier, ten dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd doorBart Luyckx, Algemeen directeur wd en de heer Rik Verwaest, burgemeester,

hierna genoemd “de bestellende entiteit”,

EN:

de aanbesteder, vertegenwoordigd, bij delegatie, in de persoon van mevrouw ir. Veerle Schoutteet, in haar hoedanigheid van afdelingshoofd van de afdeling Verkeer, Wegsystemen en Telematica van het Agentschap Wegen en Verkeer, gevestigd te 1000 BRUSSEL, Koning Albert II-laan 20 bus 4,

hierna genoemd “de aanbesteder”,

WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT.

AANGEZIEN:

        de bestellende entiteit wil overgaan tot het opstellen van gecertificeerde intelligente verkeersregelaars (iVRI), en/of het aanpassen van bestaande verkeersregelaars tot gecertificeerde iVRI’s, en deze vervolgens gedurende hun hele levensduur wil laten onderhouden,

        de bestellende entiteit hiervoor een beroep wil doen op de opdrachtencentrale VWT/INN/2020/011, die werd aanbesteed door de aanbesteder,

        de bestellende entiteit hierdoor vrijgesteld is van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren, gelet op artikel 47§2, eerste lid van de Wet 2016,

        onderhavige toetredingsovereenkomst de rechten en verplichtingen van de aanbesteder en de bestellende entiteit in deze wil regelen.

ARTIKEL 1 – Opdracht.

De bestellende entiteit beslist om de werken uit te voeren via de opdrachtencentrale VWT/INN/2020/011 van de aanbesteder en gaat akkoord met alle bepalingen en modaliteiten zoals beschreven in het bestek VWT/INN/2020/011.

 

ARTIKEL 2 – Verantwoordelijkheid.

De bestellende entiteit neemt tegenover de aanbesteder de volledige verantwoordelijkheid op zich voor dat deel van de opdracht dat betrekking heeft op de installaties in beheer bij de bestellende entiteit, alsook voor de administratieve en technische bepalingen die zij ter zake in het bestek laat inlassen. Zij is m.a.w. verantwoordelijk voor de door haar georganiseerde minicompetities, de bestellingen, het toezicht hierop, de ontvangst en de betalingen in het kader van de uitvoering van de opdracht.

Alle wijzigingen of bijwerken die tijdens de uitvoering van de opdracht noodzakelijk blijken en verband houden met de uitvoering van de werken ten gunste van de bestellende entiteit, zijn ten laste van de bestellende entiteit.

De bestellende entiteit staat in voor het verwerven van de vergunningen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken te haren laste.

 

ARTIKEL 3 – Kostenverdeling.

De bestellende entiteit staat in voor alle kosten die betrekking hebben op minicompetities en/of bestellingen door haar geplaatst.

 

ARTIKEL 4 – Borgtocht.

De bestellende entiteit kan geen beroep doen op de algemene borgstelling die de opdrachtnemers hebben gedaan ten voordele van de aanbesteder.

ARTIKEL 5 – Leiding  van de werken.

De leiding van en toezicht op de werken voor dat deel van de opdracht dat betrekking heeft op de installaties in beheer bij de bestellende entiteit, gebeurt op kosten van de bestellende entiteit.

De bestellende entiteit duidt bijgevolg voor haar deel een gemachtigd ambtenaar aan. De gemachtigd ambtenaar neemt de leiding van de werken waar. Dit betekent dat hij alleen gemachtigd is om minicompetities in de markt te zetten, de gunning ervan te finaliseren, bestellingen te plaatsen bij de opdrachtnemer, proces-verbaal van ingebrekestelling op te maken, proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering van de werken op te maken, de werken te schorsen, vorderingsstaten goed te keuren, eventuele maatregelen van ambtswege voor te stellen, edzm.

De bestellende entiteit stelt i.h.k.v. onderhavige opdracht de heer Maarten Colaesaan als gemachtigd ambtenaar.

Contactgegevens van de gemachtigd ambtenaar:

        GSM : 0471/56 45 68

        e-mail : maarten.colaes@lier.be

Voor beslissingen kan de gemachtigd ambtenaar voorafgaandelijk aan zijn beslissing advies vragen aan de leidend ambtenaar van de raamovereenkomst bij de aanbesteder. Het verlenen van advies is een gunst van de aanbesteder. Het geven van advies door de aanbesteder is geen verplichting in hoofde van laatstgenoemde.

De bestellende entiteit draagt de volledige verantwoordelijkheid, inbegrepen de financiële verantwoordelijkheid, van de werken.

 

ARTIKEL 6 – Toezicht.

De bestellende entiteit staat in voor het toezicht op dat deel van de opdracht dat betrekking heeft op de installaties in beheer bij de bestellende entiteit, en draagt daarvan de kosten.

Hiertoe kan de gemachtigd ambtenaar zelf, al dan niet, nog een aantal gemachtigden aanstellen.

 

ARTIKEL 7 – Geschillen.

De bestellende entiteit verbindt zich ertoe om, met betrekking tot de werken ten laste van haar, de aanbesteder volledig te vrijwaren en in alle geschillen vrijwillig tussen te komen.

De bestellende entiteit kan beroep doen op de aanbesteder voor het verstrekken van inlichtingen ten behoeve van een gerechtelijke procedure.

 

ARTIKEL 8 – Betaling.

Het deel van de opdracht dat betrekking heeft op de installaties in beheer bij de bestellende entiteit wordt uitgevoerd voor rekening van de bestellende entiteit. De betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden rechtstreeks ingediend bij de bestellende entiteit. Hiertoe bezorgt de bestellende entiteit alle nodige gegevens aan de opdrachtnemer(s) na toetreding tot de opdrachtencentrale.

De adressering voor schuldvordering, betalingsaanvragen en facturen is: facturen@lier.be.

De bestellende entiteit stuurt binnen de termijn het goedgekeurde betalingsbundel naar de opdrachtnemer terug en nodigt tezelfdertijd de opdrachtnemer uit om een factuur in te dienen.

In geval van laattijdige betaling door de bestellende entiteit voor de werken ten hare laste, staat deze in voor de daaruit voortvloeiende verwijlintresten en andere schadevergoedingen en zal deze de andere betrokken partijen volledig vrijwaren.

 

ARTIKEL 9 - Boetes en straffen.

De door de bestellende entiteit vastgestelde tekortkomingen binnen haar deel, die aanleiding geven tot boetes en straffen komen ten goede aan de bestellende entiteit.

 

ARTIKEL 10 - Voorlopige en definitieve oplevering.

De bestellende entiteit staat in voor de voorlopige en definitieve oplevering van de door haar geplaatste bestellingen.

De processen-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering worden, voor de opdrachten gegeven door de bestellende entiteit, door de gemachtigd ambtenaar van de bestellende entiteit opgesteld en ondertekend.

 

ARTIKEL 11 – Schadegevallen.

De bestellende entiteit zal instaan voor de administratieve afhandeling van elk schadegeval aan haar installaties. De bestellende entiteit zal vervolgens met de opdrachtnemer de nodige contacten nemen in verband met de herstellingswerken. De bestellende entiteit zal eveneens instaan voor het melden aan de aanbesteder van elk schadegeval aan de installaties van de aanbesteder.  Deze zal, in voorkomend geval, op haar beurt instaan voor de administratieve afhandeling van het schadegeval.

 

ARTIKEL 12 – Verlenging en opzegging van de opdracht.

De opdracht, voor het deel van de bestellende entiteit, start op de datum van toetreding tot het contract voor zover de sluiting van de opdracht VWT/INN/2020/011 reeds is gebeurd, en eindigt wanneer de opdracht VWT/INN/2020/011 eindigt. 

Vervolgens wordt de deelopdracht A - ‘Leveren en plaatsen’ van deze opdracht in principe jaar na jaar stilzwijgend verlengd met een termijn van 12 kalendermaanden, met een maximale totale verlenging van 36 kalendermaanden tot een totale duur van deze deelopdracht van maximaal 48 kalendermaanden.

De deelopdracht B - ‘Onderhoud na waarborgperiode’ wordt eveneens jaar na jaar verleng met een termijn van 12 kalendermaanden, met een maximale verlenging van 288 kalendermaanden tot een totale maximale duur van deze deelopdracht van 300 kalendermaanden.

Bij het aflopen, of stopzetten, van de opdracht VWT/INN/2020/011 wordt de toetredingsovereenkomst automatisch ontbonden. Na toetreding van de bestellende entiteit tot het contract wordt eveneens de deelname aan het contract jaar na jaar stilzwijgend verlengd, telkens met dezelfde termijn van de opdracht VWT/INN/2020/011.

De bestellende entiteit heeft het recht de opdracht voor zijn gedeelte op te zeggen. De opzeg wordt aan de opdrachtnemer en de aanbesteder aangetekend genotificeerd tenminste vijftien kalenderdagen voor het verstrijken van de lopende geldigheidstermijn. De aanbesteder beschikt als coördinerende entiteit over de mogelijkheid de opdracht niet te verlengen. Dit wordt desgevallend ten minste 90 kalenderdagen voor het verstrijken van de lopende geldigheidstermijn door de aanbesteder aan de bestellende entiteit meegedeeld.

 

Opgemaakt te Brussel op ../../2023in evenveel exemplaren als partijen met een onderscheiden belang.

Voor de aanbesteder:

 

 

 

 

de heer ir. Geert De Rycke
afdelingshoofd Verkeer, Wegsystemen
en Telematica

 

Voor de bestellende entiteit:

 

 

 

 

de heerBart Luyckx

Algemeen directeur wd

 

 

 

de heer Rik Verwaest

Burgemeester

 

Argumentatie

De toetredingsovereenkomsten voor bovenvermelde raamcontracten via de opdrachtencentrale dienen ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de gemeenteraad van juni 2023.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de toetredingsovereenkomsten voor volgende raamcontracten via de aankoopcentrale van het Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen :

  1. Opmaak lichtenregelingen, V-plannen en microsimulaties (bestek 1M3D8N/19/05
  2. Leveren, plaatsen, uitbreiden, aanpassen, vernieuwen, verplaatsen, verwijderen en
    onderhoud van driekleurige lichtseininstallaties op kruispunten, knipperlichten,
    bi-flashinstallaties en bochtafbakingsborden opgesteld in Vlaanderen (bestek
    VWT/EW/2021/002
  3. Mobilidata - iVRI - Leveren, opstellen, onderhouden en aanpassen van intelligente
    verkeersregelaars in Vlaanderen - gedeelte ITS-applicatie en RIS 2 (bestek
    VWT/EW/2021/002).

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

ONTWIKKELINGSREGLEMENT HIDROSAN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad heeft in zitting van 26 september 2022 de HidroSan overeenkomst met Pidpa voor het extern rioolbeheer goedgekeurd.

