Lier

Zitting van 26 juni 2017

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

MONDELINGE VRAGEN

 

Mondelinge vraag 1: van Freddy Callaerts (sp.a) i.v.m. overlast zwaar vrachtverkeer

De laatste tijd is er veel overlast van zwaar vrachtvervoer in onze Lierse binnenstad,vrachtwagens rijden zich op regelmatige basis vast in de kleine straten en ik heb het dan vooral over de Sint Gummarusstraat, De Heyderstraat,Predikherenlaan en wijk het Looks.

Vrachtwagens die moeten leveren aan het project sion komen langs de verkeerde kant naar de site gereden omdat hun gps dit zo aangeeft,mijn vragen aan het cbs zijn dan ook de volgende.

         Is het cbs op de hoogte van deze problematiek?

         Worden de wegwerkzaamheden doogegeven aan gps operatoren?

         Gaat het cbs maatregelen nemen om dit probleem op te lossen?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Het is ons bekend dat gps-toestellen inderdaad niet steeds worden gebruikt zoals dat hoort. Bijvoorbeeld het gebruiken van gps-toestellen voor personenwagens door vrachtwagens of het gebruiken van gps-toestellen waarvan de kaarten sterk verouderd zijn.

Wegwerkzaamheden worden via het generiek informatieplatform openbaar domein (gipod) ter beschikking gesteld van alle actoren. Alle werken, sport- en andere evenementen, enz. zijn daarin opgenomen met de locatie en de aard van de hinder. Dat lost evenwel de problematiek niet op van verouderde kaarten en toestellen die geen gedetailleerde verkeersinfo kunnen weergeven.

Een maatregel die momenteel wordt overwogen is het instellen van een lengtebeperking ter hoogte van de predikherenlaan en het looks met vooraankondiging ter hoogte van de Sint-Gummarusstraat.

 

 

Mondelinge vraag 2: van Marcel Taelman (Vlaams Belang) i.v.m. plaatsing lokale verkeersborden

De bevoegde schepen verkondigde op de gemeenteraad dat hij de lokale verkeersborden, die niet volgens het politiereglement geplaatst zijn, zou opvolgen en deze op termijn zou aanpassen.

         Graag had ik geweten of hier al de nodige stappen voor genomen zijn?

         Welke initiatieven werden hieromtrent reeds ondernomen?

         Wanneer zullen alle desbetreffende verkeersborden zijn aangepast?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Beste,

 

Op basis van de lijst die u mij bezorgde werden ondertussen een aantal voorstellen gedaan tot aanpassing.

Het is immers niet enkel een zaak van de verkeersborden te verhogen of te verschuiven zoals u aankaartte, maar er zijn net zo goed verkeersborden die beter een andere plaats krijgen, die overbodig zijn of die zelfs in bepaalde gevallen niet toegelaten zijn op basis van de wegcode. Een klassiek voorbeeld daarvan is het bord C1 (verboden richting voor iedere bestuurder), waarvan het niet toegelaten is dit te plaatsen op het einde van het wegvak van de verboden richting, maar uitsluitend in het begin ervan, net zoals parkeerverbodsborden die niet mogen worden geplaatst wanneer er reeds een verbod bestaat op vlak van artikel 25 van de wegcode.

Ook de kleur van de steunen van bepaalde verkeersborden kan in deze operatie best in overeenstemming worden gebracht met het ministerieel besluit betreffende de plaatsingsvoorwaarden voor verkeerborden.

Op dat vlak is voor elke locatie een voorstel tot aanpassing gemaakt dat door onze diensten en de politie nog wordt gedubbelcheckt. Zodra deze oefening is afgerond, kan opdracht gegeven worden tot aanpassing volgens deze afspraken.

Ik vermoed dat in de loop van het najaar de nodige initiatieven op het terrein kunnen worden genomen. Een aantal zaken uit de lijst lijken alvast moeilijker op die termijn, zoals de plaatsing van de verlichtingspalen waarnaar u in uw lijst eveneens verwijst. Deze lijken in de eerste plaats bij vernieuwing van de verlichting te moeten worden meegenomen door Eandis.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Koen Breugelmans (CD&V) i.v.m. De waaier

Recent vonden er - tot verbazing van vele Hooiktenaars - werken plaats in de voortuin van het dienstencentrum De Waaier:  de omheining die een geheel vormde met de vroegere school werd verwijderd en er werden robuuste betonnen elementen geplaatst om een niveauverschil van ca. 1,30m van het voetpad tot aan de voordeur te overbruggen. Tijdens de werken werd het voorziene aantal trappen overigens verhoogd van 3 naar 7, wat de situatie alleen maar onveiliger heeft gemaakt voor senioren.

Er werd ook een talud gemaakt tegen de gevel van de woning richting parking. Of de reglementaire hellingsgraad van 7% werd gerespecteerd is onzeker.

Personeel en bezoekers bleken overweldigd door de drastische ingreep.

Mijn vragen hieromtrent zijn:

         Wie nam het initiatief voor deze werken?

         Werd in het kader van de besluitvorming door het CBS het advies gevraagd van de Lierse adviesraad voor Toegankelijkheid (LAT) en/of de seniorenraad ? Zo neen, waarom niet?

         Wat is de kostprijs van de werken (inclusief werkuren, blijkbaar 3à 4 werklieden gedurende meer dan 14 dagen)?

         Is het CBS van oordeel dat deze werken esthetisch verantwoord zijn, wetende dat het pand van de Waaier vermeld wordt in de Inventaris Bouwkundig erfgoed (herenhuis met tuin Dorpsstraat 111)?

 

Antwoord schepen Bert Wollants/Marleen Vanderpoorten:

         Wie nam het initiatief voor deze werken?

De dienst welzijn heeft in 2015 gevraagd om een voorstel te doen om het gebouw van de Waaier opener en zichtbaar toegankelijk te maken voor bezoekers en professionele medewerkers. Bezoekers kwamen in DC De Waaier in het verleden steeds binnen langs de achterzijde van het gebouw. De ingang van het DC lag dus ‘verstopt’ achteraan het gebouw. Nieuwe gebruikers en professionele bezoekers kwamen ook in het verleden wel eens langs de voordeur aanbellen of meldden dat ze het dienstencentrum niet gevonden hadden. Om meer openheid te creëren was het dus de wens de voordeur te gebruiken als belangrijkste toegang. Het kantoor van de medewerkers bevindt zich ook vooraan, het gebruik van de voordeur biedt dus ook op dat vlak een extra meerwaarde naar contactmogelijkheden en bereikbaarheid van de medewerkers voor bezoekers. Men wil benadrukken dat DC De Waaier een open huis is waar iedereen welkom is.

Met een open voordeur kan iedere inwoner van Koningshooikt en Lier zien dat hij in De Waaier terecht kan.

Meteen na de voordeur bevonden zich echter 3 traptreden, deze treden zorgden er voor dat ouderen het gebouw moeilijk konden betreden via de voordeur.

Een voorstel werd gedaan om de treden achter de voordeur te verwijderen en de dorpel van voordeur op hetzelfde niveau te brengen als de binnenvloerpas. Op deze manier kwam de dorpel van de voordeur 60cm hoger dan de pas van de voortuin en moest in de voortuin dit niveauverschil overbrugd worden. Vandaar de aanpassingswerken aan de voortuin.

Dit gehele project werd uitgewerkt en door de dienst Welzijn voorgesteld om op te nemen in het budget van 2016. Onder actie 7.2.1.2 werd 9.050 euro voorzien voor dit project in 2016.

Het project werd twee maal voorgesteld aan het CBS tijdens de presentatie van de jaarplanning van gebouwen, namelijk in 2016 en opnieuw in 2017 (omdat de uitvoering niet was gelukt in 2016).

 

         Werd in het kader van de besluitvorming door het CBS het advies gevraagd van de Lierse adviesraad voor Toegankelijkheid (LAT) en/of de seniorenraad ? Zo neen, waarom niet?

Het advies aan de LAT werd niet gevraagd omdat er in se niets verandert aan de toegankelijkheid van DC De Waaier. De aanpassingen werden gedaan om een grotere openheid te creëren van het DC, niet om de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers te verhogen.

Reeds van bij aanvang van de besprekingen was duidelijk dat het hoogteverschil vooraan te groot was om een rolstoeltoegankelijk pad te voorzien (tenzij er een zigzag-talud doorheen heel de voortuin gemaakt werd). Het is dus steeds de keuze gebleven om de rolstoeltoegankelijke toegang achteraan te behouden. Deze is tevens vlakbij de voorbehouden plaatsen voor mensen met een gehandicaptenkaart. Er wordt zelfs overwogen een extra parkeerplaats voor mensen met een gehandicaptenkaart aan te vragen indien er aan de intekening van de parkeerplaatsen iets zou wijzigen.

De toegang tot het dienstencentrum wordt door deze verbouwing verruimd naar 3 mogelijkheden: de gekende achteringang en de nieuwe ingang vooraan naar keuze via de trap of via de helling van de parking naar de voordeur.

Omdat er inhoudelijk geen enkele wijziging gebeurde aan de werking van het dienstencentrum werd dit niet voorgelegd aan de seniorenraad.

Dit voorstel werd wel besproken op de centrumraad van DC De Waaier van 4 juli 2016.

 

         Wat is de kostprijs van de werken (inclusief werkuren, blijkbaar 3à 4 werklieden gedurende meer dan 14 dagen) ?

De totale kostprijs, werkuren en materialen, bedraagt momenteel € 10.280. De voortuin moet nog wel aangeplant worden. De kosten voor plantgoed en werkuren voor aanplanting zijn hier nog niet bij geteld.

 

         Is het CBS van oordeel dat deze werken esthetisch verantwoord zijn, wetende dat het pand van de Waaier vermeld wordt in de Inventaris Bouwkundig erfgoed (herenhuis met tuin Dorpsstraat 111)?

Aan de neoclassicistische voorgevel van het herenhuis is er vrij weinig veranderd. Als de aanplantingen in de voortuin zijn uitgevoerd zullen de gebruikte betonnen keerelementen ook veel minder in het oog springen en de voortuin terug vrij dicht aansluiten bij de voormalige aanleg: een centraal toegangspad met aan beide zijden een groenperk.

Of de meer moderne aanleg van de voortuin mooi is, is een kwestie van ieders smaak. Er zijn alvast ook al positieve reacties gekomen op de aanpassingen.

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 29/05/2017. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 29 mei 2017.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 29 mei 2017 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

JAARREKENING 2016 VAN OCMW LIER . GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In de filosofie van de beleids- en beheerscyclus hoort de jaarrekening bij de fase van de beleidsevaluatie. De jaarrekening geeft een zicht op de mate waarin de (prioritaire) doelstellingen werden gerealiseerd.

De jaarrekening volgt heel nauw de structuur, vorm en inhoud van het budget. Op deze wijze wordt maximale transparantie en toegankelijkheid gegarandeerd. Het laat een duidelijke vergelijking toe van wat was gepland (budget) en wat uiteindelijk is gerealiseerd (jaarrekening).

 

De jaarrekening bestaat uit drie delen:

         De beleidsnota

         De financiële nota

         De samenvatting van de algemene rekeningen

         Tot slot wordt er eveneens een toelichting voorzien.

 

Het exploitatieresultaat in de rekening 2016 is negatief voor een bedrag van € 163.741

Het financieel boekjaar 2016 wordt afgesloten met een positief resultaat op kasbasis van 7.823.001 EUR.  De autofinancieringsmarge is € 261.969, deze is positief er dient geen beroep te worden gedaan op bijkomende gemeentelijke bijdrage.

 

Adviezen

Advies College van Burgemeester en Schepenen  gegeven  in zitting van 15 mei 2017 Goedkeuring  jaarrekening 2016 door de raad voor Maatschappelijk Wezlijn van de Stad Lier in zitting van 23 mei 2017.

 

Juridische grond

Besluit van de Vlaamse Regering van 25/6/2010 betreffende de beleids-en  beheerscyclus

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

9 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art. 1 :

De gemeenteraad beslist de jaarrekening 2016 van het OCMW Lier  goed te keuren.

 

Art. 2 :

De gemeenteraad beslist om de jaarrekening van 2016 van OCMW Lier door te sturen naar de diensten van toezicht.

 

Opdrachten:

De OCMW raad geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

financiële dienst

overmaken dossier aan toezicht

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

JAARREKENING SOLAG 2016  - BBC - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De jaarrekening SOLag 2016 werd unaniem vastgesteld door de raad van bestuur SOLag op datum 25 april 2017. De bedrijfsrevisor heeft in opdracht van de stad Lier de jaarrekening nagekeken in de periode maart-april 2017.

 

Feiten en context

In toepassing van artikel 23 van de statuten SOLag wordt de boekhouding gevoerd onder verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur. De raad van bestuur stelt de jaarrekening vast en maakt deze ter goedkeuring over aan de gemeenteraad, overeenkomstig en de bepalingen van het Gemeentedecreet en onverminderd de kwijting aan de bestuurders. De gemeenteraad keurt de jaarrekening goed in overeenstemming met de bepalingen op de financiële controle en onverminderd de kwijting aan de bestuurders. De financiële controle is bepaald in artikel 19 van de statuten en bepaald dat de financiële controle door een erkend bedrijfsrevisor dient te worden uitgevoerd.

Ten aanzien van de vaststelling door de Raad van Bestuur heeft BDO opgemerkt dat de tabel TJ7 op pagina 22 van de Jaarrekening nota een fout bevatte te wijten aan een  softwareprobleem in het boekhoudpakket BBC. Deze fout werd opgelost en de correcte tabel werd toegevoegd aan het commissarisverslag 2016 - BBC full.

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

9 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de jaarrekening 2016 SOLag volgens BBC goed en verleent kwijting aan de bestuurders.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

JAARREKENING SOLAG 2016 VOLGENS VENNOOTSCHAPSBOEKHOUDING (VENICE) - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De jaarrekening SOLag 2016 volgens vennootschapsboekhouding werd unaniem vastgesteld door de raad van bestuur SOLag op datum 25 april 2017. De bedrijfsrevisor heeft in opdracht van de stad Lier de jaarrekening nagekeken in de periode maart –april 2017.

 

Feiten en context

In toepassing van artikel 23 van de statuten SOLag wordt de boekhouding gevoerd onder verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur. De raad van bestuur stelt de jaarrekening vast en maakt deze ter goedkeuring over aan de gemeenteraad, overeenkomstig en de bepalingen van het Gemeentedecreet en onverminderd de kwijting aan de bestuurders. De gemeenteraad keurt de jaarrekening goed in overeenstemming met de bepalingen op de financiële controle en onverminderd de kwijting aan de bestuurders. De financiële controle is bepaald in artikel 19 van de statuten en bepaald dat de financiële controle door een erkend bedrijfsrevisor dient te worden uitgevoerd.

 

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

9 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de jaarrekenng 2016 SOLag volgens vennootschapsboekhouding goed en verleent kwijting aan de bestuurders.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

BUDGETWIJZIGING 1 2017 STAD LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In de gemeenteraad van december 2016 werd het budget 2017 en aanpassing meerjarenplan 2014-2019 goedgekeurd.

 

Feiten en context

In deze budgetwijziging worden enkele aanpassingen aangebracht aan de verschillende deelbudgetten (exploitatie en investering). Eveneens wordt het resultaat van het dienstjaar 2016 verwerkt. De verschillende aanpassingen worden toegelicht in de bijgevoegde nota.

 

Samenvatting van de resultaatsbestemming 2016, voorgestelde budgetwijzigingen en impact op resultaat op kasbasis 2017 :

 

 

Rekening houdend met de voorgestelde budgetwijzigingen blijft er dus momenteel een positief resultaat op kasbasis in budget 2017 van 42.871 EUR.

 

De voorgestelde budgetwijziging past in het goedgekeurde meerjarenplan :

         Het resultaat op kasbasis blijft positief en bedraagt 42.871 EUR

         Autofinancieringsmarge 2017 bedraagt 37.672 EUR en is daarmee beter dan het in december 2016 goedgekeurde MJP (- 29.722 EUR).

 

De voorgestelde budgetwijziging past binnen het goedgekeurde meerjarenplan en kan aldus ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet art. 43 §2 en art. 57 §1

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende BBC

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

11 stemmen tegen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Patrick Tersago, Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 onthouding: Freddy Callaerts

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 11 stemmen tegen - 1 onthouding

 

BESLUIT

Art 1 :

De eerste budgetwijziging 2017 van de stad Lier resulteert in een resultaat op kasbasis van 42.872 EUR en een autofinancieringsmarge van 37.672 EUR. De budgetwijziging past in het eerder goedgekeurde meerjarenplan.

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt de eerste budgetwijziging 2017 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

AFREKENING BRANDWEERBIJDRAGEN 2013 OVER WERKINGSJAAR 2012. POSITIEF ADVIES.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De stad Lier ontvangt in principe jaarlijks een bijdrage voor de bescherming die het brandweerkorps heeft geleverd aan de gemeente Ranst. Deze afrekening gebeurt door de Federale Diensten van de Gouverneur.

 

Feiten en context

Met haar schrijven van 31/5/2017 informeert de gouverneur de stad Lier dat zij de afrekening voor het werkingsjaar 2012 hebben opgemaakt. Op basis van deze afrekening heeft de stad recht op een bijdrage van 359.551,15 EUR, waarvan we in het verleden reeds 263.669,61 EUR voorschot hebben ontvangen.

 

In het najaar van 2017 zal dus in principe het saldo van 96.484,42 EUR worden uitbetaald, op voorwaarde dat de minister de afrekeningen goedkeurt.

 

De gouverneur verzoekt de gemeenteraad om binnen de 60 dagen advies uit te brengen over deze afrekening.

 

Adviezen

De financieel beheerder geeft een positief advies bij de voorgestelde afrekening.

We merken bovendien nog op dat bovenop deze afrekening nog volgende afrekeningen moeten afgerond worden :

- Afrekening werkingsjaar 2013 en 2014 (voorschotten reeds ontvangen)

- Dit jaar hebben we de voorschotten voor werkingsjaar 2014 ontvangen (287.838 EUR, cfr. budgetwijziging 1 2017).

 

Wat de timing van deze afrekeningen betreft zijn we afhankelijk van de Federale Diensten van de Gouverneur.

 

Er zijn reeds een aantal beschermde gemeenten naar de Raad Van State getrokken omdat zij de berekeningswijze van de afrekeningen betwisten. In afwachting van een uitspraak heeft de gouverneur echter beslist om uitvoering te geven aan de bestaande afrekeningen op basis van de in het verleden goedgekeurde berekeningsmethodieken.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

2/9/1/7

Inning achterstallige brandweerbijdragen

 

In het budget 2017 werd geen ontvangst gebudgetteerd voor de achterstallige bijdragen omdat er geen zicht was op concrete bedragen. Via de budgetwijziging worden de ontvangen voorschotten werkingsjaar 2014 aan het budget 2017 toegevoegd. Voor wat betreft de afrekening werkingsjaar 2012 voorzien we nog geen budgettaire ontvangst omdat er nog onduidelijkheid is omtrent de concrete timing.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad geeft positief advies aan de afrekening van de brandweerbijdrage over het werkingsjaar 2012.

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

BURGEMEESTERSCONVENANT VOOR KLIMAAT EN ENERGIE - ACTIEPLAN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2016 over de ondertekening van het burgemeestersconvenant voor klimaat en energie.

 

Feiten en context

Door het ondertekenen van het Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie heeft de stad zich geëngageerd om te streven naar klimaat- en energiebeleidskader 2030 aangenomen met nieuwe klimaat- en energiedoelstellingen: de interne vermindering van de uitstoot van de broeikasgassen met ten minste 40 %, ten minste 27 % van de verbruikte energie in de EU uit hernieuwbare energiebronnen en een energiebesparing van ten minste 27 %.

 

Ondertussen werd via een interne, lokale stuurgroep en een inspraakmoment met de ondersteuning van IGEMO tot een ontwerpplan gekomen.

 

Het doel is om tot een actieplan te komen om de doelstellingen na te streven.

 

Fasering

 

Kennisname van het ontwerpactieplan voor klimaat en energie en adviesvraag aan de milieu- en natuurraad, de economische raad, de mobiliteitsraad, GECORO en de woonraad door het college van burgemeester en schepenen

8 mei 2017

Advies van de milieu- en natuurraad, de economische raad, de mobiliteitsraad, GECORO

17 mei 2017

Principiële goedkeuring van het ontwerpactieplan voor klimaat en energie na advies van de adviesraden door het college van burgemeester en schepenen

29 mei 2017

Goedkeuring van het ontwerpactieplan voor klimaat en energie door de gemeenteraad

26 juni 2017

 

Adviezen

Over dit plan werd op 17 mei 2017 een advies geformuleerd door de economische raad, de mobiliteitsraad, de GECORO en milieu- en natuurraad:

 

Hieronder worden de adviezen beknopt weergegeven:

 

Advies milieu- en natuurraad van 17 mei 2017:

Zij geven een aantal algemene opmerkingen, nl.:

         Het ontwerpplan is een eerste stap in de goede richting. Het is zeer goed dat de stad deze stap zet, maar de stap kan veel groter. Zij vragen naar een engagement om effectief de CO2-uitstoot te verminderen

         In het klimaatactieplan staan veel acties, maar deze zijn niet concreet en veel identieke algemene acties komen terug bij diverse factoren binnen de samenleving.

         Zij vragen voor de opgesomde maatregelen de noodzakelijke informatie om de kosten-batenanalyse op te maken (meer concrete info over de maatregel, hoeveelheid CO2-uitstoot, de kosten van de maatregel, wie de kosten zal dragen)

         Zij hebben twijfels bij de haalbaarheid van de timing, omdat 2030 geen verre toekomst is en op de vragen van concrete acties nog geen concreet antwoord gegeven kan worden. Zij vragen daarom dat een jaarplanning wordt opgemaakt worden met een aanduiding van hoeveel CO2 er per jaar moet afgebouwd worden, welke concrete acties daarvoor zullen ondernomen worden en hoeveel budget hiervoor kan voorzien worden (liefst door middel van tabellen of grafieken).

         Een belangrijk aandachtspunt is de sensibilisering van de bevolking om hen te stimuleren om de doelstellingen van het klimaatactieplan te behalen, waarvoor zeker het nodige budget vereist is.

         Het klimaatactieplan is weinig ambitieus en er zouden enkele maatregelen opgelegd kunnen worden, zoals: het opwekken van hernieuwbare energie bij nieuwe groepswoningbouw, scholen verplichten van energiebesparende maatregelen uit te voeren, bedrijven verplichten hernieuwbare energie op te wekken, landbouwers aanplanting van groen opleggen, gaan voor CO2-arme logistiek in het centrum

         Voor veel maatregelen zal de stad actief moeten samenwerken ook op Vlaams niveau. Door deze samenwerking kan de stad een hogere overheid en andere instanties aanspreken en kan ene actie meer draagkracht krijgen. Er staan nu reeds mogelijke partners vermeld, maar de milieu –en naturrraad stelt voor dat de stad een actieplan uitwerkt hoe zij de andere instanties zullen benaderen en aanzetten acties te doen.

 

De Milieu –en natuurraad geeft matig positief advies onder voorbehoud dat er snel concrete acties worden opgesteld door de Stad en dat er op korte termijn (6 maanden) een feedback volgt met de stand van zaken: wat is in uitvoering, wat is gepland en wat is reeds gerealiseerd. Zo kan er op tijd bijgestuurd worden waar dat nodig moest zijn.  Het actieplan op zich is goed, maar is weinig ambitieus. Dit stimuleert de bevolking en bedrijven nauwelijks tot het voorzien van maatregelen om de CO2-uitstoot te verminderen.

Advies mobiliteitsraad:

De mobiliteitsraad wijst erop dat er door Lier vaal doorgaand verkeer is met de Ring en de gewestwegen. Hierop heeft de stad weinig impact. Creativiteit om hierop CO2 te verminderen zal dan ook creativiteit vragen. Het STOP-principe is van groot belang. Maatregelen dienen in nauwe samenwerking met ruimtelijke ordening en ruimtelijke planning genomen te worden. De mobiliteit zal blijven en zal op een andere manier ingevuld worden. De mobiliteitsraad stelt dat de actiepunten ambitieuzer mochten. Sensibilisering blijft belangrijk om de mensen bewust te maken van het probleem.

 

Deze adviesraad geeft specifiek advies bij volgende acties of groepen van acties:

         Efficiënt openbaar vervoer: het aanbod moet nog verder uitgewerkt worden.

         "Fietsinfrastructuur verbeteren" en "ontmoedigen autoverkeer": wanneer de fietsinfrastructuur verbetert, wordt het autoverkeer automatisch ontmoedigd én als de veiligheid van de fietsers op de weg vergroot, nemen meer mensen de fiets. Het is dus belangrijk om mee te nemen bij nieuwe en grotere projecten.

         milieuvriendelijke technologieën: dit zal blijven evolueren

         autodelen: verder promoten en meenemen in ruimtelijke ordening

         "stricter implementeren van het STOP-principe" en "duurzaam verplaatsingsgedrag": fietsers- en voetgangers op de eerste plaats laten komen

         duurzaam vrachtvervoer: suggestie van fietskoeriers

         bewonerskaarten: regels aanpassen, nl. ook eerste bewonerskaart betalend maken

         duurzaam pendelen: dit zou door bedrijven nog verder en beter gestimuleerd kunnen worden

 

Advies economische raad:

Zij benadrukken dat de bereikbaarheid van de binnenstad niet in het gedrang mag komen. Allerlei experimentele ingrepen zouden het bereikte resultaat te niet doen.

 

Vooral KMO’s in Lier hebben niet altijd de financiële en logistieke middelen om investeringen en/of inspanningen te doen die pas op (heel) lange termijn de één of andere return geven. We zijn nu eenmaal meestal geen grote multinationals die veelal kunnen en willen meedoen aan eye-catchers als het over dit onderwerp gaat.

Zij hopen dat zowel de letter en de geest van dit convenant deze 2 bezorgdheden/behoeften als basisbeginsel vermelden. Zij vragen dat de tekst over de bedrijven aangepast wordt, zodat het niet geïnterpreteerd kan worden dat zij er geen ‘aandacht’ of ‘interesse’ voor hebben.

 

Zij wijzen erop dat ondernemers, bedrijven en handelaars meer dan andere partijen betrokken zijn in het klimaatgebeuren. Zij merken dit aan de stijgende kosten voor energie, transport en afvalverwerking, maar ook aan de strengere wetgeving.

 

Ook werken in eigen omgeving, het consumeren van producten van eigen lokale handelaars is een zeer belangrijke en duurzame doelstelling!

 

Advies GECORO:

De acties zijn niet concreet genoeg geformuleerd. Er is ook onduidelijkheid wie en wanneer deze gaat realiseren. Zij wensen ook duidelijkheid over wie aanspreekpunt is om acties op te starten en uit te werken en het aanspreekpunt voor buurtparticipatie.

 

Vraag tot toevoeging van een aantal acties of aanvullingen bij acties:

         Aanvulling bij 2.1.09: ... door de stad inzetten op openbaar groen.

         Actie toevoegen onder 2.1.: "Stimuleren van vergroening van wijken met betrokkenheid van en door burgers voor zowel openbaar als privé domein."

         Aanvulling bij 7.1.01: Opmaak van verordeningen die tot de doelstelling van de convenant bijdragen: opleggen van minimale buitenruimten en groenvoorzieningen, …

         Aanvulling bij 2.1.10: Keuze van aanplant van boomsoorten die fijn stof opnemen.

         Aanvulling bij 2.1.11: Bij heraanleg van straten en pleinen, optimaal inzetten op vergroening.

         Actie toevoegen: Controle op de reglementen die bijdragen tot realisatie van de doelstellingen van de convenant (hemelwaterverordening, parkeerverordening).

         Actie toevoegen: De stad moet budgetten vrijmaken voor het realiseren van de doelstellingen van de convenant.

         Aanvulling bij acties 2.1: "Integreren in de opmaak van planningsprocessen."

         aanvulling bij acties 1.6: GECORO opnemen als mogelijke partners voor acties.

         aanvulling bij acties 7.1: GECORO opnemen als mogelijke partners voor acties.

         Aanvulling bij actie 5.3.06: duurzaam verplaatsingsgedrag, promoten van fietsverbindingen zoals fiets-o-strades.

         Actie toevoegen: Ondersteuning van ambulante handel dat verkeer uit de binnenstad haalt door aan huis of op georganiseerde plaatsen te leveren.

 

 

 

Juridische grond

In oktober 2014 heeft de Europese Unie het klimaat- en energiebeleidskader 2030 aangenomen met nieuwe klimaat- en energiedoelstellingen: de interne vermindering van de uitstoot van de broeikasgassen met ten minste 40 %, ten minste 27 % van de verbruikte energie in de EU uit hernieuwbare energiebronnen en een energiebesparing van ten minste 27 %.

 

Argumentatie

De stad heeft een ontwerp klimaatactieplan voor klimaat en energie voor advies aan een aantal adviesraden voorgelegd.

 

De adviesraden formuleerden een aantal algemene opmerkingen. Deze worden hieronder opgenomen:

         Men vindt het ontwerpplan een eerste stap in de goede richting, maar het werd niet concreet en ambitieus genoeg bevonden. Een algemene opmerking hieraan verbonden is, dat er veel acties in het actieplan vermeld staan. Er heerst ook twijfel over de haalbaarheid van de timing, omdat 2030 geen verre toekomst is en op de vragen van concrete acties nog geen concreet antwoord gegeven kan worden

Het is echter niet evident om concrete informatie en acties op te nemen in het actieplan,  zoals bijvoorbeeld het aangeven hoeveel CO2-uitstoot vermindering zal gerealiseerd kunnen worden, hoeveel budget hiervoor voorzien is, ... Dit hangt samen met de manier van uitvoering van de actie. Ook de veelheid aan acties hangt samen met de diversiteit aan invalshoeken waarmee de stad het engagement wil nastreven. In de toekomst zullen er zeker en vast opportuniteiten volgen om in te passen in de opgenomen acties in het actieplan. In de navolging na de goedkeuring van het actieplan volgt er nog en traject, waarbij de stad de uitvoering van de acties wil plannen en doen. Op basis van toekomstige evoluties kan de stad inspelen door meer ambitieuze acties. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het opwekken van hernieuwbare energie bij nieuwe groepswoningbouw.

         Sensibilisering van o.a. de bevolking wordt aangegeven als een belangrijk aandachtspunt. Hiervoor zal de stad voldoende aandacht schenken, maar zal hiervoor ook samenwerken met andere partners om aan sensibilisering te doen.

         Het aanspreekpunt over de coördinatie van het project ligt bij de consulent duurzame ontwikkeling. Op deze manier kan er opvolging gegeven worden.

 

De adviesraden formuleerden tevens een aantal opmerkingen per thema.  De opmerkingen handelen over enerzijds mitigatie (verminderen van de CO2-uitstoot) van woningen, tertiaire sector, bedrijven, particulier en commercieel vervoer, de stad als organisatie en anderzijds adaptatie (verminderen van het effect van de klimaatverandering). Tenslotte gaven de adviesraden nog een opmerking over communicatie en participatie. Een aantal opmerkingen hebben geleid tot wijzigingen en andere niet. De opmerkingen werden stuk voor stuk afgewogen. De wijze van afhandeling zit als bijlage bij dit punt.

