Lier

Zitting van 28 maart 2022

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

TOEKENNING ERETITEL VAN HET AMBT VAN BURGEMEESTER AAN MARLEEN VANDERPOORTEN. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op 22 september 2021 werd de aanvraag door Marleen Vanderpoorten ingediend voor het bekomen van de eretitel ereburgemeester.

 

De stad ontving op 3 december 2021 een brief van het agentschap binnenlands bestuur met een afschrift van het ministrieel besluit waarbij de eretitel van het ambt van burgemeester van de gemeente Lier wordt verleend aan mevr. Marleen Vanderpoorten.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, inz. art. 148

Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het ministeriële besluit, waarbij de eretitel van het ambt van burgemeester van de gemeente Lier wordt verleend aan mevr. Marleen Vanderpoorten.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

TOEKENNING ERETITEL VAN HET AMBT VAN BURGEMEESTER AAN FRANK BOOGAERTS. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op 7 januari 2022 werd de aanvraag door Frank Boogaerts ingediend voor het bekomen van de eretitel ereburgemeester.

 

De stad ontving op 9 februari 2022 een brief van het agentschap binnenlands bestuur met een afschrift van het ministrieel besluit waarbij de eretitel van het ambt van burgemeester van de gemeente Lier wordt verleend aan de heer Frank Boogaerts.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, inz. art. 148

Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het ministeriële besluit, waarbij de eretitel van het ambt van burgemeester van de gemeente Lier wordt verleend aan dhr. Frank Boogaerts.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Heidi Van den Bergh (Vlaams Belang) i.v.m. enquête inzake beleid lokaal dierenwelzijn

GAIA houdt regelmatig enquêtes om te peilen naar de verwezenlijkingen van de Vlaamse schepenen inzake lokaal dierenwelzijnsbeleid. Dit is een nuttig instrument om de gemeentebesturen bij de les te houden.  Zo was er een enquête in 2018 en nu, halfweg de legislatuur, was er een nieuwe enquête.  Op basis van meer dan zestig vragen en 10 speerpunten, en de antwoorden van steden en gemeenten, maakte GAIA een rangschikking op. Tot die speerpunten behoren onder andere de aanwezigheid van een schepen van Dierenwelzijn, sensibilisering van de bevolking, een beleid rond zwerfkatten, een diervriendelijke controle van de populatie stadsduiven, de afwezigheid van levende dieren op markten, kermissen en braderijen, een verbod op knallend vuurwerk, en de onmogelijkheid om een vergunning voor thuisslachtingen te bekomen.

Van onze regio staat St-Katelijne-Waver op plaats 3 en Herentals op 4 met 90 %.   Als je op de webstek www.kiezenvoordieren.be naar Lier zoekt wordt voor Lier echter vermeld dat de enquête 2022 nog niet werd beantwoord en wordt het resultaat van 2018 nog gegeven, nl. 75 %.  De verbeterpunten van toen waren:

        geen subsidies voor de sterilisatie van huiskatten.

        geen voederbeleid voor zwerfkatten.

        geen diervriendelijk duivenbeleid.

 

Mijn vragen zijn :

        Waarom werd de enquête 2022 niet beantwoord?

        Werd er sinds 2018 actie genomen inzake de vermelde verbeterpunten?

        Is schepen Pets bereid om GAIA vooralsnog de gewenste informatie te bezorgen zodat zij hun gegevens kunnen aanvullen? Zo ja, dan nodig ik schepen Pets uit om contact met GAIA op te nemen via gemeente@gaia.be

 

Antwoord schepen Rik Pets:

Waarom werd de enquête 2022 niet beantwoord?

Door allerlei omstandigheden werd de enquête niet ingevuld. We willen benadrukken dit het initieel de bedoeling was om de enquête in te vullen. Dit zal alsnog gebeuren.

 

Werd er sinds 2018 actie genomen inzake de vermelde verbeterpunten?

Voor de realisatie van het zwerfkattenbeleid op het terrein kan de stad rekenen op twee gemotiveerde vrijwilligers welke de stad ondersteunen bij het vangen van zwerfkatten. De zwerfkatten worden door de vrijwilligers naar de aangestelde dierenarts gebracht voor sterilisatie of castratie. De dieren worden ontvlooid en ontwormd en krijgen indien noodzakelijk bijkomende medicatie. Daarna worden de dieren in overleg met de melder teruggeplaatst. De vrijwilligers zorgen eveneens voor het voederen van de dieren. Hierbij worden dikwijls afspraken gemaakte met lokale bewoners welke zich meestal engageren om de zorg van de dieren op zich te nemen.  Gevangen kittens  worden door de vrijwilligers zelf opgevangen tot dat deze kunnen worden geplaatst in een gastgezin. De sterilisatie dient door de nieuwe eigenaar als nog te gebeuren.

Voor het realiseren van dierenwelzijn en in het bijzonder het zwerfkattenproject is in de meerjarenbegroting een jaarlijks bedrag voorzien van 10.000 euro.

Voor de realisatie van het duivenbeleid wordt dierengeneesmiddel R-12 gebruikt. Het bestaat uit maïskorrels die met nicarbazine geïmpregneerd zijn. Nicarbazine is eveneens een middel tegen coccidiose, een parasitaire infectie van het maagdarmkanaal bij duiven. Bij vogels heeft het als bijwerking dat het uitkomen van bevruchte eieren verstoord of verhinderd wordt, afhankelijk van de toegediende dosis. De toediening gebeurt door een aangestelde dierenarts. Voor voederen van de behandelde maiskorrels werden twee dispensers geplaatst.  (BKO Lisp en Bib)

Het beleid rond dierenwelzijn wordt zesmaandelijks met een verantwoordelijke van GAIA teruggekoppeld.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Freddy Callaerts (Vooruit Lier) i.v.m. fietszone

Sinds 8 november vorig jaar is er in onze stad een fietszone ingericht binnen de vesten.

Ik heb de indruk dat er na 6 maanden nog steeds veel te weinig rekening gehouden wordt door de autobestuurders i.v.m. de reglementering dat er in de fietszone geen fietsers mogen ingehaald worden.

Ik rijd dagelijks met mijn fiets door de binnenstad en ondervind dan ook aan de lijve dat de maatregelen niet of veel te weinig worden nageleeft.

Ik zou dan ook aan het cbs willen vragen welke maatregelen men gaat nemen om deze situatie te verbeteren.

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

In het kader van de introductie van de fietszone hebben onze diensten en de politie geregeld gemonitord en toezicht gehouden om de naleving in kaart te brengen. Onze eigen diensten hebben reeds 2 monitortellingen gedaan op 1 maand na de invoering en op 3 maand na de invoering. De volgende monitoring wordt gepland op 6 maanden na de invoering. De resultaten op dit moment wijzen in elk geval wel uit dat er nog een heel stuk teveel overtredingen plaatsvinden. We bekijken wel de evolutie nog van de monitoring die voor de zomer plaatsvindt.


Ook de politie heeft reeds sensibiliserende acties ondernomen en doet ondertussen ook repressieve controles op dit vlak  De politie doet elke maand controles is alle straten van de fietszone. Daarbij wordt zowel aandacht besteed aan wagens die voorbijsteken als aan hinderlijk fietsgedrag. Zo werden er in februari 59 vaststellingen gedaan van overtreding fietszone. Daarvan zit de overgrote meerderheid in twee straten, met name de Antwerpsestraat (18) en Mechelsestraat (12). In de 11 andere straten die werden gecontroleerd ging het telkens om 1-3 overtredingen per straat, ook in eerder drukke straten zoals de Frederik Peltzerstraat en de Lisperstraat.
Op basis van deze vaststellingen wordt nagegaan welke aanvullende maatregelen kunnen worden genomen, zowel op vlak van infrastructuur om op bepaalde plaatsen het wegprofiel te versmallen als stappen rond bijkomende sensibilisering.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Geert Marrin (Groen-Lier&Ko) i.v.m. OKAN-klassen

Er bereiken ons verontrustende signalen dat in onze stad een tekort aan lokalen zou zijn om de nodige OKAN-klassen in te richten.

 

Nochtans neemt het aantal anderstalige nieuwkomers toe en zijn de noden reëel. Het recht op onderwijs dient immers ook voor deze kinderen gegarandeerd te zijn.

 

Aan de schepen van Onderwijs daarom volgende vragen:

 

        Klopt het dat onze stad momenteel kampt met een gebrek aan lokalen om de nodige OKAN-klassen in te richten? En, zo ja: kan de schepen meer concreet schetsen hoe deze problematiek dient ingeschat te worden?

 

        Klopt het dat er wachtlijsten zijn waardoor kinderen van anderstalige nieuwkomers verstoken blijven van hun recht op onderwijs? En, zo ja: kan de schepen ook hieromtrent de nodige toelichting bieden?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

 

       Klopt het dat onze stad momenteel kampt met een gebrek aan lokalen om de nodige OKAN-klassen in te richten? En, zo ja: kan de schepen meer concreet schetsen hoe deze problematiek dient ingeschat te worden?

 

Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de OKAN-klassen in het lager onderwijs en de OKAN-klassen in het secundair onderwijs.

De OKAN-klassen in het lager onderwijs zijn verspreid over een aantal basisscholen. De aanmelding gebeurt via onze consulent onderwijs die dan gaat kijken welke school in de buurt in aanmerking komt. Deze toewijzing gebeurt in alle openheid en transparantie, een goede samenwerking tussen alle scholen.

Voorlopig is er in het lager onderwijs nog geen capaciteitsproblematiek.

De OKAN-klassen in het secundair onderwijs zijn verdeeld over volgende scholen: Atheneum campus Louis Zimmer, SAL en VTI. Momenteel zitten er bijna 110 leerlingen in de verschillende OKAN-klassen. Sinds begin december werd er gewerkt met een wachtlijst omdat de scholen niet meer konden uitbreiden omwille van een tekort aan beschikbare lokalen. Om die reden namen we het initiatief, in het kader van onze regie-opdracht, om buiten de klassieke onderwijsvoorzieningen locatie te zoeken voor uitbouw van OKAN aanbod. Naast de lokalenproblematiek, is de realiteit ook dat de krapte op de arbeidsmarkt een rem zet op uitbouw van het OKAN aanbod:  het vinden van geschikt onderwijzend personeel is uiterst moeilijk.

 

       Klopt het dat er wachtlijsten zijn waardoor kinderen van anderstalige nieuwkomers verstoken blijven van hun recht op onderwijs? En, zo ja: kan de schepen ook hieromtrent de nodige toelichting bieden?

 

Zoals eerder aangegeven is sinds december 2021 een wachtlijst opgebouwd. Hierop is m.i. snel ingespeeld, met als resultaat dat vanaf februari 2022 een extra OKAN aanbod is ingericht in de CHIRO lokalen in de Boomlaarstraat. 21 leerlingen zijn in dit nieuwe aanbod opgestart, waardoor de wachtlijst – die indertijd bestond – was weggewerkt.

Realiteit is echter dat er momenteel opnieuw 14 leerlingen op de wachtlijst staan, die overigens dag na dag nog groeit.

Fundamenteel probleem is m.i. dat in het ganse arrondissement Mechelen slechts in 2 steden en gemeenten OKAN onderwijs wordt aangeboden: m.n. stad Mechelen en stad Lier. De overgrote meerderheid van OKAN leerlingen en kandidaten situeert zich buiten Lier: slechts 1/4de van de OKAN-leerlingen woont effectief in Lier. De druk op het OKAN aanbod Lier is nu bijgevolg al bijzonder groot, en zal in de toekomst – t.g.v. de Oekraïne crisis – enkel maar toenemen.

Ik nam dan ook recent het initiatief om hierrond regionaal overleg te installeren, om steden en gemeenten aan te moedigen hierrond actie te ondernemen.

Ik wil absoluut ook beklemtonen dat stad Lier haar verantwoordelijkheid in de toekomst zal blijven nemen. Om die reden zijn we met het lokaal onderwijsveld in overleg, om op zeer korte termijn bijkomend aanbod te realiseren. Het is echter mijn overtuiging dat een méér regionale dekking van het OKAN aanbod ten gronde de oplossing vormt voor dit reële probleem.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 21 FEBRUARI 2022. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 21 februari 2022.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 21 februari 2022 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

BELEIDSPLAN RUIMTE LIER - STARTBESLISSING TOT OPMAAK. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

CBS 20/01/2020 Onderzoek 'Open ruimte', 'Stad en dorp' en 'Ring en zijn omgeving' door bureau OMGEVING cvba in kader van het beleidsplan Ruimte Lier. TOEWIJZING.

 

CBS 20/01/2020 Onderzoek ‘Recreatieve voorzieningen’ met aanzet RUP ‘Recreatieve voorzieningen’. TOEWIJZING.

 

CBS 19/04/2021 Beleidsplan Ruimte Lier - voortzetting. GOEDKEURING

 

CBS 27/09/2021 Opmaak Beleidsplan Ruimte Lier – inhoudelijke werkzaamheden door bureau OMGEVING. TOEWIJZING

 

CBS 27/09/2021 Opmaak beleidsplan ruimte Lier – werkzaamheden besloten fora door bureau OMGEVING cvba. TOEWIJZING.

 

CBS 18/10/2021 Opmaak beleidsplan ruimte Lier – werkzaamheden open fora door bureau

OMGEVING cvba. TOEWIJZING.

 

Feiten en context

De opmaak van het Beleidsplan Ruimte Lier maakt deel uit van het bestuursakkoord 2019-2024. In voorbereiding werden door het college van burgemeester en schepenen op 20 januari 2020, 19 april 2021, 27 september 2021 en 18 oktober 2021 daartoe de nodige stappen genomen.

 

De eerste stap van de formele procedure omvat conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening de formele beslissing van de gemeenteraad tot opmaak van het

Beleidsplan Ruimte Lier.

 

Geïntegreerde procedure  - opmaak Plan-MER

Voor de opmaak van het beleidsplan, dient parallel een ‘strategisch’ plan-MER opgemaakt te worden. Qua timing lopen beide planprocessen zoveel mogelijk samen. Dat betekent dat de conceptnota en de kennisgevingsnota samen in publieke consultatie worden gebracht en dat de werkzaamheden aan het voorontwerp beleidsplan ruimte Lier en de opmaak van het ontwerp plan-MER parallel verlopen zodat wederzijdse kennisdeling en integratie van inzichten continu plaatsvinden met als doel de gekozen beleidsopties zo goed mogelijk te kunnen onderbouwen.

 

De opmaak van de plan-MER is niet opgenomen in een raamcontract. Voor deze opdracht zal een aparte aanbesteding moeten uitgeschreven worden. De stad was in onderhandeling met de dienst Mer over hoe er vormgegeven moet worden aan dit strategisch plan-MER. Richtlijnen hierover werden begin november beschikbaar onder vorm van een roadmap. Verwijzend naar deze roadmap wordt een bestek uitgeschreven, kan een raming worden gemaakt en zullen offertes worden gevraagd.

 

Procedurele basis

De volgende stappen moeten vervolgens gezet worden (collegebesluit van 19/04/2021)

 

spoor beleidsplanning

spoor milieueffectenrapportage

 

opmaak conceptnota

(najaar 2021 – voorjaar 2022)

opmaak kennisgeving plan-MER 2021-2022

publieke consultatie conceptnota

(voorjaar 2022)

publieke consultatie

(voorjaar 2022)

opmaak voorontwerp Beleidsplan Ruimte Lier (2022)

opmaak ontwerp plan-MER (2022)

 

opmaak ontwerp Beleidsplan Ruimte Lier (2023)

aanpassingen ontwerp plan-MER (2023)

voorlopige vaststelling door gemeenteraad

(najaar 2023)

-

 

openbaar onderzoek

(najaar 2023 – begin 2024)

-

 

definitief vastgesteld Beleidsplan Ruimte Lier (juni 2024)

goedgekeurd plan-MER

 

Het college besliste in zitting van 19 april 2021 om in 2023 een evaluatiemoment in te lassen, wat concreet inhoudt dat de conceptfase van de procedure achter de rug is en de conceptnota afgewerkt is. De evaluatie zal uitwijzen of het wenselijk is om het Beleidsplan Ruimte Lier goed te keuren in 2024.

 

Inhoudelijke opbouw

1.1 Procesnota

Artikel 36 van het besluit van de Vlaamse regering d.d. 30 maart 2018 stelt dat het college van burgemeester en schepenen de procesinformatie bijhoudt over de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan. Deze informatie kan worden geraadpleegd op de gemeentelijke website. Zij geeft o.a. een overzicht van het gevoerd informatie-, inspraak- en participatietraject en een duiding van de reacties die tijdens of naar aanleiding van de meest recente inspraak- en participatie-initiatieven en het gevolg dat eraan is gegeven.

 

1.2 Conceptnota

De ‘conceptnota’ moet worden beschouwd als een document dat in hoofdlijnen aangeeft welk ruimtelijk beleid een overheid wenst vast te leggen in een ruimtelijk beleidsplan. De nota geeft kernachtig de ambitie weer en moet een discussie op hoofdlijnen mogelijk maken. De door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde conceptnota vormt het voorwerp van een publieke consultatie. Dat betekent dat alle bewoners, de GECORO, de gemeenteraadsleden, de buurgemeenten kunnen reageren op de geformuleerde ambities. De spelregels van deze publieke consultatie zijn vastgesteld in bovengenoemd besluit van de Vlaamse regering.

 

1.3 Beleidskaders

 

Vanuit onderzoeksrapporten worden beleidskaders voorbereid in volgende thema’s:

*Voor Koningshooikt wordt de link met het project Veerkrachtige dorpen gemaakt

 

Open ruimte en bedrijvigheid*

De open ruimte van Lier is uitgestrekt en bevat bovenlokale troeven. Het onderzoek focust op de vrijwaring van de open ruimte. Er wordt tevens onderzocht hoe moet worden omgegaan met terreinen voor economische activiteiten.

 

Ruimte voor stad en dorp*

De bebouwde woonruimte van Lier concentreert zich grotendeels binnen het afgebakend kleinstedelijk gebied en de kern van Koningshooikt. Het onderzoek focust op vraagstukken aangaande verdichting, ontdichting, groenblauwe netwerken, publieke ruimte, ontwikkelingsmogelijkheden, identiteit,...

 

Ring en zijn omgeving

De (driekwart) ring (R16) doorsnijdt heel wat verschillende ruimten.

