Lier

Zitting van 21 oktober 2019

Van 19:30 uur.

 

Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

REGELING DER WERKZAAMHEDEN

 

 

Besluit:

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

MONDELINGE VRAGEN

 

MOTIVERING

Mondelinge vraag 1 : van Freddy Callaerts (sp.a) i.v.m. geboorteaangifte ziekenhuis

In onze provincie is het reeds in de steden Antwerpen,turnhout en recent ook in Mechelen mogelijk om een geboorteaangifte te doen in het ziekenhuis,dit is een goede zaak voor de ouders zo kunnen een aantal administratieve zaken reeds in het ziekenhuis afgehandeld worden.

 

Ik zou dan ook aan het schepencollege en de bevoegde schepen willen vragen om in overleg te treden met de directie van het H.Hartziekenhuis om in onze stad ook dergelijke dienstverlening aan te bieden.

 

Antwoord schepen Rik Pets:

Dat is in principe mogelijk. De vraag is of dit ook in Lier nuttig is.

Deze mogelijkheid werd destijds gecreëerd om de ouders de verplaatsing naar de stadsdiensten te besparen. In de meeste steden die deze werking hanteren, liggen de stadsdiensten dan ook niet meteen in de buurt van het ziekenhuis. Zij bieden (vaak op afspraak of tijdens zeer beperkte uren) de aangifte van geboorte in het ziekenhuis aan zodat de ouders de verplaatsing niet moeten doen en niet lang moeten aanschuiven bij de stadsdiensten.

De stad heeft al in het verleden overleg gehad met de directie van het ziekenhuis en beslist deze werking in Lier niet in te voeren voor de volgende redenen:

 

         Het ziekenhuis ligt op slechts 400 meter van het stadskantoor. Verplaatsing naar het stadskantoor neemt te voet dus slechts 5 minuten (10 heen en terug) in beslag. Wie met de wagen komt, parkeert ondergronds vlakbij en in principe gratis (binnen 30 minuten parking Dungelhoeff uitrijden is kosteloos en aangifte geboorte neem slechts 13 minuten in beslag).

         In het stadskantoor worden de medewerkers flexibel ingezet. Ze behandelen verschillende producten zodat we een zo groot mogelijk aantal personen voor een zo groot mogelijk aantal verschillende producten zo snel als mogelijk een afspraak kunnen aanbieden. Het lijkt niet meteen efficiënt om een medewerker enkel en alleen voor de aangiften van geboorte naar het ziekenhuis te sturen.

         Stad Lier werkt op afspraak waardoor de wachttijd minder dan 1 minuut bedraagt. De ouders hebben 15 dagen de tijd om de aangifte te doen en kunnen dus heel makkelijk zelf hun afspraak plannen op een moment binnen deze termijn die hen het best past.

 

 

Mondelinge vraag 2 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. STEM-academie in Lier

De Vlaamse arbeidsmarkt kampt al jaren met een tekort aan technische en exact wetenschappelijke profielen. In 2012 werkte de Vlaamse Regering daarom het STEM-actieplan uit om jongeren te stimuleren om voor STEM-opleidingen en -loopbanen te kiezen.

Naast de STEM-opleidingen die de scholen aanbieden, werd in dit kader ook een STEM-academie netwerk opgezet: dat is een verzameling van organisaties die op woensdagnamiddag en/of in het weekend wetenschaps- en techniekactiviteiten bieden voor kinderen en jongeren tot 18 jaar. Hun aanbod valt niet onder het leerplichtonderwijs en is dus aanvullend op wat bijvoorbeeld in de scholen aangeboden wordt.

Dat dit onze Vlaamse Regering erg ter harte gaat, bleek niet enkel uit de middelen die zij hier vorige legislatuur nog in pompte, maar ook meer recent uit het regeerakkoord, waarin de verdere uitrol van het programma “Een STEM-academie in iedere gemeente” opgenomen staat.

 

Graag stel ik hierbij de volgende vragen:

1.In welke mate heeft ook Lier de ambitie om deel uit te maken van het STEM-academie netwerk?

2.Indien ja, welke acties zal de stad hiertoe ondernemen? Welke partnerschappen worden hiervoor eventueel mogelijk geacht?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

         Binnen Lier zijn nog geen organisaties aangesloten bij het STEM-academie netwerk. Vanaf oktober 2019 is er een tijdelijke stop voor de registratie van STEM-academies. Registreren kan opnieuw begin 2020. Lier wacht af hoe de Vlareg dit verder vorm gaat geven in haar beleidsplannen en budgetten.

         Het STEM-academie netwerk in Lier kan verder bekeken worden met scholen en/of organisaties. Het ondersteunen van dit netwerk kan een taak zijn voor de stad (bv logistiek). Er wordt verder onderzocht of dit zinvol is.

 

 

Mondelinge vraag 3 : van Geert Marrin (Groen-Lier&Ko) i.v.m. een decenniaoude boom in de tuin van het voormalige Kluizeklooster

Op de gemeenteraad van maandag 24 juni verschafte schepen Bert Wollants in antwoord op een mondelinge vraag dat een karakteristieke boom in de tuin van het voormalige Kluizeklooster mogelijk gekapt zal worden met het oog op de realisatie van een door sommigen gecontesteerde centrale publieke doorgang.

 

Schepen Wollants bevestigde dat nagegaan zou worden wat de kostprijs zou zijn voor het verplanten van deze decenniaoude boom. Twee vragen daarom:

         Kan omtrent de kostprijs van een mogelijke verplanting van deze boom al enige duidelijkheid verschaft worden?

         Is het College van Burgemeester en Schepenen bereid om een engagement aan te gaan om deze boom niet te laten kappen vooraleer hierover in een tijdige fase een discussie kan plaatsvinden in deze raad?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

Voor het verplanten van de boom werd een offerte ingediend van 21.011,96 euro inclusief BTW. Voor het rooien van de boom is er een vergunning afgeleverd, dit punt staat dan ook niet meer ter discussie.

 

 

Mondelinge vraag 4 : van Katrien Vanhove (Groen-Lier&Ko) i.v.m. besteding extra budget Vlaams regeerakkoord

Op donderdag 3 oktober 2019, nog voor de verkozen leden van het Vlaams parlement de begroting te zien kregen, stuurde het Lierse stadsbestuur een persbericht uit waarin werd verkondigd dat Lier zou kunnen rekenen op 8.168.730 EUR extra investeringsbudget.

 

In het persbericht werd echter niet meteen duidelijk waaraan deze middelen zouden gespendeerd worden. Zo kunnen we er wel zeker van zijn dat een deel van de middelen zullen ingezet worden in het kader van de ‘responsabiliseringsbijdrage’ voor de betaling van de ambtenarenpensioenen.

 

Hierna volgt echter een lange lijst: Proper Lier, voetpaden, fietspaden, veilige wegen, groenere omgeving, de Hoge Velden, het Cultureel Centrum, participatie…

 

Mijn vragen zijn dan ook voor de hand liggend:

         Hoeveel van het bijkomende investeringsbudget zal naar de responsabiliseringsbijdrage gaan?

         Hoeveel van het budget wordt gebruikt voor andere beleidsthema’s? En hoe ziet deze verdeling eruit?

 

Antwoord burgemeester Frank Boogaerts:

Het Vlaamse regeerakkoord bepaalt inderdaad dat de Vlaamse regering de helft van de responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenfactuur voor de lokale besturen zal overnemen. Onlangs werden concrete instructies op de website van Binnenland Vlaanderen opgenomen. Voor Stad en OCMW Lier komt het voor de komende bestuursperiode neer op een tussenkomst van 8.026.166 EUR. Hiertegenover staat dus wel een totale responsabiliseringsbijdrage van 16.052.332 EUR dewelke door de groep moet gedragen worden.

Om de inspanningen van gemeenten voor het beheren van de open ruimte te valoriseren en om de open ruimte te vrijwaren, bouwt de Vlaamse regering naast het gemeentefonds een bijkomende financieringslijn op. Voor de stad Lier gaat het om een totaal bedrag van 2.488.347 EUR.

Deze tussenkomsten worden in de begroting ingeschreven als een exploitatie-ontvangst. Hierdoor wordt het tekort dat ontstaat door de sterke stijging van de responsabiliseringsbijdrage deels opgevangen. De resultante van deze tussenkomst is dat er meer ruimte vrij komt om te investeren, waardoor in globo het investeringsprogramma in het nieuwe meerjarenplan fors kan worden opgetrokken in vergelijking met de vorige legislatuur.

Het uiteindelijke resultaat zal u kunnen zien in de MJP die zo snel mogelijk zal kenbaar gemaakt worden.

Op 4 november komt er een toelichting op de Verenigde Commissies en op 5 november voor de adviesraden. Nadien volgt het debat in de gemeenteraad.

 

 

Mondelinge vraag 5 : van Stijn Coenen (CD&V) i.v.m. verkeer door Koningshooikt

Vorige gemeenteraad signaleerde ik dat de wegomleiding naar aanleiding de werken op de N15  in Putte die door Koningshooikt zou lopen. De schepen gaf aan dat er toen reeds overleg was geweest met de politie en extra toezicht en controles voorzien werden. Dank om de raad te informeren over welke initiatieven de politie afgelopen maand effectief genomen heeft (welke controles, aantal, locaties) en welke andere flankerende maatregelen er genomen werden.

De vorige gemeenteraad duidde de schepen omslachtig de moeilijkheid om af te dwingen dat verkeer +3,5ton de omleiding over Lier zou volgen. Wanneer we de signalisatie nakijken, stellen we vast dat de signalisatie vanuit Berlaar-Heikant 1 bord aan de linkerkant van de weg op de hoek Sander De Vosstraat-Aarschotsebaan omhelst. Is dit volgens u voldoende om maximaal zwaar verkeer aan te moedigen de omleiding te volgen?

 

Ondertussen zet deze extra verkeersstroom de verkeerssituatie in het dorp op scherp: verschillende straten worden vandaag (nog meer) gebruikt als sluipwegen, veelal om de situatie aan het Sterreke te vermijden. Zo ontstaat op dit moment in de Beekstraat een onhoudbare situatie, en krijgt onder meer ook de straten Kruisstraat, Slenderstraat, Tallaart, Bossen een onaangepaste verkeersstroom te verwerken.

We lezen dat er overleg in het dorp gepland wordt, maar het lijkt toch aangewezen dat een paar ingrepen op korte termijn moeten getroffen worden. We zijn benieuwd naar de initiatieven die u op korte termijn plant.

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

Er werden zowel door de politie als door de dienst mobiliteit verschillende acties genomen. Op 26/09 werd er bij einde schooltijd een telling georganiseerd in de beekstraat die wees op 50 auto’s per uur in elke richting. Dat is meer dan te verwachten is op basis van de bewoners maar een stuk minder dan gemeld in de straat zelf.

 

         01/10 S d Vosstraat ==> 8 overtreders op 278 passanten

         02/10 in Mechelbaan ==> 2 overtreders op 557 passanten

         08/10 in S d Vosstraat ==> 11 overtreders op 255 passanten

         08/10 in Dorpsstraat ==> 23 overtreders op 430 passanten

         10/10 in Mechelbaan ==> 16 overtreders op 847 passanten

         10/10 in S d Vosstraat ==> 60 overtreders op 395 passanten

         11/10 in Beukheuvel ==> 2 overtreders op 293 passanten

 

Op 1 oktober werd er in het dorp van Koningshooikt een controle georganiseerd op niet toegelaten zwaar verkeer, daarbij konden geen overtredingen worden vastgesteld.

Wat de signalisatie betreft is door het agentschap wegen en verkeer voorzien dat de aanbevolen route voor + en – 3,5 ton via oranje wegwijzers. Dit zijn uiteraard geen afdwingbare borden gelet op het feit dat zowel Mechelbaan in het mobiliteitsplan voorzien zijn als secundaire wegen type II en dus ook bedoeld zijn voor verkeer van boven de 3,5 ton.

Wat betreft de beekstraat lijkt het ons toch belangrijk dat we dit traject lopen met de bewoners in plaats van zonder overleg daar maatregelen te nemen. Deze week vindt er samen met SKW een reeds lang geplande observatie plaats ter hoogte van het sterreke. Op basis daarvan kunnen we die bewonersvergadering inplannen.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

ACTUELE VRAGEN

 

MOTIVERING

Er werden geen actuele vragen ingediend.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

VERSLAG GEMEENTERAAD 23 SEPTEMBER 2019. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde op 23 september 2019.

 

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist het verslag van de gemeenteraadszitting van 23 september 2019 goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

VASTSTELLEN VAN DE DATA VOOR DE GEMEENTERAAD EN OCMW RAAD 2020 - GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Juridische grond

Decreet Lokaal Bestuur, art. 18

 

Argumentatie

Bijgevoegd voorstel van data gemeenteraad en OCMW raad 2020 werd besproken met de voorzitter van de gemeenteraad.

Voorstel data gemeenteraad en OCMW raad 2020:

 

Data

Secties

Dossier ten laatste in CBS

Vaststellen dagorde

Verzending

 

 

27 januari

 

 

20-23 januari

 

6 januari

 

13 januari

 

17 januari

 

17 februari

 

 

10-13 februari

 

 

27 januari

 

 

3 februari

 

 

7 februari

 

 

30 maart

 

 

23-26 maart

 

9 maart

 

16 maart

 

20 maart

 

27 april

 

20-23 april

 

7 april

 

 

13 april

 

17 april

 

25 mei

 

 

18-21 mei

 

4 mei

 

11 mei

 

15 mei

 

29 juni

 

 

22-25 juni

 

8 juni

 

15 juni

 

19 juni

 

 

28 september

 

 

21-24 september

 

 

7 september

 

14 september

 

18 september

 

26 oktober

 

 

19-22 oktober

 

 

5 oktobber

 

 

12 oktober

 

 

16 oktober

 

 

23 november

 

 

16-19 november

 

 

2 november

 

 

9 november

 

 

13 november

 

14 december

 

 

7-10 december

 

23 november

 

30 november

 

4 december

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de data voor de gemeenteraad en OCMW raad 2020.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT GECORO. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

         Principebesluit Adviesorganen team Ruimtelijke Organisatie (GR 25/03/2013)

         Optimalisaties statuten GECORO (GR 25/02/2019)

         GECORO - benoeming (GR 27/05/2019)

         Voorzitter Gecoro - benoeming (GR 24/06/2019)

 

 

Feiten en context

Huishoudelijk Reglement

Volgens artikel 1.3.3 §8 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) stelt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening haar huishoudelijk reglement op. Dit document is op de installatie vergadering van de Gecoro dd 17/09/2019, mits enkele kleine tekstuele aanpassingen, unaniem goedgekeurd.

Artikel 1.3.3 §8 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt dat het huishoudelijk reglement ter goedkeuring aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd.

 

Werkingsmiddelen

De Gemeenteraad heeft in zitting van 25/03/2013 beslist om werkingsmiddelen ter beschikking  te stellen van de Gecoro. Voor dit bedrag van jaarlijks 1000 euro is de Argenta bankrekening BE 73 9733 7400 5560  geopend op de namen van voorzitter Daniel Van Doorslaer en vaste secretaris Eli Smet. Zij hebben beiden een kaart en volmacht op deze rekening en zullen over het beheer ervan jaarlijks verslag uitbrengen in de Gecoro, zoals vermeld in het huishoudelijk reglement.

 

Juridische grond

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 inzake de evenwichtige vertegenwoordiging in gemeentelijke adviesraden.

         art 1.3.2,  1.3.3 en 1.3.4 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), en latere wijzigingen.

         Het besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening

         Het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.

         Gemeentedecreet artikel 200

 

Argumentatie

De Gemeenteraad neemt kennis dat er een bankrekening werd geopend voor de Gecoro en dat het college de opdracht heeft gegeven aan de dienst financiën om aan de vorige voorzitter te vragen een overdracht te doen van de resterende gelden samen met verslag van beheer.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

 

Art 1 :

De gemeenteraad beslist onderstaand huishoudelijk reglement goed te keuren:

 

Gemeentelijke commissie voor Ruimtelijke Ordening

GECORO Lier - Huishoudelijk reglement (2019 - 2024)

 

 

Dit huishoudelijk reglement regelt de interne werking van de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (hierna GECORO) van de stad Lier.

Het behelst naast de elementen die minimaal zijn vastgelegd in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening tevens de elementen die door de GECORO van de stad Lier nodig worden geacht voor de goede werking.

 

Juridische grond

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 inzake de evenwichtige vertegenwoordiging in gemeentelijke adviesraden.

Art 1.3.2, 1.3.3. en 1.3.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), en latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening (verder genoemd BVR)

Het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.

 

 

 

Hoofdstuk 1: Doelstelling, taken, samenstelling en openbaarheid

 

 

Art. 1 Doelstelling

De GECORO beoogt het behoud, de verbetering en de uitwerking van een goede ruimtelijke ordening

binnen de gemeente.

