Lier

Zitting van 25 oktober 2021

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Freddy Callaerts (Vooruit Lier) i.v.m. vaccinatiecentrum 2

Na verschillende maanden in het cultureel centrum en een tweetal weken in het H.Hartziekenhuis is het vaccinatiecentrum Pallieterland nu neergestreken in het voetbalstadion van Lierse.

Voor vele van onze 65 plussers die nu hun derde prik moeten krijgen is er echter een probleem qua bereikbaarheid, met het openbaar vervoer is het namelijk heel moeilijk om er te geraken.

Verschillende mensen uit mijn omgeving hebben al te kennen gegeven om hun Derde prik niet te gaan halen.

Ik zou dan ook willen vragen of het CBS. begeleidende maatregelen voorziet zodat onze senioren in het vaccinatiecentrum geraken.

 

Antwoord burgemeester Frank Boogaerts:

Om een hoge vaccinatiecapaciteit te kunnen blijven garanderen in Eerstelijnszone Pallieterland werd een nieuw vaccinatiecentrum in het Stadion van KSK Lierse gebouwd. Dit is inderdaad sinds 20 oktober geopend.

 

Om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het nieuwe vaccinatiecentrum te waarborgen, worden verschillende maatregelen genomen:

Het vaccinatiecentrum beschikt over een ruime parking waardoor 65+’ers zich door familie, mantelzorger of evt. ondersteunende thuiszorgdiensten met de wagen kunnen laten heen- en terugvoeren.

Via een uitgebreid signalisatieplan hebben de bevoegde diensten ervoor gezorgd dat alle toegangswegen duidelijk aangegeven worden in het straatbeeld d.m.v. pijlen.

De mobiliteitscascade die ontwikkeld werd, is nog steeds in werking om ervoor te zorgen dat elke te vaccineren persoon ter plaatse en terug geraakt op een manier die het best bij zijn of haar noden aansluit.

 

(Zie afbeelding volgende pagina)

 

 

Elke 65+’er ontving een informatiefolder om aan te kondigen dat zij zullen worden uitgenodigd voor een boostervaccinatie (zie bijlage). Deze folder licht ook toe hoe men ons kan contacteren wanneer er problemen zijn inzake het bereiken van het nieuwe vaccinatiecentrum. Het callcenter zal de persoon waar nodig dan doorverwijzen naar de Minder Mobiele Centrales van de betrokken stad of gemeente. Een doorverwijzing naar de diensten van Rolkar is eveneens mogelijk wanneer de situatie dit vraagt.

De werking van de MMC’s en de gesignaleerde noden en knelpunten worden via een structureel overleg met de aanspreekpunten per lokaal bestuur geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig.

De bereikbaarheid met het openbaar vervoer staat ook toegelicht in de brochure: bus 1 stopt aan halte ‘Lier Stadion’. Dit is ongeveer 6 minuten wandelen van het vaccinatiecentrum.

Het vaccinatiecentrum voorziet rolstoelen aan de ingang zo ondersteuning ook mogelijk is van beperkt mobiele personen voor het traject: parking – vaccinatiecentrum – parking.

Door 65+’ers met prioriteit uit te nodigen op de gelijkvloerse afdeling van het centrum willen we de toegankelijkheid zo hoog mogelijk houden voor personen die minder mobiel zijn.

Het callcenter is steeds beschikbaar via vaccinatiecentrum@lier.be of 03 8000 410 om alle vragen m.b.t. bereikbaarheid voor 65+’ers (en andere burgers) van een gepast antwoord te voorzien. Weet het callcenter het antwoord niet? Dan bezorgen zij dit aan de programma- en populatiemanager zodat een antwoord op maat kan worden bezorgd.

 

De collega’s van de MMC’s houden ook de populatie- en programmamanager op de hoogte van de ritten die geboekt worden. Zo krijgen we een indicatie van de vraag hiernaar en kunnen we tijdig bijsturen waar nodig.

 

Ik ben zelf vrijdag nog langs geweest op het vaccinatiecentrum en heb een gesprek gehad met de verantwoordelijken en heb er ook een rondgang gemaakt. Iedereen bevestigde mij dat alles prima verloopt. Ik ben ook overeengekomen met de centrumverantwoordelijke dat, indien nodig, contacten zullen genomen worden met De Lijn.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. fiets aan tunnel

Aan de voetgangerstunnel langs de kant van de Antwerpsesteenweg is een dubbel fietspad getrokken in rode kleur en duidelijk gemarkeerd als fietsstrook. Als voetganger ben je verplicht deze over te steken als je door de tunnel moet. Graag duidelijkheid:

Wie heeft hier voorrang, de fietser of de voetganger en op welke manier wordt de Burger hiervan op de hoogte gebracht?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Deze situatie is momenteel ingericht als kruispunt waardoor de fietsers hier voorrang hebben op de voetgangers die uit de tunnel komen omdat het fietspad doorlopend is t.o.v. het voetpad.

 

Bij adviesvorming van de stad naar de provincie toe werd dit punt als aandachtspunt doorgegeven omwille van de onduidelijkheid, maar ook omdat dit indruist tegen het STOP-principe waarbij in een stedelijke omgeving voetgangers in het voordeel zouden moeten zijn t.o.v. fietsers. Daarin is men bij de uitwerking van de fietsostrade niet meegegaan.

 

Er wordt door onze diensten onderzocht of het aanbrengen van zebrapaden op deze plekken voor een duidelijkere situatie kunnen zorgen.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. ribbeltegels op Grote Markt

Naast de ribbel- en noppentegels aan oversteekplaatsen, werd enkele jaren geleden op de Grote Markt ook een ribbelstrook voorzien, om er voor te zorgen dat slechtzienden er makkelijker hun weg kunnen vinden langsheen de terrassen.

Terwijl de tegels dus bedoeld zijn om slechtzienden van een veilige doorgang te voorzien, worden deze mensen echter meer en meer geconfronteerd met en verhinderd door containers, fietsen en andere objecten die op deze tegels geplaatst worden. Een aantal tegels zijn ook stuk.

Het getuigt allicht niet van slechte wil dat men de ribbelstroken met allerhande obstakels inpalmt, maar het toont wel aan dat deze tegels meer aandacht verdienen.

 

Ik heb hierbij de volgende vragen:

1. Is het College zich bewust van deze problematiek?

2. Op welke manier zal het College er voor zorgen dat deze ribbel- en noppentegels te allen tijde worden vrijgehouden?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Obstakels op de blindegeleidelijnen zijn een gekend fenomeen. Het klopt dat de lijnen geregeld geblokkeerd worden door allerlei zaken die daar niet thuis horen waaronder zeker niet in het minst gestalde fietsen.

 

Daarop is door onze gemeenschapswachten en de politie ook al gesensibiliseerd.  Wellicht is uw inschatting correct dat veel mensen niet waarvoor die speciale tegels eigenlijk dienen, welk maatschappelijk belang ze hebben. Deze sensibilisering moeten we verder aanhouden om de aandacht hiervoor blijvend op de agenda te houden.

 

Er blijft wel een uitdaging op vlak van de zaterdagmarkt. Daarvoor is voorlopig nog geen oplossing gevonden die deze geleidestroken volledig ontziet.

 

 

Mondelinge vraag 4 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. stand van zaken Gele Doos

Enkele maanden geleden stelden we met onze fractie voor om de Gele Doos te introduceren in Lier en Koningshooikt. De laatste update van dit dossier, die we via een vorige mondelinge vraag vernamen, was dat de stad haar eerste voorstel voor een project hierrond verder zou verfijnen, rekening houdend met een aantal opmerkingen. Dit nieuwe voorstel zou dan op de raad van bestuur van de eerstelijnszone van 8 juni gebracht worden.

 

Ik heb hierbij de volgende vragen:

1. Welk voorstel heeft de stad aan de raad van bestuur van 8 juni voorgelegd?

2. Hoe werd dit voorstel onthaald? Mogen we weldra een Gele Doos verwachten, al dan niet in digitale vorm, in Lier of zelfs in gans de eerstelijnszone?

 

Antwoord schepen Annemie Goris:

Het concept van de ‘gele dozen’ werd, zoals gepland, besproken op het bestuursorgaan van onze ELZ, waar het positief werd onthaald. Er werd beslist dat Lier in een eerste beweging de trekkende rol zou spelen bij de verdere uitrol van dit project. Hiervoor werd er een werkgroep opgericht bestaande uit een afvaardiging van de gemeenten van de ELZ (Lier, Duffel, Nijlen, Berlaar en Ranst). Ook het Heilig Hartziekenhuis werd bij het overleg betrokken alsook iemand vanuit OKRA vzw en ook de stafmedewerker van onze ELZ. Een eerste overleg met de werkgroep vond plaats op 21 juni.

 

Aangezien een aantal gemeenten voorbehoud hadden om meteen in te stappen in dit project, werd er gezamenlijk beslist om de zomerperiode te gebruiken om de hulpdiensten kort te bevragen naar de zinvolheid/meerwaarde van de uitrol van de ‘gele dozen’. Enkele gemeenten uit de ELZ hadden immers juist bedenkingen over de meerwaarde van de 'gele dozen' voor hulpdiensten. Het resultaat van de bevraging, die werd uitgevoerd door een medewerker van de stad Lier, zou beslissend zijn voor deze gemeenten om al dan niet mee te stappen in dit project. Op 27 september werden de resultaten van de bevraging op een nieuw overleg van de werkgroep besproken. Ondanks enkele bedenkingen van sommige hulpdiensten bij de mogelijke introductie van de ‘gele dozen’ (bv. het mogelijks probleem van het up to date houden van gegevens in de gele doos en de trend om tegenwoordig alles te digitaliseren) waren de meeste hulpdiensten overtuigd van de meerwaarde.

Er werd dan door alle gemeenten van onze ELZ besloten om het project verder uit te rollen en liefst zelfs op regionale basis (regio Rivierenland).

 

Dit voorstel werd vervolgens besproken binnen het regionaal overleg van de Welzijnskoepel op 4 oktober jl. en daar bleek dat de meeste eerstelijnszones het project zouden uitrollen en eventueel een regionale groepsaankoop (om de kosten te drukken) zouden overwegen.

Binnenkort, op 8 november, zitten de eerstelijnszones samen op het overleg van de regionale zorgzone om af te stemmen over de verdere aanpak en eventuele interesse af te toetsen van gemeenten om in te stappen in een groepsaankoop. Op 10 november zal er een terugkoppeling plaatsvinden van dit regionaal overleg naar de werkgroep van onze ELZ.

 

 

Mondelinge vraag 5 : van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. SAVE-charter

Op de gemeenteraad van 16 december 2019 heb ik een toegevoegd punt ingediend met de vraag om het SAVE-charter, Samen Actief voor een Veilig Verkeer, en een initiatief van de organisatie Ouders van Verongelukte Kinderen, te ondertekenen.  Het project wil in SAVE-gemeenten een verkeersveiligheidscultuur doen ontstaan die er niet alleen voor zorgt dat de verkeersveiligheid verhoogt, maar ook de verkeersleefbaarheid. Het SAVE-charter Steden & Gemeenten bestaat uit zeven SAVE-doelstellingen die een grotere veiligheid beogen voor elke weggebruiker en voor jongeren en kinderen in het bijzonder.”

Van dit voorstel werd akte genomen en er zou een inventarisatie gebeuren van de lopende projecten en bekeken worden hoe het SAVE-charter hier kon ingeschakeld worden.

 

Werd deze oefening gemaakt en met welk resultaat?

Is het ondertekenen van het SAVE-charter momenteel nog actueel?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Hoewel verschillende van de doelstellingen reeds toegepast worden of toch geadviseerd worden door de dienst, lijkt het zeker zinvol om het Charter te ondertekenen, op voorwaarde dat het geen dode letter is. Ondertekenen om enkel en alleen mee op de lijst te staan zal voor de kinderen en jongeren weinig extra verkeersveiligheid opleveren.

 

De specifieke doelstellingen zullen zowel bij mobiliteit, als politie, als welzijn moeten worden ingevuld en voorbereid en daarvoor hebben we momenteel nog onvoldoende personeelscapaciteit kunnen vrijmaken.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 27 SEPTEMBER 2021. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 27 september 2021.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 27 september 2021 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

RETRIBUTIEREGLEMENT BETREFFENDE ONDERGRONDSE AFVALSYSTEMEN BIJ WOONONTWIKKELINGEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 9 augustus 2021 over de goedkeuring van de bepalingen voor ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen en het opmaken van een retributiereglement voor OCT's bij woonontwikkelingen.

De stad Lier is exclusief bevoegd voor de inzameling van huishoudelijk afval op haar grondgebied. Zij heeft het beheer van het huishoudelijk afval overgedragen aan de intergemeentelijke vereniging IVAREM.

 

Feiten en context

Ondergrondse containers (oct’s) worden meestal gebruikt op plaatsen met een geconcentreerde bewoning (appartementen, kleine huisjes, assistentiewoningen, horeca, binnenstad, …), en ook op toeristische locaties of andere locaties waar de normale huis-aan-huisinzameling niet aangewezen is. Ze worden niet alleen geplaatst bij nieuwe projecten, maar kunnen ook geplaatst worden bij bestaande woningen, die aan voorgaande voorwaarden voldoen.

 

IVAREM levert en plaatst de oct’s en staat ook in voor de volledige exploitatie van de oct’s, zoals de herstellingen, het onderhoud, het ledigen,…. De oct’s zijn altijd de eigendom van Ivarem/de Stad en dienen steeds bij Ivarem aangekocht te worden.

 

De projectontwikkelaar, de vme of de syndicus bestelt de oct’s bij IVAREM, via de stad (collegebesluit of bestelbon), na goedkeuring van het dossier door de stad. De stad bepaalt de kosten die aan de projectontwikkelaar, de vme of de syndicus worden aangerekend.

 

Alle projecten voor het plaatsen van ondergrondse containers worden ter advies voorgelegd aan de stad en aan IVAREM. De projectontwikkelaar bezorgt aan IVAREM een grondplan van zijn project met aanduiding van de woonblokken, het aantal wooneenheden per woonblok, de aanduiding van de contouren van de ondergrondse ruimten, de wegenis in zijn project, de groenzones, de toegangen, … samen met de vermelding op het plan van de aanpalende straten buiten.

 

Juridische grond

Artikel 173  van de Grondwet

Decreet lokaal bestuur

Besluit van de gemeenteraad dd. 23 november 2020, waarbij de beheeroverdracht inzake inzameling en verwerking van afval werd verleend aan de intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer regio Mechelen (IVAREM)

 

Argumentatie

De stad Lier wordt geconfronteerd met vragen van projectontwikkelaars betreffende het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers in nieuwe stadsontwikkelingen die meer en meer autoluw en in een groene omgeving worden uitgevoerd. Deze locaties zijn vaak  niet of moeilijk toegankelijk voor inzamelvoertuigen van huishoudelijk afval. Dit betekent dat een oplossing op maat dient te worden uitgewerkt.

Het realiseren, het onderhoud en de exploitatie van de ondergrondse containers veroorzaakt voor de stad Lier hogere kosten dan de reguliere inzameling aan huis.

De meerkosten voor de stad Lier kunnen worden doorgerekend aan de projectontwikkelaars in de vorm van een stedenbouwkundige last.

Deze financiële stedenbouwkundige lasten kunnen als ‘retributie’ worden gekwalificeerd , er is een effectieve tegenprestatie van de stad Lier/Ivarem

Deze lasten dienen redelijk te zijn in verhouding tot de vergunde handelingen, in dit geval het bouwen van een aantal wooneenheden.

 

Stemming

 

23 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin en Tekin Tasdemir

1 stem tegen: Marcel Taelman

8 onthoudingen: Koen Breugelmans, Ella Cornelis, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 23 stemmen voor - 1 stem tegen - 8 onthoudingen

 

BESLUIT

Art. 1 :

De gemeenteraad keurt het retributiereglement betreffende ondergrondse afvalsystemen bij woonontwikkelingen, zoals als bijlage toegevoegd, goed.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN - AANPASSING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 1 maart 2021 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen.

Gemeenteraadsbeslissing van 1 maart 2021 over de goedkeuring van het politiereglement op de begraafplaatsen.

 

Feiten en context

Om een bijkomende herdenkingsplek voor overleden kinderen te voorzien, wilt de stad ouders de mogelijkheid geven om linten met een persoonlijke boodschap op, op te hangen in een "herdenkingsboom". De regels en werkwijze hierover dienen opgenomen te worden in het politiereglement op de begraafplaatsen.

 

Argumentatie

Aangezien het aangewezen is de regels en werkwijze rond het gebruik van de herdenkingsboom op te nemen in het politiereglement op de begraafplaatsen, overweegt het college de aanpassing aan dit reglement voor goedkeuring aan de gemeenteraad te verzenden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het politiereglement op de begraafplaatsen, zoals hierna toegevoegd, goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist het politiereglement op de begraafplaatsen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 1 maart 2021, op te heffen op 1 december 2021.

 

 

Bijlage:

 

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

 

I. Algemene bepalingen

 

Artikel 1: begraafplaatsen

Onderhavig reglement heeft betrekking op de begraafplaatsen:

        Kloosterheide, gelegen te Kesselsesteenweg 97, 2500 Lier

        Mechelsesteenweg, gelegen te Mechelsesteenweg 105-107, 2500 Lier

        Beekstraat, gelegen te Beekstraat, 2500 Koningshooikt.

 

Artikel 2: inrichting van de begraafplaatsen

§ 1. Enkel de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat beschikken over een columbarium, een strooiweide en een urnenveld.

 

§ 2. Op de begraafplaats Mechelsesteenweg is enkel nog begraving in een bestaande concessie mogelijk.

 

Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte graftekens.

 

§ 3. Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.

 

        Op de begraafplaats Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk), de ‘vlindertuin’, afgesloten van de andere secties door middel van beplanting. In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven, een kinderurnenveld en een herdenkingsboom.

 

Op de plaats voor kindergraven en een kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

        Op de begraafplaats Beekstraat is er in de kindersectie (sectie F) plaats voor kindergraven, het begraven van foetussen (in opmaak) en een herdenkingsboom.

 

Op de plaats voor kindergraven mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de plaats voor foetussen mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. Deze begraving is anoniem.

 

§ 4. In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen kleurrijke linten met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 lint per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. De linten zijn blanco waardoor de ouders er nog een persoonlijke toets (tekenen, schrijven, borduren,…) kunnen aan geven vooraleer het lintje op te hangen.

 

§ 5. Enkel op de begraafplaats Kloosterheide is een urnenbos voorzien. Vanaf ingebruikname kunnen hier uitsluitend biologisch afbreekbare urnen begraven worden. Het is niet mogelijk een concessie te nemen in het urnenbos. Er mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden.

Behalve op het daartoe voorziene wandelpad is het verboden het urnenbos te betreden met uitzondering van het personeel van de begraafplaats

 

Artikel 3: definities

Voor de toepassing van huidig reglement wordt verstaan onder:

        Begraven: elk stoffelijk overschot in een kist, lijkwade of asurne, dat wordt gelegd in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld. Het kan gaan om zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde grond.

        Concessie: overeenkomst tussen de stad en de concessiehouder waarbij de stad een grond of nis ter beschikking stelt voor begraving of bijzetting in het columbarium van een persoon, die als begunstigde wordt aangeduid door de concessiehouder of voor de duur van de thuisbewaring. Er is geen eigendomsoverdracht van de grond of nis. Het betreft slechts een gebruiksrecht, dat verleend wordt tegen betaling voor een welbepaalde termijn. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar

        Hernieuwing van een concessie: de verlenging van een concessie voor een begraving- of bijzettingtermijn of voor de duur van de thuisbewaring voor een welbepaalde periode na betaling van een welbepaald bedrag

        Geconcedeerde grond/ nis: grond of nis in het columbarium, waarop voor een welbepaalde termijn tegen betaling van een bepaald bedrag een concessie wordt genomen door een concessiehouder voor de begraving of bijzetting van de begunstigde van de concessie.

        Niet-geconcedeerde grond/nis: gratis begraven zonder concessie in een grafkuil, grafkelder, het urnenveld, het urnenbos of gratis bijzetting in een nis van het columbarium

        Verstrooien van as: het uitstrooien van de as na crematie op de strooiweide

        Bijzetten in een nis van het columbarium: de asurne plaatsen in een gesloten nis van het columbarium. Het gaat zowel om geconcedeerde als niet-geconcedeerde nissen.

 

II. Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan

 

Artikel 4:

Elk overlijden in de gemeente wordt zonder verwijl aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

 

Artikel 5:

Diegenen, die voor de begraving instaan, regelen met het stadsbestuur de formaliteiten betreffende de begraving. Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.

 

Artikel 6:

Tot kisting mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand, op voorlegging van het daartoe nodige doktersattest. De burgemeester of zijn gemachtigde mogen de kisting bijwonen.

 

Artikel 7:

§ 1 De stoffelijke overschotten moeten ofwel in een doodskist ofwel in een lijkwade geplaatst worden.

In een doodskist mag slechts één stoffelijk overschot worden geplaatst.

In een lijkwade mag eveneens slechts één stoffelijk overschot worden bewaard.

 

§ 2 Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de doodskist na de kisting niet meer geopend worden.

 

Artikel 8:

Zo de overledene een implantaat draagt dat werkt op een batterij, moet deze batterij worden verwijderd voor de begraving of de crematie door of ten laste van de begrafenisondernemer.