Dit onderzoek kan leiden tot het:

  • verbeteren van aspecten van leefkwaliteit zoals geluid, gezondheid en biodiversiteit;
  • aangeven van acties om functionele, ruimtelijke en landschappelijke barrières weg te werken en zo bij te dragen tot het herstel en de versterking van het groen, ecologisch netwerk, infiltratie en van de waterlopen (het blauw netwerk);
  • verzekeren van continuïteit voor trage weggebruikers;
  • in beeld brengen van de potenties van onderbenutte ruimten langs de ring;
  • verhogen van de beeldkwaliteit van de infrastructuur.

 

Recreatieve voorzieningen

Dit onderzoek werd voorafgegaan door de enquête die door studiebureau OMGEVING werd verwerkt en verder uitgewerkt wordt in een beleidskader "sport en recreatieve voorzieningen.

 

Groenblauwe netwerken – ruimte voor water

Patrick Willems, professor hydrologie van de KU Leuven, heeft vorig jaar op de GECORO een zeer interessante uiteenzetting gegeven over urbanisatie en klimaatverandering. Zijn pleidooi was dat er een hoge nood is om water en klimaatadaptatie als sturend element in de beleidsprocessen op te nemen. Op de GECORO-vergadering is er vervolgens een brainstorm gestart die heeft geresulteerd in een werkgroep ‘water’. Uit het debat kwam naar voor dat er massa’s mogelijkheden zijn in Lier. Na een pauze omwille van Corona pikt de GECORO, als ambassadeur van het beleidsplan ruimte Lier, deze werkzaamheden opnieuw op onder vorm van een workshop ‘water en groen in de stad’ op 28 augustus 2021.

 

Het actieplan ‘burgemeestersconvenant voor klimaat en energie Lier’ werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 juni 2017. In het geïntegreerde Europese burgemeestersconvenant voor klimaat en energie wordt niet alleen ingezet op mitigatie (voorkomen van de klimaatverandering) maar ook op adaptatie (aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering). Lier engageerde zich daarmee om een klimaatadaptatiestrategie uit te werken en een actieplan op te maken met lokale maatregelen voor de aanpassing van de stedelijke omgeving en het buitengebied aan de klimaatverandering.

 

Het doel ervan is de adaptatiecapaciteit te verhogen, waardoor de kwetsbaarheid voor de klimaatverandering afneemt zodat effecten van hittestress, neerslagextremen en wateroverlast, langere droogteperiodes en waterschaarste worden gemilderd. Om Lier voor te bereiden op de verwachte effecten van de klimaatverandering, wordt er in de klimaatadaptatiestrategie van het klimaatactieplan aanbevolen om te werken rond 7 pijlers. Pijlers 2, 3, 4, 5 en 7 worden meegenomen in de visievorming en vervolgens in acties en maatregelen in kader van de opmaak van het beleidsplan ruimte Lier.

2 ‘groenblauwe netwerken in stedelijk gebied’

3 ‘groenblauwe netwerken in buitengebied’

4 ‘klimaatrobuust ontwikkelen’

5 ‘sluiten van de waterkringloop’

7 ‘integratie van klimaatmitigatie en –adaptatie’

 

Het bestuursakkoord 2019-2024 neemt deze klimaatadaptatiestrategie mee met de opname van de doelstelling ‘We onderzoeken hoe we meer “water in de stad” kunnen brengen en maken daarvoor een langetermijnplanning op.’

 

Het beleidskader ‘groenblauwe netwerken – ruimte voor water’ kan tot slot gelinkt worden met de oproep ‘groenblauwe dooradering in de bebouwde ruimte’ die het departement Omgeving in voorbereiding heeft en die in dit kader kan beschouwd worden als voorafname op het toekomstig beleidskader. Op 27 september 2021 besliste het college van burgemeester en schepenen tot deelname aan de subsidieoproep.

 

Het beleidskader heeft tot doel om op basis van een gedetailleerde analyse een samenhangend geheel te detecteren van ofwel:

blauwe aders in de open ruimte en in het bebouwd weefsel, belangrijk in functie van klimaatdoelstellingen (waterbergend vermogen, hittebestrijding) en in functie van de visuele beleving

groene aders of stapstenen die logische verbindingen vormen tussen de grotere open ruimte gebieden en de kleine open ruimte gebieden binnen de bebouwde ruimte

een combinatie van groene en blauwe elementen.

 

Het beleidskader gaat ook dieper in op onthardingsmogelijkheden en brengt kansen in beeld om het water weer zichtbaar en beleefbaar te maken (beide voornamelijk in het bebouwd weefsel). Cruciale ingrepen om het groenblauw netwerk performant(er) te laten functioneren, worden in beeld gebracht.

 

1.4 Ontwerpend onderzoek

Ontwerpend onderzoek speelt een essentiële rol bij de totstandkoming van oplossingen. Dit onderzoek waarbij verschillende mogelijke toekomsten via scenario’s worden onderzocht, verbeeld en becommentarieerd, is een leerrijk traject. De ontwerpoplossingen krijgen vorm via discussie, reflectie en overleg. Door elke stap in het ontwerpend onderzoek inzichtelijk te presenteren wordt de logica voor bepaalde ontwerpkeuzen duidelijk en zijn argumentatie en motivatie eenvoudiger.

 

1.5 Strategische visienota

De strategische visienota bevat het toekomstbeeld en een overzicht van belangrijke beleidsopties op de langere termijn (Lier 2040). Vermits de langere termijn een zekere mate van onvoorspelbaarheid inhoudt, doet de strategische visienota uitspraken over essentiële aspecten van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld hard vastleggen van de open ruimte) zodat voldoende ruimte ontstaat voor flexibiliteit en onzekerheid. De strategische visienota bouwt verder op de inhoud van de conceptnota maar vult deze laatste nota aan.

 

1.6 Verdere inhoudelijke stappen

De verdere inhoudelijke stappen tot en met definitieve vaststelling van het beleidsplan omvatten de opmaak van een actieplan, een voorontwerp en ontwerp van beleidsplan en een definitief beleidsplan ruimte Lier. Het college lastte hiertoe in 2021 een tussentijds evaluatiemoment in

 

Besloten fora

Het beleidsplan ruimte heeft een hoge ambitie op vlak van ruimtelijke kwaliteit. Een even hoge ambitie betreft het overleg dat wordt gevoerd bij de totstandkoming van dit plan.

 

Ruimte voorzien voor overleg, participatie- en co-creatietraject is een essentieel onderdeel dat samengaat met de inhoudelijke werkzaamheden. Er wordt een opdeling gemaakt in besloten en open fora.

 

De besloten fora bestaan uit overlegorganen die de totstandkoming van het beleidsplan ruimte Lier intensief begeleiden enerzijds en uit vast samengestelde advies- en overleginstanties anderzijds.

 

2.1 Taskforce

De taskforce is verantwoordelijk voor het procesmanagement en het procesbegeleidingsmanagement. Als motor verzorgt de taskforce de coördinatie tussen de andere overlegniveaus, de besturen en de afstemming.

 

2.2 Begeleidingsgroep

De begeleidingsgroep is de spil in de bestuurlijke besluitvorming. De BG is in eerste instantie de groep die het procesverloop, de vorderingen van het beleidsplanningsproces mee begeleidt en stuurt. Ze draagt zorg voor de afstemming van werkzaamheden en de bestuurlijke besluitvorming. Ze keurt studies, rapporten en nota’s goed en legt ze ter voorbereiding voor aan desbetreffende bestuurlijke adviesorganen en het bestuur - college, commissies, gemeenteraad.

 

2.3 College van burgemeester en schepenen

Op cruciale momenten in het planningsproces wordt er teruggekoppeld met het college van burgemeester en schepenen met als doel de continuïteit van het proces te garanderen. Regelmatige terugkoppelingen zorgen voor een vlotte besluitvorming en tijdige bijsturing indien nodig.

 

2.4 GECORO

De GECORO heeft in de opmaak van ruimtelijke beleidsplannen een decretale rol te vervullen.

(Besluit Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning).

De GECORO neemt tevens een ambassadeursrol op in dit proces, ze werden reeds betrokken vanaf opstart van de onderzoeksnota’s.

 

2.5 Rondetafelgesprekken adviesraden

De adviesraden krijgen een actieve rol tijdens de opmaak van het beleidsplan ruimte Lier. Op strategische momenten worden rondetafelgesprekken georganiseerd waar vanuit de verschillende adviesraden een afvaardiging (A-team) wordt voorzien om actief deel te nemen aan het inhoudelijk debat.

 

2.6 Expertgroepen

Het uitgevoerd onderzoek wordt tussentijds teruggekoppeld met expertgroepen. Deze groepen

hebben de gedaante van een werksessie waar de relevante stakeholders worden uitgenodigd om mee vorm te geven aan het beleidsplan ruimte Lier. Via de expertgroepen wordt een toetsing op voorbereiding van adviesrondes georganiseerd. Het is als het ware een plenair voorbereidende vergadering.

 

2.7 Managementteam

Het managementteam wordt op de hoogte gebracht van de stand van zaken van de opmaak van het beleidsplan ruimte Lier. Dit doet de dienst ruimtelijke planning zelf.

 

2.8 Politiek forum

Het politiek forum kent een rol in de ontwikkeling van het beleidsplan ruimte. Het zijn verruimde fracties, waarin ook niet mandatarissen kunnen afgevaardigd worden. Zij worden uitgedaagd om mee thematisch na te denken over de kwaliteiten van hun stad, mogelijke bedreigingen die deze aantasten, gewenste en niet-gewenste ontwikkelingen enz. Politiek forum 1 levert basisinformatie voor de conceptnota en wordt verspreid over twee fysieke debatavonden. Politiek forum 2 vindt later in het proces plaats op gewenste krachtlijnen voor de toekomst van heel Lier en de mogelijke uitwerkingen die hieruit resulteren. Opnieuw wordt gekozen voor een thematische benadering in twee avonden.

 

Een werkbare groep (ongeveer 20 personen) is wenselijk. Vandaar het voorstel dat, de politieke fracties uit de gemeenteraad, maximaal drie mensen afvaardigen. Het doel van het forum focust op het inhoudelijk debat (input vergaren). De vergaderingen zijn actief en bij voorkeur wordt met dezelfde groep het traject doorlopen.

 

De gemeenteraadscommissie stadsontwikkeling is dan weer het forum waarop regelmatig de voortgang van het proces zal besproken worden. Ook op de agenda van de GR zullen formele stappen in de procedure geagendeerd worden, maar de focus van het inhoudelijk debat wordt toegewezen aan het politiek forum - verruimde fractie.

 

2.9 Politieke terugkoppeling – gemeenteraadscommissie

Op sleutelmomenten in het planningsproces wordt een gemeenteraadscommissie georganiseerd.

 

Open fora

Het onderdeel ‘open fora’ is sterk verweven met de werkzaamheden ‘besloten fora’.

 

Open fora zijn ad hoc overlegorganen die erop gericht zijn om op de meest brede en laagdrempelige manier input te verkrijgen bij het vastleggen van de inhoudelijke krijtlijnen van het gewenst ruimtelijk beleid. Het gaat daarbij om een doorgedreven participatieve aanpak, gericht op dialoog en samenwerking. Het rechtstreeks in dialoog gaan met bewoners over belangrijke aspecten van hun directe leefomgeving draagt bij tot het verkrijgen van een noodzakelijk draagvlak van het plan. Er worden debatavonden voorzien, thematisch en wijkgebonden.

 

 

En wat in tussentijd?

Er is enerzijds de klimaatopgave. De stad Lier wil aan de hand van haar beleidsplan ruimte een ambitieus en uitvoerbaar stappenplan uitrollen om de stad de komende decennia klimaatbestendig te maken. Hierbij is een maximaal behoud - meer nog – een versterking van een kwalitatieve open ruimte, zowel in de bebouwde omgeving als in het buitengebied, cruciaal.

 

Anderzijds is in Vlaanderen het aansnijden van de open ruimte nog in een stroomversnelling gekomen. In de krant De Standaard van eind 2019 wordt in het artikel ‘12 voetbalvelden open ruimte weg, elke dag opnieuw’ gesteld dat de ‘bouwshift’ die de vorige Vlaamse regering aankondigde, waarbij het beslag op open ruimte geleidelijk moest worden afgebouwd tot 3 hectare in 2025 om uit te doven tegen 2040, als gevolg heeft gehad dat er een rush kwam op bouwgronden, waardoor we niet langer 6,4 maar 7,3 hectare open ruimte per dag innemen.

 

Toch is er in Vlaanderen ook sprake van een woonnood: er wachten meer dan 150.000 mensen, onder wie veel kansarme gezinnen, op een sociale woning of een betaalbare huurwoning. De vraag wordt gesteld hoe in kader van een beleid rond ruimtelijke planning en wonen deze cijfers kunnen verzoend worden met de ‘vastgoedrush’ waar ook de inwoners van Lier zich zorgen over maken.

 

Ook in Lier lijkt de dossierstroom niet te vertragen. Door de in de vergunningswetgeving gebetonneerde tijdsdruk wordt de stad in de achtervolging gedwongen. Ruimte om doordacht na te denken over kwaliteitseisen of een beleidsvisie of instrumentarium om de ontwikkelingen in de gewenste richting te sturen, ontbreekt. Daarom is het belangrijk om in het kader van de opmaak van het beleidsplan ruimte de rol van Lier en Koningshooikt voor de komende decennia scherp te stellen en een duidelijk kader in functie van leefkwaliteit uit te tekenen.

 

Situatie Lier

Bevolkingsgroei[1]

Vanuit de hogere overheid werd gesteld dat de bevolking van het Vlaams gewest tussen 2016 en 2040 jaarlijks gemiddeld met 0,4% zou groeien (9,6% in totaal). Het aantal particuliere huishoudens zou sterker groeien met een gemiddelde jaarlijkse groei van 0,6% (in totaal 14,4%).

 

Ondertussen werd er door het Planbureau en Statbel in maart 2021 een rapport opgemaakt met demografische vooruitzichten na de pandemie. (https://www.plan.be/uploaded/documents/202103310840330.FOR_POP2070_12389_N.pdf)

 

Daarbij wordt voornamelijk aangeduid dat voor het Vlaamse gewest de groei minder sterk zal toenemen. Op 1 januari 2021 telde het Vlaamse Gewest afgerond 6,65 miljoen inwoners (bij de wettelijke bevolking). Dat zijn er 24.000 meer dan aan de start van 2020, wat overeenkomt met een aangroei van de bevolking van 0,3%.

 

In 9 op de 10 Vlaamse gemeenten werd een bevolkingsgroei vastgesteld. Een aantal Vlaamse gemeenten vallen op door een sterkere bevolkingsgroei in de referentieperiode 2016 - 2021 dan gemiddeld, waaronder Lier.  Lier groeide in die periode met 5,8%. (kaarten en beeldmateriaal via: https://www.statistiekvlaanderen.be/nl/bevolking-omvang-en-groei)

 

De bijsturing van de prognose wordt voorzien op Vlaams niveau. Specifiek voor Lier lijken nog geen bijgestuurde gegevens ter beschikking. Statbel verklaart op haar website dat in 2020 België 8000  bijkomende inwoners telde. Voor 2021 wordt een toename verwacht van 30 000 bijkomende inwoners. Op lange termijn (2070) blijft de bevolking aangroeien maar op een langzamer tempo. Er wordt verwacht dat de gemiddelde groei de komende dertig jaar zal halveren ten aanzien van de voorgaande dertig jaar. Tussen 2020 en 2070 betekent dit een jaarlijkse toename op Belgisch niveau van 25 000 bijkomende inwoners. (https://statbel.fgov.be/nl/themas/bevolking/bevolkingsvooruitzichten)

 

In hoeverre dit lineair kan doorgetrokken worden voor Lier is onduidelijk. In elk geval zal gesteld kunnen worden dat de groei die voorzien was in 2015 niet zal gerealiseerd worden. Er zou kunnen gesteld worden dat tot 2030 de jaarlijkse groei maximaal nog 3% bedraagt. Dit is net iets meer dan de voorziene gemiddelde groei voor Vlaanderen. Onderzoek naar een eventuele reden die ervoor zorgt dat Lier een grotere groei kent is er niet. Er zou kunnen uitgegaan worden van een relatief gunstig prijzen op de woningmarkt. Aangesterkt door de hoge knooppuntenwaarde in combinatie met relatief veel groen en open ruimte.

 

Voor Vlaanderen wordt tussen 2021 en 2030 een toename voorzien van 159 912 huishoudens of een stijging van ong. 5,6% . Er zou vanuit kunnen gegaan worden dat voor Lier de groei tot 2035 niet langer 8,6% is maar maximaal 5,6%.

 

Vraag en aanbod van woningen

Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten zich concentreren op die locaties waar men zich eenvoudig zonder de auto kan verplaatsen en waar genoeg voorzieningen beschikbaar zijn.

Het kleinstedelijk gebied Lier heeft een hoge knooppuntswaarde dankzij de goede ligging als openbaar vervoersknoop en door de dienstverlenende rol in de regio. 

 

Om aan de knooppuntwaarde van kernen verder richting te geven, hebben de Vlaamse en provinciale overheden al in de jaren 90 voor iedere gemeente een taakstelling naar wonen vastgesteld. Voor het kleinstedelijk gebied Lier resulteerde deze taakstelling in 4.113 bijkomende woongelegenheden tussen 1992 en 2022. Vanuit de eigen monitoring in kader van de woningprogrammatie blijkt dat er in het kleinstedelijk gebied van Lier tussen 1992 en 2021 meer dan 4.000 nieuwe woongelegenheden bijgekomen zijn waarvan eind 2021 een surplus bereikt is van 200tal woongelegenheden. Sinds 2012 zijn er ongeveer 2.200 woongelegenheden vergund in grotere bouwprojecten vanaf 5 woongelegenheden. Ongeveer 85 % van die 2.200 zijn appartementen.

 

Bijkomende gekende en verwachte ontwikkelingen leren dat er mogelijks een 2.000tal woongelegenheden in de pijplijn zitten, opnieuw in grotere projecten vanaf 5 woongelegenheden, en indien er hypothetisch louter van monofunctioneel wonen wordt uitgegaan op de betrokken  percelen.

 

Uit voorgaande analyses kan afgeleid worden dat dit aanbod zeker zal voldoen aan de verwachtingen en dat het overaanbod nog iets groter zal zijn. Dit is misschien tegelijkertijd een opportuniteit om extra mogelijkheden te voorzien voor sociale woningbouw.

 

Ook in Koningshooikt moet de toenemende uitdeining en appartementisering in het dorp onder ‘de mantra’ van kernversterking meegenomen worden in het verdere onderzoek.