 

Feiten en context

Met betrekking tot adviesvragen aan het technisch bureau  in het omgevingsloket:

  1. Het technisch bureau openbaar domein staat tot op heden in voor de behandeling van adviesvragen vanuit departement Omgeving voor omgevingsvergunningsaanvragen met betrekking tot riolering en eventuele aanpassingen aan het openbaar domein. Een werklastmeting liet zien dat ongeveer 13 werkdagen op jaarbasis besteed worden aan zuiver advieswerk op het Omgeving.net platform, de overgrote meerderheid hiervan is rioleringsgebonden.
  2. Voor bijkomend advies op rioleringsvlak kan het technisch bureau openbaar domein sinds 1 januari 2023 beroep doen op de expertise van Pidpa als rioolbeheerder. Adviezen die door Pidpa worden gegeven voor individuele dossiers zijn momenteel voor rekening van de stad. De kosten worden mee verrekend via de algemene HidroSan rekening bij Pidpa en zijn niet recupereerbaar via de aanvrager.
  3. Pidpa biedt in hun zgn. ‘ontwikkelingsreglement’ de mogelijkheid aan om adviezen mbt riolering rechtstreeks te verlenen via het Omgeving.net platform wanneer ze door departement Omgeving in het loket daar om worden gevraagd. Dit zorgt voor een snellere doorstroming en efficiëntere werking bij het technisch bureau. Bovendien worden er in het ontwikkelingsreglement dossierkosten voorgesteld als compensatie voor de gepresteerde uren van Pidpa.
  4. Een dossierkost wordt pas aangerekend bij een ‘ontwikkeling’. Concreet wordt de dossierkost niet aangerekend bij de bouw of verbouwing van één wooneenheid op één perceel in centraal gebied, collectief geoptimaliseerd buitengebied en te optimaliseren buitengebied. Bij deze dossiers wordt bij de vergunningsaanvraag gebruik gemaakt van de aangeleverde typeteksten. Voor dossiers met 1 woonéénheid op 1 perceel in een individueel te optimaliseren buitengebied wordt via het technisch bureau advies gevraagd aan Pidpa, mocht dat nodig zijn, en  worden de advieskosten van Pidpa verrekend via de HidroSan rekening van de stad bij Pidpa. Vanaf de bouw van 2 WE op 1 perceel of het splitsen van 1 perceel in 2 kavels  wordt een adviesaanvraag aan Pidpa gericht en zal achteraf de dossierkost worden aangerekend, net zoals bij alle grotere ontwikkelingen en verkavelingen.
    1. De dossierkost is een eenmalige kost die wordt aangerekend aan de ontwikkelaar op het moment van verlenen van de omgevingsvergunning.
    2. Als er verschillende projectinhoudversies worden ingediend en slechts éénmaal vergund, worden de kosten slechts één maal aangerekend.

  1. Voorbeeld:
    1. Appartementsgebouw met 4 woongelegenheden:

  4 x €125 = €500

  1. Verkaveling langsheen uitgeruste weg met 3 kavels:

  3 x €250 = €750

  1.   Verkaveling met infrastructuurwerken met 20 kavels:

  20 x €225 = €4.500

  1. Oprichting van een bedrijfsgebouw:

  1 x €500 = €500

De dossierkosten worden na goedkeuring van het reglement transparant aangegeven op de website van Pidpa bij de tarievenlijst van de stad Lier.

 

  1. De dossierkost voor grotere dossiers is niet enkel een administratieve kost. De kans wordt groter dat er rioleringswerken op (toekomstig) openbaar domein noodzakelijk zullen zijn naarmate er sprake is van meer wooneenheden. De coördinatie van deze riolerings- (en wegenis) werken én de controle er op zit mee vervat in de dossierkost.

 

Met betrekking tot de aanleg van riolering en wegenis op (nieuw) openbaar domein:

  1. Tot op heden werd de procedure gevolgd zoals beslist door het CBS op 11/4/2016 mbt de aanleg van nieuw openbaar domein in verkavelingen. In dit systeem heeft het technisch bureau (TB) openbaar domein ten allen tijde de controle over het ontwerp en de aanleg van het openbaar domein binnen een verkaveling/ontwikkeling. Het TB stelt zelf een studiebureau aan, zorgt zelf voor de organisatie en uitvoering van alle voorafgaande onderzoeken en neemt de ganse projectcoördinatie op zich, met relatief beperkte inspraak vanuit de ontwikkelaar. Ook voor de planning van het project heeft de ontwikkelaar weinig vrijheidsgraden, die is volledig afhankelijk van de planning van de stad en de door haar aangestelde studiebureaus. Uiteraard betaalt de ontwikkelaar finaal alle studie- en uitvoeringskosten ivm de aanleg van nieuwe openbaar domein (wegenis en riolering);
  2. Dit proces is voor het technisch bureau qua werklast vergelijkbaar met de (her)aanleg van een nieuwe straat met dien verstande dat dit bijkomend openbaar domein veelal ten voordele is van de ontwikkelaar en zijn ontwikkeling en minder van algemeen publiek belang.
  3. In het ontwikkelingsreglement van Pidpa wordt de aangerekende dossierkost aangewend bij grotere ontwikkelingen specifiek voor de begeleiding, controle van o.a. bestekken en controle tijdens de werken bij de aanleg van het openbaar domein voor wat betreft de riolering.
    1. De verkavelaar heeft, binnen bepaalde grenzen, keuzevrijheid in het aanstellen van een studiebureau voor ontwerp openbaar domein;
    2. De verkavelaar heeft, binnen bepaalde grenzen, keuzevrijheid in het aanstellen van een erkende aannemer voor werken op (toekomstig) openbaar domein;
    3. Pidpa en de stad zitten mee aan de ontwerptafel en tijdens de uitvoering en kunnen geldige opmerkingen maken/opleggen. Voorontwerpen worden voorgelegd aan het CBS ter goedkeuring.
    4. Die richtlijnen zijn bindend. Oplevering van de werken of overdracht van de gronden naar openbaar domein kunnen geweigerd worden;
    5. Een verkoopbaarheidsattest kan pas afgeleverd worden, bovenop de standaard voorwaarden uit de VCRO, als de dossierkost volledig werd betaald en de rioleringswerken volledig conform de adviezen van de vergunning uitgevoerd werden;
    6. Alle kosten voor het ontwerp, de uitvoering en overdracht van het openbaar domein blijven, net zoals nu reeds voorzien, ten laste van de ontwikkelaar.
    7. Pipda volgt de rioleringswerken technisch op, het technisch bureau van de stad volgt bij de aanleg, net zoals nu reeds voorzien, de aanleg van de bovenbouw op.
  4. Afhankelijk van de locatie van de ontwikkeling in het zoneringsplan en de omvang ervan worden specifieke voorwaarden opgelegd:
    1. In centraal gebied: Werken met een studiebureau en aannemer aan te stellen door de ontwikkelaar of voor kleinere werken via raamcontract van Pidpa;
    2. In collectief te optimaliseren buitengebied: aansluiting van de ontwikkeling met een persleiding naar bestaand stelsel afhankelijk van aantal kavels
      1. Aansluitbaar -> op kosten van de ontwikkelaar
      2. Niet aansluitbaar -> vanaf 4 kavels bijkomende tijdelijke zuivering/IBA op kosten van de ontwikkelaar in afwachting van riolering;
      3.   Uitzondering voor splitsing van 1 perceel in 2 kavels: septische put kan volstaan;
    3. In individueel te optimaliseren buitengebied: IBA te plaatsen door ontwikkelaar

 

Het ontwikkelingsreglement is van toepassing in alle gemeenten waar Pidpa rioolbeheerder is onder de HidroRio formule (overdracht van rioleringsinfrastructuur aan Pidpa). In gemeenten met de HidroGem en HidroSan formule (overdracht beheer van riolering aan Pidpa) zijn intussen 9 van de 14 gemeenten aangesloten.

 

Argumentatie

Het advies van het technisch bureau om de stad toe te laten treden tot het ontwikkelingsreglement is positief en wel om volgende redenen:

        Tot op heden is de aanleg van een verkaveling voor het TB quasi even arbeidsintensief dan (her)aanleg van een straat met dien verstande dat dit bijkomend openbaar domein veelal ten voordele is van de ontwikkelaar en zijn ontwikkeling en minder van algemeen publiek belang. Desalniettemin is de kwaliteit van de aanleg van hetzelfde grote belang voor de lange termijn.

        De ontwikkelaar blijft instaan voor alle kosten verbonden aan de aanleg en overdracht van het openbaar domein terwijl er meer vrijheidsgraden (in ruimte én tijd) zijn voor de ontwikkelaar om het openbaar domein te ontwerpen en uit te voeren maar toch nog voldoende controle tijdens de aanleg door Pidpa en de stad. Hierdoor zullen verschillende ontwerpers zorgen voor een diverser openbaar domein;

        Via de aangerekende dossierkosten betreft dit voor de stad een budgetneutrale handeling mét bovendien een besparing in arbeidstijd. Bovendien wordt het principe gehanteerd van ‘de aanvrager betaalt’ in tegenstelling tot ‘de burger betaalt’.

 

Kortom, het ontwikkelingsreglement kan zorgen voor een grotere transparantie, uniformiteit en bijgevolg betere traceerbaarheid bij de adviesverlening in het kader van omgevingsvergunningsaanvragen. Bovendien zorgt dit voor een efficiëntere exploitatie van de riolering op lange termijn én een correcter toezicht op naleving van de vergunningsvoorwaarden (zowel op privé als openbaar) en tijdens uitvoering van de aanlegwerken.

 

Tijdens de zitting geeft schepen Wollants aan dat er ter verduidelijking een verfijning van de tekst onder punt 4 van de motivatie dient te gebeuren, nl.

Een dossierkost wordt pas aangerekend bij een ‘ontwikkeling’. In de overeenkomst wordt de definitie hiervan exact bepaald. Concreet wordt de dossierkost niet aangerekend bij de bouw of verbouwing van één wooneenheid op één perceel in centraal gebied, collectief geoptimaliseerd buitengebied en te optimaliseren buitengebied. Bij deze dossiers wordt bij de vergunningsaanvraag gebruik gemaakt van de aangeleverde typeteksten. Voor dossiers met 1 woonéénheid op 1 perceel in een individueel te optimaliseren buitengebied wordt via het technisch bureau advies gevraagd aan Pidpa, mocht dat nodig zijn, en  worden de advieskosten van Pidpa verrekend via de HidroSan rekening van de stad bij Pidpa. Vanaf de bouw van 2 WE op 1 perceel of het splitsen van 1 perceel in 2 kavels wordt deze welwordt een adviesaanvraag aan Pidpa gericht en zal achteraf de dossierkost worden aangerekend, net zoals bij alle grotere ontwikkelingen en verkavelingen.

Mits bovenstaande aanpassing in die ene alinea blijft het principe gevrijwaard dat de individuele aanvrager voor 1 WE op 1 perceel geen extra kosten doorgerekend krijgt omwille van de toepassing van het ontwikkelingsreglement van Pidpa.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen (HidroSan).

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

BIJZONDER POLITIEREGLEMENT LIER CENTRAAL 2023. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Stad Lier organiseert in samenwerking met muziek centraal vzw Lier Centraal 2023.

Dit zijn 4 donderdagen in de zomermaanden waarbij de stad Lier 4 gratis optredens voorziet voor inwoners en bezoekers.

Om de optredens ordentelijk en veilig te laten verlopen wordt er een politieverordening opgesteld voor deze data. Deze verordening geldt ter ondersteuning van de ordehandhaving.

 

Daarvoor werd een bijzonder politiereglement opgemaakt.

 

Adviezen

De inhoud van de verordening is in overleg besproken met politie Lier, mobiliteit en verkeer en de noodplanambtenaar.

 

Argumentatie

Het is aangewezen om bijgevoegd bijzonder politiereglement te behandelen om het evenement Lier centraal vlot te laten verlopen.

 

Tijdens de zitting van de gemeenteraad geeft burgemeester Verwaest aan dat in het bijzonder politiereglement een materiële fout staat. In artikel 3.3 en 3.4 dient "kerstmarkt" te worden vervangen door "Lier centraal".