 

III. Lijkenvervoer

 

Artikel 9:

Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang van het geval, onderworpen aan de formaliteiten, vermeld in:

        het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland;

        het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft;

        het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land dat niet bedoeld wordt in a) of b). Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid.

 

IV. Manieren van lijkbezorging

 

Artikel 10:

De hiernavermelde mogelijkheden van lijkbezorging zijn mogelijk:

        begraving van het stoffelijk overschot (kist of lijkwade) op de begraafplaats van de stad

        begraving van een asurn op de begraafplaats van de stad

        bijzetting van de asurn in het columbarium

        uitstrooiing van de as op een daartoe bestemd perceel op de begraafplaats

        uitstrooiing van de as op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee

        begraving van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats

        uitstrooiing van de asurn op een andere plaats dan de begraafplaats

        bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats

 

V. Begravingen – bijzettingen - uitstrooien

 

Artikel 11:

§1. Het eventueel verschuldigd zijn van een belasting voor de begraving, bijzetting of uitstrooiing wordt in een afzonderlijk reglement door de gemeenteraad vastgelegd.

 

Artikel 12: toelating ambtenaar burgerlijke stand

Geen begraving, bijzetting of uitstrooiing mag geschieden alvorens door een geneesheer een attest van overlijden en door de ambtenaar van de burgerlijke stand de toelating is afgeleverd.

 

Artikel 13: tijdstip van begraving, bijzetting of uitstrooiing

§ 1. Bij het bezorgen van de stoffelijke overschotten op de stedelijke begraafplaatsen moet de grafmaker ten minste 1 werkdag vooraf gewaarschuwd zijn door middel van het daartoe bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een bijzetting in het columbarium of een uitstrooiing en 3 werkdagen indien het gaat om een bijzetting in een grafkelder. Die verplichting rust bij de belanghebbende of diens gemachtigde.

 

§ 2. Op de weekdagen, maandag tot en met vrijdag, kan er begraven worden vanaf 9u tot ten laatste 14.30u

Begravingen of bijzettingen in het columbarium, urnenveld, urnenbos en uitstrooiingen kunnen gebeuren vanaf 9u tot ten laatste 16u.

 

§ 3. Op zaterdag kan er begraven, bijgezet of uitgestrooid worden vanaf 9u tot ten laatste 13u.

 

§ 4. Op de niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor Nieuwjaar, en op de dagen goedgekeurd door het schepencollege kan er slechts begraven, bijgezet of uitgestrooid worden tussen 9 en 13 uur.

 

§ 5. Er kunnen geen begravingen, bijzettingen of uitstrooiingen plaatsvinden op volgende tijdstippen:

        Zondagen

        Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november , 2 november, 11 november, 25 december, 26 december

        De dag(en) die jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen

 

Artikel 14: plan begraafplaatsen

De begravingen , bijzettingen en uitstrooiingen worden volgens plan, in regelmatige volgorde, uitgevoerd door de daartoe door het stadsbestuur aangestelde personen.

Dit plan wijst de percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelders, kindergraven, kinderurnenveld, vlinderheuvel, urnenveld, urnenbos, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium en de uitstrooiing op de strooiweide.

 

De begraving, bewaring in het columbarium of uitstrooiing van de as op de stedelijke begraafplaatsen met nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan, wordt opgetekend in een elektronisch register dat bijgehouden wordt door de stad op de begraafplaats Kloosterheide. Voor de uitstrooiing van de as beperkt de aanduiding van de plaats zich tot de vermelding van de strooiweide.

 

Artikel 15: grafkuilen

§ 1. De grafkuilen voor volwassen personen hebben naar wettelijke normen een minimum diepte van 1.50 m een lengte van 2.10 m en een breedte van 0.80 m.

 

§ 2. De grafkuilen voor kinderen beneden de 7 jaar hebben een minimum diepte van 1.50 m, een lengte van 1.30 m en een breedte van 0.50 m.

 

§ 3. In geval slechts 1 doodskist of lijkwade is toegestaan, dient een laag grond van ten minste 65 cm boven de kist of lijkwade te worden aangebracht.

 

§4. In het geval meerdere doodskisten of lijkwades zijn toegestaan, moet boven iedere doodskist of lijkwade een laag grond van ten minste 30 cm dikte worden aangebracht. Boven de bovenste doodskist of lijkwade bevindt zich een laag grond van ten minste 65 cm.

 

§ 5. De kuilen in het urnenveld hebben een diepte van minimaal 0,60 m.

 

§ 6. De afstand tussen de doodskisten of lijkwaden bedraagt minstens 60 cm.

 

§7. Aan een grafkuil mogen geen milieutoxische stoffen worden toegevoegd.

 

Artikel 16: begraving, bijzetting in een niet-geconcedeerde grond of nis

Begraving of bijzetting in het columbarium in een niet-geconcedeerde grond of nis is enkel toegelaten op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat, waarbij:

        ofwel een grafkuil of in het urnenveld slechts 1 kist of 1 lijkwade of 1 urne mag bevatten

        ofwel een nis in het columbarium slechts 1 urne mag bevatten

 

Artikel 17: begraving, bijzetting in een geconcedeerde grond of nis

§ 1.Begraving of bijzetting in het columbarium in een geconcedeerde grond of nis is toegelaten:

 

Ingeval van begraving mag de grafkuil het volgende bevatten:

        ofwel 3 kisten of lijkwaden + 1 urne;

        ofwel 2 kisten of lijkwaden + 2 urnen;

        ofwel 1 kist of lijkwade + 3 urnen;

        ofwel maximaal 4 urnen.

 

In geval van begraving in het urnenveld mag dit het volgende bevatten:

-op de begraafplaats Beekstraat:

        het urnenveld aangeduid met uv: maximaal 4 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn: maximaal 4 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn2: maximaal 2 urnen

-op de begraafplaats Kloosterheide:

        het urnenveld aangeduid met uv: maximaal 4 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn1: maximaal 2 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn2: maximaal 2 urnen

        het urnenveld aangeduid met uvn2bis: maximaal 4 urnen

 

Bij een concessie voor meerdere personen mogen deze naast elkaar worden begraven indien dit technisch mogelijk is. In dat geval mag het grafteken geplaatst worden over de twee of meerdere grafkuilen.

 

Ingeval van bijzetting in het columbarium mag een nis het volgende bevatten:

        op de begraafplaats Kloosterheide : maximaal 4 urnen

        op de begraafplaats Beekstraat : maximaal 2 urnen

 

VI. Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden

 

Artikel 18: graftekens

§ 1. Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn/haar verwanten zich ertegen verzetten, heeft iedereen het recht op het graf van zijn verwanten of vrienden een grafteken te laten plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder.

Onder een grafteken wordt verstaan: grafsteen, een grafmonument, afdekplaat, confessionele of niet-confessionele symbolen (kruisen,…).

In het urnenbos mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden

 

§ 2. Het is niet toegestaan graftekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren. De kleur van de graftekens dient neutraal en niet opzichtig te zijn.

 

§ 3. De graftekens mogen volgende afmetingen niet overschrijden.

Gewone graven:

        voor een graf van 2 m²: maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 1,70 m, maximale breedte: 0,70 m

        voor een graf van 4 m²: zelfde hoogte en lengte, maximale breedte: 1,70 m.

        voor de secties op het plan van de begraafplaats Kloosterheide: Aa, Bb, Hh, Gg, en op het plan van de begraafplaats Beekstraat: Aa en Bb, met uitzondering van de kindergraven, wordt de maximale lengte gebracht op 2 m en de breedte op 0,90 m. De hoogte blijft hetzelfde.

        voor de secties Cc, Dd, Ee en Ff op het plan van de begraafplaats Kloosterheide en de sectie Ee op het plan van de begraafplaats Beekstraat zijn er enkel nog staande rugstukken toegelaten met de volgende afmetingen: grondplaat 1,00 m X 0,50 m – sokkel en rug: maximale hoogte: 0,90 m en maximale breedte: 0,80 m

 

Kindergraven:

        voor een kindergraf (1 m²): maximale hoogte: 0,60 m, maximale lengte: 1 m, maximale breedte: 0,50 m.

 

Grafkelders:

        graftekens bovenop kelders : maximale hoogte: 1,50 m, maximale lengte: 2 m, maximale breedte: 0,90 m

 

Artikel 19: kennisgeving oprichten graftekens

Voor het oprichten van een grafteken dient een schriftelijke kennisgeving gedaan te worden aan de Burgemeester of zijn gemachtigde. Aan deze kennisgeving dient een getekende schets van het te plaatsen grafteken (in tweevoud) te worden bijgevoegd met vermelding van de afmetingen en opschriften. De aanvraag moet verder de volgende informatie bevatten:

        Naam en voornaam van de overledene

        Plaats en datum van geboorte en overlijden

        Naam van de begraafplaats

        Inlichtingen over de afmetingen van het grafteken en de aard van de gebruikte materialen

        Naam en volledig adres van de kennisgever

        Naam en volledig adres van de steenkapper, belast met het plaatsen van het grafteken.

 

Artikel 20: wijze van oprichting van de graftekens en andere werkzaamheden:

§ 1. Graftekens mogen enkel opgericht worden na afspraak met de grafmaker minstens 2 werkdagen op voorhand. Voor overige werken, ondermeer afbreken van graftekens, dient eveneens een afspraak te worden gemaakt met de grafmaker.

Na afspraak met de grafmaker, is het toegelaten werken op de begraafplaatsen uit te voeren op volgende tijdstippen:

        elke weekdag (maandag tot en met vrijdag) tussen 8u en 16u

        zaterdag tussen 8 u en 13u

 

§ 2. Het uitvoeren van werken is echter niet toegelaten op volgende tijdstippen:

        niet-wettelijke feestdagen, zoals de namiddag voor kerstmis en de namiddag voor Nieuwjaar.

        Zondagen

        Wettelijke feestdagen zijnde 1 januari, 2 januari , paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 2 november, 11 november, 25 december, 26 december,

        Eén week voor Allerheiligen

        De dag(en) dat een teambuilding wordt gehouden, jaarlijks bepaald door het college van burgemeester en schepenen

 

§ 3. Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.

 

De aanvoer mag niet groter zijn dan wat dagelijks kan verwerkt worden. De materialen worden bijeengebracht op de plaats door de grafmaker aangeduid.

 

§ 4. De graftekens moeten zodanig opgericht worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven.

Het rechtstaande gedeelte van de graftekens dient om veiligheidsredenen, loodrecht te worden opgericht en geplaatst op een stevige fundering.

 

In de secties Aa, Bb, Gg en Hh van de begraafplaats Kloosterheide en de secties Aa en Bb van de begraafplaats Beekstraat, met uitzondering van de kindergraven, dienen de graftekens te worden geplaatst op een betonnen kader van 1m op 2m, bevestigd op 4 palen.

 

§ 5. Ingeval van uitgravingen voor het verrichten van welk werk ook en zo deze uitgravingen gevaar voor het publiek kunnen opleveren, dient de plaats waar de werken uitgevoerd worden, visueel te worden afgeschermd voor het publiek.

 

§ 6. Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaatsen worden achtergelaten.

Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling, wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de achtergelaten materialen op risico en kosten van de overtreder.

 

§ 7. De uitvoerder van de werken dient de nodige maatregelen te treffen om alle ongevallen te voorkomen. Elke beschadiging dient dadelijk gemeld te worden aan de grafmaker. De uitvoerder van de werken zal instaan voor de eventuele herstelling en/of vergoeding, in samenspraak met de eigenaar van het beschadigde goed.

 

§ 8. Zware voertuigen moeten zoveel mogelijk op de verharde banen van de begraafplaatsen rijden. Wanneer zware steenblokken dienen vervoerd te worden over de zandwegen, dient dit te gebeuren zonder deze wegen te beschadigen. Schade veroorzaakt aan verharde of niet-verharde wegen moet vergoed worden aan de stad.

 

Artikel 21: bestemming graftekens van geconcedeerde of niet-geconcedeerde graven of nissen, welke niet worden hernieuwd

Tenzij de graftekens door de eigenaar of, bij overlijden van de eigenaar, door zijn erfgenamen zijn verwijderd vanaf de aanplakking tot de respectievelijke vervaldag, worden de graftekens eigendom van de stad in volgende gevallen:

        er wordt geen concessie aangevraagd na het verstrijken van de periode van 10 jaar van een niet-geconcedeerde begraving of bijzetting

        de concessie wordt niet hernieuwd na het verstrijken van de periode van een geconcedeerde begraving of bijzetting.

 

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens, welke eigendom zijn geworden van de stad.

 

Artikel 22: bestemming graftekens na vervroegde beëindiging van de concessie

§ 1. Indien de gemeenteraad een vervroegde beëindiging van de concessie toestaat conform het geldende huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen, heeft de eigenaar van het grafteken of, bij overlijden van de eigenaar, zijn erfgenamen een termijn van 6 maanden om het grafteken te verwijderen. Deze termijn gaat in vanaf de kennisgeving van het besluit van de gemeenteraad tot vervroegde beëindiging van de concessie.

 

§ 2. Indien het grafteken door de eigenaar of zijn erfgenamen niet is verwijderd binnen de termijn vermeld onder artikel 22 § 1 , wordt het grafteken eigendom van de stad.

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de graftekens, welke eigendom zijn geworden van de stad.

 

Artikel 23: verplaatsen of wegnemen van graftekens

Graftekens mogen enkel verplaatst of weggenomen worden mits toelating van:

        de burgemeester of haar gemachtigde

        of de persoon op wiens verzoek het grafteken werd geplaatst of, zo deze in de onmogelijkheid verkeert zijn toestemming te verlenen, mits toelating van zijn/haar erfgenamen Voor de wijze van uitvoering van deze werkzaamheden wordt verwezen naar artikel 20 van huidig reglement.

 

Artikel 24: wijze van beplanting en afwerking van het graf

§ 1. In samenspraak met de grafmaker mogen kleine plantjes met een maximale groeihoogte van 50 cm en zonder diepgaand wortelgestel aangeplant worden. Dit dient te gebeuren binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen, doch nooit naast of achter het grafteken. De planten mogen zeker de naburige graven niet overgroeien.

 

§ 2. Hoogstammige bomen of coniferen zijn verboden.

 

§ 3. Losse steentjes mogen binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen gestrooid worden, maar op een manier waarbij zij nooit op de naburige graven of op de weg terecht kunnen komen.

 

§ 4. Boordstenen zijn toegelaten, wederom binnen de in artikel 18 voorziene afmetingen.

 

§ 5. Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden.

 

§ 6. Het is verboden om het gras rondom de graven te verwijderen of te beschadigen door onder meer kuilen te graven. Indien het gras verwijderd of beschadigd wordt, zal de Stad dit op kosten van de overtreder herstellen.

 

Het is toegelaten om voor het graf een bloempot te zetten in een houder. Dit mag enkel de periode rond Allerheiligen. Rekening houdend met de weersomstandigheden zullen de bloemen verwijderd worden op 1 december. De bloempothouders die zich met Pasen nog voor de grafzerk bevinden zullen verwijderd worden.

 

§ 7 Het is toegestaan aan de grafmakers om overtredingen op artikel 24 § 1 tot en met 6 te regulariseren indien dit hun werkzaamheden verhindert.

 

VII. Onderhouden van de graven

 

Artikel 25: algemeen onderhoud

De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven.

 

Artikel 26: onderhoud van de graftekens

§ 1. De graftekens moeten onderhouden worden zodat de veiligheid en doorgang niet wordt belemmerd en dat er geen schade wordt veroorzaakt aan de aangrenzende graftekens en graven.

 

§ 2. De scheefstaande en omgevallen graftekens moeten door toedoen van de belanghebbenden of nabestaanden opnieuw recht gezet of verwijderd worden.

 

§ 3. Het opkuisen van de graftekens mag niet meer gebeuren op Allerheiligen.

 

Artikel 27: onderhoud grafversieringen – beplantingen

De bloemen en planten, die op de graven of bij de nis zijn geplaatst of zich op de strooiweide bevinden, moeten in goede staat worden onderhouden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hieraan te voldoen, houdt het stadsbestuur zich het recht voor om verwelkte kransen, bloemen, planten en bloempotten, te verwijderen.

Kransen uit kunststof dienen 1 maand na begraving, bijzetting of uitstrooiing te worden verwijderd door de belanghebbenden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal het stadsbestuur overgaan tot de verwijdering ervan.

 

Artikel 28: verwaarlozing

§ 1. Wanneer een geconcedeerd graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing opgesteld door de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij nietherstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende nabestaanden.

Het college van burgemeester en schepenen regelt de bestemming van de graftekens.

 

§ 2. In het geval verwaarlozing wordt vastgesteld conform artikel 28 § 1 kan het college van burgemeester en schepenen een einde stellen aan het recht op concessie.

 

Artikel 29: aansprakelijkheid bij schade

Zolang er geen einde is gekomen aan de concessie, blijft de eigenaar van de graftekens aansprakelijk voor schade, die wordt berokkend aan derden.

 

VII. Crematie – urnenveld – columbarium – asverstrooiing – urnenbos

 

Artikel 30: algemeen

§ 1. De as van de gecremeerde lijken kan in urnen worden geplaatst, die op de begraafplaatsen:

        worden begraven

        worden bijgezet in een columbarium in gesloten nissen

 

§ 2. De as van de gecremeerde lijken kan uitgestrooid worden:

        op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats door middel van een strooitoestel

        op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee volgens de geldende reglementering

 

§ 3. Indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of, bij gebrek aan schriftelijke bepaling door de overledene, op gezamenlijk verzoek, vooraleer de crematie plaatsvindt, van zowel de echtgenoot of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde als van alle bloed- of aanverwanten van de eerste graad of, indien het om een minderjarige gaat, op verzoek van de ouders of voogd, kan de as van gecremeerde lijken:

        worden uitgestrooid of begraven op een andere plaats dan de begraafplaats. Deze uitstrooiing of begraving kan evenwel niet gebeuren op openbaar domein, uitgezonderd de begraafplaats. Indien het een terrein betreft dat niet eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande, schriftelijke toestemming vereist van de eigenaar van het betrokken terrein. De asverstrooiing of de begraving van de as gebeurt aansluitend op de crematie.

        In een urne ter beschikking gesteld worden van de nabestaanden om te worden bewaard op een andere plaats dan de begraafplaats. Indien er een eind komt aan de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats, wordt de as door toedoen van de nabestaande , die er de zorg voor heeft of zijn erfgenamen in geval van diens overlijden, ofwel naar een begraafplaats gebracht om er begraven, in een columbarium bijgezet of uitgestrooid te worden ofwel uitgestrooid te worden op een aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee. De persoon, die de as in ontvangst neemt, is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen.

 

§ 4. Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 30 § 1 kan, op verzoek van de echtgenoot of de feitelijk samenwonende partner en van de bloed- of aanverwanten in eerste graad, een gedeelte van de as van het gecremeerde lijk aan hen worden meegegeven. Dit kan enkel als hierover geen andersluidende schriftelijke wilsverklaring is van de overledene.

 

Artikel 31: urnenveld

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen in het urnenveld.

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uv op het plan van de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,70 m x 0,70 m en 5 cm dik. Rondom de plaat wordt een boordsteen in arduin gelegd van 5 cm breed en 5 cm dik.

 

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn1 en Uvn2 en Uvn2bis op het plan van de begraafplaats Kloosterheide moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,60 m x 0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.

 

Voor het urnenveld aangeduid met de letters Uvn op het plan van de begraafplaats Beekstraat moet de urn afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen: 0,60 m x 0,60 m en maximaal 0,40 m hoog en 3 cm dik.

 

De afmetingen van de afdekplaat voor de urnenveld aangeduid met de letters Uvn1, Uvn2, Uvn2bis en Uvn worden toegepast wanneer het urnenveld aangeduid met de letters Uv volzet is.

 

Bij voorkeur wordt deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met opschriften in witte of grijze letters.  De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na begraving van de eerste overledene worden geplaatst door de nabestaanden. Losse steentjes rond de afdekplaten worden door de stad aangevuld.

 

§ 2. Grafversieringen moeten worden geplaatst binnen de afmetingen van de afdekplaat en niet rondom.

 

Artikel 32: columbarium

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat worden geplaatst in urnen, die in een gesloten nis van het columbarium van de begraafplaats bijgezet worden.

Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente afgesloten.

 

De nis moet afgedekt worden met een plaat van volgende afmetingen:

        op de begraafplaats Kloosterheide: breedte 0,64 m x hoogte 0,53 m

        op de begraaplaats Beekstraat: breedte 0,30 m x hoogte 0,34 m

 

Deze afmetingen kunnen licht afwijken waardoor het aan te raden is eerst te meten alvorens de plaat te maken.

 

Bij voorkeur worden deze afdekplaat uitgevoerd in zwarte jassberg graniet met opschriften in witte of grijze letters.

 

De afdekplaat moet binnen de 3 maanden na bijzetting van de eerste overledene worden geplaatst door de nabestaanden. Bij gebreke hieraan te voldoen zal de stad de plaat laten plaatsen op kosten van de nabestaanden.

 

§ 2. Kleine ornamenten, zoals bloemenvaasjes, moeten worden geplaatst binnen de afmetingen van de afdekplaat en niet rondom.

 

Artikel 33 : strooiweide – naamplaatje

§ 1. De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat uitgestrooid worden op de daartoe voorziene percelen door middel van een strooitoestel dat alleen door de stedelijke aangestelde mag bediend worden.