 

Glastuinbouw

Het provinciaal beleid dat glastuinbouw op het grondgebied van Lier wenst te intensiveren maakt de open ruimte kwetsbaar. Het onderzoeksluik rond open ruimte in kader van het beleidsplan ruimte Lier is hiervoor kaderscheppend.

 

Opportuniteitstoets

Om bovenvermelde redenen suggereert de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepen om, tijdens de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Lier, bij de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening, verhoogde aandacht te schenken aan het maximaal behoud en het versterken van de open ruimte en aan het versterken en creëren van groenblauwe netwerken.

Dit zowel bij aanvraagdossiers voor woonprojecten in niet geordend gebied, juridisch verankerd volgens de instrumenten voorzien in VCRO, al dan niet samengaand met nieuwe publieke ruimte als bij glastuinbouwdossiers.

 

Juridische grond

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), vastgesteld door de Vlaamse regering op 15 mei 2009 en latere wijzigingen, bevat de decretale onderbouwing van de ruimtelijke beleidsplanning als vervolg op de ruimtelijke structuurplanning. Dit wijzigingsdecreet vervangt het hoofdstuk "ruimtelijke structuurplannen" uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) door een hoofdstuk "ruimtelijke beleidsplannen" (artikel 2.1.1 e.v. VCRO)

 

Een ruimtelijk beleidsplan is opgebouwd uit een strategische visie en een set van beleidskaders. De strategische visie omvat een toekomstbeeld en een overzicht van belangrijke beleidsopties op lange termijn (strategische doelstellingen). Beleidskaders zijn operationeel van aard en hebben een kortere looptijd. Beleidskaders kunnen apart worden herzien, zelfs opgeheven. Het ruimtelijk beleid kan zo flexibel inzetten op een selectieve set van belangrijkste beleidsonderwerpen.

 

De gemeenteraad besluit tot de opmaak van een gemeentelijk beleidsplan ruimte. Het college van burgemeester en schepenen neemt de nodige maatregelen voor de opmaak en de vaststelling ervan. Artikel 2.1.11 § 1 VCRO.

De VCRO bevat de basisregels voor de opmaak van de ruimtelijke beleidsplannen.

 

Decretaal werden volgende stappen vastgelegd (artikel 2.1.8, § 2, VCRO) :

1. de raadpleging in verschillende fasen van het opmaakproces van de GECORO;

2. overleg tussen de verschillende bestuursniveaus in verschillende fasen van het opmaakproces;

3. de raadpleging van het publiek in verschillende fasen van het opmaakproces, met inbegrip van een openbaar onderzoek over een voorlopig vastgestelde visie en een voorlopig vastgesteld beleidskader; 4. een voorlopige vaststelling en een definitieve vaststelling door de gemeenteraad.

 

Het ‘Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning’ van 30 maart 2018 regelt de opmaak van de ruimtelijke beleidsplannen meer in detail, en regelt de inwerkingtreding van de decretale bepalingen.

 

De Europese plan-MER-Richtlijn 2001/42/EG “Betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s bepaalt voor welke plannen en programma’s een milieueffectenbeoordeling noodzakelijk is en waaraan deze milieueffectenbeoordeling moet beantwoorden. Deze richtlijn werd uitgevaardigd om een hoog niveau van milieubescherming te bekomen en er voor te zorgen dat milieuoverwegingen tijdens de voorbereiding en ontwikkeling van plannen en programma’s geïntegreerd zouden worden. De milieueffectenbeoordeling heeft dus als doel om reeds tijdens de opmaak van het plan of programma in te schatten welke milieueffecten ten gevolge van het plan of programma veroorzaakt kunnen worden zodat het plan of programma nog bijgestuurd kan worden alvorens het definitief vastgesteld wordt.

 

Artikel 4.3 van deze Europese plan-MER richtlijn (2001/42/EG) stelt: “Voor plannen en programma's die deel uitmaken van een hiërarchie van plannen en programma's houden de lidstaten, om overlapping van beoordelingen te voorkomen, rekening met het feit dat de beoordeling, overeenkomstig deze richtlijn, op verschillende niveaus van de hiërarchie wordt uitgevoerd. …” 

 

In Vlaanderen is de MER-regelgeving verder uitgewerkt in het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid van 5 april 1995 (DABM). Een beleidsplan Ruimte voldoet aan de voorwaarden van een plan of programma in de zin van het DABM.

 

In die zin wordt het gemeentelijk ruimtelijke beleidsplan tijdens de opmaak onderworpen aan een milieueffectenbeoordeling en kan op basis van de informatie uit deze effectenbeoordeling het betreffende beleidsplan, waar mogelijk, tijdens de ontwerpfase nog bijgestuurd worden. De milieueffectenbeoordeling wordt – waar wetgevingstechnisch mogelijk - zo optimaal mogelijk ingepast in de decretaal voorgeschreven procedure voor een ruimtelijk beleidsplan en er is een constante inhoudelijke wisselwerking tussen beide plannen.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1:

De gemeenteraad beslist tot de opmaak van een Beleidsplan Ruimte Lier.

 

Art 2:

Om bovenvermelde redenen suggereert de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepen om, tijdens de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Lier, bij de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening, verhoogde aandacht te schenken aan het maximaal behoud en het versterken van de open ruimte en aan het versterken en creëren van groenblauwe netwerken.

Dit bij aanvraagdossiers voor woonprojecten in niet geordend gebied, juridisch verankerd volgens de instrumenten voorzien in VCRO, al dan niet samengaand met nieuwe publieke ruimte en voor glastuinbouwdossiers.

 

Art.3:

De gemeenteraad geeft het college van burgemeester en schepenen de opdracht om een plan-Mer te laten opmaken.

 


[1] Input vanuit de dienst wonen

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

RUIMTELIJKE PLANNING - TIJDELIJKE BOUWPAUZE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De Vlaamse Regering keurde op 20 juli 2018 de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) goed.

De deputatie van de provincie Antwerpen heeft een voorontwerp tot beleidsplan Ruimte goedgekeurd.

De Beleidsplannen Ruimte schuiven de volgende primaire doelstelling naar voren:

Verdichten op de juiste locaties, ter vrijwaring van de open ruimte.

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan verduidelijkt bij de synthese van de gewenste ruimtelijke structuur (gemeentelijk RSP, p. 227) dat de stad Lier niet het statuut van een grootstad ambieert. Samengevat zou men kunnen stellen dat Lier zich naar de toekomst toe wenst te profileren als een residentiële, historische, toeristische, herkenbare stad op mensenmaat aan de samenvloeiing van de Kleine en Grote Nete.

Het facet residentiële stad op mensenmaat vereist dat het wonen hoogwaardig moet zijn.

Rekening houdend met de taakstelling inzake bijkomende woningen en de wens om het stedelijk landschap te handhaven betekent dit dat binnen het “stedelijk gebied” met verdichting en woningtypologieën inventief moet worden omgesprongen (gemeentelijk RSP, p. 227).

Tegenover het beeld van het compact “stedelijk gebied” wenst Lier de openheid van het buitengebied te plaatsen. Landbouw (hoofdzakelijk grondgebonden), natuur (riviervalleien, beekvalleien en bossen) en recreatief medegebruik worden de belangrijkste vertegenwoordigers in het buitengebied (RSP, p. 228).

Een smet op de Lierse ruimte is de alomtegenwoordige verspreide bebouwing. In de mate van het mogelijke wordt daarin verandering gebracht d.m.v. uitdovings- en herlokalisatiebeleid (gemeentelijk RSP, p. 228).

Als algemeen bindende bepaling wordt in het gemeentelijk structuurplan opgenomen dat Lier duurzame ruimtelijke ontwikkeling hanteert, gebaseerd op draagkracht en kwaliteit als uitgangshouding (gemeentelijk RSP, p. 229);

Lier onderschrijft onder meer de volgende basisdoelstelling uit het RSV (gemeentelijk RSP, p. 229):

- de selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, het gericht verweven en bundelen van functies en voorzieningen waaronder de economische activiteiten binnen de stedelijke gebieden; daarbij gaat absolute prioriteit naar een zo goed mogelijk gebruik en beheer van de bestaande stedelijke structuur;

Als een ‘te voeren beleid’ wordt in het structuurplan vooropgesteld dat de skyline van Lier bewaard moet blijven. Inbreiding maar niet door de realisatie van hoogbouw.

De positief beeldbepalende artefacten (St.-Gummaruskerk, andere kerktorens, het belfort en de groengordel op de vesten) moeten gevrijwaard worden (gemeentelijk RSP, p. 169);

In het bindend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt de opmaak van onder meer de volgende bouwverordeningen vooropgesteld (gemeentelijk RSP, p. 233):

Lier maakt een bouwverordening op waarin wordt bepaald dat bij verkavelingsaanvragen (woningbouw en kmo/industrie) met aanleg van nieuwe wegen en belangrijke bouwwerken een studie wat betreft de waterhuishouding moet worden bijgevoegd;

Lier maakt een bouwverordening op i.f.v. de ontwikkeling van inbreidingsgebieden;

Lier maakt een bouwverordening op waarin gebiedsgewijs het minimum en maximum aantal toegelaten bouwlagen wordt bepaald voor het stedelijk gebied met als referenties de beeldbepalende artefacten: St.-Gummaruskerk, andere kerktorens, het belfort en de groengordel op de vesten;

Het dient – in het licht van de recente rechtspraak van de Raad van State – nog bijkomend te worden onderzocht of voor bovenstaande beleidsdoelstellingen bij voorkeur gewerkt dient te worden met een RUP dan wel met een verordening.

Het PRUP Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied te Lier, goedgekeurd middels besluit van de Vlaamse Minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening dd. 28 juli 2006, bakent het kleinstedelijk gebied af.

Gelet de stedenbouwkundige visie, zoals onder meer vervat in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, en het voornemen van de stad Lier om op korte termijn werk te maken van de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een bouwverordening, is het wenselijk om een tijdelijke bouwpauze te overwegen als beleidsmatig gewenste ontwikkeling in de zin van art. 4.3.1 §2, 2°, a) VCRO.

 

Feiten en context

De stad wordt geconfronteerd met steeds meer aanvragen tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor de realisatie van projecten met hoofdfunctie meergezinswoning(en) binnen het kleinstedelijk gebied. Een deel van die aanvragen heeft daarenboven betrekking op zogenaamde “greenfields”, zijnde nog onverharde terreinen. Ook de groene restzone van een verder bebouwd perceel dient als een greenfield te worden gekwalificeerd.

 

Adviezen

Onderhavige beleidsvisie werd afgestemd met de provinciale dienst Omgevingsberoepen en Ruimtelijke Planning.

 

Argumentatie

Er zou omzichtig dienen te worden omgesprongen met deze in bepaalde gevallen waardevolle onverharde gebieden binnen de stad. Deze greenfields zijn soms belangrijk voor de waterhuishouding en kunnen een groene long vormen binnen het kleinstedelijk gebied.

De stad Lier wenst op korte termijn een RUP of een verordening vast te stellen om de bouw van projecten met als hoofdfunctie meergezinswoning in kleinstedelijk gebied in het algemeen en op greenfields in het bijzonder te regelen.

Het moet worden vastgesteld dat de groei van projecten met als hoofdfunctie meergezinswoning op heden eerder ongecontroleerd verloopt. De stad ziet het aantal greenfields verminderen. De focus bij de meeste ontwikkelingen van meergezinswoningen ligt daarenboven uitsluitend op de maximale kwantiteit van het aantal woongelegenheden en vaak ook een maximale toename van de verhardingsgraad.

Zonder bouwpauze, noodzakelijk voor het uitwerken van een aantal ruimtelijke instrumenten, zullen zulke aanvragen steeds op een ad-hoc-niveau worden beoordeeld waarbij een ruimere en duidelijke visie achterwege blijft. Dit heeft gevolgen voor de waterhuishouding, het stadsbeeld, de belevingswaarde, de gezondheids- en hinderaspecten, de woonkwaliteit, beslissingen over het voorzieningenniveau, investeringen in het openbaar domein, enzovoort. De projecten kunnen bijdragen aan de creatie van ongewenste hitte-eilanden in de stad, terwijl greenfields juist zeer waardevol zijn om dergelijke hitte-eilanden tegen te gaan.

De stad Lier wenst prioritair aanvang te nemen met de opmaak van een RUP dan wel een bouwverordening houdende een kader voor de ontwikkelingsmogelijkheden van greenfields. Meer specifiek dient de ontwikkeling van projecten met als hoofdfunctie meergezinswoning in dergelijke greenfields aan duidelijke kwaliteitseisen te worden onderworpen.

Om deze reden is het opportuun om een tijdelijke bouwpauze te overwegen voor de bouw van projecten met als hoofdfunctie meergezinswoning op greenfields. Deze bouwpauze zou een geldigheidsduur hebben van twee jaar, zijnde tot eind 2024.

Deze periode van twee jaar zal worden benut om in tussentijd een verordenend instrument op te maken.

Projecten die getuigen van een vermenging van functies, waarbij meergezinswoningen niet de hoofdfunctie uitmaken, vallen buiten de toepassing van onderhavige beleidsvisie.

Om te bepalen of een project als hoofdfunctie meergezinswoning heeft kan als toetsingscriterium de 50% norm worden gehanteerd. Als de netto vloeroppervlakte van een aangevraagde project voor 50% of meer betrekking heeft op of gekoppeld is aan de functie meergezinswoning, en op een greenfield, valt deze onder toepassing van onderhavige beleidsvisie.

De te overwegen bouwpauze heeft geen betrekking op projecten met als hoofdfunctie meergezinswoning op reeds verharde percelen (geen greenfields).

Greenfields zijn alle nog onverharde terreinen op het grondgebied van Lier. Ook de groene restzone van een verder bebouwd perceel dient als een greenfield te worden gekwalificeerd.

Art. 4.3.1 §1 VCRO omvat het beoordelingskader voor aanvragen tot het bekomen van een omgevingsvergunning. Ook de goede ruimtelijke ordening vormt conform art. 4.3.1 §1, 1°, d) VCRO een belangrijk beoordelingselement.

Artikel 4.3.1 §2 VCRO voorziet in een kader voor de beoordeling van de overeenstemming van vergunningsaanvragen met de zogenaamde “goede ruimtelijke ordening”. Ook een toekomstgerichte visie kan bij de beoordeling van de overeenstemming van het aangevraagde met de goede ruimtelijke ordening worden gehanteerd.

Dit wordt met name uitdrukkelijk toegestaan middels art. 4.3.1, §2, 2° VCRO, dewelke voorziet dat de overheid bij het beoordelen van het aangevraagde ook rekening kan houden met de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten van art. 4.3.1, §2, 1° VCRO.

Het Grondwettelijk Hof (GwH 6 april 2011, nr. 50/2011, B.61.3, met verwijzing naar Parl.St. Vl.Parl. 200809, nr. 2011/6, 31) heeft hierbij bevestigd dat deze “beleidsmatig gewenste ontwikkelingen” een rekbaar begrip vormen, “waarvan de inhoud niet alleen uit de ruimtelijke structuurplannen, maar tevens uit andere bestuursdocumenten kan voortvloeien”.

Bij de beoordeling van de overeenstemming van het aangevraagde met de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen zal daarenboven steeds rekening dienen te worden gehouden met de rechtspraak volgens dewelke de overheid die een bepaalde stedenbouwkundige politiek voert, die politiek algemeen bekend moet maken en in concreto moet onderzoeken of een bepaald project daaraan beantwoordt (Zie bv. RvVb 31 juli 2012, nr. A/2012/0312; RvVb 25 april 2012, nr. A/2012/0164; RvVb 23 juli 2012, nr. A/2012/0287).

Ook de Raad van State erkent de mogelijkheid om beleidsmatig gewenste ontwikkelingen toe te passen, doch stipuleert dat de beoordeling van een vergunningsaanvraag in elk geval in concreto en met een voldoende uitgebreide motivering dient te gebeuren (RvS 27 januari 2000, nr. 84.964 inzake WVI; RvS 6 december 2006, nr. 165.608 inzake Devos; RvS 25 juni 2008, nr. 184.746 inzake Barzeele).

Onderhavige beleidsvisie betreft een dergelijke beleidsmatig gewenste ontwikkeling conform artikel 4.3.1, § 2 VCRO, en betreft aldus geen bindend en verordenend voorschrift. De vergunningverlenende overheid behoudt aldus haar vrijheid om de beleidsmatig gewenste ontwikkeling, naargelang van de concrete toedracht van de aanvraag, niet te volgen.

De beleidsvisie is aldus conform de recente rechtspraak van de Raad van State (RvS (10e k.) nr. 249.227, 15 december 2020 (NV ZWIJNAARDE / STAD OUDENAARDE)).

Bijkomend wordt verwezen naar de Omzendbrief van de provincie Antwerpen “gemeentelijke beleidsmatig gewenste ontwikkelingen bij de beoordeling van omgevingsvergunning- en verkavelingsaanvragen door de deputatie” dd. september 2020.

Verwijzend naar de rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen, legt de deputatie volgende voorwaarden op opdat met een beleidsmatig gewenste ontwikkeling rekening kan worden gehouden:

        Beleidsmatig gewenste ontwikkelingen moeten conform artikel 4.3.1 §2, 2° VCRO zijn;

        De beleidsmatig gewenste ontwikkelingen moeten algemeen bekendgemaakt worden;

        De beginselen van behoorlijk bestuur moeten worden gerespecteerd;

        De beleidsmatig gewenste ontwikkelingen mogen niet als een op zichzelf staand (weigerings-)motief inzake goede ruimtelijke ordening worden aangewend;

        Er moet een initiatief volgen om de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen juridisch te verankeren (RUP, verordening) binnen een redelijke termijn;

        De deputatie vraagt voor de kennisname van gemeentelijke beleidsmatig gewenste ontwikkelingen om in vooroverleg te gaan met de provinciale dienst Omgevingsberoepen en Ruimtelijke Planning;

        De deputatie vraagt dat beleidsmatig gewenste ontwikkelingen worden goedgekeurd door de gemeenteraad;

 

Onderhavige beleidsmatig gewenste ontwikkeling voldoet aan de door de deputatie gestelde voorwaarden.