 

De GECORO voert de door het decreet opgedragen taken naar behoren uit.

 

De GECORO adviseert vanuit een gefundeerd ruimtelijk analytisch standpunt.

 

De GECORO houdt in zijn advies rekening met de huidige en de toekomstige klimaatuitdagingen op vlak van ruimtelijke ordening.

 

 

Art. 2 Taken

§1De GECORO geeft, binnen de bepalingen van de VCRO, advies aan de gemeenteraad bij de totstandkoming van het gemeentelijk beleidsplan Ruimte, de gemeentelijke uitvoeringsplannen, een planologisch attest en de gemeentelijke verordeningen.

 

§2Daarnaast kan de GECORO advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot de gemeentelijke ruimtelijke ordening op eigen initiatief of op verzoek van de kerngroep ruimtelijke organisatie, het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad of de omgevingsambtenaar.

 

§3Er worden géén adviezen verleend voor Omgevingsdossiers tijdens de aanvraagprocedure. Omgevingsdossiers met belangrijke ruimtelijke impact worden uitsluitend in voorontwerpstadium (bij voorkeur in een pril stadium) voorgelegd voor advies.

 

§4Bij beleidsplannen en planningsprocessen van de hogere overheid kan de GECORO suggesties doen en adviseren aan de gemeenteraad, evenwel niet in de rol tredend van de PROCORO (Provinciale commissie voor Ruimtelijke Ordening) of de SARO (Strategische Adviesraad voor Ruimtelijke Ordening).

 

 

Art. 3 Samenstelling van de GECORO en het bureau

De GECORO is samengesteld uit een voorzitter, 2 ondervoorzitters, een vast en een adjunct secretaris, effectieve leden en plaatsvervangende leden.

 

1. Het bureau

Het bureau van de GECORO bestaat uit voorzitter, 2 ondervoorzitters, vast en adjunct secretaris en zorgt voor de inhoudelijke en praktische voorbereiding van de vergaderingen van de GECORO.

Bij elk agendapunt bepalen de voorzitter en ondervoorzitters onderling wie inhoudelijk ‘themavoorzitter’ wordt.

Ook de deskundige ruimtelijke planning en de teamcoördinator Omgeving of de Omgevingsambtenaar kunnen op verzoek deelnemen aan de vergadering van het bureau.

 

2. De voorzitter

De voorzitter organiseert de werking van de GECORO en van de eventuele werkgroepen. Hij/zij roept de GECORO samen, opent, leidt en sluit de vergadering. Hij/zij leidt de agendapunten in en licht ze toe hierbij eventueel bijgestaan door andere leden van de GECORO of door derden. Hij/zij legt de stukken voor waarover advies gevraagd wordt, zorgt dat het advies geformuleerd wordt en doet erover beraadslagen en stemmen.

 

3. De ondervoorzitters

De ondervoorzitter oefent bij afwezigheid van de voorzitter dezelfde functies uit en heeft in die omstandigheden dezelfde bevoegdheden als de voorzitter.

Indien ook de ondervoorzitter verhinderd is, wordt het voorzitterschap waargenomen door het oudste aanwezige lid onder de deskundigen.

 

4. De vaste en de adjunct-secretaris

De vaste secretaris en de adjunct secretaris staan de voorzitter, ondervoorzitters en de leden bij in de uitoefening van hun taak. Zij zorgen voor de voorbereiding van het bureau van de GECORO en lichten hierbij de relevante (beleids)documenten toe. Zij bereiden het advies voor en staan in voor de definitieve formulering van het advies. Zij zorgen voor de praktische organisatie van de vergaderingen en maken de notulen op, bezorgen de agenda, de notulen van de vorige vergadering en de nodige informatie aan de leden, leggen stukken ter inzage, noteren de aanwezigheden op de vergaderingen, nemen de stemmingen op en beheren de Server van de GECORO.

 

5. Effectieve leden en plaatsvervangende leden

Zowel effectieve leden als plaatsvervangende leden worden op de vergaderingen uitgenodigd. De plaatsvervangende leden krijgen dezelfde informatie als de effectieve leden. Ze vormen een tandem en houden elkaar op de hoogte. Indien het effectief lid op de zitting aanwezig is kan het plaatsvervangende lid deelnemen aan de toelichting en de informatieve vragenronde, maar mag het de beraadslaging en de stemming niet bijwonen.

 

Het lid (effectief en plaatsvervangend) dat aanwezig is tekent bij de aanvang van de vergadering de aanwezigheidslijst. Deze lijst wordt in de notulen opgenomen.

 

Van  de stemgerechtigde leden wordt verwacht dat zij actief deelnemen aan de vergaderingen, beraadslagingen en het formuleren en motiveren van het uiteindelijke advies.

 

 

Art. 4 Externe genodigden en deskundigen

§1De GECORO kan, in overleg met de desbetreffende cel van het stadskantoor voor wat de eventuele contracten betreft, voor het onderzoeken van bijzondere vraagstukken een beroep doen op alle nodige instanties, externe deskundigen en personen voor een toelichting en een eventuele bespreking over een onderwerp. Zij kunnen aan toelichtingen en de informatieve vragenronde deelnemen maar mogen de beraadslaging en stemming niet bijwonen, tenzij de vergadering er anders over beslist.

 

§2Vertegenwoordigers van de desbetreffende cel van het stadskantoor en de verantwoordelijke schepen worden beschouwd als permanente externe deskundigen.

 

 

Art. 5 Vertegenwoordigers van politieke fracties uit de gemeenteraad

De GECORO verzoekt alle politieke fracties in de gemeenteraad een afgevaardigde aan te duiden en zijn/haar naam mee te delen. Deze vertegenwoordigers worden voor elke vergadering uitgenodigd en ontvangen dezelfde documenten als de leden van de GECORO. De vertegenwoordigers tekenen bij de aanvang van de vergadering de aanwezigheidslijst.  De afgevaardigden nemen tijdens de GECORO-vergaderingen een terughoudende positie in. Ze kunnen aan de toelichting en de informatieve vragenronde deelnemen, maar mogen de beraadslaging en de stemming niet bijwonen.

 

 

Art.6 Openbaarheid van vergaderingen

De vergaderingen van de GECORO zijn niet openbaar.

 

 

Hoofdstuk 2: Werking

 

Art. 7 Agenda

§1De agenda wordt door het bureau GECORO opgemaakt.

 

§2Indien een lid een punt wenst te agenderen deelt het dit mee op de vergadering voorafgaand aan de vergadering waarop het punt zal worden behandeld of stuurt het een schriftelijk verzoek ten minste 10 kalenderdagen voor de vergadering. Het punt kan aan de agenda van een volgende GECORO worden toegevoegd op  voorwaarde dat minstens 1/3e van de stemgerechtigde leden zich hiermee akkoord verklaart bij aanvang van de vergadering. Elk verzoek is vergezeld van een verklarende nota / behoorlijke motivering.

 

 

Art. 8 Oproepingen

§1De GECORO wordt bijeengeroepen door de voorzitter en de secretaris.

De uitnodiging gebeurt per e-mail tenminste 14 kalenderdagen voor de zitting, met vermelding van datum, uur, plaats van de zitting en de agenda met een toelichting over de punten die besproken zullen worden.

Zowel de effectieve leden, de plaatsvervangers als de politieke fracties ontvangen de uitnodiging. Externe deskundigen worden specifiek aangeschreven.

Bij de uitnodiging worden alle stukken die relevant zijn voor de onderwerpen op de server beschikbaar gesteld.

De stukken liggen tevens vanaf de dag van het versturen van de oproepingen ter inzage bij het secretariaat van de GECORO op het stadskantoor tijdens de openingsuren of na afspraak.

Een half uur voor aanvang van elke GECORO zitting zullen de stukken ook op de plaats van de vergadering ter inzage worden gelegd.

 

§2Bij hoogdringendheid kan de voorzitter beslissen een vergadering op kortere termijn bijeen te roepen. De uitnodiging vermeldt een motivatie voor de hoogdringendheid. Indien op het moment van de vergadering tenminste twee derde van de GECORO-leden aanwezig is, dan kan geldig worden vergaderd en gestemd.

 

§3De voorzitter moet de GECORO bijeenroepen binnen vijftien (kalender)dagen die volgen op een verzoek van:

1)    de gemeenteraad

2)    het college van burgemeester en schepenen;

3)    minstens één derde van de leden van de GECORO;

4)   de Omgevingsambtenaar wanneer die de GECORO om advies verzoekt omtrent een aanvraag voor een Omgevingsvergunning.

 

Art. 9 Raadplegen documenten en dossiers

§1 Advisering veronderstelt dossierkennis.  Alle dossiers die voor advisering worden voorgelegd zullen behoorlijk worden toegelicht in de vergadering.  Van de individuele leden wordt verwacht dat zijzelf alle andere nodige stappen zetten om het dossier grondig te kunnen adviseren. 

 

§2Bij uitnodiging van de leden wordt er verwezen naar de externe server waar alle documenten die relevant zijn voor de onderwerpen kunnen geraadpleegd en gedownload worden.  In geval de stukken openbaar zijn, wordt er verwezen naar de website van de stad (www.lier.be).

 

§3Alle leden van de GECORO krijgen een link naar deze server en een persoonlijke login met paswoord.

 

§4Verslagen en adviezen van de GECORO zijn openbaar en worden ter inzage op de website van de stad geplaatst (www.lier.be).

 

 

Art. 10 Aanwezigheden

§1 Elk lid dat verhinderd is om een vergadering van de GECORO bij te wonen, deelt dit tijdig mee aan zijn/haar plaatsvervanger en aan het secretariaat. Hierbij wordt tevens meegedeeld of het plaatsvervangend lid aanwezig zal zijn. De namen van de verontschuldigde leden worden in het verslag opgenomen. 
Het duo waarbij zowel het effectief als het plaatsvervangend lid driemaal achtereenvolgens afwezig is zonder kennisgeving, of een duo dat meer dan de helft van de vergaderingen per jaar verontschuldigd is, is ontslagnemend.

 

§2Een lid kan zelf ontslag nemen bij wijze van mededeling aan het bureau.
Van het einde van een lidmaatschap, hetzij door ontslagneming hetzij door ontslaggeving, wordt door de voorzitter melding gemaakt. Elk effectief lid dat zijn mandaat stopzet, wordt automatisch doch tijdelijk vervangen door zijn aangeduide plaatsvervanger in afwachting van de benoeming van een nieuw lid. De voorzitter van de Gecoro verzoekt de gemeenteraad om een nieuw effectief lid te benoemen en in voorkomend geval ook een nieuwe plaatsvervanger aan te duiden indien de plaatsvervanger effectief lid zou worden. De maatschappelijke geleding die het lid vertegenwoordigt kan een nieuwe kandidaat aanwijzen.

 

 

Art. 11 Vergaderingen

De GECORO kan slechts geldig beslissen wanneer ten minste de helft van haar stemgerechtigde leden aanwezig is. Is die voorwaarde niet vervuld dan stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. De GECORO kan op haar eerstvolgende vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden, geldig beslissen over onderwerpen die waren geagendeerd voor de vergadering waarop onvoldoende leden aanwezig waren, op voorwaarde dat de nieuwe vergadering niet binnen de 24 uren na de eerste plaats heeft.  Voor nieuwe agendapunten is de aanwezigheid van de meerderheid van de leden vereist.

 

De vergaderingen verlopen als volgt:

§1 De voorzitter opent de vergadering.

§2Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering.

§3Indien het stadsbestuur een eerder advies niet opvolgde dan brengt het bestuur de GECORO hiervan op de hoogte met vermelding van de motieven die geleid hebben tot de afwijkende beslissing.

§4Beslissing over de opname van agendapunten op initiatief van de GECORO leden (art 7§2 en art 8§3).

§5Overlopen van de agenda en toepassen van de deontologische code.

§6De agendapunten worden achtereenvolgens toegelicht door de cel Ruimtelijke Planning, de cel Omgeving, een andere betrokken dienst van de stad, de ontwerper, de verantwoordelijke schepen, de ontwerper en gebeurlijk door de voorzitter zelf. Bij elke toelichting volgt een informatieve vragenronde die door de voorzitter wordt geleid.                           

§7 De agendapunten uit §6 worden door de stemgerechtigde leden hernomen voor beraadslaging en stemming.

§8Stand van zaken dossiers ruimtelijke ordening wordt gegeven en de agendapunten van de kerngroep ruimtelijke organisatie worden beknopt overlopen door de desbetreffende cel van de administratie.

§9Datum en agendapunten van volgende vergadering.

§10Varia

 

De volgorde van de agendapunten kan door de voorzitter worden gewijzigd.

§ 11 De voorzitter verleent het woord in volgorde van de aanvragen. De leden nemen slechts het woord nadat het hen door de voorzitter werd verleend. Niemand mag onderbroken worden terwijl hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.

§ 12 Wanneer een lid afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugroepen of hem het woord ontnemen.

 

§ 13 Elk lid dat tegen de beslissing van de voorzitter aan het woord tracht te blijven, wordt geacht de orde te verstoren. Elk lid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Indien het betrokken lid een tweede maal de orde verstoort, heeft de voorzitter het recht het betrokken lid uit de vergadering te sluiten.

 

§ 14 Indien de goede orde van de GECORO-vergadering gestoord wordt door de leden dan zal de voorzitter overgaan tot schorsing of sluiten van de vergadering. De leden en alle andere aanwezigen moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.

 

§ 15 De uitsluiting van een lid, de schorsing of sluiting van de vergadering wordt vermeld in de notulen.

 

 

Art. 12 Advies en verslag

§1 De notulen bevatten een samenvatting van wat er in de Gecoro wordt gezegd. Ze geven een overzicht van de vergadering, de essentie van de beraadslaging en de uitslag van de stemming weer. In het verslag worden principieel geen namen vernoemd tenzij door een lid anders wordt gewenst.

§2Het advies start met de omschrijving van het onderwerp, een opgave van alle documenten die door de GECORO worden gebruikt om het advies te leveren, een opgave van eventueel ontbrekende informatie. Het advies bevat een samenvatting van de informatie die werd bekomen uit de informatieve vragenronde en de beraadslaging. Het bevat de standpunten die in de GECORO ter sprake zijn gebracht. Indien verschillende visies of standpunten tegenover elkaar staan, dan worden in de tekst ook de minderheidsstandpunten vermeld. Alle uitgebrachte standpunten worden op inhoudelijk afdoende wijze gemotiveerd en het uiteindelijke advies bevat een duidelijke inhoudelijke motivering. In ieder geval wordt het resultaat van de stemming genotuleerd indien geen consensus werd bereikt en wordt de aard van het advies (gunstig, ongunstig, gunstig mits …) weergegeven.

§3 Het ontwerp verslag wordt per mail en binnen de 14 kalenderdagen verzonden aan alle leden. De GECORO-leden, die aanwezig waren op de zitting, kunnen per mail en binnen de 7 kalenderdagen hun voorstellen tot aanvulling of correctie overmaken aan het secretariaat. Het secretariaat stelt alle ontvangen reacties en het al eventueel bijgestelde ontwerpverslag digitaal ter beschikking. 

§4 De voorzitter plaatst het ontwerpverslag ter goedkeuring op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de GECORO.

§5Wanneer een advies vóór de eerstvolgende vergadering dient te worden uitgebracht kan bij eenparigheid beslist worden om het tijdens de vergadering geformuleerde advies via een technisch nazicht, per mailronde definitief goed te keuren. De voorzitter krijgt hierbij het mandaat om het door het secretariaat opgemaakte ontwerpadvies rond te mailen en na eventuele opmerkingen van de leden, een definitief advies op te stellen. Een advies dat via mailronde tot stand komt, wordt steeds tijdens de eerstvolgende vergadering retroactief formeel goedgekeurd.

§6 Na goedkeuring worden de verslagen door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Het definitieve verslag wordt ook overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad en aan de desbetreffende cel.

 

 

Art. 13 De wijze van stemmen

§1Vóór elke stemming omschrijft de voorzitter het voorstel van beslissing waarover de vergadering zich moet uitspreken.

§2De stemgerechtigde GECORO-leden stemmen mondeling met “ja”, “neen” of “onthouding”.

§3De volgorde van de stemming wordt bepaald door de voorzitter.

§4De GECORO streeft bij haar advies steeds een consensus na.  Indien geen consensus mogelijk is, is een gewone meerderheid vereist.  Om de meerderheid te bepalen wordt bij het tellen van de stemmen geen rekening gehouden met de onthoudingen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

 

Art. 14 Werkgroepen

§1 Voor de voorbereiding van complexe dossiers kunnen interne werkgroepen worden opgericht wanneer de GECORO dit nodig acht. Deze interne werkgroepen hebben tot doel de beslissingen van de GECORO voor te bereiden. De GECORO beslist bij gewone meerderheid van de stemgerechtigde leden over de oprichting van permanente en tijdelijke werkgroepen. Tijdelijke werkgroepen zijn van rechtswege ontbonden als hun opdracht vervuld is. Permanente werkgroepen worden jaarlijks uitdrukkelijk herbevestigd door de GECORO.