 

Juridische grond

        Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119, 119bis en 135, §2;

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, tweede lid, 2° en artikel 288;

        Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        Algemeen Politiereglement stad Lier

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist volgend bijzonder politiereglement als bijlage goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist dat deze bijzondere politieverordening van kracht is op volgende dagen:

donderdag 06 juli 2023, donderdag 20 juli 2023, donderdag 03 augustus 2023, donderdag 20 augustus 2023.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

7

ondernemen- handhaving- LPL evenementen- organisator-noodplaning-evenementen- communicatie

 

 

Bijlage:

 

Bijzonder politiereglement inzake glasverbod op de Grote markt tijdens Lier centraal 2023

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Art.1.1 Toepassingsgebied

Dit reglement bevat de bepalingen betreffende het verbod op het gebruik van glas in de evenementenzone tijdens Lier Centraal 2023.

Het Politiereglement is onverkort van toepassing op zowel de bezoekers van het evenement als ook de uitbaters van de drankkramen in de evenementenzone, behouden voor wat betreft andersluidende bepalingen, waarbij de bijzondere verordening voorrang krijgt.

 

Art.1.2. Evenementenzone

De maximale evenementenzone waar het verbod geldt wordt als volgt bepaald:

- Binnenplein Grote Markt.

 

Art.1.3. Duur  

De politieverordening geldt op 06 en 20 juli en op 03 en 17 augustus 2023.

 

Art.1.4. Geldende uren van het glasverbod

De uren waartussen het glasverbod geldt werden als volgt bepaald:

 Donderdag 06/07/2023 van 18.30 tot 24.00 uur

 Donderdag 20/07/2023 van 18.30 tot 24.00 uur

 Donderdag 03/08/2023 van 18.30 tot 24.00 uur

 Donderdag 20/08/2023 van 18.30 tot 24.00 uur

 

Art.1.5. Communicatie

Stad Lier zorgt voor de nodige informatiedoorstroming zodat de bezoekers van Lier Centraal op de hoogte zijn van het geldende glasverbod. 

 

Hoofdstuk 2. Maatregelen in kader van openbare veiligheid, orde en rust

Art.2.1. Bijzonder nood- en interventieplan of veiligheidsdossier

Stad Lier voorziet in de opmaak van een bijzonder nood- en interventieplan (BNIP) of veiligheidsdossier voor Lier Centraal.

Alle afspraken, die opgesteld werden in samenspraak met de organisator en hulpverleningsinstanties en opgenomen werden in het BNIP of veiligheidsdossier, moeten correct en consequent nageleefd worden.

 

Art.2.2. Glazen recipiënten

§ 1Het schenken van al dan niet alcoholhoudende dranken in glazen recipiënten is niet toegestaan in de hierboven bepaalde evenementenzone. De organisator is verplicht om te werken met herbruikbare plastic recipiënten.

§ 2Het meebrengen van glazen flessen en of recipiënten in de afgebakende evenementenzone door bezoekers aan het evenement is niet toegestaan.

§ 3 Het schenken van al dan niet alcoholhoudende dranken in glazen recipiënten kan in de binnenruimte van de horecazaken en op het afgebakende terrein van de vergunde terrassen. Het is verboden om glazen recipiënten buiten de voorziene zones te transporteren.

§ 4. Voormelde bepalingen doen geen afbreuk aan strengere bepalingen voorzien in de wetgeving i.v.m. alcoholhoudende dranken op het openbaar domein.

 

Hoofdstuk 3. Straf- en slotbepalingen

Art. 3.1. De politie is bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening.
Inbreuken die uitsluitend bestraft worden met een administratieve sanctie kunnen eveneens vastgesteld worden door ambtenaren zoals bepaald in artikel 21 van de wet van 24 juni 2013.
Elke overtreding die aanleiding kan geven tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie dient te worden vastgesteld door middel van een proces-verbaal of een vaststelling.
Indien het proces-verbaal of de vaststelling onvoldoende gegevens zou bevatten, kan de aangewezen ambtenaar de politiediensten verzoeken die gegevens, eventueel na bijkomend onderzoek, nog toe te voegen aan het dossier.

Art. 3.2. Voor zover er geen sancties voorzien zijn in wetten, decreten of besluiten, zullen overtredingen op dit reglement worden gesanctioneerd met gemeentelijke administratieve sancties overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties:

§1, 1° een administratieve geldboete die maximaal 125 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder respectievelijk minderjarig doch de volle leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op ogenblik van de inbreuk, of meerderjarig is;
2° de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;
3° de administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;
4° de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

§2 alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete, zoals bedoeld in § 1, 1°, kunnen worden opgelegd:

1° de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap (collectiviteit);

2° de lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren.

§3 bij het niet welslagen van de lokale bemiddeling zal een aan minderjarige overtreder in alle gevallen eerst een gemeenschapsdienst worden opgelegd. Enkel bij niet (volledige) uitvoering van deze gemeenschapsdienst zal een geldboete kunnen worden opgelegd.

Art. 3.3. Door het aanvaarden van een standplaats en het betalen van de deelnamekosten verklaart de deelnemer zich akkoord met de bepalingen in dit reglement. Bij niet-naleving van één of meerdere bepalingen uit dit reglement of bij het niet naleven van verplichtingen opgelegd door wetten, decreten en besluiten (o.a. met betrekking tot de voedingsmiddelen, ambulante handel, hinderlijke praktijken en alle verordeningen van de stad Lier en in het bijzonder de toepasselijke politiereglementen), zal de stand op Lier Centraal ambtshalve door de politie gesloten worden op kosten en risico van de overtreder, op basis van een daartoe toepasselijk belastingreglement en dit onverminderd de mogelijkheid tot het opleggen van een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 7.2. van deze verordening.
In voorkomend geval zal de persoon of vereniging aan wie de standplaats toegewezen werd, geen recht hebben op enige schadevergoeding. De bedragen betaald als vergoeding voor de standplaats zullen in deze gevallen definitief verworven zijn door de stad.

 

Art.3.4. Uitsluiting

De niet-naleving van de bepalingen in dit reglement kan leiden tot uitsluiting van de huidige en volgende editie(s) van Lier Centraal.

 

Art.3.5. Betwisting

Alle betwistingen in verband met dit reglement zullen tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Mechelen behoren.

 

Art.3.6. inwerkingstreding

Deze verordening is van kracht op 06/07/2023, 20/07/2023,03/08/2023 en 17/08/2023.

 

Art.3.7. inwerkingstreding

Afschrift van deze politieverordening wordt aan de heer provinciegouverneur en aan mevrouw Procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement Mechelen toegezonden.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

OVEREENKOMST BETREFFENDE HET NEMEN VAN MAATREGELEN BIJ STORM OF WERKEN T.H.V. STADSVESTEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het college heeft in zitting van 9 december 2029 goedkeuring gehecht aan het erfgoedbeheerplan stadsvesten.

 

Feiten en context

In het erfgoedbeheerplan stadsvesten werd een maatregel (nr. 29) opgenomen voor het plaatsen van slagbomen ter afsluiting van de stadsvesten bij stormweer of bij werken.

Een van de slagbomen dient geplaatst te worden ter hoogte van de Begijnenvest, op het jaagpad op de linkeroever van de Nete-Afleiding ter hoogte van de Stuwbrug te Lier.

De Vlaamse Waterweg is beheerder van het jaagpad langs de linkeroever van de Nete-Afleiding.

De Vlaamse Waterweg heeft hiervoor een overeenkomst opgesteld :

 

Overeenkomst betreffende het nemen van bepaalde maatregelen bij storm of werken ter hoogte van de stadsvesten te Lier

 

Tussen

 

De Vlaamse Waterweg NV, publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, naamloze vennootschap van publiek recht, met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Havenstraat 44, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Koen Anciaux, voorzitter van de Raad van Bestuur en de heer ir. Chris Danckaerts, gedelegeerd bestuurder, hierna "DVW' genoemd.

 

en

 

de stad Lier, met zetel te 2500 Lier, Paradeplein 2 bus 1, vertegenwoordigd door de heer Rik Verwaest, burgemeester, en de heer Bart Luyckx, waarnemend algemeen directeur, hiertoe gemachtigd door het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2022, hierna 'de stad' genoemd.

 

Gelet op het decreet van 2 april 2004 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Vlaamse Waterweg nv, naamloze vennootschap van publiek recht;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2018 houdende de omschrijving van de territoriale bevoegdheid van DeVlaamse Waterweg nv.

 

Overwegende dat DVW beheerder is van het jaagpad langs de linkeroever van de Nete-afleiding ;

Overwegende dat dit jaagpad gelegen is in de stad Lier ;

 

Overwegende dat op basis van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet de burgemeester de bevoegdheid heeft gepaste maatregelen te nemen wanneer de veiligheid op openbare wegen in gevaar is ;

 

Overwegende dat de gemeente thans bij stormtij of gevaarlijk stormtij nadarafsluitingen plaatst om de vesten af te sluiten ;

 

Overwegende dat het noodzakelijk is de maatregelen die worden genomen door beide partijen bij stormtij of gevaarlijk stormtij te verduidelijken ;

 

wordt overeengekomen wat volgt :

 

ARTIKEL 1 - VOORWERP

Deze overeenkomst verduidelijkt de maatregelen die de stad zal nemen bij stormwinden of werken om de "vesten" af te sluiten voor alle verkeer.

Het bijgevoegd plan maakt integraal deel uit van deze overeenkomst.

 

ARTIKEL 2 - TAKEN

§1. De stad staat in voor het plaatsen van een houten slagboom op het jaagpad op de linkeroever van de Nete-Afleiding ter hoogte van de Stuwbrug te Lier.

 

§2. De stad staat ervoor in om bij storm of werken de slagboom alleen met een "pensluiting' af te sluiten zodat de bevoegde diensten bij calamiteiten deze slagboom snel kunnen openen. In open toestand zal de slagboom worden afgesloten met een hangslot.

 

§3. De stad staat bij het sluiten van de bareel in voor de visule controle dat er zicht geen jaagpad- of andere gebruikers meer bevinden op de dijk.

 

§4. De stad staat in voor het heropenen van de bareel en dit na visuele controle.

 

§5. De stad staat in voor het dagelijks en structureel onderhoud van de slagboom, alsook voor het groenonderhoud in een straal van 1 meter rondom de slagboom.

 

ARTIKEL 3 - INFORMATIE EN COMMUNICATIE

De communicatie wordt gevoerd tussen het bevoegde districtshoofd en de sectorverantwoordelijke van de afdeling Regio Centraal van DVW en met het bevoegde diensthoofd van de tecchnische dienst bij de stad wiens namen en gegevens partijen bij de betekening van de goedkeuring van de overeenkomst elkaar zullen meedelen. Bij vervanging van één van de voormelde functiehouders zullen onverwijld de gegevens van de vervangende persoon aan de andere partij worden kenbaar gemaakt.

 

ARTIKEL 4 - KOSTEN

De stad staat in voor alle kosten die voortvloein uit de maatregelen die worden genomen door de stad zoals bepaald in artikel 2.

 

ARTIKEL 5 - AANSPRAKELIJKHEID

De stad neemt alle aansprakelijkheid en risico op zich i.v.m. deze constructie en is objectief aansprakelijk voor alle schade, rechtstreeks of onrechtstreeks, voorziene of onvoorziene, berokkend aan DWV of aan derden.

DVW komt geenszins tussen in eventuele geschillen tusen de stad en derden die het gevolg zijn van het niet uitoefenen van de taken van de stad.

De stad zal vrijwillig tussenkomen in gerechtelijke procedures over deze slagboom waarin DVW betrokken is en die het gevolg zijn van het niet uitoefenden van de taken van de stad.

 

ARTIKEL 6 - INWERKINGTREDING, DUUR EN BEEINDIGING VAN DE OVEREENKOMST

 

§1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag nadat ze is ondertekend door beide partijen.