 

Stemming

 

26 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Tom Claes, Geert Marrin en Jan Hermans

Goedkeuring met 26 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad verzoekt het college van burgemeester en schepenen en de deputatie om tot eind 2024 alle aanvragen tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor de bouw van projecten met als hoofdfunctie meergezinswoning (dit betekent in concreto dat 50 % of meer van de netto vloeroppervlakte van het project betrekking heeft op of gekoppeld is aan de functie meergezinswoning) op een greenfield op het grondgebied van Lier te beoordelen, rekening houdend met de beleidsmatig gewenste ontwikkeling van de tijdelijke bouwpauze, als onderdeel van de toetsing van de overeenstemming van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening in de zin van art. 4.3.1 §2, 2°, a) VCRO. Onderhavige beleidsmatig gewenste ontwikkeling ontslaat de vergunningverlenende overheid niet van een onderzoek van elke vergunningsaanvraag in concreto en op zijn eigen merites.

 

Art 2 :

Binnen het toepassingsgebied van onderhavige beleidsmatig gewenste ontwikkeling vallen de volgende projectaanvragen tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor ‘stedenbouwkundige handelingen’, ‘het verkavelen van gronden’ of ‘bijstellen van een verkaveling’:

  Het bouwen van één of meerdere projecten met als hoofdfunctie meergezinswoning (dit betekent in concreto dat 50 % of meer van de netto vloeroppervlakte van het project betrekking heeft op of gekoppeld is aan de functie meergezinswoning), inclusief wanneer deze zijn vervat binnen een verkavelingsproject of groepswoningbouwproject;

  Afwijkingsaanvragen op de voorschriften van vergunde verkavelingen waarbij het creëren van één of meerdere projecten met als hoofdfunctie meergezinswoning (dit betekent in concreto dat 50 % of meer van de netto vloeroppervlakte van het project betrekking heeft op of gekoppeld is aan de functie meergezinswoning) wordt beoogd.

Onderhavige beleidsmatig gewenste ontwikkeling is hierbij enkel van toepassing op bovenvermelde vergunningsaanvragen met betrekking tot greenfields, zijnde alle nog onverharde terreinen, op het grondgebied van Lier. Ook de groene restzone van een verder bebouwd perceel dient als een greenfield te worden gekwalificeerd.

De beleidsmatig gewenste ontwikkeling is niet van toepassing op aanvragen tot splitsing van bestaande (meergezins)woningen, aangezien deze aanvragen per definitie geen betrekking hebben op een greenfield.

Deze beleidsmatig gewenste ontwikkeling is niet van toepassing op omgevingsvergunningen die vóór 22 februari 2022 werden ingediend.

 

Art 3 :

De gemeenteraad bepaalt om onderhavige beleidsmatig gewenste ontwikkeling algemeen bekend te maken aan de bevolking door minstens een publicatie op de gemeentelijke website en in het gemeentelijk informatieblad. De gemeenteraad gaat akkoord om de Deputatie van de Provincie Antwerpen, alsook de betrokken provinciale diensten, in kennis te stellen van de goedgekeurde beleidsmatig gewenste ontwikkeling.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

VASTSTELLEN ROOILIJN BIJ OV 2021/378: AANLEGGEN ONTSLUITINGSINFRASTRUCTUUR SPORTSITE HOGE VELDEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De aanvraag heeft betrekking op openbaar domein, gelegen 12393D0076/00A000

 

Het betreft een aanvraag tot het aanleggen ontsluitingsinfrastructuur sportsite hoge velden.

 

De aanvraag omvat:

        stedenbouwkundige handelingen

        vegetatiewijzigingen

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Argumentatie

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens het uitvoeringsplan + bijhorende voorschriften

Kleinstedelijk gebied Lier

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’.  Het betreft de vaststelling van de grens van het kleinstedelijk gebied Lier.  Binnen deze lijn wordt op de verschillende beleidsniveaus inzake ruimtelijke ordening een stedelijkgebiedbeleid gevoerd.

Het PRUP ‘Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 juli 2006 en is in voege getreden sinds 7 september 2006.

De bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften binnen de afbakening blijven onverminderd van toepassing.  Deze bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften kunnen door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale of gemeentelijke uitvoeringsplannen worden vervangen of verder gedetailleerd.

De aanvraag is bovendien gelegen in het RUP Hoge Velden - Posthoorn,Deel 1 goedgekeurd bij  4 juli 2013.

 

 

Het perceel bevindt zich volgens het RUP in de zone voor wegenis (art 7) en zone voor groenbuffer (art 6)zone voor visvijver (art 4)

 

De voorgelegde aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het RUP.

 

De ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) zijn volgens artikel 7.4.5. van de Vlaamse Codex, gewestplan vervangend voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.  De bepalingen van het gewestplan zijn hier dus niet langer van toepassing.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg + bijhorende voorschriften

Gewestplan

Het gewestplan van toepassing is het gewestplan Mechelen, goedgekeurd bij K.B. van 5 augustus 76 en gewijzigd bij M.B. op 24 juli 1991, 6 mei 1997, 2 februari 1999, 26 mei 2000 en 30 maart 2001.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een woonuitbreidingsgebied.

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een groengebied.

Volgens artikel 13.4.3. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen  zijn de groengebieden bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing in groengebied.

Groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. Binnen deze wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de natuurgebieden en anderzijds de natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of de natuurreservaten.

De groengebieden, natuurgebieden en natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, vormen drie onderscheiden categorieën van bestemmingsgebieden, zelfs al hebben ze gemeenschappelijke kenmerken.

De overheid is niet gebonden aan de feitelijk bestaande toestand (meer bepaald de actuele natuurwaarde van het gebied) op het moment dat ze beslist om een perceel als groengebied aan te duiden, aangezien de groengebieden niet alleen voor het behoud van het natuurlijk milieu bestemd zijn, maar ook voor het herstel ervan. Dit betekent dat ook terreinen die in aanmerking komen voor natuurherstel, zoals braakliggende landbouwgronden, als groengebieden kunnen worden aangeduid.

In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

 

SOORTEN LANDSCHAPPEN BINNEN DE GROENGEBIEDEN.

1. De geheel natuurlijke landschappen.

Het zijn die landschappen, waar antropogene (menselijke) beïnvloeding aanwezig is noch in de vegetatiestructuur, noch in het voorkomen van fauna en flora.

De fauna en flora zijn spontaan tot stand gekomen en gebleven zonder menselijke beïnvloeding.

Dergelijke gebieden komen in Vlaanderen niet voor.

2. De nagenoeg natuurlijke landschappen.

Het zijn die landschappen waar de vegetatiestructuur, ondanks de antropogene invloed, weinig gestoord is en de flora en de fauna grotendeels spontaan. Zie bepaalde loofbossen die op stuifduinen gegroeid zijn, droge heide op stuifduinen, slikken en schorren, de kustduinen, de vennen en dergelijke.

3. De half-natuurlijke landschappen.

Het zijn die landschappen waar de vegetatiestructuur grotendeels antropogeen bepaald is, maar waar niettemin een spontane fauna en flora aanwezig is. Vennen, continu door de mens beïnvloed, heide, kruidenrijke hooilanden, bepaalde loofbossen.

Tot de groengebieden kunnen ook bepaalde landschappen met specifieke ecologische waarden gerekend worden. Dit impliceert de mogelijkheid om deze landschappen om te vormen tot biologisch hooggewaardeerde half-natuurlijke landschappen. Bijvoorbeeld beekbegeleidende vegetatie, moerassen, bossen, graslanden, vennen, heiden.

De groengebieden omvatten de natuurgebieden (4.3.1.) en de natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten (4.3.2.).

4.3.1. De natuurgebieden.

In de natuurgebieden worden onder meer gerangschikt bossen, heide, aanslibbingen, vennen, venen, moerassen, duinen, rotsen, stranden...

Het zijn gebieden die een functie vervullen als merkwaardige biotoop met typisch flora en/of fauna waarin minder algemeen verspreide elementen voorkomen. Ze kunnen eventueel een belangrijke waarde bezitten als landschapselement. Daarom worden als natuurgebieden hoofdzakelijk gerangschikt :

bossen met voldoende grote oppervlakte en met vrij gering menselijke beïnvloeding, vooral wat de samenstelling van bestanden betreft, die de natuurlijke vegetatie benaderen;

gerijpte, oude, niet of weinig verontreinigde, natuurlijk kronkelende beken en rivieren en de omgevende natte tot zeer natte gronden waarop nog restanten van het vroeger halfnatuurlijke landschap te vinden zijn;

niet te zeer gestoorde duin- en heidegebieden, kruidenrijke hooilanden;

door de mens aangelegde terreinen of elementen waar echter duidelijk grote ecologische rijping en gaafheid opvalt als onder andere oude forten, gerijpte oude klei- en zandgroeven.

Sommige akker- en weilanden die functioneel en morfologisch met de natuurgebieden verbonden zijn en beperkt zijn in oppervlakte kunnen ook in de natuurgebieden worden opgenomen. De voortzetting van de landbouwactiviteit in die gebieden kan wenselijk zijn voor het behoud van het natuurlijk milieu.

In de natuurgebieden kunnen enkel volgende zaken toegestaan worden :

jagers- en vissershutten die echter alleen als schuilplaats kunnen dienen. Als woonverblijf, zij het maar tijdelijk, mogen zij niet dienstig zijn. Ze mogen niet storend zijn in het landschap. De voorwaarden waaraan deze constructies moeten beantwoorden zijn dezelfde als voor de bosgebieden.

alle werken en handelingen vereist voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

Schuilhokken voor dieren kunnen enkel in overweging worden genomen indien het voor het gebied noodzakelijke natuurbeheer wordt uitgevoerd door begrazing met vee en onder de voorwaarden vermeld onder artikel 11, 2 : Schuilhokken voor dieren, punt 2.

Zijn verboden :

het oprichten van gebouwen, behalve jagers- en vissershutten;

het overschakelen naar agrarisch bodemgebruik door ontginning;

het ontginnen van heiden of vennen of het wijzigen van de vegetatie ervan.

Anderzijds zijn bepaalde werken zoals :

cultuurtechnische verbeteringen

aanleg van wegen en infrastructuurwerken

het ontbossen

in principe schadelijk voor het natuurgebied.

4.3.2. De natuurreservaten of natuurgebieden met wetenschappelijke waarde.

De terreinen in R ingedeeld zijn de reeds bestaande of potentiële natuurreservaten (natuurreservaten en erkende private reservaten waarvan het statuut bepaald wordt door de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, of bosreservaten overeenkomstig het Bosdecreet).

Uiteraard betreft het hier de levensgemeenschappen met hoge natuurwetenschappelijke (biologische) waarde en de gebieden met een uitgesproken of unieke ecologische betekenis.

In de R-gebieden zijn enkel toegelaten :

de werken en handelingen die nodig zijn voor de actieve of passieve bescherming van het gebied. Daaronder moeten worden verstaan de beheerswerken nodig voor het behoud, de bescherming en het herstel van de natuurreservaten.

NOTA : Wanneer gebieden in een natuurreservaat of een natuurpark worden opgenomen, zoals voorzien in de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud kunnen strengere bijzondere voorschriften worden uitgevaardigd, in het kader van bedoelde wetgeving.

Het goed situeert zich volgens dit gewestplan in een bosgebied.

Volgens artikel 12.4.2. van het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen en de ontwerp-gewestplannen  zijn de bosgebieden de beboste of de te bebossen gebieden, bestemd voor het bosbedrijf. Daarin zijn gebouwen toegelaten, noodzakelijk voor de exploitatie van en het toezicht op de bossen, evenals jagers- en vissershutten, op voorwaarde dat deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

De overschakeling naar agrarisch gebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing in bosgebied.

Omwille van de veelzijdige functie (multiple use) en de klemtoon, die al naargelang het geval wordt gelegd op deelfuncties (houtproductie, bescherming van het milieu, landschapselement, sociaal en recreatieve rol, enz...) kunnen bossen voorkomen in gebieden met andere bestemmingen (recreatiegebieden, agrarische gebieden, natuurgebieden en dergelijke) die in de gewestplannen worden afgebakend.

Wanneer de productiefunctie primeert of verenigbaar is met de overige functies worden de bossen opgenomen in het bosgebied. Niet alleen bestaande bossen kunnen opgenomen worden in de bosgebieden, maar ook gebieden die dienen voorbehouden om bebost te worden.

1.  De bosgebieden zijn... bestemd voor het bosbedrijf.

Onder bosbedrijf wordt verstaan de instandhouding en economische exploitatie van bossen;

2.  In de bosgebieden zijn gebouwen toegelaten, noodzakelijk voor de exploitatie en het toezicht op de bossen.

Het is duidelijk dat niet in alle bosgebieden gebouwen kunnen opgericht worden, maar dat de noodzaak ervan dient aangetoond te worden. Het is evident dat onder de geciteerde gebouwen geen woningen worden verstaan, maar constructies, die nodig zijn voor het bosbedrijf (schuilplaats, administratie, werkopzichter, bergplaats materieel).

Een oppervlakte-norm vooropstellen voor dergelijke constructies is niet mogelijk. Niettemin is het duidelijk dat het hier gaat om constructies met beperkte afmetingen.

Slechts voor bosbestanden met een vrij aanzienlijke oppervlakte kunnen dergelijke constructies aanvaard worden. Het is wenselijk dat omwille van de uniforme behandeling eventuele aanvragen doorgestuurd worden naar de beleidsafdelingen van AROHM, welke gebeurlijk het standpunt kunnen inwinnen van de minister.

3.  Evenals jagers- en vissershutten, op voorwaarde dat deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

Bij de behandeling van aanvragen voor inplanting van dergelijke constructies dient grote voorzichtigheid in acht genomen te worden, gezien onder deze dekmantel vaak een tweede verblijf schuilt.

3.1. Jagershutten

Een jagershut is een constructie, die gebruikt wordt voor het opstapelen van materiaal (voeder, onderhoudsmateriaal) soms ook als ontmoetingsplaats en als schuilplaats, uitzonderlijk ook als overnachtingsplaats.

Een dergelijke constructie is in Vlaanderen minder noodzakelijk, gezien de meestal beperkte oppervlakte van de jachtgebieden en de relatief korte afstand tot de  bewoonde  gebieden. Het dient dan ook te worden vermeden dat in dit landsgedeelte waar de jachtgebieden vaak voor 4/5 uit akker- en weilanden bestaan, precies in de doorgaans meest kwetsbare gebieden, jachthutten waarvan de noodzaak niet duidelijk tot uiting komt, worden vergund. Er dient bijzonder streng te worden toegezien op de verenigbaarheid van de constructie met de plaatselijke ordening.

Jacht is hoofdzakelijk een vorm van vrijetijdsbesteding, die uiteraard al naargelang de interesse van de beoefenaar een eerder tijdelijk karakter heeft. Jagershutten mogen dan ook maar tijdelijk opgericht worden.

Wanneer de voorwaarden niet meer gerespecteerd zijn, omdat bijvoorbeeld de gestelde normen van het jachtgebied onder de drempelwaarde zijn gedaald of bij beëindiging van de vrijetijdsbesteding, moet de constructie verdwijnen, teneinde tegen te gaan dat de constructie voor andere doeleinden zou gebruikt worden (tweede verblijf).

Als richtnormen voor de oprichting van jagershutten kunnen volgende criteria vooropgesteld worden :

a) oppervlakte jachtterrein : 200 ha. bejaagbaar gebied, dat in één blok gelegen is;

b) de aanvrager moet kunnen bewijzen (huurcontracten) dat hij werkelijk het jachtrecht heeft met de vermelding van de respectievelijke termijnen (minimum 3 jaar);

c) grootte constructie : Uit onderzoekingen is gebleken dat het weinig zinvol is de grootte van de constructies te koppelen aan het aantal jagers, die normaal gebruik maken van het jachtgebied. Als maximum vloeroppervlakte voor een jachthut kan 10 m2 gesteld worden. De constructie mag niet zo opgevat zijn dat ze voor bewoning, zelfs tijdelijk, zou kunnen gebruikt worden;

d) Het is belangrijk dat aan de architectuur en de gebruikte materialen bijzondere aandacht wordt besteed. Als te gebruiken materiaal kan vooropgesteld worden : hout. Het dak kan gemaakt worden van hout, pannen of riet.

Omwille van de uniforme afwerking van de dossiers, dienen aanvragen betreffende het oprichten van jagershutten doorgestuurd te worden naar de beleidsafdelingen van AROHM, die desgevallend het standpunt van de minister kunnen inwinnen.

3.2 Vissershutten

De vissershutten worden ook onder de bosgebieden vernoemd, omdat in bepaalde bossen visvijvers kunnen bestaan.

Voor de vissershutten kunnen volgende richtnormen gehanteerd worden :

oppervlakte bestaand viswater : minimum 1 ha.

de aanvraag dient te gebeuren door een vereniging (van ten minste 15 leden) die het visrecht kan bewijzen door een geschreven pachtovereenkomst met een voldoende lange looptijd (ten minste 5 jaar).

oppervlakte constructie : maximum 10 m2.

aantal constructies : één hut vanaf 1 ha., één bijkomende hut per 5 ha. Er kunnen nooit meer hutten toegelaten worden dan er leden van de vereniging zijn.

materiaal (zie jachthutten).

4. Werken en handelingen

In de bosgebieden mogen werken en handelingen worden uitgevoerd, vereist voor het bosbedrijf. Volgens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 is krachtens artikel 42 een bouwvergunning vereist voor onder meer :

het ontbossen en het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen;

het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen binnen de groene ruimten van goedgekeurde plannen van aanleg en in verkavelingen;

ontginnen of de vegetatie wijzigen van heiden of venen, alsmede van enig ander gebied waarvan de bescherming noodzakelijk geacht wordt door de Vlaamse regering.

Volgens paragraaf 2 van hogervermeld artikel gelden de bepalingen van dit decreet mede voor niet in dit artikel opgesomde handelingen en werken, wanneer een gemeentelijke bouwverordening de uitvoering ervan aan vergunning onderwerpt.

Behalve andersluidende bepalingen van een gemeentelijke bouwverordening worden werken die voortvloeien uit bosexploitatie, zoals bv. onderhouds- en exploitatiekappingen of zelfs kaalkapping, krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 niet aan een vergunning onderworpen.

Cumulatief met de bepalingen inzake de bouwvergunning, zullen de bepalingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990 moeten worden toegepast, dat eveneens bepaalde werken en handelingen verbiedt of aan een vergunning of machtiging onderwerpt.

Kaalkap. Onder kaalkap wordt verstaan : het kappen van bospercelen met de bedoeling nadien een nieuw bosbestand te bekomen. Kaalkap is dus geen synoniem van ontbossing. Slechts in het geval van ontbossing (kaalkap zonder heraanplanting) is een bouwvergunning noodzakelijk. In dit laatste geval is er sprake van een bestemmingswijziging.