§2 De GECORO duidt onder haar effectieve en plaatsvervangende leden de leden aan die deel uitmaken van de werkgroep. Een werkgroep bestaat bij voorkeur uit evenveel deskundigen als vertegenwoordigers van maatschappelijke geledingen.

§3Tevens bepaalt de GECORO bij gewone meerderheid wie nog meer mag zetelen in de werkgroep (deskundigen, betrokkenen, wijkraden, verenigingen,…). Dit geldt evenwel niet voor de werkgroepen zoals omschreven in art. 14 §6.   

§4De voorzitter en ondervoorzitters beslissen onderling wie werkgroep-voorzitter wordt.

§5Het secretariaat wordt waargenomen door de secretaris van de GECORO of een lid van de administratie aan te duiden door het schepencollege. De werkgroep beslist wanneer de vergaderingen doorgaan. Oproeping en bespreking gebeuren zoals in de GECORO zelf. Van iedere werkgroep-vergadering worden door de secretaris notulen gemaakt. Het verslag dat door de werkgroep wordt opgesteld wordt niet extern verspreid.

§6Tijdelijke werkgroepen worden in ieder geval opgericht wanneer de gecoro een advies in kader van de VCRO moet verlenen bij het gemeentelijk beleidsplan Ruimte, bij een ruimtelijk uitvoeringsplan, een planologisch attest of in kader van een stedenbouwkundige verordening.  De werkgroep coördineert en bundelt alle bezwaren en opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek worden ingediend en maakt een verslag op waarbij een voorstel van antwoord wordt geformuleerd op de verschillende bezwaren.  In dit verslag worden ook de adviezen opgenomen die de overheid decretaal verplicht aan de gecoro moet toesturen.  Het verslag dient als voorbereiding van de GECORO-zitting waar het advies wordt verleend.

 

 

Art. 15 Deontologie

§1Bij het beoordelen van de na te leven deontologie, nemen de leden van de GECORO steeds de bepalingen van de “deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening” van 3 juli 2009, tot leidraad bij de uitoefening van hun mandaat.

 

§2De leden van de GECORO hebben de plicht tot discretie. Zij onthouden zich er van aan niet-leden van de GECORO informatie door te geven die hen wordt toevertrouwd ter voorbereiding van of tijdens de GECORO-vergaderingen. Dit betekent dat de leden en externen ertoe gehouden zijn om zowel de te adviseren documenten als de besprekingen binnen de vergadering, niet te verspreiden of publiekelijk kenbaar te maken. Vertegenwoordigers van de maatschappelijke geledingen mogen hun organisatie of achterban raadplegen, waarbij zij instaan voor de discretie van de geraadpleegde personen. Dit evenwel zonder documenten te verspreiden. Indien uitdrukkelijke geheimhouding vereist is omtrent bepaalde dossiers, wordt dit bij de verspreiding van de documenten uitdrukkelijk vermeld, en zijn alle leden, waarnemers en externe genodigden tot geheimhouding verplicht.

 

§3Alle leden van de GECORO (effectieve leden, plaatsvervangers, voorzitter, ondervoorzitters, vast en adjunct- secretaris) verbinden er zich toe:

      volledig onafhankelijk te werken van zowel politieke als drukkingsgroepen om op deze wijze ten allen tijde de volledige objectiviteit te bewaren

      de afspraken vastgelegd in dit huishoudelijk reglement te respecteren

      bovenstaande regels toe te passen ook na het beëindigen van het lidmaatschap van de GECORO.

 

§4 Contacten met de media worden vermeden om de objectiviteit en de sereniteit van de werking niet in het gedrang te brengen.  In uitzonderlijke gevallen vertegenwoordigt enkel de voorzitter of de ondervoorzitter in samenspraak met het schepencollege de GECORO naar buiten toe.

 

 

Art. 16 Werkingsmiddelen

Door de gemeenteraad worden aan de GECORO op de gemeentelijke begroting de nodige middelen en een permanent secretariaat ter beschikking gesteld.

 

Uit deze werkingsmiddelen zullen de onkostenvergoedingen worden betaald. Het bedrag van deze vergoedingen wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Aan elk stemgerechtigd lid van de GECORO wordt een onkostenvergoeding toegekend voor elke geregistreerde bijgewoonde GECORO-zitting.

Indien de GECORO-leden zelf een vergadering beleggen conform art. 7§2 of art. 8§3 derde punt, geldt er geen onkostenvergoeding, voor zover het bureau, de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen of de Omgevingsambtenaar geen agendapunten hebben bepaald.

 

Voor de vergaderingen van het bureau en voor de interne werkgroep-vergaderingen in kader van art. 14 §6 wordt GEEN onkostenvergoeding toebedeeld aan de leden van de GECORO.

 

De voorzitter van de GECORO zal jaarlijks verslag moeten uitbrengen over het beheer van de werkingsmiddelen aan de gemeenteraad en aan de overige leden van de GECORO. Het verslag heeft betrekking op het afgelopen kalenderjaar en wordt uitgebracht vóór 1 april van het daaropvolgend jaar. Het schepencollege kan de voorzitter ook om een tussentijds verslag verzoeken, dat wordt uitgebracht binnen één maand na het verzoek.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

REGLEMENT "PUBLICITEIT IN STEDELIJKE SPORTACCOMMODATIES". GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

We hebben momenteel geen duidelijke afspraken rond het aanbrengen van publiciteit door verenigingen in onze stedelijke sportaccommodaties.

 

Feiten en context

Naar aanleiding van de nieuwe realisaties  gymhal 't Spui en sporthal Stadspark willen we een globaal reglement opstellen waarin duidelijke afspraken staan rond het aanbrengen van publiciteit door verenigingen.

 

Adviezen

Het reglement werd besproken op de sportraad. De raad van bestuur van de sportraad gaf een positief advies in de vergadering van 17 september 2019

 

Juridische grond

De juridische dienst van de stad had geen opmerkingen bij het voorgestelde reglement.

 

Argumentatie

We wensen de verenigingen die hun wedstrijden spelen in stedelijke accommodaties de mogelijkheid te geven om reclame inkomsten te genereren.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt volgend reglement "Publiciteit in stedelijke sportaccomodaties" goed.

 

 

Bijlage:

 

Reglement "Publiciteit in stedelijke sportaccomodaties"

 

 

Artikel 1

Onverminderd de toepassing van de stedelijke politie- en fiscale verordeningen terzake is onderhavig reglement van toepassing in de stedelijke sportinfrastructuur.

 

Artikel 2

Erkende Lierse sportverenigingen, die hun officiële competitie spelen in een stedelijke

sportaccommodatie, kunnen één of meerdere publiciteitsborden aanbrengen op de daarvoor bestemde zones : muren sporthallen , omheining atletiekpiste, boarding voetbal, …

 

Artikel 3

De publiciteitsborden kunnen een vast of een mobiel karakter hebben.

 

Artikel 4

De onderhandelingen met kandidaat-sponsors zijn de uitsluitende aangelegenheid van de verenigingen.

 

De publiciteitsborden dienen aangemaakt te worden door een deskundige firma. Het type bord is afhankelijk van de accommodatie en moet steeds vooraf ter goedkeuring aan het stadsbestuur voorgelegd worden.

 

Artikel 5

Het is verboden:

- publiciteit te voeren die filosofisch, ideologisch of politiek geïnspireerd is;

- publiciteit te voeren die strijdig is met de vigerende wetgeving (o.m. openbare orde en goede zeden, taalgebruik, publiciteit voor rookartikelen....).

 

Artikel 6

De aanvraag dient voor 1 augustus, voorafgaand aan het betreffende competitieseizoen te worden ingediend.

 

Bij deze aanvraag wordt vermeld:

- het aantal borden;

- het karakter van de borden (vast of mobiel).

 

Artikel 7

Alle taksen, rechten en belastingen met betrekking tot de publiciteitsborden zijn ten laste van de vereniging, of de firma en handelszaak, die publiciteit voert op de bedoelde borden.

 

Artikel 8

Omwille van uitzonderlijke gebeurtenissen (eigen organisaties, éénmalige kampioenschappen of grote tornooien van sportclubs,... ) kan het college van burgemeester en schepenen opdracht geven alle of bepaalde publiciteitsborden tijdelijk te verwijderen.

 

 

Artikel 9

Het ontwerp, materiaalkeuze en grootte van de vaste borden worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan stadsbestuur.

De borden mogen uitsluitend opgehangen worden door een deskundige ter zake, onder toezicht van een verantwoordelijke van de stad.

 

Artikel 10

Indien het aantal, door diverse verenigingen aangevraagde, vaste borden de beschikbare ruimte overtreft, zal de verdeling van de beschikbare borden gebeuren door een medewerker van de sportdienst. Dit gebeurt via een sleutel, rekening houdend met het aantal gebruiksuren van de diverse verenigingen (inclusief jeugd).

 

Deze verdeling geldt voor één competitieseizoen en is ieder jaar aanpasbaar.

 

Artikel 11

De publiciteitsborden met een mobiel karakter worden voor elke competitiewedstrijd door de betreffende club zelf aangebracht en na de wedstrijd weer opgeborgen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

RESTAURATIE SMEEDWERK VAN DE VOORGEVEL VAN HET STADHUIS. VERREKENING 1. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

In 2011 heeft het schepencollege Erfgoed & Visie aangesteld als onderzoeker voor de opmaak van een onderzoeksrapport mbt hekwerk stadhuis.  Het onderzoeksrapport werd opgeleverd op 16/11/2012.

 

Op 6/10/2014 heeft het schepencollege de Tijdelijke Vereniging Projectteam Belfort uit Lier aangesteld als ontwerper-architect voor de herbestemming van het stadhuis van Lier.

 

Op 24/09/2018 heeft het schepencollege goedgekeurd om het beheersplan "Stadhuis" voor goedkeuring in te dienen bij het agentschap Onroerend Erfgoed.

 

Om een verhoogde erfgoedpremie van 80% aan te vragen is de stad verplicht om te beschikken over een goedgekeurd beheersplan. Op 05/12/2018 werd het beheersplan "Stadhuis" goedgekeurd door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Eén van de actiepunten in het beheersplan was het restaureren van het smeedijzeren hekwerk.

 

Op 17/12/2018 heeft het schepencollege het erfgoedpremiedossier goedgekeurd.

 

Op 18/3/2019 werd een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure van 20.000 euro verleend aan de stad Lier.

 

Op 6/5/2019 heeft het schepencollege de opdracht ‘restauratie smeedwerk van de voorgevel van het stadhuis’ aan de firma Remmen bvba uit Hoboken voor een bedrag van 80.549,70 euro incl. BTW toegewezen.

 

Feiten en context

Het onderzoeksrapport opgemaakt door Erfgoed & Visie in 2012 stelt de voornaamste vormen van schade aan het smeedwerk van de voorgevel van het stadhuis vast.  De belangrijkste vorm van schade bij dit smeedwerk is de vorming van roest door contact van metaal en vocht.  Op basis van de gestelde diagnose werden er restauratievoorstellen geformuleerd.  De ontwerper-architect die het bijzonder bestek voor de restauratie van het smeedwerk van de voorgevel van het stadhuis heeft opgemaakt nam de restauratievoorstellen uit dit rapport als basis.

In dit rapport is er geen sprak van (rood)koper als materiaal voor het drijfwerk.  De restauratievoorstellen houden hiermee dan ook geen rekening.

 

Artikel 4.02 van het bijzonder bestek voor de restauratie van het smeedwerk van de voorgevel van het stadhuis (referentie 2018/251) stelt verdere ontmanteling en vervanging voor van te sterk gecorrodeerde en niet te hergebruiken elementen.  Bij de inschrijving merkte Remmen bvba op dat deze behandeling voor hen niet voldoende zal zijn om alle onmogelijk te bereikbare plaatsen te kunnen behandelen.  Ze stelden voor dat er nog extra elementen zullen moeten worden gedemonteerd en gehermonteerd, met name al het koperen drijfwerk en de smeedijzeren onderdelen (nat in nat principe van hermonteren).  De externe ontwerper heeft deze opmerking niet weerhouden.  Er wordt minimaal gedemonteerd ifv maximaal behoud van historisch materiaal.

 

Op 10/7/2019 werden de twee opendraaiende hekken gedemonteerd.  Op beide hekken kon de aannemer een proefrestauratie voorafgaandelijk aan de effectieve restauratie uitvoeren.  Er werd een uitgebreide plaatsbeschrijving opgemaakt.

 

Op 16/9/2019 ontving de stad een nota probleemstelling hekwerk stadhuis van de aannemer.  Na plaatsbezoek aan het atelier van de firma Remmen op 20/09/2019 werd de nota aangepast.  Op 25/9/2019 ontving de stad de definitieve nota (in bijlage).

 

De proefrestauratie (reiniging en demontage) leverde volgende informatie op:

         Het hekwerk van het stadhuis van Lier vertoont ernstige corrosie tussen smeedijzer en roodkoper.

         Het roodkoperen drijfwerk is tussen en aan de smeedijzeren elementen gelast en geklonken.  Al het drijfwerk is zwaar bijgewerkt met mastiek om de aansluitingen met het smeedwerk mooi te laten verlopen.

         Onder de vele laklagen is de originele afwerking van het smeedwerk, de walshuid, nog aanwezig.  De walshuid heeft een beschermde functie.

         Contact tussen smeedijzer en roodkoper geeft onder situaties zoals te verwachten in een buitenatmosfeer aanleiding tot doorgedreven corrosieverschijnselen (= elektrogalvanische corrosie).

         De situatie op moeilijk bereikbare hoekjes en kantjes is zeer slecht.  Ook onder de mastieklagen blijken dikke corrosiekorsten te zitten, waarbij ornamenten van het smeedwerk fysiek aangetast zijn.  Op sommige plaatsen zo erg dat ze op het punt staan om af te breken of al afgebroken zijn.

 

Er zijn twee mogelijke opties:

1.De restauratie uitvoeren zoals voorzien in het bestek met referentie 2018/251.

Er wordt minimaal gedemonteerd ifv maximaal behoud van historisch materiaal.  Er zal enkel plaatselijk worden ontmanteld en vervangen van te sterk gecorrodeerde en niet te hergebruiken elementen.

         De corrosie zal actief blijven op de vele niet bereikbare plaatsen.

         De originele walshuid van het smeedijzer zal verloren gaan.

         Het principe van de elektrogalvanische corrosie zal zich onherroepelijk door blijven zetten met nog meer materiaalverlies tot gevolg en verdere structurele schade op termijn.

         De mastiek wordt weggenomen samen met de laklagen en een opvallend verloop tussen drijfwerk en smeedwerk zal zichtbaar worden.

         Het hek zal binnen afzienbare tijd terug in de huidige situatie verkeren.

 

2.Verdere ontmanteling en herplaatsen van het koperen drijfwerk en de smeedijzeren

onderdelen voor betere bescherming tegen corrosie.

Alle (rood)koperen drijfwerk zal worden gedemonteerd.  De delen met veel drijfwerk moeten bijna volledig uit elkaar worden gehaald, inclusief een deel van het smeedijzeren ‘framewerk’.  Alle stukken zullen worden behandeld alvorens ze te monteren. 

         Er kan voor het smeedwerk en het roodkoper een aparte specifieke behandeling worden toegepast voor het verwijderen van de verflagen (verkolen van de organische laklagen).  Hierdoor zullen de waardevolle originele beschermingslagen (oa. walshuid) niet mee verwijderen.

         De ruwe overgangen tussen smeedwerk en het drijfwerk zullen terug gemaskeerd kunnen worden met epoxy.

         Het smeed- en koperwerk van het hek zal goed beschermd blijven door de laklagen (voorgeschreven NELF toplaag = vinyl-alkyd). De eerste 5 jaar zal er geen herschildering nodig zijn. 

 

De tweede optie zorgt voor een grondige wijziging in de visie van de restauratie met verregaande gevolgen voor budget, timing en resultaat.

De aannemer dient volgend verrekeningsvoorstel in voor optie 2.

 

Verrekening 1: Verdere ontmanteling en herplaatsen van het koperen drijfwerk en de smeedijzeren onderdelen voor betere bescherming tegen corrosie.

De aannemer heeft in de werkplaats enkele stukken drijfwerk gedemonteerd.  Ze konden al snel een onderscheid maken tussen eenvoudige te verwijderen klinkverbindingen en moeilijke gelaste verbindingen.  Het volledige hekwerk telt 566 simpel stukken drijfwerk en 114 moeilijke stukken drijfwerk.