 

§2. De overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur.

 

§3. De partijen hebben het recht om de overeenkomst te beëindigen met een opzegtermijn van 3 maanden. De opzegging wordt aan de andere partij kenbaar gemaakt met een aangetekend schrijven.

Deze termijn gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand van kennisgeving van het aangetekend schrijven.

 

Deze overeenkomst wordt opgemaakt en ondertekend in twee exemplaren waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen.

 

Voor de stad,

 

 

 

De heer Rik Verwaest      De heer Bart Luyckx

Burgemeester       Wnd. algemeen directeur

 

 

Voor de Vlaamse Waterweg nv,

 

 

 

 

De heer Koen Anciaux      De heer Chris Danckaerts

Voorzitter van de Raad van bestuur     Gedelegeerd bestuurder.

 

Argumentatie

De overeenkomst voor het plaatsen van een slagboom op het jaagpad wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de gemeenteraad van juni 2023.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de overeenkomst met De Vlaamse Waterweg voor het plaatsen van een houten slagboom op het jaagpad op de linkeroever van de Nete-Afleiding ter hoogte van de Stuwbrug te Lier goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

TOETREDING TOT DE AANKOOPCENTRALE "CREAT" - AANDUIDING VERTEGENWOORDIGER ALGEMENE VERGADERING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Tussengemeentelijke Maatschappij voor Services (afgekort: TMVS) is een dienstverleningsorganisatie die expertise rond aankoop en de wetgeving op overheidsopdrachten bundelt met interessante aankoopvolumes, zodat de deelnemende besturen via het CREAT-platform gemakkelijk en voordelig kunnen aankopen.

Ondertussen zijn er al meer dan 600 gemeenten, steden en andere organisaties die gebruik maken van de diensten van deze aankoopcentrale.

 

Instellingen, zoals de stad en het OCMW, die onderhevig zijn aan de wetgeving op overheidsopdrachten steeds worden geconfronteerd met complexere technischadministratieve vraagstukken. Er worden meer en meer eisen op vlak van vakspecifieke kennis gesteld.

Samenwerking op het vlak van overheidsopdrachten en/of aanbieden van facilitaire diensten kan positieve schaaleffecten en synergieën genereren.

TMVS, een dienstverlenende intergemeentelijke vereniging die opgericht is in 2017, biedt hiervoor een aanbod aan. Het toetredingsdossier wordt als bijlage toegevoegd; De dienstverlening van TMVS enkel kan aangeboden worden aan deelnemers van TMVS.

Uit voornoemd dossier blijkt voldoende dat de autonomie van de deelnemende partners ten volle wordt gerespecteerd.

De kapitaalsinbreng én de voorgeschreven betalingsmodaliteiten zijn beschreven in het toetredingsdossier.

 

Adviezen

De cataloog van CREAT bestaat momenteel uit een 80-tal dossiers, waaronder een aantal zeer interessante voor onze organisatie. De prijzen van de producten uit verschillende dossiers werden vergeleken met de prijzen die momenteel door onze organisatie worden betaald.

Daar waar 1 op 1 vergelijking mogelijk is zijn de prijzen via CREAT gemiddeld een fractie lager.

Door toetreding wordt bespaard op het werkvolume om alle aankopen op een correcte wijze te kunnen organiseren.

Ook de Lokale Politie Lier is vragende partij om gebruik te kunnen maken van het CREAT-platform. Dit kan alleen als de stad Lier als overkoepelend bestuur toetreed. 

 

Om gebruik te kunnen maken van de diensten van de aankoopcentrale moet onze organisatie deel uit maken van TMVS. Zodoende betreft het een interne dienstverlening en kan BTW toepassing op de dienstverlening vermeden worden.

De toetreding tot TMVS impliceert de aankoop aandelen zoals bepaald in de toetredingsvoorwaarden. Voor de stad Lier komt dit neer op 7 TMVS-aandelen met een nominale waarde van 1000 euro, voor één vierde te volstorten.

 

Argumentatie

De toetreding tot TMVS loopt, conform de statuten, tot 22-12-2035. Voor dergelijk langdurig samenwerkingsakkoord is goedkeuring van de gemeenteraad noodzakelijk.

 

Financiële weerslag

Aankoop 7 TMVS-aandelen voor een totaal bedrag van 1750 euro te volstorten

Actienummer

Omschrijving actie

01-17-KAP-01-07

Financieel beheer - deelnemingen

Het budget dient voorzien te worden via een aanpassing in het meerjarenplan.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Walter Marien, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Gert Van Eester

6 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Geert Marrin en Jan Hermans

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist met ingang van 1 juli 2023 toe te treden tot TMVS, volgens de modaliteiten vastgelegd in de statuten van TMVS en volgens het toetredingsdossier dat als bijlage aan onderhavig besluit wordt toegevoegd.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist dhr. Dirk Coeckx, medewerker stad Lier, en de algemeen directeur, voor te dragen, resp. als effectief lid en plaatsvervangend lid voor de Algemene vergadering van TMVS.

 

Art 3 :

Het college wordt gelast om de onderhavige beslissing aan TMVS mee te delen.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

GRONDINNAMES RIJENWEG  662H (DEEL), LIER - AANPASSING ONTWERPAKTE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraad dd. 25 oktober 2021: Goedkeuring  - grondinnames conform het opmetingsplan

Gemeenteraad d.d. 24.04.2023 - Goedkeuring - Grondinnames Rijenweg 662 H - Ontwerpakte

 

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Rijenweg dienen er 3 innames te gebeuren op volgende kadastrale percelen A 669 L, 659 X en 662 H . De innames gebeuren aan de zijkant van de huidige trage weg. Eerste 2 innames gebeurden conform het opmetingsplan van landmeter Verhaert d.d. 19/04/20212021. De aktes werden reeds verleden voor de notaris.

Enkel de inname van perceel 662 H(deel) dient nog te gebeuren overeenkomstig het plan van Landmeters VH & C d.d.09 augustus 2022 welke 28,64 m² bedraagt.

 

De ontwerpakte opgemaakt door notaris Van Cauwenbergh die werd aangesteld als behandeld notaris in dit dossier, werd goedgekeurd door de GR d.d. 24.04.2023.

 

Op 07 mei 2023  heeft de medewerker van notarissen Michielsens & Wittens formuleerde nog volgende bemerking op het ontwerp van de akte:

Volgende tekst zou ik persoonlijk schrappen op pagina 5:

“Dit onroerend goed komt tevens voor als lot 1 en 2 op een plan opgemaakt door landme­ter Mark Bernaerts te Ranst op 29 maart 1981.

Dit plan is gehecht aan een verkavelingsakte opgemaakt door notaris Joseph Van Cauwenbergh te Lier op 14 april 1981. Dit plan geldt als titel tussen partijen, die erkennen er een kopie van te hebben ontvangen.”

Er wordt slechts een minieme fractie van het oorspronkelijk goed verkocht, ook meen ik dat de verkochte grond en onderdeel uitmaakte van lot 2.  Verwijzing naar het oude plan, zal, volgens mij, enkel verwarring creëren.

Het perceel is deels gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

Het ontwerp werd dan ook in die zin aangepast, welk u hierbij kan terugvinden.

 

Adviezen

Dienst vastgoedbeheer verleent positief advies voor de aanpassing van de ontwerpakte.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Besluit voorzitter gemeenteraad van 9 juni 2023 over de delegatie van handtekeningsbevoegdheid

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de ontwerpakte, zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 24 april 2023 over grondinnames Rijenweg 662 H, aan te passen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de aangepast ontwerpakte als bijlage goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

ZWARTZUSTERKLOOSTER - IN BEWAARGEVING ARCHEOLOGISCH ENSEMBLE AAN HET ERFGOEDDEPOT VAN DE STAD MECHELEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

BAAC Vlaanderen BV heeft op 5 juli 2022 de archeologische opgraving te Zwartzusterklooster Lier afgerond.

Op datum van 25/05/2023 is het verslag met bijhorende interessante bijlagen bezorgd door BAAC Vlaanderen BV.

 

Feiten en context

BAAC Vlaanderen BV vraagt om de vondsten over te dragen aan de stad.

 

In het verleden had de stad Lier met de provincie Antwerpen een overdrachtsovereenkomst waardoor stad Lier de vondsten aan de provincie kon overdragen.

Sedert 1 januari 2019 behoort de stad Lier tot het depotgebied van Mechelen en niet meer tot Antwerpen.

De vondsten worden in bewaring gegeven bij het erkend onroerend erfgoeddepot van de stad Mechelen. Hiervoor dient een schenkingsdocument te worden bekrachtigd door de gemeenteraad (zie bijlage).

Voor het in bewaring nemen van het archeologisch ensemble rekent het depot geen vergoedingen en/of kosten aan.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Beslissing voorzitter gemeenteraad van 9 juni 2023 over delegatie handtekeningsbevoegdheid

 

Argumentatie

De overdracht van stadseigendom dient door de gemeenteraad te worden goedgekeurd.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

Het gemeenteraad beslist het schenkingsdocument, voor bewaring van de archeologische vondsten met betrekking tot de opgravingen Zwartzusterklooster, in het depot van Mechelen, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

AANVULLENDE TWEEDE PENSIOENPIJLER CONTRACTUELEN. PROLOCUS - OVERGANG NAAR DC-VOORWAARDEN VANAF 1 JANUARI 2024. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis
Sinds 2018 is Stad en OCMW Lier aangesloten bij OFP Provant voor de tweede pensioenpijler voor haar contractuele personeelsleden.

De gemeenteraad besliste op 18.12.2017 om per 1 januari 2018 lid te worden van het “OFP PROVANT”, Organisme voor de Financiering van Pensioenen van de contractuele medewerkers van de publieke werkgevers in de provincie Antwerpen.

De OCMW-raad besliste op 12.12.2017 om per 1 januari 2018 lid te worden van het “OFP PROVANT”, Organisme voor de Financiering van Pensioenen van de contractuele medewerkers van de publieke werkgevers in de provincie Antwerpen.

 

Sinds 2023 heet dit fonds OFP Prolocus, naar aanleiding van een uitbreiding van een fonds voor lokale besturen uit de provincie Antwerpen naar een fonds voor lokale besturen over heel Vlaanderen. De administratieve overgang van OFP Provant naar OFP Prolocus werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 24 oktober 2022 en ging in vanaf 1 januari 2023.
 

De voorwaarden waaronder contractuele personeelsleden aanvullend pensioen opbouwden, bleven evenwel dezelfde in 2023.
 

Feiten en context

​Momenteel is het bestuur aangesloten bij de Defined Benefit-regeling die OFP Prolocus van OFP Provant heeft geërfd. Daarbij is de doelstelling om een kloofdichting van 75% te bekomen met een statutair pensioen. Deze pijler wordt gefinancierd in het afzonderlijk ‘Provant’-vermogen.

Binnen dit plan belooft de werkgever een bepaald aanvullend pensioen dat zal worden uitgekeerd in een jaarlijkse geïndexeerde pensioenrente, levenslang. Dit bedrag is gebaseerd op de baremieke wedde verdiend in de laatste jaren voor pensionering. Een overlijdensdekking is niet voorzien.

 

OFP Prolocus heeft nu de mogelijkheid ingevoerd om over te stappen naar een nieuw plan, met name een Defined Contribution-formule (vaste-bijdragenplan), dat gefinancierd wordt in het VVSG afzonderlijk vermogen. 