Het is bovendien evident dat in de bosgebieden geen vergunning kan afgeleverd worden om te ontbossen (artikel 42, 1, 2E van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996) gezien dit een bestemmingswijziging inhoudt, en aldus afwijkt van het beoogde doel.

Volgens het tweede lid van artikel 2.4.2. is overschakeling naar agrarisch gebied toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. In de tekst werd verkeerdelijk melding gemaakt van artikel 35 van het Veldwetboek. In principe gaat het om artikel 35bis dat een procedure voorziet voor de omschakeling van bosgebied naar agrarisch gebied ( 1- 4).

De voorgelegde aanvraag voorziet een functiewijziging van braakliggend naar openbaar nut (wegenis).

 

FUNCTIE VOLGENS OMZENDBRIEF

 

openbare nutsfunctie

Volgens de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002, zijn volgende bijkomende bepalingen van toepassing voor een openbare nutsfunctie.

Hier worden bedoeld inrichtingen, voorzieningen en activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang, en ten dienste staan van elkeen. In de woongebieden zijn onder meer toegelaten : scholen, klinieken, gebouwen voor de eredienst, gemeentehuizen, brandweer, rijkswacht, politie, administratieve gebouwen met beperkte omvang.

Voor deze inrichtingen geldt niettemin de algemene voorwaarde dat zij verenigbaar moeten zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5.1.0. i.f. - infra). Het is dan ook mogelijk dat zij omwille van hun oppervlaktebehoefte of hun gebondenheid aan andere openbare nutsvoorzieningen niet meer kunnen worden toegelaten in het woongebied en afgezonderd dienen te worden in de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, die specifiek voor dergelijke inrichtingen, voorzieningen en activiteiten zijn bestemd.

Indien de bestaande toestand uitwijst dat er reeds een bepaalde concentratie van dergelijke gebouwen gegroeid is, zullen deze gebieden - indien voldoende groot in oppervlakte - op de gewestplannen worden aangeduid met hun specifieke kleur. Dit zal vooral het geval zijn voor instellingen en openbare nutsvoorzieningen van bovengemeentelijk belang.

 

Sinds het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen van 14 april 2000, wat gewijzigd werd op 17 juli 2015 en 30 oktober 2015, valt hogergenoemde functie onder volgende hoofdfunctie :

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

 

Verklaring van de nieuwe functiecategorieën volgens het verslag aan de regering horende bij het desbetreffende besluit van 14 april 2000:

9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

Voor een nadere uitleg van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kan verwezen worden naar de omzendbrief van 8 juli 1997 die meer uitleg bij de voorschriften van de gewestplannen geeft. Gebouwen, opgericht of uitgebaat door de overheid vallen ook onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen (BVR van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening  en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester.

 

 

De voorgelegde aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

Maar volgens hoofdstuk 2 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van art.4.1.1., 5°,

art.4.4.7 §2, en art.4.7.1, §2, tweede lid, van de VCRO kan er afgeweken worden voor handelingen van algemeen belang.

Specifiek gaat het om art. 3,§2, 1° de aanleg van gewestwegen met maximaal twee rijstroken die over een lengte van maximaal 1 kilometer afwijken van stedenbouwkundige voorschriften.

 

Bijzondere plannen van aanleg

Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens verkaveling

Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

 

  1. Historiek

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 40 A

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 61

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 73

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 74 B

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 74 A

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 76 B

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 76 A

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 77 E

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 77 D

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 78 G

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 78 H

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 98 C

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 103 A

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Perceelnummer : (afd. 3) sectie D 105 D

Er is geen datum van het jaar van het einde van opbouw bekend in de kadastergegevens.

 

Volgende vergunningen en/of weigeringen zijn gekend voor desbetreffend(e) perce(e)l(en):

Omgevingsvergunning (M 2018/45) d.d. 26 maart 2018 voor plaatsen van een propaangastank werd geakteerd door het college van burgemeester en schepenen.

Omgevingsvergunning (2019/199) d.d. 1 juli 2019 voor exploiteren van een houthandel werd geakteerd door het college van burgemeester en schepenen.
Stedenbouwkundige vergunning (80/149) d.d. 26 november 1980 voor bouwen garages + bergplaatsen werd bekomen door stedenbouw.

Stedenbouwkundige vergunning (2000/253) d.d. 12 februari 2001 voor bouwen van een clubhuis +aanleg van 4 openluchttennisvelden werd geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.

Stedenbouwkundige vergunning (2004/49) d.d. 10 november 2004 voor wegen-riolerings-en omgevingswerken werd bekomen door stedenbouw.
Milieuvergunning (84/12) d.d. 5 november 1984 voor exploiteren van een propaangastank

vergunning dd. 5-11-1984 met einddatum

1-9-2011 werd bekomen door het college van burgemeester en schepenen.
Milieuvergunning (BV E11.93.28) d.d. 18 november 1993 voor exploiteren van een fietsenfabriek

vergunning dd. 18-11-1993 met einddatum 26-1-2001 werd bekomen door de deputatie.

 

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de omgeving

Het gebied is geordend door een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.  Het grafisch plan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften geven de criteria weer van een goede ruimtelijke ordening.

 

De toetsing aan de goede ruimtelijke ordening beperkt zich dan enkel tot het nakijken van de conformiteit met plannen en stedenbouwkundige voorschriften.

 

De aanvraag is gelegen in een (zeer) open omgeving. Aan de noordkant is de Ring van Lier, aan de oostkant de Aarschotsesteenweg. Aan de zuidkant is het Netekanaal.

 

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet de aanleg van wegenis ter ontsluiting van het terrein voor sportinfrastructuur.

 

De rooilijn wordt gelegd van aan de Aarschotsesteenweg, richting west, volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnenplan en afschaffing buurtweg Hoge Velden’ dd 11 juni 2021 opgemaakt door studiebureau Verhaert met plannr 1-1

Met een gratis grondafstand zoals op het rooilijnplan.

 

 

Er wordt wegenis met riolering voorzien.

Ze wordt uitgevoerd met een rijbaan met breedte 6.60m in asfalt een fietspad met breedte 3m in roodbruine asfalt.

Het wegenisontwerp is goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 maart 2022.

 

  1. Zaak der wegen

Artikel 31. (01/09/2019- ...) van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.


§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

 

In dit geval wordt in de gemeenteraad van 28 maart 2022 voorgelegd en goedgekeurd:

1. Vaststelling van de rooilijn door omgeving

2. Wegenis- en rioleringsdossier door technisch bureau

 

 

Uitgebrachte adviezen :

     Brandweer Lier heeft op 2 februari 2022 onder ref. P18017-002/01 voorwaardelijk gunstig advies  (2 februari 2022) uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.

 

Het volledige brandweeradvies is terug te vinden op het omgevingsloket.

 

Het standpunt van Brandweer Lier wordt bijgetreden, de volgende voorwaarde(n) zal/zullen worden opgelegd in de vergunning :

De bijgevoegde maatregelen opgelegd in het advies van Brandweerzone Rivierenland (ref. P18017-002/01) van 2 februari 2022 strikt na te leven.

     Cel Integraal Waterbeheer heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

     Cel Mobiliteit heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

     Cel Publieke Ruimte heeft geen advies uitgebracht binnen de wettelijke termijn volgend op de ontvangst van de adviesvraag.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.


 

 

  1. Openbaar onderzoek

Decretale bepalingen

Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, worden vergunningsaanvragen die wegenwerken omvatten waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, behandeld volgens de gewone vergunningsprocedure.

 

Volgens artikel 67 §1, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning, moet een openbaar onderzoek worden ingesteld conform de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 5, van dit besluit.

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek.

 

Het openbaar onderzoek vond plaats  van 4 november 2021 tot 4 december 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Proces-verbaal van sluiting

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

 

  1. Algemene conclusie en advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Aangezien de voorgelegde aanvraag voorwaardelijk in overeenstemming is met alle bepalingen uit de Vlaamse codex en de rooilijn en wegenis op zich aanvaardbaar zijn, kan een gunstig advies gegeven worden.

 

Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de rooilijn vast te stellen volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnenplan en afschaffing buurtweg Hoge Velden’ dd 11 juni 2021 opgemaakt door studiebureau Verhaert met plannr 1-1

Met een gratis grondafstand zoals op het rooilijnplan.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van (2/3/2022).

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Op basis van de hierboven vermelde overwegingen komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier :

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

De gemeenteraad treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar integraal bij.

 

Art. 1:

De gemeenteraad beslist dat een proces verbaal van sluiting wordt opgemaakt met de melding dat er 0 bezwaarschrift(en) werden ingediend.

 

Art. 2:

De gemeenteraad beslist de rooilijn vast te stellen bij de aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend door de stad Lier inzake aanleggen ontsluitingsinfrastructuur sportsite Hoge Velden, gelegen, volgens het rooilijnplan met titel ‘rooilijnenplan en afschaffing buurtweg Hoge Velden’ dd 11 juni 2021 opgemaakt door studiebureau Verhaert met plannr 1-1

Met een gratis grondafstand zoals op het rooilijnplan, mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden: er worden geen specifieke voorwaarden opgelegd.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

AANKOOP ELZENLAAN, LIER. GOEDKEURING.

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

GRATIS GRONDAFSTAND BRIL, LIER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Notariskantoor De Smedt&Jansen is de behandelde notaris in het dossier van de gratis grondfstand  ter hoogte van Bril 28, Lier. In het kader hiervan werd de ontwerpakte overgemaakt aan de dienst vastgoed.

 

Een stuk grond, gelegen aan de Bril 28, kadastraal bekend als Lier 1e afdeling, sectie I, nr 298S, voor een oppervlakte van 3,25 m² (en met gereserveerd kadasternummer I 298T) en een stuk grond, kadastraal bekend als Lier 1e afdeling, sectie I, nr 298S voor een oppervlakte van 0,95 m² (en met gereserveerd kadasternummer I 298V)

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de notariële akte in bijlage goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

Het college beslist om de akte betreffende de gratis grondafstand van twee percelen grond met gereserveerd kadasternummer Lier 1e afdeling sectie I nr 298 T en nr 298 , conform het opmetingsplan in bijlage, goed te keuren.

 

Art 2 :

Het college beslist om dit dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

VERKOOP GROND MECHELSESTEENWEG 235 - ONTWERPAKTE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Verkoopsbeslissing van de gemeenteraad dd. 28 januari 2002.

Gemeenteraadsbeslissing dd. 29 juni2020: goedkeuring ontwerpakte

 

Feiten en context

Notaris Verreth maakte een ontwerpakte voor de verkoop van het perceel grond gelegen te Mechelsesteenweg 235 en ten kadaster gekend als Lier 3e afdeling, sectie F, nr 7 /020000 aan Fluvius; de grond heeft een beperkte oppervlakte van 84 m² en wordt verkocht voor een totaalsom van 4.200 euro met het oog op de plaatsing van een elektriciteitscabine.

 

Deze ontwerpakte werd reeds goedgekeurd door de gemeenteraad op 29 juni 2020. Echter, de beslissing machtigt dhr. Frank Boogaerts nog om de akte te ondertekenen. Daarom werd de akte aangepast en dient de gemachigde persoon tot ondertekening gewijzigd te worden.

 

Adviezen

De dienst vastgoed adviseert positief ter goedkeuring van de akte.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de ontwerpakte in bijlage goed te keuren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de ontwerpakte in bijlage goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om de burgemeester dhr. Rik Verwaest en algemeen directeur Katleen Janssens (en bij diens afwezigheid haar afgevaarde(n) Ilse Anné en/of Kyrina Van Goubergen) aan te stellen voor de ondertekening van de notariële akte en alle bijhorende documenten.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

VERKOOP PARKEERPLAATSEN SION. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad keurde middels de beslissing dd. 29 september 2011 de overeenkomst "Publieke Private Samenwerking voor de ontwikkeling van de Sion Site" dd. 29 september 2011 tussen Stad Lier en THV Ontwikkelingscombinatie Sion Site goed.

 

Art. 18.3 van deze overeenkomst bevat een verkoop- en aankoopbelofte voor een aantal parkeerplaatsen, zijnde maximaal 0,4 parkeerplaatsen per woonentiteit aan en prijs van vijftienduizend euro excl. btw, verhoogd met de gezondheidsindex basis maart 2010 per parkeerplaats. De partij die zijn aankoop- dan wel verkooprecht wil uitoefenen, zendt hiertoe een aangetekende brief aan de andere partij waarin deze uitdrukkelijk stelt zijn recht te willen uitoefenen. Binnen de 4 maanden na het verzenden van de aangetekende brief, wordt de authentieke akte verleden. De koop al plaatsvinden onder de gebruikelijke voorwaarden die gelden voor nieuwe onroerende goederen.

 

Gemeenteraadsbeslissing dd. 28 september 2020: De gemeenteraad keurde de ontwerpakte tot aankoop van 58 parkeerplaatsen op de Sion Site goed. De aankoop gebeurde voor een bedrag van 1.025.373,88 euro.

 

Feiten en context

Sinds het najaar van 2020 is de stad Lier eigenaar van 58 parkeerplaatsen op de Sion site.

 

De ontwikkelaar van de Normaal School heeft zijn interesse geuit tot aankoop van 29 parkeerplaatsen op deze site. Immers, bij de ontwikkeling hanteren ze als leidraad de stedelijke parkeerverordening waaruit blijkt dat er 29 parkeerplaatsen dienen voorzien te worden.

"De projectsite is gelegen in ‘Deelzone B’; waar een goede openbaar vervoerbediening heerst.

o De vermelde maxima in de parkeerbehoefte moet vermijden dat het gebruik van de wagen concurreert aan het openbaar vervoer.

o De Stad Lier ambieert immers openbaar vervoergebruik a rato van 50% van de verplaatsingen.

De projectzone sluit aan op het reeds gerealiseerde ‘Sion’ project. Hier werd gebundeld parkeren toegepast.

In de algemene verplichtingen worden verschillende parkeerscenario’s beschreven. De stelregel beschrijft dat er afdoende verbondenheid met het gebouw moet zijn. Het is daarom zowel mogelijk om de parkeerbehoefte op het eigen terrein te organiseren of op een wandelafstand van maximum 200m.

 

Opdat de ontwikkelaar de omgevingsvergunning kan indienen, dient hij een beslissing te bekomen waaruit blijkt dat hij 29 parkeerplaatsen zal aankopen en dus zal voldoen aan de parkeerverordening. Er dient wel opgemerkt te worden dat deze verkoop los staat van de al dan niet goedkeuring van de omgevingsvergunning van de Normaal School.

 

Beëdigd landmeter Koen Stevens heeft de parkeerplaatsen als volgt gewaardeerd;

voor de aankoop van één parkeerplaats: 26.000 euro

voor de aankoop van 10 parkeerplaatsen in een groepsaankoop: 23.000 euro per parkeerplaats

voor de aankoop van 20 parkeerplaatsen in een groepsaankoop: 20.000 euro per parkeerplaats

voor de aankoop van 30 parkeerplaatsen in een groepsaankoop: 17.000 euro per parkeerplaats

voor de aankoop van 40 parkeerplaatsen in een groepsaankoop: 14.000 euro per parkeerplaats

 

Advies

SOlag: "Stad Lier heeft het addendum aan de dadingsovereenkomst met het Dadingcomité (GR dd 28/9/2020) goedgekeurd.

 

Hierin is opgenomen dat:

  Stad Lier en SOLag hebben de intentie om de restcapaciteit in parking Sion in te zetten om het parkeerprobleem in de buurt aan te pakken en de buurtbewoners de opportuniteit te bieden om in parking Sion een aantal parkeerplaatsen aan te kopen of te huren op lange termijn.

  In totaal gaat het … om 97 plaatsen die moeten worden aangeboden in parking Sion:

  58 parkeerplaatsen waarvoor stad Lier een aankooprecht heeft.

  Voor de resterende 39 plaatsen wordt uitgegaan van de +- 60 plaatsen van de THV Sion

  In eerste instantie worden de beschikbare parkeerplaatsen ingezet voor de bewoners in de door MINT afgebakende zones ‘Berlarij’ en ‘Gasthuisvest’, in tweede instantie zal worden onderzocht of kortparkeren een mogelijkheid is. Onderstaande volgorde wordt gehanteerd:

  De beschikbare parkeerplaatsen worden eerst gedurende een periode van 3 maanden te koop aangeboden aan de bewoners in de door MINT afgebakende zones ‘Berlarij’ en ‘Gasthuisvest’

  De niet verkochte parkeerplaatsen worden vervolgens gedurende een periode van 6 maanden aangeboden aan de bewoners in de door MINT afgebakende zones ‘Berlarij’ en ‘Gasthuisvest’ voor lange termijn verhuur.

  Voor het resterende aantal parkeerplaatsen zal nadien worden onderzocht of een systeem van kortparkeren kan worden gerealiseerd.

 

Inzake actualisatie dd 16/03/2022  hiervan, kan gesteld worden dat:

  Van de 97 plaatsen er reeds door de THV Sion 60 plaatsen werden verkocht aan de buurt, zodat gesteld kan worden dat “een last” van 37 parkeerplaatsen voor de buurtbewoners bij de stad Lier blijft. Buurtbewoners dienen volgens de afbakening te behoren tot zones Berlarij en Gasthuisvest, wat steeds als een strikte eis dient worden geïnterpreteerd. Voor de andere 21 (=58 – 37) parkeerplaatsen kan de stad Lier vrij beslissen zolang er maar rekening wordt mee gehouden dat “daardoor het parkeerprobleem in de buurt wordt aangepakt”. Indien de stad Lier hiermee rekening houdt – parkeren alleen voor buurtbewoners toe te laten - worden de bepalingen van het addendum gerespecteerd.

 

Argumentatie

Het college overweegt om 29 parkeerplaatsen onderhands te verkopen aan de ontwikkelaar.  In principe moet een verkoop door een lokaal bestuur steeds openbaar

gebeuren. Men kan hier echter van afwijken omwille van redenen van algemeen

belang. In dit geval kan het feit dat de vraag naar de verkoop van parkeergarages (zeker het grote aantal dat hier van toepassing is) eerder gering is, een reden zijn om af te wijken van het principe van de openbare verkoop.