 

§ 2. Aan de strooiweide op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een gedenkteken voorzien waarop, na een uitstrooiing, een naamplaatje ter nagedachtenis van de overledene kan worden gemonteerd.

 

Dit naamplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden.

 

Dit naamplaatje moet besteld en betaald worden uiterlijk bij de aangifte van het overlijden bij het team dienstverlening van de stad door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

 

De montage van het naamplaatje gebeurt door de grafmaker. Elk naamplaatje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum, op het gedenkteken aanwezig. Na het verstrijken van de periode van de eerste tien jaar kan het naamplaatje verlengd worden door de belanghebbende en dit zal bevestigd worden op een apart gedenkteken. Het naamplaatje zal gedurende 10 jaar blijven hangen op dit gedenkteken.

Indien er geen verlenging gebeurt, zal na het verstrijken van de periode van minstens tien jaar het naamplaatje worden verwijderd door de grafmaker en worden bewaard door de stad.

 

Na afspraak kan een belanghebbende het naamplaatje in ontvangst nemen en bewaren.

 

Artikel 34: Urnenbos

Enkel op de begraafplaats Kloosterheide is een urnenbos voorzien.

Vanaf ingebruikname kunnen hier uitsluitend biologisch afbreekbare urnen begraven worden. Het is niet mogelijk een concessie te nemen in het urnenbos.

Er mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden. Behalve op het daartoe voorziene wandelpad is het verboden het urnenbos te betreden met uitzondering van het personeel van de begraafplaats

 

IX. Vlinderheuvel

Artikel 35: begraving

Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap.

De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

Artikel 36: tegeltje

Op de vlinderheuvel kan ter nagedachtenis een tegeltje worden geplaatst, waarop enkel een figuurtje en de geboortedatum worden vermeld. Elk tegeltje heeft volgende afmetingen:

150/150/10 mm. Voor het figuurtje is er keuze uit volgende vier afbeeldingen: beertje, bloemetje, vlindertje en zonnetje.

 

Dit tegeltje moet besteld en betaald worden bij het team dienstverlening van de stad door de belanghebbenden conform het geldende retributiereglement.

 

De plaatsing van het tegeltje gebeurt door de grafmaker. Elk tegeltje blijft voor een periode van minstens tien jaar, te rekenen vanaf de geboortedatum, aanwezig op de vlinderheuvel.

Na het verstrijken van de periode van minstens 10 jaar wordt het tegeltje verwijderd door de grafmaker en bewaard door de stad.

Na afspraak kan een belanghebbende het tegeltje in ontvangst nemen en bewaren.

 

Artikel 37: geen ornamenten

Op de vlinderheuvel mogen geen ornamenten of versieringen worden geplaatst.

 

X. Speciale begravingen

 

Artikel 38: ereperken

Op de begraafplaatsen zijn ereperken voorzien, waar politieke gevangenen en oudstrijders begraven liggen.

 

Het onderhoud van deze perken valt ten laste van de stad.

 

Artikel 39: veld van eer en andere graven

§ 1. Op de begraafplaatsen bevinden zich graven van de oudstrijders, die stierven op het veld van eer en die zich niet in de ereperken bevinden.

Het onderhoud van deze graven valt ten laste van de nabestaanden.

 

§ 2. De nabestaanden staan in voor het onderhoud van de graven van alle andere oudstrijders, krijgsgevangenen, politieke gevangenen, arbeidsweigeraars, oorlogsvrijwilligers, gedeporteerden, militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers met een invaliditeit van meer dan 10%.

 

XI. Opgravingen

 

Artikel 40: definitie

Onder opgraving wordt verstaan

        ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot of een asurne met de bedoeling te herbegraven of, in het geval van een stoffelijk overschot, te cremeren

        ofwel het uit een graf halen van een stoffelijk overschot in het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats en deze eventueel in een knekelput samen te brengen

        ofwel een asurne te verwijderen uit het columbarium, het urnenveld of een graf en er een bestemming aan te geven conform artikel 10 van huidig reglement

 

Artikel 41: toelating of weigering door de burgemeester

§ 1. Behoudens de opgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen of opgravingen in het kader van de ontruiming van een gedeelte van de begraafplaats, mag een opgraving van een stoffelijk overschot of een asurn enkel mits een voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde.

Het verlenen tot toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen of omwille van vroegtijdige bewaring van de asurne thuis.

Het recht verschuldigd bij de opgraving wordt vastgesteld in een belastingreglement. Alle kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

§ 2. Als het stoffelijk overschot of de asurne in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente, vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven.

 

§ 3. De aanvraag tot opgraving dient door de belanghebbende schriftelijk te worden gericht aan de burgemeester.

 

De burgemeester of zijn/haar afgevaardigde beoordeelt in een gemotiveerde beslissing of er ernstige redenen aanwezig zijn of indien het gaat om een vroegtijdige thuisbewaring en houdt daarbij rekening met volgende principes:

        enerzijds het eerbied voor de nagedachtenis van de overledenen

        anderzijds het handhaven van de openbare orde, die voorgaat op de particuliere belangen

 

§ 4. De opgraving van een stoffelijk overschot kan geweigerd worden om volgende redenen:

        het is technisch onmogelijk

        omwille van volksgezondheid en hygiëne

 

§ 5. Indien de opgraving van een kist betrekking heeft op het stoffelijk overschot van een persoon, die overleden is ten gevolge van een besmettelijke ziekte, kan de burgemeester bijzondere maatregelen opleggen of de toelating weigeren om redenen van volksgezondheid.

 

Artikel 42: modaliteiten voor de opgraving

§ 1. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd:

        Dag en uur waarop de opgraving zal geschieden worden in overleg met de grafmaker van de begraafplaatsen vastgesteld

        Het grafteken, de beplantingen en andere voorwerpen, die het openleggen van het graf bemoeilijken of beletten, moeten verwijderd worden door toedoen van de aanvrager vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan

        Tenminste één werkdag voor de opgraving van een kist dient de aanvrager een houten kist te bezorgen aan de grafmaker om het stoffelijk overschot te bergen en te vervoeren. Om hygiënische redenen wordt namelijk niet herbegraven in een lijkwade.

        Het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil geschieden door de zorgen van de grafmakers. Indien de grafmaker zulks nodig acht zullen de aanpalende grafzerken deskundig gestut of weggenomen worden door de grafmakers en binnen de 8 dagen na de opgraving in hun oorspronkelijke staat herplaatst worden. Alle kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager.

        Het openen van de nis of het perceel, het uitnemen van de urne uit de nis of het perceel en het terug sluiten van de nis of het perceel wordt uitgevoerd door de grafmaker.

        Wanneer naar aanleiding van de opgraving, wordt vastgesteld dat de asurne niet meer in goede staat is, moet deze door de aanvrager van de bewaring vervangen worden.

 

§ 2. Het graf of de nis wordt enkel geopend in aanwezigheid van de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde, een lid of afgevaardigde van de belanghebbenden en de grafmaker.

Hiervan wordt een verslag opgemaakt. Tijdens de opgraving wordt de plaats ervan visueel voor het publiek afgeschermd.

 

§ 3. Indien het op te graven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats op het grondgebied van de stad of naar dit van een andere gemeente moet overgebracht worden, is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch gesloten omhulsel te plaatsen alvorens dit mag vervoerd worden. Het ophalen en wegvoeren van een ontgraven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats moet gebeuren tijdens de werkdagen tussen 8 u en 15 u.

 

XII. Politietoezicht

 

Artikel 43: toegankelijkheid voor het publiek

De begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk:

        gedurende de periode van 1 maart tot en met 30 september: van 8 uur tot 20 uur;

        gedurende de periode van 1 oktober tot en met 11 november: van 8 uur tot 18 uur;

        gedurende de periode van 12 november tot en met 29 februari: van 9 uur tot 16 uur.

 

Afwijkingen kunnen door de burgemeester of zijn/haar gemachtigde toegestaan worden.

 

Artikel 44: vrije doorgang

Het is verboden de toegang tot en de wegen van de kerkhoven te versperren. Er dient steeds vrije doorgang aan een begrafenisstoet verleend worden.

 

Artikel 45: verbodsbepalingen op de toegankelijkheid

De toegang tot de begraafplaatsen is verboden voor:

        voertuigen, uitgezonderd de lijkwagens en volgwagens ter gelegenheid van een begrafenis, de dienstvoertuigen van de stad en de voertuigen, die grafkelders en graftekens vervoeren. Om uitzonderlijke redenen kan de burgemeester of zijn/haar gemachtigde afwijkingen toestaan. De bestuurders dienen stapvoets te rijden.

        ruiters

        bromfietsers

        fietsen en elektrische fietsen

        personen, vergezeld van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden. In deze gevallen mogen de dieren niet loslopen.

 

Artikel 46: gezag, politie, toezicht

Alle gemeentelijke begraafplaatsen vallen onder het gezag, de politie en het toezicht van de stad. De stad zorgt ervoor dat er geen wanorde heerst en dat er geen handelingen in strijd met de eerbied voor de doden worden verricht.

 

Artikel 47: gevonden voorwerpen

De op de begraafplaats gevonden voorwerpen dienen aan de grafmaker te worden overhandigd en zo nodig op het politiebureel aangegeven.

 

Artikel 48: opgraving beenderen door particulieren

Wie tengevolge van een of ander werk, beenderen opgraaft dient onmiddellijk het personeel der begraafplaatsen van dit feit op de hoogte te stellen.

 

Artikel 49: algemene verbodsbepalingen

Het is aan eenieder verboden:

        over de muren, omheiningen en hagen van de begraafplaatsen of over de hekken en latwerken van de graven te klimmen

        de wegen, gedenktekens, graftekens en voorwerpen tot versiering van de graven te beschadigen; bloemen, planten en versieringen of takken van bomen te beschadigen; de gras- en bloemperken of de strooiweide te bevuilen; de graven, graspleinen en beplantingen te betreden;

        voorwerpen van de begraafplaatsen weg te nemen zonder toelating van de grafmaker;

        binnen de omheining van de begraafplaatsen vuilnis en afval neer te leggen, tenzij het gaat om afval afkomstig van de begraafplaatsen. Dit dient gedeponeerd te worden op de daartoe bestemde plaatsen;

        om zich op de begraafplaatsen te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden

        aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren; behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening

        goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden

 

Artikel 50:

Diegene die tekort komt aan de eerbied die men de doden verschuldigd is of een van de verbodsbepalingen van dit reglement overtreedt, kan door de politie van de begraafplaatsen verwijderd worden, onverminderd de gerechtelijke vervolgingen.

 

Artikel 51:

Al de niet in dit reglement voorziene gevallen zullen door de Burgemeester beslecht worden, behoudens de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de rechtbanken vallen.

 

XIII. Strafbepalingen

 

Artikel 52:

Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze verordening bestraft met politiestraffen.

 

XIV. Slotbepalingen

 

Artikel 53:

Deze verordening treedt in werking op 01/12/2021 en vervangt deze van 01/03/2021.

 

Artikel 54:

Deze politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur

 

Artikel 55:

Afschrift van deze verordening wordt gestuurd aan de Deputatie van de provincie Antwerpen en de griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en aan deze van de Politierechtbank.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

AANPASSING HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 1 maart 2021 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen.

 

Feiten en context

Om een bijkomende herdenkingsplek voor overleden kinderen te voorzien, wilt de stad Lier ouders de mogelijkheid geven om linten met een persoonlijke boodschap op, op te hangen in een "herdenkingsboom". De regels en werkwijze hierover dienen opgenomen te worden in het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen.

 

Overzicht van de wijzigingen: zie bijlage.

 

Argumentatie

Aangezien het aangewezen is de regels en werkwijze rond het gebruik van de herdenkingsboom op te nemen in het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen, overweegt het college de aanpassing aan dit reglement voor goedkeuring aan de gemeenteraad te verzenden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het huishoudelijk reglement op de begrafplaatsen, zoals hierna toegevoegd, goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist het huishoudelijk reglement op de begrafplaatsen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 1 maart 2021, op 1 december op te heffen.

 

 

Bijlage:

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

 

Artikel 1: begraafplaatsen

Onderhavig reglement heeft betrekking op de begraafplaatsen :

        Kloosterheide, gelegen te Kesselsesteenweg 97, 2500 Lier

        Mechelsesteenweg, gelegen te Mechelsesteenweg, 2500 Lier

        Beekstraat, gelegen te Beekstraat, 2500 Koningshooikt.

 

Artikel 2: inrichting van de begraafplaatsen

§ 1. Enkel de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat beschikken over een columbarium, een strooiweide en een urnenveld.

 

§ 2. Op de begraafplaats Mechelsesteenweg is enkel nog begraving in een bestaande concessie mogelijk. Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte graftekens.

 

§ 3. Enkel op de begraafplaatsen Kloosterheide en Beekstraat is een afzonderlijke sectie voorzien voor begravingen van kinderen beneden de 7 jaar.

 

        Op de begraafplaats Kloosterheide is de kindersectie (sectie Nk) de ‘vlindertuin’, afgesloten van de andere secties door middel van beplanting. In de vlindertuin zijn er een vlinderheuvel, een plaats voor kindergraven, een kinderurnenveld en een herdenkingsboom.

 

Op de plaats voor kindergraven en het kinderurnenveld mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de vlinderheuvel mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. De begraving op de vlinderheuvel is anoniem.

 

        Op de begraafplaats Beekstraat is er in de kindersectie (sectie F) plaats voor kindergraven, het begraven van foetussen (in opmaak) en een herdenkingsboom.

 

Op de plaats voor kindergraven mogen foetussen begraven worden vanaf 12 weken zwangerschap en kindjes tot de leeftijd van 7 jaar. Op de plaats voor foetussen mogen enkel foetussen begraven worden tot 22 weken zwangerschap. Deze begraving is anoniem.

 

§ 4. In de herdenkingsbomen kunnen ouders van overleden kinderen kleurrijke linten met een persoonlijke boodschap ophangen. 1 lint per kind kan afgehaald worden in het afscheidscentrum. De linten zijn blanco waardoor de ouders er nog een persoonlijke toets (tekenen, schrijven, borduren,…) kunnen aan geven vooraleer het lintje op te hangen.

 

§ 5. Enkel op de begraafplaats Kloosterheide wordt een urnenbos voorzien. Vanaf ingebruikname kunnen hier uitsluitend biologisch afbreekbare urnen begraven worden. Het is niet mogelijk een concessie te nemen in het urnenbos. Er mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden. Behalve op het daartoe voorziene wandelpad is het verboden het urnenbos te betreden met uitzondering van het personeel van de begraafplaats.

 

Artikel 3: definities

Voor de toepassing van huidig reglement wordt verstaan onder:

        begraven: elk stoffelijk overschot in een kist, lijkwade of asurne, dat wordt gelegd in een grafkuil, grafkelder of in het urnenveld. Het kan gaan om zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde grond.

        Concessie: overeenkomst tussen de stad en de concessiehouder waarbij de stad een grond of nis ter beschikking stelt voor begraving of bijzetting in het columbarium van een persoon, die als begunstigde wordt aangeduid door de concessiehouder of voor de duur van de thuisbewaring. Er is geen eigendomsoverdracht van de grond of nis. Het betreft slechts een gebruiksrecht, dat verleend wordt tegen betaling voor een welbepaalde termijn. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar

        Hernieuwing van een concessie: de verlenging van een concessie voor een begraving- of bijzettingtermijn of voor de duur van de thuisbewaring voor een welbepaalde periode na betaling van een welbepaald bedrag

        Geconcedeerde grond/nis: grond of nis in het columbarium, waarop voor een welbepaalde termijn tegen betaling van een bepaald bedrag een concessie wordt genomen door een concessiehouder voor de begraving of bijzetting van de begunstigde van de concessie.

        Niet-geconcedeerde grond/nis: gratis begraven zonder concessie in een grafkuil, een grafkelder, het urnenveld, het urnenbos of gratis bijzetting in een nis van het columbarium

        Verstrooien van as: het uitstrooien van de as na crematie op de strooiweide

        Bijzetten in een nis van het columbarium: de asurne plaatsen in een gesloten nis van het columbarium. Het gaat zowel om geconcedeerde als niet-geconcedeerde nissen.

 

Artikel 4: voorwerp

§ 1. De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurn en de bijzetting van een asurn in een columbarium kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie.

 

§ 2. De concessieaanvraag, gericht aan het college van burgemeester en schepen, vermeldt duidelijk de identiteit van de begunstigden waarvoor de concessie bestemd is. De concessie is uitsluitend bestemd voor deze begunstigden.

 

§ 3. Een wijziging van het voorwerp van de concessie kan mits toelating van het college van burgemeester en schepenen. Hiertoe richt de belanghebbende een schriftelijke aanvraag aan het college van burgemeester en schepenen.

 

§4. In geval van thuisbewaring blijft de concessie nog gedurende 2 jaar behouden en kan een lege nis, graf of urneveld het voorwerp uitmaken van een concessie.

 

Artikel 5: plaats

De concessies en niet-geconcedeerde graven en nissen worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door het stadsbestuur goedgekeurde plannen.

 

Artikel 6: termijn

De concessies worden verleend voor:

        ofwel 25 jaar;

        ofwel 50 jaar;

De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.

 

De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 7: hernieuwing

§ 1. Hernieuwing vóór het verstrijken van de termijn zonder bijzetting De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag vóór het verstrijken van de termijn hernieuwd worden door een belanghebbende.

De duur van de hernieuwing bedraagt 10 jaar, welke aanvangt vanaf de vervaldag.

De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

 

De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.

 

§ 2. Hernieuwing vóór het verstrijken van de termijn met bijzetting

De concessie kan voor een eenzelfde termijn worden hernieuwd door een belanghebbende op uitdrukkelijke aanvraag en dit vóór het verstrijken van de termijn en naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting (bijbegraving), dus niet alleen de laatste.

De duur van de hernieuwing bedraagt respectievelijk 25 of 50 jaar, naargelang de oorspronkelijke concessietermijn, en vangt aan vanaf elke nieuwe bijzetting in de concessie.

De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

 

De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.

Als er geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van 10 jaar. Deze termijn van 10 jaar begint te lopen op datum van het overlijden van de persoon, die als laatste werd bijgezet, indien dit overlijden zich minder dan 10 jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.

§3. Hernieuwing in geval van thuisbewaring en vroegtijdige beëindiging van de concessie De concessie kan voor een duur van 2 jaar hernieuwd worden te rekenen vanaf de vroegtijdige beëindiging. De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

 

De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.

 

Artikel 8: begraafplaats Mechelsesteenweg

Op de begraafplaats Mechelsesteenweg worden door het college van burgemeester en schepenen geen nieuwe concessies meer toegestaan. Er zijn enkel nog bijzettingen in en hernieuwingen van bestaande concessies mogelijk.

Van zodra de stad zal starten met het hergebruik van bestaande graftekens van beëindigde concessies, zullen begravingen in nieuwe concessies mogelijk zijn voor deze hergebruikte graftekens.

 

Artikel 9: vroegtijdige thuisbewaring van de asurne

§1. De thuisbewaring van een asurne uit een geconcedeerd columbarium, urnenveld of graf moet schriftelijk aangevraagd worden. De aanvraag tot vroegtijdige thuisbewaring wordt ingediend door de overlevende echtgeno(o)t (e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.

 

§2. De thuisbewaring van de asurne wordt bekendgemaakt aan de ingang van de begraafplaatsen en aan de betrokken nis, perceel of graf gedurende een periode van 12 maanden vanaf de dag van thuisbewaring.

 

§3. Voor de opgraving worden met de bewaarder de nodige afspraken gemaakt. De modaliteiten van de opgraving van het gemeentelijk politiereglement zijn van toepassing.

Wanneer naar aanleiding van de opgraving, wordt vastgesteld dat de asurne niet meer in goede staat is, moet deze door de aanvrager van de bewaring vervangen worden.

 

Artikel 9 bis: vroegtijdige beëindiging van de concessie

§1.De gemeenteraad is bevoegd voor de vroegtijdige beëindiging van de concessie. Dit kan mits schriftelijke aanvraag van de belanghebbende.

 

§2. De vroegtijdige beëindiging van de concessie heeft tot gevolg dat het graf blijft bestaan gedurende een termijn van 10 jaar, te rekenen van de datum van het overlijden van de persoon, die er als laatste werd begraven of bijgezet.

 

§3. Wanneer de belanghebbende de vroegtijdige beëindiging van de concessie vraagt om de asurne thuis te bewaren, heeft dit tot gevolg dat de concessie alsnog gedurende 2 jaar behouden blijft of zelfs verlengd dient te worden indien de oorspronkelijke vervaldatum van de concessie valt gedurende deze termijn van 2 jaar. Het bijhorende grafteken wordt eveneens gedurende 2 jaar behouden.

 

Artikel 10: concessie voor ereperken

Op de begraafplaatsen zijn ereperken voorzien, waar politieke gevangenen en oudstrijders begraven liggen. Deze bestaande concessies krijgen als vervaldag 50 jaar na de datum van overlijden.

 

Als eerbetoon voorziet de stad zelf ofwel in de hernieuwing van de concessies voor de duur van 10 jaar, welke aanvangt vanaf de vervaldag ofwel in een vervangend eremonument of – zuil op de begraafplaats.

De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

 

De stad onderhoudt de ereperken. Er zijn geen bijbegravingen mogelijk.