 

In een Defined Contribution-plan belooft de werkgever een bepaalde bijdrage (een jaarlijkse bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan RSZ-onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement (uitgezonderd het minimumrendement zolang het personeelslid in dienst blijft, met name de WAP-garantie, op dit moment 1,75%, gekoppeld aan de langetermijnrente).

OFP Prolocus maakte een nota op maat van het bestuur met de toelichting van de verschillende mogelijkheden binnen het nieuwe plan (flat rate, step rate en step rate met tussenplafond) en vergeleek het huidige plan met het eventuele nieuwe plan waarbij de kloofdichting van 75% met een statutair pensioen wordt benaderd. ​Deze nota werd als bijlage bij dit agendapunt gevoegd.

 

De step rate formule betekent dat het mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen. Een tussenplafond versterkt dit effect nog.

Bij de flat rate formule wordt er jaarlijks een vast percentage van het aan RSZ onderworpen brutoloon per personeelslid bijgedragen.

 

Argumentatie

Uitgaande van de initiële doelstelling van een kloofdichting van 75% met een statutair pensioen wordt voorgesteld om voor volgende formule te kiezen (step rate met tussenplafond):

4,20% S1 + 5,90% S2 + 9,70% S3

 

Deze formule biedt voor contractuele personeelsleden van elk niveau (A tot E, ook decretale graden) de interessantste optie.

 

Het bestuur zal dit percentage jaarlijks bijdragen. Wanneer over de totale loopbaan waarbij het personeel aangesloten was bij het DC-plan, de wettelijke WAP-garantie (minimumrendement) niet behaald wordt en de bijkomende opgebouwde voorzieningen (Prefinanciering en WAP-voorzieningen) onvoldoende zijn, dan zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen.
Momenteel is het minimumrendement gelijk aan 1,75% voor actieve aangeslotenen (1), 0% voor passieve aangeslotenen (2).

 

Het bestuur zal, als bijkomende veiligheid, de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, moeten voorzien in een extra prefinanciering van 5% om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen. Deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen.

 

Het behaalde rendement boven het minimumrendement, momenteel gelijk aan 1,75%, zal niet volledig toegewezen worden aan de contractuele personeelsleden. Een deel zal gebruikt worden om WAP voorzieningen op te bouwen, en eventuele tekorten ten gevolge van de minimumrendementsgarantie aan te zuiveren.

In dit nieuwe plan van OFP Prolocus zit eveneens een overlijdensdekking. Dit in tegenstelling met het bestaande plan. Dat betekent dat het opgebouwde kapitaal op het moment van overlijden voor het bereiken van de pensioenleeftijd, aan de erfgenamen toekomt. In het Defined Benefit-plan van Provant is er geen enkel bedrag verschuldigd wanneer het personeelslid overlijdt.

In het nieuwe plan verlaat het bestuur de oorspronkelijke filosofie om een levenslange bijkomende rente ter aanvulling van het wettelijk pensioen te voorzien en zal er in de plaats éénmalig een kapitaal worden uitgekeerd, bij pensionering.

 

Deze eenmalige uitbetaling van een kapitaal wordt momenteel belast aan 10%, tenminste zolang het personeelslid de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt bij opname van het wettelijk pensioen. Zo niet, bedraagt het tarief 16%.

Dit in tegenstelling tot de geïndexeerde rente die een contractueel personeelslid met pensioen ontvangt. Dit bedrag wordt jaarlijks in de personenbelasting belast aan marginaal tarief.

 

In het nieuwe plan volgt het bestuur de maatschappelijke evolutie waarbij er steeds minder Defined Benefit-plannen worden aangeboden en steeds meer vaste-bijdragenplannen (Defined Contribution). De financiële impact van een dergelijk plan op het lokaal bestuur speelt daar een aanzienlijke rol.

 

Het nieuwe plan is immers minder inflatiegevoelig zodat er minder buffers moeten aangehouden worden. Dat betekent dat dit plan, op lange termijn, goedkoper is voor het bestuur dan het Defined Benefit-plan en dat er minder kans is op onvoorziene meeruitgaven. Een exacte becijfering van deze verwachte vermindering van extra uitgaven is evenwel onmogelijk.

 

In het Defined Benefit-plan is er sprake van een dekkingsgraad die voldoende hoog moet zijn. De dekkingsgraad is de verhouding tussen de langetermijnverplichting en de reserves van het fonds. In 2022 is deze dekkingsgraad sterk afgenomen. Dit omwille van twee factoren. Ten eerste was er de hoge inflatie, die de langetermijnverplichtingen sterk de hoogte in duwt. De indexering van de lonen heeft immers tot gevolg dat het pensioenbedrag dat in de toekomst moet betaald worden, ook sterk stijgt. Ten tweede was 2022 een slecht beursjaar, wat als gevolg heeft dat de reserves zijn gezakt.

 

Overstap naar het nieuwe plan houdt rekening met de reeds aangesloten personeelsleden. Deze kunnen individueel kiezen om in het huidig plan te blijven of om vanaf 01/01/2024 voor de toekomst over te gaan  naar het nieuwe plan. Personeel aangeworven vanaf voormelde datum kan enkel maar in het nieuwe plan een tweede pensioenpijler opbouwen. Deze keuzemogelijkheid wordt enkel nu gegeven. Een personeelslid kan op een latere datum niet meer overstappen.

Voor alle contractuele medewerkers in dienst worden er in het najaar infosessies op diverse locaties van Stad en OCMW Lier georganiseerd, met nadien de mogelijkheid om de individuele keuze te bespreken met een medewerker van de personeelsdienst. De contractuele medewerkers ontvangen eveneens een persoonlijke simulatie van OFP Prolocus.

 

De keuze is uiterst persoonlijk. De personeelsdienst zal dan ook de hulp van de vakorganisaties inschakelen om medewerkers correct te informeren. Voorkeur voor kapitaal of rente, levensverwachting, wens om een overlijdensdekking te hebben, plannen bij pensionering, familiesituatie, erfelijke voorgeschiedenis,… zijn allemaal factoren die meespelen. De complexiteit van de materie en de ondersteuning vanuit de vakorganisaties werd besproken op de Bijzondere Overlegcomités van maart en juni.

 

Daarnaast speelt ook de berekeningsbasis van de respectieve plannen een rol. Het DB-plan bouwt pensioen op, op basis van de baremieke wedde. Het DC-plan gaat uit van alle rsz-onderworpen brutoloon. Personeelsleden die veel toeslagen ontvangen – bijvoorbeeld voor avond- of weekendwerk – bovenop hun baremiek loon, hebben dus een ruimere berekeningsbasis voor hun aanvullend pensioen in het DC-plan.

Het bestuur vormt met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (OCMW Lier, SOlag, Stad Lier) een MIPS-Groep (Multi-Inrichters PensioenStelsel):Binnen deze MIPS-groep geldt dat er interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid. Ieder lid van een MIPS-Groep moet eenzelfde plan aanbieden.


De op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP Prolocus;  De beheerskosten ten gunste van het fonds, worden, evenals bij de DB-formule, de eerste jaren niet aangerekend.

 

 

[1] Een aangeslotene in dienst van het bestuur

[2] Een aangeslotene die het bestuur verlaten heeft en zijn pensioenreserves in OFP PROLOCUS heeft laten staan.

 

Juridische grond

Wetgeving aanvullende pensioenen

Beslissing gemeenteraad 24 oktober 2022

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Artikel 1:

De raad beslist om met ingang van 01/01/2024 voor de toekomstige diensten over te stappen naar de vaste-bijdragenformule (in plaats van de huidige DB-formule) dit met een bijdragevoet van

 

4,20% S1 + 5,90% S2 + 9,70% S3

 

S1 = gedeelte pensioengevend loon, begrensd tot 50% van het pensioenplafond

S2 = gedeelte pensioengevend loon, boven 50% en onder 100% van het pensioenplafond

S3 = het gedeelte van het pensioengevend loon boven het pensioenplafond

 

Artikel 2:

Aan de op 31/12/2023 actieve contractuele personeelsleden wordt een individuele keuze gegeven om in het huidige plan te blijven of om over te stappen naar het nieuwe plan. Deze keuzemogelijkheid wordt éénmalig aangeboden.

Artikel 3:
Aan al de toekomstige contractuele personeelsleden wordt standaard het nieuwe vaste-bijdragenplan aangeboden.


Artikel 4:
De raad beslist om een MIPS-groep (Multi-inrichters pensioenstelsel) op te richten met volgende besturen: 

 

Stad Lier - BE 0207.502.301

OCMW Lier – BE 0212.193.240

SOLag – BE 0866.000.162

Dungelhoeff Bedrijvencentrum - BE 0846.380.428

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OVER HET MATCHINGSPROCES IN KADER VAN DE EUROPA WSE OPROEP “LOKALE PARTNERSCHAPPEN”. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

1 februari 2021: Collegebeslissing lokale partnerschappen voor jongeren.

23 november 2022: Voorstelling van het project Capacity Building op de stuurgroep met VDAB.

7 december 2022: presentatie en bespreking van het project Capacity Building op de stuurgroep van de ILV regie sociale economie Rivierenland.

16 januari 2023: Collegebeslissing goedkeuring intentieverklaring Capacity Building

 

Feiten en context

In 2024 start het nieuwe programma van Europa WSE (ESF) “Social inclusion”. Daarmee wil Europa WSE de inclusie van kwetsbare inactieven en werkzoekenden met een complexe problematiek bevorderen door opstart van en samenwerking in een lokaal partnerschap.

 

Dit lokaal partnerschap is 1 lokale werking met OCMW, VDAB en dienstverleners (werk, welzijn, …). De partners rollen één gezamenlijk multidisciplinair eerstelijnsaanbod uit o.b.v. de noden van hun klanten. Enkel formele lokale partnerschappen kunnen intekenen op de financiële middelen die Europa WSE tijdens de programmaperiode 2024-2029 voorziet. Europa WSE engageert zich om stabiele financiering te voorzien voor langdurige projecten.

 

Het Capacity Building project loopt van 2022 t.e.m. 2023 en heeft als bedoeling om, middels een ondersteuningsteam van coaches en in samenwerking met de regisseur sociale economie en werk, de vorming van een lokaal partnerschap in regio Lier te begeleiden en te ondersteunen.

Om de lokale partnerschappen vorm te geven hebben de coaches van VVSG en VDAB samen met de regisseur sociale economie en werk een omgevingsanalyse opgemaakt.

Op basis van deze omgevingsanalyse zal OCMW Lier de nodige partners voor het lokale partnerschap voor inactieven en werkzoekenden met een complexe problematiek identificeren en selecteren.

 

Op basis van de omgevingsanalyse lanceert Europa WSE samen met OCMW Lier, Heist-op-den-Berg, Nijlen en Berlaar een call for interest. De omgevingsanalyse wordt als addendum aan de call for interest toegevoegd. Kandidaat-partners krijgen tot en met vrijdag 2 juni, 23:59 de tijd om een projectvoorstel in te dienen. De call for interest en het addendum bevinden zich in bijlage.

 

Om de projectvoorstellen van kandidaat-partners objectief te kunnen beoordelen, verplicht Europa WSE de kernpartners om een jury aan te stellen dat minimaal bestaat uit:

        1 vertegenwoordiger vanuit de deelnemende lokaal besturen

        1 vertegenwoordiger van VDAB

        1 extern jurylid met expertise met de doelgroep en/of partnerschapsvorming

 

Zowel OCMW Lier als de gemeenten Heist-op-den-Berg, Berlaar, Nijlen  en VDAB doorlopen gezamenlijk de volledige matchingsprocedure. Deze bestaat uit 2 rondes

 

Ronde 1: lezen en beoordelen van de schriftelijke projectvoorstellen. Het maken van een eerste selectie.