 

Het decreet Lokaal Bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 stellen als beginsel voorop dat bij elke onroerende vervreemding de openbare verkoop de algemene regel moet zijn en de onderhandse verkoop een uitzondering moet blijven. Als algemeen principe van goed bestuur geldt immers dat om de hoogste opbrengst te garanderen de verkoop openbaar moet zijn, tenzij mits grondige motivering hiervan kan afgeweken worden (artikel 293 decreet Lokaal Bestuur). Volgens de omzendbrief KB/ABB 2019/3 moet voor onroerende transacties de markt geraadpleegd worden. Elke mogelijk geïnteresseerde moet de kans krijgen om mee te dingen.

 

Echter, onderhandse verkopen zijn toegestaan, mits een bijzondere motivering. In dit geval gebeurt de verkoop onderhands aangezien de vraag naar parkeergarages eerder gering is. Wanneer er weinig interesse is, kan een goed onderhands verkocht worden. In dit geval wordt de meerderheid van de parkeergarages op de Sion Site niet gebruikt. Slechts een klein aandeel wordt verhuurd via Indigo. De rest staat leeg. Bovendien is de kans eerder klein dat de stad 29 parkeerplaatsen zal kunnen verkopen, gelet op de weinige interesse tot aankoop en het grote aantal parkeerplaatsen op de site die nog ter beschikking zijn.  Tot op heden zijn er slechts 3 potentiële particuliere kopers gekend sinds de aankoop van de 58 plaatsen door de stad.

 

Als lokaal bestuur is het OCMW verplicht om minstens te verkopen aan schattingsprijs. In dit geval worden de parkeerplaatsen gewaardeerd op 17.000 euro per stuk bij een groepsaankoop van 30 plaatsen (in dit geval 29).

Deze prijs wordt als minimumprijs gehanteerd voor de verkoop. Gelet op het gebrek aan interesse tot verkoop van de parkeergarages ( tot op heden zijn er slechts 3 potentiële particuliere kopers gekend) is de minimumprijs van 17.000 euro per stuk bij een groepsaankoop gerechtvaardigd. Immers, momenteel wordt meer dan de helft van de parkeerplaatsen niet gebruikt en worden er dus ook geen inkomsten gegenereerd.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de verkoop van 29 parkeerplaatsen op de site 'SION' aan de schattingsprijs van 17.000 euro per parkeerplaats aan de ontwikkelaar.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

GRONDINNAME RINGENHOFWEG - AANPASSING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Ringenhofweg dienen er 3 grondinnames te gebeuren, namelijk van de kadastrale percelen F16c , F16b en F16f. De innames gebeuren in de voortuin en dit naast de bestaande verharding. Deze bestaan voornamelijk uit gras en/of opritten. De innames zullen conform het innameplan van landmeter Gotemans dd. 13 september 2021 dat als bijlage wordt toegevoegd.

 

Voor de 3 innames werd een opmetingsplan en schattingsverslag opgemaakt op 31/03/2021 a rato van 225 EUR/m².

 

De eigenaars van de 3 percelen werden door de dienst vastgoed geconsulteerd met volgend akkoord:

1. De eigenaars wonende te Ringenhofweg nr 114 (perceel F 16 C), zijn akkoord voor een inname van 33.84 m² overeenkomstig bijhorend plan aan een eenheidsprijs van 100 EUR/m² , zijnde 3.384,70 EUR

Per mail  d.d. 23/09/2021 bevestigen zij hun akkoord.

2. De eigenaars wonende te Ringenhofweg nr 116 (perceel F 16 B),  zijn akkoord voor een inname van 17.72  m² overeenkomstig bijhorend plan aan een eenheidsprijs van 100 EUR/m², zijnde 1.772 EUR

Per mail  d.d. 27/09/2021 bevestigen zij hun akkoord

3. De eigenaars wonende te Ringenhofweg nr 118 (perceel F 15 F), zijn akkoord voor een inname van 2.41 m² overeenkomstig bijhorend plan aan een eenheidsprijs van 100 EUR/m², zijnde 241 EUR

Per mail d.d. 27/09/2021bevestigen zij hun akkoord.

 

Totale kost grond inname bedraagt 5.397 EUR plus de aktekosten en/of lichting hypotheek.

 

Conform het Decreet Lokaal Bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3 betreffende de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen kan een bestuur een onroerend goed aankopen, mits de aankoopprijs de schattingswaarde niet overschrijdt. Bijgevolg is de schattingswaarde de maximale aankoopprijs. In dit geval ligt de aankoopprijs ruimschoots onder de geschatte waarde van de percelen, waardoor de aankoop gerechtvaardigd is.

 

In de jaren '90 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd aan de toenmalige eigenaars van de loten. Deze vergunning bevatte een belofte tot gratis grondafstand. Op de desbetreffende af te stane stroken werden reeds de nodige hoofdleidingen en verlichtingspalen geplaatst. Echter, de gratis grondafstand werd nooit uitgevoerd.

 

In 2021 ontdekte de stad dat de heraanleg van de Ringenhofweg niet kon starten, aangezien de stad geen eigenaar was van de 3 nog in te nemen stroken. De belofte tot gratis grondafstand uit de verkavelingsvergunning was toen nog niet gekend. Vervolgens werd een schatter aangesteld om de innames te waarderen en in kaart te brengen.  Het eerste opmetingsplan van maart 2021 werd door landmeter Gotemans later herzien. Op basis van de definitieve versie van september 2021 werd de akkoorden bereikt met de resultaten zoals hierboven uiteengezet.

 

Adviezen

Dienst vastgoedbeheer verleent positief advies voor de innames aan de overeengekomen prijs, gelet op het feit dat de aankoopprijs onder de schattingswaarde ligt en de noodzakelijkheid van de uit te voeren werken.

Dienst technisch bureau adviseert om met de bedongen prijs verder te gaan.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Omzendbrief KB/ABB 2019/3

 

Argumentatie

Gelet op het belang en de timing van de heraanleg (werken starten reeds september 2021) van de Ringenhofweg, overweegt het college van burgemeester en schepenen akkoord te gaan met de aankoopprijs van 100 EUR/m². Deze prijs is lager dan de geschatte waarde. Conform het Decreet Lokaal Bestuur kan een lokaal bestuur een onroerend goed aankopen zolang de aankoopprijs lager of gelijk is aan de schattingsprijs.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/04/KAP/01/03 – 66400000

grondinname Ringenhofweg

 

Er zal een sleutel aangemaakt worden voor onteigeningen op de actie verkavelingen (01/04/KAP/03/06) en het nodige budget verschuiven.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de volgende grondinname conform het opmetingsplan goed te keuren voor de totale prijs van  5.397 EUR plus aktekosten en/of lichting hypotheek.

- perceel F 16 C inname van 33.84 m² aan eenheidsprijs 100 EUR/m² , zijnde 3.384,70 EUR

- perceel F 16 B inname van 17.72  m² aan een eenheidsprijs 100 EUR/m², zijnde 1.772 EUR

- perceel F 15 F inname van 2.41 m² aan een eenheidsprijs van 100 EUR/m², zijnde 241 EUR

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

CONCESSIEOPDRACHT STRAATMEUBILAIR, AANGEPASTE CONCESSIELEIDRAAD EN PROCEDURE. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In de zitting van 20 december 2022 keurde de gemeenteraad de concessieleidraad en procedure goed voor de concessieopdracht inzake straatmeubilair. Zijnde schuilhuisjes en informatieborden.

 

Feiten en context

In voorbereiding op de publicatie werd het dossier ter controle voorgelegd aan het gespecialiseerde advocatenkantoor GD&A.

Bij deze revisie bleek dat er heel wat opmerkingen waren inzake de administratieve en juridische bepalingen. Hierdoor diende het dossier volledig herwerkt te worden.

Aan de algemene principes van de opdracht werd evenwel niets gewijzigd, Echter er werden tal van administratieve en juridische bepalingen gewijzigd en toegevoegd, waardoor het dossier wezenlijk wijzigde.

Het aangepaste dossier werd in bijlage toegevoegd.

 

Adviezen

De oude concessieovereenkomst eindigt op 18 september 2022. Om de nieuwe overeenkomst hierop af te stemmen wordt de planning als volgt aangepast:

 

Goedkeuring aangepaste concessieleidraad op CBS: 7 maart 2022;

Kennisname aangepaste concessieleidraad op gemeenteraad: 28 maart 2022;

Publicatie: 8 maart 2022;

Indiening offertes: 21 april 2022;

Onderhandelingen: mei 2022;

Toewijzing concessie op CBS: 6 juni 2022;

Ondertekening overeenkomst op gemeenteraad: 27 juni 2022.

 

Argumentatie

Om de timing niet in het gedrang te brengen verleende het CBS in de zitting van 7 maart 2022 goedkeuring aan de wijzigingen en opstart van de publicatie.

Het aangepaste dossier dient nog formeel door de gemeenteraad te worden goedgekeurd.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Tom Claes, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer, Charlotte Schwagten en Jan Hermans

3 onthoudingen: Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 3 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis en geeft goedkeuring aan de aangepaste concessieleidraad en de publicatie.

 

Art 2 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

infrastructuur

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

LOKALE POLITIE LIER - BUDGETWIJZIGING 1 DIENSTJAAR 2021 (GEWONE- & BUITENGEWONE DIENST) - GOEDKEURING DOOR FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN. KENNISNAME.

 

BESLUIT

De gemeenteraad neemt kennis van de brief dd. 25 januari 2022 i.v.m. goedkeuring met een opmerking van de begrotingswijziging nr.1 dienstjaar 2021 (gewone- & buitengewone dienst) van de lokale politie Lier door het Federaal Toezicht Lokale Politie.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

LOKALE POLITIE LIER - BEGROTING 2022 - GOEDKEURING DOOR FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

De stad ontving de brief dd. 07 februari 2022 i.v.m. goedkeuring  van de begroting 2022 van de lokale politie Lier door het Federaal Toezicht Lokale Politie.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de brief dd. 07 februari 2022 i.v.m. goedkeuring met een opmerking van de begroting dienstjaar 2022  van de lokale politie Lier door het Federaal Toezicht Lokale Politie.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN NAAMGEVING HONDENSPEELWEIDE 'LOEBAS'. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De stad is eigenaar van een stuk grond tussen de Ouderijstraat en de Elzenlaan, welke genaamd is Landschapspark Pallieterland en zal gebruikt worden voor samentuinieren en een hondenspeelweide.

 

Viervoeters en hun baasjes konden voor een verkwikkend loopje al terecht in de hondenweide Beatrijs ter hoogte van de Beatrijslaan.Ook in Landschapspark Pallieterland maken we plaats voor hen. Op liefst 5.000 m2, verdeeld in een groot en een klein compartiment, is er plaats om te spelen, rennen en snuffelen. Beide compartimenten krijgen een rolstoeltoegankelijke toegang, conflictarme sassen, drinkwaterfonteintjes, zitplaatsen en natuurlijke speelaanleidingen. In een volgende fase wordt nog de realisatie van een wadi en een speelheuvel onderzocht.

 

In dit opzicht is er een wezenlijk verschil met de bestaande hondenweide, de nadruk komt hier eerder op de speelelementen te liggen. Enkele goede afspraken rond het gebruik van de hondenspeelweide verankeren we best in een huishoudelijk reglement. Dit reglement kwam tot stand door: opname elementen huidig reglement Beatrijs, input bevraging hondeneigenaars, input Regionaal Landschap Rivierenland, richtinggevend kader Agentschap Natuur en Bos (ANB) en ervaringen andere steden.

De belangrijkste elementen uit het reglement zullen visueel weergegeven worden aan de toegang tot de hondenspeelweide. Het volledige reglement is te raadplegen via de website van de stad Lier aangevuld met enkele tips.

 

Bovendien is het wenselijk om een éénduidige naamgeving te voorzien voor de hondenspeelweide. Om in de sfeer van Pallieter te blijven wordt voorgesteld de hondenspeelweide om te dopen tot hondenspeelweide ‘Loebas’, naar de hond van Pallieter.

 

Adviezen

Dienst handhaving adviseert positief voor de goedkeuring van dit reglement. De zaken opgenomen in dit reglement die overlast kunnen veroorzaken (bv geluidsoverlast, agressieve honden, zwerfvuil, hondenpoepzakjes, honden aan de leiband) zitten reeds in het politiereglement vervat. Bijgevolg is het reglement voldoende te handhaven.

 

Dienst communicatie adviseert positief rond de naamgeving.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de hondenspeelweide gelegen aan de Ouderijstraat de naam ‘Loebas’ toe te kennen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist het huishoudelijk reglement hondenspeelweide Loebas, gelegen aan de Ouderijstraat, goed te keuren, zoals hierna als bijlage toegevoegd.

 

Art 3 :

Kopieën:

 

Aantal

Bestemmeling

1

Dienst Handhaving

 

 

Bijlage

 

Huishoudelijk reglement hondenspeelweide Loebas

 

Art. 1:

Dit reglement is van toepassing op de hondenspeelweide "Loebas", gelegen aan de Ouderijstraat.

 

Art. 2:

Volgende bepalingen zijn van toepassing op het gebruik van de hondenspeelweide:

  In de omheinde hondenspeelweide mag je hond vrij rondlopen, hou je hond steeds in de gaten. Laat je hond nooit alleen in de losloopzone.

  Houd je hond(en) aangelijnd tot je in het sas van de hondenspeelweide bent. Lijn hem terug aan bij het verlaten van de hondenspeelweide.

  Sluit steeds de toegangspoort bij het betreden en verlaten van de hondenspeelweide.

  Hou het veilig voor andere mensen en honden. Je hond draagt steeds verplicht een halsband of harnas, zodat je hem op elk moment bij je kunt nemen.

  De hondenspeelweide is geen hondentoilet. Neem minstens één plastiek zakje mee. Ruim hondenpoep altijd op en gooi het zakje in de hondenpoepvuilbak.

  Loopse teefjes, honden met een duidelijk waarneembare ziekte of die drager zijn van een besmettelijke ziekte zijn niet toegelaten.

  De puppyzone/kleine hondenzone is voorbehouden voor kleine honden met een maximale schofthoogte van 45 cm. Aan de ingang van deze zone staat een bord ter indicatie van de maximale hoogte.

  Denk aan de buren, vermijd lawaai tussen 22 uur en 7 uur.

  Het stadsbestuur is niet verantwoordelijk voor aangerichte schade. Als begeleider ben je steeds verantwoordelijk en aansprakelijk voor de hond(en) onder jouw begeleiding en voor eventuele schade aan derden of andere dieren.

  De hondenspeelweide is geen kinderspeeltuin. Aan de overzijde kunnen kinderen naar hartenlust ravotten in het Holderdepolder Speelbos.

  Laat geen afval achter op of rond de hondenspeelweide.

  Schade of andere problemen in en rond de hondenspeelweide kan je melden via meldingen@lier.be of 03 8000 300.

 

Art. 3:

Dit reglement wordt bekend gemaakt conform art. 286 van het decreet lokaal bestuur en treedt in werking conform de bepalingen vermeld in art. 288 van het decreet lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

SOLAG - VERVANGINGEN IN RAAD VAN BESTUUR. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing 25 februari 2019 over de samenstelling van de raad van bestuur van SOLag

 

Feiten en context

Op basis van art 225 van het Decreet Lokaal Bestuur benoemt de gemeenteraad de leden van de raad van bestuur van een extern verzelfstandigd agentschap autonoom gemeentebedrijf waarbij in art 235 voorwaarden worden vastgelegd naar de samenstelling van de raad van bestuur toe (maximaal 12 leden en respecteren van de gendervoorwaarde); in art 229 worden voorwaarden opgelegd met betrekking tot personen die worden voorgedragen als lid van de raad van bestuur van een autonoom gemeentebedrijf (geen provinciegouverneur, …).

 

In haar e-mail van 7 december 2021 (geen kopie) laat mevrouw Ella Cornelis weten dat ze haar ontslag aanbiedt als gemeenteraadslid met ingang van 1 januari 2022. In zijn e-mail van 21 januari 2022 laat de heer Bart Verhoeven, Fractievoorzitter Vlaams Belang Koningshooikt aan de heer Bert Wollants, voorzitter raad van bestuur SOLag, weten dat mevrouw Ella Cornelis in de raad van bestuur SOLag zal vervangen worden door mevrouw Nancy Dresen. Mevrouw Nancy Dresen voldoet aan de voorwaarden. Mevrouw Nancy Dresen is tevens gemeenteraadslid vanaf 21 december 2021.

 

In zijn e-mail van 25 januari 2022 aan de heer Bert Wollants, voorzitter raad van bestuur SOLag en de heer Luc Verheyen, Algemeen Directeur SOLag, meldt de heer Tom Claes dat de heer Jan Hermans hem zal vervangen in de raad van bestuur SOLag als vertegenwoordiger van Groen-Lier&Ko. De Heer Jan Hermans is tevens vanaf gemeenteraadslid vanaf 31 januari 2022. De heer Jan Hermans voldoet aan de voorwaarden.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal bestuur

Statuten SOLag

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het ontslag van mevrouw Ella Cornelis te aanvaarden en beslist mevrouw Nancy Dresen als lid van de raad van bestuur SOLag goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist het ontslag van de heer Tom Claes te aanvaarden en beslist de heer Jan Hermans als lid van de raad van bestuur SOLag goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

IKA - AANSTELLEN VAN BESTUURDER VOOR RAAD VAN BESTUUR - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de voordracht van de heer Frank Boogaerts, burgemeester, als kandidaat-lid van de raad van bestuur voor de investeringsvereniging voor de gemeenten van de Kempen en het Antwerpse (IKA), voor de duur van zes jaar, vanaf de algemene vergadering in buitengewone zitting van 19 maart 2019 tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

 

Feiten en context

De stad Lier is aangesloten bij de dienstverlenende vereniging IKA, investeringsvereniging voor de gemeenten van de Kempen en het Antwerpse.

 

Vermits het mandaat van de heer Frank Boogaerts op 31 december 2021 is beëindigd, dient een nieuw kandidaat-lid van de raad van bestuur voor IKA te worden aangeduid.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Statuten van IKA, inzonderheid de bepalingen betreffende de voordracht en aanduiding door de gemeenten van de mandatarissen met het oog op de vertegenwoordiging van de gemeenten in de dienstverlenende vereniging.

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

12 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

Mevrouw Ilse Lambrechts, wordt in haar hoedanigheid van schepen, voorgedragen als kandidaat-lid van de raad van bestuur voor de investeringsvereniging voor de gemeenten van de Kempen en het Antwerpse (IKA), voor de resterende duur van de legislatuur, tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

 

Art 2 :

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de dienstverlenende vereniging IKA, ter attentie van het secretariaat, p/a Brusselsesteenweg 199 in 9090 Melle.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

KEMPENS LANDSCHAP - AANDUIDEN AFGEVAARDIGDE IN ALGEMENE VERGADERING EN RAAD VAN BESTUUR - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraad van 25 februari 2019 over de aanduiding van dhr. Frank Boogaerts als vertegenwoordiger in de algemene vergadering en raad van bestuur

 

Feiten en context

De stad Lier neemt deel in Kempens Landschap vzw.