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

12 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het actieplan voor klimaat en energie goed.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

milieu- en natuurraad

1

mobiliteitsraad

1

economische raad

1

GECORO

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

MASTERPLAN EN VERFIJNING 'RING WEST' MET BIJHORENDE SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN. GOEDKEURING. MASTERPLAN STATIONSOMGEVING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         28 juli 2006: Goedkeuring PRUP Bosstraat (MB)

         24 september 2009: Goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst betreffende de gewestweg R16 te LIer ten behoeve van de ontsluitingslus ter hoogte van Boomlaarstraat - Tramweglei (GR)

         14 december 2009: Goedkeuring masterplan Stationsomgeving (GR)

         14 december 2009: Goedkeuring overeenkomst stationsomgeving stad Lier (GR)

         1 september 2014: Goedkeuring beleidsvisie detailhandel (GR)

         29 juni 2015: Principiële goedkeuring van het masterplan Ring West (CBS)

         23 november 2015: Ring West en stationsomgeving: goedkeuring voortzetten traject, stedenbouwkundige begeleiding studiebureau BUUR en vastlegging (CBS)

         1 februari 2016: Masterplan Ring West - Deelproject Wautex - goedkeuring standpunten (CBS)

         1 februari 2016: Oprichten voorbereidende groep stationsomgeving (CBS)

         29 februari 2016: Uitbreiding microsimulatie ovonde - vastlegging voor BUUR (CBS)

         23 mei 2016: Strategisch project stationsomgeving en masterplan Ring West. STAND VAN ZAKEN

         6 juni 2016: Strategisch project stationsomgeving en masterplan 'Ring West' – Visie Tramweglei en verkeerscirculatieplan. Goedkeuring (CBS)

         2 mei 2017: Masterplan Ring West - verfijning deel Condius. PRINCIPIËLE GOEDKEURING

 

Situering

Het plangebied behelst de gronden - binnenkant en palend aan de ring R16 tussen de door te trekken Tramweglei aan de noordzijde en het kruispunt van de Mechelsesteenweg ten zuiden.

Op masterplan niveau wordt het plangebied (van noord naar zuid) verdeeld in volgende zones: zone ‘Bosstraat noord’ of zone 'Condius', zone ‘Stoelen/Van Houtven/Claes’, zone ‘Wautex’ en zone ‘Oude Bosstraat’.

 

Feiten en context

In 2009 keurde de stad het 'Masterplan Stadsvernieuwingsproject Stationsomgeving Lier' en de Samenwerkingsovereenkomst 'Stationsomgeving stad Lier' goed.

 

Over dit masterplan werden met de betrokken actoren (NMBS, Infrabel, De Lijn, Stedenbeleid, AWV) na uitgebreid overleg, reeds de nodige afspraken gemaakt.

 

Het project werd 'On Hold' gezet omwille van het doorkruisen van het dossier 'Tweede Havenontsluiting'. De opmaak van het planMER (milieueffectenrapportage) werd doorlopen. Vier tracés werden onderzocht in een trechteringstudie. Op basis van de resultaten van de trechteringstudie (10/06/2013) werden aanvullende richtlijnen bij het planMER opgesteld: nog slechts 2 mogelijke varianten werden onderzocht. Beide weerhouden tracés in kader van planMER passeren niet meer door de stationsomgeving van Lier.

 

De stad Lier maakt een nieuwe opstart van het stationsproject als logische uitloper van eerdere planningsprocessen.

 

Met name de dringende verwezenlijking van o.a. de ontsluitingsweg richting station is van belang. Tevens wenst de stad de  projecten die in de pijplijn zitten rondom de stationsomgeving te actualiseren én de respectievelijke partners mee te betrekken in een vernieuwde samenwerkingsovereenkomst.

 

Het masterplan vertrekt vanuit 5 strategische doelstellingen:

         Een performantie multimodale knoop

         Een krachtig eindpunt voor de stedelijke route

         Een representatieve entree tot de stad

         Een volwaardige tweede stationszijde

         Een verzachting van de breuk in het weefsel

 

Binnen de derde pijler 'Een representatieve entree tot de stad' moeten de ontsluitingsweg station en het aangrenzende project worden gesitueerd.

 

Concreet wordt ingezet op volgende middelen in om deze doelstelling te bereiken:

         de integratie van een 'parkway' in een hoogwaardige publieke ruimte met een stedelijk karakter i.p.v. de afzondering in een verkeersomgeving

         een hoogwaardige landschappelijke aanleg van de ontsluitingsweg en zijn omgeving

         een verkeersregime dat afgestemd is op binnenstedelijk verkeer

         de ontwikkeling van de omgeving van de weg tot een volwaardige stedelijke structuur, waarbij de belevingswaarde en het programma van de bebouwing het representatieve, stedelijke karakter van de route versterken

 

In kader van het masterplan 'Stationsomgeving' wordt een update voorzien betreffende de inplanting van het logistiek centrum (LCI). Het concept van de ondergrondse stationsparking wordt gewijzigd van ondergronds parkeren naar parkeergebouw.

 

 

Studiebureau BUUR heeft in opdracht van de private actoren Wautex en Condius het masterplan ‘Ring West’ opgemaakt. Het masterplan werd door het college principieel goedgekeurd op 29 juni 2015. Op vraag van Wautex werd er een verfijning goedgekeurd in collegezitting van 1 februari 2016. Voor het deelproject Condius werd een verfijning principieel goedgekeurd in collegezitting van 2 mei 2017.

 

De onderhandelingen omtrent de stationsontsluitingsweg hebben geresulteerd in de afronding en verfijning van het masterplan 'Ring West'

 

Het aangepaste masterplan 'Ring West' zal als bijlage gevoegd worden bij dit besluit. Het aangepaste masterplan is ondergeschikt aan de afspraken gemaakt in dit besluit.

 

De onderhandelingen omtrent de stationsontsluitingsweg hebben ook geresulteerd in de opmaak van diverse samenwerkingsovereenkomsten met de betrokken projectontwikkelaars.

 

De stad sluit tevens een samenwerkingsakkoord af met AWV voor de aanleg van de stationsontsluitingsweg.

 

 

 

 

Overeenkomsten af te sluiten in kader van de ontwikkeling Ring West

 

De projecten Wautex, Condius en De Vos worden beschouwd als een ‘plan met onderhandeling’ . De te verlenen bouwrechten zijn aanzienlijk, de stad stelt daar een aantal waarborgen en lasten tegenover in een overeenkomst. Het verlenen van deze bouwrechten zijn dus geen losstaand gegeven op zich.

 

Er is nood aan een overeenkomst om de ontsluiting van de sites en het goed functioneren van de verkeersstromen tot een goed einde te brengen. De stad legt op haar beurt de infrastructuur en de publieke ruimte aan die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling.

 

De stad stelt, bij goedkeuring van het masterplan een samenwerkingsovereenkomst op met deze wederzijdse rechten en plichten.

 

 

 

MASTERPLAN 'RING WEST'

 

Het definitieve masterplan is te zwaar om aan dit besluit te koppelen en zal via het webplatform of papieren versie beschikbaar worden gesteld.

 

Situering

Het plangebied behelst de gronden - binnenkant en palend aan de ring R16 tussen de door te trekken Tramweglei aan de noordzijde en het kruispunt van de Mechelsesteenweg ten zuiden.

 

Op masterplan niveau wordt het plangebied (van noord naar zuid) verdeeld in volgende zones: zone 'Condius' (gebied tussen R16, Tramweglei, Bosstraat) , zone ‘Stoelen/Van Houtven/Claes’ (ten noorden van de Boomlaarstraat tot aan het huidige kruispunt met de R16), zone ‘Wautex’ (site 'Den Boom' naast de R16) en zone ‘Oude Bosstraat’ (ten zuiden van site 'Den Boom', tussen R16, Frans Bogaertslaan en Mechelsesteenweg).

 

 

Probleemstelling deelzone ‘Condius’

         Het is noodzakelijk dat een masterplan voor de totaliteit van deze zone wordt opgemaakt.

         De percelen worden gekruist door 3 hoogspanningsleidingen

         Heraanleg van de Bosstraat is nodig

 

 

Programma deelzone 'Condius'

 

Percelen De Vos en voorste perceel Leys zijn niet in eigendom van Condius.

 

Na een onderhandelingsronde met Elia blijft enkel het scenario met bovengrondse hoogspanningsleidingen over.

 

Deelenveloppes:

Condius: 15616 m² BVO.

Leys (bestaande woning Bosstraat): 1700 m² BVO.

De Vos (hoek Tramweglei): 4100 m² BVO.

 

Verordening detailhandel: enkel functiewijzigingen naar wonen toegelaten. Detailhandel noch diensten toegelaten.

 

Het ontwerp voorziet naast 'traditioneel' wonen, ook vrije beroepen, een crèche en assistentiewoningen met zorgfuncties. De zorgfuncties zullen qua type en dimensies in verhouding staan tot de behoefte van de assistentiewoningen.

 

Qua bouwhoogte bouwt het project af naar de Bosstraat (3 bouwlagen).

Het ontwerp heeft aan de zijde van de ring een gabarit van maximaal 8 bouwlagen.

 

Het voorgestelde ontwerp kadert binnen het concept van de 'representatieve entree tot de stad' vanuit het masterplan stationsomgeving. De belevingswaarde en het programma van de bebouwing versterken het representatieve, stedelijke karakter van de route.

 

Het project dient te beschikken over hoogwaardige architecturale kwaliteit.

Voorafgaandelijk aan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient het project te worden voorgelegd aan de kwaliteitskamer van de stad.

 

De stad vraagt aandacht voor de wijze van ophaling van het huisvuil. De ontwikkelaar dient hiervoor contact op te nemen met het technisch bureau van het departement infrastructuur.

 

De publieke ruimte schakelt zich in het netwerk van de stationsbuurt, onder meer in dat van het naastgelegen project ‘Charon’. De centrale groene ruimte is privaat, maar volledig toegankelijk.

Het erf op de grens tussen Condius en De Vos wordt openbaar domein en moet samen gebruikt worden.

 

Ontsluiting van het project rechtstreeks op ontsluitingsweg station is gezien het statuut van deze ontsluitingsweg vanuit het masterplan stationsomgeving niet toegestaan .

 

In kader van stationsproject werd een verkeerscirculatieplan van de buurt goedgekeurd in collegezitting van 6 juni 2016.

 

Toetsing aan de parkeerverordening dient nog nader te gebeuren in kader van de omgevingsvergunning.

 

 

Ontwikkelingsvoorwaarden Condius

 

Condius zal niet aansluiten op de ontsluitingsweg, maar op de Bosstraat. Hierdoor zal de Bosstraat ook grondig heraangelegd moeten worden.  De kosten voor heraanleg van de Bosstraat tot en met de nieuwe aansluiting op de Tramweglei  (aansluiting gezamenlijk met het project Charon) zullen moeten gedragen worden door de ontwikkelaar.

 

Het project kan pas ontsluiten na heraanleg van de Bosstraat.

 

De interne ontsluitingswegen worden minimaal openbaar domein en worden na aanleg gratis en onbelast afgestaan. Het erf op de grens tussen Condius en De Vos wordt openbaar domein en moet samen gebruikt worden.

 

De gronden noodzakelijk voor de aanleg van de ontsluitingsweg naar het station worden gratis en onbelast afgestaan aan AWV of de stad.

 

Een omgevingsvergunning om te bouwen of te verkavelen kan pas ingediend worden voor het Condius project nadat de omgevingsvergunning voor de aanleg van de stationsontsluitingsweg  , die door AWV zal worden aangevraagd, volledig en ontvankelijk is verklaard. Tenzij Condius instaat voor opmaak van het rooi- en onteigeningsplan tot afstand van haar 'deel'.

 

 

Vooraf in overeenkomst

 

         De gronden noodzakelijk voor de aanleg van ontsluitingsweg station worden gratis en onbelast afgestaan aan AWV of de stad.

         Het project dient te ontsluiten op de Bosstraat. Hierdoor zal de Bosstraat grondig moeten heraangelegd worden. De kosten voor heraanleg van de Bosstraat tot en met de nieuwe aansluiting op de Tramweglei  (aansluiting gezamenlijk met het project Charon) moeten gedragen worden door de ontwikkelaar. Ontsluiting van het project is pas mogelijk na heraanleg van de Bosstraat (tussen Tramweglei en Boomlaarstraat).

 

De stad zal op haar beurt de infrastructuurwerken en publieke ruimte van de ontsluitingsweg, die nodig zijn voor de ontwikkeling, technisch uitwerken en aanleggen.

 

Als last in de stedenbouwkundige vergunning

 

De interne ontsluitingswegen worden minimaal openbaar domein en worden na aanleg gratis en onbelast afgestaan.

 

 

Ontwikkelingsvoorwaarden De Vos

 

Het project De Vos zal niet aansluiten op de ontsluitingsweg, maar op de Bosstraat. Het project kan pas ontsluiten na heraanleg van de Bosstraat.

 

De interne ontsluitingswegen worden minimaal openbaar domein en worden na aanleg gratis en onbelast afgestaan. Het erf op de grens tussen Condius en De Vos wordt openbaar domein en moet samen gebruikt worden.

 

De gronden noodzakelijk voor de aanleg van de ontsluitingsweg naar het station worden gratis en onbelast afgestaan aan AWV of de stad.

 

Een omgevingsvergunning om te bouwen of te verkavelen kan pas ingediend worden voor het  project 'De Vos' nadat de omgevingsvergunning voor de aanleg van de stationsontsluitingsweg,  die door AWV zal worden aangevraagd, volledig en ontvankelijk is verklaard. Tenzij De Vos instaat voor opmaak van het rooi- en onteigeningsplan tot afstand van haar 'deel'.

 

 

Vooraf in overeenkomst

 

         De gronden noodzakelijk voor de aanleg van ontsluitingsweg station worden gratis en onbelast afgestaan aan AWV of de stad.

 

De stad zal op haar beurt de infrastructuurwerken en publieke ruimte, van de ontsluitingsweg, die nodig zijn voor de ontwikkeling technisch uitwerken en aanleggen.

 

 

Als last in de stedenbouwkundige vergunning

 

De interne ontsluitingswegen worden minimaal openbaar domein en worden na aanleg gratis en onbelast afgestaan.

 

 

Probleemstelling deelzone Wautex

         De ontsluiting van de Wautex site is problematisch. Het sluiten van de middenberm op de R16 t.h.v. de Boomlaarstraat, het afsluiten van de Boomlaarstraat en de inplanting van de nieuwe stationsontsluitingsweg zoals tot op heden uitgetekend door AWV zullen deze conflictsituatie nog versterken.  

         Het aantal parkeerplaatsen op de huidige Wautex site blijkt te weinig op winkeldagen zoals de zaterdag.

         Voor de onbebouwde percelen tussen de Boomlaarstraat en het Wautex complex laat het PRUP Bosstraat enkel een woonontwikkeling toe, bij ontwikkeling naar wonen zal deze doorkruist worden met handelsverkeer van- en naar de Wautex site, wat naar ruimtelijke kwaliteit niet aanvaardbaar is.

 

 

Programma deelzone Wautex

 

Ontsluiting site komt aan de oostelijke kant van de site te liggen, aan de zijde van de verkaveling Bosstraat. Gebouwen krijgen daardoor een voorkant situatie aan beide zijden.

 

Commercieel: 7900 m² netto winkelvloeroppervlakte (WVO) (8 winkels)

 

Huidige netto winkelvloeroppervlakte (WVO): 5474,6 m² (6 winkels)

--> De maximum toename netto winkelvloeroppervlakte dient herleid naar een toename van tweemaal de oppervlakte van de grootste winkel die zich momenteel op de site bevindt, zijnde AS Adventure met 1185 m² WVO.

--> Dit brengt de toegelaten WVO op de site in totaliteit op 7900 m².

--> Deze handelszaken zullen niet opsplitsbaar zijn.

 

Branchering: buiten detailhandelsconcentratie A (stedelijke handelsas met kernwinkelgebied) zijn nieuwe winkels of uitbreiding van winkels met periodieke goederen niet toegestaan. Branchering moet worden onderhandeld.

 

Toetsingsprincipe: de keuzes moeten voorgelegd worden aan de stad ifv gerichte branchering.

 

In analogie met de detailhandelsconcentratie B Antwerpsesteenweg uit de stedenbouwkundige verordening worden enkel administratieve diensten toegelaten.

 

Volgens de beleidsvisie detailhandel wordt handel enkel toegestaan op gelijkvloers. Het masterplan voorziet een klein programma aan detailhandel op eerste verdieping op enkele welomlijnde plaatsen. Dit is aanvaardbaar.

 

Dienstverlening, kantoren: 1800 m² BVO (bruto vloeroppervlakte)

Residentieel: 13.200 m² BVO.

 

Wonen op verdiep, een deel met daktuinen (ideale bezonning)

Het project heeft een gemiddelde van 3 bouwlagen (2 tot 4 variërend). Op de kop worden 5 bouwlagen voorzien. De afstand tussen de gebouwen is 20 tot 27 m en loopt tabs (openend naar de ring).

 

 

Parkeren:

Het principe van gestapeld parkeren wordt opgelegd. Parkeren onder de winkels op gelijkvloers en vervolgens parkeren voor de bewoners op -1. Of parkeren voor de winkels op -1 en bewonersparkeren op -2 zoals in het oorspronkelijke voorstel.

 

Norm parkeerverordening deelzone B: supermarkt (> dan 800 m² BVO?): min. 1 per 20 m² vloeroppervlakte, max. 1 per 10 m² vloeroppervlakte)

 

Verdere toetsing aan de parkeerverordening dient nader te gebeuren in kader van de omgevingsvergunning.

 

 

Kort parkeren

Gezien de kort parkeerplaatsen een specifiek gebruik krijgen, kunnen er maximaal 10 plaatsen per unit worden toegestaan. Bovendien mogen deze plaatsen geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de publieke ruimte.

 

 

Flexibiliteit in functies

Flexibiliteit in de richting van handel naar wonen is zeker aanvaardbaar, indien blijkt dat het wonen niet wenselijk is in combinatie met detailhandel. De bestemming is immers een zone voor stedelijk wonen. Een nieuwe ontwikkeling met monofunctionele detailhandel zal echter niet vergunbaar zijn gezien de stedelijke kwaliteit die op de site wordt nagestreefd.

 

Geluid is aandachtspunt tijdens de merscreening bij het RUP.

 

De stad vraagt aandacht voor de wijze van ophaling van het huisvuil. De ontwikkelaar dient

hiervoor contact op te nemen met het technisch bureau van het departement infrastructuur.

 

Ten slotte, dient het project te beschikken over hoogwaardige architecturale kwaliteit.

 

Voorafgaandelijk aan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient het project te worden voorgelegd aan de kwaliteitskamer van de stad.

 

 

Ontwikkelingsvoorwaarde Wautex

 

Wautex zal de meest noordelijke zone eerst ontwikkelen, in latere fases volgen de meer zuidelijke delen.

 

Wautex vraagt akkoord of realisatie van fase 1 mogelijk is ongeacht de realisatie van de ovonde/ontsluitingsweg station?

 

Realisatie van de ovonde is echter de sleutel van het project:

Verkeersinfrastructuur wordt momenteel getekend op percelen Stoelen/Van Houtven en deels op Claes en Van Hoof, op perceel Claes is er mogelijkheid tot een woonerfontwikkeling.

 

De stad heeft destijds de vergunning voor uitbreiding van de Wautex site geweigerd omwille van de mobiliteitsproblematiek. De vergunning werd bekomen bij de deputatie. De beleidsvisie detailhandel en nu de verfijning van het RUP Bosstraat gaan uit van het principe dat de mobiliteitsproblematiek (ontsluiting / parkeren) een oplossing moet kennen. Onder meer daarom krijgt meest noordelijk perceel van de Wautex site mogelijkheid om nog bijkomende grootschalige detailhandel te voorzien. Een wijziging van het PRUP Bosstraat is daarvoor noodzakelijk. Immers in het bestaande PRUP wordt geen nieuwe grootschalige detailhandel toegelaten.

 

Net daarom is de garantie van een optimale ontsluiting van essentieel belang voor de stad.

 

Vooraf in overeenkomst

 

De garantie van een optimale ontsluiting is van essentieel belang voor de stad:

         Wautex dient de nodige gronden voor het realiseren van de ovonde en de publieke ruimte te verwerven en een overeenkomst met AWV of de stad te maken tot gratis grondafstand.

         De betrokken percelen worden vastgelegd in de overeenkomst

 

Wautex verbindt zich er toe om de ganse projectzone om te vormen, conform het masterplan Ring West op een nog vast te leggen termijn.

 

Fase 1, 2 en fase 3 dienen bovendien als één project te worden beschouwd, vergunningsaanvragen moeten voor de totaliteit van deze fases worden doorlopen zodat lasten hieraan kunnen worden gekoppeld.

 

Fase 1,2 en fase 3 kunnen maar gerealiseerd worden, zonder dat de ovonde reeds werd aangelegd, zodra aan alle voorwaarden  voldaan is.

 

Opmerking: Uit de merscreening bij het RUP moet tevens blijken dat het  veroorzaakte effect  van dit scenario aanvaardbaar is.

 

Bij het RUP zal een onteigeningsplan de goedkeuringsprocedure mee doorlopen. Indien Wautex problemen kent bij de verwerving van de benodigde gronden, dan zal de stad bemiddelen, eventueel verwerven en in laatste instantie onteigenen en maakt ze de kosten over.

 

Als last in de stedenbouwkundige vergunning

 

Verhouding openbaar /privaat domein

De onderhoudslast naar de stad toe moet zo laag mogelijk worden gehouden.

De nieuwe straat wordt minimaal opgenomen in het openbaar domein. De straat wordt na aanleg gratis en onbelast afgestaan aan de stad.

 

 

Probleemstelling deelzone ‘Stoelen/Van Houtven/Claes’

         De percelen komen omwille van de ontsluiting van verschillende systemen op een verkeerseiland te liggen.

 

 

Programma deelzone ‘Stoelen/Van Houtven/Claes’

Er wordt een ovonde voorzien, combineerbaar met een ontwikkeling op een deel van de percelen van Claes. Het bepalen van de enveloppe van deze ontwikkeling vraagt verder  ontwerpend onderzoek.

 

De noodzakelijke planologische instrumenten zullen worden ingezet om de doelstellingen van dit besluit mogelijk te maken. Met name: de noodzaak van het verankeren van de ovonde in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

 

Probleemstelling deelzone ‘Oude Bosstraat’

         Bij aanleg van het nieuwe kruispunt Mechelsesteenweg/R16 (Stedenbouwkundige vergunning 12/05/2015) wordt geen oplossing geboden voor de ontsluiting van voormalig Prémaman en de steenkapper. De ontsluiting van gans de zone dient te worden onderzocht.

 

 

Programma deelzone 'Oude Bosstraat'

Deze zuidelijke lob zal ontsluiten op de Frans Boogaertslaan en vervolgens op de Mechelsesteenweg. In het ontwerp van masterplan wordt centraal in het gebied het tracé van de straat herlegd om percelen die nu in tweede orde liggen toegankelijk te maken. De drie huizen aanliggend aan de straat blijven ontsloten, maar het huidig tracé tot aan de Mechelsesteenweg krijgt het statuut van fietspad. Op die manier wordt een fietsas voorzien vanaf Mechelsesteenweg die via het Wautex project aansluiting geeft op de ontsluitingsweg naar het station.

 

Het plan streeft naar schaalvergroting door het bouwen van Urban Villa's te voorzien. Inplanting en grootte worden nog verder onderzocht via ontwerpend onderzoek, ontwikkelingsmogelijkheden moeten de kost voor aanleg van het nieuwe openbaar domein en reconversie van bepaalde terrein immers kunnen dragen.

 

 

Adviezen Gecoro

Het masterplan 'Ring West' werd op 26 oktober 2015 ter advies voorgelegd. Volgende opmerkingen werden door de Gecoro gemaakt:

 

         De ontsluitingsweg wordt een nieuwe entree van de stad, sluit aan op de pendelparking van het station waar geen doorrit naar het centrum mogelijk is. De stationsbuurt zal terug kunnen functioneren als woonbuurt. Duidelijke communicatie en signalisatie is een absolute voorwaarde.

--> Een communicatieplan wordt opgemaakt in kader van de goedkeuring van het masterplan.

 

         Het masterplan spreekt van een ‘groene omgeving’, groen mag niet louter als verkoopsargument worden aangewend. Er wordt voldoende aandacht gevraagd voor de inrichting van een kwalitatieve publieke ruimte.

--> Het inrichten van een kwalitatieve publieke in inderdaad een belangrijk aandachtspunt.

 

         Voorziet het plan voldoende doorsteken voor fietsers? En dan wel op plaatsen waar interferentie met autoverkeer wordt vermeden?

--> Voetgangers en fietsers krijgen aparte doorsteken.

 

         Er is er een onderbouwing voor deze dense ontwikkeling op deze plaats? Wat met het samengaan van de versterking van de stadskern?

--> De hogere volumes langs de R16 worden verantwoord vanuit de zichtlocatie langs de ring als toegangspoort van de stad. Het levert de tegenstelling tussen deze sterk stedelijke context van de stationsomgeving en de landschappelijke context op andere delen van de ring, met name de doorkruising van de Netevalleien.

 

         Het ontwerpvoorstel ‘Condius’ spreekt van 8 tot 9 bouwlagen: welke garanties zijn er naar kwaliteit van het ontwerp? Zet dit de deur open naar hoogbouw in gans de stationsbuurt?

--> Zie voorgaande vraag.

 

         Is er voldoende afstand tussen de ontwikkeling van Wautex en de achtergelegen woonontwikkeling Bosstraat? Waarom richt het wonen boven de winkels zich naar de achterzijde, terwijl de tuinen naar de ring worden georiënteerd?

--> Deze richten zich naar de nieuwe publieke ruimte.

 

         We noteren dat er geen ventweg zal aangesloten worden op RING maar dat WAUTEX een keerpunt voor de vrachtwagens / leveranciers dient te voorzien op zijn huidig terrein.

--> Klopt.

 

         De voorgestelde ontwikkelingsmogelijkheden van het meest zuidelijke deel is nog onvoldoende bestudeerd. (blijft “DAL” / Steenkapperij “SCHOETERS”?) (Welke bouwmogelijkheden dienen voorgesteld?)

--> Verder ontwerpend onderzoek is inderdaad nodig.

 

         Er zouden 330 woonentiteiten kunnen komen op de site WAUTEX / CONDIUS. Is er enige opvolging / registratie van verkopen / leegstand van de huidige realisaties zoals DUNGELHOEFF / LYRA / GASFABRIEK / SION / PARADIJS / NORMAALSCHOOL / e.a. ….? Door al die nieuwe realisaties zullen er ook veel bestaande woningen te koop komen. Ontstaat er geen overaanbod? DATA – opslag?

--> Alle ontwikkelingen worden meegenomen in de woonprogrammatie die de stad opmaakt.

 

         Als stadskern enkel nog bereikbaar is vanuit Aarschotsesteenweg – Berlaarsesteenweg – Lispersteenweg – Antwerpsesteenweg en Mechelsesteenweg… is er dan geen nieuwe totaal visie / mobiliteitsstudie nodig? Voldoende vlot bereikbare PP vanuit die invalswegen?

--> Bij update van het mobiliteitsplan worden recente en toekomstige ontwikkelingen meegenomen, ook naar parkeernoden. Private ontwikkelingen dienen evenwel in eigen parkeren te voorzien zoals geregeld in de parkeerverordening.

 

         Alle PP dienen ondergronds aangelegd… ook voldoende voor bezoekers zonder dat die verkocht worden?

--> Het parkeren wordt geregeld via de parkeerverordening.

 

 

Op 15 mei 2017 werd een verfijning op het masterplan Ring West voor de deelenveloppe van Condius, voorgelegd aan de Gecoro.

 

De verfijningen zijn als volgt:

 

         na een onderhandelingsronde met Elia blijft enkel het scenario ‘bovengrondse hoogspanningsleidingen’ over;

         binnen het scenario ‘bovengrondse hoogspanningsleidingen’ wijzigt de deelenveloppe ‘Condius’ van 14600 m² naar 15616 m² bruto vloeroppervlakte;

         het gebouw ter hoogte van de stationsontsluitingsweg wordt geschoven in de richting van de ontsluitingsweg in functie van het voorzien van een kwalitatievere semi-publieke ruimte van het binnengebied;

         de positionering van de gebouwen wordt geoptimaliseerd in functie van bezonning en het architecturaal ontwerp.

 

De Gecoro komt tot het volgende advies:

 

         er wordt gevraagd om bijkomende onafhankelijk onderzoek te laten verrichten die de gezondheidsrisico’s van wonen onder hoogspanningsleidingen onderzoek. Er zijn reeds rekentools beschikbaar die tot dit onderzoek kunnen bijdragen;

--> Het masterplan kwam tot stand na onderhandeling met de beheerder van de hoogspanningsleidingen Elia. De beheerder gaf in dit kader een gunstig advies.

 

         er moet een sluitende regeling getroffen worden aangaande het onderhoud en aanleg van de semi-publieke ruimten, waarbij de kwaliteit van deze ruimten kan gegarandeerd worden en er ook opvolging is naar het behoud ervan;

--> De stad streeft naar het voorzien van een kwalitatieve (semi)publieke ruimte bij projecten, ze deelt deze bekommernis.

 

         een verplichte gekoppelde verkoop van een parkeerplaats aan een woonentiteit, zodat de parkeerdruk in de omgeving beperkt wordt;

--> Deze suggestie zal worden onderzocht.

 

         er worden vragen gesteld bij de regeling van het busverkeer dat nu circuleert op de Baron Opsomerlaan. Hoe gaan die in de toekomst het project moeten bereiken?  Via de Ring of via Frans Bogaertslaan en Bosstraat ?

--> Een verkeerscirculatieplan voor de stationsbuurt werd goedgekeurd.

 

         de parkeerdruk op de stationsparking zal met de nieuwe ontsluitingsweg toenemen. Is het aantal parkeerplaatsen aan het station op deze toenemende druk voorzien? Dit moet verder onderzocht worden;

--> In kader van het masterplan stationsomgeving werd dit onderzocht.

 

         het mobiliteitsaspect van de site Condius moet in een ruimere context onderzocht worden.

--> In kader van dit planningsproces werd een verkeerscirculatieplan voor de stationsbuurt  goedgekeurd op 6 juni 2016.

 

 

Samenwerkingsakkoord in het kader van de ontwikkeling van Ring-West te Lier met NV Condius, KBO nr. 0445.159.724, met vennootschapszetel aan de Franslaan 59/001, 8620 Nieuwpoort; vertegenwoordigd door de heer Gino Weyne, gedelegeerd bestuurder

 

Als bijlage

 

 

Samenwerkingsakkoord in het kader van de ontwikkeling van Ring-West te Lier met Mevrouw Reinhilde De Vos, Aarschotsebaan 227, 2590 Berlaar; en Mevrouw Beatrijs De Vos, Lindekensbaan 41, 2560 Nijlen

 

Als bijlage

 

 

Samenwerkingsakkoord in het kader van de ontwikkeling van Ring-West te Lier met NV Winkelpark Den Boom, KBO nr. 0404.067.752, met vennootschapszetel aan de Boomlaarstraat 309, 2500 Lier; vertegenwoordigd door de heer Wim Waumans, gedelegeerd bestuurder 

 

Als bijlage

 

Op basis van de laatste onderhandelingen met Dhr. Wim Waumans kan besloten worden dat het samenwerkingsakkoord met de NV Winkelpark Den Boom niet zal worden ondertekend.