 

Op basis van de effectieve test hebben ze een tijdbesteding opgesteld.  Ze rekenen 55 euro/uur (excl. BTW) voor atelieruren (inclusief klein materiaal).  Het uurloon wordt vanaf 2020 met 10% verhoogd.

 

         Verwijderen, bijkomend behandelen en terug monteren simpel drijfwerk:

5 stuk/uur: 113.2 werkuren x 55 euro = 6.226 euro

         Verwijderen, bijkomend behandelen en terug monteren moeilijk drijfwerk:

0,5 stuk/uur: 228 werkuren x 55 euro = 12.540 euro

         Bijwerken overgangen met epoxy na montage, enkel van toepassing voor simpel drijfwerk: 5 stuk/uur: 113.2 werkuren x 55 euro = 6.226 euro

         Extra handeling, inventarisatie van het drijfwerk voor montage achteraf: 2500 euro

         Extra herstellingen na demontage: 880 euro

         Extra materiaalkost buiten gebruiksmateriaal (klinknagels, epoxy): 1000 euro

         Meerkost thermisch behandelen hekwerk zonder drijfwerk: 1500 euro

 

De kostprijs voor het verwijderen, bijkomend behandelen en demonteren van het koperen drijfwerk bedraagt 30.432 euro excl. BTW.  De aannemer vraagt een termijnverlenging van 3 à 4 maanden aan.

 

Het verrekeningsvoorstel werd nagekeken door de externe ontwerper.

 

Adviezen

Technisch bureau:

Het waardevolle hekwerk van het stadhuis bevindt zich in een zeer slechte staat.  De proefrestauratie heeft uitgewezen dat de schade slechter is dan reeds voorzien werd.  Na het verwijderen van het drijfwerk werd hieronder verregaande corrosie vastgesteld.  Het koperen drijfwerk werd op het einde van de 19e eeuw (vermoedelijk) door de bekende Lierse smid Van Boeckel aangebracht en met mastiek aangewerkt aan het smeedijzer.  Het (rood)koperen drijfwerk is een restauratie van de bekende Lierse smid Van Boeckel, het heeft ondanks dat het een latere toevoeging is aan het smeedijzeren hekwerk van Van Baurscheit de Jonge een grote cultuurhistorische waarde, dat bewaard moet worden.  Optie 2 zorgt voor een duurzame oplossing op langere termijn.  Alle onderdelen worden op een gepaste wijze behandeld. 

Optie 1 is een vorm van symptoombestrijding.  Het hek zal binnen afzienbare tijd terug in zijn huidige toestand verkeren en het materiaalverlies tussen het smeedwerk en het (rood)koperen drijfwerk zal alleen maar vergroten.

 

Externe ontwerper: Tijdelijke Vereniging Projectteam Belfort:

Het hekwerk werd gedemonteerd en overgebracht naar het atelier van Remmen bvba. Daar werd het gedeeltelijk verder, voor onderzoek, gedemonteerd.

Tijdens ons bezoek op vrijdag 20 september aan het atelier  konden wij vaststellen dat het merendeel van het drijfwerk in koper is uitgevoerd; een gegeven dat tijdens het vooronderzoek niet aan het licht was gekomen.

Hoogstwaarschijnlijk werden deze koperen loofwerk- en bloemmotieven door de Lierse smid Van Boeckel aangebracht ter vervanging van de sterk gecorrodeerde ijzeren motieven.

Wellicht was hierbij de achterliggende gedachte dat het koper niet onderhevig is aan roestvorming en dat hierdoor de restauratie in de tijd veel duurzamer zou zijn.

Het koper vormt echter onder invloed van water een elektropotentiaalverschil met de ijzeren draagstructuur waardoor dit sneller gaat roesten en juist op de niet bereikbare aanhechtingspunten.

Uitgangspunt van de restauratie was om het werk van Van Boeckel zoveel als mogelijk te behouden dus ook al het koperen drijfwerk.

Om dit te realiseren is het noodzakelijk voor een duurzame restauratie om het koper te isoleren van de ijzeren draagstructuur zodat het elektropotentiaalverschil wordt vermeden.

Hiervoor is een demontage nodig van al de koperen elementen; Het bestek voorziet hier echter een beperkte demontage.

Remmen bvba heeft hier deze week een rapport “ Probleemstelling hekwerk Lier” over afgeleverd met daarbij een berekening van de bijkomende kosten; nl. 30.432 EUR excl. btw. tov. het toewijzingsbedrag.

Het merendeel van de kosten zijn tengevolge van het groot aantal werkuren die hiermee gepaard gaan.

Gezien de uitzonderlijke waarde van dit smeedwerk, een ontwerp uit 1744 van de hand van Pieter van Baurscheit en in 1890 gerestaureerd door de de vermaarde smid Lodewijk, is mijns inziens deze meerkost te verantwoorden.

 

Argumentatie

Verrekeningen dienen ter goedkeuring aan het schepencollege en de gemeenteraad voorgelegd te worden.

 

Financiële weerslag

 

Verrekening 1

Actienummer 1

Omschrijving actie

5/2/12/11

Pallieterland

 

Op actie 5/2/12/11 –22000007 – Pallieterland is er momenteel 214.758,85 euro budget beschikbaar.

Er kan van deze actie 30.432 euro excl. BTW of 36.822,72 euro incl. BTW worden verschoven naar actie 5/2/14/1 (budgetsleutel 720/22199007) na corrigeren budgetwijziging. 

 

Stemming

 

31 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Stéphanie Van Campenhout, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

1 stem tegen: Marcel Taelman

Goedkeuring met 31 stemmen voor - 1 stem tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist verrekening 1 m.b.t. de opdracht ‘restauratie smeedwerk van de voorgevel van het stadhuis’ voor een bedrag 30.432 euro excl. BTW of 36.822,72 euro incl. BTW, goed te keuren.

 

Art 2:

De gemeenteraad beslist de termijnverlenging van 3 à 4 maanden mbt de opdracht ‘restauratie smeedwerk van de voorgevel van het stadhuis’ goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

OPMAKEN VAN EEN ONROEREND ERFGOEDBELEIDSPLAN EN INTEGREREN ONROEREND ERFGOEDBELEIDSPLAN BINNEN ANDERE BELEIDSDOMEINEN. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Op 17 juli 2015 verleende de Vlaamse Regering goedkeuring aan de generieke besparingen en kerntakenplannen van de Vlaamse overheid. Het door de Vlaamse Regering goedgekeurde kerntakenplan van het agentschap Onroerend Erfgoed bevat een aantal beslissingen die een aanpassing van de onroerenderfgoedregelgeving en andere regelgeving vereisten. Steden en gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het adviseren van omgevings- (stedenbouwkundige) aanvragen en sloopvergunningen voor gebouwen die door het Agentschap Onroerend Erfgoed werden opgenomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed.  Een stad of gemeente kan zich laten ondersteunen door een intergemeentelijk onroerenderfgoeddienst (IOED).

Collegebeslissing van 23 november 2015 over de goedkeuring erkenningsaanvraag door IGEMO als intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst (IOED) en de deelname hieraan door de stad.

Op 1 oktober 2018 stelde het college een deskundige Onroerend Erfgoed aan.  Een van de kerntaken is het adviseren van omgevings- (stedenbouwkundige) aanvragen en sloopvergunningen voor waardevol erfgoed.

Op 29 maart 2019 werd de inventaris voor het Onroerend Erfgoed van de provincie Antwerpen vastgesteld na openbaar onderzoek.  Sindsdien hebben administratieve overheden een zorg- en motiveringsplicht.

Gemeentelijk erfgoedoverleg van 22 maart 2019 tussen IOED IGEMO en schepenen Marleen Vanderpoorten en Rik Verwaest betreffende samenwerking tussen stad en IOED IGEMO;

Op 6 mei 2019 maakte het Agentschap Onroerend Erfgoed een inspiratienota op voor lokaal onroerend erfgoedbeleid (bijlage 1);

Intergemeentelijk Erfgoedoverleg van 28 mei 2019 met de schepenen en ambtenaren van de gemeenten binnen Erfgoed Rivierenland en de IOED IGEMO over herinventarisatie en valorisatie van bouwkundig erfgoed.

 

Feiten en context

Nood aan een onroerend erfgoedbeleidsplan

De voorbije jaren werden enkele stappen gezet in functie van subsidiariteit door het Vlaamse agentschap Onroerend Erfgoed.  Sinds de wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet en het Onroerenderfgoedbesluit zijn de gemeenten en steden sinds 2015 zelf verantwoordelijk voor het adviseren van omgevingsaanvragen en sloopvergunningen voor gebouwen die door het Agentschap Onroerend Erfgoed werden opgenomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Sinds de recente vaststelling na openbaar onderzoek (29/3/2019) van deze inventaris hebben de gemeenten ook een zorg- en motiveringsplicht (artikel 6.5.2 en 6.5.3 van het onroerenderfgoeddecreet).  Zowel voor een eigen werk of activiteit als bij een beslissing over een werk aan geïnventariseerd erfgoed of in een erfgoedlandschap moet worden gemotiveerd hoe de erfgoedwaarden in acht werden genomen.

Ook herinventarisatie van bouwkundig erfgoed en landschappelijke elementen moet worden opgenomen door de lokale overheden.

 

Steden en gemeenten kunnen daarom een eigen lokaal onroerenderfgoedbeleid uitwerken, aanvullend op het Vlaams beleid.  Een stad of gemeente kan zich laten erkennen als onroerenderfgoedgemeente en een  grotere verantwoordelijkheid opnemen voor het beschermd erfgoed. Ook steden of gemeenten die zich niet laten erkennen als onroerenderfgoedgemeente, kunnen werken aan een visieontwikkeling en een beleidsplan. Vanuit de opgebouwde kennis van het erfgoed in de stad of gemeente, kan de stad of gemeente een voorbeeldfunctie opnemen over haar eigen erfgoed, en ook de andere beheerders van erfgoed ondersteunen. Belangrijk daarbij is om positief te communiceren over het erfgoed, een maatschappelijk draagvlak voor erfgoed te ondersteunen en te zorgen voor participatie. Het integreren van het erfgoedbeleid binnen andere beleidsdomeinen zoals het gemeentelijk cultuurbeleid, het toerismebeleid en het vergunningen- en planningsbeleid, is een must.  Het onroerend erfgoedbeleid moet integraal zijn en omvat dus een visie voor de zorg voor het archeologisch erfgoed, voor het (beschermd) bouwkundig erfgoed en voor de cultuurhistorische landschappen.

 

Liers onroerend erfgoedbeleidsplan met focus op bouwkundig erfgoed

Lier bewaart een schat aan bouwkundig erfgoed. Erfgoed is een verzamelbegrip voor alles wat is overgeërfd van vorige generaties en wat het bewaren waard is.  Het gaat hierbij niet alleen over de grote monumenten, zoals het stadhuis en het begijnhof, maar ook over al die kleinere gebouwen met erfgoedwaarde, zoals neoclassicistische woonhuizen of de vele arbeiderswijkjes en de wederopbouwarchitectuur. Al dit erfgoed bepaalt in grote mate mee de culturele identiteit van Lier en de Lierenaar en drukt haar stempel op de ruimte. Het Lierse erfgoed geeft kleur aan de omgeving en ondersteunt het functioneren van de stad als aangename woonomgeving, als aantrekkelijk handelscentrum, als interessante tewerkstellingslocatie en als toeristische pool. Een troef die in de toekomst moet worden behouden en versterkt.

 

Het is van belang om een accuraat beeld te hebben van wat in Lier en Koningshooikt nog aanwezig is van waardevol (niet-)beschermd erfgoed en hierover een erfgoedvisie en toekomstig erfgoedbeheer te ontwikkelen.  Het is belangrijk dat dit erfgoedbeleid breed gedragen is en geïmplementeerd wordt in de stedenbouwkundige werking.  Deze objectieve proactieve werking zorgt voor een transparant beeld naar de Lierenaars.

Het vertrekpunt zijn de 647 panden opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.  Hiervoor moet een instrument worden ontwikkeld ter ondersteuning en behoud van dit bouwkundig erfgoed.  Dit instrument moet de ad hoc beslissingen van stedenbouwkundige aanvragen en omgevingsaanvragen met aandacht voor erfgoed vermijden.

Daarnaast telt Lier 25 beschermde stads- en dorpsgezichten.   Om een goed beheer te garanderen en een langetermijnvisie voor deze gebieden te ontwikkelen, is een beheersplan het aangewezen instrument.  Zo kunnen eigenaars van panden in stads- en dorpsgezichten een betoelaging krijgen voor de noodzakelijke instandhoudingswerken, en kunnen bepaalde werken vrijgesteld worden van toelating. 

 

Juridische grond

Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, hoofdstuk 3, afdeling 3.

Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, hoofdstuk 4, artikel 4.1.9 en 4.1.10.

 

Argumentatie

Bij de opmaak van het Liers onroerend erfgoedbeleidsplan is het aangewezen dat het college in eerste instantie inzet op het bouwkundig erfgoed.  In een latere fase kunnen ook de landschappen en archeologie betrokken worden in het plan zodat er finaal een algemeen en geïntegreerd onroerend erfgoedbeleidsplan is.  Hierna kan overwogen worden of de stad wil gaan voor een erkenning als onroerenderfgoedgemeente.  Een onroerenderfgoedgemeente bouwt een eigen beleid uit voor het aanwezige onroerend erfgoed op haar grondgebied, complementair aan het Vlaamse beleid. Tegelijk neemt een erkende onroerenderfgoedgemeente bepaalde bevoegdheden en taken over het agentschap. 

Het is aangewezen dat het college ter ondersteuning en behoud van het onroerend erfgoed volgende instrumenten laat ontwikkelen en integreert in andere beleidsdomeinen van de stad:

 

Beheersplannen voor stadsgezichten

Er wordt verder ingezet op de opmaak van beheersplannen voor stadsgezichten.

Bij de opmaak van een beheersplan wordt zo veel mogelijk integraal en geïntegreerd gewerkt. Integraal betekent de zorg voor archeologisch, landschappelijk én bouwkundig erfgoed. Een geïntegreerde benadering betekent een afstemming met andere beleidsvelden die raakvlakken hebben met de onroerenderfgoedzorg zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit, handel, leefmilieu, natuur en toerisme. Zo is het voor stadsgezichten met veel commerciële activiteiten belangrijk om ook aandacht te hebben voor eenvormigheid en respect in terrasinrichting en bij publiciteit op monumenten.

 

Een beheersplan is een visiedocument én een werkinstrument. Het bevat enerzijds de historische informatie, een inventarisatie van de huidige toestand en de erfgoedelementen en –kenmerken van het beschermd onroerend erfgoed. Anderzijds worden in het beheersplan de nodige restauratie –en onderhoudswerkzaamheden aan het beschermd onroerend erfgoed voor een lange periode vastgelegd.      Tot slot wordt een toekomstvisie ontwikkeld voor het gehele gebied.

De beheersplannen voor stadsgezicht De Heyderstraat, Sint-Gummarusstraat, Rechtestraat en Kloosterstraat en omgeving zijn volop in opmaak.  Begin 2020 komen de stadgezichten Grote Markt en omgeving en Jezuïtenklooster aan bod.  Al deze beheersplannen zullen nog worden opgemaakt met steun van de Vlaamse overheid.  Deze financiële steun is sinds 1/1/2019 weggevallen.  Er moet nagedacht worden welke rol de stad nog kan spelen bij de opmaak van beheersplannen voor de overige stadsgezichten.  Er zijn 8 stadsgezichten met meerdere eigenaars. De stad zou een regierol kunnen opnemen en een eigen premieregeling in het leven roepen.

 

Een valorisatie- en herinventariseringsproject door IOED IGEMO (in bijlage 2).

Er wordt een lijst opgemaakt van de belangrijke erfgoedwaardige panden in de stad Lier.  De basis is de inventaris die het agentschap Onroerend Erfgoed beheert en deze zal kritisch worden onderzocht, aangevuld en geactualiseerd waar nodig.   Voor al de panden op deze lijst zal een afwegingskader worden opgemaakt om omgevings- en sloopaanvragen te kunnen adviseren. 

IOED IGEMO start een intergemeentelijk project op voor de valorisatie en herinventarisatie van bouwkundig erfgoed voor de betrokken steden en gemeenten.

Ze hebben in samenwerking met andere IOED’s een evaluatiesysteem ontwikkelt waarbij elk type van erfgoed geclassificeerd kan worden.   Het Liers erfgoed zal worden onderverdeeld in 5 categorieën: van monumentwaardige, hoge, matige en lage tot zeer beperkte erfgoedwaarde.  Per categorie wordt meegegeven of sloop of ingrijpende verbouwingen mogelijk zijn.

 

Het project wordt opgemaakt in twee fases en zal worden gespreid over een termijn van 4,5 jaar:

-valorisatie van het Liers bouwkundig erfgoed;

-herinventarisatie van het Liers bouwkundig erfgoed, zodanig dat panden zonder erfgoedwaarden kunnen verwijderd worden en niet geïnventariseerde maar waardevolle panden kunnen worden opgenomen.