 

Artikel 11: concessie voor andere oudstrijders

Alle andere oudstrijders, krijgsgevangenen, politieke gevangenen, arbeidsweigeraars, oorlogsvrijwilligers, gedeporteerden, militaire en burgerlijke oorlogsslachtoffers met een invaliditeit van meer dan 10%, krijgen een begraving in een niet-geconcedeerd graf of nis voor een termijn van 20 jaar, wanneer bij de aangifte van het overlijden het bewijs wordt geleverd dat zij voldeden aan één van bovenvermelde statuten.

 

Na de vervaldag kan het niet-geconcedeerd graf worden omgezet in een concessie volgens de bepalingen van huidig reglement.

 

Artikel 12: omzetting van een niet-geconcedeerd graf/ nis naar een geconcedeerd graf/nis

Een niet-geconcedeerd graf of nis wordt behouden voor een duur van 10 jaar, met ingang van de datum van overlijden.

 

Een niet-geconcedeerd graf of nis kan na de vervaldag omgezet worden in een geconcedeerd graf of nis als volgt:

§ 1. niet-geconcedeerde graven of nissen van de personen overleden voor 01/03/ 2021:

De concessies voor 1 persoon worden verleend voor:

        ofwel 25 jaar;

        ofwel 50 jaar;

Er zijn geen bijzettingen of bijbegravingen mogelijk.

 

De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.

 

De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

 

Het oorspronkelijk perceel blijft behouden.

 

§ 2. niet-geconcedeerde graven of nissen van de personen overleden nà 01/03/2021

De concessies voor 1 persoon worden verleend voor:

        ofwel 25 jaar;

        ofwel 50 jaar;

De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.

 

De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

 

Het oorspronkelijk perceel blijft niet behouden. De concessie wordt enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door het stadsbestuur goedgekeurde plannen.

 

Voor de opgraving en verplaatsing van het stoffelijk overschot worden met de beheerder de nodige afspraken gemaakt. De modaliteiten van de opgraving van het “gemeentelijk politiereglement” en het belastingreglement op het ontgraven of verplaatsen van stoffelijke resten of asurne om te begraven, bijzetten in het columbarium of urnenveld, te verstrooien op de strooiweide of te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats” zijn van toepassing.

 

Artikel 13: terugname concessie wegens openbaar belang

In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte of van een nis van dezelfde grootte, op dezelfde of op een andere begraafplaats in de stad.

 

De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of eventueel van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de stad.

 

Artikel 14: wijziging bestemming begraafplaats

In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding.

Hij heeft het recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of van een nis van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats.

De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het stadsbestuur.

 

De kosten voor de overbrenging van de graftekens, evenals de kosten van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de aanvrager.

 

Slot- en overgangsbepalingen

 

Artikel 15: eeuwigdurende concessies

De bestaande eeuwigdurende concessies krijgen een vervaldag na 50 jaar en kunnen dan door belanghebbenden kosteloos worden hernieuwd, telkens voor een termijn van 50 jaar.

 

Artikel 16: concessie voor oudstrijders overleden op het veld van eer

De bestaande concessies voor graven van de oudstrijders, die stierven op het veld van eer en die zich niet in de ereperken bevinden, kunnen steeds kosteloos worden hernieuwd voor een termijn van 10 jaar conform artikel 7 van huidig reglement.

 

Artikel 17: begravingen kloosterlingen

De kloosterlingen van de verschillende orden, welke begraven zijn vóór 17.9.2007 in nietgeconcedeerde graven, zullen in het jaar tweeduizend éénentwintig vervallen, telkens op de vervaldag van de eerst overledene kloosterling.

 

Na de vervaldag kan het niet-geconcedeerd graf worden omgezet in een concessie volgens de bepalingen van huidig reglement.

 

Artikel 18: concessies met andere termijnen

De concessies, welke in het verleden voor andere termijnen werden verleend, dan de termijnen die bepaald worden in huidig reglement, blijven behouden en kunnen op hun respectievelijke vervaldag worden hernieuwd volgens de bepalingen van huidig reglement.

 

Artikel 19

Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 20

Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op 01/12/2021 en vervangt het huishoudelijk reglement van 01/03/2021.

 

Artikel 21

Dit huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286, inzonderheid §1,1° van het Decreet Lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

WOONMAATSCHAPPIJ - VOORSTEL VAN WERKINGSGEBIED. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

        Collegebeslissing van 8 februari 2021 over het akkoord met het voorstel van "Aanvraag externe facilitator werkingsgebieden woonmaatschappijen door lokale besturen", zoals aangegeven door de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting

        Collegebeslissing van 31 mei 2021 over de goedkeuring over de verdere verkenning van de afbakening van een werkingsgebied met volgende gemeenten: Lier, Duffel, Sint-Katelijne-Waver, Bonheiden, Putte, Heist-op-den-Berg, Berlaar en Nijlen

        Collegebeslissing van 9 augustus 2021 over de voorkeur om de optie voor een werkingsgebied met Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver en eventueel Putte verder uit te werken

 

Feiten en context

Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM's) en sociale verhuurkantoren (SVK's) één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij.

 

Het is de ambitie van de Vlaamse overheid om met de woonmaatschappij:

        de dienstverlening te verhogen: via een éénloketsysteem, één inschrijvingsregister, een duidelijker zicht op het volledige aanbod, …

        de complementaire werking van SVK en SHM te verenigen: optimaal benutten van de aanvullende expertise, de wederzijdse competenties, de groei private en sociale woonmarkt te versnellen, …

        de transparantie te verhogen met één duidelijke actor, één organisatie, één toewijssysteem, een centrale klachtenbehandeling, …

        de regierol van het lokale bestuur te doen primeren en de lokale betrokkenheid en zeggenschap te waarborgen.

 

Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. Om deze werkingsgebieden te bepalen, krijgen de lokale besturen een trekkersrol.

Ten laatste op 31 oktober 2021 dienen de lokale besturen een voorstel van werkingsgebied in bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). Dit voorstel dient in onderling overleg met andere lokale besturen te zijn bereikt, besproken op het lokale woonoverleg en is gedragen door de gemeenteraad.

 

Het voorstel tot werkingsgebied dient te voldoen aan enkele criteria die opgesteld werden door de Vlaamse overheid:

        Er kan maar één woonactor per gemeente zijn, maar een woonactor kan actief zijn in meerdere gemeenten. De woonmaatschappij omhelst de huidige SVK- en SHM-taken.

        Het werkingsgebied telt uiterlijk op 1 januari 2024 minimaal 1.000 sociale huurwoningen, waarbij op de private markt ingehuurde woningen niet worden meegeteld.

        Het werkingsgebied moet de woonmaatschappij in staat stellen om de huidige complementaire expertise van SVK- en SHM-werking te bundelen. Een versterking van de professionalisering en het behoud van de bestaande SHM- en SVK-expertise zijn hierbij noodzakelijke uitgangspunten.

        Het werkingsgebied moet uit geografisch aaneensluitende gemeenten bestaan. Enkel in uitzonderlijke omstandigheden en mits een grondige motivatie vanuit de betrokken lokale besturen bij het voorstel van werkingsgebied is de Vlaamse Regering bereid afwijkingen hieromtrent in overweging te nemen.

Daarnaast besliste de Vlaamse Regering dat het werkingsgebied moet vallen binnen of samenvallen met een referentieregio, zoals afgebakend door de Vlaamse Regering op 12 maart 2021. Een afwijking hierop kan enkel indien een gemotiveerd voorstel wordt ingediend dat wordt goedgekeurd door de Vlaamse Regering. De referentieregio Rivierenland bestaat uit de gemeenten Berlaar, Bonheiden, Bornem, Duffel, Heist-op-den-Berg, Lier, Mechelen, Nijlen, Putte, Puurs-Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver en Willebroek.

 

Het bestuur van Lier liet zich tijdens het verkennend traject door de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting (LMH), als belangrijkste lokale woonactor, informeren over de praktische haalbaarheid van mogelijke referentieregio's. Dit resulteerde in volgende nota's:

        Sneuvelnota 'Eén woonmaatschappij - Duffel, Heist-op-den-Berg, Lier', d.d. 30/11/2020, door de sociale huisvestingsmaatschappijen 'Volkswoningen van Duffel' (VVD), 'Huisvesting Kanton Heist-op-den-Berg' (HKH) en 'Lierse Maatschappij voor de Huisvesting' (LMH);

        Sneuvelnota 'Eén woonmaatschappij voor Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver, Putte, Lier', d.d. 01/06/2021, door VVD en LMH;

        Adviesnota 'Eén woonmaatschappij voor Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver, Lier, en Putte(?)', d.d. 25/08/2021, door VVD en LMH, zoals toegevoegd in bijlage.

 

Het bestuur van Lier nam deel aan een traject waarbij een extern facilitator, ter beschikking gesteld door Wonen-Vlaanderen en de VMSW, lokale besturen begeleidde om een werkingsgebied te vormen. Aan dit trajcect namen de lokale besturen van Rivierenland-Oost deel, nl. Berlaar, Bonheiden, Duffel, Heist-op-den-Berg, Lier, Nijlen, Putte en Sint-Katelijne-Waver. Ook alle woonactoren die momenteel actief zijn in deze gemeenten werden betrokken. Tijdens dit begeleidingstraject werden volgende opties in kaart gebracht:

        scenario A met 1 woonmaatschappij voor alle 8 gemeentes;

        scenario B met 2 woonmaatschappijen voor respectievelijk 5 en 3 gemeentes, waarbij Lier een regio zou vormen met Bonheiden, Duffel, Putte en Sint-Katelijne-Waver;

        scenario C met 2 woonmaatschappijen voor telkens 4 gemeentes, waarbij Lier een regio zou vormen met Bonheiden, Duffel en Sint-Katelijne-Waver.

 

Uit het onderling overleg kwam een scenario met 2 woonmaatschappijen (scenario B of C) als het meest haalbare naar voren. Nadat het bestuur van Putte haar voorkeur uitdrukte om bij Heist-op-den-Berg aan te sluiten, bleek scenario C het meest aangewezen. Het lokaal bestuur van Lier wil dan ook een werkingsgebied samen met de gemeenten Bonheiden, Duffel en Sint-Katelijne-Waver voorstellen.

 

Het voorstel voor het werkingsgebied van de woonmaatschappij (Bonheiden - Duffel - Lier - Sint-Katelijne-Waver) werd ter advies voorgelegd op een bijzonder bovenlokaal woonoverleg met de betrokken besturen en woonactoren van Bonheiden, Duffel, Lier en Sint-Katelijne-Waver op 20 september 2021, waarvan het verslag wordt toegevoegd in bijlage.

Op het lokaal woonoverleg van Lier op 22 september 2021 werd naar eventueel bijkomende opmerkingen gevraagd. Hier werd geadviseerd om Ranst uitdrukkelijk mee op te nemen in het voorstel, gezien ondertussen duidelijk geworden was dat zij een afwijking op de referentieregio hebben aangevraagd.

 

De gemeente Ranst, waar de Lierse Maatschappij voor de Huisvesting momenteel actief is, diende een aanvraag in om af te wijken van haar referentieregio (Regio Antwerpen) om te kunnen aansluiten bij het werkingsgebied van Lier.

Onder voorbehoud van de goedkeuring van deze afwijking kan het voorgestelde werkingsgebied uitgebreid worden naar Bonheiden - Duffel - Lier - Ranst - Sint-Katelijne-Waver, zodat de bestaande samenwerkingen tussen Lier en Ranst behouden kunnen worden.

Vertegenwoordigers van de betrokken lokale besturen en woonactoren gaven hiervoor hun akkoord op een onderling overleg op 12/10/2021.

 

Adviezen

        Bovenlokaal Woonoverleg Bonheiden - Duffel - Lier - Sint-Katelijne-Waver d.d. 20/09/2021: gunstig, zie verslag in bijlage

        Lokaal Woonoverleg d.d. 22/09/2021: gunstig

 

Juridische grond

        Decreet Lokaal Bestuur

        Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021

        Decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij  een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd

        Brief aan burgemeesters van de minister van Wonen, Matthias Diependaele 'Naar één woonmaatschappij in uw regio: oproep tot start afbakening werkingsgebieden' d.d. 23/10/2020

        Brief aan burgemeesters van de minister van Wonen, Matthias Diependaele 'Oproep tot afbakening werkingsgebieden woonmaatschappijen – recente beslissingen Vlaamse Regering' d.d. 17/03/2021

 

Argumentatie

Het voorgestelde werkingsgebied Bonheiden, Duffel, Lier, Sint-Katelijne-Waver en, onder voorbehoud, Ranst, biedt de mogelijkheid om een woonmaatschappij op te richten die voldoet aan de vooropgestelde ambities en in staat is om op een performante manier haar wettelijke taken, zoals bepaald in art. 4.40 t.e.m. 4.44 van de Vlaamse Codex Wonen, uit te voeren.

De woonmaatschappij in het voorgestelde werkingsgebied kan de voordelen van een schaalvergroting benutten, door voort te bouwen op bestaande samenwerkingen (o.a. tussen de sociale huisvestingsmaatschappijen VVD en LMH en tussen de lokale besturen), zonder de betrokkenheid van burgers en lokale besturen te verliezen en met een beperkte impact op het personeel van de betrokken woonactoren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het advies van het lokaal woonoverleg te volgen en het voorstel om de gemeente Lier tot een werkingsgebied met volgende gemeenten te laten behoren: Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver en Ranst (onder voorbehoud van afwijking van de referentieregio), aan de VMSW over te maken.

 

Art 2 :

De gemeenteraad geeft gunstig advies over de stemverdeling in het adviesformulier als bijlage.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

GRONDINNAMES SCHOLLEBEEKSTRAAT NR. 5 EN 9. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college dd. 1 februari 2016: goedkeuring overeenkomst met Igemo

Beslissing van de gemeenteraad dd. 29 februari 2016: goedkeuring overeenkomst met Igemo

Beslissing van het college dd. 27 januari 2020: verlenging overeenkomst met Igemo. Zo werd Igemo ook aangesteld om de innames uit te voeren in het dossier van de Schollebeekstraat.

Beslissing van het college dd. 25 januari 2021: Aanstelling van notaris Van den Brande als behandeld notaris in dit dossier

Beslissing van het college dd. 28 juni 2021: Het college om de ontwerpovereenkomst betreffende de gratis grondafstand in de Schollebeekstraat goed te keuren.

 

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Schollebeekstraat dienen er enkele innames te gebeuren. De onderhandelingen werden gevoerd worden door Igemo. Het betreft in dit geval een gratis grondafstand, waarbij de betrokkenen geen vergoeding krijgen.

 

Notaris Van den Brande werd aangesteld om de notariële aktes te verlijden. Hij heeft tevens een ontwerpovereenkomst tot minnelijke verwerving opgemaakt die vooraf aan het verlijden van de notariële akte door de betrokken partijen zullen ondertekend worden. Deze ontwerpovereenkomst werd door college voorafgaand aan de onderhandelingen goedgekeurd op 28 juni 2021.

 

De onderhandse overeenkomsten werden inmiddels ondertekend door de betrokken partijen. Deze worden als bijlage toegevoegd en ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Argumentatie

De gemeenteraad neemt kennis van en overweegt om de volgende ondertekende overeenkomsten tot gratis grondafstand goed te keuren:

        overeenkomst betreffende inname van Ceulemans

        overeenkomst betreffende inname van Vermeulen

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Tekin Tasdemir

1 stem tegen: Marcel Taelman

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 1 stem tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de volgende overeenkomsten tot gratis grondafstand goed te keuren die tevens als bijlage zijn toegevoegd;

•overeenkomst betreffende inname 9 van Ceulemans

•overeenkomst betreffende inname 5 van Vermeulen

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

GRONDINNAMES SCHOLLEBEEKSTRAAT: NR. 7, 7.1, 1, 1.1, 2, 2.1, 3, 3.1, 4, 4.1, 10. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college dd. 1 februari 2016: goedkeuring overeenkomst met Igemo

Beslissing van de gemeenteraad dd. 29 februari 2016: goedkeuring overeenkomst met Igemo

Beslissing van het college dd. 27 januari 2020: verlenging overeenkomst met Igemo. Zo werd Igemo ook aangesteld om de innames uit te voeren in het dossier van de Schollebeekstraat.

Beslissing van het college dd. 25 januari 2021: Aanstelling van notaris Van den Brande als behandeld notaris in dit dossier

Beslissing van het college dd. 28 juni 2021: Het college om de ontwerpovereenkomst betreffende de gratis grondafstand in de Schollebeekstraat goed te keuren.

 

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Schollebeekstraat dienen er enkele innames te gebeuren. De onderhandelingen werden gevoerd worden door Igemo. Het betreft in dit geval een gratis grondafstand, waarbij de betrokkenen geen vergoeding krijgen.

 

Notaris Van den Brande werd aangesteld om de notariële aktes te verlijden. Hij heeft tevens een ontwerpovereenkomst tot minnelijke verwerving opgemaakt die vooraf aan het verlijden van de notariële akte door de betrokken partijen zullen ondertekend worden. Deze ontwerpovereenkomst werd door college voorafgaand aan de onderhandelingen goedgekeurd op 28 juni 2021.

 

De onderhandse overeenkomsten werden inmiddels ondertekend door de betrokken partijen. Deze worden als bijlage toegevoegd en ter goedkeuring voorgelegd aan het college.

 

Argumentatie

De gemeenteraad neemt kennis van en overweegt om de volgende ondertekende overeenkomsten tot gratis grondafstand goed te keuren:

        overeenkomst betreffende innames 1, 2, 3 en 4

        overeenkomst betreffende inname 7

        overeenkomst betreffende inname 10

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Tekin Tasdemir

1 stem tegen: Marcel Taelman

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 1 stem tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de volgende ondertekende overeenkomsten tot gratis grondafstand goed te keuren die tevens als bijlage zijn toegevoegd:

        overeenkomst betreffende inname 1, 2,3 en 4

        overeenkomst betreffende inname 7

        overeenkomst betreffende 10

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

GRONDINNAMES SCHOLLEBEEKSTRAAT: NR. 5 , 6, 9, 11, 12, 16, 17, 21, 22 EN 24. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college dd. 1 februari 2016: goedkeuring overeenkomst met Igemo

Beslissing van de gemeenteraad dd. 29 februari 2016: goedkeuring overeenkomst met Igemo

Beslissing van het college dd. 27 januari 2020: verlenging overeenkomst met Igemo. Zo werd Igemo ook aangesteld om de innames uit te voeren in het dossier van de Schollebeekstraat.

Beslissing van het college dd. 25 januari 2021: Aanstelling van notaris Van den Brande als behandeld notaris in dit dossier

Beslissing van het college dd. 28 juni 2021: Het college om de ontwerpovereenkomst betreffende de gratis grondafstand in de Schollebeekstraat goed te keuren.

 

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Schollebeekstraat dienen er enkele innames te gebeuren. De onderhandelingen werden gevoerd worden door Igemo. Het betreft in dit geval een gratis grondafstand, waarbij de betrokkenen geen vergoeding krijgen.

 

Notaris Van den Brande werd aangesteld om de notariële aktes te verlijden. Hij heeft tevens een ontwerpovereenkomst tot minnelijke verwerving opgemaakt die vooraf aan het verlijden van de notariële akte door de betrokken partijen zullen ondertekend worden. Deze ontwerpovereenkomst werd door college voorafgaand aan de onderhandelingen goedgekeurd op 28 juni 2021.

 

De onderhandse overeenkomsten werden inmiddels ondertekend door de betrokken partijen. Deze worden als bijlage toegevoegd en ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Argumentatie

De gemeenteraad neemt kennis van en overweegt om de volgende ondertekende overeenkomsten tot gratis grondafstand goed te keuren:

        overeenkomst betreffende inname 24

        overeenkomst betreffende innames 21 en 22

        overeenkomst betreffende inname17

        overeenkomst betreffende inname 12

        overeenkomst betreffende inname 11

        overeenkomst betreffende inname 9

        overeenkomst betreffende inname 6

        overeenkomst betreffende inname 5

        overeenkomst betreffende inname 16

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Tekin Tasdemir

1 stem tegen: Marcel Taelman

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 1 stem tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de volgende ondertekende overeenkomsten tot gratis grondafstand goed te keuren die tevens als bijlage zijn toegevoegd:

        overeenkomst betreffende inname 24

        overeenkomst betreffende innames 21 en 22

        overeenkomst betreffende inname17

        overeenkomst betreffende inname 12

        overeenkomst betreffende inname 11

        overeenkomst betreffende inname 9

        overeenkomst betreffende inname 6

        overeenkomst betreffende inname 5

        overeenkomst betreffende inname 16

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

GRONDINNAMES SCHOLLEBEEKSTRAAT: NR 23. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college dd. 1 februari 2016: goedkeuring overeenkomst met Igemo

Beslissing van de gemeenteraad dd. 29 februari 2016: goedkeuring overeenkomst met Igemo

Beslissing van het college dd. 27 januari 2020: verlenging overeenkomst met Igemo. Zo werd Igemo ook aangesteld om de innames uit te voeren in het dossier van de Schollebeekstraat.

Beslissing van het college dd. 25 januari 2021: Aanstelling van notaris Van den Brande als behandeld notaris in dit dossier

Beslissing van het college dd. 28 juni 2021: Het college om de ontwerpovereenkomst betreffende de gratis grondafstand in de Schollebeekstraat goed te keuren.

 

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Schollebeekstraat dienen er enkele innames te gebeuren. De onderhandelingen werden gevoerd worden door Igemo. Het betreft in dit geval een gratis grondafstand, waarbij de betrokkenen geen vergoeding krijgen.