 

 

Samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdrachten van werken in kader van de stationsontsluitingsweg met de Vlaamse overheid, zijnde het Agentschap Wegen en Verkeer

 

Als bijlage

 

Op basis van de laatste onderhandelingen met Dhr. Wim Waumans kan besloten worden dat het samenwerkingsakkoord met de NV Winkelpark Den Boom niet zal worden ondertekend.

 

Dit heeft als gevolg het samenwerkingsakkoord met AWV werd aangepast met betrekking tot de ovonde. De aanleg van de ovonde komt te vervallen zodat er wordt teruggevallen op de oorspronkelijke ontsluitingslus. De ondertekening van deze overeenkomst mag immers geen vertraging oplopen.

 

 

VERFIJNING MASTERPLAN STATIONSOMGEVING

 

Wijziging van  pendelparking ondergronds naar parkeergebouw

 

Het masterplan stationsomgeving voorziet een ondergrondse pendelparking ter hoogte van het Leopoldplein. Uit overleg met NMBS en Infrabel blijkt dat hiervoor op middellange termijn geen investeringsbudgetten kunnen voorzien worden.

 

De nieuwe stationsontsluitingsweg zal aantakken op de huidige Tramweglei, waarna kan gestart worden met het ontwikkelen van aanpalende deelprojecten. Het uitwerken van een alternatief voor de pendelparking dringt zich dan op. In onderling overleg met de NMBS wenst de stad te onderzoeken of de bouw van een parkeergebouw, gecombineerd met stedelijke functies om het kopgebouw op te laden, een haalbare kaart is. 

 

 

Inplanting LCI Infrabel (LCI) (lokale antenne en verzamelplaats voor personeelsgroepen)

 

Het masterplan stationsomgeving voorziet de inplanting van een nieuw LCI ten noorden van de sporenbundel, ontsloten via de Zuid-Australiëlaan.

 

Infrabel stelt voor om haar bestaande diensten in de goederenloods te herlokaliseren naar een nieuw gebouw ter zuiden van de huidige bundelsporen langsheen de Tramweglei, op eigen percelen. Met dit voorstel wordt er ruimte gemaakt voor de inplanting van de nieuwe onderdoorgang en het parkeergebouw (of gecombineerde ontwikkeling) en kan de gewenste omvorming van de stationsomgeving een start nemen.

 

Voor Infrabel is de visie van de stad Lier dringend aangezien de goederenloods in minder goede toestand is en Infrabel dient te investeren in een betere huisvesting van haar personeel te Lier.

 

De stad kan akkoord gaan met deze gewijzigde inplanting ten opzichte van het masterplan stationsomgeving op voorwaarde dat:

 

         het nieuwe LCI gebouw één architecturaal geheel vormt met het nieuwe kop/parkeergebouw;

         deze visie kadert binnen de update van het masterplan stationsomgeving. Onder meer de positionering en de volumetrie van deze nieuwe gebouwen wordt in deze update onderzocht;

         de locatie aan de noordzijde wordt opgeheven.

 

 

Update masterplan stationsomgeving

De opdracht tot update van het initiële masterplan stationsomgeving werd reeds toegewezen aan BUUR in collegezitting van 23 november 2015.

 

De volgende ruimtelijke vraagstukken  vragen op korte termijn een antwoord:

         de invulling van de zuidelijke percelen, grotendeels in bezit van de stad, waarbij een voorstel van programma wordt uitgewerkt en een voorstel van aansluiting stationsplein

         onderzoek alternatief pendelparking (parkeren+functie-invulling gebouw);

         de koppelingsvoorwaarden met het nieuwe LCI van Infrabel zoals hierboven beschreven.

         het opstarten van onderhandelingen met de NMBS over:

         stationsplein en de heraanleg

         renovatie-vernieuwing geklasseerd stationsgebouw

         parkeeraanbod en tarifering

         de ruimtevragen aan de noordzijde in functie van VTI, invulling woonprogramma, invulling kwalitatieve publieke ruimte voor school, bewoners en noordelijke zijde station.

         ontwikkelingsstrategie

 

Het initiële masterplan moet daarom geactualiseerd worden, het overleg met de stakeholders (Ruimte Vlaanderen, provincie, NMBS, De Lijn, AWV, …) moet een doorstart krijgen zodat een concreet actieprogramma kan vastgelegd worden voor de planningstermijn 2017-2022.

 

Aan studiebureau BUUR zal een geactualiseerde offerte worden gevraagd ter vastlegging.

 

 

Impact meerjarenplanning

Document wordt gevoegd als bijlage.

 

Acties en maatregelen

In kader van een optimale ontsluiting van de stationsomgeving wordt een ovonde voorzien middels de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Gezien de beperkte budgetten zal deze ovonde echter niet op korte termijn worden aangelegd.

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

13 onthoudingen: Marleen Vanderpoorten, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 13 onthoudingen

 

BESLUIT

 

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het masterplan Ring West goed te keuren. Dit alles onder voorbehoud van het beslissend onderzoek ter gelegenheid van het indienen van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om de verfijning op het masterplan stationsomgeving, met name omtrent de wijziging van ondergrondse pendelparking naar parkeergebouw en omtrent de inplanting van het LCI goed te keuren.

 

Art 3 :

De gemeenteraad beslist om de samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdrachten van werken in kader van de stationsontsluitingsweg met de Vlaamse overheid, zijnde het Agentschap Wegen en Verkeer, goed te keuren.

 

Art 4 :

De gemeenteraad beslist om het om het samenwerkingsakkoord in het kader van de ontwikkeling van Ring-West te Lier met NV Condius, KBO nr. 0445.159.724, met vennootschapszetel aan de Franslaan 59/001, 8620 Nieuwpoort; vertegenwoordigd door de heer Gino Weyne, gedelegeerd bestuurder, goed te keuren.

 

Art 5 :

De gemeenteraad beslist om het samenwerkingsakkoord in het kader van de ontwikkeling van Ring-West te Lier met Mevrouw Reinhilde De Vos, Aarschotsebaan 227, 2590 Berlaar; en Mevrouw Beatrijs De Vos, Lindekensbaan 41, 2560 Nijlen , goed te keuren.

 

Art 6 :

De gemeenteraad geeft bevoegdheid aan de secretaris en de burgemeester om alle hierbij relevante documenten, met name de samenwerkingsakkoorden, te ondertekenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

ONTEIGENINGSPLAN "HOGE VELDEN - POSTHOORN" - VASTSTELLING INZAKE DE ADMINISTRATIEVE ONTEIGENINGSPROCEDURE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Overeenkomstig art. 2.2.14 VCRO stelde de gemeenteraad de ruimtelijke uitvoeringsplannen ‘Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 1” met onteigeningsplan en “Hoogdynamische recreatie Hoge Velden Deel 2” met onteigeningsplan voorlopig vast op 24 september 2012, waarna deze definitief werden vastgesteld op 29 april 2013.

 

Het integrale RUP (deel 1 en deel 2) werd vervolgens in zitting van 4 juli 2013 goedgekeurd door de Deputatie van de provincie Antwerpen.

 

Na publicatie in het Belgisch Staatsblad op 5 september 2013, is het RUP Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn (Deel 1 en Deel 2) in werking getreden op 19 september 2013.

 

Daarop werd per schrijven van 12 februari 2015 een ministeriële onteigeningsmachtiging aangevraagd bij het Agentschap Binnenlands Bestuur waarbij werd verzocht gemachtigd te worden om tot de gerechtelijke onteigeningsprocedure te mogen overgaan zoals omschreven in de wet van 17 april 1835 op de onteigening ten algemene nutte voor de innames vermeld op het onteigeningsplan “Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 1”.

 

Vastgesteld diende evenwel dat het Agentschap Binnenlands Bestuur uitdrukkelijk voorbehoud formuleerde voor wat betreft motivatie van de onteigening, zoals (niet) opgenomen in de gemeenteraadsbesluiten waarin het onteigeningsplan “Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 1” voorlopig resp. definitief werd vastgesteld.  Bovendien bleek dat op het ogenblik van de voorlopige en definitieve vaststelling van het RUP de uiteindelijke fasering en de realisatie van de doelstelling van het RUP nog niet integraal was uitgewerkt en derhalve niet was geïntegreerd in de motivatie van het eraan gekoppelde onteigeningsplan.

 

Er werd dienvolgens tot op heden geen ministeriële onteigeningsmachtiging bekomen.

 

Daarentegen werd immers overwogen om de definitieve vaststelling door de gemeenteraad dd. 29 april 2013 van het vorige onteigeningsplan in te trekken, zonder dat evenwel het definitief en vaststaand, gelijknamig RUP haar uitwerking zou verliezen.

 

Tevens werd overwogen het onteigeningsplan opnieuw vast te stellen, na actualisatie aan de hand van de huidige plannen, waarbij tevens  uitgegaan zou worden van opmetingsgegevens en niet van enkel de kadastrale gegevens. Dit om de correctheid van het onteigeningsplan te vergroten evenals rechtszekerheid aan alle betrokken partijen te garanderen.

 

Thans werd een geactualiseerd onteigeningsplan “RUP Hoogdynamische Recreatie Hoge Velden – Posthoorn – Deel 1” opgeleverd.

 

In de zitting van de gemeenteraad van 24 april 2017 werd het geactualiseerd onteigeningsplan “RUP Hoogdynamische Recreatie Hoge Velden – Posthoorn – Deel 1” voorlopig vastgesteld.

 

Feiten en context

De aanleiding en het doel van de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 1’ bestaat erin een aantal acute noden inzake sportinfrastructuur op te vangen. De volledige motivatie inzake het ruimtelijke uitvoeringsplan werd opgenomen in de toelichtingsnota bij het RUP ‘ Hoogdynamische recreatie: Hoge Velden – Posthoorn, Deel 1’ van maart 2013 – dewelke hier als integraal hernomen wordt beschouwd.

 

De doelstelling van het RUP ‘Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 1’ bestaat erin om de noodzakelijke ruimte voor recreatie te creëren.

 

Het nieuwe onteigeningsplan heeft als doel de realisatie van het RUP ‘Hoogdynamische recreatie: Hoge Velden- Posthoorn, Deel 1’.

 

De vaststellingsprocedure van het onteigeningsplan bij het RUP ‘Hoogdynamische recreatie: Hoge Velden- Posthoorn, Deel 1’ volgt de procedure zoals omschreven in artikel 2.4.4 §2 vanaf het 3de lid :

 

“Het onteigeningsplan dat na het ruimtelijk uitvoeringsplan waarvan het de verwezenlijking beoogt, wordt opgemaakt, dient uiterlijk 5 jaar na de inwerkingtreding van dat ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vastgesteld te worden en is onderworpen aan de procedureregels voor onteigeningen ten algemenen nutte inzake gewestelijke aangelegenheden.

 

De eigenaars van de goederen, gelegen binnen de omtrek van de te onteigenen percelen, worden vóór de aanvang van het openbaar onderzoek door de overheid die het ontwerpplan voorlopig vaststelt, bij aangetekende brief in hun woonplaats ervan op de hoogte gebracht dat het ontwerp van onteigeningsplan in het gemeentehuis ter inzage ligt.

 

Wordt tot de onteigening besloten door een andere instantie dan de gemeente waar de goederen gelegen zijn, dan komen de kosten van het door de gemeente uitgevoerde openbaar onderzoek ten laste van de onteigenaar.”

 

Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek vond plaats van 2 mei 2017 tot en met 17 mei 2017.

 

Juridische grond

Gelet op:

         Artikel 16 van de gecoördineerde Grondwet;

         Artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 ter hervorming der instellingen;

         Het decreet van 13 april 1988 tot bepaling van de gevallen en de modaliteiten waarbij de Vlaamse regering kan overgaan tot onteigeningen ten algemenen nutte inzake de gewestelijke aangelegenheden;

         Het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2 en latere wijzigingen;

         Het besluit van de Vlaamse Regering dd. 14 oktober 2011 inzake onteigeningen ten algemene nutte  ten behoeve van de gemeenten, de provincies, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven, de O.C.M.W.’s, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen;

         De Omzendbrief BB 2011/5 van  14 oktober 2011 bij het besluit van de Vlaamse Regering inzake onteigeningen ten algemenen nutte ten behoeve van de gemeenten, de provincies, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven, de O.C.M.W.'s, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen;

         De Wet van 17 april 1835 betreffende de onteigening ten algemenen nutte;

         De Wet van 27 mei 1870 houdende vereenvoudiging der administratieve vormvereisten inzake onteigening ten openbare nutte;

         De Vlaamse codex voor ruimtelijke ordening (VCRO), in het bijzonder artikel 2.4.4, waarin de procedure wordt bepaald tot vaststelling van een onteigeningsplan dat wordt gekoppeld aan een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Argumentatie

 

1.Algemeen nut

 

In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Lier (9 oktober 2003) worden de woonuitbreidingsgebieden “De Herderin” en “Posthoorn” voorbehouden voor hoogdynamische sport en recreatie.

 

In de bindende bepalingen wordt de opmaak van een RUP om “De Herderin” om te vormen naar zone voor hoogdynamische sport en recreatie vooropgesteld. De selectie van “De Posthoorn” als bindende bepaling werd niet weerhouden in het goedkeuringsbesluit van de bestendige deputatie (9 oktober 2003) en werd enkel opgenomen in het GRS als een suggestie naar de provincie toe. Ook vermeldt het goedkeuringsbesluit dat een eventuele herbestemming van het woonuitbreidingsgebied “Posthoorn” gekoppeld moet worden aan een sectoraal RUP voor zonevreemde recreatie.

 

Het eindrapport – voorstel van afbakeningsplan (augustus 2004), opgemaakt door de provincie Antwerpen, concludeerde dat de woonuitbreidingsgebieden niet moeten aangesneden worden om de taakstelling voor wonen te halen. Bij de actie 6.1 (Herderin) en actie 6.2 (Posthoorn) wordt opgenomen dat via een gemeentelijk RUP zal gewerkt worden.

 

Vervolgens werd het RUP ‘Hoogdynamische recreatie Hoge Velden” in twee delen opgesteld. In de motivatie voor de definitieve vaststelling van het RUP Hoogdynamische recreatie Hoge Velden Deel 1, zoals opgenomen in de beslissing van de gemeenteraad 29 april 2013, dewelke hierbij kan hernomen worden, wordt ook reeds verwezen naar het gunstige advies van BLOSO bij het RUP, waarbij in het bijzonder gewaardeerd wordt dat het geheel opgevat wordt als een sportpark waarbij ook niet georganiseerde sporters en recreanten terecht kunnen. De motivatie uit de toelichtingsnota bij het RUP ‘ Hoogdynamische recreatie: Hoge Velden – Posthoorn, Deel 1’ wordt hierbij integraal hernomen en bevestigd. Het RUP vormt de juridische en feitelijke basis waarop het onteigeningsplan zich steunt, waaruit tevens het algemeen nut kan worden afgeleid.

 

Met het oog op de realisatie van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 1’ dienen een aantal percelen verworven te worden. De doelstelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan ligt in het aanleggen van ruimte voor sportvoorzieningen en hoogdynamische recreatieve voorzieningen. Dergelijke voorzieningen zijn erop gericht de inwoners en verenigingen van de stad Lier sportaccommodatie te kunnen aanbieden.

 

Het gebrek aan ruimte voor hoogdynamische recreatie wordt als een acuut probleem ervaren door de stad Lier. Momenteel stelt zich het probleem van hoogdynamische stedelijke sportvoorzieningen die - verspreid op verschillende locaties – ingesloten zitten in woonwijken en hier tot (verkeers)overlast leiden. Het doel van de realisatie op de site van de Hoge Velden heeft een concentratie van sportaccommodatie als doel, inclusief het voorzien van voldoende parkeerplaatsen, en dit alles gelegen buiten de stadskern om een minimale impact te weeg te brengen op de verkeerssituatie.

 

De stad Lier heeft een tekort aan volwaardige sporthallen - de vraag naar trainingsuren is veel groter dan het huidige aanbod.

 

Naast de eigen infrastructuur wordt ook de sportinfrastructuur van de scholen door de Lierse sportverenigingen gebruikt.

 

De twee stedelijke sporthallen, sporthal De Komeet en sporthal KTA hebben op weekdagen geen vrije uren meer. Tijdens de schooluren worden deze accommodaties door verschillende scholen gebruikt. Dit zowel door lagere scholen zoals Het Spoor, Het Molentje, Rudolf Steinerschool,… als door middelbare scholen zoals Sint Ursula-instituut, Sint-Aloysiusinstituut, Rudolf Steinerschool…

 

Meteen na de schooluren nemen de sportverenigingen het over. Dit voor zowel trainingsmomenten als voor wedstrijden. Sommige van deze wedstrijden en competities zijn op zeer hoog niveau, bv. de wedstrijden van Zaalvoetbalclub ZVK Proost.

 

Dit resulteert in een gebruik vanaf 8u30 tot 24u tijdens weekdagen. Op zaterdag sluit de sporthal om 22u en op zondag om 20u. Tijdens de meeste feestdagen worden de accommodaties gebruikt voor tornooien. De sporthallen worden 7 dagen op 7 gebruikt.

 

Ook de sporthallen en turnzalen van bijna alle scholen worden ’s avonds gebruikt door één of meerdere sportverenigingen. Dit al naar gelang wat de school aankan (poets, toezicht, beheer, …).

 

De nood naar sportplekken steeg al enkele jaren geleden, door het wegvallen van twee grote sporthallen: de Pallieterhal en het huis van Beweging.

 

De uitbouw van een gemeentelijk recreatieve cluster staat ten dienste van de lokale bevolking. Tevens hangt het voortbestaan van de lokale sportverenigingen af van de realisatie van deze cluster. Dit zijn bij uitstek redenen van algemeen belang die de inname van de percelen zoals voorzien op het onteigeningsplan verantwoorden.

 

De onteigening is noodzakelijk om deze doelstellingen van algemeen nut te kunnen realiseren.

 

2.Noodzaak

 

Het grote tekort aan voorzieningen voor sportterreinen en hoogdynamische recreatie hebben ertoe geleid dat het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de Hoge Velden diende te worden opgemaakt. De noodzaak blijkt dan ook in de eerste plaats integraal uit het ruimtelijk uitvoeringsplan en de daaraan aan de grondslag liggende motivatie.

 

Expliciet kan verwezen worden naar de bindende bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) en naar het PRUP Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Lier waarin wordt gesteld dat voor de locatie een RUP zal opgesteld worden met het oog op de uitbouw van een gemeentelijke recreatiecluster. De inname van de percelen zoals opgenomen op het onteigeningsplan is noodzakelijk om die bindende bepalingen te realiseren.

 

De inname van de percelen zoals voorzien op het onteigeningsplan zijn volstrekt noodzakelijk teneinde het RUP ‘Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 1’  te realiseren. De schaal waarop de geplande realisatie zich bevindt, kan onmogelijk worden verwezenlijkt door de particuliere eigenaars, daarvoor is het gebied te versnipperd. De realisatie van het onteigeningsdoel vereist dan ook de inname van alle percelen binnen het projectgebied, zijnde de innames aangeduid op het onteigeningsplan.

 

Evenmin is een alternatief voorhanden waar het project doorgang zou kunnen vinden. Het RUP heeft ervoor gezorgd dat een plaats werd aangeduid op het grondgebied van de stad Lier waar een project van de nodige grootte realiseerbaar was. De Deputatie heeft door de goedkeuring van het ruimtelijk uitvoeringsplan reeds de noodzaak tot de aanleg van sportvoorzieningen erkend.

 

De motivatie van het ruimtelijk uitvoeringsplan evenals de toelichtingsnota bij het ruimtelijk uitvoeringsplan worden dan ook integraal in dit besluit als hernomen beschouwd.

 

Bloso, de Vlaamse sportadministratie, heeft na grondig onderzoek streefnormen opgesteld van gewenste sportinfrastructuur a rato van het aantal inwoners. Hierbij wordt alle sportinfrastructuur op het grondgebied van de stad opgeteld. Dus naast de stedelijke ook alle privé en schoolsportaccommodaties.

Uit het onderzoek is gebleken dat  deze Vlaamse norm voor sporthallen 0,16m² per inwoner is.

De grafiek hieronder geeft de Lierse situatie weer t.o.v. van de Vlaamse norm.

 

 

Hieruit blijkt duidelijk dat Lier  een stuk onder de Vlaamse norm scoort.

 

Ook op gebied van voetbalterreinen, die op de site Hoge Velden zouden worden aangelegd, dient te worden vastgesteld dat het tekort aan terreinen op dit ogenblik zeer groot is. De Bloso norm is 4.7 m² per inwoner. Lier telt momenteel 34.500 inwoners. Volgens de Bloso normering zou Lier dus 30 voetbalvelden op zijn grondgebied nodig hebben om aan de vraag te kunnen voldoen. Met de vier bestaande velden scoort Lier dus amper 13 % met een tekort van maar liefst 26 terreinen.

 

 

Onderzoek van BLOSO heeft aldus aangetoond dat er dringend nood is aan bijkomende sportinfrastructuur. Er is zowel nood aan overdekte als openlucht accommodaties. De aankomende stijging van het inwonersaantal gaat dit probleem bovendien nog versterken. Vooral jonge sporters zijn hiervan de dupe. Voor voetbalvelden is de situatie ronduit dramatisch, buiten de 2 terreinen in de deelgemeente Koningshooikt zijn er voor kinderen en jongeren geen mogelijkheden om te voetballen in Lier.

 

De gemaakte plannen voor sportmogelijkheden aan de Hoge velden kunnen deze nood grotendeels opvangen.

 

Het RUP zorgt voor de nodige ruimte om een project van dergelijke omvang te realiseren. De noodzaak om tot verwerving van de goederen opgenomen in het onteigeningsplan over te gaan volgt enerzijds uit het feit dat een project van de geplande omvang slechts doorgang kan vinden in het daarvoor voorziene projectgebied door het RUP. Er zijn dan ook geen alternatieve locaties op het grondgebied van de stad voorhanden die de acute noden op gebied van zowel overdekte als openlucht accommodaties op korte termijn kunnen inlossen. Het gebied dat door het RUP wordt gereserveerd voor hoogdynamische recreatie is bij uitstek de beste locatie voor het geplande project. Uit de gespreide eigendomssituatie van de innames zoals voorzien op het onteigeningsplan, blijkt eveneens dat de inname door de stad noodzakelijk is.

 

De noodzaak wat betreft de inname van de percelen die nodig zijn voor de realisatie van het project staat dan ook vast.

 

Openbaar onderzoek en de behandeling der ontvangen bezwaren

 

Gelet op het openbaar onderzoek dat plaatsvond van 2 mei 2017 tot en met 17 mei 2017;

 

Gelet op het gunstig advies van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid van 17 mei 2017;

 

Gelet op het PV van sluiting van het openbaar onderzoek afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op XXX waaruit blijkt dat er 3 tijdige – en derhalve ontvankelijke – bezwaren werden ingediend door:

 

1)Mevr. Christel Van Den Wijngaert, vertegenwoordigd door mr. J. Van Looy;

2)Mevr. Jeannine Putteneers, mevr. Maria Putteneers en dhr. Armand Putteneers, vertegenwoordigd door mr. Stijn Verbist;

3)Consoorten Van Melckebeke - Van Den Nieuwenhuysen, vertegenwoordigd door mr. Koen Maenhout;

 

Overwegende dat de stad akte neemt van deze bezwaren, welke navolgend op gemotiveerde wijze worden behandeld en weerlegd:

 

 

a)Verzoek om de volledige onteigening (en vergoeding) van innames 33 en 35.

 

De vigerende wetgeving voorziet niet in enig recht voor de onteigende om de totale onteigening van zijn perceel af te dwingen. Enkel in art. 51 van de wet van 16-26 september 1807 betreffende het droogleggen van moerassen is dergelijk recht voorzien ingeval het te onteigenen goed een huis of gebouw zou betroffen, quod non in casu.

 

Gelet de onteigeningsnoodzaak zich dan ook niet uitstrekt tot deze perceel(-delen), kan de stad deze perceel(-delen) enkel verwerven krachtens een minnelijke eigendomsoverdracht, dewelke minstens een overeenstemming veronderstelt op vlak van voorwerp en prijs.

 

Thans voorziet art. 74 van het toekomstige Decreet betreffende onteigening voor het algemeen nut wél in een recht voor de onteigende om de overname van het restant te vorderen, doch enkel ingeval de niet-onteigende grond door de onteigening geen reële waarde meer zou hebben én enkel op voorwaarde dat de onteigening de afbraak van een gedeelte noodzaakt dan wel de instandhouding van het niet-onteigende gedeelte in het gedrang brengt, quod non in casu.

 

 

b)Niet het volledige onteigeningsdossier werd ter inzage gelegd, doch enkel het onteigeningsplan en de gemeenteraadsbeslissing dd. 24 april 2017 houdende de voorlopige vaststelling van dit  onteigeningsplan

 

Overeenkomstig art. 2 van de wet van 27 mei 1870 houdende vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten inzake onteigening ten algemenen nutte wordt een openbaar onderzoek ingesteld over een ontwerp dat het tracé der werken en het perceelsgewijze plan omvat. Dit plan vermeldt de namen van de eigenaars, volgens de gegevens van het kadaster.

 

Deze stukken zijn ter inzage gelegd in het kader van het openbaar onderzoek. Behoudens wanneer (individueel) wordt verzocht om een toepassing van de wetgeving inzake de openbaarheid van bestuur – quod non in casu – is het niet vereist om enig ander document ter inzage te leggen.

 

 

c)Er kan geen sprake zijn van acute noden inzake sportinfrastructuur gelet het jarenlange stilzitten van de stad en de ontstentenis van toepassing van de onteigeningswet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.

 

De stad wenst met het RUP  en onderhavig onteigeningsinitiatief een oplossing te bieden aan de acute nood aan ruimte voor sportvoorzieningen en hoogdynamische recreatieve voorzieningen. Om de realisatie van het RUP Dungelhoef (goedgekeurd door de Deputatie op 17 september 2009) mogelijk te maken dient de sportvereniging Lyra zijn voorzieningen aldaar (voetbalstadion, turnclub, tennis en indoor-basket) dringend te kunnen herlocaliseren. Ook voor Lierse SK dient een dringende oplossing gevonden voor het trainen van de jeugdploegen. Daarnaast dienen ook een aantal manco’s inzake logiesaanbod op vraag van Toerisme Vlaanderen (o.a.camping voor trekkers en trekkershutten) opgevangen. De locatie Hoge Velden – Posthoorn is conform het GRS en het PRUP afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Lier bijzonder geschikt om deze functies op te nemen.

 

Het gebrek aan ruimte voor hoogdynamische recreatie (vnl. Sportinfrastructuur) wordt als een acuut probleem ervaren. Momenteel stelt zich het probleem van hoogdynamische stedelijke sportvoorzieningen die – verspreid op verschillende locaties – ingesloten zitten in woonwijken en hier tot (verkeers)overlast leiden.

 

Dat deze noden acuut zijn, betekent evenwel niet ipso facto dat ook onderhavige onteigening gevoerd zou moeten worden in toepassing van de onteigeningswet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. Artikel 1 van deze wet bepaalt immers:

 

“Wanneer de Koning vaststelt dat de onmiddellijke inbezitneming van een of meer onroerende goederen ten algemenen nutte onontbeerlijk is, geschiedt de onteigening van die onroerende goederen overeenkomstig de navolgende regels.”

 

Enkel ingeval de onmiddellijke inbezitneming van de onteigende goederen onontbeerlijk is, voor de realisatie van de onteigeningsdoelstelling van algemeen belang kan aldus toepassing worden gemaakt van de Onteigeningswet van 26 juli 1962. Het is niet voldoende dat het “nut” van een spoedige onteigening wordt aangetoond, zij moet daadwerkelijk “onontbeerlijk” zijn .

 

Dit is in casu niet het geval. In de rechtspraak  wordt dan ook aanvaardt dat de omstandigheid dat een onteigenende overheid op het ogenblik van dagvaarding in onteigening nog geen aanvraag voor de aanleg van infrastructuur heeft ingediend, tegenspreekt dat de onteigening op het ogenblik van de dagvaarding in onteigening hoogdringend is.

 

Ook in de rechtsleer wordt de stelling verdedigd dat een onmiddellijke inbezitstelling niet toelaatbaar is wanneer er voor de werken, waartoe de gronden worden onteigend, nog geen werkplan bestaat :

 

“Een onmiddellijke inbezitstelling staat niet in verhouding met voorgenomen werken waarvoor geen concreet werkplan bestaat of waarvan de aanvang geen dwingend karakter heeft.” (J. GHYSELS en L. VRANCKEN, ‘De gewone onteigeningsprocedure van de wet van 17 april 1835’, in De onteigeningsprocedure, J. GHYSELS, R. PALMANS en A. VAN OEVELEN (eds.), Intersentia, Antwerpen, 2007, 72).   

 

Dat er in onderhavig geval geen sprake is van enige hoogdringendheid die een toepassing van de Onteigeningswet van 26 juli 1962 mogelijk maakt, wordt ook uitdrukkelijk beaamt in het bezwaarschrift van de kwestieuze klager.

 

Meer nog, zelfs ingeval onderhavige onteigening hoogdringend zou zijn, dan nog staat het de stad vrij om, minstens in het belang van de onteigende en diens (grond-)rechten, te opteren voor het voeren van de onteigeningsprocedure in toepassing van de onteigeningswetten van 17 april 1835 en 27 mei 1870. De wet van 1962 is dan ook een uitzonderingsprocedure die een geringere rechtsbescherming biedt dan de gewone onteigeningsprocedure bij toepassing van de onteigeningswetten van 17 april 1835 en 27 mei 1870.

 

Het voorhanden zijn van een onteigeningsnoodzaak moet dan ook als een onderscheiden voorwaarde worden bekeken, los van de eventuele hoogdringendheid waarop de onteigende overheid zich zou beroepen. Dat voor de gewone onteigeningsprocedure wordt geopteerd met een ruimere rechtsbescherming voor de eigenaars, doet geen afbreuk aan de onteigeningsnoodzaak. In het andere geval zou geen enkele onteigening mogelijk zijn op grond van de Wet van 17 april 1835.

 

 

d)Het onteigeningsinitiatief steunt op een ruimtelijk uitvoeringsplan dat kennelijk werd opgemaakt op maat van 2 private rechtspersonen, zodat de onteigening niet wordt gelenigd door de vereiste doelstelling van algemeen belang.

 

De stad wenst het gebied ‘Hoge Velden - Posthoorn’ door middel van het RUP en onderhavige onteigening om te vormen tot gebieden voor de bundeling van stedelijke sport- en recreatieve activiteiten. Dit om een aantal acute noden qua sportinfrastructuur op te vangen.

 

De uitbouw van een gemeentelijk recreatieve cluster staat ten dienste van de lokale bevolking. Tevens hangt het voortbestaan van de lokale sportverenigingen af van de realisatie van deze cluster. Dit zijn bij uitstek redenen van algemeen belang die de inname van de percelen zoals voorzien op het onteigeningsplan verantwoorden.

 

Dat onderhavige onteigening tevens zou strekken tot het voordeel van enkele private belangen, doorkruist de wettigheid van de onteigening niet. Uit rechtspraak dienaangaande kan blijken dat er ook sprake kan zijn van een onteigening ten algemene nutte, zo het onteigeningsdoel evenzeer een privaat, persoonlijk belang nastreeft, tezamen met een (primair) algemeen belang. 