 

Bij de valorisatie en herinventarisatie is het belangrijk om lokale actoren (vrijwilligers, gidsen, lokale pers, heemkringen, erfgoedverenigingen, …) te betrekken.  Er kan een onroerend erfgoednetwerk worden uitgebouwd.

 

Stadsbrede erfgoedzorg

Stadsbrede erfgoedzorg vraag om een geïntegreerd beleid binnen de technische dienst (beheer, restauratie en renovatie van stadspatrimonium), dienst vergunningen- en planningsbeleid, dienst openbaar domein, groendienst, de erfgoedcel en toeristische dienst.

 

Integreren binnen vergunningen- en planningsbeleid

Het valorisatie- en herinventariseringsproject van het bouwkundig erfgoed en de beheersplannen voor stadsgezichten zijn het globaal afwegingskader om omgevings- of sloopvergunningen van vastgesteld erfgoed en erfgoed binnen stadsgezichten onderbouwd te kunnen adviseren, zodat ad-hoc beslissingen vermeden worden.

 

Eventueel kunnen de beheersplannen en het valorisatie- en herinventariseringsproject na evaluatie worden bijgestuurd via een gemeentelijke erfgoedverordening.  Zie voorbeeld van de verordening in Mechelen, waarbij niet vergunningsplichtige werken bij beschermd of geïnventariseerd erfgoed, vergunningsplichtig werden gemaakt.  Of de stedenbouwkundige verordening erfgoed Leuven.  Deze stedenbouwkundige verordening erfgoed laat toe controle te houden over de kwaliteit van ingrepen aan de gebouwde omgeving met erfgoedwaarde. De methodologie over hoe er dient omgegaan te worden met erfgoed in een ruimtelijke context werd via een aantal generieke regels, samengebracht in deze verordening. Op deze manier wil men tegemoet komen aan meer rechtszekerheid voor de bewoners en/of eigenaars.

Een andere mogelijk is het opstellen van een beeldkwaliteitsplan. Met het beeldkwaliteitsplan kan er worden ingezet op de kwaliteit van de architectuur in de stad met respect voor erfgoed en met ruimte voor hedendaagse architectuur. Een beeldkwaliteitsplan is een bindend beleidskader en een instrument voor architect of ontwikkelaar om tot een waardevol project te komen en kan door de stad kan dit gebruikt worden als toetsingskader bij de beoordeling van een project.

Integreren binnen de andere beleidsdomeinen (openbaar domein, groendienst, erfgoedcel en toeristische dienst)

Het bouwkundig, archeologisch en landschappelijk erfgoed moet integraal benaderd worden.  Maar ook het cultureel erfgoed vraagt een integrale erfgoedaanpak.  Er moet voldoende aandacht zijn voor de gemeenschappelijke link tussen onroerend, roerend en immaterieel erfgoed.

Er zal een plan van aanpak worden uitgewerkt hoe de samenwerking en afstemming binnen de diensten kan geoptimaliseerd worden.

 

Adviezen

Advies departement wonen, leven en ondernemen

Het integreren van het erfgoedbeleid binnen andere beleidsdomeinen zoals het gemeentelijk cultuurbeleid, het toerismebeleid en het vergunningen- en planningsbeleid, is een must.  Het voorzien van een erfgoedbeleid dat enkel punctueel (en binnen strikte afbakening van de beschermde stadsgezichten en bouwkundig erfgoed) actief is, is gedoemd tot falen. De integratie van de beheersplannen en het valorisatie –en herinventariseringsproject binnen een algemeen maar gediversifieerd beeldkwaliteitsplan, waarin specifieke aandacht wordt besteed aan de omgevingen met erfgoed, is voor het departement wonen, leven en ondernemen dan ook een aanrader.  Het departement wonen, leven en ondernemen adviseert de opmaak van een beeldkwaliteitsplan.  Zij zullen de regisserende rol opnemen en de nodige budgetten voorzien.  De technische dienst – onroerend erfgoed zal betrokken worden bij de opmaak. 

 

Voorstel fasering

1. Opmaak beheersplannen voor stadsgezichten waarvoor een onderzoekspremie werd verleend: nu - 31/12/2021.

2. Plan van aanpak uitwerken welke rol de stad kan spelen bij de opmaak van beheersplannen voor de overige stadsgezichten waarvoor geen onderzoekspremie meer kan worden aangevraagd: 1/1/2020 - 1/1/2024.

3. Integratie van de beheersplannen voor stads- en dorpsgezichten in het vergunningen- en planningsbeleid: nu - 31/12/2024.

4. Valorisatie van het Liers bouwkundig erfgoed: 1/1/2020 - 31/12/2024.

5. Herinventarisatie en bij uitbreiding valorisatie van het Liers bouwkundig erfgoed: 1/1/2020 - 31/12/2024.

6. Integratie van het valorisatie –en herinventariseringsproject in het vergunningen- en planningsbeleid + aanvullend het beeldkwaliteitsplan: 1/1/2020 - 1/3/2024.

7. Ontwikkelen van een plan van aanpak voor een stadsbrede erfgoedzorg overheen de verschillende stadsdiensten: 1/1/2023 - 1/1/2025.

 

Financiële weerslag

 

De kostprijs van deze actie – met name de valorisatie – en herinventarisatie van het Liers bouwkundig erfgoed door IOED IGEMO- bedraagt jaarlijks 46.567,03 euro (duurtijd 4,5 jaar).  Te voorzien in de begroting in opmaak (meerjarenplan).  Er wordt voorgesteld om jaarlijks 4000 euro extra te voorzien voor onvoorziene omstandigheden en communicatiecampagnes.

 

De kostprijs voor de verdere ontwikkeling van beheersplannen voor stadsgezichten moet nog onderzocht worden.

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist met de opmaak van een onroerend erfgoedbeleidsplan akkoord te gaan en te integreren binnen andere beleidsdomeinen. .

 

Art 2:

De gemeenteraad om de nodige budgetten te voorzien in de begrotingsopmaak 2020-2026.

 

Art 3:

De gemeenteraad beslist om IOED IGEMO aan te stellen voor de valorisatie en herinventarisatie van het Liers bouwkundig erfgoed.

 

Art 4:

De gemeenteraad beslist om de valorisatie en herinventarisatie van het bouwkundig erfgoed en de beheersplannen voor stadsgezichten te integreren in het vergunningen –en planningsbeleid en het beeldkwaliteitsplan.

 

Art 5:

De gemeenteraad om na te denken welke rol de stad nog kan spelen bij de opmaak van beheersplannen voor de overige stadsgezichten waarvoor geen onderzoekspremie meer kan verkregen worden.

 

Art 6:

De gemeenteraad besliste om een plan van aanpak uit te werken voor een stadsbrede erfgoedzorg overheen de verschillende stadsdiensten.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

ONTWERP OPSTALRECHT PPS NORMAALSCHOOL - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Het college heeft de PPS overeenkomst en Masterplan goedgekeurd op het college van 26/06/2017.

De gemeenteraad heeft op 24/06/2019 het ontwerp van verkavelingsakte goedgekeurd.

 

Feiten en context

Voortvloeiend uit de PPS Overeenkomst dient SOLag een opstalrecht te verlenen op de gronden en bestaande gebouwen van de Normaalschool. Aangezien de herbestemming van de Kluis deel uitmaakt van de totale herontwikkeling, dient de Stad Lier tussen te komen en een opstalrecht te verlenen aan CAAAP voor het gedeelte van het openbaar domein gelegen op de site van de Kluis, inclusief de onderdoorgang onder het kloostergebouw. Het ontwerp van akte wordt toegevoegd in bijlage.

De Raad van Bestuur van SOLag heeft het ontwerp van opstalakte voor haar deel goedgekeurd op 24/09/2019.

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Ella Cornelis, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 4 onthoudingen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad keurt het ontwerp opstalakte PPS Normaalschool goed.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

SCHENKING EN SCHENKINGSAKTE BEELD 50 JAAR LIERS CENTRUM VOOR GEZINSZORG. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Collegebeslissing van 6 mei 2019 over de goedkeuring van de plaatsing beeld 50 jaar Gezinszorg Lier

Collegebeslissing van 5 september 2019 over de inhuldiging beeldhouwwerk 50 jaar Gezinszorg Lier

 

Feiten en context

Het Liers centrum voor Gezinszorg viert zijn 50e verjaardag. Dit jubileum inspireerde Gezinszorg Lier om in samenwerking met de Lierse Academie voor Schone Kunsten een kunstwerk te creëren.

 

Het Lierse centrum voor Gezinszorg wil het kunstwerk aan de Stad Lier schenken.

         Door de jaren heen heeft Gezinszorg Lier een sterke relatie opgebouwd met de stad. Lier is haar werkingsgebied en tegelijkertijd draagt Gezinszorg bij tot het welzijn van de Lierse inwoners. 

         De locatie van het beeld MyLight is toegankelijk voor een breed publiek en de samenvloeiing van de Grote en Kleine Nete is representatief voor de relatie stad Lier - Gezinszorg.

         De kunstinstallatie is ontworpen door Ronald Marien, een leerling van de Lierse Stedelijke Academie voor Schone Kunsten.

 

Fasering

         18-09-2019 schenkingsakte en overeenkomst intellectuele eigendomsrechten: nazicht door juridische dienst

         30-09-2019 schenking: aanvraag goedkeuring CBS

         11-10-2019 Inhuldiging beeld

         21-10-2019 schenkingsakte op GR

 

Argumentatie

         De sterke band tussen Gezinszorg Lier en Stad Lier wordt gevisualiseerd door de kunstinstallatie bij de samenvloeiing van de Grote en Kleine Nete.

         De Lierse Stedelijke Academie voor Schone Kunsten wordt onder de aandacht van een breed publiek gebracht door de plaatsing van dit kunstwerk in de publieke ruimte.

         Het beeld MyLight op de unieke locatie nabij de Sionbrug vormt een kunstzinnig en hedendaags herkenningspunt voor de Lierenaars en bezoekers.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

Departement Infrastructuur

onderhoud kunstinstallatie en 4m rond het werk

 

jaarlijks variabele retributie De Vlaamse Waterweg

(26,25 m³ x 5€/m³) x indexcijfer+ 21%BTW

 

Stemming

 

28 stemmen voor: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Koen Breugelmans, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Stijn Coenen, Tom Claes, Evi Van Camp, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans, Maurits De Smedt, Geert Marrin en Stéphanie Van Campenhout

4 stemmen tegen: Ella Cornelis, Bart Verhoeven, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

Goedkeuring met 28 stemmen voor - 4 stemmen tegen

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om de schenking en de schenkingsakte van de kunstinstallatie MyLight door het Liers Centrum voor Gezinszorg goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

GOEDKEURING JAARREKENING 2018 OCMW LIER. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Het agentschap voor Binnenlands bestuur heeft de jaarrekening 2018 van het OCMW Lier nagekeken.

Op basis van dit onderzoek heeft de gouverneur de jaarrekening 2018 van het OCMW Lier goedgekeurd, zie ook het goedkeuringsbesluit in bijlage.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de jaarrekening 2018 van OCMW Lier.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

DOTATIE HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND 2020-2025. GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Zoneraad 13 mei 2016: goedkeuring overdracht roerende goederen

Zoneraad 2 september 2016: goedkeuring beleidsplan

Zoneraad 9 september 2016: goedkeuring overdracht onroerende goederen

Zoneraad 6 september 2019: goedkeuring gemeentelijke dotaties 2020-2025

 

Juridische grond

WET VAN 15 MEI 2007 BETREFFENDE DE CIVIELE VEILIGHEID. (B.S. 31.07.2007) en (erratum 01.10.2007):

Art. 68.* § 1. De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting. Zij wordt ten minste in twaalfden uitbetaald. [Vervangen bij W. van 19 april 2014, art. 23, 1° (inw. 2 augustus 2014) (B.S. 23.07.2014) –

§ 2. De dotaties van de gemeenten van de zone worden jaarlijks vastgelegd door de raad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden. Het akkoord wordt bereikt ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is.

Ministriële omzendbrief van 26 juli 2018 betreffende de onderrichtingen voor de opmaak van de begroting van de hulpverleningszones voor 2019 en de bijhorende begrotingswijziging

 

 

Argumentatie

Alvorens de ontwerpbegroting voor het dienstjaar 2020 aan de zoneraad te kunnen voorleggen voor goedkeuring dienen de 18 gemeenteraden de dotaties voor de jaren 2020-2025 goed te keuren. De wettelijk voorziene timing voor goedkeuring van de gemeentelijke dotaties in de gemeenteraad is uiterlijk 1 november. Een goedkeuring van dotaties in de gemeenteraden is tevens van belang in het kader van de financiering van de hulpverleningszone voor de financiering van werkingskosten en personeelsuitgaven.

 

De gemeentelijke dotaties, zoals goedgekeurd door de zoneraad van 6 september 2019, zijn enerzijds samengesteld uit een basisdotatie en bijkomende dotaties:

De bijkomende dotaties zijn in navolging van eerdere beslissingen van de zoneraad en gemeenteraden met betrekking tot de overdracht van roerende en onroerende goederen.

De basisdotatie voor investeringen werd bij de aanvang van de zone bepaald op 500.000 euro.

De basisdotatie voor exploitatie werd bij de aanvang van de zone bepaald op 15 miljoen euro per jaar, te verdelen over de gemeenten. Dit bedrag was gebaseerd op de gemeentelijke begrotingen van 2009. De zoneraad van 6 september 2019 keurde een verhoging van de totale gemeentelijke dotatie goed tot 21.256.142 euro per jaar.

 

De voornaamste oorzaken van de stijging van de exploitatiekosten zijn:

de batige saldi van voorgaande dienstjaren vallen weg

federale dotaties blijven quasi gelijk

de personeelskost stijgt over 5 jaar met 2,5 miljoen euro (o.w.v. indexeringen, graadverhogingen, anciënniteit ed). Dit zijn wettelijk bepaalde verhogingen.

de leninglasten stijgen met 1,5 miljoen door het samenvallen van investeringen in kazernes en voertuigen

 

We geven mee dat de stijging van het exploitatiebudget reeds rekening houdt met een aantal maatregelen die de zoneraad op 6 september 2019 goedkeurde:

 

de financiering van nieuwbouwkazernes en renovatie van kazernes zal gebeuren met uitzonderlijke investeringsdotaties.

de financiering van investeringen in materiaal zal gebeuren met de eerder bepaalde investeringsdotatie van maximaal 500.000 euro. De rest van materiaalkost wordt gefinancierd met leningen.

het tempo van de nieuwbouwkazernes wordt vertraagd. In de huidige legislatuur wordt enkel de vervanging van de post Heist-op-den-Berg ingepland.

de vervangingstermijnen van de grote voertuigen wordt verlengd.

Voertuigen zullen verschoven worden wanneer het betreffende voertuig in overtal is en de afschrijfleeftijd niet bereikt heeft.

 

Naast bovenstaande maatregelen heeft de zoneraad opdracht gegeven om maatregelen voor te bereiden rond DGH, het operationeel organisatieschema, het kazerneringsplan, personeelsbezetting. De voorgestelde maatregelen dienen te kaderen in een mogelijk financieel gunstig effect en/of meer gelijkwaardige dienstverlening, en dit met effect op lange termijn.

 

De zoneraad bekrachtigde op 6 september 2019 haar eerdere beslissingen, nl. de verdeling van de gemeentelijke dotaties gebeurt vanaf 2020 op basis van het aantal inwoners van de gemeente.

 

Het tijdsschema voor de goedkeuring van de begroting van de hulpverleningszone voor het dienstjaar 2020 is als volgt:

zonecollege 20 september 2019: goedkeuring ontwerpbegroting

zoneraad 4 oktober 2019: aktename ontwerpbegroting

zoneraad 8 november 2019: goedkeuring ontwerpbegroting

Dit tijdschema kan enkel gehandhaafd worden indien alle gemeenteraden uiterlijk begin november hun goedkeuring verleend hebben aan de gemeentelijke dotaties voor de komende jaren.

 

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

Te bepalen in MJP

De hulpverleningszone Rivierenland kan rekenen op een exploitatie- en investeringstoelage om haar doelstellingen te realiseren.

 

De jaarlijkse exploitatiedotatie voor de stad Lier aan de zonze bedraagt 1.819.929 EUR (t.o.v. 1.448.903 EUR in budget 2019).

De jaarlijkse investeringsdotatie voor de stad Lier aan de zone bedraagt 42.200 EUR (status quo). Voor het jaar 2023 wordt een eenmalige verhoging voorzien met 379.800 EUR.

 

Stemming

 

eenparig

 

Art 1 :

De gemeenteraad gaat akkoord voor de dienstjaren 2020-2025 met een jaarlijkse exploitatiedotatie  van 1.819.929 euro en een jaarlijkse investeringsdotatie van 42.200 euro aan Hulpverleningszone Rivierenland.