 

De vereniging bestaat enkel uit effectieve leden, nl. in geval van de deelnemende steden en gemeenten vertegenwoordigt de burgemeester de stad in de algemene vergadering en raad van bestuur.

 

Op 1 januari 2022 werd dhr. Rik Verwaest burgemeester van de stad Lier. Hierdoor wordt hij nu conform de statuten van Kempens Landschap vzw de vertegenwoordiger in de algemene vergadering en de raad van bestuur.

 

Juridische grond

Wet van 27 juni 1921 en latere wijzigingen

Statuten Kempens Landschap vzw

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

12 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de vertegenwoordiging van de heer Rik Verwaest, burgemeester, in de raad van bestuur en van de heer Rik Verwaest, burgemeester, in de algemene vergadering in Kempens Landschap vzw goed te keuren.

 

Art 2 :

Deze beslissing wordt ter kennisgeving aan Kempens Landschap vzw overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

GEMEENTELIJKE HOLDING NV (IN VEREFFFENING) - AANDUIDEN EFFECTIEF AFGEVAARDIGDE VOOR ALGEMENE VERGADERING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de aanduiding van de heer Boogaerts Frank, burgemeester, en de heer Wollants Bert, schepen, als resp. effectief afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde in de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening en dit voor de duurtijd van zes jaar van de gemeentelijke legislatuur.

 

Feiten en context

De stad is aandeelhouder van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

 

De stad kan een effectief en plaatsvervangend afgevaardigde aan te stellen om de stad te vertegenwoordigen op de algemene vergadering de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

 

De effectief afgevaardigde voor de algemene vergadering vermits het mandaat van de heer Boogaerts Frank is beëindigd op 31 december 2021.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

12 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

Mevrouw Lambrechts Ilse, schepen, wordt aangeduid als effectief afgevaardigde in de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening en dit voor de resterende duurtijd van zes jaar van de gemeentelijke legislatuur.

 

Art 2 :

Deze beslissing wordt ter kennisgeving aan de Gemeentelijke Holding NV in vereffening overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

ERKEND REGIONAAL SAMENWERKINGSVERBAND PROVINCIE ANTWERPEN VZW - ALGEMENE VERGADERING EN RAAD VAN BESTUUR - AANDUIDING VAN DE AFGEVAARDIGDEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2019 over de aanduiding van de heer Boogaerts Frank, burgemeester, en de heer De Smedt Maurits, gemeenteraadslid, resp. als effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad voor de algemene vergadering van de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Provincie Antwerpen, voor de duur van de legislatuur 2019-2024. Daarnaast werd de heer Boogaerts Frank, burgemeester, voorgedragen als lid van de raad van bestuur

 

Feiten en context

De stad is lid van de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Provincie Antwerpen (vzw ERSV Provincie Antwerpen).

 

Vermits het mandaat van de heer Boogaerts Frank op 31 december 2021beëindigd is, dient een vervanger voor de effectief vertegenwoordiger voor de algemene vergadering en kandidaat-lid voor de raad van bestuur te worden aangeduid.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, inz. art. 41 §1 4°:  De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen

Statuten van vzw ERSV Provincie Antwerpen, inz. art. 7 en art. 17 over samenstelling van de raad van bestuur

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

12 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist als vertegenwoordiger van de gemeente voor de algemene vergadering van de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Provincie Antwerpen, voor de duur van de legislatuur 2019-2024, aan te duiden:

mevrouw Ilse Lambrechts, schepen.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om de vertegenwoordiger van het lokaal bestuur mevrouw Ilse Lambrechts, schepen voor als lid van de raad van bestuur voor te dragen.

 

Art 3 :

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen aan de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Provincie Antwerpen.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

INTERLOKALE VERENIGING GAS ARRONDISSEMENT MECHELEN - AANDUIDEN EFFECTIEF LID BEHEERSCOMITÉ - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de aanduiding van de heer Boogaerts Frank, burgemeester, en de heer Wollants Bert, schepen, als respectievelijk effectief beheerder en plaatsvervangend beheerder voor het beheerscomité van de "Interlokale Vereniging GAS Arrondissement Mechelen" (GASAM).

 

Feiten en context

De stad Lier neemt deel aan het intergemeentelijke samenwerkingsverband "Interlokale Vereniging GAS Arrondissement Mechelen" (GASAM).

 

De stad dient een effectief en een plaatsvervangend beheerder voor te dragen voor het beheerscomité. Namens de gemeentelijke deelnemers kunnen uitsluitend gemeentelijke beleidsverantwoordelijken, lid van het college van burgemeester en schepenen, worden aangeduid.

 

Vermits het mandaat van de heer Frank Boogaerts, burgemeester, is beëindigd op 31 december 2021, dient een nieuwe effectief beheerder te worden aangeduid.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

12 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de heer Rik Verwaest, burgemeester, als respectievelijk effectief beheerder voor het beheerscomité van de "Interlokale Vereniging GAS Arrondissement Mechelen" (GASAM) voor te dragen.

 

Art 2 :

Deze beslissing wordt ter kennisgeving aan de "Interlokale Vereniging GAS Arrondissement Mechelen" (GASAM) overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

POLDER VAN LIER - ALGEMENE VERGADERING - AANDUIDEN VOLMACHTDRAGER EN AANDUIDEN LID RAAD VAN BESTUUR MET RAADGEVENDE STEM - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de voordracht van de heer Boogaerts Frank, burgemeester, en de heer Grootaers Walter, schepen, als respectievelijk effectief afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde voor de algemene vergadering van de stemgerechtigde ingelanden van de Polder van Lier en dit door de hele duurtijd van de gemeentelijke legislatuur.

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de voordracht van de heer Boogaerts Frank, burgemeester, en de heer Wollants Bert, schepen, als respectievelijk effectief lid raad van bestuur met raadgevende stem en plaatsvervangend lid voor de raad van bestuur met raadgevende stem van de Polder van Lier en dit door de hele duurtijd van de gemeentelijke legislatuur.

Gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2021 over de voordracht van de heer Thierry Suetens, schepen, als plaatsvervangend afgevaardigde voor de algemene vergadering van de stemgerechtigde ingelanden van de Polder van Lier en dit door de resterende duurtijd van de gemeentelijke legislatuur (ter vervanging van  de heer Walter Grootaers).

 

Feiten en context

De stad Lier bezit minstens 1 hectare eigendom in de polderomschrijving. Hierdoor is de stad toegelaten om deel te nemen aan de algemene vergadering van de stemgerechtigde ingelanden van de Polder van Lier.

 

Vermits het mandaat van de heer Frank Boogaerts, burgemeester, op 31 december 2021 is beëindigd, dient een nieuwe effectief afgevaardigde voor de algemene vergadering van de stemgerechtigde ingelanden van de Polder van Lier en effectief lid van raad van bestuur met raadgevende stem te worden aangeduid.

 

Juridische grond

Wet van 3 juni 1957 betreffende de polders

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

18 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

12 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 18 stemmen voor - 12 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de heer Rik Verwaest, burgemeester, voor te dragen als effectief afgevaardigde voor de algemene vergadering van de stemgerechtigde ingelanden van de Polder van Lier en dit door de resterende duurtijd van de gemeentelijke legislatuur.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist de heer Rik Verwaest, burgemeester, voor te dragen als effectief lid raad van bestuur met raadgevende stem van de Polder van Lier en dit door de resterende duurtijd van de gemeentelijke legislatuur.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

ERFGOEDCEL KEMPENS KARAKTER - VOORDRACHT EFFECTIEF LID VOOR RAAD VAN BESTUUR - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de voordracht van:

de heer Verwaest Rik, schepen, als effectief lid voor de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter, voor een duur van zes jaar, vanaf de eerste raad van bestuur van 28 maart 2019 tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

de heer Pets Rik, schepen, als plaatsvervangend lid voor de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter, voor een duur van zes jaar, vanaf de eerste raad van bestuur van 28 maart 2019 tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

de heer Coenen Stijn, gemeenteraadslid, als effectief lid met raadgevende stem voor de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter, voor een duur van zes jaar, vanaf de eerste raad van bestuur van 28 maart 2019 tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

mevrouw Van Camp Evi, gemeenteraadslid, als plaatsvervangend lid met raadgevende stem voor de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter, voor een duur van zes jaar, vanaf de eerste raad van bestuur van 28 maart 2019 tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

 

Feiten en context

De stad neemt deel aan de projectvereniging Kempens Karakter.

 

Vanaf 1 januari 2022 heeft de heer Rik Verwaest vanaf 1 januari 2022 het mandaat van burgemeester opgenomen. Zijn bevoegdheid als schepen van erfgoed wordt vanaf dat moment overgenomen door mevrouw Ilse Lambrechts.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, art. 401 tot en met 412: de projectverening beschikt uitsluitend over een raad van bestuur. De deelnemers benoemen de leden van de raad van bestuur rechtstreeks. Elke deelnemer heeft slechts één afgevaardigde in de raad van bestuur, naast de afgevaardigde met raadgevende stem.

Statuten van Kempens Karakter

 

Argumentatie

De bevoegdheid als schepen van erfgoed sluit aan bij de functie binnen de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter. Daarom is het aangewezen om het mandaat als bestuurder door te geven aan de nieuwe schepen van erfgoed.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist Lambrechts Ilse, schepen, voor te dragen als effectief lid voor de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter, voor de resterende duur van zes jaar tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

 

Art 2 :

Deze beslissing wordt ter kennisgeving aan de projectvereniging Kempens Karakter overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

ERFGOEDCEL KEMPENS KARAKTER - VOORDRACHT VERTEGENWOORDIGER VOOR STUURGROEP DEELWERKING "ERFGOEDCEL" - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de aanduiding van Rik Verwaest en L. Lettany als resp. effectief lid en plaatsvervangend lid voor de  heer Verwaest Rik, schepen, als effectief lid voor de stuurgroep van deelwerking "erfgoedcel" van de projectvereniging Kempens Karakter, voor een duur van zes jaar, vanaf de eerste raad van bestuur van 28 maart 2019 tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025

Gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2020 over de aanduiding van de heer Anthoni, medewerker, als plaatsvervangend lid voor de stuurgroep van deelwerking "erfgoedcel" van de projectvereniging Kempens Karakter, vanaf het nemen van deze beslissing tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

 

Feiten en context

De stad neemt deel aan de projectvereniging Kempens Karakter.

 

Vanaf 1 januari 2022 heeft de heer Rik Verwaest vanaf 1 januari 2022 het mandaat van burgemeester opgenomen. Zijn bevoegdheid als schepen van erfgoed wordt vanaf dat moment overgenomen door mevrouw Ilse Lambrechts.

 

De stad Lier dient een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de stuurgroep van de deelwerking "erfgoedcel" voor te dragen. Tijdens de gemeenteraad van 27 april 2020 werd beslist om de heer Anthoni, diensthoofd toerisme, aan te duiden als plaatsvervangend lid voor de stuurgroep. Heden wordt de functie van diensthoofd toerisme niet meer door hem uitgeoefend. Zijn opvolger als diensthoofd toerisme is mevrouw Proost.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

Statuten van Kempens Karakter

 

Argumentatie

De bevoegdheid als schepen van erfgoed sluit aan bij de functie binnen de raad van bestuur van de projectvereniging Kempens Karakter. Daarom is het aangewezen om het mandaat als bestuurder door te geven aan de nieuwe schepen van erfgoed.

 

Stemming

 

21 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

9 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen en Jan Hermans

Goedkeuring met 21 stemmen voor - 9 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist mevrouw Ilse Lambrechts, schepen, voor te dragen als effectief lid voor de stuurgroep van deelwerking "erfgoedcel" van de projectvereniging Kempens Karakter, voor de resterende duur van de legislatuur tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist mevrouw Proost, teamleider toerisme en erfgoed, voor te dragen als plaatsvervangend lid voor de stuurgroep van deelwerking "erfgoedcel" van de projectvereniging Kempens Karakter, voor de resterende duur van de legislatuur tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

 

Art 3 :

Deze beslissing wordt ter kennisgeving aan de projectvereniging Kempens Karakter overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

DUWIJCKPARK VZW - VERTEGENWOORDIGER ALGEMENE VERGADERING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 janauri 2021 over de aanduiding van mevr. Vermassen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering voor de stad van Duwijckpark vzw

 

Feiten en context

De stad neemt deel aan Duwijckpark vzw als lid van categorie A.

 

Duwijck vzw bestaat uit leden van categorie A en B, waarbij de stad een lid is van categorie A, naast de POM-Antwerpen als overheidsinstellingen. Leden van categorie B zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die:

Titularis zijn van een zakelijk recht op minstens 50% van een perceel grond en/of het daarop opgerichte gebouw gelegen binnen het bedrijventerrein ‘’Duwijckpark’’, of;

Titularis zijn van een persoonlijk gebruiksrecht met een minimale onopzegbare duur van minstens drie opeenvolgende jaren betreffende minstens 50% van een perceel grond en het daarop opgerichte gebouw binnen het bedrijventerrein ‘’Duwijckpark’’;

 

De vereniging wordt bestuurd door een collegiaal bestuursorgaan van tenminste drie en maximum zeven bestuurders die al dan niet lid zijn van de vereniging. Het bestuursorgaan moet ten allen tijde uit een meerderheid van bestuurders bestaan die voorgedragen zijn door leden van categorie B.

 

De algemene vergadering is samengesteld uit alle effectieve leden. Vanuit Duwijck vzw vraagt men een effectief vertegenwoordiger voor deze algemene vergadering aan te duiden.

 

Daarnaast kan de stad Lier op haar verzoek de algemene vergadering bijwonen en haar advies uitbrengen, maar kan niet over het stemrecht beschikken. De stad Lier wordt op de hoogte gesteld van de datum, locatie en de agenda van elke algemene vergadering.

 

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur

statuten Duwijck vzw

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Tom Claes, Geert Marrin en Jan Hermans

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de heer Serneels, teamcoördinator ondernemen, aan te duiden als effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Duwijckpark vzw en dit voor de resterende duur van deze legislatuur.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

REGIONAAL LANDSCHAP RIVIERENLAND VZW - AANDUIDEN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER VOOR ALGEMENE VERGADERING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2019 over de aanduiding van Walter Grootaers, schepen, en Gino Verbiest, consulent stad Lier, resp. als effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Regionaal Landschap Rivierenland vzw; Walter Grootaers, schepen, maakt tevens deel uit van de raad van bestuur en dit voor de hele legislatuur 2019-2024.

Collegebeslissing van 13 januari 2020 over het voordragen van Walter Grootaers als kandidaat voor het Dagelijks bestuur van Regionaal Landschap Rivierenland vzw, voor een duur van zes jaar, vanaf de algemene vergadering tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2024.

Gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2021 over de aanduiding van Thierry Suetens, schepen, als effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Regionaal Landschap Rivierenland vzw en de heer Verbiest, consulent stad Lier, als lid van de raad van bestuur van Regionaal Landschap Rivierenland vzw en dit voor de resterende duur van zes jaar, vanaf de algemene vergadering tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2024

 

Feiten en context

De stad Lier neemt deel aan het Regionaal Landschap Rivierenland vzw.

 

Vermits de huidige voorgedragen bestuurder in de raad van bestuur en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering niet meer bij de stad werkt, dient een vervanger te worden aangeduid.

 

Juridische grond

Decreet van 21 oktober 1997 op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (en latere wijzigingen), inz. art. 54 over de regionale landschappen

Statuten van Regionaal Landschap Rivierenland

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Tom Claes, Geert Marrin en Jan Hermans

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om mevr. Michiel, teamcoördinator omgeving, aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Regionaal Landschap Rivierenland vzw en dit voor de resterende duur van zes jaar, vanaf de algemene vergadering tot aan de eerste algemene vergadering in het jaar 2025.

 

Art 2 :

Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de Regionaal Landschap Rivierenland vzw.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

OPVOLGINGSCOMMISSIE KLEINE NETE - AANDUIDEN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2019 over het aanstellen van Walter Grootaers, schepen, als effectief vertegenwoordiger en Gino Verbiest, consulent stad Lier, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de opvolgingscommissie Kleine Nete en dit voor de hele duur van de legislatuur.

Gemeenteraadsbeslissing van 29 maart 2021 over het aanstellen van Thierry Suetens, schepen als effectief vertegenwoordiger voor de opvolgingscommissie Kleine Nete en dit voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Feiten en context

De stad maakt deel uit van de opvolgingscommissie Kleine Nete.

 

De stad dient een effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger aan te duiden voor de opvolgingscommissie Kleine Nete. Dit is de burgemeester en/of een schepen.

 

De opvolgingscommissie Kleine Nete heeft als opdracht de voortgang en onderlinge afstemming van de verschillende plannen en processen in de vallei van de Kleine Nete te bewaken.

De opvolgingscommissie bestaat uit telkens één vertegenwoordiger van de lokale besturen (Geel, Grobbendonk, Herentals, Kasterlee, Lier, Lille, Nijlen, Olen, Ranst, Vorselaar en Zandhoven), het provinciebestuur en de betrokken Vlaamse overheden, 2 vertegenwoordigers van de landbouwsector (Boerenbond en ABS) en 2 vertegenwoordigers van Natuurpunt.

Via deze opvolgingscommissie krijgen alle actoren steeds een globaal overzicht van de stand van zaken en de samenhang tussen de verschillende projecten en kunnen ze knelpunten in de afstemming of uitvoering signaleren. Doelstelling is om samen met alle betrokkenen te streven naar gedragen oplossingen en realisaties op het terrein.

Het is niet de bedoeling dat de opvolgingscommissie in de plaats treedt van het overleg in de individuele projecten. De communicatie en participatie in het kader van de individuele projecten blijft verder lopen zoals voordien.