 

Dat een onteigening tevens een bepaald privaat belang zou dienen, sluit de mogelijkheid tot onteigening dan ook niet uit.

 

 

e)De nood aan extra recreatieve infrastructuur zou niet afdoende worden geduid, minstens onvoldoende worden aangetoond.

 

De stad heeft in het kader van de voorbereiding van het RUP een uitvoerige behoeftestudie uitgevoerd voor wat betreft de aanwezige behoefte aan hoogdynamische recreatie-infrastructuur. In deze preliminaire studie komt het studiebureau ARK tot een behoefteraming voor het gebied Hoge Velden van 19,6 ha.

 

De hiernavolgende tabel geeft de resultaten weer.

 

 

Uit eigen onderzoek moest echter blijken dat deze voorbereidende studie voor het bepalen van het basisscenario geen rekening heeft gehouden met de feitelijke condities van het plangebied.

 

-Contour en grootte van het plangebied:

 

De vastgelegde contour van het plangebied laat de rationele compactheid van het eerder geraamde basisscenario niet toe. Bij de inrichting van het plangebied bleek al snel dat het programma van het basisscenario (PRUP) onmogelijk te realiseren was binnen de vooropgezette 15,5 ha en dit deels door verlies aan restruimte door de contour van het plangebied maar ook omdat de ruimte die effectief geschikt is voor hoogdynamische sportactiviteiten kleiner is dan voorzien in het PRUP.

 

De berekeningen in de voorbereidende studies gaan uit van een beschikbare ruimte op Hoge Velden van (29,3 ha) en op Posthoorn (4,6 ha). Samen komt dit neer op ca. 34 ha beschikbaar voor recreatie. Op basis van de terreinanalyse moeten we echter vaststellen dat de ontwikkelbare ruimte veel kleiner is. De beschikbare oppervlakte dat voor recreatie geschikt is max. ca. 20ha.

 

-Ruimte inname sportvelden:

 

Ook blijkt dat in het geraamde basisscenario van de voorbereidende studies de oppervlaktes van de sportvelden slechts berekend waren aan de hand van het effectieve speelveldafmetingen en deels foutieve afmetingen. De verplichte vrije zones, uitloopzones, ruimte voor vervangspelers buiten het speelveld, ruimte voor supporters, ruimte voor circulatie en toegankelijkheid van onderhoudsmachines… .

 

Daarom werd de behoefteraming volgend uit de preliminaire studies bijgestuurd aan de hand van aangepast cijfers qua ruimte inname. Aan de hand van deze aanpassingen van de benodigde oppervlakte voor sportvelden werd het basisscenario geraamd op 24 ha, een stijging van 8,5 ha ten opzichte van de eerdere raming van 15,5 ha in het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Lier’. Een raming voor het basisscenario van 24ha is dan nog louter rationeel en houdt geen rekening met verliesruimten als gevolg van de niet steeds orthogonale grenzen van het plangebied.

 

Nog wars van het onderzoek dat door Bloso, de Vlaamse sportadministratie, is gevoerd blijkt de noodzaak waardoor onderhavige onteigening wordt gelenigd, in de eerste plaats dan ook integraal uit het ruimtelijk uitvoeringsplan en de daaraan aan de grondslag liggende motivatie.

 

Daarenboven beaamt de stad dat het gemeenschappelijk gebruik van sportinfrastructuur moet worden aangemoedigd, doch niet in die mate dat de leefbaarheid van de lokale verenigen hierdoor op de helling komt te staan. Dat de sporthallen van de scholen dan ook reeds 7 dagen op 7 worden gebruikt toont de huidige verzadiging – en bijhorende nood aan bijkomende sportinfrastructuur – voldoende aan.

 

De nood aan bijkomende recreatie- en sportinfrastructuur staat derhalve vast.

 

 

f)Nergens zou uit blijken dat er alternatieven in acht zijn genomen nu niet is aangetoond dat bij de opmaak van RUP een afdoende alternatievenonderzoek werd gevoerd.

 

Er is overwogen dat er geen alternatief voorhanden is waar het project doorgang zou kunnen vinden en dit inzonderheid gelet de omvang van het project.

 

Enige wettigheidskritiek die op dit punt wordt geformuleerd met betrekking tot het RUP staat bovendien los van de wettigheid van onderhavige onteigening, te meer nu het RUP definitieve status heeft verworven.

 

 

g)Gebrek aan ernstige onderhandelingen

 

Enkel art. 3 van de Onteigeningswet van 26 juli 1962 – welke in onderhavig geval niet van toepassing is – bepaalt dat de onteigenaar, bij gebreke van overeenstemming tussen de partijen, het koninklijk besluit dat machtiging verleent tot de onteigening en het plan van de te onteigenen percelen samen met een (eenzijdig) verzoekschrift dient neer te leggen ter griffie van het vredegerecht van de ligging van de goederen.

 

Art. 5 van de Onteigeningswet van 26 juli 1962 stelt dat de dagvaarding het aanbod moet vermelden dat de onteigenaar gedaan heeft voor de verkrijging van het onroerend goed.

 

In art. 8 van de Onteigeningswet van 26 juli 1962, tot slot, staat dat het bedrag van de provisionele vergoeding niet lager mag zijn dan 90% van wat de onteigenaar aangeboden heeft.

 

De kwestieuze klager lijkt uit deze bepalingen af te leiden als zou er op de stad de verplichting rusten om voorafgaand de gerechtelijke onteigeningsfase zgn. onteigeningsonderhandelingen te voeren. Wars van de niet-toepasselijkheid van de Onteigeningswet van 26 juli 1962 gaat dergelijk bezwaar uit van een lezing van deze wettelijke bepalingen die kennelijk niet strookt met de letterlijke bewoording van de wetgever.

 

Immers verplicht geen van deze procedurele bepalingen de stad tot het voeren van zgn. onteigeningsonderhandelingen, alvorens zij gerechtigd is om de  gerechtelijke onteigeningsfase in te leiden. Uit de geciteerde bepalingen kan hooguit een plicht worden ontwaard om een (laatste minnelijk) aanbod uit te brengen bij de te onteigenen eigenaren.

 

Zo maken zowel art. 5 als art. 8 van de Onteigeningswet van 26 juli 1962 – in het licht van de gewenste minnelijke overeenstemming conform artikel 3 van de Onteigeningswet van 26 juli 1962 – enkel gewag van een ‘aanbod’ dat de onteigenaar moet doen met oog op het verkrijgen van het te onteigenen goed, alvorens de gerechtelijke onteigeningsprocedure regelmatig kan worden ingeleid.

 

Ook de Vlaamse Omzendbrief Onteigeningen 2011 huldigt geen verplichting tot voorafgaande onderhandelingen.

 

Bovendien rust op de stad enkel de verplichting een (laatste minnelijk) aanbod uit te brengen, voorafgaand aan de inleiding van de gerechtelijke onteigeningsprocedure. Tot op heden werd de gerechtelijke onteigeningsprocedure nog niet ingeleid, zodat de stad nog steeds in de mogelijkheid verkeert de vereiste initiatieven te ondernemen.

 

Niettemin werden reeds onderhandelingen gevoerd moet de verschillende eigenaars, hetgeen ook uit de bezwaarschriften kan blijken.

 

Voor wat daarenboven de hoegrootheid betreft van de reeds uitgebrachte aanboden– welke nota bene nog steeds geactualiseerd kunnen worden tot op moment van inleiding van de gerechtelijke onteigeningsprocedure – dient opgemerkt dat de stad niet zonder meer kan afwijken van de eigen ingewonnen waarderingen.

 

 

h)De ruimtelijke en fysische kenmerken van het te onteigenen gebied zijn ongeschikt voor een intensief gebruik voor sportinfrastructuur.

 

De toelichtingsnota bij het RUP verduidelijkt dat niet alle gronden binnen de begrenzing zoals voorgesteld in het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Lier’ in aanmerking komen voor hoog-dynamisch recreatief gebruik. Zo situeren er zich binnen deze begrenzing van het PRUP o.a.:

 

-gronden die overstromingsgevoelig zijn en niet in aanmerking komen voor een intensief recreatief bodemgebruik,

 

-wordt m.n. de smalle strook ten zuiden van de woonwijk Herderin nog doorsneden door een waterloop van tweede categorie, nl. de Schollebeek of Driepikkelloop; waardoor de restruimte te smal wordt voor inplanting van sport- of recreatieve voorzieningen en bovendien bevindt zich in deze smalle strook nog een waardevol bos.

 

Dienvolgens werd besloten om het plangebied op te delen in twee RUP’s, met name.:

 

1)RUP ‘Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 1’.

 

Het betreft de nog open ruimte met een overwegend agrarisch bodemgebruik en waarvan de ruimtelijk condities min of meer geschikt zijn om de gewenste hoogdynamische recreatieve functies in onder te brengen.

 

2)RUP ‘Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 2’.

 

Het betreft de overige gronden die niet in aanmerking komen voor een recreatieve ontwikkeling en waarbij het huidige en gewenste gebruik in overeenstemming gebracht worden met de bestemming.

 

Gezien onderhavige onteigening strekt tot de verwezenlijking van het RUP ‘Hoogdynamische recreatie Hoge Velden – Posthoorn Deel 1’ bevestigt het RUP dan ook uitdrukkelijk dat de te onteigenen gronden weldegelijk geschikt zijn om de gewenste hoogdynamische recreatieve functies in onder te brengen. Dit des te meer gelet de (richtinggevende) mitigerende maatregelen die hiertoe naar voren worden geschoven in het RUP.

 

Bovendien kan dit bezwaar – in voorkomend geval – slechts aanleiding geven tot een onwettigheid van de onteigening in zoverre hiermee de haalbaarheid van de onteigeningsdoelstelling van algemeen belang ter discussie wordt gesteld.

 

Uit het bovenstaande volgt dat de realisatie van de onteigeningsdoelstelling niet in het gedrang komt ingevolge de ruimtelijke en fysische kenmerken van het te onteigenen gebied.

 

 

i)De tenuitvoerlegging van het RUP zal drastische en onomkeerbare gevolgen hebben voor het groen in de omgeving.

 

Dit (opportuniteits-)bezwaar kan de wettigheid van onderhavig onteigening niet aantasten nu de gevreesde gevolgen voor de bodem- en waterkwaliteit, evenals de gevreesde geluidshinder niet voortvloeien uit het voorgenomen eigendomsverlies en derhalve geabstraheerd moeten worden van de wettigheid van onderhavige onteigening.

 

Bovendien stelt het RUP – ter uitvoering waarvan onderhavige onteigening noodzakelijk is – diverse milderende maatregelen voor (bufferbekken, drainage, …) teneinde de bekritiseerde gevolgen van de geplande werkzaamheden tot een minimum te beperken.

 

Financiële weerslag

Voor het stadsbestuur zijn er enerzijds operationele kosten te verwachten met oog op het aanvragen van de vereiste onteigeningsmachtiging.

 

Anderzijds dient de stad zich tevens te verwachten aan de minnelijke aankoopprijzen resp. de onteigeningsvergoedingen die (onvermijdelijk) uit het onteigeningsinitiatief zullen voortvloeien. Hiervoor werden de nodige budgetten begroot.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

 

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de ingediende bezwaren en besluit deze bezwaren ontvankelijk maar ongegrond te verklaren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad stelt het nieuwe onteigeningsplan dd. 28 februari 2017, opgemaakt door Landmeter-expert Paul Verhaert (LAN 040257), definitief vast.

 

Art 3 :

De gemeenteraad besluit definitief om tot verwerving over te gaan van de op het onteigeningsplan aangeduide goederen, gelegen op het grondgebied van de stad Lier, middels het inleiden van een gerechtelijke (onteigenings-)procedure, indien geen minnelijke verwerving mogelijk zou blijken.

 

Art 4 :

Het College van burgemeester en schepenen wordt belast met de opdracht om de verdere stappen te ondernemen om de onteigeningsmachtiging te bekomen op grond van de wet van 17 april 1835 op de onteigening ten algemene nutte.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

BELASTINGREGLEMENT LEEGSTAANDE WONINGEN EN BELASTINGREGLEMENT LEEGSTAANDE GEBOUWEN - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 15/12/2014 keurde de gemeenteraad het belastingreglement op leegstaande woningen en het belastingreglement voor leegstaande gebouwen goed.

 

Feiten en context

De Vlaamse regering paste in november 2016 het decreet grond- en pandenbeleid aan inzake bepalingen leegstand. Er werden een aantal artikels aangaande opname en beroep tegen opname in het leegstandsregister en schrapping uit het leegstandsregister geschrapt.

De bepalingen die wél overeind blijven zijn de definities van een leegstaande woning en een leegstaand gebouw.

 

In het huidige reglement wordt er verwezen naar deze intussen geschrapte artikels in het decreet. Een aanpassing van het reglement is hierdoor aangewezen.

Het volledige reglement werd tevens nog nagekeken en herschreven in samenwerking met de juridische dienst.

 

Wat werd toegevoegd/gewijzigd voor beide reglementen:

- Artikel 2: definities

- Artikel 4: Registratie in het gemeentelijk leegstandsregister en kennisgeving

- Artikel 5: Beroep tegen registratie

- Artikel 6: schrapping uit het leegstandsregister

- Artikel 10: vrijstellingen:

         Verduidelijking van de vrijstellingstermijn: de term "aanslagjaar" wordt toegepast i.p.v. "jaar"

         Activeren van woningen: vrijstelling voor verblijf in voorziening wordt verlaagd van 4 jaar naar 2 jaar

         Toevoeging Artikel 2.5. Vrijstelling wegens sloop

         Wijziging artikel 2.10. Vrijstelling voor woningen erkend als monument.

De term "restauratiepremiedossier" en "haalbaarheidsonderzoek"  worden niet meer gehanteerd door het Agentschap Onroerend Erfgoed.

 

Het artikel wordt als volgt:

Artikel 2.10. Vrijstelling voor woningen erkend als monument.

 

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien de leegstand betrekking heeft op een woning dat erkend is als monument krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten beschermd als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard onderzoeks- of erfgoedpremiedossier is ingediend.

De vrijstelling is van toepassing tot er een goedkeuring is van het dossier.

 

Specifieke wijziging voor belastingreglement leegstaande gebouwen:

         Toevoeging vrijstelling 2.4. Vrijstelling wegens ramp

         Wijziging vrijstelling: 2.10 Vrijstelling voor gebruik gedurende drie maanden

Deze vrijstelling vervangt de vrijstelling §12. vrijstelling wegens ter beschikking stelling aan derden". De term pop-up werd weggelaten en de nieuwe juridische term van "overeenkomst voor kortetermijnhuur (i.k.v. het decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht) werd toegevoegd. De termijn bedraagt nu ook 3 maanden i.p.v. 6 maanden.

 

Adviezen

Positief advies van juridische dienst.

 

Juridische grond

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Registratie van en een heffing op leegstaande woningen en gebouwen is en blijft een krachtig instrument voor het activeren naar bewoning en gebruik.

 

Om deze redenen is het aangewezen om de aangepaste reglementen goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist onderstaand aangepast belastingreglement voor leegstaande woningen, zoals als bijlage 1 toegevoegd, goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist onderstaand aangepast belastingreglement voor leegstaande gebouwen, zoals als bijlage 2 toegevoegd, goed te keuren:

 

 

Bijlage 1:

 

Belastingreglement op leegstaande woningen 2017-2019

 

Artikel 1. Algemeen

Voor een termijn ingaand vanaf 01 januari 2017 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een jaarlijkse belasting gevestigd op woningen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Artikel 2. Definities

 

-Administratie:

De gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisatie van het leegstandsregister.

 

-Beroepsinstantie:

Het college van burgemeester en schepenen van de stad Lier.

 

-Beveiligde zending:

Één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

oAangetekend schrijven

oEen afgifte tegen ontvangstbewijs

 

-Kamer:

Een woning waarin een toilet, een bad of douche of kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor één of meer van de voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

 

-Leegstaande woning:

Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

 

-Opnamedatum:

De datum waarop de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen.

 

-Verjaardag:

Het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

 

-Woning:

Elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

-Zakelijk gerechtigde:

De houder van één van volgende zakelijke rechten:

oVolle eigendom

oHet recht van opstal of van erfpacht

oHet vruchtgebruik

 

 

Artikel 3. Vaststelling van leegstand

De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meer van volgende indicaties:

 

         het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

         de onmogelijkheid om het gebouw normaal te betreden, bv. door een geblokkeerde ingang,

         het  aanbieden als “te huur” of “te koop”;

         het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie kan uitgesloten worden tenzij de houder van het zakelijk recht hiervoor een verantwoording kan geven gesteund op zijn toestand;

         de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het wetboek van de inkomstenbelasting van 1992;

         sporen die wijzen op langdurig niet-gebruik, zoals een uitpuilende brievenbus, geblindeerde ramen, afval of onkruid, …;

         bestuurlijk verslag van de wijkagent;

         getuigenissen van omwonenden;

         proces-verbaal van de GAS-ambtenaar na bezichtiging ter plaatse;

         de vaststelling(en) ter plaatse door de onderzoeker van de stad op basis van een               “beschrijvend verslag”;

 

Bovenstaande lijst is limitatief.

 

De administratie houdt een leegstandsregister bij, waarop de woningen ingeschreven worden die voldoen aan indicaties van leegstand.

 

Onverminderd de toepassing van art. 15 van de Grondwet en overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, hebben de door het college van burgemeester en schepen met opsporing van leegstand belaste personeelsleden toegang tot de woningen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten.

 

Artikel 4. Registratie in het gemeentelijk leegstandsregister en kennisgeving

Een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte die een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties in de zin van artikel 3, 1ste lid van onderhavig reglement, en een fotodossier omvat.

 

De administratie stelt de zakelijk gerechtigde(n) per aangetekend schrijven in kennis van de beslissing tot opname van de leegstaande woning in het leegstandsregister.

 

Deze kennisgeving bevat:

         De administratieve akte met inbegrip van het beschrijvend verslag en de foto(‘s)

         Informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister

         Informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister

         Informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister

 

De datum van de administratieve akte geldt als opnamedatum.

 

Artikel 5. Beroep tegen registratie

§1. De zakelijk gerechtigde kan binnen de 30 dagen, vanaf de dag na het aangetekend schrijven in de zin van artikel 4, 2de lid van onderhavig reglement, beroep aantekenen bij de beroepsinstantie, tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister.

 

Het beroep wordt per beveiligde zending verstuurd t.a.v.:

Stad Lier – College van burgemeester en schepenen

Paradeplein 2 B 1

2500 Lier

 

Het beroep bevat minimaal de volgende gegevens:

         Identiteit en adres van de indiener

         Handtekening van de indiener

         Verwijzing naar de genummerde administratieve akte en het adres van de woning waarover het gaat.

         Bewijsstukken

 

Als het beroep ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie.

 

§2. De administratie registreert het beroepsschrift en meldt de ontvangst aan de indiener.

 

Het beroepschrift is alleen onontvankelijk:

         Als het te laat is ingediend of niet is ingediend volgens de bepalingen in §1.

         Als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, diens gemachtigde vertegenwoordiger of zijn raadsman.

 

Als het beroepschrift onontvankelijk is, wordt dit onmiddellijk meegedeeld aan de indiener.

Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van 30 dagen niet is verstreken.

 

§3. De gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften wordt onderzocht op basis van de bijgevoegde bewijsstukken. Dit kan gevolgd worden door een feitenonderzoek ter plaatse.

Het beroep is ongegrond als de toegang tot het pand  geweigerd of verhinderd wordt.

 

§4. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift.

§5. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte.

 

Artikel 6. Schrapping uit het leegstandsregister

§1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na onderzoek ter plaatse.

 

§2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

         De identiteit en het adres van de indiener

         Handtekening van de indiener

         Verwijzing naar de genummerde administratieve akte en het adres van de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft.

         Bewijsstukken

 

§3. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek.

 

De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde, diens gemachtigde vertegenwoordiger of zijn raadsman, beroep aantekenen volgens bepalingen vermeld in artikel 5 van onderhavig reglement.

 

Artikel 7. Belastbare grondslag

De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Zolang de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 8. Belastingplichtige

De belasting is ondeelbaar en  verschuldigd door diegene die op het ogenblik van het verstrijken van de termijn van 12 opeenvolgende maanden opname in het leegstandregister, zakelijk gerechtigde is van de leegstaande woning.

 

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van het vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

Indien er meerdere zakelijk gerechtigden in onverdeeldheid zijn, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd. De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de leden van de onverdeeldheid.

 

Artikel 9. Bedrag van de heffing

§1. De belasting bedraagt:

1.2.500 euro voor een eengezinswoning, (duplex)appartement of studio

2.750 euro voor individuele kamer of studentenkamer

 

§2. Het bedrag van de  volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van de volgende formule:

Het bedrag van de initiële belasting vermenigvuldigd met x, waarbij x gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat de woning zonder onderbreking opgenomen is in het gemeentelijke register. X bedraagt niet meer dan 4.

 

Artikel 10. Vrijstellingen

 

§ 1. Aanvraag vrijstelling:

Een vrijstelling van de belasting moet via beveiligde zending aangevraagd worden bij de administratie uiterlijk één maand voor de verjaardag van de opnamedatum.

 

De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling, zoals vermeld in §3, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§ 2. Mogelijke vrijstellingen

 

2.1. Vrijstelling voor nieuwe zakelijk gerechtigde:

De belastingplichtige die bij opnamedatum sinds minder dan twee jaar de zakelijk gerechtigde is van de woning, kan een vrijstelling aanvragen. 

 

De zakelijk gerechtigde dient hiervan het bewijs te leveren via het voorleggen van de overdrachtsakte.

 

Deze vrijstelling is slechts van toepassing op het eerste aanslagjaar dat volgt op het verlijden van de akte.

 

Deze vrijstelling geldt echter niet bij overdracht aan vennootschappen waarin de vroegere of nieuwe houder van het zakelijk recht participeert, rechtsreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10% van het aandeelhouderschap.

 

2.2. Vrijstelling voor opname in een instelling, ziekenhuis, rustoord:

De belastingplichtige, een natuurlijk persoon, die de laatste bewoner was van de leegstaande woning én is opgenomen in een psychiatrische  voorziening, ziekenhuis of woonzorgcentrum, kan een vrijstelling aanvragen.

 

De belastingplichtige dient hiervan het bewijs te leveren via een attest van de instelling.

 

Deze vrijstelling is slechts van toepassing op  de eerste twee aanslagjaren na opnamedatum.

 

2.3. Vrijstelling voor handelingsonbekwame:

De belastingplichtige, een natuurlijk persoon, die ingevolge een gerechtelijke uitspraak handelingsonbekwaam is, kan een vrijstelling aanvragen.

 

De belastingplichtige of zijn voogd dienen hiervan het bewijs te leveren via de voorlegging van de gerechtelijke uitspraak.

 

Deze vrijstelling is slechts van toepassing voor de eerste twee aanslagjaren na gerechtelijke uitspraak.

 

2.4. Vrijstelling voor renovatie:

 

Er wordt in een periode van 10 jaar aan de belastingplichtige éénmaal een vrijstelling van maximaal 3 jaar gegeven voor de renovatie van de woning, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt.

 

De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van ofwel een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning voor vergunningsplichtige werken, ofwel een renovatienota voor niet vergunningsplichtige werken.

 

De stedenbouwkundige vergunning moet aangevuld worden met een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht. Uit deze documenten moet duidelijk blijken dat de problematische situatie ten gronde zal worden aangepakt.

De renovatienota dient te bestaan uit:

- een gedetailleerd renovatieschema met tijdsschema,

- een fotoreportage

- offertes/kostenraming van de uit te voeren werken

- indien van toepassing: akkoord van de mede-eigenaars

 

De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief worden uitgevoerd. Daarom wordt de vrijstelling verleend in schijven van één jaar.

Indien de werken uiteindelijk niet effectief werden uitgevoerd, krijgt de belastingplichtige ten gevolge hiervan een belasting opgelegd voor het lopende aanslagjaar als mocht hij geen vrijstelling genoten hebben.

 

De aanvraag van de tweede en de derde schijf moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie. In deze gemotiveerde vraag wordt onder andere een gedetailleerde stand van zaken van de werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt  onder andere aangetoond aan de hand van foto’s, facturen van uitgevoerde werken, een gedetailleerd renovatieschema met tijdsschema, … .

 

De aanvraag voor de tweede schijf moet ingediend worden uiterlijk twee maanden voor de eerste schijf verstrijkt. Om voor de tweede schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken gestart zijn. De toekenning van de tweede schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken nog niet zijn gestart, dan wordt de tweede schijf geweigerd. De administratie brengt de aanvrager hiervan op de hoogte voorafgaand aan het verstrijken van de eerste schijf.

De aanvraag van de derde schijf moet ingediend worden uiterlijk twee maanden voor de tweede schijf verstrijkt. Om voor een derde schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of het gedetailleerd tijdschema. De toekenning van de derde schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken niet uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of in het gedetailleerd tijdschema, dan wordt de toekenning van de derde schijf geweigerd. De administratie brengt de aanvrager hiervan op de hoogte voorafgaand aan het verstrijken van de tweede schijf.

 

Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot de woning, dan wordt de toekenning van een tweede of derde schijf geweigerd.

 

2.5. Vrijstelling wegens sloop:

De belastingplichtige die geplande sloopwerken kan aantonen, kan een vrijstelling aanvragen.

De belastingplichtige dient hiervan het bewijs te leveren via het voorleggen van een goedgekeurde sloopvergunning.

Deze vrijstelling geldt tot het slopen van de woning (bewijs via voorgelegde foto’s) of tot het einde van de geldigheid van de vergunning.

 

2.6. Vrijstelling wegens vernieling of beschadiging door een plotse ramp:

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien de betrokken leegstaande woning getroffen werd door een plotse ramp waarbij er vernieling en beschadiging is opgetreden.

Deze ramp dient plaatsgevonden te hebben minder dan 2 jaar voor opnamedatum.

 

Een ramp is een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade zo groot is dat het normaal gebruik onmogelijk is, bv. brand, ontploffing, verzakking, overstroming, storm, … .

 

De belastingplichtige dient hiervan het bewijs te leveren via een gemotiveerde nota dewelke de situatie duidelijk weergeeft.  Hieraan dient een fotoreportage en andere relevante documenten m.b.t. expertiseverslag van de verzekering, … te worden toegevoegd.

 

De vrijstelling is van toepassing op de eerste drie aanslagjaren die volgen na het jaar van de ramp.

 

2.7. Vrijstelling wegens onmogelijk gebruik van het pand door een gerechtelijke procedure:

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien de betrokken leegstaande woning onmogelijk kan gebruikt worden omwille van een lopende gerechtelijke procedure (vb. verzegeling i.k.v. een strafrechtelijk onderzoek, vb. expertise i.k.v. een gerechtelijke procedure…).

 

De belastingplichtige dient hiervan het bewijs te leveren via het voorleggen van de gerechtelijke beslissing.

 

De vrijstelling is van toepassing tot het terug in gebruik kunnen nemen van het pand of tot twee aanslagjaren na de datum van uitspraak van de gerechtelijke procedure.

 

2.8. Vrijstelling bij verhuur aan een erkend sociaal verhuurkantoor:

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien hij het betrokken pand verhuurt aan een erkend sociaal verhuurkantoor.

 

De datum van ondertekening van het huurcontract moet de datum dat de zakelijk gerechtigde de hoedanigheid van belastingplichtige verkrijgt, voorafgaan.

Het betreft een huurcontract van 9 jaar zonder opzeggingsmogelijkheid gedurende de eerste drie jaar voor de zakelijk gerechtigde.

 

De belastingplichtige dient hiervan het bewijs te leveren via het voorleggen van het betreffende geregistreerde huurcontract.

 

De vrijstelling is van toepassing  tot de ingebruikname van de woning door het sociaal verhuurkantoor.

 

2.9. Vrijstelling voor woningen gelegen binnen een onteigeningsplan:

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien de leegstand betrekking heeft op een woning die gelegen is binnen de grenzen van een voorlopig of definitief goedgekeurd onteigeningsplan.

 

De vrijstelling geldt tot onteigening van de woning of tot de intrekking van het onteigeningsplan.

 

2.10. Vrijstelling voor woningen erkend als monument:

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien de leegstand betrekking heeft op een woning die erkend is als monument krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten zijn beschermd als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard onderzoeks- of erfgoedpremiedossier is ingediend.

De vrijstelling is van toepassing tot er een goedkeuring is  van het dossier.

 

2.11. Vrijstelling voor sociale huisvestingmaatschappij, het OCMW, de gemeente en het

autonoom gemeentebedrijf:

 

Er wordt een vrijstelling van 3 jaar verleend aan een sociale huisvestingsmaatschappij werkzaam op het grondgebied, stad en OCMW Lier en het autonoom gemeentebedrijf op voorwaarde dat ze kunnen aantonen dat ze ofwel:

         een woonproject hebben aangemeld bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen.

         een volledig renovatiedossier en/of aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor renovatiewerken hebben ingediend bij de bevoegde overheid.

 

Deze vrijstelling geldt voor een periode van 3 opeenvolgende aanslagjaren volgend op de opnamedatum.

Indien na 3 jaar de procedure nog niet werd afgerond, kan men een verlenging aanvragen voor de periode van een jaar. De aanvraag wordt ingediend uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de 3-jarige periode en dient vergezeld te zijn van een verklaring van de bevoegde overheid.

 

Deze periode kan telkens verlengd worden met een jaar.

 

Artikel 11. Vestiging en invordering

De belastbare elementen worden vastgesteld door het gemeentebestuur.

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, zoals herhaaldelijk gewijzigd.

 

Artikel 12. Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 13. Bezwaarschriften

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend per beveiligde zending en worden gemotiveerd.

 

Het bezwaar is ondertekend en bevat minimaal de volgende gegevens:

-de identiteit en het adres van de indiener

-de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het

beroepschrift betrekking heeft

 

De indiener voegt bij het bezwaar de overtuigingsstukken die hij nodig acht.

 

Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Binnen de 15 dagen na ontvangst van het bezwaar wordt een ontvangstmelding verstuurd.

 

Het college van burgemeester er schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van 6 maanden, ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Indien de beslissing tot het opleggen van de belasting niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de belastingplichtige onontvankelijk of ongegrond is, zal de belasting hoe dan ook verschuldigd zijn.

 

Artikel 14. Overgangsbepalingen

Woningen die opgenomen zijn in het leegstandsregister voor de inwerkingtreding van dit reglement vallen onder de toepassing van dit reglement. De vrijstellingen en bezwaren, die ingediend zijn voor de inwerkingtreding van dit reglement, blijven van toepassing of worden nog behandeld conform het reglement dat goedgekeurd werd op de gemeenteraad van 15/12/2014.

 

Artikel 15. Toezicht

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

Onderhavig reglement treedt in voege op 01/01/2017 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet.

 

Het belastingreglement op leegstaande woningen van 14 december 2015 wordt opgeheven vanaf het in voege treden van onderhavig reglement.

 

 

Bijlage 2:

 

Belastingreglement op leegstaande gebouwen 2017-2019

 

Artikel 1. Algemeen

Voor een termijn ingaand vanaf  01 januari 2017 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Lier een jaarlijkse belasting gevestigd op gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Artikel 2. Definities

-Administratie:

De gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisatie van het leegstandsregister.