 

Notaris Van den Brande werd aangesteld om de notariële aktes te verlijden. Hij heeft tevens een ontwerpovereenkomst tot minnelijke verwerving opgemaakt die vooraf aan het verlijden van de notariële akte door de betrokken partijen zullen ondertekend worden. Deze ontwerpovereenkomst werd door college voorafgaand aan de onderhandelingen goedgekeurd op 28 juni 2021.

 

De onderhandse overeenkomst werd inmiddels ondertekend door de betrokken partij. Deze wordt als bijlage toegevoegd en ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Argumentatie

De gemeenteraad neemt kennis van en overweegt om de volgende ondertekende overeenkomst tot gratis grondafstand goed te keuren:

        overeenkomst betreffende innames 23

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Tekin Tasdemir

1 stem tegen: Marcel Taelman

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 1 stem tegen - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de volgende ondertekende overeenkomst tot gratis grondafstand goed te keuren die tevens als bijlage is toegevoegd:

        overeenkomst betreffende inname 23

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

GRONDINNAME SANDER DE VOSSTRAAT: PERCEEL NR C 149/B. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraad 29/02/2016: De gemeenteraad beslist de raamovereenkomst (voor drie jaar) met Igemo voor de begeleiding bij de verwerving van gronden goed te keuren. De gemeenteraad neemt kennis van de kostenramingen van grondverwervingen in de verschillende projecten. In toepassing van artikel 4.3. van de statuten van de intergemeentelijke vereniging voor ontwikkeling van het gewest Mechelen en omgeving, afgekort IGEMO, keurt de gemeenteraad de exclusiviteit aan IGEMO goed voor wat betreft rubriek 7.6: Proces- en projectmanagement voor publieke gebouwen en infrastructuren. Deze exclusiviteit geldt gedurende drie jaar.

        College van burgemeester en schepenen 18/07/2016: Het college beslist Igemo opdracht te geven om de grondverwerving voor de RWA leiding Sander De Vosstraat en de aanleg van een dubbelrichtingsfietspad langs de onpare zijde Putsesteenweg voor te bereiden.

        Gemeenteraad 27/01/2020: De gemeenteraad beslist de verlenging van 3 jaar van de raamovereenkomst met Igemo voor de begeleiding bij de verwerving van gronden goed te keuren.

        College van burgemeester en schepenen 26/10/ 2020: Het college beslist om de overeenkomst betreffende de ondergrondse inname van een perceel bouwland, kadastraal gekend als 4e afd sectie C nr 148 B P000 (deel), goed te keuren.

De ondergrondse inname gaat specifiek over een perceel bouwland, gelegen te Lier, Reypermans Hoef, en is ten kadaster gekend als Lier 4e afdeling, sectie C, nr 149 B. De inname gebeurt voor de aanleg van een ondergrondse verbindingsgracht, ingeplant onder de grond van dit onroerend goed. Deze strook heeft het gereserveerd perceelnummer sectie C nr 378 A P000 en heeft een oppervlakte van 615 m².

De stad zal een vergoeding van 3.290,25 euro betalen, welke som bestaat uit de helft van de venale waarde voor de ondergrondse innemening, verhoogt met een vergoeding voor een bovengrondse erfdienstbaarheid voor het ruimte van de gracht, alsook de cultuurschade.

De kosten, rechten en loon van deze akte zijn ten laste van de Stad.

 

Feiten en context

Notaris ANNEMIE COUSSEMENT stelde een ontwerpakte op betreffende de ondergrondse grondinname van een perceel grond gelegen te Lier, Reypermans Hoef, (kadaster sectie nr 149 B) voor een oppervlake van 615 m².  Deze akte wordt als bijlage toegevoegd.

 

Adviezen

De dienst vastgoed verleent positief advies voor de goedkeuring van de ontwerpakte.

 

Argumentatie

De gemeenteraad en het college keurde reeds de samenwerking met Igemo goed voor de verwerving van de gronden. De verwerving van de grond voor een ondergrondse inname aan de Sander De Vosstraat is opgenomen in deze samenwerking. Er werd een akkoord bekomen met de eigenaar. Dit akkoord kreeg vorm in een notariële akte die als bijlage wordt toegevoegd. De gemeenteraad overweegt om deze goed te keuren.

 

Financiële weerslag

Actie 01/04/SAP/01/28 (afwerking straten) - budgetsleutel 21400007: 3.290,25 euro

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Tekin Tasdemir

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de ontwerpakte op betreffende de ondergrondse grondinname van een perceel grond gelegen te Lier, Reypermans Hoef, (kadaster sectie C nr 149 B) voor een oppervlake van 615 m², goed te keuren.

 

Art 2 :

De gemeenteraad machtigt de burgemeester Frank Boogaerts en algemeen directeur Katleen Janssens (en bij diens afwezigheid haar afgevaardigde(n) Ilse Anné en/of Kyrina Van Goubergen) voor de ondertekening van de akte en bijhorende stukken.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

GRONDINNAMES RIJENWEG. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de heraanleg van de Rijenweg dienen er 2 innames te gebeuren op volgende kadastrale percelen A 669 L  en A 659 X . De innames gebeuren aan de zijkant van de huidige trage weg. De innames zullen gebeuren conform het opmetingsplan van landmeter Verhaert d.d. 19/04/20212021 dat als bijlage wordt toegevoegd.

 

Na overleg met de eigenaars van de betrokken percelen werd op 31/05/2021volgende grondinname goedgekeurd :

- Deel perceel A 669 L zijnde 84 m² aan een eenheidsprijs van 185 EUR / m²

 

- Deel perceel A 659 X zijnde 276 m² aan een eenheidsprijs van 185 EUR / m²

 

De totale prijs van deze innames bedraagt 43.140 EUR. Deze prijs ligt onder de algemene schattingsprijs van 51.560 EUR overeenkomstig de waardebepaling d.d. 19/04/2021.

 

Conform het Decreet Lokaal Bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3 betreffende de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen kan een bestuur een onroerend goed aankopen, mits de aankoopprijs de schattingswaarde niet overschrijdt. Bijgevolg is de schattingswaarde de maximale aankoopprijs. In dit geval ligt de aankoopprijs ruimschoots onder de geschatte waarde van de percelen, waardoor de aankoop gerechtvaardigd is.

 

Adviezen

Dienst vastgoedbeheer verleent positief advies voor de innames aan de overeengekomen prijs, gelet op het feit dat de aankoopprijs onder de schattingswaarde ligt en de noodzakelijkheid van de uit te voeren werken.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur en de omzendbrief KB/ABB 2019/3

 

Argumentatie

Gelet op het belang en de timing van de heraanleg van de Rijenweg overweegt de gemeenteraad akkoord te gaan met de aankoopprijs van 185 EUR/m². Deze prijs is lager dan de geschatte waarde. Conform het Decreete Lokaal Bestuur kan een lokaal bestuur een onroerend goed aankopen zolang de aankoopprijs lager of gelijk is aan de schattingsprijs.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/04/SAP/01/32

Aanleg Rijenweg

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Tekin Tasdemir

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de volgende grondinnames conform het opmetingsplan in bijlage goed te keuren voor de totale prijs van 43.140 EUR.

        Deel perceel A 669 L zijnde 84 m² aan een eenheidsprijs van 185 EUR/m²

        Deel perceel A 659 X zijnde 276 m² aan een eenheidsprijs van 185 EUR/m²

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om notaris Van Cauwenbergh aan te stellen voor de opmaak en het verlijden van de akte. De gemeenteraad machtigt de burgemeester Frank Boogaerts en algemeen directeur Katleen Janssens (en bij diens afwezigheid haar afgevaardigde(n) Ilse Anné en/of Kyrina Van Goubergen) voor de ondertekening van de aktes en alle bijhorende stukken.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

GRONDINNAME HOGE VELDEN: NR. 12. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het project Hoge Velden heeft tot doel op de grond gelegen hoek Aarschotsesteenweg, RING te ontwikkelen tot hoog dynamische recreatie.

 

De gemeenteraad van Lier heeft op 24 april 2017 voorlopig en op 26 juni 2017 definitief beslist om, met het oog op de realisatie van het RUP" Hoogdynamisch recreatie Hoge Velden- Posthoorn" over te gaan tot de verwerving bij wijze van onteigening voor het algemeen nut van de onroerende goederen, gelegen te Lier, met een totale in te nemen oppervlakte en kadastraal bekend zoals aangeduid op het bijgevoegde onteigeningsplan met innemingstabel.

 

Op 3 mei 2017, 29 oktober 2018 en 12 december 2018 vroeg de stad Lier een onteigeningsmachtiging voor de op het onteigeningsplan aangeduide inneming. Op 22 januari 2019 heeft de Vlaamse minister van binnenlands bestuur, inburgering, wonen, gelijke kansen en armoedebestrijding de onteigeningsmachtiging goedgekeurd.

 

Op 4 februari 2019 besliste het college om alle betrokken eigenaars in kennis te stellen van het ministerieel besluit d.d. 22 januari 2019 en de betrokken eigenaars een laatste bod te doen.

 

De Belgische staat (btw) is eigenaar van het perceel, zijnde inname nr 12. Destijds ontving de stad een positief antwoord van de FAC betreffende de minnelijke verwerving van het hier boven vermelde perceel. Men gaat akkoord met het gedane voorstel van 330.000 euro als vergoeding. Bovenop dit bedrag wensen ze de gebruikelijke verschuldigde wederbeleggingsvergoeding te ontvangen. De wederbeleggingsvergoeding wordt berekend krachtens het tussen overheden geldende tarief van 3%, wat neerkomt op 9.900 euro. De FAC rondt de totaalsom af naar 340.000 euro.

 

Collegebeslissing dd. 30/09/2021: Het college beslist momenteel niet over te gaan tot verwerving van het perceel dat kadastraal gekend is als Lier 2e afd, sectie C, nr. 480/D2.

 

Feiten en context

Middels de beslissing van het college dd. 30/09/2019 besloot het college om de aankoop van het perceel dat ten kadaster gekend is als Lier 2e afd, sectie C, nr. 480/D2 voorlopig 'on hold' te zetten, aangezien de focus in eerste instantie lag op de ontwikkeling van de site 'Hoge Velden'.

 

De dienst vastgoed contacteerde opnieuw de eigenaar van het perceel en herhaalde de vraag tot aankoop. De eigenaar bevestigde per mail dd. 22/09/2021 dat het volgende voorstel nog geldig is: Men stelt een verkoopprijs voor van 340.000 euro (bod van 330.000 euro + de gebruikelijke verschuldigde wederbeleggingsvergoeding van 3% (9.900 euro)).

 

Argumentatie

Het college overweegt om akkoord te gaan met de aankoop van het perceel dat ten kadaster gekend is als Lier 2e afd, sectie C, nr. 480/D2, onderdeel van het project 'Hoge velden - Posthoorn', voor de prijs van 340.000 euro.

 

Immers, conform het schattingsverslag van beëdigd schatter Paul Verhaert wordt het perceel gewaardeerd op 330.000 euro. Dit bedrag bestaat uit enerzijds 244.000 euro voor een oppervlakte van 1.221 m² gelegen in woongebied en anderzijds 86.000 euro voor een oppervlakte van 1.729 m² gelegen in woonuitbreidingsgebied. Daarnaast is een wederbeleggingsvergoeding gebruikelijk in gelijkaardige dossiers. Dit werd ook toegekend in de overige minnelijke aankopen in het project 'Hoge Velden'.

 

Financiële weerslag

In het meerjarenplan is een totaal beschikbaar investeringsbudget van 5.675.000 EUR voor de aanleg van de sportinfrastructuur op de Hoge Velden.

In het kader van de meerkost voor de gerealiseerde onteigeningen op de site Hoge Velden, werd reeds een deel van dit budget aangesproken. Er rest momenteel nog een saldo van 5.152.950 EUR.

De aankoop van dit perceel op de site Posthoorn kan eveneens aangerekend worden op het investeringsbudget van de Hoge Velden. Het gevolg hiervan is dat er nog een budget voor aanleg sportinfrastructuur overblijft van 4.812.950 EUR.

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Tekin Tasdemir

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om akkoord te gaan met de aankoop van het perceel dat ten kadaster gekend is als Lier 2e afd, sectie C, nr. 480/D2, onderdeel van het project 'Hoge velden - Posthoorn', voor de prijs van 340.000 euro.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om vastgoedtransacties aan te stellen voor de opmaak en het verlijden van de akte.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

TRAMWEGLEI - AANKOOP GARAGES. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college d.d. 13/11/2017 betreffende de verwervingen van Tramweglei voor de ontsluiting Stationsomgeving.

 

Feiten en context

De stad besliste de stationsomgeving opnieuw in te richten en een ontsluiting te voorzien naar de Ring.

Voor de woningen die op dat stuk van de Tramweglei staan waar de ventweg komt te liggen (nrs 117, 119, 123 en 125) dienen er tevens afspraken gemaakt te worden aangaande de aankoop van tuin en garageboxen, ter compensatie van een onteigening van tuinzone van woningen in de Tramweglei (n.a.v. de heraanleg van de Tramweglei).

 

In een minnelijk akkoord met de eigenaars van de woningen 117, 119, 121 en 123 werd beslist: "Achter de achtertuinen van de woningen Tramweglei zullen door de ontwikkelaar van de site Charon garages gebouwd worden. De stad Lier koopt vier garages hiervan aan. De geschatte kostprijs per garage bedraagt 18.000 euro. De vier garages sluiten aan op de achtertuinen en de ontwikkelaar voorziet een deur die toegang verschaft tot de achtertuinen."

 

Oorspronkelijk werd een budget voor  aankoop van de vier garageboxen van 18.000 € per garage voorzien.  In totaliteit komt het neer op 72.000 €.

 

Na overleg met met de eigenaars en de ontwikkelaar blijkt nu dat het slechts om 3 boxen gaat, en de 4de box (G62) wordt onderling verkocht aan een privépersoon.

Het betreft G60, G61en G63.

De garagebox gelegen achter de tuin van huisnummer 117 wordt niet aangekocht.

 

De oorspronkelijke prijs per garagebox bedroeg 24.900 EUR excl. kosten.

Opsplitsing is als volgt:

        grondwaarde bedraagt 6.500 EUR

        constructiewaarde bedraagt 18.400 EUR.

Dit bedraagt dus in totaal 74.700 euro 

de ontwikkelaar is echter bereid om een korting van 2.000 euro per garagebox toe te staan zodat de prijs neerkomt op 22.900 EUR excl kosten per garagebox. Dit geeft een totaalbedrag van 68.700 euro (excl kosten).

 

Alle betrokken bewoners/huurders werden door dienst vastgoed gecontacteerd om hun toezegging tot het huren van een garage te bevestigen.

 

Adviezen

Dienst vastgoed adviseert positief aangezien de aankoop van de drie garageboxen kadert in de stationsontwikkeling en er een toezegging is tot huur door de bewoners Tramweglei nr 119, 121 en 123.

 

Argumentatie

De gemeenteraad overweegt om de aankoop van 3 garageboxen voor een totaalprijs van 68.700  euro goed te keuren, aangezien de aankoop kadert in het grotere geheel van de compromis met de eigenaars van de woningen nrs. 119, 121 en 123.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

01/04/SAP/01/21

ontsluiting R 16

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Tekin Tasdemir

4 onthoudingen: Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om drie garageboxen aan te kopen aan een prijs van 22.900 euro exclusief kosten per garagebox, aangezien dit kadert in de ontwikkeling van de stationsomgeving en de aangrenzende eigenaars van de Tramweglei toezegden om de garage te huren aan 50 euro per maand.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om notaris Verreth aan te stellen voor de opmaak van de akte. De gemeenteraad machtigt om de burgemeester Frank Boogaerts en algemeen directeur Katleen Janssens (en bij diens afwezigheid haar afgevaardigde(n) Ilse Anné en/of Kyrina Van Goubergen) voor de ondertekening van de akte en alle bijhorende stukken.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

LOKAAL KLIMAAT EN-ENERGIEPACT. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2016 over de goedkeuring van de ondertekening van de Burgemeestersconvenant. 2030.

Gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2021 over de goedkeuring van het actieplan voor klimaat en energie.

Op 4 juni 2021 keurde de Vlaamse Regering het Lokaal Energie- en Klimaatpact definitief goed. Het pact wil de Vlaamse steden en gemeenten ondersteunen in het behalen van concrete doelstellingen en bouwt voort op reeds ingeburgerde initiatieven zoals het Burgemeestersconvenant 2030. De focus ligt op vier werven: vergroening, energie, mobiliteit en regenwater.

 

Feiten en context

Het pact bevat wederzijdse engagementen die de sleutelrol van lokale besturen in het Vlaamse klimaat- en energiebeleid beklemtonen.

De Vlaamse regering nodigt nu de lokale besturen uit om het pact te ondertekenen. De regering verdeelt 25 miljoen euro steun onder de lokale besturen die dat doen. Lokale besturen hebben immers een sleutelrol in handen voor het behalen van de gezamenlijke klimaatdoelstellingen. De wederzijdse engagementen in het pact beklemtonen die sleutelrol. Ook alle organisaties die lokale besturen hierbij willen ondersteunen kunnen het pact ondertekenen.

De deadline voor lokale besturen om het pact te ondertekenen is 29 oktober 2021.

Een jaarlijks opvolgmoment dat focust op alle gerealiseerde acties en een digitaal platform dat helpt alle acties op te volgen staat in de steigers.

De Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) ondertekende het pact al. De VVSG tekent als prominente partner en zal via het 'Netwerk Klimaat' mee ondersteuning bieden, hindernissen detecteren en kennis uitwisselen door ervaringen en goede praktijken van de lokale besturen te delen

Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Aan de hand van concrete en herkenbare werven (zie hieronder) wil men inzetten op krachtdadig beleid. Er wordt hierbij ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan werk te maken van concrete engagementen zoals hieronder vermeld:

Lokale besturen engageren zich om:

        Het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen en uit te werken;

        Een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09% te realiseren in hun eigen gebouwen (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed);

        Een reductie van de CO2-uitstoot van hun eigen gebouwen en technische infrastructuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren;

        Tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting te verLEDden;

        Het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025;

        Lokale warmte- en sloopbeleidsplannen op te maken;

        Burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de 4 werven van het Pact te behalen.

 

Adviezen

Het is duidelijk dat verschillende departementen betrokken moeten worden om de engagementen van dit Pact aan te gaan en de doelstellingen ervan te verwezenlijken. Zo zullen onder meer de volgende departementen betrokken en geadviseerd worden:

        Departement Infrastructuur, Technisch Bureau Gebouwen en Technisch Uitvoerende Diensten, i.s.m. IGEMO: stand van zaken, resultaten en verder verloop omtrent bestaande projecten met als doelstelling energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot.

        Departement Infrastructuur, Technisch Bureau Openbaar Domein, i.s.m. FLUVIUS: stand van zaken en verder verloop in verband met het project voor de verLEDding van de openbare verlichting.

        Departement Financieel Beheer: draagvlak verhogen voor hernieuwbare energie door heffingen op hernieuwbare energie af te bouwen.

        Departement WLO (Omgeving): opstellen van een overzicht omtrent de stand van zaken en acties die inmiddels genomen werden in het kader van de verwezenlijkingen van de doelstellingen van de Burgemeestersconvenant 2030 en het opstellen van een intern communicatieplatform; opmaken van warmte- en sloopbeleidsplannen.

        Departement Externe Communicatie, i.s.m. met WLO (Omgeving, Mobiliteit, Ondernemen en Wonen): initiatieven nemen om burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de 4 werven van het Pact (vergroening, energie, mobiliteit en regenwater) te behalen, en ook initiatieven nemen om de participatie van de betrokken adviesraden (o.m. de Milieuraad) te ondersteunen en te stimuleren.

 

Juridische grond

De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro van 1992

Het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;

Gelet op het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;

De ondertekening door de stad Lier van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;

Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030;

Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024;

Art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”

 

Argumentatie

Het is wenselijk dat de gemeente het Lokaal Energie- en Klimaatpact ondertekent en de gewenste en mogelijke acties uitvoert. Bijgevolg heeft de stad recht op financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid d.m.v. trekkingsrecht.

 

Financiële weerslag

Het totale jaarlijkse budget, in casu 24,30 miljoen euro voor 2021 wordt verdeeld onder de ondertekenaars. Aangezien de deadline voor lokale besturen om het pact te ondertekenen 29 oktober 2021, is aantal ondertekenaars pas geweten op het einde van oktober. De effectieve financiële ondersteuning wordt ten laatste op 1 december 2021 kenbaar gemaakt en vervolgens 30 april 2022 uitbetaald.

Het minimale trekkingsrecht voor de stad Lier bedraagt 128.912,00 euro (cfr het overzichtsdocument financiële ondersteuning VVSG). De Vlaamse overheid vraagt om minstens het dubbele van de ter beschikking gestelde subsidies te investeren in lokale klimaatacties. Voorde financiële opvolging wordt gevraagd om in de jaarrekening de uitgaven die gelieerd zijn aan het Pact, een vaste code te geven (ABB-LEKP-2021). Dit kan zowel investeringskosten, werkingskosten als personeelkosten bevatten.

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout en Tekin Tasdemir

10 onthoudingen: Freddy Callaerts, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 10 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het Lokaal klimaat- en energiepact te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

CONVENANT CAW ROND WOONBEGELEIDING - VERLENGING. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op resp. 9/11/2020 en 23/11/2020 keurde het college en de gemeenteraad de convenant met CAW BoomMechelenLier goed voor 1 jaar in functie van de realisatie van woonbegeleiding.