Ronde 2: jurygesprekken met de geselecteerde projecten.

 

Europa WSE verplicht om de gemaakte beslissingen en afspraken formeel vast te leggen in een samenwerkingsovereenkomst tussen de verschillende deelnemende lokale besturen. Het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst wordt ter goedkeuring voorgelegd (zie bijlage).

 

Voorstel bestaat erin dat stad Lier zich juridisch aansprakelijk stelt voor het matchingsproces. Dat betekent concreet:

        Stad Lier fungeert als aanspreekpunt en verzorgt de communicatie naar de kandidaat-partners doorheen heel het matchingsproces zoals vermeld in de call for intrest;

        Stad Lier bekrachtigt de gekozen kandidaat partners na het matchingsproces via een beslissing van het college van burgemeester van schepenen/Gemeenteraad;

        Stad Lier organiseert de weerwoord procedure;

 

Wat betreft het verloop van de matchingsprocedure maakten de deelnemende lokale besturen de volgende afspraken:

        Stad Lier verzorgt in overleg met de andere deelnemende besturen en VDAB de praktische organisatie van het matchingsproces;

        Alle deelnemende lokale  besturen duiden een contactpersoon aan;

        De contactpersonen van stad Lier, gemeente Heist-op-den-Berg, gemeente Berlaar, en gemeente Nijlen zijn actief betrokken bij selectieronde 1, ze bereiden deze selecties voor en zijn aanwezig bij de bespreking van de kandidaat partners en de opmaak van de motivatie;

        De contactpersonen van gemeente Heist-op-den-Berg, gemeente Berlaar en gemeente Nijlen nemen niet actief deel aan de jurygesprekken tijdens selectieronde 2, maar bezorgen hun eventuele opmerkingen en vragen tijdig (2 dagen voor aanvang van de jurygesprekken) aan de contactpersonen die actief betrokken zijn bij de selectieronde 2;

        De contactpersonen van stad Lier, gemeente Heist-op-den-Berg, gemeente Berlaar en gemeente Nijlen nemen deel aan de finale bespreking van de kandidaat partners en de opmaak van de motivatie.

 

Fasering

        Deadline kandidaturen 02/06/2023 om 23u59;

        Beoordelen schriftelijke projectvoorstellen In de week van 5/06 tem. 9/06. Communicatie beoordeling op 9/06 (namiddag);

        Pitches en jury Woensdag 14/06 (13u-17u), Vrijdag 16/06 (9u-12u), Maandag 19/06 (9u-12u); Communicatie over beslissing: voor 15/07/2023;

        Ontvangen en beoordelen van weerwoord einddatum + 14 dagen.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur

Beslissing voorzitter gemeenteraad van 9 juni 2023 over delegatie van handtekeningsbevoegdheid

 

Stemming

 

26 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Jan Hermans en Gert Van Eester

3 onthoudingen: Bart Verhoeven, Walter Marien en Nancy Dresen

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst matchingsproces in kader van Capacity Building.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

SOLAG - JAARREKENING 2022 BBC - POSITIEF ADVIES. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De jaarrekening SOLag 2022 volgens BBC werd vastgesteld door de raad van bestuur SOLag op datum 09/05/2023. De bedrijfsrevisor heeft in opdracht van de stad Lier de jaarrekening nagekeken in de periode april - mei 2023.

 

Feiten en context

In toepassing van artikel 24 van de statuten SOLag wordt de boekhouding gevoerd onder verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur. De raad van bestuur stelt de jaarrekening vast en maakt deze over aan de gemeenteraad, overeenkomstig de bepalingen op de financiële controle. De financiële controle is bepaald in artikel 20 van de statuten en bepaalt dat deze door een erkend bedrijfsrevisor dient te worden uitgevoerd. Het Decreet Lokaal Bestuur stelt dat de gemeenteraad advies dient uit te brengen over de jaarrekening en dat de Vlaamse regering beslist over de goedkeuring van de jaarrekening. De gemeenteraad geeft een positief advies voor de jaarrekening 2022 gezien het positief verslag van de bedrijfsrevisor en het positief advies van de raad van bestuur.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, inz. art. 243

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Jan Hermans

6 onthoudingen: Koen Breugelmans, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Walter Marien, Nancy Dresen en Gert Van Eester

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de jaarrekening 2022 SOLag volgens BBC goed.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

WOONPUNT MECHELEN - BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 21 JUNI 2023. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 22 mei 2023 over de goedkeuring om uit te treden uit Woonpunt Mechelen op 30 juni 2023 en hierbij het aandeel van de stad over te dragen.

Gemeenteraadsbeslissing van 22 mei 2023 over de aanduiding van Sabine Leyzen, schepen, en Ivo Andries, schepen, als resp. effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Woonpunt Mechelen.

 

Feiten en context

De stad neemt deel aan Woonpunt Mechelen. De stad Lier werd opgeroepen op 5 juni 2023 om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Woonpunt Mechelen op 21 juni 2023 om 13 uur te Mechelen, Reuzenstraat 1, zaal Wollebrandt 2.14 (Huis van de Mechelaar, 2de verdieping).

 

De agenda is als volgt samengesteld:

 

Luik I. Uittreding van aandeelhouders lastens het vennootschapsvermogen

 

1.

Kennisname van de verzoeken tot uittreding.

 

Luik II. Fusie door overneming van de Vennootschap, (de "Overgenomen Vennootschap"), door de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met een sociaal oogmerk "Samenwerkende Maatschappij voor Volkshuisvesting", met maatschappelijke zetel te 2830 Willebroek, August Van Landeghemplein 2, ingeschreven in het Rechtspersonenregister Antwerpen, Afdeling Mechelen, onder nummer 0403.698.162 (de "Overnemende Vennootschap")

 

2.

Kennisname en bespreking door de aandeelhouders van de hiernavolgende documenten waarvan zij kosteloos een afschrift kunnen verkrijgen:

        het fusievoorstel opgesteld door de bestuursorganen van de te fuseren vennootschappen in toepassing van artikel 12:24 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (“WVV”);

        het omstandig verslag opgesteld door het bestuursorgaan van de Vennootschap in toepassing van artikel 12:25 WVV;

        het (gemeenschappelijk) verslag over het fusievoorstel opgesteld door de commissaris van de Vennootschap (en de commissaris van de Overnemende Vennootschap) in toepassing van artikel 12:26 §1 WVV.

 

3.

Verzaking aan de mededeling betreffende belangrijke wijzigingen in de vermogenstoestand van de te fuseren vennootschappen tussen de datum van opstelling van het fusievoorstel en de datum van de fusie, overeenkomstig artikel 12:27 WVV.

 

4.

Besluit tot fusie door overneming, overeenkomstig het voormelde fusievoorstel, waarbij de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met een sociaal oogmerk "Samenwerkende Maatschappij voor Volkshuisvesting", met maatschappelijke zetel te 2830 Willebroek, August Van Landeghemplein 2, ingeschreven in het Rechtspersonenregister Antwerpen, Afdeling Mechelen, onder nummer 0403.698.162 (de "Overnemende Vennootschap"), de besloten vennootschap "Woonpunt Mechelen", met zetel te 2800 Mechelen, Lijsterstraat 6, ingeschreven in het Rechtspersonenregister Antwerpen, Afdeling Mechelen, onder nummer 0403.607.397 (de "Overgenomen Vennootschap") overneemt in het kader van een fusie door overneming, met de ontbinding zonder vereffening van de Overgenomen Vennootschap tot gevolg. Kwijting aan de bestuurders van de Overgenomen vennootschap.

 

5.

Vaststelling van de voltrekking van de fusie door overneming onder opschortende voorwaarde van het nemen van een overeenstemmend besluit door de buitengewone algemene vergadering van de Overnemende Vennootschap.

 

6.

Bijzondere volmacht voor de administratieve formaliteiten.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur

Statuten Woonpunt Mechelen

 

Argumentatie

Door deze algemene vergadering zal de nieuwe woonmaatschappij "Woonpunt Mechelen" gevormd worden. Vermits de stad deel zal uitmaken van een andere woonmaatschappij vanaf 1 juli 2023 kan akkoord worden gegaan met de agenda van deze buitengewone algemene vergadering.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de agenda van de buitengewone algemene vergadering der aandeelhouders van de Woonpunt Mechelen op 21 juni 2023.

 

Art 2 :

De gemeenteraad draagt de vertegenwoordiger van de stad, die zal deelnemen aan de jaarlijkse algemene vergadering van Woonpunt Mechelen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen.

 

Art 3 :

Het college van burgemeester en schepen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de Woonpunt Mechelen.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

GEMEENTELIJKE HOLDING NV (IN VEREFFENING) - ALGEMENE VERGADERING VAN 28 JUNI 2023 - AGENDA. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de aanduiding van de heer Frank Boogaerts, burgemeester, en de heer Bert Wollants, schepen, als resp. effectief en plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening en dit voor de duurtijd van zes jaar van de gemeentelijke legislatuur.

Gemeenteraadsbeslissing van 28 maart 2022 over de aanduiding van mevrouw Ilse Lambrechts, schepen, als effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening en dit voor de resterende duurtijd van zes jaar van de gemeentelijke legislatuur.

 

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

 

De stad ontving op 24 mei 2023 een uitnodiging voor de eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders. Deze vindt plaats op woensdag 28 juni 2023 om 14.00 uur in het Bluepoint Brussels Business Centre, A. Reyerslaan 80 in 1030 Brussel. De agenda is als volgt vastgesteld:

 

1.

Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2022

2.

Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2022

3.

Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2022 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten

4.

Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2022

5.

Vraagstelling

 

Overeenkomstig de wettelijke regels terzake worden alle punten van de agenda louter ter kennisname meegedeeld aan de algemene vergadering. Zij worden niet ter stemming voorgelegd.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur

 

Stemming

 

26 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Marcel Taelman, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Jan Hermans en Gert Van Eester

3 onthoudingen: Bart Verhoeven, Walter Marien en Nancy Dresen

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening op 23 juni 2023, zoals hieronder vastgesteld, goed:

 

1.

Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2022

2.

Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2022

3.

Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2022 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten

4.

Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2022

5.

Vraagstelling

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

KLACHT OVER HET NIET TOEKENNEN VAN PREMIE LEEGSTAND DOOR DE STAD - ANTWOORD GOUVERNEUR. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op 27 februari 2023 werd een klacht ingediend over het niet toekennen van een premie leegstand door de stad Lier.

 

Op 22 mei 2023 ontvingen we antwoord van het agentschap binnenlands bestuur.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, inz. artikel 333, tweede lid

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het antwoord van de gouverneur.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Tom Claes (Groen-Lier&Ko) i.v.m. Zone 30

Op de raad van maart vroeg ik schepen Wollants waarom de invoering van een veralgemeende zone 30 binnen de ring zo lang op zich liet wachten. Al op 31 mei 2021 werden immers de principes daarvan al door deze raad goedgekeurd, en wel met een overweldigende meerderheid.

Schepen Wollants antwoordde toen dat de uitrol ervan weliswaar wat vertraging had opgelopen, maar er nog steeds werk van gemaakt werd. Een streefdatum kon ik hem toen niet ontlokken, hij sprak toen zelfs de profetische woorden: “want als ik die niet haal, stelt u deze vragen toch weer opnieuw”.