 

-Beroepsinstantie:

Het college van burgemeester en schepenen van de stad Lier.

 

-Beveiligde zending:

Één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

oAangetekend schrijven

oEen afgifte tegen ontvangstbewijs

 

-Gebouw:

Een gebouw is elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

-Leegstaand gebouw:

Een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

 

-Functie van het gebouw:

De functie is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning of melding in de zin van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

-Opnamedatum:

De datum waarop get gebouw voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen.

 

-Verjaardag:

Het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw niet uit leegstandsregister is geschrapt.

 

-Zakelijk gerechtigde:

De houder van één van volgende zakelijke rechten:

oVolle eigendom

oHet recht van opstal of van erfpacht

oHet vruchtgebruik

 

Artikel 3. Vaststelling van leegstand

De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meer van volgende indicaties:

 

         Opname in de detailhandelsdatabank “Locatus”

         Het ontbreken van aangeduide openingsuren die duidelijk maken aan de consument wanneer er klanten terecht kunnen.

         Het ontbreken van een neergelegde jaarrekening x-1 in het jaar x van de feitelijke opname van de onderneming die gevestigd is op het adres van het te inventariseren pand.

         Het ontbreken van een vestigings-/ondernemingsnummer in de Kruispuntenbank voor Ondernemingen

         Het langdurig niet voor het publiek toegankelijk zijn tijdens de gebruikelijke of geafficheerde openingsuren van een gebouw met als bestemming handel.

         De aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of onproductiviteit.

         De onmogelijkheid om het gebouw normaal te betreden, bv. door een geblokkeerde ingang, …

         Sporen die wijzen op langdurig niet-gebruik, zoals een uitpuilende brievenbus, geblindeerde ramen, afval of onkruid, …;

         Het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig het normale gebruik van het gebouw kan uitgesloten worden tenzij de houder van het zakelijk recht hiervoor een verantwoording kan geven gesteund op zijn toestand;

         Bestuurlijk verslag van de wijkagent;

         Proces-verbaal van de GAS-ambtenaar;

         De vaststelling(en) ter plaatse door de onderzoeker van de stad op basis van het “beschrijvend verslag”;

 

Bovenstaande lijst is limitatief.

 

De administratie houdt een leegstandsregister bij, waarop de gebouwen ingeschreven worden die voldoen aan de indicaties van leegstand.

 

Onverminderd de toepassing van art. 15 van de Grondwet  en overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, hebben de door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing  van leegstand belaste personeelsleden toegang tot de gebouwen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten.

 

Artikel 4. Registratie in het gemeentelijk leegstandsregister en kennisgeving

Een leegstaand gebouw wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte die een beschrijvend verslag,  met vermelding van de indicaties in de zin van artikel 3, 1ste lid van onderhavig reglement, en een fotodossier omvat.

 

De administratie stelt de zakelijk gerechtigde(n) per aangetekend schrijven in kennis van de beslissing tot opname van het leegstaande gebouw in het leegstandsregister.

 

Deze kennisgeving bevat:

         De administratieve akte met inbegrip van het beschrijvend verslag en de foto(‘s)

         Informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister

         Informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister

         Informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister

 

De datum van de administratieve akte geldt als opnamedatum.

 

Artikel 5. Beroep tegen registratie

 

§1. De zakelijk gerechtigde kan binnen de 30 dagen, vanaf de dag na het aangetekend schrijven in de zin van artikel 4, 2de lid van onderhavig reglement, beroep aantekenen bij de beroepsinstantie  tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister.

 

Het beroep wordt per beveiligde zending verstuurd t.a.v.:

Stad Lier – College van burgemeester en schepenen

Paradeplein 2 B 1

2500 Lier

 

 

Het beroep bevat minimaal de volgende gegevens:

         Identiteit en adres van de indiener

         Handtekening van de indiener

         Verwijzing naar de genummerde administratieve akte en het adres van het gebouw waarover het gaat.

         Bewijsstukken

 

Als het beroep ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie.

 

§2. De administratie registreert het beroepsschrift en meldt de ontvangst aan de indiener.

 

Het beroepschrift is alleen onontvankelijk:

         Als het te laat is ingediend of niet is ingediend volgens de bepalingen in §1.

         Als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, diens gemachtigde vertegenwoordiger of zijn raadsman.

 

Als het beroepschrift onontvankelijk is, wordt dit onmiddellijk meegedeeld aan de indiener.

Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van 30 dagen niet is verstreken.

 

§3. De gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften wordt onderzocht op basis van de bijgevoegde bewijsstukken. Dit kan gevolgd worden door een feitenonderzoek ter plaatse.

Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot het gebouw  geweigerd of verhinderd wordt.

 

§4. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift.

 

§5. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte.

 

Artikel 6. Schrapping uit het gemeentelijk leegstandsregister:

§1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat dat het gebouw gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na onderzoek ter plaatse.

 

§2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

         De identiteit en het adres van de indiener

         Handtekening van de indiener

         Verwijzing naar de genummerde administratieve akte en het adres van het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft.

         Bewijsstukken

 

§3. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek.

 

De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde, diens gemachtigde vertegenwoordiger of zijn raadsman, beroep aantekenen volgens bepalingen vermeld in artikel 5 van onderhavig reglement.

 

Artikel 7. Belastbare grondslag

De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat het gebouw gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Zolang het gebouw niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 8. Belastingplichtige

De belasting is ondeelbaar en  verschuldigd door diegene die op het ogenblik van het verstrijken van de termijn van 12 opeenvolgende maanden opname in het leegstandregister, zakelijk gerechtigde is van het leegstaande gebouw.

 

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

Indien er meerdere zakelijk gerechtigden in onverdeeldheid zijn, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd. De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de leden van de onverdeeldheid.

 

Artikel 9. Bedrag van de heffing

§1. De belasting bedraagt:

-5.000 euro voor een gebouw gelegen in kernwinkelgebied:

Tot het 'kernwinkelgebied' behoren de door het Lierse stadsbestuur afgebakende zones zoals bepaald in de Stedenbouwkundige Verordening Detailhandel in Lier (goedgekeurd door de Deputatie op1 oktober ‘15), i.c.:

oAntwerpsestraat,

oGrote Markt

oRechtestraat,

oKartuizersvest oneven nummers 1 t.e.m. 29/31 én even nummers 2 t.e.m. 28;

 

-2.500 euro voor een gebouw gelegen buiten het kernwinkelgebied

 

 

§2. Het bedrag van de  volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van de volgende formule:

Het bedrag van de initiële belasting vermenigvuldigd met x, waarbij x gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat het gebouw zonder onderbreking opgenomen is in het gemeentelijke register. X bedraagt niet meer dan 4.

 

Artikel 10. Vrijstellingen

§ 1. Aanvraag vrijstelling:

Een vrijstelling van de belasting moet via beveiligde zending aangevraagd worden bij de administratie uiterlijk één maand voor de verjaardag van de opnamedatum.

 

De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling, zoals vermeld in §2, dient zelf

hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§ 2. Mogelijke vrijstellingen

 

2.1. Vrijstelling voor nieuwe zakelijk gerechtigde:

De belastingplichtige die sinds minder dan twee jaar de zakelijk gerechtigde is van het gebouw, kan een vrijstelling aanvragen. 

 

De zakelijk gerechtigde dient hiervan het bewijs te leveren via het voorleggen van de overdrachtsakte.

 

Deze vrijstelling is slechts van toepassing op het eerste aanslagjaar dat volgt op het verlijden van de akte.

 

Deze vrijstelling geldt echter niet bij overdracht aan vennootschappen waarin de vroegere of nieuwe houder van het zakelijk recht participeert, rechtsreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10% van het aandeelhouderschap.

 

2.2. Vrijstelling voor renovatie:

Er wordt in een periode van 10 jaar aan de belastingplichtige éénmaal een vrijstelling van maximaal 3 jaar gegeven voor de renovatie van het gebouw, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt.

 

De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van ofwel en niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning voor vergunningsplichtige werken, ofwel een renovatienota voor niet vergunningsplichtige werken.

 

De stedenbouwkundige vergunning moet aangevuld worden met een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht. Uit deze documenten moet duidelijk blijken dat de problematische situatie ten gronde zal worden aangepakt.

De renovatienota dient te bestaan uit:

         een gedetailleerd renovatieschema met tijdsschema,

         een fotoreportage

         offertes/kostenraming van de uit te voeren werken

         indien van toepassing: akkoord van de mede-eigenaars

 

De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief worden uitgevoerd. Daarom wordt de vrijstelling verleend in schijven van één jaar.

Indien de werken uiteindelijk niet effectief werden uitgevoerd, krijgt de belastingplichtige ten gevolge hiervan een belasting opgelegd voor het lopende aanslagjaar als mocht hij geen vrijstelling genoten hebben.

 

De aanvraag van de tweede en de derde schijf moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie. In deze gemotiveerde vraag wordt onder andere een gedetailleerde stand van zaken van de werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt onder andere aangetoond aan de hand van foto’s, facturen van uitgevoerde werken, een gedetailleerd renovatieschema met tijdsschema, … .

 

De aanvraag voor de tweede schijf moet ingediend worden uiterlijk twee maanden voor de eerste schijf verstrijkt. Om voor de tweede schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken gestart zijn. De toekenning van de tweede schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek aan de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken nog niet zijn gestart, dan wordt de tweede schijf geweigerd. De administratie brengt de aanvrager hiervan op de hoogte voorafgaand aan het verstrijken van de eerste schijf.

 

De aanvraag van de derde schijf moet ingediend worden uiterlijk twee maanden voor de tweede schijf verstrijkt. Om voor een derde schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of het gedetailleerd tijdschema. De toekenning van de derde schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken niet uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of in het gedetailleerd tijdschema, dan wordt de toekenning van de derde schijf geweigerd. De administratie brengt de aanvrager hiervan op de hoogte voorafgaand aan het verstrijken van de tweede schijf.

 

Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw, dan wordt de toekenning van een tweede of derde schijf geweigerd.

 

2.3. Vrijstelling wegens sloop:

De belastingplichtige die geplande sloopwerken kan aantonen voor wat betreft het leegstaande gebouw, kan een vrijstelling aanvragen.

Hij levert hiervan het bewijs via het voorleggen van een goedgekeurde sloopvergunning.

Deze vrijstelling geldt tot het slopen van de gebouw (bewijs via voorgelegde foto’s) of tot het einde van de geldigheid van de vergunning.

 

2.4. Vrijstelling wegens vernieling of beschadiging door een plotse ramp:

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien het betrokken leegstaand gebouw getroffen werd door een plotse ramp waarbij er vernieling en beschadiging is opgetreden.

Deze ramp dient plaatsgevonden te hebben minder dan 2 jaar voor opnamedatum.

 

Een ramp is een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade zo groot is dat het normaal gebruik onmogelijk is, bv. brand, ontploffing, verzakking, overstroming, storm, … .

 

De belastingplichtige dient hiervan het bewijs te leveren via een gemotiveerde nota dewelke de situatie duidelijk weergeeft.  Hieraan dient een fotoreportage en andere relevante documenten m.b.t. expertiseverslag van de verzekering, … te worden toegevoegd.

 

De vrijstelling is van toepassing op de eerste drie aanslagjaren die volgen na het jaar van de ramp.

 

2.5. Vrijstelling wegens onmogelijk gebruik van het gebouw door een gerechtelijke procedure:

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien het betrokken leegstaand gebouw onmogelijk kan gebruikt worden omwille van een lopende gerechtelijke procedure (vb. verzegeling i.k.v. een strafrechtelijk onderzoek, vb. expertise i.k.v. een gerechtelijke procedure…).

 

De belastingplichtige dient hiervan het bewijs te leveren via het voorleggen van de gerechtelijke beslissing.

 

De vrijstelling is van toepassing tot het terug in gebruik kunnen nemen van het gebouw of tot twee aanslagjaren na de datum van uitspraak van de gerechtelijke procedure.

 

2.6. Vrijstelling voor gebouwen gelegen binnen een onteigeningsplan:

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien de leegstand betrekking heeft op een gebouw dat gelegen is binnen de grenzen van een voorlopig of definitief goedgekeurd onteigeningsplan.

De vrijstelling geldt tot onteigening van het gebouw of tot de intrekking van het onteigeningsplan.

 

2.7. Vrijstelling voor gebouwen erkend als monument:

De belastingplichtige kan een vrijstelling aanvragen indien de leegstand betrekking heeft op een gebouw dat erkend is als monument krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten zijn beschermd als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard onderzoeks- of erfgoedpremiedossier is ingediend.

De vrijstelling is van toepassing tot er een goedkeuring is van van het dossier.

 

2.8. Vrijstelling voor sociale huisvestingmaatschappij, het OCMW, de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf:

Er wordt een vrijstelling van 3 jaar verleend aan een sociale huisvestingsmaatschappij werkzaam op het grondgebied, stad en OCMW Lier en het autonoom gemeentebedrijf op voorwaarde dat ze kunnen aantonen dat ze ofwel:

         een woonproject hebben aangemeld bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen.

         een volledig renovatiedossier en/of aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor renovatiewerken hebben ingediend bij de bevoegde overheid.

 

Indien na 3 jaar de procedure nog niet werd afgerond, kan men een verlenging aanvragen voor de periode van een jaar. De aanvraag wordt ingediend uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de 3-jarige periode en dient vergezeld te zijn van een verklaring van de bevoegde overheid.

 

Deze periode kan telkens verlengd worden met een jaar.

 

2.9. Vrijstelling voor de ondernemers/handelaars die in het pand zelf wonen:

De volgende gebouwen zijn vrijgesteld:

“Een gebouw, dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in art. 2 sectie 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van gebouwen, wordt niet beschouwd als leegstaand, zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.”

 

De belastingplichtige legt de nodige bewijsstukken voor.

 

De vrijstelling is van toepassing zolang aan de voorwaarden van de vrijstelling is voldaan.

 

2.10. Vrijstelling voor gebruik gedurende minimum drie maanden:

 

Deze vrijstelling geldt indien de zakelijk gerechtigde van het gebouw in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar zijn pand minimum voor een periode van 3 maanden aaneensluitend ter beschikking heeft gesteld voor een tijdelijk, publiek toegankelijk (socio-)cultureel initiatief of voor een pop-up handels- of horecazaak, zolang de functie(wijziging) strookt met de bepalingen die in omschreven zones gelden conform de stedenbouwkundige verordening detailhandel.

 

Binnen de 3 maanden wordt de effectieve activiteit of uitbating begrepen. Op deze vrijstelling kan maximaal 2 aanslagjaren beroep worden gedaan.

 

De aanvrager voegt bij de aanvang tot vrijstelling de nodige, niet limitatieve documenten toe: overeenkomst voor kortetermijnhuur (i.k.v. het decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht), fotodossier van de voorbereiding en invulling van het gebouw en verder alle documenten die de effectieve invulling gedurende de termijn van 3 maanden  kunnen staven (zoals facturen van leveranciers, of voor de aankoop van materiaal, overeenkomsten met soco-culturele partners, indien van toepassing, …).”

 

Artikel 11. Vestiging en invordering

De belastbare elementen worden vastgesteld door het gemeentebestuur.

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008, herhaaldelijk gewijzigd.

 

Artikel 12. Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 13. Bezwaarschriften

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend per beveiligde zending en worden gemotiveerd.

 

Het bezwaar is ondertekend en bevat minimaal de volgende gegevens:

         de identiteit en het adres van de indiener

         de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft

 

De indiener voegt bij het bezwaar de overtuigingsstukken die hij nodig acht.

 

Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Binnen de 15 dagen na ontvangst van het bezwaar wordt een ontvangstmelding verstuurd.

 

Het college van burgemeester er schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van 6 maanden, ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Indien de beslissing tot het opleggen van de belasting niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de belastingplichtige onontvankelijk of ongegrond is, zal de belasting hoe dan ook verschuldigd zijn.

 

Artikel 14. Toezicht

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

Onderhavig reglement treedt in voege op 01/01/2017 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet.

 

Het belastingreglement op leegstaande gebouwen van 14 december 2015 wordt opgeheven vanaf het in voege treden van onderhavig reglement.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

BELASTINGREGLEMENT TWEEDE VERBLIJVEN - AANPASSING - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad van 27/04/2015 keurde het belastingreglement op tweede verblijven goed.

 

Feiten en context

Na 2 jaar praktijkervaring is het reglement aan een aanpassing toe.

 

Volgende zaken worden weggelaten:

         Er wordt geen belasting meer geheven op weekendverblijven in recreatiegebied.

         Er wordt geen belasting meer geheven op verblijf van seizoensarbeiders in agrarisch gebied.

         Er worden geen vrijstellingen meer toegekend.

 

Adviezen

Juridische dienst: positief advies

 

Juridische grond

Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, in het bijzonder de bepalingen van artikel 42§3, artikel 43§2,15° en artikel 253§1,3°

 

Het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van Provincie- en Gemeentebelastingen.

 

De Grondwet, meer bepaald artikel 170§4

 

De omzendbrief van 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.

 

Het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

Vaak betreft het in recreatiegebied verwaarloosde en ongebruikte constructies. Deze problematiek is complexer naar aanpak toe dan enkel een belasting te heffen op tweede verblijven. Een geïntegreerde aanpak van handhaving, wonen en omgeving zal doeltreffender zijn.

 

Een vrijstelling voor een tweede verblijf neigt eerder naar een vrijstelling voor leegstand. De woning staat dan immers leeg en wordt dan niet als dusdanig gebruikt als tweede verblijf.

Uit een benchmarking met andere steden blijkt dat de meeste steden en gemeenten  geen of zeer weinig vrijstellingen opnemen in hun belastingreglement.

 

Om al die redenen is het wenselijk om het belastingreglement op tweede verblijven aan te passen.

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Jan Hermans, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Bram Van Oosterwyck, Jan Hauwaert en Marc Franquet

4 onthoudingen: Patrick Tersago, Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist onderstaand aangepast belastingreglement op tweede verblijven goed te keuren:

 

Belastingreglement op tweede verblijven 2017-2019

 

Artikel 1 - Motivatie

Overwegende dat de belasting op tweede verblijven bovenal een forfaitaire weeldebelasting is op het gebruik van een luxegoed, ongeacht het inkomen van de belastingplichtige;

 

Overwegende dat het activeren van woningen in woongebied een belangrijk uitgangspunt is van de stad;

 

Overwegende dat het bijhouden van de bevolkingsregisters de taak en de verantwoordelijkheid is van de stad en door de stad moet uitgevoerd worden overeenkomstig de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, met inbegrip van navolgende wijzigingen, en dat de inschrijving gebeurt door toedoen en na onderzoek van de stad, zodat de bevolkingsregisters correcte informatie verschaffen over het bevolkingsbestand;

 

Overwegende dat deze correcte informatie noodzakelijk is voor statistische redenen, zodat een goed bevolkingsbeheer kan gevoerd worden;

 

Overwegende dat deze correcte informatie ook noodzakelijk is voor de veiligheid en de identificatie van personen;

 

Overwegende dat het belangrijk is dat degene die zich op het verblijfadres kan inschrijven dit effectief ook doet, onder andere om veiligheidsredenen en in het belang van het correcte beheer van de bevolkingsregisters van de stad;

 

Overwegende dat de belasting op tweede verblijven er kan toe bijdragen dat personen die hun feitelijke hoofdverblijfplaats in de stad hebben, zich laten inschrijven in de bevolkingsregisters;

 

Overwegende dat de meeste studenten zich niet kunnen laten inschrijven in de bevolkingsregisters omdat een studentenkamer geen hoofdverblijfplaats is in de zin van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, met inbegrip van navolgende wijzigingen;

 

Overwegende dat de heffing niet kan worden toegepast op alle situaties, aangezien het vestigen van een hoofdverblijfplaats niet overal mogelijk/wenselijk is, namelijk:

         tweede verblijven gelegen in een gebied voor verblijfsrecreatie hebben een recreatiefunctie en geen woonfunctie. Het vestigen van een hoofdverblijfplaats in een weekendverblijf is uitgesloten;

         in agrarisch gebied is de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders mogelijk. Aangezien het hier gaat om kortverblijf is een inschrijving als hoofdverblijfplaats niet verplicht;

 

Overwegende dat er een aanvoelen heerst dat eigenaars een aangifte als tweede verblijf gebruiken om een heffing op leegstand te vermijden;

Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad:

 

Artikel 2 - Belastbaar voorwerp

Met ingang van 1 januari 2017 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op de tweede verblijven op het grondgebied van de stad.

 

Artikel 3 – Definities

§1 Een tweede verblijf is een private woongelegenheid die voor de eigenaar,  de huurder of de gebruiker ervan niet tot hoofdverblijf dient, maar die op elk ogenblik door hen voor bewoning kan worden gebruikt.

Dient niet tot hoofdverblijfplaats: een private woongelegenheid waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters van Lier op 1 januari van het aanslagjaar.

 

§ 2. Als tweede verblijf wordt niet beschouwd:

         een tent en woonaanhangwagen.

         een constructie uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit.

         een tijdelijk leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat het,     in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar, voor minstens 6 opeenvolgende maanden als hoofdverblijfplaats werd aangewend blijkens de gegevens van de bevolkingsregisters.

         de woongelegenheid die werd opgenomen op een inventaris of register in het kader van de gemeentebelasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand.

         een onderwijsinrichting, ziekenhuis, vluchthuis, woning aangewend voor begeleid wonen of met sociaal doel.

         een hotelkamer, gastenkamer, vakantiewoning of vakantie-logies volgens de definities van het decreet betreffende toeristische logies van 10 juli 2008 en latere wijzigingen.

         weekendverblijven gelegen in recreatiegebied. Een weekendverblijf is een constructie, al dan niet verplaatsbaar, die op basis van de stedenbouwkundige voorschriften niet voor permanente bewoning kan bestemd worden.

         een studentenverblijf

         een in agrarisch gebied gelegen verblijf voor seizoenarbeiders.

 

Artikel 4 - Belastingplichtige

De belasting is ondeelbaar en is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het belastingjaar houder is van een van de hierna vermelde zakelijke rechten op het tweede verblijf:

         de volle eigendom

         het recht van opstal of van erfpacht

         het vruchtgebruik

 

Indien er meerdere zakelijk gerechtigden in onverdeeldheid zijn, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd. De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de leden van de onverdeeldheid.

Degene die het zakelijk recht overdraagt, is tevens verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte per beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen mee te delen:

         naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

         datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

         gebouw- en perceelsgegevens.

 

Hij kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij het uitblijven van deze kennisgeving blijft de overdrager van het zakelijk recht beschouwd als belastingplichtige voor de volgende heffingen die na de overdracht van het zakelijk recht worden geheven en dit tot op het moment dat de overdracht door de overdrager wordt gemeld aan het college van burgemeester en schepenen.

Indien een gebouw meerdere woongelegenheden bevat die als tweede verblijf kunnen beschouwd worden, is de belasting verschuldigd per tweede verblijf.

 

Artikel 5 - Tarief

De belasting wordt als volgt vastgesteld:

 

201720182019

€ 900,00€ 950,00€ 1000,00

 

Artikel 6 - Aangifteplicht

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum, moet worden teruggestuurd.

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 oktober van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

 

Artikel 7 - Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige bedoeld onder artikel 4, kan de belasting van ambtswege worden ingekohierd.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een forfaitair bedrag van € 150,00 bij een eerste overtreding en vanaf de 2de opeenvolgende overtreding wordt de ambtshalve ingekohierde belasting verdubbeld.

 

Artikel 8 - Invordering

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige of de ambtshalve inkohiering.

 

Artikel 9 - Bezwaren

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting t.a.v.:

 

College van burgemeester en schepenen,

Paradeplein 2 bus 1

2500 LIER.

 

Het bezwaar moet op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

Het college van burgemeester er schepenen doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, binnen een termijn van zes maanden , ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Indien de beslissing tot het opleggen van de belasting niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de belastingplichtige onontvankelijk of ongegrond is, zal de belasting hoe dan ook verschuldigd zijn.

 

Artikel 10 – inwerkingtreding

In het kader van artikel 253 van het gemeentedecreet werd een kopie van onderhavig reglement  aan de provinciegouverneur aangetekend opgestuurd.

 

Het reglement treedt in voege op 1 januari 2017 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet.

 

Het reglement van 27 april 2015 wordt opgeheven vanaf het in voege treden van bovenstaand reglement.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

REGLEMENT HOUDENDE DE ERKENNING EN DE SUBSIDIËRING VAN CULTURELE VERENIGINGEN VAN LIER - AANPASSING. GOEDKEURING.

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

OPTIMALISATIE PREMIEREGLEMENT 'INVULLING LEEGSTAANDE HANDELSPANDEN' IN HET LIERS KERNWINKELGEBIED. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Bestuursakkoord 2013-2018, dd. 17 december 2012:

5. Werkende stad: Lokale Economie

         De stad voert een kernversterkend beleid met voorrang voor detailhandel in de binnenstad. De grootschalige detailhandel wordt strikt gereglementeerd en beperkt binnen de gebieden Antwerpsesteenweg en Ring-West.

         Via ondersteunende maatregelen wordt startende kleinschalige detailhandel aangemoedigd en gefaciliteerd.

 

Reglement 'Premie invulling leegstaande handelspanden Liers kernwinkelgebied', goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 juni 2015

 

Feiten en context

Het voornoemde premiereglement 'invulling leegstaande handelspanden Liers kernwinkelgebied' werpt zijn vruchten af, hiervan kunnen de 21 nieuwkomers (nieuwe winkels/horecazaken) getuigen binnen een tijdspanne van één jaar en 10 maanden.

Het premiereglement werd ook reeds door VVSG als voorbeeldreglement uitgedragen tijdens de Regionale Overlegtafel Economie waarvoor Lier op 24 februari '17 gaststad was. Ook het Kennisnetwerk Detailhandel besteedde reeds aandacht aan het Lierse premiereglement.

 

Hieronder volgt een OVERZICHT van de begunstigden i.k.v. het premiereglement ‘invulling leegstaande handelspanden’:

 

5 TOEGEKENDE PREMIES 2015

 

1) Oxfam Wereldwinkel Lier (invulling leegstaand pand voormalige broodjeszaak `De Vesten´)

         verhuis van buiten het kernwinkelgebied naar het kernwinkelgebied

         detailhandel - voedingswaar & artisanale geschenkartikelen

         Antwerpsestraat 141

 

2) Sanké (invulling leegstaand pand voormalige `Cook ´n Food´)

         nieuwe zaak

         commerciële dienstverlening - kapsalon

         Antwerpsestraat 110

 

3) Pleasure Nails (invulling langdurig leegstaand pand)

         nieuwe zaak

         commerciële dienstverlening - nagelstudio

         Kartuizersvest 26

 

4) Koffie & meer (invulling leegstaande nieuwbouw na renovatie - hoek met Kerkstraat)

         Nieuwe zaak

         horeca

         Rechtestraat 49

 

5) Maison De Wever (invulling leegstaand pand voormalige `Audrey in the city´)

         nieuwe zaak

         detailhandel - mode & handtassen

         Rechtestraat 30

 

10 TOEGEKENDE PREMIES 2016

 

6) Per Tutti (invulling leegstaand, ontdubbeld pand `King Shop´)

         nieuwe zaak

         horeca

         Grote Markt 52

 

7) Tommy Hilfiger (invulling leegstaand pand faillissement `Free Record Shop´)

         nieuwe zaak

         detailhandel - heren- & damesmode

         Antwerpsestraat 39-41

 

8) Melanie & Lewie (invulling leegstaand pand faillissement `Talking French’)

         nieuwe zaak (hadden jaren voorheen een zaak op de Grote Markt)

         detailhandel - interieur- & geschenkartikelen

         Antwerpsestraat 72

 

9) Feliks (invulling leegstaand pand ‘Actief Interim’)

         nieuwe zaak

         horeca - koffiebar

         Kartuizersvest 5

 

10) Pita Royal (invulling leegstaand pand broodjeszaak ‘Miu’)

         nieuwe zaak

         horeca

         Grote Markt 30

 

11) Barraf (invulling leegstaand pand voormalige ‘Z’ – kindermode)

         nieuwe zaak

         horeca - cupcakesbar

         Antwerpsestraat 90

 

12) Atmosfaere (invulling leegstaand pand voormalige horecazaak ‘Marabou’)

         nieuwe zaak

         detailhandel – interieur, decoratie & geschenkartikelen

         Antwerpsestraat 133

 

13) De Boekanier (invulling leegstaand pand voormalige lingeriezaak ‘Carine’)

         nieuwe zaak

         detailhandel - boekenwinkel

         Antwerpsestraat 2

 

14) Bread@Lunch (invulling leegstaand pand voormalige ‘Catwalk Fashion’)

         nieuwe zaak (voormalige uitbaters ‘De Kovenier’)

         horeca - broodjeszaak

         Antwerpsestraat 51

 

15) Dom Creations (invulling leegstaand pand voormalige optiek Willemssens)

         nieuwe zaak

         detailhandel – chocolatier, confiserie, biscuiterie

         Grote Markt 70

 

6 TOEGEKENDE PREMIES 2017

 

16) Salto (Stadsbistro)

         nieuwe zaak (voormalige uitbaters ‘De gekrulde zinnen’, invulling leegstaand pand voormalige drukkerij 'Vekemans')

         horeca

         Rechtestraat 18

 

17) Jenavi Fashion Store & Outlet (invulling leegstaand pand voormalige ‘Lovely Shoes’)

         nieuwe zaak (moet nog openen)

         detailhandel – mode

         Antwerpsestraat 124

 

18) Bengels (invulling leegstaand pand voormalige BeoBank)

         nieuwe zaak

         detailhandel – kinderkleding & attributen

         Rechtestraat 37

 

19) Labellaitalia (invulling leegstaand casco - pand)

         nieuwe zaak

         detailhandel – mode & accessoires

         Antwerpsestraat 44

 

20) FlorenTine (invulling gerenoveerd en leegstaand pand voormalige teken- & verfwinkel Kim)

         nieuwe zaak

         detailhandel – confiserie en delicatessen

         Rechtestraat 41

 

21)Noedels & co (invulling leegstaand woonhuis - verdaagd wegens brandweeronderzoek)

         nieuwe zaak

         horeca - sushi & noedels

         Kartuizersvest 24

 

BEHOEFTE OPTIMALISATIE I

 

Om in de toekomst zoveel mogelijk te vermijden dat van de goede intenties (strategisch indammen leegstand) van dit premiestelsel misbruik wordt gemaakt (bv. in geval van een gewone doorstart), wordt voorgesteld om in het reglement volgende aanpassing te doen:

 

Een extra bewijslast door een (V)KBO - uittreksel te eisen waarin de stopzetting van de vestiging van de voorgaande verhuurder/eigenaar wordt gestaafd, is NIET ideaal:

         Enerzijds omdat (V)KBO traag werkt, niet volledig en actueel blijkt;

         De vorige huurder/eigenaar moet dan anderzijds wél het initiatief genomen hebben om zijn/haar zelfstandige activiteit uit de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) uit te schrijven bij één van de erkende ondernemingsloketten. Het ondernemingsloket in kwestie registreert in dit geval op welke datum deze activiteit wordt geschrapt en wat de reden van de stopzetting is (bv. faillissement, pensioen, overgang naar werknemersstatuut). Daarna ontvangt de aanvrager een attest van schrapping. MAAR! Net als bij een inschrijving in de KBO dienen hiervoor administratiekosten betaald te worden (€ 82,50), waardoor dit vaak NIET gebeurd!