 

Feiten en context

Intensieve woonbegeleiding heeft tot doel om, via een bredere vraagverheldering en wederzijdse uitwisseling van informatie, verwachtingen, .., een gedragen hulpverleningsaanbod  te ontwikkelen met min. 4uur per week begeleidingsinzet gericht naar:

        Brede vraagverheldering

        Rechtendetectie

        Administratieve opvolging.

        Algemeen welzijn (psychisch en fysiek welzijn, huisarts, verslaving, relationele problemen)

        Tewerkstelling & onderwijs

        Financiële situatie opvolgen.

        Woonvaardigheden versterken (Contact buren, verhuurders, externe diensten, opruimen tuin, woning, etc.)

        Verbreding sociaal netwerk

        Samenwerking met externe diensten (CGG, jeugdzorg, etc.)

        Praktische ondersteuning (voedselbank, sociale kruidenier, jeugdrechtbank, vredegerecht, etc.)

        Dreigende uithuiszetting vermijden.

 

Na 1 jaar uitvoering is de balans van de samenwerking positief:

        De uitvoering van woonbegeleiding wordt door de sociale dienst uitstekend geëvalueerd:

In de eerste plaats wordt de intensiteit van de woonbegeleiding door CAW als een belangrijke aanvulling op het bestaand aanbod beschouwd. Intensieve woonbegeleiding via CAW investeert gemiddeld 4 uur per week begeleidingsinzet in complexe dossiers rond woonbegeleiding. Dergelijke intensiteit kan, gezien de caseload binnen de sociale dienst, onmogelijk vanuit het maatschappelijk werk van de sociale dienst geleverd worden.

In de tweede plaats is er op cliëntniveau een goed samenwerkingsverband: taakafspraken zijn duidelijk, er wordt helder teruggekoppeld;...

        Intensieve woonbegeleiding sluit als werkvorm aan op een reëel ervaren nood, die ook impact heeft op diverse terreinen (denk aan burenruzies, gezondheid en de leefomgeving, het vermijden van uithuiszettingen;...).

 

Gezien de positieve evaluatie van de samenwerking, is het voorstel de bestaande convenant met 3 jaar te verlengen, met jaarlijkse evaluatie.

 

Argumentatie

De bestaande samenwerkingsovereenkomst met CAW BoomMechelenLier rond intensieve woonbegeleiding wordt verlengd na positieve evaluatie.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

1/11/SAP/4/2

Verbeteren woonkwaliteit van maatschappelijk kwetsbare huurders.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist akkoord te gaan om de convenant met CAW BoomMechelenLier te verlengen met 3 jaar na positieve evaluatie.

 

Art 2 :

De gemeenteraad machtigt de burgemeester, Frank Boogaerts, om de convenant te ondertekenen.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

ADDENDUM 3 BIJ DE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST, AFGESLOTEN MET HET AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID HOUDENDE HET OPNEMEN VAN COMPLEMENTAIRE ENGAGEMENTEN IN HET KADER VAN HET BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING TOT TOEKENNING VAN EEN SUBSIDIE AAN DE LOKALE BESTUREN OM DE CONTACT- EN BRONOPSPORING TER BESTRIJDING VAN DE COVID-19-PANDEMIE TE VERSTERKEN. BEKRACHTIGING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 16 november 2020 over de keuze voor optie 1, namelijk: "Sensibilisering en preventie, bronopsporing en quarantaine coaching", in het kader van de ondersteuning van de Vlaamse regering voor de contactopsporing door de gemeenten.

Gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2021 over de kennisname van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken én de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst.

Gemeenteraadsbeslissing 26 april 2021 over de kennisname van het besluit van de Vlaamse Regering van xxx tot het toekennen van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken én de goedkeuring van de addendum bij de samenwerkingsovereenkomst (verlenging tot 30 juni 2021).

Collegebeslissing van 14 juni 2021 over de verlenging van de de keuze voor optie 1, namelijk: "Sensibilisering en preventie, bronopsporing en quarantaine coaching", in het kader van de ondersteuning van de Vlaamse regering voor de contactopsporing door de gemeenten (verlening tot 31 augustus 2021).

Gemeenteraadsbeslissing van 27 september 2021 over de bekrachtiging van de addendum bij de samenwerkingsovereenkomst (verlenging tot 31 augustus 2021)

Collegebeslissing van 27 september 2021 over de goedkeuring bij hoogdringendheid van addendum 3 bij de samenwerkingsovereenkomst, afgesloten met het Agentschap Zorg en Gezondheid houdende het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.

 

Feiten en context

De stad heeft een bericht van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) ontvangen over de verlenging van de subsidie voor lokale bron- en contactopsporing.

 

Sedert de opstart vormt optie 1 (bronopsporing, en quarantainecoaching) een belangrijk beheersinstrument om (1) contacten van besmette personen snel te identificeren en in quarantaine te plaatsen, (2) (uitbraak)clusters te detecteren en isoleren en (3) burgers blijvend aan te moedigen en te sensibiliseren om de basismaatregelen vol te houden om zo de transmissie van het COVID-19 virus te doorbreken en deze pandemie in te dijken.

Bij bronopsporing wordt gezocht van wie de besmette persoon zelf de besmetting heeft opgelopen. Bronopsporing heeft als voordeel dat heel gericht kan gezocht worden waar de besmettingen vandaan komen en de lokale besturen als beleidsmakers heel gericht maatregelen (preventie, sensibilisering, handhaving) kunnen nemen.

Als enige niveau ondernemen lokale besturen concrete acties om de bronopsporing te versterken. Ze leggen verbanden door analyse van de beschikbare gegevens, inclusief de gegevens verkregen uit de samenwerkingsovereenkomst met de zorgraad, waardoor ogenschijnlijk willekeurige besmettingen tot één en dezelfde bron kunnen worden teruggebracht om op die manier verdere verspreiding van COVID-19 te beperken door het aanpassen van het lokale beleid inzake infectiebestrijding. Wanneer zij hotspots detecteren, nemen zij eveneens maatregelen om deze te isoleren en zo mogelijk in te perken.

Intussen vordert de vaccinatiecampagne in Vlaanderen met rasse schreden. Niettemin zal bronopsporing de komende maanden nodig blijven. Dit blijft een tweede belangrijke beschermingslinie tegen de verspreiding van het virus.

Uit 2020 leerden we dat de combinatie van versoepelingen van de maatregelen die de verspreiding van het coronavirus moesten indijken in de lente- en zomermaanden, de terugkeer van vakantiegangers en het slechter wordende weer naar het einde van de zomer toe mogelijk aanleiding gaven tot de tweede en meest dodelijke golf van de corona-pandemie in België. Het begin van de tweede golf werd door Sciensano vastgesteld op maandag 31 augustus 2020.

De vaccinatiecampagne draait weliswaar op volle toeren, maar het zal vermoedelijk nog tot het najaar 2021 duren vooraleer de vaccinatiegraad voldoende hoog is om groepsimmuniteit te bekomen.

        Dit komt doordat er voor de bestelde 1,4 miljoen J&J vaccins nog geen leverzekerheid is. Die onzekerheid omtrent de J&J vaccins heeft een dubbele impact: als ze niet tijdig geleverd worden, dan moeten er 2 andere vaccins in de plaats komen (J&J is vooralsnog immers het enige vaccin waarbij 1 prik volstaat). In de voorbije maanden is al enkele keren gebleken dat de onzekerheid met betrekking tot de leveringen en/of leeftijdsrestricties bepalend zijn voor het tempo van de vaccinatie.

        Daarnaast wordt de vaccinatiecampagne ook doorkruist door vakantieplannen van de bevolking, waardoor de uitrol van de vaccinaties mogelijks vertraging oploopt. Veel Belgen gaan deze zomer op vakantie naar het buitenland, en daarbovenop worden grote sportevenementen zoals de Tour de France en het EK voetbal bezocht door Europeanen uit alle windstreken. In combinatie met de versoepelingen van het “Zomerplan” en de oprukkende deltavariant bestaat zo een verhoogd risico is op het importeren/verder verspreiden van nieuwe varianten.

        In andere delen van het land, zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, valt de vaccinatiegraad tegen door twijfelaars en weigeraars.

        Bovendien bestaat de mogelijkheid dat een derde coronavaccinatie nodig zal zijn om de bevolking te beschermen tegen oprukkende nieuwe varianten van het coronavirus.

        Met een te lage vaccinatiegraad is er onvoldoende groepsimmuniteit en ontstaat er een grote kans dat het virus zich weer snel verspreidt. Deze kans wordt nog vergroot door de risico’s op het ontstaan van nieuwe virusvarianten, en door de recente versoepelingen inzake sociale contacten en reizen. Daarom is verhoogde waakzaamheid nodig om snel te kunnen ingrijpen bij uitbraken en een stijgende besmettingsgraad. Het reëel bestaan van dit risico is recent nog bevestigd door nieuwe uitbraken zoals in Israël en Portugal, niettegenstaande de zeer hoge vaccinatiegraad in Israël. Het is dan ook van essentieel belang dat iedere vorm van uitbraak of clustervorming zo snel mogelijk gedetecteerd wordt, zodat de nodige isolatie- en quarantainemaatregelen kunnen worden genomen.

        Daarenboven is er onvoldoende zekerheid over de duur van de beschermingsgraad die de huidige vaccins bieden. Hierdoor bestaat de kans dat de groepsimmuniteit onvoldoende hoog is om risicoloos het najaar en de winterperiode door te komen.

        Elke burger die overtuigd kan worden de basismaatregelen te respecteren, elke besmette persoon die wordt opgebeld met het oog op de identificatie van (uitbraak)clusters en elke persoon die begeleid wordt in het volhouden van de isolatie of de quarantaine, is een extra rem op de verspreiding van het virus.

 

We verwijzen hierbij ook naar het Hoog Overlegcomité in haar verslag van 18 juni 2021 (2020C80750.002): “Het virus zal de volgende maanden blijven circuleren. Bovendien is het risico op nieuwe varianten reëel, die mogelijks een hogere besmettelijkheid en ziektegraad veroorzaken. In dat verband heeft het Comité kennis genomen van de huidige situatie met betrekking tot de delta-variant. Alleen een zo breed mogelijke vaccinatiecampagne biedt hier een afdoend antwoord op. Verder is het belangrijk dat de verschillende onder(delen van een deugdelijk risicobeheer, met name preventie, testing, isolatie en quarantaine, contactopvolging, outbreak management, ventilatie, enz. op een adequaat en doeltreffend niveau worden gehandhaafd.”.

Uit de evaluatie van de periode 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021 blijkt de meerwaarde van de lokale besturen. Door hun direct contact met de burger en diepgaande kennis van de lokale situatie kunnen de lokale besturen de bronopsporing en quarantainecoaching heel doeltreffend aanpakken. Hierbij gebruiken ze verschillende acties en methodieken om nieuwe uitbraken en nieuwe besmettingen snel te lokaliseren en te bekampen. In aanvulling van de centrale contacttracing op het Vlaamse niveau konden de lokale besturen fysieke hulp bieden of zelfs beschermingsmateriaal ter beschikking stellen.

 

Op 16 juli 2021 heeft de Vlaamse Regering met het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2021  tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken (hierna BVR 16 juli 2021) de contouren voor de complementaire werking en inzet in preventie, sensibilisering, lokale bronopsporing, quarantainecoaching en aandacht voor kwetsbare personendoor lokale besturen na 31 augustus 2021 uitgewerkt, met een bijhorende subsidie voor optie 1.

 

Besturen die op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken (hierna: BVR 13 november 2020) en/of het BVR van 23 april 2021 geen samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten met het Agentschap Zorg en Gezondheid, kunnen vanaf 1 september 2021 alsnog een overeenkomst voor optie 1 afsluiten.

De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters.

 

De gemeenten die inzetten op optie 1 (sensibilisering / communicatie, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching) krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor een periode van 1 september 2021 tot en met 15 oktober 2021

De gemeente wil, na overleg met alle betrokken diensten, complementair inzetten op optie 1.

Hiertoe wordt door de gemeente een samenwerkingsovereenkomst opgesteld met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.

Bij deze samenwerkingsovereenkomst worden volgende documenten als bijlage gevoegd:

        Afsprakennota waarin de gemeente, in overleg met de COVID-19-teams haar engagementen die zij in het kader van de samenwerkingsovereenkomst zal uitvoeren,  concreet omschrijft;

        De nodige verwerkersovereenkomst(en) zoals voorzien op www.vlaanderenhelpt.be;

        De contactlijsten m.h.o. op het aanvragen van de nodige accounts op deze engagementen te kunnen uitvoeren;

        In voorkomend geval, de nodige protocollen zoals voorzien op www.vlaanderenhelpt.be.

 

Het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

De gemeente zorgt voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen.

De engagementen die de gemeente opneemt, doen geen afbreuk aan de engagementen die de gemeente in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden binnen de werking van de ELZ.  Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.

 

De motivatie moet worden aangepast naargelang het bestuursorgaan dat de beslissing neemt.

 

Adviezen

Advies dienst welzijn:

De stad heeft reeds een overeenkomst met het agentschap zorg en gezondheid afgesloten voor optie 1.

 

Juridische grond

Artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie verankert het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen.  Dit beginsel houdt in dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

Gelet op de oproep van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020, verankerd in het BVR van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, aan alle Vlaamse gemeenten om aanvullend en ondersteunend aan de reeds bestaande initiatieven bijkomende engagementen op te nemen in deze strijd;

Gelet op het toegenomen belang van lokale bronopsporing in Vlaanderen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, is het noodzakelijk dat de gemeente zo snel mogelijk met haar engagementen kan opstarten/verderzetten, zodat geen kostbare tijd verloren gaat.

Om te kunnen op opstarten/verderzetten is de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst of addendum met bijlagen vereist.  Op basis daarvan ontvangt de gemeente tevens de nodige accounts voor van de verschillende platformen.

De nodige stukken hiertoe werden sedert 7 december 2020 door de Vlaamse overheid ter beschikking gesteld.

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken (hierna: BVR van 16 juli 2021).

Decreet Lokaal Bestuur, inz. art. 269: de gemeenteraad is bevoegd om onderhavig besluit te nemen. Zo de gemeenteraad niet tijdig kan samenkomen om onderhavig besluit te nemen, kan het college bij hoogdringendheid de samenwerkingsovereenkomst goedkeuren m.h.o. op het bekomen van de nodige accounts doch onder voorbehoud van bekrachtiging van deze beslissing op de eerstvolgende gemeenteraad waarop dit wetmatig kan geagendeerd worden.

 

Argumentatie

De stad wil zijn verantwoordelijkheid opnemen om de strijd aan te gaan tegen de COVID-19-pandemie en hiervoor, in samenwerking met o.a. de eerstelijnszone, de inspanningen te leveren om de verspreiding van COVID-19 verder in te dijken. De engagementen in de contact- en bronopsporing zijn daar een onderdeel van. Daarom dient de samenwerkingsovereenkomst te worden verlengd.

De Vlaamse Regering heeft alle Vlaamse gemeenten opgeroepen op om aanvullend en ondersteunend aan de reeds bestaande initiatieven bijkomende engagementen op te nemen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie. De complementaire engagementen worden opgenomen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie.

Een en ander vergt dat de gemeente zo snel mogelijk met haar engagementen kan opstarten, zodat geen kostbare tijd verloren gaat. Om te kunnen opstarten is de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met bijlagen vereist. Op basis daarvan ontvangt de gemeente tevens de nodige accounts voor van de verschillende platformen.

De dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachten tot de eerstvolgende gemeenteraad omwille van de noodzaak om engagementen onmiddellijk te kunnen opnemen.

Uit de epidemiologische resultaten voor Vlaanderen, die van dag op dag evolueren, blijkt de hoogdringendheid.

Op basis van de voornoemde hoogdringendheid, neemt het college van burgemeester het besluit tot ondertekening van de voorliggende samenwerkingsovereenkomst en bijlagen.

Zij doet dit onder voorbehoud van bekrachtiging van onderhavig besluit door de eerstvolgende gemeenteraad waarop dit dossier rechtsgeldig kan worden geagendeerd.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van 27 september 2021 over het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, het geconsolideerde  besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing  en het contactonderzoek ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.

 

Art 2 :

De gemeenteraad keurt het voorgelegde addendum met bijlagen goed.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

LIGO REGIO MECHELEN - ALGEMENE VERGADERING - AANDUIDEN VAN EFFECTIEF VERTEGENWOORDIGER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over de goedkeuring voor het aanduiden van mevrouw Vanderpoorten Marleen, schepen, als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Centrum voor Basiseducatie Open School vzw

Gemeenteraadsbeslissing van 28 juni 2021 over de kennisname van het ontslag van mevr. Marleen Vanderpoorten als schepen en gemeenteraadslid met ingang op 1 juli 2021

 

Feiten en context

De stad is één van de stichtende leden van Ligo (voorheen: Centrum voor Basiseducatie Open School vzw, of afgekort CBE Open School vzw).

 

Naar aanleiding van het ontslag van Marleen Vanderpoorten als gemeenteraadslid en als schepen, dient zij te worden vervangen in de algemene vergadering als effectief vertegenwoordiger en in de algemene vergadering. Vermits Marleen Vanderpoorten ervaring heeft met onderwijs, is het aangewezen dat zij de stad in de algemene vergadering blijft vertegenwoordigen.

 

Juridische grond

Decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs

Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen

Decreet Lokaal bestuur

 

Stemming

 

22 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin en Tekin Tasdemir

5 stemmen tegen: Marcel Taelman, Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

5 onthoudingen: Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 22 stemmen voor - 5 stemmen tegen - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om mevrouw Marleen Vanderpoorten, lid Open VLD, als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Ligo vzw, af te vaardigen.

 

Art 2 :

Deze beslissing wordt ter kennisgeving aan Ligo vzw overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. proefopstelling Antwerpsesteenweg

De proefopstelling op de Antwerpsesteenweg die in het najaar 2019 geplaatst is blijft nog altijd onaangepast!!

(brief agentschap wegen en verkeer). Er zouden aanpassingen gebeuren om de veiligheid optimaler te maken. Samen met de stad zou AWV de opstelling de komende maanden uitvoerig evalueren. Bijkomende oversteek ter hoogte van La Rocca wordt onderzocht. De mogelijkheid om een extra voetgangers en fietsoversteek aan te leggen wordt onderzocht. De evaluatie hierover zal in het voorjaar 2020 gebeuren.

Op 23 juni 2020 kreeg ik antwoord op een schriftelijke vraag: Op 30/03/2020 heeft er een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden. Dezelfde antwoorden als daarvoor, maar er gebeurt niets! De fietsers die moeten oversteken naar het tenniscentrum Zevenbergen en de site Albert Hein was een aandachtspunt. Toch durven zij schermen met “in de oude situatie was er ook geen oversteek voor de fietsers” maar zij vergeten te zeggen dat er dan ook geen hoge betonnen blokken stonden in een cirkel. Toch ging AWV hier een voorstel voor doen? Dit is dus een belofte van meer dan een jaar geleden.

Op 15 april 2021 kreeg ik antwoord op een schriftelijke vraag en daar stond in dat de veiligheid van de trage weggebruikers voorop wordt gesteld? Op basis van meldingen en waarnemingen door de stad en AWV werden volgende knelpunten vastgesteld:

        De doorstroming

        Oversteek aan Duwijck

        Zichtbaarheid aan oversteken betonnen blokken onttrekken zicht, verlichting is niet optimaal, signalisatie ontbreekt.

        Keerlus Duwijck, probleem met bereiken parking Decathlon

        Keerlus plaslaar, grote omrijfactor

        Keerlussen voelen onveilig aan, voor velen te scherpen bocht en vrachtwagens kunnen hun draai niet nemen zonder op, de extra strook te rijden.

        Moeilijkheden bij het verlaten of oprijden van oprit, parking of zijstraat.

        Bushalte plaslaar richting Boechout.

Dat de feedback van de handelaars verminderd is toch wel normaal als dit blijft aanslenteren en bovendien heeft het beleid bij het voorbereiden en het uitvoeren van deze ongelukkige opstelling de handelaars links laten liggen. De keerlus aan plaslaar zou nog bekeken worden. De timing voor dit finale plan zal nog verder bekeken worden.

Graag zou ik dan een antwoord hebben na deze beloftes van april 2021:

1)   Wanneer worden de aanpassingen die beloofd zijn in 2020 nu eindelijk onder de proefopstelling uitgevoerd? – zie punten opgesomd onder knelpunten.

2)   Hoe worden de betonnen blokken vervangen als de proefopstelling definitief wordt?

3)   Wanneer is de definitieve opstelling een feit?

 

Antwoord Schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

 

Een aantal aanpassingen zijn al doorgevoerd in de afgelopen tijd. De laatste aanpassing die nog gepland staat is het voorzien van een bijkomende oversteek ter hoogte van de Duwijckstraat. Dit staat momenteel gepland in de 2de helft van november.

 

Vorige week werd dit dossier besproken op de provinciale commissie verkeersveiligheid teneinde de huidige situatie aan te leggen in een meer permanente vorm. Op die manier kan bij het structureel onderhoud mee aangepakt worden. Dat wil zeggen dat er nieuwe asfalt komt, de keerlussen op meer aangewezen plekken worden ingetekend en worden aangebracht in een volwaardige aanleg in plaats van met tijdelijke betonblokken en de oversteken worden aangepast. Dit wordt nu verder uitgewerkt door AWV om in het voorstel van structureel onderhoud mee te nemen. Dit zou worden uitgevoerd worden eind 2022, begin 2023. In afwachting blijft de proefopstelling staan.