De opvolgingscommissie komt twee à drie maal per jaar samen onder het voorzitterschap van gouverneur Cathy Berx.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

25 stemmen voor: Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Ilse Lambrechts, Annemie Goris, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien, Nancy Dresen, Marc Franquet, Marc De Keulenaer en Charlotte Schwagten

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Katrien Vanhove, Tom Claes, Geert Marrin en Jan Hermans

Goedkeuring met 25 stemmen voor - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om mevr. Michiel, teamcoördinator omgeving, aan te stellen als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de opvolgingscommissie Kleine Nete en dit voor de resterende duur van de legislatuur.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. renovatie van sociale woningen Jacob Jordaenslaan – compensatieregeling

In het voorjaar van 2021 startten de renovatiewerken aan een eerste reeks sociale woningen in de schilderswijk, nl. de badkamer- en keukenrenovaties van de huurwoningen in de Jacob Jordaenslaan.  De renovatiewerken verliepen echter traag en chaotisch, er was te weinig personeel op de werf, de communicatie met de werklieden was moeilijk, de Nederlandskundige werfleider was er niet altijd en materialen werden laattijdig geleverd.  Dat ging dus gepaard met heel wat praktische problemen voor de bewoners die zich veel langer dan voorzien moesten behelpen met noodvoorzieningen voor keuken en badkamer.  Voor de uitvoeringstermijn waren 6 weken voorzien maar eind juni waren de werken bij sommige bewoners reeds 7 tot 10 weken bezig.  Uiteindelijk duurden de werkzaamheden tot ruim na het bouwverlof.  Zelfs in december werden er bij sommige huurders nog zaken afgewerkt.

Naar aanleiding van mijn interpellatie in de gemeenteraad van juni 2021 heeft de LMH, bij monde van toenmalig  schepen Vanderpoorten,  uitleg gegeven over het verloop van de werkzaamheden en ook beloofd om voor de huurders een compensatieregeling uit te werken op basis van het aantal dagen termijnoverschrijding per huurder boven de 40 kalenderdagen en op basis van een keuze voor een forfaitaire of procentuele vergoeding.

Volgens een recente bevraging van een aantal huurders is er aan de huurders hierover nog niets gecommuniceerd geweest.

 

Daarom mijn vraag aan het CBS of de vertegenwoordigers van de stad in de RvB van de LMH de volgende informatie kunnen terugkoppelen naar de gemeenteraad:

        Is er intussen een compensatieregeling voor de huurders uitgewerkt en wanneer wordt dit aan de huurders gecommuniceerd.

        Tot welke inzichten heeft de evaluatie van deze eerste fase geleid?

        Zal dezelfde aannemer ook de volgende fasen uitvoeren?

        Waar en wanneer start de volgende fase?

 

Antwoord Schepen Sabine Leyzen:

Is er intussen een compensatieregeling voor de huurders uitgewerkt en wanneer wordt dit aan de huurders gecommuniceerd?

Die compensatieregeling is er inderdaad.

We maken een onderscheid tussen huurders waar de keuken EN de badkamer werd vernieuwd

én huurders waarbij slechts één van beide werd vernieuwd.

We hebben geopteerd voor een forfaitaire regeling, d.i. éénzelfde bedrag voor iedere betrokkene (rekening houdend met keuken EN badkamer ofwel één van beide).

Rekening houden met de individuele huurprijs en het aantal extra dagen hinder zou leiden tot een apothekersweegschaal waarbij sommige nauwelijks een compensatie zouden krijgen.

Iemand met een hoge huur en slechts enkele dagen extra hinder zou dan meer compensatie ontvangen dan iemand met de laagste huur en meerdere extra dagen hinder.

We hebben dus geen rekening gehouden met de huurprijs die men nu betaalt, noch met het exact aantal dagen dat de keuken en/of badkamer niet bruikbaar was.
De communicatie is voorzien ZODRA de werken voorlopig zijn opgeleverd.

Dit zou in de loop van de volgende weken moeten zijn.

Ook hier, bij de oplevering, hapert het bij de aannemer zonder dat we veel kunnen doen.

Tot welke inzichten heeft de evaluatie van deze eerste fase geleid ?
Deze aannemer heeft erg krap ingeschreven waardoor hij problemen ondervindt met zijn onderaannemers.

We hebben een veto uitgesproken tegen sommige onderaannemers en tegen bepaalde werfleiders. Dit betekent echter niet dat we 100% zekerheid hebben over de kwaliteit van de volgende fase.

We kunnen alleen maar kort opvolgen en aandringen dat de aannemer steeds snel reageert.

Verder zullen slechts enkele woningen tegelijkertijd worden opgestart.

Dus de afbraakwerken gelijktijdig starten in bijv. 30 woningen om daarna pas mondjesmaat de plaatsing van keukens en/of badkamers op te starten, zal NIET langer worden getolereerd.

De doorlooptijd per woning moet beperkt worden tot het overeengekomen maximum van 40 dagen voor de keuken en 18 dagen voor de badkamer.

In de eerste fase hadden de huurders de keuze om een sanitaire unit en noodkeuken te laten plaatsen. Dit wordt niet langer een optie, maar zal per definitie worden voorzien. 

Gezien de kost die dit meebrengt voor de aannemer zal hij eerder opteren voor kleinere aantallen (4 à 5 woningen per keer).

 

Zal dezelfde aannemer ook de volgende fasen uitvoeren ?

De directeur van de LMH liet het volgende weten: er zijn o.i. geen juridische mogelijkheden om deze aannemer te weren tenzij we bereid zijn een boete van 10% van de volgende fasen die werden gegund, te betalen.

Dit is een bedrag van meer dan 300.000 euro. We nemen aan dat de stad daarin niet wil tegemoet komen.

Bovendien kan deze aannemer in een volgende aanbesteding opnieuw meedingen en zullen we in geval hij de laagste prijs biedt, opnieuw aan hem moeten gunnen. Dit valt onder de wetgeving overheidsopdrachten.

 

Waar en wanneer start de volgende fase ?

Dit wordt nog besproken met de aannemer, maar er zal maximaal één fase per keer worden aangevat. Pas nadat deze is afgerond zal er een volgende fase worden opgestart, met telkens een evaluatie…

De LMH doet er alles aan om de hinder bij de betrokken bewoners zo goed als mogelijk te beperken in tijd, maar het blijft een moeilijke oefening voor zowel de bewoners als voor de LMH.

 

 

Interpellatie 2 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. opvang Oekraïners

Op 24 februari zette Rusland een brutale inval in op Oekraïne. Onder het mom van een ‘militaire operatie’ worden reeds een maand voortdurend burgerdoelwitten beschoten en gebombardeerd. Een op Europees grondgebied ongeziene vluchtelingenstroom richting het westen kwam op gang. Reeds 10 miljoen Oekraïners zouden de eigen woonplaats zijn ontvlucht. Reeds 3 miljoen staken een landsgrens over. Duizenden van deze vluchtelingen kwamen reeds op het Belgische grondgebied toe. Het noopte de staatssecretaris tot een oproep bij de brede bevolking om opvang te bieden aan deze vluchtelingen. Hoewel succesvol, en hoe hartverwarmend de bereidwilligheid van onze landgenoten ook is, er zal meer nodig zijn. Veel meer. Omdat de Oekraïners na hun registratie meteen een verblijfsrecht krijgen vallen zij voor hun verdere opvang en begeleiding onder de bevoegdheid van de gemeenten. Gezien de grote aantallen vluchtelingen die zich reeds aanmeldden en die nog gaan toekomen, zullen er flinke inspanningen moeten geleverd worden om te voorzien in een degelijke opvang en begeleiding. Op de afgelopen verenigde commissie stelden we reeds een open vraag naar wat er reeds gebeurt omtrent de opvang van de Oekraïense vluchtelingen. We bleven na deze bespreking op onze honger zitten en gaan via deze interpellatie graag wat concreter in op enkele onderwerpen.

 

        Tijdens de commissie werd aangegeven dat er aan de hogere overheid zou meegedeeld worden dat Lier in 80 opvangplaatsen kan voorzien. Tegelijk werd ook verteld dat Lier er rekening mee moet houden dat er wel eens 700 Oekraïners in Lier een opvangplek zullen nodig hebben. De discrepantie tussen beide cijfers is zeer groot. We denken dan ook met onze fractie dat Lier wat meer moeite moet doen om een collectief alternatief uit te werken. De opvang bij particulieren is lovenswaardig maar erg onzeker. Veel mensen weten niet waar ze aan beginnen en in veel gevallen zal de opvang daar in de tijd (erg) beperkt zijn. Onze concrete vraag is dan ook in welke mate er inspanningen geleverd worden om een locatie voor een collectieve opvang te zoeken en te realiseren? Dit hoeft niet op Liers grondgebied te zijn, maar kan bv. in samenspraak met buurgemeenten gerealiseerd worden.

        Particulier of collectief, een aangepaste begeleiding voor deze specifieke groep is noodzakelijk. Psychische, medische en sociale begeleiding zal intensief moeten zijn om het samenleven zonder al te veel problemen te laten verlopen. Er is veel kennis en expertise aanwezig bij de diensten, maar we gaan er toch vanuit dat hier versterking nodig zal zijn.

        Tot slot werd er de afgelopen jaren door de coronacrisis al bijzonder veel aan extra inspanningen gevraagd van het personeel van stad en OCMW. De dossierlast bij de maatschappelijk werkers is reeds aanzienlijk en de uitdagingen op het vlak van armoedebestrijding zijn enorm en stijgen alleen maar. Het opvangen van een groot aantal Oekraïense vluchtelingen komt daar nu bovenop. Op de commissie vernamen we dat het CBS gaat nadenken over hoe daar mee om te gaan. We denken echter dat er beter niet gewacht wordt en op korte termijn een financiële inspanning wordt geleverd en extra personeel wordt ingezet.

 

Antwoord burgemeester Rik Verwaest:

 

       Tijdens de commissie werd aangegeven dat er aan de hogere overheid zou meegedeeld worden dat Lier in 80 opvangplaatsen kan voorzien. Tegelijk werd ook verteld dat Lier er rekening mee moet houden dat er wel eens 700 Oekraïners in Lier een opvangplek zullen nodig hebben. De discrepantie tussen beide cijfers is zeer groot. We denken dan ook met onze fractie dat Lier wat meer moeite moet doen om een collectief alternatief uit te werken. De opvang bij particulieren is lovenswaardig maar erg onzeker. Veel mensen weten niet waar ze aan beginnen en in veel gevallen zal de opvang daar in de tijd (erg) beperkt zijn. Onze concrete vraag is dan ook in welke mate er inspanningen geleverd worden om een locatie voor een collectieve opvang te zoeken en te realiseren? Dit hoeft niet op Liers grondgebied te zijn, maar kan bv. in samenspraak met buurgemeenten gerealiseerd worden.

Ik kan garanderen dat er aan geleverde inspanningen geen gebrek is. Ik ga ervan uit dat uw formulering niet zo bedoeld is, maar de suggestie dat we gewoon wat meer moeite moeten doen was voor collega Goris en iedereen die bij dit verhaal betrokken is pijnlijk om te lezen. Onze mensen hebben zich de afgelopen weken dubbelgeplooid om de toestroom van Oekraïners te begeleiden. Dat moesten we doen terwijl het bovenlokale kader volop werd uitgetekend en nog altijd wijzigt. Het is moeilijk oplossingen zoeken als je niet weet met welke kaarten je speelt. Dat zeg ik niet om onze verantwoordelijkheid af te schuiven, noch om verwijten te maken aan de hogere overheden. Maar het is wel de realiteit waar we in werken.

Wat collectieve opvang betreft krijgen we het advies om te kijken naar ruimtes die veilig bereikbaar zijn en ruimtelijk geschikt voor menselijke bewoning. Men suggereert dan te kijken naar leegstaande locaties in de volgende categoriëen: kloosters, hotels woonzorgcentra, sociale woningen, militaire domeinen, vakantieparken… U mag van mij gerust aangeven waar we die in Lier zouden kunnen vinden. Als ze er waren hadden we ze al lang aangeboden, maar het is er simpelweg niet. Het enige alternatief is bestaande vrijetijdsinfrastructuur opeisen. Maar u herinnert zich ongetwijfeld hoe uw fractie verbolgen was toen we het op dat moment door Corona ongebruikte CC De Mol als vaccinatiecentrum inzetten. Ik mag er dus van uitgaan dat u niet pleit om de wijkhuizen, sporthallen of culturele ruimtes nu als opvangcentra te gaan inzetten? Ook onze hotels en B&B’s hebben goede wil, maar zijn niet bereid om hun vaste cliënteel dat na Corona terugkeert te weigeren als ze hun capaciteit nu ter beschikking stellen voor vluchtelingenopvang.

Heel concreet hebben we in Lier de stedelijke gronden aan de Posthoornstraat opgegeven als mogelijke locatie voor een collectief opvangdorp, aangezien er werd gevraagd minstens één zulke plek ter gemeente voor te stellen. Maar of daar iets wordt gerealiseerd beslissen wij niet.

Kort samengevat: het is geen kwestie van moeite doen, noch van slechte wil. De realiteit hebben we helaas niet te kiezen. Wij gaan er ook van uit dat in de buurgemeenten wellicht betere opties voorhanden zijn voor collectieve opvang. De Vlaamse en provinciale overheid zijn nu momenteel bezig die per regio in kaart te brengen. Welke rol we als Lier moeten spelen in zulke situatie is momenteel niet uitgeklaard, maar het is echt niet de bedoeling dat ik nu mijn naburige collega’s opbel om zelf akkoordjes te maken. De chaos is al groot genoeg.

 

● Particulier of collectief, een aangepaste begeleiding voor deze specifieke groep is noodzakelijk. Psychische, medische en sociale begeleiding zal intensief moeten zijn om het samenleven zonder al te veel problemen te laten verlopen. Er is veel kennis en expertise aanwezig bij de diensten, maar we gaan er toch vanuit dat hier versterking nodig zal zijn. Tot slot werd er de afgelopen jaren door de coronacrisis al bijzonder veel aan extra inspanningen gevraagd van het personeel van stad en OCMW. De dossierlast bij de maatschappelijk werkers is reeds aanzienlijk en de uitdagingen op het vlak van armoedebestrijding zijn enorm en stijgen alleen maar. Het opvangen van een groot aantal Oekraïense vluchtelingen komt daar nu bovenop. Op de commissie vernamen we dat het CBS gaat nadenken over hoe daar mee om te gaan. We denken echter dat er beter niet gewacht wordt en op korte termijn een financiële inspanning wordt geleverd en extra personeel wordt ingezet.

Dat er extra inspanningen nodig zullen zijn is evident. We bekijken momenteel enkele concrete pistes om personeel vrij te maken of aan te werven om specifiek de opvolging van Oekraïense vluchtelingen op te volgen. Maar op dit moment is het eenvoudigweg te vroeg om al te weten wat nodig is. Tot vorige week wisten we niet hoeveel procent van het leefloon zou worden vergoed. Over de specifieke taak van de stad qua psychologische en sociale begeleiding per opvangvorm is nog geen duidelijkheid. Het zou wellicht zeer daadkrachtig klinken als wij hier verkondigen dat we stevig gaan aanwerven en meteen een fikse budgetverhoging erbovenop. Maar u draait lang genoeg mee om te weten dat een verhoging van de uitgaven op de ene post gevolgen heeft elders indien er geen nieuwe inkomsten zijn voorzien. We moeten dus eerst de becijfering maken hoeveel middelen we voor deze specifieke groep ontvangen en welke taken daar allemaal tegenover staan. Op dit moment is boodschap dat er door federale overheid toelage van 135% leefloon wordt uitbetaald, waarbij dus ook een extra deel voor de personeelsuitgaven vervat kan zitten. In principe is er dus marge om per x-aantal Oekraïners extra begeleiding te voorzien en te financieren, dat gaan we dus gaandeweg concretiseren als we duidelijkheid hebben over hoeveel mensen voor welke periode we zullen opvangen.

 

 

Interpellatie 3 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. fietskluizen

Iedereen is overtuigd dat de fiets in onze stad een ideaal vervoersmiddel is: veilig, gezond, klimaatvriendelijk en het creëert ruimte.

 

Een fietsvriendelijk beleid is daarvoor nodig. Een van de elementen is het ter beschikking stellen van fietskluizen.

 

Echter: naast het proefproject met een aantal kluizen op het Sionsplein, lijkt deze flankerende maatregel geen vervolg te kennen.

 

Daarom volgende vragen ter bespreking:

        Hoe evalueert u (het gebruik van) de fietskluizen?

        Waar voorziet u de installatie van extra fietskluizen?

        Op basis van welke criteria worden deze locaties gekozen?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Nadat de gemeenteraad eind 2019 het reglement voor de verhuur van fietskluizen goedkeurde, ging het  proefproject met 2 fietskluizen op Sion met telkens 5 stalplaatsen van start begin 2020. De fietskluizen waren zeer snel verhuurd en er ontstond ook een wachtlijst.

In het ontwerp van Ros Beiaard werd daarom een uitbreiding van het aantal fietskluizen voorzien. Nu staan er 5 fietskluizen met telkens 5 plaatsen. Daarvan zijn er op dit moment 3 helemaal verhuurd (15 plaatsen dus).
Verdere uitrol was tot voor kort voorzien aan de hand van herinrichtingsprojecten door in het ontwerp van de heraanleg van straten één of meerdere fietskluizen te integreren (cf. OW Maanstraat-Sterrenstraat-Komeetstraat). Dit is echter een trage groei.

Om de uitrol te versnellen, werd vanaf dit jaar extra budget voorzien in de MJP:

o   2 extra kluizen in 2022

o   2 extra kluizen in 2023

o   1 extra kluis in 2024

o   1 extra kluis in 2025

Als eerste bijkomende locatie plannen we weldra 2 fietskluizen te plaatsen op de Gasthuisvest. Die sluiten daarbij goed aan bij de zone Bril-Kloosterstraat-Volmolenstraat-Kattenstraat. Dat zijn straten die algemeen een groot deel eerder kleine woningen, gelijkaardig aan wat we op het Looks zien. In die zin denken we dat dit een populaire locatie zou kunnen worden. De plaats die we in gedachten hebben, wordt momenteel in beslag genomen door de werf van het klooster. We bekijken hoe we daarmee kunnen omgaan.

De verdere uitrol-locaties zullen vooral gestuurd worden op basis van meldingen van burgers. Maar ter aanvulling hebben we ook eens een bevraging gelanceerd. Ook de fietsersbond koppelde al terug wat voor hen interessante locaties zijn. Het zijn veelal dezelfde locaties die via deze verschillende wegen terugkomen. Straten die vaak weerkeren in het lijstje zijn omgeving Blokstraat en Sporthal De Komeet.


Op basis daarvan kunnen dan specifieke locaties worden gezocht in de betrokken wijken.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 27/04/2022