         Voorgaande praktijk en ervaring met de 'bevuilde' KBO – data (gestaafd op VVSG – netwerkmomenten) maken dat deze aanvullende vereiste voor de nieuwkomer de premieaanvraag zou vertragen of zelfs onmogelijk maken, aangezien deze op de goodwill zou moeten rekenen van de vorige huurder/eigenaar.

 

Daarom wordt voorgesteld om in het reglement toe te voegen dat:

         Er dient gestaafd te worden wanneer het pand effectief te huur of te koop heeft gestaan (hoe, vanaf wanneer en binnen welke termijn dit gebeurde).

         Dit gecombineerd met een vaststelling (door de dienst economie) van de leegstand (visuele tekenen + melding opname Locatus – databank na verificatie voorgaande).

 

Hierna volgen de geoptimaliseerde artikels van het reglement (oud versus nieuw):

PREMIE INVULLING LEEGSTAANDE HANDELSPANDEN LIERS KERNWINKELGEBIED

 

OUD Artikel 6 – Procedure

6.1. De aanvraag

- Om de premie/toelage zoals bepaald in voorliggend reglement te kunnen bekomen, dient de ondernemer bij de Stad Lier een aanvraag in via het daartoe voorziene aanvraagformulier te bekomen op www.lier.be of bij de cel Economie, Paradeplein 2/1 te 2500 Lier.

- De aanvraag bevat:

         het volledig ingevulde aanvraagformulier;

         een beknopte synthese van het ondernemersplan (zie hoger);

         een kopie van inschrijving in de KBO;

         een bewijs van inschrijving bij een sociale verzekeringskas voor een zelfstandig beroep;

         een bewijs van verkoops- of huurovereenkomst voor exploitatie in het leegstaande pand;

         ingeval van een horecazaak, een kopie van de nodige vergunningen afgeleverd door

het stadsbestuur én tevens een vermelding van de openingsuren;

         een kopie van andere, relevante vergunningen (stedenbouwkundige vergunning, socio-economische vergunning, indien van toepassing, … )

- De aanvraag kan het hele jaar door worden ingediend maar moet minimum twee maanden vóór en ten laatste drie maanden ná datum waarop de uitbating van de zaak van start is gegaan, ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen.

 

NIEUW Artikel 6 – Procedure

6.1. De aanvraag

- Om de premie/toelage zoals bepaald in voorliggend reglement te kunnen bekomen, dient de ondernemer bij de Stad Lier een aanvraag in via het daartoe voorziene aanvraagformulier te bekomen op www.lier.be of bij de cel Economie, Paradeplein 2/1 te 2500 Lier.

 

- De aanvraag bevat:

         het volledig ingevulde aanvraagformulier;

         een beknopte synthese van het ondernemersplan (zie hoger);

         een kopie van inschrijving in de KBO;

         een bewijs van inschrijving bij een sociale verzekeringskas voor een zelfstandig beroep;

         een bewijs van verkoops- of huurovereenkomst voor exploitatie in het leegstaande pand;

         een staving/bewijs van de periode waarin de commerciële ruimte effectief te huur of te koop heeft gestaan, met minimaal de datum vanaf wanneer de commerciële ruimte te huur of te koop heeft gestaan en de wijze waarop dit te huur of te koop werd aangekondigd OF van een overeenkomst i.k.v. het decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht;

         voorgaande wordt gecombineerd met een vaststelling (door de dienst economie) van de leegstand ter plaatse (documentatie visuele tekenen leegstand).

         de vermoedelijke openingsdatum

         een overzicht van de openingsuren

         ingeval van een horecazaak, een kopie van de nodige vergunningen afgeleverd door het stadsbestuur én tevens een vermelding van de openingsuren;

         een kopie van andere, relevante vergunningen (stedenbouwkundige vergunning, socio-economische vergunning, indien van toepassing, … )

 

BEHOEFTE OPTIMALISATIE II

 

Om bovendien te vermijden dat er ook premies worden aangevraagd voor commerciële invulling op de verdiepingen (al dan niet in cumul met een andere premie op het gelijkvloers), wordt voorgesteld om de titel en enkele definities van het begrippenkader in het premiereglement als volgt aan te passen.

 

Om toe te laten dat in overgangsperiode overeenkomsten i.k.v. het decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht kunnen plaatsvinden in de leegstaande panden, wordt ook dit in het begrippenkader geïntegreerd. Bijvoorbeeld in het geval van pop-up voorafgaand aan een vaste huurovereenkomst of aankoop, wordt de kortetermijnhuur aanzien als leegstand.

 

Handel wordt daarenboven in het reglement bij "(handels)pand" beter tussen haakjes geplaatst omdat conform de stedenbouwkundige verordening detailhandel het wenselijk is om in het kernwinkelgebied een aaneengesloten commercieel etalagelint op de gelijkvloers te bewerkstelligen, dus is een functiewijziging van woning naar detailhandel/horeca of dienstverlening (gespecificeerd naar deelzone A3, A6 of A7) uiteraard ook toegestaan.

Daarom worden volgende artikelaanpassingen voorgesteld:

 

OUD ARTIKEL

Artikel 3 – Definities

Voor de toepassing van dit reglement moet verstaan worden onder:

7. Kernwinkelgebied:

"De door het Lierse stadsbestuur afgebakende zones zoals voorzien in de goedgekeurde Verordening Detailhandel in Lier (Gemeenteraad juni ’15), i.c.:

Kernwinkelgebied A3: Antwerpsestraat, Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28.

Kernwinkelgebied A6: Grote Markt

Kernwinkelgebied A7: Rechtestraat"

 

NIEUW ARTIKEL

Artikel 3 – Definities

Voor de toepassing van dit reglement moet verstaan worden onder:

7. Kernwinkelgebied:

"De door het Lierse stadsbestuur afgebakende zones zoals voorzien in de goedgekeurde Verordening Detailhandel in Lier (het besluit van de deputatie werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 25 november 2015; de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening is in voege sinds 5 december 2015), i.c.:

Kernwinkelgebied A3: Antwerpsestraat, Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28.

Kernwinkelgebied A6: Grote Markt

Kernwinkelgebied A7: Rechtestraat

De (nieuwe) commerciële functie in de leegstaande panden die in aanmerking wensen te komen voor de premie moet conform de toegelaten functiewijzigingen zijn zoals bepaald in de Verordening Detailhandel."

 

OUDE TITEL:

"PREMIE INVULLING LEEGSTAANDE HANDELSPANDEN LIERS KERNWINKELGEBIED"

NIEUWE TITEL:

"PREMIE COMMERCIËLE INVULLING LEEGSTAAND GELIJKVLOERS VAN (HANDELS)PANDEN IN HET LIERSE KERNWINKELGEBIED"

 

OUD ARTIKEL:

Artikel 3 – Definities

Voor de toepassing van dit reglement moet verstaan worden onder:

6. Handelspand:

"Het onroerend goed, waarin een handelszaak mag worden uitgebaat, met uitsluiting van alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak."

 

NIEUW ARTIKEL:

Artikel 3 – Definities

Voor de toepassing van dit reglement moet verstaan worden onder:

6. Handelspand:

"Het onroerend goed, waarin op het gelijkvloers een handelszaak mag worden uitgebaat, met uitsluiting van alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak."

 

OUD ARTIKEL:

Artikel 3 – Definities

Voor de toepassing van dit reglement moet verstaan worden onder:

8. Leegstaand handelspand:

"Elk handelspand dat op het ogenblik van de nieuwe invulling leegstaat of niet voor handelsdoeleinden in gebruik is en hierdoor is opgenomen in de het leegstandsregister van de stad Lier (zie ook: artikel 10 voor de overgangsmaatregel). De informatie m.b.t. de desbetreffende panden kan op de cel economie van de stad Lier bekomen worden.

De premie kan worden aangevraagd door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die via een verkoopsovereenkomst of eigendomsbewijs kan aantonen dat hij een leegstaand handelspand bezit/aankoopt om hierin zelf een handelszaak te vestigen of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan de hand van een huurovereenkomst kan aantonen dat hij uitbater wordt van een handelszaak in een door hem gehuurd leegstaand handelspand."

 

NIEUW ARTIKEL:

Artikel 3 – Definities

Voor de toepassing van dit reglement moet verstaan worden onder:

8. Leegstaand (handels)pand:

"Elk (handels)pand dat op het ogenblik van de nieuwe invulling op het gelijkvloers leegstaat OF niet voor handelsdoeleinden in gebruik is, OF waarvoor een overeenkomst i.k.v. het decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambachtwerd afgesloten en hierdoor is opgenomen in de het leegstandsregister van de stad Lier (zie ook: artikel 10 voor de overgangsmaatregel). De premie kan worden aangevraagd door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die via een verkoopsovereenkomst of eigendomsbewijs kan aantonen dat hij een leegstaand (handels)pand bezit/aankoopt om hierin zelf een handelszaak te vestigen of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan de hand van een huurovereenkomst kan aantonen dat hij uitbater wordt van een handelszaak in een door hem gehuurd leegstaand (handels)pand."

 

Adviezen

De Economische Raad heeft, in zitting van dinsdag 9 mei '17, een positief advies verleend aan voorliggende optimalisaties van het premiereglement 'invulling leegstaande handelspanden'.

 

Juridische grond

Binnen de perken van de kredieten daartoe goedgekeurd op het budget van de Stad Lier en overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen en de voorwaarden en modaliteiten zoals hierna vastgesteld, kan de Stad Lier aan de voornoemde ondernemers een toelage toekennen die aangewend kan worden voor het zo optimaal mogelijk in de markt plaatsen van hun commercieel aanbod.

 

Argumentatie

Voorliggend premievoorstel is onderdeel van een strategische beleidsprioriteit om via complementaire acties en maatregelen in te zetten op kernversterking: van het voorwaardenscheppend vestigingsbeleid (Beleidsvisie Detailhandel en Stedenbouwkundige Verordening Detailhandel) over het systeem van Lierse centrumbonnen (incl. het geautomatiseerd beheersplatform), het vormingsaanbod en alle publicitaire, promotionele acties omtrent koopzondagen en andere evenementen die aanhoudend de koopattractie aanzwengelen...

Zodoende overweegt de gemeenteraad het advies te volgen en voorliggende optimalisatie van het reglement 'invulling leegstaande handelspanden' goed te keuren.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

4.1.2.2.

Het promoten van Lier als winkelstad.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

8 onthoudingen: Patrick Tersago, Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de volgende artikelaanpassingen in het premiereglement 'invulling leegstaande handelspanden Liers kernwinkelgebied' goed te keuren:

 

 

NIEUWE TITEL:

"PREMIE COMMERCIËLE INVULLING LEEGSTAAND GELIJKVLOERS VAN (HANDELS)PANDEN IN HET LIERSE KERNWINKELGEBIED"

 

NIEUW Artikel 6 – Procedure

6.1. De aanvraag

- Om de premie/toelage zoals bepaald in voorliggend reglement te kunnen bekomen, dient de ondernemer bij de Stad Lier een aanvraag in via het daartoe voorziene aanvraagformulier te bekomen op www.lier.be of bij de cel Economie, Paradeplein 2/1 te 2500 Lier.

 

- De aanvraag bevat:

         het volledig ingevulde aanvraagformulier;

         een beknopte synthese van het ondernemersplan (zie hoger);

         een kopie van inschrijving in de KBO;

         een bewijs van inschrijving bij een sociale verzekeringskas voor een zelfstandig beroep;

         een bewijs van verkoops- of huurovereenkomst voor exploitatie in het leegstaande pand;

         een staving/bewijs van de periode waarin de commerciële ruimte effectief te huur of te koop heeft gestaan, met minimaal de datum vanaf wanneer de commerciële ruimte te huur of te koop heeft gestaan en de wijze waarop dit te huur of te koop werd aangekondigd OF van een overeenkomst i.k.v. het decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht;

         voorgaande wordt gecombineerd met een vaststelling (door de dienst economie) van de leegstand ter plaatse (documentatie visuele tekenen leegstand).

         de vermoedelijke openingsdatum

         een overzicht van de openingsuren

         ingeval van een horecazaak, een kopie van de nodige vergunningen afgeleverd door het stadsbestuur én tevens een vermelding van de openingsuren;

         een kopie van andere, relevante vergunningen (stedenbouwkundige vergunning, socio-economische vergunning, indien van toepassing, … )

 

NIEUW Artikel 3 – Definities

Voor de toepassing van dit reglement moet verstaan worden onder:

 

6. Handelspand:

"Het onroerend goed, waarin op het gelijkvloers een handelszaak mag worden uitgebaat, met uitsluiting van alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak."

 

7. Kernwinkelgebied:

"De door het Lierse stadsbestuur afgebakende zones zoals voorzien in de goedgekeurde Verordening Detailhandel in Lier (het besluit van de deputatie werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 25 november 2015; de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening is in voege sinds 5 december 2015), i.c.:

Kernwinkelgebied A3: Antwerpsestraat, Kartuizersvest oneven nummers t.e.m. 29/31 én Kartuizersvest even nummers t.e.m. 28.

Kernwinkelgebied A6: Grote Markt

Kernwinkelgebied A7: Rechtestraat

De (nieuwe) commerciële functie in de leegstaande panden die in aanmerking wensen te komen voor de premie moet conform de toegelaten functiewijzigingen zijn zoals bepaald in de Verordening Detailhandel."

 

8. Leegstaand (handels)pand:

"Elk (handels)pand dat op het ogenblik van de nieuwe invulling op het gelijkvloers leegstaat OF niet voor handelsdoeleinden in gebruik is, OF waarvoor een overeenkomst i.k.v. het decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambachtwerd afgesloten en hierdoor is opgenomen in de het leegstandsregister van de stad Lier (zie ook: artikel 10 voor de overgangsmaatregel). De premie kan worden aangevraagd door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die via een verkoopsovereenkomst of eigendomsbewijs kan aantonen dat hij een leegstaand (handels)pand bezit/aankoopt om hierin zelf een handelszaak te vestigen of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan de hand van een huurovereenkomst kan aantonen dat hij uitbater wordt van een handelszaak in een door hem gehuurd leegstaand (handels)pand."

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

4.1.2.8

Subsidies aan ondernemingen.

/

nog 40.000 euro beschikbaar op budget 2017.

Budgetsleutel

0500/64920000

 

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

1

Financiën

Economische Raad

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

REGLEMENT HUWELIJKSPLECHTIGHEDEN - WIJZIGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbesluit van 15/12/2014 betreffende de wijziging van het reglement huwelijksplechtigheden.

 

Feiten en context

Naar aanleiding van de herbestemming van het stadhuis zal het in de toekomst mogelijk zijn om op de 2de verdieping een receptie te houden.  Een aantal wijzigingen aan het huidige reglement zijn dan nodig en worden hierna artikelsgewijs besproken.

 

Hierna volgen de voorstellen tot aanpassing van het reglement huwelijksplechtigheden.

 

Het huidige artikel 5 luidt als volgt:

 

Artikel 5:

De retributie voor de huwelijksplechtigheid dient betaald te worden conform het geldende retributiereglement.

 

Reden van wijziging:

Na de renovatie van het stadhuis wordt het mogelijk om een receptie te houden op de 2de verdieping van het stadhuis.  Een nieuw artikel dient dan ook toegevoegd te worden.  Het huidige artikel 5 en de volgende artikels dienen dan hernummerd te worden. Het is eveneens aangewezen om het artikel betreffende het tijdstip van de betaling van de retributie uit te breiden over de eventuele terugbetaling van de gebruikersvergoeding bij annulatie.

 

 

Nieuw artikel 5:

§ 1. Aansluitend op het officiële gedeelte, kan de tweede verdieping van het stadhuis gebruikt worden voor een kleine receptie van 2 uur. Dit is enkel mogelijk bij het laatste huwelijk van de dag en rekening houdend met onderstaande regeling.

         op dinsdag: het huwelijk van 15.00 uur, (einde receptie om 17.30 uur)

         op vrijdag: het huwelijk van 14.00 uur (einde receptie 16.30 uur)

         op zaterdag: het huwelijk van 12.30 uur (einde receptie 15.00 uur)

         het laatste huwelijk op een bij uitzondering toegestane dag, zoals vermeld in artikel 3 (einde receptie 2,5 uur na het uur van de plechtigheid)

Deze tijdstippen worden voorbehouden aan huwelijksaanvragen met receptie.

 

§ 2. De eerste aanvrager voor een huwelijk zonder receptie is verplicht het voorlaatste tijdstip te nemen, dus op volgende uren:

         op dinsdag: het huwelijk van 14.30 uur

         op vrijdag: het huwelijk van 13.30 uur

         op zaterdag: het huwelijk van 12.00 uur

De volgende aanvragers voor een huwelijk dienen daarop aan te sluiten met de tijdstip ervoor.

 

§ 3. Als er andere recepties dan die naar aanleiding van een huwelijk aangevraagd worden op een huwelijksdag én er zijn nog geen huwelijken op die dag aangevraagd, dan vervalt die regel in § 2 en kan de eerste aanvrager vrij kiezen.

 

Nieuw artikel 5 bis:

Voor de specificaties en richtlijnen voor het gebruik van de locatie wordt verwezen naar het geldende huishoudelijk reglement voor het gebruik van stadslocaties.

 

Nieuw artikel 6:

De retributie voor de huwelijksplechtigheid en de eventuele gebruikersvergoeding voor een receptie dienen betaald te worden conform het geldende retributiereglement.

 

Nieuw artikel 6 bis:

Indien de gebruiker na ondertekening van de reserveringsovereenkomst afziet van het houden van een receptie in het stadhuis, wordt de gebruikersvergoeding en de helft van de waarborg  terugbetaald, op voorwaarde  dat de opzegging schriftelijk gebeurt en ten minste 2 weken voor de activiteit.   In alle andere gevallen, met uitzondering van overmacht uit hoofde van het stadsbestuur Lier, wordt de gebruikersvergoeding en de waarborgsom integraal ingehouden.

 

Nieuw artikel 7:

 

Een huwelijksplechtigheid (dag en uur) kan maximum 1 jaar op voorhand vastgelegd worden te rekenen vanaf 9u, zowel telefonisch, digitaal als aan het loket.  Bij meerdere aanvragen voor éénzelfde dag en uur krijgt de aanvrager aan het loket voorrang.

 

Nieuw artikel 8:

Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2017 en heft vanaf de inwerkingtreding het vorig reglement op.

 

Juridische grond

Artikel 75 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek

 

Argumentatie

Vermits artikels 5, 6, 7 en 8 in het reglement huwelijksplechtigheden dienen aangepast te worden overweegt het college van  burgemeester en schepenen om onderstaand reglement ter  vervanging van het vorige voor goedkeuring naar de gemeenteraad te verzenden.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Olivier Peeters, Jan Hauwaert en Marc Franquet

3 stemmen tegen: Ludo Peeters, Gert Van Eester en Koen Breugelmans

5 onthoudingen: Patrick Tersago, Jan Hermans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist hierna vermelde gewijzigde reglement goed te keuren.

 

 

REGLEMENT HUWELIJKSPLECHTIGHEDEN

 

Artikel 1:

Een huwelijk kan plaatsvinden in het stadhuis (Grote Markt 58) of in de raadszaal (Paradeplein 2 bus 1), van zodra de toegankelijkheid van het stadhuis in het gedrang is.

 

Artikel 2:

Een huwelijksplechtigheid kan plaatsvinden op volgende vaste tijdstippen:

         dinsdag om 14u, 14u30 en 15u

         vrijdag van 10u tot 14u

         zaterdag van 10u30 tot 12u30

 

De huwelijksplechtigheden zullen aaneensluitend plaatsvinden vanaf het moment dat er één huwelijksplechtigheid is vastgelegd. Een huwelijksplechtigheid wordt verondersteld  maximum 30 minuten te duren en dit om de aanvang van volgende huwelijksplechtigheden goed te laten verlopen.

 

Artikel 3:

Een uitzondering kan gevraagd worden op de dagen en de uren vermeld in artikel 2. Dit moet steeds schriftelijk gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen, die over de aanvraag zal beslissen.

 

Artikel 4:

Er kunnen geen huwelijksplechtigheden plaatsvinden op volgende tijdstippen:

         zondag

         wettelijke feestdagen: 1 januari, 2 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 2 november, 11 november, 25 december en 26 december

         de dag(en) door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld dat het stadskantoor gesloten is (brugdagen)

 

Artikel 4 bis:

Op niet-wettelijke feestdagen namelijk 24 en 31 december kunnen er enkel huwelijksplechtigheden plaatsvinden tot 12u indien dit een dinsdag, vrijdag of zaterdag is.

 

Nieuw artikel 5:

§ 1. Aansluitend op het officiële gedeelte, kan de tweede verdieping van het stadhuis gebruikt worden voor een kleine receptie van 2 uur. Dit is enkel mogelijk bij het laatste huwelijk van de dag en rekening houdend met onderstaande regeling.

         op dinsdag: het huwelijk van 15.00 uur, (einde receptie om 17.30 uur)

         op vrijdag: het huwelijk van 14.00 uur (einde receptie 16.30 uur)

         op zaterdag: het huwelijk van 12.30 uur (einde receptie 15.00 uur)

         het laatste huwelijk op een bij uitzondering toegestane dag, zoals vermeld in artikel 3 (einde receptie 2,5 uur na het uur van de plechtigheid)

Deze tijdstippen worden voorbehouden aan huwelijksaanvragen met receptie.

 

§ 2. De eerste aanvrager voor een huwelijk zonder receptie is verplicht het voorlaatste tijdstip te nemen, dus op volgende uren:

         op dinsdag: het huwelijk van 14.30 uur

         op vrijdag: het huwelijk van 13.30 uur

         op zaterdag: het huwelijk van 12.00 uur

De volgende aanvragers voor een huwelijk dienen daarop aan te sluiten met de tijdstip ervoor.

 

§ 3. Als er andere recepties dan die naar aanleiding van een huwelijk aangevraagd worden op een huwelijksdag én er zijn nog geen huwelijken op die dag aangevraagd, dan vervalt die regel in § 2 en kan de eerste aanvrager vrij kiezen.

 

Artikel 5 bis:

Voor de specificaties  en richtlijnen voor het gebruik van de locatie wordt verwezen naar het geldende huishoudelijk reglement voor het gebruik van stadslocaties.

 

Artikel 6:

De retributie voor de huwelijksplechtigheid en de eventuele verbruikersvergoeding voor een receptie dienen betaald te worden conform het geldende retributiereglement.

 

Artikel 6 bis:

Indien de gebruiker na ondertekening van de reserveringsovereenkomst afziet van het houden van een receptie in het stadhuis, wordt de gebruikersvergoeding en de helft van de waarborg  terugbetaald, op voorwaarde  dat de opzegging schriftelijk gebeurt en ten minste 2 weken voor de activiteit.   In alle andere gevallen, met uitzondering van overmacht uit hoofde van het stadsbestuur Lier, wordt de gebruikersvergoeding en de waarborgsom integraal ingehouden.

 

Artikel 7:

Een huwelijksplechtigheid (dag en uur) kan maximum 1 jaar op voorhand vastgelegd worden te rekenen vanaf 9u, zowel telefonisch, digitaal als aan het loket. Bij meerdere aanvragen voor éénzelfde dag en uur krijgt de aanvrager aan het loket voorrang.

 

Artikel 8:

Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2017 en heft vanaf de inwerkingtreding het vorig reglement op.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

5

         Schepen Pets, Ambtenaar van de Burgerlijke Stand

         Team dienstverlening, cel burgerzaken

         Stadsbodes

         Onthaal

         Toerisme

 

 

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

Communicatie

Informatie verstrekken over het gewijzigde reglement via verschillende kanalen  (website, Peperbus,…)

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

GRATIS GRONDAFSTAND AAN KANUNNIK DAVIDLAAN - HANDBOGENHOF - VAN OCMW LIER AAN STAD LIER. ONTWERP VAN AKTE. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         OCMW raad 21/06/2016: De OCMW raad beslist voorzitter en secretaris te machtigen met betrekking tot de belofte gratis grondafstand van een stuk grond (39m²) aan de Kanunnik Davidlaan, kadastraal gekend als wijk K deel van nummer 258D.

 

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Kanunnik Davidlaan, dient OCMW een gratis grondafstand te doen. Het af te stane deel is aangeduid als kavel 3 (39m²) en ingekleurd in geel (inneming 2) op bijgevoegd plan. Het perceel is kadastraal gekend als sectie K nummer 630 C P0000.

 

OCMW Lier deed op 21/06/2016 de belofte tot gratis grondafstand van het stukje grond. Notaris Van Cauwenbergh stelde ondertussen een ontwerp van akte op. De grond wordt hierbij bestemd om opgenomen te worden in het openbaar domein van de stad Lier.

 

De stad dient rekening te houden met een aantal bijzondere voorwaarden die werden opgelegd door het OCMW via de akte.

Het gaat om volgende erfdienstbaarheden:

- De brandgang in het voordeel van kavel 1(publieke ontwikkeling) en kavel 2 (private ontwikkeling) zal aangelegd worden op kavel 2, maar het definitieve tracé van deze brandgang moet nog vastgelegd worden in de stedenbouwkundige vergunning.

- Recht van doorgang/overgang: het tijdelijke recht van doorgang/overgang over de ganse kavel 1 en 2 om de Kanunnik Davidlaan te bereiken zal van rechtswege ophouden te bestaan van zodra kavel 3 werd opgenomen in het openbaar domein.

 

Het perceel is opgenomen in het gemeentelijk register van risicogronden, maar de afstanddoener verklaart dat de bedoelde mazouttanken en elektriciteitscabine niet gelegen waren op kavel 3 (doch wel op kavel 1) en door sloping verwijderd werden conform de geldende reglementering.

 

De gemeenteraad en OCMW raad dienen het ontwerp van akte goed te keuren.

 

Adviezen

Technisch bureau: positief advies

 

Argumentatie

In het kader van de heraanleg van de Kanunnik Davidlaan, dient een perceel grond (kavel 3) afgestaan te worden aan de stad voor openbaar nut. De gemeenteraad overweegt bijgevoegde akte, opgesteld door notaris Van Cauwenbergh, goed te keuren.

 

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Patrick Tersago, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé, Bram Van Oosterwyck, Jan Hauwaert en Marc Franquet

1 onthouding: Jan Hermans

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 1 onthouding

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met het ontwerp van akte opgesteld door notaris Van Cauwenbergh in het kader van de gratis grondafstand aan de Kanunnik Davidlaan (Handbogenhof) van kavel 3 (39m²) van OCMW Lier aan stad Lier. 

 

De OCMW raad dient dit ontwerp van akte eveneens goed te keuren.

 

De gemeenteraad machtigt burgemeester en secretaris, en bij verhindering van de secretaris Ethel Van den Wijngaert en Kim De Lauw, voor de ondertekening van de akte en bijhorende stukken.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

3

Technisch bureau, financiële dienst, notaris Van Cauwenbergh

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

GRATIS GRONDAFSTAND DOOR LIERSE MAATSCHAPPIJ VOOR HUISVESTING EN WEDERAFSTAND AAN DE SCHORPIOENSTRAAT. ONTWERP VAN AKTE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         Gemeenteraad 24/03/2014: De gemeenteraad stelt de rooilijn vast volgens het plan met titel 'wegen-, riolerings- en omgevingswerken op de wijk 'Bogerse Velden Oost' rooilijnplan dossiernummer WI 2009/1712/02 (I10188) dd. 25 februari 2014 opgemaakt door d+aconsult. Voor de openbaarmaking van het binnengebied met wegenis, speelplein, grasveld, buffervijvers wordt een oppervlakte van 16807m² overgedragen aan de stad, en een wederafstand van 120m² uitgevoerd.

         College van burgemeester en schepenen 02/05/2017: Het college beslist principiële goedkeuring te geven aan de gratis grondafstand (18.626,05 m²) door LMH en wederafstand (120,37 m²) door de stad in het kader van het project aan de Schorpioenstraat op voorwaarde dat LMH alle kosten hieraan verbonden op zich neemt. Notaris Van Cauwenbergh stelt hiertoe een ontwerp van akte op, dat aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd.

 

Feiten en context

De Lierse Maatschappij voor de Huisvesting zal een project realiseren aan de Schorpioenstraat. Bij de vaststelling van de rooilijn gelegen aan dit project door de gemeenteraad werd een gratis grondafstand van 16807 m² en een wederafstand van 120 m² vooropgesteld. Door de effectieve opmeting werden de oppervlakten gewijzigd naar respectievelijk 18626,05 m² en 120,37 m². (plan als bijlage)

 

Notaris Van Cauwenbergh stelde een ontwerp van akte op om deze grondafstand en wederafstand te regelen.

 

De akte bestaat uit 2 delen, enerzijds de kosteloze afstand door LMH aan de stad Lier en anderzijds de kosteloze afstand door stad Lier aan LMH.

 

De kosteloze afstand door LMH werd op het meetplan opgenomen als lot 1, lot 30 en lot 31.

Deze loten zijn kadastraal gekend als:

         2de afdeling, sectie A nummer 983 A P0000

         2de afdeling, sectie A nummer 973 K 2 P0000

         2de afdeling, sectie A nummer 973 L 2 P0000

 

De kosteloze afstand door de stad werd op het meetplan opgenomen als deel van lot 18, deel van lot 26, deel van lot 36 en deel van lot 37.

Deze loten zijn kadastraal gekend als:

         2de afdeling, sectie A nummer 973 W P0000

         2de afdeling, sectie A nummer 973 E 2 P0000

         2de afdeling, sectie A nummer 974 M P0000

         2de afdeling, sectie A nummer 974 N P0000

 

De gemeenteraad dient de 4 percelen te desaffecteren uit het openbaar domein van de stad Lier om deze terug te kunnen afstaan aan LMH.

 

LMH neemt standaard een aantal voorwaarden op in de aktes:

1. De stad verbindt zich er toe in te staan voor het onderhoud van de aanwezige infrastructuur, zoals deze werd uitgevoerd en uitgerust door de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting. De Lierse Maatschappij voor de Huisvesting wordt ontlast van alle verplichtingen op dat gebied.

2. De verkrijger treedt in rechten van de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting ten opzichte van de aannemer wat diens verplichting betreft, de goede uitvoering van de werken te waarborgen.

3. De stad Lier zal de overgedragen gronden gebruiken volgens de openbare bestemming (hetzij als rijweg of als groenzone), die zij door de uitvoering van infrastructuurwerken op datum van overdracht heeft verkregen en het is de stad Lier verboden een einde te maken aan deze bestemming, door de overgedragen grond te vervreemden of te verhuren of er gebruik van te (laten) maken op een wijze die onverenigbaar is met de bestemming ervan.

4. De stad Lier zal ingeval van wijzigingen aan de huidige inplanting van de gebouwen (behorende tot de afstanddoener Lierse Maatschappij voor de Huisvesting), bij zware renovatiewerken, vervangingsbouw of nieuwbouw, de gronden die nodig zijn om die werken te kunnen uitvoeren en die bij deze akte kosteloos aan de stad Lier worden overgedragen op eenvoudig verzoek van de afstanddoener of zijn rechtsopvolger onmiddellijk opnieuw gratis ter beschikking stellen van de afstanddoener of zijn rechtsopvolger.