 

We zijn 3 maanden later en helaas, zelfs sneller dan ik zelf verwacht had, ben ik hier al terug met mijn vragen. En waarom nu al? Heel eenvoudig, burgers die recent dezelfde vragen aan schepen Wollants en de burgemeester stelden, kregen een heel ander antwoord dan hetgeen ik op de raad van maart kreeg. Ik wil zeker niet insinueren dat ofwel die burgers, ofwel ikzelf een niet waarheidsgetrouw antwoord hebben gekregen, dus kan ik enkel maar concluderen dat het standpunt van het college na mijn vorige tussenkomst drastisch moet gewijzigd zijn.

 

Vandaar opnieuw deze 2 eenvoudige vragen:

        Is het college nog steeds voorstander van het invoeren van een algemene zone 30 binnen de bebouwde kom?

        Indien ja, waarom laat de invoering ervan zo lang op zich wachten en wat is dan de streefdatum?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Op 27 maart 2023 antwoordde ik u het volgende:

(…)

Op 31 mei 2021 werden de nieuwe principes voor de snelheidskaart aangenomen door de gemeenteraad met steun van 6 van de 7 fracties over de grenzen van meerderheid en oppositie. De gemeenteraadsbeslissing werd op dit vlak niet gewijzigd.

 

De verdere uitvoering vraagt toch meer tijd dan initieel verwacht, zeker in combinatie met het opvolgen van een aantal andere dossiers zoals de opvolging van o.a. de fietszone en de extra handhavingsinspanningen die momenteel worden geleverd in de huidige snelheidszones sinds de introductie van een aantal bijkomende controlelocaties.

 

(…)

 

Op 10 mei heb ik inderdaad bewoners geantwoord dat er ondertussen vragen zijn gerezen over de mogelijke timing waarop dit verder kan en moet worden uitgewerkt. Op 23 mei heb ik verder verduidelijkt dat het schepencollege heeft gevraagd om voorlopig geen verder stappen te zetten met de uitrol in relatie tot de evaluaties rond de fietszone en de uitrol van de snelheidscamera’s.

 

Principieel heeft het schepencollege niet de intentie om de gemeenteraad te vragen om de principes voor de snelheidskaart bij te sturen. Tegelijk Is de verwachting dat er momenteel nood is aan het verder creëren van draagvlak voor die maatregelen en dit draagvlak ook af te toetsen bij de bewoners. In eerste instantie kijken we dan naar een aantal evidentere straten die aantakken op invalswegen. Een volledige uitrol van de principes realiseren voor het einde van 2024 lijkt dan ook niet aan de orde.

 

 

Interpellatie 2 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. Ygo site

Graag meer duidelijkheid over het dossier Ygo site. De antwoorden op mijn schriftelijke vraag zijn voor ons niet duidelijk. Daarom graag antwoorden op de volgende vragen:

        Graag duidelijkheid over het feit dat de eigenaar verplicht wordt volgens zijn bouwvergunning om de loods en de betonplaat volledig af te breken, dit niet uitvoert omdat de vergunning zou verjaard zijn!

        Hoe kan het dat een eigenaar verplicht wordt om dergelijk werk uit te voeren en zelf een sloopvergunning hiervoor moet aanvragen. Deze werken worden door de stad opgedragen maar de vergunning moet de eigenaar zelf aanvragen en kan dit gewoon laten verjaren, dit snapt geen enkele Burger.

        Volgens het antwoord dat ik gekregen heb van de stad zou er niemand in de fout zijn. Het is gewoon verjaard en er zouden geen wettelijke mogelijkheden zijn om op te leggen deze 840m2 beton uit te breken in dit natuurgebied! Toch is er te lezen op de nota van Ygo dat er nooit de aanvang der werkzaamheden gemeld waren, net zomin als het beëindigen van de werkzaamheden.

        In het antwoord van mijn schriftelijke vraag van augustus 2021 staat heel duidelijk. Vanzelfsprekend heeft men wel de tijd om, zolang de sloopvergunning niet vervallen is, de fundering even te laten liggen.

        In het antwoord op mijn schriftelijke vraag van september 2022, dus een jaar later dezelfde uitleg, de betonnen plaat moet samen met de loods afgebroken worden. Onze dienst handhaving zal de uitvoerder van de werken opnieuw wijzen op de verplichting om de fundering volledig te verwijderen en hiervoor een nieuwe sloopvergunning aan te vragen, aangezien de huidige vervallen is.

        Hoe ga je als bestuur van onze stad dit uitleggen aan de gewone particulier die een opritje moeten opbreken, want het moet water doorlaatbaar zijn, of er mag geen kunstgras gelegd worden, enz.

        Wat zal er nu in de toekomst gebeuren, gaat de stad dit verwijderen of zijn er ander mogelijkheden, of is de stad van plan deze grote betonnen plaat te laten liggen in natuurgebied?

 

Antwoord Schepen Thierry Suetens:

  1. Er werd controle uitgevoerd op 20/12/2022 en een aanmaningsbrief verstuurd. Hierin werd gevraagd om de betonplaat te verwijderen en opnieuw groen aan te brengen.

Het proces verbaal werd opgemaakt op 21/4/2023, met vraag om zich in regel te stellen met de afgeleverde vergunning tegen uiterlijk 21/6/2023. Momenteel wordt een hercontrole door IGEMO ingepland.

 

  1. Dit is conform de Vlaamse wetgeving, cfr Omgevingsvergunningendecreet en VCRO.

 

  1. De VCRO lijkt inderdaad tamelijk complex. Maar professionelen zoals architecten, bouwkundig ingenieurs en aannemers zijn vaak wel op de hoogte van de diverse regelgeving en de te volgen procedures.

 

  1. De bedoeling is dat de aangevraagde werken conform de afgeleverde vergunning wordt uitgevoerd. Er werd een omgevingsvergunning aangevraagd voor de afbraak van een niet vergunde loods en nieuwe bebossing ter compensatie van gekapte bomen en een grasaanplanting conform de regelgeving. Dit perceel ligt volgens onze informatie niet in de gewestplanbestemming natuurgebied, maar wel in een zone voor recreatie volgens het PRUP Antwerpsesteenweg.

 

  1. Idem 2.

 

  1. Idem 1.

 

  1. Naast de prioriteiten, de gewestelijke prioriteiten van het openbaar ministerie vermeld  in  de Omzendbrief COL 04/2019, kunnen handhavingsdossiers prioritair zijn, op basis van criteria bepaald door een lokaal bestuur.

 

Voor Stad Lier werden deze bepaald voor deze legislatuur, en deze prioriteiten werden vastgelegd in het ‘actieplan 2023’. In dit actieplan werden o.a. niet vergunde verhardingen als prioritaire inbreuk beschouwd, en dit voor zowel particulieren als ondernemingen.

 

Er werd een omgevingsvergunning verleend betreffende een aanvraag tot het afbreken van een loods . De voorwaarden gesteld aan deze omgevingsvergunning omvatten o.a. het verwijderen van betonverharding , alsook het voorzien van grasaanplanting. In dit dossier werd een controle uitgevoerd, een aanmaning opgemaakt , en ook een pv opgemaakt.

 

Controle, aanmaning, en opmaak pv zijn diverse vormen van handhaving inzake inbreuken m.b.t. omgevingsvergunningen die in soortgelijke dossiers ook werden gevolgd.

 

De eigenaar kreeg een termijn om de verharding te verwijderen en grasaanplanting te voorzien. Een hercontrole werd ingepland, om op te volgen of de opgelegde voorwaarden werden nageleefd.

 

  1. Indien een eigenaar zich niet in regel stelt, zijn er nog verschillende opties inzake handhaving: opnieuw een aanmaning of raadgeving, of opmaak van een pv.

 

Echter, ook een minnelijke schikking, herstelmaatregel, alsook opgelegde dwangsommen zijn opties inzake omgevingshandhaving. Zulke bestuurlijke maatregelen  worden enkel genomen in samenspraak met de burgemeester, en in nauw overleg met de bevoegde schepen.

Elke drie maanden is er een overleg, waar lopende handhavingsdossiers m.b.t. omgevingsvergunningen worden besproken met de bevoegde stedelijke administratie, medewerkers van Igemo, en de burgemeester en schepen. Het volgende overleg is gepland voor september 2023.

 

 

Interpellatie 3 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. aanduiden zwemzones

Een jaar geleden, en laatst op 27 maart 2023, stelden we met onze fractie de vraag naar de creatie van mogelijkheden voor Lier- en Hooiktenaars om op het eigen grondgebied te kunnen zwemmen in open water.

 

De redenen waarom we hierop blijven terugkomen zijn drieledig.

 

Ten eerste vinden we het een fundamenteel recht dat burgers moeten kunnen zwemmen. We beschikken in Lier over een degelijk uitgerust zwembad. Maar laten we eerlijk zijn, aan enkele uurtjes zwemmen met bijvoorbeeld een gezin hangt een stevig prijskaartje vast. Zeker aangezien het niet toegestaan is eigen eten of zelfs een flesje drinken mee naar binnen te nemen. Alles moet aangekocht worden in het zwembad. Op regelmatige basis gaan zwemmen is hierdoor niet mogelijk voor elk gezin.

 

Ten tweede warmt de aarde op en ontsnapt ook Lier daar niet aan. Onze lentes en zomers worden almaar sneller warmer en droger. De nood aan verkoeling is dan ook hoog. Onze stad is gezegend met verschillende bezwembare waterlopen. We hebben dus de ruimte om onze inwoners de mogelijkheid te bieden om te gaan zwemmen of zich eenvoudigweg te verkoelen in een waterloop.

 

Ten derde zijn we bekommerd om de veiligheid. Zwemmen in open water gebeurt al, of u het nu wil of niet, op verschillende locaties. Van deze plekken is de ene daar al meer voor geschikt dan de andere. Een controle op de waterkwaliteit noch de aanwezigheid van andere gevaarlijke elementen is daar niet. Bijgevolg gebeurt er nu en dan al eens een ongeval. Zowel in 2020 als in 2022 vielen er dodelijke slachtoffers te betreuren. Het creëren van zwemzones zal het zwemmen op plaatsen die per definitie onveilig zijn, doen dalen. Dit argument ligt overigens mee ten grondslag aan de totstandkoming van het ontwerpdecreet dat het voor gemeentebesturen makkelijker maakt om zwemzone aan te duiden.

 

Ik wijs er graag op dat het ontwerpdecreet van de hand van mevrouw Gwenny De Vroe van Open VLD is en minister Zuhal Demir van N-VA dit enthousiast wil volgen. Het ontwerpdecreet voorziet in de mogelijkheid om vrije zwemzones aan te duiden. Het enige wat er moet gebeuren is de waterkwaliteit testen, een akkoord hebben met de eigenaar of beheerder en een risicobeoordeling voorleggen aan het Agentschap Zorg en Gezondheid.

 

We doen meteen graag enkele suggesties voor zwemzones in Lier:

        We deden al het voorstel om ter hoogte van de evenementenweide een zwemzone te creëren. We doen dat vandaag opnieuw. We roepen op dat het stadsbestuur in overleg gaat met De Moedige Bootvissers om te kijken op welke manier het samengebruik van deze zone in de Binnennete mogelijk gemaakt kan worden. Opnieuw stel ik de vraag naar de documenten die mogelijke veiligheids- en gezondheidsrisico’s zouden aanduiden. Mijn initiële vraag dateert inmiddels van twee maanden geleden. De termijn voor het beantwoorden van een vraag tot het uitoefenen van het inzagerecht is slechts 8 kalenderdagen en is dus al meermaals overschreden. 

        Graag stellen we ook voor om een zwemzone te voorzien in de buurt van de jachthaven aan Anderstad.

        Lang geleden kon je er al zwemmen, waarom niet nu opnieuw mogelijk maken om te zwemmen ter hoogte van de kano- en kajakclub, niet ver van het Spuihuis.