 

 

Interpellatie 2 : van Marcel Taelman (Hart voor de Burger) i.v.m. bewonersgroepen

Er zijn momenteel heel wat groepen bewoners die het tegen de stad opnemen. Dit zijn dan burgers die op het grondgebied Lier of Koningshooikt wonen en misnoegd zijn over de beslissingen, de communicatie en het opkomen door de meerderheid voor de noden van onze bewoners. Hier zijn waarschijnlijk een heel deel Burgers bij die de laatste gemeenteraadsverkiezingen voor de meerderheid gekozen hebben.  

Graag doe ik even een uiteenzetting, over welke groepen waar ik weet van heb en ik hoop dat de meerderheid hierover een antwoord kan geven, waarom er zoveel Burgers niet tevreden zijn en zich verzamelen, bezwaarschriften indienen, advocaat nemen, enz. …. Bij de uiteenzetting stel ik de volgende vragen: (misschien kunnen de antwoorden gegeven worden na elk rubriek).

 

De bouwprojecten door de ontwikkelaars met goedkeuring van de stad:

Een paar jaar geleden heeft de overheid de steden verplicht van het bouwen van aantal appartementen binnen een bepaald tijdstip. Deze limiet is al lang bereikt en toch doet U als meerderheid gewoon verder. Een schande hoe ons historisch stadje er wordt uitzien met al die appartementsblokken. Zelfs de wandeldijken aan de Nete worden niet gespaard. De uitzichten op groen van bestaande eigendommen worden weggenomen en achter de tuinen en balkons van bestaande eigendommen wordt eveneens gebouwd. Ook worden binnen terreinen ingenomen door appartementsblokken, zodanig de huidige bewoners en de nieuwe bij elkander kunnen binnen zien. Het is echt een schande!!!

 

Omdat de bevolking van onze stad het bijbouwen van appartementen moe is en hierdoor veel nadelen ondervinden, graag de volgende vragen:

        Waarom verzet het schepencollege, dus de meerderheid zich niet tegen het plaatsen van nog meer appartementen?

        Is het CBS ervan bewust dat er heel wat groen hiervoor wordt opgeofferd en waarom laten zij dit toe?

        Beseft het CBS dat er meer files hierdoor ontstaan, dat hierdoor de luchtkwaliteit alleen maar verslechterd? Mobiliteit wordt een ramp en de kans voor wateroverlast wordt groter.

        Weet het CBS dat door meer en meer appartementen ook de parkeerdruk altijd maar groter wordt?

        Als er bezwaarschriften binnen komen bij de stad en beloftes worden gedaan deze te beantwoorden, waarom gebeurt dit dan niet?

        Hoe leg je uit aan de Burgers dat bij de vorige verkiezingsbeloftes in de coalitieakkoorden van NVA en VLD de participatie met de burgers hoog op de agenda stond en dat in de verkiezingsfolders te lezen stond dat Jullie tegen nieuwe appartementsblokken waren en de uitbreiding van industrie, maar dat groen op de eerste plaats zou komen. Uit dit bewijsmateriaal stellen wij vast dat het CBS en de meerderheid hun kiezers bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen echt voorgelogen heeft. Hopelijk heeft de meerderheid hierop antwoord?

        Hoeveel bouwdossiers voor appartementen heeft het CBS al proberen tegen te houden?

 

Na de groepen van appartementsblokken hebben wij nog heel wat andere groepen die eveneens misnoegd zijn over de samenwerking met de stad, zoals:

        De overweg aan de Hockeyweg die zou afgesloten worden en waar heel wat bewoners nadelen zullen door hebben. Hier wordt ook helemaal niet geluisterd naar de bewoners of klopt dit niet?

        De Schollebeekstraat dat al bezig is van 2015 en nog altijd niet is opgelost. De reden hiervan is dat het bestuur van vorige legislatuur het probleem heeft laten ontsporen en de meerderheid nu geen maatregelen neemt om de essentie van de zaak op te lossen.

        Een rattenplaag in de Predikherenlaan dat al van 2018 bezig is. (uiteenzetting van wat er al gebeurd is wordt voorgelezen)

        Een skate ramp in Koningshooikt dat geplaatst is zonder met de omwonenden te overleggen, met gevolg lawaai hinder.

De volgende groep is deze van de windturbines en ik ben benieuwd naar de antwoorden:

        Waarom verzet het CBS zich niet tegen het plaatsen van deze windturbines of zien zij hier geen nadelige gevolgen voor de omringende huizen?

        Vind het CBS deze windturbines geschikt om het landschap van ons gezellig stadje mooier te maken?

        Als het CBS dit nodig zou vinden deze toestellen te plaatsen in Lier, is er al gezocht naar een andere plaats, die wel in aanmerking zou kunnen komen om windturbines te plaatsen en niet zo dicht tegen de woningen staan zoals bij de Paaiestraat?

 

De volgende groep met meer dan 300 reacties op sociaal media zijn degenen die tegen de fietsstraten zijn.

        Heeft het CBS bekeken hoeveel negatieve reacties er zijn geweest op sociaal media?

        Als er meer dan 80% tegen zijn, moet je hier dan geen rekening mee houden?

        Is het CBS bewust als die fietsstraten een feit zijn, het veel moeilijker zal zijn de fietsers terecht te wijzen op hun verplichtingen, met andere woorden een beetje op te voeden.

        Hoe kan het CBS uitleggen aan de burgers dat de volledige stadskern fietsstraten worden en de grote bussen door het centrum blijven rijden?

        Waarom kiest het CBS voor één richtingsverkeer “de fietser “en waarom wordt er geen rekening gehouden met alle partijen? Zowel voetganger, fietser en automobilist. Je kan perfect doen zoals je in Koningshooikt gedaan hebt, in de bredere straten, gladde en gekleurde fietsstroken van 80cm breed; De voordelen zijn: - comfort voor de fietser – veilig voor de fietser en duidelijk voor de automobilist – automobilist kan een trage fietser voorsteken zonder een boete op te lopen – meer mogelijkheid voor de politie om roekeloos gedrag van fietsers aan te pakken – het uitsluiten van ruzie uit te lokken tussen fietser en automobilist.  In de smalle straten kan je dan nog overgaan tot het invoeren van daadwerkelijke fietsstraten. Is de meerderheid niet overtuigd dat dit voorstel, veel beter zou tegemoetkomen aan de noden van de ganse bevolking?

 

Antwoord Schepen Thierry Suetens / Bert Wollants:

        Waarom verzet het schepencollege, dus de meerderheid zich niet tegen het plaatsen van nog meer appartementen?

Vooraleer ik antwoord op uw eerste vraag zou ik toch nog eerst iets willen rechtzetten van wat u vertelt i.v.m. de verplichting v/d overheid tot bouwen van appartementen… De steden zijn nooit verplicht geworden tot het bouwen van eender wat. De “limiet” van wat er gebouwd MOET of MAG worden is geenszins wettelijk bepaald, noch is het de meerderheid die vandaag woonprojecten ontwikkelt in onze stad.

Wat het “verzet” betreft tegen het bouwen van nog meer appartementen kan ik u zeggen dat het CBS zich niet dient te “verzetten” tegen appartementen. Alle aanvragen dienen wettelijk conform de regels behandeld te worden binnen de voorziene termijnen. Hierbij dient het CBS zich bij haar beslissing te houden aan de wettelijke voorschriften die op de verschillende percelen op het grondgebied van toepassing zijn. Slechts in een aantal gevallen hebben we de bevoegdheid om in meer of mindere mate de vrijheid om naar eigen inzicht een besluit te nemen, dit op basis van de “goede ruimtelijke ordening”.

 

        Is het CBS ervan bewust dat er heel wat groen hiervoor wordt opgeofferd en waarom laten zij dit toe?

De densiteit of dichtheid van meergezinswoningen, appartementen dus ligt aanzienlijk hoger dan bij het bouwen v/e half of open bebouwing, zelfs in die mate dat de hogere overheid en Vlaamse bouwmeester er ronduit voor pleiten om enkel nog appartementen toe te staan, en vrijstaande woningen en verkavelingen te verbieden. Om een voorbeeld te geven… Een bescheiden appartementsblok van 8 app. per niveau en 5 bouwlagen bevat immers op een paar honderd vierkante meter 40 woongelegenheden, terwijl diezelfde 40 woongelegenheden in een open woonwijk al snel 40.000m2 innemen, waardoor er veel méér groen opgeofferd wordt. Dus concreet, wanneer men voorbehoud heeft tegen nog meer appartementen lijkt me het verdwijnen v/h groen in het algemeen een zéér slecht argument!

 

        Beseft het CBS dat er meer files hierdoor ontstaan, dat hierdoor de luchtkwaliteit alleen maar verslechterd? Mobiliteit wordt een ramp en de kans voor wateroverlast wordt groter.

Naast de foutieve vraagstelling over het verdwijnen van groen, is dit de tweede denkfout. Door meer in de (kern)stad in plaats van in de open groene ruimte rondom Lier te bouwen, wordt het aantal noodzakelijke verkeersbewegingen én de af te leggen afstanden immers significant verminderd. Wie in buitengebied woont is heel vaak aangewezen op de wagen om een aantal basisfuncties te bereiken, dat is anders voor iemand die in de kern woont. In deze binnenstad is er immers een ruim aanbod aan school, werk- en winkelmogelijkheden, zodat er minder verplaatsingen met de wagen noodzakelijk zijn Een groot deel van de ochtendspits bestaat bijvoorbeeld uit schoolverkeer van mensen die buiten het centrum wonen. Hoe meer mensen van buiten het centrum in het centrum mensen moeten komen afzetten, hoe meer druk op de infrastructuur.  Het parkeerbezettingsonderzoek dat werd uitgevoerd in het kader van de normaalschool laat bijvoorbeeld toe om in te schatten hoeveel van de gebruikte parkeerplaatsen toebehoren aan de bewoners. Dat zijn immers de wagens die geparkeerd blijven na 23u. Op een dinsdagavond staan er na 23u zowat 1/3 minder wagens geparkeerd dan tussen 19 en 21 uur.

 

Daarnaast zijn er in het centrum ook meer alternatieven die worden aangeboden onder de vorm van deelwagens, openbaar vervoer, fietsinfrastructuur e.d.

 

        Weet het CBS dat door meer en meer appartementen ook de parkeerdruk altijd maar groter wordt?

Zoals net al aangegeven, zal de parkeerdruk door het voorzien van meergezinswoningen en kernverdichting globaal gezien afnemen, omdat het wagenbezit in het centrum lager ligt dan in de periferie. Vanzelfsprekend is er lokaal wel nood om de auto’s op te vangen. Om die reden wordt er bij elk project ook een parkeernorm gehanteerd zodat elke ontwikkeling het parkeren op eigen terrein – en liefst ondergronds – oplost. Dat is ook de reden waarom er geen bewonerskaarten worden verstrekt aan bewoners van dat soort projecten.

 

Wanneer er ergens parkeerdruk ontstaat, is het dan ook in eerste instantie omwille van bezoekers aan de stad, die van buiten Lier of gewoonweg van buiten het centrum komen. Daarvoor dient het betalend parkeren, zodat er met de opbrengsten ervan voldoende betalende bezoekersparkings kunnen aangelegd worden of zodat bijvoorbeeld bezoekers nadenken over alternatieve vervoerswijzen.

 

        Als er bezwaarschriften binnen komen bij de stad en beloftes worden gedaan deze te beantwoorden, waarom gebeurt dit dan niet?

Indien er bezwaarschriften ontvangen worden tijdens een vergunningsprocedure, dan worden deze conform de wetgeving behandeld. Na de behandeling van een omgevingsvergunning kan de bezwaarindiener het dossier steeds inkijken en zien hoe er met zijn/haar bezwaar werd omgegaan. Aangezien er ook steeds anonieme bezwaren worden ingediend en de procedure dit niet voorziet, wordt er nooit een belofte gedaan dat er op individuele bezwaren een antwoord wordt geformuleerd. Uiteraard is de verwerking van alle bezwaren terug te vinden in de vergunning zelf.

 

        Hoeveel bouwdossiers voor appartementen heeft het CBS al proberen tegen te houden?

Het CBS kan geen bouwdossiers “tegenhouden”. Wij dienen ons te houden aan de VCRO (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) dat voorziet dat elk ingediend dossier wettelijk behandeld moet worden en elk dossier wordt getoetst aan de conformiteit met de bindende voorschriften en goede ruimtelijke ordening.

 

Na de groepen van appartementsblokken hebben wij nog heel wat andere groepen die eveneens misnoegd zijn over de samenwerking met de stad, zoals:

        De overweg aan de Hockeyweg die zou afgesloten worden en waar heel wat bewoners nadelen zullen door hebben. Hier wordt ook helemaal niet geluisterd naar de bewoners of klopt dit niet?

Het CBS nam principieel het standpunt in dat een sluiting van de overweg moet kunnen mits een alternatief voor voetgangers en fietsers. In deze zone is er in feite een nauwe samenhang tussen 3 dossiers: Fietsostrade Lier-Antwerpen, de intentie van Infrabel om overwegen te sluiten en de stationsontsluiting. Een bepaalde keuze in één van de drie dossiers, beïnvloedt de andere dossiers, ook daarom worden er principiële keuzes gemaakt, anders kunnen de dossiers geen vooruitgang boeken. Die samenhang is uitvoerig toegelicht tijdens een groot infomoment eind juni.

 

Indien er geen maatregelen zouden worden genomen dreigt immers een nieuwe sluiproute te ontstaan door zevenbergen vanaf de Antwerpsesteenweg naar de ring. Ook dat zal ongetwijfeld op weinig draagvlak kunnen rekenen bij de buurt.

Het klopt dat er sommige mensen nadeel zullen ondervinden van de sluiting van de overweg. Aan de andere kant worden de routes voor fietsers tussen de 2 spoorwegen wel veiliger. Een heel aantal reacties die we kregen gingen overigens over mensen die aangaven graag te gaan wandelen op de Donk en in Zevenbergenbos en bezorgd waren dat dat niet meer zou kunnen. Wat perfect aansluit bij de vraag van de stad om vervangende oplossingen voor voetgangers en fietsers te voorzien, maar ook aangeeft dat doorgaand verkeer in die zone vanuit de wijk Zevenbergen richting ring en andere gewestwegen ook niet wenselijk zijn.

 

        De Schollebeekstraat dat al bezig is van 2015 en nog altijd niet is opgelost. De reden hiervan is dat het bestuur van vorige legislatuur het probleem heeft laten ontsporen en de meerderheid nu geen maatregelen neemt om de essentie van de zaak op te lossen.

        Een rattenplaag in de Predikherenlaan dat al van 2018 bezig is. (uiteenzetting van wat er al gebeurd is wordt voorgelezen)

        Een skate ramp in Koningshooikt dat geplaatst is zonder met de omwonenden te overleggen, met gevolg lawaai hinder.

De volgende groep is deze van de windturbines en ik ben benieuwd naar de antwoorden:

        Waarom verzet het CBS zich niet tegen het plaatsen van deze windturbines of zien zij hier geen nadelige gevolgen voor de omringende huizen?

Ik kan u meegeven dat wij vandaag beslist hebben om hier, na weloverwogen afweging deze lopende vergunningsaanvraag van Ecopower negatief te adviseren. U kan dit dus als “verzet” beschouwen.

 

        Vind het CBS deze windturbines geschikt om het landschap van ons gezellig stadje mooier te maken?

Het is nooit de bedoeling om met windmolens ons gezellig stadje nog mooier te maken… De bedoeling van windmolens is om ervoor te zorgen dat onze burgers en bedrijven over voldoende elektriciteit blijven beschikken. We hebben het dan niet enkel over de kostprijs, maar ook over het al dan niet in het donker te zitten …

 

        Als het CBS dit nodig zou vinden deze toestellen te plaatsen in Lier, is er al gezocht naar een andere plaats, die wel in aanmerking zou kunnen komen om windturbines te plaatsen en niet zo dicht tegen de woningen staan zoals bij de Paaiestraat?

Het is niet de taak van het CBS om zelf op zoek te gaan naar locaties waar al dan niet windmolens kunnen geplaatst worden. Het is wel zo dat de huidige aanvraag gelegen is in een zone die op de windkaarten als meest voordehand liggend naar voren komt. Een andere locatie die in aanmerking zou komen ligt in Koningshooikt. Wat de woningen in de Paaiestraat betreft, deze zijn zonevreemd en gelegen in agrarisch gebied. Uiteraard hebben deze woningen ook wel de nodige zonevreemde verbouwingsrechten en de bewoners recht op bescherming hiervan!

 

De volgende groep met meer dan 300 reacties op sociaal media zijn degenen die tegen de fietsstraten zijn.

        Heeft het CBS bekeken hoeveel negatieve reacties er zijn geweest op sociaal media?

De stad volgt inderdaad de reacties op sociale media. We moeten wel vaststellen dat op de pagina van de Stad (en op mijn eigen pagina) een zeer grote meerderheid zich positief uitlaat over dit project. We hebben er ook een artikel aan gewijd in de peperbus, waarop geen stroom aan negatieve reacties is gekomen.

 

        Als er meer dan 80% tegen zijn, moet je hier dan geen rekening mee houden?

Ondanks het feit dat we al geregeld hebben gecommuniceerd over fietsstraten en de fietszone, komt daar dus geen stroom van 80% Lierenaars op die tegen dit project zouden zijn. Er is in Vlaanderen door de VAB naar de steun voor meer fietsstraten gepeild en die ligt op ca. 60%. Uiteraard zullen er mensen zijn die nog onwetend zijn en die heel wat vrees hebben voor de invoering van een dergelijke zone. Voorbeelden in andere gemeenten geven aan de praktijk leert dat die vrees heel erg vaak onterecht is.

 

        Is het CBS bewust als die fietsstraten een feit zijn, het veel moeilijker zal zijn de fietsers terecht te wijzen op hun verplichtingen, met andere woorden een beetje op te voeden.

 

Er is geen enkele link tussen fietsstraten en andere overtredingen. We merken wel dat er bij heel wat bestuurders, zowel van fietsen als van auto’s, nog heel wat opvoeding noodzakelijk is in het verkeer. Onze politiediensten stelden in 2019 bijna 40.000 overtredingen vast in het verkeer. Er is daar nog veel werk aan de winkel, maar dat heeft weinig te maken met de fietszone.

 

Er is overigens gevraagd door de stad om bij het sensibiliseren rond de fietszone ook toe te zien op andere overtredingen, o.a. door fietsers.

 

        Hoe kan het CBS uitleggen aan de burgers dat de volledige stadskern fietsstraten worden en de grote bussen door het centrum blijven rijden?

Bussen zullen dezelfde regels moeten volgen als andere gemotoriseerde voertuigen. Ook hier heeft het ene weer niets met het andere te maken. Er rijden bussen door het centrum omdat er natuurlijk wel wat bewoners zijn van het centrum die met de bus naar werk, school of vrije tijd rijden. Maar net zo goed omdat mensen van buiten Lier met de bus naar het centrum komen. Mogelijk zullen sommigen in de toekomst meer de fiets nemen als dat veiliger wordt door de fietszone, maar uiteraard is het niet onze bedoeling om mensen die nu met de bus komen naar andere vervoerswijzen te dwingen. Dat gaat de mobiliteit in het centrum zeker niet vooruit helpen.

 

        Waarom kiest het CBS voor één richtingsverkeer “de fietser “en waarom wordt er geen rekening gehouden met alle partijen? Zowel voetganger, fietser en automobilist. Je kan perfect doen zoals je in Koningshooikt gedaan hebt, in de bredere straten, gladde en gekleurde fietsstroken van 80cm breed; De voordelen zijn: - comfort voor de fietser – veilig voor de fietser en duidelijk voor de automobilist – automobilist kan een trage fietser voorsteken zonder een boete op te lopen – meer mogelijkheid voor de politie om roekeloos gedrag van fietsers aan te pakken – het uitsluiten van ruzie uit te lokken tussen fietser en automobilist.  In de smalle straten kan je dan nog overgaan tot het invoeren van daadwerkelijke fietsstraten. Is de meerderheid niet overtuigd dat dit voorstel, veel beter zou tegemoetkomen aan de noden van de ganse bevolking?

 

Ik vrees dat het schepencollege uw visie niet deelt. We zetten in op de juiste maatregel op de juiste plaats. Gladde stroken van 80 cm zijn enerzijds al veel te smal, u zal weten dat de fietssuggestiestroken in Koningshooikt  bijvoorbeeld meer dan dubbel zo breed zijn, zoals het ook hoort in het kader van het fietsvademecum.

 

Tegelijk moet ook rekening gehouden worden met de realiteit en de wegcode zoals die vandaag al bestaat. Dat wil zeggen dat er nu in de overgrote meerderheid van de straten al een inhaalverbod geldt. Men moet minstens 1 meter zijdelingse afstand houden wat in de praktijk wil zeggen dat een weg minstens 4,5 meter breed moet zijn om een fietser in te halen. Wanneer 2 fietsers naast elkaar fietsen, wat wettelijk toegelaten is in de binnenstad, heb je natuurlijk nog meer plaats nodig. Wie aan de correcte snelheid een fietser wil inhalen die 15 km/u fietst heeft daar ongeveer 100 meter voor nodig om dat veilig te kunnen en ook daar zijn natuurlijk beperkingen vandaag. Tenslotte zijn natuurlijk in de overige straten heel erg veel schoolomgevingen te vinden, waar het inhalen van fietsers sowieso al geen goed idee lijkt op een heel aantal momenten.