 

Er werd op vraag van de stad Lier nog aangevuld dat de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting verklaart een lopend onderhoudscontract van ongeveer 2 jaar voor het groenonderhoud te behouden.

 

Alle kosten, rechten en erelonen van de akte worden gedragen door LMH.

 

Adviezen

Infrastructuur -  technisch bureau: positief advies

Infrastructuur - groen: juridisch te onderzoeken

 

Argumentatie

Het ontwerp van akte regelt de grondafstand opgenomen bij de vaststelling van de rooilijn aan het project van de Schorpioenstraat door LMH. De gemeenteraad overweegt het ontwerp van akte goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad desaffecteert de percelen die terug zullen worden overgedragen aan de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting zoals beschreven in het bijgevoegde ontwerp en op het opmetingplan, nl.:

         2de afdeling, sectie A nummer 973 W P0000

         2de afdeling, sectie A nummer 973 E 2 P0000

         2de afdeling, sectie A nummer 974 M P0000

         2de afdeling, sectie A nummer 974 N P0000

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist het ontwerp van akte, opgesteld door notaris Van Cauwenbergh, met betrekking tot de gratis grondafstand aan de Schorpioenstraat door LMH (18.626,05 m²) en de wederafstand door de stad (120,37 m²) goed te keuren.

 

De gemeenteraad machtigt burgemeester en secretaris, en bij verhindering van de secretaris Ethel Van den Wijngaert en Kim De Lauw, voor de ondertekening van de akte en bijhorende stukken.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

2

notaris Van Cauwenbergh, Stadsinfrastructuur

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

OVEREENKOMST TOT BEWAARGEVING BOGAERT-TIMMERMANS. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Feiten en context

Mevrouw Marianne Bogaert, eigenaar van materiaal van het voormalige kantatelier Bogaert-Timmermans uit de Koning Albertstraat, wil dit materiaal aan de Stad Lier in bewaargeving geven. De objecten zullen in het Stedelijk Museum bewaard worden, het bedrijfsarchief in het Archief van Stad en OCMW.

Onderstaande 'Overeenkomst tot bewaargeving' werd opgesteld voor de objecten die in bewaargeving worden aangeboden en wordt na goedkeuring door het college doorgestuurd naar de Gemeenteraad.

 

Overeenkomst van bewaargeving

 

TUSSEN: De Stad Lier, met kantoren gevestigd te 2500 Lier, Paradeplein 2 bus 1, hier vertegenwoordigd door Mevr. Christel VAN DEN PLAS, voorzitster van de gemeenteraad en Mevr. Katleen JANSSENS, secretaris, hiertoe gemachtigd door de gemeenteraad, in de zitting van 26 juni 2017

 

Hierna genoemd ‘de Stad Lier’;

 

EN: Mevr. Marianne BOGAERT, woonachtig te 2500 Lier, Koning Albertstraat 18

 

Hierna genoemd ‘de bewaargever’;

 

WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

 

Art. 1. De bewaargever geeft in bewaring aan de Stad Lier, welke aanvaardt, haar kunstwerken, volgens inventaris zoals bijgevoegd.

 

Art. 2.De kunstwerken, volgens inventaris zoals bijgevoegd, blijven eigendom van de bewaargever.

 

Art.3. De bewaargeving wordt gedaan voor een periode van 30 jaar, ingaand op 1 juni 2017 en eindigend op 31 mei 2047.

Zij is stilzwijgend hernieuwbaar telkens voor eenzelfde periode

 

Art. 4.De inventaris zoals vermeld in artikel 1 wordt opgesteld door de bewaargever. Deze inventaris maakt integraal deel uit van de overeenkomst. 

 

Art. 5.De Stad Lier verbindt zich er toe de kunstwerken als een goede huisvader te bewaren en terug te geven, nadat de periode van bewaring een einde heeft genomen.

De Stad Lier heeft het recht om kunstwerken af te stoten die door de bewaargever niet tegen de afgesproken datum zijn afgehaald.

 

Art. 6.  De Stad Lier is er toe gehouden de bewaargever te verwittigen wanneer zij beschadigingen vaststelt of enige technische behandeling ter conservering of ter restauratie noodzakelijk of wenselijk acht. Geen enkele technische behandeling mag door de Stad Lier ondernomen worden zonder akkoord van de bewaargever.

 

Art. 7.De Stad Lier bewaart en/of presenteert de kunstwerken in de gebouwen van de Stad Lier. Verplaatsingen buiten deze gebouwen vergen een voorafgaande schriftelijke toestemming van de bewaargever.

Aanvragen voor tijdelijke tentoonstellingen van één of meerdere kunstwerken door derden, volgens inventaris zoals bijgevoegd, worden overgemaakt aan de bewaargever, die hiervoor een geschreven toelating moet verlenen. 

 

Art. 8. Indien de bewaargever dringend en onvoorzien het erfgoedobject nodig heeft, zal de bewaarnemer verplicht worden deze werken terug te geven overeenkomstig art. 1889 B.W.

 

Art. 9. De bewaargever behoudt zijn auteursrechten op de uitgeleende kunstwerken overeenkomstig de geldende wetgeving op het auteursrecht.

Zijn toestemming zal moeten gevraagd worden voor wat betreft reproductie en fotografie voor communicatiedoeleinden van het museum.

 

Art. 10. Deze overeenkomst is eenzijdig en zonder motivering opzegbaar op het einde van de termijn bepaald in art. 3, mits inachtneming van een opzegtermijn van één jaar.

Een voortijdige terugname van de kunstwerken door de bewaargever is enkel mogelijk na akkoord van beide partijen. In dit geval kan de Stad Lier alle kosten in rekening brengen die in het kader van de bewaargeving werden gemaakt.

 

Art. 11. Eventuele moeilijkheden in verband met interpretatie of de uitvoering van deze overeenkomst zullen eerst tussen de partijen worden besproken, vooraleer er andere initiatieven genomen worden.

In geval van betwisting zijn de hoven en rechtbanken in Mechelen bevoegd.

 

Art. 12. De registratie van deze overeenkomst alsook de kosten en gebeurlijke boeten die er uit voortvloeien vallen ten laste van de Stad Lier.

 

Opgemaakt in drie (3) exemplaren, waarvan één (1) voor de bewaargever en twee (2) voor de Stad Lier, te Lier op  26/06/2017,

 

I. De bewaargever,

 

Mevrouw Marianne Bogaert,

 

 

 

II. voor Stad Lier,

 

Katleen JanssenFrank Boogaerts

SecretarisBurgemeester

 

 

Fasering

18-11-2016: plaatsbezoek en ophalen materiaal aan Koning Albertstraat.

06-12-2016: bewaargeving voorgesteld en goedgekeurd op beheersorgaan Musea

December 2016 - april 2017: opmaken inventaris, fotograferen en registreren collectie.

Mei 2017: opmaken Overeenkomst tot bewaargeving.

 

Adviezen

Musea Lier: materiaal over de kantnijverheid in Lier is waardevol voor de uitwerking van het Stadsmuseum Lier.

 

Juridische grond

De overeenkomst is nagekeken en goedgekeurd door de juridische dienst.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de 'Overeenkomst tot bewaargeving' voor het materiaal van kantbedrijf Bogaert-Timmermans goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad machtigt de burgemeester om te tekenen in plaats van de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

3

Stad Lier, de bewaargever

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

OVERDRACHTSOVEREENKOMST ARCHEOLOGISCH ENSEMBLE 'NORMAALSCHOOLSITE'. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De voormalige Normaalschoolsite, gelegen Berlaarsestraat en Kluizestraat, zal worden herontwikkeld. Voorafgaandelijk diende het stadsbestuur een archeologische bureaustudie te laten opmaken.

Met bestelbon 2015/1129 (goedkeuring d.d. 13/07/2015) werd de opdracht hiertoe toegewezen aan de firma Monument Vandekerckhove.

Op 14/03/2016 maakte Monument Vandekerckhove het rapport digitaal over. Voorafgaand werden enkele booronderzoeken uitgevoerd.

De archeologische opgraving, voorzien begin 2018, wordt geraamd op 3 à 4 maanden.

 

Feiten en context

Met schrijven d.d. 05/05/2017 stelt de provincie Antwerpen - dienst Erfgoed de vraag om het archeologisch ensemble, afkomstig van het booronderzoek, over te dragen.

Het archeologisch ensemble omvat het geheel van de vondsten alsook de bijhorende documentatie (rapporten, foto's en grondplannen).

Het ensemble dient in optimale (klimatologische) omstandigheden te worden bewaard, bij voorkeur in een erkend onroerenderfgoeddepot. De provincie Antwerpen is door het Vlaams agentschap Onroerend Erfgoed erkend als onroerenderfgoeddepot.

Het archeologisch ensemble van de Grote Markt en Sionsite werden ook al overgedragen aan het Provinciaal Archeologisch Depot.

 

Voor de overdracht van het archeologisch ensemble van de Normaalschoolsite werd een overdrachtsovereenkomst opgesteld:

 

DEFINITIEVE OVERDRACHT VAN ARCHEOLOGISCH ENSEMBLE

Eigendomsoverdracht van het archeologisch ensemble afkomstig van het archeologisch onderzoek uitgevoerd te Lier - Normaalschoolsite

 

Tussen stad Lier,

en

de provincie Antwerpen, vertegenwoordigd door Joke Bungeneers, diensthoofd Erfgoed

 

Wordt overeengekomen dat

- het archeologisch ensemble afkomstig van het archeologisch onderzoek te Lier - Normaalschoolsite definitief overgedragen wordt aan de provincie Antwerpen en gedeponeerd wordt in het Provinciaal Archeologisch Depot;

- de definitieve overdracht van het archeologisch ensemble gebeurd is volgens de aanvaardingsvoorwaarden;

- het Provinciaal Archeologisch Depot van de provincie Antwerpen zich engageert om als goede huisvader te waken over het behoud van het archeologisch ensemble;

- de waarde van het archeologisch ensemble van algemeen maatschappelijk, cultuurhistorisch en wetenschappelijk belang is. Het archeologisch ensemble staat dan ook ter beschikking voor onderzoek, ontsluiting en publiekswerking.

 

Aldus opgemaakt te Lier op 26/06/2017, in twee exemplaren, waarvan elke partij verklaart een exemplaar ontvangen te hebben.

 

 

Argumentatie

Elke overeenkomst met betrekking tot wijzigingen van eigendommen van roerende goederen dienen ter goedkeuring aan de gemeenteraad te worden voorgelegd.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt de eigendomsoverdracht van vondsten en documentatie, afkomstig van het archeologisch onderzoek Normaalschoolsite goed. Deze overdracht luidt als volgt:

 

DEFINITIEVE OVERDRACHT VAN ARCHEOLOGISCH ENSEMBLE

Eigendomsoverdracht van het archeologisch ensemble afkomstig van het archeologisch onderzoek uitgevoerd te Lier - Normaalschoolsite

 

Tussen stad Lier,

en

de provincie Antwerpen, vertegenwoordigd door Joke Bungeneers, diensthoofd Erfgoed

 

Wordt overeengekomen dat

- het archeologisch ensemble afkomstig van het archeologisch onderzoek te Lier - Normaalschoolsite definitief overgedragen wordt aan de provincie Antwerpen en gedeponeerd wordt in het Provinciaal Archeologisch Depot;

- de definitieve overdracht van het archeologisch ensemble gebeurd is volgens de aanvaardingsvoorwaarden;

- het Provinciaal Archeologisch Depot van de provincie Antwerpen zich engageert om als goede huisvader te waken over het behoud van het archeologisch ensemble;

- de waarde van het archeologisch ensemble van algemeen maatschappelijk, cultuurhistorisch en wetenschappelijk belang is. Het archeologisch ensemble staat dan ook ter beschikking voor onderzoek, ontsluiting en publiekswerking.

 

Aldus opgemaakt te Lier op 26/06/2017, in twee exemplaren, waarvan elke partij verklaart een exemplaar ontvangen te hebben.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Technisch bureau

1

Provincie Antwerpen, dienst erfgoed

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

VERKOOPOVEREENKOMST STANDBEELD VERHEYEN. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

CBS 19-12-2016 – Schenking Verheyen GOEDKEURING

CBS 13-02-2017 – Schenkingsakte en plaatsing standbeeld Verheyen GOEDKEURING

 

Feiten en context

De Stad aanvaarde de schenking van het standbeeld 'ingesloten krachten' van Hugo Verheyen,  voor het beeld werd de locatie aan de cafetaria van sporthal De Komeet (Eeuwfeestlaan 183, 2500 Lier) overeengekomen met de kunstenaar. Dit werd vastgelegd in een schenkingsakte.

 

Op 13 maart 2017 werd bericht dat de zoon van de kunstenaar, Jef Verheyen, momenteel de belangen van zijn ouders behartigt en regelt. Hij stelt voor om het beeld aan de stad te verkopen voor een symbolische euro, in plaats van een schenkingsakte op te maken.

 

Onderstaande verkoopovereenkomst werd opgesteld in overeenkomst met de heer Jef Verheyen en de juridische dienst van Stad Lier.

 

Transport van het beeld wordt verder afgesproken en kan gebeuren door het departement Infrastructuur in eigen beheer, ook het gieten van de grondplaat voor het beeld kan in eigen beheer gebeuren.

 

 

Overeenkomst tot verkoop

 

ONDERGETEKENDEN,

I. De heer Hugo Verheyen, geboren op 23/02/1935, thans woonachtig Lier, Mallekotstraat 24.

 

Hierna te noemen ‘de verkoper’;

 

En

 

II. De stad LIER, met kantoren gevestigd te 2500 Lier, Paradeplein 2 bus 1,  hier geldig vertegenwoordigd door haar stadssecretaris Katleen JANSSENS en de voorzitter van de Gemeenteraad Christel VAN DE PLAS, beide handelend in uitvoering van de beraadslaging van de gemeenteraad van 26/06/2017;

 

Hierna te noemen ‘de koper’;

 

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

 

1/ voorwerp van de koop

De verkoper verklaart bij deze te verkopen en over te dragen voor vrij, zuiver en niet belast met enige schuld, inschrijving, voorrecht of bezwarende overschrijving, aan de koper, die uitdrukkelijk verklaart te aanvaarden, het volgend roerend goed:

 

Het werk ‘Ingesloten Krachten’ van Hugo Verheyen, met een geschatte waarde van 21.000,00 euro en een gewicht van om en bij de 2 ton.

 

Door de koper wel gekend en die er geen nadere beschrijving van verlangt.

 

2/ verklaringen verkoper

* De verkoper verklaart dat hij over de volle eigendom beschikt van voorschreven roerend goed en dat hij de vereiste bevoegdheid heeft om erover te beschikken en dat geen overdrachtsbeperkingen gelden in zijnen hoofde, zoals onbekwaamverklaringen, collectieve schuldbemiddeling, faillissement, beslagen en dergelijke.

 

* De verkoper bevestigt dat het voorschreven roerend goed geen inbreuk pleegt op rechten die toebehoren aan derden en vrijwaart de koper voor alle aanspraken die derden zouden kunnen uitoefenen in verband met de in deze overeenkomst verleende rechten.

 

3/ algemene verkoopsvoorwaarden

* De onderhavige verkoop is gesloten zodra deze overeenkomst ondertekend is. De koper zal echter pas de eigendom en het genot van het goed verkrijgen op datum van de ophalen.

 

* Zolang de overdracht van eigendom en risico niet heeft plaatsgehad, is de verkoper gehouden om het roerend goed als een goede huisvader te bewaren en er als zodanig voor het onderhoud van het verkochte goed te zorgen zodat het verkochte goed bij de levering aan de koper kan geleverd worden in de staat waarin het zich nu bevindt.

 

* Het hierboven beschreven goed wordt verkocht en overgedragen in de staat en gelegenheid waarin het zich thans bevindt, met alle zichtbare en verborgen gebreken, ook al zijn ze niet bekend.

 

* De koper verplicht zich er toe het buitenbeeld te plaatsen op een drukke publiek toegankelijke plaats in de stad Lier voor een periode van minimaal 100 jaar.

 

* In het geval deze locatie in de toekomst zou wijzigingen dient er schriftelijke toestemming gevraagd te worden aan Hugo Verheyen.  Indien Hugo Verheyen niet langer in staat is om toestemming te geven zal de zoon Jef Verheyen deze taak op zich nemen.  De keuze van een nieuwe locatie zal tot stand komen in wederzijds overleg rond geschiktheid van de locatie.

 

* De koper verbindt zich ertoe bij de eigendomsoverdracht om het beeld te kuisen en preventief te behandelen tegen vorstschade 

 

* De koper zal volgend op de eigendomsoverdracht ook instaan voor al het nodige onderhoud en hierbij horende kosten voor de toekomst.  Onderhoud betreft kuisen wanneer nodig (verwijderen graffiti, ontmossen,…) en verzekeren dat het beeld te allen tijde een beschermende waterdichte laag heeft teneinde vorstschade te vermijden.

 

* De koper verplicht zich er toe volledig in te staan voor het vervoer en alle kosten van de Mallekotstraat 24, 2500 Lier tot de eind locatie aan de stedelijke sporthal De Komeet.    Indien het beeld later verplaatst zou worden zijn ook hier alle kosten voor de koper.

 

4/ prijs

De onderhavige verkoop geschiedt tegen de prijs van EEN KOMMA NUL EURO (€1,00) die als volgt zal worden betaald: bij ondertekening van onderhavige overeenkomst waarin deze verkoop wordt vastgesteld.

 

5/ slotbepalingen

* Onderhavige overeenkomst wordt afgesloten onder de opschortende voorwaarde van niet-schorsing of niet-vernietiging door de bestuurlijke toezichthoudende overheid binnen de wettelijke termijnen.

* Onderhavige overeenkomst wordt beheerst door en zal geïnterpreteerd worden volgens het Belgische recht. Ingeval van betwistingen voortvloeiend uit of in verband met de overeenkomst en de uitvoering daarvan, zullen de partijen op ernstige wijze proberen om tot een redelijke minnelijke schikking te komen.

Indien niettegenstaande dergelijke inspanningen, geen minnelijke schikking kan worden bereikt, zal elk geschil voortvloeiend uit of in verband met de overeenkomst en de uitvoering daarvan, tot de exclusieve bevoegdheid van de hoven en rechtbanken bevoegd voor het Gerechtelijk Arrondissement Antwerpen, afdeling Mechelen, behoren.

 

Aldus opgemaakt in 2 exemplaren te Lier op 26/06//2017,

 

I. De verkoper,

De heer Hugo Verheyen,

 

 

II. De koper,

Voor de stad Lier,

 

Katleen JanssensFrank Boogaerts

StadssecretarisBurgemeester

 

Fasering

         26-06-2017: verkoopovereenkomst op GR

         Transport standbeeld

         Schoonmaak standbeeld

         Inhuldiging standbeeld

 

Adviezen

De overeenkomst is goedgekeurd door de juridische dienst.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

6/2/5/1

Verwerven en afstoten stukken volgens collectieplan

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de verkoopovereenkomst, zoals als bijlage toegevoegd, goed te keuren.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

6/2/5/1

Verwerven en afstoten stukken volgens collectieplan

1,00

9632,96

Budgetsleutel

27510000/0700

 

Art 3 :

De gemeenteraad geeft bevoegdheid aan de secretaris en de burgemeester om de verkoopovereenkomst te ondertekenen.

 

Art 4 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

3

2 Stad Lier, 1 verkoper

 

Opdrachten :

Het schepencollege geeft opdracht aan:

 

Dienst

Taak

Departement Infrastructuur

opvolging transport, plaatsing en onderhoud standbeeld

 

 

Bijlage:

 

Overeenkomst tot verkoop

 

ONDERGETEKENDEN,

I. De heer Hugo Verheyen, geboren op 23/02/1935, thans woonachtig Lier, Mallekotstraat 24.

 

Hierna te noemen ‘de verkoper’;

 

En

 

II. De stad LIER, met kantoren gevestigd te 2500 Lier, Paradeplein 2 bus 1,  hier geldig vertegenwoordigd door haar stadssecretaris Katleen JANSSENS en de voorzitter van de Gemeenteraad Christel VAN DE PLAS, beide handelend in uitvoering van de beraadslaging van de gemeenteraad van 26/06/2017;

 

Hierna te noemen ‘de koper’;

 

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

 

1/ voorwerp van de koop

De verkoper verklaart bij deze te verkopen en over te dragen voor vrij, zuiver en niet belast met enige schuld, inschrijving, voorrecht of bezwarende overschrijving, aan de koper, die uitdrukkelijk verklaart te aanvaarden, het volgend roerend goed:

 

Het werk ‘Ingesloten Krachten’ van Hugo Verheyen, met een geschatte waarde van 21.000,00 euro en een gewicht van om en bij de 2 ton.

 

Door de koper wel gekend en die er geen nadere beschrijving van verlangt.

 

2/ verklaringen verkoper

* De verkoper verklaart dat hij over de volle eigendom beschikt van voorschreven roerend goed en dat hij de vereiste bevoegdheid heeft om erover te beschikken en dat geen overdrachtsbeperkingen gelden in zijnen hoofde, zoals onbekwaamverklaringen, collectieve schuldbemiddeling, faillissement, beslagen en dergelijke.

 

* De verkoper bevestigt dat het voorschreven roerend goed geen inbreuk pleegt op rechten die toebehoren aan derden en vrijwaart de koper voor alle aanspraken die derden zouden kunnen uitoefenen in verband met de in deze overeenkomst verleende rechten.

 

3/ algemene verkoopsvoorwaarden

* De onderhavige verkoop is gesloten zodra deze overeenkomst ondertekend is. De koper zal echter pas de eigendom en het genot van het goed verkrijgen op datum van de ophalen.

 

* Zolang de overdracht van eigendom en risico niet heeft plaatsgehad, is de verkoper gehouden om het roerend goed als een goede huisvader te bewaren en er als zodanig voor het onderhoud van het verkochte goed te zorgen zodat het verkochte goed bij de levering aan de koper kan geleverd worden in de staat waarin het zich nu bevindt.

 

* Het hierboven beschreven goed wordt verkocht en overgedragen in de staat en gelegenheid waarin het zich thans bevindt, met alle zichtbare en verborgen gebreken, ook al zijn ze niet bekend.

 

* De koper verplicht zich er toe het buitenbeeld te plaatsen op een drukke publiek toegankelijke plaats in de stad Lier voor een periode van minimaal 100 jaar.

 

* In het geval deze locatie in de toekomst zou wijzigingen dient er schriftelijke toestemming gevraagd te worden aan Hugo Verheyen.  Indien Hugo Verheyen niet langer in staat is om toestemming te geven zal de zoon Jef Verheyen deze taak op zich nemen.  De keuze van een nieuwe locatie zal tot stand komen in wederzijds overleg rond geschiktheid van de locatie.

 

* De koper verbindt zich ertoe bij de eigendomsoverdracht om het beeld te kuisen en preventief te behandelen tegen vorstschade 

 

* De koper zal volgend op de eigendomsoverdracht ook instaan voor al het nodige onderhoud en hierbij horende kosten voor de toekomst.  Onderhoud betreft kuisen wanneer nodig (verwijderen graffiti, ontmossen, …) en verzekeren dat het beeld te allen tijde een beschermende waterdichte laag heeft teneinde vorstschade te vermijden.

 

* De koper verplicht zich er toe volledig in te staan voor het vervoer en alle kosten van de Mallekotstraat 24, 2500 Lier tot de eind locatie aan de stedelijke sporthal De Komeet.    Indien het beeld later verplaatst zou worden zijn ook hier alle kosten voor de koper.

 

4/ prijs

De onderhavige verkoop geschiedt tegen de prijs van EEN KOMMA NUL EURO (€1,00) die als volgt zal worden betaald:

bij ondertekening van onderhavige overeenkomst waarin deze verkoop wordt vastgesteld.

 

5/ slotbepalingen

* Onderhavige overeenkomst wordt afgesloten onder de opschortende voorwaarde van niet-schorsing of niet-vernietiging door de bestuurlijke toezichthoudende overheid binnen de wettelijke termijnen.

* Onderhavige overeenkomst wordt beheerst door en zal geïnterpreteerd worden volgens het Belgische recht. Ingeval van betwistingen voortvloeiend uit of in verband met de overeenkomst en de uitvoering daarvan, zullen de partijen op ernstige wijze proberen om tot een redelijke minnelijke schikking te komen.

Indien niettegenstaande dergelijke inspanningen, geen minnelijke schikking kan worden bereikt, zal elk geschil voortvloeiend uit of in verband met de overeenkomst en de uitvoering daarvan, tot de exclusieve bevoegdheid van de hoven en rechtbanken bevoegd voor het Gerechtelijk Arrondissement Antwerpen, afdeling Mechelen, behoren.

 

Aldus opgemaakt in 2 exemplaren te Lier op 26/06//2017,

 

I. De verkoper,

De heer Hugo Verheyen,

 

 

II. De koper,

Voor de stad Lier,

 

Katleen JanssensFrank Boogaerts

StadssecretarisBurgemeester

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

PAROCHIEKERKENBELEIDSPLAN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         28/9/2011: ontvangst omzendbrief minister Bourgeois met oproep aan steden en gemeenten tot opmaken van een beleidsplan over de toekomst van de huidige parochiekerken.

         GR 17/12/2013: CKB Lier - Goedkeuring budgetten 2014 en Meerjarenplan 2014-2019 kerkfabrieken Lier en Koningshooikt.

         CBS 15/12/2014: Goedkeuring beleidsplan 2014-2019 parochiekerken Lier en Koningshooikt

         GR 26/01/2015: Goedkeuring beleidsplan 2014-2019 parochiekerken Lier en Koningshooikt

         20/05/2016: brief van Johan Bonny, bisschop van Antwerpen: akkoord met voorgesteld beleidsplan

         24/5/05/2017: Johan Bonny, bisschop van Antwerpen gaat akkoord met het aangepaste parochiekerkenbeleidsplan

 

Feiten en context

Het aangepaste parochiekerkenbeleidsplan dient na goedkeuring door de bisschop van Antwerpen, goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

De bisschop keurde het beleidsplan goed.

 

Juridische grond

Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 bepaalt dat voor beschermde monumenten die bestemd zijn voor een erkende eredienst een actueel kerkenbeleidsplan een voorwaarde is voor het bekomen van een erfgoedpremie. Sinds 1 januari 2017 is het hebben van een actueel kerkenbeleidsplan ook een voorwaarde voor het bekomen van een restauratiepremie voor beschermde monumenten die bestemd zijn voor een erkende eredienst volgens het Monumentendecreet.

 

Stemming

 

20 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Olivier Peeters, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 20 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het aangepaste parochiekerkenbeleidsplan goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

LOKALE POLITIE - AANKOOP VAN EEN SERVERINFRASTRUCTUUR, LASTENCOHIER L.1/17.01 MET GUNNING VOLGENS ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING VOOR EEN GERAAMDE KOSTPRIJS VAN 100.000 EURO/INCL. BTW - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Feiten en context

De huidige serverinfrastructuur van de PZ Lier is aan vervanging toe. De 8 servers en gedeelde opslag zijn tussen de 6 en 8 jaar jaar oud.  Hoewel ondersteund door een supportcontract, wordt het risico op ernstige uitval steeds groter.

Binnen de associatie is het aangewezen om eenzelfde serverinfrastructuur te voorzien in elke zone, zodat de configuratie in elke zone identiek is.  In dit scenario is het mogelijk dat een zone als “disaster recovery” site kan fungeren voor een andere zone, zodat een beveiligingsniveau bereikt kan worden dat beantwoordt aan de hedendaagse normen en de eisen van de federale politie overstijgt.

Voor de nieuwe serverinfrastructuur beogen we een hyperconverged systeem. Dit wil zeggen dat compute, netwerk en storage laag geconsolideerd en geïntegreerd zijn in één oplossing wat diverse voordelen biedt naar beheer en voorspelbare prestaties.

Deze serverinfrastructuur bestaat verplicht uit 3 nodes die zorgen voor compute en storage. Via nieuw aan te kopen core-switchen wordt deze serverinfrastructuur verbonden met de rest van het netwerk. Het is uitermate belangrijk dat deze nieuwe core-switchen redundant opgesteld worden en de vereiste snelheid van 10Gbit bieden.

 

Juridische grond

Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst,gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid wat artikel 33 betreft.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 betreffende de nieuwe lokale politie, ééngemeentezones en meergemeentezones: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

Omzendbrief PLP 12 van 08 oktober 2001 betreffende de rol van de Gouverneur in het kader van het algemeen specifiek toezicht voorzien door de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Omzendbrief BA/2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en politiezones. Wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002.

Omzendbrief PLP31 van 28 januari 2003 betreffende de briefwisseling betreffende bepaalde materies van politiebeheer.

Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Omzendbrief BA/2006/01 van 13 januari 2006 betreffende het Gemeente- en Provinciedecreet in het kader van de inwerkingtreding van de bepalingen inzake het administratief toezicht.

De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De gemeenteraad dient het lastenboek, de wijze van het gunnen en het ramingsbedrag goed te keuren ingeval van aanbestedingen buitengewone dienst.

Politie Lier stelt bijgevolg voor het bijzonder bestek met nr. L1/17.011 en de raming voor op de opdracht serverinfrastructuur opgesteld door Politie Lier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 26 juni 2017.

De raming bedraagt 100.000 euro excl. BTW

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Financiële weerslag

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2017, op art. 330/742/53 buitengewone dienst, aankoop van informaticamaterieel.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het bijzonder bestek met nr L.1/17.01 en de raming voor de opdracht serverinfrastructuur opgesteld door de lokale politie Lier goed te keuren.  De raming bedraagt 100.000 euro incl BTW.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

330/742/53:  Aankoop van een serverinfrastructuur met geraamde kostprijs van 100.000 €.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

LOKALE POLITIE - ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING - DELEGATIE DOOR DE GEMEENTERAAD AAN DE BURGEMEESTER VAN DE BEVOEGDHEID INZAKE EINDELOOPBAANREGIME VOOR PERSONEELSLEDEN VAN HET OPERATIONEEL KADER VAN DE GEÏNTEGREERDE POLITIE - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Ministeriële omzendbrief GPI85 betreffende het eindeloopbaanregime voor de personeelsleden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie.

Feiten en context

Bovenvermelde omzendbrief handelt over het eindeloopbaanregime voor de personeelsleden van het operationeel korps van de geïntegreerde politie.  In deze omzendbrief worden voor de lokale politie bevoegdheden bepaald.  Deze bevoegdheden kunnen bij delegatie door de gemeenteraad aan de burgemeester overgedragen worden.

Het gaat over:

-  het samenstellen van de eindeloopbaancommissie.  Deze commissie is belast met het uitbrengen van een niet-bindend advies over de kandidaatstelling van een personeelslid voor een aangepaste betrekking binnen de geïntegreerde politie.

- de beslissing tot het al dan niet toekennen van de aangepaste betrekking aan de aanvrager

- de voorwaarden van de non-activiteit voorafgaand aan de pensionering (NAVAP) na te gaan en toe te kennen.

 

Juridische grond

Koninklijk Besluit van 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol).

Koninklijk Besluit van 09/11/2015 houdende bepalingen inzake het eindeloopbaanregime voor personeelsleden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie.

Koninklijk Besluit van 22/02/2016 houdende de wijze van toekenning van de subsidies ter ondersteuning van het eindeloopbaanregime voor personeelsleden van het operationeel kader van de lokale politie voor het jaar 2016 en het Koninklijk besluit van 25/12/2016 houdende dezelfde materie voor het jaar 2017.