De gemeenteraad gaat akkoord voor het dienstjaar 2023 met een uitzonderlijke investeringsdotatie van 379.800 euro.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

VERLENGING PROJECTVERENIGING KEMPENS KARAKTER. GOEDKEURING.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 25 oktober 2010 over de goedkeuring toetreding tot de projectvereniging Kempens Karakter ter ondersteuning van het erfgoedbeleid

Gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2013 over de goedkeuring van de verlenging projectvereniging Kempens Karakter 2014-2019 . Lier stapt in de deelwerkingen cultureel erfgoed en toerisme.

Collegebeslissing van 9 oktober 2017 over de goedkeuring uitstap deelwerking toerisme

Collegebeslissing van 19 augustus 2019 over de principiële goedkeuring tot verlenging deelname aan de projectvereniging Kempens Karakter voor de deelwerking cultureel erfgoed.

 

Feiten en context

De stad neemt deel aan de projectvereniging Kempens Karakter.

 

Kempens Karakter is een intergemeentelijk samenwerkingsverband in de vorm van een projectvereniging. De projectvereniging telt 12 gemeenten: Berlaar, Grobbendonk, Heist-op-den-Berg, Herentals, Herenthout, Hulshout, Lier, Lille, Nijlen, Olen, Putte en Vorselaar.

Momenteel zijn er binnen de projectvereniging drie deelwerkingen: cultureel erfgoed (erfgoedcel), toerisme en onroerend erfgoed (intergemeentelijk onroerenderfgoeddienst, kortweg IOED). Daarnaast is er ook nog een werking rond diamantair erfgoed (Briljante Kempen).

De stad trad op 25 oktober 2010 toe tot de projectvereniging.

De projectvereniging werd op 16 november 2007 opgericht voor de periode 2008-2013 en vervolgens verlengd voor de periode 2014-2019. De projectvereniging kan opeenvolgende keren voor het verstrijken van de termijn opnieuw verlengd worden voor een periode van maximum 6 jaar, indien dit de unanieme wil is van de deelnemende gemeenten. Tijdens die periode is geen uittreding mogelijk. Eind 2019 moet de projectvereniging worden verlengd door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten voor de periode van 2020 tot en met 2025.

Lier is alleen betrokken bij de deelwerking cultureel erfgoed.

 

Juridische grond

         Decreet lokaal bestuur, artikels 401-412

         Statuten projectvereniging Kempens Karakter

 

Argumentatie

Het Lierse erfgoedveld werkt op constructieve wijze samen met de Erfgoedcel Kempens Karakter en wordt door hen zowel inhoudelijk als praktisch ondersteund.

Het verder bestaan van de projectvereniging biedt zeker mogelijkheden om de kwaliteit van en de diversiteit binnen onze erfgoedwerking te verhogen en zorgt voor een continuïteit in de aanpak van een aantal projecten.

 

Financiële weerslag

 

Actienummer

Omschrijving actie

6.2.6.5

toelage aan Kempens Karakter voor deelwerking erfgoed

 

Stemming

 

eenparig

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist de verlenging van de projectvereniging Kempens Karakter voor de periode van 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

 

Art 2:

Er worden de nodige budgetten voorzien in de meerjarenplan, nl. € 11.861,20 voor 2020.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

VZW PROLIER (EVA) - ALGEMENE VERGADERING VAN 2 OKTOBER 2019 - AGENDA. KENNISNAME.

 

MOTIVERING

Feiten en context

Zoals voorzien in de statuten (art.14 §2) van het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap 'vzw Prolier' dient de gemeenteraad vooraf kennis te nemen van de agenda van de Algemene Vergadering.

 

Agenda Algemene Vergadering EVA vzw Prolier woensdag 2 oktober 2019:

1.Goedkeuring verslag (26 juni 2019)

2.Punten ter opvolging

3.Goedkeuring agenda A.V.

4.Benoeming bestuurders

5.Data Algemene Vergadering 2019-2020

6.Varia

 

Juridische grond

statuten van vzw ProLier (gemeenteraad van 17 december 2013)

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van de agenda van de algemene vergadering van vzw ProLier van 2 oktober 2019.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

VACANTVERKLARING VAN 1 FUNCTIE VAN INSPECTEUR VAN POLITIE - GOEDKEURING

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 houdende het personeelskader van de lokale politie.

 

Feiten en context

Met het hiervoor vermelde gemeenteraadsbesluit werd de personeelsformatie vastgesteld van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader.

 

Juridische grond

Wet van 07/12/1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, herhaaldelijk aangepast en aangevuld, in het bijzonder artikel 56.

Koninklijk Besluit van 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/11/2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.

Koninklijk Besluit van 20/12/2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, specifiek het gedeelte dat handelt over de mobiliteit.

Gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 dat de formatie van het operationeel en administratief en logistiek personeel van de lokale politie Lier vaststelt.

Ministeriële omzendbrief GPI15bis en errata betreffende de mobiliteitscyclus.

Ministeriële omzendbrief BA/2001/13 van 07/09/2001 van het Ministerie van de Vlaams Gemeenschap betreffende de lokale politie, eengemeentezone en meergemeentezones : administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht.

 

Argumentatie

Met het gemeenteraadsbesluit van 19/12/2005 wordt de formatie van o.a. het operationeel kader vastgesteld. Daarin worden 70 functies van inspecteur van politie voorzien.  Tegen het voorjaar van 2020 zal het effectief aan inspecteurs van politie 66,4 FTE's bedragen. Op 01/10/2019 zal een personeelslid van de dienst interventie voor minimum een jaar in voltijdse loopbaanonderbreking zijn (eventueel te verlengen). Een ander personeelslid neemt in december een volledige maand voltijdse loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof en aansluitend zal hij instappen in het stelsel van 4/5 werken. Dit wil zeggen dat binnenkort 6 personeelsleden uit de groep interventie in het 4/5 stelsel werken, en dat 1 personeelslid in voltijdse loopbaanonderbreking is.

De dienst interventie is een "jonge" dienst waar de gemiddelde leeftijd 34 jaar is. Uit voorgaanden blijkt dat het vooral jonge personeelsleden zijn die toetreden tot stelsels van deeltijd werk (cfr. verenigen gezin met werk).

Deze dienst kent ook het grootste verloop zowel intern als extern, van vooral personeelsleden die ofwel de overstap maken naar een gespecialiseerde functie ofwel doorgroeien naar een hoger kader (HINP).

De vervanging van personeelsleden gebeurt, in eerste instantie, via de klassieke mobiliteit binnen de geïntegreerde politie en in tweede instantie via de aspirantenmobiliteit.

Afhankelijk van het stelsel (klassieke mobiliteit of aspirantenmobiliteit), duurt de vervanging van personeelsleden tussen de 4 en 12 maanden.

Om de continuïteit van de eerstelijnszorg en basispolitiezorg te garanderen wordt gevraagd om het maximum aan inspecteurs te voorzien voor de dienst interventie en alzo nog 1 functie van inspecteur van politie vacant te verklaren.

Het artikel VI.II.12bis voorziet dat elke zone van lokale politie van categorie 2 of 3 jaarlijks10% van de vacante betrekkingen, met een minimum van 1 betrekking, toewijst aan personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste 10 jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest. Daartoe wordt in voorkomend geval, een voorrang toegekend aan de personeelsleden die aan deze voorwaarden beantwoorden. Deze functies van inspecteur van politie worden niet in dit kader aangeboden.

 

Financiële weerslag

Het effectieve operationeel kader van de lokale politie Lier is niet volledig bezet. . Zo worden in het goedgekeurd personeelskader 18 hoofdinspecteurs van politie in het middenkader en 5 commissarissen van politie in het officierenkader voorzien, wat een totaal geeft van 23 personeelsleden in het hoger kader. Op datum van 01/10/2019 zijn 17 functies hiervan ingevuld (12 HINP's en 5 CP's) 3 functies van HINP die reeds meermaals werden aangeboden via de mobiliteit werden tot op heden niet ingevuld. Zelfs al zouden deze functies toch nog ingevuld worden komt het totaal binnen het hoger kader op 20 personeelsleden (-3 zoals voorzien in het kader), waardoor er op dit vlak budgettaire ruimte is.

 

Stemming

 

eenparig

 

Vacantverklaring van een functie van inspecteur van politie.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

INTERPELLATIES

 

MOTIVERING

Interpellatie 1 : van Stéphanie Van Campenhout (CD&V) i.v.m. dienstverlening Lokale Politie Lier

Sinds 1 mei 2019 vraagt onze lokale politie dat mensen die een aangifte willen doen daarvoor een afspraak maken. Op zich is dat geen onlogische aanpak, aangezien men, zoals ook bij het afsprakensysteem van de stad, op die manier lange wachtrijen kan vermijden. 

Wat men hiermee echter uit het oog dreigt te verliezen, is dat het doen van een aangifte ook vaak emotioneel beladen is en men niet even rustig achter de computer gaat zitten om een afspraak te maken. Neen, men wil zo snel mogelijk gehoord en geholpen worden in veel gevallen.

Twee situaties hieromtrent, waarmee ik het probleem wil schetsen.

Eind juli las ik een artikel in de Gazet Van Antwerpen over een uit de hand gelopen ruzie op de rommelmarkt van Berlaar. Los van de feiten en wie wat wel of niet gedaan heeft – want die doen hier niet ter zake – was in het artikel ook te lezen dat de betrokkenen met dit verhaal naar de politie van Lier stapten, maar dat zij werden weggestuurd 'omdat ze geen afspraak hadden'.

Een tweede voorbeeld: iemand stelde op een zondagochtend vast dat zijn nieuwe auto stevig bekrast was. Het betrof een leasewagen, dus was binnen de 24 uur een proces-verbaal van de politie nodig. De persoon in kwestie is meteen tot bij de politie gewandeld, maar werd naar huis gestuurd, omdat hij geen afspraak had. Weer thuis aangekomen, boekte hij online een afspraak en kon hij zich een halfuur later alsnog aanmelden op het kantoor.

Ik kan héél goed begrijpen dat er zaken zijn die vanuit het oogpunt van de politie niet hoogdringend zijn en ik heb an sich niets tegen het principe van een afsprakensysteem, zeker niet wanneer het om routinematige zaken gaat.

Wat ik wél problematisch vind, is dat het systeem wel heel strikt toegepast wordt en van weinig flexibiliteit getuigt. Ik wil begrijpen dat er in geval twee misschien niet meteen een agent beschikbaar was, maar iemand naar huis sturen om diezelfde persoon een halfuur later opnieuw te zien verschijnen, terwijl men zelf even had kunnen controleren wanneer er een vrij moment was – dan had die persoonlijk waarschijnlijk ter plaatste wel even gewacht – is niet meteen klantvriendelijk. Afhankelijk van de situatie vraag ik me ook af waar de grens tussen een dringende en een niet-dringende aangifte ligt. 

 

Tot slot: als je met afspraken wil werken, verwacht ik duidelijke communicatie. In de loop van april is in de kranten verschenen dat je vanaf 1 mei een afspraak moet maken, maar niet iedereen leest dat en daar had naar mijn perceptie ook wat meer 'reclame' voor gemaakt mogen worden. Ook als je naar de website van de politie Lier surft, is er op het eerste zicht niets te lezen over het maken van een afspraak en vraagt het wel wat doorklikwerk om daartoe te komen. Dan staat te lezen dat je aangifte kan doen "op ons commissariaat. Voor dringende zaken kan je 24/7 aan ons onthaal terecht. Voor minder dringende zaken moet je een afspraak maken wanneer je aangifte wil doen".

 

Graag zie ik hierbij de volgende vragen beantwoord:

1.Het afsprakensysteem is nu bijna een half jaar in voege. Hoe evalueert de politie dit?

2.Zal er iets ondernomen worden om dit systeem beter kenbaar te maken bij onze inwoners?

3.Waar ligt voor de politie de grens tussen een dringende en een niet-dringende aangifte? En in welke mate is er ruimte voor flexibiliteit, afhankelijk van de context van het moment?

 

 

Antwoord burgemeester Frank Boogaerts:

Het is inderdaad zo dat de lokale politie Lier nu ongeveer een half jaar op afspraak werkt. Het systeem wordt als positief geëvalueerd. Het is wellicht aangewezen om te verduidelijken waarom er net zoals inmiddels bij vele andere politiezones op afspraak gewerkt wordt.

 

De onthaalfunctie bij de lokale politie is naast interventie, wijkwerking, recherche, slachtofferbejegening, verkeer en openbare orde een zogenaamde “basisfunctionaliteit” zoals omschreven in de omzendbrief PLP 10 van 09 oktober 2001. Het betreft dus één van de taken die in elk lokaal politiekorps voorzien moeten worden. Wat betreft de modaliteiten hiervan vermeldt de omzendbrief dat dit onthaal minimum 12 uren per dag geopend moet zijn. In Lier hebben we er steeds voor gekozen om het onthaal bij de politie 24/24 en 7/7 open te houden.

Dit is zeker niet zo in alle politiekorpsen. Wanneer men buiten de kantooruren in de regio een politiekantoor wil open vinden dan kan men naast Lier bijvoorbeeld enkel terecht in Mechelen, Edegem, Brecht of Mortsel.

Deze realiteit heeft er voor gezorgd dat er een soort van aanzuigeffect ontstaan is waardoor het onthaal in Lier geconfronteerd werd met aangiften van burgers uit de zeer wijde omgeving wiens commissariaat in hun eigen woonplaats gesloten was.

Daarnaast kunnen we er niet omheen dat deze onthaalfunctie sedert 2001 sterk uitgebreid is. De onthaalmedewerker, ook wel planton genoemd zorgt niet alleen voor de eerste ontvangst van bezoekers aan het gebouw – en ook hier is sedert enkele jaren met de terreurdreiging wel iets meer werk aan – maar bedient daarnaast ook de telefooncentrale, staat in voor het radiofonisch contact met de ploegen op het terrein, doet de redactie van het proces-verbaal bij een aangifte ten burele, bedient het netwerk van bewakingscamera’s in de stad bij melding van een incident, houdt de monitors in het oog van het cellencomplex wanneer er een of meerdere personen in verblijven enz…

Deze twee zaken ( aanzuigeffect en toenemende taken) hebben gezorgd voor een sterke toename van de werkdruk bij de plantons.

Men zou dan in eerste instantie kunnen denken aan het uitbreiden van deze onthaalfunctie met een tweede medewerker, maar als u weet dat men om één medewerker 24/24 en 7/7 extra in te zetten, 7 extra medewerkers moet hebben, is de rekening snel gemaakt, denk ik.

Om het werk van deze plantons meer beheersbaar te maken, omdat er inmiddels meerdere zowel grote als kleine zones ( Geel, Turnhout, Antwerpen, Ranst…) begonnen waren met op afspraak te werken en omdat dit daar positief geëvalueerd werd, besloten we om ook in Lier met dit systeem te werken.

Werken op afspraak maakt dit werk beter planbaar, de wachttijden voor de burger op het commissariaat worden kleiner en de aangiften verlopen vlotter omdat er bijvoorbeeld ook in de afsprakenmodule wordt vermeld welke gegevens je moet meebrengen voor een bepaalde aangifte, terwijl dit vroeger al eens zorgde voor extra heen- en weer geloop wanneer men deze gegevens niet bij had.

 

In de meeste andere zones werd het systeem van werken op afspraak bovendien gecombineerd met een sluiting van het commissariaat tussen bijvoorbeeld 20 uur en 8 uur. Bij een dringende aangifte dient men daar gebruik te maken van een muurtelefoon waardoor men terecht komt bij de dispatching van de federale politie in Antwerpen waar men dan zal beslissen of er al dan niet een interventieploeg wordt langs gestuurd.

 

In Lier hebben we hier vooraf uitgebreid over gepraat met de onthaalmedewerkers en hebben we besloten dit niet te doen en wel om de reden die u zelf in uw interpellatie vermeldt. Het is inderdaad zo dat sommige klachten of aangiften sterk emotioneel beladen zijn en dat een boodschap aan de telefoon dit niet steeds kan vatten.

Daarom hebben we er voor gekozen om het onthaal toch steeds open te houden. De planton zal dan geval per geval kunnen beoordelen. Indien het inderdaad om zeer gevoelige zaken gaat, zoals intrafamiliaal geweld, zedenmisdrijven, andere misdrijven tegen de lichamelijke integriteit, zal alsnog de aangifte onmiddellijk worden opgenomen en zal daartoe eventueel een interventieploeg op het terrein worden terug geroepen om hierbij te helpen.

 

Nu even over de twee concrete gevallen die u aanhaalt in uw interpellatie :

-Het is inderdaad zo dat in een artikel in de krant eind juli werd vermeld dat betrokkenen zich hadden aangemeld bij de politie Lier maar dat ze werden weg gestuurd omdat ze geen afspraak hadden.