 

Het is natuurlijk zo dat we vandaag vaststellen dat dit vandaag niet wordt nageleefd omdat heel veel automobilisten dat zeer moeilijk kunnen inschatten. Wat ook logisch is, want vanuit een auto een afstand inschatten, terwijl zowel de auto als de fietser in beweging is en ook het straatbeeld natuurlijk wijzigt. Je ziet overigens momenteel veel automobilisten twijfelen of ze nu wel of niet zouden inhalen. Ook dat zorgt voor heel veel onduidelijkheid en ergernis.

 

Tegelijkertijd moeten we ook vaststellen dat in de laatste gemeentemonitor ook wel wat vragen zijn om naar meer fietsveiligheid te gaan. 1 op 3 vindt fietsen in Lier niet veilig genoeg, terwijl wel bijna 70% van de Lierenaars aangeeft minstens maandelijks de fiets te nemen voor korte afstanden, voor het grootste deel zelfs minstens wekelijks. De keuze voor de fietszone waar er net meer mogelijkheden zijn voor die fietsers die minder sterk in het verkeer zijn zoals de hele jonge fietsers en de fietsers die al een jaartje ouder zijn.

 

Deze maatregel zorgt er net voor dat fietsers een stuk minder opgejaagd worden wat tot verkeersonveiligheid leidt, er is duidelijkheid waar er mag worden ingehaald en waar dat niet kan, het maakt het eenduidiger voor de politie om ook vaststellingen te doen, … In andere steden waar fietszones werden ingevoerd werden overigens meer fietsers vastgesteld. Als er meer met de fiets wordt gereden, wil dat ook zeggen dat er minder met de auto wordt gereden. Dat maakt onze binnenstad ook een heel stuk toegankelijker.

 

 

Interpellatie 3 : van Walter Marien (Vlaams Belang) i.v.m. aftakeling brandweerkorps

Ik heb verontrustende informatie ontvangen over de brandweerpost Lier.  Zo zou de ladderwagen reeds sinds februari 2021 defect zijn en niet meer inzetbaar zijn.  Sinds eind augustus 2021 zou er een Nederlandse ladderwagen in de Lierse kazerne staan die ook niet inzetbaar is omdat hij hier niet gehomologeerd is en dus ook niet inzetbaar.   Dit maakt dat de Lierse post, ingeval van brand of voor de eventuele evacuatie van zieke personen uit woningen, zou moeten wachten op een ladderwagen van andere posten uit de brandweerzone Rivierenland met aanrijtijden die dramatische gevolgen kunnen hebben.    Zo is er enkele weken geleden een  brand geweest in de Maasfortbaan en een goede week geleden een brand op de tweede verdieping van een appartementsgebouw op de Berlaarsesteenweg.   In beide gevallen zou de Lierse post hebben moeten wachten op de ladderwagen van Nijlen met aanrijtijden van 15 à 20 minuten.  Gelukkig zijn beide branden nog relatief goed afgelopen.  Onnodig te zeggen dat dergelijke situaties frustrerend moeten zijn voor onze brandweermensen en de slachtoffers.

 

        Is het correct dat de ladderwagen van de Lierse post reeds sinds feb 2021 defect is en niet inzetbaar?

        Is het correct dat er sinds eind aug 2021 in de Lierse kazerne een Nederlandse ladderwagen staat die niet inzetbaar is omdat hij niet gehomologeerd is?

        Zo ja, vanaf wanneer was het schepencollege hiervan op de hoogte?

        Wat heeft het schepencollege sindsdien gedaan om dit ernstige veiligheidsrisico op Liers grondgebied weg te werken ?

        Klopt het dat de laatste jaren heel wat ervaren vrijwilligers van de Lierse post gestopt zijn en dat er weinig of geen instroom is van nieuwe vrijwilligers?

        Klopt het dat er dagen zijn dat er tijdens de daguren slechts 6 à 7 vrijwilligers inzetbaar zijn?

 

Antwoord burgemeester Frank Boogaerts:

Het voertuig waarnaar verwezen wordt is de hoogwerker die in dienst werd genomen door de stad Lier in 2000. Het betrof een demovoertuig. Er diende immers op korte termijn een voertuig aangekocht te worden door een ongeval van het eerdere voertuig. Dit voertuig werd overgedragen naar de brandweerzone bij het ontstaan van de zone begin 2015.

 

De hoogwerker vertoonde al verschillende jaren ernstige technische en mechanische gebreken. Bijgevolg was er geregeld voor een korte tijd een uit dienst name en waren de reguliere herstelkosten groot.

 

Na een herstelling in februari diende het voertuig tot tweemaal toe kort na mekaar uit dienst te worden genomen na mechanisch falen. Na een grondige inspectie van het voertuig (technisch en mechanisch) werd een offerte opgemaakt om - mits een grondige 'make-over' (midlife-update) het voertuig stabiel en bedrijfszeker te maken.

De kostprijs hiervoor (geschat op € 110.000 exclusief BTW) was economisch totaal niet meer verantwoord voor een voertuig van deze leeftijd en bood bovendien geen garantie op bedrijfszekerheid.

 

Een nieuw voertuig staat budgettair gepland in 2025. In afwachting daarvan heeft de zoneraad van begin mei 2021 voor een structurele oplossing overgegaan. Er werd beslist een tweedehands hoogwerker aan te kopen dat voldoet aan de eisen en noodwendigheden.

 

Er wordt verwacht dat dit voertuig finaal in dienst wordt genomen eind oktober 2021. Het noodzakelijke papierwerk om het voertuig te verkrijgen heeft tijd gevraagd, zoals aanmelding bij de douane, homologatie (nodig voor een voertuig met een bouwjaar voor 2014) en aanvraag nummerplaat. Sinds eind augustus is het voertuig effectief in het bezit van de brandweerzone en kon er werk gemaakt worden van testen, ombouw en uitrusting, striping en herstellingen van gebreken. Het moeilijk verkrijgen van wisselstukken en materiaal op dit moment speelt een rol in voortgang hiervan.

 

In tussentijd wordt de dienstverlening voor de regio Lier voor interventies met dit type voertuig verzorgd vanuit het netwerkmodel. Op basis van het adres van de interventie wordt het snelste beschikbare voertuig uitgestuurd. Dit kan zowel Duffel, Berlaar als vanuit Nijlen zijn. De aanrijtijden vanuit die posten zijn nog steeds binnen de zonaal bepaalde SLA.

 

Vrijwilligerswerking staan in het algemeen onder de druk. Voor vele organisaties is het een uitdaging om vrijwilligers aan te trekken en blijvend te binden aan de organisatie. Ook in deze zijn we niet blind voor deze maatschappelijke tendens en de leeftijdspiramide van de medewerkers.

Met het beleidsplan werd er expliciet voor gekozen om verstrekt in te zetten op de werving van vrijwilligers. Jaarlijks organiseert de zone 2 wervingscampagnes voor vrijwilligers, waarbij wij telkens ook rekening houden met de beschikbare plekken in de brandweerscholen. Zo is er begin oktober een info avond geweest in de post Lier voor geïnteresseerden in de regio. Geïnteresseerden kregen een toelichting over de aanwervingsprocedure, kregen de kans om te proeven van de FGA- testen

(ter info: FGA staat voor Federaal Geschiktheidsattest. Dit werd ingevoerd door de wetgever bij de hervorming. Je dient dit attest te hebben alvorens je je kandidaat kan stellen bij een zone voor het operationeel kader. Dit is dus zowel van toepassing voor beroeps als vrijwilligers. De brandweerscholen organiseren de proeven om dit attest te behandelen. Het is een combinatie van algemene kennis, fysieke proeven en handvaardigheidstesten. https://www.brandweer.be/nl/federale-geschiktheidsproeven) én hadden de mogelijkheid om kennis te maken en gerichte vragen te stellen.)

Een weerkerende analyse van de afgeronde selectieprocedure moet meer duidelijkheid brengen op de sterkte en de zwakte van elke selectie. Door hierop in te zetten hopen we een meer succesvol selectieresultaat te behalen.

 

De beschikbaarheid van alle posten wordt maandelijks gemonitord.

Het betreft dan een AP (ter info: de gebruikte afkorting AP staat voor ‘autopomp’. Dit is het basisvoertuig van de brandweer) met een bemanning van 6 (1 onderofficier, 1 chauffeur en 4 persluchtdragers). Er wordt voor die opvolging onderscheid gemaakt tussen binnen en buiten de werkuren. De beschikbaarheid voor de post Lier, zowel binnen als buiten de werkuren, van een AP voldoet ruimschoots aan de operationele noden.

 

 

Interpellatie 4 : van Evi Van Camp (CD&V) i.v.m. ruimtelijke visie te Lier

Vorige maand werd er reeds uitgebreid gediscussieerd rond een aantal ontwikkelingsprojecten die in de pijplijn zitten. Ik denk wel dat het pijnlijk duidelijk is geworden dat een toekomstvisie meer dan noodzakelijk is. De toekomst brengt immers heel wat woonuitdagingen met zich mee: sterke bevolkingsgroei, vergrijzing, andere woonwensen, renovatie van oudere woningen ... Deze uitdagingen gaan gepaard met een vraag/wens naar bijkomende of andere woongelegenheden.

Het werd echter duidelijk dat het beleidsplan ruimte er niet zal zijn voor het einde van deze legislatuur en dat men zich verschuilt achter het huidige gewestplan. Dat maakt dat er echter geen richtlijnenkader is voor ontwikkelaars en dat de betonstop waartoe opgeroepen werd , eerder een averechts effect krijgt. Verwacht zal dan ook worden dat er nog een aantal dossiers zullen volgen, waarbij men zonder visie de richtlijnen van het gewestplan dan maar toepast en de open ruimte verder verdwijnt.

Echter kan het volgens ons ook anders. Kijk naar steden als Dendermonde of Gent, of zelfs dichter bij Schilde of nog dichterbij in Duffel. Al deze steden of gemeenten maken in tussentijd werk van een beleidsvisie /verordering al dan niet aangevuld via een RUP of deel RUP voor bepaalde delen van hun grondgebied. In Lier geeft men echter geen enkel teken om ook hier initiatief in te nemen, het zou nochtans veel voordelen opleveren.

 

We zien immers alleen maar voordelen in zo’n beleidsnota:

        Transparantie en gelijke behandeling: de ambtenaren van ruimtelijke ordening gebruiken de beleidsnota voor het adviseren van kandidaat-bouwheren. Zo krijgt elke kandidaat dezelfde informatie.

        Snelheid en rechtszekerheid: een investeerder weet met welke aspecten hij moet rekening houden voor een vlotte afhandeling van zijn aanvraag.

        Controle over bouwprojecten: ongewenste ontwikkelingen worden afgeremd tot er een planologische oplossing is. Er wordt gewaakt over woonkwaliteit, esthetische kwaliteit en duurzaamheid.

        En ga zo maar door…

 

Volgens ons is het gezien de verschillende dossiers die momenteel lopende zijn zoals de Beyerse Velden, Lispersteenweg, reeds 5 over 12. Wachten tot het opstellen van een beleidsplan ruimte zal ons grondgebied enkel nadelen opleveren. Een kwalitatieve en duurzame visie op ruimtelijke ordening is essentieel om het groene karakter van onze gemeente te behouden.

 

 

Antwoord Schepen Thierry Suetens:

Beste Evi, beste voorzitter, beste collega’s,

 

Net zoals u zijn wij er als college er ook van bewust dat er in afwachting van ons Beleidsplan Ruimte iets moet gebeuren en kan ik u meedelen dat onze diensten talrijke mogelijkheden aan het onderzoeken zijn om tijdens deze voorbereidingsperiode over de lopende projecten voldoende kwaliteitsvol te kunnen oordelen.

 

Eén v/d mogelijkheden is om te werken met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen. Zoals u weet worden er momenteel binnen het “Beleidsplan Ruimte” 5 beleidskaders voorbereid. Op basis van een goedgekeurd beleidskader kan de gemeenteraad beslissen dat dit moet worden beschouwd als een beleidsmatig gewenste ruimtelijke ontwikkeling zodat omgevingsvergunningen hieraan kunnen worden getoetst en zodanig dat ook de Provincie kan kennis nemen van het gewenste beleid van Lier & Koningshooikt, in afwachting van de goedkeuring van het Beleidsplan Ruimte en in afwachting van de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen en stedenbouwkundige verordeningen.

 

In afwachting van dit onderzoek wil ik u nog even meegeven dat wij vandaag de dag de visie volgen die conform is aan ons bestaande ruimtelijk structuurplan, de provinciale nota ruimte en het beleidsplan Vlaanderen.

 

 

Interpellatie 5 : van Geert Marrin (Groen-Lier&Ko) i.v.m. de relatie tussen de adviesraden, het College van Burgemeester en Schepenen en de gemeente- en OCMW-raad

Op de vorige gemeenteraadszitting van maandag 27 september drong ik namens de fractie van Groen-Lier&Ko voor een zoveelste maal aan op volledige transparantie omtrent de correspondentie tussen het College van Burgemeester en Schepenen en de diverse adviesraden die onze stad rijk is.

 

De bevoegde schepen bevestigde in haar antwoord op deze mondelinge vraag dat onderzocht wordt op welke manier de formele adviezen vanuit de adviesraden alsook de terugkoppeling hieromtrent vanuit het College van Burgemeester en Schepenen ter beschikking kunnen worden gesteld van alle raadsleden. Er werd tevens verwezen naar een bijeenkomst van de overleggroep adviesraden op woensdag 13 oktober waarop dit zou besproken worden.

 

Mijn vraag aan de bevoegde schepen luidt daarom als volgt: kan u bevestigen dat alle correspondentie tussen de adviesraden en het College van Burgemeester en Schepenen voortaan onverwijld en actief zal worden ontsloten ten aanzien van alle raadsleden?

 

Namens onze fractie wens ik te beklemtonen dat dit geen vraag, maar wel een eis betreft die indien nodig met onmiddellijke ingang zal worden afgedwongen worden in het kader van de openbaarheid van bestuur.

 

Een beroep doen op de ontegensprekelijke meerwaarde die voortvloeit uit het engagement van zovele actieve burgers in onze adviesraden mag immers niet langer een alleenrecht zijn van de heren en dames van het College van Burgemeester en Schepenen. Wel integendeel, deze inhoudelijk onnoemelijk rijke adviezen dienen voortaan ook voluit het debat te voeden in deze gemeente- en OCMW-raad.

 

Met dank alvast om deze al even eenvoudige als vanzelfsprekende eis met onmiddellijke ingang positief in te willigen.

 

 

Antwoord Schepen Sabine Leyzen:

U verwijst in uw interpellatie naar transparantie omtrent de correspondentie tussen het CBS en de diverse adviesraden.

Zoals reeds aangekondigd in het antwoord op uw mondelinge vraag tijdens de gemeenteraadszitting van 27 september, stond er een overleggroep gepland met afvaardiging van alle adviesraden van onze stad. In deze constructieve vergadering die plaatsvond op 13 oktober en waarbij van bijna elke adviesraad een afvaardiging aanwezig was werd dieper ingegaan op de rollen en wederzijdse verwachtingen in deze samenwerking. Hieruit kwam al snel de nood aan een uitgeschreven procedure rond adviesverlening als gezamenlijk actiepunt naar voor. In mijn eerder antwoord op uw mondelinge vraag gaf ik ook al aan verder in te zetten op het formaliseren van de adviesverlening.

 

Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat er nood is aan een ruimer kader dan enkel de terugkoppeling naar de GR-leden. De uit te werken procedure zal zich richten op drie pijlers:

        Advies naar het CBS ( op vraag van het CBS of eigen initiatief van de adviesraad)

Vandaag de dag is er een grote verscheidenheid aan de manier waarop adviezen geformuleerd worden en toekomen bij het beleid. Veel adviezen hebben eerder een informeel karakter. In de verdere uitrol zetten we in op het verder formaliseren van de adviezen. We werken aan een uniforme werkwijze en leggen haalbare termijnen waarbinnen adviezen gevraagd en verleend worden vast.  Maar onze ambitie gaat verder, het betrekken van adviesraden vroeg in het beleidsproces. Ook dit wensen we te vertalen in deze procedure. Het moet daarbij duidelijk zijn voor alle betrokkenen waarop de adviesruimte betrekking heeft.

        Terugkoppeling van het CBS naar de adviesraad

Deze terugkoppeling gebeurt vandaag de dag vaak op een informele manier. Het verder formaliseren van deze terugkoppeling zet in op een constructieve samenwerking tussen stad en adviesraden. 

        Delen van het advies met andere belanghebbenden

In uw vraag verwijst u specifiek naar het delen van dit advies met de gemeenteraadsleden. Dit zal uiteraard mee deel uitmaken van dit hele traject, maar het is onze wens dit ruimer te zien, gezien er ook een nood is bij de adviesraden om onderling adviezen uit te wisselen,

Concreet, op uw vraag op welk manier er aan de raadsleden inzage zal verleend worden op het gevraagde advies en het geleverde antwoord vanuit en aan het CBS, zullen we de komende maanden verder werken aan een gedragen adviesprocedure in samenspraak met de adviesraden. De bijeenkomst van de overleggroep eerder deze maand, is de start van een traject dat verder invulling geeft aan onze intentie om in te zetten op de kennis, ervaring en deskundigheid van de leden in onze stedelijke adviesraden.  De overtuiging dat de kennis en ervaring van inwoners nodig is om te leren en te verbeteren, deel ik alvast met je.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 25 oktober 2021

 

OPENBARE SCHAAKTAFELS VOORZIEN BIJ HERINRICHTING PALLIETERDRIEHOEK. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Toelichting

Schaken is een eeuwenoud, internationaal gekende activiteit voor zowel jong als oud. Hoewel dit spel veelal binnen wordt beoefend, gaan steeds meer gemeenten over tot het plaatsen van schaaktafels in openbare ruimtes.

 En daar zijn heel wat goede redenen voor. Zo brengen schaaktafels in de publieke ruimte mensen samen, waarbij ze op een gemoedelijke manier kunnen samenspelen en kennismaken. Geïsoleerde mensen kunnen op een laagdrempelige manier andere mensen ontmoeten. Het is een spel dat door jong en oud gespeeld wordt. Het biedt in tijden van tablets, pc’s en game consoles een alternatief in de buitenlucht, dat ook de mentale gezondheid ten goede komt.

En zien schaken, doet schaken.

In het buitenland heeft het schaakspel al een plaats in de publieke ruimte. De meest gekende zijn wellicht die in New York, Chicago, Riga en Boedapest. Maar ook in Nederland zijn er ondertussen al meer dan 30 steden waar je openbare schaaktafels kan vinden, zoals bijvoorbeeld Den Haag, Eindhoven, Groningen, Nijmegen en Tilburg. In België is het aanbod vooralsnog beperkt, maar zien we hier ook verandering in komen. Zo heeft Schaarbeek in 2020 vier schaakstafels geplaatst, heeft de stad Antwerpen een gelijkaardig project aanvaard voor de Dageraadplaats, in het kader van haar Burgerbegroting 2020-2021 en staan er sinds vorige maand twee betonnen schaaktafels in de Mechelse Sinte-Mettetuin.

In augustus konden we in de pers vernemen dat de stad Lier de Pallieterdriehoek, de zone tussen het stadspark en de Gasthuisvest, wil herinrichten. Dit onder andere met de intentie hier meer een belevingsruimte van te maken.

Het is dan ook het ideale moment nu én de ideale locatie om hier enkele vaste schaaktafels te voorzien bij de herinrichting van de Pallieterdriehoek.

 

Gelet op het feit dat:

        De plannen om de Pallieterdriehoek te herinrichten om meer ‘beleving’ te creëren.

        Openbare schaaktafels mensen, zowel jong als oud samenbrengt en een laagdrempelig karakter heeft.

        In tijden van tablets, PC’s en game-consoles schaaktafels in publieke ruimte inwoners motiveert om buiten te komen. In het bijzonder geïsoleerde mensen.

        Dat schaken bijdraagt tot de mentale gezondheid.

        Dat schaaktafels een zekere uitstraling geven, zowel aan de Pallieterdriehoek, alsook aan Lier als stad.

 

Vraagt de Vlaams Belang fractie aan de gemeenteraad van Lier te beslissen tot het implementeren van enkele openbare schaaktafels bij de herinrichting van de Pallieterdriehoek.

 

Voorstel van beslissing

Artikel 1: De gemeenteraad van Lier beslist om enkele vaste, openbare schaaktafels te voorzien bij de herinrichting van de Pallieterdriehoek.

 

Stemming

 

27 stemmen voor: Frank Boogaerts, Rik Verwaest, Ivo Andries, Henri Pets, Bert Wollants, Thierry Suetens, Sabine Leyzen, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Christel Van den Plas, Ella Cornelis, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Stijn Coenen, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh, Walter Marien en Tekin Tasdemir

5 onthoudingen: Marcel Taelman, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes en Geert Marrin

Goedkeuring met 27 stemmen voor - 5 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad van Lier beslist om enkele vaste, openbare schaaktafels te voorzien bij de herinrichting van de Pallieterdriehoek.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021