Ministeriële omzendbrief GPI85 betreffende het eindeloopbaanregime voor de personeelsleden van het oprationeel kader van de geïntegreerde politie, waarin enerzijds het eindeloopbaanregime (aangepaste betrekking) en anderzijds de non-activiteit voorafgaand aan de pensionering (NAVAP) geregeld wordt.

De Nieuwe Gemeentewet.

De wet van 29/07/1991 houdende uitdrukkelijke motivering van bestuurshandlingen.

Decreet van 26/03/2004 betreffende de openbaarheid van besuur.

 

Argumentatie

Het Koninklijk besluit van 09/11/2015 beoogt ondermeer de pensioenproblematiek binnen de politiesector, en meer bepaald de toestand ontstaan na het arrest nr 103/2014 van 10/07/2014 van het Grondwettelijk Hof, op te lossen.

De Ministeriële omzendbrief GPI85 voorziet de praktische uitvoering van het eindeloopbaanregime voor de operationele personeelsleden van de geïntegreerde politie.

Zo kunnen personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten die de leeftijd hebben van 58 jaar of meer en die van oordeel zijn niet langer in de mogelijkheid te zijn om hun functie efficiënt uit te voeren, een aangepaste betrekking vragen binnen de geïntegreerde politie. Voor het toekennen van een aangepaste betrekking dient een eindeloopbaancommissie te worden samengesteld door de gemeente- of de politieraad of bij delegatie door de burgemeester of het politiecollege.   Elk lokaal politiekorps dient een eindeoopbaancommissie op te richten.  Deze commissie is belast met het uitbrengen van een niet-bindend advies over de kandidaatstelling van een personeelslid voor een aangepaste betrekking.  De commissie wordt samengesteld uit 3 leden : twee vertegenwoordigers van het politiekorps waartoe de bedoelde betrekking behoort, een expert gespecialiseerd in personeelsbeleid gericht op de duurzame inzetbaarheid van de personeelsleden, die in staat is om te beoordelen of de mogelijkheden van het personeelslid en het aangepaste karakter van de betrekking overeenstemmen.

Vervolgens is het aan de gemeente- of politieraad, of bij delegatie, de burgemeester of het politiecollege die de beslissing neemt tot het al dan niet toekennen van de aangepaste betrekking aan de aanvrager.

Een tweede mogelijkheid is de non-activiteit voorafgaand aan het pensioen (NAVAP) wat bedoeld is voor personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten die een preferentiële (vervroegde) pensioenleeftijd van 54, 56 of 58 jaar genoten voor 10/07/2014.  Er wordt hen de mogelijkheid geboden een periode van non-activiteit te genieten met een maximale duur van 4 jaar die afloopt op het ogenblik dat het personeelslid op vervroegd pensioen zal kunnen vertrekken.  Het personeelslid kan zijn aanvraag ten vroegste 6 maanden voor het ogenblik waarop het aan alle door de omzendbrief opgesomde voorwaarden voldoet en het vervolgens de gemeente- of politieraad of, bij delegatie, de burgemeester of het politiecollege is die bevoegd is om de voorwaarden na te gaan en de NAVAP toe te kennen.

De politiezone dient het aanvraagdossier over te  maken aan de dienst personeelsbeheer van de directie van het personeel van de federale politie en dit ten laatste 3 maanden alvorens een personeelslid in de voorwaarden van artikel XII.XIII.1 RPPol zal vallen.

Het Koninklijk besluit van 22/02/2016 regelt de wijze van toekenning van de subsidies ter ondersteuning van het eindeloopbaanregime    Er wordt aan de politiezones financiële steun voorzien die bestaat uit het betaalde wachtgeld, het betaalde vakantiegeld en de berekende eindejaarstoelage alsook de patronale bijdragen voor enerzijds de personeelsleden die genieten van de NAVAP en anderzijds voor de personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden om te kunnen genieten van de NAVAP maar die ervoor kiezen om langer te werken.

De subsidieaanvragen van de politiezone dienen per afgesloten trimester te worden overgemaakt aan de dienst personeel van de federale politie uiterlijk de vijfde werkdag van het volgende trimester.

Met het oog op de efficiënte en snelle afhandeling van aanvragen is het aangewezen om de bevoegdheden van de gemeenteraad in het kader van het eindeloopbaanregime (aangepaste betrekking) als in het kader van de non-activiteit voorafgaand aan het pensioen (NAVAP) te delegeren aan de burgemeester.  Voor de federale politie werden deze bevoegdheden, door de minister van Binnenlandse zaken, gedelegeerd aan de directeur-generaal van het  middelenbeheer en informatie van de federale politie.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De raad neemt kennis van de wetgevende onderrichtingen betreffende het eindeloopbaanregime voor de personeelsleden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie.

 

Art 2 :

Delegatie wordt verleend aan de burgemeester voor de bevoegdheden van de gemeenteraad bedoeld in de ministeriële omzendbrief GPI85 van 22/02/2016 betreffende het eindeloopbaanregime voor de personeelsleden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie, zijnde :

         het samenstellen van de eindeloopbaancommissie;

         de beslissing tot het al dan niet toekennen van de aangepaste betrekking aan de aanvrager;

         de voorwaarden van de non-activiteit voorafgaand aan de pensionering (NAVAP) na te gaan en toe te kennen.

 

Art 3 :

Afschrift van dit besluit aan de toezichthoudende overheid.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

VACANTVERKLARING VAN EEN FUNCTIE VAN HOOFINSPECTEUR VAN POLITIE BIJ DE LOKALE POLITIE - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 houdende het personeelskader van de lokale politie.

 

Feiten en context

Met het hiervoor vermelde gemeenteraadsbesluit werd de personeelsformatie vastgesteld van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader.

Gemeenteraadsbesluit van 26/06/2017 houdende de ontslagverlening aan een hoofdinspecteur van politie wegens vervoregde oppensioenstelling..

 

Jurdische grond

Wet van 07/12/1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, herhaaldelijk aangepast en aangevuld, in het bijzonder artikel 56.

Koninklijk Besluit van 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/11/2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, specifiek het gedeelte dat handelt over de mobiliteit.

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 dat de formatie van het operationeel en administratief en logistiek personeel van de lokale politie Lier vaststelt.

Ministeriële omzendbrief GPI15bis en errata betreffende de mobiliteitscyclus.

Ministeriële omzendbrief BA/2001/13 van 07/09/2001 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de lokale politie, eengemeentezone en meergemeentezones : administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

 

Argumentatie

Hoofdinspecteur van politie Paul van Dyck zal met vervroegd pensioen worden gesteld met ingang van 01/04/2018.  Alzo wordt 1 betrekking van hoofdinspecteur van politie binnen het middenkader vacant.

Het artikel VI.II.12bis voorziet dat elke zone van lokale politie van categorie 2 of 3 jaarlijks 10% van de vacante betrekkingen, met een minimum van 1 betrekking, toewijst aan personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste 10 jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest. Daartoe wordt, in voorkomend geval, een voorrang toegekend aan de personeelsleden die aan deze voorwaarden beantwoorden. De functie van hoofdinspecteur van politie wordt niet in dit kader aangeboden.

De gemeenteraad zal gevraagd worden om de benoeming van een nieuwe hoofdinspecteur te laten ingaan per 01/01/2018.  Het goedgekeurd kader van de politiezone telt 5 commissarissen van politie, 1 hoofdcommissaris en 18 middenkaderleden (hoofdinspecteurs).   In de besparingsbesprekingen van 2012-2013 werd afgesproken om te voorzien in een inkrimping van het officierenkader.  Zo werd met ingang van 2013 al 1 commissaris van politie niet meer vervangen.  Er werd tevens afgesproken dat, door een doorgedreven herverdeling en uitbreiding van taken en mits een sterke invulling van het middenkader, nog 1 commissaris van politie niet vervangen zal worden.  In 2018 en begin 2019 zullen 2 commissarissen van politie met vervroegd pensioen worden gesteld.   Er zal slechts in de vervanging voorzien worden van 1 commissaris.  In 2018 zal dus overgegaan worden tot een herstructurering en herverdeling van taken binnen het officierenkader en specifiek ook binnen de korpsleiding.  Om de continuïteit van de werkzaamheden te garanderen o.a. door kennis en kunde tijdig over te dragen, is het aangewezen om al begin 2018 te voorzien in de vervanging van de hoofdinspecteur. Zo kan stelselmatig overgegaan worden tot deze herverdeling van taken.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

Er wordt 1 functie van hoofdinspecteur van politie binnen het operationeel kader van de lokale politie vacant verklaard.

 

Art. 2 :

Voor de invulling van de functie wordt beroep gedaan op de werfreserve die bepaald werd in het besluit van de burgemeester van 21/04/2017.  Deze werfreserve heeft, conform de wetgeving, een geldigheid tot op de dag van de oproep tot kandidaatstelling van de tweede navolgende mobiliteitscyclus, zijnde in dit geval 2017-03 (datum = 28/07/2017).

 

Art 3 :

De indiensttredingsdatum wordt bepaald op 01/01/2018.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

VACANTVERKLARING VAN 3 FUNCTIES VAN INSPECTEUR VAN POLITIE - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 houdende het personeelskader van de lokale politie.

 

Feiten en context

Met het hiervoor vermelde gemeenteraadsbesluit werd de personeelsformatie vastgesteld van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader.

Inspecteur van politie Rudi Van Hemelen zal op 01/11/2017 toetreden tot de non-activiteit voorafgaand aan de pensionering (NAVAP).  De non-activiteit wordt gesubsidieerd door de federale overheid.   De ministeriële omzendbrief GPI85 betreffende het eindeloopbaanregime stelt dat het politiekorps binnen dewelke een personeelslid NAVAP geniet, dit personeelslid mag vervangen worden.

Inspecteur van politie Johan Aerts zal het Lierse politiekorps verlaten op 01/09/2017.  Hij werd, via mobiliteit, aangesteld in de politiezone Minos.

Inspecteur van poilitie Thomas Michielssens zal het Lierse politiekorps verlaten op 01/09/2017.  Hij werd, via mobilikteit, aangesteld bij de federale politie, Cicant.

De 3 inspecteurs van politie behoren tot de interventiedienst.  Zo worden 3 vacatures van inspecteur van politie binnen deze dienst vacant.

 

Juridische grond

Wet van 07/12/1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, herhaaldelijk aangepast en aangevuld, in het bijzonder artikel 56.

Koninklijk Besluit van 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/11/2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, specifiek het gedeelte dat handelt over de mobiliteit.

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 dat de formatie van het operationeel en administratief en logistiek personeel van de lokale politie Lier vaststelt.

Ministeriële omzendbrief GPI15bis en errata betreffende de mobiliteitscyclus.

Ministeriële omzendbrief BA/2001/13 van 07/09/2001 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de lokale politie, eengemeentezone en meergemeentezones : administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

 

Argumentatie

3 personeelsleden van de interventiedienst zullen de politiezone Lier verlaten, respectievelijk op 01/09/2017 en 01/11/2017.  Op deze manier worden 3 betrekkingen van inspecteur binnen het basiskader vacant.

Het artikel VI.II.12bis voorziet dat elke zone van lokale politie van categorie 2 of 3 jaarlijks 10% van de vacante betrekkingen, met een minimum van 1 betrekking, toewijst aan personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste 10 jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest. Daartoe wordt, in voorkomend geval, een voorrang toegekend aan de personeelsleden die aan deze voorwaarden beantwoorden. De functies van inspecteur van politie worden in dit kader aangeboden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

Er worden 3 functies van inspecteur van politie binnen het operationeel kader van de lokale politie Lier vacant verklaard.

 

Art 2 :

Als wijze van selectie wordt aangeduid : het inwinnen van het advies van de plaatselijke selectiecommissie die bestaat uit:

Voorzitter : dhr Stijn Van den Bulck, commissaris of zijn vervanger

Leden : dhr. Dirk Van der Auwera, hoofdinspecteur of zijn vervanger

dhr. Patrick Vanbeveren, hoofdinspecteur of zijn vervanger

Secretaris : Mevr. Marianne Ceusters, assistente korpschef of haar vervanger

 

Art 3 :

De betrekking van inspecteur van politie is een betrekking in het kader van het artikel VI.II.12bis van het K.B. van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositieregeling van het personeel van de politiediensten.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

VVSG - ALGEMENE VERGADERING - AANSTELLEN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2013 over het aanduiden van Anja De Wit, schepen, en Kristof Buelens, gemeenteraadslid, resp. als volmachtdrager en plaatsvervangend volmachtdrager voor de algemene vergadering van Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten vzw, VVSG, voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Feiten en context

De stad Lier is deelnemer van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten vzw, afgekort VVSG.

 

Omwille van het ontslag van Kristof Buelens als gemeenteraadslid, dient er iemand anders als plaatsvervangend volmachtdrager voor de algemene vergadering van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten vzw te worden aangeduid.

 

Juridische grond

         Decreet van de Vlaamse regering van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking

         Gemeentedecreet

 

Stemming

 

17 stemmen voor: Frank Boogaerts, Walter Grootaers, Rik Verwaest, Lucien Herijgers, Bert Wollants, Ivo Andries, Rik Pets, Anja De Wit, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Christina Wagner, Hilde De Koninck, Yahya Degirmenci, Jan Hauwaert en Marc Franquet

3 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis en Olivier Peeters

9 onthoudingen: Ludo Peeters, Gert Van Eester, Koen Breugelmans, Freddy Callaerts, Patrick Tersago, Jan Hermans, Katrien Vanhove, Peter Caluwé en Bram Van Oosterwyck

1 stem blanco: Marleen Vanderpoorten

Goedkeuring met 17 stemmen voor - 3 stemmen tegen - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

Als vertegenwoordiger van de gemeente wordt in de plaats van de heer Buelens Kristof, de heer Hauwaert Jan, gemeenteraadslid als plaatsvervangend volmachtdrager aangeduid om deel te nemen aan aan de algemene vergadering van VVSG voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Art 2 :

Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavige beslissing en onder meer kennisgeving hiervan te geven aan de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten vzw.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

VVSG

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

GEMEENTELIJKE HOLDING NV (IN VEREFFENING) - UITNODIGING ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS OP 28 JUNI 2017 - AGENDA. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

 

De eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders vindt plaats op woensdag 28 juni 2017 om 14.00 uur in het Diamant Brussels Conference & Business Centre, A. Reyerslaan 80 in 1030 Brussel.

 

De agenda is als volgt vastgesteld:

 

1.

Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over de periode 01.01.2016 tot en met 31.12.2016

2.

Bespreking van de jaarrekening over de periode 01.01.2016 - 31.12.2016 door de vereffenaars

3.

Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over de periode 01.01.2015 tot en met 31.12.2016 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten.

4.

Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over de periode 01.01.2016 tot en met 31.12.2016

5.

Vraagstelling

 

Overeenkomstig de wettelijke regels terzake worden alle punten van de agenda louter ter kennisname meegedeeld aan de algemene vergadering. Zij worden niet ter stemming voorgelegd.

 

Juridische grond

         Decreet van de Vlaamse regering van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking

         Gemeentedecreet

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de agenda van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding NV - in vereffening op 28 juni 2017, zoals hieronder vastgesteld:

 

1.

Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over de periode 01.01.2016 tot en met 31.12.2016

2.

Bespreking van de jaarrekening over de periode 01.01.2016 - 31.12.2016 door de vereffenaars

3.

Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over de periode 01.01.2015 tot en met 31.12.2016 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten.

4.

Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over de periode 01.01.2016 tot en met 31.12.2016

5.

Vraagstelling

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Gemeentelijke Holding NV in vereffening

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

INTERPELLATIES

 

Interpellatie 1: van Jan Hermans (Lier&Ko) i.v.m. fietsen op zaterdagnamiddag op de vesten

De stadsvesten vormen een groene gordel rond Lier, onmiddellijk rond het centrum.

Het is de ideale manier voor fietsers om op een veilige manier, via de juiste poort hun bestemming binnen het centrum te bereiken. Zo wordt het ook op fietskaarten aangegeven.

 

Op de website van de stad en op visitlier.be lezen we dat voor wandelaars de vesten toegankelijk zijn van zonsopgang tot zonsondergang; voor fietsers van maandag 6 uur tot zaterdag 12 uur. Dit laatste is voorzien in het politiereglement artikel 2D.

Dat is niet heel allemaal af te leiden uit de verkeersborden. Meestal hangt er bij het verbodsbord C1 of C3 een onderbord “fietsers uitgezonderd”, en soms wordt de nuancering vermeld dat er zaterdagnamiddag en zondag niet mag gefietst worden, maar niet overal. Voetgangers moeten wegblijven als het stormt.

Dat is geen duidelijke situatie.

Er zijn op zaterdagnamiddag heel wat fietsers –vooral ook jonge- op weg in het centrum, voor boodschappen, van en naar een sportclub, een jeugdbeweging, de bibliotheek, een academie enz... Aangezien er in Lier ook op zaterdagnamiddag behoorlijk druk autoverkeer is, zou het beter zijn fietsers ook op zaterdagnamiddag op de vesten toe te laten, zodat aldus de (jonge) fietser zo beschermd en zo veilig mogelijk op pad kan.

Op die wijze blijven  de vesten  op zondag een veilige plaats voor (heel) jonge kinderen die niet altijd aan de hand (kunnen) gehouden worden.

 

Op dit ogenblik zijn er werken aan de stadsvesten ter hoogte van de Ros Beiaardstraat. De oplevering is voorzien in september. Dat is het ideale moment om het verbod te herzien en het te reduceren tot zondag wanneer het wel rustiger is in de binnenstad.

Wanneer ook op andere delen van de stadsvesten verlichting voorzien wordt past het ook om de toegankelijkheid voor voetgangers uit te bereiden.

Graag verneem ik of het college van burgemeester en schepenen bereid is om aanpassingen door te voeren in het belang van voetgangers en fietsers.

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

Onze vesten zijn inderdaad een belangrijke fietsverbinding voor woonwerk, woonschool en woonrecreatieverkeer die druk wordt gebruikt. Bij de tellingen die plaatsvonden in het kader van de fietstelweek in september konden we op het stuk tussen de Mechelsestraat en de Begijnhofstraat een piek noteren van 1096 fietsers tussen 8u en 9u. We hebben alvast de ambitie om de vesten ook via slangtelling geautomatiseerd te tellen, om gedetailleerde resultaten te komen.

Het fietsverbod op de vesten is iets wat al meerdere generaties Lierenaars bezighoudt. Er zijn daarvoor steeds voorstanders en tegenstanders te vinden. Ik heb begrepen dat er destijds een verbod is ingevoerd om op die manier op zaterdagmiddag en zondag de vesten aan de wandelaars te laten.  Hierover zijn in de afgelopen jaren gesprekken gevoerd o.a. op de mobiliteitsraad en met de fietsersbond.

In het begin van deze bestuursperiode werd ik naar aanleiding van een aantal voorstellen die werden geformuleerd in de en op de al dan niet sociale media rond het openstellen van de vesten voor fietsers op zaterdagnamiddag en zondag, benaderd door de fietsersbond. Deze pleitte ervoor om deze openstelling niet te realiseren.  Hun motivatie daarbij was in de eerste plaats dat er een goed evenwicht moet bestaan tussen fietsers en voetgangers op de stadsvesten en dat de fietsvrije periode van zaterdagnamiddag tot en met zondag daar deel van uitmaakt. Op de mobiliteitsraad heeft er dan een gelijkaardige gesprek plaatsgevonden, waarbij er geen overeenstemming was over het voorstel om de vesten open te stellen.

Ondertussen is er een nieuw bestuur bij de Lierse fietsersbond, dat werkt aan een integrale visie op dat vlak. Ook zij pleiten vooralsnog niet voor het openstellen van de vesten maar geven aan dat ze vooral een visie willen ontwikkelen van het promoten van de fiets in alle straten van de stad. Tot dusver werd die visie nog niet voorgelegd. Ik zal uw voorstel op het structureel overleg met de fietsersbond voorleggen, zodat dit tot een interessant overleg kan leiden.

 

Wat betreft de werken aan de vesten die momenteel plaatsvinden en waarbij ook de voetgangers- en fietsersbrug naar Nazareth wordt gerealiseerd, is het alvast de bedoeling om zeker dat stuk ook permanent open te houden voor fietsers. De aanleg is er immers ook op gericht door gebruik van verschillende materialen om fietsers en voetgangers goed te kunnen combineren op dat traject.

 

 

Interpellatie 2: van Olivier Peeters (Vlaams Belang) i.v.m. opeenvolging aan inbraken in Lier

Tijdens de uitzending van het VTM nieuwsprogramma Farouk op 4 juni 2017 werd een reportage getoond waaruit blijkt dat men nog steeds op zoek is naar 2 personen die verdacht worden van méér dan 80 woninginbraken in Lier. Diezelfde daders worden ook verdacht van meer dan 70 inbraken in Turnhout.

 

Tot op heden zou de politie de daders nog steeds hebben kunnen klissen. Ondertussen blijkt de stroom aan inbraken en inbraakpogingen verder te duren.

 

Ik vernam dan ook graag het volgende:

         Of het klopt dat een groot aantal inbraken toe te schrijven valt aan een beperkt aantal verdachten?

         Wat bedraagt het aantal inbraken en inbraakpogingen in 2017, en hoe evolueert dit cijfer ten opzichte van de officiële cijfers in 2016, 2015, 2014, 2013 en 2012?

         Betreft het nog steeds dezelfde dievenbende die ook deze maand op pad was in de Lierse straten?

         Welke bijkomende maatregelen werden genomen om deze specifieke bende bij de kraag te vatten?

 

Antwoord burgemeester Frank Boogaerts:

Vooreerst wil ik melden dat de lokale politie Lier en ikzelf verheugd zijn dat de makers van het tv-programma Farouk bereid waren om in te gaan op het verzoek om de feiten in Lier onder de aandacht te brengen, hetgeen toch wel bepaalde zaken in een stroomversnelling bracht.

Volgens info van de politiediensten bestaat er inderdaad een sterke mogelijkheid dat een groot aantal van de gepleegde inbraken aan dezelfde verdachten kunnen toegeschreven worden, gebaseerd op modus operandi en andere gegevens.

Bij de inbraken wordt een onderscheid gemaakt tussen inbraken in woningen (plaatsen die echt bewoond worden en aanhorigheden) en de inbraken in gebouwen (bedrijfsgebouwen, horeca, openbare instellingen en dergelijke).

         In 2012 waren er 193 diefstallen in woningen en 100 diefstallen in gebouwen, samen 293.

         In 2013 waren er 197 diefstallen in woningen en 77 diefstallen in gebouwen, samen 274.

         In 2014 waren er 150 diefstallen in woningen en 69 diefstallen in gebouwen, samen 219.

         In 2015 waren er 106 diefstallen in woningen en 77 diefstallen in gebouwen, samen 183.

         In 2016 waren er 116 diefstallen in woningen en 58 diefstallen in gebouwen, samen 174.

         In 2017 waren er tot en met de maand mei 66 diefstallen in woningen en 16 diefstallen in gebouwen, samen 82.

Ter vergelijking op een zelfde periode  (tot eind mei dus )in de voorgaande jaren zaten we: In 2012 op 138, in 2013 op 94, in 2014 op 94, in 2015 op 78 en in 2016 op 53.

De verhouding tussen voltooide feiten en pogingen zit onveranderd tussen 75% en 80 % voltooide.

Wat betreft de verdeling per maand zien we dat er :

         In januari 9 inbraken in woningen waren en 4 inbraken in gebouwen

         In februari 15 inbraken in woningen en 1 inbraak in gebouw

         In maart 19 inbraken in woningen en 6 inbraken in gebouwen

         In april 15 inbraken in woningen en 2 inbraken in gebouwen

         In mei 8 inbraken in woningen en 3 inbraken in gebouwen

De maand juni is nog niet afgelopen maar daar zitten we momenteel aan 7 inbraken in woningen en 3 inbraken in gebouwen.

De piek bevond zich dus in februari, maart en april en is inmiddels voorbij. De modus operandi van de inbraken die in de (bijna) laatste twee maanden werd gebruikt is bovendien verschillend.

Wat betreft de (bijkomende) maatregelen die getroffen werden is het zo dat tijdens de piekperiode van deze inbraken vaak extra acties werden ingelegd en de interventiepatrouilles naar de betrokken omgeving werden georiënteerd tijdens de nachten. Dit leidde trouwens tot de betrapping op heterdaad van een andere inbreker die echter niet met de zogenaamde “achterdeurinbrekers” kon gelinkt worden, maar wel een 3 inbraken in gebouwen.

Zoals u daarnet vernam zijn de inbraken op dit ogenblik terug tot op een “normaal” niveau gedaald. Louter ter info : voor onze stad waren er dus tot nu 66 inbraken in woningen en 16 in gebouwen, op het ganse grondgebied van de provincie Antwerpen bedragen deze cijfers 3530 inbraken in woningen en 1760 inbraken in gebouwen.

Wat betreft de “achterdeurinbrekers” loopt het gerechtelijk onderzoek nog steeds. Er werden daarbij de nodige maatregelen ontplooid waaronder ook bijzondere opsporingsmethoden. U zal begrijpen dat ik hier geen verdere details over heb.

 

 

Interpellatie 3: van Marcel Taelman (Vlaams Belang) i.v.m. parkeerbeleid voor nieuwbouw of renovatie

Op de gemeenteraad van 20 februari beloofde de bevoegde schepen om tegen de zomer de eerste stappen te zetten voor de evaluatie aangaande het parkeer verordeningsreglement bij het optrekken van nieuwbouw en veranderingen.

 

Mijn vragen zijn dan ook de volgende:

         Zijn hier al stappen voor gezet of blijft het reglement ongewijzigd?

         Zo ja, welke maatregelen werden tot nog toe getroffen?

         Zo neen, wat heeft het CBS intussen ondernomen om hier alsnog gevolg aan te geven?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Er vond ondertussen reeds overleg plaats met betrekking tot de verschillende mogelijkheden om dit aan te passen. Dit heeft 2 luiken, de aanpassingen en evaluatie van de parkeerverordening aan de ene kant en de opmaak van een reglement voor de toekenning van bewonerskaarten aan de andere kant.

De voorbereiding voor deze oefening is nog lopende op basis van de ervaringen met de parkeerverordening, daarnaast wordt ook de ervaringen van de bewonerskaarten met een aantal recente nieuwbouwprojecten wordt momenteel geëvalueerd.

Er wordt verwacht dat hier in de loop van het najaar verdere stappen kunnen worden gezet.

 

 

BESLUIT:

Kennisgenomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 juni 2017

 

SCHENKING JEF ARRAS. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op 18 april 2017 overleed Dhr. Jef Arras. In zijn testament (zie bijlage) laat hij aan de musea van Stad Lier een aantal kunstwerken na. Indien de stad het legaat zou aanvaarden zal er een erfbelasting verschuldigd zijn aan het verminderd tarief van 8,5% voor overheden.

Notariskantoor Veerle Boere (Antwerpen) behartigt het dossier.

 

De dienst musea schat de werken in voor volgende waarde:

 

Isidore Opsomer

Portret Jozef Arras

Waterverf op papier, 79x52

1500 EUR

Isidore Opsomer

Portret Emile Verhaeren

Litho, 16x13

300 EUR

Isidore Opsomer

Portret Nicole

Litho, 22x16

150 EUR

Isidore Opsomer

Zicht Werf

Ets, 51x42

150 EUR

Isidore Opsomer

Begijnhofpoort

Tekening, 20x12

200 EUR

Isidore Opsomer

Staf Cloetens

Tekening, 24x19

150 EUR

Felix Timmermans

Paterskop

Tekening, 15x10

175 EUR

Felix Timmermans

Drie koningen

Lino, 24x18

50 EUR

Felix Timmermans

Alchemist

Reproductie, 22x15

10 EUR

Lode Verhoeven

Hof van Geetruyen

Schilderij, 44x37

100 EUR

Charles Van de Vloet

Basiliek

Schilderij, 64x47

50 EUR

Charles Van de Vloet

Geabstraheerde figuren

Schilderij, 55x43

50 EUR

Jos Callaerts

Marine

Schilderij, 39x29

50 EUR

 

TOTAAL

2935 euro

- 8,5% =

249,5 EUR

 

 

Fasering

Het legaat moet binnen de termijn van drie maanden notarieel afgerond zijn.

Aanvaarding door het CBS: 19 juni 2017

Aanvaarding door de GR: 26 juni 2017

Betekening van de schenking: uiterlijk 18 augustus 2017

 

Adviezen

Het beheersorgaan musea adviseert op haar bijeenkomst van 13 juni 2017 om het legaat te aanvaarden.

In het bijzonder het geschilderde portret van schrijver Jozef Arras (oom van Dhr. Arras) heeft een hoge museale en cultuurhistorische waarde. Zowel historisch - het is rechtstreeks geassocieerd met de Lierse schrijver Jozef Arras die naar Engeland vluchtte tijdens WOI en kort na terugkomst in Lier op jonge leeftijd overlijdt aan een longontsteking - als artistiek - Isidore Opsomer schilderde het portret voor het uitbreken van WOI, en werkte het nadien, na het overlijden van Arras, nog verschillende malen bij - is dit schilderij van groot belang. Van Arras zijn verder weinig portretten bekend. Het schilderij verkeert in goede staat.

Voorts valt het portret van Emile Verharen op. De litho is weinig bekend en maakt het tot een zeldzame prent. De andere werken zijn minder bijzonder: de ets met zicht op de Werf hebben we in collectie, alsook de Drie Koningen en de Alchemist van Timmermans. Omdat werken op papier fragiel zijn en niet lang kunnen worden tentoongesteld, is het interessant voor het museum om over een tweede exemplaar te beschikken en te kunnen wisselen.

 

Juridische grond

 

De juridische dienst geeft gunstig advies voor het aanvaarden van het legaat. Overeenkomstig artikel 43 § 2, 13° van het Gemeentedecreet is uitsluitend de gemeenteraad bevoegd om te beslissen om eventuele schenkingen definitief te aanvaarden en legaten te aanvaarden.

 

Argumentatie

De portretten van Jozef Arras en Emile Verhaeren zijn een verrijking voor de museumcollectie en overstijgen in waarde ruim het verschuldigde bedrag van erfbelasting. De andere werken zijn klein van formaat, nemen weinig plaats in in het depot. Enkele van de werken op papier zijn interessant als wisselobject voor museumpresentaties.

Jef Arras schonk in het verleden meermaals interessante Lierse stukken aan het museum en het stadsarchief. Als musicoloog leverde hij inhoudelijk belangrijke bijdragen aan de culturele geschiedenis van de stad in de vorm van artikels in tal van tijdschriften en publicaties. Met het aannemen van dit legaat betoont de stad haar erkentelijkheid ten aanzien van hem en zijn familie.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

6.2.5.1

verwerven en afstoten van stukken volgens collectieplan

 

Stemming

 

eenparig

 

Stemming over akkoord van het agendapunt

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het legaat Jef Arras te aanvaarden.

 

Art 2 :

De financiële gevolgen zijn:

 

Actienummer

Omschrijving budgetsleutel

Bedrag

Saldo krediet

6.2.5.1

registratie- en schenkingsrechten

250

250

Budgetsleutel

64000020

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Financieel beheer

 

 

Aantal

Bestemmeling

1

Secretariaat

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019