De feiten zijn echter enigszins anders. De rommelmarkt in kwestie was op een zondag in Berlaar. De betrokkenen hadden daar een discussie gehad met de verantwoordelijken van deze rommelmarkt. Zij wilden hiervoor naar het politiekantoor gaan. Het onthaal van de politiezone Berlaar-Nijlen is echter gesloten op zondag. Omdat dit volgens de daarjuist genoemde omzendbrief PLP10 niet kan, heeft de politiezone Berlaar-Nijlen een protocol met zowel de politiezone Lier als de politiezone Heist dat personen voor dringende aangiften in Lier of Heist terecht kunnen.

Het protocol vermeldt letterlijk : “””Aan het centraal onthaalpunt te Nijlen en het contactpunt te Berlaar wordt de vermelding aangebracht dat burgers zich kunnen aanmelden op het onthaalpunt van de politiezone Heist of de politiezone Lier. Voor niet dringende aangiften worden zij verwezen naar het onthaal op de werkdagen. Voor dringende politiehulp worden zij verzocht om gebruik te maken van de muurtelefoon.”””

Betrokkenen hebben zich dan naar Lier begeven, maar werden omdat dit geen dringende aangifte betrof verzocht om aangifte te doen tijdens de kantooruren in Berlaar zoals het protocol vermeldt.

Betrokkenen hebben zich dan echter terug naar de rommelmarkt in Berlaar begeven en daarop zijn de feiten gebeurd die nadien in de media zijn opgedoken.

Omwille van de melding in de media werden daags nadien de camerabeelden van de aanwezigheid van betrokkenen aan het onthaal in Lier door de korpschef en het diensthoofd onthaal/interventie bekeken en werden de medewerkers die op dat ogenblik op dienst waren hierover bevraagd. Op de beelden is duidelijk te zien dat het om een rustig gesprek ging in de ontvangstruimte en dat betrokkenen na dit gesprek van enkele minuten in alle rust vertrokken zijn. Nogmaals de feiten die in de media kwamen, waren toen nog niet gebeurd! Van deze feiten werd daags nadien proces-verbaal opgesteld door de politie Berlaar-Nijlen.

 

-Wat het tweede geval betreft. Dit gaat blijkbaar om een aangifte van beschadigingen. Dit wordt niet als een dringende aangifte beschouwd. Het is dan ook normaal dat hiervoor een afspraak gemaakt moet worden. Het kan natuurlijk vreemd lijken dat men dan naar huis wordt gestuurd en men dan toch voor even later een afspraak kan maken. Het kan echter best zijn dat men op het ogenblik dat betrokkene aankwam op het commissariaat reeds bezig was met een andere aangifte ( het lokaal waar men dan plaats neemt is aan het zicht onttrokken, men kan dit dus niet zien wanneer men aan de balie staat) of dat er enkele minuten later een andere afspraak was. Het zou dan ook niet logisch zijn om de persoon die wel een afspraak had, te laten wachten voor iemand die er geen had.

Ik ben niet op de hoogte van de juiste omstandigheden van dit geval, maar denk dat indien betrokkene had gevraagd om voor hem een afspraak te maken, men dit ook wel gedaan zou hebben.

Dit kan misschien overkomen als weinig flexibel maar u moet begrijpen dat indien we voor àlles uitzonderingen gaan maken, we het systeem even goed kunnen opdoeken.

De flexibiliteit bevindt zich zoals ik daarjuist zei in de beoordeling van het emotionele aspect van de zaak.

 

Over het werken op afspraak werd zoals u aanhaalt in de loop van april bericht in de kranten maar bijvoorbeeld ook in de Peperbus. De ervaring leert echter dat dit soort berichtgeving bij de meeste mensen niet echt blijft hangen. Het is pas wanneer men de politie nodig heeft dat men deze informatie belangrijk vindt.

Ik betwist uw opmerking dat er op het eerste zicht niets te lezen is over het maken van een afspraak op de website van de politie en dat dit wel wat doorklikwerk vraagt.

Op de startpagina van de lokale politie Lier vindt je onderaan een rubriek “Aangifte”.

Daar staat : “ Ben je het slachtoffer van een misdrijf? Aarzel dan niet om aangifte te doen! Maak hier een afspraak wanneer je een aangifte wil doen. Voor dingende zaken kan je 24/7 aan ons onthaal terecht. Daaronder staat een duidelijke “Doe aangifte”. Wanneer je daar op klikt kom je terecht op een pagina waarop vermeld wordt welke mogelijkheden er allemaal zijn om een zaak aan te melden, naargelang het geval. Om nog even terug te komen op de zaak van de beschadigingen aan het voertuig, daarvoor kan men zelfs online een aangifte doen en is een afspraak op kantoor facultatief.

 

Wanneer je rechtstreeks op het woord “afspraak” klikt kom je dadelijk op de hoofdpagina van het afsprakensysteem terecht waar je een keuze kan maken uit een aantal misdrijven waarbij voor een aantal van deze misdrijven verdere info wordt gegeven ( over wat je bijvoorbeeld moet meebrengen). Als je dan klikt op het misdrijf waarvoor je aangifte wil doen, kom je in de tijdtabel terecht om een afspraak te maken.

 

Ik denk dat ik hiermee op de vragen geantwoord heb, maar overloop nog even:

1.Na een half jaar wordt het afsprakensysteem als positief ervaren. Het zorgt in elk geval voor een betere spreiding van de werkdruk en wordt bijgestuurd waar en wanneer nodig.

2.Er kan altijd overwogen worden om dit nogmaals onder de aandacht te brengen van de inwoners, maar zoals gezegd leert de ervaring dat dit soort informatie niet steeds blijft hangen.

3.De flexibiliteit bevindt zich vooral in de beoordeling van de emotionele context. Men kan niet voor alles uitzonderingen maken.

 

 

Interpellatie 2 : van Evi Van Camp (CD&V) i.v.m. beheer openbare bermen en sneeuw- en ijsvrij maken van de wegen

Afgelopen zomer stelden we vast dat het maaien van de bermen zeer laat is gebeurd op sommige plaatsen. Distels, sint–jacobskruiskruid, kregen zo voldoende tijd om zaden te verspreiden. Deze onkruiden zijn zeer nadelig en zelfs giftig voor het graslandbeheer. Daarenboven leidt dit ook soms tot gevaarlijks situaties vooral voor onze zwakkere weggebruikers.

Achteraf bleek dat er wat problemen waren met de machines om zo een goede opvolging te kunnen garanderen. Ik had daarom graag geweten:

         Waarom werden er geen alternatieven bekeken om de bermen tijdig te maaien?

         Kunnen landbouwers hier geen rol in opnemen?

         Ook m.b.t. het ijs- en sneeuwvrij maken zouden ze een belangrijke rol kunnen vervullen. Wanneer men van verschillende plekken kan vertrekken, krijgt men sneller alles gedaan.

         In welke mate werd/wordt de polder nog betrokken? In het verleden leverden zij immers een zeer waardevolle bijdrage in het onderhoud van de bermen.

         Hoe zal men in de toekomst vermijden dat nadelige zaden zich kunnen verspreiden en vermenigvuldigen?

 

Antwoord schepen Bert Wollants:

Geacht raadslid,

Het Bermbesluit, een uitvoeringsbesluit bij de Wet op het Natuurbehoud, bepaalt wanneer er gemaaid mag worden. Het is van toepassing op de bermen gelegen langs wegen, waterlopen en spoorwegen, in zoverre zij beheerd worden door publiekrechtelijke rechtspersonen. Het Bermbesluit bepaalt dat bermen niet vóór 15 juni gemaaid mogen worden. Een eventuele tweede maaibeurt mag slechts uitgevoerd worden na 15 september. Het bermenmaaiplan van de stad is opgesplitst in twee toeren : één toer voor de grote bermenmaaier en één toer voor de kleine bermenmaaier. De eerste maaibeurt loopt tot half augustus. De tweede maaibeurt loopt tot einde oktober.

Kunnen landbouwers hier geen rol in opnemen ? Ook mbt ijs- en sneeuwvrij maken…

Voor ijs- en sneeuwvrij houden van gemeentewegen heeft de stad een eigen strooiplan en gespecialiseerde voertuigen. Voor het strooien van fietspaden is in november 2018 een prijsofferte uitgeschreven. Hiervoor is ook Werkers (tuin- en landbouwbedrijven) aangeschreven . Zij hebben evenwel geantwoord dat ‘Het is ons echter niet gelukt om op deze korte tijdspanne nog iemand te vinden die hiervoor is uitgerust, waardoor we met een andere partner in zee zijn gegaan.

De Polder van Lier maait voor de eerste maaibeurt de vegetatie rond alle obstakels en bomen. Het voormaaien bij de tweede maaibeurt is afhankelijk van de eigen najaarswerken van de polder, meer bepaald het onderhoud van de poldergrachten.

De startdatum voor het bermen maaien ligt vast in het Bermbesluit. We kunnen dus niet vroeger starten met deze werkzaamheden. De stad mag bovendien geen pesticiden gebruiken voor het bestrijden van onkruid. Wat betreft het bestrijden van distels, deze verplichting bestaat niet meer, voor sint-jacobskruiskruid bestaat geen verdelgingsplicht. Deze plant is bovendien een waardplant voor veel verschillende insecten (sint-jacobsvlinder, duinzijdebij, zaadvlieg, …) en mag dus niet selectief bestreden worden omwille van de biodiversiteit.

 

 

Interpellatie 3 : van Bart Verhoeven (Vlaams Belang) i.v.m. einde beheersoverdracht Ivarem

De einddatum van de beheersoverdracht met Ivarem komt met rasse schreden dichterbij. Op 25 april 2021 kan er immers eindelijk een punt gezet worden achter jaren van miserie troef. Kunnen we als stad eindelijk ons afvalbeleid terug in eigen handen nemen en ervoor kiezen om ons niet opnieuw voor vele jaren te laten gijzelen door een arrogante en onbekwame intercommunale die er sinds de invoering in 2010 van het Diftar-systeem in Lier nooit in geslaagd is om een goed-werkende afvalinzameling te organiseren. Dit ondanks de force meerkost voor de Lierenaar en Hooiktenaar die de invoering van het Diftar-systeem met zich meebracht. En die meerkost is niet gering. Bij de invoering van het Diftar-systeem probeerde Ivarem die meerkost nog te verbloemen door in hun brochure te stellen dat wanneer je 30% minder afval aanbood, je niet meer zou moeten betalen. En alsof die meerkost voor een niet deftig werkend systeem niet volstond, kreeg de Lierse en Hooiktse belastingbetaler er sinds 1 januari 2014 nog een extra jaarlijkse afvaltaks van 54 euro per gezin bovenop. Het door Vlaams Belang voorspelde resultaat van de invoering Diftar, namelijk massa’s sluikstort werd werkelijkheid en ook die meerkost is te betalen door diezelfde Lierse en Hooiktse belastingbetaler.

Ivarem zette van in het begin van de Diftar-saga de toon van arrogantie, minimaliseren en het ontkennen van problemen. Op 31 december 2009 verzekerde de woordvoerder van Ivarem aan de krant GVA om 12:00uur dat alle collectieve systemen die op 1 januari moesten werken ook effectief operationeel zouden zijn. Enkele uren later liet Ivarem weten aan de toenmalig schepen van Afvalbeleid dat slechts 30 van al de 57 OCT’s zouden werken zoals het hoort. Het was het begin van een lijdensweg waar nooit een einde aan is gekomen.

We staan vandaag dan ook voor een belangrijke beslissing. We kunnen vandaag een einde maken aan die lijdensweg, aan al die extra tonnen sluikstort, aan dit peperduur onrechtvaardig systeem. Een systeem dat inwoners van eenzelfde stad op verschillende wijze taxeert. De ene op basis van gewicht, de andere op basis van volume. Een systeem dat met de invoering van de bijkomende afvaltaks in 2014 resoluut een streep trok door het riedeltje van ‘de vervuiler betaalt’. Dat was hoe dan ook een fabel want door de extra tonnen sluikstort als gevolg van het Diftar-systeem, betaalt ook wie weinig afval aanbiedt op het einde van de rit voor het afval van anderen.

 

“Als we geweten hadden dat we er zo’n miserie mee zouden hebben, dan waren we waarschijnlijk niet in het systeem met ondergrondse containers gestapt” liet toenmalig milieuschepen Gert Van Eester al optekenen midden augustus 2010. In 2012 liet N-VA weten dat het ‘de laatste kans’ was voor Diftar, in 2016 was volgens diezelfde partij ‘het geduld op’ om uiteindelijk in mei 2018 in hun lokaal blad te melden dat de ondergrondse Diftar-afvalcontainers nog altijd technische mankementen vertonen en dat Ivarem hier onvoldoende tegen optreed. 8 jaar na ‘de laatste kans’ die N-VA Diftar gegeven had, 2 jaar nadat het geduld op was, concludeerde diezelfde N-VA dat de afvalcontainers nog steeds niet naar behoren werkten en dat Ivarem hier onvoldoende tegen optrad.

En inderdaad, het is niet enkel het Diftar-systeem met de ondergrondse containers waarbij de vraag dient gesteld te worden of er geen betere en goedkopere oplossing mogelijk is. Maar ook voor Ivarem, die een onbetrouwbare partner bleek te zijn, niet in staat om die beheersoverdracht naar behoren uit te voeren moeten we die vraag durven stellen. De laatste kansen zijn wat Vlaams Belang betreft nu echt wel opgebruikt en het vertrouwen om opnieuw een dergelijk belangrijke bevoegdheid voor jaren over te dragen aan een partner die niet betrouwbaar bleek te zijn, is bij ons onbestaande.

Als Vlaams Belang waren we dan ook verheugd te lezen in het bestuursakkoord 2019-2024 dat, met onmiddellijke ingang, alternatieven zouden worden bestudeerd. Uit het antwoord op een schriftelijke vraag van mij midden juli, bleek echter het onmiddellijk bestuderen van alternatieven nog niet verder geraakt te zijn dan het voorbereiden van een nota met betrekking tot de huidige dienstverlening van IVAREM en de bevoegdheidsoverdrachten welke aan IVAREM zijn toegekend. Zowel positieve als negatieve aspecten zouden hierbij in rekening gebracht worden, waarbij zowel de dienstverlening voor de burger, alsook het financiële aspect hierbij belangrijk zijn.

 

Ik had hierover volgende vragen:

         Is die nota ondertussen opgesteld?

         Zo ja, wat zijn, volgens die nota, de positieve en negatieve aspecten en wat is de conclusie hierbij?

         Zijn er ondertussen contacten geweest met andere partners dan Ivarem? Zo ja, dewelke en zo neen, waarom niet?

         Zijn er, in het kader van het aflopen van de beheersoverdracht, al andere systemen bekeken en besproken om de afvalinzameling te organiseren? Zo ja, dewelke en zo neen, waarom niet?

 

Antwoord schepen Ivo Andries:

Begin dit jaar werden de ondergrondse containers voor restafval vervangen door een conisch model. Ze zijn zo ontworpen dat het afval makkelijker in de ondergrondse container valt om alzo de kans op blokkages tot een minimum te herleiden. Het heeft resultaat, want de oct’s kennen vandaag een werking van 98 tot 99 procent. Wanneer de oct’s nu nog blokkeren heeft dit voornamelijk te maken doordat burgers de oct’s gebruiken op een foutieve manier. De stad zal hiervoor verder sensibiliseren en indien nodig handhaven. Ook burgers die zakken restafval achterlaten aan en rond de oct’s zullen worden aangepakt.

 

-Door de administratie werden zowel de positieve als negatieve aspecten van de huidige dienstverlening/samenwerking met IVAREM onderzocht. Hierbij werd bekeken of sommige opdrachten efficiënter kunnen worden uitgevoerd binnen de opdracht aan IVAREM of de eigen werking.

 

De volgende diensten/opdrachten werden onderzocht:

1)      Exploitatie recyclagepark (containerpark)

2)      Communicatie en informatielijn (infolijn – call center) (klantencontact, afvalpreventie, klachten en meldingen, communicatie)

3)      Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbaar bedrijfsafval.

4)      Verwerking van ingezamelde afvalstoffen.

 

In de praktijk kunnen we al meegeven dat:

         Minimum 10 VTE’s en een eigen containerdienst noodzakelijk zijn voor de exploitatie van 2 containerparken. Aanpassing arbeidscontracten voor zaterdagwerk.

         Minimum 4 VTE’s voor klantencontact, afvalpreventie, klachten en meldingen, communicatie.. (brochures, website, afvalkalenders…)

         Minimum 7 VTE’s voor de organisatie van een inzameldienst (containertransport en inzamelingen, aanbestedingen, beleid, …)

 

Behoudens een personeelskost dient te worden geïnvesteerd in materieel, bedrijfsgebouwen en KMO-gronden. De nota moet nog verder worden uitgewerkt en intern besproken. Aansluitend wordt de nota voorgelegd aan het college.