        Nagaan of er ook in Koningshooikt mogelijkheden zijn tot helpdesk creatie van zwemzones.

        Tot slot nodigen we het stadsbestuur uit om met het gemeentebestuur van Ranst in overleg te treden over de creatie van een zwemzone ter hoogte van de jachthaven in Emblem.

 

Antwoord Schepen Ivo Andries:

De vraag naar mogelijkheden voor Lier- en Hooiktenaars om op het eigen grondgebied te kunnen zwemmen in open water wordt door velen ondersteund. Daarover bestaat immers geen discussie.

Algemeen kunnen we stellen dat zwemmen in de Binnennete positief kan worden geadviseerd. Er buiten (op dit ogenblik) niet en dit omwille van stroming en bevaarbaarheid.

Ook het stadsbestuur staat niet weigerachtig om in de toekomst zwemzones aan te duiden, waar burgers onder bewaking een duik kunnen nemen.

Alleen moet het in de meest optimale en veilige omstandigheden kunnen gebeuren. Dat vraagt de nodige voorbereiding en onderzoekswerk.

Dat gebeurt niet van vandaag op morgen, volgende elementen dienen onderwerp uit te maken van een studie en experten analyse:

        Veiligheid zwemmers.

        Kwaliteit water: op basis van de conclusies van de dienst Leefmilieu weten we dat de kwaliteit van het water in de Binnennete in orde is, maar dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden wanneer bij woelig water mogelijk zware metalen uit het slib vrijkomen. Analyses / rapport leefmilieu toont dit aan.

        Er moet nagedacht worden op welke manier er in bewaking / redders kan worden voorzien opdat men vrij en veilig kan zwemmen.

        Aanpassen politiereglement: op dit ogenblik is zwemmen in open water overal verboden.

        Opmaak reglement zwemmen in open water.

        Het ontwerpdecreet dat voorziet in de mogelijkheid om vrije zwemzones aan te duiden, is een stap in de goede richting, maar zeker nog niet definitief.

        De raming van de kostprijs: testen water, voorzien in bewaking, redders, afbakenen zones, netheid rond de zones, communicatie, meldpunt, …

De documenten m.b.t dit dossier (o.m. over de waterkwaliteit) werden u vrijdagvoormiddag  (23/06) overgemaakt.

In reactie op uw concrete voorstellen i.v.m. het aanduiden van zwemzones, kunnen we u alvast het volgende antwoorden:

       Creëren van een zwemzone ter hoogte van de evenementenweide: met de Moedige Bootvissers werd er hieromtrent reeds eerder contact opgenomen, hetgeen niet tot een positief resultaat heeft geleid.

       Op het voorstel om een recreatieve zwemzone in de buurt van de Anderstad jachthaven te voorzien kunnen we vandaag niet positief antwoorden. Momenteel hebben we enkel een overeenkomst met de Vlaamse waterweg die het toelaat dat er in de periode van 1 mei tot en met 30 september op donderdagavond trainingen kunnen doorgaan van het Kempisch Triatlon Team. De overeenkomst is zo strikt opgemaakt omdat de Vlaamse Waterweg er geen interactie met de scheepvaart wenst.

       Wat de kano- en kajakclub betreft: zij staan op het eerste gezicht positief tegenover het idee om zwemmen aldaar mogelijk te maken. Het zou ook mooi kunnen zijn om opnieuw in de eerste openlucht “zwemkom” van Lier te kunnen zwemmen. Er zijn toiletten en kleedkamers, maar wat bewaking / redders betreft dient dit toch verder te worden onderzocht.

       Zwemmen in Koningshooikt moet eveneens verder onderzocht worden, we hebben geen concrete locatie in gedachte. Fort van Koningshooikt is privé.

       Een zwemzone ter hoogte van de jachthaven in Emblem: lijkt ons nu geen prioriteit, maar overleg met de gemeente kan na grondig onderzoek (bevaarbare zone - zwemmen is vandaag op deze plek uitgesloten).

Deze bevindingen dienen nu verder onderzocht te worden en getoetst op hun haalbaarheid op alle mogelijke vlakken. Vervolgens dient het cbs hierover goedkeuring te geven en te voorzien in voldoende financiële middelen.

 

In overleg met de Algemeen Directeur en de bevoegde diensten zal bekeken worden wanneer een studie / experten analyse kan worden opgemaakt teneinde de nodige budgetten te voorzien, alsook het aanduiden van verantwoordelijke ambtenaren aan wie deze taken kunnen worden toevertrouwd, zonder aan de uitvoering van andere kerntaken te moeten inboeten.

 

We hebben ondertussen al wel contact gehad met Sigrid Spruyt, de woordvoerder van Outdoor Swimming Belgium. Zij bezorgde ons alvast heel wat nuttige info waarmee we verder aan de slag kunnen. We kunnen voor ons onderzoek zeker beroep doen op de expertise van deze organisatie.

 

Ik kan besluiten dat er vandaag te veel argumenten aanwezig zijn om nu al iets te zeggen om dit op een verantwoorde, financieel verantwoorde manier te kunnen organiseren.

 

 

Interpellatie 4 : van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. Slenderstraat en sluipverkeer

De bewoners van de Slenderstraat hebben een 9-tal maanden geleden hun bezorgdheid geuit over het sluipverkeer in hun straat.  Sinds de beëindiging van de werken op de N108 tussen Duffel en Lier is dat sluipverkeer niet verminderd, integendeel.  Het gebruik van GPS apps zoals Waze e.a. is daar niet vreemd aan.  De Slenderstraat is als smalle weg totaal niet geschikt voor doorgaand verkeer.   De klachten van de bewoners zijn de volgende: 

        Veel te veel onaangepast verkeer: vrachtwagens, opleggers, bestelwagens enz.

        Er wordt veel te snel gereden, snelheden van 90 km/u en meer zijn helaas geen uitzondering.

        In de spitsuren tellen wij hier meer dan 6 auto’s per minuut, dat zijn er 360 per uur.

        Ook op zaterdag en zondag worden vaak zulke aantallen geteld, allemaal verkeer richting Struisvogelsnest, op een aantal uren zijn dat meer dan 600 à 700 auto’s

        Zeer gevaarlijke situatie in de bocht richting Aarschotsebaan, op onze opritten…

        Er kan bijna niet gewisseld worden zonder dat onze opritten en grachten kapotgereden worden

Er is reeds e-mail communicatie geweest tussen de bewoners en schepen Wollants m.b.t. een aantal door de bewoners voorgestelde verkeersmaatregelen  zoals knip,  plaatselijk verkeer, snelheidsremmers, éénrichtingsverkeer, inclusief een bevraging van de buurt, Tallaart inbegrepen, over een eventuele knip van de Slenderstraat.  Na afweging van de argumenten voor of tegen de verscheidene opties  hebben de bewoners eind mei een nieuw voorstel geformuleerd, nl.  dat éénrichtingsverkeer wel nuttig zou zijn indien het wordt gecombineerd met eventuele snelheidsremmers of interactieve borden.

Zo zou er nog maar de helft van het verkeer passeren en dient er niet meer gewisseld te worden in de smalle straat.  Eénrichtingsverkeer van Aarschotsesteenweg naar de Heistraat zou ook de gevaarlijke situaties bij het uitrijden van de Slenderstraat naar de Aarschotsesteenweg vermijden.

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

De suggestie tot het invoeren van eenrichtingsverkeer is onderzocht door onze diensten, maar wordt in deze situatie negatief geadviseerd. Het is immers zo dat in deze situatie het invoeren van enkelrichtingsverkeer er vooral voor zal zorgen dat er een stuk sneller wordt gereden. Op dat moment hoeft het gemotoriseerd verkeer ook geen gemotoriseerde tegenliggers meer te verwachten. In die zin verwachten we dat de klachten over snel verkeer in de straat wellicht nog verder zullen toenemen.

 

In de toekomst dient het wegdek van de Slenderstraat te worden opgebroken in het kader van een project van Aquafin. In dat kader willen we deze straat het karakter geven van een karrespoor een concept dat we ondertussen ook voor de Fortweg hebben voorzien. Dat brengt de snelheid immers naar beneden en geeft dan ook mogelijkheden om de verkeersdruk beter onder controle te krijgen.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2023

 

SUBSIDIEOVEREENKOMST SPORTINFRASTRUCTUUR LIERSE KEMPENZONEN. GOEDKEURING BIJ HOOGDRINGENDHEID.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 23 december 2021 werd er een kerstakkoord gesloten tussen Lierse Kempenzonen, de stad Lier en Lyra Lierse.  In dit akkoord engageert het college zich ertoe om voor de aanleg van een kunstgrasveld op de site aan het Herman Vanderpoortenstadion een éénmalige subsidie toe te kennen van maximaal 500.000 euro. Dit bedrag is opgenomen in de meerjarenplanning 2020-2025 van de stad Lier onder het strategisch actieplan 'Opwaarderen sport en vrije tijdsinfrastructuur'.

 

Feiten en context

Lierse Kempenzonen wenst het bedrag in 2023 op te nemen voor de aanleg van een hybride voetbalveld en Led verlichting, alsook de werken die de realisatie van deze doelen mogelijk maken.

 

Juridische grond

Het decreet Lokaal Bestuur en in het bijzonder artikel 41, tweede lid, 23° dat voorziet dat de gemeenteraad bevoegd is voor het toekennen van nominatieve subsidies.

 

Argumentatie

Tijdens de maanden juli en augustus zijn er geen vergaderingen van de gemeenteraad ingepland. Vermits de beslissing over dit dossier niet kan wachten tot eind september, wordt dit bij hoogdringendheid toegevoegd aan de agenda.

 

Tijdens de zitting wordt de subsidieovereenkomst aangevuld om te benadrukken dat het veld in het Vanderpoortenstadion ook voor jeugdvoetbal aangewend wordt door onderstaande tekst toe te voegen in het besluit en in artikel 4: "Subsidiedoel "  van de overeenkomst, nl.

"De gemeenteraad benadrukt dat het kerstakkoord de intentie vastlegde om het veld in het Vanderpoortenstadion ook voor het jeugdvoetbal van de club open te stellen. De aanwending van de subsidie verplicht de club om deze intentie na te leven."

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/08/SAP/01/05

Subsidie voor aanleg kunstgrasveld Lierse Kempenzonen

 

In het meerjarenplan werd in het jaar 2025 een bedrag voorzien van 500.000 EUR op voormelde actie. Bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan zal dit bedrag qua timing aangepast worden en ingeschreven worden in 2023.

 

Stemming

 

Stemming over akkoord om het agendapunt te behandelen cfr. art. 23 van het decreet lokaal bestuur.

 

Stemming acceptatie hoogdringend punt

eenparig

 

20 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Marcel Taelman, Yahya Degirmenci, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Walter Marien, Christel Van den Plas, Tekin Tasdemir, Nancy Dresen, Marc Franquet en Marc De Keulenaer

3 stemmen tegen: Koen Breugelmans, Stéphanie Van Campenhout en Gert Van Eester

6 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Geert Marrin en Jan Hermans

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 6 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad benadrukt dat het kerstakkoord de intentie vastlegde om het veld in het Vanderpoortenstadion ook voor het  jeugdvoetbal van de club open te stellen. De aanwending van de subsidie verplicht de club om deze intentie na te leven. Deze verplichting wordt toegevoegd aan artikel 4: "Subsidiedoel" van de overeenkomst.

 

Art2.

De gemeenteraad beslist om bijgevoegde subsidieovereenkomst Investering sportinfrastructuur Lierse Kempenzonen goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/09/2023