 

Wanneer de beheersoverdracht beëindigd wordt, dient de stad zelf in te staan voor de volledige afvalproblematiek. Eventueel kan beroep gedaan worden op een externe private partner. Om hiervan de exacte kostprijs te kennen dient een offertevraag te worden georganiseerd. Met andere partners zijn er nog geen contacten geweest. Deze oefening zal zeker op korte termijn nog worden gemaakt.

 

Andere systemen voor de inzameling van restafval werden herbekeken. Door de Vlaamse overheid zijn doelstellingen voor restafval gedefinieerd welke elke gemeente moet realiseren. Het principe ‘de vervuiler betaalt’ moet maximaal worden geïmplementeerd. Anderzijds moet de productie van afval worden voorkomen. Daarna moet ingezet worden op de maximale recyclage van materialen. Met een terugkeer naar een inzameling van restafval met huisvuilzakken kunnen de opgelegde doelstellingen moeilijk worden gerealiseerd. Toetreden tot een andere intercommunale is in de praktijk niet realistisch en praktisch niet mogelijk. De kosten voor  de stad en  haar burgers zou enkel maar verhogen.

 

 

Interpellatie 4 : van Koen Breugelmans (CD&V) i.v.m. seniorenfeest

Sinds 2009 vindt jaarlijks in het najaar het seniorenfeest plaats. Inwoners die dat jaar hun 60ste, 70ste, 80ste of 90ste verjaardag vieren worden door het stadsbestuur in de bloemetjes gezet. Het evenement bestond aanvankelijk uit een luik informatiemarkt en een luik entertainment en ontmoeting. In de loop der jaren is er wat aan de formule gesleuteld, maar de opkomst bleef op peil. Jaarlijks tekenden enkele honderden senioren present op dit feest. De samenwerking met de seniorenraad verliep - zeker in de beginperiode en voor zover ik kan oordelen ook nadien  - optimaal. 

Vandaag bereiken ons berichten dat het seniorenfeest dit jaar niet zal plaatsvinden. Dit tegenstaande er blijkbaar eerder dit jaar in de seniorenraad reeds een datum voor dit jaar werd vooropgesteld: 17 oktober.

 

Graag had ik dan ook van het CBS vernomen:

         Klopt het dat het seniorenfeest in 2019 niet zal plaatsvinden?

         Wat heeft aan de grondslag gelegen van deze beslissing?

         Verdwijnt het seniorenfeest definitief van de kalender?

         Zoniet, worden de jarigen van 2019 alsnog later uitgenodigd op een gelijkaardige viering?

 

Antwoord schepen Annemie Goris:

         Neen, dit klopt niet. Het zal wel wel in een andere vorm en concept plaatsvinden.

         Door de langdurige afwezigheid van onze seniorenconsulent waren we genoodzaakt om keuzes te maken rond inzet van medewerkers: er is gekozen voor kerntaken zoals ondersteuning seniorenraad en Lokale Adviesraad Toegankelijkheid. Daarnaast werden een aantal gemaakte afspraken voor afwezigheid opgenomen (bijv. ook rond dementie)

         Dat is absoluut niet de bedoeling.

         cfr beslissing van college van burgemeester en schepenen van 21/10/2019 zal het seniorenfeest georganiseerd worden door seniorenraad en naar alle waarschijnlijkheid plaatsvinden in de eerste helft van december 2019 in het Hof van Aragon.

 

 

Interpellatie 5 : van Geert Marrin (Groen-Lier&Ko) i.v.m. de vertegenwoordiging van politieke fracties in de adviesraden

Op de gemeenteraad van maandag 24 juni werden de statuten goedgekeurd van de diverse adviesraden die onze stad rijk is.

 

Uit de besluitvorming – na te lezen in het verslag van de raadszitting – meenden wij ondubbelzinnig te mogen afleiden dat de politieke fracties zouden vertegenwoordigd zijn in de diverse adviesraden.

 

Omdat uitnodigingen voor de aanduiding van afgevaardigden van de politieke fracties in deze adviesraden – met uitzondering van de Sportraad – vooralsnog achterwege bleven, kaartte onze fractie deze situatie aan in de commissie van mevrouw Vanderpoorten. Dit leidde niet tot de verhoopte opheldering.

 

Daarom volgende vragen aan het College van Burgemeester en Schepenen:

 

         Kan het College van Burgemeester en Schepenen opheldering verschaffen over zijn interpretatie van de besluitvorming op de gemeenteraad van maandag 24 juni?

 

         Kan het College van Burgemeester en Schepenen begrip opbrengen voor het principiële standpunt dat ook de politieke fracties (uiteraard met louter raadgevende stem) het recht hebben om vertegenwoordigd te zijn op momenten dat adviesraden het opportuun achten om in dialoog te treden met de bevoegde schepen?

 

         Kan het College van Burgemeester en Schepenen bevestigen dat de politieke fracties autonoom beslissen wie zij desgevallend aanduiden als vertegenwoordiger-met-raadgevende-stem in de diverse adviesraden?

 

         Kan het College van Burgemeester en Schepenen zich engageren om elke formele correspondentie tussen de adviesraden en leden van het College van Burgemeester en Schepenen actief en binnen een zeer redelijke termijn ter beschikking te stellen aan alle raadsleden en – in een geest van transparantie en participatie – aan de Lierse bevolking via publicatie op de stedelijke website?

 

Antwoord schepen Marleen Vanderpoorten:

         In het verslag van de GR van 24/6/2019 staat te lezen: “…Zonder daarbij afbreuk te doen aan de eigenheid van elke adviesraad, dienen een aantal elementen in al deze statuten eenvormig op elkaar afgestemd te worden. Het betreft dan meer specifiek volgende elementen:

         verwijzing huishoudelijk reglement, rol politieke fracties,…

         de aanwezigheid van de bevoegde schepen en politieke fracties zonder stemrecht, en minimum voor de toelichting van de punten zoals ze op de agenda voorkomen…”

Er staat dus niet dat de politieke fracties aanwezig MOETEN zijn, er staat dat de adviesraden moeten bepalen, op een eenvormige manier, hoe en wanneer de fracties mogen aanwezig zijn.

Tot deze bepaling hebben we besloten omdat er bij de adviesraden geen unanimiteit was om politieke fractie altijd toe te laten. Het lijkt mij ook logischer dat adviesraden hier zelf over beslissen en de gemeenteraad dit niet bepaalt.

Bovenstaande passage moet dus samen gelezen worden met de statuten van elke adviesraad. Daarin lezen we het volgende:

         Cultuurforum: elke burger kan aanwezig zijn in het open forum. Over de aanwezigheid van de politieke fracties in de kerngroep zal de voorzitter in samenspraak met zijn bestuur beslissen.

         Adviesraad stadsmuseum: 1 lid per fractie mag aanwezig zijn

         Adviesraad bib: op verzoek van de voorzitter, in samenspraak met het bestuur, kan 1 lid aanwezig zijn

         Beheersorgaan jeugd: decretaal geregeld, politieke fracties aanwezig

         Sportraad: één vertegenwoordiger per politieke fractie is toegelaten

         Milieu-en natuurraad: op verzoek van de voorzitter is, in samenspraak met het bestuur,  één lid per politieke fractie toegelaten

         Mobiliteitsraad: op verzoek van de voorzitter is, in samenspraak met het bestuur, 1 lid per politieke fractie toegelaten

         Welzijnsraad: op verzoek van de voorzitter is, in samenspraak met het bestuur, 1 lid per politieke fractie toegelaten

         Seniorenraad: op verzoek van de voorzitter is, in samenspraak met het bestuur, 1 lid per politieke fractie toegelaten

         Wereldraad: op verzoek van de voorzitter is, in samenspraak met het bestuur, 1 lid per politieke fractie toegelaten

         Diversiteitsraad: op verzoek van de voorzitter is, in samenspraak met het bestuur, 1 lid per politieke fractie toegalaten

         LAT: op verzoek van de voorzitter is, in samenspraak met het bestuur, 1 lid per politieke fractie toegelaten

 

         Wij vinden het niet noodzakelijk dat de gemeenteraadsleden aanwezig zijn op het ogenblik dat de adviesraad in dialoog treedt met de schepen. De adviesraad moet zelf bepalen of dit nuttig is. De gemeenteraadsleden hebben een eigen rol als gemeenteraadslid in de gemeenteraad.

 

         De vraag is niet helemaal duidelijk maar als u bedoelt dat als een adviesraad beslist om politieke fracties uit te nodigen, wie die dan aanduidt, dan is het uiteraard aan de fractie om autonoom te bepalen wie wordt aangeduid. Tenzij dit anders bepaald wordt in de statuten.

 

         De manier waarop het al dan niet volgen van de adviezen gemotiveerd wordt en gepubliceerd zodat ze raadpleegbaar zijn voor de bevolking, zal in het participatiereglement opgenomen worden.

 

BESLUIT

Art 1 :

Kennisgenomen.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

OPENSTELLEN VAN DE RECHTESTRAAT (DEEL TUSSEN WERF EN KARDINAAL MERCIERPLEIN) EN WERF VOOR FIETSVERKEER IN DE TEGENRICHTING. NIET GOEDGEKEURD.

 

MOTIVERING

Voorgeschiedenis

De algemene invoering van het Beperkt EenrichtingsVerkeer (BEV) nl. fietsen in de tegenrichting in eenrichtingsstraten,  door gecombineerd Koninklijk en Ministerieel Besluit van 18 december 2002.

Het thema fietsverkeer in onze stad komt herhaalde malen in al zijn aspecten, o.a. fietsstraten, fietszones, fietskluizen, etc.  aan bod in gemeenteraad, commissie, pers en in gesprekken met onze inwoners.

 

Feiten en context

Sinds 1 juli 2004 moet de wegbeheerder in principe alle eenrichtingsstraten openstellen voor fietsverkeer in de tegenrichting, op voorwaarde dat:

         de toegestane maximumsnelheid niet hoger is dan 50 km/u;

         de vrije rijbaanbreedte (zonder parkeerstrook) minstens 3 m bedraagt;

         er geen door de wegbeheerder gemotiveerde veiligheidsredenen zijn die dit verhinderen (bijzondere lokale omstandigheden).

Uit de praktijk blijkt dat de doorstroming van de verschillende weggebruikers in BEV-straten in het algemeen vlot verloopt en er gebeuren minder ongevallen met fietsers dan elders.

Dankzij het beperkt eenrichtingsverkeer kan een fietser omweg vermijden.

Bijkomende veiligheidsvoordelen zijn dat de fietser in de tegenrichting oogcontact heeft met de kruisende automobilist en de situatie dus beter in de hand heeft dan wanneer hij in dezelfde richting zou rijden als de automobilist.  De bestuurder van de auto zit links en omdat hij zich dichter bij de fietser bevindt dan bij het inhalen, kan hij gemakkelijker de benodigde ruimte inschatten.

Het fietsgebruik zit ook in Lier duidelijk in de lift en is een ideaal vervoersmiddel in een compacte stad als Lier. In Lier werd dus in de meeste eenrichtingsstraten BEV ingevoerd, echter niet in de Rechtestraat en op de Werf.

 

Argumentatie

Men kan dagelijks vaststellen dat fietsers in de tegenrichting rijden op de Werf en in de Rechtestraat wat een draagvlak schept om BEV in die straten in te voeren.

De Werf en de Rechtestraat liggen in de zone 30. De Werf is ruimschoots breder dan de vereiste 3,0 meter. De Rechtestraat is tot aan het Kardinaal Mercierplein eveneens ruimschoots breder dan 3,0 m behalve ter hoogte van het zebrapad aan de hoek met de Werf waar de vereiste breedte wel kan gehaald worden met een relatief beperkte infrastructuuraanpassing.

 

Voorstel beslissing:

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het invoeren van BEV op de Werf goed te keuren zodat fietsers in de tegenrichting mogen rijden.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om het invoeren van BEV in de Rechtestraat tussen de Werf en het Kardinaal Mercierplein goed te keuren mits beperkte infrastructuuraanpassing ter hoogte van de oversteekplaats aan de hoek met de Werf, zodat fietsers in de tegenrichting mogen rijden.

 

Stemming

 

8 stemmen voor: Ella Cornelis, Katrien Vanhove, Peter Caluwé, Tom Claes, Bart Verhoeven, Geert Marrin, Heidi Van den Bergh en Walter Marien

20 stemmen tegen: Frank Boogaerts, Marleen Vanderpoorten, Rik Verwaest, Walter Grootaers, Henri Pets, Bert Wollants, Ivo Andries, Annemie Goris, Freddy Callaerts, Jenny Van Damme, Marcel Taelman, Sabine Leyzen, Lucien Herijgers, Christina Wagner, Yahya Degirmenci, Thierry Suetens, Ann-Sofie Van den Broeck, Ilse Lambrechts, Dirk Frans en Maurits De Smedt

4 onthoudingen: Koen Breugelmans, Stijn Coenen, Evi Van Camp en Stéphanie Van Campenhout

Verworpen met 8 stemmen voor - 20 stemmen tegen - 4 onthoudingen

 

BBESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad beslist om het invoeren van BEV op de Werf niet goed te keuren zodat fietsers in de tegenrichting zouden mogen rijden.

 

Art 2 :

De gemeenteraad beslist om het invoeren van BEV in de Rechtestraat tussen de Werf en het Kardinaal Mercierplein niet goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 21 oktober 2019

 

TOEKENNING VAN DE TITEL VAN ERESCHEPEN EN ERERAADSLID

 

MOTIVERING

Feiten en context

Op basis van een ‘reglement toekenning ereschepen en eregemeenteraadslid’, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting 2014, werd tijdens de vorige gemeenteraad van maandag 23 september 2019 de titel van ereschepen en eregemeenteraadslid op diens eigen verzoek toegekend aan Dhr. Patrick Tersago.

 

Volgens de huidige bepalingen kan de titel van ereschepen en eregemeenteraadslid toegekend worden op volgende wijze:

         Op vraag van het afgetreden gemeenteraadslid of schepen.

         Op voordracht door de fractievoorzitter in de gemeenteraad van het betrokken gemeenteraadslid of schepen.

         Op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Dit steeds met instemming van de betrokkene, of door de rechtsopvolgers van de mandataris in geval van overlijden.

 

Het zelf moeten verzoeken om een eretitel toegekend te krijgen, doet o.i. afbreuk aan de waarde ervan. Niet elk voormalig gemeenteraadslid of schepen kan bovendien rekenen op een fractievoorzitter in een gemeenteraad waarvan hij/zij niet langer deel uitmaakt, bijvoorbeeld omdat zijn/haar partij niet langer vertegenwoordigd is in deze gemeenteraad.

 

Daarom stelt onze fractie voor dat aan voormalig gemeenteraadsleden en/of schepenen die hiervoor in aanmerking komen, vanuit het College van Burgemeester en Schepenen automatisch een aanbod wordt geformuleerd tot toekenning van de titel van eregemeenteraadslid en/of ereschepen. Uiteraard behoudt de betrokkene het recht om al dan niet in te stemmen met het toegekend krijgen van de betreffende eretitel.

 

Tevens stellen wij voor om de termijn om in aanmerking te komen voor de titel van ereschepen op te trekken van zes naar twaalf jaar (cf. de termijn die geldt om in aanmerking te komen voor de titel van eregemeenteraadslid).

 

Tot slot lijkt het ons wenselijk om in de toekomst te spreken van ‘raadsleden’ in plaats van ‘gemeenteraadsleden’. Het lijkt ons eveneens logisch om ook de anciënniteit van voormalig OCMW-raadsleden mee te nemen in de telling van bovenvermelde termijn van twaalf jaar.

 

 

Voorstel tot besluit:

 

De gemeenteraad vraagt aan het College van Burgemeester en Schepenen om het voornoemde ‘reglement toekenning ereschepen en eregemeenteraadslid’ op die manier aan te passen:

         dat vermeden wordt dat raadsleden en/of schepenen die voor deze eretitel(s) in aanmerking komen hier zelf om dienen te verzoeken;

         dat een termijn van twaalf in plaats van zes jaar geldt om in aanmerking te komen voor de titel van ereschepen;

         dat gesproken wordt over ‘raadsleden’ in plaats van ‘gemeenteraadsleden’;

         dat ook de anciënniteit van voormalig OCMW-raadsleden wordt meegenomen in de telling van de termijn van twaalf jaar die geldt voor de toekenning van de titel van ‘ereraadslid’.

 

Argumentatie

De gemeenteraad heeft na bespreking besloten om niet te stemmen over dit punt. Het reglement toekenning ereschepen en eregemeenteraadsleden zal op de volgende gemeenteraad worden geagendeerd.

 

BESLUIT

Art 1 :

De gemeenteraad neemt akte van het voorstel.

 

Publicatiedatum: 26/11/2019